Abram

58
Welkom Voorganger ds den Admirant Organist Johannes de Vries

description

ds den Admirantorganist Johannes de Vriesluister mee via www.kerknoordwolde.nl

Transcript of Abram

Page 1: Abram

Welkom

Voorganger ds den Admirant

Organist Johannes de Vries

Page 2: Abram

VDD JdH 232Waarheen, pelgrims,

waarheen gaat gij,

Page 3: Abram

"Waarheen, pelgrims,

waarheen gaat gij,

't oog omhoog en hand in hand?"

Wij gaan op des Konings roepstem

naar ons huis en Vaderland.

Page 4: Abram

Over bergen en door dalen

gaan wij naar die blijde zalen,

gaan wij naar die blijde zalen

van Gods huis in 't Vaderland.

Gaan wij naar die blijde zalen

van Gods huis in 't Vaderland.

Page 5: Abram

2

"Storm en duisternis bedreigt u;

zijt daartegen gij bestand?"

Waarom zou ons harte vrezen,

wand'lend aan des Heren hand?

Page 6: Abram

Jezus Zelf zal voor ons strijden

en door Storm en nacht ons leiden,

en door Storm en nacht ons leiden,

naar Gods huis in 't Vaderland.

en door Storm en nacht ons leiden,

naar Gods huis in 't Vaderland.

Page 7: Abram

3

"Zegt ons pelgrims,

wat verwacht gij

als uw deel aan 't beet're strand?"

Koningskroon en priesterkleding

wacht ons uit des Heilands hand.

Page 8: Abram

God de Heil'ge Ongeziene

zullen wij met d' eng'len dienen,

zullen wij met d' eng'len dienen,

in der eng'len huis en land.

zullen wij met d' eng'len dienen,

in der eng'len huis en land.

Page 9: Abram

4

"Pelgrims, zegt ons, mogen wij ook

met u trekken naar dat land?"

Komt, weest welkom, volgt ons allen,

't oog omhoog en hand aan hand.

Page 10: Abram

Bij der eng'len vreugdezangen

zal ons Jezus Zelf ontvangen,

zal ons Jezus Zelf ontvangen,

in Gods huis in 't Vaderland.

zal ons Jezus Zelf ontvangen,

in Gods huis in 't Vaderland.

Page 11: Abram

Welkom

Voorganger ds den Admirant

Organist Johannes de Vries

Page 12: Abram

G 444Grote God, wij loven U,

Page 13: Abram

1

Grote God, wij loven U,

Heer, o sterkste aller sterken!

Heel de wereld buigt voor U

en bewondert uwe werken.

Die Gij waart te allen tijd,

blijft Gij ook in eeuwigheid.

Page 14: Abram

2

Alles wat U prijzen kan,

U, de Eeuwge, Ongeziene,

looft uw liefd' en zingt ervan.

Alle englen, die U dienen,

roepen U nooit lovensmoe:

`Heilig, heilig, heilig' toe!

Page 15: Abram

3

Heer, ontferm U over ons,

open uwe Vaderarmen,

stort uw zegen over ons,

neem ons op in uw erbarmen.

Eeuwig blijft uw trouw bestaan -

laat ons niet verloren gaan.

Page 16: Abram

Stil gebed

Votum en groet

Ere zij de Vader en de Zoon

En de Heilige Geest,

Als in den beginne, nu en immer,

En van eeuwigheid tot eeuwigheid.

Amen.

Page 17: Abram

P 105 – 1, 3, 18Looft God den HEER, en laat ons blijde

Page 18: Abram

1

Looft God den HEER, en laat ons blijde

zijn glorierijke naam belijden.

Meldt ieder volk en elk geslacht

de wonderen die God volbracht.

Gij die van harte zoekt den HEER,

verblijdt u, geeft zijn naam de eer.

Page 19: Abram

3

God, die aan ons zich openbaarde,

regeert en oordeelt heel de aarde.

Zijn woord wordt altoos trouw volbracht

tot in het duizendste geslacht.

't Verbond met Abraham zijn vrind

bevestigt Hij van kind tot kind.

Page 20: Abram

18

Die gunst heeft God zijn volk bewezen,

opdat het altoos Hem zou vrezen,

zijn wet betrachten en voortaan

volstandig op zijn wegen gaan.

