Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

94

description

Zelfbeheer van openbaar groen is een methode van burgerparticipatie waarin burgers vrijwillig onderhoudswerkzaamheden uitvoeren die normaal gesproken onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. Zelfbeheer van openbaar groen kan positieve effecten hebben op de leefomgeving en op de sociale samenhang in een gebied. Om deze positieve effecten te realiseren zijn er echter bepaalde succes- en faalfactoren van belang. In dit afstudeeronderzoek van Dino Johannes en Zohal Mahbubi zijn deze factoren in verband gebracht met het traject van een zelfbeheerproject, de organisatie van de betrokken partijen en de samenwerkingsvormen. De benodigde informatie is verkregen door middel van theorie, interviews en de inbreng van experts.

Transcript of Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Page 1: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen
Page 2: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Algemeen

Document Afstudeerscriptie

Versie Definitief

Datum 17 juni

Jaar 2014

Kwartaal 3 en 4

Code (IGO) ROPAFS40

Auteurs

Naam Zohal Mahbubi

Studentnr 0839903

E-mail [email protected]

Tel 06 55802271

Naam Dino Johannes

Studentnr 0823235

E-mail [email protected]

Tel 06 83597796

Hogeschool Rotterdam

Opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie

Instituut Instituut voor de Gebouwde Omgeving

1e lezer N.J. (Nienke) van der Noordaa

2e lezer J. (Janneska) Spoelman

Adres G.J. de Jonghweg 4 - 6

3015 GG Rotterdam

Stagebedrijf

Naam Alterra, Wageningen UR

Adres 6700 AA, Wageningen

Postbus 47

Begeleider drs. P.A.M. (Peter) Visschedijk

DLO onderzoeker

Afdeling governance

Publicatie jaar

Juni, 2014

Gebruikte afbeeldingen zijn eigendom van de auteurs tenzij

anders aangegeven.

Colofon

Page 3: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

ZELFBEHEER VAN OPENBAAR GROEN

Zohal MahbubiDino Johannes

Page 4: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Voorwoord

Het voorliggende document is de af-

studeerscriptie van Zohal Mahbubi en

Dino Johannes en het resultaat van een

afstudeerstage in het 4e leerjaar van

de opleiding Ruimtelijke Ordening en

Planologie van de Hogeschool Rotter-

dam. Door stagebegeleiding vanuit de

Hogeschool Rotterdam zijn wij in aan-

raking gekomen met het onderzoeksin-

stituut Alterra in Wageningen. Wij zijn Al-

terra Wageningen UR zeer dankbaar dat

zij ons de kans en ruimte aanboden om

een afstudeerproject tot stand te bren-

gen waarin wij ons enthousiasme in kwijt

konden en ervaringen op konden doen

in de praktijk. In dit afstudeeronderzoek

heeft Alterra de rol van opdrachtgev-

er aangenomen en is het afstudeeron-

derwerp in samenspraak vastgesteld.

In dit afstudeeronderzoek is de case

study een essentieel onderdeel in het

onderzoek. De interviews die voor de

case study zijn afgenomen hebben veel

praktijkkennis opgeleverd. Hierbij le-

verde het afnemen van interviews bij

burgers en bij ambtenaren een interes-

sante afwisseling op waardoor onderwer-

pen van verschillende oogpunten bena-

derd konden worden. Het afnemen van

interviews was voor ons een verassend

aangename methode van onderzoek.

Iedere respondent heeft ons ontvangen

met gastvrijheid en waren enthousiast

om hun ervaringen met ons te delen. Wij

willen dan ook alle respondenten bedan-

ken voor hun tijd en gastvrijheid, zonder

deze personen had dit afstudeeronder-

zoek niet tot stand kunnen komen.

Wij willen Peter Visschedijk, onze bege-

leider bij het afstudeerbedrijf Alterra Wa-

geningen UR bedanken voor zijn bege-

leiding tijdens het afstudeeronderzoek.

Niet alleen zijn jarenlange ervaring en

kennis op het vakgebied van stedeli-

jk groen en burgerparticipatie hebben

ons geholpen om het afstudeeronder-

zoek af te ronden. Hij heeft geduren-

de heel het afstudeeronderzoek met

behulp van humor en enthousiasme

gezorgd voor een fijne, luchtige werks-

feer en de benodigde verbinding-

en naar andere experts in het bedrijf.

Wij zijn Barry de Vries, Joop Spijker en

Jeroen Kruit van Alterra Wageningen

UR dankbaar voor hun opbouwende

feedback die zij gaven waaronder een

waardevolle review waarin wij voor-

lopige bevindingen konden toetsen.

Daarnaast hebben zij ons betrokken

in andere onderzoeken over zelfbe-

heer van openbaar groen, waarin wij

aanvullende kennis hebben verkregen

en zelf ervaringen konden delen.

Page 5: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Wij zijn Nienke van der Noordaa dank-

baar voor haar waardevolle begeleiding

en het vertrouwen wat zij ons gegeven

heeft om dit afstudeeronderzoek suc-

cesvol af te ronden. Daarnaast willen

wij Janneska Spoelman bedanken voor

haar betrokkenheid als tweede lezer.

Middels deze weg willen wij ook nog een

aantal andere mensen bedanken die ons

geholpen hebben bij de totstandkoming

van dit afstudeeronderzoek. Wij willen het

personeel van de afdeling Governance be-

danken voor een fijne werkplek en waar-

devolle input. Tot slot willen wij onze lieve

familieleden en vrienden bedanken voor

de mentale steun tijdens het afstuderen.

Page 6: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

InhoudsopgaveVoorwoord

Samenvatting

1. Inleiding 10

1.1 Aanleiding en achtergrond 11

1.2 Probleemomschrijving 13

1.2.1 Probleemstelling onderzoek 13

1.2.2 Doelstelling onderzoek 15

1.2.3 Definitie begrippen 16

1.2.4 Afbakening 17

2. Onderzoeksontwerp 18

2.1 Aanpak van het onderzoek 19

2.2 Onderzoeksmethodiek en leeswijzer 20

3. Theoretisch kader 22

3.1 Waarom zelfbeheer van openbaar 23

3.1.1 Redenen voor burgers 23

3.1.2 Redenen voor gemeenten 24

3.2 Organisatie 25

3.2.1 Organisatie burgers 25

3.2.2 Organisatie gemeente 27

3.3 Samenwerking 28

3.4 Traject 30

3.4.1 Activiteiten 30

3.4.2 Indienen van een initiatief 31

3.4.3 Randvoorwaarden en overeenkomst 32

3.5 Succes- en faalfactoren 36

3.5.1 Succesfactoren 36

3.5.2 Faalfactoren 37

Inhoudsopgave

Page 7: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

4. Case study 38

4.1 Case beschrijvingen 39

4.1.1 Moestuin Rijk, Barendrecht 40

4.1.2 Tuin op de Pier, Rotterdam 42

4.1.3 Het Nieuwe-Hoofdhof 44

4.1.4 Experiment Zelfbeheer Hoekwierde 46

4.2 Bevindingen interviews 48

4.2.1 Inleiding 48

4.2.2 Uitkomsten interviews 49

5. Analyse conclusies en aanbevelingen 56

5.1 Analyse en conclusies 57

5.1.1 Aanleiding 58

5.1.2 Randvoorwaarden en overeenkomst 59

5.1.3 Beheer en budget 60

5.1.4 Organisatie 62

5.1.5 Samenwerking 64

5.1.6 Traject 66

5.1.7 Succes- en faalfactoren 68

5.1.8 Eindconclusie 72

5.2 Aanbevelingen 74

5.2.1 Aanbevelingen richting burgers 74

5.2.2 Aanbevelingen richting ambtenaren 76

Nabeschouwing 78

Bronvermelding 78

Bijlagen 80

1 Formulier afname interview burger 81

2 Formulier afname interview ambtenaar 82

3 Notulen review 83

4 Analyse tabel interviews 84

5 Datamatrix 92

Page 8: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Vanuit de oriëntatie in collegeprogram-ma’s van tien grote Nederlandse steden, waarin bezuinigingen en zelfredzaam-heid van de burger een raakvlak hebben met stedelijk groen, is zelfbeheer van openbaar groen vastgesteld als onder-zoeksonderwerp. Zelfbeheer is het door burgers vrijwillig onderhouden van on-derdelen van het openbaar groen in ei-gendom van de gemeente, waarbij het openbare karakter van het stuk groen wordt behouden.

In bestaande literatuur is er beperkt infor-matie beschikbaar over het traject, hoe betrokken partijen georganiseerd zijn en samenwerken, en waar in het traject bepaalde succes- en faalfactoren van toepassing zijn. Naast het aanvullen op bestaande literatuur was het doel van dit onderzoek het inzicht geven aan betrok-ken burgers en ambtenaren waarmee zij met minder problemen succesvol het traject van een zelfbeheerproject kunnen doorlopen. De onderzoeksvraag is als volgt:Welke succes- en faalfactoren kunnen benoemd worden vanuit een onderzoek naar het traject van zelfbeheerprojecten in openbaar groen, waarin de organisa-tie en samenwerking van burgers en de gemeente centraal staan?

De benodigde informatie is verkregen door middel van het opstellen van een theoretisch kader en een case study waarin bij vier zelfbeheerprojecten een betrokken burger en een betrokken amb-tenaar is geïnterviewd. De bevindingen uit het theoretisch kader en de case study zijn vervolgens in een review voorgelegd aan drie experts met ervaring en kennis in het vakgebied van groenbeheer en burgerparticipatie. Deze hebben extra informatie en aandachtspunten meege-

geven.

ConclusieDe organisatie in een zelfbeheerproject kan verschillen. Waar de gelaagde or-ganisatie van de gemeente al vastligt is de organisatie van de burger verander-lijk gedurende het traject. Zo krijgt een zelfbeheerproject meestal voortrekkers met aanvullende taken, kennis en vaar-digheden en kunnen zelfbeheerders er-voor kiezen om zich te verenigen in een vereniging of stichting. Het verschilt per zelfbeheerproject bij welke afdeling van de gemeente het project wordt onderge-bracht. Niet alleen de samenwerking tus-sen de zelfbeheerders en de gemeente is van belang, ook samenwerking tus-sen zelfbeheerders onderling, ambtena-ren onderling en de samenwerking van zelfbeheerders met andere inwoners uit de omgeving is van belang. In deze ver-schillende samenwerkingen is commu-nicatie via één aanspreekpunt en trans-parantie nodig. Door als zelfbeheergroep iedereen op de hoogte te houden van ontwikkelingen kunnen veel misverstan-den (frustratie en conflicten) voorkomen worden.

De succes- en faalfactoren zijn op te delen in de vier verschillende fasen in het traject. Hierbij moet gezegd worden dat de meeste faalfactoren omgekeerde succesfactoren zijn. In de voorbereid-ingsfase kunnen burgers met goede voorbereiding en inzet laten zien dat het realiseren van het zelfbeheerproject een goed idee is en het ook werkelijk kan. Zo kan er draagvlak verkregen worden onder bewoners en ambtenaren. In de le-galisatiefase is het belang dat randvoor-waarden en een overeenkomst in samen-spraak opgesteld worden en dat de gemeente een balans zoekt in het maken

Samenvatting

Page 9: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

van duidelijk afspraken en het geven van vrijheid. Door het geven van vrijheid en vertrouwen blijft het gevoel van eigenaar-schap bij de zelfbeheerders. De uitvoer-ingsfase is een leerfase. Daarom moeten zelfbeheerders niet verwachten dat alles in één keer lukt en is het verstandig dat de gemeente in het eerste jaar/maanden niet te strenge eisen stelt aan de beeldk-waliteit van het stuk openbaar groen in zelfbeheer. In de evaluatiefase kunnen zelfbeheerders en de gemeente succes- en faalfactoren uit het project herkennen en deze vervolgens toepassen of voor-komen in de toekomst. De evaluatiefase loopt gelijk met de uitvoeringsfase waarin nieuwe inpassingen of maatrege-len voorgesteld kunnen worden om uit-gevoerd te worden. Soms moet er zelfs opnieuw toestemming verkregen worden voor een bepaalde inpassing en komt men opnieuw terecht in de initiatie- en legalisatiefase. Dit maakt het traject van een zelfbeheerproject een cyclus.Er zijn ook meerdere succes- en faalfac-toren die door meerdere fasen heen-lopen. Zo is ten eerste het hebben van draagvlak in de omgeving en de ge-meente een essentiële factor. Daarnaast kunnen de vaardigheden, kennis en hulp-middelen die te vinden zijn in het netwerk gebruikt worden voor allerlei doelein-den. Ten slotte is communicatie via één aanspreekpunt en transparantie bij de zelfbeheergroep nodig om samenwerk-ing binnen de zelfbeheergroep, met de gemeente en met andere bewoners in goede banen te leiden.

AanbevelingenGezien de doelstelling van het onder-zoek zijn er aanbevelingen gericht aan burgers en aanbevelingen die gericht zijn aan ambtenaren. De aanbevelin-gen bij de burger richten zich vooral op zelfredzaamheid. Zorg voor een goede voorbereiding voorafgaand aan het indi-enen van een aanvraag en vraag alleen

ondersteuning bij de gemeente wanneer dat echt nodig is. Maak daarnaast geb-ruik van de verscheidenheid van ken-nis en vaardigheden die in het netwerk van een zelfbeheergroep te vinden zijn. Naast zelfredzaam zijn dient er ook een transparante houding te worden aange-nomen waarin communicatie plaatsvind via één aanspreekpunt. Op deze mani-er kan de zelfbeheergroep hun inspraak vormgeven bij het opstellen van de rand-voorwaarden en de overeenkomst.Als gemeente moet zelfbeheer niet gefa-ciliteerd worden met een kostenbespar-ing als doel (teveel kosten en tijd kwijt aan communicatie en ondersteuning), maar voor sociale cohesie en de zel-fredzaamheid van de burger. De aanbev-elingen voor de gemeente zijn gericht op het vinden van een juiste balans tus-sen het bieden van ondersteuning en het geven van vrijheid. De zelfredzaam-heid van de burger moet hiervoor in de voorbereidingsfase al gestimuleerd worden. Ondersteuning vindt plaats in de vorm van sturing van zelfbeheerders door het gemeentelijk apparaat en – pro-ces. Ook kan de gemeente in het eerste jaar/maanden ondersteunen bij het uit-voeren van onderhoudswerkzaamheden en niet te strenge eisen stellen aan de beeldkwaliteit van het groen, hierdoor wordt het leerproces gestimuleerd. De gemeente moet bij het opstellen van randvoorwaarden en de overeenkomst de zelfbeheerders inspraak gunnen om zo ondersteuning en het geven van vri-jheid mee te nemen in het vervolg van het traject.

Page 10: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

1. Inleiding1.

10

Page 11: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

11

In dit hoofdstuk worden de aanleiding en achtergrond beschreven van dit onderzoek

over zelfbeheer van openbaar groen. Tevens komt de probleemstelling in paragraaf 1.2

aan bod, waarbij ingegaan wordt op de hoofd- en deelvragen, de doelstelling en de

begripsafbakening.

1.1 Aanleiding en achtergrond

Een actueel onderwerp dat inspeelt op de

problematiek van deze tijd, een raakvlak

heeft met stedelijk groen en past in het

werkveld van opdrachtgever Alterra,

waren voor ons randvoorwaarden voor

het kiezen van een onderzoeksonderw-

erp. Om zicht te krijgen op actuele prob-

lematiek rond stedelijk groen, is daarom

gestart met een oriëntatie in de college-

programma’s van tien grote Nederlandse

steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht,

Den Haag, Groningen, Maastricht, Arn-

hem, Nijmegen, Eindhoven en Zwolle)

waarin staat op welke punten de afge-

lopen vier jaar (2010-2014) is ingezet. In

de collegeprogramma’s spelen bezuin-

igingen een grote rol. Gemeenten heb-

ben niet alleen te maken met opgeleg-

de bezuinigingen vanuit het Rijk, zij zijn

ook gedwongen om te bezuinigen door

gevolgen van de economische crisis

die plaatsvinden in de eigen gemeente.

Daarnaast kwam naar voren dat in meer-

dere collegeprogramma’s wordt ingezet

op de zelfredzaamheid van de burger.

Een manier waarop de bezuinigingen

plaatsvinden is het versoberen van de

uitvoering van taken (Geuzendam, Koch,

Bezema, & Kinkel, 2014). Groenbeheer

valt hier ook onder. Daarom verlagen

veel gemeenten het kwaliteitsniveau van

het openbaar groen om zo uitgaven aan

groenbeheer te verlagen (CROW, 2014).

In sommige gevallen kan een gemeente

er zelfs voor kiezen om het beheer van

openbaar groen toegankelijk te maken

voor burgers als vorm van vrijwilliger-

swerk of nemen burgers zelf het initiatief

om openbaar groen in hun omgeving te

beheren. Dit wordt zelfbeheer genoemd.

Figuur 1: zelfbeheerder aan het werk

Page 12: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

12

De meest gebruikte definitie voor het

begrip zelfbeheer (Meijs, 2012) is afkom-

stig van de gemeente Utrecht en luidt:

Zelfbeheer is het vrijwillig onderhouden

van delen van de openbare ruimte door

derden, waarbij het openbare karakter

van het object blijft gehandhaafd (Ge-

meente Utrecht, 2014). Omdat in de

meeste meegenomen collegeprogram-

ma’s wordt ingezet op de zelfredzaam-

heid van de burger is in overleg met de

opdrachtgever de focus gelegd op burg-

ers als zelfbeheerders. Hierdoor voldoet

de eerder genoemde definitie van de ge-

meente Utrecht niet (waarin zelfbeheerd-

ers derden zijn en het dus ook bedrijven

e.d. kunnen zijn) en wordt er in dit onder-

zoek de volgende definitie gehanteerd:

In zelfbeheerprojecten worden er onder-

houdswerkzaamheden uitgevoerd voor

bepaalde onderdelen van het openbaar

groen, bijvoorbeeld beplanten, snoei-

en, maaien etc. Een zelfbeheerproject

kan echter ook nog andere werkzaam-

heden omvatten waaronder technische,

financiële, ruimtelijke en sociale beheer-

taken (Hortulanus, 1995). Deze taken heb-

ben zowel invloed op het gebruik als de

kwaliteit. Zo ben je in een zelfbeheerproj-

ect niet alleen bezig met het onderhouden

van groen, maar ook met geld en mensen.

Uit een oriënterend onderzoek naar

verschillende onderzoeksrapporten over

zelfbeheer van openbaar groen is er

maar beperkt theorie beschikbaar die

helderheid geeft over mogelijke fasen

en activiteiten die in het traject van een

zelfbeheerproject kunnen voorkomen

en hoe de betrokken partijen zich hierbij

organiseren. Als aanvulling op de besta-

ande onderzoeken is het interessant

om te onderzoeken waar in het traject,

organisatie en samenwerking zich bep-

aalde succes- en faalfactoren voordoen.

Zo onderscheidt dit onderzoek zich van

andere onderzoeksrapporten. De fo-

cus van dit onderzoek is vastgesteld in

overleg met opdrachtgever Alterra, het

onderzoek kan een aanvulling zijn op de

bestaande kennis en de bevindingen uit

het onderzoek kunnen dienen als input

in vervolgprojecten van het bedrijf.

Het door burgers vrijwillig onderhouden van onderdelen van het openbaar groen in eigendom van de gemeente, waarbij

het openbare karakter van het stuk groen wordt behouden.

Page 13: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

13

1.2 Probleemomschrijving

In deze paragraaf worden de prob-leemstelling, doelstelling en de defin-itie van de begrippen weergegeven.

1.2.1 Probleemstelling onderzoek

Vanuit de aanleiding wordt de prob-leemstelling geformuleerd. Vervol-

gens komt uit de probleemschets een beeld naar voren dat er beperkt inzicht is in het traject, de organisatie- en samenwerking van de betrokken partij. De probleemstelling is vertaald naar de hoofdvraag van dit onderzoek en de hypothese. De hoofdvraag voor het afstudeeronderzoek is als volgt:

Welke succes- en faalfactoren kunnen benoemd worden vanuit een onderzoek naar het traject van zelfbeheerproject-en in openbaar groen, waarin de organisatie en samenwerk-

ing van burgers en de gemeente centraal staan?

De hoofdvraag is vertaald naar de volgende deelvragen:

1. Wat zijn de redenen waarom burgers en gemeenten betrokken (willen) zijn in

zelfbeheerprojecten?

2. Welke organisatiestructuren kunnen aanwezig zijn in een zelfbeheerproject?

3. Op welke manieren kan de samenwerking in een zelfbeheerproject worden

vormgegeven?

4. In welke fasen en activiteiten kan het traject voor zelfbeheerprojecten in open

baar groen worden opgedeeld?

5. Welke succesfactoren kunnen benoemd worden bij zelfbeheer van openbaar

groen?

6. Welke faalfactoren kunnen benoemd worden bij zelfbeheer van openbaar

groen?

Page 14: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

14

Onderdelen uit de hoofd- en deelvragen

worden in de onderstaande figuur met

elkaar in verband gebracht in de vorm

van een conceptueel model. Hierin lopen

burgers en de gemeente door het traject

van een zelfbeheerproject waarin zij als

organisatievormen met elkaar samenw-

erken. Het traject bestaat uit bepaalde

fasen waarin activiteiten worden uitgevo-

erd (zie groene bollen, in willekeurige vol-

gorde geplaatst). De fasen en activiteiten

zullen in het vervolg van het onderzoek

verder worden gedefinieerd. Succes- en

faalfactoren kunnen in elk onderdeel van

het conceptueel model voorkomen.

Figuur 2: conceptueel model probleemstelling

Page 15: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

15

Voor mensen die weinig kennis en er-

varing hebben met zelfbeheer, kan het

logisch klinken dat het uitbesteden van

gemeentelijke onderhoudswerkzaam-

heden aan burgers een kostenbesparing

oplevert. Zo zijn ook wij met beperkte

kennis over zelfbeheer begonnen met

het onderzoek en is de volgende hypoth-

ese opgesteld:

De hypothese is ondergebracht in

deelvraag 1, kostenbesparing kan een

reden zijn voor een gemeente om zelf-

beheer te faciliteren. Of zelfbeheer van

openbaar groen werkelijk een kostenbe-

sparing kan opleveren voor de gemeente

zal in hoofdstuk 5 worden bevestigd of

weerlegd.

Zelfbeheer van openbaar groen levert een kostenbesparing op voor de gemeente.

1.2.2 Doelstelling onderzoek

Door middel van een analyse waarin

theorie, case study en een review van

drie experts gecombineerd wordt zal er

inzicht komen in de succes- en faalfac-

toren bij zelfbeheer van openbaar groen.

Hierbij zal helderheid verkregen worden

waar het traject van zelfbeheerprojecten

uit kan bestaan, hoe betrokken partijen

zijn georganiseerd en hoe samenwerking

tussen de betrokken partijen plaatsvindt.

Vanuit het onderzoek zullen wij als

onderzoekers aanbevelingen doen richt-

ing burgers en gemeenten die betrokken

zijn in zelfbeheerprojecten of deze willen

starten. De aanbevelingen kunnen zor-

gen voor een betere samenwerking tus-

sen burgers en gemeenten waarbij beide

partijen met zo min mogelijk tegensla-

gen het traject van een zelfbeheerproj-

ect kunnen doorlopen. Op deze manier

kunnen er meer succesvolle zelfbeheer-

projecten gerealiseerd worden. Hierdoor

wordt het voor andere burgers aantrek-

kelijker om ook een zelfbeheerproject op

te starten en wordt het voor de gemeente

aantrekkelijker om deze burgers hierbij te

faciliteren. Het is dan ook de bedoeling

dat met de voltooiing van dit onderzoek

bijgedragen wordt aan een mogelijke

schaalvergroting van zelfbeheer in open-

baar groen op de lange termijn.

De uitkomsten uit dit onderzoek zullen

voor Alterra dienen als aanvulling op

bestaande kennis binnen het bedrijf. Zo

kan dit onderzoek dienen als input voor

toekomstige projecten van Alterra. Daar-

naast zal het onderzoek online te vinden

zijn en beschikbaar zijn voor externe

onderzoekers en andere geïnteress-

eerden.

Page 16: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

16

1.2.3 Definitie begrippen

In deze paragraaf worden een aantal

belangrijke begrippen voor dit onder-

zoek gedefinieerd en in het vervolg van

dit rapport meerdere keren gebruikt. De

meeste van deze begrippen zijn specifiek

gedefinieerd voor dit onderzoek, andere

begrippen zijn afkomstig uit literatuur.

Zelfbeheer: Het door burgers vrijwillig

onderhouden van onderdelen van het

openbaar groen in eigendom van de ge-

meente, waarbij het openbare karakter

van het stuk groen wordt behouden.

Zelfbeheerder: Een zelfbeheerder is ie-

mand die op vrijwillige basis onderdelen

van het openbaar groen beheert wat in

eigendom is van een gemeente, waarbij

het openbare karakter wordt behouden.

Initiatiefnemer: Een persoon die be-

hoefte heeft en inzet toont om zelf in-

vulling te geven aan zijn/haar leefomgev-

ing. De gemeente kan ook initiatiefnemer

zijn van een zelfbeheerproject.

Traject: Hiermee wordt de af te leggen

weg bedoeld vanaf de initiatie tot en met

de uiteindelijke realisatie van een zelfbe-

heerproject.

Openbaar groen: Dit is een stuk grond

of groen in de vorm van een park, plant-

soen, groenstroken, bermen enz. binnen

een gemeente en is toegankelijk voor

derden. Openbaar groen kan ook besta-

an uit stadslandbouw.

Burgerparticipatie: De mate waarin de

burger kan participeren in de vormgeving

van de samenleving. Hierin kan de over-

heid een stimulerende en uitnodigende

rol hebben en de burger de mogelijkheid

geven om mee te denken. (Gemeente

Harlingen, 2011)

Burgerinitiatief: Een project waarin de

burger of een groep burgers de initiatief-

nemer is, niet de overheid.

Page 17: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

17

1.2.4 Afbakening

Zelfbeheer kan op vele aspecten onder-

zocht worden. Zonder een goede af-

bakening kan het onderzoek niet goed

gestuurd worden naar antwoorden op de

hoofd- en deelvragen. De afbakening is

naast de begripsdefinities tot stand ge-

komen door middel van een aantal punt-

en:

1. Zelfbeheer van openbaar groen is een

vorm van burgerparticipatie. Het onder-

zoek gaat echter niet in op methoden om

burgers te stimuleren om aan zelfbeheer

te doen.

2. In het onderzoek wordt literatuur

meegenomen over onderwerpen welke

voortkomen uit de hoofd- en deelvragen.

Andere literatuur wordt alleen meege-

nomen als een bepaald onderwerp on-

misbaar is als aanvullende informatie of

als het belangrijk is voor het weerleggen

of bevestigen van de hypothese.

3. In het onderzoek gaat het niet om zelf-

beheerprojecten zoals het onderhouden

van een boomspiegel of geveltuin, waa-

rbij de randvoorwaarden en overeen-

komst al vast staan.

