Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

43
1 ALGEMENE RECHTSLEER EN RECHTSMETHODIEK SAMENVATTING BOEK B. TILLEMAN Wat is recht? 1. KLASSIEKE DEFINITIE VAN HET OBJECTIEF RECHT ALGEMEEN EN ONPERSOONLIJK KARAKTER VAN DE RECHTSREGEL A. Principe Rechtsregels zijn algemeen en onpersoonlijk geformuleerd. ‘Onpersoonlijk’: niet noodzakelijk voor iedereen welomschreven typesituatie welbepaalde categorie van personen => Algemeen karakter is relatief Voorbeelden: p.16 bovenaan B. Ratio van het algemeen en onpersoonlijk karakter van de rechtsregel 1. Inherentie aan de notie regel Regel = een voorschrift dat van toepassing is op een onbepaald aantal personen rechtsregels zijn algemeen en onpersoonlijk 2. Vrijwaring tegen willekeur van de overheid Algemeen & onpersoonlijk karakter = buffer tegen individuele willekeur vd machthebbers Voorwaarden rechtsnormen: - Vast - Algemeen - Onpersoonlijk - Voorspelbaar Onderscheid mag gemaakt worden op voorwaarde dat het verantwoord kan worden (Art. 10 en 11 Gw) AFDWINGBAARHEID VAN HET RECHT A. Principe: juridische regels worden bestraft door de overheid

Transcript of Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

Page 1: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

1

ALGEMENE RECHTSLEER EN RECHTSMETHODIEK SAMENVATTING BOEK B. TILLEMAN

Wat is recht?

1. KLASSIEKE DEFINITIE VAN HET OBJECTIEF RECHT

ALGEMEEN EN ONPERSOONLIJK KARAKTER VAN DE RECHTSREGEL

A. Principe

Rechtsregels zijn algemeen en onpersoonlijk geformuleerd.

‘Onpersoonlijk’: niet noodzakelijk voor iedereen

→ welomschreven typesituatie

→ welbepaalde categorie van personen

=> Algemeen karakter is relatief

Voorbeelden: p.16 bovenaan

B. Ratio van het algemeen en onpersoonlijk karakter van de rechtsregel

1. Inherentie aan de notie regel

Regel = een voorschrift dat van toepassing is op een onbepaald aantal personen

→ rechtsregels zijn algemeen en onpersoonlijk

2. Vrijwaring tegen willekeur van de overheid

Algemeen & onpersoonlijk karakter = buffer tegen individuele willekeur vd machthebbers

Voorwaarden rechtsnormen:

- Vast

- Algemeen

- Onpersoonlijk

- Voorspelbaar

Onderscheid mag gemaakt worden – op voorwaarde dat het verantwoord kan worden

(Art. 10 en 11 Gw)

AFDWINGBAARHEID VAN HET RECHT

A. Principe: juridische regels worden bestraft door de overheid

Page 2: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

2

Regels worden afgedwongen → bestraffing bij niet-nakoming

Sanctionering door de overheid → sociaal georganiseerd: rechters, politiecommissarissen,

gerechtsdeurwaarders,…

B. De diverse vormen van juridische sancties

1. Beginsel: sanctie via de afgedwongen rechtstreekse uitvoering

Uitvoering in natura als primaire vorm van rechtsherstel = stelregel

Uitvoering in natura = uitvoering van wat oorspronkelijk de bedoeling was

a. Juridische verplichting tot betaling van een geldsom

Niet-nagekomen juridische verplichting = betalen geldsom

→ Beslag op deel van vermogen (onder toezicht vh gerecht)

→ Gerechtsdeurwaarder verkoopt goederen waarop beslag rust openbaar

→ Moratoire intrest (?)

b. Juridische verplichting om te geven (andere dan betaling van een geldsom)

Eigendomsoverdracht tussen partijen van specifieke zaken en soortzaken:

Specifieke zaken (naar de wil van partijen unieke zaken)

∙ Eigendom gaat over bij wilsovereenstemming

Soortzaken (bij getal, maat en gewicht verhandeld; bv. olie, aardappelen,…)

∙ Eigendom gaat over bij individualisering/specificatio

Eigendomsoverdracht onroerende goederen tegenover derden

Tussen contractspartijen: vanaf wilsovereenstemming/bij verlijden vd notariële aankoopakte

Tegenwerpelijkheid aan derden:

“tegenwerpelijk aan derden voor zover het contract rechtsgeldig is en die derde daar kennis van

heeft of behoort te hebben” ●

Derden die geen kennis hebben vd verkoop:

Eigendomsoverdracht ve onroerend goed geschiedt pas bij integrale overschrijving vd

koopakte

op hypotheekkantoor

arrondissement waar onroerend goed gelegen is (Art. 1 Hypotheekwet)

→ enkel authentieke aktes!

Page 3: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

3

Eigendomsoverdracht roerende goederen tegenover derden

Geen publiciteit vereist voor tegenwerpelijkheid

→ MAAR: ●

→ Hoe kennis van hebben?

Levering (en bezit) als publiciteit

Art. 1141 BW = oplossing → zolang goed in handen van verkoper is, is deze daar eigenaar van

c. Juridische verplichting om te doen of niet te doen

- Principieel verbod op uitvoering manu militari

→ geen fysieke dwang op de schuldenaar

“Nemo potest praecise cogi ad factum” = “you can lead a horse to the water but you can’t

make it drink”

- Uitvoering door een derde

Art. 1144 BW: op kosten van schuldenaar toch verbintenis doen uitvoeren/laten verdwijnen

door derde

(niet mogelijk bij noodzaak van persoonlijke uitvoering)

- Uitvoering door geldelijke dwang op de schuldenaar: dwangsom

meestal berekend per dag vertraging in de uitvoering van de veroordeling of per overtreding

van de veroordeling

Voorwaardelijk karakter dwangsom:

“Een dwangsom kan slechts worden verbeurd op voorwaarde dat de veroordeelde de hem

opgelegde verplichting niet naar behoren nakomt.”

Bijkomende (accessoire) veroordeling:

Dwangsom = bijkomend tot hoofdvordering

Als hoofdvordering vernietigd wordt, valt dwangsom weg

Drukkingsmiddel zonder indemnitair karakter:

Dwangsom en schadevergoeding zijn cumuleerbaar

Niet voor verbintenissen tot betaling geldsom of arbeidsovereenkomsten.

Page 4: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

4

2. Uitzondering: sanctie via herstel

a. Schadevergoeding

- Schade = materieel (vermogensrechtelijk):

Schadevergoeding = geldsom

- Schade = immaterieel (moreel):

Schade kan op diverse manieren vergoed worden bv. recht op antwoord, publicatie ve vonnis, verlenen ve symbolische geldelijke schadevergoeding

b. Schadevergoeding en compensatoire of vergoedende interesten

Vergoedende interest = compensatoire interest = bijkomende vorm van schadeloosstelling bij

‘waardeschulden’

Waardeschulden ≠ verbintenissen tot betaling ve geldsom

Verbintenissen tot betaling van een geldsom: vergoeding ve geldsom die initio numeriek bepaald is

Waardeschulden: verbintenissen tot vergoeding van schade waarvan de geldsom niet ab initio

bepaald is, noch volgens bepaalde berekeningsgrondslagen bepaalbaar is (Art. 1153 BW)

→ contractuele wanprestatie of onrechtmatige daad

Voorbeelden: p22

4 verschilpunten vergoedende en moratoire interesten:

Vergoedende Moratoire

Werkelijk geleden schade moet worden bewezen Nooit voor periode die aan het ontstaan vd schade voorafgaat / voor toekomstige schade

Forfaitaire schadevergoeding: werkelijke schade kan en mag niet bewezen worden (tenzij schuldenaar het redelijke karakter vd moratoire interest betwist)

Geen ingebrekestelling vereist Ingebrekestelling vereist

Rentevoet wordt vrij door rechter bepaald Wettelijke intrestvoet

3. Sanctie met repressie

Doel: louter opleggen van leed om te intimideren en te ontraden

→ herhaling vanwege de betrokkene vermijden + voorbeeld stellen aan de samenleving

Publieke straffen : (≠ de veiligheidsmaatregel → focust op gevaar van individu voor maatschappij)

» Vrijheidsberoving: opsluiting onder een strafregime

» Vermogensrechtelijke straf: bv. geldboete, verbeurdverklaring, beroepsverbod,...

