Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE...

223
ACTIVITEITENRAPPORT 2008 Dienst Vreemdelingenzaken FOD Binnenlandse Zaken

Transcript of Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE...

Page 1: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

ACTIVITEITENRAPPORT 2008

Dienst Vreemdelingenzaken

FOD Binnenlandse Zaken

Page 2: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

2

Dit activiteitenrapport is een realisatie van de dossierbeheerders van de Algemene Directie Vreemdelingenzaken.

Voor elke opmerking, suggestie of bijkomende vraag kan u zich richten tot de AD

Vreemdelingenzaken, Antwerpsesteenweg 59 B, 1000 Brussel, Tel. : +32 (0)2/793 92 19 of +32 (0)2/793 92 22

Fax : +32 (0)2/274 66 08, e-mail : [email protected].

Het rapport is ook verkrijgbaar in het Frans en kan eveneens geraadpleegd worden op www.dofi.fgov.be.

Coördinatie : Tom PEEL

Vertaling : Norah GRANDJEAN (F), Emilie LEDUC (F), Jan SLECHTEN (N) en Wim VAN DER STRAETEN (N)

Verantwoordelijk Uitgever : Freddy ROOSEMONT, Antwerpsesteenweg 59 B, 1000 Brussel

Page 3: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

3

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken

WOORD VOORAF 11

HOOFDSTUK I : INLEIDING 15

HOOFDSTUK II : CORPORATE MANAGEMENT I. Planning, selectie en aanwerving 19 I.1. De centrale diensten in Brussel 19 I.2. De gesloten centra 24 II. Beheer van de administratieve loopbaan 28 II.1. Beheer van de afwezigheden wegens ziekte 28 II.2. Het nieuwe arbeidsreglement en de prestaties 28 III. Organisatie- en Personeelsontwikkeling 29 III.1. Opleiding van de ambtenaren en de externe partners van de Dienst Vreemdelingenzaken 29 III.2. Kennisbeheer 30 III.2.1. Senior-Junior 30 III.2.2. Kenniscentrum 30 III.3. De gecertificeerde opleidingen 31 IV. Boekhouding en begroting en Aankoopdienst 32 IV.1. Algemeen 32 IV.2. Beheer van de begroting en boekhouding 32 IV.2.1. De verwerking van de uitgaven 32 IV.2.2. Controle van de rekening van ontvangsten binnen de AD Vreemdelingenzaken 33 IV.2.3. Voorbereiding en afhandeling begrotingscontrole 2008 en budgetontwerp 2009 33

IV.2.4. Samenwerking met de aankoop- en budgettaire verantwoordelijken van de gesloten centra 33

IV.3. Voorbereiding en opvolging verhuizing Dienst Vreemdelingenzaken 33 IV.4. Internationale projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid 34 IV.5. Budgettaire vastleggingen 2008 per basisallocatie 34 IV.6. Alternatieve opvang van gezinnen 38 V. Het beheer van de gebouwen, telefonie, veiligheid en onthaal 39 V.1. Onthaal 39 V.1.1. Onthaal WTC II 39 V.1.2. Onthaal North Gate II 39 V.2. Veiligheid 39 V.3. Telefonie 39 V.4. Gebouwen 40

Page 4: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

4

VI. Verhuisoperatie van persoonsdossiers naar Rijksarchief 41 VII. Dofifun 42

HOOFDSTUK III : 2008, OPRICHTING VAN EEN FAMILIE IDENTIFICATIE- EN TERUGKEERTEAM (FITT) I. Inleiding 44 II. Taken 44 II.1. Beschrijving 44 II.2. Omtrent de woonunits 45 II.3. Wie kan er nog vastgehouden worden? 45 II.4. Omtrent de rechten en plichten van de gezinnen 46 II.5. Met betrekking tot de schoolgaande kinderen 46 III. Statistieken 46

HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999 tot eind 2004 : ontwikkeling van een conjuncturele achterstand 51 III. Reorganisatie en kentering (2005-2008) 53 IV. Het dienstjaar 2008 55 V. Slotbeschouwingen 60 VI. Cijfergegevens 62 HOOFDSTUK V : TOEGANG TOT EN VERBLIJF IN HET RIJK I. Het kort verblijf in België 66 I.1. De visumdienst van het kort verblijf 66 I.2. De dienst Vision 69 I.3. De dienst Kort Verblijf / Opvolging 71 II. Het lang verblijf in België 73 II.1. Lang verblijf / Niet-EU 73 II.2. Lang verblijf / Studenten 75 II.2.1. Statistieken van de FOD Buitenlandse Zaken 75

II.2.2. Tabel inzake het totaal aantal aanvragen voor een MVV voor studies

Page 5: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

5

die in 2008 behandeld werden door het bureau Lang Verblijf Studenten 75 II.2.2.1. Vergelijking 2007 / 2008 76 II.2.2.2. Verdeling van de aanvragen per nationaliteit 77 II.2.2.3. Behandelingstermijn 77 II.2.3. Studentenverblijven 77 II.2.3.1. Nieuwe verblijven 77 II.2.3.2. Opvolging en einde van het verblijf 78 II.3. Lang Verblijf / EU 78 II.3.1. Inleiding 78 II.3.2. De wetgeving in een notendop 78 II.3.3. Enkele cijfergegevens 79 II.4. Lang Verblijf / Fraudecel 80 II.4.1. Inleiding 80 II.4.2. Cijfergegevens 80 II.4.3. Top 5 nationaliteiten 80 III. De gezinshereniging 81 III.1. Bevoegdheden van de dienst Gezinshereniging 81 III.2. Evolutie van de beveiligde DNA-procedure in het kader van de aanvragen voor een visum “gezinshereniging” 82 III.3. Activiteiten van de dienst Visa Gezinshereniging 83 III.4. Betrokkenheid van de dienst Visa Gezinshereniging bij de strijd tegen de schijnhuwelijken 83 IV. De dienst voor de Economische Migratie 84 IV.1. Oprichting van een Dienst voor de Economische Migratie 84 IV.2. Opdrachten van de Dienst voor de Economische Migratie 84 IV.2.1. Behandeling van de visumaanvragen 84

IV.2.2. Behandeling van de aanvragen voor een machtiging tot verblijf die in België worden ingediend 85 IV.2.3. Behandeling van de aanvragen tot verblijf die door de familieleden van een buitenlandse werknemer worden ingediend 85

IV.2.4. Een contact- en informatiepunt 86 IV.2.5. Voortdurend luisteren 86 IV.3. Doelpubliek 86 IV.4. Procedure 87 IV.5. Acties 87 V. Naturalisaties 88 V.1. Inleiding 88 V.2. Ontwikkelingen in 2008 88 V.3. Workflow 2008 88 VI. Minderjarigen / Slachtoffers van mensenhandel (MINTEH) 89 VI.1. Bevoegdheden van de dienst MINTEH 89 VI.2. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen 89 VI.2.1. Cijfergegevens en tendensen 89 VI.2.1.1. Aanvraag documenten NBMV 90 VI.2.1.2. Vraag om vernieuwing van NBMV-documenten 90 VI.2.1.3. Signalement van de NBMV’s 91 VI.2.2. Aandachtspunten 92 VI.2.2.1. De voogden 92 VI.2.2.2. De Dienst Voogdij en de Dienst Vreemdelingenzaken 92

VI.2.2.3. De aanvragen voor een inschrijving in het vreemdelingenregister,

Page 6: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

6

in afwezigheid van een paspoort 93 VI.2.2.4. De zoektocht naar de familie 94 VI.2.2.5. De vrijwillige terugkeer 95 VI.2.2.6. De verdwijningen 96 VI.3. Slachtoffers mensenhandel 96 VI.3.1. Cijfergegevens en tendensen 96

VI.3.1.1. Nieuwe vragen om toepassing, op basis van de artikelen 61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen 96

VI.3.1.2. Onderzoek van de verschillende verblijfstitels die worden afgegeven 97 VI.3.2. Aandachtspunten 98 VI.3.2.1. Samenwerking met de opvangcentra voor slachtoffers mensenhandel 98

VI.3.2.2. De nieuwe wet van 15 september 2006 rond het verblijfsstatuut voor slachtoffers mensenhandel 98 VI.3.2.3. Een nieuwe omzendbrief “inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel” 99

VII. Helpdesk 100 VII.1. Algemene helpdesk 100 VII.2. SMEDEM-helpdesk 101

HOOFDSTUK VI : DE STRIJD TEGEN DE ILLEGALE IMMIGRATIE, DE MENSENHANDEL EN DE MENSENSMOKKEL I. Controle op de toegang tot het grondgebied en controle op het illegaal verblijf 103 I.1. Controle aan de Schengenbuitengrenzen 103 I.1.1. Grensposten, nieuwe maatregelen en richtlijnen 103 I.1.2. Controle van de grensposten 103 I.1.2.1. Commissie Buitengrenzen 103 I.1.2.2. Inspectie grensposten 104 I.1.2.3. Overeenkomst MOU 104 I.1.2.4. Preventieve maatregelen 104 I.1.3. Individuele controle toegang 106 I.1.3.1. Algemene binnenkomstvoorwaarden 106

I.1.3.2. Algemeen overzicht van de aan de grens genomen beslissingen en behandelde situaties 107

I.1.3.3. Detailoverzicht bij algemeen overzicht 107 I.2. Controle op het Belgisch grondgebied 114

I.2.1. Samenwerking Dienst Vreemdelingenzaken met politiediensten en Sociale Inspectie 114

I.2.1.1. Bureau C – illegalen - en de Permanentiedienst van de DVZ 114 I.2.1.2. De Gerechtelijke Sectie van de DVZ 116 I.2.2. Controles op adres 118 I.2.3. Garanten 119 I.2.4. Schengenseiningen (SIS) 119

Page 7: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

7

I.2.5. Gevangenen 121 I.3. Vasthoudingen in de gesloten centra en de identificatie 122 I.3.1. De gesloten centra 122 I.3.1.1. Statistische gegevens voor het jaar 2008 122 I.3.1.2. Bijzonderheden, nieuwe initiatieven en specifieke dossiers 126 I.3.2. Identificatie van vreemdelingen 133 I.3.2.1. Cel identificatie voor vreemdelingen in de gesloten centra 133 I.3.2.2. Samenwerking met de strafinstellingen 136 II. De verwijderingen 139 II.1. Wijze van verwijderingen 139 II.2. Data, evoluties en knelpunten 140 II.2.1. Cijfers en evoluties 140 II.2.2. Knelpunten 142 II.3. Beveiligde vluchten 143 II.4. Aanbevelingen van de Commissie Vermeersch II 143 II.5. Samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) 144 II.6. Internationale samenwerking inzake verwijdering 144 II.6.1. Het Europees agentschap Frontex 144 II.6.2. De communautaire overnameovereenkomsten 146 II.6.3. Benelux 147 II.6.4. Belgisch niveau 147 III. De multidisciplinaire aanpak van de Dienst Vreemdelingenzaken 147 III.1. De samenwerking met de gemeenten 147 III.1.1. Project van de pilootgemeenten 147 III.1.1.1. Inleiding 147 III.1.1.2. Evaluatie van het project 148 III.1.2. Het Project Europa – omzendbrief 30 december 1997 150 III.1.2.1. Inleiding 150 III.1.2.2. Procedure en resultaten 151 III.1.2.3 DOM TOM (Départements et Territoires d’Outre-Mer ) 152 III.1.3. Project “beveiliging van de gemeentebesturen” 152 III.1.4. De controle van de gemeenten 154 III.1.5. Tevredenheidsonderzoek bij de gemeenten 156 III.2. De samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken 157 III.2.1. Uitvoering samenwerkingsprotocol van 29 juni 2005 157 III.2.2. Gestructureerde informatie-uitwisseling 157 III.2.3. De ambassadeur asiel en immigratie 158 III.2.4. Gemeenschappelijke organisatie van een workshop “Unieke Identificatie” 158 III.3. De samenwerking met de politiediensten 159 III.3.1. Informatieaanvragen 159

III.3.2. Verbetering van de samenwerking met de Federale Luchthavenpolitie Brussels Airport 160

III.3.3. Project elektronisch administratief verslag 160 III.3.4. Strategische informatie-uitwisseling in verband met de problematiek illegale immigratie, mensenhandel en mensensmokkel 160

III.4. Samenwerking met Veiligheids- en Inlichtingendiensten 161 III.5. Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) 161 III.6. De samenwerking met de parketten 162 III.6.1. Nationaal draaiboek Schijnhuwelijk 162 III.7. De samenwerking binnen de Dienst Vreemdelingenzaken 163 III.8. De samenwerking met belanghebbenden in de strijd tegen het gebruik van valse en vervalste verblijfsdocumenten 163 III.9. Mensenhandel en mensensmokkel 164

Page 8: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

8

III.10. Misbruik van administratieve procedures 165 III.10.1. Schijnhuwelijken 165 III.10.1.1. Algemeen 165 III.10.1.2. Nationaal draaiboek schijnhuwelijken 168 III.10.1.3. Voorgenomen huwelijken 168 III.10.1.4. Afgesloten huwelijken 169

III.10.1.5. Omzendbrief 13/09/2005 betreffende de uitwisseling van informatie tussen de ambtenaren van burgerlijke stand, in samenwerking met de DVZ ter gelegenheid van een huwelijksaangifte waarbij een vreemdeling betrokken is 170

III.10.2. Verklaring van Wettelijke Samenwoning 171 III.10.3. Staatlozen 171 III.11. Openbaarheid van bestuur 172

HOOFDSTUK VII : DE ASIELBEVOEGDHEID VAN DE DVZ I. Belangrijkste aanpassingen aan de asielprocedure voor de Directie Asiel bij de DVZ door de wetswijziging van 15 september 2006 175 I.1. Inleiding 175 I.2. Vasthoudingen 175 I.3. Het injunctierecht tegenover de C.G.V.S. 176 I.4. Intrekking van de status van vluchteling of subsidiaire bescherming 176 I.5. Besluit 176 II. Overzicht van de verschillende cellen van de Directie Asiel 177 II.1. Cel Registratie en Administratie 177 II.1.1. Bevoegdheden 177 II.1.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 177 II.2. Cel Interviews en Beslissingen 178 II.2.1. Bevoegdheden 178 II.2.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 178 II.3. Cel Dublin 179 II.3.1. Bevoegdheden 179 II.3.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 179 II.4. Cel Zaventem 179 II.4.1. Bevoegdheden 179 II.4.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 179 II.5. Cel Printrak 180 II.5.1. Bevoegdheden 180 II.5.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 180 II.6. Cel Veiligheid 180

HOOFDSTUK VIII : VREEMDELINGENRECHT : GESCHILLEN I. Geschillen 182 I.1. Inleiding 182 I.2. Taken 182 I.3. Statistieken Geschillen betreffende het jaar 2008 183

Page 9: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

9

HOOFDSTUK IX : INTERNATIONALE RELATIES I. Bureau Internationale Betrekkingen 185 I.1. Bevoegdheden en kader 185 I.2. Werkingsgebieden 185 I.2.1. Grenzen 185 I.2.2. Visa 188 I.2.3. Toelating 190 I.2.3.1. Legale migratie 190 I.2.4. Verwijdering 191 I.2.4.1. Overname 191 I.2.4.2. Richtlijn “Terugkeer” 192 I.2.4.3. Frontex 193 I.2.4.4. Richtlijn “Sancties“ 193 I.2.5. Asiel 193 I.2.5.1. Uitbreiding van de richtlijn “langdurig ingezetene” 194 I.2.5.2. Raadsconclusies “Opvang van Irakese vluchtelingen” 194 I.2.5.3. Tweede fase van het gemeenschappelijk asielsysteem : 3 voorstellen 194

I.2.6. Groep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie van de Raad van de Europese Unie 196

II. Belgisch contactpunt van het Europees Migratienetwerk 196 III. Samenwerking tussen immigratiediensten op bilateraal niveau 198 IV. Werkgroep CIREFI 198 V. IGC, GDISC en ICMPD 199 V.1. Inter Governmental Consultations on Asylum in Migration (IGC) 199 V.1.1. Werkgroep “toegang, controle en uitvoering van maatregelen” 199 V.1.2. Werkgroep “technologie” 200 V.2. GDISC Conferentie over familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van familiehereniging 200 V.3. International Centre for Migration Policy Development (ICMPD) 201 VI. International Air Transport Association (IATA) 202 VII. Zendingen en deelnames aan internationale conferenties 202 VII.1. Bezoeken vanuit het buitenland 202 VII.2. Zendingen 203 VII.3. Seminaries en conferenties 204 VIII. Projecten met het Directoraat-generaal voor Ontwikkelings- samenwerking 204 IX. EU-projecten 204 X. Preventieprojecten 205

Page 10: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

10

HOOFDSTUK X : DE DVZ IN DE MEDIA I. Werking van de Persdienst 207 II. Een terugblik op de belangrijkste gebeurtenissen voor de pers- en communicatiedienst in 2008 208 HOOFDSTUK XI : HET DOCUMENTATIEBEHEER VAN DE DVZ I. Bibliotheek 213 II. Websites van de DVZ 213

HOOFDSTUK XII : BIJLAGEN I. Huidig organogram Dienst Vreemdelingenzaken 215 II. Juridische bronnen 216 III. Omzendbrieven die in het jaar 2008 werden gepubliceerd 219 IV. Afkortingen en letterwoorden 219 V. Adressen 223

Page 11: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

11

WOORD VOORAF

Page 12: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

12

Geachte lezer, Momenteel hebt u het Activiteitenrapport van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) voor het jaar 2008 in handen. Het betreft een gedegen werkstuk van de diverse domeinen waarin de DVZ actief is. Het jaar 2008 werd gekenmerkt door de oprichting van zowel een familie identificatie- en terugkeerteam (FITT) als een dienst voor de economische migratie (DEM). De Minister van Migratie- en Asielbeleid Turtelboom besliste dat geen families met minderjarige kinderen, die zich in België op onregelmatige wijze bevonden, nog in gesloten centrum konden opgesloten worden. Als alternatief voor deze opsluiting werden huizen ter

beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen, die als familie-units werden ingericht. De families kunnen in deze familie-units verblijven in afwachting van hun terugkeer. Voor de begeleiding van deze families werden 4 coaches – terugkeerfunctionarissen aangesteld. Dit project wordt gesteund door het Europees Terugkeerfonds, in het kader van het programma “Solidariteit en Beheer van Migratiestromen”. De Minister van Migratie- en Asielbeleid kondigde eveneens de oprichting van een dienst voor de economische migratie bij de DVZ aan. Zo toonde ze haar wil om, enerzijds, alle actoren die tussenbeide komen in de procedure voor het onthaal in België van vreemdelingen die hier willen investeren of een winstgevende activiteit willen uitoefenen rond een gemeenschappelijke gesprekspartner samen te brengen, en, anderzijds, te profiteren van de coördinatie van de inspanningen om het imago van België in het buitenland te promoten en de Belgische economische milieus en zakenmilieus te ondersteunen, door de commerciële betrekkingen te vergemakkelijken. Deze dienst is operationeel sinds 15 september 2008. Inzake het personeelsmanagement is het nieuwe arbeidsreglement van de FOD Binnenlandse Zaken op 1 september 2008 van kracht geworden. De nieuwe regels werden in het priksysteem geïmplementeerd en alle arbeidsplannen werden gewijzigd. De veranderingen stellen de ambtenaar in staat om zijn tijd soepeler te beheren, met name op het gebied van het beheer van de overuren en de uitbreiding van de vlottende uurroosters. Voorts werd de pilootfase van het project elektronische verblijfskaarten in 2008 afgerond. In alle gemeenten worden voortaan elektronische vreemdelingenkaarten uitgereikt en zijn het enkel de attesten van immatriculatie die nog in karton zijn. De voorraad blanco kaarten van deze laatsten blijft echter beperkt en wordt ook opgevolgd. Aan alle gemeenten werd gevraagd een pv op te stellen van de resterende blanco verblijfskaarten en tot hun vernietiging over te gaan. Het aantal diefstallen met braak is in 2008 tot nul herleid. Het aantal documenten dat werd gestolen is eveneens gedaald. Ook op het Europese niveau werd door de DVZ in 2008 een project uitgevoerd. Het betreft een Return-project inzake de uitbouw of verbetering van een stabiele en duurzame samenwerking met de DR Congo op het gebied van terugkeer. Het project beoogt de intensivering van de samenwerking tussen vier Europese lidstaten (België, Ierland, Portugal en Frankrijk), Zwitserland, het Congolese Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Algemene Directie voor Migratie, inzake identificatie en terugkeer van Kongolezen in onregelmatig verblijf. Dit project kadert in de intensieve samenwerking die de DVZ met de Kongolese autoriteiten wenst voort te zetten.

Page 13: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

13

Om te eindigen, hou ik er traditioneel aan nog een blik te werpen op het toekomstig vreemdelingenbeleid. Zoals steeds de afgelopen jaren, zullen de meeste aanpassingen in de Belgische verblijfsreglementering verband houden met Europese richtlijnen. Zo zal het KB betreffende de werking van het asieldepartement van de DVZ aangepast worden aan de nieuwe Belgische asielprocedure en aan de richtlijn 2005/85. De verblijfsprocedure voor studenten van buiten de EU zal eveneens gewijzigd worden zoals toegelaten door richtlijn 2004/114. De verwijdering van vreemdeling zal op een aantal punten herbekeken moeten worden ten einde in overeenstemming te zijn met richtlijn 2008/115. Deze laatste richtlijn dient echter pas tegen eind 2010 omgezet te worden in Belgisch recht. Daarnaast werkt de regering verder aan de uitvoering van het regeerakkoord, dat bepalingen voorziet inzake onder andere economische en humanitaire regularisatie en gezinshereniging. In functie van de bereikte akkoorden zal de reglementering op deze punten desgevallend ook aangepast moeten worden. Met dit werkstuk wordt u uitgenodigd om het dynamisme waarmee mijn diensten werken te ervaren. Tot slot nog een welgemeend woord van dank aan de medewerkers van de Dienst Vreemdelingenzaken. Hun inzet, loyaliteit en enthousiasme maken het onmogelijke in dit delicaat en maatschappelijk beladen domein vaak mogelijk. Ik wens u alvast veel leesplezier, Freddy ROOSEMONT Directeur-generaal

Page 14: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

14

Wie zijn wij? De Dienst Vreemdelingenzaken maakt deel uit van de FOD Binnenlandse Zaken. Momenteel stelt de dienst ongeveer een 1700-tal personeelsleden tewerk bij de centrale diensten in Brussel en bij de gesloten centra. Meer informatie over de structuur en de bevoegdheden van de Dienst Vreemdelingenzaken kan teruggevonden worden op onze website www.dofi.fgov.be. Het huidige organogram van de DVZ staat afgebeeld in het twaalfde en laatste hoofdstuk Bijlagen.

Wat doen wij?

De Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) staat de Minister van Binnenlandse Zaken bij in het voeren van een vreemdelingenbeleid. De binnenkomst en het verblijf van vreemdelingen in België worden enerzijds geregeld in de nationale wetgeving. Zo staan de basisregels om naar België te komen voor een kort verblijf of een lang verblijf beschreven in de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en het uitvoerend koninklijk besluit van 8 oktober 1981. Anderzijds moet er meer en meer rekening gehouden worden met een brede waaier van internationale reglementeringen. Dit omvat zowel de traditionele verdragen zoals de Conventie van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen als de bindende verordeningen en richtlijnen van de Europese Raad. De DVZ kijkt erop toe dat de vreemdeling de regels betreffende immigratie en verblijf respecteert. Indien dit het geval is, zal de DVZ instructies uitvaardigen om de betrokken vreemdeling een visum of een verblijfsvergunning te verschaffen. In het tegenovergestelde geval worden er, indien dat nodig is, verwijderingsmaatregelen genomen die soms op gedwongen wijze moeten worden uitgevoerd. Op het terrein wordt er nauw samengewerkt met andere instanties zoals ambassades en consulaten, gemeentebesturen, de federale politiediensten, de Sociale Inspectie, parketten, de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) of Child Focus. De Dienst Vreemdelingenzaken is hoofdzakelijk een tweedelijnsadministratie. Dit betekent dat de DVZ, behalve bij asielzoekers, niet rechtstreeks maar via de bovenvermelde partners kennis krijgt van een dossier van een vreemdeling. De instructies van de DVZ moeten de vreemdeling ook bereiken via deze partners.

Page 15: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

15

HOOFDSTUK I

INLEIDING

Page 16: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

16

Enkele jaren geleden gingen de managementprojecten van start. Al deze moderniseringsprojecten en evaluatiesystemen leverden na de verschillende fases van implementatie reeds mooie resultaten op. Het doel van deze moderniseringen is de werking en organisatie van de Dienst Vreemdelingenzaken beter af te stemmen op de noden van de burger en tot een beter personeelsbeheer te komen. In het tweede hoofdstuk ”Corporate management“ worden naast de resultaten van deze managementprojecten ook het personeelsbeleid, het financieel beleid en het logistiek beleid belicht. Een goed management veronderstelt immers niet enkel het voorbereiden van de toekomst, maar ook - in de mate van het mogelijke - het organiseren ervan. Vanaf 1 oktober 2008 worden families met minderjarige kinderen, die zich in België op onregelmatige wijze bevonden, niet meer in gesloten centra opgesloten. Als alternatief voor deze opsluiting werden huizen ter beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen, die als familie-units werden ingericht. De families kunnen in deze familie-units verblijven in afwachting van hun terugkeer. Voor de begeleiding van deze families werden 4 coaches – terugkeerfunctionarissen aangesteld. De woningen bevinden zich in Zulte en in Tubeke. De huizen in Zulte zijn reeds gerenoveerd, gemeubleerd en voorzien van alle noodzakelijke infrastructuur om een gezin op te vangen. Elke woning is voor één gezin voorzien. De huizen in Tubize werden nog gerenoveerd en werden in februari 2009 in gebruik genomen worden. In het derde hoofdstuk worden dit project nader besproken. De organisatie van de Dienst Vreemdelingenzaken is geen vast gegeven. Op geregelde tijdstippen wordt een evaluatie gemaakt van de noodwendigheden om het vreemdelingenbeleid verder in goede banen te leiden. In het jaar 2008 werd dan ook de dienst voor de econimsche migratie (DEM) opgericht. Het nagestreefde doel is eenvoudig: het gaat erom dat tijdens elke stap van de procedures die voorafgaan aan de binnenkomst in het Rijk van een vreemdeling die een project heeft dat economisch gezien interessant is voor België en die na die binnenkomst volgen de stappen waartoe de Belgische reglementering hem verplicht vergemakkelijkt en versneld worden. Voor elke visumaanvraag, aanvraag tot verblijf of tot informatie in verband met deze doelstelling kan contact worden opgenomen met de DEM. In het bijzondere geval van de visumaanvragen waarvoor een voorafgaande raadpleging van de DVZ vereist is zal de DEM, bij wijze van voorbeeld en vanaf 15 september 2008, bevoegd zijn om een beslissing te nemen in verband met de aanvragen die ingediend worden door de vreemdelingen die, individueel of als vertegenwoordigers van de maatschappij die hen tewerkstelt, op zakenreis gaan naar België. Het gemeenschappelijke doel is te vermijden dat een aanvraag die duidelijk ernstig is om een puur technische reden wordt afgewezen. Het sleutelwoord voor de benadering van deze aanvragen, zowel op het niveau van de posten als op dat van de DVZ, is meer dan ooit pro-activiteit. In het vierde hoofstuk meer over de DEM. Een van de voornaamste taken van de Dienst Vreemdelingenzaken is het in goede banen leiden van de toegang tot het grondgebied en het verblijf van vreemdelingen in België. Het gaat om een immense taak. De Directie Toegang en Verblijf binnen de DVZ bestaat dan ook uit een aanzienlijk aantal bureaus. Om die reden werd ervoor geopteerd om deze mastodontpijler grondig onder de loep te nemen, teneinde de lezer een overzichtelijk beeld van zijn werking te kunnen bieden. Het overzicht van de betrokken bureaus is terug te vinden in het vijfde hoofdstuk. In het managementplan van de Dienst Vreemdelingenzaken vormen de bestrijding van de mensenhandel, de humane maar stringente verwijdering van illegale vreemdelingen en de goede werking van de gesloten centra een aandachtspunt. In het zesde hoofdstuk komen deze doelstellingen aan bod. Dit hoofdstuk geeft in chronologische volgorde de relevante werkzaamheden weer. Het gevoerde beleid zal leiden tot het uitvoeren van de in het managementplan geciteerde missies. De in dit hoofdstuk aangehaalde cijfers, statistieken en

Page 17: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

17

diagrammen ondersteunen de lezer waar nodig en illustreren eveneens de geboekte resultaten. Wat het asielbeleid betreft, bracht de wetswijziging van 15 september 2006 belangrijke aanpassingen aan de asielprocedure voor de Directie Asiel bij de DVZ met zich mee. Vooral het wegvallen van de ontvankelijksprocedure springt in het oog. Maar ook met betrekking tot het vasthouden van de asielzoeker, het ministeriële injunctierecht en de intrekking van de eerder toegekende status werden nieuwe wetsbepalingen ingevoerd. De nieuwe asielreglementering is reeds een tweetal jaar in werking getreden. In hoofdstuk zeven wordt hier verder op ingegaan. Komt eveneens aan bod in dit hoofdstuk: het overzicht van de verschillende cellen van de Directie Asiel. De bevoegdheden van alle cellen worden uit de doeken gedaan en voorts voorzien van relevante cijfergegevens. Met betrekking tot het vreemdelingenrecht worden de belangen van de overheid door de DVZ en meer bepaald het bureau Geschillen waargenomen. Zo is het Bureau Geschillen verantwoordelijk voor de opvolging en de coördinatie van de gerechtelijke procedures. Daarnaast verstrekt dit Bureau juridische adviezen, met het oog op een bevestiging, door de juridische instanties, van de administratieve beslissingen die bij die instanties worden aangevochten. Eveneens wordt de opvolging bij de Raad van State en de burgerlijke gerechtshoven en rechtbanken verzekerd en worden de verzoeken tot invrijheidstelling behandeld. Voor de eventuele beroepen in cassatie is het Bureau bevoegd, evenals wanneer bepaalde wetsbepalingen het voorwerp uitmaken van een beroep of een prejudiciële vraag bij het Grondwettelijk hof. Het achtste hoofdstuk belicht op exhaustieve wijze de juridische activiteiten. De Dienst Vreemdelingenzaken beheert de internationale relaties inzake vreemdelingenbeleid. Om de opdrachten gerelateerd aan de vreemdelingenmaterie tot een goed einde te brengen dient meer en meer een beroep te worden gedaan op supranationale samenwerking. Binnen de Dienst Vreemdelingenzaken zijn er dan ook meerdere bureaus die de vertegenwoordiging van de DVZ verzekeren in multilaterale internationale vergaderingen. Deze vinden onder meer plaats in het kader van de Europese Unie, de Raad van Europa, de Benelux, enzovoort. De relaties met de EU nemen ongetwijfeld het grootste deel van de tijd in beslag, gezien de aanzienlijke evolutie van de reglementering en de activiteiten van de DVZ op communautair niveau. In het negende hoofdstuk worden de internationale relaties nader toegelicht. In het tiende hoofdstuk wordt de werking van de Persdienst uit de doeken gedaan. De Persdienst heeft als taak op snelle en coherente wijze een antwoord te geven op de gestelde kritiek. Deze dienst valt dan ook rechtstreeks onder de bevoegdheid van de Directeur-generaal. De twee woordvoerders behandelen in de beide landstalen alle prangende vragen. De woordvoerders verzekeren een adequate communicatie met de geschreven en de gesproken pers. Hiervoor staan ze in nauw contact met de interne uitvoeringsbureaus die rechtstreeks betrokken zijn bij het door de pers behandelde onderwerp en met de voornaamste externe partners, zoals de Federale Politie, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, Fedasil... In het elfde hoofdstuk wordt dan weer het documentatiebeheer van de DVZ onder de loep genomen. De Dienst Algemene Documentatie stelt algemene dossiers met betrekking tot de vreemdelingenreglementering samen, bewaart ze en stelt ze elektronisch ter beschikking aan de personeelsleden. In het twaalfde en tevens laatste hoofdstuk werden de bijlagen opgenomen. Het bevat, naast het actueel organogram van de Dienst Vreemdelingenzaken en de nuttige adressen, ook de juridische bronnen en de omzendbrieven betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Page 18: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

18

HOOFDSTUK II

CORPORATE MANAGEMENT

Page 19: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

19

I. Planning, selectie en aanwerving I.1. De centrale diensten van Brussel Enkele cijfers die, op globale wijze, de algemene evolutie van het personeel van de centrale diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken tonen :

Evolutie van het statutair personeel

117

184 181

7 4 4

224 223 228

64 38 33

Effectief op 31 december 2006

Effectief op 31december 2007

Effectief op 31 december 2008

Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D

Evolutie van het contractueel personeel

104 108 128

8 15 15

235 233 234

128

104 101

Effectief op 31 december 2006

Effectief op 31 december 2007

Effectief op 31december 2008

Niveau A

Niveau B

Niveau C

Niveau D

Page 20: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

20

Uit de hierboven grafisch weergegeven cijfers blijkt dat het effectief in de loop van het afgelopen jaar onbetwistbaar stabiel gebleven is, en dit zowel voor het statutair als voor het contractueel kader, als op de verschillende aanwervingsniveaus. Uit een gedetailleerdere analyse van de personeelsbewegingen blijkt het volgende : In 2008 hebben 106 ambtenaren de Dienst Vreemdelingenzaken verlaten. Proportioneel gezien waren de personen die vrijwillig hun ontslag gegeven hebben goed voor 58 % van de vertrekken, de ontslagen voor 10 %, de mutaties en de mobiliteit waren goed voor 6 % en de gevallen waarin een contract ten einde liep waren goed voor 22 %.

Totaal effectief

888

910

925

2006 2007 2008

Personeel out in 2008

10%

58%

4%

6%

22%

Ontslagen Ontslag gegevenPensioen

Mobiliteit/Mutatie

Einde contract

Page 21: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

21

De meeste vertrekken hebben in het bijzonder op het contractueel personeel betrekking.

Out per niveau in 2008

52

3

46

5

Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D

Out per statuut 2008

84

22

C

ST

Page 22: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

22

Parallel met de vertrekken heeft de Dienst Vreemdelingenzaken 106 nieuwe ambtenaren aangeworven. De verdeling ziet er als volgt uit :

Indiensttreding van het statutair personeel in 2008

5

1 1

0

1

2

3

4

5

6

Niveau A Niveau C

Franstaligen

Nederlandstaligen

Indiensttreding van het contractueel personeel in 2008

20

2

20

2

31

1

20

3

0

5

10 15 20 25 30 35

Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D

Franstaligen

Nederlandstaligen

Page 23: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

23

Op basis van de laatstgenoemde cijfers moet worden vastgesteld dat de stabiliteit van het globaal effectief in de loop van een jaar niet noodzakelijk de stabiliteit van het personeel ter plaatse weerspiegelt. Deze stabiliteit vloeit voort uit het evenwicht tussen de vertrekken en de uitgevoerde aanwervingen (het lichte verschil dat werd vastgesteld is eenvoudigweg een resultaat van personen die uit verlof terugkeren en verschillende afwezigheden). Daarom heeft het management, dat met dit fenomeen werd geconfronteerd, met het oog op een efficiënt beheer van de human resources, enerzijds, en de goede werking van de diensten door een goed kennisbeheer, anderzijds, zich in het bijzonder geconcentreerd op verschillende pistes die de voorkeur geven aan een grotere stabiliteit van de ambtenaren. Een eerste piste is ongetwijfeld de weging van de functies van niveau A. Deze operatie bestond uit het openstellen voor promotie van de bestaande functies, die door de Wegingscommissie van de FOD P&O in een hogere klasse gewogen worden. Aangezien erkend werd dat deze functies aan hogere verantwoordelijkscriteria beantwoordden, moesten ze gevaloriseerd worden. In 2008 werden 1 A5-betrekking, 4 A3-betrekkingen en 14 A2-betrekkingen vacant verklaard. Dit initiatief zal voortgezet worden in 2009. De diversiteit van de functies bij de DVZ maakt het mogelijk om de interne mobiliteit aan te moedigen, om iedereen de kans te geven om zich te ontplooien in verschillende professionele contexten, door verschillende aspecten van de vreemdelingenmaterie te behandelen. In deze context werden in 2008 40 interne mutaties uitgevoerd, en dit enkel tussen de centrale diensten van de DVZ. Met het oog op het positief effect op de statutaire aanwervingen van attachés die het specifiek examen Asiel en Migratie in 2007 mogelijk heeft gemaakt, werd dezelfde stap dit jaar opnieuw ondernomen. Een eerste golf van specifieke examens werd georganiseerd, zowel voor de attachés als voor de administratieve assistenten – dossierbeheerders of administratieve experts. Dit laatstgenoemde examen maakte het ook voor de ambtenaren van niveau C die houder zijn van een diploma van het hoger onderwijs mogelijk om hun studieniveau uit te doen komen. Deze examens zullen begin 2009 afgesloten worden. In de loop van dat jaar zal een tweede golf volgen.

Percentage van de indiensttredingen

7%

93%

Statutairen Contractuelen

Page 24: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

24

Dit actieplan maakt het ook mogelijk om de visie van het departement geleidelijk te verwezenlijken, namelijk ervoor zorgen dat het statutair personeel de meerderheid vormt en dat de contractuele aanwervingen uitzonderlijk blijven. De contractuele aanwervingen zijn goed voor een groot aandeel (93 %). Dit overwicht wordt verklaard door de vernieuwing van de machtigingen tot aanwerving die in het kader van een beslissing van de Ministerraad aan de DVZ zijn toegekend. In dezelfde optiek als voor het geheel van deze stappen moet de DVZ aandacht besteden aan de kwaliteit van de uitgevoerde selecties, om een relatieve stabiliteit van het personeel te bereiken. Het doel van dit project is het optimaliseren van de selectieprocedures, om ervoor te zorgen dat het profiel van de geselecteerde kandidaat zoveel mogelijk overeenstemt met het opgestelde functieprofiel. De verbeteringsmogelijkheden die door de werkgroep worden aangebracht kunnen geleidelijk in de praktijk worden gebracht, tijdens de verschillende selecties die georganiseerd worden, en de resultaten zullen waarschijnlijk door middel van de cijfers van het volgend jaarrapport geëvalueerd worden. I.2. De gesloten centra Begin 2008 bedroeg het effectief van het personeel van de centra 837 personen, waaronder 199 administratieve ambtenaren en 639 veiligheidsambtenaren. De verhouding per centrum zag er als volgt uit :

Verhouding administratief personeel, het omkaderingspersoneel en het veiligheidspersoneel per

centrum : begin 2008

1941 35 47 50

741

103 95

153 109 125

0

50

100

150

200

127/INAD RC127bis CIB CIM CIV

Bureau T

Administratief

Veiligheid

Page 25: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

25

Begin 2008 zag de totale verhouding van het administratief personeel en het veiligheidspersoneel er als volgt uit :

In 2008 zijn in totaal 58 ambtenaren in dienst getreden bij de gesloten centra.

Totale verhouding administratief personeel en omkaderingspersoneel en veiligheidspersoneel :

begin 2008

24%

76%

Administratief

Veiligheid

IN in 2008 per niveau

4

14

9

31

0

5

10

15

20

25

30

35

Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D

Page 26: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

26

58 personen hebben de centra van de Dienst Vreemdelingenzaken om verschillende redenen verlaten. Zoals blijkt uit de onderstaande grafiek betrof het vooral personeelsleden die ontslag namen (67 %). Daarnaast vielen er 17 % ontslagen te noteren. De overige 16 % van de uitdiensttredingen betreft voornamelijk pensioneringen.

Aantal OUT in 2008 per motief

4 10

39

5 0

0 10 20 30 40 50

Anders Ontslagen Ontslag gegeven Pensionering Mobiliteit/Mutatie

IN in 2008 – Verhouding contractuelen / statutairen

33%

67%

Statutairen

Contractuelen

OUT in 2008 – Verhouding per motief

7%

17%

67%

9%

0%

Anders Ontslagen Ontslag gegeven Pensionering Mobiliteit/Mutatie

Page 27: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

27

Het jaar 2008 werd afgesloten met een personeelseffectief van 845 personen, waaronder 211 administratieve ambtenaren en 634 veiligheidsambtenaren :

Op basis van deze cijfers kan voor de gesloten centra een zekere stabiliteit van het effectief worden vastgesteld. Dit is het gevolg van een evenwicht tussen de vertrekken en de nieuwe aanwervingen. In het kader van de voortzetting van het humaniseringsproject van de gesloten centra kon dit jaar opnieuw een lichte daling van het veiligheidspersoneel vastgesteld worden, ten gunste van het personeel dat belast is met de sociale omkadering. Aangezien dezelfde tendensen konden worden vastgesteld in het kader van de bewegingen van het personeel van de centra en bij de centrale diensten spreekt het voor zich dat daaruit dezelfde conclusies getrokken werden en dat dezelfde stappen ondernomen werden. Om preciezer te zijn werd de betrekking van adjunct van de centrumdirecteur, die hoger gewogen wordt, in het kader van de bevorderingsprocedure eveneens vacant verklaard. De verschillende profielen die in een gesloten centrum geïnventariseerd worden en de manier waarop de kandidaten voor deze functies geselecteerd worden, maken eveneens het

Verhouding administratief personeel, omkaderingspersoneel en veiligheidspersoneel per centrum : eind 2008

22 40 35 48 52

14

48

101 97

158

104 126

0 20406080

100 120 140 160 180

127/INAD RC 127bis CIB CIM CIV

Bureau T

Administratief

Veiligheid

Totale verhouding administratief personeel en

omkaderingspersoneel en veiligheidspersoneel : eind 2008

25%

75%

1 2

Page 28: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

28

voorwerp uit van een grondige analyse door de bovengenoemde werkgroep, om de toepassing van het principe « right man at the right place » te verzekeren, dat in de delicate context van een gesloten centrum des te belangrijker is. Voor de gesloten centra werden eveneens verschillende specifieke statutaire examens georganiseerd. Deze hebben met name betrekking op de functies waarop het humaniseringsproject van de centra gericht is, namelijk opvoeder en maatschappelijk werker. Een verpleegstersexamen werd eveneens voorzien, evenals een examen veiligheidsmedewerker-chauffeur. Deze examens zullen begin 2009 afgesloten worden, en de gevolgen voor de statutaire aanwervingen zullen ongetwijfeld behandeld kunnen worden in het volgend jaarrapport.

II. Beheer van de administratieve loopbaan II.1. Beheer van de afwezigheden wegens ziekte Het MEDEX-systeem is sinds oktober 2006 operationeel. In 2008 heeft de cel administratief personeelsbeheer aandacht besteed aan een betere opvolging van de ziektegevallen, van de attesten die door de ambtenaren worden opgestuurd en van de resultaten van de controles die thuis worden uitgevoerd. Momenteel functioneert het systeem op kruissnelheid. Voor elk geval werden precieze procedures ingevoerd. Deze procedures worden automatisch opgestart wanneer bij de ambtenaren tekortkomingen worden vastgesteld. II.2. Het nieuwe arbeidsreglement en de prestaties Het nieuwe arbeidsreglement van de FOD Binnenlandse Zaken is op 1 september 2008 van kracht geworden. De nieuwe regels werden in het priksysteem geïmplementeerd en alle arbeidsplannen werden gewijzigd. De veranderingen stellen de ambtenaar in staat om zijn tijd soepeler te beheren, met name op het gebied van het beheer van de overuren en de uitbreiding van de vlottende uurroosters. Dit reglement heeft het ook mogelijk gemaakt om alle specifieke regels die bij de verschillende directies van de FOD Binnenlandse Zaken van kracht waren te uniformiseren, en het zo mogelijk te maken om naar een gelijke behandeling voor alle ambtenaren van de FOD te streven. Het nieuwe reglement zal in februari 2009 geëvalueerd worden. De Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken zal verbeteringen voorstellen aan het Directiecomité. Aangezien het aantal ambtenaren van de DVZ aanzienlijk gestegen is, is de werklast van de ambtenaren die zich met de prestaties bezighouden ook groter geworden. In januari 2008 werd een enquête in verband met het gebruik van het on line priksysteem gelanceerd. De resultaten zullen binnenkort gepubliceerd worden. Technische wijzigingen van de software werden reeds uitgevoerd om de ergonomie en het gebruik van het systeem te verbeteren. Binnenkort zal een FAQ-rubriek gecreëerd worden, om zo het aantal vragen die naar onze helpdesk gestuurd worden te verminderen. De nadruk zal ook gelegd worden op de communicatie, door het verschijnen van verklarende teksten in de newsletter en het maken van een aanplakbiljet dat aan de regels die van kracht zijn herinnert.

Page 29: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

29

III. Organisatie- en Personeelsontwikkeling III.1. Opleiding van de ambtenaren en de externe partners van de Dienst Vreemdelingenzaken

In 2008 zette de cel Personeels- en Organisatieontwikkeling zich verder in om de doelstellingen te verwezenlijken. Het gaat met name om het voorstellen van ontwikkelingsmogelijkheden aan het personeel van de Algemene Directie en de administratieve opvolging van deze ontwikkelingsmogelijkheden. Diverse studiedagen, de basisopleidingen voor de nieuwe ambtenaren en de permanente maandelijkse opleidingen werden georganiseerd.

Op het gebied van de permanente vorming hadden de voorgestelde thema’s betrekking op de mensenhandel, de arbeidskaarten, de elektronische vreemdelingenkaarten, de recente wijzigingen van de wet, de politie: haar organigram en de wet op het politieambt. Naast deze permanente vormingen heeft de cel organisatie- en personeelsontwikkeling eveneens thematische vormingen georganiseerd die bestemd waren voor de stagiairs van niveau A. Sommige van deze vormingen stonden open voor het personeel van de DVZ (bijvoorbeeld de vormingen over verwijdering, gezinsbeheer of lang verblijf). Met het oog op de nieuwe wijzigingen die voorzien worden in de wetgeving en de invoering van de elektronische vreemdelingenkaarten werden in de loop van het jaar verschillende opleidingen gegeven aan de gemeentebesturen. In maart en april hebben ambtenaren van het studiebureau zich, in samenwerking met het rijksregister, naar de provincies begeven, om de specifieke kenmerken van de nieuwe elektronische vreemdelingendocumenten uit te leggen. In mei en juni werden de gemeenten uitgenodigd om in Brussel vormingen over de wijzigingen van de wetgeving, die op 1 juni 2008 van kracht zijn geworden, te volgen. Wij konden toen rekenen op de medewerking van de ambtenaren van de uitvoeringsbureaus voor wie deze wijzigingen gevolgen hadden. Enkele maanden later werden voor het derde opeenvolgende jaar studiedagen georganiseerd voor de gemeenten. Deze studiedagen hadden natuurlijk tot doel de wijzigingen die in juni 2008 doorgevoerd waren uit te leggen, maar het doel was ook om de gemeenteambtenaren in staat te stellen om antwoorden op hun talrijke vragen te bekomen en zo de uitwisselingen tussen de DVZ en een van zijn geprivilegieerde externe partners te bevorderen. In tegenstelling tot de twee voorgaande jaren zijn deze vier studiedagen direct met thematische workshops begonnen, en niet meer met een voltallige zitting. De voorgestelde thema’s waren de gezinshereniging, het niet-Europees lang verblijf-student, het Europees lang verblijf, de regularisaties, de schijnhuwelijken en de controle van de

Page 30: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

30

gemeenten, voor een algemeen overzicht van de reglementering. Aan deze dagen hebben meer dan 400 personen deelgenomen. Men kan dan ook terecht van een succes spreken! In 2009 zullen de inspanningen die werden geleverd om zowel de externe partners als het eigen personeel verder te bekwamen in de steeds veranderende vreemdelingenwetgeving worden herhaald. III.2. Kennisbeheer De bevoegdheden van de dienst Kennisbeheer werden op 15 september 2008 overgedragen aan de cel Personeels- en organisatieontwikkeling, met uitzondering van de Newsletter, Newsletter flash en Dofi@news, die een bevoegdheid werden van de persdienst, en de dienst Algemene Documentatie, die een autonome dienst werd onder de directie Opvolging en Ondersteuning. III.2.1. Senior-Junior Mobiliteit en herstructureringen binnen de Federale Overheid veroorzaken steeds grotere bewegingen in het personeelsbestand. Als een medewerker van functie verandert of de organisatie verlaat, verdwijnt samen met hem vaak ook zijn expertise. Om deze problematiek op te vangen werd in 2007 binnen de centrale diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken het project seniors-juniors opgestart.

Het project verliep in samenwerking met de Stafdienst Personeel en Organisatie van de FOD Binnenlandse Zaken en de directie Kennisbeheer van de FOD Personeel en Organisatie. Een externe consultant, specialist inzake kennismanagement, verleende zijn steun aan het project. In 2008 werd het project senior-junior afgerond. Tijdens de afsluitende sessie werden na een voorstelling van het project de resultaten per bureau overlopen. De dienst immigratieambtenaren stelde het Ilobel-informatiebeheer voor, alsook het stappenplan voor het beheer van Europese projecten. Vanuit de dienst Vision kwam informatie over het opstellen van een vademecum, hetzelfde gebeurde bij de diensten Lang Verblijf en Dublin. Voor elk kritisch kennisdomein werden de

overeengekomen transferacties voorgesteld, de gevolgde methode en de resultaten toegelicht. Telkens werden ook kort de ondervonden mogelijkheden en nog voorziene acties besproken III.2.2. Kenniscentrum Doel Het kenniscentrum heeft tot doel de procedures te verzamelen van de diverse diensten en deze te expliciteren, zodat ze ter beschikking kunnen worden gesteld van alle personeelsleden op het intranet (Sharepoint). De oprichting van een kenniscentrum kan voor iedereen voordelen hebben. Ten eerste vormt het kenniscentrum een centraal punt voor personeelsleden in opleiding en ten tweede kan het kenniscentrum dienen van eenieder die regelmatig of sporadisch in contact komt met de behandelde materie. Tenslotte biedt het kenniscentrum eveneens een oplossing bij een

Page 31: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

31

dreigend verlies aan kennis door mobiliteit en eventuele herstructureringen binnen de organisatie. De fasen van het project In september 2008 ging de eerste fase van het project van start. Een 15-tal bureaus van DVZ zijn begonnen met de aanmaak van kennisfiches en vademecums. De uitdaging was om tegen het einde van 2008 een groot aantal vademecums en kennisfiches te realiseren in Sharepoint. Dit proces verliep vlot, de meerderheid van de bureaus was in staat een groot deel van de procedures neer te schrijven in vademecums en toe te voegen op Sharepoint. Volgende diensten werkten in de eerste fase mee : - Directie Controle Grenzen : Opsporingen, Grenscontrole; - Directie Controle Binnenland : Bureau Clandestienen, Cel Identificatie, Cel

Repatriëringen, Opgeslotenen en Gerechtelijke Sectie; - Directie Toegang en Verblijf : Kort Verblijf, Lang Verblijf, Gezinshereniging, Dienst

Humanitaire Regularisaties, Minderjarigen – Mensenhandel; - Directie Asiel : Interviews en Beslissingen, Registratie en Administratie; - Logistieke Diensten : Personeel & Organisatie. In een tweede fase van het project zullen in de loop van 2009 de resterende bureaus vademecums en kennisfiches toevoegen op Sharepoint. Toekomst Tegen het einde van 2009 zou het grootste gedeelte van de kennis van iedere dienst verzameld moeten zijn op Sharepoint, in de vorm van vademecums en kennisfiches. Nadien is het de bedoeling dat bij iedere wijziging, gaande van wetgeving, procedures tot uitdiensttredingen van personeel, de vademecums en kennisfiches systematisch geactualiseerd worden, zodat er geen kennisverlies kan optreden. Het kenniscentrum zal toegankelijk zijn voor ieder personeelslid, als dynamisch centrum voor alle kennisvragen binnen de organisatie. III.3. De gecertificeerde opleidingen In 2008 werd de basis gelegd voor de organisatie van de gecertificeerde opleidingen voor het veiligheidspersoneel van de gesloten centra. Zowel voor veiligheidsmedewerkers, veiligheidsmedewerkers-chauffeurs, veiligheidsassistenten-coördinatoren als veiligheidsassistenten-begeleiders werd in samenspraak met de Stafdienst P&O en OFO een opleiding uitgewerkt die beantwoordt aan de behoeften van dit specifieke publiek. De aldus vormgegeven opleidingen zullen in de eerste helft van 2009 georganiseerd worden.

Page 32: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

32

IV. Boekhouding en begroting en Aankoopdienst IV.1. Algemeen

De dienst Boekhouding en Begroting ondersteunt de leidinggevende instanties en alle diensten binnen de Dienst Vreemdelingenzaken (waaronder ook de gesloten centra) bij hun budgettaire beslissingen en mogelijkheden. De dienst staat ook in voor de betaling aan alle externe partijen (leveranciers) en interne partijen (tolken, advocaten, vergoedingen personeel,…) en fungeert als tussenkanaal tussen de Algemene Directie Vreemdelingenzaken en de Stafdienst Budget en Beheerscontrole van Binnenlandse Zaken, teneinde een kwaliteitsvolle begroting en boekhouding te garanderen.

De dienst start ook nieuwe procedures van overheidsopdrachten op voor de centrale diensten en volgt de overheidsopdrachten op die worden gestart door de diverse centra. In 2008 zijn de boekhouding en de aankoopdienst geïntegreerd in één dienst. De aankoopdienst houdt zich bezig met de opvolging van contracten, nieuwe aankopen, het uitvoeren van aanbestedingen,… IV.2. Beheer van de begroting en boekhouding IV.2.1. De verwerking van de uitgaven De verwerking van de uitgaven houdt onder andere de volgende zaken in :

- Administratieve afhandeling reis- en verblijfkosten van de personeelsleden (Centrale

diensten Brussel en centra) : 2.258 staten in 2008; - Administratieve afhandeling staten advocaten : 8.275 staten in 2008; - Administratieve opvolging en betaling van de tolken die in opdracht van de Dienst

Vreemdelingenzaken werken; - Administratieve opvolging en betaling buitenlandse zendingen; - Bestellingen opvolgen en de eventueel hiermee gepaard gaande vastleggingen

opmaken; - Opvolging van de vastleggingen rekening houdend met de diverse budgettaire

beperkingen die in 2008 werden opgelegd (ankerprincipe, voorlopige twaalfden, beperking ordonnanceringskredieten,…);

- Voorbereiding en follow-up van de fondsenvoorschotten die opgevraagd worden door de buitengewone rekenplichtigen (zowel deze binnen de centrale diensten te Brussel als deze in de gesloten centra);

- Vereffening facturen aangaande werkingsuitgaven die door de buitengewone rekenplichtige worden betaald;

- Vereffening facturen aangaande kosten met betrekking tot repatriëring van ongewenst geachte personen op het Belgisch grondgebied die door een buitengewone rekenplichtige worden betaald;

- Administratieve afhandeling facturen die door de Schatkist betaald worden; - In totaal werden 7.677 facturen behandeld in het jaar 2008; - Controle rekeningen buitengewone rekenplichtigen gesloten centra;

Page 33: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

33

- Opvolging van de uitgaven door de buitengewone rekenplichtigen in de gesloten centra. IV.2.2. Controle van de rekening van ontvangsten binnen de AD Vreemdelingenzaken Het betreft : - De ontvangstenrekening grensinspectie (boetes werkgevers,

luchtvaartmaatschappijen,…); - De ontvangstenrekening (boetes aan werkgevers voor illegale tewerkstelling); - Ontvangstenrekening aangaande ontvangen subsidies in kader van internationale

projecten in kader van het migratiebeleid. IV.2.3. Voorbereiding en afhandeling begrotingscontrole 2008 en budgetontwerp 2009 In 2008 werd door de Dienst Boekhouding het ontwerp voor de begrotingscontrole 2008 en het budgetontwerp 2009 opgemaakt. Dit houdt in : - Opmaken van de ontwerpen, rekening houdend met de bepalingen van FOD en

Stafdienst B&B; - Budgettaire informatie vergaren bij de verschillende diensten en personen binnen de

DVZ zoals de centra, DG, logistieke diensten,…; - Opstellen van het voorstel; - Overleg met Stafdienst B&B van FOD Binnenlandse Zaken, IF en de Voorzitster van het

Directiecomité; - Bilaterale gesprekken met FOD B&B. IV.2.4. Samenwerking met de aankoop- en budgettaire verantwoordelijken van de gesloten centra De Dienst Boekhouding en Begroting werkt samen met en steunt de rekenplichtigen en de aankoopverantwoordelijken. Dit houdt in : - Maandelijkse vergaderingen organiseren; - Opvolgen, controleren en steun bieden bij het opstellen van aankoop- en

aanbestedingsdossiers; - Opvolgen en informatie bieden aangaande hun budgettaire toestand. IV.3. Voorbereiding en opvolging verhuizing Dienst Vreemdelingenzaken De Dienst Vreemdelingenzaken heeft in 2008 een verhuizing achter de rug. De verhuizing is in twee fasen verlopen. Een eerste fase was in maart 2008, toen er een interne verhuizing was binnen het WTC II-gebouw. Een tweede fase begon in december 2009, toen de diensten gevestigd in het North Gate II-gebouw eveneens naar het WTC II-gebouw verhuisden. Voor beide verhuizingen is de aanbesteding uitgevoerd door de dienst Aankopen. Ook heeft de dienst actief meegeholpen bij de effectieve uitvoering van de verhuisopdrachten en waren ze het eerste aanspreekpunt voor de verhuisfirma’s.

Page 34: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

34

IV.4. Internationale projecten in het kader van het vreemdelingenbeleid De Dienst Boekhouding en Begroting beheert sinds 2006 een rekening die het mogelijk maakt om internationaal gesubsidieerde projecten (veelal door de Europese Commissie) te financieren in het kader van het vreemdelingenbeleid. Zo werd in 2006 het Twinning Light Project in Bulgarije gefinancierd. In de loop van 2009 zullen ook subsidies ontvangen worden in kader van het terugkeerfonds en buitengrenzenfonds. Dit zijn subsidies die aan de Dienst Vreemdelingenzaken worden toegewezen door de Europese Commissie om op gebied van terugkeer en de veiligheid van de buitengrenzen projecten te organiseren of uit te besteden aan derde partijen. Voor deze subsidies werd in het begrotingsvoorstel 2009 een aanvraag ingediend voor de oprichting van een begrotingfonds op het budget van de Dienst Vreemdelingenzaken om deze projecten zo optimaal mogelijk te kunnen beheren volgens de wetten op de Rijkscomptabiliteit. Bij goedkeuring door het parlement van dit begrotingsfonds zullen ook alle andere lopende en toekomstige projecten door dit begrotingsfonds worden gefinancierd. IV.5. Budgettaire vastleggingen 2008 per basisallocatie

in 1000-en euro's BASISALLOCATIE Omschrijving Beschikbaar

krediet 2008 Vastleggingen

2008 PROGRAMMA O :

Bestaansmiddelen

55.02.12.01 Werkingskosten: Bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd voor de algemene werkingsuitgaven voor de centrale diensten van de Dienst Vreemdelingenzaken: huurlasten WTC II, reis- en verblijfskosten, erelonen advocaten en tolken, energiekosten, onderhoudskosten gebouwen, telefoonkosten, kosten van fotokopieerapparaten, vormingskosten, …

7.720 7.713

55.02.12.04 Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica. Deze kredieten zijn bestemd om de informatica-uitgaven te dekken op het vlak van het huren van datalijnen met de verschillende partners van de Dienst Vreemdelingenzaken, namelijk: de Federale Politie, FOD Buitenlandse Zaken, FOD Justitie, de Staatsveiligheid, het Rijksregister, Eurodac en Fedenet.

1.056 1.036

Page 35: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

35

55.02.12.07 uitgaven voor uitzonderlijke aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten. Dit is een krediet bestemd voor installatiekosten en de uitzonderlijke uitgaven van de Dienst Vreemdelingenzaken in de gebouwen van de North Gate II en WTC II.

140 140

55.02.74.01 Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd voor de aankoop van duurzame roerende goederen. Vooral voor de aankoop van meubilair teneinde het verouderde meubilair (ergonomische stoelen, directiemeubilair, tafels, bureaus) te vervangen.

518 515

55.02.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica. Deze kredieten zijn bestemd voor de aankoop van gebruikslicenties van bepaalde programma’s, de aankoop CD-ROM’s die bestemd zijn voor de studiebureaus en de operationele bureaus, evenals voor de aankoop van informatica- materiaal

777 776

55.03.12.20 Kosten voor werking van de diensten voor fotokopie. Deze kredieten dienen om alle kosten omtrent de huur en het gebruik van de fotokopieertoestellen te financieren.

77 70

55.03.12.23 Kosten voor repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. Dit zijn kredieten bestemd voor repatriëring en verwijdering van ongewenst geachte personen. Deze kredieten worden eveneens aangewend om escortes en speciale luchtvaartvluchten te bekostigen

6.617 6.500

55.03.12.28 Dit zijn kredieten bestemd voor aanmaak, levering en verdeling van verblijfsvergunningen aan de vreemdelingen en aan de gemeentehuizen.

29 21

PROGRAMMA 1 : Specifieke centra voor illegalen – Contract

met de burger

Page 36: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

36

55.12.12.01 Werkingskosten: Bestendige uitgaven voor de aankoop van niet-duurzame goederen en van diensten (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd om de algemene werking van de gesloten centra in Brugge, Merksplas, Vottem, Steenokkerzeel en Melsbroek te verzekeren. Dit houdt in: onderhoud lokalen, energie, telefoon, kosten fotokopieerapparaten, personeelskledij, …

3.507 3.421

55.12.12.04 allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica. Deze kredieten betreffen het gebruik van internetverbindingen en netwerken buiten de centra, alsook de informaticaconsumptie.

15 15

55.12.74.01 Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen (met uitsluiting van de informatica-uitgaven). Deze kredieten zijn bestemd voor de aankoop van meubilair voor de verschillende centra (bureaus, kasten, bedden, onderhoudstoestellen, …) met het oog op vernieuwing of de aanvulling van het bestaande meubilair, evenals voor de vernieuwing van de verouderde voertuigen van Bureau Transfer die instaat voor het transporteren van de vreemdelingen.

450 356

55.12.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica. Dit heeft betrekking op de aankoop van Pc’s, printers, scanners, servers, … voor de verschillende gesloten centra

26 25

55.13.12.24 Onderhoud van vreemdelingen zonder middelen van bestaan of die zich in een onwettige toestand bevinden (kleding, voeding, zorgen, …). Kredieten zijn bestemd voor het onderhoud van de vreemdelingen zonder bestaansmiddelen die zich in een illegale toestand bevinden (kleding, voeding, zorgen, …).

4.369 4.264

Page 37: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

37

55.13.12.25 Werkingskosten die verband houden met de informatisering van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze kredieten zijn bestemd voor het huren van licenties van programma’s eigen aan de Dienst Vreemdelingenzaken, voor onderhoudscontracten (onderhoud van het informaticapark), bijstandcontracten, opleidingscontracten en contracten voor het onderhoud en leasing van het geautomatiseerdevingerafdruksysteem.

1.669 1.574

PROGRAMMA 2 : Project voor de preventie van de illegale

immigratie

55.23.33.02 Subsidies voor de initiatieven en projecten voor de preventie van de illegale immigratie

100 99

PROGRAMMA 3 : VISA INFORMATION SYSTEM

55.32.12.04 allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica in kader van de oprichting en ontwikkeling van het Visa Information System

1.740 1.456

55.32.74.04 Investeringsuitgaven inzake de informatica in kader van oprichting en ontwikkeling van het Visa Information System

621 592

Het beschikbaar budget in bovenstaande tabel omvat het initieel krediet toegekend bij het begin van het jaar 2008. Door het lange aanslepen voor het aanstellen van een regering en om de begroting in evenwicht te kunnen krijgen in 2007 werden diverse budgettaire beperkingen opgelegd (voorlopige twaalfden, beperkingen op ordonnanceringskredieten). Hierdoor werd het initiële beschikbare krediet in werkelijkheid verlaagd.

Page 38: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

38

Voorstelling in taartdiagram gebruikte vastleggingskredieten 2007 en 2008

IV.6. Alternatieve opvang van gezinnen Gezinnen die illegaal in het land verblijven werden in de loop van 2008 niet meer opgesloten in de gesloten centra, maar in aparte wooneenheden. In 2008 heeft de dienst aankopen 3 huizen in Zulte-Olsene volledig geïnstalleerd. Voorbereidingen worden reeds getroffen om enkele appartementen in Tubeke eveneens te bemeubelen.

Vastleggingen 2007

53%

13%

1% 3%0%

30%

Werkingskosten Werkingkosten ICT Investeringsaankopen

Investeringsaankopen ICT Project illegale immigratie Repatriëring

Vastleggingen 2008

55%

14%

3%

5%

0%

23%

Werkingskosten Werkingskosten ICT Investeringsaankopen

Investeringsaankopen ICT Project illegale immigratie Repatriëring

Page 39: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

39

V. Het beheer van de gebouwen, telefonie, veiligheid en onthaal Deze dienst maakt deel uit van de logistieke directie en heeft een aantal duidelijk te onderscheiden taken. V.1. Onthaal Aangezien vreemdelingenzaken verspreid is over 2 gebouwen, zijn er bijgevolg ook 2 onthalen met elk een specifiek karakter. V.1.1. Onthaal WTC II De diensten gehuisvest in de WTC II ontvangen bijna uitsluitend op afspraak. Het onthaal vangt deze bezoekers op, verwittigt de betrokken dienst en zorgt voor de eventuele begeleiding van deze bezoekers naar de dienst. Tevens behandelen deze mensen de telefonische oproepen naar het centrale oproepnummer van Vreemdelingenzaken. V.1.2. Onthaal North Gate II Aangezien de directie asiel zich in de North Gate II situeert, heeft het onthaal hier veel te maken met kandidaat-asiel zoekers. Kandidaten die te laat komen voor het indienen van de aanvraag worden door het onthaal opgevangen, die vervolgens de juiste diensten contacteert. Ook personen in de asielprocedure die wijzigingen willen melden van hun adres, gezinssituatie worden in eerste instantie door het onthaal North Gate II opgevangen. In tegenstelling met de lokalen in de WTC, is Vreemdelingenzaken zelfs verantwoordelijk voor de veiligheidssystemen in de North Gate II. Bijgevolg behoort het beheer van de brandmeldingcentrale ook tot de taken van het onthaal, evenals de coördinatie van eventuele evacuaties en oproepen naar de hulpdiensten. V.2. Veiligheid Onder veiligheid wordt zowel de beveiliging van het gebouw als de beveiliging van het personeel begrepen. De beveiliging van het personeel, d.m.v. de brandmeldingcentrale is een taak voor het onthaal. Voor de beveiliging van het gebouw, beschikt de dienst over een toegangscontrolesysteem. Via de toekenning van aangepaste toegangsniveaus en de opvolging van de registraties gemaakt met de toegekende badges, waakt de dienst over een correcte toepassing van de toegangsprioriteiten. V.3. Telefonie Dankzij de kennis van de programmatie van de telefooncentrales binnen Vreemdelingenzaken kan er snel en flexibel ingespeeld worden op noden of aanpassingen qua telefonie. Binnen de toegekende nummerreeksen kan deze dienst alle mogelijke aanpassingen van nummers zelf uitvoeren. Ook andere programma-aanpassingen zoals toegang tot internationale nummers of gsm-nummers kan snel door deze dienst verricht worden. Ook mobiele telefonie wordt door deze dienst beheerd, waarbij gestreefd word naar een zelfde flexibiliteit als bij vaste telefonie.

Page 40: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

40

V.4. Gebouwen Hierbij treedt de dienst vooral op als aanspreekpunt voor de externe diensten inzake het beheer van het gebouw. Dit gaat van de aanvraag en opvolging van kleine werken binnen onze lokalen tot het ontwikkelen van plannen en scenario’s voor eventuele herlocatie van diensten.

