AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

64
vertrouwenspersonen in de jeugdhulp Ken je rechten in de jeugdzorgPlus Rechten van jongeren die verblijven in de jeugdzorgPlus

description

Dit 'Ken je rechten'-boekje is bedoeld voor jongeren in gesloten instellingen. Dus in de JeugdzorgPlus.

Transcript of AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Page 1: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

vertrouwenspersonen in de jeugdhulp

Ken je rechten in de jeugdzorgPlusRechten van jongeren die verblijven in de jeugdzorgPlus

Page 2: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus
Page 3: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Inhoud

3 Voorwoord

4 Waarom dit boekje?

4 Hoe gebruik je dit boekje

7 JeugdzorgPlus

7 Hoe kom je in de jeugdzorgPlus?

14 Hoe lang duurt de plaatsing?

17 Wat is er bijzonder aan de jeugdzorgPlus?

17 Waarom een hulpverleningsplan?

20 Welke leeftijdsgrenzen gelden er?

23 Beperkende maatregelen

23 Wat zijn beperkende maatregelen?

27 Welke beperkende maatregelen zijn er?

33 Welke algemene regels gelden er voor

beperkende maatregelen?

34 Wat zijn huisregels?

36 Wat zijn groepsregels?

39 Welke rechten heb je?

51 Wat kan de vertrouwenspersoon voor je doen?

55 Wat betekent...?

59 Meer weten?

59 Belangrijke adressen

Inhoud

Page 4: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Als het lijkt of niemand naar je luistertWeet dan er komt een dagdat ze vragen hoe het komtdat jij het zo ver hebt gebracht.

Page 5: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

3Voorw

oord

Als je in de jeugdzorgPlus woont heb je al heel wat

meegemaakt. In de instelling waar je nu bent willen

ze je goed helpen. Wat jij van hen mag verwachten

en wat er van jou wordt verwacht, hebben wij voor

je op een rij gezet. Drie jongeren – Denise, Hamza

en Jaivanti – hebben ons geholpen om dit boekje te

schrijven. Samen vertellen we jou wat je rechten en

plichten zijn. Dat is soms best ingewikkeld. Dus als

je nog vragen hebt, kun je terecht bij een van onze

vertrouwenspersonen. Die zijn er voor jou. Wat ze

precies voor je kunnen betekenen staat ook in dit

boekje. Lees het maar (het hoeft niet in één keer uit),

dan weet je echt al veel meer.

Jenine Timmers

Directeur AKJ

Voorwoord

Page 6: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

4 Waarom dit boekje?

Je bent in een jeugdzorgPlus-instelling geplaatst.

Als je daar tijdelijk woont, heb je als jongere rechten

en plichten. Deze rechten en plichten zijn vaak in

moeilijke taal opgeschreven. In dit boekje staat in

gewone taal wat je als jongere moet weten over

jouw positie in de jeugdzorgPlus. Dus waar jij je aan

moet houden en waar de instelling zich aan moet

houden.

Hoe gebruik je dit boekje?

In dit boekje leggen we de regels van de jeugdzorg-

Plus uit. Sommige regels zijn moeilijk in één zin uit te

leggen, daarom is het belangrijk dat je het hele

boekje leest.

Heb je nog vragen, dan kun je terecht bij de ver-

trouwens persoon van het AKJ of Zorgbelang1 in jouw

1 Het AKJ en Zorgbelang voeren samen het onafhankelijke

vertrouwenswerk uit in Nederland.

Waarom dit boekje?

Page 7: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

5D

it boekje

instelling. Achterin dit boekje leggen we ook een

aantal moeilijke woorden uit die veel worden

gebruikt in de jeugdzorgPlus. Je vindt er ook adressen

en websites van organisaties waar je meer informatie

kunt krijgen.

notities

Page 8: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Stap 3

Kinderrechter beslist

over machtiging

Stap 1

Het besluit

Stap 2

Verzoek aan kinderrechter

Stap 4

De plaatsing

Hoe kom je in de jeugdzorgPlus?

Page 9: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

7

Hoe kom je in de jeugdzorgPlus?

Als je in de jeugdzorgPlus wordt geplaatst, gaat dat

in vier stappen:

Stap 1 Het besluit

Jeugdbescherming neemt een besluit. In dit besluit

staat:

ldat jij als jongere ernstige problemen hebt, én

ldat deze problemen alleen kunnen worden

aangepakt in de jeugdzorgPlus.

Let op!

Kort voor dit besluit moet een gedragswetenschap­

per met je spreken. Hij of zij 2 moet namelijk kijken

of het echt nodig is dat je naar de jeugdzorgPlus

gaat. Als de gedrags wetenschap per het niet

nodig vindt, kan de kinderrechter geen machtiging

afgeven. Dan word je niet in de jeugdzorgPlus

2 We gebruiken voor de leesbaarheid ‘hij’ of ‘zijn’, maar het

kan natuurlijk ook ‘zij’ of ‘haar’ zijn.

JeugdzorgPlus

ª

JeugdzorgPlus

Page 10: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

8 JeugdzorgPlus

geplaatst. Wat de gedrags wetenschapper zegt is

dus heel belangrijk.

Stap 2 Verzoek aan kinderrechter

Aan de kinderrechter wordt gevraagd om een

machtiging jeugdzorgPlus af te geven3.

Stap 3 Kinderrechter beslist over machtiging

Voordat de kinderrechter een beslissing neemt,

nodigt hij jou en je ouders4 uit op de rechtbank. Je

kunt dan je mening geven over je problemen en over

je plaatsing in de jeugdzorgPlus. Voor het gesprek

3 De gemeente, de gecertificeerde instelling (jeugd­

bescherming) of de Raad voor de Kinderbescherming

kunnen de kinderrechter om een machtiging gesloten

plaatsing verzoeken.

4 Met je ‘ouders’ bedoelen we in dit boekje de persoon of

de personen die gezag over jou uitoefenen. Meestal is

het gezag in handen van je ouder(s). Heb je geen ouders

meer, of heeft de kinderrechter het gezag bij hen

weg gehaald, dan oefent een voogd het gezag over je uit.

Degene die het gezag over je uitoefent, wordt ook de

wettelijk vertegenwoordiger genoemd.

Page 11: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

9

met de rechter krijg je een oproep. Je krijgt ook een

advocaat, daar hoef je niets voor te doen. Je kunt de

rechter gewoon in je eigen woorden vertellen wat je

ervan vindt. Je hebt dit gesprek alleen met de kinder-

rechter, je ouders en je hulpverleners zijn er niet bij.

Je ouders krijgen een apart gesprek.

