AenK oktober 2014

8
naar veerkracht en balans >>> pagina 6 Casus Jaargang 7, nummer 1 najaar 2014 Van chronisch overbelast Door de Participatiewet krijgen ge- meentelijke klantmanagers volgend jaar te maken met een nieuwe, complexe cliëntengroep voor wie ze passend werk of een ander participatievorm moeten vinden. Vooral bij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kan AenK waardevolle ondersteuning bieden. Er moeten zo veel mogelijk mensen naar vermogen aan de maatschappij mee- doen. Dat is de gedachte achter de Parti- cipatiewet die gemeenten per 1 januari gaan uitvoeren. Met ingang van het nieuwe jaar valt iedereen die zich bij de gemeente meldt en kan werken, maar niet in staat is het wettelijk minimum- loon te verdienen, onder de Participatie- wet. Nu zijn deze mensen nog verspreid over drie verschillende regelingen: de WWB (de Wet Werk en bijstand), de Wsw (de Wet sociale werkvoorziening) en de Wajong (Wet arbeidsongeschikt- heidsvoorziening jonggehandicapten). De nieuwe wet betekent een hele omschakeling voor gemeenten en de komst van een nieuwe en complexe klantengroep: arbeidsgehandicapten die voorheen voor een Wajong-regeling in aanmerking zouden komen. De uitdaging is groot, vooral omdat gemeenten ook nog eens minder budget krijgen om een grotere groep cliënten aan werk of een ander vorm van parti- cipatie te helpen. Het belang om daarin succesvol te zijn is evident. Participatie, in welk vorm dan ook, is stimulerend en motiverend voor mensen die nu in de luwte van de werkende maat- schappij staan. Voor gemeenten is een succesvol participatiebeleid van belang omdat iedere cliënt die (deels) aan het werk gaat, niet langer of minder op de gemeentelijke begroting drukt. Boven- dien vergroot actieve participatie het welbevinden en de gezondheid van de betrokken burgers. Complex De vraag is echter of gemeenten vol- doende toegerust zijn om een succesvol participatiebeleid te voeren. Niet alleen wordt de groep mensen met een beper- king waarvoor gemeenten verantwoor- delijk zijn groter, ook de complexiteit van de groep cliënten neemt toe. Het gaat dikwijls om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die vaak te kampen hebben met multi-problematiek. “Als je mensen uit deze doelgroep wilt activeren moet je - om het zo maar te zeggen - de eerste knoop goed leggen”, stelt Miel Ausems, directeur van AenK. “Als je de juiste eerste stap neemt, Participatiewet: Inschakelen externe experse loont Bij Droom! werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt >> In dit cahier: Pag 2 Kort nieuws Pag 4 Snel herstel door tijdig inzetten bedrijfsarts Pag 6 AenK psycholoog Wout Achter- veld denkt in mogelijkheden Pag 7 AenK ondersteunt verzuim- onderzoek Suriname Pag 8 Column Miel Aussems: Actief werken aan herstel

description

 

Transcript of AenK oktober 2014

Page 1: AenK oktober 2014

Cahier Meer met Mensen | x

Ter gelegenheid van de recente arbo-

certificering heeft AenK een bijzonder

relatiegeschenk ontwikkeld: een voor-

leesboek voor jonge kinderen getiteld

Appelwang en Katertje.

In tien boeiende verhalen beleeft de

hoofdpersoon Appelwang samen met

haar onafscheidelijke kat allerlei span-

nende en grappige avonturen. De ge-

ïllustreerde uitgave is gedrukt in een

eenmalige oplage van 2.000 exempla-

ren en wordt gratis verspreid onder re-

laties van AenK.

Ausems en Kerkvliet is op zoek naar

een psycholoog voor de regio Gronin-

gen, Friesland en Drenthe.

Het gaat om een functie voor 32 tot 40

uur per week. Hij of zij komt te werken

in een team van 17 psychologen.

Afhankelijk van de voorliggende pro-

blematiek gaat hij/zij psychologisch on-

derzoek verrichten naar mogelijkheden

en beperkingen van cliënten en brengt

op basis daarvan advies uit. De advie-

zen zijn erop gericht om het arbeids-

vermogen van werkzoekenden in kaart

te brengen en te bevorderen. Psycho-

therapeutische interventies en coaching

van cliënten behoren ook tot het taken-

pakket. AenK is een stabiele organisa-

tie die in een plezierige sfeer kwaliteit

te allen tijde centraal stelt. Vanuit 120

onderzoekslocaties werkt zij voor over-

heden en bedrijven verspreid over het

land. Het hoofdkantoor is gevestigd in

de Hof van Twente. AenK is ISO en

arbo-gecertificeerd en erkend als prak-

tijkopleider in de GZ-opleiding.