Daar waar 2007 in het teken stond van de voorbereiding van de verhuis, is 2008 het jaar geweest waarin effectief verhuisd werd. De reeds in 2007 opgezette overlegstructuren werden verder gezet in 2008. Na de lange periode van voorbereiding en planning tijdens het paasverlof gestart met de eerste fase van de eigenlijke verhuis. Hierbij werden de diensten, reeds gevestigd in de WTC II, verhuisd van de oude hogere verdiepingen (18 tot 27) naar de reeds gerenoveerde verdiepingen (6 tot 15). Ook de informatica-infrastructuur verhuisde naar de nieuwe zaal op het gelijkvloers. De aldus vrijgekomen verdiepingen konden op hun beurt gerenoveerd worden.

Deze eerste verhuis betekende ook de start van de nieuwe telefonie installatie van Vreemdelingenzaken. Hierbij werd overgestapt van een klassiek telefooncentrale naar een Voice-Over-IP-centrale waarbij ook het telefoonsignaal over het datanet gaat. Deze aanpassing in de telefonie samen met het gebruik van de vele open ruimtes moet toelaten dat er in de toekomst op een flexibele manier kan ingespeeld worden op aanpassingen en nieuwe opdrachten binnen Vreemdelingenzaken. Bij de inplanting werd gestreefd naar groter gevoel van ruimte voor elke dienst en een optimaal gebruik van de beschikbare oppervlakte. Ook bood deze verhuis de mogelijkheid tegemoet te komen aan een oude verzuchting van vele diensten binnen het gebouw, het gebrek aan vergaderruimte. Eveneens kon er nu op elke verdieping een kitchenette geïnstalleerd worden met warm water en plaats voor de drank- ensnackautomaten. Zoals eigenlijk te verwachten, werden de gerenoveerde verdiepingen initieel geplaagd door enkele kinderziekten. Met de hulp van de aannemers en de Regie der Gebouwen werd gepoogd hieraan zo snel mogelijk te verhelpen. Het kerstverlof stond dan weer in het teken van de tweede verhuisfase. Hierbij werden diensten vanuit de North Gate II verhuisd naar hun nieuwe locatie in de WTC II. Het vooropgestelde doel, de verhuis van de directie asiel en heropening van de dienst in de WTC II voor het einde van het jaar werd probleemloos gehaald. De goede voorbereiding van de werkgroep verhuis en de duidelijke planning in samenwerking met de verhuisfirma zijn hier niet vreemd aan. Het was alvast een goede start voor de rest van de verhuis gepland in 2009.

Page 41: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

41

VI. Verhuisoperatie van persoonsdossiers naar Rijksarchief

In het kader van de verhuisoperatie van Dienst Vreemdelingenzaken van NG II naar WTC II heeft er ook een verhuisoperatie plaats gevonden van NG II naar het Rijksarchief. De persoonsdossiers geopend tussen 1912-1943 zijn overgedragen aan het Rijksarchief voor definitieve bewaring. Het betreft dossiers die een belangrijke historische waarde hebben in kader van onder andere de Holocaust. In het totaal zijn er 1.089.000 dossiers overgedragen, betreffende de nummers A 1-A 419.999 (1930-1943) en 1.000.000-1.668.399 (1912-1930). De dossiers geopend tussen 1832-1912 zijn reeds in het verleden overgedragen aan het Rijksarchief en worden aldaar definitief bewaard. Verder is ook het archief van de Grensinspectie (gedeeltelijk) overgedragen aan het Rijksarchief voor definitieve bewaring, het betreft documenten die dateren tussen 1838-1980 (wetswijziging). Ook zullen de Algemene Dossiers van de Dienst Vreemdeliingenzaken van voor de wetswijziging van 1980 overgedragen worden in het voorjaar van 2009. Van de Reeks Algemene Dossiers zijn de documenten tot 1950 reeds in het verleden overgebracht naar het Rijksarchief. Deze reeksen zullen zo snel mogelijk ontsloten worden via een inventaris van de archiefbestanden. In het kader van deze overdrachten heeft het Rijksarchief een tentoonstelling en studiedag ingericht op 26 maart 2009. Deze studiedag is gericht op de bekendmaking van de overdracht en zal ook worden aangewend als discussieforum voor de verdere samenwerking tussen beide diensten.

Om de goede bewaring van de dossiers te verzekeren werd er op 1 juni 2008 een project opgestart. Een 20-tal agenten niveau D hebben gedurende 6 maanden de dossiers bewerkt. In de vakantiemaanden kwamen hier nog eens 20 jobstudenten bij om de massa dossiers te kunnen verwerken. De bewerking bestond in het verwijderen van metalen voorwerpen uit het dossier en dan in het bijzonder het verwijderen van metalen voorwerpen waarmee de foto’s waren vastgehecht aan de dossiers, dit om oxidatie van de foto’s te voorkomen. De agenten hebben de beschadigde dossiers gescheiden en zullen een behandeling krijgen in het Rijksarchief. Verder zijn alle dossiers verpakt in zuurvrije kaften en archiefdozen om de bewaring definitief te verzekeren. In het totaal zijn er om en beide 1.870.202 foto’s losgemaakt en opnieuw met zuurvrije lijm opgekleefd. Op 30 november 2008 werd het project beëindigd Uiteindelijk is 86% door de dienst zelf vergewerkt de resterende dossiers (14%) zullen door het Rijksarchief verwerkt worden.

Naast de verhuisoperatie is de Dienst Vreemdelingenzaken ook overgegaan tot de vernietiging van de archieven waarvoor het Rijksarchief zijn toestemming verleende in het najaar van 2008. De vernietigde archieven betreffen de boekhouding, grensinspectie en de Centra. In het kader van de archiefdruk die de centra ondervinden is er een globaal archiefbeheerplan opgestart met het Rijksarchief waarbij de gehele dienst in kaart gebracht zal worden. De archiefselectielijsten bieden een systematisch en methodisch overzicht van alle door een overheidsinstelling opgemaakte en ontvangen archieven en geven de definitieve bestemming van de archieven aan (d.w.z. de bestemming die aan de documenten wordt gegeven nadat deze hun administratief nut hebben verloren). De archiefselectielijsten bepalen met andere woorden of de documenten vernietigd kunnen worden of blijvend bewaard en dus aan het Rijksarchief overgedragen moeten worden. Deze selectielijsten vormen het basisinstrument voor een informatiebeheer, een records management, aangezien ze de overheidsdiensten in staat stellen om een rationeel archiefbeheer in te voeren, het aangroeiritme van hun archieven in te schatten, een periodieke vernietiging te voorzien en de middelen te berekenen die nodig zijn voor de bewaring van de documenten die niet vernietigd mogen worden. De door de Algemeen Rijksarchivaris goedgekeurde archiefselectielijsten zullen op de website van het Rijksarchief gepubliceerd worden en op geregelde tijdstippen herzien worden.

Page 42: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

42

VII. DOFIFUN Dofifun is een organisatie los van de structuur van de DVZ. De organisatie bestaat uit een groep van enthousiaste vrijwilligers binnen de DVZ die activiteiten buiten de werkuren wil organiseren. In 2008 organiseerde het Dofifun-team voor de 5de maal een X-mas party voor de personeelsleden. De deelnemers konden eerst genieten van een uitgebreid kaasbuffet om zich daarna vol overgave op de dansvloer te storten. Het groeiend aantal deelnemers elk jaar, zorgt ervoor dat het Dofi-fun-team vol trots op dit evenement terugblikt en zich met veel enthousiasme zal inzetten om de party van 2009 terug te organiseren.

Page 43: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

43

HOOFDSTUK III

2008, OPRICHTING VAN EEN FAMILIE IDENTIFICATIE- EN

TERUGKEERTEAM (FITT)

Page 44: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

44

I. Inleiding Minister van Migratie- en Asielbeleid Turtelboom besliste dat vanaf 1 oktober 2008 geen families met minderjarige kinderen, die zich in België op onregelmatige wijze bevonden, nog in gesloten centrum konden opgesloten worden. Als alternatief voor deze opsluiting werden huizen ter beschikking gesteld door de Regie der Gebouwen, die als familie-units werden ingericht. De families kunnen in deze familie-units verblijven in afwachting van hun terugkeer. Voor de begeleiding van deze families werden 4 coaches – terugkeerfunctionarissen aangesteld. Dit project wordt gesteund door het Europees Terugkeerfonds, in het kader van het programma “Solidariteit en Beheer van Migratiestromen”.

II. Taken II.1. Beschrijving De coaches zijn aanwezig wanneer het gezin in het huis aankomt. Tijdens een eerste gesprek leggen ze de rechten en plichten van het gezin uit, evenals het doel van hun verblijf in het huis, het intern reglement van het huis en alle andere concrete punten die moeten worden verduidelijkt. Naar dit gesprek wordt ook verwezen in het contract dat tussen de coaches en de families wordt afgesloten. De coaches waken er ook over dat de primaire behoeften (voeding, medische zorgen,…) van de gezinnen bevredigd worden. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met de lokale gemeenschap (winkels, arts, school voor de kinderen,…). De coaches leggen de verschillende terugkeermogelijkheden uitl : ze moeten de gezinnen in de eerste plaats overtuigen om vrijwillig te vertrekken, waarbij alle programma’s voor een begeleide vrijwillige terugkeer als steun gebruikt worden. Daarvoor werken de coaches samen met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). De coaches waken erover dat elk vertrek (vrijwillig of gedwongen) op waardige wijze wordt voorbereid en georganiseerd. De coaches verplichten zich ertoe om de procedure uit te leggen en alle wettelijke rechten van de gezinnen met betrekking tot de eventuele mogelijkheden om een beroep in te dienen tegen de beslissing tot vasthouding te garanderen. De voornaamste taak van de coaches is het stimuleren en het overtuigen van de gezinnen om mee te werken in het kader van hun identificatie (met het oog op het bekomen van de noodzakelijke reisdocumenten) en hun terugkeer. Bovendien staan ze de gezinnen bij om hen in hun dagelijkse behoeften te voorzien. Het is niet de taak van de coaches om de vreemdelingen te helpen bij het indienen van verblijfsaanvragen, maar indien de coaches vaststellen dat er een wettelijke, humanitaire, medische of praktische reden bestaat waarom een terugkeer – al dan niet tijdelijk – niet mogelijk is, zullen zij dit aan de familie (en hun respectieve advocaat) en aan de bevoegde diensten binnen de Dienst Vreemdelingenzaken melden. Het is aan de advocaat van de familie om de nodige procedures op te starten die haar in staat moet stellen (tijdelijk) in België te verblijven. Als de gezinnen het contract en de verplichtingen waaraan ze onderworpen zijn niet respecteren, kan een maatregel tot opsluiting in een gesloten centrum worden genomen.

Page 45: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

45

Bijgevolg is de rol van de coaches van wezenlijk belang: ze moeten de gezinnen overtuigen om mee te werken, om een eventuele opsluiting te vermijden. De coaches proberen de gezinnen te overtuigen om mee te werken en de meest humane en voordelige manier om terug te keren te vinden (begeleide vrijwillige terugkeer met IOM; REAB-programma : zie www.belgium.iom.int/reab ), en daarbij alle eventuele hindernissen te verwijderen. Indien dat nodig is spreken de coaches elke dag met de gezinnen om dit resultaat te bekomen. Elke coach heeft dezelfde functie en vervult dezelfde taken. Het feit dat het profiel van de coaches verschillend is, is een voordeel, dat op termijn kan leiden tot een differentiatie van bepaalde taken, indien dat nodig is. II.2. Omtrent de woonunits De woningen bevinden zich in Zulte (3) en in Tubeke (6). De huizen in Zulte zijn reeds gerenoveerd, gemeubleerd en voorzien van alle noodzakelijke infrastructuur om een gezin op te vangen. Er staat een ingerichte keuken ter beschikking van de gezinnen; de families kunnen zelf – binnen een weekbudget, beheerd door de coach, per volwassene en per kind – voedselinkopen doen. Elke woning is voor één gezin voorzien. De huizen in Tubize worden nog gerenoveerd en zullen in februari 2009 in gebruik genomen worden. Er wordt onderzocht of er nog meer woningen bekomen kunnen worden. De gezinnen kunnen niet in hun eigen woning blijven wonen, omdat dit een opvolging en begeleiding in functie van hun terugkeerdossier quasi onmogelijk maakt. Bovendien zou de sociale druk van de omgeving van de familie een efficiënte begeleiding negatief kunnen beïnvloeden. Daarom worden ze via een beslissing tot weerhouding toegewezen aan een woning die ter beschikking staat van Dienst Vreemdelingenzaken. De weerhouding wordt onmiddellijk van kracht. Indien het gezin bagage in een andere woonplaats heeft zal de Dienst Vreemdelingenzaken ervoor zorgen dat deze bagage wordt overgebracht. Indien de gezinnen andere goederen (meubels,…) bezitten of indien ze een huurprobleem moeten regelen, kunnen ze een mandataris aanduiden. Deze mandataris zal de noodzakelijke maatregelen moeten nemen om ervoor te zorgen dat de meubels per cargo naar hun eindbestemming in het land van herkomst gestuurd worden of om ervoor te zorgen dat ze verkocht worden. II.3. Wie kan er nog vastgehouden worden? In feite kunnen alle gezinnen waarvoor een uitvoerbare beslissing voorligt, waaruit blijkt dat ze geen recht op verblijf in België hebben en waarvoor geen opschortend beroep kan ingediend worden, in aanmerking komen voor een verblijf in deze woningen. Ook de families die het voorwerp uitmaken van een overnameverzoek in het kader van de Dublin-reglementering kunnen ondergebracht worden in deze woningen. De gezinnen worden sinds 1 oktober 2008 niet meer in een gesloten centrum opgesloten, behalve indien ze de regels voor hun verblijf in een individuele woning niet respecteren en voorzover het niet om grensgevallen gaat, waarop internationale regels van toepassing zijn. De eerste internationale norm is het Verdrag van Chicago van 7 december 1944, die o.a. de verplichtingen van de luchtvaartmaatschappijen om personen die niet op het grondgebied toegelaten worden naar de luchthaven van vertrek terug te brengen, regelt . De tweede norm is de « Schengen Border Code » (Verordening EU 562/2006 van 15 maart 2006), die de

Page 46: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

46

grenscontroles in de Europese Unie regelt en de vereisten bepaalt, die aan deze controles zijn verbonden. II.4. Omtrent de rechten en plichten van de gezinnen De gezinnen hebben het recht om contact op te nemen met de buitenwereld : gezinsleden, advocaten, andere personen… De gezinnen mogen de woning verlaten, maar er wordt wel gevraagd dat een volwassene steeds aanwezig is in de woning. Uitzonderingen kunnen toegestaan worden door de coaches (bijvoorbeeld om de religieuze beleving van de familie te kunnen respecteren). De gezinnen mogen bezoekers ontvangen. Hierbij moeten de regels in het intern reglement en het contract echter wel gerespecteerd worden. Op de beslissing tot weerhouding zijn de zelfde beroepsmogelijkheden toepasselijk als de beslissingen van vasthouding in een gesloten centrum, zoals voorzien in de wet van 15 december 1980. Iedere familie kan beroep doen op een eigen advocaat om deze beroepsmogelijkheden te benutten. De gezinnen die geen advocaat hebben zullen op de hoogte worden gebracht van het feit dat ze recht hebben op een pro-deoadvocaat. De coaches zullen het contact met de balie vergemakkelijken en de families in de mogelijkheid stellen om met hun advocaat te communiceren; de families mogen ook hun advocaat in diens kantoor bezoeken. Indien het gezin om de een of andere reden niet kan worden verwijderd zal het de woning moeten verlaten. De coaches zullen hun best doen om een alternatieve woning te vinden. II.5. Met betrekking tot de schoolgaande kinderen De kinderen die oud genoeg zijn om naar school te gaan, kunnen naar school gaan, maar worden daartoe niet gedwongen. De scholen worden in functie van hun nabijheid gekozen. De coaches zullen de inschrijving van de kinderen vergemakkelijken. Dit betekent dat de schoolgaande kinderen, indien ze ervoor kiezen om naar school te gaan, de cursussen regelmatig zullen moeten volgen. Zolang de verwijderingsmaatregel of de vrijwillige terugkeer niet uitgevoerd wordt kunnen de kinderen verder naar school gaan. De ouders moeten zelf voor het transport van de kinderen naar de school zorgen (ook wanneer ze de cursussen willen volgen in een andere school dan de school die zich dicht bij de woning bevindt). III. Statistieken Op drie maanden tijd verbleven er negen families met twaalf kinderen in de woningen te Olsene. De gemiddelde verblijfsduur was 17 dagen, de kortste verblijfsduur was 1 dag, de langste 34 dagen. De gemiddelde leeftijd van de kinderen was 4,4 jaar, de oudste was 13 jaar, de jongste enkele maanden. Twee kinderen hebben schoolgelopen in de basisschool te Olsene. Qua aard van het dossier is de verdeling gelijklopend : 4 families waren via hun asielaanvraag in de Dublinprocedure terecht gekomen (55,55%) en 5 families waren in illegaal verblijf (44,44%).

Page 47: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

47

Aard van het vertrek : - Drie families vertrokken met IOM (33,3%), waarvan 2 met reïntegratiepremie; - 2 families maakten het voorwerp van een grensleiding uit (22,2%); - 1 familie werd gerepatrieerd met escorte (11,1%), nadat de vader tijdelijk was

overgebracht naar de gevangenis – de kinderen werden tussendoor door de Voogdijdienst opgevangen;

- 2 families verdwenen uit de woningen (22,2%); - 1 familie vertrok zonder verzet (11,1 %). Dat brengt ons op een percentage verwijdering van 66,7%. De verdeling qua nationaliteit is als volgt : 2 Braziliaanse families, 2 Kosovaarse, 2 Russische, 1 Boliviaanse, 1 Mauritiaanse en 1 Nepalese.

Page 48: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

48

HOOFDSTUK IV

2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF

Page 49: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

49

I. Realiteit en preceptie Eenvoudig uitgedrukt kan een vreemdeling op twee manieren het verblijf in België verkrijgen : van rechtswege (hij toont dat hij krachtens de wet verblijfsrecht heeft en wordt dan tot verblijf toegelaten) of door machtiging (hij vraagt een verblijf waar hij geen bij wet voorzien recht op heeft; wordt dit verzoek ingewilligd, dan wordt hij tot verblijf gemachtigd). Bij machtiging gaat de verblijfsdeur dus niet zo vanzelfsprekend open en geldt dan ook de regel dat zij vooraf moet worden aangevraagd, - lees : vanuit het buitenland. Immigratie is natuurlijk geen volledig voorspelbaar gegeven en er kunnen zich situaties van overmacht voordoen waarbij een persoon zich reeds op het grondgebied bevindt zonder de machtiging vooraf te hebben kunnen vragen, maar daarom wel dwingende humanitaire redenen meent te hebben om in België te (ver)blijven. Het gaat hier dus per definitie om uitzonderingssituaties. Het kan ook gaan om een zgn. overstayer, persoon die langer op het grondgebied blijft dan hij toe gemachtigd was. De personen in de twee gegeven voorbeelden zijn dan weliswaar in illegaal verblijf, maar kunnen er de normalisering van vragen via een “aanvraag tot machtiging om humanitaire redenen” waarin zij hun aanwezigheid melden, de buitengewone omstandigheden verduidelijken waardoor zij de machtiging niet vanuit het buitenland vragen, en de humanitaire reden opgeven voor hun verblijf. Een humanitaire aanvraag kan tenslotte ook worden ingediend door iemand die niet illegaal aanwezig is, maar wel in precair verblijf - zoals een asielzoeker waarvan de procedure nog loopt of een persoon die regulier verblijft onder tijdelijk statuut (bv. dat van student). Daarmee is meteen een eerste foute perceptie van de baan, nl. dat humanitaire regularisatie uitsluitend aangevraagd zou worden door asielzoekers of personen die nooit in legaal verblijf zijn geweest. Het beantwoorden van dergelijke aanvragen, het inschatten van de buitengewone omstandigheden (volstaan ze om een uitzondering te wettigen ?) en het beoordelen van het verblijfsmotief maken de core business uit van de Dienst Humanitaire Regularisaties (DHR), waarvan de naam dus ietwat misleidt : zijn opdracht is immers niet regulariseren, maar beslissen omtrent regularisatieverzoeken. In de perceptie wordt deze belangrijke nuance dikwijls over het hoofd gekeken: zo worden de activiteiten van de Dienst door publiek of media even regelmatig als onterecht uitsluitend beoordeeld aan de hand van het aantal geregulariseerde personen1 en menen sommige politieke denkpistes hun pertinentie te kunnen staven aan de hand van het aantal regularisaties die zij zouden garanderen.

1 Naast miskenning van de opdracht van DHR is dit bovendien een miskenning van het regeerakkoord van maart 2008,

waarbij de regering zich niet engageerde tot regularisatie van personen, maar tot verduidelijking en aanpassing van criteria die tot individuele regularisaties zouden kunnen leiden.

Page 50: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

50

Beide redeneringen miskennen één evidentie, met name dat zowel het beoordelen van een uitzondering (inclusief van het noodzakelijk evenwicht tussen regel en uitzondering) als de inschatting van een humanitaire situatie eerder een zorgvuldige afweging vergen dan de toepassing van brede automatismen die resulteren in grote cijfers. Er waren brede automatismen in de Regularisatiewet van 1999, maar die had een niet vergelijkbaar doel (de illegale bevolking tot beheerbare dimensies herleiden) en een andere verwachting : de hoop dat asielzoekers – er waren dat jaar alleen al meer dan 35.000 aanvragen, en de asielinstanties waren overrompeld - massaal afstand zouden doen van hun asielaanvraag indien hun verblijf zou worden geregulariseerd. Dit deden ze echter niét. De perceptie besloot deze aanzienlijke mislukking te vergeten, maar de openblijvende asielprocedures bleven wel degelijk de instanties nog jarenlang hypothekeren. Voorzichtige humanitaire afweging moest anderzijds niet worden verwacht van een wet die officieel tot doel had het verblijf van een groot aantal vreemdelingen “categoriegewijs” te regulariseren en het nog snel te doen ook 2. Die snelheid bleek trouwens zeer relatief, zoals verder zal blijken. Niet alleen het jongste regeerakkoord, maar de opeenvolgende regeringen die zich sinds het eenmalig initiatief van 1999 hebben uitgesproken over de uitzonderingsprocedures in de vreemdelingenwet hebben daarentegen telkens weer bevestigd dat het accuraat beoordelen van humanitaire regularisatie noodgedwongen neerkomt op een onderzoek geval per geval. Deze gevallen zijn immers, haast per definitie, niet eenduidig en zeker niet eenvoudig. Waar de situatie van een asielzoeker bv. dikwijls deze is van een nieuwkomer zonder voorgeschiedenis van verblijf in België, geldt bijna altijd het tegendeel voor iemand die om regularisatie verzoekt: zo’n persoon heeft immers sowieso een Belgische voorgeschiedenis, die niet zelden doorkruist is door ongunstige verblijfsbeslissingen en in een groot aantal gevallen zelfs enkel kan worden ingeschat aan de hand van wat de persoon zelf verklaart, inclusief met betrekking tot zijn identiteit. De dubbele betekenis van de uitdrukking “sans - papiers” wordt al te makkelijk vergeten; er wordt ook handig op ingespeeld. In de perceptie van actiegroepen wordt de regularisatie van sans - papiers herleid tot het gemis aan en het uitreiken van verblijfspapieren; in de realiteit gaat het echter zeer dikwijls om de vraag : wie is de persoon die deze papieren vraagt ? De regel is inderdaad dat wie humanitaire regularisatie vraagt zijn identiteit moet aantonen, maar de wet voorziet mogelijke vrijstellingen die moeten worden ingeschat3 . Dit alleen al maakt een gedifferentieerd onderzoek van de aanvragen onvermijdelijk. Voorzichtige behandeling van dossiers heeft dan ook niets te maken met paranoia, alles met deugdelijk bestuur. Toch moet men vaststellen dat sommige organisaties uit het middenveld, hoewel ze zich officieel distantiëren van ongenuanceerde eisen als “regularisatie van alle sans papiers”, op nationale manifestaties de stellers van die eisen blijkbaar aanvaarden als volwaardige partners met wie ze gezamenlijke pamfletten ondertekenen.4 De wet van 15 december 1980 is complex – een der wetgevingen die het meest frequent worden aangepast en aangevuld. Haar algemene reglementering is geconcretiseerd rond

2 De wet van 22/12/99 heet officieel “Wet betreffende de regularisatie van verblijf van sommige categorieën vreemdelingen”.

De automatismen die zij voorzag van zodra een aanvrager tot één categorie hoorde hebben, zacht uitgedrukt, tot verrassingen geleid. De bekendste haalde de pers : het betrof de uitreiking van een verblijfsmachtiging aan een persoon die op hetzelfde ogenblik voor het Brusselse Assisenhof verscheen en achteraf voor genocidaire daden werd veroordeeld.

3 Wanneer de aanvrager beweert geen identiteitsdocumenten te hebben en in de onmogelijkheid te zijn deze in België te verkrijgen.

4 Dit kon men bv. vaststellen op de landelijke steunbetoging in Brussel op 17 juni 2007.

Page 51: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

51

een aantal georganiseerde procedures zoals asiel, gezinshereniging enz. waarop de betrokken vreemdelingen beroep moeten doen naargelang het motief van hun verblijf. Naast zijn specifieke opdracht van humanitaire afweging heeft DHR hier een verantwoordelijkheid van algemene zorgvuldigheid : er op toezien dat het beheer van de uitzonderingen de naleving van de algemene reglementering niet ondergraaft en vermijden dat zich op termijn een perverse verglijding voordoet waarbij vreemdelingen de georganiseerde procedures links laten liggen wegens al te makkelijke kans op regularisatie. Een soortgelijke verglijding deed zich immers reeds voor in de negentiger jaren, toen het bekende Artikel 9 al. 3 5 op enkele jaren tijd ontaardde van een loutere procedureregel tot een mogelijkheid om weigeringen die in georganiseerde procedures opgelopen werden uiteindelijk te omzeilen - hoewel de wetgever van 1980 dit artikel oorspronkelijk niet bedoeld had als regularisatieprocedure. Het handhaven van een aanvaardbaar evenwicht tussen regel en uitzondering, het permanent nazicht op eventuele omzeiling van georganiseerde procedures, de noodzakelijke aandacht voor een steeds mogelijke context van fraude of openbare orde6 zijn van een complexiteit die het brede publiek vermoedelijk ontgaat. Toch gaan de opdrachten van DVZ nog verder : zij omvatten tevens de uitvoering van de gunstige en ongunstige regularisatiebeslissingen (opvolging van de verblijfssituaties of verwijderingen), hun periodieke evaluatie waar de wet het voorziet (o.a. het geval voor medische regularisaties) en hun verdediging voor de hoven en rechtbanken. De evidentie is dan ook dat de bijhorende zorgvuldigheid enkel kan worden gewaarborgd door eenheid van beheer : wil men dat de zaken behoorlijk lopen, dan moet de beheerder van de uitzondering ook de verantwoordelijkheid dragen voor het handhaven en vrijwaren van de regel. Welk zinnig mens zou bv. voorstellen twee verschillende overheden te gelasten met het innen van belastingen en het nazicht op de vrijstelling ervan ? Toch is dit met betrekking tot regularisatie van verblijf precies wat sommigen vandaag bij gebrek aan analyse voorschrijven : een scheiding van bevoegdheden wordt voorgesteld waarvan het enig bestaande precedent - zoals gebleken is - zeer aanzienlijke nadelen inhield, waaronder traagheid van besluitvorming, en de nochtans complexe problematiek wordt gereduceerd alsof “een eenvoudige omzendbrief” er een afdoend antwoord op zou zijn. De realiteit is integendeel dat regulering van onvoorziene omstandigheden hooguit tot hun beheer, nooit tot hun oplossing kan leiden. Wie het tweede beweert, bedriegt zijn publiek.

II. VAN 1999 TOT EIND 2004 : ONTWIKKELING VAN EEN CONJUNCTURELE ACHTERSTAND Het jaar 1999 uitgezonderd werden de regularisatieverzoeken bij DVZ tot begin 2003 gedecentraliseerd behandeld : elke aanvraag werd behartigd door de dienst die de vreemdeling in zijn voorgaand parcours had opgevolgd. Op die manier werd gepoogd controle te bewaren op eventuele omzeiling van weigeringsbeslissingen die in georganiseerde procedures waren genomen geweest. 5 Tot 01 juni 2007 het enig artikel in de wet van 1980 waarlangs een humanitaire regularisatie kon worden verzocht. 6 De wet van 15 december 1980 is in essentie een politiewet.

Page 52: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

52

Dit systeem kon echter niet worden gehandhaafd : de cellen uit de onderscheiden diensten werden begin 1999 samengevoegd om eenduidige behandeling te kunnen garanderen van de aanvragen die vielen onder de in december 1998 nieuw verschenen omzendbrief 7. Nauwelijks een jaar later was de Regularisatiewet echter een feit. Omdat deze de organisatie, begin 2000, van een voorheen onbestaande administratie vergde - nl. de ondersteuningsdiensten voor de nieuw opgerichte Regularisatiecommissie - werden de 34 medewerkers van de nog maar pas gecentraliseerde DVZ- dienst naar deze Commissie gedetacheerd om er met hun know - how het eerste onderzoek van de dossiers en hun voorbereiding voor de Commissiezittingen te organiseren. 8 De Commissie-effectieven die deze opdrachten moesten waarnemen waren namelijk even aanzienlijk (meer dan 200) als onervaren in immigratiezaken.9 De gedetacheerde DVZ - vakmensen kwamen in de daaropvolgende jaren slechts gradueel terug naar hun hoofdbestuur en hun tijdelijke onbeschikbaarheid stelde bij DVZ de wedersamenstelling van een centraliserende dienst voor het behandelen van humanitaire verzoeken uit tot februari 2003. Inmiddels waren echter een paar zaken aardig mis gelopen. Er had zich vooral een explosie aan asielprocedures voorgedaan: op vier jaar tijd (1999 – 2002) hadden zowat 119.475 aanvragen de asielinstanties overspoeld. Deze werden door het C.G.V.S. vanaf 2001 behandeld volgens het LIFO-principe - recentste aanvragen eerst - wat tot effect had dat oudere procedures bleven openstaan en na verloop van tijd onredelijk lang aanhielden. Aan deze verzoekers deelde het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen mee dat hun dossiers krachtens het LIFO-principe eerstdaags niet aan bod zouden komen, maar dat het hen vrij stond bij DVZ het Artikel 9 al.3 van de wet in te roepen en een regularisatie van verblijf aan te vragen 10. Wat ze dan ook deden. Bij aanvang van de werkzaamheden van de Commissie in januari 2000 waren zo’n 4.500 onafgehandelde regularisatieverzoeken onder beheer van DVZ gebleven11, maar het gros van het hiervoor ervaren personeel was aan de Commissie uitgeleend. Toen het gradueel terug beschikbaar werd en begin 2003 een nieuw Bureau kon worden opgestart om de humanitaire aanvragen gecentraliseerd te beheren, bleek het echter hopeloos ontoereikend om het hoofd te bieden aan de ongeveer 30.000 aanvragen Art. 9 al.3 die tussen 2001 en 2004 de Dienst Vreemdelingenzaken bereikten.

7 Omzendbrief van 15 december 1998, gelanceerd onder initiatief van Minister L. Van den Bossche. 8 Eerste Substituut De Bruyne, Voorzitter van de commissie die in 1999 de omzendbrief van Minister Van den Bossche had

uitgevoerd, had in een hoorzitting van de Senaatscommissie Binnenlandse Zaken begin 2000 erop aangedrongen dat de know - how van de groep DVZ-ambtenaren waarmee hij gewerkt had moest worden aangesproken bij de organisatie van de nieuwe Regularisatiecommissie. Om dezelfde reden van behoud van know - how heeft deze groep sindsdien het kader en een aantal kernmedewerkers opgeleverd van de huidige Dienst Humanitaire Regularisaties.

9 Veel personeelsleden waren gerecupereerd op allerlei openbare diensten zoals bv. het Rampenfonds. Voormalig Vice-eerste commissievoorzitter Carla Vercammen uitte achteraf haar ongenoegen omtrent het gemis aan ervaring van o.a. de commissiegriffiers (in Gazet van Antwerpen, 04 juni 2007).

10 In het CGVS-jaarverslag 2004 leest men : “Aangezien het omwille van personeelsbeperkingen onmogelijk was zowel de achterstand als de nieuwe instroom te verwerken werd in 2001 voorrang gegeven aan een stabilisatie van instroom door snelle en kwaliteitsvolle beslissingen te nemen in de dossiers die in 2001 werden ingediend (LIFO)”. Lifo-behandeling en referentie naar het Artikel 9 al.3 waren door toenmalig Commissaris-generaal P. SMET genomen opties.

11 De wet van 1999 gaf de verzoekers van de op 1 januari 2000 nog lopende aanvragen de keuze : verder behandeld worden door DVZ of door de Regularisatiecommissie.

Page 53: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

53

41930

35793

23540

18212

16209

15357

20000

6000

40000

5000

10000

15000

20000

25000

30000

35000

40000

45000

1999 2000 2001 2002 2003 2004

Rood: openstaande aanvragen regularisatie Blauw : ingediende asielaanvragen

De volgende jaren zou het aantal asielaanvragen aanzienlijk dalen en zelfs halveren 12; de vertraging voor de oudere dossiers bleef zich echter door de LIFO- beheerkeuze verplaatsen van C.G.V.S. naar hogere beroepsinstanties, maar vooral naar DVZ onder vorm van evenveel voorspelbare regularisatieverzoeken. Een conjuncturele stijging in asielaanvragen had zich definitief omgevormd tot een even conjuncturele toename van humanitaire verzoeken. Aan deze laatste verglijding werden overigens niet meteen de nodige politieke consequenties gekoppeld13, ook al had zij een verdrievoudiging van de onafgehandelde aanvragen tot gevolg : de opengebleven procedures Artikel 9 al. 3 stegen bij DVZ van 6.000 eind 2002 tot meer dan 20.000 twee jaar later. In bovenstaande grafiek is de beïnvloeding duidelijk tussen ingediende asielaanvragen (blauwe lijn) en onafgehandelde humanitaire verzoeken om regularisatie (rode stippellijn).

III. Reorganisatie en kentering (2005 – 2008) Vanaf 2005 zien wij een dubbele evolutie. Enerzijds gaat op jaarbasis het aantal aanvragen om humanitaire regularisatie het aantal asielaanvragen eerst evenaren (2005) en daarna meer en meer overtreffen (met een verbazende 58% in 2008); anderzijds wordt de conjuncturele achterstand in verzoeken om humanitaire regularisatie conform Artikel 9 al. 3 met de nodige middelen en systematiek aangepakt, wat geleid heeft tot reductie ervan met 87% einde 2008. Twee feiten waren voor deze evoluties determinerend : de reorganisatie van de bevoegde DVZ-dienst, ingezet begin 2005, en de wijziging van de vreemdelingenwet, die op 01 juni 2007 het toenmalige Artikel 9 al. 3 ophief en verving door de twee specifieke procedures Artikel 9bis en 9ter, waarbij voortaan humanitaire resp. medisch-humanitaire regularisaties dienen te worden aangevraagd.

12 Van 141.708 aanvragen (1998 t.e.m. 2002) naar 66.268 (2003 t.e.m. 2008). 13 “On me demande si la méthode LIFO aura pour conséquences de devoir régulariser les anciens dossiers. La réponse est

bien évidemment négative » (Minister A. Duquesne, Kamer 4e zitting 50e Zittingsperiode, CRIV 50 COM 568).

Page 54: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

54

15957

12252

11115

11587

12667

13883

19371

15927

10000

15000

20000

2005 2006 2007 2008

Beslissingssaldo Humanitaire regularisaties : nieuwe aanvragen (rood) en eindbeslissingen (groen)

Aantal aanvragen Asiel (blauw) Regularisatie (Rood)

In een eerste beweging werd het eerder modest “Bureau Artikel 9 al. 3”, dat begin 2003 was opgericht, in januari 2005 aanzienlijk versterkt en werden de logistieke en statistische middelen er aangepast aan de realiteit van het moment. Een beheersplan werd uitgestippeld om prioritair de bestaande achterstanden op een systematische wijze te resorberen. Dit leverde als eerst resultaat dat de toename van deze achterstand, die sinds 2003 een constante was geweest, in 2006 werd gestuit gezien voor het eerst een positief beslissingssaldo verschijnt, m.a.w. er werden dat jaar méér beslissingen getroffen dan er nieuwe aanvragen binnenstroomden. Dit gunstig saldo heeft zich sindsdien jaarlijks herhaald, spijts de spectaculaire stijging van aanvragen in 2008 t.o.v. 2007 (+ 39,5%). In maart 2006 werd de werkelijke achterstand na een diepgaand statistisch en logistiek onderzoek becijferd op 25.448 openstaande procedures Art. 9 al. 3. Deze precisiecontrole drong zich niet alleen op om evidente redenen van deugdelijke planning, maar tevens omdat over de omvang van de achterstand even gevarieerde als verkeerde percepties bestonden.14

14 Voorjaar 2006 werd een wetsvoorstel neergelegd dat, zonder daarom enerlei bron op te geven, gewaagde van meer dan

47.000 achterstallige dossiers ; dit cijfer werd één jaar later nog steeds vermeld op sommige electorale websites. Op 17 juni 2007 meende een RTBF - journalist nog te kunnen beweren “dat tussen 100.000 en 150.000 personen op regularisatie wachten”, en deze evidente verwarring van het aantal regularisatieverzoekers met het totaal aantal illegalen in België werd recent nog herhaald in La Libre Belgique (13/02/09) en door een woordvoerder van hongerstakers (15 april 2009). Verkeerde perceptie heeft blijkbaar een taai leven.

2005 2006 2007 2008

1097113399

18957

22531

1592

7

1266

7

1388

3

1937

1

0

5000

10000

15000

20000

25000

Page 55: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

55

DHR heeft echter een veel bredere opdracht dan de eertijdse Commissie, in die zin dat deze laatste uitsluitend de aanvragen moest afhandelen die in de loop van januari 2000 bij haar waren ingediend15. De Dienst Vreemdelingenzaken is daarentegen verantwoordelijk voor de behandeling van een permanente instroom nieuwe aanvragen. De uitdaging was dus deze dagelijkse instroom op te vangen en gelijktijdig de conjuncturele achterstand in te halen. Omdat inmiddels medio 2007 de vreemdelingenwet nieuwe regularisatieprocedures invoerde die de werklast nog zouden compliceren, werden de effectieven van DHR een tweede keer uitgebreid – met duidelijk resultaat: van een totaal van 48.681 aanvragen onder Artikel 9 al. 3 (25.448 achterstallige begin maart 2006 plus 23.233 nieuwe aanvragen die sindsdien werden ingediend) was einde 2008 niet minder dan 87% afgehandeld. Het bewuste wetsartikel werd op 01 juni 2007 opgeheven, zodat nieuwe aanvragen zich niet meer kunnen voordoen. Vergeleken met de toestand in de jaren die de reorganisatie voorafgingen, waarbij de conjuncturele achterstand verdrievoudigde tussen 2003 en december 2004, kan de werkelijkheid van de kentering dus niet worden ontkend en is wat sommige opiniegroepen niet mogelijk noemden wel degelijk gerealiseerd16 .

IV. Het dienstjaar 2008 Als het dienstjaar 2008 zich ergens door laat typeren, dan is het wel door een toenemend verschil tussen werkelijke ontwikkeling en perceptie. Spijts herhaalde verduidelijking, o.a. via parlementaire antwoorden, dat het regeerakkoord van maart 2008 geen engagement tot regularisatie van personen inhoudt maar een verbintenis draagt tot verduidelijking en aanpassing van criteria die tot regularisatie van personen zouden kunnen leiden17, bleven sommige steungroepen en organisaties uit de burgerlijke samenleving de afwachting van de aangekondigde omzendbrief dramatiseren door te stellen dat elk uitstel van politieke besluitvorming terzake de regularisatie van duizenden personen zou vertragen.

15 In november 2004, dit is 59 maanden na haar oprichting, had de Regularisatiecommissie 36.434 van haar 37.158 dossiers

afgehandeld. De laatste dossiers stonden nog open in december 2008. 16 Tot in 2007 meende een NGO (in Knack Magazine, 30/05/07) nog te kunnen beweren dat het aantal aanvragen te groot is

om door de bevoegde Minister te worden behandeld en dat daarom de bevoegdheid aan een Commissie diende te worden overgedragen.

17 Het akkoord benadrukt dat het principe van “onderzoek geval per geval” sowieso zal gehandhaafd blijven en dat voor elke aanvraag eventuele contra-indicaties, bijvoorbeeld van openbare orde, kunnen gelden.

Evolutie Achterstand art 9 al. 3

6194 6000

20000 22016

14588

25448

dec

03

dec

04

dec

06

dec

07

dec

08

Page 56: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

56

Deze verkeerde lectuur, de publieke nervositeit die zij enkel kon aanwakkeren, en sommige aantrekkelijke aspecten van de in 2007 nieuw ingevoerde procedures18 zijn ongetwijfeld in belangrijke mate verantwoordelijk voor de spectaculaire stijging van humanitaire aanvragen met 39,5% t.o.v. 2007. Deze stijging kan allicht niet toegewezen worden aan evenredige asielcijfers, die in 2008 slechts 10,2% hoger lagen dan in 2007. Wél dient opgemerkt dat 27% van de asielzoekers uit 2008 meervoudige aanvragers waren, en dat een haast identiek percent (26) meervoudige aanvragers terug te vinden is onder de personen die op 1 oktober 2008 nog een aanvraag regularisatie lopende hadden.19 De bewering volgens dewelke alle personen die een openstaande aanvraag regularisatie hebben “nog steeds op hun eerste antwoord wachten” steunt dus op de zoveelste foutieve perceptie.

Afgesloten aanvragen De voorstanders van een nieuwe Regularisatiecommissie hielden de jongste jaren voor dat dergelijke besluitvorming sneller zou verlopen dan de klassieke behandeling door DVZ. Ook deze mirage sneuvelt, gezien de Dienst Humanitaire Regularisaties in 2008 meer dan 22.500 aanvragen heeft afgesloten, waar de Commissie in een optimaal jaar de 14.000 afgehandelde dossiers nauwelijks overschreed.20 De DHR-productie ligt derhalve haast 60% hoger – in feite nog hoger, gezien het verschil in middelen: de commissie beschikte in haar meest productieve jaren over meer dan 200 medewerkers; het DHR- effectief nam in 2008 met 13% af en bedroeg op 31/12/08 nog 102 ambtenaren. Tussen de reorganisatie begin 2005 en 31 december 2008 is de DHR - jaarproductie, uitgedrukt in aantal afgesloten aanvragen, overigens meer dan verdubbeld, zoals de grafiek hierboven verduidelijkt. Omdat haar dikwijls geweld wordt aangedaan, moet de evidentie worden herhaald: de opdracht van DHR is niet regulariseren, maar besluitvorming waarborgen in humanitair gemotiveerde aanvragen. Deze besluitvorming moet binnen redelijke termijnen gebeuren, de wet en de intenties van de regering eerbiedigen. Concreet hield dat voor 2008 in dat de Dienst prioritair zijn oude achterstand verder moest resorberen en het hoofd moest kunnen bieden aan nieuwe input, ook al lag deze bijna 40% hoger dan in 2007.

18 In de medisch-humanitaire procedure geregeld bij Artikel 9ter VW volstaat het de kaap van de ontvankelijkheid te passeren

om meteen, in afwachting van een beslissing ten gronde, een voorlopig verblijfsdocument (type A.I.) te verkrijgen. Ter herinnering: deze kaap kan in sommige gevallen zelfs zonder bewijs van identiteit worden gepasseerd.

19 Voor meervoudige asielaanvragen, cfr. CGVS Jaarverslag 2008 geciteerd in De Morgen van 9 januari 2009; de meervoudige aanvragen regularisatie werden becijferd in een statistisch onderzoek bij DHR: de referentieperiode liep van 01 oktober 2007 tot 01 oktober 2008.

20 Omgerekend op jaarbasis sloot de Regularisatiecommissie tussen januari 2000 en juni 2002 net geteld 14.131 aanvragen af. (Parlementair antwoord QRVA 50 128 van 9 juli 2002).

22531

18957

13399 10971

5000

10000

15000

20000

25000

2005 2006 2007 2008

Page 57: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

57

10971

19371

13883

15927

12667

18957

22531

1339912

269

1479

0

2037

3

2691

1

2005 2006 2007 2008

Gezien de criteria in de loop van 2008 niet aangepast werden moest DHR daarbij de gangbare parameters hanteren, en niet deze die het regeerakkoord in het vooruitzicht stelde. Dat is precies wat de Dienst heeft gedaan. Het beslissingssaldo blijft positief spijts aanzienlijke stijging van de input; niet minder dan 22.531 aanvragen werden in 2008 beantwoord; er werden circa 27.000 verblijfsgerelateerde beslissingen21 genomen; de achterstand in Artikel 9 al. 3-procedures is voor 87% geresorbeerd en is herleid tot zowat 6.000 aanvragen22 . In hetzelfde jaar werden slechts 231 DHR - beslissingen vernietigd door de rechtscolleges die er de controle van wettelijkheid en redelijkheid op uitoefenen (Raad voor Vreemdelingenbetwistingen en Raad van State) en werden 754 beslissingen na inschatting door de interne cel Quality Control van DHR spontaan vervangen. Omdat de verwerking van de achterstand het aantal lang openstaande Art. 9 al. 3 dossiers aanzienlijk heeft doen afnemen en DHR al sinds zijn reorganisatie begin 2005 onredelijk langdurige asielprocedures prioritair regulariseert zodat deze statistische groep sterk reduceert23,

Rood : nieuwe aanvragen Blauw : afgehandelde aanvragen

Zwart : verblijfsgerelateerde beslissingen is het onder ongewijzigde criteria volstrekt normaal dat de dienstactiviteit geleidelijk op minder regularisaties uitmondt. Deze vermindering is evenwel relatief. Het aantal gunstige beslissingen (4.995) is nog steeds 80 % van 2007 en meer dan 90 % van 2005 en 2006. Weliswaar doelen deze in 2008 op 8.369 personen tegen11.335 het jaar voorheen, maar men mag niet vergeten dat het aantal personen vervat in elke aanvraag statistisch toevallig is; het aantal geregulariseerde vreemdelingen bedraagt trouwens nog steeds bijna het viervoud van de jaren 2003 en 2004, waarin 2.101 respectievelijk 2.402 personen werden geregulariseerd.

21 De uitdrukking omvat beslissingen omtrent regularisatie, omtrent verlengingen van verblijfstitels en omtrent verzoeken om

verlenging van termijn om het grondgebied te verlaten. 22 Waarvan een deel overigens door DVZ voorlopig niet kàn worden afgehandeld : zie verder in de tekst. 23 De groep personen die in het verleden onredelijk lang heeft moeten wachten op een asielbeslissing en nog niet

geregulariseerd is, was al eerder sterk verkleind, zoals Commissaris-generaal D. Van Den Bulck op 31 augustus 2007 verklaarde aan De Standaard – wat een aantal actiegroepen niet weerhoudt te beweren dat het vandaag nog steeds om zeer grote groepen gaat. Gezien de conjuncturele asielvertraging tot het verleden hoort - in 2008 ontving een derde van de asielzoekers een beslissing binnen de 3 maanden, een ander derde ontving ze binnen de 3 à 6 maanden - is het een raadsel waar die dan moeten vandaan komen, tenzij men de definitie van “onredelijk langdurige procedure” aanpast, wat vooralsnog niet is gebeurd.

Page 58: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

58

72%

5%

8%

15%

4% 35%

19% 42%

Een andere opvallende evolutie in 2008 is het toenemend aantal aanvragen waarin medische motieven worden aangehaald : zij bedroegen niet minder dan 28% van de 19.371 nieuw binnengekomen procedures; in 2006 was dit nog maar 21,7%. Zij namen dus bijna met een derde toe. Het feit dat de huidige procedure Art. 9ter in geval van ontvankelijkheid een voorlopige verblijfstitel oplevert - wat in 2006 onder de vroegere procedure Art. 9 al. 3 niet het geval was - is hier ongetwijfeld niet vreemd aan. Alleszins schijnen veel medische aanvragen ingediend te worden door personen die korte tijd voordien de verwerping meegedeeld kregen van een niet-medische aanvraag, maar de statistische gegevens hieromtrent zijn nog niet sluitend. De Gerechtelijke Sectie DVZ voert eveneens een onderzoek naar al te inschikkelijke medische getuigschriften24 . De wetswijziging van juni 2007 heeft de nieuwe procedures Art. 9bis en 9ter voorzien van een aantal voorwaarden voor ontvankelijkheid, waaronder de verplichting tot voorleggen van een identiteitsstuk, meer bepaald een paspoort of identiteitskaart. Deze door sommige organisaties verketterde regel25 die er nochtans slechts een is van primaire zorgvuldigheid26 leverde een aanzienlijk deel van de onontvankelijkheden welke in 2008 in deze nieuwe procedures werden uitgesproken. Dat in 2008 de onontvankelijkheden 82% uitmaken van alle beslissingen Art. 9bis, bijna 72% van de beslissingen 9ter maar “slechts” 42% van de beslissingen Art. 9 al. 3 heeft echter minder te maken met regels dan met het feit dat bij de resorptie van de conjuncturele achterstand Art. 9 al. 3 in 2005 en 2006 de manifeste onontvankelijkheden eerst werden afgehandeld : in wat nog overblijft van deze achterstand is hun aandeel dus kleiner.

24 Er werden inschikkelijke attesten ontdekt ten tijde van de Regularisatiecommissie, maar deze voorzag geen gerechtelijke

sectie om ze te onderzoeken. Spijts deze ervaring stelde een NGO op 29 maart 2007 nog een “alternatieve” medische regularisatieprocedure voor die van bij indiening een verblijfstitel zou opleveren (en niet onder voorwaarde van ontvankelijkheid, zoals nu het geval is) en die “ernstige ziekte” definieert als “datgene wat een arts als ernstig ziek beschouwt”. Deze naiviteit om eender welk attest prima facie te aanvaarden staat vandaag nog steeds op het Internet.

25 Na de wetswijziging van juni 2007 las men op de website van het Forum Asiel en Migratie de (overigens niet correcte) analyse dat de énige wijziging in regularisatieprocedures er in bestond dat de aanvragen voortaan om allerlei redenen kunnen onontvankelijk worden gezet.

26 De commissaris généraal van de federale politie beklemtoonde iets later (in De Morgen van 15/12/07) dat strenge controle op immigratie noodzakelijk is. Wij laten de lezer oordelen of vaststellen van de identiteit van de aanvragers getuigt van strengheid dan eerder van het meest elementaire en voorzichtige nazicht.

Page 59: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

59

82%

2%

10% 5%

Aard van de beslissingen per type procedure (Midden : Art 9 al. 3; Boven : Art. 9ter; Onder : Art. 9bis) Blauw : onontvankelijk Wit : gunstig Oranje : zonder voorwerp Groen : weigering ten gronde Op 31 december 2008 telde DHR 15.572 aanvragen in behandeling, meer bepaald 4.849 procedures onder Artikel 9bis, 4.529 onder Artikel 9ter en 6.194 conform het opgeheven Artikel 9 al. 3. Hoewel de mediaperceptie het wel eens anders verstaat betekent dit niet dat evenveel aanvragers nog op een eerste antwoord wachten, gezien - zoals al opgemerkt - meer dan een kwart meervoudige aanvragers zijn die dus eerder al minstens een weigering hebben opgelopen. Het zou evenzeer onjuist zijn te denken dat dit aantal open aanvragen een even groot aantal beslissingen zal vergen. De Dienst Humanitaire Regularisaties heeft immers tot politiek in één en dezelfde eindbeslissing alle openstaande aanvragen af te sluiten die eenzelfde verzoeker op dàt ogenblik op zijn naam heeft, door alle ingeroepen motieven gelijktijdig te beantwoorden. Tenslotte kan een groot deel van deze aanvragen niet zomaar door DVZ worden afgehandeld. In deze 15.572 verzoeken vindt men inderdaad : - 954 aanvragen die DVZ niet kan afsluiten zonder zich de bevoegdheid van andere

instanties toe te eigenen (geval van de aanvragen die ook asielmotieven inroepen waarover een asielinstantie zich nog moet uitspreken);

- 8.057 aanvragen die DVZ niet pertinent kan afsluiten in afwachting van noodzakelijke bijkomende informatie van overheden waaraan Vreemdelingenzaken geen termijnen van antwoord kan opleggen (justitiële instanties voor dossiers in strafonderzoek, gemeentelijke voor adrescontroles, enz);

- 1.356 aanvragen waarvan de beslissing, in het belang der verzoekers, in beraad wordt gehouden omdat de betrokkenen wellicht voldoen aan de in het regeerakkoord aangekondigde, maar nog niet van toepassing zijnde verbreding van criteria.

De 5.205 overige aanvragen zijn in onderzoek en hebben desgevallend reeds één stadium van beslissing bereikt (bv.: van de 4.529 openstaande aanvragen Art. 9ter ontvingen 79% nog in 2008 een beslissing van ontvankelijkheid). Een opmerking omtrent de gemiddelde behandelingstermijn voor een humanitaire aanvraag.

Page 60: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

60

De vraag naar dit gemiddelde (of de geïndividualiseerde varianten: hoe lang zal mijn dossier duren ? en Wat is de reden voor de duur van het onderzoek van mijn geval ?) wordt frequent gesteld en de Dienst is er nooit op ingegaan, omdat voor veel dossiers de afhandeling afhangt van stellingnamen of feedback van autoriteiten waarop DVZ geen gezag heeft (zie hoger). Dat kunnen rechtscolleges zijn, asielinstanties, buitenlandse ambassades en Belgische ambassades in het buitenland, de Staatsveiligheid enz. Dit is het geval van meer dan 9.000 van de 15.572 aanvragen die op 31/12/08 in behandeling waren. Mededeling van een kunstmatige “gemiddelde termijn” zou trouwens verkeerdelijk kunnen worden geïnterpreteerd als een verbintenis, tenminste onterechte verwachtingen in leven roepen. Overigens kan, voor de hierboven opgegeven reden, het al of niet afwijken van dit “gemiddelde” geen pertinente parameter zijn voor de ernst van het onderzoek van een individueel dossier. Antwoorden op termijngerichte vragen, zeker betreffende categorieën of groepen van dossiers, zou tenslotte deze dossiers telkens een de facto prioritaire aandacht verlenen die niet noodzakelijk gewettigd is en zou bovendien operationele tijd kosten die beter aan behandeling van dossiers wordt besteed. Vreemdelingenzaken beschouwt dan ook zijn beslissing om niet op termijngerichte vragen in te gaan als een keuze van deugdelijk beheer.27

V. Slotbeschouwingen Begin 2008 schreef het Centrum voor Gelijke Kansen en voor Racismebestrijding omtrent de resorptie van de achterstand inzake humanitaire aanvragen: “In de laatste drie jaar stellen we een duidelijke stijging van het aantal afgehandelde dossiers vast, wat op zijn beurt zorgt voor een daling van de achterstand”. Even verder : “Indien deze tendens zich zou bevestigen zou er sprake zijn van een omslag, wat op termijn een efficiënter beheer van regularisatieaanvragen zal toelaten” en tenslotte omtrent de betreffende statistieken : “De vragen die deze openlaten mogen ons niet verhinderen om de zeer duidelijk waargenomen positieve evolutie te onderstrepen”.28 De globale achterstand waarvan sprake had conjuncturele oorzaken die vandaag niet meer gelden. Had DVZ in de jaren 2001 - 2004 over een fractie van de effectieven van de Regularisatiecommissie beschikt, dan was de verdrievoudiging van achterstand in die periode niet gebeurd; maar uitgerekend zijn ervaren personeel werd aan de Regularisatiecommissie uitbesteed, wat deze in staat stelde nauwelijks drie maanden na haar oprichting over een georganiseerd onderzoekssecretariaat te beschikken. De conjuncturele achterstand is vandaag met 87 % geresorbeerd. De bevoegde dienst heeft gelijktijdig een afhandelingsniveau bereikt van meer dan 22.000 aanvragen per jaar en behartigt permanent, naast het nazicht op openbare orde, ook de uitvoering en opvolging van de beslissingen. Deze besluitvorming ligt bijna 60% hoger dan deze van de Regularisatiecommissie, die dezelfde uitvoerings- en opvolgingstaken niet moest waarnemen, het hoofd niet moest bieden aan een permanente instroom van aanvragen, tweemaal meer medewerkers telde en de dato december 2008 haar laatste dossiers nog moest afhandelen. Hoewel de

27 Deze optie werd gemotiveerd meegedeeld aan het College van Federale Ombudsmannen, dat nochtans met vaste

regelmaat blijft verklaringen vragen voor termijnen van lijsten dossiers en bij ontstentenis van antwoord de desbetreffende klachten merkwaardig genoeg klasseert als “gegrond wat betreft termijn van behandeling”. Op deze manier neemt het College m.a.w. een standpunt in omtrent termijnen waarvan het de oorzaak niet kent.

28 MIGRATIE, Jaarverslag 2007 CGKR, blz. 24 en 26. Een jaarverslag later, begin 2009, noemt het Centrum de DVZ-statistieken “objectieve informatie” en stelt het over de voorbije vier jaar een hogere efficiëntie vast bij de behandeling van dossiers.

Page 61: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

61

regularisatieverzoeken in 2008 met haast 40 % zijn toegenomen ten overstaan van 2007 en voor het tweede opeenvolgend jaar het aantal asielaanvragen in België overstijgen, realiseert DHR, met nochtans verminderd personeelsbestand, voor het derde opeenvolgend jaar een positief beslissingssaldo. Vreemdelingenzaken heeft geen eigen agenda. In de loop der jaren werden elke intentie van de wetgever en de regering scrupuleus geëerbiedigd en de geldende regels toegepast, of het nu ging om de omzendbrief Van den Bossche van 1998 die een eerste commissie instelde, de wet Duquesne van 1999 of de in 2007 gewijzigde procedures van de Vreemdelingenwet. Het eerste voorstel om de discretionaire besluitvorming te verfijnen (en de facto te beperken) door bv. beroep te doen op onafhankelijke artsen werd niet geformuleerd door NGO’s, zelfs niet door de wetgever, maar door Vreemdelingenzaken zelf.29 De perceptie verkiest echter clichématige beeldvorming. Hoewel binnen hetzelfde jaar 22.531 beslissingen worden genomen en slechts 231 vernietigd, blijft men het hebben over arbitrair.30 De meer dan 40.000 mensen31 die in 2008 een antwoord kregen op hun aanvraag vulden de medialenzen niet, wel enkele groepjes hongerstakers waarvan sommigen zelfs geen aanvraag hadden ingediend32. Steungroepen en middenveldorganisaties blijven het hebben over een engagement tot regularisatie van personen, terwijl het regeerakkoord deze verbintenis geenszins uitspreekt. De aandacht focust op een terugval van 3.000 in het aantal geregulariseerde personen, maar negeert het gemiddelde van 10.385, dat nog steeds geldt over de jongste vier jaar en een veelvoud is van de cijfers 2003 en 2004. Dezelfde stemmen die vaste criteria eisen en als oplossing voorspiegelen voor een (niet aangetoond) arbitrair achten het vanzelfsprekend dat zelfs deze vaste criteria nog subjectieve uitzonderingen moeten toelaten.33 Als de uitzonderingsregel die regularisatie is en moet blijven zélf nog uitzonderingen moet toelaten, stelt zich de vraag hoe “vast” deze criteria dan nog wel zijn ? De publieke perceptie beslist echter de onderliggende incoherentie niet te noteren. Het alternatief voor de huidige besluitvorming dat door deze opiniegroepen wordt voorgeschreven haalt zijn model quasi volledig uit één precedent - de in 2000 opgerichte Commissie – waarover nooit een kosten-bate analyse werd gemaakt34, nooit een jaarverslag of gedetailleerde statistische gegevens werden gepubliceerd. Het is evenwel Vreemdelingenzaken, die deze oefeningen wél doet, aan wie gebrek aan transparantie wordt verweten. Sommige puntjes horen blijkbaar dringend geplaatst te worden op sommige i’s. Niettemin komt het de administratie niet toe namens de nuchtere feiten de strijd te voeren tegen hardnekkige perceptie. Niet omdat dit een bij voorbaat verloren strijd zou zijn; wel omdat hij niet hoeft plaats te hebben.

29 In een analyseverslag van 25 april 1996 aan toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken J. Vande Lanotte. 30 Objectiviteit spreekt minder tot de verbeelding dan taaie perceptie: deze laatste overleeft zelfs bij hen die, paradoxaal

genoeg, simultaan de objectieve situatie vaststellen. Zo zag men Dhr De Witte, Directeur van het Centrum voor Gelijke Kansen (in De Morgen van 2 april 2009) verklaren dat een relatieve daling van het aantal regularisaties misschien te wijten is aan het feit “dat er sinds het regeerakkoord geen duidelijkheid meer is over de criteria”, terwijl het jaarverslag 2008 dat hij aan de pers voorstelde (blz.72) vaststelt dat het merendeel van de ongunstige beslissingen onontvankelijkheden betreft. De nieuwe normen voor ontvankelijkheid werden echter in juni 2007 ingevoerd, t.t.z. meer dan 10 maand voor het akkoord van maart 2008, en hebben dus geen enkele link met dit akkoord.

31 Dit cijfer is een benadering. Eenzelfde regularisatieaanvraag doelt doorgaans op 1,5 tot 2,5 personen. 32 Van alle personen die in 2007 en 2008 een hongerstaking ondernamen en een aanvraag om medische regularisatie

indienden werd er net geteld één (1) geregulariseerd omdat zijn medische situatie beantwoordde aan de wettelijke criteria van Art. 9ter VW.

33 “De volgende regering moet rechtvaardigheid verzoenen met menselijkheid : duidelijke regels, maar ook menselijke uitzonderingen” (P. De Gryse, directeur van een NGO, in Metro van 18 juni 2007 – onze italiek).

34 Als we het enkel over werkingsmiddelen hebben kan verwezen worden naar parlementair antwoord QRVA 50 128 van 9 juli 2002 . Op die datum bedroegen de kosten van de Commissie, na 30 maanden functioneren, reeds 442 miljoen BF.

Page 62: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

62

Feiten en perceptie zijn immers geen gelijkwaardige gesprekspartners : zij horen dan ook niet samen aan een beleidsbepalende tafel te zitten.

VI. Cijfergegevens Instroom van nieuwe aanvragen Art. 9 al. 3 Art. 9bis Art. 9ter Totaal Maandgemiddelde 2005 15.927 0 0 15.927 1.3272006 12.667 0 0 12.667 1.0552007 12.010 535 1.338 13.883 1.1572008 986 (*) 12.959 5.426 19.371 1.614 (*) door gemeentebesturen laattijdig doorgezonden aanvragen: Artikel 9 al.3 werd op 1 juni 2007 opgeheven. Verblijfsgerelateerde beslissingen Omtrent aanvragen

machtiging tot verblijf

Idem Omtrent verlenging

van verblijf

Afsluiting aanvragen machtiging

zonder voorwerp

Afg. A.I.

Totaal Besl.

Aantal afgesloten aanvragen machtiging

Gunstig Ongunstig Totaal (1) (2) (3) (4) (A) (B) (C) (D) (A+B+C+D) (A+C) 2005 5.422 5.549 10.971 1.298 ..(5).. …… 12.269 10.9712006 5.392 6.024 11.416 1.391 1.983 …… 14.790 13.3992007 6.256 9.109 15.365 920 3.592 496 20.373 18.9572008 4.995 14.610 19.605 1.986 2.926 2.394 26.911 22.531 (1) Totaal der tijdelijke en definitieve regularisaties; (2) Beslissingen van onontvankelijkheid en weigeringen ten gronde; (3) Totaal der gunstige en ongunstige beslissingen omtrent verlenging van hetzij

verblijftitels, hetzij termijnen om het grondgebied te verlaten; (4) Beheer van de afgifte van Attesten van Immatriculatie bij ontvankelijk verklaarde

aanvragen Art. 9ter; (5) Voor 2005 is dit cijfer vervat in totaal (A). Beslissingen 2008 met betrekking tot aanvragen om humanitaire machtiging tot verblijf, geventileerd per type procedure Art. 9 al. 3 Art. 9bis Art. 9ter Totaal Onontvankelijk 4.844 7.225 1.637 13.706Ongegrond 503 212 189 904Gunstig (*) 3.956 916 123 4.995Zonder voorwerp 2.156 436 334 2.926 Totaal 11.459 8.789 2.283 22.531

Page 63: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

63

(*) Tijdelijke en definitieve regularisaties Beslissingen omtrent verlenging van verblijf , per type beslissing (BIVR = inschrijving in het vreemdelingenregister ; BGV = bevel om het grondgebied te verlaten) Verlenging

BGV Verlenging

BIVR Weigering verl. BGV

Weigering verl.BIVR

Totaal beslissingen

2005 (samen : 1.189) (samen : 109) 1.2982006 583 627 170 11 1.3912007 205 643 54 18 9202008 64 1.874 3 45 1.986 Toegekende machtigingen tot verblijf, geventileerd per weerhouden hoofdmotief (De cijfers maken geen onderscheid tussen tijdelijke en definitieve regularisaties) 2005 2006 2007 2008 Gemiddelde Onredelijk langdurige asielprocedure 4.604 3.613 2.849 1.469 3.134Medisch 236 392 2.100 1.576 1.076Algemeen Humanitair 224 896 937 1.312 842Ouder van Belgisch kind 227 430 353 636 411Omzendbrief Afghanen 131 61 17 2 53 Totaal 5.422 5.392 6.256 4.995 5.516 Onderscheid tijdelijke en definitieve regularisaties, per type procedure (2008) (uitgedrukt in aantal beslissingen) Art. 9 al. 3 Art. 9bis Art. 9ter Totaal Tijdelijke regularisatie 2.552 498 123 Definitieve 1.404 418 0 Totaal 3.956 916 123 4.995 Aantal personen waarop de regularisaties doelen De cijfers doelen op regularisaties in uitvoering van de Vreemdelingenwet, niet van de wet van 22 december 1999.

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008

378 763 2.101 2.402 11.630 10.207 11.335 8.369

Page 64: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

64

Workflow-evenwicht 2008 m.b.t. de aanvragen om machtiging tot verblijf Het jaarlijks beslissingssaldo wordt gedefinieerd als het verschil tussen het aantal beslissingen waardoor aanvragen afgesloten werden en het aantal nieuw binnengekomen aanvragen. Onderstaand overzicht vertaalt, zoals verwacht, de in 2008 nog steeds als prioritair beschouwde wegwerking van de structurele achterstand inzake aanvragen ingediend onder Art. 9 al. 3 : Art. 9 al. 3 Art. 9bis Art. 9ter Jaartotaal Binnengekomen 986 12.959 5.426 19.371Afsluitingen 11.459 8.789 2.283 22.531 Saldo positief negatief negatief positief Hoewel de jaarinput steeg met niet minder dan 39,5 % t.o.v. 2007 en het personeelsbestand van de Dienst Humanitaire Regularisaties in de loop van 2008 met 13,5 % afnam, blijft de Dienst in positief beslissingssaldo, net als in 2006 en 2007. Op 31/12/2008 in onderzoek zijnde aanvragen, per type procedure

Art. 9 al. 3 Art. 9bis Art. 9ter Totaal

6.194 4.849 4.529 15.572 Personeelsbestand van de Dienst Humanitaire Regularisaties Op 31/12/08 telde DHR 102 medewerkers (overeenstemmend met 94,7 voltijdsequivalenten) Ook omtrent bovenstaande cijfers hoeft men zich geen illusies te maken : ook zij zullen door de publieke perceptie worden vervormd. Hoewel zij sinds januari beschikbaar waren en o.a. gedetailleerd werden meegedeeld aan NGO’s, meende een van hen35 ter gelegenheid van de nationale actiedag van 18 maart de cijfers betreffende het aantal geregulariseerden te kunnen ontkennen door “personen” te verwarren met “gunstige beslissingen” en van deze laatsten noch de langdurige asielprocedures, noch de medisch gunstige gevallen te vermelden, zodat het totaal van 4.995 herleid werd tot 1.950. De lezer zal oordelen hoe “objectieve criteria” moet worden verstaan uit de mond van opiniemakers die dergelijke statistische vervormingen een oefening in “objectiviteit” vinden.

