Alexander Smit - Geschenk van het absolute

162

Transcript of Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Page 1: Alexander Smit - Geschenk van het absolute
Page 2: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Geschenk van het Absolute

Page 3: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Geschenk

van het Absolute

Alexander Smit

samengesteld door Jan Koehoorn

samsara

Page 4: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

© 2013 Advaita Foundation Samengesteld door Jan Koehoorn ©Deze uitgave: Samsara Uitgeverij bv 2013

Omslagontwerp: Erik Thé: www.erikthedesign.com Lay-out: Studio 28, Hillegom

ISBN: 978-94-91411-05-2 / NUR 728

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden zonder schriftelijke toestemming van: Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341, 1016 AZ Amsterdam www.samsarabooks.com

Inleiding

De titel van dit boek is ontleend aan de spirituele naam van

Alexander, Parabrahmadatta, dat 'Geschenk van het Absolute'

betekent.

Alexander was voor velen een geschenk. Mensen werden diep geraakt

door hem, zijn glimlach maakte blij en zijn groet was nooit routine­

matig, maar altijd persoonlijk. In de gesprekken met zijn leerlingen

verwees hij naar Dat waar we allemaal uit voortkomen en weer naar

terug zullen keren, en tegelijkertijd altijd al zijn en zijn geweest: Be­

wustzijn.

De wijze waarop hij dat deed was uniek. Zijn onderricht zat vol hu­

mor, en was ontregelend en confronterend waardoor een onmiddel­

lijke diepe herkenning van wat je wezenlijk bent, mogelijk werd.

En wat een geschenk is dit!

Page 5: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Uitgetypte lezingen, dertien jaar als verloren beschouwd, worden in­

eens toch leesbaar. Deze woorden, destijds uitgesproken door Alexan­

der, blijken onverminderd actueel.

Tijdloos, dadeloos.

Nog altijd is die speciale energie aanwezig, als de geur van het Abso­

lute. Tijdens het lezen van de teksten en het luisteren naar de cd zou het kwartje zomaar kunnen vallen.

U bent gewaarschuwd!

Aan u de uitnodiging dit geschenk aan te nemen en uit te pakken.

Mahadevi

Inhoud

Voorwoord Jan Koehoorn

Interview met Belle Bruins uit 1988

Kies je voor het leven, of kies je voor de dood? De getuige in het dagelijks leven

Zelfonderzoek Het ontwaken van intelligentie God bestaat helemaal niet!

Voorbij het begrijpen

Maya Vrije wil

De eerste en de laatste overgave Yoga, meditatie en identificatie

Een ervaring kan nooit de waarheid zijn De vierde toestand

Inhoudsopgave cd

9

11

33

53

71

89

97

107

135

163

191

221

257

299

313

Page 6: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Voorwoord

"'C igenlijk was dit boek al geschreven. De teksten zijn transcripties

..I.::tvan bijeenkomsten met Alexander Smit, Nederlands bekendste advaitaleraar. Het enige dat ik heb gedaan, is leesbare tekst maken van

letterlijk opgeschreven gesproken tekst. Daarbij heb ik getracht de stijl

van Alexander zoveel mogelijk intact te laten.

Lezers die Alexander hebben meegemaakt zullen de manier van over­

dracht onmiddellijk herkennen. Zoals hij zelf altijd zei: 'Laat het maar

gewoon zijn verhaal vertellen.' En dat is wat dit boek doet. Het vertelt

het verhaal van advaita, op de unieke manier die zo bij Alexander

hoorde.

Mijn dank gaat uit naar de Advaita Foundation voor het bewaren van alle diskettes en cassettebandjes, naar Wouter en Wim voor het uitge­ven van dit prachtige materiaal en naar Wim en Ida voor de hulp bij het redigeren van de teksten.

9

Page 7: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Er zit een cd bij dit boek, met daarop een aantal (steekproefsgewijs

gekozen) audiofragmenten van bijeenkomsten. Zo krijgt u een nog betere indruk van hoe de overdracht indertijd was.

Wil je meer weten over Alexander Smit, neem dan eens een kijkje op: www.facebook.com/groups/alexandersmit. Op dit forum zijn veel uit­

spraken en citaten te vinden.

jan Koehoorn

10

'Elke ontsnapping is gedoemd te mislukken'

Belle Bruins in gesprek met Alexander Smit, september 1988

Locatie: de keuken van zijn huis aan de Prinsengracht in Amster­dam. We waren bezig met het doornemen van de vertaling van

'The nectar of the Lord's feet' (Nederlandse titel 'Zelf-realisatie') van zijn leermeester Sri Nisargadatta Maharaj en hij wilde ter afwisseling best eens een 'interview' doen, als een soort oefening. Het interview heeft een computercrash, inbraken en diefstal overleefd, want geluk­kig had ik de band indertijd al uitgetypt en geprint. Die heb ik jaren­lang als een schat bewaard. Tot nu.

Alexander leerde Nisargadatta kennen in september 1978. Begin sep­tember van hetzelfde jaar was Jacques Lewensztain* in India geweest en kwam terug met het boek 'I am That' en tapes van Nisargadatta.

Alexander: Dat boek kwam in handen van Wolter Keers. Die was er erg blij mee, want na het sterven van Krishna Menon (Wolters leermeester)

* Destijds een bekende yogaleraar.

11

Page 8: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

had hij niet meer zoiets puur advaitisch gehoord. Nadat Wolter het boek

had gelezen, besloot hij het te vertalen en uit te geven 'want dit is zo ont­zettend goed!' Wolter gaf mij het boek onmiddellijk en ik was er heel erg

door aangedaan. Toen kwam er een artikel in Panorama of De Nieuwe Revu: 'God heeft geen tanden'. Een slecht geschreven verhaal door die

jongen die Showroom deed (1V). Met een levensgrote foto over twee paginàs van de kop van Nisargadatta. Dat was eigenlijk mijn eerste ken­nismaking met Nisargadatta Maharaj. Wolter had toen al gez.egd: 'Ik

kan niets meer voor jou doen. Je hebt iemand nodig, maar ik zou niet weten wie.' Maar toen hij 'I am That' gelezen had, zei hij: 'Als ik je een advies mag geven, ga onmiddellijk daarnaar toe.' En dat heb ik gedaaq.

B. Wat zocht je?

Ik zocht niks meer. Ik wist alles. Maar als je me echt vroeg wat ik begre­

pen had, dan zou ik gezegd hebben: ik weet het eigenlijk niet. Iets essen­tieels weet ik niet. Er zat een soort blinde vlek in me waar niemand raad mee wist. Krishnamurti wist daar niets op te zeggen. Bhagwan was voor ons in die tijd niet iemand waar wij naartoe zouden gaan, althans niet voor dit soort zaken. Da Free John was het ook niet. In die tijd waren dit de mensen die bekend waren. Ik had een blinde vlek. En het typerende

van een 'blinde vlek' is dat je niet weet wat het is. Je weet alleen dat als je heel eerlijk zou zijn, als je werkelijk tot op de bodem zou gaan bij jezelf, dat je het raadseltje niet had opgelost.

B. Voor het eerst in Bombay?

Een trappetje naar boven, naar een zolderkamer. Eerst kwam mijn kop en het eerste wat ik zag, was mevrouw Satprem en Nisargadatta. Er

waren misschien drie of vier mensen.

12

'Hier ben ik,' zei ik. En hij zei: 'So, finally you carne.' Ja, dat zeggen ze allemaal; dat heb ik later gehoord, maar voor mij was het voor het

eerst dat ik dat hoorde. Ik had wel het gevoel toen ik binnenkwam dat het nu echt ernst was. Nu is er geen ontsnapping meer mogelijk. Hier gebeurt echt iets.

Ik had natuurlijk al heel wat van die mensen ontmoet: Krishna­

murti, Jean Klein, Wolter, Swami Ranganathananda, Douglas Har­ding en ook Indiërs, minder bekende figuren en voor Ramana Mahar­shi en Krishna Menon was ik natuurlijk te jong. Die zijn in de jaren vijftig overleden. Toen was ik zeven of acht jaar. Dat is geen leeftijd om

je met die dingen bezig te houden.

In die tijd gold voor ons: wachten op een levende leermeester. En ik had heel sterk het gevoel dat hij de man was die ik zocht.

Hij vroeg of ik getrouwd was, wat ik deed, waarom ik naar India gekomen was.

B. Wat wilde je precies van hem?

Zelf-realisatie. Ik wilde weten hoe het in elkaar zat. Ik zei: 'Ik heb

gehoord dat u de grootste egokiller bent die er bestaat. En dat wil ik.' Hij zei: 'Ik ben geen killer, ik ben een diamantslijper. Jij bent ook een diamant, maar je bent een ruwe diamant en je moet nog geslepen wor­den en je kan alleen maar geslepen worden door een zuivere diamant. En dat is heel precies werk, want als je dat verkeerd doet, valt hij in

honderd stukjes uiteen en heb je niets meer over'. Heb je vragen? Ik zei dat Maurice Frydman de doorslaggevende reden was van mijn

komst. Frydman was een vriend van Krishnamurti. Die logeerde altijd bij Frydman en Frydman was van plan al het vroegere werk van Krish­

namurti uit te geven bij uitgeverij Chetana in Bombay en hij had van

meneer Dikshit (de uitgever) gehoord dat er in Bombay iemand was die

13

Page 9: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

hij moest ontmoeten. ('I am That' was uiteraard nog niet uitgegeven want Frydman moest Nisargadatta nog ontmoeten). Frydman ging er­

naar toe met zijn gebruikelijke sceptische ideeën. Hij kwam daar binnen

en binnen twee weken was hem duidelijk wat hem nooit duidelijk was

geworden bij Krishnamurti. En toen dacht ik: als het bij Frydman in

twee weken duidelijk was, hoe zou het dan met mij gaan? Dat vertelde ik aan Nisargadatta en hij zei: 'Dat zegt niets over mij,

maar het zegt alles over Frydman.' En hij zei ook: 'Mensen die Krish­

namurti niet begrijpen, begrijpen zichzelf niet.' En dat vond ik heel

mooi, want bijna alle goeroe's die ik kende, kraakten altijd iedereen af

Het leek of hij mij wilde ontspannen. Hij lanceerde geen provocaties.

Ik kon ontspannen, want je begrijpt dat het uiteraard een nogal span­

nende toestand was daar.

Hij zei: 'Heb je vragen?' Ik zei: 'Nee.'

'Wanneer ga je komen?'

'Als u mij toestaat, elke dag.' 'Dat is goed. Kom maar tweemaal per dag. 's Morgens en 's mid­

dags, voor de lezingen en dan zien we wel hoe het gaat.'

Ik zei: 'Ja, en ik ga niet weg voordat het duidelijk is.'

Hij zei: 'Dat is goed.'

B. Was het waar?

Ja. Zonder meer. Want wat hij deed - in twee minuten maakte hij

duidelijk, waar je ook mee kwam, dat de kennis waar je mee kwam

niet van jou was. Dat het uit een boek was, dat je het geleend of gejat

had of dat het fantasie was, maar dat je eigenlijk niet in staat was een

directe waarneming te hebben, a direct perception, direct te kijken,

onmiddellijk, zonder mediator, zonder zelfbewustzijn.

14

En daar schrok ik verschrikkelijk van. Want alles wat je zei werd op een brute manier afgekapt.

B. Wat gebeurde er precies met jou?

De tweede dag vroeg hij of ik wat te vragen had. Toen begon ik op

een min of meer romantische manier een vraag te stellen over reïncar­natie. Ik vertelde dat ik altijd een binding met India had, dat toen ik

het woord 'India' voor het eerst hoorde, dat een shock voor me was,

dat ik me erg thuisvoelde in India en dat het woord 'yoga' als een bom insloeg toen ik het een keer hoorde op tv en ook het woord 'Brits

Indië', alsof een hond z'n baas hoort fluiten. En, vroeg ik, zou het

misschien betekenen dat ik in vorige levens in India gewoond heb? En toen begon hij in het Marathi ongelofelijk te schelden en opgewonden te doen en dat duurde minstens tien minuten. Ik dacht: My god, wat

krijgen we nou? Die vertaler was het kennelijk gewend want die zat er heel rustig bij en toen Maharaj klaar was vatte de vertaler het samen:

'Maharaj vraagt zich af of u wel serieus bent. Gisteren kwam u hier en

u wilde zelf-realisatie, maar nu komt u aan met vragen die thuis horen

op een fröbelschool .. .' Zo werd je gedwongen ongelofelijk alert te zijn. Alles telde heel

zwaar. Binnen een paar dagen werd me duidelijk dat ik echt helemaal niets wist. Dat alles wat ik wist, dat alle kennis die ik verzameld had, boekenkennis was, dat het tweedehands was, dat het aangeleerd was,

maar dat ik vanuit mezelf niets wist. Ik kan je verzekeren dat dat wel de nodige dingen in beweging

zette. En zo ging dat elke dag! Waar ik ook mee kwam. Of ik een intel­

ligente vraag stelde of een domme vraag maakte absoluut geen enkel verschil. En de ene dag beweerde hij dit en de andere dag beweerde hij

het tegenovergestelde en de dag daarna draaide hij het nog een keer

15

Page 10: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

om hoewel dat eigenlijk niet kon. Enzovoort, tot ik al observerende in de gaten kreeg waarom dat was en dat was een heel wonderlijke reali­

satie. Waarom probeer ik steeds om alles in concepten te proppen, om

alles te begrijpen via het denken of in de gevoelssfeer?

En hij gaf me tips hoe ik op een andere manier naar de dingen kon

kijken. Echt kijken dus. En toen werd het me duidelijk dat het ge­

woon geen enkele zin had om jezelf - dat wat je dan jezelf noemt - op

zo'n manier te bezien of te beschouwen of zelfs niet te beschouwen. Dat was een absolute ondermijning van het zelfbewustzijn, zoals een

termiet een stoel opeet. Op een gegeven moment is het zaagsel. Het

ziet er nog wel uit als een stoel, maar het is geen stoel meer.

B. Leidde dat tot je realisatie?

Hij bleef aan de gang op die manier. En toen kwam er een moment

dat ik er schoon genoeg van had. Echt zo schoon genoeg dat ik ". ik

zal niet zeggen kwaad werd, maar er vond een verschuiving plaats, een

accentverschuiving van alle autoriteit buiten mij, met inbegrip van Nisargadatta, naar een autoriteit binnen in mijzelf. Hij was aan het

praten en op een gegeven moment zei hij 'niemand'. Hij zei: 'Er is hier natuurlijk niet iemand die praat.' Dat werd me teveel. En ik zei: 'Als

je dan niet praat waarom houd je je mond dan niet? Waarom dan nog iets zeggen?'

En het leek wel of hij daarop gewacht had. Hij zei: 'Wil je dat ik

niet meer praat? Is goed, dan praat ik vanaf nu niet meer en als mensen

iets willen weten, dan gaan ze maar naar Alexander. Vanaf nu wordt er niet meer vertaald, vertalers hoeven niet meer te komen, er wordt geen Engels meer gesproken. Er wordt alleen nog maar Marathi gesproken en als mensen problemen hebben gaan ze maar naar Alexander want

die schijnt hier alles te weten.'

16

En het gedonder met de anderen, de slijmjurken en de slijmballen die

zeiden dat ik m'n excuses moest aanbieden! Van m'n leven niet. Ja, je kan je excuus niet aanbieden aan een niemand hè?!

En tegen mij zei hij: 'En jij, jij kan hier niet meer komen.' En ik:

'Hoezo kan ik hier niet meer komen. Houd me maar eens tegen. Ben

je helemaal besodemieterd.' En de vertalers waren daarover helemaal

over hun toeren natuurlijk. Ze zeiden dat zoiets nog nooit vertoond was. En hij was kwaad! Niet te geloven zo kwaad! En de geschenken

die ik voor hem had meegebracht gooide hij voor m'n voeten en hij zei: 'Niets wil ik van jou. Nothingfrom you 1 want.'

En dat gaf de doorslag, want toen gebeurde er iets, er was geen

denken; want die autoriteitsverschuiving had plaatsgevonden. Zoals

ik het ervoer kwam er van alle kanten van alles op me af: de logica, het verstand, het intellect van de ene kant en tegelijkertijd van de andere

kant het hart, de gevoelens en alle fenomenen, al het gemanifesteerde kwam allemaal regelrecht van alle kanten tegelijk op me af naar een

absoluut centrum waar de boel explodeerde. Knal. Niet te geloven.

Daarna was het duidelijk voor me ... De volgende dag ging ik er gewoon naartoe. Er was wel een le­

zing, maar er werd inderdaad geen Engels gesproken. Ik kan je ver­

zekeren dat de spanning te snijden was, want ik was de schuldige

natuurlijk. Dat wou hij me in de schoenen schuiven en die vertalers zaten er gewoon een beetje bij. Er werd zelfs niet gesproken. En

de dag daarna waren er niet eens lezingen. Kwam hij eraan met de

auto, reed weg toen hij mij zag en ging naar de bioscoop ." Toen heb ik hem een brief geschreven. Twaalf kantjes. In perfect Engels. Die

brief heb ik laten brengen. Ik vond dat het nu de spuigaten uitliep.

Ik heb alles opgeschreven. En zijn antwoord was: laat hem morgen om tien uur komen. En die dag las hij mijn brief voor en zei: 'You

understood. Deze confrontatie was nodig voor de eliminatie van dat

17

Page 11: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

zelfbewustzijn. But you understood completely and 1 am very happy with your letter and nothing happened.' Dat luchtte de zaak natuur­

lijk wel op. Hij vroeg of ik nog langer wilde blijven. 'Vanuit deze

situatie, die op 21 september 1978 plaatsvond, wil ik in liefde hier

zijn.' En hij zei: 'Dat is goed.' Vanaf die dag heb ik alle gesprekken bijgewoond en ook af en toe vertaald als er bijvoorbeeld Spanjaarden

kwamen of Fransen of Duitsers die slecht Engels verstonden. Ik was

toen zo'n beetje een hulpje.

B. Je past dus echt dezelfde methode toe als hij: het elimineren van

het zelfbewustzijn tot op het bot en de mensen hun identificaties laten

zien. Was dat zijn methode?

Ja. Het valse als het valse herkennen en daarmee de waarheid geboren

laten worden. Maar het wonderlijke was, het basisdilemma van MIJ

en als ik 'mij' zeg bedoel ik in zekere zin iedereen, dat je je op een

gegeven moment afvraagt: waar ik voor gekomen ben, blijkt dus iets

totaal anders te zijn dan wat ik dacht. Iedereen heeft ideeën over deze

kwestie en ik had in de verste verte niet vermoed dat de verwerkelij­

king daarvan iets dergelijks zou zijn. Dat ten eerste. Ten tweede blijkt

dat je op een gegeven moment min of meer voor de keuze staat om

je zelfbewustzijn te handhaven uit trots, arrogantie, intellect. En de

functie van de goeroe, de vaardigheid waarmee hij de vluchtwegen

van de discipel tot de wezenlijke zelfconfrontatie kon afsluiten, was

bij hem ongehoord, althans in mijn geval. En voor mij was dat de

doorslaggevende factor. Want als er een mogelijkheid was geweest om

te 'ontsnappen' had ik dat zeker gedaan. Als een dief die toch nog

probeert 'm te smeren.

B. Zei hij er ooit nog iets over?

18

Hij zei erover dat er ook een ongelofelijke moed voor nodig is om niet

te vluchten. En dat mijn komst hem bijna een hartaanval bezorgde.

Dat hij eigenlijk niet meer de kracht had om zulke gevallen als ik

aan te pakken naarmate hij ouder werd. Ik heb dus het gevoel dat ik precies op tijd gekomen ben. Later werd hij ziek. Hij zei: 'Ik heb

geen kracht meer om mensen te overtuigen. Als het je bevalt, blijf dan

komen, misschien heb je er wat aan, maar ik heb de kracht niet meer

om mensen zoals hij (en dan wees hij naar mij) te overtuigen.' Ik ben

hem zo dankbaar. Want het laat alleen maar zien hoe groot mijn ver­

zet was. Er moet een evenredige kracht zijn die net iets sterker is dan

jouw vreemdste en sterkste verzet. Dat heb je nodig. Het laat zien hoe

groot mijn verzet was. En het laat zien hoe groot zijn kracht was. En

zijn vaardigheid. En daarom is hij voor mij dus de grote Satguru. Het

feit dat hij in staat was om de slimste aFf eer - en ik kan je verzekeren dat na vijftien jaar me te hebben verdiept in dat soort zaken - mijn af­

weer uiterst geraffineerd en slim was, maar voor hem moeilijk, ook al

kende hij zijn pappenheimers. Ik was echt een moeilijk geval. Daarom

moest ik naar zo'n moeilijk iemand natuurlijk. Het zegt veel over mij.

Net zoals hij in het begin zei dat het alles zegt over Frydman. Maar de

vaardigheid waarmee hij alle vluchtwegen van de leugen en de valsheid

kon afsluiten, heb ik nergens anders zo gigantisch groots gezien.

Ik ben natuurlijk niet overal geweest, maar bij Ramana Maharshi

smolt je gewoon. Dat was een heel andere manier. Bij Krishna Menon

kon het intellect niet standhouden bij zo'n gigantische demontage,

maar bij Nisargadatta was elke ontsnapping gedoemd te mislukken.

Mensen die kwamen om iets te halen of mensen die dachten daar iets

te kunnen brengen, stonden binnen vijf minuten geestelijk gesproken

naakt buiten. Ik heb daar heel veel mensen in grote verschrikking weg

zien lopen. Op een gegeven moment was ik helemaal niet meer bang,

omdat ik het gevoel had dat er toch niets meer te verliezen was. Dus

19

Page 12: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

kan ik ook niet zeggen dat het nou echt moedig van me was. Ik kan

alleen zeggen dat ik in zekere zin met hem in de aanval ben gegaan.

En het leuke was dat hij het ook heel erg waardeerde. Want hij stuurde wel mensen weg, maar die gingen dan ook echt en kwamen meestal niet meer terug en dan zei hij: 'Dat zijn lafaards. Ik heb ze niet weg­gestuurd, ik heb dat deel van hen weggestuurd dat niet acceptabel is hier.' En als ze dan weer kwamen, helemaal open, dan zei hij er niets over. Maar tijdens dat gebeuren met mij vergaten de mensen dat. Er was ook een dokter, een heel fijne man, die zei: 'Denk niet dat hij heel bruut tegen je is; je hebt er geen idee van hoeveel liefde erin zit om dit met jou te doen.' 'Jajajaja, dat weet ik wel,' zei ik, want ik wilde van niemand commentaar. Tenslotte was dit waar ik voor gekomen was! Alleen de vorm waarin het gebeurde, die was wel even iets totaal anders dan wat ik ook maar Ü1. de verste verte had kunnen vermoeden. Maar nogmaals, dat zegt meer over mij dan over Maharaj. En dat denk ik nog steeds.

B. Zijn methode was dus je het valse als vals te laten herkennen, de onwaarheid als onwaarheid te leren doorzien en daardoor tot waarheid te komen?

Ja. En dat ging dieper dan ik ooit had kunnen vermoeden. Het denken was absoluut hulpeloos. Het intellect maakte geen schijn van kans. Het hart was ook een valkuil. En dat is precies wat er daar gebeurde. Dat is alles. En ik weet dat er na die dag, 21 september 1978, in mij nooit meer een greintje twijfel is geweest omtrent deze kwestie en dat die autoriteit, dat gezag, die authenticiteit, nooit meer de wijk geno­

men heeft, zich nooit meer verplaatst heeft. Er is geen enkele autoriteit op de wereld, in deze wereld noch in een andere wereld, die mij uit die realisatie kan stoten. Zo ligt het.

20

B. Heeft Maharaj gezegd dat je na die realisatie iets moest doen?

Ik vroeg: 'Het is allemaal mooi, maar wat nu? Wat moet ik met mijn leven?' Toen zei hij: 'You just talk and people wilt take care of you.' En zo is het gegaan.

B. Ging je hem vaak bezoeken?

Verschillende keren. Zo vaak ik kon was ik daar elk jaar twee of drie

maanden. Tot de allerlaatste keer. En toen ik wist dat ik hem nooit meer zou zien, was er ook helemaal geen verdriet of zoiets. Het was gewoon zoals het was. Het was prima zo.

B. Deed hij tegen anderen ook zoals tegen jou?

Niet zo intens en niet zo persistent.

B. Je krijgt wat je aangeeft?

Ja, dat is zo. In zekere zin deed hij dat bij iedereen, maar als iemand heel gevoelig was, pakte hij dat toch anders aan. Het scheelt natuurlijk

of er een oudere non voor je zit of een rebel zoals ik, die er ook nog uitziet alsof hij wel iets hebben kan natuurlijk. De laatste keer zei hij: 'He wilt be powerfoi in Europe. He has the knowledge. He wilt be the source of what 1 am teaching. 'En dan wees ie met die koplampen van ogen naar mij. Dat is toch heel wonderlijk ".

Het is nu tien jaar geleden en het lijkt een week. Ik heb in de loop der jaren de woorden van hem leren waarderen. Waar ik eerder vraag­tekens bij zette, zie ik nu manifest worden. Eerst dacht ik: zoals hij dit verwoordt is toch typisch Indiase conditionering, maar het wonder-

21

Page 13: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

lijke is dat alle adviezen die hij heeft gegeven mij leerden me daaraan te houden. Ik heb me er ook een paar keer niet aan gehouden en dat heeft altijd tot rampen geleid.

B. Zoals?

Hij heeft bijvoorbeeld tegen mij gezegd: 'Don't challenge the Great

Ones. Let them. Let them enjoy.' En ik moet zeggen dat ik daar moeite mee gehad heb. Maar mijn rebelse karakter kennende - en dat heeft hij natuurlijk onmiddellijk gezien - moest hij me dat toch meegeven. En steeds als ik merk dat dat aspect van mijn karakter zich wil uitdruk­ken, hoor ik zijn stem 'Don't challenge the Great Ones.' Hij voorzag dat. Dat weet ik zeker. En zo heeft hij nog een aantal dingen gezegd die zich ineens kunnen aandienen. Dan hoor ik hem. En Wolter heeft dat

altijd gezegd. Hij zei: 'Na de zelf-realisatie zijn de enige woorden die je bij blijven de woorden van de goeroe. Al je kennis verdwijnt, maar de woorden van de goeroe blijven.' En ik kan nu bevestigen dat dat waar is. Dat dat zo is.

B. Was Walter ook een discipel van Nisargadatta?

Nee, maar hij is er wel vaak geweest.

B. Ik heb begrepen dat jij het levende onderricht, the Living Teaching, heel erg belangrijk vindt. Geldt dat speciaal voor advaita?

Het bezwaar van boeken over advaita, met inbegrip van de vertalingen van de woorden van Nisargadatta, is dat er teveel kennis in wordt gege­ven. Dat is een bezwaar. Mensen zouden die kennis, en vooral de ken­nis op het hoogste niveau, kunnen gaan gebruiken ter verdediging en

22

instandhouding van_ hun zelfbewustzijn. Dat maakt mijn werk moeilij­ker. Kennis, spirituele kennis, kan wanneer er geen levende leermees­ter bij is, opnieuw gebruikt worden voor het in stand houden van het 'ik', van het zelfbewustzijn. The mind is tricky, cunning. En ik spreek uit eigen ervaring! Want advaita vedanta kan zonder een goede levende leermeester, een goede zeg ik, een perfect zichzelf sluitend afweerme­chanisme zijn. Het kan een plastic zak zijn die lekt aan alle kanten, maar je kan het lek niet vinden. Je weet dat het niet klopt, maar het lijkt kloppend. Voor het mentale gebied lijkt het kloppend, maar voor het gebied van de verwerkelijking klopt het niet. Dat is het gevaar in de vedanta. Mits er dus een goede levende leermeester beschikbaar is, kan het geen kwaad. Maar blijf af van advaita aj.s er geen leermeester voorhanden is! Mits goed begeleid, kan advaita schitterend zijn.

B. Bedoel je dat mensen dingen zouden kunnen doen vanuit een zoge­naamd 'weten' dat ze meer zijn dan de inhoud van het bewustzijn? Dat ze er dus van uitgaan dat de inhoud eigenlijk zonder waarde is?

Ja. Daarom wilde ik nooit boeken schrijven tot nu toe. Maar zolang ik leef, is er levend onderricht. Als ik dood ben, kunnen ze ermee doen wat ze willen, maar zolang ik leef, ben ik erbij.

B. Om corrigerend op te treden?

Ja.

B. Heeft de mens een ingebouwd beschermingsmechanisme?

Op het niveau van de psyche is er een beschermingsmechanisme waar­door je niet meer opneemt dan je aan kunt, maar op een hoog niveau

23

Page 14: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

heb je onherroepelijk vroeg af laat een leermeester nodig die je bepaalde

dingen zal moeten vertellen, die dingen moet uitleggen omdat je anders

gegarandeerd vastloopt. Wie geen levende meester wenst, loopt vast.

B. Boeken zouden ertoe kunnen leiden dat mensen geïnteresseerd ra­ken en op zoek gaan.

Naar een goede leermeester van vlees en bloed. Levend!

B. Heeft Nisargadatta voorzien dat jij je als goeroe zou gaan manifes­

teren?

'Goeroe' vind ik een rotwoord, maar hij heeft wel gezegd: 'Many people wilt seek your blessings.'

B. Je kon dus niet anders. Het ging vanzel(

Hij heeft gezegd: 'Het zaad is gezaaid, de seizoenen doen de rest.'

B. Geldt dat niet voor iedereen?

Ja, maar sommig zaad valt goed en komt uit en ander zaad komt niet

op. Van een miljoen zaadcellen bereikt er maar een het eitje.

B. Bij Nisargadatta werden ook bhajans gezongen en bepaalde rituelen

gedaan. Vooral voor de Indiërs. Deed jij daar ook aan mee?

Ik heb er tweemaal aan meegedaan. De bhajans vond ik wel apart .. .'

B. Wat is het doel daarvan?

24

Het zingen van bhajans heeft een louterend effect op lichaam, den­

ken en voelen zodat de kennis manifest kan worden en een plek kan vinden. Ik heb er geen behoefte aan, maar ik zie wel dat het zingen

sociaal en emotioneel soelaas biedt en dus ben ik er niet tegen. Verder

werd er prasad uitgedeeld en arati gedaan.

B. Wat is arati?

Een vorm waarbij met vuur gezwaaid wordt en waar kamfer verbrand wordt. Kamfer is het symbool van het ego. Dat brandt en daar blijft

niets van over. Net als er bij zelfrealisatie niets van het zelfbewustzijn

overblijft. Het is een mooi ritueel. Het maakt je attent op allerlei din­gen. Er wordt met vuur gezwaaid ter hoogte van je ogen opdat wat je

ziet mooi mag zijn; bij je oren opdat wat je hoort zuiver mag zijn en

ter hoogte van je mond opdat wat je eet zuiver mag zijn. Het is hin­doestaanse symboliek die in India zo ingeburgerd is dat het meestal

tot vervlakking en allerlei gewoontehandelingen is verworden. Als symbool vind ik het wel wat hebben, maar westerlingen moeten zich daar niet aan wagen tenzij ze de symboliek helemaal doorzien. Het

zingen van AUM vind ik goed, dat werkt, dat zijn wetmatigheden. Het werkt voor het louteren van lichaam, denken en voelen, zodat de

kennis waar het om gaat manifest kan worden en een plek in je leven

kan vinden.

B. Volgde Nisargadatta een bepaalde traditie?

Nou en of! De Navnath Sampradya. De traditie van de Negen Guru's.

De eerste was Jnaneshwar Qnanadeva) uit de 13e eeuw, die op z'n

twintigste tot zelf-realisatie kwam en ook op die leeftijd stierf. Nisar­

gadatta was de negende.

25

Page 15: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B. Ben jij de tiende?

Nee. Ik noem Maharaj altijd 'de laatste der Mohikanen'.

B. Toch heb je het altijd over de traditie.

Ik werk volgens een traditionele achtergrond omdat daar een ervaring

ligt van duizenden jaren onderricht. En onderricht dat werkt! Ik heb de traditie leren waarderen. Ik ben eigenlijk helemaal niet traditio­

neel, maar in mijn hart ben ik een traditionalist. Als ik het heb over 'de traditie' dan bedoel ik de traditie van de advaita zoals die manifest geworden is in de Navnath Sampradya.

B. Wat is het belang van traditie?

Het belang van een traditie is net als met vioolspelen; je hebt voorgan­gers gehad die het op een bepaalde manier gedaan hebben waarvan je

weet dat het werkt. Maar veel tradities zijn doodlopende tradities ge­worden, omdat ze niet meer werken. Daarom zie je altijd vernieuwers

zoals een Boeddha, een Krishna, Krishnamurti, Ramana Maharshi

in zekere zin, Bhagwan (Osho) en Nisargadatta. De manier waarop Nisargadatta het zei was toch weer heel anders dan zijn goeroe het zei en de manier waarop het hier manifest wordt, is toch weer heel anders

dan bij Nisargadatta. Het gaat om de 'essentie'.

B. Heeft Nisargadatta jou die traditie geleerd?

Je kunt een traditie niet leren; je kunt alleen tot zelf-realisatie komen.

En dat is wat er gebeurd is. Ik weet wat ik weet. Klaar.

26

B. En dan is er een traditie geboren?

Ja, precies, je zegt het heel goed.

B. We zijn nu bezig met het boek 'Zelf-realisatie'. Hoe vind je dat

boek?

Het is geen makkelijk boek. Het is geen makkelijke bedgenoot.

B. Op de een of andere manier heeft het vertalen veel voor mij ge­

daan.

Jij bent al heel lang bezig met deze zaken, dus het lezen in een vrij di­

recte vorm van de woorden van Nisargadatta moet een effect hebben,

maar zelfs jij vond het een moeilijk boek. Het thema van het boek- wie was je vóór de conceptie, voordat lichaam/denken/voelen erin kwam en

vóór de vorming van woorden in de geest begon - is nou niet bepaald eenvoudig te noemen, maar na herhaaldelijk lezen en met elkaar praten

en allerlei andere dingen, wordt een en ander toch duidelijk.

B. Het moet verteerd worden?

Ja, vooral het verteren is van belang. Je kan wel een hoop eten, maar het moet ook verteerd worden.

B. Zag je hem ook nog wel gewoon, overdag, zoals hier in de keu­

ken?

Hij woonde in dat huis en iedereen ging naar zijn hotel of naar familie

of naar vrienden of logeerde bij de tolken/vertalers. Er bleef ook altijd

27

Page 16: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

wel iemand in huis om een beetje voor hem te zorgen, maar iedereen

ging gewoon zijns weegs. Er was geen sprake van een ashram in de ge­bruikelijke zin, een verzorgingsinstituut, een soort leger des heils voor zoekers. Geen sprake van.

B. Hoe was hij tussen de bedrijven door?

Wisselend, van uiterst vriendelijk tot knorrig.

B. Vond je hem een aardige man?

Geen seconde over nagedacht.

B. Zou je zijn vriend willen zijn?

.•. stilte

B. Dat kan niet?

Nee, rare vraag.

B. Vind ik niet; je kan toch zeggen: 'Hij is mijn goeroe, maar als mens,

als persoon' ... als je hem tenminste nog als persoon zou kunnen be­schouwen?

Een kanjer gewoon, maar ja, daar is geen zinnig woord over te zeg­gen.

B. Dat geloof ik niet.

28

Echt niet.

B. Heb je weleens met hem gegeten?

Ja.

B. Heb je weleens met hem naar muziek geluisterd?

Nee.

B. Heb je weleens gewoon met hem gebabbeld over koetjes en kalf­jes?

Ja.

B. Hoe was dat?

Gewoon, zoals met jou.

B. Vond je dat eng?

Nee.

B. Nooit? Ook niet in het begin?

Nee.

B. Had hij een gewoon huiselijk leven?

Ja.

29

Page 17: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B. Was hij getrouwd?

Ja. Hij had kinderen.

B. Hoe was hij als vader?

Streng.

B. Hoe was hij als echtgenoot?

Weet ik niet want zijn vrouw was dood.

B. Had hij vriendinnen?

Nee.

B. Sprak hij weleens over seks?

Nee, nooit. Hij had geen vrije tijd. Al zijn tijd werd besteed aan de 'talks'. Of hij sliep of hij wandelde of hij keek naar buiten. En hij rookte een beedee-cje.

B. Hoe vond hij het om ziek te zijn?

Vond hij niks van. Is gewoon iets van het lichaam, een aardigheidje.

B. Hoe was zijn houding ten aanzien van vrouwelijke 'zoekers'?

Voor Indiase vrouwen was het mond dicht en luisteren. Geen vragen stellen. Tenzij ze erg dapper waren, dan stond hij ze wel toe vragen

30

te stellen en gaf hij antwoord. Westerse vrouwen gaf hij gewoon ant­woord, zoals bij de mannen. Maar bij Indiase vrouwen was hij heel traditioneel: 'just keep quiet.'

B. Had hij een of andere hobby?

Nee.

B. Hoe dacht hij over Bhagwan (Osho)?

Verschillend. Lag eraan wie de vraag stelde.

B. Nou ja, je wil niet meer. Ik geef 't op.

(lacht en zet de microfoon uit.)

31

Page 18: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Kies je voor het leven,

of kies je voor de dood�

Bezoeker: Is het toeval dat je in je leven met de essentie in aanra­

king komt, met Zelfrealisatie in aanraking komt? Want er gaan toch ook een heleboel mensen dood in onwetendheid.

Alexander: Daar weet ik echt geen raad mee, met deze vraag hoor.

B: Maar waarom komt de ene wel snel ermee in aanraking en duurt dat voor de ander allemaal veel langer?

A: Slecht karma, heb ik wel eens gelezen, maar ik geloof er allemaal

niets van. Kijk, ik kan geen antwoord geven op deze vraag, want die gaat uit van vooronderstellingen. Er zit al een conclusie in de vraag.

Dus ik ben niet vrij om vrijuit te praten, zal ik maar zeggen.

B: Dat weet ik niet. Ikzelf heb veertig jaar met mijn hoofd in de wol­

ken gelopen en ik wist van deze materie.

33

Page 19: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Dat is hetzelfde. Ben je al opgehouden je man te slaan?

B:Ja.

A: Dus dar betekent dat je hem sloeg in het verleden.

B: Als je bedoelt letterlijk, dan niet.

A: Nee, als ik aan jou vraag: 'Ben je al opgehouden je man te slaan?' en je zegt ja, dan betekent het dat je hem in het verleden sloeg. Want de vraagstelling gaat uit van een conclusie vooraf. En dat is met deze vraag ook. Ten eerste zeg je dat er onwetenden zijn die sterven zonder dat ze met de essentie in aanraking komen. Op die manier kan ik niet vrijuit praten natuurlijk.

B: Hoe moer ik hem dan inkleden, die vraag?

A: Je moet hem helemaal niet inkleden, je moet hem uitkleden. Als je zegt: 'Waarom is God zo onrechtvaardig?', dan ga je er van uit dat God onrechtvaardig is en dat er daarvoor ook een waarom is. Dan zeg je: 'Hij is onrechtvaardig, omdat hij alleen maar lagere school gehad heeft. Maar waarom heeft hij geen kans gehad om te studeren?' En zo kun je maar doorgaan.

B: Ik weer niet precies hoe ik het moet zeggen.

A: Dat is een van de moeilijkste dingen, een goede vraag stellen. In de meeste vragen zit een vooronderstelling; een conclusie als uitgangspunt. En het is voor dit soort gesprekken niet echt de goede ingang. Voor alle andere soorten gesprekken is her leuk en voor roddels is het zelfs noodza-

34

kelijk. Essentieel zelfs, dan ontkom je er niet aan. Voor een beetje goede roddel of laster moet je echt van allerlei dingen uitgaan. Waar je zelf het bangst voor bent enzovoort; dat is heel gecompliceerd. Maar met dit is het nog moeilijker. Probeer een vraag te stellen die niet al vol conclusies zit.

B: Maar hoe komt het dan dat je hiermee in aanraking komt?

A: Omdat je ermee in aanraking komt.

B: En dat het toeval lijkt.

A: Nee, daar heb je het alweer. Toeval, daar zit al weer een hele filosofie achter. Als je een begrip neemt als toeval, introduceer je al een hele wereld waar ik niets te maken mee wil hebben. Toeval is wat je toevalt, zeg ik. Toekomst is wat naar je toekomt.

B: Ja, dan weet ik het nu direct niet meer, maar misschien dat ik er nog opkom.

A: Goed, nou ik ben erg benieuwd. Wie?

Andere bezoeker: Emoties, zijn die altijd met het ego verbonden?

A: Ook weer zoiets. Jullie dwingen me altijd!

B: Ik laat het open, dus.

A: Nee nee, je bent nog erger dan zij. Je zegt: 'Ik Iaat je helemaal vrij erin. Je mag rustig antwoord geven, her mag ook nier, kan me niet schelen, je bent helemaal vrij máár ... ' En dan komt het.

35

Page 20: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Iemand die zelfgerealiseerd is ...

A:. Nee nee nee. Nee je gaat gewoon een andere straat in en je wilt bij dezelfde winkel uitkomen. Nee. W ie! Straight question.

B: Wat is het verschil tussen zelfmoord en de zogenoemde natuurlijke dood.

A: Zelfmoord is vanuit frustratie en de natuurlijke dood is gewoon

omdat de kopieermachine op is. Want het menselijk lichaam is als een kopieermachine. Alleen worden de kopieën steeds slechter. Wanneer je een kopie neemt vanaf de kopieermachine en je kopieert die kopie weer, dan is dat zoals het menselijk lichaam. Dus uiteindelijk worden de kopieën vager en vager en vager. Ten slotte zal er niets meer zijn. Dat is de natuurlijke dood. En zelfmoord komt altijd voort uit frus­tratie. Dat is een heel verschil.

B: Is dat het gevolg van omstandigheden van het individu?

A: Nee, nee, nee! Zoals lemmingen. Om een mysterieuze reden plegen zij zelfmoord. Ze rennen allemaal naar de zee, zegt men. Ik heb het nooit gezien. Ze gaan allemaal naar de zee, springen over een klif, en verdrinken. En mensen lijken veel op hen, weet je. Heel mysterieus. Maar waarom lemmingen het doen weet ik niet. Het kan een ver­gissing zijn, het kan iets met energievelden te maken hebben of iets dergelijks. Er zijn veel meningen over, maar bij mensen is het altijd frustratie.

B: Ik denk dat mijn vraag erom gaat of het al vanaf het begin aanwezig is. Zoals de natuurlijke dood komt door ...

36

A: Waarom stel je de vraag?

B: Ik ben gewoon nieuwsgierig.

A: Het is méér dan nieuwsgierigheid. Weet je het zeker?

B: Ik ben ook nieuwsgierig naar het werkelijke verschil voor het be­wustzijn.

A: Volgens mij kiest iemand die zichzelf doodt, deze weg lange tijd daarvoor. Het komt niet plotseling uit de heldere hemel vallen. Het is de laatste deur die je sluit. Daarvóór zijn reeds vele deuren gesloten.

B: Is het een keuze?

A: Het begint ergens met het sluiten van deuren, kleine deuren. En ten slotte sluit je de laatste deur. Maar de keuze is al ergens gemaakt. Daarom praten we hier over de fundamentele houding ten opzichte

van het leven. Of je kiest voor het leven of voor de dood. Zelfmoord is gewoon het eind, het eindresultaat. En dan is iedereen verbaasd:

wat gebeurt er, waarom doodde hij zichzelf? Maar het begon al lang daarvoor. Volgens mij is zelfmoord de laatste deur die je dichtdoet. Je kunt niet meer bereikt worden. Je hebt het niet meer in de hand, it

runs out of hand.

B: En begint er iets bij het individu?

A: Het begon lange tijd geleden, ja. Dat kan in de jeugd zijn geweest, het kan in het opgroeiende proces gebeurd zijn, vele mogelijkheden. Want er zijn ook veel deuren dicht te doen. En de meesten van ons

37

Page 21: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

voelen spijt om deze zelfmoord, omdat we iets van schuld voelen naar die persoon. Dat we niet genoeg gedaan hebben en zo. En dar is waar. We deden niet genoeg. We stonden hem toe de deuren te sluiten. En dat weren we.

B: Is er iets wat dar teweegbrengt, is her iets wat eigenlijk in handen van het individu ligt?

A: Dat is een andere vraag. Wát wil je precies weten?

B: Eh ...

A: Hee is een soort weg. Men kiest voor een bepaalde weg in het leven. Dus je kiest voor leven, of je kiest voor dood. Maar de meesten hangen ertussenin. De ene keer kies je voor leven en dan weer voor een beetje dood. Op die manier worden we oud. Een grijs evenwicht. Dus de meesten van ons zijn noch levend noch echt dood. Niet echt gelukkig en niet echt verdrietig. Een grijs midden, de grijze meesters. Begrijp je wat ik zeg?

B:Ja.

A: Dus er zijn omstandigheden, uiterlijke of innerlijke - dat is voor mij eigenlijk hetzelfde - dat je je richtte op de dood. Ergens in je jeugd. Daarom is het zo belangrijk om dit, fundamentele dilemma bijna, te zien. Kies je voor het leven of niet. Sta je echt voor een wer­kelijke verandering of niet. Want de meesten van ons kiezen helemaal nier voor het leven. De interesse voor zelfmoord is heel negatief, vol­gens mij. Volg je wat ik zeg? De interesse in de dood is al iets vreemds volgens mij. Waarom niet leven?

38

B: Wanneer eenmaal het besluit genomen is, kan het dan nog terug­

gedraaid worden?

A: Dat is wat ik denk ja. Maar je zult naar de wortels van het probleem moeten gaan. En dar is de moeilijkheid. En voor sommigen is dat heel ver weg, dus het betekent nogal wat. Wanneer je je leven observeert zul je twee krachten zien; het ene trekt je naar de dood en het andere trekt je naar het leven. En we balanceren daartussen. De ene keer gaat het die kant op en de andere keer de andere kant. Zelfrealisatie is de

transformatie van beide: leven en dood. Niet alleen dood, ook leven, wat dualiteit betekent. Want leven en dood, als je het zó ziet, betekent dualiteit. En het is gemakkelijk om erover te praten, maar om het werkelijk te zien is iets anders.

B: En de transformatie is?

A: Is géén ontkenning van leven en dood. Er was eens een meisje uit Engeland. En zij woog nog maar zesendertig kilo. Dus kwam ze voor hulp. Ze moesten haar met twee man de trap op dragen. Ze kon niet lopen. Dus ze kwam en ik vroeg: 'War wil je?' Ze zei: '.Ah,

ik heb kanker en zo.' Ik zei: 'Werkelijk? Kies je voor het leven of kies je voor de dood?

Dat is het eerste wat je duidelijk moet maken. Als je kiest voor de dood dan is dat oké voor mij. Want ik geloof erin dat je ziel eeuwig is. Die kan helemaal niet doodgaan. Dus daar heb ik geen zorgen over. Ik zal tevreden zijn. Het is jouw keuze. Als je kiest voor het leven dan kan ik je helpen, want ik ga niemand helpen die voor de dood kiest.' Ik zei dit heel openlijk. Toen keek ze me aan, heel verbaasd, want niemand sprak op deze manier regen haar. Iedereen had met haar te doen. Ik had niet met haar te doen, helemaal niet. Maar ik ging naar de wortel

39

Page 22: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

van het probleem. Ik zei: 'Kies je voor het leven of voor de dood. Eerst moet dat duidelijk zijn, anders zal ik mijn tijd verspillen aan jou. Dan kan ik beter aan mijn eigen verbetering werken. Waarom zou ik aan jou werken, je hebt al voor de dood gekozen.' Dus ze keek me toen aan met zwke ogen en ze zei: 'Ik kies voor het leven.' Ik zei: 'Weet je het echt zeker?' Ze zei: 'Ja.' En ik zei: 'Oké, dan werken we eraan.' Binnen drie maanden werd ze dikker en ging het beter. Nu heeft ze overgewicht. Ze schrijft me wel eens: dit heb ik aan jou te danken. Maar ze kiest tenminste voor het leven. En dan gaan het lichaam en de geest en alles overeenkomstig werken. Dus je ziet dat ik niet mijn tijd verspil. Ik ben een heel praktisch mens. Ik moet er zeker van zijn of je voor het leven kiest of voor de dood. Als je kiest voor de dood, neem dan een andere meester. Neem een dode meester. Er zijn genoeg meesters die al dood zijn; ga naar hen. Mijn lering is erg simpel. Dus bij zelfmoord kies je voor de dood. Nou doe het maar, mij kan het niet schelen. Als iemand zelfmoord wil plegen zeg ik: oké, geen probleem. Ik heb er geen probleem mee. Het is jouw keuze. Ik heb er ook geen morele ideeën over. Ik voel geen medelijden. Als je wilt veranderen, dán kan ik luisteren. Als je zegt: 'Nou eigenlijk is het niet echt waar, ik wil leven, maar ik weet niet hoe,' dán kunnen we praten. Maar als je al gekozen hebt voor de dood, wat kan ik dan doen? Ik kan niet tus­senbeide komen. Dat is mijn standpunt. Dus wat wil je nu weten over zelfmoord? En het verschil met de natuurlijke dood.

B: Wat is de eerste stap om de keuze voor de dood terug te draaien?

A: Zien of je werkelijk wilt leven of niet. En wat je blokkeert om te leven en wat je drijft naar de dood. De blokkade is eigenlijk het­zelfde. Als je geblokkeerd bent om te leven dan betekent dat, dat je naar de dood gedreven wordt. Dus er is eigenlijk één ding. Je bent

40

geblokkeerd om te leven. Dan kun je de vraag stellen: 'Waarom ben ik geblokkeerd om te leven, wat betekent dat?' Ik kan alleen maar wer­ken aan het ontwaken van de intelligentie, want die slaapt. En in dat proces kun je niet op mij leunen, want ik leef mijn eigen leven. Ik kan niet leven voor een ander. Dus ik probeer jóuw intelligentie te laten ontwaken, zodat je tenminste met jezelf kunt leven. Dat is wat goeroes doen. Begrijp je dat? Dat is het voornaamste, hier ook. In die zin heb ik geen volgelingen. Want volgen betekent dat je aan mij gaat hangen. Je wordt een 'aanhanger'. Dat is wat spiritualiteit is. De keuze voor het leven of voor de dood. En als je een eeuwig leven wilt, dan moet je eerst vriendschap sluiten met het leven dat je nu leeft. Wat betekent anders je vraag over het eeuwig leven? Je bent niet eens geïnteresseerd in dit leven, dus interesse in eeuwig leven heb je al helemaal niet, want daar zal het eeuwig zijn. Word tenminste eerst een vriend van dit le­ven. Dan kun je vragen stellen over eeuwig leven.

Er zit ook geen logica in. Als je niet geïnteresseerd bent in dit leven, waarom zou je dan geïnteresseerd zijn in eeuwig leven? Het zal niet eindigen. Begrijp je mijn punt? Als je geïnteresseerd bent in de dood, zul je ook geïnteresseerd zijn in de eeuwige dood. Zie je, dus ik zal een probleem hebben. En dat is een van de dingen waar leraren niet van houden, problemen. En als er een probleem is dan lossen we dat onmiddellijk op. Dat doen we met problemen. Dus de fundamentele vraag in spiritualiteit is: Kies je voor het leven of kies je voor de dood? Daar kun je in verwarring van raken, maar dat kan verholpen worden. Enige hulp kan daarbij gegeven worden. Heeft iemand vragen over dit onderwerp? Of zullen we het veranderen? Oké, stel vragen.

B: Dit is hetzelfde dilemma waar je eerder over sprak. Over voor­uitgaan en achteruitgaan. En dat je altijd weet wat vooruit is en wat achteruit.

41

Page 23: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Natuurlijk. Leven zal je vervullen, geeft geluk, onmiddellijk, geeft

een gevoel van vervulling. Dood geeft je het onnatuurlijke. Het zal je depressie geven, al de onnatuurlijke dingen. Kijk maar naar een kind.

Een kind dat gelukkig is, is zich niet bewust van het gelukkig zijn. Het is zo op een natuurlijke manier. Maar zodra het kind ongelukkig is,

dan is het zich heel erg bewust van het ongelukkig zijn. Wat natuurlijk is, dat wil je niet kwijt, onthoud dat. Alles wat niet natuurlijk voor

je is, gooi je weg. Kijk maar, wat doe je als je naar het toilet gaat? Je bewaart de stront niet, je verzamelt het niet. Waarom niet? Het is niet natuurlijk. Zelfs de dieren doen dat niet. In India kun je koemest ver­zamelen, maar dat is om een andere reden.

B: Ja, om levensbevorderlijke redenen.

A: Ja. Als er iets verkeerd is in de geest, dan wil je daarvan af, dat is

heel natuurlijk. Maar iets dat waardevol is wil je houden. Dus al het gif in je lichaam wil je kwijt. Automatisch werkt het lichaam daar al aan. Het houdt de zuivere zaken, wat leven creëert, wat ook het leven continueert. En alles wat niet geschikt is voor het lichaam zal verdwij­nen. Door de huid, door de neus, door de oren, door de genitaliën enzovoort. Alles wat niet past, zal verdwijnen. Maar nu hebben we chemicaliën gemaakt die niet uit het lichaam kunnen. Dat zijn on­natuurlijke elementen, gemaakt door de mensen, niet door de natuur. PCB's zijn door ons gemaakt.

B: Maar de vraag is eigenlijk ook: hoe kunnen we herkennen wat le­vensbevorderlijk is? Wat is positief?

A: Je observeert je geest. Alles wat jou gelukkig maakt wil je behou­

den.

42

B:Ja.

A: Alles wat onwaar is, verwerp je. Alles wat waardevol is hou je vast. Je wilt in de buurt van de waarheid zijn. De vragen die je stelt over welk onderwerp ook, komen omdat je de waarheid wilt weten. Zelfs als je een tv koopt, vraag je je af: is die een goede tv? Omdat je gericht bent op goede dingen. Zo is het met de tv, zo is het met je relaties, met alles. En met de spiritualiteit is het hetzelfde.

B: Functioneert de keuze voor het goede in de materiele wereld het­zelfde als in de spirituele wereld?

A: Natuurlijk, wat denk je! Als je bloemen gaat kopen op de markt, koop je dan de slechtste? Nee, je neemt de beste. Je gaat geen rotte aardappelen kopen. De natuurlijke tendens is dat je het beste neemt, je wilt het beste. Je was het beste zaad, en uit het beste zaad kwam jij. De winnaar. Het is een hele reis hoor, om naar dat ei te gaan. Dus de sterkste, de sterkste overlevende, die wint, je bent een winnaar. Zelfs wanneer je vraagt naar de waarheid, vraag je om het beste. Is het niet?

B: Ik wil het goede ...

A: Dat is allemaal een vertaling voor hetzelfde: waarheid. En op een of andere manier lijken alle andere dingen, die je negatief noemt en zo, ob­stakels te zijn. Dat betekent al dat het onnatuurlijk is. Waarom ervaar je ze als een obstakel? Omdat het niet natuurlijk is. Je zou moeten werken aan de obstakels, op een juiste manier. Je moet aan de obstakels werken, je ervan ontdoen op een intelligente manier. Niet op een stomme ma­nier. Dus zelfs in de benadering, zul je de beste benadering moeten kie-

43

Page 24: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

zen. Niet de meest verkeerde, niet de meest verschrikkelijke. Wanneer je een hindernis benadert, dan moet het de best mogelijke benadering zijn. Hiervoor heb je intelligentie nodig. Hiervoor moet je onderschei­dingsvermogen hebben. Daarover praten wij hier. Van één ding moet je je heel goed bewust zijn: iedereen wil het beste. Als je naar een concert gaat, dan wil je dat het een goed concert is. Als het geen goed concert was, dan zeg je: 'Oké, het was niet zo'n goed concert.' Dan voel je je een beetje down eigenlijk. Maar als het goed was, dan voel je je ook goed. Want dat is het doel. Wanneer je een ontmoeting hebt met vrienden, dan wil je dat het gezellig is. Je wilt geen strijd en al die nare dingen en dat mensen op elkaar schieten, wanneer zij samen een diner hebben. Want dat is onnatuurlijk. Ik geloof helemaal niet in de christelijke visie, dat we gedreven worden naar-het kwade en w. Dat is niet waar. We worden gedreven naar wat goed is.

Nu is het misschien interessant je af te vragen, wat je bedoelt met deze intelligentie. En ik zeg hier dat het niets te maken heeft met een hoop dingen weten. Dat is intellect. Dat heeft ook zijn kwaliteiten en zijn plaats. Maar ik zeg dat intelligentie de capaciteit is om tussen de regels te kijken. En deze capaciteit heeft iedereen en die kan ook verbeterd worden. Als de hindernissen eenmaal verdwenen zijn dan neemt deze intelligentie toe. Nu, waar moet je beginnen? Dat is een nieuwe vraag. Waar moet je beginnen. Want omdat er hindernissen zijn ben je niet intelligent en omdat je niet intelligent bent kun je de hindernissen niet verwijderen. Dus waar te beginnen? Heb je je dat ooit afgevraagd?

B: Eigenlijk komt de vraag op nu we erover praten.

A: Ja, natuurlijk. Ik leid deze conferentie. Maar hoe moet je w'n pro­bleem benaderen? Want omdat er wveel hindernissen zijn functioneer

44

je niet intelligent, en omdat je niet intelligent functioneert, zijn er wveel hindernissen. Nu, waar wu je moeten beginnen? Vanuit welke kant te bekijken, wat te doen? Nu moet je begrijpen wat het belang is van de

leringen hier. Want we verwijzen altijd naar iets wat niet bedekt is door enige hindernis. Is het niet? We wijzen er altijd op dat er iets in je is, dat helemaal niet bedekt is. Wat er ook gebeun, dit is zuiver. In de meest ver­schrikkelijke situaties is deze helderheid aanwezig, wat de Kennendheid, Bewustzijn zelf is. Dus voor niet minder dan dit verwijzen we daarnaar. En niet naar de hindernissen. Dat is de gewoonte van sanyassins.

B: Wat je nu zegt is altijd onderdrukt.

A: Ja. Kijk in de yogalessen. Vroeger gaf ik yogalessen, toen ik nog jong was. En mensen oefenden altijd die asanas, die houdingen, waar ze goed in waren. Alleen voor de show. Ik zei: 'Waar gaat het om? Waar je goed in bent ben je goed in. Dat weten we al. Dus we gaan nu werken aan dat waar je niet goed in bent.' Ze kregen een hekel aan mij hierdoor. Maar eigenlijk is dat de juiste benadering. Want dat je je benen achter je oren kunt leggen en dat je dat kunt laten zien aan andere mensen, ik bedoel: een aap kan dat ook. Wat is er w bijzonder aan? Je moet werken aan die dingen die je nog niet meester bent. Dat heet vooruitgang. Maar dat vonden ze helemaal niet leuk. Zij zeiden: 'Vereniging voor Yoga, geef ons asjeblieft een andere leraar. Hij is geen goeie, hij geeft ons allemaal vervelende asanas.'Het was vervelend om­dat zij ze nog niet meester waren.

B: Is dat met muziek hetzelfde?

A: Dat is precies hetzelfde. Ze spelen alleen de stukken die ze kennen. Ze zouden de stukken moeten spelen die ze nog niet meester zijn. Dán

45

Page 25: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

word je een meester. Want het voelt goed een stuk te spelen wat je kent. Dan heb je zekerheid, dan heb je identiteit, dan heb je applaus. Het ego zal dan groot worden, w groot als een ballon. Maar in feite is het niets.

B: Je hebt een leraar nodig om die dingen te identificeren waar je blind voor bent.

A: Juist. En je bent daar altijd blind voor. Daarom heb je een leraar nodig. Want een goede leraar ziet onmiddellijk waar je grenzen liggen, en waar je beperkingen liggen, wat je probleem is. Dat is de functie van de leraar. Daarom ga je er ook heen. Wat is anders het punt. Als je jezelf zou kennen, zou je zonder kunnen. Omdat je het niet ziet heb je een leraar nodig. Maar nu zie je hoe je je gedraagt tegen een leraar. Je zegt: J\.ch wat weet je ervan. Een leraar is uit de tijd.' Dan zeg ik: 'Oké, ik weet het niet. Laat maar. Dan zal de wereld de goeroe worden.' Zie je? Een prachtige traditie. Ik vind dat mooi. Ik vind het tenminste mooi. Ik weet niet wat jij ervan vindt.

B: Mijn ervaring is inderdaad aan de ene kant dat er gewezen wordt op de waarheid zoals je zegt, en aan de andere kant is er een andere kwaliteit: iedere keer dat ik hier kom is het alsof het licht aan gaat. Ik weet niet of dat waar is, maar dat is in feite mijn ervaring.

A: Ja oké.

B: Of er is een herkenning, een wakker worden van een licht, dat meestal verduisterd blijft. Dus wat je nu zegt is dat het licht altijd aanwezig is en mijn ervaring is, dat er wel degelijk herkenning is van het licht.

