Afrikaans

22
Afrikaans Door: -Alex Poessé -Milou Pet -Richard Bethlehem -Jori van Schijndel -Dennis Broeders -Jorik Kuhlman

description

Afrikaans. Door: Alex Poessé - Milou Pet Richard Bethlehem Jori van Schijndel Dennis Broeders Jorik Kuhlman. Onderwerpen. Lexicon Fonologie Morfologie Morfologie/Syntax Syntax Syntaxis/Semantiek Discourse. Fonologie. Fonemen - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of Afrikaans

Page 1: Afrikaans

Afrikaans

Door:-Alex Poessé-Milou Pet

-Richard Bethlehem-Jori van Schijndel-Dennis Broeders

-Jorik Kuhlman

Page 2: Afrikaans

Onderwerpen

• Lexicon• Fonologie• Morfologie• Morfologie/Syntax• Syntax• Syntaxis/Semantiek• Discourse

Page 3: Afrikaans

Fonologie

• Fonemen – Geen klanken die voor ons onuitspreekbaar zijn, komen ze

niet voor in het vocabulaire dan wel in leenwoorden

• Assimilatie– Voornamelijk assimilatie bij nasale klanken en in

samentrekkingen van woorden

• Syllabestructuur– CCC en VVV komen weinig voor, CCCC en VVVV zijn we

niet tegengekomen

Page 4: Afrikaans

Afrikaanse klinkers

Page 5: Afrikaans

Nederlandse klinkers

Page 6: Afrikaans

Assimilatie• /d/ assimileert met nasale klanken in [nde]

– Bv. hande [ɦanə]– Bv. honde [ɦɔnə]– De assimilatie gaat dus terug, de /d/ assimileert aan de nasale

klank ervoor– REGEL: [d] [+nasaal]/[+nasaal]__/e/

Syllaben• In ons lexicon allemaal vrij regelmatige syllaben

– CVC, VCV, CVVC etc.– BV. “sol-da-te” CVC-CV-CV

• Langere komen wel voor maar zeer beperkt– BV. “strand” CCCVCC

Page 7: Afrikaans

Morfologie

• Identificeer de betekenis van elke morfeem bij de gelede woorden.

– (gelede = polymorfematisch= bestaande uit meer woorden)

• morfologische regels voor de combinatie van morfemen tot woorden.

• Gebruik van hulpwerkwoorden.

Page 8: Afrikaans

Morfologische regels

• PRETERITE MORFEEMSingularis

(ik) werk (+ø) Vorm van heb + ge-X-teOfge-*-de

(ek) werk (+ø) Het ge-* (i) Work (+ø) Vorm van had +*.ed

(jij) werk +t (jy) werk (you) Work

(zij/hij) werk (hy/zy)werk (he/she) Work +s

Pluralis

(wij) werk + en Vorm van heb + ge-X-teOfge-*-de

(ons) werk (+ø) Het ge-* (we) work (+ø) Vorm van had +*.ed

(jullie) werk (julle) werk (you) work

(zij) werk (hulle) werk (they) work

Page 9: Afrikaans

Morfologische regels

• UNSTRESSED PREFIX

Inseparable verbs: Not stressed and the past participle is formed without -ge

* Inseparable prefixes:-Seperable verbs split into two parts both in the present and in the past.

-Inseparable verbs never split(yes, that’s why they are called inseparable…)

Be-low-eNl: ontmoetenontmoet, ontmoette heb ontmoet

Be-ge-low-e*Nl: opstaan sta opstond opopgestaan

‘oud’ afrikaans zegt wel geontmoet

Page 10: Afrikaans

Morfologische regels• Pluralisation of nouns

– Plurals are normally made by taking –s of –e. • Also possible:

– -de – -te– -ens– -ers– -ere– Both –e and –s– Irregular– …..

• ADJECTIEVE MORFEEM– When used attributively, most adjectives take -e

Page 11: Afrikaans

Hulpwerkwoorden

• Afrikaans een analytische taal.

• Vervoegingen– Infinitive + present tense + imperative gelijk– Past tense wijkt af: hulpwerkwoord + ge-*– Meestal geen verschil bij singularis/pluralis– Meestal geen verschil persoon (1e, 2e ,3e persoon)– Voorkomen van dubbele ontkenning (versterking)

• Verbuigingen.– Bijna alleen maar verschil singularis/pluralis– Geen verschil geslacht bij lidwoorden– Geen gebruik van naamvallen

Page 12: Afrikaans

Woordveranderingen

• Woordvolgorde

• Hulpwerkwoorden

• Geen congruentie

Page 13: Afrikaans

Syntaxis

• Afrikaans is een SVO (subject-verb-object) taal– Nederlands– Engels

• Voorbeeld: – “I eat fruit” Subject-verb-object– “Ik eet fruit”– “Ek eet kos”

Page 14: Afrikaans
Page 15: Afrikaans

Bijzinnen• Bijzinnen met daarin het zogenaamde aaneenrijgen van werkwoorden is toegestaan

de chauffeur kan hebben willen laten blijven staan wachtendie bestuurder kon wou laat bly staan en wag het

• Voornaamste verschillen met het Nederlands• In het Nederlands is het hulpwerkwoord hebben noodzakelijk • In het Afrikaans is het woordje en nodig om grammaticaal correct te blijven

• Duidelijkere verschillen komen naar voren bij taalhandelingen (bijv. vragen)Vraag: Hoe lyk sy?Ek wonder hoe lyk sy i.p.v. Ek wonder hoe sy lyk

Vraag: Kom sy môre?Ek wonder of kom sy môre i.p.v. Ek wonder of sy môre kom.