35 Wij geven hier het volledig citaat: “(De Minister) zegt overal dat er 11.000 regularisaties per jaar gebeuren, doch dit is

onjuist. In 2008 werden nauwelijks 1.950 humanitaire dossiers geregulariseerd.” (Frédérique MAWET voor het Forum Asiel en Migratie, in Le Soir van 19 maart 2008, blz. 2).

Page 65: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

65

HOOFDSTUK V

TOEGANG TOT EN VERBLIJF IN HET RIJK

Page 66: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

66

I. Het kort verblijf in België I.1. De visumdienst van het kort verblijf De visumdienst staat in voor het onderzoek van de visumaanvragen voor kort verblijf (maximum 3 maanden). In tegenstelling tot de dienst lang verblijf en de dienst gezinshereniging werkt de visumdienst van het kort verblijf met andere landen samen op Schengenniveau. Sinds de inwerkingtreding van de Schengenakkoorden (1995) leveren de landen die de akkoorden ondertekend hebben (België, Oostenrijk, Tsjechië, Denemarken, Duitsland, Estland, Griekenland, Spanje, Finland, Frankrijk, Hongarije, IJsland, Italië, Litouwen, Luxemburg, Letland, Malta, Nederland, Polen, Noorwegen, Portugal, Zweden, Slovenië, Slowakije, Zwitserland) geen nationale visa voor een kort verblijf meer af, maar wel uniforme visa, de zogenaamde Schengenvisa. Hierbij gebeurt de controle van de binnenkomstvoorwaarden in principe enkel nog aan de buitengrenzen en kan men eens in het Schengengebied vrij binnen dit gebied rondreizen binnen de geldigheid van het Schengenvisum. Dit impliceert ook dat de algemene politiek met betrekking tot dergelijke korte termijn visa ook de Belgische context overstijgt. Hierbij wordt er gestreefd naar een gemeenschappelijke ruimte die de vrije circulatie van personen binnen deze ruimte garandeert, maar die tegelijkertijd ook een garantie is voor de veiligheid en de openbare orde (zie hiervoor ook punt I.2. De dienst Vision). Om een zo geharmoniseerd mogelijke toepassing te creëren van het principe van een gemeenschappelijk beleid, werd een geheel van documenten en praktijken verzameld in een voor alle Lid-Staten gemeenschappelijk document, namelijk de “Gemeenschappelijke visuminstructies” (GVI). Gezien het aantal Lid-Staten van de Schengenruimte sinds 1995 ondertussen sterk is aangegroeid en het feit dat bepaalde instructies een update behoefden, maken de “Gemeenschappelijk visuminstructies” momenteel het onderwerp uit van een revisie. Het kort verblijf is hierbij nauw betrokken. De revisie is uiteraard tevens nodig gezien de komst van het “Visa Information system (VIS)”. Het VIS-systeem is bedoeld om data met betrekking tot (Schengen)visa te kunnen uitwisselen tussen Lid-Staten. Afhankelijk van nog te nemen beslissingen omtrent het juridisch kader kunnen er de volgende potentiële voordelen zijn : - Instrument om de strijd tegen fraude te bespoedigen door de uitwisseling van informatie

tussen Lid-Staten te verbeteren en dit met betrekking tot visumaanvragen en de eindresultaten van de behandeling;

- Het versterken van de consulaire samenwerking en het verbeteren van de uitwisseling van informatie tussen de consulaire autoriteiten;

- Vergemakkelijken van controles bij externe grensposten of andere immigratie- of politiecontroleposten, om te verifiëren of de drager van het visum dezelfde persoon is als de persoon aan wie het werd toegekend;

- Een bijdrage leveren tot het voorkomen van "visa shopping"; - Het vergemakkelijken van de toepassing van de Dublin Conventie m.b.t. de vaststelling

van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag;

Page 67: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

67

- Hulp bij het identificeren en documenteren van illegalen zonder documenten en het vergemakkelijken van de administratieve procedures om personen van derde landen terug te laten keren;

- Hulp bij het beheer van het gemeenschappelijk visumbeleid en met het oog op de interne veiligheid en de strijd tegen het terrorisme.

De rechtsgrondslag voor de afgifte van Schengenvisa vinden we terug in artikel 15 van de Schengen-uitvoeringsovereenkomst en artikel 5 van de Verordening 562/2006/EG. In de GVI (Gemeenschappelijke Visuminstructies) worden de voorwaarden opgesomd voor toegang van een verblijf van ten hoogste drie maanden : - In het bezit zijn van een geldig grensoverschrijdingsdocument; - Indien vereist in het bezit zijn van een geldig visum; - Het zo nodig overleggen van documenten ter staving van het doel van het voorgenomen

verblijf en de verblijfsomstandigheden, alsmede het beschikken over voldoende middelen van bestaan, zowel voor de duur van het voorgenomen verblijf als voor de terugreis naar het land van oorsprong of voor de doorreis naar een derde staat waar de toelating is gewaarborgd, dan wel in staat zijn deze middelen rechtmatig te verwerven;

- Niet ter fine van weigering van toegang gesignaleerd staan; - Niet worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of

de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen.

Bij de bovenstaande controle van de Schengenvoorwaarden, gaat het vooral om aanvragen die we kunnen klasseren onder de categorieën toerisme en zaken, maar ook visa om medische redenen worden door het kort verblijf behandeld, en aanvragen met het oog op een huwelijk in België (niet te verwarren met de aanvragen van de dienst gezinshereniging, waar de personen reeds gehuwd zijn). Bij deze laatste categorie valt te noteren dat het kort verblijf net als de dienst gezinshereniging betrokken is bij de strijd tegen schijnhuwelijken. Bij ernstige twijfels omtrent een af te sluiten huwelijk kan het kort verblijf namelijk aan de diplomatieke post vragen om de toekomstige partner aan een interview schijnhuwelijk te onderwerpen. Wanneer uit het interview blijkt dat er gegronde redenen zijn om een af te sluiten schijnhuwelijk te vermoeden, dan schorten we de beslissing op en maken we een

schrijven over aan de Officier van de burgerlijke van de gemeente waar het huwelijk moet plaatsvinden, en dit samen met alle belangrijke stukken van het dossier. Hierbij vragen we aan de bevoegde persoon of men nog steeds akkoord is met het af te sluiten huwelijk, met het oog op de nieuwe elementen die we aanhalen. De Burgerlijke stand kan natuurlijk op zijn beurt advies vragen aan het Parket. Afhankelijk van de resultaten van dit bijkomend onderzoek wordt er dan door het kort verblijf bepaald of het visum al dan niet wordt toegekend. Nieuw is dat bij wet van 25 april 2007 (B.S. 10/05/2007) de Europese richtlijn (2004/38/EG) van 29/04/04 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de Lid-Staten voor de burgers van de Unie en hun familieleden omgezet werd in Belgisch recht. Hierdoor is het kort verblijf sinds 1 juni 2008 tevens bevoegd geworden voor de visumaanvragen kort verblijf met het oog op een geregistreerd partnerschap.

Page 68: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

68

De wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen werd tengevolge hiervan gewijzigd (o.m. de art.40 en volgende). Daarbij wijzigt een eerste K.B van 7 mei 2008 (B.S.13/05/2008) een aantal bepalingen van het KB van 08/10/81 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Een tweede KB, eveneens van 7 mei 2008 (B.S.13/05/2008), legt een aantal uitvoeringsmodaliteiten vast van de wet van 15/12/1980. De verdere opvolging op het grondgebied van de afgeleverde korte termijn visa in het kader van een geregistreerd partnerschap is vervolgens de bevoegdheid van de dienst gezinshereniging. De verwerking van de bovenstaande diverse aanvragen kort verblijf gebeurt praktisch volledig elektronisch. De meeste aanvragen worden immers in elektronische vorm ter behandeling naar het bureau gestuurd. Deze verregaande samenwerking tussen de twee Federale Overheidsdiensten biedt verschillende voordelen : - Grote tijdswinst voor visumaanvragers, aangezien er geen nood meer is om aanvragen

per diplomatieke valies te versturen; - Tijdens het transport kan men geen papieren documenten verliezen; - de beslissingen zijn transparant voor iedereen doordat men on line, via de website

www.dofi.fgov.be, het verloop van de aanvraag kan volgen; - De FOD Buitenlandse Zaken krijgt op duidelijke wijze instructies - Korte behandelingstermijnen voor aanvragen kort verblijf bij de DVZ. De statistieken voor 2007 en 2008 inzake visumaanvragen kort verblijf (ambtshalve afgifte niet inbegrepen), zijn de volgende :

2007 2008

Akkoorden 15.311 14.291

Weigeringen 30.360 30.183

Aanvragen zonder gevolg 150 363

Totaal 45.821 44.837

Zoals u kunt zien, is het aantal weigeringen bij DVZ hoog. Dit is het gevolg van het feit dat de ambassades en consulaten voor het kort verblijf ruime gedelegeerde bevoegdheden hebben om visa af te leveren (weliswaar niet voor medische redenen, met het oog op een huwelijk of een geregistreerd partnerschap), maar geen gedelegeerde bevoegdheid hebben om een visum te weigeren. De ambassades en consulaten behandelen bijgevolg zonder onze tussenkomst de positieve, bonafide dossiers, terwijl de probleemdossiers (valse documenten, eerdere weigeringen, valse verklaringen, problemen van openbare orde,…) worden overgemaakt aan het kort verblijf, waarbij deze dienst rekening houdt met zowel de positieve als negatieve elementen om vervolgens een beslissing te nemen. Het bekijken van enkel de statistieken van DVZ inzake visa kort verblijf kan bijgevolg voor de niet-kenners een vertekend beeld opleveren van de realiteit, aangezien grosso modo enkel één vierde van de aanvragen via onze diensten passeren en alle visumaanvragen van bonafide personen in principe niet in onze statistieken vervat zijn.

Page 69: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

69

De top 5-nationaliteiten die aan het kort verblijf worden overgemaakt zijn :

Land Aantal aanvragen

Marokko 6.890

Democratische Republiek Kongo 3.871

Turkije 2.656

Rusland 1.898

India 1.838

I.2. De dienst Vision Sinds de inwerkingtreding van de Schengenakkoorden (1995) leveren de landen die de akkoorden ondertekend hebben geen nationale visa voor een kort verblijf meer af, maar wel uniforme visa, de zogenaamde Schengenvisa. Om veiligheidsredenen hebben de Schengenpartners besloten om een procedure voor de voorafgaande raadpleging voor bepaalde, zogenaamd “gevoelige” nationaliteiten in te voeren. De lijst van deze nationaliteiten werd door elk van de overeenkomstsluitende partijen, in functie van hun eigen veiligheidsdoelstellingen, bepaald. De toepassing van deze procedure leidde tot de oprichting van een efficiënt en snel netwerk voor raadplegingen, in de vorm van elektronische berichten, het zogenaamde Schengenraadplegingsnetwerk, ook wel het Vision-netwerk genoemd. De diplomatieke en consulaire Schengenposten mogen geen visum kort verblijf meer afleveren voor alle aanvragen die van gevoelige nationaliteiten uitgaan zonder eerst de betrokken partners, door middel van deze procedure, te raadplegen, om zo hun toestemming te krijgen. De geraadpleegde landen beschikken over een termijn van 7 kalenderdagen om een antwoord te geven. Indien zij dit niet doen, veronderstelt men dat zij zich niet verzetten tegen het afleveren van een visum. Indien één van de geraadpleegde landen weigert, moet de toegang tot het grondgebied van de overeenkomstsluitende partijen geweigerd worden aan de betrokkene. Men mag dus geen Schengenvisum toekennen aan die persoon. Het is steeds mogelijk om, in uitzonderlijke omstandigheden, een visum af te leveren dat tot het nationaal grondgebied beperkt is (een “visum met beperkte territoriale geldigheid”), omwille van humanitaire redenen, nationale belangen of internationale verplichtingen. Artikel 17, tweede paragraaf, van de Uitvoeringsovereenkomst bepaalt wie de gevallen moet bepalen waarin de afgifte van een visum afhankelijk is van de raadpleging van de centrale autoriteit van de betrokken overeenkomstsluitende partijen en, in voorkomend geval, van de raadpleging van de centrale autoriteiten van de overige overeenkomstsluitende partijen. Artikel 5, eerste paragraaf, e, preciseert dat de vreemdeling niet mag worden beschouwd als een gevaar voor de openbare orde, de nationale veiligheid of de internationale betrekkingen van één der overeenkomstsluitende partijen. Dit laatste artikel stelt de Staten in staat om, onafhankelijk van een voorafgaande seining, de toegang of de afgifte van een visum te weigeren, met name op basis van de voorafgaand uitgevoerde raadplegingen. In België is de Dienst Vreemdelingenzaken de centrale autoriteit in het kader van deze procedure en is het de Dienst Vision die belast is met de uitvoering van de raadpleging.

Page 70: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

70

De voornaamste taak van de dienst Vision bestaat uit de zogenaamde « klassieke » raadpleging van onze Schengenpartners en het beantwoorden van de raadplegingen die zij naar ons sturen (rekening houdend met de nationaliteiten die in bijlage 5B van de Gemeenschappelijke Consulaire Instructies worden genoemd). Een andere taak van de dienst Vision is het behandelen van de « raadplegingen in geval van vertegenwoordiging ». Hierbij gaat het om de visumaanvragen die worden ingediend bij een ambassade of een consulaire post van een Schengenstaat die een andere Schengenstaat vertegenwoordigt en gesitueerd is in een land dat in de bijlage 5C vermeld wordt. In het kader van deze procedure vertegenwoordigen we, sinds 2007, Frankrijk in Kigali, en Nederland vertegenwoordigt ons niet meer in Tirana. Naast de eigenlijke « Visionraadpleging » moet de Dienst Vision alle Schengenpartners verwittigen wanneer een visum met beperkte territoriale geldigheid (TBV) werd afgeleverd door België en de adviezen in verband met het overhandigen van TBV’s die door de partners werden toegekend behandelen. Activiteitenverslag Statistieken van de aanvragen die uitgewisseld werden tussen België en zijn partners tussen 2000 en 2008 : raadplegingen van België door onze partners (in toepassing van bijlage 5B), raadplegingen in vertegenwoordiging van België van onze partners (bijlage 5C), raadplegingen van onze partners door België (bijlage 5B), raadplegingen van onze partners door België (bijlage 5C) en adviezen in verband met de afgifte van Belgische TBV’s.

Binnenkomende raadplegingen

5B

Binnenkomende raadplegingen

5C

Buitengaande raadplegingen

5B

Buitengaande raadplegingen

5C

Buitengaande adviezen

TBV’s

Totaal

2000

5.358 0 10.330 0 1.153 16.851

2001

6.307 0 10.376 0 1.385 18.077

2002

8.767 59 13.267 0 653 22.746

2003

10.681 984 19.176 0 472 31.313

2004

15.453 572 20.399 0 650 37.164

2005

16.425 730 20.292 0 1.610 39.057

2006

14.455 894 21.191 0 1.332 37.872

2007

14.678 1.361 25.682 335 949 43.005

2008

15.156 776 35.243 540 1.325 53.040

Sinds het begin van 2000 werd een zeer sterke stijging van het aantal aanvragen die uitgewisseld worden tussen de Schengenpartners en België vastgesteld (het aantal raadplegingen is meer dan verdrievoudigd). We stellen vast dat deze evolutie zich vandaag nog voortzet. Dit jaar is de stijging hoofdzakelijk te wijten aan de toetreding, in december 2007, van 9 nieuwe partners tot de Schengenruimte. Het aantal buitengaande raadplegingen is met bijna 10.000 aanvragen gestegen.

Page 71: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

71

In december 2008 werd de Schengenruimte met een nieuw land (Zwitserland) uitgebreid, waardoor er nu 25 Schengenpartners zijn (België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Italië, Oostenrijk, Griekenland, Zweden, Noorwegen, Finland, IJsland, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slowakije, Tsjechië, Slovenië, Malta en Zwitserland). In dit stadium is het moeilijk om de impact van deze uitbreiding op de stroom van de boodschappen in het netwerk te bepalen, maar deze impact zou vrij klein moeten zijn. Evolutie van de aanvragen voor raadpleging van België door onze Schengenpartners voor Congo, Rwanda en Burundi, tussen 2000 en 2008

Congo Rwanda Burundi Totaal

2000 4.710 397 261 5.368

2001 5.405 544 358 6.307

2002 7.139 1.289 339 8.767

2003 8.508 1.631 542 10.681

2004 11.260 2.594 1.599 15.453

2005 12.043 2.727 1.655 16.425

2006 11.027 1.960 1.562 14.452

2007 11.301 1.913 1.459 14.673

2008 11.851 2.394 893 15.138

Het is moeilijk om commentaar te geven op deze cijfers, maar het is blijkbaar nog steeds even gemakkelijk om een visum kort verblijf te bekomen bij de Duitse en vooral Franse diplomatieke posten. Deze twee landen zijn goed voor het grootste gedeelte van de aanvragen voor raadpleging die door België worden ingediend. We stellen een belangrijke stijging, relatief gezien, van het aantal aanvragen uit de noordelijke landen (aanvragen die 2 jaar geleden bijna niet voorkwamen) vast. I.3. De dienst Kort Verblijf / opvolging Doel van deze cel : het verzekeren van de opvolging van de verblijven van minder dan 3 maanden van elke buitenlandse onderdaan die op het Belgisch grondgebied aanwezig is. Elke persoon die voor een periode van minder dan 3 maanden naar België komt en niet in een hotel verblijft, moet zich bij het gemeentebestuur aanbieden om er het vereiste document te ontvangen.

Page 72: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

72

Dit werk omvat verschillende fases : 1 ° De ontvangst en de controle van de documenten die door de gemeentebesturen aan ons

worden overgemaakt, of de betrokkene nu al dan niet aan de visumplicht onderworpen is: aankomstverklaringen voor de niet-Europese onderdanen, bijlagen 3 ter voor de Europese onderdanen. Indien er sprake is van een vergissing wordt een verzoek tot rechtzetting naar het betrokken gemeentebestuur gestuurd.

2 ° Indien de verlenging van een van de bovengenoemde documenten wordt aangevraagd :

het onderzoek van de aanvraag volgens zeer precieze criteria. Dit onderzoek leidt tot een akkoord, indien het geval als ernstig beschouwd wordt en aan de criteria beantwoordt, of tot een bevel om het grondgebied te verlaten, indien de aanvraag niet aan de voorwaarden voor de verlenging beantwoordt. In sommige gevallen wordt bijkomende informatie gevraagd, om de aanvraag zo objectief mogelijk te kunnen onderzoeken.

3 ° De opvolging van de genomen beslissingen: wanneer een verlenging of een bevel om

het grondgebied te verlaten vervalt, wordt er overgegaan tot een onderzoek van de verblijfplaats, om na te gaan of de betrokkene het grondgebied daadwerkelijk verlaten heeft. Indien dit niet het geval is, wordt een bevel om het grondgebied te verlaten afgegeven, indien dit nog niet gedaan werd, of wordt het dossier voor verder gevolg overgemaakt aan het bureau Clandestienen.

4 ° Indien de dienst “visa/kort verblijf” een visum toekent, maar twijfel koestert in verband

met het vertrek van de betrokkene, wordt er overgegaan tot een onderzoek van de verblijfplaats, om na te gaan of de persoon het grondgebied verlaten heeft, en of het nodig is om daar eventueel het bevel toe te geven.

5 ° In samenwerking met het bureau P, dat zich met de schijnhuwelijken bezighoudt, afgifte

van de bevelen om het grondgebied te verlaten, indien de procureur of de officier van de burgerlijke stand het huwelijk niet wil voltrekken.

Cijfers voor het jaar 2008 Afgifte bijlage 3 ter (met inbegrip van voormalige bijlagen 22) : 12.797 (Europese Unie). Afgifte van aankomstverklaringen : 17.737 (niet-EU) TOTAAL : 30.534 Dit cijfer is lager dan het aantal afgegeven toeristische visa, omdat verschillende personen zich niet aanmelden bij het gemeentebestuur of zich enkel naar het gemeentebestuur begeven wanneer ze problemen hebben. De personen die zich naar het hotel begeven worden ook niet meegeteld. In 2008 werden ongeveer 1.500 verlengingen van verblijf toegestaan. 1.841 bevelen om het grondgebied te verlaten werden afgegeven, 1254 in Brussel en in Wallonië, 587 in Vlaanderen. In totaal werden 10.137 dossiers behandeld door de cel (verlengingen, bevelen om het grondgebied te verlaten en opvolging).

Page 73: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

73

Problemen waarmee DVZ in 2008 geconfronteerd werd 1° Dossiers in-vitrobevruchting : aangezien België op dit gebied aan de top staat willen verschillende personen dit soort behandeling in België volgen. Het gaat hoofdzakelijk om Arabische onderdanen die uit rijke landen komen en ten laste worden genomen door hun Ambassade. In verband met de begeleidsters werden er gevallen van mensenhandel ontdekt. 2° De aanwezigheid van verschillende Braziliaanse onderdanen op ons grondgebied wordt steeds zichtbaarder. Aangezien ze niet aan de visumplicht onderworpen zijn, hebben ze recht op een toeristisch verblijf van 90 dagen op ons grondgebied. Men stelt vast dat velen onder hen van dit verblijf gebruik maken om te trouwen en dat steeds meer Brazilianen op het grondgebied blijven (onregelmatig verblijf), geen gehoor geven aan de bevelen om het grondgebied te verlaten of erin slagen om hun kinderen als Belg te laten erkennen. Dit fenomeen lijkt op het Ecuadoriaans fenomeen, waarmee we een tiental jaren geleden geconfronteerd werden. 3° Het verschijnen van de bijlagen 3 ter sinds juni 2008 voor de Europese landen. Dit document wordt hoofdzakelijk aan Polen, Roemenen en Bulgaren afgegeven. De Roemenen en Bulgaren gaan vaker naar Wallonië en Brussel, waarbij ze verklaren dat hun verblijf puur toeristisch is. Vlaanderen, en met name Limburg, wordt met een echt fenomeen van economische immigratie geconfronteerd. Verschillende Polen (73,7% van de arbeidskaarten) werken in de tuinbouwsector of in de bouwsector. Hun documenten zijn in orde en ze zijn in het bezit van een arbeidskaart die geldig is voor een periode van 1 tot 3 maanden. Het werk van kort verblijf wordt dus zwaarder als gevolg van de massa en het aantal aanvragen voor inlichtingen van de gemeentebesturen. II. Het lang verblijf in België II.1. Lang Verblijf / Niet-EU In juni is de wijziging van de wetgeving met betrekking tot het verblijf van de Europese burgers van kracht geworden, met name de uitbreiding van het begrip familieleden tot de samenwonenden. In september werd de dienst economische migratie (smedem) opgericht. De organisatie van de dienst lang verblijf werd tweemaal gewijzigd.

Statistieken behandeling januari / september 2008 alle categorieën behalve studenten

Nieuwe aanvragen posten (MVV)* 1.897Nieuwe aanvragen gemeenten ( 9bis)* 1.209Verlenging verblijf (BIVR) 6.533Toekenning verblijf van onbepaalde duur 703Aanvragen identiteitskaart 1.949Nieuwe inschrijving na schrapping 413

Page 74: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

74

* buiten gevallen van ambtshalve afgifte MVV : Machtiging tot voorlopig verblijf BIVR : Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister Opmerking : De nieuwe reglementering inzake de gezinshereniging heeft tot gevolg dat de samenwonenden die aan de vereiste voorwaarden voldoen geen aanvraag voor een MVV, met toepassing van artikel 9 of 9bis, meer moeten indienen. Uit het onderzoek van de nieuwe verblijfsaanvragen die bij de posten in het buitenland worden ingediend komt er echter geen kwantitatief verschil vóór en na 1/06 naar voren. Het totaal aantal aanvragen* dat bij de gemeentebesturen werd ingediend is daarentegen sterk gedaald (871 vóór 1/06 – 663 na 1/06, dus een gemiddelde van 174 aanvragen/maand voor de 5 eerste maanden, tegenover 94/maand voor de 7 laatste maanden). ° Zonder onderscheid volgens categorie, aangezien de economische migratie vóór de maand oktober niet afzonderlijk geteld wordt.

MVV : Machtiging tot voorlopig verblijf BIVR : Bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister

Statistieken behandeling oktober/december 2008 economische migratie Nieuwe aanvragen posten (MVV)* 294 akkoorden

40 weigeringen 20 opschortingen

354

Nieuwe aanvragen gemeenten ( 9bis)* 183 akkoorden + 14 weigeringen 197

Verlenging verblijf (BIVR) : 2.943 akkoorden + 20 weigeringen 2.963

Toekenning verblijf van onbepaalde duur 278 akkoorden + 18 weigeringen 296

Andere (onderzoek;….)

111Aanvragen identiteitskaart

0Nieuwe inschrijving na schrapping

0Statistieken behandeling oktober/december 2008 niet-economische migratie

Nieuwe aanvragen posten (MVV)* 140 beslissingen 140

Nieuwe aanvragen gemeenten ( 9bis)* 140 akkoorden + 36 weigeringen + 184 onontvankelijk

360

Verlenging verblijf (BIVR) : 1.715 akkoorden + 10 weigeringen 1.725

Toekenning verblijf van onbepaalde duur 228 beslissingen 228

Andere (onderzoek;….)

206 Aanvragen identiteitskaart 1.308Nieuwe inschrijving na schrapping

114

Page 75: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

75

II.2. Lang Verblijf / Studenten II.2.1. Statistieken van de FOD Buitenlandse Zaken

Om een globaal beeld te hebben van de immigratie die verbonden is met de status van student heeft de FOD Buitenlandse Zaken alle algemene cijfers, per post, van het totaal aantal visa voor studies die gedurende het afgelopen jaar werden aangevraagd overgemaakt. Aangezien de posten over een bevoegdheid tot afgifte beschikken indien het dossier van de student volledig is, beschikt de Dienst Vreemdelingenzaken slechts over gedeeltelijke cijfers: die van de dossiers die overgelegd worden door de diplomatieke of consulaire posten. Wereldwijd werden in 2008 9476 aanvragen voor een MVV voor studies geregistreerd. De genomen beslissingen zijn als volgt verdeeld.

Afgifte Weigering Totaal aantal

aanvragen MVV studies Ambtshalve Advies DVZ Ambtshalve Advies DVZ

In afwachting

5.777 1.356 410 1.459 9.476

7.133 1.869 474

Eerste vaststelling : het aandeel van de visa die ambtshalve afgegeven worden door de posten is groot. Meer dan 60% van de MVV’s voor studies worden zonder raadpleging van de Dienst Vreemdelingenzaken afgegeven. In totaal worden slechts 29% van de aanvragen overgelegd voor een raadpleging van de Dienst Vreemdelingenzaken. Tweede vaststelling : het totale percentage van de afgifte van MVV’s voor studies is zeer hoog (75%). Het percentage van de gevallen waarin een visum inzake deze materie geweigerd wordt is klein: minder dan 20% van de aanvragen worden afgewezen. II.2.2. Tabel inzake het totaal aantal aanvragen voor een MVV voor studies die in 2008 behandeld werden door het bureau Lang Verblijf Studenten

Behandelde aanvragen Akkoord Weigering Opschorting Totaal

Art. 58 851 615 13 1.479Art. 9 (privé-scholen) 172 228 1 401Middelbaar onderwijs 18 69 0 87GH-10bis 139 43 33 215Beursstudenten 56 0 0 56Totaal 1.236 955 47 2.238

Page 76: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

76

Meer dan 42% van de aanvragen worden met een negatieve beslissing tot weigering van afgifte van het visum afgesloten. De aanvragen die gebaseerd zijn op een attest dat afkomstig is van een « openbare » onderwijsinstelling zijn goed voor 72% van het totaal aantal aanvragen. De privé-scholen zijn goed voor 17% van het totaal aantal aanvragen. 56% van de aanvragen van deze categorie worden afgewezen. De voornaamste redenen voor de weigering zijn het gebrek aan continuïteit tussen de beoogde opleiding en de studies of de vorige beroepsactiviteit, een belangrijke onderbreking van de cursus en, in zekere mate, een totaal gebrek aan kennis inzake de beoogde opleiding. De verzoeken tot gezinshereniging met een student zijn goed voor iets minder dan 10% van het totaal aantal aanvragen en het afgiftepercentage van het visum bedraagt bijna 65%. De beslissingen tot weigering zijn over het algemeen verbonden met het feit dat de financiële middelen van de student die zijn familie wil laten komen niet volstaan. Voor dit type aanvraag wordt ook het grootste aantal beslissingen tot opschorting genomen (15%) : deze beslissing wordt in afwachting van het gemeentelijk huisvestingsattest en/of het attest van de mutualiteit genomen. Ten slotte werden zeer weinig aanvragen voor beursstudenten geregistreerd. Dit is te wijten aan het feit dat de posten bevoegd zijn om de MVV voor dit type aanvragers ambtshalve af te geven, om de procedure zo vlot mogelijk te laten verlopen. II.2.2.1. Vergelijking 2007/2008 De volgende tabel heeft tot doel het aantal beslissingen die in 2007 en 2008 genomen werden, en dus de activiteit van het bureau tijdens deze periode, met elkaar te vergelijken. Deze cijfers hebben enkel betrekking op de beslissingen die bij de Dienst Vreemdelingenzaken genomen werden en houden geen rekening met de ambtshalve afgifte of weigering door de Belgische vertegenwoordigingen in het buitenland. Behandelde aanvragen

Akkoord Weigering Opschorting Totaal

2007 2008 2007 2008 2007 2008 2007 2008

Art. 58 671 851 1.050 615 11 13 1.732 1.479

Art. 9 (privé-scholen) 118 172 306 228 1 1 425 401

Middelbaar onderwijs

5 18 56 69 1 0 62 87

GH – 10bis 160 139 71 43 41 33 272 215

Beursstudenten 37 56 0 0 0 0 37 56

Totaal 991 1.236 1.483 955 54 47 2.528 2.238 In totaal stelt men vast dat het aantal dossiers die tussen 2007 en 2008 voor een uiteindelijke beslissing aan de Dienst Vreemdelingenzaken voorgelegd werden met 12% gedaald is. Tussen 2006 en 2007 werd al een daling van meer dan 20% genoteerd. In 2008 bedroeg het afgiftepercentage van de MVV’s voor studies 55%, tegenover 50% in 2007; dit betekent dat dit percentage tussen de twee jaren met 5% gestegen is. Deze lichte stijging kan door een betere kwaliteit van de door de vreemdelingen ingediende dossiers

Page 77: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

77

verklaard worden. De dossiers zijn volledig en in veel gevallen stelt men vast dat de vreemdeling zijn onderhoud voorbereid heeft wanneer hij zijn aanvraag indient. II.2.2.2. Verdeling van de aanvragen per nationaliteit De onderstaande tabel vermeldt de belangrijkste nationaliteiten waarvoor de aanvragen voor een MVV behandeld werden door het bureau Lang Verblijf Studenten.

Land Aantal aanvragen

1. Kameroen 402

2. Marokko 162

3. Congo (DRK) 141

4. China (Volksrep.) 139

5. Algerije 100

Het meest opvallende fenomeen is de algemene daling van het aantal aanvragen, met uitzondering van Kameroen en Algerije. Ondanks de uitgebreide bevoegdheid tot afgifte en weigering waarover Marokko en Congo beschikken staan deze landen op de tweede en derde plaats. Dit kan enerzijds verklaard worden door het feit dat de bevoegdheid enkel betrekking heeft op de aanvragen die worden ingediend op basis van een inschrijving in een instelling die erkend, gesubsidieerd of georganiseerd wordt door de openbare overheden, en anderzijds door het feit dat de posten nog steeds dossiers waarvoor ze niet zeker zijn van hun beslissing opsturen. II.2.2.3. Behandelingstermijnen In 2008 bedroeg de gemiddelde termijn voor de behandeling van de aanvragen voor een MVV voor studies 10 werkdagen. II.2.3. Studentenverblijven II.2.3.1. Nieuwe verblijven Onder « nieuwe verblijven » wordt het volgende verstaan : de vreemdelingen die gekomen zijn onder dekking van hun geldig nationaal paspoort dat, indien dat vereist is, voorzien is van een visum kort verblijf, evenals de vreemdelingen die in een andere hoedanigheid reeds gemachtigd zijn tot een verblijf in België en die een machtiging tot voorlopig verblijf aanvragen om hogere studies verder te zetten in België. Ze zijn goed voor ongeveer 30% van de beslissingen die in de loop van het jaar genomen werden. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen de personen die hogere studies willen volgen aan een door de overheid georganiseerde, erkende of gesubsidieerde onderwijsinstelling (art.58) en de personen die een opleiding willen volgen die georganiseerd wordt door een privé-instelling (art. 9bis). De overgang van een status naar een andere status wordt ook als een nieuw verblijf beschouwd.

Page 78: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

78

Algemeen gezien wordt de status van student in meer dan 47% van de gevallen toegekend. In tegenstelling tot de visumaanvragen is het weigeringspercentage kleiner wanneer het om privé-instellingen gaat (42%) dan wanneer het om erkende instellingen gaat (49%). De beslissingen die betrekking hebben op een machtiging tot verblijf die gebaseerd is op een inschrijving voor een privé-opleiding zijn goed voor iets meer dan 15% van het totaal aantal beslissingen die in 2008 geregistreerd werden. II.2.3.2. Opvolging en einde van het verblijf Opvolging van het verblijf De gemeentebesturen zijn bevoegd om het BIVR van studenten die aan de verblijfsvoorwaarden voldoen ambtshalve te verlengen. Slechts een gedeelte van de aanvragen voor verlenging van het verblijf wordt dus door de DVZ behandeld. Behandeld

Akkoord Weigering Totaal

Verlenging van de verblijfstitel – art. 58 943 36 979

Verlenging van de verblijfstitel – art. 9 30 32 62

Totaal 973 68 1.041

Einde van het verblijf In totaal werden 336 verwijderingsmaatregelen genomen ten opzichte van vreemdelingen die niet meer aan de voorwaarden voor het verblijf als student voldeden. II.3. Lang Verblijf / EU II.3.1. Inleiding In 2008 werd de Europese richtlijn 2004/38 definitief omgezet in nationaal recht. Deze wetswijziging werd van kracht op 1 juli 2008. De wetswijziging heeft implicaties gehad voor bureau Lang Verblijf. Eerst en vooral werd er beslist om een aparte sectie op te richten binnen Lang Verblijf. De EU-reglementering wordt vanaf 2008 samen met de fraudereglementering behandeld bij de sectie EU en fraude. 10 medewerkers aan Franstalige kant en evenveel medewerkers aan Nederlandstalige kant zorgen voor een efficiënte behandeling van verblijfsaanvragen van EU-onderdanen in België. II.3.2. De wetgeving in een notendop De wetswijziging is gebaseerd op een Europese richtlijn van 2004. Zo dienen alle EU-burgers die meer dan 3 maanden in België wensen te verblijven zich in te schrijven bij de

Behandeld Akkoord Weigering

Totaal

Machtiging tot verblijf (Art. 58/3) 244 234 478

Machtiging tot verblijf – privé-scholen (Art. 9bis)

51 37 88

Totaal 295 271 566

Page 79: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

79

gemeente/stad waar ze verblijven, dit op straffe van boete. EU-burgers die minder dan drie maanden naar België komen en niet in een hotel,.. verblijven, dienen zich binnen de tien dagen aan te melden bij het gemeentebestuur. Deze personen krijgen een attest van melding van aanwezigheid (bijlage 3ter). EU-burgers die meer dan drie maanden wensen te blijven dienen een verklaring tot inschrijving of bijlage 8 aan te vragen bij het gemeentebestuur. Bij een positieve beslissing en positieve woonstcontrole worden de EU-burgers ingeschreven in het Vreemdelingenregister. Met de nieuwe wetswijziging is het ook mogelijk om de EU-burgers in het wachtregister te zetten. Op die manier bekomt de EU-burger reeds een verblijfsdocument vooraleer een woonstcontrole wordt uitgevoerd. Na een positieve woonstcontrole kan de EU-burger dan ingeschreven worden in het Vreemdelingenregister. Ook kan het verblijf van de EU-burger ingetrokken worden indien enerzijds blijkt dat hij/zij geen zelfstandige of werknemer meer is of anderzijds indien blijkt dat hij/zij een onredelijke belasting vormt voor het sociaal bijstandsstelsel van het Rijk. De intrekking is enkel mogelijk indien de betrokkene nog geen duurzaam verblijfsrecht heeft in België. In de laatste maanden van 2008 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken slechts 8 dossiers geweigerd waaruit bleek dat de betrokkene niet meer voldeed aan de voorwaarden van zelfstandige of werknemer of waaruit bleek dat hij of zij een onredelijke belasting vormt voor het sociale bijstandstelsel. In de toekomst zal de Dienst Vreemdelingenzaken echter meer middelen ter beschikking krijgen om dergelijke dossiers te detecteren, hetgeen zal resulteren in een stijging van het aantal weigeringen tot verblijfsrecht. Het duurzaam verblijfrecht wordt toegestaan na 3 jaar in het Rijk. De EU-burger wordt ingeschreven in het bevolkingsregister en krijgt een E+-kaart of een bijlage 8 bis. De wet bepaalt ook nog uitzonderingen op die termijn van 3 jaar. Zo gelden bijvoorbeeld voor familiehereniging en studenten andere regels. De EU-burgers die vroeger in het bezit waren van een blauwe kaart voor EU-burgers, krijgen ook automatisch een E+-kaart of bijlage 8 bis bij hernieuwing. II.3.3. Enkele cijfergegevens De EU-sectie verricht veel werk per maand. Zo dient deze sectie gemiddeld een 2500 faxen per maand te verwerken. Dit komt neer op meer dan 125 faxen per dag. Het aantal opgenomen telefoons situeert zich rond de 1300 per maand. Met twintig werkdagen in een maand komen we aan 65 telefoons per dag. Ook worden er meer dan 2000 bijlagen 8 afgeleverd aan EU- burgers. Onderstaande grafiek geeft een idee van het aantal binnenkomende faxen, het aantal opgenomen telefoons, het aantal afgeleverde bijlagen 8 door de gemeente en het aantal aanvragen tot verklaringen tot inschrijvingen van het laatste trimester 2008. We hebben enkel deze laatste 4 maanden in rekening gebracht, aangezien de wetgeving en de oprichting van deze sectie redelijk nieuw is. Tevens dient nog vermeld te worden dat de cijfers van de maand november en december een vertekend beeld kunnen geven, aangezien deze maanden minder dan 20 werkdagen hebben. De logistiek heeft een zware impact op de werking van de cel.

Page 80: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

80

0

500

1000

1500

2000

2500

3000

3500

4000

4500

sept okt nov dec

laatste trimester 2008

ho

ev

ee

lhe

id

faxen

opgenomen tel

bijlage 8

bijlage 19

II.4. Lang Verblijf / Fraudecel II.4.1. Inleiding De cel Fraude werd in 2006 opgericht, naar aanleiding van het vaststellen van onregelmatigheden bij de regularisatiewet van december 1999. Zo beslist de cel of de verblijfsvergunning al dan niet ingetrokken wordt nadat fraude is ontdekt. De fraude wordt onderzocht nadat de betrokkene een paspoort voorlegt waarvan de identiteit verschillend is van bij zijn eerste verklaring of via verkregen informatie van politiediensten,.. II.4.2. Cijfergegevens In 2008 heeft de fraudecel 1568 beslissingen genomen. Daarvan werden 996 beslissingen naar de gemeente doorgestuurd tot wijziging van de identiteit van de betrokkene. 466 beslissingen werden doorgestuurd naar het Rijksregister om een dubbel nationaal nummer te annuleren. Immers, indien iemand verandert van geboortedatum,dan dient het nationaal nummer aangepast te worden. 106 beslissingen hebben geleid tot een intrekking van de regularisatie. In de meeste gevallen betrof het regularisatie met betrekking art. 9 bis van de wet van 15/12/1980. II.4.3. Top 5 nationaliteiten 1) 20 intrekkingen - nationaliteit Joegoslavië-Albanië; 2) 7 intrekkingen - nationaliteit Azerbeidjan-Armenië; 3) 5 intrekkingen - nationaliteit Israël; 4) 5 intrekkingen - nationaliteit Irak; 5) Daarnaast werden ook in 2008 verblijfsvergunningen ingetrokken - nationaliteit Marokko, dit in het kader van nietigheidsverklaring huwelijk.

Page 81: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

81

III. De gezinshereniging III.1. Bevoegdheden van de dienst Gezinshereniging De Dienst Gezinshereniging behandelt de verzoeken tot gezinshereniging op grond van de artikelen 10, eerste lid, 1°, 4°, 5°, 6°, 7° en 10bis, § 2 van de wet van 15 december 1980 (verzoek tot gezinshereniging met een niet-Europeaan) en op grond van de artikelen 40bis en 40ter van dezelfde wet (verzoek tot gezinshereniging met een burger van de Unie of een Belg). De wet van 25 april 2007 (BS 10/05/2007) heeft de Europese richtlijn 2004/38/EG van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden omgezet in het Belgisch recht. Deze richtlijn is op 1 juni 2008 van kracht geworden. Bijgevolg werd de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen gewijzigd (art. 40 en volgende). Een eerste KB van 7 mei 2008 (BS 13/05/2008) heeft een aantal bepalingen van het KB van 08/10/81 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen gewijzigd. Een tweede KB, dat eveneens op 7 mei 2008 gedateerd is (BS 13/05/2008), heeft bepaalde uitvoeringsmodaliteiten van de wet van 15/12/1980 vastgelegd. Volgens artikel 40bis van de wet van 15 december 1980 worden de volgende personen als familielid van de burger van de Unie beschouwd: 1) De echtgenoot of de vreemdeling waarmee een geregistreerd partnerschap werd gesloten dat beschouwd wordt als zijnde gelijkwaardig met het huwelijk in België, die hem begeleidt of zich bij hem voegt. De landen waarin een dergelijk partnerschap momenteel bestaat zijn Denemarken, Duitsland, Finland, IJsland, Noorwegen, het Verenigd Koninkrijk en Zweden; 2) De partner, die hem begeleidt of zich bij hem voegt, met wie de burger van de Unie overeenkomstig een wet een geregistreerd partnerschap heeft afgesloten, voor zover het gaat om een naar behoren geattesteerde duurzame en stabiele relatie die al minstens een jaar duurt, zij beiden ouder dan 21 jaar en ongehuwd zijn en geen duurzame relatie hebben met een andere persoon. De minimumleeftijd van de twee partners wordt teruggebracht tot 18 jaar, wanneer zij het bewijs leveren dat zij voor de aankomst in het Rijk van de vreemdeling die vervoegd wordt, reeds tenminste een jaar samengewoond hebben; 3) De bloedverwanten in neergaande lijn, alsmede die van de echtgenoot of partner als bedoeld onder 1° en 2°, die jonger zijn dan 21 jaar of die te hunnen laste zijn, die hen begeleiden of zich bij hen voegen. Voor een gezinshereniging met een student is het recht beperkt tot de kinderen of die van de partner/echtgenoot, die jonger zijn dan 21 jaar en ten laste zijn; 4) De bloedverwanten in opgaande lijn, alsmede die van de echtgenoot of partner als bedoeld onder 1° en 2°, die te hunnen laste zijn, die hen begeleiden of zich bij hen voegen; de studenten, burgers van de Unie, kunnen hun bloedverwanten in opgaande lijn niet laten komen; de Belgen moeten bovendien het bewijs leveren dat ze over stabiele, regelmatige en voldoende bestaansmiddelen beschikken, om te voorkomen dat hun

Page 82: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

82

bloedverwanten in opgaande lijn ten laste vallen van de openbare overheden, en een ziektekostenverzekering onderschrijven die de risico’s in België dekt. Krachtens artikel 40ter van de wet van 15 december 1980 worden de familieleden van een Belg gelijkgesteld met de familieleden van een burger van de Unie. De Dienst Gezinshereniging is samengesteld uit 2 bureaus : - Het Bureau Visa, dat de aanvragen voor een visum gezinshereniging die in het

buitenland, via de diplomatieke en consulaire post, worden ingediend, behandelt; - Het Bureau Verblijf (Franstalige en Nederlandstalige cel), dat zich bezighoudt met de

opvolging op het niveau van het verblijf van de aanvrager die zijn visum gezinshereniging bekomen heeft en de behandeling van de verzoeken tot gezinshereniging die in België worden ingediend.

III.2. Evolutie van de beveiligde DNA-procedure in het kader van de aanvragen voor een visum “gezinshereniging”

De bepalingen van de wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen die betrekking hebben op de gezinshereniging vereisen dat het bewijs van de verwantschapsband tussen de aanvrager en de persoon met wie men wordt herenigd wordt overgelegd.

Om het niet bewijskrachtig karakter van bepaalde documenten van de burgerlijke stand of de afwezigheid van die documenten, als gevolg van de vernietiging van de registers van de burgerlijke stand, te compenseren, hebben de FOD Buitenlandse Zaken en de FOD Binnenlandse Zaken een beveiligde procedure uitgewerkt en ingevoerd. Dankzij deze procedure kunnen de aanvragers die dat wensen een beroep doen op de DNA-procedure om de afstammingsband vast te stellen, in

het kader van een aanvraag voor een visum “gezinshereniging” op grond van artikel 40 bis/ter of artikel 10/10 bis van de wet van 15 december 1980. Deze mogelijkheid die de aanvrager wordt aangeboden past in het kader van het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het kind, aangezien de zo uitgevoerde genetische test het mogelijk maakt om de gezinshereniging te bevorderen. In september 2003 werd deze beveiligde procedure bij 8 diplomatieke of consulaire posten opgestart. Momenteel gaat het om 21 posten (Abidjan, Addis Abeba, Islamabad, Kinshasa, Lagos, Lubumbashi, New Delhi, Peking, Shanghai, Kigali, Nairobi, Dakar, Bangkok, Manilla, Kampala, Bujumbura, Yaoundé, Caracas, Teheran, Cotonou en Kanton). Statistieken Sinds het begin (van september 2003 tot 31 december 2008) werden 4.486 aanvragen voor DNA-tests (bijlage 2) (= 2.181 dossiers) ingediend.

Page 83: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

83

Nadat ze afstand hadden gedaan van de procedure of meegedeeld hadden dat ze niet meer geïnteresseerd waren heeft men voor 484 personen (191 dossiers) geen beroep gedaan op een test. Daardoor komt het totaal aantal op 4.002 aanvragers voor 1.990 dossiers te staan. Resultaten

Reeds uitgevoerde tests = 3.731 aanvragen (voor 1.831 dossiers) 3.475 tests hebben een positief resultaat opgeleverd 256 tests hebben een negatief resultaat opgeleverd. De belangrijkste posten zijn Abidjan, voor Ghana (ongeveer 23,80 %), Kinshasa (ongeveer 20,26 %) en Islamabad (voor de Afghanen en Pakistani) (ongeveer 16,93 %) (weinig dossiers, maar zeer grote families). Men stelt vast dat ongeveer 6,86 % van het totaal aantal uitgevoerde tests negatief is. In detail : - Voor Ghana: ongeveer 14,18 % van de tests is negatief; - Voor Kinshasa: ongeveer 9,39 % van de tests is negatief; - Voor Islamabad: ongeveer 0,63 % van de tests is negatief. III.3. Activiteiten van de dienst Visa Gezinshereniging Allereerst moet herinnerd worden aan het feit dat de diplomatieke of consulaire posten in bepaalde gevallen een visum dat in het kader van een gezinshereniging wordt gevraagd ambtshalve kunnen afgeven. De hieronder vermelde cijfers bieden dus geen volledig overzicht van de problematiek van de gezinshereniging, maar ze geven wel een beeld van de activiteit van de dienst. 17.214 beslissingen (in plaats van 15.315) werden genomen, waaronder : - 10.059 beslissingen om een visum toe te kennen (in plaats van 8.407 in 2007); - 3.477 beslissingen om een visum te weigeren (in plaats van 2.970 in 2007) - 3.657 beslissingen tot opschorting (in plaats van 3.922), waaronder

- 67,4 % (in plaats van 69,4 %) in afwachting van de overlegging van aanvullende documenten

- 32,6 % (in plaats van 30,6 %) in afwachting van het advies dat door het parket wordt uitgebracht na een onderzoek dat door het parket in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken wordt uitgevoerd

- 21 zonder voorwerp. In vergelijking met vorig jaar is het aantal visumaanvragen dat door de diplomatieke of consulaire posten voor een machtiging naar de Dienst Vreemdelingenzaken wordt gestuurd gestegen (13.659 in 2008, in plaats van 11.643 in 2007). III.4. Betrokkenheid van de dienst Visa Gezinshereniging bij de strijd tegen de schijnhuwelijken Sinds 1 april 2005 is de Dienst Visa “Gezinshereniging” belast met de materie van het parket, voor de individuele dossiers die door de dienst moeten worden behandeld.

Page 84: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

84

Indien er ernstige twijfel bestaat met betrekking tot de werkelijkheid van een huwelijk stuurt het bureau visa gezinshereniging een vraag om een advies met betrekking tot de erkenning van de gevolgen van het huwelijk in België naar het parket. Elke aanvraag wordt individueel onderzocht en enkel indien de twijfel voldoende gestaafd is en op duidelijke en concrete aanwijzingen berust zal een dergelijk advies gevraagd worden. Deze vragen om advies worden op basis van de combinatie van verschillende criteria, die vermeld worden in de omzendbrief inzake de wet van 4 mei 1999 tot wijziging van een aantal bepalingen betreffende het huwelijk, geselecteerd. In de loop van het jaar 2008 heeft de dienst visa gezinshereniging 1.128 adviezen gevraagd aan de parketten (6,5 % van de genomen beslissingen). De parketten hebben 1.040 adviezen uitgebracht, waaronder : - 445 positieve adviezen (42,8 %, in plaats van 50,55 % in 2007); - 571 negatieve adviezen (54,9 %, in plaats van 49,55 % in 2007); - 24 adviezen waarin ze geen uitspraak konden doen (2,3 %); - 16 % werden binnen een termijn van 2 maanden, te rekenen vanaf de vraag om het

advies, uitgebracht; - 39,9 % werden binnen een termijn van 4 maanden uitgebracht; - 56,2 % werden binnen een termijn van 6 maanden uitgebracht. Opmerking : in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken stellen de wijzigingen van de wetgeving, zowel in artikel 10/10bis als in artikel 40bis/40ter, het bureau verblijf gezinshereniging in staat om een opvolging op het niveau van het verblijf van de vreemdeling in België te verzekeren (controle samenwoning/gezamenlijke vestiging).

IV. De dienst voor de Economische Migratie IV.1. Oprichting van een Dienst voor de Economische Migratie Op 2 juli 2008 kondigde de minister van Migratie- en Asielbeleid de oprichting van een dienst voor de economische migratie bij de Dienst Vreemdelingenzaken aan. Zo toonde ze haar wil om, enerzijds, alle actoren die tussenbeide komen in de procedure voor het onthaal in België van vreemdelingen die hier willen investeren of een winstgevende activiteit willen uitoefenen rond een gemeenschappelijke gesprekspartner samen te brengen, en, anderzijds, te profiteren van de coördinatie van de inspanningen om het imago van België in het buitenland te promoten en de Belgische economische milieus en zakenmilieus te ondersteunen, door de commerciële betrekkingen te vergemakkelijken. Deze dienst is operationeel sinds 15 september 2008. IV.2. Opdrachten van de Dienst voor de Economische Migratie IV.2.1. Behandeling van de visumaanvragen De diplomatieke en consulaire posten behouden de bevoegdheid om, zonder voorafgaande raadpleging van de Dienst Vreemdelingenzaken, een visum voor een verblijf van niet meer dan 3 maanden toe te kennen, indien de voorwaarden voor de afgifte vervuld worden.

Page 85: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

85

Ze blijven ook bevoegd om de machtiging voor een verblijf van meer dan 3 maanden in het Rijk te geven aan de buitenlandse werknemers die houder zijn van een arbeidskaart B of een beroepskaart. Sinds 15 september 2008 mogen ze de machtiging tot een verblijf van meer dan 3 maanden in het Rijk ook geven aan de buitenlandse werknemers die voldoen aan de voorwaarden om te genieten van een vrijstelling van de verplichting om over een arbeidskaart te beschikken, in de hoedanigheid van onderzoeker, of die door een centrale zetel als kaderlid worden tewerkgesteld (artikel 2, 26° en 33°, van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers)36. De voorwaarden die vervuld moeten worden om te genieten van de vrijstelling van de verplichting om over een arbeidskaart te beschikken en een machtiging tot voorlopig verblijf te bekomen werden meegedeeld. De voorafgaande raadpleging van de dienst voor economische migratie is daarentegen wel vereist voor elke visumaanvraag die door het doelpubliek wordt ingediend, ongeacht de duur van het beoogde verblijf, indien de post niet in staat is om het visum af te geven, ofwel indien de voorwaarden voor de afgifte niet vervuld worden, ofwel indien de post, alhoewel hij over een dossier beschikt dat technisch gezien volledig is, de Dienst Vreemdelingenzaken wil raadplegen. De dienst voor economische migratie zal deze aanvragen snel en pro-actief behandelen. IV.2.2. Behandeling van de aanvragen voor een machtiging tot verblijf die in België worden ingediend Artikel 25/2, §1, 1°, van het koninklijk besluit van 08.10.1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen machtigt de buitenlandse werknemer die al toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf van 3 maanden of meer in het Rijk om zijn aanvraag tot machtiging tot verblijf in te dienen bij de burgemeester van de gemeente waar hij verblijft. De dossiers die niet voldoen aan de door dit artikel vastgelegde voorwaarden (en dus niet zouden kunnen worden behandeld door de gemeentebesturen) worden behandeld door de dienst voor economische migratie, die ook verantwoordelijk is voor de vernieuwing van de machtigingen tot verblijf en de aanvragen voor de veranderingen van statuut die gemotiveerd worden door het bekomen van een arbeidskaart B, een beroepskaart of het feit dat men vrijgesteld is van de verplichting om over een arbeidskaart of een beroepskaart te beschikken. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft zich ertoe verbonden om deze dossiers snel en pro-actief te behandelen, om te vermijden dat een buitenlandse werknemer hinder ondervindt bij de uitoefening van zijn beroepsactiviteit, omwille van een administratieve vertraging waarvoor hij zelf niet verantwoordelijk is. IV.2.3. Behandeling van de aanvragen tot verblijf die door de familieleden van een buitenlandse werknemer worden ingediend Artikel 12bis van de wet van 15.12.1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen machtigt de familieleden van een buitenlandse werknemer om hun aanvraag tot verblijf (artikel 10bis) in te dienen bij de burgemeester van de gemeente waar ze verblijven.

36 TC 775 van 19.10.2007 – Recente wijzigingen van de wetgeving inzake de vrijstellingen van arbeidskaarten voor onderzoekers en kaderleden (KB van 12.09.2007, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28.09.2007).

Page 86: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

86

De bijlagen en bewijsstukken die vermeld worden in de omzendbrief van 21.06.2007 betreffende de wijzigingen in de reglementering betreffende het verblijf van vreemdelingen tengevolge van de inwerkingtreding van de wet van 15 september 2006 worden naar de dienst voor economische migratie gestuurd. De opvang van de familieleden van een buitenlandse werknemer in gunstige omstandigheden is erop gericht om ervoor te zorgen dat de laatstgenoemde zich intensiever kan bezighouden met zijn activiteit. IV.2.4. Een contact- en informatiepunt De Dienst Vreemdelingenzaken, en meer in het bijzonder de dienst voor economische migratie, stelt zijn ervaring inzake de procedures en zijn geprivilegieerde contacten ten dienste van het algemeen belang en wordt in zekere zin de interface tussen de investeerders en de buitenlandse werknemers, de Federale Staat (FOD Buitenlandse Zaken, FOD Werk, Tewerkstelling en Sociaal Overleg & FOD Economie), de Gewesten, de Belgische diplomatieke en consulaire posten, de gemeentebesturen en de Belgische ondernemingen en werkgevers. De dienst zal in dit verband : - Zo nodig de procedures vergemakkelijken die door een werkgever of een buitenlandse

werknemer zijn aangegaan bij de diplomatieke en consulaire posten, de gemeentebesturen, de Gewesten en de FOD Economie;

- Optreden als contact- en informatiepunt inzake de formaliteiten die moeten worden vervuld door een werkgever die een buitenlandse werknemer in dienst wil nemen;

- Optreden als contact- en informatiepunt inzake de procedures die een buitenlandse werknemer – in loondienst of als zelfstandige – moet volgen alvorens het Belgische grondgebied te mogen betreden en er een winstgevende activiteit uit te oefenen.

De informatie die de dienst verzamelt en verstrekt zal in de loop van de maanden verrijkt worden, in samenwerking met de verschillende actoren van de procedure, totdat het een referentie-instrument vormt dat goedgekeurd is door de bevoegde gemeentelijke, gewestelijke en federale overheden. IV.2.5. Voortdurend luisteren De opdrachten van de dienst voor economische migratie zullen in de loop van de komende maanden kunnen evolueren, in functie van de behoeften die door de aanwezige partijen uitgedrukt worden. IV.3. Doelpubliek Het nagestreefde doel is eenvoudig : het gaat erom dat tijdens elke stap van de procedures die voorafgaan aan de binnenkomst in het Rijk van een vreemdeling die een project heeft dat economisch gezien interessant is voor België en die na die binnenkomst volgen de stappen waartoe de Belgische reglementering hem verplicht vergemakkelijkt en versneld worden. Voor elke visumaanvraag, aanvraag tot verblijf of tot informatie in verband met deze doelstelling kan contact worden opgenomen met de dienst voor economische migratie. In het bijzondere geval van de visumaanvragen waarvoor een voorafgaande raadpleging van de Dienst Vreemdelingenzaken vereist is zal de dienst, bij wijze van voorbeeld en vanaf 15 september 2008, bevoegd zijn om een beslissing te nemen in verband met de aanvragen die

Page 87: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

87

ingediend worden door de vreemdelingen die, individueel of als vertegenwoordigers van de maatschappij die hen tewerkstelt, op zakenreis gaan naar België. Het gemeenschappelijke doel is te vermijden dat een aanvraag die duidelijk ernstig is om een puur technische reden wordt afgewezen. Het sleutelwoord voor de benadering van deze aanvragen, zowel op het niveau van de posten als op dat van de Dienst Vreemdelingenzaken, is meer dan ooit pro-activiteit. Meer algemeen gezien is de dienst voor economische

migratie bevoegd voor elke aanvraag voor instructies of informatie die van de diplomatieke of consulaire posten afkomstig is, die in verband staat met deze doelstelling en waarbij de volgende personen betrokken zijn : - De vreemdelingen die houder zijn van een arbeidskaart B; - De vreemdelingen aan wie de Dienst Economische Vergunningen (FOD Economie) een

beroepskaart wil afgeven, indien de machtiging tot voorlopig verblijf wordt toegekend (zie TC 2007/0720 van 25.09.2007);

- De vreemdelingen die zijn vrijgesteld van de verplichting houder te zijn van een arbeidskaart, met toepassing van artikel 2, 11°, 12°, 13°, 21°, 25°, 26°, 28°, 29°, 30°, 32° en 33° van het koninklijk besluit van 9 juni 1999 houdende uitvoering van de wet van 30 juni 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers;

- De buitenlandse zelfstandigen die zijn vrijgesteld van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart, met toepassing van artikel 1, 6°, van het koninklijk besluit van 3 februari 2003 tot vrijstelling van bepaalde categorieën van vreemdelingen van de verplichting houder te zijn van een beroepskaart voor de uitoefening van een zelfstandige beroepsactiviteit;

- Hun familieleden, in de zin van artikel 10bis van de wet van 15.12.1980. IV.4. Procedure De weerhouden procedure is gericht op het vergemakkelijken van de indiening van de visumaanvragen of de aanvragen tot verblijf die ingediend worden door het doelpubliek, zonder af te wijken van de voorwaarden die door de geldende reglementering opgelegd worden. De dienst voor economische migratie richt zich op het onthaal van de aanvragers, het verstrekken van correcte, volledige maar vereenvoudigde informatie, het verkorten van de behandelingstermijnen en het creëren van een ploeg die in een constructieve geest werkt. Om het welslagen van deze onderneming te verzekeren werden telefoon- en faxnummers en duidelijk identificeerbare elektronische adressen aan de dienst voor economische migratie toegewezen en doorgegeven aan de diplomatieke en consulaire posten en de gemeentebesturen. Voor het doelpubliek is er ook een gespecialiseerde en afzonderlijke helpdesk (02 793 86 00 – [email protected]). IV.5. Acties

In de marge van de behandeling van de visumaanvragen en de aanvragen tot verblijf die ingediend worden door het doelpubliek wil de dienst voor economische migratie op verschillende gebieden een bepalende rol spelen :

- Informatie (ontwikkeling van een specifieke site, brochures, seminaries);

Page 88: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

88

- Steun (opstelling van een handleiding voor de diplomatieke en consulaire posten en de gemeentebesturen);

- Sensibilisatie (aanwezigheid bij de diplomatieke en consulaire posten en de gemeentebesturen);

- Coördinatie met de verschillende federale, gewestelijke en gemeentelijke actoren ;

- Reglementering (vereenvoudiging, wijziging).

V. Naturalisaties V.1. Inleiding De verschillende procedures voor het toekennen en het verkrijgen van de Belgische nationaliteit zijn opgenomen in het Wetboek van de Belgische Nationaliteit. De Dienst Vreemdelingenzaken komt tussenbeide in de procedures voorzien in artikelen 11bis, 12bis, 13, 16, 19 en 24. Hij heeft geen enkele beslissings- of contentieuxbevoegdheid in het kader van deze procedures, waarvoor ofwel de Parketten (Procureurs des Konings) bevoegd zijn, ofwel – wat de eigenlijke naturalisatie betreft (artikel 19) – de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De dienst Naturalisaties beperkt zich tot het verstrekken van informatie met eventuele opmerkingen aan de Procureurs en van formele adviezen aan de Naturalisatiecommissie van de Kamer. In 2008 werd de Dienst uitgenodigd om, in samenwerking met het Studiebureau, de projecten voor de wijzigingen van het Wetboek van de Belgische Nationaliteit, die voorzien worden door de Minister van Justitie, te onderzoeken. V.2. Ontwikkelingen in 2008

Input aanvragen 2004 31.157 2005 33.890 2006 34.422 2007 35.357 2008 35.755

Het aantal aanvragen stijgt al sinds vijf jaar, zonder de pieken van 2000 en 2001, als gevolg van de wet van 1 maart 2000 die het Wetboek wijzigde en het bekomen van de Belgische nationaliteit vergemakkelijkte, te bereiken. V.3. Workflow 2008

Input Output

Parketprocedures 24.030 23.648Parketprocedures, omgezet in Kamerprocedures 1.191 618Kamerprocedures 9.493 9.462

Bijkomende onderzoeken voor de Kamer 1.041 782Dossiers afgesloten omdat de aanvrager de Belgische nationaliteit reeds verkregen heeft

386

Totalen 35.755 34.896Jaarsaldo (Output min Input) : - 859

Page 89: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

89

In 2008 kon de Dienst Naturalisaties het jaarsaldo “input/output” niet opnieuw in evenwicht brengen. Dit saldo vertoont een negatieve evolutie (meer dan 400 eenheden). Dit is te wijten aan de stijging van het aantal aanvragen en de daling van het aantal permanente personeelsleden, die hoofdzakelijk kan worden verklaard door de stijging van het aantal deeltijdse medewerkers. VI. Minderjarigen / Slachtoffers van mensenhandel (MINTEH) VI.1. Bevoegdheden van de dienst MINTEH De dienst MINTEH is onderverdeeld in twee cellen die twee verschillende materies beheren. 1) De cel NBMV is verantwoordelijk voor het onderzoek en de opvolging van de dossiers van de niet-begeleide minderjarige vreemdelingen die geen asiel aanvragen. De procedure wordt voorzien door de omzendbrief van 15 september 2005 betreffende het verblijf van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. 2) De cel MH is verantwoordelijk voor het onderzoek en de opvolging van de dossiers van slachtoffers van mensenhandel (meerderjarige en minderjarige personen). De huidige wettelijke basis is de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980, artikelen 61/2 tot 61/5. De invoering van de procedure in de wet is een gevolg van de recente implementatie van verschillende Europese richtlijnen in het Belgisch recht. Het gaat onder andere om de richtlijn van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel en die samenwerken met de bevoegde autoriteiten. VI.2. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen VI.2.1. Cijfergegevens en tendensen De volgende tabellen werden opgesteld op basis van de lijst van de documenten die afgegeven worden in het kader van het onderzoek van de omzendbrief van 15 september 2005 betreffende het verblijf van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Deze omzendbrief voorziet in de afgifte en/of de vernieuwing van de verschillende documenten die hieronder vermeld worden, in functie van de fase van de zoektocht naar een duurzame oplossing voor de NBMV. Dit betekent het volgende : 1. De aanvraag voor een document die door de voogd van het kind wordt ingediend maakt

het voorwerp uit van een grondig onderzoek en tijdens dit onderzoek wordt steeds rekening gehouden met het belang van het kind.

2. De onderstaande tabellen mogen niet verward worden met het aantal NBMV’s van wie de dossiers bij de dienst gevolgd worden (stock). In functie van de fase van de procedure kan hetzelfde kind in de loop van hetzelfde jaar verschillende van de hieronder vermelde documenten ontvangen.

3. Deze tabellen weerspiegelen ook niet het aantal nieuwe dossiers die in 2008 geïnitieerd werden.

4. Deze tabellen geven het aantal en het type van de documenten die in 2008 aan de NBMV’s werden afgegeven weer. Ze bevatten ook het profiel van de NMBV’s aan wie de documenten werden afgegeven : leeftijdsgroep en nationaliteit.

Page 90: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

90

VI.2.1.1. Aanvraag documenten NBMV Algemene tabel In 2006 werden 674 documenten afgegeven na een aanvraag in toepassing van de omzendbrief van 15 september 2005. In 2007 was dit cijfer beduidend lager : 545 documenten werden afgegeven na een aanvraag van de voogd. In 2008 werden 442 documenten afgegeven, na een aanvraag in toepassing van de omzendbrief van 15 september 2005.