Page 5: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

5

Private straffen:

In functie ve privaat belang/niet in functie v algemeen belang

» Beroofd worden van een vermogensvoordeel dat men zou hebben genoten, indien

verbintenis niet geschonden werd

Dwangsom kan ook als private straf worden beschouwd (afhankelijk vd mate waarin

deze de schuldeiser ten goede komt)

Voorbeelden: p24

C. De procedure van afdwinging

1. Het verbod op eigenrichting

Overheidsmonopolie op fysieke dwang → afdwingen van rechten is voorbehouden aan de overheid:

“Nul ne peut se faire justice à soi-même”

Evolutie:

Privépersonen oefenden zelf wraak uit

Beperkt door talio-wet: ‘oog om oog, tand om tand’

Overheid reglementeert: particulieren kunnen wraakrecht afkopen

Privépersonen gedwongen zicht tot overheid te richten

Overheidsmonopolie op fysieke dwang

2. Gevolgen van het overheidskarakter van de afdwinging

Voorwaarden voor afdwinging:

- Verkrijgen van uitvoerbare titel:

een recht, erkenning krijgen van de gegrondheid van zijn aanspraak → inschakeling van de

beoefenaar van een openbaar ambt

Uitzonderingen:

» Privilège du préalable

» Arbitrage

- Gedwongen tenuitvoerlegging via openbaar ambtenaar

De gerechtsdeurwaarder is de openbaar ambtenaar belast met de tenuitvoerlegging van de

gerechtelijke uitspraken

3. Uitzonderingen op het verbod op eigenrichting

Toepassingsvoorwaarden:

- men moet beschikken over een recht

- dit recht moet onrechtmatig bedreigd zijn

- het eigenmachtig optreden moet door de omstandigheden geboden zijn

- het eigenmachtig optreden mag niet verder reiken dan voor het vrijwaren van het recht

nodig is

Page 6: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

6

Uitzonderingen:

1. Wettige verdediging (alleen tegen een aanval op de fysieke integriteit – geen goederen)

voorwaarden:

a. de aanranding die afgeweerd wordt, moet onrechtmatig zijn

b. de verdediging moet noodzakelijk zijn

i. de dreiging moet actueel, zeker en ernstig zijn

ii. de dreiging mag niet op andere wijze afgeweerd kunnen worden

c. de verdediging dient in verhouding te staan tot de aanval

2. Opschortingsrechten

a. Exeptio non adimpleti contractus

b. Retentierecht

EXEPTIO NON ADIMPLENTI CONTRACTUS – ENAC

= niet-uitvoeringsexceptie

Definitie :

In geval van wederkerige overeenkomsten; wanneer de partij die eerst zijn prestatie moet leveren

hieraan verzuimt, heeft de andere partij, zonder tussenkomst van de rechter, het recht om zijn eigen

tegenprestatie tijdelijk op te schorten, zolang de wederpartij in gebreke blijft.

Toepassingsvoorwaarden:

- Wederkerige rechtsverhouding

- Verbintenis ten laste van de excipiens

- Zekere, opeisbare en niet noodzakelijk liquide schuldvordering

- Subjectief en objectief ter goeder trouw zijnde excipiens

Subjectief: excipiens zelf mag niet aan oorsprong liggen van de niet-nakoming door de wederpartij

Objectief: evenwicht tussen tekortkoming van de wederpartij en het eruit voortvloeiende nadeel

- Opschorting mag de nakoming van de eigen prestatie niet definitief onmogelijk maken

RETENTIERECHT

Definitie:

Een recht op grond waarvan de rechtmatige bezitter van andermans zaak (retentor), ertoe

gerechtigd is die zaak bij zich te houden zolang zijn opeisbare schuldvordering in verband met die

zaak niet is voldaan.

Voorbeelden: p28

Page 7: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

7

Vergelijking met de ENAC:

Referentierecht = soms bijzondere toepassing vd ENAC

→ vb. opschorting vd leveringsplicht tot betaling door de koper (art. 1612 BW)

1. Retentierecht als gevolg vd toepassing vd ENAC

vb. wederkerige overeenkomst waarvan één verbintenis de afgifte van een zaak tot voorwerp heeft

of impliceert, en de andere strekt tot betaling van geld

→ juridische band → retentierecht valt samen met exceptie van niet-nakoming

2. Zuiver retentierecht (zelfstandig retentierecht)

Gebaseerd op samenhang tussen zaak en schuldvordering die de bezitter van die zaak heeft op de

eigenaar.

→ retentierecht = bevoegdheid vd houder van andermans zaak om teruggave vd zaak aan de

eigenaar uit te stellen, tot die hem de schuld betaalde die mbt de zaak verschuldigd is

4. Nuancering vh verbod op eigenrichting: buitengerechtelijke oplossing van conflicten

a. De algemene categorie vd vaststellingsovereenkomst

“Een vaststellingsovereenkomst fixeert conventioneel juridische waarheid bij onzekerheid of geschil

en sluit elk juridisch tegenbewijs uit.”

→ door een vaststellingsovereenkomst is een tegenbewijs in rechte niet meer mogelijk

“Bewijsovereenkomst legt bewijsmiddelen of bewijslastverdeling vast en sluit welbepaalde

bewijsmiddelen uit.”

Def: Bewijsovereenkomsten zijn overeenkomsten die in tempore non suspecto vastleggen hoe men

een bepaalde rechtsverhouding kan bewijzen, mocht er later betwisting over ontstaan

! sluiten tegenbewijzen niet uit

b. Soorten vaststellingsovereenkomsten

i. Gemeenrechtelijke vaststellingsovereenkomst

Onbenoemde vaststellingsovereenkomst; geen gestalte gekregen in een bijzondere rechtsfiguur

→ geregeld door art. 1101-1369 BW

ii. Dadingsovereenkomst

∙ Benoemde vaststellingsovereenkomst met wederzijdse toegevingen

‘Elke partij doet water bij de wijn.’

→ legt een tussen partijen bestaande rechtsverhouding definitief vast

over rechtsverhouding bestaat geschil of werkelijk toekomstig geschil

Page 8: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

8

∙ Quasi geheel onderworpen aan het gemeen verbintenissenrecht

art. 2044-2058 BW

Afwijkingen:

- Geschrift moet worden opgemaakt onder 375 euro (art. 2044 BW)

- Dwaling inzake objectief recht is uitgesloten (art. 2052 BW)

∙ Geen uitvoerbare titel, tenzij akkoordvonnis of dading verleden voor notaris

Dading heeft dezelfde waarde als een definitieve eindbeslissing ve rechter, enkel uitvoerbaar met

akkoordvonnis van rechter/authentieke akte van notaris

iii. Bindende derdenbeslissing

Bindende derdenbeslissing houdt in dat partijen, buiten de wettelijke arbitrage om, een onzeker punt

van hun rechtsverhouding aan een bepaalde of bepaalbare onafhankelijke en onpartijdige derde ter

beslechting voorleggen en diens beslissing als definitief bindend erkennen.

Voorbeeld: p30 onderaan

∙ Geschil of louter onzekerheid (buiten geschil) in een rechtsverhouding

Snelle & efficiënte methode om betwistingen/geschillen te beslechten

Niet noodzakelijk rechtsgeschillen

≠ dading: dading is onder partijen, bindende derdenbeslissing; derde beslecht geschil

Geen onderlinge toegevingen

Kan ook zonder geschil: onzeker element in rechtsverhouding aanvullen

Voorbeeld: p31 bovenaan

∙ Marginale inhoudelijke controle

Eventuele overeengekomen voorwaarden, richtlijnen

In overeenstemming met de redelijkheid en billijkheid

Controle door rechter

iv. Arbitrage

∙ Compromis & arbitrage

Overeenkomst waarbij de partijen binnen de grenzen van de wettelijke bepalingen daarover

een tussen hen bestaande betwisting voorleggen aan het oordeel van derden

(scheidsrechters/arbiters), die rechtstreeks of onrechtstreeks door hen zijn aangeduid.

» Arbitrage = uitvoering van een compromis

∙ Juridisch geschil

Altijd mbt een geschil; een juridische betwisting

∙ Uitvoerbare titel na exequatur

Arbitrale beslissing kan na vonnis een uitvoerbare titel worden

Page 9: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

9

SAMENVATTEND OVERZICHT

Dading Bindende derdenbeslissing Arbitrage

Voorwerp Feitelijk/juridisch geschil

Onzekerheid volstaat Juridisch geschil

Uitvoerbare titel Akkoordvonnis Authentieke akte

Authentieke akte Na exequatur

Eindbeslissing Vernietiging wilsgebreken

Inhoudelijke marginale toetsing

Beperkte formele toetsing (1704 Ger.W.)

Toepasselijke bepalingen Art. 2044 et seq. BW

Art. 1101 t.e.m. art. 1369 BW

Art. 167 et seq. Ger. W.

c. Bemiddeling

Begrip & oorsprong:

2005: wettelijk minimumkader voor bemiddeling (art. 1724-1737 Ger.W.)

DEF: bemiddeling = een wijze van geschillenoplossing waarbij een derde (niet-rechter) de partijen

begeleidt bij het bereiken van een akkoord dat geheel of gedeeltelijk een einde maakt aan hun

juridisch geschil.

Bemiddelingsbedingen; bindende kracht

Handhaving via dilatoire exceptie (→ in te roepen vóór verweer, schorsend)

i. Waarover bemiddelen? (toepassingsgebied)

art. 1724 Ger. W.

