Accountancy & Tax 2014 Editie 3

36
Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten www.iec-iab.be | Nr. 3 / 2014 AFGIFTEKANTOOR: 3000 LEUVEN I P608443 – IEC-IAB E. JACQMAINLAAN 135/2 – BE-1000 BRUSSEL Be Excellent! www.BeExcellent.be 6 oktober 2014 presentatie kwaliteitsaanpak voor het beroep presentatie platform BeExcellent.be en voordelen ervan 14 praktische workshops 4 interactieve infodesks goed voor 4 uur permanente vorming U vindt alle informatie over het event van 6 oktober in uw tijdschrift! Beroep Aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar in fiscale zaken Pierre-François Coppens Beroep Eenzijdige beëindiging van accountancyovereenkomsten Pieter Brulez

Transcript of Accountancy & Tax 2014 Editie 3

Page 1: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten www.iec-iab.be | Nr. 3 / 2014

AF

GIF

TE

KA

NT

OO

R:

30

00

LE

UV

EN

IP

60

84

43

– I

EC

-IA

BE

. JA

Cq

mA

INL

AA

N 1

35

/2 –

BE

-10

00

BR

US

SE

L

Be Excellent!www.BeExcellent.be

6 oktober 2014 presentatie kwaliteitsaanpak voor het beroep

presentatie platform BeExcellent.be en voordelen ervan

14 praktische workshops 4 interactieve infodesks goed voor 4 uur permanente vorming

U vindt alle informatie over het event van 6 oktober in uw tijdschrift!

BeroepAansprakelijkheid van deeconomische beroepsbeoefenaar infiscale zakenPierre-François Coppens

BeroepEenzijdige beëindiging vanaccountancyovereenkomstenPieter Brulez

Page 2: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

Accountancy&Tax

Driemaandelijks tijdschrift van het IABnr. 3 / 2014

ADmINISTRATIE EN REDACTIE

IAB, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 BrusselTel.: +32 2 543 74 90 – Fax: +32 2 543 74 91E-mail: [email protected]

REDACTIECOöRDINATOR

Stéphane De BremaekerE-mail: [email protected]

REDACTIECOmITÉ

E. Basso, P.-F. Coppens, J. De Blay, A. Faljaoui, J.-L. Kilesse, R. Lassaux, D. Maes, E. Steghers, B. Van Coile, B. Vanderstichelen

UITGEVERS

Intersentia, Groenstraat 31, 2640 Mortselwww.intersentia.beAnthemis, Place Albert I 9, 1300 Limalwww.anthemis.be

ILLUSTRATOR COVER

Rosemarie De Vos

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

B. Vanderstichelen, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel

ISSN 1375-9876

mEDEDELING VOOR DE LEZERS

De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en mening van auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité.

Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB)Opgericht bij wetten van 21 februari 1985 en 22 april 1999

UITVOEREND COmITÉ

Voorzitter: B. VanderstichelenOndervoorzitter: B. Van CoileSecretaris-penningmeester: J.-L. KilesseSecretaris: J. De BlayLeden: E. Degrève, J. De Coster

RAAD

Voorzitter: B. VanderstichelenOndervoorzitter: B. Van CoileLeden: D. Bauwens, L. Ceulemans, P. Cuvelier, J. De Blay, J. De Coster, E. Degrève, V. Delvaux, J.-L. Kilesse, A. Mons delle Roche, G. Schelfhaut, J. Van Hecke, H. Vandelanotte

ALGEmEEN DIRECTEUR

E. Steghers

Inhoud 3 Editoriaal

Sterker tegenover nieuwe uitdagingen!

4 Beroep

Aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar in fiscale zakenPierre-François Coppens

15 Beroep

Eenzijdige beëindiging van accountancyovereenkomstenPieter Brulez

26 IAB in ‘t kort

26 Wetgeving

28 IAB-info flashback

32 Vakliteratuur

Page 3: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

3 2 014 / 3

editoriaal

Sterker tegenover nieuwe uitdagingen!

e hoeven het niet te herhalen: de voortdurende veranderingen waarmee ons beroep te maken krijgt, zorgen ervoor dat de ons toevertrouwde opdrachten in sommige gevallen niet altijd

even gemakkelijk uit te voeren zijn.

Accountants of belastingconsulenten moeten voortdurend het hoofd bieden aan wettelijke, maatschappelijke, technologi-sche evoluties en aan een soms meedogenloze concurrentie. Teren op onze verworvenheden is niet langer mogelijk. De aan-passing aan de nieuwe hedendaagse eisen is een must.

Bovendien lopen accountants of belastingconsulenten steeds vaker het risico aansprakelijk gesteld te worden.

De complexiteit van de snel wijzigende fiscale wetten en de strengere fiscale straffen zijn twee voorbeelden van andere hin-dernissen waar economische beroepsbeoefenaars mee gecon-fronteerd worden en waar ze niet mogen falen. Maar we den-ken ook aan de eisen van cliënten die hun fiscale lasten wensen te verlagen – tot aan de grenzen van het legale – de verplichting om razendsnel alle aanvragen te beantwoorden en ten slotte een vaak argwanende houding van de politieke wereld, die ons beroep nog niet goed genoeg kent.

Met in het achterhoofd die nieuwe (soms extravagante) wets-voorstellen die fiscale adviesverleners in een kwaad daglicht willen stellen en die nieuwe beroepsverboden opleggen, willen wij u nogmaals herinneren aan volgend basisprincipe: hoewel fraude of misbruik gepleegd door een accountant of een belas-tingconsulent volledig af te keuren zijn, kunnen accountants en belastingconsulenten niet worden veroordeeld enkel en al-leen voor het feit dat zij de frauduleuze intentie van hun cliënt hadden moeten kennen.

Zoals steeds wordt herhaald door de rechtspraak, dient elke kennis van misdrijf ‘effectief’ te zijn. Want – en dat mag luidop gezegd worden – fraude wordt meestal door de cliënt gepleegd buiten het medeweten van de beroepsbeoefenaar en terwijl

deze laatste geen enkele actieve rol gespeeld heeft bij de verwe-zenlijking ervan.

De hoofdopdracht van een accountant en/of belastingconsu-lent is de cliënt wegwijs maken en hem helpen bij het toepas-sen van de fiscale wetgeving. Niet om fiscale achterpoortjes te openen.

Ons beroep verdient veel meer dan wantrouwen.

Om deze nieuwe uitdagingen aan te gaan, kwalitatief en effi-ciënt te werk te gaan, dienen accountants en/of belastingcon-sulenten meer dan ooit over de juiste tools te beschikken. Tools die hen helpen hun opdracht uit te voeren.

Het Instituut staat hierbij aan uw zijde.

Het event ‘Be Excellent’, dat het IAB op 6 oktober 2014 in de namiddag organiseert, is hét bewijs dat wij onze leden wensen te helpen en diverse tools willen aanreiken.

Deze tools werden door IAB-experten voorbereid en worden voorgesteld door middel van workshops.

Enkele centrale thema’s zijn: de rentabiliteit van het kantoor evalueren, de opdrachtbrief, het platform BeExcellent.be en de belangrijke boekhoudkundige en fiscale controles die uitge-voerd moeten worden bij het afsluiten van de jaarrekening.

Het event is tevens de gelegenheid bij uitstek om elkaar op informele wijze te ontmoeten en elkaars standpunten of erva-ringen te delen.

Wij hopen u allemaal te zien op dit niet te missen event! •

Met confraternele groeten,

Bart Van Coile Benoît VanderstichelenOndervoorzitter Voorzitter

W

Page 4: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

4 2 014 / 3

beroep

Inleiding

Dat onze fiscale wetgeving zeer snel verandert of evolu-eert, hoeft geen betoog meer. Het wordt ondertussen als vanzelfsprekend beschouwd dat de levensduur van de fis-cale wetten steeds korter wordt en er voortdurend aanpas-singen en wijzigingen nodig zijn. Achter deze toevloed aan wetgeving kunnen we alleen maar de wil van de wetgever ontwaren om alles te voorzien, alles te regelen, om aldoor alle bressen te dichten. Wegens de complexiteit van de fis-cale wetten en de inflatie aan normen zijn er uiteraard heel wat belastingplichtigen die een beroepsbeoefenaar in de arm nemen om hun bij te staan in hun fiscale verplichtin-gen of om hun uitgebreid te adviseren. Die beroepsbeoefe-naars worden evenwel steeds blootgesteld aan het risico op fouten en moeten schipperen tussen het uitvissen van de minst belaste weg – wat door sommige cliënten vaak als een resultaatverbintenis wordt beschouwd – en het risico om bewust of onbewust bepaalde wettelijke grenzen te over-schrijden. De eis om snel antwoord te geven op de vragen van de cliënten maakt hun beroep nog zwaarder. Meerdere enquêtes geven aan dat veel beroepsbeoefenaars zich zor-gen maken over hun toenemende aansprakelijkheid. Daar-bovenop komen de recente bepalingen in het kader van de strijd tegen de fiscale fraude die de taak van de beroepsbeoe-fenaars steeds complexer maken. Tegen deze achtergrond vonden wij het passend om de verschillende aspecten van

1 Dit artikel wordt ook gepubliceerd in het tijdschrift Tax, Audit and

Accountancy van het IBR.

de aansprakelijkheid van de betrokken beroepen ten aan-zien van de vervulling van hun fiscale opdrachten nog eens uiteen te zetten. Het artikel zal voornamelijk handelen over de essentiële aspecten van de strafrechtelijke en contractu-ele aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaars.2

A. Strafrechtelijke aansprakelijkheid

1. Beginselen inzake de toerekenbaarheid in strafzaken

De beroepsbeoefenaar kan – net als elke andere burger – worden gestraft voor de misdrijven vermeld in het Strafwet-boek (oplichting, misbruik van vennootschapsgoederen, valsheid in geschriften en het gebruik ervan enz.). Sommige bepalingen bestraffen een loutere schending van de wet: zo wordt de zaakvoerder of de bestuurder verantwoordelijk ge-steld voor de niet-neerlegging van de jaarrekening, ook al is hij in feite niet belast met de neerlegging ervan. Maar bui-ten deze specifieke gevallen onderstelt de strafrechtelijke verantwoordelijkheid steeds een materieel element (bij-voorbeeld, het plegen van valsheid in geschriften) en een moreel element (het opzet om de inbreuk te begaan). Straf-rechtelijke toerekenbaarheid veronderstelt dus die twee constitutieve bestanddelen. In fiscale zaken is het intentio-neel element van de inbreuk de schending van de belasting-wet met bedrieglijk opzet of het oogmerk te schaden.

2 De regelgeving betreffende de beroepstucht van de beroepsbeoefe-

naars wordt echter niet behandeld.

Aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar in fiscale zaken1

Pierre-François CoppensBelastingconsulent IAB, JuristStudiedienst IAB

Page 5: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

5 2 014 / 3

beroep

2. Strafrechtelijke toerekenbaarheid en strafbare deelneming

Het strafrecht straft niet alleen de dader van het misdrijf, maar ook de deelnemers, mededaders en medeplichtigen.

Aldus bepaalt artikel 66 van het Strafwetboek als mede-daders van een misdaad of een wanbedrijf: “zij die de mis-daad of het wanbedrijf hebben uitgevoerd of aan de uitvoe-ring rechtstreeks hebben meegewerkt; zij die door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp hebben verleend dat de misdaad of het wanbedrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd.”

Artikel 67 van het Strafwetboek bestraft trouwens als mede-plichtigen, zij die onderrichtingen – te interpreteren in rui-me zin – hebben gegeven om de misdaad of het wanbedrijf te plegen. Voor beroepsbeoefenaars die zouden hebben mee-gewerkt aan het opzetten van een strafrechtelijke overtre-ding en wier medeplichtigheid derhalve zou kunnen worden ingeroepen, is die bepaling uiteraard van het hoogste belang.

Merk op dat strafbare deelneming een positieve daad ver-eist, en het louter verzuim om de misdaad of het wanbedrijf te beletten niet volstaat. Dienaangaande wees Advocaat-generaal Vandermeersch er in zijn conclusie vóór het cas-satiearrest van 17  december 2008 op dat “kennis hebben van een misdadig plan, het verzwijgen, aanwezig zijn bij de uitvoering van het misdrijf en zelfs er voordeel uit trekken, in se geen strafbare deelnemingen uitmaakt.”

In een arrest van 26 februari 2008 in fiscale zaken, besliste het Hof van Cassatie dan weer dat “de mededaderschap van artikel  66 van het Strafwetboek niet vereist dat de mede-dader zelf het opzet heeft dat vereist is voor het misdrijf waaraan hij zijn medewerking verleent, maar volstaat dat hij wetens en willens zijn medewerking verleent aan het door de dader gewilde misdrijf.”3

3. Begrip ‘werkelijke kennis’ van het misdrijf

Om sprake te zijn van strafbare deelneming, is ook de werkelijke kennis van het misdrijf vereist. Zonder kennis van het feit dat de mededader of medeplichtige, door de gestelde handeling, deelgenomen heeft aan het misdrijf, kan laatstgenoemde niet worden gestraft. Professor Trousse schrijft immers dat “deelneming door onvoorzichtigheid uitgesloten is: de onwetendheid dat een misdrijf wordt be-

3 Beschikbaar op www.cass.be, RG nr. P.0631518.N.

gaan, verzet zich tegen de kwalificatie als deelneming, zelfs indien die onwetendheid niet onoverkomelijk is en te wij-ten aan de betrokkene”.4

Dit betekent dat, als een belastingplichtige de intentie heeft om weloverwogen de belastingwet te schenden en de accountant of de belastingconsulent hem met kennis van zaken alsnog bijstand verleent, laatstgenoemde aansprake-lijk kan worden gesteld als mededader of medeplichtige van de door zijn cliënt gepleegde fraude. Maar een consulent kan niet als mededader of medeplichtige van fiscale fraude worden beschouwd wegens het louter feit dat hij het be-drieglijk doel had moeten kennen. Zijn kennis moet ‘effec-tief’ zijn en kan niet worden vermoed. Merk ook op dat het openbaar ministerie in dergelijk geval het bewijs moet leve-ren van de werkelijke kennis of van de deelneming door de beroepsbeoefenaar. Maar wanneer met stellige zekerheid aangetoond wordt dat de beroepsbeoefenaar kennis had van het ongeoorloofde opzet van zijn cliënt, zal hij straf-rechtelijk aansprakelijk worden gesteld, zelfs indien hij in de communicatie met zijn cliënt enige formele behoed-zaamheid heeft geformuleerd. Een fiscale tussenpersoon zal trouwens moeilijk kunnen voorhouden dat hij geen kennis had van het bedrieglijke opzet van een handeling wanneer hij bij de uitvoering ervan betrokken is.

4. misdrijf fiscale fraude

Zoals elke inbreuk op een strafrechtelijke bepaling, onder-stelt fiscale fraude een materieel element (de schending van een bepaling van het fiscaal wetboek) en een moreel element (belastingontduiking). Wat het materieel element betreft, lijkt het duidelijk dat een beroepsbeoefenaar niet strafrech-telijk verantwoordelijk kan worden gesteld als hij niet mee-werkt aan de uitvoering van een inbreuk op een fiscale bepa-ling. In werkelijkheid is het jammer genoeg niet zo simpel, zoals Christophe Goossens onderstreept: “In heel wat geval-len is de draagwijdte van de belastingwet onzeker of contro-versieel. In dergelijk geval kan het voorkomen dat het be-staan van een schending van de belastingwet pas jaren later –  bij de beëindiging van een fiscaal geschil  – kan worden bewezen. Deze omstandigheid doet niet af aan het materieel element van het misdrijf”.5 Daaruit volgt dat een accountant en/of belastingconsulent er wel degelijk kan van overtuigd zijn dat hij geen fiscale bepaling schendt in het advies dat

4 Trousse, Droit pénal, T. I, vol. II, 1962, p. 119, nr. 639. Eigen vertaling.5 C. Goossens, “Conseillers et banquiers sont-ils pénalement responsa-

bles des infractions fiscales commises par leurs clients?”, Comptabilité et

Fiscalité pratique, 2009, 137. Eigen vertaling.

Page 6: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

6 2 014 / 3

beroep

hij aan zijn cliënt verstrekt of in de verrichting die hij voor die cliënt stelt. Het is dus alleen het intentioneel element dat het misdrijf fiscale fraude vorm zal geven. Vereist is dus het ‘bijzonder opzet’, met name het bedrieglijke opzet of het oogmerk te schaden. De grootste moeilijkheid hier is het be-palen van de bewuste wil om de belastingwet te overtreden. Wanneer de belastingplichtige of zijn raadgever een fiscale inbreuk hebben begaan, kunnen zij niet strafrechtelijk ver-antwoordelijk worden gesteld indien zij gehandeld hebben met de vaste, maar foutieve overtuiging dat zij die niet heb-ben begaan. Dienaangaande stelt Christophe Goossens dat “de strafrechter eerst moet nagaan of de overtreding – in al haar constitutieve elementen – werd begaan en enkel moet bepalen of een rechtvaardigingsgrond, overmacht of een on-overkomelijke dwaling de beklaagde van zijn schuld kan verschonen”.6 Merk ook op dat de weloverwogen keuze voor geoorloofde belastingontwijking elk bedrieglijk opzet uit-sluit. Het feit dat men zonder ontduiking of verdraaiing van de werkelijkheid welbewust een verschuldigde belasting wil ontwijken, kan geen aanleiding geven tot strafrechtelijke aansprakelijkheid, besliste het hof van beroep te Bergen in verband met een stellageaffaire.7 Ook de rechtbank van eer-ste aanleg te Bergen besliste dat er geen sprake was van be-drieglijk opzet ten name van een boekhoudkundig en fiscaal kantoor, niettegenstaande een belastbaar inkomen niet werd aangegeven.8 In casu had de boekhouder in de belastingaan-gifte verschillende onregelmatigheden begaan met betrek-king tot de inning van dividenden. Volgens de administratie moest een beroepsbeoefenaar van het fiscaal recht noodza-kelijk weten dat hij een fout beging. Bijgevolg was de over-treding vrijwillig begaan, aldus de belastingambtenaar. De rechtbank besliste welwillend dat het beroep van de belas-tingplichtige – deskundige in de boekhouding en de fiscali-teit – niet automatisch voor gevolg kan hebben dat elke on-regelmatigheid of weglating automatisch als bedrieglijk opzet moet worden gekwalificeerd.

5. Specifieke strafbepalingen voorzien door het Wetboek van de Inkomstenbelastingen

Zonder aanspraak op volledigheid, vermelden we hier een greep uit de talrijke sancties die de tussenpersonen of raads-lieden kunnen worden opgelegd:– artikel 505 van het Strafwetboek – dat het witwasmis-

drijf bestraft – is niet alleen van toepassing op de da-ders, maar ook op de mededaders en medeplichtigen, onder wie de fiscale bemiddelaars;

6 C. Goossens, o.c., p. 138. Eigen vertaling.7 Bergen 22 oktober 2004, niet gepubliceerd, RG 2002/996.8 Rb. Bergen 3 juli 2005, beschikbaar op www.fiscalnet.be.

– artikel 446 van het Wetboek van de Inkomstenbelastin-gen voorziet in het verval van het recht om belasting-plichtigen te vertegenwoordigen in de hoedanigheid van lasthebber, voor een tijdperk dat vijf jaar niet overtreft;

– artikel 450 van het Wetboek van de Inkomstenbelastin-gen bestraft het opstellen van valse stukken en het ge-bruik ervan. Deze bepaling is van toepassing op eenie-der (met inbegrip van de lasthebbers) die kennis heeft van de valsheid en dit niet zou aangegeven hebben;

– artikel 458 van het Wetboek van de Inkomstenbelastin-gen bepaalt dat personen die als daders of als medeplich-tigen van misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 452 van hetzelfde wetboek werden veroordeeld, hoofdelijk gehouden zijn tot betaling van de ontdoken belasting.