46

A: Herkenning is teveel in de cognitieve atmosfeer. Ik zou veel lie­ver zeggen: jij ontdekt, de bedekking verdwijnt. Dus je one-dekt en uiteindelijk zul je zien dat je al die tijd al was wat je wist dat je was. Alleen vertrouwde je dat niet. Dit altijd aanwezige licht, of het Be­wustzijn zelf, is er altijd. Je kunt er altijd op terugvallen. Als je een vriend nodig hebt, dan is dat je beste vriend. Dat is je werkelijke thuis. Daarnaast kun je nog wel een tweede huis hebben waarin je woont, dat is oké.

B: Ik wil iets inbrengen wat negatief is.

A: Waarom verander je van onderwerp? Vind je het niet fijn? Het belangrijkste werk hier is te begrijpen dat het altijd aanwezige licht werkelijk altijd aanwezig is. Als je dit eenmaal ziet, als je dit eenmaal echt begrijpt vanuit de bodem van je hart, dan kan het echte werk beginnen. Dan kunnen we echt beginnen je te vormen. Want dan ben

je bereid. Daarvóór ben je niet bereid. Goed, zeg wat.

B: Het refereren naar intelligentie, dat is hetzelfde als tussen de regels kijken; is dat hetzelfde als one-dekken?

A: Ja, dat is hetzelfde.

B: Dus dat is intelligentie. Dus de mogelijkheid te ontdekken.

A: Ja. En niet alleen in spiritualiteit. Maar ook in wetenschap of wat dan ook. In muziek, in literatuur. In zoveel dingen. Het is een speel­veld van ontdekking. En overal zul je Bewustzijn ontdekken, leven, God, het goddelijke. Dus uiteindelijk zul je het overal zien. Waar je ook kijkt zal het zijn. Want je kunt niet kijken zónder dat licht.

47

Page 26: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Dus je kunt niet kijken ronder dat licht en tegelijkertijd is er, in

andere woorden, het licht dat hier schijnt?

A: Het is niet het fysieke licht. We gebruiken het hier in een roman­tische vorm. Het heeft niets te maken met fysiek licht. Als je in een donkere kamer komt, dan zul je zien dat het helemaal donker is. Het

licht waarmee je ziet dat het donker is, dáárover praten we nu. Dat be­tekent in feite Bewustzijn. Dus je zegt: doe het licht aan, oh nu is het

weer licht. Maar daarvoor is er een ander licht dat niets te maken heeft

met fysiek licht. Het is Bewustzijn zelf. Het is jij. Dat was jij altijd, maar nu zie je het ook. Je wordt je er bewust van. Ik bedoel: je kijkt tussen de obstakels door en je ziet: ah, dat ben ik. En daarna zie je dat er geen andere mensen zijn. Het is allemaal hetzelfde. De werkelijke gelijkheid van de mens is te zien wat de ware natuur is in jezelf. Dan zul je het in iedereen zien.

Dan zal ik geen enkel verschil meer maken. Als ik eenmaal zie dat wat ik ben gelijk is aan wat jij bent, dan kan ik geen verschil meer ma­ken tussen joden, negers en gele mensen of wat dan ook.

B: En met dit onderscheidend vermogen herkennen we wat waarheid is, dat is evident.

A: Waarheid is evident, it is evidence also.

B: Er is groei van intelligentie.

A: Het gevoel dat je intelligentie groeit, komt doordat de blokka­des verdwijnen. Dus de natuurlijke ruimte, wat in feite je erfgoed is, komt in het zicht van het bewustzijn. Dat geeft een gevoel van ruimte. Wanneer het ego op de proppen komt, dan voel je je heel

48

beperkt, heel nauw, je wordt heel bekrompen. Dus van vernauwd bewustzijn, narrow-minded, naar broad-minded tot no-minded. Dan zeg je: '/ don't mind.'

B: Je sprak daarnet over herkenning van waarheid in alles en ieder­een.

A: Ja, dat is uiteindelijk wat alle grote heiligen en alle grote mannen en vrouwen gerealiseerd hebben. Ze drukken het allemaal verschil­lend uit, dat kan niet anders, maar de basiswaarheid is hetzelfde. We zijn het volkomen met Jezus eens. We kunnen het ook oneens zijn met Jezus. Maar fundamenteel is er geen verschil. Als hij spreekt over de uiteindelijke waarheid, gaat het om hetzelfde. De manier waarop hij erover spreekt, daarover kun je zeggen: ik hou liever van een an­dere manier van zeggen. Ik hou meer hiervan. Dus ik zie geen enkele behoefte om tegen Jezus te zijn. Waarom wu ik tegen hem zijn? 1

like what is the same. Waar we elkaar kunnen ontmoeten. Ik ga niet de verschillen benadrukken. Ik benadruk dat wat hetzelfde is. Dat is mijn benadering.

B: En de benadering van wat hetzelfde is dat is de beweging naar de waarheid.

A: Nee, hij fs de waarheid.

B: Hij is de waarheid.

A: Ja, Boeddha is de waarheid. Er kan alleen afwijzing zijn over hoe het gezegd is, maar dat zegt meer over jouw begrijpen dan over de waarheid. Dus als je niet van Krishnamurti houdt, zegt dat veel over

49

Page 27: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

jou en niets over Krishnamurti. Dus ik ben een allemansvriend. Ik ben

als een hond; wie er ook binnenkomt, ik vind het leuk.

B: Je zei dat Boeddha de waarheid is.

A: Ja. Jij bent ook de waarheid. Maar Jezus had de moed om het ge­

woon te zeggen. Dat hebben wij niet. Want de mensen zullen zeggen: nu ben je arrogant. Dat is wat ik zo mooi vind van werkelijk grote

mensen. Zoals bijvoorbeeld Ali Akbar Khan, de sarodspeler. Hij zegt:

'Ik ben de beste', en hij heeft gelijk, want hij is de beste. Hij bewijst

dat hij de beste is. Dus hij is de beste. Er is niets verkeerd aan om de

beste te zijn. Hij is gewoon de beste. Na hem zal het lange tijd stil zijn.

Sommige mensen zijn gewoon de beste, wat doe je eraan? Het is niet

mijn uitvinding. Sommige wijn is gewoon de beste, wat doe je eraan?

Het is gewoon zo. En waarom zou je ertegen zijn? Geniet ervan! Het

zal je geen schade berokkenen.

Ik heb nooit kunnen begrijpen dat mensen tegen Jezus of Boeddha

of Krishnamurti waren. Het zijn gewoon directe mensen. Zij wilden

niemand kwaad doen. Zoals de beste wijn: het is de beste wijn, je

kunt er gewoon van genieten. Waarom zou je verschrikkelijke wijn

nemen?

B: Is dat hetzelfde? De keuze voor waarheid en de keuze voor leven?

A: Er is op een of andere manier een taboe tegen weten wie je bent.

Tegen Zelfrealisatie. We verkiezen de droom, we verkiezen de illusie.

Op een of andere manier weet je. Hoe dat komt weet ik werkelijk niet.

En zelfs als ik het zou weten dan wu het nog hetzelfde zijn. Waarom

houden honden van botten? Ik weet het niet, het is gewoon zo. Het is

een soort gewoonte. En sommige mensen zijn erg pienter om uit deze

50

gewoonte te stappen en andere mensen zijn dat niet. Dus ik houd me

alleen bezig met die mensen die eruit willen stappen. Zij die er niet

uit willen stappen zijn niet geïnteresseerd in mij, en ik ben niet geïn­teresseerd in hen. Ik kan geen zaken met hen doen. Zelfs als ik hen

de waarheid zou geven, dan zouden ze er niets mee kunnen. Ze zullen

zeggen: 'Wat moet ik ermee?.'

B: Er is geen reden om niet zelfgerealiseerd te worden behalve dit ta­

boe?

A: De gewone mensen zijn niet geïnteresseerd in dit onderwerp. Dat is

gewoon een feit. Het is altijd zo geweest. Slechts een paar mensen zijn

geïnteresseerd. Kijk hier maar: er wonen zoveel mensen in Nederland

en er komen er maar enkelen. En vijftig procent is niet werkelijk ge­ïnteresseerd in wat ik zeg. Zij zijn geïnteresseerd in oplossingen en in

gelukkig worden en zo, maar niet in waarheid. Ik kan hen begrijpen,

natuurlijk.

B: Die waarheid wordt door iedereen gezien.

A: Niet door iedereen gezien, zij zijn de waarheid. Zij zien het alleen

niet. Dat is hun probleem. Er is een aantal mensen dat erin geïnteres­

seerd is om te weten en er zijn er die dat niet zijn. Dus ik praat voor

hen die willen weten. Daarom vraag ik steeds: 'Wat kom je hier doen?'

Als ze zeggen: 'Ik wil de waarheid weten', dan zeg ik: 'Oké. Kom re­

gelmatig hier en dan zul je weten.' Ik ben gewoon goed in mijn werk,

wat kan ik eraan doen?

B: Door blijven gaan.

51

Page 28: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Kijk, ik kan zeggen: in Europa is er niemand zoals ik. Werkelijk.

En ik kan het zeggen omdat ik het weet. Ik ben er niet trots op, het

is gewoon zoals het is. Het is niet een kwestie van arrogantie, het is geen kwestie van dat ik er trots op ben, het is gewoon zo. Er is ook

niemand zoals jij. Het maakt mij niet bijzonder en het maakt jou niet

bijzonder. Het is gewoon zo. In wat ik doe ben ik het beste. Dus ik

zou zeggen: kom, wees de beste. Het is geen misdaad. In Nederland is

het een misdaad, in Amerika is het goed. Als je goed bent in iets zeg

je: 'Ik ben goed', nietwaar? Als je geld verdient in Amerika dan zeggen

ze: hij doet het goed. Hier zeggen ze: bah, hij is een materialist. In

Amerika is er geen taboe op geld verdienen. Maar hier wel. Hier moet

je lopen in lompen, er slecht uitzien en in een Fiat rijden. Dan word

je geaccepteerd. Als het slecht met je gaat word je geaccepteerd. Ja, op

het moment dat het slecht gaat met je dan worden mensen zo geluk­

kig met je. Op het moment dat je vooruit gaat en gelukkig wordt gaan

mensen een hekel aan je krijgen. Wees drie weken vrolijk en je vrien­

den zullen vertrekken. Ze zeggen: 'Verdorie, wat gebeurt er?' Maar als

je eenmaal ongelukkig bent dan wrijven ze in hun handen: 'We gaan

hem of haar opzoeken.'

52

De getuige in het dagelijk leven

Alexander: Wanneer je bewust bent op het moment dat je weet wat

je doet, dan word je respons-able. Daarvoor zei je: 'Ah, ik wist het

niet. Ik was onbewust, wat kon ik eraan doen? Ik wist het niet, ik was

me er niet van bewust. Ik beloof het beter te doen, maar ik weet het

niet; het is zo moeilijk.' Kijk, in dit gezoek naar de waarheid geven de

meeste mensen op. Niemand die het niet opgegeven heeft, was niet

succesvol. Zij die het niet opgegeven hebben waren altijd succesvol.

Maar de meeste mensen gaven het op. Zeiden: 'Het is veel te moeilijk,

laten we plezier maken in misère, laten we ellendig zijn.' Dus niet op­

geven is iets anders. En zo is het ook in het dagelijkse leven. Bijvoor­

beeld in muziek is het hetzelfde.

B: Ja, daarvoor heb je ook discipline nodig.

A: Ja, niet opgeven, dat is je innerlijke kracht. Zij die niet opgeven zijn

altijd succesvol. Er zijn geen mislukkingen, alleen mensen die het op-

53

Page 29: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

gaven. Dat is mijn vaste overtuiging. Kijk, ik zit in dit soort werk sinds

ik negentien jaar was. In feite begon ik toen ik negentien jaar was. En ik wist altijd wat ik ging doen. Ik gaf dit nooit op. Alleen in de laatste

paar jaar komen er wat mensen. Maar daarvoor sprak ik ook, méér dan

nu. Vier, vijf avonden in de week en meestal ook de weekenden. Ik ver­

diende niets, soms moest ik mijn eigen entree betalen. Heel interessante tijden, geen auto, niets. Maar ik gaf het niet op. En nu zeggen ze: 'Jij doet het goed.' Maar waarom gaat het goed? Omdat ik het niet opgaf

Daarom werd ik geen mislukking. Ik geloof niet in mislukken.

B: Je hebt eens gesproken over doelen, dat die een belangrijk deel zijn

van het leven.

A: Ja. Negentig procent van je problemen zal opgelost zijn als je een solide doel hebt in je leven. Dat noemen we karma-yoga. Want er is

een wet dat wanneer je eenmaal iets doet, je geest niet met iets anders bezig kan zijn.

Deze week hoorde ik een fantastisch verhaal. Een vrouw was heel

erg boos. Zó boos dat ze bijna explodeerde, er was letterlijk gevaar voor

een explosie. Haar man pakte plotseling een stuk chocola en stopte dat

in haar mond. En de explosie bleef weg op het moment dat zij chocola

proefde, dat is zo grappig eigenlijk. Zo'n plotselinge verandering, dan

kun je niet boos worden. Dus dat is een erg fundamentele wet. Als mensen boos op je zijn en je kust hen, dan kunnen ze niet meer boos

zijn. Dat is zo'n plotselinge verandering, dat ze niet door kunnen gaan

met hun drama. Ik geloof in die wet. Getrainde clowns kunnen dat

ook.. Die weten hoe je de dingen van richting kunt doen veranderen. Maar als je in het drama gaat, dan zal er geen einde aan komen.

B: Je zei: ik ben het innerlijke licht, ik ben dat.

54

A: Ja meneer, u bent dat.

B: Ja.

A: Ik ben dat ook, maar ik weet dat al, dus we praten nu over jou.

B: Ja.

A: Jij bent.

B: Ik ben.

A: Goed.

B: Kun je nu iets zeggen over het gewaarzijn hiervan. Heb ik de moed

om bewust te worden. Is er een voortdurende verdieping van het ge­

waarworden?

A: Ja meneer. Ik ben nu in staat om het mooie in de katholieke kerk te

zien. Dat is heel moeilijk. Dat is echt buitengewoon moeilijk, vooral

wanneer je opgegroeid bent in die traditie. Het lukte mij zelfs om daarvan de schoonheid te zien. Dus dat betekent dat het gewaarzijn

breder wordt en dieper. Ik zal je een vraag geven, denk daarover. Het is

een interessante vraag voor jou. Je hebt drie weken om de vraag te be­

antwoorden. Hoe kun je vuur maken van water? Ik kan dat. Volgende

vraag. Heeft u een vraag?

B: Hoe kun je dat dagelijks praktiseren, die bewustzijnsstaat. Want ik

denk".

55

Page 30: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Een van de belangrijkste dingen om te onthouden is dat er niet iets

anders is dan het dagelijkse leven. Kun jij mij iets anders laten zien dan

het dagelijkse leven?

B:Nee.

A: Dus de vraagstelling: 'Hoe praktiseer ik dat nu in het dagelijkse leven?', komt voort uit de idee dat er iets anders is. Een andere staat of

een andere toestand, die niet met het dagelijkse leven te maken heeft,

waarin je iets zou kunnen leren of iets zou kunnen ontdekken en dat je dat dan in de praktijk gaat brengen in het dagelijkse leven. Nou, naar

mijn genoegen onmogelijk.

B: Nee, maar mijn beleving van het dagelijks leven is anders dan die van u.

A: 0 h, vertel? Praat eens wat verder.

B: Nou, omdat ik waarschijnlijk geblokkeerd zit in mijn denken en

u niet.

A: Waar wil je me naar toe hebben?

B: Mijn vraag is: hoe kom ik los van dat denken? Dat ik daar niet zo

geïdentificeerd mee ben.

A: Ja, daar heb je het weer. Het begint al fout aan het begin en vanuit het foute ga je steeds verder in de fout zou je kunnen zeggen. Dus je

moet bij het begin zijn. Wat is je eerste zin?

56

B: Dat ging over het dagelijks leven.

A: Dat heb ik je al uitgelegd, dat er niet iets anders is dan het dagelijks

leven. Dus de idee die voortkomt dat je iets in praktijk moet brengen

in het dagelijks leven komt voort uit de idee dat er iets anders is dan het dagelijks leven. Een theoretisch gedeelte, zoals met een rijexamen

of zo. Theoretisch en de praktijk. Voor een rijexamen is het volkomen

aanvaardbaar. Maar met deze kwestie is het volkomen uitgesloten.

Want we doen dan net alsóf er een theoretisch gedeelte is, want je zegt: 'Ja, en nu ga ik dat in praktijk brengen.'

B: Zou je niet kunnen zeggen: de studie die je doet in de boeken?

Over yoga?

A: Weet je zeker dat je op de juiste cursus bent? Ben ik een boek?

B: Nee.

A: Je spreekt niet tegen een boek. Dus behandel me als een mens

graag. Mag ik als méns vragen wat je precies wilt? Kijk ik zal je er niet van weerhouden als jij boeken wilt bestuderen, daar zijn ze voor.

Dan ontkom je inderdaad niet aan een theoretisch worstelen en het

daarna in de praktijk brengen. Maar ik heb laatst het journaal nog

gezien, maar er was geen melding dat ik in een boek veranderd was.

Want dat is het aardige: met een boek kun je niet praten, boeken

geven geen warmte, tenzij je ze verbrandt.

B: Nou de vraag was:

57

Page 31: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ik heb liever wat de vraag is, dan wat hij was. Want wat hij was dat

weet ik al.

B: De vraag is: hoe kan ik loskomen van het geïdentificeerd zijn?

A: Dat gaat weer uit van de idee dat je van het geïdentificeerde af moet. Ik wil eerst eens informeren: waar komt die idee vandaan. Waarschijn­

lijk uit een studieboek. Waar heb je dat gehoord? Voordat je gaat sleu­

telen aan een ik, moet je eerst even weten wat dat allemaal is. Als ik

zeg: 'Mijn auto doet het niet' en jij zegt: 'Ik kijk wel even, dan vraag ik: 'Heb je er verstand van?' 'Nou nee, dat niet hoor, ik repareer wel eens

broodroosters.' Dat heeft geen zin natuurlijk. Waar haal je dat idee van

die identificatie vandaan? Ik weet natuurlijk wel waar de schoen wringt,

maar vertel jij het eens. Dat is zo heerlijk, omdat het dan altijd klopt.

B: Ik wil ook het beste, maar kennelijk lukt dat niet elk moment. Er

zit dus ergens een blokkade en - dat heb ik inderdaad geleerd - dat

komt omdat ...

A: Er was eens een vrouw en die kwam hier en die was vijftien jaar in

zo'n klooster geweest, een zenklooster, weet je wel. Voor masochisten

hè. En daar had ze vijftien jaar lang gemediteerd en een mantra op­gezegd voor zichzelf: 'Ik héb de boeddha-natuur, ik héb de boeddha­

natuur.' Want dat lees je dan zo. Ze komt hier en ik zeg: 'Ik heb de

boeddha-natuur, ik heb de boeddha-natuur, dat is helemaal fout. Het

moet zijn: ik bén de boeddha-natuur!' En ze schrok zich natuurlijk

wild hè. Want dat is het hele verschil: tussen hebben en zijn. Nu even

terug naar jou, wat zei je ook alweer? Ik wil het beste, hé?

B: Ja: ik bén het beste.

58

A: Juist. Ik wil het beste is gebaseerd op de idee dat je niet het beste

bent. Want als je het beste wil, dan betekent dat kennelijk dat je niet

de beste bent. Wat je wilt is niet wat je bent meestal. Daarom heeft de

wil in deze leer ook weinig plaats.

B: Maar heeft de wil dan ook niet te maken met vasthouden, wat u

daarnet uitlegde. Degene die doorzet?

A: Dat is weer wat anders, dat heeft niets met willen te maken, dat

heeft met intelligentie te maken. Vasthoudendheid is iets anders dan

stijfkoppigheid. En doorzettingsvermogen heeft ook weer met andere dingen te maken. Het heeft alles te maken met onderscheidingsver­

mogen en intelligentie. Maar die wil, die daar zo geëtaleerd wordt, die

komt niet voort uit een intelligent onderscheidingsproces. Die komt voort uit aannemen, op gezag van boeken en van mensen. En daarom

is het ook niet succesvol. Het is vaak een handigheidje. Ga er nog eens

verder op in, als je wilt.

B: Ja. Ik ben dus het beste.

A: Nou daar ben je nog niet echt van overtuigd, maar die suggestie die

begrijp ik wel.

B: Maar er is een blokkade. Hoe kan ik daarin oefenen dat constant

te zijn?

A: Dat komt weer voort uit de idee dat je het toch eigenlijk niet bent, wat ik dus wel vermoedde. Want dit kun je niet op gezag aannemen,

dit moet je via onderscheidingsvermogen ontdekken.

59

Page 32: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Hoe kan ik oefenen in onderscheidingsvermogen.

A: Dat zeg ik net, door onderscheidingsvermogen. Onderscheidings­

vermogen kun je dus oefenen door bijvoorbeeld dit soort gesprekken.

Dat is ook voor mij interessant en voor jou.

B: Ook voor u?

A: Natuurlijk! Je denkt toch niet dat we hier voor niets zitten te pra­ten? Maar praat eens wat verder.

B: Ja. Ik kwam erachter dat mijn observeren van mijn gedachten een

mind-game is en niet de observer in mij.

A: Dat is nou een mind-game. Daarom nodigen we je uit te leren kij­ken.

B: Dat is een heel belangrijk onderscheid. Ik dacht ik ben lekker bezig

met observeren, maar het was een mind-game.

A: Wat wil je nu?

B: Weten wat die getuige dan wel is?

A: Dat is een vraag die voortkomt uit logica, dat als je op een gegeven

moment ontdekt wat iets niet is, je dan wil weten wat het wél is. Maar dat is precies hetzelfde. Kijk me nou niet zo schaapachtig aan.

B: Nee, ik ben ...

60

A: Laat ik het anders zeggen. Ik heb je in het weekend gezegd: 'Of je nu wilt of niet, of je het nu leuk vindt of niet, je bént altijd de getuige, toeschouwer, de waarnemer van alles. Je gedachten, je gevoelens, je

lichamelijke sensaties, buitenwereld, binnenwereld, wat je maar wilt.' Het eerste wat je vast moet stellen is of dat werkelijk waar is. Niet omdat ik het zeg, maar omdat jij dat ziet. Dus ik nodig je uit om te

onderzoeken of dat zo is. Dat is de uitnodiging. Dat is de uitdaging

aan jou: is dat waar of niet. Want ik zeg dat. Ik zeg niet: 'Neem op

gezag van mij aan ... ' Ik daag je uit, dat is het spel dat we dan spelen

hier. Ik poneer een stelling, ik zeg: 'Jij bent altijd toeschouwer. Je ont­komt niet aan die toestand, dat zou je wel willen, van lichaam, denken

en voelen. Waaktoestand, droomtoestand en diepe droomloze slaap.' Zie, of dat waar is of niet. Als je dat gezien hebt dat het waar is, of als

je daar vragen over hebt, kom dan met vragen. Dat is mijn stelling. Dat is de basis. Want als je dat niet doorhebt, als je dat niet ziet, kun

je geen stap verder doen. Dan is elke vraag gebaseerd op een misver­stand, en word je steeds teruggekoppeld. Als een auto waar te weinig

olie in zit. Ja, of dat helemaal klopt met die auto weet ik niet. Maar

je rijdt dan niet harder dan veertig kilometer heb ik weleens gelezen. Wie? Vragen?

B: Over dat licht waar u het over had. Als ik nu in een donkere kamer

sta en ik heb dan mijn ogen dicht en er komen beelden voor me, er­

gens voor. Wat is dat licht dan.

A: Dat is fysiek licht. Natuurlijk licht.

B: In mijn lichaam? Want dat licht kan niet van buitenaf komen, als

het een donkere kamer is.

61

Page 33: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Daar zou je een natuurkundige over moeten raadplegen, dat weet ik niet. Ik heb eens een goeroe gekend, waar ik geïnitieerd werd en die zei: 'Dan zie je onmiddellijk het licht.' Ik zei: 'Nou dat wil ik wel.' Dat kostte mij vijfentwintig gulden en ik dacht: nou, daar val je je geen buil aan, nietwaar. Dus ik moest onmiddellijk in meditatiehouding gaan zitten. Ik had gelukkig een bus hairspray bij me om rechtop te blijven zitten, en toen begon hij over mijn oogballen te wrijven en inderdaad toen zag ik allemaal licht. En toen dacht ik: ja dat deed ik als kind ook al. Hij zei: 'Are you seeing the light?' Ik zei: 'Ja, dacht ik wel.' Maar ik dacht: voor die vijfentwintig gulden had ik het zelf ook wel kunnen doen.

En ik herinner mij nog een ranselpartij, die ik eens had met een paar jongens over een voetbal, nee het was een tennisracket. En toen kreeg ik een stoot voor mijn kop en zag ik ook allemaal licht en ster­ren. Toen dacht ik: is dat het? Nee, dat is het niet. Dat vuurwerk wordt er niet mee bedoeld. Want dat licht zag ik met iets anders en dát licht, daar hebben we het over. Ik vind het woord 'licht' wel goed, maar het roept ook misverstanden op zoals we zien. Wie?

B: Als je als ongeboren kind werkelijk heel levensbedreigende dingen meemaakt ...

A: Dan krijg je het niet gemakkelijk, nee. Dat is geen lekkere start. En kinderen die weinig liefde en aandacht gekregen hebben krijgen het gewoon moeilijker.

B: Maar kun je dat ook ongedaan maken?

A: Daar geloof ik wel in, ja. Er zijn talloze gevallen van mensen die echt helemaal verkreukeld op deze wereld terecht zijn gekomen en d66r te

62

zijn verkreukeld en versnipperd en verfomfaaid enzovoort, daar fan­tastisch uit zijn gekomen. Dus daar steek ik mijn beide handen, nou ... daar cremeer ik mezelf voor. Neem nu mijn eigen miserabele geval. Ik lag in een stuitligging en dat soort dingen allemaal. Maar juist vaak dóór allerlei gebeurtenissen ga je diepe vragen stellen. Dus het heeft ook een functie. Ik ken artiesten uit de Indiase muziek die wel mooi spelen, maar ik zeg altijd: zij hebben nog niet geleden. En als ze niet geleden hebben, een te gemakkelijk leven hebben gehad, dan kun­nen ze ook die dieptes niet overbrengen. Het is allemaal wel leuk, het klinkt goed, het is gewoon fantastisch, moet je die vingers zien gaan. Tsjonge jonge, denk je dan. Maar het zegt je niet veel. Het heeft geen soul, het gaat niet echt diep. En lijden maakt ook diep. De rottige din­gen die je meemaakt, daar leer je meer van meestal, dan dat je tralala door het leven gaat. Kijk maar naar die sanyassins, die brengen er toch ook helemaal niets van terecht?

B: Je zei daarnet: het licht ontdekken. Wie is er om te ontdekken?

A: Volgende vraag. Hij heeft toestemming om dit soort vragen te stel­len.

B: Is een coma te vergelijken met de diepe droomloze slaap?

A: Ja, alleen kom je er niet zo gemakkelijk uit. Over coma is heel wei­nig bekend. En ik heb dat verschrikkelijke verhaal natuurlijk ook al­lemaal gevolgd. Weet je wat ik eng vind? Ik heb daar wel eens een film van gezien, ik meen dat die van Hitchcock was, een korte film. Over een man die dood ging, maar hij was niet echt dood, maar hij kon zich niet meer bewegen. En toen wou die dus duidelijk maken, soms kan je nog wel wat bewegen, dan beweeg je een pink of zo en dan zeggen ze:

63

Page 34: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

zeg eens wat of: beweeg je pink eens als je nog daar bent. En dan doe je zo en dan weten ze: hij is er nog. Maar die man kon zich helemaal niet bewegen en die kon ook niets zeggen en die was gewoon klinisch dood, maar hij zat er nog in. Een echt Hitchcock verhaal. En zo is hij ook begraven. Maar een reëler iets, wat ik dus hoorde van die man die van plan is zijn vrouw te termineren, wals dat heet, dat Hilversum 3

dag en nacht aanstaat bij die vrouw in coma. Ten eerste vraag je je af: wat is het nut ervan? Ten tweede: stel dat ze iets hoort, dat je dan Hil­versum 3 de hele dag hoort. Dat vind ik echt heel erg hoor. Je zal toch niet van die zender houden. Dus over coma is nog w weinig bekend. Wat in ieder geval zeker is, is dat alleen de lichaamsfuncties het nog kennelijk doen.

B: De ziel is er toch ook nog in?

A: Je gaat weer uit van een veronderstelling dat er zoiets is als een ziel en zo. Laten we daar eerst even ruzie over maken of dat er allemaal is. En dan worden dit soort vragen pas overbodig. Dat is het nadeel van het vele lezen. Ik kwam deze week bij Au Bout du Monde. Daar zaten twee dames, die hadden vijf dozen met boeken uitgezocht. Die wa­ren een soort privé bibliotheek aan het opzetten. En het ene misselijk makende boek na het andere verdween in die doos. Nou ja, dat loopt lekker op, voor de kassa.

B: Is denken het elementaire gereedschap, waarmee je de werkelijk­heid bedekt?

A: De werkelijkheid wordt niet bedekt.

B: Nee, ik doel op jouw verwijzing: avoiding reality.

64

A: Gedachtes horen daarbij.

B: Daar horen gedachten absoluut bij.

A: Natuurlijk. Het is juist dat je er vanaf wilt, van die gedachtes. Je

zegt: 'Dit wil ik niet denken, dat wel en dit moet ik onthouden.'

B: Dat bedoel ik eigenlijk. Dat je dus gaat denken over denken en daar weer over gaat denken en dan in een soort stroomversnelling verstrikt

raakt, waarin totaal die getuige wordt weggespoeld. Die natuurlijk weer niet wordt weggespoeld, maar dat wordt weer gezien.

A: Precies.

B: Maar is dat wezenlijk?

A: Wat is wezenlijk? Wezenlijk is de getuige. Wáár die getuige van is dat kan verschillen. Mensen die psychotisch zijn hebben een versnelde

denkstroom. Dat is gewoon niet lekker. Mensen die heel erg opge­wonden zijn, die gewoon in de war zijn, ja, die hebben een heel snelle denkflow. Dat is geen natuurlijke situatie. Een gelukkig mens denkt minimaal. Er is een minimum aan gedachtes. Een ongelukkig mens denkt zich helemaal kapot. Kijk naar de meeste filosofen. Allemaal

sombere koppen. Weinig gelukkige mensen. Kant en Schopenhauer, die waren erg geïnspireerd door de Upanishads, uit India. Maar be­paalde hindernissen konden ze ook net niet nemen. Heel jammer. Net niet weet je. Ze kwamen alle twee dichtbij waar we het hier over heb­ben dan. Dus evenzo goed. In India worden Kant en Schopenhauer voortdurend aangehaald. Vinden ze daar dan weer leuk. Dat is voor hen exotisch.

65

Page 35: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ondanks het feit dat ik weet dat ik in essentie de getuige ben, zelfs van chaotische gedachten, lijkt het toch alsof het meegaan in die ge­dachtestroom, of dat - ik weet dat het onzin is maar ik moet het toch zeggen - het getuige-zijn in de weg staat.

A: Een versnelde of chaotische gedachtegang wijst erop dat er iets niet helemaal in orde is. De hele gedachtegang en het denken over deze kwestie komt voort uit een verlangen om je te onttrekken aan wat er eigenlijk gebeurt. Begrijp je wat ik zeg? Want als je gelukkig bent heb je zulke gedachtes niet. Als er weinig gedachtes zijn dan zeg je niet: 'God wat zijn er weinig gedachtes, helemaal niet. Zo gek! Weinig ge­dachtes, wat zal ik nou eens gaan denken.'

B: Ik bedoel niet dat tobberige denken.

A: Nee, maar ook versnelde gedachtegang, verwarde gedachtegang. Daar wil je vanaf. En dan kom je met dat soort verhalen aan, wat je dan in advaita hoort van: ik ben de getuige en zo. Dat is om te ontkó­men aan die kwestie. Dan is het allemaal al veel te laat heren, dames ook. Als je rustig bent en je hebt je onderscheidingsvermogen, dán moet je kijken. Niet als het te laat is. Maar jullie gaan altijd pas een dweil halen als de hele gang al onder ligt.

B: Dat betekent dat je eigenlijk een voor-waarschuwing ...

A: Omdat je dat niet wenst te zien, omdat je ontkent. De eerste kleine signaaltjes die herken je niet, die wil je niet zien. En dat stapelt zich op. En als het dan te laat is zeg je: � wat nu, nu naar een goeroe toe en zo.' Die weet ook geen raad met al die eikels.

66

B: Wat bedoel je met die eerste kleine signaaltjes?

A: Dat je niet geluisterd hebt naar de essentiële dingen. Dat je net als die zelfmoordenaar de laatste deur dicht gooit. En dan is het: 'Oh help. Pietje heeft zelfmoord gepleegd. Wat erg hè. Ja oh, wat erg.' Maar dat is al twintig jaar gaande. Twintig jaar worden er al deuren dichtgegooid en geen kerstkaartjes gestuurd.

B: Wat bedoel je met die kleine signalen?

A: Het leven. En daar zitten we weer: kiezen we voor het leven mee al

zijn kleine subtiele belangrijke signalen, of weken we het duistere en het diepe en kijken we niet naar wat voor onze neus ligt.

B: Soms is er iets wat ik moeilijk kan omschrijven maar dat gaat aan gedachten vooraf. Het is net alsof ze daaruit voortkomen.

A: Ja, dat is je bewuste Zijn.

B: Maar iets verder, het lijkt wel of het iets verder dan dac is. Of het

een gedachte aan het worden is maar het is hec nog niet helemaal.

A: Er zijn vier stadia, heb ik je al eens gezegd. Dat is het uitgespro­ken woord, dus de klank, dan de gedachte, dan waar het uit gevormd wordt en dan consciousness zelf. En die stadia moet je ook proberen te bekijken. Of moet je niet, kan je. Het is een suggestie.

B: Het moment dat je in contact staat met dat waaruit het gevormd wordt dan ontstaat de gedachte vaak niet.

67

Page 36: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Precies. Of zoals ik gisteren hoorde: zodra men een demon bij zijn naam noemt verdwijnt hij.

B: Dat is wonderlijk. Ik dacht juist als je hem niet bij zijn naam

noemt.

A: Als je hem bij zijn naam noemt, dus als je hem aanschouwt en kent.

B: Oh ja. Het is toch een kwestie van alertheid.

A: Waar hebben we het hier anders over? Alert zijn, bewust zijn, on­

derscheidingsvermogen, intelligentie. Al die dingen die we allemaal in de kast gezet hebben, over het algemeen.

B: Dat, waar het uit gevormd wordt, is dat de levenskracht of het

leven?

A: Kijk zelf. Kijk zelf eens. Ik kan het wel blijven voordoen, maar doe het zelf eens. Wie?

Andere bezoeker: Ja misschien is het een zijweg hoor. Er zijn toch

zoveel mensen die een heel slechte start hebben, dat die toch in staat zijn om eruit te komen.

A: Ja. Dat heb ik toch daarnet gezegd? Ik geloof er niet in dat men­sen die, ook al heb je een slechte start - en in wezen is gewoon

geboren worden al een slechte start - er niet uitkomen. Ik geloof er niet in. Want ik heb zoveel rare mensen gezien die er wel uitgeko­

men zijn.

68

B: Dan moet je me toch eens vertellen hoe je dat dan doet, want ik zit al tien jaar met mensen te praten die ontzettend getraumatiseerd zijn.

A: Dat is weer een ander verhaal. Het gaat nu om ons hier. Jij zit na­tuurlijk in een werksfeer waar je ook niet helemaal vrij bent natuurlijk.

Als iemand mij op komt zoeken en mij om raad gaat vragen, ben ik

verder helemaal vrij. Ik hoef geen verantwoording af te leggen. Of een

dossier bij te houden of zo.

B: Ja ik moet voortdurend op mijn woorden letten.

A: Ik dus niet. Ik zeg: 'Nou wat wil je? Kies je voor de dood of kies je

voor het leven? Wat wil je nou eigenlijk?' Als hij zegt: 'Nou ja, ik kies

voor de dood', dan zeg ik: 'Oké ik ben voor het leven. Ik ben ook levend nu, ik kies daar niet voor.' Maar dat kun je niet in zo'n constellatie als

waar jij in zit. Dat kun je wel vergeten. Dus daar liggen voordelen, maar ook nadelen. En in mijn situatie liggen ook voor- en nadelen. Maar dat

is een stuk realiteit. En als niemand mij iets vraagt dan zeg ik ook niets.

Waarom zou ik iets zeggen? Ik ken iemand, die ken ik al dertien jaar. Dus die heb ik leren kennen toen zij twintig was, denk ik. Ze is nu drie­

endertig. En net recentelijk, of eigenlijk een half jaar geleden, hoorde ik dat zij seksueel misbruikt was. En dan niet zomaar dat iemand eens een keer een hand op haar gat gelegd heeft of een oom die in haar tiet

geknepen heeft of iets dergelijks. Nee, echt met een broer en dan echt fors. Nou toen dacht ik: waarom heb ik dat niet herkend? Dat is het eerste waar ik aan denk hè. En toen dacht ik: ja, ik kan het niet herken­

nen want ik kende haar niet zoals ze daarvoor was. Maar nu herken ik het onmiddellijk. De geslotenheid, die zich daar afspeelt, de signalen

die ze geeft, die herken ik nu bij anderen. Het is bijna altijd raak als ik het zie. Dus zo kun je ook best bijleren. Het is een signaal dat ze geven.

69

Page 37: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Maar ik kon het signaal niet herkennen, omdat ik het ook niet wist. Ik kon het niet weten. Ik dacht wel: er is iets fundamenteels mis, maar ik kan er niet bij. Als ik in Japan loop en er staat in het Japans een bepaalde straat aangegeven die ik toevallig moet hebben, dan weet ik het ook niet want ik ken die taal niet. Dan zeg je: 'Ja, maar je staat er net in!' Dat is ook een vaardigheid die je op een gegeven moment kunt krijgen. Want nu zie ik het wel. Aan opmerkingen, zelfs aan de vorm van het gezicht kan ik het al zien tegenwoordig. De manier waarop gekeken wordt. Het spasme dat voorkomt. Heel wonderlijk. Dat ruik je op gegeven moment gewoon, zoals je een homoseksueel ruikt. Als ik ergens binnenkom dan weet ik het meteen. Ach, een homoseksueel. Geeft niet, maar ik ruik het meteen, want de koffiemachine staat in de huiskamer. Let op, alle homoseksuelen hebben hun koffiemachine in de huiskamer. Lekker ge­makkelijk, dan hoef je niet naar de keuken. Heel wonderlijk. Ik wil niet zeggen, dat als je koffiemachine in de huiskamer ... Gekkigheid hoor, maar het komt wel vaak voor.

Maar in jouw vak is het natuurlijk van groot belang dat je vaardig bent in het herkennen van allerlei dingen. Daar word je ook voor op­geleid natuurlijk. Maar er zitten voor- en nadelen aan. En mijn werk is niet psychotherapeutisch. Ik kom wel met dingen in aanraking die daarmee te maken hebben, maar ik zal altijd proberen te verwijzen naar wat ik doe. Want ik ben niet opgeleid in die dingen. Kijk ik kan ook wel iets verstandigs zeggen hoor, maar evengoed slaat het nergens op. Oké? En vergeet nooit dat elk mens zijn eigen verantwoordelijk­heid heeft voor zijn leven, in eerste instantie. Je kunt helpen, je kunt een paard naar het water brengen, maar je kunt het niet dwingen om te drinken, echt niet. Soms moet je dingen uit handen geven. En soms moeten we aanvaarden dat sommige levens gewoon één grote tragedie zijn. Goed, daar wil ik het bij houden. Wij zien elkaar nog wel, vol­gende week bij leven en welzijn.

70

Zelfonderzoek

Bezoeker: Ik hoor wel eens: 'Je moet het maar een beetje rustiger aan doen met zelfonderzoek, je moet er wat meer devotie tegen­

aan gooien.' Dat is een persoonlijk advies eigenlijk van de intellec­tueel, dat je niet zo direct terug lijkt te vinden in de jnana-weg* die eenvoudig zegt: doorstoten geblazen.

A: Ja, het komt mij onnatuurlijk voor. Zoals een echte vleeseter die mee moet naar vegetarische restaurants. En hij eet het wel, maar het is nier echt met smaak. Het zie er gewoon niet in. Je hebt ook mensen die zo overtuigd zijn van hun vegetarisme, dat ze hun kat zelfs vegeta­risch opvoeden. Het kan allemaal natuurlijk.

B: Maar die devotionele component, je hebt het wel eens naar voren gebracht, van de uitwendige jnana is krachtig aanwezig.

* J nana yoga is de weg van het onderscheidingsvermogen. Vaak samen genoemd met bhakti yoga, de weg van de overgave.

71

Page 38: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: De jnani is aan de binnenkant het devotionele type. En het de­

votionele type is aan de binnenkant eigenlijk de jnani. Zo zie ik het. En wanneer men werkelijk van intellect naar intelligentie verhuist,

dan komt die toegewijdheid en dat hart vanzelf. Het is het intellect, dat het hart hard houdt. En intelligentie maakt zélfs de intellectueel zacht en ontvankelijk. Vandaar dat ik toch die bottle-neck vind van intellect naar intelligentie. Die awakening of intelligence; laten we wél wezen. Want wat je ziet bij intellect is dat het stagnerend werkt, men is niet meer open en dat intellect staat in dienst van het ego. Bij intelligentie is men bereid om het standpunt van het 'ik' te verlaten en naar iets nieuws te kijken. Dus daar is openheid; bij intellect is het afgesloten. Of e verhuizing, daar komt het eigenlijk op aan. En automatisch gaat het hart dan mee. In zekere zin zou je kunnen zeg­

gen: het ontwaken van intelligentie is tegelijkertijd het ontwaken van het hart. Want een intelligent iemand, die is ook mild. Terwijl het intellect altijd hard is, want het is altijd binnen het raamwerk van dat intellect. En een echte intellectueel met een stevig 'ik' in dat intellect, munt niet uit in soepelheid, in mildheid. Het is vaak erg verhard, het is verkrampt. Als we met echte intelligentie te maken

hebben, dan is er een openheid, dan is er beschikbaarheid, dan is er mildheid. Dat is de kracht van intelligentie. Het hart ontwaakt vanzelf wanneer de mens verhuist. Onrijpe intelligentie is intellect, of intellect is onrijpe intelligentie.

B: Maar het verhaal dus, dat er tegen zo iemand gezegd wordt: 'Luister

eens, die vasanas van jou, die branden te hard door, of dat wordt teveel verbrand, ga nou maar eens eventjes naar de liefdesweg?'

A: Ik vind dat een moeilijk advies. Ik zou het nooit geven, omdat het kennelijk niet in de natuur van zo iemand zit. Het is de taak van de

72

goeroe om de intelligentie te doen ontwaken en een faillissement van het intellect aan te tonen. Wanneer het faillissement van het intellect daar is, dan wordt intelligentie geboren; die kans is er. Nou, dan ont­waakt het hart vanzelf. Dus dan hoef je helemaal geen devotionele weg meer te volgen. Zo ziet een jnani dat.

B: Zo ziet een jnani dat.

A: Ja. En ik heb al heel wat intellectuelen warm en mild en zacht

gekregen hoor. Want als je aan het eind bent van je intellect, dan ont­waakt intelligentie. En het hart volgt vanzelf. Dat is mijn ervaring. l'm

only going by my own experience. Het is net zoiets als het devotionele type, dat zich ineens moet gaan verdiepen in diepgaande kwesties,

via het intellect. Daar heeft hij helemaal geen instrument voor. Het toegewijde type, die trapt in de valkuilen van de toegewijdheid en de devotie en al die hart-zaken, en het intellect-type trapt in de valkuilen die daarvoor weggelegd zijn. En je hebt nog allerlei combinaties ook. Maar in wezen heb je maar twee types: het hoofd- en het hart-mens.

Het hoofd en het hart die zijn gescheiden. Dat is een dramatische er­fenis van het christendom. Wanneer die samengevoegd worden, wan­neer die weer geïntegreerd worden, dan ontstaat een samenwerking van het hart en het hoofd. En nu verhuizen we alleen maar, dan in een soort emotionele gevoelssfeer en dan weer naar het hoofd en dan weer terug. Het is een soort geen-thuis-hebben. Van het ene huis naar het andere, een soort zwerversbestaan binnen onszelf. Dus ik vind het van enorm belang dat we leren inzien dat het intellect altijd stagneert, dat

we niet bereid zijn verder te kijken.

B: Is het niet zo dat het zien alleen al daarvan, het wérkelijke zien ...

73

Page 39: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ik ben blij, dat je 'wérkelijk' erbij zegt. Want het intellect is zó uit­gekookt dat het zelfs zichzelf wijs kan maken dat het het ziet.

B: Precies, ja.

A: Je kunt de boel wel bedriegen in je omgeving, maar waar het uitein­delijk op aan komt, is dat je ook bereid bent onder ogen te zien of er nog zelfbedrog is of niet. En dat kan alleen intelligentie. Terwijl intel­lect in dienst staat van zelfbedrog. Nou stel ik het fors, maar ik meen dat wel. Het intellect staat er altijd in dienst van. In wezen blijkt het intellect het meest stagnerende. Nog stagnerender dan het hart. Want het hart heeft geen arrogantie, terwijl het intellect dat wel heeft. Maar intelligentie heeft géén arrogantie. Dat is het hele verschil.

B: In aansluiting hierop, is dan het werken aan de correctie van je intellect nog zinvol? En dan bedoel ik dus: het herprogrammeren, het veranderen van addicties in preferenties.

A: The awaking of intelligence is important. Het ontwaken van de in­telligentie is van belang. Dat wil ik erop zeggen. En ik vind het een beperking om jezelf te herprogrammeren. Ik vind het een invalidatie, omdat je jezelf terugbrengt tot een metafoor, een soort computerach­tige machine.

B: Dat zijn we toch, een biocomputer?

A: Sommige mensen hebben die opvatting.

B: We hébben toch denkpatronen?

74

A: Die zijn in dienst van jou. Maar jij bent niet in dienst bij allerlei programmás. En ik ga mezelf al helemaal niet in dienst stellen om me te gaan herprogrammeren. What's the point? Daarmee invalideer ik

mijzelf tot een computer, tot een machine. Ik ben geen koffiezetauto­maat. Ik ben geen jukebox waar je een kwartje ingooit.

B: Ik ben geneigd om te zeggen: 'Ik ben dat wél.'

A: Dan zul je zo leven. Dan wordt de weg van de herprogrammering legaal. Bij mij niet.

B: Nu niet meer, vroeger niet?

A: Ook niet, nooit geweest.

B: Want de opvattingen, nog even, die mijn ouders en de school mij meegaven, die zijn allemaal opgeslagen, dat zijn programmás.

A: Ja maar daar bent u getuige van. En als u ergens getuige van bent, dan betekent dat dat het een object is. En wat kan een object mij doen?

B: Ik ben niet altijd getuige van ...

A: Nou moet u niet gaan jokken hier. Ik kan veel pikken, maar dit niet. U moet niet jokken tegen mij.

B: Nee, nee. Dat doe ik in elk geval niet bewust dan.

A: Dat maakt het alleen maar erger. Nog onbewust ook.

75

Page 40: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Zij gaan toch vanuit mijn onderbewustzijn daar ...

A: Wie is 'zij'? Wat is dat voor vijandsbeeld?

B: Die denkprogramma's.

A: Dat zijn allemaal vijandsbeelden, meneer. Zij en hullie en zé zeggen ... Wie is 'zé' nou in godsnaam? Ze zeggen dat yoga niet goed is voor de gezondheid. Wie is die 'ze'? De tv of zo? Begrijpt u wat ik bedoel?

B: Niet helemaal.

A: Nou, laten we proberen niet af te dwalen. U bent geen computer. Uw wezenlijke natuur is niet een programma. Jezelf invalideren en terugbrengen tot een programmatuur, het mag hoor. Ik bedoel: U bent helemaal vrij, maar het is een metafoor die nu erg in trek is, met dat computergedoe allemaal. Vroeger was het 'stoom afblazen' toen de stoommachine uitgevonden werd, en daarna was je denken ineens een zender toen de radio uitgevonden werd en de telegrafie. En nu zijn we ineens allemaal computers. Dus die metafoor, die ver­andert met de uitvindingen. Toch? Even stoom afblazen, teveel druk op de ketel, mijn input en mijn output, hoeveel bytes heb jij? Kijk, het is een stomme metafoor ook nog, want een computer heeft een geheugen, maar hij heeft geen herinneringen. Dus ik vind die ver­gelijking ook helemaal mank gaan. En waarom heb je het nodig om jezelf te vergelijken met een computer? Dat maakt allerlei infantiele dingen legaal. Kijk eens wat verder, kijk eens wat dieper. Je bent geen computer. Bepaalde dingen werken áls een computer, maar jij bént geen computer. Oké? Het herprogrammeren is voor fools, wat mij betreft. Laten we ingaan op dat intellect en die intelligentie. Het lijkt

76

me een interessant onderwerp. Of willen jullie over voeding praten? Muesli of zo. W ie?

B: Is men geboren met een zekere mate van intelligentie en wordt dat nog ...

A: Waarom zoekt men nou allemaal legitieme redenen om niet onder ogen te hoeven zien wat eraan de hand is? Waarom zoeken we nou allemaal uitvluchten? Het gaat hier over het ontwaken van intelligen­tie. Of je daarmee geboren wordt of niet, who the fock cares? Het gaat om jouw situatie! Heb jij die intelligentie? Of je zegt: 'Ja, maar de kindertjes in Biafra, die zijn niét zo intelligent.' Who cares! Thats their

problem. Probeer geen uitvluchten te vinden. Zie jij het in jouw leven? Dat is het punt hier.

B: De sensatie is dat er een vreemde fase van snauwerige afwijzing van al het relationele optreedt. Alsof er een grote behoefte bestaat, meer en meer, naar binnen.

A: leder mens heeft een wereldbeeld opgebouwd vanuit zijn neuro­tische omgeving. Wanneer intelligentie ontwaakt, gaat geen wereld­beeld meer op voor je. Dat betekent een forse schok, dat betekent een forse herziening van alles. Dat vermijdt iedereen!

B: En tegelijk trekken mensen je ...

A: Iedereen dringt je een wereldbeeld op. Het ontwaken van de intelli­gentie betekent dat geen enkel wereldbeeld opgaat voor jouw situatie. Dat is een angstige, forse situatie. Dat betekent dat je identiteitsloos bent, eigenlijk. Dat nieuwe dingen mogelijk worden. Als het nieuwe

77

Page 41: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

mogelijk wordt, gaat het oude niet meer op. Maar iedereen in je om­

geving is nog met het oude bezig. Dus sta je alleen. Dus moet je je heel

snel aanpassen over het algemeen. En daarmee is die intelligentie weer dichtgestopt met stopverf.

B: Precies ja. Dus je snauwt het weg. Er is een soort van snauwen.

A: Ja, je wilt het niet horen, of je wilt je isoleren of wat dan ook.

Maar wanneer die intelligentie werkelijk diep uit dat ei breekt, dan

neem je de verantwoordelijkheid voor wat er gebeurd is, voor die transformatie.

B: Er is natuurlijk een bepaalde tussenfase.

A: Ja. En dat is een heel gevaarlijke fase. Daar stranden duizenden

mensen.

B: Ik merk dat mensen die ik jarenlang heb liefgehad, zich door mijn

rust plotseling heel anders gingen gedragen.

A: Dat is alleen maar de eerste fase. De tweede fase is dat die intel­

ligentie gepaard gaat met mildheid en dan begin je het ineens te be­

grijpen. Maar het is altijd een beetje van: daar wil ik niks meer mee te

maken hebben. Want het past niet. Dan heb je de keuze tussen twee mogelijkheden: óf je past je aan aan de wereldbeelden en de neuro­

tische angsten en verlangens van je omgeving, óf je wordt werkelijk verantwoordelijk voor je eigen proces en daarmee voor het loslaten van het oude en het verleden. En dat noem ik sannyas.

B: Ja, dát is pas sannyas.

78

A: Dat is sannyas, ja. Dat is het werkelijke loslaten. En dat is angstig en eng. Want iedereen wil graag het oude vertrouwde. Het kan name­

lijk zijn dat het zelfs met iemand, waar je tien jaar mee geleefd hebt,

niet meer past. En wie wil dat? Dat zijn er maar weinig. Dat ontwaken

van de intelligentie betekent een transformatie naar iets anders.

B: Dan dringt zich iets aan je op, er is iets wat vraagt.

A: Ja. Aanpassing betekent een zonde tegen je zelf. Dat voelt als zonde,

ja. Maar of je die druk van die omgeving aankan, dat is vaak de vraag. En wanneer het op jonge leeftijd geschiedt, dan is het al helemaal moeilijk omdat je afhankelijk bent van van alles en nog wat. Als je nog bij je ouders woont, dan is het helemaal ingewikkeld.

B: Een paar weken geleden werd ik uitgenodigd om gezellig nog even ergens naar toe te gaan, om in een druk Italiaans café te gaan eten, w

samen met een aantal mensen, gezellig. Ik werd gewoon ziek, ik kon

het niet meer aan. Ik wilde wegrennen, zoiets. Dat was een hele sterke reactie.

A: Wat is nou het meesterschap?

B: Blijven zitten en observeren.

A: Dat is de volgende fase. Maar in het begin - ik leg het uit in fasen

- als die intelligentie ontwaakt, dan krijg je dit soort reacties, zonder de geringste twijfel. Het tweede is, dat je ziet dat het in wezen niets

uitmaakt. Dus die intelligentie komt uit dat ei. En op een gegeven moment ben je thuis in elke situatie. Maar in ieder geval zul je je niet meer aanpassen, óók sociaal niet. Want de verantwoordelijkheid is

79

Page 42: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

dan: trouw te zijn aan wat je natuur is. En dat heeft consequenties, en omdat we die consequenties niet willen aanvaarden, en omdat we van twee walletjes willen blijven eten, krijg je een hele grote verwarring.

B: Alleen je natuur is zeker.

A: Ja, in zekere zin wel, ja.

Andere bezoeker: Het is dus niet echt een plotseling proces. Het is iets wat geleidelijk aan gebeurt.

A: Het ontwaken is een plotseling iets. Wat daarna volgt is het pro­ces.

B: Ja, dus iedereen kan zeggen: 'Ik moet het eerst zien, en het is zo sterk ... '

A: Daar houdt het niet op, daar begint het. Wanneer begint een kip te lopen? Als die uit het ei is. Hij moet eerst uit het ei. Daarom is ontwa­ken een opnieuw geboren worden. Het is het alternatief. Dat is sann­yas! De totale breuk met het verleden. The awakening of intelligence.

B: En dat doe je pas, als je complete ...

A: Je moet eerst sterven, zegt Jezus, dan word je opnieuw geboren. Het is opnieuw geboren worden. Het woord 'alternatief' betekent: opnieuw geboren. Dat is waar Jezus over spreekt. Dat is de ware verandering. Niet dat je een beetje vriendelijker bent geworden of dat je juist alles durft te zeggen nu; tegen je moeder en zo. Dat is assertiviteitstraining, dat kun je gewoon bij de Teleac volgen, die cursussen. Het gaat over

80

een totale transformatie. Werkelijk gestorven zijn aan het oude en het bekende. En dan is de intelligentie ontwaakt en dan begint het pas. De meeste mensen denken: dat is het, nu kan ik op mijn lauweren gaan rusten. Nee, nu moet het nog vorm gegeven worden, want het lijkt nog nergens op. Je bent een jong hert, dat nog maar nauwelijks op zijn poten staat en een beetje kris-kras heen en weer loopt. De eerste de beste leeuw vreet dat ding op. Ha, een lekker hapje, weg ermee!

B: Dus je moet het inzicht constant herwinnen, eigenlijk?

A: Nee, er is geen inzicht, er is een ontwaken van intelligentie. Een synchroniteit met het nu. Maar er is geen traditie in Europa, dus het wordt niet herkend, het wordt niet begrepen, je bent gek. Maar dat

gaat veranderen nu. Er is nu wél een traditie in Europa. Wie?

Andere bezoeker: Het samen hand in hand naar de meester luisteren,

als model te geven. Is dat een reactie uit hoofde van de vrees die de mens reeds ergens ervaart, dat die hand zal moeten worden losgela­ten?

A: Zo kun je het zien. Maar ik vind het typisch iets voor een psychiater om het zo te zeggen.

B: Nou, voor zover ik weet heb je in een van de eerste zittingen gezegd, dat je elkaar weer los moet laten.

A: Er overkwam mij een zekere irritatie over de valsheid waarmee om­armd werd. En dát heb ik aan de orde willen stellen. Niet de omar­ming. Zoals Krishnamurti zegt: 'The innocent mind incapable of being hurt.' Als je zo'n omarming kunt geven, die geen lading heeft, die

81

Page 43: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

geen gewicht heeft, dan zeg ik: Oké, waarom niet. Maar dat was meer

een code. En een code is weer precies hetzelfde. Of je nou elkaar niet

aanraakt of als code de hele dag aan elkaars pik zit te trekken. Hè?

Pardon ja.

B: Het ontwaken van de intelligentie, is dat nog te delen?

A: Nee, in wezen sta je daar alleen. Want intellect is wellicht nog ge­ïnteresseerd in meningen van anderen. En in je eigen mening. Maar

hier sta je ineens alleen. Het komt er nu op aan. Het komt op jóu aan.

Vandaar dat er altijd sektes zijn geweest, altijd groepen zijn geweest,

waarin men min of meer spirituele steun had aan diezelfde ervaring.

Daarom zijn groepen ook nooit weg te denken. Er zullen altijd groe­

pen en sektes blijven. Je zoekt steun in hetzelfde. Maar in wezen weet

je dat er géén bevestiging is voor die ontwaking van die intelligentie.

B: Dan maak je het je eigen.

A: Het is dan van jou. Maar wat dan? Want je hebt alleen maar geleerd

om steeds meningen en visies van andere mensen te absorberen en je eigen te maken. Maar je hebt niet geleerd zelf te kijken.

B: Het is wel verbondenheid?

A: Hoe bedoelt u?

B: De intelligentie is wel een verbondenheid, maar het is niet te de­

len.

A: Wat bedoel je met verbondenheid?

82

B: Wat met de bron te maken heeft.

A: Ik kan het niet volgen.

B: Voor mij begint het steeds meer een illusie te worden, dat het in de vriendschap der discipelen, die beiden elkaar ...

A: Oh nee. Je staat totaal alleen! Er is geen algeheel new-age-achtige

samenzweringssfeer. Dat is een leugen. Een groep is een uitkomst van

elkaars bevestigingen, maar waar we het hier over hebben is strictly

individual. En als jij het niet gerealiseerd hebt dan betekent het niks.

Al heeft de hele groep het gerealiseerd. Dat is ook wat er gebeurt, wat

ik ook steeds zie: de mensen gaan naar Poona* toe. Maar ze komen

terug en ze komen in een space terug, een code-space. Dat is gewoon

een code. Dat blijft een paar maanden en dan zakken ze weer naar hun

eigen niveau. Een enkeling ontwaakt, maar het merendeel leeft alleen maar op de groepsenergie. Het is ook onvermijdelijk en heel aanlok­

kelijk. Toch liggen de parels daar. Die liggen er, maar je moet ze wel

kunnen zien, je moet ze wel kunnen herkennen. In een groep daalt de

intelligentie met vijftig procent. Zo gauw je in een groep bent daalt je

intelligentie met vijftig procent.

B: Er liggen daar parels temidden van grote gevaren, dat zie je telkens

weer. De parelen liggen overal.

A: Dat is nu eenmaal het leven.

B: Dat is het leven ja. Ja, dat is ook dáár het leven.

* Stad in India waar zich het spirituele cencrum van Bhagwan Shree Rajneesh, later Osho, bevond.

83

Page 44: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ja. Waarom zou daar het leven niet zijn?

Andere beweker: Dat ontwaken van de intelligentie, is dat een gelei­

delijk ontwaken?

A: Nee! Dat is een plotseling gebeuren. Absoluut onvoorspelbaar wan­

neer dat zich zal voltrekken. Dat kan al tandenpoetsend zijn, dat kan

zijn wanneer je in de bioscoop zit. Het is altijd plotseling. En altijd onverwacht. Anders is het een mind realisation, vanuit het intellect.

Wanneer het de eindconclusie is van een denkproces, dan is het ge­

garandeerd vanuit dat bolletje. Dan is het het intellect. Terwijl het

ontwaken van de intelligentie een plotseling gebeuren is.

B: Is het hetzelfde als zelfbewustwording?

A: Nee. Het heeft er nagenoeg niets mee te maken.

B: Wil je het verschil tussen die twee aan mij duidelijk maken?

