ABNAMRO Jaarverslag 2005 NL
-
Upload
api-3712417 -
Category
Documents
-
view
741 -
download
13
Transcript of ABNAMRO Jaarverslag 2005 NL
jaarverslag 2005ABN AMRO Holding N.V.
AA_JV05_Omslag_N.indd 1 21-03-2006 15:12:36
AA_JV05_Omslag_N.indd 1 21-03-2006 15:12:36
ABN AMRO
• is een vooraanstaande, internationaal opererende bank met haar wortels in Europa en
een rijke historie die teruggaat tot 1824;
• heeft meer dan 3.500 vestigingen in bijna 60 landen en gebiedsdelen en telt wereldwijd
ongeveer 97.000 medewerkers (FTE’s). Ultimo 2005 bedroeg het balanstotaal EUR 881
miljard;
• staat genoteerd op Euronext (Amsterdam, Brussel en Parijs) en de New York Stock
Exchange.
Onze concernstrategie berust op vijf pijlers:
1 Het creëren van waarde voor onze klanten door hen kwalitatief hoogwaardige
financiële oplossingen te bieden. Oplossingen die zo goed mogelijk aansluiten bij hun
huidige behoeften en hun doelstellingen voor de lange termijn.
2 Een duidelijke focus op:
- particuliere en zakelijke klanten in onze lokale markten in Europa, Noord-Amerika,
Latijns-Amerika en Azië;
en wereldwijd op:
- geselecteerde multinationale ondernemingen en financiële instellingen;
- private banking-klanten.
3 Ten behoeve van onze klanten optimaal gebruikmaken van onze producten en de
capaciteiten van onze medewerkers.
4 Het concernbreed delen van kennis en ervaring en een optimale bedrijfsvoering.
5 Het stimuleren van groei door de allocatie van kapitaal en talent volgens de principes
van Managing for Value, het door ons gehanteerde model voor waardecreërend
management.
Wij streven naar duurzame groei ten behoeve van alle belanghebbenden bij onze bank:
klanten, aandeelhouders, medewerkers en de samenleving. Hierbij laten wij ons leiden
door de ABN AMRO Waarden (integriteit, teamwork, respect en professionaliteit) en
Business Principles. Integriteit vormt het fundament van onze organisatie. Een strikte
naleving van de wet- en regelgeving in alle markten waarin wij opereren, beschermt
immers onze reputatie en onze ‘licence to operate’. Door te voldoen aan de hoogste
compliance-normen verstevigen wij daadwerkelijk onze concurrentiepositie.
ABN AMRO wil dan ook graag de compliance-standaard zetten voor de financiële sector.
Wij voeren onze strategie uit via een aantal Business Units (BU’s), die elk voor een
specifieke regio, een specifiek klantsegment of een bepaald productsegment
verantwoordelijk zijn, waarbij kennis en ervaring worden gedeeld, naar mogelijkheden
voor standaardisatie wordt gezocht en steeds nieuwe oplossingen worden uitgewerkt om
klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden. Deze BU’s (per 1 januari
2006) zijn:
• Vijf regionale Client BU’s: Nederland, Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika en Azië.
Deze BU’s bedienen bijna 20 miljoen particuliere en zakelijke klanten wereldwijd.
ABN AMRO behoort tot de toonaangevende spelers in deze segmenten.
Profiel
AA_JV05_Omslag_N.indd 2 21-03-2006 15:12:38AA_JV05_Omslag_N.indd 2 21-03-2006 15:12:38
• Twee mondiale Client BU’s: de BU Private Clients verleent private banking-diensten aan
vermogende particulieren en families. Ultimo 2005 bedroeg het vermogen onder
administratie EUR 131 miljard. De BU Global Clients bedient een selecte groep
multinationale klanten.
• Drie mondiale Product BU’s: Global Markets, Transaction Banking en Asset
Management:
- Global Markets voert financiële-markttransacties uit en ontwikkelt producten voor al
onze klantgroepen.
- Transaction Banking is onze productorganisatie waarin alle activiteiten worden
gebundeld die ABN AMRO wereldwijd ontplooit op het gebied van betalings- en
handelsverkeer voor particuliere en zakelijke klanten.
- Asset Management, één van de grootste vermogensbeheerders ter wereld, beheert
vanuit meer dan 20 locaties wereldwijd een vermogen van EUR 176 miljard
(ultimo 2005) ten behoeve van particuliere en institutionele beleggers.
Om al onze klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden, hebben wij de
BU-overstijgende Consumer Client en Commercial Client-segmenten gevormd. Deze
segmenten zorgen voor afstemming tussen de Client BU’s en de Product BU’s, het delen
van best practices en het concernbreed uitwisselen van succesvolle producten, zodat wij
onze verschillende klantgroepen overal ter wereld kwalitatief hoogwaardige oplossingen
kunnen bieden.
Dankzij onze relatiegerichte marktbenadering en unieke combinatie van klanten,
producten en geografische markten hebben wij een sterk concurrentievoordeel in het
middensegment (onze ‘sweet spot’). Wij streven er voortdurend naar dit voordeel verder
uit te bouwen, zowel door het klantenbestand in het middensegment uit te breiden als
door onze producten te verbeteren.
grand cru haute couture skyscraper forest
AA_JV05_Omslag_N.indd 2 21-03-2006 15:12:38
In november 2005 presenteerde ABN AMRO een nieuwe,
wereldwijde merkcampagne met als doel inhoud te geven aan de
slogan van de bank ‘Meer mogelijk maken’.
De campagne toont alledaagse objecten en het potentieel
waartoe ze kunnen uitgroeien (zie binnenzijde omslag).
Voor het financieel jaarverslag is een ‘spin-off’ van deze
campagne gemaakt, die het potentieel toont van onze
langetermijnvisies en de zaken waarin wij geloven.
Potentieel
2
Bericht van de Voorzitter 4
ABN AMRO in een oogopslag 8
Kerncijfers 8
ABN AMRO in 2005 10
Concernstrategie 11
Resultaten in het kort 17
Raad van Commissarissen 20
Audit Committee 24
Nomination & Compensation Committee 25
Compliance Oversight Committee 28
Corporate governance 31
Code Tabaksblat 31
Corporate governance in de Verenigde Staten 33
Invloed van aandeelhouders 34
Raad van Commissarissen 34
Raad van Bestuur 37
Compliance 38
Duurzame ontwikkeling 41
Kernactiviteiten 43
Consumer & Commercial Clients 44
BU Nederland 45
BU Noord-Amerika 49
BU Brazilië 52
BU New Growth Markets 55
BU Bouwfonds 59
Wholesale Clients 62
BU Private Equity 66
BU Private Clients 69
BU Asset Management 73
Transaction Banking 76
Group Shared Services 78
Group Functions 80
Human Resources 83
Inhoud
Inhoud
3
Risicobeheer 85
Kader 85
Organisatiestructuur 85
Risicometing 87
Kredietrisico 89
Samenstelling kredietportefeuille 92
Voorzieningenbeleid 93
Dubieuze en non-performing kredieten 94
Landenrisico 96
Grensoverschrijdend risico 96
Risico op overheden 96
Operationeel risico 96
Marktrisico 98
Renterisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten) 99
Valutarisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten) 99
Liquiditeitsrisico 99
Toetsingsvermogen 101
Bazel II 103
Sarbanes-Oxley Act 104
Informatie aandeelhouders 107
Jaarrekening 117
Grondslagen 121
Geconsolideerde jaarrekening 142
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 147
Belangrijke deelnemingen 220
Vennootschappelijke jaarrekening 224
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 229
Overige gegevens 233
Accountantsverklaring 234
Statutaire bepalingen inzake winstverdeling 234
Statutaire bepalingen van Holding en Administratiekantoor inzake aandelen en
stemrechten 235
Voorstel voor winstverdeling 236
Gebeurtenissen na balansdatum 236
Vergelijking van corporate governance-regelingen op basis van Nederlandse
corporate governance code en Amerikaanse Sarbanes-Oxley Act van 2002 (SOXA) 237
ABN AMRO Holding N.V. 241
Curricula vitae 242
Organisatie ABN AMRO Bank N.V. 243
Europese Ondernemingsraad 244
Centrale Ondernemingsraad 245
Verklarende woordenlijst 246
Afkortingen 249
Publicaties 251
Inhoud
4
Geachte aandeelhouder,
Namens de Raad van Bestuur doe ik u verslag van de resultaten van onze bank
in 2005.
Wij kunnen terugzien op een sterk 2005. Een jaar dat werd gekenmerkt door
een krachtige autonome groei in alle particuliere en zakelijke segmenten
waarin wij actief zijn. Deze autonome groei weerspiegelt de voordelen van de
scherpere focus op onze sterke lokale relatie met klanten in het
middensegment en wordt ondersteund door ons vermogen om wereldwijd
kwalitatief hoogwaardige producten aan te bieden. Dankzij deze factoren, in
combinatie met stabiele voorzieningen en een lagere effectieve belastingdruk,
kunnen wij een zeer bevredigende stijging van 13,4% melden in de voor
aandeelhouders beschikbare nettowinst. Wij zullen aan de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders voorstellen om het dividend over heel 2005
vast te stellen op EUR 1,10 per gewoon aandeel. Dit is EUR 0,10 hoger dan het
dividend over 2004.
De resultaatverbetering stemt tot volle tevredenheid, vooral omdat wij erin zijn
geslaagd het wegvallen van de baten van LeasePlan ruimschoots te
compenseren. Dit zeer winstgevende bedrijfsonderdeel werd in 2004 verkocht
omdat het niet langer tot onze kernactiviteiten behoorde. Daarnaast is het een
goede indicatie van het succes van onze strategische focus op het
middensegment van de markt. De aangescherpte strategie is thans stevig
verankerd in onze organisatie en de resultaten worden al zichtbaar. Onze
doelstellingen voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2008 zijn
een gemiddeld rendement op eigen vermogen van 20% en een positie eind
2008 in de top 5 van onze peer group van 20 banken qua totaalrendement voor
aandeelhouders. Wij hebben het afgelopen jaar vooruitgang geboekt bij het
verwezenlijken van deze doelstellingen: het gemiddeld rendement op eigen
vermogen bedroeg 23,5%. Wat betreft het totaalrendement voor
aandeelhouders beëindigden wij de cyclus 2002-2005 op een zevende plaats in
onze peer group; eind 2005 stonden wij op een twaalfde positie in de
cyclus 2005-2008. Het binnen de bank aanwezige potentieel wordt echter nog
niet volledig benut. De afstemming van de organisatiestructuur op onze
strategische focus op het middensegment, zoals wij op 14 oktober 2005
aankondigden, vormde dan ook de logische volgende stap. Om de activiteiten
van de Client BU’s en de Product BU’s, alsmede van de Consumer Client- en
Commercial Client-segmenten en Services te coördineren en de
synergiemogelijkheden te benutten, is er een Group Business Committee
(GBC) gevormd. Het GBC zal de organisatie leiden op operationeel niveau; de
Raad van Bestuur blijft volledig verantwoordelijk voor het vaststellen van de
concernstrategie en voor het managen van het groepsresultaat.
De nieuwe groepsstructuur omvat vijf regionale Client BU’s, drie product BU’s,
twee mondiale Client BU’s en een Services-organisatie. Wholesale Clients
(WCS) wordt ontvlochten, zodat wij de kwalitatief hoogwaardige producten van
WCS beschikbaar kunnen stellen aan al onze klanten in het middensegment in
Bericht van de Voorzitter
5
alle regio’s. Dit moet de komende jaren een krachtige impuls geven aan onze
autonome batengroei. Om deze ambitie te ondersteunen, zijn per 1 januari
2006 drie nieuwe leden benoemd in onze Raad van Bestuur: Huibert
Boumeester, Piero Overmars en Ron Teerlink. Hun inbreng zal ons helpen de
komende jaren een optimale uitvoering te geven aan onze strategische focus
op het middensegment van de markt en de binnen onze groep beschikbare
capaciteit effectiever te benutten, zodat wij onze klanten beter van dienst
kunnen zijn.
Wij zullen de komende jaren al het mogelijke doen om onze ambitieuze
doelstellingen te verwezenlijken. Dit mag evenwel niet ten koste gaan van
onze integriteit. De Raad van Bestuur hecht groot belang aan de ABN AMRO
Waarden, aan het behoud van de integriteit en de reputatie van de bank. In alle
markten waarin wij actief zijn, nemen wij de toepasselijke wet- en regelgeving
in acht. Op deze manier beschermen wij onze reputatie, onze ‘licence to
operate’ en ons vermogen om duurzame waarde te creëren voor alle
belanghebbenden. Door te voldoen aan de hoogste compliance-normen
realiseren wij een daadwerkelijk concurrentievoordeel. ABN AMRO wil graag
de compliance-standaard zetten voor de financiële sector. Uit het
overnameproces van Banca Antonveneta blijkt onze toewijding aan deze hoge
standaard.
Helaas zijn wij het afgelopen jaar geconfronteerd met een aantal lastige
compliance-kwesties. Wij hebben ondervonden dat een volledig commitment
aan compliance, in combinatie met onze Waarden en Business Principles, op
zichzelf niet voldoende is. Sinds de ondertekening van de Written Agreement
met de Amerikaanse toezichthouders in 2004 heeft ABN AMRO actief
samengewerkt met externe adviseurs om haar compliance-functie volledig te
herzien en de hoogste normen voor compliance-procedures in te voeren in alle
jurisdicties waarin zij opereert. De Amerikaanse en Nederlandse
bankentoezichthouders zijn voortdurend op de hoogte gehouden van deze
activiteiten. Daarnaast is een grondig onderzoek ingesteld naar de oorzaken
van de tekortkomingen in het interne toezicht op de activiteiten van het
USD Clearing Center in New York, alsmede naar de activiteiten en het gedrag
van de betrokken medewerkers. Tevens is voor alle medewerkers binnen het
hele concern een uitgebreid opleidingsprogramma gestart, gebaseerd op de
Bazel-principes (deze beschrijven de compliance-activiteiten die Raden van
Bestuur en compliance-functies van banken moeten bewaken en
implementeren). Het programma omvat onder meer verschillende cursussen
om het bewustzijn van compliance nog dieper in onze organisatie te
verankeren en te waarborgen dat de vereiste vaardigheden op het gebied van
compliance aanwezig zijn.
In december 2005 kwam ABN AMRO een ‘Cease and Desist Order’ overeen
met de Nederlandsche Bank en de Amerikaanse toezichthouders. Vanwege
tekortkomingen in het USD Clearing Center van ons kantoor in New York,
Bericht van de Voorzitter
6
alsmede in het verband met compliance-procedures van het Office of Foreign
Assets Control (OFAC) ten aanzien van met name bepaalde USD-
betalingstransacties die hun oorsprong vonden in ons kantoor in Dubai,
stemde ABN AMRO in met de betaling van een boete van in totaal USD 75
miljoen. Daarnaast zijn wij overeengekomen een vrijwillige gift van USD 5
miljoen te doen en door te gaan met het verbeteren van toezicht en compliance
binnen de bank. De beste oplossing in dergelijke gevallen is om de volledige
verantwoordelijkheid te nemen voor wat er is gebeurd en om vervolgens de
noodzakelijke correctieve maatregelen door te voeren, een proactieve
compliance-cultuur in de organisatie te verankeren en volledige opening van
zaken te geven aan de toezichthouders. Dat is ook precies wat wij hebben
gedaan en ook in de toekomst zullen doen. Voor ABN AMRO zijn slechts de
hoogste normen goed genoeg.
Het jaar 2006 wordt opnieuw een belangrijk jaar voor ABN AMRO. Hoog op
onze agenda staan de integratie van Banca Antonveneta en de realisatie van
de beoogde kostensynergie. Wij zullen er, in nauwe samenwerking met onze
Italiaanse collega’s, hard aan werken om onze nieuwe klanten in Italië
innovatieve en betere producten en diensten te bieden. In het verleden
hebben wij al meermaals bewezen dat wij goed in staat zijn om een brug te
slaan tussen culturen en geografische regio’s. Nieuwe acquisities gaan op in
onze organisatie zonder dat dit ten koste gaat van de sterke band die deze
bedrijven hebben met de lokale gemeenschappen, en met behoud van hun
rijke erfgoed. Dit is van groot belang voor ons succes in het middensegment.
Tegelijkertijd zijn wij er vast van overtuigd dat wij de aan onze aandeelhouders
gedane belofte van waardecreatie zullen waarmaken. Banca Antonveneta is
een heel goed voorbeeld van de uitvoering van onze op het middensegment
gerichte strategie: wij kunnen door deze acquisitie onze aanwezigheid in het
middensegment van zowel de particuliere als de zakelijke markt uitbreiden.
Van links naar rechts:
Tom de Swaan, Huibert
Boumeester, Dolf Collee,
Joost Kuiper, Rijkman Groenink,
Piero Overmars, Wilco Jiskoot,
Hugh Scott-Barrett, Ron Teerlink.
Bericht van de Voorzitter
7
Nu de nieuwe groepsstructuur sinds 1 januari een feit is, gaan wij ons in 2006
vooral richten op autonome groei en een gedisciplineerd kosten- en
kapitaalbeheer, alsmede op het verbeteren van toezicht en compliance binnen
de bank op basis van de ‘Cease and Desist Order’ van de Nederlandse en
Amerikaanse toezichthouders. De Raad van Bestuur heeft hiertoe de volgende
prioriteiten vastgesteld: autonome batengroei, verwezenlijking van de
synergievoordelen uit de integratie van Banca Antonveneta zodra de acquisitie
is afgerond, onverminderde aandacht voor kostensynergie via de uitvoering van
het Group Shared Services-programma, verdere verbetering van de resultaten
uit de activiteiten van onze voormalige wholesale bank, strikt concernbreed
kapitaalbeheer en invoering van de hoogste compliance-normen in alle
jurisdicties waarin wij opereren.
Vorig jaar was een periode waarin veel werd geïnvesteerd, waardoor de lasten
aanzienlijk zijn toegenomen. In 2006 zullen de onderliggende lasten naar
verwachting veel minder snel stijgen, zodat de efficiencyratio verder zal
verbeteren. In lijn met de strikte discipline bij het beheer van het beschikbare
kapitaal zullen wij, zoals reeds eerder aangekondigd, in de eerste helft van
2006 aandelen inkopen voor een bedrag van EUR 600 miljoen. Het blijft ons
voornemen om vanaf het interimdividend 2006 het verwateringseffect van het
stockdividend te neutraliseren. Wij zullen ook doorgaan met het evalueren van
onze bestaande activiteiten en onderdelen die niet tot ons kernbedrijf behoren,
afstoten. In dit kader moet ook de voorgenomen verkoop van Kereskedelmi és
Hitelbank en van de activiteiten van Bouwfonds in vastgoedfinanciering en -
ontwikkeling worden gezien. Bij een geslaagde uitvoering van deze
managementprioriteiten zal er financiële ruimte ontstaan om in de tweede
helft van 2006 extra aandelen in te kopen.
Bij de verwezenlijking van deze prioriteiten zullen wij profijt hebben van de
nieuwe organisatiestructuur en het nieuwe besturingsmodel, die nu in
overeenstemming zijn met onze strategische focus op het middensegment, en
van ons vermogen om op groepsniveau als één team samen te werken.
Kortom, One Bank. No Boundaries.
Hoogachtend,
Rijkman Groenink
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Amsterdam, 23 maart 2006
Bericht van de Voorzitter
8
KerncijfersDe cijfers in de tabellen en
grafieken zijn opgesteld in
overeenstemming met in
Nederland algemeen aanvaarde
grondslagen voor financiële
verslaggeving.
Bedrijfsresultaat (in miljoenen euro’s)Operationele baten (in miljoenen euro’s)
Operationele baten in 2005 per BU (in %) Bedrijfsresultaat in 2005 per BU (in%)
Voorzieningen als % van gemiddelde naar risico gewogen activa (RGA)
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2004 2005
Gemiddelde RGA
(in miljarden euro’s) 163 193 212 231 255 279 257 232 239 239 260
Voorzieningen
(in miljoenen euro’s) 569 547 941 653 617 1.426 1.695 1.274 653 616 648
Voorzieningen als % van
gemiddelde RGA 0,35 0,28 0,44 0,28 0,24 0,51 0,66 0,55 0,27 0,26 0,25
Gemiddelde RGA (in miljarden euro’s, l.a.) Voorzieningen als % van RGA (r.a.)
ABN AMRO in een oogopslag
9
Rendement op eigen vermogen (in %)Jaarwinst (in miljoenen euro’s) De cijfers in de tabellen en
grafieken zijn opgesteld in
overeenstemming met in
Nederland algemeen aanvaarde
grondslagen voor financiële
verslaggeving.
Winst per aandeel (in euro’s) Marktkapitalisatie (in miljarden euro’s)
Balans
(in miljarden euro’s) 2001 2002 2003 2004 2004 2005
Balanstelling 597,4 556,0 560,4 608,6 727,5 881,0
Eigen vermogen aandeelhouders 12,1 11,1 13,0 15,0 14,8 22,2
Aansprakelijk groepsvermogen 34,3 30,4 31,8 33,0 33,2 43,2
Gemiddelde naar risico gewogen
activa 279,0 257,0 232,0 239,0 239,0 260,0
Aantal werknemers
2004 2005
Aantal werknemers (nominale aantallen) 99.414 98.080
Nederland (in %) 29% 27%
Overige landen (in %) 71% 73%
Voltijd (in %) 82% 82%
Deeltijd (in %) 18% 18%
ABN AMRO in een oogopslag
10
Januari
• Pacific Life Funding Retail Notes worden aangeboden via
ons Europese Direct Access Note-platform.
Februari
• Presentatie van wereldwijde slogan voor het eerst in het
bestaan van de bank: ‘Meer mogelijk maken’.
• ABN AMRO verwelkomt haar tweemiljoenste internetklant
in Nederland.
• Aankondiging dat Standard Federal gaat opereren onder de
merknaam LaSalle Bank.
Maart
• Positie in Belgische private banking-markt wordt versterkt
door de overname van Bank Corluy.
• Aankondiging dat het Bouwfonds-hypotheekbedrijf met de
hypotheekactiviteiten van ABN AMRO in Nederland zal
worden samengevoegd.
• ABN AMRO maakt voornemen bekend om bod op
Banca Antonveneta uit te brengen.
April
• Succesvolle aandelenemissie in verband met de acquisitie
van Banca Antonveneta levert EUR 2,52 miljard op.
• Aankondiging dat de Nederlandse private banking-dochter
Nachenius, Tjeenk & Co. N.V. wordt verkocht aan
BNP Paribas Private Bank.
• De Algemene Vergadering van Aandeelhouders benoemt
mr. R.F. van den Bergh en mr. A. Ruys tot lid van de Raad van
Commissarissen; ir. M.C. van Veen en prof. ir. W. Dik treden
af als commissaris.
Mei
• De Italiaanse centrale bank keurt het bod van ABN AMRO
op Banca Antonveneta goed.
Juni
• ABN AMRO Trust and Management Service Companies
wordt verkocht aan Equity Trust.
• Sale & leaseback van kantoorpand in Londen,
250 Bishopsgate.
Juli
• Instelling van Compliance Oversight Committee van de
Raad van Commissarissen.
Augustus
• ABN AMRO introduceert als eerste in Nederland structured
covered bonds.
• ABN AMRO start partnership voor bankverzekeren in
Brazilië met Tokio Marine Nichido Fire Insurance Co., Ltd. en
verkoopt Real Seguros aan dit bedrijf.
September
• Overeenkomst voor de verwerving van een meerderheids-
belang in Banca Antonveneta wordt getekend.
• Voor het derde achtereenvolgende jaar wordt ABN AMRO in
de Dow Jones Sustainability Index uitgeroepen tot marktleider
op het gebied van duurzaamheid in de Europese banksector.
Oktober
• ABN AMRO Asset Management introduceert nieuw
concept voor Socially Responsible Investment.
• Groepsstructuur wordt verder aangepast om het potentieel
voor winstgevende groei te benutten.
November
• Toekenning van de Henri Sijthoff-prijs voor het beste
Nederlandse jaarverslag 2004.
• Transparantiebenchmark 2005 toegekend aan ABN AMRO
als meest transparante onderneming in Nederland voor wat
betreft de verslaggeving van activiteiten op het gebied van
maatschappelijk verantwoord ondernemen.
• Lead-manager van Shield 1, met EUR 22 miljard het grootste
securitisatieprogramma ooit in Europa.
• Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders
benoemt drie nieuwe leden in de Raad van Bestuur:
mr. H.G. Boumeester, drs. P.S. Overmars en drs. R. Teerlink.
December
• ABN AMRO gaat akkoord met een boete van USD 75
miljoen en een vrijwillige gift van USD 5 miljoen vanwege
tekortkomingen in het USD Clearing Center van kantoor
New York en in verband met compliance-procedures van het
Office of Foreign Assets Control.
• Bekendmaking van voorgenomen verkoop van het belang
van 40% in Kereskedelmi és Hitelbank (Hongarije) aan
KBC Bank (België).
• ABN AMRO maakt bekend dat in het eerste kwartaal van 2006
het desinvesteringsproces van Bouwfonds wordt gestart.
• ABN AMRO richt een stichting op die per jaar EUR 5 miljoen
gaat investeren in de bestrijding van armoede.
ABN AMRO in 2005
ABN AMRO in een oogopslag
11
ConcernstrategieAls internationaal
opererende bank met haar
wortels in Europa richt
ABN AMRO zich vooral op
consumer banking en
commercial banking in lokale
markten, daarbij
ondersteund door een
internationaal netwerk en
een uitgebreid
productenassortiment.
Uitgangspunt van onze
strategie is het streven naar
duurzame winstgevende
groei ten behoeve van al
onze belanghebbenden,
waaronder klanten,
aandeelhouders,
medewerkers en de
samenleving. Het strategisch
voordeel van onze specifieke
combinatie van klanten,
producten en geografische
markten is het grootst in het
middensegment van de
markt (onze ‘sweet spot’).
Om onze organisatie verder
in overeenstemming te
brengen met onze op het
middensegment gerichte
strategie en concernbreed
de voordelen van de kracht
van ABN AMRO als ‘één
bank’ effectiever te
benutten, is de
groepsstructuur per
1 januari 2006 aangepast.
ABN AMRO is een internationale bank die
haar wortels in Europa heeft en zich vooral
richt op consumer banking en commercial
banking in lokale markten, in sterke mate
ondersteund door een internationaal netwerk
en een uitgebreid productenassortiment.
Deze mix van activiteiten geeft ons een
concurrentievoordeel in de markten en
klantsegmenten waarin wij actief zijn. Onze
doelstelling is maximale waarde te creëren
voor onze klanten, en tegelijk ook voor onze
aandeelhouders, als het ultieme bewijs van en
voorwaarde voor ons succes.
Bij de verdere expansie en versterking van
onze activiteiten volgen wij een strategie die
is gebaseerd op vijf pijlers:
1 Het creëren van waarde voor onze klanten
door hun kwalitatief hoogwaardige
financiële oplossingen te bieden.
Oplossingen die zo goed mogelijk
aansluiten bij hun huidige behoeften en hun
doelstellingen voor de lange termijn.
2 Een duidelijke focus op:
• particuliere en zakelijke klanten in onze
lokale markten in Europa, Noord- en
Latijns-Amerika en Azië;
en wereldwijd op:
• geselecteerde multinationale
ondernemingen en financiële instellingen;
• private banking-klanten.
3 Ten behoeve van onze klanten optimaal
gebruikmaken van onze producten en de
capaciteiten van onze medewerkers.
4 Het concernbreed delen van kennis en
ervaring en een optimale bedrijfsvoering.
5 Het stimuleren van groei door de allocatie
van kapitaal en talent volgens de principes
van Managing for Value, het door ons
gehanteerde model voor waardecreërend
management.
Wij streven naar duurzame groei ten behoeve
van alle belanghebbenden bij onze bank:
klanten, aandeelhouders, medewerkers en de
samenleving. Ons duurzaamheidsbeleid
wordt nader toegelicht in het hoofdstuk
‘Duurzame ontwikkeling’ vanaf pagina 41,
alsmede in het duurzaamheidsverslag dat
tegelijk met dit jaarverslag wordt
gepubliceerd. Om duurzame winstgevende
groei te verwezenlijken is het vermogen om
duurzame relaties op te bouwen, zowel intern
binnen de bank als extern met derden, van
essentieel belang.
De Raad van Bestuur hecht groot belang aan
de ABN AMRO Waarden en aan het behoud
van de integriteit en de reputatie van de bank.
In alle markten waarin zij actief is, neemt de
bank de toepasselijke wet- en regelgeving in
acht. Op deze manier beschermt zij haar
reputatie, haar ‘licence to operate’ en haar
vermogen om duurzame waarde te creëren
voor alle belanghebbenden. Voldoen aan de
hoogste compliance-normen vertaalt zich in
een daadwerkelijke versteviging van de
concurrentiepositie. ABN AMRO wil dan ook
graag de compliance-standaard zetten voor de
financiële sector.
Focus op de klantOnze klanten profiteren het meest van de
relatiegerichte marktbenadering via onze
verschillende Business Units (BU’s). Doordat
wij concernbreed klantgericht te werk gaan,
kunnen wij waarde creëren voor een breed
spectrum van klanten. In het particuliere
segment varieert ons klantenbestand van
standaard retail tot private banking
(vermogende particulieren) en in het zakelijke
segment van een groot aantal kleine bedrijven
tot een klein aantal grote multinationale
ondernemingen.
Al deze klantgroepen spelen een cruciale rol in
onze strategie. Het strategisch voordeel van
onze specifieke combinatie van klanten,
Concernstrategie
12
producten en geografische markten is
evenwel het grootst in het middensegment,
dat wij primair via onze vijf regionale Client
BU’s bedienen: Nederland, Europa, Noord-
Amerika, Latijns-Amerika en Azië. Aan de
particuliere kant omvat het middensegment
de meer bemiddelde relaties van onze
regionale Client BU’s en de meeste klanten
van de BU Private Clients; aan de zakelijke
kant betreft het een fors aantal middelgrote
tot grote ondernemingen en financiële
instellingen, die via onze regionale Client BU’s
worden bediend. Deze klanten hebben in de
regel behoefte aan een lokale relatie-
beheerder, een uitgebreid en concurrerend
productenpakket, een internationaal netwerk,
een efficiënte distributie en, voor wat betreft
zakelijke relaties, sectorkennis. Wij zijn een
van de weinige banken in de wereld die dit
allemaal in huis heeft en in veel gevallen zijn
wij ook de enige die dit kan bieden.
Dankzij de veelzijdigheid van onze activiteiten
kunnen wij onze voorsprong in het midden-
segment handhaven. In dit verband hebben
wij ervoor gekozen een selecte groep multi-
nationale ondernemingen en de bovenkant
van de private banking-markt te bedienen met
een totaalpakket bankproducten en -diensten.
Willen wij ook in de toekomst succesvol zijn
onder deze klantgroepen, dan moeten wij
immers voortdurend investeren in de kwaliteit
van onze producten en in innovatie. De hieruit
voortkomende productverbetering en
-innovatie worden vervolgens benut ten
behoeve van onze klanten in het midden-
segment. Op deze manier kunnen wij ons – in
veel gevallen unieke – vermogen om op de
behoeften van klanten in het middensegment
in te spelen, instandhouden. Onze positie in
retail creëert daarbij het draagvlak voor de
investeringsuitgaven in de benodigde
infrastructuur, zoals kantoren en informatie-
technologie, en zorgt bovendien voor aanwas
van klanten in het middensegment.
Onze groeistrategie is erop gericht om te
opereren vanuit de sterke positie van
ABN AMRO in het middensegment van de
markt en klanten in dit segment kwalitatief
hoogwaardige en innovatieve producten en
diensten te leveren, ongeacht vanuit welk
bedrijfsonderdeel deze afkomstig zijn. Hierbij
maken wij optimaal gebruik van ons
internationale productaanbod en netwerk.
Deze benadering wordt kracht bijgezet door
ons global branding-concept, waarbij het
groen-gele ABN AMRO schild wordt
gecombineerd met sterke lokale merknamen
en de nieuwe slogan ‘Meer mogelijk maken’,
die in februari 2005 werd gepresenteerd.
Goede voorbeelden zijn LaSalle Bank in het
Midden-Westen van de Verenigde Staten en
Banco Real in Brazilië.
Sweet spot Private Banking/
Meer bemiddelde relaties
Middensegment/
Financiële instellingen
Top
Private
Banking
Multi-
nationale
onder-
nemingen
Standaard retail
Particulier Zakelijk
Kleinbedrijf
ProductinnovatieProductinnovatie
Klantaanwas Klantaanwas
Sweet spot
Concernstrategie
13
Wij streven ernaar onze toch al sterke
strategische positie verder uit te bouwen,
zowel door uitbreiding van het klantenbestand
in geselecteerde markten en segmenten als
door gerichte investeringen in de verbetering
van onze productlijnen. Wat betreft nieuwe
markten spelen de BU Europa en de BU Azië
met succes in op de aantrekkelijke mogelijk-
heden die zich in verschillende opkomende
markten voordoen. De BU Azië richt zich
hierbij vooral op Groot-China (Volksrepubliek
China, Hongkong en Taiwan) en India.
Het voordeel van ‘één bank’ benutten
Om de focus op klanten in het midden-
segment van de particuliere en zakelijke markt
verder te versterken en de voordelen van de
kracht van ABN AMRO als ‘één bank’
effectiever te benutten, door middel van het
concernbreed delen van kennis en ervaring
alsmede een optimale bedrijfsvoering, is de
structuur van Strategische Business Units per
1 januari 2006 vervangen door een nieuwe
groepsstructuur die bestaat uit:
• zeven Client BU’s;
• drie Product BU’s;
• twee BU-overstijgende segmenten;
• Services;
• Group Functions.
De zeven Client BU’s bestaan uit vijf regionale
BU’s (Nederland, Europa, Noord-Amerika,
Latijns-Amerika en Azië) en twee mondiale
BU’s, namelijk Private Clients en Global Clients.
Deze laatste BU bedient een selecte groep
multinationale ondernemingen. De drie Product
BU’s (Global Markets, Transaction Banking en
Asset Management) onder steunen de Client
BU’s door producten te ontwikkelen en te
leveren voor alle klanten wereldwijd, waarbij
het accent primair ligt op het middensegment
van de verschillende markten. De mondiale
samenhang tussen de BU’s wordt gewaarborgd
door de BU-overstijgende Consumer Client en
Commercial Client-segmenten. Deze op
mondiale schaal opererende segmenten
hebben onder meer tot taak om de toepassing
van succesvolle producten over de grenzen van
de verschillende geografische gebieden heen
te bevorderen en om kwalitatief hoogwaardige
oplossingen voor onze verschillende
klantgroepen uit te werken, samen met de
BU’s Asset Management, Transaction Banking
en Global Markets.
