Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor...

107
2011/2012 Lerarenopleiding 2 e graad Maatschappijleer | L.J.M. Coppelmans Hoe kan ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, ontwikkelen voor burgerschap op het ACTIEONDERZOEK

Transcript of Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor...

Page 1: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

2011/2012

Lerarenopleiding 2e graad Maatschappijleer | L.J.M. Coppelmans

Hoe kan ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, ontwikkelen voor burgerschap op het MBO?

ACTIEONDERZOEK

Page 2: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Colofon

L.J.M. CoppelmansPastoor Rieterstraat 616002 CB WeertTel. 0652122998E-mail: [email protected]

© 2012, Weert, L.J.M Coppelmans

Alle rechten voorbehouden. Niets uit dit document mag worden verveelvoudigd en/ofopenbaar gemaakt. Op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

2

Page 3: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Inhoudsopgave

Aanleiding..........................................................................................4Inleiding.............................................................................................6

1. De verkenning1.1 De verkenning (literatuurstudie)...................................................81.2 Interviews experts & studenten...................................................201.3 Resultaat: Analyseschema...........................................................241.4 Productevaluatie: opdracht vitaal burgerschap.............................261.5 Conclusie: onderzoek...................................................................29

2. De verbeteracties2.1 De verbeteracties........................................................................312.2 Productevaluatie: opdracht politiek-juridisch................................362.3 Feedback van experts en studenten op het format en werken met de opdracht..........................................................................................402.4 Conclusie: verbeteracties.............................................................43

3. Reflectie3.1 Reflectie.....................................................................................45

Literatuur.........................................................................................48Bijlagen............................................................................................50

3

Page 4: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Aanleiding Leren, loopbaan en burgerschap op ROC EindhovenOp ROC Eindhoven, afdeling Economie, Administratie en ICT (EAI), blijft men innoveren ten opzichte van Leren Loopbaan Burgerschap (LLB). Enerzijds komt dit doordat het al een hele tijd onrustig is rond burgerschap op het MBO in Nederland door de komst van een vernieuwd brondocument voor LLB en nieuwe kwalificeringeisen vanuit de overheid. Anderzijds komt dit doordat de afdeling Economie, Administratie en ICT streeft naar meer eenduidigheid tussen de verschillende opleidingen.

ROC Eindhoven afdeling EAI wil vanaf 2011 naar een clusterbrede aanpak, omdat door samenwerking er meer voor elkaar gekregen kan worden. Dit zorgt voor een grote verandering en vele innovatiemogelijkheden. In de wandelgangen leeft het verhaal dat er bezuinigd moest worden en dat er uren van LLB geschrapt moesten worden clusterbreed. Hierdoor is er een nieuwe visie ontwikkeld ten aanzien van LLB en zijn de klassikale uren geschrapt bij de niveau 3 en niveau 4 opleidingen. Niveau 2 krijgt nog maar 1 uur in de week LLB. Ook gaat er een ontwikkeling plaatsvinden dat er 50% geïntegreerd wordt vanaf cohort 2012/2013. Hoe de integratie wordt vormgegeven is nog niet duidelijk.Eind 2010 is de BuCo(Burgerschap Competenties) sectie begonnen aan de nieuwe ontwikkelingen. Door deze ontwikkelingen moeten er nieuwe opdrachten ontworpen worden voor burgerschap op ROC Eindhoven EAI. Dit actieonderzoek is gericht op het ontwerpen van goede afsluitende toetsen, in de vorm van een opdracht, voor burgerschap op het MBO.

Ontwikkelen nieuwe visie leren, loopbaan en burgerschapDe sectie BuCo (Burgerschap Competenties) zet zich in, vanaf eind 2010, voor het ontwikkelen van de nieuwe visie op LLB. Hierbij hebben ze rekening gehouden met de visie van ROC Eindhoven, dat het niet alleen draait om het aanleren van beroepscompetenties, maar ook om de ontwikkeling van persoonlijke competenties/kwaliteiten van de studenten. De student moet een ingeburgerde medelander worden. LLB speelt hierbij een belangrijke rol. Na een lang ontwikkelproces zijn er knopen doorgehakt. De komende jaren zal op de hier beschreven wijze vorm gegeven worden aan burgerschap. De aansturing voor het burgerschapsonderwijs is in handen van het burgerschapsoffice. Studenten werken met een grote mate van zelfstandigheid aan individuele opdrachten, en worden begeleid door het burgerschapsoffice. Het burgerschapsoffice wordt bemand van maandag t/m donderdag, elke middag. In het burgerschapsoffice worden studenten begeleid door burgerschapsdocenten (Petra Kleijne, Henriette Donkers, Herman van den Eeden, Marianne van de Sande en Lieke Coppelmans). Het ontwikkelen van de opdrachten, voor OP3/OP4 voor niveau 3/4 en alle opdrachten voor niveau 2, gebeurt zelfstandig door Lieke Coppelmans. De collega’s van het burgerschapsoffice spelen hier een ondersteunende rol in.De studenten ontvangen in totaal 4 studiepunten in twee jaar. De studenten moeten 4 (keuze) opdrachten maken, van elke dimensie één opdracht. De 4 dimensies zijn: politiek-juridisch, sociaal-maatschappelijk, economisch en vitaal burgerschap. Ook moeten de studenten één excursie en één themadag bijwonen en in de BPV opdrachten zit het geïntegreerde deel verwerkt. De studenten sluiten LLB af na 2 jaar met een mondelinge evaluatie. De studenten van niveau 3 en 4 werken zelfstandig.

4

Page 5: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

De niveau 2 studenten krijgen klassikale begeleiding bij het maken van de opdrachten. De opdrachten moeten ontwikkeld worden door de burgerschapsoffice docenten.

Ontwikkelen opdrachten niveau 2Eén beeld is er van een mbo-student niet te scheppen. ‘Dé mbo-student’ bestaat niet. Elke student op elk niveau moet anders worden begeleid. Theorie en praktijk moet wel altijd voor de mbo-student gekoppeld worden. De niveau 2 studenten hebben een andere begeleiding nodig dan de niveau 3 en 4 studenten.De ontwikkelingen ten opzichte van het maken van opdrachten voor niveau 2 hebben de afgelopen jaren op een laag pitje gestaan. Niveau 2 studenten krijgen, dit jaar, één uur per week klassikale begeleiding bij het uitwerken van de opdrachten. Niveau 2 is dus een uitzondering. De opdrachten van niveau 3 en 4 zijn te moeilijk voor de niveau 2 studenten en moeten een andere opzet en inhoud krijgen. Er moet met veel dingen rekening gehouden worden. Er is nog niet één goede opzet van hoe je een opdracht ontwikkelt voor niveau 2, burgerschap op ROC Eindhoven (EAI). Het is nog niet geheel duidelijk wat er in de opdracht aanwezig moet zijn, om het een goede afsluitende toets van een periode te laten zijn. Op dit moment ligt er nog niets.In dit actieonderzoek ga ik ontdekken hoe ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, kan ontwikkelen voor burgerschap op ROC Eindhoven.

5

Page 6: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

InleidingActieonderzoek In dit actieonderzoek wordt er naar een verbetering van de situatie gezocht ten op zichte van de opdrachten van LLB, bij niveau 2 op ROC Eindhoven, afdeling Economie, Administratie en ICT. De onderzoeksvraag is: “Hoe kan ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, ontwikkelen voor burgerschap op het MBO?”

Het eerste deel van dit onderzoeksverslag bestaat uit een literatuurverkenning. Een onderdeel dat gestructureerd is rond de inzichten vanuit de literatuur. Hierin wordt op micro, meso en macroniveau gekeken naar het ontwikkelen van een opdracht voor burgerschap op het MBO. Vervolgens worden er in de verkenning ook inzichten gepresenteerd aan de hand van interviews met docenten van het burgerschapsoffice EAI, een productevaluatie(opdracht vitaal burgerschap niveau 2, periode 1) door een onderwijskundige en een interview met deze onderwijskundige. Uiteindelijk worden er ook nog inzichten gepresenteerd aan de hand van een interview met enkele studenten.Het derde onderdeel is opgesteld door middel van een operationalisatie van de onderzoeksvraag. Uit de resultaten van de literatuurstudie en de interviews is een analyseschema ontstaan. Dit analyseschema geeft antwoord op de onderzoeksvragen en geeft de resultaten van het verkennende onderzoek weer. Met dit analyseschema wil ik mijn eigen acties meten en verbeteren.Hierna komen de verbeteracties aan bod. Hierin wordt aangegeven in welke context de verbeteracties zijn uitgevoerd. En in welke mate of in welke opzichten de verbeteracties leiden tot een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht. Bij de verbeteracties wordt gebruik gemaakt van het analyseschema. Dan volgen de uiteindelijke resultaten van het onderzoek en de conclusie/reflectie op de resultaten.Ten slotte vindt er een algehele reflectie op het onderzoek plaats en een literatuur vermelding.

Dit actieonderzoek heeft mij geholpen bij het ontwikkelen van onderwijs, opdrachten voor het burgerschapsoffice. Het analyseschema is voor mij een houvast voor het ontwikkelen van afsluitende toetsen, in de vorm van een opdracht, voor burgerschap op het MBO. Door dit actieonderzoek ben ik kritisch gaan kijken naar de opdrachten die ik ontwikkeld heb voor het burgerschapsoffice en heb ik een functie gekregen op het ROC Eindhoven EAI om alle opdrachten te gaan ontwikkelen.Elke docent krijgt te maken met vernieuwing van het onderwijs en met het vakdidactisch/vakinhoudelijk ontwikkelen van afsluitende toetsen, in de vorm van een opdracht. Dit actieonderzoek kan helpen, als leidraad bij het ontwikkelen van opdrachten binnen LLB op het MBO. Dit actieonderzoek is niet representatief genoeg om algemene uitspraken te doen, maar kan wel als voorbeeld dienen voor het maken van LLB opdrachten binnen het burgerschapsoffice.

6

Page 7: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

1. DE VERKENNING

7

Page 8: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

1.1 De verkenning (literatuurstudie)

Onderzoeksvraag:Hoe kan ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, ontwikkelen voor burgerschap op het MBO?In dit deel van het actieonderzoek worden inzichten over de onderzoeksvraag en de deelvragen gestructureerd weergegeven. Er wordt ingegaan op het ontwikkelen van het macro, meso en microniveau van een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht. Op macroniveau wordt omschreven hoe er landelijk over burgerschap wordt gedacht, op mesoniveau wordt er gekeken wat de visie van ROC Eindhoven EAI is op burgerschap en op microniveau wordt toegelicht hoe een goede opdracht ontwikkeld kan worden voor burgerschap, gekeken naar de inhoudelijke en pedagogische aspecten. Er wordt een basis gelegd voor een analyseschema. Waarmee later in het actieonderzoek de opdracht van periode 1, vitaal burgerschap, voor niveau 2 wordt geanalyseerd en de nieuwe opdracht voor periode 3, politiek-juridisch, voor niveau 2. Beiden opdrachten heb ik ontwikkeld in het afgelopen schooljaar 2011/2012.Deze productevaluatie vindt gedeeltelijk plaats met onderwijskundige Marieke van de Mortel. Ook wordt er met Marieke van Mortel een interview gehouden. Daarnaast vindt er nog een interview plaats met burgerschapsdocente Petra Kleijne en worden enkele studenten ondervraagd over de opdracht voor vitaal burgerschap.

Het is belangrijk dat er richtlijnen komen voor het ontwikkelen van opdrachten voor burgerschap op ROC Eindhoven EAI. Er liggen nu geen concrete plannen/afspraken voor het ontwikkelen van de opdrachten. Zoals al in de inleiding aangegeven zijn er duidelijk verbeteringen nodig voor het ontwikkelen van opdrachten voor niveau 2. Het moet duidelijk worden wat de opdrachten moeten bevatten op macro, meso en microniveau. ROC Eindhoven EAI heeft niveau 2, 3 en 4 opleidingen. In dit actieonderzoek zal er een verbeteractie worden uitgevoerd op een opdracht voor niveau 2, dit aan de hand van een analyseschema wat is opgezet door middel van de hier onderstaande verkenning van theorie, experts en studenten.

8

Page 9: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

MacroniveauWaar moet op macroniveau rekening mee worden gehouden bij het ontwikkelen van een goede opdracht?

LLBBurgerschap op het MBO is gebaseerd op het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. De Onderwijsraad benoemt burgerschap als: "een formele juridisch-politieke status, inhoudend het samenstel van specifieke rechten en plichten die verbonden zijn aan het hebben van de nationaliteit van een bepaalde staat, het zijn van staatsburger van die staat. Daarnaast betreft burgerschap de bereidheid en het vermogen onderdeel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren” (Brondocument LLB, 2003, p. 9-10).

DimensiesIn het brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap voor cohort 2011/2012 wordt een onderverdeling gemaakt in 4 dimensies van burgerschap. Politiek-juridisch burgerschap, sociaal-maatschappelijk burgerschap, economisch burgerschap en vitaal burgerschap.

Kerntaken, werkprocessen, competentiesBij de dimensies zijn kerntaken, competenties en werkprocessen opgezet1. Deze onderdelen kunnen een basis vormen voor een burgerschapsopdracht. Er zijn geen concrete richtlijnen vanuit de overheid opgesteld om burgerschapsopdrachten vorm te geven. De school heeft een eigen invullingsplicht en verantwoordelijkheid. De onderwijsinspectie controleert het verantwoordingsdocument dat ROC Eindhoven op heeft gesteld voor LLB.Burgerschap draait om het omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid, over het omgaan met zelfstandigheid, individualisme en sociale betrokkenheid. Hier moet een burger/student zijn weg in leren vinden. “Het doel is actief burgerschap, het kunnen en willen participeren in de samenleving en daarbij zelfstandig en verantwoord te handelen”(Brondocument LLB, 2007, p. 9). Zoals al eerder aangegeven in de inleiding, zal er voor het schooljaar 2011/2012 nog steeds een resultaatverplichting gelden. Vanaf 2012 zal er naar alle waarschijnlijkheid een inspanningsverplichting komen. De school is verantwoordelijk voor de vormgeving van afsluitende toetsen en de begeleiding van het vak LLB. Het brondocument en de kwalificatiedossiers geven alleen richtlijnen in de vorm van kerntaken, competenties en werkprocessen.

1 Zie bijlage 1: inhoudelijke weergave kerntaken, competenties en werkprocessen.

9

Page 10: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Mesoniveau Waar moet op mesoniveau rekening mee worden gehouden bij het ontwikkelen van een goede opdracht?

Visie ROC EindhovenROC Eindhoven, afdeling EAI, wil op een zo gevarieerd mogelijke wijze aandacht en tijd besteden aan de vorming van studenten tot actieve burgers. Dit betekent dat het kennisaspect of een lesmethode niet een leidende rol heeft. ROC Eindhoven wil de persoonlijke leermogelijkheden en de competentiegroei van de student centraal stellen. Hierbij is de stimulatie van eenduidigheid tussen de verschillende opleidingen op ROC Eindhoven EAI heel belangrijk. Voor cohort 2011/2012 geldt er een resultaatverplichting(examen). Cohorten startende vanaf 2012 zullen, naar waarschijnlijkheid, een inspanningsverplichting kennen. Het onderwijs en de examinering voor LLB gebeuren op basis van de kerntaken 1 t/m 7 van het brondocument LLB. De instelling legt verantwoording af over het onderwijs en de examinering t.a.v. LLB in een verantwoordingsdocument. (SLO beleid, staatssecretaris(2008)). Een onderwijsinstelling formuleert nog steeds zelf een visie op burgerschap, volgens de aanwijzingen van de overheid in het brondocument LLB. Burgerschap is een verplicht algemeen vormend onderdeel van de opleidingen op het MBO. ROC Eindhoven is bezig met het vormen van eenduidigheid tussen de opleidingen van de afdeling Economie, Administratie en ICT ten opzichte van LLB. De persoonlijke leerwensen, leermogelijkheden en vereiste competentiegroei komen centraal te staan dit leerjaar.De student moet bij burgerschap informatie verzamelen, waardoor de student een bepaalde hoeveelheid kennis en inzicht ontwikkelt. Ook moet de student leren gemaakte keuzes te verwoorden en te verantwoorden. De student moet ook een bepaalde inspanning leveren door deel te nemen aan een excursie en themadag. De student moet inzichtelijk maken wat voor ontwikkeling hij/zij heeft doorlopen. Dit kan door middel van reflecties en evaluaties. Burgerschap wordt op ROC Eindhoven voor minimaal 25 % geïntegreerd in de integrale leerlijn. Dit heeft nu vorm gekregen in het BPV-dossier bij de stage. Het BPV-dossier is een werkboek waar de student opdrachten in maakt tijdens de stage. De docenten bij burgerschap krijgen een begeleidende rol, ten opzichte van de student, bij het maken van individuele opdrachten.Bij de examinering van loopbaan en burgerschap op het ROC Eindhoven betekent dat er sprake is van een individueel leerarrangement en dat de student kennis maakt met de beroepspraktijk. Een opdracht die een valide en betrouwbaar oordeel oplevert over de beroepsbekwaamheid van de te kwalificeren student is een goede opdracht. Valide betekent dat het eindresultaat het juiste doel moet opleveren, zodat er gemeten wordt wat de bedoeling is. Betrouwbaar betekent dat de resultaten kloppen en bij de verschillende groepen dezelfde resultaten uit komen. Dit is de basis van een goede opdracht.(Verantwoordingsdocument LLB, ROC Eindhoven EAI, cohort 2011/2012).

Visie burgerschapsofficeDe aansturing van het burgerschapsonderwijs op ROC Eindhoven EAI is in handen van het burgerschapsoffice. Het burgerschapsoffice heeft de nieuwe visie ten op zichte van burgerschap samen met het managementteam opgezet. De docenten in het burgerschapsoffice ontwerpen/ontwikkelen de opdrachten voor de studenten. Er

10

Page 11: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

is een algemeen format voor de opdrachten opgesteld door het burgerschapsoffice en onderwijskundige Marieke van de Mortel. Concreet moet er nu een voorbereidend deel, uitvoerend deel en reflecterend onderdeel in de opdrachten aanwezig zijn. Dan voldoet het aan de algemene eisen van de opdrachten van het burgerschapsoffice. Uiteindelijk is er tijdens/door dit actieonderzoek een nieuw format opgesteld door Lieke Coppelmans en Marieke van de Mortel.Bij het onderdeel burgerschap is zelfstandigheid erg belangrijk. Zelfstandigheid betekent dat de student zelfstandig aan de opdracht werkt. Het burgerschapsoffice houdt de voortgang op afstand in de gaten. Bij niveau 2 worden er klassikale lessen gegeven door een burgerschapsdocent, 1 uur in de week. Hierbij is meer mogelijkheid om samenwerken en interactie tussen de studenten en docent te stimuleren. “Flexibiliteit voor de vormgeving van LLB bij de niveau 2 is een aandachtspunt” geeft Marjo Crijns aan, onderwijsmanager ROC Eindhoven EAI .(Notulen BuCo vergadering 25 feb., p.2)Zoals eerder kort is aangegeven in de inleiding, ontvangen studenten in totaal 4 studiepunten in twee jaar, voor het maken van de (keuze) opdrachten, deelnemen aan een excursie, deelnemen aan de themadagen, maken van een reflectieverslag en afsluiten door een mondelinge evaluatie. De 4 (keuze)opdrachten zijn gekoppeld aan één van de vier dimensies. Niveau 2 heeft een vaste indeling van de opdrachten2. In één opdracht mag maar één dimensie uitgewerkt worden. (Informatie formulier studenten, 2011, Fronter; Notulen BuCo vergaderingen 2011)

Soorten van toetsingIn een werkstuk/verslag van LLB staat één dimensie centraal. In een opdracht past de student kennis en vaardigheden toe en werkt een onderwerp uit. De beoordeling van de afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, vindt plaats aan de hand van het beoordelingsformulier. Hierbij gaat het niet alleen om het inhoudelijke eisenpakket. Het gaat ook om kwaliteitseisen en vormeisen3. In de opdracht van de student moet dit ook worden aangegeven, zodat de student bewust is van het eisenpakket. Bijvoorbeeld dat de structuur van het verslag moet voldoen aan de structuureisen en volledig aan de inhoudseisen(Servicedocument EAI, toetsing en examinering, 2011-2012, p. 23) .