Die voorbeelden van bepalingen tonen aan dat het wetge-vend arsenaal in de strijd tegen fiscale fraude begaan door accountants of belastingconsulenten niet mag worden on-derschat.

6. Artikel 455 WIB

Artikel 455 WIB luidt als volgt:“§  1. Wanneer de beoefenaar van een van de volgende

beroepen:

1° belastingadviseur; 2° zaakbezorger; 3° deskundige in be-lastingzaken of in boekhouden; 4° of enig ander beroep dat tot doel heeft voor één of meer belastingplichtigen boek te houden of te helpen houden, ofwel voor eigen rekening of-wel als hoofd, lid of bediende van enigerlei vennootschap, vereniging, groepering of onderneming; 5° of, meer in het algemeen, het beroep dat erin bestaat één of meer belasting-plichtigen raad te geven of bij te staan bij het vervullen van de verplichtingen opgelegd bij dit Wetboek of bij de ter uit-voering ervan vastgestelde besluiten, wordt veroordeeld we-gens één van de misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 453, kan het vonnis hem verbod opleggen om gedurende drie maanden tot vijf jaar, rechtstreeks of onrechtstreeks, de hier-voren bedoelde beroepen op welke wijze ook uit te oefenen.

De rechter kan bovendien, mits hij zijn beslissing op dat stuk motiveert, voor een duur van drie maanden tot vijf jaar de sluiting bevelen van de inrichtingen van de vennoot-schap, vereniging, groepering of onderneming waarvan de veroordeelde hoofd, lid of bediende is.”

Dergelijke straf – die bedrieglijk inzicht vereist – is een bij-komende en facultatieve straf. Zij viseert ook de economi-sche beroepsbeoefenaar die het beroepsgeheim heeft ge-schonden, zoals bepaald in de artikelen 337 en 453 WIB. Bij arrest van 30 juni 1999, besliste het hof van beroep te Gent dergelijk beroepsverbod voor een periode van vijf jaar op te

Page 7: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

7 2 014 / 3

beroep

leggen aan twee accountants die hadden meegewerkt aan het opzetten van fiscale constructies met als enig doel belas-ting te ontduiken.

7. Artikel 458 WIB

Artikel 458 van het Wetboek van de Inkomstenbelastin-gen bepaalt:

“personen die als daders of als medeplichtigen van misdrij-ven bedoeld in de artikelen 449 tot 452 van hetzelfde wet-boek werden veroordeeld, hoofdelijk gehouden zijn tot beta-ling van de ontdoken belasting. De natuurlijke personen of de rechtspersonen zijn burgerlijk en hoofdelijk aansprakelijk voor de geldboeten en kosten die het gevolg zijn van de ver-oordelingen welke krachtens de artikelen 449 tot 456 tegen hun gemachtigden of bedrijfsleiders zijn uitgesproken.”

Een bijzonderheid van deze bepaling is dat medeplichtig-heid volstaat, en zelfs geen mededaderschap is vereist, om tot betaling van de ontdoken belasting te kunnen worden veroordeeld. Een beroepsbeoefenaar die zijn cliënt verde-digt in een wijzigingsprocedure en stukken voorlegt waar-van hij weet dat ze vals zijn, wordt dus door deze bepaling beoogd.9 Een boekhouder die bij een controle gebruikmaakt van een valse factuur, is dus duidelijk hoofdelijk aansprake-lijk voor de ontdoken belasting. Zoals professor Jos De Blay terecht onderstreept, zal dergelijke hoofdelijke aansprake-lijkheid in de praktijk enkel worden ingeroepen wanneer het volstrekt onmogelijk is om de belastingschuld van de belastingplichtige te vorderen.10 Behoudens anders bepaald, omvat de door gebruikmaking van de begane overtreding ontdoken belasting niet de administratieve boeten noch de nalatigheidsinterest.11 Hoe dan ook, dergelijke straf is erg zwaar. Dienaangaande wees de correctionele rechtbank te Brussel erop dat “deze hoofdelijke aansprakelijkheid één van de zwaarste straffen is van het fiscaal recht”.12

8. Artikel 446 WIB

Artikel 446 WIB bepaalt:“De minister van Financiën (voor het Vlaamse Gewest: de

Vlaamse Regering) kan, bij gemotiveerd besluit, voor een

9 R. Tournicourt, “Strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de belas-

tingconsulenten” in W. Maeckelbergh, Strafrechtelijke beteugeling van

de belastingfraude. Referatenboek studieboek, 12 december 1981, Brus-

sel, Ehsal, 1982, 259.10 Jos De Blay, Deontologie, Kluwer, 2013, 275.11 Th. Afschrift en V-A De Brauwere, Manuel de droit pénal financier,

Brussel, Kluwer, 305.12 Corr. Brussel 30 april 2008, Fisc.Koer. 2008 (noot), bd. 10, p. 520.

tijdperk dat vijf jaar niet overtreft, elke persoon het recht ontzeggen belastingplichtigen te vertegenwoordigen in de hoedanigheid van lasthebber, behoudens wanneer die per-soon onderworpen is aan een wettelijk ingerichte beroeps-tucht of zijn last vervult krachtens de wet of een rechterlijke beslissing.”

Die straf is in de praktijk niet meer van toepassing op de accountants en/of belastingconsulenten, sinds de wet van 21 februari 1985 (voor accountants) en de wet van 22 april 1999 (voor de belastingconsulenten) voor de leden van het IAB een autonome beroepstuchtregeling hebben ingesteld. Artikel 4, § 1, 3° van de wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten be-paalt dat tuchtstraffen kunnen worden opgelegd aan de ac-countants en belastingconsulenten die de rechten van de Schatkist manifest schenden of misbruik maken van de fis-cale procedures. Artikel 5, § 2 van dezelfde wet bepaalt trou-wens dat bij de Raad van het Instituut een klacht tegen een accountant of een belastingconsulent kan worden inge-diend door de Procureur-generaal bij het hof van beroep, door de minister van Financiën of door een belanghebben-de. Tot dusver is het aantal opgelegde sancties vrij gering. Het recht tot schrapping waarover de tuchtinstanties be-schikken, zou dubbel zo efficiënt kunnen worden indien de minister van Financiën meer zou gebruikmaken van zijn injunctierecht en de parketten deze instanties beter zouden informeren. Wat het verbod tot uitoefening van het beroep van deskundige in belastingzaken of in boekhouden, zoals bedoeld in artikel 455 WIB en in artikel 73ter W.BTW be-treft, dateren de laatste cijfers van 2003. De inbreuken die geleid hebben tot een veroordeling en het aantal uitgespro-ken straffen zijn de volgende:– fiscale fraude (art. 449 WIB): 2 gevallen;– fiscale fraude (art. 450 WIB): 1 geval;– schending van het beroepsgeheim (art. 453 WIB): 0 ge-

vallen;– fiscale fraude (art. 73 W.BTW): 4 gevallen;– fiscale fraude (art. 73bis W.BTW): 4 gevallen.

9. Artikel 505, lid 1, 2° van het Strafwetboek

Het repressief luik van de witwaswetgeving bestraft het witwassen van vermogensvoordelen (artikel 505, lid 1, 2° van het Strafwetboek) en bepaalt naast strenge straffen te-gen de daders en mededaders van een witwasmisdrijf in de strafrechtelijke betekenis van het begrip, dat de witgewas-sen vermogensvoordelen of de tegenwaarde ervan door het gerecht in beslag genomen of verbeurd verklaard worden. Bijgevolg kan de economische beroepsbeoefenaar een straf-rechtelijke veroordeling oplopen wegens het witwassen van geld, indien hij zich ereloon laat betalen voor boekhoud-kundige en fiscale diensten, terwijl hij wist of moest weten

Page 8: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

8 2 014 / 3

beroep

dat de ontvangen gelden van illegale herkomst waren. Hier wordt vooral de beroepsbeoefenaar geviseerd die zijn cliënt bijstaat hoewel die al voor fiscale fraude wordt vervolgd.

10. De wetten van 17 juni en 15 juli 2013

De wet van 17 juni 201313 bevat een belangrijk luik dat ge-wijd is aan de strijd tegen fiscale fraude. Deze wet voegt een tweede lid toe aan artikel 449 WIB: “Indien de in het eerste lid vermelde inbreuken gepleegd werden in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, wordt de schuldige gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot 5 jaar en met een geldboete van 250 euro tot 500 000 euro of met één van die straffen alleen”. De wetgever bestraft de da-ders van fiscale inbreuken, gepleegd in het raam van ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd, dus zwaarder. De no-tie ‘ernstige en georganiseerde fiscale fraude’, wordt dus ver-vangen door de uitdrukking ‘ernstige fiscale fraude, al dan niet georganiseerd’. Dit begrip dat enkel gebruikt wordt in-zake de strijd tegen het witwassen van geld, blijft heel on-nauwkeurig. Sabrina Scarna stelt dienaangaande dat “hoewel de bedoeling duidelijk is, toch dient vastgesteld te worden dat de verzwarende omstandigheid helemaal niet door de wet wordt gedefinieerd”.14 De Memorie van toelichting bij de wet van 15 juli 201315 zegt enkel dat het ernstige karakter van de fraude voornamelijk slaat op de aanmaak en of het ge-bruik van valse stukken en het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op de activiteiten of het eigen vermogen van de cliënt.

Het gebruik van dergelijk procedé dat neerkomt op de in-voering van een nieuw begrip zonder het te omschrijven, en enkel te verwijzen naar een (hypothetisch) koninklijk besluit om nadere toelichting te verstrekken, roept wel eni-ge vragen op. Maar de toon is hoe dan ook gezet en fiscale fraude van grote omvang, in voorkomend geval begaan met de medewerking van een economische beroepsbeoefenaar, zal voortaan zwaarder bestraft worden.

11. Wetsvoorstellen betreffende de fiscale tussenpersonen

In 2013 werden twee wetsvoorstellen ingediend met de be-doeling de aansprakelijkheid van de belastingconsulenten te versterken. Het eerste wetsvoorstel dd. 5  april 2013, inge-

13 BS 28 juni 2013, 41.013.14 S. Scarna, “L’infraction de fraude fiscale simple ou aggravée et son

impact sur l’infraction distincte de blanchiment”, Recueil du Forum for

the future, ed. 2013, p. 279. Eigen vertaling.15 Parl.St. Kamer 2012-13, DOC 53, 27631/001, p. 8.

diend door dhr. Alain Mathot cs. (groep PS en Sp.a), strekt tot aanvulling van de ‘una via’-regeling, door de verstrenging van de sanctiemaatregelen ten aanzien van fiscale tussenper-sonen die aan fraude en agressieve fiscale planning doen en daarbij de fiscale of deontologische regels overtreden.16 Dit wetsvoorstel wil onder meer het beroepsverbod uitbreiden en een nieuw artikel  450/1 in het WIB invoegen, dat zou moeten bepalen dat een fiscaal tussenpersoon die, met het oogmerk te frauderen of de belangen van de Schatkist te schaden, aan een andere, welbepaalde persoon één of meer agressieve fiscale-planningsconstructies heeft voorgesteld die op een overtreding van de fiscale bepalingen berusten of die een onjuiste analyse inhouden van in de fiscale wetge-ving aan bod komende aangelegenheden, kan worden ge-straft met gevangenisstraf van één maand tot vijf jaar en een geldboete van 250 tot 500 000 euro. Een ander wetsvoorstel, op 14 mei 2013 ingediend door dhr. Gilkinet cs. (groep Eco-lo-Groen), strekt tot een wijziging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, teneinde een regeling in te stellen die een sanctie oplegt aan financiële tussenpersonen en be-lastingconsulenten die medeplichtig zijn aan fiscale fraude.17 Het is onder meer de bedoeling dat de beoefenaar van één van de in artikel 455, § 1 WIB genoemde beroepen, die, met bedrieglijk opzet of met het oogmerk te schaden, medeplich-tig is aan ongeacht welke overtreding van de bepalingen van dit Wetboek en van de ter uitvoering ervan vastgestelde be-sluiten, hoofdelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor de door zijn cliënt ontweken belastingen, in voorkomend geval met inbegrip van de belastingverhoging. Het wetsvoorstel suggereert ook een nieuw artikel 445 WIB, bepalende dat de fiscale tussenpersonen die medeplichtig zijn in de zin van artikel 67 van het Strafwetboek aan een overtreding van de bepalingen van dit Wetboek en van de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, aan zwaardere geldboeten zullen wor-den onderworpen. De bijzonderheid hierbij is dat de admi-nistratie zou moeten oordelen of iemand medeplichtig is in de zin van het Strafwetboek. Het gaat dus om een uitbreiding van het huidige artikel 458 WIB dat van toepassing is op de daders van of medeplichtigen aan misdrijven bedoeld in de artikelen 449 tot 452 WIB.

In een reactie op deze wetsvoorstellen werden de drie be-roepsinstituten, alsook vertegenwoordigers van andere be-roepsorganisaties (Febelfin, Nederlandstalige balie, Hoge Raad voor de Economische Beroepen), van de CFI en van de magistratuur op 26 februari 2014 door de Kamercommissie voor de Financiën gehoord. De Instituten drukten op deze hoorzitting krachtdadig de wens uit om zich te distantiëren

16 Parl.St., Kamer, Zitting 2012-2013, Doc 53 2738/001, p. 5873.17 Parl.St., Kamer, Zitting 2012-2013, Doc 53 2811/001, p. 6097.

Page 9: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

9 2 014 / 3

beroep

van deze hangende wetsvoorstellen, die geen nieuwe oplos-sing aandragen in de strijd tegen de fiscale fraude. Het wets-voorstel van dhr. Mathot is vooral problematisch omdat het frauduleus geacht gedrag viseert en dit wil bestraffen met strafrechtelijke sancties die de toetsing aan de elementaire strafrechtelijke beginselen niet doorstaan. De voorliggende tekst beoogt immers het aanpakken van “onjuiste analyses van in de fiscale wetgeving aan bod komende aangelegenheden”, “onrespectvol gedrag ten aanzien van belastingambtenaren”, “onbekwaam of onomzichtig gedrag” en “fiscale planning die in-houdt dat wordt geprofiteerd van het Belgische belastingsysteem”. Dergelijk gedrag kan in bepaalde gevallen inderdaad moreel laakbaar zijn, maar vormt daarom nog geen strafrechtelijk misdrijf. Veeleer dan dergelijke radicale wetswijzigingen in overweging te nemen, waarbij de administratie trouwens zo-wel rechter als partij zou zijn, hebben de Instituten gepleit voor een doelmatiger gebruik van de bestaande maatrege-len. Namelijk door een betere communicatie tussen het In-stituut en de minister van Financiën (injunctierecht) en de gerechtelijke instanties (mogelijkheid tot schrapping op grond van een veroordeling onder bepaalde omstandighe-den) en voor de voortzetting van de dialoog die opgestart werd in het kader van de ‘duurzame tax-cificatie’ en hun aanwezigheid in de werkgroep ‘strijd tegen de fiscale fraude’.

B. Contractuele aansprakelijkheid van de economische beroepsbeoefenaar

12. De kwalificatie van het contract

Afhankelijk van de verrichte prestaties kan de contractuele relatie tussen de beroepsbeoefenaar en zijn cliënt gekwalifi-ceerd worden als een aannemingsovereenkomst of een lastge-ving. Er is sprake van een aannemingsovereenkomst wanneer de opdracht van de beroepsbeoefenaar bestaat uit expertise, advies en controle van de jaarrekening. In dergelijk geval stelt hij geen juridische handeling.18 Die aannemingsovereen-komst gaat vaak gepaard met een bijkomende lastgevings-overeenkomst. Dit is het geval wanneer de beroepsbeoefenaar ook de belastingaangiften moet indienen. Dergelijke lastge-ving kan schriftelijk of stilzwijgend zijn. Het is raadzaam om de lastgeving schriftelijk vast te stellen om de draagwijdte van de aansprakelijkheid te kunnen omschrijven. Merk op dat accountants en bedrijfsrevisoren ook wettelijke – door het Wetboek van Vennootschappen voorgeschreven – opdrach-ten uitvoeren. Dan is de accountant of bedrijfsrevisor niet alleen contractueel aansprakelijk jegens de vennootschap,

18 P.A. Foriers en M. Van Kuegelgen, “La responsabilité civile des révi-

seurs d’entreprises et experts comptables”, Rev. Dr. U.L.B., p. 15.

maar ook extracontractueel ten opzichte van derden. Het ver-schil tussen aannemingsovereenkomst en lastgevingsover-eenkomst leidt tot verschillende gevolgen in verband met de aansprakelijkheid. De economische beroepsbeoefenaar kan zijn cliënt enkel verbinden voor de handelingen waarvoor hij last heeft ontvangen en kan aansprakelijk worden gesteld in-dien hij de opdracht die hem wordt toevertrouwd over-schrijdt. Onverminderd dit verschil is de beroepsbeoefenaar – ongeacht de kwalificatie van zijn overeenkomst – aanspra-kelijk voor de niet- of slechte uitvoering van alle uit die over-eenkomst voortspruitende verplichtingen.

13. middelenverbintenis of resultaatverbintenis?

De omvang van de aansprakelijkheid van de beroepsbeoe-fenaar is nauw verbonden met de verplichtingen waartoe hij gehouden is. Doorgaans is het onderscheid tussen mid-delenverbintenis en resultaatverbintenis dienaangaande be-palend. De meeste diensten die de beroepsbeoefenaar ver-richt, kaderen in een middelenverbintenis. De taak van de beroepsbeoefenaar bestaat erin dat hij zich jegens zijn cliënt ertoe verbindt om de nodige middelen aan te wenden voor de behandeling van diens dossier.19 Om de aansprakelijk-heid ter zake te beoordelen, moet worden verwezen naar het criterium van de ‘bonus pater familias’, de goede (zorg-zame) huisvader. De economische beroepsbeoefenaar zal dus moeten aantonen dat een normaal, redelijk en zorgvul-dig persoon de vastgestelde tekortkoming niet zou hebben begaan.20 Een begane beoordelingsfout of een onjuiste fis-cale interpretatie zijn niet automatisch een fout. Zij geven slechts aanleiding tot een contractuele fout, indien ze be-gaan worden zonder dat de beroepsbeoefenaar de nodige opzoekingen of onderzoeken heeft gedaan of de met de vooropgestelde oplossing gepaard gaande risico’s heeft afge-wogen. Zoals Rik Devloo suggereert, is het aanbevolen dat de beroepsbeoefenaar zich het schriftelijk bewijs van derge-lijke onderzoeken verschaft en aan zijn cliënt meedeelt.21 De aard en de omvang van de onderzoeken kunnen uiter-aard variëren, afhankelijk van de gestelde vraag of de graad van veronderstelde expertise van de geraadpleegde deskun-dige. Rik Devloo vindt het ook belangrijk dat de beroepsbe-oefenaar desgevallend de aandacht vestigt op het contro-versieel karakter van het probleem dat hem wordt voorgelegd of op de onzekerheid van de voorgestelde oplos-sing. De beroepsbeoefenaar kan ook aansprakelijk worden gesteld indien hij zijn cliënt niet om de nodige stukken heeft gevraagd of niet de noodzakelijke vragen heeft gesteld

19 Rb. Gent 13 september 1996, Fisc.Koer. 1996 (noot), 561.20 Cass. 25 oktober 1974, Arr.Cass. 1975, 263.21 R. Devloo, o.c., p. 8.

Page 10: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

10 2 014 / 3

beroep

die hem in staat moeten stellen om met kennis van zaken zijn adviesopdracht te vervullen.