4. Er worden alleen zelfbeheerpro-

jecten onderzocht waarbij zowel burgers

als de gemeente betrokken zijn. Er zijn

ook informele zelfbeheerprojecten waar-

voor de gemeente geen goedkeuring

heeft gegeven of waarvan de gemeente

niet afweet. Deze projecten worden niet

meegenomen.

5. Het onderzoek doet alleen uitsprak-

en over zelfbeheerprojecten waarin het

stuk openbaar groen in eigendom is van

de gemeente. Zelfbeheerprojecten van

openbaar groen in eigendom van een

woningcorporatie of ander soort bedrijf

zijn niet meegenomen in dit onderzoek.

6. In het onderzoek zijn vier case studies

meegenomen waarbij zowel een betrok-

ken burger als een betrokken ambtenaar

is geïnterviewd. Het aantal case stud-

ies is in overleg met de opdrachtgever

vastgesteld met de veronderstelling dat

onderzoek naar case studies in combi-

natie met een theoretisch kader en een

review van drie experts voldoende infor-

matie zouden opleveren om de hoofd- en

deelvragen te beantwoorden.

7. Het onderwerp ’kosten’ komt naar

voren bij de redenen voor gemeenten

om aan zelfbeheer te doen. De kosten

worden in dit rapport echter niet in de-

tail uitgewerkt met berekeningen of een

kosten-batenanalyse. Ook komen kosten

en inkomsten naar voren in het thema

beheer en budget in de case study. Hier-

bij wordt gesproken over het budget wat

zelfbeheerders gebruiken in een zelfbe-

heerproject, op welke andere manieren

zij aan geld komen en waar zelfbeheerd-

ers het verkregen geld aan uitgeven. Hoe

gemeentelijke budgeten voor zelfbeheer

tot stand komen en hoe deze verdeeld

worden over zelfbeheerprojecten worden

niet meegenomen in dit onderzoek.

Page 18: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

2. Onderzoeksontwerp

18

Page 19: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

19

2.1 Aanpak van het onderzoek

De aanpak van het onderzoek kan

worden onderverdeeld in vijf fasen; de

probleemanalyse, het onderzoeksont-

werp, dataverzameling, data-analyse en

de rapportage. Deze vijf fasen zijn geb-

aseerd op de werkcyclus voor praktijk-

gericht onderzoek (Verhoeven, 2010).

De probleemanalyse wordt opgesteld

vanuit een oriënterend onderzoek in lit-

eratuur. Het onderzoeksontwerp beschri-

jft welke methoden gebruikt worden om

een antwoord te krijgen op de hoofd- en

deelvragen. Hierbij is van belang welke

methoden gehanteerd worden om data

te verkrijgen, welke middelen hiervoor

nodig zijn en hoe de data wordt verwerkt.

Dataverzameling vindt plaats door mid-

del van het opstellen van een theoretisch

kader en het afnemen van interviews. De

interviews worden afgenomen bij amb-

tenaren en zelfbeheerders uit de vier

zelfbeheerprojecten. Bij de data-analyse

zal de verkregen data verwerkt worden,

hieruit worden conclusies getrokken en

verbanden aangeduid. Mogelijk worden

overeenkomsten of tegenstellingen met

bestaande literatuur benoemd en verk-

laard. Dit onderzoek resulteert in een

aantal aanbevelingen. De rapportage is

de verwoording en verbeelding van het

geheel. In figuur 3 is de inrichting van het

onderzoek schematisch weergegeven

volgens de vijf fasen.

In dit hoofdstuk worden de aanpak en de methoden van het onderzoek toegelicht. In

paragraaf 2.1 zal de aanpak van het onderzoek beschreven worden. In paragraaf 2.2

komen de verschillende methoden van onderzoek aanbod, zoals het gebruik van een

theoretisch kader en het afnemen van interviews.

Figuur 3: model onderzoek

Page 20: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

20

2.2 Verschillende methoden van

onderzoek en leeswijzer

Om onderbouwde antwoorden te geven

op de hoofdvraag en de deelvragen en

aanbevelingen te kunnen doen zal er

gebruik worden gemaakt van verschil-

lende onderzoeksmethoden. Hieronder

wordt per hoofdstuk weergegeven welke

onderzoeksmethoden gebruikt worden.

Hoofdstuk 3: Theoretisch kader

Dit hoofdstuk bestaat uit een verkenning

van literatuur en beleidsstukken van ge-

meenten over zelfbeheer van openbaar

groen. De onderwerpen die besproken

worden komen voort uit de hoofd- en

deelvragen: redenen van zelfbeheer, or-

ganisatie, traject, samenwerking en suc-

ces- en faalfactoren.

Hoofdstuk 4: Case study

Hierin wordt eerst een beschrijving ge-

geven van vier onderzochte zelfbeheer-

projecten waarbij interviews zijn afge-

nomen. De randvoorwaarden waaraan

deze zelfbeheerprojecten moesten vol-

doen staan beschreven in hoofdstuk 4.

Aangezien het vier zelfbeheerproject-

en betreft, kunnen deze projecten niet

gezien worden als een vertegenwoor-

diging van elk bestaand zelfbeheerproj-

ect. Van de vier zelfbeheerprojecten is

bij zowel een betrokken burger (zelfbe-

heerder) als een betrokken ambtenaar

een semi-gestructureerd interview afge-

nomen (de invulformulieren die hierbij

zijn gebruikt, zijn te vinden in bijlage 1 en

2). De notulen van de afgenomen inter-

views zijn opvraagbaar bij de auteurs. De

bevindingen uit de interviews worden in

hoofdstuk 4 toegelicht.

Hoofdstuk 5: Analyse, conclusies en

aanbevelingen

In hoofdstuk 5 worden de bevindingen uit

het theoretisch kader en de bevindingen

uit de interviews met elkaar vergeleken

en geanalyseerd. Hierin worden verban-

den, overeenkomsten en tegenstellingen

benadrukt. Deze bevindingen uit het

theoretisch kader en de case study zijn

voorgelegd aan drie onderzoekers als re-

view. Deze onderzoekers hebben veel er-

varing met projecten over stedelijk groen

en burgerparticipatie. Uit deze review

komt bevestiging of weerlegging van

bepaalde bevindingen of aanvullende in-

formatie. Uit de analyse van het theore-

tisch kader, de case study en de review

komen conclusies welke het antwoord

zijn op de deelvragen. Ook kunnen er an-

dere conclusies uitkomen, welke niet een

antwoord zijn op een deelvraag, maar

wel belangrijke informatie opleveren.

Daarnaast zal er een uitspraak gedaan

worden over de hypothese uit de prob-

leemstelling. Ten slotte zijn aanbevelin-

gen richting burgers en ambtenaren ge-

formuleerd.

Figuur 4: afnemen van een interview bij zelfbeheerder Simon Perquin

Page 21: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

21

Figuur 5 laat zien hoe de onderdelen van

het onderzoek elkaar opvolgen. Hierbij

is hoofdstuk 2 (onderzoeksontwerp) niet

meegenomen, aangezien deze alleen de

gebruikte methoden beschrijft en niet in-

houdelijk ingaat op het onderwerp.

Figuur 5: model onderdelen onderzoek en leeswijzer

Page 22: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Theoretisch kader3.

22

Page 23: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

23

3.1 Waarom zelfbeheer van open-

baar groen?

Zelfbeheer is een verschijnsel dat al jaren

bestaat. Het fenomeen heeft echter de af-

gelopen jaren meer aandacht gekregen

dankzij een toenemende wens voor een

doe-democratie en zelfredzaamheid

(Rijksoverheid, 2013). Deze wens komt

vanuit zowel de Nederlandse overheid

als vele burgers. Hiernaast zijn er ande-

re mogelijke redenen voor burgers en

gemeenten om een zelfbeheerproject te

starten.

In de meeste gevallen zijn één of meerd-

ere burgers de initiatiefnemer(s) van een

zelfbeheerproject. Meestal bestaan deze

burgers uit bewoners van het woonge-

bied waar het projectgebied voor zelf-

beheer ligt. Ook de gemeente kan de

initiatiefnemer zijn voor een zelfbeheer-

project of functioneren als initiator. Hier-

bij wordt een stuk openbaar groen als het

ware aangeboden aan bewoners van het

omliggende gebied of wordt door middel

van beleid indirect gestuurd op de reali-

satie van zelfbeheer (Gemeente Utrecht,

2008).

3.1.1 Redenen voor burgers

Een onderzoek over zelfbeheer van

openbaar groen in de Utrechtse wijk Wit-

tevrouwen onder ruim honderd burgers

leverde de conclusie op dat bewoners

vooral participeren uit eigenbelang (Mei-

js, 2012). Zij hebben er plezier in, willen

meebepalen hoe hun leefomgeving eruit

ziet en zien zelfbeheer als een manier

om buurtbewoners te leren kennen. Uit

het onderzoek blijkt ook dat naast ei-

genbelang, zelfbeheerders participeren

vanuit het idee dat beheer van open-

baar groen een plicht is van de burger.

Bewoners die graag in groen en natuur

werken zijn eerder geneigd mee te doen

met zelfbeheer van openbaar groen. Ook

wanneer men lid is van een vereniging in

groen of natuur zoals Natuurmonument-

en is men eerder geneigd om te partici-

peren in zelfbeheer van openbaar groen.

Het positieve effect op de gezondheid

door de aanwezigheid van groen wordt

bevestigd door een onderzoek onder ei-

genaren van volkstuinen (Maas, 2006).

Dit hoofdstuk bestaat uit een verkenning van literatuur over zelfbeheer van openbaar

groen. De onderwerpen die in dit hoofdstuk aan bod komen, komen voort uit de hoof-

dvraag. Er wordt ingegaan op redenen waarom burgers en gemeenten in zelfbeheer-

projecten betrokken (willen) zijn en waaruit het traject van een zelfbeheerproject kan

bestaan. Daarnaast biedt dit hoofdstuk inzichten over de organisatie en samenwerking

van de deelnemende partijen in dit traject. Naast deze onderwerpen kwamen er ook een

aantal andere onderwerpen naar voren die niet voortkomen uit de hoofdvraag, maar wel

belangrijk zijn om mee te nemen in het onderzoek.

Page 24: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

24

Uit een onderzoek van het CROW onder

46 Nederlandse gemeenten blijkt dat

60% de beeldkwaliteit met één of twee

niveaus heeft verlaagd (volgens CROW

standaarden). Deze niveau daling is zicht-

baar in het straatbeeld (CROW, 2014).

Burgers kunnen daarom een zelfbeheer-

project opstarten om de kwaliteit van het

groen in stand te houden of te verhogen.

3.1.2 Redenen voor gemeenten

De Databank Gemeentelijk Groenbeheer heeft van dertig gemeenten en vijf stads-delen onderzocht wat voor gemeenten de redenen zijn voor bewonerspartici-patie in gemeentelijk groenbeheer (Spi-jker, 2012). 73% gaf aan dat zij dit deden omdat dit de wens van de bewoners was. De andere gegeven redenen volgen elkaar op: sociale cohesie (53%), hogere kwaliteit groen (43%) en een kostenbe-sparing (33%). Zelfbeheer als kosten-besparing kan een reden zijn voor een gemeente om zelfbeheerprojecten te fa-ciliteren of te stimuleren, maar wordt ech-ter door meerdere literatuurbronnen te-gengesproken. (Gemeente Utrecht, 2014) (Partners+Pröpper, 2011) (De Hoog, 2013). Een onderzoek van het CROW onder 46 gemeenten concludeert dan ook dat nog niet eens 20% van de onderzochte

gemeenten een kostenbesparing heeft gerealiseerd door middel van zelfbeheer van openbaar groen (CROW, 2014). Het belangrijkste argument dat deze literatu-urbronnen laten zien, is dat de kleine be-sparingen op de beheerkosten worden overtroffen door de benodigde inzet van personeel ter ondersteuning van de zelfbeheerders. Ondanks dat zelfbeheer van openbaar groen geen bezuiniging-smaatregel zou zijn, kan het wel andere baten hebben die de investering waard zijn. De belangrijkste daarvan zijn sociale cohesie, meer burgerparticipatie en een hogere kwaliteit van het openbaar groen (Partners+Pröpper, 2011) (De Hoog, 2013) (CROW, 2014). Er zijn echter ook literatu-urbronnen die stellen dat zelfbeheer van openbaar groen wel degelijk een kosten-besparing kan opleveren (gemeente Old-ebroek, 2014) (Prins, 2011). Deze literatu-urbronnen spreken echter vanuit ambitie, niet uit ervaring. Deze stellingen kunnen daarom betwijfeld worden. In een onder-zoek over zelfbeheer van openbaar groen als kostenbesparing voor de gemeente Binnenmaas wordt gesteld dat zelfbe-heer een kostensparing kan opleveren wanneer er schaalvergroting plaatsvindt. In deze situatie zouden gemeenten veel grotere stukken openbaar groen moeten uitgeven in zelfbeheer (De Hoog, 2013).

Page 25: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

25

Concluderend kan er gezegd worden dat gemeenten aan zelfbeheer doen omdat het een wens van de bewoner is, om bur-gerparticipatie te stimuleren en om so-ciale cohesie te verhogen. Dat zelfbeheer de kwaliteit van het openbaar groen ver-hoogt, is voor gemeente niet de belangri-jkste reden om zelfbeheerprojecten te fa-ciliteren. Zelfbeheer als kostenbesparing is geen reden om zelfbeheerprojecten te faciliteren, een klein aantal gemeenten vormt hier een uitzondering op (Spijker, 2012).

3.2 Organisatie

In dit onderzoek, waarbij de focus ligt op burgers en gemeenten, zijn beide partijen in een bepaalde mate georganiseerd in een zelfbeheerproject. Bij een gemeente is deze organisatie al aanwezig, bij burg-ers verandert de organisatie gedurende het project.

3.2.1 Organisatie burgers

Een zelfbeheergroep kan bestaan uit burgers van verschillende soorten leeft-ijden en achtergronden. Astrid Meijs stelt vanuit haar onderzoek onder zelfbeheerd-ers in de Utrechtse wijk Wittevrouwen dat mensen van 55 jaar en ouder aanzienlijk meer participeren in zelfbeheerprojecten van openbaar groen dan mensen van een jongere leeftijd (Meijs, 2012). De woond-

uur is een andere factor die van belang is. Mensen die langere tijd in een buurt wonen, participeren meer dan mensen die kortere tijd in een buurt wonen. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat mensen die een woning hebben die di-rect grenst aan het openbaar groen meer participeren in zelfbeheer van openbaar groen dan mensen die een woning heb-ben die niet grenst aan openbaar groen. Door openbaar groen nabij de woning goed te onderhouden kan de waarde van de woning in stand blijven of verhoogd worden. Het onderzoek concludeert ook dat het hebben van veel vrije tijd, de ho-eveelheid uren die worden besteedt aan een baan en het doorbrengen van veel tijd in de buurt geen aantoonbare invloed hebben om mee te doen in zelfbeheer-projecten van openbaar groen. De organisatie van burgers verschilt per zelfbeheerproject en is afhankelijk van meerdere factoren zoals de hoeveelheid deelnemers en de ambitie van de zelfbe-heergroep. Een zelfbeheerproject waar-bij één boomspiegel wordt onderhouden heeft bijvoorbeeld een simpelere organ-isatie dan een zelfbeheerproject waar-bij een groep bewoners het openbaar groen in een hele wijk als projectgebied heeft. Bij grotere zelfbeheerprojecten zijn de belangen van meerdere individu-en te bundelen in een belangengroep. (Gameren, 2011)

Figuur 6: van individu naar organisatievorm (Gameren, 2011)

Page 26: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

26

Een belangengroep kan ervoor kiezen om zich te verenigen in een rechtsvorm (stichting of vereniging) (Gameren, 2011). Het realiseren van een rechtsvorm kan verschillende redenen hebben. Bewon-ers kunnen op deze manier meer massa maken. Ook kan er voor een rechtsvorm gekozen worden, omdat er zo een-voudiger geld kan worden verkregen vanuit subsidies, fondsen etc. Bij zelfbe-heer van openbaar groen verrichten de deelnemers werk op vrijwillige basis. Er kan echter geld nodig zijn voor grond, planten, gereedschappen etc. Voor het ontvangen van subsidies is het opricht-en van een rechtsvorm noodzakelijk (De Boer, 2013). Aangezien er bij zelf-beheer een maatschappelijk doel wordt nagestreefd en niet een commercieel doel, kunnen burgers kiezen om zich te verenigen in een vereniging of een

stichting. Een stichting heeft geen leden, wel een bestuur. De stichting kan een onderneming hebben en dus ook geld ontvangen en uitgeven. Eventuele winst moet besteed worden aan het realiseren van het maatschappelijk doel. De bestu-urders kunnen in loondienst zijn. Dit komt bij zelfbeheerprojecten echter niet vaak voor. Ook kan een stichting personeel in loondienst hebben (Kamer van Koophan-del, 2014). Een vereniging heeft een bestuur en leden en besluiten worden genomen in de ledenvergadering waarin elk lid een stem heeft. De ledenvergade-ring benoemt het bestuur. Ook de vereni-ging kan een onderneming hebben en geld ontvangen en uitgeven (Kamer van Koophandel, 2014). De winst die gemaakt wordt moet uitgegeven worden aan het behalen van het vooraf vastgestelde doel (Kamer van Koophandel).

Page 27: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

27

Onder betrokken burgers in zelfbeheer-projecten kan er een onderscheid ge-maakt worden tussen voortrekkers en de overige deelnemers. De voortrekkers zijn vaak de initiatiefnemers van een zelfbeheerproject. Zij doen vaak meer moeite om het zelfbeheerproject succ-esvol te realiseren. Zij beschikken over eigenschappen die gebruikt worden voor opstarten en realiseren van een initiatief voor zelfbeheerprojecten. Zij zijn bijvoorbeeld assertief, kunnen prag-matisch denken, tonen leiderschap en kunnen verbindingen leggen (De Boer, 2013). Wanneer het enthousiasme van een groep zelfbeheerders omlaag gaat, kan een voortrekker het zelfbeheerproj-ect redden (Bezemer, 2009).

3.2.2 Organisatie gemeente

De gemeente is een gelaagde organi-satie en is onderverdeeld in het bestu-urlijk domein en het ambtelijk domein (Gameren, 2011). Het bestuurlijk domein

beslist in welke mate een gemeente de mogelijkheid voor zelfbeheer opneemt in het beleid. Het bestuurlijk domein bestaat uit het college van B&W, de gemeenteraad en raadscommissies. De gemeenteraad is het hoogste orgaan in de gemeente en wordt elke vier jaar herkozen. Dit kan gevolgen hebben voor het beleid wat een gemeente hanteert voor zelfbeheer. De realisatie en voortzetting van zelfbeheerproject-en is dus in zekere mate afhankelijk van gemeenteraadsverkiezingen. Na de gemeenteraadsverkiezingen zou de machtsverdeling kunnen veranderen, waardoor bijvoorbeeld subsidies wegval-len voor zelfbeheer en sommige zelfbe-heerprojecten vast lopen. De wethoud-ers hebben elk hun eigen sector zoals economische zaken, stadsontwikkeling, beheer etc. Deze sectoren onder de wethouders vormen samen het ambtelijk domein.

Figuur 7: organisatiestructuur gemeente (Gameren, 2011)

Page 28: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

28

Het verschilt per gemeente bij welke sec-tor of afdeling zelfbeheerprojecten van openbaar groen worden ondergebracht. Het initiatief voor een zelfbeheerproject van openbaar groen kan door burgers op verschillende manieren binnengebracht worden bij de gemeente. Deze manieren worden verder behandelt in paragraaf 3.4.

Naast afdelingen kunnen gemeenten ook ambtenaren hebben als gebiedsmanag-ers, rayonmanagers en wijkmanagers. Deze personen hebben elk een deel van een gemeente als werkterrein waarin zij vele taken moeten uitvoeren. Eén van deze taken is het ondersteunen van be-woners wanneer zij een initiatief willen re-aliseren. De wijk- , gebied- en rayonman-agers zijn het eerste aanspreekpunt voor bewoners en moeten ervoor zorgen dat de behoeften in een woongebied erkent worden in het gemeentelijk apparaat (Gemeente Haarlemmermeer, 2013) (Ge-meente Nijmegen, sd) (Gemeente Breda, 2012). Het is dan ook niet ongebruikelijk dat zij bewoners helpen die een zelfbe-heerproject van openbaar groen willen realiseren. De wijk-, gebieds- en rayon-manager kunnen gezien worden als een handreiking van de gemeente richting de burger.

3.3 Samenwerking

Het uitbesteden van taken aan bewoners die normaal gesproken onder de verant-woordelijkheid van de gemeente vallen, is een verandering die niet altijd soepel verloopt. In een magazine over zelfbe-heer van openbaar groen in het gebied de Kempen zijn meerdere interviews met ambtenaren opgenomen en wordt over deze verandering het volgende gezegd: “Participatiemaatschappij, doe-democratie en de faciliterende overheid worden het devies de komende jaren. Dat vergt best nog wel een omslag in ons

denken en doen. Niet alles kan en moet in regels worden vastgelegd” (Nancy Hendriks, 2013).

In zelfbeheerprojecten van openbaar groen willen burgers iets realiseren op de grond van een gemeente. Het spreekt voor zich dat er samenwerking nodig is tussen beide partijen om deze zelfbe-heerprojecten succesvol te realiseren. Per project verschilt het hoe deze samen-werking wordt vormgegeven. De Nota Zelfbeheer van de gemeente Utrecht stelt dat sommige zelfbeheerders zelfstandig hun zelfbeheer project kunnen voortz-etten en hierbij nooit een beroep doen op de gemeente. Dit betreft dan vooral de mensen die een klein zelfbeheerproj-ect uitvoeren zoals het onderhoud van een boomspiegel, een plantenbak of een paar vierkante meter plantsoen (gemeen-te Utrecht, 2006). Bij meer complexe zelfbeheerprojecten kan de samenwerk-ing op verschillende manieren worden ingevuld.

In een verzameling handvatten voor zelfbeheer van een burgerwerkgroep in Rotterdam-Noord kwamen meerdere stellingen naar voren over samenwerk-ing met de overheid (Burgerwerkgroep Zelfbeheer Noord, 2013). De burgerwerk-groep stelde dat, om het initiatief bij burg-ers te laten liggen en bij te dragen aan de kans van slagen, er een meebewegende overheid als partner nodig is: waar nodig stimuleren en faciliteren, waar mogelijk de ruimte geven. Burgerinitiatiefnemers van zelfbeheer willen een overheid als partner die helder communiceert (met één gezicht), praktijkgericht is en zich aan de afspraak houdt. Daar richt de overhe-id zich op in; één loket, aandacht voor houding en gedrag bij medewerkers, een ambtenaar als loods en een zelfbeheer-paragraaf op alle beleidsterreinen. De burgers in de werkgroep stelden ook dat de overheid nu teveel wordt ervaren als

Page 29: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

29

een black box. Het zou op allerlei manie-ren botsen bij de overheid. De burgerw-erkgroep geeft een oplossing hiervoor: er moet een ambtelijk gezicht zijn met voldoende gewicht om dergelijke botsin-gen te voorkomen. Ook heldere commu-nicatie is van belang. De burgers kennen veel voorbeelden van initiatieven waaruit blijkt dat niet helder wordt gemaakt, waarom iets niet kan.

In een literatuuronderzoek naar succes- en faalfactoren in burgerprojecten kwam een risico naar voren in de samenwerk-ing tussen burgers onderling (De Boer, 2013). In burgerprojecten is er een kern van initiatiefnemers aanwezig. Deze kern van mensen is competent, sociaal, daad-krachtig en assertief. Deze groep burg-ers kan gezien worden als de ‘eigenaar’ van het betreffende project. Hierbij is het risico echter dat de minder sociale en/of minder assertieve burger niet of nauwel-

ijks bij deze projecten betrokken wordt. Een andere bevinding uit dit onderzoek is dat zonder een sterke eenheid binnen de zelfbeheergroep, deze uit elkaar kan vallen in kibbelende groepjes. Zo kan het project moeilijk een positie verwerven bij de gemeente en andere instellingen. Naast de onderlinge samenwerking bij de burgers kan de samenwerking bij de ambtenaren onderling ook een risico voor zelfbeheerprojecten vormen. Uit literatu-ur komt naar voren dat er veel profession-als zijn die niet in staat zijn om flexibel op te treden bij burgerinitiatieven (Raad voor het openbaar bestuur, 2012). “Zij geloven in een stijl van ruimte geven of juist van strakke begeleiding, terwijl schakelen tussen die twee de vereiste competentie is.” Het is belangrijk dat ambtenaren kun-nen schakelen tussen verschillende be-geleidingsstijlen bij zelfbeheerprojecten (Raad voor het openbaar bestuur, 2012).

Figuur 8: samenwerking tussen burgers op bewoners avond voor nieuw zelfbeheerproject in Amsterdam

Page 30: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

30

3.4 Traject

Voor het traject in zelfbeheerprojecten wordt de volgende definitie aangehaald: Alle activiteiten (in een keten) waar er sprake is van samenwerking tussen één of een groepje belanghebbenden en (een team van) professional(s) en waar weder-zijdse afspraken worden gemaakt, nad-rukkelijk ook over het deel waarvoor de belanghebbende (en eventueel zijn om-geving) zelf verantwoordelijk is (Ketens-netwerken, 2014). De definitie voor het traject van zelfbeheerprojecten is aange-past voor dit onderzoek naar zelfbeheer van openbaar groen: de weg die bewan-deld moet worden door de burger en de gemeente bij het in dienen van het initi-atief tot zelfbeheer van openbaar groen tot en met de uiteindelijke realisatie of beëindiging van een zelfbeheerproject.

In het handboek kadernotitie burgerpar-ticipatie van de gemeente Harlingen wordt een traject beschreven voor burgeriniti-atieven in het algemeen (Gemeente Har-lingen, s.d.). Hierbij worden de volgende vier fasen benoemd; voorbereidingsfase, interactieve fase, uitvoerende fase en evaluatiefase. In de voorbereidingsfase toetst de gemeente of het project wel of niet geschikt is als participatieproject en wordt er een plan van aanpak gemaakt. In de interactieve fase wordt er tussen de overheid en de burgers gecommuni-ceerd over de invulling van een project. Bij de uitvoeringsfase wordt een project werkelijk uitgevoerd. De evaluatiefase is nodig om zicht te krijgen op het resultaat. Deze fasen zijn bedoeld voor burgerpar-ticipatieprojecten en wellicht (gedeelteli-jk) niet toepasbaar op zelfbeheerproject-en.