A: Ik weet niet wat u er allemaal onder verstaat. Het verschil tussen

twee is wat je zelf in tweeën gedeeld hebt. Dat is het verschil. Wat

is het verschil tussen de waaktoestand en de droomtoestand? Het

verschil!

Andere bezoeker: Ik heb plotseling het gevoel dat de realisatie, dat

being je ware thuis is en dat het ontwaken van intelligentie eigenlijk

hetzelfde is.

A: In wezen wel ja. En wat er dan gebeurt, is dat je niet meer uit die

being-situatie kan. Maar dan moet het werk nog beginnen, want de

84

being moet nog naar de manifest toe; het moet nog vorm gegeven wor­

den, het moet nog de weg van schoonheid worden. Wie?

Andere bezoeker: Die intelligentie is rotsvast?

A: De beingness is rotsvast. Intelligentie is het vehikel tot verfijning en

vernobeling van de beingness. En intellect is the ugly-maker, the limiter. Op versterkers heb je limiters. Als het geluid boven een bepaalde piek

gaat en dan wordt het gedempt. Dat is het intellect.

B: Maar de ware intelligentie die je hebt ...

A: Die je bént, niet die je hebt.

B: Die je bent.

A: Ja. Want daarmee maak je het tot object. Intellect is een motie van

wantrouwen tegenover intelligentie.

B: Je zegt: het ontwaken tot intelligentie, maar ondertussen weet de

intelligentie al dat je ...

A: Intelligentie weet niks; intelligentie maakt weten mogelijk. Mmm,

very good.

B: Wat bedoel je met: dat je na het ontwaken terug moet naar de

manifest?

A: Iedereen waarbij de intelligentie wezenlijk ontwaakt komt in een

sfeer van ruimtelijkheid. Extasy without XTC. Maar dan moet het werk

85

Page 45: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

nog beginnen. Je bent hier niet voor Jan Lul een beetje op je reet gaan

zitten. Wat is je nut dan nog? Wat is je bijdrage, wat is je geur. Niets? Of ga je als een beest leven; alleen maar vreten en slapen.

B: Is het noodzakelijk om een use te hebben?

A: Natuurlijk! Wat zit ik hier te doen? Ik ben van nut. Als ik in mijn

space was gebleven dan hadden honderden mensen nooit van mij ge­hoord. Lekker joh. I'm enjoying the sat-chit-ananda space. Nee! Ik breng een offer. Ik kom uit die ananda-state. Ik kies voor het lijden, ik kies voor service, ik kies voor offering.

B: Is dat werkelijk een keuze?

A: Wat denk je dat Bhagwan zit te doen? Wat denk je dat Da Free John zit te doen, wat denk je dat Krishnamurci zit te doen?

B: Kunnen ze iets anders dan dat?

A: Ze kunnen er zo mee ophouden. Krishnamurti heeft dat ook eens

geprobeerd. Maar het maakte geen enkel verschil. Hij dacht: nou, dan kan ik er beter over praten. Voor hemzelf maakte het geen ver­schil. Kijk, wij hebben namelijk niet het idee dat we iets anders te

doen hebben dan dat we te doen hebben. En het lichaam wil wat. Het denken wil manifest worden. Dit hele manifest wil manifest

zijn. Kijk, ik heb een methode ontdekt hoe je goeroes aan de praat

kan krijgen. Beweer iets, waar je van weet dat hij het er niet mee eens is; meteen krijg je een heel verhaal te horen. Dat deed ik bij Nisargadatta altijd. Dan zei ik: 'Maharaj, is it not ... ' En dan zei ik

iets waarvan ik wist dat hij het er helemaal niet mee eens was. Nou

86

en dan begon-ie: 'Wa-wa-wa', weet je? Dan werd het manifest. Als je

een gitarist wil laten spelen moet je fouten gaan maken op de gitaar.

Dan zegt-ie: 'Hé, kom hier!' Dan gaat hij spelen. Dat is wat je wilde natuurlijk. Als je iets wilt leren van Kun-Kun, de raga Malkauns of zo en je snapt iets niet, dan moet je zeggen: 'Luister, ik heb deze raga

nu geleerd, die vind ik zo mooi.' En dan ga je hem gewoon zingen.

Nou en als het dan fout is zegt-ie: 'Hé, that's wrong.' En dan gaat hij uitleggen hoe het wél moet. En dan heb je je les, gratis. Snap je? Want alles wil zich manifest maken. Waar ben je nou de hele dag

mee bezig? To be manifest! Maar allemaal in zo'n beknepen mastur­batiemanier, alsof je vader elk moment binnen kan komen. Ja, ik geef maar alledaagse voorbeelden.

87

Page 46: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Het ontwaken van intelligentie

A lexander: Als intelligentie ontwaakt zijn er geen problemen meer .

.fl.Het is dat je problemen hebt omdat de intelligentie niet ontwaakt

is; omdat je leeft vanuit je intellect, omdat je denkt dat je alles via je

brein kunt realiseren.

Bezoeker: Op het moment dat dat intellect aan het eind van zijn La­

tijn is, kan er dan iets anders doorbreken?

A: Dán kan intelligentie doorbreken. Ja. Vandaar dat wij zo fors die

vragenreeks torpederen. Bij bepaalde types althans. Het meer devotio­

nele type, daar praten we natuurlijk heel anders tegen.

B: Mag ik daar even op doorgaan?

A: Gaat uw gang ja.

89

Page 47: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Het is als het ware alsof het via het intellect twee ...

A: Is het 'als het ware' of hoe is het nou? Ik wil weten hoe het is.

B: Nee, het is zo.

A: Gelukkig.

B: ... dat via het intellect twee eindstations bereikt werden. Het ene is: ik ben getuige. Het andere is: ik ben de wereld. En het komt me voor, dat als die twee samenvloeien, dat er dan ...

A: Ze zullen niet samenvloeien, ze zullen exploderen.

B: Het kan niet meer met intellect?

A: Ze zullen niet samenvloeien. Ze zullen exploderen. Maar goed, don't spoil the fan. Wie heeft er een echte vraag?

Andere bezoeker: Ja, ik had een vraag, maar die is even weg. Maar: ben ik wel de doener van het gebeuren?

A: Nee, dan niet, nee.

B: Dan niet?

A: Natuurlijk niet. Dat is wat er in de Bhagavad Gita staat: doe het werk, maar claim geen doenerschap. Dat is een advies. Maar de er­varing zal zijn dat je je werk zult doen zónder doenerschap. Daarom

accepteert de goeroe ook geen 'dank je wel' bij Zelfrealisatie. Want er

90

is geen kwestie van dat hij iets gedaan heeft voor je. Besteed alle dank­baarheid maar aan jezelf. Nou, dat zal onmogelijk blijken. Ik accepteer

de klachten niet en ik accepteer de dank niet. Wie? Laat dat brein eens

werken, die computer!

Andere bezoeker: Ik vraag mij af: is mijn intelligentie ontwaakt?

A:Nee.

B: Dan zit ik op een vals spoor.

A: Nee, het is nog niet ontwaakt. Je bent als een soort olieplatform die hele zee van het intellect aan het onderzoeken is, of je dat allemaal wel los durft te laten.

B: Ja, dat ben ik ook aan het doen.

A: Je bent aan het kijken of dat de moeite waard is. Take a little time,

don't worry.

B: Ja ik beeld me in dat ik al meer doe.

A: Ja, dat is het kenmerk van de onwetende, inbeelding. Wie? Ja meneer!

Andere bezoeker: Misschien toch nog even over dat herprogramme­ren. Dat je kunt zeggen: 'Ik ben niet dit, ik ben niet dat ... ', is een

aardige herprogrammering. Is die teneur om dat te doen ook gewoon een gevolg van het feit dat wij zo enorm geraakt zijn als zijnde inferi-

91

Page 48: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

eur? Innerlijk gevoel: 'Ik ben eigenlijk alleen maar een computer, laat ik dan maar ook de herprogrammering volgen, want ... '

A: Dáár snij je een onderwerp aan. Die inferioriteit. Daar wordt heel veel uit geboren. Het is Adler geweest, die zei: 'Elk mens heeft gevoe­lens van minderwaardigheid.' Ik heb mij altijd afgevraagd: waarom? Ik heb er diep over nagedacht. En op gegeven moment wist ik het. Ik dacht: nu heb ik het antwoord. Je weet zo diep hè, van het hoofd tot je voeten, in elke cel, dat je de liefde zelf bent. De rijkdom, the tre­

asure. Als je ziet, wat je daarvan maakt. Met andere woorden: je hele identificatie-huishouding, als je die vergelijkt met dat oergevoel, dan móet je je wel inferieur voelen!

B: Of ingestampt zijn.

A: Elke identificatie is erin gestampt. Want zelf ben je niet op dat idee gekomen. Wij zijn allemaal kleiner gemaakt, doordat wij zo groots waren als kind. Ik heb mij zelfs laten vertellen - wat ik een leuke psychologische gedachte vind - dat de dief, iemand die zich tot dief ontwikkelt, in wezen terughaalt wat hem als kind onthou­den is. Want het kind heeft het gevoel dat de hele wereld hem toe­behoort. Nietwaar? En dat is ook zo. En het wordt beschränkt. Ik vind dat een mooi woord, dat Duitse woord: beschränkt, einschrän­

kung. Waarom? Omdat de ouders niet tegen de grootsheid van het kind kunnen. Oh, ze vinden het zo leuk, wat een schatje! Totdat het zijn grootheid manifest gaat maken. Dan zeggen ze: 'Blijf hier vanaf!' Alles moet beperkt, beperkt, beperkt worden. Dan wordt het kind in een harnas van identificaties geforceerd. En daar begint het lijden.

92

B: Een kind dat opgroeit in een gezin dat stijf staat van godsdienst heeft een slechte start wat dat betreft.

A: Een heel slechte start. Maar tegelijkertijd een goeie start, want het lijden is zó groot dat het wel moet zoeken naar iets anders.

B: Maar een kind dat bij verlichte ouders opgroeit?

A: Verlichte ouders krijgen geen kinderen.

B: Nee?

A: Nee, dat is gewoon geregeld. Alleen Gurdjeff, die had overal kinde­ren. Maar bij niet verlichte vrouwen. Een man en een vrouw die ver­licht zijn, daar komen geen kinderen meer. Dat wil maar niet lukken. Er is gewoon geen fut meer voor dat soort dingen.

B: Wel daarvóór. Nisargadatta bijvoorbeeld, die heeft ook drie kinde­ren gehad, geloof ik.

A: Ja, het spijt me meneer. Daarvoor wel, ja. Maar daarna, nee.

B: Dus als je kinderen wilt, nu kán het nog.

A: Wanneer bij de man Zelfrealisatie plaatsvindt en hij wil nog kinderen, dan zal hij een vrouw moeten zoeken die geen Zelfrealisatie kent. Als dat wél zo is, dan gebeurt er gewoon �iks. Het wordt helemaal niks.

B: Waarom eigenlijk niet, vraag ik me af. Waarom zou je geen kinde­ren nemen?

93

Page 49: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Kun je een lucifer die afgebrand is, nog aansteken? Als je geen an­dere lucifer hebt en geen vuur?

B: Betekent dan de onbevlekte ontvangenis ... Ik dacht dat Jezus gebo­

ren werd uit een verlichte vrouw. Dat dát betekende: onbevlekte ont­vangenis. Ik zou anders niet weten wat onbevlekte ontvangenis is.

A: Het is een lulverhaal. Kolder.

Andere bezoeker: kunnen we het nog even hebben over intelligentie die ontwaakt en de koppeling met nut?

A: Wat is nut? Wat geeft geluk?

B: Als je echt manifest kunt zijn zoals je bent.

A: Precies! Dat je ongehinderd je kunt manifesteren dus. Want elke hin­

dernis van wat manifest wil worden wordt ervaren als onvrij en frustre­rend. Hetgeen overigens niet betekent dat je maar doet wat je wilt. Want juist doen wat je wilt is per definitie onvrij. Want kun je niet willen? En

kun je iets willen? Dus: per definitie onvrij! En vrije wil bestaat ook niet. Dat is allemaal geleuter. Je kunt vanuit die beingness en dat ontwaken

van intelligentie zien wat natuurlijk bij jou past. En wat ik beweer is dat als álle mensen zo zouden leven, er een perfecte verdeling van beroepen

zou zijn en dat alles zich perfect zou voltrekken.

B: En voor die tijd beredeneer je het allemaal?

A: Juist. En vanuit denken en vanuit valsheid en vanuit safe-stellen en vanuit weet ik wat allemaal. En daarom is bijna niemand gelukkig met

94

het werk dat hij doet, met de mensen met wie hij leeft en met zichzelf

niet, enzovoort. Omdat ze allemaal ontrouw zijn, ongehoorzaam aan de aard der dingen.

95

Page 50: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

God bestaat helemaal niet!

Alexander: Wat doe jij voor werk?

Bezoeker: Ik zit op kantoor.

A: En hoe bevalt dat? Ben je daar helemaal gelukkig?

B: Problemen. Ik zit er samen mee mensen die hier totaal niet mee bezig zijn. Dat geeft me een soort beknelling.

A: You have to pay a prise, you know. Weet je wat ik wel eens denk? Wij zijn allemaal slappe zakken! En weer je waarom? Wij hebben on­derhand de mogelijkheid om deze hele wereld neer te zetten zoals wij willen. Alle mogelijkheden hebben we. En we blijven maar klagen: 'Ja, ik moer weer naar mijn werk; ik heb eigenlijk helemaal geen zin.' Waarom heb je niet je eigen kantoor? Ik heb me nooit kunnen confor­meren aan een baas boven me. Dat moet in je zitten. Er was er eentje

97

Page 51: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

die zei: 'Je moet dat en dat doen.' Ik zei: 'Pfff, dag! Schiet op, ben jij besodemieterd, doe het zelf maar. Jij moet dit doen ... Ik moet niks! Ik

ben hier volmaakt vrijwillig.' 'Ja, het is hier geen fllosofieklas', zei hij. 'Ontslagen.' Ik zei: 'Ook goed.' Conformeer je nergens aan. Want je

laat je conformeren uit angst voor een paar misselijke rotcenten. Come on, where is your digrzity!

Andere bezoeker: Er werd daarnet gezegd: 'Het benauwt me bij men­

sen die er niet mee bezig zijn', maar ik krijg het benauwd bij mensen die er wél mee bezig zijn.

A: Ik heb ook liever mensen die er niet mee bezig zijn, dan die er wel

mee bezig zijn. Want als je dan zegt: 'Wil je een kopje koffie?', dan

zeggen ze: 'Oh lekker!' En die anderen zeggen: 'Eh, eh, eh ... Ik was op dieet en oh . " Nou ja.' Ik ben dan ook een bord aan het maken,

dat komt bij de Stichting naast de deur, daar staat op: 'VOOR ZOE­KERS VERBODEN '. Verboden voor zoekers. Ik moet nog een soort

karikatuur van de zoeker vinden, want ik wil een rode streep door een

mannetje en een vrouwtje laten lopen.

Andere bezoeker: Wat is het verschil tussen intelligentie en Bewust­

zijn?

A: Misschien is het allebei hetzelfde. Maar ik ga dat niet zo expliciet

zeggen.

B: Waar ik moeite mee heb is het woord.

A: Dan laat je het toch weg. Daarom gebruiken wij 'Bewustzijn'. Elk

woord is alleen maar een verwijzing naar the realisation.

98

B: De meeste spinnen gaan in hun eigen web zitten.

A: De vrijheid van de spin is net zo groot als de grootte van zijn web.

B: Ja maar ik bedoel: woorden zijn webben.

A: Niet noodzakelijk.

B: Dat hangt van je intelligentie af.

A: Ja. Het is een heel mooi voorbeeld, het klopt biologisch niet, maar

de spin wordt in India gezien als de maker van zijn web, maar door

intelligentie - beweert men - eet de spin zijn eigen web weer op. Dat wordt als een symbool van intelligentie gezien.

B: Ja, dat spreekt mij aan.

A: Ja, nou, daar heb je hem. Het is een voorbeeld dat niet klopt, want

ik heb het biologisch nooit ergens terug kunnen vinden. Maar mis­schien is het er wel. Er schijnt ook een poeder te zijn dat je in het water moet gooien, waardoor vies water helder wordt. Dat gebruikt

Shankara, maar ik heb dat poeder nooit gezien.

B: Maar misschien is een goeroe zo'n spin voor ons? Hij vernietigt

voortdurend ...

A: Nee. Een goeroe is een diamant. En een goeroe weet dat jij ook

een diamant bent. Maar je bent nog ruw. En een diamant kan alleen geslepen worden met een zuivere diamant. En de ruwe diamant wordt

geslepen naar een zuivere diamant. En dan schittert die aan alle kan-

99

Page 52: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

ten. Dát is de goeroe. Daarmee laat je zien dat wezenlijk de goeroe niet

verschillend is van jou, het is allebei diamant, maar je kunt alleen ge­

slepen worden door een andere diamant. Maar het is precies hetzelfde.

Dus je wordt in wezen geslepen door jezelf. Van het eerste begin af.

Alleen is het ruw in het begin, en op het laatst is het een schitterend

juweel. En gaat het verkeerd, dan valt die diamant in honderd stukjes.

Dus het is een hele delicate art. Wie?

B: Zolang God als concept nog blijft bestaan, kun je dat diamantge­

voel nooit meer pakken.

A: In wezen is het ego niets anders dan een vertekend Godsbeeld. Wij

zitten in de greep van het beeld, maar het mooie, en de enige mij beken­

de uitgang, is dat een beeld gezien wordt door een licht dat groter is.

Andere bezoeker: Aansluitend hierop. Het komt mij voor dat er nogal

een paar concepten over zijn als God als concept weg is.

A: Zoals?

B: Ik heb bijvoorbeeld vanaf drie turven hoog God als concept abso­luut verworpen.

A: Dat is ook een concept. Atheïsme is ook een concept.

B: Dat bedoel ik. Het is weliswaar geen Gods-concept, maar het tegen­

overgestelde. Het maakt weer plaats voor het concept van verlichting.

A: Juist, maar het betekent dat je alleen maar het ene concept blijft

verwisselen met het andere. Je gooit dit eruit, maar je haalt iets an-

100

ders binnen. Zelfrealisatie is niet alles eruit gooien en weer nieuwe

dingen binnen halen, het is de realisatie dat jij het licht bent in de

dingen. 'Ik ben het licht der wereld', zegt onze Heer Jezus Christus.

En verdomd als het niet waar is. Een concept kan er alleen zijn als

dat licht er is. Dus je bent het licht in het concept. Het concept zou

je moeten helpen. Nu is het hele zwaartepunt in de ideeënwereld

gaan liggen, die ideeën hebben leven gekregen en we hebben ons

volmaakt geïnvalideerd, invalide laten maken, door een concepten­

wereld die niets te maken heeft met de geleefde realiteit. Zelfreali­

satie is terug naar de geleefde realiteit. Die was altijd daar, maar nu

zie jij het ook. Er is een mogelijkheid om de intelligentie te doen

ontwaken wanneer er goed gehoord en verstaan wordt. Daarna doet

die intelligentie het werk zelf. Men zal dan ook niet weglopen van

die leermeester. Nee, men zal vanuit dat nieuwe opnieuw beluisteren

wat er te beluisteren valt. En vandaar uit zal alles zijn natuurlijke

(nisarga) vorm vinden. En vandaar uit zal wezenlijke verandering

ontstaan, zéér wezenlijke verandering. Niet allerlei oppervlakkige

veranderinkjes: 'Ik ben zo veranderd en ik voel me zo goed.' Want

een week later voel je je gewoon weer slecht.

B: Wat is het kenmerk van zo'n wezenlijke verandering?

A: Het kenmerk van een wezenlijke verandering is dat het een wézen­

lijke verandering is. Dat die je niet meer verlaat. Het is het realiseren

van het onveranderlijke; dat is een absoluut tegengesteld iets. De

wézenlijke verandering is zien dat je dat onveranderlijke zelf bent.

Dat wat jij wezenlijk bent onveranderlijk is. Wie dat ziet verandert

totaal in het onveranderlijke. Nu zeg ik het heel raar en paradoxaal,

maar het is niet anders.

101

Page 53: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ik kom nog even terug op het concept 'God'. Het is toch zo dat dat ego al twee tot vijfduizend jaar ...

A: Zit in de genen meneer. God bestáát helemaal niet. Het is een on­zin-woord.

B: Waarom herhalen de intelligentste mensen ter wereld dan voortdu­rend dat concept?

A: Daar heb ik niks mee te maken. Hier gaat het nu over het ontwaken van die intelligentie en dan heb je dat godsbeeld niet nodig. Als je wilt weten waarom andere mensen dat doen, is het beter om dat even aan die andere mensen te vragen. Als ik zo vrij mag zijn hoor.

B: Ik zucht ...

A: Van verlichting.

B: Er ging een rilling door me heen toen ik dat concept van 'God' verloor.

A: Dat zegt alleen maar iets over jou. Ik ben er nooit door geschokt geweest dat God niet bestaat. Er ging geen rilling door mij heen. Ik dacht, dat wist ik eigenlijk al. Dat God geen concept is was me ei­genlijk meteen al duidelijk, dus ik hoefde hem ook niet te droppen. Als Nietsche zegt: 'God is dood', dan ga je ervan uit dat hij ooit ook leefde. Hij heeft nooit geleefd dus hij kan ook niet dood zijn. Ja, laten we wel wezen. Goed, wie?

102

Andere bezoeker: Staan intelligentie en intellect als instrumenten naast elkaar of gaat het intellect over die intelligentie?

A: Intellect is gestolde intelligentie. Waar intelligentie niet meer be­weegt, waar het niet leeft, waar het niet meer stroomt, daar wordt het tot intellect, daar wordt het tot concepten. Concepten zouden ons moeten helpen als subtiele voertuigen om dingen duidelijk te zien en

manifest te maken; daar zijn ze voor. Maar wat we doen is de dingen in ideeën proppen, ze opdringen aan anderen en eisen dat anderen ook zo leven. Allemaal bij gebrek aan de onmiddellijke realisatie van

hier en nu. Daarom is intelligentie vernietigend, absoluut bedreigend, ook voor het intellect. Een intelligent kind is altijd bedreigend, want die zegt dingen die de ouders zullen schokken en dat confronteert.

Intellect heeft soms de schijn van intelligentie, maar dat is het niet. A computer can do it. And you are not a computer.

B: Mag ik nog even? Over intelligentie en Bewustzijn?

A: Even graag, ja. Ik heb er genoeg van. Ik vind het een mooie ge­dachte om te zeggen: eigenlijk is die intelligentie het Bewustzijn zelf.

B: Maar is het niet zo dat tenminste die intelligentie wordt onderge­sneeuwd of stolt, terwijl het Bewustzijn eigenlijk altijd functioneert? Het stolt in zelfbewustzijn.

A: Het stolt in zelfbewustzijn, ja. Intelligentie is open, is bereid te kijken, is bereid mee te gaan met het veranderlijke manifest. Intel­lect niet. Toen ik bij de vrijmetselaren een lezing hield over het wezen van de mens volgens de advaita, was er een professor die zei: 'Wilt u dan beweren dat Spinoza niet verlicht was?' Ik zei: 'Inderdaad.

103

Page 54: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Spinoza is, zoals wij het zien, niet tot zelfrealisatie gekomen en niet

tot verlichting gekomen. En waarom? Omdat hij de hindernis van het denken niet heeft overwonnen, hij bleef tot op het denkniveau.' 'Dat is niet waar! Dat is niet waar!', riep de professor, als een klein kind. Het intellect werd bedreigd, dat was zijn grens. Het was on­denkbaar dat Spinoza niet verlicht zou zijn, want daar hing zijn hele hoogleraarschap vanaf. Een medebroeder vroeg het woord - want in de vrijmetselarij mag je namelijk ineens ook een andere opmerking maken en zeggen: 'Mag ik even het woord voorzitter?' - en hij zei: 'Ik ben bij een goeroe in Tibet geweest en die onderscheidde drie typen mensen: de niet-mensen, de mens in wording en de ware mens. En Spinoza was een mens in wording.' Ik zei: 'Dank u geachte broeder.

Dan hoort u het nu eens van een ander!' Maar het intellect wil daar niet van horen. Dat zegt: 'Dat kan niet want mijn hele proefschrift staat op het spel nu. Voor mijzelf vind ik het niet erg, maar voor mijn moeder vind ik het ellendig', of zo. Je hele zelfbeeld staat op het spel omdat je geïnvesteerd hebt in ideeën. Als ze tegen mij zou­den zeggen: 'Die Nisargadatta was helemaal niet verlicht.' Oké, no

problem. Of als ze tegen mij zeggen: 'Jij bent helemaal niet verlicht.' Oké, no problem. Dan zeg ik: 'Dat is ook zo.'

B: Ja, je moet gewoon gaan doen.

A: Nog erger. Wat is dat nou weer? Wat bedoel je daarmee?

B: Nou het is toch gewoon ... Wat je zei gewoon ...

A: Gewoon te zijn. fust be. Gewoon gaan dóén, dat is weer iets anders. Dat is als je een puber in huis hebt of zo.

104

B: Dus die intelligentie is natuurlijk?

A: Intelligentie is intelligentie. Natuurlijk is natuurlijk. Maak er geen algemene soep van. Verzamel niet overal concepten om te proberen die tegen elkaar uit te spelen of vriendjes met elkaar te laten worden. Intelligentie is: de dingen op zijn plaats zien. Sta jezelf toe om manifest te laten zijn wat er manifest wil worden. Enjoy the Divine Presence.

105

Page 55: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Voorbij het begrijpen

Bezoeker: Ik bedacht vandaag: al die lezingen en al die boeken die ik gelezen heb wijzen allemaal uiteindelijk naar dezelfde essentie,

wat advaita vedanta is. Dat is helemaal duidelijk. Ik zou werkelijk wil­

len weten: wat is het mechanisme, als er een mechanisme is, waarmee

men voorbij het begrijpen in het ervaren komt?

Alexander: Ik heb een collega die Da Free John heet. Hij doet zijn werk

in Amerika. En volgens hem is advaita vedanta een 'spreekschool'. Dat

klinkt niet erg aantrekkelijk.

Maar hij heeft een klein beetje gelijk, omdat er vooral gesproken

wordt. Daar gaat het niet echt om. Het echte werk begint wanneer

het spreken stopt. Maar voordat het spreken stopt, zul je veel moeten

spreken. Dingen moeten duidelijk zijn. En dat kan alleen maar door

middel van spreken, door middel van woorden. 'Vedanta' is slechts

een deel. Het wordt genoemd: het einde van het weten. Maar deze weg heet: advaita vedanta. Advaita betekent: non-dualistisch. Eigen-

107

Page 56: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

lijk ben je aan de grenzen van vragen en antwoorden. Met een klein beetje moeite zou je dezelfde dingen kunnen zeggen. Nietwaar?

B:Ja.

A: Als ze iets vragen, weet jij al wat ik zal antwoorden. Ja?

B:Ja.

A: Maar dat betekent niet dat je gerealiseerd bene. Daar begint advaita. Begrijp je dat? Nu, Realisatie betekent dat je je realiseert dat je zonder een systeem, zonder iets werkelijks, niet succesvol kunt zijn. Daar be­gint discipelschap. Maar eerst moet je hiervan overtuigd zijn. Begrijp je dit?

B: Kun je het laatste deel nog een keer herhalen?

A: Wat is niet duidelijk?

B: Waar begint discipelschap precies?

A: Discipelschap begint wanneer je aan de grens bene gekomen waar geen vragen en geen antwoorden meer zijn. Vragen lijken dwaas, maar de antwoorden lijken ook dwaas. Je bevindt je in een soort niemands­

land. Geen enkel antwoord op het niveau van her denken is werkelijk zinvol. Het voedt je ziel niet. Dat komt omdat her niet gevonden kan worden op het niveau van het denken. Het kan niet gerealiseerd worden in het denken. Tegelijkertijd is het denken een heel groot ob­stakel. Door vedanta verdwijnt de gewoonte om te zoeken in het veld

van gedachten volkomen, omdat je alle vragen en alle antwoorden

108

gehoord hebe. Je bent er absoluut van overtuigd dat het daar niet kan

worden gevonden. Daar begint het discipelschap. Want daar ben je klaar om te leren. En niet te vergelijken met je eigen denken. Begrijp

je? Want het is geen zaak van het denken. Dus tot zover heeft Da Free John gelijk. Het is een spreekschool. Maar het echte werk begint niet

in vedanta, maar in advaita. Daar komt er een ander aspect bij. Dus er moeten drie grenzen overschreden worden: de eerste grens is het den­ken, de tweede grens is het gevoel en de derde het lichaam. Drie grote hindernissen. Het denken is het allerbelangrijkste. Wat mij betreft zal

ik niemand een werkelijke meditatie geven, voor hij de grens van het denken bereikt heeft. Anders gaat alle aandacht naar het denken. Ie­

mand die geïnitieerd is, heeft al gezien dat de waarheid niet gevonden kan worden binnen de grenzen, binnen het kader van het denken. Zo'n persoon is daarvan overtuigd. Als hij niet overtuigd is, zal de me­ditatie niet eens werken. En dan zijn er nog twee dingen. De identifi­

catie met het lichaam en de identificatie mee gevoelens en emotionele zaken. Maar het verstand is de eerste grens die voorbijgegaan moet worden. Indien je het andersom doet, als je begint met het lichaam, als

je begint met je emoties en je gevoelens, dan bestaat het grote gevaar dat je alles gaat conceptionaliseren. Dan vindt er een verstandsrealisa­tie plaats. En het is verschrikkelijk moeilijk, het is werkelijk een heel moeilijke zaak om iemand, die gevangen zit in een verstands-realisatie, te overtuigen. Dus er zijn drie grenzen. Eerst kijken we naar her den­ken en daarna naar het lichaam en de emotionele zaken. War eigenlijk allemaal hetzelfde is.

B: Dus tot nu toe hebben we eigenlijk aan het denken gewerkt.

A: Ik ben iedereen aan het voorbereiden op een werkelijke medita­tie. Want op een heel laag niveau betekent de goeroe: iemand, die je

109

Page 57: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

vormt. Het is eigenlijk een behoorlijk grof werk. Het spel dat wij hier spelen is er alleen maar om de beperkingen van het verstand te zien; de gewoonte van het verstand te zien om te conceptualiseren, om te proberen het leven te vertalen in een concept en om te zien dat dit onmogelijk is. Dat is al een grote opluchting, omdat we niet langer meer in die richting hoeven te zoeken. Maar kijk eens hoe mooi dit systeem is: tegelijkertijd moet je denken solide en gezond zijn. Je moet

niet gek worden. Het is geen kwestie van je verstand verliezen, het

is geen kwestie van je verstand voorbij gaan. Het gaat er alleen maar om, om te zien dat het onmogelijk is om de realiteit en de waarheid te vinden binnen het denken. Het gaat alleen daar om. En dan zal het licht naar het emotieveld, de gevoelens gaan, en dan naar het lichaam. En dan is het werk gedaan. Je kunt ze alle drie tegelijk doen, maar al­leen bijzondere mensen kunnen dit. Dus het is erg belangrijk - want

er gebeurt heel veel in spiritualiteit- dat bij het verlies van je verstand

of bij het in extase raken, je het denken niet kan gebruiken waar het voor gemaakt is. Dat is een ongewenste situatie, in onze traditie. Dat is erg ongewenst. We hebben graag een volledig gebruik van een helder,

scherp verstand met daarbij tegelijkertijd een realiseren dat dit niet je ware natuur is. Dat je dat weet. Er is geen identificatie daarmee, zodat het op zijn best werkt. Begrijp je dat?

B:Ja.

A: Hetzelfde geldt voor gevoelens en voor het lichaam. Er bestaat geen twijfel over: je bent niet dit fysieke lichaam. Er is geen twijfel over: je bent niet je gevoelens en je emoties. Toch is je hele capaci­teit om te voelen beschikbaar. Toch is dit lichaam beschikbaar. Het is geen verstoring voor je ware natuur. Dus dat is het mooie. Dit noemen we 'totale realisatie'. Want anders hebben de meesters gelijk

llO

wanneer zij zeggen: het is slechts een vlucht uit de realiteit. Als je

geen gebruik meer kunt maken van je verstand en je hersenen, waar

gaat het dan om? Vandaar dat zij, die gerealiseerd zijn, met die totale realisatie perfect functioneren in deze wereld. Er zijn geen moeilijk­heden. Zij gaan niet weg van de wereld in een grot wonen of het klooster in. Dat doen ze niet. Ze kunnen zakenlieden zijn, ze kun­

nen barkeeper zijn, ze kunnen belastinginspecteur zijn, ze kunnen premier zijn, ze kunnen van alles zijn. Ze kunnen zelfs vrijmetselaar zijn, ze kunnen melkboer zijn, ze kunnen veeboer zijn. Want hoe

het ook zij, deze mensen claimen niets, wát ze ook doen. Dus of ze belastinginspecteur zijn of veeboer, zij weten: dit ben ik niet. Je kunt zelfs psycholoog zijn, dat is niet tegenstrijdig. Je kunt psychothera­pie doen; je kunt alles doen. En zij die dat kunnen, bewijzen dat het

mogelijk is. Dus ik ben er niet voor dat mensen hun werk opgeven

en al dat soort onzin. Want dat heeft er niets mee te maken. Ik kan wel begrijpen dat je je werk zat bent. Maar dat heeft niets te maken

met Zelfrealisatie. Als je genoeg hebt van je werk, dan heb je genoeg van je werk. Maar koppel het niet aan Zelfrealisatie. Zeg niet: 'Dit werk staat mijn Zelfrealisatie in de weg.' Of: 'Mijn relatie staat het

in de weg', of: 'Het niet hebben van een relatie staat het in de weg.' Niets staat in de weg. Want er is geen weg naar de realiteit. Zie je de schoonheid ervan?

B:Ja.

A: Dus dat betekent een totale aanvaarding van het leven; een totaal zijn. Totale realisatie. Dat is heel wat anders dan al die dwaze concep­ten over Zelfrealisatie. Daarom begin ik met het denken. Want in de

grond zijn de concepten de moeilijkheid. Daarom werken we aan die concepten. Heb je hier vragen over?

1 ll

Page 58: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ja. Ik bedacht zo-even: door het denken komen we bij vedanta, bij het einde van het denken.

A: Nee, het denken heeft bevrediging nodig. Het denken geeft het nooit op. Er moet iets beters komen. Als je de beperkingen van het verstand ziet, dan zoek je automatisch niet meer in die richting. Maar het zien is iets anders dan het denken. Dat is het mooie ervan. Je ziet dat het denken in feite erg beperkt is, dat al die vragen en antwoorden geen zin hebben, dat daar geen oplossing is. Je ziet dit met iets anders dan met het verstand. Het is geen verstand-realisatie. Automatisch kijk je niet meer in die richting. Als er een gat in de emmer zit, en je hebt dat gezien, ga je dan toch nog met die emmer water halen? Nee.

Je ziet dat dat geen zin heeft. Alleen een dwaas doet dat.

B: En het tweede deel van advaita, de non-dualiteit?

A: Dat is een natuurlijk proces. Je ziet dat het verstand zijn begren­zingen heeft en dat het niet in een of ander concept of idee te pakken is. Je realiseert dit met iets anders dan het denken. Dus vedanta is er vanzelf, het is het einde van de kennis, maar zien begint onmiddel­lijk. Dus advaita is er onmiddellijk. Advaita betekent: non-dualistisch, dus dit zien is non-dualistisch. Het wordt kristalhelder dat dit zien de non-dualiteit is. Dat is advaita. Kennis, welke kennis je ook hebt, is erg nuttig. Het schaadt niemand. Dus het schaadt ook jou niet. Het houdt je niet af van realisatie en het geeft ook niet de realisatie. Het is gewoon denkstof. Het hoeft niet veroordeeld te worden. Het hoeft ook niet als een vijand gezien te worden. Het is gewoon wat het is. Het zal je helpen op een gezonde en natuurlijke manier te functioneren in een drie-dimensionale wereld. En dit is geen theorie, het is erg prak­tisch. Het is erg realistisch.

112

B: Ik begrijp het heel goed: advaita is het resultaat van vedanta.

A: Ja. Daarom staat het woord ervoor. Vedanta is het systeem. Dus er zijn verschillende soorten vedanta. In feite negenentwintig of zoiets. Vedanta betekent: einde van de kennis. Veda betekent kennis, weten; anta betekent einde. Als je komt aan het einde van het niet kennen, de vragen en antwoorden, blijft vanzelf advaita over. Niet-dualistisch. Je zult dit zien met iets wat niet dualistisch is. Dus het eigenlijke zien is de realisatie. Mijn strijd, mijn frustratie is het feit dat mensen dit sy­steem uitermate moeilijk hebben gemaakt. Dat ze gezegd hebben, dat het onmogelijk is voor een gewoon mens om tot realisatie te komen. 'Misschien kan een Boeddha dit, misschien kan Shankara dit, of Jezus Christus. Maar wij zijn niet zo.' En advaita zegt dit niet. Het zegt: tat

tvam asi, jij bent dat! We doen er niet trots over; dat zou werkelijk be­lachelijk zijn. Maar we ontkennen niet wat we zijn. Daarom betekent onwetendheid: ontkennen wat je bent. Begrijp je dat?

B:Ja.

A: Nou, dit is mijn argument. En het spel is: jij hebt jouw argument, ik heb mijn argument. Dat is het spel. En uiteindelijk, als je ziet waar ik naar verwijs, zullen alle argumenten stoppen. Jouw argumenten zullen ophouden, mijn argumenten zullen ophouden. Uiteindelijk zullen in waarheid de vormen van de goeroe en discipel verdwijnen in dit vredige zijn. Dus dan is er geen kwestie meer van een goeroe, ook niet meer van een discipel. Dat is heel mooi. Maar het moet gebeuren, weet je. Mijn gedrevenheid is er om dit duidelijk te maken. Want ik kan er niet tegen dat mensen zeggen dat het moeilijk is, of dat het niet eigen is aan westerlingen. Of dat je eerst volkomen zuiver moet zijn, of dat je allerlei dingen moet doen. Dat is niet waar, het zijn abso-

113

Page 59: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

luut leugens. Dat is geboren uit een gevoel van inferioriteit. Het is de

identificatie met onwetendheid. Ik moet daar niets van hebben. Mijn

tegenzin brengt me tot praten. Het is in feite liefde voor de waarheid. Dat wordt 'filosofie' genoemd. Daarom is het ook een soort filosofie.

Dat betekent: een richting, een weg naar de waarheid. Liefde voor de waarheid, liefde voor dit soort wijsheid. Want dat is wat me beweegt. Als ik daar geen liefde voor had, hoe zou ik dan kunnen spreken? Het is een liefde voor de waarheid; niet voor jou of voor mijzelf. Ik krijg geen orgasme van mijn eigen spreken, weet je. Goed, zeg iets. Ik be­doel, verstaan we elkaar?

B: Ja, dit is heel duidelijk voor mij vandaag. Het is heel duidelijk.

A: Dus wat is nu de positie van al die verschillende goeroes, als je het

op deze wijze ziet; het plaatje wat ik je heb voorgelegd. Wat is de plaats van al die verschillende goeroes. Kun je dat vertellen?

B: Wat bedoel je met de plaats, de stijl?

A: Wat is het effect?

B: Ze verwijzen naar hetzelfde.

A: Ja, dus kan er sprake zijn van enige competitie?

B: Nee, geen competitie, alleen een verschil in stijl.

A: Alleen de stijl. Wanneer je van een bepaalde stijl houdt, zou je dan een andere stijl beschuldigen? Zou je zeggen, die stijl is niet goed? Nee,

je houdt er alleen niet van. Maar dat is een heel nauwe tunnelvisie,

114

weet je. Er kunnen 100.000 mensen zijn die een andere weg prefere­

ren. Het is niet aan jou om dat te bekritiseren. Dus er is een buiten­gewone verdraagzaamheid. Het is geen mand vol verdraagzaamheid,

zoals Da Free John zei. Nee, het is een oceaan van verdraagzaamheid. En ik denk erover een boek te schrijven: een mand van onverdraag­zaamheid. Maar dat is iets anders. Ik schrijf eigenlijk een heleboel

boeken in mijn hoofd, want ik kan dat niet tolereren. Weet je, er zijn mensen die zoveel spreken over verdraagzaamheid, maar mijn spreken over de waarheid komt eigenlijk voort uit het feit dat ik het niet kan

verdragen. Ik kan onwaarheid niet aanvaarden. Dus ik ben een oceaan van onverdraagzaamheid. Ik verdraag het helemaal niet. Ik kan ge­woon niet tegen onwetendheid. Ik kan niet zeggen: 'Oké, praat maar

verder in onwetendheid.' Ik moet iets doen. Misschien is het een soort frustratie. Ik weet het niet. Goeroes strijden niet met elkaar. Zij weten

heel goed wat de waarheid is. Het zijn de discipelen die de ellende

veroorzaken. Eens hoorde ik een uitspraak. Het was Walter Keers die het vertelde, maar hij had het van iemand anders denk ik: 'Ik kan mijn

vijanden hanteren, maar God bewaar me voor mijn vrienden.' Met je

vijanden ben je erg alert. Maar met vrienden is het iets anders. Daar­om is vriendschap voor goeroes niet toegestaan. Je kunt niet bevriend

zijn met de goeroe. Dat is de prijs die je moet betalen.

B: Nee, ik realiseer mij alleen vandaag hoe vreselijk belangrijk het is

om je te realiseren dat het door middel van het denken niet kan. Tenzij je aan het einde van het denken komt.

A: Om te realiseren is het allerbelangrijkste, ik herhaal het weer, te

zien dat wat realiseert niets met het denken te maken heeft, dat zelfs

het denken zijn beperkingen heeft. Datzelfde wordt gezien met iets anders dan het verstand. En dan is intelligentie geboren. Eigenlijk

115

Page 60: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

is die hele advaita niets anders dan proberen je werkelijke originele

intelligentie te stimuleren. Het is op een of andere manier geblok­keerd door al je identificaties. Een kind leert gemakkelijk omdat er nog niet iets is van een ik-principe. Heel snel doet het honderden

ervaringen op en trekt het conclusies. Het leert erg snel en erg veel.

Ego is altijd een hindernis om te leren. Dat is mijn stellige overtui­ging. Wil iemand hierop ingaan?

Andere bezoeker: Ik ben de context van daarnet kwijt. Je zei, dan is het

zien er onmiddellijk.

A: Ja, het zien is dus iets anders dan een eindconclusie van het den­

ken. Het denken wordt gezien door iets anders dan het denken zelf. Dus als de grenzen van het denken worden ingezien, en in de advaita

gaat het helemaal die kant op natuurlijk, dan zie je dat met iets an­

ders dan denken. En dat is het zien waar we het hier over hebben. Als dat geboren is, dan zal er zeker niet gezocht worden in waar je net van ingezien hebt, dat het daar niet te vinden is. Zoals je niet met

een emmer waar geen bodem in zit, water gaat halen. Voor de grap, om iemand aan het lachen te maken, zeg je: ik ga even een emmertje

water halen en dan laat je die emmer zien. Maar of je het inderdaad

dan echt nog gaat halen ...

B: Zodra de overtuiging er is dat de waarheid niet te vinden is in de mind, dan ...

A: Dan is het zien geboren, dat is nog niet de absolute realisatie ove­

rigens.

B: Nee, het zien.

116

A: Ja, dan zijn wij al heel erg blij. Dat zijn we tóch wel, maar dan zijn

we in onze nopjes. Dus alles wat nodig is, is er al. Omdat dat zien er altijd is. Ja.

B: Als dat zien geboren is, dan ...

A: Nou, dat zien is niet geboren.

B: Herontdekt.

A: Ja, herontdekt ja.

B: Dan zie je dat die drie muren er niet meer zijn. Je bent niet meer geïdentificeerd.

A: Niet te hard van stapel graag.

B: Maar vindt meditatie dan nog plaats?

A: Dat is een hypothese.

B: Is niet het leven zelf altijd meditatie? Is dat niet één geworden met

elkaar?

A: Mag ik vrijuit praten, vandaag? Wat ik vaak bij jou merk, is dat

je uitspraken doet die van zelfgerealiseerden komen en ik ruik aan de geur waar ze vandaan komen. Die gelden alleen uit de mond van

zo iemand. En die hebben geen enkele kracht en geen enkele waarde

wanneer het uit jouw mond komt. Het klinkt zelfs een beetje belache­lijk, een beetje ridicuul, futiel. 'Het slaat als een tang op een varken',

117

Page 61: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

zeg je in Nederland. Want het is wel waar, maar het is niet waar uit jouw mond. Dus daarom verzoek ik de toehoorders altijd om zich te beperken tot de eigen ervaring. Dat doe ik namelijk ook. Dan is een gesprek mogelijk. Vind je het goed dat ik mijn aandacht naar iemand anders verhuis?

Tegen een andere bezoeker: Is er een vraag of een verwondering over iets, of een reflectie? Want uiteindelijk zul je geen vragen meer heb­ben, maar reflecties. Alleen maar gedachten, weet je.

B: Ik begrijp niet waarom ik steeds zocht met mijn verstand.

A: Dat is een gewoonte. Eens woonde ik in een flat. En de koelkast stond in de keuken aan de linkerkant. Dus na drie maanden was ik gewend om naar links te lopen voor de koelkast. Ik deed altijd de deur open als de kat zich liet horen, en dan gaf ik hem melk of iets dergelijks. Toen was er brand in de flat en moesten we verhuizen en kwamen we in een andere flat. Het was hetzelfde type flat, maar in spiegelbeeld. Dus nu moest ik steeds naar rechts voor de koelkast. Tijdens de eerste maand vergiste ik me steeds, maar na drie maanden, precies na drie maanden dat ik daar woonde, was ik er helemaal aan gewend. Toen bouwden ze de hele flat weer opnieuw op en gingen we terug naar de oorspronkelijke flat. Toen liep ik de hele tijd weer naar rechts. En het duurde weer drie maanden om eraan te wennen. Zo gaat het steeds met het verstand. Zo gaat het ook met conditioneringen. Dus je moet heel erg bewust zijn. En daar gaat het bij meditatie om. Maar je kunt de conditionering van onwetendheid niet forceren. Je moet goed observe­ren. En sommige gewoonten zijn diep geworteld, zo diep, dat zelfs als je dood bent, je een gewoonte zult hebben. Veel gewoonten zijn geen probleem, maar sommige gewoonten zijn dat wel. Ik ken nauwelijks

118

iemand die geen gewoonten heeft, want gewoonten zijn als rituelen. Ze zijn niet goed of slecht. Ik probeer alleen maar te observeren, op een aangename manier. Ik heb ook gewoonten bijvoorbeeld. Het eerste wat ik doe als ik opsta is de tv aanzetten. Dat is het eerste wat ik doe. Ik was me niet, ik eet niet, ik zit alleen maar, en kijk naar het nieuws. Precies een uur. Dus ik weet waar een aardbeving is of een oorlog, of dat de Russen komen en ik kan me voorbereiden, weet je. Dat soort dingen. En ik ben gek op het slechte nieuws. Vooral als auto's uit de bocht de ri­vier in vliegen en zo. Wat een slecht karma hè? Dus dat is een soort ge­woonte, maar het kan geen kwaad. Als ik een gewoonte zou hebben om oude dames van de trap te duwen, was het een ander verhaal natuurlijk. Maar hetzelfde geldt ook daarvoor. Het gaat om dezelfde observatie. Je zult die gewoonte zien. Het is een onderdeel van het denken. Het is on­vermijdelijk. Maar het zien heeft met de gewoonte niets te maken. Het

is heel vredig. Daarom worden zij die gerealiseerd zijn, zo vreedzaam.

Het is niet een vrede van het denken. Dat is voor dwazen. Het is vrede van het Bewustzijn. Vrede van het denken is voor idioten.

Andere bezoeker: Ik heb een vraag over non-dualiteit.

A: Goed.

B: Het is een idee dat ik niet goed kan pakken. De non-dualiteit van dingen.

A: Dat is erg moeilijk te pakken. Kun je de wind vangen?

B: Nee, dat kan niet, dat zie ik wel. Maar deze gedachten zijn keer op keer uitgesproken, en al die paradoxen. Hier begint het deel waar je niet echt over kan praten.

119

Page 62: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A:. Daarom worden gerealiseerde mensen zo stil. Dat is heel natuurlijk. Er is niets om over te praten. Wat denk je als twee zelfgerealiseerde mensen

elkaar tegenkomen, waar ze over zullen praten? Over iets waarnaar je al­tijd kunt refereren. Een computer of een boek of sigaren, of zo. Over iets dergelijks. Maar niet over spirituele zaken. Omdat de aandacht niet gaat naar wat duidelijk is. Dus de meest a-spirituele mensen zijn de mensen die gerealiseerd zijn. Zij worden spirituele mensen genoemd, maar eigenlijk zijn ze dat niet. Hee is erg vreemd. Wat een vreemd onderwerp. In India wordt dit Bewustzijn vergeleken met Akasha. Ken je het woord Akasha?

B: Nee.

A: Het is subtieler dan ruimte, maar omwille van ons gesprek noem ik het nu ruimte. Beschikbaarheid, noem ik het. Dus alle planeten, dit hele universum, al je gedachten, gevoelens, wat dan ook, aardbevin­gen, vrede van het denken, goeroes, discipelen, zelfrealisatie, onwe­tendheid. Waarin verschijnt dit allemaal?

B: In Bewustzijn.

A: Hoe kan het beschikbaar worden, hoe kan het gezien worden. Ik zeg niet eens dat het allemaal waar is of niet. Ik zeg alleen: het zien moet er eerst zijn. Want het zien van een object bewijst niet dat er een object is, maar het zien.

B:Ja.

A: Een object kan een illusie zijn. Maar het zien is iets anders. Dus dit onveranderlijke zien is altijd aanwezig. Op de achtergrond, op de voorgrond, in het midden. Het is alomtegenwoordig.

120

B: Is er dan een onpersoonlijk ik dat ziet, of is het een manier?

A: Het zien heeft niets te maken met de persoon en zelfs niets met een niet-persoon. Dit Bewustzijn is niet individueel. Het is niet van jou of van mij. Het is war we allemaal met elkaar gemeen hebben. Hoe kan ik haar in de ogen kijken? Hoe kan zij mij aankijken? Het komt allemaal door dit Bewustzijn. Is het van haar? Is het van mij? Nee, we maken van hetzelfde gebruik. Eigenlijk maken we er niet eens gebruik van. Het is onze realiteit, en die kan niet vermeden worden. Dat vind ik nog het allerleukste, dat die niet vermeden kan worden. Zeg eens iets!

B: Zien is meer een wijze van spreken.

A: Zien is realiseren. Zien doe je niet met het oog. Want een oog is gewoon een gehaktballetje weet je. Zie je die boom, die is zo groot. En kijk naar het oog, dat is zo klein. Hoe kan de boom er in het oog zijn? Dat is onmogelijk. Dus het moet een projectie zijn. Hee bewijst niet eens dat er een object is. Het bewijst het zien. Iets gebeurt, het bewijst het Bewustzijn. Het komt na het ware dat nooit verandert. Dat is je ware natuur die niet vermeden kan worden. Een boom kan vermeden worden, maar Bewustzijn niet. Want voordat de boom er is, is er Be­wustzijn. Voordat jij er bent is er Bewustzijn. Voordat God er is, is er Bewustzijn. Daarom zeg je: God is Bewustzijn. Daarom zeg je: ik ben God. Niet als een ik, maar als God! Niet: ik ben God maar: God ben ik, God is mij. Begrijp je dat? Maar niet: ik ben God en jij bent niet God. Het is hetzelfde. We verwijzen niet naar een ik-principe, we ver­

wijzen naar het God-principe. Daarom noemen we het ook God-rea­lisatie. Goeroes noemen ze in India Godmannen. Maar zijn er andere mannen en vrouwen dan Godmannen en Godvrouwen? Waarom heet

121

Page 63: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

hij een Godman en een ander niet. Het is hetzelfde. Het verschil is dat de ene man gerealiseerd is en de ander niet. Hij denkt nog steeds dat hij een mens is die afgescheiden is van God. En dat kan niet. Het lijkt de E.O. wel hè? Dat is een moeilijke weg om te gaan, maar ze hebben absoluut gelijk. In de grond hebben ze gelijk. Ik ben het meerdere malen met hen eens, maar niet met hun bekeringen.

B: Dus het zien bewijst in feite niet wat waar is en wat onwaar is?

A: Nee. Daarom wordt het Maya genoemd. Dat betekent: dat wat niet werkelijk aangewezen kan worden. Het is er, maar wat het is weten we niet. Maya betekent niet dat het er niet is. Maya betekent: het is er, maar we kunnen niet zeggen wat het is. We vinden het alleen maar plezierig. Kijk, je hebt een vrouw he? Is ze echt of niet?

B:Ja.

A: Hoe weet je dat. Wat is haar realiteit. Neem me niet kwalijk dat ik dit zeg. Waar zit ze. Oh daar. Wat is haar realiteit? Dus als je haar vraagt: is je man echt? Kun je zeggen wat hij is?

B: Natuurlijk.

A: Het is erg moeilijk. Je bent zelfs bang om er op deze manier naar te kijken weet je. Dus wat is het? Wat is een fysiek lichaam? Het is zoiets vreemds om levend te zijn. Denk je alleen maar eens in dat je uit een baarmoeder komt, weet je. Je denke daar nooit aan, maar je kwam uit een baarmoeder. Dat is iets heel vreemds. Er komt wat zaad uit de pe­nis van je vader en er is een eitje. Zij kwamen bij elkaar en om een be­paalde merkwaardige reden kwam jij naar buiten. En plotseling werd

122

je je bewust van jezelf, je begon je te identificeren met alles wat je maar zag. Met alle objecten. En ik zeg: het is allemaal best, maar je weet niet wat het werkelijk is. Wij zeggen: Bewustzijn is werkelijk. Want dat verandert niet. Dus het is het onveranderlijke in het veranderlijke. Dat is de misdaad van de goeroe: de moed te hebben om dit te zeggen.

B: Dus de enige waarheid is om werkelijk te zien.

A: Ja, dus het Bewustzijn, ja.

B: Dat is de enige waarheid.

A: Ja. Nu maak je me gelukkig. Daarom zeggen ze in een van de mooie Upanishads, een van de heilige boeken in India: Waarheid is één, maar zijn expressie is vele. Kijk eens hoe prachtig dat is. Waarheid, wat be­tekent het Bewustzijn, het werkelijke, is één. Het is slechts een ding, maar het manifesteert zich op vele manieren. Nou kun je dan nog zeggen dat deze manifestatie minder waard is dan deze manifestatie of die? Of verkeerd? Nee. We zouden Bewustzijn in elkaar moeten zien, dat wil zeggen de Goddelijke natuur, Atman. Als je dat kunt zien dan kun je heel prettig met elkaar omgaan. Je kunt ook ruzie maken, het doet er niet toe. Want feitelijk houden we van elkaar. We zijn hetzelfde. Dan maak je geen verschil meer. Je kunt nog wel speciale voorkeuren hebben. Je kunt zeggen dat je van dit meer houdt dan van dat. Natuurlijk, dat is een kwestie van smaak. Want smaak is er ook. Maar het zal onmogelijk zijn om niet van iets te houden. Want het wordt onmogelijk om niet jezelf te zijn. Want het is onmogelijk om niet jezelf te zijn. Wat een mooie manier van kijken!

B: Maar smaak bestaat op het niveau van lichaam, denken.

123

Page 64: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ja. Dat is oké. Ik bedoel bijvoorbeeld dat ik zelfs argumenteer over kleuren. Ik houd niet van deze kleur, ik zou liever een wat andere kleur hebben. Nou, wat is het probleem? Het is geen probleem, maar het is een kwestie van smaak. En op dat niveau is het oké. Eigenlijk

noem je het voorkeur, wat onschadelijk is. En als het niet mogelijk is

je voorkeur te halen, aanvaard dan wat er is. En dat heet wijsheid. Zeg

iets. Het gaat goed vanavond hè? Je weet nooit waar het op uitdraait. Haat je me nog steeds?

B: Nee, maar ik heb nu een vraag.

A: Goed, maar het moet wel over dit onderwerp gaan hè. Vind je dat goed?

B: Ja, het gaat over dit onderwerp. Is communicatie vóór het woord toch mogelijk?

A: Ja, natuurlijk. Eigenlijk is communicatie vóór de woorden. Wanneer het woord komt, komt de discommunicatie. Als je iemand heel goed

kent dan zijn er altijd wat communicatieproblemen: ik zei dit en jij be­greep dat, jij voelde het zo. Ik maak dat iedere dag mee. Want ik heb veel mensen om mij heen die hun eigen mening hebben - en die zijn heel specifiek - over hun eigen manifestatie. En dat is heel aardig, want het

hoort bij hun leeftijd. En ik heb veel communicatieproblemen met hen, maar ik word er niet kwaad over. We hadden wat communicatieproble­

men, maar er is geen probleem want we houden van elkaar. Als we van elkaar houden dan is er geen probleem. Alleen, wanneer je jezelf teveel identificeert met het niveau van lichaam, denken en voelen, dan denk

je dat deze liefdesrelatie stopt op het moment dat je elkaar niet begrijpt. Maar begrijpen doet alleen het verstand! Als je eenmaal weet dat er een

124

werkelijke communicatie is, zonder woorden, dan kan elk probleem op­gelost worden. Want iedere situatie kan overzien worden. Begrijp je dat? Maar ga altijd naar de oorspronkelijke zender. Als je met iemand proble­men hebt, ga dan naar degene met wie je problemen hebt. Ga niet naar andere mensen. Als ik iets niet prettig vind van hem, dan ga ik niet met een ander praten. Dat is de verkeerde richting. Je wilt het snel oplossen, dus ga ik naar hem en zeg: 'Dit is eraan de hand, kunnen we erover pra­ten?' En wat is dan het probleem nog? Hij zal het begrijpen. Dus denk er altijd aan, dat echte communicatie niets te maken heeft met concep­ten en ideeën. In feite begint al het geruzie op het moment dat zij hun intrede doen, wat ook leuk is. Ik hou er wel van. Pas had ik een flinke ruzie met haar, prachtig. Ik mag dat wel. Zij misschien niet, dat weet ik niet hoewel zij alle aandacht kreeg. Ik bedoel, als mensen geen aandacht krijgen op een prettige manier, dan proberen ze het op een nare manier.

B: Je verwijst altijd naar Bewustzijn. Ik zou willen vragen of je iets meer kunt zeggen over wat er vóór de woorden is.

A: Ik begrijp je niet.

B: Als je naar Bewustzijn verwijst, dan hoef ik niet te denken over of het zo of zo is.

A: Ja maar weet je wat het probleem met goeroes is? Ze zijn Bewust­zijn. Dus ze kunnen alleen naar zichzelf verwijzen.

B: Dus om daarin mee te gaan".

A: Probeer alleen de bijeenkomsten te volgen als je het niet erg vindt.

J .

� a, wie.

125

Page 65: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: In het begin van de avond had je het over de identificatie met het

lichaam.

A: Ja, en wel de meest verschrikkelijke weet je. Want het lichaam is zo

echt weet je, zo echt. Ik begreep nooit wat het betekende: ik ben niet het lichaam, waar hebben ze het in godsnaam over. Ik begrijp het nog

steeds niet. Ik accepteer het, maar als ik naar mijn leven kijk dan denk ik: hoe kan dat? Ik ben er de hele dag mee bezig!

B: We zijn er allemaal mee bezig. Eerst dacht ik dat het een gedachte was: ik ben het lichaam. Maar het is werkelijk niets. Het is een soort kramp in het lichaam. Maar hoe kun je dat transcenderen?

A: Laten we het stap voor stap doen als je het goed vindt.

B: Ik denk dat ik het stap voor stap doe.

A: Oké, doe maar een stap. Jij wil Ventura in een computer stoppen zonder DOS.

B: Goed, wat komt eerst?

A: DOS! Dat is het verstand hè, de weg, hoe ga ik? Je moet een sy­

steem hebben.

B: Ja, wat komt ervóór?

A: Nee, het verstand is verantwoordelijk voor alles. Kijk ik zal het op

een andere manier zeggen. Ik heb je wel verteld over de vijf lichamen

hè? De vijf verschillende niveaus van het lichaam, subtiele lichamen.

126

B: Ja ik heb er iets over gehoord.

A: Oh, dan zal ik het je niet vertellen. Het is een lang verhaal. We

moeten zoveel praten, dat is het probleem weet je. Doe het rustig aan. Het is erg belangrijk dat je ziet wat ik in het begin heb gezegd, dat het

onmogelijk is voor het denken om greep te krijgen op de waarheid,

dat dat zien niets te maken heeft met het denken. En als je dit eenmaal gezien hebt en als je werkelijk hiervan overtuigd bent, dan komt ge­lukzaligheid automatisch. Als een onmiddellijke gift, en automatisch

kijk je niet meer in die richting. En dit soort lezingen zal je begrijpen verdiepen, eigenlijk het zien.

