Abvakabo FNV Barometer Jeugdzorg · -Transitie: De verantwoordelijkheid voor de gehele jeugdzorg...
Transcript of Abvakabo FNV Barometer Jeugdzorg · -Transitie: De verantwoordelijkheid voor de gehele jeugdzorg...
Abvakabo FNV – Barometer JeugdzorgRapportage
September 2013
Kenmerk: 10875
Inhoud
Achtergrond 3
Management Summary 4
Resultaten
De transitie 9
De transformatie 17
Professionalisering 24
Algemeen 32
Samenstelling steekproef 37
Inhoud
pag. 2
Achtergrond
In het najaar van 2013 wordt er een besluit genomen over een eventuele wetswijziging in de jeugdzorg. Deze
wijziging omvat drie aspecten:
- Transitie: De verantwoordelijkheid voor de gehele jeugdzorg wordt hierbij overgedragen aan gemeenten. Deze
transitie moet ervoor zorgen dat de jeugdzorg minder complex wordt waardoor betere zorg geleverd kan worden.
- Transformatie: Dit is een verandering in de manier van werken: het recht op jeugdzorg verdwijnt (en daarmee de
wachtlijsten). Mensen moeten en kunnen zelf de zorg aanvragen. Belangrijk principe hierbij is “één gezin een
plan’, dat wil zeggen dat het kind en zijn omgeving centraal moeten staan en niet de verschillende
jeugdzorgorganisaties.
- Professionaliseringstraject: gedwongen jeugdzorginstellingen worden verplicht om met geregistreerde
professionals te werken. Doorlopende bij- en nascholing is een voorwaarde voor jeugdzorgwerkers om
geregistreerd te blijven. Daarnaast komt er tuchtrecht.
Bovengenoemde wijzigingen brengen voor de werknemers in de jeugdzorg onzekerheid met zich mee. Organisaties
zullen verdwijnen, maar het is nog niet duidelijk wat de nieuwe situatie precies wordt. Abvakabo FNV wil graag de
werkgelegenheid voor de jeugdwerkers behouden. Daarnaast wil zij aandacht geven aan de positie van de
jeugdwerkers.
Doel onderzoek: Abvakabo FNV wil de mening van haar achterban (de jeugdwerkers) over de transitie, transformatie
en professionalisering achterhalen. Deze mening wil Abvakabo FNV gebruiken om de politiek en de publieke opinie te
beïnvloeden.
Achtergrond
pag. 3
Management
summary
Transitie in het kort
Management Summary
pag. 5Barometer Jeugdzorg
86%
+ De organisatie van de jeugdzorg
wordt (beter) aangepast op lokale
omstandigheden 42%
- De kwaliteit van de zorg gaat
verschillen tussen gemeenten 89%
Invloed algemeen
100%
Invloed eigen situatie
46%
98%
+ Het beeld van de jeugdzorg wordt
beter 13%
- Mijn baan wordt minder zeker 75%
8,0
Kennis
Bekend via werkgever (93%) en
media (59%)
Verantwoordelijkheid bij gemeenten
(99%) ; ingangsdatum 1-1-15 (94%)
De transitie heeft een goede bekendheid, 9 op de 10 leden is redelijk tot volledig op de hoogte. Dit blijkt ook uit de
verschillende aspecten waaruit de transitie bestaat, deze zijn allemaal voor een meerderheid bekend.
Het best bekend is het aspect dat de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij gemeenten komt te liggen. Dit is meteen ook
het aspect waar belangrijke positieve en negatieve gevolgen aan worden gekoppeld. Leden vinden het prettig dat de zorg
een lokaal karakter krijgt, zowel in het algemeen als voor de eigen situatie. De verantwoordelijkheid van gemeentes zorgt er
echter ook voor dat er een kwaliteitsverschil tussen gemeenten komt. Leden verwachten ook dat de prijs een belangrijke rol
gaat spelen, dit kan een versterkend effect hebben op het kwaliteitsverschil tussen gemeenten. Een groot negatief gevolg
zijn de banen die in de sector op het spel staan.
Verwachte
gevolgen:
Verwachte
gevolgen:
Positief Positief NegatiefNegatief
Transformatie in het kort
Management Summary
pag. 6Barometer Jeugdzorg
Invloed algemeen
+ Cliënten en hun ouders krijgen
met minder verschillende instellingen
te maken 42%
- Er zal vooral gekeken worden naar
prijs van de zorg 78%
78% 98%
Invloed eigen situatie
+ Het beeld van de jeugdzorg wordt
beter 15%
- Mijn baan wordt minder zeker 68%
40%
94%6,1
Kennis
Bekend via werkgever (77%) en
media (40%)
ingangsdatum 1-1-15 (73%) ;
mensen moeten/kunnen zelf zorg
aanvragen (50%)
De transformatie is het minst bekende onderdeel, slechts twee derde van de leden is matig tot goed bekend met dit begrip. Dit blijkt
ook uit de verschillende aspecten die onder transformatie vallen. De leden zijn hier slecht bekend mee. Alleen de ingangsdatum (die
gelijk is aan de transitie) is redelijk goed bekend, de aspecten die de inhoud betreffen zijn slechts bij de helft of nog minder van de
leden bekend.
Net als bij de transitie is een positief gevolg van de transformatie kortere lijnen/ minder organisaties waar cliënten mee te maken
krijgen. Aan de andere kant is ook hier de kans op banenverlies een groot negatief gevolg.
Verwachte
gevolgen:
Verwachte
gevolgen:
Positief Positief NegatiefNegatief
Professionalisering in het kort
Management Summary
pag. 7Barometer Jeugdzorg
+ Het beeld van de jeugdzorg wordt
beter 46%
- Er zullen banen verdwijnen 45%
Invloed algemeen
86% 77%
Invloed eigen situatie
+ Ik moet bijscholing / nascholing
gaan volgen 61%
- Ik krijg minder tijd voor mijn
werkzaamheden 37%
81% 75%7,2
Kennis
Bekend via werkgever (88%) en
media (40%)
Bij- en nascholing noodzakelijk
(86%) ; geregistreerde professionals
verplicht in gedwongen jeugdzorg
(83%)
De professionalisering is onder een meerderheid bekend, ook de inhoudelijke aspecten zijn goed bekend. Veel leden zien positieve
gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. De bij- en nascholing wordt goed ontvangen, dit zorgt volgens leden ook voor
een goede kwaliteit van de zorg, waardoor ook het beeld van de jeugdzorg beter wordt.
De angst op baanverlies is er slechts bij een minderheid. Wel maken mensen zich zorgen over de bekostiging van de scholing. Men
is bang hier zelf voor op te draaien. Wanneer het aan de medewerkers ligt, zal de werkgever voor de bekostiging van de scholing
moeten zorgen. Scholing heeft ook invloed op de beschikbare tijd van werknemers. Zij verwachten minder tijd voor de
werkzaamheden over te houden en meer tijd kwijt te zijn met administratie.
