ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... ·...

37
Woordenlijst Nederlands - Pools ALFABETISCHE WOORDENLIJST / ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEET Nederlands Pools polski Het alfabet: Alfabet: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z Słowo może mieć wiele znaczeń. Słownik ten pokazuje znaczenie używane w TaalCompleet. a, A aan de slag zacząć aanbieden, bood, boden aan, hebben aangeboden oferować de aanbieder, de aanbieders dostawca de aandacht uwaga het aandeel, de aandelen udział aangenaam kennis te maken miło cię poznać aangeven, gaf, gaven aan, hebben aangegeven podać aangifte doen, deed, deden, hebben gedaan zgłosić aankleden, kleedde(n) aan, hebben aangekleed ubierać aankomen, kwam(en) aan, zijn aangekomen przybyć aankruisen, kruiste(n) aan, hebben aangekruist zaznaczyć de aanleiding, de aanleidingen powód aanmelden, meldde(n) aan, hebben aangemeld podpisać aannemen, nam(en) aan, hebben aangenomen zatrudnić aansprakelijk zijn voor, was, waren, zijn geweest ponosić odpowiedzialność het aantal, de aantallen liczba de aanval, de aanvallen atak aanvallen, viel(en) aan, hebben aangevallen atakować aanvragen, vroeg(en) aan, hebben aangevraagd ubiegać się o aanvullend(e) dodatkowy aanwezig(e) obecny de aardappel, de aardappels ziemniak aardig(e) miły het abonnement, de abonnementen subskrypcja de abortus, de abortussen aborcja acht osiem achter za de achtergrond, de achtergronden tło de achterkant, de achterkanten tył de achternaam, de achternamen nazwisko de actie, de acties kampania actief / actieve aktywny de activiteit, de activiteiten działalność de administratie administracja

Transcript of ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... ·...

Page 1: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

ALFABETISCHE WOORDENLIJST / ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEET

Nederlands

Pools polski

Het alfabet: Alfabet:

a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Słowo może mieć wiele znaczeń. Słownik ten pokazuje znaczenie używane w TaalCompleet.

a, A

aan de slag zacząć aanbieden, bood, boden aan, hebben aangeboden oferować de aanbieder, de aanbieders dostawca de aandacht uwaga het aandeel, de aandelen udział aangenaam kennis te maken miło cię poznać aangeven, gaf, gaven aan, hebben aangegeven podać aangifte doen, deed, deden, hebben gedaan zgłosić aankleden, kleedde(n) aan, hebben aangekleed ubierać aankomen, kwam(en) aan, zijn aangekomen przybyć aankruisen, kruiste(n) aan, hebben aangekruist zaznaczyć de aanleiding, de aanleidingen powód aanmelden, meldde(n) aan, hebben aangemeld podpisać aannemen, nam(en) aan, hebben aangenomen zatrudnić aansprakelijk zijn voor, was, waren, zijn geweest ponosić odpowiedzialność het aantal, de aantallen liczba de aanval, de aanvallen atak aanvallen, viel(en) aan, hebben aangevallen atakować aanvragen, vroeg(en) aan, hebben aangevraagd ubiegać się o aanvullend(e) dodatkowy aanwezig(e) obecny de aardappel, de aardappels ziemniak aardig(e) miły het abonnement, de abonnementen subskrypcja de abortus, de abortussen aborcja acht osiem achter za de achtergrond, de achtergronden tło de achterkant, de achterkanten tył de achternaam, de achternamen nazwisko de actie, de acties kampania actief / actieve aktywny de activiteit, de activiteiten działalność de administratie administracja

Page 2: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het adres, de adressen adres de advertentie, de advertenties ogłoszenie het advies, de adviezen rada de advocaat, de advocaten prawnik af en toe sporadycznie de afdeling, de afdelingen wydział afgelopen ubiegły afhangen van, hing(en) af, hebben afgehangen zależeć afhangen van, hing(en) af, hebben afgehangen zależeć od afmaken, maakte(n) af, hebben afgemaakt zakończyć afscheid nemen, nam(en), hebben genomen pożegnać de afspraak, de afspraken spotkanie, wizyta afspreken, sprak(en) af, hebben afgesproken umówić się de afstand, de afstanden dystans het afval śmieci afwezig(e) nieobecny de agenda, de agenda’s agenda het alfabet alfabet allebei zarówno alleen sam allemaal wszyscy allerlei wszystkie rodzaje alles wszystko als gdy alsjeblieft proszę bardzo alstublieft proszę altijd zawsze alvast w międzyczasie ander(e) inny anderhalf / anderhalve jeden i pół anders inny het antwoord, de antwoorden odpowiedzieć de apotheek, de apotheken apteka het apparaat, de apparaten urządzenie het appartement, de appartementen mieszkanie de appel, de appels jabłko april Kwiecień arbeidsongeschikt(e) osoba niepełnosprawna de arbeidsovereenkomst, de arbeidsovereenkomsten umowa o pracę het arbobeleid polityka ochrony zdrowia i

bezpieczeństwa de Arbowet prawo ochrony zdrowia i

bezpieczeństwa arm(e) biedny de arm, de armen ramię het artikel, de artikelen artykuł de arts, de artsen lekarz de assistente, de assistentes asystent augustus Sierpień de auto, de auto’s samochód automatisch(e) automatyczny

Page 3: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

autorijden, reed, reden, hebben/zijn gereden kierować de autoweg, de autowegen autostrada de avond, de avonden wieczór het avondeten kolacja ‘s avonds wieczór b, B

de baan, de banen praca de baas, de bazen szef de baby, de baby’s niemowlę het bad, de baden kąpiel de badkamer, de badkamers łazienka de bak, de bakken kosz na śmieci de bakker, de bakkers piekarz de bal, de ballen piłka het balkon, de balkons balkon de banaan, de bananen banan bang(e) przestraszony de bank, de banken sofa de bank, de banken bank de basis, de bases / basissen podstawa het basispakket, de basispakketten standardowe ubezpieczenie

zdrowotne de basisschool, de basisscholen szkoła podstawowa beantwoorden, beantwoordde(n), hebben beantwoord odpowiedzieć het bed, de bedden łóżko bedanken, bedankte(n), hebben bedankt podziękować bedankt dzięki bedenken, bedacht(en), hebben bedacht Zastanawiać się bedienen, bediende(n), hebben bediend obsługiwać bedoelen, bedoelde(n), hebben bedoeld oznaczać het bedrag, de bedragen kwota het bedrijf, de bedrijven firma de bedrijfsarts, de bedrijfsartsen lekarz zakładowy het been, de benen noga een beetje bit begeleiden, begeleidde(n), hebben begeleid udzielać porady het begin początek beginnen, begon(nen), zijn begonnen rozpocząć de begrafenis, de begrafenissen pogrzeb begrijpen, begreep, begrepen, hebben begrepen zrozumieć behalve z wyjątkiem behandelen, behandelde(n), hebben behandeld leczyć de behandeling, de behandelingen leczenie beide(n) zarówno de beker, de bekers filiżanka bekijken, bekeek, bekeken, hebben bekeken zobaczyć het belang, de belangen interes belangrijk(e) ważny de belangstelling zainteresowanie de belasting, de belastingen podatek

Page 4: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de belastingaangifte, de belastingaangiften / belastingaangiftes zwrot podatku de belastingdienst organy podatkowe beleefd(e) grzeczny het beleg dodatki do kanapki bellen, belde(n), hebben gebeld wybrać numer beloven, beloofde(n), hebben beloofd obiecać beneden w dół benieuwd zijn (naar) zastanawiać się bepaald(e) pewien bepalen, bepaalde(n), hebben bepaald ustalać bereiken, bereikte(n), hebben bereikt do osiągnięcia de berg, de bergen góra het bericht, de berichten wiadomość het beroep, de beroepen zawód beschermen, beschermde(n), hebben beschermd chronić de beschikbaarheid dostępność beslissen, besliste(n), hebben beslist zdecydować de beslissing, de beslissingen decyzja besluiten, besloot, besloten, hebben besloten decydować bespreken, besprak(en), hebben besproken omawiać bestaan uit, bestond(en), hebben bestaan składać się z beste Drogi ... besteden, besteedde(n), hebben besteed wydać bestellen, bestelde(n), hebben besteld zamawiać besturen, bestuurde(n), hebben bestuurd administrować besturen, bestuurde(n), hebben bestuurd kontrolować betalen, betaalde(n), hebben betaald płacić betekenen, betekende(n), hebben betekend oznaczać de betekenis, de betekenissen znaczenie zich beter melden zgłosić chorobę beter(e) lepiej beterschap powrót do zdrowia betrokken zijn bij, was, waren, zijn geweest brać udział w de beurt, de beurten kolej bevallen, beviel(en), zijn bevallen podobać się bevallen, beviel(en), zijn bevallen urodzić de bevalling, de bevallingen narodziny dziecka bevestigen, bevestigde(n), hebben bevestigd potwierdzić de bevolking populacja bevrijden, bevrijdde(n), hebben bevrijd wyzwolić de bevrijding oswobodzenie bewaren, bewaarde(n), hebben bewaard zachować bewegen, bewoog, bewogen, hebben bewogen poruszać się de beweging, de bewegingen ruch het bewijs, de bewijzen wykazanie de bewoner, de bewoners lokator bezet zijn, was, waren, zijn geweest być pod okupacją zich bezighouden met, hield(en), hebben gehouden być zaangażowanym bezig(e) zajęty bezoeken, bezocht(en), hebben bezocht odwiedzić bezwaar maken, maakte(n), hebben gemaakt sprzeciwiać się