Wij willen daarnaast het eerste succes van
Services verder uitbouwen. Dit concern-
onderdeel blijft zich richten op het signaleren
en realiseren van mogelijkheden voor vergro-
ting van de operationele doelmatigheid, door
een verdere consolidatie en standaardisatie
Europa Noord-Amerika
Latijns-Amerika Azië Private Clients Global ClientsNederland
Consumer Client-segment
Commercial Client-segment
Lokale producten
Lokale producten
Lokale producten
Lokale producten
Lokale producten
Lokale producten M&A ECM
Global Markets
Transaction Banking
Asset Management
Services
Group Functions
Nieuwe groepsstructuur
Concernstrategie
14
dwars door de hele organisatie heen. Services
blijft ook in de nieuwe structuur nieuwe
marktoplossingen onderzoeken en implemen-
teren. Doel hiervan is ervoor te zorgen dat alle
BU’s over de ondersteuning en flexibiliteit
beschikken die zij nodig hebben om onze
klanten op een zo efficiënt mogelijke wijze nog
betere producten en diensten te bieden, bij een
optimaal niveau van de operationele risico’s.
Group Functions bestaat uit een verzameling
van centres of expertise die concernbreed
ondersteuning en diensten met toegevoegde
waarde bieden op onder meer het terrein van
risicobeheer, financiën, audit, juridische zaken,
compliance, personeel, communicatie,
investor relations en Corporate Development.
De nieuwe organisatiestructuur stelt nieuwe
eisen aan de wijze waarop de groep wordt
bestuurd. Wij hebben het besturingsmodel
van de groep dan ook dienovereenkomstig
aangepast. In dit verband is besloten het
aantal leden van de Raad van Bestuur uit te
breiden tot acht en de taken binnen de Raad
van Bestuur voor een deel te herschikken.
Daarnaast is een Group Business Committee
(GBC) gevormd om de coördinatie op
groepsniveau te versterken. Het GBC bestaat
uit de vijf leden van de Raad van Bestuur met
specifieke lijnverantwoordelijkheid en de
Senior Executive Vice Presidents (SEVP’s) die
de leiding van de verschillende BU’s hebben.
Nadruk op kernactiviteitenWij willen de beschikbare capaciteiten en
middelen effectiever inzetten op met name die
terreinen waar onze kracht ligt. Hiertoe is in
2005 opnieuw een aantal bedrijfsonderdelen
verkocht die niet tot onze kernactiviteiten
behoorden. Zo werd in Nederland de private
banking-dochter Nachenius, Tjeenk & Co.
verkocht. In Brazilië werden alle aandelen in
Real Seguros (schadeverzekeringen) verkocht
en 50% van de aandelen in Real Vida e
Previdência (levensverzekeringen en
pensioenen), in beide gevallen aan Tokio Marine
& Nichido Fire Insurance Co. Als onderdeel van
de overeenkomst startte ABN AMRO in Brazilië
op basis van exclusiviteit een bancassurance
partnership met de koper. Voorts werd de
verkoop van ABN AMRO Trust and Management
Service Companies afgerond. In lijn met de aan-
scherping van onze strategische focus maakten
wij ook het voornemen bekend om onze
internationale bankactiviteiten op Curaçao te
verkopen aan FirstCaribbean Bank en ons
belang van 40% in Kereskedelmi és Hitelbank
(Hongarije) aan KBC Bank (België), alsmede om
in het eerste kwartaal van 2006 het des inves-
teringsproces van Bouwfonds te starten.
In het kader van het streven van Services naar
groepsbreed waardecreatie lanceerde
ABN AMRO in 2005 een nieuw omvangrijk
IT-programma. Het omvat een vijfjarig
outsourcing-contract met IBM voor de
verlening van IT-infrastructuurdiensten voor de
bank wereldwijd, contracten met Infosys en
Tata Consulting Services (TCS) voor de
ondersteuning en verbetering van bestaande
applicaties en multi-vendor contracten met
Accenture, IBM, Infosys, Patni en TCS voor
het ontwikkelen van nieuwe applicaties.
Tegelijkertijd hebben wij gericht verder
geïnvesteerd in de versterking van ons kern-
bedrijf en onze positionering in de markten
waarin wij opereren. In 2005 legde ABN AMRO
de basis voor de overname van de Italiaanse
bankgroep Banca Antonveneta. Een
meerderheidsbelang in deze bank, die sterk is
gepositioneerd in het rijke noordwesten van
Italië, is in januari 2006 verworven. Met deze
acquisitie verschaft ABN AMRO zich een ideaal
platform om haar aanwezigheid in het
strategisch belangrijke middensegment uit te
breiden. In België namen wij Bank Corluy over.
Met deze stap hebben wij onze toch al sterke
positie in private banking in Europa verder
verstevigd. ABN AMRO kwam voorts in het
bezit van de resterende aandelen Bouwfonds,
zodat wij thans ook de volledige juridische
zeggenschap over Bouwfonds hebben. Het
Concernstrategie
15
volledige economisch eigendom was al in 2000
verworven. De BU Nederland maakte
vervolgens het voornemen bekend om haar
hypotheekactiviteiten samen te voegen met die
van Bouwfonds. Hierdoor ontstaat het op twee
na grootste hypotheekbedrijf in Nederland.
SolvabiliteitOm de AA– creditrating van onze bank te
handhaven heeft het niveau van de tier 1 ratio
(de verhouding tussen het kernvermogen en de
naar risico gewogen activa) onze voort durende
aandacht. De tier 1 ratio is verbeterd van 7,03%
ultimo 2001 tot 10,62% ultimo 2005, terwijl de
norm minimaal 4% is en ons streefniveau voor
de middellange termijn op 8,5% ligt. In
dezelfde periode is de core tier 1 ratio (kern-
vermogen exclusief preferente aandelen) toe-
genomen van 4,47% tot 8,47% bij een doel-
stelling van 6,5% voor de middellange termijn.
De consolidatie van Banca Antonveneta zal
onze vermogensratio’s drukken, maar het is ons
streven om de tier 1 ratio en de core tier 1 ratio
(kernvermogen exclusief preferente aandelen)
ruim voor eind 2006 weer op een niveau van
respectievelijk 8% en 6% te brengen. Hiertoe
zal een strikt kapitaalbeheer worden toegepast,
waarbij een vermindering van de naar risico
gewogen activa en de verkoop van andere, niet
tot het kernbedrijf behorende onderdelen tot de
mogelijkheden behoort.
ABN AMRO is bezig zich strategisch te
positioneren op de gevolgen van de Capital
Requirements Directive waarmee uitvoering
wordt gegeven aan het Bazel II Akkoord in de
Europese Unie. Voor kredietrisico’s zal de bank
de Advanced Internal Ratings Based-benadering
toepassen en voor operationele risico’s de
Advanced Measurement Approaches. Dit wordt
nader toegelicht in het hoofdstuk ‘Bazel II’.
Prestatiedoelstellingen voor cyclus 2005-2008
Wij hechten sterk aan een effectief beheer van
het beschikbare kapitaal. Dit wordt
onderstreept door onze doelstelling ten
aanzien van het rendement op eigen
vermogen van 20% per jaar over de vierjarige
prestatiecyclus die loopt tot en met 2008,
evenals door onze ambitie om eind 2008 in de
top 5 van onze peer group te staan qua
totaalrendement voor aandeelhouders.
Managing for ValueManaging for Value (MfV) is in de hele
organisatie ingevoerd. Dit is het instrument
dat ABN AMRO gebruikt voor de allocatie van
de beschikbare middelen aan die activiteiten
die op lange termijn de hoogste economische
winst genereren, en voor het meten van de
resultaten. Wij zullen voortbouwen op de
successen die MfV reeds heeft opgeleverd.
Een optimale allocatie van onze belangrijkste
activa (kapitaal en talent) aan die activiteiten
die de hoogste economische waarde
genereren, is onze primaire groeistimulans.
Prioriteiten Raad van Bestuur in 2006
Nu de nieuwe groepsstructuur sinds 1 januari
een feit is, gaan wij ons in 2006 vooral richten
op autonome groei en een gedisciplineerd
kosten- en kapitaalbeheer, alsmede op het
verbeteren van toezicht en compliance binnen
de bank op basis van de ‘Cease and Desist
Order’ van de Nederlandse en Amerikaanse
toezichthouders. De Raad van Bestuur heeft
hiertoe de volgende prioriteiten vastgesteld:
autonome batengroei, verwezenlijking van de
synergievoordelen uit de integratie van Banca
Antonveneta zodra de acquisitie is afgerond,
onverminderde aandacht voor kostensynergie
via de uitvoering van het Group Shared
Services-programma, verdere verbetering van
de resultaten uit de activiteiten van onze
voormalige wholesale bank, strikt concern-
breed kapitaalbeheer en invoering van de
hoogste compliance-normen in alle jurisdicties
waarin wij opereren.
Concernstrategie
core market
17
Onze financiële resultaten over 2005 zijn
beïnvloed door een aantal eenmalige posten
waarvan het effect op de operationele
nettowinst meer dan EUR 35 miljoen bedroeg.
Hierdoor geeft de gepubliceerde operationele
nettowinst over 2005 geen volledig beeld van
de onderliggende trends van onze activiteiten.
Deze incidentele posten en het effect daarvan
op de resultaten zijn in de tabel op de
volgende pagina weergegeven.
Resultaten in het kort
Kerncijfers 2005
(in miljoenen euro’s) Groepsresultaat Onderliggend resultaat
2005 2004 2005 2004 %
Totaal operationele baten 19.827 17.130 19.603 17.130 14,4
Totaal operationele bedrijfslasten 13.517 13.257 13.786 12.290 12,2
Bedrijfsresultaat 6.310 3.873 5.817 4.840 20,2
Waardeverminderingen 648 616 648 616 5,2
Bedrijfsresultaat voor
belastingen 5.662 3.257 5.169 4.224 22,4
Belastingen 1.219 764 1.200 1.076 11,5
Operationele nettowinst 4.443 2.493 3.969 3.148 26,1
Beëindigde bedrijfsactiviteiten
(netto) 0 1.447
Jaarwinst 4.443 3.940
Toe te rekenen aan:
Aandeelhouders
moedermaatschappij 4.382 3.865
Belang van derden 61 75
Nederland 509 418 21,8
Noord-Amerika 871 712 22,3
Brazilië 448 302 48,3
New Growth Markets 213 140 52,1
Bouwfonds 315 266 18,4
Consumer & Commercial
Clients 2.356 1.838 28,2
Wholesale Clients 666 270 146,7
Private Equity 331 463 – 28,5
Private Clients 217 205 5,9
Asset Management 171 106 61,3
Group Functions 228 266 – 14,3
Operationele nettowinst 3.969 3.148 26,1
Met de overname van Banca
Antonveneta krijgt ABN AMRO vaste voet
aan de grond in Italië, een aantrekkelijke
markt met een aanzienlijk groei-
potentieel. De acquisitie ligt geheel in lijn
met onze strategie: zowel het particuliere
als het zakelijke klantenbestand van
Banca Antonveneta sluit goed aan op
onze strategische focus op het
middensegment van de markt.
Resultaten in het kort
18
De vergelijking van de cijfers wordt daarnaast
vertekend door de herstructurerings-
voorziening en de afkoop van de in de cao
vastgelegde winstdelingsregeling, die in 2004
een gezamenlijk effect hadden van EUR 967
miljoen op de totale operationele
bedrijfslasten en van EUR 655 miljoen op de
operationele nettowinst.
De onderliggende resultaten zoals vermeld in
de bovenstaande tabel zijn voor deze
eenmalige posten gecorrigeerd. In de
onderstaande analyse is uitgegaan van de
onderliggende resultaten.
Operationele batenDe totale operationele baten van ABN AMRO
namen in 2005 toe met 14,4% naar
EUR 19.603 miljoen dankzij een sterke
autonome groei van al onze particuliere en
zakelijke activiteiten. De batenstijging in de
afzonderlijke BU’s werd veroorzaakt door de
volgende factoren:
• Bijna alle BU’s die deel uitmaken van
Consumer & Commercial Clients,
behaalden een dubbelcijferige autonome
batengroei:
– Brazilië: sterke groei van de particuliere
kredietportefeuille;
– Nederland: fraaie stijging van particulier
krediet en spaargelden en hoog niveau
van baten uit ontvangen boeterente
voor de vervroegde aflossing van
hypotheken;
– Noord-Amerika: stijging van de baten uit
commercial banking en lagere
hedgingkosten met betrekking tot de voor
verkoop aangehouden (available for sale /
AFS) portefeuille;
– Bouwfonds: verdere toename van baten
uit woninghypotheken en
vastgoedfinanciering;
– New Growth Markets: onverminderd
sterke batengroei, met name in Azië
dankzij het succes van de creditcard-
activiteiten en het Van Gogh Preferred
Banking-concept.
• Wholesale Clients: sterke performance van
Fixed Income, Futures and FX (FIFF), met
name de activiteiten op het gebied van
gestructureerde derivaten.
Operationele bedrijfslastenDe stijging van de totale operationele
bedrijfslasten met 12,2% moet worden
gezien tegen de achtergrond van de
batenstijging van 14,4% en werd beïnvloed
door valutakoersfluctuaties en incidentele
Eenmalige posten
(in miljoenen euro’s) Effect op
Operationele Operationele Bedrijfsresultaat Jaarwinst baten bedrijfslasten
Verkoop Real Seguros 229 229 196
Verkoop Nachenius, Tjeenk & Co. 38 38 38
Verkoop kantoorgebouw
Bishopsgate, Londen 43 43 39
Vrijval voorziening
ziektekostenverzekeringen – 392 392 268
Voorziening vakantiedagen 56 – 56 – 40
Boete Amerikaanse
toezichthouders 67 – 67 – 67
Voorziening balansaanpassingen – 86 – 86 – 60
Vrijval belastingvoorzieningen 100
Totaal 224 – 269 493 474
Resultaten in het kort
19
posten (niet gecorrigeerd). De kosten
gingen in alle BU’s omhoog door hogere
uitgaven voor compliance. De totale
uitgaven voor compliance in 2005
bedroegen EUR 186 miljoen. Andere
specifieke factoren die bijdroegen aan
de stijging van de operationele bedrijfslasten
waren onder meer:
• Brazilië: de waardestijging van de
Braziliaanse real en de nieuwe cao’s van
september 2004 en september 2005;
• Nederland: de nieuwe cao en met name het
nieuwe flexibele bonussysteem dat in de
plaats van de afgekochte garantieregeling
winstuitkering is gekomen;
• New Growth Markets: de verdere
investeringen in het Aziatische bedrijf in de
vorm van de opening van nieuwe
vestigingen en marketingcampagnes;
• Noord-Amerika: gestegen
personeelskosten, hogere
bonusreserveringen, verdere
marketinguitgaven en hogere
automatiseringskosten in verband met een
aantal grote projecten zoals Bazel II.
BedrijfsresultaatHet bedrijfsresultaat nam toe met 20,2% naar
EUR 5.817 miljoen, vooral dankzij de groei bij
Consumer & Commercial Clients en
Wholesale Clients. De belangrijkste aanjager
binnen Consumer & Commercial Clients was
de BU Brazilië, waar de kredietportefeuille fors
toenam. De efficiencyratio van de groep
verbeterde van 71,7% naar 70,3%. Alle BU’s
droegen hieraan bij, met uitzondering van de
BU Private Equity en de BU Bouwfonds.
WaardeverminderingenDe voorzieningen werden met EUR 32 miljoen
verhoogd naar EUR 648 miljoen. Met name
Wholesale Clients en de BU Noord-Amerika
profiteerden van de verbeterde kwaliteit van
hun kredietportefeuilles, de vrijval van
voorzieningen en na afboeking ontvangen
bedragen. Deze positieve ontwikkeling werd
echter volledig tenietgedaan door een
verhoging van de voorzieningen in de
BU Brazilië, de BU Nederland en Group
Functions. De hogere voorzieningen in de
BU Nederland weerspiegelen de relatief trage
economische groei in Nederland en de forse
toename van de particuliere kredietverlening.
Resultaten in het kort
20
Raad van CommissarissenDe financiële resultaten over 2005 tonen aan
dat ABN AMRO ook vorig jaar aanzienlijke
vooruitgang heeft geboekt. Dankzij met name
de krachtige autonome batengroei van de
Business Units (BU’s) Brazilië, Nederland,
Noord-Amerika, New Growth Markets en
Bouwfonds, in combinatie met een geringere
stijging van de bedrijfslasten, verbeterde het
bedrijfsresultaat fors. Ook Wholesale Clients
(WCS), dat een sterk verbeterde performance
liet zien, leverde een wezenlijke bijdrage aan
het hogere bedrijfsresultaat. Door de per
saldo stabiele voorzieningen en een lagere
effectieve belastingdruk nam de voor
aandeelhouders beschikbare nettowinst toe
met 13,4% naar EUR 4.382 miljoen ofwel
EUR 2,43 per aandeel. Wij complimenteren
het management en de medewerkers met
deze goede prestatie.
Jaarrekening en dividendvoorstel
Dit jaarverslag bevat onder meer de
jaarrekening van de bank, die door de Raad
van Bestuur en de Raad van Commissarissen
is ondertekend na controle door Ernst & Young
Accountants. Wij stellen de aandeelhouders
voor de jaarrekening 2005 vast te stellen en de
Raad van Bestuur en de Raad van
Commissarissen decharge te verlenen voor
respectievelijk het gevoerde beleid en het
uitgeoefende toezicht. Bij vaststelling van de
jaarrekening en de winstverdeling ontvangen
houders van gewone aandelen een
keuzedividend van EUR 1,10 per gewoon
aandeel van EUR 0,56. Na aftrek van het
vastgestelde interimdividend van EUR 0,50
resteert een slotdividend van EUR 0,60 per
gewoon aandeel.
Samenstelling Raad van Commissarissen
Per 28 april 2005, de dag van de jaarlijkse
Algemene Vergadering van Aandeelhouders,
zijn mr. R.F. van den Bergh en mr. A. Ruys
benoemd als nieuw lid van de Raad van
Commissarissen voor een periode van vier
jaar. Ir. M.C. van Veen en prof. ir. W. Dik traden
per deze datum af als lid van de Raad van
Commissarissen.
Jhr. mr. A.A. Loudon en de heer A. Burgmans
beëindigen per 27 april 2006 hun lidmaatschap
van de Raad van Commissarissen. De heer
Loudon heeft de maximale zittingsduur van in
totaal twaalf jaar bereikt. Sinds 1996 is hij
voorzitter van onze Raad geweest. Zijn ruime
ervaring in het bedrijfsleven, zijn zorgvuldig
doordachte aanpak van lastige situaties en de
prettige en effectieve wijze waarop hij zijn rol
als voorzitter van zowel de voltallige Raad als
het Nomination & Compensation Committee
vervulde, zullen zeer gemist worden.
De heer Burgmans treedt in 2006 periodiek af
en heeft zich niet herkiesbaar gesteld.
Gedurende de acht jaar dat hij lid van onze
Raad is geweest, heeft hij steeds een
belangrijke inbreng gehad in de discussies
binnen onze Raad, waarbij zijn mening en
advies zeer op prijs werden gesteld. Hij is
ook een actief lid geweest van het
Nomination & Compensation Committee
en het Compliance Oversight Committee.
Wij betreuren zijn besluit om zich niet
herkiesbaar te stellen.
De heer A.C. Martinez treedt eveneens
periodiek af maar is wel herkiesbaar. Het is de
bedoeling dat de heer Martinez, in geval van
zijn herbenoeming, de heer Loudon opvolgt als
voorzitter van de Raad van Commissarissen.
De Raad van Commissarissen doet aan de
aandeelhouders de voordracht tot benoeming
van ir. G.-J. Kramer en de heer G. Randa als
nieuw lid, eveneens per 27 april 2006. Beide
kandidaten kunnen terugzien op een
Raad van Commissarissen
21
geslaagde (inter)nationale carrière. De heer
Kramer heeft de Nederlandse nationaliteit en
was tot eind 2005 president-directeur van
ingenieursbedrijf Fugro N.V. Hij bekleedt
diverse commissariaten en is oud-lid van de
Raad van Advies van ABN AMRO Holding N.V.
Met zijn ruime ervaring van de internationale
zakenwereld zal hij naar verwachting een
waardevolle inbreng in onze Raad hebben. De
heer Randa, die de Oostenrijkse nationaliteit
heeft, is gedurende het grootste deel van zijn
carrière werkzaam geweest in het bankwezen.
Tot vorig jaar was hij bestuurslid van
Bayerische Hypo- und Vereinsbank AG, meest
recentelijk als Chief Operating Officer. Op dit
moment is hij Executive Vice President van
Magna International Inc, Toronto. De heer
Randa beschikt over een grote kennis op het
gebied van commercial banking en meer in
het bijzonder kostenbeheer en fusies &
overnames. Wij zijn ervan overtuigd dat de
heren Kramer en Randa een uiterst
waardevolle versterking van onze Raad zullen
vormen. Hun curriculum vitae staat op
pagina 242 van dit jaarverslag. Een overzicht
van de belangrijkste personalia van alle leden
van de Raad van Commissarissen is
opgenomen op pagina 241 van dit jaarverslag
en is ook op onze internetsite
www.abnamro.com geplaatst.
De voordrachten en benoemingen zijn in
overeenstemming met de profielschets van
onze Raad die op de bovengenoemde
internetsite is geplaatst. De Centrale
Ondernemingsraad is in kennis gesteld van de
vacatures en voordrachten. Door de
bovengenoemde mutaties bestaat de Raad
van Commissarissen onveranderd uit twaalf
leden. Zes van hen hebben een andere
nationaliteit dan de Nederlandse. Zij zijn
afkomstig uit drie verschillende continenten.
Mutaties in ABN AMRO topkader
Met het oog op de verwezenlijking van de
financiële doelstellingen van de bank voor de
periode 2005-2008 heeft de Raad van Bestuur,
in overleg met de Raad van Commissarissen,
de groepsstructuur doorgelicht en besloten
om daarin een aantal aanpassingen aan te
brengen, zodat deze beter in overeen-
stemming is met de strategie.
De nieuwe groepsstructuur leidt tot een
verzwaring van de bestuurlijke verant-
woordelijk heden. Om de taken effectief te
kunnen vervullen en een duidelijk
onderscheid te kunnen aanbrengen tussen
‘functionele’ en ‘commerciële’ taken is
besloten om de Raad van Bestuur uit te
breiden tot acht leden.
Op de Buitengewone Algemene Vergadering
van Aandeelhouders die werd gehouden op
24 november 2005, zijn drie nieuwe leden
benoemd op voordracht van de Raad van
Commissarissen: mr. H. G. Boumeester,
drs. P.S. Overmars en drs. R. Teerlink.
Als gevolg van deze benoemingen en de
organisatorische aanpassingen is de
taakverdeling binnen de Raad van Bestuur
thans als volgt:
• mr. R.W.J. Groenink
voorzitter, Group Audit, Group Compliance
& Legal, Group Human Resources
• drs. W.G. Jiskoot
BU Nederland, BU Global Clients, BU Asset
Management
• drs. T. de Swaan (treedt af per 1 mei 2006)
Chief Financial Officer (tot 1 januari 2006),
rapportage financiële resultaten over 2005,
Group Risk Management
• mr. J.Ch.L. Kuiper
BU Noord-Amerika, voorzitter Group
Business Committee
• mr. C.H.A. Collee
BU Europa, BU Private Clients, Consumer
Client-segment, Banca Antonveneta
Raad van Commissarissen
22
• H.Y. Scott-Barrett
Chief Financial Officer (vanaf 1 januari
2006), Group Finance, Investor Relations,
Group Communications, voorzitter
Resource Allocation and Performance
Management Committee (RAPMC)
• mr. H.G. Boumeester
Chief Risk Officer, Group Risk Management,
Corporate Development
• drs. P.S. Overmars
BU Azië, BU Global Markets, Commercial
Client-segment
• drs. R. Teerlink
BU Latijns-Amerika, BU Transaction
Banking, Services, European Union Affairs
& Market Infrastructure.
De aanpassing van de organisatie heeft ook op
het niveau van Senior Executive Vice President
(SEVP) geleid tot een verschuiving van
verantwoordelijkheden. De hoofdlijnen van de
nieuwe structuur en de functies van de
verschillende SEVP’s zijn weergegeven op
pagina 243 van dit jaarverslag.
De Raad van Bestuur heeft na overleg
met onze Raad per 1 januari 2006
mevrouw drs. C.W. Gorter (Group Compliance
& Legal), mevrouw S.A.C. Russell (BU Asset
Management), mr. drs. J.P. Drost (BU Azië) en
per 1 april 2006 G. Page (BU Global Markets)
benoemd tot SEVP. Als gevolg van deze
benoemingen, alsmede door organisatorische
veranderingen en uittreding, is het aantal
SEVP’s met vier afgenomen tot 20.
Plenaire activiteitenDe Raad van Commissarissen heeft in de
verslagperiode achtmaal vergaderd. Alle
vergaderingen werden plenair met de
voltallige Raad van Bestuur gehouden.
Voorafgaand aan twee plenaire vergaderingen
kwam de Raad van Commissarissen in
besloten kring bijeen.
In overeenstemming met best practice
bepaling III1.5 van de Nederlandse corporate
governance code melden wij dat de heren
P. Scaroni en A. Burgmans niet in staat zijn
geweest om drie van de acht vergaderingen
van de Raad van Commissarissen bij te
wonen. In alle gevallen waren zij door externe
omstandigheden verhinderd. Binnen de Raad
van Commissarissen wordt een afwezigheid
van drie keer per jaar als frequent beschouwd.
Tijdens de twee bijeenkomsten buiten
aanwezigheid van de Raad van Bestuur
werden de samenstelling en de performance
van de eigen Raad en het functioneren van zijn
leden geëvalueerd, alsmede het functioneren
van de Raad van Bestuur en zijn leden, met
inbegrip van hun bezoldiging.
De agenda voor de vergaderingen van de
Raad van Commissarissen werd opgesteld
door de voorzitter van onze Raad tezamen
met de voorzitter van de Raad van Bestuur.
Tot de onderwerpen die met regelmaat op de
agenda stonden, behoorden specifieke
aspecten van de concernstrategie (onder
meer overnames en desinvesteringen),
compliance en wet- en regelgeving, de
financiële resultaten, de krediet- en overige
risico’s, de prestatie contracten, corporate
governance en de organisatiestructuur, het
sociaal beleid en klant- en diensten strategieën.
De financiële resultaten van de bank werden
uitvoerig besproken op de vergaderingen van
onze Raad vóór publicatie van de kwartaal-,
halfjaar- en jaarcijfers. Hierbij waren ook de
verantwoordelijke senior managers van de
bank en interne en externe accountants
aanwezig. Voorafgaand aan deze
vergaderingen kwam het Audit Committee
bijeen. Deze commissie bracht vervolgens
advies uit aan de voltallige Raad van
Commissarissen omtrent de goedkeuring van
de financiële resultaten. De uitgebreide
informatie die door de Raad van Bestuur werd
verschaft en door het Audit Committee met de
Raad van Commissarissen
23
ondersteuning van interne en externe
accountants werd geëvalueerd, gaf onze
Raad goed inzicht in de risico’s en resultaten
van de bank, alsmede in haar vermogens- en
liquiditeitspositie: niet alleen in absolute
termen, maar ook in verhouding tot de
overeengekomen doelstellingen en
in vergelijking met de peer group van de bank.
De vorming van een Compliance Oversight
Committee in 2005 onderstreept het
toegenomen belang van de compliance-
functie binnen de bank. De taken van deze
commissie van de Raad van Commissarissen
omvatten het uitoefenen van toezicht op de
compliance-organisatie van de bank en haar
activiteiten en risicoprofiel in dit opzicht,
alsmede het adviseren van de voltallige Raad
van Commissarissen over deze toezichttaak.
De drie commissies van de Raad van
Commissarissen hebben, net als in het
verleden, hun overwegingen en bevindingen
voor verdere bespreking voorgelegd aan de
voltallige Raad.
Tijdens een speciale bijeenkomst in januari
2005 is de Raad van Commissarissen uitvoerig
geïnformeerd over de International Financial
Reporting Standards en de gevolgen daarvan
voor de financiële verslaggeving door
ABN AMRO.
In de reguliere vergadering van januari werden
het Group Performance Contract voor 2005 en
de Group Strategic Agenda besproken en
goedgekeurd.
Tijdens de vergadering van februari gaf het
hoofd Group Risk Management een overzicht
van de activiteiten van de groep op het gebied
van vastgoedfinanciering en -ontwikkeling.
In maart kwam onze Raad in een
buitengewone vergadering bijeen. Na een
uitgebreide discussie werd het bod op
Banca Antonveneta goedgekeurd.
De meivergadering stond in het teken van
twee onderzoeksrapporten die in opdracht van
respectievelijk de Raad van Commissarissen
en de Raad van Bestuur. Het onderzoek werd
ingesteld naar aanleiding van tekortkomingen
in het USD Clearing Center van ons kantoor
New York in 2004 alsmede in verband met
compliance-procedures van het Amerikaanse
Office of Foreign Assets Control (OFAC) ten
aanzien van met name bepaalde USD-
betalingstransacties die hun oorsprong
vonden in ons kantoor in Dubai in voorgaande
jaren. Naar aanleiding van de vastgestelde
tekortkomingen werd een omvangrijk pakket
correctieve maatregelen gepresenteerd en
door onze Raad goedgekeurd.
De concernstrategie werd uitvoerig
besproken tijdens een speciale bijeenkomst
in juli. De ingediende punten werden
goedgekeurd.
Begin oktober was er wederom een
buitengewone vergadering van onze Raad.
De voorgestelde aanpassingen in de
organisatiestructuur van de bank zoals
hierboven beschreven, alsmede het voorstel
om drie kandidaten voor te dragen voor
benoeming tot lid van de Raad van Bestuur,
werden besproken en goedgekeurd.
Voorafgaand aan de reguliere vergadering later
in oktober kwam de Raad van
Commissarissen in besloten kring bijeen om
van gedachten te wisselen over een brief die
was ontvangen van de Nederlandsche Bank
en waarin het optreden van de Raad van
Bestuur in verband met de clearing-activiteiten
van kantoor New York en de transacties door
kantoor Dubai aan de orde werden gesteld. In
deze brief werd de door de Raad van Bestuur
ondernomen handelwijze beoordeeld. Gezien
de krachtdadige aanpak door de Raad van
Bestuur om de vastgestelde tekortkomingen
ongedaan te maken, kwam onze Raad tot de
conclusie dat, naast de gedeeltelijke
terugbetaling van de over 2004 ontvangen
bonussen door de leden van de Raad van
Bestuur, verdere maatregelen en sancties van
de zijde van de Raad van Commissarissen niet
nodig waren.
In december werd de Raad van
Commissarissen ingelicht over de besluiten
van de Nederlandsche Bank, de US Federal
Raad van Commissarissen
24
Reserve Board en andere Amerikaanse
toezichthouders vanwege tekortkomingen in
de clearing-activiteiten van kantoor New York
en in verband met compliance-procedures van
het OFAC. Onze Raad kreeg kopieën van de
besluiten van de betreffende instanties. Het
besluit van de US Federal Reserve Board en
andere Amerikaanse toezichthouders
vervangt gedeeltelijk de Written Agreement
die in juli 2004 met de Amerikaanse
toezichthouders werd getekend en op
19 december 2005 afliep. In dit besluit is
bepaald dat ABN AMRO moet doorgaan met
het verbeteren van het toezicht en de
compliance binnen de bank en is tevens een
strikt rapportageschema opgenomen.
Bovendien werd aan de bank een boete van in
totaal USD 75 miljoen opgelegd en kwam de
bank overeen om een vrijwillige gift van
USD 5 miljoen te doen aan de Illinois Bank
Examiners’ Education Foundation.
Het Compliance Oversight Committee zal de
uitvoering van de besluiten door de Raad van
Bestuur en de implementatie van alle
noodzakelijke maatregelen om ervoor te
zorgen dat de bank voldoet aan genoemde
besluiten, blijven volgen. De Raad van
Commissarissen staat volledig achter het
streven van de bank om de hoogste
compliance-normen in te voeren.
Naast de jaarlijkse eigen evaluatie gaf de
Raad van Commissarissen in 2005 aan
een extern bureau opdracht om het
functioneren van de Raad te beoordelen.
De bevindingen en conclusies werden in de
vergadering van de Raad van Commissarissen
in januari 2006 gepresenteerd. Later die
maand werd de evaluatie van het externe
bureau uitvoerig besproken en werd
vervolgactie ondernomen. Dit moet leiden
tot een verbetering van de effectiviteit van de
Raad van Commissarissen.
Audit CommitteeHet Audit Committee bestaat uit ten minste
vier leden en wordt door de Raad van
Commissarissen uit zijn midden benoemd.
Voorzitter van het Audit Committee is thans
Lord Sharman of Redlynch, die deze functie op
28 oktober 2005 overnam van de heer
A.C. Martinez na diens benoeming tot
voorzitter van het Compliance Oversight
Committee. De heer Martinez is wel lid van
het Audit Committee gebleven. De voorzitter
van het Compliance Oversight Committee is
dan ook permanent uitgenodigd voor de
vergaderingen van het Audit Committee. De
overige twee leden van het Audit Committee
zijn de heren M.V. Pratini de Moraes en
A.A. Olijslager, die ir. M.C. van Veen en
prof. ir. W. Dik opvolgden na hun aftreden als
lid van de Raad van Commissarissen op
28 april 2005. De leden van het Audit
Committee beschikken gezamenlijk over
voldoende deskundigheid op het gebied van
accountancy en financial management om
een goed inzicht te krijgen in de activiteiten,
de jaarrekening en het risicoprofiel van de
vennootschap. Daarnaast heeft de Raad van
Commissarissen bepaald dat zowel de heer
Martinez als Lord Sharman of Redlynch
relevante kennis en ervaring heeft ten aanzien
van de financiële administratie en
verslaggeving van beursgenoteerde en andere
grote ondernemingen. Het reglement van het
Audit Committee maakt deel uit van het
Reglement van de Raad van Commissarissen
en is geplaatst op onze internetsite
www.abnamro.com.
Naast een aantal afzonderlijke bijeenkomsten
met de interne en externe accountants van de
bank, vergaderde de commissie in 2005 vijf
keer met de voorzitter van de Raad van
Bestuur en de Chief Financial Officer (CFO).
Tijdens deze vergaderingen kwamen de
kwartaalcijfers en de jaarcijfers, het
jaarverslag, het externe accountantsrapport
en de management-letter van de interne
accountants, met inbegrip van het
bijbehorende commentaar van de Raad van
Bestuur, alsmede de gevolgen van de
Sarbanes-Oxley Act aan de orde en werden
Raad van Commissarissen
25
aanbevelingen geformuleerd ten behoeve
van de voltallige Raad van Commissarissen.
Deze onderwerpen werden besproken in de
aanwezigheid van interne en externe
accountants en senior vertegenwoordigers
van Group Finance.
Ernst & Young bracht aan het Audit Committee
verslag uit over haar onafhankelijkheid. Na
evaluatie van de van ABN AMRO ontvangen
opdrachten bevestigde Ernst & Young aan de
commissie dat deze opdrachten niet van
invloed zijn geweest op haar vermogen om als
onafhankelijk accountant van ABN AMRO te
fungeren.
In het bijzijn van vertegenwoordigers van de
leiding van Group Risk Management besprak
de commissie het totale risicoprofiel van de
bank (waaronder kredietrisico, marktrisico,
landenrisico en operationeel risico), de kwaliteit
van de kredietportefeuille en afzonderlijke
grote posten en de voorzieningen. Tevens werd
tijdens enkele bijeenkomsten, waarbij ook het
hoofd Group Legal aanwezig was, aandacht
besteed aan juridische procedures waarin
ABN AMRO (mogelijk) betrokken is.