Meer informatie op www.aenk.nl.

Appelwang en Katertje AenK zoekt psycholoog ’Bemoeien mag’

Suzanne Timmer: ’Betrokkenheid regel je niet op papier’ >>>

Kamer van Koophandel blinkt uit als werkgever

Jaargang 3, nummer 2 • zomer 2010

Interview

Driekwart van de Nederlandse werkne-

mers vindt dat de baas zich mag be-

moeien met de leefstijl van ongezonde

medewerkers.

Veertig procent meent dat de baas dit

zelfs verplicht is. Dit concludeert Into-

mart GfK in een onderzoek in opdracht

van BNR Nieuwsradio en zorgverzeke-

raar CZ. Twee op de drie werknemers

en meer dan de helft van de werkge-

vers vindt dat het bedrijf medeverant-

woordelijk is voor de vitaliteit van het

personeel. De werkgever zou moeten

zorgen voor goede werkplekken, flexi-

bele werktijden of een fietsenplan. Tien

procent vindt dat gebrek aan vitaliteit

reden is voor ontslag. (Novum/ANP)

naar veerkracht en balans >>> pagina 6

Casus

Jaargang 7, nummer 1 • na jaar 2014

Van chronisch overbelast

Door de Participatiewet krijgen ge-meentelijke klantmanagers volgend jaar te maken met een nieuwe, complexe cliëntengroep voor wie ze passend werk of een ander participatievorm moeten vinden. Vooral bij mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt kan AenK waardevolle ondersteuning bieden.

Er moeten zo veel mogelijk mensen naar vermogen aan de maatschappij mee-doen. Dat is de gedachte achter de Parti-

cipatiewet die gemeenten per 1 januari gaan uitvoeren. Met ingang van het nieuwe jaar valt iedereen die zich bij de gemeente meldt en kan werken, maar niet in staat is het wettelijk minimum-loon te verdienen, onder de Participatie-wet. Nu zijn deze mensen nog verspreid over drie verschillende regelingen: de WWB (de Wet Werk en bijstand), de Wsw (de Wet sociale werkvoorziening) en de Wajong (Wet arbeidsongeschikt-heidsvoorziening jonggehandicapten). De nieuwe wet betekent een hele omschakeling voor gemeenten en de komst van een nieuwe en complexe klantengroep: arbeidsgehandicapten die voorheen voor een Wajong-regeling in aanmerking zouden komen. De uitdaging is groot, vooral omdat gemeenten ook nog eens minder budget krijgen om een grotere groep cliënten aan werk of een ander vorm van parti-cipatie te helpen. Het belang om daarin succesvol te zijn is evident. Participatie, in welk vorm dan ook, is stimulerend en motiverend voor mensen die nu in de luwte van de werkende maat-schappij staan. Voor gemeenten is een succesvol participatiebeleid van belang

omdat iedere cliënt die (deels) aan het werk gaat, niet langer of minder op de gemeentelijke begroting drukt. Boven-dien vergroot actieve participatie het welbevinden en de gezondheid van de betrokken burgers.

Complex De vraag is echter of gemeenten vol-doende toegerust zijn om een succesvol participatiebeleid te voeren. Niet alleen wordt de groep mensen met een beper-king waarvoor gemeenten verantwoor-delijk zijn groter, ook de complexiteit van de groep cliënten neemt toe. Het gaat dikwijls om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die vaak te kampen hebben met multi-problematiek. “Als je mensen uit deze doelgroep wilt activeren moet je - om het zo maar te zeggen - de eerste knoop goed leggen”, stelt Miel Ausems, directeur van AenK. “Als je de juiste eerste stap neemt,

Participatiewet:

Inschakelen externe expertise loont

Bij Droom! werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt >>

In dit cahier:Pag 2 Kort nieuws Pag 4 Snel herstel door tijdig inzetten bedrijfsarts Pag 6 AenK psycholoog Wout Achter- veld denkt in mogelijkheden Pag 7 AenK ondersteunt verzuim- onderzoek SurinamePag 8 Column Miel Aussems: Actief werken aan herstel

Page 2: AenK oktober 2014

Reminders per sms Vervelend, maar het kan om wat voor reden altijd wel eens gebeu-ren: een afspraak vergeten. Om die kans te verkleinen volgt op de telefonisch gemaakte spreek-uurafspraak altijd een schriftelijke bevestiging. Sinds kort sturen we de cliënt als extra service een dag voor de afspraak ook nog een sms’je.

Nieuwe medewerkers AenK Om onze dienstverlening op het gewenste hoge niveau te hou-den, zijn de afgelopen maanden Audrey Oonk en Samira Killhouh de organisatie komen versterken. Audrey wordt elders in deze uitga-ve al geïntroduceerd, Samira Kill-houh is onze nieuwe verzuimcon-sulent in Apeldoorn en Arnhem.