In sommige gevallen kan de economische beroepsbeoefe-naar ook gehouden zijn tot een resultaatverbintenis. Het volstaat dan dat de cliënt de niet-uitvoering van de verplich-ting vaststelt, om de aansprakelijkheid van de beroepsbeoe-fenaar te bewijzen. Als resultaatverbintenissen gelden onder meer de wettelijke verplichtingen i.v.m. zijn opdrachten, zoals de indiening van belastingaangiften. Met betrekking tot de opstelling van individuele fiches en samenvattende opgaven, besliste de rechtbank van eerste aanleg te Luik in een vonnis van 8 mei 200322 dat het verzuim dit te doen, een schending van een resultaatverbintenis inhoudt. Mrs. Auvertin en Afschrift – die de voornoemde uitspraak anno-teerden – menen daarentegen dat het geenszins om een re-sultaatverbintenis kan gaan, aangezien vóór de indiening van de fiches en opgaven dient te worden nagegaan (wat een middelenverbintenis uitmaakt) of het loon of het voor-deel al dan niet beroepsmatig is. Volgens deze auteurs vallen enkel louter formele verplichtingen, die geen beoordeling door de deskundige vergen, in het toepassingsgebied van de resultaatverbintenis.23 De grens tussen middelenverbintenis en resultaatverbintenis is soms niet zo duidelijk. Immers, kan men de indiening van een belastingaangifte nog als een resultaatverbintenis beschouwen wanneer de cliënt pas op het laatste moment de nodige stukken bezorgt en het nog weinig waarschijnlijk is dat de beroepsbeoefenaar nog over genoeg tijd beschikt om de wettelijke termijn na te leven?

14. Opdrachtbrief

De opstelling van een opdrachtbrief – die de voorwaarden en verplichtingen van de beroepsbeoefenaar vaststelt – zal al-leszins een essentieel element zijn om de omvang van de aan-sprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar te beoordelen. De opdrachtbrief beoogt de relatie tussen de beroepsbeoefenaar en zijn cliënt te formaliseren. Het is een overeenkomst waar-van de bepalingen kunnen evolueren volgens de wettelijke verplichtingen. De opdrachtbrief is vaak gepersonaliseerd zo-dat hij optimaal kan worden aangepast aan de toestand van de onderneming. Een schriftelijke overeenkomst strekt im-mers tot bewijs van wat mondeling overeengekomen werd. Ze regelt ook kwesties waaraan men niet noodzakelijk denkt of waaraan men niet wil denken wanneer men een nieuwe

22 Luik 8 mei 203, Fiscoloog 25 juni 2003, nr. 897, p. 1 e.v.23 N. Auvertin en T. Afschrift, “La responsabilité professionnelle de

l’expert-comptable et du conseil fiscal vis-à-vis du client”, Rev. b. Compt.

2003, nr. 4, p. 25.

samenwerking aangaat. Het Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten moedigt het gebruik van de opdracht-brief aan, in het belang van elke beroepsbeoefenaar afzonder-lijk, maar ook in het belang van het beroep in zijn geheel.

Het IAB stelt zijn leden twee modellen voor: de eerste op-drachtbrief is gebaseerd op de aanrekening van erelonen op basis van de gepresteerde uren, het tweede voorziet in for-faitaire erelonen. Die twee modellen zijn beschikbaar op de IAB-website De opdrachtbrief bevat vaak algemene voor-waarden inzake diensten (en niet inzake verkopen, want de accountant en de belastingconsulent zijn geen handelaars). Ze zijn niet bindend.

De opdrachtbrief omschrijft het kader waarin de accoun-tant optreedt, en meer bepaald de prestaties waartoe hij zich verbindt. Het is ook hier dat de accountant kan bepa-len wat hij niet zal doen. De opdrachtbrief kan bijvoorbeeld bepalen dat het bijhouden van de algemene boekhouding op kwartaalbasis in de dienst is vervat. De opdrachtbrief kan ook voorzien dat een fiscale controle buiten dit kader valt.

15. Contractuele beperking van de aansprakelijkheid

De wet van 18 januari 201024 heeft het verbod, dat de ex-terne accountants en belastingconsulenten tot dan toe werd opgelegd om hun aansprakelijkheid contractueel te beper-ken, opgeheven. Deze wet wijzigt artikel 33 van de wet van 22 april 1999 en biedt de beroepsbeoefenaars sindsdien de mogelijkheid om in hun overeenkomsten te bedingen dat hun aansprakelijkheid zal worden beperkt tot een welbe-paald bedrag of dat enkel bepaalde soorten van schade zul-len worden vergoed. De wet blijft hun evenwel verbieden zich aan hun aansprakelijkheid te onttrekken in twee speci-fieke gevallen: bij de uitoefening van een wettelijke opdracht (vereffening, fusie, splitsing of omvorming van vennoot-schappen enz.) en in geval van een fout gepleegd met be-drieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden. Dezelfde mogelijkheid tot beperking van hun aansprakelijkheid geldt voor de erkende boekhouders en boekhouders-fiscalisten (met als enige beperking het geval van een fout gepleegd met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden, aange-zien hun geen wettelijke opdrachten toevertrouwd worden). Deze vrije hand die de beroepsbeoefenaars wordt geboden, moet uiteraard samen worden beschouwd met de hun opge-legde verplichting zich voor hun burgerlijke beroepsaan-sprakelijkheid met een verzekeringsovereenkomst te verze-

24 Wet 18 januari 2010 betreffende de uitoefening van een vrij en gere-

glementeerd cijferberoep door een rechtspersoon, BS 17 maart 2010.

Page 11: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

11 2 014 / 3

beroep

keren. De wet van 18 januari 2010 wijzigde ook artikel 17bis van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren, dat bevestigt dat zij zich aan de aansprakelijkheid i.v.m. hun opdrachten – andere dan deze die hun zijn toevertrouwd door of krachtens de wet – kunnen onttrekken. Onthoud ook dat een wet tot be-scherming van de consument25, ook de cliënten (natuurlijke of rechtspersonen) beschermt die niet handelen voor doel-einden die buiten hun beroepsactiviteit vallen. Deze wet, die buiten het kader van deze studie valt, aanvaardt bedingen tot beperking van de aansprakelijkheid slechts in een wel-omschreven kader en onder bepaalde strikte voorwaarden.

16. Samenloop van contractuele en extracontractuele aansprakelijkheid

Menigmaal kan een onvoorzichtigheid en/of onoplet-tendheid van de beroepsbeoefenaar zowel zijn contractuele als extracontractuele aansprakelijkheid teweegbrengen. Een contractuele tekortkoming kan immers ook worden gekwa-lificeerd als een fout in de zin van artikel 1382 van het Bur-gerlijk Wetboek. Bernard Tilleman pretendeert dat elke in-breuk op een wettelijk voorschrift volstaat om eventueel een extracontractuele fout te weerhouden.26

Ongeacht of het de contractuele dan wel de extracontrac-tuele aansprakelijkheid betreft, de rechter zal het oorzake-lijk verband tussen de fout en de schade moeten beoorde-len. Uit de rechtspraak blijkt trouwens dat de rechter de klaarblijkelijke verschillen vaak afzwakt, wanneer het ge-drag van de beroepsbeoefenaar ten aanzien van de door de cliënt geleden schade beoordeelt.

17. Voorbeelden uit de rechtspraak

In een arrest van het hof van beroep te Luik van 10 sep-tember 200927 blijkt uit de feiten dat een cliënt (een ven-nootschap) meende dat het fiscaal kantoor een fout had begaan door een fiscale constructie aan te raden (in casu een verrichting m.b.t. de aankoop en de uitoefening van aande-lenopties) en hoopte een vergoeding voor geleden schade te bekomen. Volgens de cliënt zou een normaal voorzichtige

25 Wet 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende

reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten over-

eenkomsten inzake de vrije beroepen, BS 20 november 2002.26 B. Tilleman, “De sancties op het ontbreken van verslagen alsook op

het onzorgvuldig of niet tijdig opstellen van verslagen met betrekking

tot de algemene vergadering”, De Belgische Accountant 1994, 21.27 Luik 10 september 2009, FJF 2012/243.

en bedachtzame fiscaal en juridische deskundige, onder de-zelfde omstandigheden en in hetzelfde tijdperk, nooit der-gelijke transactie hebben aanbevolen. De rechter viel de zienswijze van de cliënt bij en verklaarde dat het fiscaal kan-toor de gevolgen en de risico’s van de geplande transactie eerst had moeten analyseren, wat het ertoe zou gebracht hebben de transactie niet aan te bevelen, gelet op het aan-zienlijke risico dat de fiscale administratie ze zou verwerpen, aangezien de beweerde uitgave overduidelijk elk verband miste met de door de vennootschap uitgeoefende activiteit.

In een andere uitspraak werd beslist dat de accountant een beroepsfout heeft begaan wegens fiscale tekortkomingen. De zaak die op 2 maart 2012 aan de rechtbank van eerste aanleg van Brussel werd voorgelegd, betreft een vergissing door een accountant begaan in de toepassing van de regels van de plaats van de dienst op het vlak van de btw.28 De cliënt van de accountant – een in België gevestigde belastingplichtige – had werken van intellectuele aard besteld bij een belasting-plichtige met vestiging in een andere EU-lidstaat. In afwij-king van de algemene regel van de plaats van de dienst, die bepaalt dat de plaats van de dienst in principe gelegen is in de staat van de dienstverrichter, bevindt de plaats van de dienst zich overeenkomstig artikel 21, § 3, 7° WBTW in de staat van de afnemer van de dienst. Derhalve had de afnemer van de dienst de btw moeten aangeven en betalen in België en legde de btw-administratie hem een boete op. De accoun-tant, belast met de indiening van de btw-aangiften van zijn cliënt, kende deze afwijkende regel niet en werd door zijn cliënt gedaagd in tussenkomst en vrijwaring. De rechtbank veroordeelde de accountant tot betaling van de boete. De rechter besliste dat de fiscale beroepsbeoefenaar (zijn maat-schappelijke benaming verwijst duidelijk naar fiscale aange-legenheden), door het niet kennen van dergelijke regel van de plaats van de dienst, een beroepsfout heeft begaan.

In een vonnis van 27 juni 200329 stelde de rechtbank van eerste aanleg te Leuven een boekhouder aansprakelijk om-dat hij zijn cliënt niet had medegedeeld dat hij, gelet op de strikte termijn, geen tijdig bezwaarschrift meer kon indie-nen. De rechter wees er nog op dat de verbintenis van de boekhouder om aangiften en bezwaarschriften in te dienen, duidelijk een essentiële verplichting is en de aard heeft van een resultaatverbintenis.

28 Rb. Brussel 2 maart 2012, Fiscoloog 2012, bd. 1315, 14.29 Beslissing besproken door Geert Lenaerts “Rechtbanken oordelen

streng over aansprakelijkheid boekhoudkundige beroepen”, Pacioli,

nr. 161, maart-april 2004, p. 1.

Page 12: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

12 2 014 / 3

beroep

Tot slot citeert Frédéric Ledain nog enige voorbeelden uit de rechtspraak, waarin de beroepsbeoefenaar aansprakelijk werd gesteld30:– Een boekhoudkundig beroepsbeoefenaar begaat een

fout wanneer hij nalaat de cliënt te wijzen op de fiscale gevolgen van de overschrijding van de limiet van 50 % van het kapitaal verhoogd met de reserves; hij moet de eruit voortvloeiende schade, gelijk aan het belas-tingsupplement, vergoeden (Brussel, 14 oktober 1987, R.G.A.R., 1989, nr. 11.464).

– Het hof van beroep te Bergen (Bergen, 17 februari 1987, Revue de droit commercial belge, 1988, p. 167) stelde een boekhouder aansprakelijk omdat hij niet het schrifte-lijk bewijs kon overleggen dat hij zijn cliënten ervoor gewaarschuwd had dat hij tijdig over de nodige stuk-ken moest beschikken om de btw-aangiften te kunnen indienen:

“Overwegende, anderzijds, dat, zoals de eerste rechter stelde, deze technicus (de boekhouder) zijn cliënten schriftelijk onder de aandacht moet brengen dat hij niet in staat zal zijn de aangiften binnen de termijn in te dienen indien deze stukken niet in zijn bezit zijn.”

Conclusie

Uit bovenstaande analyse en de geciteerde rechtspraak blijkt dat de administratie en de rechtbanken thans minder blijk geven van welwillendheid ten opzichte van de be-roepsbeoefenaars dan ten opzichte van ‘gewone’ belasting-plichtigen. Een cliënt adviseren in fiscale zaken wordt een hachelijke onderneming. Zich als een fiscaal expert voor-doen, lijkt immers een zware verantwoordelijkheid met zich te brengen wanneer een inbreuk wordt begaan en kan aanleiding geven tot een snellere toepassing van strafrech-telijke boeten of belastingverhogingen bij de beroepsbeoe-fenaar.

Het is evenwel de vraag waar de grens ligt tussen een ver-gissing bij de beoordeling of de toepassing van een fiscale bepaling en een grove fout. De afscheidingslijn is niet altijd even duidelijk.

30 Hebdo 30 mei 2009, op de website www.fiscalnetfr.be.

De diverse beroepsinstituten volgen deze problematiek op de voet en beklemtonen hun pedagogische rol ter zake. En oneerlijke leden moeten gestraft worden!

De druk die op de economische beroepsoefenaars wordt uitgeoefend, mag evenwel bepaalde grenzen niet over-schrijden om de uitoefening van het beroep van belasting-consulent niet helemaal onmogelijk te maken. Men mag niet uit het oog verliezen dat de fiscale bemiddelaar, voor alles, de persoon is die zijn cliënt gidst, hem de belastingwet uitlegt en de correcte toepassing ervan mogelijk maakt. Veeleer dan de persoon die in het duister handelt en ont-duikt, is hij het lichtbaken dat de belastingplichtige bijlicht en hem de weg toont. Hem te zwaar straffen, zou oneerlijk en contraproductief zijn voor de gemeenschap.

Door de accountants en/of belastingconsulenten zwaar-der te straffen dan andere belastingplichtigen, wordt ook het risico gelopen van een schending van het beginsel van de gelijkheid voor de belasting, ingeschreven in artikel 172 van de Grondwet, dat een ongerechtvaardigd onderscheid tussen individuen ten aanzien van de belasting verbiedt. Het hof van beroep te Gent heeft trouwens al beslist dat het veralgemeende standpunt van de fiscus – volgens hetwelk een accountant en/of een belastingconsulent in zijn aan-gifte alleen maar opzettelijke fouten kan begaan – dus met het opzet de belasting te ontduiken, strijdig is met het ge-lijkheidsbeginsel (Gent 9 juni 199831).

Kortom, het is de fiscale beroepsbeoefenaars van ons In-stituut stellig geraden meer dan ooit blijk te geven van op-lettendheid bij de vervulling van hun adviesopdrachten.

Maar er dient ook op gewezen te worden dat het beginsel van de goede trouw van de beroepsbeoefenaar koste wat het kost moet worden behoed, zodat bepaalde overdreven reac-ties vanwege de nu al overmachtige overheid in de toe-komst niet erger worden. •

31 Zie rechtspraak.

Page 13: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

Alle titels zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel. Intersentia nv respecteert uw privacy. De persoonsgegevens die u doorgeeft, mag Intersentia gebruiken om u op de hoogte te houden van haar uitgaven. Wilt u geen commerciële informatie van Intersentia nv? Kruis dan dit vakje aan: . U kunt uw gegevens ook opvragen en laten verbeteren via fax of per brief.

Dit handboek behandelt douane en accijnzen zowel vanuit theoretisch als vanuit praktisch standpunt. Na een bespreking van de evolutie van het douanebeleid in Europa en het wetgevende kader, worden de betrokken partijen en verschillende douaneregelingen aangehaald bij invoer en uitvoer.

De praktische aspecten worden benadrukt, zoals het Import Control System en het Export Control System en de te vervullen verplichtingen bij aankomst en vertrek van goederen, met bijzondere nadruk op het invullen van het Enig Administratief Document.

Daarnaast worden onderwerpen behandeld als oorsprong van goederen, te overhandigen documenten bij invoer, transit en uitvoer, economische douane-regelingen als actieve en passieve veredeling, douane-entrepots en tijdelijke invoer. Een apart hoofdstuk wordt gewijd aan accijnzen.

Het handboek vertrekt vanuit een theoretische benadering, waarbij alle aspecten ruim geïllustreerd worden met voorbeelden. De talrijke voorbeelden maken het werk uitermate geschikt voor iedereen zonder voorafgaande douanekennis. Met dit boek kunt u zich de materie op een gestructureerde en praktische manier eigen maken.

Douane en accijnzen toegepast

Reeks Toegepast | 2014 | ISBN 978-94-000-0498-6 | xviii + 302 blz. | paperback | € 65

Fax deze antwoordkaart naar Intersentia 03 658 71 21

Ja, ik bestel ................. ex. van het boek Douane en accijnzen toegepast ( ISBN 978-94-000-0498-6 ) aan 65 euro ( incl. btw, excl. verzendkosten ) per exem-plaar.

Ik betaal pas na ontvangst van de factuur, die mij samen met mijn bestelling wordt bezorgd.

Dhr. /Mevr.

Voornaam: Naam:

Bedrijf : Btw-nr. :

Straat : Nr. : Bus:

Postcode: Gemeente:

Telefoon: Fax:

E-mail :

Datum: Handtekening:

Groenstraat 312640 MortselBelgië

T +32 3 680 15 50F +32 3 658 71 [email protected] www.intersentia.be

Kerstien Celis en Josse Verbeken

Page 14: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

BE EXCELLENT!6 O K T O B E R 2 0 1 4

14.00 – 18.30 uur

Doel van deze namiddag, gericht op de kwaliteitsaanpak binnen het beroep, is

om u niet alleen handleidingen en modellen aan te reiken, maar u ook actief bij te

staan bij de omzetting ervan in de praktijk, binnen uw eigen kantoor.

U wilt graag de tools die het IAB u heeft aangereikt binnen uw kantoor implemen-

teren? Maar u weet niet hoe u de eerste stap moet zetten? Of u bent al goed op

weg, maar zoekt naar nog meer efficiëntie? Dan mag uw aanwezigheid en die van

uw medewerkers zeker niet ontbreken op 6 oktober!

Het eerste event voor de accountant,

de belastingconsulent en zijn/haar medewerkers!

PRAKTISCHE INFOWaar en wanneer?6 oktober 2014, 14.00 u tot 18.30 u (gevolgd door een networking cocktail) BRUSSELS EXPO (HEIZEL) - AUDITORIUM 2000 & PALEIS 10 - 1020 BRUSSEL

Permanente vormingDeelname aan deze sessie geeft recht op 4 uur permanente vorming. Het attest zal u aan het einde van de sessie worden overhandigd.

Prijs90 euro, catering, documentatie en kwaliteitskit inbegrepen.Schrijf, naast uzelf, een andere (betalende) medewerker in waarna de tweede medewerker gratis toegang krijgt! (zie voorwaarden op www.BeExcellent.be)

HET PROGRAMMA IN DETAIL13.30 u Onthaal van de deelnemers

14.00 u Plenaire zitting (Auditorium 2000)

- Welkomstwoord - De kwaliteitsaanpak binnen het beroep

Benoît Vanderstichelen, voorzitter, en Bart Van Coile, ondervoorzitter van het IAB

14.30 u Workshops (Paleis 10) programma in het Nederlands hieronder. Om de Franstalige sprekers te kennen, afspraak op www.BeExcellent.be.

Zaal 2 in het Nederlands (Zaal 1 in het Frans)

Zaal 4 in het Nederlands (Zaal 3 in het Frans)

Zaal 6 in het Nederlands (Zaal 5 in het Frans)

Zaal 8 in het Nederlands (Zaal 7 in het Frans)

14.30 u Gebruik van het platform BeExcellent.beMaak uw kantoor nóg efficiënter dankzij BeExcellent.be. Hét on-line platform waarmee u in één handomdraai alle documentatie terugvindt.

De spreker is een lid van de pilootgroep

Hoe gebruik ik de opdrachtbrief?

Klanten appreciëren transpa-rantie! Leg ieders plichten, de bijpassende prijs en termijnen zwart op wit vast op de op-drachtbrief.

Donald Vandenberghe, belastingconsulent, partner bij Flamée & Partners - 2@vice Tax & Management

Evaluatie van de rentabiliteit van mijn kantoor

Tijdens deze workshop leert u de rentabiliteit van uw kantoor te evalueren. Maar er worden ook manieren aangereikt om de structuur van uw kantoor indien nodig aan te passen en de productiviteit te vergroten.