Page 5: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de bibliotheek, de bibliotheken biblioteka bidden, bad(en), hebben gebeden modlić się bijbetalen, betaalde(n) bij, hebben bijbetaald dopłacać de bijdrage, de bijdragen zwrot kosztów bijkomen, kwam(en) bij, zijn bijgekomen złapać oddech bijzonder(e) specjalny de bijzondere school, de bijzondere scholen szkoła specjalna de bil, de billen pośladek binnen wewnątrz binnenkort wkrótce het blad, de bladeren liść de bladzijde, de bladzijden strona blauw(e) niebieski blij(e) szczęśliwy blijven, bleef, bleven, zijn gebleven pozostać het blik, de blikken spojrzenie het bloed krew de bloem, de bloemen kwiat de bloempot, de bloempotten doniczka blokkeren, blokkeerde(n), hebben geblokkeerd blokować een bod doen, deed, deden, hebben gedaan licytować het boek, de boeken książka de boer, de boeren rolnik de boete, de boetes kara de bon, de bonnen kupon de boodschappen artykuły spożywcze de boom, de bomen drzewo boos / boze zły de boot, de boten łódź het bord, de borden talerz het bord, de borden znak drogowy borstelen, borstelde(n), hebben geborsteld wyczesać de bos bloemen bukiet kwiatów het bos, de bossen las het bot, de botten kość de boter masło de boterham, de boterhammen kanapka bouwen, bouwde(n), hebben gebouwd budować boven na górze de brand, de branden ogień breken, brak(en), hebben/zijn gebroken złamać brengen, bracht(en), hebben gebracht przynieść de brief, de brieven list het briefje, de briefjes zauważyć de bril, de brillen okulary de broek, de broeken spodnie de broer, de broers brat het brood, de broden chleb de brug, de bruggen most bruin(e) brązowy de buik, de buiken brzuch

Page 6: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

buiten poza het buitenland za granicą de buitenlander, de buitenlanders cudzoziemiec buitenlands obcy, zagraniczny de buitenschoolse opvang opieka pozaszkolna het bureau, de bureaus biuro de buren sąsiedzi de burgemeester, de burgemeesters burmistrz de burger, de burgers obywatel het burgerservicenummer, de burgerservicenummers numer służby cywilnej de bus, de bussen autobus de bushalte, de bushaltes przystanek autobusowy de buurman, de buurmannen sąsiad (mężczyzna) de buurt, de buurten sąsiedztwo het buurthuis, de buurthuizen ośrodek kultury de buurvrouw, de buurvrouwen sąsiadka c, C

het cadeau, de cadeaus prezent de CAO (Collectieve Arbeidsovereenkomst), de CAO’s CAO (układ zbiorowy ws.

warunków zatrudnienia) de cent, de centen cent de centimeter, de centimeters centymetr centraal / centrale centralny het centrum, de centra / de centrums centrum de chauffeur, de chauffeurs kierowca chemisch(e) środek chemiczny de chocolade czekolada christelijk(e) Chrześcijanin chronisch(e) chroniczny het cijfer, de cijfers liczba de citroen, de citroenen cytryna het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) CIZ (ośrodek szacowania

opieki) de club, de clubs klub de code, de codes kod de collega, de collega’s kolega combineren, combineerde(n), hebben gecombineerd łączyć de Commissie Gelijke Behandeling Komisja ds. Równego

Traktowania de communicatie komunikacja de computer, de computers komputer zich

concentreren, concentreerde(n) zich, hebben zich geconcentreerd

skoncentrować się

het concert, de concerten koncert de conditie, de condities warunek de conducteur, de conducteurs konduktor het consultatiebureau, de consultatiebureaus agencja zdrowia niemowląt contact opnemen met, nam(en) op, hebben opgenomen skontaktować się het contact, de contacten kontakt de container, de containers pojemnik

Page 7: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het contract, de contracten umowa de contributie, de contributies wkład de controle, de controles kontrola controleren sprawdzić cultureel / culturele kulturalny de cultuur kultura de cursus, de cursussen kurs het cv, de cv’s CV d, D

daar tam daardoor dlatego daarna następnie daarom zatem de dag, de dagen dzień dagelijks(e) codziennie het dak, de daken dach de dame, de dames pani dan następnie dankjewel dziękuję dansen, danste(n), hebben gedanst tańczyć de datum, de datums data de weg vragen, vroeg(en), hebben gevraagd pytać o drogę de weg wijzen, wees, wezen, hebben gewezen udzielać wskazówek december Grudzień de declaratie, de declaraties deklaracja declareren, declareerde(n), hebben gedeclareerd zadeklarować het deel, de delen część definitief / definitieve końcowy degene ten, kto delen, deelde(n), hebben gedeeld dzielić się de democratie, de democratieën demokracja dertien trzynaście dertig trzydzieści de deur, de deuren drzwi dicht(e) zamknięty dichtbij blisko de dief, de dieven złodziej de diefstal, de diefstallen kradzież dienen, diende(n), hebben gediend powinien de dienst, de diensten na służbie diep(e) głęboko het dier, de dieren zwierzę de dierentuin, de dierentuinen zoo de dijk, de dijken grobla dik(ke) gruby de dinsdag, de dinsdagen Wtorek het diploma, de diploma’s dyplom direct(e) bezpośredni de directeur, de directeuren dyrektor de discriminatie dyskryminacja

Page 8: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

discrimineren, discrimineerde(n), hebben gediscrimineerd dyskryminować de docent, de docenten nauczyciel de dochter, de dochters córka de dode, de doden zabity doden, doodde(n), hebben gedood zabić het doel, de doelen cel doen, deed, deden, hebben gedaan do zrobienia de dokter, de dokters lekarz dom / domme głupi de donderdag, de donderdagen Czwartek donker(e) ciemny de dood śmierć doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować doorgeven, gaf door, gaven door, hebben doorgegeven informować doorstrepen, streepte(n) door, hebben doorgestreept przekreślić doorverwijzen, verwees, verwezen door, hebben doorverwezen skierować de doos, de dozen apteczka het dorp, de dorpen wieś de douche, de douches prysznic draaien, draaide(n), hebben gedraaid obracać dragen, droeg(en), hebben gedragen nosić het drankje, de drankjes dawka drie trzy dringend(e) pilny drinken, dronk(en), hebben gedronken do picia, pić de drogist, de drogisten apteka droog / droge suchy de druif, de druiven winogrono druk(ke) zajęty drukken, drukte(n), hebben gedrukt nacisnąć dubbel(e) dwukrotnie duidelijk(e) wyczyść duizend tysiąc dun / dunne cienki duren, duurde(n), hebben geduurd trwać durven, durfde(n), hebben gedurfd odważyć się dus więc duur / dure drogi duwen, duwde(n), hebben geduwd naciskać e, E

de echtscheiding, de echtscheidingen rozwód één jeden eens zgodzić się eenvoudig(e) prosty eerder poprzednio eerlijk(e) uczciwy eerst(e) pierwszy de Eerste Kamer Senat de eerwraak zabójstwa honorowe

Page 9: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de eeuw, de eeuwen wiek het ei, de eieren jajko eigen własny de eigenaar, de eigenaars / eigenaren właściciel eigenlijk właściwie het eiland, de eilanden wyspa het eind koniec het einde koniec eindigen, eindigde(n), hebben geëindigd zakończyć de eis, de eisen wymaganie de elektriciteit elektryczność elf jedenaście elkaar siebie de e-mail, de e-mails e-mail de energie energia eng(e) straszny de enkel, de enkels kostka enorm(e) niezwykle enthousiast(e) entuzjastyczny de envelop, de enveloppen koperta enzovoort itd. zich ergens aan houden, hield(en), hebben gehouden do wykonania ergens rekening mee houden uwzględnić ernstig(e) poważny eruitzien, zag(en) eruit, hebben eruitgezien wyglądać jak ervaren doświadczony de ervaring, de ervaringen doświadczenie eten, at(en), hebben gegeten do jedzenia, jeść de euro, de euro’s euro de euthanasie eutanazja het EVC-bewijs (Erkenning Verworven Competenties), de EVC-

bewijzen świadectwo EVC (świadectwo uznania dotychczasowego kształcenia)

het examen, de examens test extra dodatkowy f, F

de fabriek, de fabrieken fabryka de familie, de families rodzina februari Luty een feest geven, gaf, gaven, hebben gegeven organizować imprezę het feest, de feesten uczta de feestdag, de feestdagen święto feliciteren, feliciteerde(n), hebben gefeliciteerd gratulować de fiets, de fietsen rower fietsen, fietste(n), hebben/zijn gefietst jeździć na rowerze de fietser, de fietsers rowerzysta het fietspad, de fietspaden ścieżka rowerowa de file, de files korek uliczny de film, de films film

