Actualiteitenseminar Openbaarheid van overheidsinformatie...2017/10/12 · Wet openbaarheid van...
Transcript of Actualiteitenseminar Openbaarheid van overheidsinformatie...2017/10/12 · Wet openbaarheid van...
Actualiteitenseminar Openbaarheid van overheidsinformatie Annemarie Drahmann
12 oktober 2017
Programma
1. Wet openbaarheid van bestuur: algemeen
2. Wet openbaarheid van bestuur: uitzonderingsgronden
3. Wet hergebruik overheidsinformatie
4. Wet open overheid
Deel 1: Wob - algemeen
3/64
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Wob kan een ieder een verzoek
om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke
aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan.
Is dit volgens u een Wob-verzoek?
“Graag ontvangen wij op grond van artikel 3 Wob, de naam van het
taxatiesysteem dat u hanteert om op grond van de vergelijksmethode u
de WOZ-waarde van woningen in het kader van de Wet Woz, op grond
van artikel 3 Wob, vaststelt, aan ons toe te zenden. Wat zijn voorts de
jaarlijkse kosten van dat systeem? Om bomen te sparen vinden wij het
ook goed de desbetreffende documenten digitaal te ontvangen.”
Wob-verzoek of informatieve vragen?
3/64
De informatievrager hoeft niet om specifieke documenten te vragen.
Centraal staat de vraag naar informatie over een bestuurlijke
aangelegenheid.
Een gewoon verzoek om informatie, bijvoorbeeld in de vorm van
feitelijke vragen, wordt niet als een verzoek op grond van de Wob
wordt gekwalificeerd.
Omdat appellant heeft verzocht om informatie neergelegd in
documenten over een bestuurlijke aangelegenheid was in dit geval
sprake van een Wob-verzoek.
ABRvS 10 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1233, AB 2017/235
Wob-verzoek of informatieve vragen? (2)
3/64
Op het bestuursorgaan rust de plicht om appellant zijn verzoek nader
te laten preciseren.
Bij het nemen van de beslissing op het bezwaarschrift moet rekening
worden gehouden met een in bezwaar gegeven nadere concretisering
en bij eventuele onduidelijkheden daarover moet nadere opheldering
worden gevraagd.
Dat appellant zich beroepsmatig met de Woz bezig houdt en daarom
van hem zou mogen worden verwacht dat hij precies aangeeft waarop
zijn verzoek doelt, doet hieraan niets af.
ABRvS 10 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1233, AB 2017/235
Precisering van Wob-verzoek in bezwaar
5/64
Als het verzoek betrekking heeft op gegevens in documenten die
berusten bij een ander bestuursorgaan dan dat waarbij het verzoek is
ingediend, dan moet het verzoek worden doorgezonden (artikel 4 Wob)
Geldt dit ook als uitdrukkelijk slechts wordt verzocht om documenten
waarover het bestuursorgaan beschikt?
› Nee, mits sprake is van een ondubbelzinnige formulering:
ABRvS 12 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1874, AB 2017/288.
Doorzendplicht?
4/64
Het CBG heeft bij het besluit inventarislijsten gevoegd, waarop is
vermeld wat de globale inhoud is van de documenten waarvan
openbaarmaking is geweigerd. Het CBG was niet gehouden
meeromvattende inventarislijsten bij te voegen. De Wob verplicht
daartoe niet.
ABRvS 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:248, AB 2017/125.
Inventarislijst
8/64
Informatie die al openbaar is valt niet onder de reikwijdte van de Wob:
• Zijn de stukken naar hun aard openbare documenten?
• De feitelijke invulling van de openbaarheid – bijv tijdelijk – doet daar niet aan
af.
- ABRvS 12 juli 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1874, AB 2017/288
De staatssecretaris heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat het feit dat
de gevraagde gegevens in de jaarverslagen ‘Zo doende’ in een andere vorm
zijn gepubliceerd niet zonder meer meebrengt dat deze gegevens in het kader
van het voorliggende Wob-verzoek niet meer geweigerd zouden kunnen
worden.