Elk geschil dat vatbaar is om geregeld te worden via een dading, kan vwp zijn van bemiddeling +

toepassingsgebied van de vroegere wet op familiale bemiddeling:

- Verplichtingen die uit het huwelijk ontstaan

- Wederzijdse rechten & plichten echtgenoten

- Ouderlijk gezag

- Geschillen voortvloeiend uit wettelijke samenwoning & feitelijke samenwoning

- Echtscheiding/scheiding van tafel en bed

ii. Wie kan bemiddelen?

Erkende bemiddelaars

Page 10: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

10

Belangrijkste voorwaarden erkenning:

a. Bekwaamheid in aard van geschil (inhoudelijke competentie)

b. Passende vorming & ervaring voor geschil (competentie mbt het bemiddelen)

c. Onafhankelijkheid, onpartijdigheid (1726 Ger. W.)

Rol erkenningscommissie:

- Vorming & erkenning bemiddelaars

- Bepaling vd voorwaarden voor erkenning

- Opstellen ve deontologische code (art. 1727 Ger. W.)

- Bijzondere commissies adviseren erkenningscommissie

2 advocaten

2 notarissen

2 niet-advocaten/niet-notarissen

iii. Geheimhouding

art. 1728 Ger. W.: quasi-absolute geheimhoudingsplicht voor alle deelnemers

documenten & mededelingen = vertrouwelijk, niet toelaatbaar als bewijs

→ mogen niet aangevoerd worden in enige procedure (gerechtelijk, administratief, arbitraal,…)

Bemiddelaars zijn onderworpen aan geheimhoudingsplicht én beroepsgeheim (art. 458 Sw)

iv. Soorten bemiddeling

2 soorten (gerechtelijk/niet-gerechtelijk):

- Vrijwillige bemiddeling

Startpunt: voorstel tot bemiddeling

Schorst verjaring gedurende 1 maand

Aanvaarding

Nadere bepaling v verloop vd bemiddeling

Bemiddelingsprotocol

Ondertekening protocol schorst verjaring voor de duur vd bemiddeling

Geen uitvoerbare kracht, kan gehomologeerd worden door rechter

- Gerechtelijke bemiddeling (art. 1734 Ger. W.)

Gezamenlijk verzoek partijen

Voorstel rechter, toestemming partijen

Kan altijd (behalve bij Cassatie)

Akkoord kan gehomologeerd worden door rechter

In beide gevallen kan een partij de bemiddeling beëindigen zonder dat dit haar tot nadeel kan

strekken (art. 1729 Ger. W.)

Page 11: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

11

DOEL VAN HET RECHT

A. Recht als maatschappelijk fenomeen

∙ Organisatie van het menselijk samenleven

∙ Recht & tuchtrecht

Staat = gemeenschap + overheid + grondgebied

Maatschappij in een staat = noodzakelijk, volkomen, soeverein

» Noodzakelijk

Iedereen maakt deel uit vd maatschappij – willen of niet

» Volkomen

Algemeen, allesomvattend doel

» Soeverein

Oefent hoogste en oorspronkelijke gezag uit

Tucht-/disciplinair recht = binnen gemeenschappen (‘maatschappijen’) waar men vrijwillig kan uit

stappen

∙ Diverse rechtsorden

1 persoon = lid van verschillende maatschappijen (bv. Vlaams, Belgisch, Europees)

Dus valt onder diverse rechtsorden

B. Bijzondere doelstellingen van het recht

Ordening van de samenleving (politiek)

Evenwicht tussen beschermde belangen

∙ Privébelang vs gemeenschapsbelang

1. Morele doelstellingen

∙ Directe of indirecte consecratie ve morele regel

» Direct

vb. wet tegen vrijwillige doodslag → morele regel: verbod op doden

» Indirect

vb. verkeerssignalisaties moeten respecteren → indirect ook verbod op doden

∙ Onvolledige consecratie van een morele regel

Rechtsregels mbt morele waarden kunnen nooit iedereen voldoen.

» Regels ethisch aanvaardbaar maken

Page 12: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

12

2. Materiële doelstellingen

a. Doelstellingen die hoofdzakelijk gericht zijn op het individu

i. Bescherming van de persoon

Fysieke en morele integriteit:

Voorbeeld p41

Bescherming van het individu gedurende de uitoefening van welbepaalde activiteiten (vb. wegcode,

arbeidsreglement,…)

ii. Bescherming van de goederen

Vrijwaring van privévermogen

Sw

Vrijwaring van de economische inzetbaarheid van goederen

Eigendomsrecht, Sw

Bescherming leefmilieu

Zee, lucht, rivieren,… → milieuwetgeving

b. Doelstellingen die eerder gericht zijn op de collectiviteit

i. Organisatie van het economisch systeem

Economische politiek: optimale verdeling vd schaarste middelen

Bescherming vrije markt:

1. Productiefactoren (kapitaal, land, arbeid) = privé-eigendom

2. Particuliere ondernemingen nemen initiatief tot productie (niet van bovenuit gepland)

ii. Organisatie van het politiek systeem

∙ Staatsinrichting

België = rechtsstaat, scheiding der machten, democratie, parlementaire monarchie,

gedecentraliseerd → federaal

∙ Recht ter realisatie van een sociale politiek

Page 13: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

13

3. Rechtszekerheid en stabiliteit van de juridische verhoudingen

a. Algemeen

∙ Vermogen juridische gevolgen van handelen in te schatten

Vrijheid individu: zelf levensloop kunnen realiseren: rechtsregels moeten voorspelbaar zijn

∙ Relativiteit van het rechtszekerheidsbeginsel

b. Concretisering van het rechtszekerheidsbeginsel

Beginselen van behoorlijke rechtsbedeling:

- Bekendmaking (Staatsblad)

- Duidelijkheid

- Coherentie (mekaar niet tegespreken)

- Juridische stabiliteit

AFGRENZING VAN DE RECHTSREGELS TEGENOVER ANDERE GEDRAGSREGELS

A. Algemeen

Criterium – het is niet zozeer de inhoud die de rechtsregel onderscheidt van de andere gedragsregels

Voorbeelden: p44 onderaan

B. Afgrenzing van het positief recht tegenover religieuze gedragsregels

1. Laïciteit van het rechtssysteem

Scheiding kerk en staat

Toch samenvallende regels (vb. 10 geboden – moord, diefstal, valse getuigenis)

2. Respect van het recht voor de religieuze eigenheid

2. ENKELE BEGRIPPEN INZAKE HET OBJECTIEF RECHT

POSITIEF RECHT

= het recht dat op een bepaalde plaats of op een bepaalde tijd geldt

∙ De lege lata

‘naar positief recht’

Page 14: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

14

∙ De lege ferenda

‘mbt het toekomstig recht’

∙ Positief recht ↔ natuurrecht

Natuurrecht = het ideale recht, filosofische school

∙ Historische school

∙ Kritische bedenking

GEMEEN RECHT EN UITZONDERINGSRECHT OF BIJZONDER RECHT

A. Gelijktijdige toepassing van het gemeen recht en het bijzonder recht

1. Primaat van de bijzondere regel als uitzondering op de algemene regel

Lex specialis derogat generali

Illustraties: p48

2. Afleiding van het bijzonder karakter van een rechtsregel

Complexiteit van het onderscheid: illustraties p49

Aankondiging van uitzonderingsrecht: illustratie p50

Algemene opvatting:

Privaatrecht = gemeen recht

Publiekrecht = uitzonderingsrecht

3. Relatief karakter van de begrippen “gemeen recht” en “bijzonder recht”

Illustratie: p50-54

B. Principe van de restrictieve interpretatie van de bijzondere (uitzonderings)regel

∙ Interpretatie per analogiam

Exceptio est strictissimae interpretationis

= bijzondere wetten moeten strikt geïnterpreteerd worden

Maar: uitzonderingen! p54

∙ Interpretatie van bijzondere regel

In principe: niet strikt, wel zoals elke regel

Voorbeeld p54 onderaan

Page 15: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

15

C. Consecutieve toepassing van de algemene en de bijzondere wet in de tijd

1. Een algemene wet gevolgd door een latere afwijkende algemene wet of een bijzondere

wet gevolgd door een latere afwijkende bijzondere wet

Lex posterior anteriori derogat

2. Een algemene wet gevolgd door een latere afwijkende bijzondere wet

Lex specialis generalibus derogat

3. Een bijzondere wet gevolgd door een latere algemene wet

Peilen naar intentie wetgever; voorbeeld p55

FORMEEL EN MATERIEEL RECHT

- Materieel recht

Het materiële recht is dat deel van het recht waarin de spelregels van het

maatschappelijk gedrag inhoudelijk worden bepaald.

(bv. definitie van eigendom, een verbintenis, een misdrijf)

- Formeel recht

Het formeel recht is dat deel van het recht dat de spelregels bepaalt in verband met

wat er moet of kan gebeuren bij niet-naleving van het materieel recht.