Competentiegerichte opdrachten: vaardigheden, kennis en houdingBij het competentiegericht onderwijs op ROC Eindhoven EAI moet het leerproces centraal staan. Dit geldt dus ook voor de opdrachten van LLB. Dit betekent dat een leeromgeving met een mix van werkvormen zeer belangrijk is om competenties te ontwikkelen. Deze mix van werkvormen moet gerealiseerd worden in het voorbereidende deel, uitvoerende deel en reflecterende deel van de LLB opdrachten. ROC Eindhoven werkt met competentiegericht onderwijs(CGO). Rob van Otterdijk geeft weer dat een competentie bestaat uit een kennis, houding en een vaardigheden deel. En dat alle 3 de onderdelen van belang zijn bij het ontwikkelen van competenties.(Burgerschapscompetenties in het mbo, Power Point, dia 82)Bij de LLB opdrachten moeten de 3 onderdelen: houding, kennis en vaardigheden ook centraal staan om competentiegericht ontwikkelen te stimuleren. Het aanleren van een (beroeps)houding staat op ROC Eindhoven EAI centraal. “Het waardesysteem van de opleiding is hierbij hetzelfde als het waardesysteem van het beroep” verwoordt Patrick Debats. De beroepshouding van de studenten en het

2 Zie bijlage 2: schema leerjaren studiepunten toekenning, niveau 23 Zie bijlage 3: beoordelingsformulier

11

Page 12: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

bijhorende gedrag wordt continue op school getest. Bijvoorbeeld, respectvol omgaan met anderen, afspraken nakomen, luisteren naar leidinggevenden. In het gehele onderwijsprogramma wordt de beroepshouding centraal gesteld. Het heet niet voor niets MBO, middelbaar beroepsonderwijs!Zoals Patrick Debats aangeeft “feiten leer je het meest effectief als ze gerelateerd zijn aan een inzicht” wordt er geprobeerd dit te verwezenlijken in de LLB opdrachten. De kennisvragen en inzichtvragen zijn opgenomen in het beoordelingsformulier4. Later, in het micro onderdeel, wordt er in het actieonderzoek verder ingegaan op de kennis en inzichtvragen door middel van de taxonomie van Bloom.Vaardigheden zijn ook nog van belang voor het ontwikkelen van competenties. Door Patrick Debats ‘routines’ genoemd. Vaardigheden ontwikkel je door ze te herhalen. Het werken met computerprogramma’s leer je bijvoorbeeld door het vaak te doen. Bij ROC Eindhoven EAI, niveau 2 staat computergericht onderwijs centraal. De vakken lijken hierdoor qua opbouw veel op die van een beroepsuitoefenaar in de praktijk (administratie, boekhouding, secretaresse). Patrick Debats geeft enkele belangrijke punten aan voor het maken van een competentiegerichte opdracht. Debats geeft aan dat een student nog aan het leren is en niet op een professioneel niveau zelfstandig kan werken. Hier moet bij LLB op ROC Eindhoven rekening worden gehouden. De student heeft begeleiding nodig van een docent. De docent moet dus balanceren tussen de student laten worstelen met een opdracht en het aansturen bij een opdracht. Ook is het belangrijk dat de opdracht de student stimuleert om gebruik te maken van diverse bronnen, boeken, internet, docenten, medestudenten. Het is van belang dat er regelmatig interactie plaatsvindt tussen de docent en de studenten. Ook de nodige structurele contacturen zijn nodig volgens Debats. Bij niveau 3 en 4 zijn contactmomenten ingelast voor LLB. Bij niveau 2 vindt er 1 klassikaal structureel contactuur plaats één keer in de week. Een opdracht die de student eigenaar maakt van het probleem is dus niet voldoende, de wijze van begeleiding en organisatie is ook belangrijk. (ROC Competentiegericht onderwijs. Patrick Debats, p.32 - 40)

Oude opdrachten gebruikenDoor de nieuwe visie LLB op ROC Eindhoven EAI moet er veel ontwikkeld worden. Er liggen wel enkele opdrachten, maar deze opdrachten zijn vooral gericht op klassikaal, frontaal lesgeven. Er zit weinig variatie in werkvormen in en is vooral gericht op het ‘traditionele’ onderwijs in plaats van op competentieonderwijs. Deze opdrachten kunnen wel een basis vormen voor het ontwikkelen van de nieuwe opdrachten.Het is belangrijk dat de opdrachten, die je aanpast voor de nieuwe visie op LLB, heel duidelijk zijn. Uit onderzoek van het Hiteq ‘kenmerken mbo’, blijkt de behoefte aan duidelijke opdrachten op het mbo. (Kenmerkend mbo, 2009) De studenten willen weten wat er van hen wordt verwacht. Bij het nieuwe format van de LLB opdrachten is er een duidelijke hoofdstukindeling die aansluit op de vraag naar duidelijkheid over het verwachtingspatroon voor de studenten5. Het SLO geeft ook enkele punten weer die in de inhoudsopgave van de LLB opdrachten aanwezig zijn, zoals ‘Wat ga ik doen?’, ‘Waarop word ik beoordeeld?’.(SLO burgerschap mbo, opdrachten(2009), duidelijkheid). Het SLO geeft ook aan dat het belangrijk is te letten op taal. De tekst moet geschikt zijn voor de studenten. Uit het onderzoek van de Hiteq bleek dat één op de vijf mbo

4 Zie bijlage 3: beoordelingsformulier5 Zie bijlage 4: inhoudsopgave

12

Page 13: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

studenten aangeeft moeite te hebben met lezen. Uit het delen met ervaringen van docenten niveau 2 komt dit ook sterk naar voren. Het is belangrijk dat de student alleen de noodzakelijke informatie binnen krijgt. Ook moet er bij de vraagstelling gelet worden op de mogelijkheid dat op een vraag elk antwoord goed is. In de opmaak moet er ook rekening worden gehouden met de student. Er moet niet te veel vet, cursief plaatsvinden in een tekst. Een tekst moet niet rommelig worden. In het onderzoek van het Hiteq blijkt ook dat 64 procent van de studenten liever eerst iets uitprobeert voordat ze een instructie lezen. Voor de studenten is het belangrijk dat ze zelf invloed hebben op hun leerproces, contact hebben met de praktijk, meer zelfstandigheid en kunnen samenwerken met anderen.Bij een opdracht moet gelet worden op dat je aansluit op de interesses en mogelijkheden van de studenten. Je moet aansluiten op de directe eigen omgeving en actualiteiten. Het is belangrijk dat studenten toe werken naar een daadwerkelijk eindresultaat wat ze kunnen laten zien.(SLO burgerschap mbo, opdrachten(2009), uitdaging)De inhoud van een opdracht is ook belangrijk. De opdracht moet geschikt zijn voor het beoogde doel. De werkvormen van de opdrachten moeten uitdagen tot nadenken. Een actieve opdracht kan zorgen voor meer leerresultaat. (SLO burgerschap mbo, opdrachten(2009), doelen)

AutismeOp ROC Eindhoven EAI zitten veel studenten met autisme, meer dan gemiddeld. Bij opdrachten moet rekening worden gehouden met deze studenten. In de autisme cursus ‘naar inzicht naar uitzicht’ van het REC Chiron worden adviezen en tips gegeven op opdrachten en toetsen ‘auti-proof’ te maken. De opdrachten moeten aansluiten op de belevingswereld, interesses van de student. Er moeten niet te veel onbekende elementen in zitten en moeten mogelijk zowel thuis als op school gemaakt kunnen worden. In het algemeen geldt voor studenten met autisme dat de opdrachten concreet moeten zijn, zodat de vijf W’s op een rij heeft: ‘Wat moet ik doen?’, ‘Waar moet ik dat doen?’, ‘Wie is erbij betrokken?’, ‘Wanneer moet ik het doen of inleveren?’ en ‘Werkwijze van de opdracht?’. Help de student de stof/vragen in de opdrachten te verdelen, bijvoorbeeld via een studiewijzer. In de lay-out is het belangrijk ruimte tussen de vragen te laten, hetzelfde lettertype in gehele werkstuk te gebruiken, dikgedrukte letters zijn mogelijk, maar niet te veel kleurgebruik en duidelijk aangeven wat vragen zijn in de opdracht. Tips voor de vraagstelling zijn het gebruik maken van dezelfde woorden om iets te benoemen in vragen, de vragen eenduidig ontwerpen. Je moet concreet aangeven wat er wordt verwacht van de student. Geef werkstukken een vaste opzet. Bij het burgerschapsoffice moet hier op gefocust worden door het grote aandeel autistische studenten.

13

Page 14: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

MicroniveauWaar moet op microniveau rekening mee worden gehouden bij het ontwikkelen van een goede opdracht?

Inhoudelijke invulling van de opdrachtInhoudelijk moet er bij de opdracht worden gelet op niveaudifferentiatie, denkniveaus, leerstijlen, beoordelingscriteria, didactische werkvormen, concept-context benadering, inhoudelijke doelen en taalgericht vakonderwijs.

NiveaudifferentiatieNiveaudifferentiatie kan niet ontbreken bij het maken van een goede afsluitende toets in de vorm van een opdracht. Het is erg belangrijk dat er een niveauaanduiding plaatsvindt voor burgerschap op het MBO. Er moet differentiatie plaatsvinden in didactiek op ROC Eindhoven EAI. Differentiëren in doelen is een moeilijkere opgave, want de einddoelen zijn op ROC Eindhoven EAI recht getrokken voor alle niveaus. Er is een duidelijk onderscheid gemaakt in zelfstandigheid tussen niveau 2 en niveau 3,4. Niveau 2 krijgt de nodige klassikale ondersteuning, één keer per week. Bij niveau 2 moet er extra begeleiding komen en moeten er meer lessen gegeven worden. Er moet vooral gelet worden op: didactiek, taalgebruik, inhoudelijke complexiteit (opdrachten voor niveau 3 en 4 moeten inhoudelijk aangepast worden voor niveau 2). (SLO burgerschap mbo, leerplan) Door middel van scaffolding kan er voor niveau 2 niveaudifferentiatie plaatsvinden. Scaffolding betekent dat taken van niveau 3 en 4 worden vereenvoudigd, opgesplitst in subtaken, of zo aangepast dat er minder complexe handelingen en kennis nodig zijn. Hierdoor bereiken de studenten dezelfde einddoelen, maar met meer begeleiding en opsplitsing van handelingen en taken. De instructieverantwoordelijkheid bij ‘scaffolding’ ligt bij de vakdocent om de studenten te helpen boven hun niveau uit te komen. (Valke (2007), pagina 34)

DenkniveausNaast niveaudifferentiatie is het ook belangrijk om te letten op differentiatie in denkniveaus. Een van de meest gebruikte manieren om verschillende denkniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. De taxonomie van Bloom onderscheidt verschillende niveaus, oplopend in moeilijkheidsgraad. De taxonomie verloopt van: kennis reproductie, inzicht, toepassing, analyse, creatie/synthese, naar evaluatie. Het beoogde eindgedrag bij LLB bestaat uit kennis reproduceren en inzicht6. Bloom stelt dat met zijn strategie “tot 95% van de lerende een hoog beheersingsniveau kunnen bereiken, mits er voldoende leertijd is voorzien en er aangepaste hulp beschikbaar is”(Valcke, (2007), p.91). Niveau 2 moet dezelfde doelen behalen als niveau 3 en 4, maar niveau 2 krijgt meer tijd en aangepaste begeleiding.Zoals Patrick Debats het verwoordde “feiten leer je het meest effectief als ze gerelateerd zijn aan een inzicht” (Patrick Debats(2004), p.34). Het beoogde eindgedrag wat de BuCo sectie wenst sluit hierbij aan. In de opdrachten van LLB moeten de kennisvragen gericht zijn op parate objectieve kennis. De student moet bijvoorbeeld feiten noemen, opsommen, begrippen definiëren, dingen beschrijven en begrippenlijsten maken. Ook moet er in het eindgedrag inzicht van de studenten zichtbaar zijn. De student moet bijvoorbeeld informatie selecteren of samenvatten, in

6 Zie bijlage 3 + bijlage 5: beoordelingsformulier + uiteenzetting kennis en inzichtvragen opdracht vitaal burgerschap.

14

Page 15: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

eigen woorden een begrip weergeven, een verklaring of onderbouwing van iets geven, voorbeelden geven en uitleggen. Onderwijskundige Marieke van de Mortel heeft een uiteenzetting gemaakt van de opdracht van vitaal burgerschap ten opzichte van de kennis en inzichtvragen.7 (Valcke, (2007), P. 364)

LeerstijlenElke student is anders en elke student heeft ook een andere leerstijl. Leren is een persoonlijk proces, de betekenisverlening is individueel bepaald. Kolb hecht veel belang aan individuele leerstijlen (Valke (2007), P 23). Kolb maakt onderscheid in vier leerstijlen: de doener, de denker, de dromer en de beslisser. Het is belangrijk dat je bij opdrachten rekening houdt met de verschillende leerstijlen, hierdoor verhoog je het leerrendement. De doener is gericht op de praktijk. De doener heeft keuzes en improvisatie mogelijkheden nodig. De denker verdiept zich graag in achtergronden en gaat daarna aan de slag met verbanden en verklaringen. De dromer heeft voorbeelden nodig om vervolgens te gaan nadenken. De beslisser wil eerst uitleg krijgen. De informatie die de beslisser verkrijgt moet vooral nuttig zijn en gericht op praktische toepassingen. (S. Berk (2009), p.6)Op ROC Eindhoven EAI niveau 2 is er voor het actieonderzoek, tijdens de proceslessen, een test gedaan gericht op de leerstijlen. De studenten zijn daarna door de studieloopbaanbegeleiders in groepjes gezet met van elke leerstijl één persoon. In deze groepjes moeten de studenten het komende jaar werken. Door de menging van verschillende leerstijlen in één groepje wordt geprobeerd het leerrendement omhoog te krijgen van de individuele student.

BeoordelingscriteriaHet is van belang dat de beoordelingscriteria vast staan, voordat er een opdracht ontwikkeld wordt. LLB is een algemeen vormend onderdeel van de opleiding en heeft een certificerende functie. LLB moet behaald zijn om een diploma te kunnen behalen. De beoordelingscriteria staan sinds oktober 2011 vast voor de opdrachten van LLB.8 In het beoordelingsformulier worden inhoudelijke eisen, kwaliteiteisen en vormeisen uiteengezet. De inhoudelijke eisen worden verder toegelicht in de antwoordmodellen bij de desbetreffende opdracht.

Didactische werkvormenEr zijn verschillende motieven om gevarieerd gebruik te maken van didactische werkvormen. Door gebruik te maken van verschillende werkvormen kun je tegemoet komen aan individuele verschillen. Sommige studenten verschillen op kennisniveau, leertempo, leertype, zelfstandigheid, schoolverleden, sociaal-culturele achtergrond, zelfbeeld en /of motivatie. Er zijn studenten die praktijkgericht zijn ingesteld, een doceerles, die erg theoretisch gericht is, is voor deze studenten dan erg moeilijk te volgen. Een ander voorbeeld is taakgericht en persoonsgericht. Er zijn studenten die graag taakgericht werken. Ze werken het liefst onafhankelijk en zijn gespitst op de leertaak. Daartegenover staan de studenten die persoonsgericht zijn. Deze studenten hebben een voorkeur om samen te werken met anderen. Didactische differentiatie wordt over het algemeen gekenmerkt door een minimaal gebruik van instructievormen en een maximaal gebruik van opdrachtvormen.

7 Zie bijlage 5; uiteenzetting kennis en inzichtvragen opdracht vitaal burgerschap8 Zie bijlage 3: beoordelingsformulier

15

Page 16: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

De motivatie van studenten wordt ook verhoogd door de afwisseling in didactische werkvormen. De werkvormen blijven interessant, vernieuwend en leuk. Hierdoor verhoog je de betrokkenheid.Met werkvormen kun je aansluiten op de te bereiken doelen: cognitieve doelen, affectieve doelen, vaardigheidsdoelen, houdingdoelen en taaldoelen. Groepswerk kan bijvoorbeeld heel goed aansluiten op affectieve, vaardigheids- en houdingdoelen.

Concept-contextBij de LLB opdrachten moet er ook rekening gehouden worden met de concept-context benadering. “"Context is everything" zegt Jonasse(1991). Jonassen verwijt veel onderwijsomgevingen dat ze gedecontextualiseerd zijn.” (Valke(2007), p.200). Bij LLB is het van belang om aan te sluiten bij de context in de onderwijsomgeving. Het leren moet gebaseerd zijn op concrete ervaringen. Het is belangrijk dat er concrete en betekenisvolle leercontexten worden gecreëerd. Benadering van concepten via contexten zorgt ervoor dat nieuwe kennis makkelijker te verwerven valt. Door een bepaalde context raakt de kennis beter verankerd in het geheugen. Ook door het gebruik van de computers/media kun je de werkelijkheid binnenbrengen in het onderwijs. Aansluiten bij de belevingswereld van studenten en aansluiten op de actualiteit moet centraal staan bij de LLB opdrachten. De context in de opdrachten moet bestaan uit allerlei verbanden tussen de nieuwe stof en de wereld van de studenten, de maatschappij/beroepsperspectief. De context moet een aanknopingspunt vormen om nieuwe stof aan te koppelen. (Handboek maatschappijleer (2011), p.188; Valcke (2007), p.195).

Inhoudelijke doelenBij LLB staan de inhoudelijk doelen vast in de eindtermen, in bijlage 1 staat een inhoudelijke weergave van kerntaken, competenties en werkprocessen. De vormgeving hieraan is aan de LLB docent. De opdracht moet aansluiten op de kerntaken, competenties en werkprocessen van de dimensie. Ook moet, op ROC Eindhoven EAI, inhoudelijk de opdracht gericht worden op kennis en inzicht. Dit door middel van de kennisvragen en een activiteit(inzicht/toepassing) die gericht zijn op de dimensie.

Taalgericht vakonderwijsHet is belangrijk dat er aandacht wordt besteed aan taalgericht vakonderwijs tijdens LLB. In de opdrachten moet een variatie gegeven worden van taalgerichte materialen. De studenten kunnen op verschillende manieren met taal in aanraking komen bij opdrachten, verschillende soorten media en teksten. Het is van belang dat er in de opdracht ruimte is om zelfstandig te werken en ruimte voor interactie. Interactie op verschillende niveaus. Praten en luisteren (met/naar groepsleden, docent en met verdere omgeving) schrijven in het werkstuk en lezen (opdracht/internet). Bij taalgericht vakonderwijs moet je als docent je zoveel mogelijk inzetten tot natuurlijke gesprekken met studenten. In de opdracht moeten veel vragen voorkomen die inspelen op de ervaring van de studenten. De studenten krijgen bij de opdrachten een grote variatie aan verwerkings- en toepassingsopdrachten. De opdracht moet ook ruimte geven voor samenwerkend leren. Samenwerkend leren zorgt voor interactie en natuurlijke gesprekken tussen studenten. Interactie zorgt voor een groot deel voor taalgericht vakonderwijs. Leren met taalsteun is belangrijk. Als docent moet je voorbeelden geven en duidelijk aangeven wat de eisen zijn van een werkstuk/opdracht. Je moet samen met je

16

Page 17: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

studenten de opdrachten en leerinhoud doornemen, mondeling. Schriftelijk kunnen de studenten de opdrachten zelf doornemen. Bij niveau 2 moet er rekening worden gehouden dat de instructietaal een struikelblok voor sommige studenten kan vormen.(Taalgericht vakonderwijs(2009), p.75-91)

Pedagogische invulling van de opdrachtEen goed pedagogisch basisklimaat moet centraal staan bij de invulling van de opdracht. Er moet rekening worden gehouden met differentiatie per student, motivatie, zelfstandig leren en leeromgeving.

Differentiatie per studentEen opdracht is pas een goede opdracht als er rekening wordt gehouden met differentiatie (Luc Stevens (1997), p. 9). De ene student gaat meteen aan de slag met een opdracht, de andere student komt langzaam op gang. De student moet zich competent voelen om zijn opdracht uit te kunnen voeren (Luc Stevens (1997), p.6). Het is belangrijk dat een docent studenten taken geeft die bij ze passen. Falen moet niet worden uitgelokt door te moeilijke taken. Er moeten hoge realistische verwachtingen gesteld worden aan de studenten. De student kan zelf goed aangeven of deze verwachtingen reëel zijn (Luc Stevens (1997), p.24). Een student durft in een goed pedagogisch basisklimaat aan te geven wat hij/zij moeilijk en makkelijk vindt. Een goed basisklimaat bestaat volgens Luc Stevens uit 3 basisbehoeftes: autonomie, relatie en competentie9. Bij relatie is interactie tussen de docent en student belangrijk en tussen de medestudenten onderling. Bij competentie staat instructie centraal. De student moet vertrouwen krijgen in zijn/haar eigen ontwikkeling. Bij autonomie draait het om klassenmanagement. Zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid en samenwerken. Er moet bij de opdracht een wisselwerking plaatsvinden van uitdaging en ondersteuning van de docent en/of de medestudenten. Vertrouwen hebben in de student is over het algemeen het belangrijkste aspect van de pedagogisch invulling van een opdracht. (Luc Stevens (1997), p.32).

MotivatieStudenten zijn niet altijd even gemotiveerd voor het algemeen vormende deel van hun opleiding, waaronder LLB. Intrinsieke motivatie is motivatie die vanuit jezelf komt. Je bent dan gemotiveerd omdat je een taak leuk vindt of iets met de taak wil bereiken voor jezelf. Extrinsieke motivatie is motivatie die van buitenaf komt. Je bent dan gemotiveerd door factoren die niet vanuit jezelf komen maar van buiten af. Het is mogelijk dat je motivatie binnen een taak wisselt van intrinsiek naar extrinsiek of omgekeerd. De opdracht moet intrinsieke en extrinsieke motivatie stimuleren.Robert Marzano noemt motivatie de eerste dimensie van leren. Maar naast de inhoud en opdrachten in een les gaat het bij motivatie ook om het leerklimaat. De interactie tussen docent en student is van groot belang. Het pedagogische klimaat is van groot belang en de zorg voor duidelijke structuur en instructie. Ook differentiatie in werkvormen en contextrijk leren dragen bij aan de motivatie van studenten. Zoals al eerder beschreven in het actieonderzoek.Om didactische redenen kan het verstandig zijn of noodzakelijk zijn om studenten de link te laten leggen tussen hun vragen/opdrachten en hun persoonlijke leven. De identificatie met het vraagstuk die daardoor ontstaat kan van grote waarde zijn om de motivatie te bevorderen.

9 Zie bijlage 6: Model pedagogisch basisklimaat

17

Page 18: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

De docent moet het vak aantrekkelijk maken door onderwerpen aan te snijden waarbij studenten zich persoonlijk nauw betrokken voelen en waarover zij hun ervaringen en meningen kunnen uiten. Actief leren staat hierbij centraal en beloning door docent en in het dagelijks leven (Handboek vakdidactiek maatschappijleer(2010),p.146, p.128)In het ontwerp van de opdracht moet over het algemeen rekening gehouden worden met autonomie, zelfvertrouwen, actief leren en beloningen op de motivatie te verhogen10. Er moet ingespeeld worden op de mbo-student. Op zijn/haar voorkennis, belevingswereld, toekomstige werkplek, manier van leren en op samenwerken. Dit zijn allerlei factoren om de motivatie van de studenten te stimuleren.(Profi-leren MBO (2009), motivatie).

Zelfstandig lerenEen goede afsluitende toets in de vorm van een opdracht, voor LLB op het MBO, moet ‘zelfstandig leren’ stimuleren. Frits Spijkers geeft aan dat het onvermijdelijk is dat een belangrijk doelstelling van de school is het aanleren van het vermogen tot zelfstandig leren (Frits Spijkers(2003), p.1). Bij zelfstandig leren ligt de verantwoordelijkheid voor het leerproces zoveel mogelijk bij de studenten. De docent praat niet meer een lesuur vol, maar biedt ondersteuning aan de student als die er om vraagt. De leerstof in de opdracht voor LLB moet in te verwezenlijken eenheden, leertaken/opdrachten worden verdeeld. Frits Spijkers geeft aan dat docenten studenten moeten laten werken met de ABC-aanpak; Achterhalen, Bewerken en Controle. Hier sluit de aanpak van de LLB opdrachten op aan, voorbereiding (achterhalen van betekenis van begrippen, oriënteren, kennis verzamelen), uitvoering (bewerken/verwerken van begrippen, toepassen in activiteit, leertaak uitvoeren) en ten slotte reflectie (controle, terugblikken op leertaak). Zelfstandig leren kan goed samen gaan met samenwerkend leren. De samenwerking draagt volgens Frits Spijkers bij aan het opvangen van tempoverschillen. De snellere student moet de minder snelle student meenemen en helpen. Valke geeft ook aan dat samenwerkend leren een rol speelt bij het maken van een goede opdracht. Door het samenwerken met medestudenten komen sneller verschillende perspectieven op tafel. Dit helpt de eigen interne representaties van kennis te verfijnen en dit zorgt er voor dat de student verder ontwikkeld. (Valke(2007), p.195). De docent moet bij samenwerkend leren wel aandacht besteden aan het voorkomen van het sociale luieren. Het sociaal luieren is een probleem in groepsmotivatie en presentatie. James D. Thompson heeft een model ontwikkeld van ‘task interdependence’. Een onderdeel hiervan is Pooled (gepoolde) task interdependence. Waarbij elk groepslid een apart en onafhankelijk aandeel levert aan de groepsprestatie. Hierbij kan individuele input makkelijk worden geïdentificeerd (autonomie). De groepsprestatie bestaat uit alle individuele prestaties van de groepsleden opgeteld. Om sociaal luieren en niet gemotiveerde studenten tegen te gaan moeten de werkzaamheden nauw in de gaten worden gehouden door een docent. James D. Thompson geeft ook aan dat het belangrijk is dat je studenten bij elkaar zet in een groepje met dezelfde kenmerken (James D.Thompson (2007), p.43). De docent heeft een grote coachende verantwoordelijkheid bij zelfstandig leren en samenwerkend leren.