Johan Van Haeverbeke, accountant en belastingconsulent, voorzitter, V.A.B.F. & zaakvoerder JVH

Excel for accountancy

‘Excel for Accountancy’ is een cursus voor en door accountants en belastingconsulenten. U leert deze tool op handige wijze te benutten in het kader van uw beroepsactiviteiten.

Noël De Rudder, accountant en belastingconsulent, owner, Pragma Tools

15.30 u Gebruik van het platform BeExcellent.be

Maak uw kantoor nóg efficiënter dankzij BeExcellent.be. Hét on-line platform waarmee u in één handomdraai alle documentatie terugvindt.

De spreker is een lid van de pilootgroep

Fiscale tools

Bij het afsluiten van de jaar-rekening, bij een fiscale en boekhoudkundige audit komen er heel wat zaken bij kijken. Maak tijdens deze workshop kennis met een nieuwe IAB-tool: de fiscale checklist!

Yves Verdingh, belastingconsulent, Head of Tax, BNP PARIBAS FORTIS

Hoe gebruik ik de opdrachtbrief?

Klanten appreciëren transpa-rantie! Leg ieders plichten, de bijpassende prijs en termijnen zwart op wit vast op de op-drachtbrief.

Donald Vandenberghe, belastingconsulent, partner bij Flamée & Partners - 2@vice Tax & Management

Hoe stel ik mijn eigen handleiding op in vier stappen?

Ontdek hoe u gemakkelijk en in vier stappen een handleiding opstelt, op maat van úw kantoor. Een eerste stap in de richting van een ‘kwaliteitsaanpak’!

Stefan Stremersch, extern accountant/belastingconsulent, Master in Personal Financial Planning UAMS (2007) en erkend gerechtsdeskundige STREMER-SCH

16.30 u Koffiepauze

17.00 u Gebruik van het platform BeExcellent.be

Maak uw kantoor nóg efficiënter dankzij BeExcellent.be. Hét on-line platform waarmee u in één handomdraai alle documentatie terugvindt.

De spreker is een lid van de pilootgroep

Fiscale tools

Bij het afsluiten van de jaar-rekening, bij een fiscale en boekhoudkundige audit komen er heel wat zaken bij kijken. Maak tijdens deze workshop kennis met een nieuwe IAB-tool: de fiscale checklist!

Yves Verdingh, belastingconsulent, Head of Tax, BNP PARIBAS FORTIS

Evaluatie van de rentabiliteit van mijn kantoor

Tijdens deze workshop leert u de rentabiliteit van uw kantoor te evalueren. Maar er worden ook manieren aangereikt om de structuur van uw kantoor indien nodig aan te passen en de productiviteit te vergroten.

Johan Van Haeverbeke, accountant en belastingconsulent, voorzitter, V.A.B.F. & zaakvoerder JVH

Hoe een cliëntenacceptatiebeleid opzetten ?

Een cliëntenacceptatiebeleid op poten zetten is onvermijdelijk en zorgt er bovendien voor dat u niet voor verrassingen komt te staan! Wij gaan u helpen om van uw beleid een werkbaar instru-ment te maken.

Peter De Smet, belastingconsulent en partner bij BDO Belastingconsulenten Burg. & ondervoorzitter, V.A.B.F.

18.00 u Plenaire zitting (Auditorium 2000)

- Voorbereidende vorming op de kwaliteitstoetsing- Conclusies van de namiddag

Benoît Vanderstichelen, voorzitter, en Bart Van Coile, ondervoorzitter van het IAB

18.30 u Networking Cocktail

Het eerste event voor de accountant,

de belastingconsulent en zijn/haar medewerkers!

INSCHRIJVINGENUw medewerkers zijn ook welkom! Stuur het ingevulde document dat u in de bijlage vindt per fax op nummer 02 543 74 91. Of ga naar www.BeExcellent.be om u online in te schrijven.

www.BeExcellent.be

Page 15: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

BE EXCELLENT!6 O K T O B E R 2 0 1 4

14.00 – 18.30 uur

Doel van deze namiddag, gericht op de kwaliteitsaanpak binnen het beroep, is

om u niet alleen handleidingen en modellen aan te reiken, maar u ook actief bij te

staan bij de omzetting ervan in de praktijk, binnen uw eigen kantoor.

U wilt graag de tools die het IAB u heeft aangereikt binnen uw kantoor implemen-

teren? Maar u weet niet hoe u de eerste stap moet zetten? Of u bent al goed op

weg, maar zoekt naar nog meer efficiëntie? Dan mag uw aanwezigheid en die van

uw medewerkers zeker niet ontbreken op 6 oktober!

Het eerste event voor de accountant,

de belastingconsulent en zijn/haar medewerkers!

PRAKTISCHE INFOWaar en wanneer?6 oktober 2014, 14.00 u tot 18.30 u (gevolgd door een networking cocktail) BRUSSELS EXPO (HEIZEL) - AUDITORIUM 2000 & PALEIS 10 - 1020 BRUSSEL

Permanente vormingDeelname aan deze sessie geeft recht op 4 uur permanente vorming. Het attest zal u aan het einde van de sessie worden overhandigd.

Prijs90 euro, catering, documentatie en kwaliteitskit inbegrepen.Schrijf, naast uzelf, een andere (betalende) medewerker in waarna de tweede medewerker gratis toegang krijgt! (zie voorwaarden op www.BeExcellent.be)

HET PROGRAMMA IN DETAIL13.30 u Onthaal van de deelnemers

14.00 u Plenaire zitting (Auditorium 2000)

- Welkomstwoord - De kwaliteitsaanpak binnen het beroep

Benoît Vanderstichelen, voorzitter, en Bart Van Coile, ondervoorzitter van het IAB

14.30 u Workshops (Paleis 10) programma in het Nederlands hieronder. Om de Franstalige sprekers te kennen, afspraak op www.BeExcellent.be.

Zaal 2 in het Nederlands (Zaal 1 in het Frans)

Zaal 4 in het Nederlands (Zaal 3 in het Frans)

Zaal 6 in het Nederlands (Zaal 5 in het Frans)

Zaal 8 in het Nederlands (Zaal 7 in het Frans)

14.30 u Gebruik van het platform BeExcellent.beMaak uw kantoor nóg efficiënter dankzij BeExcellent.be. Hét on-line platform waarmee u in één handomdraai alle documentatie terugvindt.

De spreker is een lid van de pilootgroep

Hoe gebruik ik de opdrachtbrief?

Klanten appreciëren transpa-rantie! Leg ieders plichten, de bijpassende prijs en termijnen zwart op wit vast op de op-drachtbrief.

Donald Vandenberghe, belastingconsulent, partner bij Flamée & Partners - 2@vice Tax & Management

Evaluatie van de rentabiliteit van mijn kantoor

Tijdens deze workshop leert u de rentabiliteit van uw kantoor te evalueren. Maar er worden ook manieren aangereikt om de structuur van uw kantoor indien nodig aan te passen en de productiviteit te vergroten.

Johan Van Haeverbeke, accountant en belastingconsulent, voorzitter, V.A.B.F. & zaakvoerder JVH

Excel for accountancy

‘Excel for Accountancy’ is een cursus voor en door accountants en belastingconsulenten. U leert deze tool op handige wijze te benutten in het kader van uw beroepsactiviteiten.

Noël De Rudder, accountant en belastingconsulent, owner, Pragma Tools

15.30 u Gebruik van het platform BeExcellent.be

Maak uw kantoor nóg efficiënter dankzij BeExcellent.be. Hét on-line platform waarmee u in één handomdraai alle documentatie terugvindt.

De spreker is een lid van de pilootgroep

Fiscale tools

Bij het afsluiten van de jaar-rekening, bij een fiscale en boekhoudkundige audit komen er heel wat zaken bij kijken. Maak tijdens deze workshop kennis met een nieuwe IAB-tool: de fiscale checklist!

Yves Verdingh, belastingconsulent, Head of Tax, BNP PARIBAS FORTIS

Hoe gebruik ik de opdrachtbrief?

Klanten appreciëren transpa-rantie! Leg ieders plichten, de bijpassende prijs en termijnen zwart op wit vast op de op-drachtbrief.

Donald Vandenberghe, belastingconsulent, partner bij Flamée & Partners - 2@vice Tax & Management

Hoe stel ik mijn eigen handleiding op in vier stappen?

Ontdek hoe u gemakkelijk en in vier stappen een handleiding opstelt, op maat van úw kantoor. Een eerste stap in de richting van een ‘kwaliteitsaanpak’!

Stefan Stremersch, extern accountant/belastingconsulent, Master in Personal Financial Planning UAMS (2007) en erkend gerechtsdeskundige STREMER-SCH

16.30 u Koffiepauze

17.00 u Gebruik van het platform BeExcellent.be

Maak uw kantoor nóg efficiënter dankzij BeExcellent.be. Hét on-line platform waarmee u in één handomdraai alle documentatie terugvindt.

De spreker is een lid van de pilootgroep

Fiscale tools

Bij het afsluiten van de jaar-rekening, bij een fiscale en boekhoudkundige audit komen er heel wat zaken bij kijken. Maak tijdens deze workshop kennis met een nieuwe IAB-tool: de fiscale checklist!

Yves Verdingh, belastingconsulent, Head of Tax, BNP PARIBAS FORTIS

Evaluatie van de rentabiliteit van mijn kantoor

Tijdens deze workshop leert u de rentabiliteit van uw kantoor te evalueren. Maar er worden ook manieren aangereikt om de structuur van uw kantoor indien nodig aan te passen en de productiviteit te vergroten.

Johan Van Haeverbeke, accountant en belastingconsulent, voorzitter, V.A.B.F. & zaakvoerder JVH

Hoe een cliëntenacceptatiebeleid opzetten ?

Een cliëntenacceptatiebeleid op poten zetten is onvermijdelijk en zorgt er bovendien voor dat u niet voor verrassingen komt te staan! Wij gaan u helpen om van uw beleid een werkbaar instru-ment te maken.

Peter De Smet, belastingconsulent en partner bij BDO Belastingconsulenten Burg. & ondervoorzitter, V.A.B.F.

18.00 u Plenaire zitting (Auditorium 2000)

- Voorbereidende vorming op de kwaliteitstoetsing- Conclusies van de namiddag

Benoît Vanderstichelen, voorzitter, en Bart Van Coile, ondervoorzitter van het IAB

18.30 u Networking Cocktail

Het eerste event voor de accountant,

de belastingconsulent en zijn/haar medewerkers!

INSCHRIJVINGENUw medewerkers zijn ook welkom! Stuur het ingevulde document dat u in de bijlage vindt per fax op nummer 02 543 74 91. Of ga naar www.BeExcellent.be om u online in te schrijven.

www.BeExcellent.be

Page 16: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

16 2 014 / 3

beroep

Ten geleide

1. Cliënt kan accountancyovereenkomst steeds beëindigen. De cliënt die een overeenkomst met een accountant sluit, kan die overeenkomst steeds eenzijdig beëindigen in de loop van de uitvoering van de overeenkomst, voor het einde van de termijn voorzien in de overeenkomst, tenzij de overeen-komst dat uitdrukkelijk uitsluit. Of omgekeerd ook de ac-countant de overeenkomst met zijn cliënt eenzijdig kan beëindigen, is niet eenduidig te beantwoorden. Voorziet de overeenkomst uitdrukkelijk in een eenzijdig beëindigings-recht voor de accountant, dan kan daarover geen onduide-lijkheid bestaan. De discussie speelt uitsluitend wanneer het contract daarover niets bepaalt.

2. Onduidelijkheid over uitoefeningsvoorwaarden. Daarnaast heerst in de praktijk veel onduidelijkheid enerzijds over de vraag welke beëindigingstermijn en welke beëindigingsver-goeding een beëindigende partij moet respecteren bij ge-breke aan contractuele bepalingen en anderzijds over de vraag welke termijnen en vergoedingen de accountant con-tractueel dan wel mag voorzien in de overeenkomsten die hij sluit met cliënten.

3. IAB formuleert advies. In het licht van die onduidelijkhe-den adviseerde het Instituut van de Accountants en de Be-lastingconsulenten zijn leden het volgende beding op te nemen in hun overeenkomsten: “Beide partijen kunnen op elk ogenblik de overeenkomst beëindigen, onder de volgende voor-waarden: de opzegging dient per aangetekende brief ter kennis te worden gebracht van de andere partij; en er dient een opzeggings-termijn te worden nageleefd van drie maanden. Deze termijn kan, ter keuze van de cliënt als hij de opzeg geeft, worden vervan-gen door een forfaitaire verbrekingsvergoeding van 25 % van de erelonen die overeenstemmen met de prestaties die gewoonlijk door de beroepsbeoefenaar werden geleverd met betrekking tot

een volledig boekjaar of desgevallend kalenderjaar.”1 Er werd daarbij op gewezen dat het percentage van 25 % slechts een richtlijn is en dat de accountant dit percentage in overleg met zijn cliënt mag verhogen of verlagen. Voor het overige wordt aangeraden om geen beëindigingsvergoeding op te nemen in de overeenkomst, alhoewel dat niet verboden is.2

4. Vraag naar absolute grenzen. Maar wat zijn nu precies de grenzen en beperkingen? Kan en mag een accountant juri-disch gezien in zijn overeenkomsten zijn cliënten strikter voorwaarden voor eenzijdige beëindiging opleggen dan voorzien in deze modelclausule? Deze bijdrage tracht een overzicht te bieden van de verschillende beëindigingsgron-den en hun modaliteiten. Aangezien de rechtspraak en rechtsleer die specifiek handelt over de eenzijdige beëindi-ging van accountancyovereenkomsten vrij beperkt is, wordt een beroep gedaan op rechtspraak en rechtsleer over de eenzijdige beëindiging van overeenkomsten gesloten tussen andere vrije beroepers en hun cliënten.

1. Onderscheid tussen eenzijdige beëindiging en buitengerechtelijke ontbinding

5. Vooraleer we nader ingaan op de gemeenrechtelijke re-gels inzake eenzijdige beëindiging van overeenkomsten is het belangrijk erop te wijzen dat de eenzijdige beëindiging strikt moet worden onderscheiden van de buitengerechte-lijke ontbinding van een overeenkomst.3 De twee figuren

1 Zie model van kaderovereenkomst voor een opdrachtbrief.2 Aanbeveling van de Raad van 8 juni 1998 inzake de contractuele rela-

tie tussen de externe accountant en zijn cliënt, IDAC-invo 1998, nr. 13.3 Kh. Brugge 1 maart 2005, RW 2005-06, 1429; S. Rutten, “De een-

zijdige beëindiging door de cliënt van overeenkomsten gesloten met

de beoefenaar van een vrij beroep”, TBH 2002, 86; D. Van DRieSSche,

Eenzijdige beëindiging van accountancyover-eenkomstenPieter BrulezAssistent Instituut Contractenrecht KU Leuven

Page 17: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

17 2 014 / 3

beroep

worden al eens met elkaar verward, alhoewel het twee dui-delijk van elkaar te onderscheiden concepten betreft.

6. Beëindiging op grond van fout versus beëindiging buiten elke fout om. Een eenzijdige beëindiging van een overeenkomst door een van beide partijen houdt in dat de beëindigende partij op grond van een eenzijdige wilsuiting voor de toe-komst een einde stelt aan de overeenkomst die hij heeft gesloten met zijn wederpartij, buiten elke fout van die we-derpartij om. Zijn redenen daartoe kunnen zeer divers zijn. Een buitengerechtelijke ontbinding daarentegen impliceert dat de ontbindende partij op eenzijdige wijze een einde stelt aan de overeenkomst met zijn wederpartij omdat die wederpartij een fout heeft gemaakt in de loop van de uit-voering van de overeenkomst.

7. Buitengerechtelijke ontbinding slechts uitzonderlijk toege-staan. De ontbinding van een overeenkomst door een van beide partijen wegens wanprestatie van zijn wederpartij is naar Belgisch recht niet de regel. Als principe geldt dat, zo een partij een overeenkomst wil laten ontbinden, zij daar-toe naar de rechter moet stappen, waarna het aan de rechter is om enerzijds te oordelen of er inderdaad sprake is van een wanprestatie en of deze wanprestatie anderzijds ernstig ge-noeg is om een ontbinding van de overeenkomst te recht-vaardigen. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden is het een partij toegestaan de overeenkomst eenzijdig te ontbin-den, buiten elke tussenkomst van de rechter om.4 Daarvoor moet aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn vol-daan:– De ontbindende partij kan aantonen dat zijn wederpar-

tij zich schuldig heeft gemaakt aan een toerekenbare tekortkoming die voldoende ernstig is om een ontbin-ding van de overeenkomst te rechtvaardigen.

– Indien een van de partijen bij een contract de rechter om een ontbinding van de overeenkomst wegens wan-prestatie van de wederpartij verzoekt, beschikt de rech-ter normaal over de mogelijkheid om die wederpartij

“De keuze tussen verbreking en ontbinding in aannemingscontracten:

Bezint eer ge begint”, TBBR 2008, 612-622; F. VeRmanDeR, De opzegging

van overeenkomsten, Antwerpen, Intersentia, 2014, 61-62.4 Zie hierover in detail S. StijnS, “La dissolution du contrat par un acte

unilatéral en cas de faute dans l’exécution ou de vice de formation”, in

P.a. FoRieRS, i. DuRant, e.a., La volonté unilatérale dans le contrat, Brussel,

Editions du Jeune Barreau de Bruxelles, 2008, 330-391; S. StijnS, “Ac-

tualia inzake beëindiging van overeenkomsten: de buitengerechtelijke

ontbinding erkend door het Hof van Cassatie?”, in S. StijnS (ed.), Themis

verbintenissenrecht, Brugge, die Keure, 2003, 5-25; S. StijnS, De gerech-

telijke en buitengerechtelijke ontbinding van overeenkomsten, Antwerpen,

Maklu, 1994.

een bijkomende periode te verlenen waarbinnen zij alsnog kan presteren.5 Die bevoegdheid van de rechter moet in het licht van de omstandigheden van het geval zonder voorwerp of zinloos zijn, bijv. omdat er sprake is van urgentie, omdat door de fout van de wederpartij het wederzijds vertrouwen tussen de partijen is verdwe-nen en daardoor elke verdere uitvoering van overeen-komst is verhinderd of omdat het ontegensprekelijk vaststaat dat elke uitvoering van de overeenkomst in de toekomst onmogelijk is geworden.

– De ontbindende partij heeft een voorafgaandelijke in-gebrekestelling gestuurd naar zijn wederpartij waarbij hij die wederpartij een laatste termijn voor uitvoering heeft toegestaan (tenzij komt vast te staan dat weder-partij niet meer wil of kan uitvoeren).

– De ontbindende partij heeft op een duidelijke wijze aan zijn tegenpartij te kennen dat hij de overeenkomst eenzijdig ontbindt wegens wanprestatie. Daarbij moet exact worden aangegeven welke wanprestatie de we-derpartij precies verweten wordt. Desgevallend kan de partij ten nadele van wie de overeenkomst ontbonden werd de rechter vragen om een a posteriori controle van de eenzijdige ontbinding.6

8. Relevantie van het onderscheid. Het onderscheid tussen de eenzijdige beëindiging en de buitengerechtelijke ontbin-ding van een overeenkomst lijkt theoretisch duidelijk, maar in de rechtspraak blijkt telkenmale opnieuw dat partijen gaan redetwisten over de vraag of de partij die de overeen-komst op eigen initiatief heeft stopgezet, de overeenkomst eenzijdig heeft beëindigd dan wel eenzijdig heeft ontbon-den. De vraag is niet zonder belang. De partij in het nadeel van wie de overeenkomst eenzijdig werd stopgezet, zal pro-beren te bewijzen dat er sprake is van een eenzijdige beëin-diging, omdat zij dan dikwijls aanspraak kan maken op een beëindigingsvergoeding. De partij die de overeenkomst heeft stopgezet, zal trachten te bewijzen dat hij de overeen-komst eenzijdig heeft ontbonden, want dan moet hij geen beëindigingsvergoeding betalen aan wederpartij en zal hij misschien zelfs aanspraak kunnen maken op een aanvul-lende schadevergoeding wegens wanprestatie vanwege de wederpartij.