Nadat de kinderrechter iedereen heeft gehoord,

beslist hij of je naar de jeugdzorgPlus gaat. Deze

beslissing van de rechter wordt een machtiging

genoemd. Ook bepaalt de kinderrechter hoe lang

je moet blijven.

De wet bepaalt dat de kinderrechter alleen een

machtiging jeugdzorgPlus af mag geven:

lAls je onder toezicht bent gesteld.

lAls je onder voogdij staat bij jeugdbescherming.

lAls je ouders het er mee eens zijn dat je naar de

jeugdzorgPlus gaat. Je kunt dus ook zonder een

ondertoezichtstelling, in de jeugdzorgPlus worden

geplaatst. Er is wel een toestemming (machtiging)

van de kinderrechter nodig.

Spoedmachtiging

In crisissituaties kan de rechter een spoedmachtiging

afgeven voor de gesloten plaatsing. Dit betekent dat

JeugdzorgPlus

Page 12: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

10 JeugdzorgPlus

je heel snel geplaatst wordt in de jeugdzorgPlus. Dat

gebeurt bijvoorbeeld vanwege je eigen veiligheid of

die van anderen. Zo’n spoedmachtiging is maximaal

vier weken geldig. Binnen die vier weken moet de

rechter een besluit nemen of je in de JeugdzorgPlus

moet blijven of niet.

Let op!

Bij zo’n spoedmachtiging kan het gebeuren dat je

nog niet met de kinderrechter hebt gesproken. In dat

geval moet dat gesprek alsnog binnen twee weken

gebeuren.

Stap 4 De plaatsing

Als de kinderrechter toestemming geeft, dan mag

je geplaatst worden in een instelling voor jeugdzorg-

Plus. Ook als jij het daar niet mee eens bent.

Tipª Je hebt als jongere recht om samen met

je advocaat in hoger beroep te gaan tegen je

plaatsing. Dit betekent dat een andere ‘hogere’

rechter opnieuw kijkt of de plaatsing echt wel

nodig is. Vraag dit aan je advocaat of aan de

vertrouwenspersoon.

ª

Page 13: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

JeugdzorgPlus

Hallo, kijk hier. Ik ben je kussenMij mag je alles zeggenJe mag schelden, huilen, lachenMij hoef je nooit iets uit te leggen.

Page 14: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

12 JeugdzorgPlus

Wat is een ondertoezichtstelling?

Als het thuis niet goed gaat, kan de kinderrechter

een ondertoezichtstelling (OTS) uitspreken. Dat

gebeurt op verzoek van de Raad voor de Kinder­

bescherming die eerst onderzoek doet naar de

situatie bij jou thuis.

Beslist de kinderrechter dat er een OTS komt, dan kan

hij hulpverlening verplicht opleggen. Je krijgt dan een

jeugdbeschermer (gezinsvoogd). De jeugdbescher-

mer gaat met jou en je ouders uitzoeken welke hulp

nodig is. Soms blijft je gewoon thuis wonen tijdens

een OTS. Maar in andere gevallen vindt de jeugd-

beschermer het nodig dat je ergens anders gaat

wonen. In dat geval vraagt hij de kinderrechter

om een machtiging uithuisplaatsing. Als de jeugd-

beschermer het beter vindt dat je naar de jeugdzorg-

Plus gaat, dan kan dat alleen als de kinderrechter

daar een speciale machtiging voor geeft.

Page 15: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

13

Voorwaardelijke machtiging

De voorwaardelijke machtiging kun je zien als een

stok achter de deur. De rechter spreekt bepaalde

regels met je af. Als jij je daaraan houdt hoef je niet

naar de jeugdzorgPlus. Houd jij je niet aan de regels

dan ga je er wel heen. Die regels worden voor­

waarden genoemd. Deze voorwaarden staan in het

hulpverleningsplan. Dit plan mag alleen veranderd

worden als jij daar toestemming voor geeft. De

rechter mag alleen een voorwaardelijke machtiging

afgeven als aan de eisen van de gesloten machtiging

is voldaan (zie stap 3).

Let op!

Als je je niet houdt aan de voorwaarden wordt

je geplaatst in de jeugdzorgPlus. De rechter hoeft

daar niet opnieuw naar te kijken. De instelling voor

jeugd zorg Plus beslist hierover. Als je het er niet

mee eens bent, neem dan snel contact op met je

advo caat of je vertrouwenspersoon.

JeugdzorgPlus

ª

Page 16: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

14 JeugdzorgPlus

Hoe lang duurt de plaatsing?

In de machtiging van de kinderrechter staat hoe

lang deze geldig is. Vaak is dat drie of zes maanden.

Een machtiging geldt nooit langer dan een jaar.

Na een jaar moet een rechter opnieuw beslissen

over je plaatsing.

Het is belangrijk hoe lang de machtiging geldig is,

want je mag alleen in de jeugdzorgPlus zitten met

een geldige machtiging.

Als de machtiging afloopt zijn er twee mogelijk-

heden:

lJe mag weg uit de jeugdzorgPlus – bijvoorbeeld

naar een andere open instelling of naar je

(pleeg)ouders.

lJe blijft in de jeugdzorgPlus, omdat de kinder-

rechter je machtiging heeft verlengd.

Verlenging

De instelling mag niet zelf beslissen dat je langer

moet blijven. Als je machtiging ophoudt, moet

Jeugdbescherming aan de kinderrechter vragen

om verlenging van je machtiging.

Page 17: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

15

Ook bij een verlenging krijg je weer een advocaat

(meestal dezelfde die je eerder had). Jij en je ouders

gaan weer naar de rechtbank om je mening te

geven. Pas daarna beslist de kinderrechter of hij je

machtiging verlengt. Ook in de nieuwe machtiging

staat hoe lang deze geldig is.

Let op!

Pas als een gedragswetenschapper weer met je

heeft gepraat om te zien of het nodig is dat je in de

jeugdzorgPlus blijft, mag de rechter het besluit over

de verlenging van de machtiging nemen. Als de

gedragswetenschapper het niet nodig vindt dat je

langer in JeugdzorgPlus blijft, mag de kinderrechter

je daar niet plaatsen.

Schorsing van de machtiging

De instelling waar je geplaatst bent, kan je machti-

ging schorsen. Dit wil zeggen dat de machti ging

even niet gebruikt wordt, omdat je op proef weg

mag uit de jeugdzorgPlus. Je gaat bijvoorbeeld naar

een open instelling, of naar je (pleeg)ouders. Gaat

het niet goed, dan ga je terug naar de jeugdzorg Plus.

