Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

6
Ajodakt Puzzelen met... Spelling Taal Groep 6 Werkboek Zelfstandig werken Groep: Naam:

description

Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

Transcript of Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

Page 1: Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

AjodaktPuzzelen met... Spelling

Taal

Groep 6

Werkboek

Zelfstandig werken

9 789006 628197

Groep:Naam:Groep:Naam:

De serie Puzzelen met… is een onderdeel van Ajodakt. Dit merk bestaat uit een verzameling gebruiksvriendelijke en voordelige oefenboekjes voor groep 3 t/m 8 waarmee de leerlingen allerlei vaardigheden effi ciënt inoefenen. De leerlingen kunnen zelf hun antwoorden nakijken met behulp van de antwoordenboekjes.

Ajodakt maakt deel uit van ThiemeMeulenhoff Zelfstandig werken (Z). Dit bestaat uit een groot assorti ment leermiddelen voor alle leerjaren. Op onze Z-site vindt u al onze uitgaven: www.zelfstandig-werken.nl

9006628197_omslag.indd 1 16-08-11 13:48

Page 2: Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

2 3

Inhoud

Introductie aan de leerling 3

1 e klinkt als |u| en z klinkt als |s| 4 2 Woorden die eindigen op ng en nk en meervouden 6 3 Woorden op cht en hoofdletters 8 4 Voorvoegsels be-, ge-, ver- en ont- en achtervoegsels -erd en -aard 10 Puzzelmix 1 12

5 Woorden met ei/ij, ou/au en ouw/auw 14 6 Woorden met i of ie 16 7 c klinkt als |s| 18 8 c klinkt als |k| 20 Puzzelmix 2 22

9 Werkwoordspelling: stam en ik-vorm 2410 Werkwoordspelling: een ander en meervoud 2611 Werkwoordspelling: verleden tijd met te(n) of de(n) 2812 Werkwoordspelling: verleden tijd van een stam op -d of -t 30

en sterke werkwoorden Puzzelmix 3 32

13 Woorden die eindigen op -isch of -heid 3414 Woorden die eindigen op -tie of -teit 3615 Lange en korte klanken 38 Puzzelmix 4 40

Puzzelverzamelmix 1 42 Puzzelverzamelmix 2 44 Superpuzzelverzamelmix 46

9006628197_bw.indd 2 16-08-11 13:54

Page 3: Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

6 7

Woorden die eindigen op ng en nk en meervouden

Taak 2

Om te weten of je ng of nk schrijft, moet je het woord langer maken.Voorbeeld: denk – denken, ding – dingenAls je een verkleinwoord maakt van een woord dat eindigt op ng, dan verander je de ng in nkje. Voorbeeld: vulling–vullinkje

Maak er een verkleinwoord van.

verrassing verrassinkje helling

koning leuning

schutting woning

ketting paling

poging leiding

buiging stroming

beloning teleurstelling

Vul in.Gebruik woorden uit oefening 1.Kijk goed naar de zin of je het verkleinwoord moet gebruiken of niet.

1 Mijn nichtje kreeg een klein gouden toen ze geboren werd.

2 Tijdens de storm is onze omgewaaid.

3 Als er sneeuw ligt, kunnen we van het lage af sleeën.

4 Vorige winter was onze water kapotgevroren.

5 Een winter is een klein vogeltje.

6 Toen we gingen vissen, zwom er ook een klein in ons net.

Vul in.Eerst doe ik het zelf, daarna doet iemand anders het.

zingen ik Puck altijd onder de douche.

vangen ik De labrador de frisbee.

hinken ik Na de val Bas naar de keuken.

denken ik Marc dat hij een 10 heeft!

klinken ik De pianomuziek mooi.

bedanken ik voor de cadeautjes.

!

1

2

3

9006628197_bw.indd 6 16-08-11 13:54

Page 4: Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

6 7

Je krijgt een meervoud door en of s achter een woord te schrijven. Soms verandert de rest van het woord hierbij. Voorbeeld: hond – honden, bezem – bezems, schaap – schapen Eindigt het woord op één a, i, o, u of y, dan maak je het meervoud door ’s achter het woord te schrijven (paraplu – paraplu’s). Let op: als er meerdere letters a, i, o, u of y aan het eind van het woord staan, dan schrijf je de s gewoon aan het woord vast (cadeau – cadeaus).