Page 10: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de finale, de finales końcowy financieel / financiële finansowy de flat, de flats mieszkanie de fles, de flessen butelka de folder, de folders ulotka het formulier, de formulieren formularz de foto, de foto’s zdjęcie fout(e) źle het fruit owoc de functie, de functies stanowisko g, G

gaan, ging(en), zijn gegaan pójść de gang, de gangen korytarz de garage, de garages garaż het gas gaz het gaslek, de gaslekken wyciek gazu het gat, de gaten dziura gauw wkrótce de geallieerde, de geallieerden sprzymierzony gebeuren, gebeurde(n), zijn gebeurd się zdarzyć het gebied, de gebieden okolica het gebit, de gebitten zęby de geboorte, de geboorten narodziny de geboortedatum, de geboortedatums data urodzenia geboren urodzony het gebouw, de gebouwen budynek het gebruik zażywanie gebruiken, gebruikte(n), hebben gebruikt w użyciu het gedrag zachowanie geel / gele żółty geen żaden gefeliciteerd gratulacje de gegevens dane gehandicapt(e) upośledzony het geheim, de geheimen tajemnica gek(ke) zwariowany het geld pieniądze geld opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen wypłacić pieniądze de geldautomaat, de geldautomaten bankomat gelden, gold(en), hebben gegolden dotyczyć geleden temu de gelegenheid, de gelegenheden okazja gelijk natychmiast gelijk (e) równy het geloof, de geloven wiara geloven, geloofde(n), hebben geloofd wierzyć het geluid, de geluiden dźwięk het geluid, de geluiden brzmieć het geluk szczęście gelukkig(e) szczęśliwie

Page 11: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

gemakkelijk(e) łatwy de gemeente, de gemeentes gmina miejska het gemeentehuis, de gemeentehuizen ratusz gemeentelijk(e) miejski de gemeenteraad, de gemeenteraden rada miasta gemotiveerd zijn być zmotywowanym genoeg wystarczający de geografie geografia de geschiedenis historia geschikt zijn być odpowiednim het geslacht, de geslachten Płeć het gesprek, de gesprekken rozmowa het getal, de getallen liczba gevaarlijk(e) niebezpieczny het geval, de gevallen przypadek geven, gaf, gaven, hebben gegeven dać het gevolg, de gevolgen rezultat het gevonden voorwerp, de gevonden voorwerpen biuro rzeczy znalezionych het geweld przemoc geweldig(e) świetny gezellig(e) przytulne het gezicht, de gezichten twarz het gezin, de gezinnen rodzina gezond(e) zdrowy de gezondheid zdrowie het gft (groente-, fruit- en tuinafval) odpadki organiczne gisteren wczoraj glad / gladde gładki het glas, de glazen szkło de glasbak, de glasbakken pojemnik na szkło do

recyklingu de godsdienst, de godsdiensten religia goed(e) poprawnie goedemiddag dzień dobry goedemorgen dzień dobry goedenavond dobry wieczór goedkeuren, keurde(n) goed, hebben goedgekeurd zatwierdzać goedkoop / goedkope tani gooien, gooide(n), hebben gegooid wyrzucać het gordijn, de gordijnen kurtyna het goud złoto gouden złoty de Gouden Eeuw Złoty Wiek (17 wiek) graag ochoczo graag gedaan proszę bardzo de gracht, de grachten kanał de gram, de grammen gram de grap, de grappen dowcip grappig(e) zabawny het gras trawa gratis darmowy

Page 12: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de griep grypa grijs / grijze szary groeien, groeide(n), zijn gegroeid rosnąć groen(e) zielony de groente, de groentes warzywo de groenteman, de groentemannen sprzedawca owców i warzyw de groep, de groepen grupa de groet, de groeten powitanie groeten, groette(n), hebben gegroet pozdrowić groetjes Pozdrowienia het grof vuil śmieci de grond ziemia het grondrecht, de grondrechten podstawowe prawo de grondwet, de grondwetten konstytucja groot / grote duży de gum, de gummen gumka do ścierania h, H

het haakje, de haakjes nawias het haar włosy de haast śpieszyć się half / halve pół het halfjaar pół roku het halfuur godziny pół hallo cześć de hals, de halzen szyja de ham szynka de hand, de handen ręka handelen, handelde(n), hebben gehandeld handlować de handicap, de handicaps upośledzenie handig(e) poręczny handig(e) zręczny de handtekening, de handtekeningen podpis hangen, hing(en), hebben gehangen powiesić hard(e) ciężki hardop głośno de havo HAVO (szkoła) het hbo HBO (szkoła) de heer, de heren pan heerlijk(e) pyszny helaas niestety helemaal całkowicie de helft, de helften pół helpen, hielp(en), hebben geholpen pomóc de hemel, de hemelen niebo herdenken, herdacht(en), hebben herdacht upamiętnić de herfst jesień herhalen, herhaalde(n), hebben herhaald powtarzać herinneren, herinnerde(n), hebben herinnerd pamiętać herkennen, herkende(n), hebben herkend rozpoznać de hersenen mózgi

Page 13: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

herstellen, herstelde(n), zijn hersteld zdrowieć heten, heette(n), hebben geheten być nazwanym hetzelfde samo hier tutaj hij on de hobby, de hobby’s hobby hoe jak Hoe laat is het? Która godzina? de hoek, de hoeken kąt hoelang jak dawno hoesten, hoestte(n), hebben gehoest kaszleć hoeveel ile hoeven, hoefde(n), hebben gehoeven potrzebować de hogeschool, de hogescholen uniwersytet hoi cześć het hok, de hokken buda de homo, de homo’s homoseksualista het homohuwelijk związek homoseksualny de homoseksualiteit homoseksualizm de hond, de honden pies honderd sto de honger głód het hoofd, de hoofden głowa de hoofdletter, de hoofdletters duży de hoofdpijn ból głowy de hoofdstad, de hoofdsteden stolica het hoofdstuk, de hoofdstukken rozdział hoog / hoge wysoki hopen, hoopte(n), hebben gehoopt mieć nadzieję horen bij, hoorde(n), hebben gehoord należą do horen, hoorde(n), hebben gehoord słyszeć het hotel, de hotels hotel houden van, hield(en), hebben gehouden lubić de houding, de houdingen postawa het hout drewno huidig(e) obecny huilen, huilde(n), hebben gehuild płakać het huis, de huizen dom de huisarts, de huisartsen internista de huisartsenpost, de huisartsenposten internista het huisdier, de huisdieren zwierzę domowe het huishouden, de huishoudens gospodarstwo domowe het huisnummer, de huisnummers numer domu het huiswerk praca domowa de hulp pomoc huren, huurde(n), hebben gehuurd wynajmować het huurhuis, de huurhuizen wynajmowany dom het huwelijk, de huwelijken małżeństwo de hypotheek, de hypotheken hipoteka de hypotheekbemiddelaar, de hypotheekbemiddelaars broker kredytów

hipotecznych

Page 14: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

I, I

de identificatieplicht wymagania identyfikacyjne identificeren, identificeerde(n), hebben geïdentificeerd zidentyfikować het identiteitsbewijs, de identiteitsbewijzen dowód tożsamości de IDW (Internationale Diploma Waardering) IDW (międzynarodowy

system oceny dyplomów) ieder(e) każdy iedereen wszyscy iemand ktoś iets kwijt zijn, was, waren, zijn geweest zgubić coś iets voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld zasugerować coś het ijs lód het ijsje, de ijsjes lody ik Ja in w in combinatie met w połączeniu z in ieder geval przynajmniej in orde w porządku in principe w zasadzie de inboedel, de inboedels artykuły gospodarstwa