Verwachte
gevolgen:
Verwachte
gevolgen:
Positief Positief NegatiefNegatief
Vergelijkingen
De transitie is het best bekend onder leden, de
transformatie het minst. Bij de transformatie valt het op dat
de inhoud ook slecht bekend is, bij de andere twee
aspecten zijn deze goed bekend.
De professionalisering wordt het meest positief
beoordeeld, dit is het enige aspect waar men vaker
positieve gevolgen kan noemen dan negatieve. De
onzekerheid op banen wordt hierbij veruit het minst vaak
benoemd, daarnaast zorgt professionalisering vaker voor
leuker werk en betere zorg. Alle drie de maatregelen
zorgen voor meer administratie en minder tijd voor de
werkzaamheden.
Management Summary
pag. 8Barometer Jeugdzorg
Transitie Transformatieprofessionalisering
Positief
Ik kan betere zorg leveren 6% 5% 26%
Mijn werk wordt leuker 4% 4% 11%
Negatief
Mijn baan wordt minder
zeker75% 68% 34%
Ik krijg minder tijd voor
mijn werkzaamheden40% 40% 37%
Ik zal meer bezig zijn met
administratie33% 32% 31%
Mijn werk wordt minder
leuk26% 27% 9%
BJZ / J&O
Werknemers van een bureau
jeugdzorg zijn vaker door hun
werkgever over de drie begrippen
geïnformeerd dan werknemers bij
organisaties J&O.
Werknemers BJZ geven vaker aan
dat de transformatie en transitie ten
koste gaat van kwaliteit en het
aantal banen.
KENNIS
Mensen met veel kennis van de
begrippen transitie en
transformatie geven vaker aan
dat er banen gaan verdwijnen
dan mensen met beperkte
kennis. Met betrekking tot de
professionalisering noemen ze dit
juist minder vaak. Zij zijn ook
positiever over de
professionalisering dan mensen
met minder kennis.
LEEFTIJD
Oudere werknemers (55+) geven vaker
dan jongere werknemers (-34) aan op de
hoogte te zijn van de 3 begrippen.
Opvallend is dat deze oudere werknemers
vaker via de vakbond geïnformeerd zijn
dan de jongere werknemers.
Jonge (-34) werknemers zijn vaker positief
over de gevolgen van de transformatie en
de professionalisering dan hun oudere
collega’s
Resultaten
De transitie
Vanaf 2015 wordt de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg van het Rijk en de provincies
overgedragen aan de gemeenten. Dit wordt de transitie van de jeugdzorg genoemd. De landelijke
en provinciale kaders die we nu kennen, verdwijnen na de overheveling naar gemeenten.
Hierdoor krijgen de gemeenten meer vrijheid om de jeugdzorg te organiseren en financieren. Dit
houdt ook in dat de uitvoering van jeugdzorg vanaf 2015 mag worden aanbesteed onder
verschillende jeugdzorgorganisaties.
16%
4%
38%
50%
59%
93%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Anders, namelijk:
Van familie / vrienden
Van mijn vakbond
Van collega s
Uit de media
Van mijn werkgever
Hoe heb je informatie verkregen over de transitie?
Basis: (enigszins) bekend (n=1.200)
Meerderheid is op de hoogte van de transitie
De transitie is goed bekend, 48% geeft aan (bijna) volledig
bekend te zijn met dit begrip. 10% is niet tot weinig op de
hoogte, binnen deze groep is slechts 1% helemaal niet op de
hoogte van de transitie.
Leeftijd speelt een belangrijke rol in de bekendheid: hoe ouder
leden zijn, des te bekender zijn ze met het begrip transitie.
Een grote meerderheid van de leden (93%) heeft informatie van
zijn/haar werkgever ontvangen. Daarnaast zijn ook de media
(59%) en collega’s (59%) belangrijke bronnen voor informatie
over de transitie. 38% geeft aan via de vakbond informatie te
hebben verkregen.
Werknemers van 34 jaar of jonger zijn minder vaak (27%) dan
hun oudere collega's via hun vakbond geïnformeerd over de
transitie.
Resultaten – de transitie
pag. 10Barometer Jeugdzorg
1 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 11
10% 42% 48%
Hoeveel weet je van de transitie?
1=niets ; 11 = volledig op de hoogteBasis= iedereen (n=1.217)
8,0
-34 35-44 45-54 55+
1 t/m 5 12% 11% 12% 7%
6 t/m 8 52% 42% 38% 37%
9 t/m 11 36% 47% 50% 56%
OR, gemeente, internet
(zelf gezocht)
Verschuiving verantwoordelijkheid naar gemeentes best bekende aspect
van transitie
De transitie is op te splitsen in een aantal aspecten. Bijna iedereen die enigszins bekend is met de transitie is op de hoogte
van het feit dat de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij de gemeente komt te liggen (99%). Ook de invoerdatum van de
transitie; 1 januari 2015; is goed bekend (94%). Daarnaast is ook een groot deel van de leden op de hoogte van de vrijheid
van gemeentes in het organiseren (93%) en het financieren (91%). De minst bekende onderdelen van de transitie zijn het feit
dat de uitvoering mag worden aanbesteed (76%) en het feit dat de landelijke kaders gaan verdwijnen (67%).
Resultaten – de transitie
pag. 11Barometer Jeugdzorg
0%
67%
76%
91%
93%
94%
99%
0% 20% 40% 60% 80% 100% 120%
Geen van bovenstaande
Dat de landelijke kaders gaan verdwijnen
Dat de uitvoering van jeugdzorg zal mogen wordenaanbesteed
Financieren: Dat gemeenten meer vrijheid zullenkrijgen om de jeugdzorg te financieren
Organiseren: Dat gemeenten meer vrijheid zullenkrijgen om de jeugdzorg te organiseren
Dat de transitie plaatsvindt per 1 januari 2015
Dat de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg bij degemeenten zal komen te liggen
Welke van deze aspecten van de transitie waren je vóór deze vragenlijst al bekend?
Basis: (enigszins) bekend (n=1.200)
Gemeentes en organisaties zijn nog niet klaar voor de transitie
De transitie gaat in op januari 2015. Slechts een klein deel denkt dat de eigen organisatie (6%) en de gemeentes (1%) hier
klaar voor zijn.