B: Wel, in feite ben ik helemaal niet aan het vechten.

A: Nee, dat weet ik. Ik weet alles, maak je geen zorgen. Ik zie je.

B: Je zei daarnet dat je met je eigen ervaring moest komen.

A: Ja, ga werkelijk terug naar je eigen ervaring. Ja, doe dat.

B: Ik vroeg me af, is het werkelijk mijn eigen ervaring?

A: Er is een verschil tussen ervaring en je gedrevenheid om de volgende

stap te nemen weet je. Dat is geen ervaring, maar dat is een gedreven­

heid. Je wilt iets snel bereiken. En in Zelfrealisatie kun je geen haast

hebben, je kunt niets overslaan.

B: Maar iets van die lichaamsidentificatie staat mij in de weg. Dus ik

probeer niet te zoeken.

127

Page 66: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Laat je lichaam mee rust, want je zult nog lang leven. Maak je er niet druk om. Je voedt het en wat het maar nodig heeft geef je het. Als je vriendin je aanhaalt op een prettige manier zeg je oké. Neem een bad, ontspan. Geniet van het lichaam, luister naar muziek, ruik de herfstbladeren, voel de wind langs je huid en de wind in je haar. Kijk naar de mooie mannen en vrouwen in deze wereld, de katten, de honden, de lucht, luister naar de regen.

B: Ja, dat doe ik.

A Eet lekker, neem af en toe wat whisky. Ja, en geniet van al deze god­delijke creaties.

B: Ik stel deze vraag niet omdat ik er een hekel aan heb.

A: Nee, maar als je het gevoel hebt dat dat lichaam de realisatie blok­keert, dan ben je in oorlog met jezelf.

B: Nee, ik bedoel niet dat het lichaam blokkeert.

A: Dan begrijp ik je niet.

B: Ik bedoel een soort subtiele kramp, zoals je je tenen krult in je schoenen.

A: Dat betekent dat je met iets geïdentificeerd bent. Het is als een rood lampje: piep-piep-piep, er gaat iets fout. Je identificeert ergens, je bent niet ontspannen over iets. Er zijn mensen die hun oren tussen hun schouders hebben, zo gespannen zijn ze. En jij doet het op een andere manier, jij loopt met gekrulde tenen. Het

128

ziet er niet goed uit. Ontspan gewoon. Waarom zo'n haast? Waar wil je heen?

B: Nee, het is geen haast, ik vraag alleen maar om een hint om wat ik zie te gebruiken.

A: Ik geef je een hint: observeer je denken en wees er absoluut van overtuigd dat het daar niet gevonden kan worden. Dat is de eerste meest belangrijke stap; vanaf hier zul je ontspannen zijn. En door het ontspannen kijken zul je verdiepen en uiteindelijk zullen men­sen zeggen: 'Is deze man verlicht of niet?' en ze beginnen te strijden over je en te argumenteren of je gerealiseerd bent. Alleen jij zal het weten.

B: Maar ik ben ervan overtuigd dat het niet in het denken is Alexan­der.

A: Nee, dat ben je niet. Zie je? Ik zeg dat je het niet bent en je gelooft

mij enigszins. Dat betekent dat je het niet bent.

B: Ik ben eigenlijk verbaasd.

A: Nou dar betekent dat je het niet bent. Als je overtuigd was dan zou je meteen zeggen: 'Nee nee, praat geen onzin tegen mij, ik ben ervan overtuigd,' zou je zeggen. Maar je hebt nog steeds twijfels. Kijk, hij fronst nog steeds zijn wenkbrauwen, misschien is het waar. Dus dat berekent dat je nog steeds ervan overtuigd bent dat je het daar kan vinden.

B: Dat komt omdat ik het in Keulen hoor donderen.

129

Page 67: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Als je in die staat was dan zou je niet verbaasd zijn als je uit je cen­trum gebracht wordt door iets van mij. Maar hij probeert zich erop voor te bereiden, dat is een andere truc van hem. Maar ik zal een bijl gebruiken of iets dergelijks. Kijk of hij voorbereid is op de bijl. Kijk, alles wat ik zeg is een spel, het is een soort spelletje, het is Leela, we spelen gewoon een spelletje. God speelt met zichzelf. Op die manier moet je het zien.

B: Maar ik zit nog steeds met mijn vraag.

A: Ontspan je. Als je een kramp constateert dan betekent het dat je ergens geïdentificeerd bent. Dus aanvaard deze kramp, ontspan in die

kramp en hij zal verdwijnen. Laat het lichaam natuurlijk zijn, dan zal er steeds minder kramp zijn. Uiteindelijk zul je als een baby zijn.

B: Dank je.

Andere bezoeker: Is er zien in begrijpen? Toch brachten mijn geda�h­

ten en misschien mijn gevoelens mij op het nogal gekke idee dat er iets meer is.

A: Nee meneer, dat is niet waar. Je spreekt geen waarheid. Het was het zien en de Kennendheid en het Bewustzijn in jou, dat wil zeggen in je ziel - de diepst mogelijke ervaring- die jou vertelden dat er iets meer was dan denken en voelen en zo. Want dat bleek niet succesvol en bevredigend te zijn. Als we theoretisch blijven praten, dan zullen

jullie allemaal verveeld raken en zeggen: 'Hou eens op, we kunnen het niet meer verdragen.' Waarom? Je mist iets, je mist het ware. Neem nu gevoelens, je gaat maar door met voelen en voelen. Op het laatst zeg je: 'Stop ermee, al die gevoelens!' Je weet dat het daar niet om gaat. Het

130

fysieke, als je alleen fysiek met jezelf bezig bent, zul je je op het laatst ook ontevreden voelen. En uiteindelijk ben je meer dan de som der delen. Dat wil zeggen, dat je Bewustzijn bent. Zelfs de manifestatie wijst je op Bewustzijn. Als je mediteert op de manifestatie, dan wijzen zelfs de manifestatie en materiele zaken naar realiteit. Dat is mijn vaste

overtuiging. Waar je ook voor kiest, als je kiest voor de buitenkant zoals materialisme, onderzoek, wetenschap dan vind je uiteindelijk de waarheid. En als je de innerlijke weg kiest in jezelf - je gaat door

gedachten, door gevoelens en zo - dan bereik je hetzelfde. Want uit­eindelijk komt alles voort uit hetzelfde. We worden gewoon voor de gek gehouden door deze illusie, die Maya wordt genoemd. We worden

gewoon voor de gek gehouden, gefopt. Het is geen probleem, maar als

je in die richting doorgaat, in dat soort kramp en zo destructief bent, is dat erg stom. Dat kan ophouden. Maar het kan alleen ophouden als

we het over de hele wereld doen. Het moet over de hele wereld bewust

worden. Dus iedereen moet aan het werk gaan in zijn meest directe omgeving en dat ben jezelf. Je moet de gewoonte veranderen om hem en hem en hem te veranderen en haar en haar. Je probeert de wereld te veranderen, maar als iedereen zich zou richten op het meest dichtbije, dat wil zeggen je eigen manifestatie, en je leeft vanuit waarheid, dan

zou deze wereld meteen veranderen. Want de wereld is niet slecht of verschrikkelijk. Wij zijn de makers van deze ellende. Wat je verkeerd doet, kun je stoppen, het is nog niet te laat. Het is nog steeds niet te laat.

B: Is het zo dat je een bepaalde mate van onderscheidingsvermogen nodig hebt om te kunnen weten wat waarheid is en wat niet?

A: Je zult verbijsterd zijn over de intelligentie van de mens. Die is op de verkeerde richting ingesteld. Intelligentie werd intellect.

131

Page 68: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Is het hetzelfde als wat de katholiek genade noemt?

A: Nee, kijk de christelijke tradities geloven dat dingen van de hemel

naar de aarde komen. Daarom gebeuren alle initiaties in het Westen

en eigenlijk ook in het Midden-Oosten in het water. Want water gaat van boven naar beneden. Maar in het Oosten niet. In het Oosten ge­

loven ze niet dat het van boven naar jou komt. Jij moet naar de hemel

komen, daarom wordt altijd vuur gebruikt bij de initiatie, want vuur gaat naar boven. Kijk maar naar vuur, het gaat naar boven, nooit naar beneden. Maar water gaat naar beneden. Want jij moet naar Bewust­zijn gaan omdat jij je identificeert, jij moet teruggaan. Je kunt geen genade of enig heil van buitenaf verwachten. Dat zal niet komen. Dus

als je op zoek bent naar een redder dan is advaita niet zo bruikbaar

voor je. Wie moet gered worden door wie? Daarom waren de goeroes

nooit redders, nooit. Zij waren helden van Bewustzijn, maar niet door

iemand te redden, een ziel te redden. Dat is een slachtoffermentaliteit, eigenlijk heel christelijk en mohammedaans, omdat dat monotheïs­tische religies zijn. Zij zeggen: 'Ik ben goed en jij zal wel fout zijn.' Maar advaita en het hindoeïsme hebben daar andere gedachten over. Zij zeggen: 'Jij hebt gelijk en ik heb ook gelijk'. Want waarheid is één, en daar zijn vele expressies van. Daarom floreerde het christendom in India, de islam floreerde in India, wat ook naar India kwam, floreerde, omdat India nooit in oorlog was met dit soort zaken. Kijk naar de jezuïeten, ze waren zo verbaasd. Een paar Nederlandse monniken gin­

gen naar India en ook enkele Portugese monniken. Zij hadden daar een bloeiende ashram. Want dat is ook een interessant gegeven; door

de enorme verdraagzaamheid veranderde het christendom in hindoe­

ïsme. Moeder India wacht heel geduldig; wat er ook komt het zal

ten slotte in hindoeïsme veranderen. India verandert alles omdat het heel geduldig wacht, het heeft geen haast. Het wacht zoals een wijze

132

moeder, alleen maar wachten. Het zal vanzelf veranderen, zij vechten

nergens tegen. Dat is een prima houding. Geduld is het element, maar wij willen veranderen, veranderen, veranderen, en waar komen we uit?

Nergens. Zij geloven in de fundamentele zaken en blijven daarbij. En India overleefr alles, omdat Indiërs meesters zijn in aanpassing, mees­ters. Een Indiër kan zich aan alles aanpassen, dat kun je je niet voor­

stellen. Wij kunnen ons niet gemakkelijk aanpassen. Maar India paste zich zelfs aan het christendom aan. Zij probeerden het niet te veran­deren en vanzelf, terwijl India heel rustig afwachtte, veranderden de

christenen langzaamaan in hindoes. Ik hou daar wel van.

B: Als het denken een deel van de manifestatie is en de manifestatie een deel is van de waarheid en op zijn beurt ...

A: Het denken is dan een modificatie in Bewustzijn. Zoals slaap een modificatie is, zoals dromen een modificatie is, zoals juiste kennis een modificatie is, zoals onjuiste kennis een modificatie is, zoals verbeel­ding een modificatie is. Er zijn er slechts vijf, het verstand kent slechts vijf modificaties.

B: Dat zal ik niet ontkennen.

A: Je kan het niet ontkennen, misschien denk je dat je het ontkent, maar dat is alleen een afscheiding. Het kan niet ontkend worden.

Soms ontmoet je iemand en dan denk je onmiddellijk: ik wil die per­soon niet zien. Dat wil zeggen dat je die persoon gezien hebt, anders zou er geen wens zijn deze niet te zien. Dus het feit ligt er dat je de persoon gezien hebt. Je kunt wel zeggen dat je hem niet wilt zien en je kunt zelfs denken dat je de persoon niet hebt gezien, maar je hebt die persoon heel goed gezien. En door te zeggen dat je die persoon niet

133

Page 69: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

wilt zien, bewijs je juist dat je hem gezien hebt. Waarom zou je hem anders niet willen zien? Zie je mijn logica?

B: Maar ik zou ook willen zeggen, dat het lichaam, het denken en de gevoelens ook heel waar zijn.

A: Zij zijn Bewustzijn en zij zijn een expressie. Lichaam, denken en voelen zijn expressies van Bewustzijn. En als je het op die manier ziet, hoe kunnen lichaam denken en voelen dan strijdig zijn? Als je dit ziet dan heb je mij niet meer nodig.

B: Oké.

A: Oké, dus het is je laatste bijeenkomst. Heel goed!

134

Maya

Bezoeker: Ik heb een gedachte, iets wat ik zou willen checken. Het is een soort synthese van wat mij helder is geworden door deze

lezingen. Dat is dat het gemanifesteerde, al wat gemanifesteerd is, al het objectieve en het subjectieve, iedere abstracte gedachte of idee, al­lemaal maya is, allemaal illusionair is.

Alexander: Illusionair is geen juiste vertaling van maya. Want dat heeft de geur dat het niet echt is. Het is echt, maar we weten alleen niet wat het werkelijk is, weet je. In India hebben ze de gewoonte om te zeggen: dat is allemaal maya. En dat is niet de juiste houding. Wij

hebben deze houding overgenomen en ik hou daar helemaal niet van. Het is ontwijkgedrag, je kunt het misbruiken, het sluit je af.

B: Hoe zou je het willen vertalen?

135

Page 70: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: De moeilijkheid is dat Sanskriet vertaald kan worden op vier ver­schillende niveaus. Het hangt ervan af over welk niveau wij het heb­

ben. Op het allerhoogste niveau betekent het: dat wat niet het abso­

lute is. Op het allerlaagste niveau betekent het: dat wat verschijnt en waarvan we niet zeker weten wat het werkelijk is; dat wat verschijnt, dat wat gezien kan worden. Eigenlijk weten we nooit wérkelijk wat de dingen zijn. Kijk naar een sinaasappel. Je kunt hem zien, je kunt hem aanraken, je kunt hem proeven, je kunt hem ruiken, je kunt

hem voelen. Maar toch maakt dit verhaal van de vijf zintuigen, wat je een sinaasappel noemt, niet echt duidelijk wat het werkelijk is.

Dus dat object, die vertaling van de vijf zintuigen noem je alleen maar een sinaasappel, maar denk niet dat je weet wat een sinaasappel is. Ik bedoel, zelfs zonder te weten wat een sinaasappel is kan ik er­van genieten. En zelfs zonder te weten hoe het heet zal ik er gewoon

van genieten. Dus dat woord 'maya' heeft meerdere betekenissen, tenminste vier. Ik heb je zo-even de allerlaagste betekenis gegeven en

de allerhoogste betekenis. Illusie is er ook een van. Maar dat is geen correcte vertaling.

B: Ik wil het ook hebben over het allerhoogste niveau.

A: Ja, dat is het beste.

B: Kan ik daarop doorgaan? Daarom is alleen het zien werkelijk?

A: Nee. Gisteren zeiden we, dat het zien van een object niet het be­

staan van een object bewijst, maar alleen maar het bestaan van het zien bewijst.

B: Ja, maar het zien is wat het is, het zien zelf.

136

A: Wel, een stap dieper en ik zal zeggen: alleen Bewustzijn is werkelijk. In de hoogste betekenis is het hetzelfde.

B: Oh ja, nou ik zou ook naar de hoogste betekenis willen gaan.

A Prima.

B: Al wat is en al wat niét is, is maya.

A:Ja.

B : En alle ruimte en alle materie en al het plezierige of al het lichte en

al het duistere is allemaal maya.

A: Correct.

B: Betekent maya het zien zelf?

A: Nu kom je op heel moeilijk terrein. Kijk dit onderwerp heeft te maken met een prachtig vedantisch werk dat de Brahmasutra heet. En gisteren gebruikten we het woord akasha nietwaar? En we ge­bruikten het voor ruimte. In de Brahmasutra, vers 64 als ik het goed heb, zeggen ze: alles komt voort uit akasha. Nu zijn er weer verschil­lende vertalingen. Want het kan verwijzen naar het element akasha, wat wij ruimte noemen. En vanuit die ruimte komt de wind, door de wind ontstaat vuur en zo. Dus de vijf elementen komen oorspronke­lijk voort uit akasha. De Brahmasutra zegt: zo is het niet. Je moet het woord akasha niet gebruiken voor element. Het verwijst alleen naar Brahma, wat Bewustzijn is. Dus akasha heeft weer met twee verschil­lende niveaus te maken. Op het laagste niveau is dat het element,

137

Page 71: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

op het hoogste niveau betekent het feitelijk Brahma, wat Bewustzijn fs. En in heel de Brahmasutra wordt gezegd: de hele wereld komt voort uit vuur. Dat is heel vreemd, hoe kan dat? Zij zeggen dat agni

niet bedoeld wordt als een element, maar alleen bedoeld wordt als Brahma. Dus zij verwijzen alleen naar het Bewustzijn, voortdurend. En het gaat over alle mogelijke onderwerpen, maar vooral hierover, akasha. Als je deze klassieke benaderingen bestudeert, dan krijg je te maken met deze verschillende begripsniveaus. Dus het kan begrepen worden op een heel laag niveau, het gebruikelijke niveau zeggen we,

en het kan begrepen worden op het tweede niveau, het derde niveau en het absolute niveau. En advaita heeft het over het absolute niveau natuurlijk. Maar als je dat niet kunt begrijpen, dan kun je teruggaan. Dat is geen probleem. Eigenlijk zeggen ze: de zon, de planeten, de ruimte, het universum - dat is alles wat we kunnen zien- waar komt dat uit voort? Alleen uit Bewustzijn. En deze wereld, deze maceriele

wereld, deze wereld van fenomenen is louter een reflectie van de drie guna's. Guna's zijn de aspecten, het is louter een reflectie van de vijf zintuigen. Als je zoekt naar het wérkelijke waar alles uit voortkomt, dan kom je allemaal tot dezelfde conclusie - wat niets te maken heeft met een product van het denken - en dat is het Bewustzijn zelf. Zelfs geboorte, in leven zijn, al het leven en de dood komen hieruit voort. Dus ze stellen een heel moedige vraag, een gewaagde vraag: waar kom ik vandaan, wat is mijn oorsprong? Ze blijven vastberaden alleen in dit Bewustzijn. Nou dit zal een schok zijn voor de gewone man. Hij zal zeggen: 'Nee, zo is het niet. Ik ben dit lichaam', of 'Ik ben het denken.' De professor zal zeggen: 'Nee, nee, ik ben het intellect' en de emotionele artiest zal zeggen: 'Gevoel, dat is het allerbelangrijkste.'

Maar het is niet je ware natuur. Het is er wel, maar vaar niet alleen op gevoelens, ga niet alleen af op het verstand, ga niet alleen af op dit lichaam. Dus dat is de dappere boodschap van de Upanishads en

138

de advaica. Maar alleen maar praten is niet genoeg. Je moet het rea­liseren. Zonder de realisatie betekent het niets. Dan kun je beter een materialist zijn, dan kun je beter een gewoon leven leiden en niets

zeggen. Waarom andere mensen in verwarring brengen met je dwaze gepraat. Dus het is beter om een gewoon mens te zijn en absoluut materialistisch, helemaal niet spiritueel, dan over iets te praten wat je niet ervaren hebt. Zie hoe moedig. Prachtig hè?

B: Voor mij is het belangrijk dat ik het tot een bepaald punt goed begrijp, zoals wij gisteren spraken over het punt van het einde van het leven. Tot dat punt is er alleen een begrijpen met het verstand.

A: Het verstand heeft zijn grenzen, geen twijfel mogelijk. Die grens kan gezien worden door iets anders dan het denken. En op een be­paald moment in je leven, als je dit alles serieus neemt, dan zul je zien

dat het denken begrensd is. Het kan de waarheid niet omvatten. En als dit stellig is begrepen, als je er stellig van overtuigd bent, dan kijk je niet langer meer in die richting. En als je dit niet echt begrijpt, dan kun je beter op vrouwen jagen of wat dan ook. Word rijk, dat is veel meer solide en betekent meer dan alleen maar praten over advaita. En denken dat je een jnani bent of een groot gerealiseerd persoon of iets dergelijks, of een gevorderde spirituele leraar. Dat heeft geen enkele waarde.

B: Ik wil teruggaan naar het laatste deel van de gedachte die ik had en dat was dat het Bewustzijn maya nodig heeft om zichzelf te zien, om zichzelf te herkennen.

A: Je kunt alleen maar praten vanuit het maya. Hee absolute en maya zullen elkaar nooit ontmoeten. Nooit, het zijn geen vrienden.

139

Page 72: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Maar waar gebeurt de realisatie?

A: In het absolute. Probeer te zien, dat wat het verstand observeert geen deel is van het verstand. Anders zou je niets kunnen zien. Het zien is altijd absoluut vrij. Kristalhelder, dat is je punt van vrede. Daar­om hou ik niet van de vrede van het denken. Om deze reden. Want de vrede van het denken wordt harmonie genoemd; het is geen vrede. Het punt van stilte ligt in het zien zelf. En deze stilte kan niet verstoord worden. Deze stilte is je zijn. Dus dit zijn kan niet verstoord worden. En dan vragen mensen: is het mogelijk om buiten dit te leven? En dan zal ik weer herhalen: is het mogelijk om niét buiten dit te leven. Zie je, en wat een geweldige schoonheid zit hierin.

B: Ik zou graag meer willen horen over herkenning.

A Herkenning is altijd het denken.

B: Het is moeilijk voor mij om het onder woorden te brengen. Wat ik

probeer te zeggen is: het moment dat je het weet ...

A: Is altijd beschikbaar, precies m.i. Het was er nooit niet. Wat een prachtige manier om alles te bekijken hè. Begrijp je me?

B: Ik begrijp wat je zegt.

A: Goed, bewaar dat in je hart, neem rust daar. Het zal absoluut hel­der worden. Ga verder, stel meer vragen, ga er dieper op in. Tor je de bodem raakt.

B: Ik weet niet wat ik wil vragen.

140

A: Probeer het nog eens. Kijk, op het moment dat helder is waar ik naar verwijs, zul je zonder woorden zijn. Het is onmogelijk om daar woorden te hebben. Daarom eindigt iedere realisatie in stilte. We noe­men dat sama. Dus nu begrijp je het woord samadhi. Dhi berekent: samen-vallen. Sam berekent ook samenvallen. In de Indiase muziek bestaat ook het woord sam. Ze maken een cirkel van 12, 14 of 16 tellen en ze komen in het ritme samen met de melodie op tel 1 en deze eerste tel wordt sam genoemd. Dus sam betekent samenkomen. Of neem de Ashtavakra Samhita. Samhita betekent: bijeenkomen. Samadhi, wat jij samádhi noemt, betekent dat het object en het subject samenvallen. Dus je kunt niets doen, je geniet alleen van de stilte. Natuurlijk zijn er

verschillende soorten van samenvallen, nirguna samadhi, sahadja sama­dhi, allerlei verschillende. Nirguna betekent: zonder eigenschap, alleen

.de stilte is er, vrede is er, je voelt je geweldig, er is geen verstoring. Wat er ook om je heen gebeurt, binnenin je of buiten je, niets kan je versto­ren. En deze stilte is een diepe tevredenheid, niet een voldoening, maar tevredenheid. Je absoluut gelukzalig voelen. En het komt niet ergens vandaan. Het heeft geen enkel object van buitenaf nodig of van bin­nenuit. Waarom? Omdat het je ware natuur is. Wat er ook gebeurt, het zal alleen maar bijdragen aan je gelukzaligheid. Het zal je er niet van afbrengen. Ik heb een hekel aan mensen die zeggen: 'Oh mijn vrouw houdt mij af van gelukzaligheid.' Waarom de vrouwen de schuld ge­ven? Waarom de schuld geven aan je vrouw of je man? Wat is dat voor een samadhi, wat is dar voor een gelukzaligheid? Als een vrouw het kan

verstoren, war is het dan voor geluk? Het betekent dat de vrouw meer kracht heeft dan je gelukzaligheid. Je zou toegewijd moeten zijn aan je vrouw als ze zoveel vermogen heeft. Je zou de voeten van een vrouw moeten aanraken als ze je van gelukzaligheid kan afhouden. Want dat betekent dat ze erg krachtig is. Of de man die dit kan doen, want het betekent dat hij meer kracht heeft dan jouw realisatie.

141

Page 73: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ik weet werkelijk niet wat te zeggen.

A: Betekent het dat je in de toestand bent waar ik over spreek?

B:Nee.

A: Oh mijn God, hij is zich er niet van bewust. Weet je, er was eens

een zanger, die Baranguno Baranga heette. Hij ging zó op in muziek

dat hij over helemaal niets anders wist dan over muziek. En Mahatma Gandhi was neergeschoten, vermoord. Nu moet je een ding weten:

in India wordt een stijl van zingen 'garanà genoemd, dat betekent:

school, een school waar je vandaan komt, net wals je in advaita een bepaalde school hebt, een richting. Dus Mahatma Gandhi stierf en een man kwam binnen net voor het concert begon en hij zei: 'Oh

God, Mahatma Gandhi is neergeschoten.' Toen zei Baranguno: 'Van welke school kwam hij?' Hij wist niet eens wie Mahatma Gandhi was. Dus zó totaal in beslag genomen, niets kon hem verstoren. Is dat niet

buitengewoon? Sommige mensen noemen dat stom, maar ik wu dat niet stom willen noemen. Hij ging absoluut op in zijn bestaan, in zijn zingen. Op dezelfde manier kun je opgaan in iets veel groters, want

muziek is nog steeds een middel. Het is oké, maar het is een middel.

Als je volkomen opgaat in Bewustzijn en je je daarvan bewust bent, dan is dat de allerbeste toestand. Hoe kan daarna je gelukzaligheid nog

verstoord worden? Als het verstoord kan worden, dan is het niet mijn

soort van gelukzaligheid. Jullie gebruiken alleen excuses en zeggen: 'De buitenwereld is niet goed. Wat leef ik toch in een nare wereld,

mijn vrouw zit altijd te vitten.' Maar als een vittende vrouw je geluk­

zaligheid kan verstoren, dan heeft het niets te betekenen. Ik had altijd

de gewoonte in ashrams te roken. Ik rookte niet, maar ik begon ermee in de ashrams. Waarom? Ze zeiden: 'Verstoor de energie niet door te

142

roken.' Wat zijn dat nou voor energieën als ze verstoord kunnen wor­den door een onschuldige sigaret of een heerlijke sigaar. Wat zijn dat

voor vibraties? Kan dat zó gemakkelijk verstoord worden?

B: Ja, dat is helder.

A: Dus in feite is dat hetzelfde. Dat de helderheid, het zien, nooit ver­stoord wordt. En omdat het zien je ware natuur is, je natuurlijke staat,

blijft je natuurlijke staat onverstoord, in welke omstandigheden je ook bent. Daarom houd ik er ook niet van als mensen zeggen: probeer niet verstoord te worden. Probeer de onverstoorbare staat te realiseren! Want dat is wat je bent. Je kunt dat niet bereiken, het is wat je bent. Je

moet je er alleen bewust van zijn. Dus herhaal niet voor jezelf: ik moet

onverstoorbaar zijn want ik ben Atman. Dat is onzin. Dat heeft niets te maken met wat ik zeg.

B: Ik was net aan het denken dat ik altijd gewend was aan mijn li­chaam ...

A: Natuurlijk. Ik was ook gewend aan mijn lichaam. Ik was niet ge­

wend aan zijn lichaam. Helemaal niet.

B: Maar dat is de moeilijkheid.

A: Nee, dat is geen moeilijkheid, het is voor het gemak dat je gewend

bent aan je eigen lichaam. Dat is heel geriefelijk. Stel je voor dat we al­lemaal veranderden van lichaam. Mijn God! Nee, het is heel geriefelijk om gewend te zijn aan je eigen lichaam.

B: Ja, maar ik bedoel iets anders.

143

Page 74: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Wat bedoelde je dan, sorry dat ik het verkeerd begreep.

B: Wel de identificatie met het lichaam verhindert mij ...

A: Nee, dat is een smoesje. Niets verhindert je het zien, dat is mijn

boodschap.

B: Ja, dat is mij heel duidelijk van dat zien.

A: En nu identificeer je je met het lichaam en wat is het probleem.

Plotseling ben je geïdentificeerd, is dat een probleem? Nee het is een

feit! Als je niet geïdentificeerd wilt zijn dan is er een probleem. Maar

opeens identificeer je jezelf met het lichaam. Het is een mogelijkheid. Het zien blijft onverstoord. Het is een domme manier van handelen

en van leven. Daarover kunnen we het wel hebben. Als je je niet iden­

tificeert met het lichaam dan zul je veel meer plezier hebben. Dus gun

jezelf dat plezier. Waarom je ermee identificeren als je kunt kiezen.

Mijn uitnodiging is om heel helder te zien dat het zien je nooit verlaat. Het is er altijd, je hebt niets anders nodig. Alles wat je nodig hebt is

er. Wat er ook gebeurt, het is er. Want als het ergens anders gebeurt,

dan ben jij daar niet. Dus waar maak je je druk om. Je moet heel

erg in contact zijn, in gemeenschap zijn met het onmiddellijke nu. En identificatie nodigt je uit om in een onechte wereld te leven, een

wereld van onwaarheid, een wereld van onwetendheid. Je hebt daar

zoveel ervaringen mee. Dus waarom nu niet iets anders proberen? Je

bent al een meester in identificatie en onwetendheid, nu word je een meester in kennis.

B: Het heeft te maken met: het zien is het werkelijke, heb ik ervaren.

Heeft iemand anders dezelfde ervaring?

144

A: Nee. Niemand heeft dezelfde ervaring. Ervaring wordt herinnering genoemd.

B: Zijn eigen zien, moet ik dan zeggen.

A: Nee, dat is niet van hemzelf. We hebben deel in het zien. Dit Be­

wustzijn hebben we gemeen. Ooit vroeg iemand aan Ramana Ma­harshi: 'Ik wou dat de hele wereld gelijk werd. Hoe kunnen we dat

zo snel mogelijk tot stand brengen?' En Ramana Maharshi keek naar

hem en zei: 'We moesten allemaal samen gaan slapen, dan zullen we

allemaal gelijk zijn.' Maar op het moment dat je wakker wordt, begint

iedereen zich te identificeren met wat men zich herinnerde, wat men

dacht te zijn. En dan beginnen alle botsingen en de lol. Nietwaar? Heb

je er ooit over nagedacht dat je de waaktoestand als de echte toestand

beschouwt?

B: Nou niet echt tot nu toe.

A: Wat denk je: als je ooit gerealiseerd zult zijn, zal dat in de waaktoe­

stand gebeuren, of in de droomtoestand, of in de droomloze slaaptoe­stand?

B: Dat kan in geen enkele toestand.

A: Oh oh!

B: Het is niet in een toestand.

A: Maar als je gerealiseerd bent, kun je dan uit wat voor toestand ook

raken?

145

Page 75: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Of je uit enige toestand kunt?

A:Ja.

B: Zeker niet.

A: Nu dan, je zult dus nu gerealiseerd zijn; dat zal de conclusie moe­

ten zijn. Want je zei zojuist dat het niet gebeuren kan in een toestand, maar kun je uit een van deze toestanden?

B: Nee, je kunt niet uit een van deze toestanden.

A: Dus dat betekent dat je niet gerealiseerd kunt worden. Jullie kun­

nen allemaal beter naar huis gaan. Geef hen allemaal hun geld terug

alsjeblieft.

B: Want de realisatie doet zich niet voor in een van deze toestanden.

A: Maar hoe kun je dan tot realisatie komen? Dat is een heel pro­

bleem.

B: Wel dat is precies wat ik ook gisteren zei: zoals zitten voor een muur

en hopen dat je erdoorheen komt zonder hem aan te raken.

A: Nee, laat de muur met rust.

B: Wel het is maar een voorbeeld.

A: Het is maar een voorbeeld. Waarom door muren heengaan? Laten

we er nog eens opnieuw naar kijken. Als je niet uit een toestand kunt

146

komen, ben je óf in de waaktoestand, óf in de droomtoestand óf in de

droomloze slaaptoestand, nietwaar?

B:Ja.

A: Tot zover heb je het begrepen. Je kunt niet uit een van deze toe­

standen. Je hebt zojuist gezegd dat je je niet kunt realiseren in welke

toestand ook. Hoe kan het dan toch mogelijk zijn? Jullie kunnen beter

naar huis toe gaan.

B: Nou nee, misschien is het iets anders. Klaarblijkelijk realiseer je je

als een menselijk wezen.

A: Ja natuurlijk, niet als een olifant hoor.

B: En daarom leven we.

A: Nee, we hebben het over de toestanden. Verander niet van onder­

werp. Je deed net een prima uitspraak en ik deed ook een uitspraak. Ik

zei: realiseer je je dat je denkt, dat de echte toestand de waaktoestand

is, want al je moeilijkheden bestaan in de waaktoestand. Voor som­

migen is het in de droomtoestand, maar als ze wakker worden dan

denken ze: ach goddank ik heb het maar gedroomd. En als ze in de

droomtoestand zijn, dan vergeten ze totaal alles van de waaktoestand,

geen herinnering, niets.

B: Ik denk dat geen van deze drie toestanden het absolute is.

A: Dat is wat je denkt, maar hoe kun je er zeker van zijn? Hoe er zeker

van te zijn voordat je dood gaat?

147

Page 76: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Geen enkele van deze drie toestanden is het absolute.

A: Hoe weet je dat? Want je kent alleen maar drie toestanden.

B: Omdat alleen dat wat de drie toestanden ziet het werkelijke is.

A: Ha, nu heb je me in de hoek gepraat, goed. Hoe weet je dit? Ben je

er zeker van? Ben je er zeker van!

B:Ja.

A: Nou dan. Ga maar. Geef hem zijn geld terug, hij is gerealiseerd. Je

bent gerealiseerd. Als je absoluut overtuigd bent, wat is dan nog het doel van je aanwezigheid hier.

B: Ik ben overtuigd.

A: Nou dan?

B: Ik vind het fijn om hier te zijn.

A: Als je er zo van overtuigd bent, als je werkelijk overtuigd bent, dan wil ik je niet meer zien gedurende tenminste een jaar. En na een jaar, als je wat moeilijkheden hebt met dit onderwerp, dan kom je terug. Want nu gaan we testen: is het waar of niet. Als je werkelijk overtuigd

bent, dan moet je de moed hebben om te zeggen: ik ben overtuigd. Mijn antwoord zal zijn: ik wil je gedurende tenminste een jaar niet

zien. Geen privé persoonlijk gesprek, niets. Helemaal op jezelf.

B: Mag ik dan wel op de concerten komen?

148

A: Nee, geen sprake van. Geen concerten. Alle contacten moeten ver­meden worden. Als ik je op straat tegenkom, zal ik gewoon mijn hoofd

omdraaien, ik zal je niet zien. Je zult zonder goeroe zijn, gedurende

tenminste een jaar. Dan zul je weten of het waar is wat je gerealiseerd hebt of niet.

B:Oeh.

A: Zie je? Dat is de weg van advaita, mooi, prachtig. Dus als je nog

enige twijfel hebt, verwijder dit dan snel.

B: Nee, ik heb geen twijfel.

A: Mm, heel goed, heel goed. Oké, tien uur is het einde hè. Want je zult

moeten staan voor wat je gerealiseerd hebt. Dus neem er verantwoorde­lijkheid voor. Dus als er nog enige twijfel is in de komende vijfenveertig

minuten kom er dan alsjeblieft tussendoor bij wat ik ook zeg.

B: Ik vraag me af, wat ik nu feitelijk weet.

A: Ik zal het je vertellen! Je weet niets.

B: Ja, dat zie ik.

A: Maar je weet.

B: Ja, ik weet dat ik weet.

A: Daarom zei Socrates: 'Hij is wijs, die weet dat hij niets weet.' Hij realiseerde het ook. Wij beschouwen Socrates absoluut als gerealiseerd.

149

Page 77: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Plato niet. Plato is een idioot. Hij zei enkele aardige dingen, maar je kunt goed zien wat hij niet echt begreep door Socrates. Je kunt dat in zijn boeken lezen. Veel leuke dingen heeft hij gezegd, maar hij was niet gerealiseerd, zeker niet. Socrates realiseerde. Dus wát we weten is hier niet de vraag. Want het punt is: je weet!

B: Dát weet je.

A: Dát weet je ja. En blijf in die Kennendheid. En alles zal dan helder worden, vanzelf, op een natuurlijke wijze. Daarom noemen we het: nisarga yoga, natuurlijke eenheid.

B: Mag ik zeggen: het object van zien is het absolute, Bewustzijn.

A: Dat mag je wel zeggen, maar het is niet waar. Het zien van een object bewijst niet het bestaan van een object, maar het bewijst alleen het zien.

B: Ik stel die vraag in verband met het getuige zijn. Het zien is Bewust­zijn en getuige is de beweging van lichaam-denken?

A: We gebruiken in het begin de getuige-positie als een soort houvast om ten slotte tot een soort niet-getuige te komen. Er is dan geen kwestie meer van getuige. Er is alleen nog beingness. Dus sommigen noemen het beingness, sommigen noemen het getuige. Ik vind dat het woord 'getui­ge', net als het woord 'verlichting', een hele zware lading heeft gekregen. En soms verander ik die woorden om het wat verfrissend te houden.

B: Is getuige zijn als het ware naar beneden kijken, naar lagere ni­veaus?

150

A: Nee, dat is een heel gevaarlijk soort getuige, omdat je vanuit een toren zit te kijken. Dat is niet de getuige waar we het hier over hebben. Zeker niet. Ik gebruik liever het woord zien. Of beschikbaarheid, vind ik ook een heel mooi woord.

B: Getuige en zien is hetzelfde?

A:Ja.

B: Ik dacht dat het verschillend was.

A: Kijk in de getuige kan je nog heel gemakkelijk een ik projecteren van: ik zit te kijken, ik zie alles. En dan ontstaat er heel vaak een afstand tus­sen wat daar gebeurt, een ongezonde afstand, en een soort getuige zijn van: ik heb nergens wat mee te maken. En dat is heel gevaarlijk. Terwijl als we het hebben over beingness, over beschikbaarheid, dan heb ik het idee dat het totaler is dan dat getuige-zijn. Dat getuige-zijn heeft veel misverstanden. Het woord 'schouwen', dat is een nog wat ouder woord. Maar het schouwen veronderstelt zien. Daarom werden de oude wijzen ook rishies genoemd: zieners. Geen ruikers, geen proevers, zieners. En daar werd natuurlijk niet het zien met de ogen mee bedoeld, maar een wezenlijk zien. Een groot zien. Een Maharishi. Wat is je state of mind?

B: Ik ben bang, dat ...

A: Dat betekent, dat je niet overtuigd bent. Dus vergeet alles over dat jaar. Blijf komen. Geen probleem.

B: Nee nee, over dft ben ik overtuigd. Ik ben alleen bang om ervan af

te dwalen, daar ben ik bang voor.

151

Page 78: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ervan af dwalen? Waar kun je heen dwalen?

B: Als ik enige twijfel had, als er vragen op zouden komen, dan had ik altijd de gelegenheid om hier te komen. Er is zoveel begeleiding. Ik moet heel eerlijk zeggen, dat tot het punt waar we enige minuten geleden waren, ik geen vragen heb.

A: Kijk, je moet het zien als een soort spel wat we spelen hier. Want om­dat je hier komt geef je enige permissie om het spel te spelen. Dus ik daag je alleen maar uit. Ik wil zien of het werkelijk waar is wat je begreep. Dat is mijn plicht. Dus volgens mij heb je zo-even bewezen dat het begrepen is, maar dat het nog niet solide is. Maar als het eenmaal solide is, moet ik je genadeloos wegsturen. Werkelijk, genadeloos. Ik kan dan niet zwak zijn, want dat zal je realisatie tenietdoen. Natuurlijk heb ik je hier graag. Ook financieel is het interessant. Maar ik moet nu op mijn hogere zelf

afgaan. Niet denken aan zaken van lager niveau. Ja, we moeten daarop afgaan. Het is altijd een strijd tussen het lage zelf en het hogere zelf.

Andere bezoeker: Ik had daarstraks een heleboel vragen. Een van de dingen waarover ik dacht is dat maya. Het zien van maya betekent dat het zien het absolute is en maya iets anders, niet het absolute, dan heb ik een idee van dualisme. Dus ik heb het idee, dat zelfs maya ...

A: Oké, laten we een stap verder gaan. Je hebe gelijk Uiteindelijk zul je je realiseren dat maya alleen maar puur Bewustzijn is. Er is geen enkel onderscheid. Dat is een volledige realisatie. Niet de realisatie van een dwaas, maar een heel totale realisatie.

B: Ik krijg het gevoel dat zelfs dat niet mogelijk is. Dat is dat du­alisme.

152

A: Ik ben het daar honderd procent mee eens. Ook jouw dagen zijn geteld.

B: Oh God.

A: Als je dit eenmaal begrepen hebt, wat doe je dan hier? Ik weet wat mensen dan zeggen. Ze zeggen: 'Hoe moet je daarmee leven? Want als ik naar mijn leven kijk, dan is het niet zoals dit.' Dus dan beginnen ze

weer alles onder te verdelen. Je wilt deze realisatie aanpassen aan het dagelijks leven. Dualiteit zal er altijd zijn, maar het wordt gedragen, het is gecreëerd en het zal vernietigd worden in iets wat nooit gecreëerd is en wat niet kan worden vernietigd. Dat is Bewustzijn zelf. En dat is een totale realisatie. En er zal geen conflict zijn met maya of wat dan ook.

B: En daarom is je leven echt.

A: Ja. Echt, mijn leven is echt voor mij.

B: Totale aanvaarding van wat er gebeurt.

A: Geen aanvaarding. Wie maakt zich druk om aanvaarding. Dat is voor dwazen. W ie wil aanvaarden? Dat betekent verdeling. Daar is een wereld en daar ben ik, ik moet de wereld accepteren. Hoe kan dat? Die totale realisatie heeft wat tijd nodig, want het verstand wil je nog uitnodigen tot allerlei onzin. Gevoelens zijn er, de zaden van het verleden. Maar het zal allemaal helder worden in het Bewustzijn zelf. Dat kan niet overhaast worden, we kunnen niet zeggen: het zal helder worden in vijf jaar, of drie maanden. Het is erg persoonlijk.

En dat is wat wij prarabdha karma noemen. Wat je ook deed in je verleden - en in India geloven ze zelfs in vorige levens - zal een effect

153

Page 79: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

hebben. En dat effect kan niet genegeerd worden en het móet ook niet

genegeerd worden. Veel mensen vroegen waarom Ramana Maharshi stierf aan kanker; waarom Nisargadacta keelkanker had; waarom Ra­

makrishna keelkanker had. Wel, ze moeten toch aan {écs doodgaan? Hoeveel kun je verwachten? V ijfentachtig jaar en je gaat sterven, een zwakheid moet er zijn. Wat een prima leeftijd: vijfentachtig. Maar hoe kan het kanker zijn? Het is een fysiek lichaam. Dus Maharaj zei: 'Het is gewoon karma, dat wil zeggen wetten van oorzaak en gevolg.' In feite bedoelde hij op een heel hoog niveau: omdat het lichaam ge­boren is, leefde het en moest het ook doodgaan. Maar hij zei: 'Wie gaat er dood? Mensen zeggen dat ik dood ga, maar ze vragen het mij

nooit.' Hij zei ook wel eens dat de dokters zeiden dat hij ziek was, dat hij keelkanker had. Hij zei: 'Dat is niet mijn ervaring. Zoveel dokters zijn gekomen en ze vertellen me allemaal iets anders, maar niemand vraagt mij wat fk heb. Als de waaktoestand komt, dan is het eigenlijk

het ongemak van de waaktoestand. Dus wat is waarheid?' Zie je, hij gebruikte al dit soort voorbeelden om zijn punt te bewijzen.

En Ramana Maharshi had kanker in zijn arm, en dat was erg, erg pijnlijk. Al zijn toegewijden kwamen met medicijnen, ideeën en al dat soort onzin en dan nam hij het een beetje en gooide het dan weg. Alleen om zijn toegewijden een plezier te doen. En op een dag zei hij: 'Stop met die onzin. De bomen mogen leven, de vogels mogen leven, die apen die hier rondspringen mogen leven, dit mag leven. Waarom mag dit niet leven?' Zo ver ging hij! Dar is echt iets. Maar we moeten dit natuurlijk niet zien als een ideale situatie en dit nadoen. Want als

je niet spontaan zoiets zegt, éérlijk, dan betekent het niets. Dan is het gewoon fake, dan is her nonsens. Als je doodsbang bent, dan moet je de angst onderzoeken en niet als Ramana Maharshi praten, want jij

bent Ramana Maharshi niet. Praat vanuit je eigen autoriteit. Als je bang bent, dan ben je bang. Wat geeft het. Het is geen ronde om bang

154

te zijn, het is alleen een feit. Begrijp je? Daarom kunnen goeroes je vol­ledig aanvaarden. Want ze hebben geen ideale beelden in gedachten voor je. Zij willen je in geen enkele speciale vorm hebben. Wat voor manifestatie je ook bent, het is oké. Zij willen dat niet veranderen. Jij wilt veranderen. Maar zij geloven niet in verandering. Zij geloven in

het onveranderlijke, zij kennen het onveranderlijke. Daarom kunnen ze alles aanvaarden, wat er ook gebeurt.

B: Als je zegt: planeten en alles komen voort uit Bewustzijn, bedoel je dan een bewustzijn om het op te merken?

A: Ja, natuurlijk. Denk je dat er een wereld is als jij er niet bent?

B: Ja, vorige week had ik met iemand een discussie. En ik ging naar die man en zei: ik ben er nu niet zeker van, want het is nu alleen nog in mijn herinnering. Het kan zijn dat het er niet was. En toen was er een hele discussie over wat realiteit nu werkelijk is. Zoals nu: als er een planeet is, die nog niet ontdekt is, is die er dan of is die er niet?

A: Waarheid en werkelijkheid bestaan rover als je ontdekt hebt. Ik zat op de lagere school en ik zat in de vierde klas en ik schreef een 'doc­toraalscriptie' over geschiedenis. En ik kreeg er een 3,5 voor. Want ik

had geschreven dat de Batavieren nooit in Holland waren geweest. En op mijn kerstrapport schreven ze: Lex kan het beter. En toen ik zesen­twintig jaar was las ik in de krant: 'Batavieren waren nooit in Holland'. Ik had al die tijd gelijk gehad, maar dat doet nu niet ter zake. Dus wat is realiteit? Geschiedenis is als vuilnis. Als je het vuilnis uiteen haalt

kun je zo ongeveer raden hoe de mensen leefden. Nietwaar? Er was

een kat aanwezig, want er is wat kattenvoer. Maar het kan ook zijn dat de mensen zo arm waren dat ze geen vlees konden kopen. Maar dat is

155

Page 80: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

een andere interpretatie. Ze waren erg arm en gingen naar de super­markt om voer voor de kat te kopen, maar ze aten het zelf. Dat kan zo zijn. Jij weet het niet, want je was er niet echt bij. Dus het is altijd een

plaatje. Het is altijd gevormd in iets mentaals. Dus geschiedenis is heel onzeker, grillig, maar geheugen is ook niet erg betrouwbaar. Eigenlijk is deze hele wereld niet erg betrouwbaar. Als er iets gebeurt en je hoort

tien mensen, dan hoor je tien verschillende verhalen, compleet ver­schillend. Als je praat over het verleden dan is het uiterst moeilijk om juist te zijn. En als je zus er is en je broers, dan zullen ze zeggen: 'Nee, zo was het niet. Je hebt absoluut ongelijk. Het was zó.'

Misschien maakte je fantasie het groter, je werd creatief. Geheugen is iets grappigs.

B: Het was ook erg filosofisch.

A; Alle filosofen worden boos wanneer zij het land van advaita bin­nengaan. Want de filosofie werkt daar niet. Het werkt niet. Filosofen houden niet van advaita. Totaal niet.

B: Is realiteit dan een heel subjectieve zaak?

A: Natuurlijk meneer, natuurlijk.

B: Sommige mensen praten over waarheid als over dingen.

A: Ja, maar in advaita zijn er twee soorten waarheid. De waarheid, wat relatief is, die we verzamelen met ons geheugen. Waarvan we zeggen: het kan waar zijn, of het kan niet waar zijn. En als een heleboel men­sen denken dat het waar is dan kan het waar zijn. En enige waarheid is daar. Maar het is niet de absolute waarheid. Dat kan alleen gerealiseerd

156

worden door wat we noemen yogi-powers. Yoga betekent de werkelijke gemeenschapskrachten.

Dus er zijn twee soorten van waarheid. Relatieve waarheid. Neem bijvoorbeeld die aardbeving nu in Californië. Dat is echt de waarheid, heel objectief. Een heleboel mensen hebben het ervaren. Misschien was er iemand die sliep en dronken was en ervaarde die het niet. Zij

die vlogen ervaarden het niet. Maar het was er wel. Voor hen die er vlakbij waren was het er. Wij zagen het live op de tv of later in het Journaal. Dus dat noemen we objectieve waarheid, het is waar. Je kunt het niet ontkennen. Maar het is geen absolute waarheid. Want zelfs als deze hele wereld ontploft, doet dat het Bewustzijn totaal geen kwaad, helemaal niet. Er is een tijd geweest, dat er geen wereld was, geen fy­

sieke wereld.

Kijk, ooit - indien je werkelijk geïnteresseerd bent in dit onder­werp over realiteit - zal ik de zes mogelijkheden van realiteit uitleggen, het is iets prachtigs. Er zijn zes interpretaties van realiteit. Ik kan ze allemaal voor jullie uitleggen, als jullie willen. Maar je zult werkelijk knap moeten zijn, je moet werkelijk heel intelligent zijn. Want anders zal het je bij de uitleg duizelen en zul je zeggen: 'Stop ermee. Ik wil het niet meer horen.' De zesde, de allerlaatste uitleg, wordt advaita genoemd. Het wordt de zes systemen van filosofie genoemd. En de zes gezichtspunten van wat realiteit is. En tot nu toe, dus dat is sinds

6.000 jaar, is niemand erin geslaagd om er meer uitleg aan te geven. Zelfs wetenschappers niet. Dus als je het zou willen, dan kan ik er een heel weekend aan spenderen. Maar ik denk dat je daarna niet meer naar de bijeenkomsten zult komen, minstens drie weken niet. Je zult ervan zuchten. Want dit is zo heerlijk, zo prachtig. Werkelijk, het kan niet genoeg herhaald worden: alle denkers en filosofen zullen daar knock-out zijn. Zulk een praktische kennis, prachtig. Ja, er zit

een grote schoonheid in.

157

Page 81: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ik ben wel geïnteresseerd.

A: Ik kan niet beloven wanneer, maar we kunnen het een keer op een weekend doen. Dus zes benaderingen naar de realiteit. Als jullie ervan houden. Wie is hierin geïnteresseerd? Oh, mijn God. Dan doen we het een keer.

Andere bezoeker: Ik meen dat je daarnet zei dat er een tijd is geweest' dat er geen wereld was.

A: Ja, natuurlijk.

B: Hoe kan dat nou?

A: Dat is weer een ander onderwerp.

B: Tijd en het fysieke dat staat toch niet los van elkaar?

A: Dat zal allemaal uitgelegd worden. Kijk langzaamaan zijn jullie toe aan de werkelijke dingen. Kijk, als je iets wilt, dan komt het al­lemaal.

Andere bezoeker: Zullen we teruggaan naar het punt dat jij vroeg waar de realisatie plaatsvond?

A: Ja, heel goed. In welke toestand het plaatsvindt. Dus je ziet de waaktoestand als de echte toestand. Realiteit, vertel me niet dat de droomtoestand werkelijk is. Als je in de droom bent, dan denk je dat het echt is, maar zodra je wakker wordt zeg je: 'Ah goddank dat het

. ' met waar was.

158

B: Maar in feite vindt de realisatie alleen plaats in Bewustzijn.

A: Natuurlijk, als je zóver bent, dan kun je hém vergezellen.

B: Qe drie toestanden zijn puur Bewustzijn.

A: Dus, wat dan? Wat moet je dan nog meer weten?

B: Als alles plaatsvindt in Bewustzijn ...

A: Ja als, je stelt het als een vraag.

B: Nee, je stelt me een vraag. Alles is Bewustzijn. Dus de drie toe­standen.

A: Ja, dat is een bewering, maar is het de waarheid voor je?

B: Voor mij is het waar.

A: Oké, waar maak je je dan nog druk over? Maak plezier, maar wees er stil over. Volgende vraag.

B: Hoe kun je weten dat alles Bewustzijn is?

A: Vraag het hem. Hij weet het en hij weet het ook. P. geef hem ant­woord. Ik ga wat water drinken.

Bezoeker 1: Hoe kan ik weten dat alles Bewustzijn is?

Bezoeker 2: Ik zou zeggen: omdat je Bewustzijn bént.

159

Page 82: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Bezoeker 1: Hoe weet je dat?

Bezoeker 2: Ik weet het niet, jij weet het.

A: Wat zei hij?

Bezoeker 1: Hij zei dat alles Bewustzijn is.

A: Hij heeft gelijk. Jij weet het.

B: Maar het is de vraag.

A: Nee, het is het antwoord, je zei het net zelf.

B: Maar je zei net ...

A: Je moet je niet druk maken over wat ik zeg, je moet je druk maken over wat je weet.

B: Is dat genoeg?

A: Ja. Heb je wel eens slangen ontmoet in de jungle?

B: Eén keer maar.

A: Was het een gevaarlijke situatie?

B: Nee, we sloegen hem om hem te doden. Hij leed al dus wij hebben hem doodgeslagen.

160

A: Jullie hielpen hem de volgende incarnatie in. Dit is genoeg voor vandaag, denk ik. Dus bedankt voor jullie komst. Ik wu werkelijk graag nog twee gerealiseerde mensen willen hebben. Nog twee buiten mij. Want dan wu ik iemand als hem, die er bijna klaar voor is, naar die andere man doorsturen. En die zal hem aanpakken. Want ik hou van hem, dus ik kan wat schipperen misschien, iets kan mij mogelijk ontsnappen. Misschien ontgaat mij iets. Maar die andere man zal geen enkele consideratie hebben met hem, want hij is nieuw. Hij houdt nog

niet van hem. En wanneer hij van hem begint te houden, wat heel snel zal gebeuren, dan zal hij hem na twee, drie weken doorsturen naar de derde man. En die zal hem weer stevig aanpakken. En dan zal hij weer bij mij terugkomen. Het zou mooi zijn om dat zo te organiseren. Dus een dubbele check. In vroegere tijden ging het zo.

Maar ik moet het nu allemaal zelf doen. Maar misschien kan het in de toekomst op die manier. Want ik heb veel hoop voor veel mensen. En het is mijn werk om duidelijk te maken dat het niet moeilijk is. Het is helemaal niet moeilijk. Een klein beetje aandacht, een klein beetje liefde en je kunt het realiseren. Je wordt misschien geen goeroe, maar je kunt het realiseren. Kom je morgen op mijn verjaardag? Want anders mis ik alle cadeautjes zie je.

161

Page 83: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Vrije wil

Bezoeker: In hoeverre is mijn zogenaamde vrije wil echt een vrije

keuze die ik maak?

Alexander: Hoe bewuster je wordt, hoe meer je je realiseert dat alles

onvrij is.

B: Ik zou wel eens willen weten hoe jij dan een keuze maakt.

A: Ik maak helemaal geen keuzes.

B: Laat maar komen? Gods water maar over Gods akker laten lopen?

A: Nee, ook niet eens.

B: We zien wel?

163

Page 84: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Zelfs dat niet. Ik zie. We zien wel betekent dat ik dadelijk ga zien. Dat is helemaal niet waar.

B: Dus een keuze maken is een hele slechte zaak?

A Nee, waarom? In dat Bewustzijn zijn allerlei hobby's mogelijk. Het is net als een televisietoestel. Dat scherm is de beschikbaarheid voor wat erop komt.

B: Maar er zal toch ook een wil zijn, of is er geen wil?

A: Die televisie doet gewoon wat hij moet doen. We hebben net van­morgen gezegd dat vrije wil een contradictio in terminis is.

B: Wat de mens onderscheidt van dieren is dat die een vrije wil heeft, zeggen ze dan.

A: Ja, maar je moet niet zo naar 'ze' luisteren want dat is een abstrac­tie.

B: Maar ik heb er wel veertig jaar naar geluisterd.

A: 'Ze' bestaan niet. 'Ze' zeggen. Wie is 'ze'?

B: Laat ik het anders stellen: het dier heeft een instinct en de mens heeft een eigen vrije wil.

A: Je bent nu een mens, dus laat even het dierenrijk terzijde. En als je vijf minuten kijkt dan zie je dat die wil natuurlijk niet vrij kan zijn. Dat zoiets absolute onzin is.

164

B: Op het moment dat ik dan zeg: ik wil dit of ik wil dat, moet ik me dan schuldig voelen?

A: Dat is een mogelijkheid.

B: Ben ik zeer onvrij iets te doen?

A: Op een gegeven moment moet je niet zo zeveren, denk ik gewoon. Als ik hier zit, kan ik thuis niet naar die film van Bette Davis kijken. Zit ik thuis, kan ik hier niet zitten.

B: Dat zijn eenvoudige dingen, maar ...

A: Ja, maar dat is met alles zo. Noem eens iets belangrijks dan?

B: Maandag stop ik met werken en ga ik naar India toe.

A: Dan doe je dat toch?

B: Dat is een keuze die ik maak.

A: Ja.

B: En dan ga ik ook veel vragen stellen en veel luisteren.

A: Perfect.

B: En in de zon zitten uitdrogen.

A: Nee, dat in die zon zitten, dat is only for mad dogs and Englishmen.

165

Page 85: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Het is a heli of a job om zelfrealisatie te verkrijgen, dus je moet er

moeite voor doen. Dan moet je een keuze maken.

A: Maar wat is nou zo belangrijk. Waar gaat het nou om?

B: Er is ooit wel eens tegen mij gezegd: denk erom als je naar Alexan­der gaat, dan krijg je het voor je kiezen. Want je wilt helemaal niet

verlicht zijn. Dat heb je trouwens zelf ook wel eens gezegd.

A: Dat weet ik, dat hebben ze van mij.

B: Jullie willen helemaal niet verlicht zijn, jullie willen van je kleine probleempjes afkomen, frustraties en zo.

A: Ja zelfs dat nog, daar begin ik nu ook nog aan te twijfelen zelfs. Ik denk dat je geen vijf minuten zonder die partner kan, maar goed.

B: Maar dat is toch een moeilijke keus?

A: Ja, maar je zou iets belangrijks vertellen.

B: Dat was niet belangrijk?

A: Je begint een heel verhaal te vertellen, maar wat voor belangrijke

keuze moet nu gemaakt worden? Waar gaat het over?

B: De keuze is inderdaad ... als ik afstand moet nemen van al die con­ditioneringen en die trachten op te lossen ...

A: Waarom moet je dan naar India?

166

B: Je zal toch een weg moeten gaan?

A: Is dat zo?

B: Ik weet niet.

A: Nee, alles is best, maar je gaat uit van allerlei onzin. Van moment tot moment is het volmaakt oké.

B: Nou, dan kies ik niets.

A: Dat is ook een keuze meneer. Hoe bewuster je wordt, des te meer je ziet hoe onvrij alles is. En wat de mens wel kan is op een gegeven moment tegen de draad ingaan, of vrijwillig schikken in de aard der dingen. Waar kwam de Boeddha achter op een gegeven moment? Weet je dat nog? Ik geloof dat hij twaalf jaar bezig geweest is, op de

meest verschrikkelijke manieren. Helemaal uitgehongerd, de meest walgelijke praktijken uitgehaald en waar kwam hij uiteindelijk ach­ter? Wat was nou dat wat de deur dicht deed, of de deur open, kan je beter zeggen. Hij ontdekte dat vrijheid niet te bereiken was. Die Boeddha kwam tot de ontdekking: het is niet via de mind te pak­ken, het is niet via het gevoel te pakken, het is niet via het lichaam te pakken. Wat ik ook doe, niets heeft zin. In wezen had hij alles afge­graasd. Alle mogelijkheden. Hij is niet over één nacht ijs gegaan. En uiteindelijk komt hij tot de ontdekking: het is absoluut onmogelijk! Daar heeft hij zich toen van zijn kop tot zijn poten bij neergelegd en toen kwam de Verlichting. Met andere woorden: hij wilde niets meer. Hij zag de onmogelijkheid van alle vluchtwegen, anders ge­zegd: er was geen doel meer. Volg je dat?

167

Page 86: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Maar je ziet toch dat je, voordat je tot inzicht komt, eerst die bot­singen moet hebben met de werkelijkheid?

A: Die hoef je toch niet eerst te krijgen? Die heb je al! Je doet net alsof je die nog moet krijgen. Je zit er middenin. En wil je dat? Nee! Het gaat geheel vanzelf. Hoezo vrije wil? En kunt u daar keuzes in ma­

ken? Kunt u kiezen: nou ga ik eruit? Nu niet meer? Nee meneer. Alles dwingt tot kijken. Dus vrije wil, dat is een contradictio in terminis. Vrije wil, ik heb nog nooit zoiets raars gehoord.

B: En keuzes ook niet.