domowego het inburgeringsexamen, de inburgeringsexamens egzamin naturalizacyjny inderdaad rzeczywiście individueel / individuele indywidualny de informatie informacja de ingang, de ingangen wejście ingewikkeld(e) skomplikowany de inhoud treść het inkomen, de inkomens dochód inleveren, leverde(n) in, hebben ingeleverd wręczać de inrichting organizacja het inschrijfformulier, de inschrijfformulieren formularz zgłoszeniowy zich inschrijven, schreef in, schreven in, hebben ingeschreven zarejestrować de instantie, de instanties organizacja publiczna instappen, stapte(n) in, zijn ingestapt aby dostać się w de Instelling, de instellingen Instytucja de instructie, de instructies instrukcja interessant(e) ciekawy de interesse zainteresowanie interesseren, interesseerde(n), hebben geïnteresseerd interesować internationaal / internationale międzynarodowy het internet Internet intoetsen, toetste(n) in, hebben wpisać investeren, investeerde(n), hebben geïnvesteerd inwestować de invloed, de invloeden wpływ invullen, vulde(n) in, hebben ingevuld wypełnić inzamelen, zamelde(n) in, hebben ingezameld zbierać j, J

ja tak

Page 15: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het jaar, de jaren rok de jaaropgaaf, de jaaropgaven sprawozdanie finansowe de jaarrekening, de jaarrekeningen sprawozdania finansowe de jam dżem jammer litość januari Styczeń jarig zijn, was, waren, zijn geweest urodziny de jas, de jassen płaszcz jezelf siebie Jezus Jezus jij ty jong(e) młody de jongen, de jongens chłopak de jongere, de jongeren młodzik de jood, de joden Żyd de journalist, de journalisten dziennikarz de juf, de juffen nauczycielka juist(e) poprawnie juli Lipiec jullie wy wszyscy juni Czerwiec het Juridisch Loket biuro prawne de jurk, de jurken sukienka k, K

kaal / kale łysy de kaart, de kaarten mapa de kaart, de kaarten kartka de kaas, de kazen ser het kabelbedrijf, de kabelbedrijven spółka kablowa het kader, de kaders ramka de kalender, de kalenders kalendarz de Kamer van Koophandel Izba Handlowa de kamer, de kamers pokój de kantine, de kantines stołówka het kantoor, de kantoren biuro kapot(te) zepsuty de kapper, de kappers fryzjer de kassa, de kassa’s kasa de kast, de kasten szafka de kat, de katten kot het kca (klein chemisch afval) odpady niebezpieczne kennen, kende(n), hebben gekend znać kennismaken, maakte(n) kennis, hebben kennisgemaakt spotkać się de kerk, de kerken kościół de Kerstmis Boże Narodzenie de keuken, de keukens kuchnia de keuze, de keuzes wybór de kies, de kiezen ząb trzonowy de kiespijn ból zęba kiezen, koos, kozen, hebben gekozen do wyboru

Page 16: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

kijken, keek, keken, hebben gekeken szukać de kilo, de kilo’s kilo de kilometer, de kilometers kilometr de kin, de kinnen podbródek het kind, de kinderen dziecko de kinderboerderij, de kinderboerderijen minizoo het kinderdagverblijf, de kinderdagverblijven przedszkole de kinderopvang opieka nad dzieckiem de kip, de kippen kurczak klaar gotowy de klacht, de klachten skarga klagen, klaagde(n), hebben geklaagd narzekać de klank, de klanken brzmieć de klant, de klanten klient de klas, de klassen klasa klassiek(e) klasyczny de kleding odzież klein(e) mały het kleinkind, de kleinkinderen wnuczka de kleren odzież kletsen, kletste(n), hebben gekletst rozmawiać de kleur, de kleuren kolor klikken, klikte(n), hebben geklikt klikać klimmen, klom(men), hebben / zijn geklommen wspiąć się klinken, klonk(en), hebben geklonken brzmieć de klinker, de klinkers samogłoska de klok, de klokken zegar kloppen, klopte(n), hebben geklopt pukać de knie, de knieën kolano knippen, knipte(n), hebben geknipt ciąć nożyczkami de knop, de knoppen przycisk de koe, de koeien krowa de koek, de koeken ciasto de koelkast, de koelkasten lodówka de koffie kawa de kok, de koks gotować koken, kookte(n), hebben gekookt gotować de kolonie, de koloniën / kolonies kolonia komen, kwam(en), zijn gekomen przyjść het konijn, de konijnen królik de koningin, de koninginnen królowa de Koninginnedag, de Koninginnedagen Dzień Królowej het koningshuis, de koningshuizen dwór królewski de kooi, de kooien klatka de kool, de kolen kapusta de koorts gorączka de kop, de koppen głowa de kop, de koppen nagłówek kopen, kocht(en), hebben gekocht kupić kort(e) krótki de korting, de kortingen zniżka

Page 17: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

kosten, kostte(n), hebben gekost kosztować koud(e) zimno de kraamverzorgster, de kraamverzorgsters pielęgniarka de krant, de kranten gazeta krijgen, kreeg, kregen, hebben gekregen otrzymywać de kritiek, de kritieken krytyka het kruisje, de kruisjes zaznaczenie het kruispunt, de kruispunten przecięcie kunnen, kon(den), hebben gekund być w stanie de kunst sztuka het kussen, de kussens poduszka kwaad / kwade wściekły het kwart ćwierć het kwartier, de kwartieren kwadrans de kwijtschelding umorzenie l, L

laag / lage niski laat / late późno laatst niedawno laatste ostatnio lachen, lachte(n), hebben gelachen śmiać się de lamp, de lampen lampa het land, de landen kraj landelijk(e) krajowy het landschap, de landschappen krajobraz lang(e) długo langskomen, kwam(en) langs, zijn langsgekomen odwiedzać langzaam / langzame powoli last hebben van, had(den), hebben gehad cierpieć z powodu lastig(e) trudny later później het lawaai hałas de leeftijd, de leeftijden wiek leeg / lege pusty de leerkracht, de leerkrachten nauczyciel de leerling, de leerlingen uczeń de leerplicht edukacja obowiązkowa legaal / legale legalny het leger, de legers wojsko het legitimatiebewijs, de legitimatiebewijzen dokument tożsamości leiden, leidde(n), hebben geleid prowadzić de leiding kierownictwo de leidinggevende, de leidinggevenden kierownik lekken, lekte(n), hebben gelekt wyciekać lekker(e) smaczny lelijk(e) brzydki lenen, leende(n), hebben geleend pożyczać de lengte, de lengtes długość de lente wiosna de lepel, de lepels łyżka

Page 18: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de leraar, de leraren nauczyciel leren kennen, leerde(n) kennen, hebben leren kennen poznać leren, leerde(n), hebben geleerd uczyć się de les, de lessen lekcja lesgeven, gaf, gaven les, hebben lesgegeven uczyć letten, lette(n), hebben gelet być ostrożnym de letter, de letters list de letter, de letters litera leuk(e) miły het leven, de levens życie leveren, leverde(n), hebben geleverd dostarczyć lezen, las, lazen, hebben gelezen do czytania, czytać het lichaam, de lichamen ciało lichamelijk(e) fizyczny licht(e) światło het lid, de leden członek het lied, de liederen piosenka lief / lieve miły de liefde miłość liever raczej de lift, de liften winda liggen aan, lag aan, heeft gelegen aan zależeć od liggen, lag(en), hebben gelegen położyć się lijden, leed, leden, hebben geleden cierpieć het lijf, de lijven ciało lijken op, leek, leken op, hebben geleken op przypominać lijken, leek, leken, hebben geleken wydawać się de lijn, de lijnen linia de lijst, de lijsten lista links lewo linksaf na lewo logisch(e) logiczny het lokaal, de lokalen klasa het loket, de loketten okienko het loon, de lonen płaca lopen, liep(en), hebben/zijn gelopen chodzić los / losse rozpięty de lucht, de luchten powietrze de luier, de luiers pieluszka luisteren, luisterde(n), hebben geluisterd słuchać lukken, lukte(n), zijn gelukt odnieść sukces de lunch lunch lusten, lustte(n), hebben gelust lubić m, M

de maand, de maanden miesiąc de maandag, de maandagen Poniedziałek maart Marzec de maatregel, de maatregelen środek het maatschappelijk werk opieka społeczna de machine, de machines maszyna