LeeromgevingValke geeft het belang van een rijke, gevarieerde leeromgeving weer. Er moet een wisselwerking plaatsvinden tussen de student en de reële wereld. Ook moet er de

10 Zie bijlage 7: conceptueel model

18

Page 19: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

mogelijkheid zijn tot interactie tussen de student en medestudenten. Er kunnen werkvormen worden gebruikt zoals werkopdrachten en samenwerkingstaken om de leeromgeving krachtig te maken (Valke(2007), p.200)Als docent houd je bij een krachtige leeromgeving rekening met: onderwijsdoelen, inhouden, leeractiviteiten, tijd, rol van de docent, materialen en bronnen, groeperingvormen, locatie, beoordelingsvormen. (SLO, werkblad invulling burgerschap (2009), p.1). Je moet voorbereid zijn op al deze punten als je een opdracht gaat ontwikkelen.Het concept ‘krachtige leeromgeving’ is gebaseerd op het constructivisme. Leren is een actief en constructief proces. Opdrachten moeten ingebed worden in contexten die leren bevorderen (zie concept-context benadering). Contexten moeten rijk zijn aan hulpbronnen, leermaterialen en sociale interactie. Ook moeten de leeromgeving aansluiten op de toekomstige taak- en probleemsituaties. Een krachtige leeromgeving is de kern van een goed pedagogisch klimaat. Een krachtige leeromgeving moet ook worden doorgevoerd in de afsluitende toetsing.(Krachtige leeromgevingen in het middelbaar beroepsonderwijs(2004), p.2).

19

Page 20: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

1. 2 I nterviews experts & studenten Om het ontwerpen van goede opdrachten verder in kaart te brengen zijn enkele experts en studenten ondervraagd. De experts die zijn ondervraagd, zijn Petra Kleijne, Marieke van de Mortel en 6 studenten van niveau 2.In de hier onderstaande tekst vindt u een uitwerking/samenvatting van de interviews. De volledige interviews kunt u terugvinden in bijlage.11

De interviews zijn onderdelen van de 0-meting. In deze uitwerking/samenvatting van de interviews wordt beschreven wat de ervaringen zijn van de experts en studenten met de eerste opdracht vitaal burgerschap en wat er veranderd kan/moet worden. Het doel van de vragen bij de interviews was er achterkomen wat op macroniveau belangrijke richtlijnen zijn. Daarnaast ontdekken wat de richtlijnen zijn voor het maken van een opdracht op ROC Eindhoven EAI en op microniveau onderzoeken welke kernpunten een goede opdracht moet hebben. Dit alles vanuit het oogpunt van een onderwijskundige en vakdocent, daarnaast ook tips verwerven van de experts en studenten voor het maken van een goede burgerschapsopdracht.Eerst komt de samenvatting van het interview met de experts aan bod, daarop volgt de samenvatting van het interview met 6 studenten van niveau 2.

ExpertsHier volgt een uitgebreide uitwerking en samenvatting van de interviews van december 2011 met experts Marieke van de Mortel en Petra Kleijne.Marieke van de Mortel is onderwijskundig adviseur te ROC Eindhoven, cluster breed. Haar taken zijn onder andere onderwijskundig advies geven, een bijdrage leveren bij het ontwikkelen van nieuwe visies, het bijhouden van wetgeving, kaders aangeven waarin gewerkt kan/moet worden en het uitdragen van visies. Petra Kleijne heeft de leidende rol in het burgerschapsoffice en ontwikkelt al enkele jaren onderwijs voor burgerschap. Haar achtergrond is de lerarenopleiding Maatschappijleer en daarnaast heeft ze enkele jaren in de Derde Kamer, schaduwparlement voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland, gezeten.Marieke van de Mortel is bij het maken van opdrachten voor burgerschap vooral betrokken bij het macro(overheid visie verwerken in de visie van de school) en meso(visie ROC Eindhoven) gedeelte. Van de Mortel geeft aan dat de visie van het burgerschapsoffice verantwoord wordt aan de onderwijsinspectie door middel van het verantwoordingsdocument LLB ROC Eindhoven. De basis hiervan is gelegd door een onderwijskundige en de opleiding vult zelf enkele onderdelen in. Er zijn geen duidelijke richtlijnen voor burgerschap MBO. Het LLB brondocument is de basis van burgerschap. Er is een inspanningsverplichting vanaf 2012 en er moet 50% integratie van burgerschap plaatsvinden op ROC Eindhoven. De nieuwe visie op burgerschap sluit aan op competentiegericht onderwijs. Dit wordt gedeeltelijk bepaald door de vormgeving van de opdrachten en de invulling van deze opdrachten door het burgerschapsoffice. Op ROC Eindhoven werken ze toe naar opdrachtgestuurde configuratie. Bij opdrachtgestuurde configuratie staan de integrale opdrachten centraal. In de opdrachten wordt een werkproces uit de praktijk uitgevoerd. Soms gaan er ook opdrachten mee naar de BPV (stage). De opdrachten kennen een opbouw van eenvoudig naar complex. In 2011/2012 zullen de eerste ontwikkelingen plaatsvinden voor een verdere integratie van burgerschap in de BPV-opdrachten. Uiteindelijk wil ROC Eindhoven toewerken naar een eventuele invulling van burgerschap binnen de simulaties, gaf van de Mortel aan. De opdrachten van het

11 Zie bijlage 8: interviewvragen + uitwerking interview

20

Page 21: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

burgerschapsoffice zijn vooral gericht op contextrijk leren en nog niet op integratie. In het algemeen werkt ROC Eindhoven dus toe naar integraal onderwijs, maar tot nu toe gaat dat waarschijnlijk voor burgerschap op ROC Eindhoven EAI alleen plaatsvinden in de BPV en de opdrachten van het burgerschapsoffice worden contextrijk. Petra Kleijne geeft aan dat we heel duidelijk op het contextrijk leren moeten vormgeven. Betrokkenheid, ontwikkeltijd, geld en inzicht in het vak (beroepsdocenten) staan volgens Marieke van de Mortel en Petra Kleijne centraal bij het opstellen van de nieuwe opdrachten.

Kernpunten van een goede opdracht zijn continue rekening houden met de doelgroep en het einddoel van de opdracht, geeft van de Mortel aan. Het beroep moet centraal staan. De opdracht moet contextrijk zijn met een onderdeel kennis, toepassing/ervaringen. Er moet een duidelijk concreet format ontwikkeld worden. Met een soort leervraag, toepassing en kenniscriteria onderdeel. In de productevaluatie van Marieke van de Mortel is de verdere toelichting op de opdracht voor vitaal burgerschap te vinden.12

Petra Kleijne benadrukt het belang van een kennisdeel, een inzichtdeel(doe activiteit) en een reflectie. Het moet een totaalplaatje zijn binnen de opdracht. Het moet gezamenlijk tot één einddoel leiden. Het format moet richtlijnen bieden, maar ook voor openingen zorgen. Te veel informatie is niet gewenst. Het opdracht moet niet te omslachtig zijn, niet te veel leeswerk, nuttige afbeeldingen bevatten. De opdracht moet concreet zijn en inspelen op de verschillende leerstijlen door differentiatie in werkvormen. Psycholoog Howard Gardner(meervoudige intelligentie theorie) gaf in zijn onderzoeken aan dat iedereen zijn eigen talent heeft en dat dit op verschillende wijzen tot uiting kan komen. Hier moet bij opdrachten van burgerschap op worden ingespeeld verduidelijkt van de Mortel. Iedereen heeft zijn eigen talent en iedere student moet succes kunnen ervaren. Het ervaren is een belangrijk onderdeel van de opdracht geeft Petra Kleijne weer. Studenten leren meer door het ervaren. Een goede leeromgeving met ruimte voor de studenten draagt daar aan bij. Bijvoorbeeld een goed computersysteem (Fronter, onderwijssysteem ROC Eindhoven EAI), mogelijkheden tot excursies, mogelijkheden tot zelfstandig werken in het Open Leer Centrum (OLC). Rekening houdend met de pedagogische invulling is het belangrijk dat er ook in wordt gespeeld op het samenwerkend leren. Niet alleen individuele leerresultaten willen behalen, maar ook een gezamenlijk eindresultaat verwezenlijken. Er moet in de opdracht wel een individueel kenmerk zitten. Ook moet er rekening worden gehouden met de autistische studenten op ROC Eindhoven EAI.

12 Zie bijlage 3 + bijlage 5: beoordelingsformulier + uiteenzetting kennis en inzichtvragen opdracht vitaal burgerschap.

21

Page 22: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

StudentenIn december 2011 zijn ook 6 studenten van niveau 2 bevraagd over de opdracht vitaal burgerschap. Het doel van het interview was een algemeen beeld scheppen van de ervaringen van de studenten met het maken van de opdracht en tips voor de inhoud van de opdracht. Dit interview is een belangrijk onderdeel van de 0-meting. In deze uitwerking van het interview wordt beschreven wat de ervaringen zijn van de studenten met de eerste opdracht vitaal burgerschap. De eerste indruk van de opdracht was negatief bij alle 6 de studenten. De 6 studenten, van niveau 2, gaven bij het interview aan dat de opdrachten te moeilijk omschreven waren. Ze gaven eerlijk toe dat ze eigenlijk niks lezen en meteen door gaan naar de vragen. Ze slaan de instructietekst over en beginnen aan de opdrachten. Als reden gaven ze hiervoor aan dat er te veel tekst stond en dat het onduidelijk was omschreven, ze vonden het chaotisch. De fijnste vorm voor een afsluitende toets is voor iedere student verschillend. De ene student geeft aan dat een tentamen (multiple choice) de beste vorm van een afsluitende toets is, de andere student vindt een opdracht maken een betere vorm. 3 Studenten vonden het maken van een opdracht de fijnste vorm. De studenten vonden het vooral belangrijk dat hij/zij weet wat de verwachtingen zijn om te komen tot een goed eindresultaat (goede punten).Alle studenten gaven aan dat de opdracht van vitaal burgerschap leuk was. De inhoud van de opdrachten zelf motiveerde om aan de slag te gaan. Vooral de testjes en de eigen mening vragen vonden ze leuk om te maken. Wel hadden de studenten veel hulp/begeleiding nodig. De opdrachten waren te moeilijk omschreven gaven ze alle 6 aan en ze wisten niet wat het eindresultaat moest worden. Aan het einde in de opdracht stond pas beschreven dat er een werkstuk van moest worden gemaakt, met een planning. Dit zorgde voor veel onduidelijkheid. De keuzemogelijkheden binnen de opdracht zijn beperkt je kunt niet zelf bepalen wat je wil doen, maar binnen zijn er wel veel verschillende opdrachten waar je zelf vorm aan kan geven. De studenten gaven aan dat ze niet perse meer keuzemogelijkheden wilden, maar dat het wel fijn was als er verschillende opdrachten in de opdracht zouden blijven anders werd het saai. Doordat de vragen nu op hun persoonlijke leven aansloten vonden ze de opdrachten makkelijk en leuk om te maken. Ook konden de studenten goed aangeven hoe de opdracht aansloot bij hun beroepspraktijk/omgeving. De studenten gaven aan dat er veel ruimte was om te praten en overleggen met medeleerlingen. 4 studenten wilden dat ze meer mochten samenwerken, de 2 anderen gaven aan dat ze dit absoluut niet wilden. Of er moest een duidelijk individueel deel in de opdracht zitten. Elke student toonde meer of minder interesse in bepaalde onderdelen van de opdracht. Over het algemeen waren de studenten tevreden over hun eindresultaat. De studenten met een onvoldoende gaven aan dat de opdrachten onduidelijk waren, ze te weinig gedaan hadden en te weinig hulp/begeleiding gevraagd hadden. De studenten hebben 5 tips opgesteld voor het maken van een duidelijke opdracht. Ten eerste wilden ze minder chaotische opdrachten, een duidelijk eindresultaat. Als tweede gaven ze aan dat er een duidelijker structuur in de opdracht moet komen, ‘wat moet ik precies doen voor een goed eindresultaat?’. Als derde tip vonden ze dat de taal makkelijker moest en dat er geen dubbele vragen in de opdrachten moesten staan. De studenten gaven ook aan dat de opdrachten aan moesten sluiten bij hun interesses, beroep en actualiteiten. Ten slotte vonden ze het leuk als er afwisseling was in opdrachtvormen. Voor de studenten is het dus van groot belang dat er een concrete opdracht voor hen verwezenlijkt wordt.

22

Page 23: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

In de volgende tabel een samenvatting van belangrijke resultaten van het interview met de 6 studenten.

Belangrijke resultaten interview met studenten (6 studenten, niveau 2)

Eerste indruk: positief 0 % (0/6)

Fijnste vorm afsluitende toets: opdracht 50 % (3/6)

Onduidelijke opdracht 100 % (6/6)

Veel hulp/begeleiding nodig 100% (6/6)

Geen instructie tekst gelezen 100% (6/6)

Duidelijk eindresultaat opdracht 0% (0/6)

Aansluiting belevingswereld 100% (6/6)

Meer samenwerken 66 % (4/6)

Voldoende behaald 50 % (3/6)

5 Tips van studenten1. Duidelijkheid2. Structuur/format3. Taal4. Belevingswereld5. Werkvormen

Reactie op de interviewsDe ideale situatie is nog niet verwezenlijkt blijkt uit de interviews, maar dit is de weg er naar toe, daar past nu deze manier van vormgeving van opdrachten bij. De kennis die is opgedaan in de interviews en uit de tabel wordt verwerkt in het analyseschema om de volgende opdrachten te kunnen ontwikkelen.De opdrachten moeten contextrijk zijn, gericht op het beroep en de ervaring van de student staat centraal, bij de inspanningsverplichting van burgerschap. De kijk, op het vormgeven van goede opdrachten voor het MBO, van ROC Eindhoven EAI, Marieke van de Mortel, Petra Kleijne en de studenten is in dezelfde richting, nu de opdrachten nog!

23

Page 24: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

1.3 Resultaat : Analyseschema Dit analyseschema is gebaseerd op de resultaten van de theorie van de literatuurstudie, interviews en productevaluatie. Dit analyseschema geeft antwoord op de onderzoeksvragen en geeft de resultaten van het onderzoek weer. Onderzoeksvraag: “Hoe kan ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, ontwikkelen voor burgerschap op het MBO?”Het analyseschema bestaat uit 3 dimensies, macroniveau, mesoniveau en microniveau. Deze 3 dimensies zijn opgedeeld in subdimensies. En daaruit volgen de indicatoren. De indicatoren zijn de uiteindelijke concrete punten waarmee rekening moet worden gehouden bij het ontwikkelen van een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, voor het burgerschapsoffice op ROC Eindhoven.

“Met dit schema wil ik mijn eigen acties meten en verbeteren!”

GOEDE (afsluitende toets, in de vorm van een opdracht)

Begrip Dimensies Eventueel subdimensies IndicatorenDefinitie:“Bij examinering van loopbaan en burgerschap op het ROC Eindhovenbetekent dat er sprake is van een individueel leerarrangement en dat de student kennis maakt met de beroepspraktijk. Een opdracht die een valide en betrouwbaar oordeel oplevert over de beroepsbekwaamheid van de te kwalificeren student.

(Bron: Marieke van de Mortel, 2011/2012, Verantwoordingsdocument Loopbaan & burgerschapEAI, p. 9)

Macro niveau:Visie overheid

- LLB document - Resultaatverplichting- Dimensies - Sociaal-maatschappelijk

- Economisch - Politiek-juridisch - Vitaal burgerschap

- Kerntaken, werkprocessen, competenties

- Zie bijlage 1(vitaal burgerschap, politiek-juridisch)

Meso niveau:Visie school

- Visie ROC Eindhoven - Burgerschapsoffice- Inspanningsverplichting- Integratie- Concept- context

- Visie burgerschapsoffice - Eén opdracht per dimensie, per periode

- Niveau 2, 1 uur in de week klassikale begeleiding

- Concrete inhoud:VoorbereidingUitvoeringReflectie/evaluatie

- Format opdracht

- Soorten toetsing - Werkstuk/verslag- Beoordeling:

beoordelingsformulier- Inhoudeisen

kwaliteiteisenVormeisen (zie bijlage 3)

- Vaardigheden, kennis en houding

- Uitleg van competentie

- Competentiegerichte opdrachten

- Begeleiding + organisatie

- Oude opdrachten gebruiken - Duidelijkheid- Taal- Interesse student- Opmaak- Vraagstelling

24

Page 25: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

- Actieve werkvormen

- Autisme (ROC Eindhoven EAI), REC Chiron

- ‘Auti’-proof

Micro niveau:Inhoudelijk

- Niveau differentiatie - Didactiek, taalgebruik, inhoudelijke complexiteit

- Scaffolding

- Denkniveaus - Taxonomie van Bloom- Kennis en inzicht vragen- Beoordelingsformulier

- Leerstijlen - Leerstijlen van Kolb

- Beoordelingscriteria - Certificerende functie- Beoordelingsformulier

- Didactische werkvormen - Didactische werkvormen individuele verschillen tegemoet komen: Kennisniveau, leertempo, leertype, zelfstandigheid, schoolverleden, sociaal-culturele achtergrond, zelfbeeld en /of motivatie.

- Opdracht vormen

- Concept-context benadering - Betekenisvolle leercontexten

- Belevingswereld- Actualiteiten- PC/media

- Inhoudelijke doelen - Eindtermen- Kennis en inzicht

- Taalgericht vakonderwijs - Praten en luisteren - Schrijven en lezen- Interactie- Samenwerkend leren- Schriftelijk + mondeling- Instructietaal

Pedagogisch - Differentiatie - Hoge realistische verwachtingen

- Autonomie, relatie, competentie

- Uitdaging/ondersteuning

- motivatie - Intrinsiek/extrinsiek- Structuur + instructie- Autonomie- Zelfvertrouwen- Actief leren- Belonen

- Zelfstandig leren - ABC-aanpak; Achterhalen, Bewerken en Controle.

- Ondersteuning- Samenwerkend leren- Task interdependence

25

Page 26: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

- Leeromgeving - Werkblad invulling burgerschap

- Constructivisme

1.4 Productevaluatie: opdracht vitaal burgerschap Na de verkenning van de theorie en inzichten van de experts te hebben bevraagd en studenten naar ervaringen is gevraagd, kunnen we beoordelen of de oude opdrachten voldoen aan de gestelde eisen. Dus is het belangrijk dat er een productevaluatie plaatsvindt van de opdracht vitaal burgerschap13. Aan de hand van het analyseschema wordt de eerste (oude) opdracht hieronder beoordeeld.De productevaluatie is gedeeltelijk verwezenlijkt door Marieke van de Mortel. Ze heeft een beoordelingsformulier en een uiteenzetting van kennis en inzichtvragen (taxonomie van Bloom)opgezet voor de opdracht vitaal burgerschap.14 Daarnaast zal hieronder beschreven worden welke onderdelen de opdracht “vitaal burgerschap” mist, als er wordt gekeken naar de indicatoren van het analyseschema. Afhankelijk van de bevindingen, kan hiermee rekening worden gehouden bij het ontwikkelen van de nieuwe opdrachten (de verbeteracties).

MacroOp macroniveau zijn er geen duidelijke richtlijnen voor burgerschapsopdrachten vanuit de overheid. De opdracht is gericht op de dimensie vitaal burgerschap. De opdracht is gebaseerd op de kerntaken, werkprocessen en competenties. De opdracht zorgt ervoor dat de student zich informeert over allerlei zaken die invloed hebben op zijn gezondheid. De student voert activiteiten uit om de gezondheid te bevorderen en zoekt advies en hulp. Ook geeft de student zichzelf advies. Op macroniveau dekt de opdracht van vitaal burgerschap de eisen in het analyseschema.

MesoOp mesoniveau hebben er verdere ontwikkelingen plaats gevonden ten opzichte van de visie van ROC Eindhoven en de visie van het burgerschapsoffice. Er is één persoon aangesteld om de opdrachten te ontwerpen en ontwikkelen. Het burgerschapsoffice zorgt gezamenlijk voor de input van de onderwerpen voor de opdrachten, maar één docent, Lieke Coppelmans, heeft de taak gekregen eindverantwoordelijke te zijn voor de burgerschapsoffice opdrachten van EAI voor niveau 2, 3 en 4, tot het einde van leerjaar 2011/2012. Dit zorgt voor meer eenduidigheid en duidelijkheid en dat is van belang bij het ontwikkelen van goede opdrachten.Bij de nieuwe ontwikkelingen staat de concept - context benadering en het eindresultaat centraal. Het beroep moet belangrijk zijn en de opdracht moet contextrijk zijn met een onderdeel kennis, toepassing/ervaringen. Er moet een duidelijker concreet format ontwikkeld worden. Hierbij zal Marieke van de Mortel ondersteuning gaan bieden. De opdracht van vitaal burgerschap omvat nu te veel tekst en vraagt om veel mondelinge, persoonlijke begeleiding. Concreet moet er nu een voorbereidend deel, uitvoerend deel en reflecterend onderdeel in de opdrachten aanwezig zijn. Dat is ook het geval bij de opdracht van vitaal burgerschap. Maar het omvat te veel en er is geen duidelijk verschil in werkvormen tussen het

13 Zie bijlage 9: Opdracht vitaal burgerschap14 Zie bijlage 3 + bijlage 5: beoordelingsformulier + uiteenzetting kennis en inzichtvragen opdracht vitaal burgerschap.