- ABRvS 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:680, AB 2017/172.
Wat te doen met informatie die al openbaar is?
5/64
Het recht op openbaarmaking ingevolge de Wob veronderstelt uitsluitend het publieke belang
van een goede en democratische bestuursvoering, welk belang de Wob vooronderstelt.
Dat recht komt iedere burger in gelijke mate toe. Derhalve kan ten aanzien van openbaarheid
geen onderscheid worden gemaakt naar gelang de persoon of de oogmerken van de
verzoeker.
Bij de te verrichten belangenafweging worden slechts het publieke belang bij openbaarmaking
van de gevraagde informatie en de door de weigeringsgronden te beschermen belangen
betrokken, niet het specifieke belang van de verzoeker.
Deze belangenafweging kan niet leiden tot niet algemene, selectieve informatieverstrekking,
dat wil zeggen dat zij niet tot openbaarmaking aan slechts een bepaalde verzoeker kan leiden.
Het persoonlijke belang van appellanten, te weten het vergaren van strafrechtelijk bewijs, heeft
de rechtbank dan ook terecht niet van belang geacht.
ABRvS 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:498, AB 2017/147
Ook: ABRvS 28 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3478, AB 2017/142 en Gst. 2017/74
Openbaarmaking dient het publieke belang
6/64
Nieuwe lijn van de ABRvS over begrip “emissiegegevens”
Onder de begrippen "emissies in het milieu" en "informatie over emissies in het
milieu" moeten niet alleen gegevens worden begrepen die de daadwerkelijke
uitstoot betreffen, maar ook de gegevens over de invloeden van die emissies op
het milieu alsook de gegevens die het publiek in staat stellen te controleren of
beoordeling van de daadwerkelijke of voorzienbare emissies, welke beoordeling
aan de besluitvorming door een bestuursorgaan ten grondslag heeft gelegen,
juist is.
ABRvS 16 augustus 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2211
http://www.stibbeblog.nl/all-blog-posts/environment-and-planning/openbaarmaking-van-milieu-
informatie-afdeling-bestuursrechtspraak-verruimt-het-begrip-emissiegegevens/
Milieu-informatie: emissiegegevens
11/64
De bevoegdheid om bij de bestuursrechter beroep in te stellen, kan niet
worden ingeroepen voor zover deze bevoegdheid wordt misbruikt.
Misbruik van recht kan zich voordoen als een bevoegdheid wordt
aangewend voor een ander doel dan waarvoor zij is gegeven. Daarom kan
het doel van een Wob-verzoek relevant zijn om te beoordelen of misbruik
van recht heeft plaatsgevonden.
De elektronische weg (incl fax) is niet opengesteld voor het indienen van
Wob-verzoeken. De omstandigheid dat appellant, in plaats van het alsnog
op andere wijze indienen van zijn verzoek, ervoor heeft gekozen om te
procederen tegen de volgens hem onjuiste buitenbehandelingstelling, is
onvoldoende grond voor het oordeel dat hij misbruik van recht maakt.
ABRvS 7 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3242, JB 2017/24
Misbruik van recht?
7/64
Wanneer moet een bestuursorgaan aanvoeren dat sprake is van misbruik
van recht?
Het in beroep gevoerde betoog van de minister over misbruik van recht
raakt de ontvankelijkheid van het beroep. Daarom kon en moest de
rechtbank op dit betoog ingaan en zal ook de Afdeling hierop ingaan, ook
al is misbruik van recht in een eerdere uitspraak van de rechtbank in deze
procedure niet aan de orde geweest.
ABRvS 14 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3303, AB 2017/207.
Misbruik van recht? (2)
7/64
Teneinde te beoordelen of de gegevens waarvan het CBG
openbaarmaking heeft geweigerd bedrijfs- en fabricagegegevens
bevatten, heeft de Afdeling de DVD met daarop de volledige inhoud van
de registratiedossiers bezien. Gelet op de omvang daarvan is de Afdeling
daarbij steekproefsgewijs te werk gegaan. De Afdeling heeft van alle
categorieën gegevens die volgens het CBG als bedrijfs- en
fabricagegegevens moeten worden aangemerkt, een aantal voorbeelden
gezocht.