(meestal procesrecht)

AANVULLEND RECHT, GEWOON DWINGEND RECHT EN RECHT VAN OPENBARE ORDE

A. Principe van de wilsautonomie

Recht verleent bindende kracht aan eenzijdige wil of onderlinge afspraken partijen (art. 1134 BW)

Wilsautonomie: partijen behartigen hun eigen belangen het best

B. Suppletief of aanvullend recht

1. Suppletief recht vult de door partijen gelaten leemtes aan

Suppletief recht = modeloplossing van wetgever die geldt bij stilzwijgen partijen

Illustraties p57

Suppletieve regel: overeenstemming met vermoedelijke wil van partijen?

Wetgever = geacht wil van de partijen voorafgaandelijk te interpreteren

→ geheel van economische, sociale, historische overwegingen

Nut suppletief recht: rechtszekerheid

Page 16: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

16

2. Ook Suppletieve rechtsnormen zijn verbindend

De suppletieve of aanvullende wetten zijn van toepassing behoudens andersluidende wilsuiting

vanwege de belanghebbenden om hiervan af te wijken.

C. Dwingend recht

1. (Gewone) dwingende rechtsnormen

a. Gewone dwingende rechtsnormen: een bescherming tegen de excessen van de

wilsautonomie

Gevaar: individu kan autonomie misbruiken

→ recht moet tussenkomen dmv grenzen te stellen aan wilsautonomie

Dwingende rechtsnormen: normen die onvoorwaardelijk binden en niet buiten werking

gesteld kunnen worden door andersluidende afspraken

b. Diverse categorieën van personen beschermd door dwingende rechtsnormen

- Personen niet voldoende matuur/intelligent om zelfstandig te beslissen

(voorbeeld p59)

- Economisch zwakkeren

- Algemene onbedachtzaamheid gewone burger

(illustratie p59 onderaan)

c. Beschermingstechnieken

- Geheel/gedeeltelijk verbod tot stellen van bepaalde gevaarlijk geachte handelingen

- Verbod om bepaalde clausules op te nemen in contracten

- Verplichting om bepaalde vormvereisten in acht te nemen

- …

d. Bepaling van het (louter) regelend dan wel dwingend karakter van een regel

- Norm bepaalt zelf dwingend karakter: voorbeelden p60

- Elke verbodsbepaling = dwingend recht

- Normen van algemeen belang = dwingend

- Publiekrechtelijke regels = in principe dwingend

- Privaatrechtelijke regels = in principe suppletief

Page 17: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

17

2. Bijzondere categorie van dwingende wetten: wetten die de openbare orde en/of de

goede zeden raken

a. Wetten die de openbare orde raken

i. Algemene omschrijving van het begrip openbare orde

Bepalingen die de openbare orde raken zijn dwingende bepalingen ter bescherming van de

essentiële grondslagen van de maatschappij.

Algemeen wordt aanvaard dat hieruit voortvloeit dat het verschil tussen een bepaling van dwingend

recht en een regel van openbare orde gelegen is in de aard van het belang dat door die bepaling

wordt beschermd.

Bescherming algemene belangen: openbare orde

Bescherming private belangen: dwingend recht

Openbare orde = tijdsgebonden en expanderend begrip

ii. Indiciën van het openbare orde karakter van een wettelijke regeling

- Intentie wetgever blijkend uit voorbereidende werken

- Vroeger: strafbepaling aanwezig → openbare orde

Nu: strafbepaling = slechts indicatie

- Nietigheidssanctie ten voordele van een welbepaalde partij → geen openbare orde

- Onmogelijkheid om te verzaken aan een bepaling van openbare orde

iii. Restrictieve interpretatie van het begrip openbare orde

Het feit dat een bepaalde materie de openbare orde raakt, impliceert echter niet dat alle hieruit

voortvloeiende rechten dat karakter hebben.

→ nagaan waarin en waarom ze samenhangt met de essentiële vereisten van de gemeenschap of de

fundamentele basis van het privaatrecht

Bij twijfel; geen openbare orde

iv. Een aantal toepassingen uit de rechtspraak ter illustratie van het begrip openbare orde

p63-64

b. Wetten die de goede zeden raken

= niet te overschrijden maatschappelijke minimumregel inzake moraal

illustraties p64-65

Page 18: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

18

3. Belang van het onderscheid tussen de gewone dwingende wetten en de dwingende

wetten die van openbare orde zijn

Dwingend recht: relatieve nietigheid

Bepaling openbare orde: absolute nietigheid

a. Wie kan de nietigheid opwerpen?

Relatieve nietigheid

∙ Enkel door beschermde partij

Absolutie nietigheid

∙ Door iedere belanghebbende

∙ Rechter ambtshalve

Onrechtmatige bedingen resulteren meestal in relatieve nietigheid maar zijn niettemin

ambtshalve op te werpen door de rechter (consumentenrecht)

∙ Prejudiciële vraag aan Europees Hof van Justitie

b. Is het mogelijk om te beschikken over de betrokken rechten?

BOEK P 66-67

Suppletief recht Dwingend recht Dwingend recht van openbare

orde

Doel vult lacunes in

partijafspraken aan

beschermt private belangen van een zwakkere

partij/groep beschermt algemeen belang

Afstand voorafgaandelijk nadat het recht verworven is

Sanctie relatieve nietigheid, enkel in

te roepen door de beschermde partij/groep

absolute nietigheid, in te roepen door elke

belanghebbende/ambtshalve door de rechter

4. Bescherming van de internationaal privaatrechtelijke openbare orde

Wanneer in een rechtsbetrekking buitenlandse elementen vervat zijn, bepaalt het internationaal

privaatrecht door verwijzingsregels welk recht van toepassing is.

Illustratie p67-68

Page 19: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

19

3. INDELING EN INHOUD VAN HET OBJECTIEF RECHT

INDELINGEN VAN HET RECHT

A. Soorten indelingen

Rechtsorde = structuur in verzameling van alle rechtsnormen in het recht

1. Indeling naar het voorwerp van de regels

Indeling naar voorwerp/activiteit waarop de regels betrekking hebben

vb. bouwrecht, medisch recht, milieurecht, consumentenrecht, sportrecht

2. Indeling naar de functie van de regels

illustratie: p69

B. Belang van de indelingen

- Pedagogische waarde

- Bakent inwerkingssfeer af van beginselen die slechts in 1 rechtssector toepasselijk

zijn, bv;

Beschikkings-/autonomiebeginsel in het privaatrecht

Toegewezen karakter van elke bevoegdheid in het publiekrecht

- Bepaalde begrippen soms anders geïnterpreteerd in de ene rechtstak dan in de

andere

INDELING VAN HET RECHT IN PUBLIEK- EN PRIVAATRECHT

A. Criterium van het onderscheid

1. Klassieke onderscheid

Summa diviso: opdeling publiek-/privaatrecht

2. Bevraging van het klassieke onderscheid

a. Moeilijke classificatie van bepaalde rechtstakken

Scherpe afbakening = onmogelijk

Illustratie: p70 onderaan

b. Vervaging van het onderscheid tussen private en publieke sfeer

Overheidstussenkomst in economische & sociale sfeer

→ wisselwerking tussen privaat- en publiekrecht

Illustratie p 71

Page 20: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

20

De primordiale functie van het publiekrecht bestaat erin het algemeen belang te behartigen door de

organisatie van de staat en het beheer van de openbare diensten, terwijl het in het privaatrecht in

hoofdzaak gaat om de verzoening van conflicterende private belangen.

Illustratie p 71

Onderscheid = relatief

B. Belang van het onderscheid

- Dwingend karakter van de normen

Publiek: openbare orde

Privaat: suppletief

- Eenzijdig karakter

Voorbeelden p72

- Zwaardere verplichtingen voor de administratie

VERDERE ONDERDELEN VAN HET PUBLIEKRECHT

A. Grondwettelijk recht

1. Definitie

- Bevat fundamentele regels uit het publiekrecht

- Staatsvorm, bestudeert organen/machten vd staat in hun specifieke functies &

bevoegdheden

- Mensenrechten

2. Bronnen

formele Grondwet, bijzondere meerderheidswetten, algemene rechtsbeginselen, gewoonterecht,…

B. Administratief recht

1. Definitie

- Positief: het geheel van rechtsregels en beginselen van behoorlijk bestuur dat ten

eerste betrekking heeft op de organisatie en de werking van de bestuurlijke overheid

→ bestuurlijke organisatievormen: centralisatie, territoriale decentralisatie,

functioneel gedecentraliseerde besturen (bv. NMBSklootzakken, VRT, Belgacom,…)

Ook preventieve en jurisdictionele rechtsbescherming van de burger tegen de

bestuurlijke overheid.

- Negatief: recht dat betrekking heeft op staatstaak na afscheiding van wetgeving en

rechtspraak.