26

Page 27: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

voorbereidende deel, uitvoerende deel en reflecterende onderdeel. Flexibiliteit voor de vormgeving van LLB bij de niveau 2 is een aandachtspunt bij de volgende opdracht. De opdracht van vitaal burgerschap wordt nu ook gebruikt op niveau 3 en niveau 4. Maar bij de opdrachten van niveau 2 moet en kan er met werkvormen gewisseld worden. Om aan te sluiten op de korte spanningsboog van de niveau 2 studenten. Nu gebeurde dat nog te weinig bij de opdracht van vitaal burgerschap.Dit is ook het doel van de nieuwe opdracht voor niveau 2 gekeken vanuit de visie van de school. Differentiatie in werkvormen en een duidelijk format. De opdracht moet gericht zijn op het eindresultaat en contextrijk zijn. Na de vormgeving van de nieuwe opdrachten zal Marieke van de Mortel een nieuw beoordelingsformulier samenstellen. De opdracht van vitaal burgerschap is competentiegericht. De onderdelen vaardigheden en kennis komen sterk naar boven. Het onderdeel houding moet sterker verwezenlijkt worden in de nieuwe opdrachten. De beroepshouding van de studenten en het bijhorende gedrag moet continue op school worden getest. Dit moet nog duidelijker naar voren komen door verschillende werkvormen in de nieuwe opdrachten. Bijvoorbeeld, respectvol omgaan met anderen, afspraken nakomen, luisteren naar leidinggevenden enz. in de vorm van een samenwerkingsverband.Voor de vitaal burgerschap dimensie opdracht is er niet een oude opdracht gebruikt. Wel onderdelen van vragen uit het boek profi-leren. De vragen waren gericht op het ‘traditionele’ onderwijs en nog niet geheel op het competentiegerichte onderwijs. Bij de nieuwe opdracht voor de dimensie politiek-juridisch wordt een oude opdracht gebruikt, van de afdeling juridisch voor LLB, als voorbeeld. De opdracht moet duidelijk zijn en er moet worden gelet op de taal. Want bij de opdracht van vitaal burgerschap is er te veel niet noodzakelijke informatie. In de opdracht moet dezelfde opmaak worden gebruikt. Dat was ook niet het geval bij de opdracht van vitaal burgerschap. Dat zorgde voor veel verwarring bij de studenten en docenten. De opdracht bij vitaal burgerschap sloot goed aan op de interesses van de student. Dat is een grote uitdaging bij het onderwerp politiek. Maar bij de opdracht van vitaal burgerschap was er te weinig variatie in werkvormen en een te complexe vraagstelling. Hier moet bij een goede opdracht op gelet worden. Ook was de opdracht niet ‘auti’-proof. Door het REC-Chiron en een team van docenten van ROC Eindhoven EAI zijn enkele vragen bekeken van de dimensie vitaal burgerschap. Enkele ontdekkingen: vraagstelling is te open, complex, dubbele vragen, er wordt te vaak gebruik gemaakt van verschillende woorden terwijl er hetzelfde bedoeld wordt. Er moet concreter aangegeven worden wat er van de student verwacht wordt en de opmaak moet hetzelfde worden.Over het algemeen is er geprobeerd bij de opdracht van vitaal burgerschap rekening te houden met de punten op mesoniveau, visie van de school. Maar na de verdieping met het analyseschema, wordt het burgerschapsoffice met de neus op de feiten gedrukt en kan er nog heel wat verbeterd worden aan de opdrachten.

MicroOp microniveau kan er ook inhoudelijk en pedagogisch nog veel verbeterd worden.Niveaudifferentie was eigenlijk de aanleiding van dit actieonderzoek. Niveau 2, 3 en 4 hadden dezelfde opdracht voor de dimensie vitaal burgerschap. Terwijl er een groot verschil zit tussen deze studenten. Door de intensieve begeleiding van LLB bij niveau 2 kon er hetzelfde resultaat bereikt worden, maar bij de nieuwe opdracht kan er door middel van scaffolding niveaudifferentiatie plaatsvinden.Bij de opdrachten van het burgerschapsoffice wordt wel al zeker rekening gehouden

27

Page 28: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

met denkniveaus differentiatie. De student doorloopt een gedeelte van de taxonomie van Bloom. Dit was een onderdeel van de basis de nieuwe visie van ROC Eindhoven EAI. In de opdracht van vitaal burgerschap wordt er onbewust rekening gehouden met leerstijlen. Het is belangrijk dat bij de volgende opdracht er bewust rekening wordt gehouden met de verschillende leerstijlen. Op ROC Eindhoven EAI niveau 2 is er voor het actieonderzoek, tijdens de proceslessen, een test gedaan gericht op de leerstijlen. De studenten zijn daarna door de studieloopbaanbegeleiders in groepjes gezet met van elke leerstijl één persoon. Hiervan kan gebruik gemaakt worden bij de volgende opdracht. De beoordelingscriteria passen bij de opdracht van vitaal burgerschap. Als er bij de nieuwe opdracht een ander format wordt gebruikt, worden ook de beoordelingscriteria aangepast op het beoordelingsformulier.Bij niveau 2 is sterk naar voren gekomen bij de opdracht van vitaal burgerschap dat er moet worden gevarieerd in werkvormen. De student heeft een korte spanningsboog, is snel afgeleid. De motivatie van studenten wordt verhoogd door variatie in werkvormen. Dit moet verwezenlijkt worden bij de nieuwe opdracht.De context in de opdrachten moet bestaan uit allerlei verbanden tussen de nieuwe stof en de wereld van de studenten, de maatschappij/beroepsperspectief. Bij vitaal burgerschap was dit gemakkelijk te verwezenlijken door middel van de onderwerpen. Bij de nieuwe opdrachten moet hiermee rekening worden gehouden.Taal was een groot struikelblok bij de opdracht vitaal burgerschap op niveau 2. De instructie taal was te veel en te complex. Ook is het van belang dat er in de opdracht de ruimte is om zelfstandig te werken en ruimte voor interactie. Interactie op verschillende niveaus vond bij de opdracht vitaal burgerschap niet zoveel plaats. De opdracht van vitaal burgerschap zorgt voor zelfstandigheid en veel eigen verantwoordelijkheid. De opdracht moet alleen nog meer inspelen op samenwerken en de balans tussen ondersteunen en uitdagen. De vragen en opdrachten in de opdracht van vitaal burgerschap motiveerden de studenten omdat het goed aansloot op hun eigen belevingswereld, autonomie, zelfvertrouwen, beloning en actief leren (door de testjes, poster en eigen mening vragen enz.). Wel kan op dit actieve leren nog meer worden ingespeeld. En kan een duidelijke, concrete instructietekst inspelen op de autonomie en het zelfvertrouwen. De student moet weten wat er van hem/haar verwacht wordt en dat was nu niet altijd het geval. Bij de volgende de opdracht kan het zelfstandig leren goed samengaan met het samenwerkend leren op niveau 2.De opdracht van vitaal burgerschap zorgt niet voor een krachtige leeromgeving. Er zitten veel werkopdrachten in de opdracht, maar geen samenwerkingstaken terwijl dat van belang is bij een krachtige leeromgeving. Er moet een mogelijkheid zijn voor interactie tussen de studenten (medestudenten onderling) en de reële wereld. Bij de nieuwe opdracht moet er een rijkere, gevarieerde leeromgeving komen.

Conclusie & aanbevelingenOp meso en microniveau is er nog zeker ‘werk aan het burgerschapsoffice’. Door de nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van LLB en de stress die daar mee gepaard gaat, zijn er steekjes gevallen bij het ontwikkelen van goede afsluitende toetsen, in de vorm van een opdracht. Aanbevelingen: niveaudifferentiatie, variatie in werkvormen, format wijziging, taal en het eindresultaat moeten centraal komen te staan bij de verbeteracties. Dit kan goed terug gezien worden in de productevaluatie en de interviews met de experts en studenten. De opdracht van vitaal burgerschap kan goed gebruikt worden, maar

28

Page 29: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

moet dan wel herschreven worden. Het analyseschema kan hierbij een goede leidraad zijn. Ook bij de nieuwe opdrachten kan het analyseschema een steuntje in de rug geven bij het ontwikkelen, in de korte tijd die daar voor staat.

29

Page 30: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

1.5 Conclusie: onderzoekHet ontwikkelen van een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, voor burgerschap op het MBO, vereist veel kennis over het maken van opdrachten. Er zijn weinig concrete eisen opgesteld, vanuit de overheid en vanuit ROC Eindhoven EAI, voor het maken van opdrachten voor burgerschap op het MBO. Op internet en binnen ROC Eindhoven zijn wel veel voorbeelden te vinden van burgerschapopdrachten op het MBO. Maar de opdrachten verschillen in visie, inhoud, format, vorm, einddoel. Het is moeilijk de kwaliteit te bepalen van de opdrachten. Wel kon er onderzocht worden wat een goede opdracht in ieder geval moet bevatten. “Wat is nu een goede burgerschap opdracht voor het MBO?”

Door het onderzoek van de literatuur, de interviews en de productevaluatie zijn er verschillende inzichten opgedaan in dit actieonderzoek voor het maken van een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, voor burgerschap op het MBO. Deze inzichten zijn duidelijk in het analyseschema geordend. Er is gekozen voor een duidelijke chronologische volgorde. Door de verdeling in 3 niveaus; macroniveau, mesoniveau en microniveau zijn grotendeels alle onderdelen van het maken van een opdracht gedekt. Op macroniveau moet je kijken naar de visie van de overheid als je een opdracht maakt. Hierbij zijn belangrijk: het LLB document, de dimensies, de kerntaken, werkprocessen en de competenties(competentiegericht onderwijs). Op mesoniveau moet je de visie van de school op burgerschap/LLB onderzoeken. De volgende onderdelen zijn hierbij belangrijk: vormgeving van burgerschap/LLB, soorten van toetsing, invulling van competentiegericht onderwijs. Ook is het belangrijk dat je oude opdrachten analyseert en bekijkt met welke onderdelen je nog meer rekening moet houden (bv. autisme). Op microniveau moet je rekening houden met inhoudelijke en pedagogische eisen. Inhoudelijk moet er bij de opdracht worden gelet op niveaudifferentiatie, denkniveaus, leerstijlen, beoordelingscriteria, didactische werkvormen, concept-context benadering, inhoudelijke doelen en taalgericht vakonderwijs. Op pedagogisch gebied moet differentiatie per student, motivatie, zelfstandig leren en een goede leeromgeving vorm krijgen in een opdracht.

Het resultaat van het hier bovenstaande onderzoek, het analyseschema, kan gebruikt worden als leidraad bij het ontwikkelen van nieuwe opdrachten burgerschap op het MBO. Het analyseschema is een middel dat kan worden ingezet bij de verbeteracties. Hierdoor wordt een groot deel van de onderdelen waar aan gedacht moet worden bij het ontwikkelen van een goede opdracht gedekt. Dit zegt echter nog niets over de kwaliteit van een opdracht. Hierbij spelen meerdere factoren een rol, zoals de bekwaamheid van de docent die de opdracht ontwikkelt, de vormgeving van de onderdelen die in een goede opdracht moeten voorkomen en de inzet en betrokkenheid van een docent.

30

Page 31: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

2. DE VERBETERACTIES

31

Page 32: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

2.1 De verbeteractiesIn dit onderdeel van het actieonderzoek worden de verbeteracties, het resultaat van de verbeteracties en de evaluatie van de verbeteracties gepresenteerd. In paragraaf 2.1 komt de uitvoering van de verbeteracties en het resultaat van de verbeteracties voor de opdracht politiek-juridisch aan bod. Daarna wordt aangegeven hoe er is gewerkt met de nieuwe opdrachten. Dan worden in paragraaf 2.2 de resultaten van de productevaluatie uiteengezet. In paragraaf 2.3 wordt de feedback van de experts en studenten op het nieuwe format en op het werken met de opdrachten weergegeven. En ten slotte worden in paragraaf 2.4 de conclusies op de verbeteracties gepresenteerd.

Uitvoering verbeteracties: opdracht politiek-juridischIn het volgende schema is uitgewerkt hoe de kloof gedicht is tussen ‘hoe het was’ en ‘hoe het zou moeten zijn’. Deze verbeteracties zijn gebaseerd op de literatuurstudie, interviews en de productevaluatie van de opdracht vitaal burgerschap.In het volgende schema wordt de uitvoering van de verbeteracties bij de opdracht politiek-juridisch kort beschreven. De belangrijkste verbeteracties zijn dikgedrukt. (Zie bijlage 9: opdracht politiek-juridisch, voor de daadwerkelijke uitvoering van de verbeteracties.)

Eerst heb ik een nieuw format, voor de opdrachten van LLB op ROC Eindhoven EAI, ontwikkeld. Daarna heb ik een oude opdracht van niveau 4 gebruikt om een nieuwe opdracht voor niveau 2 te ontwikkelen. Dit is verder toegelicht in het schema. De belangrijkste verbeteracties zijn gericht op een nieuw format, niveaudifferentiatie, taalgericht vakonderwijs, autisme, leerstijlen, didactische werkvormen en samenwerkend leren. Voor de uitwerking van de verbeteracties zie het volgende uitgewerkte analyseschema.

Opdracht: politiek-juridisch

Niveau Wat moet een goede opdracht bevatten?

Korte beschrijving uitvoering verbeteracties

Macro niveau:Visie overheid

- LLB document Het LLB document is de leidraad geweest voor het opzetten van opdrachten voor het burgerschapsoffice.Hieruit zijn de dimensies, kerntaken, werkprocessen en competenties opgenomen. De verbeteractie is meer verdieping in het LLB document voor het maken van de opdracht. Hierdoor is er beter rekening gehouden met de LLB document eisen.. Zie kerntaken, werkprocessen en competenties

- Dimensies In deze opdracht wordt de politiek-juridische dimensie uitgewerkt.

- Kerntaken, werkprocessen, competenties

Bijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert zich op onderwerpen waarover politieke besluiten genomen worden. Doormiddel van de folder. De student onderzoekt, analyseert, maakt beslissingen en voert activiteiten uit. De student leert te overtuigen en probeert te beïnvloeden. Ook brengen ze een bezoek aan het gemeentehuis. Waar ze vragen aan de burgermeester mogen stellen, oriënteert zich op besluiten die de burgermeester mag nemen.3.2 Vormt een eigen mening. Doormiddel van verschillende opdrachten vormt hij/zij eigen mening. De student leert kiezen tussen links/recht, de student vormt zijn mening over partijen en de student discussieert over verschillende

32

Page 33: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

onderwerpen bij het maken van de folder.3.3 Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzen. De student kiest een politiek onderwerp en gaat onderzoeken hoe dit moet worden aangepakt, hier ontwerpt hij/zij een folder bij. Ook werkt de student samen met andere studenten en vormen ze samen een politieke partij, ze maken samen keuzes, gemaakte keuzes zorgen voor een bepaalde actie. De student probeert anderen te beïnvloeden en te overtuigen.

Meso niveau:Visie school

- Visie ROC Eindhoven De opdracht is ontwikkeld vanuit het Burgerschapsoffice. Nu met veel feedback van collega’s, De opdracht voldoet aan de resultaatverplichting en aankomende inspanningsverplichting. Het LLB-document is hierbij de leidraad. Er is nog geen sprake van integratie bij deze opdracht.De student moet bij de burgerschapsopdracht informatie verzamelen bij de verkenningsopdrachten. Hierdoor ontwikkelt de student een bepaalde hoeveelheid kennis en inzicht. De student moet ten opzichte van zijn/haar groepje gemaakte keuzes verwoorden en verantwoorden. Ook neemt de student deel aan een excursie naar de gemeente (concept-context sluit hier goed bij aan). Duidelijker beeld van de visie van ROC Eindhoven EAI opgenomen in de opdracht.

- Visie burgerschapsoffice De opdracht voor de politiek-juridische dimensie duurt 1 onderwijsperiode, Niveau 2 krijgt hiervoor 1uur klassikale begeleiding. De concrete inhoud van de opdracht is nu opgesteld: verkenning(voorbereiding), opdracht folder(uitvoering), terugblik(reflectie). Er is een nieuw format opgesteld. Voor duidelijkheid te creëren voor de student. Voorblad(1 bladzijde), inleiding opdracht/inleveren/voorwaarden (1 bladzijde), verkenning, opdracht folder, terugblik (1 bladzijde).

- Soorten toetsing Werkstuk/verslag is het geworden met een folder. Het beoordelingsformulier wordt opnieuw opgesteld door Marieke van de Mortel. Nu zijn de inhoudeisen, kwaliteiteisen en vormeisen nog hetzelfde, zie bijlage 3.

- Vaardigheden, kennis en houding

Verbeteracties ten opzichte van competenties: In de verkenning staat de kennis centraal. Bij de vaardigheden draait het om de omgang met de ICT mogelijkheden en onderzoek/opzoek vaardigheden. Het houdingsaspect komt naar voren door de samenwerkingswerkvorm bij de folder, respectvol met medestudenten omgaan, afspraken nakomen, luisteren.

- Competentiegerichte opdrachten

De student heeft begeleiding van een docent. De docent balanceert bij deze opdracht tussen de student laten worstelen met een opdracht en het aansturen bij een opdracht. De opdracht stimuleert om gebruik te maken van diverse bronnen, boeken, internet, docenten, medestudenten (zie bijlage 9).

- Oude opdrachten gebruiken

Oude opdracht voor LLB niveau 4, van de afdeling juridisch te ROC Eindhoven EAI gebruikt. De opdracht is kleiner gemaakt(scaffolding), verduidelijkt, aangepast aan niveau 2, taal is versimpeld, meer aansluiting op de belevingwereld van de student(zelf onderwerp kiezen bij folder), opmaak hetzelfde in het gehele document, vraagstelling versimpeld, meerdere actieve werkvormen gebruikt (samenwerkend leren, folder, discussie).

- Autisme (ROC Eindhoven EAI), Rec Chiron

Cursus gevolgd bij het REC Chiron, genaamd ‘Auti’-proof, voor verbeteracties te kunnen verwezenlijken bij het maken van opdrachten. De opdracht sluit sterk aan bij de belevingswereld/interesses van de student. Ze mogen hun eigen onderwerp kiezen bij de folder. De vraagstelling is niet te open, complex en geen dubbele

33

Page 34: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

vragen. Er is ruimte tussen de vragen gecreëerd en overal is hetzelfde lettertypen gebruikt. Er is minder kleur gebruikt en alle opdrachten hebben dezelfde opzet gekregen. Verwachting: eindresultaat + voorwaarden op bladzijde 2 meteen weergegeven.

Micro niveau:Inhoudelijk

- Niveau differentiatie Er moest sterk een verbeteractie bij niveaudifferentiatie plaatsvinden. Niveau 2 heeft een andere opdracht gekregen dan niveau 3/4. De didactiek, taalgebruik, inhoudelijke complexiteit zijn aangepast. Er heeft scaffolding plaatsgevonden. De oude opdracht van niveau 4 is vereenvoudigd, opgesplitst in subopdrachten en zo aangepast dat er minder complexe kennis en handelingen voor nodig zijn. De taal is versimpeld en didactisch vind er begeleiding plaats van een docent.

- Denkniveaus De taxonomie van Bloom is nog steeds van toepassing. Er zijn kennis en inzichtvragen verwerkt in de opdracht. Dit vind je nu ook nog terug in het beoordelingsformulier, zie bijlage 3.

- Leerstijlen De opdracht sluit sterk aan bij de verschillede leerstijlen. De verschillende werkvormen spelen hierop in, zelfstandig leren, samenwerkend leren, folder maken, tabel invullen, excursie naar gemeentehuis. Maar ook tijdens het samenwerkend leren bij de folder zijn de groepjes ingedeeld met studenten van verschillende leerstijlen bij elkaar. In de mentorles is de leerstijlentest gedaan en daarna zijn de groepjes gevormd.

- Beoordelingscriteria Marieke van de Mortel gaat over de beoordelingscriteria. In de opdracht zelf zijn al duidelijk voorwaarden opgesteld op bladzijde 2 en inhoudeisen aan de folder en de terugblik. De student weet hierdoor waar hij/zij op beoordeeld word.

- Didactische werkvormen Door gebruik van verschillende didactische werkvormen is er geprobeerd individuele verschillen tegemoet te komen en aan te sluiten op de korte spanningsboog van de niveau 2 studenten. Er zijn bewust hier verbeteracties in gezet om de motivatie en het resultaat van de student te verbeteren. Zelfstandig leren (zelfstandigheid, leertempo), samenwerkend leren (motivatie), folder (aansluiting eigen sociaal-culturele achtergrond), tabel/kennisvragen/filmpje (aansluiting verschillende kennisniveaus).

- Concept-context benadering

De student kiest bij de folder zijn/haar eigen context. Ook doormiddel van de filmpjes en opdrachten is er aangesloten op de wereld van de student. Ze ervaren dat politiek in hun dagelijks leven aanwezig is. De computer/media spelen belangrijke rol bij de opdracht, ook de actualiteiten zoals het filmpje.

- Inhoudelijke doelen Eindtermen, bijlage 1 vormen de basis van de opdracht.

- Taalgericht vakonderwijs Een belangrijke verbeteractie is rekening houden met taalgericht vakonderwijs. Praten en luisteren (discussie folder), schrijven en lezen (verkenning), Interactie (folder/excursie gemeentehuis, docent – student en medestudenten-student), samenwerkend leren (folder), schriftelijk + mondeling (verkenning, folder), instructietaal aangepast bondig en duidelijk.

Pedagogisch - Differentiatie Er vind bij de opdracht een wisseling van uitdaging en ondersteuning plaats. Bijv. folder. Ondersteuning door de inhoud eisen, uitdaging door de keuze van eigen onderwerp, Ook moet de student bij de opdracht

34

Page 35: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

zelfstandig werken (eigen verantwoordelijkheid), maar ook samenwerken. De docent wisselt van uitdagen naar ondersteunen.

- motivatie De intrinsieke motivatie wordt niet snel gestimuleerd bij een opdracht over politiek. De extrinsieke motivatie wordt door de verschillende werkvormen verhoogt. De structuur en instructietekst is duidelijker waardoor de student weet waar hij/zij aan toe is. Met de opdrachten wordt ingespeeld op autonomie (zelfstandig werken), zelfvertrouwen (opdrachten die voor niveau 2 goed te doen zijn), actief leren (verschillende werkvormen), belonen (goed eindresultaat). Doordat de opdracht aansluit op de belevingswereld(eigen onderwerp kiezen folder), interesse, omgeving(gemeente Eindhoven) van de student wordt de motivatie ook verhoogd.

- Zelfstandig leren De studenten moeten zelfstandig aan opdrachten werken met ondersteuning van een docent, 1 uur per week. Ook sluit de opdracht aan op het samenwerkend leren doormiddel van de folder opdracht. Om sociaal luieren te voorkomen is er bij de opdracht gebruik gemaakt van ‘ Pooled task interdependence’. Waarbij elk groepslid een apart en onafhankelijk aandeel levert aan de groepsprestatie. De groepsprestatie bestaat uit alle individuele prestaties van de groepsleden opgeteld (zie opzet folder)

- Leeromgeving Er vind bij de opdracht een wisselwerking plaats tussen de student en de reële wereld. Er is veel interactie tussen medestudenten bij het samenwerken(folder opdracht). De contexten in de opdracht zijn rijk aan hulpbronnen, leermaterialen en sociale interactie (zie verkenningsopdrachten + folder)

Resultaat verbeteracties: opdracht politiek-juridisch 15 De nieuwe opdracht is gericht op de LLB dimensie politiek-juridisch. Het onderwerp voor de opdracht is ‘stemmen’. Bij de opdracht zijn de indicatoren van het analyseschema verwerkt. Zie het hier bovenstaande schema waar in benoemd wordt hoe de verbeteracties zijn uitgevoerd.

Door de verbeteracties hebben er grote veranderingen plaatsgevonden bij het vormgeven van de opdracht voor de politiek-juridische dimensie ten opzichte van de opdracht voor de vitaal burgerschap dimensie.

