AE rapport warmte en koude

36
warmtekoude metropoolregio amsterdam Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

Transcript of AE rapport warmte en koude

  • warmtekoudemetropoolregio amsterdam

    warmtekoude metropoolregio amsterdam

    warmtekoude

    Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 3

    Het programma Warmte en Koude van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft als doelstelling om in 2040 500.000 woning equivalenten (weq) te voorzien van duurzame warmte. Op dit moment maken in de regio ca. 170.000 weq gebruik van collectieve warmte. Om te komen tot een half miljoen weq is inzicht nodig in vraag en aanbod van warmte en koude en de netwerken en technieken die nodig zijn om vraag en aanbod te koppelen. Dit rapport verschaft deze inzichten en een eerste uitwerking van een Grand Design voor een duurzame warmtevoorziening in de MRA.

    Het Grand Design is opgesteld onder leiding van de technische tafel bestaande uit een doorsnede van de 31 programmapartners, daarbij ondersteund door Alliander Duurzame Gebiedsontwikkeling. Na het vaststellen van gezamenlijke uitgangspunten zijn de benodigde data verzameld. Vervolgens is in een tweedaagse ontwerpsessie op het Forteiland IJmuiden, onder de rook van Tata Steel, in een samenwerking tussen alle programmapartners en externe deskundigen het Grand Design tot stand gekomen.

    De warmtevraag in de MRA is in beeld gebracht en geanalyseerd. Daarbij is de nadruk gelegd op concentraties van (woon)gebouwen met een warmtevraag hoger dan 20.000 m3 aardgas per jaar. De inschatting is dat deze tot aan 2040 rendabel via een warmtenet kunnen worden aangesloten op duurzame warmte. Zo ontstaat een potentieel van 700.000 weq, waarvan de glastuinbouw ruim een kwart uitmaakt. Deze 700.000 weq zullen niet allemaal een aansluiting krijgen. Aan de andere kant zullen er ook gebouwen met een lager verbruik worden aangesloten als de warmteleiding er eenmaal ligt. Tot slot zal ook een deel van de nieuwbouw aangesloten worden. De warmtevraag is voor het realiseren van de doelstelling goeddeels in beeld en zeker niet beperkend.

    Het huidige warmte-aanbod in de MRA is op dit moment ruim voldoende voor de huidige en reeds gecontracteerde warmteklanten. Een doorrekening naar 2040 laat een extra behoefte aan duurzame warmtebronnen zien. In totaal zal als basisvermogen minimaal 700 MW nodig zijn. Extra warmtebronnen moeten grotendeels bestaan uit enkele robuuste grote eenheden en een heel scala aan kleinere lokale bronnen. Grote bronnen kunnen zijn:

    Restwarmte van Tata Steel; Geothermische bronnen, van diep (tot 4 km) tot ultradiep (tot 7 km); Bestaande afvalverbranders op biomassa. Bestaande of nieuwe gascentrales op koolstofarm gas.Verder zijn veel kleinere warmtebronnen op verschillende temperatuurniveaus beoogd, waaronder datacenters, rioolwaterzuiveringen, maar ook innovaties zoals warmte uit overschotten aan duurzame elektriciteit.

    Voor het Grand Design zijn de huidige warmtenetten, de gebieden met geconcentreerde warmtevraag en de robuuste warmtebronnen met een beperkte onderlinge afstand als uitgangspunt genomen. Lelystad en het Gooi blijven daardoor buiten beeld, maar hebben wel degelijk lokale kansen. Het Grand Design is weergegeven in een wensbeeld voor 2040. De komende jaren zal meer duidelijkheid komen over de beschikbare bronnen en ook over de potentie van enkele innovaties, zoals hoge temperatuur seizoens opslag, cascadering en ultradiepe geothermie. Dit voortschrijdend inzicht zal periodieke aanpassing van het Grand Design noodzakelijk maken. Overigens blijkt de markt voor een koudeinfrastructuur beperkt tot enkele grote kantorenconcentraties, waardoor koudenetten niet in het Grand Design zijn opgenomen. Een eerste grove raming van de kosten voor het Grand Design komt op 1,4 tot 1,7 miljard euro.

    Het geschetste realisatiepad voor de komende jaren bestaat uit het organiseren van de warmtevraag van tuinders en het snel aanwijzen van de warmtetransitiegebieden. Parallel zal het warmteaanbod veel aandacht krijgen; eerst de grote robuuste duurzame bronnen, vervolgens de vele kleinere bronnen. Ten derde zal de markt de planning en realisatie van nieuwe infrastructuur moeten oppakken, gekoppeld aan de nodige innovatie.

    Het Grand Design is de eerste, op de techniek gebaseerde, concretisering van de doelstelling. Wat volgt is de concretisering van de organisatorisch aanpak met een Warmteakkoord als resultaat n als startpunt voor de realisatiefase. Uiteindelijk kan de doelstelling alleen tot stand komen door een goede samenwerking tussen alle programmapartners n het Rijk, waarin de klant centraal staat en onder een goede en gedragen programmaregie.

    MANAGEMENT SAMENVATTING

  • 4 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    1 Introductie 5

    2 Vraagstelling en aanbod 5

    3 Werkwijze 5

    4 Uitgangspunten en criteria 6

    5 Resultatendataverzameling 7 5.1 Warmtevraag 7 5.2 Nieuwbouw 9 5.3 Warmtebronnen 9 5.4 Huidige infrastructuur 13 5.5 Conclusies dataverzameling 13

    6 Grand Design 13 6.1 Ontwikkeling warmtebronnen 13 6.1.1 Potentieel Geothermie 16 6.1.2 Innovatie warmtebronnen 16 6.2 Toekomstige infrastructuur 16 6.2.1 Gebiedstyperingen 16 6.2.2 Innovaties in infrastructuur 17 6.2.3 Ontwerpsessie 19 6.3 Inpassing van geothermiebronnen en

    HTO in het Grand Design 20 6.4 Inpassing van koudeinfrastructuur 20

    7 Visieoprealisatie 20 7.1 Warmtevraag 20 7.2 Warmtebronnen 21 7.3 Ontwikkeling warmtenetten 22

    8 Bijlagen 23 8.1 Bijlage deelnemers werkgroep Technische Tafel 23 8.2 Verslag ontwerpsessie en verdiepingsworkshops 24 8.3 Toelichting verblijfsfuntie BAG 27 8.4 Toelichting reeds aangesloten 28 8.5 Nieuwbouw 29 8.6 Lijst met warmtebronnen 32 8.7 Tabel met vermogens warmtebronnen voor de scenarios 33 8.8 Inschatting totale investeringskosten 34 8.9 Inpassing geothermie in het Grand Design 35

    INHOUD

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 5

    1 INTRODUCTIE

    Het Programma Warmte Koude Metropool Regio Amsterdam (MRA) heeft als doelstelling in 2040 500.000 woningequivalenten (weq) op een duurzaam warmtenet gerealiseerd te hebben. In het plan van aanpak van het programma staat dat in het eerste jaar duidelijk moet zijn waar deze weq zitten, welke warmtebronnen de warmte leveren en hoe dit technisch werkt en aan elkaar gekoppeld is. Dit spoor is gevat onder de technische tafel met als eindresultaat een Grand Design. Alliander Duurzame Ontwikkeling, partner van het Programma, heeft aangeboden dit spoor te trekken en te ondersteunen. Deze rapportage beschrijft de gevolgde werkwijze, de resultaten, het Grand Design en de visie op realisatie met acties voor vervolg.

    2 VRAAGSTELLING EN AANBOD

    Vanuit het programma zijn de volgende vragen vooraf meegegeven: 1. Waar liggen de 500.000 woningequivalenten? 2. Welke beschikbare bronnen van restwarmte zijn er? 3. Wat zijn de potenties van biomassa en geothermie? 4. Wat is zinvol om aan elkaar te koppelen? 5. Hoe om te gaan met verschillende temperaturen en cascadering? 6. Wat is het ideale trac van het regionale warmtenet? 7. Wat moet de fasering zijn? 8. Wat zijn innovatieve kansen? 9. Hoe om te gaan met koudelevering?

    Om deze vragen te beantwoorden is de werkwijze uit hoofdstuk 3 gevolgd, interactief en met veel inbreng vanuit de stakeholders. Het heeft geresulteerd in een voorlopig ontwerp, het Grand Design, wat zeker geen definitieve blauwdruk is. Het biedt voldoende flexibiliteit om in te spelen op kansen en voortschrijdend inzicht. Voor de eerste jaren is een visie op de realisatie beschreven waaruit concrete acties voortvloeien.

    3 WERKWIJZE

    De technische tafel is samengesteld uit de stakeholders van het Programma. Daarbij is gezocht naar een mix van technisch deskundigen, beleidsmakers en belanghebbenden. In de bijlagen is het overzicht van de deelnemers opgenomen. Achtereenvolgens zijn de volgende stappen doorlopen.

    Interactie Voorbereiden en verwerken

    Werkgroep 1: afstemming uitgangspunten en werkwijze

    Dataverzameling en dataverwerking in cijfers en kaarten

    Werkgroep 2: bespreking en validatie van de eerste tussenresultaten (cijfers, kaarten, technische uitdagingen)

    Aanpassen en completeren cijfers en kaarten

    Tweedaagse op Forteiland IJmuiden met alle stakeholders en externe deskundigen: ontwerpsessie en verdiepingsworkshops (zie bijlage voor verslag en deelnemers)

    Schrijven van eerste concepteindrapport inclusief visie op technische realisatie

    Werkgroep 3: bespreken en aanpassing van concepteindrapport

    Concept eindversie Grand Design

    Stakeholdersbijeenkomst 18 maart: presentatie Grand Design

    Gepdatete Grand Design

  • 6 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    4 UITGANGSPUNTEN EN CRITERIA

    In de eerste bijeenkomst van de technische tafel zijn de volgende uitgangspunten voor het Grand Design opgesteld: Doelstelling: 500.000 weq aansluiten op collectieve duurzame warmte in 2040. Werken op basis van openbare data, met name de gegevens uit de

    Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG): bouwjaar, gebruiksoppervlakte en gebruiksfuncties in categorien.

    Inschatting warmtevraag op basis van kentallen per bouwjaar, gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte.

    Kansrijk voor aansluiting op collectieve warmte zijn gebouwen met gasverbruik boven 20.000 m3/jaar.

    Gebouwen uit alle bouwjaren meenemen, ook gebouwen met jonge ketels, waar voorlopig nog geen ketelvervanging wordt verwacht; horizon is immers 2040.

    Geen onderscheid tussen huur en koop (organisatorisch interessant, voor potentie minder relevant).

    En woning equivalent (weq) is het equivalent van een vast jaarverbruik van 35 GigaJoule (GJ) in 2016. Per per jaar zal deze met 1 tot 2% dalen, door onder andere isolatiemaatregelen.