Page 21: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

21

2. Bronnen

Wetten & verordeningen: lijst p74

C. Gerechtelijk recht of procesrecht

1. Definitie

Begrip: regelt vormvereisten/formaliteiten die een burger in acht moet nemen teneinde van een

rechter de afdwinging te bekomen van zijn rechten

- Organisatie

- Bevoegdheid

- Werking

Eigenlijke rechtspraak

≠ oneigenlijke rechtspraak (optreden van rechterlijke instantie zonder geschil te beslechten)

≠ het bestuur (nemen van bestuurlijke beslissingen)

Onderdelen:

- Gerechtelijk privaatrecht

- Strafvordering (formeel strafrecht)

- Geschillen van bestuur (tussen burger en overheid of overheden onderling over het

uitoefenen van administratieve functies)

2. Bronnen

- Gerechtelijk wetboek (art. 2 Ger. W.)

- Wetboek strafvordering

- Verspreide wetgeving (administratief procesrecht)

D. Strafrecht

1. Strafrecht sensu lato

= geheel van publiekrechtelijke regelen die bepalen onder welke voorwaarden aan wettelijk

omschreven gedragingen (misdrijven) specifieke sancties (strafrechtelijke sancties) verbonden zijn en

die voorschrijven op welke wijze het recht om die sancties op te leggen en uit te voeren, moet

worden uitgeoefend door de daartoe bevoegde publiekrechtelijke organen.

Page 22: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

22

2. Materieel strafrecht

a. Inhoud

Materieel strafrecht omvat de regels betreffende de tijdelijke, ruimtelijke en personele geldingssfeer

van de strafwetten en de regels die bepalen onder welke voorwaarden bepaalde gedragingen als

misdrijven dienen te worden beschouwd en welke strafrechtelijke sancties hiervoor kunnen worden

toegemeten.

Misdrijven & straffen

- Misdrijven

= wettelijk omschreven gedragingen waaraan de wetgever sancties heeft verbonden:

straffen

Misdaden

Wanbedrijven

Overtredingen

- Straffen

= specifieke sancties waarmee op strafrechtelijke normschendingen gereageerd

wordt

Vrijheidsberoving

Vrijheidsbeperking (bv ontzetting uit bepaalde rechten)

Aantasting van het patrimonium

Beveiligingsmaatregelen tegenover bijzondere categorieën van delinquenten die niet

toerekeningsvatbaar zijn (bv krankzinnigen)

b. Bronnen

Gemeen strafrecht (Sw)

Bijzondere strafwetten

3. Formeel strafrecht

Formeel strafrecht omvat het geheel van rechtsnormen die de opsporing, de vervolging, het

gerechtelijk onderzoek en de berechting van de misdrijven regelen, alsook de regels betreffende de

bevoegdheid en inrichting van de publiekrechtelijke instellingen die daarmee belast zijn.

Page 23: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

23

E. Fiscaal recht

Geheel van wettelijke regels dat bepaalt welke de verplichte bijdrage is die door de overheid wordt

opgelegd aan haar onderdanen, teneinde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie

haar uitgaven te kunnen doen.

Grondslag

Tarief

Verminderingen

Vrijstellingen

Aftrekbare bestedingen

Procedure

Wijze van inning

Vervolging en verhaalmogelijkheden

Grondwettelijke beginselen

Legaliteitsbeginsel (art. 170 Gw)

∙ Belasting kan uitsluitend geheven worden op grond van een wet (formele zin)

∙ Bescherming tegen de uitvoerende macht

∙ Particulieren kunnen met de fiscus over die materie die de openbare orde raakt geen

dading sluiten

∙ Belastingplichtige (die gedrag heeft afgestemd op fiscaal akkoord) = beschermd door

rechter

Annaliteitsbeginsel (art. 171 Gw)

∙ Overheid moet ieder jaar uitdrukkelijke toestemming vragen van

parlement/bevoegde raad om uitgaven te doen + belastingen te heffen

∙ Belastingen w jaarlijks gestemd

Éénjarigheid van de Rijksmiddelenbegroting (art. 174 Gw)

Fiscaliteit en parafiscaliteit

Fiscaliteit = belastingen = heffing zonder aanwijsbare tegenprestatie

Parafiscaliteit = sociale zekerheidsbijdragen (financiering sociale zekerheid)

Belastingen, retributies en verhaalbelastingen

Retributie = betaling van een dienst

Verhaalbelasting = bestemmingsheffing (bv waarmee de gemeente uitgaven voor infrastructuur

geheel of gedeeltelijk kan terugwinnen)

Page 24: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

24

VERDERE ONDERDELEN VAN HET PRIVAATRECHT

A. Burgerlijk recht (ius civile)

1. Definitie

Het burgerlijk recht omvat het geheel van rechtsregels die de onderlinge verhoudingen regelen

tussen de private personen in het algemeen, dit is als burgers, met uitzondering van de bijzondere

regels die betrekking hebben op bijzondere categorieën van personen.

2. Inhoud

Burgerlijk wetboek!

a. Vermogensrecht

- Zakenrecht

- Verbintenissenrecht

- Contractenrecht

b. Personen- en familierecht

Personenrecht

Niet-patrimoniale regels die inherent zijn aan de persoon (bv bekwaamheid, naam, nationaliteit,…)

Familierecht

Privaatrechtelijke verhoudingen tussen gezins- en familieleden (huwelijk, afstamming, echtscheiding,

adoptie,…)

c. Familiaal vermogensrecht

Regelt vermogensrechtelijke gevolgen van familiale verhoudingen

- Huwelijk

- Ongehuwd samenwonen

- Overlijden

Huwelijksvermogensrecht enerzijds, schenkingen/testamenten/erfrecht anderzijds

B. Handelsrecht

1. Definitie

Afwijkend privaatrecht van toepassing op handelaars en daden van koophandel.

Objectieve daden van koophandel limitatief opgesomd in art 2-3 W. Kh.

Page 25: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

25

Handelaar (art. 1 W. Kh.)

Natuurlijke personen & rechtspersonen die daden uitoefenen, die bij wet daden van

koophandel zijn genoemd, en daarvan, hoofdzakelijk of aanvullend, hun beroep maken

» Natuurlijke persoon

Feitelijke activiteit = bepalend

Stellen van daden van koophandel veronderstelt winstoogmerk

→ weerleggen dat men handelaar is door bewijs dat het zonder winstoogmerk is

Beroepsmatig, levensonderhoud

In eigen naam & voor eigen rekening

Hoofd- of bijberoep

» Vennootschappen

Statutair doel = bepalend (art 2, §3 W. Venn.)

Doel = stellen van objectieve daden van koophandel → vennootschap = handelaar

Rechtsvorm vd vennootschap ≠ bepalend

Afwezigheid van winstoogmerk wilt niet zeggen dat vennootschap niet als handelaar

kan worden geclassificeerd

Subjectieve daden van koophandel

Alle handelingen van de handelaar worden tot bewijs van tegendeel vermoed daden van

koophandel te zijn

Handelsrecht sensu lato:

- recht op intellectuele eigendom

- verzekeringsrecht

- transportrecht

- handelsovereenkomstenrecht

- vennootschapsrecht

2. Bronnen

Wetboek van koophandel en uitvoerige bijzondere wetgeving

GEMENGDE WETSTAKKEN

Overheid meer en meer bemoeid met relaties tussen particulieren – vooral ordenend en

beschermend

→ verzorgingsstaat

A. Sociaal recht

1. Sociale zekerheidsrecht

Geheel van bepalingen op grond waarvan enerzijds aan de sociaalverzekerden uitkeringen worden

verschaft wanneer zich in hunnen hoofde een sociaal risico realiseert, en anderzijds de voor de

financiering van die uitkeringen vereiste werkgevers-, werknemers- en zelfstandigenbijdragen

worden geheven.

Page 26: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

26

- Sociaal verzekerden

Personen zonder toereikende bestaansmiddelen

- Uitkeringen

Vervangingsinkomens

Uitkeringen tot dekking van bijzondere kosten

Prestaties in natura

- Sociaal risico

Gezondheidsrisico

Ziekteverzekering

Arbeidsongevallen

Beroepsziekten

Demografisch risico

Kinderbijslag

Pensioen

Economisch risico

Werkloosheid

2. Arbeidsrecht

Geheel van regels die betrekking hebben op de individuele en collectieve verhoudingen tussen

privéwerkgevers en werknemers die hun arbeid in ondergeschikt verband presteren.

B. Economisch recht

Moeilijk te definiëren; tussen traditionele handelsrecht en administratief recht

1. Handelsrecht

Handelsrecht betreft het juridisch statuut en de werking van de onderneming.

2. Economisch recht

Economisch recht betreft de economische verhoudingen op de markt.