15 Bijlage 9: opdracht politiek-juridisch

35

Page 36: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Werken met de verbeteracties: opdracht politiek-juridischHet werken met de verbeteracties van de nieuwe opdracht politiek-juridisch zorgde voor een andere invulling van de les(leeromgeving) en omgang met de studenten.

Als docent moet je veel tijd hebben voor je studenten. Elke student heeft persoonlijk aandacht nodig. Er moeten onderdelen worden toegelicht, besproken en er moet verdieping met/door de student plaatsvinden. Er moet de mogelijkheid zijn om aan te sluiten op de belevingswereld van de student. Door de verbeteracties is er meer tijd en ruimte voor persoonlijke aandacht voor de student door een docent.In de eerste periode van dit schooljaar hebben de studenten gewerkt aan de opdracht vitaal burgerschap. In de tweede periode, 10 weken, heeft een niveau 2 klas (± 20 personen) gewerkt aan de opdracht van de politiek-juridische dimensie. De klas krijgt 1 uur per week les van mij om aan de opdrachten te werken. De student werkt ook zelfstandig aan de opdrachten buiten de les.De studenten moeten in een computerlokaal werken aan de opdrachten. Door de nieuwe opdracht moest er een computerlokaal geregeld worden met een grote overlegtafel. Hierdoor kon er duidelijk algemene informatie gegeven worden door de docent en hier konden studenten in groepjes aan werken, dit voor de aansluiting bij het samenwerkend leren. De leeromgeving moest dus voor deze nieuwe opdracht worden geoptimaliseerd.Als docent vindt erbij de opdracht een wisseling van uitdaging en ondersteuning van de student plaats. Door het nieuwe format is er meer duidelijkheid voor de student en kan de student zelfstandig zonder veel begeleiding/hulp aan de slag. Hierdoor heeft de docent meer tijd om competentiegericht te werken en de studenten persoonlijk uit te dagen. De docent kan het houdingsaspect aanpakken, door samenwerkend leren te stimuleren. De student heeft nog steeds begeleiding van de docent, maar de docent balanceert tussen de student laten worstelen met een opdracht en het aansturen bij een opdracht. De docent heeft meer aandacht door de nieuwe opdracht voor zijn/haar niveau 2 studenten en hun persoonlijke interesses/belevingswereld. De docent hoeft niet steeds de opdracht te verduidelijken, maar kan samen met de student naar opdrachten kijken en erover praten. De interactie wordt groter. De docent heeft meer een begeleidende rol bij deze opdracht, in plaats van een informerende/uitleg rol. De docent kan de studenten door deze opdrachten stimuleren om gebruik te maken van diverse bronnen. De docent is niet alleen de bron. Er vindt veel interactie plaats tussen de student en de docent, maar ook tussen de student en medestudenten. Door de uitdagende verschillende didactische werkvormen is er voor de docent meer ruimte voor differentiatie. De docent kan goed inspelen op de verschillende leerstijlen en leer/gedragstoornissen, zoals autisme. Bij het werken met de nieuwe opdracht is er meer rekening gehouden met niveaudifferentiatie, taalgericht vakonderwijs, autisme, leerstijlen, didactische werkvormen en samenwerkend leren, dan bij de opdracht van vitaal burgerschap.Door de verbeteracties blijft er extra tijd over voor de docent en student. De docent heeft meer ruimte om de student echt zelfstandig en samenwerkend te laten leren.Of de verbeteracties daadwerkelijk effectief zijn geweest zie je in de evaluatie.

In paragraaf 2.2, 2.3, 2.4 volgt de evaluatie van de verbeteracties. Eerst een productevaluatie, daarna feedback van experts en studenten op het nieuwe format en op het werken met de nieuwe opdrachten. Ten slotte een conclusie op de verbeteracties.

36

Page 37: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

2.2 Productevaluatie: opdracht politiek-juridischNa de verbeteracties is het belangrijk dat er weer een evaluatie plaatsvindt. Deze evaluatie bestaat uit 2 delen. Deel 1 is een productevaluatie (paragraaf 2.2), deel 2 is een evaluatie over het werken met de opdracht, beoordeelt aan de hand van interviews met experts en studenten(paragraaf 2.3).

Aan de hand van het analyseschema wordt de nieuwe opdracht hieronder geëvalueerd. In deze productevaluatie wordt uiteengezet hoe de indicatoren van het analyseschema verwezenlijkt zijn in de opdracht politiek-juridisch (zie bijlage 9).

MacroOp macroniveau, vanuit de overheid, zijn er geen duidelijke richtlijnen voor het ontwerpen van burgerschapsopdrachten. De school is verantwoordelijk voor de vormgeving van afsluitende toetsen en de begeleiding van het vak LLB. De opdracht is gericht op de dimensie politiek-juridisch. De opdracht is gebaseerd op de kerntaken, werkprocessen en competenties (zie bijlage 1). De student oriënteert zich op verschillende meningen en opvattingen over onderwerpen waarover politieke besluiten genomen worden. Hij verzamelt informatie en vergelijkt informatie uit diverse bronnen. Dit gebeurt duidelijk in de opdracht van de folder (zie bijlage 9). De student vormt in verschillende opdrachten zijn/haar politieke mening. De student onderneemt actie naar aanleiding van de gemaakte keuzes door middel van het opstellen van vragen voor het gemeentehuisbezoek. Ook ontdekt de student op welke partij hij/zij zou willen stemmen. De student raakt betrokken bij het besluitvormingsproces door middel van de opdrachten. De opdracht sluit goed aan bij eisen van het LLB document. Op macroniveau dekt de opdracht politiek-juridisch de eisen van het analyseschema.

MesoOp mesoniveau zijn de nieuwe ontwikkelingen verder doorgevoerd, al eerder besproken bij de productevaluatie van de opdracht vitaal burgerschap. Alle opdrachten hebben dezelfde vormgeving gekregen, voor eenduidigheid en duidelijkheid. De vormgeving van de opdracht politiek-juridisch is een algemeen format. Voorblad, uitleg opdracht, voorwaarden eindresultaat, verkenning, de uitvoering(bijv. folder) en ten slotte reflectie. Lieke Coppelmans is verantwoordelijk voor de opdrachten binnen het burgerschapsoffice voor niveau 2 en in periode 3/4 ook voor niveau 3 en 4. De student moet bij burgerschap informatie verzamelen, waardoor de student een bepaalde hoeveelheid kennis en inzicht ontwikkelt. Ook moet de student leren gemaakte keuzes te verwoorden en te verantwoorden. Dit zie je sterk terug in de folder van de politiek-juridische opdracht.Bij de nieuwe opdrachten staat het eindresultaat centraal. De verkenningsvragen in de politiek-juridische opdracht moet aansluiten op het eindresultaat. De opdracht heeft een onderdeel kennis(verkennigsvragen) en toepassing/ervaring(eindresultaat). Ten slotte moeten de studenten reflecteren. De vorm die bij deze opdracht voor niveau 2 is gekozen is niet de nieuwe algemene reflectievorm die sinds enkele weken verwezenlijkt is. De nieuwe vorm is een abcd-model reflectie met enkele vragen om de student op weg te helpen. Ook is de opdracht sterk context rijk. De context in de opdrachten bestaat uit allerlei verbanden tussen nieuwe stof en de wereld van de studenten. De student kiest bij de folder zelfs zijn eigen context.

37

Page 38: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

De politiek-juridische opdracht omvat minder tekst en hierdoor is er minder/andere persoonlijke begeleiding nodig. Ook bevat de opdracht verschillende werkvormen bijv. samenwerken, folder maken, schema invullen enz.. De werkvormen sluiten aan op de korte spanningsboog bij studenten op niveau 2. Differentiatie in werkvormen en een duidelijker format zijn gerealiseerd bij de opdracht politiek-juridisch.De opdracht politiek-juridisch is competentie gericht. Alle drie de onderdelen, vaardigheden, kennis en houding, komen sterk naar boven. In de verkenning staat de kennis centraal. Bij de vaardigheden draait het om de omgang met de ICT mogelijkheden. Het houdingsaspect komt naar voren door de samenwerkingswerkvorm bij de folder, respectvol met medestudenten omgaan, afspraken nakomen, luisteren enz..Voor de politiek-juridische opdracht is gebruikt gemaakt van een oude opdracht voor LLB niveau 4, van de afdeling juridisch te ROC Eindhoven EAI. De opdracht is op de volgende punten aangepast: kleiner gemaakt, verduidelijkt, aangepast aan niveau 2, taal is versimpeld, meer aansluiting op de belevingwereld van de student, opmaak hetzelfde in het gehele document, vraagstelling versimpeld, meerdere actieve werkvormen gebruikt. Uiteindelijk is de oude opdracht geheel veranderd! . Ook zijn alle opdrachten voor LLB nagekeken door een docent Nederlands.De politiek-juridische opdracht is ‘auti’-proof gemaakt met behulp van het REC-Chiron. De opdracht sluit sterk aan bij de belevingswereld/interesses van de student. Ook al is dat niet altijd te verwezenlijken als het om politiek gaat. De vraagstelling is niet te open, complex en geen dubbele vragen. Ook is het gebruik maken van verschillende woorden terwijl hetzelfde bedoeld wordt beperkt gebleven. Er is ruimte tussen de vragen gecreëerd en overal is hetzelfde lettertype gebruikt. Er is minder kleur gebruikt en alle opdrachten hebben dezelfde opzet gekregen. Er is geen gebruik gemaakt van de vijf W’s, deze W’s leidden de vorige keer tot verwarring. Wel is zo concreet mogelijk aan het begin van het werkstuk aangegeven wat er van de student verwacht wordt. Elke niveau 2 student is gebaat bij het ‘auti’proof maken van opdrachten.Op mesoniveau is het verwezenlijken van de indicatoren in de opdracht, waar mogelijk, gelukt. De vormgeving van visie van de school is nog aan verschillende ontwikkelingen onderhevig. Ook na deze verdieping van het analyseschema kan er nog heel wat verbeterd worden aan de opdrachten bij het burgerschapsoffice. Deze opdracht voor niveau 2 is een goed begin voor de nieuwe visie van het burgerschapsoffice.

MicroOp microniveau is er inhoudelijk en pedagogisch veel verbeterd bij de opdracht voor politiek-juridisch ten opzichte van de opdracht vitaal burgerschap.

Bij deze opdracht heeft er een duidelijk inhoudelijk scaffolding plaatsgevonden om niveaudifferentie te verwezenlijken. De oude opdracht van niveau 4 is vereenvoudigd, opgesplitst in subopdrachten en zo aangepast dat er minder complexe kennis en handelingen voor nodig zijn. Hieruit is de opdracht voor niveau 2 gerold. Door de niveau 2 docent blijft daarnaast nog een intensieve begeleiding plaatsvinden. Denkniveaus keren terug in de vorm van de taxonomie van Bloom. Nog steeds wordt er gebruik gemaakt van een kennis deel en een inzicht/toepassing deel. Eerst vindt er een verkenning van een onderwerp plaats daarna een activiteit (vb. folder, interview).

38

Page 39: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

In de nieuwe opdracht voor de politiek-juridische dimensie wordt er bewust rekening gehouden met leerstijlen. De verschillende werkvormen spelen hier uiteraard op in, maar ook is er gebruik gemaakt van de verschillende leerstijlen in de groepjes. De studenten hebben gewerkt in de groepjes die zijn ingedeeld op verschillende leerstijlen.De beoordelingscriteria worden door Marieke van de Mortel opgesteld. Nu is er alleen nog maar een antwoordmodel aanwezig. Wel staan er voorwaarden in de opdracht waar de student aan moet voldoen. Hierdoor is de student op de hoogte van wat er van hem/haar verwacht wordt. Zoals al eerder aangegeven in deze productevaluatie wordt er sterk gevarieerd in werkvormen. Er wordt ingespeeld op de korte spanningsboog. De motivatie van de student wordt hierdoor ook verhoogd. Verschillende docenten ervaren dat de studenten minder snel afgeleid zijn door de wisseling van werkvormen. De context in de opdrachten moet bestaan uit allerlei verbanden tussen de nieuwe stof en de wereld van de studenten, de maatschappij/beroepsperspectief. De student kiest bij de folder zijn/haar eigen context. Ook door middel van de filmpjes en opdrachten is er aangesloten op de wereld van de student. Ze ervaren dat politiek in hun dagelijks leven aanwezig is.Inhoudelijk is de opdracht gebaseerd op de eindtermen in het LLB document. Er staan geen concrete inhoudelijke doelen vast. De kerntaken, werkprocessen en competenties staan centraal bij deze opdracht voor de politiek-juridische dimensie. Kennis en inzicht waren van belang bij het inhoudelijk ontwerpen van de opdracht. Bij de opdracht politiek-juridisch is er extra op de instructie taal gelet. Er is beperkter gebruik gemaakt van (complexe) taal. Ook is er meer variatie in de opmaak van de taal. De opdracht wisselt af in zelfstandig werken en interactie met medestudenten. Er vindt bij deze opdracht veel interactie op verschillende niveaus plaats. Samenwerkend leren speelt een belangrijke rol bij de opdracht van politiek- juridisch.

Een goede pedagogische basis is van belang bij het ontwikkelen van een opdracht. De opdracht van politiek-juridisch zorgt voor zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid, maar daarnaast ook voor samenwerken. De opdracht zorgt voor ondersteuning en uitdaging. Dit komt sterk naar boven in de opdracht van de folder. Elke student is anders en daar speelt de opdracht goed op in.De opdracht politiek-juridisch motiveerde de studenten minder doordat politiek niet altijd aansluit op hun interesses. Wel is er geprobeerd met de opdrachten aan te sluiten op de belevingswereld van de student. De opdracht speelt in op autonomie, zelfvertrouwen, beloning en actief leren (doormiddel van de opdrachten en folder). De student weet bij deze opdracht duidelijk wat er van hem/haar verwacht wordt.De verantwoordelijk van het leerproces ligt gedeeltelijk bij de student bij de opdracht van politiek-juridisch. De student werkt zelfstandig aan opdrachten met ondersteuning van een docent, 1 uur per week. Ook sluit de opdracht aan op het samenwerkend leren. Door het samenwerken met medestudenten komen sneller verschillende perspectieven op tafel. Dit is vooral belangrijk bij het onderwerp politiek, dus samenwerken sluit goed aan bij de dimensie politiek-juridisch. Om sociaal luieren te voorkomen is er bij de opdracht gebruik gemaakt van ‘ Pooled task interdependence’. Waarbij elk groepslid een apart en onafhankelijk aandeel levert aan de groepsprestatie. Hierbij kan individuele input makkelijk worden geïdentificeerd (autonomie). De groepsprestatie bestaat uit alle individuele prestaties van de groepsleden opgeteld (zie opzet folder). De docent heeft een grote coachende verantwoordelijkheid bij zelfstandig leren en samenwerkend leren.

39

Page 40: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

De opdracht van politiek-juridisch heeft een rijkere, gevarieerde leeromgeving. Er vind een wisselwerking plaats tussen de student en de reële wereld. Er is veel interactie tussen medestudenten bij het samenwerken. De contexten in de opdracht zijn rijk aan hulpbronnen, leermaterialen en sociale interactie.

Conclusie & aanbevelingenOp macroniveau dekt de opdracht de eisen van de overheid. Op meso en microniveau blijft er nog steeds ‘werk aan het burgerschapsoffice’. Doordat de visie van de school nog aan verschillende ontwikkelingen onderhevig is, is het lastig om de visie een duidelijke vorm te geven in een opdracht.Aanbeveling: inhoudelijk en pedagogisch moet er door mij bij elke opdracht opnieuw naar het analyseschema gekeken worden en krijgen bepaalde indicatoren telkens een andere invulling (bijv. werkvormen, beoordelingscriteria). Ook moet ik opnieuw kijken naar reflectievormen die zelfstandig uitvoerbaar zijn door studenten. In de productevaluatie kun je goed terug zien dat alle indicatoren aan bod komen in de opdracht. Het analyseschema was een goede leidraad voor het ontwikkelen van de opdracht voor de politiek-juridische dimensie. Hierdoor zijn verschillende onderdelen van andere opdrachten in het burgerschapsoffice onder de loep gelegd. De oude opdrachten kan ik, voor volgend jaar, in het nieuwe format omzetten.

40

Page 41: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

2.3 Feedback van experts en studenten op het format en het werken met de opdracht Na de productevaluatie is het ook van belang om feedback te verwerven van de experts en de studenten, om een goede conclusie te vormen over de verbeteracties over het nieuwe format en het werken met de nieuwe opdracht. Er is gekozen voor een open interview met de experts. In de samenvatting van het open interview worden enkele onderwerpen belicht, aansluiting visie overheid, aansluiting visie ROC Eindhoven EAI, feedback op vormgeving/inhoud van de opdracht en feedback op de resultaten van de studenten. Bij de studenten is er gekozen voor een halfgestructureerd interview, dit interview sluit aan op het vorige interview met de studenten. De student heeft algemene/inhoudelijke feedback gegeven en feedback op de uitvoering van de tips. De gehele feedback van de experts en studenten is terugvinden in de bijlage.16

Eerst komt de samenvatting van de feedback van de experts aan bod, daarop volgt de samenvatting van de feedback van de 6 studenten van niveau 2.

ExpertsHier volgt een samenvatting van de feedback van eind januari 2012 van experts Marieke van de Mortel en Petra Kleijne. Petra Kleijne(burgerschapsoffice docent) en Marieke van de Mortel(onderwijskundige) hebben feedback gegeven op de nieuwe opdrachten voor het burgerschapsoffice. Waaronder de opdracht politiek-juridisch, niveau 2, onderwerp ‘stemmen’. Petra Kleijne geeft aan dat ze het maken van de opdrachten een hele prestatie vindt. De opdrachten sluiten aan op de visie van de overheid en op de visie van ROC Eindhoven EAI op dit moment. Er is continue rekening gehouden met de doelgroep, niveau 2. Door de vele veranderingen en het vele werk wat hiermee gepaard gaat is er weinig tijd voor het ontwikkelen van opdrachten. Dit kan invloed hebben op de kwaliteit, maar dat is hier niet het geval volgens Kleijne.Door de nieuwe vormgeving van het format is er duidelijkheid gecreëerd voor de studenten. En weet de student wat er van hem/haar verwacht wordt. Kleijne merkt dit aan commentaar van studenten of nou juist aan het krijgen van minder commentaar van studenten. Ook scoren de studenten beter dan bij de opdracht van vitaal burgerschap. Terwijl dat een makkelijkere dimensie is dan de politieke dimensie. De nieuwe opdrachten zijn minder omslachtig, het format zorgt voor de richtlijnen. Duidelijk taalgebruik is ook van belang. Petra Kleijne raadde aan om een Nederlands docent alle opdrachten na te laten kijken. Inhoudelijk gaat de opdracht goed in op het kennisaspect en het inzichtaspect. Kleijne is blij dat er met de opdrachten in wordt gespeeld op samenwerkend leren. Gezamenlijk een eindresultaat laten verwezenlijken is belangrijk.Marieke van de Mortel geeft aan dat er veel gebruik wordt gemaakt van verschillende werkvormen. Aansprekende teksten, filmpjes enz.. Ze geeft aan dat ze dit erg prettig vindt en ze merkt dat dit haar zou motiveren. Ook merkt ze op dat het goed is dat de voorbeeld lay-out van de folder is toegevoegd, dat maakt het voor de student meteen duidelijker en concreter. De student moet misschien nog wel meer geholpen worden bij de transfer, van de verkenningsvragen naar de folder. ‘Waarom moeten de studenten eerst de verkenningsvragen maken en daarna de folder?’ Leg dit uit.Marieke van de Mortel en Petra Kleijne geven beiden aan dat ze nog moeten nadenken over de vormgeving van de terugblik. Van de Mortel vindt dat ze nu nog te veel aan hun lot worden overgelaten bij het reflecteren. We willen leren dat ze de 16 Bijlage 10: Feedback experts en studenten

41

Page 42: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

kennis toe gaan passen. Denk hierbij aan zelfregulatie en metacognitie geeft van de Mortel aan. Het eindresultaat/doel van de opdrachten is duidelijk voor de student, maar hoe hebben ze hier zelf naar toe gewerkt.StudentenIn februari 2012 zijn dezelfde(van het eerste interview) 6 studenten van niveau 2 bevraagd over de opdracht politiek-juridisch. Het doel van het interview was weer een algemeen beeld scheppen van de ervaringen van de studenten met het maken van de opdracht en reacties achterhalen van de uitvoering van de tips in de opdracht.

De 6 studenten van niveau 2 hebben na het maken van de opdrachten voor de politiek-juridische dimensie feedback gegeven op de opdracht. Gemiddeld weet de niveau 2 klas erg weinig over politiek. Sommige hebben nog nooit van politieke partijen gehoord, laat staan van politiek links en rechts.Alle 6 de studenten riepen meteen dat de opdrachten veel beter zijn zo. Hun eerste indruk van de opdracht was positief. De studenten gaven aan dat het hun als eerste opviel dat er minder tekst in stond en dat de opdracht uit minder bladzijdes bestond. Minder werk was hun eerste gedachte. Ze gaven weer(dit deden ze ook bij het eerste interview) eerlijk toe dat ze liever aan hun docent hulp vragen dan echt gaan lezen. Als er geen docent in de buurt was lazen ze allemaal wel de instructietekst. Het onderwerp politiek is saai dus de docent moest de studenten veel motiveren zeiden de studenten, maar uiteindelijk bleek het mee te vallen. De studenten gaven namelijk aan dat de docent niet veel hoefde te begeleiden/motiveren, omdat het duidelijk en niet moeilijk was. Inhoudelijk vonden de studenten het ook duidelijk, wat er bij de opdrachten verwacht werd. De taal was niet te moeilijk, alles was uitvoerbaar, duidelijke vormgeving en als je iets niet begreep wist je docent dit uit te leggen. Ook waren er deze keer duidelijke voorwaarden ten opzichte van het inleveren gesteld. Het eindresultaat was de folder. 5 van de 6 studenten gaven aan dat het hun niet helemaal duidelijk was waarom ze eerst vragen moesten maken en dan de folder. Het daadwerkelijke eindresultaat was dus voor 1 student duidelijk. Bij de folder opdracht was er een ruime keuzemogelijkheid. Je mocht zelf je eigen onderwerp kiezen. Dit was leuk en leerzaam. De studenten gaven aan dat je dan pas echt iets leert wat je interessant vindt. Ook waren er veel verschillende opdrachten waardoor het leuk bleef. Hierdoor konden 5 van 6 studenten zich ook langer concentreren. Vooral de opdracht met het filmpje over politiek rechts/links heeft veel indruk gemaakt. De studenten viel het op dat de opdrachten over politiek op hun eigen leven kan aansluiten. 5 van de 6 studenten vindt politiek saai en hadden niet verwacht dat ze de opdrachten goed konden maken. Dit kwam vooral doordat de opdracht dichtbij henzelf lag en omdat ze toch meer wisten dan ze hadden gedacht. In de beroepspraktijk heb je niets aan deze opdracht gaven de studenten weer. Maar wel in je persoonlijke omgeving gaven 3 studenten aan. Deze 3 studenten wisten nu ook op welke partij ze zouden gaan stemmen. Er was veel ruimte om te overleggen en samen te werken met je medestudenten. Er zijn ook enkele heftige discussies geweest over politieke partijen gaven de studenten aan. De ene helft van de 6 studenten vond de opdracht over rechts/links interessant, de andere helft vond de folder maken interessant, maar vooral leuk. Alle 6 de studenten vonden het samenwerken fijn omdat er een individueel deel in zat, maar je mocht elkaar wel helpen. Eén student wilde liever minder gaan samenwerken.5 van de 6 studenten heeft een voldoende gehaald. Degene die een onvoldoende

42

Page 43: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

heeft gehaald had het te laat ingeleverd. De andere studenten waren tevreden. De opdracht was wel interessant, maar ze begrijpen niet waarom dat ze LLB moeten volgen. Wel geven ze aan dat ze er van geleerd hebben. ‘Op welke partijen ze kunnen stemmen’, ‘wat links/rechts is’, ‘hoe het gemeentehuis in elkaar zit’.De opdracht voldeed aan alle 5 de punten: duidelijk(inhoudelijk, opdrachten, voorwaarden voor voldoende), format(geen extra onzin), goed taalgebruik(niet moeilijk, geen dubbele vragen), aansluiting belevingswereld(niet elke opdracht!) en afwisseling werkvormen (leuk om samen te werken).Als verbetering gaven ze aan dat het stiller in de klas moet zijn bij het zelfstandig werken en dat de opdrachten meer aan moeten sluiten op hun beroep.In de volgende tabel een samenvatting van belangrijke resultaten van de feedback van de 6 studenten.