Omgaan met gevaarlijke stoffen

Met enige regel-maat verzorgt Auxilium eendaag-se trainingen om-gaan met gevaar-

lijke stoffen. De praktijkgerichte training geeft informatie over gevaarlijke stoffen, de zelfinspec-tie en praktische tools voor het uitvoeren van de inventarisatie verplichtingen. Een van de docenten is arbeids-hygiënist Tamara Onos, met wie AenK al vele jaren samenwerkt. Klanten van AenK komen daarom in aanmerking voor een korting op het cursusgeld. Meer informatie? Tamara Onos, 06-546 567 57. p

sy

ch

olo

og

2 | Cahier Meer met Mensen

vergroot je de kans dat je de mensen op een goed spoor krijgt.” AenK is al vele jaren actief voor ge-meenten als partner voor onder meer arbeidsmedische en arbeidsdeskundige diensten. “Door ons in te schakelen kunnen we in een vroeg stadium de mo-gelijkheden van een cliënt bepalen. Onze insteek is positief: we kijken naar wat een cliënt wél kan en begeleiden hem daar ook in.” De bedrijfsartsen en psy-chologen van AenK zien de cliënten en zoeken bij de gesprekken en de onder-zoeken naar reëel resterende participa-tiemogelijkheden. Daarbij geven zij vaak ook advies over het traject waarlangs deze mogelijkheden gerealiseerd kunnen gaan worden. De AenK arbeidsdeskun-

dige kan de resterende arbeidsmogelijk-heden vertalen in reële functies op de lokale markt. Ook zijn de arbeidsdeskun-digen van AenK bij uitstek de aangewe-zen personen voor het bepalen van de resterende loonwaarde, waarbij ze de Dariuz methodiek gebruiken.

Activeren“Ausems en Kerkvliet heeft veel kennis in huis en bovendien een jarenlange ervaring met deze doelgroep”, aldus Miel Ausems. “Samen met IVA O&T, hét instituut voor arbeidsdeskundige oplei-dingen, verzorgen we voor gemeenten de opleiding tot Participatiedeskundige. De essentie is dat je cliënten goed kunt inschatten en hun ‘gebruiksaanwijzing’ weet. Op basis van je expertise kun je vervolgens beoordelen of er verdien-capaciteit is en welke werkzaamheden passend zijn. Het mes snijdt aan twee kanten”, zo benadrukt hij. “Mensen krij-gen waardering om de bijdrage die ze le-veren, komen uit hun isolement, hebben weer contacten. Je ziet dat mensen daar van groeien. Het bevordert ook aantoon-baar hun gezondheid. Het voordeel voor gemeenten is bovendien dat cliënten die werk vinden niet langer op de begroting drukken. Als je het op de juiste ma-nier aanpakt, verdient inschakelen van externe expertise zich dubbel en dwars terug.”

AenK en gemeentenAusems en Kerkvliet levert al vele jaren diensten aan een groot aantal gemeenten in Nederland. Bedrijfsart-sen, psychologen, arbeidsdeskundi-gen verrichten o.a. - Participatiemeting- Belastbaarheidsonderzoek- Medisch en psychologisch onderzoek- Arbeidsdeskundig onderzoek- Therapeutische interventies- Verzuimbegeleiding

KortIn vergader- en f lexwerklocatie Droom! In Elst werken mensen met en zonder vergrote afstand tot de arbeids-markt. De zelfge-maakte appeltaar-ten zijn fameus

Page 3: AenK oktober 2014

ps

yc

ho

loo

gCahier Meer met Mensen | 3

Ausems en Kerkvliet onderscheidt zich van andere aanbieders door haar multidisciplinaire aanpak. Wij hebben naast de kerndeskundigen van de arbowet ook arbeidsmedische, psychologische en arbeidsdes-kundige specialisten in eigen huis. Dat staat garant voor goed overleg en op maat gesneden behandel-teams om cliënten optimaal te kunnen helpen. In een serie artikelen laten we u kennis maken met de verschillende disciplines van AenK. Dit keer: De psycholoog

Wout Achterveld is als stafpsycholoog al bijna dertien jaar aan AenK verbonden. Hij ziet cliënten maar stuurt ook het team van psychologen van AenK aan. “Ik bewaak de inhoud en de kwaliteit en zorg dat die op hoog niveau blijven”, zo vat hij het kort samen. Het team bestaat vooral uit psychologen die klinische psychologie gestudeerd hebben. “Maar”, zo benadrukt Wout, “we begeven ons niet op het curatieve vlak. De klinisch psychologische kennis is vereist om de klachten van cliënten te duiden en op basis daarvan te kijken wat de cliënt nog wel kan. Natuurlijk beoordelen we of er doorverwezen moet worden voor extra hulp, maar in eerste instantie proberen we uit te vinden wat de cliënt zelf kan doen om zijn situatie te verbeteren.”