Hoewel de eigen organisaties er op dit moment nog niet klaar voor zijn, denkt de helft van de leden dat hun eigen organisatie
in januari 2015 wel klaar zal zijn voor de transitie (47%). Ruim een derde denkt echter dat hun eigen organisatie ook in januari
2015 nog niet klaar zal zijn voor de transitie (38%). De gemeentes staan er minder goed voor, hierbij geeft een grote
meerderheid (79%) van de leden aan dat januari 2015 te snel komt.
Medewerkers van een bureau van jeugdzorg (86%) denken vaker dan medewerkers van een organisatie voor jeugd- en
opvoedhulp (72%) dat januari 2015 voor gemeenten te kort dag is voor de transitie. 43% (vs. 33%) geeft aan dat de transitie
voor hun eigen organisatie te kort dag is.
Resultaten – de transitie
pag. 12Barometer Jeugdzorg
79%
38%
9%
47% 6%
12%
8%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
De gemeenten
De organisatie waar jij werkt
Denk je dat de gemeenten en de organisatie waar jij werkt, klaar zijn voor de transitie?
Basis: Iedereen (n=1.217)
Nee, januari 2015 is te snel Nog niet, maar in januari 2015 wel
Ja, zij zijn er al klaar voor Weet ik niet
14%
15%
4%
9%
17%
18%
29%
30%
37%
42%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
De jeugd zal betere zorg krijgen
De organisatie van de jeugdzorg wordt duidelijker
De financiering van de jeugdzorg wordt duidelijker
De zorg wordt goedkoper
De lijnen tussen overheid en jeugdzorg worden korter
Door aanbesteding houden jeugdzorgorganisatieselkaar scherp
Cliënten en hun ouders krijgen met minderverschillende instellingen te maken
De organisatie van de jeugdzorg wordt (beter)aangepast op lokale omstandigheden
Welke positieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transitie van de jeugdzorg?
Basis: iedereen (n=1.217)
Aanpassing lokale omstandigheden meest positieve punt van transitie
De transitie zal positieve en negatieve gevolgen hebben. 86% van de leden verwacht één of meerdere positieve gevolgen
naar aanleiding van de transitie. 42% geeft hierbij aan het positief te vinden dat de organisatie van de jeugdzorg beter
aangepast wordt op lokale omstandigheden. Ook het feit dat cliënten en hun ouders met minder instellingen te maken krijgen
(37%) wordt relatief vaak als positief gevolg gezien. Medewerkers van 55 jaar en ouder zijn hier het meest positief over
(42%).
Slechts een klein deel van de leden denkt dat de transitie zal leiden tot een betere zorg voor de jeugd (4%) en/of een
duidelijker organisatie van de jeugdzorg (9%).
Resultaten – de transitie
pag. 13Barometer Jeugdzorg
86%
Medewerkers van bureaus voor
jeugdzorg noemen relatief dat de
aanbestedingen
jeugdzorgorganisaties scherp
houden. Zij zijn wel beter op de
hoogte van het aanbesteden dan
medewerkers bij organisaties van
J&O, wellicht zien zij hierdoor ook
meer nadelen hieraan.
Leden met een (bijna) volledige
kennis (40%) denken vaker dan
leden met een beperkte kennis
(30%) dat cliënten en hun ouders
met minder verschillende
instellingen te maken krijgen en dat
de organisatie van de jeugdzorg
aangepast wordt op lokale
omstandigheden (47% vs. 26%).
- Jeugdzorg wordt
laagdrempeliger/
toegankelijker
- Zorg dichtbij
- Betere samenwerking
tussen organisatie
Kwaliteitsverschil en banenverlies belangrijkste negatieve gevolgen
Alle werknemers zien een of meerdere algemene nadelen bij de invoer van de transitie. Door de verantwoordelijkheid voor de
jeugdzorg bij de gemeenten te leggen, is 89% van de werknemers bang dat dit een kwaliteitsverschil tussen gemeentes zal
opleveren. Werknemers die een (bijna) volledige kennis over de transitie hebben geven dit nog vaker aan (92%).
Ook denkt 88% dat de transitie zal leiden tot het verdwijnen van banen. De transitie betekent ook dat gemeentes vrijheid
krijgen in de financiering van jeugdzorg, ze mogen ook aanbesteden. 86% denkt dat hierdoor vooral gekeken zal worden naar
de prijs van de zorg en niet naar andere aspecten.
Resultaten – de transitie
pag. 14Barometer Jeugdzorg
0%
44%
47%
47%
47%
63%
79%
86%
88%
89%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
De financiering van de jeugdzorg wordtonoverzichtelijker
Jeugdzorgorganisaties zullen meer bezig zijn metadministratie
Meer bureaucratie
De kwaliteit van de zorg wordt minder goed
Specialistische kennis gaat verloren
Er zal vooral gekeken worden naar prijs van dezorg
Er zullen banen verdwijnen
De kwaliteit van de zorg gaat verschillen tussengemeenten
Welke negatieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transitie van de jeugdzorg?
Basis: iedereen (n=1.217) 100%
Medewerkers van bureaus
voor jeugdzorg geven vaker
dan medewerkers van
organisaties voor jeugd en
opvoedhulp aan dat zij
verwachten dat de transitie
een negatief effect zal
hebben op de kwaliteit.
Medewerkers van
organisaties voor J&O geven
daarentegen weer vaker aan
meer bezig zullen zijn met
administratie.
Cliënten worden de dupe ; cliënten krijgen met meer organisaties te maken ;
versnippering; gemeenten hebben te weinig kennis
Minder dan de helft van leden verwacht positieve gevolgen naar
aanleiding van transitieSlechts 46% van de leden verwacht één of meerdere positieve gevolgen voor zijn/haar eigen situatie naar aanleiding van de
transitie.
De meest genoemde positieve gevolgen zijn het betere beeld van de jeugdzorg (13%) en dat men minder ver hoeft te reizen
(11%). Een kwart noemt nog andere gevolgen. Hierbij benoemt men onder andere de voordelen dat men dichter bij de cliënt
komt te staan en dat er kortere lijnen zullen komen. Daarnaast denkt men dat het werk gevarieerder wordt.