3.4.1 Activiteiten

Een onderzoek waarin zelfbeheer als kostenbesparing centraal staat, zijn meer-

dere mogelijke activiteiten beschreven welke voorkomen voorafgaand en in een zelfbeheerproject vanuit het perspec-tief van de gemeente (De Hoog, 2013). De eerste genoemde activiteit in zelfbe-heerprojecten voor de realisatie is het toetsen van het project aan de randvoor-waarden die vooraf zijn opgesteld door de gemeente. Hierbij wordt onder ande-re gekeken naar de realiseerbaarheid, de continuïteit en creëren van draagvlak in de straat. Het creëren van draagvlak kan ook een randvoorwaarde zijn. Een belan-grijke reden voor gemeenten om deze randvoorwaarde te stellen is om klacht-en te voorkomen en continuïteit te ga-randeren. De derde stap is het opnemen van het zelfbeheer gebied in de beheer-systemen die de gemeente hanteert. De vierde stap die een gemeente uitvoert is het afsluiten van een contract. Dit geb-eurt samen met de zelfbeheerders. De helft van de gemeenten die zijn meege-nomen in het onderzoek van Wouter de Hoog (2013), hebben als vijfde uit te vo-eren activiteit het plaatsen van een zelf-beheerpaal of zelfbeheertegel (De Hoog, 2013). Dit element zorgt ervoor dat ge-meentelijke groenbeheerders of een an-dere aannemer weet dat het betreffende gebied in zelfbeheer is. De zesde stap die beschreven wordt is de werkelijke uit-voer van de onderhoudswerkzaamheden door de zelfbeheerders. Stap zeven en acht bestaan uit een evaluatiegesprek tussen de zelfbeheerders en de gemeen-te en een bedankactiviteit. Deze bedank-activiteit kan de vorm hebben van een brief, toespraak of presentje.

Page 31: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

31

3.4.2 Indienen van een initiatief bij de gemeente

De initiatiefnemers kunnen op ver-schillende manieren hun initiatief tot zelfbeheer indienen bij de gemeente (Gameren, 2011). In het schema hieronder zijn de manieren waarop een initiatief bij de gemeente terecht kan komen welke beschreven worden in literatuur samen-gevoegd in een schema (zie figuur 9).

De initiatiefnemer kan het initiatief indi-enen direct bij de gemeenteraad (A) van de desbetreffende gemeente. Bij het in-dienen van het initiatief via de gemeen-teraad dient er een schriftelijke verzoek aan de raad geschreven te worden of het initiatief kan ingediend worden via een politieke partij. Een andere manier van indienen van het initiatief is via de Raad-scommissie (B). Raadscommissies besta-an uit raadsleden, maar er kunnen ook burgers in worden benoemd. Commissies houden zich meestal met een bepaald beleidsterrein bezig. Het college kan ook commissies instellen, in de meeste geval-

len zijn dit commissies met een concrete taak, zoals bijvoorbeeld het beheer van sportaccommodaties of de toewijzing van woningen. Om in een vroegtijdig sta-dium invloed uit te oefenen, richten burg-ers en belangengroepen zich vaak op de raadscommissies (Overheid.nl, 2014). Het initiatief kan ook via de burgemeester en wethouders (C, D) bij de gemeente ingediend worden (deze vormen samen het college van B&W), dit is wel lastiger dan de andere wegen, maar het is wel mogelijk (Gameren, 2011). Dit kan mon-deling of via een brief. In het boek van de heer Van Gameren wordt beschreven dat de meeste initiatieven, via het amb-telijk apparaat (E) binnen komen. Vaak via degene die men kent vanuit zijn omgev-ing, bijvoorbeeld een wijkcoördinator of wijkmanager. Maar het kan ook via ande-re afdelingen van het ambtelijk apparaat binnen komen. Een route waarbij een initiatief niet via het bestuur maar via het ambtelijk apparaat binnenkomt, heeft het risico dat dit lang blijft hangen in interne procedures (Van Gameren, 2011).

Figuur 9: samenwerking tussen burgers op bewoners avond voor nieuw zelfbeheerproject in Amsterdam

Page 32: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

32

Zodra er een initiatief binnen komt, wordt deze getoetst op het beleid van de ge-meente (Gameren, 2011). Hiermee wordt gekeken of het initiatief past in het ge-meentelijk beleid. Hierbij is er sprake van een beleidsfilter waar alle initiati-even langs moeten voordat ze in behan-deling genomen worden (zie figuur 9). In sommige gevallen lijken initiatieven zeer waardevol en positief voor de ge-meente, maar als het initiatief niet past binnen het bestaande beleid, dan is de kans groot dat het initiatief niet actief door de gemeente wordt gesteund. Het beleidsfilter kan werken als barrière, om-dat de gemeente haar werkzaamheden programmeert vanuit een vier jarig col-legeprogramma (vastgesteld direct na de verkiezingen). Daarbij worden ook de mankracht en middelen vastgelegd. Een initiatief kan alleen worden goedgekeurd als het past in dit programma of als er de politieke wil is om het lopende program-ma aan te passen.

3.4.3 Randvoorwaarden en overeen-komst

Het is van belang om als gemeente vaste randvoorwaarden op te stellen voor zelf-beheerprojecten (Gemeente Amsterdam, 2012). Deze kunnen functioneren als han-dreiking voor initiatiefnemers al voordat ze hun initiatief indienen bij de gemeen-

te. Op deze manier is het helder voor be-woners waar ze aan toe zijn en waar ze over na moeten denken voordat ze een initiatief indienen bij de desbetreffende gemeente. Uit verschillende nota’s blijkt dat het vooraf opstellen van duidelijke voorwaarden belangrijk is voor zowel de gemeente als de initiatiefnemers voor zelfbeheer van openbaar groen. In de nota ‘’Zo groen, samen doen’’ (Gemeen-te Amsterdam, 2012) wordt beschreven dat duidelijke voorwaarden de gemeente een heldere richtlijn geeft om aanvragen voor zelfbeheer aan te toetsen en het maakt aan zelfbeheerders duidelijk wel-ke verwachtingen de gemeente van hen heeft. De vooraf opgestelde randvoor-waarden vanuit de gemeente kunnen worden opgenomen in de overeenkomst tussen de gemeente en de initiatiefne-mers. Maar er wordt ook gesteld dat het belangrijk is dat de overeenkomst niet alleen vanuit de gemeente wordt op-gesteld, maar in samenspraak met de ini-tiatiefnemers (Gemeente Utrecht, 2014). Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van algemene randvoor-waarden voor zelfbeheerprojecten. De voorbeelden zijn afkomstig uit de nota ‘’Zo groen, Samen doen’’ (Gemeente Am-sterdam, 2012) en uit de beleidsnotitie ‘’Zelfbeheer Openbaar Groen’’ (Gemeen-te Oldebroek, 2014).

Figuur 10: het ondertekenen van een zelfbeheercontract (www.ijsselmondenieuws.nl, sd)

Page 33: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

33

In de Nota ‘’Zo groen, Samen doen’’ (Ge-

meente Amsterdam, 2012) worden en-

kele voorwaarden, welke voor alle zelf-

beheerprojecten gelden, opgenoemd.

Hieronder zijn deze opgenomen.

• Zelfbeheer kan alleen als het groen

openbaar blijft, door de inrichting mag

niet de indruk gewekt worden dat het

gaat om privéterrein;

• Zelfbeheer kan alleen als de beeldk-

waliteit minimaal gelijk is aan – maar liefst

hoger dan - de beeldkwaliteit die door het

stadsdeel voor die locatie is vastgesteld;

• Zelfbeheer mag het verdere beheer van

groen in de openbare ruimte niet belem-

meren;

• Zelfbeheer moet bijdragen aan een

schone, hele, veilige openbare ruimte;

• Zelfbeheer moet gebeuren in overeen-

stemming met wet- en regelgeving;

• Verwachtingen moeten over en weer

helder zijn en worden vastgelegd in con-

venanten;

• Zelfbeheer vraagt structurele communi-

catie;

Vanuit de beleidsnotitie ‘’Zelfbeheer

Openbaar Groen’’ (Gemeente Oldebroek,

2014), zijn de volgende randvoorwaarden

opgesteld voor het in zelfbeheer nemen

van openbaar groen:

• Zelfbeheer kan alleen als de beeldk-

waliteit minimaal gelijk is aan- maar liefst

hoger dan de beeldkwaliteit die door ge-

meente Oldebroek voor die locatie is

vastgesteld.

• Zelfbeheer mag het verdere beheer van

groen in de openbare ruimte niet

hinderen.

• Zelfbeheer moet bijdragen aan een

schone en veilige openbare ruimte.

• Zelfbeheer moet gebeuren in overeen-

stemming met beide partijen en de gel-

dende wet- en regelgeving.

• Verwachtingen moeten over en weer

helder zijn en worden vastgelegd in een

contract.

• Zelfbeheer krijgt niet het karakter van

verlenging van een eigen tuin.

• Er mag geen chemische onkruidbestri-

jding worden gebruikt, ook niet voor lui-

zen, slakken of meeldauw bestrijding.

• Het plaatsen van objecten/bebouwing

(zoals muurtjes, schuren etc.) is niet

toegestaan, evenals het gebruik van be-

stratingmaterialen, palen, kunststof en

grind.

Page 34: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

34

Aansprakelijkheid

In zelfbeheerovereenkomsten is het geb-ruikelijk dat er afspraken worden gemaakt over aansprakelijkheid. Hierbij kan een gemeente gebruik maken van een jurist. In een onderzoek naar maatschappeli-jke initiatieven in de openbare ruimte en publiek toegankelijke gebouwen omtrent aansprakelijkheid zijn de werkwijzen van drie Nederlandse gemeenten meege-nomen en 67 burgerinitiatieven verspreid door het land (Verhijde & Bosman, 2014). In het onderzoek zijn de burgerinitiati-even onderverdeeld in vijf typen. Het risi-co van deze vijf typen burgerinitiatieven zijn met elkaar vergeleken en in een gra-fiek verbeeld waarbij een schaal van 1 tot 10 is gebruikt. Zelfbeheer van openbare ruimte heeft het laagste risico met een score van 3. (zie figuur 11)

Aansprakelijkheid betekent dat iemand verantwoordelijk gesteld kan worden voor schade. Vervolgens zal de schade vergoed moeten worden. In zelfbeheer-projecten zijn vier vormen van aansprake-lijkheid van belang (Verhijde & Bosman, 2014).1. Risico-aansprakelijkheid van de ge-meente2. Schuld aansprakelijkheid van zelfbe-heerders door eigen activiteiten3. Contractuele aansprakelijkheid4. Strafrechtelijke aansprakelijkheid in verband met een zorgplicht (in sommige gevallen)

Risico-aansprakelijkheid is verbonden met eigenaar zijn of iets in eigendom hebben en hierbij speelt schuld of toer-ekenbaarheid geen rol. Bij zelfbeheer van openbaar groen blijft de gemeente eigenaar van de grond. De gemeente heeft dus te maken met risico-aansprake-

lijkheid. Bij schuldaansprakelijkheid kan iemand het veroorzaken van een onge-luk verweten worden. Als je dus schuld hebt aan een ongeluk, kun je aansprake-lijk worden gesteld voor de schade. Wan-neer een zelfbeheerder bij werkzaam-heden voor het zelfbeheerproject schade aanricht bij zichzelf of aan de eigendom-men van de gemeente of andere parti-jen, dan kan hij/zij daarvoor verantwoor-delijk gesteld worden. Aansprakelijkheid kan ook voortkomen uit contracten of overeenkomsten zoals die ook in zelf-beheerprojecten worden gebruikt. Als de overeenkomst of het contract niet worden nagekomen door een andere partij en er schade wordt geleden als gevolg van deze contractbreuk, dan kan de eigen schade bij deze partij verhaald worden. Aansprakelijkheid is niet over te dragen door middel van een contract of overeenkomst. Wel kan een contract of overeenkomst een regeling bevatten waarbij (een deel van) de schade ver-haald wordt op een contractpartner. Dit zouden de zelfbeheerders kunnen zijn, of een zelfbeheerstichting of –verenig-ing. Strafrechtelijke aansprakelijkheid is gebaseerd op een strafbaarstelling uit het Wetboek van Strafrecht en komt niet vaak voor bij zelfbeheerprojecten. Schuld bij verwijtbaar handelen kan echter voor-komen. Een goed voorbeeld hiervan is de zorgplicht waarbij een zelfbeheers-tichting of zelfbeheervereniging er naar moet streven om veiligheid bij werkzaam-heden te garanderen. Dit is onder ande-re van belang wanneer er gebruik wordt gemaakt van zware machines. Mocht een zelfbeheervereniging of zelfbeheer-stichting niet voldoende maatregelen genomen hebben om de veiligheid van het zelfbeheerproject te garanderen, dan kan de vereniging of stichting hiervoor aansprakelijk gesteld worden.

Page 35: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

35

Het komt voor dat zelfbeheer van open-baar groen gecombineerd wordt met speeltoestellen. Gemeenten laten dit echter niet snel toe. Speeltoestellen bren-gen namelijk risico-aansprakelijkheid met zich mee. Zolang de speeltoestellen aan de eisen van de Warenwet Attractie- en Speeltoestellen voldoen, dan is het risi-co voor de gemeente om aansprakelijk gesteld te worden klein en zullen de kin-deren en hun ouders in eerste instantie aansprakelijk zijn (Verhijde & Bosman, 2014).

Figuur 12: zelfbeheer van speeltoestellen brengen grotere risico’s met zich mee

Figuur 11: risicoscores per type burgerinitiatief (Verhijde & Bosman, 2014)

Page 36: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

36

3.5 Succes- en faalfactoren

In de praktijk worden er vooral succes-factoren van burgerinitiatieven benoemd. De faalfactoren die benoemd worden zijn meestal omgekeerde succesfactoren (De Boer, 2013). Er kunnen allerlei oorzaken invloed hebben op waarom een zelfbe-heerproject niet succesvol is. Het kan zijn door uitval van de initiatiefnemer door verhuizing of ziekte, door geen vertrouw-en in de gemeente of andersom, zich niet houden aan afspraken enz. Om in beeld te brengen wat de succes- en faalfac-toren zijn van zelfbeheerprojecten, wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan de succes- en faalfactoren die een rol kunnen spelen tijdens een zelfbeheer-project vanuit literatuur.

3.5.1 SuccesfactorenEr wordt gesteld dat de belangrijkste factoren voor het slagen dan wel falen van een burgerinitiatief zijn het enthousi-asme, het doorzettingsvermogen en een duidelijk aanspreekpunt en duidelijkheid over het beleid binnen de gemeente (Jager-Vreugdenhil, 2014). Zonder en-thousiasme zullen andere partijen niet overgehaald worden tot het meewerken en meedenken over het zelfbeheerproj-ect. Als de initiatiefnemers niet met en-thousiasme werken en anderen niet kunnen overtuigen, zal het initiatief niet succesvol worden. Naast enthousiasme is het doorzettingsvermogen een belan-grijke factor. Tijdens het zelfbeheer van openbaar groen zullen initiatiefnemers vaak te maken hebben met zaken die niet snel van de grond komen. Door het vertonen van doorzettingsvermogen kan het project succesvol zijn. Bij succesvolle projecten is er vanaf het begin veel tijd gestoken in het verkrijgen van vertrou-wen en draagvlak bij medebewoners onderling. Op deze manier ontstaat ge-zamenlijke inzet en eigen verantwoor-

delijkheid bij inwoners. Daarnaast is het belangrijk dat er in het begin een succes-volle actie plaatsvindt, waardoor bewon-ers ervaren en laten zien dat als je iets wil het ook kan (De Boer, 2013). Hierdoor worden de medebewoners enthousiast en leidt het tot nieuwe ideeën. Dit heeft ook bij de gemeente een positief effect. Bij de gemeente ontstaat het vertrouwen in de wil en het ondernemerschap van de bewoners waardoor ze sneller bereid zijn om bestuurlijk en financieel ondersteun-ing te bieden. Door er samen de schoud-ers onder te zetten, krijgen bewoners het gevoel van eigenaarschap en ontstaat er trots op wat samen wordt bereikt (De Boer, 2013).

Als succesfactor wordt ook het op zoek gaan naar eigen kracht in de buurt beno-emd. Hiermee wordt bedoeld dat men op zoek moet gaan naar kennis en talenten van de bewoners om te kunnen benut-ten in het project. Soms is het verborgen en is het de kunst om dat te ontdekken en mensen zover te krijgen om mee te doen met het zelfbeheerproject (De Boer, 2013). De gemeente Amsterdam stelt dat er in een groep zelfbeheerders in een zelfbeheerproject sleutelfiguren aanwezig moeten zijn. Zij kunnen het project leiden en zorgen voor draagvlak bij andere bewoners (Gemeente Amster-dam, 2012). Een ander belangrijke suc-cesfactor voor burgerinitiatieven is de relatie tussen de initiatiefnemers en de gemeente (De Boer, 2013). De gemeente moet faciliteren en niet overnemen, als men dat wel doet vermindert het vertrou-wen en het ondernemerschap van de be-woners (De Boer, 2013). Bewoners willen het zelf doen met ondersteuning vanuit de gemeente, niet vanuit protocollen. De gemeente Amsterdam stelt dat gemeent-en naast een faciliterende rol ook een coördinerende rol moeten hebben (Ge-meente Amsterdam, 2012).

Page 37: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

37

Als een project kan starten met een klein startkapitaal of professionele ondersteun-ing vanuit de gemeente is de kans groter dat het project succesvol wordt (Gemeen-te Utrecht, 2014). In Utrecht kunnen burg-ers die starten met een zelfbeheerproject een aanvraag indienen voor bijvoorbeeld een financiële bijdrage maar kunnen wellicht ook grond, gereedschappen en plantmaterialen krijgen. Daarnaast kan er ook nog advies verkregen worden over onderhoudswerkzaamheden en wordt het snoei- en tuinafval opgehaald. In figuur 13 zijn de succesfactoren uit het theoretisch kader opgenomen in een ta-bel, waarin er een onderscheid wordt ge-maakt tussen succesfactoren vanuit de burger en succesfactoren vanuit de ge-meente. Daarnaast is er een succesfactor die voor beide partijen geldt, namelijk het creëren van vertrouwen.

3.5.2 Faalfactoren In de praktijk blijkt dat vooral succes-factoren van burgerinitiatieven worden benoemd en weinig faalfactoren. De faal-factoren die benoemd worden zijn mees-tal de omgekeerde succesfactoren (De Boer, 2013). Een belangrijk punt is, dat zolang het beleid niet helder is en bereik-

baar voor de inwoners, de communicatie tussen de burger en de gemeente niet effectief zal verlopen (Gameren, 2011). De gemeente zal geen keuzes kunnen maken en het initiatief zal niet getoetst kunnen worden op het beleid binnen de gemeente. Hierdoor is er naar de burg-er toe geen duidelijke reden waarom het initiatief niet in behandeling zal genomen worden of waarom het zolang duurt voor-dat de initiatiefnemer antwoord heeft op zijn aanvraag (Gameren, 2011). Uit theorie bleek dat de aanwezigheid van voortrek-kers in een zelfbeheerproject veel voor-delen heeft, echter is er het risico dat een voortrekker te sterk op de voorgrond kan staan waardoor andere personen in de zelfbeheergroep weinig inspraak hebben en hun gevoel van eigenschap voor het project verliezen (De Boer, 2013). In de afbeelding hieronder zijn de faalfactoren uit het theoretisch kader opgenomen in een overzichtelijke tabel waarbij er een onderscheid wordt gemaakt tussen faal-factoren vanuit de burger en de gemeen-te. Ook is er een faalfactor die voor beide geldt, namelijk het ontbreken van een aanspreekpunt.

Figuur 13: succesfactoren vanuit het theoretisch kader

Figuur 14: faalfactoren vanuit het theoretisch kader

Page 38: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

38

Case study4.

38

Page 39: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

39

4.1 Case beschrijvingen

Voor dit onderzoek zijn een viertal pro-

jecten onderzocht. De projecten moesten

voldoen aan een aantal criteria die vooraf

vastgesteld waren. De criteria waaraan

de projecten moeten voldoen zijn als vol-

gt:

- Looptijd van minimaal 1 jaar, omdat

in deze projecten al ervaringen zijn

opgedaan en zijn mogelijk al succes- en

faalfactoren naar voren gekomen.

- De grond is eigendom van de gemeente

en is openbaar toegankelijk. Specifieke,

dagelijkse openingstijden van het terrein

zijn mogelijk.

- Het openbaar groen wordt beheerd

door één of meerdere burgers, deze kun-

nen verenigd zijn in een rechtsvorm of

ander soort organisatie.

- Het betreft een project waarbij één of

meerdere ambtenaren van een gemeen-

te, deelgemeente of stadsdeel betrokken

zijn.

- De inwoners worden niet betaald voor

hun werkzaamheden, zij doen dit op vri-

jwillige basis.

In paragraaf 4.1 van dit hoofdstuk worden de projecten beschreven die voor het onder-

zoek zijn meegenomen. Vervolgens worden de bevindingen uit de interviews bes-

chreven in paragraaf 4.2.

12

3 4

Aan de hand van deze criteria en de bes-chikbaarheid van de respondenten zijn de volgende vier zelfbeheerprojecten onder-zocht:

1. Zelfbeheerproject Moestuin Rijk in Bar-endrecht2. Zelfbeheerproject Tuin op de Pier in Rotterdam3. Zelfbeheerproject het Nieuwe-Hoofd-hof in Amsterdam4. Zelfbeheerproject Experiment Zelfbe-heer Hoekwierde in Almere

Page 40: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

40

4.1.1 Project: Moestuin Rijk, Baren-drecht

Moestuin Rijk is gelegen op een klein stuk openbaar groen tussen het Kervellaantje en de Korianderhof in Barendrecht. De moestuin is gelegen aan een verkeersvrij plantsoen. Rondom de moestuin zijn en-kele rijtjeswoningen en een speeltuin gevestigd. Het is een vrij rustige buurt met een ruime opzet waarin voornamelijk rijtjeshuizen staan. Het is een buurt waar veel gezinnen met kinderen wonen. Op figuur 17 is te zien hoe het zelfbeheer-project is gesitueerd in de omgeving.

Moestuin Rijk is een educatieve biolo-gische buurtmoestuin. Inwoners uit de buurt kunnen zelf hun groente en fruit kweken. De moestuin is afgesloten met een hek zonder poort, zodat het altijd openbaar toegankelijk is. In de tuin is genoeg zitgelegenheid, ook is er voor kinderen een handwaterpomp waarmee ze de planten water kunnen geven. Kin-deren kunnen zo mee helpen om kennis op te doen over hun voedsel. Het doel van deze buurtmoestuin is om de kinderen uit de buurt kennis bij te brengen over het voedsel dat ze eten en waar voed-sel vandaan komt, hoe plantjes groeien, hoe ze samen kunnen werken en verant-woordelijkheid dragen voor hun leefom-geving. Naast deze doelstelling wilden de buurtbewoners graag een eigen ont-moetingsplek. Door een moestuin aan te

leggen hadden de inwoners uit de buurt een plek om elkaar te ontmoeten en de kinderen konden kennis opdoen over het kweken van groente en fruit. Hierdoor is er voor het initiatief niet bewust opzoek gegaan naar draagvlak. Draagvlak was er al, maar er ontbrak aan initiatiefnemers uit de buurt om het op te pakken en te realiseren. Het heeft dan ook niet veel moeite gekost om de buurt enthousiast te krijgen om mee te doen. Het concept van Moestuin Rijk met de doelstelling om kinderen te laten leren in de moes-tuin heeft de gemeente overtuigd om het initiatief te faciliteren. De werkzaam-heden in de moestuin bestaan uit onder andere het planten van de zaadjes, oog-sten, water geven van de plantjes enz. Er bevinden zich in de tuin geen grote struiken of bomen, de werkzaamheden bestaan dan ook niet uit groot snoeiwerk. De tuin is opgezet volgens een nul euro concept. Dit houdt in dat de initiatiefne-mers geen financiële steun krijgen vanu-it de gemeente. Ze regelen alles vanuit hun netwerken. Ook heeft de moestuin in 2012 de duurzaamheidprijs gewonnen, hiervoor kregen ze 2000 euro en hebben hiervan een kas gebouwd, een waterpo-mp gekocht en wat plantjes en struiken. Op figuur 15 hieronder is te zien dat kin-deren graag de werkzaamheden in de tuin verrichten. Op figuur 16 is te zien dat de wethouder officieel de moestuin opent samen één van de initiatiefnemers van het zelfbeheerproject.

Figuur 16: Opening van de moestuin. (Perquin, 2014) Figuur 15: Kinderen in de tuin. (Perquin, 2014)

Page 41: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

41

Figuur 17: Ligging Moestuin RijkFiguur 16: Opening van de moestuin. (Perquin, 2014)

Page 42: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

42

4.1.2 Project: Tuin op de Pier, Rotter-dam

Het zelfbeheerproject Tuin op de Pier is gelegen op het Lloydkwartier in Delf-shaven, Rotterdam. De tuin is gelegen op een terrein van ruim 7.500m2 braaklig-gende en verlaten bouwgrond in een oud havengebied van Rotterdam. Dit gebied werd door de buurtbewoners omge-toverd in een groene oase waar men kunnen recreëren, gezamenlijk voedsel verbouwen en vooral ook elkaar ont-moeten. Op figuur 20 is te zien hoe het zelfbeheerproject is gesitueerd in de om-geving. De eerste initiatiefnemer was een inwoner die uitkeek op een verloederde bouwlocatie die door een tegenvallen-de verkoop van omliggende woningen leeg bleef. Dit was niet gunstig voor het verkopen van haar woning. Ze betrok de buurt bij haar initiatief en al gauw bleek dat er meer inwoners waren die heel graag mee wilden werken. Uiteindelijk heeft de initiatiefnemer haar huis kunnen verkopen omdat ze niet meer uitkeek op een verlaten bouwlocatie, maar op een aantrekkelijke tuin die gezamenlijk wordt onderhouden door de buurt. Er zijn on-geveer 50 inwoners die actief meedoen en zijn aangemeld bij de stichting Tuin op de Pier. De stichting is onderverdeeld in verschillende werkgroepen; werkgroen

Moestuin, fruittuin, hondenveld, activiteit-en, communicatie enz. iedereen kan mee helpen en mee doen op vrijwillige basis. De buurtbewoners die de Tuin op de Pier beheren hebben ambitieuze doel-stellingen. De buurtbewoners willen niet alleen een grote moestuin, buurtpark, fruitboomgaard en hondenspeelveld re-aliseren, maar dat willen zij doen door het tuinieren en de voedselproductie zo du-urzaam mogelijk aan te pakken. Het park, de moestuin en de fruitboomgaard moet-en uitgroeien tot een ontmoetingsplek midden in de stad, waar jong en oud aan een gezamenlijk ideaal werken: een ge-zonde en groene leefomgeving. Hiervoor werken zij samen met minder validen, ouderen en kinderen. Een andere belan-grijke doelstelling van de stichting Tuin op de Pier is dat de buurtbewoners alles willen realiseren zonder subsidie. Alleen voor de grotere investeringskosten doen zij een beroep op fondsen. Voor kleine-re uitgaven kunnen bewoners en bedri-jven uit de buurt een bijdrage leveren als ‘vrienden van de tuin’. De zelfbeheerd-ers hebben een stichting gevormd om mee te kunnen doen met prijsvragen om gelden binnen te halen. Een andere re-den is dat het gaat om een grote groep en een grote locatie. In figuur 19 is de muur waar de ‘Vrienden van de Tuin op de Pier’ te zien.

Figuur 19: sponsering door de Vrienden van de Tuin.Figuur 18: Buurtbewoners helpen in de tuin.

