Actiz Benchmark Zorg 2016 · Figuur 1-10: Uitspraken cliënten en vertegenwoordigers over...
Transcript of Actiz Benchmark Zorg 2016 · Figuur 1-10: Uitspraken cliënten en vertegenwoordigers over...
Actiz Benchmark Zorg 2016 1
Actiz Benchmark Zorg 2016 2
Voorwoord
In deze brochure leest u de resultaten uit het benchmarkjaar 2016. In dit jaar namen
160 organisaties deel aan één of meerdere van de volgende modules; Cliënten,
MedewerkerMonitor en Bedrijfsvoering. Het omvat de cliëntervaringen over 2015, de
MedewerkerMonitor voorjaar 2016 en het bedrijfsvoeringsjaar 2015.
In de brochure zijn uitspraken van cliënten opgenomen. De uitspraken van cliënten zijn
afkomstig uit de ActiZ spiegelrapportage 2015.
De resultaten zijn aan de deelnemers teruggekoppeld per pdf en beschikbaar in de Online
Rapportage Omgeving. De Online Rapportage Omgeving biedt deelnemers de
mogelijkheid om dieper op de resultaten in te gaan en eigen dwarsdoorsnedes te maken.
Ook is hier sectorinformatie beschikbaar voor organisaties die niet hebben deelgenomen
aan de benchmark.
Heeft u vragen mail dan naar [email protected]. Meer informatie kunt u vinden op de
volgende websites:
www.actiz.nl/feiten-en-cijfers-overzicht
www.actiz.nl/thema/ondernemerschap/benchmark
Actiz Benchmark Zorg 2016 3
Inhoud
Cliënten…………………………………………………………………………………….4
Medewerkers .……………………………………..…………………………………12
Bedrijfsvoering………………………………………………………….……………16
Duurzaamheid duurt het langst!........................……………….22
Actiz Benchmark Zorg 2016 4
1. Cliënten
Bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen zijn in 2015 positiever over de
zorg die zij krijgen dan een jaar daar voor. Ook mensen die thuiszorg krijgen,
zijn in 2015 heel tevreden. Dit blijkt uit de module cliënten van de ActiZ
Benchmark Zorg, een onderzoek waar ruim 25.000 cliënten aan deelnamen.
Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de landelijke CQ-en NPS gegevens
over meetjaar 2015 inclusief de database van de ActiZ spiegelrapportage. Deze
bevat onder meer de antwoorden die cliënten of hun vertegenwoordigers geven
op de open vragen: wat gaat er goed en wat moet er beter?
Vakkundig personeel Cliënten zijn tevreden over de manier waarop de zorgmedewerkers hen verzorgen. Er
wordt serieus omgegaan met gezondheidscontroles, zorgmedewerkers zijn attent en
merken het als er iets is.
Daarnaast houden zorgprofessionals rekening met de wensen van cliënten. De
vakkundigheid van het personeel wordt zowel in de verpleeg- en verzorgingshuizen als in
de thuiszorg als positief ervaren. Dit blijkt ook uit de score voor de indicatoren ‘ervaren
kwaliteit personeel’ en ‘ervaren bejegening’.
Figuur 1-1: Ervaren kwaliteit personeel
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 5
Figuur 1-2: Ervaren bejegening
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Bovenstaande blijkt ook uit de open antwoorden op de vraag wat er goed gaat en wat er
beter moet:
Figuur 1-3: Uitspraken cliënten en vertegenwoordigers over vakkundigheid personeel Client verpleging en verzorging
Bewoner is heel tevreden over de wijze waarop de verzorgers bewoner behandelen in de lichamelijke verzorging.
De verzorging/verpleging gaat heel serieus om met mijn gezondheidscontrole, beter en meer dan ik zelf zou doen.
Ze zijn attent en merken als er iets is. Ze houden zoveel mogelijk
rekening met mijn wensen. Ik vind het hier [...] prima hoe ze naar je gezondheidsklachten
luisteren en er iets mee doen. Personeel doet alles om het ons naar de zin te maken. De
verzorgenden zijn aardig en beleefd. Ze houden rekening met je beperkingen.