ABRvS 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:248, AB 2017/125.
Toetsing door de rechter
12/64
Als een bestuursorgaan stelt dat na onderzoek is gebleken dat een
bepaald document niet of niet meer onder hem berust en een
dergelijke mededeling niet ongeloofwaardig voorkomt, is het in
beginsel aan degene die om informatie verzoekt om aannemelijk te
maken dat, in tegenstelling tot de uitkomsten van het onderzoek door
het bestuursorgaan, dat document toch onder het bestuursorgaan
berust.
- ABRvS 21 juni 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1659, AB 2017/277
Bewijslastverdeling
13/64
Artikel 10 van het EVRM bevat ook een recht op openbaarheid van
overheidsinformatie.
Dit recht kan echter alleen worden ingeroepen door een journalist,
social watchdog of public interest group.
ABRvS 22 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:498, AB 2017/147
Wob & Artikel 10 EVRM
6/64
“De Afdeling is thans van oordeel dat de indiener van een verzoek om
openbaarmaking van documenten waarvan geheimhouding is opgelegd, als
belanghebbende in deze zin moet worden aangemerkt. Daartoe wordt overwogen
dat, zoals de Afdeling eveneens thans van oordeel is, een verzoek om
openbaarmaking van documenten waarvan geheimhouding is opgelegd, altijd
tevens moet worden opgevat als verzoek om opheffing van die geheimhouding. Dit
betekent dat de indiener van het verzoek zowel belanghebbende is bij het besluit op
het verzoek om openbaarmaking als bij het besluit op het verzoek om opheffing van
de geheimhouding. Het vorenstaande betekent voorts dat voor zover het verzoek
om opheffing van de geheimhouding bij een ander bestuursorgaan moet worden
ingediend, op de ontvanger van het verzoek een doorzendplicht rust. In afwachting
van het besluit van het andere bestuursorgaan wordt de beslistermijn op het
verzoek om openbaarmaking opgeschort.”
ABRvS 23 november 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3140, JB 2017/19 en Gst 2017/50
Wob & artikel 25 Gemeentewet
8/64
Naam en woonplaats van indiener Wob-verzoek wordt op openbare
besluitenlijst geplaatst.
Verzoeker vraagt om verwijdering. Het college weigert dit.
Het zijn persoonsgegevens als bedoeld in de Wbp. De
openbaarmaking van de besluitenlijst is derhalve het verwerken van
persoonsgegevens.
Gelet op de aard van de gegevens, de omstandigheid dat appellant
heeft verzocht om verwijdering daarvan en hij hieraan ten grondslag
heeft gelegd dat deze informatie voor het doel of de doeleinden van de
verwerking niet ter zake dienend is, is artikel 36, eerste lid, Wbp van
toepassing. Het besluit is daarmee in strijd.
• ABRvS 21 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3364, Gst 2017/83
Wob en de Wbp
13/64
Deel 2: de uitzonderingsruimte van de Wob
13/64
Artikel 10 Wob:
Uitzonderingsgronden:
Lid 1: absolute weigeringsgronden
Lid 2: relatieve weigeringsgronden
Artikel 11 Wob:
Stukken opgesteld ten behoeve van intern beraad
De uitzonderingsgronden
9/64
Absolute weigeringsgrond:
Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover
dit bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of
rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld.
De c-grond dient “naar zijn aard restrictief te worden uitgelegd. Van bedrijfs- en
fabricagegegevens is slechts sprake, indien en voor zover uit die gegevens
wetenswaardigheden kunnen worden afgelezen of afgeleid met betrekking tot de
technische bedrijfsvoering of het productieproces dan wel met betrekking tot de
afzet van de producten of de kring van afnemers en leveranciers. Ook gegevens die
uitsluitend de financiële bedrijfsvoering betreffen, kunnen onder omstandigheden
als bedrijfsgegevens worden aangemerkt.