    Afbakening gebied:

    Lelystad

    Zeewolde

    Almere

    Amsterdam

    Haarlemmermeer

    Nijkerk

    Zaanstad

    Putten

    Beemster

    Velsen

    Nieuwkoop

    De Ronde Venen Wijdemeren

    Stichtse Vecht

    Schermer

    Baarn

    Soest

    Waterland

    Castricum

    Amersfoort

    De Bilt

    Hilversum

    Zeevang

    Dronten

    Barneveld

    Eemnes

    Kaag en Braassem

    Haarlem

    Amstelveen

    Wormerland

    Aalsmeer

    Zandvoort

    Weesp

    Bloemendaal

    Lisse

    Heiloo

    Teylingen

    Naarden

    Uitgeest

    Bunschoten

    Heemskerk

    Landsmeer

    Uithoorn

    Huizen

    Ermelo

    Purmerend

    Laren

    Muiden

    Koggenland

    Beverwijk

    Amsterdam

    Ouder-Amstel

    Bergen (NH.)

    Diemen

    Oostzaan

    Graft-De Rijp

    Hillegom

    Blaricum

    Leiden

    Alkmaar

    Noordwijk

    Alphen aan den RijnLeiderdorp

    Edam-Volendam

    Bussum

    ZeistLeusdenWoerden

    Noordwijkerhout

    Heemstede

    Haarlemmerliede en Spaarnwoude

    Harderwijk

    Drechterland

    Zoeterwoude

    Oegstgeest

    Oegstgeest

    Legendagem_2014

    Figuur 1: Alle gemeenten van de MRA zijn voor de warmte visie meegenomen en blauw ingekleurd.

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 7

    5 RESULTATENDATAVERZAMELING

    In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer uit de data verzameling. Deze hebben we gebundeld in tabellen, grafieken en grafisch weergegeven verdeeld over warmtevraag, warmtebronnen en infrastructuur.

    5.1 WarmtevraagVoor elk gebouw in de MRA is een inschatting van de warmtevraag gemaakt. De basis voor deze inschatting zijn openbare gegevens van de BAG: gebruiksfunctie, gebruiksoppervlak en bouwjaar en de daarvoor de geldende kentallen voor de warmtevraag. Er is een grens genomen voor het gasverbruik per gebouw van 20.000 m3/ jaar, waarboven het tot aan 2040 lonend is om op een collectief warmtenet aan te sluiten.

    Figuur 2: Fragment uit de totale warmtevraagkaart van de MRA. De kansrijk aan te sluiten gebouwen zijn aangegeven met een kleur afhankelijk van de gebruiksfunctie.

    Figuur 3: Verdeling van de kansrijk aan te sluiten gebouwen onderverdeelt naar gebruiksfunctie. Toelichting verblijfsfuncties in bijlage 8.3.

    * In totaal zijn nu ca. 170.000 weq aangesloten op stadswarmte (zie bijlage 8.4). De helft (panden met een warmtevraag van meer dan 20.000m3/jaar) zit al inbegrepen (verspreid over alle gebruiksfuncties), de andere helft (veelal grondgebonden woningen) met een warmtevraag van minder dan 20.000m3 gas voegen we toe voor een compleet beeld.

    Hiermee komt de totale potentie in de MRA uit op bijna 690.000 weq, ruim voldoende om de doelstelling te behalen.

    Gebruiksfunctie aantal panden GJ/jaar weqbijeenkomstfunctie 480 848.000 24.200 gezondheidszorgfunctie 260 724.000 20.700 glastuinbouw 580 4.633.500 132.400 industriefunctie 1.490 2.983.500 85.200 kantoorfunctie 1.610 3.378.500 96.500 logiesfunctie 150 466.500 13.300 onderwijsfunctie 590 962.000 27.500 overige gebruiksfunctie 440 843.500 24.100 sportfunctie 160 238.500 6.800 winkelfunctie 660 1.086.000 31.000 woonfunctie 3.340 5.014.500 143.300 Correctie nu aangesloten* (

  • 0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    Legendagebruiksfunctie (panden > 20.000 m3/jaar)

    bijeenkomstfunctie

    gezondheidszorgfunctie

    glastuinbouw

    industriefunctie

    kantoorfunctie

    logiesfunctie

    onderwijsfunctie

    overige gebruiksfunctie

    sportfunctie

    winkelfunctie

    woonfunctie

    warmtevraag concentratie

    laag

    hoog

    Figuur 4: Warmtevraagkaart van de gehele MRA. Panden met een geschat warmteverbruik van meer dan 20.000m3/jaar.

    10000

    100004500

    800

    450

    700

    180

    904

    400

    620

    2255

    150

    516

    224

    150

    204

    160

    1300

    117

    300

    269430

    2804000

    110

    1524

    400

    111

    309

    2000

    120

    4000

    200

    270

    1500

    200

    490

    530

    103

    171

    939

    120

    940

    546

    168

    4000

    206

    110

    2260

    302

    160

    150

    120

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaNieuwbouw Woningen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 9

    5.2 NieuwbouwNaast de bestaande warmtevraag zijn ook de locaties voor nieuwbouw van woningen in beeld gebracht. In Figuur 4 zijn die weergegeven. Alleen nieuwbouwgebieden waarvan de status vrij zeker is zijn meegenomen. In totaal worden er in deze gebieden 48.000 nieuwe woningen gerealiseerd. Zie bijlage 8.5 voor de lijst met nieuwbouwgebieden met bijbehorende plannaam. In een deel van de warmtevraag van deze nieuwbouw kan via een collectief warmtenet worden voorzien. Dit is niet meegerekend in het potentieel en geldt als upside.

    Datacenterpark op Schiphol Tradepark, een gebied van 180hecare, ten noorden van de A4, wordt ontwikkeld voor datacenters. Ten zuiden van de A4 wordt Prima4A, een gebied van 460 hectare ontwikkeld voor glastuinbouw. De warmte die voor koeling bij het datacentergebied vrijkomt zou kunnen ingezet voor de warmtevraag van de tuinders.

    Verder zit er nog potentie in het aansluiten van nieuwbouw bedrijven, kantoor en industrieterreinen. Deze zijn niet goed inzichtelijk te krijgen, mede door de onzekerheid van realisatie.

    5.3 WarmtebronnenDe warmtebronnen hebben we genventariseerd op basis van openbare data en laten aanvullen door de leden van de technische tafel. We hebben er voor gekozen een indeling te maken in hoge, midden en lage temperatuur. De hoge temperaturen kunnen direct een regionaal warmtenet voeden, midden temperaturen kunnen lokaal ingezet worden. Lage temperaturen zijn lokaal inzetbaar voor lage temperatuur ruimteverwarming, waarbij tapwater niet direct voorzien kan worden. Wel kan lage temperatuur opgewaardeerd worden naar midden temperatuur.

    Hoge temperatuur warmtebronnenHoge temperatuur warmtebronnen opereren tussen de 90 C en 120 C. Dominant hierbinnen zijn: Hemweg gascentrale; Diemen gascentrales (2); Maxima gascentrale (Lelystad); Afval EnergieBedrijf Amsterdam (AEB); het totaal aan opgesteld vermogen aan Warmtekrachtkoppeling (WKK)

    installaties bij de tuinders in het tuindersgebied Aalsmeer.

    Nog te ontwikkelen ultradiepe geothermie (dieper dan 4km) bronnen komen onder deze categorie te vallen.

    Midden temperatuur warmtebronnenBronnen in het midden temperatuur regime tussen 70 en 90 C kunnen industrile restbronnen zijn, maar ook geothermie van dieptes tot 2,5 km.

    Lage temperatuur warmtebronnenTot lage temperatuur bronnen van onder de 70 C rekenen we restwarmte in het effluent van rioolwaterzuiveringen (RWZIs) (5 C 20 C) en restwarmte van datacenters (20 C 35 C). Deze kunnen worden opgewaardeerd met behulp van warmtepompen tot 40 C 70 C en lokaal ingezet worden.

    In Figuur 5 en Figuur 6 zijn de huidige en potentieel aan te sluiten warmtebronnen in de regio weergegeven. De hoge temperatuur bronnen zijn direct inzetbaar op de grotere transport infrastructuren, de midden en lage temperatuur zullen meer lokaal benut worden.

    Figuur 5: Lijst met huidige en mogelijk aan te sluiten hoogwaardige warmtebronnen.

    0 100.000 200.000 300.000

    Diemen centrale 33Afval Energie CentraleBiomassa Purmerend

    B.V. Floricultura GeothermieBiocel Lelystad

    Hemweg gascentrale 9Maxima centrale

    Afval Energie Centrale (extra bunutting)Diemen centrale 34

    totaal opgestelde vermogen WKK'sTata SteelVelsen 25

    BiocentralePaper Mill 1Paper Mill 2

    Biomassacentrale RosariumgebiedBiomassacentrale Lelystad

    Greenmills fabriek AmsterdamWijk WKK

    Goglio North Europe B.V.

    huid

    igpo

    tent

    iele

    war

    mte

    bron

    hoge

    tem

    pera

    tuur

    Vermogen (kW)

    Huidige en potentiele warmtebronnen

  • 10000

    100004500

    800

    450

    700

    180

    904

    400

    620

    2255

    150

    516

    224

    150

    204

    160

    1300

    117

    300

    269430

    2804000

    110

    1524

    400

    111

    309

    2000

    120

    4000

    200

    270

    1500

    200

    490

    530

    103

    171

    939

    120

    940

    546

    168

    4000

    206

    110

    2260

    302

    160

    150

    120

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaNieuwbouw Woningen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

    10000

    100004500

    800

    450

    700

    180

    904

    400

    620

    2255

    150

    516

    224

    150

    204

    160

    1300

    117

    300

    269430

    2804000

    110

    1524

    400

    111

    309

    2000

    120

    4000

    200

    270

    1500

    200

    490

    530

    103

    171

    939

    120

    940

    546

    168

    4000

    206

    110

    2260

    302

    160

    150

    120

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaNieuwbouw Woningen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

    Figuur 4: Nieuwbouw locaties voor woningen, glastuinbouw en datacenters. Het aantal nieuwe woningen is per gebied aangegeven. Daarnaast is ook nieuwbouw van een groot datacentergebied en glastuinbouw gebied aangegeven.

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 11

    Figuur 6: Lijst met potentieel aan te sluiten lage en midden temperatuur warmtebronnen.

    Figuur 7: Verdeling totale vermogen met de oorsprong van de warmte, lage temperatuur restwarmte komt voornamelijk van RWZIs en datacenters en hoge temperatuur restwarmte van Tata steel en kleine restwarmtebronnen. Dit is overigens nog exclusief de mogelijk nieuw te realiseren (innovatieve) warmtebronnen (zie hoofdstuk 6).