1) Toegang tot de markt van de onderneming (bv. vestigingsrecht dat bepaalde

bekwaamheidsvereisten oplegt)

2) Concurrentie (mededingingsrecht, handelspraktijken)

3) Overheidsoptreden (bv. steunregelingen)

Page 27: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

27

INTERN RECHT TEGENOVER INTERNATIONAAL EN BUITENLANDS RECHT

A. Intern, nationaal recht

1. Algemeen

Het nationaal recht of intern recht is het recht dan van toepassing is binnen een bepaalde soevereine

staat.

Soevereine staat

= staat is hoogste macht binnen de rechtsorde

- Grondgebied

- Permanente bevolking

- Effectieve overheid

- Onafhankelijk tegenover andere staten

2. Internationaal privaatrecht

a. Definitie

Het internationaal privaatrecht omvat het geheel van regels mbt privébetrekkingen die zich niet

volledig en uitsluitend binnen een enkele rechtsorde ontwikkelen.

Belgisch internationaal privaatrecht:

1) Internationale bevoegdheid van Belgische rechters

Onderzoeken of een zaak met internationale elementen in België kan worden

behandeld

2) Toepasselijk recht

Verwijzingregels: wijzen het toepasselijk recht aan

3) Erkenning en tenuitvoerlegging in België van buitenlandse authentieke akten en

vonnissen/arresten

Internationaal privaatrecht = onderdeel van intern recht

→ eigen rechtsorde beslist of op haar grondgebied al dan niet buitenlands recht wordt toegepast

Publiekrecht: het internationaal privaatrecht kan ook worden beschouwd als een onderdeel van het

publiekrecht, omdat het aanwijzen van de toepasselijke (buitenlandse) regel in wezen bepaalt aan

welk staatsgezag de betrokkenen in een concrete situatie onderworpen zijn.

b. Bronnen

Boek p85

Page 28: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

28

B. Internationaal recht

1. Internationaal publiekrecht

a. Definitie

Internationaal publiekrecht = volkenrecht = geheel van rechtsnormen die de betrekkingen beheersen

tussen staten en internationale organisaties en tussen internationale organisaties onderling, en in

bepaalde gevallen de betrekkingen tussen staten en natuurlijke of rechtspersonen.

b. Bronnen

Internationale gewoonten en verdragen

c. Inhoud

De staten

∙ Ontstaan

∙ Tenietgaan

∙ Grondgebied

∙ Aansprakelijkheid

Statuut van de zeeën, poolgebieden, ruimte

Statuut van vreemdelingen, vluchtelingen, diplomaten

Regeling van internationale geschillen

Economische verhoudingen tussen staten, internationale en regionale organisaties

2. Supranationaal recht

Bovenstatelijke rechtsorde; ontstaan doordat staten een internationale instelling oprichten waaraan

zij een deel van hun soevereiniteit afstaan (art. 34 Gw)

Ontstaan nieuwe ‘soevereine staat’; eigen rechtsorde die supranationaal wordt genoemd

Staten zijn er ondergeschikt aan

Recht van de Europese Unie:

- Europees staats- of institutioneel recht

- Handels- en economisch recht

- Procesrecht

- …

Page 29: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

29

Fundamentele kenmerken van het Belgisch

Staatsbestel

4. RECHTSSTAAT

PRINCIPE

Kenmerken:

- Vaste, algemene, onpersoonlijke, voorspelbare, democratisch tot stand gekomen

rechtsregels

- Fundamentele rechten & vrijheden van de burgers beperken de bevoegdheid van de

gezagsdragers

- Rechtsregels zijn afdwingbaar voor onafhankelijke rechtbanken

GEBONDENHEID VAN DE DIVERSE OVERHEDEN AAN HET RECHT

Evolutie: van bescherming tegen excessen naar gebondenheid van de gezagsdragers aan het recht

Nuancering: waarborg van fundamentele vrijheden

RECHTSSTAAT EN DEMOCRATIE

Democratie: rechtsonderhorigen participeren mee aan het bestuur

A. Democratische aanduiding van de gezagsdragers

Representatieve democratie op indirecte manier: gezagsdragers aangeduid door verkiezingen

Beperkingen deelname verkiezingen? Nationaliteit, leeftijd, verblijfplaats

B. Beslissing bij meerderheid, doch bescherming van de minderheid

Grondwet verplicht wetgever de rechten & vrijheden van de ideologische en filosofische

minderheden te beschermen (art. 11 en 131 Gw)

→ voor communautaire wetten en herziening van de Grondwet moeten minderheden ook

meestemmen

3 vormen van rechtsbescherming:

- Politieke rechtsbescherming

Politieke controle; op elke uitvoerende macht wordt controle uitgeoefend

bv. ombudsman; bemiddelaar tussen individu en organisatie

→ bemiddelingsfunctie (burger) + controlefunctie (overheid)

Page 30: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

30

- Administratieve rechtsbescherming

- Jurisdictionele rechtsbescherming

EFFECTIEVE RECHTSBESCHERMING

Onafhankelijkheid = cruciaal

Rechtbanken & rechters moeten onafhankelijk en onpartijdig zijn

WAARBORG VAN DE FUNDAMENTELE RECHTEN EN VRIJHEDEN

∙ Fundamentele rechten verankerd in de Grondwet

∙ Verruiming draagwijdte Grondwet (economische, sociale, culturele rechten → art. 23 Gw)

∙ Bescherming fundamentele rechten en vrijheden op eerste plaats (Gw: “De Belgen en hun

rechten”)

∙ Uitwerking en afdwinging van grondwettelijke vrijheden

5. SCHEIDING DER MACHTEN

PRINCIPE

- Wetgevende macht

- Uitvoerende macht

- Rechterlijke macht

Doel: machtsuitoefening beperken

Wetgevende macht

Koning, Kamer van volksvertegenwoordigers, Senaat

Uitvoerende macht

Koning

→ benoeming & ontslag ministers, verlenen van graden in het leger, benoeming van ambtenaren en

bepalen van hun statuut, nemen van verordeningen & besluiten die voor uitvoering van wetten

nodig zijn, bevel over het leger, verlenen adeldom, benoemen leden openbaar ministerie

Rechterlijke macht

Hoven, rechtbanken

Page 31: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

31

RELATIEVE SCHEIDING

BOEK p92

Samenwerking tussen de 3 machten = onontbeerlijk (illustratie p93)

Le pouvoir arrête le pouvior/checks and balances (p93)

→ inmengingsverbod in verhouding rechterlijke & wetgevende macht

Rechter mag wel leemtes opvullen (interpretatie); 2 soorten gebreken

- Intrinsieke lacune = “een leemte in een aan het Hof voorgelegde tekst waarvan de

vaststelling van de ongrondwettigheid door het Hof in voldoende precieze en

volledige bewoordingen wordt uitgedrukt om toe te laten dat de bestwiste bepaling

wordt toegepast met inachtneming van de artikelen 10 en 11 Gw.”

(illustraties p94)

- Extrinsieke lacune = een leemte die van aard is dat zij noodzakelijk vereist dat een

volledig andere regeling wordt ingevoerd die aan hernieuwde maatschappelijke

afweging van belangen door de wetgever of een aanpassing van 1 of meer wettelijke

bepalingen vereist.

(illustratie p94 onderaan)

→ inmengingsverbod in verhouding rechterlijke & uitvoerende macht

Het bestuur dat op grond van zijn discretionaire bevoegdheid een beslissing neemt, beschikt ter zake

over een beoordelingsvrijheid om de meest geschikte oplossing te kiezen binnen de door de wet

gestelde grenzen.

Rechter mag die beleidsvrijheid niet aan het bestuur ontnemen door zich in de plaats van het bestuur

te stellen.

LEGALITEITSBEGINSEL: UITDRUKKING VAN DE JURIDISCHE VOORRANG VAN DE WETGEVENDE

MACHT

Legaliteitsbeginsel en residuaire bevoegdheid van de wetgevende macht:

Wetgevende macht: bescherming fundamentele rechten → residuaire bevoegdheid

Uitvoerende & rechterlijke macht: enkel de door hen of door Grondwet uitdrukkelijk toegewezen

bevoegdheden

+ uitvoerende macht = ondergeschikt aan wetgevende macht

Page 32: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

32

ONDERLINGE VERHOUDING TUSSEN DE WETGEVENDE MACHT EN DE UITVOERENDE MACHT

A. Feitelijk machtsverlies van de wetgevende macht

Verschuiving naar de uitvoerende macht; parlement is bijna louter formeel geworden in uitwerking

van de wetgeving

1. Verdwijnen van de natuurlijke tegenstelling tussen regering en wetgevende macht

∙ Verdwijnen van de persoonlijke macht van de vorst

∙ Parlementsontbinding

» Vroegere functie: herstellen van evenwicht in geval van conflict tussen het parlement

en de uitvoerende macht

» Nu: parlement kan alleen regering wegsturen indien zij een alternatieve meerderheid

voorstelt (art. 96, lid 2 Gw)

2. Overheidsinterventionisme vereist een soepel beslissingsorgaan

Traagheid van parlement en soepelheid van de regering:

19e E: liberale rechtsstaat gericht op bescherming van de burger tegen de overheid

20e E & nu: verzorgingsstaat gericht op belangenbevordering door de overheid

B. Naar een nieuwe rol van het parlement?

Reactie op machtsverlies: parlementaire onderzoekscommissies

ONDERLINGE VERHOUDING TUSSEN DE UITVOERENDE MACHT EN DE RECHTERLIJKE MACHT

! Het principe van de scheiding der machten is op de eerste plaats bedoeld ter waarborging van de

onafhankelijkheid van de rechterlijke macht.