Belangrijke resultaten interview met studenten (6 studenten, niveau 2)

Eerste indruk: positief 100 % (6/6)

Onduidelijke opdracht 0 % (0/6)

Veel hulp/begeleiding nodig 0% (0/6)

Geen instructie tekst gelezen 0% (0/6)

Duidelijk eindresultaat opdracht 16% (1/6)

Aansluiting belevingswereld 50% (3/6)

Meer samenwerken 83 % (5/6)

Voldoende behaald 83 % (5/6)

Uitvoering: 5 Tips van studenten1. Duidelijkheid Duidelijke opdrachten, voorwaarden voor voldoende2. Structuur/format Duidelijk vormgegeven/format, geen extra onzin3. Taal Taal niet te moeilijk en geen dubbele vragen4. Belevingswereld Niet elke opdracht sluit aan bij de belevingswereld (politiek)5. Werkvormen Afwisseling werkvormen (samenwerken positief ervaren)

Reactie op de interviewsDe eerste reacties op de nieuwe opdracht zijn positief. De kennis die is opgedaan in de feedback kan meegenomen worden in de conclusie, reflectie en bij het ontwikkelen van nieuwe opdrachten. Een kritische kanttekening bij de 2 interviews(feedback). Door tijdgebrek is er een open interview met Marieke van de Mortel en Petra Kleijne gehouden. Dit is mondeling en via de e-mail tot stand gekomen. Hierdoor hadden ze meer vrijheid om hun feedback te geven, maar werd er inhoudelijk minder op bepaalde onderwerpen in gegaan. Ook moet er rekening worden gehouden bij de opdracht van politiek-juridisch, dat politiek een onderwerp is wat minder aantrekkelijk is voor de student.

43

Page 44: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Dit heeft invloed op de resultaten, de feedback en het trekken van conclusies.

44

Page 45: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

2.4 Conclusie: verbeteractiesDe politiek-juridische opdracht is een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, voor burgerschap op het MBO. Als ervan uitgegaan wordt dat het een goede afsluitende toets is, als alle indicatoren van het analyseschema aan bod zijn gekomen!De verdere invulling/uitvoering van de indicatoren is op vele manieren mogelijk en erg moeilijk te beoordelen, subjectief onderhevig. Maar in de productevaluatie van de opdracht politiek-juridisch is de invulling/uitvoering van de indicatoren met voorbeelden onderbouwd. De experts en studenten hebben hier ook feedback op gegeven.

De verbeteracties hebben het gewenste effect gehad bij de opdracht van politiek-juridisch. Er is een volledig product uitgekomen dat gebaseerd is op de indicatoren van het analyseschema, in de vorm van een opdracht voor de politiek-juridisch dimensie. Vanuit het macroniveau (visie overheid), meso (visie ROC Eindhoven EAI) en op microniveau is de opdracht voor de politiek-juridisch dimensie samengesteld. Alle verbeteracties waren goed te realiseren door het onderzoek vooraf: literatuur, productevaluatie vitaal burgerschap, interviews experts en studenten. Het mesoniveau blijft wel aan verandering onderhevig, waardoor bij nieuwe ontwikkelingen de opdracht moet worden aangepast. En ook het microniveau zal bij elke opdracht een andere invulling krijgen. Maar met het analyseschema is de basis van een goede afsluitende toets gelegd blijkt uit de verbeteracties.Onderwijskundige Marieke van de Mortel en Petra Kleijne geven positieve geluiden over de nieuwe opdrachten. Ook de andere collega’s van het burgerschapsoffice reageren positief. De positieve reacties zijn vooral gericht op: format, duidelijkheid, taal, variatie in werkvormen, samenwerken leren, niveaudifferentiatie, visie ROC Eindhoven verwezenlijken, inhoudelijk sterk en competentiegericht. Als verbeterpunt wordt de terugblik (reflectie) aangedragen. Dit kan een apart onderdeel worden in het analyseschema als bij alle opdrachten dezelfde reflectie vorm komt. Ook de transfer tussen de verkenning en de activiteit (vb. folder) moet duidelijker omschreven worden voor de student. Studenten geven ook een positieve reactie op de nieuwe opdrachten. Vooral het nieuwe format en de verschillende werkvormen spreekt ze aan. Als verbeterpunt noemen de studenten vooral de leeromgeving/werkklimaat en de aansluiting op hun beroep. Bij het nieuwe format was het nog niet duidelijk wat het eindresultaat moest zijn, dit hangt wel sterk samen met het leesgedrag(niet lezen) van de instructietekst. Sterk naar voren kwam dat ze de opdrachten in deze vorm beter vonden.

Over het algemeen is het analyseschema een sterke ondergrond voor een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht , voor burgerschap op het MBO te ontwikkelen. Je moet er als docent natuurlijk zelf nog iets van maken en er zijn altijd verbeterpunten. De invulling, van de indicatoren in het analyseschema, is natuurlijk aan ontwikkelingen en persoonlijke meningen onderhevig.

45

Page 46: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

3. REFLECTIE

46

Page 47: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

3. 1 ReflectieDoor dit actieonderzoek ben ik veel te weten gekomen over het ontwikkelen van opdrachten voor het MBO. Dit heeft een grote bijdrage geleverd aan mijn ontwikkeling als docent op het MBO. Ik heb zelfs tot juli een instructeur functie op het ROC gekregen voor het ontwikkelen van opdrachten voor het burgerschapsoffice.Ik heb vooral gebruikt gemaakt van de kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn opleiding, de kennis die ik heb verkregen door de literatuurstudie en de kennis/feedback van mijn collega’s, critical friends en begeleiders. Tijdens mijn actieonderzoek heb ik veel geschakeld tussen theoretische notities en de onderwijspraktijk. Ik heb geprobeerd de theorie van de verkenning om te zetten in de praktijk bij de verbeteracties. Ik heb hierbij gebruik gemaakt van schriftelijke en digitale leermiddelen. In mijn conclusies en in deze reflectie heb ik mijn vakdidactische opvattingen en gekozen aanpak verantwoord.

VerkenningTijdens de verkenning heb ik de gewenste informatie en kennis verkregen. In eerste instantie dacht ik dat ik duidelijke eisen zou kunnen vinden over wat een opdracht voor burgerschap op het MBO moet bevatten. Dat viel tegen. Het was moeilijk om wetenschappelijk onderbouwde informatie te vinden over opdrachten ontwerpen voor het MBO. Er zijn weinig concrete eisen opgesteld, vanuit de overheid en vanuit ROC Eindhoven EAI, voor het maken van opdrachten voor burgerschap op het MBO. Op internet en binnen ROC Eindhoven zijn er wel veel voorbeelden te vinden van burgerschap opdrachten op het MBO. Maar de opdrachten verschillen in visie, inhoud, format, vorm, einddoel enz. Dus het is moeilijk om hier de juiste informatie uit te halen. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de keuze om mijn literatuurstudie op te delen in 3 niveaus: macroniveau (visie overheid), mesoniveau (visie ROC Eindhoven EAI), microniveau (inhoudelijke/pedagogische visie op opdrachten ontwikkelen). Hierdoor ging ik gerichter zoeken en heb ik een analyseschema kunnen opzetten met indicatoren waarbij rekening moet worden gehouden bij het maken van een opdracht.

Daarnaast heb ik 3 interviews afgenomen om het analyseschema te kunnen aanvullen. Bij de interviews heb ik dezelfde chronologische volgorde gebruikt als bij het analyseschema. Ik heb onderwijskundige Marieke van de Mortel geïnterviewd. Zij kon mij veel vertellen over de visie van de overheid en de visie van ROC Eindhoven EAI. Daarnaast heeft ze geholpen bij het maken van een productevaluatie en het ontwikkelen van een nieuw format. Petra Kleijne heeft door middel van het interview een bijdrage geleverd aan de visie van het burgerschapsoffice, ‘auti’ proof maken van een opdracht, inhoudelijke en pedagogische eisen van de opdrachten. Ook heb ik 6 studenten geïnterviewd. Ze hebben me nuttige tips gegeven voor het ontwikkelen van de nieuwe opdracht. Ik ben tevreden met de keuze voor halfgestructureerde interviews. Hierdoor kon ik de vragen toelichten en doorvragen waar nodig. De gegevens verwerken kostte wel veel tijd en een interview blijft erg subjectief, maar bij mijn actieonderzoek bleek dit niet erg te zijn. Hierdoor heb ik een kijkje gekregen in andere visies en ideeën. Er zijn uit de interviews vooral nuttige tips, inzichten en feedback gekomen. Met een enquête had ik niet hetzelfde effect bereikt, omdat ik dan niet had kunnen doorvragen.Uit de literatuurstudie en de interviews heb ik uiteindelijk een compleet analyseschema opgesteld(operationalisatie). Met dit analyseschema heb ik de oude opdracht van vitaal burgerschap geëvalueerd, Hierdoor kreeg ik inzicht in de onderdelen die ik nog niet goed verwezenlijk, bij het ontwikkelen van opdrachten.

47

Page 48: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

VerbeteractiesDe beste manier om te kijken of de indicatoren in mijn analyseschema het gewenste effect zouden hebben, was het maken van een nieuwe opdracht. En deze nieuwe opdracht ook daadwerkelijk uit te proberen. .Uit de productevaluatie, interviews kwam een positief resultaat. Het gewenste effect, een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, voor burgerschap op het MBO, is verwezenlijkt bij deze opdracht, volgens het burgerschapsoffice op ROC Eindhoven EAI. Een kritische kanttekening hierbij is dat de indicatoren bij de opdracht van politiek-juridisch wel verwezenlijkt zijn en dat er van de experts en studenten positieve geluiden komen, maar dat is niet representatief genoeg om algemene uitspraken te doen. Dit heeft verschillende redenen. Ten eerste door de beperkte mogelijkheden om de opdracht uit te proberen in meerdere klassen. Hierdoor krijg je geen representatief onderzoek. Je kunt de opdracht dan niet in meerdere groepen testen, waardoor je niet kunt zien of je hetzelfde resultaat zou krijgen in een andere groep. Ten tweede zijn de resultaten niet representatief genoeg omdat er 1 opdracht is onderzocht bij de verkenning en bij de verbeteracties. Dit is niet voldoende om algemene uitspraken te doen. Ten derde zijn er 2 opdrachten van 2 verschillende dimensies gebruikt bij het onderzoek. Hierdoor kunnen andere eigenschappen een rol spelen bij het onderzoek. Zoals interesses, complexiteit van het onderwerp enz..Ten slotte spelen de interviews na de verbeteracties nog een rol. Bij het open interview met Petra Kleijne en Marieke van de Mortel heb ik niet alle nodige informatie gekregen. Uit tijdgebrek (van hun zijde) heb ik deze vorm van interviewen (mondelinge en schriftelijke feedback) over enkele onderwerpen gekozen. Nu konden ze zelf op alles reageren, maar dit was niet het geval. Hierdoor zijn belangrijke concrete onderdelen niet ter sprake gekomen, de vormgeving van alle indicatoren. Bij de studenten heb ik ingespeeld op de ervaring met het open interview met de experts. Ik als onderzoeker heb het beeld van de niveau 2 MBO student dat ze het moeilijk vinden om heel open te vertellen over iets, zonder gestructureerde richtlijnen/vragen (‘baised-viewpoint effect’). Daarom heb ik gekozen voor weer een halfgestructureerd interview. Hierdoor kreeg ik gerichter antwoord op het gewenste effect dat ik wilde bereiken. Toch kunnen er uit deze 3 interviews geen algemene uitspraken worden gedaan, de kleine groep is niet representatief genoeg.

Valide en betrouwbaarDit actieonderzoek is valide, omdat onderzocht wordt wat belangrijke indicatoren zijn voor het maken van een goede opdracht. Vooral door de literatuurstudie. Dit is uiteindelijk verwezenlijkt in het analyseschema. Bij dit actieonderzoek wordt gemeten wat er bedoelt wordt. “Hoe kan ik een goede afsluitende toets, in de vorm van een opdracht, ontwikkelen voor burgerschap op het MBO?” Resultaat: indicatoren van het analyseschema. Effect getest: door middel van verbeteracties.Het onderzoek is niet geheel betrouwbaar, omdat wanneer je de opdracht door andere experts of studenten laat bekijken je misschien een ander resultaat krijgt bij de verkenning en verbeteracties. Aan de andere kant zit er wel een bepaalde stabiliteit in de onderzoeksresultaten van het analyseschema, dit zorgt voor betrouwbaarheid. Wanneer de literatuurstudie zou worden herhaald zouden er ongeveer dezelfde indicatoren uitkomen in het analyseschema.

48

Page 49: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Actieonderzoek bijgedragen aan ontwikkeling als docentMijn actieonderzoek heeft veel bijgedragen aan mijn ontwikkeling als docent. Ik heb inzicht gekregen in het ontwikkelen van opdrachten voor het MBO en ik heb meer kennis gekregen over onderzoeken, het verband leggen tussen theorie en de onderwijspraktijk. Ook hebben de interviews veel waardevolle informatie/tips opgeleverd voor in de toekomstige beroepspraktijk. Door dit actieonderzoek ben ik kritisch gaan kijken naar de opdrachten die ik ontwikkeld heb voor het burgerschapsoffice en heb ik een kleine functie gekregen op het ROC.Andere docenten kunnen de voorwaarden voor een goede opdracht gebruiken als leidraad bij het opstellen van opdrachten binnen LLB op het MBO. Wel moet er in het analyseschema nog een onderdeel over ‘ goed reflecteren’ toe worden gevoegd, als dat een algemeen onderdeel van een opdracht is.

LeerpuntenMijn actieonderzoek is goed verlopen. Ik ben zeer tevreden met de keuze van mijn onderzoeksvraag. Hierdoor ben ik met mijn neus op de feiten gedrukt ten opzichte van de ontwikkelde opdrachten voor het burgerschapsoffice. Alle indicatoren in het analyseschema hebben me leerpunten opgeleverd. Ik heb mijn handelen sterk afgestemd op het beleid van de school en ben meer open gaan staan voor visies en ideeën van anderen. Ik zou mijn actieonderzoek niet anders aanpakken. Het was een leerzaam en interessant onderzoek. Ik heb hier veel aan in de beroepspraktijk.Er waren enkele belemmerende factoren: tijd, nieuwe ontwikkelingen, weinig hulp/ideeën van andere collega’s. Door een goede planning, de nieuwe ontwikkelingen als een uitdaging te zien en door meer hulp te vragen aan mijn critical friends en begeleiders in plaats van andere collega’s, heb ik de belemmerende factoren om kunnen zetten in een positief eindresultaat.Er waren ook bevorderende factoren: de nieuwe ontwikkelingen, samenwerking onderwijskundige en Petra Kleijne, mijn eigen flexibiliteit, kritische houding en ambitie. De nieuwe ontwikkelingen zorgden ervoor dat ik me uitgedaagd voelde om de opdracht nog beter te ontwikkelen. Ook heeft de goede samenwerking met de onderwijskundige en Petra Kleijne er toe geleid dat mijn actieonderzoek vlot verliep. En ik heb gemerkt dat ik een sterke flexibiliteit, kritische houding en ambitie heb. Ik pas me continue aan het beleid van de school en ideeën van anderen aan. En ik ben veeleisend ten aanzien van de doelen die ik mezelf stel en wil continu het beste uit mezelf halen. Ik kijk kritisch naar opdrachten van mezelf, om het steeds beter te kunnen doen. Deze factoren hebben mijn actieonderzoek erg bevorderd.Dit actieonderzoek heeft me enkele nieuwe vragen opgeleverd. ‘Ik ben benieuwd of deze verbeteracties(indicatoren) hetzelfde positieve effect op een grotere groep studenten zou hebben?’, ‘Ik vraag me af wat andere docenten daadwerkelijk merken van de veranderingen?’ en ‘Welke factoren(buiten de indicatoren om) spelen nog meer een rol bij het maken van een goede opdracht?’. Mijn actieonderzoek is niet representatief genoeg om algemene uitspraken te doen, maar kan wel als voorbeeld dienen. In mijn actieonderzoek heb ik indicatoren opgesteld voor het ontwikkelen van een goede opdracht voor burgerschap op het MBO, maar dit wil niet zeggen dat het een goede opdracht is als alle indicatoren aanwezig zijn. Hierbij spelen meerdere factoren een rol, zoals bijv. de bekwaamheid van de docent, de vormgeving van de indicatoren, verschillende meningen van experts en studenten, nieuwe ontwikkelingen.Indicatoren kunnen worden opgesteld, maar de uitvoering bepaalt het resultaat!

49

Page 50: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Literatuur Boeken:

- Valcke(2007), ‘Onderwijskunde als ontwerpwetenschap. Een inleiding voor ontwikkelaars van instructie en voor toekomstige leerkrachten’, Gent: Academia Press.

- Piet Hoogeveen en Jos Winkels (2008), ‘Het didactische werkvormenboek’ Assen: Van Gorcum.

- Profi-leren MBO (2009), ‘Leren, Loopbaan & Burgerschap 3-4’, Velp: Angerenstein.- Maaike Hajer & Theun Meestinga (2009), ‘Taalgericht vakonderwijs’, Bussum: Coutinho.- Ton Olgers, Rob van Otterdijk, Gerard Ruijs, Jan de Kievid en Lieke Meijs (2010), ‘Handboek

vakdidactiek maatschappijleer’, Amsterdam: Instituut voor Publiek en Politiek.http://ilo-ow.publication-archive.com/public?fn=enter&repository=1&article=534

Artikelen:- Stuurgroep Competentiegericht Beroepsonderwijs, ondersteuning CINOP (F. Blokhuis, J.

Huisman) en SLO (E. Moen) (2007), Document ‘leren, loopbaan, burgerschap’.http://www.mbo2010.nl/index.cfm/t/Kwalificatie_eisen_Leren__Loopbaan_en_Burgerschap/containerid/666415AA-C09F-296A-61DB669427684CB1/objectid/5E2D1843-17A4-A597-D91D4B49541FECC7/displaymethod/display_default/vid/A6E3E36A-D158-1C46-E56E3E52FFF20468

- Frits Spijkers (2003), ‘Naar zelfstandig leren’, (bewerking van een artikel van februari 1997) http://www.math4all.nl/Documenten/ZelfstandigLeren.html

- James D.Thompson (2007), ‘Sucker-effect’, http://samenvattingen.student.utwente.nl/images/7/73/Orgpsy2007.pdf

- SLO burgerschap mbo, ‘Werkblad invulling burgerschap’ (2009),http://burgerschapmbo.slo.nl/leerplan/eigen_invulling_burgerschap/Eigen_invulling_van_burgerschap-lr.pdf/

- Luc Stevens (1997), ‘Overdenken en doen’https://portal.fontys.nl/instituten/oso/minorzorgVO/Pedagogisch%20handelen/Shared%20Documents/Voltijd/Blok%202/Adaptief%20Stevens%20Overdenken%20en%20doen.pdf

- E. de Bruijn, M. Overmaat, M. Glaudé, I. Heemskerk, Y. Leeman, J. Roelevelden L. van de Venne (2004), ‘Krachtige leeromgevingen in het middelbaarberoepsonderwijs: Vormgeving en effecten’.http://www.vorsite.nl/content/bestanden/bruijn_overmaat_etc_2005_01.pdf

- SLO, Hiteq kenmerkend mbo(2010), ‘Beïnvloeding van motivatie studenten in het MBO’, http://burgerschapmbo.slo.nl/opdrachten/uitdaging/

- Patrick Debats(2004), ‘ROC Competentiegericht onderwijs’. http://www.kpcgroep.nl/~/Media/Files/Publicaties/Word_nu_eens_concreet.ashx

- Drs. Metje Jantje Groeneveld (projectleider) ‘Kenmerkend mbo’ (2009), http://www.hiteq.org/HT/Hiteq-Home/Wat-doet-Hiteq/Publicaties/Overzicht/Publicatie-overzicht-Kenmerkend-mbo

- SLO burgerschap mbo, opdrachten(2009), duidelijkheid/uitdaging/doelen, http:// burgerschapmbo.slo.nl/opdrachten

- SLO burgerschap mbo, beleid, staatssecretaris, (2008)http://burgerschapmbo.slo.nl/beleid/00003/)

- SLO burgerschap mbo, leerplan, http://burgerschapmbo.slo.nl/leerplan/00002/

- S. Berk (2009), ‘Leerstijlen en CGO’, http://www.praktijkopleiden.nl/index.php?p=7&sub=2&document_id=571

50

Page 51: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Extra informatie:- ROC Eindhoven, Fronter (interne site ROC Eindhoven) - Notulen BuCo-sectie.

(te verkrijgen via Petra Kleijne, [email protected].)- Verantwoordingsdocument LLB, ROC Eindhoven EAI, 2011-2012- Informatie formulier leerlingen, ROC Eindhoven EAI, 2011-2012- Servicedocument EAI, toetsing en examinering, ROC EAI, 2011-2012- Rob van Otterdijk (Burgerschapscompetenties in het mbo, Power Point, dia

82)

51

Page 52: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

BijlagenBijlage 1- Stuurgroep Competentiegericht Beroepsonderwijs, ondersteuning CINOP (F. Blokhuis, J.