    0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000

    RWZI Amsterdam WestRWZI Westpoort

    RWZI AlmereRWZI Beverwijk

    RWZI Haarlem Waarderpolderdatacenter (Cogent Datacenter Amsterdam)

    RWZI AmstelveenRWZI Horstermeer

    datacenter (Global switch)RWZI Zwanenburg

    RWZI BeemsterRWZI Zwaanshoek

    RWZI Zaandam-OostRWZI Lelystad

    RWZI Velsendatacenter (EvoSwitch AMS1)

    datacenter (Level3 Amsterdam)datacenter (KPN CyberCenter Oude Meer)

    datacenter (Equinix AM3)datacenter (Switch Datacenter Amsterdam)

    datacenter (euNetworks)datacenter (KPN CyberCenter Aalsmeer)

    datacenter (Easynet DC Schiphol)datacenter (KPN CyberCenter Flevoland)

    datacenter (Interxion AMS-5)datacenter (TelecityGroup Amsterdam Zuidoost)

    datacenter (TelecityGroup Amsterdamdatacenter (NAP of Amsterdam Terremark

    datacenter (The Datacenter Group Amsterdam)datacenter (TelecityGroup Amsterdam Science

    datacenter (KPN Datacenter Amsterdam)datacenter (KPN CyberCenter Haarlem)

    datacenter (Databarn 1)datacenter (Interoute Managed Services)

    pote

    ntie

    le w

    arm

    tebr

    on

    mid

    den

    en la

    ge te

    mpe

    ratu

    ur

    Vermogen (kW)

    Huidige en potentiele warmtebronnen

    340

    81

    1.097

    10

    173 108

    Huidig en potentieel beschikbaar vermogen warmtebronnen (MW)

    afval

    biomassa

    gas

    geothermie

    lage temperatuur restwarmte

    hoge temperatuur restwarmte

    40

    176

    250

    350 250

    150

    100

    100

    100

    100

    75

    75 200

    200

    44

    44 44

    44

    131 106 206

    0

    100

    200

    300

    400

    500

    600

    700

    Behoud huidigegas/afvalcentrales

    Uitfaseringhuidige

    gascentrales +geothermie

    Uitfaseringgascentrales +

    opschaling Tata+ geothermie

    Uitfaseringgascentrales +

    opschaling Tata+ minder afval

    Beno

    digd

    e ca

    paci

    teit

    (MW

    )

    Scenario's warmtebronnen voor 500.000 weq

    geothermie

    biomassa purmerend

    Tata Steel

    lokale bronnen

    AEB/biocentrale

    Diemen 33

    Maxima centrale

    Nuon Velsen 25

  • _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    __

    __

    _

    __

    _

    _

    _

    __

    _

    _

    _

    _

    __

    _

    _

    _

    _

    _

    _ _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    ! !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    WKKWKK

    WKKHWC's

    Verkade

    ADM CocoaKarlshamn

    Pieter Bon

    Tate & Lyle

    Floraholland

    Loders Croklaan

    Moens Mouldings

    Forbo Flooring B.V.

    WKC Almere Powerplant

    Orgaworld ZAW Lelystad

    Energiecentrale Motorhal

    Stadsverwarming Purmerend

    Stortplaats Nauernasche Polder

    datacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenterdatacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenterdatacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenter

    datacenter

    RWZI Almere

    RWZI Velsen

    RWZI Beemster

    RWZI Lelystad

    RWZI Westpoort

    RWZI Beverwijk

    RWZI Amstelveen

    RWZI Zwanenburg

    RWZI Zwaanshoek

    RWZI Horstermeer

    RWZI Amsterdam WestRWZI Haarlem Waarderpolder

    Wijk WKK

    Velsen 25

    Tata Steel

    Geothermie

    Biocentrale

    Paper Mill 1

    Maxima centrale

    Biocel Lelystad

    Diemen centrale 34Diemen centrale 33

    Hemweg gascentrale 9

    Afval Energie Centrale

    Goglio North Europe B.V.

    Biomassacentrale Lelystad

    B.V. Floricultura GeothermieBiomassacentrale Rosariumgebied

    totaal opgestelde vermogen WKK's

    Lelystad

    Almere

    Amsterdam

    Haarlemmermeer

    Zaanstad

    Beemster

    Velsen

    Wijdemeren

    Waterland

    Hilversum

    Zeevang

    Haarlem

    Amstelveen

    Wormerland

    Aalsmeer

    Zandvoort

    Weesp

    Bloemendaal

    Naarden

    Uitgeest

    Heemskerk

    Uithoorn

    Huizen

    Purmerend

    Laren

    MuidenDiemen

    Landsmeer

    Beverwijk

    Amsterdam

    Ouder-Amstel

    Oostzaan

    Blaricum

    Edam-Volendam

    Bussum

    Heemstede

    Haarlemmerliede en Spaarnwoude

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    Legenda! onbekend vermogen

    Lage temperatuur warmtebronnenvermogen

    _ 1.000

    _ 2.500

    _ 5.000

    _ 7.500

    _ 10.000

    hoge temperatuur warmtebronnenvermogen

    _ 1.000

    _ 5.000

    _ 10.000

    _ 50.000

    _ 100.000

    Figuur 8: Locaties van alle in beeld gebrachte warmtebronnen.

    10000

    100004500

    800

    450

    700

    180

    904

    400

    620

    2255

    150

    516

    224

    150

    204

    160

    1300

    117

    300

    269430

    2804000

    110

    1524

    400

    111

    309

    2000

    120

    4000

    200

    270

    1500

    200

    490

    530

    103

    171

    939

    120

    940

    546

    168

    4000

    206

    110

    2260

    302

    160

    150

    120

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaNieuwbouw Woningen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 13

    5.4 Huidige infrastructuurIn de MRA zijn de volgende warmtenetten aanwezig waar bijna 170.000 weg op zijn aangesloten (zie bijlage 8.4 voor de aantal reeds aangesloten weqs). In figuur 9 zijn de bestaande warmtenetten weergegeven: Amsterdam West, waar Westpoort Warmte (joint venture van AEB en Nuon)

    eigenaar van het warmtenet en de warmtebron is. In Figuur 9 is de uitbreiding van het warmtenet in Amsterdam Noord (Noorderwarmte) aangegeven met een gestippelde lijn.

    Amsterdam Oost waar Nuon eigenaar is. Er is een koppeling vanaf de Diemercentrale naar Almere, waar een groot deel van Almere is aangesloten op warmte.

    Eneco bedrijft een warmtenet in Amstelveen gevoed vanuit de Diemercentrale. Beide netten Amsterdam West en Oost zijn niet verbonden. Lelystad waar Nuon eigenaar is. Stadsverwarming Purmerend voedt met een biomassacentrale een groot lokaal

    warmtenet. Verder zijn er warmtenetten in Hilversum en Zandvoort. 5.5 ConclusiesdataverzamelingOp basis van de verzamelde en verwerkte data kunnen we de volgende conclusies trekken: De warmtevraag in de MRA lijkt zich voldoende te concentreren in de

    stedelijke gebieden om de bestaande infrastructuur te verdichten en nieuwe infrastructuur aan te leggen in bestaande bebouwde gebieden om te komen tot minimaal 500.000 weq. We baseren dit op de aanwezigheid van bijna 700.000 weq in gebouwen met een huidig verbruik van 20.000 m3 of hoger, met als upside de nieuwbouw van woningen, mogelijke groei in de glastuinbouw en netverdichting.

    De reeds aangesloten warmtebronnen zijn niet toereikend om 500.000 weq van duurzame warmte te voorzien. We maken in het volgende hoofdstuk een nadere analyse van de beschikbaarheid, toekomstige ontwikkelingen en duurzaamheid van de bronnen.

    De huidige warmtenetten voorzien momenteel zon 170.000 weq van warmte. De capaciteit van het net in Amsterdam staat enige verdichting toe. De ambitie is gesteld op 500.000 weq. Er is dus een directe noodzaak om nieuwe infrastructuur te ontwikkelen, zowel voor transport als distributie en mogelijke voor regionale netkoppelingen. Het Grand Design zal daarvoor de eerste suggesties doen.

    6 GRAND DESIGN

    Op 11 en 12 februari 2016 hebben ruim 40 deelnemers aan het Programma op basis van de resultaten van de dataverzameling twee dagen samengewerkt aan het ontwikkelen en ontwerpen van een Grand Design warmte voor de MRA. De resultaten daarvan geven we weer in dit hoofdstuk. Een volledig verslag van de tweedaagse is te vinden op de website www.warmteiscool.nl.

    6.1 Ontwikkeling warmtebronnenInzetvanwarmtebronnenopbasisvanhetverschillendetemperatuurregimeDe lage en midden temperatuur warmtebronnen zijn voornamelijk geschikt voor lokaal gebruik. Deze bronnen kunnen niet aangesloten worden op de hoofdinfrastructuur, waar op hogere temperaturen getransporteerd wordt. De hoge temperatuurbronnen zijn wel inzetbaar voor warmtelevering aan de hoofdinfrastructuur.

    Ontwikkeling van huidige warmtebronnen en toekomstige warmtebronnenDe levensduur, de inzetbaarheid in de toekomst en de duurzaamheid bepalen de uiteindelijke mix van bronnen in 2040. Een overzichtstabel met alle bronnen is opgenomen in bijlage 8.6. Omdat voor sommige bronnen moeilijk te voorspellen is hoeveel potentie deze in 2040 hebben, is er gekozen voor een viertal scenarios voor hoe de samenstelling van warmtebronnen zich kan ontwikkelen. Voor de 500.000 weq in 2040 is in totaal een basislast van 700 MW aan warmtebehoefte. We gaan daarbij uit van een besparingstempo van de warmtevraag van 1% tot 2% per jaar1. Deze basislast voorziet in 80% van de warmtebehoefte. Voor de winter is nog extra piekwarmte nodig; hier gaan we in paragraaf 6.2.2 dieper op in.

    De vier scenarios (zie Figuur 10) tonen een mogelijke mix aan warmtebronnen in 2040.

    1 In de berekening is als uitgangspunt 2 kW in 2016 aan basislast per weq genomen, dit resulteert in een basislast van in totaal 1000MW. Wanneer rekening gehouden wordt met een 1% tot 2% warmtevraag besparing (door bijvoorbeeld isolatie) per jaar, komt dit neer op 1,6 tot 1,2 kW in2040 basislast per weq en een totale basislast warmtevraag tussen 620MW en 790MW.

  • Lelystad

    Almere

    Amsterdam

    Haarlemmermeer

    Zaanstad

    Beemster

    Velsen

    Wijdemeren

    Waterland

    Hilversum

    Zeevang

    Haarlem

    Amstelveen

    Wormerland

    Aalsmeer

    Zandvoort

    Weesp

    Bloemendaal

    Naarden

    UitgeestHeemskerk

    Uithoorn

    Huizen

    Purmerend

    Laren

    Muiden

    Beverwijk

    Amsterdam

    Diemen

    Bussum

    Landsmeer

    Ouder-Amstel

    Oostzaan

    Blaricum

    Edam-Volendam

    Heemstede

    Haarlemmerliede en Spaarnwoude

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaHuidige warmtenetten

    Uitbreiding warmtenet

    Figuur 9: Huidige warmtenetten in de MRA, inclusief de uitbreiding van het warmtenet in Amsterdam Noord door Westpoortwarmte.

    10000

    100004500

    800

    450

    700

    180

    904

    400

    620

    2255

    150

    516

    224

    150

    204

    160

    1300

    117

    300

    269430

    2804000

    110

    1524

    400

    111

    309

    2000

    120

    4000

    200

    270

    1500

    200

    490

    530

    103

    171

    939

    120

    940

    546

    168

    4000

    206

    110

    2260

    302

    160

    150

    120

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaNieuwbouw Woningen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 15

    Figuur 10: Vier scenarios voor de mix van warmtebronnen in 2040.