Begin 2005 behoorde de toetsing van de
compliance-organisatie van de bank en haar
activiteiten op dit gebied nog tot de taken van
het Audit Committee. Met de vorming van het
Compliance Oversight Committee in juli 2005
kwam hieraan een einde.
In 2005 zijn de rapportagelijnen van Group
Audit gewijzigd. Het hoofd Group Audit heeft
thans een dubbele rapportagelijn naar
enerzijds de voorzitter van de Raad van
Bestuur en anderzijds de voorzitter van het
Audit Committee. Het Group Audit Charter,
waarin deze nieuwe rapportagelijnen zijn
vastgelegd, is door het Audit Committee na
een uitvoerige evaluatie en discussie
goedgekeurd. Voorts wisselde de commissie
van gedachten over het door Group Audit
uitgevoerde onderzoek naar operationele
aspecten en interne controlemaatregelen.
De commissie boog zich ook over het door
Group Audit opgestelde controleplan, dat
werd goedgekeurd, alsmede over personele
aangelegenheden als opleiding en werving.
Het Audit Committee kwam na elke
commissievergadering ook afzonderlijk met
het hoofd Group Audit bijeen.
Het Audit Committee evalueerde in 2005
het beleid inzake de preautorisatie van
werkzaamheden door de externe accountant.
Na deze evaluatie verleende de commissie,
in overeenstemming met dit beleid,
preautorisatie van de aard en het budget van
controleopdrachten aan de externe
accountant, daaraan gerelateerde
werkzaamheden en niet aan de controletaak
gerelateerde diensten.
Gedurende het verslagjaar zijn er geen zaken
in het kader van het klokkenluiderbeleid
gemeld. Dit beleid is in 2005 geëvalueerd,
waarna de verantwoordelijkheid voor de
uitvoering van en het toezicht op dit beleid
werden overgedragen aan het Compliance
Oversight Committee.
Nomination & Compensation Committee
De samenstelling van het Nomination &
Compensation (N&C) Committee is gewijzigd
in 2005. De heer A.C. Martinez volgde
ir. M.C. van Veen op, die vanwege het bereiken
van de leeftijdsgrens van 70 jaar aftrad als lid
van de Raad van Commissarissen en dus ook
als lid van het N&C Committee. Sinds mei
2005 bestaat de commissie uit de heren
jhr. mr. A.A. Loudon (voorzitter) en
A. Burgmans, mevrouw drs. T.A. Maas-
de Brouwer en de heer Martinez. De SEVP
verantwoordelijk voor Group HR trad als
secretaris op. Diverse voorstellen werden
voorbereid voor bespreking in de Raad van
Commissarissen, onder meer de uitbreiding
van het aantal leden van de Raad van Bestuur
als gevolg van de nieuwe groepsstructuur.
Raad van Commissarissen
26
De voorzitter van de Raad van Bestuur
werd uitgenodigd om met de commissie
relevante zaken als de samenstelling en de
honorering van de Raad van Bestuur te
bespreken.
Het N&C Committee vergaderde in 2005 vier
keer. Evenals in voorgaande jaren heeft de
externe beloningsadviseur Towers Perrin de
commissie voorzien van informatie uit de
markt en professioneel advies gegeven over
marktconforme beloningsinstrumenten, best
practices en te verwachten ontwikkelingen.
Deze diensten worden aan de commissie
verleend onder een afzonderlijke regeling en
staan los van andere adviesdiensten die
Towers Perrin aan ABN AMRO verstrekt.
Filosofie achter beloningsbeleid
Aan het beloningsbeleid voor de leden van de
Raad van Bestuur liggen twee basisprincipes
ten grondslag. In de eerste plaats moet het
beloningspakket concurrerend zijn, zodat
deskundige en ervaren bestuurders geworven
kunnen worden, zowel intern als extern, en
ook voor de bank behouden kunnen blijven.
Ten tweede moet de nadruk sterk liggen op
het behaalde resultaat ten opzichte van
ambitieuze doelstellingen op zowel de korte
als de langere termijn.
In 2004 werd het beloningspakket van de
Raad van Bestuur geëvalueerd door het N&C
Committee aan de hand van deze
basisprincipes. Daarbij is toen met name
gekeken naar de aandeelgerelateerde
regelingen en het evenwicht tussen de
verschillende componenten van het pakket.
Er waren twee aspecten die de commissie
zorgen baarden. Het eerste punt van zorg
betrof de effectiviteit van de optieregeling.
Ontwikkelingen in de externe markt duidden
erop dat het gebruik van aandelenopties zeer
snel afnam. De achterliggende gedachte is dat
aandelenopties in een periode van stijgende
koersen winsten kunnen opleveren die niet
worden gerechtvaardigd door de performance
van de betrokkenen. Anderzijds hebben
aandelenopties in tijden van gelijkblijvende of
dalende koersen geen motiverende werking
en vormen zij evenmin een instrument om
bestuurders voor de bank te behouden. Het
tweede punt van zorg betrof het evenwicht
in het beloningspakket van de Raad van
Bestuur en de vraag of het accent niet te
sterk op beloningsinstrumenten op langere
termijn lag.
Beloningspakket in 2005
Besloten werd dat met ingang van 2005
aandelenopties niet langer deel van het
beloningspakket van de Raad van Bestuur
zouden uitmaken. Daarnaast werd een
aanpassing van het totale pakket voorgesteld
om meer gewicht toe te kennen aan die
prestatiecriteria die door de Raad van Bestuur
directer beïnvloedbaar zijn. Dit resulteerde in
een beloningspakket voor 2005 dat bestond
uit drie vrijwel gelijkwaardige basiscom-
ponenten: salaris, bonus en verwachte
waarde van langetermijninstrumenten. Het
basissalaris is vergelijkbaar met dat van de
Europese peer group van de bank en ook in
overeenstemming met de salarisstructuur
voor de hele groep Top Executives van de
bank. De bonus is uitgedrukt als een
percentage van het basissalaris en is
afhankelijk van ambitieuze prestatiecriteria
voor het betreffende jaar, die worden
vastgesteld binnen het kader van de
financiële doelstellingen van de groep op de
lange termijn. De langetermijninstrumenten
bestaan met ingang van 2005 uit het
Performance Share Plan, dat direct
gekoppeld is aan de ambitieuze financiële
doelstellingen van de groep op de lange
termijn, en het Share Investment and
Matching Plan. De voorgestelde wijzigingen
in het belonings pakket werden goedgekeurd
door de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van april 2005 en werden
doorgevoerd met terugwerkende kracht
vanaf 1 januari 2005.
Raad van Commissarissen
27
Op zijn vergadering van 30 januari 2006
heeft het N&C Committee getoetst of de
voor 2005 vastgestelde doelstellingen zijn
gehaald. De performance van de leden van de
Raad van Bestuur werd hiertoe afgezet tegen
de vooraf overeengekomen kwantitatieve
doelstellingen voor 2005. Deze kwantitatieve
doelstellingen betroffen op groepsniveau de
economische winst, de efficiencyratio, het
rendement op eigen vermogen en de
tier 1 ratio, en op BU-niveau ook de
batengroei. Deze toetsing vond voor de
voorzitter van de Raad van Bestuur, de CFO en
de Chief Operating Officer volledig plaats op
basis van de kwantitatieve groepsresultaten.
Voor de drie leden van de Raad van Bestuur
die voor een BU verantwoordelijk waren,
bedroeg het relatieve gewicht van het
groepsresultaat 75% en van de BU-
performance 25%. Het N&C Committee
besloot om op basis van de verwezenlijking
van de kwantitatieve doelstellingen de bonus
voor alle leden van de Raad van Bestuur, met
inbegrip van de voorzitter, te stellen op 115%
van het jaarlijkse basissalaris. Hierbij is in
aanmerking genomen dat de doelstellingen
ruimschoots zijn overtroffen. De evaluatie van
de verwezenlijking van de individuele
kwalitatieve doelstellingen vormde voor de
commissie geen reden om het
bonuspercentage op individuele basis aan te
passen. Alle leden van de Raad van Bestuur
hadden immers ieder afzonderlijk hun
kwalitatieve doelstellingen gerealiseerd.
De bonussen werden dan ook goedgekeurd
door de Raad van Commissarissen.
Nadere bijzonderheden van het belonings-
pakket in 2005 zijn opgenomen in de
jaarrekening (punt 42, vanaf pagina 202).
Toekomstig beloningspakket
In 2005 toetste het N&C Committee de
structuur van het beloningspakket van de Raad
van Bestuur aan de hierboven omschreven
beleidsuitgangspunten en de gebruiken bij de
belangrijkste concurrenten van de bank,
namelijk andere grote Nederlandse
ondernemingen en andere Europese banken.
Op grond van deze evaluatie is het N&C
Committee van mening dat de regeling voor
de jaarlijkse prestatiegebonden bonus met
ingang van 2006 moet worden aangepast,
zodat deze meer in overeenstemming wordt
gebracht met hetgeen gebruikelijk is bij de
concurrentie. Hierbij geldt mid-market als
uitgangspunt
Het N&C Committee stelt daarom voor het
bonuspercentage voor het halen van de
kwantitatieve prestatiedoelstelling te
verhogen van de huidige 100% van het
basissalaris naar 150% en het
maximumpercentage van 125% naar 200%.
Overigens behoudt het N&C Committee de
mogelijkheid om de individuele bonusuitkering
met 20% van het basissalaris te verhogen of
te verlagen op grond van de toetsing van de
gestelde kwalitatieve criteria. Dit voorstel
met betrekking tot het beloningspakket zal
worden besproken op de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders die wordt
gehouden op 27 april 2006. Het is de
bedoeling om de voorgestelde wijziging,
onder voorbehoud van goedkeuring door de
aandeelhouders, met ingang van 2006 van
kracht te laten worden.
Arbeidsovereenkomst bestuurders
De Nederlandse corporate governance code
(de ‘code’) trad per 1 januari 2004 in werking.
De code heeft onder meer gevolgen voor de
relatie werkgever-werknemer en het
beloningspakket van leden van de Raad van
Bestuur. De benoeming van de drie nieuwe
leden van de Raad van Bestuur per 1 januari
2006 heeft plaatsgevonden in
overeenstemming met best practice
bepaling II.1.1 van de code. De nieuwe leden
zijn namelijk benoemd voor een periode van
eveneens maximaal vier jaar, terwijl
herbenoeming telkens voor een periode van
eveneens maximaal vier jaar kan geschieden.
De onderliggende arbeidsovereenkomsten
Raad van Commissarissen
28
van de nieuwe bestuursleden zijn
gehandhaafd. Alle rechten uit hoofde van deze
SEVP-contracten zijn evenwel opgeschort
gedurende de periode dat zij lid van de Raad
van Bestuur zijn. Daarvoor in de plaats treedt
de arbeidsovereenkomst die geldt voor leden
van de Raad van Bestuur.
Het besluit om de onderliggende
arbeidsovereenkomsten voort te zetten, heeft
gevolgen voor de toepassing van best practice
bepaling II.2.7 van de code zoals uiteengezet
in het corporate governance-supplement.
ABN AMRO wijkt af van de eerdere
interpretatie dat voor nieuwe leden van de
Raad van Bestuur een afvloeiingsregeling zou
worden opgenomen die bepaling II.2.7 in
principe weergeeft. In de arbeids-
overeenkomst met nieuw benoemde leden
van de Raad van Bestuur die reeds in dienst
van ABN AMRO zijn, is een dergelijke
afvloeiingsregeling niet opgenomen. In
dergelijke gevallen zal bij beëindiging van het
lidmaatschap van de Raad van Bestuur de
opgeschorte arbeidsovereenkomst weer van
kracht worden. Eventuele beëindiging van die
arbeidsovereenkomst op enig moment daarna
zal geschieden volgens Nederlands
arbeidsrecht.
OpvolgingsplanningHet N&C Committee en de Raad van
Commissarissen hebben in de loop van het
jaar ook de opvolgingsplanning van leden van
de Raad van Bestuur besproken. In oktober
2005 werd de nieuwe groepsstructuur
bekendgemaakt.
In verband met de aanpassing van het
bestuursmodel aan de nieuwe structuur is
het aantal leden van de Raad van Bestuur
uitgebreid en is de taakverdeling binnen
de Raad van Bestuur gewijzigd. Het N&C
Committee en vervolgens de voltallige
Raad van Commissarissen hebben dit
onderwerp besproken en hebben ingestemd
met de nieuwe benoemingen. De
benoeming van de drie nieuwe bestuursleden
– mr. H.G. Boumeester, drs. P.S. Overmars
en drs. R. Teerlink – werd goedgekeurd door
de Nederlandsche Bank en door de
Buitengewone Algemene Vergadering van
Aandeelhouders op 24 november 2005 en is
per 1 januari 2006 ingegaan. Het huidige
bestuurslid drs. T. de Swaan, tevens CFO, zal
op 1 mei 2006 aftreden. De Raad van Bestuur
zal alsdan bestaan uit acht leden.
De leden van het N&C Committee zullen ook
de komende tijd kritisch kijken naar de
samenstelling van de Raad van Bestuur, de
toekomstige behoefte aan opvolgers en de
ontwikkeling van het intern beschikbare talent
met het potentieel om door te groeien naar de
Raad van Bestuur.
Compliance Oversight Committee
Het Compliance Oversight Committee is
een in 2005 nieuw opgezette commissie
van de Raad van Commissarissen. Deze
commissie kwam voor de eerste keer
bijeen op 28 juli 2005 en bestaat uit ten
minste drie leden, die door de Raad van
Commissarissen uit zijn midden worden
benoemd.
Het Compliance Oversight Committee telt
momenteel drie leden: de heren A.C. Martinez
(voorzitter) en A. Burgmans en mevrouw drs.
T.A. Maas-de Brouwer. De voorzitter van het
Audit Committee is permanent voor de
vergaderingen van het Compliance Oversight
Committee uitgenodigd. Daarnaast worden
de voorzitter van de Raad van Bestuur, het
hoofd Group Audit en het hoofd Group
Compliance uitgenodigd voor de
bijeenkomsten van de commissie.
Het Compliance Oversight Committee heeft in
2005 twee keer vergaderd. Bij beide
gelegenheden is de commissie ook
afzonderlijk met het hoofd Group Compliance
bijeengekomen. Vanaf 2006 zal de commissie
Raad van Commissarissen
29
ten minste vijf keer per jaar bijeenkomen. Het
reglement van het Compliance Oversight
Committee maakt deel uit van het Reglement
van de Raad van Commissarissen en kan
worden ingezien op onze internetsite
www.abnamro.com. De commissieleden
beschikken gezamenlijk over de vereiste
kennis van relevante wet- en regelgeving,
alsmede van de interne risicobeheersings- en
controlesystemen van de bank, om toezicht te
kunnen uitoefenen op de verplichtingen en
controlemaatregelen van de bank ten aanzien
van compliance en op het compliance-
risicoprofiel.
Tot de onderwerpen die de commissie in 2005
besprak, behoorden het reglement van de
commissie, het vergaderschema, de
organisatorische wijzigingen in Group
Compliance en het budget van de commissie.
Speciale aandacht werd besteed aan de
betrekkingen van ABN AMRO met relevante
toezichthouders en aan de uitvoering van de
maatregelen die na de Written Agreement met
de Amerikaanse toezichthouders zijn
getroffen. Nog een ander onderwerp dat aan
bod kwam tijdens de vergaderingen, betrof
het nemen van disciplinaire maatregelen
tegen (voormalige) ABN AMRO medewerkers
die in strijd met het compliance-beleid hebben
gehandeld.
Contacten met Centrale Ondernemingsraad
In overeenstemming met het convenant dat in
2003 met de Centrale Ondernemingsraad
(COR) werd gesloten, hebben de
commissarissen die de contacten met de
COR over Nederlandse aangelegenheden
onderhouden, namelijk prof. ir. W. Dik,
mevrouw drs. L.S. Groenman en de heer
A.A. Olijslager, bij toerbeurt drie
vergaderingen van de COR bijgewoond.
Voorts had de voorzitter van onze Raad
constructief overleg met vertegenwoordigers
van de COR over de samenstelling van de
Raad van Commissarissen en de voordracht
van twee nieuwe leden. Het ligt in de
bedoeling om in 2006 opnieuw een
gezamenlijke bijeenkomst van de Raad van
Commissarissen, de Raad van Bestuur en de
COR te organiseren.
Amsterdam, 23 maart 2006
Raad van Commissarissen
Raad van Commissarissen
sweet spot
31
ABN AMRO beschouwt corporate governance
als de wijze waarop de relaties tussen Raad
van Bestuur, Raad van Commissarissen en
haar belanghebbenden zijn geregeld. Voor
ABN AMRO is een goede corporate
governance van cruciaal belang om haar
strategische doelstelling te verwezenlijken,
namelijk duurzame waardecreatie op lange
termijn voor alle belanghebbenden: klanten,
aandeelhouders, medewerkers en de
samenleving. Met het oog op een goede
corporate governance hebben wij gekozen
voor een bestuursmodel dat
ondernemerschap door de Raad van Bestuur
en het toezicht door de Raad van
Commissarissen bevordert. Integriteit en
transparantie zijn de hoofdkenmerken van
corporate governance binnen ABN AMRO,
evenals van onze totale bedrijfsvoering.
Code TabaksblatDe Nederlandse corporate governance code
(de ‘code’) werd op 1 januari 2004 van kracht.
Het corporate governance-supplement 2005
waarin wij verslag doen van de naleving van de
code door ABN AMRO, wordt op onze
internetsite geplaatst. Tot ons genoegen
kunnen wij u meedelen dat door ABN AMRO
(en voor zover relevant door het hieronder
vermelde administratiekantoor) de principes
en de 109 van toepassing zijnde best practice
bepalingen van de code al worden toegepast
of in de toekomst zullen worden toegepast,
met uitzondering van best practice
bepalingen II.1.1, II.2.7, III.5.11 en IV.1.1.
Wij zijn nog altijd van mening dat het in het
belang van ABN AMRO en haar diverse
belanghebbenden is om in deze specifieke
gevallen best practices toe te passen die
afwijken van de bepalingen in de code. In de
meeste gevallen zijn de redenen hiervoor in
essentie niet gewijzigd, maar omwille van de
duidelijkheid is de toelichting hieronder
opnieuw opgenomen. ABN AMRO heeft
daarnaast best practice bepaling III.6.3
toegepast; dit wordt hieronder toegelicht.
Best practice bepaling II.1.1:
Een bestuurder wordt benoemd voor een
periode van maximaal vier jaar. Herbenoeming
kan telkens voor een periode van maximaal
vier jaar plaatsvinden.
De huidige leden van de Raad van Bestuur
van ABN AMRO, met uitzondering van
mr. H.G. Boumeester, drs. P.S. Overmars en
drs. R. Teerlink, zijn in overeenstemming met
de op het moment van hun benoeming
geldende wettelijke verplichtingen voor
onbepaalde duur benoemd. ABN AMRO past
deze best practice bepaling van de code toe
indien en wanneer nieuwe leden in de Raad
van Bestuur worden benoemd. De benoeming
van de drie nieuwe leden van de Raad van
Bestuur per 1 januari 2006 is in
overeenstemming met de best practice
bepaling van de code. Deze nieuwe leden zijn
namelijk benoemd voor een periode van
maximaal vier jaar, terwijl herbenoeming
telkens voor een periode van maximaal vier
jaar kan geschieden.
Best practice bepaling II.2.7:
De maximale vergoeding bij onvrijwillig
ontslag bedraagt eenmaal het jaarsalaris
(het ‘vaste’ deel van de bezoldiging). Indien
voor een bestuurder die in zijn eerste
benoemingstermijn wordt ontslagen, het
maximum van eenmaal het jaarsalaris
Corporate governanceVoor ABN AMRO is een
goede corporate governance
van cruciaal belang om voor
alle belanghebbenden
waarde te creëren op lange
termijn. De wijze waarop wij
corporate governance
benaderen, waarborgt
maximale transparantie en
integriteit en een goede
controle en toezicht op
effectief risicobeheer en
compliance. De bank past de
principes en best practice
bepalingen van de
Nederlandse corporate
governance code toe, met
uitzondering van een beperkt
aantal specifieke best
practices. De bank is van
mening dat in deze gevallen
de belangen van haar
belanghebbenden het best
zijn gediend door de
toepassing van andere best
practices.
De strategie van ABN AMRO is gefocust
op onze ‘sweet spot’, het middensegment
van de particuliere en zakelijke markt.
Hierbij maken wij optimaal gebruik van
onze kracht als ‘One Bank’. De nieuwe
organisatie structuur per 1 januari 2006 is
volledig afgestemd op deze ‘sweet spot’.
Corporate governance
32
kennelijk onredelijk is, komt deze bestuurder
in aanmerking voor een ontslagvergoeding van
maximaal tweemaal het jaarsalaris.
De arbeidsovereenkomsten van de huidige
leden van de Raad van Bestuur (dat wil zeggen
per 1 januari 2004) worden niet gewijzigd. De
Raad van Commissarissen is wel voornemens
de afvloeiingsregeling zoals opgenomen in de
arbeidsovereenkomsten van de huidige leden
van de Raad van Bestuur te interpreteren in
overeenstemming met deze best practice
bepaling. In de arbeidsovereenkomst van
leden van de Raad van Bestuur zal een
afvloeiingsregeling worden opgenomen die
deze bepaling in beginsel weerspiegelt. In de
arbeidsovereenkomst met leden van de
Raad van Bestuur die reeds in dienst van
ABN AMRO zijn, zal een dergelijke
afvloeiingsregeling niet worden opgenomen.
De bestaande arbeidsovereenkomst van deze
bestuursleden zal worden gehandhaafd,
hoewel alle rechten uit hoofde van deze
overeenkomst zullen worden opgeschort
gedurende de periode dat zij lid van de Raad
van Bestuur zijn. In het geval van beëindiging
van het lidmaatschap van de Raad van Bestuur
zal de opgeschorte arbeidsovereenkomst
weer van kracht worden. Eventuele
beëindiging van die arbeidsovereenkomst op
enig moment daarna zal geschieden volgens
het van toepassing zijnde arbeidsrecht.
Best practice bepaling III.5.11:
Het voorzitterschap van de remuneratie-
commissie wordt niet vervuld door de
voorzitter van de raad van commissarissen,
noch door een voormalig bestuurder van de
vennootschap, noch door een commissaris die
bij een andere beursgenoteerde vennootschap
bestuurder is.
Zoals beschreven in de toelichting bij best
practice bepaling III.5.1 heeft ABN AMRO
ervoor gekozen de in de code genoemde
remuneratiecommissie en selectie- en
benoemingscommissie te combineren in het
Nomination & Compensation Committee.
Aangezien ABN AMRO grote waarde hecht
aan de coördinerende rol van de voorzitter van
de Raad van Commissarissen, met name voor
wat betreft de selectie en voordracht van
kandidaten voor benoeming als lid van de
Raad van Commissarissen of Raad van
Bestuur, zal de voorzitter van de Raad van
Commissarissen het voorzitterschap van het
Nomination & Compensation Committee
blijven vervullen.
Best practice bepaling III.6:
Elke vorm en schijn van belangen-
verstrengeling tussen vennootschap en
commissarissen wordt vermeden.
Dit principe is verder uitgewerkt in best
practice bepalingen III.6.1 tot en met III.6.7.
Conform best practice bepaling III.6.3
maken wij hierbij melding van het feit dat
de firma Rothschild is opgetreden als een
van onze adviseurs bij de acquisitie van
Banca Antonveneta. Aangezien D.R.J.
Baron de Rothschild lid is van de Raad van
Commissarissen van onze bank maar ook in
leidinggevende en toezichthoudende
hoedanigheid betrokken is bij verschillende
Rothschild-bedrijven, is er door inschakeling
van Rothschild mogelijk sprake geweest van
een tegenstrijdig belang in het kader van best
practice bepaling III.6.1. Hoewel wij niet van
mening zijn dat dit tegenstrijdige belang voor
ons of voor Baron de Rothschild van materiële
betekenis is (zoals bedoeld in best practice
bepaling III.6.3), maken wij toch hiervan
melding en verklaren wij dat de best practice
bepalingen III.6.1 tot en met III.6.3 in dit
verband zijn nageleefd.
Best practice bepaling IV.1.1:
De algemene vergadering van aandeelhouders
van een niet-structuurvennootschap kan een
besluit tot het ontnemen van het bindende
karakter aan een voordracht tot benoeming
van een bestuurder of commissaris en/of een
besluit tot ontslag van een bestuurder of
commissaris nemen bij volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Aan deze meerderheid kan de eis worden
Corporate governance
33
gesteld dat zij een bepaald gedeelte van het
geplaatste kapitaal vertegenwoordigt, welk
deel op niet hoger dan een derde wordt
gesteld. Indien dit gedeelte ter vergadering
niet is vertegenwoordigd, maar een volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen
het besluit tot het ontnemen van het bindende
karakter aan de voordracht of tot het ontslag
steunt, dan kan in een nieuwe vergadering die
wordt bijeengeroepen het besluit bij
volstrekte meerderheid van stemmen worden
genomen, onafhankelijk van het op deze
vergadering vertegenwoordigde gedeelte van
het kapitaal.
ABN AMRO is geen structuurvennootschap
en valt dus niet onder het structuurregime. De
Raad van Commissarissen van ABN AMRO
heeft voorlopig besloten niet-bindende
voordrachten te doen voor de benoeming van
leden in de Raad van Commissarissen en de
Raad van Bestuur. Dit houdt in dat voor de
benoeming van een kandidaat tot lid van de
Raad van Commissarissen of de Raad van
Bestuur indien dit geschiedt op basis van een
niet-bindende voordracht, een volstrekte
meerderheid in de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders vereist is. In dit geval past
ABN AMRO dus deze best practice bepaling
toe. In geval van een bindende voordracht van
een kandidaat voor benoeming tot lid van de
Raad van Commissarissen of de Raad van
Bestuur, kan conform de statuten het
bindende karakter daarvan door de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders worden
opgeheven door middel van een besluit dat
met een meerderheid van ten minste twee
derden van de uitgebrachte stemmen die
meer dan de helft van de economische waarde
van het kapitaal vertegenwoordigen, wordt
goedgekeurd. Voor de benoeming van door de
aandeelhouders voorgedragen kandidaten is
een soortgelijke meerderheid vereist. Als de
Raad van Commissarissen in de toekomst
besluit een bindende voordracht te doen of als
aandeelhouders kandidaten voordragen, dan
houdt dit in dat ABN AMRO deze best practice
bepaling niet toepast. Ontslag van leden van
de Raad van Bestuur en de Raad van
Commissarissen geschiedt volgens de in de
statuten beschreven procedure. Deze
procedure voorziet in situaties waarin (i) de
Raad van Commissarissen de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders voorstelt
een lid van de Raad van Bestuur of de Raad
van Commissarissen te ontslaan of (ii) het
voorstel tot ontslag van een lid van de Raad
van Bestuur of de Raad van Commissarissen
wordt voorgelegd op initiatief van
aandeelhouders. In de eerste situatie is een
volstrekte meerderheid in de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders vereist en
past ABN AMRO deze best practice bepaling
toe. In de tweede situatie wil ABN AMRO
tevens de in haar statuten vastgelegde
procedures volgen en geldt derhalve de eis
van een tweederdemeerderheid van de
uitgebrachte stemmen, die meer dan de helft
van de economische waarde van het kapitaal
vertegenwoordigen. ABN AMRO hecht grote
betekenis aan het creëren van
aandeelhouderswaarde op de lange termijn.
Continuïteit in het bestuur van de
vennootschap is dan ook van essentieel
belang. Om deze reden zal ABN AMRO
de procedures voor de voordracht tot
benoeming als lid van de Raad van
Commissarissen en Raad van Bestuur en
voor het ontslag van leden van beide Raden
handhaven.
Corporate governance in de Verenigde Staten
ABN AMRO is geregistreerd bij de
Amerikaanse Securities and Exchange
Commission (SEC) en staat genoteerd aan de
New York Stock Exchange (NYSE). ABN AMRO
is dan ook onderworpen aan de Amerikaanse
effectenwetgeving, waaronder de Sarbanes-
Oxley Act en bepaalde corporate governance-
regelingen van de NYSE. Na de
inwerkingtreding van de Sarbanes-Oxley Act
heeft ABN AMRO een Disclosure Committee
ingesteld. Hiermee zijn de reeds bestaande
functies en disciplines die verantwoordelijk
Corporate governance
34
zijn voor de juistheid en volledigheid van
gepubliceerde gegevens, geformaliseerd.
Op grond van artikel 404 van de Sarbanes-
Oxley Act is het bestuur verplicht jaarlijks
verslag uit te brengen over de mate waarin de
opzet en de werking van de interne
controleorganisatie en -procedures toereikend
zijn, zodat een redelijke mate van zekerheid
wordt verschaft over de betrouwbaarheid van
de jaarrekening. Dit rapport zal voor de eerste
keer in 2007 uitgebracht worden over het
boekjaar 2006. Voor nadere informatie over de
wijze waarop wij voldoen aan de Sarbanes-
Oxley Act, wordt verwezen naar het
betreffende hoofdstuk op pagina 104.
Invloed van aandeelhoudersABN AMRO Holding en ABN AMRO Bank zijn
naamloze vennootschappen volgens
Nederlands recht. Bij statutenwijziging van
9 juni 2005 heeft ABN AMRO Bank het
volledig structuurregime verruild voor het
verzwakt structuurregime. Dit houdt in dat
de Raad van Bestuur en de Raad van
Commissarissen van ABN AMRO Bank door
haar aandeelhouder (ABN AMRO Holding)
worden benoemd.
De (certificaten van) preferente aandelen zijn
niet-beursgenoteerd en worden beheerd door
de Stichting Administratiekantoor Preferente
Financieringsaandelen ABN AMRO Holding
(het ‘administratiekantoor’). De aan de
preferente aandelen verbonden stemrechten
worden, ondanks het feit dat deze formeel
berusten bij het administratiekantoor, in de
praktijk door de certificaathouders
uitgeoefend. Het administratiekantoor zal
immers onder alle omstandigheden
stemvolmachten verstrekken aan de
certificaathouders en het stemrecht niet
uitoefenen. Het stemrecht dat aan
certificaathouders toekomt, wordt berekend
op basis van het kapitaalbelang van de
(certificaten van) preferente aandelen in
verhouding tot de waarde van de gewone
aandelen. Stemrechten op preferente
aandelen die bij volmacht aan een
certificaathouder zijn verstrekt, komen
overeen met het bedrag van de in het bezit
van de certificaathouder zijnde certificaten ten
opzichte van de slotkoers van het gewoon
aandeel op Euronext Amsterdam op de laatste
beursdag in de maand voorafgaand aan de
bijeenroeping van de aandeelhouders-
vergadering.
Het administratiekantoor houdt preferente
aandelen die op basis van het nominale
uitstaande aandelenkapitaal per 31 december
2005 100% van het totale preferente
aandelenkapitaal vertegenwoordigen. Het
feitelijke stemrecht dat op de (certificaten van)
preferente aandelen kan worden uitgeoefend
bedraagt op basis van de slotkoers per
31 december 2005 ongeveer 1,8% van het
totale geplaatste kapitaal.
In 2004 trad een wet in werking waarbij
Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek werd
gewijzigd en de bevoegdheden van
aandeelhouders werden verruimd. De
statuten van ABN AMRO Holding zijn in 2003
en 2005 aangepast. Aandeelhouders hebben
het recht gekregen onderwerpen op de
agenda van de aandeelhoudersvergadering te
doen plaatsen, mits zij ten minste 1% van het
aandelenkapitaal in economische zin of een
aandelenpakket met een marktwaarde van ten
minste EUR 50.000.000 vertegenwoordigen.
In het kader van de vergroting van hun invloed
is aan de aandeelhouders van ABN AMRO
Holding het recht toegekend om besluiten van
de Raad van Bestuur die een belangrijke
verandering van de identiteit of het karakter
van de vennootschap of de onderneming met
zich meebrengen, en het beloningsbeleid voor
de Raad van Bestuur goed te keuren.
Raad van CommissarissenKandidaten voor (her)benoeming als lid van de
Raad van Commissarissen moeten voldoen
aan de profielschets, die is opgenomen in het
Corporate governance
35
Reglement van de Raad van Commissarissen
van ABN AMRO Holding. Om de onafhankelijk-
heid van de Raad van Commissarissen te
waarborgen worden de in de code
aangegeven criteria toegepast. Voor nadere
informatie over deze onafhankelijkheidscriteria
wordt verwezen naar onze internetsite www.
abnamro.com. Commissarissen mogen geen
specifieke belangen vertegenwoordigen. Als
een belang van een lid van de Raad van
Commissarissen strijdig is met het belang van
de onderneming, moet de voorzitter van de
Raad van Commissarissen hiervan in kennis
worden gesteld. Bijzonderheden omtrent de
bezoldiging van de leden van de Raad van
Commissarissen zijn opgenomen in de
toelichting op de jaarrekening (punt 42 vanaf
pagina 202).
De Raad van Commissarissen van ABN AMRO
telde per 29 april 2005 twaalf leden. De leden
worden benoemd voor een termijn van vier
jaar en herbenoeming is mogelijk tot een
maximale zittingsduur van twaalf jaar, met
inachtneming van de leeftijdsgrens van 70 jaar.
Zoals beschreven in het verslag van de
Raad van Commissarissen zal op grond van
het criterium van maximale zittingsduur
jhr. mr. A.A. Loudon aftreden als lid van de
Raad van Commissarissen. Voor hem is een
opvolger voorgedragen.
De Raad benoemt uit zijn midden een
voorzitter en vice-voorzitter, alsmede een Audit
Committee van minimaal vier leden en een
Nomination & Compensation Committee en
een Compliance Oversight Committee van elk
minimaal drie leden. De commissieleden
worden benoemd voor onbepaalde duur. Het
Reglement van de Raad van Commissarissen
van ABN AMRO Holding is herzien als uit-
vloeisel van de herijking van de ondernemings-
structuur van ABN AMRO Holding op basis van
de Nederlandse corporate governance code.
Het Reglement en de uitgebreide curricula
vitae van de commissarissen staan op onze
internetsite. Het curriculum vitae van een
nieuw lid van de Raad van Commissarissen
wordt tevens opgenomen in het jaarverslag
van ABN AMRO Holding dat verschijnt in het
jaar waarin hij of zij wordt benoemd. De Raad
van Bestuur en de Raad van Commissarissen
van ABN AMRO Holding en ABN AMRO Bank
hebben een identieke samenstelling.
Audit Committee
Het Audit Committee bespreekt de
kwartaalcijfers, het jaarverslag en de
jaarcijfers, het accountantsrapport en de
management-letters van de interne en externe
accountants en brengt daaromtrent advies uit
aan de Raad van Commissarissen. De
commissie toetst ook regelmatig het totale
risicoprofiel, de kwaliteit van de krediet-
portefeuille en afzonderlijke grote posten.
Daarnaast evalueert de commissie de
bestendige toepassing van de grondslagen
voor verslaggeving, de interne accountants-
functie, het Group Audit Charter en interne
controlemaatregelen en -mechanismen.
Andere onderwerpen die in het Audit
Committee aan de orde komen, betreffen het
risicobeleid, juridische procedures en
acquisities. In overeenstemming met het
Group Audit Charter is er een directe
rapportagelijn van het hoofd Group Audit naar
de voorzitter van het Audit Committee.