Bijlage 38

Bijlage 13

Aankomstverklaring Tijdelijk BIVR

Laatste BIVR

Definitief BIVR

TOTAAL

125 3 145 79 53 37 442 28,4 % 0,6 % 32,8 % 17,8 % 12 % 8,4 % 100 %

De nationaliteiten die het best vertegenwoordigd zijn In 2006 : 1. Congo, met 19,5 % 2. Marokko, met 10,8 % In 2007 was de volgorde omgekeerd : 1. Marokko, met 20,5 % 2. Congo, met 18 % In 2008 : 1. Congo, met 19,5 % 2. Marokko, met 14,3 % 3. Afghanistan, met 8,6 % Angola en Guinee zijn eveneens goed vertegenwoordigd, met elk 3,5 %. VI.2.1.2. Vraag om vernieuwing van NBMV-documenten Algemene tabel Verlenging

bijlage 38 Verlenging

aankomstverklaringVerlenging tijdelijk

BIVR Verlenging

laatste BIVR TOTAAL

2006 117 657 268 48 1.090 2007 281 728 259 54 1.322 2008 338 632 228 51 1.249 Dit jaar is het aantal verlengingen van documenten lichtjes gedaald, maar het gaat nog steeds om een veel groter aantal dan in 2006. Verschillende verlengingen van documenten kunnen in de loop van hetzelfde jaar worden aangevraagd en bekomen voor dezelfde persoon. De nationaliteiten die het best vertegenwoordigd zijn

Page 91: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

91

Land van herkomst Aantal afgegeven documenten Congo 277 22,2 %Marokko 143 11,5 %Afghanistan 97 7,8 %Angola 80 6,4 %Rwanda 52 4,2 %Guinee 49 3,9 %India 37 3 %Andere 514 41,2 %TOTAAL 1 249 Slechts 7 landen van herkomst zijn goed voor 60% van de verlengde documenten. Congo is goed voor bijna een kwart van dit werk. VI.2.1.3. Signalement van de NBMV’s In 2008 heeft de DVZ 2247 NBMV-fiches geregistreerd. Evolutie van de signalementen sinds 2002 2002 1.1352003 9552004 1.7072005 1.8752006 1 410 (DVZ) of 1 752(Dienst Voogdij)2007 2.0052008 2.247 Het is duidelijk dat de komst van de Dienst Voogdij in 2004 gezorgd heeft voor een stijging van het aantal NBMV’s die op het grondgebied worden gesignaleerd. Sinds 2004 was het aantal signalementen ongeveer op hetzelfde niveau gebleven. In 2007 stelde men een stijgende tendens vast (2005 signalementen bij de Dienst Vreemdelingenzaken). Deze stijgende tendens werd voortgezet in 2008. Een nieuwe ICT-functionaliteit maakt het mogelijk om het bureau dat de fiche oorspronkelijk gecreëerd heeft te kennen, evenals het aantal personen op wie deze fiches betrekking hebben, aangezien eenzelfde persoon het voorwerp van verschillende signalementfiches kan uitmaken (bijvoorbeeld in geval van verschillende onderscheppingen). De volgende tabel biedt een gedetailleerd overzicht.

Bureau van herkomst Aantal fiches Aantal personen Lang verblijf 3 3Asiel 13 13Cel Repatriëringen 4 3Regularisatie 1 1Permanentie 813 692C 719 597MINTEH 694 693Totaal 2.247 2.002

Page 92: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

92

VI.2.2. Aandachtspunten VI.2.2.1. De voogden De Dienst Voogdij is sinds 1 mei 2004 actief. Sinds deze datum zijn de aangeduide voogden, in het kader van de verblijfsaanvragen voor hun pupil, onze geprivilegieerde gesprekspartners geworden. De voogd moet onder andere de volgende opdrachten vervullen : - Een asielaanvraag indienen (de NBMV kan ook zelfstandig een asielaanvraag indienen,

de voogd moet wel steeds aanwezig zijn wanneer een verhoor wordt afgenomen); - In het belang van de minderjarige erop toezien dat de wet betreffende de toegang tot het

grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt nageleefd;

- De beroepsmiddelen gebruiken; - Tijdens alle fases van de procedure aanwezig zijn (en aanwezig zijn wanneer een

verhoor wordt afgenomen); - Enz… De omzendbrief van 15/09/2005 betreffende het verblijf van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen voorziet ook dat alle aanvragen voor verblijfsdocumenten schriftelijk moeten worden ingediend door de voogd. In de beschrijving van de procedure voor het onderzoek van het verblijf betrekt deze omzendbrief de voogd bij de zoektocht naar een duurzame oplossing. De voogd wordt ook aangemoedigd om alle nuttige maatregelen te nemen om de familieleden van de NBMV te zoeken en stappen te ondernemen om een nationaal paspoort voor zijn pupil te bekomen. Sinds de voogden in dienst zijn getreden heeft het personeel van de dienst MINTEH een beleid van openheid ten opzichte van deze personen ontwikkeld. Tegelijkertijd worden de reglementaire teksten op scrupuleuze wijze toegepast. Concreet komt dit op het volgende neer : - Een soepel onthaal in onze lokalen; - Een aandachtig telefonisch onthaal; - We streven ernaar om snel beslissingen te nemen en antwoorden te geven, aangezien

het om een kwetsbare bevolkingsgroep gaat; - De mogelijkheid tot dialoog in moeilijke situaties (medische gevallen, gevallen die in de

richting van MH gaan, delinquenten, humanitaire gevallen,…); - Verhoor van de jongeren en herkadering (uitleg geven in verband met onze rol en onze

verwachtingen, maar ook antwoorden geven op de vragen en de verwachtingen van de jongeren);

- …. VI.2.2.2. De Dienst Voogdij en de Dienst Vreemdelingenzaken De oprichting van de Dienst Voogdij en de samenwerking met deze dienst heeft het mogelijk gemaakt om vooruitgang te boeken op het gebied van de globale aanpak van het fenomeen van de NBMV’s. Verschillende overlegvergaderingen, zowel met de DVZ als met andere instanties (Fedasil, politie, parket…), hebben het mogelijk gemaakt om voor verschillende basiskwesties oplossingen te vinden. Zowel in 2007 als in 2008 zijn er echter nog verschillende belangrijke vragen, waarvoor in de toekomst nieuwe evoluties en verduidelijkingen nodig zullen zijn, bijvoorbeeld :

Page 93: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

93

- Het structureren en het verbeteren van de uitwisseling van de informatie die betrekking heeft op de NBMV’s, waarbij rekening wordt gehouden met het beroepsgeheim;

- Het voorzien van een aangepaste opvang voor alle NBMV’s, ongeacht hun verblijfsstatuut;

- Het vinden van realistische oplossingen voor de NBMV’s die feiten hebben gepleegd die beschouwd worden als overtredingen;

- Het efficiënter maken van de zoektocht naar de familie; - Het duidelijk definiëren van het begrip van het hoger belang van het kind; - Het harmoniseren van het werk van de voogden, zodat alle NBMV’s op een rechtvaardige

manier behandeld worden; - Enz… In 2008 werd het overleg met de Dienst Voogdij voortgezet. De resultaten staan echter niet op hetzelfde niveau als de tijd en de energie die eraan besteed werden. VI.2.2.3. De aanvragen voor een inschrijving in het vreemdelingenregister, in afwezigheid van een paspoort In verband met de onderzoeksprocedure inzake het verblijf voorziet de omzendbrief van 15/09/2005 het volgende : « Na verloop van zes maanden (met een aankomstverklaring) kan het Bureau Minderjarigen in principe een tijdelijke verblijfstitel aan de NBMV doen afleveren, zijnde, een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister (BIVR) die de vermelding tijdelijk verblijf draagt, op voorlegging van het nationaal paspoort van de NBMV. Er zal slechts aan de vereiste om een nationaal paspoort voor te leggen, worden afgezien, in uitzonderlijke gevallen waarin duidelijk kan worden aangetoond waarom het paspoort van de NBMV niet kan worden voorgelegd en voorzover er nog geen andere duurzame oplossing werd gevonden. Het is van belang te weten dat het voorleggen van het nationaal paspoort aan het Bureau Minderjarigen, het voordeel heeft enerzijds, de identiteit van de NBMV te beschermen of te herstellen, overeenkomstig artikel 8 van de IVRK, en anderzijds, de NBMV de mogelijkheid te bieden binnen de grenzen van de Schengenruimte te reizen indien een geldig BIVR het paspoort vergezelt ». Zodra de onderzoeksprocedure inzake verblijf begint, vermeldt dezelfde omzendbrief ook het volgende : « Het is aangewezen dat de voogd ook de nodige stappen onderneemt, in voorkomend geval, om een nationaal paspoort voor zijn pupil te bekomen ». In eerste instantie wou het Bureau Minderjarigen over voldoende tijd beschikken om informatie te verzamelen en na te denken over alle moeilijkheden in het kader van deze vereiste waaraan de omzendbrief herinnert. Tijdens deze periode (september 2005-januari 2006) zijn we niet afgeweken van het principe van de voorlegging van het paspoort. We wilden de voogden op een duidelijke manier vragen om alles in het werk te stellen om het document te bekomen. Algemeen gezien kan gezegd worden dat bij verschillende gelegenheden en tijdens colloquia en vergaderingen herinnerd werd aan de doelstellingen van de voorlegging van het paspoort. Allereerst gaat het erom dat de algemene regel van het vreemdelingenrecht die de voorlegging van een identiteitsbewijs oplegt gerespecteerd wordt. In dit geval gaat het om een nationaal paspoort, dat moet worden voorgelegd wanneer men in het vreemdelingenregister wordt ingeschreven (dit geldt niet voor de asielzoekers). Een voordeel van deze bepaling is dat de persoon die moet worden beschermd een grotere rechtszekerheid geniet.

Page 94: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

94

In het begin (september 2005) stootte deze bepaling vaak op onbegrip bij de verschillende actoren, en er was zelfs sprake van verzet. De bepaling wordt nu aanvaard en begrepen. Behalve door enkele koppige personen wordt het principe van de voorlegging van het document niet meer betwist. Wanneer men het document wil bekomen wordt men echter nog steeds met bepaalde problemen geconfronteerd. Men wordt vooral met de volgende problemen geconfronteerd : - Sommige ambassades of consulaten zijn niet gemachtigd om buiten het kader van de

centrale administratieve diensten paspoorten af te geven; - Sommige ambassades of consulaten geven enkel een « laissez-passer » af; - Over het algemeen moet eerst een identiteitsstuk worden voorgelegd (uittreksel van de

geboorteakte…); - Het feit dat het bekomen van een paspoort bij sommige posten een dure aangelegenheid

is; - Het feit dat het moeilijk of onmogelijk is om contact op te nemen met een familielid dat in

het land gebleven is en dat documenten zou kunnen opsturen; - De mogelijkheid dat er gebruik wordt gemaakt van fraude of diverse smokkelpraktijken om

het document voor te leggen; - In 2008 : de moeilijkheden in verband met de afgifte van de RDC-paspoorten; - Enz.. VI.2.2.4. De zoektocht naar de familie De zoektocht naar de familieleden van een NBMV staat werkelijk centraal in de problematiek en alle reglementaire teksten zijn het erover eens dat de zoektocht naar de familie in het hoger belang van het kind moet worden ondernomen. Algemeen gezien moet echter verwezen worden naar het feit dat het zeer moeilijk is om positieve resultaten te bekomen op dit gebied, ongeacht de middelen die gebruikt worden. Momenteel worden verschillende mogelijkheden onderzocht : - Het Bureau MINTEH neemt regelmatig contact op met de Belgische posten in het

buitenland. De informatie die over de familie van een NBMV wordt verzameld wordt naar de verschillende posten gestuurd wanneer deze informatie pertinent is, d.w.z. voldoende precies en volledig. Er wordt steeds gevraagd om het principe van de vertrouwelijkheid te respecteren. Dit levert echter zelden resultaten op, en daarvoor zijn er verschillende redenen. Enerzijds kan men niet voor elke situatie een vraag naar de posten sturen. Voor verschillende dossiers beschikken we niet over genoeg informatie met betrekking tot de ouders en de familie, ofwel omdat de jongere zelf niet over informatie beschikt, ofwel omdat hij ons die informatie niet wil geven. Bij elk contact met de voogd herinneren wij hem er schriftelijk aan om ons de stand van zaken met betrekking tot de zoektocht naar de familie van de pupil mee te delen. Anderzijds kunnen de verschillende posten in het buitenland deze zoektocht niet steeds ondernemen omdat ze niet over voldoende middelen beschikken. Er werd contact opgenomen met de FOD Buitenlandse Zaken, om een overeenkomst in het kader van de zoektocht naar de familie te formaliseren. Deze overeenkomst bevindt zich in haar laatste fase en men hoopt dat ze in 2009 zal worden ondertekend.

- De programmawet van 24 december 2002 richt een Dienst Voogdij op bij de FOD Justitie. Deze dienst wordt met verschillende opdrachten belast, waaronder het coördineren van de contacten met de instanties voor het asiel en de migratie, met name met het oog op het zoeken van de familie. Men moet vaststellen dat de samenwerking met deze dienst, met het oog op het delen van de kanalen en de pistes voor het zoeken naar de familieleden, slechts zelden tot stand is gekomen.

Page 95: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

95

- De voogden van de NBMV’s kunnen zich wenden tot NGO’s die actief zijn op het gebied van de zoektocht naar de familie, zoals de dienst tracing van het Internationale Rode Kruis. Dit kan enkel worden gedaan indien het kind hiermee instemt.

De zoektocht naar de familie mag niet verward worden met de terugkeer van het kind naar zijn familie. De zoektocht naar de familie maakt deel uit van de zoektocht naar een duurzame oplossing in het hoger belang van het kind. Het gaat echter om een element dat weliswaar zeer belangrijk is, maar op zichzelf nog geen duurzame oplossing is. Men moet ook nagaan of het wel in het belang van het kind is dat het zijn familie terugvindt (kan de familie het kind ten laste nemen?, is de familie zelf niet betrokken bij de smokkel? willen de partijen elkaar terugvinden?,…).

VI.2.2.5. De vrijwillige terugkeer In 2006 kon de dienst MINTEH, met de actieve medewerking van een immigratieambtenaar, enkele vrijwillige terugkeren organiseren. Dit was niet het geval in 2007, en ook niet in 2008. Na een belangrijke samenwerking met een diplomatieke post en de voogd van het kind heeft dit kind zijn ouders teruggevonden, via een vrijwillige terugkeer die door de IOM georganiseerd werd. Algemeen gezien moet gewezen worden op het feit dat een dergelijke situatie veel problemen oplevert en dat er bijzonder veel middelen en tijd vereist zijn om deze dossiers tot een goed einde te brengen. De voorbereiding van een vrijwillige terugkeer houdt de volgende zaken in : - Een grondig onderzoek van het dossier van het kind, en vaak ook van bijbehorende

dossiers; - De zoektocht naar de ouders tijdens een bezoek ter plaatse door de

immigratieambtenaar, het contact en de dialoog met de ouders om de situatie van het kind in België uit te leggen en de beoordeling van hun bekwaamheid om het kind op een passende manier op te vangen;

- Het bekomen van de schriftelijke toestemming van de ouders; - De organisatie van een informatievergadering met de voogd, de Dienst Voogdij en

eventueel het opvangcentrum waarin het kind verblijft; - De praktische organisatie van de terugkeer en de begeleiding door de

immigratieambtenaar; de deelname van de voogd en, in bepaalde gevallen, van de sociale diensten, de Dienst Voogdij, het gemeentebestuur of het opvangcentrum is eveneens zeer belangrijk;

- De overhandiging van het kind aan zijn familie en de opvolging gedurende het verblijf ter plaatse.

Bij wijze van conclusie kunnen we zeggen dat er, met het oog op het grote aantal NBMV’s op het Belgisch grondgebied, zeer zelden een vrijwillige terugkeer wordt georganiseerd.

Page 96: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

96

VI.2.2.6. De verdwijningen Stand van zaken project ‘’De Verdwijning van niet-begeleide minderjarige vreemdelingen’’: Ook in 2008 bleef de problematiek van de verdwijning van niet-begeleide minderjarigen onder de aandacht van de Cel Minderjarigen. Enkele cijfergegevens in verband met de verdwijningen die bij onze partners werden bekomen : In de politiezone Kastze (Steenokkerzeel) wordt er gemiddeld een verdwijning per week gemeld. De Dienst Voogdij noteerde 710 verdwijningen, waaronder 12 verontrustende verdwijningen (dit cijfer omvat de meervoudige verdwijningen) of 569 (eerste verdwijning), waaronder 11 verontrustende verdwijningen. Voor de twee observatie- en oriëntatiecentra vermeldt Fedasil 576 verdwijningen, waaronder 14 verontrustende verdwijningen. In 2007 werd de procedure voor de behandeling van de verdwijningsdossiers gefinaliseerd. In overleg met de beide politiediensten en Printrak werd de werkmethode op punt gesteld en een standaarddocument ontwikkeld, zodat de aanvragen van de politiediensten in het kader van een verdwijningsdossier op een meer correcte en volledige manier kunnen worden beantwoord. Concreet bevat dit document o.a. informatie aangaande: identiteit, alias(sen), foto’s/vingerafdrukken, leeftijdsonderzoek, historiek van verblijf in België, enz. De samenwerking tussen de verschillende actoren verloopt heel vlot. Het overleg met Child Focus, dat in 2007 begonnen is, heeft geleid tot de ondertekening, op 12 november 2008, van een “Samenwerkingsprotocol voor de behandeling van de verdwijningsdossiers van de minderjarigen uit de observatie- en oriëntatiecentra (OOC) Steenokkerzeel en Neder-Over-Heembeek”. VI.3. Slachtoffers mensenhandel

VI.3.1. Cijfergegevens en tendensen VI.3.1.1. Nieuwe vragen om toepassing, op basis van de artikelen 61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110 bis en 110 ter van het koninklijk besluit van 8/10/1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. In het rapport van 2006 hebben we opgemerkt dat de sector van de economische uitbuiting de sector van de prostitutie voor de eerste keer met enkele eenheden vervangen had. In 2007 is deze tendens een vloedgolf geworden. De economische sector was goed voor bijna 65% van het totaal (114 gevallen op een totaal van 178). In 2008 blijft de economische sector belangrijk, met een lichte daling. De aandacht moet vooral gevestigd worden op de toename van de “smokkel” (9 gevallen in 2007, 21 gevallen in 2008). Dit is een gevolg van de wijziging van de wettelijke bepalingen, die nu duidelijk de mensensmokkel definiëren in artikel 77bis van de wet van 15/12/1980, en de verzwarende omstandigheden, in artikel 77 quater, 1° tot 5° van dezelfde wet.

Page 97: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

97

Sectoren van uitbuiting en leeftijd Diversen Bedelarij Economisch Smokkel Prostitutie Totaal <18 2 1 3 618-25 3/1 1 20 9 17 5026-30 5 28 5 13 51+30 2 54 6 5 67Totaal 10/ 1 104 21 38 174 In 2006 werd voor 14 minderjarigen een mensenhandelprocedure opgestart. In 2007 werd dit slechts voor 9 minderjarigen gedaan. In 2008 is dit cijfer tot 6 gedaald. De personen die ouder zijn dan 25 jaar worden vooral in de economische sector aangetroffen. De sector van de prostitutie trekt vooral jongere personen aan. Sectoren van uitbuiting en geslacht Diversen Bedelarij Economisch Smokkel Prostitutie Totaal M 9 43 5 35 92V 1 1 61 16 3 82Totaal 10/ 1 104 21 38 174 Op het niveau van de correlatie tussen de sector van uitbuiting en het geslacht kunnen we zeggen dat de jaren 2007 en 200 8 zich van de voorgaande jaren onderscheiden. Er is bijna sprake van een pariteit tussen de twee geslachten, terwijl de vrouwen vroeger altijd sterker vertegenwoordigd waren dan de mannen. Dit is hoogstwaarschijnlijk het gevolg van de oververtegenwoordiging van de sector van de economische uitbuiting, waarin meer mannen actief zijn (bouwbedrijven, horeca, …), en de komst van de “smokkel”, waarvan mannen blijkbaar vaker het slachtoffer zijn. Sectoren van uitbuiting en de meest voorkomende nationaliteiten Diversen/bedelarij Economisch Smokkel Prostitutie Totaal China 18 4 22Brazilië 8 1 9Roemenië 1/1 14 4 20Nigeria 2 5 7Marokko 4 18 22Bulgarije 1 9 6 16India 6 6 12Andere 4 29 11 22 66Totaal 10/1 104 21 38 174 Ook in 2007 was het aantal Braziliaanse onderdanen sterk gestegen, met name in de sector van de economische uitbuiting (vaak de bouwsector). In 2008 is het aantal Braziliaanse onderdanen sterk gedaald, terwijl Marokko sterker vertegenwoordigd was. VI.3.1.2. Onderzoek van de verschillende verblijfstitels die worden afgegeven De volgende tabellen tonen het totaal aantal documenten die in 2008 werden afgegeven, of het nu om een eerste document of de vernieuwing van dat document gaat. Daarnaast vinden we in deze tabellen ook de documenten die om humanitaire redenen worden afgegeven, buiten de MH-procedure in de strikte zin van het woord (d.w.z. hoofdzakelijk om humanitaire redenen of stopprocedure).

Page 98: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

98

Attest van immatriculatie

BGV 45 dagen/MH

13 Onbeperkt BIVR/humanitair

Tijdelijk BIVR/MH

Tijdelijk BIVR/humanitair

<18 5 3 818-25 46 4 3 3 37 126-30 55 10 37 1 40 >30 76 12 6 3 58 3 182 26 12 7 138 12 Onbeperkt BIVR/MH

Verlenging tijdelijk

humanitair BIVR

Verlenging attest van

immatriculatie

Verlenging BGV/MH

Verlenging tijdelijk BIVR/MH

TOTAAL

15 2 7 4010 10 13 88 21513 13 16 3 150 30424 45 13 1 270 51147 83 44 4 515 1.070

VI.3.2. Aandachtspunten VI.3.2.1. Samenwerking met de opvangcentra voor slachtoffers mensenhandel De samenwerking met de 3 centra verliep zonder memorabele problemen en was doorgaans constructief. VI.3.2.2. De nieuwe wet van 15 september 2006 rond het verblijfsstatuut voor slachtoffers mensenhandel De procedure tot het bekomen van een verblijfstitel voor een slachtoffer mensenhandel werd vroeger beschreven in een ministeriële omzendbrief van 1994 en in ministeriële richtlijnen van 1997, gewijzigd in 2003. Aangezien mensenhandel een grensoverschrijdend en internationaal fenomeen is nam ook de Europese Unie maatregelen op dit gebied. Op 29 april 2004 werd een Europese richtlijn in verband met het verblijfsstatuut aangenomen, namelijk de richtlijn 2004/81/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verblijfstitel die in ruil voor samenwerking met de bevoegde autoriteiten wordt afgegeven aan onderdanen van derde landen die het slachtoffer zijn van mensenhandel of die hulp hebben gekregen bij illegale immigratie. Deze richtlijn diende uiterlijk op 6 augustus 2006 in de nationale wetgeving van elke lidstaat geïntegreerd te zijn. De Regering heeft, binnen de hervorming van de vreemdelingenwet van 1980, de omzetting van deze Europese richtlijn in het Belgisch recht voorzien in de wet van 15 september 2006. De nieuwe wet van 15 september 2006 werd op 6 oktober in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd en trad op 1 juni 2007 in werking. De nieuwe bepalingen rond het verblijfsstatuut van slachtoffers van mensenhandel zijn terug te vinden in de artikelen 61/2 tot en met 61/5 van de wet van 15/12/1980 en de artikelen 110bis en 110ter van het KB van 8/10/1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

Page 99: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

99

De bepalingen komen in grote lijnen overeen met de vroegere reglementering, maar toch zijn er ook belangrijke veranderingen, zoals : - De begunstigden van het statuut zijn de slachtoffers van mensenhandel in de zin van

artikel 433 quinquies van het strafwetboek en de slachtoffers van ernstige vormen van mensensmokkel, omschreven in artikel 77quater ,1° tot en met 5° van de vreemdelingenwet van 1980 (minderjarigheid van het slachtoffer; misbruik van de kwetsbare positie van het slachtoffer; gebruik van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of dwang; het in gevaar brengen van het leven van het slachtoffer; blijvende fysieke of psychische ongeschiktheid van het slachtoffer als gevolg van het misdrijf). “Huisjesmelkerij” wordt in tegenstelling tot vroeger niet meer als mensenhandel beschouwd, maar is een autonoom misdrijf geworden bestraft door de artikelen 433 decies tot 433 quinquiesdecies van het strafwetboek.

- De afgifte van een nieuw tijdelijk verblijfsdocument in de tweede fase van de procedure, namelijk een attest van immatriculatie geldig voor drie maanden, ter vervanging van de vroegere aankomstverklaring; het A.I kan maximaal één keer verlengd kan worden met 3 maanden;

- Een specifieke regeling voor de minderjarige slachtoffers van mensenhandel of van ernstige vormen van mensensmokkel : wanneer de minderjarige/ het vermoedelijke slachtoffer nog geen verklaringen heeft afgelegd, krijgt de minderjarige tijdens de eerste fase van de bedenktijd in plaats van een bevel om het grondgebied te verlaten een attest van immatriculatie, dat voor een periode van 3 maanden geldig is. Voor het overige is de procedure identiek aan die voor meerderjarigen.

- De vragen die vóór de verlenging van de verblijfsdocumenten aan de Procureur des Konings of de arbeidsauditeur gesteld worden, zijn talrijker dan deze die aanvankelijk door de omzendbrief van 1994 en de richtlijnen uit 1997 werden bepaald (nieuwe artikelen 61/3, § 2 en 61/4§1).

- Het slachtoffer moet zijn identiteit bewijzen door voorlegging van zijn paspoort of een daarmee gelijkgestelde reistitel of zijn nationale identiteitskaart , tenzij hij de onmogelijkheid aantoont om dit document, op geldige wijze, in België te verwerven. Deze documenten moeten uiterlijk worden voorgelegd bij het onderzoek van de aanvraag tot machtiging tot verblijf voor een onbeperkte duur.

- Op elk ogenblik van de procedure kan de minister of zijn gevolmachtigde beslissen om de verblijfstitel van de betrokkene niet meer te verlengen of zelfs in te trekken (artikel 61/2, §3, artikel 61/3, §3, artikel 61/4, §2).

- Tegen een beslissing van weigering van verlenging of intrekking van de verblijfstitels is een beroep tot nietigverklaring mogelijk voor de Raad van Vreemdelingenbetwistingen; de verzoeker kan tevens de schorsing van de administratieve akte vragen waarvan de nietigverklaring wordt gevraagd. Tegen het arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen is een administratief cassatieberoep mogelijk voor de Raad van State.

VI.3.2.3. Een nieuwe omzendbrief “inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel”. Een nieuwe omzendbrief inzake de invoering van een multidisciplinaire samenwerking met betrekking tot de slachtoffers van mensenhandel en bepaalde zwaardere vormen van mensensmokkel werd dit jaar gefinaliseerd. Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief van 1 juli 1994 betreffende de afgifte van verblijfs- en arbeidsvergunningen (arbeidskaarten) aan vreemdelingen, slachtoffers van mensenhandel, alsook de richtlijnen van 13 januari 1997 aan de Dienst Vreemdelingenzaken, parketten, politiediensten, inspectie van de sociale wetten en de

Page 100: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

100

sociale inspectie omtrent de bijstand aan de slachtoffers van mensenhandel, gewijzigd door de richtlijnen van 17 april 2003. De doelstellingen van deze omzendbrief zijn de volgende : - Het organiseren van de samenwerking tussen de verschillende partijen, om het

beschermend statuut voor de slachtoffers toe te passen, d.w.z. toelichten van de rol van elk der overheden; herinneren aan bepaalde wettelijke verplichtingen; het sensibiliseren van de eerstelijnsactoren en het herinneren aan de humanitaire rol van de centra;

- Het aanpassen van het administratief rapport van de controle van de buitenlandse onderdanen.

Deze omzendbrief heeft ook betrekking op specifieke gevallen : - De slachtoffers van mensenhandel die voor het diplomatiek personeel werken; - De niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, slachtoffers.

VII. Helpdesk VII.1. Algemene helpdesk

De helpdesk is een telefoon- en mail/faxpool die als taak heeft particulieren, maatschappelijke organisaties en advocaten inlichtingen te bezorgen over de stand van zaken van dossiers en over de procedures die van toepassing zijn voor de visumaanvragen en de regularisatieaanvragen. In 2008 hebben de medewerkers van de Helpdesk 120.401 oproepen en 27.215 mails en faxberichten

beantwoord. De gemiddelde wachttermijn voor een verbinding met een operator van de Helpdesk was 6 minuten 3. Sinds januari 2007 beschikt de Helpdesk over een praktisch oproepcentrum dat de gebruiker in staat stelt om de taal waarin hij zich wil uitdrukken te kiezen. Via het onthaalmenu kan hij ook zijn hoedanigheid en de procedure waarin hij geïnteresseerd is preciseren.

Taal gebruikt door de gesprekspartners van de Helpdesk

Frans 59 %Nederlands 34 %Engels 6 %Duits 1 %

Page 101: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

101

Cliënten van de Helpdesk

Particulieren 81 %Maatschappelijke organisaties 10 %Advocaten 9 %

Types aanvragen

Gezinshereniging 35 %Kort verblijf 19 %Regularisatie 17 %Algemene vraag 15 % Lang verblijf 14 % VII.2. SMEDEM-helpdesk Op verzoek van mevrouw Annemie Turtelboom, Minister van Migratie- en asielbeleid, werd op 15 september 2008 een Helpdesk voor de economische migratie gecreëerd. Deze helpdesk moet informatie verschaffen over de economische migratie. Het gaat met name om de volgende taken : - Alle vragen inzake de stand van zaken van een visumaanvraag of een aanvraag voor

verblijf van de personen die in aanmerking komen voor de economische migratie, en hun familieleden, beantwoorden.

- Informatie verschaffen over de procedures die moeten worden gevolgd door een werkgever die een buitenlandse werknemer in dienst wil nemen of door een vreemdeling die een winstgevende activiteit wil uitoefenen in België.

Het doelpubliek van deze dienst zijn de vreemdelingen die houder zijn van een project dat economisch gezien van belang is voor België. Het gaat bijvoorbeeld om vreemdelingen die op zakenreis gaan naar België, vreemdelingen die houder zijn van een arbeidskaart B, van een beroepskaart, onderzoekers en kaderleden, en hun familieleden. Van 15/09/08 tot 31/12/08 heeft de SMEDEM-helpdesk 405 oproepen beantwoord en 113 mails behandeld.

Page 102: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

102

HOOFDSTUK VI

DE STRIJD TEGEN DE ILLEGALE IMMIGRATIE, DE MENSENHANDEL EN DE

MENSENSMOKKEL

Page 103: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

103

I. Controle op de toegang tot het grondgebied en controle op het illegaal verblijf I.1. Controle aan de Schengenbuitengrenzen I.1.1. Grensposten, nieuwe maatregelen en richtlijnen Als gevolg van de inwerkingtreding van de Schengenakkoorden op 26/03/1995 werden de volgende Schengen-buitengrensposten aangeduid :

Luchtgrens Zeegrens Landgrens Brussel-Nationaal Antwerpen HST-terminal Station Brussel-Zuid Deurne Blankenberge (inreiscontrole gebeurt cfr Oostende Oostende Tripartiteakkoorden, zie infra) Gosselies Gent Bierset Nieuwpoort Wevelgem Zeebrugge In 2008 werden instructies met betrekking tot de volgende onderwerpen aan de verschillende grensposten gestuurd : - Instructies inzake verlengingen van visa voor zeelui : praktische afspraken; - Nota inzake de toepassing van de algemene regel inzake verblijf van 90 dagen binnen

een periode van 6 maanden ten gevolge van het arrest Bot uitgaande van het Europees Hof van Justitie;

- Instructies betreffende het gebruik van paspoortnummers in administratieve dossiers; - Instructies betreffende electronische kaarten, met name dat de papieren versies niet

meer in omloop worden gebracht vanaf 05.11.2008; - Nota over de toetreding van Zwitserland tot SCHENGEN vanaf 12/12/2008; - Erkenning van de nieuwe Turkse zeemansboekjes; - Instructies betreffende de nieuwe Congolese paspoorten.

I.1.2. Controle van de grensposten I.1.2.1. Commissie Buitengrenzen De algemene doelstelling van de Commissie Buitengrenzen is het toezien op de naleving en toepassing van de Schengenvoorschriften inzake grenscontroles aan de Belgische buitengrenzen en daarover adviezen verlenen aan de Minister. De Commissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van Dienst Vreemdelingenzaken, de Federale Politie, de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Douane en van de FOD Mobiliteit. Het voorzitterschap wordt waargenomen door een ambtenaar van Binnenlandse zaken en aangeduid door de Minister van Binnenlandse zaken.

Page 104: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

104

I.1.2.2. Inspectie grensposten In 2008 werden op geregelde tijdstippen controlebezoeken aan de grensposten uitgevoerd. De aandacht ging tijdens deze bezoeken steeds uit naar het naleven van de Europese en Belgische wetgeving, op vlak van de beveiliging van de grenspost, de uitrusting van de controlepost in de eerste en de tweede lijn, alsook de organisatie en de werking van de controles zelf. In totaal werden 12 controlebezoeken uitgevoerd.

Bij deze controles werden geen grote tekortkomingen vastgesteld. Met het oog op het verbeteren van de informatiedoorstroming en het optimaliseren van de samenwerking tussen de Dienst Grensinspectie bij de Dienst Vreemdelingenzaken en de grenscontroleurs van de Federale Politie op het terrein, werd van deze gelegenheid eveneens gebruik gemaakt om meer persoonlijke contacten te leggen. Het persoonlijk contact en de regelmatige bezoeken zullen ook in de toekomst meer aandacht krijgen. I.1.2.3. Overeenkomst : “Memorandum Of Understanding” MOU Akkoorden met de vervoerders (MOU) In toepassing van artikel 74/4bis van de wet van 15 december 1980 kunnen vervoerders met de Minister een protocolakkoord (MOU) afsluiten. De voorwaarden voor het afsluiten van deze akkoorden zijn identiek voor alle vervoerders. De overheid hanteert het gelijkheidsbeginsel. Overzicht van de laatste jaren :

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Aantal nieuwe akkoorden 5 4 9 3 7 1 1 4 Het totaal aantal vervoerders dat eind 2008 over een akkoord beschikte, bedraagt 43. 10 protocolakkoorden werden opgezegd omdat de vervoerders achterstallige administratieve boetes en verblijfskosten na herhaaldelijk aandringen niet hadden betaald of omdat ze geen extra-Schengenvluchten meer uitvoeren of omdat ze geen Belgische luchthaven meer als bestemming hebben. I.1.2.4. Preventieve maatregelen 1) Website

Iedere vervoerder en grenscontrolepost werd op de hoogte gebracht van het feit dat er een website bestaat op het adres www.dofi.fgov.be, waar men kan nagaan welke de erkende reisdocumenten en voorwaarden zijn om het Schengengrondgebied te betreden. De informatie op deze website is bepalend voor het opleggen van de administratieve geldboetes aan de vervoerders. Deze website is operationeel sedert 01/01/2000. Bijwerkingen gebeuren op basis van wijzigingen met betrekking tot visumvereisten en binnenkomstvoorwaarden, toegezonden

Page 105: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

105

door het secretariaat van de Europese Raad. Om accurate informatieverstrekking te garanderen wordt de website gemiddeld wekelijks bijgewerkt. 2) Overlegvergaderingen met vervoerders Overlegvergaderingen rond het thema “inadmissibles” : INAD-FORUM Aangezien Brussels Airlines het grootste aantal passagiers naar België vervoert en dus ook het vaakst geconfronteerd wordt met INADS, werd sinds 2005 een forum georganiseerd met het oog op een betere samenwerking tussen Dienst Vreemdelingen, Brussels Airlines en het Veiligheidsdetachement van de Federale Politie op de nationale luchthaven aangaande de problematiek van Inadmissible passengers, het zgn. INAD-forum. Dit forum maakt deel uit van een voortdurend proces van samenwerking tussen bovenvermelde partijen. Het laatste forum vond plaats in september 2008, onder het voorzitterschap van DVZ. De discussies werden gevoerd in drie werkgroepen, zodat meerdere onderwerpen gelijktijdig behandeld konden worden. In deze werkgroepen werden drie deelaspecten in de INAD-problematiek behandeld, namelijk - Communicatie en informatiedoorstroming; - Specifieke procedures voor bijzondere categorieën passagiers; - Coördinatie werkzaamheden Maatschappelijk en Psychologisch OndersteuningsTeam en

Team Security Officers. De bespreking in de werkgroepen vertrok steeds vanuit een objectieve analyse, gevolgd door de voorstellen van initiatieven om tot een maximale slaagkans te komen met betrekking tot de terugdrijvingen die door Brussels Airlines uitgevoerd moeten worden in uitvoering van de Conventie van Chicago betreffende de internationale burgerlijke luchtvaart van 07/12/1944 en artikel 74/4 van de wet van 15/12/1980. Tijdens het forum worden afspraken gemaakt, duidelijke procedures opgesteld, en wordt de permanente communicatie en professionele samenwerking continu afgesteld op de actuele noodwendigheden. Overlegvergaderingen rond de verplichtingen van de vervoerders en een mogelijk protocolakkoord In het totaal werden 12 vervoersmaatschappijen, in de loop van het jaar, eenmaal of meerdere malen bij de Grensinspectiedienst ontvangen. De vergaderingen werden ofwel georganiseerd op vraag van de maatschappijen zelf, ofwel op initiatief van de DVZ. 3) Verplichtingen van de vervoerders met betrekking tot de toegang tot het grondgebied van vreemdelingen Administratieve boetes In uitvoering van artikel 74/4 bis, ingevoerd bij de Wet van 08/03/1995 tot wijziging van het artikel 74/2 en tot invoeging van een nieuw artikel 74/4 bis in de Wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, kunnen administratieve boetes opgelegd worden aan de vervoerders wanneer zij passagiers naar of door België vervoeren die niet over de nodige documenten voor binnenkomst in het Schengengebied of voor het land van bestemming beschikken (zie ook punt MOU).

Page 106: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

106

Vervoerders die na het afsluiten van het boekjaar nog open rekeningen hebben met betrekking tot onbetaalde boetes worden op de Dienst Grensinspectie uitgenodigd om hen op hun verplichtingen te wijzen, de redenen voor het uitblijven van de betalingen te achterhalen en eventueel een afbetalingsplan af te spreken. De Dienst Vreemdelingenzaken kan het MOU dat met een vervoerder werd afgesloten o.m. opzeggen wanneer deze vervoerder de boetes niet binnen de voorziene termijn betaalt. Overzicht van de opgelegde administratieve boetes Maatschappijen

met protocolakkoordAantal boetes

Maatschappijen zonder

protocolakkoordAantal boetes

Totaal aantal boetes

Maatschappijen met

protocolakkoordBedrag in euro

Maatschappijen zonder

protocolakkoord Bedrag in euro

Totaal bedrag in

euro

2003 484 170 654 674.750 738.750 1.413.5002004 378 59 437 389.000 285.000 674.5002005 418 47 465 437.750 210.000 647.7502006 457 75 532 502.750 318.750 821.5002007 478 125 603 490.000 547.500 1.037.5002008 385 97 482 385.500 472.500 858.000 Toelichting : Het aantal opgelegde boetes daalt ondanks het steeds toenemende aantal passagiers. Dit is te verklaren door een verbeterde controle door de luchtvaartmaatschappijen en de aangepaste vormingscursussen gegeven door DVZ en de Federale Politie. Verblijfskosten Het forfaitaire aangerekende bedrag van de verblijfskosten wordt jaarlijks bij koninklijk besluit bepaald. Voor 2008 werd de dagprijs op 42,00 euro gebracht (40,80 euro in 2007) 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Bedrag in euro 395.056,84 394.855,34 131.069,77 129.913,93 61.226,59 81.860 Het bedrag van de verblijfskosten steeg ten gevolge van een verhoging van het aantal passagiers die door de luchtvaartmaatschappijen werden vervoerd maar ook door het feit dat er nieuwe maatschappijen en vluchtbestemmingen zijn bijgekomen. Toelichting : Qua betalingen is er geen verschil tussen vervoerders met MOU en zonder. De betalingen verlopen momenteel vrij vlot. Echte wanbetalers met MOU lopen immers het risico het MOU te verliezen en wanbetalers zonder MOU verkijken hun kans om een MOU-akkoord af te sluiten. I.1.3. Individuele controle toegang I.1.3.1. Algemene binnenkomstvoorwaarden De grenscontrole gebeurt met toepassing van de artikelen 2 en 3 van de Wet van 15/12/1980 en artikel 42 van het KB van 08/10/1981. Na controle door de met de grenscontrole belaste agent van de Federale Politie wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt naar de Dienst Grensinspectie gestuurd. Wanneer de vreemdeling bij aankomst niet aan de vereiste binnenkomstvoorwaarden voldoet, wordt een beslissing met betrekking tot de toegang tot het grondgebied genomen. Deze beslissing is

Page 107: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

107

ofwel een terugdrijving, met eventuele vasthouding als de terugdrijving niet dadelijk kan doorgaan, of toegang verlenen tot het grondgebied mits, zo nodig, de afgifte van een visum. De binnenkomstvoorwaarden gelden voor het gehele Schengengebied aangezien de controle verlegd werd naar de buitengrenzen van dit gebied. I.1.3.2. Algemeen overzicht van de aan de grens genomen beslissingen en behandelde situaties

I.1.3.3. Detailoverzicht bij algemeen overzicht 1) Beslissingen tot terugdrijving

Dit betekent de weigering van toegang tot het grondgebied omdat er niet aan de binnenkomstvoorwaarden om tot het Schengengrondgebied toegelaten te worden wordt voldaan. a. Niet-toelaatbare vreemdelingen (INAD): effectieve terugdrijvingen Algemeen overzicht

Luchtgrens Zeegrens Landsgrens Totaal 2003 1.254 225 1.320 2.9992004 1.261 150 251 * 1.6622005 1.059 128 0 * 1.1872006 1.249 116 0 * 1.3652007 1.022 90 0 * 1.1122008 1.070 91 0 * 1.161

* = controle aan de landsgrens Eurostar te Brussel Zuid stopgezet op 1 april 2004. De Schengencontrole voor toegang tot het Schengengrondgebied wordt uitgevoerd door de Fransen bij vertrek in het UK. Evolutie Lichte stijging in het aantal terugdrijvingen 2008 ten aanzien van de voorgaande jaar 2007. De lichte stijging werd vastgesteld aan alle grensposten. De stijging heeft geen verband met de gevallen waarvoor een boete wordt opgelegd (het niet beschikken over de nodige binnenkomstdocumenten en het gebruik van valse documenten) maar is eerder het gevolg van de toename van het aantal personen dat zich aan de grens aanbiedt en niet aan de overige binnenkomstvoorwaarden (zoals voorzien in Schengen), voldoet.

Terugdrijvingen Inads

Asiel-aanvragen

Visa zeelieden

IOM Transitaanvragen 3de land

NBMV

2003 2.999 562 11.083 6.466 Geen cijfers 642004 1.662 421 12.132 11.167 1.709 422005 1.187 453 13.817 6.298 1.683 472006 1.365 331 15.702 6.137 1.551 492007 1.112 338 17.800 4.626 1.219 642008 1.161 365 22.752 5.343 1.233 46

Page 108: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

108

Overzicht terugdrijvingen per grenspost

Luchtgrens Zeegrens Landgrens Brussel-Nationaal 990 Antwerpen 63 HST-terminal Brussel Zuid 0*Gosselies 71 Gent 9 Bierset 7 Zeebrugge } Deurne 0 Blankenberge }

11

Oostende } Oostende 2 Nieuwpoort }

8

Totaal 1.161 1.070 91 0 Opmerking : In totaal werden voor al de grensposten samen 1.161 terugdrijvingen uitgevoerd. 38 beslissingen tot terugdrijving werden op basis van nieuwe elementen herzien en resulteerden in toelating tot het grondgebied. De meest vertegenwoordigde nationaliteiten bij de terugdrijvingen aan alle grensposten : - Marokko; - Turkije; - Congo Democratische Republiek/Kameroen; - Senegal; - Guinea. De meest vertegenwoordigde nationaliteiten inzake bij de terugdrijvingen op de luchthaven van Brussel-Nationaal waren : - Congo Democratische Republiek; - Turkije; - Senegal; - Kameroen; - Guinea. De meest voorkomende motieven op de luchthaven van Brussel Nationaal, in volgorde van belang voor de terugdrijving van deze nationaliteiten, waren: - Onduidelijk reismotief; - Vals of vervalst reisdocument; - Geen of geen geldig visum; - SIS-seining; - Geen of geen geldig document; - Onvoldoende bestaansmiddelen. b. Asielaanvragen aan de grens Op 1 juni 2007 trad de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen in werking. Als gevolg hiervan werd de asielprocedure aan de grens gewijzigd. Dit betekent dat enkel nog het CGVS beslissingsbevoegdheid over de

Page 109: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

109

asielaanvraag behoudt en de ontvankelijkheidsbeslissing door de Dienst Vreemdelingenzaken dus vervalt. Asielaanvragen

ad grens 25

quater Beslissingen

CGVS (opsplitsing

hierna)

Pogingen tot

verwijdering (/incl

escortes)

Verwijderingen (/incl escortes)

+ (begeleide minderjarigen)

13 quater

BGV Ontsnap-pingen

365 53 257 279(/34) 145(/28) +(2) 20 77 2

Weigering van de vluchtelingenstatus en

weigering van de subsidiaire

beschermingsstatus

Toekenning subsidiaire beschermingsstatus

Erkenning van de vluchtelingenstatus

161 9 87 Vergelijking met vorige jaren : - 2003 : 562 asielaanvragen; - 2004 : 421 asielaanvragen; - 2005 : 453 asielaanvragen; - 2006 : 331 asielaanvragen; - 2007 : 338 asielaanvragen; - 2008 : 365 asielaanvragen. Vreemdelingen die niet over de nodige binnenkomstdocumenten beschikken en een asielaanvraag indienen, moeten dit bij de met de grenscontrole belaste agenten doen en worden in afwachting van een beslissing over hun aanvraag in een aan de grens gelegen centrum vastgehouden. Commentaar - In de eerste kolom vindt U het aantal asielaanvragen dat in 2008 aan de grens werd

ingediend; - Wanneer de Belgische overheid, in toepassing van de conventie van Dublin, vanwege de

aangeschreven Staat een akkoord voor overname bekomt, dan wordt aan de betrokkene een bijlage 25 quater afgeleverd (zie 2de kolom).

- In de 3de kolom vindt u het aantal beslissingen dat door het CGVS werden genomen, met daaronder een detailoverzicht.

- De pogingen tot verwijdering en de effectieve verwijderingen, met tussen haakjes het aantal gevallen waarin een escorte moest worden voorzien, kan U vinden in kolommen 4 en 5.

- De weigering tot in overwegingname van de asielaanvraag wordt aan de hand van de bijlage 13 quater aan de vreemdeling betekend. (zie 6de kolom)

- Wanneer er binnen de termijn van twee maanden geen uitvoerbare beslissing tot verwijdering voorhanden is (bvb. wegens nog hangende beroepsprocedures) wordt de vreemdeling tot het grondgebied toegelaten. Ook medische redenen of geen reisdocumenten kunnen een reden zijn om de vreemdeling toe te laten tot het grondgebied, mits afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (zie kolom 7).

- In de laatste kolom tenslotte vindt U het aantal ontsnappingen uit een gesloten centrum.

Page 110: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

110

Top 5 nationaliteiten asielaanvragen aan de grens

Nationaliteiten 2008 Congo Democratische Republiek 52 Sri Lanka 45 Kameroen 34 India 20 Irak 19 2) Beslissingen tot het verlenen van toegang tot het grondgebied - 21.320 visa aan de grenzen afgeleverd door de dienst grenscontrole; - 1.104 collectieve visa werden afgegeven; - 22.752 visa werden door de met grenscontrole belaste agenten ambtshalve afgegeven

aan transiterende zeelieden. 3) Transitfaciliteiten voor IOM-passagiers In 2008 transiteerden 5.343 personen via de nationale luchthaven Brussel, terwijl dit voor 2007 nog 4.626 was. Het gaat hier om een akkoord tussen de DVZ en het IOM, waarbij DVZ faciliteiten verleent aan de vreemdelingen die vanuit derde landen via Brussel-Nationaal Luchthaven (BNL) naar een ander Europees land, Canada, Australië of de U.S.A. reizen en die niet over het nodige luchthaventransitvisum beschikken.

Aantal transiterende personen via BNL 2001 7.2832002 5142003 6.4662004 11.1672005 6.2982006 6.1372007 4.6262008 5.343 4) Toestemming voor “Transits DEPU’s” derde landen DEPU’s (deportees unaccompanied) zijn personen die om diverse redenen door de overheden van een derde land naar hun land van oorsprong worden gerepatrieerd. Als deze personen tijdens de vlucht begeleid worden door bevoegd personeel worden ze DEPA’s (deportees accompanied) genoemd. Indien de repatriëring dient te gebeuren met een transit door de luchthaven Brussel- Nationaal, moet hiervoor een speciale procedure gevolgd worden : Wanneer een bepaald land een persoon naar zijn land van oorsprong wenst te repatriëren vanuit een derde land via een transitland, moet het volgens EU-richtlijn 2003/110/EG, een schriftelijke aanvraag voor transit richten aan het transitland. Deze EU-richtlijn werd op 20/11/2008 omgezet werd naar de wet betreffende de ondersteuning bij doorgeleiding in het raam van maatregelen tot verwijdering door de lucht. In uitvoering van het advies van de Commissie Vermeersch informeert de Federale Politie de transiterende escorteurs over de toegelaten dwangmiddelen in België. Voor België is het de Dienst Grensinspectie die deze aanvragen, die uit verschillende landen afkomstig zijn, behandelt en de toestemming tot transit verleent.

Page 111: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

111

Om het aantal weigeringen te beperken en de vlotte werking met de derde landen verder te zetten, wordt er een reservatielijst aangelegd, als een dag volzet is, met name 5 personen per dag, worden de meeste derde landen hiervan op de hoogte gesteld via e-mail.

Aantal aanvragen transits / aantal

personen

Weigeringen Tussentijd /

Quota

Effectief getransiteerde personen

Geannuleerde transits

2004 1.709 / 1.858 Geen cijfers beschikbaar 895 963 2005 1.683 / 1.827 341 809 677 2006 1.551 / 1.478 262 660 791 2007 1.219 / 1.269 145 612 691 2008 1.233 / 1.395 149 746 623 Top 5 der landen die een transit aanvragen

Landen Aantal aanvragen Verenigd Koninkrijk 384Duitsland 276Canada 153Verenigde Staten van Amerika 103Noorwegen 75 5) Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen (NMBV’s) a) NBMV De wet van 12 januari 2007 betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde categorieën van vreemdelingen werd gepubliceerd en is in voege getreden op 7 mei 2007, artikels 36 tot en met 42 hebben betrekking op NBMV’s.

Dit betekent dat de NBMV die door de Voogdijdienst als NBMV wordt geïdentificeerd of voor wie geen twijfel omtrent zijn minderjarigheid bestaat, voortaan niet meer wordt vastgehouden in een gesloten centrum. Men moet evenwel twee situaties onderscheiden : 1. Er bestaat geen enkele twijfel over de minderjarigheid - Indien de persoon niet voldoet aan de binnenkomstvoorwaarden, moet er een fiche naar

de voodijdienst gestuurd worden, waarmee aan de voogd de beslissing tot terugdrijving (TD) (ie. bijlage11) wordt betekend.

- De NBMV moet binnen de 24 uur naar één van de centra voor oriëntatie en observatie (OOC) gebracht worden.

- Dit centrum wordt gelijkgesteld met een aan de grens gelegen centrum en de DVZ heeft 15 dagen de tijd, eventueel verlengd met 5 dagen (gemotiveerd), om een duurzame oplossing te vinden en eventueel de terugdrijving te organiseren en te laten uitvoeren.

- Na deze periode wordt de toegang tot het grondgebied verleend en moet de GID een nieuwe beslissing nemen (beslissing tot terugleiding – bijlage 38) die aan de voogd betekend wordt.

- Het OOC moet de DVZ inlichten over elke verdwijning.

Page 112: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

112

2. Er bestaat twijfel over de opgegeven leeftijd - In de fiche die naar de Voogdijdienst gestuurd wordt, wordt twijfel geuit over de leeftijd en

aan de Voogdijdienst wordt gevraagd om een onderzoek naar de leeftijd in te stellen. - De bijlage 11 en de beslissing tot vasthouding in een aan de grens gelegen gesloten

centrum (art 74/5) worden aan de voogd betekend. - De Voogdijdienst beschikt over 3 werkdagen, eventueel verlengd met 3 werkdagen

(gemotiveerde verlenging) om de leeftijd te bepalen en dit aan de NBMV en DVZ te betekenen. In een meerderheid van deze gevallen bleek deze termijn voor de Voogdijdienst echter te kort te zijn en werd de termijn overschreden.

Indien betrokkene meerderjarig blijkt te zijn, blijft hij vastgehouden in het gesloten centrum. Indien betrokkene minderjarig blijkt te zijn, moet de NBMV binnen de 24 uur na de beslissing van de Voogdijdienst naar een OOC overgebracht worden, waarbij dan dezelfde regeling telt zoals in supra vermeld.

Verklaarde NBMV’s

Na leeftijdsbepaling

NBMV’s

Asielaan- vragen

TD* met garant. opvang

Asiel- aan-

vragen ontvan- kelijk

Plaatsing op

initiatief DVZ

Plaatsing na

beslissing Raadkamer

Binnen na

bewijs familie-band

2003 85 63 (74.11 %) 48 25 7 10 19 22004 57 42 (73,70 %) 35 8 3 12 19 2005 77 47 (61,00 %) 34 14 2 5 24 12006 63 49 (82,14 %) 29 15 1 17 10 52007 voor 07/05

28 23 (75,00 %) 14 3 0 11 7 0

Verklaarde

NBMV’s Na

leeftijdsbepaling NBMV’s

Asielaan-vragen

TD* met garant. opvang

Asiel aan-

vragen ontvan- kelijk

OOC Steen-

okkerzeel

OOC Neder-Over-

Heembeek

Binnen na

bewijs familie-band

2007 na 07/05

37 26 (70,20 %) 22 3 0 17 1 0

2008 46 35 (76,10 %) 23 2 1 20 8 0 Onderverdeling per leeftijdscategorie na resultaten van de botscan 0 < 16 jaar 216 – 17 jaar 218 jaar 11> 18 jaar * 4Totaal 19* resultaat onderzoek is 18 jaar met een deviatie – wordt beschouwd als minderjarig Onderverdeling per leeftijdscategorie zonder twijfel (zonder botscan)* < 12 jaar 612 – 14 jaar 214 - 16 jaar 416 – 18 jaar 4

Page 113: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

113

Totaal 16 * opgegeven leeftijd (indien valse of no docs) maar er wordt geen twijfel minderjarigheid geuit.

* TD = terugdrijving In 2008 verklaarden 46 vreemdelingen dat zij jonger dan 18 jaar waren. (11 INADS aan de grens, die verklaarden minderjarig te zijn, bleken na medisch onderzoek meerderjarig (18 of ouder) te zijn.) - 35 onder hen waren dus effectief niet-begeleide minderjarigen aan de grens (allen

aangekomen op luchthaven Brussel-Nationaal) . - 23 van de effectief niet-begeleide minderjarigen vroegen asiel aan, nadat hen de toegang

tot het land werd geweigerd. De meest voorkomende nationaliteiten onder de 35 NBMV's, zijn respectievelijk : India : 8 DR Congo : 6 Guinee : 5 In vergelijking met 2007 is het aantal vreemdelingen dat zich aan de grens minderjarig verklaarde gedaald namelijk 46 tegenover 65 in 2007. Het percentage van vreemdelingen die aan de grens verklaren minderjarig te zijn en die op basis van het resultaat van de leeftijdsbepaling minderjarig bleken te zijn, is praktisch hetzelfde ten opzichte van 2007 (van 78 % in 2007 naar 76 % in 2008). b) Samenwerking met de Voogdijdienst Leeftijdsbepaling Telkens de Dienst Vreemdelingenzaken twijfels uitte omtrent de leeftijd van de betrokken NBMV, heeft een dergelijk medisch onderzoek effectief plaatsgevonden, ofwel op verzoek van de Dienst Vreemdelingenzaken, ofwel op initiatief van de Voogdijdienst. In 19 dossiers werd een medisch onderzoek uitgevoerd : dit leidde 15 keer tot een resultaat leeftijdsbepaling waarbij de betrokkene 18 of ouder was, in 4 gevallen was de betrokkene effectief jonger dan 18 jaar. Het resultaat wordt gemiddeld na acht dagen bekendgemaakt. Dit cijfer is hoger dan de vorige jaren namelijk 6 tot 8 dagen in 2007 en twee tot drie dagen in 2006, omdat een van de minderjarigen zich eerder meerderjarig verklaarde. Dit vertekende het cijfer. Indien we hier geen rekening mee houden ligt het cijfer voor 2008 ook tussen de 6 à 8 dagen. Bepalen van de duurzame oplossing Plaatsing : Na de toepassing van de nieuwe voogdijwet werden 35 effectief niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in een OOC geplaatst : - 23 werden geplaatst in het OOC te Steenokkerzeel ( 5 van deze personen hebben later

nog een asielaanvraag ingediend). - 8 werden geplaatst in het OOC te Neder-over-Heembeek.

Page 114: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

114

- 4 werden geplaatst in het Centrum van kind en gezin Ganshoren dit alles in samenspraak met de voogdijdienst (gelet de heel jonge leeftijd).

Terugdrijving met gezinshereniging in het land van herkomst : 2 van de 35 N.B.M.V.’s werden teruggedreven naar het land van herkomst (2,9%). In dit geval was de familie teruggevonden. De familie werd ingelicht over de terugkeer van de betrokkene, teneinde te verzekeren dat de minderjarige zou worden opgevangen. Aan de Belgische ambassades ter plaatse werd gevraagd na te gaan of de opvang verzekerd was. Er werd geen enkel probleem gesignaleerd. Om tot oplossingen te komen of om bepaalde probleemdossiers te bespreken en alle informatie tussen de diensten uit te wisselen, worden sedert juli 2004 regelmatig vergaderingen gehouden tussen de Voogdijdienst, de DVZ en het CGVS. 6. Gate-checks 12 gate-controles, uitgevoerd door ambtenaren van de dienst Grenscontrole (DVZ), onder begeleiding van agenten van de Luchtvaartpolitie–Brussel–Nationaal (LPA / Brunat), werden uitgevoerd bij vervoersmaatschappijen die herhaaldelijk hun verplichtingen ten opzichte van de Belgische overheid niet nageleefd hebben. Dit kan het gevolg zijn van een gevoelige stijging van het vervoeren naar of door België van het aantal personen die niet voldoen aan de binnenkomstvoorwaarden en deze voorwaarden duidelijk detecteerbaar waren (geen geldig paspoort, geen visum,..), een stijging van het aantal administratieve geldboetes,…. Hierdoor wordt de vervoerder beschouwd als komende van een risicoluchthaven. De Federale Politie van de Nationale Luchthaven kan op eigen initiatief ook ambtshalve controles uitvoeren, zonder dat ambtenaren van de dienst Grenscontrole daarbij aanwezig zijn. I.2. Controle op het Belgisch grondgebied I.2.1. Samenwerking Dienst Vreemdelingenzaken met politiediensten en Sociale Inspectie I.2.1.1. Bureau C – illegalen - en de Permanentiedienst van de DVZ Indien de politiediensten in contact komen met een illegale persoon, dan is het in eerste instantie het Bureau C (en de Permanentiedienst na de kantooruren) dat gecontacteerd wordt om een administratieve beslissing te nemen. Het Bureau C staat ook in voor de administratieve ondersteuning van de politiediensten bij al dan niet aangekondigde controleacties of bij grootschalige manifestaties die veel vreemdelingen aantrekken (bv. internationale voetbalwedstrijden). Indien de politie of de Sociale Inspectie een controle wil uitvoeren, dan kan er een beroep worden gedaan op de Gerechtelijke Sectie, ter ondersteuning op het terrein en om voor een snellere afhandeling te zorgen. Op basis van het administratief verslag, dat door de politiedienst wordt opgesteld, zal het Bureau C (en de Permanentiedienst) aan de hand van het individueel dossier van de vreemdeling nagaan wat de verblijfssituatie is van de gecontroleerde vreemdeling. Het Bureau C (en de Permanentiedienst) zal de politie zo snel mogelijk instructies toesturen.

Page 115: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

115

Indien de vreemdeling legaal verblijft in België of indien er een schorsende procedure tegen een beslissing hangende is, zal de betrokkene zonder meer kunnen beschikken. Indien de vreemdeling illegaal verblijft, kan het Bureau C beslissen om de betrokkene : - Een bevel om het grondgebied te verlaten te betekenen; - Terug te leiden naar de grens; - Onmiddellijk te repatriëren; - Op te sluiten ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken, met het oog op

repatriëring of terugleiding naar de grens. Cijfergegevens : aantal administratieve aanhoudingen, beschikkingen, bevelen om het grondgebied te verlaten (BGV’s), opsluitingen en directe repatriëringen Aantal

administratieve aanhoudingen

Aantal beschikkingen

Aantal BGV’s

Aantal opsluitingen

Aantal directe repatriëringen

2000 29.276 13.430 (46 %)

13.563 (46 %)

714 (2,5 %)

1.569 (5 %)

2001 27.724

10.028 (36 %)

11.599 (42 %)

1.975 (7 %)

4.122 (15 %)

2002 30.025 9.561 (32 %)

12.589 (42 %)

2.398 (8 %)

5.477 (18 %)

2003 32.281 9.654 (30 %)

14.429 (45 %)

2.170 (7 %)

6.028 (19 %)

2004 30.428 9.676 (32 %)

14.370 (47 %)

1.756 (6 %)

4.626 (15 %)

2005 27.856

9.475 (34 %)

12.091 (43 %)

1.759 (6 %)

4.531 (16 %)

2006 28.074 10.729 (38.2 %)

11.048 (39.4 %)

1802 (6.4 %)

4.495 (16 %)

2007 23.267 8.904 (38 %)

9.617 (41 %)

2.157 (9 %)

2.589 (11 %)

2008 24.452 8.382 (34 %)

11.716 (48 %)

2.298 (9 %)

2.056 (9 %)

Vastgesteld wordt dat het aantal administratieve verslagen dat door de politie werd voorgelegd fors gedaald is, met name met 17%. Cijfergegevens : top 5 aangetroffen nationaliteiten

2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Joegoslavië

(2.791) Roemenië

(2.852) Roemenië

(2.833) Marokko (2.909)

Marokko (2.981)

Algerije (3.073)

Algerije (2.752)

Algerije (3.542)

Polen (1.911)

Joegoslavië (2.343)

Afghanistan (2.670)

Algerije (2.601)

Roemenië (2.558)

Roemenië (2.918)

Marokko (2.425)

India (3.052)

Roemenië (1.732)

Irak (2.852)

Polen (2.419)

Roemenië (2.448)

Algerije (2.552)

Marokko (2.810)

Roemenië)(1.959)

Marokko (2.780)

Turkije (1.591)

Polen (2.031)

Algerije (2.109)

India (2.427)

India (2.025)

India (2.170)

India (1.889)

Roemenië (1.494)

Albanië (1.511)

Bulgarije (1.419)

Marokko (2.061)

Polen (1.737)

Polen (1.571)

Polen (1.499)

Polen (1.959)

Irak (1.158)

Page 116: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

116

Opmerking : deze cijfers geven enkel weer welke nationaliteiten door de bevoegde diensten werden aangetroffen en zijn dan ook afhankelijk van het milieu waarin de controles door de politiediensten werden uitgevoerd. Tevens dient er ook rekening mee gehouden te worden dat bepaalde vreemdelingen herhaaldelijk worden gearresteerd, omdat deze moeilijk verwijderbaar zijn, of vanwege een gebrek aan plaatsen in de centra niet worden opgesloten. Dit is eveneens zo met de intercepties van illegalen die aan de kust worden aangetroffen en die door middel van containers en vrachtwagens op een zeer risicovolle wijze de overtocht trachten te maken. Oostende en Zeebrugge worden het meest door deze problematiek getroffen (of worden het meest met deze problematiek geconfronteerd). In 2008 zijn 2.167 illegalen aldaar aangetroffen. De meest voorkomende nationaliteit was India met 1.025 intercepties, hetzij 47%. Cijfergegevens : aantal arrestaties gebaseerd op openbare orde en zwartwerk

2003 2004 2005 2006 2007 2008 Openbare

orde 7.088 (22 %)

7.021 (23 %)

6.187 (22 %)

6.334 (22.5 %)

4.946 (21 %)

4.797 (19,62 %)

Zwartwerk 2.846 (9 %)

2.499 (8 %)

2.470 (9 %)

2.128 (5.6 %)

1.921 (8 %)

1.746 (7 %)

Van het totaal aantal beslissingen wegens openbare orde en zwartwerk werden in 2008 respectievelijk 676 personen opgesloten en 830 personen direct gerepatrieerd; hetzij 29,4%% en 37,95%% van het totaal aantal beslissingen tot directe repatriëring. De repatriërings- en verblijfskosten in de centra wegens zwartwerk worden bij de betrokken werkgevers gerecupereerd, in toepassing van artikel 13 van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van vreemde werknemers. Derhalve wordt in eerste instantie de werkgever aangeschreven. Wanneer echter blijkt dat de werkgever na een herinnering nog steeds niet overgaat tot de effectieve betaling, wordt het dossier overgemaakt aan de FOD Financiën, meer bepaald aan de verschillende ontvangkantoren der domeinen en penale boeten. Deze laatste zal dan de eigenlijke invordering bij de werkgever doen. In 2008 werden 500 werkgevers voor de eerste maal aangeschreven met het oog op de betaling van bovenstaande kosten. Hiervan hebben reeds 165, hetzij 33%, hun administratieve boete betaald, wat overeenkomt met een bedrag van 86.435,86 euro. Het totaal te recupereren bedrag, daarentegen, bedraagt 423.544,32 euro (de verschuldigde bedragen van de 335 werkgevers van 2008 + de nog openstaande dossiers van de vorige jaren) waarvan 141.380,20 euro effectief is terugbetaald. Ten slotte werden 193 dossiers, van werkgevers die niet hebben betaald, overgemaakt aan Financiën. Dit komt overeen met een bedrag van 109.776,99 euro. Er dient echter wel opgemerkt te worden dat het in de opgestarte dossiers van 2008 niet noodzakelijk gaat om repatriëringen uitgevoerd in 2008, aangezien de procedure tot terugvordering van repatriëringskosten vaak enige tijd in beslag neemt. I.2.1.2. De Gerechtelijke Sectie van de DVZ Politiediensten en sociale inspectiediensten kunnen een beroep doen op de ondersteuning op het terrein van personeelsleden van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze personeelsleden zijn gespecialiseerd in het herkennen van documenten en het bepalen van het al dan niet wettelijke verblijf van de vreemdelingen, zodat er geen onnodige tijd verloren gaat op het terrein en de meest geschikte beslissingen kunnen worden genomen. Het is de Gerechtelijke Sectie van de Dienst Vreemdelingenzaken die deze taak uitvoert.

Page 117: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

117

Aantal operaties waaraan werd deelgenomen 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Vlaanderen 146 175 252 286 182 249 265Wallonië 53 88 85 92 86 97 101Brussel (19 gemeenten) 40 141 206 183 267 184 163Totaal 239 404 543 561 535 530 529 Operationele resultaten Bevel grondgebied

te verlaten Opgesloten in

centrum Directe

repatriëring Gerechtelijke aanhouding

Totaal

2003 687 429 1.116 128 2.3602004 947 537 998 73 2.5552005 915 615 1.053 81 2.6642006 640 506 921 51 2.1182007 662 536 412 50 1.6602008 881 690 286 69 1.926 Operatiekader - 352 acties handhaving sociale wetgeving (dit zijn geïntegreerde acties met deelname GSJ

en minstens 1 andere sociale inspectiedienst (= -3 in vergelijking met 2007); - 177 politionele acties (= +2 in vergelijking met 2007). Sectoren / motieven van optreden (telkens top 3 in dalende volgorde)

2005 2006 2007 2008 Handhaving sociale wetgeving

- Horeca - Kleinhandel - Bouw

- Bouw - Horeca - Nachtwinkels

- Horeca - Bouw - Kleinhandel

- Horeca - Tuinbouw - Bouw

Politionele acties

- Huiszoekingen (verschillende motieven)

- Wegcontrole - Openbaar

vervoer

- Wegcontrole - Huisjesmelkerij - Bedelarij

- Wegcontrole - Huisjesmelkerij

- Openbaar vervoer

- Wegcontrole - Huisjesmelkerij - Openbaar

vervoer

Nationaliteiten Top 5 in dalende volgorde van de nationaliteiten die werden aangetroffen bij controles en die niet in regel waren qua verblijf en/of sociale wetgeving. 2004 2005 2006 2007 2008 Plaats 1 Bulgaren Marokkanen Roemenen Marokkanen Marokkanen Plaats 2 Roemenen Roemenen Polen Indiërs Algerijnen Plaats 3 Marokkanen Bulgaren Marokkanen Bulgaren Indiërs Plaats 4 Polen Polen Bulgaren Polen Brazilianen Plaats 5 Indiërs Turken Indiërs Brazilianen Bulgaren

Page 118: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

118

Duiding Qua aantal operaties zit de Gerechtelijke Sectie op hetzelfde niveau als in 2006 en 2007. Uitgesplitst naar de 3 regio’s (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) blijven ook hier de cijfers praktisch status quo. Met betrekking tot de resultaten (beslissingen) valt onmiddellijk de forse daling op van het aantal beslissingen tot directe repatriëring. Een mogelijke verklaring zou kunnen liggen in het feit dat steeds meer illegale vreemdelingen niet in het bezit zijn van de nodige documenten die een directe repatriëring toelaten. Dit kan mogelijks ook afgeleid worden uit de forse stijging van het aantal beslissingen tot opsluiting in een gesloten centrum met het oog op verwijdering. 2007 : 536 + 412 = 948 (opsluitingen + directe repatriëringen) 2008 : 690 + 286 = 976 (opsluitingen + directe repatriëringen) Mogelijk speelt hier het systeem van de communicerende vaten.