Gaat het wel goed op je nieuwe plek, dan vervalt de

machtiging.

JeugdzorgPlus

ª

Page 18: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

16 JeugdzorgPlus

Let op!

lAls je het niet eens bent met je terugplaatsing

naar jeugdzorgPlus, kun je dit samen met je

advocaat voorleggen aan de kinderrechter.

De kinderrechter moet dan binnen drie weken

een beslissing nemen.

lJe instelling mag de machtiging alleen schorsen

als de gedragswetenschapper het daarmee eens

is.

lAls de machtiging voor JeugdzorgPlus drie maan­

den niet is gebruikt, is deze niet meer geldig.

Er moet dan een nieuwe machtiging worden

gevraagd aan de kinderrechter. Er kan in die drie

maanden veel veranderd zijn. Daarom moet de

kinderrechter opnieuw beoordelen of er een

machtiging jeugdzorgPlus nodig is.

ª

notities

Page 19: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

17JeugdzorgPlus

Wat is er bijzonder aan de jeugdzorgPlus?

Bijzonder aan een plaatsing in de jeugdzorgPlus is:

lDat je plaatsing gedwongen is. Je wordt ook

ge plaatst als jij of je ouders het er niet mee

eens zijn.

lDat je plaatsing gesloten is. Je mag alleen met

toestemming van de groepsleiding weg van het

terrein van de instelling.

lDat de groepsleiding beperkende maatregelen

mag toepassen. Bijvoorbeeld: afzonderen van de

groep of een plaatsverbod opleggen. Meer over

de beperkende maatregelen lees je in het volgen-

de hoofdstuk van dit boekje.

Waarom een hulpverleningsplan?

Iedere jongere in de jeugdzorgPlus krijgt een eigen

familiegroepsplan of hulpverleningsplan. Daarin staat

welke problemen er zijn en hoe jij deze problemen

samen met de instelling gaat aanpakken. Er staat

bijvoorbeeld in welke dingen je de komende maan-

den gaat leren en welke hulp je krijgt. Maar ook hoe

Page 20: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

18 JeugdzorgPlus

de contacten met je ouders gaan lopen, naar welke

school je gaat, welk werk je gaat doen en of je op

verlof mag.

Het hulpverleningsplan kun je zien als een TomTom,

het wijst jou en de instelling de weg. Wat is je

start punt, wat is je doel en langs welke weg bereik

je dat doel?

Terwijl je in de instelling bent, kan er van alles

ver anderen. Daarom moet de instelling het hulp ver-

leningsplan regelmatig met jou en je ouders bespre-

ken. Bijvoorbeeld als je nieuwe dingen hebt geleerd,

als je de school hebt afgemaakt of als je extra hulp

nodig hebt. Bij iedere belangrijke verande ring moet

je hulpverleningsplan worden aangepast.

Als je weggaat uit de instelling, komt er een eind-

rapportage in het hulpverleningsplan. Daarin staat

wat er in de instelling is gebeurd en wat je hebt

geleerd.

Page 21: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

19

Let op!

lVoordat de instelling het hulpverleningsplan

vaststelt, moeten ze met jou en je ouders

overleggen en jullie ideeën heel serieus nemen.

In de jeugdzorgPlus heeft de instelling geen

toe stemming nodig van jou of je ouders voor

het hulpverleningsplan. Dat geldt ook als de

instelling het hulpverleningsplan wil veranderen.

Ze moeten wel vooraf met jou en je ouders

overleggen, maar ze hebben geen toestemming

nodig.

lSommige instellingen gebruiken een andere

naam voor het hulpverleningsplan, bijvoorbeeld

behandelplan, plan van aanpak, werkplan,

perspec tiefplan of handelingsplan.

lIn het hulpverleningsplan staat welke beperkende

maatregelen bij jou toegepast mogen worden.

Tipª Je mag je hulpverleningsplan altijd inzien!

Vraag er naar bij de groepsleiding.

JeugdzorgPlus

ª

Page 22: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

20 JeugdzorgPlus

Welke leeftijdsgrenzen gelden er in de jeugdzorgPlus?

Achttien jaar

Er geldt geen minimumleeftijd in de jeugdzorgPlus.

Ook jonge kinderen, die nog geen twaalf jaar oud

zijn, kunnen in de jeugdzorgPlus terechtkomen.

Acht tien jaar is de maximumleeftijd voor de

jeugdzorg Plus. Soms kan de machtiging nog even

doorlopen. Dat mag als je vóór je achttiende jaar al

in de jeugdzorgPlus zat. Er moet dan ook al een

hulp verleningsplan zijn. Ook moet duidelijk zijn dat

ze samen met jou toewerken naar een andere vorm

van hulp. In dat geval mag de machtiging nog door-

lopen tot je 18,5 jaar bent. Bijvoorbeeld als je nog

moet wachten op je vervolgtraject.

Zestien jaar

Een andere belangrijke leeftijdsgrens is je zestiende

verjaardag. Als je nog geen zestien bent, betrekt de

instelling ook je ouders bij de jeugdhulp. Ze moet

met jou en met je ouders overleggen over het

hulpverleningsplan. Je ouders hebben ook het recht

om je dossier in te zien. Ben je zestien, dan hoeft de

instelling alleen nog met jou te overleggen.

Page 23: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

21

Dat de instelling volgens de wet niet meer verplicht

is om met je ouders te overleggen, betekent niet dat

er geen contact meer is. Als het belangrijk is voor jou,

overlegt de instelling ook na je zestiende met je

ouders. Bijvoorbeeld over de rol die je ouders in jouw

leven kunnen spelen en hoe ze je kunnen helpen.

Let op!

Je jeugdbeschermer blijft na je zestiende verjaardag

wel in beeld, want een ondertoezichtstelling eindigt

pas als je achttien jaar wordt.

JeugdzorgPlus

ª

notities

Page 24: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Soms stormt het in je hoofdHet regent steeds gedachtenWil je dat het snel weer opklaart?Ga dan niet zitten wachten.

Page 25: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

23B

eperkende maatregelen

Wat zijn beperkende maatregelen?

In de jeugdzorgPlus mag de instelling een aantal

beperkende maatregelen toepassen. Dat zijn maat-

regelen die je vrijheid binnen de instelling beperken.

Het gaat om dingen die normaal wel mogen, maar

die jij nu (tijdelijk) niet mag. In de wet staat precies

welke beperkende maatregelen de instelling aan jou

mag opleggen. Maar dat mag niet zomaar.