De c-grond
17/64
Op basis van de door appellant verzochte informatie uit het DIS precies is na te gaan ten
aanzien van welke DBC-zorgproducten een zorgaanbieder heeft gedeclareerd en om
hoeveel DBC-zorgproducten per DBC-zorgproduct het gaat. Uit deze gegevens zijn
onmiskenbaar wetenswaardigheden over de afzet van producten kunnen worden afgeleid.
In de geheime stukken is voor elke zorgaanbieder en voor elk DBC-zorgproduct het
gedeclareerde bedrag, zijnde de prijs, vermeld. De prijs van een zorgproduct is een
gegeven dat uitsluitend de financiële bedrijfsvoering betreft. Gelet op de samenhang van de
prijs van een DBC-zorgproduct met de andere verzochte gegevens, moet ook de prijs als
een bedrijfs- en fabricagegegeven worden aangemerkt.
De verzochte prijzen van DBC-zorgproducten zijn nog actueel. De prijzen hebben een
voorspellende waarde voor toekomstige onderhandelingen. Een onderhandelingspartij kan
zijn voordeel doen met de openbaar gemaakte prijzen over voorgaande jaren.
De c-grond
18/64
Voor de vraag of informatie vertrouwelijk is medegedeeld, is voldoende dat de gegevens
zijn verstrekt in een contact dat een onderneming redelijkerwijs als vertrouwelijk mocht
beschouwen. Gelet op de aard, de omvang en de mate van gedetailleerdheid van de door
de zorgaanbieders aan de NZa geleverde informatie en nu daaruit wetenswaardigheden
over de afzet van producten kunnen worden afgeleid, is de informatie vertrouwelijk is
medegedeeld.
Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat ook in de toelichting op de Regeling is vermeld
dat de bij het DIS aangeleverde Minimale Dataset informatie bevat met een vertrouwelijk
karakter.
ABRvS 21 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3415, AB 2017/50.
De c-grond
19/64
Het college heeft ter zitting “te kennen gegeven dat het alle gegevens
in het veiligheidsinformatieblad, waaruit ook maar enigszins zou
kunnen worden afgeleid wat het zogenoemde ‘geheim van de smid’ is,
als bedrijfs- en fabricagegegevens heeft aangemerkt.”
Het criterium ‘enigszins zou kunnen worden afgeleid’ is minder
restrictief dan het criterium ‘kunnen worden afgeleid’.
Gelet daarop heeft het college een onjuist beoordelingscriterium
toegepast en ondeugdelijk gemotiveerd dat de niet openbaar gemaakte
gegevens bedrijfs- en fabricagegegevens zijn.
- ABRvS 26 april 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1153, AB 2017/240
De c-grond
21/64
Relatieve uitzonderingsgrond:
het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van
bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of
rechtspersonen dan wel van derden
Op de lijst met afnemers van een vleesgroothandel waar de
herkomst van verwerkt vlees onduidelijk was, staat een groot
aantal, ongeveer 1800, directe en indirecte afnemers van de
vleesgroothandel. Mogen deze namen openbaar worden gemaakt?
De g-grond
10/64
Sinds de periode waarin vleesgroothandel heeft gefraudeerd zijn
inmiddels enkele jaren verstreken. Daarnaast kan bij
openbaarmaking bij het publiek onder de aandacht worden
gebracht dat de omstandigheid dat een bedrijf betrokken is bij het
terughalen van vlees niet betekent dat het bedrijf onrechtmatig
heeft gehandeld. De afnemer wordt door openbaarmaking van de
lijst met afnemers niet onevenredig benadeeld. Evenmin is
aannemelijk dat de concurrenten die niet op de lijst staan door
openbaarmaking van de lijst onevenredig worden bevoordeeld.
ABRvS 1 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:218, JB 2017/52.