Page 19: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de macht, de machten władza mailen, mailde(n), hebben gemaild wysłać wiadomość de makelaar, de makelaars pośrednik makkelijk(e) łatwy de man, de mannen człowiek de manier, de manieren sposób de map, de mappen folder de markt, de markten rynek het materiaal, de materialen materiały do badań maximaal / maximale maksymalny het mbo MBO (szkoła) de mededeling, de mededelingen zapowiedź de medeklinker, de medeklinkers spółgłoska de medewerker, de medewerkers pracownik de medewerkster, de medewerksters pracownik het medicijn, de medicijnen lek medisch(e) medyczny meebrengen, bracht(en) mee, hebben meegebracht przynieść meedelen, deelde(n) mee, hebben meegedeeld informować meedoen, deed, deden mee, hebben meegedaan brać udział meegaan, ging(en) mee, zijn meegegaan przyjść meeleven, leefde(n) mee, hebben meegeleefd wczuwać się meenemen, nam(en) mee, hebben meegenomen przynieść meer więcej de meerkeuzevraag, de meerkeuzevragen pytanie wielokrotnego

wyboru meestal głównie de meester, de meesters nauczyciel mei Maj het meisje, de meisjes dziewczyna melden, meldde(n), hebben gemeld zgłosić het meldpunt, de meldpunten gorąca linia de melk mleko de meneer, de meneren Pan de mening, de meningen opinia de meningsuiting, de meningsuitingen wyrażanie opinii het mens, de mensen ludzki het mes, de messen nóż meteen natychmiast meten, mat(en), hebben gemeten mierzyć de meter, de meters metr de methode, de methodes / methoden metoda de metro, de metro’s pod ziemią de mevrouw, de mevrouwen Pani mezelf siebie de middag, de middagen południe ‘s middags popołudnie de middelbare school, de middelbare scholen szkoła średnia het midden, de middens środkowy het milieu środowisko het miljard, de miljarden miliard

Page 20: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het miljoen, de miljoenen milion min minus minder mniej minimaal / minimale minimum minstens co najmniej de minuut, de minuten minuta mis źle het misdrijf, de misdrijven przestępstwo misschien może misselijk(e) chory missen, miste(n), hebben gemist przegapić mobiel(e) telefon komórkowy modern(e) nowoczesny moe zmęczony de moeder, de moeders matka moeilijk(e) trudny de moeite kłopot moeten, moest(en), hebben gemoeten musieć de mogelijkheid, de mogelijkheden możliwość mogen, mocht(en), hebben gemogen można de mond, de monden usta de monteur, de monteurs mechanik mooi(e) piękny morgen jutro morgenavond jutro de motivatie, de motivaties motywacja de muis, de muizen mysz de munt, de munten moneta het museum, de musea / museums muzeum de muur, de muren ściana de muziek muzyka n, N

na później, za de naam, de namen imię naar na naast następny de nacht, de nachten noc het nadeel, de nadelen wada nadenken, dacht(en) na, hebben nagedacht odzwierciedlać de nagel, de nagels paznokieć namelijk mianowicie nat(te) mokro de nationaliteit, de nationaliteiten narodowość de natuur natura natuurlijk oczywiście nauwelijks ledwie nazeggen, zei(den) na, hebben nagezegd powtarzać het Nederlands Holenderski nee nie de neef, de neven kuzyn

Page 21: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

neerleggen, legde(n) neer, hebben neergelegd położyć neerzetten, zette(n) neer, hebben neergezet odłożyć negatief / negatieve negatywny negen dziewięć negentig dziewięćdziesiąt de nek, de nekken szyja nemen, nam(en), hebben genomen wziąć nergens nigdzie net dopiero co net(te) schludny netjes schludny de neus, de neuzen nos de nicht, de nichten siostrzenica niemand nikt niet nie zich niet lekker voelen, voelde(n), hebben gevoeld czuć się kiepsko nieuw(e) nowy het nieuws wiadomości niks nic het niveau, de niveaus poziom nodig(e) wymagany noemen, noemde(n), hebben genoemd nazywać nogal raczej nogmaals ponownie het noodgeval, de noodgevallen nagły wypadek nooit nigdy Noord Północ het noorden północ de norm, de normen norma normaal / normale normalny de notaris, de notarissen notariusz noteren, noteerde(n), hebben genoteerd zauważyć november Listopad nu teraz nul zero het nummer, de nummers liczba een nummertje trekken, trok(ken), hebben getrokken narysować numer nuttig(e) użyteczny o, O

de ochtend, de ochtenden rano oefenen, oefende(n), hebben geoefend ćwiczyć de oefening, de oefeningen ćwiczenie officieel / officiële urzędowy oké dobrze oktober Październik om o de oma, de oma’s babunia omdat ponieważ omdraaien, draaide(n) om, hebben omgedraaid obrócić się omgaan met, ging(en) om met, zijn omgegaan met postępować z

Page 22: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de omgangsvorm, de omgangsvormen sposoby interakcji de omgeving środowisko onaardig(e) niemiły onbekend(e) nieznany onder pod onder andere między innymi het onderdeel, de onderdelen część de onderneming, de ondernemingen spółka het ondernemingsplan, de ondernemingsplannen biznes plan de ondernemingsraad, de ondernemingsraden rada zakładowa onderstreept(e) podkreślony onderstrepen, onderstreepte(n), hebben onderstreept podkreślenie het onderwerp, de onderwerpen temat het onderwijs edukacja het onderzoek, de onderzoeken badanie onderzoeken, onderzocht(en), hebben onderzocht badać oneens nie zgadzać się het ongeluk, de ongelukken wypadek ongeveer w przybliżeniu ons uncja het ons nas het ontbijt śniadanie ontdekken, ontdekte(n), hebben ontdekt dowiedzieć się onthouden, onthield(en), hebben onthouden pamiętać ontmoeten, ontmoette(n), hebben ontmoet poznać, spotkać ontstaan, ontstond(en), zijn ontstaan powstać ontvangen, ontving(en), hebben ontvangen otrzymać ontwikkelen, ontwikkelde(n), hebben ontwikkeld opracowywać de ontwikkeling, de ontwikkelingen rozwój ontzettend(e) ogromny het oog, de ogen oko de oom, de ooms wujek het oor, de oren ucho de oorlog, de oorlogen wojna Oost Wschód op na op bezoek gaan, ging(en), zijn gegaan odwiedzić op een rijtje zetten sporządzić listę op tijd na czas op visite gaan, ging(en), zijn gegaan odwiedzić op zoek zijn naar szukać de opa, de opa’s dziadek de opdracht, de opdrachten zadanie open otwarte de open dag, de open dagen dzień otwarty de open sollicitatie, de open sollicitaties otwarty wniosek openbaar / openbare publiczny het openbaar vervoer transport publiczny openen, opende(n), hebben geopend otworzyć de opening początek de openingstijden godziny pracy

Page 23: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de operatie, de operaties operacja opereren, opereerde(n), hebben geopereerd operować opgroeien, groeide(n) op, zijn opgegroeid dorosnąć de ophaaldienst, de ophaaldiensten serwis odbioru śmieci ophalen, haalde(n) op, hebben opgehaald odebrać ophangen, hing(en) op, hebben opgehangen powiesić de opleiding, de opleidingen edukacja opletten, lette(n) op, hebben opgelet zwracać uwagę oplossen, loste(n) op, hebben opgelost rozwiązać de oplossing, de oplossingen rozwiązanie opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen nagrywać opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen odebrać opnemen, nam(en) op, hebben opgenomen mierzyć oppassen, paste(n) op, hebben opgepast opiekować się dzieckiem oprichten, richtte(n) op, hebben opgericht założyć de oprichting fundacja opruimen, ruimde(n) op, hebben opgeruimd posprzątać opschrijven, schreef, schreven op, hebben opgeschreven spisać opstaan, stond(en) op, zijn opgestaan wstać de opstalverzekering, de opstalverzekeringen ubezpieczenie domu de opvoeding, de opvoedingen wychowanie opzeggen, zei op, hebben opgezegd rozwiązać opzoeken, zocht(en) op, hebben opgezocht szukać oranje pomarańczowy de organisatie, de organisaties organizacja organiseren, organiseerde(n), hebben georganiseerd zorganizować oud(e) stary de ouder, de ouders rodzic de ouderavond, de ouderavonden wieczór dla rodziców de oven, de ovens piekarnik over przez overal wszędzie overblijven, bleef, bleven over, zijn overgebleven zostać na noc overdag w ciągu dnia de overeenkomst, de overeenkomsten umowa overgaan, ging(en) over, zijn overgegaan przeminąć overgeven, gaf over, gaven over, hebben overgegeven wymiotować de overheid, de overheden rząd de overkant druga strona de overlast utrapienie overleggen, overlegde(n), hebben overlegd rozmawiać o overlijden, overleed, overleden, zijn overleden umrzeć overmorgen pojutrze overstappen, stapte(n) over, zijn overgestapt przenieść oversteken, stak(en) over, hebben/zijn overgestoken do przekroczenia de overstroming, de overstromingen powódź overtuigen, overtuigde(n), hebben overtuigd przekonać p, P