A: Keuzes dienen gemaakt te worden ja, maar uiteindelijk kies je ge­woon waar je het minst bang voor bent. Ik heb twee vrouwen, voor welke zal ik kiezen? Nou, waar ik het minst bang voor ben. Dat is dui­delijk. Zal ik homo worden of zal ik hetero blijven? Waar je het minst bang voor bent doe je. Dus angsten regeren ons, dwangmatig. Je bent waarlijk vrij als de angst verdwenen is. Kernenergie of olie? Waar we het minst bang voor zijn dat doen we.

B: Ik ben het daar helemaal mee eens. Nu heb ik een antwoord, maar het is geen stuk van mezelf. Inzicht krijg ik hier wel opgelepeld en ik zeg: ja verrek, dat is waar.

A: Je kunt ook flirten met de waarheid natuurlijk. Goed wie?

Andere bezoeker: Bliss is het geluksaspect van de vierde toestand, als ik het goed begrijp. Die vierde toestand is onze dagelijkse werkelijkheid - is de totale werkelijkheid. Of het is werkelijkheid waarin de andere drie werkelijkheden bestaan. Dan is het een raadsel voor mij waarom

168

bliss niet beleefd wordt als het een aspect is van waarin ik eigenlijk steeds ben. Het is alsof iemand in het water wu zijn en niet de nat­heid van het water zou voelen. Wat is het dat bliss niet de dagelijkse belevenis maakt?

A: Wil bliss beleefd kunnen worden, dan moet er een tegenstelling zijn. Bij de ware Zelfrealisatie verdwijnt ook bliss. Maar je moet eerst door een periode van bliss heen, wil je tot Zelfrealisatie komen. Die bliss komt eerst. Zo gauw het duidelijk en helder wordt ook bij u, zien we ineens iets veranderen. U wordt ineens helder. Een bepaalde speelsheid, ondeugende lichtjes komen in uw ogen, terwijl u normaal met een doffe oogopslag de krant doorneemt. Bijna vro­lijk, voor iedereen een aardig woord, niet dat afgeslotene enzovoort. Opeens ziet u dat er ook vrouwen in de wereld zijn. De bliss begint een beetje door te komen. U begint de lol van de dingen te zien. Dat is een teken, dat het goed gaat. Maar dan wordt er weer terug­getrokken naar dat olieplatform van zelfbewustzijn, naar het ego. Dan zien we de verzuring weer optreden en dat gaat dan zo'n paar keer heen en weer. En op gegeven moment begin je in de gaten te krijgen hoe dat allemaal functioneert. Maar de ware Zelfrealisatie, het blijvende, daar is zelfs bliss overstegen. Maar voor de jnani met bodyconsciousness is bliss altijd aanwezig. Daar kan altijd naar terug­gekeerd worden.

B: Dat gevoel van ik-ben-heid, het gevoel van bestaan, het gevoel ...

A: Is bliss.

B: Bliss?

169

Page 87: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ja. Dat pure gevoel, zonder invulling enzovoort. Wind door je haar,

een oogopslag, een hond die een stukje met je meeloopt, dat is pure

bliss allemaal.

B: Het feit dat we weten, het feit dat ik weet dat ik besta, dat er ik­

ben-heid is ...

A: En dat het onbegrijpelijk is, dat is bliss.

B: En dat vindt plaats in iets anders?

A: Ja maar iemand die in bliss is, vraagt zich dat niet aE Die bliss kan

trouwens verslavend worden. Want wie in zo'n genadevolle toestand

is, die doet geen stap verder. En gegarandeerd dat je uit die bliss gesto­ten wordt. Want dat is een tijdelijke toestand. Maar het laat al even

zien, dat er een totaal andere dimensie in je bestaan mogelijk is. Maar,

laat eens horen wat je precies wilt weten allemaal. Ik heb eens een

huisdier gehad, een kever en die had twee van die voelhoorns. Het

was absoluut onvoorspelbaar welke richting die uitging. Dan had ik

bijvoorbeeld een stellage gemaakt van potloden en gums en dan dacht

ik: uiteindelijk komt hij bij dat potlood uit. En dan ging hij eerst ver­

snellen en dan plotseling draaide hij zich, om volslagen onverklaarbare

redenen, en liep regelrecht naar het gummetje. Dat gevoel heb ik bij

jou ook heel vaak.

B: De vraag die ik net had was de vraag over het besef, dat je bestaat.

Dat moest plaatsvinden in iets anders.

A: Ja, dat heb je gewoon van mij gehoord. Dus besef eerst dat je be­

staat. En dat besef is al puur bliss. Maar er is een tegengestelde bewe-

170

ging in je. Aan de ene kant wil je bestaan, aan de andere kant zou je wel dood willen, ben je blij dat je ziek wordt of zo.

Andere bezoeker: Ik heb altijd het meest contact met het bestaan in de

natuur, in mooie dingen.

A: Ja, dat is gemakkelijk, dat kan iedereen. Aan dat strand kan ieder­

een zich lekker voelen. Je gaat juist naar het strand omdat je gegaran­deerd zeker bent van het effect. Het moet wel heel raar gaan als je je

op het strand niet lekker voelt. Maar het is niet jouw lekker voelen, dat

is die zee. Dus dat kan je al. Met de natuur kun je je al lekker voelen.

Geen kunst.

B: Ik begrijp dat je je ook al lekker zou moeten voelen?

A: Dat zou niet moeten, maar het is mogelijk. Je kunt overal relaxed

zijn. Dat is een kunst, want je weet nooit waar je terecht komt natuur­lijk. Je hebt ook van die mensen die zeggen: 'In Poona voelde ik me

zo goed!' Ja, geen kunst om je daar goed te voelen zegl Daar zou ik

me ook nog wel goed voelen and 1 am hard to please. Er wordt voor je

gezorgd, je deelt dezelfde energie, gemakkelijk zat. Het is net als een

gitarist die niet verder komt. Die alleen blijft herhalen wat hij al kan.

Over twaalf jaar speelt hij nog hetzelfde. Je gaat geen uitdaging aan,

je betreedt het nieuwe niet. Dat is een slechte zaak eigenlijk. Daarom

kan het verbreken van relaties ook zo bevrijdend zijn. Dan ontmoet je

weer eens andere mensen. Want sommige mensen hebben acht of ne­

gen of tien jaar dezelfde relatie. En dan zijn ze opgesloten geweest, al die tijd, binnen dat prikkeldraad en de angsten en verlangens van zo'n

relatie. En die nemen niet meer deel aan de gewone wereld. En als dat

dan afloopt dan zien ze ineens dat er van alles is. En dat werkt heel be-

171

Page 88: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

vrijdend. Maar vrijwillig conformeren ze zich weer aan hun angsten en

verlangens en daarna klagen ze, dat ze ongelukkig zijn. Maar zie nou hoe je dat zelf ook steeds doet. Iedereen heeft zo zijn eigen wereldje en

de spirituele wereld is beslist geen uitzondering. Misschien is het daar

erger dan waar dan ook, omdat de meeste spirituele mensen minima­

listen zijn. Die leiden een absoluut minimumbestaan, onder het mom

van juichen en extase. Maar het is een absoluut minimumbestaan. Minimumlijders noem ik ze altijd. Bijna alle spirituele mensen zijn als

toeristen. Als je als toerist ergens bent, hoe gedraag je je dan? Je neemt

niet echt verantwoording. Je deelt niet werkelijk. Als je ergens gaat

wonen, dan komt het erop aan. Want dat betekent dat je relaties met de omgeving permanenter en langer zullen zijn. Dus het komt erop

aan hoe je je gedraagt. Vandaar dat Nederlanders en Engelsen, als ze in

Spanje zijn, voor drie weken de beest uithangen. Maar als je er woont

is het iets anders. Dan zul je deel moeten nemen aan wat er gebeurt.

Maar een toerist niet, een toerist neemt niet deel aan dingen. Die

consumeert alleen. En zo zijn heel veel spirituele mensen als toeristen.

Ze nemen niet deel. Begrijp je wat ik zeg? Daarom is er een groot verschil tussen Indonesiërs en Molukkers. Een Indonesiër, toen hij na

de oorlog hier kwam, ging deelnemen. Maar de Molukkers niet, en

nog niet. Daarom is het grootste aantal werkelozen onder de Moluk­kers en niet onder de Indonesiërs. Omdat ze terug willen, omdat hun

beloofd is terug te gaan naar de Molukken. Ze doen nog steeds niet

mee. Ze nemen nog steeds niet deel. Dat is iets anders. Mijn Indiase

vriend Kun-Kun, die is nu ook toerist af. Hij wil zich hier vestigen en

dan opent zich een andere wereld. Dat betekent een totaal ander be­

staan. Dat betekent een totaal andere attitude naar iedereen toe. Het

komt er ineens op aan. Als toerist, als prinsje die hier toerist is steeds,

twee drie maanden, leef je een ander leven, dan dat je deelneemt aan

een gemeenschap. En de meesten van ons zijn toeristen hier. Echt

172

deelnemen is ook verantwoordelijkheid nemen. To be responsable. En

een toerist is niet respons-able. In onze relaties zijn we ook allemaal

toeristen. Net zolang totdat we een betere tegenkomen. Dan droppen

we die ene, maar dan moeten we wel eerst zekerheid hebben dat die ander honderd procent voor jou is. En er mag geen gaatje van een

millimeter tussen zitten. Is het niet dat we elkaar ook zo behandelen?

Dus zelfs onze relaties zijn een soort toerisme. Het is maar voor een

paar jaar, het is niet permanent. Als het permanent zou zijn, als je zelfs

maar het idee zou hebben dat het lang zou duren, zou je verantwoor­

delijkheden aan moeten gaan. En daar knijp je hem voor. Dus blijf je een toerist en klaag je erover dat je relaties niet verdiepen. Nee, geen

wonder. Een toerist, dat is maar voor een tijdje. Dus het verdiept niet. Het heeft niet de diepte van een twintig jaar lange vriendschap. Het

heeft niet de diepte van een vijftig jaar lang met elkaar optrekken. Dus

blijft alles oppervlakkig. Of het nou met mensen is of met dingen. In

relatie staan met muziek, daar heb je kloten voor nodig. Echt in relatie

staan, dat betekent hindernissen overstijgen. In relatie staan met een

onderwerp als dit, met zo'n onderwerp, daar heb je moed voor nodig.

Dat betekent in relatie staan. Maar als toerist redden we het niet.

B: In relatie staan met dit onderwerp, daarvoor zijn we hier.

A: Als we hier zijn wel ja. Maar als ik naar buiten ga en er komt een

kind naar mij toe die de weg vraagt, dan vereist mijn respons-ability een verbintenis met dat kind. En als er een auto langs rijdt en een

kindje zwaait naar mij en ik ben met advaita vedanta bezig, dan com­

municeer ik niet. Ik zie het kind niet eens. Want kinderen verstoren wellicht de advaita vedanta. Maar het kind communiceert, het kind

is open, zwaait. There is no harm in it. Of een poes wil met je kennis maken. Je woont ergens nieuw en er komt een poes en die komt ken-

173

Page 89: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

nis maken. 'Kssttt! Pas op mijn geranium.' Je communiceert niet. En w gaan we maar door. Een merel komt eens kijken in je tuin. Tjilp, tjilp, tjilp, enwvoort. Alles vraagt om communicatie, alles vraagt om iets. Omdat het allemaal deel uitmaakt van dezelfde beweging.

B: En wat houdt je dan zo gesloten dat je dat vaak niet eens ziet?

A: Omdat we met onszelf bezig zijn. We zijn gefascineerd door ons zelfbeeld. Daarbij missen we de ander. En wat zie je bij verliefdheid? Dat je eigen zelfbeeld er niet toe doet, voor een paar weken tenminste. Het zwaartepunt ligt bij de ander en vandaar de extase en het feest. So what is the secret. You know very welt.

B: Open zijn.

A: Die beschikbaarheid, ja. Wees als de ruimte die plaats heeft voor alles, en die uit zichzelf is. Die niets nodig heeft. De ruimte heeft niets nodig om zichzelf te zijn. De ruimte creëert zichzelf niet. De ruimte kan niet vernietigd worden. Daarom wordt het akasha genoemd en als hoogste element wordt het vergeleken met Bewustzijn zelf. Als meta­foor dan. Het bestaat uit zichzelf, het onderhoudt zichzelf. Heeft geen support nodig, de ruimte. Net als consciousness.

B: En dan komt er bliss?

A: Bliss is onmiddellijk. Je hoeft maar naar een merel te kijken en het is er.

Andere bezoeker: Wat is het verschil tussen enkelvoudig bewustzijn en bliss?

174

A: Dat enkelvoudig bewustzijn is een in scène gezette contractie. Hee is kunstmatig, het is aan objecten gebonden. Terwijl die bliss onmid­dellijk toegankelijk is omdat het vanuit het kennen gezien wordt. Ik herinner me een ontroerende scène uit een boekje van Krishnamurti. Dat is mij altijd bijgebleven. Krishnamurti had de zeldzame gave om dingen heel gevoelig te beschrijven. Ik vond het ook meer een dichter. Als filosoof deugde hij eigenlijk voor geen cent, maar als dichter dingen beschrijven, daar was hij heel goed in, vond ik. En zo beschreef hij eens dat hij in een kamer zat, waarschijnlijk ergens in India. En in India daar kun je de verandadeuren opendoen als het donker wordt om wat koelte binnen te laten. Hij zat heel stil en vanuit dat stille gewaarzijn, vanuit die bliss, zou je kunnen zeg­gen, werd het steeds donkerder. Op een gegeven moment komt er een uil de kamer binnen vliegen. Die gaat op een stoel zitten. En Krishnamurti kijkt die uil aan. En hij schrijft daar, en dat vind ik het ontroerende: 'Je zou hem willen aanraken, maar je weet dat hij het geduld niet zal hebben. Je doet het dus niet.' Die behoefte om hem aan te raken, maar het niet doen. Dat is de hele Krishnamurti in een notendop: laat de dingen zijn, choiceless being aware. En op een gegeven moment heeft die uil er kennelijk genoeg van en dan zegt hij: 'En ik voelde de wind van zijn vleugels op mijn gezicht.' Dat vind ik het mooiste, dat je die wind voelt. Maar dat je de sensitiviteit hebt om die wind op je gezicht toe te staan en niet met iets anders bezig te zijn. Dat is bliss. Totale communicatie. Als je zo een poes op je af kunt laten komen, als je zo kunt communiceren met mensen, dat is bliss. En dat is onmiddellijk toegankelijk, voor iedereen, op elk moment. Je hoeft je alleen maar dat te realiseren.

B: Bliss, is dat zonder oorzaak?

175

Page 90: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Dat is de geur van het Bewustzijn. Dus de geur van je essentie. Het zien veroorzaakt de ananda, de sereniteit. Gelukzaligheid klinkt niet zo goed, maar dat betekent het wel. Ik zeg de laatste tijd weleens: totaal in je nopjes.

B: Die neiging om die uil aan te raken, dat is iets wat ik heel erg her­ken. De laatste tijd komt er bij mij een duif op mijn balkon en hij komt ook steeds dichterbij. Ik merk in mijzelf ook de neiging om hem vast te pakken en te strelen of te aaien. Maar dat laat-ie dus niet toe. Maar diezelfde impuls van ergens ontroerd door te zijn en dat willen vastpakken vind ik wel herkenbaar. Maar tegelijkertijd doodt het ook iets of zo. Ik begrijp het niet.

A: Er is niks aan te begrijpen. Als ik in mijn tuin in de stoel zit en er komt een merel binnenwippen die mij aan gaat zitten kijken, war zal

ik dan ingrijpen? Ik kijk terug. En we kijken elkaar aan en dan denkt hij: Dat is ook een rare merel. Zo'n grote heb ik de laatste tijd niet meer gezien. En soms fluit ik iets en dan fluit hij iets en dan fluit ik het na en dan gaan we samen zitten fluiten. Op een gegeven moment heeft hij er genoeg van en om onverklaarbare redenen fladdert hij weg. Of een hond loopt met je mee, een stukje. En ineens draait hij zich om en dan gaat-ie ergens anders heen.

B: Ja. Maar ik merk dan heel erg de impuls om zoiets vast te houden of zoiets vast te pakken.

A: Ja natuurlijk. Maar goed, elk beest heeft zo zijn eigen grenzen ook hè. En dames en heren ook natuurlijk.

B: Maar dat is eigenlijk iets heel tegenstrijdigs.

176

A: Nee, just observe! Leer de aard der dingen kennen. Bij Ramana Maharshi, daar kwamen de eekhoorns elke dag binnen, en apen. Die kwamen bij de lezingen ook kijken. En die aten uit zijn hand. Nou is dat van apen en eekhoorns in India niet zo'n verschrikkelijk wonder, maar goed. Hoe meer jij je realiseert wat je wezenlijk bent, hoe meer de mensen geïnteresseerd zijn om met jou te communiceren. Dieren, mensen, planten, alles. Alles wil communiceren, alles wil gezien wor­den, alles wil gekend worden. En de manifestatie is het instrumenta­rium.

B: Op grond van waaruit is dat zo?

A Het is gewoon zo. Het is de aard der dingen. Het is de natuur. Merels eten wormen, ik niet. Je zult steeds meer merken dat, hoe meer je leeft vanuit die diepe wezenlijkheid, hoe grover alles is waarmee je communiceert. Het lichaam is te grof, woorden zijn te grof, gevoelens zijn te ruw. We liepen een keer met Nisargadatta op Grand Road, dus net achter Khetwadi 1 Oth Lane. Daar had je een theehuis op de hoek en dan had je een hele grote straat. We gingen met een man of vijf, zes naar het huis van Mullarpatan, dat was een vertaler. Op een zondag, in de ochtend. Maharaj zei: 'Kom, dan kun je mee.' Nou, daar zeg je natuurlijk geen nee op. Op een gegeven moment lopen we daar en we willen naar de overkant van de straat. Ineens pakte Maharaj mijn hand vast om de straat over te steken, zodat ik niet overreden werd. Want hij wist dat ik uit Nederland kwam en daar reed het verkeer anders dan in India. Het was een soort bezorgdheid, een lieve gedachte. Maar dan ben je aan de overkant en dan wil je toch je hand terug. Maar hij liet die hand niet los. Dus ik heb tien minuten aan het handje van Nisar­gadatta gelopen. Nou ik verzeker je, dat het zweet mij uitbrak. Ik had nog nooit zoiets koddigs meegemaakt. Deze wereld zit vol ongelofe-

177

Page 91: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

lijke geschenken. Als je maar kijkt. En hoe minder je gepreoccupeerd bent met dat zelfbeeld, hoe meer bliss, ananda en al die geweldige din­gen, waar je wezenlijk naar zoekt, zich voordoen. Als de geur die uit de

aarde komt na een regenbui, komt die op, onmiddellijk.

B: Maar al die dingen en wezens die met je willen communiceren

neem je niet waar door die preoccupatie met jezelf?

A: Ja. En het leert je ook beter te kijken. Ik weet nog wel een voor­beeld van de leermeester van meneer Rama Polderman. Er was een koningscobra, een vrouwtje en de Indiërs stonden allemaal op de weg met stokken klaar om dat beest te slaan. En de goeroe komt eraan en

zegt: 'Waarom gaan jullie dat beest slaan? Hij wil helemaal niet bijten.

Zijn nest ligt hier waarschijnlijk vlakbij. Dus hij beschermt zijn eieren en misschien zijn er zelfs jongen.' Dus de goeroe liep naar die slang toe en legde zijn hand op de kop van die slang en hij zei: 'Ga maar.' En dat beest, het leek wel of het knikte, fsst ... weg. How fearless. Zelfs communicatie met dieren. Dat is het mysterie van Franciscus van As­sisi. Maar het is geen mysterie.

Bezoeker: Vorig weekend hebt u ook over 'in relatie staan' gesproken. En toen kwam ik in Eindhoven aan en ik liep het station uit en het

regende. En toen wist ik niet wat ik aan moest met die regen.

Alexander: Maar die regen valt toch vanzelf?

B: Ik kwam van hier, ik kwam het station uit en toen dacht ik: wat moet ik daarmee, met die regen? Want ja, dat vond ik zo intens ver­velend. En omdat u daarover gesproken had, dacht ik: nu moet ik de regen tot vriend maken.

178

A: Door erin te gaan wandelen en je te laten omhelzen door de regen. En ik weet zeker dat u thuis een paar heerlijke handdoeken heeft waar­mee u zich weer droog kunt maken. Ik moet dan altijd denken aan

de moessons, in India. Waar de kinderen dan al hun kleren uittrekken als die moessons vallen en naakt schreeuwen en als jonge antilopen in die regen springen en in de modder rollen. Dan denk ik: dat is toch

even wat anders. Maar het is het verzet tegen wat is: het regent. Je kunt niet omgaan met wat is. Omgaan betekent: ik hier en het leven daar. Maar dat is één en hetzelfde. Dus je kunt niet omgaan met regen. Als je werkelijk in contact treedt met de regen, als je in contact treedt met de dingen, dan beginnen ze op te lichten, dan worden ze je vriend. Zonder de geringste twijfel.

B: Ook met vervelende dingen?

A: Er zijn in deze wereld geen vervelende dingen.

B: Ik zit nog altijd met die werkster van twee jaar geleden.

A: Stuur haar maar naar mij.

B: Ze steelt hè.

A: Ja, stuurt u haar maar naar mij.

B: U zei: je moet haar weg doen.

A: Ja natuurlijk. Nee, dat moet je gewoon doen.

B: Maar nu zit ik er nog mee.

179

Page 92: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Weg doen. Ik herhaal: weg doen.

B: Waarom moet ik nu niet met dat onaangename gevoel in zee?

A: Omdat u niet meer in psychotherapie bent. Of u ontslaat haar, of

u laat haar gewoon stelen. Een van de twee. En u legt wat klaar of zo. Wat steelt ze graag? Het beste is wat dingetjes klaar te leggen. Een pak koffie en dan zet u een briefje erbij of zo: afblijven. Leeft haar moeder nog? U moet eens over haar moeder gaan praten.

B: Haar moeder zit in een psychiatrische inrichting.

A: Ja ziet u, daar hebt je het. Voorzover mij bekend: bij mensen die stelen is iets met de moeder niet in orde. De kat komt een muis brengen bij de baas: kijk eens wat ik gevangen heb. En ik heb altijd

het idee gehad dat kinderen die stelen, en dat kan natuurlijk op den duur een gewoonte worden, dat die eigenlijk iets aan de moeder wil­len geven. Iets onafgemaakts. Maar goed, dat voert te ver hier en het is helemaal mijn terrein niet. Maar goed, legt u eens wat klaar: een

pak koffie en een uitverkooptheetje of iets dergelijks. En u kunt ook een keer tegen haar zeggen: 'Vind je het echt nodig om het te pak­ken, want we gunnen het je zo wel.' En wat u ook eens kunt doen is bijvoorbeeld een paar schoenen klaar leggen en dan de rechter schoen twee maten groter dan de andere. Dat soort dingen. Ik zou het een hele creatieve onderneming vinden, zo'n werkster. En wat muizenvallen hier en daar. En wat u ook eens kunt doen: snuffelt ze ook in laatjes en zo?

B: Heel graag ja.

180

A: Er is een winkel in Amsterdam en die verkopen kiekeboes. Dat is een soort duiveltje dat uit een doosje komt. Die moet je in een laatje stoppen. Dat moet u een paar keer zelf uitproberen zodat het goed functioneert. U moet er echt wel werk van maken hoor. En als ze die la opendoet, dan komt er zo'n duiveltje uit en dan staat er: 'Foei toch Mina!', of zo. Na een aantal keren is de fut er dan wel uit denk ik. Kijk, weet u wat ik nou zo leuk vind? U beleeft nog eens wat. Bij mij komen alleen maar van die goudeerlijke mensen die zelfs een luciferdoosje teruggeven. Walgelijk gewoon. 'Oh ja, die is nog van jou', zeggen ze dan. Dus u beleeft nog eens wat, zo kunt u het na­tuurlijk ook zien. En zolang het geen obligaties van diamantmijnen uit Zuid-Afrika zijn, dan zeg ik: toe maar. Maar het blijft interessant natuurlijk. Oh, wat zou ik een plezier hebben zeg. Ik zit boordevol ideeën. Goed, wie?

Andere bezoeker: Er werd net gezegd: daar kom ik niet verder mee. Ik volg het opnieuw met het thema hoop; daar kom ik niet verder mee. Ik zeg dat je jezelf niet kunstmatig in een toestand van niet-hopen kunt plaatsen, wat de Boeddha bijvoorbeeld inviel.

A: Nadat hij uitgegraasd was, ja. Nadat alle hoop vervlogen was.

B: Maar nadat kennelijk eerst de hoop zelf behoorlijk fors was aange­spannen?

A: Evenredig waarschijnlijk.

B: Evenredig aan de mate van de niet-hoop.

A:Ja.

181

Page 93: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Dus de hoop moet krachtig geweest zijn.

A: Ja. Het zegt alles over de Boeddha, als hij er twaalf jaar over doet.

Hee zegt alles over een ander iemand, die daar twintig jaar over doet. Het zegt alles over weer een ander iemand, die dat binnen een half jaar duidelijk heeft.

B: Maar de hoop opgeven is het ook niet?

A: Er is een uitdrukking: de hoop laten varen. Maar ik vind daar nog teveel een persoon in zitten, die dingen doet en zo. Het is een heel diep

geconditioneerd iets, die hele hooptoestand. Vertrouwen is weer wat

anders, vind ik, maar die hoop: ik heb er nooit iets van begrepen. Van hoop niet, van geloof niet en van liefde ook niet. Wat mij betreft zijn er drie strategieën: hoop, geloof en liefde.

B: Ik heb nog een vraag, die iets heel anders betreft. Wanneer ik zeg: ik heb nooit gepraat en ik heb nooit een vraag gesteld en ik heb nooit

een boek geschreven en ik heb nooit een lezing gegeven, ik heb nooit wat gedaan. Dan is dat zo?

A: Vanuit een heel hoog niveau gezien wel.

B: Maar dan zeg jij: wacht eens even, dat is een conceptueel state­ment.

A: Ik ben bang van wel ja. Want, zit men werkelijk in dat hoger ni­

veau, dan is er geen enkele behoefte om dat te zeggen. Omdat dat volmaakt duidelijk is voor de betrokkene, hoeft het niet apart vermeld te worden.

182

B: Hoef je het niet te zeggen.

A: Als wij elkaar ontmoeten op straat en je begint je voor te stellen, terwijl we elkaar al acht jaar kennen, dan frons ik op zijn minst mijn wenkbrauwen. Want wat duidelijk is hoef je niet nog een keer apart te zeggen.

B: In de oude traditie zei men: 1 am That'. En dan later realiseerde je het als het ware.

A: Nee, het was een kreet die uitgeroepen werd na de realisatie.

B: Zo was het oorspronkelijk.

A: Jazeker. Maar dat is het nou juist altijd: omdat de Boeddha zit­tend onder de bodhi-boom tot Zelfrealisatie kwam, denkt men: als ik nu ook zo doe, dan ... Je hebe zelfs mensen die zich aan het kruis laten nagelen en daarmee hopen tot bepaalde dingen te komen. Heb je wel eens gehoord van die zenschool, waarbij een van de mensen de poort hard dicht deed toen zijn been er nog tussen zat? En dat die

eraf ging? Op dat moment werd hij verlicht. En een aantal koks en tuinmannen zagen dat en die gingen onmiddellijk hun been ook tus­sen die poortdeuren doen. Met het gevolg dat er een hele eenbenige traditie op gang gezet werd, maar die de verlichting niet deelach­tig werd. Dat afhakken van dat been was de druppel die de emmer voor die persoon, in die situatie, op dat moment, deed overlopen. Maar als het voor iedereen op elk moment zo zou werken, zou het eenvoudig zijn. Als het zo was, dan zou je zeggen: nou ja, we laten ons aan het kruis nagelen, of we gaan een aantal dagen onder een bodhi-boom zitten. Maar het heeft allemaal gewerkt in specifieke

183

Page 94: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

situaties voor specifieke mensen op heel speciale tijden. En daarom is dat volgen en dat imiteren en dat aanhangen zo funest voor deze kwestie. Dus het komt mij voor althans, dat je eigen originaliteit het allermooiste is. En wat nog mooier is: jouw originele, authentieke ervaring en realiteit loopt perfect synchroon met de situatie waarin je bent. Dus die omgeving hoeft ook niet veranderd te worden. Ik zag net vandaag een vrouw lopen, een zogenaamde volgeling van Gum Go bind Singh. Daar hebben jullie wel eens van gehoord waar­schijnlijk, dat zijn Sikhs. En die gaan nu zover dat ze ook de traditi­onele dolk dragen. Dat is iets uit 1699. Dus die hebben die tulband

op, die mannen laten een hap zuurkool staan hieronder, re hebben een dolk, een armband, de hele uiterlijke vorm. En het blijft een mal gezicht als je zo'n vrouw in de supermarkt boodschappen ziet doen, of op de flets. En ze zien er zo pips uit, want ze eten alleen maar sojabonen en weet ik het allemaal. Het is alsof je in de Kalverstraat een kangoeroe voorbij ziet komen. Dat zou nog normaler zijn. Maar

jij, ik, mensen zoals wij hier bij elkaar zitten, als die een authentieke realisatie hebben, dan is die perfect, volmaakt synchroon, volmaakt

natuurlijk, in deze omgeving. En dat komt mij het meest liefdevol, het meest sensitieve, meest intelligente, voor. Maar ik spreek alleen maar voor mijzelf, begrijp me goed.

B: Als ik reg: ik heb nooit geschreven, ik heb nooit gepraat, ik heb nooit een vraag gesteld, dan betekent dat, dat die Kennendheid ge­woon rustig toe zat te kijken, om het zo maar te zeggen, terwijl die babbelaar aan het schrijven was of aan het vragen was.

A: Ja, maar het is meer een achterafverhaal. Want was je werkelijk in die Kennendheid, dan was je dat allemaal niet op gaan schrijven.

184

B: Het gevaar van het doen van deze statements, waar je op de rand zit, waar je een conceptuele statement maakt, is dat er iets doorheen schemert wat niet conceptueel is.

A: Het is absoluut frauduleus. Waarom? Iemand die volmaakt uit die authenticiteit, uit die origine wil gaan schrijven, komt niet tot schrij­ven. Eén van de eerste tekenen waardoor ik dacht: Bhagwan is toch wel heel erg goed, is dat hij nooit iets geschreven heeft. Dat is een van de signalen, dat het oké is. Het is opgeschreven naar aanleiding van lezingen, van het gesproken woord. Dat is volkomen authentiek.

B: Maar brieven heeft hij toch wel geschreven.

A: Ja, maar brieven zijn iets anders en de toonzetting is volmaakt an­ders daar. De toonretting van zijn brieven is gewoon poëzie. Zoals Van het Reve ook brieven schrijft, daar zit iets moois in. Maar hij heeft nooit een boek geschreven. Krishnamurti is al verdachter.

B: Dat is waar ja, absoluut.

A: En Ramana Maharshi, die heeft wel iets gedaan. Maar wat hij heeft gedaan is ook weer traditioneel, hij heeft een soort Upanishads ge­maakt. Maar onder dwang allemaal. Want er kwam een kerel langs die veertig dagen tegen hem ging zeiken en zeuren. En om daar vanaf te zijn heeft hij in gebarentaal, moet je toch nagaan, teksten doorgege­ven; zoals hij het zag. Die zijn onmiddellijk uitgelegd enzovoort. En later is er, van het spaarzame wat hij gezegd heeft, een boek gemaakt. Dat is nier veel voor zijn hele leven, en dat is alles. En alles werd op­geschreven hoor, denk eraan. Trouwens het was ook weer die Maurice Friedman die daar zat hè, wonderlijk zat hè. Nou en Nisargadatta

185

Page 95: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

heeft nooit een woord opgeschreven. Ja, gedichten. Weet je dat hij gedichten geschreven heeft, een tijdje? Toen zei zijn goeroe: 'Wat wil je nou, wil je nou dichter worden of wil je verlicht worden?' Toen zei hij: 'Oké, ik hou ermee op.' Maar dat boekje hebben ze toch maar uitge­geven, achteraf dan. Het hoeft niet per definitie, maar het is vaak een goed teken wanneer er niets opgeschreven wordt. En als er wel iets op­geschreven wordt, dan betekent dat waarschijnlijk - in mijn termino­logie, maar ik neem de verantwoording voor wat ik nu zeg - dat daar toch iets uitgewerkt moest worden, dat er iets gedeeld moest worden. Helemaal niet erg, maar traditioneel gezien komt het dan toch uit die zelfbewustzijnssfeer, hoe fraai en hoe mooi ook. Maar het is het net niet. Van Krishna Mennon zijn er twee boeken uitgegeven: Discourses

with Atmananda, transcripties van gesprekken en hij heeft op verzoek van zijn leerlingen, opnieuw onder dwang dus, Atma Darshan, Atma

Nirvriti opgeschreven. Dat is alles, meer niet. Meer is er niet bekend. Lao-Tse: niets van bekend. Alleen onder dwang van een leerling heeft hij de Tao Te King gemaakt. Vivekananda heeft wel boeken geschre­ven, daarom moet hij gewantrouwd worden. RamaKrishna weer niet, die schreef ook niets op.

B: Eerlijk gezegd zie ik geen verschil, of je zelf schrijft of dat je het iemand anders laat doen.

A: Oh, wat een verschil. Als de waarlijk authentieke zelfgerealiseerde iets op wil schrijven, dan komt er niets. Want er is geen communicatie met papier, er is geen communicatie met een typemachine, er is niets om te uiten, er is niets om uitdrukking aan te geven. Maar zet tegen­over zo-iemand een levend iemand, die maar een vraag heeft of een twijfel, en het begint te stromen. That is the beauty.

186

B: Het laatste wat je wilt doen als je sterft is toch nog even een krab­beltje op papier zetten om iets kenbaar te maken?

A: Wie gezien heeft dat niets vast te houden is, dat de Kennendheid de ingrond is van alles, die heeft geen enkele behoefte om wat dan ook op te gaan schrijven. Het is net zoiets als het menu doorlezen als je net gegeten hebt of zo. Het slaat nergens op.

Andere bezoeker: Kan er Zelfrealisatie optreden in de slaap?

A: Dan zou het weer eenvoudig zijn hè. Want de kans dat we dan tot Zelfrealisatie komen is dan vrij groot. Ik heb nog nooit van die me­thode gehoord hoor. Tot nu toe is het mij alleen maar bekend dat een leermeester van vlees en bloed nodig is om het een en ander duidelijk te maken.

Andere bezoeker: Ik heb een vraag over iets heel anders, kan dat?

A: Ja natuurlijk. Het gaat hier nergens anders over, op het ogenblik.

B: Als ik het goed begrijp dan moet je het ego zien voor wat het wer­kelijk is hè?

A:Ja.

B: Gewoon zien. Dan is het dus geen kwestie om je ego te elimineren of te kwetsen.

A: Juist.

187

Page 96: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Dat wilde ik weten.

A:Ja.

B: Ook niet van anderen?

A: Zeker nier. Waarom zou je dat doen? Ja, voor een spelletje of zo, of om de aandacht te trekken. Maar dat is natuurlijk een heel andere strategie met een heel ander doel ook. Laatste vraag, wie?

Andere bezoeker: Het in relatie staan met anderen. Ik zie dat als een soort van gebrek aan respect, als je dat niet doet.

A: Hoe bedoel je dat? Dat begrijp ik niet.

B: Nou, wat je zei: het is weerstand, afweer, zei je net. En toen ging ik kijken hoe dat bij mij was en toen ontdekte ik dat het bij mij het gebrek aan respect voor die ander is.

A: Dat kan ik even niet volgen.

B: Om een relatie aan te gaan.

A: Ik begrijp het niet.

B: Nou ja, dat is ook niet eens zo belangrijk. Maar het vervloeien met die ander, met de anderen, is een soort voorproefje van wat er werke­lijk is.

A: Ik begrijp er geen snars van.

188

B: Oké, zal ik het nog een keer proberen?

A: Voor mij wel tien keer. Want ik ben erg geduldig, dat weet je. Nou

schiet eens een beetje op!

B: In relatie staan met dingen en met mensen en met dieren en plan­ten, met ...

A: Met alles dus, ja. Met het leven dus.

B: Dat kun je dus nu al doen. Dat kun je echt doen, daar kun je iets voor doen.

A: Dat is mij bekend ja.

B: En dat noem ik dan vervloeien.

A: Ja. Tot zover kan ik het volgen.

B: En dat vervloeien, is dat een voorproefje van wat er werkelijk is?

A: Aha. Ja. Maar net gaf je een verklaring.

B: Nou het was eigenlijk mijn vraag. Maar ik heb het gezet in een vorm van een verklaring.

A: Je hebt je vraag geëdit. Je bent de editor geworden van je eigen vraag.

B: Nee. Oké, vergeet het maar weer.

189

Page 97: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Oké. Laatste vraag. Wie?

Bezoeker: Het lijden aan eenzaamheid, is dat jezelf afsluiten van com­

municatie met je omgeving? Je hebt ooit gezegd: je moet eenzaamheid ondergaan, je terugtrekken op jezelf. Maar je kunt ook eenzaamheid ervaren als zeer pijnlijk.

A: Natuurlijk. Het helpt heel erg als je niet hypocriet bent. Dus

als je eenzaam bent, je dat gewoon te kennen geeft. Nothing to be ashamed of

B: Dus communicatie zoeken?

A: Het is voldoende om dat niet uit de weg te gaan, het is voldoende

om daar niet hypocriet over te zijn. Maar zo gauw je hypocriet gaat

doen, isoleer je jezelf nog meer. Wees niet bang om bang te zijn, wees niet bang om eenzaamheid te voelen. Want het is een perfect ordinary human emotion. Maar: be conscious. En het communiceren kan het

ontwijken van de eenzaamheid zijn. Het rationaliseren is vaak de stra­tegie van het uit de weg gaan daarvan.

190

De eerste en laatste overgave

A lexander: Om te begrijpen wat in de advaita verstaan wordt onder

./"\.:zelfbewustzijn en om kleine en grote misverstanden te voorkomen wilde ik vandaag graag het een en ander zeggen over wat in advaita nu

eigenlijk onder zelfbewustzijn wordt verstaan. Je hoort er tegenwoordig veel over en het lijkt of iedereen zich druk

maakt over zichzelf en het leven accepteren en de ander accepteren en­

zovoort. De idee dat je dus het leven zou kunnen accepteren veronder­

stelt dat het leven dáár is en dat je jezelf als zodanig niet beschouwt als erbij horend, want anders zou je weten dat het één en dezelfde bewe­

ging is. Zelfbewustzijn in de advaitische zin, niet in de psychologische zin, betekent niets anders dan de inhoud van het bewustzijn. Alles wat waargenomen kan worden en waar je je mee zou kunnen vereenzelvigen

noem ik zelfbewustzijn. Nu komt de grote moeilijkheid: hoe kan het zelfbewustzijn het zelfbewustzijn accepteren? Hoe is het mogelijk dat een stukje waar je je mee vereenzelvigt een ander stukje gaat accepteren?

Want dat is doorgaans waar iedereen mee bezig is. Stukjes die stukjes ac-

191

Page 98: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

cepteren en ook al zeg je: 'Je moet het totaal accepteren', dan is het nog steeds het zelfbewustzijn dat de rest gaat accepteren. En dat noem ik de eerste overgave. De eerste overgave is: 'Oké, ik heb gezien en ik ervaar: daar is het leven en ik ben er en ik moet het leven accepteren.' Dat is een eerste begin, dat is de eerste stap, maar niet de laatste. Veel mensen denken: als ik nou die stap maar gedaan heb en ik heb de dingen leren accepteren voor mijzelf, dan is het goed. Niets is echter minder waar, want de wortel van de ellende is er nog helemaal niet uit. Er is nog al­lerlei grond en er zijn nog allerlei mogelijkheden, invullingen, ingredi­enten om het weer te laten groeien en je helemaal te vereenzelvigen met lichaam, denken en voelen, want het is niet begrepen tot op de bodem. Ik heb niks tegen mensen die zeggen: ik heb mezelf leren accepteren. Dat is prachtig, dat is fijn, maar er is nog een stap verder. Maar daarvoor moet je eerst begrijpen - beter nog: zien-wat het zelfbewustzijn is.

De advaita is daar heel erg duidelijk over: alles wat gezien kan worden, waargenomen kan worden, is noodzakelijkerwijs een object. Dat geldt voor het lichaam, dat geldt voor gevoelens, dat geldt voor mentale bewegingen, denken dus. En dat geldt ook voor allerlei nog subtielere energieën. Het eerste inzicht en de eerste overgave is dat zien, want daarmee heb je in ieder geval de frictie en de spanning, die dat soort dubbele zelfbewustzijn oplevert, opgelost. Dat is al een heel goed begin, maar niet het laatste. Dus de eerste overgave is zien wat zelfbewustzijn is. Dit zien moet noodzakelijkerwijs iets anders zijn dan het zelfbewustzijn. Anders rou je je er namelijk niet bewust van kunnen zijn. Net zoals tijd in iets anders moet verschijnen dan tijd. Tijd moet verschijnen in iets anders; dat moet dus de tijdloosheid zelf zijn. Beperktheid moet verschijnen in onbeperktheid. Zo verschijnt het zelfbewustzijn in iets anders.

Dus het zelfbewustzijn is niet slecht, of vervelend, of een probleem, of iets dat er niet bij hoort. Het is zelfs het middel om bewust te kun-

192

nen zijn van een driedimensionale wereld. Maar het blijven waarge­nomen dingen, het blijven objecten. Het helpt al heel erg om tot die eerste overgave te komen door te zien dat je de waarnemer bent van dingen, dat je getuige bent van dingen. Of je het leuk vindt of niet, of je het wilt of niet, dat doet er niet toe. Het is een absoluut feit. Niet omdat ik het zeg, maar omdat het waar is.

De identificatie met het zelfbewustzijn als fragment, in een gedeelte of in zijn totaal, is allebei nog volle waan, honderd procent. Denk niet dat, als je jezelf hebt geaccepteerd en een soort totaal zelfbewustzijn hebt ontwikkeld, je kunt spreken vanuit iets authentieks, want het is nog steeds aan de objectieve kant. Of je jezelf nu met een fragmentje identificeert, of met een totaal zelfbewustzijn, dat doet er niet toe. Na­tuurlijk, wanneer je je identificeert met een totaal zelfbewustzijn dan heb je wat minder problemen dan wanneer je je met een fragmentje vereenzelvigt, maar het blijft nog steeds waan.

Alles wat waargenomen kan worden en wat je verzameld hebt, alles wat we kennen is geleend. Het is eigenlijk niet eens geleend, het is gepikt eigenlijk, het is oneigenlijk, dus geleend is nog niet eens goed, het is gewoon gepikt. Alles wat je kent, de taal die je spreekt, de religie die je aanneemt, de ideeën die je hebt, de ideeën die je niet hebt, de vereenzelviging, de niet-vereenzelviging: allemaal gepikt. En dat is niet erg, want het is er om te gebruiken. Maar waar het ons om gaat is te ontdekken wat waarheid is, wat werkelijkheid nu eigenlijk is. En dan zul je toch een onderzoek moeten doen naar wat dat zelfbewustzijn nu precies is. Eigenlijk heb je het niet eens in eigendom, omdat je het bij de dood moet achterlaten. Je laat ook de kennis achter.

Je lichaam laat je achter, denken en voelen laat je achter. Als je een boek geschreven hebt laat je gedachten achter. Als je kinderen hebt gekregen laat je kinderen achter. Je laat altijd iets achter, je laat

193

Page 99: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

altijd sporen na, als een soort geurvlaggetje van het bewustzijn: ik ben er geweest. Let wel: ik ben er geweest hoor, ze zullen nog van mij

horen. Maar het zelfbewustzijn waar je je mee vereenzelvigt behoort

hier eigenlijk niet toe, je mag het gebruiken zoals je een lichaam mag gebruiken. Eigenlijk is er niet eens sprake van mogen, her is meer een soort moeten eigenlijk. En het denken is er, het voelen is er, het is er allemaal. Maar wij wijzen erop dat het niet je uiteindelijke realiteit is.

Als je gaat investeren in lichaam, denken en voelen en gaat aannemen dat het waarheid is, dat het werkelijkheid is, dan bots je tegen de wer­kelijkheid op, want dat zijn problemen, dar zijn moeilijkheden. Alleen

inzicht, een heel diep inzicht hierin, kan het kanaal zijn naar Zelfrea­lisatie. En ik zeg met name: inzicht kan een kanaal zijn naar Zelfreali­satie. Inzicht zelf is niet de Zelfrealisatie, inzicht is het kanaal. Als we

deze ochtend kunnen begrijpen wat in de advaita bedoeld wordt met zelfbewustzijn dan is dit een goede ochtend. Ga daar eens op in.

Bezoeker: Als ik kijk naar een ander stuk van mezelf dan is dat geen

witnessing, geen getuige-bewustzijn.

A: Wat bedoel je met 'een ander stuk van jezelf'?

B: Men praat vaak over: ik kijk naar mezelf. Ik heb begrepen dat dat helemaal niet getuige-bewustzijn is. Witnessing consciousness is als er

door een inzicht een situatie is ontstaan waarin de observeerder het geobserveerde is geworden. Dat punt van witnessing is waar her hier

in feite om gaat.

A: Ja, maar nu, dit is heel, heel essentieel nu. Waar het duister wordt en waar het vaak niet begrepen wordt, is het feit dat men denkt dat jij

of ik of wie dan ook aan het witnessen is.

194

En lang voordat je daaraan begint is dat er al. Of je het leuk vindt of

niet, of je het wilt of niet, of je erom gevraagd hebt of niet, de witness, de Getuige - met een grote G - is nooit ergens bij betrokken, anders zou hij ook geen goede getuige zijn. Zo gauw hij een getuige wordt die beïnvloedbaar wordt of zo, dan zit je in de moeilijkheden, want

dan doet hij zijn werk niet goed. En die Getuige, die is er altijd. Zo

vaak komt het voor dat mensen komen en zeggen: 'Dan heb ik dit en dan voel ik zus en dat wil ik dan niet zien'. Steevast zeg ik hetzelfde,

ook hier: het feit dat je zegt: 'Ik wil het niet zien' laat zien dát je het ziet. Dat daar het zelfbewustzijn is die dat niet wil accepteren doet niets ter zake. Dus het zelfbewustzijn is uiteindelijk de oorzaak van

alle ellende. De eerste overgave is dus dat je ziet: inderdaad, ik moet de dingen

leren accepteren. Dat is goed genoeg voor het begin. Als je meteen

de diepte induikt word je gek, je moet een eerste aanvang hebben. Je zegt: nou goed de dood van die persoon, of dat verlies met die, of dat geluk wat ik nu heb dat kan ik helemaal niet aan, dan wordt er vaak

gezegd: dan moet je dat maar leren accepteren, daar moet je maar eens goed naar kijken enzovoort. Maar dat is de eerste stap, niet de laatste.

Dat geeft al wat soelaas, dat geeft al release, maar geen realisatie, geen

Zelfrealisatie. De eerste stap is dat zelfbewustzijn zijn gespletenheid ontnemen.

Dat is de eerste overgave, the first surrender. En dat is eigenlijk het ge­

tuige zijn. Waar ik nu op wijs - en dat moet je echt zien van je hoofd

tot je voeten - is dat je dat bent en dat je dat dus niet kunt worden. En honderd keer zul je zeggen: 'Ik moet die getuige leren zijn.' Nee, als je kijkt dan zie je: ik ben de getuige. Met of zonder jouw toestem­

ming. Het is het zelfbewustzijn dat in contrast staat met dat getuige zijn, want het zelfbewustzijn zelf weet niets.

195

Page 100: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Dat is toch wat anders dan zelfo bservatie?

A: Zelfobservatie gaat van het idee uit dat er een zelf is, een zichzelf

continuerend geheel, een ik, dat geobserveerd kan worden. Ik zeg: uit­eindelijk is er alleen het gewaarzijn waarin alles verdwijnt en verschijnt en daar is in lengte van dagen geen ik-bewustzijn in te vinden. We hebben het wel zo leren ervaren, maar dat is eerder een beperking dan een bevrijding. Het is een gevangenis geworden die oorspronkelijk

misschien wel zijn functie heeft gehad, waarin we de dingen op zijn kop gaan zien. Ik probeer je te wijzen op het feit dat je onmiddellijk - dat betekent letterlijk dat er geen middelen voor nodig zijn: im­

mediate- getuige bent, gewaar bent, van alles wat er gebeurt. In ieder geval binnen dat veld dat jij 'jezelf' noemt en dat is voorlopig voor dit onderzoek voldoende. Het gaat nu niet over kerncentrales en andere

dingen. Die problemen kennen we ook, maar daar gaat het even hier niet om.

B: We hebben in de psychologie zoiets als het observerend deel van het ik.

A: Ik weet niets van psychologie. Ik ken alleen mijn eigen ervaring en ik appeleer aan jouw ervaring. Probeer zoveel mogelijk niet uit te gaan van wat je gehoord en gelezen hebt. Ik weet dat dat heel moei­

lijk is, maar ik nodig je uit om te kijken. Ga niet af op wat anderen gezegd hebben, ga zelfs niet af op wat ik zeg. Ik nodig je alleen uit om te kijken zodat je het zelf ziet, dan is het van jou. Want anders wordt het aannemen, dan wordt het een geloof, of op zijn minst een visie of zo, en dat kan je altijd weer afgenomen worden omdat het niet diep gezien is. Als je dit diep ziet dan kan het je nooit meer wor­den afgenomen. Dat is ook het heerlijke van Zelfrealisatie, dat is een

196

feest. Probeer te zien dat wat we hier in de advaita het zelfbewustzijn noemen een soort collectief van indrukken is van lichaam, denken en voelen, waarbij de 'mogelijkheid' tot vereenzelviging aanwezig is. En dan heb je al een geheel natuurlijk, dan is er al een stuk venijn uit. Daarmee heb je de mogelijkheid van die gespletenheid in zekere zin ontmanteld. Want als ik al kan zien dat ik niet gespleten ben, beteke.qt het dat ik ook niet meer kan geloven in de dictatuur van denken. Dan weet ik dat ik getuige ben van denken en dat het denken niet probeert een getuige te vinden.

Wanneer ik vanuit het denken probeer dit te bevatten, dan kom ik in moeilijkheden en vooral als je van nature getraind bent op denken,-dan is dat vaak moeilijker te zien, maar niet onmogelijk. Ik heb een paar vrienden die psycholoog zijn en die zijn toch ver­

licht geworden. Het lukt echt wel hoor. Het is wat moeilijker, dat geef ik toe, omdat de vereenzelviging met het denken als gewoonte daar heel diep ingebrand is. Het is net als bij een tape waarbij de chroomdyoxide er een beetje af is: je hoort nog wat erop staat, het is niet goed uitgeveegd. Zelfrealisatie is het totaal leegvegen van de tape zodat die beschikbaar is voor alles wat er nu is, zodat het er mooi helder opstaat. Want als je waarneming steeds verstoord lijkt te worden door al die indrukken, door al die dingen waar we niet naar hebben willen kijken, dan leven we een ingewikkeld leven. Stel vragen over dat zelfbewustzijn. Dat moet heel duidelijk zijn, anders kunnen we geen stap verder doen. Ga erop in, we gaan niet verder voordat dat duidelijk is.

B: Er is dus een verschil tussen witnessing en pseudo-witnessing. Pseudo­

witnessing is de valkuil, want dat is het bedachte: witnessing is not a

thought. Dus inzicht moet komen dat er echt witnessing is en als dat er is dan is het goed.

197

Page 101: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ja. Zolang je een soort uitkijktoren van jezelf maakt is het een pro­

jectiemechanisme, en het gevaar daarvan is dat je een soort droge niet­betrokkenheid meer hebt. Een onverschilligheid tegenover jezelf en

het bestaan en het is absoluut destructief, dat is heel erg. Ik heb men­sen daar in hele vreemde zelfs sadomasochistische toestanden verzeild

zien raken omdat ze niets meer voelden. Wat ze uiteindelijk alleen nog maar konden voelen, was via allerlei malle spelletjes, omdat ze

zo'n getuige-functie voor zichzelf hadden gemaakt. Dus half verteerde

advaita is heel ernstig. Vandaar dat ik ook zo strikt mogelijk probeer te zijn met iedereen. Als je met half verteerde vedanta naar huis gaat

kun je echt in moeilijkheden komen, want het tast je hele bestaan aan. Het is geen eigenaardig soort onverschilligheid, of een zombie-achtige

toestand, waarin het er allemaal niet meer toe doet. Onthoud dat. Het is een levend, warm, dynamisch, liefdevol aanwezig zijn. Het

heeft niets te maken met die eigenaardig soort onverschilligheid van

sommige mensen die dat vaak ook nog verwarren met Zelfrealisatie. En vroeg of laat kom je natuurlijk in de moeilijkheden, want je blijft

natuurlijk op gespannen voet leven met de werkelijkheid. En diep in hun ziel weten die mensen dat wel, maar het is dan vaak heel moeilijk

om daar nog mee aan te komen. Ik heb liever iemand met een keihard ego, dan iemand die zich al heel ver waant met een heel subtiel bijna

doorzichtig ego. Bijna niemand kan het meer zien, degene zelf weet het wel, maar dan wordt het heel moeilijk. Dus je kunt beter nog een keihard ego hebben en zeggen: 'Ik doe het verkeerd, het is eigenlijk

een puinhoop. Het moet helemaal veranderen.'

Dat was ook het probleem van Jezus met Farizeeërs en hoeren en

tollenaars. Hoeren en tollenaars die wisten best: het is niet helemaal

pluis wat ik doe. Maar de Farizeeërs, die waren goed bezig. Dat waren

geen domme jongens, dat waren schriftgeleerden, vergis je niet! En het

is heel erg moeilijk om schriftgeleerden te overtuigen. Een nobel ego

198

dat je, als truc, voor je zelfbewustzijn hebt gehandhaafd, is moeilijker

te doorzien dan een keihard ego.

B: Is het zo dat er dan heel veel liefde komt?

A: Als je ontdekt wie je bent dan weet je dat je liefde bent. Dan komt er geen liefde, dan ben je liefde. Dat is een soort springvloed, daar

verdrink je in. Dan ben je de oceaan in de druppel.

B: Dat is wat je bedoelt met Bewustzijn?

A: Je gaat een stap te ver. We moeten eerst het zelfbewustzijn goed

begrijpen, anders kun je geen stap verder maken.

B: Ik kan nu niet volgen waar ik een stap verder maak.

A: Daar zijn we nog niet. Geen wonder dat je het niet kunt volgen.

B: Maak je het begrip Zelfrealisatie gelijk aan de volle realisatie van

getuige-bewustzijn?

A: Nee, zeker niet, we hebben het nu alleen over het zelfbewustzijn.

B: Het begrip zelfbewustzijn blijft voor mij onhelder. Waar verwijst het naar? De verzameling van dingen die we waarnemen? Kan dat ook

ons lichaam zijn?

A: Dat is het lichaam; alles wat waargenomen kan worden.

B: Noem je alles wat waargenomen kan worden zelfbewustzijn?

199

Page 102: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: In mijn woordenboek heet het zelfbewustzijn. Dat impliceert li­

chaam, denken en het gevoel. Dat is het zelfbewustzijn. Daar ver­eenzelvigen we ons mee, met een deeltje of een totaal. Dit alles kan

alleen geweten worden, dat zelfbewustzijn kan alleen geweten worden,

lichaam denken en voelen kunnen alleen geweten worden, omdat daar een weten moet zijn dat losstaat van het weten. Dat is die getuigefunc­

tie. Neem water: je kunt er koffie van maken, of soep, het zit in melk,

in urine. Haal het zelfbewustzijn uit die urine -bij wijze van spreken - en je houdt water over. Een aardig voorbeeldje misschien. Maar haal

je het uit de koffie, dan is het ook water. Hoe het zich manifesteert, als koffie, thee of urine, dat doet er helemaal niets toe nu, dat is niet het punt. Het punt is dat je de essentie ziet:. Maar we hebben geleerd

om te leven vanuit het zelfbewustzijn en te kijken vanuit het zelfbe­wustzijn. Dat moet tot ongelofelijke problemen leiden. Ook op hoog

filosofisch niveau kom je er niet uit. Hier gaat het over de simpele herkenning van dit absolute feit. Niet omdat ik het zeg, maar omdat

jullie het zien. Ga daarop in als het niet duidelijk is: nu.

B: Het zelfbewustzijn is nog steeds object?

A: Natuurlijk, dat is juist omdat een getuige/verdachte een relatie met

jezelf creëert. Je bent getuige, maar maakt er een verdachte van. Je

zegt: 'Moet je nou eens zien wat ik doe.' Je hebt zelfs mensen die zeg­

gen: 'Moet je eens zien wat jij mij laat doen. Wat laat je me nou weer doen?'

Je hebt in je hoofd een soort rechtszaal, waarbij je steeds wisselt van persoon. Je zegt bijvoorbeeld: 'Dat heb ik niet goed gedaan.' Dan maak je van jezelf een verdachte. Dan komt de officier van justitie en

die zegt: 'Ja, en dat is de vorige keer ook al gebeurd'. Maar dan zegt de advocaat: 'Ja, maar mijn moeder in aanmerking genomen .. .' En dan

200

zegt de rechter: 'Orde in de zaal'. En zo wissel je constant van het ene concept naar het andere. Steeds een zaal van personen. Dan lach je om je zelf, dat is het publiek, dat gaat zitten lachen om de verdachte.

Probeer het zo eens te zien.

Maar al die tijd is daar een onafhankelijk waarnemer geweest, die dat allemaal kan zien. Nu zeg ik: neem onderdak, zoek onderdak-en dat is je echte onderdak ook-in dat waarnemen. Dat is wat Krishna­

murti bedoelt met choiceless being aware. Prachtige zin. Maar ga niet proberen choiceless being aware te worden, want dat kan niet. Je bent dat altijd, alleen: je vereenzelvigt je met een bepaalde keuze, je aan­

dacht wordt steeds naar objecten getrokken. Steeds is daar die ver­

eenzelviging met objecten, met dingen, met gevoelens. En daar mis je precies de essentie. Als je dan gaat zeggen: nu ga ik eens trainen -vaak

ga je dan ook heel mal zitten -om de getuige te zijn, dan zie je op een gegeven moment: ja, maar voordat ik begon was ik die getuige al. Daarom zeg ik vaak tegen mensen die hun moeilijkheden ventileren

-ik zie het altijd maar als ventileren, niet als vertellen - 'Hoe weet je nou zo goed dat je al die moeilijkheden hebt?' En dan wijs ik op

die getuigefunctie. Dat helpt al heel erg in het begin. Dat is de eerste

overgave, dat is je eerste inzicht. Ga daarop in.

B: Bij mij komt op dat getuige zijn iets actiefs is, maar in mijn ervaring is het dat niet.

A: Nee precies, houd je bij je ervaring. Het getuige zijn dat net ge­

noemd werd, een pseudo-getuige, een soort schertsfiguur die probeert

getuige te zijn, dat is een hele activiteit hoor. Er zijn ook mensen die

kunnen niet in slaap komen omdat ze proberen getuige te zijn. Als je dat even verkeerd begrijpt, dan zeg je: 'Nou ga ik goed getuige zijn van

dat ik in slaap val' en dan lig je om drie uur nog zo. Dus heb je heel

201

Page 103: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

goed gezien; die ervaring dat is een weten, of je het leuk vindt of niet. Dat is geen activiteit. Onthoud dat, of beter: zie dat.

B: Die getuige is niet het zelfbewustzijn neem ik aan.

A: Nee, als dat het zelfbewustzijn was, dan zou het niet bewust kun­nen zijn van zichzelf. Daar moet een achtergrond zijn.

B: Dat is de getuige.

A: Een nog mooier woord, dat ik liever gebruik, is gewaarzijn. Ge­tuige doet me een beetje aan Jehova denken. Nog een ouder Neder­lands woord is toeschouwer, maar dan lijkt her net of je afstand neemt. Mijn ervaring is geen afstand, mijn eigen ervaring is een betrokken afstand.

B: En die eerste opgave is het doorhebben dat er een toeschouwer, een waarnemer is die dat zelfbewustzijn waarneemt.

A: Precies, alle meditatietechnieken zijn uiteindelijk gericht op het openen van dat inzichtkanaal. Nou, dan heb je al een hoop werk ach­ter de rug hoor! Als we dat deze ochtend kunnen doen dan is dat ideaal, stel ik mij zo voor.

B: Maar ik snap het niet. Is dan het zelfbewustzijn gewaar van de ...

A: Nee, nee nee. Je bent gewaar van het zelfbewustzijn. Ga maar na, schrijf op wat je allemaal meent dat je bent. Dan krijg je een ongeloof­lijke waslijst met dit en dat, en dan schrijf je er waarschijnlijk onder: maar dat is het niet helemaal. Je bent meer dan al die dingen die je

202

waarneemt, je bent meer dan al die dingen waarmee je je vereenzel­vigt, je bent meer dan de som der delen.