Prijs God om al zijn majesteit.

Hij leidt ons tot in eeuwigheid.

Page 21: Abram

Belofte lezing uit JeremiaDe tien woorden uit Exodus

Page 22: Abram

P 147 – 7De HEER heeft Jakob

uitverkoren

Page 23: Abram

7

De HEER heeft Jakob uitverkoren

om naar zijn heilig woord te horen.

Aan Israël heeft Hij ten leven

zijn rechten en zijn wet gegeven.

Zo deed Hij aan geen andre volken.

Laat ons des HEREN lof vertolken.

De kracht, de heerlijkheid, de ere

zijn Hem, die eeuwig zal regeren.

Page 24: Abram

Gebed om de opening van het Woord.

Page 25: Abram

ELB 430

Een wijs man bouwde zijn huis op de rots,

Page 26: Abram

1

Een wijs man bouwde zijn huis op de rots,

een wijs man bouwde zijn huis op de rots,

een wijs man bouwde zijn huis op de rots

en de regen stroomde neer

en de regen stroomde neer en de vloed kwam op

en de regen stroomde neer en de vloed kwam op

en de regen stroomde neer en de vloed kwam op

en het huis op de rots stond vast.

Page 27: Abram

2

Een dwaas man bouwde zijn huis op het zand

een dwaas man bouwde zijn huis op het zand

een dwaas man bouwde zijn huis op het zand

en de regen stroomde neer

Page 28: Abram

en de regen stroomde neer en de vloed kwam op

en de regen stroomde neer en de vloed kwam op

en de regen stroomde neer en de vloed kwam op

en het huis stortte in met een plof.

Page 29: Abram

3

Dus bouw je huis op Jezus, de Rots,

dus bouw je huis op Jezus, de Rots,

dus bouw je huis op Jezus, de Rots

en de zegen daalt dan neer

Page 30: Abram

en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op,

en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op,

en de zegen daalt dan neer en 't gebed stijgt op.

Bouw je levenshuis op Hem.

Page 31: Abram

Wij gaan, tot straks!!

Page 32: Abram

Lezing uit Genesis 15 : 1 t/m 6 (HSV)Belofte aan Abram

Page 33: Abram

1 Na deze dingen kwam het woord van de HEERE tot Abram in een visioen: Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot. 2 Toen zei Abram: Heere HEERE, wat zult U mij dan geven, aangezien ik kinderloos heenga en de bezitter van mijn huis deze Eliëzer uit Damascus zal zijn?

Page 34: Abram

3 Verder zei Abram: Zie, mij hebt U geen nageslacht gegeven, en zie, iemand die in mijn huis geboren is, zal mijn erfgenaam zijn. 4 Maar zie, het woord van de HEERE kwam tot hem: Deze man zal uw erfgenaam niet zijn, maar iemand die uit uw eigen lichaam voortkomt, die zal uw erfgenaam zijn.

Page 35: Abram

5 Toen leidde Hij hem naar buiten en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. 6 En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.

Page 36: Abram

Lezing uit Romeinen 4 : 1 t/m 12 (HSV)

Abraham door het geloof gerechtvaardigd

Page 37: Abram

1 Wat zullen wij dan zeggen dat Abraham, onze vader, wat het vlees betreft verkregen heeft? 2 Immers, als Abraham uit werken gerechtvaardigd is, heeft hij iets om zich op te beroemen, maar niet bij God. 3 Want wat zegt de Schrift? En Abraham geloofde God, en het is hem tot gerechtigheid gerekend.

Page 38: Abram

4 Aan hem nu die werkt, wordt het loon niet toegerekend naar genade, maar naar wat men hem verschuldigd is. 5 Bij hem echter die niet werkt, maar gelooft in Hem Die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid. 6 Zoals ook David de mens zalig spreekt aan wie God gerechtigheid toerekent, zonder werken:

Page 39: Abram

7 Welzalig zijn zij van wie de ongerechtigheden vergeven, en van wie de zonden bedekt zijn, 8 welzalig is de man aan wie de Heere de zonde niet toerekent. 9 Geldt deze zaligspreking nu alleen voor besneden mensen of ook voor onbesneden mensen? Wij zeggen immers dat aan Abraham het geloof gerekend is tot gerechtigheid.