De regel is dat een beperkende maatregel alleen aan

jou mag worden opgelegd als deze maatregel in je

hulpverleningsplan staat. Bijvoorbeeld: staat in je

hulpverleningsplan dat je van de groep mag worden

afgezonderd? Dan mag de groepsleiding je afzonde-

ren. Staat dit niet in je hulpverleningsplan, dan mag

het niet.

In je hulpverleningsplan mogen alleen beperkende

maatregelen staan die voor de aanpak van jouw

problemen echt nodig zijn. Ga je nooit ‘uit je dak’,

dan is er geen reden om ‘afzonderen’ in je hulp ver-

Beperkende maatregelen

Page 26: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

24 Beperkende maatregelen

lenings plan op te nemen. Ging je eerst wel ‘uit je

dak’, maar lukt het je de laatste vier maanden heel

goed om rustig te blijven, dan moet ‘afzonderen’

misschien maar eens uit je hulpverleningsplan.

Let op!

lIn noodgevallen mag een instelling wel beperken­

de maatregelen aan jongeren opleggen die niet

in hun hulpverleningsplan staan. Bijvoorbeeld als

er een forse vechtpartij op de groep uitbreekt. Een

beperkende maatregel mag dan maximaal zeven

dagen duren. Ook moet de gedragswetenschap­

per binnen 24 uur instemmen met de maatregel.

Is de maatregel langer nodig, dan moet die eerst

in je hulpverleningsplan komen.

lAls de instelling vindt dat er een extra beperken­

de maatregel in je hulpverleningsplan moet

worden opgenomen, hebben ze daarvoor geen

toestemming van jou of je ouders nodig. Maar ze

moeten er wel eerst met jullie over praten.

lAls de instelling een beperkende maatregel aan

je heeft opgelegd, moet dit in een formulier

komen, zodat later ook nog duidelijk is waarom

ª

Page 27: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

25

dit nodig was. Dit heet het formulier beperkende

maatregelen of incidentenformulier. In veel

instellingen praten ze op basis van dit formulier

achteraf met jou over de beperkende maatregel.

Samen bekijk je dan wat er moet gebeuren om

een nieuwe beperkende maatregel te

voorkomen.

lHaal huisregels en beperkende maatregelen niet

door elkaar. Ze zijn heel verschillend. Huisregels

zijn voor de dagelijkse dingen op de groep.

Bijvoorbeeld hoe laat jullie opstaan, hoe laat jullie

naar bed gaan, hoe de huishoudelijke taken zijn

geregeld, enzovoort. Beperkende maatregelen

zijn voor jou persoonlijk. Ze bepalen dat jij even

minder vrijheid hebt dan normaal in de instelling.

Beperkende m

aatregelen

notities

Page 28: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Beperkende maatregelen

1. Plaatsverbod

2. Afzondering

3. Overplaatsing

4. Vastpakken en vasthouden

5. Meedoen aan hulpprogramma’s

6. Medische behandeling

7. Controlemaatregelen

8. Beperken van bezoek

9. Beperken van brieven en telefoon

Page 29: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

27

Welke beperkende maatregelen zijn er?

In de wet staan de volgende beperkende maatrege len.

1. Plaatsverbod

Een plaatsverbod is een verbod om op een bepaalde

plaats te komen. Dat kan in de instelling zijn, of op

het terrein van de instelling.

In het plaatsverbod staat:

lWelke plaats of plaatsen voor jou verboden zijn.

lHoe lang het verbod duurt.

lOp welke tijden het verbod geldt.

Bijvoorbeeld: je krijgt een plaatsverbod van een week

voor de sportzaal vanaf acht uur ‘s avonds.

2. Afzondering

Afzondering wil zeggen dat de groepsleiding je van

de groep af haalt en je naar een andere ruimte brengt.

Bijvoorbeeld naar je eigen kamer of naar een speciale

afzonderingsruimte. De afzondering mag niet langer

duren dan nodig is om tot rust te komen. Je moet dus

onmiddellijk weer ‘vrij’ gelaten worden als je weer

rustig bent en naar de groep toe kunt. Afzondering

mag alleen als door jouw gedrag een onveilige

situatie ontstaat.

Beperkende m

aatregelen

Page 30: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

28 Beperkende maatregelen

Let op!

lAfzonderen mag niet als straf worden gebruikt.

Dus niet: ‘wie te laat aan tafel is, wordt een uur

afgezonderd’.

lAfzonderen mag niet als middel voor de hele

groep worden gebruikt. Het is niet bedoeld om

bijvoorbeeld de helft van de groep ’s avonds al

om acht uur naar de slaapkamer te sturen, omdat

er te weinig personeel is, of omdat het ’s avonds

op de groep wel eens onrustig is.

lIn de meeste instellingen wordt met de term

time-out bedoeld dat je maximaal een uur naar

je eigen kamer wordt gestuurd om tot rust te

komen. Zo’n time­out is niet afzonderen. Dat is

alleen als je naar een afzonderingsruimte toe

moet, of als je langer dan een uur op je kamer

moet blijven om tot rust te komen. De afspraken

over de time­out vind je meestal in de huisregels.

Soms staan ze ook in het reglement beperkende

maatregelen. Als de deur van je kamer tijdens

een time­out op slot gaat, is het wel afzonderen.

ª

Page 31: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

29

3. Overplaatsing

Overplaatsing betekent dat je tijdelijk naar een

andere groep gaat, of naar een andere instelling

voor jeugdzorgPlus.

4. Vastpakken en vasthouden

Vastpakken en vasthouden wil zeggen dat de groeps-

leiding je vast mag pakken bijvoorbeeld om je rustig

te krijgen, of om je naar de afzonderingsruimte te

brengen. Dit moet zo gebeuren dat het je zo min

mogelijk pijn doet.

5. Meedoen aan hulpprogramma’s

Als je niet mee wilt werken aan therapie of andere

hulp kan de instelling je verplichten om aanwezig te

zijn bij therapie of hulpprogramma’s.

Beperkende m

aatregelen

notities

Page 32: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

30 Beperkende maatregelen

6. Medische behandeling

Ook in de jeugdzorgPlus geldt dat dokters en ver-

pleeg kundigen je alleen behandelen als jij dat wilt.

Maar in een zeer bijzondere situatie kan het voor-

komen dat een dokter je onderzoekt of behandelt

terwijl jij dit niet wilt. Bijvoorbeeld als je heel agres-

sief, of heel depressief bent en het absoluut nodig is

om je een injectie te geven of om je op een andere

manier medicijnen te geven.

7. Controlemaatregelen

Controles kunnen ook als beperkende maatregelen in

het hulpverleningsplan staan: controle van je urine op

drugs, controle van je kamer op verboden spullen,

het doorzoeken van je kleren en het betasten van je

lichaam op verboden bezit. Maar ook controle van

post die je ontvangt of die je wegstuurt.