We hebben gisteren voor de grap in onze gedachten iemand uit elkaar gehaald en uiteindelijk bleek daar niet in te zitten wie daar in zat. We hadden kaartjes erbij gelegd enzovoort, maar het in elkaar zetten ging veel moeilijker. Je vindt nooit dat wat je zoekt in het uit elkaar halen.

B: Ik begrijp het niet.

A: Probeer het niet te begrijpen, probeer te zien dat je getuige bent van alles, lichaam, denken en voelen, en dar we dar het zelfbewustzijn noemen.

B: Maar dan is het dus wel een activiteit.

A: Nee, er is geen activiteit.

B: Het woord getuige is toch ook verwarrend, omdat er substantief

een soort van iemand achter zit?

A: Precies, dat hebben we zo leren ervaren, dat is een taaltruc zou je kunnen zeggen. Je kunt ook zeggen: het Bewustzijn. Omdat daar een zelfstandig naamwoord van gemaakt wordt, lijkt het alsof daar eigen­schappen aan zitten.

B: Maar als het er altijd al is ...

A:. Maak je zin eens af? Hoe weet je dat je het nu niet begrijpt?

203

Page 104: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ja, het wordt waargenomen.

A: Dat is waar ik het over heb. En dat waarnemen interesseert het niets of jij het begrijpt of niet. Dat is de getuige. Die getuige is zelfs niet

in jou geïnteresseerd. Het zelfbewustzijn is geïnteresseerd in zichzelf, maar de getuige niet in het zelfbewustzijn.

B: Ik heb altijd het idee dat als je in de getuige gaat zitten, er op dat moment dus geen getuigen zijn, ook geen objecten. Ik heb het idee dat de objecten de beweging in het getuigezijn zijn.

A: Zoals gebruikelijk begrijp ik er niets van wat je zegt. Ga terug naar

de oorspronkelijke vraagstelling. Begin nog eens opnieuw en stop bij de helft.

B: Ik heb het idee dat die objecten die je waarneemt, je lijf, je gedach­ten, je gevoelens, op het moment dat het gewaarzijn, dat je weet dat je dat bent, die objecten dan ook ophouden, omdat die objecten ...

A: Is dat je ervaring of is dat een idee? Probeer het eens nu.

B: Mijn ervaring is dat als ik afstand neem .. .

A: Jij kunt geen afstand nemen. Er is afstand, daarom kun j� waarne­men. Er is een oud misselijk grapje dat ik altijd doe. Waarom doen de indianen zó? Als ze zó doen dan zien ze niets. Wat is de wijsheid hierin? Wat is de moraal van het verhaal? Er moet afstand zijn wil ik

iets waar kunnen nemen. Waarom kan ik mijn ogen niet zien? Alles wat waarneemt veronderstelt afstand en ruimte waarin waargenomen kan worden. Waarom zal ik me beperken als ik zo ongelooflijk onbe-

204

perkt ben? Maar probeer dit niet vanuit een denkstructuur, of zelfs een gevoelsstructuur, of een lichaamsstructuur te vatten.

B: Ja, maar dan blijft er niets over.

A: Het wonderlijke van dit verhaal vind ik altijd dat mensen zulke gezaghebbende uitspraken doen over dingen waar ze niets van weten. Dan blijft er niets over, zeggen ze even voor het gemak, weet je wel.

Wat jij bent is de ingrond in de objecten, het licht in de dingen, maar niet de dingen zelf. En dat is het eerste inzicht dat je hier moet heb­ben. Als je dit niet ziet kom je geen millimeter verder.

B: Vannacht merkte ik dat ik toch alles wat je zegt hoor als: je moet kijken. Toen merkte ik dat ik zag en dat het zo moeilijk was om te blij­ven zien, omdat alles wat in dat zien gemanifesteerd werd zo'n geruis

maakte en het zien zelf stil was.

A: Maar dat zie je dan toch netjes?

B: Het was voor mij als geruis en stilte, en geruis hoor je en stilte niet dus je schiet aldoor in dat geruis.

A: Juist, we zijn dus gewend alles uit te drukken in termen van het bekende. Daarom zeg je ook doodrustig: in de diepe droomloze slaap, daar is niets. Nee, omdat het waakbewustzijn, dat alles modificeert, condities en bepalingen schept, zegt: het is groot, het is klein, het is lief, het is mooi, het is lelijk enzovoort. Dus alles wat we hier in deze

wereld nodig hebben gaat niet op voor het Bewustzijn en zelfs niet voor het gewaarzijn. Het gewaarzijn is, daarom zegt Krishnamurti dat

ook vaak, de stilte in de dingen, want je wordt toch altijd een beetje

205

Page 105: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

poëtisch als je daar dichtbij komt. Dan kun je geen banale woorden meer gebruiken. Je kunt het wel doen, maar dat past niet zo. Hoe dichter je bij de essentie komt, hoe gevoeliger en poëcischer je wordt.

B: Het gekke is dat het weer verdwijnt.

A:Nee.

B: Lijkt te verdwijnen, laat ik het zo zeggen.

A: Het lijkt te.. verdwijnen, want hoe weet je dat het verdwijnt? Om­dat dat ongelooflijke gewaarzijn er is. Laatst zei iemand: 'Nu heb ik het gezien en nu ben ik het weer kwijt!' Ik zei: 'Ja, maar dat gewaarzijn is overgebleven.' Want je blijft maar gefixeerd en je staat erop om het via het denken te begrijpen. Binnen een beperkt concept, want elk concept is beperkt, of binnen een gevoel. Dan zeg je: 'Ja nu is dat gevoel weg.' Maar de beschikbaarheid voor dat gevoel is er en daar gaat het om. Zoek onderdak in dat wat niet verdwijnt, dat is dat gewaarzijn.Voorlopig, want ik wil jullie niet gek hebben namelijk, dus we doen het rustig aan.

B: Laatst sliep ik in en daarna werd ik ineens met een vreselijke schrik wakker. Die schrik leek eruit te bestaan dat ik ineens weer in dit was. Toen leek het andere niets en het leek alsof die overgang zonder ge­waarwording gebeurde.

A: Juist.

B: En daardoor werd ik er ontzettend angstig van terwijl ik dacht: als ik dat nou had kunnen waarnemen, als ik de waarnemer daarbij ge­weest was, zou ik niet angstig zijn geworden.

206

A: Hoe kun je dit verhaal vertellen? Alleen maar via dat waarnemen. Dus dit zijn de eerste stuipen van Zelfrealisatie.

B: Maar het was heel angstig.

A: Ja, het is niet altijd even vrolijk, je komt allemaal spoken tegen natuurlijk. Een soort moerasgas.

B: Je hebt wel eens gezegd: je wordt gek als die waarnemer er niet is.

A: Daarom moet je niet te snel gaan en je kunt niet� overslaan, dus fixeer jezelf voorlopig op die waarnemerspositie en zie dat dat waar is, overal waar je ook naar toe gaat. Al zit je op de maan: waar ben je en waar neem je dat waar? In het waarnemen. Je kunt het verhaal alleen maar vertellen omdat daar dat onafhankelij­ke intense ongelooflijk dynamische waarnemen was. Het zijn allemaal woorden natuurlijk, maar die verwijzen naar dat diepe weten dat je allang weet. Daarom zeg ik: ik weiger jullie als niet-verlicht te zien, ik weiger jullie als onwetenden te zien. Absoluut, er is hier niemand die dit niet kan zien.

B: En tegelijk heb ik de laatste tijd het gevoel dat er ook een tegenbe­weging is die zich er tegen verzet.

A: 0 ja, zéker in jouw geval.

B: Ik word steeds zwaarder ook.

A: Lichamelijk?

207

Page 106: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Zo voelt het alsof ik steeds meer in een gevangenis terecht kom.

A: Het is net als bij Der Alte en Colombo: degene die de boel belazert

geeft pas op het allerlaatst toe. Het zelfbewustzijn geeft pas zichzelf

gewonnen, komt bij de laatste overgave, als je al je troeven hebt inge­zet. Dat is nou eenmaal het spel. Hele simpele geesten die geven zich

meteen over, dat is ook verdacht soms. Die zien het meteen zo, dan denk je heb ik iets verkeerds gezegd of

zo. Dat klopt ook niet, want je bent zo gewend dat het zo'n tijd duurt. En vooral met jouw hobby, en met je vak en zo, geef je je niet zonder

slag of stoot over, al probeer je dat wel. Maar er is hoop hoor.

B: Ik had als kind al dat ik dat zelfbewustzijn zag en er erg onder leed,

maar dat ik ook zag: dit wil ik nooit loslaten. Ik had er ook een plezier

in ergens.

A: Dat zijn twee kanten van de medaille: het geeft je lol en plezier. Het

is natuurlijk wel het plezier van de wereld. Het lijkt niet op the spiri­tual pleasure, het lijkt niet op die zaligheid die je ervoor terugkrijgt.

Maar het geeft je ook alle ellende. De ellende wil je nog wel loslaten, maar leuke dingen loslaten vind je meestal wat moeilijker. Net zo­

iets als lenen. Geld lenen is niet zo moeilijk, maar terugbetalen is een beetje moeilijker.

B: Als ik naar heel spontane mensen kijk, dan lijkt het of zij daar niet

onder gebukt gaan.

A: Ja, ik ben blij dat je zegt: lijkt. Iedereen gaat gebukt onder het zelf­bewustzijn. Iedereen.

208

B: Maar tijdelijk, als ze dan even in zo'n spontaan moment zijn ...

A: Het is beter om je niet bezig te houden met wat andere mensen

allemaal voelen en denken, want dan blijf je aan de gang. Dit is echt een zelfonderzoek, het gaat om jou. Laat al die anderen maar

eventjes met rust. Die wereld draait wel prima zonder jou, misschien

beter zelfs. Laat dat met rust. Het gaat hier over Zelfrealisatie en vergelijk nooit. Jouw situatie is onvergelijkbaar. Wat je bent is niet

te vergelijken, absoluut uniek. Vergelijk nooit, want je doet jezelf

tekort. Volmaakt uniek. Dan moet je niet zeggen: 'Ik heb een groen­

teman en die is toch wel heel erg wijs.' Allemaal waanzin, dat heeft er niets mee te maken. Het is één keer voorgekomen dat een schil­

lenboer verlicht was, maar die heeft ook niet lang geleefd. Het is hoogst uitzonderlijk. Als je een simpel figuur ziet rondlopen dan is dat natuurlijk een leuk contrast tegenover ons gecompliceerde den­

ken, dat wel, maar om er nu meteen verlichting op te projecteren,

dat vind ik een beetje mal idee.

B: De keuze van het woord zelfbewustzijn. Waarom werd voor die

term gekozen?

A: Er werd niet direct gekozen, ik denk dat we gedwongen zijn om

die term te hanteren. Bij gebrek aan inzicht en bij gebrek aan intel­

ligentie en gevoeligheid moet je het in concepten proppen. Het zien heeft geen enkel concept nodig, vandaar dat ik ook steeds verwijs naar

het zien. Bemoei je niet teveel met de lading die woorden hebben. Dat is goed voor als je dichterlijk ingesteld bent, of een mooi verhaal

wilt vertellen, of een mooie film wilt maken. Maar dan heb je een heel

ander doel. In zelfrealisatie en ontdekken wie je bent, als je diep wilt gaan, moet je je niet teveel met het waarom bemoeien. 'Waarom heb-

209

Page 107: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

ben vrouwen geen snor?' enzovoort, dat soort dingen. En waarom is

er nou gekozen voor het woord zelfbewustzijn? En wat is het verschil tussen dit en dat? Dan zeg ik altijd: het verschil. Maak je geen on­

nodige zorgen over nutteloze vragen en antwoorden. Het zien maakt alles duidelijk. Ik verwijs alleen naar het zien. Begrijp je wat er nu gezegd is vanmorgen? Dat is waar het om gaat en niet het historische

belang van het woord zelfbewustzijn, waarom dat gekozen is en door wie en dat hij er nog ruzie over gehad heeft met een andere professor. Dat is leuk als je een boek schrijft. Dan zet je eronder: zelfbewustzijn, oorspronkelijk van Maslow.

B: Je zou ook 'persoonsbewustzijn' kunnen zeggen, dan heb je het woordje 'zelf' verwijderd.

A: Ja, maar omdat je jezelf daar steeds voor aanziet, vind ik zelfbe­

wustzijn eigenlijk wel een mooi woord. Selfconscious. Je bent bewust van jezelf. Dat is ook de hele frictie die je met anderen hebt. Omdat

wij zo vreselijk zelfbewust zijn hebben we ook constant fricties met andere mensen. Als we ons zouden realiseren dat we het Bewustzijn zijn, in plaats van het zelf-bewustzijn dan zou dat allemaal vloeien. Dan zijn er niet al die egootjes, die clowneske figuren die steeds

maar weer overeind komen. Al zet je hem op zijn kop, dan valt hij om en gaat hij weer rechtop staan. Zo'n duikelaartje. Met wortel en tak moet die zaak uitgeroeid worden. Dat staat ook in de geschrif­

ten. Daar staat niet: je moet er een beetje kijk op hebben, maar: met wortel en tak uitgeroeid. Exterminated staat er. Dus niet: zand erover, dan komt het weer omhoog. Exterminated, die hele dwaze dolle gedachten en de dictatuur van die malle gedachten dient te verdwijnen door het zien. Het kanaal is inzicht en het eerste inzicht en de eerste overgave is zien: wat is zelfbewustzijn en de overduide-

210

lijke consequentie dat daar die getuige aanwezig moet zijn. Tijd kan alleen waargenomen worden in het tijdloze, het beperkte kan alleen waargenomen worden in het onbeperkte.

B: Verdwijnt het zelfbewustzijn?

A: Op den duur wel, maar het heeft een lang leven bij sommigen. Tijdens de dood verdwijnt het sowieso, dus je hoeft je helemaal geen zorgen te maken.

B: Is het geraffineerde van het zelfbewustzijn niet dat het net doet alsof het Bewustzijn is en het Bewustzijn geleend heeft als het ware?

A: Precies. Het zouden mijn woorden kunnen zijn. Mag ik het gebrui­ken? Het doet inderdaad, en dat doen we dus allemaal, alsof we iets anders zijn dan wat we zijn. Dat is het masker.

B: Zou je niet kunnen zeggen dat als getuige-bewustzijn zich realiseert dat je dan vanzelfsprekend minder selfconscious bent, want als je nog selfconscious bent, dan zit je er nog erg in.

A: Als je ziet dat je het licht bent in de dingen, dan ben je ook het licht in de selfconsciousness, en dan is het venijn er wel uit. Maar zo gauw je je opstelt als het selfconsciousness dat probeert verlichting te bereiken, of het Bewustzijn te realiseren, dan wordt het erg moeilijk. Andersom kan wel. Het fragment heeft geen plaats voor het totaal, maar het to­taal heeft genoeg plaats voor wat voor fragment dan ook. We zijn meer dan de som der dingen.

211

Page 108: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Als het echt tot me doordringt wat je zegt word ik totaal overvallen door een heel diepe angst. Ik kan steeds tegen mezelf zeggen: daar ben ik de waarnemer van, ik maak het gewoon alleen maar.

A: Ja, het is geen kattenpis. Zie daarom het belang om van het begin af

aan te beginnen, niets over te slaan en dat waarnemen als een ongeloof­lijk solide blok in jezelf te realiseren. Dat is het allereerste begin, want er lopen al genoeg spirituele gekken rond. Dus volg de traditionele lijn. Leef met vlag en wimpel, maar houd het simpel. Die angst is natuur­lijk het zelfbewustzijn dat zich niet zomaar even gewonnen geeft. Zo'n sterke identificatie als het zelfbewustzijn dat zegt: 'Oh ja natuurlijk, nou zie ik het ook ja, nu even loslaten.' Dan heb je mind-rea!ized people. Dat is ook oké, het is al beter dan heroïne. Zie ook het nut ervan in voor een groot aantal mensen om dat te kanaliseren naar een Jezus toe, of om dat te kanaliseren naar Krishna toe, of naar een Boeddha, dat is helemaal onmogelijk, maar vooruit maar. Want dan kanaliseer je het en dan leg je het hele zwaartepunt bij de ander neer. Voor een bepaald type mensen kan dat heel gezond uitwerken.Want wat bij de EO uiteindelijk gebeurt is ook nog niet zo krankzinnig. Het zwaartepunt wordt verlegd. 'Niet ik,

maar Gij mijn Heer.' Een soort totale overgave aan wat, dat is mij dan onduidelijk, maar voor hen wel duidelijk en goed genoeg kennelijk om toch een aardig leven te leiden. Natuurlijk ook gefragmenteerd, maar goed. Als je met heel je hart van iemand kunt houden, dan is het ook niet zo moeilijk om van de rest van de wereld te houden.

Maar dat is nog niet het allerdiepste, waar we het hier over hebben. Het is voor heel veel mensen al een heel grote hulp.

B: Kan het zijn dat je, doordat je dat steeds ziet, dingen van jezelf hele­maal niet meer kunt herinneren? Ik ga soms praten en zie dat ik alleen nog maar onzin uitkraam.

212

A: Onhoud in ieder geval dat een gat in je geheugen geen gat in je bestaan is. Geheugen is een spiritueel gereedschap om deze wereld bij elkaar te houden.

Patanjali noemt het geheugen zelfs een raar instrument, in zekere zin. Hij vindt het ook een beetje vreemd, de neiging om dingen niet los te willen laten.

Ook een opvatting hè, de neiging om dingen niet los te willen laten noemt hij het geheugen.

B: Dat is volgens mij zo want ik heb gemerkt dat mijn geheugen werkt doordat mijn verstand het drie of vijf keer inprent.

A: Bij Zelfrealisatie verdwijnt het psychische geheugen. Het psychi­sche geheugen is dat, als ik jou zie, ik denk: ik krijg nog een tientje van je. Daar heb je dat klerewijf weer, daar krijg ik nog een tientje van. De hele investering in het zelfbewustzijn is verdwenen en daarmee ook alle belangen die daarin zitten.

B: Dat is ook heel vermoeiend.

A: Voor de leugenaar en voor degene die in onwaarheid leeft is dat heel vermoeiend. Je moet een heel goed geheugen hebben. De meeste mensen die een schitterend geheugen hebben, liegen dat het gedrukt staat. Het psychische geheugen verdwijnt nagenoeg. Maar denk niet dat je al lekker op weg bent als je een slecht geheugen hebt. Een ver­schijnsel is wel dat naarmate je belangen verdwijnen, het geheugen daar niet meer functioneel is en het dus niet vasthoudt omdat het niet nodig is. Maar dan heb je ook nog korte- en lange-termijngeheugen. Je herinnert je telefoonnummers van toen je dertien was die niet func­tioneel zijn en je kunt je eigen nummer nu niet eens meer herinneren.

213

Page 109: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

De natuur is zo wijs nog niet vind ik, maar goed. Sommige mensen hebben jeugdindrukken die totaal niet meer functioneel zijn, die ooit functioneel zijn geweest, maar waar ze gewoon last van hebben. Dat is

even niet de discussie hier. Maar waar ik absoluut mijn hand voor in

het vuur steek, is dat bij Zelfrealisatie je als een druppel in de oceaan verdwijnt, of als een oceaan in een druppel zeg ik liever. En waarbij het hele psychische geheugen, dat in een belangenwereld geïnvesteerd heeft, verdwijnt. En daarmee jaloezie, hebzucht en al die andere din­gen. Die zijn er misschien als neiging nog wel eens, maar als dat dan

opkomt lach je je rot natuurlijk. Dat is echt feest. Dan wordt het leven pas echt leuk.

B: Is dat wat altijd bedoeld wordt met die schillen?

A: Ik praat daar niet zo graag over, maar ik denk wel dat het zo bedoeld

wordt.

B: Die verdwijnen gewoon vanzelf.

A: Die worden gelouterd in het vuur van de Zelfrealisatie. Dat ka­

naal van inzicht leidt je naar de zelfgerealiseerde state of no-mind

en alles wat erin opkomt wordt daarin gelouterd. Er is dus nog een periode daarna. We noemen dat in India prarabdha karma, het res­

tant van energie dat uitgewerkt dient te worden. Dat kan een hele

tijd duren. Voor sommige mensen heel kort, voor andere mensen heel lang. Denk dus niet: nu ben ik Zelfgerealiseerd en mij kan niets meer gebeuren. Dan krijg je megalomania-achtige verschijnselen, dat komt ook voor.

B: Wat is megalomania?

214

A: Grootheidswaanzin; ik ben alles en mij kan niets meer gebeuren. Ik ben onsterfelijk, en dat op het lichaam projecteren. Ik ben onsterfe­lijk, oké, maar zeg niet: mijn lichaam is onsterfelijk. Een beetje goede leermeester, als die zo'n spaced-out iemand ziet, brengt dat wel even terug naar het normale niveau en dan gaan we van daaruit weer ver­der. Want anders kom je altijd in de moeilijkheden. Dan krijg je wat in India de gekke kinderen van God genoemd worden. Masths heten die, mensen waar het een beetje verkeerd mee gegaan is om de een of andere reden. Die hebben vaak verstoorde energielichamen. Dat is al­lemaal wel te repareren, maar als het niet echt nodig is dan moeten we dat niet aanmoedigen, vind ik.

B: Die gevoelens, of alles wat je waarneemt, wordt dat ook heftiger?

A: Dat kan in het begin zeker heftig worden, omdat het controlerend onderdrukkend psychisch mechanisme zijn greep verliest, maar omdat je een werkelijk sterk gefundeerd getuige-zijn hebt ontwikkeld, kun­nen allerlei dingen naar boven komen als een soort natuurlijk proces. Maar wij raden nooit aan om de dingen te forceren. De natuur doet dat op zijn eigen tijd. Dat is mijn vertrouwen daarin. Ook in mijn geval is dat altijd precies zo geweest.

Maar je hebt dan ook werkelijk een heel diep inzicht en een heel diep weten waarin die dingen inderdaad gezien kunnen worden en gelouterd kunnen worden. Als je dat niet hebt, kunnen er wel hele brokken door allerlei therapeutische buitelingen naar buiten gebracht

worden, maar zowel de therapeut als de behandelde persoon weten daar vaak geen raad mee. Ja, we moeten het er maar uit laten komen, of zo. Maar het moet gezien worden.

Dus als jij een brok emotie en iets heel dieps in dit licht kan zien, dan keert het meestal niet meer terug. Dan ben je ervanaf. Een soort

215

Page 110: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

boer. Maar je blijft niet boeren, op een dag is het afgelopen. Je blijft niet aan de gang. Je hebt wel mensen waar het allemaal heel mal en

dol geweest is, maar ja, had je maar niet geboren moeten worden zeg ik dan. Maar ja, dat mag je niet zeggen. Raak gefundeerd in de fun­

damenten. Je moet hier echt van overtuigd zijn, heel sterk. Ik heb ook een dol leven gehad hoor, maar het lukt allemaal best. Maak je daar

geen zorgen over. Daarom is die betrokkenheid, die liefdevolle betrok­kenheid zo belangrijk. Als je daar die malle getuigefunctie van maakt in je hoofd, als een soort uitkijkpost, 'Oh, dat is maar een gedachte, wegwezen', dat is een onderdrukkingsmechanisme. Subtiel, maar le­

vensgevaarlijk.

Alles moet in die liefde worden opgenomen en gelouterd worden door die liefde, door dat bewustzijn, door die Zelfrealisatie. Het eerste

begin, het eerste inzicht is: realiseer het feit dat je getuige bent. De

witness en dat is geen activiteit. Prent dat in je kop. Vragen hierover?

B: Als er zoiets omhoog komt in het licht van het bewustzijn, ver­

dwijnt het dan ook?

A: Het moet eerst gezien worden. Anders wordt het opgeslagen en komt het weer op een andere manier terug.

B: Verdwijnt het dan echt, of komt het ergens anders terecht?

A: Het verdwijnt, het wordt gelouterd door het inzicht en liefde. Hee

is een opluchting. Je hebt het al als je iets vervelends met iemand mee­maakt. Zij daar heeft me bijvoorbeeld belazerd. Ze heeft me een auto verkocht en gezegd dat er geen achteruit in zat. Toen ik hem in zijn ach­teruit zette, deed hij het niet, maar was ze al weg. 'Ik heb je toch gezegd

dat er geen achteruit in zat', zegt ze. 'Ja, maar ik dacht dat je de achterruit

216

bedoelde' zeg ik dan weer. Dan maak je daar moeilijkheden over, je raakt er niet over uitgepraat. Op een gegeven moment kan zij niet slapen en ik

lig ook te woelen de hele nacht. Ze belt op en zegt: 'Kan ik niet even met

je komen praten, want her zit mij eigenlijk ook niet lekker.' Dan komen we tor waarheid. Dan gaan we elkaar ook weer aardig vinden, 'nou ja zo erg is het ook weer niet, ik vond het eigenlijk wel een leuk grapje', en

dan ontspant alles zich, dan verdwijnt het probleem. Dan ontspant her zich, zij heeft haar hart gelucht, ik heb mijn hart gelucht. Dus beiden zijn gelouterd, door wat? Door liefde en inzicht. Door waarheid. De waarheid zal je vrij maken, zegt Jezus. Hij zegt niet: 'Een leugentje kan

er best bij', of zo. Waarheid maakt je vrij. Dat is absoluut waar. Op het objectieve niveau, dus binnen het

zelfbewustzijn is het waar. Laat staan de echte absolute waarheid, die

maakt je pas echt vrij. En dat is waar het hierover gaat, hopen we. Maar het zelfbewustzijn is daar niet in geïnteresseerd, denk daaraan. Omdat het zelfbewustzijn er helemaal niet in geïnteresseerd is om te verdwijnen. Het zelfbewustzijn wil helemaal niet weg. Die wil zijn

plaats handhaven, dus krijg je neptoestanden. Goed genoeg voor een hele groep mensen, maar niet voor de echt bewogen mens die vrij wil

worden. Voor de echt eerlijke en moedige mens die zegt: 'Nee, vrijheid en verder niets.'

B: Ik heb min of meer begrepen dat de realisatie van getuige-bewustzijn bevorderd wordt door totaal te zijn, totaal in de wereld, bij de mensen,

bij de dingen, in de actie. Dansen zodat je in de dans vervloeit. Totaal bij de ander zijn, totaal Zorba. Ik ken veel mensen die bepaald geen Zorba zijn, zeer teruggetrokken naturen, die via inzicht tot getuige­bewustzijn willen gekomen. Ik heb altijd het gevoel: er klopt hier iets niet, dit is een terugetrokken paranoïde oude dame. En dan zeg ik tegen haar: first Zorba, en dan wordt ze heel kwaad op me.

217

Page 111: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Ik geloof er geen fluit van. Helemaal niets. In India heb je een methode die heet bhoga. Je hebt yoga en je hebt bhoga. En bhoga is eigenlijk de weg van Zorba. Maar het is een energie, ontlastend wil ik niet zeggen, maar een kanaliserende techniek, waarbij je een soort veld gaat creëren waarin andere dingen mogelijk zijn. Voor heel veel type mensen en voor de westerse mens misschien zelfs per definitie, die toch een erg neurotisch verschijnsel is over her algemeen, blij)ct bhoga in het begin heel geschikt te zijn om te komen tot yoga. Ik denk dar Rajneesh dat ook geprobeerd heeft. Ik denk dar hij zich ook schro­melijk vergist heeft in de capaciteiten van de westerse mens. Ook als oosterling, omdat het dan toch heel moeilijk is om de westerse geest re begrijpen en dat die hele kanaliserende energie hier eerst uitgespeeld moer zijn om tot yoga te komen. Ik heb her idee dat de mensen die hier komen al een hoop werk achter de rug hebben. Zo gezien hebben ze gelijk, dan eerst maar bhoga, dan eerst maar kanaliseren, je energie eruit en met seks enwvoort. Maar van een oude dame kun je dat niet meer verwachten denk ik.

B: Ik heb veel meer de betekenis van Zorba geproefd als: wees totaal, hier en nu met dat war is.

A: Ik geloof er zelf nier in, omdat het toch opgevat kan worden - war ook gebeurt - als een truc van het zelfbewustzijn. Het blijft namelijk op de gemanifesteerde kant en het blijft binnen de beperktheid. En er wordt wel geroken aan iets, maar het is zo comfortabel dat er geen werkelijke stap gedaan wordt. Ik denk dar uiteindelijk de wurggreep alleen maar versterkt wordt en daarom ben ik er geen voorstander van. Als iemand helemaal onder de puisten zie en een kromme rug heeft en zwetend hier komt en zegt: 'Ik zoek her zelf', dan zeg ik: 'Ga eerst maar eens naar een boetseercursus en ga eens lekker dansen.

218

Zorg dat het lichaam een beetje geschikt wordt, dat je een beetje uit die cocon komt.' Er zijn mensen die willen alles te vlug en dat kan çok weer niet. We zitten nu eenmaal met al die manifestaties, met al die problematiek. Wat voor mij essentieel is, is dat alleen een absoluut inzicht als kanaal kan werken naar Zelfrealisatie. En ik heb nog nooit iemand ontmoet die tot Zelfrealisatie gekomen is en die niet ooit bij een jnani geweest is. Een jnani wil zeggen: selfrealized. Je moer een keer dit verhaal gehoord hebben. Heb je het nier gehoord, dan gaar het gewoon niet. Ook Krishnamurti komt er niet uit zo. Al die devices zijn allemaal leuk en prachtig, maar als het om Zelfrealisatie gaat, dan kom je altijd bij de oude klassieke technieken uit. En jnana wordt de onmiddellijke weg genoemd. Maar ik ga niet zeggen dat her geschikt is voor iedereen.

B: Hier zie nog veel meer aan vast: een heel subtiel verschil tussen the avoidance of relationship als route versus inzicht- realisatie, maar dat is

in zekere zin niet aan de orde nu.

A: Het is in zekere zin wel aan de orde, omdat ik vind dat die hele techniek van: are you trying to avoid a relationship zich allemaal afspeelt binnen dat zelfbewustzijn. Ik noem dat een soort masturbatie van het zelfbewustzijn, en het blijken fake-realisaties te zijn. De uiteindelijke realisatie is voorbij het zelfbewustzijn, altijd. Dat is altijd zo geweest en het zal altijd zo blijven. Wat mij betreft moet het zelfbewustzijn eerst gezien worden als wat het is. Daarmee ontstaat het inzicht van getuige zijn, niet alleen het inzicht, maar ook het echt zien. Daarna kunnen we een tweede hap nemen. Wat jullie verder allemaal uitspo­ken, of je nu als Zorba leeft, of als een belastingambtenaar, dat heeft niet mijn interesse, want ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is. Het bloed kruipt waar her niet gaan kan. Zo zie ik dar en ik zie er ook

219

Page 112: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

weinig heil in om dat te veranderen, want ik kan het accepteren, ook al accepteert het zichzelf niet.

Er zijn meer mensen die moeite hebben om mij te accepteren dan

ik hen. Ik kan iedereen accepteren, omdat ik mensen niet zie als perso­

nen maar als Bewustzijn, gemanifesteerd Bewustzijn. God vergeef het hen want ze weten niet wat ze doen.

Als ik jou en jou en jou als persoon zie, dan gaan we ruzie maken,

maar ik zie het als Bewustzijn, consciousness. Dat moet gerealiseerd

worden. Als dat gerealiseerd is verdwijnt al die problematiek en dan

kun je leven op een nisarga manier. Nisarga is niets anders dan een

natuurlijke weg. En dan komt je potentieel naar buiten, dan heb je

paardenbloemen en rozen en die leven verschillend, maar het is niet

aan mij om te oordelen. Moet ik zeggen: 'Een paardenbloem is niet mooi'? Moet ik zeggen: 'Ik vind een paard niet mooi', of 'Een bepaalde

hond vind ik niet mooi.' Nee, dat is een andere manifestatie. Dus het getuigt ook niet van echt inzicht wanneer je mensen gaat dwingen en

gaat zeggen: 'Jij moet zus en zo leven', of: 'Jij moet dat en dat doen.' Nee, je moet ontmoeten, dat wil zeggen: het moeten moet eraf. Dan

om-moet je. Onthoud dat goed: er is geen hoop voor mensen die bin­

nen het zelfbewustzijn een oplossing zoeken. Daar is geen hoop voor, forget it. Uitgesloten, absoluut uitgesloten. Binnen het zelfbewustzijn

is er geen oplossing.

220

Yoga, meditatie en identificatie

B: Ik vroeg me af, verdwijnt zelfbewustzijn als je slaapt?

A: Ja, maar er blijft nog een objectloos zelfbewustzijn over. In de diepe

droomloze slaap is dat zelfbewustzijn er ook, alleen vrij van beelden,

daarom is dat zo prettig. Dat is wat ze in India de sat-chit-ananda­staat noemen, vrij van beelden, vrij van spanning. Dus de droom is

al niet meer natuurlijk, want daar kun je ook allerlei kanten mee uit:

een enge droom, een prachtige droom, allerlei soorten dromen. En de waaktoestand, nou ja, dat kennen we. Heel anders gezien zou je kun­

nen zeggen: de waaktoestand, de droomtoestand en de diepe droom­loze slaap worden gedragen in iets anders dan die drie. En toch hebben

die drie dat met elkaar gemeen. De ingrond in alle drie de toestanden

is dezelfde, maar die is anders dan elk van die drie. Daarin is diepe droomloze slaap mogelijk, daarin is de droom mogelijk en daarin is de

waaktoestand mogelijk. Nu kun je natuurlijk nooit vanuit een waak­

toestand, wat je voor realiteit aanziet, het geheel te pakken krijgen.

221

Page 113: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Dat is onmogelijk. Maar ook niet vanuit de diepe droomloze slaap,

want dat is ook nog maar een fragment gezien vanuit iets nog groters.

Snap je?

B: Nee, nog niet.

A: Stel je vraag opnieuw, dan gaan we er nog dieper op in of proberen

het te verduidelijken.

B: Of je zelfbewustzijn verdwijnt als je slaapt.

A: Dat heb ik net gezegd dus. Het zelfbewustzijn, waarvoor je jezelf

aanziet in de waaktoestand, verdwijnt nagenoeg, maar er blijft nog

een ander soort zelfbewustzijn over waarin je weet: ik heb heerlijk

geslapen. De diepe droomloze slaap is nog steeds een stuk zelfbewust­

zijn, want je zegt: ik heb lekker geslapen. Daarom zeg ik: er is een

nog hogere toestand, of een nog diepere toestand. In India is daar een

kreet voor uitgevonden, dat heet turya, de vierde toestand. Waken,

dromen, slapen worden nog een keer getranscendeerd door een andere

toestand. Het duidelijkste is dat 's morgens vroeg wanneer je wakker

wordt, dan ontwaak je in de eerste gradatie en daarin verschijnt de

wereld. Maar vlak voordat het ik-bewustzijn geboren werd, moest daar

iets zijn waarin dat geboren kan worden. Dat kun je dan even heel

mooi zien.

Als je heel erg in coma bent zeg je: 'Ik doe dat nu al drie weken

en steeds tegen de middag denk ik: oh ja, ik moest iets doen vanmor­

gen.' Maar goed, het wordt steeds vroeger en op een gegeven moment

ontdek je: ja, nu zie ik het. Dat is bij het eerste moment van wakker

worden. Je kunt het ook doen bij het in slaap vallen, maar ik vind dat

minder geschikt. Het wakker worden is daar geschikter voor. Dat zien

222

is een heel diep zien, dat kan zelfs een grote schokervaring worden op

een gegeven moment. Dus er is ook in de diepe droomloze slaap nog

steeds zelfbewustzijn. Wellicht frictieloos, wellicht een soort demissio­

nair zelfbewustzijn. Maar naderhand claim je: ik heb lekker geslapen,

dus zelfs de droomloze slaap claim je als van jou. Ik verwijs naar een

toestand die niet eens meer een toestand genoemd mag worden, waar

geen claimen meer mogelijk is. Dat is je wezenlijke natuur. Als je van­

uit dat licht naar buiten kijkt en je kijkt naar de wereld, dan valt er ook

verder niets te claimen.

B: Als je jezelf los weet te maken van je zelfbewustzijn ...

A: Dat is onmogelijk.

B: Je er niet mee identificeert in ieder geval. Lossen dan ook die span­

ningen in je lichaam op?

A: Ik begrijp je vraag niet. Er zit een cobra onder het gras heb ik het

idee. Ik ruik daar een wereld achter. Stel hem nog eens wat anders

zodat ik hem beter begrijp.

B: Je hebt vaak spanningen in je lichaam, dat je ergens ongelukkig

over bent en dat zet zich dan ergens vast of zo. En als je loskomt van

dat voelen of dat denken ...

A: Je mag nooit dit kijken gebruiken voor het oplossen van objectieve

problematiek. Dan gebruik je dit oneigenlijk. Zo is in Nederland de

yogawereld groot geworden door mensen die ziek zijn. Oorspronkelijk

was het zo dat hatha yoga was voor mensen die gezond zijn. Dat je

yoga ook kunt gebruiken als een therapie is weer een ander hoofdstuk

223

Page 114: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

en dat kun je ook doen, maar de oorspronkelijke motieven om yoga te doen waren niet het genezen van ziekte. Nu wordt er alleen maar aan yoga gedaan als je ziek bent. Als je niet goed functioneert, als je spanningen hebt of zo, dan ga je yoga doen. Dat is niet erg, maar de oorspronkelijke opzet was voor gezonde mensen om tot een hoger bewustzijnsniveau te komen, volgens Samkya en Patanjali. Als je nu advaita gaat gebruiken om van spanningen af te komen, dan ben je verkeerd bezig. Want het vrij worden van spanningen is een cadeau van het zien, en nooit het doel.

B: Zo bedoel ik het ook eigenlijk.

A: Zo bedoel je het helemaal niet. Want het denken zal onmiddellijk elke gemakkelijkere oplossing verkiezen boven diep inzicht. Daarom zeg ik: als cadeau, als een aardigheidje, nog niet eens als garantie, word je ook nog vrij van spanningen. Maar het is nooit het doel. De motieven die gebruikt worden en waarmee die wegen van zelfre­alisatie worden gehanteerd, zijn zeer oneigenlijk over het algemeen. Vandaar dat ook zo weinig mensen daar succes mee zullen boeken. En hoe kan de uitwerking anders zijn dan het gegeven. Als aan het begin al de attitude helemaal ziek is, dan kan de uitkomst ook niet anders zijn dan ziek.

Het vrij worden van spanningen is een cadeau erbij. En misschien dat je karakter dan ook wat milder wordt, maar dat is allemaal een cadeau erbij. Maar de kille hand van Calvijn rust nog op ons allemaal. Diep in ons hart heeft hij ons nog steeds in zijn greep, of je dat wilt of niet. En we willen ook allemaal graag braaf zijn. Uitgesloten in de advaita is dat je een braver ik wordt en perfect en lief. Uitgesloten. Her gaat ons om niets minder dan de waarheid en dan moet je toch een

beetje voorbij braaf en lief.

224

B: Je zegt dat je vroeger pas aan yoga mocht doen als je gezond was.

A: Als je geestelijk normaal was ook, wat dat dan ook moge beteke­nen.

B: Dat bedoelde ik, want een heleboel mensen zoeken toch vanuit lijden?

A: Niet in India.

B: Dan wordt er toch vanuit lijden gezocht?

A: Niet vanuit lijden, vanuit conflict. Lijden is nog iets anders. De Boeddha ging zich wel dingen afvragen nadat hij een aantal dingen

gezien had ja, maar dat is geen lijden. Hij ging zich dingen afvragen, en Shankara ook. Het hele ik-bewustzijn is in het oosten niet zo ont­

wikkeld als hier. Hier is het helemaal een zelfstandig leven gaan leiden, met alle gevolgen. Maar blijf bij het onderwerp.

B: U zegt vaak dingen als: 'Je zier dar".', of: 'Je hebt her door.' Maar dat is nog steeds zelfbewustzijn? Of is dat bewustzijn? Ik snap het niet meer.

A: Sommige mensen zeggen: 'Nu hebben we zo vaak gezien war u zegt en toch zijn we weer in de war. Hebben we het dan niet gezien?' Dat is zo'n malle redenering hè. Dan zeg ik: 'Ja, maar dar zie je toch nu?' Begrijpen is niets anders dan een helder concept hebben over iets. Dat is begrijpen, maar dat is geen weren. Inzicht is daarom geen

bevrijding. Ik ken hele hordes mensen met de meest fantastische in­zichten. Ik wou dat ik ze had. Likkebaardend zou ik boeken gaan

225

Page 115: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

schrijven. Werkelijk fantastisch. Ongehoorde inzichten, fantastisch!

Jung bijvoorbeeld. Maar deze mensen waren niet vrij. Jij ook, je kunt heel veel inzichten hebben, maar daar ben je nog niet vrij mee. Inzicht

is het kanaal waar je nog doorheen moet naar vrijheid. Maar inzicht

geeft ook een bevrediging voor het intellect, inzicht is beschermend, behoedend, is een onderdak. En een onderdak laat je alleen maar los als je een beter onderdak krijgt. Een beter onderdak is vrijheid. Inzicht

laat je pas los als vrijheid voor de deur staat. Maar de meeste mensen denken: ach, wat zal ik verhuizen, ik zit hier eigenlijk wel goed, en veel

last heb ik er eigenlijk niet van. Maar diep in hun ziel, heel diep in

een uithoek, een spelonk van hun ziel, daar weten ze het. Komen die mensen nu in contact met vrijheid, via een zelfgerealiseerd iemand, dan wordt die paniek weer aangeroerd, dan weet je dat weer. Dat is

weten dat het ergens niet in orde is.

Neem mijn eigen misselijke geval. Vroeger, ik spreek nu over 1978, wist ik alles. Ik wist meer dan wat ik nu kan vertellen. Ik wist

zoveel dat mensen dachten: die weet het. Maar diep in mijn hart wist

ik dat ik er éigenlijk niets van snapte. Stel dat wij elkaar toen kenden en dat jij mij in de ogen zou kijken na drie glazèn whisky, en jij zou

heel dicht bij mij komen met die bolle ogen van je, je zou me diep

aankijken en de hand reiken en zeggen: 'Lex, zeg nou eens eerlijk; heb je het echt begrepen, ik zal het niet verder vertellen.' Dan zou

ik een stap maken over mijn eigen zielspelonk en dan zou ik zeggen: 'Ik snap er eigenlijk ook de ballen van.' Echt, zo was het. Iets was niet duidelijk. Met die blinde vlek, zou je bijna kunnen zeggen, ben

ik naar Nisargadatta gegaan. En ik heb het precies zo gezegd tegen hem: 'Zo en zo zit het, wat moet ik nu doen? Ik heb gehoord dat u

.. .' enzovoort. 'Is dat waar? Want dat wil ik wel.' 'Dat is waar', zei hij. Zo is dat gegaan. Was ik op mijn intellect afgegaan en had ik gezegd:

'Wat kan die man mij nou meer vertellen dan wat ik al weet?', dan

226

had ik gelijk gehad, maar dan was ik niet vrij geweest. Dus de enige die het echt kan weten, ben ik zelf.

En daar werd mij onomstotelijk duidelijk gemaakt dat ik echt niets

wist. Ik kon geen kant meer op. Dat ik wist dat ik echt absoluut niets wist. Daar is voor mijzelf ook mijn blinde vlek verdwenen. Daar is het raadseltje voor mij opgelost. Nou, dat is het enige wat ik weet. Wat andere mensen ervan vinden, dat is hun zaak weer. Dat is het enige

wat ik weet, dat was voor mij belangrijk. Diep in dat weten, als ik hem nu aankijk en hij zegt na drie borrels: 'Lex, zeg eens eerlijk, weet je het nou echt?', dan zoen ik hem op zijn voorhoofd en dan zeg ik: 'Ja.'

Dan zal hij misschien zeggen: 'Nou, leg het me dan eens uit.' En

zeg ik: 'Laten we het eens proberen, je weet maar nooit.' Tot dat zeker weten dient iedereen te komen voordat hij sterft.

Dat is mijn vaste overtuiging. Niet het weten van de goeroe, want ik

zeg nogmaals dat die zelfrealisatie niemands bevestiging nodig heeft. Je leermeester kan dit niet voor je bevestigen, de enige die het kan

bevestigen dat ben jij. Dit is de werkelijk totale anarchie, dit is echte

anarchie. Noch het gezag dáár en uiteindelijk ook niet meer het gezag hier, maar weten. Daarom noemen ze h�t ook vedanta: veda is weten,

anta betekent: daar houdt alles op, het einde. Daaag, dat is het einde: vedanta. En advaita betekent: niet-tweeheid, dus éénheid. Dva is twee,

en adva is niet-twee.

Want je hebt ook nog een dualistische vedanta, dat wisten jullie niet hè. Dus denk niet dat je zomaar over alles de vedantavlag kan laten waaien. Dat kun je wel doen, maar dat geeft toch verwarring. Ik

zou liever eigenlijk niet eens van vedanta spreken, maar van advaita, en als dat duidelijk is dan spreken we helemaal nergens meer over . Waar het hier om gaat kan alleen door jou geweten worden, omdat

dat jouw wezenlijke natuur is. Het gaat hier om zien en zijn, en niet

om begrijpen en bevatten. '

227

Page 116: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Nee, want dat begrijpen en bevatten dat heb ik nu losgelaten, maar dan weet ik niet of ik mezelf dan wegvaag, of dat ik het weet, maar het

niet kan definiëren. Want je probeert het steeds uit te leggen, maar al die uitleg dat is ...

A: De behoefte aan uitleg is een teken dat je iets niet begrepen hebt.

Dat er iets niet helemaal duidelijk is. In het proces van uitleggen hoop

je jezelf ook te overtuigen. Wanneer er het zien is waar het hier om

gaat, dan is er geen enkele behoefte om dat te delen met een ander,

want je bent één met alles. Dus om nog een keer te delen wordt een beetje dubbelop. Het tweede is dat je geen enkele behoefte hebt om

dat uitéén te zetten. Elke uiteenzetting zou een verkrachting zijn van

je diepe zijn. Dus dan is het stil. Dan is er altijd een slim iemand die

zegt: 'Waarom praat jij dan?'

B: Ik zou eerder zeggen: waarom doe je het dan door middel van le­

zingen?

A: Omdat dat voorlopig de enige taal is die je begrijpt. Er is een oud

verhaal van Ramakrishna: als jij een doorn in je hand hebt zitten, dan

pak je een andere doorn, je haalt daarmee die eerste doorn eruit en dan

gooi je ze allebei weg. Het gesprek of de woorden zijn een excuus voor een ontmoeting met de essentie, met het essentiële. Je weet eigenlijk best dat het niet om het gesprek gaat, het gaat om de ontmoeting. Dat

is het gezochte en dat ben jij, dat is je diepst geweten zelf. Daar kan niet aan getwijfeld worden. Om daaraan te twijfelen moet je er al zijn. Het is zo ongelooflijk eenvoudig en evident dat zoiets gecompliceerds

als denken dit nooit kan vatten en begrijpen. Maar het kan wel zien, met iets anders dan denken, en daar wijzen we vandaag op. Uiteinde­

lijk kun je geen uiteenzetting meer doen. Alleen het woord al: uit-een-

228

zetten. Daarom moet elke lezing een ineenstorting zijn in plaats van

een uiteenzetting. Een goede lezing is een in-een-storting. Dan zeg je: 'Dat zegt Krishnamurti ook', of als je een beetje vijandig bent zeg je:

'Die aapt Krishnamurti na.' Stel vragen, benut de kans.

B: Nu het toch aan de orde komt: dat geven van lezingen. Ik heb vaak het gevoel gehad dat enthousiast doorgeven wat je niet ziet op zichzelf toch een meditatie is.

A: Ja, maar ten koste van wat?

B: Ten koste van mezelf.

A: En de omgeving.

B: Dat hangt ervan af. Als je zegt: zo heb ik het gehoord.

A: Laten we het hopen.

B: Laten we het hopen ja, dat is het enige wat je kan zeggen. In ieder

geval voor mijzelf, zowel schrijvende als pratende, heb ik het ook erva­ren als een echte meditatie. Uiteraard nooit door te zeggen: ik zie het,

maar zo heb je het gehoord, al pratende praat je jezelf ergens in waar

je je niet in wenst te praten.

A: Ja, maar er zit ook een groot gevaar in: dat je op een gegeven mo­

ment terecht komt in de val van het intellect. Intellect is namelijk

stralend, naar buiten toe, maar is eigenlijk per definitie ongelooflijk

beperkt. Maar het geeft de illusie, het geeft een beetje de idee, het

verspreidt de geur, van weidsheid en van inzicht. Niets in deze zaken is

229

Page 117: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

minder waar. We hebben het nu niet over allerlei fenomenen die zich binnen het denken afspelen, daar is het intellect absoluut noodzakelijk voor. Zonder intellect kom je nergens dan. Maar in zelfrealisatie en spiritualiteit staat het intellect eigenlijk machteloos tegenover dat licht. Vanuit het licht gezien kan het intellect geen kwaad, maar vanuit het intellect gezien is dat licht nooit te vatten. Dus zie waar het om gaat en dan kan dat intellect als instrument heel goed gebruikt worden. Heel goed zelfs, dan mag je blij zijn dat je een goed getraind intellect hebt, waarom niet; een schitterend instrument. Beter een goed intellect dan één of ander debiel figuur. Daar kun je je voordeel mee doen. Maar voordat je dat gezien hebt kan dat intellect veel kwaad. Heel veel zelfs. Omdat het intellect er zo dichtbij komt, maar het net niet is. Het is van groot belang om tot een punt te komen waarop je zege: eigenlijk weet ik het niet. In India wordt altijd aangeraden stil te blijven totdat je weet en vaak is het w dat je er dan niet eens meer over kunt praten. Het is al uniek, zeg ik je er echt bij hoor, vergis je niet, het is al uniek. Ik ken mensen die Zelfgerealiseerd zijn in India, in Europa ook, maar daar is er niet één van die erover praat en erover kán praten, want dat is nog een vak apart. Je moet goed in de gaten houden: niet iedereen kan erover praten. Elke maand kwamen er bij Nisargadatta vijf jnani's, die bij dezelfde leermeester geweest waren en die absoluut dezelfde realisatie hadden als Nisargadatta. Maar als je hun iets vroeg ... Ik heb dat wel eens geprobeerd natuurlijk, je weet maar nooit. Dan vroeg ik: 'Hoe zit dat nou met dat en dat?' Maar ze wilden niet en konden er niet over praten. 'You better talk to him' zeiden ze dan met een twinkel in hun ogen. Praat maar met hem, hij houdt van praten. Ja, dat wist ik onderhand wel. Hij kletste de oren van je kop. Nisargadatta was uniek wat dat betreft. Dat het via de spraak naar buiten komt, dat is al heel wat. Denk niet: nou ben ik tot Zelfrealisatie gekomen en nu ga ik er eens over praten. Nog gevaarlijker is: erover praten als je niet begrijpt

230

waar het om gaat, als je niet ziet waar het om gaat. Of je moet zeggen: 'Ik heb gehoord dat ... ' Die clausule moet je erin bouwen, anders maak je jezelf natuurlijk helemaal belachelijk. Het wonderlijke is ook dat het praten volmaakt vanzelf en natuurlijk gaat als je het weet.

Is het duidelijk van het zelfbewustzijn bij iedereen? Weet je het zeker? We kunnen anders echt geen stap verder. Wie?

B: Het zelfbewustzijn verdwijnt op een gegeven moment, zei je.

A: Ja, onder druk heb ik dat moeten zeggen.

B: Mij is dan niet duidelijk hoe je dan nog goed kunt functioneren.

A: Dat kun je ook niet dan.

B: Misschien is dat niet zinnig op dit moment.

A: Wolter Keers werd op een gegeven moment een beetje ongeduldig. Zijn goeroe was al een jaar of tien dood, en toen hij daar wegging zei hij: 'Het is me allemaal duidelijk maar wanneer zal 'het' nou gebeu­ren?' Toen gaf die goeroe een mieters antwoord, machtig mooi, hij zei: �s je het in dit leven niet redt, dan zie je het wel als je doodgaat.' Dat was natuurlijk voor Wolter niet zo'n prettig bericht, bijna een afdankertje. Zo van: als je het niet ziet nu, dan zie je het in ieder geval als je sterft.

Toen hij Nisargadatta ontmoette werd hij weer een beetje nieuws­gierig. Weer een nieuw kanaal waarin dat 'het' misschien nog gepakt wu kunnen worden. Toen heb ik eens tegen hem gezegd: kijk, elke verandering moet noodzakelijkerwijs object zijn van je waarneming. Wat er ook verandert, ook als 'het' gebeurt, kan het niet anders zijn

231

Page 118: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

dan de uitkomst van je eigen denken. En al die tijd is het weten daar.

Dus het zelfbewustzijn zit ook vaak nog te wachten op 'het' en op 'de

verandering'.

B: Wil je daarmee zeggen dat Zelfrealisatie niet waargenomen wordt?

A: Zelfrealisatie kan niet ervaren worden nee, maar zover zijn we nog

niet. Negenennegentig van de honderd zoekers hopen op een veran­

dering, hopen op dat het eens zal gebeuren. Maar 'het' kan dan alleen

maar de uitkomst zijn van je eigen gedachten. Of van wat je gelezen hebt, wat je verzameld hebt en is aan verandering onderhevig. En als

het nu toch gaat om het onveranderlijke, waarom zou je dan gaan zit­

ten wachten op het veranderlijke? Dat is absurd, dat moet een truc zijn van het denken van de allerhoogste orde, dat je je daardoor beet laat

nemen. Zie dat het zelfbewustzijn zijn eigen trucs hanteert tegenover

dat licht dat niet besmet kan worden met trucs. Zie je vanuit dat licht het zelfbewustzijn, dan verliest dat zelfbe­

wustzijn zijn greep op jou. En de terreur van vooral de gespletenheid

van het zelfbewustzijn is dan nagenoeg afwezig.

B: Het verlangen naar Zelfrealisatie is een verlangen van het zelfbe­

wustzijn?

A: Juist.

B: Als je jezelf niet identificeert, is dat ook nog zelfbewustzijn?

A: Identificatie staat gewoon in contrast met niet-identificatie. Zo­

lang er de mogelijkheid is voor identificatie is er ook de mogelijkheid van niet-identificatie. Veel mensen die met jnana yoga in aanraking

232

komen of met Krishnamurti, vinden dit moeilijk. Het is een alge­

meen gehoorde term ook: 'Je moet je niet identificeren.' Dat is ook weer goed genoeg binnen het niveau van de manifestatie. Binnen

het niveau van lichaam, denken en voelen is dat goed. Maar het is

een truc, want identificatie is gewoon het tegendeel, het andere deel van niet-identificatie. Zelfrealisatie is voorbij identificatie en niet­

identificatie. Die malle gewoonte van het zelfbewustzijn om dingen

te claimen en dat aan te zien voor jouzelf, voor de uiteindelijke reali­

teit: dat noem ik identificatie. Maar niet-identificatie daarmee is ook

identificatie, zoals niet-willen ook willen is. Dan zeg je: ik wil niks,

ik heb geen wil en ik wil niks. Maar niets willen is ook een wil. Je zet altijd wat in beweging. Inzicht is geen bevrijding en niet-identifica­

tie is ook geen bevrijding.

B: Als je je realiseert dat je in de toeschouwer bent, ben je dan voorbij

identificatie en niet-identificatie?

A: We zullen zien.

B: Of zit je dan toch nog in een niet-identificatie?

A: Hoe kan ik dat nou voor jou beantwoorden? Kijk zelf; wat is je

ervaring?

Niet-identificatie is niet zelden een truc van het denken om een

mislukte situatie sluitend te maken voor jezelf. Denk eraan: het den­

ken en het intellect, dat een leven op zichzelf is gaan leiden, en terreur

zaait en bezweringstechnieken uitvoert tegenover pijn, dient volmaakt

te transcenderen in het licht dat je bent. Daar ligt de wezenlijke oplos­

sing en nergens anders. Blijf je op het veld van het gemanifesteerde, dan komt er nooit een wezenlijke oplossing. Je zult het moeten zien

233

Page 119: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

en zie je het nu niet, dan straks, of in een volgend leven als je dat al­lemaal nog gelooft. Maar je zult het moeten zien. Let vooral op dat je

jezelf niet verliest in allerlei intellectuele buitelingen van identificatie

en niet-identificatie. Dat is allemaal oppervlakkig gebabbel met een sausje spiritualiteit erover en dan denken dat je diep bezig bent. Ver­geet het maar. Het is oppervlakkig gebabbel. Absoluut oppervlakkig.

Dus zie! Maharishi's waren het, rishi's: zieners en dat gaat nog even wat verder dan het fysieke oog.

B: Kun je daar eerst nog voorproefjes van krijgen?

A:Nee.

B: Ik heb zo'n gevoel dat je sprongen maakt.

A: Nee, nee. Nee en nog eens nee.

B: Ik krijg een beeld door van een vissenkom waarin van alles rond­

zwemt en drijft, en dat zelfbewustzijn is die kom, maar als die kom dan breekt dan gaat het water verloren.

A: Maar dat betekent dat de vis sterft.

B: Dan verdwijnt alles.

A: Ik heb nog een ander voorbeeld. Ik had vroeger van een tante - ze was trouwens een beetje vreemd, ik zal er straks wel eens wat meer over vertellen - maar die tante gaf mij een marmot in een kooi met

zo'n rad. En dat beest ging dan in dat rad en ging lopen, maar het

kwam nooit ergens. Dat vind ik een beetje het spirituele zoeken. Je

234

rent je rot en je komt nergens. En dan stapt-ie even uit en hijg hijg

en even rusten en dan: toch maar weer verder, hup weer erin. Je komt nooit ergens. Ten slotte ren je je rot. En je komt werkelijk ner­gens want je blijft binnen de beperkingen van het intellect, of bin­

nen de beperkingen van gevoel, wat net zo ellendig is, of binnen de

beperkingen van het lichaam. Het enige dat gezien hoeft te worden

is dat die drie gedragen worden in iets veel groters en mooiers, dat de ingrond en de ware essentie van je bestaan is. Lichaam, denken

en voelen zijn een cadeau, een prachtig instrument waarmee je de wereld kunt ervaren en zelfbewustzijn kunt hebben. Maar dat is niet

wat je bent.

B: Dus dat is een soort spel?

A: Natuurlijk is het een spel. Daarom wordt het in India wel Leela ge­noemd, het goddelijk spel. Het is de arrogantie van het zelfbewustzijn

dat ook steeds greep probeert te krijgen op waar ten enen male geen greep op te krijgen is. Dat is onmogelijk.

Dus die eerste overgave is dat het is zoals het is. Dat geeft een hele

hoop mensen al een stuk rust, of in het begin misschien wat onrust, maar dat is helemaal niet erg. Begrijp je wat ik zeg? Maar je wordt dus

niet kleiner, je wordt juist groter.

B: Ik merk steeds dat er een soort struikelen is over het niet-actieve

karakter van het zien. Dat er steeds weer een neiging bestaat het tot een activiteit te maken. Een soort praktiseren.

A: Absoluut waat.

B: En ik voel steeds: daar struikel ik weer.

235

Page 120: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Meditatie helpt dan erg bijvoorbeeld. Stel dat deze gesprekken je dat niet duidelijk kunnen maken dan is de tweede stap meestal: medi­tatie. Maar dan ook echt meditatie, wat in de klassieke traditie medi­tatie is. Je kunt alles meditatie noemen, dat is een ander verhaal, maar de klassieke meditatie. Dan helpt het misschien al heel erg wanneer je je realiseert dat er een verschil is tussen aandacht en gewaarzijn. Ken je dat verschil?

B: Ik geloof dat ik het wel ken bij momenten ja, dat er zich iets aan­dient waar ik helemaal mijn best niet voor doe. En dan denk ik dat jij bedoelt dat dat gewaarzijn is.

A: Wanneer je bijvoorbeeld gaat mediteren, of ergens je aandacht bij wilt houden, dan merk je op een gegeven moment dat die aandacht verslapt. Je concentratie verslapt, je aandacht verslapt. Ben je nou in die fake-getuige, wat ook een activiteit is, dan zeg je: 'Oh, nou ben ik weer de getuige niet.' Het feit dat je registreert dat je aandacht ver­slapt, betekent dat er iets moet zijn dat het registreert, dat anders is dan die aandacht, anders kun je het niet weten. Dus die getuige is er aldoor. Hetzelfde geldt wanneer je zegt: 'Maar nu lukt het weer even niet om de getuige te zijn', of: 'O ja, ik moest me herinneren dat ik bewustzijn ben.' Bij mensen die op drie bijeenkomsten geweest zijn krijg je dat soort dingen. Maar al die tijd ben je daar getuige van, ook van die malle gedachten. Dat moet je even goed in de peiling hebben. Bij meditaties helpt het al heel erg dat je het verschil ziet tussen aandacht en die bijna ongeconditioneerde alertheid of aan­wezigheid. Alertheid vind ik dan nog weer een stapje meer naar het objectieve, maar gewaarzijn is een heel goed woord. Doe dat maar eens. Je wordt 's morgens wakker, dan ben je een wakker-worder, dan ga je naar het toilet, dan ben je een toilet-loper. Dan ga je pie-

236

sen, dan ben je een pieserd, dan ga je weer terug naar de keuken een boterham smeren, dan ben je een boterham-smeerder. En zo gaat het de hele dag en 's avonds weer het zelfde. En of je het leuk vindt of niet, je bent er getuige van.