De rechter die wordt geconfronteerd met een dergelijke discussie gaat daarom eerst na of aan de constitutieve voor-

5 Dit is op basis van artikel 1244 BW.6 Zie Cass. 19  december 2009, TBH 2009, 722; Kh. Dendermonde

10  mei 2007, RW 2008-09, 968; Kh. Hasselt 2  februari 2005, RABG

2006, 16.

Page 18: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

18 2 014 / 3

beroep

waarden voor een buitengerechtelijke ontbinding is vol-daan. Is dat het geval, dan besluit hij tot de ontbinding en legt hij de partij die in gebreke is eventueel een aanvullende schadevergoeding op. Is niet aan die voorwaarden voldaan, dan gaat rechter na of de beëindigende partij daadwerkelijk over een bevoegdheid tot eenzijdige beëindiging van de overeenkomst kon beschikken.

2. Eenzijdig beëindigingsrecht van wettelijke oorsprong

A. Pleidooi voor een beëindigingsrecht in lijn met het gemene recht

9. Rechtspraak met betrekking tot accountancyovereenkomsten bijzonder beperkt. In 2001 velde het hof van beroep van Ant-werpen het enige ons bekende gepubliceerde arrest over de eenzijdige beëindiging van een accountancyovereenkomst door de cliënt. Het hof bevestigde het bestaan van een een-zijdig beëindigingsrecht van de cliënt, maar nam – belang-rijker nog – het standpunt in dat dat beëindigingsrecht con-tractueel niet aan enige opzegtermijn of opzegvergoeding mag worden onderworpen: “Dat het onderwerpen van het be-eindigingsrecht van de cliënt ten aanzien van de beoefenaar van een vrij beroep aan een opzeggingstermijn of aan een vervangende schadevergoeding onverenigbaar is met het intuitu personae- karakter van de verhouding accountant-cliënt en met de noodza-kelijke vertrouwensband tussen beiden; dat deze vertrouwensele-menten wezenlijk zijn voor de uitoefening van het vrij beroep in de samenleving; dat het aldus de ordening van de samenleving raakt en derhalve van openbare orde is.”7

10. Rechtspraak achterhaald. De rechtsleer heeft dit arrest fel bekritiseerd, aangezien het een voor vrije beroepers een regime creëert dat afwijkt van het regime dat geldt voor an-dere dienstverleners.8 Er werd voor gepleit om ook op de overeenkomsten gesloten met een vrij beroepsbeoefenaar de regels inzake eenzijdige beëindiging toe te passen zoals die gelden voor andere overeenkomsten. De genoemde Antwerpse uitspraak is inderdaad bevreemdend, aangezien de heersende rechtspraak op het ogenblik dat het arrest werd geveld het gemeenrechtelijke regime wel reeds toe-paste op overeenkomsten gesloten met andere vrije beroe-

7 Antwerpen 5 maart 2001, TBH 2002, 116. Zie in gelijkaardige zin Rb.

Gent 12 januari 2001, P&B 2004, 155.8 Zie S. Rutten, “De eenzijdige beëindiging door de cliënt van overeen-

komsten gesloten met de beoefenaar van een vrij beroep”, TBH 2002,

83-92.

pers, in het bijzonder op de architectenovereenkomst en de vastgoedmakelaarsovereenkomst.9

Toegegeven, in 2011 nog velde het Hof van Cassatie een arrest dat in vrij gelijkaardige bewoordingen als het Ant-werpse hof van beroep het contractueel opleggen van be-eindigingstermijnen en beëindigingsvergoedingen aan de cliënt van een advocaat verbiedt.10 Men dient er zich echter voor te hoeden de reikwijdte van dat Cassatiearrest uit te breiden tot alle overeenkomsten gesloten met een vrij be-roeper en daarmee ook tot de overeenkomst gesloten tussen een accountant en zijn cliënt. Bij de overeenkomst gesloten tussen een advocaat en zijn cliënt is immers het recht van verdediging in het geding. Het recht van verdediging is een grondrecht. Zou men de cliënt die de overeenkomst met zijn advocaat eenzijdig wil beëindigen, allerlei beëindi-gingstermijnen en -vergoedingen opleggen, dan brengt men dat recht van verdediging in het gevaar. In de overeen-komst gesloten tussen een accountant en zijn cliënt spelen geen grondrechten.

11. IAB bevestigt achterhaald karakter van rechtspraak. De uit-spraak van het Antwerpse hof van beroep is evenmin het standpunt dat het Instituut van de Accountants en de Belas-tingconsulenten verdedigt. Uit hogervermeld advies blijkt immers duidelijk dat het Instituut ervan uitgaat dat beëindi-gingstermijnen en beëindigingsvergoedingen wel zijn toegestaan, alhoewel wordt geadviseerd geen vergoeding te vragen voor niet-uitgevoerde prestaties omdat dat strijdig zou zijn met de waardigheid van het beroep.11 Tot 1998 nog bestond een categoriek deontologisch verbod voor accoun-tants om in de overeenkomst met hun cliënt te bedingen dat de cliënt een beëindigingsvergoeding zou moeten beta-len wanneer hij de overeenkomst stopzet. Maar het genoem-de advies van het IAB heeft dat verbod impliciet afgeschaft.

12. Wat schrijft het gemene recht voor? Maar wat houden die normale regels inzake eenzijdige beëindiging van overeen-komsten nu precies in? Startpunt is uiteraard de vraag of

9 Zie bijv. voor de eenzijdige beëindiging van een architectenovereen-

komst op basis van de gemeenrechtelijke regels Antwerpen 10 februari

1997, RW 1999-2000, 1163; Rb. Brussel 5 januari 2010, R&J 2010, 91.

Voor de eenzijdige beëindiging van een makelaarsovereenkomst op

grond van de gemeenrechtelijke regels, zie Antwerpen 9  juni 2008,

TBO 2008, 223; Gent 27  februari 2008, RABG 2009, 1325; c. heeb,

De makelaar, Brugge, die Keure, 2012, nr. 475-488; b. Van baeVeghem,

“Artikel 1794 BW en de eenzijdige beëindiging van makelaarsovereen-

komsten”, RABG 2009, 1338.10 Cass. 18 maart 2011, P&B/RDJP 2011, 201.11 Cfr. artikel 3 Reglement van plichtenleer.

Page 19: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

19 2 014 / 3

beroep

een contractspartij onder gemeen recht over een eenzijdige beëindigingsbevoegdheid beschikt. Om een antwoord te kunnen bieden op die vraag, dient men een onderscheid te maken tussen overeenkomsten gesloten voor onbepaalde duur enerzijds en aflopende overeenkomsten en overeen-komsten gesloten voor een bepaalde duur anderzijds. Een overeenkomst is van onbepaalde duur indien zij opeenvol-gende prestaties inhoudt, zonder dat er een duidelijk eind-punt in de tijd is vastgelegd. Dat is vaak het geval bij ac-countancyovereenkomsten. Een overeenkomst heeft een aflopend karakter indien zij een duidelijk geïndividualiseer-de prestatie inhoudt. Een overeenkomst is van bepaalde duur wanneer zij opeenvolgende prestaties omvat waarvoor een duidelijk eindpunt is overeengekomen.12

B. Eenzijdige beëindiging van overeenkomsten voor onbepaalde duur

13. Beide partijen kunnen steeds beëindigen. Indien partijen een overeenkomst van onbepaalde duur hebben gesloten, dan kunnen beide partijen op elk ogenblik beslissen de overeenkomst eenzijdig te beëindigen, ook bij afwezigheid van elk contractueel beding in die zin.13 Zij dienen een re-delijke beëindigingstermijn te respecteren. Wat nu al dan niet een redelijke termijn is, kan niet in abstracto worden

12 K. anDRieS, Geheimhoudingsovereenkomsten, Brugge, die Keure, 2011,

377-378; K. anDRieS, “Duur, duurzaamheid en beëindiging van contrac-

tuele relaties vanuit een gemeenrechtelijk perspectief”, in P. naeyaeRt en

e. teRRyn (eds.), Beëindiging van overeenkomsten met handelstussenper-

sonen, Brugge, die Keure, 2009, 3; i. claeyS en l. Phang, “Van bepaalde

duur naar onbepaalde duur en terug”, TPR 2008, 426; t. Delahaye, Rési-

liation et résolution unilatérales en droit commercial belge, Brussel, Bruy-

lant, 1984, 22; S. Rutten, “De eenzijdige beëindiging door de cliënt van

de overeenkomst gesloten met de beoefenaar van een vrij beroep”,

TBH 2002, 85.13 Cass. 12 januari 2007, TBBR 2009, 152; Cass. 9 maart 1973, Arr. Cass.

1973, 671; Antwerpen 3  februari 2005, TBBR 2007, 387; K. anDRieS,

“Duur, duurzaamheid en beëindiging van contractuele relaties vanuit

een gemeenrechtelijk perspectief”, in P. naeyaeRt en e. teRRyn (eds.), Be-

eindiging van overeenkomsten met handelstussenpersonen, Brugge, die

Keure, 2009, 6-7; R. DeKKeRS, “De la rupture des contrats à durée illimi-

tée”, RCJB 1957, 316; c. heeb, De makelaar, Brugge, die Keure, 2012,

nr. 475; y. meRchieRS, “La fin des contrats de service”, in F. glanSDoRFF,

n. VeRheyDen-jeanmaRt, e.a., Les contrats de service, Brussel, JBB, 1994,

287; S. Rutten, “De eenzijdige beëindiging door de cliënt van overeen-

komsten gesloten met de beoefenaar van een vrij beroep”, TBH 2002,

85-86; D. Van DRieSSche, “De keuze tussen verbreking en ontbinding in

aannemingscontracten: Bezint eer ge begint”, TBBR 2008, 612; F. VeR-

manDeR, “Eenzijdige opzeggingsbedingen”, in g.-l. ballon, h. De DecKeR,

V. SagaeRt, e.a. (eds.), Contractuele clausules: gemeenrechtelijke clausules,

Antwerpen, Intersentia, 2013, 1539.

vastgelegd, maar moet worden beoordeeld in het licht van de omstandigheden van het geval. In de specifieke context van een accountancyovereenkomst gesloten voor een on-bepaalde duur en die wordt beëindigd op initiatief van de accountant, is bijv. redelijk een termijn die de cliënt vol-doende tijd biedt om een nieuwe accountant te zoeken en dus een aantal maanden bedraagt. De beëindigende partij moet in principe geen beëindigingsvergoeding betalen aan zijn wederpartij. Is het de cliënt die beëindigt, dan moet hij uiteraard wel de diensten die de accountant tot dusver heeft verricht, vergoeden. Hij dient echter geen vergoeding te be-talen voor de kosten die de accountant reeds zou gemaakt hebben in functie van toekomstige verrichter of voor winst die de accountant moet derven ten gevolge van de beëindi-ging.

C. Eenzijdige beëindiging van aflopende overeenkomsten en overeenkomsten van bepaalde duur

14. Cliënt kan eenzijdig beëindigen op grond van aannemings-regels. Overeenkomsten van bepaalde duur kunnen in prin-cipe niet eenzijdig beëindigd worden, tenzij een uitzonde-ring wordt voorzien in de wet, dan wel de overeenkomst in een uitdrukkelijke beëindigingsbevoegdheid voorziet. Voor overeenkomsten gesloten tussen een vrij beroeper en zijn cliënt bestaat een dergelijke uitzondering, aangezien zij doorgaans kunnen worden gekwalificeerd als aannemings-overeenkomst.14 Artikel  1794 BW voorziet voor aanne-mingsovereenkomsten dat de opdrachtgever het recht heeft de overeenkomst met zijn aannemer door zijn enkele wil te ver-breken, ook al is het werk reeds begonnen, mits hij de aannemer schadeloos stelt voor al zijn uitgaven, al zijn arbeid en alles wat hij bij die aanneming had kunnen winnen. De opdrachtgever moet zijn beslissing in principe niet motiveren.

Artikel  1794 verleent enkel een eenzijdig beëindigings-recht aan de cliënt. De vrij beroepsbeoefenaar wordt geen eenzijdig beëindigingsrecht verleend. Dit doet uiteraard geen afbreuk aan de verplichting van een accountant om de

14 Zie R. DeVloo, “De aansprakelijkheid van de accountant en de be-

lastingsconsulent: Nieuwe aspecten (deel 2)”, beschikbaar op www.

iec-iab.be/nl/leden/Publicaties/accountancy-tax/Documents/2000-

1-Bijlage-De-aansprakelijkheid-van-de-accountant-en-de-belastingcon-

sulent-Nieuwe-aspecten-%28Deel%202%29.pdf [zoals geraadpleegd

op 25  augustus 2014], 3; c. heeb, De makelaar, Brugge, die Keure,

2012, nr. 480; S. Rutten, “De eenzijdige beëindiging door de cliënt van

overeenkomsten gesloten met de beoefenaar van een vrij beroep”, TBH

2002, 87; V. Van houtte-Van PoPPel en b. Kohl, Artikel & Commentaar –

De aannemingsovereenkomst, Mechelen, Kluwer, 2012, 101.

Page 20: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

20 2 014 / 3

beroep

overeenkomst te beëindigen wanneer een van zijn deonto-logische verplichtingen (onafhankelijkheid, onpartijdig-heid, beoordelingsvrijheid etc.) in het gedrang komt.15 Wil de accountant over de mogelijkheid beschikken om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen omwille van andere redenen dan het in gedrang komen van zijn deontologische verplichtingen, dan zal hij zich dat recht contractueel moe-ten voorbehouden. In tegenstelling tot wat het geval is voor de advocaat en de makelaar16, bestaat er geen gewoonte-rechtelijke regel die een eenzijdig beëindigingsrecht toe-kent aan de accountant.

15. Regels inzake lastgeving niet van toepassing. Desgeval-lend stelt de accountant ook een aantal rechtshandelingen in naam en voor rekening van zijn cliënt, waardoor men geneigd zou kunnen zijn de overeenkomst te kwalificeren als een lastgevingsovereenkomst. Het lastgevingsregime voorziet in eigen regels inzake eenzijdige beëindiging.17 Dat lastgevingsaspect zal echter steeds accessoir zijn aan het as-pect aanneming, als gevolg waarvan op de hele verhouding de regels inzake eenzijdige beëindiging van aannemings-overeenkomsten moeten worden toegepast.18

16. Verplichting tot betalen beëindigingsvergoeding. In tegen-stelling tot wat het geval was voor dienstenovereenkomsten van onbepaalde duur, moet de beëindigende opdrachtgever de aannemer dus wel een vergoeding betalen voor reeds ge-presteerde diensten, voor reeds gemaakte kosten en voor gederfde winst, ook bij gebreke aan contractueel beding in die zin. De rechter kan het bedrag van de beëindigingsver-goeding soeverein begroten. Zijn beoordelingsvrijheid is groot. Doorgaans neemt hij in rekening dat door de eenzij-dige beëindiging van de overeenkomst door de cliënt, de aannemer in de vrijgekomen tijd nieuwe opdrachten heeft

15 Cfr. artikel 9 Reglement van plichtenleer.16 Zie bijv. voor de advocaat Rb. Nijvel 30 juni 1998, JT 1999, 213; Vred.

Zottegem-Herzele 6 mei 2010, RW 2010-11, 1450. Voor makelaars, zie

Brussel 24 april 1964, Pas. 1964, 171.17 Zo wordt niet alleen een eenzijdig beëindigingsrecht toegekend

aan de lastgever (artikel 2004 BW), maar ook aan de lasthebber (arti-

kel 2007 BW). Overigens wordt voorzien dat de eenzijdig beëindigende

lastgever, in tegenstelling tot de eenzijdig beëindigende opdrachtgever

bij aannemingsovereenkomsten, de lasthebber geen vergoeding moet

betalen voor gederfde winst.18 Zie R. DeVloo, “De aansprakelijkheid van de accountant en de be-

lastingsconsulent: Nieuwe aspecten (deel 2)”, beschikbaar op www.

iec-iab.be/nl/leden/Publicaties/accountancy-tax/Documents/2000-

1-Bijlage-De-aansprakelijkheid-van-de-accountant-en-de-belastingcon-

sulent-Nieuwe-aspecten-%28Deel%202%29.pdf [zoals geraadpleegd

op 25 augustus 2014], 3-4.

kunnen aanvaarden en dus een deel van de winstderving heeft kunnen compenseren.19

De betaling van een vergoeding door de opdrachtgever aan de aannemer is evenwel geen constitutieve voorwaarde opdat de opdrachtgever eenzijdig zou kunnen beëindigen. De eenzijdige beëindiging door de opdrachtgever is steeds geldig, ook al maakt hij niet spontaan aanstalten om de ver-goeding te betalen. De verplichting een beëindigingsver-goeding te betalen is slechts een gevolg van de beslissing tot eenzijdige beëindiging.

De beëindigingsvergoeding van artikel 1794 BW wil voor-al voorkomen dat een opdrachtgever zich niet te lichtzin-nig van zijn overeenkomst zou ontdoen. De opdrachtgever mag dan wel het recht hebben om op elk moment de over-eenkomst te beëindigen, om eender welke reden, die beslis-sing mag de aannemer niet benadelen. Daarom kent men de aannemer een vergoeding toe. Die ratio gaat evenzeer op in accountancyovereenkomsten. Het valt niet in te zien waarom een accountancyovereenkomst hier anders zou moeten worden behandeld als bijv. makelaarsovereenkom-sten. De waardigheid van het beroep van accountant verzet zich er geenszins tegen dat de accountant een vergoeding vraagt voor de gederfde winst op basis van artikel 1794 BW. Er staat sowieso een belangrijke grens op de omvang van die vergoeding. Bij de berekening van de vergoeding moet de accountant immers rekening houden met de winst die hij had kunnen goedmaken door een andere opdracht op te nemen.

Het Instituut van de Accountants en de Belastingconsu-lenten stelt dat de opdrachtbrief van de accountant uit-drukkelijk in een beëindigingsvergoeding moet voorzien opdat de accountant op een vergoeding aanspraak zou kun-nen maken20, maar nu blijkt dat dat naar gemeen recht geenszins verplicht is.

19 Cfr. Kh. Dendermonde 27 juni 2013, DAOR 2013, 277 (inzake bere-

kening van de schadevergoeding na onrechtmatig ontslag van de com-

missaris door de algemene vergadering van een vennootschap). Zie

verder g. baeRt, Aanneming van werk, Antwerpen, Kluwer, 2001, 325;

W. gooSSenS, Aanneming van werk: het gemeenrechtelijk dienstencontract,

Brugge, die Keure, 2003, 1117; c. leVintoFF en P.a. FoRieRS, “De la ré-

siliation unilatérale du contrat d’entreprise par le maître de l’ouvrage.

Contribution à l’étude de l’article 1794 du Code civil”, T. Aann. 1977,

46; V. Van houtte-Van PoPPel en b. Kohl, Artikel & Commentaar – De aan-

nemingsovereenkomst, Mechelen, Kluwer, 2012, 111.20 t. luyten, “Naar een meer evenwichtige vertrouwensrelatie met de

cliënt”, Accountancy & Tax 2007, 28.

Page 21: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

21 2 014 / 3

beroep

3. Contractuele modulering van het eenzijdig beëindigingsrecht van de cliënt

A. Principieel toelaatbare bedingen

17. Nu is komen vast te staan dat: – in overeenkomsten van onbepaalde duur beide partijen

over een eenzijdige beëindigingsbevoegdheid beschik-ken,

– in overeenkomsten van bepaalde duur in principe en-kel de cliënt over een dergelijke bevoegdheid beschikt en,

– op de accountant een verplichting weegt om eenzijdig te beëindigen wanneer zijn deontologische verplichtin-gen in het gedrang komen, is de vraag aan de orde in welke mate de partijen die eenzijdige beëindigingsbe-voegdheid contractueel vorm kunnen moduleren.