• In het Nederlands: volgorde werkwoordsgroep past zich aan de hoofdzin aan• In het Afrikaans: volgorde bijzin past zich aan de hoofdzin aan

• Verder is in beide talen de voorkeur voor een bepaalde werkwoordspositie identiek

• Werkwoordsplaatsing: alleen een klein verschil met betrekking tot hulpwerkwoorden

• Werkwoorden mogen daarom niet aan de rechterkant van een hulpwerkwoord staan

Page 16: Afrikaans

Negatie• Enige West-Germaanse taal met een verplichte dubbele negatie• Mogelijk ontstaan:

• Frans -> ne gevolgd door een negatie• Middelnederlands -> Daerne quam oec nie geen man• Andere Afrikaanse talen -> ‘dubbele hik’

• Zowel ‘hik hik’ als ‘hik hik, ek weet nie’ waren geldige ontkenningen• Werd al gauw vervangen door nee of nee, ek weet nie• Nee was meestal niet voldoende, vandaar dat alleen de 2e optie overbleef

• Structuur in het Afrikaans:• Eerste element (nie, geen, niemand, etc.) komt direct na de persoonsvorm• Tweede element (altijd nie) komt aan het einde van de zin

• Een negatie is alleen correct indien deze twee elementen erin voorkomen

• In tegenstelling tot de logica heffen deze dubbele negaties elkaar dus niet op• Sy hou nooit op met werk nie => Zij houdt niet op met werken niet

Page 17: Afrikaans

Argumentstructuur• Afrikaans lijkt qua argumentstructuur erg op het Nederlands

• Enkele voorbeelden:

Die kasteel is op n heuwel naby ‘n meer.Is(kasteel)

Die vriendelike man het n boek aan sy dogter gegee.Gee(man, boek, dogter)

Prospero het belowe om haar al die boeke te gee.Belowe(Prospero, boeke te gee)

• Verdere regels voor wat betreft plaatsing en mogelijke/onmogelijke combinaties zijn vrijwel identiek aan het Nederlands

Page 18: Afrikaans

DiscourseEnkelvoud

Subject Object Possessive

Ek ‘I’ my ‘me’ my/myne ‘my’ / ‘mine’

Jy ‘you’ jou ‘you’ jou/joune ‘your/yours’

U ‘you’ u ‘you’ u/u s’n ‘your/yours’

hy ‘he’ hom ‘him’ sy/syne ‘his’

sy ‘she’ haar ‘her’ haar/hare ‘her’/ ‘hers’

dit(wordt in de omgangstaal dikwijls vervangen door hy.)

‘it’ dit ‘it’ sy/syne ‘it’s’

Meervoud

Subject Object Possessive

Ons ‘we’ Ons ‘us’ ons / ons s‘n ‘our’/’ours’

Julle ‘you’ Julle ‘you’ julle/ jul/ julle s’n ‘your’/ ‘’

Hulle ‘they’ Hulle ‘them’ hulle/ hul/ hulle s’n

‘their’/ ‘theirs’

Page 19: Afrikaans

Anaforen in het Afrikaans

• Pronomina zijn anaforisch. • Verwijzing van deze anaforen naar een eerder genoemd

antecedent.• Deze antecedent is een vaak een NP. • Voorbeeldzin; • “Falstaff heeft iets gedronken omdat, hij dorst had.” wordt in

het Afrikaans “Falstaff het gedrink omdat hy dors was .”.– Hierbij verwijst ‘hy’ naar Falstaff.

Page 20: Afrikaans

Bepaald Lidwoord in het Afrikaans; ‘die’

Page 21: Afrikaans

Onbepaald Lidwoord in het Afrikaans; ‘n.

• Geen grammaticaal geslacht onderscheidt.• Introduceren van entiteiten in de discourse-context die nieuw zijn voor de hoorder.

– Gebruik ’n o.a bij;• Noun in enkelvoud.• Overeenkomstig met Nederlands.

• – Weglaten ’n o.a bij;

• ‘Zonder’.• Noun direct in contact met verwijzing.• Standaard zinvolgorde;

» Prononoun.» Noun & Verb.

– Honderd & duizend.– Per stuk.

Page 22: Afrikaans

http://www.phil.uu.nl/~kuhlmann/index.html