De psychologen van AenK werken voor gemeenten en voor bedrijven en instellingen. Voor gemeenten gaat het veelal om langdurig werklozen en bij-standsgerechtigden. Vanuit het bedrijfsleven krijgt AenK aanvragen voor bijvoorbeeld loopbaanonder-zoeken of komen er mensen die zijn vastgelopen zijn in hun werk. “Het gaat dan bijvoorbeeld om

mensen die niet meer terug kunnen in hun eigen functie. Vaak om medische

redenen zoals onbegrepen licha-melijke klachten, burn-out of

een hersenbloeding. Het zijn altijd complexe situaties

waarbij het vaak gaat om de mogelijkheden in het eerste of tweede spoor.”

MultiproblematiekDe complexiteit loopt als een rode draad door het werk van de AenK psychologen. “Bij de mensen die we zien is veelal sprake van multiproblematiek. Psychosociale klachten spelen daarin een grote rol. Het gaat dan om een combinatie van factoren: langdurige werkloosheid, lage opleiding, schuldenproblematiek, problemen met relaties of de woonsituatie. Daar kun je depressief, angstig, gespannen of onzeker door worden. Het is niet altijd nodig om dat te psychologiseren of te medica-liseren, de oplossing kun je vaak sneller vinden door mensen te helpen hun situatie te verbeteren. Bijvoor-beeld door schuldenproblematiek op te lossen of de woonsituatie te verbeteren. Als de algemene situatie verbetert, verbetert ook de gezondheid.”Volgens Wout moeten mensen een zetje in de goede richting krijgen en anders leren denken. De gedachte is vaak: ik moet eerst gezond worden en dan pas weer aan het werk gaan of werk zoeken. Maar wij zeggen: ‘zorg nu dat je aan het werk gaat, want dan merk je dat je ook weer gezond wordt’.” Enige nuance is ook hier natuurlijk op zijn plek. “Als iemand uitgesproken depressief is, of een andere aan-doening heeft, verwijzen we natuurlijk door naar een behandelaar in de eerste of tweede lijn.” Dat kunnen overigens ook een van de twee GZ-psychologen van AenK balans zijn die zijn toegespitst op kortduren-de behandeling van depressieve klachten, angsten of burn-out.

Wout over de mooie kanten van zijn vak

“Ieder mens is uniek. Het is altijd weer interessant om het verhaal van iemand te horen en bijzonder dat je zomaar een kijkje krijgt op iemands leven en beweegredenen. De uitda-ging is om te analyseren en zaken die vast-gelopen zijn weer vlot te trekken. Je moet het leuk vinden om puzzels op te lossen. Dat maakt het werk leuk en interessant.”

Denken in mogelijkhedenInterview

Page 4: AenK oktober 2014

4 | Cahier Meer met Mensen

Het is een bekend gezegde: van hard werken wordt niemand ziek. Maar waar wel van? En wat kun je er tegen doen? Tijdig inschakelen van ‘de specialist arbeid en gezondheid’ is van cruciaal belang.

Het begrip specialist mag in dit geval overigens letterlijk genomen worden. ‘Bedrijfsarts’ is een beschermde titel en mag alleen gevoerd worden door artsen die na hun geneeskundestudie een vierjarige specialisatie volgden en ingeschreven staan in het Register van Sociaal Geneeskundigen. Ondanks dat ziet bedrijfsarts Tiny Ausems met name arbo-artsen zich nog al eens op het ter-rein van de bedrijfsarts begeven. En dat is opmerkelijk om twee redenen. Aller-eerst is het voeren van de titel arbo-arts is in Nederland niet toegestaan. Iets waar niet tegen wordt geprotesteerd. “Maar belangrijker is dat deze basisart-sen niet zijn opgeleid om het werk van een bedrijfsarts te doen. Het is vreemd dat dat in Nederland gedoogd wordt. Ik denk dat het voor werkgevers belang-rijk is dat ze met echte bedrijfsartsen te maken hebben die vanuit hun specia-

lisme weten wat het is om mensen te beoordelen op belastbaarheid.”Dat er hoge eisen worden gesteld is terecht, want een bedrijfsarts moet van vele markten thuis zijn. “Je hebt met psychische problemen te maken, met fy-sieke klachten, met uiteenlopende soor-ten werk en werkgevers. Maar ook met privé-, persoons- en werk gerelateerde problemen of onderlinge confiicten op de werkvloer. Zie daar je weg maar eens in te vinden. Er wordt niet alleen qua me-dische kennis veel van je geëist, maar ook van je vermogen daarover te com-municeren omdat je met veel verschil-lende partijen en verschillende regels te maken hebt. Met de werknemer en de werkgever, met de collega’s van UWV,

maar ook met huisartsen, psychologen en specialisten naar wie je werknemers verwijst als dat nodig is.”