    Scenario behoud huidige gas/afval centrales: in dit scenario blijft de AEB in bedrijf met een warmteproductie van 250MW, worden lokale bronnen ingezet, de warmte bij Tata Steel wordt alleen in de directe omgeving ingezet en de gascentrales blijven inzetbaar en worden in dit scenario als sluitpost gebruikt om de 700MW basislast te kunnen voorzien.

    Scenario uitfasering huidige gascentrales, inzet op geothermie: In dit scenario verdwijnen de gascentrales, dit vermogen wordt volledig opgevangen door geothermie. De AEB maximaliseert de productie van warmte, mogelijk met overschakeling op biomassa. Zo blijft de vraag naar geothermie beperkt tot ruim 130MW.

    Scenario uitfasering gascentrales en opschaling warmte uitkoppeling Tata Steel en inzet van geothermie: In dit scenario blijft de inzet van restwarmte van Tata Steel niet beperkt tot alleen inzet lokaal, maar wordt ingezet in de regio. In dit scenario schaalt de beschikbare warmte van Tata Steel op naar 200 MW. De AEB blijft net als in het eerste scenario 250MW warmte leveren.

    Scenario uitfasering gascentrales, opschaling Tata Steel, afname afvalverwerking: Wanneer blijkt dat de afvalverwerking sterk afneemt en er onvoldoende biomassa ingezet kan worden neemt de productie capaciteit van de AEB af. In dit scenario is de enige mogelijkheid om voldoende warmte te produceren het opschalen van het aantal geothermie bronnen.

    Welk scenario zich zal ontwikkelen is afhankelijk van de inzet op geothermie, toekomstige marktpositie van AEB en de hoeveelheid restwarmte van Tata Steel. De mate van duurzaamheid van de geproduceerde warmte hangt voornamelijk af van de inzet in geothermie en de ontwikkelingen van toekomstige technologien, zoals grootschalige (seizoens)buffering, maar ook technologien die nu nog niet voorzien zijn.

    Vergroening huidige warmtebronnen

    De verwachting is dat de hoeveelheid afval in Nederland afneemt. Afhankelijk van de marktpositie van AEB binnen de Nederlandse afvalverbranders, zal AEB op zoek moeten naar alternatieve brandstoffen zoals biomassa. De locatie van de AEB is interessant om te behouden vanwege de aanwezige warmte en elektriciteitsinfrastructuur en de gunstige ligging waardoor aanvoer van biomassa over water mogelijk is. AEB zal de centrale zo bedrijven dat er maximaal warmte geproduceerd wordt (dit gaat ten koste van elektriciteitsproductie).

    De uitdaging van het in stand houden van gascentrales is enerzijds het wegvallen van aardgas als beschikbare brandstof. Anderzijds de toenemende opwek van duurzame elektriciteit. Aardgas zal vervangen moeten worden door een alternatieve koolstofarme brandstof zoals biogas, syngas (verkregen door vergassen van biomassa) of waterstof.

    340

    81

    1.097

    10

    173 108

    Huidig en potentieel beschikbaar vermogen warmtebronnen (MW)

    afval

    biomassa

    gas

    geothermie

    lage temperatuur restwarmte

    hoge temperatuur restwarmte

    40

    176

    250

    350 250

    150

    100

    100

    100

    100

    75

    75 200

    200

    44

    44 44

    44

    131 106 206

    0

    100

    200

    300

    400

    500

    600

    700

    Behoud huidigegas/afvalcentrales

    Uitfaseringhuidige

    gascentrales +geothermie

    Uitfaseringgascentrales +

    opschaling Tata+ geothermie

    Uitfaseringgascentrales +

    opschaling Tata+ minder afval

    Beno

    digd

    e ca

    paci

    teit

    (MW

    ) Scenario's warmtebronnen voor 500.000 weq

    geothermie

    biomassa purmerend

    Tata Steel

    lokale bronnen

    AEB/biocentrale

    Diemen 33

    Maxima centrale

    Nuon Velsen 25

  • 16 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    6.1.1 Potentieel GeothermieDe benodigde ontwikkeling van geothermie is geschetst in de ontwikkeling van de warmtebronnen. De benodigde hoeveelheid geothermie verschilt sterk per scenario, varirend van geen tot ruim 200 MW aan vermogen. In de MRA is n actieve geothermiebron bij Floricultura in Heemskerk en n bron in onderzoek in Schalkwijk, Haarlem.Om een beeld te krijgen wat er aan geothermie potentie aanwezig is heeft TNO voor Nederland kansenkaarten gemaakt. Voor de MRA zijn kaarten opgenomen in de bijlage. Daar blijkt uit dat er op dit moment (te) weinig informatie en kennis over de ondergrond beschikbaar is om een goede inschatting te kunnen maken over de capaciteiten en locaties van geothermiebronnen.

    We onderscheiden daarvoor diepe geothermie tot 4 kilometer, waarvan er in Nederland 12 werkende bronnen zijn, en ultradiepe geothermie tot 7 kilometer, die nog nergens werkend is. Om een goed beeld te krijgen van de werkelijke potentie en locaties is aanvullend seismisch onderzoek nodig inclusief n of meerdere proefboringen.

    6.1.2 Innovatie warmtebronnenNaast de al in beeld zijnde warmtebronnen verwachten we innovaties op dit vlak, voornamelijk onder invloed van het toenemen van duurzame en niet stuurbare bronnen (zon en wind) in de energiemix. Wij voorzien nu: Power to gas, een manier om overschotten in overproductie door windenergie

    om te zetten in waterstofgas. Dit zou grootschalig kunnen worden toegepast op de locaties waar de huidige gascentrales staan. Op deze locaties is zowel de elektriciteit als de warmteinfrastructuur aanwezig. Ook opslag van gas is mogelijk.

    Power to heat, een interessante manier om overschotten in overproductie van elektriciteit om te zetten naar warmte met behulp van warmtepompen. Combinaties met lage temperatuurbronnen, zoals bij waterzuiveringen en datacenters liggen hier voor de hand. Een directe koppeling met een warmtenet is daarvoor noodzakelijk. Ook de combinatie met Hoge Temperatuur Opslag is mogelijk.

    6.2 Toekomstige infrastructuur

    6.2.1 GebiedstyperingenOp basis van de warmtevraag per gebied en de geografische ligging ten opzichte van elkaar hebben we in de ontwerpsessies de onderstaande constateringen per gebied gedaan. Die zijn vervolgens gebruikt als uitgangspunt voor het ontwerp.Lelystad Heeft lokale kansen voor warmteaansluitingen, onder meer gebruikmakend van

    de Maximacentrale; Deze kansen bevinden zich aan de noordkant van Lelystad De afstand tot het regionale warmtenet van Nuon in Almere is vooralsnog te

    groot voor een directe koppeling.Almere Heeft een groot warmtenet van Nuon met 65.000 weq wat grote kansen biedt

    voor verdere uitbreiding. De gemeente wil verduurzamen en heeft het vergroenen van de warmtebron

    voor het warmtenet als stevige ambitie neergezet. Er zijn rele kansen voor geothermie (Buitenvaart) en biogas. De maximale

    potentie van biogas is 115 miljoen m3/jaar. Echt duurzaam, dus zonder concurrentie met (vee)voedsel, is met redelijke zekerheid de potentie 20 miljoen m3/jaar.

    Gooi en Vechtstreek Niet geschikt voor grootschalige warmte omdat de warmtevraag weinig

    geconcentreerd is. In Hilversum zijn al drie kleine lokale warmtenetten, deze kunnen lokaal verder

    uitbreiden en wellicht gezamenlijk een lokaal net vormen.Amsterdam/Diemen/Amstelveen/Ouder-Amstel Enorme verdichting van de huidige warmtenetten is mogelijk in zowel

    nieuwbouw als bestaande bouw. Noorderwarmte is in aanleg, ontsluit heel Amsterdam Noord. Toekomstige knelpunten in de infrastructuur zijn in beeld: de koppeling tussen

    oost en west en een nieuwe leiding (by pass) rond Nieuw West. Voor de warmtevraag binnen de Ring is nog geen oplossing (mogelijk is biogas

    invoeden in het gasnet hier een oplossing).

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 17

    Zaanstad Partijen zijn doende met ontwikkelen van nu nog gescheiden netten in Zaanstad

    Oost en Noord. Zaanstad Oost wil starten met levering van warmte vanuit AEB. Komende jaren lokale bronnen ontwikkelen, uitbreiden en verdichten.IJmond Vergaande ontwikkeling van stoomnet, tussen Nuon en papierfabriek.

    Koppeling met Tata Steel kan volgen. Stoomnet kan als bron dienen voor het warmtenet in IJmond.

    Lokale ontwikkeling van warmtenet op basis van huidig aanbod van warmte vanuit Tata Steel (75 MW) is goed mogelijk

    Wanneer er substantieel meer restwarmte beschikbaar komt (> 200 MW) is koppeling met de regio gewenst.

    Haarlem Vergaande ontwikkeling van een warmtenet op basis van geothermiebron in de

    wijk Schalkwijk. Van daaruit wil de gemeente door ontwikkelen naar het noorden. Koppeling met regionaal net is mogelijk gewenst.Greenport Aalsmeer Op Prima4A de nieuwbouwontwikkeling parallel laten lopen aan het

    Datacenterpark op Schiphol Tradepark langs de A4. Van meet af aan aansturen op koppeling van de kassen aan de restwarmte van

    de datacenters Dit kan in principe een op zichzelf staand systeem zijn, met CO2levering van OCAP. Tuinders Aalsmeer en Uithoorn op korte termijn aansluiten op een warmtenet. Door vraagbundeling en lokaal beheer zullen zij de combinatie zoeken met

    buffering en eigen warmteproductie met hun WKKs en de warmte optimaal benutten. Het aanbieden van de warmte kan op een overdrachtspunt waarachter de tuinders gezamenlijk organiseren hoe ze de warmte optimaal benutten.

    Koppeling met regionale warmte is noodzakelijk omdat de vraag het aanbod overtreft.

    Purmerend Blijft vooralsnog een stand alone warmtenet, kansen voor geothermie zijn groot,

    zoeken naar mogelijkheid voor het inzetten van geothermie voor de basislast. Verder verdichting en aansluiten nieuwbouw in en om Purmerend is mogelijk.

    Koppeling met regionaal net mogelijk in de toekomst gewenst, alleen wanneer er warmteproductie overschot of te kort is lokaal.

    6.2.2 Innovaties in infrastructuurHoge temperatuur opslagEen grote uitdaging voor de warmte productie is de zogenoemde badkuip, ofwel een grote warmte vraag s winters en een lagere warmtevraag s zomers. Dit zorgt ervoor dat er s winters meer warmteproductie moet plaatsvinden dan s zomers. In de huidige warmtenetten vangen we dat op door inzet van gasketels, dus fossiel. En van de duurzame oplossingen kan zijn: de mogelijke overproductie van duurzame en/of rest warmtebronnen s zomers op slaan en s winters in zetten. Als we dit op hoge temperatuur kunnen doen, vergroten we hiermee de benuttingsgraad van de bronnen en verduurzamen we de pieken in de winter.