Zet in het meervoud.

hotel salto

getal schoolfoto

avontuur televisie

adres goochelaar

dictee programma

Zet het woord van het plaatje in het meervoud.

Maak het woord langer en schrijf het in de zin.

1 familie Vele zijn in de vakantie naar Legoland geweest.

2 papegaai De riepen: ‘Hou je snavel!’

3 verschil De tussen een aap en een koe zijn duidelijk.

4 kanarie De spelen graag met mijn oorbellen.

5 tandpasta De tandarts adviseert andere als je ouder wordt.

6 kippenhok Op de boerderij van Oma Duck staan vijf .

7 gevaar In het oerwoud liggen vele op de loer.

8 programma Welke op tv vind jij leuk?

!

4

5

6

9006628197_bw.indd 7 16-08-11 13:54

Page 5: Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

8 9

Taak 3 Woorden op cht en hoofdletters

Hoor je na een korte klank |gt|, dan schrijf je meestal cht, behalve bij: hijzegt,hijlegten hijligt.

Vul in.Kies uit:achtergrond – onverwacht – plechtig – richting – vluchteling – overzicht – rechtervoet – rechtop

1 Mijn vriendje had kaartjes gekregen voor de film.

2 Boven in de achtbaan had ik een goed over het pretpark.

3 De mieren wandelden in een lange rij ons picknickkleedje.

4 Van dat schilderij vindt Marscha de te donker.

5 Met mijn zakte ik door het ijs.

6 Op die bruiloft gaven ze elkaar het jawoord.

7 De was niet veilig in zijn eigen land.

8 Houd de stokken van de tent nou eens goed .

Welke woord staat hier?Lees van rechts naar links.

nethcotpo nethcadeg

gnithculpo nevahthcaj

nethcob tropsthcev

nethcizeg nethcideg

gnithcawrev rednilvthcan

Vul in: g of ch.

1 mor eno tend

2 vle ten

3 da li t

4 voorzi ti

5 ezi t

6 a terna

7 gedi t

8 eber te

9 wa tkamer

10 ber to t

11 a tenta ti

12 a terni t

13 pro ramma

14 da to t

15 zij limla t

16 hij ze t

17 het konijn knaa t

18 de patiënt zu t

19 Margot li t

20 Erik la t

21 Jade jui t

22 Casper mo t

23 Florian ku t

24 de lama spuu t

!

1

2

3

9006628197_bw.indd 8 16-08-11 13:54

Page 6: Ajodakt puzzelen met spelling 6 wb

8 9

Een zin begint altijd met een hoofdletter. Verder schrijf je eigennamen (IrisdeJong), aardrijkskundige namen (deMaas,Amsterdam,Spanje,Alpen) en officiële feestdagen (Kerstmis) met een hoofdletter.

Schrijf alleen de woorden op die met een hoofdletter moeten.

1 groningen 9 daniëlle

2 de waal 10 kerstmis

3 pasen 11 maandag

4 januari 12 sterre de jager

5 zevenhuizen 13 pierre zijlaard

6 fl evoland 14 lievelingsknuff el

7 artis 15 noord-holland

8 apeldoorn 16 limburg

Schrijf het woord goed op.In elke zin zitten twee fouten. De fouten hebben met hoofdletters te maken.

1 Jeff rey chacar reist via Duitsland naar polen.

2 Tante ans is geabonneerd op het tijdschrift margriet.

3 Giovanni en jasmina zitten op basisschool keizerskroon.

4 mijn werkstuk gaat over: de Lek, de maas en de Waal.

5 Sjannie en wiebe liepen door de kerklaan.

6 Mijn Vriendin heet Lynn Anne van berkom.

7 In de coentunnel bij Amsterdam stond een File.

8 VV berkel speelt Zaterdag tegen Oliveo.

9 mijn lievelingspony’s zijn spirit en Black.

10 Jaco kreeg Strafwerk van Meester Ahmed.

Los de rebus op.

r = n + – d l = b + v = p + – p e = o + – kw + d im = ck

.

!

4

5

6

9006628197_bw.indd 9 16-08-11 13:54