Als ik bel komen ze meteen, ik word serieus genomen
Vertegenwoordiger PG cliënt Grote betrokkenheid. Aanpak zeer professioneel. Psycholoog stelde video opnames voor, iedereen deed mee en leerde ervan. Terughoudendheid met medicatie.
Men is alert bij veranderend gedrag. Wat is de oorzaak? Bv urine
infectie of andere symptomen? Client zorg thuis De verpleegkundigen doen hun werk zeer goed: voldoende
kennis, goede begeleiding en een luisterend oor. Lichamelijke verzorging is prima. Goede verzorging. Alert op medicatie en acties daaruit
voortvloeiend
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Faciliteiten verpleeg- en verzorgingshuis
Cliënten in verpleeg- en verzorgingshuizen zijn naast de ervaren bejegening en
vakkundigheid van het personeel tevreden over de faciliteiten van hun woonplek. Dit
blijkt uit de indicatoren ‘Ervaren privacy’ en ‘Ervaren veiligheid’. Ook vertegenwoordigers
van PG-cliënten zijn hier tevreden over en noemen daarnaast de mogelijkheden tot
eigen inrichting.
Actiz Benchmark Zorg 2016 6
Figuur 1-4: Ervaren privacy
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Figuur 1-5: Ervaren veiligheid
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Figuur 1-6: Ervaringen met inrichting
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 7
De tevredenheid blijkt ook uit de open antwoorden. Er is veel aandacht voor privacy en
de eigen kamer van de cliënt. Zeker als er nieuwbouw of renovatie plaatsvindt is dat
eigenlijk vanzelfsprekend.
Figuur 1-7: Uitspraken vertegenwoordigers PG-cliënten over ervaringen met inrichting en privacy
Het huiselijke in de huiskamer, gezelligheid, met elkaar eten enz. Voor privémoment kun je je op je eigen appartement terugtrekken.
Het is fijn dat hij/zij een eigen kamer heeft en die naar eigen behoefte mag inrichten en zich terugtrekken. (…)
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Net Promotor Score
Cliënten voelen zich thuis verpleeg- en verzorgingshuizen. Dat blijkt ook uit het feit dat
veel bewoners hun zorgorganisatie zouden aanbevelen aan familie of vrienden (de
zogenaamde NPS-score). Ook vertegenwoordigers van psychogeriatrische cliënten (PG)
geven aan dat ze hun zorgorganisatie aanbevelen bij anderen.
Vanaf 2013 wordt in de benchmark de Net Promoter Score (NPS) meegenomen. Cliënten of hun
vertegenwoordigers beantwoorden de vraag of zij de organisatie zouden aanbevelen aan familie of
vrienden. Zij doen dat op een schaal van 1 (zeer onwaarschijnlijk) tot 10 (zeer waarschijnlijk).
Vervolgens wordt het % ‘promotors’ (zij die een 9 of 10 geven) verminderd met het %
‘criticasters’ (zij die een 6 of lager geven).
Uit de resultaten blijkt dat vertegenwoordigers van psychogeriatrische cliënten (PG) en
cliënten in verpleeg- en verzorgingshuizen (VV) positiever zijn dan voorgaande jaren.
De thuiszorgcliënt (ZT) doet juist minder snel een aanbeveling voor een
zorgorganisatie dan voorheen. De thuiszorg zit nu op eenzelfde niveau als de VV, terwijl
deze altijd een beduidend hogere NPS liet zien. Vertegenwoordigers zijn nog altijd
kritischer dan cliënten zelf, gezien de NPS van 22 tegenover de score van 36 in de VV en
ZT.
Figuur 1-8: Net Promotor Score 2013-2016
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 8
Indruk cliënten: “Ze hebben het te druk”
Bewoners van verpleeg- en verzorgingshuizen zijn minder tevreden over de ervaren
beschikbaarheid van medewerkers. Zij signaleren dat zorgverleners het steeds drukker
hebben. De indicator ‘ervaren beschikbaarheid’ laat ook een dalende trend zien en scoort
laag (rond de 6) ten opzichte van andere indicatoren.