Psychische klachtenDie noodzaak goed te communiceren neemt de afgelopen jaren toe. Want alhoewel het ziekteverzuim daalt, neemt het aandeel van het psychisch verzuim toe nu de psychosociale arbeidsbelasting (PSA) nogal eens wordt overschreden. “De combinatie van te hoge taakeisen en te veel stressoren leidt dan tot pro-blemen. Een deel van de oplossing ligt in het vergoten van de mentale weer-baarheid van de werknemer. Maar vaak blijkt dat er een tekort is aan werkge-bonden hulpbronnen zoals autonomie, steun van collega’s of leidinggevenden of een gebrek aan ontwikkelmogelijkhe-den.” Vooral die autonomie is belangrijk. “Dat je tot op zekere hoogte je werk zelf kunt organiseren, je eigen werktempo kunt bepalen, of af en toe eens thuis kunt werken. Zo zie je dat door fiexi-bel inroosteren of zelf inroosteren het ziekteverzuim binnen een organisatie daalt. Daarnaast is steun van leidingge-venden en collega’s heel belangrijk om

Sneller herstel door tijdig inzetten bedrijfsarts

“Je moet in staat zijn om mensen met heel verschillende problemen in veel verschillende werksituaties te beoordelen en te begeleiden naar hervatting van werk. Dat maakt het tot een fantastische mooi vak, zeker als je zoals ik, al veel jaren ervaring heb. Het is elke dag weer een mooie uitdaging.”

Bedrijfsarts

Page 5: AenK oktober 2014

Cahier Meer met Mensen | 5

12

3

45

te voorkomen dat mensen uitvallen met werkstress.”

Veerkracht De bedrijfsarts maakt een inventarisatie van werkgerelateerde én persoonlijke hulpbronnen en hoe die te beïnvloeden zijn. “Je geeft iemand veerkracht en vertrouwen in de eigen bekwaamheid. Het gaat niet om vermindering van de hoeveelheid werk, maar om versterking van de hulpbronnen. Daarmee krijg je mensen veel sneller en beter op de rit.” Mocht een werknemer toch uitvallen, dan is het belangrijk om hem zo snel mogelijk weer terug te krijgen op de werkplek. “Werkhervatting onder goede begeleiding. Dat laatste doe je met ge-specialiseerde GZ psychologen, zoals die bij AenK Balans werken.”

Drempelvrij In alle gevallen is snel handelen van groot belang en daarom moet de toe-gang tot de bedrijfsarts drempelvrij zijn, vindt Tiny Ausems. “De werkgever of casemanager denkt vaak: zolang het geen zes weken duurt, schakel ik de bedrijfsarts niet in. In die tijd zijn men-sen dan misschien al bij de GGZ, een praktijkondersteuner van de huisarts, de haptonoom, een strijker of weet ik wat geweest. Als ze dan na vijf, zes weken bij de bedrijfsarts komen die zegt dat het allemaal anders moet, gaan de hakken in het zand. Je hebt dan nog meer tijd nodig om alles weer op orde te krijgen.” “Hoe langer je wacht hoe sneller ze afglijden. Snel borgen, zodat het niet erger wordt, en dan oplossingen zoeken. Vervolgens ondersteunen en empoweren zodat ze hun persoonlijke en - in overleg met de werkgever- werkgebonden hulp-bronnen kunnen aanspreken.”

Wie is Audrey Oonk? “Ik ben 39 jaar en woon met mijn echtgenoot in Losser. Samen hebben we drie kinderen van 2, 5 en 7 jaar.”

Hoe ben je bij AenK in contact gekomen? “Bij Tbs-Kliniek Oldenkotte was ik contactpersoon voor het arbo- en verzuimbeleid. Ausems en Kerkvliet was onze arbodienst. Oldenkotte gaat sluiten, tijdens het laatste gesprek met Miel Ausems hadden we het over mijn toekomst. Zo is het balletje gaan rollen.”

Wat is je achtergrond? “Ik heb het nodige gedaan. Integraal arbo-management, sociaal peda-gogische hulpverlening, bedrijfs-maatschappelijk werk, arbo- en P&O adviseur. En nu heb ik de opleiding tot arbeidsdeskundige afgerond.”

En wat trekt je in het beroep ar-beidsdeskundige? “Wat ik heel leuk vind aan het werk

als arbeidsdeskundige is dat al mijn kennis en ervaring op het gebied van P&O, re-integratie, arbo en verzuim samenkomen in een functie. Je hebt werkervaring nodig om een goede ar-beidsdeskundige te worden. Gelukkig kwam ik door mijn werk op heel veel plekken en heb ik een goed beeld van werkplekken en wat werk voor iemand kan betekenen. Als arbeids-deskundige kijk je naar alle facetten van werk, de mens en de belastbaar-heid. Een goed arbeidsdeskundig advies leidt er toe dat mensen beter in balans zijn.”