18. Beëindiging overeenkomsten van onbepaalde duur kan niet worden uitgesloten. Het voorschrift dat beide partijen bij een overeenkomst van onbepaalde duur de overeenkomst steeds eenzijdig kunnen beëindigen, heeft een openbare orde-karakter, aangezien het een uitvloeisel is van de basis-regel dat niemand zich voor het leven kan binden.21 Dat betekent dat de partijen in hun overeenkomst niet kunnen bedingen dat zij de overeenkomst niet eenzijdig kunnen be-eindigen.22 Nemen zij wel een dergelijk beding op, dan is dat beding nietig.

Het openbare orde-karakter van deze regel belet de partij-en evenwel niet de beëindigingsbevoegdheid contractueel te beperken. Het is toegestaan dat een contract de eenzijdi-ge beëindiging moeilijker, zelfs bijzonder moeilijk, maakt zolang de desbetreffende bedingen de eenzijdige beëindi-ging niet de facto onmogelijk maken.23 Gaat een beding te ver, dan is het nietig. Het is aan de feitenrechter om te be-oordelen of een beding de eenzijdige beëindiging van een overeenkomst van onbepaalde duur onmogelijk maakt. De rechter beschikt daartoe over een soevereine appreciatiebe-voegdheid. Uit de praktijk blijkt dat rechters slechts uitzon-derlijk bereid zijn te beslissen dat een beding te ver gaat en dus nietig is.

21 Cass. 30  september 1991, Arr. Cass. 1991-92, 108; F. VeRmanDeR,

“Eenzijdige opzeggingsbedingen”, in g.-l. ballon, h. De DecKeR, V.

SagaeRt, e.a. (eds.), Contractuele clausules: gemeenrechtelijke clausules,

Antwerpen, Intersentia, 2013, 1539.22 i. claeyS en l. Phang, “Van bepaalde duur naar onbepaalde duur en

terug”, TPR 2008, 452.23 S. Rutten, “De eenzijdige beëindiging door de cliënt van de overeen-

komst gesloten met de beoefenaar van een vrij beroep”, TBH 2002, 86.

19. Beëindiging overeenkomsten van bepaalde duur kan wel worden uitgesloten. Artikel 1794 BW daarentegen is van sup-pletief recht. Dat betekent dat de partijen in hun overeen-komst het eenzijdig beëindigingsrecht niet alleen kunnen aan banden leggen, maar ook rechtsgeldig kunnen bedin-gen dat de cliënt de overeenkomst niet eenzijdig kan beëin-digen.24 De klassieke stelling dat het eenzijdig beëindigings-recht van de cliënt van een vrij beroepsbeoefenaar een openbare orde-karakter heeft en dus niet kan worden weg-bedongen, kan niet langer bijgetreden worden.

20. Beëindiging kan steeds moeilijker gemaakt worden. Wor-den aldus aanvaard als beëindigingsbedingen die principi-eel geldig zijn, zowel in overeenkomsten van onbepaalde duur als in overeenkomsten van bepaalde duur:– De clausule die de wijze vastlegt waarop een partij de

overeenkomst eenzijdig dient te beëindigen (monde-ling of schriftelijk, per aangetekende brief gericht aan de wederpartij etc.).

– Het beding dat voorziet in een beëindigingstermijn ge-durende dewelke de overeenkomst na kennisgeving van de wil tot beëindiging nog verder zal worden uitge-voerd.

– Het beding dat voorschrijft dat de beëindigende partij aan de wederpartij een beëindigingsvergoeding moet betalen. Zo kunnen de partijen stipuleren dat ook bij eenzijdige beëindiging van een overeenkomst van on-bepaalde duur een beëindigingsvergoeding moet wor-den betaald, ook al voorziet de wettelijke regeling dit niet. In overeenkomsten van bepaalde duur kunnen de partijen bepalen dat de beëindigende partij geen ver-goeding moet betalen of dat bepaalde vergoedingspos-ten zijn uitgesloten van de vergoedingsplicht, zij kun-nen de beëindigingsvergoeding op forfaitaire wijze begroten in de overeenkomst etc.

– Het beding dat een minimumduur oplegt gedurende dewelke geen van beide partijen de overeenkomst een-zijdig kan beëindigen (bijv. een minimumduur van een jaar);

– Het beding dat de mogelijkheid tot eenzijdige beëindi-ging beperkt tot welbepaalde tijdstippen (bijv. jaarlijks, enkel gedurende de maand januari);

– Het beding dat de beëindigende partij ertoe verplicht zijn beslissing formeel te motiveren. In overeenkom-sten van onbepaalde duur is het echter niet toegestaan een beding dat de beëindigende partij een een inhoude-lijke motiveringsplicht oplegt, d.i. een beding dat de mogelijkheid tot beëindiging beperkt tot welbepaalde

24 Antwerpen 2 september 1997, Limb. Rechtsl. 1997, 226.

Page 22: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

22 2 014 / 3

beroep

redenen, omdat dat het principe dat niemand zich voor het leven kan binden te zeer zou kunnen beperken.25 In overeenkomsten van bepaalde duur is het opleggen van een inhoudelijke motiveringsplicht wel toegestaan.

21. Sommige rechtsleer stelt dat een cliënt de overeen-komst met zijn accountant steeds eenzijdig moet kunnen beëindigen, zonder dat hij zich moet laten hinderen door de beëindigingsbedingen die in de overeenkomst voorzien werden, wanneer hij kan aantonen dat een bepaalde ge-beurtenis zijn vertrouwen in de accountant op een zodanig ernstige wijze heeft geschaad dat de overeenkomst voor hem geen zin meer heeft. Deze rechtsleer steunt zich daar-voor op het intuitu personae-karakter van de accountan-cyovereenkomst.26 In de rechtspraak zijn echter geen geval-len bekend waarin dat inderdaad werd aanvaard. Naar actueel recht geldt daarom dat de cliënt die de overeen-komst eenzijdig wenst te beëindigen, steeds de contractueel voorziene beëindigingsbedingen moet respecteren, ook in gevallen waarin hij beëindigt omdat hij de accountant niet langer vertrouwt. Dat doet uiteraard geen afbreuk aan de regel dat, wanneer de desbetreffende gebeurtenissen die het vertrouwen van de cliënt hebben aangetast, impliceren dat de accountant ook een fout heeft begaan in zijn contractu-ele relatie met de cliënt, de cliënt wel steeds voor de rechter een ontbinding van de overeenkomst wegens wanprestatie kan vorderen, of desgevallend, de overeenkomst eenzijdig kan ontbinden (cf. supra). In geval van een eenzijdige ont-binding dient de cliënt de contractueel voorziene beëindi-gingsbedingen uiteraard niet te respecteren.

B. Beperkte mogelijkheden tot rechterlijke controle van bedingen

22. Uiteraard stellen zich beperkingen aan de inhoudelij-ke invulling die de accountant aan de opgesomde bedingen mag geven. Eén belangrijke beperking werd reeds aange-haald: in overeenkomsten van onbepaalde duur mag een beëindigingsbeding niet dermate ver gaan dat een eenzij-

25 Cfr. Kh. Hasselt 14  september 1999, RW 2000-01, 244; F. VeRman-

DeR, “Eenzijdige opzeggingsbedingen”, in g.-l. ballon, h. De DecKeR, V.

SagaeRt, e.a. (eds.), Contractuele clausules: gemeenrechtelijke clausules,

Antwerpen, Intersentia, 2013, 1543-1544.26 P.a. FoRieRS, La caducité des obligations contractuelles par disparition

d’un élément essentiel à leur formation – De la nature des choses à l’équité,

de l’impossibilité au principe de l’exécution de bonne foi, Brussel, Bruylant,

1998, 119-123; F. glanSDoRFF, “Le droit de rupture du client de l’avocat

peut-il avoir un coût?”, JT 2011, 633; S. Rutten, “De eenzijdige beëindi-

ging door de cliënt van de overeenkomst gesloten met de beoefenaar

van een vrij beroep”, TBH 2002, 89.

dige beëindiging de facto onmogelijk wordt, bijv. door een beëindigingsvergoeding te stipuleren die dermate hoog is dat de cliënt deze onmogelijk kan betalen. Er stellen zich evenwel nog bijkomende beperkingen.

23. Beding mag geen speculatief karakter hebben. Een eerste beperking die geldt voor alle overeenkomsten, ongeacht of zij voor een bepaalde of onbepaalde duur werden gesloten en ongeacht de hoedanigheid van de cliënt, is dat het be-eindigingsbeding niet mag speculeren op wanprestatie van de wederpartij. Dat wil zeggen dat in de overeenkomsten bedingen worden opgenomen die zo voordelig zijn voor een partij dat die partij er gaat op hopen, en mogelijkerwijs ook alles in het werk zal stellen, om ervoor te zorgen dat zijn wederpartij eenzijdig zal beëindigen. Dat zal vooral het geval zijn voor beëindigingsbedingen die voorzien in bij-zonder hoge beëindigingsvergoedingen.27

24. Verbod op onrechtmatige bedingen in overeenkomsten met consumenten. Indien de accountant heeft gecontracteerd met een consument – d.i. een cliënt die uitsluitend optreedt voor niet-beroepsmatige doeleinden – dan moet de accountant bij het introduceren van een beëindigingsbeding in de overeen-komst daarnaast ook rekening houden met de bepalingen inzake onrechtmatige bedingen in overeenkomsten met vrije beroepers zoals opgenomen in het Wetboek van Econo-misch Recht. Wordt namelijk beschouwd als onrechtmatig en dus als nietig elk beding of elke voorwaarde in een over-eenkomst tussen een onderneming en een consument die, alleen of in samenhang met een of meer andere bedingen of voorwaarden, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen ten nadele van de consu-ment.28 Het is aan de rechter om geval per geval te beoorde-len of een beding nu al dan niet een kennelijk onevenwicht creëert tussen de accountant en de cliënt. De rechter beschikt daarbij over een ruime appreciatiebevoegdheid. Uit de prak-tijk blijkt dat rechters tot nog toe nauwelijks bereid zijn ge-vonden deze consumentenrechtelijk toetsingsnorm toe te passen op eenzijdige beëindigingsbedingen, zelfs wanneer de bedingen behoorlijk streng zijn.29 Een rechter bestempelt normaal als onrechtmatig het beding in een overeenkomst dat de professionele partij bijzondere bevoegdheden ver-leent, bijv. een beding dat een accountant zeer soepele be-eindigingsmogelijkheden toekent, zonder dat de consument gelijkaardige bevoegdheden worden toegezegd.

27 Gent 23 januari 2003, RABG 2004, 432.28 Artikel XIV.51 Wetboek Economisch Recht.29 F. VeRmanDeR, De opzegging van overeenkomsten, Antwerpen, Intersen-

tia, 2014, 779-780.

Page 23: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

23 2 014 / 3

beroep

Zijn in elk geval onrechtmatig het beding in een overeen-komst van onbepaalde duur dat de accountant toestaat de overeenkomst eenzijdig te beëindigen zonder inachtname van een redelijke beëindigingstermijn30, evenals het beding dat de cliënt voor een onbepaalde duur bindt zonder ver-melding van een redelijke beëindigingstermijn.31 Omvat de overeenkomst tussen de accountant en de cliënt een van deze twee bedingen, dan is de rechter verplicht te beslissen tot de nietigheid, zonder dat hij over enige beoordelings-vrijheid beschikt.

25. Respect voor deontologische verplichtingen. De accoun-tant moet er daarnaast ook voor zorgen dat de bedingen die hij opneemt in zijn overeenkomsten met cliënten zijn de-ontologische verplichtingen. Ook in een overeenkomst van bepaalde duur is het daarom niet aangewezen om bijv. te bedingen dat de accountant de overeenkomst eenzijdig kan beëindigen zonder inachtneming van een redelijke opzeg-gingstermijn. Aangezien een accountant wiens opdracht werd beeïndigd, ertoe verplicht is zijn medewerking te ver-lenen aan zijn opvolging, moet hij de cliënt op zijn minst een redelijke beëindigingstermijn gunnen zodat de cliënt over voldoende tijd beschikt om een nieuwe accountant ter hand te nemen.32

26. Verbod op rechtsmisbruik. Het is overigens niet omdat een beding principieel geldig is, op grond van het gemene recht op grond van de regelgeving inzake onrechtmatige bedingen of op grond van deontologische regelgeving, dat elk beroep op dat beding ongeacht de omstandigheden ge-oorloofd is. Wenst een partij een overeenkomst eenzijdig te beëindigen, waarna zijn wederpartij zich beroept op een beding in het contract dat voorziet in een beëindigingster-mijn, een beëindigingsvergoeding etc., maar meent de be-eindigende partij dat het inroepen van dat beding in de gegeven omstandigheden manifest onredelijk is, dan kan hij de rechter vatten. Volgt de rechter de beëindigende partij in dat standpunt, dan beslist hij tot rechtsmisbruik.33 Het be-ding zelf blijft dan onverlet, maar de rechter vermindert de manifest onredelijk wijze waarop het beding werd uitgeoe-fend, tot een normale rechtsuitoefening.

30 Artikel XIV.50, 11° Wetboek Economisch Recht.31 Artikel XIV.50, 18° Wetboek Economisch Recht. Zie ook Bergen 6 sep-

tember 2007, RRD 2007, 268.32 Cfr. artikel 22 en 23 Reglement van Plichtenleer.33 Antwerpen 27 november 2006, RW 2008-09, 1770; c. heeb, De ma-

kelaar, Brugge, die Keure, 2012, nr. 503-504; K. maRchanD, “De gel-

digheid van het schadebeding en het verbrekingsbeding in de make-

laarsovereenkomst”, T. App. 2004, 13; F. VeRmanDeR, De opzegging van

overeenkomsten, Antwerpen, Intersentia, 2014, 777-778.

Een voorbeeld uit de rechtspraak is het geval waarin een cliënt besluit de overeenkomst die hij heeft gesloten met een makelaar tot verkoop van een pand eenzijdig te beëindigen. De makelaar eist daarop van de cliënt dat hij de contractueel voorziene beëindigingsvergoeding betaalt. Het contract be-groot de beëindigingsvergoeding op het volledige commis-sieloon dat de makelaar zou ontvangen hebben indien hij het pand had kunnen verkopen. Het blijkt echter dat de ma-kelaar gedurende de laatste twee jaar helemaal geen hande-lingen meer heeft verricht om het pand te kunnen verko-pen. De rechtbank oordeelt dat de vordering van de makelaar tot betaling van de volledige commissie bij wijze van beëin-digingsvergoeding gezien deze omstandigheden manifest onredelijk is en besluit tot rechtsmisbruik. Hij matigt daarop het bedrag van de contractuele voorziene beëindigingsver-goeding tot het bedrag van de kosten die de makelaar reeds had gemaakt in functie van toekomstige verrichtingen.34

27. Een beëindigingsbeding is geen schadebeding. Het is tot slot belangrijk erop te wijzen dat een beëindigingsbeding volgens de huidige meerderheidsopvatting niet mag wor-den beschouwd als een schadebeding – d.i. een beding dat de gevolgen van een wanprestatie door een van beide par-tijen moduleert. De eenzijdige beëindiging van een over-eenkomst door een van beide partijen heeft immers niets te maken met een wanprestatie van een van beide partijen (cf. supra). Bijgevolg kan de partij die de voorwaarden van een beëindigingsbeding te streng vindt, zich niet beroepen op de mogelijkheid tot rechterlijke matiging van schadebedin-gen ex art. 1231 BW om van de rechter te bekomen dat hij het beding mildert.35

3. Wijze van eenzijdige beëindiging

28. Eenzijdige beëindiging principieel vormvrij. Omschrijft het contract de wijze waarop een partij een accountan-cyovereenkomst dient te beëindigen, dan moeten partijen die voorschriften uiteraard naleven. Indien het contract tussen de accountant en zijn cliënt niets voorziet daarom-

34 Rb. Hasselt 28 mei 2001, TBBR 2002, 241.35 Cass. 6 september 2002, RW 2004-05, 300; Antwerpen 9 juni 2008,

TBO 2008, 223; Gent 28 maart 2007, NjW 2008, 32; Antwerpen 27 no-

vember 2006, RW 2008-09, 1770; Kh. Hasselt 30  november 2009,

Limb. Rechtsl. 2011, 277; j. baecK, “Over strafbedingen en straffe opzeg-

bedingen”, RABG 2004, 436; c. heeb, De makelaar, Brugge, die Keure,

2012, nr. 489-519; K. maRchanD, “De geldigheid van het schadebeding

en het verbrekingsbeding in de makelaarsovereenkomst”, T. App. 2004,

12; o. VanDen beRghe, “Het toepassingsgebied van artikel 1231 BW …”,

TBBR 2004, 72. Nochtans onterecht in die zin Rb. Tongeren 20 oktober

1989, T. Aann. 1990, 363; Rb. Tongeren 5 juni 1987, TBBR 1988, 335.

Page 24: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

24 2 014 / 3

beroep

trent, is de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst niet aan enige formaliteiten onderworpen. In principe kan de beëindiging zowel mondeling als schriftelijk gebeuren. Daarenboven moet de beëindigende partij ook niet expli-ciet te kennen geven dat hij eenzijdig beëindigt. Zijn wil om de overeenkomst eenzijdig te beëindigen kan ook voort-vloeien uit bepaalde van zijn handelingen. Men spreekt dan van een stilzwijgende beëindiging.36 Enige vereiste is dat ondubbelzinning komt vast te staan dat de desbetref-fende partij de overeenkomst effectief wil beëindigen en dat zijn handelingen niet op een andere wijze kunnen worden geïnterpreteerd. Zo is er bijv. sprake van een stilzwijgende opzegging door de cliënt wanneer die cliënt beslist zijn boekhouding aan een andere accountant te gunnen.37 Een ander geval waarin men kan besluiten tot eenzijdige beëin-diging van de overeenkomst is het geval waarin een cliënt gedurende een periode van meer dan een jaar geen stukken meer doorgeeft aan de accountant, en niet reageert op aan-maningen daartoe, als gevolg waarvan de accountant de boekhouding eenvoudigweg niet meer kan bijhouden.38 Men kan dan weer niet beslissen tot de eenzijdige beëindi-ging van de overeenkomst door de accountant, in een geval waarin de accountant die bevoegdheid contractueel is toe-gestaan, wanneer hij bepaalde prestaties weigert omdat de cliënt betalingen achterhoudt. Daaruit blijkt immers niet de ontegensprekelijke wil van de accountant om de over-eenkomst te beëindigen. Ook uit het loutere feit dat een cliënt dreigt met een gerechtelijke procedure tegen de dienstverrichter mag men niet afleiden dat de cliënt de overeenkomst als eenzijdig beëindigd beschouwd.39

29. Aangetekend schrijven is aangewezen. Het is uiteraard raadzaam dat de partij die een accountancyovereenkomst eenzijdig wenst te beëindigen, zijn wederpartij daarvan op de hoogte brengt via een aangetekende brief, waarin hij expli-ciet vermeldt dat hij de overeenkomst voor de toekomst be-eindigt, ook al verplicht de overeenkomst hem daar niet toe.

36 Antwerpen 9  juni 2008, TBO 2008, 223 (stilzwijgende beëindiging

van makelaarsovereenkomst door de cliënt wanneer hij aangeeft het

goed niet meer te willen verkopen, maar zelf te gaan bewonen); Gent

27 februari 2008, RABG 2009, 1325 (stilzwijgende beëindiging van ma-

kelaarsovereenkomst door de cliënt wanneer de cliënt het goed zelf

verkoopt, buiten de makelaar om).37 Cfr. Rb. Luik 2 februari 1999, JLMB 1999, 1357.38 Cfr. advies OVB nr. 188 dd. 2 oktober 2003: Wanneer de cliënt van

een advocaat verdwenen lijkt te zijn, niet meer antwoordt op brieven

van zijn advocaat, de provisies niet meer betaalt etc., mag men ervan

uitgaan dat de advocaat zonder instructies is en de cliënt de overeen-

komst op stilzwijgende wijze eenzijdig heeft beëindigd.39 Kh. Dendermonde 10 mei 2007, TBBR 2008, 610.