B: Zo gauw je het benoemt, noem je dat dan onmiddellijk weer zelf­bewustzijn?

A: Nee, zo gauw je het claimt. Stel dat ik tegen jou zeg: 'Ik vind jou een lelijk nijlpaard', wat zeg jij dan?

B: Ik lach.

A: Je hebt natuurlijk altijd vreemde mensen. Ik zeg: 'Jij bent een nijl­paard.' We gaan het toespitsen in beschuldigingen.

B: 'Nee, ik ben een mens', zeg ik dan.

A: Maar hoe zie jij mij dan, zeg je dan: 'Misschien is hij wel helder­ziend, misschien ben ik wel een nijlpaard.' Waarom zeg je dat niet? Waarom ga je niet met de gedachte van mij mee dat jij eventueel een nijlpaard zou kunnen zijn?

B: Omdat ik een nijlpaard als iets anders ervaar dan wat jij eventueel zou kunnen.

A: Maak het niet te gecompliceerd. Je zou misschien kunnen zeggen: 'Ik zou eens met een psychiater praten, die heeft wel meer ervaring met mensen met waandenkbeelden.' Waarschijnlijk omdat jij weet dat jij geen nijlpaard bent.

237

Page 121: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Maar nu zeg ik tegen jou: 'Volgens mij ben jij niet altijd helemaal eer­lijk.' Dan denk je: 'Die Alexander heeft mij door', waarom? Want daar ken jij jezelf namelijk nog niet goed genoeg. Je gaat op gezag van mij af en dan ga je zeggen: 'Ja, dat is eigenlijk wel zo. Niet altijd helemaal eerlijk. Soms wel, soms niet, soms weet ik eigenlijk niet of ik wel hele­maal eerlijk ben.' Daar waar jij jezelf kent, is er geen twijfel.

Ik heb een tante gehad die ging huishoudjam kopen bij de Edah en daar plakte ze dan een etiket van Hero Edeljam op. Het ego doet precies hetzelfde eigenlijk. Ken je die truc? Of whisky: dan bewaren ze die Chivas Regal flessen en daar doen ze dan goedkope whisky in. Mijn vriendin heeft dat nooit gemerkt. Maar wij doen hetzelfde. Wij jatten van alles en we claimen het als dat ben ik; als een down in het circus die het applaus in ontvangst neemt van de trapezewerkers. Wij claimen steeds dat wat niet van ons is, uit onwetendheid. Zo gauw je weet, verdwijnt die malle gewoonte. Kom tot weten. Daarom is de wereld een mooie test voor je, een test om te zien wat je er nu werke­lijk van begrijpt. 'Mijn lichaam, dat ben ik niet. Ik ben helemaal niet geïdentificeerd.' En ineens moet je geopereerd worden, moet er een niertje uit of zo, dan kunnen we eens kijken wat je er echt van gelooft. 'Kijk maar, haal er nog maar wat uit als je wat vindt ... ' Dan ben je echt niet geïdentificeerd. 'Misschien kun je nog wat gebruiken?' Dan ben je niet geïdentificeerd. Maar als je zit te bibberen en je hebt diar­ree, dan mag jij wel beweren dat je niet geïdentificeerd bent, maar iets anders doet iets anders. Voel je wat ik bedoel? En dat weet je. Ga altijd op dat weten af. Dat weten is altijd onmiddellijk. Jullie praten natuurlijk allemaal buiten je boekje met nog onwetender mensen in je omgeving. Zit je de show te maken, de blits. En zo praat je ook over dingen waar je eigenlijk niets van weet en je weet precies zelf wanneer je over je grens gaat, dat je zit te lullen. Dat weet je en je kijkt ook spiedend rond of ze het niet in de gaten hebben. Meestal slapen ze

238

gewoon door. Oh, dan een schepje erbovenop, er kan nog een schepje bovenop. Dus je weet precies wanneer je zie te kletsen.

Dat weten is je geweten. Dat is geen dressuur of conditionering, dat is een diep weten in jezelf. Dat registreer je, dat weet je in je li­chaam. Dat is een schokje, een schokje bij je hart. Ga daar altijd op af, en wees puur voor jezelf. Dat je de show bouwt voor een ander en dat je dat niet kunt laten is niet zo'n ramp, maar wees in ieder geval eerlijk en puur voor jezelf. 'Eigenlijk snap ik er ook de ballen van, maar daar praten we verder niet over, dat blijft onder ons.' Dat is je referentiekader, zeker in het begin. Stel daar eens vragen over, ga er eens op in.

B: Die gespletenheid van het zelfbewustzijn is me toch nog niet hele­maal duidelijk. Ik heb er nog niet zo'n beeld van eigenlijk.

A: Ik hoop ook niet dat u dat krijgt.

B: Maar wat is de gespletenheid, is het ook wel eens niet gespleten?

A: Het is nooit gespleten, het creëert alleen een soort bijna driedi­mensionale illusie van gespletenheid. En omdat je meer gelooft in wat je denkt dan wat je ziet, krijgt dat geloof vorm als egoïsme. Egoïsme betekent niets anders dan het geloof in een ik-structuur. Nog niet eens het zeker weten, dus we doen maar wat. Ik ontmantel dat geloof door

tot weten te komen, als je tot weten komt geloof je het niet meer, dan weet je zeker dat het niet zo is. Je hebt twee ogen, maar je ziet toch één wereld.

B: Nog even voor alle zekerheid: dat gevoel van weten, hoort dat niet meer tot het zelfbewus�zijn?

239

Page 122: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Dat gevoel van weren is geen gevoel meer. Uitgedrukt naar gevoel toe noem je dat een gevoel van weten, maar het is geen gevoel.

B: Dus dan hoort het niet meer tot het zelfbewustzijn?

A: Nee, dat zou een mooie boel worden. Dat is een truc tot in het dub­bele! Ga er eens op in, trek je niet terug in het verhaal. Kom er eens bij. Niet afhaken.

B: Ik zit even na te denken over die splitsing in drie. Het egoïsme, het geloof en het weten, het denken te weten.

A: Denken te weten is iets anders dan weten.

B: Ik bedoel dat onmiddellijke weten.

A: Nou, stel eens vragen. Zijn jullie nou al moe? Dan ga ik het eten eens opzetten.

B: Als ik het goed begrijp wordt men die aandacht naar objecten ge­waar. Er is een gewone subject-object attentie en die moet men over­stijgen, of men overstijgt die attentie in het gewaarzijn.

A: Het gewaarzijn overstijgt alles. Aandacht is dus niets anders dan een schijn-bewustzijnsvernauwing, zou je kunnen zeggen. Niet echt, want bewustzijn kan niet vernauwd worden. Dat is ook noodzakelijk, want er moet een contrast zijn. Stel, er is een sekte die heeft geprobeerd de hele wereld rood te maken en het is gelukt. Dan zou je niet weten wat rood was. Als de hele wereld wit is, weet je niet wat wit is. Er moet contrast zijn. Daarom zijn er mannen en vrouwen. Alles leeft in dat

240

spanningsveld als tegenstelling. Niet tegenstrijdig, vergis je niet! Het is tegengesteld en daardoor kun je juist bewust zijn. Vandaar dat je een lichaam hebt waarmee je bewust kan zijn.

En dat andere dat is nou waar het hier om gaat. Maar dat is volmaakt tegengesteld aan alles wat je kent. Daarom noem ik het wel eens: het ongekende gekende. Natuurlijk weer zo'n prachtige paradox waar niemand wat aan heeft, maar goed. Het ongekende gekende. Stel, je gaat dood. Of je ziet een dode. Wat zo'n mens in­teressant maakte, is verdwenen. En het heeft geen vorm, het is niet te zien waar het heen gaat. Helderzienden zien wel wat, maar dat is weer een ander verhaal. Maar dat waar het nou net om ging is ver­dwenen. Het lichaam is er nog, de oren zijn nog goed, je kunt er nog van alles uithalen en gebruiken voor andere mensen. Maar waar het echt om ging, dat vormloze, consciousness, Bewustzijn, dat kan zich niet meer kanaliseren via dat lichaam. Het lichaam is de katalysator, de smaakmaker van het Bewustzijn, we worden erg Hollands nu. Daarom noem ik het lichaam, het denken en het voelen de geur van het Bewustzijn. Want zo concreet is dat lichaam helemaal niet, want als je er maar een beetje aandacht aan geeft en voelt, of als je aan yoga doet, nou wat voel je dan eigenlijk? Een drukje hier, een pijntje daar, een spanninkje hier, ik ervaar nooit een totaal-lichaam. En als je slaapt ben je het kwijt, je bent het elke nacht kwijt. Je moet maar weer afwachten of je in hetzelfde lichaam wakker wordt. Je weet niet eens of je een �annetje of een vrouwtje bent. Word je wakker: o, alles is er nog gelukkig. Of als je even een dutje doet alleen al. Hoe kunnen nu lichaam, denken en voelen iets anders zijn dan waaruit ze geboren worden en weer in verdwijnen? Aangezien het uit Bewust­zijn omhoog komt, wordt waargenomen en er weer in verdwijnt, kan het niet iets anders zijn dan Bewustzijn. Dat is toch zo klaar als een klontje.

241

Page 123: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Is het nou zo dat alle Bewustzijn het zelfde Bewustzijn is?

A: Ja, dat is zo.

B: Want ik ben steeds zo verbaasd dat ik in dat lichaam zit.

A: Ja, dat is erg schrikken ja. Maar jij zit niet in dat lichaam. Dat heb­

ben de Romeinen erin gestampt.

B: Ik ben er in ieder geval steeds aan gekoppeld, want waar ik ben, is

mijn Bewustzijn.

A: Omdat jij meent dat het jouw Bewustzijn is, denk je ook dat jij

daarin zit.

De Romeinen waren hele decadente mensen en die hebben eens

een keer een spreuk gelanceerd: een gezonde geest in een gezond

lichaam en dat geloven we nog steeds. Maar waar wordt het lichaam

in waargenomen? In het Bewustzijn, niet andersom. Er wordt geen

Bewustzijn in een lichaam waargenomen. Nogmaals de vinger en de

stof test. Doe allemaal even de ogen dicht. Allemaal hè. Neem nu

je rechter wijsvinger en breng die naar de broek of de rok, en wrijf

even met je rechter wijsvinger over je rok of je broek. Ogen dicht!

Stop, wat voel je nou? Voel je de broek of voel je je vinger? Voel je

nu stof, een broek of een rok of voel je een vinger? Open je ogen

maar.

B: Energie.

A: Energie. Jij doet zeker mee in Sesamstraat hè? Wat voel je: de vinger

of de broek?

242

B: Beide. De vinger. Ik zou het niet weten. De broek.

A: Natuurlijk, je voelt helemaal geen stof, je voelt je vinger. Haal het

Bewustzijn weg, dan voel je niet eens stof. Uiteindelijk manifesteert

het Bewustzijn zich via de hand en maakt daarom contact. De wereld

is niets anders dan een verlengstuk van de zintuigen. De vijf zintuigen

zijn niets anders dan onze doors of perception, zoals Aldous Huxley dat

zo mooi zei vroeger, waardoor je een wereld kan samenstellen en bij

elkaar kan houden met geheugen.

B: Maar waar ik dan mee zit is dat het steeds dit lichaam is dat ik kan

gebruiken. Ik kan niet in haar lichaam.

A: Kan wel, maar een beetje hogere yoga is dat, maar het kan wel. Het

is niet onmogelijk.

B: Heb je een beter lichaam?

A: Je moet niet denken dat je met haar mee kan liften. Die hogere yoga

wordt alleen uitgelegd aan volmaakt onthechte ego's, dus die hebben

ook geen verlangen meer om een ander lichaam te nemen omdat het

haar leuker zit of zo. Maar het kan wel, dus het hoeft geen beperking

te zijn.

B: Maar in dat geval maakt het dus niet uit wie wat is.

A: Niet te snel met conclusies. In ieder geval is er geen sprake van

mijn of jouw Bewustzijn, als we het over waarheid en werkelijkheid

hebben. Er is wat we zouden kunnen noemen: universa/ consciousness. Het universele Bewustzijn. Maar wij ervaren onszelf als individueel

243

Page 124: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Bewustzijn. Daar heb ik ook nog geen bezwaar tegen als je het letter­lijk neemt. Want dat betekent: onverdeeld Bewustzijn. Een individu is een onverdeeld iemand, een niet corrupt iemand dat is een individu, een individual. Niet gespleten eigenlijk. Daar ga ik best mee akkoord. Daar teken ik voor. Maar zo is het niet. Wij ervaren onszelf veel meer als zelfbewustzijn, en het zelfbewustzijn is de beperking voor alles. Want waarom zou ik ophouden waar jij begint?

B: Ja, ik begin het nu een beetje te snappen, ik ga helemaal van de verkeerde kant uit.

A: Nogal ja. We zijn allemaal van de verkeerde kant. Daarom zeg ik als ik naar jou kijk en jij kijkt naar mij, dan is er niet iemand die naar jou kijkt en jij naar mij, maar dan is er God die naar zichzelf kijkt. Be­wustzijn die zich bewust is van zichzelf. Daarom is de ontmoeting met mensen zo aardig. Maar ook met bomen en dieren, en zelfs met stenen als je een beetje sensitief bent. Want er is niets anders. Er is Bewustzijn ongemanifesteerd en gemanifesteerd Bewustzijn.

B: Ongemanifesteerd is niets. Ik zit me maar de hele tijd voor te stel­len ... Je hebt het over manifest worden, maar dat houdt niet bij vaste vormen op, want perceptie is ook manifest.

En dat houdt niet bij de ruimte of niet-ruimte op want dat is ook allemaal manifest, dan wordt het een beetje moeilijk.

A: Helemaal niet, het houdt gewoon niet op. Waar was jij vóórdat je geboren werd?

Hoe zag je eruit vóór je geboren was? Heb je nog herinneringen aan hoe je eruitzag voordat je geboren was? Toen je moeder nog niet zwan­ger was? Waar was jij toen, en over honderd jaar, waar ben je dan?

244

Ja, dan staan we met de mond vol tanden. Dus waarom jij? Je bent manifest geworden, we zijn allemaal gemanifesteerd Bewustzijn zoals we hier zitten.

B: Een toevallige wonderlijke samenloop van omstandigheden.

A: Ja. Kan iets iets anders zijn dan waar het vandaan komt? Olifanten krijgen olifantenkinderen. Tijgers krijgen tijgerkinderen. Het licht van het bewustzijn wordt doorgegeven via de mens. Daarom is seks het grootste taboe, en dood, het oertaboe, want het duidt op het mysterie van de overdracht waar het licht wordt doorgegeven. Als individueel bewustzijn mogen wij allemaal door de ogen van God kijken naar de creatie. Dat is manifest consciousness.

Maar het moet ergens vandaan komen, kan het ergens anders vandaan komen dan waar het vandaan komt? Dat wil zeggen: als ik 's morgens wakker word, word ik wakker uit iets en verdwijn in iets. Toen ik geboren werd kwam ik uit iets, niet alleen uit een lichaam, maar uit iets nog veel verder. En als ik sterf ga ik terug naar iets waar ik uit voortkwam. Zou dat dan Bewustzijn zijn? Dat moet je je realiseren voordat je sterft, niet op het laatste moment natuurlijk, als al je tanden eruit vallen en je helemaal onder de drugs zit of zo.

Daarom zeg ik: consciousness of Bewustzijn is nooit persoonlijk, niet persoonsgebonden ook. Waan is persoonsgebonden, onwetendheid is persoonsgebonden.

Onwetendheid is de persoon, onwetendheid is niets anders dan het

zelfbewustzijn. Denk eraan, jullie krijgen de highest teachings nu.

B: Is de waan wat alles manifest maakt dan?

245

Page 125: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Nee, dat is op zich geen waan, maar als je het manifest alléén als za­

ligmakende werkelijkheid gaat zien dan leef je in waan, want je vergeet het andere deel. Daarom heeft God twee handen.

B: Je doet jezelf tekort zou ik zeggen.

A: Nogal ja. Dat is wat we allemaal doen.

B: Daarom heeft God twee handen.

A: Dat is een grapje van mij. Begint het te dagen? Waar zat de geur

van een bloem toen die nog in het zaad zat? Die moet potentieel

aanwezig zijn. Potentieel moet het ergens vandaan komen. Waar was

jij vóór je geboren werd? Er moet een potentie zijn waaruit alles zich

kan manifesteren. Dat is het ongemanifesteerde. Het aardige van het ongemanifesteerde is dat je het niet kunt zien, anders zou het

manifest zijn. Simpel. Het heeft geen vorm, het komt tot vorm via

de manifest, dus eigenlijk is het één en hetzelfde. Maar omdat wij al­leen maar iets uit kunnen drukken in dualiteit, zeggen we: manifest

- niet-manifest.

B: Maar dat is geen dualiteit waar je het nu over hebt.

A: Het is duaal, maar niet gespleten. Het is dualistisch, dat wil zeggen

het heeft een tegenstelling. Het is niet tegenstrijdig, het is tegenge­steld aan elkaar, maar het is niet gespleten. Daarom is dat Yin-Yang­

symbool zo mooi. Dat is de tegenstelling gedragen in de leegte en de

eeuwige rondgang van de cirkel, de eeuwige rondgang der dingen. Tegenstellingen worden gedragen in het Bewustzijn. De cirkel wordt

voorgesteld als de eeuwige leegte, waarin alles kan verschijnen en ver-

246

dwijnen en de tegenstellingen worden daarin waargenomen. Prachtig

symbool, de Chinezen die waren hun tijd ver vooruit, die hadden toen al geen God. Dat is de Tao, de benoeming van wat je niet kunt benoe­

men. Laten we dat dan maar even benoemen, laten we het dan maar

Tao noemen. Je bent tegelijkertijd manifest, gemanifesteerd Bewust­

zijn, en ongemanifesteerd. Tegelijkertijd.

B: Ik snap niet waarom het dan steeds ... Waarom blijft het beperkt?

A: Omdat je erop staat het te zien en te begrijpen vanuit het beperkte

om het binnen een concept te gieten, om het binnen je denken in een

soort raamwerk te persen.

B: Dus zelfs de perceptie is beperkt.

A: Natuurlijk. Als er féts beperkt is, is het wel perceptie.

B: Wat wil je dan? Niet meer waarnemen, niet meer via de perceptie?

A: Waarom zou je dat willen? Het is allemaal aanwezig. Waarom zou

je het weigeren? Omdat er een schijngestalte is die er niet mee om kan

gaan en die zijn beperktheid realiseert en dan zegt: 'Als ik je dan niet

helemaal kan hebben, laat dan maar zitten'. Zoals een gefrustreerde

geliefde of zo?

B: Ik zie het verband niet.

A: Ik wel. Je hebt toch wel van die types, die zeggen: 'Nou, als ik je dan niet helemaal kan hebben, dan laat het maar zitten ook.' Of: 'Ik vreet

je helemaal op, maar met een been neem ik geen genoegen.' Dus nou

247

Page 126: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

zegt het zelfbewustzijn: 'Nou ja, ik snap er eigenlijk niets meer van, dus laat maar zitten. En de rest is ook niet belangrijk.'

B: Nee, dat is niet zo. Ik denk: hoe kun je begrip hebben daarvoor als je het via de middelen die je hebt gekregen niet kunt ervaren?

A: Dat maak ik je nou duidelijk lieve schat, dat dat niet kan. Maar het weten weet het en ik zeg: jij bent dat weten. Daarom is dit spiritual knowledge. Hoe kun je dat nu herkennen? Hoe kun je nu zeggen: 'Ja inderdaad, zo is het'? Omdat je dat al weet natuurlijk. Alleen, je hebt dat binnen je brein proberen te proppen, je probeert jezelf in een veel te klein pak te stoppen en klaagt dan dat je schoenen en alles zo krap zijn, dat je niet kan lopen van de pijn. Gooi dat uit.

Ik heb jullie net vanmorgen gewezen op het feit van het belang om in te zien wat zelfbewustzijn is en het waarnemen dat zich moeiteloos, zonder de geringste inspanning, aan je voltrekt. Kom allereerst tot die realisatie, en werk van daaruit. Dat is mijn welgemeende advies. Zoiets groots als dit kan het denken helemaal niet bevatten dus het denken móét wel in verwarring geraken. Omdat je altijd gewend bent alles in het denken te proppen, kun je zoiets groots helemaal niet vatten. Stel je voor: twintig jaar lang hoop je op die prachtige man of vrouw en ineens staat hij of zij voor je deur en zegt: 'Ik kom bij je wonen.' Dan weet je ook niet goed wat je moet doen, de eerste dagen.

Misschien vale het nog wel tegen ook allemaal. De ideeën en de idealen en de projecties zijn van een absoluut geheel ander kaliber en een geheel andere werkelijkheid dan waar het hier om gaat. Probeer dit niet binnen je verstand te proppen. Luister zoveel mogelijk vanuit consciousness, vanuit het gewaarzijn.

Luister als Bewustzijn, maar luister niet als intellect. Probeer ook niet als intelligentie te luisteren, ook niet als: 'Nou ga ik eens goed

248

mijn best doen' en zo. Probeer je op te stellen als Bewustzijn, dat ben je. En laat dat dan toe, zou je kunnen zeggen. Het is meer niet doen, dan wel doen. En dan doet het zijn werk vanzelf, als een medicijn.

B: Ja, maar dan kun je niet meer denken.

A: Nou, dat is in jouw geval niet zo erg hoor.

B: En dan zeg je: 'Vraag eens wat', of: 'Zeg eens wat.'

A: Ja, dat doe ik natuurlijk expres. Maar stel je niet op als een kind

wat braaf wil zijn tegenover zijn vader. Wees vrij en vraag de dingen.

Ik ben geen pappie waarvoor je je best moet doen. Het is voor jullie, je

hoeft mij niet te plezieren. Ik ben al happy, nog meer happy dat zou te

dol worden. Ik zou uit elkaar knallen. Dat denken verdwijnt ook niet

als overbodig, denken blijft gewoon functioneren. Maar de terreur is

weg, het venijn is er uit, dat is van belang. Ik denk ook, toch denk 'ik'

niet. Er zijn gedachtes, daar heb je toch geen last van? Wolken, daar

heb ik toch geen last van?

Zoek onderdak in dat gewaarzijn en laat dat gewaarzijn zijn werk

doen. In de gesprekken die we hier hebben - jullie krijgen het in ho­

meopathische hoeveelheden toegediend - komen al die problematiek

en al die dingen vanzelf aan de orde en als vanzelf kom je in die van­

zelfrealisatie, zou je bijna kunnen zeggen. 'Ja, ik zie het ineens, nu zie

ik het zelf ook.' Vanzelfrealisatie natuurlijk. Denk eraan: het Indiase

woord voor de weg gaan, is: sadhana. Laat je sadhana moeiteloos zijn.

Elke sadhana die moeite kost is fout. Elke spirituele weg moet vanzelf

gaan. Wat overigens niet wil zeggen dat je niet goed op moet letten en

zo, maar dat gaat ook vanzelf. We hadden gisteren een machtig mooi

249

Page 127: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

mens hier. Voor het eerst in zeven jaar heb ik gezegd: 'Jij mag altijd vragen stellen, over alles. Want zoals jij vragen stelt is de juiste ma­nier van vragen stellen. Je zit er helemaal bij, het is van levensbelang.' Dat is de juiste manier van vragen stellen. Niet zo van: 'Wat betekent nu eigenlijk Brahman?' 'Dat is een meneer die �oont in India, die droomt dat hij de wereld is', zeg ik dan. Dat is natuurlijk geen echte vraag. Maar als je vraagt alsof je leven er bijna van afhangt en dan ook nog zo naar jezelf kunt reflecteren dat je zegt: 'Nee, dat is niet waar wat u zegt', dan word ik ook wakker. Dan denk ik: 'Hé, daar zit een echte.' Je bent je eigen autoriteit steeds, totdat je uitkomt bij wat je bent. Stel zo vragen. Heilig vuur noem ik dat. Laat het een vlammenwerper wor­den. Heb je vragen naar aanleiding van dit? Of is het duidelijk? Goed, dus we zien jou niet meer na dit weekend.

B: Nou misschien nog even ...

A: Wie?

Andere bezoeker: Daar heb ik wel een vraag over, want ik begrijp wat je zegt en ik zie wel wat je zegt, maar dan vind ik het wonderlijke dat, als ik thuis kom, het nog een tijdje blijft en daarna lijk ik het echt kwijt te zijn. En dan kom ik weer hier en dan is het er weer. Dat vind ik toch heel wonderlijk. Denk je dat ik dan ook gewoon meega in jouw stroom of zo?

A: Dat is wat wij in India satsang noemen. Satsang is de ontmoeting met de essentie. Wat je steeds ontmoet is jezelf, je eigenste zelf zou je bijna kunnen zeggen. Dat gaat gemakkelijker wanneer die helderheid in zijn manifestatie aanwezig is, dus bij een leermeester of iets derge­lijks. Nou zie ik het zo dat wanneer je regelmatig die essentie ontmoet,

250

dat het dan een soort aaneensluitende beweging gaat worden. Af en toe zie je het eens een seconde, bij wijze van spreken, dan ben je al blij, en dan zie je het ineens een uur en dan is het ineens drie uur en dan drie keer in de week en dan vier keer in de week. Op een gegeven moment geven die dagen elkaar een hand en dan is het een aaneenslui­tend geheel. Zo gaat het vaak. Dus ik zou zeggen: blijf komen totdat het een aaneensluitend geheel is.

B: Blijven objecten altijd opkomen?

A: Ja, zelfs als je sterft nog.

B: Dat gaat echt altijd door

A: Ja, behalve in sarnadhi natuurlijk, of in de diepe droomloze slaap. Maar zelfs dan is het weer tijd voor objecten. Wat je dan de waaktoe­stand of de droom noemt. Want het Bewustzijn wil zich manifesteren, het wil zich laten zien steeds. Je ziet het ook aan een kind, een kind komt ook steeds dingen aandragen om aan je te laten zien. Als je een vrouw hebt en je verwaarloost die een tijdje, of als je een man hebt en je verwaarloost je man een tijdje, dan wil die zichzelf laten zien. En als je hem of haar die kans niet geeft, dan krijg je ook moeilijkheden. Het wil zich allemaal laten zien, het wil herkend worden.

Die diepe herkenning is natuurlijk het mooist. Daarom, als een liefdesrelatie een herkenning is op het diepste gebied, is dat natuurlijk het mooiste wat er is. Maar meestal is het alleen maar herkenning, omdat je allebei van Leonard Cohen houdt of zo, omdat je allebei ook toevallig van Beaujolais houdt. Dan zeg je: fijne relatie,

,we hou�en

van dezelfde dingen, we houden van dezelfde programmas. Sommige mensen zijn er tevreden mee en anderen weer niet.

251

Page 128: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Waarom maak je het onderscheid dat het met samadhi niet ge­

beurt?

A: Omdat in sarnadhi die object-subject-relatie nagenoeg geheel af­wezig is. Je hebt vijf soorten samadhi's overigens, maar we spreken nu even over nirvakalpa samadhi, dat is een samadhi waarin er zelfs geen beelden meer zijn. Een soort diepe droomloze slaap, maar dan heel alert. Dus daar ben je je heel bewust van. Dat is natuurlijk heel prettig. Daar zijn geen objecten. Maar kom je uit die sarnadhi, dan dringen die objecten zich weer op. Het is hetzelfde als wakker worden. Je gaat er net zo stom in als je eruit komt.

Astavrakra bijvoorbeeld zegt in de Astavakra Gita: 'Als je samadhi hebt bereikt, lig je eigenlijk nog meer aan de ketting. Want je was eerst

gehecht aan een paar schoenen, maar nu aan sarnadhi en dat is nog veel erger. Het was beter geweest als je je alleen maar hechtte aan een paar

schoenen. Die zijn nog te vervangen, maar een samadhi opnieuw op touw zetten, dat kan wel eens moeilijkheden opleveren. Je bent nu ge­hecht aan die prettige toestand. In wezen is het erger met je gesteld.

B: Ik ben zo bezig dat gewaarzijn door te laten dringen, dat ik merkte dat ik dat gelijk stelde met dat er ook geen objecten meer zouden zijn, geen manifestaties, niets. Puur leeg.

A: Ja dat kan, in de diepe droomloze slaap. Of het wordt een sarnadhi.

Wat voor ons geldt, is dat wanneer je heel intens in dat gewaarzijn zit, objecten zwakker lijken te worden. Niet echt verdwijnen, maar zwakker lijken te worden. Maar je kunt het ook al hebben als je in de tram zit en dat je ineens zes haltes verder bent. Dan ben je in een soort hors-d'oeuvre-samadhi geweest. Vaak zeg je dan: 'Ik was in gedachten', maar eigenlijk was je helemaal niet in gedachten.

252

Maar wat heel erg helpt, nogmaals, is 's morgens wakker worden. Het

allereerste moment waarop het ik-bewustzijn in het gewaarzijn ver­schijnt geeft onomstotelijk aan dat er eerst het bewustzijn, het gewaar­zijn, yvas en daarna pas het ik-bewustzijn. En dat het ik-bewustzijn dus een waargenomen iets is, een object als elk ander. Niets om je druk over te maken. Om dat terreur op jou uit te laten oefenen is dus een ernstige

zaak en ik ken maar heel weinig mensen die niet lijden onder die terreur. Je hebt mensen die vreselijke dingen hebben meegemaakt en die, als er maar iets op lijkt, ook weer in de stress schieten. Dat is heel normaal natuurlijk, want het geheugen staat in dienst om te overleven, dus zo'n

gek idee is dat niet. Alleen er moet steeds weer gekeken worden. Met dit

is het ook zo, totdat het duidelijk is. En dat is het enige wat je te doen staat. Als er al iets te doen is, dan is dat de meest simpele en kortste weg. Het mooie ervan is dat hij voor iedereen toegankelijk is. Je hoeft niet

bijzonder briljant te zijn. Het is leuk als je ook nog briljant bent, maar het hoeft niet. We hebben hier hele domme zoekers hoor.

Andere bezoeker: Sarnadhi, is dat dan echt dat pure Bewustzijn?

A: Nee, dat is Bewustzijn, want samadhi is een tijdelijke toestand.

Samadhi kan waargenomen worden, dus het is een tijdelijke toestand. Het is een yogische toestand eigenlijk.

Sam-a-dhi, het samenvallen van object-subject betekent het eigen­lijk, is als de diepe droomloze slaap. Maar dan ben je er ook nog vrij

wakker bij.

B: En verlichting dan?

A: Verlichting heeft er niets mee te maken. Verlichting is ook vrij zijn

van samadhi.

253

Page 129: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Is het in feite krankzinnig om met je zelfbewustzijn iets bewust te worden? Want dat is op zich ook een object.

A: Ja, natuurlijk.

B: Als ik het goed begrijp is Bewustzijn iets universeels waarin ook zelfbewustzijn zich manifesteert?

A: Mag manifesteren. Ja, natuurlijk.

B: Maar het is alleen gekoppeld aan een bepaald lichaam.

A: Ja, zo zit dat. Daarom zeg ik altijd: je bent nu niet die je denkt dat je bent en je bent zeker niet wat je dacht dat je was in je vorige leven. De gemiddelde zoeker die rebirthing gedaan heeft en hypnotherapie, of een regressietherapie, kan zich zeven levens herinneren. Ze zijn al­lemaal Toetanchamon geweest. Steevast zeg ik tegen die mensen: 1\ls je nu duidelijk kunt zien dat je niet bent die je denkt dat je bent, waar je je mee vereenzelvigt, dan was je her zeker niet in je vorige leven, die Franse wijnboer of zo. Omdat je dat dacht ben je weer opnieuw gebo­ren, stommeling. Want onwetendheid continueert zich.' Dus als je dit ziet, ben je ook uit het rad van wedergeboorte, omdat je niet meer in de greep zit van onwetendheid. Met als clausule onderaan: wel even je prarabdha karma uitwerken. Dat vergeten ook een hoop en dan moe­ten ze het nog een keer overdoen.

B: Wat is dat?

A: Als je een bal rolt, dan rolt die bal door, ook al wordt die bal verlicht onderweg. Zo ben jij ook in het leven geschopt, je ouders hebben ge-

254

copuleerd en daaruit is een energie ontstaan waardoor jij belichaamd bent. Het universele Bewustzijn heeft zich leuk door jou gemanifes­teerd. Dat doet het net zolang als er energie in zit en dat is in de meeste gevallen een jaar of tachtig, negentig. Verlicht of niet-verlicht, alle kat­tenkwaad van vroeger moet gewoon even uitgewerkt worden.

Als je een tientje niet teruggegeven hebt, moet je dat toch weer teruggeven op een andere manier. De natuur zoekt altijd die balans. Maar dat is alleen maar vreselijk aardig. Dat heet prarabdha karma. De vraag die je altijd hoort is: hoe kan het nou dat Nisargadatta keel­kanker had, hoe kan het nou dat Ramana Maharshi kanker in zijn arm kreeg?

Hoe kan het nou dat Rama Polderrnan verkouden werd? Hij is nog arts ook! Dan zeg ik steevast: 'Stel dat de ouders van Nisargadatta aanleg hadden voor reumatiek dan erf je dat een beetje mee. En als dan Nisargadatta zeventig is en hij heeft veel in een vochtig klimaat gewoond, dan heb je kans dat hij ook reumatiek krijgt.

255

Page 130: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Een ervaring kan nooit de waarheid zijn

Bezoeker: Toen je over realiteit sprak zag ik dat ik toch altijd een scheiding maak tussen het gewone leven en die consciousness en

het is me niet duidelijk.

Alexander: Dat is een goede vraag. Wat is je moeilijkheid?

B: Toen jij zei: er is alleen maar gewoon leven, was ik eigenlijk te­

leurgesteld omdat ik er waarschijnlijk toch een idee over heb dat het anders is.

A: Kijk nou eens naar de groten der aarde op dit gebied. Die leefden, aten en sliepen toch ook gewoon? Die hadden ook een dagelijks le­

ven. Met fotograferen wordt er wel rekening mee gehouden dat ze ze

niet scheppend in de tuin fotograferen, maar niets doend in de lucht starend of zo, maar nooit iets doen. Daar wordt die mythe mee in

stand gehouden. In de zen had je tekeningen daar zag je de goeroe

257

Page 131: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

in zijn neus peuteren of op het toilet, of hout sprokkelen, of de vloer vegen. Maar er is een diep geworteld idee in de spiritueel geïnteres­seerde dar het zich ergens anders afspeelt dan in het dagelijks leven. Het is bijna genetisch doorgegeven, in een hierna, in een straks, met andere woorden: een bewustwordingssituatie en niet een Bewustzijn. Het is absoluut ontnuchterend en vaak ook een beetje teleurstellend voor een hoop mensen om te ontdekken dat het zich in die gewoon­heid en het dagelijks leven afspeelt en dat het niet gescheiden is. Het is een heel belangrijk onderwerp eigenlijk wat je aansnijdt. Want als je daar bevrijd van zou kunnen worden, dan zou je ook onmiddellijk in een veel reëlere wereld leven. Het zou een transformatie beteke­nen zelfs. Ik heb persoonlijk altijd genoeg realiteitszin gehad om het nooit ergens anders te zoeken, maar ik zie het inderdaad overal om mij heen en ik vind het verbijsterend om dat te zien. Het idee dat het in een andere wereld is, of zelfs een ander soort Bewustzijn, hoger Bewustzijn en dat soort dingen allemaal, daar houden we onszelf mee gaande. In wezen is het een soort horizon projecteren. Steeds als je een stap doet naar die horizon, gaat de horizon een stap naar achteren. Dus je bereikt het nooit. En dat is dan ook de ervaring van al die mensen, dat ze het nooit bereiken, want het kan niet bereikt worden. Het zijn illusies, het zijn spookbeelden, fata morgana's. Ga er eens wat dieper op in als je wilt.

B: Wat is het verband dan tussen die realiteit en handelend optreden? Ik heb heel lang geen werk gehad en op een gegeven moment dacht ik: ik wil wel weer eens werken. En toen dacht ik: treed ik nou handelend op of niet?

A; Dat heeft er niets mee te maken. Het enige probleem is eigenlijk dat elk mens in twee werelden lijkt te leven. Een mentale wereld van

258

geheugen en projecties en ideeën, en een werkelijke wereld. En die twee botsen met elkaar. De Zelfrealisatie is een soort synchroniciteit tussen die mentale wereld en die werkelijke wereld. Uiteindelijk blijkt dat een en dezelfde te zijn omdat je vanuit het waarnemende principe leeft, en niet vanuit een idee of zelfs niet vanuit realiteit. Want reali­teit botst weer met ideeën, en ideeën botsen met de realiteit, dus de zogenaamde reële mens botst met zijn mentale wereld en de mentale wereld botst met de realiteit. Je moet beide ontstijgen, zou je kunnen zeggen. In Kennendheid, in Waarnemendheid, in Bewustzijn en dan botst er niets. Zelfs als er al iets botst ben je er onmiddellijk bij. Want alle conflicten komen voort uit botsingen tussen ideeën en werkelijk­heid. Maar ideeën hebben geen realiteit, we hebben realiteit toegekend aan ideeën. Daarmee wordt de echte realiteit, die altijd terugkeert en die wij ook gezamenlijk met elkaar beleven, een soort schok, een soort ontnuchtering. Ik herinner me dat Wolter Keers, toen hij voor het eerst Ramana Maharshi zag, teleurgesteld was, zo niet verbijsterd, om­dat deze man at. Want hij had zulke ideeën gemaakt over zo'n ver­lichte als Ramana Maharshi, dat hij dacht dat zulke mensen niet aten. Dat is een bijna infantiel idee, te denken dat zo'n man niet eet. Zo'n man eet wel, waarom zou hij niet eten? Dat die man at, daar had hij echt probelemen mee in het begin. En hij at nog smakelijk ook. Als hij nou at zoals je medicijnen inneemt, oké, dat had hij nog wel kunnen aanvaarden. Dat hij niet zei: 'Ik ga eten', maar: 'Ik ga voedsel innemen ter continuering van het vehikel', dat was nog aanvaardbaar. Maar nee; hij zat nog lekker te eten ook en hij zat te mopperen dat bepaalde dingen niet zout genoeg waren en zo. Dus daar botst de werkelijkheid, dat wat zich werkelijk voor je ogen afspeelt, met de ideeën. Je zult zien dat bijna alle conflicten op deze manier ontstaan. En dat is ook het geheim van de Zelfrealisatie: dat er een synchroniciteit plaatsvindt met alles wat er is en niet met ideeën. En mocht het onverhoopt gebeuren

259

Page 132: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

dat een bepaald idee toch post gevat heeft, dan is er nog geen man

overboord. Want een idee is geen realiteit, alleen realiteit is realiteit.

B: Dus als je over realiteit spreekt dan praat je over de uiterlijke reali­

teit, het gewone leven en ook wat zich hier afspeelt.

A: Ik sluit niets uit, maar ik verdeel het niet. Ik deel het niet op in verschillende werkelijkheden.

B: Dat heb ik wel gedaan.

A: Dat doet iedereen, zo is het je ook geleerd.

B: En wat zich dan voordoet in die realiteit ...

A: Is geen probleem.

B: Dat noem jij dan het verhaal?

A: Dat is het verhaal, precies. Maar dat gaat nog dieper dan dat je 1

denkt. Dat waarnemende, kennende principe, dat heeft geen oordeel, dat beoordeelt niet. Er is een principe in je - in elk mens, dat hoef je niet aan te leren, dat is er gewoon - dat niet beoordeelt, maar gewoon waarneemt. Het beoordelende principe, of het benoemende principe, is deel van wat er gezien wordt. Het waarnemende principe onttrekt zich uiteindelijk nog aan de benoeming en aan de beoordeling of de veroordeling. In de Zelfrealisatie leef je vanuit die waarnemendheid, vanuit die Kennendheid. En er is geen conflict in de benoeming of

de niet-benoeming, of het oordeel of de veroordeling of beoordeling. Begrijp je dat? Dat bindt je niet.

260

B: Ik dacht dat ik door het benoemen, als ik iets herken bij mezelf,

bijvoorbeeld jaloezie, dat ik het daarmee ...

A: Nee, ik benoem ook dingen. Als ik een bepaald trekje in mij merk, dan wordt dat manifest in mij en dan benoem ik het ook. Dan denk ik: hé, dat lijkt op dit of dat. Maar daar bind je jezelf niet mee.

B: Ik dacht dat ik mezelf aan het binden was daarmee.

A: Nee, waarom? Wat wel zou kunnen gebeuren is dat je jezelf be­perkt, dat je het benoemt en daarmee niet verder kijkt. Dat zou ik me

nog voor kunnen stellen.

B: Maar het gevaar van benoemen is dat je dan gaat analyseren.

A: Het gevaar van benoemen is al benoemen. Als je zegt: 'Het gevaar van benoemen', dan geef je al aan dat je aan het benoemen bent. Als je het werkelijk zijn verhaal wilt laten vertellen, waarom niet zoveel mo­gelijk levend vanuit die waarnemendheid, wat tóch het geval is. That's

what meditation is all about. Begrijp je dat? Lang niet eenvoudig altijd, want de wegen van de geest en denken en voelen zijn nogal complex. Maar er is een heel eenvoudig beginsel in je, waarin al die complexiteit wordt waargenomen. Dat is de plek waar ik je op wijs en waarvan ik zeg dat je vandaaruit leeft. Wanneer dat herkend wordt, dan is het

ergste leed wel geleden. Dat is de plek waar geen binding is, waar geen gevangenschap is, waar je dus vrij bent. Vanuit vrijheid kun je best al­lerlei dingen die je lijken te binden eens goed bekijken. Dan zul je zien dat ze geen kracht hebben. Zonder dat je in een ontkenningstrip gaat en zonder dat je op een mentale trip of gevoelstrip gaat. Niets ont­snapt dat gewaarzijn, begrijp je dat? Ga daar eens op in. Goeie vragen,

261

Page 133: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

want dat is je realiteit. Je hebt er heel weinig aan om informatie in te winnen over dingen die niets met je te maken hebben. Vraag over dat wat met je leven te maken heeft, want dat is reëel.

B: Wat me erg bezighoudt is hoe ideeën ooit een ...

A: Dat is voor de psychologen en daarin zit weer de idee dat als je weet hoe iets ontstaan is, dat je het dan op zou kunnen lossen. Wij proberen uit te leggen dat elk 'tot begrip maken' je niet wezenlijk vrij maakt.

B: Dan zie ik steeds dat het zichzelf oplost, of zo.

A: Dan is er maar één advies: ga naar die Kennendheid, realiseer die Kennendheid en daar lost alles zichzelf in op. !t's as simpte as that.

B: In diezelfde Kennendheid, maar blijkbaar heb ik hem niet gerea­liseerd, lossen zich bepaalde dingen die ik heel scherp zie, niet op. Jij zegt: 'Ga naar die plek, daar is geen binding, daar is vrijheid.'

A: In mijn leven heb ik huizenhoge piek-ervaringen gehad en olieboor­diepe dalervaringen gekend. Toch is me iets opgevallen: dat de piek- en de dalervaringen ten eerste. tijdelijke fenomenen waren. Wat voor er­varing dan ook was onderhevig aan verandering; zowel de fantastische ervaringen als de niet-zo-fantastische. En dat iets wat eigenlijk alles om­vatte, zich volmaakt onttrok aan wat voor ervaring dan ook. Nou, dat vind ik nogal wat. Dat betekent dus dat zowel de piekervaring als de da­lervaring, waar het hele ego of de persoon op gefocust is, van zeer korte duur is en niet van belang uiteindelijk. Dus daar bouw ik mijn leven niet op. Dat waarin die piekervaring en die dalervaring zich manifest maakten, onttrekt zich tegelijkertijd aan mijn aandacht en tegelijkertijd

262

kan mijn aandacht het niet pakken. Want aandacht speelt zich af in dát, daarom wordt het gezien en tegelijkertijd niet gezien. De paradox. Maar alles wat ik kan zien en wat weer verdwijnt móét tijdelijk zijn. Dat waar dat allemaal in gebeurt is tijdloos. Dus kan ik niet iets anders zijn dan onveranderlijk Zijn en dat onveranderlijke Zijn daar ben ik niet in of w,

daar ben ik ook niet uit, daar gebeuren een aantal dingen in. Dat weet ik wel ja. Uiteindelijk weet ik alleen dat er Kennendheid is, awareness,

consciousness en dat weten geeft, althans wat de manifest betreft, een onmiddellijke vreugde, onmiddellijke rust, onmiddellijke follfillment en daar behoeft niets bij. Daar mág wel iets bij, daar mag alles bij, dat ver­stoort mij niet.

B: Maar mijn ervaring vanuit niet gerealiseerd ...

A: Jouw ervaring is tijdelijk en iets tijdelijks kan nooit het niet-tijde­lijke pakken, begrijpen of realiseren. Vandaar dat elke ervaring ver­worpen dient te worden en dat wordt-ie ook, want elke ervaring zal ontsnappen aan je ervaringsveld. Kijk nou naar hem. Hij heeft zoveel ervaringen gehad, ervaringen waar jij nooit aan toe komt, zelfs in je volgende leven nog niet. Waarom hij dat nou allemaal ervaart en jij niet, weet ik niet, maar hij heeft de gekste dingen ervaren. Spirituele ervaringen, alles. En wat heeft het opgeleverd? Niets. Vuurwerk, en­tertainment.

Andere bezoeker: Ik heb altijd gedacht, ik kan het nooit wezen, want ik heb het waargenomen.

A: Ja. Iets tijdelijks, hoe mooi ook of hoe verschrikkelijk ook, kan nooit de waarheid zijn. Een ervaring kan nooit de waarheid zijn. Want de ervaring heeft iets anders nodig, de ervaring wordt gedragen door

263

Page 134: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

iets anders. En dat kan niet ervaren worden, want als het ervaren zou kunnen worden, dan zou dat het niet kunnen zijn. Daarom is de waar­heid ervaringsloos. Het is dus het ervaringsloze wat ervaringen moge­

lijk maakt. Truth is an unchangeable thing, hammering on the rock.

B: Waarom houd ik dan af? Wat voor belang heb ik er dan bij?

A: Alleen ervaringen kunnen de arrogantie hebben - en het 'ik' is een ervaring - dat ze iets af zouden kunnen houden. Good, we komen er wel. Every experience is limited within its own experience, but that which makes experience possible, cannot be experienced; so every experience needs something which cannot be experienced, which is Truth. So Truth cannot be experienced. Wie? Jullie hebben trek in koffie natuurlijk, maar je kan het mooi schudden hoor.

B: Een ervaring van niet-afgescheiden zijn, bijvoorbeeld in meditatie, is eigenlijk ook een ervaring.

A: 'Niet-afgescheiden zijn' staat tegenover de ervaring 'afgescheiden zijn'. Het is natuurlijk al beter dat je de ervaring hebt van niet-afge­scheiden zijn, maar het is niet het laatste woord. Maar het is natuur­lijk beter dan je afgescheiden voelen, afgescheiden voelen is nog meer verkrampt. Maar je niet-afgescheiden voelen is een heel natuurlijk iets. Dat ligt dicht bij je natuurlijke staat. Dus veroordeel het niet, ga niet zeggen: 'Ja maar niet-afgescheiden zijn is ook niet goed', want dan creëer je weer afgescheidenheid. Het is beter dan afgescheiden, zoals de Jezusbeweging beter is dan cocaïne.

B: Het gevoel van genot of warmte ...

264

A: Het gevoel van genot of warmte is het gevoel van genot of warm­te.

B: En het gevoel van herkenning vanuit de eenheid te zijn?

A: Wat een blabla.

Andere bezoeker: Dan vraag ik een bevestiging van een gedachte, mag dat? Mijn probleem over dat stukje van daarnet is, dat in mijn beleving een bepaalde situatie niet een tijdelijk karakter heeft, maar zich aan mij opdringt als iets dat onontkoombaar en vernietigend is voor mijzelf, en waarin het zicht op de waarheid tijdelijk weg is. Toen dacht ik: ja, dat kan met een christelijke achtergrond ook niet anders.

A: Dan zit je toch goed?

B: Dan zit ik helemaal niet goed. Het benoemen wordt gezien.

A: Lijkt me wel ja.

B: Mijn vraag is: hoe?

A: Laten we zeggen dat je het meest subtielste van het subtielste obser­veert en benoemt, dan is er toch nog iets wat je niet kunt benoemen. Dat waar dat subtielste van het subtielste in verschijnt is nóg subtieler en dat kan je nooit benoemen want degene die benoemt lost op in dát, omdat je dat uiteindelijk bent.

B: Dat benoemen ervan is dat een bewuste identificatie?

265

Page 135: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: I� zie het verband niet. De mogelijkheid om je daar te identificeren

wordt steeds onmogelijker.

B: Het is onhandig als je dus niets meer kunt benoemen.

A: Ja, maar of iets handig of praktisch is, dat speelt daar niet meer zo denk ik.

B: Voor mij is dat wel een basisdilemma, het verdwijnen en dan ...

A: Alles zal verdwijnen in iets wat niet verdwijnt, wat onverdwijnbaar is. Alles sterft in iets onsterfelijks. Al het geluid verstilt in iets geluids­loos. Elk gevoel lost op in iets gevoelloos, iets wat geen gevoel kent, maar dat wat alle gevoelens mogelijk maakt, enzovoort. Gisteren werd

er een vraag gesteld door een blonde mevrouw die er nu niet is en die

zei: 'Ja, maar hoe kan het dan dat er uiteindelijk één iemand geweest is die zonder goeroe verlicht is geworden, want u zegt toch altijd .. .' Wat men vergeet is, dat vroeger iederéén in de natuurlijke staat leefde en dat de tijden nu alleen zo geworden zijn dat we dat gewoon vergeten zijn. Wij leven niet te vergeten in het Kali Yuga-tijdperk en Kali Yuga

is het duisterste tijdperk wat er is. In de Satya Yuga die nu weer gaat komen zal iedereen zonder de geringste moeite zichzelf realiseren. Dat contact, of laten we zeggen die natuurlijke staat, dient zich weer vol­maakt aan, dat is een cirkelgang. Maar iedereen is geïdentificeerd om duistere redenen en Kali Yuga is een duister tijdperk. Iedereen denkt dat het geluk te vinden is dingen en objecten. Maar die lijn met die natuurlijke staat komt voort uit de natuurlijke staat zelf Er zijn al­

tijd mensen geweest die zich dat op een eenvoudigere manier hebben gerealiseerd. In Satya Yuga hoefde je alleen maar heel zuiver voedsel te eten om tot realisatie te komen. Alles was een uitdrukking van die

266

realisatie. De hele Mahabharata gaat er over. Once the Gods lived on earth en dat zijn wij zelf.

B: Je zei daarstraks: 'Het wordt steeds subtieler en dan kun je je niet

meer identificeren.'

A: Natuurlijk, aangezien er geen objecten meer zijn wordt het erg moeilijk om je nog te identificeren.

B: Ik weet niet waar ik dat gehoord heb, misschien bij Bhagwan. 'Het be­staan draagt je, het bestaan zorgt voor je.' Van de week zei je: 'Denk maar niet dat het bestaan met jullie allemaal persoonlijk bezig is.' Toen dacht

ik naderhand: ik heb ook allerlei kwaliteiten daaraan toegekend, maar zie ik het juist als ik denk: in die manifestatie zijn, de kwaliteiten die we waarnemen in die manifestatie, dat wordt ontleend aan het Bewustzijn. Ik was toch een beetje geschokt dat het bestaan niet voor me zorgde.

A: Kijk, als er een aardbeving is, dan zal het bestaan heus niet zeggen: 'Daar zit Petra, die is erg met spiritualiteit bezig, die balk zal ik eens

naar links laten vallen.' Of als er een besmettelijke ziekte uitbreekt, dan zegt het niet: 'Bhagwan is verlicht dus die zullen we maar overslaan.' Nee, want die virussen die interesseert dat niets. Er is een heel mooie

reclame in Amerika op de televisie: 'Aids doesn't care who you are, but

what you do. ' Dat is aardig: het maakt niet uit wie je bent, het maakt

uit wat je doet. Dat vind ik een aardige opmerking. Het is gewoon waar. Als je het bestaan ziet als goeroe, dan is die roekelozer, hardvoch­tiger, dan dat je naar een leermeester gaat die een situatie creëert voor

je. Een leermeester is afgestemd op je. Dat is de stap die de leermeester

naar jou kan doen, maar het leven is niet afgestemd op jou, jij zal je op het leven af moeten stemmen. Uiteindelijk zul je jezelf ook op een

267

Page 136: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

leermeester af moeten stemmen, maar daar is nog een wisselwerking gaande. Trouwens, het bestaan heeft toch voor je gezorgd tot nu toe?

Van de conceptie tot nu toe zorgt het bestaan voor je. Zo gezien is het wel waar. Maar het bestaan doet ook hele vreemde dingen.

B: Nee, nee.

A: Wat voor vragen heb je nog voordat je naar huis gaat? De essentie is duidelijk zeg je.

B: Ja, maar het is zo fragiel. Die identificatie gaat nog heel gemakkelijk. Niet altijd, maar dat fragiele is dat je heel makkelijk, niet werkelijk uit die Kennendheid wordt gerukt, maar schijnbaar uit die Kennendheid wordt gerukt. Ik heb de indruk dat ik zoals ik hier zit nog altijd op ervaringen uit ben.

A: Natuurlijk.

Andere bezoeker: Ik was van de week woedend op advaita.

A: Good.

B: Waar komen die gevoelens vandaan, wie heeft dat in je gelegd? Dan zegt u natuurlijk: 'Niemand.'

A: Niemand ja. Leef vanuit die natuurlijke staat, want dat is het enige wat je eigenlijk doet. So love yourself correctly. Als je echt gelukkig bent, vraag je jezelf dan af waarom je gelukkig bent? Kan je niet slapen van het idee: waarom ben ik nou zo gelukkig?

268

B: Dat is toch een verschrikkelijk gevoel als je ongelukkig bent? Toen

je zei dat het Bewustzijn onverschillig was, beviel mij dat niet. Toen dacht ik: ik ga maar naar huis.

A: Nou, ik zal het niet zeggen. Ga daar eens op in.

B: Kennendheid is er dus altijd, maar die beleving of ontkenning van wat werkelijkheid ...

A: Kijk nou eens naar wat er allemaal gebeurd is in je leven. We hoe­ven dat niet allemaal te bespreken met elkaar want we weten wat voor

puinhoop je ervan gemaakt hebt. Maar er is aan het begin en tijdens al die gebeurtenissen en nu, nog steeds het bewuste zijn dat volmaakt onverschillig is voor wat er ook gebeurt; van de huizenhoge golven

van extase tot en met de diepste dalen van 'ik zie het niet meer zitten' en 'advaita kan de pot op.' Toch blijft consciousness. Zou dat misschien zijn wat je bent? Jazeker, dàt is wat je bent.

B: Dus daar is geen bevestiging en geen ontkenning.

A: Wauw, wawaauw! You talk like a Zen teacher.

B: Vanuit het bewustzijn gebeurt er dus eigenlijk helemaal niets.

A: 1 am happy about your enlightenment.

B: Maar aan de andere kant is er het idee dat op het niveau van li­chaam-denken-voelen er iets gebeurt.

A: Nothing happens.

269

Page 137: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Is dat een verkeerd idee of is het een paradox?

A: Een idee is noch verkeerd noch niet-verkeerd. Een idee is gewoon een idee. Who cares about ideas. Live with the real life-experience, or are

you going to wait until you die? Most ofyou do.

B: Is elk oordeel over wat er gaande is of wat er gebeurd is een poging om jezelf af te schrijven?

A: Ik heb geen idee.

B: Sommige dingen zijn zo ontzettend leuk als je niet gerealiseerd bent.

A: Wat een lol, hahaha. Zo leuk om niet gerealiseerd te zijn! Ik juich

helemaal, ik lig dubbel. Mopjes en onderbroekenlol van de lagere

school. Maar ja, waarom niet als je het leuk vindt?

Andere bezoeker: U heeft wel eens gezegd dat als je gerealiseerd bent dat je dan toch nog behoefte hebt aan mensen om je heen die hiervan weten.

A: Ja, dat was vroeger bij mij zo, maar ik begin daar inmiddels van terug te komen. Vroeger had ik nog wel eens behoefte aan iemand om me heen of zo maar nu (diepe zucht); wat een rust. Ik distantieer me van die uitspraak mevrouw.

B: Ik vond het al teleurstellend.

A: Dan mag u nu verheugd zijn.

270

B: U hebt wel eens gevraagd aan mensen wat ze tegenhoudt. Daar heb ik heel lang over na moeten denken, maar ik denk dat het bij mij is dat ik zo bang ben dat ik daar alleen moet functioneren.

A: Dat heeft u heel goed gezien, zo ligt het ook. We komen er wel uit. Wie?

B: Is het zo dat wanneer de weerstand gezien wordt vanuit de Ken­

nendheid dat die oplost?

A.; Zo is het. Wie?

B: Ik zit nu stil, twee keer een uur en ik geloof dat het mij enorm goed

doet. U heeft wel eens gezegd dat het idioot is om dat te doen.

A: Ik distantieer me van alle uitspraken, elke dag distantieer ik me

van alles wat ik zeg. Dat komt ook in het boek te staan: 'Ik trek mijn

handen volledig af van deze teksten.'

B: En dan vind ik het toch raar als je dat nu ziet: consciousness en alle bewegingen daarin, dat het accent toch maar blijft liggen ...

A: Op een gegeven moment niet meer.

B: Gaat dat ineens?

A: Nou ineens, sommige mensen noemen het 'geleidelijk aan', anderen

geven het de naam 'ineens'. Weet je wat het gekke is? Toen ik op een

gegeven moment zag hoe het in elkaar zat, kon ik maar niet begrijpen dat ik dat niet eerder gezien had. Dat het zo simpel was dat ik dacht:

271

Page 138: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

hoe is het nou in godsnaam mogelijk? Nou ja, dat is nou juist het aar­dige van een mysterie; dat je niet moet proberen het te begrijpen. Het

is een wonder boven wonder.

B: Vanuit die Kennendheid, als je daar in zit om het maar zo te zeg­gen".

A: Spreek vrijuit, ik hou genoeg van je om je niet op woorden te pak­

ken, hoewel hij daar denkt dat ik niet genoeg van hem houd en daar­om probeert hij mij op mijn woorden te pakken. Maar goed, spreek vrijuit, spreek vrijmoedig over het Zelf.

B: Het is zo raar, het voelen dat we afgescheiden zijn, maar tegelijk we­

ten: dat is niet het uiteindelijke, dat roept bij mij een heleboel onrust op. Dan denk ik: oh nee, terug naar het Bewustzijn, maar dat is dan hol op dat moment. Die onrust kan ik ook niet ontkennen. Alles wat ik daar op loslaat lost niets op, maar het moet ook niet oplossen.

A: Toen ik een jaar of zeven was, werd ik verliefd op een meisje dat voor mij in de klas zat en die had pijpenkrullen, dat was toen erg modern. Daar zat meestal een rood lint in, soms roze, maar ik vond rood mooier. Aanvankelijk drukte ik mijn genegenheid uit door met een kroontjespen in haar kont te prikken, maar daar werd de zaak niet duidelijker op. En toen ze dan ook drie banken naar voren ging, begreep ik dat ik verkeerd bezig was. Hoe dan ook, op een dag kwam ik haar huilend tegen en zij huilde tranen met tuiten, waardoor ik

onmiddellijk aangedaan was. Heel wezenlijk natuurlijk, omdat ik een grote liefde voor haar had. Ik zei: 'Wat is er met je?' Ze zei: 'Ik ben het

geld verloren om de medicijnen van mijn moeder op te halen en mijn moeder is zo ziek.' Een prachtige bijna Dickens-achtige situatie. Ik

272

had net van mijn tante twee biljetjes van twee gulden vijftig gekregen, die ik als een soort schat in mijn broek bewaarde en met een ruim gebaar trok ik die uit mijn broekzak en gaf het haar. 'Hier Marietje, ga jij maar terug naar de apotheek.' Dat gaf echt soelaas, ze klaarde meteen op. En toen dacht ik: toch wel goed van mij dat ik dat geef. En onmiddellijk dacht ik: maar het is niet zo goed dat ik dat zo goed vind van mijzelf als katholiek jongetje. Daarna dacht ik: het is toch best goed dat ik dat weer zie, maar ik mag er niet zo trots op zijn dat ik dat zie, maar toch is dat goed dat ik dat zie. Dus ja, dat zijn zo van die gebruikelijke dingen. Dan kom je er dus nooit uit. Misschien dat het zinvol is om te zien dat je er helemaal niet in zit. Dat het mentale bewegingen zijn, dat die ene de andere in stand houdt, zoals wanneer iets verboden is, dat je er dan juist naartoe getrokken wordt. Maar het is een grappig fenomeen natuurlijk. Totdat je ontdekt dat je die Ken­nendheid niet kan worden en dat je daar niet uit kan, dat je er ook niet in kan, dat je dat dus bent. Dan houdt die hele, zichzelf -in stand­

houdend- beweging- producerende machine op, voor altijd.