    Deze strategie van het opslaan van overproductie s zomers en s winters inzetten, dus Hoge Temperatuur Opslag (HTO), leent zich vooral voor warmtebronnen die zeer goedkoop tot gratis warmte over hebben in de zomer, zoals restwarmte.

    Momenteel worden HTO projecten alleen nog gerealiseerd onder de noemer pilot project, omdat de wet nog niet toelaat dat er temperaturen boven de 25 C worden opgeslagen onder de grond. HTO kan worden toegepast in aardlagen van rond de 600 meter diepte waar warmteopslag tot een temperatuur van maximaal 100 C mogelijk is. In de MRA zijn de kansen voor HTO door TNO in kaart gebracht.

    Figuur 11: Kansrijkheid HTO, donkerbruin: kansrijk, licht bruin redelijk kansrijk en ongekleurd minder kansrijk.

  • _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    __

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    __

    _

    _

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    ! !

    _

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    !

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    __

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    _

    __

    _

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaWarmtebronnen LT (weq)

    ! onbekend

    _ 1 - 5000

    _ 5001 - 10000

    _ 10001 - 25000

    _ 25001 - 75000

    _ 75001 - 130000Warmtebronnen HT (weq)

    ! onbekend

    _ 1 - 5000

    _ 5001 - 10000

    _ 10001 - 25000

    _ 25001 - 75000

    _ 75001 - 130000Huidige Warmtenet

    Uitbreiding warmtenet

    Uitbreiding_zeergewenst

    Uitbreiding_zeergewenst_haalbaarheidstudie nog starten

    Uitbreiding_gewenst_haalbaarheidstudie nog starten

    Uitbreiding_waarschijnlijk

    koudeleidingen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

    Figuur 12: Uitbreidingen warmte-infrastructuur Metropool Regio Amsterdam

    10000

    100004500

    800

    450

    700

    180

    904

    400

    620

    2255

    150

    516

    224

    150

    204

    160

    1300

    117

    300

    269430

    2804000

    110

    1524

    400

    111

    309

    2000

    120

    4000

    200

    270

    1500

    200

    490

    530

    103

    171

    939

    120

    940

    546

    168

    4000

    206

    110

    2260

    302

    160

    150

    120

    0 2,5 5 7,5 101,25Kilometers

    LegendaNieuwbouw Woningen

    Nieuwbouw Glastuinbouw

    Nieuwbouw Datacenter

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 19

    CascaderingOnder cascadering verstaan we het in serie plaatsen van warmteafnemers in volgorde van hoge naar lage temperatuur warmtevraag. De eerste warmtevragers in een gebied, nemen warmte af op hoge temperatuur en koelen het water af en het volgende gebied neemt de warmte op deze lagere temperaturen af.

    Locaties waar cascadering van toepassing zou kunnen zijn; het tuinbouwkasgebied in Aalsmeer, kantoren en nieuwbouw locaties van woningen die voor lage temperaturen zijn ontworpen. Hier zou de warmte eerst benut kunnen worden in woningen op hoge temperatuur (90 70 of 70 40), waarna in het tuindersgebied of nieuwbouwwijk de lagere temperatuur voldoende is om te kunnen gebruiken.

    Kanttekening bij cascadering is dat de warmte voor tapwater in woningen minimaal 65 C moet bereiken, vanwege Legionella preventie. Wanneer er met lage temperaturen warmte wordt aangeboden bij woningen is er per woning een individuele oplossing nodig in vorm van bijvoorbeeld warmtepomp met boiler om water boven de 65 C te brengen. De extra kosten voor deze aanpassing moeten per geval afgewogen worden tegen de voordelen van het extra uitkoelen van de retour van het warmtenet.

    Besturing regionaal netWanneer er meer aanbieders op het warmtenet gaan acteren en er sprake is van cascadering gaan er onderlinge interacties en afhankelijkheden ontstaan. Dit vereist voor de operator van het net dat er behoorlijke intelligentie in het de besturing nodig is (smart thermal grid). Hier wordt al ervaring mee opgedaan op kleine schaal, maar zal nog wel een innovatieslag behoeven voor een gebied als de MRA. Daarnaast zal dit een volledig nieuwe organisatorische setting vereisen.

    6.2.3 OntwerpsessieDe warmteinfrastructuur is opgedeeld in zes categorien van waarschijnlijkheid. De deelnemers van de MRA hebben gezamenlijk deze gewenste uitbreidingen in beeld gebracht. In Figuur 12 zijn de uitbreidingsmogelijkheden van de warmteinfrastructuur in de MRA weergegeven.

    De categorien zijn:Huidige warmtenetUitbreiding warmtenet; die van het warmtenet in Amsterdam Noord is gepland en definitief, deze is aangegeven met een donkerrode gestippelde lijn. Zeer gewenste uitbreidingen; voor deze tracs zijn reeds haalbaarheidsstudies uitgevoerd, deze zijn met rode stippel lijnen aangegeven. Dit betreffen de gebieden Haarlem, Zaandam en het gebied rondom Tata Steel. Zeer gewenste uitbreiding maar nog geen haalbaarheid studie verricht; met groene lijnen is aangegeven welke tracs als zeer wenselijk zijn gemarkeerd door de MRA deelnemers. Een bypass rondom Amsterdam NieuwWest, om de gehele wijk te kunnen voorzien van warmte. De bestaande netten zijn qua capaciteit reeds uitgenut. Deze bypass moet worden doorgetrokken wanneer het zuidelijke deel ten zuiden van het Westeinderplassen van het tuindersgebied Aalsmeer aangesloten gaat worden. Het noordelijke deel, ten noorden van de Westeinderplassen kan in eerste instantie zelfstandig een warmtenet ontwikkelen, met als warmtebron het nieuw te bouwen datacenter Schiphol Trade Park langs de A4. Verder is er een lijn getrokken tussen het westelijk en oostelijke deel van het bestaande Amsterdamse warmtenet, exacte ligging is nog in onderzoek. Op deze manier kan er warmte van zowel de Diemercentrale als AEB geleverd worden op beide netwerken.Gewenste uitbreidingen maar nog geen haalbaarheid studie verricht; deze tracs zijn uitbreidingen op de voorgenoemde tracs. Deze tracs zijn aangegeven met een gestreepte groene lijn. In Wormermeer kan gekeken worden naar haalbaarheid van een lokaal net. Een koppeling vanaf het bestaande net Amsterdam naar Zaanstad centrum. Uitbreiding van het gewenste trac naar tuindersgebied Aalsmeer, richting Amstelveen. Tevens kan de koppeling naar de oostelijke ring van het Amsterdamse stadswarmtenet gemaakt worden in Amstelveen.Waarschijnlijkeuitbreidingen;de waarschijnlijke uitbreidingen aangegeven met een zwarte stippellijn zijn verbindingen die gewenst zijn wanneer het warmte aanbod van Tata Steel in de toekomst substantieel groter blijkt te zijn. De beschikbare vermogens die nu opgenomen zijn in dit rapport zijn de warmte uitkoppelmogelijkheden die tot nu toe zijn onderzocht. Komende twee jaar zal vervolg onderzoek uitwijzen wat de daadwerkelijke potentie voor warmtelevering door Tata Steel zal zijn.

    Schatting van de totale investeringsomvang ligt tussen 1,4 en 1,7 miljard euro, afhankelijk van het gekozen scenario van opwek, trac liggingen en onzekerheden in de aannames van kosten (onzekerheden van orde 20% en + 50%). Deze inschatting is verder toegelicht in bijlage 8.8.

  • 20 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    6.3 Inpassing van geothermiebronnen en HTO in het Grand Design

    De diepe geothermie bronnen kunnen een vermogen van ca. 7 tot 20 MW per bron behalen, afhankelijk van locatie, boorsucces en opwaardering met warmtepomp. Ultra diepe geothermie bronnen kunnen tot 50 MW per bron behalen. De minimale afstand tussen geothermie bronnen moet ca. 1 km zijn, zodat ze elkaar niet benvloeden. Voor het realiseren van ruim 200 MW aan vermogen, dat benodigd is in het vierde scenario in hoofdstuk 2, zijn in de toekomst 20 diepe geothermie bronnen van 10 MW of 5 ultradiepe van 40 MW, of een combinatie nodig.

    Locaties van diepe geothermie bronnen moeten gezocht worden in de buurt van de lokale netten voor lokale benutting. Ultradiepe geothermie leent zich om in te voeden op de hoofdinfrastructuur en vragen locaties rondom de hoofdinfrastructuur. In de bijlage is een vingeroefening te vinden van mogelijke zoeklocaties, zie bijlage 8.9. Deze heeft nog geen realiteitswaarde, omdat er nog weinig informatie is over de geschiktheid van de ondergrond.

    Proefboring ultra diepe geothermieUltra diepe geothermie zou een groot deel duurzame invulling van de warmtevraag kunnen zijn. Een proefboring voor ultra diepe geothermie zou bij voorkeur moeten plaatsvinden midden in het kansrijke gebied, zoals weergegeven in bijlage 8.9, waar de potentie van ultradiepe geothermie ingeschat, in de buurt van Schiphol, om volgens TNO, zoveel mogelijk te weten te komen over de kansrijke bodemlaag op die diepte.

    6.4 Inpassing van koude-infrastructuurWe maken onderscheid tussen twee soorten koudelevering: 1. Koude netten die 6 tot 10 C leveren. Hiervan zijn er twee in Amsterdam (Zuidas

    en ZuidOost, beide op een bron uit een diepe waterplas). Uitbreiding is lastig door concurrentie met individuele koeloplossingen, vanwege de huidige lage elektriciteitsprijzen.

    2. Comfort koude voor woningen en utiliteit (kantoor, gezondheids, logies, sport en winkelfuncties) die op 16 tot zelfs 20 C functioneert in het lage temperatuursysteem van meestal nieuwbouw. Deze kan via een WKO gegenereerd worden, de warmte die vrijkomt kan s winters ingezet worden.

    Voor beide systemen geldt dat het veelal lokaal speelt en invulling krijgt. Voor een Grand Design is het dus wat minder relevant. Wel concurreert een WKO met de levering van collectieve warmte, waardoor voor de utiliteit en nieuwbouw de afweging op lokaal niveau gemaakt moet worden tussen of collectieve warmte of WKO.

    7 VISIE OP REALISATIE

    Het geschetste Grand Design is een toekomstbeeld voor 2040 waar we in de Metropoolregio Amsterdam de komende jaar aan gaan werken. Het is geen blauwdruk; de partners zullen het in etappes gaan realiseren en zich voor elke nieuwe etappe weer inspannen om de voortschrijdende inzichten toe te passen. Voor de komende jaren hebben we onderstaand een realisatie pad geschetst, waaruit concrete activiteiten voortvloeien. De Programmaregisseur zal deze inplannen in het uitvoeringsplan voor de periode 2016/2017.

    7.1 WarmtevraagIn principe is er voldoende warmtevraag in de regio, ook geclusterd in aaneengesloten gebieden. T.a.v. de warmtevraag zien we drie activiteiten.