De onafhankelijkheid van de accountant heeft
de bijzondere aandacht van het Audit
Committee. Dit evalueert formeel de
onafhankelijkheid van de externe accountant,
de maatstaven voor de kwaliteitscontrole van
diens werkzaamheden en het jaarlijkse
accountantsbudget. Het beleid van het Audit
Committee inzake de onafhankelijkheid van de
externe accountant omvat regels voor de
benoeming en honorering van en het toezicht
op de externe accountant. Deze wordt
(her)benoemd door de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders voor een periode van
vijf jaar, op advies van de Raad van
Commissarissen. In het beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe accountant
Corporate governance
36
is bepaald dat de externe accountant, met het
oog op zijn onafhankelijkheid, bepaalde
werkzaamheden die niet aan de controletaak
zijn gerelateerd, niet voor ABN AMRO mag
uitvoeren.
Het Audit Committee is verantwoordelijk voor
de preautorisatie van controleopdrachten aan
de externe accountant, daaraan gerelateerde
werkzaamheden en toegestane niet daaraan
gerelateerde diensten. Hierbij weegt de
commissie af of de voorgenomen
werkzaamheden of diensten de
onafhankelijkheid van de externe accountant
aantasten. Zowel het beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe accountant
als het beleid inzake preautorisatie van
werkzaamheden door externe accountants is
geplaatst op onze internetsite.
Nomination & Compensation Committee
De taken en verantwoordelijkheden van het
Nomination & Compensation (N&C)
Committee kunnen worden onderverdeeld in
twee aandachtsgebieden, namelijk voordracht
en beloning.
De taken van de commissie op het gebied van
voordracht betreffen het voorbereiden van de
selectie en voordracht van kandidaten voor
benoeming tot de Raad van Commissarissen
en Raad van Bestuur door middel van het
voorbereiden en het periodiek evalueren van
de opvolgingsplanning van beide Raden op
basis van de overeengekomen profielen. Ook
benoemingen tot SEVP worden in de
commissie besproken ten behoeve van de
voltallige Raad van Commissarissen. De
commissie bespreekt ook de Management
Development-programma’s voor Top
Executives en informeert, indien nodig, de
Raad van Commissarissen.
Het tweede aandachtsgebied van het N&C
Committee betreft beloning en prestatie.
Prestatienormen en -criteria worden
vastgesteld en op basis daarvan worden de
prestaties van de leden van zowel de Raad van
Bestuur als de Raad van Commissarissen
periodiek getoetst. De commissie bespreekt
en besluit over het kader, het concept en de
inhoud van de arbeidsvoorwaarden en
pensioen- en overige relevante regelingen.
Besluiten inzake het beloningsbeleid voor de
Raad van Bestuur worden voorgelegd aan de
Raad van Commissarissen en vervolgens ter
vaststelling aan de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders. De commissie stelt ieder
jaar een rapport op over het beloningsbeleid
en de implementatie daarvan in het
betreffende boekjaar.
Compliance Oversight Committee
Het Compliance Oversight Committee heeft
als taak toezicht uit te oefenen op de
compliance-organisatie van de bank, alsmede
op haar activiteiten en risicoprofiel op dit
gebied. Meer specifiek is de commissie
verantwoordelijk voor het houden van toezicht
op en het bewaken van de effecten van de
interne risicobeheersings- en
controlesystemen met betrekking tot
compliance en het adviseren van de Raad van
Bestuur in dit verband. Dit betreft onder meer
het bewaken van de naleving van relevante
wet- en regelgeving en van de effecten van
gedragscodes. De commissie is tevens
verantwoordelijk, tezamen met de voltallige
Raad van Commissarissen, voor de juiste
toonzetting top-down door het belang van
compliance naar de Raad van Bestuur en de
bank als geheel te communiceren en door toe
te zien op de communicatie door de Raad van
Bestuur over het belang van compliance naar
de bank.
De commissie bespreekt regelmatig het
compliance-risicoprofiel van de bank.
Daarnaast buigt de commissie zich ook over
het compliance-plan dat wordt opgesteld door
het Compliance Policy Committee en
goedgekeurd door de Raad van Bestuur, en
bewaakt zij de uitvoering van dit plan. Nog een
andere verantwoordelijkheid van de
Corporate governance
37
commissie betreft het toezicht op het
functioneren van Group Compliance. Meer in
het bijzonder ziet de commissie erop toe dat
Group Compliance over voldoende personele
capaciteit en middelen beschikt, een adequate
bezoldiging ontvangt en de noodzakelijke
ondersteuning krijgt vanuit andere onderdelen
binnen de bank. Het hoofd Group Compliance
heeft een directe rapportagelijn naar de
voorzitter van het Compliance Oversight
Committee.
Een specifieke taak van het Compliance
Oversight Committee is om, onder
voorbehoud van uiteindelijke goedkeuring
door de Raad van Commissarissen, sancties
en/of disciplinaire maatregelen te initiëren
tegen leden van de Raad van Bestuur in geval
van overtreding van het compliance-beleid en
een overzicht op te stellen van disciplinaire
maatregelen die tegen andere medewerkers
van de bank zijn genomen vanwege
overtreding van het compliance-beleid.
Raad van BestuurDe leden van de Raad van Bestuur besturen
gezamenlijk de vennootschap en zijn
verantwoordelijk voor de behaalde resultaten.
Zij worden benoemd door de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders op
voordracht van de Raad van Commissarissen.
Indien de Raad van Commissarissen twee of
meer kandidaten voor een vacature
voordraagt, is de voordracht bindend. De
Algemene Vergadering van Aandeelhouders
kan evenwel het bindende karakter aan een
dergelijke voordracht ontnemen door middel
van een besluit dat met een meerderheid van
ten minste twee derden van de uitgebrachte
stemmen die meer dan de helft van de
economische waarde van het kapitaal
vertegenwoordigen, wordt goedgekeurd. Voor
de benoeming van een lid van de Raad van
Bestuur anders dan overeenkomstig de
bindende of niet-bindende voordracht van de
Raad van Commissarissen is dezelfde
meerderheid vereist.
De leden van de Raad van Bestuur zijn zowel
gezamenlijk als ieder afzonderlijk
verantwoording verschuldigd voor alle
besluiten van de Raad van Bestuur. De
voorzitter van de Raad van Bestuur geeft
leiding aan de Raad bij het algemeen bestuur
van de vennootschap dat erop is gericht de
prestatiedoelstellingen en ambities te
verwezenlijken. Hij is het belangrijkste
aanspreekpunt voor de Raad van
Commissarissen. De Chief Financial Officer is
verantwoordelijk voor de financiële gang van
zaken van de vennootschap en de Chief Risk
Officer voor het uitoefenen van toezicht op en
het waarborgen van het risicobeheer en de
operationele risicocontrole. Naast hun
algemene verantwoordelijkheden op
groepsniveau hebben de leden van de Raad
van Bestuur ook specifieke taken met
betrekking tot één of meer BU’s, Group
Functions of Services.
De leiding van de BU’s, Group Functions en
Services is gedelegeerd aan Management
Teams, die bestaan uit één of meer Senior
Executive Vice Presidents (SEVP’s) en
Executive Vice Presidents. Het Group
Business Committee (GBC) is
verantwoordelijk voor de aansturing van
initiatieven die worden ontwikkeld door de
BU-overstijgende Consumer Client- en
Commercial Client-segmenten, de regionale
BU’s, de Product BU’s en Services om waarde
voor de groep te creëren. Het GBC bestaat uit
de vijf leden van de Raad van Bestuur die voor
de BU’s verantwoordelijk zijn, en acht SEVP’s.
Nadere informatie over corporate governance
is geplaatst op onze internetsite
www.abnamro.com.
Corporate governance
38
De compliance-functie binnen de bank heeft
als taak om ten behoeve van het senior
management onafhankelijk toezicht uit te
oefenen op die kernprocessen en daaraan
gerelateerd beleid en procedures die moeten
waarborgen dat binnen de bank
sectorspecifieke wet- en regelgeving naar de
letter en de geest wordt nageleefd en dat
aldus de reputatie van de bank behouden
blijft . Deze taak heeft onder meer betrekking
op het opleggen van sancties, het bewaken
van de normen ten aanzien van compliance,
het beleid inzake klantacceptatie en
witwaspraktijken, goed burgerschap en de
bescherming van klanten tegen misbruik
door de bank van haar positie (bijvoorbeeld
privébeleggingstransacties, belangen-
verstrengeling en ‘Chinese muren’).
De Raad van Bestuur hecht sterk aan de
ABN AMRO Waarden en aan het behoud van
de integriteit en de reputatie van de bank.
Door in alle markten waarin wij actief zijn, de
wet- en regelgeving in acht te nemen, met
inbegrip van de aanbevelingen van de
Financial Action Task Force on Money
Laundering en de richtlijnen van de
Nederlandsche Bank, de Federal Reserve
Bank en het Amerikaanse Office of Foreign
Assets Control (OFAC), beschermt de bank
haar reputatie, haar ‘licence to operate’ en
haar vermogen om voor alle belanghebbenden
duurzame waarde te creëren.
Aansturing op concernniveauHet Compliance Policy Committee (CPC) is
binnen ABN AMRO belast met de wereldwijde
coördinatie van compliance. Het CPC, dat
onder leiding van de voorzitter van de Raad
van Bestuur staat, besluit over de
belangrijkste compliance-activiteiten en houdt
op hoofdlijnen toezicht op Group Compliance.
Het CPC bestaat uit de Chief Financial Officer
en de hoofden Group Compliance & Legal,
Group Legal, Group Risk Management, Group
Audit en Group Human Resources, alsmede
vertegenwoordigers van alle
bedrijfsonderdelen.
In 2005 stelde de Raad van Commissarissen
een nieuwe commissie in, het Compliance
Oversight Committee. Dit illustreert dat
compliance de voortdurende aandacht van de
Raad van Commissarissen heeft en dat de
bank zich actief opstelt om geconstateerde
problemen op het gebied van compliance aan
te pakken. In de nieuwe structuur rapporteert
het hoofd Group Compliance aan zowel de
voorzitter van de Raad van Bestuur als de
voorzitter van het Compliance Oversight
Committee.
Taken van Group ComplianceIn overeenstemming met de aanbevelingen
en normen van het Bazels Comité voor
Banktoezicht heeft Group Compliance het
volgende mandaat:
• voor de activiteiten van de bank relevante
risico’s en regelgeving inventariseren;
• beleid en procedures ontwikkelen om
compliance- en reputatierisico’s tot een
minimum te beperken;
• over (de naleving van) wet- en regelgeving
advies, trainingen en rapportages verzorgen
ten behoeve van het senior management;
• effectieve compliance bevorderen en
toezicht houden op maatregelen in geval
van non-compliance;
• vragen en incidenten op het gebied van
wet- en regelgeving behandelen.
Belangrijkste activiteitenIn 2005 heeft Group Compliance een actie-
programma ontwikkeld en is een begin
gemaakt met de uitvoering daarvan. De
belangrijkste initiatieven in het kader van dit
programma worden hieronder kort toegelicht.
De aanwijzingen die in 2005 van
ComplianceCompliance is in de steeds
complexere zakenwereld
een cruciale factor
geworden. Het is immers van
belang dat wij ons onder alle
omstandigheden houden aan
de wet- en regelgeving, in
alle markten waarin wij
actief zijn. Per 1 januari 2005
heeft Group Compliance
wereldwijd een nieuwe
structuur ingevoerd die geldt
voor alle onderdelen van de
bank en haar dochters. In
2005 is ook een nieuwe
commissie van de Raad van
Commissarissen ingesteld,
het Compliance Oversight
Committee. Andere
initiatieven op groepsniveau
betroffen een
bewustwordingsprogramma
rond compliance, een
nieuwe procedure voor
transactiefiltering en het
herziene beleid inzake
klantacceptatie en
witwassen.
Compliance
39
toezichthouders zijn ontvangen, zullen in de
loop van 2006 als een verplicht onderdeel in
de planning worden verwerkt.
Versterking van compliance-organisatie
Om de afdeling in staat te stellen zijn
mondiale taken goed uit te voeren, is het
totale aantal medewerkers van Group
Compliance in 2005 uitgebreid tot ongeveer
800 fte’s wereldwijd.
Onze waarden in de praktijk: integriteit in
het werk
In april 2005 ging het programma ‘Onze
waarden in de praktijk: integriteit in het werk’
van start. Doel van het programma is het
vergroten van de bewustwording van
compliance en het vormen van een
compliance-gerichte mentaliteit bij alle
medewerkers van de bank. De belangrijkste
boodschap die wordt uitgedragen, betreft de
voorbeeldfunctie van het management en de
individuele verantwoordelijkheid van elke
medewerker. Het programma omvat
nieuwsbrieven, posters en mededelingen,
alsmede speciale trainingen en beleidsnotities
om medewerkers te ondersteunen in
compliance-kwesties waarmee zij in hun
dagelijkse werk te maken krijgen.
Client Acceptance & Anti-Money
Laundering (CAAML)
Op 1 september 2005 is bankbreed het
herziene beleid inzake klantacceptatie en
witwaspraktijken geïmplementeerd. Hierin is
rekening gehouden met de principes van de
Wolfsberggroep, waarvan ABN AMRO lid is.
Om ervoor te zorgen dat het nieuwe beleid
wordt nageleefd, hebben medewerkers
binnen de hele groep een verplichte
CAAML-cursus gevolgd. Deze cursus
bestond uit een e-learning-programma en
regionale workshops. Naast de CAAML-
cursus is er een CAAML-adviesgroep
gevormd voor technische ondersteuning en
is er een programma voor kwaliteitscontrole
opgezet. In 2005 is op concernniveau een
Anti-Money Laundering Oversight Committee
gevormd. Tot de taken van deze commissie
behoren het adviseren over het CAAML-
beleid en het behandelen van bezwaren
met betrekking tot gemelde verdachte
transacties.
Filtering en bewaking van transacties
Om te voldoen aan de wet- en regelgeving op
het gebied van compliance en te waarborgen
dat krachtige systemen en controle-
maatregelen aanwezig zijn voor alle
onderdelen van het CAAML-beleid, is in de
loop van 2005 het Anti-Money Laundering
compliance-programma verder verbeterd in de
hele verkooporganisatie. De verbeteringen
waren gericht op de automatisering van de
bestaande processen voor klantacceptatie en
bewaking.
EU Richtlijn Marktmisbruik
De EU Richtlijn Marktmisbruik inzake
marktmanipulatie en handel met
voorwetenschap is in 2005 met succes
doorgevoerd en in de werkprocessen van
ABN AMRO ingebed. Onze compliance-
functionarissen in Europa hebben hierbij nauw
samengewerkt om te zorgen dat wij ook in dit
opzicht optreden als ‘één bank’. Zij hebben
opleidings- en voorlichtingsmateriaal over dit
onderwerp ontwikkeld, waaronder een
uitgebreide computerondersteunde cursus
over marktmisbruik. De voorlichting over
compliance was vooral gericht op de
verantwoordelijkheden van het senior
management, met als doel de naleving van de
Richtlijn te waarborgen.
De systemen en controlemaatregelen van de
bank voor het signaleren en bewaken van
gevallen van marktmisbruik zijn geëvalueerd
en, waar noodzakelijk, aangepast aan de
nieuwe Richtlijn. Diverse voorschriften die het
verstrekken van vertrouwelijke informatie
binnen de bank beperken, zijn aangescherpt.
Dit garandeert een onverminderd hoge
integriteit binnen onze organisatie.
Compliance
40
Group SecurityDe afdeling Group Security draagt bij aan een
gezonde en veilige werkomgeving binnen de
hele ABN AMRO groep door op concernniveau
beleid en normen te formuleren voor de
fysieke veiligheid en de bestrijding van
financiële criminaliteit, door inhoudelijke en
operationele ondersteuning te bieden bij de
strategische en commerciële besluitvorming
en door ernstige beveiligings- en compliance-
incidenten te onderzoeken.
Dankzij de goede samenwerking met de BU’s
biedt Group Security een veiligheidskader en
gerelateerde diensten die de commerciële
bedrijfsonderdelen in staat stellen hun eigen
verantwoordelijkheid op dit gebied te nemen.
Compliance
41
Ons commitmentDe primaire doelstelling bij alles wat wij doen,
is duurzame waarde te creëren voor onze
klanten, medewerkers en aandeelhouders.
Om dit te kunnen verwezenlijken, staat
maatschappelijk verantwoord ondernemen bij
ons hoog in het vaandel; integriteit en
openheid zijn hierbij twee kernbegrippen.
Maar wij hebben tevens oog voor de belangen
van anderen in de samenleving. Bij onze
commerciële beslissingen nemen wij sociale,
ethische en milieuaspecten in aanmerking en
wegen wij ook de belangen van toekomstige
generaties af.
Wij zijn ons ervan bewust dat onze rol als
kapitaalverschaffer in het economisch verkeer
ons verplicht tot verantwoord gedrag en
betrokkenheid. Het vertrouwen van klanten,
medewerkers, aandeelhouders, overheden,
toezichthouders en de maatschappij is van
doorslaggevend belang voor ons functioneren
als bankinstelling: het vormt onze ‘licence to
operate’. Integriteit en transparantie zijn
onmisbaar om dit vertrouwen te winnen en te
behouden. Een actieve betrokkenheid bij onze
belanghebbenden vormt een goede bron van
informatie en is een voedingsbodem voor
wederzijds begrip. Hierdoor kunnen wij voor
onze klanten een goed geïnformeerde en
gewaardeerde zakenpartner zijn.
Verder op weg naar duurzaamheid
Wij leven in bewogen tijden. Natuurrampen,
energietekorten, klimaatverandering,
armoede en demografische veranderingen
beïnvloeden het sociaal en
ondernemingsklimaat. Deze ontwikkelingen
plaatsen ons en onze klanten voor problemen
maar bieden ook kansen en voordelen voor
diegenen die trends vroegtijdig onderkennen
en hiernaar handelen. In de afgelopen periode
ging onze aandacht vooral uit naar het
verankeren van duurzame ontwikkeling in
onze organisatie. Hiertoe hebben wij
duurzaamheid geïntegreerd in onze
kredietbesluiten en ons productaanbod. Voor
onze inspanningen en de geboekte
vooruitgang op dit gebied hebben wij in brede
kring erkenning gekregen. Ons streven naar
duurzaamheid plaatst ons echter
onvermijdelijk voor dilemma’s. Wij hebben
zeker niet op elke vraag een antwoord, maar
wij zullen netelige kwesties niet uit de weg
gaan.
Integratie en versnelde uitvoering van de duurzaamheidsagenda
In 2005 hebben wij de toegevoegde waarde
van duurzame ontwikkeling voor ABN AMRO
onderzocht. Uit het onderzoek kwam naar
voren dat duurzaamheid op verschillende
manieren waarde aan onze organisatie
toevoegt:
• Maatschappelijk verantwoorde financiële
dienstverlening. Onze klanten worden, net
als wij, geconfronteerd met de huidige
wereldproblematiek. Duurzaamheid biedt
ons de kans de relatie met klanten te
verdiepen. ABN AMRO wordt gezien als
een partner die geïntegreerde
adviesdiensten aanbiedt, waaronder
expertise op het gebied van duurzame
ontwikkeling, en als een innovatieve
onderneming die nieuwe, duurzame
producten en diensten ontwikkelt (zoals het
beheer van fondsen voor maatschappelijk
verantwoord beleggen (Socially
Responsible Investment / SRI) en de handel
in emissierechten). Verder bieden wij niet
alleen een goed onderbouwde visie op de
risico’s van opkomende markten, wij
creëren ook mogelijkheden voor duurzame
ontwikkeling in die markten (bijvoorbeeld
via microfinanciering).
Duurzame ontwikkelingOm duurzame waarde te
creëren voor al onze
belanghebbenden, staat
maatschappelijk
verantwoord ondernemen bij
ons hoog in het vaandel. Dit
houdt in dat wij met
integriteit en openheid
handelen en bij onze
bedrijfsvoering rekening
houden met sociale,
ethische en milieuaspecten.
Deze benadering helpt ons
het vertrouwen te winnen en
te behouden voor onze
‘licence to operate’ en maakt
ons tot een gewaardeerde
partner van onze klanten. In
2005 hebben wij onze
activiteiten gericht op
duurzaamheid
geïntensiveerd. De nadruk
op onze aandachtsgebieden
– maatschappelijk
verantwoorde financiële
dienstverlening, een
aantrekkelijk werkgever zijn,
onze activa beschermen,
transparant en
aanspreekbaar zijn, de
impact van onze
bedrijfsactiviteiten
minimaliseren en bijdragen
aan de lokale gemeenschap
– is daarbij aangescherpt.
Duurzame ontwikkeling
42
• Een aantrekkelijk werkgever zijn. Door haar
duurzaamheidsbeleid is ABN AMRO beter
in staat medewerkers te werven, te
motiveren en te behouden. Het beleid geeft
de mensen die voor ons werken een gevoel
van trots, motivatie en loyaliteit. Ook helpt
het ons toptalent aan te trekken en te
behouden.
• Onze activa beschermen. Duurzaamheid is
een integraal onderdeel van het
risicobeheer van ABN AMRO. Het helpt ons
vooruitkijken, biedt inzicht in onze totale
risicopositie en vergroot onze kennis van de
problemen en kansen waarmee onze
klanten in hun bedrijfstak te maken krijgen.
• Transparant en aanspreekbaar zijn. Deze
eigenschappen helpen ons een merknaam
op te bouwen die staat voor vertrouwen,
karakter, integriteit en geloofwaardigheid.
Wij zijn vaak gedwongen een balans tussen
tegenstrijdige belangen te zoeken. Over de
dilemma’s waarvoor wij hierbij worden
geplaatst, zijn wij open. Door transparant te
opereren is ook de relatie met onze
belanghebbenden verstevigd en hebben wij
een aantrekkelijk productaanbod kunnen
ontwikkelen op het gebied van ethisch en
maatschappelijk verantwoord beleggen.
• De impact van onze bedrijfsactiviteiten
minimaliseren. Wij hebben voor de
uitoefening van onze bedrijfsactiviteiten een
groot aantal panden in gebruik. Ons streven
is de milieueffecten van deze panden tot
een minimum te beperken. Dat is niet alleen
goed voor het milieu, wij besparen er ook
kosten mee, bijvoorbeeld door een lager
energieverbruik. Omdat onze medewerkers
ook graag een bijdrage leveren aan een
schoner milieu, vergroten wij door
energiebesparing en het gebruik van groene
stroom tevens de betrokkenheid van onze
medewerkers. Verder gaan wij voortdurend
de dialoog aan met onze leveranciers over
maatschappelijke en milieuvraagstukken.
• Bijdragen aan de lokale gemeenschap.
ABN AMRO wil op een verantwoorde
manier omgaan met haar medewerkers,
klanten en de maatschappij als geheel. Wij
vormen een integraal onderdeel van de
lokale gemeenschappen waaraan wij
diensten verlenen en investeren op drie
manieren in de verdere ontwikkeling van
deze gemeenschappen: donaties, bijdragen
in natura en de inzet van medewerkers. In
2005 is de ABN AMRO Foundation
opgericht. In lijn met Millenniumdoel 1 van
de Verenigde Naties heeft de stichting zich
de bestrijding van armoede en daarmee
samenhangende problemen als
belangrijkste doel gesteld. De ABN AMRO
Foundation steunt en stimuleert
ondernemerschap in arme regio’s, zodat de
lokale bevolking duurzaam in het eigen
levensonderhoud kan voorzien. De
Foundation ontvangt jaarlijks EUR 5 miljoen
van ABN AMRO.
Hogere versnellingDe Raad van Bestuur heeft besloten de
inspanningen van onze bank op het gebied van
duurzame ontwikkeling te intensiveren en te
versnellen door duurzaamheid nog
nadrukkelijker in al onze activiteiten te
integreren. Voor nadere informatie verwijzen
wij u naar het Duurzaamheidsverslag 2005,
dat tegelijk met dit jaarverslag 2005 wordt
gepubliceerd. Het Nederlandstalige
Duurzaamheidsverslag wordt met ingang van
2005 alleen nog in digitale vorm uitgebracht.
Het PDF-bestand kunt u inzien en downloaden
op www.abnamro.nl. Het Engelstalige
Duurzaamheidsverslag 2005 is in gedrukte
vorm beschikbaar.
Duurzame ontwikkeling
kernactiviteiten
44
Consumer & Commercial Clients bedient bijna
20 miljoen particuliere en zakelijke klanten en
is vooral sterk gepositioneerd onder meer
bemiddelde particulieren en middelgrote
ondernemingen. De activiteiten van
Consumer & Commercial Clients zijn vooral
geconcentreerd in Nederland, het Midden-
Westen van de Verenigde Staten en Brazilië,
waar wij opereren onder gevestigde lokale
merknamen en werken met lokaal personeel.
Onze consumer en commercial banking-
activiteiten in nieuwe groeimarkten in Azië en
Europa en Bouwfonds, onze
dochteronderneming voor projectontwikkeling
en vastgoedfinanciering, maken eveneens
deel uit van Consumer & Commercial Clients.
Binnen Consumer & Commercial Clients
lopen diverse projecten waarbij kennis wordt
gedeeld teneinde synergiemogelijkheden te
benutten. Hierdoor zullen wij ons nog sterker
op onze klanten kunnen richten, met name op
terreinen waar wij al een concurrentievoordeel
hebben. In het zakelijke segment betreft dit
het midden- en kleinbedrijf en de
grootzakelijke markt en in het particuliere
segment de meer bemiddelde relaties. Wij
zullen deze klantgroepen een breed pakket
financiële diensten bieden om een duurzame
relatie met hen op te bouwen en verder te
ontwikkelen.
Consumer & Commercial Clients
Kerncijfers Consumer & Commercial Clients
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 8.094 6.895
Provisie 1.866 1.749
Handelsresultaat 225 150
Resultaat uit financiële transacties 50 – 249
Resultaat uit deelnemingen met invloed 145 87
Overige operationele baten 1.340 1.047
Totaal operationele baten 11.720 9.679
Totaal operationele bedrijfslasten 7.391 6.809
Bedrijfsresultaat 4.329 2.870
Waardeverminderingen 754 585
Bedrijfsresultaat voor belastingen 3.575 2.285
Belastingen 1.023 677
Operationele nettowinst 2.552 1.608
Beëindigde bedrijfsactiviteiten (netto) 0 239
Jaarwinst 2.552 1.847
Balanstotaal 260.041 217.524
Naar risico gewogen activa 161.141 145.775
Aantal medewerkers (fte) 68.554 70.193
Aantal vestigingen 3.366 3.293
Consumer & Commercial Clients
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
45
BU NederlandABN AMRO is een van de toonaangevende banken in
Nederland, met in totaal bijna vijf miljoen particuliere
en zakelijke klanten. In 2005 boekte de BU Nederland
(BU NL), gesteund door haar marktleidende producten
en diensten en haar multi-channel bedieningsconcept,
verdere vooruitgang bij het verwezenlijken van haar
ambitie om de huisbankier van al haar klanten te
worden. De klanttevredenheid, de operationele baten
en de jaarwinst lieten een goede verbetering zien,
ondanks het matige economisch klimaat in Nederland.
De komende tijd blijft de BU NL zich richten op de
versterking en verdieping van haar relatie met klanten
met name onder haar belangrijkste doelgroepen: meer
bemiddelde particulieren en het midden- en kleinbedrijf
(MKB).
Per 31 december 2005 bediende de BU NL
4,6 miljoen particuliere klanten, ruim 360.000
MKB-relaties en ongeveer 5.600 grote
ondernemingen. Door de omvang en
diversiteit van haar klantenbestand neemt
ABN AMRO in het Nederlandse bankwezen
een belangrijke plaats in. Wij bedienen onze
klanten via een distributienetwerk dat bestaat
uit 555 bankshops, 79 advieskantoren en vijf
Corporate Client Units. Daarnaast heeft de
BU NL 1.561 geldautomaten en vier
geïntegreerde callcenters, terwijl ook van het
internet en mobiel bankieren gebruik wordt
gemaakt.
Strategie, producten en diensten
De ambitie van de BU NL is de huisbankier
van al haar klanten te worden. Om deze
ambitie waar te maken, streeft zij naar een
dienstverlening waarmee zij zich in de markt
duidelijk onderscheidt, die in alle gevallen een
persoonlijk karakter heeft en die via elk
distributiekanaal beschikbaar is. In lijn met de
op het middensegment gerichte
concernstrategie is de BU NL met name sterk
gepositioneerd onder meer bemiddelde
particulieren en het MKB.
De BU NL is een volledig geïntegreerde
particuliere en zakenbank die een totaalpakket
financiële producten en diensten aanbiedt.
Hierbij maakt de BU NL ook actief gebruik van
de productkennis die binnen de andere BU’s
van de bank beschikbaar is. De Regionale
Treasury Desks vormen in dit verband een
Kerncijfers BU Nederland
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 2.785 2.508
Provisie 668 631
Handelsresultaat 54 36
Resultaat uit deelnemingen met invloed 14 32
Overige operationele baten 163 82
Totaal operationele baten 3.684 3.289
Totaal operationele bedrijfslasten 2.675 2.790
Bedrijfsresultaat 1.009 499
Waardeverminderingen 277 173
Bedrijfsresultaat voor belastingen 732 326
Belastingen 223 96
Jaarwinst 509 230
Balanstotaal 95.272 86.602
Naar risico gewogen activa 47.279 55.523
Aantal medewerkers (fte) 18.989 19.846
Aantal vestigingen 639 662
BU Nederland
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
46
goed voorbeeld. Via deze desks hebben onze
zakelijke klanten van de BU NL toegang tot de
producten en kennis van Wholesale Clients.
Daarnaast bieden wij, via de joint venture met
Delta Lloyd, ook verzekeringsproducten aan.
Dankzij het geïntegreerde multi-channel
bedieningsconcept kunnen de klanten van de
BU NL 24 uur per dag en 7 dagen per week bij
ons terecht voor een volledig pakket financiële
diensten. In 2005 hebben wij de kwaliteit van
de diensten en hun toegankelijkheid voor
klanten verder verbeterd. Hierdoor is de
klanttevredenheid over internetbankieren
– het percentage klanten dat ons een
waardering van 8 of hoger geeft – gestegen
tot een recordhoogte van 73%. Het aantal
internetklanten nam in 2005 toe met 24% en
het percentage betalingen via het internet
vertoonde een verdere groei. De kwaliteit van
ons multi-channel bedieningsconcept wordt
ook onderstreept door de toekenning van de
National Call Centre Award in 2005. Doordat
steeds meer klanten gebruikmaken van onze
directe distributiekanalen, hoeven
kantoormedewerkers minder tijd te besteden
aan de verkoop van standaardproducten. In
2005 hebben wij onze openingstijden
verruimd: onze kantoren zijn thans ook op
zaterdag en op koopavonden geopend.
Het groeiende succes van de strategie en het
bedieningsconcept van de BU NL komt ook
tot uitdrukking in de algehele klanttevreden-
heid. Het aandeel zeer tevreden klanten
– score van acht of hoger op een schaal
van 10 – is in 2005 met 8% toegenomen.
De BU NL blijft met onverminderde kracht
streven naar een verdere verhoging van de
klanttevredenheid.
Resultaten in 2005
De jaarwinst van de BU NL steeg met 21,8%
naar EUR 509 miljoen, gecorrigeerd voor de
voorziening met betrekking tot de
herstructurering van Group Shared Services in
2004 (EUR 287 miljoen operationele
bedrijfslasten en EUR 188 miljoen jaarwinst).
De onderstaande cijfers zijn gecorrigeerd voor
deze voorziening. De winststijging vloeide
vooral voort uit hogere operationele baten.
De totale operationele baten namen toe met
12,0% tot EUR 3.684 miljoen, hoofdzakelijk
door de gestegen krediet- en spaarvolumes.
Deze volumestijging weerspiegelde de hogere
klanttevredenheid: door verbeteringen in de
dienstverlening en het productassortiment
nam de klanttevredenheid toe, met name in
het middensegment van de particuliere en
zakelijke markt. De operationele baten werden
voorts ondersteund door de stijging van
ontvangen boeterente voor de vervroegde
aflossing van hypotheken. Deze ontwikkeling
is illustratief voor het hoge niveau van
hypotheekoversluitingen in Nederland. In
vrijwel alle overige kredietcategorieën werd
een dubbelcijferige volumegroei geboekt,
gesteund door een groeiend marktaandeel en
een grotere vraag naar deze producten. De
toename van de provisies met EUR 37 miljoen
manifesteerde zich over een breed front,
waarbij met name de effectenprovisies sterk
omhooggingen onder invloed van het
verbeterde beursklimaat. Het handelsresultaat
steeg met 50,0% tot EUR 54 miljoen,
voornamelijk door hogere baten uit de verkoop
van derivaten. Dit onderstreept het succes
van de regionale treasury desks, die de sterke
relatie van de BU NL met haar zakelijke
klanten in het middensegment combineren
met de productexpertise van WCS. De
stijging van de overige operationele baten
houdt verband met de overheveling van
Stater van de BU NGM naar de BU NL per
1 januari 2005.
De totale operationele bedrijfslasten stegen
met 6,9% tot EUR 2.675 miljoen,
hoofdzakelijk als gevolg van de overheveling
van Stater, hogere zakelijke uitgaven en
kosten in verband met Sarbanes-Oxley,
Bazel II en Compliance. De kosten namen ook
toe doordat de compensatie van
Kernactiviteiten
47
medewerkers voor de beëindiging van de
winstdelingsregeling ten laste van het
resultaat werd gebracht. Overeengekomen
was dat medewerkers in 2005 en 2006
compensatie voor in totaal 3,5 jaar winstdeling
zouden ontvangen. De compensatie voor
2005 werd eind 2004 eenmalig ten laste van
het resultaat gebracht (in Group Functions).
De kosten van de compensatie voor 2006
werden in 2005 gereserveerd.
De voorzieningen werden met EUR 104
miljoen verhoogd naar EUR 277 miljoen,
voornamelijk in de particuliere en MKB-
kredietportefeuille. Dit weerspiegelde het
relatief zwakke economisch klimaat in
Nederland, de stijging van het totale
kredietvolume en de bovengemiddelde groei
van de particuliere kredietportefeuille. De
voorzieningen voor de hypotheekportefeuille
bleven relatief stabiel.
Het aantal medewerkers nam af met 857 fte’s,
voornamelijk door de uitbesteding van IT-
diensten en de overheveling van transactie- en
facilitaire diensten naar andere BU’s.
Tegenover deze vermindering stond een
toename als gevolg van de overheveling van
Stater naar de BU NL.
Ambities voor 2006
De aanpassing van de groepsstructuur aan de
strategische focus op het middensegment
heeft positieve gevolgen voor de BU NL. De
hele Nederlandse markt wordt nu vanuit één
samenhangend concept bediend. De lokale
focus op klantrelaties blijft centraal staan,
maar de nieuwe BU NL zal zich nog verder
kunnen onderscheiden door beter gebruik te
maken van het internationale netwerk en de
beschikbare productexpertise.
Versterking en verdieping van de relatie met
onze klanten blijft ook de komende periode
een speerpunt van ons beleid. Wij vertrouwen
erop dat wij hierin zullen slagen. Door het
productaanbod aan onze doelgroepen steeds
verder te verbeteren, stimuleren wij klanten
om voor ABN AMRO als hun huisbankier te
kiezen.