Wat is je doel bij AenK? “Ik wil mij onder meer richten op wat gemeenten kunnen betekenen voor hun bijstandsklanten. Samen met de sociale diensten verdiepen in het ver-haal van de cliënt. Mijn verslag moet van toegevoegde waarde zijn. Dat de persoon in kwestie er echt iets mee kan. Dan kun je wat bereiken.”

AenK versterkt Arbeidsdeskundige expertise

Audrey Oonk is als arbeidsdeskun-dige de gelederen van AenK komen versterken. Haar komst onderstreept de multidisciplinaire aanpak waar AenK bekend om staat. Met onder andere bedrijfsartsen, psychologen en GZ psychologen, een sportarts, arbeidsdeskundigen en arbeid- en organisatiedeskundigen in eigen huis, is AenK de juiste arbeidsmedische partner voor bedrijven en organisa-ties. Ter kennismaking stelden we 5 vragen aan Audrey Oonk.

Page 6: AenK oktober 2014

In iedere uitgave van ‘Cahier meer met mensen’ beschrijven we een interes-sante case. Dit keer: een 40 jarige man met klachten van chronische overbelas-ting. In verband met de complexiteit en ernst van de klachten wordt werknemer verwezen naar AenK Balans voor een interventie traject onder begeleiding van een GZ-psycholoog.

De intakeTijdens de intake zien wij een gespan-nen en onrustige man die al geruime tijd diverse psychische klachten ervaart door chronische overbelasting vanuit het werk. Daarnaast is er ook sprake van een chronische ziekte waardoor zijn fysieke belastbaarheid beperkter is. De wijze waarop hij hiermee omgaat (coping), heeft ook bijgedragen aan de geleidelijke afname van de weerbaar-heid van de afgelopen jaren. Verder, zo wordt geconstateerd tijdens de intake, zijn er enkele onderliggende overtuigin-gen, zoals: ‘ik ben onmisbaar’ en ‘ik ben verantwoordelijk’ en spelen persoonlijke eigenschappen een belangrijke rol bij het ontstaan en in stand houden van de klachten. Meneer heeft zich lange tijd staande kunnen houden, echter na een recente persoonlijke tegenslag lijkt daar een eind aan te zijn gekomen.

De aanpakOp verzoek van de bedrijfsarts wordt gestart met gedragstherapeutische interventies waarbij het doel is de ontspanning te vergroten waardoor de balans tussen inspanning en ontspan-ning verbeterd wordt. Daarnaast worden enkele adviezen gegeven om zijn levens-stijl te verbeteren.De interventies geven echter nauwelijks

resultaat, waardoor besloten wordt tot een maatregel om de werkdruk sterk te reduceren en het herstel op deze manier een zogenoemde ‘kickstart’ te geven. Hij wordt korte tijd vrijgesteld van werk. In deze periode gaat meneer met herstel-taken aan de slag om zijn herstel zoveel mogelijk te bevorderen en maakt hij, met steun van de psycholoog en de bedrijfs-arts, een werkplan om op een meer ge-zonde en effectieve manier opnieuw aan het werk te gaan. Daarbij werd aandacht besteed aan een duidelijke functie-inhoud met de daarbij horende taken en verant-woordelijkheden, het belang van grenzen stellen, het afbakenen van verantwoor-delijkheden en diverse time- en stress-managementtechnieken om werkdruk op een adequate manier te hanteren. Tevens kreeg werknemer tools aangereikt om zijn persoonlijke effectiviteit en hulpbron-nen te vergroten. Deze ‘herstelperiode’ heeft ook een sterk positief effect op het verschuiven van de onderliggende over-tuiging ‘ik ben onmisbaar’. Bij het opstellen van het werkplan wordt gaandeweg duidelijk dat werknemer al heel wat jaren geen duidelijk omschre-

ven functie heeft en dat er geen helder beeld bestaat van wat nu precies zijn ta-ken en verantwoordelijkheden zijn. Ook maakt hij al jaren geen deel uit van een team en heeft hij geen leidinggevende. Deze signalen worden in samenwerking met bedrijfsarts en personeelszaken opgepakt. Op deze wijze worden enkele belangrijke werkgebonden hulpbronnen vergroot.