Page 43: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

43

Figuur 20: ligging van Tuin op de Pier, Rotterdam

Page 44: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

44

4.1.3 Project: Nieuwe-Hoofdhof, Am-sterdam

Op Kattenburg, in het stadsdeel centrum van Amsterdam, ligt een binnenhof op tweehonderd meter van het Scheepvaart museum. Dit binnenhof genaamd het Nieuwe-Hoofdhof beslaat een groot op-pervlakte van ongeveer tweeduizend vierkante meter en bestaat uit onder an-dere openbaar groen, speelgelegenheid, zitgelegenheid, fietsparkeervoorzienin-gen en een klein aantal privé tuinen.

De binnentuin wordt afgeschermd door woningen bestaande uit onder ande-re grachtenpanden en appartementen van vijf bouwlagen hoog. Een groot deel van de woningen, welke eigendom zijn van een woningcorporatie, wordt bezet door studenten. De binnentuin is daar-om zowel een plek van recreatie als om te studeren. Op figuur 23 is te zien hoe het zelfbeheerproject is gesitueerd in de omgeving.

Dit zelfbeheerproject kent al een ges-chiedenis van ruim dertig jaar (gestart in 1983). De aanleiding voor het zelfbeheer-project was het optreden van een groep bewoners uit de omgeving die hun won-ingen wilden beschermen tegen nieuw-

bouwplannen. Een van de acties die zij gebruikten om hun woningen te bescher-men was zelfbeheer, een concept waar zij rond diezelfde tijd bekend mee war-en geworden. Ook was zelfbeheer van de binnentuin een efficiënt middel om verloedering tegen te gaan, Kattenburg was in die tijd een achterstandsbuurt. De groep waarmee men dertig jaar geleden begonnen is, ongeveer vijftien mensen van verschillende leeftijden, is vermin-derd tot één enkele zelfbeheerder in de persoon van Olga Meijer. Deze Amster-damse 55-plusser is de enige persoon die is overgebleven van de originele initiatiefnemers en beheert nu al vijftien jaar lang de tuin zelfstandig met beperk-te ondersteuning van de gemeente. Olga Meijer kan van een jaarlijks budget van de gemeente beplanting, grond, zaden, werkkleding en gereedschap kopen. On-danks dat zij het beheer vrijwel zelfstan-dig uitvoert heeft zij inmiddels met plezi-er de Binnenhof voorzien van een grote diversiteit aan beplanting waar alle om-wonenden van kunnen genieten.

Figuur 22: Ook zitgelegendheid met mooie zichtlijnenFiguur 21: Diverse beplanting in de tuin

Page 45: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

45

Figuur 23: Ligging het Nieuwe-Hoofdhof

Page 46: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

46

4.1.4 Project: Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, Almere

In de buurt Hoekwierde in het zuidelijk deel van de gemeente Almere wordt het openbaar groen door bewoners beheerd. Nadat het hoognodige groot onderhoud in de buurt was afgerond was de kwaliteit van het openbaar groen waar de gemeen-te naar wilde streven niet voldoende voor een groot deel van de bewoners. Ook had de gemeente bouwplannen in de buurt en in de directe omgeving. Hierbij zou een deel van het openbaar groen verloren gaan en zouden er woontorens opgeleverd worden welke ongunstig waren voor de leefbaarheid in Hoekwi-erde. Deze twee ontwikkelingen vormde de aanleiding voor een grote groep be-woners van ongeveer vijftig personen om het openbaar groen zelf te beheren. De groep inwoners bestaat vrijwel geheel uit mensen ouder dan vijftig jaar. Op figuur 26 is te zien hoe het zelfbeheerproject is gesitueerd in de omgeving.

Na veel overleg met de gemeente en ondersteuning van meerdere wethoud-ers en ambtenaren is in 2011 hun zelfbe-heerproject officieel gestart na het onder-tekenen van een leerovereenkomst door zowel de zelfbeheerders als de gemeen-te. Hierbij werd de intentie getoond door beide partijen dat zij van elkaar wilden

leren. In het proces hebben de zelfbe-heerders zich verenigd in een stichting. De stichting ontvangt budget van de gemeente wat gelijk is aan wat normaal besteedt zou worden aan een aannemer voor het beheer van het openbaar groen. Daarnaast heeft de stichting geldprijzen verkregen voor onder andere het beste beheerteam van Flevoland. De stichting gaat professioneel te werk, gebruikt de kennis en vaardigheden van haar leden, en laat zich wanneer nodig bijscholen. Het beheer bestaat uit een divers pakket van werkzaamheden zoals gras maaien, het aanleggen van insectenhotels en het creëren van educatieve wandelroutes. De Experiment fase van het zelfbeheer-project is nu door de stichting afgerond. Het voorlopige resultaat is openbaar groen met een hoger beeldkwaliteitsniv-eau dan voorheen en een buurt waar de sociale cohesie aanzienlijk is gestegen. Het Experiment Zelfbeheer Hoekwierde heeft binnen het ambtelijk apparaat van de gemeente Almere gezorgd voor een ware omslag in denkwijzen en werkmeth-oden om burgerinitiatieven te faciliteren. In figuur 24 is een inwoner uit de buurt het gras aan het maaien met een grote maaimachine. De inwoners zijn hier-in geschoold en weten wat ze aan het doen zijn. Naast de werkzaamheden in het openbaar groen zijn er ook andere werkzaamheden in het zelfbeheerproject

Figuur 25: Ook beheer insectenhotelFiguur 24: Ook gebruik van grotere machines

Page 47: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

47

in Almere, één hiervan is het onderhoud-en van het insectenhotel wat in figuur 25 te zien is. Naast het insectenhotel zijn er

ook meerdere bosgebieden die onder-houden worden door de inwoners.

Figuur 26: Ligging het Nieuwe-Hoofdhof

Page 48: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

48

4.2 Bevindingen interviews Voor dit onderzoek zijn er een aantal in-terviews afgenomen met de initiatiefne-mers van de hiervoor benoemde zelfbe-heerprojecten. Naast de initiatiefnemers zijn er ook interviews afgenomen bij de ambtenaren die betrokken zijn. Het be-treft semi-gestructureerde interviews waarbij op bepaalde onderwerpen kon worden doorgevraagd. In bijlage 4 is een tabel opgenomen met de uitkomsten uit de interviews. De notulen van de reviews zijn opvraagbaar bij de auteurs.

4.2.1 Inleiding

De volgende personen zijn geïnterviewd voor het onderzoek zelfbeheer van open-baar groen.• Eén van de Initiatiefnemers voor Moes-tuin Rijk in Barendrecht, Simon Perquin. Simon beheert samen met bewoners uit de buurt de Moestuin Rijk. • Beleidsmedewerker Openbare Ruimte Joyse Verschoor van de gemeente Bar-endrecht. Joyce heeft het burgerinitiatief voor de Moestuin Rijk in behandeling ge-nomen toen de burgers hun initiatief bek-end maakten tijdens de wijkregie avond in Barendrecht. • Initiatiefnemers Pieter de Jonge, Saskia

Risseeuw en Jan de Haas beheren samen met de bewoners en andere geïnteress-eerden uit de omgeving de Tuin op de Pier in Rotterdam. • Gebiedsmanager Bart Boerema van de deelgemeente Delfshaven in Rotterdam. Bart is contactpersoon van het zelfbe-heerproject Tuin op de Pier.• Initiatiefnemer Olga Meijer voor het Nieuwe-Hoofdhof in Amsterdam. Olga beheert de tuin alleen met beperkte ondersteuning vanuit de gemeente.• Gebiedsbeheerder Nicky Hijne, van het oostelijke deel van het stadsdeel Cen-trum. Het Nieuwe-Hoofdhof valt binnen haar aangewezen gebied. Zij is daarom betrokken bij het zelfbeheerproject van het Nieuwe-Hoofdhof.• Initiatiefnemer en bestuurslid Paul We-ber en andere beheerders Hans Lap en Bram Diemer van stichting Experiment Zelfbeheer Hoekwierde beheren een groot oppervlakte aan openbaar groen in Almere.• Wijkregisseur Thea Attevelt en Groen-beheerder Ouwe van der Molen van de gemeente Almere. Thea Attevelt en Ouwe van der Molen zijn als ambtenaren betrokken in het zelfbeheerproject van de Hoekwierde.

Page 49: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

49

4.2.2 Uitkomsten interviews

Om de bevindingen vanuit de interviews met de initiatiefnemers en de betrokken ambtenaren bij de meegenomen zelfbe-heerprojecten te kunnen benoemen, is er gekozen om te werken met een aantal thema’s. Deze thema’s zijn gekozen aan de hand van de onderwerpen die naar voren zijn gekomen in de afgenomen interviews. De volgende thema’s zijn als volgt onderverdeeld; aanleiding, rand-voorwaarden en overeenkomst, beheer, budget, organisatie, samenwerking, tra-ject, succes- en faalfactoren.

Aanleiding

Het is opvallend dat er bij de meege-nomen zelfbeheerproject verschillende aanleidingen speelde voor de initiatief-nemers en komen uit zowel negatieve situaties als positieve gedachten. Vanuit

een negatieve situatie was dit de aan-wezigheid van een bouwplaats waardoor een woning niet verkocht kon worden en het in stand houden van het openbaar groen omdat de gemeente dit niet kon doen op het gewenste kwaliteitsniveau. Vanuit een positieve gedachte was dit het creëren van een ontmoetingsplaats voor bewoners, het leren kennen van andere buurtbewoners, het overbrengen van kennis over planten en tuinieren aan kinderen en een plek om lekker te tuinie-ren.Geïnterviewde ambtenaren zeggen dat de betrokken gemeenten, ondanks het besteden van veel tijd en geld, zelfbe-heer van openbaar groen faciliteren van-wege meer sociale cohesie in het gebied en meer betrokkenheid van bewoners bij hun wijk. Een bijkomend positief effect wat werd genoemd is een hoog kwalite-itsniveau met een hoge diversiteit aan beplanting.

Figuur 27: Diversiteit in beplanting

“Zelfbeheer is geen situatie waar je vrij bent van kosten. Zelfbeheer kost geld, qua inzet en bemiddeling.” - Nicky Hijne, gebiedsbeheerder gemeente

Amsterdam

“Als er niet iemand anders gevonden wordt die het be-heer kan overnemen zal het worden overgedragen aan de gemeente. Dan zal de kwaliteit minder worden.” - Olga Meijer, zelfbeheerder van binnentuin

in Amsterdam

Page 50: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

50

Randvoorwaarden en overeenkomst

Bij het thema randvoorwaarden en over-eenkomst is het opvallend dat er vanuit de gemeente wordt benoemd om niet vooraf een lijstje te maken van wat wel en wat niet mag. Het werken volgens een vastpatroon of een protocol is niet gewenst bij zelfbeheerprojecten. Hier zijn zowel geïnterviewde ambtenaren als zelfbeheerders het over eens. Dit heeft te maken met het feit dat ieder zelfbeheer-project anders is, qua ligging, locatie, grote en wensen van de bewoners. Bij de meegenomen projecten was er ver-schil in welke partijen invloed hadden op het opstellen van randvoorwaarden en de overeenkomst. Hierbij was stichting Experiment Zelfbeheer Hoekwierde een uitschieter. Zij hadden veel invloed op het maken van de overeenkomst. Daar-naast is het bijzonder dat in dit project een leerovereenkomst wordt gehanteerd waarbij de stichting en de gemeente hun intentie uitspreken om tijdens het zelfbe-heerproject van elkaar te leren. Een ander punt wat naar voren komt tij-dens het afnemen van de interviews, bij zowel de initiatiefnemers als de amb-tenaren die het initiatief in behandeling nemen, is dat er onderduidelijkheden bestaan over de aansprakelijkheid bij zelfbeheerprojecten. Ondanks dat aansprakelijkheid meestal wel genoemd wordt in een overeenkomst weten burg-ers en ambtenaren niet precies hoe het zit met aansprakelijkheid. In sommige

gevallen werd er aangegeven dat er ook geen wens was om meer te weten over aansprakelijkheid.

Beheer en budget

Het openbaar groen wat in zelfbeheer is uitgegeven wordt niet altijd zelfstandig door de bewoners beheerd. In sommige gevallen, zoals bij de gemeente Amster-dam valt het beheer van bomen buiten zelfbeheerprojecten. Dit doen zij om het risico op ongevallen zo klein mogelijk te houden. Tijdens het interview met de ini-tiatiefnemers van de gemeente Almere wordt opgemerkt dat het aantal uren, dat bewoners kwijt zijn aan beheer van open-baar groen hoger ligt dan het aantal uren dat een groenbeheerder vanuit de ge-meente zou besteden aan het openbaar groen.

Het werkelijke beheer wordt door amb-tenaren beschreven als een leerproces. Ambtenaren verwachten niet dat een zelfbeheerder bij aanvang alles goed zal doen. De fouten worden dan ook toegestaan en er is geen streng toezicht op de kwaliteit. Bij de gemeente Almere ondersteunt een gemeentelijk groenbe-heerder de bewoners bij de werkzaam-heden. Dit heeft positieve gevolgen voor de kwaliteit en de samenwerking tussen zelfbeheerders en de gemeente.

Figuur 28: Gebruik van takenlijsten bij uitvoer beheer, Tuin op de Pier

Page 51: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

51

In de meeste gevallen kunnen bewon-ers een aanvraag doen voor financiële ondersteuning waarvan ze gereedschap en plantjes kunnen aanschaffen. Bij de meegenomen zelfbeheerprojecten zit een verschil in het krijgen van een bud-get. Bij Experiment Zelfbeheer Hoekwi-erde in Almere wordt het budget vast-gesteld aan de hoeveelheid geld die de gemeente kwijt zou zijn als zij zelf het on-derhoud zou voeren. Bij de andere pro-jecten wordt de hoogte van het budget dat wordt uitgegeven onder andere bep-aald door de grootte van het stuk open-baar groen. Naast de financiële steun vanuit de gemeente kunnen bewoners zich vestigen in een rechtsvorm. In twee van de vier meegenomen projecten is er gekozen voor een stichting. Door een stichting op te richten kan men gemak-kelijk gelden ontvangen. Het zelfbeheer-

project in Rotterdam, Barendrecht en Al-mere hebben geldprijzen gewonnen. Van dit geld kunnen zeer nuttige aankopen worden gedaan. Bij alle vier de zelfbeheerprojecten heb-ben bewoners hun netwerken gebruikt om aan benodigde middelen te komen. Dit kan veel geld schelen. In Barendrecht wordt dit zelfs alleen maar gedaan. Deze tuin wordt namelijk beheerd volgens het nul euro concept. Dit houdt in dat zij de tuin beheren zonder financiële onders-teuning vanuit de gemeente, bedrijven of andere instanties. In Rotterdam hebben de bewoners de ‘vrienden van de tuin’ ontwikkeld. Met een bedrag van 25 euro per jaar kunnen bewoners, bedrijven en andere instanties de tuin sponsoren (figuur 29).

Figuur 29: Sponsering bij Tuin op de Pier

Page 52: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

52

Organisatie

Het is opvallend dat bij iedere gemeente en ieder zelfbeheerproject een andere organisatiestructuur wordt aangehoud-en, dit is ook logisch, omdat niet ieder zelfbeheerproject hetzelfde is en niet bij iedere gemeente dezelfde afdelingen aanwezig zijn. Dit hangt af van het soort zelfbeheer, van de locatie, oppervlakte en de functie van het personeel binnen de gemeente (groenbeheerder, wijkman-ager of wijkregisseur enz.) De organisatie van zelfbeheerproject het Nieuwe-Hoof-dhof is daarnaast nog anders vanwege een onderverdeling van de gemeente in stadsdelen. Onder de zelfbeheerpro-jecten verschilt het of de gemeente hun groenbeheer normaliter uitbesteden aan een aannemer. Groenbeheerders binnen het gemeentelijk apparaat als aannemers vallen binnen de organisatie aangezien zij op de hoogte moeten zijn van het zelf-beheerproject. Bij Experiment Zelfbeheer Hoekwierde helpt de groenbeheerder de zelfbeheerders bij de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden.

Op figuur 16 is een schematisering te zien van de organisatie bij het zelfbe-

heerproject Moestuin Rijk in Barendrecht. De organisatieschema’s van de andere drie zelfbeheerprojecten hebben een vergelijkbare structuur. Een jurist of een aannemer hoeven niet altijd betrokken te zijn in project.

Het is belangrijk om als zelfbeheerder inzicht te hebben als bewoner in het ge-meentelijk apparaat. Hierdoor kunnen burgers de juiste personen benaderen voor het zelfbeheerproject. Een ander belangrijk punt wat naar voren komt is de aanwezigheid van voortrekkers in een zelfbeheerproject. De voortrek-kers krijgen veel voor elkaar en heb-ben netwerken binnen de gemeente. Dit maakt de informatie uitwisseling tussen de twee partijen makkelijker. Een belan-grijk punt bij de organisatie is de con-tinuïteit voor het project. Als voortrekkers wegvallen door verhuizing of ziekte wordt de continuïteit van het project niet geg-arandeerd. Dit speelt bij het zelfbeheer project het Nieuwe-Hoofdhof waarbij nog maar één zelfbeheerder is overgebleven en er vooralsnog geen kandidaten zijn die het kunnen overnemen.

Figuur 30: Schema organisatie zelfbeheerproject Barendrecht

Page 53: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

53

SamenwerkingSamenwerking is van belang op vier manieren. Tussen de gemeente en de burgers, tussen de burgers onderling, tussen ambtenaren onderling en tussen de zelfbeheerders en de overige bewon-ers uit de omgeving.Samenwerking tussen zelfbeheerders en de gemeente blijkt heel goed te kun-nen. Bij het zelfbeheerproject in Almere is door de bewoners zelf een workshop georganiseerd voor zelfbeheerders uit de stad en ambtenaren van de gemeen-te. Het doel van deze workshop was om de samenwerking tussen de twee parti-jen te verbeteren en laten zien dat het ook anders kan. Dit heeft geleid tot om-vorming van de werkwijze en protocollen die binnen de gemeente Almere al jaren gebruikt werden. Uit de afgenomen interviews blijkt dat het belangrijk is om één aanspreekpunt te hebben, zowel aan de kant van de burger als aan de kant van de gemeente. Hier-door is het duidelijk bij wie men terecht kan voor vragen of opmerkingen.

Bij het zelfbeheerproject in Barendrecht zijn niet veel afspraken gemaakt over de samenwerking onderling met de be-woners. Wie zin heeft om mee te helpen kan mee helpen. In Rotterdam is juist het tegenovergestelde, alle taken en activite-iten worden bij gehouden. Er worden no-tulen gemaakt en de uit te voeren taken met de naam van de bewoner komt in de tuin te hangen. Zo weet iedereen wie wat doet en welke taken gedaan zijn en wel-ke nog gedaan moeten worden. Een ander belangrijk punt wat naar voren komt is de bemiddeling vanuit de gemeente bij conflicten die ontsta-an zijn onderling bij de bewoners. Er is een gedeelde mening onder de geïnter-viewde ambtenaren dat de gemeente zich niet teveel moet mengen in conflict-

en tussen burgers onderling. Uitspraken vanuit de ambtenaren kunnen het conflict verergeren. In ernstige gevallen waarbij het uit de hand dreigt te lopen kan de ge-meente een sociaal werker inzetten om te bemiddelen bij het conflict.

Bij het zelfbeheerproject van Baren-drecht en Almere hebben ambtenaren zich moeten inzetten om andere ambten-aren te overtuigen om de aanvraag voor deze projecten goed te keuren, omdat er binnen het gemeentelijk apparaat niet voldoende draagvlak aanwezig was voor de zelfbeheerprojecten. In het geval van Experiment Zelfbeheer Hoekwierde in Al-mere heeft een wethouder ook gezorgd voor draagvlak.

Bij Moestuin Rijk is er een conflict gewe-est met bewoner uit de buurt die geen zelfbeheerder was, maar vond dat hij wel recht had op de oogst. Bij Experiment Zelfbeheer Hoekwierde is er mogelijke scheiding naar voren gekomen doordat overige bewoners zich wellicht buiten gesloten voelen.

Figuur 31: Snoeiafval wordt opgehaald door de gemeente in zelfbeheer-project het Nieuwe-Hoofdhof

Page 54: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

54

Traject

Het traject van een zelfbeheerproject bestaat uit een aantal activiteiten die zowel de initiatiefnemer als de betrokken ambtenaar moet doorlopen om tot uitein-delijk beheer van het openbaar groen te komen. De initiatiefnemer moet als eerste de aanvraag indienen bij de gemeente. Zoals bij de thema aanleiding wordt bes-chreven, kan de aanleiding voor beide partijen verschillend zijn. Opvallend bij het traject is dat er vanuit de gemeente geen vereiste is om een rechtsvorm aan te gaan in de vorm van een stichting of een vereniging. In de meeste gevallen, zoals bij het zelfbeheerproject in Rotter-dam en Almere hebben de bewoners bewust gekozen om een stichting te vor-men om gelden binnen te krijgen voor het zelfbeheerproject. Een volgende stap bij het traject is dat binnen de gemeente de aanvraag behandel moet worden. Ver-volgens kan de gemeente toestemming geven of de aanvraag afwijzen omdat het niet past binnen de gemeentelijk be-leid. Nadat de aanvraag is goedgekeurd wordt er een overeenkomst opgesteld waarin de randvoorwaarden en afsprak-en in worden opgenomen. In de meeste gevallen wordt de overeenkomst na ge-lopen door een jurist om na te gaan of alle afspraken goed is opgenomen in

de overeenkomst. Opvallend hierbij is dat bij een zelfbeheerproject niet altijd sprake is van een formele overeenkomst. In sommige gevallen kan de aanvraag goedgekeurd worden op een informele manier, zoals via de mail of telefonisch. Na de goedkeuring kan een opening van het zelfbeheerproject plaatsvinden. Opvallend bij de opening is dat niet alle zelfbeheerprojecten behoefte hebben aan een grote opening waar iemand van de gemeente bij aanwezig moet zijn. Bij grote zelfbeheerprojecten is dit meestal wel het geval bij wat kleinere zelfbeheer-projecten hoeft dit niet.

Na het sluiten van een overeenkomst kunnen bewoners aanspraak doen op fi-nanciële steun vanuit de gemeente. Het is per gemeente afhankelijk hoeveel bud-get zij hiervoor beschikbaar hebben en of ze financiële steun bieden aan zelfbe-heerprojecten. Bij de meegenomen zelf-beheerprojecten wordt deze financiële steun niet eenmalig gegeven, maar jaarli-jks. Daarnaast kan de gemeente ook nog gereedschappen uitlenen, dit gebeurt bijvoorbeeld bij het zelfbeheerproject in Almere, of er wordt personeel ingezet om zelfbeheerders te helpen bij het uit-voeren van onderhoudswerkzaamheden.

Figuur 32: officiële start van zelfbeheerproject Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, Almere (Bewonersgroep Hoekwierde, 2011)

Page 55: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

55

Succesfactoren

Tijdens het interview met de initiatiefne-mer en de betrokken ambtenaren die een initiatief in behandeling genomen hebben, is gevraagd wat volgens hen de belangrijkste succesfactoren waren bij zelfbeheerprojecten. De succesfactoren die benoemd werden tijdens de inter-views zijn in de afbeelding hieronder ver-beeld. De succesfactoren zijn verdeeld in activiteiten die voor de burger of voor de gemeente van toepassing zijn. De suc-cesfactoren die voor beide partijen van toepassing zijn, zijn in het midden van de afbeelding beschreven. Het gaat hierbij om de volgende punten: het hebben van een centraal aanspreekpunt, communi-catie onderling en een helder contract met duidelijke afspraken. In bijlage 4 is het volledige overzicht van de succes-factoren opgenomen. De grootte van het woord wordt bepaald in hoeverre deze factor in de interviews werd benoemd als belangrijk. Een aantal grotere woorden zijn dan ook meerdere keren genoemd in de afgenomen interviews.

Faalfactoren

Naast de succesfactoren is tijdens de interviews ook gevraagd naar de faal-factoren van zelfbeheerprojecten. In de meeste gevallen zijn faalfactoren omge-keerde succesfactoren. Maar er zijn ook faalfactoren die niet vanuit de succes-factoren benoemd zijn, zoals een tekort aan budget, geen handhaving en initiatief te veel in de gaten houden. Een ander faalfactor is dat de overheid geneigd is om grote obstakels op de weg te zien naar zelfbeheer, omdat ze uit ervaring weten wat er zou kunnen gebeuren. Bi-jvoorbeeld aspecten als vandalisme, aansprakelijkheid en continuïteit van het project kunnen mogelijke obstakels zijn. Als men niet oppast dan kan een persoon zich teveel richten op obstakels en verli-est men het grote verhaal uit het oog.

Figuur 33: succesfactoren vanuit de case study

Figuur 34: faalfactoren vanuit de case study

Page 56: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Analyse, conclusies en aanbevelingen

5.

56

Page 57: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

57

5.1 Analyse en conclusies

De analyse en de conclusies zijn opge-nomen per thema. De thema’s die behan-deld worden zijn aanleiding, randvoor-waarden en overeenkomst, beheer en budget, organisatie, samenwerking, tra-ject en succes-en faalfactoren. Met behu-lp van een data matrix zijn bevindingen uit het theoretisch kader, de case study van de vier meegenomen zelfbeheerproject-en en de review met elkaar vergeleken. Per thema is een deel uit de data matrix opgenomen. Vervolgens is hieronder de analyse beschreven. Ten slotte wordt de conclusie geformuleerd. Niet elke con-clusie is verbonden aan een deelvraag. Dit komt voort uit het feit dat tijdens het onderzoek door voortschrijdend inzicht extra onderwerpen zijn toegevoegd die niet direct uit de hoofdvraag voortvloei-en, maar toch dermate belangrijk zijn om mee te nemen in het onderzoek. Het gaat hierbij om de thema’s randvoorden en overeenkomst, en beheer en budget.

Het thema succes- en faalfactoren wijkt af in opbouw. Bij dit onderwerp konden de vele succes- en faalfactoren niet over-zichtelijk in een matrix worden weerge-geven. Er is vervolgens geconstateerd dat de succes- en faalfactoren beter op te delen zijn in de fasen van het traject. Op deze manier kan er gezien worden in welke fase(n) een factor van toepassing is.

De hypothese uit de probleemstelling be-treffende zelfbeheer als kostenbesparing is ondergebracht in de conclusie van het eerste thema: aanleiding.

Meer informatie over onderdelen uit de analyse bestaande zoals een analyse tabel van de vier projecten uit de case study, de analyse matrix en de notulen van de review, is opgenomen in bijlage 3,4 en 5.

Dit hoofdstuk bevat de analyse en de conclusies die hieruit zijn voortgekomen. Vervol-

gens zijn in dit hoofdstuk de aanbevelingen geformuleerd.