Huisman) en SLO (E. Moen) (2007), Document ‘leren, loopbaan, burgerschap’.

52

Page 53: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 2Ontwerp: Lieke Coppelmans, sept. 2011, leerjaren studiepunt toekenning.

Schema LLB Niveau 2

Leerjaar 1

Periode 1 2 3 4Dimensie Vitaal

burgerschap(4nov.)

Dimensie Politiek-juridisch(27 jan.)

Politiek - Juridisch (13 apr.)

Dimensie Economisch(stage)(29juni)

Excursie +Themadag

+Excursie + Themadag

Totaal: 2 studiepunten

Leerjaar 2

Periode 1 2 3 4Dimensie Economisch (stage)Dimensie Sociaal -

maatschappelijkTotaal: 2 studiepunten

53

Page 54: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 3 Ontwerp: Marieke van de Mortel, okt. 2011, Beoordelingsmodel Burgerschap

Naam student:Aan alle criteria moet voldaan worden. Voldaan Niet

voldaanVoorwaarden voor een positief eindresultaat De student heeft voldaan aan alle contact

momenten.

Activiteit Bewijs voor uitvoering van de activiteit is aanwezig.

Uitwerking kennisvragen 100% van de vragen is uitgewerkt.

80% van de vragen is goed beantwoord.

Uitwerking inzichtvragen en opdrachten

Inzichtvragen en opdrachten worden beantwoord met een onderbouwing bijvoorbeeld:

een verklaring. een uitleg. feiten (en overige bewijsvoering). een oordeel. en/of voorbeelden.

Evaluatie De student geeft zijn leermoment aan door stil te staan bij:

wat hij al wist. wat hij heeft ervaren. en wat hij heeft geleerd.

Presentatie vaardigheden Eisen volgens punt 4 van de opdracht: De structuur van het verslag is

geschreven volgens de structuureisen. Het verslag is volledig volgens de

inhoudseisen. Het verslag is geschreven in eigen

woorden. De lay-out is verzorgd door

eenduidigheid qua kleur, gebruik van kopjes, lettertype.

Resultaat

Je hebt aan alle criteria voldaan! Behaald

Vraag feedback aan je docent en pas het verslag aan. Niet

behaald

Datum : _______________________________________

Naam docent : _______________________________________

54

Page 55: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Feedback

Algemene indruk van de uitvoering van de individuele opdracht

Algemene indruk van het taalgebruik

Het taalgebruik Onvoldoende

Voldoende

Goed

Gebruikt zakelijke taal, geen sms-taal of straattaal. (behalve als dat noodzakelijk is voor de tekst).

Lidwoorden meestal correct

Varieert in woordgebruik. Gebruikt synoniemen voor verschillende woorden.Tekst bevat enkele spelfouten, maar blijf begrijpelijk.

Gebruikt hoofdletter, punt, komma en vraagteken.

55

Page 56: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 4

Ontwerp: Petra Kleijne, Marieke van de Mortel, Lotte Croonen, Lieke Coppelmans, juni 2011, inhoudsopgave.

Inhoudsopgave:

1. Introductie.....................................................................................2Context.....................................................................................................................2

Algemeen .................................................................................................................2

Inleveren ..................................................................................................................3

2. Wat moet ik doen bij deze opdracht? ...............................................4Voorbereiding...........................................................................................................4

Uitvoering..................................................................................................................9

Reflectie / Evaluatie .................................................................................................9

3. Hoe moet ik deze opdracht aanpakken? .........................................10Structuur werkstuk..................................................................................................10

Resultaat.................................................................................................................10

4 Hoe word ik beoordeeld? ...............................................................11Wat wordt er beoordeeld?......................................................................................11

Hoe wordt er beoordeeld?......................................................................................11

5. Hoe ziet het onderwijs er uit?........................................................12

6. Wat heb ik nog meer nodig bij deze opdracht?................................14

7. Bijlage 1 Planning ........................................................................15

56

Page 57: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 5Productevaluatie: onderwijskundige Marieke van de Mortel.

Uiteenzetting kennis en inzichtvragen Opdracht vitaal burgerschap

Kennis reproductie

Inzicht Evt. beknopte beschrijving van de vraag

Voorbereiding1 √2 √3 √4 √5 √6 √7 √8 √9 √10 - - Mening van de studentVoedselafdruk Naam opdracht1ste - - - Vragen staan met opsommingstekens (-)

aangegeven. Het 1ste streepje is de uitslag van de test

2de - √ Uitleg wat een voedselafdruk is3de - √ Is de voedselafdruk groot?Alcohol Naam opdracht1 √ Mening over resultaatRoken Naam opdracht1 - - Mening van de student2 - - Mening van de student3 - - Mening van de student4 √5 √6 √Drugs Naam opdracht1 √2 √3 √4 √5 √6 √7 √1.1 √ Deel twee: ‘noem nog een drugs’1.2 √1.3 - - Ervaring van de student1.4 √1.5 - - Zoek artikel1.6 - - Mening van de studentVerslaving Naam opdracht

57

Page 58: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

1 - - Ervaring student2 √3 Handelen van de student, hier wordt geen

onderbouwing gevraagd4 - √5 - - Ervaring/mening student6 - - Ervaring/mening student7 √HIV en AIDS Naam opdracht1 - - Mening student2 √3 √4 √5 √6 √7 √8 √Loverboys en ongewenste zwangerschap

Naam opdracht

9 √10 √11 √12 √13 √Assertiviteit Naam opdracht1 √2 √3 √(4) √ Mening resultaat testUitvoering (hier staan bij deze opdracht geen specifieke vragen meer benoemd)

58

Page 59: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Zie bijlage 6

Luc Stevens (1997), ‘Overdenken en doen’

59

Page 61: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 8:

Half gestructureerde interviewsHieronder volgt een samenvatting/beschrijving van de 3 half gestructureerde interviews. In de samenvatting/beschrijving zijn de delen opgenomen die belangrijk zijn voor dit actieonderzoek. Overige informatie verworven van de onderwijskundige en vakdocent, niet relevant voor dit actieonderzoek, worden kort benoemd.

De vragen van interview 1/interview 2 De volgende vragen zijn aan bod gekomen tijdens het interview met Marieke van de Mortel en Petra Kleine. Onderwijskundige Marieke van de Mortel heeft vooral inzicht gegeven op macroniveau en mesoniveau. Petra Kleijne en de studenten hebben een bijdrage geleverd aan het microniveau.

Algemeen

- Hoelang bent u al aan het werk voor ROC Eindhoven?- Wat zijn uw taken op ROC Eindhoven?- U draagt onder andere bij aan de ontwikkeling van nieuwe visies, wat is hier

uw aandeel in?- Wat zijn uw taken ten opzichte van de nieuwe visie op burgerschap op ROC

Eindhoven EAI?

MacroU bent betrokken geweest bij de nieuwe ontwikkelingen ten opzichte van burgerschap.

- Hoe wordt de nieuwe visie van ROC Eindhoven EAI verantwoord naar de onderwijs inspectie?

- Sluit de nieuwe visie van ROC Eindhoven EAI aan op het competentie gerichte onderwijs? Waarom wel, waarom niet?

- Staan er duidelijke richtlijnen vast voor burgerschap op het MBO?- Hoe zijn de richtlijnen terug te vinden in de nieuwe vormgeving van

burgerschap op ROC Eindhoven EAI?

Meso

- Waarom heeft ROC Eindhoven EAI een nieuwe visie ontwikkeld ten opzichte van burgerschap?

- Vinden deze ontwikkelingen binnen ROC Eindhoven breed plaats?- Bij welke vorm van toetsing sluit burgerschap nu aan op ROC Eindhoven EAI?- Zijn er bepaalde richtlijnen voor het maken van opdrachten voor het MBO

binnen ROC Eindhoven EAI?- Wat zijn belangrijkste punten, vanuit de visie van een

onderwijskundige/vakdocent, bij het opstellen van opdrachten? (qua organisatie, samenwerking team, opdrachten)

MicroHet is belangrijk dat er inhoudelijk en pedagogische goede opdrachten worden gemaakt voor het burgerschapsoffice te ROC Eindhoven EAI.

61

Page 62: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

- Wat zijn de kernpunten van een goede opdracht, vanuit het oogpunt van een onderwijskundige/vakdocent? (qua format, inhoud, pedagogisch, beoordeling)

- U heeft mee de beoordelingsformulieren en het format opgezet voor de opdrachten van het burgerschapsoffice. Waar heeft u opgelet?

- Wat is belangrijk bij de vormgeving van opdrachten op het MBO?

- Hoe moeten de volgende punten vormgegeven worden in een burgerschapsopdracht op het MBO voor ROC Eindhoven EAI?

Inhoudelijk: Denkniveau Niveaudifferentiatie, kennisniveaus

(taxonomie van Bloom, kennis/inzicht vragen) Leerstijlen Beoordelingscriteria Didactische werkvormen Concept-context Taal

Pedagogisch:

Differentiatie Motivatie Zelfstandig leren Leeromgeving

- Heeft u nog tips voor het maken van goede burgerschapsopdrachten voor het MBO?

- Waar moet een opdracht zeker aan voldoen om een goede afsluitende toets te zijn op het MBO?

62

Page 63: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

INTERVIEW 1 (9dec): Onderwijskundige Marieke van de Mortel

Algemeen

- Hoelang bent u al aan het werk voor ROC Eindhoven?Ik ben 2,5 jaar onderwijskundig adviseur te ROC Eindhoven, cluster breed. Ik werk ongeveer 1 dag in de week op ROC Eindhoven EAI. Ik word wisselend ingezet binnen ROC Eindhoven.

- Wat zijn uw taken op ROC Eindhoven?Mijn taken zijn onder andere onderwijskundig advies geven aan onderwijsteams, een bijdrage leveren bij het ontwikkelen van nieuwe visies, het bijhouden van wetgeving, kaders aangeven waarin gewerkt kan/moet worden en het uitdragen van visies op ROC Eindhoven.

- U draagt onder andere bij aan de ontwikkeling van nieuwe visies, wat is hier uw aandeel in?Ik ben vooral betrokken bij de start van ontwikkelingen en de aansluiting op de visie van de overheid en de visie van ROC Eindhoven, cluster breed. Ik houd de ontwikkelingen ten opzichte van de inspanningsverplichting bij. Ook kan ik een bijdrage leveren in de beoordeling en censuur. Nu ben ik bezig met de mogelijkheden van integratie van rekenen, Nederlands en burgerschap. Integratie kan plaatsvinden in de integrale leerlijn, bijvoorbeeld bij simulaties. Hier moet nog veel overleg over plaatsvinden om een concreet kader te stellen. Integratie en context rijk leren zijn niet hetzelfde. Hier moet een duidelijk beeld over gevormd worden.

- Wat zijn uw taken ten opzichte van de nieuwe visie op burgerschap op ROC Eindhoven EAI?(Zie hier bovenstaand antwoord)

Macro

- Hoe wordt de nieuwe visie van ROC Eindhoven EAI verantwoord naar de onderwijs inspectie?Ik stel voor BUCO een verantwoordingsdocument samen. Er is een basis gelegd door een onderwijskundige ‘verantwoordingsdocument LLB ROC Eindhoven’ en ik vul het onderdeel van de opleiding Eindhoven EAI aan.

- Sluit de nieuwe visie van ROC Eindhoven EAI aan op het competentie gerichte onderwijs? Waarom wel, waarom niet?Competentiegericht onderwijs is een breed begrip. De opdrachten sluiten aan op competentiegericht onderwijs. Dit wordt aan de ene kant bepaald door de vormgeving; kennis, houding, activiteit, reflectie en aan de andere kant door de invulling van de opdrachten door de vakdocenten van het burgerschapsoffice.

- Staan er duidelijke richtlijnen vast voor burgerschap op het MBO?De richtlijnen voor burgerschap op het MBO zijn op ROC scholen niet eenduidig. Het LLB brondocument is de basis voor de vormgeving van burgerschap. Vanaf 2012 wordt er een inspanningsverplichting ingesteld. Daarnaast moet er ook 50 % geïntegreerd worden zoals ik al eerder aangaf.

- Hoe zijn de richtlijnen terug te vinden in de nieuwe vormgeving van burgerschap op ROC Eindhoven EAI?Op dit moment moeten de eerste jaars(start leerjaar 2011) volgend jaar nog afsluiten met een selfassessment. Daarna sluiten de opdrachten van het burgerschapsoffice aan op de inspanningsverplichting. Wel moet er nog vormgegeven worden aan de 50% integratie van burgerschap binnen de opleidingen. Bij sommige opleidingen is dit al vormgegeven bijv. bij de opleiding juridisch medewerker. Dit kan als voorbeeld dienen voor nieuwe ontwikkelingen. Bij sommige opleidingen/afdelingen is het wel moeilijk om te ontwikkelen en aan te sluiten bij burgerschap. Bij integratie moet er niet gezocht worden naar aansluiting, die moet er eigenlijk al zijn.

Meso- Waarom heeft ROC Eindhoven EAI een nieuwe visie ontwikkeld ten opzichte

van burgerschap?Het is niet geheel een nieuwe visie, maar een nieuwe vormgeving in verband met de 50%

63

Page 64: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

integratie van burgerschap en de inspanningsverplichting. Bij niveau 2 is er bewust voor gekozen om 1 uur in de week les te blijven geven om de student sterk te kunnen begeleiden.

- Vinden deze ontwikkelingen binnen ROC Eindhoven breed plaats?Deze ontwikkeling vind niet ROC Eindhoven breed plaats. Er zijn wel overal ontwikkelingen bezig, maar ROC Eindhoven EAI is vaak een voorloper in ontwikkeling.

- Bij welke vorm van toetsing sluit burgerschap nu aan op ROC Eindhoven EAI?Marieke van de Mortel gaat eerst in op verschillende vormen van toetsing binnen ROC Eindhoven EAI, dan ligt ze toetsing bij burgerschap toe. Officieel vind er geen toetsing plaats voor burgerschap. De opdrachten dienen als toetsingsvorm. Op ROC Eindhoven werken ze nu toe naar opdrachtgestuurde configuratie. Bij opdrachtgestuurde configuratie staan de integrale opdrachten centraal. In de opdrachten wordt een werkproces uit de praktijk uitgevoerd. Soms gaan er ook opdrachten mee naar de BPV (stage), dit is misschien een mogelijkheid voor burgerschap. De opdrachten kennen een opbouw van eenvoudig naar complex. In 2011/2012 zullen de eerste ontwikkelingen plaatsvinden voor een verdere integratie van burgerschap in de BPV-opdrachten. ROC Eindhoven wil invulling van burgerschap binnen de simulaties plaats laten vinden, maar daar is veel tijd voor nodig en betrokkenheid. De opdrachten van het burgerschapsoffice zijn vooral gericht op contextrijk leren en nog niet op integratie. In het algemeen werkt ROC Eindhoven dus toe naar integraal onderwijs, maar tot nu toe gaat dat voor burgerschap op ROC Eindhoven EAI alleen plaats vinden in waarschijnlijk de BPV en de opdrachten van het burgerschapsoffice worden contextrijk. Alles heeft tijd nodig en ik ga me er verder in verdiepen. (Marieke van de Mortel geeft extra informatie over opdrachtgestuurde configuratie).

- Zijn er bepaalde richtlijnen voor het maken van opdrachten voor het MBO binnen ROC Eindhoven EAI?(Zie hier bovenstaande vraag) Richtlijnen nog in ontwikkeling.

- Wat zijn belangrijkste punten, vanuit de visie van een onderwijskundige, bij het opstellen van opdrachten? (qua organisatie, samenwerking team, opdrachten)Er is vooral voldoende tijd nodig voor het ontwikkelen van opdrachten. Het inzicht van een vakdocent is een belangrijk punt. Beroepsdocenten weten het besten hoe ze iets inhoudelijk vorm moeten geven. De betrokkenheid van een vakbekwaam docent zorgt voor een goed eindresultaat bij het opstellen van een opdracht.

Micro.

- Wat zijn de kernpunten van een goede opdracht, vanuit het oogpunt van een onderwijskundige? (qua format, inhoud, pedagogisch, beoordeling)

o Bewust van je doelgroep zijno Einddoel in je achterhoofd houden, toe werken naar einddoel.o Beroep centraal stellen

- U heeft mee de beoordelingsformulieren en het format opgezet voor de opdrachten van het burgerschapsoffice. Waar heeft u opgelet?‘Wat is het einddoel van de opdracht?’ ‘Waar moet een student aan voldoen om een positief eindresultaat te kunnen bereiken?’. Je moet weten wat je wil bereiken met je student. Bewustwording, actief burgerschap enz.. Daarom heb ik gekozen voor de taxonomie van Bloom en deze verder verwerkt in het beoordelingsformulier, kennisvragen en inzichtvragen. In het format hebben we gezamenlijk met de vakgroep gekozen voor vragen/hoofdstukken. Dit kan wel een stuk concreter nog, hier gaan we samen nog eens naar kijken. Er moet een duidelijk concreet format ontwikkeld worden. Met een soort leervraag, toepassing en kenniscriteria onderdeel.

- Wat is belangrijk bij de vormgeving van opdrachten op het MBO?Aansluiten op competentiegericht onderwijs (zie hier bovenstaande vragen).

- Hoe moeten de volgende punten vormgegeven worden in een burgerschapsopdracht op het MBO voor ROC Eindhoven EAI?Iedereen heeft zijn eigen talent en iedere student moet succes kunnen ervaren. Ik word geïnspireerd door de psycholoog Howard Gardner, hij heeft de meervoudige intelligentie theorie opgezet. Gardner geeft in zijn onderzoeken aan dat iedereen zijn eigen talent heeft en dat dit op verschillende wijzen tot uiting kan komen. Hier moet bij opdrachten van burgerschap op worden ingespeeld. Hierdoor sluit je aan op alle pedagogische en inhoudelijke onderdelen

64

Page 65: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

die een opdracht moet bevatten.(Marieke van de Mortel geeft nog extra informatie over Gardner en de taxonomie van Bloom.)

- Heeft u nog tips voor het maken van goede burgerschapsopdrachten voor het MBO?Nieuw format ontwikkelen en eindresultaat duidelijk terug laten keren in opdracht.

- Waar moet een opdracht zeker aan voldoen om een goede afsluitende toets te zijn op het MBO?Doel verwezenlijken wat je wil bereiken. De opdracht moet echt je doel bereiken. Burgerschap: algemene bewust wording van studenten.

65

Page 66: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

INTERVIEW 2 (6dec): Vakdocent Petra Kleijne

Algemeen- Hoelang bent u al aan het werk voor ROC Eindhoven?

Ik werk al een tijdje voor ROC Eindhoven EAI. Ik ben begonnen met ICT lessen te geven daarna ben ik burgerschapslessen gaan geven. Ik heb de lerarenopleiding Maatschappijleer gedaan en heb enkele jaren in de derde kamer gezeten. De derde kamer is het schaduwparlement voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland. (Petra Kleijne geeft verdere toelichting op haar loopbaan).

- Wat zijn uw taken op ROC Eindhoven?Ik ben voorzitter en vakdocent van de vakgroep BuCo, docent ICT, loopbaanbegeleider(mentor) en daarnaast doe ik nog wat andere begeleidende functies bijv. studentenraad coachen/begeleiden.

- Wat zijn uw taken ten opzichten van de nieuwe visie op burgerschap op ROC Eindhoven EAI?Voor mij is hier een grote taak weggelegd. Ik ben voorzitter en vakdocent van de vakgroep BuCo. Ik probeer mijn collega’s te begeleiden bij het ontwikkelen van de nieuwe visie. Na enige tegen stribbelingen van mij en mijn collega’s , wil ik de nieuwe ontwikkelingen met beiden handen aanpakken. Ik ontwikkel opdrachten voor het burgerschapsoffice en neem het organisatorische deel van het burgerschapsoffice op me. Ook probeer ik betrokkenheid te creëren onder anderen docenten.

Meso

- Wat zijn belangrijkste punten, vanuit de visie van een vakdocent, bij het opstellen van opdrachten? (qua organisatie, samenwerking team, opdrachten)Er moet betrokkenheid zijn. Een ‘wij’ gevoel. Helaas zie ik dit nu nog weinig terug bij andere docenten. Met de themadag willen we ook de betrokkenheid vergroten onder andere docenten. Het moet niet voelen als ons project, het moet een algemeen ding zijn. Ontwikkeltijd en vakbekwaamheid spelen ook een grote rol. Door de lange ontwikkel periode van de vormgeving van burgerschap is er minder tijd gestopt in het ontwikkelen van opdrachten. Ook de communicatie binnen de BuCo-sectie tussen sommige docenten moet verbeterd worden. Afspraken moeten bij een samenwerking worden nagekomen. We zijn allemaal gelijk. Qua organisatie kan er dus nog veel verbeterd worden. We zijn hard aan het werk, maar er zit veel tegen. Lieke zet nu al een goede stap in de richting van ontwikkelen van opdrachten.

Micro.

- Wat zijn de kernpunten van een goede opdracht, vanuit het oogpunt van een vakdocent? (qua format, inhoud, pedagogisch, beoordeling)Een goede opdracht is context rijk. Het is van groot belang dat er een kennisdeel, een inzichtdeel(doe activiteit) en een reflectie in de opdrachten wordt verwerkt. Het moet een totaalplaatje zijn binnen de opdracht. Het moet gezamenlijk tot één einddoel leiden. Het format moet richtlijnen bieden aan de studenten, maar moet ook zeker voor openingen zorgen. De student moet zelf aan de slag. Te veel informatie is niet gewenst. Het opdracht moet niet te omslachtig zijn. Hiermee bedoel ik dat er bijvoorbeeld niet te veel leeswerk in de opdrachten moet zitten voor niveau 2/3/4. Als er plaatjes worden gebruikt moeten ze nuttig/relevant zijn, iets toevoegen aan het geheel. Hierbij is een nieuw format nodig.

- Hoe moeten de volgende punten vormgegeven worden in een burgerschapsopdracht op het MBO voor ROC Eindhoven EAI?(Petra Kleijne geeft haar visie op alle onderdelen van de literatuurstudie, in deze samenvatting/beschrijving van het interview, zijn de onderdelen toegevoegd die van belang zijn voor het actieonderzoek.)Inhoudelijk:

Denkniveau (geen aanvulling)

Niveaudifferentiatie, kennisniveausNiveau 2 moet andere opdrachten krijgen dan niveau 3/4. Hier moet aan

66

Page 67: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

gewerkt worden. Lieke neemt waarschijnlijk de ontwikkelingen van opdrachten op zich voor OP3/OP4 van niveau 2 en niveau 3/4. Niveau 2 moet lessen blijven houden, voor de extra begeleiding.