de paal, de palen słup het paar, de paren para

Page 24: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het paard, de paarden koń paars(e) fioletowy het pak, de pakken garnitur pakken, pakte(n), hebben gepakt wziąć de pan, de pannen rondel de pap owsianka het papier, de papieren papier de papieren oficjalne dokumenty het park, de parken park het parlement, de parlementen parlament de partij, de partijen partia pas ostatecznie de pas, de passen karta płatnicza de Pasen Wielkanoc het paspoort, de paspoorten paszport passen bij, paste(n), hebben gepast pasować passen, paste(n), hebben gepast pasować de patiënt, de patiënten pacjent de pauze, de pauzes przerwa de pen, de pennen pióro het pensioen, de pensioenen emerytura per na perfect(e) doskonały de periode, de periodes / perioden okres het personeel personel de persoon, de personen osoba persoonlijk(e) osobisty de persoonsgegevens dane osobowe de pet, de petten czapka de peuterspeelzaal, de peuterspeelzalen ośrodek opieki dziennej de piep, de piepen trąbić de pijn, de pijnen ból de pil, de pillen pigułka de piloot, de piloten pilot de pincode, de pincodes poufny kod banku de pindakaas masło orzechowe pinnen, pinde(n), hebben gepind płacić kartą płatniczą de pinpas, de pinpassen karta płatnicza de pizza, de pizza’s pizza het plaatje, de plaatjes zdjęcie de plaats, de plaatsen miasto de plaats, de plaatsen pokój plaatsvinden, vond(en) plaats, hebben plaatsgevonden odbyć się het plan, de plannen plan plannen, plande(n), hebben gepland planować de plant, de planten roślina plat / platte mieszkanie het plein, de pleinen kwadrat de plek, de plekken miejsce het plezier radość de plicht, de plichten obowiązek

Page 25: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

plotseling(e) nagle plus plus de poes, de poezen kot de politicus, de politici polityk de politie policja de politiek polityka de pols, de polsen nadgarstek het pond, de ponden funt de poot, de poten noga positief / positieve pozytywny de post wysyłać de postcode, de postcodes kod pocztowy de postzegel, de postzegels pieczęć de pot, de potten garnek het potlood, de potloden ołówek prachtig(e) wspaniały de praktijk, de praktijken praktyka het praktijkonderwijs praktyczna edukacja praktisch(e) praktyczny praten, praatte(n), hebben gepraat rozmawiać precies dokładnie presenteren, presenteerde(n), hebben gepresenteerd przedstawiać prettig(e) przyjemny de prijs, de prijzen cena de prik, de prikken zastrzyk prima dobrze printen, printte(n), hebben geprint do wydrukowania proberen, probeerde(n), hebben geprobeerd spróbować het probleem, de problemen problem het procent, de procenten odsetek het proces, de processen procedura het programma, de programma’s program de provincie, de provincies prowincja psychisch(e) psychiczny de punt, de punten punkt de puzzel, de puzzels puzzle q, Q

de quiz, de quizzen quiz r, R

de raad porada het raam, de ramen okno raar / rare dziwny raden, raadde(n), hebben geraden zgadnąć de radio, de radio’s radio het rapport, de rapporten raport de reactie, de reacties reakcja reageren, reageerde(n), hebben gereageerd (za)reagować recent(e) niedawny het recept, de recepten przepis

Page 26: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het recept, de recepten recepta recht hebben op, had(den), hebben gehad mieć prawo do recht(e) prosto het recht, de rechten tytuł prawny rechtdoor prosto de rechter, de rechters sędzia de rechterlijke macht władza sądownicza de rechthoek, de rechthoeken prostokąt rechts prawo rechtsaf na prawo de reclame, de reclames reklama redelijk(e) dosyć de reden, de redenen powód de regel, de regels rządzić regelmatig(e) regularnie de regen deszcz regenen, het regende, het heeft geregend padać de regering, de regeringen rząd de regio, de regio’s region de registratie, de registratie rejestracja de reis, de reizen podróż de reiskosten koszty podróży reizen, reisde(n), hebben/zijn gereisd podróżować rekenen, rekende(n), hebben gerekend obliczać de rekening, de rekeningen konto de relatie, de relaties związek rennen, rende(n), hebben gerend biec repareren, repareerde(n), hebben gerepareerd naprawić de rest reszta het restaurant, de restaurants restauracja het resultaat, de resultaten wynik de richting, de richtingen kierunek de rij, de rijen rząd het rijbewijs, de rijbewijzen prawo jazdy rijden, reed, reden, hebben gereden prowadzić pojazd rijden, reed, reden, hebben gereden do kierowania rijk(e) bogaty de rijschool, de rijscholen szkoła jazdy de rijst ryż de ring, de ringen pierścionek de rits, de ritsen zamek błyskawiczny de rivier, de rivieren rzeka het ROC, de ROC’s ROC (szkoła) roepen, riep(en), hebben geroepen krzyczeć de rok, de rokken spódnica roken, rookte(n), hebben gerookt palić de rol, de rollen rola rond(e) okrągły het rondje, de rondjes okrąg rondlopen, liep(en) rond, hebben rondgelopen przejść się rood / rode czerwony

Page 27: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het rooster, de roosters harmonogram roze różowy de rug, de ruggen plecy de rugzak, de rugzakken plecak de ruimte, de ruimtes pokój rusten, rustte(n), hebben gerust odpoczywać rustig aan doen, deden, hebben gedaan nie przejmować się rustig(e) spokojny de ruzie, de ruzies kłótnia s, S

saai(e) nudny het salaris, de salarissen wynagrodzenie samen razem de samenleving, de samenlevingen społeczeństwo samenwerken, werkte(n) samen, hebben samengewerkt współpracować samenwonen, woonde(n) samen, hebben samengewoond mieszkać wspólnie het schaap, de schapen owca de schaar, de scharen nożyczki de schade uszkodzenie scheiden, scheidde(n), hebben/zijn gescheiden oddzielać het scherm, de schermen ekran schieten, schoot, schoten, hebben geschoten strzelać schijnen, scheen, schenen, hebben geschenen świecić schilderen, schilderde(n), hebben geschilderd malować het schilderij, de schilderijen malarstwo schitterend(e) wspaniały de schoen, de schoenen but de school, de scholen szkoła schoon / schone oczyścić, czysty schoonmaken, maakte(n) schoon, hebben schoongemaakt czyścić de schouder, de schouders ramię schreeuwen, schreeuwde(n), hebben geschreeuwd krzyczeć schrijven, schreef, schreven, hebben geschreven napisać schrikken, schrok(ken), zijn geschrokken przestraszyć schuin(e) pochyły schuiven, schoof, schoven, hebben geschoven przesuwać de schuld, de schulden dług de schuur, de schuren stodoła scoren, scoorde(n), hebben gescoord zdobyć de seconde, de seconden / secondes drugi het seizoen, de seizoenen sezon september Wrzesień serieus / serieuze poważny simpel(e) prosty sinds od de Sinterklaas Sinterklaas de situatie, de situaties sytuacja de sla sałata slaan, sloeg(en), hebben geslagen bić de slaapkamer, de slaapkamers sypialnia

Page 28: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

slagen, slaagde(n), zijn geslaagd odnieść sukces de slager, de slagers rzeźnik slapen, sliep(en), hebben geslapen spać slecht(e) zły de sleutel, de sleutels klucz slim / slimme mądry het slot, de sloten zablokować, zamek sluiten, sloot, sloten, hebben gesloten zamknąć de sluiting koniec smal / smalle wąski snappen, snapte(n), hebben gesnapt zrozumieć de sneeuw śnieg snel(le) szybko de sneltrein, de sneltreinen pociąg ekspresowy de snelweg, de snelwegen autostrada snijden, sneed, sneden, hebben gesneden wyciąć het snoep cukierek sociaal / sociale społeczny de soep, de soepen zupa de sok, de sokken skarpetka de sollicitatiebrief, de sollicitatiebrieven list motywacyjny het sollicitatiegesprek, de sollicitatiegesprekken rozmowa kwalifikacyjna solliciteren, solliciteerde(n), hebben gesolliciteerd ubiegać się sommige(n) kilka soms czasami de soort, de soorten rodzaj sorry przepraszam de spaarkaart, de spaarkaarten karta oszczędnościowa spannend(e) ekscytujący sparen, spaarde(n), hebben gespaard zapisać speciaal / speciale szczególny de specialist, de specialisten specjalista het speelgoed zabawki het spel, de spellen gra spelen, speelde(n), hebben gespeeld grać spellen, spelde(n), hebben gespeld przeliterować de spelling, de spellingen pisownia de spier, de spieren mięsień spontaan / spontane spontaniczny het spoor, de sporen tory kolejowe de sport, de sporten sport sporten, sportte(n), hebben gesport ćwiczyć het spreekuur, de spreekuren godziny urzędowania spreken, sprak(en), hebben gesproken mówić springen, sprong(en), hebben / zijn gesprongen skakać de spullen rzeczy staan, stond(en), hebben gestaan stanąć de staat, de staten państwo de stad, de steden miasto het stadhuis, de stadhuizen ratusz stage lopen, liep(en), hebben gelopen odbywać staż