De verbeterde hoofdstructuur van de BU NL,
met het Value Center Particulieren en het
Value Center Zaken, is per 1 januari 2006
ingevoerd. Een belangrijk voordeel van de
nieuwe structuur is dat zij ons in staat stelt de
markt gerichter te benaderen en het aantal
medewerkers met klantcontacten te
verhogen, zodat onze kantoren hun
adviesfunctie beter kunnen vervullen.
ABN AMRO lanceert Preferred Banking: eigen bankier voor meer bemiddelde relatiesOnze meer bemiddelde relaties hebben behoefte aan een uitstekende,
persoonlijke dienstverlening, altijd en overal. Het Preferred Banking-
concept is ons antwoord daarop. In vergelijking met de standaardklant
beschikt deze doelgroep over ruimere financiële middelen en zijn de
behoeften ook complexer. Elke meer bemiddelde relatie heeft daarom
een eigen Preferred Banker gekregen, waar hij of zij terecht kan voor zijn
of haar financiële behoeften, vragen of wensen.
Preferred Banking is afgeleid van het ‘Van Gogh Preferred Banking’-
concept dat de bank met succes in Europa, Azië en Brazilië heeft
geïntroduceerd en nu is aangepast aan de specifieke situatie in de
Nederlandse markt. De klantbenadering is persoonlijk en specifiek
gericht op de doelgroep. Kernbegrippen zijn service, toegankelijkheid,
expertise en transparantie. In Nederland is de rol van persoonlijk bankier
verankerd in onze verschillende distributiekanalen. De klant heeft hierbij
direct contact met zijn of haar persoonlijk bankier per e-mail en via het
internet, ontvangt het financieel jaaroverzicht en beleggingsoverzichten,
kan het callcenter 24 uur per dag en 7 dagen per week bereiken en kan
ook langskomen in de Preferred Banking-lounges van onze
bankkantoren.
Dankzij het succes van het Preferred Banking-concept zijn de totale
operationele baten sterk gestegen en is ook de klanttevredenheid
aanzienlijk verbeterd. Binnen één jaar konden wij meer dan 54.000
nieuwe klanten verwelkomen. Het concept zal in 2006 dan ook verder
worden ontwikkeld. Op de agenda staan onder meer de introductie van
online financial planning, nieuwe beleggingsvormen en een speciaal
welkomstpakket voor nieuwe relaties. Daarnaast gaan we nieuwe
Financial Centres bouwen met Preferred Banking-lounges en een
speciale Preferred Banking-lounge op Schiphol.
Kernactiviteiten
synergy
49
BU Noord-AmerikaABN AMRO behoort tot de grootste buitenlandse banken
in de Verenigde Staten. De kern van de BU Noord-
Amerika (BU NA) wordt gevormd door LaSalle Bank, die
haar hoofdkantoor heeft in Chicago, Illinois. De BU NA is
ook buiten het Midden-Westen van de Verenigde Staten
actief, via een groeiend netwerk van regionale zakelijke
kantoren en hypotheekactiviteiten op landelijke schaal.
De BU NA behaalde over 2005 hogere operationele
baten en een hogere jaarwinst. Door de betrokkenheid
van medewerkers en klanten te versterken en het
geografische netwerk uit te breiden, wil de BU NA haar
marktaandeel in 2006 verder vergroten.
De BU NA, die opereert onder de naam
LaSalle Bank en haar hoofdkantoor heeft in
Chicago in de staat Illinois, bedient ongeveer
3,5 miljoen klanten: particulieren, het midden-
en kleinbedrijf en grotere ondernemingen,
instellingen en gemeenten. Via een netwerk
van meer dan 400 vestigingen en 1.600
geldautomaten in de staten Illinois, Michigan
en Indiana wordt een breed producten- en
dienstenassortiment aangeboden op het
gebied van investment banking, commercial
banking en retail banking.
ABN AMRO richt zich in toenemende mate op
het middensegment van de particuliere en
zakelijke markt. De BU NA heeft altijd een
belangrijke bijdrage geleverd aan het
groepsresultaat en wil dit ook blijven doen.
Hiertoe zullen de medewerkers gestimuleerd
worden om klanten in het middensegment
een optimale service te verlenen.
De BU NA heeft haar wortels in het Midden-
Westen van de Verenigde Staten, maar dankzij
een groeiend netwerk van achttien regionale
zakelijke kantoren verspreid over het gehele
Kerncijfers BU Noord-Amerika
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 2.269 2.227
Provisie 643 610
Handelsresultaat 94 100
Resultaat uit financiële transacties 43 – 261
Overige operationele baten 434 499
Totaal operationele baten 3.483 3.175
Totaal operationele bedrijfslasten 2.236 2.086
Bedrijfsresultaat 1.247 1.089
Waardeverminderingen 21 143
Bedrijfsresultaat voor belastingen 1.226 946
Belastingen 355 274
Jaarwinst 871 672
Balanstotaal 90.021 73.340
Naar risico gewogen activa 66.743 53.825
Aantal medewerkers (fte) 16.044 17.159
Aantal vestigingen 434 428
BU Noord-Amerika
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Het delen van kennis, vertrouwen en
samenwerking over de grenzen van de
verschillende bedrijfsonderdelen heen
zijn van cruciaal belang om onze klanten
de best mogelijke service te bieden en
waarde te creëren voor onze
belanghebbenden. Door als één team te
werken, vanuit een gemeenschappelijke
visie, zijn wij meer waard dan de som van
de afzonderlijke delen.
Kernactiviteiten
50
land reiken haar activiteiten veel verder. Op de
Amerikaanse hypotheekmarkt heeft de BU NA
een sterke positie. Via een uitgebreid netwerk
van hypotheekadviseurs en de website
mortgage.com is het hypotheekbedrijf actief
in alle 50 staten.
Gemeten naar toevertrouwde middelen is
ABN AMRO de op één na grootste bank in
Chicago en omgeving en de grootste in
Michigan. Wij zijn de dertiende bank in de
Verenigde Staten, met een balanstotaal van
meer dan USD 110 miljard. Qua toevertrouwde
middelen staat ABN AMRO op de
Amerikaanse bankenranglijst op de twintigste
plaats. ABN AMRO is de op twee na grootste
buitenlandse bank in de Verenigde Staten,
zowel qua balanstotaal als qua toevertrouwde
middelen.
Strategie, producten en diensten
Een centraal element van de missie van de
BU NA is dat zij wil uitgroeien tot de meest
vooraanstaande op relatiebeheer gerichte
bank in het Midden-Westen van de Verenigde
Staten. Daartoe beschikken wij over een
gevarieerde portefeuille van bedrijfs-
onderdelen die voorzien in de complexe en
steeds veranderende behoeften van
particuliere en zakelijke klanten. De
belangrijkste segmenten van de BU NA zijn
Commercial Banking, Specialty Banking en
Personal Financial Services. Daarnaast heeft
de BU NA met de Mortgage Group een
landelijk opererend hypotheekbedrijf.
Het segment Commercial Banking bedient
meer dan 10.000 klanten in de publieke en
private sector via het kantorennet in het
Midden-Westen en een netwerk van achttien
regionale kantoren. De nadruk ligt hierbij op
het middenbedrijf, dat wordt benaderd met
een totaaloplossing waarin kredietverlening,
specialistische sectorkennis, treasury
management, trustdiensten en vermogens-
beheer zijn geïntegreerd. De onverminderd
sterke performance van Commercial Banking
is in belangrijke mate te danken aan de
verdere verdieping en verbreding van de
relatie met bestaande klanten.
Specialty Banking houdt zich onder andere
bezig met de emissie van kapitaalmarkt-
instrumenten door bedrijven, commercieel-
vastgoed- en objectfinanciering. In 2005 is
voor USD 4,5 miljard aan vastgoedleningen
verkocht. De BU NA staat in de Verenigde
Staten wat objectfinanciering betreft op de
vijfde plaats en neemt een zesde positie in op
de landelijke ranglijst voor gesyndiceerde
kredietverlening aan het middensegment van
de markt. De unit voor objectfinanciering heeft
recent met succes een aantal grote
gesyndiceerde transacties tot stand gebracht,
waaronder verschillende met een
grensoverschrijdend karakter. Specialty
Banking gaat haar aanwezigheid in meer
dan twintig Amerikaanse staten verder
uitbreiden.
De BU NA is in de Verenigde Staten ook op
landelijke schaal actief op het gebied van
woninghypotheken, broker-/dealer-diensten
en de financiering en leasing van bedrijfs-
inventaris. ABN AMRO behoort tot de top 15
van hypotheekverstrekkers en de top 10
van hypotheekbeheerders in de Verenigde
Staten.
Resultaten in 2005
Voor vergelijkingsdoeleinden zijn alle
onderstaande cijfers berekend tegen
constante valutakoersen. In 2005 steeg de
Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro
gemiddeld 0,8% in waarde.
De jaarwinst van de BU NA verbeterde met
21,9% naar EUR 871 miljoen, na correctie
voor de herstructureringsvoorziening met
betrekking tot Group Shared Services in 2004
(EUR 61 miljoen operationele bedrijfslasten
en EUR 40 miljoen jaarwinst). De
onderstaande cijfers zijn gecorrigeerd voor
deze voorziening.
Kernactiviteiten
51
De totale operationele baten namen toe
met 8,7% dankzij de stijging van de baten
uit commercial banking en lagere hedging-
kosten met betrekking tot de voor verkoop
beschikbare (available for sale / AFS)
portefeuille.
De operationele baten uit commercial
banking gingen 9,6% omhoog. De
belangrijkste factoren hierbij waren de
kredietgroei en de hogere niet-rentebaten.
De operationele baten uit retail banking
stegen met 4,4%, hoofdzakelijk door hogere
provisiebaten.
De nettorentebaten stegen met 1,0% dankzij
de solide groei van de zakelijke krediet-
verlening en de hogere marges op credit-
gelden. Dit bood ruimschoots compensatie
voor het effect van de afvlakkende yieldcurve
en de margedruk in de zakelijke krediet-
verlening. De niet-rentebaten kregen een
impuls door de lagere hedgingkosten voor de
AFS-portefeuille (opgenomen onder resultaat
uit financiële transacties), waardoor de daling
van de hypotheekbaten met 8,3%
(opgenomen onder overige operationele
baten) ruimschoots werd goedgemaakt.
De baten uit het hypotheekbedrijf daalden met
8,3% naar USD 267 miljoen en
vertegenwoordigden daarmee 6,1% van de
totale operationele baten van de BU NA. De
daling van de totale hypotheekbaten was
vooral het gevolg van de teruglopende
hypotheekproductie (– 58,9%) doordat
minder hypotheken werden overgesloten en
zich in de markt een verschuiving aftekende
naar ‘non-conforming’ producten
(hypotheken die niet voldoen aan de
standaardvoorwaarden voor aankoop door
Freddie Mac en Fannie May). De baten uit
het beheer van bestaande hypotheken
(Mortgage Servicing Rights / MSR), inclusief
hedgingresultaten, namen met 23,5% toe
naar USD 221 miljoen bij een MSR-portefeuille
van USD 206 miljard.
De totale operationele bedrijfslasten namen
toe met 8,9% door gestegen personeels-
kosten, bonusreserveringen, marketing-
uitgaven en advieskosten. Daarnaast waren er
in het laatste kwartaal eenmalige kosten tot
een totaalbedrag van USD 77 miljoen.
De voorzieningen werden verlaagd van
25 basispunten naar 3 basispunten van de
gemiddelde naar risico gewogen activa. Deze
verlaging kwam voort uit een daling van de
brutovoorzieningen, alsmede uit na afboeking
ontvangen bedragen. Dit weerspiegelt de
hoge kwaliteit van de kredietportefeuille.
Voor de schikking van USD 16,85 miljoen die
ABN AMRO Mortgage Group, Inc. in verband
met een hypotheekgarantie door de Federal
Housing Administration heeft bereikt met het
Verbetering van het kasstromenbeheer bij klantenDe BU NA streeft ernaar haar diensten voortdurend af te stemmen op de
behoeften van klanten. De bank betrekt haar klanten dan ook actief bij de
ontwikkeling van producten op het gebied van onder meer treasury en
electronic banking. Een goed voorbeeld is CashPro, het onlineproduct
van de BU NA dat is ontwikkeld om treasury management-activiteiten te
vereenvoudigen.
De nieuwste CashPro-module is gebaseerd op diepgaand onderzoek
onder klanten. Hieruit kwam naar voren dat in de markt behoefte
bestond aan een efficiënt programma om het tijdrovende en soms
eentonige proces van saldobeheer te vereenvoudigen. Omdat de meeste
klanten voor hun saldobeheer tegenwoordig Excel gebruiken, is de
BU NA een partnership aangegaan met Microsoft voor de ontwikkeling
van CashPro Accelerate SM. Met deze innovatieve oplossing kunnen
klanten tijd besparen, wordt de kans op fouten tot een minimum beperkt
en neemt de beheersbaarheid toe. De heer M. Greenough van Little
Caesars: ‘Met CashPro Accelerate kunnen wij veel sneller onze totale
kaspositie berekenen. Bovendien bevat het een standaardformaat voor
rapportages, dat nu door alle onderdelen van ons bedrijf wordt gebruikt.’
Dankzij de goede aansluiting op de behoeften van klanten scoorde
CashPro hoog in een marktanalyse van internetapplicaties voor
cashmanagement. Volgens een onafhankelijke marktanalyse biedt
LaSalle biedt haar klanten een eersteklas platform met een complete
functionaliteit.
Kernactiviteiten
52
Amerikaanse ministerie van Justitie, het Office
of the Comptroller of the Currency en het
Amerikaanse ministerie van Volkshuis vesting
en Stadsontwikkeling, was reeds in 2004 een
voorziening getroffen. Deze schikking had dan
ook geen effect op het resultaat over 2005.
Ambities voor 2006
In 2006 zal de BU NA, als uitvloeisel van de
strategische aanpassing van de groeps-
structuur aan de strategische focus op het
middensegment, haar relatiegerichte
bedrijfsmodel benutten om kwalitatief
hoogwaardige producten en diensten te
bieden aan een aantal grote zakelijke klanten
en financiële instellingen die voorheen door
WCS werden bediend.
Ook in 2006 zal de BU NA de betrokkenheid
van haar medewerkers bij de strategie en het
succes van de bank blijven stimuleren. Dit zal
ons in staat stellen de relatie met klanten te
verstevigen en hun betere adviesdiensten te
verlenen, waardoor onze klanten zich van hun
kant meer betrokken zullen voelen bij onze
bank. Een goed voorbeeld hiervan is het
nieuwe samenwerkingsmodel voor verkoop
en service bij PFS, dat positieve financiële
resultaten en daarnaast ook niet-tastbare
voordelen oplevert. Aan belangrijke kwesties
op het terrein van governance en compliance
zal ook nadrukkelijk aandacht worden besteed
door middel van regelmatige voorlichting en
cursussen.
Op de agenda voor 2006 staat ook het
vergroten van ons marktaandeel. Dit willen wij
bereiken door goede relaties op te bouwen
met nieuwe klanten en mogelijk door ons
geografisch netwerk uit te breiden. Een
hechte klantrelatie is een belangrijke
succesfactor. Wij zullen dan ook werken aan
de voortdurende verbetering van die relatie in
alle onderdelen van ons bedrijf.
De samenwerking met andere BU’s zal verder
worden versterkt om maximale waarde uit het
productaanbod te halen en wereldwijde
synergiemogelijkheden te benutten, met
name bij de internationale dienstverlenende
units. Om dit doel te verwezenlijken, zullen
de in 2005 gevormde gezamenlijke teams
van productmanagers en relatiebeheerders
die afkomstig zijn uit verschillende
onderdelen van de ABN AMRO groep, worden
voortgezet.
BU BraziliëDe BU Brazilië wil tot de meest efficiënte en
gewaardeerde particuliere banken in Brazilië
behoren en streeft naar groei door een klantgerichte
marktbenadering. Op het gebied van duurzaamheid
wordt de BU Brazilië in brede kring erkend als
marktleider. In 2005 profiteerde de BU Brazilië ten volle
van het gunstige economische klimaat in het land.
Mede door de sterke groei van de kredietverlening aan
particulieren en het MKB namen de operationele baten
toe met 13,4%, terwijl de stijging van de operationele
bedrijfslasten dankzij een strakke kostenbeheersing
beneden het inflatieniveau bleef. Het jaar 2005 was dan
ook een zeer goed jaar met een forse winststijging. In
2006 willen wij de bedrijfsactiviteiten van de BU Brazilië
optimaliseren door de gerichte benadering van het
middensegment van de particuliere en zakelijke markt
verder gestalte te geven.
ABN AMRO is al sinds 1917 actief in Brazilië,
maar pas in 1998, met de overname van
Banco Real, Bandepe en Paraiban, kon een
belangrijke stap vooruit worden gezet in het
streven om uit te groeien tot een van de
leidende spelers in de Braziliaanse particuliere
en zakelijke bankmarkt. In oktober 2003 werd
Banco Sudameris overgenomen. Hiermee
consolideerde ABN AMRO haar positie in de
top van particuliere banken in Brazilië.
De BU Brazilië is een universele bank die in
het gehele land financiële diensten aanbiedt
via een netwerk van 2.106 kantoren en
personeelsvestigingen binnen bedrijven,
6.230 ‘shops-in-shops’ en 8.370
geldautomaten. De BU Brazilië heeft
vestigingen in alle provinciehoofdsteden
Kernactiviteiten
53
en grote steden van Brazilië. Het aantal
klanten bedroeg circa tien miljoen in
december 2005.
Strategie, producten en diensten
Klantgerichtheid staat centraal in de
groeistrategie van de BU Brazilië. Wij
proberen de klanttevredenheid voortdurend
te vergroten door onze klanten een
totaalpakket retail, corporate en investment
banking-producten aan te bieden dat voorziet
in hun huidige en toekomstige behoeften.
Ons streven is om tot de meest efficiënte
en gewaardeerde particuliere banken van
Brazilië te behoren. Daartoe volgen wij een
gesegmenteerde benadering van zowel de
particuliere als de zakelijke markt. Van Gogh
Preferred Banking-diensten worden op
landelijk niveau aangeboden aan meer
bemiddelde particulieren. Zij vormen een
kernelement in onze retail banking-
strategie en geven daaraan een internationaal
karakter.
In 2005 heeft ABN AMRO een nieuw
segmentgericht concept voor corporate
banking ingevoerd. Doel hiervan was onze
focus en efficiency te versterken, zodat wij
multinationale ondernemingen perfect
maatwerk kunnen bieden en ons kunnen
richten op uitbreiding in het middensegment
van de zakelijke markt. Deze doelgroep wordt
nu bediend door gespecialiseerde regionale
relatiebeheerteams, die daarbij gebruikmaken
van één productplatform. Wij kunnen zo beter
inspelen op de commerciële kansen die de
huidige conjunctuurfase biedt, en ons
aandeel in de totale bankzaken van klanten
vergroten.
ABN AMRO is ook een belangrijke speler op
de Braziliaanse markt voor consumptief
krediet. Onder de merknaam Aymoré
onderhouden wij relaties met meer dan
14.000 dealers in het gehele land voor de
verkoop van autofinancieringen en andere
vormen van consumptief krediet.
In overeenstemming met de concernstrategie
van ABN AMRO om zich te concentreren op
terreinen waar zij een voorsprong op de
concurrentie heeft, werden alle aandelen in
Kerncijfers BU Brazilië
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 2.164 1.507
Provisie 352 317
Handelsresultaat 52 – 1
Resultaat uit deelnemingen met invloed 37 10
Overige operationele baten 370 151
Totaal operationele baten 2.975 1.984
Totaal operationele bedrijfslasten 1.730 1.297
Bedrijfsresultaat 1.245 687
Waardeverminderingen 363 219
Bedrijfsresultaat voor belastingen 882 468
Belastingen 238 167
Jaarwinst 644 301
Balanstotaal 23.663 13.987
Naar risico gewogen activa 14.742 9.271
Aantal medewerkers (fte) 25.912 26.800
Aantal vestigingen 2.106 2.057
BU Brazilië
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
54
Real Seguros (schadeverzekeringen) verkocht
en 50% van de aandelen in Real Vida e
Previdência (levensverzekeringen en
pensioenen), in beide gevallen aan Tokio
Marine & Nichido Fire Insurance Co., Ltd.
Als onderdeel van de overeenkomst startte
ABN AMRO op basis van exclusiviteit met de
koper een bancassurance partnership in
Brazilië.
ABN AMRO Brazilië wordt algemeen
beschouwd als een pionier en trendsetter op
het gebied van duurzaamheid in de relatie
tussen banken en de Braziliaanse
samenleving. Voor ons zijn winstgevendheid
en maatschappelijke verantwoordelijkheid al
lang keerzijden van dezelfde medaille. Het
besef dat normen en waarden een belangrijke
rol spelen in zakendoen, komt tot uitdrukking
in onze sterke maatschappelijke
betrokkenheid en ons milieubewustzijn.
Resultaten in 2005
Voor vergelijkingsdoeleinden zijn alle cijfers
berekend tegen constante valutakoersen. In
2005 steeg de Braziliaanse real (BRL)
gemiddeld 22,6% in waarde tegenover de
euro.
De resultaten van de BU Brazilië werden
beïnvloed door de verkoop van Real Seguros
in 2005 (EUR 229 miljoen operationele baten,
EUR 196 miljoen jaarwinst). De onderstaande
cijfers zijn hiervoor gecorrigeerd.
De jaarwinst kwam 35,2% hoger uit.
De totale operationele baten stegen met
13,4%, hoofdzakelijk dankzij de groei van
de particuliere kredietportefeuille. De
kredietverlening aan huishoudens nam toe
met 35,1% en vertegenwoordigde daarmee
53,8% van de kredietportefeuille. Met name
persoonlijke leningen en rekening-
courantkrediet vertoonden een sterke groei.
De kredietverlening aan het MKB steeg met
27,3% dankzij de toegenomen vraag naar
debiteuren- en werkkapitaalfinanciering.
De operationele baten uit consumptief-
kredietverlening daalden met 6,8%, doordat
de toename van de nettorentebaten met 7,2%
niet opwoog tegen de daling van de provisies.
Na een periode van rationalisatie en
verbetering van de credit scoring en de
incassoprocedures in 2004, werd in 2005 de
aandacht met succes weer verlegd naar
volumegroei van de kredietportefeuille.
Hierdoor nam de verkoop van nieuwe
kredieten toe met 34,9% en stegen de
provisielasten. De gemiddelde marges
namen verder af als gevolg van de sterke
concurrentie in de markt voor consumptief-
kredietverlening.
De totale operationele bedrijfslasten namen
toe met 9,5%. Deze stijging kan voornamelijk
worden toegeschreven aan de hogere
personeelskosten als gevolg van de nieuwe
Diversiteit hoog in het vaandelIn het onderzoek naar de betrokkenheid van medewerkers in 2005
scoorde de BU Brazilië het hoogst in de Braziliaanse markt. Van onze
medewerkers zegt 91% zich betrokken te voelen bij hun werk en is 98%
er trots op dat zij werken bij ABN AMRO.
In 2005 werd de BU Brazilië bovendien voor het vierde opeenvolgende
jaar uitgeroepen tot een van de beste werkgevers in Brazilië op basis van
een enquête in het zakenblad Guia Exame. In dezelfde enquête kwamen
wij op de vijfde plaats op de ranglijst van beste werkgevers voor
vrouwen. En voor het tweede opeenvolgende jaar kwam de BU Brazilië
voor op de lijst van honderd beste werkgevers in Latijns-Amerika,
samengesteld door het ‘Great Place to Work Institute’.
De BU Brazilië krijgt voortdurend erkenning voor haar gedifferentieerde
dienstverleningsconcept en heeft de prijs voor ‘Excellence in Client
Servicing – Modern Consumer’ gewonnen in de categorie retail banking.
Verder zijn wij door het Braziliaans banktijdschrift Banco Hoje voor het
tweede jaar op rij uitgeroepen tot ‘meest klantvriendelijke
dienstverlener’.
Het diversiteitsbeleid van ABN AMRO vond eveneens erkenning: door
het ‘Outcast Population Articulation Center’ zijn wij onderscheiden met
de ‘Camellia Flower Freedom Award’.
Kernactiviteiten
55
cao, de hogere bonusreserveringen, de
uitgaven voor nieuwe marketing- en rekening-
courantcampagnes, de waardestijging van de
Braziliaanse real en een aantal eenmalige
posten in het laatste kwartaal van 2005.
Gecorrigeerd voor deze incidentele kosten
weerspiegelde de lastenontwikkeling de
aanhoudende kostenbeheersing en de
synergievoordelen van de integratie van
Banco Sudameris.
De voorzieningen werden verhoogd naar
303 basispunten van de gemiddelde naar
risico gewogen activa, vergeleken met
257 basispunten in 2004. Deze toename is in
overeenstemming met de sterke groei van de
particuliere kredietportefeuille.
Het bedrijfsresultaat voor belastingen nam
toe met 14,9% dankzij een robuuste
batengroei en een actieve kostenbeheersing.
Gezien de hedgegerelateerde volatiliteit van
de belastingdruk vormt het bedrijfsresultaat
voor belastingen een goede maatstaf voor de
resultaatontwikkeling van de BU Brazilië.
De effectieve belastingdruk daalde met
4,3 procentpunt tot 31,4%. Dit was vooral te
danken aan terugontvangen belastingen in het
vierde kwartaal. De verdere waardestijging
van de Braziliaanse real ten opzichte van de
Amerikaanse dollar in 2005 resulteerde in
hedgegerelateerde belastinguitgaven van
EUR 39 miljoen tegenover EUR 24 miljoen
in 2004.
Ambities voor 2006
In 2006 willen wij onze bedrijfsactiviteiten
optimaliseren door middel van een
gesegmenteerde financiële dienstverlening.
Wij gaan particulieren, ondernemers en
eigenaars van kleine en middelgrote bedrijven
via een specifieke benadering ondersteunen
en bedienen. Zij vormen ook de steunpilaren
van de economische groei in Brazilië en
samen met hen willen wij een bijdrage leveren
aan de ontwikkeling van het land en de
duurzaamheid van onze lokale bedrijfs-
activiteiten. De klantgroepen die via het
retail banking-netwerk worden bediend,
vormen de kern van het strategisch
middensegment in Brazilië.
Aymoré, onze dochteronderneming voor
consumptief krediet, streeft ernaar haar
leidende positie in de markt voor
autofinanciering te behouden door het
netwerk van dealers uit te bouwen en de
looptijd van kredieten te verlengen. Daarnaast
wil Aymoré de financiering van andere
duurzame goederen uitbreiden. Ons bestand
van consumptief-kredietklanten vormt ook
een uitstekende basis voor de cross-selling
van retailproducten.
Per 1 januari 2006 is de groepsstructuur
aangepast aan de strategische focus op het
middensegment. De BU Brazilië vormt de
kern van de nieuwe BU Latijns-Amerika,
waarin verder ook de andere activiteiten van
ABN AMRO in Latijns-Amerika (onder meer
Chili, Paraguay, Uruguay en Mexico) zijn
ondergebracht.
BU New Growth MarketsDe BU New Growth Markets (BU NGM) biedt een
groeiend assortiment bankdiensten aan particuliere
klanten in landen die zich uitstrekken van Azië / Pacific
via het Midden-Oosten tot Europa. Dit geografisch
werkterrein omvat grote, snelgroeiende en
winstgevende markten als India, de Verenigde Arabische
Emiraten, Taiwan en Hongkong. De nadruk lag in 2005
op het benutten van groeikansen in het middensegment
van de particuliere markt in Azië. Hiertoe werden meer
bemiddelde particulieren bediend met specifiek op deze
doelgroep afgestemde producten en diensten. In 2005
vertoonden de operationele baten en de jaarwinst een
sterke stijging, mede dankzij het aanhoudende succes
van creditcards en Van Gogh Preferred Banking in Azië.
Met de verfijning van haar marktbenadering
en organisatiestructuur ondersteunde de
BU NGM de concernstrategie. In 2005 werd,
geheel in het kader van de strategie om alle
Kernactiviteiten
56
hypotheekactiviteiten binnen de groep te
bundelen in één BU, Stater (‘end-to-end’
dienstverlener voor de Europese
hypotheekmarkt) overgeheveld naar de
BU NL. De consumer banking-activiteiten in
Kazakhstan, die voorheen onder Wholesale
Clients vielen, werden organisatorisch
omgehangen naar de BU NGM. Deze
aanpassingen zullen, naast een stijging van de
baten met ruim 40% (gecorrigeerd voor de
overheveling van Stater), de transparantie van
ons snelgroeiende Aziatische bedrijf vergroten
en ons in staat stellen synergiemogelijkheden
te benutten en nieuw potentieel in consumer
banking aan te boren.
Strategie, producten en diensten
De strategie van de BU NGM is erop gericht in
te spelen op de expansiemogelijkheden in het
middensegment van de particuliere markt in
Azië. Onze aanwezigheid strekt zich uit van
het Midden-Oosten tot Oceanië en omvat
grote, snelgroeiende en winstgevende
marktgebieden als India, de Verenigde
Arabische Emiraten, Taiwan en Hongkong. Tot
de factoren die deze markten aantrekkelijk
maken, behoren een toename van de uitgaven
voor financiële diensten met circa 9% per jaar
in het middensegment van de particuliere
markt, de voortgaande deregulering en het
relatief geringe aantal gevestigde
marktpartijen. Bovendien groeit de doelgroep
van meer bemiddelde particulieren en zijn
klanten steeds beter geïnformeerd. Wij
hebben ook een belang van 40% in
Saudi Hollandi Bank, waaraan wij
managementdiensten en kennis op het gebied
van particuliere bankproducten leveren. Een
goed voorbeeld van het delen van kennis is
het preferred banking-concept, dat met
succes is uitgerold in Saudi-Arabië.
De strategische focus in Azië en Midden- en
Oost-Europa ligt op meer bemiddelde
particulieren, die met specifiek op deze
doelgroep afgestemde bankproducten en
Kerncijfers BU New Growth Markets
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 363 237
Provisie 193 173
Handelsresultaat 25 15
Resultaat uit financiële transacties 6 6
Resultaat uit deelnemingen met invloed 73 44
Overige operationele baten 47 84
Totaal operationele baten 707 559
Totaal operationele bedrijfslasten 369 346
Bedrijfsresultaat 338 213
Waardeverminderingen 67 41
Bedrijfsresultaat voor belastingen 271 172
Belastingen 58 33
Operationele nettowinst 213 139
Beëindigde bedrijfsactiviteiten (netto) 0 239
Jaarwinst 213 378
Balanstotaal 7.753 5.344
Naar risico gewogen activa 6.461 4.403
Aantal medewerkers (fte) 5.599 4.616
Aantal vestigingen 143 112
BU New Growth Markets
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
57
-diensten worden bediend. Door het openen
van nieuwe kantoren hebben wij onze
geografische aanwezigheid uitgebreid. In Azië
vormen creditcards en Van Gogh Preferred
Banking, ons succesvolle relatiebeheer-
concept voor meer bemiddelde particulieren,
die via één vaste contactpersoon worden
bediend, de kern van ons aanbod, aangevuld
met aanverwante producten als consumptief
krediet (met name in India) en spaar- en
depositorekeningen. Dankzij deze strategie
heeft de BU NGM bijna 2,8 miljoen klanten in
Azië, waaronder ongeveer 40.000 Van Gogh
Preferred Banking-relaties. Op het gebied van
creditcards zijn wij, met circa 2,4 miljoen
uitgegeven kaarten, in India, de Verenigde
Arabische Emiraten en Taiwan een gevestigde
speler. Ook in Hongkong, Indonesië, Pakistan
en Singapore is de respons positief.
De International Diamond & Jewellery Group,
die opereert vanuit België en in een aantal
landen lokale vestigingen heeft, is een
leidende en succesvolle financier van de
diamant- en juwelenbranche, met meer dan
2.000 klanten wereldwijd. Dit bedrijfs-
onderdeel is per 1 januari 2006 onder de
BU Private Clients komen te vallen.
Resultaten in 2005
Per 1 januari 2005 is het belang van 60% in
het hypotheekadministratiebedrijf Stater, dat
vroeger onder de BU NGM viel, overgeheveld
naar de BU NL. In 2004 bedroeg het effect op
de operationele baten en de operationele
bedrijfslasten respectievelijk EUR 74 miljoen
en EUR 72 miljoen.
De jaarwinst nam aanzienlijk toe: +53,2% naar
EUR 213 miljoen. Vooral Azië leverde een forse
bijdrage, gesteund door het aanhoudende
succes van de creditcard activiteiten en het Van
Gogh Preferred Banking-concept
De totale operationele baten stegen met
26,5% naar EUR 707 miljoen, ondanks de
overheveling van Stater naar de BU NL.
Gecorrigeerd hiervoor bedroeg de batengroei
45,8%. Dit was voornamelijk te danken aan de
aanhoudend sterke groei in Azië (+41,0%),
waar de creditcardactiviteiten en het Van Gogh
Preferred Banking-concept met succes
werden uitgebreid. Het aantal creditcards in
Azië nam toe met 48% naar 2,4 miljoen en
het aantal klanten in Azië met 36% naar
2,8 miljoen. De bijdrage van onze deelneming
in Saudi Hollandi Bank steeg met 63,6%. Dit
weerspiegelt de sterke marktpositie van deze
onderneming in een krachtig groeiende
economie.
De toename van de totale operationele baten
was vooral te danken aan de ontwikkeling van
de nettorentebaten, die met 53,2% stegen
naar EUR 363 miljoen. Deze stijging vloeide
met name voort uit de groei van creditcard-
vorderingen, consumptief krediet en
spaarrekeningen, alsmede uit een
herrubricering in het tweede kwartaal van
2005 van provisiebaten naar nettorentebaten
met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005.
De totale operationele bedrijfslasten stegen
met 6,6% naar EUR 369 miljoen. Gecorrigeerd
voor de overheveling van Stater namen de
totale operationele bedrijfslasten toe met
34,7% als gevolg van verdere investeringen in
de verschillende activiteiten in Azië, onder
meer voor de introductie van nieuwe
Nationaal aandelenrecord in IndiaIn 2005 vestigde ons consumer banking-bedrijf in India een nieuw
nationaal record: binnen één maand werd ongeveer USD 100 miljoen
geplaatst in aandelenfondsen. Het hoogste bedrag ooit dat door een
distributeur in India in een tijdsbestek van één maand werd ingebracht
in aandelenfondsen. Het aantal verwerkte aankooporders was met
13.450 eveneens een nieuw Indiaas record. Alle kantoren en
klantsegmenten droegen hieraan bij.
ABN AMRO Investment Services won in 2005 de CEO Award en is in
India één van de grootste distributeurs van aandelenbeleggingsfondsen.
Kernactiviteiten
skipper
59
producten, de opening van nieuwe vestigingen
en intensieve marketing campagnes. In 2005
zijn 14 vestigingen geopend, waarmee het
totale aantal vestigingen in Azië op 67 komt,
waarvan 23 in India. Het totale aantal fte’s
in Azië is met 35% toegenomen tot 5.224.
De voorzieningen werden verhoogd van
EUR 41 miljoen naar EUR 67 miljoen in
verband met de groei van de
kredietportefeuille en de toename van de
creditcardvorderingen.
De post beëindigde bedrijfsactiviteiten in
2004 betreft de bijdrage van Bank of Asia aan
de baten. Het belang in deze bank werd in
2004 verkocht.