Page 40: Abram

10 Hoe is het hem dan toegerekend? Toen hij besneden was of als een onbesnedene? Niet als besnedene, maar als onbesnedene! 11 En hij heeft het teken van de besnijdenis ontvangen als een zegel van de gerechtigheid van het geloof dat hij had toen hij nog onbesneden was, opdat hij een vader zou zijn van allen die geloven,

Page 41: Abram

hoewel zij onbesneden zijn, opdat ook hun de gerechtigheid toegerekend zou worden; 12 en om een vader te zijn van hen die besneden zijn, voor hen namelijk die niet alleen besneden zijn, maar die ook wandelen in de voetsporen van het geloof van onze vader Abraham dat hij had toen hij nog onbesneden was.

Page 42: Abram

ELB 119Liefde was het, onuitputt'lijk

Page 43: Abram

1

Liefde was het, onuitputt'lijk

liefd' en goedheid, eind'loos groot,

toen de Levensvorst op aarde

tot ons heil zijn bloed vergoot.

Komt laat ons zijn liefde prijzen!

God geeft vreugd en dankensstof.

Eenmaal zingen wij voor eeuwig

in de hemel Zijnen lof.

Page 44: Abram

2

Rijd als Heerser door de velden,

Jezus in uw grote kracht.

Niets, niets kan U tegenhouden,

zelfs de hel niet met haar macht.

Voor uw Naam, zo groot en heerlijk,

zinkt de vijand weg in 't niet.

Heel de schepping, Heer, zal beven,

als zij U, haar Koning ziet.

Page 45: Abram

Evangelieprediking

Page 46: Abram

G 330 – 1, 2Heb dank, o God van alle leven,

Page 47: Abram

1

Heb dank, o God van alle leven,

die zijt alleen Uzelf bekend,

dat Gij uw woord ons hebt gegeven,

uw licht en liefd' ons toegewend.

Nu rijst uit elke nacht uw morgen,

nu wijkt uw troost niet meer van de aard,

en wat voor wijzen bleef verborgen

werd kinderen geopenbaard.

Page 48: Abram

2

En of een mens al diep verloren

en ver van U verzworven is,

Gij noemt zijn naam, hij is herboren,

vernieuwd door uw getuigenis.

Uw woord, dat spreekt in alle talen,

heeft uit het graf ons opgericht.

doet ons in vrijheid ademhalen

en leven voor uw aangezicht.

Page 49: Abram

GeloofsbelijdenisG 330 – 3

Heb dank, o God van alle leven,

Page 50: Abram

3 Gemeente, aan wier aardse handen

dit hemels woord is toevertrouwd,

o draag het voort naar alle landen,

vermenigvuldigd duizendvoud.

Een stem zegt: roep! Wat zoudt gij roemen

op mensengunst of -heerlijkheid?

't Verwaait als gras en weidebloemen.

Gods woord bestaat in eeuwigheid!

Page 51: Abram

Dankgebed en voorbeden

Page 52: Abram

Collecte1ste jeugdwerk

2de eigen gemeente

Page 53: Abram

P 72 – 3, 5, 6Heerse van zee tot zee zijn vrede,

Page 54: Abram

3

Heerse van zee tot zee zijn vrede,

van land tot land zijn lof,

de volken zullen tot hem treden,

zijn vijand likt het stof.

Tarsis en Scheba's verre stranden,

brengt hem uw overvloed.

Gij koningen van alle landen,

valt deze heer te voet.

Page 55: Abram

5

Leve de koning in ons midden,

geef hem Arabisch goud.

Laten wij daaglijks voor hem bidden,

nu hij de scepter houdt.

Het veld zal blinken van het koren.

Men zal het als een woud

zelfs op de bergen ruisen horen,

het ganse land is goud.

Page 56: Abram

6

Bloeie zijn naam in alle streken,

zolang de zon verrijst.

Zijn koningschap zij ons een teken

dat naar Gods toekomst wijst.

Dat opgetogen allerwegen

de volken komen saam,

elkander groetend met de zegen

van zijn doorluchte naam.

Page 57: Abram

Zegen3 x amen

Page 58: Abram