De g-grond (2)
10/64
Moeten de in aantekeningen van de vergunninghouders opgenomen gegevens over de
soorten en aantallen dieren die jaarlijks voor dierproeven worden gefokt, gebruikt en daarbij
overlijden, over de soorten en aantallen getransporteerde dieren en over de afnemers van
de dieren, alsmede van de namen en de adresgegevens van de vergunninghouders,
openbaar gemaakt worden?
Gelet op hetgeen ter zitting gesteld en op de publicatie van de NCTV en het feit dat in de
jaarverslagen van de AIVD nog altijd een aparte signalering van dierenrechtenactivisme in
Nederland is opgenomen, is naar het oordeel van de Afdeling de dreiging van
dierenrechtenactivisme nog reëel en acht zij voldoende grond aanwezig voor de door de
staatssecretaris en de vergunninghouders gedeelde vrees voor een toename van het risico
van tegen de vergunninghouders, proefdierinstellingen, hun werknemers en andere
betrokkenen gerichte buitensporige acties bij openbaarmaking van de gegevens per
vergunninghouder over de aantallen en soorten bij de dierproeven gebruikte dieren.
G-grond van toepassing.
- ABRvS 15 maart 2017, ECLI:NL:RVS:2017:680, AB 2017/172.
De g-grond (3)
22/64
Het interne karakter van een stuk wordt bepaald door het oogmerk waarmee dit is
opgesteld.
Degene die het document heeft opgesteld moet de bedoeling hebben gehad dat dit zou
dienen voor hemzelf of voor het gebruik door anderen binnen de overheid.
Ook documenten die afkomstig zijn van derden die niet tot de kring van de overheid
behoren (externe derden), kunnen worden aangemerkt als documenten die zijn opgesteld
ten behoeve van intern beraad indien de documenten met dat oogmerk zijn opgesteld.
Het interne karakter van het beraad komt evenwel te vervallen wanneer daaraan het
karakter van advisering of gestructureerd overleg moet worden toegekend.
ABRvS 17 mei 2017, ECLI:NL:RVS:2017:1298, AB 2017/221
ABRvS 21 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3376, AB 2017/77 en
ECLI:NL:RVS:2016:3428, AB 2017/78
Intern beraad: algemeen (1)
11/64
De weggelakte passages en de niet verstrekte documenten betreffen adviezen, voorstellen,
interpretaties van procedures en conclusies. Deze zijn aan te merken als persoonlijke
beleidsopvattingen van de opsteller.
Er is sprake van een zodanige verwevenheid van relevante feiten en persoonlijke
beleidsopvattingen, dat een zinnige scheiding niet mogelijk is.
De Wob verplicht het bestuursorgaan niet tot het opstellen van nieuwe stukken waarin van
de persoonlijke beleidsopvattingen ontvlochten feiten worden gepresenteerd.
ABRvS 28 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3478, AB 2017/142 en Gst. 2017/74
Intern beraad: algemeen (2)
11/64
Artikel 11 lid 1 Wob is imperatief gesteld en er dient derhalve in
beginsel geen informatie te worden verstrekt over de daarin
opgenomen persoonlijke beleidsopvattingen.
Daaraan doet niet af dat ingevolge het tweede lid van dit artikel aan de
minister, met het oog op een goede en democratische bestuursvoering,
een discretionaire bevoegdheid is toegekend om informatie te
verstrekken over persoonlijke beleidsopvattingen in niet tot de persoon
herleidbare vorm of, in het geval degene die deze opvattingen heeft
geuit zich erachter heeft gesteld, in tot de persoon herleidbare vorm.
Intern beraad: verhouding tussen lid 1 en 2 (1)
11/64
De beslissing om over persoonlijke beleidsopvattingen informatie te verstrekken
is aan het bestuursorgaan.
Indien het op basis van zijn discretionaire bevoegdheid, met het oog op een
goede en democratische bestuursvoering, besluit om over persoonlijke
beleidsopvattingen informatie te verstrekken, mag het dit slechts in tot personen
herleidbare vorm doen indien de betrokkene daarmee heeft ingestemd. Dat
neemt evenwel niet weg dat het bestuursorgaan, dat verantwoordelijk is voor de
betrokken bestuursvoering, bevoegd is om, los van de bereidheid van
betrokkenen om in te stemmen met openbaarmaking, de informatie niet te
verschaffen.