Page 58: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

58

5.1.1 Aanleiding

Voor burgers zijn de belangrijkste re-denen om aan zelfbeheer te doen so-ciale cohesie, het invloed uitoefenen op de leefomgeving en het gewoonweg fijn vinden om werkzaamheden in het groen uit te voeren (Meijs, Astrid, 2012). Het is gebleken dat met zelfbeheer burgers op verschillende manieren invloed kunnen uitoefenen op hun omgeving. Men wilt bi-jvoorbeeld graag iets creëren zoals een mooie binnentuin of het creëren van een hogere beeldkwaliteit bij het openbaar groen. In enkele gevallen kan zelfbeheer gebruikt worden om iets tegen te gaan zoals een lager kwaliteitsniveau door be-zuinigingen of ongewenste bouwplan-nen. Een overige reden voor burgers die voortkwam uit de case study is het kennis van groen overdragen aan kinderen.Voor gemeenten zijn sociale cohesie en stimuleren van burgerparticipatie de be-langrijkste redenen om zelfbeheer te fa-ciliteren (Spijker, 2012). Overige redenen voor gemeenten zijn dat zelfbeheer kan zorgen voor een hoger kwaliteitsniveau

en een grotere diversiteit aan beplanting.

De gemeente zet meestal niet in op zelf-beheer van openbaar groen als kosten-besparing, kosten voor onder andere contacturen en begeleiding zijn hiervoor te hoog (Gemeente Utrecht, 2014) (Part-ners+Pröpper, 2011) (De Hoog, 2013). Dit komt naar voren in zowel het theoretisch kader als de case study en wordt vanuit de review bevestigd. Een kostenbespar-ing bij schaalvergroting van zelfbeheer waarbij grotere stukken openbaar groen door gemeenten worden uitgegeven, komt naar voren in het theoretisch kader, maar wordt betwijfeld door de experts van de review. Deze mogelijke kostenbespar-ing bij schaalvergroting is namelijk afhan-kelijk van vele factoren. De belangrijkste hiervan is de mate van zelfredzaamheid van de burger in de toekomst. Burgers zouden dan zeer beperkt beroep moeten doen op contacturen en ondersteuning van betrokken ambtenaren.

Conclusie deelvraag 1: Wat zijn de redenen waarom burgers en gemeenten betrokken (willen) zijn in zelfbeheerprojecten?Burgers doen aan zelfbeheer om andere buurtbewoners te leren kennen (sociale cohe-sie), invloed uit te oefenen op de leefomgeving en omdat men het fijn vindt om in groen werkzaam te zijn. Gemeenten faciliteren zelfbeheer voor het verhogen van sociale co-hesie in wijken en buurten en om burgerparticipatie te stimuleren.

Een kostenbesparing door zelfbeheer lijkt niet mogelijk, omdat kleine besparin-

gen op het beheer worden overtroffen door tijd en kosten voor communicatie en

ondersteuning. Hiermee wordt de hypothese uit de probleemstelling weerlegd.

Een kostenbesparing bij schaalvergroting van zelfbeheer is onzeker en is voor-

namelijk afhankelijk van de mate waarin de burger zelfredzaam is in de toekomst.

Page 59: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

59

Bij grotere zelfbeheerprojecten kunnen geen vaste formats of protocollen gebrui-kt worden, hiervoor is maatwerk vereist zeggen geïnterviewde ambtenaren. Het is voor zowel zelfbeheerders als amb-tenaren wenselijk om van tevoren over-een te komen met randvoorwaarden en gezamenlijk een overeenkomst op te stellen. Naast de meest voorkomende randvoorwaarden zoals het hebben van draagvlak en het behouden van een openbaar karakter kunnen andere rand-voorwaarden, specifiek voor het betr-effende zelfbeheerproject, zo worden meegenomen. Op deze manieren weten beide partijen wat ze van elkaar kun-nen verwachten (Gemeente Amsterdam, 2012). Hierbij is het de kunst om alleen het nodige op te nemen in de overeen-

komst en zo een goede balans te houden in het maken van duidelijke afspraken en het geven van vertrouwen en vrijheid aan bewoners.

Zelfbeheer van openbaar groen is een participatievorm met een laag risico (Verhijde & Bosman, 2014). Aansprakeli-jkheid, wat in verschillende vormen ech-ter wel relevant is in zelfbeheerprojecten, vanuit het theoretisch kader, kwam niet sterk naar voren in de gebruikte overeen-komsten van de case study. Bij meerdere zelfbeheerders was er onduidelijkheid over aansprakelijkheid. Het bespreken van aansprakelijkheid kan daarom onze-kerheid tegengaan en problemen op de lange termijn voorkomen.

5.1.2 Randvoorwaarden en

overeenkomst

ConclusieTen behoeve van zowel de ambtenaren als de zelfbeheerders is het gewenst om proto-collen en formats niet te gebruiken en in plaats hiervan gezamenlijk randvoorwaarden te bespreken en deze op te nemen in een overeenkomst. Hierin kunnen standaard randvoorwaarden zoals het behouden van een openbaar karakter en het hebben van een vast aanspreekpunt aangevuld worden met andere randvoorwaarden specifiek voor het betreffende zelfbeheerproject. Bij het bespreken van randvoorwaarden kan aansprakelijkheid meegenomen worden om onzekerheid en toekomstige problemen te voorkomen.

Page 60: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

60

Het uitvoeren van onderhoudswerkzaam-heden in openbaar groen wordt benoemd als een leerproces. Ondanks dat veel kennis en vaardigheden te vinden zijn in het netwerk van zelfbeheerders kan het creëren van een goed verzorgd stuk openbaar groen voor sommigen lastig zijn. Daarom stellen ambtenaren mees-tal niet te strenge eisen aan het groen bij de startfase en kunnen zij ondersteun-ing bieden. Sommige onderdelen van het openbaar groen zoals bomen kun-nen door de gemeente in beheer blijven. Daarnaast kunnen bewoners zichzelf bij-scholen wanneer zij bijvoorbeeld aan de gang gaan met speciale plantensoorten of gereedschappen. Het organiseren van een opening van een zelfbeheer is niet gebruikelijk en is afhankelijk van onder andere het draagvlak onder bewoners en politieke belangstelling.

Het budget waar zelfbeheerders beschik-king over hebben in zelfbeheerproject kan verkregen worden uit verschillende bronnen. De gemeente heeft meestal een beperkt budget beschikbaar waar zelfbe-heergroepen beroep op kunnen doen. Naast de gemeente kunnen zelfbeheerd-ers ook geld verkrijgen via prijsvragen, subsidies en andere soorten fondsen. Om gemakkelijk geld te kunnen ontvan-gen via deze alternatieve methoden is het gebruikelijk dat er een rechtsvorm wordt opgericht: een stichting of vereni-ging. Uit de review komt naar voren dat hebben van een sterke zelfbeheergroep die voldoende financiële middelen heeft verkregen een signaal van vertrouwen afgeeft richting de gemeente dat de be-woners het zelf kunnen.

5.1.3 Beheer en budget

Conclusie Het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden is een leerproces voor zelfbeheerders en zij kunnen daarom in de startfase vaak niet voldoen aan te strenge eisen voor de beeldkwaliteit van het openbaar groen. Naast eigen inzet is ondersteuning vanuit de gemeente daarom een belangrijke stap in het leerproces.Het budget kan naast geld van de gemeente ook bestaan uit geld vanuit andere bron-nen. Voor het ontvangen van geld uit andere bronnen is het praktisch om een stichting of vereniging op te richten.

Page 61: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

61

Figuur 35: zelfbeheer voor gevorderden bij Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

“Vooral in deze tijd en in dit land zijn de mensen dermate intelligent dat er in een wijk zoveel kennis en kunde aanwezig is, vergelijkbaar of

meer dan de kennis en kunde in het gemeentelijk apparaat.” - Paul Weber, bestuurslid stichting Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Page 62: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

62

Literatuur toont aan dat zelfbeheerders

voornamelijk bestaan uit 55-plussers,

mensen die in de directe nabijheid van het

stuk openbaar groen wonen en mensen

die een affiniteit hebben met groen (Mei-

js , 2012). Een zelfbeheergroep besta-

at uit één of meerdere voortrekkers die

sociaal, uitgesproken en/of assertief zijn

en overige deelnemers. Vanuit literatuur

en interviews blijkt dat voortrekkers aan-

vullende functies en taken hebben. Zij

kunnen bijvoorbeeld in het bestuur zitten

van een stichting of vereniging van het

zelfbeheerproject, kunnen functioneren

als aanspreekpunt voor de gemeente en

de overige zelfbeheerders. Ook kan een

voortrekker de persoon zijn waar klachten

binnenkomen vanuit de buurt. Bij grotere

zelfbeheerprojecten is het gebruikelijk

dat zelfbeheerders zich verenigen in een

stichting. Dit wordt onder andere gedaan

voor het ontvangen van geld.

De gemeente is een gelaagde organisa-

tie met vele onderdelen (Gameren, 2011) .

Per zelfbeheerproject kan het verschillen

bij welke afdeling het project terecht komt

en welke ambtenaar ermee in aanraking

komt. In het geval van de meegenomen

zelfbeheerprojecten was het meestal ie-

mand die dichtbij de buurt stond zoals

een wijkregisseur of een gebiedsman-

ager. Ook was in meerdere gevallen een

ambtenaar betrokken van een uitvoeren-

de dienst in de vorm van een groenbe-

heerder of groenopzichter. Deze zorgde

voor ondersteuning. De gemeente kan

voor het opstellen van een overeenkomst

een jurist inschakelen. Ook voor bepaal-

de onderdelen die niet binnen het zelfbe-

heerproject passen, zoals het onderhoud

van bomen of het ophalen van snoeiafval

bij de zelfbeheerders, kan een gemeente

een aannemer inschakelen.

Toezicht kan gebeuren door zowel een

persoon als de gebiedsmanager of wi-

jkregisseur als iemand van de uitvoer-

ende dienst. Het houden van toezicht

gebeurt niet op vastgestelde momenten,

maar incidenteel of na het ontvangen van

een klacht.

5.1.4 Organisatie

Page 63: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

63

Op figuur 36 is een schema te zien waa-rop de organisatie in een zelfbeheerproj-ect is verbeeld.

Conclusie deelvraag 2: Welke organisatie structuren kunnen aanwezig zijn in een zelfbeheerproject?Een groep zelfbeheerders bestaat uit één of meerdere voortrekkers en de overige deel-nemers. Samen kunnen zij verenigd zijn in een rechtsvorm zoals een stichting of vereni-ging. Per zelfbeheerproject verschilt het bij welke afdeling en persoon het initiatief ter-echt komt binnen de gemeente. In deze afdelingen wordt het uitvoerend personeel aangestuurd door onder andere groenbeheerders, wijkmanagers en wijkregisseurs. Deze personen zijn het aanspreekpunt voor de zelfbeheerders en communiceren met de voortrekkers van een zelfbeheerproject. Uitvoerend personeel, een groenbeheerd-er of een groenopzichter kunnen functioneren als contactpersoon voor kwesties rond onderhoudswerkzaamheden.

Figuur 36: schema organisatie burgers en gemeente in een zelfbeheerproject

Page 64: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

64

De samenwerking in zelfbeheerprojecten vindt plaats op verschillende manieren: • Tussen de gemeente en de burgers. Bij de samenwerking tussen burgers en de gemeente kwam uit de literatuur en de interviews naar voren dat er gebruik ge-maakt moet worden van één aanspreek-punt bij de gemeente en de burgers (Burgerwerkgroep Zelfbeheer Noord, 2013). Bij de gemeente kan echter wel onderscheid gemaakt worden tussen een aanspreekpunt over zaken omtrent de uitvoer van de onderhoudswerkzaam-heden en een aanspreekpunt over or-ganisatorische aspecten.• Tussen burgers onderling. Vanuit de lit-

eratuur kwam een aandachtspunt naar voren over de onderlinge samenwerking tussen burgers (De Boer, 2013). Nameli-jk dat een voortrekker, die meestal het aanspreekpunt is voor de gemeente, meer macht heeft dan de overige deel-nemers in een zelfbeheerproject. Hier-door kan het voorkomen dat de meest sociale, aanwezige personen regie gaan voeren over een zelfbeheerproject. Hi-erdoor kunnen de belangen van overige deelnemers niet meegenomen worden. (Boer, 2013)

5.1.5 Samenwerking

“Burenruzies moeten burgers eigenlijk onderling oplossen. Voor de gemeente is het niet handig om zich daarmee te bemoeien. Soms kan je als gemeente beter geen kant kiezen, dan is het verstandiger om gewoon niks te doen.” - Nicky Hijne, gebiedsbeheerder gemeen-

te Amsterdam

Page 65: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

65

• Tussen ambtenaren onderling. In het theoretisch kader wordt gesteld dat amb-tenaren verschillende begeleidingssti-jlen hanteren (Raad voor het openbaar bestuur , 2012). Uit hetzelfde onderzoek blijkt dat er veel professionals zijn die niet in staat zijn om flexibel op te treden bij burgerinitiatieven. Het is belangrijk dat ambtenaren kunnen schakelen tussen verschillende begeleidingsstijlen bij zelf-beheerprojecten en hier flexibel mee om kunnen gaan (Raad voor het openbaar bestuur, 2012). Dit gegeven komt ook in de praktijk naar voren. Bij het zelfbe-heerproject Moestuin Rijk en Experiment Zelfbeheer Hoekwierde is er een interne discussie geweest over het wel of niet toestaan van het burgerinitiatief voor

zelfbeheer. Ambtenaren moesten elkaar overtuigen van het nut van het zelfbe-heerproject.• Tussen zelfbeheerders en de overige bewoners in een buurt of wijk. Overige bewoners uit de buurt kunnen zich buitengesloten voelen, omdat ze niet mee kunnen of willen doen met het zelf-beheerproject. Om het project toeganke-lijk te maken en conflicten te voorkomen kan een zelfbeheergroep daarom een transparante houding aannemen richting de overige bewoners. Dit kan door de ac-tiviteiten en afspraken bekend te maken naar de buurt en wijk door bijvoorbeeld nieuwsbrieven, flyers, (social) media etc.

Conclusie deelvraag 3: Op welke manieren kan de samenwerking in een zelfbeheer-project worden vormgegeven?Uit het onderzoek komt naar voren dat samenwerking niet alleen plaats kan vinden tussen de burger en de gemeente, maar dat er ook samenwerking plaats vind tussen burgers onderling, ambtenaren onderling en tussen de zelfbeheerders en de overige bewoners. In deze samenwerkingsvormen is transparantie en communicatie bepalend.

“De burgers en gemeente zijn gelijkwaardig, de ene helpt de ander.” - Thea Attevelt, gebiedsadviseur Almere Haven

Page 66: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

66

Het traject van een zelfbeheerproject kan vele activiteiten omvatten die door de burger, de gemeente of beide parti-jen uitgevoerd kunnen worden. De uit-voeringfase en evaluatiefase zijn in het traject voor burgerparticipatieprojecten (Gemeente Harlingen, s.d.) zijn ook toe-pasbaar in zelfbeheerprojecten. Daar-naast zijn de initiatie- en legalisatiefase toegevoegd. Desondanks dat sommige activiteiten niet gelden voor elk zelfbe-heerproject en er uitzonderingen plaats-vinden in welke fase een activiteit wordt uitgevoerd zijn er dus vier fasen te onder-scheiden: initiatie, legalisering, uitvoering en evaluatie. Deze vier fasen zijn van toe-passing bij elk zelfbeheerproject (met uit-zondering van kleine zelfbeheerproject-en zoals boomspiegels, bloembakken en geveltuintjes) welke goedgekeurd zijn door de gemeente. • De initiatiefase omvat onder andere de aanleiding, het creëren van draagvlak en het indienen van een aanvraag bij de ge-meente. • De legaliseringsfase start met het ont-vangen van de aanvraag en bestaat daar-naast nog uit de activiteiten waarbij rand-voorwaarden opgesteld worden, toetsing van die randvoorwaarden plaatsvindt en de betrokken burgers en de gemeente instemmen met een overeenkomst. • De uitvoeringsfase omvat het werkelijk uitvoeren van de onderhoudswerkzaam-

heden. Daarnaast zijn activiteiten opge-nomen die het uitvoeren van werkzaam-heden mogelijk maken. • De evaluatiefase begint niet wanneer de uitvoeringfase stopt, maar vindt tegeli-jkertijd plaats met de uitvoeringsfase. In de evaluatiefase vinden er activiteiten plaats waarin er gereflecteerd wordt op het zelfbeheerproject. Deze activiteiten kunnen als gevolg hebben dat er inpass-ing wordt gedaan in het zelfbeheerproj-ect, men komt dan weer terug bij de uit-voeringsfase. Ook kan het voorkomen dat er uit een evaluatieactiviteit een ve-randering wordt aangedragen waarvoor opnieuw toestemming nodig is van de gemeente. In dit geval komen de zelfbe-heerders weer terecht in de initiatiefase en zullen een aanvraag voor de voorg-estelde verandering moeten indienen. Ondertussen gaat de uitvoering gewoon door. Doordat men door middel van de evaluatiefase belandt in eerdere fasen kan het traject van een zelfbeheerproject gezien worden als een cyclus. Daarnaast blijven sommige activiteiten uitgevoerd worden in meerdere fasen. Zo kan het creëren van draagvlak bijvoorbeeld ook in de legaliseringsfase en de uitvoerings-fase van toepassing zijn. In figuur 37 zijn mogelijke activiteiten weergegeven in de vier fasen.

5.1.6 Traject

Page 67: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

67

Conclusie deelvraag 4: In welke fasen en activiteiten kan het traject voor zelfbeheer-projecten in openbaar groen worden opgedeeld?Een zelfbeheerproject bestaat uit een aantal mogelijke activiteiten. Deze activiteiten kunnen opgedeeld worden in vier fasen: initiatie, legalisering, uitvoering en evaluatie. De initiafase omvat de aanleiding en eindigt met het indienen van een aanvraag door burgers. De legalisering start met het ontvangen van de aanvraag door de gemeente en omvat de activiteiten die uitgevoerd worden om een initiatief goed te keuren en over-een te komen met randvoorwaarden. De uitvoeringsfase omvat de werkelijke uitvoer van het onderhoud en andere activiteiten die hiervoor nodig zijn. De evaluatiefase loopt gelijktijdig met de uitvoeringsfase en hierin reflecteert men op het zelfbeheerproject. Vervolgens kunnen nieuwe inpassingen of andere maatregelen voorgesteld worden waardoor men terug moet gaan naar de uitvoeringsfase of de initiatiefase (mocht er weer toestemming van de gemeente nodig zijn). Dit maakt het traject van een zelfbe-heerproject een cyclus.

Figuur 37: schema traject zelfbeheerproject

Page 68: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

68

5.1.7 Succes-en faalfactoren

In deze paragraaf wordt er ingegaan

op balangrijke succesfactoren die naar

voren zijn gekomen in het onderzoek.

Wanneer er een sterke noodzaak is voor

een zelfbeheerproject zijn mensen eerd-

er geneigd om zich hiervoor in te zetten.

Het project krijgt vaart, omdat burgers en

wellicht ook de gemeente wil dat het proj-

ect snel wordt gerealiseerd. Noodzaak

voor het project heeft dan ook een ver-

band met het draagvlak bij zowel burgers

als binnen de gemeente. Wanneer burg-

ers het zelfbeheerproject als belangrijk

ervaren zullen zij zelf de initiatiefnemer

zijn en zal het een grotere kans op suc-

ces hebben. Bij een zelfbeheerproject,

welke vanuit de gemeente is opgestart

waarvoor de betrokken burgers weinig

voelen, zal de continuïteit langzamer-

hand wegvallen.

Een burger kan in de initiatiefase met

een goede voorbereiding een zelfbe-

heerproject meer kans op slagen geven.

Zo kan er met een sterk concept en/of

een plan van aanpak sneller andere be-

woners worden overtuigd en ook de ge-

meente sneller kan worden overgehaald

om mee te doen. Het concept kan met

een goede presentatie en verspreiding

bij (sociale) media meer effect hebben.

Wanneer een burger laat zien dat hij een

goed plan heeft om een zelfbeheerproj-

ect te realiseren krijgt de gemeente meer

vertrouwen dat er niet te vaak ingegre-

pen moet worden of dat het project een

langere levensduur zal hebben.

Het draagvlak voor het zelfbeheerproject

is essentieel zowel in de omgeving van

het zelfbeheerproject als binnen de ge-

meente (De Boer, 2013). Wanneer andere

groepen bewoners uit de omgeving an-

dere visies hebben over de indeling en

het gebruik van de openbare ruimte kun-

nen er conflicten ontstaan. Ook als de ge-

meente een andere visie heeft en het be-

leid verandert kan dit nadelige gevolgen

hebben. Daarnaast is draagvlak nodig

om voldoende deelnemers te hebben die

bereid zijn onderhoudswerkzaamheden

te willen uitvoeren in de uitvoeringsfase

en zo de continuïteit te behouden.

Bij het opstellen en overeenkomen van

randvoorwaarden in de legalisatiefase

is het belangrijk dat dit in samenspraak

wordt gedaan. De gemeente zal moet-

en openstaan voor de randvoorden die

de burgers aanreiken en daarbij duideli-

jk moeten maken waarom iets wel of

niet kan. De overeenkomst moet (kort

en) duidelijk zijn. Obstakels kunnen later

voorkomen, de gemeente moet echter

de zelfbeheerders vertrouwen dat het

goed komt en zich niet richten op mogeli-

jke problemen in de toekomst. Het ver-

trouwen op de zelfredzaamheid van de

zelfbeheerders betekent echter niet dat

zij compleet losgelaten moeten worden

door de gemeente, enig contact en aan-

wezigheid wordt namelijk gewaardeerd.

De gemeente moet aan de ene kant lo-

slaten en vertrouwen en aan de andere

kant ondersteunen en contact houden, er

moet gezocht worden naar een balans.

Page 69: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

69

Er kunnen veel problemen voorkomen

worden door als zelfbeheergroep een

transparante houding aan te nemen. Zo

kunnen de andere bewoners in de om-

geving van het zelfbeheergebied op de

hoogte gehouden worden om klachten

te voorkomen. Ook het op de hoogte

houden van de gemeente door contact

te houden, evaluatie- en jaarverslagen

door te sturen blijft het vertrouwen op de

zelfredzaamheid van de zelfbeheergroep

behouden.

Het is belangrijk om als zelfbeheerders

door het traject heen het enthousiasme

te houden en doorzettingsvermogen te

tonen ondanks tegenslagen. Het hebben

van voortrekkers in het zelfbeheerproject

die beschikken over deze eigenschap-

pen is dan ook belangrijk (Gemeente Am-

sterdam, 2012). Een risico wat zich kan

vormen bij een dominante voortrekker is

dat deze voortrekker te veel macht naar

zich toetrekt waardoor bij andere zelfbe-

heerders het gevoel van eigenaarschap

verdwijnt. (De Boer, 2013).

Een zelfbeheergroep bestaat uit personen

met elk een eigen achtergrond. Het uit-

zoeken van de kennis en vaardigheden

bij deze personen en hun netwerk kan

vele voordelen opleveren (De Boer,

2013). Zo kan iemand met inzicht in het

gemeentelijk apparaat en traject het

zelfbeheerproject leiden naar realisatie.

Ook kan gebruik van het netwerk van de

zelfbeheerders extra financiële middelen

opleveren als deze door de gemeente

nog niet voldoende worden geleverd.

“Als gemeente moet je niet werken volgens vaste protocollen of rand-voorwaarden, ieder project is verschillend en heeft een andere aan-pak nodig.” - Bart Boerema, gebiedsmanager gemeente Rotterdam

Page 70: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

70

De vele succes- en faalfactoren welke

benoemd werden in theorie en de case

study zijn verwerkt in een overzichtelijk

schema (zie figuur 39) waarin te zien is

in welke fase deze factoren naar voren

komen en bij welke partij (burger, ge-

meente of beide) deze van toepassing

is. Een cirkel staat voor de burgers, een

driehoek voor de gemeente. Wanneer

er geen symbool voor een factor staat is

deze van toepassing op beide partijen.

“Het is één groot succes daar!” - Ouwe van der Molen, groenbe-heerder, over Experiment Zelfbe-

heer Hoekwierde.

“Wij vieren continue het succes!” - Simon Perquin, zelfbeheerder, Bar-

endrecht

Figuur 38: naast onderhoudswerkzaamheden uitvoeren hoort ook bijkleten en eten

Page 71: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

71

Conclusie deelvraag 5: Welke succesfactoren kunnen benoemd worden bij zelfbe-

heer van openbaar groen?

Het is niet alleen van belang dat burgers hun eigen persoonlijke eigenschapen zoals

een passie voor groen, enthousiasme en doorzettingsvermogen gebruiken. Er is heel

veel goeds te vinden in het netwerk van de zelfbeheerders, allerlei kennis, vaardigheden

en andere hulpmiddelen die een zelfbeheerproject tot een succes maken. Een goede

samenwerking tussen een zelfbeheergroep en de gemeente wordt bepaald door geb-

ruik te maken van een bereikbaar aanspreekpunt bij beide partijen en het behouden

van een transparante werkwijze. De gemeente als facilitator kan het gevoel van eige-

naarschap bij de burger laten door een juiste balans te zoeken tussen het geven van

vrijheid en het bieden van ondersteuning.

Conclusie deelvraag 6: Welke faalfactoren kunnen benoemd worden bij zelfbeheer

van openbaar groen?

Uit theorie en de case study komt naar voren dat de meeste faalfactoren omgekeerde

succesfactoren zijn. Overige faalfactoren zijn ontbreken van continuïteit door een tekort

aan deelnemers in zelfbeheergroep. Ook te dominante voortrekkers, die andere deel-

nemers in de zelfbeheergroep geen inspraak gunnen, zijn een bedreiging voor zelfbe-

heerprojecten. Het zien van aansprakelijkheid als obstakel door gemeenten kan een

faalfactor zijn aangezien zij zich hierdoor terughoudend kan opstellen. Als gemeente

moet er ook een juiste balans gevonden worden in het faciliteren, zowel teveel loslaten

als teveel toezicht houden kan werken als faalfactor. Ten slotte kan vandalisme de inzet

van zelfbeheerders tegenwerken en een externe faalfactor zijn.

“Er zijn binnen de gemeente Barendrecht meerdere initiatieven voor zelfbeheer opgestart, maar na een jaar of twee zijn deze weer overgenomen door de gemeente, omdat de initiatiefnemer wegvalt door ziekte of verhuizing.” Joyce Verschoor, beleidsmedewerker

Openbare Ruimte gemeente Barendrecht

Page 72: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

72

5.1.8 Eindconclusie

Nu de data uit het theoretisch kader, de case study en de review geanalyseerd zijn kan er antwoord gegeven worden op de onderzoeksvraag:

Welke succes- en faalfactoren kunnen benoemd worden vanuit een onderzoek naar het traject van zelfbeheerprojecten in openbaar groen, waarin de organisa-tie en samenwerking van burgers en de gemeente centraal staan?