Page 29: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het standpunt, de standpunten stanowisko de stap, de stappen krok de start rozpoczęcie starten, startte(n), zijn / hebben gestart zacząć het station, de stations stacja steeds kiedykolwiek de steen, de stenen kamień stelen, stal(en), hebben gestolen ukraść de stem, de stemmen głos stemmen, stemde(n), hebben gestemd głosować de ster, de sterren gwiazda sterk(e) silny steunen, steunde(en), hebben gesteund wspierać stevig(e) mocno stil(le) cichy de stilte, de stiltes cisza de stoel, de stoelen krzesło stom(me) głupi stoppen, stopte(n), hebben/zijn gestopt zatrzymać de stoptrein, de stoptreinen powolny pociąg de storing, de storingen usterka de straat, de straten ulica de straf, de straffen kara strafbaar / strafbare karalny strak / strakke ciasny straks później het strand, de stranden plaża de streep, de strepen pasek streng(e) surowy strijken, streek, streken, hebben gestreken prasować de stroom elektryczność studeren, studeerde(n), hebben gestudeerd studiować de studie, de studies studiować de studiefinanciering, de studiefinancieringen stypendium naukowe het stuk, de stukken kawałek sturen, stuurde(n), hebben gestuurd wysłać Succes! Powodzenia! de suiker cukier de supermarkt, de supermarkten supermarket t, T

de taak, de taken zadanie de taal, de talen język de taart, de taarten ciasto tachtig osiemdziesiąt de tafel dekken, dekte(n), hebben gedekt nakryć do stołu de tafel, de tafels tabela de tand, de tanden ząb de tandarts, de tandartsen dentysta de tandpasta, de tandpasta’s pasta do zębów de tante, de tantes ciotka

Page 30: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de tas, de tassen torba het tasje, de tasjes kieszeń de taxi, de taxi’s taxi te laat późny te maken hebben met, had(den), hebben gehad mieć do czynienia z het team, de teams zespół de techniek technika technisch(e) techniczny de teen, de tenen palec u nogi tegelijk w tym samym czasie tegengaan, ging(en) tegen, zijn tegengegaan przeciwdziałać tegenkomen, kwam(en) tegen, zijn tegengekomen spotkać de tegenstelling, de tegenstellingen kontrast tegenwoordig(e) w dzisiejszych czasach tekenen, tekende(n), hebben getekend rysować de tekst, de teksten tekst telefonisch(e) telefoniczny de telefoon, de telefoons telefon het telefoonnummer, de telefoonnummers numer telefonu de televisie, de televisies telewizja tellen, telde(n), hebben geteld liczyć de temperatuur, de temperaturen temperatura ten slotte wreszcie, de tent, de tenten namiot de tentoonstelling, de tentoonstellingen wystawa de termijn, de termijnen termin terugkomen, kwam(en) terug, zijn teruggekomen powrócić terugsturen, stuurde(n) terug, hebben teruggestuurd powracać tevreden zadowolony het textiel tekstylny het theater, de theaters teatr de thee herbata het thema, de thema’s motyw de theorie teoria thuis u siebie w domu thuiskomen, kwam(en) thuis, zijn thuisgekomen wrócić do domu de thuiszorg opieka domowa tien dziesięć het tiental, de tientallen dziesięć de tijd, de tijden czas tijdelijk(e) tymczasowy tijdens podczas het tijdschrift, de tijdschriften czasopismo de tip, de tips sugestia de titel, de titels tytuł de toekomst przyszłość de toeslag, de toeslagen dodatek toestaan, stond(en) toe, hebben toegestaan umożliwić toestappen naar, stapte(n) toe, zijn toegestapt zbliżać się de toestemming pozwolenie de toets, de toetsen test

Page 31: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

toevallig(e) przypadkowy toevoegen, voegde(n) toe, hebben toegevoegd dodać het toilet, de toiletten toaleta de tomaat, de tomaten pomidor tot do tot en met (t/m) do i włącznie tot ziens pożegnanie het totaal, de totalen suma traag / trage powolny trainen, trainde(n), hebben getraind trenować de tram, de trams tramwaj de trap, de trappen klatka schodowa de trein, de treinen pociąg trekken, trok(ken), hebben/zijn getrokken ciągnąć trots(e) dumny trouwen, trouwde(n), zijn getrouwd poślubić de trui, de truien sweter de tuin, de tuinen ogród tussen między tussen de middag południe de tv, de tv’s telewizja twaalf dwanaście twee dwa de Tweede Kamer parlament twijfelen, twijfelde(n), hebben getwijfeld wątpić twintig dwadzieścia typen, typte(n), hebben getypt wpisać typisch(e) typowy u, U

de ui, de uien cebula uit eten gaan, ging(en), zijn gegaan jeść na zewnątrz uit je hoofd leren, leerde(n), hebben geleerd nauczyć się uitbetalen, betaalde(n) uit, hebben uitbetaald płacić uitdelen, deelde(n) uit, hebben uitgedeeld dystrybuować uiteraard oczywiście de uitgang, de uitgangen zjazd uitgebreid(e) obszerny het uitje, de uitjes wycieczka de uitkering, de uitkeringen płatność uitkleden, kleedde(n) uit, hebben uitgekleed rozbierać de uitleg wyjaśnienie uitleggen, legde(n) uit, hebben uitgelegd wyjaśnić uitnodigen, nodigde(n) uit, hebben uitgenodigd zaprosić de uitnodiging, de uitnodigingen zaproszenie uitrekenen, rekende(n) uit, hebben uitgerekend obliczyć de uitspraak wymowa uitspreken, sprak(en) uit, hebben uitgesproken wymawia uitstekend(e) doskonały de uitvoerende macht władza wykonawcza het uitzendbureau, de uitzendbureaus agencja pracy tymczasowej

Page 32: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

de uitzondering, de uitzonderingen wyjątek de universiteit, de universiteiten uniwersytet het uur, de uren godzina v, V

vaak często de vacature, de vacatures wakat de vader, de vaders ojciec het vak, de vakken zawód de vakantie, de vakanties wakacje de vakantiedag, de vakantiedagen święto de vakbond, de vakbonden związek zawodowy vakken vullen, vulde(n), hebben gevuld wykładać towar na półkach vallen, viel(en), zijn gevallen spadać van tevoren z góry vanaf od vanavond dzisiaj wieczorem vandaag dzisiaj vangen, ving(en), hebben gevangen złapać vanmiddag popołudnie vanmorgen rano vannacht dziś wieczorem vanzelf samoistnie varen, voer(en), hebben / zijn gevaren żeglować vast(e) ustalony vechten, vocht(en), hebben gevochten walczyć veel wiele veertien czternaście veertig czterdzieści veilig(e) bezpieczny de veiligheid bezpieczeństwo het veld, de velden boisko ver / verre daleko ver(re) daleko de verandering, de veranderingen zmiana verbazen, verbaasde(n), hebben verbaasd zdumieć verbeteren, verbeterde(n), hebben / zijn verbeterd poprawić verbieden, verbood, verboden, hebben verboden zakazać de verbinding, de verbindingen połączenie de verblijfsvergunning, de verblijfsvergunningen pozwolenie na pobyt het verbond, de verbonden przymierze verbruiken, verbruikte(n), hebben verbruikt konsumować verdelen, verdeelde(n), hebben verdeeld dzielić verdienen, verdiende(n), hebben verdiend zarobić de verdieping, de verdiepingen piętro verdrietig(e) smutny verdwijnen, verdween, verdwenen, zijn verdwenen znikać de vereniging, de verenigingen spółdzienia mieszkaniowa de verf malować de vergadering, de vergaderingen spotkanie vergelijken, vergeleek, vergeleken, hebben vergeleken porównywać