De kring van de betrokkenen kan een rol spelen bij de beantwoording van de
vraag of een geanonimiseerde versie van de persoonlijke beleidsopvattingen
kan worden verstrekt.
Intern beraad: verhouding tussen lid 1 en 2 (2)
11/64
In dit geval gaat het om een beperkte en aanwijsbare groep ambtenaren en
bestuurders.
Gezien de aard en de inhoud van de documenten, kan niet worden geoordeeld
dat de ministers teneinde de vrijheid van bewindspersonen en ambtenaren te
behouden om ongehinderd hun bijdrage te leveren aan intern beraad, niet in
redelijkheid hebben mogen afzien van gebruikmaking van de in lid 2
neergelegde bevoegdheid.
Niet is gebleken dat een goede en democratische bestuursvoering met
openbaarmaking is gediend. Ook is door één van de opstellers van de notities
geen instemming gegeven. Nu geanonimiseerde verstrekking niet mogelijk was,
mochten de ministers hun bevoegdheid ingevolge artikel 11, tweede lid, Wob
buiten toepassing laten.
ABRvS 28 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3478, AB 2017/142 en Gst. 2017/74
ABRvS 28 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3478, Gst. 2017/74
Intern beraad: verhouding tussen lid 1 en 2 (3)
11/64
Deel 3: de Wet hergebruik van overheidsinformatie
21/64
Eén eiser heeft bij alle gemeenten in Nederland hetzelfde verzoek
ingediend: met een beroep op de Who wil hij alle nieuwsberichten
vanaf 2010 binnen de gemeente ontvangen.
Hij wil deze berichten bundelen op zijn eigen website en deze –
tegen een vergoeding – ter beschikking stellen voor een ieder.
Wet hergebruik van overheidsinformatie
13/64
Een ieder kan een verzoek om hergebruik richten tot een met een
publieke taak belaste instelling of een onder verantwoordelijkheid van
een met een publieke taak belaste instelling werkzame instelling,
dienst of bedrijf (art. 3 lid 1 Who)
De voor hergebruik beschikbare informatie wordt verstrekt zoals de
informatie bij de met een publieke taak belaste instelling aanwezig is
en voor zover mogelijk langs elektronische weg, in een open en
machinaal leesbaar formaat, samen met de metadata, waarbij het
formaat en de metadata voor zover mogelijk voldoen aan formele open
standaarden (art. 5 lid 1 Who).
Juridisch kader
13/64
De colleges van Dinkelland en Tubbergen hebben volstaan met een
verwijzing naar de op de website gepubliceerde PDF-bestanden.
Ambtenaren van de gemeenten leverden via de communicatieafdeling
informatie aan de uitgever die PDF-bestanden maakte. De
communicatieafdeling bewaarde echter niets. Er zijn dus geen ruwe
metadata, maar alleen de PDF-bestanden.
Beide colleges zijn niet verplicht informatie te verstrekken die er niet is.
Verder hebben de colleges ter hoorzitting in bezwaar aangeboden om
bestaande nieuwsberichten tegen marginale kosten om te zetten in
een ander formaat, daar heeft eiser nooit op gereageerd.
Het college heeft voldaan aan de verplichtingen onder de Who.
Verstrekking van pdf-bestanden?
14/64
Het college van Oldenzaal heeft volstaan met een verwijzing naar de
gemeentelijke nieuwswebsite met informatie die weliswaar beschikbaar
is in een open formaat, maar die niet machinaal leesbaar is.
Het college betoogt dat omzetting naar zo’n formaat wel mogelijk, maar
onevenredig is (dat zou 2 tot 8 uur in beslag nemen, en bij 2 uur kost
dat €180 ex btw). De rechtbank oordeelt echter dat dit niet onevenredig
is en dat het college niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen onder de
Who.