In zelfbeheerprojecten zijn succes- en faalfactoren afkomstig van de verschil-lende betrokken organisaties en hun samenwerking. De organisatie van de zelfbeheerders verandert gedurende het proces, waarbij de zelfbeheergroep wordt aangedreven door voortrekkers die aanvullende kennis, vaardigheden en taken hebben. Zelfbeheerders kun-nen ervoor kiezen om zich te verenigen in een rechtsvorm. De organisatie van de gemeente is gelaagd en verschilt per zelfbeheerproject. Het initiatief kan worden ondergebracht bij verschillende afdelingen, zo kunnen wijkregisseuren, gebiedsmanagers en groenbeheerders betrokken worden. Naast de samenw-erking tussen de zelfbeheerders en de gemeente, is de onderlinge samenwerk-ing binnen deze partijen ook van belang. Daarnaast moeten de zelfbeheerders in een bepaalde mate samenwerken met andere bewoners uit de omgeving.

Er zijn vier fasen waarin succes- en faal-factoren zich kunnen afspelen. In de initi-atiefase kan met een goede voorbereid-ing draagvlak worden verkregen bij ambtenaren en bewoners uit de omgev-ing. Het is van belang dat in de legal-isatiefase de randvoorwaarden en de

overeenkomst in samenspraak worden opgesteld en dat er een balans wordt opgezocht tussen vrij handelen door de zelfbeheerders en begeleiding door de gemeente. De gemeente moet hier-bij de zelfbeheerders vertrouwen en bij hun het gevoel van eigenaarschap laten. De uitvoeringsfase is dan ook een leer-proces waarin de gemeente in de eerste maanden/jaar niet te strenge eisen moet stellen aan het openbaar groen van het zelfbeheerproject. De evaluatiefase loopt gelijktijdig met de uitvoeringsfase en is er voor de zelfbeheerders en de gemeente om zelf succes- en faalfactoren te her-kennen en in de toekomst opnieuw toe te passen of juist te voorkomen. Door heel het traject heen kunnen de kennis, vaar-digheden en andere hulpmiddelen die te vinden zijn in het netwerk van de zelfbe-heergroep toegepast worden voor aller-lei doeleinden. Daarnaast kunnen con-flicten en frustraties voorkomen worden door als zelfbeheergroep een transpar-ante houding aan te nemen waarin zelf-beheerders, overige bewoners en de ge-meente op de hoogte worden gehouden van ontwikkelingen. Om communicatie in goede banen te leiden is het handig om zowel als zelfbeheergroep en als gemeente één aanspreekpunt te han-teren, op deze manier wordt ook de ge-meente ontlast van veel contacturen. Ten slotte ligt een belangrijke succesfactor in de samenwerking binnen een zelfbe-heergroep. Zo is het van belang dat een voortrekker geen overmacht heeft en de wensen en belangen van elke deelnemer in een zelfbeheergroep worden meege-nomen in de besluitvorming.

In figuur 39 zijn de succes- en faalfactoren die plaatsvinden in de fasen afgebeeld.

Page 73: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

73

Figuur 39: de succes- en faalfactoren te zien in de fasen van het traject

Page 74: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

5.2 Aanbevelingen

Zelfbeheer van openbaar groen kan zowel voor de zelfbeheerders als de gemeente grote voordelen hebben. Met het oog op bijvoorbeeld meer groen, groen van hogere kwaliteit of een sociaal sterke buurt kan een zelfbeheerproject gestart worden. In het traject van een zelfbeheerproject kunnen echter allerlei belemmeringen en obstakels zorgen voor vertraging, frustratie en in het ergste geval beëindiging. De volgende aan-bevelingen dienen ervoor om dit alles te voorkomen. Hierbij is er een onderverdeling gemaakt in aanbevelingen voor burgers die een zelfbeheerproject willen opstarten of burgers die al in zelfbeheerprojecten betrokken zijn, en aanbevelingen voor ambtena-ren die een rol hebben in het faciliteren van een zelfbeheerproject. De aanbevelingen zijn in verband gebracht met het traject van een zelfbeheerproject (zie figuur 39 en 40).

5.2.1 Aanbevelingen richting burgers

1. Denk niet te simpel over het opstarten van een zelfbeheerproject. Het traject van een zelfbeheerproject zal waarschijnlijk niet zonder problemen doorlopen worden. Het onderhouden van een stuk openbaar groen is een leerproces waarbij kennis en vaar-digheden omtrent groenbeheer over de lange termijn verkregen worden. Daarnaast kan in de samenwerking niet alleen een gemeente aangetroffen worden met een ande-re visie op het openbaar groen. Ook kunnen tegenstrijdige belangen bij de bewoners in de omgeving en zelfs de eigen zelfbeheergroep zorgen voor commentaar en con-flicten. Een doelstelling voor een zelfbeheerproject is er één zijn voor een realistische lange termijn, het zou langer kunnen duren dan verwacht. Ondanks deze mogelijke obstakels kan een zelfbeheerproject voor verschillende positieve effecten zorgen op de leefomgeving en die van anderen, het is zeker de moeite waard!

2. Bedenk voorafgaand aan de aanvraag bij de gemeente een concreet plan op wel-ke manier het zelfbeheerproject gerealiseerd gaat worden. Dit is niet alleen prettig voor de zelfbeheergroep als richtlijn gedurende het doorlopen van het traject van het zelfbeheerproject. Ook kan door sterk presenteren van de noodzaak voor een zelfbe-heerproject en een concreet plan draagvlak gecreëerd worden bij andere burgers en de gemeente. Ambtenaren kunnen zich namelijk terughoudend opstellen bij zelfbe-heerprojecten, omdat het onduidelijk kan zijn wat er van de initiatiefnemers verwacht kan worden. Het kan daarnaast ook handig zijn om voor de aanvraag het gemeentelijk groenbeleid te lezen of te bespreken met de gemeente en zo mogelijk het initiatief hierop aan te passen.

3. Zoek in de omgeving van het projectgebied en netwerk van de zelfbeheergroep personen op die inzicht hebben in het gemeentelijk apparaat. Op deze manier kan makkelijker de juiste ingang gevonden worden voor de aanvraag van een initiatief. Mogelijk heeft de betreffende gemeente personeel in dienst die in hun takenpakket burgerparticipatie heeft. Deze ambtenaren hebben ervaring met burgerinitiatieven. Hi-erbij is het van bela ng dat er ook draagvlak is bij de gemeentelijke groenbeheerders en groenopzichters. Zij gaan over de dagelijkse bedrijfsvoering in het groenbeheer van uw gemeente. Zij kunnen ook invloed uit oefenen bij de keuze om wel of niet een keuze goed te keuren. Wanneer er verzet is bij het indienen van de aanvraag bij bepaalde per-sonen in de gemeente, probeer dan een andere ingang en geef niet op. Ondersteuning van bestuurders zoals wethouders kan hierbij een grote hulp zijn.

74

Page 75: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

4. Maak gebruik van de kennis, vaardigheden, talenten en andere hulpmiddelen die in het netwerk van u en de andere deelnemers in de zelfbeheergroep te vinden zijn. Ie-dereen heeft zijn eigen achtergrond. Zo zijn er professionals en hobbyisten aanwezig in het netwerk van een zelfbeheergroep die ingezet kunnen worden. Mensen met inzicht in het gemeentelijk apparaat, gepassioneerde tuinierders en personen met communi-catieve eigenschappen kunnen het zelfbeheerproject op verschillende vlakken verder helpen.

5. Neem als zelfbeheergroep een open, transparante houding aan met één bereikbaar aanspreekpunt. Door de gemeente en de omgeving (en eventueel media) op de hoogte houden van de ontwikkelingen, werkzaamheden en afspraken die gemaakt zijn blijft het vertrouwen en draagvlak behouden. Daarnaast worden zo ook frustraties en conflicten voorkomen. Door over één bereikbaar aanspreekpunt te beschikken is het voor de ge-meente en andere bewoners uit de omgeving makkelijk om te communiceren met de zelfbeheergroep. Zo weten zij bij wie zij terecht moeten voor opmerkingen en klachten.

6. Neem alle wensen en belangen van elke persoon in de zelfbeheergroep mee in de voortzetting van het zelfbeheerproject. Een voortrekker kan meer op de voorgrond sta-an dan andere deelnemers en overtuigd zijn van zijn/haar ideeën. Het is van belang dat elke deelnemer zich laat horen, voortrekkers hier ruimte voor geven en de ideeën van elke deelnemer serieus nemen.

7. Oefen invloed uit als zelfbeheergroep bij het opstellen van de randvoorwaarden en de overeenkomst met de gemeente. Vraag door op bepaalde onderwerpen en probeer onduidelijkheden te verhelderen. Ook is het verstandig om vast te leggen in welke manieren aansprakelijkheid van toepassing is. Door te zorgen voor een duidelijk con-tract waarin de zelfbeheergroep en de gemeente gelijkwaardig inspraak hebben weten beide partijen wat ze van elkaar kunnen verwachten. Zo worden misverstanden (onbe-grip, conflicten en andere problemen) later in het traject voorkomen.

8. Vraag ondersteuning bij de gemeente alleen wanneer dat nodig is. De gemeente hecht grote waarde aan de zelfredzaamheid van haar burgers. Er moet beseft worden dat betrokken ambtenaren in een zelfbeheerproject een beperkt aantal uren beschik-baar hebben om te besteden aan een zelfbeheerproject ondanks dat zij er misschien positief tegenover staan. Het werkt goed als de zelfbeheergroep de vragen bundelt, zodat niet voor elke kwestie apart de gemeente benaderd wordt.

Figuur 40: aanbevelingen richting burgers opgedeeld in fasen traject

75

Page 76: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

5.2.2 Aanbevelingen richting betrokken ambtenaren

1. Faciliteer zelfbeheer van openbaar groen niet om kosten te besparen. Het realiseren van een kostenbesparing is lastig aangezien er veel tijd en geld zit in ondersteuning en communicatie met zelfbeheerders. Zelfbeheer kan daarentegen wel gerealiseerd worden om sociale cohesie in een gebied te verhogen, zelfredzaamheid van burgers te stimuleren en de kwaliteit van het openbaar groen in te stand te houden.

2. Laat zelfbeheerders zelf met een eigen plan komen. Door het initiatief bij hun neer te leggen kan getoetst worden of de zelfbeheerders wel serieus zijn en hoeveel moeite ze bereidt zijn te doen. Wanneer een zelfbeheergroep dan al afhaakt weet je dat het project niet lang stand zal houden.

3. Help zelfbeheerders bij de coördinatie door het gemeentelijk apparaat. De gelaagde organisatie van een gemeente kan door burgers ervaren worden als complex en on-bereikbaar. Geef daarom aan bij wie de zelfbeheerders moeten zijn voor bijvoorbeeld het indienen van een aanvraag of het voor elkaar krijgen van andere zaken.

4. Neem als gemeente een risico. Continuïteit van een zelfbeheerproject is niet vast te leggen in een overeenkomst. Burgers kunnen namelijk niet gedwongen worden om vrijwillig werk te verrichten wanneer zij vanwege verschillende redenen vertrekken uit een zelfbeheergroep. Het enige wat een gemeente hierbij kan doen is het eisen van meerdere initiatiefnemers en draagvlak in de omgeving.

5. Gun zelfbeheerders inspraak in het opstellen van randvoorwaarden en een overeen-komst en leg uit waarom iets wel of niet kan. Ondanks dat het voor een gemeente pret-tig kan zijn om randvoorwaarden en protocollen op te leggen aan een zelfbeheergroep kan dit het gevolg hebben dat een zelfbeheergroep het gevoel van eigenaarschap voor het zelfbeheerproject verliest en zich niet kan vinden in de randvoorwaarden. Door randvoorwaarden en de overeenkomst in samenspraak op te stellen en zelfbeheerders invloed te laten uitoefenen zijn zij niet alleen eerder geneigd om zich aan de overeen-komst te houden. Ook kan dan een balans worden opgezocht tussen het loslaten van de zelfbeheerders en het geven van ondersteuning. Zo wordt het gevoel van eigenaar-schap behouden.

6. Bespreek aansprakelijkheid met de zelfbeheergroep. Ondanks dat zelfbeheer van openbaar groen een laag risico heeft is het echter voor beide partijen verstandig om mee te nemen in besprekingen. Zo kunnen, mochten kwesties rondom aansprakeli-jkheid toch plaatsvinden, onduidelijkheden en frustraties voorkomen worden.

7. Hanteer één aanspreekpunt voor zowel de zelfbeheergroep en de gemeente. Voor beide partijen is het prettig om te weten met wie er gecommuniceerd moet worden. Op deze manier kan ook voorkomen worden dat de gemeente veel tijd kwijt is door contact te houden met meerdere mensen in één zelfbeheergroep. Mocht er behoefte zijn aan ondersteuning bij onderhoudswerkzaamheden kan er door een gemeente gekozen worden om een extra persoon binnen de gemeente, bijvoorbeeld een groenopzichter of groenbeheerder als aanspreekpunt aan te wijzen.

76

Page 77: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

8. Stel niet te strenge eisen aan het openbaar groen in de startperiode (eerste jaar) van een zelfbeheerproject. Vooral voor zelfbeheerders met weinig ervaring in tuinieren is uitvoeringsfase een leerproces waarin vaardigheden op de lange termijn worden opgebouwd. Te strenge eisen voor het openbaar groen vanuit de gemeente kunnen ontmoedigend werken en ervoor zorgen dat zelfbeheerders opgeven. Het geven van vrijheid in die periode en eventueel ondersteuning kan de zelfbeheerders helpen om te werken naar een stuk openbaar groen van hoge kwaliteit.

9. Houd contact. Ook al kost het tijd, zelfbeheerders ervaren aanwezigheid van de ge-meente in een zelfbeheerproject als prettig. Het benodigde contact zal naarmate het zelfbeheerproject vordert afnemen in frequentie. Het is echter aan te raden om ook wanneer een zelfbeheerproject prima loopt en weinig ondersteuning nodig heeft toch af en toe het gezicht te laten zien als gemeente. Zo blijft de gemeente toch betrokken en krijgt een zelfbeheergroep niet de gedachte dat de gemeente geen waarde hecht aan het zelfbeheerproject.

Om in de toekomst wellicht een kostenbesparing mogelijk te maken bij schaalvergroting van zelfbeheer van openbaar groen, wordt er aangeraden om aanvullend onderzoek te laten uitvoeren. Een onderzoek waarbij meer informatie gegeven wordt over hoeveel tijd en kosten ambtenaren nou eigenlijk kwijt zijn aan communicatie en ondersteuning zou kunnen helpen om te bepalen op welke termijn een kostenbesparing bij schaalver-groting mogelijk is en in hoeverre de burger werkelijk zelfredzaam zou moeten zijn.Verder onderzoek over randvoorwaarden en overeenkomst wordt ook aangeraden. Dit onderzoek leverde niet voldoende informatie om te bepalen welke randvoorwaarden in de overeenkomst zelfbeheerproject moeten staan en welke weggelaten kunnen worden.

Figuur 41: aanbevelingen richting gemeenten opgedeeld in fasen traject

77

Page 78: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Bronvermelding

Het was voor ons als HBO-studenten

een uitdaging om deze afstudeerstage

succesvol af te ronden. Het kwalite-

itsniveau wat gehanteerd wordt bij het

afstudeerbedrijf Alterra, een onder-

zoeksinstituut verbonden aan een uni-

versiteit, ligt hoger dan wij gewend zijn

op de Hogeschool Rotterdam. Dit was

echter juist de reden waarom wij dit

bedrijf gekozen hadden, namelijk om

veel te kunnen leren. In dit opzicht was

deze afstudeerstage een groot suc-

ces. Zo zijn onze vaardigheden in het

toepassen van onderzoekstechniek-

en, schrijfstijl en rapportage vergroot.

Daarnaast hebben wij uiteraard nieu-

we inzichten en kennis verkregen over

zelfbeheer van openbaar groen, een

onderwerp wat ons beide aanspreekt.

Hierbij was de inbreng van ervaren

onderzoekers bij Alterra een grote

hulp.

De samenwerking onderling hebben

wij als prettig ervaren. Wij hebben

elkaar door het proces heen kunnen

helpen en de ruimte gegeven om com-

petenties te ontwikkelen. De discussie

die onderling gevoerd werd geduren-

de het afstudeerproject was essentieel

voor het in goede banen leiden van het

onderzoek.

Nabeschouwing

| Beltman, H. (2012). Burgerprojecten in zorg en

welzijn. Vilans. --- Bewonersgroep Hoekwierde. (2011).

Experiment Zelfbeheer Hoekwierde. Opgehaald van

Bewonersgroep Hoekwierde: http://www.hoekwierde.

nl/?page_id=1265 --- Bezemer, V. (2009). ‘Trekker

nodig’. In A. Groothedde, Samen, Leven & Groen (p. 46).

Netwerk Groen, Integratie en Stedelijke Vernieuwing.

--- Bos, D. (2014). Monitor burgerparticipatie 2013.

Den Haag: ProDemos. --- Burgerparticipatie.

(2014). Opgehaald van http://burgerparticipatie.

wikispaces com/1.Definities+van+burgerparticipatie ---

Burgerwerkgroep Zelfbeheer Noord. (2013). Handvatten

voor een convenant met het Stadsdeel. Rotterdam.

--- CROW. (2013). Kwaliteitscatalogus. Opgehaald van

kennisplatform CROW: http://www.crow.nl/online-

kennis-tools/online-kwaliteitscatalogus --- CROW. (2014).

Resultaten Peiling ‘Effect bezuinigingen op openbare

ruimte’’. --- De Boer, T. (2013). literatuuronderzoek

succes- en faalfactoren van burgerinitiatieven m.bt.

leefbaarheid in dorpen. Wageningen. --- De Hoog, W.

(2013). Zelfbeheer? Doe het lekker zelf! Binnenmaas.

--- Gameren, R. v. (2011). De gebruiker. In R. v. Gameren,

Stadsontwikkeling als planproces (pp. 46-51). Delft:

Ir. R. van Gameren Ontwikkelmanagement. ---

Gemeente Amsterdam. (2012). Zo Groen Samen Doen.

Amsterdam. --- Gemeente Arnhem. (2010). Het Arnhems

Lenteakkoord, afspraken stadsbestuur Arnhem 2010-

2014. Arnhem. --- Gemeente Breda. (2012, november

26). Wijkmanagers. Opgehaald van Gemeente Breda:

http://www.breda.nl/wonen-wijken-vervoer/wijken/

wijkgericht-werken/wijkmanagers --- Gemeente Den

Haag. (2010). Coalitieakkoord Den Haag 2010 - 2014,

Aan de slag! Den Haag . --- Gemeente Eindhoven.

(2010). Coalitieakkoord Eindhoven 2010-2014, Werken

aan morgen. Eindhoven. --- gemeente Groningen.

(2012). Coalitieakkoord 2012-2014. Groningen ---

Gemeente Haarlemmermeer. (2013, december

10). de zes gebieden. Opgehaald van Gemeente

Haarlemmermeer: http://www.haarlemmermeer.nl/

Wonen_en_leven/De_zes_gebieden --- Gemeente

Harlingen. (s.d.). Burgerparticipatietraject - Samen

bereik je meer! Harlingen. --- gemeente Maasstricht.

(2010). Investeren in vertrouwen. coalitieakkoord 2010-

2014. Maasstricht. --- Gemeente Maastricht. (2010).

Coalitieakkoord 2010-2014 Maastricht, Investeren

in vertrouwen. Maastricht. --- Gemeente Nijmegen.

78

Page 79: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Titel van het boek

Uiteverij Johannes 2014

www/saldnsadjaskdsa

Bronvermelding

(sd). Wat doet de wijkmanager? Opgehaald van

Gemeente Nijmegen: http://www2.nijmegen.nl/

content/100883/wat_doet_de_wijkmanager_voor_

de_wijken --- gemeente Nijmegen. (2010). Werken

aan een duurzame toekomst, coalitieakkoord 2010-

2014. Nijmegen. --- gemeente Oldebroek. (2014).

Beleidsnotitie zelfbeheer openbaar groen. Oldebroek.

--- Gemeente Oldebroek. (2014). Beleidsnotitie

Zelfbeheer Openbaar Groen. Oldebroek. --- Gemeente

Rotterdam. (2010). Collegewerkprogramma Rotterdam

2010-2014. Rotterdam. --- Gemeente Utrecht. (2014).

Beginnen met zelfbeheer. Opgehaald van Gemeente

Utrecht: http://www.utrecht.nl/groen-moet-je-doen/

beginnen-met-zelfbeheer/ --- Gemeente Utrecht. (2010).

Collegeprogramma 2010 - 2014 Gemeente Utrecht,

Groen, Open en Sociaal. Utrecht. --- Gemeente Utrecht.

(sd). Groen moet je doen! Opgehaald van Gemeente

Utrecht: http://www.utrecht.nl/groen-moet-je-doen/

--- Gemeente Utrecht. (2008). Groen moet je doen!

Utrecht: Opmeer Drukkerij, Den Haag. --- gemeente

Utrecht. (2006). Meedoen met beheer. Utrecht. ---

Gemeente Utrecht. (2014). Vastgesteldenotazelfbeheer

Utrecht. Utrecht. --- gemeente Zwolle. (2010).

Collegeakkoord 2010-2014. Zwolle. --- Geuzendam, H.,

Koch, R., Bezema, M., & Kinkel, T. (2014). Onderzoek

naar gemeentelijke bezuinigingen: een terugblik en

een vooruitblik. BMC. --- Hortulanus, R. (1995). Een

typering van beheeractiviteiten. In R. Hortulanus,

Stadsbuurten: bewoners en beheerders met

uiteenlopende reputaties (pp. 108-124). ‘s-Gravenhage:

VUGA. --- Jager-Vreugdenhil, M. (2014). Geef ze

de ruimte! onderzoek naar succes- en faalfactoren

van burgerinitiatieven. Gelderland. --- Kamer van

Koophandel. (2014). Brochure rechtsvormen. --- Kamer

van Koophandel. (sd). De vereniging. Opgehaald van

Ondernemersplein: http://www.ondernemersplein.nl/

artikel/de-vereniging/ --- Ketens-netwerken. (2014).

Ketens-netwerken. Opgehaald van http://www.ketens-

netwerken.nl/begrippen --- Maas, J. (2006). Vitamine G.

Mahbubi, Z. (2014). Student Ruimtelijke Ordening en

Planologie. --- Meijs, A. (2012). Burgerparticipatie in

zelfbeheer op buurtniveau. Utrecht. --- Meijs, A. (2012).

Burgerparticipatie in zelfbeheer op buurtniveau.

Utrecht. --- Meijs, A. (2012). Zelfbeheertaken. In A. Meijs,

Burgerparticipatie in zelfbeheer op buurtniveau (pp.

56,57). Utrecht. --- Meijs, Astrid. (2012). Burgerparticipatie

in zelfbeheer op buurtniveau. Utrecht. --- Nancy

Hendriks. (2013). Zelfbeheer, hoe gaat de gemeente

er mee om? Zelfbeheer in de Kempen , 16,17. --- Nota

Zo groen: Samen doen. (2012). Nota Zo Groen: Samen

Doen. Amsterdam. --- Ontdek Nederland. (2014).

Opgehaald van Nederlandse streek producten: http://

www.nederlandsestreekproducten.nl/ --- Oranjewoud.

(2013). Zelfbeheer in de Kempen: Inspiratie, kansen

en ervaringen. --- Overheid.nl. (2014). Zo werkt de

overheid. Opgehaald van http://www.overheid.

nl /zowerktdeoverheid/wievormendeoverheid/

degemeente --- Partners+Pröpper. (2011). Zelfbeheer

van groen: een goed idee? Vught. --- Perquin, S.

(2014). Moestuin Rijk. Opgehaald van http://www.

moestuinrijk.woelmuis.nl/Moestuinrijk/Fotos_files/

Media/SAM_1163/SAM_1163.jpg?disposition=download

--- Prins, R. (2011). Burgerinitiatieven, een brug naar

de toekomst. Amersfoort. --- Raad voor het openbaar

bestuur . (2012). Loslaten in vertrouwen. --- Rien Elling,

B. A. (2005). Rapportagetechniek. Groningen / Houten

: Noordhoff Uitgevers. --- Rijksoverheid. (2013). De

Doe-democratie, Kabinetsnota ter stimulering van

een vitale samenleving. Den Haag: Ministerie van

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. --- Spijker,

J. (2012). presentatie resultaten boekjaar 2012 .

Wageningen: Databank Gemeentelijk Groenbeheer.

--- Spijker, J.H. (2012). Databank Gemeentelijk

Groenbeheer, boekjaar 2011. Wageningen. ---

Van Gameren, R. (2011). stadsontwikkeling als

planproces. Delft. --- Van Waegeningh, S. (2008).

De Afbakening van het ambtenaarschap . ---

Vereniging van Nederlandse Gemeenten. (2011).

Vrijwilligersverzekering. Opgehaald van Vereniging

van Nederlandse Gemeenten: http://www.vng.nl/

onderwerpenindex/maatschappelijke-ondersteuning/

vrijwilligers-mantelzorgers-en-maatschappelijke-stage/

vrijwilligersverzekering --- Verhijde, M., & Bosman, M.

(2014). Regel die burgerinitiatieven. Zwolle: Acquire

Publishing. --- Verhoeven, N. (2010). Wat is onderzoek?

. Den Haag: Boom onderwijs. --- Wittevrouwen.nl.

(2014). Wittevrouwen.nl. Opgehaald van http://www.

wittevrouwen.nl/plantenbak/

79

Page 80: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

Bijlagen

1. Formulier afname interview burger 81

2. Formulier afname betrokken ambtenaar 82

3. Notulen review 83

4. Analyse tabel interviews 84

5. Datamatrix theoretisch kader,

case study en review 92

80

Page 81: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

81

Burger Gemeente

aanleiding

aanvraag indienen

creëren draagvlak buurt

oprichten rechtsvorm

aanpassen aanvraag

ontvangen/opstellen overeen-komst (welke criteria?)

ontvangen/opstellen overeenkomst

aanvraag ontvangen

aanvraag goedgekeurd

aanvullende criteria gegeven

ondertekenen overeenkomst

inzetten ondersteunend personeel

ondertekenen overeenkomst

verzamelen �nanciële middelen (extra criteria?)

verkrijgen gereedschap-pen/planten/grond

onderhouden contact

aansprakelijkheid continuïteit gemeentelijke groenbeheerder toezicht

vieren successen

start

Tips aan burgers betrokken in zelfbeheer projecten: Tips aan betrokken ambtenaren in zelfbeheer projecten:

Succesfactoren: Faalfactoren

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

Organisatie structuur:

looptijd:

1. Formulier afname interview burger

Page 82: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

82

2. Formulier afname interview betrokken ambtenaar

Burger Gemeente

aanleiding zelfbeheer

aanvraag indienen

rechtsvorm opgesteld

ontvangen/opstellen overeenkomst (welke criteria?)

ontvangen/opstellen overeenkomst

aanvraag ontvangen

aanvraag goedgekeurd

toetsing bestemmingsplan

rechtsvorm vereist

aanvullende criteria gegeven/draagvlak vereistbezoek projectgebied/ kennismaking

ondertekenen overeenkomst

inzetten ondersteunend personeel

ondertekenen overeenkomst

looptijd:

leveren �nanciële middelen (extra criteria?)

verkrijgen gereedschappen/plant-en/grond

onderhouden contact

schriftelijke overeenkomst aansprakelijkheid continuïteit gemeentelijke groenbeheerder toezicht

vieren successen

start

Tips aan burgers betrokken in zelfbeheer projecten: Tips aan betrokken ambtenaren in zelfbeheer projecten:

Succesfactoren: Faalfactoren

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

Organisatie structuur:

Page 83: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

83

3. Notulen review

Op maandag 12 mei is er om 12:00 uur een review plaats gevonden als doel om de voorlopige con-clusies voor te leggen aan expert van het stage bedrijf om op deze manier de voorlopige conclusies die zijn voortgekomen uit literatuur onderzoek en de afgenomen interviews te toetsen. Een tweede doel van de review was om ons onderzoek aan te scherpen met onderdelen die nader onderzoekt moeten worden of onderwerpen die niet mee genomen zijn in het onderzoek.