Resultaten – de transitie
pag. 15Barometer Jeugdzorg
54%
26%
4%
6%
11%
13%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Mijn werk wordt leuker
Ik kan betere zorg leveren
Ik zal minder ver hoeven reizen doordat dezorg per gemeente geregeld wordt
Het beeld van de jeugdzorg wordt beter
Welke positieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transitie van de
jeugdzorg?Basis: iedereen (n=1.217)
46%
- Dichter bij de cliënt
- Kortere lijnen, meer en
betere samenwerking
tussen collega's en andere
organisaties
- Het werk wordt
gevarieerder, dynamischer
Driekwart van werknemers denkt dat baan minder zeker is door transitie
Resultaten – de transitie
pag. 16Barometer Jeugdzorg
2%
35%
26%
32%
33%
40%
40%
75%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Mijn werk wordt minder leuk
Ik moet meer op de kosten gaan letten
Ik zal meer bezig zijn met administratie
Mijn baan zal verdwijnen
Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden
Mijn baan wordt minder zeker
Welke negatieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transitie van de
jeugdzorg?Basis: iedereen (n=1.217)98%
Bij de algemene aspecten gaf een grote meerderheid al aan dat de transitie volgens hen tot banenverlies zou leiden. 75%
denkt dan ook aan dat zijn/haar eigen baan minder zeker wordt. 40% geeft zelfs aan dat zijn/haar baan zal verdwijnen. Ook
ziet men negatieve veranderingen in de werkzaamheden. 40% denkt minder tijd te krijgen voor zijn/haar werkzaamheden,
33% denkt meer tijd bezig te zijn met administratie. Een kwart van de medewerkers denkt dat zijn/haar baan minder leuk
wordt.
Leden met een beperkte kennis over de transitie geven relatief vaak aan dat ze meer bezig zullen zijn met de administratie
(49%). Van de leden met een (bijna) volledige kennis geeft slechts 28% dit aan.
Medewerkers van bureaus voor jeugdzorg
geven vaker aan dat hun baan door de transitie
zal verdwijnen (49%) dan medewerkers van
organisaties voor Jeugd- en opvoedhulp (30%).
Medewerkers J&O zien daarentegen meer
nadelen in hun werkzaamheden. Zij geven
vaker aan meer op de kosten te moeten gaan
letten, minder tijd voor hun werkzaamheden te
krijgen en meer bezig te zijn met administratie.
- Er is nog veel onduidelijk over eigen situatie,
onzekerheid, onrust op de werkvloer, concurrentie
tussen collega’s om banen te behouden
- Men verwacht minder kwaliteit te kunnen leveren
- De specialistische kennis van mensen verdwijnt
Resultaten
De transformatie
Ook de manier van werken zal veranderen per 2015. De formele verandering is dat het recht op
jeugdzorg verdwijnt: het gevolg is dat mensen zorg niet meer automatisch aangereikt krijgen.
Dat houdt in dat zij zelf de zorg kunnen / moeten aanvragen, die zij willen ontvangen. Dit wordt
de transformatie van de jeugdzorg genoemd.
Meerderheid is niet heel goed op de hoogte van de transformatie
Slechts een vijfde van de medewerkers (21%) is (bijna) volledig
op de hoogte van de transformatie. Een groter deel is hier
voorzichtiger in; 45% waardeert hun kennis met een 6 t/m 8. Een
derde is slechts beperkt op de hoogte van de transformatie.
Hiervan geeft 5% aan helemaal niet op de hoogte te zijn van de
transformatie. Net als bij de transitie, speelt ook bij de kennis
over de transformatie de leeftijd van de medewerkers een rol.
Medewerkers van 55 jaar en ouder zijn vaker (27%) dan
medewerkers van 34 jaar en jonger (17%) (bijna) volledig op de
hoogte.
De werkgever is een belangrijke informatiebron met betrekking
tot de transformatie (77%). Daarnaast zijn ook de media (40%)
en collega's (35%) bronnen om informatie te krijgen over de
transformatie. 16% geeft aan een andere bron gebruikt te
hebben. Zij zijn bijvoorbeeld door de OR of gemeente
geïnformeerd. Ook heeft men zelf op internet naar informatie
gezocht.
De vakbond is voor oudere werknemers (34% 55+’ers vaker een
bron voor informatie dan voor jongere werknemers (18% van -34
jaar).
Resultaten – de transformatie
pag. 18Barometer Jeugdzorg
1 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 11
34% 45% 21%
Hoeveel weet je van de transformatie?
1=niets ; 11 = volledig op de hoogteBasis= iedereen (n=1.217)
6,1
-34 35-44 45-54 55+
1 t/m 5 34% 35% 37% 31%
6 t/m 8 50% 46% 42% 43%
9 t/m 11 17% 19% 21% 27%
16%
3%
26%
35%
40%
77%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Anders, namelijk:
Van familie / vrienden
Van mijn vakbond
Van collega s
Uit de media
Van mijn werkgever
Hoe heb je informatie verkregen over de transformatie?
Basis: (enigszins) bekend met transformatie (n=1.161)Meerdere antwoorden mogelijk
OR, gemeente, internet
(zelf gezocht)
BJZ: 23%
J&O:30%
Matige bekendheid van aspecten transformatie
Van de genoemde aspecten is men het best op de hoogte van de ingangsdatum (73%). Voor de helft van de leden is het
bekend dat mensen zelf zorg kunnen/moeten aanvragen. Het minst bekend is het feit dat het recht op jeugdzorg zal
verdwijnen (41%). Dit aspect is bij medewerkers van een bureau voor jeugdzorg beter bekend (48%) dan bij medewerkers
van een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp.
Voor 14% waren alle genoemde aspecten nog onbekend, hoewel zij wel aangaven enigszins op de hoogte te zijn van de
transformatie. De aspecten zijn met name onbekend voor leden die aangaven over een beperkte kennis te beschikken (32%).
Resultaten – de transformatie
pag. 19Barometer Jeugdzorg
14%
41%
44%
50%
73%
0% 50% 100%
Geen van bovenstaande
Dat het recht op jeugdzorg zal verdwijnen
Dat mensen zorg niet meer automatischaangereikt krijgen
Dat mensen zélf de zorg kunnen / moetenaanvragen, die zij willen ontvangen
Dat de transformatie plaatsvindt per 1januari 2015
Welke van deze aspecten van de transformatie waren je vóór deze enquête al bekend?
Basis: (enigszins) bekend met transformatie (n=1.161)Meerdere antwoorden mogelijk
BJZ: 48%
J&O:35%
Jeugdzorg wordt voor cliënt en ouder overzichtelijker
78% van de leden ziet één of meerdere positieve gevolgen naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg. De twee
meest positieve gevolgen hebben te maken met een duidelijker, overzichtelijkere inrichting van de jeugdzorg. 42% van de
leden vindt het positief dat cliënten en hun ouders met minder instellingen te maken krijgen, daarnaast geeft 34% aan het
positief te vinden dat men minder doorverwijzingen nodig heeft.
Slechts een klein deel verwacht minder bureaucratie (12%) of minder administratie (%) als gevolg van de transformatie.
Resultaten – de transformatie
pag. 20Barometer Jeugdzorg
22%
7%
6%
12%
14%
18%
19%
26%
34%
42%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Minder administratie
Minder bureaucratie
Nodig: Cliënten krijgen sneller de zorg die ze nodighebben
Zoeken: Cliënten krijgen sneller de zorg die ze zoeken
De wachtlijsten worden korter
Dat de zorg goedkoper kan
Minder doorverwijzingen
Cliënten en hun ouders krijgen met minderverschillende instellingen te maken
Welke positieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg?
Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk
78%
De twee meest genoemde gevolgen
worden extra benadrukt door leden
met een (bijna) volledige kennis. Zij
geven vaker dan leden met een
beperkte kennis aan dat cliënten met
minder instellingen (48% vs. 34%
beperkte kennis) en met minder
doorverwijzingen (48% vs. 28%
beperkte kennis) te maken krijgen.
Het gevolg over de wachtlijsten wordt
door mensen met (bijna) volledige
kennis juist minder gesteund. Slechts
16% denkt dat de wachtlijsten korter
zullen worden (v2. 23% beperkte
kennis).
- Meer gebruik van eigen netwerk en
eigen kracht van mensen
- Betere afstemming op de hulpvraag
- Betere motivatie van cliënten
BJZ: 15%
J&O: 24%
BJZ: 11%
J&O: 19%
Door transformatie zal vooral gekeken naar de prijs van de zorg
Bijna alle leden zien één of meerdere negatieve gevolgen naar aanleiding van de transformatie. 78% denkt dat door de
transformatie vooral gekeken zal worden naar de prijs van de zorg, ook denkt driekwart dat er banen zullen verdwijnen. Leden
die (bijna) volledig geïnformeerd zijn geven dit nog vaker aan (82% vs. 69% beperkte kennis). Daarnaast geeft een
meerderheid (67%) aan dat mensen die zorg nodig hebben, niet meer bij jeugdzorg terecht komen. Dit wordt nog extra
ondersteund in de anders, namelijk. Hier benoemen veel leden dat er binnen de jeugdzorg groepen mensen zijn die niet zelf
aankloppen, vaak zijn dit juist de gezinnen waar wel hulp nodig is. Dit gevolg wordt door leden met een beperkte kennis over
de transformatie vaker genoemd (72%) dan leden met een (bijna) volledig kennis (63%).
Resultaten – de transformatie
pag. 21Barometer Jeugdzorg
2%
17%
36%
36%
56%
56%
58%
67%
75%
78%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Meer bureaucratie
Jeugdzorgorganisaties zullen meer bezig zijn metadministratie
De kwaliteit van de zorg wordt minder goed
Cliënten krijgen niet de zorg die ze nodig hebben
Cliënten en hun ouders weten niet meer waar zekunnen aankloppen
Mensen die zorg nodig hebben, komen helemaal nietmeer bij jeugdzorg terecht
Er zullen banen verdwijnen
Er zal vooral gekeken worden naar prijs van de zorg
Welke negatieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de transformatie van de jeugdzorg?
Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk
98%
- Zorgmijders kloppen niet aan, terwijl dit
juist de kwetsbare groep is
- Cliënten weten niet wat het aanbod is,
wat er mogelijk is
De mindere kwaliteit staat
relatief laag in de lijst met
negatieve gevolgen. Onder
leden met een (bijna)
volledige kennis staat dit
gevolg echter op derde
positie, 65% van hen geeft
dit aan (vs. 50% beperkte
kennis). Ook leden die
werkzaam zijn bij een
bureau voor jeugdzorg
geven vaak aan dat de
kwaliteit van de zorg minder
wordt.BJZ: 60%
J&O: 52%
Positiever beeld jeugdzorg
40% van de leden verwacht één of meerdere positieve gevolgen voor zijn/haar eigen situatie naar aanleiding van de
transformatie. 15% verwacht dat het beeld van de jeugdzorg beter wordt, 11% verwacht meer tijd aan de cliënten te kunnen
besteden. 15% noemt een ander gevolg. Hierbij verwacht een groot deel dat de cliënten gemotiveerder zijn, hierdoor kan het
werk leuker, makkelijker of sneller gaan. Voor een gedeelte is het nog niet helemaal duidelijk wat de positieve gevolgen zijn.
Leden met een (bijna) volledige kennis over de transformatie zijn positiever over de gevolgen dan leden met een beperkte
kennis. Van de leden met een (bijna) volledige kennis ziet 49% één of meerdere positieve gevolgen, van de leden met een
beperkte kennis is dit slechts 37%.
Resultaten – de transformatie
pag. 22Barometer Jeugdzorg
60%
15%
4%
5%
5%
11%
15%
0% 50% 100%
Geen
Anders
Mijn werk wordt leuker
Ik kan betere zorg leveren
Ik zal minder bezig zijn met administratie
Ik kan meer tijd besteden aan mijn cliënten
Het beeld van de jeugdzorg wordt beter
Welke positieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transformatie van de
jeugdzorg?Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk
40%
- Cliënten zijn
gemotiveerder, dat
maakt het werk leuker
en makkelijker
- Nog niet duidelijk
Ook de jongere leden zijn positiever. Van de
leden onder de 34 jaar ziet 45% positieve
gevolgen, van de 45-54-jarigen is dit slechts
35%. Tussen de leeftijdsgroepen zit met
name verschil in de verwachte tijdsbesteding.
16% van de leden van 34 of jonger en 13%
van de 35-44-jarigen verwachten dat zij door
de transformatie meer tijd kunnen besteden
aan de cliënten. Van de oudere leden is dit
slechts 8%.
Transformatie zorgt voor onzekerheid baan, met name bij bureau
voor jeugdzorg94% van de leden verwacht naar aanleiding van de transformatie één of meerdere negatieve gevolgen voor zijn of haar eigen
situatie. 68% verwacht dat zijn of haar baan minder zeker wordt, 39% denkt of weet zelfs dat zijn/haar baan zal verdwijnen.
Leden die (bijna) volledig geïnformeerd zijn over de transformatie zijn hier nog negatiever over (respectievelijk 73% minder
zeker; 46% baan verdwijnen).
De overige gevolgen worden juist minder vaak genoemd door leden met een (bijna) volledige kennis, leden met een
middelmatige kennis geven het vaakst deze gevolgen op. Zo denkt slechts 34% dat hij/zij minder tijd krijgt voor zijn/haar
werkzaamheden (vs. 43% middelmatige kennis).
Resultaten – de transformatie
pag. 23Barometer Jeugdzorg
6%
15%
27%
32%
36%
39%
40%
68%
0% 20% 40% 60% 80%
Geen
Anders
Mijn werk wordt minder leuk
Ik zal meer bezig zijn met administratie
Ik moet meer op de kosten gaan letten
Mijn baan zal verdwijnen
Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden
Mijn baan wordt minder zeker
Welke negatieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de transformatie van de
jeugdzorg?Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk 94%
Leden die werkzaam zijn bij een bureau
voor jeugdzorg verwachten vaker dat
hun baan zal verdwijnen dan
medewerkers bij een organisatie voor
Jeugd- en opvoedhulp.