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaIsoleren en besparen

    Het isoleren van woningen en gebouwen is in alle gevallen nuttig. Dit levert comfortabele gebouwen op waar het prettig toeven is. Gebouweigenaren zullen optimaliseren tussen investering en besparing. Waarschijnlijk is voor woningen en gebouwen die op een duurzaam warmtenet zijn aangesloten een energielabel tussen A en B optimaal. Deze besparing zal zich geleidelijk voltrekken. Voordeel daarvan is dat het verdichten (uitbreiden) van het aantal aansluitingen op een warmtenet bij gelijke capaciteit mogelijk is door de afnemende warmtevraag per woning.

    Geen kernactiviteit van het Programma

    Volgen van beleid en voortgang van energiegebruik van gebouwen en woningen

    Anticiperen wanneer nodig

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaWarmte transitieplannen

    Onder invloed van de wens en noodzaak om het gasverbruik voor ruimteverwarming uit te faseren zullen gemeenten de komende jaren per buurt warmte transitieplannen (moeten) opstellen: welke manier van verwarmen past het best bij welke buurt. De vraag naar duurzame collectieve warmte in gebieden waar warmtenetten de beste oplossing zijn zal sterk toenemen. Een goed passende propositie van warmtepartijen is daarbij wel een vereiste.

    Geen kernactiviteit van het Programma

    Wel stimuleren van aangesloten gemeenten, netbeheerder en gebouweigenaren tot het opstellen van warmte transitieplannen

    Mogelijk onderdeel van warmteakkoord.

    Vraagbundeling glastuinbouw

    Tuinders zijn behalve warmte(en CO2)vragers ook leveranciers van warmte. Zij blijken goed in staat, en gemotiveerd, om zelf hun energiegebruik te managen, monitoren en verhandelen, ook onderling. Door tuinders gebiedsgewijs als collectieve klant te beschouwen en behandelen, dus met een eigen warmtenet in coperatief beheer, geeft dat de tuinbouwsector, de netbeheerder en de warmteproducent de benodigde speelruimte en zekerheid om te investeren in een warmteaanbod.

    Geen kernactiviteit van het Programma

    Via stakeholder Greenport Aalsmeer volgen wat de ontwikkelingen zijn en deze stimuleren als deze achterblijven

    Mogelijk onderdeel van warmteakkoord.

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 21

    7.2 WarmtebronnenIn paragraaf 6.1 hebben we gezien dat de regio nog aanvullende duurzame warmtebronnen nodig heeft om op de lange termijn in de vraag van 500.000 weq te kunnen voorzien. Onzekerheid van het warmteaanbod leidt tot terughoudendheid van investeerders in infrastructuur. Wij zien de volgende activiteiten die parallelle uitvoering vergen.

    Voor beide systemen geldt dat het veelal lokaal speelt en invulling krijgt. Voor een Grand Design is het dus wat minder relevant. Wel concurreert een WKO met de levering van collectieve warmte, waardoor voor de utiliteit en nieuwbouw de afweging op lokaal niveau gemaakt moet worden tussen of collectieve warmte of WKO.

    7 VISIE OP REALISATIE

    Het geschetste Grand Design is een toekomstbeeld voor 2040 waar we in de Metropoolregio Amsterdam de komende jaar aan gaan werken. Het is geen blauwdruk; de partners zullen het in etappes gaan realiseren en zich voor elke nieuwe etappe weer inspannen om de voortschrijdende inzichten toe te passen. Voor de komende jaren hebben we onderstaand een realisatie pad geschetst, waaruit concrete activiteiten voortvloeien. De Programmaregisseur zal deze inplannen in het uitvoeringsplan voor de periode 2016/2017.

    7.1 WarmtevraagIn principe is er voldoende warmtevraag in de regio, ook geclusterd in aaneengesloten gebieden. T.a.v. de warmtevraag zien we drie activiteiten.

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaIsoleren en besparen

    Het isoleren van woningen en gebouwen is in alle gevallen nuttig. Dit levert comfortabele gebouwen op waar het prettig toeven is. Gebouweigenaren zullen optimaliseren tussen investering en besparing. Waarschijnlijk is voor woningen en gebouwen die op een duurzaam warmtenet zijn aangesloten een energielabel tussen A en B optimaal. Deze besparing zal zich geleidelijk voltrekken. Voordeel daarvan is dat het verdichten (uitbreiden) van het aantal aansluitingen op een warmtenet bij gelijke capaciteit mogelijk is door de afnemende warmtevraag per woning.

    Geen kernactiviteit van het Programma

    Volgen van beleid en voortgang van energiegebruik van gebouwen en woningen

    Anticiperen wanneer nodig

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaWarmte transitieplannen

    Onder invloed van de wens en noodzaak om het gasverbruik voor ruimteverwarming uit te faseren zullen gemeenten de komende jaren per buurt warmte transitieplannen (moeten) opstellen: welke manier van verwarmen past het best bij welke buurt. De vraag naar duurzame collectieve warmte in gebieden waar warmtenetten de beste oplossing zijn zal sterk toenemen. Een goed passende propositie van warmtepartijen is daarbij wel een vereiste.

    Geen kernactiviteit van het Programma

    Wel stimuleren van aangesloten gemeenten, netbeheerder en gebouweigenaren tot het opstellen van warmte transitieplannen

    Mogelijk onderdeel van warmteakkoord.

    Vraagbundeling glastuinbouw

    Tuinders zijn behalve warmte(en CO2)vragers ook leveranciers van warmte. Zij blijken goed in staat, en gemotiveerd, om zelf hun energiegebruik te managen, monitoren en verhandelen, ook onderling. Door tuinders gebiedsgewijs als collectieve klant te beschouwen en behandelen, dus met een eigen warmtenet in coperatief beheer, geeft dat de tuinbouwsector, de netbeheerder en de warmteproducent de benodigde speelruimte en zekerheid om te investeren in een warmteaanbod.

    Geen kernactiviteit van het Programma

    Via stakeholder Greenport Aalsmeer volgen wat de ontwikkelingen zijn en deze stimuleren als deze achterblijven

    Mogelijk onderdeel van warmteakkoord.

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaWarmteaanbod Tata Steel

    Voor de regionale warmtevoorziening is restwarmte, zoals die van Tata Steel, van groot belang. Daarom is de vraag aan Tata Steel aan te geven hoe en wanneer zij helderheid kunnen verschaffen over de hoeveelheid restwarmte die beschikbaar is. Als deze helderheid er is kan de stuurgroep de wenselijkheid van backboneverbinding naar Velsen bepalen en daar marktpartijen bij zoeken.

    Programmaregisseur zet de vraag uit bij Tata Steel

    Na beantwoording zal de Stuurgroep verdere stappen bepalen. Daarna is de markt aan zet.

    Geothermie Over de potentie voor geothermie in de MRA is (te) weinig bekend. Toch duidt nu alles er op dat een bijdrage van enkele honderden Megawatts uit geothermie noodzakelijk is. Daarom is een diepgaand en uitputtend onderzoek naar de werkelijke potentie voor geothermie op korte termijn noodzakelijk. Dat bestaat uit seismisch onderzoek en proefboringen, voor zowel diepe (24 km) als ultradiepe (47 km) geothermie. Wat is de beste locatie voor een proefboring, welke gebieden zijn geschikt voor geothermie en welke vermogens zijn beschikbaar?

    Programmaregisseur zet de vraag namens de stakeholders uit bij de provincies Noord Holland en Flevoland en betrekt ook het lopende onderzoek in Almere daarbij

    Nadat er voldoende inzicht is zal de Programma regisseur conclusies trekken en vervolgbesluiten voorleggen aan de Stuurgroep

    Inzetbaarheid en vergroenen huidige bronnen

    Het is lang niet zeker dat de huidige majeure bronnen in 2040 nog in bedrijf zullen zijn. Behalve het AEB draaien de huidige bronnen en piekvoorzieningen op fossiel aardgas. Het is daarom zaak om vroegtijdig te verkennen welke bronnen na 2040 in bedrijf blijven of nog komen (Hemwegcentrale, Maximacentrale) en of deze op koolstofarme gassen bedreven kunnen worden (o.a. via Power to Gas).

    Programmaregisseur vraagt AEB/Nuon om hun visie op vergroening van de huidige bronnen.

    Nadat er voldoende inzicht is zal de Programmaregisseur conclusies trekken en vervolgbesluiten voorleggen aan de Stuurgroep

  • 22 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    7.3 OntwikkelingwarmtenettenOp basis van het Grand Design constateren we dat er veel warmteinfrastructuur nodig is in de eindsituatie. Die zullen we gaandeweg in fases realiseren. Voor de korte termijn kunnen we de onderstaande activiteiten benoemen.

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaBiomassacentrales

    Zowel IJmuiden als de Amsterdamse haven beschikken over overslagcapaciteit, productiecapaciteit en/of vestigingsruimte voor warmte uit biomassa. Dit kan deel gaan uitmaken van de totale mix aan duurzame warmte.

    Programmaregisseur zet verkenning in gang naar de kansen en potenties voor biowarmte.

    Diversiteit aan bronnen

    Naast de benodigde majeure bronnen kan een diversiteit aan warmtebronnen lokaal warmte invoeden op een regionaal net. Het gaat o.a. om industrile restwarmte, biogas, rioolwaterzuiveringen, datacenters, Power to Heat en houtkachels. Van veel van deze bronnen is de locatie bekend. Verdere ontwikkeling is zinvol indien er een warmtenet in de buurt is of komt. We stellen ons een warmtebronnenregister voor, met onderscheid naar hoge en lage temperatuur, dat initiatiefnemers aanvullen en raadplegen op het moment dat bronnen zinvol tot ontwikkeling kunnen komen.

    Programmaregisseur zet een Warmtebronnen register op en stelt dit open voor initiatiefnemers

    Jaarlijks aandacht voor evaluatie en communicatie.

    Toekomstplanning warmte bronnen

    Wanneer het merendeel van bovenstaande activiteiten is uitgevoerd is een gefundeerde toekomstplanning van de warmtebronnen mogelijk en noodzakelijk.

    Programmaregisseur stelt een werkgroep samen uit de stakeholders om te komen tot een toekomstplanning voor warmtebronnen

    Rapportage en advies voor Stuurgroep

    Onderwerp Activiteit Rol ProgrammaWarmtenet Greenport Aalsmeer

    De tuinders in de gemeenten van Greenport Aalsmeer hebben dringend behoefte aan duurzame warmte (en CO2). Gekoppeld aan de activiteit vraagbundeling is het gewenst een eerste stap te zetten voor de ontwikkeling van warmteinfrastructuur voor Prima4A (gekoppeld aan nieuwe datacentra op Schiphol Tradepark) en Aalsmeer/De Kwakel.

    Programmaregisseur ontwikkelt iom Greenport Aalsmeer, SADC en OCAP een plan van aanpak

    Na vraagbundeling in een Coperatie kan een ontwikkelconsortium aan de gang.