Figuur 1-9: Ervaren beschikbaarheid
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Ook in de open antwoorden is terug te zien dat cliënten en vertegenwoordigers zich
zorgen maken over de beschikbaarheid van het personeel. Er worden veel opmerkingen
gemaakt over hoe druk het personeel is en hoe weinig tijd er is voor een praatje, iets dat
erg belangrijk wordt gevonden. In veel gevallen wordt dit toegedicht aan de
bezuinigingen. Vertegenwoordigers van cliënten denken veelal in oplossingen en geven
suggesties als het aannemen van meer personeel en het verlichten van de
administratieve lasten.
Figuur 1-10: Uitspraken cliënten en vertegenwoordigers over beschikbaarheid personeel
Client verpleging en verzorging
Personeel is een beetje druk, ze zijn heel vlug weg, dan is er geen tijd voor een praatje.
Als je belt moet je echt lang wachten, 30 minuten is gewoon. De zorg komt om je te helpen, ze zijn erin en d’r uit. Gauw, gauw, alles want ze hebben het druk.
Personeel heeft zeer hoge werkdruk. Als je niet van je kamer komt zie je helemaal niemand. Er is te weinig personeel om aandacht te geven.
Als bewoner op de bel drukt om te plassen duurt het te lang
voordat er hulp komt en moet bewoner tegen zin in, in de broek plassen.
Ze hebben het te druk, het is slechter geworden sinds een jaar
geleden, bewoner ziet veel verschil. Steeds minder tijd. Er is ‘s avonds wel te weinig personeel. Er is afgelopen jaar veel
bezuinigd. Er komt ook steeds ander personeel over de vloer.
Vertegenwoordiger PG cliënt Niet genoeg vaste verzorgers, het komt vaak voor, dat er
niemand is, te druk. Niet genoeg personeel, ligt aan het systeem, jammer. De verpleging is zo liefdevol, ze staan erg onder druk. Te weinig
personeel voor zoveel zieke mensen. De bureaucratie vraagt veel tijd van de zorggevers. Zorg is
geen administratieve activiteit!! Meer tijd voor verzorgenden. Op deze manier krijgt de bewoner
meer aandacht. Minder administratie werkzaamheden en meer
"hands on".
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 9
Maaltijden en schoonmaken
Cliënten in verpleeg- en verzorghuizen zijn ook minder tevreden over de smaak van
maaltijden en de schoonmaak dan vorig jaar.
Figuur 1-11: Ervaringen met smaak maaltijden
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Figuur 1-12: Ervaringen met schoonmaken
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 10
Ervaringen met de smaak van maaltijden scoort lager vanwege de decentralisatie van de
maaltijdbereiding. Hierdoor zijn mogelijk kennis en ervaring ten aanzien van gezonde
voeding en goede bereiding verloren gegaan. In de open antwoorden geven cliënten vaak
aan dat het eten te flauw (weinig zout), te koud, te eenzijdig, te gaar of juist niet gaar is.
Wat betreft schoonmaken geven cliënten aan dat de bezuinigingen het duidelijkst
zichtbaar zijn in het schoonmaakwerk. Dit schiet nu erg tekort.
Figuur 1-13: Uitspraken cliënten verpleging en verzorging over maaltijden en schoonmaak
Maaltijden Het eten is smakeloos. Je kunt zelf kruiden toevoegen maar de smaak wordt niet echt lekker. Kruiden horen door de kok aan het eten toegevoegd te worden.
Het eten mag van mij gevarieerder. Vooral de groente, het lijkt alsof er niet meer dan 4 soorten bestaan.
Eten zit geen smaak aan en vaak niet goed gaar. De verzorgsters koken zelf, maar kunnen dat vaak niet
goed, de groenten zijn vaak niet gaar.
Schoonmaak De mensen die de woning schoonmaken doen hun werk prima, maar er is te weinig tijd voor toegemeten.
De tijd voor schoonmaken is erg kort en zelf kan ik dit
niet. Het schoonmaken gaat wat te vlug, vroeger waren wij
anders. Ze moeten bezuinigen. Daar kun je niks aan doen.