Let op!

lAutomatische, algemene controles voor alle

jongeren, bijvoorbeeld iedere keer als je terug

komt van verlof, zijn niet toegestaan. Er moet

echt een reden zijn voor de controle. Als jij bij­

voor beeld drugs hebt gebruikt voordat je in de

instelling kwam, kan in jouw hulpverleningsplan

ª

Page 33: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

31

staan dat je (voorlopig) iedere keer als je van

verlof terug komt wordt gecontroleerd op bezit

en gebruik van drugs. Heeft een andere jongere

nooit iets gehad met drugs en is er ook geen

reden om nu drugsgebruik te vermoeden, dan

zijn deze controles voor hem niet nodig.

lEen controle houden bij wijze van steekproef, zo

maar bij een paar jongeren in de groep, mag wel.

Maar ook dan geldt als voorwaarde dat deze

steekproef in je hulpverleningsplan moet staan.

Beperkende m

aatregelennotities

Page 34: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

32 Beperkende maatregelen

8. Beperken van bezoek

In de huisregels staan algemene regels over bezoek:

hoe vaak er bezoek mag komen, of het bezoek bij

aankomst en vertrek wordt gecontroleerd en waar je

met je bezoek gaat zitten. In het hulpverleningsplan

wordt met je afgesproken wie er op bezoek mogen

komen, hoe vaak het bezoek mag komen en wie er

niet mogen komen.

9. Beperken van brieven en telefoon

In de huisregels staan de algemene regels die gelden

voor het ontvangen en versturen van brieven en

voor telefoongesprekken. In het hulpverleningsplan

spreken ze met je af met wie jij wel en niet mag

telefoneren en schrijven.

Let op!

Je mag (op normale tijden van de dag) altijd contact

hebben met je advocaat, je jeugdbeschermer, de

leden van de klachtencommissie en met de vertrou­

wenspersoon. Deze personen mag je dus bellen of

schrijven en ze mogen ook bij je op bezoek komen.

Ben je net uit je dak gegaan en moet je even naar

kamer om tot rust te komen, dan kan het zijn dat je

niet direct mag bellen maar pas als je weer tot rust

bent gekomen.

ª

Page 35: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

33

Welke algemene regels gelden er voor de beperkende maatregelen?

l Een instelling mag alleen een beperkende maat-

regel opleggen als die in je hulpverlenings plan

staat (of als er een noodsituatie is).

l Ook al staat de beperkende maatregel in je

hulp verleningsplan, dan nog mogen ze die

alleen opleggen als het echt niet anders kan.

Bijvoor beeld omdat het onveilig is voor jou of

voor anderen op de groep.

l De gedragswetenschapper in je instelling speelt

een belangrijke rol. Hij moet het er mee eens zijn

dat de beperkende maatregel in je hulpverlenings-

plan staat. Als de maatregel ingaat, moet de

gedragswetenschapper daar soms van te voren

ook weer toestemming voor geven.

l Als er een maatregel op je is toegepast, moet de

instelling dit in je dossier zetten en ook waarom

het nodig was.

Beperkende m

aatregelen

Page 36: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

34 Beperkende maatregelen

l Iedere instelling moet een reglement hebben met

daarin de regels over de beperkende maatregelen.

In het reglement staat wie er binnen jouw instel-

ling de beslissing over het afzonderen, de over-

plaatsing of het plaatsverbod neemt. Er staat

bijvoorbeeld ook in hoe vaak er iemand even naar

je moet komen kijken als je in de afzonderings-

ruimte zit.

Tipª Je mag het reglement beperkende

maat regelen van jouw instelling lezen en je

hebt ook recht op een kopie. Vraag er naar

bij de groepsleiding.

Wat zijn huisregels?

Iedere instelling voor jeugdzorgPlus moet huisregels

hebben. Huisregels gaan over hoe de dingen elke

dag gaan. In de huisregels staat in ieder geval:

l Wel of niet afsluiten van je kamer ’s nachts.

l Bezoektijden en regels voor het ontvangen van

bezoek.

l Gebruik van telefoon.

Page 37: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

35B

eperkende maatregelen

l Welke spullen verboden zijn, zoals wapens,

drugs en alcohol.

l Roken.

l Versturen en ontvangen van post.

l Meedoen aan groepsactiviteiten.

l Schoonhouden van je kamer.

De huisregels moeten op papier staan. Meestal krijg

je ze meteen als je in de instelling komt. Zo niet,

vraag er dan naar bij de groepsleiding.

Let op!

Huisregels zijn geen beperkende maatregelen. Er

mogen dus geen regels in staan over afzondering,

vastpakken en vasthouden, plaatsverboden en dat

soort dingen.

Tipª Zijn er veel jongeren in de groep onte­

vreden over de huisregels? Praat er dan over

met de groepsleiding, bijvoorbeeld in een huis­

vergadering of in een speciale bijeenkomst.

De vertrouwenspersoon kan je hierbij helpen.

ª

Page 38: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

36 Beperkende maatregelen

Wat zijn groepsregels?

Sommige instellingen hebben naast de algemene

huisregels ook regels voor iedere groep. In de groeps-

regels staan bijvoorbeeld de bedtijden, afspraken

over corvee, etenstijden, enzovoort. Soms staan de

groepsregels op papier en soms niet.

Tipª Zijn er veel jongeren in de groep onte­

vreden over de groepsregels? Praat er dan over

met de groepsleiding, bijvoorbeeld in een

huis vergadering of in een speciale bijeenkomst.

De vertrouwenspersoon kan je hierbij helpen.

notities

Page 39: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Beperkende m

aatregelen

Jij bent jezelf, voor honderd procentJe kunt niet iemand anders wezenMaar soms voelt het alsof mensen Eerst je gebruiksaanwijzing moeten lezen.

Page 40: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Rechten op een rijtje

1. Recht op een zinvol dagprogramma

2. Recht op onderwijs

3. Recht op informatie

4. Recht op inzage, kopie, correctie en eigen mening

5. Recht op privacy

6. Recht op verlof

7. Geloof

8. Zakgeld

9. Recht op inspraak

10. Recht om te klagen

11. Recht op in beroep gaan

12. Recht op reglementen en protocollen

13. Recht op een andere advocaat

Page 41: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

39W

elke rechten heb je?

In de (gesloten) jeugdzorg heb je als jongere een

aantal rechten.

1. Recht op een zinvol dagprogramma

Je hebt recht op een dagprogramma op de groep,

ook in het weekend. Er moet een zinvolle dag-

besteding zijn die door de week bestaat uit school,

werk of stage.