    Samenhang in lopende projecten

    Binnen de MRA lopen de volgende projecten die directe relatie hebben met het Grand Design: Zaandam Oost, Zaandam Noordwest, Plan van Aanpak Warmte gemeente Amsterdam, Warmte en Stoomnet IJmond, Geothermie Haarlem. Nodig is om op korte termijn deze projecten in lijn te brengen met wat we in het Grand Design afspreken. Dat kan gaan over o.a. warmtebronnen, de infrastructuur, organisatievorm, financiering, etc.

    Programmaregisseur cordineert afstemming met en tussen lopende projecten.

    Binnen elk project volgt een beoordeling van de bijdrage van het project aan het Grand Design en worden de kansen benut.

    Koppeling met activiteit warmtebronnenregister

    Innovaties Voor het efficint aanleggen en bedrijven van een regionaal warmtenet is verkend welke innovaties daar voor nodig zijn. We zijn uitgekomen op: cascadering, slimme besturing,Hoge Temperatuur Opslag, planning en dimensionering van leidingen en het combineren van diverse infrastructuren (in aanleg en in bedrijf). Deze uitdagingen gelden zeker niet alleen voor de MRA en vragen een nationale benadering.

    Programmaregisseur zoekt samenwerking met o.a. Programmabureau ZH en met Gelderland om de innovatiebehoefte te delen.

    Vervolgens volgen van de lopende onderzoeken en pilots en zo mogelijk de pilots in MRA doen.

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 23

    8 BIJLAGEN

    8.1 BijlagedeelnemerswerkgroepTechnischeTafel1 Jannis van Zanten AEB2 Machiel Bakema Alliander Liandon3 Rob Bremer Alliander Liandon, projectleider van het onderzoek4 Theo Voskuilen Alliander DGO 5 Petrus Postma Greenport Aalsmeer6 Jeanke van der Haar Cofely, mede namens Zaanstad7 Tijs Langeveld DWA, namens Regio IJmond8 Erik van leeuwen Eneco 9 Auke Bruinsma Eneco10 Wouter Schoneveld Ennatuurlijk11 Annemarie van Osch Gemeente Almere, Team Ruimte en Wonen12 Jan van der Meer MRA 13 Martijn Spaan DWA, voorzitter technische tafel14 Peter Heijboer Servicepunt Duurzame Energie 15 Willem van den Bosch TNO 16 Marco van Soerland HVC17 Joost Muusze Veolia, namens Tata Steel

    8.2 Verslag ontwerpsessie en verdiepingsworkshopswww.warmteiscool.nl

  • 24 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    8.3 ToelichtingverblijfsfuntieBAG

    WOONFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor het wonen.Voorbeelden vrijstaandewoningen eengezinswoningen flat of portiekwoningen woongedeelte van een bejaardentehuis of een verzorgingstehuis kamers in een studentenhuis woonwagens gezinsvervangend tehuis voor verstandelijk gehandicapten (kan ook onder een

    gezondheidsfunctie vallen) woonzorgcomplex (kan ook deels bestaan uit een gezondheidszorgfunctie)OpmerkingenEen ruimte van een woonboot valt niet onder een woonfunctie. Een woonschip is namelijk geen bouwwerk in de zin van de Woningwet.

    BIJEENKOMSTFUNCTIEDefinitieEen gebruiksfunctie voor het samenkomen van mensen voor kunst, cultuur, godsdienst, communicatie, kinderopvang, het verstrekken van consumpties voor het gebruik ter plaatse en het aanschouwen van sport.Voorbeelden congrescentrum kerk wijkgebouw bioscoop theater casino caf de eetzalen van een restaurant kantine discotheek schouwburgzaal

    cursus ruimte vergaderzaal van een kantoor of restaurant tentoonstellingsgebouw museum kinderdagverblijf kinderopvangruimte van een creche tribune in een sportgebouw ruimte voor kaart en bordspelen bibliotheek (kan ook onder een winkelfunctie vallen) muziekstudio (kan ook onder een industriefunctie vallen) expositieruimte

    CELFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor dwangverblijf van mensen.Voorbeelden gevangenis of een politiecel kamer in een tehuis voor dwangmatige verpleging een cel op een station

    GEZONDHEIDSZORGFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor medisch onderzoek, verpleging, verzorging of behandeling.Voorbeelden ruimten voor de behandeling of verpleging van patinten in een:

    ziekenhuis verzorgingstehuis psychiatrische inrichting medisch centrum polikliniek praktijkruimte voor een huisarts, fysiotherapeut of tandarts Operatiekamer Praktijkruimte dierenarts / dierenkliniek gezinsvervangend tehuis voor verstandelijk gehandicapten (kan ook onder een woonfunctie vallen) woonzorgcomplex (kan ook deels bestaan uit een woonfunctie)

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 25

    OpmerkingenVerder dient te worden opgemerkt dat een verpleeghuis, vanwege het feit dat de bewoners er over het algemeen permanent verblijven, naast de gezondheidszorgfunctie, tevens een woonfunctie omvat.In een dierenkliniek worden dieren weliswaar medisch behandeld, maar de regelgeving voor de gezondheidszorgfunctie richt zich op de gezondheidszorg voor mensen. Een dierenkliniek is dus niet per se een gezondheidszorgfunctie.Voor de hand liggende keuzen zijn: industriefunctie, namelijk een industriefunctie voor agrarische doeleinden,

    winkelfunctie, verhandelen van diensten in spreek/behandelruimte en eventueel gezondheidszorgfunctie.

    INDUSTRIEFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor het bedrijfsmatig bewerken of opslaan van materialen en goederen, of voor agrarische doeleinden.Voorbeelden werkplaats magazijn van een fabriek fabriek opslagruimte in een pakhuis stal van een boerderij varkensstal stal voor kippen opslagloods tuinbouwkas koel of vrieshuis praktijkruimte dierenarts / dierenkliniek (kan ook onder een winkel of

    gezondheidszorgfunctie vallen) muziekstudio (kan ook onder een bijeenkomstfunctie vallen) keuken van een restaurant atelier (wanneer de atelier in belangrijke mate ook als expositieruimte zal

    worden gebruikt is bijeenkomstfunctie te overwegen)

    OpmerkingenAls sub gebruiksfunctie wordt een lichte industriefunctie genoemd in het Bouwbesluit. Een lichte industriefunctie is een industriefunctie waarin activiteiten plaats vinden, waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt. Een lichte industriefunctie heeft dus niets met de omvang van een bouwwerk te maken.

    KANTOORFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor administratie.Voorbeelden Een kantoorfunctie is bijvoorbeeld onderdeel van

    accountantsbureau administratiekantoor advocatenkantoor bankgebouw gemeentehuis kantoortje bij winkel kantoortje aan een woning (vrij beroep)

    LOGIESFUNCTIEDefinitie:Gebruiksfunctie voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan mensen.Voorbeelden zomerhuisje / vakantiehuisje trekkershut stacaravan hotel motel pension asielcentrum opvangcentrum voor tijdelijk verblijf van mensen

  • 26 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    ONDERWIJSFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor het geven van onderwijs.Voorbeelden klaslokaal in een schoolgebouw collegezaal van een universiteit lerarenkamerOpmerkingenEen tot een school behorend gymnastieklokaal is een sportfunctie.

    SPORTFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor het beoefenen van sport.Voorbeelden zwembad manage tennishal gymnastieklokaal squashbaan sporthal overdekte wielerbaan fitnesscentrum bowlingbaan biljartzaal schietbaan overdekt voetbalstadionOpmerkingenEen ruimte voor toeschouwers valt onder de bijeenkomstfunctie.Kaart en bordspelen zijn bijeenkomstfuncties.Een enkele biljarttafel in een cafe is geen sportfunctie maar een bijeenkomstfunctie

    WINKELFUNCTIEDefinitieGebruiksfunctie voor het verhandelen van materialen, goederen of diensten.Voorbeelden winkelcentrum warenhuis supermarkt pedicure reisbureau bordeel kapsalon apotheek stationsloket verkoop bij een tankstation bibliotheek (kan ook onder een bijeenkomstfunctie vallen) praktijkruimte dierenarts (mag ook onder een industriefunctie of een

    gezondheidszorgfunctie vallen) showroom

    OVERIGEGEBRUIKSFUNCTIEDefinitieNiet in dit lid (bovenstaande gebruiksfuncties) benoemde gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van mensen een ondergeschikte rol speelt.Voorbeelden trafohuisje telefooncel parkeergarage bergruimte of garage bij een woning tuinbouwkas bij een woning (niet beroepsmatig) sanitair gebouw op een camping wachtlokaal voor passagiers op een station bushokje Kleed en doucheruimten bij een sportveld of in een sporthal

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 27

    8.4 Toelichting reeds aangesloten

    De inschatting reeds inbegrepen in analyse is getoetst in het gebied Almere, waar 49% van de aangesloten gebouwen, inclusief grondgebonden woningen, op stadswarmte als kansrijk zijn aangestipt in de analyse. De aanname is gemaakt dat deze verhouding hetzelfde is in de andere gebieden.

    totaal Reeds inbegrepen in analyse

    Reeds aangesloten

    Amsterdam Zuidoost 40.000 20.000Amsterdam West/Noord 20.000 10.000Amstelveen 5.000 2.500Almere 65.000 32.500Zaanstad bestaand 1.200 600Purmerend 32.500 16.250Lelystad 5.650 2.825Hilversum 100 50Totaal 169.450 84.725

    Onder contract Amsterdam Zuidoost 5.000 2.500Amsterdam West/Noord 50.000 25.000Totaal 55.000 27.500

    Totaal Totaal WEQ 224.450 112.225

  • 28 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    8.5 Nieuwbouw

    Nieuwbouwplan Aantal woningenAvenhornWest 250 Bankrastoren 110 Bijlmerdreef / Dolingadreef 546 Boven t Y fase 3 CAN 103 Burgemeester RollstraatNoord 274 CAN (geb.3) Kantorenlocatie 400 Circusterrein 300 De Nieuwe Kern 4.500 Delfland Maassluis/Spoorzone 280 Delflandpleinbuurt Hart B1/B2 215 Dudokbuurt (Geuzenveld Zuid) 212 Ebuurt Oost 309 Florapark 130 Hembrug terrein 400 IJburg 2 ~ Buiteneiland 1.300 IJburg 2 ~ Centrumeiland 1.500 IJburg 2 ~ Middeneiland 4.000 IJburg 2 ~ Strandeiland 2.130 InverdanNoordschebos 171 InverdanOvertuinen A 117 InverdanOvertuinen B 128 Jacob Geelbuurt Oostbuurt 270 Kolenkitbuurt / Scholeneiland 160 Lange Weeren 800 Lodewijk van Deysselbuurt 516 Meerplein 111 Midwoud Tripkouw Oost 146 Molensloot Zuid 150 Monnikenberg 620 NDSMwerf Oost 490 NoordeindeKlinkenbergKonijnenb. 120 Olympiakwartier Almere Poort 2.255 Oosterwijk (wonex) 250