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 11
Zorg thuis: Beter afstemmen
De ervaringen met lichamelijke zorg worden door de thuiszorg-cliënten lager beoordeeld
dan vorig jaar. Cliënten vragen om betere afstemming over het moment waarop de zorg
wordt geleverd en door wie. Zij willen daarbij meer maatwerk en aandacht voor
persoonsgerichte zorg.
Figuur 1-14: Ervaringen met lichamelijke zorg
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Dit blijkt ook uit de indicator ‘ervaren inspraak’. Hoewel deze stabiel is gebleven met 7,3
scoort deze relatief het laagste.
Figuur 1-15: Ervaren inspraak
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
In de open antwoorden worden ook veel opmerkingen over het tijdstip van de zorg en
willen graag door een vaste medewerker worden geholpen.
Figuur 1-16: Uitspraken cliënten thuiszorg over ervaringen met lichamelijke zorg
Met wassen wat vastere tijdstippen, niet steeds wisselend en zeker niet zo laat.
De medewerkers werken goed. Ik weet nooit wie er komt. De een komt vroeg, de ander laat. Een vaste medewerker zou prettiger zijn.
Vaste krachten sturen geen jonge mensen in opleiding die nog geen ervaring hebben.
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 12
2. Medewerkers
Werkbeleving stabiel Ondanks de transitie is de werkbeleving in voorjaar 2016 nagenoeg gelijk gebleven aan
de metingen in 2015. Deze stijgt zelfs licht.
Figuur 2-1: Werkbeleving
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Een belangrijke oorzaak voor deze lichte stijging ligt in het feit dat medewerkers meer
plezier ervaren in hun werk. Dit komt met name door de goede werksfeer en het feit dat
collega’s voor elkaar klaar staan. Een andere oorzaak is dat medewerkers meer tevreden
zijn over de zorg die ze aan cliënten leveren. Daarbij hebben zij het gevoel dat de cliënt
nauw betrokken wordt.
Actiz Benchmark Zorg 2016 13
Figuur 2-2: Indicatoren werkbeleving
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Net Promotor Score ook stabiel Medewerkers is gevraagd of zij hun werkgever zouden aanbevelen bij anderen. Te zien
valt dat deze rond de -8 blijft. Ook in de samenstelling tussen criticasters, passief
tevredenen en promotors veranderd weinig.
Figuur 2-3: Verdeling NPS
Benchmarkronde MM
Criticasters Passief tevredenen
Promotors NPS score
Aantal organisaties
Voorjaar 2015 26 55 19 -7 47
Najaar 2015 27 56 18 -9 41
Voorjaar 2016 26 57 17 -8 42
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 14
Zorgen
Ondanks dat medewerkers hun werk positief beoordelen zijn er ook signalen die zorgen
baren. Deze zijn in figuur 2-2 weergegeven met een rode cirkel. Zo is de aanvaardbare
werkdruk opnieuw gestegen. Medewerkers moeten steeds meer taken verrichten in
minder tijd. Daarnaast is ook vertrekgeneigdheid toegenomen. Meer medewerkers zijn op
zoek naar een andere baan. Mogelijk dat toenemende werkdruk hier een rol in speelt.
Opvallend is verder dat de score op de indicator ‘gedragen visie en ambitie’ flink is
gedaald. Medewerkers geven daarmee het signaal af dat niet duidelijk is wat de
doelstellingen van de organisatie zijn. Met name (para)medici en HBO verpleegkundigen
scoren lager op deze indicator. De Online Rapportage Omgeving biedt de mogelijkheid
om uitsplitsingen te maken naar functieniveau.
Figuur 2-4: Gedragen visie en ambitie
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 15
Een zelfde resultaat blijkt uit de Net Promotor Score. Ook hier beoordelen (para)medici
en HBO verpleegkundigen hun werk negatiever dan andere functiegroepen. Een
opmerkelijk resultaat, omdat de vraag naar hoger opgeleid personeel juist inzet op deze
functiegroepen.