2. Recht op onderwijs

De instelling moet er voor zorgen dat je onderwijs

kunt volgen. Dit betekent ook dat je verplicht naar

school gaat.

3. Recht op informatie

Je hebt het recht om te weten wat er met jou gebeurt

in de instelling. Zo moeten ze met je overleggen over

het hulpverleningsplan en veranderingen daarin. Ben

je het niet eens met bepaalde zaken, dan moet ook

jouw mening ook in het hulpverleningsplan komen.

Ook de eindrapportage moet de instelling met je

bespreken. Ben je het er op een bepaald punt niet

mee eens, dan moet dat ook in de eindrapportage

komen te staan.

Welke rechten heb je?

Page 42: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

40 Welke rechten heb je?

Let op!

Als je nog geen zestien jaar bent, hebben ook je

ouders recht op informatie. De instelling moet ook

met hen overleggen over (wijzigingen in) het hulp­

verleningsplan.

4. Recht op inzage, kopie, correctie en

eigen mening

De instelling bewaart het hulpverleningsplan bij alle

andere gegevens over jou. Al deze gegevens bij

elkaar noem je het (elektronisch of papieren) dossier.

Je hebt recht op inzage in je dossier, dat wil zeggen

dat je het mag lezen. Ook heb je recht op een kopie

van je dossier. Staan er fouten in, klopt bijvoorbeeld

je geboortedatum niet, dan moet de instelling dat

verbeteren.

Ben je het niet eens met een mening over jou in het

dossier, dan heb je er recht op dat in het dossier komt

te staan dat jij het er niet mee eens bent. Staat er

bijvoorbeeld dat je door gebrek aan inzet je school

niet hebt afgemaakt, dan kun je erin laten zetten dat

niet kwam door gebrek aan inzet maar bijvoorbeeld

door problemen thuis.

ª

Page 43: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

41W

elke rechten heb je?

Let op!

Ben je nog geen zestien jaar, dan hebben ook je

ouders recht op inzage, kopie en correctie. Je ouders

mogen ook hun mening in het dossier laten zetten.

Wil je dat je ouders bepaalde informatie over jou in

het dossier niet lezen, bespreek dit dan met je

gedragswetenschapper.

5. Recht op privacy

De groepsleiding en de andere mensen in de instel-

ling moeten regelmatig aan de jeugdbescher mer

en aan de kinderrechter laten weten hoe het met je

gaat. Voordat ze informatie over jou geven, moeten

ze dit eerst met jou bespreken. Dit geldt ook als de

groepsleiding met je jeugdbeschermer of met je

ouders over jou wil overleggen.

Let op!

Als je zestien jaar of ouder bent, kan de instelling

alleen met je ouders overleggen als jij dat goed

vindt. Ben je jonger dan zestien jaar en wil je dat

je ouders bepaalde informatie over jou niet te

horen krijgen? Overleg hierover dan met je gedrags­

wetenschapper.

ª

ª

Page 44: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

42 Welke rechten heb je?

6. Recht op verlof

In de jeugdzorgPlus geldt geen algemeen recht op

verlof. Je verlof moet passen in je behandeling. Het

kan dus gebeuren dat een andere jongere in je groep

veel eerder of veel langer op verlof mag dan jij.

Uiteindelijk gaat bijna iedere jongere op verlof. In

de meeste instellingen moet je dit verlof verdienen.

Gaat het goed dan mag je een keer kort begeleid

op verlof. Gaat het een paar keer goed tijdens een

begeleid verlof, dan mag je de volgende keer mis-

schien alleen op pad. Ben je een hele dag thuis

geweest en is dat goed gegaan, dan mag je een

volgende keer misschien een nachtje blijven slapen.

De afspraken over je verlof staan in je hulpverlenings-

plan of in een apart verlofplan. Je krijgt alleen verlof

als de gedragswetenschapper het ermee eens is.

7. Geloof

Als je volgens jouw geloof op vaste tijden moet

bidden, of bepaalde dingen niet mag eten, dan

moet de instelling daar rekening mee houden.

Page 45: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

43W

elke rechten heb je?

8. Zakgeld

In (bijna) alle instellingen krijg je zakgeld. Hoeveel

je krijgt, hangt af van de groep waar je in zit en van

je leeftijd. De wet geeft hier geen regels over. Iedere

instelling heeft eigen regels. Vraag ernaar bij de

groepsleiding.

Let op!

De groepsleiding mag je niet ‘straffen’ door je

zak geld in te houden, bijvoorbeeld omdat je je niet

aan de huisregels hebt gehouden. Je zakgeld mag

wel worden ingehouden als je schade moet vergoe­

den omdat je iets vernield hebt. Als je bijvoor beeld

een rookmelder kapot hebt gemaakt.

notities

ª

Page 46: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

44 Welke rechten heb je?

9. Recht op inspraak

Jouw mening is belangrijk als het gaat over zaken die

jou aangaan. Het is een recht om mee te praten en

mee te denken over je eigen hulpverleningsplan, het

beleid op de groep of over de hulp die aangeboden

wordt.

Op de groep is meestal een huisvergadering. Daarin

kun je allerlei dingen bespreken zoals het eten,

hoe jullie als jongeren met elkaar omgaan, welke

activiteiten jullie samen doen.

Een belangrijke vorm van inspraak is de cliëntenraad

of jongerenraad. Iedere instelling moet een cliënten-

raad hebben, waarin jongeren en ouders in zitten.

In de raden wordt met de leiding van de instelling

gepraat over hoe het gaat. Sommige instellingen

hebben twee raden: een jongerenraad en een

ouderraad. Vraag aan de groepsleiding hoe dat in

jouw instelling zit en hoe je kunt mee doen in de

raad. In de jonge renraad kun je alles bespreken wat

belangrijk is voor je verblijf in de groep: meer of

ander eten, zakgeld, muziek, activiteiten die jullie

samen doen, hoe de groepsleiding met jullie omgaat

enzovoort.

Page 47: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

45W

elke rechten heb je?

Tips ª

lIs er geen huisvergadering dan kun je de

groepsleiding vragen om je te helpen bij

het organiseren van een huisvergadering.

l Is er geen jongerenraad, dan kun je de

groeps leiding vragen om je te helpen bij

het oprichten van een jongerenraad.

l Lukt dit niet of vind je dit moeilijk? Vraag

de vertrouwenspersoon om advies en hulp.