LeerstijlenHet is belangrijk dat je concreet inspeelt op de verschillende leerstijlen van studenten. De ene student heeft meer interesse in bijvoorbeeld vrijwilligers werk dan de andere student. De andere student houdt bijvoorbeeld meer van een creatieve bewerking van zijn antwoorden. Weer een andere student verdiept zicht graag in de stof en maakt een volledig, vooral inhoudelijk, werkstuk. Differentiatie van werkvormen kan hierop inspelen. Ook de verschillende keuzemogelijkheden uit opdrachten. Volgend jaar zou ik graag deze keuzemogelijkheid uitgebreider zien, maar of daar de tijd en betrokkenheid voor is betwijfel ik.

BeoordelingscriteriaNieuwe opdrachten zorgen voor nieuwe beoordelingscriteria. Samen met onderwijskundige Marieke van de Mortel moeten hiernaar gaan kijken.

Didactische werkvormenSamenwerkend leren meer combineren met zelfstandig leren.

Concept-context(geen aanvulling)

TaalLet op autisme! (Petra Kleijne heeft veel ervaring met begeleiding van autistische studenten, ze gaat de opdracht voor zien van feedback en kijkt dat ook naar de werkbaarheid voor autisten)

Pedagogisch:

DifferentiatieJe moet rekening houden met de verschillende achtergronden van studenten en daar op inspelen. Autistische studenten spelen ook hier weer een rol.

Motivatie (geen aanvulling)Steun van loopbaanbegeleiders is hierbij nodig.

Zelfstandig leren: Je moet ook inspelen op samenwerkend leren! Niet alleen een individueel leerresultaat willen behalen, maar een gezamenlijk eindresultaat verwezenlijken (zie de opdracht voor serious request, gezamenlijk geld ophalen en weblog bijhouden). Wel moet een opdracht een individueel kenmerk bevatten, waardoor de student rechtvaardig beoordeeld kan worden.

LeeromgevingEen goede leeromgeving draagt bij aan het ontwikkelen van een goede opdracht. Bijvoorbeeld een degelijk computersysteem: Fronter (onderwijssysteem ROC Eindhoven EAI), mogelijkheden tot excursies, mogelijkheden tot zelfstandig werken (OLC = Onderwijs leercentrum).

- Heeft u nog tips voor het maken van goede burgerschapsopdrachten voor het MBO?Ervaren! Het is belangrijk dat studenten dingen ervaren. Studenten leren meer door iets te ervaren. De context wordt voor hen realistisch. Ook de reflectie is een belangrijk onderdeel, waar tijd en aandacht aan moet worden besteed. De student kijkt terug op wat hij/zij heeft gedaan, ervaren. Nu is dat nog te weinig het geval.

- Waar moet een opdracht zeker aan voldoen om een goede afsluitende toets te zijn op het MBO?Activiteit/verwerkingsopdracht gericht op student als burger en werknemer. Aansluiten bij competentiegericht onderwijs; vaardigheden, kennis en houding.

67

Page 68: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

De vragen van interview 3 De volgende vragen zijn aan bod gekomen tijdens het interview met 6 studenten van niveau 2. Er is vooral ingegaan op het microniveau van de opdracht. Er zijn gerichte vragen gesteld naar de ervaringen van studenten.

Algemeen- Wat vind je de fijnste vorm voor een afsluitende toets? Een mondeling, een tentamen, een opdracht enz. - Waarom vind je dit de fijnste vorm voor een afsluitende toets?- Moest de docent je veel motiveren/aansturen? Waarom wel/niet?- Moest de docent je veel helpen/begeleiden? Waarom wel/niet?- Was de opdracht meteen duidelijk?- Heb je instructietekst gelezen voordat je aan de opdrachten begon? Waarom wel/waarom niet?

Inhoudelijk- Is het inhoudelijk duidelijk wat je moet doen bij de opdrachten? Waarom wel/niet? (format, taal, uitvoering, begeleiding)- Wist je wat het eindresultaat was van de opdracht?- Heb je veel keuzemogelijkheden binnen de opdracht?- Zou je meer keuzemogelijkheden willen hebben bij een opdracht? Zo ja, wat voor keuzemogelijkheden?- Sluiten de vragen op je persoonlijke leven aan? Waarom wel/niet?- Wat heb je aan deze opdracht in de beroepspraktijk/omgeving?- Is er ruimte om te overleggen/te praten met medeleerlingen?- Zou je bij de opdrachten meer willen samenwerken? Waarom wel/ waarom niet?- Welk onderdeel van de opdracht vond je leuk/interessant om te doen?

- Onvoldoende/voldoende? Wat vind je van het eindresultaat? - Tips(min.5)?

68

Page 69: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

INTERVIEW 3 (13dec): Studenten niveau 2 (Groepje van 6 personen uit 1 klas (3 onvoldoende, 3 voldoende))

Algemeen- Wat vind je de fijnste vorm voor een afsluitende toets? Een mondeling, een tentamen, een opdracht enz. - Waarom vind je dit de fijnste vorm voor een afsluitende toets?3 van de 6 studenten vind een opdracht maken de fijnste vorm. 1 student vind een mondeling de fijnste vorm, omdat hij zich er dan uit kan ‘lullen’. De 2 overige studenten vinden een toets het fijnste. De ene student een multiple choice toets, omdat hij dan kan kiezen. De andere student maakt het niet veel uit. Alle 6 vinden ze het behalen van een goed punt belangrijk, de vorm maakt dan niet zoveel uit.- Moest de docent je veel motiveren/aansturen? Waarom wel/niet?Opmerking student: “De opdrachten waren leuk”. Hier stemmen alle 6 de studenten mee in. Opmerking student: “De opdrachten zelf motiveerde je”. Waarom? Door de testjes en de eigen mening vragen.- Moest de docent je veel helpen/begeleiden? Waarom wel/niet?Alle 6 de studenten hadden veel hulp nodig geven ze aan. Opmerkingen studenten: ”Ik snapte er niks van”, “De juffrouw heeft me veel geholpen”, “Ik snapte de vragen wel, maar niet wat ik precies moest maken”, “Ik kon het wel goed maken, maar juf Lieke moest me wel op dingen wijzen die ik was vergeten”. Waarom? De opdrachten zijn te moeilijk omschreven en ze weten niet wat ze uiteindelijk moeten doen, wat moet het eindresultaat worden, poster/werkstuk/advies/reflectie? Opmerking student: “Aan het einde van de opdracht stond pas, dat het een werkstuk moest worden”, “Met planning”.- Was de opdracht meteen duidelijk?De opdracht is moeilijk, omdat de opdracht zo onduidelijk is. Opmerkingen van studenten: “de opdracht had veel te veel bladzijdes”, “ik wist niet waar ik mee moest beginnen”, “De vragen begonnen pas bij bladzijde 4 of zo”.- Heb je instructie tekst gelezen voordat je aan de opdrachten begon? Waarom wel/waarom niet?Alle 6 de studenten geven aan dat ze de tekst nooit meteen lezen. Ze gaan alle 6 meteen door naar de vragen. Ze geven zelfs aan de instructietekst helemaal niet gelezen te hebben. Waarom? “Omdat er zoveel tekst staat”, “Ik snap er niks van”, “chaotisch”, “De vragen zijn toch alleen belangrijk, die tekst is onduidelijk omschreven”, “Ik vraag het wel aan de docent of aan iemand anders”.

Inhoudelijk- Is het inhoudelijk duidelijk wat je moet doen bij de opdrachten? Waarom wel/niet? (format, taal, uitvoering, begeleiding)(geen aanvulling, zie onderdeel algemeen)- Wist je wat het eindresultaat was van de opdracht?6 studenten geven volmondig het antwoord: nee! (verder geen aanvulling, zie onderdeel algemeen)- Heb je veel keuzemogelijkheden binnen de opdracht?De keuzemogelijkheden zijn beperkt geven de studenten aan. Opmerking student: “Je kan niet zelf bepalen wat je wil maken, alleen hoe je dat doet”. - Zou je meer keuzemogelijkheden willen hebben bij een opdracht? Zo ja, wat voor keuzemogelijkheden?Geen één student geeft aan dat hij/zij meer keuzemogelijkheden wil. Wel moeten er verschillende soorten opdrachten in de opdracht blijven, anders wordt het saai.- Sluiten de vragen op je persoonlijke leven aan? Waarom wel/niet?Opmerkingen studenten: “ja zeker”, “Roken, alcohol, seks”, “Leuk en makkelijk, omdat het om jezelf gaat”, “Sommige dingen wel, maar van me geloof mag ik niet roken en zo”.- Wat heb je aan deze opdracht in de beroepspraktijk/omgeving?De studenten vinden dat de opdracht niet echt aansluit bij hun beroepspraktijk, behalve het onderdeel assertiviteit. Wel vinden ze het met hun omgeving te maken hebben. Opmerkingen studenten: “beroep niet zoveel, omgeving wel door het advies aan jezelf”, “Ik wist niet dat aids en hiv niet hetzelfde waren”, “Ik moet meer groenten eten en op mijn BMI letten”.

69

Page 70: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

- Is er ruimte om te overleggen/te praten met medeleerlingen?Ja, veel met je medestudenten en met de juffrouw over verschillende onderwerpen.- Zou je bij de opdrachten meer willen samenwerken? Waarom wel/ waarom niet?4 van de 6 studenten willen meer samenwerken. De 2 andere studenten willen absoluut niet samenwerken. Waarom? “omdat dat altijd misgaat of je moet een eigen stukje in de opdracht krijgen”.- Welk onderdeel van de opdracht vond je leuk/interessant om te doen?Student 1: “poster”, Student 2: “Alles wel”, Student 3: “Ook alles wel, maar testjes leukste”, Student 4: “poster en filmpjes”, Student 5: “Advies aan jezelf, poster helemaal niet leuk, onzin!”, Student 6: “Weet ik niet, drugs vragen wel interessant, soms onzin”.

- Onvoldoende/voldoende? Wat vind je van het eindresultaat?3 van de 6 studenten hebben een voldoende behaald. Ze waren tevreden over hun eindresultaat. De andere 3 studenten gaven de volgende opmerkingen: “Ik had meer aan de juffrouw moeten vragen”, “Ik vind het maar onzin LLB, ik heb niet veel gedaan”, “Ik vond het allemaal niet duidelijk, ik ben dingen vergeten te maken”.- Tips(min.5)?1. Duidelijkheid De opdrachten waren te chaotisch, er moest een duidelijk eindresultaat komen. De studenten willen weten wat ze precies moeten doe voor een goed punt, voorwaarden voor een voldoende.2. Structuur/formatDuidelijke, korte opdracht. Niet te veel bladzijdes en tekst. 3. Taal (vragen)Taal makkelijker, geen dubbele vragen.4. Belevingswereld Hetzelfde als nu, maar meer bij het beroep, leuke/interessante opdrachten.5. WerkvormenVerschillende soorten opdrachten, filmpjes/uitstapjes(Efteling, Disney, rechtbank)

70

Page 71: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 9:

- Actieonderzoek, opdracht vitaal burgerschap, niveau 2, versie 1- Actieonderzoek, opdracht politiek-juridisch, niveau 2, versie 1- Opzet folder politieke partij

(Losse bestanden)

71

Page 72: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Bijlage 10:

Open interview 4/5

De volgende onderwerpen zijn aan bod gekomen tijdens het open interview met Marieke van de Mortel en Petra Kleine. Dit open interview is mondeling en schriftelijk tot stand gekomen.

Onderwerpen open interview:- Feedback op aansluiting visie overheid- Feedback op aansluiting visie ROC Eindhoven EAI- Feedback op vormgeving van de opdracht- Feedback op de inhoud van de opdracht- Feedback op resultaten van studenten- Feedback op…….

INTERVIEW 4 (feedback):Vakdocent Petra Kleijne

Mondelinge feedback (26jan)De opdrachten sluiten aan op de visie van de overheid en op de visie van ROC Eindhoven EAI op dit moment. Er is continue rekening gehouden met de doelgroep, niveau 2. Door de vele veranderingen en het vele werk wat hiermee gepaard gaat is er weinig tijd voor het ontwikkelen van opdrachten. Dit kan invloed hebben op de kwaliteit, maar dat is hier niet het geval.Door de nieuwe vormgeving van het format is er duidelijkheid gecreëerd voor de studenten. En weet de student wat er van hem/haar verwacht wordt. Er is minder commentaar vanuit de student. De studenten scoren ook beter dan bij de opdracht vitaal burgerschap. Ze begrijpen wat ze moeten doen en inleveren. De politieke dimensie is moeilijker dan de vitaal burgerschap dimensie. Eind OP3 kun je de oude opdrachten ook in het nieuwe format zetten.Er zijn verschillende docenten Nederlands die de opdrachten kunnen nakijken op grammatica en spelling. Het is van belang dat daar geen fouten in worden gemaakt, bij de vorige opdrachten is dit helaas niet gebeurd, door tijdgebrek.

Schriftelijke feedback(27jan)Het maken van de opdrachten in zo’n korte tijd vind ik een hele prestatie.Ik vind de opdracht leuk, uitdagend, en leerzaam. Daarnaast wordt er een beroep gedaan op creativiteit zonder hier te veel nadruk op te leggen en zodat de student op creativiteit zou kunnen zakken. De nieuwe opdrachten zijn minder omslachtig, het format zorgt voor de richtlijnen.Inhoudelijk gaat de opdracht goed in op het kennisaspect en het inzichtaspect. Er wordt ook duidelijk ingegaan op het verwezenlijken van een gezamenlijk eindresultaat, samenwerken leren doormiddel van de folder.De reflectie moet een belangrijke rol spelen bij de beoordeling. We moeten namelijk altijd de ontwikkeling aangeven en deze moet dus naar voren komen in de reflectie/terugblik! Zie feedback Marieke van de Mortel, hier sluit ik me bij aan.

72

Page 73: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

INTERVIEW 5 (feedback):Onderwijskundige Marieke van de Mortel

Schriftelijke feedback(24jan)Je hebt me met deze opdracht flink aan het denken gezet. Het is belangrijk dat je meer leerwinst voor een student wil bereiken. De inhoud en de kwaliteit van de vragen is goed, maar studenten moeten meer geholpen worden bij de transfer en de terugblik.Je maakt weer gebruik van een aansprekende tekst en dit maal ook een film, dat vind ik erg prettig en ik merk dat het mij zou motiveren. Heel goed dat je een voorbeeld lay-out van een folder toe hebt gevoegd, dat maakt de opdracht voor de student meteen nog duidelijker en concreter.Waar je de student misschien nog iets meer bij zou moeten helpen is het maken van een 'transfer' (gebruiken en toepassen van kennis en deze kennis overbrengen naar andere contexten).Ik zal nog eens goed nadenken over hoe wij studenten meer kunnen helpen bij het reflecteren, want dat is zo’n moeilijke vaardigheid ik vind dat we ze nu te veel aan hun lot over laten. Mijn eerste ideeën:

Zelfregulatie en metacognitie

Hieronder een samenvatting van verschillende informatiebronnen over zelfregulatie en metacognitie, omdat ik denk dat deze vormen van reflectie de vorm is waar wij met deze opdrachten mee vooruit kunnen. Wij willen ze leren dat ze kennis toe gaan passen, echter omdat de werkvorm van het office zonder begeleiding is vind ik het lastig om uit te gaan van reflectievormen die het handelen meer centraal stellen.De kern van metacognitie ligt bij de focus op de cognities van het individu. Zelfregulatie richt zich op het gedrag dat ontstaat als gevolg van de interactie van de individu met zijn omgeving. Zelfregulatie tijdens leren wordt een samenvoeging van de twee termen. Metacognitie is denken over denken dus begrijp en weet wat je leert en hoe je leert en in de gaten hebben wat je er van onthoudt. (Bron: http://wetenschap.infonu.nl/onderzoek/67801-zelfregulatie-wat-houdt-het-in-binnen-de-huidige-wetenschap.html )Zelfregulatie begint met het stellen van doelen en het maken van een plan om die doelen te bereiken. In deze fase van het proces spelen 5 sub-processen een rol:

1. het stellen van de specifieke leerdoelen in concrete termen (SMART = Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden);

2. strategische planning, of de doelbewuste selectie van leerstrategieën of methoden om het doel te bereiken;

3. self-efficacy, of de persoonlijke overtuiging dat men capabel genoeg is om het doel uiteindelijk te bereiken;

4. doeloriëntatie: mentaal ingesteld zijn op leren in plaats van alleen maar op het resultaat; 5. intrinsieke motivatie, waardoor men ook zonder tastbare beloningen blijft studeren.

(Bron: http://www-dsz.service.rug.nl/los/LOSCON/Nr20/AF3/zelf.htm )De student moet zich voortdurend leren afvragen wat specifiek voor een bepaalde situatie geldt en wat algemene principes zijn, die in andere situaties kunnen worden toegepast. Reflectie op essentiële kenmerken, op principes, strategieën, wetenschappelijke denkschema’s (reflectie op metaniveau) is kenmerkend voor transferbekwaamheid. Reflectie is eveneens essentieel voor de ontwikkeling van leerbekwaamheid. (Bron: Reflecteren kun je leren! Annita Strijbos, Ger Fleuren, Lucie Steinbusch). Voor het ontwerpen van een opdracht is dus belangrijk dat:

1. het doel voor de student duidelijk is (want wij bepalen met deze opdracht het doel en dat doet niet de student);

2. dat in de reflectie de student gevraagd wordt hoe hij naar dat doel heeft gewerkt (welke leerstrategieën hij heeft benut, bijvoorbeeld: op welke manier heb je naar informatie gezocht? Hoe heb je de opdracht aangepakt? Wat heb je geleerd? Heb je de cases onderbouwd met theorie, of meer vanuit eigen waarden die je hebt? Waarom heb je voor deze werkwijze gekozen? Wat zal je de volgende keer anders doen, maar ook wat ging goed en wat ga je nu vaker gebruiken? Heb je het gevoel dat je nu meer weet over de rechtspraak? Waar blijkt uit dat je meer weet? Als jij zelf een opdracht had mogen ontwikkelen over rechtspraak waar zou die dan over zijn gegaan?Bij het formuleren van de vragen ben ik uitgegaan van dit figuur.

73

Page 74: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

Halfgestructureerd interview

Interview 6 (2feb):Studenten niveau 2 (Zelfde studenten als bij interview 3)

Algemeen- Wat was je eerste indruk van de opdracht?De eerste indruk van de opdracht is positief. 6 van de 6 studenten vinden de opdracht veel beter zo.Opmerkingen studenten: “Minder werk”, ”Minder bladzijdes!”, “Niet zoveel, moeilijke tekst”.- Moest de docent je veel motiveren/aansturen? Waarom wel/niet?De studenten geven aan dat de docent ze aan het werk moet zetten. Opmerkingen studenten: “saai politiek”, “Interesseert me niet”, ”LLB slaat nergens op”.- Moest de docent je veel helpen/begeleiden? Waarom wel/niet?De studenten geven hier aan dat de docent niet veel hoeft te begeleiden en helpen. Het is niet moeilijk en de vragen zijn duidelijk. Het motiveren van de docent blijkt mee te vallen, iedereen weet waar hij/zij aan moet gaan werken.- Was de opdracht meteen duidelijk?Alle studenten reageren hier positief op, de opdracht was meteen duidelijk (zie vraag 1).- Heb je instructie tekst gelezen voordat je aan de opdrachten begon? Waarom wel/waarom niet?De studenten geven aan dat ze de instructie tekst niet hebben gelezen voordat ze aan de opdrachten begonnen. Als de docent er niet was, gingen ze de tekst nu allemaal wel lezen. Ze vragen liever hun docent om hulp, dan dat ze gaan lezen.

Inhoudelijk- Is het inhoudelijk duidelijk wat je moet doen bij de opdrachten? Waarom wel/niet? (format, taal, uitvoering, begeleiding)Opmerkingen studenten: “Teksten niet te moeilijk”, “Ik kon alles goed maken”, “Ik wist nu welke vragen ik moest maken”.- Wist je wat het eindresultaat was van de opdracht?5 van de 6 studenten vond het eindresultaat onduidelijk. 1 student vond het duidelijk.- Heb je veel keuzemogelijkheden binnen de opdracht? Zo ja, wat vond je van de keuzemogelijkheden?Ruime keuzemogelijkheid geven de studenten aan, want je mocht zelf je eigen onderwerp kiezen bij de folder. 5 van de 6 studenten kon zich langer concentreren. Ook vonden ze het leuker, interessanter dat er zoveel verschillende opdrachten waren.- Sluiten de vragen op je persoonlijke leven aan? Waarom wel/niet?Soms sloten de opdracht op hun eigen leven aan. 5 van de 6 studenten vinden politiek saai. Ze geven aan dat ze niet hadden verwacht hier een voldoende voor te kunnen behalen. 3 van de 6 studenten weet nu op welke partij hij/zij gaat stemmen. 3 van de 6 studenten vind de opdrachten aansluiten op hun eigen omgeving/belevingswereld.- Wat heb je aan deze opdracht in de beroepspraktijk/omgeving?Je hebt er niks aan, is de algemene opmerking.- Is er ruimte om te overleggen/te praten met medeleerlingen?Je moest bij de folder overleggen. Er zijn enkele heftige discussies geweest over politieke partijen geven de studenten aan.- Kon je bij de opdracht veel samenwerken? Waarom wel/ waarom niet?De studenten geven aan dat je veel kon samenwerken. Het was fijn omdat er een individueel deel in zat en je mocht elkaar helpen. 5 van de 6 studenten wil veel samenwerken. 1 Student wil liever minder gaan samenwerken, de samenwerking verliep in zijn groepje niet zo goed (1 ziek en 2 deden niet zoveel geeft hij aan, hij werkt beter alleen).- Welk onderdeel van de opdracht vond je leuk/interessant om te doen?Student 1: “folder leuk”, student 2: “ filmpje rechts/links”, Student 3: “rechts/links”, Student 4: “folder samenwerken”, Student 5: “folder”, Student 6: “rechts/links”.

74

Page 75: Actieonderzoek - expertisecentrum-maatschappijleer.nl€¦  · Web viewBijlage 1 is gebruikt, voor het opzetten van de opdracht. De kerntaken, werkprocessen en competenties.3.1 Oriënteert

Actieonderzoek, L.J.M. Coppelmans

- Onvoldoende/voldoende? Wat vind je van het eindresultaat? 5 van de 6 studenten heeft een voldoende behaald. 1 student heeft het te laat ingeleverd en heeft daarom een onvoldoende. De studenten geven aan dat ze niet begrijpen waarom ze LLB moeten volgen. Sluit niet aan op hun beroep of opleiding, onzin. Ze hebben er wel dingen van geleerd en het was wel interessant. Opmerkingen studenten: “Ik weet nu hoe het gemeentehuis in elkaar zit”, “van rechts en links weet ik nu meer”, “Ik ga nu op pvda stemmen”, “ik weet nu waar ik partijentest kan maken”.- Aan welke punten voldoet de opdracht? Leg uit.De opdracht voldeed aan de 5 tips geven de studenten aan. Wel vinden ze dat het stiller in de klas moet zijn en dat er meer beroepsopdrachten in moeten komen.

75