Figuur 2-5: NPS per functiegroep
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 16
3. Bedrijfsvoering
De impact van de transitie in de langdurige zorg op de bedrijfsvoering van VVT-
organisaties is duidelijk merkbaar. Organisaties hebben moeite het hoofd boven
water te houden. Veelal zijn de financiën op korte termijn op orde, maar op de
langere duur komen organisaties in de problemen. De cijfers uit de module
Bedrijfsvoering van de ActiZ Benchmark Zorg 2016 lichten het één en ander toe.
Het gaat hierbij om de resultaten van de bedrijfsvoering over 2015.
Nettomarge onder druk!
Een belangrijke indicator om de financiële positie van een organisatie uit te drukken is de
nettomarge. Het geeft aan of een organisatie een gezond resultaat haalt op haar
activiteiten en in die zin toekomstbestendig is. Een negatief resultaat heeft directe
gevolgen voor de relatie met banken en kredietverstrekkers en vraagt om directe
financiële bijsturing. In 2015 is het resultaat gedaald naar 1,2%.
Figuur 3-1: Percentage nettomarge (2013-2015)
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 17
Het resultaat had negatief kunnen zijn als zowel de investeringen en impairment op het
niveau van voorgaande jaren waren gebleven. Beide zijn echter gehalveerd. Het
percentage van de omzet dat wordt besteedt aan investeringen is gedaald van 0,89% in
2014 naar 0,36% in 2015.
Figuur 3-2: Percentage innovatie van de totale omzet (2013-2015)
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Het percentage impairment loopt terug van 0,25% van de omzet in 2014 naar 0,15% in
2015. De impairment geeft aan of organisaties een bijzondere waardedaling van hun
bezittingen (met name vastgoed) hebben doorgevoerd, zodat de waarde in de
boekhouding nog steeds een getrouw beeld geeft van de werkelijke waarde. Redenen
voor een stijging of daling van de impairment zijn gewijzigde marktomstandigheden en
omgevingsfactoren zoals de ontwikkelingen in marktrentes of rentabiliteitseisen; een
sterk gewijzigde concurrentiepositie en/of fysieke schade aan het vastgoed.
Figuur 3-3: Percentage impairment (2013-2015) t.o.v. de omzet
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 18
Financiën op korte termijn op orde, maar niet duurzaam!
De financiën bij zorginstellingen zijn op de korte termijn op orde. Dit blijkt uit de
liquiditeit en de solvabiliteit. De liquiditeit geeft aan in hoeverre een organisatie op korte
termijn aan zijn verplichtingen kan voldoen. Te zien valt dat de liquiditeit is gestegen in
2015 naar 1,3. De algemene norm is dat de liquiditeit boven de 1 moet zijn.
Figuur 3-4: Liquiditeit (2013-2015)
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Een zelfde ontwikkeling is te zien bij de solvabiliteit. Ook deze indicator laat een stijging
zien. Solvabiliteit geeft de mate aan waarin organisatie een buffer heeft om te kunnen
investeren of negatieve exploitatieresultaten op te vangen.
Figuur 3-5: Solvabiliteit (2013-2015)
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 19
Echter wanneer de liquiditeit wordt uitgezet tegen de nettomarge valt te zien dat veel
organisaties financieel in zwaar weer verkeren. Hierbij wordt uitgegaan van een minimale
liquiditeit van 1,0 en een nettomarge van 2,5%. Een lage liquiditeit betekent dat de
organisatie mogelijk op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen; een lage
nettomarge betekent dat een organisatie zonder bijsturing op lange termijn niet
duurzaam is.
Figuur 3-6: Liquiditeit uitgezet tegen de nettowinstmarge
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Juiste personeelsmix gevraagd!
De zorgzwaarte stijgt in verpleeghuis- en verzorgingshuizen. Dit heeft te maken met het
feit dat mensen langer en vaker thuis blijven wonen. Niet alleen omdat mensen hiervoor
kiezen, maar ook omdat het huidige overheidsbeleid dit stimuleert. Het gevolg is dat
mensen pas worden opgenomen in een verpleeg- of verzorgingshuis als zij worden
geïndiceerd voor zwaardere zorg.