10. Recht om te klagen

Als je vindt dat de instelling je niet fatsoenlijk

behandelt, of dat ze niet voldoende rekening houden

met je rechten, kun je daarover klagen. Je kunt ook

klagen over de beperkende maatregelen. Je hebt

altijd het recht om met je klacht naar de klachten-

com missie te stappen. Wil je dat de klachtencommis-

sie ermee aan de slag gaat, dan moet je je klacht op

papier zetten en bij hen inleveren. De groepsleiding

kan je daarbij helpen. Heb je liever hulp van iemand

van buiten de instelling? De vertrouwenspersoon kan

je helpen om je klacht op papier te zetten.

Page 48: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

46 Welke rechten heb je?

De klachtprocedure

De klachtencommissie kan in overleg met jou eerst

kijken of het probleem opgelost kan worden door

bemiddeling. Dan komt er een gesprek tussen jou en

de medewerker over wie je klaagt. Wil je dat niet of

lost het niets op, dan gaat de klachtencommissie je

klacht officieel behandelen. Je krijgt dan een uit-

nodiging om je verhaal te vertellen bij de klachten-

commissie. Ook de medewerker over wie je klaagt,

krijgt de gelegenheid om zijn mening te geven. Als

je een klacht hebt ingediend over een beperkende

maatregel of je verlof, dan moet de klachten commis-

sie binnen vier weken komen met een uitspraak.

In deze uitspraak maakt de klachten commissie

duidelijk of je (gedeeltelijk) gelijk hebt of niet.

Tipª Je hebt rechtstreeks toegang tot de

klachtencommissie. De groepsleiding kan je

niet verplichten om eerst je klacht bij hen in te

dienen. Het is wel verstandig om eerst met de

groepsleiding te gaan praten. Misschien vind je

samen een oplossing. Maar als je naar de

klachtencommissie wilt, kan dat altijd, ook al

vindt de groepsleiding dit geen goed idee.

Page 49: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

47W

elke rechten heb je?

11. Recht op in beroep gaan

Heb je geklaagd over een beperkende maatregel, of

over wel of niet op verlof mogen, dan kun je na de

uitspraak van de klachtencommissie in beroep gaan.

Dan ben je het niet eens met de beslissing van de

klachtencommissie. Je kunt een brief schrijven naar

de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugd-

bescherming in Den Haag. De vertrouwens persoon

kan je daarbij helpen.

Tipª Je hebt maar zeven dagen de tijd om deze

brief in te dienen. Het tellen begint vanaf de dag

na de ontvangst van de uitspraak. Heb je de

uit spraak bijvoorbeeld op drie april ontvangen,

dan begint die zeven dagen te lopen op vier april.

Je beroep moet dus zeven dagen na vier april

binnen zijn bij de Raad voor de Strafrechts­

bescherming en Jeugdbescherming.

Let op!

lIn de meeste instellingen is de klachtencommissie

onafhankelijk (in ieder geval is de voorzitter

onafhankelijk). Dit wil zeggen dat de leden van

de klachtencommissie niet in dienst zijn van de

instelling. Ze komen ‘van buiten’.

ª

Page 50: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

48 Welke rechten heb je?

lJe instelling heeft een folder waarin staat hoe

je een klacht in moet dienen en wat er precies

gebeurt in een klachtprocedure. Heb je deze

folder niet gekregen, vraag er dan naar bij de

groepsleiding.

lOok je (pleeg)ouders hebben het recht om een

klacht in te dienen als ze niet tevreden zijn over

de instelling.

Andere oplossing voor je klacht

Al heb je altijd het recht om naar de klachten commis-

sie te gaan, vaak is het verstandig om gewoon naar

de groepsleiding te gaan en te vertellen wat je dwars

zit. Wie weet kom je samen tot een oplossing. Als je

het moeilijk vindt om zo’n gesprek te voeren, kun je

de vertrouwenspersoon vragen om je daarbij te

helpen.

Je kunt de vertrouwenspersoon ook om advies

vragen als je niet goed weet wat je met een bepaal-

de klacht moet doen. Samen kun je dan bekijken wat

voor jouw klacht het beste is: in gesprek gaan met de

groepsleiding of een klacht indienen bij de klachten-

commissie.

Page 51: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

49W

elke rechten heb je?

12. Recht op reglementen en protocollen

Je hebt recht op een kopie van de regels, protocollen

en reglementen die in de instelling gelden. Dus het

reglement beperkende maatregelen, de huis- en

groepsregels en het privacyreglement. Als je deze

stukken niet hebt gekregen, vraag er dan naar bij

de groepsleiding.

13. Recht op een andere advocaat

Klikt het niet met je advocaat die je hebt gekregen

voor de plaatsing in de JeugdzorgPlus, dan kun je om

een andere advocaat vragen. De vertrouwenspersoon

kan je hierbij helpen.

notities

Page 52: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Jij hebt een hele mooie naamEen naam als een cadeautjeWees er trots op, want je kreeg hemMisschien wel van je grootje.

Page 53: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

51D

e vertrouwenspersoon

Een vertrouwenspersoon luistert naar jouw verhaal.

Hij kan je informatie en advies geven bij het oplossen

van problemen en klachten. Als jij dat wilt, kan hij je

ook helpen bij het onder woorden brengen van je

klacht en bij het voeren van een gesprek daarover

met de groepsleiding.

Ga je uiteindelijk een officiële klacht indienen,

dan kan de vertrouwenspersoon je helpen bij het

opschrijven van de klacht. Als je dat fijn vindt, kan

de vertrouwenspersoon ook mee gaan als je bij de

klachtencommissie je verhaal gaat doen.

Kan ik de vertrouwenspersoon echt vertrouwen?

De vertrouwenspersoon stapt niet zomaar met jouw

verhaal naar de groepsleiding of naar je ouders. Als

je de vertrouwenspersoon iets vertelt dat gevaarlijk

is voor jou of de mensen om je heen, dan is hij

verplicht daar iets mee te doen. De vertrouwens-

persoon bespreekt dit altijd eerst met jou. Er gebeurt

niets buiten jou om.

Wat kan de vertrouwens -persoon voor je doen?

Page 54: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

52 Wat kan de vertrouwenspersoon voor je doen?

Bovendien, de vertrouwenspersoon is onafhankelijk.

Dit wil zeggen dat hij niet in dienst is van de

instelling. Hij werkt voor het AKJ of Zorgbelang.

Iedere instelling moet er voor zorgen dat je terecht

kunt bij een onafhankelijk vertrouwenspersoon.

Meestal komt de vertrouwenspersoon op vaste tijden

op de groep. Je mag de vertrouwenspersoon ook

altijd bellen voor het maken van een afspraak.

Let op!