Ambities voor 2006
Per 1 januari 2006 is het merendeel van de
activiteiten van de BU NGM ondergebracht in
de BU Azië, terwijl een beperkt deel thans
onder de BU Europa valt. Het management
van de BU zal onverminderd streven naar
uitbreiding van de consumer banking-
activiteiten in Azië. De nadruk zal hierbij
liggen op autonome groei in Hongkong, India,
Indonesië, Pakistan, Singapore, Taiwan en de
Verenigde Arabische Emiraten. Om het
klantenbestand uit te breiden, zullen in 2006
in India en Pakistan nieuwe kantoren worden
geopend. In Pakistan, Indonesië, Hongkong
en Singapore zullen wij onze verkoop-
campagnes voor creditcards voortzetten.
Acquisities zullen mogelijk een rol spelen bij
de verwezenlijking van onze ambitie om in
Azië uit te groeien tot een toonaangevende
speler in consumer banking.
BU BouwfondsIn 2005 consolideerde de BU Bouwfonds (Bouwfonds)
haar leidende positie in de Nederlandse markt
voor commercieel vastgoed en koopwoningen en
zette ze de expansie in andere Europese markten
voort. Door een verdere toename van het aantal
verkochte woningen in Nederland en Frankrijk,
de verdere groei van vastgoedfinanciering en de
forse woninghypotheekproductie (deels gedreven
door oversluitingen van bestaande hypotheken),
vertoonden de operationele baten en de jaarwinst
een scherpe stijging. Met ingang van 1 januari 2006
vallen de woninghypotheekactiviteiten van Bouwfonds
onder de BU Nederland (BU NL). In het kader van de
aanscherping van de op het middensegment gerichte
strategie heeft ABN AMRO in het eerste kwartaal
van 2006 het desinvesteringsproces van Bouwfonds
opgestart.
Bouwfonds is, gemeten naar aantal verkochte
woningen, de grootste projectontwikkelaar
van Nederland en is tevens een internationale
vastgoedfinancier en een belangrijk
verstrekker van woninghypotheken.
Strategie, producten en diensten
De strategie van Bouwfonds is gericht op
behoud van de leidende positie in de
Nederlandse markt voor koopwoningen en
commercieel vastgoed en op selectieve
expansie van de ontwikkeling van woningen
en commercieel vastgoed in andere Europese
landen. Een hoeksteen van de strategie is het
vermogen om vastgoedexpertise te koppelen
aan vastgoedfinanciering. De groei van de
financieringsactiviteiten zal worden
ondersteund door de verdere internationale
expansie in Europa en Noord-Amerika. Ook
voor het uitbouwen van de
vastgoedgerelateerde asset management-
activiteiten ten behoeve van particuliere en
institutionele beleggers, zowel in Nederland
als in andere markten, wil Bouwfonds haar
vastgoedexpertise benutten.
ABN AMRO neemt met twee boten deel
aan de Volvo Ocean Race 2005 –2006, de
grootste en zwaarste zeilrace rond de
wereld. Deze twee boten vormen samen
één team. De zeilrace is in november
2005 van start gegaan in de Spaanse
havenplaats Vigo. Na een tocht van
30.000 zeemijl ligt de finish in het
Zweedse Gothenburg, in juli 2006.
Kernactiviteiten
60
Op het gebied van projectontwikkeling richt
Bouwfonds zich vooral op koopwoningen. In
dit segment is ze marktleider in Nederland,
waar in 2005 meer dan 8.300 woningen
werden verkocht. Daarnaast verkocht
Bouwfonds 2.700 woningen in Frankrijk en
600 in Duitsland. In Nederland verschuift het
accent in de portefeuille van Bouwfonds
geleidelijk van grootschalige woningprojecten
in uitbreidingsgebieden naar multifunctionele
binnenstedelijke projecten. Bouwfonds
bekleedt ook in de ontwikkeling van
commercieel vastgoed een leidende positie in
de Nederlandse markt. Eind 2004 werd de
positie in dit segment versterkt door de
overname van commercieel-vastgoed-
ontwikkelaar MAB, die een goede reputatie
geniet op het gebied van multifunctionele
binnen stede lijke projecten en innovatieve
retail-concepten in Nederland en andere
Europese landen.
Bouwfonds verstrekt vastgoedfinanciering
aan Nederlandse ontwikkelaars van
projecten in binnen- en buitenland en aan
vastgoedbeleggers in Nederland.
Daarnaast worden in Nederland lease-
arrangementen voor commercieel vastgoed
verzorgd.
Op het gebied van asset management biedt
Bouwfonds vastgoedgerelateerde beleggings-
producten voor zowel institutionele als
particuliere beleggers aan.
Bouwfonds verkoopt haar woninghypotheek-
producten via onafhankelijke tussenpersonen.
Ook verkoopt zij hypotheken die door derden
(verzekeraars en hypotheekadvies-
organisaties) onder eigen label op de markt
worden gebracht. De directe verkoop van
hypotheken is beperkt tot het internetproduct
MoneYou. Al een aantal jaren op rij is
Bouwfonds in een jaarlijks onderzoek onder
Nederlandse intermediairs als de beste of
op één na beste hypotheekverstrekker uit de
bus gekomen. De hypotheekactiviteiten zijn
per 1 januari 2006 overgeheveld naar de
BU NL.
Resultaten in 2005
De jaarwinst nam toe met 18,4% naar
EUR 315 miljoen, in lijn met de algehele
verbetering van de operationele performance.
Kerncijfers BU Bouwfonds
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 513 416
Provisie 10 18
Resultaat uit deelnemingen met invloed 17 0
Overige operationele baten 331 238
Totaal operationele baten 871 672
Totaal operationele bedrijfslasten 381 290
Bedrijfsresultaat 490 382
Waardeverminderingen 26 9
Bedrijfsresultaat voor belastingen 464 373
Belastingen 149 107
Jaarwinst 315 266
Balanstotaal 43.332 38.251
Naar risico gewogen activa 25.916 22.753
Aantal medewerkers (fte) 2.010 1.772
Aantal vestigingen 44 34
BU Bouwfonds
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
61
De totale operationele baten stegen met
29,6% naar EUR 871 miljoen. Bouwfonds
zette hiermee een positieve trend door
dankzij goede resultaten uit alle activiteiten.
De nettorentebaten waren 23,3% hoger op
EUR 513 miljoen dankzij een verdere groei
van de woninghypotheekportefeuille en de
vastgoedfinancieringsactiviteiten, alsmede
de toename van ontvangen boeterente in
verband met de vervroegde aflossing van
hypotheken. De overige operationele baten
stegen met 39,1% naar EUR 331 miljoen,
hoofdzakelijk door hogere opbrengsten uit
de ontwikkeling van woningbouwprojecten
en de acquisitie van MAB. In Nederland
bleven de omstandigheden op de
woningmarkt gunstig door de lage rentestand.
Hierdoor nam het aantal verkochte en in
aanbouw zijnde woningen toe, hetgeen tot
een resultaat verbetering leidde. Deze
verbetering werd echter deels tenietgedaan
door lagere baten uit de ontwikkeling van
commercieel vastgoed, als gevolg van het
lage niveau van nieuwe projecten op de
Nederlandse kantorenmarkt.
De totale operationele bedrijfslasten stegen
met 31,4% naar EUR 381 miljoen. Dit kwam
voornamelijk door hogere personeelskosten
als gevolg van autonome groei, de acquisitie
van MAB en de overname van de portefeuille
van Staal Bankiers in het tweede halfjaar van
2004.
De voorzieningen werden met EUR 17 miljoen
verhoogd naar EUR 26 miljoen in verband met
provisies voor de buitenlandse hypotheek-
portefeuille.
Ambities voor 2006
Per 1 januari 2006 worden de resultaten van
Bouwfonds onder de BU NL verantwoord. In
2006 gaat Bouwfonds diverse initiatieven
ontplooien om haar activiteiten in een aantal
Europese landen uit te breiden. Zo zal in
Frankrijk in meerdere steden een kantoor
worden geopend om de uitbreiding van de
activiteiten in projectontwikkeling te
ondersteunen en zal ook een begin worden
gemaakt met vastgoedfinanciering. In andere
Europese landen gaat Bouwfonds samen met
lokale ontwikkelaars woningbouwprojecten
opstarten en commercieel-vastgoedprojecten
ontwikkelen en financieren voor Nederlandse
en buitenlandse klanten. Wat betreft asset
management zullen wij ook in 2006 een
verscheidenheid aan portefeuilles
verwerven voor particuliere en institutionele
beleggers.
Sinds de overheveling van de woning-
hypotheek activiteiten naar de BU NL met
ingang van januari 2006 is Bouwfonds een
Europees projectontwikkelaar,
vastgoedfinancier en beheerder van
vastgoedfondsen, met een balanstotaal van
ongeveer EUR 13 miljard en een jaarwinst van
EUR 139 miljoen over 2005. In het kader van
de aanscherping van de op het
middensegment gerichte strategie heeft
ABN AMRO in het eerste kwartaal van 2006
het desinvesteringsproces van Bouwfonds
opgestart.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar
het jaarverslag van Bouwfonds en de
internetsite www.bouwfonds.com.
Bouwfonds partner in megatransactie voor Vendex KBBIn december 2005 trad Bouwfonds op als cofinancier en, via de joint
venture IEF Capital, als coarrangeur van de verkoop van 73 winkels aan
een consortium van venture capital-bedrijven. De verkochte
vastgoedportefeuille omvatte vijf Bijenkorf-winkels, zeven V&D-winkels
en 61 Hema-vestigingen, met in totaal ruim 540.000 m2 winkelruimte. De
winkelpanden zijn via langlopende huurcontracten weer verhuurd aan
Vendex KBB. De huuropbrengsten zullen worden gebruikt als basis voor
de aan Nederlandse pensioenfondsen geboden inflatiedekking.
Bouwfonds blijft de vastgoedportefeuille beheren. Deze sale & leaseback
was één van de grootste vastgoedtransacties in Europa in 2005, waarbij
Bouwfonds de concurrentieslag met twintig andere bieders uit
hoofdzakelijk Nederland en het Verenigd Koninkrijk won.
Kernactiviteiten
62
Het productenpakket van WCS varieerde van
adviesdiensten, kapitaalmarkttransacties en
financieringen tot transaction banking. Al deze
producten werden op mondiale schaal
aangeboden. WCS onderscheidde zich van de
concurrentie door de combinatie van drie
elementen: het inzicht in de doelstellingen van
klanten, de gedegen productkennis en het
wereldwijde netwerk van de bank. Een
belangrijk aandachtspunt in 2005 was het
halen van meer voordeel uit het omvangrijke
internationale netwerk. WCS was actief in
meer dan vijftig landen, met sterke concen-
traties in Amsterdam, Chicago, Hongkong,
Londen, New York, Singapore en Sydney.
Strategie, producten en diensten
WCS ontwikkelde innovatieve producten voor
complexe multinationale klantrelaties. Deze
producten werden vervolgens ook
aangeboden aan de doelgroepen van de bank
in het middensegment en aan financiële
instellingen. Om dit doel te bereiken, werkte
WCS nauw samen met andere onderdelen
van de groep. Zo zette WCS met de BU Noord-
Amerika een geïntegreerd distributieplatform
op en werden producten voor particuliere
beleggers aangeboden via de BU’s van
Consumer & Commercial Clients.
De productgerichte activiteiten van WCS
waren gegroepeerd in Fixed Income, Futures
en FX (FIFF), Commercial Banking en Equities
& Investment Banking.
FIFF bood klanten een totaaloplossing
waarmee zij hun risicoposities konden
beheren en het rendement op hun portefeuille
konden optimaliseren. Het productaanbod
Kerncijfers Wholesale Clients
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 1.061 1.599
Provisie 1.718 1.728
Handelsresultaat 2.363 1.138
Resultaat uit financiële transacties 96 41
Resultaat uit deelnemingen met invloed 2 83
Overige operationele baten 101 113
Totaal operationele baten 5.341 4.702
Totaal operationele bedrijfslasten 4.699 4.783
Bedrijfsresultaat 642 – 81
Waardeverminderingen – 241 – 8
Bedrijfsresultaat voor belastingen 883 – 73
Belastingen 178 – 72
Operationele nettowinst 705 – 1
Beëindigde bedrijfsactiviteiten (netto) 0 1
Jaarwinst 705 0
Balanstotaal 525.203 428.214
Naar risico gewogen activa 77.019 72.777
Aantal medewerkers (fte) 16.488 17.366
Aantal vestigingen 189 190
Wholesale ClientsWholesale Clients (WCS),
waarin de corporate en
investment banking-
activiteiten van de bank zijn
ondergebracht, kan
terugzien op een goed jaar
met hogere operationele
baten en een hogere
jaarwinst. WCS richtte zich
op de dienstverlening aan
een selecte groep
multinationale
ondernemingen die behoefte
hebben aan specialistische
sectorkennis en
geavanceerde producten.
Per 1 januari 2006 zijn de
activiteiten van WCS over de
nieuwe BU’s verdeeld.
Wholesale Clients
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
63
werd ondersteund door goede research en
onze wereldwijde aanwezigheid, zodat WCS
zich kon richten op haar klanten op alle
continenten. De klantbetrokkenheid van WCS
werd onderstreept door het grote aantal
jaarlijkse onderscheidingen. Deze vormden
een erkenning van haar toonaangevende
capaciteiten op het gebied van risicobeheer en
productinnovatie ten behoeve van onze
klanten in het middensegment van de markt
en geselecteerde multinationale
ondernemingen.
In 2005 investeerde WCS fors in de opbouw
van haar derivatenbedrijf. Zo werd er een
speciale unit Structured Derivatives gevormd
om de baten een stevige impuls te geven door
de ontwikkeling van innovatieve
gestructureerde producten. Structured
Derivatives beschikt over een zeer brede
kennis van derivatenproducten, variërend van
aandelen tot vreemde valuta en vastrentende
waarden, en fungeert tevens als kraamkamer
voor nieuwe producten, die vervolgens
gestandaardiseerd worden tot verhandelbare
producten en verkocht worden via ons
mondiale handelsplatform. Dit model van
kennisoverdracht, waarbij uit innovatieve
producten voor complexe klantrelaties nieuwe
producten ontstaan voor klanten in het
middensegment en voor financiële
instellingen, is volledig in overeenstemming
met de concernstrategie.
In Commercial Banking waren de diensten op
het gebied van traditionele kredietverlening,
securitisatievehikels, cashmanagement en
handelsfinanciering gebundeld. Deze
producten zijn toegesneden op de
belangrijkste behoeften van onze klanten in
het middensegment. Oplossingen die onze
klanten helpen hun werkkapitaal te
optimaliseren, zoals securitisatie van
vorderingen en producten voor transaction
banking, vormen het fundament onder een
groot aantal van onze klantrelaties. Dat de
dienstverlening van ABN AMRO op het gebied
van handelsfinanciering toonaangevend is in
de markt, werd afgelopen jaar opnieuw
bevestigd. In 2005 zijn wij voor het vierde
opeenvolgende jaar door het Trade Finance
Magazine uitgeroepen tot ‘Best Online Trade
Finance Bank’ en onderscheidde Euromoney
ons met de ‘Trade Finance Lead Technology
Award’.
Equities & Investment Banking omvatte
aandelen, aandelenderivaten, aandelen-
markten (onze joint venture met Rothschild
werd door Extel in 2005 uitgeroepen tot beste
arrangeur van primaire emissies in Europa),
obligatiemarkten en fusies & overnames. Wij
behoren tot de toonaangevende
effectenhuizen van Europa en zijn vooral sterk
gepositioneerd in het Verenigd Koninkrijk
(waar wij via onze dochter Hoare Govett ook
corporate broking-diensten aanbieden),
Nederland en Scandinavië, terwijl onze
aanwezigheid in geselecteerde andere
markten in omvang toeneemt. WCS stond
in 2005 op de ranglijst van Extel voor zowel
pan-Europese aandelenhandel als pan-
Europese aandelenmarktstrategie op een
derde positie.
De relatiebeheerfunctie van WCS is eveneens
in overeenstemming met de huidige concern-
strategie gebracht. WCS bediende via Global
Clients een selecte groep multinationale
ondernemingen die behoefte hadden aan
specialistische sectorkennis en hoogwaardige
producten.
Resultaten in 2005Gecorrigeerd voor de herstructurerings-
voorziening met betrekking tot WCS en
Group Shared Services in 2004 (EUR 381
miljoen operationele bedrijfslasten en
EUR 271 miljoen operationele nettowinst)
steeg de jaarwinst van WCS met 160,1%
naar EUR 705 miljoen in 2005. De
onderstaande cijfers zijn gecorrigeerd voor
deze voorziening.
Kernactiviteiten
64
De totale operationele baten stegen met
13,6% tot EUR 5.341 miljoen dankzij een
sterke batengroei bij FIFF, met name op het
gebied van gestructureerde derivaten.
De onderliggende operationele baten van
Commercial Banking (gecorrigeerd voor de
verkoop van de Professional Brokerage- en
binnenlandse custody-activiteiten in 2004)
stegen door hogere baten bij zowel
transaction banking als kredietverlening. De
batenstijging uit de kredietportefeuille werd
echter gedeeltelijk ongedaan werd gemaakt
door de verkrappende marges in Noord-
Amerika en Azië.
De groei van de operationele baten van FIFF
was vooral te danken aan hogere baten uit
gestructureerde derivaten. Het programma
Derivatives Step Change, dat aan het begin
van het jaar is geïntroduceerd, leverde een
batengroei op van ruim 150%
Equities & Investment Banking zag de
operationele baten eveneens toenemen. De
baten van Equity Brokerage waren stabiel,
waarbij hogere volumes de lagere marges
compenseerden. De invoering van een
geïntegreerd product- en sales-platform
(inclusief derivaten) leidde tot een verbetering
van de baten van Equities. De baten bij M&A
en Fixed Income Capital Markets stegen in de
tweede helft van het jaar dankzij de goede
pijplijn die gedurende het jaar werd
opgebouwd.
De ontwikkeling van nettorentebaten,
handelsresultaat en resultaat uit financiële
transacties moet in zijn totaliteit worden
bezien vanwege de herrubricering van baten in
het Verenigd Koninkrijk tussen deze posten.
De totale operationele bedrijfslasten stegen
met 6,7% naar EUR 4.699 miljoen,
hoofdzakelijk door hogere bonusreserveringen
en indirecte kosten als gevolg van hogere
automatiseringsuitgaven in verband met een
aantal grote projecten (onder andere Bazel II
en Compliance).
Door een aanzienlijke vrijval in de portefeuilles
telecommunicatie en energie konden de
voorzieningen met EUR 233 miljoen worden
verlaagd tot een nettovrijval van EUR 241
miljoen.
De naar risico gewogen activa namen tussen
31 december 2004 en 31 december 2005 toe
met EUR 4,2 miljard. Valutakoerseffecten van
EUR 6,4 miljard deden de daling van de naar
risico gewogen activa volledig teniet.
Ambities voor 2006Als onderdeel van de strategische aanpassing
van de groepsstructuur per 1 januari 2006 aan
de strategische focus op het middensegment
Grootste aandelentransactie in AziëABN AMRO Rothschild was in de zomer van 2005 betrokken bij twee
grote aandelenemissies in de Koreaanse sectoren technologie en
telecommunicatie. In totaal werd een bedrag van USD 3,2 miljard
aangetrokken. Hierdoor eindigde ABN AMRO in de top van de Koreaanse
ranglijsten voor kapitaalmarkttransacties en versterkte zij haar positie
als een toonaangevende speler in Azië.
De emissies van LG.Philips LCD en SK Telecom vertegenwoordigden
gezamenlijk meer dan de helft van het totale transactievolume op de
Koreaanse aandelenmarkt. De transactie die voor LG.Philips LCD werd
opgetuigd – een vervolguitgifte van American Depositary Receipts
(ADR’s) en gewone aandelen – was met een waarde van USD 2,2 miljard
verreweg de grootste aandelenemissie die ABN AMRO Rothschild ooit in
Azië tot stand heeft gebracht. Nog geen twee weken later trad
ABN AMRO Rothschild op als joint global coordinator en joint
bookrunner voor de plaatsing van ADR’s van SK Telecom tot een bedrag
van USD 1 miljard. Dit betrof de grootste telecomtransactie in Azië (ex
Japan) in 2005 en de op drie na grootste transactie in Korea sinds 2001.
Deze transacties onderstrepen de kracht van ons internationale netwerk,
waardoor wij de concurrentie kunnen aangaan op zowel de Aziatische als
de Amerikaanse markt. Omdat het in beide gevallen ging om ADR’s, was
de concurrentie vanuit de Verenigde Staten fel. Wij zijn er niettemin in
geslaagd een groot aantal beleggers voor beide transacties te
interesseren.
Kernactiviteiten
65
zijn de activiteiten van WCS over een aantal
nieuwe BU’s verdeeld. De relatiebeheer-
functie van Global Clients en de activiteiten op
het gebied van fusies en overnames en
aandelen vormen thans de nieuwe BU Global
Clients. De relatiebeheerfunctie van
Commercial Banking is opgesplitst over de
regionale BU’s om de positie van ABN AMRO
in het middensegment te versterken. Door het
potentieel van WCS te ontsluiten voor de hele
groep zullen wij onze zakelijke klanten
efficiënter kunnen bedienen. De nieuwe
BU Global Markets fungeert als een
productplatform dat zich toelegt op de
ontwikkeling en distributie van producten ten
behoeve van alle klanten van de bank.
De in 2005 opgestarte strategische initiatieven
zullen in 2006 door de nieuwe BU’s worden
voortgezet, met als doel de winstgevendheid
verder te verbeteren.
Kernactiviteiten
66
Het bedrijfsmodel van de BU Private Equity
bestaat uit het verwerven van
aandelenbelangen in niet-beursgenoteerde
bedrijven, zodat daarover invloed of
zeggenschap kan worden uitgeoefend. Deze
belangen worden gedurende een aantal jaren
beheerd om ze daarna met winst te verkopen.
De BU Private Equity richt zich op twee
hoofdactiviteiten: Buy-Out Investments en
Corporate Investments.
Strategie, producten en diensten
In de afgelopen drie jaar heeft de BU Private
Equity haar bedrijfs- en operationeel model
ingrijpend gewijzigd. Het accent van de
beleggingsactiviteiten is verlegd van het
nemen van een minderheidsbelang in ‘early
stage’ en ‘later stage’ kleine en middelgrote
bedrijven naar het verwerven van een
meerderheidsbelang in middelgrote
ondernemingen. Daarnaast is het
geografische werkterrein aanzienlijk
ingeperkt. De activiteiten in Oost-Azië,
de Verenigde Staten, Latijns-Amerika en
een aantal Oost-Europese landen zijn
beëindigd.
Deze heroriëntatie heeft geleid tot een
afname van het aantal medewerkers met
55% in de afgelopen drie jaar en tot
concentratie van de beleggingen in
Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk,
Scandinavië, Italië, Spanje en Australië/Nieuw-
Zeeland. Het aantal participaties is verder
afgenomen, maar de gemiddelde investering
in nieuwe participaties is fors toegenomen.
De groei van de Buy-Out Investments-
portefeuille wordt overigens volledig
gefinancierd uit het vrijvallende kapitaal en
de gerealiseerde winst bij de verkoop van
participaties in de Corporate Investments-
portefeuille.
Buy-Out Investments beheert de portefeuille
Europese en Australische middelgrote buy-
Kerncijfers BU Private Equity
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 5 (32)
Provisie 0 8
Handelsresultaat 7 4
Resultaat uit financiële transacties 431 660
Overige operationele baten 7 – 24
Totaal operationele baten 450 616
Totaal operationele bedrijfslasten 130 115
Bedrijfsresultaat 320 501
Waardeverminderingen 34 16
Bedrijfsresultaat voor belastingen 286 485
Belastingen – 45 22
Jaarwinst 331 463
Balanstotaal 7.293 4.770
Naar risico gewogen activa 3.028 1.988
Aantal medewerkers (fte) 109 115
Aantal vestigingen 9 9
BU Private EquityDe kernactiviteit van de
BU Private Equity is het
investeren in niet-
beursgenoteerde bedrijven,
zowel voor eigen rekening
van ABN AMRO als voor
derden. In de afgelopen drie
jaar heeft de BU het accent
verlegd van het nemen van
een minderheidsbelang in
‘early stage’ en ‘later stage’
kleine en middelgrote
bedrijven naar het
verwerven van een
meerderheidsbelang in
middelgrote ondernemingen.
Door deze heroriëntatie
groeide de portefeuille
Europese en Australische
middelgrote buy-outs in 2005
met ongeveer 30%. De
omvang van de Nederlandse
‘early stage’ portefeuille
bleef gelijk.
BU Private Equity
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
67
outs; dit betreft deelnemingen van zowel
ABN AMRO als derden waarover zeggenschap
wordt uitgeoefend. De door Corporate
Investments beheerde portefeuille bestaat in
hoofdzaak uit deelnemingen in Nederlandse
kleine en middelgrote bedrijven waarover geen
zeggenschap wordt uitgeoefend, alsmede
risicokapitaal- en ‘early stage’ bedrijven in de
sectoren life sciences, informatietechnologie
en media/telecommunicatie.
Per 31 december 2005 bedroeg de totale
waarde van de door de BU Private Equity
beheerde participaties EUR 2,7 miljard,
waarvan EUR 2,5 miljard ten behoeve van
ABN AMRO en het restant ten behoeve van
derden.
Resultaten in 2005De reële marktwaarde van de Buy-Out
Investments-portefeuille steeg in 2005 van
EUR 1,3 miljard naar EUR 1,7 miljard. Dit is in
lijn met de doelstelling om in de komende
jaren een aanzienlijke groei van de beheerde
Buy-Out Investments-portefeuille te
realiseren. Hoewel het aantal participaties
daalde, bleef de reële marktwaarde van de
Corporate Investments-portefeuille stabiel op
EUR 0,6 miljard dankzij de gunstige
koersontwikkeling van de beursgenoteerde
participaties in de portefeuille van Corporate
Investments.
De jaarwinst was 28,5% lager op EUR 331
miljoen.
De totale operationele baten namen af met
26,9% naar EUR 450 miljoen, hoofdzakelijk
doordat de verkoop van geconsolideerde
participaties weer op een normaal niveau
lag.
De totale operationele bedrijfslasten stegen
met 13,0% naar EUR 130 miljoen.
De voorzieningen werden verhoogd van
EUR 16 miljoen naar EUR 34 miljoen vanwege
een voorziening die in de Britse portefeuille
werd getroffen.
De belastingen daalden met EUR 67 miljoen
door een belastingvrijval.
Ambities voor 2006Gezien de focus op het verwerven van een
meerderheidsbelang in middelgrote
ondernemingen, zullen de Buy-Out activiteiten
worden ondergebracht in een verzelfstandigde
dochteronderneming van de bank. Dit maakt
een onafhankelijker besluitvorming mogelijk
en vergroot de operationele armslag. Hiertoe
is AA Capital Holding B.V. opgericht welke de
aandelen bezit van de werkmaatschappijen in
zeven landen.
Waardecreatie via Private EquityIn april 2002 investeerde ABN AMRO EUR 14,4 miljoen in Puzzler Media,
de grootste uitgever van puzzeltijdschriften in het Verenigd Koninkrijk
met een marktaandeel van 50%. Een florerend bedrijf dat onder sterke
merknamen actief was in een nichemarkt en beschikte over een ervaren
managementteam, maar dat behoefte had aan een partner om de
overgang naar de volgende fase in de ontwikkeling van het bedrijf te
ondersteunen.
Puzzler Media is in de afgelopen drie jaar omgevormd tot de grootste
aanbieder van puzzels ter wereld met een jaaromzet van GBP 17 miljoen
en meer dan 40 titels. Gedurende de periode van onze betrokkenheid bij
het bedrijf is met succes geïnvesteerd in nieuwe media met aanzienlijke
groeiperspectieven, is de Australische markt betreden en is optimaal
geprofiteerd van de enorme populariteit van de Sudoku-puzzels. Puzzler
heeft haar eigen Sudoka-tijdschrift op de markt gebracht en heeft met
Nikoli, de bedenkers van de puzzel, een exclusief publicatie- en
syndiceringscontract gesloten.
In 2005 organiseerden wij een bieding voor de verkoop van onze
participatie in Puzzler. De uiteindelijke koper was John Leng & Co, een
dochteronderneming van uitgeverij DC Thomson. De transactie die werd
afgerond in december 2005, leverde EUR 54,75 miljoen op: een ‘money
multiple’ van 4,8 keer de investeringskosten en een intern
rendementspercentage van 58%.
Kernactiviteiten
68
Door het nemen van een meerderheidsbelang
in portefeuillemaatschappijen kunnen wij
meer invloed uitoefenen op de waarde-
creërende strategieën en initiatieven van de
betreffende ondernemingen. Inmiddels wordt
gewerkt aan de verbetering van het vermogen
van onze beheerders om dergelijke
strategieën en initiatieven te signaleren en te
initiëren.
Een meerderheidsbelang geeft ons ook
toegang tot meer gedetailleerde financiële
en operationele informatie over participaties.
Om deze gegevens te verzamelen en in
rapportages te verwerken en om onze interne
administratieve, boekhoudkundige en
rapportagefuncties te verbeteren, worden
diverse standalone-systemen thans
vervangen door een volledig geïntegreerd, op
het internet gebaseerd systeem.
Kernactiviteiten
69
De BU PC verleent private banking-diensten
aan vermogende particulieren en families die
over een belegbaar vermogen van minimaal
EUR 1 miljoen beschikken. Met een vermogen
onder administratie van EUR 131 miljard eind
2005 (ultimo 2004: EUR 115 miljard) behoren
wij tot de private banking top 10 wereldwijd en
zijn wij de op vier na grootste private banker
van Europa.
In de afgelopen paar jaar hebben wij ons
onshore private banking-netwerk op het
Europese vasteland uitgebouwd via sterke
autonome groei in Nederland en Frankrijk en
acquisities in Duitsland (Delbrück Bethmann
Maffei) en België (Bank Corluy). Na deze
acquisities, waarmee wij onze leidende positie
in deze twee landen hebben versterkt,
moeten de komende periode extra
investeringen in het front-office voor
autonome groei zorgen.
Om ons marktleiderschap in Frankrijk uit te
bouwen, worden Banque de Neuflize en
Banque OBC samengevoegd tot Banque de
Neuflize OBC. De voordelen van deze
combinatie betreffen een nieuw
dienstverleningsmodel, efficiëntere en
kwalitatief hoogwaardigere ondersteunings-
functies en commercial banking-activiteiten
gericht op familiebedrijven als bron van
nieuwe private banking-klanten.
Om te profiteren van de gunstige groei-
perspectieven in Latijns-Amerika en het
Midden-Oosten, gaan wij meer investeren in
personeel en producten in deze regio’s.
Daarnaast staan ook investeringen gepland
in ons Zwitserse private banking-bedrijf, met
als doel de dienstverlening aan klanten uit
Latijns-Amerika en het Midden-Oosten die
hun portefeuille in Zwitserland aanhouden,
en aan klanten uit andere regio’s te
verbeteren.
Kerncijfers BU Private Clients
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 480 416
Provisie 594 544
Handelsresultaat 42 45
Resultaat uit financiële transacties 8 1
Resultaat uit deelnemingen met invloed 1 14
Overige operationele baten 100 59
Totaal operationele baten 1.225 1.079
Totaal operationele bedrijfslasten 891 844
Bedrijfsresultaat 334 235
Waardeverminderingen 6 0
Bedrijfsresultaat voor belastingen 328 235
Belastingen 73 66
Jaarwinst 255 169
Balanstotaal 16.973 15.355
Naar risico gewogen activa 7.231 6.816
Aantal medewerkers (fte) 4.009 3.960
Aantal vestigingen 84 82
BU Private ClientsDe BU Private Clients
(BU PC) behoort tot de
private banking top 10
wereldwijd en is de op vier
na grootste private banker
van Europa qua vermogen
onder administratie. De
BU PC verleent private
banking-diensten aan
vermogende particulieren en
families met een belegbaar
vermogen van minimaal
EUR 1 miljoen. In 2005
bouwde de BU PC haar
netwerk verder uit en
verbeterde ze de
performance verder door
een combinatie van
autonome groei en gerichte
acquisities, onder meer van
Bank Corluy in België. De
financiële resultaten waren
uitstekend: de operationele
baten en de jaarwinst waren
hoger en het vermogen
onder administratie
vertoonde eveneens een
fraaie stijging.
BU Private Clients
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
Kernactiviteiten
dialogue
71
Strategie, producten en diensten
Klanttevredenheid is de sleutel tot ons succes.
De behoeften van onze klanten lopen evenwel
sterk uiteen. Wij zijn daarom overgegaan tot
segmentatie van ons private banking-aanbod,
met een duidelijk afgebakende
dienstverlening die op de specifieke eisen en
bronnen van vermogensvorming van klanten
toegesneden is. Deze aanpak resulteert in een
dienstverlening die in de diepte en de breedte
varieert met de omvang en de complexiteit
van de behoeften van de individuele klant.
Ons aanbod omvat onder meer naadloos
maatwerk voor het topsegment van de private
banking-markt en het ‘relatiebeheerder
adviesmodel’.
Het productaanbod van de BU PC is
gebaseerd op een ‘open architectuur’-
concept. Dit houdt in dat de klant het beste
product ontvangt dat in de markt verkrijgbaar
is, ongeacht de aanbieder.
In Azië zet de BU PC in op autonome groei.
Voor de komende vier jaar zijn ambitieuze
groeidoelstellingen geformuleerd voor het
vermogen onder administratie. Hiertoe zullen
extra medewerkers worden aangetrokken en
zal het productpotentieel in de regio worden
benut.
Een onderscheidend kenmerk van onze
Europese private banking-strategie is dat wij
onder lokale merknamen opereren en deze de
ondersteuning van een solide, internationale
bank bieden. Wij streven ernaar het
vertrouwen van onze klanten in deze lokale
merknamen te behouden en tegelijkertijd de
middelen en soliditeit van ABN AMRO als
groep te benutten.
De BU PC heeft indrukwekkende resultaten
geboekt met het Client Engagement Model en
gerelateerde best practices. Deze zijn eerst in
Nederland toegepast en worden thans ook
geïntroduceerd in andere marktgebieden.
Doel van het Client Engagement Model is de
coördinatie tussen de verschillende partners
van klanten binnen onze bank te verbeteren
en onze interne processen beter af te
stemmen op de eisen en wensen van
individuele klanten en/of klantgroepen.
Resultaten in 2005De jaarwinst van de BU PC verbeterde in 2005
met 20,5% naar EUR 247 miljoen. Dit was
vooral te danken aan de zeer sterke
performance in Nederland en de betere
resultaten in Duitsland. Het resultaat is
exclusief de verkoop van Nachenius, Tjeenk &
Co. in 2005 (EUR 38 miljoen operationele
baten en jaarwinst), een voorziening met
betrekking tot de fusie van Banque Neuflize
en OBC in Frankrijk in 2005 (EUR 45 miljoen
operationele bedrijfslasten en EUR 30 miljoen
jaarwinst) en een herstructureringsvoorziening
met betrekking tot Group Shared Services in
2004 (EUR 56 miljoen operationele
bedrijfslasten en EUR 36 miljoen jaarwinst).
De onderstaande cijfers zijn hiervoor
gecorrigeerd.