Het resultaatHet traject hebben we afgesloten met een werknemer die met meer veerkracht en een positieve houding in het werk en zijn privéleven staat. De balans tussen inspanning en ontspanning is hersteld en de levensstijl is sterk verbeterd. Vroege signalen die wijzen op overbelasting worden sneller opgepikt en bepalen nu zijn handelen en gedrag. .Naar collega’s is en blijft hij behulpzaam, maar hij stelt wel grenzen. Werknemer voelt zich gesteund door zijn collega’s en leiding-gevende en kan bij eventuele problemen middels overleg tot een passende oplos-sing komen. Hij ervaart zijn functie, met enkele nieuwe taken, als een uitdaging!

Chronisch overbelast

6 | Cahier Meer met Mensen

Casus

De balans is hersteld en

de levensstijlsterk

verbeterd

Page 7: AenK oktober 2014

Afgelopen voorjaar rondde dr Nico Plomp zijn onderzoek af naar de praktijk van verzuim en re-integratie bij de regi-onale gezondheidsdienst (RGD) in Suri-name. Dit onderzoek, dat uitmondde in een advies en komend voorjaar ook in cursussen, werd mogelijk gemaakt door Ausems en Kerkvliet.

Vorig jaar vierde AenK haar twintigja-rig jubileum met het mini symposium ‘Groei in vitale bedrijfsgeneeskunde’. Een van de sprekers was dr Nico Plomp, associated professor emeritus socia-le geneeskunde van het VU Medisch Centrum. Plomp sprak tijdens het symposium over de veranderingen in en de toekomst van de sociale genees-kunde. Omdat die niet overal zo goed geregeld is als in Nederland, besloot AenK als jubileumcadeau het onderzoek dat Nico Plomp in Suriname wilde doen financieel mogelijk te maken. Doel van zijn project is de bedrijfsgeneeskundige zorg binnen de Regionale Gezondheids-

AenK ondersteunt verzuim-onderzoek Suriname

dienst in Suriname te verbeteren. Die RGD telt ruim 600 medewerkers en 45 poliklinieken verspreid over het land. De stichting verleent naast huisartsenzorg aan circa 60% van de bevolking in het kustgebied, ook prenatale/postnatale begeleiding, verloskundige hulp, voe-dingsvoorlichting, SOA/ HIV voorlichting en voert de consultatie en vaccinatie van zuigelingen en peuters en schoolge-zondheidsprogramma’s uit.

Vermijdbaar Met zijn onderzoek bracht Nico Plomp de bestaande gang van zaken rond verzuim in kaart en het oordeel van betrokkenen hierover. “In mijn ogen was er sprake van een fors en in vele opzichten vermijdbaar verzuim. Zo is vervoer soms een probleem als mensen bijvoorbeeld even iets minder goed ter been zijn. Ze blijven dan soms weken thuis, terwijl de oplossing simpel is: laat ze ophalen door iemand van het be-drijf. Deels is het ook de perceptie van mensen. “Wie zich ziek wil melden moet een attest hebben van de huisarts of specialist. Maar in de RGD-cao staat dat voor de eerste twee ziektedagen geen attest nodig is. Dat werd door nogal wat medewerkers uitgelegd als een soort recht op twee verzuimdagen.” Uit de ge-sprekken met medewerkers die opmer-kelijk verzuimden, viel Plomp ook op dat het niet gebruikelijk is om er over te praten. “Het is een groot probleem om het vertrouwen van mensen te krijgen. Een medewerker werd weggezet als psychisch ziek, terwijl uit haar verhaal bleek dat ze gepest werd en vond dat ze overal buitenstond. Ik was de eerste die naar haar had geluisterd en bij wie ze haar verhaal kwijt kon.”

Advies De belangrijkste reden voor het onnodig verzuim is dat de reden voor ver-zuim niet bespreekbaar zijn. Wanneer werknemers zwaaien met een medisch attest, hebben leidinggevenden en collega’s geen weerwoord en zwijgen. Daardoor zijn oorzaken en achter-gronden van verzuim niet zichtbaar en worden ook niet aangepakt. Uitgangs-punten voor het te voeren verzuim beleid zijn dan ook dat er wel gesproken wordt over de redenen van verzuim. Dat vraagt een vertrouwensrelatie tussen leidinggevenden en werknemers en ook de mogelijkheden voor leidinggeven-den om oorzaken van individueel en collectief verzuim aan te pakken. Een aanbeveling was ook om bij de RGD waar meer dan 90 curatieve artsen wer-ken, een bedrijfsarts aan te stellen die zich uitsluitend met het voorkómen en begeleiden met verzuim bezig houdt.