Ook al gelden er belafspraken, je hebt (op normale

tijden van de dag) altijd het recht om te bellen met

de vertrouwenspersoon.

ª

notities

Page 55: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

De vertrouw

enspersoon

Geklets, geruzie, veel gedoesoms ben je zo ontzettend moeSlaap maar, vergeet even de restdaarna ben jij weer op je best.

Page 56: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Al die regels op de groepje moet je aan van alles houdenmaar weet je, rechten heb je ookDit boekje helpt, dus goed onthouden.

Page 57: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

55W

at betekent...?

Advocaat ª Juridisch hulpverlener en adviseur. Je

krijgt auto matisch een advocaat toegewezen voordat

de kinderrechter beslist over (verlenging van) de

machtiging jeugdzorgPlus. Hij komt op voor jou en hij

ziet erop toe dat iedereen zich houdt aan de wette-

lijke regels voor de plaatsing in de jeugdzorgPlus.

Beperkende maatregel ª Een maatregel die je

vrijheid in de instelling tijdelijk beperkt. Een beper-

kende maatregel mag alleen worden opgelegd als

die in je hulpverleningsplan staat, of als zich een

noodsituatie voordoet.

Gedragswetenschapper ª Pedagoog of psycholoog

in de instelling die verant woordelijk is voor je hulp-

verleningsplan en voor de toepassing van de beper-

ken de maatregelen. Of de pedagoog of psycholoog

die in opdracht van de gemeente of van Jeugd-

bescherming bekijkt of jeugdzorgPlus echt nodig is.

Gezag ª Zeggenschap over een kind of een jongere

tot achttien jaar. Meestal hebben je ouders gezag

Wat betekent...?

Page 58: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

56 Wat betekent...?

over jou. Andere jongeren hebben een voogd of

staan onder voogdij bij Jeugdbescherming. Het gezag

eindigt automatisch als je achttien wordt.

Hulpverleningsplan ª Het plan waarin de instelling

beschrijft welke problemen je hebt en hoe je deze

problemen samen met de instelling gaat oplossen.

Ook staat er in het hulpverleningsplan hoe de contac-

ten met je ouders verlopen en of je op verlof mag.

Verder staat erin welke beperkende maat regelen de

instelling op je mag toepassen.

Jeugdbeschermer/gezinsvoogd ª Medewerker

van Jeugdbescherming. Als je onder toezicht bent

gesteld, praat en beslist de jeugdbeschermer mee

met jou en je ouders over je opvoeding.

Kinderrechter ª Rechter die zich op de rechtbank

speciaal bezighoudt met zaken van kinderen en

jongeren. De kinderrechter beslist bijvoorbeeld over

een ondertoezichtstelling, of een machtiging jeugd-

zorgPlus. Maar ook over de straf die een jongere

krijgt als hij een misdrijf heeft gepleegd.

Page 59: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

57W

at betekent...?

Klachtencommissie ª Commissie van minstens

drie leden. De voorzitter van de klachtencommissie is

onafhankelijk. Hij werkt niet voor de instelling. De

klachtencommissie behandelt klachten van jongeren

en hun ouders over (medewerkers van) de instelling.

Machtiging jeugdzorgPlus ª Schriftelijke toestem-

ming van de kinderrechter om je in een instelling

voor jeugdzorgPlus te plaatsen. Een machtiging

jeugdzorgPlus is maximaal een jaar geldig, daarna

kan de machtiging door de kinderrechter worden

verlengd.

Schorsen van de machtiging jeugdzorgPlus ª

Het besluit van de instelling om je machtiging

(tijdelijk) niet te gebruiken. Dit gebeurt als je op

proef naar een open instelling gaat, of bij je (pleeg)

ouders gaat wonen. Gaat het niet goed, dan ga je

terug naar de jeugdzorgPlus en wordt de machtiging

weer gebruikt.

Verlengen van de machtiging jeugdzorgPlus ª

Het besluit van de kinderrechter om een machtiging

langer geldig te maken zodat je langer in de jeugd-

zorg Plus blijft.

Page 60: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

58 Wat betekent...?

Vertrouwenspersoon ª Iemand die niet voor de

instelling werkt maar die wel regelmatig de groepen

bezoekt. De vertrouwenspersoon geeft je informatie

en advies en kan je helpen bij problemen en

klachten.

Voogd ª De persoon die gezag over jou uitoefent

tot je achttien jaar bent. De kinderrechter benoemt

een voogd als je ouders er niet meer zijn, of als je

ouders geen gezag over je uit mogen oefenen.

Voorwaardelijke machtiging ª De machtiging

van de kinderrechter waarin is bepaald dat je

onder voorwaarden niet in de jeugdzorgPlus wordt

geplaatst. Er zijn dus voorwaarden aan je gesteld

waar je je aan moet houden. Doe je dit niet dan

word je (weer) in de jeugdzorgPlus geplaatst.

Wettelijk vertegenwoordiger ª De persoon die

gezag over je uitoefent totdat je achttien jaar bent.

Meestal zijn je beide ouders je wettelijk vertegen-

woordigers. Oefent een voogd het gezag over je uit,

dan is hij je wettelijk vertegenwoordiger.

Page 61: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

59A

dressen

In dit boekje staat in het kort hoe het zit met je rechten

en plichten in de jeugdzorgPlus. Vaak hebben instellin-

gen zelf ook folders over bijvoorbeeld het recht op

inzage in je dossier en de klachtprocedure. Daarin vind

je meer informatie. Vraag er naar bij de groepsleiding.

Belangrijke adressen

lAKJ vertrouwenspersonen (ook voor Zorgbelang)

www.akj.nl

T 088 5551000

lJuridisch loket

www.juridischloket.nl

T 0900 8020

lKindertelefoon

www.kindertelefoon.nl

T 0800 0432

lKinderombudsman

www.dekinderombudsman.nl

T 0800 8765432

Meer weten?

Page 62: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

Dit boekje is een uitgave van

AKJ – vertrouwenspersonen in de jeugdhulp

www.akj.nl

E [email protected]

T 088 5551000

samenstelling tekst

Mr. Lydia Janssen en Mr. Mireille Gommans

tekstredactie & gedichtjes

Melle Dotinga, www.theausbilders.com

vormgeving & illustraties

Hetty Peeters, www.hettypeeters.nl

productiecoördinatie

Ingrid Verver

drukwerk

Jubels, www.jubels.nl

© AKJ, 2016

vertrouwenspersonen in de jeugdhulp

Page 63: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus
Page 64: AKJ 'Ken je rechten'-boekje jeugdzorgplus

vertrouwenspersonen in de jeugdhulp