De bouwsector en meer nog de horeca blijven wederom met stip genoteerd als het gaat om inbreuken op de tewerkstelling van vreemdelingen. Net zoals vorig jaar dienen vraagtekens te worden gezet bij de pakkans en de effectiviteit van de bestraffing van malafide werkgevers. Wat betreft de 5 meest aangetroffen nationaliteiten die niet in regel waren qua verblijf en/of sociale wetgeving verdwijnen voor het eerst in vijf jaar de Polen uit de statistieken. Zij worden vervangen door de

Algerijnen van wie kan afgevraagd worden of deze laatsten geen Marokkaaanse onderdanen zijn (probleem van de identificatie, net zoals voor de echte Marokkaanse onderdanen trouwens.) Indiërs, Brazilianen en Bulgaren zijn blijvers in deze zwarte reeks. Indiërs : veelal opgepakt in transit naar de UK en moeilijke identificatie; Brazilianen : bijna allemaal opgepakt als zwartwerker in de bouwsector met valse Portugese of Belgische identiteitsdocumenten/verblijfsvergunningen; Bulgaren : bijna 100% zwartwerkers. I.2.2. Controles op adres Naast de spontane en georganiseerde controles uitgaande van de politie, stelt het Bureau C ook zelf de vraag aan de politiediensten om controles op adres uit te voeren. Wanneer blijkt dat vreemdelingen geen gevolg hebben gegeven aan een hun betekend bevel en zij alsnog in het Rijk verblijven, wordt een schrijven gericht aan de bevoegde politiedienst, via de burgemeester, om een controle op adres uit te voeren met het oog op een eventuele verwijdering. Voor het jaar 2008 zijn 1.129 dossiers aangevat. Om aan deze dossiers de gepaste opvolging te geven en om uiteindelijk tot betere resutaten te komen wat betreft het aantal verwijderingen, is er vanaf december 2008 een aparte cel op bureau C om deze dossiers te behandelen en om de nodige statistieken op te maken. De uitdaging van deze cel is te komen tot een betere samenwerking met de politie, zodat de adrescontroles op regelmatige basis kunnen worden uitgevoerd.

Page 119: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

119

I.2.3. Garanten Naar analogie met de recuperatie van de repatriërings-en verblijfskosten bij de werkgevers, maakt het KB van 15 mei 2006 van de vreemdelingenwet het mogelijk om deze kosten en bijkomend de medische kosten die door de Belgische staat lastens een vreemdeling zijn gedragen terug te vorderen bij de garant die een verbintenis tot tenlastenneming bij de gemeente heeft ondertekend. De garant is hiervoor 2 jaar verantwoordelijk vanaf het moment dat de vreemdeling het grondgebied heeft betreden. Terwijl in 2007 de eerste stappen werden gezet om deze procedure uit te werken, is men in 2008 begonnen met de eerste concrete dossiers. In samenwerking met de dienst Monitoring Visa en Buitenlandse Zaken wordt getracht de procedure verder uit te bouwen. I.2.4. Schengenseiningen (SIS) De vreemdelingen die niet gemachtigd zijn om zich in de Schengenruimte te bevinden, maken het voorwerp uit van een seining in het Schengen Informatie Systeem, op basis van artikel 96 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (SUO). Indien personen hierin geseind staan moet hun de toegang tot het grondgebied worden ontzegd of zal hun geen visum worden afgeleverd, ook niet door de andere Schengen-Lid-Staten. Zodra de verordening (EG) nr. 1987/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20/12/2006 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van SIS II van toepassing zal zijn, zal het genaamde artikel 24 van de genaamde verordening artikel 96 van de overeenkomst vervangen als juridische basis voor de invoering van deze seiningen. De technische complexiteit van SIS II heeft geleid tot een vertraging van de invoering van dit systeem, die oorspronkelijk voor 2007 voorzien was. Om de integratie van de nieuwe Lid-Staten in de Schengenruimte niet uit te stellen heeft men in december 2006 besloten om gebruik te maken van een voorlopige versie van het huidige systeem : SIS one 4 all (SIS 1 voor allen). Dankzij dit voorlopige systeem konden 9 nieuwe Europese Lid-Staten (Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechische Republiek, Slowakije en Slovenië) op 31 december 2007 tot de Schengenruimte toetreden. Op 12 december 2008 is Zwitserland tot de Schengenruimte toegetreden. a) Gepaste procedure ten opzichte van de persoon De maatregel die door artikel 96 wordt aanbevolen is de verwijdering van het Schengengrondgebied indien de illegaal verblijvende persoon op het grondgebied gecontroleerd wordt, door middel van één van de volgende procedures : - Een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV); - Een directe repatriëring; - Een terbeschikkingstelling van de Dienst Vreemdelingenzaken, met het oog op zijn

repatriëring. Indien de gepaste procedure om de een of andere reden niet kan worden uitgevoerd moet het land waaraan het verzoek wordt gericht dit ten opzichte van de seinende partij rechtvaardigen. Dit is met name het geval voor de persoon die wettelijk op het Belgisch grondgebied verblijft. Ondanks de seining moet deze persoon vrijgelaten worden. Bij het land dat de persoon heeft gesignaleerd zullen stappen worden ondernomen, opdat dit land de seining zo snel mogelijk intrekt.

Page 120: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

120

Becijferde gegevens

Aantal administratieve aanhoudingen

BGV Vasthouding in een

gesloten centrum

Directe repatriëring

Terbeschikkingstelling van het

parket

Personen die in vrijheid moeten worden gesteld

Aanvraag intrekking seining, in toepassing van artikel

25.2 2005 321 88 17 21 / 195 1332006 155 48 14 9 / 84 1262007 136 28 14 1 5 88 992008 237 56 23 5 4 149 139 b) Signalering ter fine van weigering van toegang Het Bureau C-SIS is, voor België, verantwoordelijk voor het invoeren, het bewaren en het verwijderen van de genoemde signaleringen. De gesignaleerde vreemdeling is elke persoon die geen onderdaan van één van de Lid-Staten van de Europese Unie is. De toegang tot het grondgebied werd aan deze persoon geweigerd op basis van een ministerieel terugwijzingsbesluit of een koninklijk uitwijzingsbesluit, waartegen hij geen beroep meer kan indienen. In 2008 waren er 339 actieve signaleringen in België. Als gevolg van technische problemen heeft de invoering van de signaleringen in 2008 vertraging opgelopen. c) Opzoeken van de gezochte personen in het SIS en het CSB Het Bureau C-SIS moet ook de openbare orde verifiëren, opdat de uitvoeringsbureaus de vereiste beslissingen met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen kunnen nemen. Het gaat om een dubbele verificatie. Enerzijds verifiëren wij of de vreemdeling, in toepassing van artikel 96, geseind is in het SIS en anderzijds verifiëren wij de signalering op het nationaal niveau, via een gegevensbank die door de gerechtelijke politie tot onze beschikking werd gesteld. De voornoemde gegevensbank is grotendeels verouderd sinds de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, die een Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) voorziet. In 2008 werden de stappen die ondernomen werden om het probleem van de toegang van de Dienst Vreemdelingenzaken tot de ANG op te lossen voortgezet. Begin 2008 werd een ministerieel besluit opgesteld en voorgelegd aan de Commissie voor de bescherming van het privé-leven. In een positief advies van 26 november 2008 werd het licht op groen gezet. Er moet nog een overeenkomstprotocol tussen de DVZ en de federale politie worden opgesteld, om de modaliteiten voor de behandeling van de gegevens die door het ontwerp van KB bedoeld worden te concretiseren. Becijferde gegevens : opzoeken van de gezochte personen 2005 2.985 2006 5.782 2007 8.333 2008 7.422

Page 121: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

121

d) Signalering in de ANG Het Bureau C-SIS houdt zich ook bezig met het signaleren van de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in de Algemene Nationale Gegevensbank van de Federale Politie (ANG). In 2008 werden 69 signaleringen ingevoerd en 36 signaleringen werden ingetrokken. I.2.5. Gevangenen De Dienst Vreemdelingenzaken is bevoegd voor de administratieve opvolging van de dossiers van de vreemdelingen die opgesloten zijn voor feiten van gemeen recht en voor hun verblijfssituatie, nadat ze uit de gevangenis worden vrijgelaten. De volgende maatregelen kunnen worden genomen : - Koninklijk besluit tot uitzetting; - Ministerieel besluit tot terugwijzing; - Ministerieel besluit tot aanduiding van een verplichte woonplaats; - Beslissing tot vasthouding met het oog op een repatriëring; - Beslissing tot repatriëring; - Bevel om het grondgebied te verlaten. Koninklijke en Ministeriële besluiten Aan vreemdelingen die aan een koninklijk besluit (KB) of een ministerieel besluit (MB) worden onderworpen wordt gedurende 10 jaar de toegang tot het grondgebied ontzegd. Om de uitvoering van deze arresten te kunnen controleren worden deze vreemdelingen gesignaleerd in het Schengen Informatie Systeem.

Maatregel 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 KB uitzetting 3 0 3 9 6 2 0KB / MB opschorting 0 0 0 2 0 1 0KB / MB opheffing 4 18 6 2 4 3 2MB aanwijzing verblijfplaats 0 1 0 0 0 1 1MB terugwijzing 69 295 407 348 256 388 234MB terbeschikkingstelling 0 0 3 6 0 2 0MB terugleiding grens 0 0 0 0 0 0 0 Vrijlatingen door het gerecht Vreemdelingen die de gevangenis mogen verlaten, worden ter beschikking gesteld van de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken. In functie van de verblijfssituatie van de betrokkene, het gevaar dat hij betekent voor de openbare orde en de mogelijkheid om binnen de door de wet voorziene termijn te worden verwijderd wordt een beslissing genomen. 2006 2007 2008 Aantal beslissingen 7.534 6.863 7.425Bevrijden zonder meer 2.023 / 26,8 % 2.102 / 30,6 % 2.262 / 30,5 %Bevel om het grondgebied te verlaten 2.687 / 35,7 % 3.491 / 50,9 % 4.339 / 58,4 %Administratieve vasthouding met het oog op een verwijdering

2.824 / 37,5 % 1.270 / 18,5 % 824 / 11,0 %

Page 122: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

122

Voor een bepaald aantal gevangenen is een identificatieprocedure opgestart, om zo het aantal repatriëringen te verhogen (zie punt I.3.2.2). Na een verandering van de interne procedure is het aantal administratieve vasthoudingen, ten gunste van het aantal bevelen om het grondgebied te verlaten, verder gedaald. De vreemdelingen voor wie een directe repatriëring of een overbrenging naar een gesloten centrum niet kan worden georganiseerd, worden onmiddellijk vrijgelaten, met een bevel om het grondgebied te verlaten. Deze verandering kan geen invloed hebben op het aantal repatriëringen van ex-gevangenen. Samenwerking met de FOD Justitie a. Een werkgroep (D-DID-CID) vergadert regelmatig met vertegenwoordigers van het

Directoraat-generaal Penitentiaire Instellingen. De resultaten zijn hoofdzakelijk preciseringen inzake de respectievelijke werkmethodes.

b. In 2007 werd overleg opgestart met het Openbaar Ministerie bij de Strafuitvoeringsrechtbanken om afspraken te maken over de informatiestroom en de werkmethodes. De gemeenschappelijke doelstelling is een optimale voorbereiding en opvolging van het vrijstellingsdossier, zodat de voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied ook effectief resulteert in een repatriëring.

c. Om logistieke redenen en omwille van de veiligheid in de gesloten centra kunnen elke maand per gesloten centrum maximaal dertig ex-gevangenen worden overgebracht. Het aantal ex-gevangenen in de gesloten centra mag, in vergelijking met de andere bewoners van de centra, niet te groot zijn, aangezien de goede werking van de centra anders in gevaar zou kunnen worden gebracht. Indien een specifieke vreemdelingencategorie of een specifieke nationaliteit oververtegenwoordigd is in de gesloten centra kan deze situatie tot potentiële conflictsituaties met andere bewoners van de centra leiden.

d. De DVZ stelt ook vast dat dezelfde vreemdeling onder verschillende namen in verschillende gerechtelijke arrondissementen veroordeeld kan zijn, zonder dat een onderzoek van de vingerafdrukken het feit dat hij verschillende identiteiten gebruikt onthult. Om het aantal dubbele dossiers bij de FOD Justitie en de DVZ te beperken is een grondiger onderzoek op dit gebied noodzakelijk. Een projectgroep met de FOD Justitie en de Federale Politie werd opgestart om een antwoord te zoeken voor dit probleem (zie III.2.4.).

I.3. Vasthoudingen in de gesloten centra en de identificatie I.3.1. De gesloten centra I.3.1.1. Statistische gegevens voor het jaar 2008 1) Inschrijvingen in de gesloten centra In 2008 werden in totaal 6.902 bewoners ingeschreven in de gesloten centra. Dit cijfer behelst het aantal eerste opsluitingen in de centra en is dus exclusief het aantal intakes in de verschillende centra die een gevolg zijn van interne overplaatsingen van bewoners tussen de centra onderling.

Page 123: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

123

Dit levert vanaf 2002 tot 2008 het volgende overzicht op :

2) Verwijderingen vanuit de gesloten centra In 2008 werden in totaal 4.928 bewoners verwijderd vanuit de gesloten centra.

Eerste opsluitingen

Totaal verwijdering

Maandelijks gemiddelde

Verhouding verwijderingen vs

opsluitingen

2002

8.171

5.725

477

70,1 %

2003

9.101

6.678

556

73,4 %

2004

7.622

5.612

467

73,6 %

2005

8.191

6.250

520

76,3 %

2006

8.742

7.109

592

81,3 %

2007

7.506

5.425

452

72,3 %

2008

6.902

4.928

410

71,4 % 3) Vrijstellingen vanuit de gesloten centra en ontsnappingen In 2008 werden 2.004 personen vrijgesteld vanuit de gesloten centra. De redenen voor deze vrijstellingen zijn divers : niet bekomen van een reisdocument, positieve beslissing van de DVZ of het CGVS (ontvankelijke/gegronde asielaanvragen), vrijstelling op basis van nieuwe elementen die op het ogenblik van de opsluiting nog niet bekend waren (gepland huwelijk, medische redenen), enz. In 2008 ontsnapten 40 bewoners uit de gesloten centra. Een deel van deze ontsnappingen vond niet rechtstreeks uit de centra plaats, maar bv. tijdens het verblijf in een ziekenhuis of gedurende een andere overbrenging :

8171

9101

7622

8191

8742

7506

6902

0 2000 4000 6000 8000 10000

jaar 2002

jaar 2003

jaar 2004

jaar 2005

jaar 2006

jaar 2007

jaar 2008

Totaal (eerste) opsluitingen in de gesloten centra

Totaal 1e opsluiting

Page 124: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

124

- INAD : ontsnapping van een groep van 10 personen vanuit het centrum, maar ze werden al snel ingehaald door de politie;

- 127 : 1 ontsnapping vanuit het centrum en 1 ontsnapping vanuit het ziekenhuis; - RC127bis : 17 ontsnappingen vanuit het centrum en 9 ontsnappingen vanuit het

ziekenhuis; - CIB : geen enkele ontsnapping; - CIM : 8 ontsnappingen vanuit het centrum; - CIV : 2 ontsnappingen vanuit het centrum : 1 ontsnapping vanuit het ziekenhuis en 1

ontsnapping tijdens een overbrenging. In totaal waren er dus 50 ontsnappingen : 10 bewoners werden opnieuw gevat, 9 bewoners zijn vanuit het ziekenhuis ontsnapt en 1 bewoner is tijdens een overbrenging ontsnapt.

Voor de 4 categorieën samen levert dit, per gesloten centrum, het volgende staafdiagram op :

960

814

0 10

890

676

218

2

1.502

1.115

378

26

991

722

362

0

1.216

866

474

8

1.343

735

572

4

0

200

400

600

800

1000

1200

1400

1600

INAD CT127 CR127bis CIB CIM CIV

Aantal vasthoudingen (eerste opsluiting) 2008 Aantal verwijderingen 2008

Aantal vrijstellingen 2008 Aantal ontsnappingen 2008

4) Gemiddeld aantal bewoners in de gesloten centra en de gemiddelde verblijfsduur a. Gemiddeld aantal bewoners in de gesloten centra : Het dagelijks gemiddeld aantal bewoners voor alle gesloten centra samen lag in 2008 op 520 bewoners (2007 : 551 bewoners). Voor deze daling van het dagelijks gemiddeld aantal bewoners zijn er twee belangrijke redenen : RC 127bis : als gevolg van een waterpokkenepidemie werd het centrum van 8 mei tot en met 10 juni in quarantaine geplaatst. RC 127bis : op het einde van de maand augustus heeft in 2 vleugels van het centrum een brand plaatsgevonden. Sindsdien is de maximale opvangcapaciteit 80 (2 operationele vleugels) in plaats van 120, aangezien een vleugel nog niet hersteld werd.

Page 125: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

125

b. Gemiddelde verblijfsduur in de gesloten centra (in dagen) :

Gemiddelde verblijfsduur van alle bewoners (per centrum), van de vasthouding tot de verwijdering of de vrijstelling

INAD

TC127

RC127bis

CIB

CIM

CIV

2008

2,2

18,3

20,3

35,3

35,8

35,8

Gemiddelde verblijfsduur per verwijderde bewoner (per centrum)

INAD

TC127

RC127bis

CIB

CIM

CIV

2008

/

11,7

16

30,4

33,9

32

5) Top 5 van de eerste opsluitingen (per nationaliteit) in de gesloten centra Voor het jaar 2008 is de top 5 van de meest vertegenwoordigde nationaliteiten in het kader van de eerste opsluiting (er wordt geen rekening gehouden met de inschrijving van een bewoner die vanuit een ander centrum wordt overgebracht) samengesteld uit Roemenië, de meest vertegenwoordigde nationaliteit, gevolgd door Brazilië, Marokko, Bulgarije en Rusland. De nationaliteiten die in deze top 5 vermeld worden, zijn de nationaliteiten die door de bewoners bij hun aankomst in het centrum werden opgegeven. Het is mogelijk dat de identificatieprocedure het tijdens het verblijf mogelijk maakt om te bepalen dat de bewoner eigenlijk een onderdaan is van een ander land dan het land dat hij tijdens zijn inschrijving in het gesloten centrum vermeldde.

513 480

398

291 265

0

100

200

300

400

500

600

Roemenië Brazilië Marokko Bulgarije Rusland

Totaal bewoners

Page 126: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

126

I.3.1.2. Bijzonderheden, nieuwe initiatieven en specifieke dossiers 1. Vasthouding van families, een nieuwe benadering Als gevolg van het initiatief van Minister Turtelboom van 1 oktober 2008 om geen kinderen meer op te sluiten in de gesloten centra (met uitzondering van de « grensgevallen », dit wil zeggen de personen aan wie de toegang tot het grondgebied geweigerd werd) worden de families nu in individuele woningen ondergebracht en omkaderd door coaches. Van oktober tot december 2008 hebben 9 families in huizen in Zulte verbleven. In 2008 werden 137 families, waaronder 270 minderjarigen, in de gesloten centra opgesloten. Van deze families werd 29,4 % vrijgesteld (40 families vrijgesteld) en 70,5 % werd verwijderd (62 « Dublin »-overnames, 18 terugdrijvingen, 15 repatriëringen en 1 vrijwillige terugkeer met IOM). Een familie heeft de jaarovergang 2008-2009 in een gesloten centrum doorgebracht. Voor alle centra samen levert dit, in vergelijking met vorig jaar, het volgende staafdiagram op :

247

399

188

1379

0 50 100 150 200 250 300 350 400 450

2005

2006

2007

2008

families in de huizen

families in de centra

Het staafdiagram maakt duidelijk dat het aantal families die in gesloten centra werden vastgehouden in vergelijking met de vorige jaren gedaald is. Voor het jaar 2008 levert dit het volgende staafdiagram, met het aantal vrijstellingen en verwijderingen van de families uit de gesloten centra, op :

137

96

40

10

20

40

60

80

100

120

140

2008

aantal vasthoudingen

verwijderingen

vrijstellingen

jaarovergang 08-09 in centrum

In 2008 bedroeg de gemiddelde verblijfsduur van de 115 families in de gesloten centra TC127, RC127bis en Merksplas 21,6 dagen (2007 : 25,85 dagen).

Page 127: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

127

Het volgende diagram biedt een concreter beeld van de verblijfsduur, aangezien het de duur van de vasthouding in aantal dagen specificeert :

27

21

14

22

14

5 4 3 30 1 0 0 1

0

5

10

15

20

25

30

0-7 8-14 15-21 22-28 29-35 36-42 43-49 50-56 57-63 64-70 71-77 78-84 85-91 92-98

aantal dagen

aantal families

35,03% van de families wordt maximum twee weken opgesloten. Het gaat hier vooral om mensen in de Dublin-procedure en directe repatriëringen. 61,31 % verblijft maximum een maand in de centra. Slechts 22,62% van de families verblijft langer dan twee maanden in het centrum. Lange opsluitingen zijn vaak te wijten aan identificatieproblemen of aan herhaalde weigeringen om te vertrekken. In het geval van de familie die meer dan 91 dagen werd vastgehouden gaat het om een moeder met 2 minderjarigen die aan de grens zijn aangekomen. 3 minderjarigen bevonden zich reeds op het grondgebied, in een observatie- en oriëntatiecentrum. Na een onderzoek is de dienst voogdij tot de vaststelling gekomen dat het niet om de moeder van de kinderen ging. Alle kinderen werden ten laste genomen door de dienst voogdij. In 2008 bedroeg de gemiddelde verblijfsduur van de 22 families in het INAD-centrum 2,3 dagen. Het volgende diagram biedt een concreter beeld van de verblijfsduur, aangezien het de duur van de vasthouding in aantal dagen specificeert.

12

0

7

21

0

5

10

15

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14

aantal dagen

aantal families

Page 128: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

128

De verdeling van de familie in de gesloten centra, in functie van de procedure, levert de volgende grafische voorstelling op :

5 10

74

27

21

asiel binnenland: 3,65%

asiel grens: 7,30%

asiel Dublin: 54,01%

illegalen: 19,70%

INAD : 15,33%

De hoofdmoot wordt dus duidelijk gevormd door het asiel op basis van het Dublin-reglement, het gaat hier om families die reeds in een ander Europees land gekend zijn en door dat betrokken land worden overgenomen. De top 3 van de landen waarvan de families uit de gesloten centra werden verwijderd, in het kader van het Dublin II-reglement, ziet er als volgt uit :

21

19

7

Frankrijk: 33,90%

Polen: 30,64%

Duitsland: 11,29%

2. Risicoanalyse van de gesloten centra

Aansluitend op de Risicoanalyse betreffende de gesloten centra, opgesteld door de Interne dienst voor Preventie en Bescherming op het werk, werd in 2008 een Brandveiligheidsplan en een Gezondheidsplan uitgewerkt, in samenspraak met de verschillende centra en de Preventieadviseur van de FOD Binnenlandse zaken, om de risico’s van brand en gezondheid, naast agressie geïdentificeerd als de belangrijkste risico’s in de gesloten centra, beheersbaar te houden. De volgende prioriteiten werden vastgelegd Wat het brandveiligheidsplan betreft : - Aanduiden van een brandbeveiligingsmanager per centrum; - Jaarlijks meermaals inoefenen van evacuatieprocedures; - Uitwerken van een jaarplan; - Opstarten van een EHBO-basiscursus voor alle personeelsleden; - Uitvoeren van de acties gelinkt aan de aanpassing van infrastructuur om een snelle en

veilige evacuatie mogelijk te maken. Wat het gezondheidsplan betreft : - Opvolgen van de vaccinatiekaarten van de personeelsleden (verstrekken en correct

aanvullen);

Page 129: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

129

- Opvolgen van de personeelsleden die geen gevolg geven aan verplichte onderzoeken. 3. Vormingsplan gesloten centra en bureau transfert In 2008 werd het vormingsplan van de gesloten centra en het bureau transfert geüpdatet, rekening houdend met de bestaande vormingsnoden. Er werd prioritair aandacht besteed aan de volgende vormingen : - Opfrissingscursus agressiebeheerstechnieken (evaluatie proefgroep en opstart in

CIBrugge); - Trainen van lesgevers voor het intern organiseren van EHBO-vormingen; - Rijvaardigheden (basisvorming en opfrissing voor de chauffeurs van bureau T); - Brandbestrijding; - Alfabetisering voor laaggeschoolden (lesgevers). De gecertificeerde opleidingen werden in samenwerking met OFO uitgewerkt voor de veiligheidsmedewerkers, de veiligheidsmedewerkers-chauffeurs en de veiligheidsassistenten. Al deze vormingen zullen gegeven worden in het voorjaar 2009. 4. Bezoeken van de externe delegaties In 2008 waren er vier bezoeken van hooggeplaatste delegaties : - 29/01/2008 : bezoek van mevrouw Souhayr Belhassen, voorzitster van de Internationale

Federatie van Mensenrechtenorganisaties, en haar medewerkers aan het gesloten centrum 127 bis;

- 06/05/2008 : bezoek van de Belgische parlementsleden, geleid door de heer Philippe Moureau, aan het centrum 127 bis;

- 15/12/2008 : bezoek van de medewerkers van de Europese commissaris voor de rechten van de mens aan de gesloten centra 127,127 bis en het INAD-centrum ;

- 16/12/2008 : bezoek van de Europese commissaris voor de rechten van de mens, de heer Hammarberg, en zijn medewerkers aan het gesloten centrum van Merkplas.

5. Rapporten van de niet-gouvernementele instellingen of organisaties In 2008 waren er twee rapporten die van het Europees Parlement en NGO’s uitgingen : - Mei 2008 : voorstelling van het rapport van de delegatie van de Commissie aan het

Europees Parlement, na het bezoek van 11 oktober 2007 aan de volgende gesloten centra : INAD, 127 en 127 bis.

Het bezoek had met name tot doel om informatie te verzamelen over de manier waarop de asielzoekers en de migranten opgevangen worden in de gesloten centra van België en zich te vergewissen van de uitvoering van de Europese verordeningen en richtlijnen inzake het asiel, zoals :

De richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van

minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten37 (opvangrichtlijn), De richtlijn 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende

minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus38 (procedurerichtlijn),

37 Publicatieblad nr. L 031 van 06/02/2003 p. 0018 – 0025 38 Publicatieblad nr. L 326 van 13/12/2005 p. 0013 – 0034

Page 130: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

130

De verordening (EG) nr. 343/2003 van de Raad van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en de instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de lidstaten wordt ingediend39 (Dublin II-verordening).

- November 2008 : Rapport van de NGO’s « Recht op recht in de gesloten centra »

Verschillende NGO’s hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit rapport, dat het recht op juridische bijstand van de vreemdelingen die in de gesloten centra worden vastgehouden centraal stelt.

6. Accreditatie van de NGO’s Momenteel zijn er 24 NGO’s die het recht hebben om de gesloten centra te bezoeken. In totaal werden 15 nieuwe personen geaccrediteerd. 7. Het pedagogisch project : opvoeders en leerkrachten

De afgelopen jaren zijn heel wat inspanningen geleverd voor een verdere humanisering van de opvang in de gesloten centra. Het organiseren van een breed aanbod aan activiteiten speelt daarin een cruciale rol. Hiervoor werden in de voorbije jaren extra opvoeders en leerkrachten aangeworven. In 2008 zijn alle fulltime functies voor leerkrachten ingevuld (9 in totaal). Ook het aantal opvoeders is dit jaar gestegen. In december 2009 waren 52 FTE’s als opvoeder aan de slag in de verschillende centra van de voorziene

57. De opvoeders organiseren activiteiten in de creatieve, recreatieve en sportieve sector. Leerkrachten nemen het educatieve aspect voor hun rekening. De uitgebreide inzet van opvoeders op avonden en in weekends zorgt ervoor dat de bewoners vaker kunnen deelnemen aan activiteiten en dat er meer continuïteit zit in het aanbod. In 2008 is vooral de werking van de leerkrachten verder uitgebouwd. Waar in 2007 de minderjarige bewoners prioritair als doelgroep werden beschouwd (in TC 127, RC 127bis en CIM), is de klemtoon in 2008 (mede door het opstarten van het FITT-project vanaf oktober 2009) verschoven naar een uitgebreider aanbod voor volwassenen. Een eerste tevredenheidsenquête bij bewoners is uitgevoerd in december 2008 in CIB en CIV. In RC 127bis en CIM staat dit nog op het programma voor januari 2009. De resultaten waren overwegend positief. 8. Infrastructuur Nieuw Transitcentrum 127 In 2007 werden reeds de eerste stappen gezet voor de vervanging van het huidige Transitcentrum 127 op de nationale luchthaven. Het nieuwe centrum wordt in de nabijheid

39 Publicatieblad nr. L 050 van 25/02/2003 p. 0001 - 0010

Page 131: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

131

van het Repatriëringscentrum te Steenokkerzeel gebouwd. Door de aangepaste infrastructuur zal aan de bewoners heel wat meer privacy, comfort en recreatieve mogelijkheden kunnen worden geboden. In 2008 werden ter finalisering van de bouwplannen op geregelde tijdstippen overlegvergaderingen georganiseerd tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de verschillende partners in dit project. Ondertussen werden op de bouwsite ook de nodige bodemonderzoeken gedaan. Uiteindelijk kon zo in het najaar van 2008 de aanbesteding uitgeschreven worden. In de lente van 2009 wordt effectief met de bouwwerken begonnen. Inkomgebouw Centrum voor Illegalen te Brugge In 2008 werd verder gebouwd aan de constructie van een nieuw inkomgebouw. Dit complex zal o.a. een nieuwe onthaalruimte bevatten, een intakeafdeling, een bezoekersruimte, een vergaderruimte en interviewlokalen. Na de ruwbouwfase is in het najaar van 2008 door diverse aannemers met de eindafwerking begonnen. Rond april 2009 zal het gebouw in gebruik worden genomen. In aansluiting met de nieuwe infrastructuur werden het afgelopen jaar eveneens de mogelijkheden onderzocht voor de implementatie van een nieuw sleutelsysteem. Hiervoor werd een vandalismebestendig nieuw slot uitgetest. Eind december werd de werking van het slot door de directie en het personeel positief geëvalueerd. Op termijn zullen alle bestaande sloten in het volledige centrum door het nieuwe sleutelsysteem worden vervangen. Na oplevering van het inkomgebouw zal worden gestart met een grondige sanering en uitbreiding van de binnenplaats, zodat de recreatieve mogelijkheden voor de bewoners kunnen worden uitgebreid. De architecturale plannen hiervoor staan reeds volledig op punt. In samenspraak met de betrokken partijen werd eveneens reeds een stappenplan uitgetekend omtrent de fasering van de werken, zodat de werking van het centrum zo weinig mogelijk zal worden verstoord. Bijgebouw in het Repatriëringscentrum 127bis te Steenokkerzeel In 2006 werd al gestart met de bouw van een nieuw bijgebouw als verbinding tussen de bestaande administratieve vleugel en de bewonersvleugel. Ook voor dit gebouw staat de opvang van de bewoners centraal, en in eerste instantie voor diegenen die om welke reden dan ook niet in het groepsregime kunnen worden geplaatst. Hiertoe zijn bv. 8 aparte slaapunits voorzien, met eigen sanitair en meubilair. Na het afgelopen jaar raakt de afwerking van de site stilaan in zicht : de ruwbouw is afgewerkt, de beglazing is geplaatst, de bevloering is afgewerkt, de doorgang naar de bestaande gebouwen werd voorzien. Er wordt verwacht dat dit gebouw rond maart 2009 operationeel zal zijn. Een brandstichting in augustus 2008 had eveneens een grote impact op de infrastructuur van het centrum. Er werd namelijk zware schade toegebracht aan de linkerbovenvleugel van het centrum. Hierdoor zijn sindsdien slechts 2 afdelingen volledig operationeel. De saneringen die noodzakelijk zijn om de bewonersvleugel terug operationeel te maken, worden momenteel door de Regie der Gebouwen in gereedheid gebracht. Tegelijkertijd zullen de bestaande plafondplaten vervangen worden door vandalismebestendige exemplaren. Hetzelfde gebeurt naderhand in de overige afdelingen.

Page 132: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

132

9. Zware incidenten Brandincident d.d. 23 en 24 augustus 2008 in het Repatriëringscentrum 127bis In de nacht van 23 op 24 augustus heeft er een opstand plaatsgevonden, met brandstichting in het Repatriëringscentrum 127bis Steenokkerzeel. Gelet op het crimineel karakter van de feiten werden onmiddellijk de bevoegde politiedienst en het Parket geïnformeerd, die een strafrechtelijk dossier heeft geopend tegen de betrokkenen. Een van hen werd in voorlopige hechtenis genomen. In maart 2009 werd hij effectief en twee anderen bij verstek veroordeeld. Sterfgevallen in de centra Op 1 mei 2008 overleed een bewoner uit Kameroen in het Centrum voor Illegalen te Merksplas. Hij pleegde zelfmoord door ophanging in de toiletten van een van de slaapzalen. Op 12 oktober 2008 pleegde een bewoner uit Montenegro in het Centrum voor Illegalen te Vottem eveneens zelfmoord. Hij hing zichzelf op in een van de ziekenboegkamers. Op 11 november 2008 overleed een bewoner in het Centrum voor Illegalen te Brugge. Betrokkene werd ’s morgens buiten bewustzijn in zijn slaapkamer aangetroffen. Ondanks verwoede pogingen van het personeel en de urgentiediensten kon betrokkene niet meer gereanimeerd worden. Het overlijden zou te wijten geweest zijn aan drugsmisbruik. 10. Stresspreventie in de gesloten centra Sinds een achttal jaar heeft elk gesloten centrum een eigen stressteam (genaamd : STEAM). Deze teams bestaan uit een beperkte groep onder het personeel geselecteerde en opgeleide vrijwilligers. Ze komen na grote incidenten tussenbeide. Het basisprincipe van de werking is gestoeld op het “collega’s voor collega’s”-beginsel. Doel van de interventies is preventiemaatregelen te nemen ter voorkoming van mogelijke posttraumatische stressreacties van collega’s die rechtstreeks betrokken waren bij een ‘critical incident’. Voor deze teams werden een deontologische code en een engagementscontract uitgewerkt. Trimestrieel worden intervisievergaderingen georganiseerd, met het oog op evaluatie en bijscholing. Ook in 2008 vonden een viertal dergelijke bijeenkomsten plaats waarbij de tussenkomsten van het Steam werden geëvalueerd. We denken hier bijvoorbeeld aan het tragische overlijden in CIB in november 2008 en in CIM begin mei, een overmeestering van enkele personeelsleden in het INAD-centrum midden juli, de 2 zware incidenten in RC127bis in augustus (waaronder 1 brandstichting), een aantal zelfmoordpogingen in CIM, … Telkens wordt dan nagegaan welke stappen er zijn ondernomen door het desbetreffende stressteam en welke punten naar de toekomst toe extra aandacht behoeven, om tot een zo goed mogelijke opvang van het personeel te komen. 11. De Klachtencommissie Het Koninklijk Besluit van 02.08.02 voorziet in een Klachtencommissie die belast is met de behandeling van individuele klachten van bewoners die te maken hebben met de toepassing van dit Besluit. Het Ministerieel Besluit van 23.09.02 (BS 22.10.02) bepaalde de procedure- en werkingsregels van de Commissie en het permanent secretariaat. Dit Ministerieel Besluit werd geannuleerd door een arrest van de Raad van State en is intussen vervangen door het Ministerieel Besluit van 23.01.09 (BS 27.01.2009). In 2008 werden er 39 klachten ingediend (in 2007 waren er 59 klachten). In 15 gevallen werd de klacht door het permanent secretariaat onontvankelijk verklaard.

Page 133: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

133

In 12 gevallen organiseerde het permanent secretariaat van de Klachtencommissie een bemiddeling tussen de centrumdirectie en de betrokken bewoners en werd een oplossing aangeboden aan de betrokken bewoners. De Klachtencommissie verklaarde 6 klachten ongegrond en 1 klacht werd gedeeltelijk gegrond verklaard. Er werd 1 aanbeveling geformuleerd door de Klachtencommissie. 4 klachten zijn nog in behandeling. I.3.2. Identificatie van vreemdelingen I.3.2.1. Cel identificatie voor vreemdelingen in de gesloten centra De identificatieprocedure Opdat vreemdelingen naar hun land van herkomst of naar een ander land, waar ze verblijfsrecht hebben, kunnen terugkeren, moeten ze over de nodige reisdocumenten beschikken. In de praktijk stellen we vast dat heel wat vreemdelingen wier verblijf in België onregelmatig is niet over deze documenten beschikken. Om aan deze documenten te geraken dient de cel identificatie contact op te nemen met de bevoegde diensten van het land van herkomst of van het derde land; het kan zowel om de ambassades of consulaten van het land van herkomst in Brussel als om de bevoegde diensten in het land van herkomst of derde land gaan. Het verkrijgen van de toestemming tot terugkeer – en de daarvoor dienende reisdocumenten – is een moeilijk proces, dat afhankelijk is van verschillende factoren. In eerste instantie is het noodzakelijk de nationaliteit van de vreemdeling vast te stellen. In bepaalde gevallen is het bovendien noodzakelijk de exacte identiteit van de vreemdeling te kennen, om een terugkeer te kunnen garanderen. In sommige gevallen zal de vreemdeling eveneens een verklaring moeten afleggen, waaruit blijkt dat hij uit vrije wil terugkeert. De identificatie kan verlopen via verschillende technieken : - Interview met de betrokken vreemdeling door de bevoegde dienst van het land van

herkomst; - Invullen van een vragenlijst door de vreemdeling; - Vingerafdrukkencontrole; - … Voor sommige vreemdelingen zal het noodzakelijk zijn dat de identificatiecel onderhandelt met de overheden van het land van herkomst, om hen ervan te overtuigen dat de vreemdelingen hun onderdanen zijn. Daarom is het heel belangrijk dat de contacten met deze buitenlandse vertegenwoordigingen worden onderhouden en gestimuleerd. Delegaties en contacten met diplomatieke en consulaire diensten a. Volgende delegaties zijn op bezoek geweest :

April : bezoek van een Congolese delegatie, bestaande uit vertegenwoordigers van de migratiediensten en van het ministerie van Buitenlandse Zaken, in het kader van het Europese Return Project (gefinancierd door de Europese Commissie). De delegatie heeft, samen met een immigratieambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken, eveneens een bezoek gebracht aan Portugal,

Page 134: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

134

Frankrijk en Zwitserland, met als doel een uniform identificatieproces van Congolese illegalen op te zetten;

Mei : bezoek van een Russische delegatie van het FMS (Ministerie van Migratie) in het kader van de onderhandelingen van het protocolakkoord tussen de Benelux-landen en de Russische Federatie, in toepassing van het readmissieakkoord tussen Rusland en de EU;

Juli : bezoek van een Ecuadoriaanse delegatie, in het kader van de onderhandelingen van een Memorandum of Understanding inzake migratoire en consulaire zaken tussen Ecuador en België;

Oktober : een tweede bezoek van een Congolese delegatie, in het kader van de opvolging van het Return Project;

November : bezoek van een Nederlandse delegatie, in het kader van een themadag inzake identificatie en terugkeer, waarbij verschillende probleemsituaties in workshops werden besproken;

November : bezoek van een Guinese delegatie, in het kader van de ondertekening van een Memorandum of Understanding inzake migratoire zaken (in eerste instantie m.b.t. readmissie) tussen Guinea en België;

November : bezoek van de Duitse, Nederlandse en Franse politieliaisons, in het kader van de samenwerking met onze diensten.

b. Het Bureau CID (identificatiecel) ontving of bezocht ook verschillende consulaire

vertegenwoordigers van de landen van herkomst, met het oog op een verbetering van de samenwerking in het kader van de identificatie van de te verwijderen vreemdelingen. De ontmoetingen werden soms samen met de immigratieambtenaren – van wie de Identificatiecel veel steun ontvangt – voorbereid en opgevolgd. Ook werd voor sommige ontmoetingen een beroep gedaan op de hiërarchie, die op een hoger niveau soms deuren kunnen openen. Deze ontmoetingen kenden een wisselend succes.

c. Een belangrijke (positieve) invloed op de relaties met de ambassades en consulaten

bracht de succesvolle organisatie van de vijfde consulaire avond van 20 november 2008 Meer dan 350 vertegenwoordigers van de herkomstlanden en partnerstaten, maar ook van partnerdiensten, waren op dit evenement aanwezig. Het nut van deze avond heeft zich al bewezen door de kennismaking van het personeel met nieuwe consulaire en diplomatieke vertegenwoordigers.

d. Dienstbezoek aan de Dienst terugkeer en Vertrek (DT&V) van het Nederlandse

Ministerie van Justitie (Den Haag) in april 2008 : kennismaking met de nieuwe geïntegreerde organisatiestructuur van de Nederlandse collega’s. De DT&V integreert de identificatie- en terugkeerafdelingen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), de Koninklijke Maréchaussée en de Vreemdelingenpolitie, teneinde de identificatie en de terugkeer succesvoller en efficiënter te kunnen organiseren. Anders dan in België werkten deze drie diensten voorheen naast elkaar in de identificatieprocedure, daar waar deze in België sinds jaar en dag tot de bevoegheid van DVZ behoort.

Page 135: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

135

Resultaten

Gegevens 2003 2004 2005 2006 2007 2008 Aantal behandelde identifica-tiedossiers40

3.744 3.328 3.996 3.431 3.319 3.064

Vrijstelling door de identifica-tiecel

1.779(47,51%)

1.265(38,01%)

1.459(36,55%)

981(28,59%)

1.144 (34,46 %)

1.204(39,29 %)

Verkregen laissez-passers 756(20,19%)

826(24,81%)

714(17,86%)

740(21,56%)

870 (26,21 %)

797(26,01 %)

Aantal vertrekken met steun van IOM vanuit gesloten centra

87(2,32%)

217(6,52%)

280(7,01%)

264(7,69%)

227 (6,83 %)

147(4,80 %)

Aantal ingediende overnameverzoeken41

367(9,80%)

470(14,12%)

750(18,79%)

836(24,36%)

687 (20,69 %)

567(18,50 %)

Aantal akkoorden op overnameverzoeken

205(6,67%)

354(10,63%)

648(16,23%)

777(22,64%)

609 (18,34 %)

431(14,07 %)

Overgedragen dossiers met het oog op verwijdering

1.409(37,63%)

1.257(37,77%)

1.596(39,93%)

1.290(37,59%)

1.204 (36,27 %)

1.105(36,06 %)

Positief afgesloten identificatiedossiers (vrijwil-lige terugkeer + overdracht met oog op verwijdering + grensleidingen)

1.668(44,55%)

1.724(51,80%)

2.505(62,68%)

2.282(66,51%)

1.958 (58,99 %)

1.680(54,83 %)

Niet alle vreemdelingen worden aan een identificatieproces onderworpen. Sommigen werden vrijgesteld op basis van nieuwe elementen, die op het ogenblik van de opsluiting nog niet bekend waren In andere gevallen beschikt de vreemdeling over de nodige documenten om verwijderd te worden of kan hij met een EU-laissez-passer naar zijn herkomstland teruggestuurd worden. In nog andere situaties zal de vreemdeling via een overnameverzoek aan een partnerstaat binnen de EU aangeboden worden. De statistieken zijn deels jaaroverschrijdend: een vreemdeling die in 2007 werd geïdentificeerd, kan soms pas in 2008 verwijderd zijn. Het is ook mogelijk dat het identificatieproces in 2007 is opgestart, en de positieve identificatie pas in 2008 werd meegedeeld. Een zelfde situatie zal zich dit jaar voordoen. Door de langere opsluiting van sommige categorieën van vreemdelingen werden verhoudingsgewijs minder dossiers door de Identificatiecel behandeld.

40 Enkel de volwassen vreemdelingen worden geteld + de eventuele niet-begeleide minderjarigen (die dan nadien vrijgesteld worden en overgedragen worden aan de Dienst Voogdij van de FOD Justitie). In deze statistieken zitten nog een aantal dossiers van vreemdelingen die in de gevangenis zitten wegens feiten van gemeen recht. Een nieuwe statistische toepassing zal het mogelijk maken om deze in 2009 er volledig uit te zuiveren. In gronde zouden enkel dossiers van personen die ter beschikking staan van DVZ geteld mogen worden. 41 Het betreft hier overnameverzoeken in het kader van de Dublin-reglementering (zie ook het hoofdstuk asiel) of in het kader van de bilaterale overnameovereenkomsten met andere Europese landen. Deze overnameverzoeken kunnen zowel door de directie asiel als door de directie verwijdering ingediend worden. De directie verwijdering is echter verantwoordelijk voor de uitvoering van de verwijderingsmaatregel die volgt op een overnameakkoord van de partnerstaat.

Page 136: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

136

De opsluiting van bepaalde nationaliteiten, die niet eenvoudig zijn bij de identificatieprocedure, als het gevolg van een aantal gerichte acties tegen mensensmokkel, transitmigratie naar het Verenigd Koninkrijk, huisjesmelkerij en criminaliteit, leidde tot een lager identificatierendement. Het viel ook op dat sommige diplomatieke en consulaire vertegenwoordigingen langer dan voorheen over het identificatieproces deden. Uit de contacten met deze vertegenwoordigingen bleek dat velen vragen hadden over de belofte van de regering om tot een nieuwe omzendbrief inzake regularisatie te komen. Uit de commentaren konden de medewerkers van de Identificatiecel afleiden dat sommige landen wilden vermijden dat vreemdelingen werden gerepatrieerd, die eventueel voor een regularisatie in aanmerking zouden kunnen komen. De groep vreemdelingen, waarvoor een Dublinakkoord of bilateraal akkoord bestaat, blijft dan relatief kort in de gesloten centra (van één week tot een paar weken, tenzij er een vertrekweigering is en een escorte of beveiligde vlucht georganiseerd dient te worden). Anderzijds stellen we voor deze groep een duidelijke daling van het aantal ingediende overnameverzoeken en het aantal overnameakkoorden t.o.v. de vorige jaren vast. I.3.2.2. Samenwerking met de strafinstellingen (zie ook rubriek 1.2.5. Gevangenen) De Cel Identificatie Gevangenen (DID) De Cel DID (Cel Identificatie Gevangenen) werd op 1 september 2005 opgericht bij de Directie Gevangenen van de Dienst Vreemdelingenzaken. Op 9 november 2005 hebben de Directie-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen van de FOD Justitie en de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken een overeenkomstprotocol ondertekend. In dit overeenkomstprotocol werden de rol en de bevoegdheden van de migratiebegeleiders gedefinieerd. Deze cel heeft twee doelen. Deze cel heeft tot doel de gevangenen/verdachten te idenfificeren, vooraleer ze ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken worden gesteld of vooraleer ze genieten van een voorlopige invrijheidstelling, met het oog op een verwijdering (beslissing van een strafuitvoeringsrechtbank). De dienst onderzoekt de dossiers van de gevangenen/verdachten, met het oog op het bekomen van de reisdocumenten, en de dienst verschaft de gevangenen/verdachten de nodige informatie in verband met hun verblijfssituatie. De cel vraagt de medewerking van de gevangene/verdachte, om zijn verwijdering te organiseren op het moment waarop hij ter beschikking zal staan van de Dienst Vreemdelingenzaken. De migratiebegeleider wordt ertoe gebracht om de gevangengehouden/verdachte illegale vreemdeling te ontmoeten, met het oog op zijn identificatie, dankzij de verschillende middelen die hem ter beschikking worden gesteld: onderzoek van het DVZ-dossier, onderzoek van het dossier bij de griffie van de gevangenis, contact met de eventuele consulaire vertegenwoordiging van de betrokkene, onderhoud(en) met de gevangene/verdachte, het nemen van vingerafdrukken en foto’s, vragenlijst die specifiek betrekking heeft op het betrokken land, verklaring van vrijwillig vertrek. In 2008 heeft de dienst 1294 dossiers behandeld.

Page 137: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

137

1. Nationaliteiten in de gevangenissen (top 10) Hieronder vindt u de « top 10 » van de nationaliteiten (63,2 % van de 1.294 behandelde dossiers).

Nationaliteiten 2007 2007 % 2008 2008 %Marokko 223 17,2 % 252 18,1 %Algerije 165 12,7 % 229 16,5 %Roemenië 104 8,0 % 93 6,7 % Veronderstelde Nederlandse onderdanen 79 6,1 % 77 5,5 %Veronderstelde Franse onderdanen 66 5,1 % 70 5 %Albanië 48 3,7 % 38 2,7 % Nigeria 47 3,6 % 50 3,6 %Servië 39 3,0 % Bulgarije 31 2,2 %Polen 37 2,8 % 29 2,1 %Litouwen 29 2,1 %Tunesië 27 2,1 %

64,3 % 62,2 % 2. Reisdocumenten bekomen door de terugkeerfunctionaris na raadpleging van het DVZ-dossier, van het dossier bij de griffie of na de ontmoeting met de verdachte / gevangene De Cel DID probeert documenten te vinden die tot de identificatie van de gevangene/verdachte leiden, om hem te kunnen verwijderen wanneer hij ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken wordt gesteld. In dit kader is elk document dat informatie over de identiteit van de persoon bevat nuttig.

Totaal dossiers 2007 2007 % 2008 2008 %Geen document42 410 31,6 % 496 36,7 %Documenten gevonden bij griffie43 570 43,9 % 655 51,4 %Documenten gevonden in DVZ-dossier 264 20,3 % 126 9,3 %Documenten geleverd na het interview met de migratiebegeleider44

55 4,2 % 86 2,6 %

Totaal 1.299 100,0 % 1.294 100 % 3. Verklaring van vrijwillig vertrek (de gevangene/verdachte ondertekent een document waarin bepaald wordt dat hij bereid is om samen te werken met de Dienst Vreemdelingenzaken en dat hij bereid is om het Belgisch grondgebied na zijn invrijheidstelling vrijwillig te verlaten) De medewerking van de betrokkene en zijn instemming met een vrijwilige terugkeer zijn van wezenlijk belang voor de organisatie en het vergemakkelijken van de verwijderingsprocedure. Ziehier de resultaten :

42 Geen enkel document werd gevonden, niet in het DVZ-dossier en ook niet bij de griffie van de gevangenis, en de verdachte/gedetineerde beschikt over geen enkel document. 43 Identiteitsdocumenten werden gevonden bij de griffie van de gevangenis of zullen het mogelijk maken om met de identificatie van de betrokkene te beginnen. 44 Na de ontmoeting met de migratiebegeleider.

Page 138: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

138

Verklaringen van vrijwillig vertrek

2007

% ja tegenover neen

2008

Ja45 290 (22,3 %) 43,7 314 24,5 %Neen46 274 (28,8 %) 56,3 274 21,1 %Geen ontmoeting met de gevangene/verdachte (weigering van zijn kant of ontmoeting niet nodig omdat hij de documenten voor het verlaten van het grondgebied bezit – niet-prioritaire dossiers)

635 (48,9 %) 706

De cel organiseert ook de transfers/repatriëringen van de gevangenen/verdachten die administratief ter beschikking van de Dienst Vreemdelingenzaken worden gehouden of voorlopig worden vrijgelaten, met het oog op een verwijdering door een strafuitvoeringsrechtbank. De volgende bepalingen kunnen worden overwogen : 1. Een directe repatriëring vanuit de gevangenis kan worden georganiseerd. De termijn

loopt uiteen van 7 tot 30 dagen, naargelang het geval. 2. Een transfer naar een gesloten centrum. Op basis van het onderzoek van het dossier, de

mogelijkheid om een reisdocument te bekomen, om de verwijdering binnen de door de wet voorziene termijn te kunnen organiseren en de mogelijkheden tot plaatsing in de gesloten centra wordt er een beslissing genomen in verband met de transfer van de betrokkene naar een gesloten centrum.

3. Wanneer de directe repatriëring of de transfer naar een gesloten centrum niet kan worden georganiseerd wordt de persoon vrijgelaten, met een « bevel om het grondgebied te verlaten ».

2005 2006 2007 2008

1. directe repatriëringen 399 = 27,5 %

359 = 27,36 %

300 (waarvan 60 op verzoek van de

strafuitvoeringsrechtbanken) = 21,9 %

248 = 30 %

2. transfers naar een gesloten centrum

407 = 28 %

478 = 36,44 %

607 = 44,4 % 338 (waarvan

167 gerepatrieerd werden) = 41

% 3. Gevallen strafuitvoeringsrechtbanken die nog vastgehouden worden

86 = 10,5 %

4. invrijheidstellingen 644 = 44,5 %

475 = 36,20 %

460 = 33,6 % 152 = 18,5 %

TOTAAL behandelde dossiers

1.450 = 100 %

1.312 = 100 %

1.367 = 100 % 824 = 100 %

TOTAAL repatriëringen 415 = 50 % van de

45 De betrokkene is bereid om een verklaring van vrijwillig vertrek te ondertekenen. 46 De gevangene weigert een verklaring van vrijwillig vertrek te ondertekenen.

Page 139: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

139

dossiers De daling van het totaal aantal behandelde dossiers volgt op het vertrek van de heer Defossez, verantwoordelijke van het bureau D, in juni 2007. Na zijn vertrek werd besloten dat het bureau D het bureau DID zou raadplegen vooraleer een illegaal wordt vastgehouden (advies inzake de mogelijkheid van een repatriëring en/of van een transfer), om onnodige vasthoudingen die tot een invrijheidstelling leiden te vermijden. Bepaalde strafuitvoeringsrechtbankgevallen (10 % van de behandelde dossiers) blijven tot hun repatriëring in de gevangenis. Dankzij de goede samenwerking tussen de DID-ambtenaren en de strafuitvoeringsrechtbanken worden we van tevoren op de hoogte gebracht van de toekomstige verschijning van een vreemdeling voor de strafuitvoeringsrechtbank, waardoor we het werk kunnen anticiperen en, op het moment van de invrijheidstelling van het individu, een directe repatriëring kunnen organiseren. In 2008 werden verschillende vergaderingen georganiseerd met de verschillende strafuitvoeringsrechtbanken van het land. Ze hebben het mogelijk gemaakt om de verplichtingen van de verschillende tussenbeide komende partijen beter te begrijpen. Dit heeft tot een duidelijke verbetering van de samenwerking geleid.

II. De verwijderingen II.1. Wijze van verwijderingen Wanneer men spreekt van verwijderingen kan men de volgende categorieën onderscheiden: Directe repatriëringen : wanneer iemand door de politie wordt aangehouden en over de nodige documenten beschikt om terug te keren naar zijn land van herkomst of een derde land en wanneer er geen verwikkelingen zijn in het dossier kan de betrokkene direct worden gerepatrieerd. Dit betekent dat de politie de betrokkene in afwachting van zijn repatriëring overbrengt naar een gesloten centrum voor een korte periode. De repatriëring zal ten vroegste 24 uur na de betekening van de beslissing tot repatriëring aan de betrokkene plaatsvinden, tenzij betrokkene zelf onmiddellijk wil vertrekken. Deze maatregel werd vastgelegd in artikel 39/83 ingevoegd bij wet van 15 september 2006 tot hervorming van de Raad van State en tot oprichting van een Raad voor Vreemdelingenbetwistingen tot wijziging van de wet van 15 december 1980, in werking getreden op 1 juni 2007.

Repatriëringen : wanneer een illegale vreemdeling niet beschikt over de juiste documenten om naar zijn land van herkomst te worden teruggestuurd of indien er eerst nog elementen in het dossier moeten worden vervolledigd of onderzocht, dan spreekt men eenvoudigweg van repatriëring. Wanneer de eventuele problemen in het dossier opgehelderd zijn, wordt een repatriëring voorzien. Deze repatriëringen gebeuren vanuit een gesloten centrum of vanuit de

Page 140: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

140

gevangenis, met of zonder escorte of door middel van een beveiligde vlucht. Terugdrijving : Vreemdelingen die aan de Belgische grens worden weerhouden omdat zij niet voldoen aan de voorwaarden om het (Schengen) grondgebied te betreden en de aan de grens afgewezen asielzoekers worden teruggedreven. Dit betekent dat zij worden teruggestuurd naar het land waar ze zijn ingescheept (zie ook H VI deel I., I.1.). Grensleiding : in toepassing van de Conventie van Dublin worden vreemdelingen teruggeleid naar de grens van het land dat verantwoordelijk is voor hun asielaanvraag. Dit gebeurt over land (Duitsland, Luxemburg, Frankrijk en Nederland) en met het vliegtuig. Voor de statistische gegevens onder deze rubriek worden enkel de grensleidingen over land opgenomen. Vrijwillig vertrek met de IOM : de Internationale Organisatie voor Migratie organiseert de terugkeer voor vreemdelingen die dat wensen. Dit gebeurt op een vrijwillige basis en de vreemdeling ontvangt een premie voor de reïntegratie in het land van herkomst. Deze wijze van terugkeer kan aangevraagd worden door vreemdelingen die zich in vrijheid bevinden en ook door vreemdelingen die zich in gesloten centra bevinden, met het oog op hun verwijdering. II.2. Data, evoluties en knelpunten II.2.1. Cijfers en evoluties

REPATRIËRINGEN° Terugdrijvingen Grensleidingen IOM + DVZ TOTAAL 2000 3.001 5.781 300 3.183 12.265 2001 5.722 5.350 272 3.633 14.977 2002 7.510 4.084 167 3.225 14.986 ° =inclusief NMBV’s

2003 7.742 3.336 171 2.822 14.071 2004 6.367 1.894 249 3.275 11.785

2005 6.565 1.403 571 3.741 12.280

2006 6.629 1.535 750 2.811 11.725

2007 4.311 1.232 607 2.595 8.745

2008 3.644 1.333 447 2.669 8.093 Wat de grensleidingen betreft, werden in bovenstaande tabel enkel deze opgenomen die via de weg werden uitgevoerd. Grensleidingen via de lucht werden opgenomen in de cijfers van de repatriëringen.

Page 141: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

141

Verwijderingen 2000-2008

3001

5722

7510

7742

6367

6565

6629

4311

3644

5781

5350

4084

3336

1894

1403

1537

1232

1333

300

272

167

171

249

571

750

607

447

3183

3633

3225

2822

3275

3741

2812

2595

2669

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000 16000

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

JAA

R

REPATRIERINGEN° Terugdrijvingen Grensleidingen IOM+DVZ TOTAAL

Ook in 2008 blijft de dalende trend in de verwijderingen zich verderzetten; deze daling is echter minder sterk dan de vorige jaren. Bovenstaande tabel geeft weer dat het aantal terugdrijvingen lichtjes gestegen is ten opzichte van 2007. Verder is het aandeel van de vrijwillige repatriëringen binnen de totale verwijderingen in 2008 opnieuw toegenomen. Onderdanen van EU-landen worden enkel gerepatrieerd indien er sprake is van inbreuken op de openbare orde en indien er zwartwerk wordt vastgesteld. Top 5 nationaliteiten repatriëringen Directe

repatriëringen 2007

Directe repatriëringen

2008

Repatriëring na verblijf in gesloten

centrum/gevangenis2007

Repatriëring na verblijf in gesloten

centrum/gevangenis2008

1 Roemenië (491) 19 %

Roemenië (446) 21.7 %

Marokko (236) 13.70 %

Marokko (225) 14.17 %

2 Bulgarije (443) 17 %

Brazilië (313) 15.22 %

Brazilië (127) 7.38 %

Nigeria (124) 7.80 %

3 Brazilië (440) 17 %

Bulgarije (305) 14.8 %

Roemenië (119) 6.91 %

Brazilië (114) 7.18 %

4 Polen (419) 16 %

Polen (265) 12.89 %

Albanië (107) 6.21 %

Roemenië (100) 6.3 %

5 Albanië (109) 4 %

Rusland (119) 5.79 %

Turkije (84) 4.88 %

Rusland (94) 5.9 %

Kijken we naar de meest verwijderde nationaliteiten, dan stellen we vast dat Russische onderdanen nu in de top 5 staan; zowel bij de directe repatriëringen als na een verblijf in een centrum. Het merendeel van de verwijderingen van deze onderdanen vindt echter plaats in het kader van de Dublin – conventie en niet naar hun land van herkomst.

Page 142: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

142

In totaal werden in het jaar 2008 8.093 personen van het Belgisch grondgebied verwijderd. In uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie Vermeersch II wordt voor de verwijderingen een stappenplan toegepast, te weten de eerste poging tot verwijdering wordt uitgevoerd zonder dwang. Bij weigering zal doorgaans onmiddellijk worden overgegaan tot het aanvragen van een escorte aan de federale politie en vervolgens zal in principe een speciale vlucht georganiseerd worden. Het slaagpercentage bedroeg in 2008 voor de repatriëringen zonder verzet 75.4 % en voor deze met escorte 77.6 %. In totaal werden 619 personen met escorte gerepatrieerd. De grootste categorie van verwijderingen waren de repatriëringen met 3.644 personen (2.056 directe repatriëringen en 1.588 gewone repatriëringen), gevolgd door terugkeer met de IOM (2.669 personen). Het aantal grensleidingen (447), blijft ook in 2008 dalen. Er waren 335 terugnames in het kader van de Dublin Conventie (75 %) en 112 (25 %) bilaterale grensleidingen. II.2.2. Knelpunten Algerije Het gedwongen verwijderen van Algerijnen is moeilijk, aangezien escortes niet worden toegestaan voor personen die reizen met een laissez-passer. Het Europees mandaat voor de onderhandelingen met Algerije leverde ook geen resultaat op in 2008. Dit mandaat verhindert evenwel dat er op bilateraal vlak (België / Algerije) onderhandeld wordt over een bilateraal readmissie akkoord, zoals dit in vele EU-landen reeds afgesloten werd . Guinea De afgifte van een laissez-passer in functie van de terugkeer van illegaal verblijvende Guinese onderdanen door de ambassade van Guinea verliep moeizaam, omdat er eerst een administratieve overeenkomst met België diende ondertekend te worden, die een nieuwe procedure en duidelijke afspraken moest regelen. Het administratief akkoord werd in november 2008 ondertekend. Het valt nu af te wachten of de inwerkingtreding van dit akkoord effectief tot een vlottere samenwerking zal leiden en hoe de houding van de nieuwe Guinese machthebbers sinds de staatsgreep van december 2008 t.o.v. deze overeenkomst zal zijn. China Ook in 2008 waren er problemen in het kader van de verwijdering van Chinezen doordat er relatief weinig laissez-passers afgeleverd werden. Dit is te wijten aan de lange identificatieprocedure van de Chinese autoriteiten. Op dit moment zijn er voorbereidingen voor onderhandelingen op EU-niveau, om te komen tot een migratieakkoord waar meerdere luiken inzake migratie worden besproken. Het thema identificatie en terugkeer is één van de voor België belangrijkste thema’s. Hierdoor kan België op bilateraal vlak geen apart migratie-akkoord met China afsluiten. Het spreekt vanzelf dat de inspanningen van DVZ voor individuele dossiers in 2009 zullen worden voortgezet en dat er blijvend moet gestreefd worden naar een versterkte samenwerking tussen België en China op het vlak van migratie. Brazilië Door het toenemend aantal repatriëringen naar Brazilië verliep het reserveren van vluchten niet altijd even vlot. Aangezien er geen rechtstreekse vluchten zijn vanuit Brussel vereist een dergelijke repatriëring immers steeds een transit in een ander Europees land. Gelet op de beperkingen met betrekking tot het aantal toegestaande transits per dag en de specifieke eisen van bepaalde luchtvaartmaatschappijen, moesten er voornamelijk tijdens de

Page 143: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

143

vakantieperiodes verschillende vluchten opnieuw aangevraagd worden. Dit had tot gevolg dat de opsluitingstermijn in de gesloten centra in afwachting van de repatriëring soms aanzienlijk langer was. Ecuador Door de mediatisering van het dossier van een Ecuadoraanse familie waren de relaties tussen de Ecuadoraanse overheden en de Dienst Vreemdelingenzaken tijdelijk vertroebeld . In januari 2008 werd een eerste missie uitgevoerd door een immigratieambtenaar, met het oog op het starten van een samenwerking tussen beide landen. De eerste gesprekken voor het starten van de onderhandelingen met het oog op het afsluiten van een administratief samenwerkingsakkoord werden gevoerd. In juli werd vervolgens een delegatie uit Quito ontvangen bij de Dienst Vreemdelingenzaken en werd een tekst geparafeerd. De tekst werd ondertekend in Quito op 13 januari 2009, door DG Freddy Roosemont en de Minister van Buitenlandse Zaken uit Ecuador. II.3. Beveiligde vluchten De criteria voor de organisatie van beveiligde vluchten blijven in vergelijking met voorgaande jaren onveranderd. Ofwel levert de organisatie van gewone repatriëringen problemen op voor de burgerluchtvaart (bijvoorbeeld als gevolg van het grote aantal illegalen die naar één bepaalde bestemming moeten worden gerepatrieerd), ofwel is het gedrag van de illegaal in die mate gewelddadig dat repatriëring met commerciële vluchten om veiligheidsredenen niet meer aangewezen is. In 2008 werden, met het oog op de verwijdering van illegaal verblijvende personen, 4 beveiligde vluchten georganiseerd, zonder deelname van andere landen. De laatste van deze vluchten moest echter terugkeren, wegens een onvoorziene staking op een luchthaven waar een stop-over was voorzien. Deze repatriëringen werden met militaire vliegtuigen van het type Embraer 145 vanaf de luchthaven van Melsbroek uitgevoerd. Naast deze Belgische vluchten werd er ook twee keer deelgenomen aan vluchten die door de Nederlandse en de Luxemburgse overheden werden georganiseerd. In totaal werden 37 personen door middel van beveiligde vluchten verwijderd. In 2008 moesten vijf vliegtuigen om technische redenen geannuleerd worden. Op het Europees niveau wordt de praktijk van de gezamenlijke vluchten voortgezet, alhoewel België slechts aan twee gezamenlijke vluchten heeft kunnen deelnemen. Alle vluchten zijn zonder incidenten en tot tevredenheid van de deelnemende landen verlopen. Daar komt ook nog een deelname als waarnemer tijdens een « Frontex »-vlucht met Pakistan als bestemming, die door Spanje georganiseerd werd, bij. De speciale vluchten worden door een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken, meestal een immigratieambtenaar, begeleid. II.4. Aanbevelingen van de Commissie Vermeersch II

De aanbevelingen van de Commissie Vermeersch II waren de basis voor de Belgische bijdrage tot een Europees-Afrikaanse conferentie over de illegale immigratie die tussen 7 en 10 november 2006 door de Spaanse Guardia Civil in Las Palmas de Gran Canarias werd georganiseerd. Deze conferentie vond plaats in het kader van het project Seahorse, dat

Page 144: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

144

gebaseerd is op het AENEAS-programma van de Europese Commissie. Er werd een uitnodiging gestuurd naar 29 Europese landen, 17 Afrikaanse landen, de Europese Commissie, Frontex, Europol, Interpol, de Afrikaanse Unie en Ecowas. Het Seahorse-project is gericht op de ontwikkeling van een transnationale samenwerking tussen de politiediensten die belast zijn met de strijd tegen de illegale immigratie, met het oog op de versterking van de coördinatie en de dialoog en de uitwisseling van ervaringen en informatie. Werkgroepen, die elk vertegenwoordigers van drie of vier deelnemende landen groepeerden, hebben tijdens deze conferentie verschillende onderwerpen behandeld. België maakte deel uit van het panel dat zich bezighield met de materie van de repatriëringen en de terugkeer. Tijdens de uiteenzetting werd de DVD die de verschillende fases van een verwijdering, zoals die in de aanbevelingen van de Commissie Vermeersch beschreven worden, illustreert, aan de deelnemers getoond. II.5. Samenwerking met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) a. De Identificatiecel heeft een aantal keren een beroep gedaan op vertegenwoordigers

van de IOM om de REAB47-programma’s in de gesloten centra bij bepaalde groepen van bewoners te promoten en hen tot een vrijwillige terugkeer te stimuleren (met wisselend succes).

b. Er is ook regelmatig overleg en contact met de IOM Brussel. Er wordt samen

gezocht naar middelen om de vrijwillige terugkeer nog meer te stimuleren. In de centra wordt meer aandacht besteed aan het stimuleren van vreemdelingen om zich in te schrijven voor een REAB-terugkeer.