De overige gevolgen worden juist vaker
benoemd door medewerkers bij een
organisatie voor J&O.
BJZ: 35%
J&O: 45%
ResultatenProfessionaliseringstraject
Er komt een tweede nieuwe wet die regelt dat de ‘gedwongen jeugdzorginstellingen’
(jeugdbescherming en jeugdreclassering) verplicht worden om met geregistreerde professionals te
werken. Doorlopende bij- en nascholing is een voorwaarde voor jeugdzorgwerkers om
geregistreerd te blijven. Dit wordt het professionaliseringstraject genoemd.
11%
3%
24%
24%
40%
88%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Anders, namelijk:
Van familie / vrienden
Uit de media
Van mijn vakbond
Van collega s
Van mijn werkgever
Hoe heb je informatie verkregen over het professionaliseringstraject?
Basis: (enigszins) bekend met professionaliseringstraject (n=1.188)Meerdere antwoorden mogelijk
Meerderheid op de hoogte van professionaliseringstraject
Een meerderheid is goed op de hoogte van het
professionaliseringstraject. 21% bezit slechts beperkte kennis.
42% heeft een middelmatige kennis en 38% geeft aan (bijna)
volledig op de hoogte te zijn van het professionaliseringstraject.
88% heeft via zijn of haar werkgever informatie verkregen over
het professionaliseringstraject. Ook collega's (40%) hebben hier
een rol in gespeeld. De vakbond en media zijn voor een kwart
een informatiebron geweest.
Oudere werknemers zijn het beste op de hoogte. Werknemers
van 55 jaar en ouder scoren op kennis gemiddeld 7,5 punt terwijl
jongere werknemers een 7,1 scoren. Wellicht speelt
informatievoorziening een rol. Werknemers van 55 jaar en ouder
geven vaker dan andere werknemers aan via de vakbond (30%)
geïnformeerd te zijn over het professionaliseringstraject (overige
groepen 20-23%).
Medewerkers bij een bureau voor jeugdzorg zijn ook goed
(gemiddeld 7,5) op de hoogte. Medewerkers van een organisatie
voor Jeugd- en opvoedhulp geven aan een gemiddelde kennis
te hebben met score 6,9. Bij deze twee groepen is ook een
verschil in informatievoorziening te zien. Werknemers bij een
bureau voor jeugdzorg hebben bijna allemaal (93%) informatie
van hun werkgever ontvangen, van de werknemers bij een
organisatie voor Jeugd en opvoedhulp is dit slechts 82%.
Resultaten - professionalisering
pag. 25Barometer Jeugdzorg
1 t/m 5 6 t/m 8 9 t/m 11
21% 42% 38%
Hoeveel weet je van het
professionaliseringstraject?
1=niets ; 11 = volledig op de hoogteBasis= iedereen (n=1.217)
7,2
-34 35-44 45-54 55+
1 t/m 5 20% 22% 22% 19%
6 t/m 8 44% 46% 41% 40%
9 t/m 11 35% 33% 37% 43%
Beroepsvereniging,
Jeugdzorg Nederland, OR
Inhoud professionaliseringstraject goed bekend
Meer dan 8 op de 10 leden is bekend met de twee genoemde aspecten binnen het professionaliseringstraject. Hierbij is de
doorlopende bij- en nascholing het best bekend (86%). Slechts 7% was van geen van beide aspecten op de hoogte.
Medewerkers van een bureau voor jeugdzorg gaven eerder al aan beter op de hoogte te zijn dan medewerkers bij een
organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp. Dit is ook zichtbaar in de kennis van onderstaande aspecten.
Resultaten - professionalisering
pag. 26Barometer Jeugdzorg
7%
83%
86%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen van bovenstaande
Dat gedwongen jeugdzorginstellingen metgeregistreerde professionals moeten gaan
werken
Dat doorlopende bij- en nascholingnoodzakelijk is om geregistreerd te blijven
Welke van deze aspecten van het professionaliseringstraject waren je vóór deze
enquête al bekend?Basis: (enigszins) bekend met professionaliseringstraject (n=1.188)
Meerdere antwoorden mogelijkBJZ: 92%
J&O: 78%
BJZ: 92%
J&O: 72%
Minder verschil in kwaliteit door professionalisering
Naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg verwacht 86% van de leden positieve gevolgen. 55% denkt dat
de verplichte registratie en bijbehorende bij- en nascholing zal leiden tot minder verschil in kwaliteit tussen de
jeugdzorgwerkers. Daarnaast geeft 46% aan dat het beeld van de jeugdzorg beter wordt.
Leden die (bijna) volledig geïnformeerd zijn over de professionalisering van de jeugdzorg verwachten vaker dan leden met
minder kennis de drie genoemde positieve gevolgen. Ook jongeren zijn positief. Leden van 34 jaar of jonger geven
verwachten alle drie de positieve gevolgen vaker dan andere leeftijdsgroepen. Zo geeft 62% aan dat de professionalisering
leidt tot minder verschil in kwaliteit tussen jeugdzorgwerkers.
Tussen medewerkers voor een bureau voor jeugdzorg en een organisatie voor Jeugd- en opvoedhulp is geen verschil.
Resultaten - professionalisering
pag. 27Barometer Jeugdzorg
14%
17%
36%
55%
46%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
De zorg wordt beter
Minder verschil in kwaliteit tussenjeugdzorgwerkers
Het beeld van de jeugdzorg wordt beter
Welke positieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de professionalisering van de jeugdzorg?
Basis: iedereen (n= 1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk 86%
- Meer (mogelijkheden
voor) ontwikkeling
- Kennis op orde
- Professionaliteit
Driekwart van leden ziet negatieve gevolgen naar aanleiding van
professionalisering77% van de leden ziet één of meerdere negatieve gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. Net iets minder dan
de helft (45%) geeft aan dat er banen zullen verdwijnen; 42% denkt dat jeugdzorgorganisaties meer bezig zullen zijn met
administratie. Een derde geeft nog een ander gevolg op. Veel genoemd worden de kosten die de bijscholing met zich mee
gaat brengen. Leden vragen zich af wie dit in deze tijden van bezuinigingen gaat betalen. Daarnaast zorgt scholing voor
minder tijd voor het daadwerkelijke werk. Verder lichten enkelen nog toe dat er bepaalde banen gaan verdwijnen. Zij zijn
vooral bang voor het verdwijnen van banen van mensen die goed in hun werk zijn, maar geen juiste papieren hebben en
mensen met een MBO-opleiding.
Leden die een (bijna) volledige kennis hebben zijn positiever dan leden met een beperkte kennis van de professionalisering.