Tijdens de review waren de volgende collega’s aanwezig:- Peter Visschedijk (stage begeleider) Expertise: landgebruiksplanning, vrijetijdsstudies, sociologie, ruimtelijke ordening- Joop Spijker (Databank Gemeentelijk Groenbeheer) Expertise: bosbeheer en bosbouweconomie, natuurbeheer, onkruiden- Barry de Vries Expertise: ruimtelijke ordening, klimaatveranderingTijdens de review hebben we gewerkt met een aantal stellingen. Barry de Vries gaf aan dat bij Alterra niet graag wordt gewerkt met stellingen. Zo zei hij ‘’Stellingen zijn zwart of wit, wij bij Alterra denken niet zwart of wit’’. Dit is een terecht opmerking. Daarom hebben we tijdens de stellingen vooraf geze-gd dat het niet alleen als stelling moest gezien worden, maar ook als een onderwerp hoe zij daar over dachten als ervaringsdeskundigen.

1. Binnen een groep zelfbeheerders moeten er om de vier jaar ‘verkiezingen’ komen voor een nieuw aanspreekpunt (voortrekker).• Je bent afhankelijk van de inzet van bewoners. Soms heb je bewoners die heel veel inzet tonen en soms heb je bewoners die veel roepen maar weinig inzet vertonen. Het is een aandachtspunt dat er niet voortrekkers zijn in zelfbeheergroepen die vereisend zijn, maar je kunt het niet oplossen met verkiezingen voor nieuwe aanspreekpunten. Maar als er een vereniging is dan heb je een leden vergadering en daarbij heb je vaak verkiezingen en dat kan ook goed werken. Omdat er een democ-ratische structuur in zo een vereniging zit. • De grootste valkuil voor zelfbeheerprojecten is een voortrekker die het project naar zich toetrekt en alles op zijn manier wil doen. Hierdoor gaan mensen het zelfbeheerproject als een privaat project zien van hun zelf. • In Parijs hebben ze regels over hoe ze de tuin gaan beheren en met wie. Er is vast gelegd over het gebruik van bestrijdingsmiddelen en mest en dergelijke. En de bewoners moeten een verplichte openstelling tonen. Dit is een manier om individualisme of een heel besloten groepsgedrag tegen te voorkomen.• Er wordt ook aangegeven, dat het soms niet te voorkomen is, omdat de personen die voortrekkers zijn ook de mensen zijn die de meeste tijd hebben om te werken aan het zelfbeheerproject. Het is lastig om dit vanuit de gemeente te regelen, eigenlijk moet het vanuit de bewoners zelf komen.

2. Schaalvergroting van zelfbeheer projecten kan een kostenbesparing opleveren op de lange termijn.• Het is mogelijk, maar dan moet de gedachte van de bewoners veranderen. De inwoners van een gemeente denken nog steeds de openbare ruimte is van de gemeente en als er wat is dan bel-len we de gemeente. Deze gedachte moet je kunnen doorbreken en als dat niet lukt dan blijft het een punt dat er een aantal bewoners enthousiast zijn en het is heel lastig om deze enthousiasme voor lange termijn te houden. • Het is lastig om daar antwoord op te geven, omdat de kosten van het beheer wat je als ge-meente niet meer hebt, omdat bewoners aan zelfbeheer doen, ben je als gemeente veel geld kwijt aan het proces om alles te regelen en de contacten die je als gemeente moet onderhouden met bewoners. • Daarnaast hebben de meeste gemeenten doelstellingen aan het hoofdgroen, dus als je deze

Page 84: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

84

aan zelfbeheer overlaat dan moet er een toetsing plaatsvinden of het beheer voldoet aan de doel-stellingen die de gemeente heeft opgesteld. Maar er zijn ook groenstructuren in de wijken waar de gemeenten geen doelstellingen meer voor hebben en deze aan de bewoners overlaten. • Een ander punt zijn bomen, deze houden de meeste gemeenten liever onder eigen beheer, omdat je te maken hebt met aansprakelijkheid. Wat als een bewoner een boom niet goed beheerd en deze valt om op iemand. Dan is de gemeente aansprakelijk deze geldt ook voor speelplaatsen. • Het zou mogelijk kunnen zijn, maar dan komt er heel veel bij kijken en als gemeente moet je heel veel regelen en op papier zetten. Hierdoor is men toch meer kosten kwijt dan dat het de gemeente geld bespaart. Je kan het wel zo stellen dat door zelfbeheer de inwoners zelf vorm kun-nen geven aan de omgeving zoals zij dat wensen en een belangrijk punt is dat bewoners bij elkaar komen om elkaar te ontmoeten.

3. De onwetendheid over aansprakelijkheid bij de burger en ambtenaar wordt veroorzaakt door het lage risico wat zelfbeheer van openbaar groen met zich meeneemt. • Mensen zien het vaak als een hobby wat ze erbij doen. Daarom weten bewoners niet hoe het zit met aansprakelijkheid, omdat het niet de kern van het verhaal is. • De ambtenaren zijn zich er wel bewust van, omdat er in het verleden veel claims zijn geweest bij gemeenten over zelfbeheer. Maar het zijn geen juristen dus wat het precies betekend zijn ze zich niet bewust van. Het is belangrijk om aansprakelijkheid op te nemen in een overeenkomst en daar zijn de juristen voor nodig. Ze weten wel welke onderdelen van de openbare ruimte als gemeente vaak aansprakelijk voor worden gesteld als er dingen fout gaan en daar zijn gemeenten er vaak heel erg aarzelend mee om dat stuk in zelfbeheer te geven, want ze lopen het risico dat er ongevallen geb-euren waar de gemeente aansprakelijk voor wordt gesteld. Het is belangrijk om in de overeenkomst vast te leggen waar bewoners aansprakelijk voor zijn en waar de gemeente voor aansprakelijk is.• Als bewoners zich bewust worden over aansprakelijkheid en dat zij voor bepaalde punten aansprake-lijk gesteld kunnen worden, dan speelt de risico dat bewoners niet meer aan zelfbeheer willen doen. • Bij de Databank Gemeentelijk Groenbeheer geven gemeenten aan dat ze bomen en speelplaatsen niet in zelfbeheer geven vanwege de aansprakelijkheid.

Page 85: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

85

4. Hoe sterker de zelfbeheergroep, hoe groter de kans op een schuldgevoel bij niet-zelfbeheerders.• Als gemeente is het hebben van een sterker zelfbeheer groep positief en als je een verenig-ing hebt dan is het toegankelijk voor iedereen, omdat iedereen er lid van kan worden. Dus dan zou het kunnen meevallen. Wat in de praktijk speelt, is dat je in een wijk verschillende groepen hebt. Dit maakt het wat lastiger voor zelfbeheergroepen, omdat niet iedereen zelfde over denkt.• Er wordt aan gegeven dat juist hoe groter het zelfbeheer groep hoe kleiner het risico op een scheiding tussen deze twee groepen. Juist bij kleinere groepen zou dit kunnen spelen. Want het is makkelijker om vijf man ondercontrole te houden dan vijfentwintig man.

5. Betrokken ambtenaren moeten zich niet bemoeien met conflicten tussen burgers die ontstaan zijn in een zelfbeheer project.• Je moet het in eerste instantie aan de bewoners zelf over laten om er uit te komen mocht dat niet lukken, moet je bemiddelen. Als je direct bovenop gaat zitten wek je de schijn dat je een bepaal-de partij kiest. • Als gemeente heb je pas last van als het beheer van de buiten ruimte onder het conflict niet goed beheerd wordt. Maar als bewoners veel conflicten hebben maar ondertussen wel de buiten rui-mte goed onderhouden dan is het geen probleem. Zolang het goed blijft gaan hoef je geen stappen te ondernemen. • Wat je nog kan doen als gemeente is om een signalerende functie aan te nemen. dat je de groep uitnodigt voor een gesprek en voor legt wat er aan de hand is. In de ergste geval kan de ge-meente de overeenkomst in trekken als bewoners niet de afspraken nakomen.

Page 86: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

86

4. Analyse tabel interviews

Projecten

Thema Moestuin Rijk Tuin op de pier Het Nieuwe-Hoofdhof Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente

Aanleiding

- Behoefte fysieke plek voor sociale cohesie - Voedselonderwijs kinderen

- Duurzaamheidsgedachte - Intern overtuiging door eerdere slechte ervaringen - Sloot aan op groenbeleid

- zelfbeheer zorgde voor aantrekkelijke omgeving en verkoop woning initiatiefnemer - gemeente sceptisch door locatie op bouwplaats, tekort draagvlak, groot oppervlakte - draagvlak vervolgens verkregen, ook persoon met inzicht gemeentelijk apparaat

- zoekt aansluiting bij wensen/behoeften bewoners - stimulering burgerparticipatie - inmiddels ervaring met zelfbeheerprojecten - idee van nabijgelegen zelfbeheerproject - kostenbesparing niet mogelijk, veel kosten faciliteren - bezuinigingen door lagere kwaliteitsniveaus

- gelijktijdig met archeologische vondsten in bebouwing - zelfbeheer als oplossing voor verloedering wijk - fijn om groen bezig te zijn

- burgerparticipatie - burger uit privégebied halen - meer variatie plantensoorten - meer sociale controle - gemeente stimuleert zelfbeheer

- bewoners zelf onderhoud openbare ruimte na mededeling lagere kwaliteit door gemeente na groot onderhoud - zelfbeheer als middel om bouwplannen van gemeente uit te stellen - draagvlak onder bewoners en wethouder aanwezig

- burgers wilden hogere kwaliteit realiseren dan ambitie van gemeente - binnen gemeentelijk apparaat moesten ambtenaren onderling overtuigd worden, bang om burgers te vertrouwen

Randvoorwaarden en overeenkomst

- In samenspraak - Geen geld betalen aan-/krijgen van gemeente - Openbaar karakter - geen bezwaar vanuit omgeving - 1 contactpersoon bij burgers - aansprakelijkheid niet meegenomen

- geen financiële bijdrage - openbaar karakter - 1 contactpersoon bij burgers - toestemming van aangrenzende woningen - geen bouwwerken - geen aantasting nutsvoorzieningen - geen eis voor rechtsvorm - jurist contract nagelopen - contractbreuk zorgt voor beëindiging

- geen officieel contract, net als andere zelfbeheerprojecten - looptijd loopt af bij hervatten bouwwerkzaamheden

- eerst bewoners aanhoren, daarna in gesprek - protocollen niet bruikbaar - overeenkomst via mail - rechtsvorm niet vereist - looptijd loopt af bij hervatten bouwwerkzaamheden - aansprakelijkheid niet meegenomen

- schriftelijke overeenkomst - openbaar karakter behouden - aansprakelijkheid niet meegenomen

- opzet overeenkomst jaren oud - uit te voeren taken - looptijd - structureel niks wijzigen - draagvlak van 2 of meer vereist, liefst mix jong en oud

- stichting EZH heeft overeenkomst opgesteld - leerovereenkomst, experimentvorm - duidelijk onderscheid in onderhoudstaken - looptijd van 5 jaar - burger begonnen met beheer voor ondertekening overeenkomst - veiligheid en aansprakelijkheid niet meegenomen

- protocollen niet toepasbaar - overeenkomst in samenspraak opgesteld - duidelijk onderscheid in onderhoudstaken - looptijd van 5 jaar - draagvlak is een eis - rechtsvorm geen eis - groenbeleid is gehanteerd - bestemmingsplan aangepast

Beheer

- combinatie werken en sociale activiteiten - vanuit nul euro concept, eigen netwerk

- ontbrekende vaardigheden tuinieren uit netwerk - officiële opening met wethouder

- grote opening, gemeente erbij - divers aanbod beplanting - leerzaam voor kinderen

- geen officiële opening - uitgegroeid tot divers aanbod beplanting, ook aantrekkelijk voor dier- en insectsoorten - onderhoud bomen en gras door gemeente - vuilnis stapelt zich snel op - geen verzekering afgesloten

- geen officiële opening - onderhoud bomen en gras door gemeente

- vaardigheden nemen werkenderwijs toe - burgers besteden veel uren aan onderhoud - ook onderhoud van bosgebied - er wordt goed gelet op veiligheid - gebruik van zwaardere machines waarvoor zelfbeheerders geschoold worden

- bewoners hebben hoge ambitie voor kwaliteit groen - gemeente ondersteund bij scholing voor gemotoriseerd gereedschap - veel gereedschap in leen van gemeente, te halen bij nabijgelegen opslagplaats

Budget

- alle benodigdheden uit netwerk - extra geld verkregen door prijsvraag

- geld vanuit gemeente geweigerd - beheer vanuit nul euro concept - extra geld verkregen door prijsvraag

- geen geld van gemeente - rechtsvorm voor ontvangen geld - extra geld door sponsering - extra geld door prijsvraag

- budget niet van toepassing door vestiging op bouwlocatie

- jaarlijks budget van 1500 euro, na inleveren bonnen - besparing door gebruik oude kleding etc. - gedeelte kosten neerleggen bij andere bewoners niet gelukt

- weinig financiële steun van gemeente - kostenbesparing door zelfbeheer niet mogelijk door contacturen en ondersteuning - budget bepaald door oppervlakte, beschikbaar gemeentelijk budget en benodigde hulpmiddelen voor beheer

- financiering door gemeente - goed gebruik van subsidies en prijzengeld - planten gekocht bij aannemer en lokale kwekerij

- financiering door gemeente vanuit stadhuis - extra geld van subsidies en prijzengeld

Page 87: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

87

Projecten

Thema Moestuin Rijk Tuin op de pier Het Nieuwe-Hoofdhof Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente

Aanleiding

- Behoefte fysieke plek voor sociale cohesie - Voedselonderwijs kinderen

- Duurzaamheidsgedachte - Intern overtuiging door eerdere slechte ervaringen - Sloot aan op groenbeleid

- zelfbeheer zorgde voor aantrekkelijke omgeving en verkoop woning initiatiefnemer - gemeente sceptisch door locatie op bouwplaats, tekort draagvlak, groot oppervlakte - draagvlak vervolgens verkregen, ook persoon met inzicht gemeentelijk apparaat

- zoekt aansluiting bij wensen/behoeften bewoners - stimulering burgerparticipatie - inmiddels ervaring met zelfbeheerprojecten - idee van nabijgelegen zelfbeheerproject - kostenbesparing niet mogelijk, veel kosten faciliteren - bezuinigingen door lagere kwaliteitsniveaus

- gelijktijdig met archeologische vondsten in bebouwing - zelfbeheer als oplossing voor verloedering wijk - fijn om groen bezig te zijn

- burgerparticipatie - burger uit privégebied halen - meer variatie plantensoorten - meer sociale controle - gemeente stimuleert zelfbeheer

- bewoners zelf onderhoud openbare ruimte na mededeling lagere kwaliteit door gemeente na groot onderhoud - zelfbeheer als middel om bouwplannen van gemeente uit te stellen - draagvlak onder bewoners en wethouder aanwezig

- burgers wilden hogere kwaliteit realiseren dan ambitie van gemeente - binnen gemeentelijk apparaat moesten ambtenaren onderling overtuigd worden, bang om burgers te vertrouwen

Randvoorwaarden en overeenkomst

- In samenspraak - Geen geld betalen aan-/krijgen van gemeente - Openbaar karakter - geen bezwaar vanuit omgeving - 1 contactpersoon bij burgers - aansprakelijkheid niet meegenomen

- geen financiële bijdrage - openbaar karakter - 1 contactpersoon bij burgers - toestemming van aangrenzende woningen - geen bouwwerken - geen aantasting nutsvoorzieningen - geen eis voor rechtsvorm - jurist contract nagelopen - contractbreuk zorgt voor beëindiging

- geen officieel contract, net als andere zelfbeheerprojecten - looptijd loopt af bij hervatten bouwwerkzaamheden

- eerst bewoners aanhoren, daarna in gesprek - protocollen niet bruikbaar - overeenkomst via mail - rechtsvorm niet vereist - looptijd loopt af bij hervatten bouwwerkzaamheden - aansprakelijkheid niet meegenomen

- schriftelijke overeenkomst - openbaar karakter behouden - aansprakelijkheid niet meegenomen

- opzet overeenkomst jaren oud - uit te voeren taken - looptijd - structureel niks wijzigen - draagvlak van 2 of meer vereist, liefst mix jong en oud

- stichting EZH heeft overeenkomst opgesteld - leerovereenkomst, experimentvorm - duidelijk onderscheid in onderhoudstaken - looptijd van 5 jaar - burger begonnen met beheer voor ondertekening overeenkomst - veiligheid en aansprakelijkheid niet meegenomen

- protocollen niet toepasbaar - overeenkomst in samenspraak opgesteld - duidelijk onderscheid in onderhoudstaken - looptijd van 5 jaar - draagvlak is een eis - rechtsvorm geen eis - groenbeleid is gehanteerd - bestemmingsplan aangepast

Beheer

- combinatie werken en sociale activiteiten - vanuit nul euro concept, eigen netwerk

- ontbrekende vaardigheden tuinieren uit netwerk - officiële opening met wethouder

- grote opening, gemeente erbij - divers aanbod beplanting - leerzaam voor kinderen

- geen officiële opening - uitgegroeid tot divers aanbod beplanting, ook aantrekkelijk voor dier- en insectsoorten - onderhoud bomen en gras door gemeente - vuilnis stapelt zich snel op - geen verzekering afgesloten

- geen officiële opening - onderhoud bomen en gras door gemeente

- vaardigheden nemen werkenderwijs toe - burgers besteden veel uren aan onderhoud - ook onderhoud van bosgebied - er wordt goed gelet op veiligheid - gebruik van zwaardere machines waarvoor zelfbeheerders geschoold worden

- bewoners hebben hoge ambitie voor kwaliteit groen - gemeente ondersteund bij scholing voor gemotoriseerd gereedschap - veel gereedschap in leen van gemeente, te halen bij nabijgelegen opslagplaats

Budget

- alle benodigdheden uit netwerk - extra geld verkregen door prijsvraag

- geld vanuit gemeente geweigerd - beheer vanuit nul euro concept - extra geld verkregen door prijsvraag

- geen geld van gemeente - rechtsvorm voor ontvangen geld - extra geld door sponsering - extra geld door prijsvraag

- budget niet van toepassing door vestiging op bouwlocatie

- jaarlijks budget van 1500 euro, na inleveren bonnen - besparing door gebruik oude kleding etc. - gedeelte kosten neerleggen bij andere bewoners niet gelukt

- weinig financiële steun van gemeente - kostenbesparing door zelfbeheer niet mogelijk door contacturen en ondersteuning - budget bepaald door oppervlakte, beschikbaar gemeentelijk budget en benodigde hulpmiddelen voor beheer

- financiering door gemeente - goed gebruik van subsidies en prijzengeld - planten gekocht bij aannemer en lokale kwekerij

- financiering door gemeente vanuit stadhuis - extra geld van subsidies en prijzengeld

Page 88: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

88

Projecten

Thema Moestuin Rijk Tuin op de pier Het Nieuwe-Hoofdhof Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente

Organisatie

- zo simpel mogelijk gehouden - geen stichting of vereniging - bijeenkomsten inclusief notulen - Simon contactpersoon voor gemeente en klachten uit omgeving - geen officieel toezicht - wijkregisseur en beleidsmedewerker alleen betrokken in opstartfase

- toezicht gebeurt door groenbeheerder/groenopzichter bij hun eigen werkzaamheden - Simon contactpersoon voor gemeente, ook voor klachten uit omgeving - contact naar behoefte of klacht

- zelfbeheerders in stichting met bestuur - ook niet-leden helpen mee bij beheer - groot draagvlak in omgeving

- projectleider bouwwerkzaamheden en ontwerper buitenruimte hadden naast gebiedsmanager rol in goedkeuring - toezicht incidenteel door groenopzichter

- Olga Meijer moet rekening houden met andere bewonersgroepen - woningcorporatie soms betrokken door aanwezigheid studenten - continuïteit kwetsbaar - contact met gebiedsmanager - controle bomen door gemeentelijke boomchirurg - toezicht door gemeente op incidentele basis

- zelfbeheerders vermindert tot 1 persoon, continuïteit zeer kwetsbaar - geen rechtsvorm - zelfbeheerders kunnen budget verkrijgen via stadhuis - onderhoud bomen en gras door personeel groenopzichter - groenopzichter aangestuurd door groenbeheerder - contact op incidentele basis - toezicht niet nodig, kwaliteit goed - woningcorporatie soms betrokken door aanwezigheid studenten

- stichting met bestuur op afstand, zo snel massa gemaakt in opstartfase - toezicht door stichting - ondersteuning project door wethouder - ondersteuning bij praktische zaken door groenopzichter

- verschillende groepen in zelfbeheergroep met elk eigen onderhoudstaken - geld vanuit stadhuis en Programma Bureau Stad - aanvraag terecht bij afdeling Stadsbeheer, hieronder vallen de wijkregisseur en de groenopzichter -

Samenwerking

- conflict niet-zelfbeheerder misbruik oogst - oplettend bij werkzaamheden groenbeheerders

- alleen contractbreuk door plaatsing kas, gemeente geen bezwaar als omgeving het goed vindt - inzicht gemeentelijk apparaat bij zelfbeheerder positief voor samenwerking

- vergaderingen en takenlijsten zorgen voor duidelijkheid bij zelfbeheerders - mogelijke onderlinge conflicten worden opgelost bij vergaderingen

- ambtenaren zoeken gemeenten op beantwoorden vragen - groenbeheerder leert de zelfbeheerders hoe in beginfase - conflicten zelfbeheerprojecten met groenbeheerder zijn afgenomen laatste jaren

- conflicten bewoners door inbreuk op openbaar karakter - conflict studenten door gebruik duur water, opgelost door aanleg pomp - conflict met personeel groenopzichter door te snel handelen - sociale samenhang niet sterk aanwezig, evenementen moeten dit veranderen

- conflicten tussen zelfbeheerders en andere bewonersgroepen veroorzaakt door verschillende visies beheer - conflict met personeel groenopzichter door slechte afstemming door Olga - gemeente probeert burgers zelf conflicten te laten oplossen, geen kant kiezen

- zelfbeheerders brutaal gehandeld, gemeente moest zich hierop aanpassen - samenwerking afhankelijk van gemeenteraadsverkiezingen - tussentijds contact meerdere malen plaatsgevonden - mogelijke splitsing tussen de stichting en andere bewoners uit de buurt

- burgers willen dat gemeente zich laat zien, ondersteuning bij uitvoer wordt gewaardeerd - gemeente houdt zich afzijdig van conflicten, klachten worden naar contactpersoon stichting - conflicten over zelfbeheerwerkzaamheden zijn onderling opgelost - burgers en gemeente leren van elkaar

Traject

- projectplan vereist vanuit gemeente voor opstellen contract - burgers invloed op contract - geen andere hulpmiddelen verkregen (nul euro concept), behalve duurzaamheidsprijs

- projectplan vereist vanuit gemeente voor opstellen contract - burgers invloed op contract

- geen officieel contract - aanvraag informeel goedgekeurd - rechtsvorm opgericht

- geen officieel contract - aanvraag informeel goedgekeurd - rechtsvorm opgericht

- looptijd ruim 30 jaar - geen officiële opening aantal zelfbeheerders gedaald naar 1 - gemeente levert jaarlijks budget - ondersteuning gemeente bij sommige onderhoudswerkzaamheden

- looptijd ruim 30 jaar - geen officiële opening - geen rechtsvorm opgericht - aantal zelfbeheerders gedaald naar 1 - ondersteuning gemeente bij sommige onderhoudswerkzaamheden

- stichting opgericht - vroegtijdig begin aan beheer - verzekering aangevraagd - aanvullende cursussen gevolgd - ondersteuning van gemeente bij onderhoudswerkzaamheden

- stichting opgericht - draagvlak gecreëerd binnen gemeente - vroegtijdig begin aan beheer - verzekering aangevraagd - aanvullende cursussen gevolgd - ondersteuning van gemeente bij onderhoudswerkzaamheden

Page 89: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

89

Projecten

Thema Moestuin Rijk Tuin op de pier Het Nieuwe-Hoofdhof Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente

Organisatie

- zo simpel mogelijk gehouden - geen stichting of vereniging - bijeenkomsten inclusief notulen - Simon contactpersoon voor gemeente en klachten uit omgeving - geen officieel toezicht - wijkregisseur en beleidsmedewerker alleen betrokken in opstartfase

- toezicht gebeurt door groenbeheerder/groenopzichter bij hun eigen werkzaamheden - Simon contactpersoon voor gemeente, ook voor klachten uit omgeving - contact naar behoefte of klacht

- zelfbeheerders in stichting met bestuur - ook niet-leden helpen mee bij beheer - groot draagvlak in omgeving

- projectleider bouwwerkzaamheden en ontwerper buitenruimte hadden naast gebiedsmanager rol in goedkeuring - toezicht incidenteel door groenopzichter

- Olga Meijer moet rekening houden met andere bewonersgroepen - woningcorporatie soms betrokken door aanwezigheid studenten - continuïteit kwetsbaar - contact met gebiedsmanager - controle bomen door gemeentelijke boomchirurg - toezicht door gemeente op incidentele basis

- zelfbeheerders vermindert tot 1 persoon, continuïteit zeer kwetsbaar - geen rechtsvorm - zelfbeheerders kunnen budget verkrijgen via stadhuis - onderhoud bomen en gras door personeel groenopzichter - groenopzichter aangestuurd door groenbeheerder - contact op incidentele basis - toezicht niet nodig, kwaliteit goed - woningcorporatie soms betrokken door aanwezigheid studenten

- stichting met bestuur op afstand, zo snel massa gemaakt in opstartfase - toezicht door stichting - ondersteuning project door wethouder - ondersteuning bij praktische zaken door groenopzichter

- verschillende groepen in zelfbeheergroep met elk eigen onderhoudstaken - geld vanuit stadhuis en Programma Bureau Stad - aanvraag terecht bij afdeling Stadsbeheer, hieronder vallen de wijkregisseur en de groenopzichter -

Samenwerking

- conflict niet-zelfbeheerder misbruik oogst - oplettend bij werkzaamheden groenbeheerders

- alleen contractbreuk door plaatsing kas, gemeente geen bezwaar als omgeving het goed vindt - inzicht gemeentelijk apparaat bij zelfbeheerder positief voor samenwerking

- vergaderingen en takenlijsten zorgen voor duidelijkheid bij zelfbeheerders - mogelijke onderlinge conflicten worden opgelost bij vergaderingen

- ambtenaren zoeken gemeenten op beantwoorden vragen - groenbeheerder leert de zelfbeheerders hoe in beginfase - conflicten zelfbeheerprojecten met groenbeheerder zijn afgenomen laatste jaren

- conflicten bewoners door inbreuk op openbaar karakter - conflict studenten door gebruik duur water, opgelost door aanleg pomp - conflict met personeel groenopzichter door te snel handelen - sociale samenhang niet sterk aanwezig, evenementen moeten dit veranderen

- conflicten tussen zelfbeheerders en andere bewonersgroepen veroorzaakt door verschillende visies beheer - conflict met personeel groenopzichter door slechte afstemming door Olga - gemeente probeert burgers zelf conflicten te laten oplossen, geen kant kiezen

- zelfbeheerders brutaal gehandeld, gemeente moest zich hierop aanpassen - samenwerking afhankelijk van gemeenteraadsverkiezingen - tussentijds contact meerdere malen plaatsgevonden - mogelijke splitsing tussen de stichting en andere bewoners uit de buurt

- burgers willen dat gemeente zich laat zien, ondersteuning bij uitvoer wordt gewaardeerd - gemeente houdt zich afzijdig van conflicten, klachten worden naar contactpersoon stichting - conflicten over zelfbeheerwerkzaamheden zijn onderling opgelost - burgers en gemeente leren van elkaar

Traject

- projectplan vereist vanuit gemeente voor opstellen contract - burgers invloed op contract - geen andere hulpmiddelen verkregen (nul euro concept), behalve duurzaamheidsprijs

- projectplan vereist vanuit gemeente voor opstellen contract - burgers invloed op contract

- geen officieel contract - aanvraag informeel goedgekeurd - rechtsvorm opgericht

- geen officieel contract - aanvraag informeel goedgekeurd - rechtsvorm opgericht

- looptijd ruim 30 jaar - geen officiële opening aantal zelfbeheerders gedaald naar 1 - gemeente levert jaarlijks budget - ondersteuning gemeente bij sommige onderhoudswerkzaamheden

- looptijd ruim 30 jaar - geen officiële opening - geen rechtsvorm opgericht - aantal zelfbeheerders gedaald naar 1 - ondersteuning gemeente bij sommige onderhoudswerkzaamheden

- stichting opgericht - vroegtijdig begin aan beheer - verzekering aangevraagd - aanvullende cursussen gevolgd - ondersteuning van gemeente bij onderhoudswerkzaamheden

- stichting opgericht - draagvlak gecreëerd binnen gemeente - vroegtijdig begin aan beheer - verzekering aangevraagd - aanvullende cursussen gevolgd - ondersteuning van gemeente bij onderhoudswerkzaamheden

Page 90: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

90

Projecten

Thema

Moestuin Rijk Tuin op de pier Het Nieuwe-Hoofdhof Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente

Succesfactoren - Helder contract zonder onduidelijkheden - één aanspreekpunt - als gemeente initiatieven ondersteunen en stimuleren - inzet van de burger - draagvlak creëren

- bewoners zelf komen met initiatief en niet omdat de gemeente het vraagt. - zorg voor een goede voorbereiding (laat zien als burger wat je gaat doen en hoe je het gaat doen) - initiatief ontstaan vanuit positief concept - breed draagvlak (continuïteit van het project waarborgen) -inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - als gemeente risico’s durven nemen.