In 2008 vertrokken 147 bewoners met steun van de IOM vanuit een gesloten centrum. Ter vergelijking : in 2003 87 bewoners; 2004 217 bewoners; 2005 280 bewoners; 2006 264 bewoners; 2007 227 bewoners. De daling van het aantal vrijwillige vertrekkers is als trend dit jaar beperkt tot de gesloten centra. De vrijwillige terugkeer vanuit België is in 2008 weer licht gestegen (van 2592 naar 2669 personen – een stijging met 3 %); de IOM-vertrekkers vanuit de gesloten centra vertegenwoordigen 5,50 % van alle IOM-vertrekkers. Deze daling van het aantal vrijwillige terugkeerders uit de gesloten centra (80 personen minder als in 2007; het laagste aantal sinds 2003) kan verschillende oorzaken hebben. Een van de redenen die hiervoor aangehaald kan worden, is de bij de centrumbewoners bestaande hoop dat er een algemene regulsarisatie zal komen. Hoewel dit op verschillende manieren werd ontkracht, bleef deze hoop bestaan. Een andere reden is dat vele centrumbewoners weigeren in te gaan op het aanbod van vrijwillige terugkeer omdat de identificatieprocedures te lang duren. II.6. Internationale samenwerking inzake verwijdering II.6.1. Het Europees agentschap Frontex Het Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen van de Lid-Staten van de Europese Unie (Frontex), dat door de verordening van 26 oktober 2004 werd opgericht, heeft zijn rol als platform voor de uitwisseling van

47 REAB: Return Ex-Asylum Belgium: begeleide vrijwillige terugkeer, georganiseerd door de IOM (op basis van fondsen die door de federale overheid ter beschikking worden gesteld). Zie www.belgium.iom.int/reab .

Page 145: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

145

goede praktijken voor de gezamenlijke vluchten en voor het bekomen van de reisdocumenten verder gespeeld. Frontex speelt een belangrijke rol in het kader van de uniformering van de praktijken van de Partnerstaten (Lid-Staten en Zwitserland) op het gebied van de terugkeer. Het agentschap verzamelt alle informatie met betrekking tot de beveiligde vluchten die door de Partnerstaten georganiseerd worden en geeft de voorstellen voor gezamenlijke vluchten door aan zijn leden. Frontex centraliseert ook de aanvragen voor bijstand die worden ingediend door de Lid-Staten, met het oog op de organisatie, via gezamenlijke vluchten, van de verwijdering van weerspannige personen en/of personen die problemen veroorzaken. In het kader van zijn functie van bijstand aan de Lid-Staten op het gebied van de terugkeer heeft Frontex in 2008 veertien vergaderingen georganiseerd. Drie vergaderingen werden besteed aan de uitwerking, en vervolgens aan de aanneming in oktober 2008, van beste praktijken op het gebied van de verwijdering over land van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. België heeft niet deelgenomen aan dit project, dat meer in het bijzonder bestemd is voor de deelnemende Staten waar de verwijdering van de illegalen efficiënter over land verloopt. Deze vier vergaderingen, die de personen die door de verschillende deelnemende Staten als contactpunt voor de terugkeer werden aangeduid, verzamelen, hebben het eveneens mogelijk gemaakt om de elementen te bepalen waarop de vruchtbare uitwisselingen betrekking moeten hebben : - Activiteiten van de sector « operatie terugkeer »; - Gebruik van het « Frontex Join Return Coordination Center » als coördinatieorgaan

tussen de Lid-Staten; - Europese overnameovereenkomsten; - Europees Terugkeerfonds 2008-2013; - Interpretatie artikel 9 van de Frontex-verordening; - Voortzetting van de opleidingen die bestemd zijn voor de begeleiders; - Promotie van het ICONet-netwerk; - Begeleide vrijwillige terugkeer; - Richtlijn « terugkeer »; - Cofinanciering van de gezamenlijke Frontex-vluchten; - Opstellen van formulieren in verband met de organisatie van vluchten; - Opstellen van verschillende vragenlijsten, om documentatie betreffende hun nationale

praktijken ter beschikking te stellen aan de Lid-Staten; - Voorstelling van de terugkeeroperaties die over land verlopen; - Trainingsprogramma van de escortes voor de beveiligde vluchten; - Vergelijking van het bekomen van de documenten in de deelnemende landen; - Voorstelling van de conclusies van de Raad van de Europese Unie met betrekking tot de

verbetering van de samenwerking tussen de Lid-Staten, de Commissie en Frontex op het gebied van de terugkeer;

- Voorstelling van het project « Joint Return Operation Core Country Group ». Op 4 september 2008 is een « ad hoc » werkgroep samengekomen die moest nadenken over de rol die Frontex zou kunnen spelen op het gebied van de gezamenlijke vluchten, in toepassing van artikel 9 van de verordening van de Raad 2007/2004 tot oprichting van het Europees Frontex-agentschap.

Page 146: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

146

Momenteel worden gemeenschappelijke regels voor de gezamenlijke vluchten, die gebaseerd zijn op de beste praktijken die in november 2007 werden aangenomen, gecreëerd. Vooraleer Frontex beveiligde vluchten kan organiseren moeten verschillende juridische vragen opgelost worden: het gaat bijvoorbeeld om de mate waarin dwangmaatregelen mogen worden gebruikt en de bepaling van de wet die van toepassing is indien een persoon aan boord overlijdt of indien een criminele handeling gepleegd wordt. Twee « workshops » inzake de derde landen die problemen opleveren, hebben plaatsgevonden. De eerste workshop, die door Zwitserland georganiseerd werd, had betrekking op Congo, Algerije, Rusland en de landen van West-Afrika ; de tweede workshop, die door Finland werd georganiseerd, had betrekking op Iran, Armenië, Azerbeidzjan en Georgië. België werd weerhouden om aan de eerste workshop deel te nemen. De « Core Country Group For Return Matters » heeft vier keer vergaderd. Deze groep bestaat uit Lid-Staten die ervaring hebben op het gebied van de organisatie van beveiligde vluchten : Italië, Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, Oostenrijk, Polen, Spanje, Nederland en Zwitserland. Tijdens de vergadering van 2 december 2008 heeft België zich bij de groep gevoegd. Deze groep wisselt informatie uit die betrekking heeft op de nationale en gezamenlijke terugkeeroperaties, de bezoeken van delegaties van derde landen die met het oog op een identificatie uitgenodigd worden om over te gaan tot het interviewen van personen die moeten worden verwijderd, de kosten die verbonden zijn met deze bezoeken van buitenlandse delegaties, de samenwerking met de ambassades, de praktijken van de derde landen, kortom de informatie die het mogelijk maakt om de kennis van de huidige situatie in de derde landen te vergroten. De Core Country Group analyseert ook de verslagen die na de uitvoering van de gezamenlijke vluchten worden opgesteld, om de gezamenlijke procedures bij te werken. In 2008 werden 22 gezamenlijke vluchten voorgesteld aan de deelnemende Staten; 13 hebben daadwerkelijk plaatsgevonden en hebben de verwijdering van 676 personen mogelijk gemaakt. Door middel van vragenlijsten heeft Frontex ook informatie verschaft aan de deelnemende Staten : Ervaring met de repatriëringen naar Irak; Bestemmingen van beveiligde vluchten; Duur van de vasthouding in de verschillende deelnemende Staten; Ervaring met de ambassade van China; Ervaring met de repatriëringen naar Libië; Ervaring met de repatriëringen naar Nepal; Ervaring met de repatriëringen naar Oeganda; Europese vragenlijst inzake de observatie van de beveiligde vluchten door NGO’s. II.6.2. De communautaire overnameovereenkomsten Sinds het Verdrag van Amsterdam is de Europese Unie bevoegd om overname-overeenkomsten af te sluiten met derde landen. Tussen 2000 en 2008 heeft de Raad 18 mandaten gegeven aan de Commissie om in naam van de Europese Unie over overnameovereenkomsten te onderhandelen. Deze mandaten hebben op de volgende landen betrekking: Montenegro, Fyrom, Servië, Bosnië-Herzegovina,

Page 147: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

147

Moldavië, Marokko, Sri Lanka, Rusland, Pakistan, Hongkong, Macau, Oekraïne, Albanië, Algerije, China ,Turkije, Georgië en de Kaapverdische Eilanden. Naast de reeds ondertekende overeenkomsten (Hongkong, Macau, Sri Lanka, Albanië, Rusland) werden er ook overeenkomsten ondertekend met Oekraïne, Montenegro, Fyrom, Servië, Bosnië en Herzegovina en Moldavië. Deze overeenkomsten zijn allemaal op 1 januari 2008 van kracht geworden. II.6.3. Benelux De samenwerking in de Benelux Het Protocol inzake de transit op de respectieve grondgebieden van het Groot-Hertogdom Luxemburg wordt onderhandeld. Momenteel onderhandelen België en het Groothertogdom Luxemburg over de aanneming van een gelijkaardig Protocol. De betrekkingen met de derde landen In 2008 werd geen enkele overeenkomst ondertekend. De overeenkomst met Armenië werd afgerond en zal aan het eind van het eerste trimester van 2009 kunnen worden ondertekend. Met het oog op de ondertekening van een toepassingsprotocol van de Europese overnameovereenkomst werd er verder onderhandeld met de Russische Federatie, Sri Lanka en de Balkanstaten. II.6.4. Belgisch niveau In 2008 begeleidde en initieerde de Dienst Vreemdelingenzaken onderhandelingen met landen van herkomst inzake de identificatie en de terugkeer van hun onderdanen in illegaal verblijf. In die zin zijn er met betrekking tot de volgende landen initiatieven genomen: Afghanistan, Ecuador, Guinee-Conakry, Vietnam en Kosovo. Met succes, want in 2008 werden overeenkomsten afgesloten met Ecuador, Vietnam (beiden ondertekend in januari 2009) en Guinée (ondertekend op 17 oktober 2008). In dit kader werden door immigratieambtenaren zendingen ondernomen naar Guinee-Conakry, Kosovo, Ecuador, Nigeria, China en Vietnam. Op het einde van het jaar werden onderhandelingen gestart met Brazilië.

III. De multidisciplinaire aanpak van de Dienst Vreemdelingenzaken III.1. De samenwerking met de gemeenten III.1.1. Project van de pilootgemeenten III.1.1.1. Inleiding Dit project, dat werd opgestart in oktober 2003, loopt nog steeds, met toenemend succes. Ook in 2008 werd er vooral aandacht besteed aan het verbeteren en het optimaliseren van de werking en de samenwerking tussen de lokale besturen (gemeente en politie) en de Dienst Vreemdelingenzaken. In 2008 werd tevens het eerste luik van het project nl het

Page 148: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

148

activeren en verbeteren van de samenwerking met de lokale besturen met het oog op het effectief verwijderen van vreemdelingen opnieuw geactualiseerd. De vergaderingen worden om de twee maanden, per taalgemeenschap georganiseerd. Van deze vergaderingen wordt een globaal verslag opgesteld, zodat de gelijkheid op het gebied van de behandeling van de aangehaalde onderwerpen en de uitwisseling van informatie tussen de taalgemeenschappen volledig wordt gewaarborgd. De lokale besturen (politie en administratie) van de volgende gemeenten hebben in 2008 actief aan het project deelgenomen : Aalst, Antwerpen, Hasselt, Mechelen, Luik, Bergen, Charleroi, Schaarbeek, Sint-Jans-Molenbeek, Evere en Sint-Joost-ten-Node. Een vertegenwoordiger van de Gouverneur van de Provincie Vlaams-Brabant evenals van de Provincie West Vlaanderen namen aan alle vergaderingen deel. Gelet op de specificiteit van bepaalde items werden eveneens vertegenwoordigers van het Rijksregister uitgenodigd. III.1.1.2. Evaluatie van het project 1) Bijzondere aandachtspunten in 2008 - Het in werking treden op 1 juni 2008 van de wet van 25 april 2007 en het koninklijk besluit

van 7 mei 2008 : weerslag op de werking van de lokale besturen waarbij, voor de uitwerking van praktische procedures en richtlijnen, zowel rekening werd gehouden met enerzijds de wettelijke verplichtingen als anderzijds met het beperken van de werklast voor de lokale besturen;

- Toepassing en misbruik van bestaande administratie procedures : huwelijk en schijnhuwelijk, gezinshereniging, regularisatie en regularisatiefraude, misbruik van de nationaliteitswetgeving, verblijf als student, recht op terugkeer, staatlozen, erkenning van Belgische kinderen door vreemdelingen in illegaal verblijf, misbruik van het statuut van geregistreerd partnerschap…;

- Verwijderingen : verwijdering en vasthouding van gezinnen, terugvordering van verblijfs- en repatriëringskosten van de garant die een bijlage 3bis ondertekend heeft, vrijwillig vertrek met de IOM, moeilijk verwijderbare nationaliteiten, uitvoering van de aanbevelingen van de Commissie Vermeersch;

- KB voor het onderbrengen van gezinnen in woonunits met het oog op hun verwijdering; - Verlies en diefstal van verblijfskaarten; - Handelingen van de besturen die fraude en misbruik van procedures in de hand kunnen

werken; - Elektronische verblijfskaarten en het uitwerken van algemene onderrichtingen aangezien

in oktober 2008 alle gemeenten overschakelden op de veralgemeende afgifte van elektronische verblijfskaarten;

- Vingerafdrukken en registratie van personen in illegaal verblijf op het Belgisch grondgebied;

- Communicatie tussen de lokale besturen en de Dienst Vreemdelingenzaken; - Harmonisatie van procedures tussen verschillende besturen, zodat ze beter op elkaar

afgestemd zijn; - Ontwikkeling van de site www.dofi.fgov.be/gemcom en promoten van het gebruik ervan

bij de gemeenten en lokale politie; - Economische immigratie en het organiseren van de vreemdelingendienst in functie van

deze nieuwe prioriteit; - Attest van voldoende huisvesting; - Statuut van langdurig ingezetene; - Inbreng van het motief van de immigratie en het aanpassen van in informatietypes van het

Vreemdelingen- en het bevolkingsregister (IT 202);

Page 149: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

149

- Inschrijving in en schrapping uit het wacht-, vreemdelingen- en bevolkingsregister. - Signaleren van nieuwe netwerken en nieuwe misbruiken van procedures. 2) Concrete verwezenlijkingen in 2008 Een voorstel van koninklijk besluit waarbij aan de gemeenten de bevoegdheid wordt gegeven om vreemdelingen, die zich in illegaal verblijf bevinden, in het wachtregister in te schrijven, werd in samenwerking met de diensten van het rijksregister uitgewerkt. De bedoeling hiervan is om de populatie illegale vreemdelingen in kaart te brengen zodat de nodige beleidsopties kunnen worden genomen. Momenteel wordt met de gemeenten nog gewerkt aan de algemene instructies voor een vlotte uitwerking en worden nog voor enkele praktische problemen naar oplossingen gezocht. De reglementering inzake aangifte van diefstal of verlies van een verblijfsdocument werd opgenomen in het koninklijk besluit van 8/10/1981. Op 21 mei 2008 werden in samenwerking met het Rijksregister algemene instructies aan de gemeenten en politie gezonden : eenvormige procedure waarin de taak van gemeente en politie duidelijk wordt afgelijnd en invoering van een eenvormig formulier (voor Belgen en vreemdelingen)voor aangifte van verlies of diefstal van verblijfskaarten. Dank zij deze samenwerking werden ook eenvormige instructies inzake DOCSTOP en CHECKDOC tot stand gebracht. Een centraal meldpunt werd bij Dienst Vreemdelingenzaken tot stand gebracht zodat de lokale politie op eenvormige manier de aangiften van verlies en diefstal kunnen overmaken cfr de wettelijke verplichting. In samenspraak met de pilootgemeenten werden in 2007 duidelijke criteria en de meest klantvriendelijke procedure opgesteld om te bepalen of een vreemdeling al of niet in het bezit zal kunnen worden gesteld van een verblijfskaart voor een familielid van een burger van de Unie Deze instructies werden na juni 2008 aangepast rekening houdend met het in werking treden van de wet van 25 april 2007 en het veralgemeend in omloop brengen van de elektronische verblijfskaarten en betreffen in het bijzonder het omruilen van een kartonnen identiteitskaart voor vreemdelingen tegen een elektronische kaart C of F+. Antwerpen en Luik dienen als voorbeeld voor het organiseren van de vreemdelingendienst in functie van de prioriteit die moet gegeven worden aan vreemdelingen die komen in het kader van economische immigratie. Samenvoegen van de website GEMCOM voor politie en gemeenten en herwerken van de site om tot een betere functionaliteit te komen. Richtlijnen voor de gemeenten m.b.t. de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder advocaten van Dienst Vreemdelingenzaken de gemeenten kunnen bijstaan wanneer hun beslissingen het voorwerp uitmaken van een beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Een brochure voor EU-onderdanen en hun familieleden die wensen te reizen en naar België terug te keren, werd op Gemcom geplaatst. Hierin wordt vooral aandacht besteed aan de identiteitsdocumenten waarover zij dienen te beschikken en aan de mogelijkheid voor de overheid om een administratieve boete op te leggen bij gebrek hieraan. Instructies inzake het inbrengen van de reden van immigratie onder IT 202. Nieuw ABC-inlichtingenbulletin.

Page 150: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

150

De overige verwezenlijkingen vallen onder de algemene noemer : - Administratieve vereenvoudiging van de procedures en formulieren; - Het verstrekken van juridisch advies; - Het harmoniseren van procedures; - Het permanent verstrekken van informatie bij nieuwe reglementeringen; - Het voorstellen van structurele verbeteringen inzake de werking van de betrokken

diensten, enz… 3) Algemene evaluatie Ten gevolge van een aantal praktische problemen en het bepalen van prioriteiten inzake de verwijdering van uitgeprocedeerde asielzoekers kon ook in 2008 niet ten volle uitvoering gegeven worden aan de activering van de verwijderingen van de vreemdelingen die illegaal verblijven op het grondgebied van de pilootgemeenten. Ten opzichte van de Vlaamse pilootgemeenten werd echter een nieuwe impuls gegeven door het invoeren van betere selectiecriteria waardoor vooral voorrang wordt gegeven aan personen wier verwijdering de beste kans op slagen biedt. Als forum waar een brede waaier van onderwerpen wordt besproken en waar in een constructieve sfeer naar oplossingen wordt gezocht voor de problemen die de lokale besturen ondervinden bij de uitoefening van hun opdracht, in het kader van de toepassing van de vreemdelingenreglementering, is het project een succes te noemen. Dankzij de vrije uitwisseling van informatie tussen de betrokken besturen, het uitwisselen van ervaringen en het toelichten van de problemen waarmee alle personen bij de uitoefening van hun taken geconfronteerd worden, heeft het project ook tot een grotere toenadering tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de lokale besturen geleid . Alle gemeenten profiteren van de resultaten van dit project omdat de verwezenlijkingen tot een administratieve vereenvoudiging van de procedures, waarvan zij het resultaat via de website www.dofi.fgov.be/Gemcom kunnen bekomen, leiden. Aangezien zowel de vreemdelingenreglementering als de wetgeving in het algemeen vaak gewijzigd worden ten gevolge van de nationale en internationale politieke en reglementaire context, zullen procedures steeds opnieuw op elkaar moeten worden afgestemd en zal er steeds naar de best mogelijke samenwerking en vereenvoudiging van procedures moeten gestreefd worden, om zodoende de efficiëntie ervan te verzekeren. Men kan hier dus wel zeggen dat dit project een grote uitdaging blijft. III.1.2 Het Project Europa – omzendbrief 30 december 1997 III.1.2.1. Inleiding In het verleden werden er door verschillende publieke instanties misbruiken vastgesteld door vreemdelingen uit een niet-EU-staat die zich in Belgische gemeenten lieten inschrijven door bewust gebruik te maken van valse of vervalste Europese identiteitsdocumenten. Deze vreemdelingen trachtten zich in te schrijven als EU-onderdanen om navenant frauduleus de rechten te genieten die aan dit statuut zijn verbonden (vrij verkeer van personen binnen de EU, uitgebreide gezinshereniging, sociale voordelen, toegang tot de arbeidsmarkt…). Het bureau opsporingen van de dienst vreemdelingenzaken is in dit project een van de sleutelpartners en coördineert de contacten tussen de gemeentebesturen, de politiediensten en de uitvoeringsbureaus van de Dienst Vreemdelingenzaken die in deze materie betrokken zijn. Tevens verzorgt het bureau opsporingen, samen met de Centrale Dienst ter Bestrijding

Page 151: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

151

van de Valsheden van de federale politie opleidingen en informatiesessies aan andere partners, in casu de bestuurlijke overheden op lokaal vlak en de lokale politie-eenheden. Aan de medewerkers van de Dienst Vreemdelingenzaken wordt door de federale politie trouwens een basisopleiding “valse documenten” aangeboden die hoofdzakelijk de filosofie van de valse documenten aansnijdt en de ambtenaren meer bewust maakt van de potentiële misbruiken van vreemde identiteits- en reisdocumenten. Een dergelijke opleiding werd in het kader van het project pilootgemeenten reeds aan de ambtenaren van de vreemdelingendiensten van de gemeenten verstrekt. III.1.2.2. Procedure en resultaten Wanneer de Centrale Dienst ter Bestrijding van de Valsheden van de Federale Politie een verslag in het kader van de omzendbrief van de lokale politie ontvangt, start deze dienst een onderzoek naar de echtheid. Wanneer na het onderzoek wordt vastgesteld dat een vals of vervalst document werd gebruikt om zich in te schrijven in een Belgische gemeente wordt een verslag naar het Bureau Opsporingen gestuurd. Nadat het Bureau Opsporingen een plaats in een gesloten centrum heeft gereserveerd neemt men contact op met de lokale politie, teneinde de betrokken vreemdeling te intercepteren. Aan de vaststellingen wordt er zowel een gerechtelijk als een administratief gevolg gegeven. De vreemdeling heeft immers verschillende ernstige misdrijven gepleegd, zoals valsheid in geschrifte, gebruik valse stukken, oplichting, enz…. Op administratief vlak vertoeft de vreemdeling illegaal op het grondgebied en impliceren de feiten van openbare orde een prioritaire verwijdering van het grondgebied.

Daar de echte identiteit en in het bijzonder de echte nationaliteit van de vreemdeling onzeker zijn, moet de Dienst Vreemdelingenzaken een bijzondere identificatieprocedure doorlopen teneinde de nodige reisdocumenten te bekomen van de bevoegde ambassade, zodat de betrokkene effectief van het grondgebied kan verwijderd worden. Ingevolge de doorgevoerde controle door de politiediensten naar de echtheid van een document en het feit dat de identiteitsdocumenten fysiek beter beveiligd zijn, merken de diensten een verschuiving van het gebruik van louter valse of vervalste

identiteitsdocumenten naar het gebruik van echte documenten door lookalikes of het gebruik van intellectuele valse documenten. Look-a-likes zijn personen die een authentiek document van een ander persoon gebruiken, net omdat ze visueel veel gelijkenissen vertonen met die persoon. Uiteraard heeft deze andere vreemdeling wel een gunstige verblijfssituatie in België of in een andere EU-staat en probeert de illegale vreemdeling een voordeel te putten uit deze usurpatie. Intellectuele fraude doet zich voor wanneer men op basis van een vals stuk, b.v. een vervalste geboorteakte, een authentieke identiteitstitel bekomt. Een controle van dergelijke stukken is bijzonder moeilijk daar het verkregen identiteitsdocument volledig overeenstemt met een origineel document. Enkel de manier waarop het verkregen werd, is frauduleus. In 2008 werden 75 misbruiken gerapporteerd aan het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken tov 67 gevallen in 2007.

Page 152: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

152

Verdeling per nationaliteit Portugal 22 Frankrijk 15 Bulgarije 12 Verenigd Koninkrijk 10 Italië 5 Roemenië 3 Nederland 2 Denemarken 2 Litouwen 2 Zweden 1 Noorwegen 1

Zoals andere jaren merkt men hoofdzakelijk een misbruik in de grote agglomeraties en in het bijzonder in Brussel-Hoofdstad (50% van de gemelde misbruiken) Nieuw is het opduiken van valse Bulgaarse documenten. Een opfrissing van de omzendbrief van 1997 wordt in de loop van 2009 voorzien, onder meer daar de contactgegevens van de ondersteunende diensten en de vreemdelingenreglementering sindsdien gewijzigd zijn. Van deze gelegenheid zal ook gebruik gemaakt worden om de gemeentelijke autoriteiten opnieuw te sensibiliseren met betrekking tot het belang van deze procedure. Uit de verslagen van de dienst Controle Gemeenten van de Dienst Vreemdelingenzaken blijkt trouwens dat 33% van de gecontroleerde gemeenten de omzendbrief niet toepassen. III.1.2.3 DOM TOM (Départements et Territoires d’Outre-Mer) Sinds eind 2007 is het bureau Opsporingen in nauwe samenwerking met de federale politie een onderzoek aan het voeren naar het gebruik van valse documenten door vreemdelingen die zich uitgeven als onderdanen van de Franse Overzeese Gebieden (Départements et Territoires d’Outre-Mer ) Specifiek aan deze vorm van fraude is het gebruik van valse of vervalste basisakten, zoals bijvoorbeeld een geboorteakte om op basis van dit document een naar vorm geldig paspoort of identiteitskaart te bekomen. Deze documenten worden steeds op het Franse vasteland aangevraagd en bekomen. Een reden hiervoor is de ontstentenis van een nationaal Rijksregister in Frankrijk. De federale politie kan dankzij zijn zeer goede contacten met de betrokken departementen rechtstreeks de betrokken autoriteiten bevragen. In verschillende gevallen stelde men vast dat de identiteit bestaat en door een frauderende vreemdeling wordt misbruikt. Deze usurpatie maakt het bijzonder moeilijk voor een politieagent op het terrein om een misbruik vast te stellen. Het voorgelegde document is immers naar vorm volledig technisch in orde. Bovendien is de betrokkene gekend en wijst niets op een initiële fraude met een basisdocument. III.1.3. Project “beveiliging van de gemeentebesturen” Het thema “beveiliging van de gemeentebesturen” was ook dit jaar actueel en bleef een prioriteit voor de Dienst Vreemdelingenzaken.

Page 153: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

153

Vanuit de dienst “verblijfstitels” bij de Dienst Vreemdelingenzaken wordt de beveiliging in de hand gewerkt door de levering van het aantal gevraagde verblijfsdocumenten per gemeente te beperken, in functie van het aantal documenten dat jaarlijks door haar wordt afgeleverd. Er worden dus meermaals kleinere hoeveelheden geleverd. Een efficiënter beheer van de voorraad verlaagt ook de kans dat er grote hoeveelheden verblijfstitels kunnen worden gestolen. De levering gebeurt door middel van beveiligde transporten. De pilootfase van het project “elektronische verblijfskaarten” werd afgerond op 31/10/2008 Vanaf 01/11/2008 worden dus in alle gemeenten elektronische vreemdelingenkaarten uitgereikt en zijn het nog enkel de attesten van immatriculatie die nog in karton zijn . De voorraad blanco kaarten van deze laatsten blijft uiteraard beperkt en wordt ook opgevolgd door de dienst “verblijfstitels”. Aan alle gemeenten werd gevraagd een pv op te stellen van de resterende blanco verblijfskaarten en tot hun vernietiging over te gaan. Het aantal diefstallen met braak is in 2008 tot nul herleid. Het aantal documenten dat werd gestolen is eveneens gedaald. In onderstaande tabel vindt u de relevante cijfergegevens inzake vastgestelde diefstallen met braak.

2005 2006 2007 2008

Aantal aan de gemeenten afgeleverde kartonnen verblijfsbewijzen 376.403 382.782

333.833

138.853

Aantal gemeenten waar diefstal met braak van blanco verblijfsbewijzen werd vastgesteld

11 4

4 0

Aantal verblijfsbewijzen dat in de gemeenten werd gestolen 815 1.100

361 36

- In 2008 werden 13 PV’s opgesteld voor de verdwijning/diefstal van 36

verblijfstitels uit de gemeentebesturen, zonder dat er hier evenwel sprake was van braak. Sinds begin 2006 wordt er bij elke controle van de werking van een gemeente een lijst opgemaakt van de verblijfstitels die niet in de controleregisters van de afgegeven kaarten of in het Rijksregister voorkomen en niet meer terug te vinden zijn in de stock van blanco kaarten die bij de gemeente bewaard worden. Indien de bestemmeling van de kaart door de gemeente niet kan achterhaald worden en de informatie in het rijksregister dus niet kan aangevuld worden, wordt deze kaart als verdwenen gesignaleerd om misbruik en fraude te voorkomen.

Al deze meldingen worden in een bestand opgeslagen, zodat er bij navraag van een politiedienst gemakkelijk nagegaan kan worden of de aangeboden kaart al dan niet als gestolen geseind staat. (zie ook onderstaand punt III.8.) Het veralgemeend in omloop brengen van geïndividualiseerde verblijfskaarten onder electronische vorm zal er op termijn voor zorgen dat er nog slechts weinig blanco verblijfsdocumenten in de gemeentehuizen zullen worden bewaard. De enige blanco documenten die bewaard worden, zijn de attesten van immatriculatie, documenten met een mindere waarde aangezien het slechts tijdelijke en voorlopige documenten zijn. Dit zal er zeker toe bijdragen dat het aantal diefstallen in gemeentehuizen zal dalen.

Page 154: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

154

III.1.4. De controle van de gemeenten De gemeenten stellen handelingen in opdracht van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze besturen moeten dan ook gecontroleerd en ondersteund worden, zodat ze hun opdrachten zo goed mogelijk kunnen uitvoeren. a) De controle als basisopdracht

De controle behelst dan ook een dubbele opdracht : - Enerzijds het uitvoeren van een kwaliteitscontrole op de door de gemeentelijke

administraties gestelde handelingen in uitvoering van de vreemdelingenreglementering; - Anderzijds het verstrekken van praktijkgerichte informatie aan deze administraties om

hun werking te optimaliseren. Deze dubbele aanpak wordt door de gemeenten als positief ervaren. Het vaststellen van de tekortkomingen in de werking van de gemeentelijke administraties wordt op die manier immers dadelijk gecompenseerd door het verstrekken van praktijkgerichte informatie en het formuleren van aanbevelingen om de werking te verbeteren. CTL is voor de gemeenten dan ook het aanspreekpunt bij de Dienst Vreemdelingenzaken waar zij met hun problemen terecht kunnen. De vaststellingen met betrekking tot zowel de negatieve als de positieve punten in de werking van de gemeente worden in een eenvormig syntheseverslag verwerkt. Op die manier kunnen een aantal accurate en structurele maatregelen uitgewerkt worden om een oplossing te bieden voor de meest voorkomende fouten en problemen, o.m. door het organiseren van aangepaste vorming rond bepaalde thema’s, het aanpassen van bepaalde reglementeringen en procedures. Deze werkmethode laat ook toe om op basis van objectieve criteria een beter gefundeerde beoordeling aan een gemeente toe te kennen. In 2008 werden zowel het verslag aan de burgemeester als de wijze waarop de controle wordt uitgevoerd grondig herwerkt gelet op het in werking treden van een aantal zeer belangrijke wijzigingen in de wet van 15/12/1980 en het verlagemeend uitreiken van elektronische verblijfskaarten.

2005 2006 2007 2008

Aantal gecontroleerde gemeenten 215 224 183 157*

* 122 Vlaamse gemeenten en 35 Waalse + Brusselse gemeenten

Het is de bedoeling dat elke gemeente minstens eenmaal om de drie jaar gecontroleerd wordt zoniet gaat de effectiviteit van de controle verloren. Niettegenstaande het aantal controles op het Nederlandstalig grondgebied in 2008 gedaald is ingevolge een lagere bezettingsgraad van het personeel, kon, dankzij een doorgedreven rationalisering van de controles en eenvormigheid voor de gebruikte documenten, deze norm gehaald worden voor controles op de Vlaamse gemeenten. Wegens bijzondere omstandigheden en het gebrek aan personeel kon deze norm, ondanks de doorgevoerde aanpassingen, echter niet gehaald worden voor de Waalse en tweetalige Brusselse gemeenten. In de loop van 2008 werd extra personeel ter beschikking gesteld van deze dienst. Na de opleidingsperiode die verschillende maanden bedraagt, zal dit personeel in 2009 operationeel zijn en zal er ook hier gestreefd worden naar het behalen van de norm van één controle om de drie jaar.

Page 155: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

155

Het lager aantal controles is eveneens het gevolg van de stijging van het aantal informatieopdrachten (zie infra ad hoc opdrachten). Door de belangrijke wetswijziging die op 1 juni 2008 van kracht werd, vroegen heel wat gemeenten extra opleiding en infosessies waardoor er minder aandacht kon besteed worden aan de controle op zich. Er werd dus meer toekomstgericht gewerkt en geopteerd voor meer opleiding en minder controle op de werking in het verleden. b) Extra aandachtspunten 1. Zoals in 2007 werd ook in 2008 een sensibilisatiecampagne gevoerd rond alle handelingen die door de gemeenten zelf worden gesteld en die fraude, misbruiken van procedures en verblijf/vestiging van illegalen in de hand kunnen werken. 2. Ook in 2008 werd eveneens bijzondere aandacht besteed aan het aantal verblijfsdocumenten dat aan vreemdelingen werd afgegeven, zonder dat hiervan melding werd gemaakt in de controleregisters van de afgegeven kaarten of het Rijksregister, omdat het belangrijk is te weten aan wie een bepaalde kaart werd afgegeven. Dit kadert eveneens in de strijd tegen fraude en het gebruik van valse of gestolen kaarten. Een correcte registratie van de documenten zorgt er ook voor dat de burger bij een controle door de politie niet onterecht verontrust wordt voor het dragen van een “vermeende” valse verblijfskaart. 3. Ten slotte wordt nagegaan welke de impact van de controle op het gedrag van de gemeenten is en of de opmerkingen die tijdens een voorgaande controle werden gemaakt er toe geleid hebben dat de toen vastgestelde tekortkomingen verholpen werden. Door de vermelding van het resultaat in het controlerapport dat aan de burgemeester wordt gestuurd, wordt de aandacht gevestigd op de opvolging die gegeven werd aan de gemaakte opmerkingen om de werking van de gemeente te verbeteren en in overeenstemming met de wetgeving te brengen. 4. Bovendien werd dit jaar bij elke controle de nadruk gelegd op het belang voor de gemeenten om regelmatig te informeren naar de laatste ontwikkelingen in de vreemdelingenreglementering en het gebruik van de officiële bijlage van het KB van 8 oktober 1981. Het is gemeenten niet toegelaten deze documenten zelf aan te passen en onder een andere vorm af te leveren. Dit kan door regelmatig de site te consulteren die aan de gemeenten wordt voorbehouden en door de Dienst Vreemdelingenzaken voortdurend wordt bijgewerkt, om de gemeenten bij de uitvoering van hun taken te helpen: www.dofi.fgov.be/gemcom.

Deze campagnes zullen in de komende jaren een prioriteit blijven ook al zal de wijze waarop de controle wordt uitgevoerd aangepast zijn aan het in omloop brengen van de elektronische verblijfskaarten en het verdwijnen van een aantal papieren controleregisters. Uit controles blijkt : % van de in 2008

gecontroleerde Franstalige gemeenten

% van de in 2008 gecontroleerde

Nederlandstalige gemeenten

Handelingen die door de gemeenten worden gesteld en die fraude en misbruiken in de hand kunnen werken

70 % (91 % in 2007)

80 % (75 % in 2007)

Opvolging door de gemeenten van de opmerkingen die door Dienst Vreemdelingenzaken tijdens de vorige controle werden gemaakt, zodat een

50 % (12 % in 2007)

35 % (29 % in 2007)

Page 156: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

156

verbetering merkbaar is. Ontbrekende verblijfsdocumenten in de controleregisters en het Rijksregister

2 % (26 % in 2007)

6 % (19 % in 2007)

Uit vergelijking met 2007 blijkt dat de gemeenten de opmerkingen en instructies die tijdens een vorige controle werden geformuleerd, beter hebben opgevolgd en dat de registers van de afgifte van verblijfskaarten beter werden bijgehouden. Sensibilisering rond het thema van de handelingen die fraude en misbruiken kunnen in de hand werken, heeft ook hier reeds tot een lichte verbetering geleid ook al blijft er nog een grote inspanning te leveren. c) Bijzondere Ad hoc opdrachten Naast haar controleopdracht heeft deze dienst ook de volgende bijzondere opdrachten, die allemaal hebben bijgedragen tot de verbetering van de werking van de gemeenten, uitgevoerd : - Bijzondere controle in een gemeente op vraag van een uitvoeringsdienst of op vraag van

de burgemeester van een bepaalde gemeente wanneer er herhaaldelijk zwaardere fouten werden vastgesteld of wanneer er hulp moet geboden worden bij het organiseren van de vreemdelingendienst om het hoofd te bieden aan punctuele problemen;

- Bijzonder onderzoek en medewerking aan het gerechtelijk onderzoek na vaststelling van frauduleuze handelingen die door een burgemeester in een individueel dossier werden gesteld;

- Opleiding van nieuwe personeelsleden in de gemeenten, zodat ze zo vlug mogelijk operationeel zijn;

- Controle van een gemeente wanneer een diefstal van blanco verblijfsbewijzen gesignaleerd wordt;

- Samenwerking in het kader van een gerechtelijk onderzoek; - Onderzoeken in het kader van het gebruik van frauduleus verkregen kaarten; - Opleiding in het kader van de wetswijziging die op 1 juni 2008 van kracht werd. Overzicht van het aantal bijzondere opdrachten :

2005 2006 2007 2008 Aantal bijzondere opdrachten 89 62 33 92

De stijging van het aantal bijzondere opdrachten is enerzijds het gevolg van de invoering van de elektronische vreemdelingenkaarten en anderzijds van een nieuwe reglementering voor Burgers van de Unie en hun familieleden ( 01/06/2008) waardoor meer opleidingen en infosessies noodzakelijk waren. III.1.5. Tevredenheidsonderzoek bij de gemeenten Met het oog op de verbetering van de dienstverlening aan de gemeenten en de manier waarop de controles worden uitgevoerd wordt na elke volbrachte controleopdracht een vragenlijst inzake de kwaliteit van de uitgevoerde controle, de aangeboden en de gewenste formule, de frequentie van het controlebezoek naar de gemeenten gestuurd. Zoals de voorgaande jaren werd na elke controle een formulier naar de gemeente gestuurd met de vraag een evaluatie van de controle, alsook van de wijze waarop de controleur zijn taak heeft volbracht, in te vullen. Van de 157 verstuurde formulieren werden er 124 ingevuld ofwel 79 % van het totaal.

Page 157: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

157

De resultaten van dit tevredenheidsonderzoek zijn dezelfde als vorig jaar : - Bijna alle ondervraagde gemeenten wensen een regelmatige controle omdat een hogere

frequentie van deze controlebezoeken de werking van de gemeente verbetert; - Aangeboden duoformule (aspect controle + aspect ondersteuning) wordt door de

gemeenten als een meerwaarde beschouwd en wordt als formule ook het meest op prijs gesteld.

III.2. De samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken III.2.1. Uitvoering samenwerkingsprotocol van 29 juni 2005 In toepassing van dit protocol werd heel wat strategische informatie uitgewisseld tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de Belgische diplomatieke en consulaire posten in het buitenland, via geactualiseerde landenfiches, analyses met betrekking tot bepaalde immigratiethema’s en allerhande nota’s en verslagen. Eén van de hoofddoelstellingen is het optimaal benutten van deze informatie door de posten, onder meer als ondersteuning bij de beoordeling van visumaanvragen, om gebruikt en besproken te worden in het kader van de lokale consulaire samenwerking met andere landen en om bij te dragen tot het vormen van een globaler beeld van de voornoemde fenomenen. Momenteel wordt de werking van dit systeem geëvalueerd met het oog op het verbeteren en optimaliseren van deze informatie-uitwisseling. III.2.2. Gestructureerde informatie-uitwisseling Sinds begin 2004 wordt informatie over visa, die als gevolg van een beslissing van de Dienst Grensinspectie aan de grens geannuleerd werden, op systematische en gestructureerde wijze naar Buitenlandse Zaken doorgestuurd. De consulaire afdeling van deze FOD geeft de informatie door aan de respectievelijke ambassades en consulaten die de visa hebben afgeleverd. Deze informatie heeft vooral betrekking op de motieven en de vaststellingen die tot de annulering geleid hebben en moeten toelaten om op het ogenblik dat een visum wordt aangevraagd bepaalde misbruiken te ontdekken en te bestrijden. De communicatie tussen de diplomatieke en consulaire posten werd op de volgende manier gestructureerd : De officiële mededelingen die door de diplomatieke en consulaire posten aan de Dienst Vreemdelingenzaken worden gericht worden naar een enkel officieel elektronisch adres gestuurd dat door de cel beleidsondersteuning beheerd wordt. De cel beleidsondersteuning is verantwoordelijk voor de verwerking, het doorsturen naar de verschillende diensten en, in voorkomend geval, de opvolging. Deze centralisatie maakt het mogelijk om te voorkomen dat informatie verloren raakt en beter rekening te houden met de informatie, de opmerkingen of de vragen van de posten. Het ingevoerd communicatiesysteem berust op het onderscheid dat gemaakt wordt tussen, enerzijds, de individuele dossiers en, anderzijds, de vragen of opmerkingen die niet in het kader van de behandeling van een individueel dossier passen (algemene tendensen, procedures, reglementering,…).

Page 158: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

158

1. Vragen of opmerkingen van de diplomatieke en consulaire posten inzake een individueel dossier die niet tot een principiële vraag leiden Het gaat met name om de vragen of opmerkingen in verband met de stand van zaken van de behandeling van een aanvraag, de verandering van statuut van een aanvraag, het opnieuw nemen van een beslissing of een antwoordtermijn die abnormaal lang is, vergeleken met de termijnen die vermeld worden op de site www.dofi.fgov.be. De boodschappen kunnen rechtstreeks naar de bevoegde dienst van de Dienst Vreemdelingenzaken, die op dezelfde manier zal antwoorden, gestuurd worden. Met het oog op een efficiënte aanpak wordt de posten aanbevolen om door middel van e-mails te corresponderen. 2. Principiële vragen of algemene opmerkingen : tendensen, procedures, reglementering De principiële vragen of de algemene opmerkingen van de diplomatieke en consulaire posten worden door middel van een officiële boodschap naar de centrale overheden (FOD Buitenlandse Zaken) gestuurd. In voorkomend geval wordt een kopie van de boodschap naar de Dienst Vreemdelingenzaken (een enkel officieel elektronisch adres) gestuurd. De post vermeldt het gevolg dat aan de boodschap moet worden gegeven (bij wijze van info, het gevolg dat eraan moet worden gegeven, reactie) en vermeldt hoe dringend het dossier is (niet dringend, normaal, dringend, onmiddellijk). Indien de Dienst Vreemdelingenzaken bevoegd is voor de vraag of de opmerking wordt het antwoord van de Dienst Vreemdelingenzaken, eveneens door middel van een officiële boodschap, via de FOD Buitenlandse Zaken naar de post gestuurd. Een contactpunt werd ook aangeduid bij de Directie-generaal Consulaire Zaken (FOD Buitenlandse Zaken) en bij de Dienst Vreemdelingenzaken (Beleidsondersteuning). Dit communicatiekanaal maakt een vlotte, georganiseerde en constructieve communicatie tussen de twee partners mogelijk. III.2.3. De ambassadeur asiel en immigratie De immigratieambassadeur ondersteunt de Dienst Vreemdelingenzaken op het vlak van de diplomatieke interventies, om de identificatieprocedures en de verwijderingsprocedures te vergemakkelijken. Voor knelpunten op dit vlak wordt de interventie zowel via de diplomatieke vertegenwoordigers in België als via de ambassades in de landen van herkomst gevraagd. Bijstand en samenwerking op onder meer de volgende gebieden bereikt : - Readmissie in het kader van de bilaterale onderhandelingen en de Benelux-

onderhandelingen; - Speciale vluchten; - Opvolging van de jaarrapporten illegale immigratie, mensensmokkel en mensenhandel

en van de ad hoc rapporten illegale immigratie van de Belgische ambassades in het buitenland.

III.2.4. Gemeenschappelijke organisatie van een workshop “ Unieke Identificatie “ Op 3 september 2008 vond te Brussel een workshop plaats met betrekking tot de “ Verwerking van biometrische gegevens in de administratieve rechtshandhaving – Beschouwingen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer “. Deze workshop

Page 159: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

159

werd georganiseerd op initiatief van de Dienst Vreemdelingenzaken, in samenwerking met de Directie-generaal Consulaire Zaken bij de FOD Buitenlandse Zaken, buitenlandse Handel en ontwikkelingssamenwerking. Aanleiding hiertoe was de vaststelling dat thans steeds meer biometrische toepassingen bij de overheid hun ingang vinden in de administratieve rechtshandhaving. Aan deze workshop namen 73 personen deel. Zij waren afkomstig uit verschillende administraties, ministeriële kabinetten (Binnenlandse zaken, Justitie, Migratie en Asiel ), de Federale Politie (administratieve en gerechtelijke zuil), de Veiligheid van de Staat, de Militaire Inlichtingendienst, het Rijksregister, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, de Directie-Generaal Penitentiaire Inrichtingen van de FOD Justitie, en de Dienst Vreemdelingenzaken. Op deze workshop waren ook twee vertegenwoordigers van de Commissie voor de Bescherming van de persoonlijke Levenssfeer aanwezig als gastspreker. Hun uiteenzettingen gaven aanleiding tot goede interacties tussen het publiek en de sprekers. Als afsluiting werd door het voorzitterschap een goed overzicht gegeven van de problemen waar we als administratie mee geconfronteerd worden, door een gebrek aan mogelijkheden inzake biometrie. Er werd naar aanleiding hiervan een consensus bereikt dat er werk moet gemaakt worden van een systeem dat de unieke identificatie van een vreemdeling garandeert doorheen de gehele administratieve keten. Als gevolg hiervan werd in dit kader op 10 oktober 2008 een ruime reflectiegroep georganiseerd die een projectvoorstel heeft uitgewerkt om in 2009 van start te kunnen gaan met het project “Optimalisering van identiteitsregistratie van vreemdelingen binnen de instellingen van de federale Overheid“. Het doel hiervan is na te gaan hoe de registratieprocessen van identiteiten van vreemdelingen verbeterd kunnen worden (teneinde het gebruik van meervoudige identiteiten te voorkomen) en vast te leggen hoe binnen de overheidsinstellingen wordt bepaald welke de echte identeit is van een persoon. III.3. De samenwerking met de politiediensten III.3.1. Informatieaanvragen In 2008 verwerkte het Bureau Opsporingen een totaal van 18.662 informatieaanvragen tegenover 16.460 aanvragen in 2007. T.o.v. het jaar 2007 is er bijgevolg een stijging met meer dan 13 %. Ter vergelijking : de Dienst Vreemdelingenzaken telde 12.252 asielaanvragen in 2008 Hoewel men beide taken moeilijk kan vergelijken, toont dit wel het stijgend belang aan van deze samenwerking. De stijging is niet alleen te wijten aan het stijgende aantal verzoeken van de politiediensten en de verbeterde naamsbekendheid van het Bureau Opsporingen bij de externe partners, maar tevens aan het veelvuldig gebruik van elektronische communicatiemiddelen die de drempel naar een vraagstelling verkleinen. Slechts 3,34% van de aanvragen werden per post naar het Bureau Opsporingen gestuurd. Hoofdzakelijk uit praktische overweging maar eveneens vanuit milieuopzicht dringt het Bureau Opsporingen aan op het elektronisch verzenden van de vragen en worden de antwoorden ook via elektronische weg aan de vragende partij bezorgd. De politiediensten wensen in de meeste gevallen een zo adequaat mogelijk beeld te krijgen van de identiteit van de vreemdeling en zijn verblijfssituatie te kennen. In de aard van de vragen die worden ontvangen, merkt men het stijgende belang van de strijd tegen terrorisme en extremisme. Steeds meer gespecialiseerde politiediensten

Page 160: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

160

contacteren immers de Dienst Vreemdelingenzaken met het oog op het bekomen van informatie. Buiten de dagelijkse ondersteunende functie van het Bureau Opsporingen van de politiediensten en de gerechtelijke autoriteiten is er eveneens een overleg met verschillende gerechtelijke arrondissementen, in het kader van de circulaire Col 02/2007 mensenhandel en mensensmokkel, alsook de samenwerking met arrondissementen m.b.t. terrorisme en radicalisme. In het eerste geval verloopt het overleg onder de auspiciën van het Openbaar Ministerie samen met de lokale politiezones en enkele gespecialiseerde politiediensten. Het tweede overleg waarvan sprake in dit hoofdstuk verloopt onder het voorzitterschap van de Directeur-Coördinator van de federale politie.

2003 2004 2005 2006 2007 2008 Aantal informatie-aanvragen 4567 7.230 10.043 14.454 16.460 18.662

Wanneer de gerechtelijke onderzoeken een groot aantal vreemdelingendossiers betreffen, is er een rechtstreekse samenwerking tussen de politiediensten, in opdracht van het Openbaar Ministerie of een onderzoeksrechter enerzijds, en anderzijds het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken. In die gevallen worden de administratieve dossiers ter plaatse geraadpleegd door de onderzoekers. In 2008 kreeg het Bureau Opsporingen 150 vragen tot inzage van 543 dossiers. Bovenvermelde cijfers omvatten niet de aanvragen tot informatie of inzage van de vreemdelingendossiers door de diverse inlichtingendiensten. III.3.2. Verbetering van de samenwerking met de Federale Luchthavenpolitie Brussels Airport Aangezien in het kader van de grenscontrole en het uitvoeren van de verwijderingen tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de Federale Politie van het veiligheidsdetachement op de Nationale Luchthaven op verschillende vlakken wordt samengewerkt, wordt door beide diensten op operationeel niveau op regelmatige basis een vergadering gehouden. III.3.3. Project elektronisch administratief verslag De Dienst Vreemdelingenzaken startte in 2005 het project “Workflow Federale en Lokale Politie en de Dienst Vreemdelingenzaken”. De communicatie tussen de lokale en federale politiediensten en de Dienst Vreemdelingenzaken bij intercepties van vreemdelingen gebeurt niet op een efficiënte wijze. Bovendien worden de intercepties omwille van het ontbreken van kwalitatieve statistische gegevens onvoldoende gestuurd. Het project Workflow Federale/Lokale Politie en de Dienst Vreemdelingenzaken zal de communicatie tussen de beide diensten in grote mate vereenvoudigen door automatisering en door de invoering van de eenmalige inbreng, en tegelijkertijd de effectiviteit van de intercepties verhogen door een grotere kwaliteit van de statistische gegevens. In 2008 is de gemeenschappelijke functionele analyse afgerond. Het project is een deel geworden van het Visa Informatie Systeem project en zal in 2009 afgerond worden. III.3.4. Strategische informatie-uitwisseling in verband met de problematiek illegale immigratie, mensenhandel en mensensmokkel Ook in 2008 werden er op periodieke basis bijeenkomsten georganiseerd met de Cel Mensenhandel en Mensensmokkel en met de Cel Immigratie en Grenzen van de Federale Politie. Deze waren vooral gericht op informatieuitwisseling en het organiseren van

Page 161: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

161

samenwerkingsvormen en op fenomenen van een zekere omvang. Maandelijks werden de volgende vaste agendapunten behandeld : follow-up van de vorige vergadering, rondetafelgesprek waarbij iedere dienst zijn activiteiten van de afgelopen maand presenteert, nieuwe fenomenen/nieuwe modi operandi/nieuwe trends .inzake illegale immigratie-mensensmokkel-mensenhandel, gemeenschappelijke voorbereiding van de Belgische bijdrage tot de EU-werkgroep CIREFI (een informatieuitwisselingsforum), opvolging van de CIREFI-informatie, maandelijkse verslaggeving over de activiteiten binnen EUROPOL, FRONTEX en CIREFI, resultaten van uitgevoerde acties op het terrein, presentaties van analyses en rapporten. III.4. Samenwerking met Veiligheids- en inlichtingendiensten Het Bureau Opsporingen staat dagelijks in contact met de Veiligheid van de Staat en de Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid van het Ministerie van Defensie. De samenwerking in het kader van hun wettelijke opdrachten gebeurt overeenkomstig vastgelegde procedures, teneinde een volledige waarborg te garanderen van een vertrouwelijke behandeling van de informatie. Het bureau Opsporingen schikt zich bijgevolg naar de regels in de wet van 11.12.1998 betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen en het uitvoeringsbesluit van 24.03.2000. In 2008 werd de dienst 256 keren gecontacteerd met betrekking tot 635 vreemdelingendossiers. III.5. Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) Op 1 december 2006 werden ingevolge de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging de taken van de Antiterroristische Gemengde Groep (AGG) overgenomen door het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Het OCAD werd belast met de evaluatie van de dreiging op het vlak van terrorisme en extremisme. De wet voorziet dat de ondersteunende diensten daartoe alle relevante inlichtingen moeten meedelen aan het OCAD en deskundigen moeten detacheren. Die ondersteunende diensten zijn de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, de politiediensten, de FOD Financiën (Administratie der Douane en Accijnzen), de FOD Binnenlandse Zaken (Dienst Vreemdelingenzaken), de FOD Mobiliteit en Vervoer en de FOD Buitenlandse Zaken. Het OCAD staat onder het gemeenschappelijk gezag van de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken. Zowel het OCAD als de ondersteunende diensten zijn onderworpen aan de controlebevoegdheden van het Vast Comité van Toezicht op de politiediensten en van het Vast Comité van Toezicht op de Inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dagelijks ontvangen specifiek aangeduide medewerkers van het bureau Opsporingen informatierapporten van het OCAD. In voorkomend geval verstuurt het bureau de nuttige informatie uit het administratief dossier van de betrokken vreemdeling, binnen de door de wet van 10.06.2006 gestelde termijnen, naar het OCAD, teneinde te voldoen aan de informatieplicht. Het OCAD kan zich eveneens beroepen op de medewerking van een door de Dienst Vreemdelingenzaken voltijds gedetacheerde expert. In 2008 ontving het bureau opsporingen 517 aanvragen. Als steundienst onderzoekt de Dienst Vreemdelingenzaken al de aanvragen en zendt in voorkomend geval de nuttige

Page 162: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

162

informatie naar het OCAD. Informatie die in het kader van de uitvoering van onze taken nuttig lijkt voor het OCAD wordt ambtshalve doorgestuurd. In het totaal verstuurde het bureau Opsporingen in 23 gevallen nuttige informatie , op vraag of ambtshalve, naar het OCAD. Deze antwoorden hadden betrekking op 209 vreemdelingendossiers. III.6. De samenwerking met de parketten De samenwerking met de parketten beperkt zich niet alleen tot een systematische behandeling van de informatieaanvragen, maar vertaalt zich eveneens in een aantal informatiesessies met het Openbaar Ministerie. Deze informatiesessies vinden hoofdzakelijk in het kader van de strijd tegen de schijnhuwelijken plaats en vereisen een grote expertise, aangezien deze sessies eveneens gericht zijn op de ambtenaren van de Burgerlijke Stand, de lokale politiediensten of de gespecialiseerde recherche-eenheden, de vreemdelingendiensten en zelfs de visa-agenten van Buitenlandse Zaken. Het doel is vooral een uniforme werkwijze voor te stellen binnen de verschillende arrondissementen, teneinde huwelijksshopping door de vreemdelingen te vermijden. De infosessies door het bureau Opsporingen van Dienst Vreemdelingenzaken worden veelal georganiseerd samen met andere betrokken bureaus zoals de dienst Gezinshereniging. III.6.1 Nationaal draaiboek Schijnhuwelijk Midden 2007 werd er in de schoot van de FOD Justitie, dienst strafrechtelijk beleid, een werkgroep “Schijnhuwelijken” opgericht. Deze werkgroep omvat een afvaardiging van de verschillende belanghebbende partijen zoals de parketten-generaal, de arrondissementele parketten, de ambtenaren van de burgerlijke stand, de FOD Buitenlandse zaken en uiteraard de Dienst Vreemdelingenzaken van de FOD Binnenlandse Zaken. Het doel van de werkgroep was het voorleggen aan het College van Procureurs-generaal van een draaiboek schijnhuwelijken dat na akkoord van het College de basis zal vormen van de omzendbrief met betrekking tot de aanpak van het fenomeen schijnhuwelijken, en dit zowel op burgerlijk als strafrechtelijk vlak. Eind 2008 kon de werkgroep “Schijnhuwelijken” zijn werkzaamheden afronden en resulteerden de inspanningen in een gedetailleerd tweetalig draaiboek van bijna 100 pagina’s. Enerzijds dient het draaiboek als bijlage bij een omzendbrief van het College van Procureurs-generaal naar de arrondissementele parketten inzake de strijd tegen het fenomeen schijnhuwelijken. Anderzijds omvat het draaiboek alle wettelijke en administratieve procedures, de wettelijke basissen, de te volgen werkwijze, de bevoegdheid en taken van alle betrokken diensten en alle actiemiddelen van de verschillende partners. Dit werkdocument werd als speerpunt in de strijd tegen schijnhuwelijken naar voren gebracht tijdens de toelichting op de GDISC conferentie: “familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van familiehereniging” (in het kader van schijnhuwelijken) van december 2008 te Wenen. De Belgische autoriteiten kunnen immers prat gaan op dit uniek werkdocument binnen de Europese Unie met betrekking tot de strijd tegen de schijnhuwelijken. Het sluit immers perfect aan bij de verschuiving van pure illegale immigratie naar pseudo-legale migratie. In januari 2009 wordt de definitieve versie voor goedkeuring aan de leden van de werkgroep voorgelegd.

Page 163: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

163

III.7. De samenwerking binnen de Dienst Vreemdelingenzaken Ook in het werkjaar 2008 werd het maandelijks rondetafelgesprek ”illegale immigratie, mensensmokkel, mensenhandel“ met vertegenwoordigers uit alle relevante uitvoeringsbureaus (opgestart eind 2004) voortgezet. Elk rondetafelgesprek bestaat uit drie gedeelten: follow-up van de vorige vergadering (evolutie van de aangehaalde fenomenen en problemen), nieuwe fenomenen en tendensen geconstateerd tijdens de afgelopen maand, presentaties over specifieke onderwerpen door interne diensten, presentaties door externe diensten (gebeurlijk). Tijdens deze bijeenkomsten worden ook operationele samenwerkingsvormen afgesproken tussen interne diensten met betrekking tot bureauoverschrijdende immigratieproblemen. Deze werkmethode draagt bij tot het ontdekken van nieuwe fenomenen en tendensen in de migratiestromen en tot een multidisciplinaire aanpak van de fenomenen. Naast het uitvoeren van zendingen naar het buitenland en het geven van ondersteuning aan uitvoeringsdiensten in het kader van bepaalde probleemdossiers voert de Cel Immigratie- en Verbindingsambtenaren regelmatig analyses uit ten behoeve van de hiërarchie en interne diensten. Door de aankoop van het Mapinfo-programma is de DVZ nu in staat om de herkomst van onregelmatige migranten in kaart te brengen. In een verdere fase zullen ook de legale migratie en de routes die door de onregelmatige migranten gebruikt worden bestudeerd worden. Deze geografische analyses zullen helpen om een correct profiel te verkrijgen en om gerichte maatregelen te nemen tegen illegale immigratie. In 2006 werd op geregelde basis een ‘prioriteitenvergadering’ belegd. Dit is een overlegvergadering tussen de diensten die bevoegd zijn voor de verwijderingen, de vasthoudingen, de asieldienst, immigratieambtenaren, de Gerechtelijke Sectie en de dienst die bevoegd is voor de gevangenen. Tijdens deze vergadering wordt, onder leiding van de Directeur-generaal of adviseur-generaal, een evaluatie gemaakt van de voorbije maand en wordt overleg gepleegd inzake de vaststelling van de prioriteiten voor de vasthoudingen en de verwijderingen. Deze vergaderingen bleken noodzakelijk, gezien de middelen beperkt zijn en iedere dienst zijn prioriteiten verwezenlijkt wil zien. Tijdens dit overleg worden de noden beter op elkaar afgestemd, met als resultaat dat de diensten meer rekening houden met de algemene doelstellingen of er begrip voor kunnen opbrengen dat de door de eigen dienst naar voren geschoven prioriteiten niet kunnen worden gerealiseerd. III.8. De samenwerking met belanghebbenden in de strijd tegen het gebruik van valse en vervalste verblijfsdocumenten Hier zijn de belanghebbenden vooral de banken, de politiediensten en alle instellingen die met vreemdelingen in contact komen. De dienst Verblijfstitels beschikt over een bestand waarin de nummers worden opgenomen van alle in de gemeenten gestolen verblijfsbewijzen (Attest van immatriculatie – Bewijs van Inschrijving in het Vreemdelingenregister – Identiteitskaart voor vreemdelingen – Verblijfskaart voor een onderdaan van een EU-Lid-Staat) en van alle door een particulier als gestolen of verloren gemelde vreemdelingenkaarten. Deze laatste categorie werd in 2008 massaal ingebracht als gevolg van een wijziging in de wet waarbij gesteld wordt dat de aangifte verplicht dient te gebeuren bij de politie en deze laatste er toe gehouden is een kopie van het attest van verlies of diefstal aan Dienst Vreemdelingenzaken te zenden.

Page 164: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

164

Documenten die door de vreemdeling bij een buitenlandse politiedienst als gestolen worden gemeld, komen er om evidente redenen niet in voor. In 2008 werd eveneens een centraal meldpunt bij de dienst Verblijfstitels opgericht. Naast de mogelijkheid voor de politiediensten om de aangiften van verlies of diefstal van een vreemdelingenkaart per briefwisseling of per fax door te zenden , kunnen ze ook per mail verzonden worden aan [email protected]. Aangezien de politiediensten wettelijk verplicht zijn om een copie van elke aangifte aan de dienst Verblijfstitels door te zenden, beschikt Dienst Vreemdelingenzaken vanaf 2008 dan ook over een zeer volledig bestand van verloren en gestolen gemelde verblijfskaarten. In 2008 ontving deze dienst 7.690 aangiften van verlies of diefstal (bijlage 12) gemeld door particulieren. In 2007 werden slechts 1.010 meldingen doorgegeven maar toen bestond er nog geen wettelijke verplichting om deze info door te geven. Door de gemeenten werden in 2008 slechts 36 documenten als blanco gestolen doorgegeven (484 in 2007). Deze daling is het gevolg van de overschakeling naar elektronische verblijfskaarten waardoor de stock aan blanco documenten in de gemeenten beperkt wordt. Dankzij dit bestand kan de dienst verblijfstitels vanaf 2008 met grote zekerheid nagaan of een aangeboden document als gestolen of verloren werd gemeld. In 2008 werd de dienst 2.021 maal door de veiligheidsdienst van banken en door de politie gecontacteerd wat een status quo inhoudt tegenover 2007 met 2.261 consultaties.., Bij iedere aanvraag consulteerde deze dienst enerzijds zijn bestand van blanco documenten die in de gemeentehuizen gestolen werden en anderzijds het Rijksregister en het vreemdelingendossier, om na te gaan of de persoon die zich met het document aanbood wel degelijk dezelfde was als deze aan wie het document werd afgegeven. Meermaals werd vastgesteld dat dit niet het geval was. Uit deze controle bleek dat 71 maal een als blanco gestolen geseind document werd aangeboden

Het aantal consultaties zal waarschijnlijk in de toekomst afnemen ten gevolge van het in werking treden van het elektronische consultatiesysteem CHECKDOC. De consultatie van de dienst Verblijfstitels bij Dienst Vreemdelingenzaken heeft echter het voordeel dat de informatievergaring diepgaander is door het vergelijken van meerdere databanken met het vreemdelingendossier. III.9. Mensenhandel en mensensmokkel Ook in 2008 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken verder op actieve wijze deelgenomen aan de activiteiten van de Interdepartementale Coördinatiecel Mensenhandel en Mensensmokkel en van zijn Bureau, onder meer via het formuleren van voorstellen en aanbevelingen inzake het beleid met betrekking tot de strijd tegen mensenhandel en mensensmokkel. De belangrijkste activiteit betrof het opstellen van een voorstel van actieplan, met betrekking tot de strijd tegen de mensenhandel en de mensensmokkel, dat door de Regering werd goedgekeurd. In dit document werd de balans opgemaakt van het Belgisch beleid sinds de

Page 165: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

165

oprichting van de voornoemde Cel en de belangrijkste accenten en projecten vermeld die zouden moeten ontwikkeld worden onder de huidige legislatuur. De hoofdaspecten van dit document hebben betrekking op : - De evaluatie van ontwikkelde instrumenten met betrekking tot de strijd tegen de

mensenhandel; - Het investeren in preventieacties en het informeren van de slachtoffers en van het publiek; - Het vomen van alle actoren betrokken bij de strijd tegen de mensenhandel; - Het nemen van nieuwe wetgevende initiatieven; - Het aanpassen van de reglementering en van omzendbrieven.