Page 33: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

vergeten, vergat(en), hebben/zijn vergeten zapomnieć het verhaal, de verhalen historia verhuizen, verhuisde(n), hebben/zijn verhuisd przenieść de verjaardag, de verjaardagen urodziny het verkeer ruch verkeerd(e) źle de verkiezing, de verkiezingen wybory verklaren, verklaarde(n), hebben verklaard orzec de verkoopster, de verkoopsters sprzedawczyni verkopen, verkocht(en), hebben verkocht sprzedać de verkoper, de verkopers sprzedawca verkouden przeziębienie verlaten, verliet(en), hebben verlaten wyjeżdżać verleden przeszłość verliezen, verloor, verloren, hebben verloren zgubić het verlof, de verloven urlop de verloskundige, de verloskundigen położna veroorzaken, veroorzaakte(n), hebben veroorzaakt powodować verplaatsen, verplaatste(n), hebben verplaatst przenieść verplicht(e) podlega obowiązkowi het verschil, de verschillen różnica verschillend(e) inny het verslag, de verslagen raport verstaan, verstond(en), hebben verstaan rozumieć verstandig(e) mądry vertellen, vertelde(n), hebben verteld powiedzieć vertrekken, vertrok(ken), zijn vertrokken zostawić vertrouwen, vertrouwde(n), hebben vertrouwd ufać de vertrouwenspersoon, de vertrouwenspersonen doradca vervangen, verving(en), hebben vervangen zastąpić vervelend(e) irytujący het vervoer transport het vervolg, de vervolgen dalszy ciąg verwachten, verwachtte(n), hebben verwacht oczekiwać de verwarming, de verwarmingen ogrzewanie verzamelen, verzamelde(n), hebben verzameld gromadzić się verzenden, verzond(en), hebben verzonden wysłać verzorgen, verzorgde(n), hebben verzorgd opiekować się de verzorger, de verzorgers pielęgniarka het verzorgingshuis, de verzorgingshuizen dom starców vet(te) gruby via przez vier cztery vieren, vierde(n), hebben gevierd świętować vierkant(e) kwadrat vies / vieze brudny vijf pięć vijftig pięćdziesiąt vinden, vond(en), hebben gevonden znaleźć de vinger, de vingers palec de vis, de vissen ryba

Page 34: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

het vlees mięso het vliegtuig, de vliegtuigen samolot de vloer, de vloeren piętro vlug(ge) szybko het vmbo VMBO (szkoła) voelen, voelde(n), hebben gevoeld odczuwać voeren, voerde(n), hebben gevoerd nakarmić de voet, de voeten stopa voetballen, voetbalde(n), hebben gevoetbald grać w piłkę de vogel, de vogels ptak vol(le) pełny voldoende wystarczająco volgend(e) następny de volgorde, de volgordes sekwencja het volk, de volkeren naród volledig(e) kompletny de volwassene, de volwassenen dorosły voor przed vooraf uprzednio vooral szczególnie het voorbeeld, de voorbeelden przykład voorbereiden, bereidde(n) voor, hebben voorbereid przygotować de voorbereiding, de voorbereidingen przygotowanie voorbij(e) zakończony voordat zanim het voordeel, de voordelen zaleta voorkomen, voorkwam(en), hebben voorkomen zapobiec voorkomen, kwam(en) voor, zijn voorgekomen wystąpić de voorletter, de voorletters inicjał voorlezen, las, lazen voor, hebben voorgelezen czytać na głos voorlopig(e) na razie de voornaam, de voornamen imię voornamelijk(e) głównie de voorschool, de voorscholen przedszkole voorschrijven, schreef, schreven voor, hebben voorgeschreven przepisać het voorstel, de voorstellen propozycja voorstellen, stelde(n) voor, hebben voorgesteld przedstawić de voorstelling, de voorstellingen przedstawienie het voortgezet onderwijs szkolnictwo średnie de voorwaarde, de voorwaarden warunek de voorzitter, de voorzitters przewodniczący vorig(e) ostatnio de vork, de vorken widelec de vorm, de vormen forma de vraag, de vragen pytanie een vraag stellen, stelde(n), hebben gesteld zadać pytanie vragen, vroeg(en), hebben gevraagd zapytać de vrede pokój de vriend, de vrienden przyjaciel vriendelijk(e) przyjazny de vriendin, de vriendinnen przyjaciółka

Page 35: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

vrij(e) wolny de vrijdag, de vrijdagen Piątek de vrije tijd czas wolny de vrijheid wolność vroeg(e) wcześnie vroeger(e) wcześniej vrolijk(e) szczęśliwy de vrouw, de vrouwen kobieta de vrouwenbesnijdenis, de vrouwenbesnijdenissen obrzezanie kobiet vuil(e) brud het vuur, de vuren ogień het vwo VWO (szkoła) w, W

waar gdzie waard warty de waarde, de waarden wartość waarmee który waarom dlaczego waarschuwen, waarschuwde(n), hebben gewaarschuwd ostrzec waarvoor dla którego wachten, wachtte(n), hebben gewacht czekać de wachtlijst, de wachtlijsten lista oczekujących wakker obudzony wandelen, wandelde(n), hebben gewandeld chodzić de wang, de wangen policzek wanneer kiedy want ponieważ warm(e) ciepły wassen, waste(n), hebben gewassen umyć wat co het water woda de wc, de wc’s toaleta de website, de websites witryna internetowa de wedstrijd, de wedstrijden gra de week, de weken tydzień het weekend, de weekends weekend het weer pogoda de weg, de wegen droga wegen, woog, wogen, hebben gewogen ważyć weggaan, ging(en) weg, zijn weggegaan odejść weinig(e) mało wekelijks(e) tygodniowy welke który welkom powitanie wennen, wende(n), zijn gewend przyzwyczaić się do wensen, wenste(n), hebben gewenst życzyć de wereld, de werelden świat het werk praca werken, werkte(n), hebben gewerkt do pracy de werkgever, de werkgevers pracodawca

Page 36: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

werkloos / werkloze bezrobotny de werknemer, de werknemers pracownik het werkoverleg spotkania robocze de werktijd, de werktijden godziny pracy het werkwoord, de werkwoorden czasownik West Zachód de wet, de wetten prawo weten, wist(en), hebben geweten wiedzieć wetenschappelijk(e) naukowy de wetgevende macht władza ustawodawcza wettelijk(e) legalny wie kto wij my de wijk, de wijken dzielnica de wijn wino wijzen, wees, wezen, hebben gewezen wskazać de wijziging, de wijzigingen zmiana willen, wilde(n), hebben gewild chcieć de wind, de winden wiatr de winkel, de winkels sklep winnen, won(nen), hebben gewonnen wygrać de winter zima wisselen, wisselde(n), hebben gewisseld wymienić wit(te) biały de woensdag, de woensdagen Środa de wolk, de wolken chmura de wond, de wonden rana wonen, woonde(n), hebben gewoond do przebywania, przebywać de woning, de woningen dom het woningaanbod dostępne nieruchomości de woningbouwvereniging, de woningbouwverenigingen państwowa spółdzielnia

mieszkaniowa de woonkamer, de woonkamers pokój dzienny de woonplaats, de woonplaatsen miejsce zamieszkania het woord, de woorden słowo het woordenboek, de woordenboeken słownik de worst, de worsten kiełbasa x, X

y, Y

z, Z

de zaal, de zalen hol zacht(e) miękki de zak, de zakken worek het zand piasek de zaterdag, de zaterdagen Sobota de zee, de zeeën morze de zeep mydło het zegeltje, de zegeltjes pieczęć zeggen, zei(den), hebben gezegd powiedzieć

Page 37: ALFABETISCHE WOORDENLIJST ALFABETYCZNIE TAALCOMPLEETace.kleurrijker.nl/resources/shared/pdf/... · 2015. 5. 4. · doof / dove głuchy doorgaan, ging(en) door, zijn doorgegaan kontynuować

Woordenlijst Nederlands - Pools

zelfs nawet zelfstandig(e) niezależny zes sześć zestig sześćdziesiąt zeven siedem zeventig siedemdziesiąt zich ziek melden zgłosić powrót do zdrowia ziek(e) chory het ziekenhuis, de ziekenhuizen szpital de ziekte, de ziekten / ziektes choroba zielig(e) wzruszający zien, zag(en), hebben gezien do zobaczenia, zobaczyć zij (één) ona zij (meer) oni zin hebben, had(den), hebben gehad chcieć de zin, de zinnen zdanie zingen, zong(en), hebben gezongen śpiewać zitten, zat(en), hebben gezeten siedzieć zo min mogelijk w jak najmniejszym stopniu zo snel mogelijk mozliwie najszybciej zo’n około zodra raz zoeken, zocht(en), hebben gezocht szukać zoet(e) słodki zomaar tylko de zomer lato de zon słońce de zondag, de zondagen Niedziela zonder bez de zoon, de zonen / zoons syn de zorg opieka zorgen voor, zorgde(n), hebben gezorgd dbać de zorgverzekeraar, de zorgverzekeraars zakład ubezpieczeń

zdrowotnych de zorgverzekering, de zorgverzekeringen ubezpieczenie zdrowotne zout(e) sól zuchten, zuchtte(n), hebben gezucht westchnąć Zuid Południe het zuiden południe zuinig(e) oszczędny zullen, zou(den) wola de zus, de zussen siostra zuur / zure kwaśny zwaar / zware ciężki zwanger(e) ciężarna de zwangerschap, de zwangerschappen ciąża zwart(e) czarny zwemmen, zwom(men), hebben / zijn gezwommen pływać zwijgen, zweeg, zwegen, hebben gezwegen milczeć