Dankzij de zeer sterke performance in
Nederland en de aanmerkelijk betere
resultaten in Duitsland namen de totale
operationele baten toe met 13,5% naar
EUR 1.225 miljoen. Gecorrigeerd voor de
eenmalige bate uit de verkoop van Nachenius,
Tjeenk & Co., lieten de operationele baten een
stijging van 10,0% zien.
De totale operationele bedrijfslasten stegen
met 7,4% naar EUR 846 miljoen, hoofdzakelijk
door hogere kosten in Nederland. In Duitsland
Wij geloven in het belang van een open
dialoog met alle belanghebbenden over
dilemma’s en de uitdagingen die voor ons
liggen. Dit creëert mogelijkheden om tot
nieuwe en betere oplossingen te komen
en draagt bij tot het vergroten van
wederzijds begrip.
Kernactiviteiten
72
daalden de kosten dankzij kostensynergieën
als uitvloeisel van de succesvolle integratie
van Delbrück Bethmann Maffei.
Het vermogen onder administratie nam toe
van EUR 115 miljard eind december 2004 naar
EUR 131 miljard ultimo december 2005. Deze
groei kan worden toegeschreven aan de
hogere nettoinleg van nieuwe gelden en de
gestegen waarderingsniveaus dankzij het
verbeterde klimaat op de financiële markten.
De asset-mix wijzigde licht: 70% in aandelen
en vastrentende waarden (67% eind 2004) en
30% in liquide middelen (33% eind 2004).
Ambities voor 2006De focus van de groeistrategie van de BU PC
ligt op Europa en Azië, terwijl betrokkenheid
bij de klant de sleutel blijft tot verdere groei. In
2006 zullen wij aan dit uitgangspunt een
verdere invulling geven door de toepassing
van het Client Engagement Model te
verbreden, onze commerciële organisatie
verder te versterken en de belangrijkste
drijfveren van de betrokkenheid van onze
medewerkers te vergroten. Daarnaast zullen
wij op terreinen als klantmigratie (het
onderling doorspelen van klanten die
belangstelling hebben voor andere producten
en diensten), productontwikkeling en
distributie de synergiemogelijkheden met
andere BU’s bankbreed benutten. Voorts
zullen wij alert zijn op de mogelijkheden van
acquisities in belangrijke Europese markten.
Samen met de BU Latijns-Amerika willen wij
onze activiteiten en ons klantenbestand in
Brazilië uitbreiden.
Acquisitie en integratie van Bank CorluyIn maart 2005 maakte ABN AMRO de overname van Bank Corluy bekend.
De belangrijkste reden voor de acquisitie was dat het klantenbestand
van deze Belgische private banker goed paste in onze strategische focus
op het middensegment. Andere overwegingen waren de productkennis
en de mogelijkheid om onze positie op de Belgische private banking-
markt te verstevigen.
Het integratieproces verloopt voorspoedig en zal door het gebruik van
een gemeenschappelijk IT-platform schaalvoordelen opleveren.
Daarnaast zal het een impuls geven aan een versnelde groei. Het goede
productaanbod, de merknaam Corluy en de bekendheid met de lokale
markt zullen worden gecombineerd met de kracht die het ABN AMRO
schild symboliseert.
Om te zorgen dat de integratie goed verloopt, vallen wij terug op de
ervaring die wij hebben opgedaan in Duitsland. Wij hebben twaalf teams
opgezet, met daarin vertegenwoordigers van beide banken, voor de
gebieden die van cruciaal belang worden geacht voor het
integratieproces. Deze teams moeten de huidige situatie evalueren en
aanbevelingen doen aan het management. Dit teamwerk wordt
ondersteund door proactieve communicatie in twee richtingen met de
hele organisatie en moet commitment kweken in alle geledingen.
Deze initiatieven hebben voor enthousiasme gezorgd onder de
betrokken medewerkers. Dit wordt onderstreept door het uitblijven van
een uitstroom van medewerkers en de brede inzet om het
integratieproces tot een succes te maken. Ook klanten hebben positief
gereageerd: de inleg van gelden houdt aan, de attritiepercentages zijn
laag en klantevenementen worden goed bezocht.
Kernactiviteiten
73
Kerncijfers BU Asset Management
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente 6 4
Provisie 596 535
Handelsresultaat 14 9
Resultaat uit financiële transacties 55 10
Resultaat uit deelnemingen met invloed 18 2
Overige operationele baten 23 34
Totaal operationele baten 712 594
Totaal operationele bedrijfslasten 501 443
Bedrijfsresultaat 211 151
Belastingen 40 46
Jaarwinst 171 105
Balanstotaal 1.199 954
Naar risico gewogen activa 823 1.182
Aantal medewerkers (fte) 1.655 1.919
Aantal vestigingen 33 31
Door een duidelijkere focus
op de klant en een grotere
efficiency is de BU Asset
Management (BU AM), het
bedrijfsonderdeel van
ABN AMRO voor
internationaal
vermogensbeheer, erin
geslaagd haar positie in de
markten en klantgroepen
waarop zij zich richt, verder
te versterken. Dankzij een
mix van markt- en
valutafactoren en
verkoopcampagnes namen
de operationele baten toe.
De batenstijging, in
combinatie met een verdere
kostenbeheersing, vertaalde
zich in een aanzienlijke
stijging van zowel het
bedrijfsresultaat als de
efficiencyratio. De sterkere
concentratie op markten met
het grootste potentieel
leidde tot een aantal
strategische
desinvesteringen en
acquisities. Hierdoor is de
BU AM thans goed
gepositioneerd voor
toekomstige groei. Een ander
vermeldenswaardig feit
betreft de verdere
investeringen om de
leidende positie van de
BU AM in Socially
Responsible Investment te
verstevigen.
BU Asset Management
BU Asset Management
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
De BU AM is een internationale
vermogensbeheerder met een beheerd
vermogen van EUR 176,2 miljard dat belegd is
via individuele mandaten en in beleggings-
fondsen. De BU AM is actief in meer dan
twintig landen in Europa, Noord- en Zuid-
Amerika, Azië en Australië. Het internationale
portefeuillebeheer is geconcentreerd in zes
locaties wereldwijd: Amsterdam, Atlanta,
Chicago, Hongkong, Londen en Singapore. De
BU AM biedt beleggingsproducten aan in alle
belangrijke regio’s en vermogenscategorieën
en hanteert voornamelijk een actieve
beleggingsstijl. Kenmerkend voor de
beleggingsfilosofie zijn het internationaal
gecoördineerde beleggingsproces en de
zorgvuldige risicobewaking.
De producten van de BU AM worden
rechtstreeks verkocht aan institutionele
klanten als centrale banken, pensioenfondsen,
verzekeringsmaatschappijen en grote
liefdadigheidsinstellingen. De beleggings-
fondsen voor particuliere beleggers worden
via de retail- en private banking-kanalen van
ABN AMRO gedistribueerd, alsmede via
derden zoals banken en verzekeraars. Van het
beheerd vermogen is iets meer dan de helft
afkomstig van institutionele beleggers, 30%
van retail en derden en de rest van separate
portefeuilles die voor de BU Private Clients
worden beheerd.
Strategie, producten en diensten
In 2005 hebben wij onze processen voor
productontwikkeling gestroomlijnd en hebben
wij geïnvesteerd in verbetering van onze
researchactiviteiten. Ons uitgangspunt is
onveranderd dat de klant centraal moet staan
bij alle besluiten die wij nemen. Om de
efficiency te vergroten hebben wij onze
productkennis voor een groot deel in
Luxemburg gebundeld.
Wij hebben ons internationale productaanbod
op specifieke regio’s toegesneden en
beperken onze aanwezigheid tot die markten
Kernactiviteiten
74
waarin wij een wezenlijk aandeel en een
concurrentievoordeel hebben. Als uitvloeisel
van deze sterkere geografische focus hebben
wij eind 2004 onze 401k-activiteiten
(pensioenen) in de Verenigde Staten
afgestoten en in 2005 onze activiteiten in
Kazakhstan. Daarnaast werd vorig jaar de
verkoop van ABN AMRO Trust and
Management Service Companies afgerond.
De verkoop van de bank- en vermogens beheer-
activiteiten op Curaçao aan FirstCaribbean
Bank is eind januari 2006 afgerond.
Artemis Investment Management Ltd., de in
het Verenigd Koninkrijk gevestigde specialist
van de BU AM in actieve beleggingsproducten
voor particuliere beleggers en mandaten voor
institutionele beleggers, heeft de afgelopen
jaren een sterke performance laten zien.
Vanwege deze positieve gang van zaken en de
gunstige vooruitzichten heeft de BU AM haar
meerderheidsbelang in Artemis Investment
Management Ltd. verder uitgebreid van 58%
naar 71%, zoals destijds afgesproken bij de
overname.
In de loop van 2005 hebben wij een nieuw
concept voor maatschappelijk verantwoord
beleggen (Socially Responsible Investment /
SRI) geïntroduceerd. Wij waren al marktleider
in SRI in Brazilië en Zweden en gaan ons
succesvolle concept nu in heel Europa
uitrollen.
Resultaten in 2005De BU AM zag de jaarwinst toenemen met
74,7% naar EUR 145 miljoen, na correctie voor
de verkoop van het trustbedrijf (EUR 17
miljoen operationele baten en jaarwinst) en de
verkoop van de activiteiten in Kazakhstan
(EUR 13 miljoen operationele baten en EUR 9
miljoen jaarwinst) in 2005 en de verkoop van
het Tsjechische pensioenfonds (EUR 12
miljoen operationele baten en jaarwinst) en de
verkoop van de 401k-activiteiten in de
Verenigde Staten (EUR 16 miljoen
operationele baten en EUR 10 miljoen
jaarwinst) in 2004. De onderstaande cijfers
zijn hiervoor gecorrigeerd.
De totale operationele baten gingen omhoog
met 20,5% naar EUR 682 miljoen. De stijging
van de provisiebaten is afkomstig van de
verbeterde asset-mix met meer winstgevende
producten en van hogere provisies op
bestaande producten. Verder nam het
beheerd vermogen toe onder invloed van de
verbeterde performance van onze mandaten
en fondsen en de verbeterde omstandigheden
op de kapitaalmarkten in 2005. Het resultaat
uit financiële transacties verbeterde dankzij
het positieve rendement op investeringen
voor het opstarten van beleggingsfondsen. De
overige operationele baten stegen in lijn met
de desinvesteringen als gevolg van de sterke
focus op kernactiviteiten.
Dit resultaat weerspiegelt de focus van de
BU AM op vermogensbeheerproducten die
een bovengemiddeld resultaat opleveren en
winstgevende groei genereren, en de manier
waarop producten zorgvuldig op de behoeften
van klanten zijn afgestemd. Dankzij deze
klantgerichte benadering en haar expertise op
het gebied van de ontwikkeling van
alternatieve beleggingsproducten was de
BU AM in staat groei te realiseren in dit
aantrekkelijke segment. Hierbij ging de
BU AM op zoek naar aantrekkelijkere, beter
geprijsde producten in plaats van zich alleen te
richten op groei van het beheerd vermogen.
De totale operationele bedrijfslasten namen
toe met 13,1% tot EUR 501 miljoen. De
voornaamste oorzaken van deze stijging
waren de hogere resultaatafhankelijke
vergoedingen, de advieskosten met
betrekking tot de desinvesteringsprocessen,
een uitbreiding van de commerciële
activiteiten en eenmalig ten laste van het
resultaat gebrachte bijzondere
waardeverminderingen van software en
commerciële contracten. De belastingdruk
nam af door de hoge belastingvrije winsten.
Kernactiviteiten
75
Ambities voor 2006Wij blijven ons onverminderd inzetten om
onze private banking-, particuliere en
institutionele klanten hoogwaardige
diensten aan te bieden vanuit een mondiaal
perspectief, maar wel via lokale vestigingen.
Uitbreiding zal primair worden gezocht in
autonome groei, al zullen tactische
overnamemogelijkheden ook in overweging
worden genomen.
Onze positie in geselecteerde markten zal in
2006 verder worden uitgebouwd om de
voordelen van onze wereldwijde aanwezigheid
ten volle te benutten. In dit kader zullen de
beschikbare middelen worden aangewend
voor die markten die het potentieel bieden om
een wezenlijke bijdrage te leveren aan een
solide groei van ons bedrijf, zoals de
Verenigde Staten, Nederland, Brazilië,
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Groot-
China (Volksrepubliek China, Hongkong en
Taiwan), Frankrijk en India. In Italië heeft de
integratie van Banca Antonveneta onze
aandacht.
Wij zijn van plan de komende twee jaar een
aantal nieuwe duurzaamheidsfondsen te
introduceren, niet alleen in de huidige
belangrijkste SRI-markten van de bank
(Zweden en Brazilië), maar ook in Frankrijk,
Duitsland, Nederland en het Verenigd
Koninkrijk. Tevens gaan wij ons meer richten
op onze multi-manager en gestructureerde
producten. Met een groot aantal van deze
producten lopen wij technologisch gezien
voorop.
Specifieke klantbehoeften en innovatieve
oplossingen blijven centraal staan in onze
productstrategie. Wij houden vast aan de
beleggingsstijlen die op onze bestaande
vaardigheden zijn geënt, maar zullen andere
stijlen toevoegen als wij daarmee beter
kunnen inspelen op de eisen en wensen van
de verschillende typen klanten.
Groeiende vraag naar innovatieve productenDe BU AM kan zich in diverse marktgebieden verheugen in een
groeiende vraag naar gestructureerde producten. Zowel in Europa als in
Noord-Amerika spelen levensverzekeraars met speciaal ontwikkelde
producten in op de vergrijzing van de bevolking, waaronder de unieke
levensloopproducten van de BU AM. Deze producten zijn op innovatieve
wijze gestructureerd, met looptijden tot 2054.
In het institutionele segment introduceren wij daarnaast in een aantal
markten ook nieuwe gestructureerde beleggingsproducten. Het gaat
hierbij om producten die sterker dan voorheen het geval was op de
verplichtingen van de belegger zijn afgestemd (‘liability-driven
investment’ ofwel LDI-producten). Deze LDI-oplossingen sluiten perfect
aan bij de verschuiving van toegezegde-bijdrageregelingen naar
toegezegd-pensioenregelingen en zijn opgezet om klanten bescherming
te bieden tegen rentebewegingen. Dankzij onze LDI-expertise halen wij
ook adviesmandaten voor grote pensioenfondsen binnen. Het afdekken
van het renterisico is voor pensioenfondsen nog een relatief nieuw
terrein. Voorts moeten pensioenfondsen op grond van nieuwe
regelgeving hun verplichtingen thans tegen marktwaarde in de balans
opnemen. De BU AM biedt een breed scala aan oplossingen die in deze
behoeften voorzien.
Kernactiviteiten
76
Transaction Banking is in 2005 opgezet als een
mondiale productorganisatie waarin
ABN AMRO haar activiteiten op het gebied
van cashmanagement, trade services en cards
voor alle klantsegmenten en in alle regio’s
heeft gebundeld. Het jaar 2005 was een
uitstekend jaar voor Transaction Banking, met
aanzienlijke groei in alle klantgroepen. Vooral
het particuliere segment in Brazilië en andere
groeimarkten presteerde goed. De resultaten
van Transaction Banking worden verantwoord
onder de verschillende BU’s.
Strategie, producten en diensten
Wij zijn actief in bijna 60 landen en verwerken
jaarlijks miljarden transacties. De activiteiten
zijn goed gediversifieerd: Transaction Banking
verleent diensten aan (middel)grote en
internationale ondernemingen, financiële
instellingen, particulieren en private banking-
klanten. In al deze segmenten hebben wij een
groot klantenbestand opgebouwd. De
transaction banking-producten worden
aangeboden in alle landen van het ABN AMRO
netwerk. Binnen de drie hoofdactiviteiten
– cashmanagement, trade services en cards –
bieden wij een breed pakket producten aan
die in veel gevallen op de plaatselijke wensen
en omstandigheden zijn toegesneden.
Betaalproducten, die de kern van de
activiteiten van Transaction Banking vormen,
worden door zakelijke en particuliere klanten
gebruikt op de binnenlandse markten. Wij zijn
een vooraanstaand speler in transaction
banking in Nederland, Brazilië en de
Verenigde Staten. Door de overname van
Banca Antonveneta in Italië hebben wij nu een
tweede stevige basis in Europa en een nieuwe
sterke binnenlandse positie in transaction
banking. Van de ervaring die wij in deze
markten opdoen, maken wij gebruik om in
belangrijke groeimarkten als India, Turkije en
Groot-China (Volksrepubliek China, Hongkong
en Taiwan) schaalgrootte op te bouwen. De
consumenten in deze snelgroeiende markten
worden steeds welvarender, hetgeen ons
uitstekende kansen biedt voor het verzorgen
van hun betalingstransacties. Dankzij de
opgebouwde kennis in ontwikkelde markten
kunnen wij voor sommige inefficiënties van
lokale betaalsystemen oplossingen bieden en
kunnen wij lokale bedrijven en lokale
vestigingen van buitenlandse ondernemingen
ondersteunen bij hun activiteiten in markten
die in toenemende mate volgroeid zijn en
steeds complexer worden.
Innovatie is een belangrijke succesfactor in
transaction banking. Daarom volgt
ABN AMRO een bankbrede benadering die
erop is gericht het delen van kennis en best
practices tussen klantsegmenten en tussen
landen te bevorderen. Een recent voorbeeld
van het overdragen van ideeën is Access
Online, een platform voor wereldwijd
internetbankieren. Access Online was
oorspronkelijk ontwikkeld voor multinationale
ondernemingen, maar is nu ook geschikt
gemaakt voor de grootzakelijke markt. Het
biedt directe toegang tot een pakket
bankproducten waarmee ondernemers hun
werkkapitaal efficiënter kunnen beheren.
Technologische vernieuwing is voor
transaction banking van cruciaal belang. Onze
internetkanalen vielen in 2005 opnieuw in de
prijzen: de trade internetportal werd
onderscheiden vanwege de innovatieve
oplossingen voor de aanbodketen en onze
cashmanagement internetportal in de
Verenigde Staten oogstte lof binnen de sector.
De financiële sector is sterk gereguleerd en
transaction banking vormt daarop geen
uitzondering. Nieuwe wet- en regelgeving
maakt voortdurende investeringen in
processen en technologie noodzakelijk, maar
Transaction BankingTransaction Banking is een
overkoepelende organisatie
die aan alle klantsegmenten
van ABN AMRO wereldwijd
producten en diensten op het
gebied van het
betalingsverkeer verleent.
Om in belangrijke
opkomende en groeimarkten
voldoende schaalgrootte te
creëren, maakt Transaction
Banking gebruik van de
ervaring die is opgedaan in
de markten waarin wij al
actief zijn. Ons succes
groeit, zowel in het
middensegment van de
zakelijke markt als bij andere
banken die hun trade
services, cashmanagement
en betalingsverkeer steeds
vaker aan ons uitbesteden.
Transaction Banking
77
Elke dag meer mogelijk makenTransaction banking-producten en -oplossingen brengen onze klanten in
direct contact met de bank, vaak zelfs dagelijks. Deze producten vormen
als het ware de ‘ankerproducten’ in de relatie van de bank met de klant
en zijn dan ook een belangrijk aanknopingspunt voor de cross-selling
van andere producten en diensten. Het is daarom van groot belang dat
de verkoop- en distributieprocessen, de afhandeling en implementatie,
de dagelijkse transacties en de service voldoen aan de verwachtingen
van de klant of deze zelfs overtreffen, altijd en overal waar wij actief zijn.
De vele onderscheidingen die wij hebben gekregen, illustreren ons
marktleiderschap en vormen het bewijs dat onze klanten vinden dat wij
met onze producten voor transaction banking onze beloften waarmaken.
biedt ook kansen voor Transaction Banking.
Een goed voorbeeld hiervan is het Single Euro
Payments Area (SEPA), een initiatief in de
Europese Unie voor de vorming van één grote
‘binnenlandse’ betaalmarkt in de twaalf
eurolanden. De invoering van SEPA, die is
voorzien voor 2008, biedt de kans om extra
baten te genereren door in de gehele
eurozone betaalproducten aan te bieden en
transactieverwerking van andere banken over
te nemen. Veel regionale en lokale banken
vinden de kosten als gevolg van toenemende
wet- en regelgeving en de veranderende
wensen van zakelijke en particuliere klanten te
hoog en zien een partnership als de enige
haalbare optie voor transaction banking. Wij
verwerken inmiddels trade-transacties voor
partnerbanken in Noord-Amerika, Azië en
Europa. Deze activiteit is een groot succes
gebleken en blijft een belangrijke speerpunt
van onze strategie. De markt voor outsourcing
van cashmanagement en betaaldiensten is
van recenter datum, maar ontwikkelt zich
onder invloed van SEPA momenteel snel.
Ambities voor 2006Bij transaction banking draait het om mensen,
processen en technologie: onze
partnerbanken waarderen de expertise
waarover wij beschikken. Wereldwijd behoren
wij tot de marktleiders op dit gebied, omdat
wij beschikken over de schaalgrootte, het
netwerk en de innovatieve kracht die hiervoor
nodig zijn. Wij voorzien een sterke groei van
outsourcing door financiële instellingen in
2006 en volgende jaren. Om onze slagkracht
te versterken en ons productaanbod te
verbreden, hebben wij in 2005 geïnvesteerd in
senior adviseurs en productmanagers.
Een belangrijk initiatief dat voor 2006 op de
agenda staat, is het streven om via een betere
benutting van het ABN AMRO netwerk ons
aandeel in de groeiende markt voor
grensoverschrijdend betalingsverkeer te
vergroten. Wij helpen onze internationale
klanten al bij het beheer van hun wereldwijde
geld- en goederenstromen. Om in hun
behoeften te voorzien, hebben wij een breed
assortiment producten ontwikkeld. En niet
zonder succes, gezien de onderscheidingen
waarmee deze producten zijn bekroond. Onze
strategische focus verschuift steeds meer in
de richting van de zakelijke markt. Daarbij
richten wij ons niet alleen op de binnenlandse
cashmanagement-behoeften van zakelijke
klanten. Met onze grensoverschrijdende
producten ondersteunen wij bedrijven ook bij
hun internationale expansie.
Transaction Banking
78
GSS, dat met ingang van 2006 onderdeel van
Services vormt, is wereldwijd verant-
woordelijk voor de interne ondersteunende
dienstverlening en over de grenzen van de
afzonderlijke BU’s heen. Tot de activiteiten
behoren onder meer informatietechnologie,
vastgoed- en facilitair beheer en offshoring.
De efficiencyverbeteringen uit de GSS-
programma’s leveren op groepsniveau
kostenbesparingen op van ten minste
EUR 600 miljoen netto in 2007 en EUR 750
miljoen netto per jaar vanaf 2008.
Strategie, producten en diensten
GSS boekte in 2005 goede vooruitgang met
het opstellen en uitvoeren van de ‘shared
services’ agenda. De activiteiten dragen bij aan
de beheersing en verbetering van kosten- en
serviceniveaus op de lange termijn en
ondersteunen aldus de groei van de bank. GSS
richt zich niet op kosten besparingen op de
korte termijn; de speerpunten zijn kwaliteits-
verbetering van de dienstverlening, efficiency-
verhoging, optimalisatie van operationele
risico’s en vergroting van de slagkracht.
Programma’s
De programma’s van GSS moeten de externe
en interne klanttevredenheid vergroten en
onze performance verbeteren over de grenzen
van de afzonderlijke BU’s heen. Het gaat
onder meer om de volgende programma’s.
New Technology Organisation
Het IT-programma van GSS is opgezet om de IT-
dienstverlening binnen de hele organisatie te
optimaliseren. Gekozen is voor een combinatie
van interne consolidatie, gedeeltelijke
outsourcing en multi-vendor offshoring. Het
programma wordt ondersteund door een New
Technology Organisation die het toepassen van
best practices faciliteert en de slagkracht van
de organisatie helpt te vergroten.
GSS heeft in 2005 met vijf leveranciers voor
een periode van vijf jaar wereldwijde
serviceovereenkomsten gesloten. Deze
overeenkomsten vertegenwoordigen een
waarde van ongeveer EUR 1,8 miljard. Het
betreft contracten voor IT-infrastructuur (IBM)
en ondersteuning en verbetering van
bestaande applicaties (Infosys en Tata
Consultancy Services (TCS)). Verder zijn vijf
preferred suppliers geselecteerd voor de
ontwikkeling van applicaties: Accenture, IBM,
Infosys, Patni en TCS. Via deze contracten
hebben wij toegang tot de best beschikbare
technologie en wordt verder voortgebouwd op
eerder opgedane ervaring.
De wereldwijde serviceovereenkomsten voor
infrastructuur zijn in tien landen van kracht,
waaronder Nederland, de Verenigde Staten en
Brazilië. De komende twee jaar volgen andere
landen en zal ook de transformatie van de
infrastructuurdiensten gestalte krijgen.
Andere IT-programma’s waren gericht op het
verbeteren van de telecommunicatie en de
verwerking van marktgegevens. Zo werd een
contract met KPN Telecom getekend voor
internationale mobiele telefonie in zeventien
landen en werd een vijfjarig contract gesloten
met Avaya, dat met behulp van internet-
technologie de vaste telefonie gaat
standaardiseren (in eerste instantie in
25 landen).
Vastgoedportefeuille optimaliseren
Group Real Estate & Facilities Management
(GREFM) signaleert, coördineert en
implementeert best practices voor de gehele
vastgoedportefeuille van ABN AMRO. GREFM
zorgt ervoor dat de BU’s hun vastgoed beter
gebruiken door werkruimtes efficiënter te
benutten, overtollige accommodatie af te
stoten en het facilitair beheer te verbeteren.
Samen met de BU’s zijn diverse projecten
Group Shared ServicesGroup Shared Services
(GSS) coördineert en
ontwikkelt wereldwijd
interne ondersteunende
diensten van ABN AMRO. Op
deze manier draagt GSS bij
aan de groei van de bank op
haar doelgebieden. In 2005
zijn in het kader van het IT-
programma van GSS nieuwe
serviceovereenkomsten
gesloten en is een ‘New
Technology Organisation’
opgezet. Voorts werden de
BU’s ondersteund bij het
signaleren en doorvoeren
van mogelijkheden om door
offshoring kosten-
besparingen te realiseren
en de dienstverlening te
verbeteren. Andere
doorlopende programma’s
betreffen het optimaliseren
van de mondiale
vastgoedportefeuille en de
verbetering van het
inkoopproces. Per 1 januari
2006 is GSS opgegaan in de
nieuwe Services-organisatie
van ABN AMRO, die alle
dienstverlenende units
binnen de bank omvat.
Group Shared Services
79
voor overtollige kantoorruimte en een betere
ruimtebenutting uitgevoerd. Een ander
initiatief betrof de sale & leaseback van het
kantoorgebouw in Londen, Bishopsgate 250.
Om het energieverbruik en de CO2-uitstoot
terug te dringen, zijn verschillende
duurzaamheids programma’s gestart.
Expertise in offshoring
GSS heeft in 2005 aanzienlijke vooruitgang
geboekt met offshoring. Alle programma’s
verlopen volgens schema en diverse nieuwe
pilots zijn gestart. Uit de feedback van de BU’s
blijkt dat ABN AMRO Central Enterprise
Services (ACES) erin is geslaagd kwaliteit,
serviceniveau en productiviteit te verbeteren.
De flexibele en snelgroeiende groep
medewerkers van ACES in India (inmiddels
3.000 fte’s) draagt ertoe bij dat onze bank
slagvaardig kan opereren. ACES heeft actie
ondernomen om het eigen bedrijfsmodel te
verbeteren en verdere groei te ondersteunen.
De organisatie is gecertificeerd volgens ISO
9001 en de British Standards 7799 on
Information Security en voert een uitgebreid
kwaliteitsprogramma. Doel is het niveau van
de dienstverlening voortdurend te verbeteren.
Beter inkopen
Om te garanderen dat de bank waar voor haar
geld krijgt, toetst Global Procurement
systematisch de uitgaven aan derden.
Inmiddels zijn enkele best practices
doorgevoerd, zoals een wereldwijd systeem
voor sourcing en contractering in de
belangrijkste marktgebieden. Om de uitgaven
voor inhuur en inkoop te beperken zijn
bovendien ‘resourcing desks’ opgezet.
Ambities voor 2006Per 1 januari 2006 is GSS opgegaan in de
nieuwe Services-organisatie, die uit alle
dienstverlenende units binnen de bank
bestaat. Een belangrijk aandachtspunt wordt
de inrichting van één geïntegreerd Operations-
platform voor de bank. Hierbij wordt voort-
gebouwd op het succes van het European
Payments Centre in 2005 en de ervaring die
daarbij is opgedaan. Voor 2006 staan verder de
volgende activiteiten op de agenda:
• de New Technology Organisation gaat zich
richten op de bankbrede transformatie van
de IT-dienstverlening;
• GREFM streeft naar verdere kosten-
besparingen door middel van een efficiënter
ruimtegebruik, het afstoten van overtollige
accommodatie en de uitvoering van
programma’s voor facilitair beheer;
• het Offshoring Centre of Expertise zal
samen met ACES geplande activiteiten en
pilotprogramma’s voortzetten en op zoek
gaan naar nieuwe offshoring-mogelijkheden
binnen de bank;
• Procurement gaat haar expertise op het
gebied van inkoop verder ontwikkelen,
zodat ze alle onderdelen van de bank kan
helpen bij het opstellen van gedetailleerde
en efficiënte inkoopprogramma’s.
GSS valt in de prijzenABN AMRO werd in mei 2005 onderscheiden met de ‘Best Initiative
Award’ voor Shared Services. De prijs werd toegekend door het CFO
Magazine, het Nederlandse vaktijdschrift voor de financieel directeur.
GSS werd geprezen voor haar ‘durf’ en gezien als ‘bron van inspiratie’
voor de gehele financiële-dienstensector.
GSS Operations won in 2005 voor het tweede achtereenvolgende jaar de
‘Risk Waters Best Back-Office Operational Risk Reduction Programme
Award’. Deze onderscheiding maakt deel uit van een hele reeks prijzen
voor operationeel risicobeheer die worden toegekend aan personen en
bedrijven die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de
ontwikkeling van het beheer van operationele risico’s binnen de
financiële-dienstensector.
Bij de zevende jaarlijkse FSmetrics Awards viel GSS Operations -
Securities twee keer in de prijzen: als ‘Best Broker Dealer Overall
Operational Performance in Fixed Income’ en als ‘Best Broker Dealer
Confirmation Performance’. De prijzen werden toegekend op grond van
een stemming onder grote institutionele beleggers, waaronder een
aantal belangrijke klanten van onze bank. ABN AMRO moest het daarbij
opnemen tegen andere banken uit dezelfde tier 1 en tier 2 groep.
Group Shared Services
80
Group FunctionsGroup Functions (GF) vervult
een sturende en
ondersteunende rol ten
aanzien van de
concernstrategie. Een rol die
gestalte krijgt in drie
kerntaken: het uitoefenen
van toezicht op de corporate
governance, het
ondersteunen van de Raad
van Bestuur bij de uitvoering
van de concernstrategie en
het faciliteren van
synergieën tussen de BU’s.
GF is daarnaast
verantwoordelijk voor een
groot aantal overkoepelende
functiegebieden, variërend
van de strategische koers
van het concern tot de
interne controle en van het
risicobeheer tot EU-
aangelegenheden. In 2006
zal GF zich vooral richten op
de naleving van artikel 404
van de Sarbanes-Oxley Act
en Bazel II, evenals de
implementatie van een
gestandaardiseerde
methodiek voor
risicobeoordeling binnen de
compliance-functie.
Kerncijfers Group Functions
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rente – 305 – 3
Provisie – 28 1
Handelsresultaat – 32 – 36
Resultaat uit financiële transacties 607 472
Resultaat uit deelnemingen met invloed 114 20
Overige operationele baten 23 6
Totaal operationele baten 379 460
Totaal operationele bedrijfslasten – 95 263
Bedrijfsresultaat 474 197
Waardeverminderingen 95 23
Bedrijfsresultaat voor belastingen 379 174
Belastingen – 50 25
Operationele nettowinst 429 149
Beëindigde bedrijfsactiviteiten (netto) 0 1.207
Jaarwinst 429 1.356
Balanstotaal 70.095 60.637
Naar risico gewogen activa 8.612 3.084
Aantal medewerkers (fte) 6.020 3.867
Group Functions
(als % van bedrijfsresultaat voor
belastingen van de groep)
GF geeft richting aan de concernstrategie van
ABN AMRO en ondersteunt de implementatie
daarvan in overeenstemming met de
Managing for Value-methodiek, de
ABN AMRO Waarden en de Business
Principles. Door functies over BU en
geografische grenzen heen te stroomlijnen
en samen te voegen faciliteert GF het
concernbreed delen van best practices,
innovatie alsmede de relaties met
overheden en zorgt ze voor een bindend
element in zowel operationeel als cultureel
opzicht.
Strategie, producten en diensten
GF profileert zich tevens als een ‘centre of
excellence’, dat de mogelijkheden voor
waardecreatie onderzoekt, de vereiste
middelen en vaardigheden verschaft, de BU’s
helpt hun doelstellingen te verwezenlijken en
ervoor zorgt dat de belangen van de BU’s en
die van de hele bank onderling in evenwicht
zijn. Op deze manier bevordert GF de
internationale reputatie van onze merknaam
en de gezamenlijke kracht van de
verschillende concernonderdelen als één
bank.
Dit vertaalt zich in drie functies:
• Governance: GF stelt de bank in staat als
één entiteit te opereren en is
verantwoordelijk voor corporate
governance. Ze is voorts belast met het
toezicht op de naleving van wet- en
regelgeving, inclusief samenstelling en
rapportage van de geconsolideerde
jaarrekening.
• Beïnvloeding en beleidsvorming: GF voegt
waarde toe door de implementatie van de
door de Raad van Bestuur vastgestelde
strategische koers te faciliteren. Ze
Group Functions
81
ontwerpt, implementeert en bewaakt de
standaarden en het beleid waarbinnen de
BU’s opereren. GF bewaakt ook de
prestatiedoelstellingen en de daarbij
gemaakte vorderingen en verstrekt op
belangrijke terreinen advies en
ondersteuning.
• Dienstverlening: GF faciliteert en benut de
synergiemogelijkheden tussen de BU’s door
het leveren van ondersteunende diensten
voor de hele groep op specifieke
functiegebieden, in nauwe samenwerking
met de BU’s.
In 2005 zijn de onderstaande functies in
GF samengebracht. GF wordt na deze
reorganisatie op een meer geïntegreerde
wijze geleid, over de grenzen van de
verschillende bedrijfsonderdelen heen,
waarbij de grotere nadruk op interne
klanttevredenheid de relaties met de
commerciële bedrijfsonderdelen verder
versterkt.
GF is belast met de volgende taken:
• Group Compliance: beheert contacten met
toezichthouders, evalueert ontwikkelingen
op het gebied van wet- en regelgeving en
stuurt de onafhankelijke compliance-functie
binnen de groep aan.
• Group Legal: bepaalt het beleid voor het
beheer van de juridische risico’s en verstrekt
interne juridische diensten, met inbegrip
van procesvoering.