Slechts 73% van de leden met een (bijna) volledige kennis geeft aan negatieve gevolgen te verwachten, tegenover 80% van
de mensen met een beperkte kennis.
Resultaten - professionalisering
pag. 28Barometer Jeugdzorg
23%
33%
42%
45%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Jeugdzorgorganisaties zullen meer bezigzijn met administratie
Er zullen banen verdwijnen
Welke negatieve gevolgen verwacht jij in het algemeen naar aanleiding van de professionalisering van de
jeugdzorg?Basis: iedereen (n= 1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk 77%
- Hogere kosten
- Door scholing minder tijd voor cliënten
- MBO’ers moeten plaatsmaken voor HBO’ers
- Mensen zonder papieren maar met goede kwaliteiten raken hun baan kwijt
- Registratie staat niet gelijk aan kwaliteit op de werkvloer
Leden met beperkte kennis geven
dan ook vaker dan leden met een
bijna volledige kennis aan dat er
banen zullen verdwijnen (50% vs.
41% volledige kennis) en dat
jeugdzorgorganisaties meer bezig
zullen zijn met administratie (45% vs.
36% volledige kennis).BJZ: 36%
J&O: 46%
Bijscholing voor meerderheid positief gevolg van professionalisering
Voor 81% van de leden brengt de professionalisering van de jeugdzorg positieve gevolgen met zich mee. Het meest
genoemde gevolg is het volgen van bijscholing en/of nascholing. Daarnaast verwacht 59% dat zijn/haar vak meer erkenning
krijgt.
Leden met (bijna) volledige kennis geven vaker (85%) dan leden met een beperkte kennis (75%) aan positieve gevolgen te
zien. Met alle genoemde gevolgen zijn zij het vaker eens.
Resultaten - professionalisering
pag. 29Barometer Jeugdzorg
19%
9%
11%
26%
59%
61%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Mijn werk wordt leuker
Ik kan betere zorg leveren
Mijn vak krijgt meer erkenning
Ik moet bijscholing / nascholing gaan volgen.
Welke positieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de professionalisering van
de jeugdzorg?Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk
81%
Ook leden van 34 jaar en jonger zijn
positief, 91% ziet positieve gevolgen naar
aanleiding van de professionalisering. Alle
positieve gevolgen worden door hen vaker
genoemd dan andere leeftijdsgroepen. Zo
geeft 76%aan bijscholing/nascholing een
positief gevolg te vinden. Ook 35-44-jarigen
noemen dit nog relatief vaak (66%).
Daarnaast noemen leden van 34 jaar en
jonger relatief vaak dat hun vak meer
erkenning krijgt (73%).
Minder tijd voor eigen werkzaamheden door professionalisering
Driekwart van de leden verwacht negatieve gevolgen naar aanleiding van de professionalisering. Ruim een derde (37%) geeft
aan minder tijd voor zijn werkzaamheden te krijgen, 34% geeft aan dat zijn baan minder zeker wordt.
Eerder gaf 61% al aan het een positief gevolg te vinden dat men bijscholing/nascholing moet gaan volgen. 17% geeft echter
aan dit juist een negatief gevolg te vinden.
19% noemt nog een ander negatief gevolg. Hier worden veelal de kosten genoemd. Men verwacht dat men zelf de kosten van
de bijscholing en/of registratie moet gaan betalen. Daarnaast geven enkelen aan dat er MBO-beroepen geen registratie
mogelijk is, dit terwijl de betreffende mensen wel een HBO-opleiding hebben gevolgd (bijvoorbeeld pedagogisch
medewerkers).
Resultaten - professionalisering
pag. 30Barometer Jeugdzorg
25%
19%
9%
17%
31%
34%
37%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Geen
Anders
Mijn werk wordt minder leuk
Ik moet bijscholing / nascholing gaan volgen..
Ik zal meer bezig zijn met administratie
Mijn baan wordt minder zeker
Ik krijg minder tijd voor mijn werkzaamheden
Welke negatieve gevolgen verwacht jij voor je eigen situatie naar aanleiding van de professionalisering van
de jeugdzorg?Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk
75%
- Kosten van de
bijscholing en
registratie
- Geen registratie
mogelijk door MBO-
functie (maar wel
HBO-diploma)
Leden die een (bijna) volledige kennis
hebben van de professionalisering, geven
veel minder vaak (26%) aan dat hun baan
minder zeker wordt dan mensen die
slechts beperkte kennis hebben (42%).
Ook geven ze minder vaak aan dat hun
werk minder leuk wordt (8% vs. 14%
beperkte kennis).
Eerder werd al duidelijk dat jongere leden
positief zijn over de professionalisering.
Wel geven zij relatief vaak aan dat zij
meer bezig zullen zijn met de
administratie (39%). Ze geven echter
sporadisch aan dat hun werk minder leuk
wordt (5%) en slechts een kwart geeft
aan dat hun baan minder zeker wordt. Dit
in tegenstelling tot leden van 55 jaar of
ouder; hiervan geeft 43% aan dat hun
baan minder zeker wordt.
Werkgevers verantwoordelijk voor kosten bij- en nascholing
Eerder gaven leden al aan dat zij de kosten van de registratie en/of bij- en nascholing een nadelig effect vinden van de
professionalisering. Men is bang dat men zelf (gedeeltelijk) de kosten moet vergoeden.
Voor de bijscholing en nascholing geeft een meerderheid aan dat de werkgever de kosten zou moeten dragen. Ook wordt
door 3 op de 10 leden aangegeven dat de overheid deze kosten moet gaan dragen.
Met betrekking tot de registratie zijn de meningen nog meer verdeeld. Hierbij geeft bijna de helft van de leden aan dat de
overheid deze kosten moet gaan dragen; 39% geeft aan dat de werkgever hier verantwoordelijk voor is.
Resultaten - professionalisering
pag. 31Barometer Jeugdzorg
39%
60%
64%
12%
11%
8%
49%
30%
28%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
De registratie
Nascholing
Bijscholing
De registratie en de na- en bijscholing zullen kosten met zich meebrengen. Wie moeten deze
kosten volgens jou gaan dragen?Basis: iedereen (n=1.217)
De werkgever De werknemer De overheid
ResultatenAlgemeen
Media heeft negatieve invloed op beeldvorming
Het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben, wordt volgens een meerderheid heel erg beïnvloed door de media (84%).
Slechts 3% geeft aan dat het beeld niet beïnvloed wordt door de media. Deze invloed van de media is negatief.
Dit negatieve beeld heeft voor de helft van de leden (47%) invloed op hoezeer zij zichzelf gewaardeerd voelen als
jeugdzorgmedewerker. Voor een vijfde heeft dit invloed op de mate van het genieten van een werk.
Voor ruim een derde (36%) heeft het beeld van andere mensen op de jeugdzorg geen invloed op zijn of haar werk.