Zo gaat men mogelijke discussies uit de weg. De eenzijdige beëindiging van een overeenkomst verkrijgt immers slechts uitwerking vanaf het ogenblik dat de tegenpartij van de be-eindiging kennis heeft of er redelijkerwijs kennis van kon hebben. Op dat ogenblik beginnen eventuele beëindigings-termijnen te lopen. Om discussie te vermijden, is het aan te raden dat de beëindigende partij in zijn aangetekend schrij-ven expliciet vermeldt vanaf welke datum de termijn begint te lopen.

30. Respect voor goede trouw. De beëindigende partij moet de overeenkomst beëindigen op een wijze die het beginsel van goede trouw respecteert.40 De partij die opzegt, moet bijv. een redelijke opzeggingstermijn, zelfs wanneer het contract niet heeft voorzien in een dergelijke termijn (cf. supra).41 Respecteert de beëindigende partij deze verplich-tingen niet, dan kan er eveneens sprake zijn van rechtsmis-bruik in zijn hoofde en moet hij een vergoeding betalen voor de veroorzaakte schade.

31. Teruggave van stukken. De accountant moet alle ont-vangen stukken en dossiers aan de cliënt teruggeven nadat de overeenkomst is beëindigd. De accountant maakt het dossier klaar voor zijn opvolger. Ook allerlei documenten die kaderen in de wederzijdse hulp of hoffelijkheid moeten terug overgemaakt aan de cliënt of aan de opvolgende ac-countant.42

Besluit

32. Het werd in deze bijdrage aangetoond dat de cliënt van een accountant ook bij afwezigheid van een uitdruk-kelijk beding de overeenkomst steeds eenzijdig kan beëindi-gen. Betreft het een overeenkomst van bepaalde duur, dan dient de cliënt een vergoeding te betalen voor reeds gepres-teerde diensten en gederfde winst. Omgekeerd kan de ac-countant de overeenkomst enkel beëindigen wanneer de overeenkomst voor onbepaalde tijd is gesloten, wanneer de overeenkomst uitdrukkelijk in die bevoegdheid voorziet of

40 Rb. Hasselt 23 mei 2002, TBBR 2004, 228; F. VeRmanDeR, “Eenzijdige

opzegging van een overeenkomst”, in X., Themis Verbintenissenrecht,

Brugge, Die Keure, 2011-12, 91-92.41 W. gooSSenS, Aanneming van werk: het gemeenrechtelijk dienstencon-

tract, Brugge, die Keure, 2003, 1070;. VeRmanDeR, “Eenzijdige opzeg-

gingsbedingen”, in g.-l. ballon, h. De DecKeR, V. SagaeRt, e.a. (eds.),

Contractuele clausules: gemeenrechtelijke clausules, Antwerpen, Intersen-

tia, 2013, 1543.42 Artikel  23 Reglement van plichtenleer; t. luyten, “Naar een meer

evenwichtige vertrouwensrelatie met de cliënt”, Accountancy & Tax

2007, 28.

Page 25: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

25 2 014 / 3

beroep

wanneer zijn deontologische verplichtingen in het gedrang zijn.

De toegekende bevoegdheden kunnen steeds het voor-werp uitmaken van contractuele clausules allerhande. De enige absolute beperking die geldt is dat partijen het eenzij-

dig beëindigingsrecht niet mogen uitsluiten in overeen-komsten van onbepaalde duur. Voor het overige zijn de mogelijkheden ruim. Een rechter komt hoogstens tussen indien het beroep op een beding in de concrete omstandig-heden van het geval manifest onredelijk is. •

Beëindigingsmogelijkheden cliënt Beëindigingsmogelijkheden accountant

Bij contractuele fout van tegenpartij

– Ontbinding voor de rechter– Eventueel buitengerechtelijke ontbinding

mogelijk (zie nr. 7)

– Ontbinding voor de rechter– Eventueel buitengerechtelijke ontbinding

mogelijk (zie nr. 7)

In geval van vertrou-wensbreuk (die niet te wijten is aan een contractuele fout van de wederpartij)

– In geval van overeenkomst van onbepaalde duur kan cliënt steeds eenzijdig beëindigen, met respect voor eventuele contractuele clau-sules

– In geval van overeenkomst van bepaalde duur kan cliënt eenzijdig beëindigen, met respect voor eventuele contractuele clausules

– Accountant is deontologisch verplicht om overeenkomst te beëindigen indien deonto-logische verplichtingen in het gedrang zijn (verplichting is niet vatbaar voor contractuele bedingen)

Bij afwezigheid van fout van de wederpartij en buiten vertrouwensbreuk

– In geval van overeenkomst van onbepaalde duur kan cliënt steeds eenzijdig beëindigen, met respect voor eventuele contractuele clau-sules

– In geval van overeenkomst van bepaalde duur kan cliënt eenzijdig beëindigen, met respect voor eventuele contractuele clausules

– Accountant kan overeenkomst van onbe-paalde duur steeds eenzijdig beëindigen, met respect voor contractuele clausules

– In geval van overeenkomst van bepaalde duur kan accountant enkel beëindigen indien mogelijkheid contractueel werd voorzien

Page 26: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

27.11.2014 - Brussels Expo - Paleis 11 GO 2020!

Hét event voor financiële, boekhoudkundige en fiscale professionals

In partnership met:

Met de steun van:

SCHRIJF U IN VIA FORUMFORTHEFUTURE.BEOm uw formule te kiezen en om uw programma samen te stellen, goed voor 11u. vorming

© De Boeck Professionals Universal invoicing network

KOM DE UITDAGINGEN VAN UW SECTOR ONTDEKKENWat zijn de nieuwigheden en trends van 2014? En hoe evolueren uw kantoor, loopbaan

en beroep tegen 2020? U komt het te weten op 27 november. U kiest uw programma uit

120 interessante conferenties, debatten en getuigenissen. De eerste workshops starten

om 8u. Na de slotsessie sluit het galadinner de dag stijlvol af. Mis deze afspraak niet en

registreer u via forumforthefuture.be. Zo bent u straks helemaal klaar voor 2020. Doén!

NIEUW IN 2014>  Nieuwe locatie: Brussels Expo (paleis 11).>  Keuze uit verschillende gratis* en betalende toegangsformules. >  Speed coaching area voor 20 min. persoonlijk advies.

>  Alles over het Kantoor van de toekomst.

* Gratis basic toegang voor leden, personeel en stagaires van het IAB, het BIBF en het IBR, genodigden van structurele partners, leerkrachten en studenten (uit de sector). Andere geïnteresseerden betalen € 100 voor de basic formule.

27NOVEMBER

TaxMateUw hulp bij het opstellen, berekenen, controleren en indienen van uw aangifte in de vennootschapsbelastingNIEUW! Nu ook met inbegrip van de aangifte rechtspersonenbelasting én de belasting niet-inwoners voor vennootschappen

• Gebruiksvriendelijk pakket• Real-time berekening• Uitgebreide controles• Jarenlange XBRL-ervaring• Voordelige prijs• Persoonlijke service

TaxMate is een product van Intersentia

Intersentia nv

Groenstraat 31 | BE-2640 Mortsel | België

Tel. +32 3 609 50 59 | Fax +32 3 658 71 21

[email protected] | www.firstsoftware.be

Voor meer informatie contacteer ons via [email protected] of op het nummer 03 609 50 59.

Vraag nu uw gratis demo aan!

Intersentia TaxMate advertentie A&T 2014 09.indd 1 18/09/14 23:28

Page 27: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

27.11.2014 - Brussels Expo - Paleis 11 GO 2020!

Hét event voor financiële, boekhoudkundige en fiscale professionals

In partnership met:

Met de steun van:

SCHRIJF U IN VIA FORUMFORTHEFUTURE.BEOm uw formule te kiezen en om uw programma samen te stellen, goed voor 11u. vorming

© De Boeck Professionals Universal invoicing network

KOM DE UITDAGINGEN VAN UW SECTOR ONTDEKKENWat zijn de nieuwigheden en trends van 2014? En hoe evolueren uw kantoor, loopbaan

en beroep tegen 2020? U komt het te weten op 27 november. U kiest uw programma uit

120 interessante conferenties, debatten en getuigenissen. De eerste workshops starten

om 8u. Na de slotsessie sluit het galadinner de dag stijlvol af. Mis deze afspraak niet en

registreer u via forumforthefuture.be. Zo bent u straks helemaal klaar voor 2020. Doén!

NIEUW IN 2014>  Nieuwe locatie: Brussels Expo (paleis 11).>  Keuze uit verschillende gratis* en betalende toegangsformules. >  Speed coaching area voor 20 min. persoonlijk advies.

>  Alles over het Kantoor van de toekomst.

* Gratis basic toegang voor leden, personeel en stagaires van het IAB, het BIBF en het IBR, genodigden van structurele partners, leerkrachten en studenten (uit de sector). Andere geïnteresseerden betalen € 100 voor de basic formule.

27NOVEMBER

Page 28: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

28 2 014 / 3

iab

IAB in ’t kortIn deze rubriek vindt u de nevenactiviteiten waaraan het IAB heeft deelgenomen.

April 2014• 14/04/2014–Commissieinterneaccountantsenbelastingconsulenten,IABBrussel• 17/04/2014–BilateraaloverlegeconomischeberoepenenFODFinanciën(ICT),FODFinanciënBrussel• 18/04/2014–InterinstitutenwerkgroepAntiwitwas• 23/04/2014–WerkvergaderingmetdeWaalseGemeenschap,Namen• 24/04/2014–AcademischezittingVBO,metPierreAlainDeSmedtenMichèleSioen,VBOBrussel• 25/04/2014–Hervormingberekeningswijzesocialebijdragen,KabinetministerSabineLaruelle• 26/04/2014–AlgemenevergaderingIAB• 29/04/2014–PersconferentieFODFinanciën:‘Aangifteindepersonenbelasting2014’,Vorst(Brussel)• 30/04/2014–Werkgroep‘Tijdelijkbestuur’,HogeRaadvoorJustitieBrussel• 30/04/2014–FEEMembersAssemblymeeting

mei 2014 • 6/05/2014–GemeenschappelijkeRaadIAB-IBR,IAB-IBRBrussel• 12/05/2014–OntmoetingvoorzittersenondervoorzittersInterinstitutencomité,BIBFBrussel• 14/05/2014–VoorstellingMOSS,FODFinanciënBrussel• 17/05/2014–Prijsuitreiking,StichtingNCAB,Brussel• 19/05/2014–ConsultatieveCommissie,IABBrussel• 23/05/2014–LunchmetallecommissieledenvanhetIAB,IABBrussel• 27/05/2014–OntmoetingIAB-IBRenSowacces,IABBrussel• 29/05/2014–FIDEFbestuursraad

Juni 2014• 2/06/2014–WerkgroepAntiwitwas,IABBrussel• 6/06/2014–AcademischezittingBIBF,Brussel• 10/06/2014–Overlegjuridischeeneconomischeberoepen,Brussel• 10/06/2014–UitreikingTaxman,Brussel• 18/06/2014–Interinstitutencomité,BIBFBrussel• 19/06/2014–BilateraalICT-overlegberoepsinstituten/FODFinanciën,Brussel• 24/06/2014–Bilateraaloverlegberoepsinstituten/FODFinanciën,Brussel• 24/06/2014–AlgemenevergaderingUnplib,Brussel• 24/06/2014–AlgemenevergaderingFVB,Brussel

WetgevingApril• BeslissingBTWnr. E.T.125.294

dd. 1 april 2014: Verlaagd btw-tarief vanaf 1  april 2014 voor elektriciteit geleverd aan huis-houdelijke afnemers

• Algemene administratie vande Fiscaliteit. Inkomstenbelas-tingen. Voorafbetalingen. Aan-slagjaar 2015 (BS 2 april 2014)

• Koninklijk besluit van19  maart 2014 tot uitvoering van artikel 2, § 1, 13°, b), twee-de lid van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 ingevoegd bij de wet houden-de diverse bepalingen van 30 juli 2013 (BS 2 april 2014)

• Circulaire AAFisc Nr.  12/2014(nr.  Ci.RH.241/632.642) dd. 2  april 2014: Forfaitaire ra-

ming van de voordelen van alle aard

• Circulaire AAFisc Nr.  13/2014(nr.  Ci.RH.421/630.788) dd. 3 april 2014: fairness tax

• Koninklijk besluit van 4  april2014 tot wijziging van de arti-kelen 144/2 en 144/6 van het KB/WIB 92 inzake de bepaling van het aandeel van iedere be-lastingplichtige in de gemeen-

Page 29: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

29 2 014 / 3

iab

schappelijke aanslag (BS 14 april 2014)

• BeslissingBtw,nr. E.T.124.433,dd. 17  april 2014: Opeisbaar-heid van de btw bij B2G

• Koninklijkbesluitvan28 maart2014 tot uitvoering van artikel III.31 van het Wetboek van Economisch Recht inzonder-heid de bepaling van de gege-vens van de Kruispuntbank van Ondernemingen die via inter-net toegankelijk zijn evenals de voorwaarden voor het raadple-gen ervan (BS 28 april 2014)

mei• Koninklijkbesluitvan25 april

2014 tot vastlegging van het model van het aangifteformu-lier inzake vennootschapsbe-lasting voor het aanslagjaar 2014 (BS 2 mei 2014)

• Koninklijkbesluitvan25 april2014 tot vastlegging van het model van het aangifteformu-lier inzake rechtspersonenbe-lasting voor het aanslagjaar 2014 (BS 2 mei 2014)

• Koninklijkbesluitvan25 april2014 tot vastlegging van het model van het aangifteformu-lier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen enz.) voor het aanslagjaar 2014 (BS 2  mei 2014)

• Circulaire AAFisc Nr.  17/2014(nr. Ci.D.28/632.837) dd. 5 mei 2014: Jaarlijkse indexering be-dragen personenbelasting

• Koninklijk besluit van26 maart 2014 tot bepaling van de inwerkingtreding van de wet van 17 juli 2013 houdende invoeging van Boek III “Vrij-heid van vestiging, dienstverle-ning en algemene verplichtin-gen van de ondernemingen”, in het Wetboek van Econo-misch Recht en houdende in-voeging van de definities eigen

aan boek III en van de rechts-handhavingsbepalingen eigen aan boek III, in boeken I en XV van het Wetboek van Econo-misch Recht (BS 28 april 2014)

• Wet van 25  april 2014 hou-dende diverse bepalingen (BS 7 mei 2014)

• Circulaire AAFisc Nr.  18/2014(nr.  Ci.RH.243/587.019) dd. 13 mei 2014: maximaal aftrek-bare bijdrage VAPZ voor 2013

• Koninklijkbesluitvan25 april2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot de toepassingsmodaliteiten inza-ke het sociaal passief ingevolge het eenheidsstatuut (BS 14 mei 2014)

• Koninklijkbesluitvan25 april2014 tot wijziging van het KB/WIB 92 met betrekking tot het vaststellen van het maximum-bedrag van de vrijstelling in-zake het sociaal passief inge-volge het eenheidsstatuut (BS 14 mei 2014)

• 13de addendum dd. 14  mei2014 bij de circulaire nr.  Ci.RH.241/509.803 (AAFisc Nr. 8/2003 dd. 5 maart 1999): Belastingstelsel van de vergoe-dingen voor vrijwilligerswerk

• Circulaire AAFisc Nr.  19/2014(nr.  Ci.RH.421/629.195) dd. 16 mei 2014: Aftrek voor risi-cokapitaal

• Beslissing BTW Nr.  E.T.126.123 dd.19 mei 2014: Btw-vrijstelling voor extracommu-nautaire reizen en tijdstip van opeisbaarheid van de btw

• Wetvan25 april2014houden-de diverse bepalingen betref-fende Justitie (BS 14 mei 2014)

• Wetvan15 mei2014houden-de uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgele-genheid en relance (BS 22 mei 2014)

• Koninklijkbesluitvan19 mei2014 tot wijziging van het KB/

WIB 92, op het stuk van de re-valorisatiecoëfficiënt voor ka-dastrale inkomens, (BS 26 mei 2014)

• Circulaire AAFisc Nr.  20/2014(nr.  Ci.RH.243/349.099) dd. 26 mei 2014: Provisie voor va-kantiegeld

• Wetvan12 mei2014totwijzi-ging van artikel 194ter van het Wetboek van de inkomstenbe-lastingen 1992 betreffende het tax shelter-stelsel ten gunste van audiovisueel werk (BS 27 mei 2014)

• Wetvan8 mei2014totwijzi-ging van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 ingevolge de invoering van de gewestelijke aanvullende belas-ting op de personenbelasting als bedoeld in titel III/1 van de bijzondere wet van 16  januari 1989 betreffende de financie-ring van de Gemeenschappen en de Gewesten, tot wijziging van de regels op het stuk van de belasting van niet-inwoners en tot wijziging van de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden be-doeld in artikel  78 van de Grondwet (BS 28 mei 2014)

• Grondwettelijk hof. Uittrekseluit arrest nr.  51/2014 van 27 maart 2014 (BS 28 mei 2014)

• Wetvan15 mei2014houden-de invoeging van Boek XIV “Marktpraktijken en consu-mentenbescherming betref-fende de beoefenaars van een vrij beroep” in het Wetboek van Economisch Recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek XIV en van de rechtshandhavings-bepalingen eigen aan boek XIV, in de boeken I en XV van het Wetboek van Economisch Recht (BS 30 mei 2014)

Page 30: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

30 2 014 / 3

iab

IAB-info flashbackDe hot topics uit de actuarubriek van de website www.iec-iab.be.