→ scheiding = groter dan tussen wetgevende & uitvoerende macht

A. Onafhankelijkheid van de rechterlijke macht

Rechter: volstrekte onafhankelijkheid

- Rechterlijke onafzetbaarheid in de tijd en in de ruimte (art. 152 Gw)

- Vaststelling van de rechterlijke bezoldiging bij wet (art. 154 Gw)

- Rechterlijke onverenigbaarheden (art. 155 Gw)

Tussenkomst uitvoerende macht in rechterlijke macht:

- Tenuitvoerlegging van gerechtelijke uitspraken

- Genaderecht

- Benoeming van de rechters

- Ontslag ambtenaren van het openbaar ministerie

Page 33: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

33

Overheidsaansprakelijkheid: een fout van de rechter op grond van art. 1382 BW leidt tot een

veroordeling van de staat, niet van de rechter persoonlijk.

B. Ambivalent statuut van het openbaar ministerie

Dubbel statuut vh openbaar ministerie:

Treedt op namens hoofd vd uitvoerende macht

Treedt op als gerechtelijk orgaan

Behoeder van het maatschappelijk belang (openbare orde)

Positief & negatief injunctierecht:

Positief

Minister van Justitie kan (enkel) instructies geven om de strafvordering in te stellen.

Negatief

Bevoegdheid om instelling van een strafvordering de verhinderen (heeft minister van Justitie niet!)

Page 34: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

34

Andere rechtsbronnen

6. RECHTSPRAAK EN GERECHTELIJKE ORGANISATIE

INRICHTING VAN HOVEN EN RECHTBANKEN

Rechtbanken

Rechtscolleges op het niveau van de kantons & arrondissementen

Rechters

Vonnissen

Hoven

Raadsheren

Arresten

Administratieve rechtscolleges

Uitvoerende macht

Hoge Raad voor de Justitie

Sleutelbepalingen:

Grondwetsherziening van 20 november 1998 (inzake art. 151 Gw)

Wet van 22 december 1998 tot wijziging van sommige bepalingen van deel 2 Ger. W.

Bevoegdheid: werving & opleiding magistraten + externe controle op werking vd rechterlijke macht

+ evaluatie van magistraten

A. Algemene principes

4 principes:

1. Eenheid van de rechtspraak

Eensgezindheid in interpretatie van de wetten door de verschillende hoven en rechtbanken

= noodzakelijk

→ Gerechtelijke organisatie = piramidaal opgebouwd

2. Dubbele aanleg

∙ Uitgangspunt: steeds mogelijkheid tot hoger beroep

∙ Eerste, tweede en enige aanleg

Tweede = hoger beroep

Als hoger beroep niet mogelijk is → eerste aanleg = enige aanleg

∙ Geen derde aanleg

Cassatie, Europees Hof van de Rechten van de Mens, Europees Hof van Justitie ≠ derde

aanleg; zaken worden niet volledig opnieuw behandeld

Page 35: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

35

3. Specialisatie van de rechtbanken

Materiële bevoegdheid: elke rechtbank is bevoegd voor geschillen in een bepaald domein van het

recht.

Bepaalde domeinen van het recht hebben eigen rechtbanken/afdelingen binnen rechtbanken:

- Strafrecht

Politierechtbank

Correctionele rechtbank

Assisenhof

- Jeugdrecht

- Handelsrecht

- Sociaal recht

- Burgerlijk recht

- Militair (straf)recht

Bijzondere samenstelling; specialisatie van een rechtbank laat toe om de samenstelling ervan aan te

passen aan de aard van de geschillen (1 of meer rechters, beroepsrechters, lekenrechters, jury)

4. Territoriale organisatie van de rechtbanken

Territoriale bevoegdheid: elke rechtbank is slechts bevoegd voor een bepaald grondgebied

Kantonaal niveau

Laagste niveau

225 kantons in totaal

Vredegerecht voor burgerlijke en handelszaken

Arrondissementeel niveau

27 gerechtelijke arrondissementen in totaal

Politierechtbank, rechtbank van koophandel, arrondissementsrechtbank

Provinciaal niveau

Assisenhoven, arbeidshoven (door interne opsplitsing in afdelingen)

Vijf Hoven van Beroep

Hoven van beroep, arbeidshoven

- Brussel

Rechtsgebied: Vlaams-Brabant, Waals-Brabant, Brussel-Hoofdstad

- Gent

Rechtsgebied: Oost- en West-Vlaanderen

- Antwerpen

Rechtsgebied: provincies Antwerpen & Limburg

- Luik

Rechtsgebied: provincies Luik, Namen, Luxemburg

- Bergen

Rechtsgebied: provincie Henegouwen

Page 36: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

36

Nationaal niveau

Hof van Cassatie

Bevoegdheid: hele Belgische grondgebied

Internationaal niveau

Europees Hof van Justitie, Europees Hof voor de Rechten van de Mens

B. Verschillende burgerlijke rechtscolleges en hun bevoegdheden

1. Vredegerecht

- Bevoegdheden:

1 vredegerecht per kanton

Oorspronkelijk enkel kleine burgerlijke geschillen

Bevoegdheden uitgebreid (oa familierecht, huur, landbouw, erfrecht, geesteszieken)

Algemene bevoegdheid voor alle burgerlijke/handelsgeschillen onder 1860 euro

- Alleenzetelende rechter

- In principe dubbele aanleg

Vonnissen zijn vatbaar voor hoger beroep (burgerlijke rechtbank / rechtbank van

koophandel) TOT 1240 EURO

Boven 1240 euro: cassatie / verzet

- Voorbehouden bevoegdheden

(ongeacht het bedrag)

Familierechtelijke geschillen

Geschillen over onroerende goederen

2. Rechtbank van eerste aanleg – in het bijzonder burgerlijke rechtbank

- 3 afdelingen

Burgerlijke rechtbank

Correctionele rechtbank

Jeugdrechtbank

- Samenstelling

Voorzitter (materiële organisatie van de rechtbank)

1 of meer ondervoorzitters

Meerdere rechters

- 1 of 3 rechters

1 of meer kamers van 1 of 3 rechters

3 rechters: bij hoger beroep tegen vonnis van vrederechter of bij tuchtzaken

Page 37: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

37

- Bevoegdheid

Alle burgerlijke geschillen

met uitzondering van sociaalrechtelijke of handelsrechtelijke geschillen

Voorwaarde: +1860 euro

- Voorbehouden bevoegdheden

Persoonsrecht

Vermogensrecht

Onteigening

Intellectuele eigendomsrechten

- Hoger beroep

Alleen +1860 euro

- Voorzitter

Kort geding: voorlopige uitspraak (‘uitspraak bij voorraad’) in spoedeisende gevallen

om een situatie die onherstelbare schade of ongemakken kan berokkenen aan een

persoon te voorkomen of te doen ophouden.

→ verbods- of onderzoeksmaatregelen

- Beslagrechter

Magistraat die speciaal belast is met geschillen betreffende beslagen en middelen

van tenuitvoerlegging.