Figuur 3-7: Gemiddelde zorgzwaarte (2011-2016)
Bron: CBS 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 20
Het zwaartepunt ligt daarbij op ZZP 5. ZZP 5 is bestemd voor cliënten die vanwege
dementie intensieve begeleiding en verzorging nodig hebben. Deze cliënten zijn (bijna)
geheel zorgafhankelijk.. De opbouw van de ZZP’s in de sector is ongeveer:
Figuur 3-8: Verdeling zorgzwaartepakketen
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Vanwege de toenemende zorgvraag worden er van medewerkers andere competenties
gevraagd. Belangrijk is dat personeel met de benodigde kwalificaties wordt aangetrokken
of lager opgeleid personeel wordt omgeschoold.
Om de juiste zorg te bieden moet de personeelsmix aansluiten op de zorgvraag. In
onderstaande afbeelding is de zorgzwaarte uiteengezet tegen de personeelsmix. Te zien
valt dat het zwaartepunt in de zorgformatie op niveau 3 blijft liggen ongeacht of de
zorgzwaarte toeneemt.
Actiz Benchmark Zorg 2016 21
Figuur 3-9: Gemiddelde zorgzwaarte uitgezet tegen het gemiddeld niveau zorgformatie
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Om de juiste zorg te kunnen blijven bieden moet worden geïnvesteerd in personeel. Niet
alleen het aantrekken van de juiste krachten, maar ook in het investeren in het huidige
personeel. Lager opgeleiden kunnen worden omgeschoold en het is belangrijk om hoger
opgeleiden aan de sector te binden. Door krapte op de arbeidsmarkt is dat echter een
moeilijke opgave.
Maatregelen om het ziekteverzuim tegen te gaan en ook de werkdruk te verlagen zijn
ook essentieel. Onderstaande grafiek laat zien dat het verzuimpercentage is
toegenomen.
Figuur 3-10: Ziekteverzuim (2013-2015)
Bron: ActiZ Benchmark Zorg 2016
Actiz Benchmark Zorg 2016 22
4. Duurzaamheid duurt het langst!
Voor de korte termijn zijn de financiële cijfers van de branche gemiddeld op orde. Dit
komt doordat VVT-instellingen hun investeringen hebben teruggeschroefd en bijzondere
waardeverminderingen hebben laten lopen om een positief te behalen. Echter om op
lange termijn te blijven bestaan zijn investeringen nodig. Niet alleen qua innovatie, maar
ook in personeel en eerstelijns zorg.
Investeer in Personeel!
Cliënten blijven langer zelfstandig wonen en gaan pas naar een verpleeghuis als het thuis
écht niet meer gaat. De zorgvraag is dus zowel thuis als in verpleeghuizen zwaarder
geworden. Het huidige personeel is echter nog lang niet overal voldoende toegerust om
aan deze zwaardere zorgvraag te kunnen voldoen. Mogelijkheden tot opleiden en
bijscholen zijn beperkt en kosten bovendien tijd en geld. Daarnaast is er meer hoger
opgeleid personeel nodig. Een lastige opgave, gezien het oplopende tekort aan HBO-ers
en - minstens zo belangrijk - MBO-ers in onze branche. Dit vraagt om investeringen in
het personeel waarbij het belangrijk is om nieuwe krachten aan te trekken en huidige
krachten bij te scholen/opleiden.
Investeer in eerstelijnszorg!
Het aantal mensen dat wijkverpleging en andere vormen van eerstelijnszorg nodig heeft
groeit. Dit is het gevolg van het beleid dat ouderen langer thuis blijven wonen. Om te
voldoen aan deze zorgvraag is het noodzakelijk om te investeren in eerstelijnszorg.
Investeer in technologie! Innovatie is cruciaal in de VVT-sector. Door de vergrijzing en krimpende
beroepsbevolking dreigen personeelstekorten in de zorg. Om dit op te vangen kunnen
technologische ontwikkelingen een belangrijke rol spelen. Zij zorgen voor de
ondersteuning van de cliënt en de medewerker waardoor de medewerker meer tijd heeft
om de zorg te bieden die de cliënt vraag.