Renaissance Building• GemeenschappelijkberichtIAB-

IBR-BIBF aan alle leden – beta-ling in contanten – 20/06/2014

• UWMENINGTELT!–dienstver-lenende rol van de accountant – 12/06/2014

• CBN laureaat Taxman 2014! –12/06/2014

• Jaarboek 2014 Adviezen Com-missie Boekhoudkundige Nor-men – 03/06/2014

• Opening BIZTAX uitgesteld –28/05/2014

• Driemaandelijks IT-onderhoudop maandag 9  juni 2014 – 26/05/2014

• Publicatie CodAC half juni –23/05/2014

• Seminaries “Achterstallige soci-ale zekerheid” – 14/05/2014

• Postuum: Carlos Six overleden– 08/05/2014

• Telecommunicatiediensten, ra-dio – en televisie omroepdien-sten en elektronische diensten verricht aan niet btw-belasting-plichtigen – 06/05/2014

• IABsteltCodAC(nieuwe,uitge-breide Codex) ter beschikking van zijn leden! – 05/05/2014

• Algemenevergadering–26 april2014: verslag – 30/04/2014

• Algemenevergadering2014:le-denbijdrage + verslag penning-meester en commissarissen – 30/04/2014

• Belgische IFA-afdeling organi-seert wedstrijd ter attentie van onze jonge leden – 09/04/2014

• Algemenevergadering–26 april2014: gezamenlijk academisch deel – 01/04/2014

• Toepassing Intervat verstoord:tolerantie tot en met 7  april – 31/03/2014

Heet van de naald• Circulaire: Bepalingen die van

toepassing zijn inzake RV voor gereglementeerde beleggings-vennootschappen – 27/06/2014

• Circulaire:Verdelingvanroeren-de inkomsten in het kader van het arrest van 22.11.2013 van het Hof van Cassatie – 24/06/2014

• Reisbureaus rekenen binnen-kort geen btw meer aan op verre reizen – 24/06/2014

• Werkgeversbedragen voorgroepsverzekering en pensioen-fonds voor 2013 – 18/06/2014

• Uitstelvoorbtw-belastingplich-tigen – Faciliteiten zomervakan-tie 2014 – 17/06/2014

• Recentewijzigingfiscalevrijstel-ling interesten spaardeposito’s: eerste administratieve commen-taar – 17/06/2014

• Grondwettelijk hof vernietigtdeel van wet over fiscaal inzage-recht persoonsgegevens – 16/06/2014

• Boekhoudkundige verwerkingvan de Fairness Tax – 16/06/2014

• Boek XIV. ‘Marktpraktijken enconsumentenbescherming voor vrije beroepers’ in ‘Wetboek van Economisch Recht’ – 11/06/2014

• Nieuwe regels voor laattijdigebetalingen door ondernemin-gen en overheden gelden vanaf 1 juli 2013 – 10/06/2014

Juni• Koninklijkbesluitvan25 april

2014 tot bepaling van de da-tum van inwerkingtreding van artikel 5 van de wet van 22 no-vember 2013 tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 be-treffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij han-delstransacties (BS 4 juni 2014)

• Circulaire AAFisc Nr.  23/2014(nr.  Ci.RH.243/632.965) dd. 16  juni 2014: Werkgeversbe-dragen voor groepsverzekering en pensioenfonds voor 2013

• Wetvan15 mei2014houden-de diverse bepalingen (BS 19 juni 2014)

• Circulaire AAFisc Nr.  24/2014(nr.  Ci.RH.233/615.736) dd. 16  juni 2014: Verdeling van roerende inkomsten in het ka-der van het arrest van 22.11.2013 van het Hof van Cassatie

• Circulaire AAFisc Nr.  25/2014(nr.  Ci.RH.421/630.783) dd. 23  juni 2014: Bepalingen die van toepassing zijn inzake RV voor gereglementeerde beleg-gingsvennootschappen

• Koninklijkbesluitvan10 juni2014 tot wijziging van het ko-ninklijk besluit van 15  maart 1993 tot uitvoering van hoofd-stuk II van titel III van de wet

van 30  december 1992 hou-dende sociale en diverse bepa-lingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de ven-nootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstan-digen (BS 25 juni 2014)

• Koninklijkbesluitvan13 juni2014 tot uitvoering van arti-kel 16 van de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitivi-teit, werkgelegenheid en relan-ce en van artikelen 275(8) en 275(9) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (BS 26 juni 2014)

Page 31: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

31 2 014 / 3

iab

• Federale wetgever stemt WIB1992 af op nieuwe woonfiscali-teit – 04/06/2014

• Regeringherziet ‘taxshelter-re-geling’ voor investeringen in films – 03/06/2014

• Verzamelwet bundelt relance-maatregelen – 03/06/2014

• Provisievoorvakantiegeld– Inde balans per 31 december 2013 op te nemen bedragen – 27/05/2014

• Kadastraalinkomen:fiscuspubli-ceert revalorisatiecoëfficiënt voor aanslagjaar 2015 – 27/05/2014

• Nieuwigheden in pb-aangifte –26/05/2014

• Controleverslag bij ontbindingen vereffening: belangrijk be-richt! – 22/05/2014

• Rechtbanken eerste aanleg krij-gen gespecialiseerde rechters voor fiscale dossiers – 22/05/2014

• Wetgever verduidelijkt regelsvoor vereffening en ontbinding in één akte – 21/05/2014

• Btw-vrijstelling voor extracom-munautaire reizen en tijdstip van opeisbaarheid van de btw – 21/05/2014

• Fiscaalstelselvoorvoetbalclubs– 20/05/2014

• Fiscale vrijstelling ‘sociaal pas-sief’ klaar voor gebruik – 20/05/2014

• Aftrek voor risicokapitaal: Ge-volgen van het arrest C-350/11 van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 4 juli 2013 – 20/05/2014

• Circulaire: Belastingstelsel vande vergoedingen voor vrijwilli-gerswerk – 16/05/2014

• Vrij aanvullend pensioen voorzelfstandigen (VAPZ): Maximaal aftrekbare bijdrage voor 2013 – 16/05/2014

• Spaardeposito’s: fiscale vrijstel-ling interesten afgestemd op ar-rest Europees Hof van Justitie – 12/05/2014

• Fiscus stuurt belastingplichti-gen uitnodiging om info over

buitenlandse rekeningen te melden aan Centraal aanspreek-punt – 12/05/2014

• CBN-advies: Afsluitingsdatumvan het boekjaar – 09/05/2014

• CBN-advies: Boekhoudkundigeverwerking effecten aan toon-der van rechtswege omgezet – 09/05/2014

• CBN-advies: Correctie van dejaarrekening – 09/05/2014

• Schrapping van een van devoorwaarden voor Cross Border Rulings – 09/05/2014

• Derde boek van Wetboek vanEconomisch Recht in werking op 9 mei 2014 – 07/05/2014

• Jaarlijkse indexering bedragenpersonenbelasting – 07/05/2014

• ‘Aangifte BNI-vennootschap-pen, verenigingen’ aj. 2014 in het Staatsblad – 05/05/2014

• Aangifte rechtspersonenbelas-ting aj. 2014 gepubliceerd – 05/05/2014

• Aangifte vennootschapsbelas-ting aj. 2014 in het Staatsblad – 05/05/2014

• Gegevens Kruispuntbank vanOndernemingen raadpleegbaar via internet – 02/05/2014

• Kick-off ‘Aangifte in de perso-nenbelasting 2014’ – 30/04/2014

• Grensakkoordvoorwederzijdseadministratieve bijstand tussen België en Frankrijk – 23/04/2014

• Opeisbaarheid van de btw bijB2G – 22/04/2014

• AangiftenviaIntervat:geenex-tra termijn – 17/04/2014

• Advocatenenbtw:nultariefvoorjuridische bijstand – 17/04/2014

• Belastingen: de EuropeseCom-missie lanceert twee openbare raadplegingen – 16/04/2014

• KB/WIB1992afgestemdopnieu-we regels voor belastingkrediet kinderen ten laste – 16/04/2014

• CBN-advies: De boekhoudkun-dige verwerking van mutaties binnen het eigen vermogen van een geassocieerde onderneming – 16/04/2014

• Ontwerpadvies CBN: De boek-houdkundige verwerking van de Fairness Tax – 11/04/2014

• E-invoicing: 60 pagina’s admi-nistratieve commentaar – 11/04/2014

• NieuwmandatensysteemInter-vat: nuttige links en informatie – 10/04/2014

• Circulaireoverdefairnesstax–10/04/2014

• Unavia:eenmooiideedatheelwat vragen oproept – 09/04/2014

• Btw-beslissing: Ontheffing vanhoofdelijke aansprakelijkheid bij intracommunautair vervoer – 08/04/2014

• Btw-beslissing:Verlaagdbtw-ta-rief vanaf 1 april 2014 voor elek-triciteit geleverd aan huishou-delijke afnemers – 08/04/2014

• Forfaitaireramingvanhetvoor-deel van de kosteloze beschik-king over een onroerend goed – 04/04/2014

• VrijstellingvandoorstortingBVvoor wetenschappelijk onder-zoek: adviesaanvraag onder-zoeksprojecten – 03/04/2014

• Aangifteplicht juridische con-structies: lijst met rechtsvormen waarop geen of een minimale belasting wordt geheven – 03/04/2014

• Voorafbetalingen aanslagjaar2015: jaarlijks bericht in het Staatsblad – 02/04/2014

• Intervat: tolerantie voor deklantenlistings tot en met 7 april – 01/04/2014

• Aangifteformulier personenbe-lasting voor aanslagjaar 2014 in het Staatsblad – 01/04/2014

• Berekeningvandeboetebijver-koop van gedematerialiseerde effecten – 01/04/2014

Ten Gronde• Verhuurvancliënteel:eenstand

van zaken – 02/04/2014• Een aandeelhouder is het niet

eens: welke stappen kan hij on-dernemen? – 02/04/2014

Page 32: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

32 2 014 / 3

iab

• Belangenschade: rechtsmisbruikniet van toepassing in fiscale zaken – 09/04/2014

• Watisnogmogelijkinzakedeover-gangsregeling m.b.t. liquidatiebo-ni? – 09/04/2014

• Vanaf 1  januari 2015 anderebere-kening voor sociale bijdragen zelf-standigen – 17/04/2014

• Onterechtaangerekendebtwnietaf-trekbaar voor de klant – 23/04/2014

• ‘Una via’-wet deels vernietigd:Grondwettelijk Hof keurt overleg fiscus-gerecht goed maar veroordeelt praktische uitwerking – 02/05/2014

• Facturatieenbedrijfscontroles:fiscuslicht zijn standpunt toe – 07/05/2014

• Het begrip ‘ernstige fiscale fraude’nader omschreven – 07/05/2014

• Deuitgifte vanwinstbewijzenkaneen interessante manier zijn om

goede medewerkers aan uw bedrijf te binden – 15/05/2014

• Geen ficheverplichting voor voor-geschoten kosten – 15/05/2014

• Beroepskosten – Fiscale verliezen –Uitgaven die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen – Ver-werping – Rechtspraak – 22/05/2014

• Tablets:RSZenfiscussurfenmetumee – 22/05/2014

• E-invoicing: nieuwe circulaire be-nadrukt belang bedrijfscontroles – 02/06/2014

• Voordeel alle aard komt toch nogin min van verworpen uitgaven – 02/06/2014

• Onproductiefbedrijfsvastgoed:eco-nomische realiteit werkt door in fiscalibus – 04/06/2014

• Kleine ondernemingen: fiscus pu-bliceert richtlijnen over nieuwe btw-vrijstelling – 04/06/2014

• Verlaagd tarief voor renovatie enafbraak-heropbouw: btw-adminis-tratie doorprikt gesplitste structu-ren – 11/06/2014

• Aangifte vennootschapsbelastingaanslagjaar 2014 – 11/06/2014

• CBN-advies: CBN spreekt zich uitover de correctie van de jaarreke-ning – 20/06/2014

• Wie door niet te handelen fraudemogelijk maakt, fraudeert zelf ook – 20/06/2014

• Turbo-liquidaties: niet alle vragenopgelost sinds herschrijven voor-waarden – 26/06/2014

• Fatcaenbijstandsrichtlijn:eenpit-tige cocktail – 26/06/2014

Page 33: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

Alle titels zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel. Intersentia nv respecteert uw privacy. De persoonsgegevens die u doorgeeft, mag Intersentia gebruiken om u op de hoogte te houden van haar uitgaven. Wilt u geen commerciële informatie van Intersentia nv? Kruis dan dit vakje aan: . U kunt uw gegevens ook opvragen en laten verbeteren via fax of per brief.

Het handboek Uw vennootschap en de fiscus geeft op een toegankelijke manier inzicht in de verschillende aspecten van de ondernemingsfiscaliteit en onderzoekt welke de impact van de fiscaliteit is op de beleidsbeslissingen van een ondernemer.

Via begrijpelijke voorbeelden, heldere adviezen en praktische tips tonen de auteurs aan welke verschillende mogelijkheden er bestaan om belastingen optimaal en overzichtelijk te structureren. Om het meest voordelige fiscale stelsel te genieten, moet een goede bedrijfsleider deze opties kennen, al was het maar om met kennis van zaken zijn beleid in te schatten, met meer begrip een discussie aan te gaan met zijn accountant en belas-tingconsulent, en onaangename fiscale en financiële verrassingen te voorkomen.

Deel I van Uw vennootschap en de fiscus is opgebouwd uit een aantal actuele thema’s waarmee elke vennootschap te maken krijgt. Denk maar aan de keuze van de vennoot-schapsvorm, de omvorming van een vennootschap, overnames en de opvolging binnen een bedrijf, financiering via vreemd of eigen vermogen, … tot en met de vereffening van een vennootschap. Hierbij komen de volgende topics aan bod: bezoldiging van bedrijfs-leiders, extra pensioenvoorzieningen, leasen of kopen, de holding, voorraadwaardering en voorraadsystemen, …

In deel II worden de basisregels van de vennootschapsbelasting uiteengezet. Voor wie niet vertrouwd is met fiscale wetgeving, is lectuur van deel II aan te raden; het laat toe om deel I met inzicht en kennis van de gebruikelijke terminologie te benaderen.

Uw vennootschap en de fiscus 2de editie

Reeks Fiscale topics | 2014 | ISBN 978-94-000-0549-5 | xxiv + 438 blz. | paperback | a 69

Fax deze antwoordkaart naar Intersentia 03 658 71 21

Ja, ik bestel ................. ex. van het boek Uw vennootschap en de fiscus ( ISBN 978-94-000-0549-5) aan 69 euro ( incl. btw, excl. verzendkosten ) per exem-plaar.

Ik betaal pas na ontvangst van de factuur, die mij samen met mijn bestelling wordt bezorgd.

Dhr. /Mevr.

Voornaam: Naam:

Bedrijf : Btw-nr. :

Straat : Nr. : Bus:

Postcode: Gemeente:

Telefoon: Fax:

E-mail :

Datum: Handtekening:

Groenstraat 312640 MortselBelgië

T +32 3 680 15 50F +32 3 658 71 [email protected] www.intersentia.be

Tina Tack Pieter Gillemon Georges Keymeulen Carl Van Biervliet Filip Vandenberghe Gabriëlla Van Lil

Page 34: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

34 2 014 / 3

Vingt ans de lutte anti-blanchiment en Belgique – Bilan et perspectives / Sous la coordination de Ch.-E. Clesse, C. NagelsBruylant, 2014. 250 p. (Collection Galets rouges)

Vingt ans déjà que la Belgique s’est dotée d’une loi spécifique en matière de lutte contre l’argent sale.

Les enjeux sont vastes et multiples :– des cadres normatifs nationaux impulsés

par des instances supranationales ;– à l’inverse, des pratiques de régulation

souvent à l’étroit dans des cadres natio-naux étriqués ;

– des illégalismes qui naviguent dans les eaux troubles des marchés financiers ;

– des difficultés à circonscrire les phéno-mènes que l’on désire combattre ;

– du lien entre infraction dépendante et délit préalable ;

– des mécanismes de détection impulsés légalement par des instances privées ;

– des rapports intéressés entre public et privé ;

– des populations finalement ciblées par le dispositif antiblanchiment…

L’ouvrage fait le bilan de vingt ans de lutte antiblanchiment en Belgique et en analyse les perspectives.

La table des matières complète peut être consultée sur le site de l’éditeur.

Prix : € 60Commander : http://fr.bruylant.larciergroup.com, tél. 0800 39 067

Btw-Handboek Editie 2014/ Editor: Henri Vandebergh.Larcier, 2014. 2 delen. 2120 p. (Nieuwe bijgewerkte editie)

Met de medewerking van: A. Bellens, C. Belmans, J. Boes, B. Buelens, Th. Charon, A. Claes, S. Clocheret, S. De Raedt, K. De-croix, M. Delanote, K. Heyrman, W. Huber, I. Massin, N. Muyshondt, W. Panis, B. Pee-ters, S. Van Herreweghe, F. Vandenberghe, Th. Vanhee, S. Vastmans

Het Btw-Handboek verduidelijkt op een overzichtelijke manier de toepassing van de soms complexe btw-regelgeving, en is logisch opgebouwd.Elk onderwerp wordt behandeld vanuit de basisprincipes van het stelsel, de Euro-peesrechtelijke beginselen. Geplaatst in dit kader wordt de Belgische btw-wetgeving ontleed met verwerking van de volledige vakliteratuur, (letterlijk) alle uitspraken van het Europees Hof van Justitie en van de Bel-gische rechtspraak.De gedetailleerde inhoudsopgave kan worden geraadpleegd op de website van de uitgever. (http://uitgeverijlarcier.larcier group.com Rechtstakken > Fiscaal recht > Indirecte belastingen)

Lees er ook het gesprek met enkele auteurs in Trends, en de recensie uit Fiscoloog 1392.

Prijs: € 451,00Bestellen: http://uitgeverijlarcier.larciergroup.com, tel. 0800/39 067

La vente immobilière. Aspects civils et fiscaux / F. Baltus, L. Barnich, T. Blockerye et autresAnthemis, 2014. 198 p. (Collection Patrimoines & Fiscalités)

De la portée juridique d’un compromis aux conséquences fiscales de la vente

Sont traités :– Questions particulières relatives à la for-

mation du contrat de vente / J. Fonteyn– Transmission familiale du patrimoine im-

mobilier / P. De Page– Acompte ou garantie au compromis de

la vente / L. Barnich– Opérations de démembrement de la

pleine propriété face aux nouvelles dis-positions anti-abus et régime de la taxa-tion étalée / T. Blockerye et P-O. van Caubergh

– Plus-values sur immeubles bâtis et non bâtis  : gestion normale du patrimoine privé, revenu divers ou revenu professi-onnel / L. Deklerck

– Responsabilité notariale et pièges fiscaux à la rédaction du compromis et de l’acte notarié – Questions particulières en droit d’enregistrement / A. Culot

– Livraisons de biens immeubles soumises à la TVA : questions particulières / F. Bal-tus

Plus d’information  et table des matières détaillée sur le site d’Anthemis

Prix : € 79Commander : www.anthemis.be, tél. 010 42 02 90

vakliteratuur

Page 35: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

35 2 014 / 3

Het familiebedrijf in vraag en antwoord. Over groei en continuïteit. Deel 1. Familie en relaties / P. De Schutter, Th. Van LoockeDe Boeck, 2014.

In Het familiebedrijf in vraag en antwoord willen de auteurs de belangrijkste uitdagin-gen voor familiebedrijven verder uitdiepen, en praktijkvoorbeelden, een praktisch stap-penplan en een duidelijke structuur bieden.

Het hoofdthema van dit eerste deel is de professionalisering van de intermenselijke en familiale relaties. Dit wordt uitgediept aan de hand van volgende topics:– Opvolging van het familiebedrijf– Behoorlijk bestuur van het bedrijf en de

familie– Missie – Visie – Strategie– Financieel beleid– Operationeel beleid– Marketingbeleid– Personeelsmanagement

Prijs: € 36Bestellen: [email protected], http://hoger.deboeck.com (Vakgebied Management & organisatie), tel. 0800 99 613

Les Sociétés. Traité Pratique de Droit Commercial. Tome 4. Volume I et II / Sous la direction de Ch. Jassogne / P. De Wolf, P. Hermant, G. Horsmans, Ch. Jassogne, J.-Ph. Lebeau, M. Lemal, G. Stevens, E. Van DaeleKluwer, 2014. 450 + 1250 p.

Dans ce tome 4 comportant deux volumes, tout le droit des sociétés est englobé, à l’exception de ce qui concerne les sociétés cotées ou ayant fait ou faisant publique-ment appel à l’épargne.« Tous les chapitres de ce tome 4 com-portent des exposés, des données, des analyses et des réflexions qui entendent contribuer à la bonne compréhension et à la juste application du droit des sociétés dans le moment présent » (dans le « préam-bule »).

L’ouvrage contient une table des matières bien détaillée (disponible sur le site de Klu-wer) ainsi qu’un index de manière à aider le lecteur à trouver rapidement la réponse qu’il recherche.

Prix : 519,14 €Commander : http://shop.kluwer.be/shop/fr_BE (domaine « juridique »), tél. 0800 16 868

Verkoop voor vrije beroepen / K. De BlickDie Keure, 2014. 165 p.

“De doelstelling van dit boek is om het commerciële beheer van vrije beroepen te verbeteren en te optimaliseren.Alhoewel alle bevindingen in dit boek op wetenschappelijk onderzoek zijn geba-seerd en een grote validiteit bezitten, is het niet steeds eenvoudig om dergelijke theo-rieën ook in de praktijk om te zetten. Ener-zijds trachten we dit op te vangen door de geboden theorie telkens te illustreren met praktijkvoorbeelden, anderzijds hebben we geopteerd om een totaalaanpak te schet-sen uit de praktijk gegrepen”. (Uit ‘Opzet van dit boek’)

Meer informatie en een beknopte inhouds-tafel staan op de website van de uitgever:http://businessandeconomics.diekeure.be (rubriek ‘Marketing & Communicatie’).

Prijs: € 28Bestellen: http://businessandeconomics.diekeure.be, tel. 050 47 12 89

vakliteratuur

Page 36: Accountancy & Tax 2014 Editie 3

Accountancy&Tax