- Fiscale kamers

Wet 23 maart 1999 betreffende de rechterlijke inrichting in fiscale zaken

Aantal rechtbanken van eerste aanleg hebben gespecialiseerde fiscale kamers die

kennis nemen van geschillen betreffende de toepassing van een belastingwet

3. Rechtbank van koophandel

- Ontstaan

Middeleeuwen (kooplieden die op snelle en pragmatische wijze handelsrechtelijke

geschillen beslechtten)

- Lekenrechters

Gekozen uit het bedrijfsleven

- 3 rechters

Voorzitter

1 of meer ondervoorzitters

1 of meer rechters (beroepsmagistraten)

Doorgaans: beroepsrechter als voorzitter + 2 handelsrechters

Page 38: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

38

- Voorzitter

Materiële organisatie van zijn rechtbank

Kort geding

Geschillen over oneerlijke handels- en marktpraktijken + bescherming consumenten

- Bevoegdheden (algemeen)

3 criteria bepalen de bevoegdheid:

De hoedanigheid van de partijen

De aard van de betwisting

(moeten daden van koophandel zijn)

Het bedrag van de vordering

+1860 euro

- Bevoegdheden (bijzonderheden)

geen der partijen = handelaar & ongeacht het bedrag

Faillissement

Handelsvennootschappen

Onder 1860: niet vatbaar voor beroep

4. Arbeidsrechtbank

- Ontstaan

Begin 19e E; Conseil des Prudhommes

Toen uitsluitend lekenrechters gekozen uit werkgevers, bedienden en arbeiders

- Samenstelling

1970: arbeidsrechtbanken

Nog steeds lekenrechters

Ook beroepsrechters

Voorzitter, ondervoorzitters; steeds beroepsrechters

Bevoegdheid:

* Individuele arbeidsbetrekkingen

* Betwistingen betreffende sociale zekerheid (arbeidsongevallen, beroepsziekten)

5. Arrondissementsrechtbank

Geen zelfstandige rechtbank: voorzitter rechtbank eerste aanleg + voorzitter rechtbank van

koophandel + voorzitter arbeidsrechtbank

Bevoegdheid: uitsluitend bevoegdheidsconflicten tussen verschillende rechtscolleges

Page 39: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

39

6. Hof van beroep

- Organisatie

5 hoven van beroep die als beroepsinstantie voor de rechtbanken in de

arrondissementen fungeren

3 soorten kamers:

Kamers voor burgerlijke zaken

Kamers voor correctionele zaken

Jeugdkamers

- Bevoegdheid

Hogere beroepen tegen vonnissen eerste aanleg (eerste aanleg +

koophandel); +1860 euro

Behandelen zaak opnieuw (in rechte en in feite)

Bevestigen of hervormen vonnis (vonnis a quo)

- Samenstelling

Eerste voorzitter

Kamervoorzitters

Raadsheren

Kamers zijn samengesteld uit 1 voorzitter + 2 raadsheren

Alleenzetelende rechter is ook toegelaten

7. Arbeidshof

- Bevoegdheid

Hogere beroepen tegen de vonnissen van de Arbeidsrechtbanken

- Samenstelling

Beroepsmagistraten + lekenrechters

Mutatis mutandis gekozen

Kamers die zitting houden met een raadsheer in het Arbeidshof + 2 of 4 raadsheren

in sociale zaken

8. Hof van Cassatie

- Taak

Toezien op de juiste toepassing van de wet door de hoven & rechtbanken

Doet geen onderzoek/uitspraak over feiten

- Samenstelling

Eerste voorzitter

Voorzitter

30 raadsheren

Page 40: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

40

3 kamers

Burgerlijke- & handelszaken

Strafrechtelijke zaken

Bevoegdheid van de arbeidsrechtbanken

Elke kamer heeft een Frans- en een Nederlandstalige afdeling

Parket-generaal dat als taak heeft in alle zaken een advies uit te brengen

C. Administratieve rechtbanken

Evenwicht tussen rechterlijke en uitvoerende macht

Angst voor Gouvernement des juges

Té sterke rechterlijke controle = ondemocratisch

Oplossing: administratieve rechter

Dreiging overheidswillekeur

Controle op overheid, begrensde tussenkomst

Geschillen over politieke rechten

Belgische Grondwetgever koos voor een middenpositie tussen Franse en Engelse rechtssysteem

Voor geschillen over burgerlijke rechten is uitsluitend de voor het leven benoemde gewone

rechter bevoegd

Geschillen over politieke rechten behoren in beginsel ook tot de bevoegdheid van de gewone

rechter, al kan de wetgever daarvoor een andere rechter bevoegd maken door bijvoorbeeld

administratieve rechtscolleges in te stellen

→ parlement oefent directe of indirecte controle uit; administratief rechtscollege kan enkel

bij of krachtens een wet worden ingesteld

Illustraties p277

Hof van Cassatie waakt over bevoegdheidsverdeling

Bevoegdheidsgeschillen tussen de gewone rechter en de administratieve rechter zijn door de

Grondwet opgedragen aan het Hof van Cassatie

Oprichting Raad van State

Ter bescherming van de burger tegen onrechtmatig overheidshandelen

(BOEK P277)

BEGINSELEN VAN DE BURGERLIJKE RECHTSPLEGING

A. Lijdelijkheid van de rechter en beschikkingsbeginsel der partijen

Beschikkingsbeginsel; partijen zelf bepalen grenzen van geschil

Nemen initiatief tot het aanhangig maken van een zaak voor de rechter, bepalen welke partijen

betrokken worden, voortzetten of afstand nemen van geding, bepalen voorwerp/oorzaak van geding

+ leveren bewijs

Eerder passieve rechters; waken erover dat geschil wordt behandeld volgend procedurele regels

Kan ambtshalve onderzoeksmaatregelen bevelen; 1 vd partijen dient dit uit te voeren

Page 41: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

41

B. Verschillende stadia van de rechtspleging

SCHEMA BOEK P279

1. Inleiden van de procedure

a. Dagvaarding van de verweerder door de eiser

Dagvaarding = oproeping om binnen 8 dagen voor de bevoegde rechtbank te verschijnen waarin het

voorwerp en de middelen van de eis vermeld staan

Door gerechtsdeurwaarder overhandigd aan verweerder (of wie op zijn woonplaats is), die tekent

voor ontvangst

! weigert verweerder te tekenen; tekent deurwaarder

Verzoekschrift = goedkopere manier om een zaak aanhangig te maken voor een rechtbank =

verzoekschrift aan de griffie van de bevoegde rechtbank

Vrijwillige verschijning; door beide partijen vrijwillig, zonder dagvaarding/verzoekschrift

b. Inschrijving op de algemene rol van de rechtbank

Algemene rol = register van alle zaken die bij een rechtbank aanhangig gemaakt zijn

Rolrecht betalen

Doorhaling doet het geding vervallen

3. Rechtsmiddelen

Door een rechtsmiddel aan te wenden poogt een partij een nieuwe beslissing te verkrijgen in een

geschil waarin al uitspraak is gedaan.

Gewone rechtsmiddelen:

- Hoger beroep

- Verzet

Buitengewone rechtsmiddelen:

- Cassatie

- Herroeping van het gewijsde

- Derdenverzet

- Intrekking

a. Verzet

Procespartij waartegen een verstekvonnis is gewezen kan voor alle zaken (één keer) verzet

aanwenden

→ zaak wordt opnieuw behandeld door de rechtbank die bij verstek uitspraak heeft gedaan

Page 42: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

42

b. Hoger beroep

Hoger beroep is een rechtsmiddel waardoor een beslissing in eerste aanleg gewezen, aan een hogere

rechter wordt voorgelegd, die de zaak opnieuw volledig behandelt.

+1240 euro vrederechters

+1860 euro eerste aanleg / koophandel

! noch Gw, noch EVRM erkennen het recht van hoger beroep

Hoger beroep kan worden ingesteld vanaf de uitspraak en uiterlijk binnen 1 maand na de betekening

van de uitspraak.

Ingeleid met dagvaarding/verzoekschrift

Zelfde regels van procedure als in eerste aanleg

Ook slechts één keer mogelijk

Vanaf betekening in hoger beroep nog 3 maand om een voorziening in cassatie te stellen.

Bij misbruik van recht op hoger beroep (‘tergend en roekeloos hoger beroep’) kan die partij tot

schadevergoeding worden veroordeeld.

c. Voorziening bij het Hof van Cassatie

Mogelijk tegen beslissingen die in laatste aanleg zijn gegeven (meestal hoger beroep).

Cassatie behandelt de zaak niet volledig opnieuw; gaat enkel na of de beslissing niet werd genomen

met overtreding van een wettelijke bepaling, verkeerde interpretatie van een wet, of schending van

een substantiële/op straffe van nietigheid voorgeschreven vormvereiste.

Ingediend bij verzoekschrift

Procedure is volledig schriftelijk

2 soorten beslissingen: verwerpen of verbreken (casseren)

Verwerping: onontvankelijk (laattijdig), ongegrond

Gevolg vernietiging: zaak verwezen naar een rechtbank of hof in de hoogste feitelijke aanleg van

dezelfde rang als het rechtscollege dat de bestreden beslissing gewezen heeft (behandelt zaak

opnieuw in feite en in rechte).

Bindende beslissing bij dubbele cassatie: tegen de nieuwe beslissing kan opnieuw in cassatie gegaan

worden. Steunt dat cassatieberoep op dezelfde gronden als het eerste, dan zal de rechter die een

derde maal uitspraak moet doen, dezelfde uitspraak doen.

4. Gezag en kracht van gewijsde

Gezag van gewijsde

Het houdt in dat de jurisdictionele uitspraak geldt als wettelijke waarheid en de partijen zonder meer

bindt.

Kan slechts in vraag worden gesteld dmv rechtsmiddelen.

Page 43: Algemene Rechtsleer en Rechtsmethodiek Samenvatting Boek-1

43

Kracht van gewijsde

Na het verstrijken van de termijnen voor het aanwenden van rechtsmiddelen wordt de jurisdictionele

handeling definitief en onaantastbaar = kracht van gewijsde

“Res iudicato pro veritate habetur”; wat de rechter besloten heeft is de waarheid