Resultaten - algemeen
pag. 33Barometer Jeugdzorg
1% 2%10%
84%
1%
Denk je dat het beeld dat mensen hebben van de jeugdzorg beïnvloed is / wordt door
berichtgeving in de media?Basis: iedereen (n=1.217)
Nee, helemaal niet Nee, nauwelijks Neutraal
Ja, een beetje Ja, heel erg Weet niet / geen mening
94%:
Negatieve
invloed
5%
11%
20%
36%
47%
0% 10% 20% 30% 40% 50%
Weet niet / geen mening
Het heeft invloed op mijn toekomstplannen /carrièreplannen
Het heeft invloed op de mate waarin ik kangenieten van mijn werk
Dit heeft geen invloed op mij of mijn werk
Het heeft invloed op hoezeer ik mijgewaardeerd voel als jeugdzorgmedewerker
In hoeverre heeft het beeld dat mensen hebben van de jeugdzorg invloed op jou of je werk?
Basis: iedereen (n=1.217) ; Meerdere antwoorden mogelijk
Aandacht nodig voor beeldvorming van de jeugdzorg
Resultaten - algemeen
pag. 34Barometer Jeugdzorg
7%
2%
11%
48%
60%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
Weet niet / geen mening
Nee, dat vind ik niet nodig
Nee, dat heeft voor mij geen prioriteit
Ja, daar moet de vakbond aandacht aan besteden
Ja, daar moet iemand anders / een andereorganisatie aandacht aan besteden, namelijk:
Vind je het nodig dat er aandacht wordt besteed aan het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben?
Basis: negatieve invloed (n=1.144)
Jeugdzorg: Open en transparant zijn; proactief
positieve dingen naar buiten brengen. Bijvoorbeeld via
een documentaire.
Overheid / gemeenten: Via overheid (met name
politici) komt vaak negatieve berichtgeving in de
media, zij zijn ook verantwoordelijk voor de positieve
berichtgeving. Gemeenten hebben baat bij een
promotie van de jeugdzorg, zij kunnen het
laagdrempeliger maken.
Media: Maar ook richten op positieve berichtgeving
8 op de 10 leden vindt het nodig dat er aandacht wordt besteed aan het beeld dat mensen van de jeugdzorg hebben. Zowel de
vakbond (48%) als andere organisaties (60%) moeten hier aandacht aan besteden. Leden vinden het belangrijk dat er positieve
berichtgeving naar buiten wordt gebracht. Enerzijds is dit een taak van jeugdzorg, om dit proactief naar buiten te brengen.
Daarnaast wordt ook de overheid veelvuldig benoemd. Politici hebben veel invloed op de media, die uiteindelijk het positieve
nieuws naar buiten moeten brengen.
In verband met de reorganisaties die er aan zullen komen bij de
verschillende organisaties, wordt de komende tijd veel aandacht
besteed aan sociale plannen. Wat vind jij een belangrijk aandachtspunt
hierbij?
Resultaten - algemeen
pag. 35Barometer Jeugdzorg
Duidelijkheid omtrent ontslag
vergoeding (wanneer kom je
wel/niet in aanmerking hiervoor,
wat moet je hiervoor doen)
Tijdig op de hoogte gebracht worden van ontslag,
zodat je kunt solliciteren.- Tijdig op de hoogte
gebracht worden van het sociaal plan zelf.-
Ruimte krijgen om te solliciteren.
Van werk naar werk helpen*goede sociale voorzieningen
Aandacht voor baanbehoud en uitstroomtraject als dat niet mogelijk is.
Aandacht voor de oudere werknemer boven de 55/60 jaar
Aandacht voor ervaring naast een diploma
Baanbehoud of intensieve begeleiding naar andere
baan met werkgarantie (bij 50+ meer inzetten op
baanbehoud i.v.m. moeilijke herplaatsing)
Begeleiding van werk naar werk en financiële ondersteuning
Behoud van werkgelegenheid en hulp voor overbodig personeel bij het
vinden van een nieuwe baan.
Client moet goede en gepaste zorg
blijven krijgen. Dus bij het reorganiseren
veel oog voor kwalitatief goed opgeleide
mensen, naast mensen die de
gelegenheid moeten krijgen om in het vak
in te groeien.
Dat de kwaliteit van het werk gehanteerd blijft en dat de werkdruk en
de spanningen onderling niet omhoog gaat
Dat de rechten van en voor
een ieder gelijk zijn. En dat er
ook naar kwaliteit wordt
gekeken. Hou de goede
krachten in dienst.
Wat zou de vakbond naar jouw mening kunnen / moeten doen om
aandacht te besteden aan het beeld dat mensen van de jeugdzorg
hebben?
Resultaten - algemeen
pag. 36Barometer Jeugdzorg
Aandacht besteden aan het goede werk van de jeugdzorg
Beroep meer in beeld brengen. Niet zozeer de calamiteiten die er
plaats vinden. Maar meer vanuit de hulpverlener belicht.
Bij 'negatieve' berichtgeving de andere kant daar tegenover plaatsen
Campagnes en positieve aspecten in het nieuws brengen goede
realistische documentaires!
Duidelijk maken dat jeugdzorg belangrijk is en de succesverhalen
meer naar voren halen. Duidelijk aken wat de jeugdzorg allemaal doet.
Informatie verstrekken en zorgaanbieders stimuleren om open dagen
te organiseren en transparant te werken
Positieve verhalen vertellen
Voorlichtingen geven op scholen, instellingen
Samenstelling
steekproef
Samenstelling steekproef
pag. 38
Provincie
Jonger dan 35 jaar 270 22%
35 – 44 jaar 253 21%
45 – 54 jaar 337 28%
55 jaar of ouder 357 29%
Totaal 1217 100%
Leeftijd
4%
2%
3%
10%
5%
7%
16%
16%
12%
7%
3%
16%
Samenstelling steekproef
pag. 39
Functie Type organisatie
Een bureau voor jeugdzorg 650 53%
Een organisatie voor Jeugd- en
opvoedhulp489 40%
Overig 78 6%
Totaal 1217 100%
Vast contract 1139 94%
Tijdelijk contract 78 6%
Totaal 1217 100%
Contracttype
Pedagogisch medewerker op mbo-niveau 56 5%
Pedagogisch medewerker op hbo-niveau 163 13%
Medewerker pleegzorg 38 3%
Jeugdbeschermer 222 18%
Jeugdreclasseerder 42 3%
Medewerker AMK 40 3%
Gedragswetenschapper 44 4%
Vertrouwensarts 2 0%
Administratieve functie 107 9%
Leidinggevende of managementfunctie 75 6%
Anders 428 35%
Totaal 1217 100%