Vervolg Het onderzoek van Nico Plomp heeft de omvang en de knelpunten in kaart ge-bracht en is goed door de RGD ontvan-gen. Wat begon als onderzoek mondde daardoor uit in een adviestraject dat aanzet gaf tot een goed verzuim- en re-integratie traject. En inmiddels zit er nog een vervolg in de pen. “In princi-pe gaan we volgend voorjaar aan HRM functionarissen en artsen in bedrijven bijscholingscursus geven over het opzetten en uitvoeren van een verzuim- en re-integratiebeleid. “

Cahier Meer met Mensen | 7

In mijn ogen was er sprake van eenfors en in vele op-

zichten vermijdbaarverzuim

Nico Plomp in Suriname

Page 8: AenK oktober 2014

x | Cahier Meer met Mensen

De afgelopen jaren laat het ziekteverzuim een dalende tendens zien. Dat is deels terug te voeren op de economische omstandigheden. In tijden van baanonzekerheid melden mensen zich nu een-maal minder snel ziek. Anderzijds heeft het dalend verzuim ook te maken met het feit dat werkgevers zich tegenwoordig heel goed realiseren dat zij in toenemende mate de rekening van het verzuim gepresenteerd krijgen. De aansprakelijkheid op dit gebied is de laatste jaren alleen maar groter geworden. Zelfs de werkgever die een medewerker in zijn proeftijd weg-stuurt, kan nog jarenlang de klos zijn als de persoon in kwestie ziek uit dienst gaat of zich kort daarna ziek meldt. Je bent dan immers zijn of haar laatste werkgever.

Werkgevers realiseren zich dat nu en sturen actiever aan op herstel en daarmee op schadelastbeperking. En dat is de positieve kant van het verhaal. Het mes snijdt aan twee kanten. Sturen op een vlot herstel, op een vlotte re-integratie in werk en zo op herstel van verdiencapaciteit, draagt volgens de nieuwste inzichten bij aan het bevor-deren van gezondheid van de werknemer. En de werkgever beperkt de schadelast.

Net zo belangrijk als een goed vangnet is echter preventie. Bedrijven moeten zich bewust zijn van het feit dat ze preventief heel veel kunnen doen om werknemers gezond en duurzaam aan het werk te houden. Bijvoorbeeld door het werk op een goede manier te organiseren en aan te bieden, door energiebronnen aan te boren hetgeen de werkstress binnen de perken houdt. Belangrijk, want van bijna de helft van alle uitval heeft tegenwoordig te maken met psychosociale arbeidsbelasting.

Wanneer een medewerker zich op zijn werk ziek afmeldt is het van belang door te vragen. Wat belemmert hem zijn taken te doen? Soms kun je dat meteen samen oplossen, zoals een vervoersprobleem bij de verstuikte enkel. Soms heeft een me-dewerker even tijd nodig om weer te herstellen. Wanneer er tekenen zijn dat het verzuim wel eens lang kan gaan duren, is het van belang meteen een goede pro-bleemanalyse te doen ten einde direct actief te kunnen gaan sturen op vlot herstel.

De multidisciplinaire visie van waaruit wij werken is daarbij zeer nuttig. Onze gedachte is niet alleen: wat is het probleem, maar ook: wie heeft het? Waar de een met stress weet om te gaan en zijn weg vindt, voelt de ander zich overspoeld en gaat kopje onder. Ook in somatische klachten zie je die verschillen. De ene werk-nemer met reuma redt zich en weet waar de grenzen liggen, de andere voelt zich erg gehandicapt en heeft veel voorzieningen nodig om overeind te blijven. Dat zit in de persoon. Het team van AenK omvat onder meer arbeidsmedische specialisten, bedrijfsartsen, psychologen, arbeidsdeskundigen, maar ook een sportarts en twee GZ psychologen die op adequate wijze psychische klachten kunnen behandelen. Per individueel geval kijken we wat de beste weg is naar snel herstel!

Miel Ausems(Directeur AenK)

Actief werken aan herstel

Ausems en Kerkvliet is een allround partner op het snijpunt van mens, werk

en gezondheid en werkt vanuit 120 locaties verspreid over het land.

ArbodienstverleningArbeidsmedische dienstverlening

Arbeidsdeskundige dienstverleningPsychologische dienstverlening

Ergotherapeutische dienstverleningVerzuimpreventie en –begeleiding

GezondheidsmanagementWorkability

Cahier Meer met Mensen is een uitgave van Ausems en Kerkvliet

arbeidsmedisch adviseurs en verschijnt tweemaal per jaar in een oplage van

2.500 exemplaren.Overname van artikelen met

bronvermelding is toegestaan.

Redactie: Diederik Wieman

BladenMakkers, Soest

Fotografie: De Beeldredaktie, Shutterstock,

Diederik Wieman

Vormgeving:Onnink Grafische Communicatie

Druk:Schotanus en Jens

Uitgever Ausems en Kerkvliet BV

Hengevelderstraat 47, 7471 CG GoorPostbus 7, 7470 AA GoorTelefoon 0547 - 284 800Telefax 0547 - 284 809

E-mail [email protected] www.aenk.nl