B: Ik dacht dat de Kennendheid niet het uiteindelijke was?

A: Ja, daar heb je het weer. Stel dat je zwanger was, zou je het dan ook leuk vinden dat het kind al na twee en een halve maand naar buiten kwam? Nee, dat heeft zo'n maand of negen nodig bij mensenkindjes. Daarom zeggen wij altijd: ga eerst in die beingness, vanuit die beingness

kom je in die Kennendheid en vanuit die Kennendheid ga je in het ab­solute. Maar als jij een tweeëneenhalf maands kindje wilt, dan wordt het heel moeilijk. Take it easy. Is er haast? In die hele eeuwigheid is er geen haast. Je hebt de eeuwigheid vóór je en de eeuwigheid achter je, eeuwigheid boven en eeuwigheid beneden je. So relax in consciousness.

Het staat in het vaandel van de stichting: Ontspan u in het Bewuste

273

Page 139: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Zijn. En als je probeert te zeggen: 'Ja, maar ik moet terug naar die Kennendheid', dan ga je uit van het idee dat je uit die Kennendheid kunt. Dan zijn de poppen natuurlijk aan het dansen. Dan heb je het Mariecje-effecc: heel goed van mij dat ik zo'n deugd aankweek. Zie je de consequenties van die deugden ook, nu? Zo blij, maar niet zo goed dat ik dat zo goed vind van mezelf, maar wel weer goed dat ik het zie, maar weer niet w goed dat, enzovoort.

B: En hetzelfde geldt dan voor ongeduld, want ik ben merk ik onge­duldig.

A: Je moet ongeduld ompolen tot vasthoudendheid. Wie?

Andere bezoeker: Je kunt regelmatig zeggen: ik heb waargenomen dat er iets plaatsvindt. Dat is een soort truc waarmee je alle problemen mentaal kunt onderdrukken. Ik zie een heleboel problemen als ze zich aandienen, dan denk ik: het wordt waargenomen. Daarmee is het pro­bleem op dat moment verdwenen en het komt ook niet meer terug. Toch is het niet gezien.

A: Nee, maar je intelligentie, je onderscheidingsvermogen maakt je duidelijk dat het dus niet helemaal klopt. Dan zul je opnieuw die zaak moeten uitnodigen en het trachten te zien vanuit een dieper niveau waarin het wel klopt, waarin het wel oké is, waarin het wel oplost. En alleen in Kennendheid lost het wezenlijk op. Zien dus, niet een formule ervan maken: 'Oh ja, dat is de Kennendheid en dat is een object waar het in verschijnt en laat ik me nog eens afrukken, of nog eens een bankoverval gaan plegen.' Dan hebben we het niet over hetzelfde. Door identificatie met lichaam, denken en voelen zul je tot het laatste toe mentaal trachten in te grijpen. Iemand die ge-

274

voelsmatig erg geïdentificeerd is, zal altijd met gevoelens aankomen. Iemand die lichamelijk erg geïdentificeerd is, zal angst om dood te gaan en te verdwijnen en dat soort dingen krijgen. En soms zijn er allerlei combinaties mogelijk. Onthoud één ding: het Bewustzijn verbergt niets. Be relaxed, be quiet. Sta de bewegingen helemaal toe. Je hoeft er niet op in te gaan, maar laten we op zijn minst maar eens kijken. Zoals bij een deal, iemand die je iets wil verkopen of zo. Het denken wil je altijd iets verkopen. Dan zeg je: 'Nou, laat maar eens kijken wat voor handel je hebt.'

B: En het denken heeft haast en daardoor ...

A: Het denken heeft altijd haast. Denken kan namelijk nooit ervaren

wat er is, daarom heeft het altijd haast om in ideeën terecht te komen

en in verhalen en in rationalisaties en schijnzekerheden. De enige mij

bekende manier om daarvan af te komen is te realiseren, te verwerke­

lijken, dat jij Kennend.heid bene. Niet dat je dat kunc worden, dat je

dat kunt oefenen, maar dat je dat bent. Die realisatie is alles omvat­

tend, die realisatie is de advaitische realisatie. Wie dat gezien heeft,

heeft alles gezien. Wie dat niet gezien heeft, heeft niets gezien. Ook

al kom je tien jaar op bijeenkomsten en weet je alles van de advaita

vedanta af.

Andere bezoeker: Het is enige tijd geleden dat we hier nogal eens spra­ken over gewaarzijn en ik herinner me dat u eens vertelde dat u water kookte en naar die belletjes stond te kijken. Later hoorden we dat we altijd gewaar zijn, maar hoe doe je dat in een gesprek?

A: De waarheid is dat er altijd maar één ding tegelijk is.

275

Page 140: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ja, maar u bent bij die belletjes als u water kookt.

A: Als ik water kook, dan ben ik bij die belletjes natuurlijk.

B: Maar ik niet, dus dan begin ik: 'Hé, we moeten gewaar zijn, dus ik moet ook naar die belletjes kijken.'

A: Maar daar bent u zich dan toch gewaar van, van dat fenomeen?

B: Maar soms ben ik een hele tijd met mijn gedachten weg, dan weet

ik helemaal niet wat ik gedaan heb. Moet je jezelf dan iedere keer terughalen?

A: Waar vandaan?

B: Op het moment dat ik denk: nou loop ik dit te doen.

A: Hetgeen alleen maar bewijst dat u niet loopt te doen wat u loopt te

doen, anders hoeft u zichzelf ook niet terug te halen. Maar waar moet u zichzelf van terughalen? Kunt u zichzelf uit consciousness halen en terug naar consciousness gaan of zo?

B: Nee, maar je moet toch altijd zijn waar je ...

A: Dat is meer een yogische hobby. U zult verbaasd en misschien zelfs

wel verbijsterd en zeer teleurgesteld zijn hoe onbewust sommige zelf­gerealiseerden zijn. Ik heb nu ook een heel vernuftig systeem gevon­den om mijn sleutels terug te vinden.

B: Dus het heeft niets met elkaar te maken?

276

A: Nee, gelukkig niet. Ik zou namelijk niet w'n fraai voorbeeld hier­

van zijn denk ik. Als u mij vraagt welke dag of welk jaar het is, dan

weet ik dat vaak niet eens. Ik heb ooit de belastinginspecteur de stui­pen op het lijf gejaagd doordat we een heel gesprek hadden over 1979.

Maar ik zat alles uit te leggen over 1977 en daar kwamen we na een uur pas achter, want een en ander klopte niet. Ik zou niet proberen om

het allemaal zo vreselijk braaf te doen. Niet bij ons in ieder geval, bij yogi's is het heel belangrijk.

B: Het verlangen naar Zelfrealisatie ... ik kan niet goed onderschei­

den of dat uit het ego komt. Als het niet uit het ego komt, hoe kan dan het verlangen naar Zelfrealisatie solide zijn, als consciousness zelf zonder verlangen is?

A: Als je ongelukkig bent wil je gelukkig worden, maar iemand die

gelukkig is wil niet gelukkig worden. Daarom is geluk je natuurlijke

staat. Als je ongelukkig bent word je herinnerd aan je natuurlijke staat

en dat is de drive om gelukkig te worden. Maar gelukkig worden is ongelukkig zijn, anders hoef je het niet te worden. Het moment dat

je het bent hoef je het niet meer te worden, dus daarmee houden alle strategieën op. Het verlangen komt voort uit een weten dat je in con­flict leeft. En dat weten is het conflictloze weten zelf. En elk conflict staat dwars op dat weten. Daarom leef je ook tegen beter weten in. Wij adviseren dat heel sterk - dat staat ook in de statuten - om dat niet

te doen. Maar dan moet je dus wel bij dat betere weten blijven en het beste weten is dat weten zelf en dat is Kennendheid. Wie ? Moet dat

nog een dag zo verder? Ja, ik geloof het wel hè. Nou dat moet ik maar aanvaarden dan. Wie?

277

Page 141: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Het is duidelijk dat consciousness de grond is van gedachten en ge­voelens.

A: En het lichaam en de kosmos en het universum, de hele rataplan.

B: Maar op het ogenblik dat er een gedachte is, dan kan ik daar niet bewust van zijn, tenminste ik niet. Die gedachte is dan een vorm van consciousness.

A: Neemt die vorm aan van een gedachte. So what?

B: Dan kan ik er toch niet gewaar van zijn?

A: Je bent toch gewaar van die gedachte?

B: Ja dat ben ik, maar 'aware' heeft een verwarrende klank.

A: Nou dan gebruik je het toch niet? Peper is zo peperig, dan gebruik je het toch niet?

B: Dan is er dat moment even niets anders dan die gedachte.

A: Nee, die gedachte laat zich maar heel even zien en verdwijnt weer en wat blijft er dan over mevrouwtje?

B: Ja, Bewustzijn, maar het moment dat die gedachte er is ...

A: Is die gedachte er gewoon en anders neemt het gewaarzijn de vorm van een gedachte aan.

278

B: Dan kan ik niet ook nog eens een keer bewust zijn van het feit dat ik die gedachte heb.

A: Maar ik heb je al honderd keer gezegd dat je niet bewust kunt zijn van Bewustzijn. Nou dan, met wat voor onzinargument kom je dan mee aan.

B: Niets, ik wou alleen heel zeker weten dat ik niet moet proberen

aware te zijn van die gedachte want die gedachte is awareness zelf.

A: Juist. Weet je het nu zeker?

B: Ja, heel zeker.

A: Good, hahaha! Zal ik je dan eens aan het twijfelen brengen? Wat

gebeurt er dan eigenlijk als je een gedachte waarneemt?

B: Je neemt niet waar, die gedachte is de waarneming.

A: En als nou alle gedachten verdwenen zijn?

B: Dan is dàt het.

A: Ja, wat is dat dan?

B: Dat noemen we dan leegte.

A: Ben je die leegte dan of neem je de leegte waar?

B: Dat is een vorm van waarnemen.

279

Page 142: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Dus dat is ineens weer een vorm van waarnemen. Jij springt ook van de hak op de tak!

B: Ja nou, dat is de waarneming die die vorm van ...

A: Ben je dan niet die waarneming?

B: Ja, ook.

A: Waarom zeg je dat dan niet?

B: Het maakt dan niet uit of je nou die gedachte of die niet-gedachte hebt.

A: We zullen zien. Je begeeft je op glad ijs hoor. Wees zeker waar je zeker van bent.

B: Ik heb ook de neiging om te zeggen: wat een onzin is dat, om te proberen iedere keer maar ergens aware van te zijn.

A: Precies ja. Precies zoals die vis maar probeert die oceaan te vinden, terwijl hij er al die tijd in is. Maar die neigingen zijn hardnekkig. lf you see something really, you talk suddenly with authority. You will allways see: if you see something very clear, you are not going to allow me to talk even. You say: come on keep quiet, I am talking now. See the authority of truth. That's what I want. I like this. Good. Wie?

B: Dat van die kikker is mij nog niet duidelijk. Die kikker verschijnt in mij.

280

A: Als er een kikker verschijnt, verschijnt hij in u ja.

B: Maar van het standpunt van de kikker uit gezien. Hoe zit dat dan?

A: Die kikkert alleen.

B: Ja, maar is die kikker van zichzelf uit Bewustzijn?

A: Daar kan hij zich niet bewust van zijn. Hij mist eenvoudigweg de middelen.

Andere bezoeker: Wij horen hier steeds maar: ik ben Bewustzijn, dat is Bewustzijn.

A: Tot je er een staart van krijgt.

B: Zou u nog iets kunnen zeggen over dat subtiele verschil tussen ons en u?

A: Er is geen verschil.

B: Maar ik ben de hele dag bezig met: 'Dit is een boom. Oh ja dat is ook Bewustzijn', maar u hoeft dat niet.

A: Gelukkig niet, nee.

B: Maar dat is nou het vreemde: hoe u bent ...

A: Het gaat over Zelfrealisatie hè, niet over Smit-realisatie.

281

Page 143: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Dus je kunt het niet?

A: Jawel, ik doe niet anders.

B: Maar we zullen het pas weten als het zover is.

A: U weet het wanneer u het weet.

B: Dan weet ik wat u weet?

A: Omdat u weet wat u zelf bent ja. Daarmee weet u wat ik ben en voordat u weet wat u zelf bent denke u dat ik ben zoals u. Je bent vrij

van wat je begrepen hebe. W ie? Stel vragen. Ask questions. Come on. Demandez des questions. Fragen bitte. Oké, dan ga ik naar huis.

Andere bezoeker: Die Kennendheid kent niet, bevestigt niet en grijpt niet in. Toch is er altijd een beweging van ingrijpen.

A: Natuurlijk, dat is het leven. Een kind valt en zeg je dan: je bent

Atman?

B: Een ingrijpen in de zin van een actie, niet een reactie.

A: Er zijn veel keuzes, maar dat is niet waar het hier om gaat. Realize yourself first, then look at the problems, if there are problems. But J will telll you, the moment you realize all problems will be gone.

B: Het ego wil dat niet.

A: Wat heeft dat ego nou te willen? lt is a slave, not a master.

282

B: Ik kan een concreet voorbeeld geven.

A: Fantastisch.

B: Iets doet zich voor waar ik niet in mee wil gaan omdat het een pijn­lijke gewaarwording is.

A: Dus je vermijdt iets.

B: Ik heb dus twee mogelijkheden: ofwel ga ik daar gewoon in mee of

ik verzet mij daartegen.

A: Beide zijn niet aan te raden. Er gewoon in mee gaan is een strategie en het vermijden is ook een strategie, want beide gaan uit van de per­soonlijke beleving. Snap je dat?

B: Dus de getuige is er niet bij betrokken?

A: En omdat hij er niet bij betrokken is, kan hij het juist goed zien. Want dat is het probleem. Zo gauw je ergens bij betrokken bent, zie je niet meer goed. Dat weet je donders goed. Daarom kun je problemen van andere mensen w goed oplossen, daar ben je niet bij betrokken. 'Ja, dat moet je zo doen, oh, dat moet je nóóit doen ... 'En dan heb­ben ze zelf wat en dan komen ze er niet uit. Nee, natuurlijk niet, je hebt geen afstand. So, the witness is the perfect distance, but at the same time it is a perfect harmonious involvement. And that is what you are, you are this witness, this awareness.

B: Maar de trekkracht naar betrokkenheid is zodanig groot dat het

bijna instinctief is.

283

Page 144: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: So what? If you can't stand the heat, don't come in the kitchen. Daarom

moet je vastberaden zijn in wat je wilt en niet bij het eerste het beste

wat er gebeurt de benen nemen. Dat is wat iedereen doet.

B: Jij zegt: leef vanuit die Kennendheid.

A: Ik zeg: je kunt niet anders dan leven vanuit die Kennendheid. Dat

is je ware natuur, in wezen is dat wat je bent. Dat is wat er eigenlijk

echt gebeurt. Het is je nu een keer verteld en dat heb je misschien een

paar keer herkend, al was het maar een paar seconden. Nu is het een

kwestie van: ga ik tegen beter weten in leven, of niet. Dan moet je op een gegeven moment vastberaden zijn om niet langer tegen beter we­

ten in te leven en dus steeds weer terug te keren naar het levende on­

middellijke. Dan lossen problemen .zich op, een probleem verdwijnt waar Kennendheid verschijnt.

B: Daar moet je toch telkens opnieuw naar terug.

A: Nou, doe dat dan! Totdat je ziet dat je het niet langer hoeft te doen omdat dat altijd zo is.

B: Maar wie is dan degene die handelt?

A: Niemand. Er is niemand die handelt.

B: Waar komen die handelingen dan vandaan?

A: Door identificaties, doordat je denkt dat er een handelaar is, denk je ook dat er handelingen zijn. Dan word je verantwoordelijk en dan

284

word je schuldig enzovoort. En als jij w denkt dan ga je ook anderen

de schuld in de schoenen schuiven en als iedereen zo denkt ...

B: Er is dus geen identificatie?

A: Wat mij betreft niet nee. Ik beweer uiteindelijk dat identificatie on­mogelijk is. Maar goed, daar begin ik niet de eerste les mee. Hoewel,

het lijkt wel de eerste les.

Bezoeker: Als ik vormen herken en benoem, desnoods begrijp, be­

tekent dat dat ik niet geworteld ben in Kennendheid op dat mo­ment.

A: Next question. Ik ga er niet meer op in hoor. Heb je niet genoeg

boterhammen op of zo? Je zat behoorlijk te schransen anders.

B: Ik kan er wel aan voorbij gaan, maar dat klopt niet. Wanneer ik echt geworteld ben in Kennendheid, als Kennendheid alleen maar be­

schikbaar is en niet in staat is te herkennen en te onderscheiden, kan het niet anders dan dat ik niet leef vanuit vormen.

A: Dat is ook je eigenlijke situatie.

B: Betekent dat ...

A: Dan hoef je mij niet zo dreigend aan te kijken! Nou gaat ie raaskal­len. Ja, kom maar. Nou begint ie te dazen, let op. Hebben jullie wel

eens van die labyrinthen gezien met die heggen? Ineens denk je: aha, daar is de uitgang! Hij ook altijd. En dan ineens: toch weer niet, wéér

terug. Maar goed, ga je gang.

285

Page 145: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Betekent dat, wanneer ik feitelijk handel, vormen herken, ik dan niet geworteld ben in Kennendheid?

A: Ik zei toch dat je ging dazen?

B: Ik vind her een verdomd logische vraag!

A: Truth is beyond logic. Begrijp nou heel erg goed: Kennendheid, Bewustzijn, awareness staan absoluut los van waar het gewaar van is. Of daar nu een oorlog in verschijnt, of een feest of de allersereen­ste harmonie: consciousness is never involved. The one who cares is the

manifest. Degene die zich zorgen maakt, degene die bezorgd is, is samengesteld uit geïdentificeerde deeltjes, fragmenten, het 'ik'. Maar of het ik nu bezwaar maakt of niet, wanneer de dood bijvoorbeeld intreedt, sterft het 'ik' met de dood. Eigenaardige gang van zaken is dat toch. Je hebt jezelf opgedeeld in fragmenten. Zelfrealisatie is dat alle fragmenten vervloeien met wat je werkelijk bent: consciousness

zelf.

B: Mijn vraag die daaruit voortkomt is dat wanneer ik dus feitelijk vormen herken en dus een wereld zie, dat een indicatie is dat ik niet ben geworteld in die consciousness. Right of niet?

A: Nee, natuurlijk niet right.

B: Als consciousness alleen maar beschikbaarheid is en consciousness nooit een wereld kan zien, hoe kan ik dan consciousness zijn als ik een wereld zie. Dat kan toch niet?

A: Wat is dat nou voor eigenaardige redenering?

286

B: Ik vraag het alleen maar als check, of ik mezelf niet loop te bedot­ten.

A: Nou daar kan ik ja op zeggen. Als jij 's morgens wakker wordt, kun

je dan zeggen: 'Er is geen wereld'? Om dat te kunnen zeggen moet

er al een wereld zijn, anders heeft het geen zin om te zeggen dat er

geen wereld is. Als er geen wereld is hoef je het ook niet te zeggen. Ik

kom hier ook niet binnen om te zeggen: 'Ik heb geen karavaan met

olifanten meegebracht dit keer', want dat is duidelijk. Om een wereld

te ontkennen, moet er een wereld zijn, wat heeft het anders voor zin

om het te ontkennen.

B: Maar jij ontkent noch bevestigt de wereld zelfs niet eens.

A: Ik weet helemaal niet wat het is: een wereld. Ik weet wat Bewustzijn

is.

B: Maar hoe kan je dan voorkomen dat je onder de tram loopt?

A: Daar let die trambestuurder wel op. En het lichaam heeft zo zijn

eigenaardigheden. Mijn lichaam houdt niet van onder trammen ko­

men en w. Het is gewoon het lichaam, dat doet het zelf. Als ik jou een

glas melk aanbied met drie vliegen erin en een wesp en een oorwurm,

wat doe je dan? Dan zeg je: 'Heb je niet een ander glaasje?' Dan zeg

ik: 'Hoezo? Is niet alles gelijk? Is it not all consciousness? Nee natuurlijk

niet, dan zeg je: 'Hee joh, wat zit daar nou in?' Of als je met een vrouw

het bed in duikt die zich zeven jaar niet gewassen heeft, zeg je dan:

'Het is allemaal consciousness, nou ja laten we het maar proberen'?

Nee, natuurlijk niet.

287

Page 146: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Het is een klik die vanuit het denken ...

A: Die klik is niet vanuit het denken te maken. Kun jij er iets aan doen dat er een wereld verschijnt? Nou dan. De ontkenning van de wereld geeft alleen maar aan dat hij er is, anders hoef je hem niet te ontkennen. Daarom zeggen wij niet: 'De wereld bestaat niet'. Wij zeggen alleen: 'Wij begrijpen er niets van.' Maya is dat, wat niet het absolute is. Dat wat niet wezenlijk begrepen kan worden. We weten dat er iets is, maar wat het is, weten we niet. Ik weet ook dat ik fiets, maar hoe ik fiets weet ik niet. Het interesseert me ook niets. Ik kan lopen, maar hoe dat werkt met die knieën en zo? Ik kan mijn hele leven lopen zonder zelfs maar iets te weten van een knie, of van be­nen, of zelfs van the art of walking. Het gaar allemaal vanzelf, dat is natuurlijk.

B: En toch zie jij geen wereld?

A: Natuurlijk zie ik een wereld. Een wereld is de fenomenen die 's morgens voor mij verschijnen en die 's avonds in slaap weer verdwij­nen. En elke ochtend is hij er weer dus hij schijnt zich toch op te dringen aan mij.

B: Zie je consciousness of zie je een wereld?

A: Ik zie consciousness plus vorm. Aangezien het daaruit voortkomt kan ik het niet los van elkaar zien. Jij hebt problemen om het bij elkaar te brengen, ik heb problemen om het los van elkaar te zien. We hebben allebei problemen.

B: Ja, ik heb een probleem om het bij elkaar te zien.

288

A: Separate from consciousess, can there exist a world? But the world can cease to exist and still consciousness is there. Take the consciousness away and the world is gone, so world is seen in consciousness, as simple as that.

B: Het is wel even genoeg zo. Ik geloof dat ik aan het eind van mijn bevattingsvermogen ben.

A: That's the best way to get enlightened. Laren we er nog een schepje bovenop doen. Hij is aan het eind van zijn bevattingsvermogen, dat betekent dus dat hij aan de grens is. Dan zeg je: 'Nee, stop. Ik wil niks meer, ik heb genoeg, dank u meester, en zo.' Een schop voor je hol moet je hebben. Verder, door, kom op!

B: Die sprong in beleving of in zijn ...

A: Kan die vis in de oceaan springen? Mr. fish, can you jump in the ocean? He is swimming in the ocean: 1 have to jump in the ocean, 1 have to take this enormous jump, 1 have to jump in the ocean: the fish is saying. The Gurufish says: 'Hahaha!'

B: Dat idee dat hij die oceaan niet is zit in de weg.

Andere bezoeker: Zojuist vroeg deze vrouw: hoe moet ik naar het Be­wustzijn kijken? En nou weet ik het plotseling ook niet meer.

A: Je kunt niet als ik of als een persoon naar Bewustzijn kijken. Het Bewustzijn is zich bewust van een persoon of een ik. Het is precies omgedraaid. Wat er ook verschijnt, het vooronderstelt eerst Bewust­zijn. Deze kennis is het moeilijkste te verteren van alle kennis. Je ver-

289

Page 147: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

teert nog eerder een gebakken speenvarken dan dit, really. Take it easy. Meditation helps, go on, don't worry.

B: Je zegt dat wij onze natuurlijke staat kennen.

A: Ja, anders kon je ook niet op zoek zijn. Kijk, hebben jullie je wel eens afgevraagd wat een perverse absurde toestand dat eigenlijk is? Jullie blijven maar komen en komen en geld uitgeven, ik snap niet dat je het er voor over hebt hoor, maar goed. Jullie gaan maar door en door dus jullie moeten ergens toch weten dat het de moeite waard is.

B: Maar dat is nou juist mijn vraag. Je zegt dat wij het kennen.

A: Natuurlijk, anders heb je toch geen vergelijkingsmateriaal?

B: Je zei net van dat caleidoscopische verhaal dat je dat eigenlijk bene. Dat kan ik dan zien en dan denk ik dat je het idee dat je van jezelf hebt moet opgeven.

A: Nee, waarom moet je nou een idee opgeven. Weer een idee erbij.

Er valt niets op te geven.

B: Ik ervaar het toch als ...

A: Ja, dat moet jij weren.

B: Ik heb het idee dat je vanuit de persoon een zekere macht hebt over wat je doet.

290

A: Ik vind het allemaal best. Laatst zei iemand: 'Ja, maar ik heb een

vrije wil!' Ik zei: 'Maar ben je vrij om te willen war je wilt?' Ja, daar zaten ze vast, daar weten ze geen antwoord op.

B: Maar dat je niets moet opgeven, dar begrijp ik niet.

A: Dan is het toch ook geen probleem? Als je toch graag iets opgeeft,

dan geef je het toch op? Wat wil je graag opgeven? Misschien kan ik het gebruiken, iets met geld of zo? Ik bewaar het graag voor je hoor, want

ik ben helemaal onthecht dus bij mij kan het helemaal geen kwaad. Wil je het wel geloven? Stichting Chetana, als je wilt onthechten, of je wilt van dingen af, breng het maar. Geen probleem, wij weren daar wel raad mee. Maar zover gaat je opgeef-neiging helemaal niet, want zo gauw het je wat geld kost dan zien we je niet meer.

B: Dat is mijn probleem ook niet.

A: Nou dan kun je her toch net zo goed geven?

B: Dan kan ik het ook net zo goed houden.

A: Suddenly they become logfr.

B: Ik heb het begrepen.

Andere bezoeker: Heb ik het net goed begrepen dat, als je vanuit de beingness kijkt, dan komt alles ...

A: Daar kun je gewoon niets aan doen.

291

Page 148: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Maar op een gegeven moment, als dat dieper zakt, dan valt dat dus

samen.

A: Dat heb je heel goed begrepen, maar je moet het wel doen, hè? Tal­king won't make the rice cook. Praten alleen is niet voldoende. Anders

wordt het een talking school.

Andere bezoeker: Ik herinner me dat je gezegd hebt: 'Laten de gebeur­

tenissen je kern niec raken.' Toen ben ik gaan kijken naar die kern,

maar er zit niets substantieels in die kern.

A: Nee, dat is waar.

B: Wat betekent het dac alles consciousness is? Kun je dat uitleggen?

A: Ik doe niets anders, al tien jaar.

B: Ik begrijp altijd consciousness als iets van weten.

A: Je mag het ook weten noemen, ja.

B: Dan begrijp ik dar dus niet zo.

A: Geef er dan het label aan dat je wél begrijpt.

B: Ja, dan moet ik het een andere naam geven.

A: Whatever suits you. Sommigen zeggen God, anderen zeggen: oh

nee, God niet, dat zijn meestal ex-priesters of zo.

292

B: Dat betekent dus ook dat weten en zijn eigenlijk hetzelfde is.

A: To be and not te be, that's the answer.

Ander bezoeker: Vanmorgen had je het over: woorden brengen ons

van de eenheid vandaan en woorden brengen ons ook weer terug. Ik

had een vraag over die woorden.

A: Uiteindelijk worden de woorden geofferd aan de stilte.

B: Het eerste woord 'ik ben'.

A: Het eerste woord is 'mama'. Hee eerste wat je zag toen je geboren

werd was je moeder en elke moeder speelt hetzelfde spelletje mee het

kind. Weet je welk spelletje?

B: Kiekeboe.

A: Niet alleen kiekeboe, maar ze doet ook haar ogen dicht en dan is

het kind weg en dan doet hec kind de ogen dicht en daarna weer open

en dan is moeder er weer. En dat spelletje speelt die Kennendheid ook.

God speelt met je. Het lijkt zich te verbergen maar al die tijd is het er.

Zoals de moeder er al die tijd is. En dan doe je je ogen weer open en:

ah, ja natuurlijk. En dan ben je weer blij. En dat is het spelletje war

God speelt en daarom spelen alle moeders met hun kind ook dat spel­

letje als herinnering daaraan. Dus doe je ogen maar dicht: ben ik er

nou of ben ik er niet? Zie je dat je lacht? Je bent blij hè, dat je het ziet:

God zonder vorm, God met vorm. Doe je ogen nog eens dicht. Doen

we ze samen dicht. Ze is weg, maar ze is er wel hoor. Oké? Good. De

baby heeft het volste vertrouwen dat de moeder er is, de moeder heeft

293

Page 149: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

het volste vertrouwen dat de baby er is. Maar de baby imiteert ook,

doet de oogjes dicht. That's the game God plays.

Bezoeker: Bij elke vraag die ik stel verwijs je weer naar Kennendheid

en ja, dat moet het dan maar zijn. In feite is er dan geen vraag meer,

als ik me verlies in zorgen of twijfel of verwarring dan word ik elke

keer daar weer op mijn plek gezet dus moet ik maar eens kijken of ik

daar kan blijven.

A: Oké, ik geef het op mee jou. Wie?

B: Wat bedoel je met: tegen beter weren?

A: You know.

B: Ik rook en ik weet dat roken slecht voor mij is.

A: Roken heeft er niets mee re maken. Ga naar de basiszaken. Ro­

ken, niet-roken, liefdestekort in je jeugd, wat wil je dat ik er allemaal

aan doe?

B: Is er een moment waarop je het weet, waarop het licht verschijnt, je de Kennendheid wordt?

A: Nee, er zal nooit één moment zijn waarop je de Kennendheid

wordt, nooit van zijn leven.

B: Maar is het niet zo met jou gebeurd?

A:Nee.

294

B: Kun je daar wat over zeggen?

A: Je kunt nooit die Kennendheid worden, want die bén je, dus er zal

ook nooit een moment zijn waarop je die Kennendheid wordt.

B: Maar er is wel een moment dat je dat weet.

A: Dat weet je nu ook al, maar je leeft tegen dat betere weten in. Dat is meteen het antwoord op de vorige vraag. Want iets houdt je gaande. Als je een horloge kwijt bent of een vulpen en je denkt: ik ben hem

in huis kwijtgeraakt, waarom ga je dan buiten zoeken? Als je iets bent

kwijtgeraakt in huis dan haal je het hele huis ondersteboven en als

je her gevonden hebe, houd je op met zoeken. Je gaat niet door met

zoeken als je het gevonden hebe. Dar is mee dit ook. Maar goed jullie

hebben weer zwaar gegeten, dus er is geen land met jullie te bezeilen

natuurlijk. Wie?

B: Hoe versla je het zevenkoppig monster van het ego?

A: Wie? Ik had niet tegen beter weten in terug moeten komen. Maar

goed.

Andere bezoeker: Hoe kan het zijn dat een huis verschijnt in mijn ogen? Net zomin als ik dat huis ben kan ik diegene zijn die denkt dat

hij dar huis ziet.

A: Zie je? Er is geen land mee jullie te bezeilen als jullie gegeten hebben

en dat bewijst mijn theorie. Zo gauw jullie gegeten en gevreeën heb­

ben is het perfect. Jonge, sigaartje, onderuit, tv-programma en jullie

hebben geen zorgen meer.

295

Page 150: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Je zei gisteravond dat in jouw traditie de lijn heel belangrijk is in

de transmissie van meester op discipel. Het is mij opgevallen dat er nergens de naam van een vrouw vermeld is die transmissie geeft.

A: Dat heb je goed opgemerkt ja. Ik ben eens voor onderzoek op de kraamafdeling van een ziekenhuis geweest en het viel mij op dat

het allemaal vrouwen waren die babies kregen. Er stond geen één

mannennaam bij. Dus dat heb ik dan ook maar aanvaard, dat het zo ligt.

B: Er zijn wel verlichte vrouwen geweest in de geschiedenis.

A: Ja, dat is waar, maar verlichting en goeroetje spelen, dat zijn twee

verschillende dingen. Zelfrealisatie is voor een vrouw net zo gemak­

kelijk, maar alleen mannen doen die transmissietoestanden. Vrouwen

niet. Waarom kijk je zo beteuterd?

B: Ik vind dat zo vreemd.

A: Ja, ik weet dat niet, wat is nou zo vreemd? Ik heb het altijd als heel

normaal beschouwd eigenlijk. Waarom hebben vrouwen geen snor?

Nou ja er zijn er die dat wel hebben, maar ja. Waarom menstrueren

mannen niet, ja daar zijn toch wel redenen voor. In ieder geval: vrou­

wen doen dat soort dingen niet, dat past niet bij een dame. Maar je

kijkt er altijd zo sip bij, want je hebt het er weleens meer over gehad,

alsof je het oneerlijk vindt of zo.

B: Ik wil alleen weten waarom dat komt, als er geen verschil is dan.

A: Er is wel een verschil, daarom houden we dat zo.

296

B: Verlichting is toch verlichting?

A: Ik heb ook niet gezegd dat vrouwen niet tot verlichting kunnen komen. Ik heb alleen gezegd dat als ze erover gaan praten, het allemaal

nergens op slaat wat ze zeggen. Het is niet des vrouws gewoon. Het is

toch geen gezicht ook, laten we nou wel wezen. Er is nog een andere oorzaak en die is: de man kan geen kinderen krijgen dus hij moet al­tijd iets creëren. Zo gauw een vrouw verlicht wordt geniet ze ervan en

zo gauw een man verlicht wordt gaat hij een hoop drukte maken. Je zit

zo beteuterd te kijken. Wat is er nou, waar zit je nou mee?

B: Ik stel gewoon die vraag.

A: Ik geef gewoon antwoord: vrouwen zijn niet geschikt voor die din­

gen, zoals mannen niet geschikt zijn om babies te dragen in hun buik.

Bier oké, maar babies, nee.

B: Dat is een biologisch gegeven, ze zijn er niet op gebouwd.

A: Je bent een beetje kwaad erover hè. Ik kan er niets aan doen, het

komt gewoon niet voor. De vrouw van Ramakrishna, die zelfs helder­der leek dan Ramakrishna zelf, die zei 'Ja ja ja.' Toen Ra.makrishna dood was leefde ze namelijk nog en dan kwamen er wel eens mensen

vragen: 'Kunt u ons guidance geven, kunt u ons initiëren?' 'Jaja, dat is

goed,' zei ze dan. 'Ik zal je initiëren.' Vooral mensen die nergens anders

geïnitieerd mochten worden ging zij allemaal initiëren. Wam ze had

zo'n medelijden met al die mensen, daar begon het gelazer al. Na de initiatie zei ze dan: 'Je moet het boek van mijn man maar lezen. Daar staat alles in, dan komt het wel goed. Wees maar braaf, zeg elke dag al

je gebeden op en lees het boek van mijn man.' Ja, zo kan ik ook goeroe

297

Page 151: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

spelen. Her zou war zijn als ik zeg: 'Och arm kind, ben je niet geïni­tieerd? Kom maar bij mij, dan zal ik je initiëren. Lees het boek van

Nisargadatta maar, daar staat alles in.' Vrouwen zijn er niet geschikt voor, ze missen een aspect en daar is niets aan te doen.

B: Is dat een tekort?

A: Ja, als je iets mist is dat een tekort, maar als je het gewoon aanvaardt, is er niets aan de hand. Zoals wij mannen borsten missen, zo missen vrou­wen ook iets. Maar er zijn zat gerealiseerde vrouwen geweest, daar gaat her niet over. Maar ze waren niet in staat om dat door re geven. Dat is

toch ook helemaal niet erg? Een verlichte vrouw reist niet rond, sowieso niet. Er zijn verlichten geweest, Anandamay was er zo eentje. Maar die reisde niet rond en was altijd in extase, over het algemeen. Maar ze heeft nooit veel gezegd en wat ze zegt is aardig, maar veel is het niet. Het is in een klein boekje terug te vinden. De meeste tijd zat ze lekker te stralen. Verder niets. Ze schijnt erg mooie voeten gehad te hebben. Een soort

bezienswaardigheid was dat. En het heeft een symbolische werking, vooral voor de Indiërs, omdat de moederfiguur daar heel erg belangrijk is. Dus daar worden de verlichte vrouwen de moeders genoemd. En

denk niet dat die concubinaat van Sri Aurobindu verlicht was. Maar zie je waar we allemaal mee bezig zijn? Met dit soort onderwerpen. Ik voel er veel voor om voortaan die zaterdagavonden �e schrappen.

Andere bezoeker: Je hebt ooit gezegd: herkennen is de echo van ken­

nen. Ik vraag me af hoe dar dan gaat?

A: Je moet meegemaakt hebben dat je een diepe realisatie had die

voorbij woorden is, waarbij je een onmiddellijk geluksgevoel deelach­tig was. Dar is de herkenning van de Kennendheid.

298

De vierde toestand

B: De vierde toestand, is dat zoiets als een diep besef van eenheid?

A: Nee, daar is geen besef meer eigenlijk.

B: U heeft eens gezegd: als je op straat loopt en je komt de postbode

tegen, dan neemt het bewustzijn de vorm aan van die postbode.

A: Klopt ja.

B: Dan kom ik thuis en dan zeg ik: ik heb de postbode gezien. Maar als u thuis komt, dan neemt het Bewustzijn de vorm van thuis aan. En

als u naar de keuken loopt dan neemt het Bewustzijn de vorm van de keuken aan en dan ik ben er niet.

A: Wat u uzelf noemt, is Bewustzijn dat de vorm van Uzelf aanneemt

299

Page 152: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Dat wisselt iedere keer dus?

A: Nogal ja.

B: Maar op het moment dat ik die postbode zie ben ik er dus niet?

A: Nee, u bent er ook. Dat is niet erg beleefd tegenover die postbode ook hè, dat u niet thuis bent steeds. Hoe kan die man die post nu afleveren als u er niet bent steeds.

B: Maar er is toch geen ik, dus ik kan toch niet zeggen: ik heb de

postbode gezien?

A: Maar wat is het probleem precies? Het enige wat ik zeg is: het

Bewustzijn neemt steeds vorm aan in de zogenaamde wereld. Dus 's morgens neemt het Bewustzijn de vorm aan van de waaktoestand.

B: Ja maar ik zit met dat 'ik'.

A: Dan neemt het de vorm van een ik aan.

B: Ja, maar er is toch geen ik, geen ego?

A: Nou, dan is er toch ook geen probleem als dat er niet is? Als het er

is, dan neemt het Bewustzijn de vorm van 'ik' aan en is het er niet, dan is er geen probleem.

B: Maar op het moment dat ik die postbode zie, wat gebeurt er dan eigenlijk?

300

A: Dan ziet u die postbode. Dat is onze hele leer. U denkt dat u ie� anders ziet, maar wij niet. Wij zeggen dan: 'Dag meneer de postbode. Dat vindt die postbode heel prettig ook.

B: Ja, maar wie neemt nu die postbode waar?

A: Consciousness, het bewuste zijn. Daarin verschijnt de postbode en ik. Dat gaat heel goed als we weten wie we zijn. En zo gauw ik niet weet wie ik ben dan wordt het allemaal heel erg moeilijk. Dan krijgen

we botsingen en zo en heb ik 'recht op' en zo en waarom bent u niet eerder gekomen met die post. 'U komt toch altijd om kwart voor ne­gen en nu ineens om tien voor negen' en ga zo maar door. En ik heb een kwartier zitten wachten en allemaal complicaties. Als je het nog

door wilt drijven dan kun je ook nog zeggen: het neemt de vorm aan

van een geïrriteerd ik of zo. Kan ook nog.

B: Het kan niet zo zijn dat we er helemaal niet zijn? Dat denk ik wel

eens.

A: Dan neemt het bewustzijn de vorm van die gedachte aan, de ge­dachte dat u er niet bent. Het Bewustzijn krijg je niet weg hoor. Je kan

poetsen wat je wilt en mediteren maar je krijgt het niet weg. Beetje vervelend misschien ...

B: Maar verschijnt het nou in het Bewustzijn of hoe zit dat nu? Het

lijkt wel of ik er steeds minder van snap.

A: Dat zal geen mooi kerstrapport worden. Maar waar u ook gaat, het Bewustzijn neemt de vorm aan van waar u bent. Bewustzijn is heel plooibaar, heel gemakkelijk, het maakt het niets uit. Dus hoe

301

Page 153: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

u ook tobt, hoe u ook probeert het in wat voor filosofie of wat voor gedachtestructuur te brengen, het bewustzijn speelt alleen maar met zichzelf.

B: U noemde het eens een keer tegenwoordigheid. U zei: '.Als je wak­

ker wordt dan verschijn je zelf als lichaam in die tegenwoordigheid, dus de hele dag kun je zo naar jezelf zitten kijken.'

A: Degene die wakker wordt, is dat dezelfde als degene die slaapt? De­gene die droomt is dat dezelfde als degene die wakker wordt? Zo gauw je wakker wordt en je hebt een nare droom gehad zeg je: 'Ja dat was maar een droom, dat was ik niet.' Terwijl, in die droom dacht je dat je het wel was. Als je droomt is de waaktoestand irreëel. Je hebt niet eens contact met die waaktoestand, dus die 'ik' in die waaktoestand is vol­ledig verdwenen. Maar daar waar dat in verschijnt, dát blijft hetzelfde. Dus het Bewustzijn neemt alleen maar de vorm aan van een waaktoe­

stand of een droomtoestand, of een diepe droomloze slaap. Waar het vorm in aanneemt is turya, de vierde toestand, maar daar is geen besef van, want elk besef is een toestand.

B: Hoe kun je dat dan weten?

A: Is het niet fantastisch?

B: Als je het niet kunt beseffen, hoe kun je het dan weten?

A: Er is geen ik die het weet. Het weten gaat vooraf aan elk ik, aan elke toestand. Ik vergelijk het wel eens met vuur. Het vuur creëert een be­paald licht en dan wordt het vuur zelf zichtbaar door zijn eigen licht. En zo is het ook mee consdousness. Ik vind het een mooie vergelijking,

302

maar sommige mensen weten er toch weer iets anders van te maken. Of zoals de zon. Wij kunnen de zon zien, maar de zon zou zichzelf kunnen zien door zijn eigen licht. Als je van de zon een lachend smoel­werk maakt of zo. En zo is Bewustzijn zich bewust van zichzelf. Dat is wat ik al tien jaar tegen wie het maar niet horen wil vertel.

B: Eigenlijk verschijnen dingen dus niet in het Bewustzijn. Bewustzijn neemt vorm aan.

A: Ja, zo kun je het ook zeggen. Het heeft nu deze vorm aangeno­men.

B: Je kunt alleen bang zijn voor dingen die je weet.

A: Die je kent.

B: Die je uit ervaring kent.

A:Ja.

B: Alleen dan is het echte kennis.

A: Nou, echte kennis ...

B: Ik ben bang om te vliegen.

A: Je bent niet bang om te vliegen, je bent bang om dood te gaan. Je bent helemaal niet bang om te vliegen, je bent bang dat je naar bene­den flikkert. Je bent niet bang om te vliegen, dat is onzin. Zolang je vliegt is er niks aan de hand, je bent bang om naar beneden te don-

303

Page 154: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

deren. Jullie kijken niet goed, jullie zeggen zomaar wat: ik ben bang

om te vliegen. Je bent helemaal niet bang om te vliegen, je bent bang

dat je naar beneden flikkert. Je bent ook niet bang voor een relatie, je

bent bang dat het ophoudt. Daarom begin je er maar niet meer aan, enzovoort.

B: Wanneer je in de beingness gevestigd bent dan raken de bewegingen van denken en voelen en het lichaam geen enkele kern.

A: Ben je in de beingness gevestigd? Spreek je uit eigen gezag? Nee?

Waarom stel je de vraag dan?

B: Omdat iets mij niet duidelijk is.

A: Vraag dan over wat niet duidelijk is.

B: Er is ergens een uitspraak die zegt: 'Wanneer je woedend bent ... '

A: Wie? Wie zegt dat?

B: Ik weet geen naam.

A: Er is ergens een uitspraak die zegt: Some people may be allright some of the time but all people cannot be allright all of the time but some people can be allright all of the time although all people cannot be allright all of the time. Toch? Die uitspraak die is er. Ik ken nog een uitspraak: Ik

kwam, ik zag en ik ging weer. Die doet daar niet voor onder, dacht ik.

Speak from your own authority please.

304

B: Als er vestiging in beingness is, is er dan een zeker weten?

A: Look for yourself Next question.

B: Er is met mij wat aan de hand geloof ik, want ik zit nu al zes weken een uurtje of twee per dag ...

A: En dat beviel heel goed, hoorde ik gisteren.

B: Heel erg en nu is het net of ik veel meer zelfvertrouwen heb, maar

dit weekend bevalt me helemaal niet. Ik praat nooit over de beingness, niet over de knowingness, ik praat nergens over.

A: Dat is het beste, ja.

B: Echt, ja?

A: Natuurlijk.

B: Het komt niet in me op want ik weet nauwelijks wat de beingness is. 'Zijn' denk ik, maar ik weet het niet.

A: Maar wat wilt u nu van mij?

B: Dit wilde ik even kenbaar maken. Dan kunt u misschien maatre­

gelen nemen.

A: Ja, bijna moeilijk om te zien dat jij ook consciousness bent. Dat

wordt voor mij zelfs moeilijk om u als Bewustzijn te zien, maar het

lukt me wel.

305

Page 155: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Andere bezoeker: Als je vertrouwen zover gaat dat je angst toelaat, dan bereik je op een gegeven moment een punt waarop je angst een barrière lijkt te zijn, dat je het niet meer vertrouwt. Hoe kan je daar doorheen komen?

A: Door juist te kijken, zien dat angst een object is net als elk ander, dat het wijst op een idenciflcatie.

B: Wat overblijft is die angst laten zijn, dat heeft iets bloedengs.

A: Het wijst op een identificatie.

B: Ja, het werkt heel sterk.

A: Het wijst op een identificatie, hè. Daar wijst het naar, dat het daar­naar verwijst dus.

B:Mmm.

A: Dat zo'n angst naar een identificatie wijst. Die richting hè, wijst die angst uit.

B: Ja, mijn oren vangen het op.

A: Onontkoombaar verwijst het naar een vereenzelviging. Maakt een ik-gevoel kenbaar. Een verweving heeft plaatsgevonden, dat laat het je onomwonden zien. Nu is het aan jou of je dat ontkent of dat je dat in -Kennendheid op laat lossen.

B: Het is net of ...

306

A: Of het naar een identificatie verwijst.

B: . . . wortelen in Kennendheid ontkennend werkt, maar dat is na­

tuurlijk de boel belazeren.

A: Stel dat er bij jou in huis een lijk onder de vloer ligt en op een gegeven moment gaat dat stinken, dan ga je op zoek naar de oorzaak

van de geur. De geur verwijst naar het lijk. Nou, dan moet je het lijk opruimen, dan is de geur verdwenen. Maar onmiskenbaar komt daar die geur van het lijk vandaan.

B: Angst kun je natuurlijk niet opruimen.

A: Nee, je kunt de identificatie opruimen waar die angst naar verwijst, dan verdwijnt de angst omdat de identificatie daarmee verdwenen is,

zoals ik de laatste tien jaar zeg. Maar jij gaat de geur bestrijden met spuitbussen.

B: Nee, maar ik wil het zien.

A: Ga op de geur af. De geur van ik-benheid.

B: Als angsten naar identificaties verwijzen, is dat dan ook zo met bijvoorbeeld schuldgevoelens?

A: Natuurlijk, dat is een variatie. Dat is angst in de vorm van een schuldgevoel.

B: Die identificatie die maakt deel uit van het ik-bewustzijn, van het ik-pakket?

307

Page 156: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

A: Dat hebben we allemaal al gezien, dacht ik.

Andere bezoeker: Kunt u me dat 'grip krijgen op de inhoud' nog eens duidelijk maken?

A: De inhoud van het Bewustzijn, dus denken of voelen, kan natuur­lijk nooit greep hebben op, of zelfs maar begrip hebben van, dat waar

het van afhankelijk is, waar het in verschijnt. Maar dat waar alles in verschijnt is de ingrond voor elke gedachte, elk gevoel.

B: Maar hoe gaan mensen nu te werk die proberen dat te realiseren?

A: Door bijvoorbeeld zich te gaan concentreren op een bepaalde ge­dachte of door bijvoorbeeld te proberen in de beingness te komen. Of

door de hele dag te herhalen: ik ben Bewustzijn. Het zou net zo gek

zijn als wanneer ik steeds zeg: 'Mag ik me even voorstellen: Alexander Smit, mannelijk geslacht.'

B: Als het nu tot me komt als ik loop te wandelen en ik denk aan al deze dingen, Bewustzijn en zo, daar kan ik dan ook niets aan doen. Maar dat is fout dus?

A: De idee 'het is fout' is weer een nieuwe inhoud en het is al fout dat

te zeggen is ook al weer fout en zo ga je maar door. Dus vergeet dat

nou helemaal.

B: Maar u zegt steeds consciousness. Hoe vaak valt dat woord hier

niet?

A: Een aantal keren, ja.

308

B: Ik wil weten hoe ik daarmee moet werken met al die dingen. Ik kom hier toch niet voor niets?

A: Uiteindelijk wel.

B: Maar het zit hem niet in de dingen die u zegt, denk ik. Dat lijkt mij nu plotseling zo, vandaag voor het eerst. Net of het ergens anders

ligt voor mij.

A: Dat is ook zo. Uiteindelijk offeren de woorden zichzelf.

B: U hebt mij verschillende keren ontroerd toen u zei: 'Wie zijn leven wil verliezen.' Dat is een bijbeltekst en in de kerk is het natuurlijk

allemaal heel gevoelsmatig. Maar hier heb ik het idee dat ik op de technische weg zit.

A: Hoe bedoelt u dat?

B: Nou, ik ga zitten en dan kijk ik naar de inhoud en dan ben ik zake­

lijk aan het werk. Daar komen emoties bij op, maar het heeft niet veel met mijn gevoel te maken. En nou is mijn vraag eigenlijk: hoe ziet u die tekst in het licht van de vedanta?

A: Wilt u dan de tekst nog eens herhalen?

B: Wie zijn leven zal willen verliezen, die zal het winnen.

A: Je moet je leven verliezen dus. Nou, daar ben ik het helemaal mee eens.

309

Page 157: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

B: Ja, u hebt het zelfs twee keer gezegd.

A: Kijk eens aan.

B: Maar ik weet niet meer ... ik liep huilend naar het station.

A: Wat mij betreft betekent het niets anders dan dat je alle pogingen op moet geven. Nog anders gezegd: dat je doorzien hebt dat geen enkele poging helpt, want dan geef je het pas op. Daarom vergelijk ik de goeroe wel eens mee Colombo. (detective uit de gelijknamige serie uit de jaren '80) Hij weet al lang wie de misdadiger is, maar hij is zo

liefdevol dat hij de moordenaar in zijn waarde laat en hij laat hem zelf in de val lopen op het laatst, altijd. Hij legt alle bewijzen neer en dan moet hij bekennen en gaan ze in een min of meer vriendschappelijke sfeer uit elkaar. Dat is heel mooi. Ik ben een soort spirituele Colombo.

Tussen haakjes: houdt u van tomaten?

B: Nee, helemaal niet. Maar waarom vraagt u dat?

A: Nou, dat doet Colombo dus ook de hele tijd tussendoor. En dan wordt u zenuwachtig, want u weet namelijk dat u schuldig bent aan onwetendheid. En dan denk je: waarom heeft hij het nou ineens over tomaten?

Andere bezoeker: Wat voor voedingsbodem is er nodig om die sad­

hana van consciousness te openen?

A: Kennendheid. Dat is toch het enige dat je hebt, dus daar zal alles in gebeuren. Wat er ook openbloeit dat zal daarin gebeuren. So establish

yourself in it. Doe niet alsof je iets anders bent.

310

B: Pogingen die zullen niet lukken. Het bijltje erbij neerleggen, net

zo mm.

A: Je ziet natuurlijk wel, dat het bijltje erbij neerleggen ook een poging is hè? Dus om het kort te houden: alle pogingen falen.

B: Alle pogingen die falen, ja.

A: Heb je dat echt gezien? Of heb je dat nou maar als informatie ter kennis aangenomen?

B: Nee, als ik het echt gezien had dan zou mijn vraag waarschijnlijk hier niet zijn.

A: Precies ja.

B: Dan zou ik niet weer pogen.

A: Dus wat wil je nu precies weten?

B: Ik wou er eigenlijk meer over horen, want ik merk er zijn bewegin­gen van poging tot poging tot poging en ik ken weinig anders.

A: Ik adviseer je om een telefoonbeantwoorder te kopen.

311

Page 158: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

1 Amoebes

Inhoudsopgave cd

2 Bevrijding voor een fragment is uitgesloten

3 De enige reden waarom je een goeroe nodig hebt

4 Geloven versus weten

5 Het verlangen om in waarheid te leven

6 Het verschil tussen goud en stront

7 Mijn ideale situatie om satsang te geven

8 Oefen je in het vragen stellen 9 Spreeuw/adelaar 10 Schop onder je kont 11 Laat het zijn verhaal vertellen 12 Vragen over de dood

13 Waarom geef je satsang? 14 Wat heeft het opgeleverd? 15 Weet je geborgen door wat je bent

16 Zoek naar het allerijlste

17 Zonder titel (toetje!)

313

Page 159: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Eerder verschenen bij uitgeverij Samsara

Adams, Robert - Stilte van het hart, deel 1

Adams, Robert - Stilte van het hart, deel 2

Adyashanti - Dansende leegte Adyashanti -Ware meditatie Adyashanti - Het einde van je wereld Adyashanti - Genade Alles over Niets (boek met 2 dvd's) Balsekar, Ramesh - Er was eens ... Bancroft, Anne -Woorden van Boeddha Beincema, Rita -J nana yoga in de praktijk Bernie, Jon -Alledaagse vrijheid Bongers, Sally -Alledaagse verlichting Boogaard, Han v.d. I Wei Wu Wei - Leven zonder tranen Boogaard, Han v.d. - Dat wat Is Byrom, T homas - Het hart van bewustzijn Caraway, Morgan - Een aangename ontgoocheling Cohen, Alan - Bent u net zo gelukkig als uw hond? Cohen, Alan - Wijsheid uit het hart Crowley, Gary -Van hier naar hier Delden, Jan van -Terug van nooit weggeweest Delden, Jan van - Zelfrealisatie, is dit nu alles? Delden, Jan van -Vele wegen, één thuis Dych, W illiam -Anthony de Mello, een bloemlezing Foster, Jeff - Leven zonder middelpunt Poster, Jeff - Een buitengewone afwezigheid

Page 160: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Foudraine, Jan -Mecanoia Gangaji -Vrijheid in overgave Gieles, Lenne - Thuis Glassman, Bernie -Oneindige cirkel Greven, John - Eén Hamill, Sam / Lao Tse -Tao Te Tsjing Harding, Douglas - Open voor de bron Harrison, Steven -Zoek geen antwoord Harrison, Steven - Het gelukkige kind Harrison, Steven -Eén-zijn in relaties Hartong, Leo -Ontwaken in de droom Heyboer, Anton -De filosofie van een oorspronkelijke geest Heyboer, Anton - The philosophy of an original mind Hillig, Chuck - Verlichting voor beginners Hillig, Chuck - Parels voor de ziel Hyde, Unmani Liza - Ik ben het leven zelf Inzicht, vingers wijzend naar de maan Joncheere, Zoë- Leven als God Jourdain, Stephen I Farcet, Gilles -Zomaar verlicht Katz, Jerry - Non-Dualiteit Keers, Wo!ter - Vrij zijn Keers, Wolter - Jnana Yoga Kicken, Patrick & Smit, Paul -Praten over bewustzijn Kiloby, Scott -Liefdes stille revolutie Koehoorn, Jan -Zelfonderzoek Krishnamurti, U.G. - De denkbeeldige geest Lake, Gina -Hee mechanisme van verlangen Lammers van Toorenburg, Wendy -Hoogbegaafd, nou én? Lammers van Toorenburg, Wendy -Werkboek Hoogbegaafd Lawry, Kalyani - Sailor Bob Adamson, leven en leer Liquorman, Wayne - Never mind Lucille, Francis - Eeuwigheid NU! McKenna, Jed - Spirituele verlichting? Vergeet het maar! McKenna, Jed - Spiritueel Incorrecte Verlichting McKenna, Jed - Spirituele Oorlogvoering McKenna, Jed - Notities

Mello, Anthony de -Bewustzijn Mello, Anchony de - De weg van stilte Morinaga, Soko - Van leerling tot meester Nisargadatca Maharaj - In woord en beeld Norquist, Steven -De waarheid over verlichting Oever, Jan van den -Ik weet niet wie ik ben Parsons, Tony -Zoals het is Parsons, Tony- Niemand hier Parsons, Tony -Niemand daar Parsons, Tony -Alles en Niets Parsons, Tony-Het open geheim Raaijmakers, Annette - Volledig vrij Ram Tzu -Wie zoekt zal niet vinden Ramana Maharshi - In woord en beeld Rigter, Bob -Zen tijd Rossum, Jan van -Je bent niet wat je denkt Schoonderwoerd, Simon -Een christen op satsang Sengtsan - Oorspronkelijke Geest ShantiMayi - Ons hart weet alles Shapiro, Isaac - Het gebeurt vanzelf Smit, Alexander -Kennendheid Smit, Alexander -Geschenk van het Absolute Smit, Paul -Non-dualiteit voor managers Smit, Paul -Verlichting voor luie mensen Spira, Rupert - De helderheid der dingen Sterren, Paul v.d. -Verlichting in een lege verpakking Sylvester, Richard -Geen zelf, geen ander Tathagaca, Florian -Zijn Tetteroo, Tosca -Alles over edelsteencherapie Tollifson, Joan - Ontwaken in het alledaagse Tollifson, Joan - Niets om je aan vast te houden Vingerwijzingen -Artikelen uit tien jaar lnZicht Watts, Alan -Word wat je bent Wei Wu Wei - Onwerelds wijs W henary, Roy - De structuur van zijn Zuijderhoudt, C.B. -Meester Eckhart versus advaita

Page 161: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

Voor een overzicht van onze titels (met tekstfragmenten)

kunt u ook kijken op onze website:

www.samsarabooks .com

Daar vindt u informatie over de boeken in voor­bereiding, de agenda met informatie over lezingen

van onze auteurs en kunt u zich opgeven voor onze nieuwsbrief of een catalogus aanvragen.

Samsara Uitgeverij bv Herengracht 341

1016 AZ Amsterdam Telefoon: 020 - 5550366

Fax: 020 - 5550388

E-mail: [email protected]

Page 162: Alexander Smit - Geschenk van het absolute

GE CHE. KVA HET ABSOLUTE

'Ik vind dat d1 biJ jou hoort', zei de dame v:in de Adv:iita Found.1tion, 1e1wijl z me een doos oude ffoppydi. ks g:if. 'Ik weet nie pren s wat erop staat', voegde ze raan toe. l)e schijf) s waren van Alex. nd r ·m11 gew . , ederlands b kendste ad ... aitalernar. /e bleken een grote hoeveelheid transcripties t bevatten v:in bijeenkomsten die hij in de j:iren t:1chllg en negen ig ha Id. H m r ndeel v:in de eksten i. ni eerd r gepuhlic rd.

lexander gaf onderricht aan iedere n die geinteress erd w. s in de vraag: 'Wie of wat ben ilc nu werkeli1k?' Hierhij legde hij een dir t· heid,. cherpte en humor :i:in de dag die ik d.1arna nooit me r op di mani r ben tegengekom n. Het repareren en uitlezen van alle disket es wa. en geduldwerkje, maar toen het eenmaal kl:iar was had ilc een behoorlijk ver1ameling 1 sten. F n sele tie daarvan is in dit bo k opgenomen.

Alles en i dereen heeft me gewerkt aan het mogelijk maken en h t verschijnen v:in dit boek, mijn ex-leraar Alexander m 1ijn wij. heid, mi1n vri ndin l>evi met haar toewijding voor he bewaren en b waken van h t ma eriaal en mijn mtgevers ml en Wouter me de \'ÏSie en de durf om eivoor te zorgen dat dit hoek nu verkrijgbaar is.

Wi1 vinden dat dit bij u hoort.

Jan Koehoorn

In dit boek bevindt ûch een o met l>ijn anderhalf uur geluid fragmenten uit de jaren t chtig \'an bijeenkom ten met Al nder Smit. ·· �rr·