Eind 2007 werd door een beperkte werkgroep van diverse experts inzake mensenhandel, voorgezeten door de Dienst Vreemdelingenzaken (Studiebureau en Contactpunt Mensenhandel DVZ bij het Bureau van de voornoemde Cel), een ontwerp opgesteld van nieuwe omzendbrief met betrekking tot de behandeling van slachtoffers van mensenhandel ( en van bepaalde gevallen van mensensmokkel onder verzwarende omstandigheden ). Hierbij werd de nadruk gelegd op een multidisciplinaire samenwerking tussen alle betrokken partners met betrekking tot de bescherming van deze slachtoffers. In deze tekst werden ook heel wat aanbevelingen geïmplementeerd, geformuleerd eind 2006 door de ah-hoc Werkgroep Statuut en Verblijfstitels Slachtoffers Mensenhandel (multidisciplinaire groep eveneens voorgezeten door de Dienst Vreemdelingenzaken – zie activiteitenrapport 2006). De ministeriële ondertekening van deze omzendbrief dateert van 26 september 2008. Er werd eveneens gestart met het opstellen van een

ontwerp van een meertalige informatiebrochure ten behoeve van slachtoffers van mensenhandel. III.10. Misbruik van administratieve procedures III.10.1. Schijnhuwelijken III.10.1.1. Algemeen De verschuiving van zuiver illegale immigratie naar pseudo-legale migratie is ontegensprekelijk merkbaar. Het misbruik van het statuut van het huwelijk is hiervan een gekend voorbeeld. Sinds de omzetting naar Belgisch recht van de Europese richtlijn 2004/38/EG wordt men bovendien geconfronteerd met een nieuw fenomeen, sterk gelijkend op het fenomeen van de schijnhuwelijken, namelijk de frauduleuze verklaringen van duurzame samenwoonst Deze verklaringen op grond van een duurzame relatie met een EU-onderdaan geven aan de vreemdeling uit een derde land eveneens een mogelijk tot het bekomen van een verblijfsrecht, net zoals bij gehuwden. Het statuut van het huwelijk misbruiken biedt veel voordelen voor de fraudeur. Het afsluiten van een huwelijk is immers een eenvoudige procedure die in beginsel zonder de

Page 166: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

166

tussenkomst van een advocaat kan gebeuren. De partij met een verblijfsrecht op het Belgisch grondgebied kan behoorlijk wat geld verdienen door een schijnhuwelijk aan te gaan. De strafrechtelijke geldelijke bestraffing is beperkt in verhouding tot het financieel voordeel dat in het vooruitzicht staat. Bovendien is het risico op een effectieve annulering van het huwelijk, gekoppeld aan de verwijdering van de frauderende vreemdeling, gering. De wet van 25 april 2007 tot wijziging van de vreemdelingenwet die op 1 juni 2008 in voege is getreden, creëert echter een nieuw actiemiddel voor de Belgische overheid. Tot drie jaar na het bekomen van een verblijfsrecht kan de Dienst Vreemdelingenzaken op een redelijk eenvoudige administratieve wijze een einde stellen van het verblijfsrecht wanneer men niet meer voldoet aan de door de wet gestelde voorwaarden. De eerste twee jaar volstaat het dat beide partners fysiek niet meer onder zelfde dak wonen om het verblijfsdocument in te trekken. In de loop van het derde jaar volstaat het dat het Openbaar Ministerie een negatief advies geeft inzake het huwelijk om het verblijfsrecht te beëindigen. Optreden na deze drie veronderstelt nog steeds dat een rechtscollege de nietigheid van het huwelijk uitspreekt. De problematiek op zich wordt door de reglementaire aanpassingen niet eenvoudiger. De diensten die bewust en systematisch wensen te strijden tegen dit fenomeen worden geconfronteerd met een complexe situatie, die politiek gevoelig ligt en worden daarboven overstelpt door het stijgende aantal gevallen of zijn geconfronteerd met nieuwe fenomenen zoals het misbruik van verklaringen van samenwoonst op grond van een duurzame relatie. Dit heeft tot gevolg dat er keuzes dienen te worden gemaakt teneinde de beschikbare middelen vanuit een proces-economische visie optimaal in te zetten. De laatste jaren focussen de parketten hun middelen en tijd in het bijzonder op de proactieve onderzoeken. Sinds 2005 heeft het Bureau Opsporingen dan ook systematisch de betrokken diensten begeleid. Om de doelstellingen te bereiken, worden werkafspraken gemaakt tussen de politiediensten, de Burgerlijke stand, het bevoegde parket en de Dienst Vreemdelingenzaken. Het bureau Opsporingen neemt dan ook in vele gevallen het initiatief om overleg te plegen met de betrokken externe partner. In dat kader werden er in de loop van 2008 dan ook verschillende informatie- en vormingssessies georganiseerd. Met betrekking tot het verwijderen van de frauderende vreemdeling, -wiens voorgenomen schijnhuwelijk definitief werd geweigerd door de ambtenaar van de burgerlijke stand of waar de rechtbank het afgesloten huwelijk heeft geannuleerd-, is er tussen de verschillende betrokken bureaus bij de Dienst Vreemdelingenzaken een nauwere samenwerking en overleg teneinde een optimaal resultaat te bekomen. In het kader van de strijd tegen het fenomeen schijnhuwelijken zijn er twee soorten informatieaanvragen die naar het Bureau Opsporingen worden gestuurd. Beide onderzoeken staan veelal los van elkaar en betreffen dus normaal gezien niet dezelfde personen. Enerzijds zijn er de vragen inzake de mogelijke schijnhuwelijken die in België nog moeten worden afgesloten. Dit zijn de onderzoeken voorgenomen huwelijken. Anderzijds zijn er de informatieaanvragen betreffende de mogelijke schijnhuwelijken die in het verleden al werden afgesloten en waarvan de Dienst Vreemdelingenzaken later op de hoogte wordt gebracht. Dit zijn de onderzoeken afgesloten huwelijken. De exponentiële stijging van het aantal onderzoeken bij de verschillende parketten, het aantal informatieaanvragen bij het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken en de terechte aandacht in de pers voor het fenomeen hebben een algemene bewustwording in de hand gewerkt die de vorige jaren in een aantal wettelijke en reglementaire initiatieven werd vertaald. Dit resulteerde onder meer in de omzendbrief van 13 september 2005 betreffende de uitwisseling van informatie tussen de ambtenaren van de burgerlijke stand, in samenwerking

Page 167: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

167

met de Dienst Vreemdelingenzaken, ter gelegenheid van een huwelijksaangifte waarbij een vreemdeling is betrokken, en in de wet van 12 januari 2006 op de strafbaarstelling van de poging tot en het afsluiten van een schijnhuwelijk. Hoewel er duidelijk een stijging te merken is in het aantal informatieaanvragen met betrekking potentiële schijnhuwelijken, heeft de DVZ geopteerd om enkel het aantal individuele gevallen statistisch te verwerken die aanleiding hebben gegeven tot een administratief onderzoek bij het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken. Deze statistische benadering van het fenomeen zal eveneens in de toekomst worden gevolgd omdat dit naar de externe partners een beter beeld geeft van de territoriale concentraties en probleemnationaliteiten in tegenstelling tot de vroegere statistieken die het aantal informatieaanvragen van de lokale gerechtelijke en administratieve diensten betroffen. De statistieken tot en met het jaar 2006 werden opgemaakt vanuit een proces-economische visie en benaderden eerder de arbeidsintensieve impact op de beschikbare middelen van de diensten. In de statistieken van 2007 en 2008 worden alle pogingen van eenzelfde vreemdeling in de verschillende gemeenten telkens gekwantificeerd. Dit sluit immers onmiddellijk aan bij de doelstellingen van de omzendbrief van 13.09.2005.

Opmerkelijk is de sterke stijging van het aantal onderzoeken naar afgesloten huwelijken. Dit cijfer van het bureau opsporingen betreft de in België afgesloten huwelijken en de in het buitenland afgesloten huwelijken zolang er nog geen visumaanvraag is. De reden van deze verschuiving en deze stijging is te wijten, of te danken, aan de inspanningen van alle betrokken overheden zoals de gemeenten, de politiediensten, de parketten, de FOD Buitenlandse zaken en uiteraard ook de verschillende bureaus van Dienst Vreemdelingenzaken in de strijd tegen de voorgenomen schijnhuwelijken. In 2008 werd een totaal van 9164 potentiële schijnhuwelijken op administratief niveau door het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken onderzocht.

2004 2005 2006 2007 2008

Voorgenomen huwelijken 1.343 2.247 5.474 7.775 6.607

Afgesloten huwelijken 1.267 985 877 1.278 2.557

Totaal 2.610 3.232 6.351 9.053 9.164

Hoewel het aantal potentiële schijnhuwelijken licht blijft stijgen, merkt men bij de lokale besturen de invloed van de procedure “verklaring van wettelijke samenwoning” die dezelfde rechten kan doen ontstaan doch zonder dat er administratieve en/of gerechtelijke preventieve onderzoeken worden gevoerd zoals bij potentiële schijnhuwelijken.

Page 168: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

168

III.10.1.2. Nationaal draaiboek schijnhuwelijken Zoals in punt III.6.1. wordt aangehaald beschikken de verschillende betrokken partners in de strijd tegen het fenomeen schijnhuwelijken over een bijzonder werkdocument namelijk het nationaal draaiboek schijnhuwelijken. Het stroomlijnen van de acties en inspanningen van de verschillende diensten in deze materie zal zondermeer een impact hebben op het terrein. Frauderende vreemdelingen die via een schijnhuwelijk een verblijf op het grondgebied beogen, zullen op een identieke manier in de verschillende gemeenten en in de verschillende gerechtelijke arrondissementen worden behandeld. Huwelijksshoppen tussen de verschillende regio’s zal zo goed als nutteloos zijn. III.10.1.3. Voorgenomen huwelijken De cijfers die hieronder worden weergegeven zijn het aantal administratieve onderzoeken door het bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken naar mogelijke voorgenomen schijnhuwelijken in België. Deze onderzoeken gebeuren op grond van informatieaanvragen komende van de gemeenten, politiediensten of parketten en hebben betrekking op potentiële schijnhuwelijken tussen enerzijds Belgen, EU-onderdanen of gevestigde vreemdelingen met anderzijds vreemdelingen zonder een permanent verblijfsrecht.

2004 2005 2006 2007 2008 Voorgenomen huwelijken 1.343 2.247 5.474 7.775 6.607 Het Bureau Opsporingen ontvangt van verschillende steden en gemeenten vragen omtrent vreemdelingen die geen permanent verblijfsrecht hebben, maar wensen te trouwen met een Belg, een EU-onderdaan of een gevestigde vreemdeling. De vraag wordt doorgestuurd op het ogenblik dat de vreemdeling bij het gemeentebestuur ofwel informatie inwint met het oog op het afsluiten van een huwelijk, ofwel de huwelijksaangifte doet.

Top 5 Nationaliteiten gemelde voorgenomen

huwelijken

Marokko : 2.100 Turkije : 354 Algerije : 325 Congo RD : 254 Kameroen : 240

Top 5 Aantal onderzoeken / steden

Antwerpen : 965 Brussel : 453 Charleroi : 405 Gent : 378 Luik : 374

Page 169: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

169

III.10.1.4. Afgesloten huwelijken

2004 2005 2006 2007 2008

Afgesloten huwelijken * 1.267 985 877 1.278 2.557

* wanneer het administratief onderzoek werd ingesteld via de Dienst Vreemdelingenzaken Wanneer een huwelijk werd afgesloten tussen een niet-gevestigde vreemdeling met een Belg, een EU-onderdaan of een gevestigde vreemdeling, en indien er elementen die op een potentieel schijnhuwelijk wijzen werden vastgesteld, dan licht de Dienst Vreemdelingenzaken het bevoegde parket in. Het parket evalueert of het opportuun is om een procedure voor de Rechtbank van Eerste Aanleg te starten en de nietigverklaring van het schijnhuwelijk te eisen. Top 5

Nationaliteiten waarvoor informatie n.a.v.een mogelijk schijnhuwelijk werd

gevraagd

Marokko : 1.051 Turkije : 356 Algerije : 89 Ghana : 79 Tunesië : 77

Top 5 Aantal onderzoeken per Parket

Antwerpen : 626 Brussel : 551 Dendermonde : 289 Charleroi : 244 Gent : 208

Page 170: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

170

III.10.1.5. Omzendbrief 13/09/2005 betreffende de uitwisseling van informatie tussen de ambtenaren van burgerlijke stand, in samenwerking met de DVZ, ter gelegenheid van een huwelijksaangifte waarbij een vreemdeling betrokken is Reeds snel nadat er onderzoeken werden gevoerd naar voorgenomen potentiële schijnhuwelijken werd vastgesteld dat illegale vreemdelingen het statuut van het huwelijk misbruikten, met als doel er een verblijfsrechtelijk voordeel uit te putten en met dit doel aan huwelijksshopping deden tussen de verschillende Belgische gemeenten. Deze vreemdelingen zochten steden en gemeenten uit die minder ervaren waren in het bestrijden van het fenomeen schijnhuwelijken of arrondissementen waar het parket andere prioriteiten had vooropgesteld. Om het fenomeen van de huwelijksshopping te bestrijden wordt door deze omzendbrief aan de ambtenaren van de Burgerlijke Stand de verplichting opgelegd om elk gemengd huwelijk tussen een EG-onderdaan en een illegale vreemdeling te melden aan het Bureau Opsporingen van de Dienst Vreemdelingenzaken. Het Bureau Opsporingen treedt in deze op als meldpunt voor de lokale besturen en informeert de verschillende Burgerlijke standen over mogelijk eerder ondernomen huwelijkspogingen. In de praktijk registreert het Bureau Opsporingen deze huwelijksintentie in het persoonlijke dossier van de vreemdeling en stuurt de nuttige informatie binnen de maand naar de betrokken gemeente. Indien een vreemdeling later een nieuwe poging zou ondernemen in een andere gemeente wordt dit vastgesteld aan de hand van de oude melding in het dossier van de betrokkene. Dit feit wordt onmiddellijk aan de gemeente, die de nieuwe melding stuurde, ter kennis gebracht.

Page 171: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

171

De informatiefiche die in het kader van de omzendbrief werd opgesteld, is eveneens het werkinstrument om melding te maken van potentiële schijnhuwelijken tussen vreemdelingen in een precaire situatie en een EU-burger of gevestigde vreemdeling. De melding gebeurt nadat de ambtenaar van de burgerlijke stand op basis van artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek de huwelijksintentie heeft nagegaan en heeft vastgesteld dat er ernstige indicaties zijn dat het om een potentieel schijnhuwelijk gaat (artikel 146 bis BW). De betrokken vreemdeling wenst dus door een rechtsmisbruik zijn tijdelijk of precair verblijf om te zetten in een permanent verblijf. Hierbij miskent hij dus artikel 79 bis §2 van de vreemdelingenwetgeving van 15.12.1980. Op grond van artikel 81 van dezelfde vreemdelingenwet voert de Dienst Vreemdelingenzaken een administratief onderzoek naar de vermoedelijke inbreuk en naar de impact dat de feiten hebben op de verblijfstoestand van de betrokkene. Een van de grootste uitdagingen voor het Bureau Opsporingen hierbij, is het tijdig beantwoorden van de duizenden infofiches die door de gemeenten naar de Dienst Vreemdelingenzaken worden gestuurd. Dankzij de contacten tussen de betrokken diensten, raken steeds meer lokale besturen vertrouwd met de werkwijze. In sommige gevallen worden zij door de informatiesessies van het bureau Opsporingen overtuigd van het belang van de informatieplicht en verlenen ze navenant hun medewerking aan het bestrijden van dit fenomeen. III.10.2. Verklaring van Wettelijke Samenwoning Op 01.06.2008 trad de wet van 25.04.2007 in werking. Hiermee zette België de Europese verblijfsrichtlijn 2004/38/EG om in Belgische wetgeving. Sindsdien komt een vreemdeling die een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd bij de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand, -met een Belg, een EU-onderdaan of een vreemdeling met verblijfsrecht van meer dan drie maanden in België-, in aanmerking voor gezinshereniging. Vanuit verschillende hoeken sijpelen echter berichten binnen dat dit statuut meer en meer misbruikt wordt om een verblijfsrecht in België te bekomen. Bovendien blijkt dat vreemdelingen die voordien zonder succes een schijnhuwelijk trachtten af te sluiten nadien hun toevlucht zoeken tot de procedure van de wettelijke samenwoning. Men krijgt bijgevolg te maken met schijnverklaringen van wettelijke samenwoning. De huidige wetgeving voorziet echter geen specifieke regels om preventief op te treden tegen mogelijke misbruiken van dit administratief statuut. Het repressief optreden is beperkt tot een evaluatie van een potentieel rechtsmisbruik en mogelijk een intellectuele fraude. Verschillende wetgevende en reglementaire initiatieven zijn eind 2008 opgestart om tegemoet te komen aan de meldingen van de lokale besturen en zodoende middelen te geven aan de betrokken diensten teneinde, naar analogie met de schijnhuwelijken, adequate maatregelen te kunnen nemen om dit nieuwe fenomeen te bestrijden. III.10.3. Staatlozen

De DVZ werd geconfronteerd met vreemdelingen die een aanvraag tot regularisatie van hun verblijfstoestand indienden, op grond van het feit dat zij voor de Rechtbank van Eerste Aanleg de erkenning van het statuut van apatride hadden aangevraagd of het statuut van apatride al hadden bekomen. Deze vreemdelingen beweren staatloos te zijn terwijl kan worden aangetoond, bijvoorbeeld aan de hand van geldige documenten, dat zij wel degelijk over een nationaliteit beschikken. Wanneer deze aanvragen door de Dienst Vreemdelingenzaken onontvankelijk worden verklaard en een BGV wordt betekend, starten deze vreemdelingen een procedure in kort

Page 172: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

172

geding, ingediend door middel van eenzijdig verzoekschrift, voor de Rechtbank van Eerste Aanleg, enerzijds om te vragen dat aan de DVZ het verbod zou worden opgelegd om tot repatriëring over te gaan en anderzijds om de afgifte van een voorlopige verblijfstitel te bekomen. Het Apatridenverdrag van New York van 1954 koppelt, in tegenstelling tot het Vluchtelingenverdrag van 1951, geen verblijfsrecht aan het statuut van apatride. Slechts drie Europese landen hebben een specifieke staatlozenprocedure (Frankrijk, Spanje en Italië). In de meeste andere landen komt dit statuut aan bod in het kader van het onderzoek van een verblijfsaanvraag, zonder dat een specifieke uitspraak wordt gedaan over hun hoedanigheid van staatloze. Bij gebrek aan een specifieke procedure om het statuut van staatloze te bekomen wordt in België een aanvraag tot erkenning van het statuut van staatloze per eenzijdig verzoekschrift ingediend bij een Rechtbank van Eerste Aanleg. Deze beslist dan na advies van de Procureur des Konings. Verschillende parketten zijn zich terdege bewust van dit misbruik en verdedigen het standpunt van de overheid, zelfs tot op het niveau van het Hof van Beroep. Vooral het Hof van Beroep van Luik heeft paal en perk gesteld aan dit fenomeen en weigerde verschillende malen in beroep het statuut toe te kennen aan de vreemdeling. Dankzij de goede samenwerking tussen de Dienst Vreemdelingenzaken en de parketten (-generaal) werden verschillende vonnissen en arresten bekomen in het voordeel van de Belgische overheid. De multidisciplinaire aanpak resulteerde bijgevolg in een beheersing van deze problematiek. In 2008 werd geantwoord in 121 dossiers. Het gaat steeds om personen die al tevergeefs verschillende verblijfsprocedures hebben doorlopen en het lijkt erop dat deze procedure nu eveneens wordt gebruikt of misbruikt, met het bekomen van een verblijfsvergunning als enige doel. De meeste staatlozenprocedures worden ingediend door personen die uit Kosovo (Servië en Montenegro) komen. Daarnaast worden ook aanvragen ingediend door personen die voornamelijk uit Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Rusland en de Palestijnse Gebieden afkomstig zijn.

Parketten Aantal informatieaanvragen 2008 Namen 45 Brussel 17 Antwerpen 14 Tongeren 7 Luik (1ste aanleg) 6 Luik (Hof van Beroep) 6

III.11. Openbaarheid van bestuur

De Dienst Openbaarheid van bestuur moet de betrokkenen of hun raadgever in staat stellen om, rekening houdend met de wet betreffende de openbaarheid van bestuur van 11/04/1994, hun dossier te raadplegen. De vraag om toegang tot het dossier te bekomen moet schriftelijk worden ingediend en moet gemotiveerd zijn. Bij weigering krijgt de betrokkene of diens advocaat een gemotiveerde brief toegestuurd waarin tevens de beroepsmogelijkheden worden vermeld. Indien de aanvraag voor een raadpleging aanvaard wordt, nodigt de Dienst Vreemdelingenzaken de betrokkene (of zijn raadgever) uit . Daar zal hij, in aanwezigheid van een ambtenaar van de dienst, het dossier ter plaatse kunnen raadplegen. Mits betaling kunnen de verzoekers bepaalde documenten kopiëren. Een raadplegingsregister wordt bijgehouden.

Page 173: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

173

De dienst is eveneens bevoegd om de originele officiële documenten die zich in hun dossier bevinden (bijvoorbeeld de geboorteakten) aan de betrokkenen te overhandigen. Deze dienst stelt een ontvangstbewijs op en bewaart een kopie van het document in het dossier. Aanvragen tot inzage van het dossier Aanvragen voor originele

documenten 2008 631 369

Page 174: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

174

HOOFDSTUK VII

DE ASIELBEVOEGDHEID VAN DE DVZ

Page 175: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

175

I. Belangrijkste aanpassingen aan de asielprocedure voor de Directie Asiel bij de DVZ door de wetswijziging van 15 september 2006 I.1. Inleiding De wijziging is van toepassing sedert 1 juni 2007. De belangrijkste wijziging voor de directie asiel betreft de schrapping van de ontvankelijkheidsprocedure. De asieldienst van de Dienst Vreemdelingenzaken blijft evenwel bevoegd voor de inontvangstname van de asielaanvraag, het inschrijven van de asielzoeker in het wachtregister, het nemen van vingerafdrukken, het onderzoek naar het land dat bevoegd is om de asielaanvraag te behandelen (Dublin–onderzoek) en de herhaalde asielaanvragen. De directie asiel is uiteraard ook bevoegd voor het verblijf van de asielzoekers tijdens de procedure en voor de opvolging aan het einde van de procedure. Door het wegvallen van de ontvankelijkheidsprocedure is het gehoor ingekort. De Dienst Vreemdelingenzaken neemt een verklaring af met betrekking tot de identiteit, herkomst en reisweg van de asielzoeker. Er wordt bijgevolg niet meer gevraagd naar de motieven waarom de asielaanvraag werd ingediend. Bij een herhaalde asielaanvraag zal er gevraagd worden of er nieuwe elementen ter staving van de nieuwe aanvraag zijn. Bovendien verstrekt de Dienst Vreemdelingenzaken aan betrokkene een door het CGVS opgestelde vragenlijst waarin hij uitgenodigd wordt om de redenen uiteen te zetten waarom hij asiel aanvraagt en om de mogelijkheden tot terugkeer naar het land waaruit hij gevlucht is te verduidelijken. In principe dient deze vragenlijst door de asielzoeker zelf ingevuld te worden. Indien hij dit wil, wordt de vragenlijst echter door een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken ingevuld, samen met de betrokkene, eventueel bijgestaan door een tolk. Indien België bevoegd is voor de behandeling van de asielprocedure en er bij een herhaalde asielaanvraag nieuwe gegevens zijn, wordt het dossier overgemaakt aan het CGVS voor beslissing. In afwachting wordt betrokkene in het bezit gesteld van een attest van immatriculatie. Indien het CGVS de asielaanvraag afwijst, wordt de betrokkene onmiddellijk in het bezit gesteld van een bijlage 13 quinquies (bevel om het grondgebied te verlaten), niettegenstaande het feit dat er nog beroep mogelijk is bij de RVV. Wanneer er bij deze laatste instantie een beroep wordt ingediend, zal de asielzoeker in het bezit worden gesteld van een bijlage 35 (bijzonder verblijfsdocument), om de maand verlengbaar. Zo de aanvraag definitief wordt geweigerd wordt de bijlage 35 terug ingetrokken en wordt op de reeds afgeleverde bijlage 13 quinquies een laatste termijn gegeven om het land te verlaten. I.2. Vasthoudingen Het aantal situaties waarbij de minister of de Dienst Vreemdelingenzaken een asielzoeker kan opsluiten is fors gestegen. Het nieuwe art. 47/6, 1bis, gecombineerd met art. 52/3§ 2 vermeldt 15 nieuwe gevallen waarin asielzoekers op het moment van de indiening van hun asielaanvraag een bevel om het grondgebied te verlaten ontvangen en kunnen worden opgesloten. Vrij revolutionair hieraan is dat het gaat om mensen die een asielaanvraag hebben ingediend en die onmiddellijk worden vastgehouden vooraleer ze een negatieve beslissing hebben gekregen van het CGVS.

Page 176: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

176

Ook nieuw is de mogelijkheid, voorzien in artikel 51/5 §1 van de wet, om asielzoekers onder bepaalde voorwaarden vast te houden tijdens het onderzoek tot vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek, dus nog voor er een akkoord is tot terug- of overname. Ten slotte kan, in toepassing van art. 74/6 §1, de vreemdeling aan wie de vluchtelingenstatus of de subsidiaire beschermingsstatus geweigerd werd door de CGVS krachtens artikel 52 in een welbepaalde plaats vastgehouden worden, in afwachting van de verwijdering van het grondgebied, indien de beslissing bedoeld in artikel 52 uitvoerbaar wordt. I.3. Het injunctierecht tegenover de CGVS De Minister kan de asielprocedure nog enigszins sturen, weliswaar niet inhoudelijk, maar wel met betrekking tot de prioriteit van de behandeling. De wet bepaalt dat overeenkomstig art. 52/2 § 2,3° de minister de CGVS kan verzoeken om een dossier prioritair te behandelen en een beslissing in maximum 15 dagen te nemen. I.4. Intrekking van de status van vluchteling of subsidiaire bescherming Naast het injunctierecht heeft de minister ook nog het recht om de intrekking van de eerder toegekende status te laten onderzoeken. Het nieuwe artikel 49 § 2 eerste lid stipuleert dat tijdens de eerste 10 jaar van verblijf, vanaf de datum van indiening van de asielaanvraag, de minister of zijn gemachtigde ten allen tijde kan vragen de vluchtelingenstatus in te trekken, indien de erkenning werd toegekend op grond van feiten die de betrokkene verkeerd heeft weergegeven of achtergehouden, of van valse verklaringen, of van valse of vervalste documenten, die doorslaggevend zijn geweest voor de erkenning. De CGVS moet dan binnen 60 dagen een beslissing nemen. Voor de subsidiaire bescherming mag de minister of zijn gemachtigde, in toepassing van artikel 49/2 §4, gedurende het verblijf van beperkte duur aan de CGVS vragen om de subsidiaire bescherming in te trekken of op te heffen, in toepassing van artikel 57/6, eerste lid, 4° of 6°, en tijdens de eerste 10 jaar overeenkomstig artikel 57/6, eerste lid, 7°. I.5. Besluit In essentie blijft het onderzoek van de asielaanvragen ongewijzigd. Elk dossier zal individueel en minutieus onderzocht worden. Niettegenstaande de centrale rol van het CGVS wordt versterkt, blijft de Dienst Vreemdelingenzaken zeker nog een belangrijke rol in de procedure spelen. Het mogelijke succes van de nieuwe asielprocedure hangt af van vele factoren en van alle instanties die erbij betrokken zijn. Het heeft geen zin dat sommige instanties snel en efficiënt werken, indien andere instanties op hun niveau niet in staat zijn om de dossiers snel weg te werken. De Directie Asiel binnen de Dienst Vreemdelingenzaken zal naar best vermogen zijn missie hierin trachten te volbrengen.

Page 177: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

177

II. Overzicht van de verschillende cellen van de Directie Asiel II.1. Cel Registratie en Administratie II.1.1. Bevoegdheden De workflow van de tweetalige cel Registratie en Administratie van de Directie Asiel is onder te verdelen in twee grote activiteiten, namelijk de inschrijving van de nieuwe asielzoekers en de opvolging van de dossiers tijdens en na de asielprocedure. De inschrijving van nieuwe asielzoekers. Dit bestaat uit : het opnemen van de identiteitsgegevens van de asielzoeker, foto nemen, opzoekingen doen in het Rijksregister om te weten of iemand al gekend is bij de DVZ, de aanmaak van een nationaal nummer in het wachtregister (= de collecte) en de opmaak van de bijlage 26. Opvolging van de dossiers tijdens en na de asielprocedure : - Instructies geven aan de gemeenten voor het afleveren van documenten aan de

asielzoekers: bijlage 13 quinquies + bijlage 35 na de beslissing van het CGVS maar nog in schorsend beroep bij de RVV, enkel een bijlage 13 quinquies na de definitieve beslissing van de RVV;

- Collecte in het wachtregister van in België geboren kinderen van (ex)-asielzoekers; - Het doorvoeren van wijzigingen van identiteitsgegevens, geboortedata, burgerlijke stand,

…in het wachtregister, in geval van vergissingen bij de inschrijving door DVZ, of na het voorleggen van bepaalde documenten;

- Opmaken en opsturen van duplicaten van door de DVZ aangemaakte verblijfsdocumenten, in geval van verlies of diefstal;

- FOD Volksgezondheid verwittigen na betekening van het bevel; - Instructies geven aan de gemeenten voor het afleveren van een BIVR na de toekenning

van de subsidiaire beschermingsstatus door CGVS of RVV; - Onderzoeken van de aanvragen tot verlenging van tijdelijke BIVR’s die werden afgeleverd

in het kader van de subsidiaire bescherming; - Opmaken van reizigerslijsten voor schoolreizen binnen de Europese Unie van kinderen

die niet de Belgische nationaliteit hebben; - Beantwoorden van telefoons, mails en faxen komende van de gemeentebesturen,

OCMW’s, advocaten, asielzoekers zelf, …. met de wijziging van de asielprocedure op 01/06/2007 maakt dit een zeer groot deel uit van het takenpakket, omdat er veel onduidelijkheid bestaat.

II.1.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 Aantal asielaanvragen in 2008 per maand in North Gate II Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal1.049 858 860 848 835 918 1.042 960 1.015 1.150 1.055 1.024 11.614 Belangrijkste nationaliteiten Rusland Irak Afghanistan Guinea Iran Congo

DR Servië Kosovo Armenië Kameroen

1.620 1.070 879 661 614 579 572 478 461 367

Page 178: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

178

Aantal meervoudige aanvragen in 2008 per maand Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal224 249 263 270 210 295 371 281 247 288 292 341 3.331

Belangrijkste nationaliteiten Rusland Iran Irak Afghanistan Slovakije Servië Syrië Kosovo China Georgië

443 389 372 290 155 154 109 86 83 81 II.2. Cel Interviews en Beslissingen II.2.1. Bevoegdheden De belangrijkste bevoegdheden van de cel Interviews en Beslissingen zijn : - Het afnemen van het gehoor DVZ; - Eventueel helpen invullen van de vragenlijst CGVS; - Het nemen van beslissingen betreffende de meervoudige asielaanvragen; - Vasthoudingen van asielzoekers; - Dossiers overmaken aan het CGVS voor beslissing; - Procedure niet-begeleide minderjarigen. II.2.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 Aantal uitgevoerde interviews in 2008 per maand Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal868 927 990 841 727 1.022 1.025 839 949 1.085 888 969 11.130

Aantal getroffen beslissingen in 2008 per maand

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. TotaalC.G.V.S. 676 678 627 695 586 670 693 598 736 817 720 692 8.188 13 quater

70 80 101 149 92 178 187 77 116 151 200 229 1.630

Zonder voorwerp

120 44 13 20 38 23 76 49 50 50 43 39 565

Totaal 866 802 741 864 716 871 956 724 902 1.018 963 960 10.383 Vasthoudingen

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal13quater 7 5 9 7 1 17 9 5 4 3 3 7 77

39 bis 0 0 2 1 0 0 3 1 6 0 1 1 15 39 ter 68 51 41 34 36 49 19 37 24 41 25 30 455 Totaal 75 56 52 42 37 66 31 43 34 44 29 38 547

Page 179: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

179

II.3. Cel Dublin II.3.1. Bevoegdheden De cel Dublin houdt zich voornamelijk bezig met de toepassing van het Dublin-reglement : - Behandeling van overname- of terugnameverzoeken gesteld door andere Dublin-lidstaten; - Overname- en terugnameverzoeken richten aan andere Dublin-lidstaten; - Vasthoudingen – transfers; - Opmaken bijlagen 26 quater; - Opmaken laissez-passer; - Statistieken bijhouden voor Eurostat. II.3.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aan België (Incoming requests) : 1.248; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aanvaard door België : 852; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” geweigerd door België : 259; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” in afwachting van een beslissing door België : 137; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aan een andere Staat (Outgoing requests) :

1.565; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” aanvaard door een andere Staat : 994; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” geweigerd door een andere Staat : 210; - Overname/terugnameverzoek “Dublin” in afwachting van een beslissing door een andere

Staat : 361. Aantal getroffen bijlagen 26 quater in 2008 per maand Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal81 66 75 76 32 57 97 37 83 102 94 93 893

Vasthoudingen

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal26quater 68 58 52 50 20 54 84 33 67 52 67 54 659 II.4. Cel Zaventem II.4.1. Bevoegdheden De Cel Zaventem behandelt de asielaanvragen ingediend aan de grens, in de gesloten centra en in de gevangenissen. Ze houdt zich bezig met de volledige procedure bij de DVZ: inschrijving, verhoren, dossiers overmaken aan het CGVS, meervoudige aanvragen, overname/terugnameverzoek “Dublin”, niet-begeleide minderjarigen. II.4.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 Aantal aanvragen aan de grens Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal27 34 33 31 37 35 21 21 44 21 37 22 363

Page 180: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

180

Aantal aanvragen in de gesloten centra Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. Totaal21 26 33 28 27 18 24 19 12 19 24 24 275

Beslissingen

Jan. Febr. Maart April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec. TotaalGrens 31 48 30 34 32 31 23 18 24 18 26 23 338 Centra 21 35 36 22 24 15 16 27 8 19 22 10 255 Totaal 52 83 66 56 56 46 39 45 32 37 48 33 593 II.5. Cel Printrak II.5.1. Bevoegdheden

De Dienst Printrak werd opgericht in 1993 en had als doel het vermijden van meervoudige asielaanvragen door het afnemen en vergelijken van vingerafdrukken. Geleidelijk aan werd het takenpakket uitgebreid en werden eveneens vingerafdrukken voor politiediensten, in het kader van identificatie, genomen. Ook de Centra voor illegalen bleken al gauw een belangrijke leverancier van vingerafdrukken. In januari 2003 werd Eurodac opgestart. Deze Europese databank voor vingerafdrukken van asielzoekers dient als technisch hulpmiddel bij het uitvoeren van de Dublin–akkoorden. De Dienst Printrak is het enige Belgische toegangspunt tot deze databank. In 2007 werden de eerste stappen gezet om

een bijkomende databank aan het vingerafdruksysteem toe te voegen, namelijk de databank “Illegalen”. Deze databank wordt in gebruik genomen op 1 januari 2008. II.5.2. Cijfergegevens voor het jaar 2008 Aantal gemaakte sets vingerafdrukken voor asielzoekers : 12.305 Aantal sets vingerafdrukken, nagezien voor identificatie : 13.706 Aantal hits Eurodac : 2.046 (16,6 % van de asielaanvragen) II.6. Cel Veiligheid De Cel Veiligheid houdt toezicht aan de ingang en in de wachtzaal. Zij zorgt ervoor dat de veiligheid binnen de Directie Asiel verzekerd wordt. Ze helpt bovendien tijdens het binnenlaten van de asielzoekers ’s morgens en ’s middags, controleren de bagage en fouilleren. Ze houdt ook toezicht tijdens de betekening van documenten aan de asielzoekers en tijdens de vasthoudingen.

Page 181: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

181

HOOFDSTUK VIII

VREEMDELINGENRECHT : GESCHILLEN

Page 182: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

182

I. Geschillen I.1. Inleiding Het Bureau Geschillen werd in de loop van het jaar 2007 ondergebracht bij de Directie Opvolging en Ondersteuning. Het Bureau is verantwoordelijk voor de opvolging en de coördinatie van de gerechtelijke procedures en het verstrekken van juridische adviezen, met het oog op een bevestiging, door de juridische instanties, van de administratieve beslissingen die bij die instanties worden aangevochten. Het Bureau verzekert de opvolging bij de Raad van State en de burgerlijke gerechtshoven en rechtbanken en behandelt de verzoeken tot invrijheidstelling. Het Bureau is ook bevoegd voor de eventuele beroepen in cassatie. Wanneer bepaalde wetsbepalingen het voorwerp uitmaken van een beroep of een prejudiciële vraag bij het Grondwettelijk hof wordt het dossier eveneens door deze cel behandeld. In het kader van artikel 74 van de wet van 15/12/1980 is het Bureau Geschillen bevoegd om een verzoekschrift op te stellen waarin de Minister aan de Raadkamer vraagt om de wettigheid van de verlenging van de vrijheidsberoving te bevestigen. Wat de procedures van de Raad van State betreft, kan het dossier tijdens zittingen zowel door een advocaat als door een ambtenaar van de dienst verdedigd worden. In het algemeen worden de verzoeken tot schorsing en nietigverklaring echter aan een advocaat toevertrouwd. Bij schorsingsprocedures die bij uiterst dringende noodzakelijkheid bij de Raad van State worden ingediend neemt een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken soms de verdediging van het dossier op zich. Voor procedures voor de rechtbanken wordt steeds een advocaat aangeduid. Tijdens de procedures voor de Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling wordt de Dienst Vreemdelingenzaken niet vertegenwoordigd, maar het Openbaar Ministerie neemt de verdediging van de betwiste beslissing op zich. Sinds 1 november 2007 zijn de ambtenaren ook volledig verantwoordelijk voor de verdediging van bepaalde beslissingen (met inbegrip van het opstellen van procedureakten, de verschijning, …) voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (gecreëerd door de wet van 15 september 2006). I.2. Taken De eerste taak van het Bureau is het opvolgen en coördineren van de gerechtelijke procedures. Het Bureau bestudeert het dossier in kwestie, verleent de nodige juridische steun en geeft het noodzakelijke commentaar aan de advocaat en, in voorkomend geval, de Procureur door. Indien dat nodig is, levert het Bureau een bijdrage tot de opstelling van de conclusies en de verzoekschriften. Wat de procedures voor de Raadkamer en de Kamer van Inbeschuldigingstelling betreft, stelt het Bureau Geschillen een verslag op voor het Openbaar Ministerie, waarin een antwoord wordt gegeven op de door de advocaat ingeroepen middelen. In dit kader zorgt het Bureau er ook voor dat de gekopieerde en originele dossiers en alle processtukken binnen de vereiste termijnen aan alle betrokken partijen worden overgemaakt. Een tweede taak van het Bureau bestaat uit het verlenen van steun aan de diensten, zodat de toepassing van de jurisprudentie goed gemotiveerd is en de juiste beslissingen worden

Page 183: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

183

genomen. Het Bureau moet er ook over waken dat de beschikkingen en arresten voor de diensten op een eenvoudigere manier worden geformuleerd, om zo een goede uitvoering te waarborgen. Een derde belangrijke taak van het Bureau Geschillen bestaat uit het verstrekken van adviezen. Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe adviezen. Het Bureau Geschillen geeft dus de noodzakelijke interne feedback aan de uitvoeringsbureaus en de hiërarchie, zodat de juridische problemen kunnen worden gedetecteerd en er een oplossing voor deze problemen kan worden gevonden. Het Bureau Geschillen wordt ook vaak geconfronteerd met externe vragen, met name van magistraten, van OCMW’s, van gemeentebesturen, van arbeidsauditeurs, van advocaten en andere directies. In dit geval speelt het Bureau een informatieve rol. Een vierde taak bestaat uit het verzamelen en het analyseren van de noodzakelijke jurisprudentie, om de evoluties en de oriëntaties eruit te halen. Door zich van deze verschillende taken te kwijten, probeert het Bureau Geschillen te verzekeren dat de juridische procedures goed functioneren en erover te waken dat de beslissingen van de Dienst Vreemdelingenzaken in overeenstemming met de geldende wetgeving worden genomen. I.3. Statistieken Geschillen betreffende het jaar 2008 Franstalig

Bureau Nederlandstalig

Bureau Opschortingsprocedure bij de Raad van State 6 9Procedure tot nietigverklaring bij de Raad van State 14 114Uiterst dringende procedure / Europese Unie -- -- Totaal Raad van State 20 123 Verzoek tot invrijheidstelling bij de Raadkamer 1.148 449Procedure in kort geding en ten gronde 66 28Procedure tot nietigverklaring bij de Raad voor Vreemdelingen- betwistingen Opschortingsprocedure en procedure tot nietigverklaring bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen Uiterst dringende procedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen Dossiers verdedigd door DVZ

3.609

4.328

224

1.001 (ofwel 12,27 %)

2.474

1.589

222

594(ofwel 13,85 %)

Totaal aantal onderzochte procedures 9.395 4.885

Page 184: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

184

HOOFDSTUK IX

INTERNATIONALE RELATIES

Page 185: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

185

I. Bureau Internationale Betrekkingen I.1. Bevoegdheden en kader Het Bureau Internationale Betrekkingen verzekert de vertegenwoordiging van de Dienst Vreemdelingenzaken bij multilaterale internationale vergaderingen die plaatsvinden in het kader van de BENELUX, de Raad van de Europese Unie, de Europese Commissie, de Raad van Europa,.... In samenwerking met het Studiebureau en de betrokken uitvoeringsbureaus worden de voorstellen onderzocht die op deze internationale fora worden ingediend. Er worden Belgische standpunten gecoördineerd met de hiërarchie en de betrokken externe diensten en deze standpunten worden op de internationale fora verdedigd. De internationale dossiers worden verder opgevolgd, de Minister wordt bijgestaan met technisch en juridisch advies. De bureaus worden op de hoogte gehouden van de evolutie van de dossiers en de genomen beslissingen. Het Bureau Internationale Betrekkingen verleent ook bijstand wanneer bindende beslissingen in werking treden.

Het leeuwendeel van het werk van het Bureau Internationale Betrekkingen speelt zich af in de Raad van de Europese Unie. De ambtenaren van het Bureau Internationale Betrekkingen nemen, meestal met de steun van experts van de betrokken uitvoeringsbureaus, deel aan

thematische werkgroepvergaderingen (grenzen, visa, verwijderingen, enz.), waar voorstellen voor nieuwe Europese regelgeving op een technisch niveau worden geanalyseerd en

waar over deze voorstellen wordt onderhandeld. Om de meer strategisch/politieke knopen in deze dossiers door te hakken werd het SCIFA, het Strategic Committee on Immigration, Frontiers and Asylum, een comité dat de thematische werkgroepen overkoepelt en aanstuurt, in het leven geroepen. Ook in dit comité wordt de Dienst Vreemdelingenzaken vertegenwoordigd door het Bureau Internationale Betrekkingen. De kwesties die niet op SCIFA-niveau kunnen worden beslecht stromen door naar het nog hogere niveau van de ambassadeurs (Coreper). Elke tekst moet uiteindelijk worden goedgekeurd door de Raad van Ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken van de Europese Unie. Deze goedkeuring gebeurt enkel formeel (zonder discussie) indien op Coreper-niveau al een akkoord werd bereikt. Het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie werd tijdens het eerste halfjaar van 2008 waargenomen door Slovenië en tijdens de tweede helft door Frankrijk. I.2. Werkingsgebieden I.2.1. Grenzen Samen met de Grensinspectiedienst en de Federale Politie neemt het Bureau Internationale Betrekkingen actief deel aan de vergaderingen van de werkgroep Grenzen in de Raad van

Page 186: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

186

de Europese Unie en aan vergaderingen bij de Europese Commissie over dit onderwerp. Deze groep houdt zich bezig met de nieuwe voorstellen, de praktische punten, de casestudies, en alle vragen die kunnen worden gesteld, om een geharmoniseerde tenuitvoerlegging van het grensbeleid door de Lid-Staten mogelijk te maken. Deze samenwerking tussen de drie bureaus maakt het mogelijk om ervoor te zorgen dat onze standpunten werkelijk coherent zijn, maar ook om te komen tot een grotere coherentie tussen de wettelijke of administratieve voorschriften en de praktische uitvoering aan de grens. Dit biedt de DVZ ook de mogelijkheid om een globaal zicht te hebben op de aanpak door de andere partners. De belangrijkste internationale dossiers inzake Grenzen in 2008 zijn : Voorstel van verordening van het Europees Parlement en van de Raad tot wijziging van de verordening (EG) nr. 562/2006 met betrekking tot het gebruik van het visuminformatiesysteem (VIS) in het kader van de Schengengrenscode

Deze tekst werd in februari 2008 aan de Raad overgemaakt en werd op 27.11.2008 in eerste lezing door de Raad goedgekeurd. In de loop van 2009 zal de officiële publicatie in het Publicatieblad plaatsvinden, wanneer alle Lid-Staten klaar zullen zijn voor het gebruik van het VIS. Het huidige voorstel creëert een juridische basis in de Schengengrenscode, om de grenswachters in staat te stellen om het VIS te gebruiken. Het systeem zal systematisch geraadpleegd worden, en de visumhouders zullen aan een biometrische verificatie onderworpen worden. De consulaten in Noord-Afrika en het Nabije Oosten zullen de eerste consulaten zijn die met het VIS zullen worden uitgerust. De volledige “roll-out” zal per geografische regio, en volgens een kalender die op basis van comitologie zal worden opgesteld, in de andere consulaten plaatsvinden. De biometrische gegevens die door het VIS worden verzameld zullen een foto van het gezicht en de vingerafdrukken van de betrokkene zijn. De systematische raadpleging van het VIS aan de buitengrenzen is een voorwaarde om een soepelere benadering mogelijk te maken wanneer de visumaanvraag wordt ingediend: het voorstel van de Commissie tot wijziging van de algemene consulaire instructies voorziet dat, indien visumaanvragen binnen een termijn van 48 maanden verschillende keren worden ingediend, de biometrische gegevens die in de vorige aanvraag, die opgeslagen werd in het VIS, voorkomen kunnen worden gekopieerd en opnieuw gebruikt kunnen worden. Zo worden de bonafide aanvragers vrijgesteld van de verplichting om zelf naar het consulaat te gaan. Deze regel veronderstelt dat alle visumhouders het voorwerp zouden uitmaken van een controle aan de buitengrenzen, zodat het misbruik of frauduleus gebruik van visa en “visumshopping” kunnen worden opgespoord. Indien het VIS niet systematisch wordt gebruikt aan de buitengrenzen zullen de biometrische gegevens bij elke nieuwe visumaanvraag bij het consulaat moeten worden geregistreerd. De voordelen Het visuminformatiesysteem (VIS) verbetert de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid, de consulaire samenwerking en de raadpleging van de centrale consulaire overheden, om :

- De bedreigingen voor de interne veiligheid van de Lid-Staten te voorkomen; - Te vermijden dat de door de Dublin II-verordening vastgelegde criteria omzeild worden; - De strijd tegen de documentenfraude te vergemakkelijken; - De controles aan de doorlaatposten aan de buitengrenzen te vergemakkelijken; - Bij te dragen tot de terugkeer van de personen in onregelmatig verblijf.

Page 187: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

187

Elk aanvraagdossier zal gedurende maximum vijf jaar in het VIS bewaard worden. Enkel de volgende gegevenscategorieën worden in het VIS geregistreerd : - De alfanumerieke gegevens die betrekking hebben op de aanvrager en de aangevraagde,

afgegeven, geweigerde, geannuleerde, ingetrokken of verlengde visa; - De vingerafdrukken; - De biometrische gegevens. Project “Entry/Exit System” (EES) – Vragenlijst van het Franse voorzitterschap In haar mededelingen “Verbetering van de interoperabiliteit en de synergie van de Europese gegevensbanken op het gebied van justitie en binnenlandse zaken” van 24 november 2005 en “Beleidsprioriteiten bij de bestrijding van illegale immigratie van onderdanen van derde landen” van 19 juli 2006 voorzag de Commissie met name de creatie van een inreis- en uitreisregistratiesysteem (Entry/Exit System of EES). De laatste mededeling van de Commissie, “De voorbereiding van de volgende stappen in het grensbeheer in de Europese Unie” van 13 februari 2008, vermeldt opnieuw de doelstelling om een inreis- en uitreissysteem te creëren dat het mogelijk maakt om de datum van de in- en uitreis van de onderdanen van derde landen in de Schengenruimte elektronisch te registreren. Ten slotte nodigen de conclusies van de Raad inzake het beheer van de buitengrenzen van de Lid-Staten van de Europese Unie de Commissie uit om ten laatste begin 2010 voorstellen voor de creatie van een dergelijk systeem, die op alle soorten grenzen van toepassing zijn, in te dienen, op basis van een evaluatie van de ervaringen die door de Lid-Staten werd opgedaan en hun beste praktijken. Om de discussie te initiëren, de door de Commissie uitgevoerde impactstudie aan te vullen en de normatieve perimeter die uit dit project wordt afgeleid beter te definiëren heeft het Voorzitterschap uitgenodigd om een vragenlijst over de finaliteiten en de doelstellingen van het EES te beantwoorden. De resultaten werden voorgesteld, besproken en uiteindelijk doorgegeven aan de Commissie. De door de vragenlijst behandelde vragen hadden betrekking op de finaliteiten van het EES, de categorieën van de personen op wie de toekomstige controles op basis van dit systeem betrekking zullen hebben, de gegevens die door het EES verzameld worden. Een ander gedeelte was gewijd aan de antwoorden die moeten worden gegeven indien overtredingen worden vastgesteld (gevolgen en sancties). Een derde deel was gewijd aan de bescherming van de gegevens. Ten slotte behandelde de vragenlijst de ervaringen van de Lid-Staten op dit gebied, maar ook de mogelijkheid om een pilootproject te lanceren. Begin 2009 zullen de vragenlijst en de resulaten door het Tsjechisch voorzitterschap voor een bespreking naar het SCIFA gestuurd worden.

Page 188: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

188

I.2.2. Visa

Samen met vertegenwoordigers van de Directie Visa van Buitenlandse Zaken en de Directie Visa van Dienst Vreemdelingenzaken heeft het Bureau Internationale Betrekkingen deelgenomen aan de activiteiten van de werkgroep visa van de Raad van de Europese Unie en de Benelux. Bij de Europese Unie hebben de activiteiten in verband met het uitwerken en versterken van een gemeenschappelijk beleid inzake

visa en de integratie van het Schengenacquis zich verder ontwikkeld. Onder meer de volgende markante ontwikkelingen kunnen worden vermeld : - De Verordening (EG) nr 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli

2008 betreffende het visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de Lid-Staten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf werd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen van 13 augustus 2008 gepubliceerd. In deze verordening worden het doel van het VIS alsook de werking ervan bepaald: het VIS heeft tot doel de uitvoering van het gemeenschappelijk visumbeleid, de consulaire samenwerking en de raadpleging van de centrale visumautoriteiten te verbeteren door de uitwisseling van gegevens van de visumaanvragen en de daarmee samenhangende beslissingen tussen de Lid-Staten te vergemakkelijken. De invoering van het VIS zal drie jaar in beslag nemen.

- De Kalender : ● Juni 2009 : Begin van de werkzaamheden in de Consulaten in Noord-Afrika en het

Nabije Oosten. Geleidelijke uitbreiding naar de rest van de wereld. ● Juni 2009 : Begin van de controles aan de buitengrenzen

o Juni 2009 tot juni 2012 : overgangsperiode : de controle zal gebeuren op basis van het nummer van de visumsticker. (de controle van de biometrische kenmerken is niet verplicht)

o Juni 2010 : via de comitologieprocedure kan men gecombineerde controles (biometrie en visumsticker) uitvoeren in de luchthavens.

o Juin 2012 : verplichte controle van de biometrische kenmerken en de visumsticker aan alle grenscontroleposten.

● Juni 2012 tot juni 2015 : uitzonderingsregime kan ingeroepen worden. Gedurende 3 jaar, mag men, in uitzonderlijke omstandigheden – gebaseerd op een risicoanalyse en voor een bepaalde duur – willekeurige controles uitvoeren van de biometrische gegevens en de visumsticker. Niettemin blijft de controle van de visumsticker steeds verplicht.

- In nauwe samenhang met de VIS-verordening heeft de groep de werkzaamheden

voortgezet aangaande het Voorstel van Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de gemeenschappelijke visuminstructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten in verband met de invoering van biometrische identificatiemiddelen, met inbegrip van bepalingen over de organisatie van de inontvangstneming en de behandeling van visumaanvragen. Dit

Page 189: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

189

instrument moet de rechtsgrond verschaffen voor de verplichte afname van biometrische kenmerken van visumaanvragers voorgeschreven door het VIS en voor de organisatie van de consulaten met het oog op de toepassing ervan. Nadat een compromis werd bereikt binnen de Raad over dit voorstel, sprak het Europees Parlement zich uit tegen het voorstel (medebeslissingsprocedure). Het vastleggen van een minimumleeftijd voor de afname van de biometrische gegevens en de modaliteiten van een samenwerking tussen een diplomatieke of consulaire post met een externe dienstverlener, bleken de grootste struikelblokken te zijn. Bijgevolg werden tijdens het Franse Voorzitterschap de onderhandelingen met het Europees Parlement hernomen teneinde tot een gemeenschappelijk standpunt te komen. Er werd een compromis gevonden voor de samenwerking met een externe dienstverlener en de minimumleeftijd voor de afname van biometrische kenmerken werd bepaald op 12 jaar. Begin 2009 zal dit voorstel officieel worden aangenomen door de Raad en door het Europees Parlement. Zodoende zal het VIS toch in de loop van 2009 kunnen starten.

- Inzake biometrie heeft de werkgroep de besprekingen van het Voorstel van Verordening

tot wijziging van verordening 2252/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende normen voor de veiligheidskenmerken van en biometrische gegevens in de door de Lid-Staten afgegeven paspoorten en reisdocumenten voortgezet. De belangrijkste doelstelling van deze Verordening is het voorzien van uitzonderingen voor de afname van vingerafdrukken. Kinderen jonger dan 12 jaar en personen bij wie het nemen van vingerafdrukken (tijdelijk) fysisch niet mogelijk is, worden vrijgesteld. Daarnaast wordt het “één persoon – één paspoort”-principe ingevoerd, als een bijkomende veiligheidsmaatregel om de bescherming van kinderen te verhogen. Het paspoort en de biometrische kenmerken worden aldus enkel gelinkt met de houder van het paspoort. De onderhandelingen over dit voorstel zijn reeds ver gevorderd. Er wordt voorzien dat het begin 2009 aangenomen wordt.

- Teneinde te waken over de uitvoering van de visumversoepelingsovereenkomsten die de Europese Unie in 2007 en 2008 heeft afgesloten met Oekraïne, de Russische Federatie, de westelijke Balkanlanden (Bosnië-Herzegovina, Servië, Montenegro, Albanië, Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië) en Moldavië, zijn de gemengde comités in de loop van 2008 tweemaal samengekomen om in hoofdzaak de praktische richtlijnen en bepaalde interpretatieproblemen betreffende de uitvoering van de overeenkomsten te bespreken. Daarnaast werd door de Raad het mandaat gegeven aan de Commissie om de onderhandelingen te starten over een visumversoepelingsovereenkomst met Georgië. Deze onderhandelingen worden gelijktijdig gevoerd met deze over een overnameovereenkomst.

- De werkgroep heeft de besprekingen betreffende het Voorstel voor een verordening

van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode voortgezet. Dit voorstel wil de bestaande communautaire rechtsinstrumenten op het gebied van de afgifte van visa voor kort verblijf verenigen in één code, zodat de transparantie wordt vergroot. In 2008 werd een tweede lezing van het voorstel voltooid. Tijdens het Franse voorzitterschap is de bespreking in de werkgroep goed gevorderd en kon voor grote delen een compromis worden gevonden. Aangezien deze verordening ook via de medebeslissingsprocedure moet worden aangenomen, zullen de toekomstige voorzitterschappen in de loop van 2009 een akkoord moeten vinden met het Europees Parlement.

- Op 12 december 2008 heeft Zwitserland het Schengenacquis aangenomen, zodat nu

ook Zwitserland uniforme visa afgeeft die de houder van het visum toelaten om te circuleren over het volledige Schengengrondgebied.

Page 190: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

190

I.2.3. Toelating I.2.3.1. Legale migratie In overeenstemming met haar actieprogramma inzake de legale immigratie, dat in december 2005 aangenomen werd, heeft de Europese Commissie in 2007 twee nieuwe voorstellen van richtlijn, waarvan het onderzoek bij de werkgroep “Migratie-toelating” van de Raad begonnen is, voorgesteld. Het eerste voorstel heeft betrekking op de voorwaarden voor de binnenkomst en het verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een “hooggekwalificeerde” betrekking en is gericht op het invoeren van een Europese blauwe kaart. Het tweede voorstel heeft betrekking op de creatie van een gecombineerde werkvergunning/verblijfsvergunning voor de migrerende werknemers. Perspectieven 2009 : voor maart 2009 worden voorstellen van richtlijn inzake de seizoenarbeiders, de transferts binnen de ondernemingen en de bezoldigde stagiairs verwacht. Voorstel voor een richtlijn van de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan Dit voorstel van richtlijn werd in het tweede semester van 2007 ingediend. De tekst werd tijdens een voltallige zitting van het Europees Parlement op 19.11.2008 goedgekeurd en in de loop van 2009 zou hij formeel moeten worden aangenomen. Het voorstel is gericht op het versterken van de capaciteit van de Europese Unie om de onderdanen van derde landen aan te trekken voor hooggekwalificeerd werk. Het gaat niet enkel om het versterken van de competitiviteit in het kader van de strategie van Lissabon, maar ook om het beperken van de braindrain. De doelstellingen zijn : - Het vergemakkelijken van de toelating van deze onderdanen, door de voorwaarden voor

de binnenkomst en het verblijf in de Europese Unie te harmoniseren; - Het vereenvoudigen van de toelatingsprocedures; - Het verbeteren van de juridische status van de personen die reeds aanwezig zijn op het

grondgebied van de Lid-Staten. Eén van de belangrijkste bijdragen van dit voorstel van richtlijn is het vastleggen van een gemeenschappelijke procedure en gemeenschappelijke toegangscriteria. Om dit statuut te bekomen zal de betrokkene over de volgende zaken moeten beschikken: een arbeidsovereenkomst of een bindende werkaanbieding; een geldig reisdocument; het bewijs dat hij over een ziektekostenverzekering beschikt; bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden voor de uitoefening van een gereglementeerd beroep; een vastgelegde salarisdrempel respecteren en geen bedreiging voor de openbare orde vormen. Alhoewel de Lid-Staat quota mag invoeren of een onderzoek van de arbeidsmarkt mag voorzien en dit voorstel van richtlijn geen “recht op toelating” creëert, kent het voorstel bepaalde voordelen toe aan de houders van de “Blue Card”. De voorwaarden voor de gezinshereniging of het bekomen van de status van langdurig ingezeten onderdaan zullen voordeliger zijn voor de begunstigden. De tekst voorziet ook een zekere mobiliteit binnen de EU voor de houder, na een verblijf van 18 maande in een eerste Lid-Staat. Na een verblijf van 2 jaar in de Lid-Staat zal de houder van dezelfde voorwaarden voor de toelating tot hooggekwalificeerd werk kunnen genieten als een staatsburger.

Page 191: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

191

Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende één enkele aanvraagprocedure voor een gecombineerde vergunning voor onderdanen van derde landen om op het grondgebied van een Lid-Staat te verblijven en te werken en betreffende een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde landen die legaal in een Lid-Staat verblijven Dit voorstel van richtlijn werd in het tweede semester van 2007 ingediend. Aangemoedigd door het succes inzake de “Blue Card” heeft het Franse voorzitterschap het werk versneld. In 2008 zijn de besprekingen naar een hogere versnelling overgeschakeld en de resultaten werden voor finalisatie doorgegeven aan het Tsjechisch voorzitterschap (1ste semester 2009). Dit voorstel is op twee doelstellingen gericht : 1. Het ontwikkelen van één enkele aanvraagprocedure, met het oog op de afgifte van een

gecombineerde vergunning om in een Lid-Staat te verblijven en te werken; 2. Het uitwerken van een gemeenschappelijk pakket rechten voor werknemers uit derde

landen die legaal in een Lid-Staat verblijven. Het huidige voorstel is van toepassing op de onderdanen van derde landen die willen worden toegelaten tot het grondgebied van een Lid-Staat om er te verblijven en te werken, en op de onderdanen van derde landen die reeds op het grondgebied van een Lid-Staat verblijven en het recht bekomen hebben om er te werken. Het voorstel definieert : - Een gecombineerde verblijfs- en werkvergunning, overeenkomstig de verordening (EG)

nr. 1030/2002; - Eén enkele procedure voor het bekomen van deze vergunning (één enkel loket); - De rechten die verbonden zijn aan deze vergunning; - Een geheel van rechten voor alle werknemers uit derde landen die reeds toegelaten zijn

tot het grondgebied van een Lid-Staat, er wettelijk verblijven en gemachtigd zijn om er te werken, maar die niet van het regime van langdurig ingezetene genieten.

Elke Staat duidt een bevoegde overheid aan die belast is met het ontvangen van de aanvragen en het afgeven van de gecombineerde vergunning. Deze overheid behandelt elke aanvraag en neemt een gemotiveerde beslissing en betrekt daar, indien dat nodig is, andere overheden bij, op basis van de voorwaarden die door het nationaal recht bepaald worden. De aangeduide bevoegde overheid betekent de beslissing schriftelijk aan de aanvrager. Indien de aanvraag geweigerd wordt of indien de vergunning niet vernieuwd wordt, kan de aanvrager een beroep indienen bij de rechtbanken. I.2.4. Verwijdering Op het gebied van de verwijdering heeft het Bureau Internationale Betrekkingen, samen met de Directie Verwijdering, verder deelgenomen aan de werkzaamheden in het kader van de Benelux (Bijzondere Commissie Personenverkeer) en de Raad van de Europese Unie (Werkgroep Migratie-Verwijdering). I.2.4.1. Overname Benelux Als gevolg van zijn bevoegdheid, die door het Verdrag van 1960 werd vastgelegd, heeft de Benelux een lange traditie op het gebied van onderhandelingen over de overname. Sindsdien heeft de Benelux al verscheidene gezamenlijke overeenkomsten afgesloten. Deze activiteit neemt echter af, ten gunste van de overeenkomsten die afgesloten worden

Page 192: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

192

op het niveau van de Europese Unie, die steeds belangrijker wordt op dit gebied. In 2008 werd geen enkele BNL-overeenkomst afgesloten. In het kader van de onderhandelingen met Frankrijk en Georgië werd er vooruitgang geboekt, maar deze onderhandelingen moesten stopgezet worden, ten gunste van een Europese overeenkomst. De onderhandelingen met Nigeria, Moldavië, Azerbeidzjan, Tsjechië en Mali zijn op een dood punt aanbeland. De overeenkomst met Armenië werd afgesloten, maar de formele ondertekening zal pas in 2009 plaatsvinden. In 2008 is het onderhandelen over de toepassingsprotocollen die voortvloeien uit de communautaire (Europese) overnameovereenkomsten intensiever geworden. De verantwoordelijkheid voor deze protocollen berust bij de LS, die bilateraal, met het derde land in kwestie, of multilateraal (met verschillende LS), kunnen handelen. Met het oog op de reeds bestaande samenwerking in de Benelux op het gebied van de overname wordt er gezamenlijk onderhandeld over deze protocollen. In 2008 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken, in naam van de Benelux-partners, de onderhandelingen met Rusland voor de afsluiting van het toepassingsprotocol afgesloten. De onderhandelingen zijn in maart 2007, toen een Russische delegatie van de Federale Migratiedienst naar Brussel gekomen is, begonnen. De onderhandelingen werden in september 2007 en in 2008 voortgezet, met een vierde ronde in Moskou op 13-14 november. Dit protocol zou in de loop van 2009 moeten worden ondertekend. In 2008 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken eveneens een ontwerp van toepassingsprotocol voorbereid dat met Oekraïne moet worden afgesloten. Europese Unie Op het gebied van de overnameovereenkomsten waarover op het niveau van de Europese Unie onderhandeld werd, werd 2008 gekenmerkt door de ondertekening van 6 nieuwe overeenkomsten: Oekraïne, Montenegro, voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (FYROM), Servië, Bosnië-Herzegovina en Moldavië. Al deze overeenkomsten werden gelijktijdig met een visumversoepelingsovereenkomst afgesloten. Een overeenkomst met Pakistan werd in september 2008 ondertekend en zal eind 2009 van kracht worden. Formele onderhandelingen met Marokko werden verdergezet, maar deze onderhandelingen werden nog niet afgesloten. De onderhandelingen met Turkije zijn nog steeds bevroren. Wat China betreft, heeft de Europese Unie haar strategie aangepast. Ze richt zich op een light versie van de overeenkomst, die moet worden hernomen in een artikel dat moet worden ingevoegd in de toekomstige PCA-overeenkomst (Partnership and Cooperation Agreement), waarover momenteel onderhandeld wordt. Dit artikel is een lichtere combinatie van de standaardovername- en visumovereenkomsten. Begin oktober 2008 werd dit artikel voor de eerste keer voorgelegd voor goedkeuring door de LS, op het niveau van de technische groepen van de Raad, maar eind 2008 was het nog niet goedgekeurd. In 2008 waren er geen ontwikkelingen in het kader van het mandaat voor Algerije (2002) en er is geen perspectief voor een opening van de onderhandelingen. In 2008 werden twee nieuwe mandaten ingediend door de Europese Commissie. Het gaat om Georgië en Kaapverdië. Deze twee mandaten worden gekoppeld aan mandaten die betrekking hebben op visumversoepelingsovereenkomsten. In het kader van de migratie/overnameclausules in de partnerschapsovereenkomsten moet er gewezen worden op de vooruitgang die geboekt werd met Irak en Lybië, evenals het project voor de herziening van artikel 13 van de Overeenkomst van Cotonou. I.2.4.2. Richtlijn “Terugkeer” De onderhandelingen met betrekking tot de richtlijn inzake “de gezamenlijke normen en procedures die in de LS van toepassing zijn op de terugkeer van illegaal verblijvende

Page 193: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

193

onderdanen van derde landen” werden in 2008 voortgezet en afgesloten. De richtlijn is op 13 januari 2009 van kracht geworden, 20 dagen na de publicatie in het Publicatieblad op 24 december 2008. De LS beschikken over een periode van twee jaar, dit wil zeggen tot 24 december 2011, om de richtlijn om te zetten. De LS beschikken over een bijkomend jaar om de bepaling inzake de kosteloosheid van de juridische bijstand toe te passen. De Europese Commissie zal om de drie jaar een evaluatieverslag over de toepassing van de richtlijn moeten opstellen. Haar eerste verslag wordt ten laatste op 24 december 2013 verwacht. Bij wijze van herinnering : het doel van het voorstel is het definiëren van duidelijke, doorzichtige en rechtvaardige gezamenlijke regels inzake de verwijdering, het beroep op dwangmaatregelen, de vasthouding en het verbod van een hernieuwde binnenkomst, die de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van de betrokkenen respecteren. Een belangrijke communautaire meerwaarde van deze richtlijn is de invoering van een binnenkomstverbod met een maximale duur van 5 jaar (hier “overnameverbod” genoemd), dat in de hele EU geldig is en aan sommige verwijderingsbeslissingen moet worden toegevoegd. I.2.4.3. Frontex In 2008 heeft de EU haar rol op het gebied van de gezamenlijke vluchten eveneens versterkt. Het Frontex-agentschap is een belangrijk platform voor de uitwisseling van goede praktijken voor de gezamenlijke vluchten en voor het bekomen van reisdocumenten. Frontex heeft zich verder beziggehouden met de uniformisering van de praktijken van de LS op het gebied van de terugkeer. I.2.4.4. Richtlijn “Sancties” In 2008 heeft de werkgroep Migratie en Verwijdering de besprekingen verdergezet van het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van sancties voor werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen. De doelstelling van dit voorstel is het aanpakken van de illegale tewerkstelling door een harmonisatie door te voeren in de sancties die aan de werkgevers worden opgelegd. Het voorstel bepaalt enerzijds een aantal verplichtingen die aan de werkgever worden opgelegd vooraleer hij een onderdaan van een derde land tewerkstelt en anderzijds een aantal rechten voor de onderdaan van een derde land die illegaal verblijft en illegaal wordt tewerkgesteld. De Lid-Staten worden verplicht zowel in administratieve sancties (geldboetes en terugbetalingen) als in strafsancties te voorzien. Daarnaast wordt het principe van de solidaire aansprakelijkheid ingevoerd: de hoofdaannemer kan dus in bepaalde omstandigheden medeaansprakelijk worden gesteld wanneer zijn onderaannemer een illegaal verblijvende onderdaan van een derde land illegaal tewerkstelt. De Europese Commissie hoopt op deze manier een belangrijke aantrekkingsfactor van illegale immigratie droog te leggen. Opdat de sancties daadwerkelijk een afschrikkingeffect hebben, legt het voorstel eveneens controles op die de Lid-Staten moeten uitvoeren bij de ondernemingen. Deze inspecties zijn gebaseerd op een risico-analyse, die jaarlijks die sectoren identificeert die het meest gevoelig zijn voor illegale tewerkstelling van illegale vreemdelingen. De werkzaamheden bevinden zich eind 2008 reeds in een ver gevorderd stadium, zodat men in de loop van volgend jaar de officiële aanneming van de Richtlijn mag verwachten. I.2.5. Asiel Samen met zijn tegenhanger bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen vormt het Bureau Internationale Betrekkingen van DVZ de Belgische delegatie in de EU-Raadswerkgroep Asiel. Op wetgevend vlak bleef het in het grootste deel van 2008

Page 194: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

194

evenwel grotendeels stil, wegens de pauze die werd ingelast om de eerste fase van het legislatieve werk in de Europese asielharmonisatie te implementeren en te evalueren en om de praktische samenwerking tussen asielinstanties in de Lid-Staten te versterken. I.2.5.1. Uitbreiding van de richtlijn “langdurig ingezetene” In juni 2007 diende de Commissie een voorstel voor een richtlijn in “tot wijziging van Richtlijn 2003/109/EG teneinde haar werkingssfeer uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten” in. De Commissie kwam hiermee een mandaat na dat haar gegeven was in 2003. Toen werd immers beslist om personen die internationale bescherming genieten voorlopig buiten het toepassingsgebied te houden van de Richtlijn betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (2003/109/EG), gezien de problemen door het gebrek aan Europese harmonisatie van beschermingsstatussen en onenigheid over de precieze betekenis van “overdracht van bescherming” tussen Lid-Staten. Aangezien er intussen wel degelijk sprake is van een Europese harmonisatie van beschermingsstatussen (Richtlijn 2004/83/EG), legde de COM dus dit voorstel voor om de werkingssfeer van richtlijn 2003/109/EG uit te breiden tot personen die internationale bescherming genieten. Het was de bedoeling om hen, net zoals andere onderdanen van derde landen, na een duurzame periode van legaal ononderbroken verblijf (samen met het vervullen van enkele randvoorwaarden), recht te geven op de Europese status van langdurig ingezetene, en hen zo hoge garanties op verblijfszekerheid, gelijke behandeling op tal van gebieden in met eigen onderdanen van de Lid-Staten waar de status is verkregen en recht op mobiliteit naar en verblijf in andere EU-Lid-Staten te garanderen. De onderhandelingen over dit voorstel begonnen in september 2007, maar al snel werd duidelijk dat de meningen van de Lid-Staten te ver uit elkaar lagen om een compromis te bereiken. Het voorstel werd, nadat het begin maart vastgelopen was op werkgroepniveau, meerdere malen op het niveau van de coreper en zelfs van de ministers gebracht, maar ook daar werd geen overeenstemming bereikt. Uiteindelijk strandde het voorstel definitief in december 2008. Aangezien Tsjechië, dat vanaf januari 2009 het voorzitterschap bekleedt, één van de landen was die niet akkoord konden gaan met het ultieme compromis, zullen de onderhandelingen in elk geval niet voor juni, en misschien zelfs nooit meer, heropgestart worden. I.2.5.2. Raadsconclusies “Opvang van Irakese vluchtelingen” Op 28 november keurde de JBZ-raad conclusies goed over de opvang van Irakese vluchtelingen in de EU. Deze raadsconclusies werden sinds april 2008 voorbereid op niveau van SCIFA en coreper. De conclusies herinneren de Lid-Staten aan de moeilijke situatie waarin de Irakese vluchtelingen in Syrië en Jordanië zich bevinden, en roepen de Lid-Staten op om, op vrijwillige basis in totaal 10 000 van de meest kwetsbare Irakese vluchtelingen op te nemen in het kader van nationale hervestigingsprogramma’s. I.2.5.3. Tweede fase van het gemeenschappelijk asielsysteem : 3 voorstellen In juni 2008 stelde de COM haar beleidsplan inzake asiel voor. In dit beleidsplan licht de COM toe welke wetgevende voorstellen ze in de nabije toekomst wenst te doen, om tot een echt Gemeenschappelijk Europees Asielsysteem (CEAS) te komen, zoals voorzien in het programma van Den Haag. De eerste drie van de voorziene wetgevende voorstellen legde de COM op 3 december 2008 op tafel. Deze voorstellen herzien bestaande verordeningen en richtlijnen, met het oog op een grotere harmonisatie, meer efficiëntie en een betere bescherming. Daarmee kwam ook een eind aan de legislatieve windstilte in 2007 en 2008. De bespreking van de voorstellen werd begin 2009 gestart, maar gezien hun complexiteit zullen zij nog geruime tijd op de agenda blijven staan.