    Osdorp Centrum SuHabuurt 3 302 Overamstel (Amstel I) 1c 2.000 Overt.Veld Nrd ~ Noordstrook 430 OVZ ~ Spoorstrook Zuid 182 Pampushout Almere Poort 180 Parooldriehoek 530 Pilotenbuurt 200 ProvilySlibkuil 224 Rousseaubuurt / de Kade 120 Saendelft Kreekrijk 904 Saendelft Overhoeken 150 Scheg Noorder Legmeer 700 Stadswerf Oostenburg 940 Van Dijk/Dasselaarstraat 150 Vijfhoek De Tuinen van Zuid (Oost) 160 voorm. Philipslocatie 200 Wegener Sleeswijkbuurt 269 Westrand 10.000 Wijk aan Zee, Heliomare 110 Woonzorg centrum (de Broeckgouw) 120 ZBE ~ Baaibuurt Oost 204 ZBE ~ Baaibuurt West 352 ZBE ~ Oostpunt 939 ZBE ~ Sluisbuurt 2.260 Zuidas deelgebied VU 760 Zuidas E/F Kenniskwartier 1.524 Zuidas Vivaldi Boelenhoven 168 Zuidas Y Oor Noord 206 Zuidoostbeemster II 450 Zuidsingel, fase 8 150 Eindtotaal 48.147

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 29

    8.6 Lijstmetwarmtebronnen

    naam bron eigenaar temperatuur Vermogen (kW) Temperatuur-regime huidig/potentieel

    Biocel Lelystad Orgaworld 1.591 hoge temperatuur huidig

    B.V. Floricultura Geothermie B.V. Floricultura Geothermie 70 10.000 hoge temperatuur huidig

    Biomassa Purmerend 120 44.000 hoge temperatuur huidig

    Afval Energie Centrale AEB 120 150.000 hoge temperatuur huidig

    Diemen centrale 33 Nuon 120 260.000 hoge temperatuur huidig

    Energiecentrale Motorhal VU MC hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Floraholland Floraholland hoge temperatuur potentiele warmtebron

    HWCs hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Orgaworld ZAW Lelystad Orgaworld hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Stortplaats Nauernasche Polder

    hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Verkade Verkade hoge temperatuur potentiele warmtebron

    WKC Almere Powerplant Nuon hoge temperatuur potentiele warmtebron

    WKK hoge temperatuur potentiele warmtebron

    WKK hoge temperatuur potentiele warmtebron

    WKK hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Moens Mouldings Moens Mouldings hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Forbo Flooring B.V. Forbo Flooring B.V. hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Stadsverwarming Purmerend Stadsverwarming Purmerend hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Loders Croklaan Loders Croklaan hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Karlshamn Karlshamn hoge temperatuur potentiele warmtebron

    ADM Cocoa ADM Cocoa hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Tate & Lyle Tate & Lyle hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Pieter Bon Pieter Bon hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Goglio North Europe B.V. Goglio North Europe B.V. 125 600 hoge temperatuur potentiele warmtebron

  • 30 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    Wijk WKK HVC 90 2.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Greenmills fabriek Amsterdam

    Orgaworld 95 4.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Biomassacentrale Lelystad Nuon 120 6.500 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Biomassacentrale Rosariumgebied

    Gemeente Zaanstad 7.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Paper Mill 2 Crown van Gelder 55 16.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Paper Mill 1 Crown van Gelder 55 18.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Biocentrale 120 22.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Velsen 25 Nuon 120 40.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Tata Steel Tata Steel 110 69.700 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    totaal opgestelde vermogen WKKs

    Aalsmeer 120 125.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Diemen centrale 34 Nuon 120 160.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Afval Energie Centrale (extra benutting)

    AEB 120 190.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Maxima centrale GdFSuez 120 250.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    Hemweg gascentrale 9 Nuon 120 260.000 hoge temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Interoute Managed Services 35 375 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Databarn 1 35 400 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter KPN CyberCenter Haarlem 35 450 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter KPN Datacenter Amsterdam 35 475 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter TelecityGroup Amsterdam Science Park 35 550 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter The Datacenter Group Amsterdam 35 625 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter NAP of Amsterdam Terremark Schiphol 35 675 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter TelecityGroup Amsterdam Zuidoost 35 850 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter TelecityGroup Amsterdam Gyroscoopweg 35 850 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Interxion AMS5 35 1.128 lage temperatuur potentiele warmtebron

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 31

    datacenter Easynet DC Schiphol 35 1.250 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter KPN CyberCenter Flevoland 35 1.250 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter KPN CyberCenter Aalsmeer 35 1.375 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter euNetworks 35 1.500 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Switch Datacenter Amsterdam 35 1.500 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Equinix AM3 35 1.600 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter KPN CyberCenter Oude Meer 35 1.950 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Level3 Amsterdam 35 2.518 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter EvoSwitch AMS1 35 3.000 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Velsen Hoogheemraadschap van Rijnland 15 4.600 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Lelystad Waterschap Zuiderzeeland 15 4.800 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI ZaandamOost Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 15 5.100 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Zwaanshoek Hoogheemraadschap van Rijnland 15 5.300 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Beemster Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 15 5.700 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Zwanenburg Hoogheemraadschap van Rijnland 15 5.800 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Global switch 35 6.250 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Horstermeer Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet

    15 6.400 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Amstelveen Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet

    15 6.800 lage temperatuur potentiele warmtebron

    datacenter Cogent Datacenter Amsterdam 35 7.500 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Haarlem Waarderpolder

    Hoogheemraadschap van Rijnland 15 10.000 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Beverwijk Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier 15 10.300 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Almere Waterschap Zuiderzeeland 15 12.100 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Westpoort Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet

    15 14.900 lage temperatuur potentiele warmtebron

    RWZI Amsterdam West Hoogheemraadschap van Amstel, Gooi en Vecht/ Waternet

    15 45.600 lage temperatuur potentiele warmtebron

  • 32 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    8.7 Tabelmetvermogenswarmtebronnenvoordescenarios

    Behoud huidige gas/afval centrales (MW)

    Uitfasering huidige gascentrales + geothermie (MW)

    Uitfasering gascentrales + opschaling Tata + geothermie (MW)

    Uitfasering gascentrales + opschaling Tata + minder afval (MW)

    geothermie 131 106 206biomassa purmerend 44 44 44 44Nuon Velsen 25 40 lokale bronnen 100 100 100 100Hemweg 0 Diemen 33 176 Diemen 34 Maxima centrale 15 Tata Steel 75 75 200 200AEB/biocentrale 250 350 250 150totaal 700 700 700 700

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 33

    8.8 Inschatting totale investeringskosten

    Een inschatting van de benodigde investering in infrastructuur en opwek is hieronder verder toegelicht. Er zitten nog veel onzekerheden in zowel de keuzes in opwek, tracs, techniek en onzekerheden in de berekeningen zelf (orde grootte van nauwkeurigheden20% +50%). Waarmee de totale investeringskosten variren tussen 1.4 en 1.7 miljard euro.

    Kosteninfrastructuur aantal eenheidsprijs investering in miljoenen

    aansluiting+distributieper gestapelde woning (aansluiting + distributie)

    75.000 4.500 338

    per overige functie (aansluiting + distributie)

    4.000 (255.000 weq)

    120.000 480

    transport 220 tot 330totaal 1.038tot1.148

    Opwek scenario 2 capaciteit (MW) eenheidsprijsinmiljoenen

    investering in miljoenen

    BasislastGeothermie 131 1 tot 1,6 131 tot 209Biomassa purmerend 44 Lokale bronnen 100 0,5 50Tata Steel 75 0,5 37,25AEB/biocentrale 250 AEB/biocentrale uitbreiding

    100 0,5 50

    Subtotaalbasislast 700 268,25 tot 346Pieklast reeds bestaand 500 Pieklast 1.100 0,1 110Subtotaalbasislast 1.600 110Totaal opwek 378tot456

    Opwek scenario 3 capaciteit (MW) eenheidsprijsinmiljoenen

    investering in miljoenen

    Geothermie 106 1 tot 1,6 106 tot 170Biomassa 44 Lokale bronnen 100 0,5 50Tata Steel 200 0,5 100,0AEB 250 Subtotaalbasislast 700 256tot320Pieklast reeds bestaand 500 Pieklast 1100 0,1 110Subtotaalbasislast 1600 110Totaal opwek 366tot430

    Opwek scenario 4 capaciteit (MW) Eenheidsprijsinmiljoenen

    investering in miljoenen

    Geothermie 206 1 tot 1,6 206 tot 330Biomassa 44 Lokale bronnen 100 0,5 50Tata Steel 200 0,5 100AEB 150 Subtotaalbasislast 700 356tot480Pieklast reeds bestaand 500 Pieklast 1100 0,1 110Subtotaalbasislast 1600 110Totaal opwek 466tot590

  • 34 Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam

    8.9 Inpassing geothermie in het Grand Design

    Potentie geothemie

    Figuur 13: Potentie van diepe geothermie tot 4000m diepte. Donkergroen: kansrijk, lichtgroen: redelijk kansrijk en geen kleur is minder kansrijk of is er onvoldoende informatie beschikbaar om hier een uitspraak over te doen.

    Figuur 14: Potentieel van ultradiepe geothermie dieper dan 4000m tot 7000m diepte. Rood: mogelijk kansrijk.

  • Grand Design Warmte Metropoolregio Amsterdam 35

    Op basis van de kansenkaarten van TNO in combinatie met de uitbreidingsplannen van de hoofdinfrastructuur, zijn de locaties voor geothermie bepaald. In totaal is er 320 MW aan bronnen aangegeven op de kaart, in Figuur 15. is het resultaat weergegeven. Omdat de kansenkaarten nog veel onduidelijkheid hebben over de kansrijkheid in het midden van het gebied, kan hier nog geen waarde aan gehecht worden.

    Figuur 15: Locaties waar geothermie, zowel diepe als ultra diepe geothermie plaats kan vinden. De rode stikkers vormen per paar een diepe geothermie doublet, de rode stickers met een u erop vormen ultradiepe geothermie doubletten. De groene stickers HTO.

    In Figuur 15 zijn de locaties van de gewenste toekomstige geothermiebronnen weergegeven. De reguliere diepe geothermie bronnen zijn aan de randen van het MRA gebied te vinden, omdat de onderlagen hier het meest geschikt lijken. Daardoor zijn er rondom Almere veel bronnen geplaatst en in Purmerend. Haarlem is een uitzondering, daar is op basis van gebiedspecifiek onderzoek gebleken dat de ondergrond potentie heeft voor diepe geothermie. Deze nuancering moet ook aangebracht worden, de kansenkaart van TNO is een leidraad, uit seismologisch onderzoek kan gebied specifiek uitzondering gevonden worden op het globale beeld.

  • Colofon Programma Warmte en Koude in de Metropoolregio AmsterdamProgrammaregisseur: Jan van der MeerMail: [email protected]: 06 - 53 22 52 54www.warmteiscool.nl

    Powered by Amsterdam Economic BoardJodenbreestraat 251011 NH Amsterdam

    Datum 10-06-2016

    Versie 1.1

    Opdrachtgever Programma Warmte Koude Metropoolregio Amsterdam

    Auteur(s) Theo Voskuilen (Alliander DGO) en Rob Bremer (Alliander Liandon)