Verwijzing naar website? (1)
37/64
Het college van Almelo heeft verwezen naar ‘Archiefweb’ dat doorklikbaar is en
kan worden doorzocht.
Verder heeft het college aangeboden een lijst met URL’s te verstrekken die
verwijzen naar de nieuwsbericht.
Dit is naar oordeel van de rechtbank niet voldoende, nu de aangeboden
informatie geen open en machinaal leesbaar formaat heeft.
De gemeente beschikt over een contentmanagementsysteem met een
exportfunctie, het had op de weg van het college gelegen een export van de
gegevens uit dat systeem te verstrekken.
Het college beroept zich nog op de onevenredigheid daarvan, maar heeft dat
onvoldoende onderbouwd. De rechtbank oordeelt dat het college niet heeft
voldaan aan zijn verplichtingen onder de Who.
Verwijzing naar website? (2)
38/64
Rechtbank Overijssel 23 mei 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2142
Rechtbank Overijssel 6 juni 2017, ECLI:NL:RBOVE:2017:2280,
ECLI:NL:RBOVE:2017:2281 en ECLI:NL:RBOVE:2017:2283.
http://www.stibbeblog.nl/all-blog-posts/public-law/hergebruik-van-overheidsinformatie-hoe-deze-
informatie-te-verstrekken-en-hoe-zit-het-met-misbruik-van-recht/
Vindplaats:
13/64
Deel 4: de Wet open overheid
22/64
Opvolger van de Wob
Initiatiefwetsvoorstel GroenLinks en D66
Wetsvoorstel ingediend in juli 2012
Aangenomen door de Tweede Kamer op 19 april 2016
Kamerstukken I, 2015/16, 33328, nr. A
Wetsvoorstel Wet Open Overheid (Woo)
41/64
Quick Scan Woo
• Deel 1 (Rijksoverheid) - Kamerstukken II, 2016/17, 33328, nr. 37
• Deel 2 (overige overheden) - Kamerstukken II, 2016/17, 33328, nr.
38
“Op basis van onze verkenningen komen we tot de conclusie dat de Woo
zoals die nu voorligt, niet uitvoerbaar is en tot hoge extra kosten leidt
waarvoor in de meerjarencijfers geen dekking bestaat. Deze conclusie is
onontkoombaar, gelet op de volgende bevindingen van ons onderzoek.”
Wetsvoorstel Wet Open Overheid (Woo)
41/64
Expliciete erkenning van het recht op toegang tot publieke informatie
Meer aandacht voor actieve openbaarmaking
• O.a. lijst van informatie die verplicht openbaar gemaakt moet worden
Bredere reikwijdte
• Ook bij AMvB aangewezen privaatrechtelijke rechtspersonen uit de
semipublieke sector
Openbaar register
Belangrijkste verschillen ten opzichte van de Wob:
43/64
Uitzonderingsgronden grotendeels identiek aan Wob.
Opvallende verschillen:
• Bedrijfs-en fabricagegegevens’ worden relatieve weigeringsgrond
• Expliciete, gemotiveerde belangenafweging met het belang van
openbaarheid
• Doorbreken uitzonderingsgrond
- in geval van ‘klemmende redenen’
- ten behoeve van onderzoek
• Tijdsverloop (5 jaar)
Belangrijkste verschillen ten opzichte van de Wob:
43/64
Uitgangspunt Wob (en Woo): “openbaar tenzij…”
Beoordeel per document én per onderdeel of openbaarmaking mogelijk
is.
Betrek derdenbelanghebbenden tijdig (zienswijze / vovo)
Maak expliciet dat:
• het bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die vertrouwelijk aan de
overheid zijn meegedeeld; of
• sprake is van een stuk ten behoeve van intern beraad.
Praktische tips
Meer weten?
Volg ons op
www.stibbeblog.nl
Annemarie Drahmann
Senior Associate Amsterdam
T +31 20 546 06 04
M +31 6 242 428 03