Page 195: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

195

EURODAC-verordening Een eerste voorstel is de herziening van Verordening (EG) nr. 343/2003 van 18 februari 2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke Lid-Staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat door een onderdaan van een derde land bij een van de Lid-Staten wordt ingediend (de “Dublin-verordening”). Het voorstel is gebaseerd op de aanbeveling van een evaluatierapport van het Dublin-systeem, en heeft als doel de effectiviteit hiervan te verbeteren en het beschermingsniveau voor asielzoekers te verhogen. Een ander doel van het voorstel betreft het opvangen van situaties waarin Lid-Staten te kampen hebben met grote druk op hun opvangmogelijkheden of waarin het beschermingsniveau van asielzoekers in een Lid-Staat onvoldoende is. Daartoe worden er allerlei aanpassingen voorgesteld, met name : het uitbreiden van de werkingssfeer met aanvragen subsidiaire bescherming, het stellen van duidelijke deadlines voor Lid-Staten om te reageren op informatieverzoeken van een van de andere Lid-Staten, het verhogen van de juridische waarborgen voor de betrokken asielzoekers, het invoeren van duidelijkere procedures rond gezinshereniging, meer waarborgen voor minderjarigen enz. Het voorstel voorziet eveneens in een tijdelijke opschorting van deze overdrachten wanneer de Commissie of een Lid-Staat van oordeel is dat de opvangmogelijkheden, het asielsysteem of de lokale infrastructuur onevenredig worden belast door een grote toestroom van vreemdelingen. Dublin-verordening Het tweede voorstel betreft de wijziging van de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van “Eurodac”voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EG) nr. 343 /2003 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke Lid-Staat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de Lid-Staten wordt ingediend. EURODAC is een databank voor de vergelijking van vingerafdrukken van asielzoekers en illegale migranten ten behoeve van de uitvoering van de Dublin-verordening. Het doel van dit voorstel is de toepassing van de Dublin-verordening te vergemakkelijken en een zorgvuldige, beveiligde omgang met persoonsgegevens verder te waarborgen. Om dit doel te bereiken stelt de Commissie voor de Eurodac-verordening op een aantal onderdelen, die onder andere in het Dublin-evaluatierapport worden genoemd, aan te passen. De voorgestelde wijzigingen betreffen onder meer: het instellen van deadlines om een snelle toezending van vingerafdrukken naar de centrale eenheid van Eurodac te waarborgen, het beter informeren van Lid-Staten wanneer gegevens uit het systeem gewist werden, het in EURODAC deblokkeren van gegevens van erkende vluchtelingen, het in EURODAC registreren van de toepassing van de discretionaire clausules op grond van de Dublin-verordening, aanwijzing van de nationale autoriteiten die toegang hebben tot Eurodac-gegevens, up-date en duidelijker definities van de verschillende fases van het beheer van de database. Opvangrichtlijn Ten derde is er de herziening van Richtlijn 2003/9/EG van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de Lid-Staten (de “opvangrichtlijn”). Het belangrijkste doel van dit voorstel is om hogere normen op het gebied van de opvang te garanderen voor asielzoekers, die overeenkomstig internationaal recht een waardige levensstandaard waarborgen.

Page 196: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

196

Het is de bedoeling om door het harmoniseren en verder verhogen van de opvangstandaarden secundaire bewegingen van asielzoekers tussen Lid-Staten te beperken. Om deze doelen te bereiken stelt de Commissie op de volgende vlakken wijzigingen voor : - Het toepassingsgebied wordt uitgebreid tot personen die subsidiaire bescherming

genieten; - Wat de toegang tot de arbeidsmarkt betreft, wordt een maximumtermijn van 6 maanden

gesteld, waarna toegang tot de arbeidsmarkt verleend moet worden; - Toegang tot materiële opvangfaciliteiten wordt versterkt, voorwaarden voor detentie

worden nader omschreven; - Er moeten specifieke opvangvoorzieningen voorzien worden voor diverse categorieën

asielzoekers met bijzondere behoeften; - Meer uitgebreide rapportages over de toepassing van de richtlijn. I.2.6. Groep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie van de Raad van de Europese Unie Op het gebied van de externe betrekkingen heeft het BIB Buitenlandse Zaken, en meer in het bijzonder de ambassadeur voor asiel en migratie, verder ondersteund in verband met de activiteiten van de Groep op Hoog Niveau voor Asiel en Migratie van de Raad van de Europese Unie. Het ging onder meer om de volgende zaken : - Het opstellen van de Raadsconclusies betreffende het versterken van de Globale Aanpak

inzake migratie (goedgekeurd op de JBZ-raad van 5-6 juni 2008 RAZEB 16-17 juni); - Het evalueren en het opvolgen van de implementatie van de instrumenten van de Globale

Aanpak inzake migratie (migratiemissies, samenwerkingsplatformen, mobiliteitspartnerschappen) en het selecteren van potentiële partnerlanden;

- De strategische evaluatie van de onderhandelingen in de communautaire overnameakkoorden;

- Het opvolgen van de voorbereiding van de Ministeriële Conferentie inzake migratie en ontwikkeling in Parijs (19-21 oktober 2008);

- Het opvolgen van de voorbereidingen voor de ministeriële conferentie “Building migration partnerships” die zal gehouden worden in Praag op 27-28 april 2009;

- Het opvolgen van de implementatie van het EU/Afrika-partnerschap inzake Migratie, Mobiliteit en Werkgelegenheid;

- Het opvolgen van de relevante activiteiten van de regionale groepen.

II. Belgisch contactpunt van het Europees Migratienetwerk Reeds in de vorige jaarrapporten werden de achtergrond en de opdrachten van het Europees Migratienetwerk (EMN), dat sinds 1 januari 2003 operationeel is, uitvoerig belicht. Intussen werd de Beschikking betreffende het opzetten van een Europees Migratienetwerk in mei 2008 officieel aangenomen en gepubliceerd. Volgens artikel 1 van de Beschikking heeft het EMN tot doel te voldoen aan de behoeften aan informatie over migratie en asiel van de communautaire instellingen, de autoriteiten en instellingen van de lidstaten, door ter ondersteuning van de beleids- en besluitvorming op deze gebieden in de Europese Unie actuele, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie over migratie en asiel te verstrekken. De informatie zal ook aan het publiek meegedeeld worden via een website.

Page 197: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

197

Ieder contactpunt dient uit minimaal 3 experts te bestaan. Aangezien aan iedere lidstaat de vrijheid gelaten werd om zijn experts aan te stellen, zijn deze contactpunten nogal verscheiden qua aard : onderzoeksinstellingen, immigratiediensten, de Internationale Organisatie voor Migratie, andere overheidsinstellingen, etc. Op Belgisch niveau heeft minister Turtelboom beslist een gemengd contactpunt samen te stellen, die bestaat uit werknemers van de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen en het (migratieobservatorium van het) Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR). In de geest van het EMN wordt er immers afgestapt van de hokjesmentaliteit en wordt er op basis van wederzijds vertrouwen en een “geven-nemen” mentaliteit samengewerkt. Het is de bedoeling dat binnenkort ook de Directie Statistiek en Economische Informatie (het vroegere Nationaal Instituut voor de Statistiek) nauw bij onze werkzaamheden betrokken wordt. In een persmededeling heeft de minister laten weten dat het de bedoeling is om op termijn een kenniscentrum inzake migratie en asiel uit te bouwen.

Zowel op Europees als op nationaal niveau wordt een Beheerscomité opgericht die de nodige impulsen zal geven en het EMN zal evalueren. Op nationaal niveau bestaat het Beheerscomité uit de heren J. De Witte (Directeur CGKR), dhr. D. Van den Bulck (Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen) en dhr. F. Roosemont, bijgestaan door de werknemers van het contactpunt. Er werd onder meer een actieplan opgesteld waarin een 6-tal strategische doelstellingen gedefinieerd werden zoals optimalisatie en analyse van de migratiestatistieken, het verwerven van een beter inzicht in het beleid en de best

practices van andere lidstaten en het bouwen van een brug tussen de overheid en de wetenschappelijke wereld. Het is tevens de bedoeling dat de website verder uitgebouwd wordt en dat er jaarlijks onderzoeksrapporten gepubliceerd worden die voorgesteld zullen worden op een conferentie. De Europese Commissie financiert het EMN voor (maximaal) 80 %, terwijl de Belgische bijdrage bestaat uit de salarissen van de werknemers. In 2009 zal de klemtoon liggen op de situatie en het beleid tov niet-begeleide minderjarige vreemdelingen, vrijwillige terugkeerprogramma’s, niet-geharmoniseerde statussen binnen het asielbeleid en vooral de Verordening inzake migratie- en asielstatistieken. Het is immers duidelijk dat de Europese Verordening betreffende communautaire statistieken over migratie en internationale bescherming, die vanaf 1 januari 2008 van kracht is, een stap in de goede richting is, maar zeker niet zal volstaan om alle knelpunten op dat vlak op te lossen. In het kader van die Verordening over asiel- en migratiestatistieken dient de DVZ 4 soorten gegevens te leveren : internationale bescherming (asiel en subsidiaire bescherming); preventie van illegale binnenkomst en illegaal verblijf; verblijfsvergunningen (reden van migratie) en ten slotte gegevens over terugkeer. Met het oog op een correcte en volledige implementatie van deze Statistische Verordening werd het KB van 8 januari 2006 tot bepaling van de informatietypes, verbonden aan het Rijksregister van de natuurlijke personen, in januari 2008 aangepast. Alle rapporten en overige informatie van het Belgisch Contactpunt staan ter beschikking van het publiek op de website van de Dienst Vreemdelingenzaken en op www.european-migration-network.org.

Page 198: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

198

III. Samenwerking tussen immigratiediensten op bilateraal niveau Verbindingsambtenaren van DVZ bij de Nederlandse en Duitse Immigratiediensten De nieuwe methode om de Belgische verbindingsambtenaar de relaties met Duitsland vanuit Brussel te laten onderhouden, kan positief worden beoordeeld. Door maandelijkse dienstreizen worden de persoonlijke contacten gehandhaafd en kunnen problemen die een meer intensief persoonlijk onderhoud vergen ook nog ter plaatse besproken worden. De inhoud van de functie is in de loop van de jaren ook geëvolueerd, waarbij er naast vragen rond asiel en Dublin ook meer en meer tijd wordt besteed aan het uitwisselen van informatie uit individuele dossiers. Deze informatie wordt dan doorgegeven aan de bevoegde diensten om zo meer gefundeerde beslissingen te kunnen treffen. In het desbetreffende geval kan de informatie ook bepalend zijn voor het verdere verloop van het verblijf hier in België, dit vooral in het kader van identiteitsfraude, identificatie van illegalen, zogezegde staatlozen en schijnhuwelijken. Op algemeen bilateraal niveau zijn er werkbezoeken geweest van de Bundespolizeidirektion Koblenz die vooral de bilaterale overnameaanvragen behartigt en verantwoordelijk is voor de identificatie van bepaalde nationaliteiten. Er werden praktische afspraken gemaakt om bepaalde procedures efficiënter te maken. De vragen die aan de verbindingsambtenaar worden overgemaakt door zowel Duitse als Belgische diensten (voornamelijk DVZ, CGVS, politiediensten), hebben vooral betrekking op onderzoeken schijnhuwelijken, identificatie met het oog op terugkeer, asiel- en Dublingerelateerde materies en visadossiers. Daarnaast werden er meerdere theoretische vragen gesteld rond procedures inzake opvang van families, regularisatie, problematiek Dublinterugleidingen naar Griekenland, beleidslijnen voor de behandeling van asielaanvragen van bepaalde nationaliteiten, enzovoort. De Belgische verbindingsambtenaar in Nederland beantwoordde in 2008 heel wat vragen met betrekking tot individuele dossiers. Hiervan waren er een deel asielgerelateerd. Deze hadden voornamelijk tot doel te bepalen welk land verantwoordelijk was voor de asielaanvraag, een overdracht van de vreemdeling te bespoedigen of een inhoudelijke beslissing te nemen in verband met de asielaanvraag. Het merendeel van de vragen had betrekking op onderzoek naar schijnrelaties en het omzeilen van de Nederlandse wetgeving op gezinshereniging door zich tijdelijk in België te vestigen (de zogenaamde Europa-route of België-route). In een klein aantal gevallen werd de verbindingsambtenaar benaderd om gezinsleden van alleenstaande minderjarigen op te sporen. Nederlandse beleidsonderwerpen waarover de verbindingsambtenaar rapporteerde zijn o.a. de afwikkeling van de Speciale Regeling (regularisatie) voor asielzoekers die een asielaanvraag indienden voor 1 april 2001; de modernisering van het immigratiebeleid; de toepassing van de subsidiaire bescherming; de vreemdelingenbewaring van gezinnen met kinderen; de beleidswijzigingen op gebied van asiel; het fenomeen België-route; de regelgeving inzake arbeidsmigratie.

IV. Werkgroep CIREFI Ook in 2008 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken als hoofd van de Belgische delegatie weer actief deelgenomen aan de maandelijkse bijeenkomsten van dit forum, waarbinnen door de lidstaten strategische informatie wordt uitgewisseld over illegale immigratie en mensensmokkel. Ze kreeg hierbij de ondersteuning van de Federale Politie.

Page 199: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

199

De belangrijkste onderwerpen onder Sloveens en Frans Voorzitterschap waren : - Het maandelijks rondetafelgesprek illegale immigratie en mensensmokkel (België heeft

hier de reputatie over heel concrete en bruikbare informatie te beschikken, als gevolg van het bestaan van een goede informatieuitwisseling tussen de DVZ en haar partners, zoals de Federale Politie en Buitenlandse Zaken );

- Rapportage over de activiteiten in andere fora die zich bezighouden met illegale immigratie en smokkel (België heeft hierbij verslag uitgebracht over de bijeenkomsten in het kader van het IGC en het ICMPD);

- De activiteiten van het Europees netwerk van immigratieverbindingsambtenaren in derde landen (het zogenaamde EU-ILO-netwerk); in 2008 werd gefocust op Servië, Kroatië en Turkije;

- Frontex-activiteiten (analyses, gemeenschappelijke operaties, gemeenschappelijke verwijderingsvluchten, enz.);

- Het compileren en analyseren van de antwoorden van de EU-lidstaten op een vragenlijst over illegale tewerkstelling van onderdanen van derde landen en het formuleren van conclusies en aanbevelingen ten behoeve van de Europese beleidsinstanties. In dit kader heeft de Belgische delegatie een zeer actieve bijdrage geleverd.

V. IGC, GDISC en ICMPD V.1. Inter Governmental Consultations on Asylum in Migration (IGC) In 2008 werd opnieuw actief deelgenomen aan de ontmoetingen die in het kader van de Inter Governmental Consultations on Asylum and Migration plaatsvonden. De IGC biedt een informeel forum aan voor informatie-uitwisseling en beleidsdiscussies over alle aspecten die verband houden met het beheer van migratiestromen. Sinds de hervorming van de structuur van de IGCD in 2006 wordt er onder 3 koepels gewerkt : Asylum, Admission - Control and Enforcement en Immigration and Integration. In de werkgroep Asiel wordt België vertegenwoordigd door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, terwijl de Dienst Vreemdelingzaken actief deelnam aan de 2 werkgroepen die zich buigen over de controle op de instroom van illegale vreemdelingen en de strijd hiertegen en over legale immigratie. V.1.1. Werkgroep “toegang, controle en uitvoering van maatregelen” (ACE – Access, Control and Enforcement) Deze werkgroep bestaat in de nieuwe vorm sinds 2006 en is een samenvoeging van de vroegere werkgroepen “toegang en controle”, “terugkeer” en “mensensmokkel”. Sinds september 2008 is het voorzitterschap van deze werkgroep door Duitsland van Nederland overgenomen.In 2008 werden 2 vergaderingen georganiseerd, die volgende thema’s als zwaartepunt bespraken : - Readmissie : voorstelling van de verschillende evoluties inzake readmissie: welke

soorten akkoorden worden afgesloten, welke problemen worden ervaren, wlke thema’s worden opgenomen in het akkoord. Interessant is ook dat in bepaalde landen (o.a. Australië, Nederland) readmissie deel uitmaakt van een globale aanpak; indien er een algemeen bilateraal akkoord wordt afgesloten, zal er ook over readmissie in gesproken worden.

Page 200: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

200

- Grenscontrole : ontwikkelingen inzake elektronische grenzen, visadatabanken, programma’s m.b.t. vrijstelling van visa, … Een algemene tendens is het zoeken naar middelen om de grenscontrole te verleggen naar het punt van vertrek, i.p.v. het punt van aankomst.

- Exit-controle: hoe kunnen we garanderen dat vreemdelingen die toegelaten worden voor een tijdelijk verblijf wel degelijk het grondgebied van de partnerstaten verlaat? Welke sancties kunnen genomen worden indien iemand niet aan deze verplichting voldoet ?

- Daarnaast werden via rondetafelgesprekken de meest recente evoluties op het gebied van wetgeving, jurisprudentie, organisatie en toegangs-, controle- en terugkeerproblematiek in elke IGC-lidstaat voorgesteld.

V.1.2. Werkgroep “technologie” Het belangrijkste agendapunt van de vergadering in oktober was de voorstelling van het registratiesysteem van Afghaanse vluchtelingen in Pakistan door het UNHCR (Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen) en de Pakistaanse nationale registratiedienst (NADRA), en de uitdagingen en problemen waarmee deze diensten geconfronteerd werden. 2,15 miljoen Afghanen werden tussen oktober 2006 en maart 2007 in Pakistan geregistreerd en in het bezit gesteld van een identiteitsbewijs. Een rapport over deze registratie is te vinden op de website van het UNHCR. V.2. GDISC Conferentie over Familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van Familiehereniging Inleiding In december 2008 werd de dienst Vreemdelingenzaken, als federale immigratiedienst, uitgenodigd op de GDISC Conferentie over Familiemigratie met bijzondere focus op het misbruik van Familiehereniging (in het kader van een schijnhuwelijk) te Wenen. De Belgische delegatie werd samengesteld door deskundigen van twee bureaus met een grote expertise in de materie, namelijk het bureau Gezinshereniging-Visa en het bureau Opsporingen. De initiële reden voor het organiseren van dit Europese seminarie was het Metock-arrest van 25 juli 2008 (C-127/08) waarbij een prejudiciële vraag werd gesteld door de High Court (Ierland) met betrekking tot de interpretatie van de Richtlijn 2004/38/EG Focus Het arrest stelt dat de gehuwde partner van een EU-onderdaan niet voordien legaal in een andere Lidstaat moet verblijven om nadien als familielid van een EU-burger een verblijfsrecht te kunnen bekomen in de Lidstaat van het familielid (gehuwde partner) De Dienst Vreemdelingenzaken heeft tijdens de conferentie een zeer belangrijke bijdrage kunnen leveren, niet alleen omwille van zijn rijke ervaring in de strijd tegen het misbruik van administratieve procedures, in het bijzonder de schijnhuwelijken, doch eveneens omwille van het ARGO-project: “Samenwerking in de strijd tegen het misbruik of het oneigenlijk gebruik van administratieve procedures van andere EU – lidstaten, dat op Belgisch initiatief in 2007 werd georganiseerd. Dit Argo-project werkte immers verschillende aanbevelingen uit die uiteindelijk via het EU-fora CIREFI en SCIFA op het agenda van de Europese Commissie werden geplaatst. Deze aanbevelingen hadden onder meer betrekking op de interpretatie van bepaalde delen van de Europese Richtlijn 2004/38/EG. De impact van een dergelijke Europese discussie is in zekere zin te meten aan de belangstelling die de Europese Raad hecht aan de verdere

Page 201: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

201

werkzaamheden en voorstellen van de Commissie in deze materie. Het vrij verkeer van personen is immers één van de fundamenten van de Europese Unie. Deelnemers Aan dit seminarie namen niet minder dan 22 landen deel: België, Bosnië, Bulgarije, Kroatië, Tsjechische Republiek, Denemarken, Estland, Finland, Duitsland, Hongarije, Ierland, Litouwen, Letland, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Slowakije, Slovenië, Zweden, Zwitserland, Verenigd Koninkrijk, Italië, GDISC Conclusies De conclusies binnen de werkgroepen van GDISC en de plenaire vergaderingen leunen dicht aan bij de eerdere conclusies van het ARGO-project. Verschillende Lidstaten zien immers hun mogelijkheden in de strijd tegen deze misbruiken verdwijnen ingevolge het Metock-arrest. De focus werd nog meer dan voordien gelegd op de strijd tegen de misbruiken en de fraudes. Inzake de preventieve acties tegen potentiële schijnhuwelijken heeft België een duidelijke voortrekkersrol. De Belgische wetgever en administratie zijn immers het verst geëvolueerd in het ontwikkelen van reglementaire en procedurele actiemogelijkheden. Herhaaldelijk werd door de Belgische delegatie het enorme belang van een uniforme multidisciplinaire aanpak onderstreept als zijnde een kritieke succesfactor in de strijd tegen het misbruik van administratieve procedures in het algemeen en schijnhuwelijken in het bijzonder. Verschillende vragen werden gesteld naar het nieuw Belgisch nationaal draaiboek “Schijnhuwelijken” Vooral het feit dat door de Belgische delegatie de betekenis werd onderstreept van een coherent Europees beleid inzake de strijd tegen de schijnhuwelijken en er werd aangedrongen op het streven naar het harmoniseren van de wetgeving van de verschillende Lidstaten, teneinde te vermijden dat fraudeurs leemten of opportuniteiten misbruiken, werd door alle deelnemers bijgetreden. Evaluatie Het project werd door de deelnemers zeer positief geëvalueerd. Een groot aantal Lidstaten ageert immers enkel repressief en ziet zijn actiemiddelen verdwijnen ten gevolge van het Metock-arrest. Verschillende delegaties werden bovendien geconfronteerd met de wettelijke en administratieve mogelijkheden die in andere Lidstaten zoals in België al bestaan. Toekomst De meeste delegaties wensten betrokken te worden in de verdere ontwikkeling van de (Europese) reglementering in de strijd tegen het fenomeen en kijken uit naar de voorstellen en de positie die de Europese Commissie zal innemen betreffende de Richtlijn 2004/38/EG. Temeer daar de Raad van Ministers heeft aangedrongen op een snelle reactie van de Commissie. V.3. International Centre for Migration Policy Development (ICMPD) De Dienst Vreemdelingenzaken heeft in 2008 actief deelgenomen aan het gezamenlijk ICMPD-Europol-Frontex project “Towards a Comprehensive Response to Mixed Migration Flows” in het kader van de dialoog “Mediteranean Transit Migration” (MTM). Deelgenomen

Page 202: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

202

werd aan de slotconferentie van dit project en aan de opvolging van een gemeenschappelijk deelproject dat een platform voor informatie-uitwisseling wil creëren tussen de Europese staten en de Arabische Staten rond de Middellandse Zee. VI. International Air Transport Association (IATA) In 1987 nam de IATA het initiatief om de IATA/CAWG (Control Authorities Working Group) op te starten, met als doel de luchtvaartmaatschappijen en de Staten bijeen te brengen, zodat ze zich kunnen buigen over de problematiek van de inadmissables en/of de onvoldoende gedocumenteerde passagiers en de hieraan verbonden boetes. Het hoofddoel van de werkgroep is om de immigratieautoriteiten en de vertegenwoordigers van de Nationale Vervoerders bijeen te brengen om gezamenlijk aanvaardbare werkovereenkomsten te bepalen, de illegale immigratie via luchtverkeer in te dijken en de noden en beperkingen aan beide zijden te erkennen. De IATA is de voorzitter van deze werkgroep sinds de oprichting. De werkvergaderingen worden om de 6 maanden gehouden. Vaak treedt een staat/luchtvaartmaatschappij op als gastheer. De grensinspectiedienst zendt telkens een afgevaardigde naar deze vergaderingen: in 2008 werden de vergaderingen achtereenvolgens Brussel en Parijs gehouden. Aangezien België dit jaar als gastland optrad werden de vergaderingen in Brussel georganiseerd door de Dienst Vreemdelingenzaken in samenwerking met Brussels Airlines.

VII. Zendingen en deelnames aan internationale conferenties VII.1. Bezoeken vanuit het buitenland In het kader van het Return Project, gefinancierd door de Europese Commissie, kwam er een Kongolese delegatie op bezoek in de maand april en de maand oktober, bestaande uit vertegenwoordigers van de Direction Générale des Migrations (DGM) en van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Tijdens hun bezoek aan België en aan een aantal andere Europese landen (Portugal, Frankrijk een Zwitserland) werd getracht een uniforme identificatieprocedure op te zetten voor illegale Kongolese onderdanen. Op 17 oktober werd te Brussel een administratief samenwerkingssakkoord (MOU) ondertekend (MOU) tussen Minister Turtelboom een de Guinese Minister Harouna Bérété, verantwoordelijk voor de Guinese gemeenschap in het buitenland. Het akkoord omvat een aantal punten waar beide landen in d etoekomst zullen samenwerken. Zo bijvoorbeeld zal er een ontradingscampagne worden georganiseerd in Guinea en zullen de lokale immigratiediensten worden gevormd door onze Federale Politie. In het voorjaar van 2008 kreeg de Dienst Vreemdelingenzaken in het kader van een IOM-project het bezoek van een groep Turkse rechters die in hun land bevoegd zijn inzake de strijd tegen de mensenhandel. Een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken en het hoofd van de Centrale Dienst Mensenhandel/Mensenhandel van de Federale Politie maakten hen wegwijs in de Belgische en Europese aanpak van de mensenhandel. Hierbij werd het Belgisch model uiteengezet inzake de strijd tegen de mensenhandel ( aanpak,

Page 203: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

203

onderzoeken, vervolgingsbeleid, bestraffing, multidisciplinaire samenwerking, bescherming van de slachtoffers, enz. ). Hierbij werd ook gewezen op de “Good Practices” terzake. Het is de bedoeling dat Turkije zich in de toekomst door dit model laat inspireren. De delegatie was zeer geïnteresseerd in het Belgisch systeem en stelde heel wat pertinente vragen. VII.2. Zendingen

Met het oog op de verbetering van de samenwerking met verschillende buitenlandse overheden, zowel in het kader van de verwijdering en de terugname van hun onderdanen als van de algemene problematiek van de migratie, werden er verschillende zendingen uitgevoerd. Zo werden er onder meer zendingen uitgevoerd naar de volgende bestemmingen : Polen : verkenningsmissie aan de Pools-Belarussische grens om een zicht te krijgen op de instroom van Tstetsjenen naar Polen, de mogelijkheid tot preventie te onderzoeken en de samenwerking met de Poolse autoriteiten te verbeteren.

DR Congo (DRC) : er werden verschillende zendingen uitgevoerd door een immigratieambtenaar in het kader van de uitvoering van de MOU. Er werd een beveiligde vlucht georganiseerd naar Kinshasa, die echter omwille van een stakingsaktie op de luchthaven van Niger, moest terugkeren naar Brussel . Guinée-Conakry : er werd een missie uitgevoerd door een immigratieambtenaar met het oog op de ondertekening van het administratief samenwerkingsakkoord. Kameroen : In het kader van de voorbereiding van een preventiecampagne, werd door 2 immigratieambtenaren een missie ondernomen naar Kameroen van 12 tot 20 november 2009.2008 Daar werden contacten gelegd met de partners van de te lanceren preventiecampagne en eveneens werden de nodige werkbezoeken afgelegd om de organisatie van de terugkeer naar Kameroen te optimaliseren Pakistan : in oktober werd op vraga van het FRONTEX-agentschap door een immigratieambtenaar deelgenomen aan een gemeenschappelijke vlucht naar Lahore. Op deze vlucht waren 10 EU-lidstaten vertegenwoordigd. Rusland : in september werd in uitvoering van de EU-overnameovereenkomst in Moskou onderhandeld door België in naam van de Benelux over het uitvoeringsprotocol (zie punt I.2.4.1., Benelux) India : eind november werd een missie ondernomen door 2 immigratieambtenaren naar Delhi en Chandigarh (hoofdstad provincie Punjab). Enerzijds was het de bedoeling voorbereidende gesprekken te voeren met de centrale en lokale autoriteiten met het oog op de preventiecampagne ter bestrijding van illegale immigratie die begin 2009 zal gevoerd worden in de Punjab-regio. Illegale immigratie naar België vanuit de Punjab regio is immers een fenomeen dat al een tijdje aansleept. Anderzijds werd de missie ondernomen om het probleem van de identificatieprocedures van illegale Indiërs aan te kaarten.

Page 204: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

204

Vietnam : In april 2008 is er een delegatie van DVZ naar Hanoi gegaan voor de tweede onderhandelingsronde voor de Memorandum of Understanding. Deze onderhandelingen verliepen zeer voorspoedig wat leidde tot de parafering van de MOU waarin provisies zijn opgenomen rond de verbeterde samenwerking inzake identificatie en terugkeer. De onderteking door Minister Turtelboom en Ambassadeur Nguyen gebeurde op 19/01/2009. Met dit akkoord kunnen Vietnamezen op een efficiënte manier worden teruggestuurd naar Vietnam. VII.3. Seminaries en conferenties Door de Dienst Vreemdelingenzaken werd ook actief deelgenomen aan diverse seminaries en conferenties :

- ASEM-conferentie ( jaarlijkse periodieke samenkomst Aziatische en Europese

migratiediensten landen met Europese lidstaten/periodieke bijeenkomst) (Parijs, 17-18 november 2008);

- Conferentie Liaisontreffen (Duitsland Nürnberg : 25-27 juni en 17-19 december 2008) – uitwisseling informatie met Duitse liaisons gedetacheerd in andere EU-lidstaten

- Conferentie Clearungstellen – Duitse identificatiediensten (Hamburg, 24-25 juni 2008; Veitshöchheim, 03-05 november 2008) – uitwisseling informatie betreffende identificatie- en terugkeerprocedures van illegalen

VIII. Projecten met het Directoraat-generaal voor ontwikkelingssamenwerking De Dienst Vreemdelingenzaken (Cel Immigratieambtenaren) beheert samen met het Directoraat-generaal voor Ontwikkelingssamenwerking een budget ter preventie van illegale immigratie via projecten van migratie en ontwikkeling. De projecten worden uitgevoerd door de IOM en andere organisaties die actief zijn op het gebied van de migratie (zoals het UNHCR en het ICMPD). In het jaar 2008 werden de volgende projecten goedgekeurd : Bijdrage aan tweede Global Forum for Migration and Development, Manila - Het IOM project “Assisted voluntary return and reintegration in their countries of origin of

irregular migrants stranded in Morocco” - Het IOM project Preventing irregular migration of Congolese girls and women from

Tshangu and Mont Amba districts in Kinshasa through Community stabilization activities IX. EU-projecten De Dienst Vreemdelingenzaken heeft verder in 2008 een Europees project uitgevoerd: een een RETURN project inzake de uitbouw of verbetering van een effectieve, stabiele en duurzame samenwerking met de DR Congo op het gebied van terugkeer. Het project beoogt de intensivering van de samenwerking tussen vier Europese lidstaten (België, Ierland, Portugal en Frankrijk), Zwitserland, het Congolese Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Algemene Directie voor Migratie, inzake identificatie en terugkeer van Kongolezen in onregelmatig verblijf. In 2008 zijn er twee Kongolese delegaties gekomen naar de

Page 205: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

205

deelnemende lidstaten en is er technische assistentie verleend. Het project loopt nog tot juli 2009. Dit project kadert in de intensieve samenwerking die de Dienst Vreemdelingenzaken samen met de Kongolese autoriteiten wenst voort te zetten en zelfs verder uit te bouwen. Zo werden er projecten gefinancierd om de Direction Générale de Migration uit te rusten en grenscontroleposten op te zetten, werden er preventiecampagnes gevoerd en opleidingen gegeven aan ambtenaren van de grenscontrole. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft zijn kandidatuur gesteld om partner te worden in een Europees Twinning Project in Bulgarije en werd gekozen als beste partner. Concurrenten waren Nederland, Frankrijk en Griekenland. De EU Commissie zal een bedrag van 600.000 euro ter beschikking stellen om de Bulgaarse Immigratiedienst gedurende één jaar te helpen op volgende gebieden : de implementatie van de nieuwe EU richtlijnen inzake toelating en de procedures en gebruiken inzake interceptie en verwijdering. Een ambtenaar van de Dienst Vreemdelingenzaken zal in 2009 een jaar als Resident Twinning Advisor werken in Sofia. Anderen zullen voor korte missies naar Bulgarije vertrekken om seminaries te organiseren, te helpen bij intercepties en speciale vluchten, om interne instructies te ontwikkelen en die via training te laten kennen in alle regionale eenheden van de Bulgaarse migratiedienst. Ook zullen Bulgaarse collega’s de Dienst Vreemdelingenzaken komen bezoeken. Dit project is een bijdrage aan de versterking van immigratiediensten in de nieuwe EU lidstaten en vooral aan die landen die aan de Schengen buitengrens liggen. X. Preventieprojecten In 2008 heeft de Dienst Vreemdelingenzaken drie projecten gefinancierd ter preventie van illegale migratie. De projecten werden uitgevoerd door IOM. In Senegal bestaat er een schrijnend probleem van families uit de kustdorpen waarvan leden zich op zee wagen richting Canarische eilanden om illegaal de Schengenzone proberen binnen te komen. Het Senegal project is een financiering van een groter project in de streek rond Dakar met volgende activiteiten : preventie, steun aan gebroken families en stabilisatie van bevolking. Illegale immigratie naar België vanuit het noorden van de Punjab is een fenomeen dat al een tijdje aansleept. Het Indië project beoogt de organisatie van een gerichte preventiecampagne vooral in het district Jallandar samen met een actie van de Dienst Vreemdelingenzaken om de autoriteiten van het district aan te moedigen om illegale migratie tegen te gaan en contacten te leggen om identificatie van illegale Indiërs uit die streek te verhogen. Illegale migratie uit Kameroen heeft recentelijk meer vormen aangenomen: misbruik van studies, gezinshereniging, vervalsingen van visa. Daarnaast bestond er al een relatief hoge instroom van asielzoekers naar België. Het Kameroen project zal een preventiecampagne uitvoeren gericht op groepen die voornamelijk deze kanalen gebruiken (studenten, Engelstalige bevolking, alleenstaande vrouwen).

Page 206: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

206

HOOFDSTUK X

DE DIENST VREEMDELINGENZAKEN IN DE MEDIA

Page 207: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

207

I. Werking van de Persdienst De Persdienst is het communicatiepunt van de Dienst Vreemdelingenzaken. Twee woordvoersters, een Nederlandstalige en een Franstalige, verzorgen de communicatie met zowel de geschreven als de gesproken pers. Ze werken onder de directe verantwoordelijkheid van de Directeur-generaal en vervullen hun functie volgens hun respectieve taalrol.

De werking van de DVZ wordt vaak ten onrechte gehekeld in de media. De Persdienst zorgt er dan ook steeds voor dat de standpunten van de DVZ op een coherente en adequate manier worden vertolkt. Om zijn taak zo correct mogelijk te kunnen vervullen, staat de Persdienst in nauw contact met de verschillende uitvoeringsbureaus die rechtstreeks betrokken zijn bij het door de pers behandelde onderwerp en met de externe partners, zoals de Federale Politie, het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, Fedasil, enz. Deze instanties dragen bij tot een efficiënte werking van de Persdienst, onder meer door de briefing van de woordvoersters over het beleid dat in de diensten wordt gevolgd en over gebeurtenissen of feiten die kunnen leiden tot de mediatisering van een bepaald dossier. Verder volgt de Persdienst de actualiteit op het gebied van vreemdelingenzaken op de voet. De Directeur-generaal wordt dagelijks ingelicht over belangrijke krantenartikels of reportages. De communicatiestrategie bij incidenten wordt in overleg met de Directeur-generaal bepaald. Bij politiek erg gevoelige vragen wordt de inhoudelijke communicatiestrategie in nauw overleg met het kabinet van de Minister van Migratie- en Asielbeleid, Annemie Turtelboom bepaald. De Persdienst staat nooit stil. Ook intern kan men rekenen op de input van de twee communicatieattachés. Zo ondersteunt de Persdienst verschillende projecten waarin communicatie centraal staat. De persdienst neemt ook zelf het initiatief om projecten ter verbetering van de externe communicatie op te starten. Het opstarten van een werkgroep voor de nieuwe opmaak van de website is daar een voorbeeld van. De woordvoerders van de DVZ maken deel uit van het algemene communicatienetwerk van de Federale Overheid. Hiervoor nemen zij deel aan de maandelijkse vergaderingen van de Communicatiedienst van de FOD Binnenlandse Zaken (COMMnet). Op deze COMMnet–vergaderingen worden nieuwe initiatieven en acties van interne en externe communicatie voor de gehele FOD uitgedacht.

Page 208: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

208

II. Een terugblik op de belangrijkste gebeurtenissen voor de pers- en communicatiedienst in 2008 Allereerste minister van Migratie- en Asielbeleid sinds maart 2008 Sinds maart 2008 is Annemie Turtelboom de allereerste minister van Migratie- en Asielbeleid. Voordien viel deze bevoegdheid onder de minister van Binnenlandse Zaken. De minister van Migratie- en Asielbeleid heeft de voogdij over de Dienst Vreemdelingenzaken, het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en staatlozen en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Eisen bovenop kranen Sinds de benoeming van een minister die verantwoordelijk is voor het Migratie- en Asielbeleid, in het kader van de regering Leterme 1, eisen verschillende groepen illegalen zo niet een collectieve regularisatie van alle illegalen, dan toch op zijn minst duidelijke en objectieve regularisatiecriteria. Verschillende vreemdelingen klimmen op bouwkranen in Brussel, in een poging om « papieren » te bekomen. In de audiovisuele pers wordt er veel aandacht besteed aan deze spectaculaire acties. Zelfmoord in Merksplas Vorig jaar, op 1 mei 2008, pleegde de Kameroener Ebenizer Folefack Sontsa zelfmoord in het Centrum voor Illegalen te Merksplas (CIM). Een aantal dagen voordien werd een poging ondernomen om de betrokkene, met een escorte, te repatriëren. De repatriëring werd omwille van verzet door Folefack en de houding van enkele medepassagiers afgebroken. Het dossier van de heer Folefack werd uitgebreid besproken in de nationale pers. De advocaat en sommige vrienden van de betrokkene zijn uitgebreid aan bod gekomen in de pers, die de emotionele kant van de situatie snel heeft geëxploiteerd. Hoewel het dossier correct werd opgevolgd, werd DVZ hierbij op een uiterst negatieve manier geviseerd. Minister van Migratie- en Asielbeleid Annemie Turtelboom reikt de nieuwe elektronische vreemdelingenkaarten uit Op donderdag 3 juli 2008 vond in de gemeente Retie een persconferentie plaats waarop de Minister van Migratie- en Asielbeleid Annemie Turtelboom de nieuwe elektronische vreemdelingenkaarten uitreikte. Daarmee gaf de Minister het startsein voor de veralgemeende invoering van deze nieuwe kaarten in heel België. Tijdens een succesvolle pilootfase in Antwerpen, Ukkel, Tubize en Kelmis werden ongeveer 30.000 nieuwe kaarten afgeleverd. Met de veralgemeende uitreiking zullen zo’n 760.000 vreemdelingen voortaan over gelijkaardige mogelijkheden kunnen beschikken als de 7,5 miljoen Belgen die reeds een elektronische identiteitskaart (eID) ontvingen. Met dit project was België opnieuw internationaal koploper inzake eID-toepassingen. De elektronische kaarten voor vreemdelingen dragen bij tot administratieve vereenvoudiging. Door het moderniseren van de kaart (met ingebouwde chip) is deze kaart ook een handig instrument in de strijd tegen fraude en criminaliteit.

Page 209: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

209

Regularisatie van de illegalen Gedurende de hele zomer van het jaar 2008 ontstonden belangrijke bewegingen die duidelijke regularisatiecriteria (voorzien in de beleidsnota van de regering) eisen. Verschillende kerken, maar ook het Huis van Latijns-Amerika en gebouwen van de ULB, werden bezet door verschillende illegalen. Op verschillende plaatsen werden hongerstakingen gehouden. In Brussel werden meerdere bouwkranen bezet. Belangrijke politieversterkingen werden ingezet. België, een democratisch land, kan niet toegeven aan die drukmiddelen. Deze boodschap werd voortdurend herhaald door de Directeur-generaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, die in contact blijft staan met de verschillende actoren op het terrein, om een oplossing te vinden die voor iedereen aanvaardbaar is, waarbij tegelijkertijd de geldende reglementering wordt gerespecteerd. Bezoek Minister en De Knop Op 24 juni 2008 bracht onze Minister, Annemie Turtelboom, een bezoek aan de Dienst Vreemdelingenzaken. Bij haar aankomst werd ze opgewacht door de Directeur-generaal en de adviseurs-generaal. De Minister en haar gezelschap kregen een presentatie over de werking en de organisatie van de Dienst Vreemdelingenzaken. Nadien volgde een bezoek aan de ICT-serverzaal en een rondleiding langs de verschillende uitvoeringsbureaus op de nieuwe verdiepingen. Drie weken later, op 17 juli, mocht de DVZ de voorzitster van het directiecomité, mevrouw Monique De Knop, ontvangen. Ook zij kreeg een rondleiding bij de verschillende diensten. Zaak Rothman Salazar De vasthouding van Rothman Salazar, een jonge Ecuadoraan (19 jaar), in het Centrum 127 Bis en zijn repatriëring naar Quito op 30 augustus 2008 hebben tot verschillende reacties in de (nationale en internationale) media geleid. In tegenstelling tot wat in de geschreven pers meermaals werd gezegd of gesuggereerd heeft de Dienst Vreemdelingenzaken in het kader van dit dossier geen blijk gegeven van hardnekkigheid of koppigheid. Na zijn aankomst in het Centrum 127 Bis heeft Rothman Salazar van alle wettelijke beroepsmiddelen gebruik gemaakt om zijn repatriëring te verhinderen (Raad voor Vreemdelingenbetwistingen, Raad van State, Raadkamer en rechtbank van eerste aanleg van Brussel). Al deze rechtbanken hebben een uitspraak gedaan en waren van mening dat de beslissing tot repatriëring niet moest worden opgeschort. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft zich aan de gerechtelijke beslissingen gehouden en heeft laten overgaan tot een grondig medisch onderzoek van de betrokkene, die een regularisatie om gezondheidsredenen eiste. In tegenstelling tot wat de pers beweerde moet de Dienst Vreemdelingenzaken onder andere elk individueel dossier objectief behandelen, en de reglementering daarbij strikt toepassen (wat in dit geval gedaan werd).

Page 210: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

210

In de Franstalige pers werd er veel aandacht besteed aan de zaak Salazar en deze zaak heeft aanleiding gegeven tot verschillende radio- en televisiedebatten (Quand les jeunes s’en mêlent op RTBF 1…). Brand in het Centrum 127 Bis Eind augustus 2008 hebben een aantal bewoners van het Centrum 127 Bis ’s nachts brand gesticht op verschillende plekken. De hulpdiensten en de brandweer zijn snel tussenbeide gekomen, en er zijn noch onder de bewoners, noch onder de personeelsleden slachtoffers gevallen. Het Centrum moest gedeeltelijk geëvacueerd worden. De schade was aanzienlijk. De Minister van Migratie- en Asielbeleid heeft het Centrum bezocht. De media kregen de toestemming om de geteisterde lokalen te filmen en die te fotograferen. Open huizen te Zulte In oktober 2008 werden de eerste huizen in Zulte geopend. Nadien zouden de huizen in Tubbeke volgen. Het project kreeg veel mediabelangstelling. Zo organiseerden het kabinet en DVZ op 22 oktober een persontbijt waarop verschillende journalisten werden uitgenodigd. Nadien konden ze een bezoek brengen aan de huizen en konden ze spreken met de bewoners en de coaches. Het nieuwe project werd positief, maar toch kritisch onthaald in de pers. Zelfmoord in het gesloten centrum van Vottem Op 12 oktober heeft een Servische onderdaan van Montenegro zelfmoord gepleegd in een ziekenkamer van het Centrum van Vottem. De betrokkene heeft zich met zijn beddenlakens opgehangen aan de lijst van de deur van het toilet. Veiligheidsambtenaren en een verpleegster hebben onmiddellijk, zonder succes, een hartmassage uitgevoerd. Volgens de magistraat van wacht was het niet nodig om het Parket ter plaatse te sturen, aangezien de omstandigheden van het overlijden niet verdacht waren. Problematiek van de illegalen In de loop van het jaar 2008 werd men, in verschillende vormen, verder geconfronteerd met deze problematiek. De belangrijkste gebeurtenissen waren echter de hongerstakingen, waarvan sommige meer dan 60 opeenvolgende dagen geduurd hebben, op verschillende plaatsen. Deze grootschalige gebeurtenissen hebben natuurlijk de aandacht van de nationale en internationale pers getrokken. Na een gerechtelijke beslissing heeft de gemeente Elsene in november illegalen laten verwijderen uit het Electrabelgebouw, dat niet aangepast is en niet aan de minimale veiligheidsvoorwaarden voldoet om een grote groep, met vrouwen en kinderen, te herbergen.

Page 211: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

211

Consulaire avond Op donderdag 20 november 2008 hield de Dienst Vreemdelingenzaken traditiegetrouw een receptie waarop de vertegenwoordigers van de diplomatieke en consulaire posten in België werden uitgenodigd. Natuurlijk waren ook andere belangrijke partners in het kader van de terugkeerproblematiek van de partij. In totaal woonden zo’n 350 mensen deze avond bij. De kennismaking verliep gezellig bij een lekker hapje en een overheerlijk glaasje wijn. Air Carriersnight Op 12.12.2008 werd door de Directeur-Generaal voor de eerste keer een "Sky Border Event" georganiseerd. In totaal waren er een 130-tal genodigden, onder wie vertegenwoordigers van de verschillende luchtvaartmaatschappijen met zetel in België, de Federale Politie van de luchthavens en de diensten van de DVZ. Het opzet was om de mensen die dagelijks met elkaar in contact staan m.b.t. de terugkeer van personen samen te brengen, om de onderlinge relaties te verbeteren en verder te ondersteunen. Dit initiatief werd door allen hartelijk ontvangen en resulteerde in een gezellig samenzijn waar door iedereen op een ontspannen manier van gedachten kon gewisseld worden. Gezien het succes van dit event is het zeker vatbaar voor herhaling in 2009. Turtelboom investeert in humanisering gesloten centra Minister van Migratie Annemie Turtelboom hield op vrijdag 12 december 2008 om 10u00, samen met Freddy Roosemont, Directeur-generaal van Vreemdelingenzaken, een persconferentie over de humanisering van de gesloten centra. De minister en de Directeur-generaal verstrekten toelichting bij het bedrag van ruim 1 miljoen euro dat in 2009 is voorzien voor de humanisering van de gesloten centra voor illegale immigranten. De media werden uitgenodigd in het repatriëringscentrum 127 bis in Steenokkerzeel. Na een briefing volgde er een rondleiding langs de bouwwerken in het centrum, onder meer langs de zalen die eind augustus zwaar vernield werden na een brandstichting. Tijdens de rondleiding konden ook interviews worden afgenomen.

Page 212: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

212

HOOFDSTUK XI

Het documentatiebeheer van de DVZ

Page 213: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

213

I. Bibliotheek De Dienst Algemene Documentatie stelt algemene dossiers met betrekking tot de vreemdelingenreglementering samen, bewaart ze en stelt ze elektronisch ter beschikking aan de personeelsleden. In de bibliotheek van deze dienst, die ter beschikking staat van het personeel, kunnen boeken, tijdschriften en naslagwerken worden uitgeleend of geraadpleegd. Naast de opzoekingen voor de ambtenaren van de Dienst Vreemdelingenzaken zoekt de Dienst Algemene Documentatie ook documenten voor externe cliënten op (andere FOD’s of diensten, gemeentebesturen, politiediensten, privé-personen, studenten, onderzoekers,…). Het Documentatiecentrum bezit 335 monografieën en wetboeken die hoofdzakelijk over het vreemdelingenrecht handelen. In samenwerking met het Studiebureau worden artikels uit 9 juridische tijdschriften geselecteerd en ter beschikking gesteld aan geïnteresseerde personen.

II. Websites van de DVZ Er zijn verschillende sites : Op de DOFI-website (www.dofi.fgov.be) stelt de DVZ zich voor aan het publiek (doelstelling, organogram, contactpersonen,…). Men vindt er de geldende wetgeving met betrekking tot de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Meer dan 200 gecoördineerde teksten worden ter beschikking gesteld. Via de DOFI-site kunnen de betrokken personen ook de evolutie van de behandeling van hun visumaanvraag volgen. De statistieken met betrekking tot het asiel, de niet-begeleide minderjarigen, de termijn voor de behandeling van de visumaanvragen en de buitenlandse bevolking staan ook op de website. Op de site vindt men ook verklarende fiches over de verschillende visumtypes, evenals een asielbrochure. Via een beveiligde toegang kan men toegang krijgen tot de “GEMCOM”-site die voorbehouden is aan de gemeentebesturen en de politiediensten. De site bevat specifieke informatie voor de geprivilegieerde partners. De wetgeving en de bijlagen worden on line ter beschikking gesteld. Verklarende fiches over de materie en specifiekere statistieken worden ook ter beschikking gesteld aan onze partners.

Page 214: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

214

HOOFDSTUK XII

BIJLAGEN

Page 215: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

215

I. Huidig organogram Dienst Vreemdelingenzaken

Page 216: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

216

II. Juridische bronnen De wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en haar koninklijk uitvoeringsbesluit van 8 oktober 1981 weerspiegelen het immigratiebeleid en zijn regelgevend voor deze materie. Deze wet werd natuurlijk reeds meermaals gewijzigd, enerzijds om de evolutie in de immigratiepolitiek te kunnen volgen, en anderzijds om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met richtlijnen uitgaande van de instellingen van de Europese Gemeenschappen en de Europese Unie, en met de draagwijdte van internationale verdragen die België binden (Schengen, Dublin, ...). De wet van 15 december 1980, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 31 december 1980 is in voege getreden op 1 juli 1981 (artikel 95). De Duitse vertaling verscheen in het Belgisch Staatsblad van 11 november 1982, de Engelse en Italiaanse vertaling verschenen in het Belgisch Staatsblad van 27 april 1983. 1. De wet van 15 december 1980 De wet van 15 december 1980 werd in het jaar 2008 gewijzigd door : - de wet van 22/12/2008 houdende diverse bepalingen (BS 29/12/2008) artikelen 17 en

18 Zij moet bij de toepassing rekening houden met : 1° de herstelwet houdende sociale bepalingen van 22 januari 1985 (BS 24/01/1985)

gewijzigd bij wet van 7 november 1987 (BS 17/11/1987); 2° het koninklijk besluit van 13 juli 1992 (BS 15/07/1992); 3° het koninklijk besluit van 31 december 1993 (BS 01/01/1994); 4° de Benelux-akkoorden (BS 19/09/1960 en 11/04/1960) België, Nederland en Luxemburg; 5° de Europese Unie (EEG nieuwe benaming sedert 01/11/1993)

- 6 landen (25/03/1957) Benelux, Duitsland, Frankrijk en Italië

- 9 landen (01/01/1973) Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken

- 10 landen (01/01/1981) Griekenland

- 12 landen (01/01/1986) Spanje en Portugal - 15 landen (01/01/1995) Oostenrijk, Finland en Zweden - 25 landen (01/05/2004)

Cyprus, Malta, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Letland, Slovenië, Polen, Hongarije, Litouwen en Estland;

- 27 landen (01/01/2007) Bulgarije en Roemenië

Page 217: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

217

6° de Europese Economische Ruimte - EU-landen, Noorwegen, IJsland en Lichtenstein; - KB 11/03/1994 (BS 30/03/1994); 7° de Schengen-Akkoorden van 14 juni 1985 tussen de Benelux-landen, Duitsland en

Frankrijk (BS 29/04/1986) en de Uitvoeringsovereenkomst van dit Akkoord, ondertekend op 19 juni 1990 (wet 18/03/1993 – BS 15/10/1993).

Achteraf ondertekenden Italië, Spanje, Portugal, Griekenland, Oostenrijk, Finland, Zweden en Denemarken de Conventie. Het Akkoord is van toepassing:

- sedert 26 maart 1995 voor België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk,

Spanje en Portugal;

- sedert 26 oktober 1997 voor Italië; - sedert 1 december 1997 voor Oostenrijk;

- sedert 8 december 1997 voor Griekenland;

- sinds 12 december 2008 voor Zwitserland.

8° de wet van 11 mei 1995 houdende goedkeuring van de overeenkomst betreffende de

vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat bij één van de lidstaten van de Europese Gemeenschappen wordt ingediend, gedaan te Dublin op 15 juni 1990, te Rome op 7 december 1990 en te Luxemburg op 13 juni 1991 (BS 30/09/1995).

- sedert 1 september 1997 voor België, Nederland, Luxemburg, Duitsland, Frankrijk,

Portugal, Spanje, Italië, Griekenland, Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken;

- sedert 1 oktober 1997 voor Oostenrijk en Zweden;

- sedert 1 januari 1998 voor Finland;

9° de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op het grondgebied van het Rijk (BS 10/01/2000 - errata BS 02/02/2000);

10° de wet van 30 januari 2002 houdende instemming met de Overeenkomst tussen de

Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds, over het vrije verkeer van personen, gedaan te Luxemburg op 21 juni 1999 (BS 17/09/2002).

Zij vindt ook nog haar uitwerking in andere beschikkingen : 1° de wetgeving en reglementering met betrekking tot de controle van de reizigers

- de wet van 17 december 1963 – het KB van 20 mei 1965 (BS 26/05/1965) - de wet van 30 april1970 (BS 06/06/1970) – het KB van 29 oktober 1971 (BS

04/11/1971);

2° wetgeving van de Belgische nationaliteit

- de wet van 28 juni 1984 (BS 12/07/1984)

Page 218: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

218

- de wet van 22 mei 1991 (BS 06/07/1991) - de wet van 13 juni 1991 (BS 03/09/1991) - de wet van 6 augustus 1993 (BS 24/09/1993) - de wet van 13 april 1995 (BS 10/06/1995) - de wet van 22 december 1998 (BS 06/03/1999)

3° de wetgeving en reglementering met betrekking tot de gemeentelijke bevolkingsregisters

- de wet van 19 juli 1991 (BS 03/09/1991); 4° de reglementering met betrekking tot het verblijf van bevoorrechte vreemdelingen

- het KB van 30 oktober 1991 (BS 17/12/1991);

5° de wet van 8 augustus 1983 op het nationaal register (BS 21/04/1984); 6° de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt (BS 22/12/1992); Rijkswacht, Gemeentepolitie, Zeevaartpolitie dienen toezicht uit te oefenen op:

- de wettelijke bepalingen in verband met binnenkomst, verblijf, vestiging en verwijdering van vreemdelingen;

- het persoonlijk gedrag; 7° de reglementering met betrekking tot het uitoefenen van een activiteit

- de wet van 30 april 1999 betreffende tewerkstelling van buitenlandse werknemers (BS 21/05/1999);

- het KB van 9 juni 1999 houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 (BS 26/06/1999);

8° de reglementering met betrekking tot het uitoefenen van een zelfstandige activiteit

- het KB van 2 augustus 1985 (BS 24/09/1985) houdende uitvoering van de wet van 19 februari 1965 betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteit der vreemdelingen;

9° de wetgeving met betrekking tot de openbaarheid van bestuur

- de wet van 11 april 1994 (BS 30/06/1994) - het KB van 23 juni 1994 (BS 30/06/1994)

2. Het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 en haar wijzigingen Het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (BS 26/10/1981) werd in het jaar 2008 gewijzigd door : 1° het koninklijk besluit van 07/05/2008 (BS 13/05/2008); 2° het koninklijk besluit van 22/07/2008 (BS 29/08/2008); 3° het koninklijk besluit van 24/12/2008 (BS 31/12/2008).

Page 219: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

219

III. Omzendbrieven die in het jaar 2008 werden gepubliceerd

DATUM BS TITEL 26-09-2008 31-10-2008 Omzendbrief inzake de invoering van een multidisciplinaire

samenwerking met betrekking tot de slachtoffers vanmensenhandel en/of van bepaalde zwaardere vormen vanmensmokkel

25-07-2008 13-08-2008 Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 23 april 2004betreffende de fiche “niet-begeleide minderjarige vreemdeling“

IV. Afkortingen en letterwoorden ACE Access, Control and Enforcement, Toegang, controle en uitvoering van

maatregelen AD Algemene Directie ADIV Algemene Dienst voor Informatie en Veiligheid

(FOD Landsvedediging) AENEAS Programma voor financiële en technische bijstand aan derde landen op het

gebied van migratie en asiel AGG Antiterroristische Gemengde Groep AI attest van immatriculatie ANAPEC Agence Nationale pour la Promotion de l'Emploi et des Compétences,

Nationaal Agentschap voor Arbeid en Competentiepromotie (Marokko) ANG Algemene Nationale Gegevensbank ASEM Asia-Europe Meeting AU Afrikaans Unie AV aankomstverklaring BAMF Bundesamt für Migration und Flüchting, Federale dienst voor migratie en

vluchtelingen (Duitsland) BGV bevel om het grondgebied te verlaten BIA Border & Immigration Agency, Agentschap voor de controle aan de grenzen

en de immigratie BIB Bureau Internationale Betrekkingen BioDev Biometrics Data Experimented in Visas, biometrische kenmerken op visa BIVR bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister BNL Benelux BS Belgisch Staatsblad BSC Balanced scorecards CAWG Control Authorities Working Group CGVS Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen CI Centrum voor Illegalen CIB Centrum voor Illegalen Brugge CID Identificatiecel CIM Centrum voor Illegalen Merksplas CIREFI Informatie-, overleg- en uitwisselingscentrum inzake grenzen en immigratie

Page 220: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

220

CIV Centrum voor Illegalen Vottem COREPER Comité van Permanente Vertegenwoordigers

(van de Lidstaten) CSB Centraal Signalement Bulletin CTL Dienst Controle gemeenten DEPA deportee accompanied DEPU deportee unaccompanied DGM Direction générale de Migration DGUSM Directoraat-generaal Uitvoering van Straffen en Maatregelen (FOD Justitie) DID Identificatiecel Opgeslotenen DIMONA déclaration immédiate – onmiddellijke aangifte DNA desoxyribonucleic acid

(desoxyribonucleïnezuur) DRC Democratische Republiek Congo DV Dienst Voogdij DVZ Dienst Vreemdelingenzaken EEG Europese Economische Gemeenschap EER Europese Economische Ruimte EG Europese Gemeenschap EHRM Europees Hof voor de Rechten van de Mens eID elektronische identiteitskaart EMN Europees Migratie Netwerk

(EMN: European Migration Network) EPN European Patrols Network, Europees Patrouillenetwerk EU Europese Unie Eurosur Europees grensbewakingssysteem EVRM Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens FAL-conventie

Facilitation of International Maritime Traffic

FOD Federale Overheidsdienst FRONTEX Europees Agentschap voor het beheer van de operationele samenwerking

aan de buitengrenzen van de Lidstaten van de Europese Unie FYROM Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië GCI gemeenschappelijke consulaire instructies GDISC General Directors’ Immigration Services Conference, conferentie van

directeuren-generaal van immigratiediensten GFMD Globale Forum over Migratie en Ontwikkeling GH Gezinshereniging GID Grensinspectiedienst IAMM Informatie- en analysecentrum mensenhandel en mensensmokkel IATA International Air Transport Association ICMPD International Centre for Migration Policy Development, internationaal

centrum voor de ontwikkeling van migratiebeleid ICMPD International Centre for Migration Policy Development IGC Intergovernmental Consultations on Asylum and Migration

Page 221: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

221

ILO Immigration Liaison Officer, immigratie-verbindingsofficier IMO Internationale Zeevaartorganisatie INAD inadmissible passenger (passagier die niet mag worden toegelaten) IND Immigratie- en Naturalisatiedienst (Nederland) IOM Internationale Organisatie voor Migratie IVRK Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind KB koninklijk besluit KLM Koninklijke Luchtvaart Maatschappij KPI kritieke prestatie indicatoren LAC Latijns-Amerikaanse landen en landen in het Caribisch gebied LI Langdurig Ingezetene LIMOSA Landenoverschrijdend Informatiesysteem ten behoeve van

Migratieonderzoek bij de Sociale Administratie LP laissez-passer LPA Luchtvaartpolitie LS Lidstaat MB ministerieel besluit MBT ministerieel besluit tot terugwijzing MFA Ministry of Foreign Affairs MH mensenhandel MINTEH minderjarige, slachtoffer van mensenhandel MMZ Migratie over de Middellandse Zee MOU Memorandum of Understanding (protocolakkoord) MPM Moderniseringsprojecten MPS Ministry of Public Security MVV machtiging tot voorlopig verblijf NADRA Pakistaanse nationale registratiedienst NAPTIP National Agency for Prohibition and Trafficking in Persons and Other

Related Matters, Nationaal Agentschap voor het bestrijden van mensenhandel en andere verwante materies

NAVO Noord-Atlantische Verdragsorganisatie NBMV niet-begeleide minderjarige vreemdeling NCP Nationaal Contactpunt NG North Gate NGO niet-gouvernementele organisatie NTC niet-terugleidingsclausule OCAD Orgaan voor de Coördinatie en de Analyse van de Dreiging OCMW Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn OFO Opleidingsinstituut van de Federale Overheid OOC Oriëntatie en Observatie Centra P&O Personeel en Organisatie PECO Landen van Midden- en Oost- Europa RAV Raad van Advies voor Vreemdelingen RC Repatriëringscentrum RC 127bis Repatriëringscentrum 127bis

Page 222: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

222

REAB Return and Emigration of Asylum Seekers Ex Belgium, Terugkeer en Emigratie van Asielzoekers vanuit België

RIB Recherche- en Informatieblad (vroeger CSB: Centraal Signalement Bulletin)

RK Raadkamer RR Rijksregister RVV Raad voor Vreemdelingenbetwistingen SCIFA Strategic Committee on Immigration, Frontiers and Asylum SIS Schengen Informatie Systeem SMEX sans moyens d’existence, zonder bestaansmiddelen SNBA SN Brussels Airlines SPOC Single Point of Contact, centraal aanspreekpunt STEAM Stressteam

(team voor stressbeheer) SUO Schengen Uitvoeringsovereenkomst T Transfer TBV visum met beperkte territoriale geldigheid TC Transitcentrum TC 127 Transitcentrum 127 TVL transitvisum voor luchthavens UNHCR United Nations High Commissioner for Refugees, Hoog Commissariaat van

de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen UNMIK United Nations Interim Administration Mission in Kosovo VBC Vaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen VDNL Veiligheidsdetachement van de Nationale Luchthaven VIS Visa Information System VISION Visa Inquiry Open-border Network

(open grenzen netwerk over visuminformatie) VN Verenigde Naties

(UNO: United Nations Organization) WTC World Trade Center

Page 223: Activiteitenrapport 2008 NL - IBZ · HOOFDSTUK IV : 2008, WERKELIJKE ONTWIKKELING EN PERCEPTIE : DE HUMANITAIRE REGULARISATIE VAN VERBLIJF I. Realiteit en perceptie 49 II. Van 1999

223

V. Adressen

World Trade Center, Tower II Antwerpsesteenweg 59 B

1000 Brussel Algemeen telefoonnummer 02/793.95.00

HELPDESK Tel. : 02/793.80.00 Fax : 02/274.66.91

E-mail : [email protected]

www.dofi.fgov.be