- zorgen voor draagvlak - doorzettingsvermogen en enthousiasme uitstralen - benaderen van de juiste personen binnen de gemeente.

- burgers moeten met initiatief komen - als overheid moet je faciliteren en niet voorschrijven. - initiatieven serieus nemen - maatwerk leveren en niet werken vanuit protocollen - duidelijk aangeven wat wel en niet kan aan bewoners en als het niet kan vertellen hoe het wel mogelijk is

- hebben van passie voor groen - doorzettingsvermogen

- uithoudingsvermogen - initiatief wordt aan de mensen zelf over gelaten

- enthousiasme - demografische opbouw in de wijk - verhouding van huur en koop woningen - aanwezigheid van voortrekkers - benutten professionaliteit uit de wijk - inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - lef tonen vanuit kennis van zaken. - draagvlak en lef bij de bestuurders van de gemeente - goede communicatie onderling - aanwezigheid van één aanspreekpunt - bekendheid door social media - verzamelen van financiële middelen

- zelfredzaamheid van bewoners - doorzettingsvermogen - bekendheid via de media

Faalfactoren - niet openstaan als gemeente voor initiatief - geen strakke handhaving - niet sturen naar een participatie maatschappij

- vandalisme - aansprakelijkheid als risico (obstakel) voor gemeente - continuïteit niet gewaarborgd

- gemeente die niet openstaat en daardoor niet mee wil werken. - veel conflicten onderling bij bewoners

- initiatief niet te veel in de gaten houden - niet te veel loslaten, maar laten zien dat je als ambtenaar aanwezig bent. - tekort aan budget - bewoners niet serieus nemen - geen vertrouwen tonen in het initiatief

- geen draagvlak voor het project - door vernieling kunnen bewoners afhaken

- een slechte garantie van continuïteit - teveel commentaar of bezwaar tegen een initiatief kan zorgen voor beëindiging

- communicatie onderling met bewoners

- wegvallen van voortrekkers

Tips aan burgers - opzoek gaan naar andere zelfbeheerprojecten en bekijken welke succes- en faalfactoren daar zijn voorgekomen - het vinden van de juiste ingang bij de gemeente om aanvraag in te dienen.

- bewoners moeten zorgen voor een goed voorbereiding met voorbeelden wat ze zelf kunnen regelen en wat ze van de gemeente verwachten.

- nagaan of er ook andere bewoners zijn die mee willen doen. - ga opzoek naar de kwaliteiten van de bewoners in de buurt. - kijk naar andere zelfbeheerprojecten hoe zij het aanpakken.

- zorg als burger voor een goede voorbereiding (door vooraf na te gaan wat je wil en hoe) - open houding naar de gemeente toe als bewoner.

- zorg dat je kennis hebt over planten en groen - houd rekening met seizoenen, zon en schaduw - wanneer je ondersteuning krijgt, leg goed uit en houd toezicht.

- heb geduld als bewoner, tuinieren kost tijd en is niet gemakkelijk - andere bewoners kunnen niet eens zijn met het initiatief en er kunnen conflicten ontstaan zorg daarom voor draagvlak

- zie succesfactoren - loop een keer mee met een bestaand zelfbeheerproject - leer je buren kennen - breng je kennis over groen over op anderen, bijvoorbeeld op kinderen

Tips aan ambtenaren

- ambtenaren moeten sneller handelen. Burgers moeten onnodig te lang wachten op goedkeuring.

- laat zoveel mogelijk over aan bewoners. Zo kan je na gaan hoe serieus bewoners zijn met het zelfbeheerproject. Als ze in het begin al weinig moeite doen dan weet je al snel dat het niet gaat werken.

- initiatieven van bewoners geven meerwaarde aan de buurt, stimuleer bewoners bij hun initiatief.

- openhouding naar de bewoners toe - als ambtenaar je aanwezigheid laten blijken door social media, op social media ben je sneller op de hoogte wat waar speelt.

- respect naar zelfbeheerders - bied ondersteuning vanuit de gemeente - waardeer de mensen die de groenvoorziening ondersteunen waardoor er mooiere plekken ontstaan.

- heb geduld, als ambtenaar zal je moeten blijven uitleggen en herhalen aan bewoners - begin klein en geleidelijk uitbreiden naar groter

- omarm elk initiatief en probeer te faciliteren

- zorg ervoor dat zelfbeer mogelijk is binnen de gemeente - beloof niet wat je niet waar kan maken - denk praktisch en niet te veel in regels

Page 91: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

91

Projecten

Thema

Moestuin Rijk Tuin op de pier Het Nieuwe-Hoofdhof Experiment Zelfbeheer Hoekwierde

Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente Burger Gemeente

Succesfactoren - Helder contract zonder onduidelijkheden - één aanspreekpunt - als gemeente initiatieven ondersteunen en stimuleren - inzet van de burger - draagvlak creëren

- bewoners zelf komen met initiatief en niet omdat de gemeente het vraagt. - zorg voor een goede voorbereiding (laat zien als burger wat je gaat doen en hoe je het gaat doen) - initiatief ontstaan vanuit positief concept - breed draagvlak (continuïteit van het project waarborgen) -inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - als gemeente risico’s durven nemen.

- zorgen voor draagvlak - doorzettingsvermogen en enthousiasme uitstralen - benaderen van de juiste personen binnen de gemeente.

- burgers moeten met initiatief komen - als overheid moet je faciliteren en niet voorschrijven. - initiatieven serieus nemen - maatwerk leveren en niet werken vanuit protocollen - duidelijk aangeven wat wel en niet kan aan bewoners en als het niet kan vertellen hoe het wel mogelijk is

- hebben van passie voor groen - doorzettingsvermogen

- uithoudingsvermogen - initiatief wordt aan de mensen zelf over gelaten

- enthousiasme - demografische opbouw in de wijk - verhouding van huur en koop woningen - aanwezigheid van voortrekkers - benutten professionaliteit uit de wijk - inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - lef tonen vanuit kennis van zaken. - draagvlak en lef bij de bestuurders van de gemeente - goede communicatie onderling - aanwezigheid van één aanspreekpunt - bekendheid door social media - verzamelen van financiële middelen

- zelfredzaamheid van bewoners - doorzettingsvermogen - bekendheid via de media

Faalfactoren - niet openstaan als gemeente voor initiatief - geen strakke handhaving - niet sturen naar een participatie maatschappij

- vandalisme - aansprakelijkheid als risico (obstakel) voor gemeente - continuïteit niet gewaarborgd

- gemeente die niet openstaat en daardoor niet mee wil werken. - veel conflicten onderling bij bewoners

- initiatief niet te veel in de gaten houden - niet te veel loslaten, maar laten zien dat je als ambtenaar aanwezig bent. - tekort aan budget - bewoners niet serieus nemen - geen vertrouwen tonen in het initiatief

- geen draagvlak voor het project - door vernieling kunnen bewoners afhaken

- een slechte garantie van continuïteit - teveel commentaar of bezwaar tegen een initiatief kan zorgen voor beëindiging

- communicatie onderling met bewoners

- wegvallen van voortrekkers

Tips aan burgers - opzoek gaan naar andere zelfbeheerprojecten en bekijken welke succes- en faalfactoren daar zijn voorgekomen - het vinden van de juiste ingang bij de gemeente om aanvraag in te dienen.

- bewoners moeten zorgen voor een goed voorbereiding met voorbeelden wat ze zelf kunnen regelen en wat ze van de gemeente verwachten.

- nagaan of er ook andere bewoners zijn die mee willen doen. - ga opzoek naar de kwaliteiten van de bewoners in de buurt. - kijk naar andere zelfbeheerprojecten hoe zij het aanpakken.

- zorg als burger voor een goede voorbereiding (door vooraf na te gaan wat je wil en hoe) - open houding naar de gemeente toe als bewoner.

- zorg dat je kennis hebt over planten en groen - houd rekening met seizoenen, zon en schaduw - wanneer je ondersteuning krijgt, leg goed uit en houd toezicht.

- heb geduld als bewoner, tuinieren kost tijd en is niet gemakkelijk - andere bewoners kunnen niet eens zijn met het initiatief en er kunnen conflicten ontstaan zorg daarom voor draagvlak

- zie succesfactoren - loop een keer mee met een bestaand zelfbeheerproject - leer je buren kennen - breng je kennis over groen over op anderen, bijvoorbeeld op kinderen

Tips aan ambtenaren

- ambtenaren moeten sneller handelen. Burgers moeten onnodig te lang wachten op goedkeuring.

- laat zoveel mogelijk over aan bewoners. Zo kan je na gaan hoe serieus bewoners zijn met het zelfbeheerproject. Als ze in het begin al weinig moeite doen dan weet je al snel dat het niet gaat werken.

- initiatieven van bewoners geven meerwaarde aan de buurt, stimuleer bewoners bij hun initiatief.

- openhouding naar de bewoners toe - als ambtenaar je aanwezigheid laten blijken door social media, op social media ben je sneller op de hoogte wat waar speelt.

- respect naar zelfbeheerders - bied ondersteuning vanuit de gemeente - waardeer de mensen die de groenvoorziening ondersteunen waardoor er mooiere plekken ontstaan.

- heb geduld, als ambtenaar zal je moeten blijven uitleggen en herhalen aan bewoners - begin klein en geleidelijk uitbreiden naar groter

- omarm elk initiatief en probeer te faciliteren

- zorg ervoor dat zelfbeer mogelijk is binnen de gemeente - beloof niet wat je niet waar kan maken - denk praktisch en niet te veel in regels

Page 92: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

92

Tabel 1: analyse tabel zelfbeheerprojecten Analysemethode

Thema

Theoretisch kader Case study Review

Burger Gemeente Aanleiding

- bewoners starten zelfbeheer vanuit eigen interesse in groen - sociale binding met de wijk/buurt - wijkgericht werken vanuit de gemeente - sociale cohesie in de wijk/buurt - hogere kwaliteit groen - kostenbesparing niet mogelijk

- ontmoetingsplek - kennis overdragen aan kinderen - sociale cohesie - aantrekkelijke omgeving

- sociale cohesie - hoger kwaliteitsniveau - diversiteit aan beplanting - stimulatie burgerparticipatie - kostenbesparing niet mogelijk

geen kosten aan beheer, maar wel veel kosten aan proces van zelfbeheerprojecten

Randvoorwaarden en overeenkomst

- opzoeken wat de randvoorwaarden zijn voor zelfbeheerprojecten - vaste randvoorwaarden - overeenkomst in samenspraak opstellen met bewoners - bespreken aansprakelijkheid bij zelfbeheerprojecten

- onduidelijkheid over aansprakelijkheid bij burgers - overeenkomst in samenspraak opstellen - één aanspreekpunt - niet altijd een officiële contract

- maatwerk leveren - overeenkomst in samenspraak opstellen - openbaar karakter behouden - één aanspreekpunt - geen vereisten tot het vormen van een rechtsvorm - protocollen niet bruikbaar - aansprakelijkheid niet meegenomen in contract - overeenkomst in samenspraak opstellen

- aansprakelijkheid is niet de kern van het verhaal daarom heerst er een onwetendheid bij burgers - ambtenaren zijn zich bewust over aansprakelijkheid daarom vaak terughoudende houding bij zelfbeheerprojecten

Beheer

- bewoners besteden meer uren in het beheer van groen - beheertaken worden gecombineerd met sociale activiteiten op locatie - tuinier vaardigheden nemen werkenderwijs toe - bewoners kunnen zich scholen voor het gebruik van grotere machines

- ambtenaren ervaren de startfase van zelfbeheer als leerproces - bieden van ondersteuning bij beheer aan bewoners door uitleen gereedschappen - niet altijd een officiële opening voor zelfbeheerprojecten - onderhoud risico volle handelingen wordt door gemeente uitgevoerd, zoals beheer van bomen

- het vormen van een vereniging maakt het zelfbeheerproject toegankelijk voor iedereen - een sterk zelfbeheergroep is positief voor gemeente

Budget

- netwerken gebruiken om taken voor elkaar te krijgen - bewoners krijgen niet altijd financiële ondersteuning vanuit de gemeente - bewoners vormen een rechtsvorm om gelden binnen te krijgen

- beperkte budget voor burgerinitiatieven beschikbaar vanuit de gemeente - kostenbesparing niet mogelijk door vele contact uren en ondersteuning personeel vanuit de gemeente

Organisatie

- ouderen participeren meer 55+ - openbaar groen nabij woning - bewoners verenigen zich in een rechtsvorm - voortrekkers in zelfbeheerprojecten - de gemeente bestaat uit een gelaagde organisatie

- inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - aanwezigheid sleutelfiguren - zorgen voor draagvlak - één aanspreekpunt - zelfbeheer in stichting met bestuur

- groenbeheerders op de hoogte brengen van zelfbeheerprojecten - toezicht vanuit gemeente op incidentele basis - contact tussen gemeente en burger naar behoefte - één contactpersoon - continuïteit van project is aandachtspunt - organisatie van gemeente is afhankelijk van soort aanvraag tot zelfbeheer

Samenwerking

- initiatief vanuit de burger - heldere communicatie - centraal aanspreekpunt - waar nodig faciliteren en stimuleren - ruimte geven - praktijkgericht werken vanuit de gemeente

- centraal aanspreekpunt - zorgen voor draagvlak - vaste afspraken onder de bewoners zorgen voor duidelijkheid - mogelijke onderlinge conflicten oplossen tijdens vergaderingen - conflicten met groenbeheerder door handelen in zelfbeheer projecten - mogelijke splitsing tussen zelfbeheerders en andere bewoners uit de buurt door verschillende visies op beheer en groen

- centraal aanspreekpunt - als gemeente bewoners zelf conflict laten oplossen en daarna pas bemiddelen - inzicht in gemeentelijk apparaat is positief voor de samenwerking met gemeente - groenbeheerders leren bewoners hoe ze het groen moeten onderhouden in beginfase - burgers waarden aanwezigheid vanuit de gemeente bij zelfbeheerprojecten - burger en gemeenten leren van elkaar

- ambtenaren moeten zich terughouden opstellen bij conflicten en bewoners zelf laten oplossen - als optie kan de gemeente een bemiddelaar op af sturen - in het ergste geval overeenkomst in trekken

Traject

- doorlopen van verschillende activiteiten tijdens zelfbeheerproject - helder formulieren traject zelfbeheer aan de burger - en deze bereikbaar maken voor burgers

- invloed van burger bij het opstellen van contract - niet altijd sprake van een officiële opening - niet altijd sprake van een officiële contract (kan ook informeel) - vormen van rechtsvorm (stichting of vereniging) - bewoners volgen cursussen om met gereedschap om te gaan

- geen vereisten om rechtsvorm aan te gaan - formele of informele goedkeuring - gemeente kan om projectplan vragen aan de bewoner (voorbereiding) - contract in samenspraak met burger opstellen - gemeente is niet altijd aanwezig bij officiële opening van zelfbeheerproject - ondersteuning vanuit de gemeente bij onderhoudswerkzaamheden

Traject bestaat uit verschillende fases waaronder de fase evaluatie

Succesfactoren - vertrouwen en draagvlak - enthousiasme - benutten kennis en talent uit de buurt - sleutelfiguren in zelfbeheerproject - samenwerking tussen burger en gemeente en burgers onderling - financiële ondersteuning vanuit de gemeente

- doorzettingsvermogen - enthousiasme - voortrekkers - kennis en vaardigheden benutten uit de buurt - merendeels koopwoningen - draagvlak en continuïteit - social media - inzicht hebben gemeentelijk apparaat - communicatie onderling - centraal aanspreekpunt - helder contract met duidelijke afspraken

- wegwijs maken door het gemeentelijk proces - bewoners initiatief laten nemen - openstaan voor initiatief - maatwerk leveren - bewoners serieus nemen - ruimte en vertrouwen geven - communicatie onderling - centraal aanspreekpunt - helder contract met duidelijke afspraken

geen vereisende voortrekkers die het project eigen maken

Faalfactoren - enthousiasme en doorzettingsvermogen - geen duidelijke aanspreekpunt - geen goed communicatie

- geen inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - geen draagvlak - ontbreken continuïteit - geen sterke aanleiding - geen doorzettingsvermogen - conflicten onderling - geen goede communicatie - geen centraal aanspreekpunt - geen helder contract met duidelijke afspraken

- geen risico’s durven nemen - geen toezicht - bewoners niet serieus nemen - geen vertrouwen tonen - te veel in de gaten houden - werken vanuit standaarden - te kort budget - te veel loslaten - niet openstaan als gemeente geen goede communicatie - geen centraal aanspreekpunt - geen helder contract met duidelijke afspraken

5. Datamatrix analyse theoretisch kader, case study en review

Page 93: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen

93

Tabel 1: analyse tabel zelfbeheerprojecten Analysemethode

Thema

Theoretisch kader Case study Review

Burger Gemeente Aanleiding

- bewoners starten zelfbeheer vanuit eigen interesse in groen - sociale binding met de wijk/buurt - wijkgericht werken vanuit de gemeente - sociale cohesie in de wijk/buurt - hogere kwaliteit groen - kostenbesparing niet mogelijk

- ontmoetingsplek - kennis overdragen aan kinderen - sociale cohesie - aantrekkelijke omgeving

- sociale cohesie - hoger kwaliteitsniveau - diversiteit aan beplanting - stimulatie burgerparticipatie - kostenbesparing niet mogelijk

geen kosten aan beheer, maar wel veel kosten aan proces van zelfbeheerprojecten

Randvoorwaarden en overeenkomst

- opzoeken wat de randvoorwaarden zijn voor zelfbeheerprojecten - vaste randvoorwaarden - overeenkomst in samenspraak opstellen met bewoners - bespreken aansprakelijkheid bij zelfbeheerprojecten

- onduidelijkheid over aansprakelijkheid bij burgers - overeenkomst in samenspraak opstellen - één aanspreekpunt - niet altijd een officiële contract

- maatwerk leveren - overeenkomst in samenspraak opstellen - openbaar karakter behouden - één aanspreekpunt - geen vereisten tot het vormen van een rechtsvorm - protocollen niet bruikbaar - aansprakelijkheid niet meegenomen in contract - overeenkomst in samenspraak opstellen

- aansprakelijkheid is niet de kern van het verhaal daarom heerst er een onwetendheid bij burgers - ambtenaren zijn zich bewust over aansprakelijkheid daarom vaak terughoudende houding bij zelfbeheerprojecten

Beheer

- bewoners besteden meer uren in het beheer van groen - beheertaken worden gecombineerd met sociale activiteiten op locatie - tuinier vaardigheden nemen werkenderwijs toe - bewoners kunnen zich scholen voor het gebruik van grotere machines

- ambtenaren ervaren de startfase van zelfbeheer als leerproces - bieden van ondersteuning bij beheer aan bewoners door uitleen gereedschappen - niet altijd een officiële opening voor zelfbeheerprojecten - onderhoud risico volle handelingen wordt door gemeente uitgevoerd, zoals beheer van bomen

- het vormen van een vereniging maakt het zelfbeheerproject toegankelijk voor iedereen - een sterk zelfbeheergroep is positief voor gemeente

Budget

- netwerken gebruiken om taken voor elkaar te krijgen - bewoners krijgen niet altijd financiële ondersteuning vanuit de gemeente - bewoners vormen een rechtsvorm om gelden binnen te krijgen

- beperkte budget voor burgerinitiatieven beschikbaar vanuit de gemeente - kostenbesparing niet mogelijk door vele contact uren en ondersteuning personeel vanuit de gemeente

Organisatie

- ouderen participeren meer 55+ - openbaar groen nabij woning - bewoners verenigen zich in een rechtsvorm - voortrekkers in zelfbeheerprojecten - de gemeente bestaat uit een gelaagde organisatie

- inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - aanwezigheid sleutelfiguren - zorgen voor draagvlak - één aanspreekpunt - zelfbeheer in stichting met bestuur

- groenbeheerders op de hoogte brengen van zelfbeheerprojecten - toezicht vanuit gemeente op incidentele basis - contact tussen gemeente en burger naar behoefte - één contactpersoon - continuïteit van project is aandachtspunt - organisatie van gemeente is afhankelijk van soort aanvraag tot zelfbeheer

Samenwerking

- initiatief vanuit de burger - heldere communicatie - centraal aanspreekpunt - waar nodig faciliteren en stimuleren - ruimte geven - praktijkgericht werken vanuit de gemeente

- centraal aanspreekpunt - zorgen voor draagvlak - vaste afspraken onder de bewoners zorgen voor duidelijkheid - mogelijke onderlinge conflicten oplossen tijdens vergaderingen - conflicten met groenbeheerder door handelen in zelfbeheer projecten - mogelijke splitsing tussen zelfbeheerders en andere bewoners uit de buurt door verschillende visies op beheer en groen

- centraal aanspreekpunt - als gemeente bewoners zelf conflict laten oplossen en daarna pas bemiddelen - inzicht in gemeentelijk apparaat is positief voor de samenwerking met gemeente - groenbeheerders leren bewoners hoe ze het groen moeten onderhouden in beginfase - burgers waarden aanwezigheid vanuit de gemeente bij zelfbeheerprojecten - burger en gemeenten leren van elkaar

- ambtenaren moeten zich terughouden opstellen bij conflicten en bewoners zelf laten oplossen - als optie kan de gemeente een bemiddelaar op af sturen - in het ergste geval overeenkomst in trekken

Traject

- doorlopen van verschillende activiteiten tijdens zelfbeheerproject - helder formulieren traject zelfbeheer aan de burger - en deze bereikbaar maken voor burgers

- invloed van burger bij het opstellen van contract - niet altijd sprake van een officiële opening - niet altijd sprake van een officiële contract (kan ook informeel) - vormen van rechtsvorm (stichting of vereniging) - bewoners volgen cursussen om met gereedschap om te gaan

- geen vereisten om rechtsvorm aan te gaan - formele of informele goedkeuring - gemeente kan om projectplan vragen aan de bewoner (voorbereiding) - contract in samenspraak met burger opstellen - gemeente is niet altijd aanwezig bij officiële opening van zelfbeheerproject - ondersteuning vanuit de gemeente bij onderhoudswerkzaamheden

Traject bestaat uit verschillende fases waaronder de fase evaluatie

Succesfactoren - vertrouwen en draagvlak - enthousiasme - benutten kennis en talent uit de buurt - sleutelfiguren in zelfbeheerproject - samenwerking tussen burger en gemeente en burgers onderling - financiële ondersteuning vanuit de gemeente

- doorzettingsvermogen - enthousiasme - voortrekkers - kennis en vaardigheden benutten uit de buurt - merendeels koopwoningen - draagvlak en continuïteit - social media - inzicht hebben gemeentelijk apparaat - communicatie onderling - centraal aanspreekpunt - helder contract met duidelijke afspraken

- wegwijs maken door het gemeentelijk proces - bewoners initiatief laten nemen - openstaan voor initiatief - maatwerk leveren - bewoners serieus nemen - ruimte en vertrouwen geven - communicatie onderling - centraal aanspreekpunt - helder contract met duidelijke afspraken

geen vereisende voortrekkers die het project eigen maken

Faalfactoren - enthousiasme en doorzettingsvermogen - geen duidelijke aanspreekpunt - geen goed communicatie

- geen inzicht hebben in gemeentelijk apparaat - geen draagvlak - ontbreken continuïteit - geen sterke aanleiding - geen doorzettingsvermogen - conflicten onderling - geen goede communicatie - geen centraal aanspreekpunt - geen helder contract met duidelijke afspraken

- geen risico’s durven nemen - geen toezicht - bewoners niet serieus nemen - geen vertrouwen tonen - te veel in de gaten houden - werken vanuit standaarden - te kort budget - te veel loslaten - niet openstaan als gemeente geen goede communicatie - geen centraal aanspreekpunt - geen helder contract met duidelijke afspraken

Page 94: Afstudeerscriptie zelfbeheer openbaar groen