• Group Finance: ondersteunt de
besluitvorming door de Raad van Bestuur en
het Resource Allocation and Performance
Management Committee, stelt de
grondslagen en richtlijnen voor verslag-
geving vast, is belast met de strategische,
beheersmatige en financiële controlefunctie
binnen ABN AMRO, is verantwoordelijk
voor de coördinatie, beleidsvorming en
uitvoering van het kapitaalbeheer,
balansbeheer en markt-, rente- en
liquiditeitsbeheer van de groep, alsmede
economisch onderzoek, bewaakt de totale
financiële positie en bereidt interne en
externe financiële rapportages voor.
• Group Audit: beoordeelt en adviseert inzake
de adequaatheid van interne
beheersmaatregelen door middel van
onafhankelijk onderzoek.
• Corporate Development: ondersteunt de
Raad van Bestuur bij de ontwikkeling van de
concernstrategie, met inbegrip van de
inventarisatie, analyse en verwezenlijking
van fusie- en overnamemogelijkheden,
alsmede de samenstelling van de totale
portefeuille van activiteiten vanuit
strategisch perspectief.
• Group Communications: is verantwoordelijk
voor corporate communicatie,
perscontacten, sponsoring en het merk
ABN AMRO.
• Investor Relations: fungeert als ons venster
naar de beleggingswereld, is
verantwoordelijk voor duidelijke
communicatie met beleggers en is hun
eerste aanspreekpunt; verhoogt het interne
bewustzijn van de perceptie van en
waardering voor de concernstrategie,
activiteiten en resultaten in
beleggerskringen.
• Group Risk Management: de risico-
organisatie op groepsniveau rust op twee
pilaren, namelijk de uitvoering van de
risicofunctie in de regio’s en de sterke
centrale risicofunctie van Group Risk
Management, gericht op beleidvorming,
portefeuillebeheer en risicoprofiel. Deze
structuur wordt ondersteund door
concernbrede risicobewaking, -controle en
-rapportage.
• Group Human Resources: adviseert de
Raad van Bestuur over personele aspecten
van de strategie, verstrekt advies en
ondersteuning inzake het concernbeleid
voor Executive Development en Leadership
Development en ontwikkelt kaders en
richtlijnen op belangrijke HR-gebieden voor
internationaal gebruik door alle BU’s,
waaronder een bankbreed centraal HR-
kader.
Group Functions
82
• European Union Affairs & Market
Infrastructures: behartigt de belangen van
ABN AMRO via de Liaison Offices bij de EU
en in Den Haag en stemt de interne
strategiebepaling af op infrastructurele
ontwikkelingen op het gebied van
betalingsverkeer en effecten.
Daarnaast houdt GF toezicht op onze
activiteiten in overige landen, waaronder het
belang in Capitalia (7,7%) en
Banca Antonveneta (76,0%) in Italië en
Kereskedelmi és Hitelbank (40%) in Hongarije.
Het belang in Banca Antonveneta is staps-
gewijs uitgebreid van 12,7% aan het begin van
2005 tot 55,8% op 2 januari 2006 en 76,0% op
16 maart 2006. De resultaten van Banca
Antonveneta worden met ingang van 1 januari
2006 verantwoord onder de BU Europa.
Resultaten in 2005In de resultaten van GF zijn die van Group
Shared Services begrepen. De operationele
nettowinst van GF van EUR 149 miljoen in
2004 werd sterk beïnvloed door de
compensatie voor de beëindiging van de
winstdelingsregeling in Nederland (EUR 177
miljoen operationele bedrijfslasten en
EUR 117 miljoen jaarwinst), zoals
overeengekomen in de nieuwe cao.
Gecorrigeerd hiervoor kwam de operationele
nettowinst over 2005 61,3% hoger uit op
EUR 429 miljoen. De onderstaande cijfers zijn
gecorrigeerd voor deze voorziening.
De totale operationele baten daalden met
17,6% tot EUR 379 miljoen, hoofdzakelijk door
de lagere resultaten op de USD-winsthedge
(verantwoord onder nettorentebaten) en een
voorziening voor balansaanpassingen, die de
hogere resultaten uit onze deelnemingen in
Italië tenietdeden.
De totale operationele bedrijfslasten namen
met EUR 181 miljoen af. Deze daling werd
met name veroorzaakt door de vrijval van de
voorziening ziektekostenverzekering (EUR 392
miljoen bruto en EUR 268 miljoen netto),
waardoor de kosten van de door de
Amerikaanse toezichthouders opgelegde
boete (EUR 67 miljoen bruto en EUR 67
miljoen netto) en de voorziening voor niet
opgenomen vakantiedagen door
medewerkers (EUR 56 miljoen bruto, EUR 40
miljoen netto) ruimschoots werden
gecompenseerd.
De voorzieningen werden verhoogd met
EUR 72 miljoen, met name door de Incurred
But Not Identified (IBNI)-debiteuren-
voorziening
De belastingen waren in 2005 aanzienlijk
lager, hoofdzakelijk als gevolg van de vrijval
van belastingvoorzieningen in het vierde
kwartaal.
De post beëindigde bedrijfsactiviteiten in
2004 betreft de nettowinst van LeasePlan
Corporation, dat in 2004 werd verkocht.
Ambities voor 2006De strategische agenda voor 2006 staat in het
teken van het uitbouwen van de in 2005
gestarte initiatieven:
• nakoming van de voorschriften van artikel
404 van de Sarbanes-Oxley Act nadat de
Securities and Exchange Commission in
2005 besloot de invoeringsdatum van de
wet met één jaar uit te stellen tot
31 december 2006;
• verdere voorbereiding op de gevolgen van
de eisen van Bazel II ten aanzien van
verslaggeving en risicobeheer;
• implementatie van de intern ontwikkelde
infrastructuur voor Management Informatie
Systemen in een aantal voor ABN AMRO
belangrijke landen; en
• verdere ontwikkeling en implementatie van
een gestandaardiseerde methodiek voor
risicobeoordeling, systemen en
kwaliteitscontroleprocedures binnen de
compliance-functie.
Group Functions
83
Human ResourcesDoel van Human Resources
(HR) is alle medewerkers te
stimuleren en te motiveren
om een actieve rol te spelen
bij het bereiken van onze
doelstellingen. In 2005
hebben wij voor het eerst bij
alle BU’s wereldwijd de
betrokkenheid van onze
medewerkers (‘Employee
Engagement’) onderzocht.
Op basis van de uitkomsten
zijn verschillende initiatieven
in gang gezet, waaronder de
uitbreiding van het
Leadership Review-
programma voor de
ontwikkeling en vergroting
van leiderschaps-
capaciteiten, doelstellingen
op het gebied van
compliance voor onze Top
Executives, halfjaarlijkse
People & Organisational
Capability Reviews en een
vrijwillige
integriteitscreening. In de
loop van 2005 is met succes
een aantal grote HR-
projecten opgezet,
waaronder een verdere
verbetering van de
opleidingsmogelijkheden en
de outsourcing van IT-
diensten in tien landen.
Hierbij zijn bijna 2.000
medewerkers naar
leveranciers van de bank
overgegaan.
Bepalend voor het succes van onze
strategie is dat al onze klanten kunnen
rekenen op een uitstekende service van
sterk gemotiveerde en betrokken
medewerkers. Het is daarom noodzakelijk
dat wij hoge eisen blijven stellen aan de
werving, de ontwikkeling en het behoud van
talent. Een ‘betrokken’ medewerker is meer
dan een ‘tevreden’ medewerker: betrokken
medewerkers werken actief mee aan het
bereiken van onze doelstellingen en bouwen
samen met ons aan de toekomst van onze
bank.
In 2005 hebben wij voor het eerst bij alle BU’s
wereldwijd een Employee Engagement-
onderzoek verricht. In de voorgaande twee
jaar bleef het onderzoek nog beperkt tot
bepaalde onderdelen van de bank. In 2004
namen 26.000 medewerkers deel aan het
onderzoek, met een respons van 66%. Vorig
jaar werd de enquête uitgezet onder 97.000
medewerkers. De wereldwijde respons was
uitstekend: 75%. Dit percentage op zich geeft
al aan hoezeer onze medewerkers zich bij de
bank betrokken voelen. Aan de hand van de
antwoorden kunnen wij de betrokkenheid van
alle medewerkers meten en een vergelijking
maken tussen verschillende geografische
gebieden en BU’s. In bijna alle categorieën
scoren wij beter dan onze concurrenten in de
financiële sector en ook ten opzichte van de
norm voor zogenoemde High Performance-
bedrijven kunnen wij de toets der kritiek goed
doorstaan. In vergelijking met de eerdere
onderzoeken is op veel punten duidelijk
vooruitgang geboekt.
Uit de enquête in 2005 kwam naar voren dat
onze medewerkers grote waarde hechten aan
goed leiderschap. Dit onderwerp had al een
hoge prioriteit en dit zal ook zo blijven. In 2004
werd namelijk een Leadership Review onder
onze Top Executives gehouden, met als doel
hun leiderschapscapaciteiten verder te
ontwikkelen. Dit proces creëert
mogelijkheden om de leiderschaps-
vaardigheden van onze Top Executives te
verbeteren en daarmee hun vermogen om
de betrokkenheid van hun medewerkers te
vergroten. Bij de introductie in 2004 bleef
de Leadership Review beperkt tot onze
150 hoogste leiders. Vorig jaar is het
programma ook ingevoerd voor de
daaropvolgende managementlaag, alsmede
voor medewerkers waarvan is vastgesteld dat
zij het potentieel bezitten om door te groeien
naar het niveau van Top Executives. In 2006
volgt het overige hoger kader.
Met alle deelnemers aan de Leadership
Review worden specifieke doelstellingen
afgesproken voor het verbeteren van hun
leiderschapscapaciteiten. Om hen bij het
formuleren van deze doelstellingen te helpen,
stellen wij hen in de gelegenheid de
driedaagse workshop ‘Leading Through
Others’ te volgen. In 2006 nemen alle Top
Executives opnieuw deel aan de Leadership
Review: de effectiviteit van hun leiderschap
wordt dan gemeten en nieuwe doelstellingen
worden vastgesteld.
De bestaande leiderschapsprogramma’s voor
het middenkader zijn in 2005 geïntensiveerd,
een proces dat in 2006 een verder vervolg
krijgt. Doel van deze programma’s is de
deelnemers vertrouwd te maken met allerlei
zaken waarmee zij als leidinggevende in de
verschillende fasen van hun carrière te maken
krijgen.
Onze talentmanagementprogramma’s voor
uitstekend presterende medewerkers met
een aanzienlijk groeipotentieel stimuleren een
geïntegreerde, BU-overschrijdende aanpak en
zijn een hulpmiddel voor opvolgingsplanning.
Kenmerkend is de brede diversiteit van het
Human Resources
84
loopbaantraject. Talentvolle medewerkers
kunnen kiezen voor een algemene
leidinggevende loopbaan om zich vervolgens
te bekwamen in leiderschap en strategische
taken, dan wel voor een meer specialistisch
traject. Coaches en mentoren helpen hen de
juiste keuzes te maken. Afzonderlijke
mentoring- en andere initiatieven hebben
daarnaast het bewustzijn voor het
diversiteitsbeleid verder vergroot. Deze
toegenomen focus leidde tot diverse
internationale en lokale initiatieven, waaronder
internationale conferenties voor vrouwen in
hogere leidinggevende posities, programma’s
voor interculturele bewustwording en
‘Leadership & Diversity’-programma’s.
HR heeft in 2005 een nieuwe mondiale
strategie ontwikkeld, gericht op het genereren
van synergie en het creëren van toegevoegde
waarde voor de commerciële doelstellingen.
Belangrijke ontwikkelingen in 2005 waren de
verbeterde toegankelijkheid van kennis via
e-learning en ‘communities of practice’, de
verhoogde professionaliteit van onze
programma’s voor pas afgestudeerde
academici en de goede resultaten van
coaching door het (senior) management.
Zoals elders in dit jaarverslag vermeld, is het
van groot belang dat de bewustwording ten
aanzien van compliance binnen de hele bank
wordt versterkt. Met alle Top Executives is
daarom een prestatiedoelstelling voor
compliance afgesproken, naast de
doelstellingen voor persoonlijke (leiderschaps)-
ontwikkeling, ontwikkeling van medewerkers
en financiële resultaten. Daarnaast hebben
onze huidige Top Executives zich in 2005
aangemeld voor een vrijwillige integriteits-
toets. Deze toets is in juli 2004 door de
Nederlandsche Bank verplicht gesteld voor
nieuwe Top Executives.
Om onze performance management-
processen te verbeteren hebben wij de
People & Organisational Capability Reviews
uitgebreid met een halfjaarlijkse meting. Dit
stelt de BU’s in staat om halverwege het jaar
te bepalen waar zij staan. Zo nodig kunnen zij
dan hun jaarplannen bijstellen, zodat de
doelstellingen alsnog worden bereikt. Op
basis van de People & Organisational
Capability Reviews kan elke BU in overleg met
de Raad van Bestuur bepalen welke
combinatie van kennis, gedrag, vaardigheden
en waarden (inclusief compliance) nodig is om
haar prestatiedoelstellingen te realiseren.
HR heeft actieve invulling gegeven aan haar
ondersteunende rol bij werving en selectie,
internationale beloningskwesties,
performance management, opleiding en
ontwikkeling en talentmanagement. Voorts is
HR betrokken geweest bij grote
veranderingsprocessen zoals de outsourcing
van de IT-dienstverlening in tien landen. Bij
deze operatie, die in november 2005 met
succes werd afgerond, zijn bijna 2.000
medewerkers overgestapt naar leveranciers
van de bank om daar een verder vervolg aan
hun loopbaan te geven. Deze
outsourcingoperatie biedt een aantal
voordelen: de bank kan zich concentreren op
haar kernactiviteiten, de IT-dienstverlening
wordt nieuw leven ingeblazen en het
bestaande talent en de aanwezige
capaciteiten worden optimaal ingezet. De
controle van kwaliteit, tijdigheid en
consistente effectiviteit van de IT-
dienstverlening berust bij de New Technology
Organisation, een afdeling die nauw
samenwerkt met onze externe leveranciers.
Human Resources
85
Informatie die in voorgaande jaarverslagen
werd vermeld in het hoofdstuk Risicobeheer,
is voor een deel thans opgenomen in punt 38
‘Beheer van financiële risico’s en gebruik van
derivaten’ van de toelichting op de
jaarrekening vanaf pagina 184.
KaderEen omvangrijk kader voor risicobeheer
beschouwen wij als een kerncompetentie. Wij
volgen een gedegen risicobeleid dat is
afgestemd op onze langetermijnstrategie en
brengen dit in de praktijk door middel van een
professionele risicofunctie die onafhankelijk is
van de commerciële bedrijfsonderdelen. Ons
kader voor risicobeheer wordt gekenmerkt
door de combinatie van centrale
beleidsvorming en breed toezicht, alsmede
decentrale uitvoering en bewaking.
Onze risicobeheerprocessen hebben tot doel
risico’s in een vroegtijdig stadium te
onderkennen en te analyseren, alsmede
verantwoorde limieten vast te stellen en te
bewaken. Het risicobeheer binnen de bank
wordt gekenmerkt door voortschrijdend
inzicht. Dit stelt ons in staat in te spelen op
marktvolatiliteit en het snel veranderende
ondernemingsklimaat. Elke afdeling van de
bank moet de risico’s analyseren die
verbonden zijn aan haar eigen transacties. Het
is de verantwoordelijkheid van de betreffende
afdeling om na te gaan dat de risico’s binnen
de toegestane limieten blijven en adequaat
worden beheerd.
OrganisatiestructuurDe Raad van Bestuur stelt, onder toezicht van
de Raad van Commissarissen, de strategische
risicofilosofie en het risicobeleid vast. Tot het
takenpakket van de Raad van Commissarissen
behoort een regelmatige evaluatie van de
risico’s van de portefeuille van de bank. De
Chief Risk Officer (CRO) en de Chief Financial
Officer (CFO), die tevens lid zijn van de Raad
van Bestuur, zijn verantwoordelijk voor de
implementatie van het risicobeleid binnen de
groep.
Risicobeheer vindt met name plaats binnen de
directoraten Group Risk Management (GRM)
en Group Asset and Liability Management
(GALM).
• GRM is verantwoordelijk voor het beheer
van krediet-, landen-, markt-, operationele
en reputatierisico’s.
• GALM heeft tot taak onze winst en
kapitaalpositie tegen ongunstige rente- en
valutabewegingen in andere dan de
handelsportefeuilles te beschermen en
onze liquiditeitspositie en ons
langetermijnprofiel voor de uitgifte van
schuldbewijzen te beheren.
Group Risk Management
Het Group Risk Committee (GRC), waarvan de
stemgerechtigde leden afkomstig zijn uit GRM
en de commerciële bedrijfsonderdelen, is het
hoogste beleidsbepalende en fiatterende
orgaan voor krediet-, landen- en marktrisico. In
het algemeen worden beleidsaangelegen-
heden en kredietportefeuillekwesties in
speciale beleidsbijeenkomsten van het Group
Risk Committee behandeld. Het Group
Operational Risk Management Committee is
het hoogste orgaan voor wat betreft
operationele risico’s.
Risicobeheer binnen de BU’s is lokaal
gestructureerd, onder toezicht van GRM. De
regionale hoofden risicobeheer hebben een
dubbele rapportagelijn: naar het hoofd van de
betreffende BU en naar het hoofd GRM.
Marktrisico en operationeel risico zijn
afzonderlijke functies binnen GRM. De totale
structuur van onze risicobeheerorganisatie is
weergegeven in het volgende schematisch
overzicht.
RisicobeheerEffectief risicorendement-
beheer behoort tot onze
kerncompetenties. Wij
beschikken over een
professionele risicofunctie
die onafhankelijk van de
commerciële
bedrijfsonderdelen opereert
en een breed toezicht
uitoefent op alle activiteiten
en markten. Doel van ons
risicobeleid en onze
activiteiten in het kader van
risicobeheer is risico’s zo
vroeg mogelijk te
onderkennen en te
analyseren. Voortschrijdend
inzicht stelt ons in staat in te
spelen op marktvolatiliteit en
het snel veranderende
ondernemingsklimaat en een
optimaal naar risico
gewogen rendement te
realiseren. Een van de
hoofdtaken van het Group
Asset and Liability
Management Committee
(Group ALCO) betreft het
beheer van de gevoeligheid
van de nettorentebaten van
de bank voor fluctuaties in
de marktrente. De
nettorentebaten vormen voor
de bank de belangrijkste
bron van inkomsten.
Risicobeheer
86
• Uitoefening van toezicht op ALCO’s van alle BU’s
• Vaststelling van totale limiet voor renterisico (Earnings-at-Risk en marktwaarde) en liquiditeitsrisico per BU en per muntsoort
• Vaststelling van totale Value-at-Risk limieten voor marktrisico’s, waarbij het Group Risk Committee verantwoordelijk is voor de allocatie hiervan
• Beheer van geconsolideerde liquiditeits- en rentepositie van de bank
• Beheer van kapitaalstructuur• Vaststelling van standaarden en beleid voor interne verrekening en inter-BU transacties
• Beheer van corporate investment-portefeuille• Bankbrede hedging van winst en geïnvesteerd
vermogen in andere muntsoorten• Instandhouding van creditcurve via
strategische uitgifte van schuldpapier
Raad van Commissarissen• Houdt toezicht op het risicobeheer• Evalueert regelmatig het risico van de
portefeuille van de bank
Raad van BestuurStelt strategische risicofilosofie, risicobeleid en risicobereidheid vast
Chief Risk Officer Chief Financial Officer
Group Risk Management• Kredietrisico• Marktrisico• Operationeel risico• Landenrisico• Reputatierisico
Group Asset and Liability Management• Renterisico• Valutarisico• Liquiditeitsrisico• Kapitaalbeheer
Group Risk Committee Group Asset and Liability Committee
• Bepaling van het risicobeleid, alsmede de procedures en methodes om risico’s te meten en te bewaken, waaronder tevens begrepen het reputatierisico
• Vaststelling van gedelegeerde bevoegdheden voor lagere commissies en individuele functionarissen binnen Group Risk Management, Regionale BU’s, Global Clients, Private Clients en Asset Management
• Fiattering van de krediet-, markt- en operationele risico’s die samenhangen met nieuwe producten
• Fiattering van het risico op transacties waarvan de waarde de aan lagere commissies gedelegeerde bevoegdheid overschrijdt
• Fiattering van gestructureerde financieringen, complexe producten en transacties op basis van fiscale constructies
• Driemaandelijkse toetsing of de voorzieningen voor de kredietportefeuille toereikend zijn
• Bewaking van totale risicoportefeuille en -profiel van de bank
Risicofuncties in Group Risk Management en BU’s
Risicofuncties in Group Asset and Liability Management en BU’s
• Fiattering van rentelimieten binnen door Group ALCO gedelegeerde bevoegdheid
• Toetsing van kredietgebruik aan rente- en liquiditeitslimieten
• Aansturing van beheer van uitzettingen op de balans
• Toetsing van nettorentebaten en ramingen• Goedkeuring van beleid, onder meer interne
verrekening• Bewaking van funding-mix en andere
belangrijke liquiditeitsratio’s• Goedkeuring van nieuwe producten
• Uitoefening van toezicht op alle aangelegen-heden inzake kredietrisico, marktrisico en regelgeving, alsmede op de naleving van lokale wetgeving
• Fiattering van krediettransacties binnen de gedelegeerde bevoegdheden en advisering over kredieten die daarbuiten vallen
• Ondersteuning van de handelsactiviteiten van de bank door een effectief beheer van het marktrisico
• Uitvoering, revisie en bewaking van beleid voor alle kredietportefeuilles
• Beheer van individuele probleemkredieten en bewaking van noodlijdende kredieten met inachtneming van ABN AMRO risiconormen
• Treffen van debiteurenvoorzieningen binnen de gedelegeerde bevoegdheid
• Goedkeuring van kredietproducten voor de particuliere markt en de MKB-markt binnen de gedelegeerde bevoegdheid
• Vaststelling van de controlemechanismen voor operationeel risico en handhaving van de discipline bij de toepassing daarvan
• Toezicht op de naleving van de ABN AMRO Waarden en Business Principles
Risicobeheer
87
Group Asset and Liability Management
Ten behoeve van een effectief balansbeheer
hebben wij een Asset and Liability Committee
(ALCO) opgezet. De structuur van het ALCO
vormt een afspiegeling van onze organisatie,
waarbij Group ALCO op concernniveau
opereert en iedere BU een eigen ALCO heeft,
dat verantwoordelijk is voor het proces van
balansbeheer binnen het eigen functiegebied.
De leden van Group ALCO zijn afkomstig uit
de commerciële bedrijfsonderdelen,
alsmede uit de functies Finance en
Risicobeheer.
GALM richt zich concernbreed op de
verhoging van de omloopsnelheid van het
beschikbare kapitaal, de vermindering van de
kapitaalkosten, de bewaking en verbetering
van de liquiditeit van activa en de herallocatie
van kapitaal indien dit op grond van
strategische besluiten noodzakelijk is.
RisicometingEconomisch kapitaal
ABN AMRO gebruikt intern ontwikkelde
modellen voor het schatten van het
economisch kapitaal als uniforme graadmeter
voor het risico voor de hele bank. Modellen
voor economisch kapitaal fungeren primair als
een vroegtijdig waarschuwings systeem voor
ernstige risico’s naast die risico’s waaraan de
bank statistisch gezien naar verwachting
blootstaat in het kader van de uitoefening van
haar gewone bedrijfsactiviteiten. Economisch
kapitaal betreft een schatting van het kapitaal
dat de bank nodig heeft om grotere dan te
verwachten verliezen met een hoge mate van
zekerheid te kunnen opvangen. Zoals bij elke
andere statistische methode het geval is,
geeft het economisch kapitaal het
management slechts een indicatie. Het
belangrijkste voordeel is dat mogelijke risico’s
worden gesignaleerd en het management
trends kan volgen. Economisch kapitaal heeft
echter, net zoals alle schattingen en
statistische methoden, zijn beperkingen.
Vooruitlopend op de invoering van Bazel II
(zie ‘Punt 4. Informatie over onderneming –
B. Overzicht van bedrijfsactiviteiten – Toezicht
en regelgeving – Nieuw Kapitaalakkoord
(Bazel II)’) zijn wij thans bezig onze
methodologie voor economisch kapitaal te
verfijnen en verder te ontwikkelen. Beleggers
dienen zich dan ook te realiseren dat ons
economisch kapitaal kan veranderen, zowel
door wijzigingen in de onderliggende risico’s
als door verbeteringen in de door ons
gehanteerde methodologie voor het meten
van risico’s.
Wij maken ook gebruik van het begrip
economisch kapitaal voor de interne
besluitvorming inzake de allocatie van het
beschikbare kapitaal, voor het onderbouwen
van risico/rendementsbeslissingen op
verschillende niveaus binnen de organisatie en
voor performance management. Het
economisch kapitaal wordt geschat voor alle
primaire risico’s die aan onze activiteiten zijn
verbonden: kredietrisico (met inbegrip van
landenrisico en private equity), marktrisico
(met inbegrip van renterisico), operationeel
risico en bedrijfsrisico. Wij zijn actief op een
groot aantal locaties wereldwijd en zijn
betrokken bij veel verschillende activiteiten.
Deze spreiding, alsmede de diversificatie
tussen risicotypen, wordt in aanmerking
genomen bij de berekening van het
economisch kapitaal.
Bijdrage aan economisch kapitaal per
risicotype (totaal EUR 16 miljard)
Risicobeheer
88
Het economisch kapitaal voor het marktrisico
en het renterisico is volatiel in vergelijking
met het economisch kapitaal voor andere
risicotypen. Ultimo 2005 was het economisch
kapitaal voor het marktrisico en het renterisico
relatief laag.
Vergelijking van het economisch kapitaal van
ABN AMRO met dat van andere instellingen
is, vanwege aanzienlijke verschillen in
definities, modellen en aannames,
waarschijnlijk niet zinvol. In het algemeen is
economisch kapitaal bedoeld om alle grotere
risico’s waaraan een bank kan blootstaan, te
omvatten. Sommige risico’s zijn evenwel niet
kwantificeerbaar, terwijl de risicoperceptie
aan verandering onderhevig is.
Value-at-Risk
Om het marktrisico te beheren gebruiken wij
Value-at-Risk (VaR) modellen en andere
controlemaatregelen, zoals sensitiviteit-
stress-tests en stress-testscenario’s. Voor
nadere informatie wordt verwezen naar
punt 38 ‘Beheer van financiële risico’s en
gebruik van derivaten’ van de toelichting op de
jaarrekening.
De effectiviteit van de VaR-berekeningen kan
worden getoetst aan de hand van back-
testing, een techniek waarbij het aantal dagen
wordt geteld waarop de verliezen hoger waren
dan de voor die dagen berekende VaR. Bij een
betrouwbaarheidsniveau van 99% zal,
statistisch gezien, het negatieve handels-
resultaat eens in de honderd handelsdagen
groter zijn dan de VaR voor die dag. Back-
testing wordt uitgevoerd op zowel het
feitelijke handelsresultaat als een
hypothetisch handelsresultaat, waarbij het
Value-at-Risk versus hypothetisch resultaat voor handelsportefeuilles in 2005 (in miljoenen euro’s)
Risicobeheer
89
effect van provisies, emissievergoedingen en
intradagtransacties buiten beschouwing wordt
gelaten. De uitkomsten van back-testing op
het feitelijke en hypothetische
handelsresultaat worden op kwartaalbasis aan
de Nederlandsche Bank gerapporteerd. Back-
testing is een belangrijk instrument voor de
ex-post validering van ons interne VaR-model.
Uit de uitkomsten van back-testing in de
grafiek op pagina 88 kan worden afgeleid dat
in 2005 het hypothetisch financieel resultaat
nooit hoger is geweest dan de berekende VaR.
Dit is het gevolg van onze conservatieve VaR-
berekening met betrekking tot het
hypothetisch handelsresultaat.
Earnings-at-Risk
Earnings-at-Risk geeft de gevoeligheid van de
winst weer gedurende een bepaalde periode
(bijvoorbeeld 6, 12 of 24 maanden) in een
aantal vooraf vastgestelde yieldcurve-
scenario’s. Nadere bijzonderheden over
Earnings-at-Risk zijn opgenomen onder
punt 38 ‘Beheer van financiële risico’s en
gebruik van derivaten’ van de toelichting op de
jaarrekening (zie pagina 184).
KredietrisicoBinnen ABN AMRO is kredietrisico
gedefinieerd als het risico dat een tegenpartij
of uitgevende instelling zijn verplichtingen
tegenover de bank niet nakomt of dat de
kwaliteit van een uitgevende instelling
verslechtert. Het gaat hierbij om zowel
feitelijke betalingsachterstanden als negatieve
waardeveranderingen door de toegenomen
waarschijnlijkheid van betalingsachterstanden.
Wij hanteren een aantal statistische
methoden om het kredietrisico van de bank te
meten, te bewaken en te beheren. Zo heeft
ABN AMRO een multi-factor RAROC-model
ontwikkeld waarmee het economisch kapitaal
voor het kredietrisico kan worden berekend.
Voor de berekening van het economisch
kapitaal is het landenrisico in het kredietrisico
opgenomen. Voorts omvat het kredietrisico
de eventuele waardevermindering van de
participatieportefeuille.
Bij het risicobeheer van zakelijk en particulier
krediet hanteren wij de volgende principes:
• de fiattering van kredieten geschiedt
onafhankelijk van de commerciële
bedrijfsonderdelen;
• voor alle commerciële activiteiten waarbij
de bank risicogevoelige transacties aangaat,
is de voorafgaande goedkeuring van
commissies of bevoegde functionarissen
(het vierogenprincipe) vereist;
• de Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid
inzake kredietrisicobeheer gedelegeerd aan
GRM binnen Group Functions en vervolgens
verder aan de BU’s;
• binnen de gedelegeerde bevoegdheden zijn
de BU’s verantwoordelijk voor alle
bedrijfsactiviteiten;
• verstrekte krediet- en handelsfaciliteiten
worden zorgvuldig gedocumenteerd en
bewaakt;
• ‘Ken uw klant’: onze medewerkers moeten
bekend zijn met de achtergrond van onze
klanten, met name hoe zij hun activiteiten
en transacties financieren.
Beheer zakelijk krediet
Bevoegdheden voor de kredietverlening aan
zakelijke klanten worden gebaseerd op:
• het Global One Obligor Exposure – alle
krediet- en obligofaciliteiten die wereldwijd
aan één relatie zijn verstrekt; en
• de Uniform Counterparty Rating (UCR) en
Loss Given Default (LGD) risicoclassificaties
(zie hieronder), die beide tevens dienen als
bouwstenen voor het economisch kapitaal.
Risicoclassificatie: UCR en LGD
Wij hanteren een intern classificatiesysteem
voor zakelijk krediet wereldwijd. Het systeem
omvat twee soorten classificaties: de Uniform
Counterparty Rating (UCR) en de Loss Given
Default (LGD). De UCR geeft aan hoe groot de
kans wordt geacht dat de tegenpartij in
Risicobeheer
affiliations
91
gebreke zal blijven. De LGD geeft een
indicatie van de omvang van het verlies dat de
bank naar verwachting op een faciliteit zal
lijden als de tegenpartij in gebreke blijft.
Beide classificaties zijn van groot belang
voor het meten en beheren van het krediet-
risico. UCR’s en LGD’s worden onafhankelijk
van de commerciële afdelingen toegekend
door risicofunctionarissen of risico-
commissies.
De UCR-classificatie wordt binnen de bank
wereldwijd toegepast voor alle uitzettingen op
andere dan particuliere klanten. Binnen de
UCR-classificatie worden veertien
verschillende gradaties onderscheiden voor
normale kredieten zonder betalings-
achterstand (‘non-default grades’) en drie
gradaties voor probleemkredieten (‘default
grades’). De non-default gradaties kunnen ook
worden gerelateerd aan de ratings van externe
instituten. Er is een aantal instrumenten
ontwikkeld voor de vaststelling en herziening
van UCR’s. Deze ratinginstrumenten
kwantificeren het relatieve effect van diverse
risicofactoren en maken de besluitvorming
over het toekennen van ratings transparant.
Inmiddels zijn er ratinginstrumenten
beschikbaar voor al onze grote krediet-
portefeuilles. De door ons gebruikte rating-
instrumenten zijn zodanig op de verschillende
specifieke markten toegesneden dat zij de
onderliggende risicofactoren weer spiegelen.
De LGD-classificatie wordt per faciliteit bepaald
op basis van bevoorrechting, verstrekte
zekerheden en analyse van de geldende
jurisdictie. Het beleid voor de LGD-classificatie
is afgestemd op specifieke (lokale) markten,
soorten tegenpartijen en producten. Gegevens
over geleden verliezen op kredieten worden
Benchmark-ratings van ratinginstituten
UCR Omschrijving S&P / Fitch Moody’s
1 Prima AAA / AA– Aaa / Aa3
2+ Zeer goed A+ A1
2 Goed A A2
2– Relatief goed A– A3
3+ Zeer acceptabel BBB+ Baa1
3 Acceptabel BBB Baa2
3– Relatief acceptabel BBB– Baa3
4+ Ruim voldoende – watch BB+ Ba1
4 Voldoende – watch BB Ba2
4– Relatief voldoende – watch BB– Ba3
5+ Relatief zwak B+ B1
5 Zwak B B2
5– Zeer zwak – speciale aandacht B– B3
6+ Extreem zwak – speciale aandacht CCC+ / C Caa1 / C
6 In gebreke n.v.t. n.v.t.
7 In gebreke – (gedeeltelijke) voorzieningen n.v.t. n.v.t.
8 In gebreke – bedrijfsactiviteiten gestaakt
en/of in liquidatie n.v.t. n.v.t.
Door ervoor te zorgen dat wij een goed
inzicht hebben in de wensen en behoeften
van onze klanten, en producten en diensten
op de markt brengen die ruimschoots aan
hun verwachtingen voldoen, werken wij
aan een duurzame relatie door generaties
heen.
Risicobeheer
92
geaggregeerd en opgeslagen in een database,
zodat de LGD-classificatie en het daaraan ten
grondslag liggende beleid kunnen worden
getoetst en verbeterd.
Beheer Programme Lending
Fiattering en beheer van particulier krediet en
standaard MKB-faciliteiten vinden plaats op
basis van Programme Lending. Dit betreft
krediet dat wordt goedgekeurd binnen het
kader van een Product Programme en op
portefeuillebasis wordt beheerd. Om op deze
wijze krediet te verlenen, moet de BU een
aanvraag indienen voor het kredietproduct dat
zij wil aanbieden. De aanvraag moet de
doelgroep of het klantsegment waarvoor het
product is bestemd aangeven, evenals de
standaardnormen voor risicoacceptatie die
worden gehanteerd bij het beoordelen van
individuele transacties. Voorts moet uit de
aanvraag blijken dat de portefeuille een
voorspelbaar verloop zal vertonen qua
rendement, achterstalligheid en afboekingen.
De bewakings- en rapportagemechanismen
moeten afdoende zijn om in een vroeg
stadium trends in de ontwikkeling van de
portefeuille te signaleren en daarop tijdig actie
te ondernemen.
De fiatteringsbevoegdheid is gebaseerd op de
geplande maximale portefeuilleomvang voor
een bepaald product. Nadat een Product
Programme is goedgekeurd, worden
individuele krediettransacties gefiatteerd door
de daartoe bevoegde functionarissen.
De besluitvorming over kredietaanvragen,
kredietrevisies en invorderingen geschiedt op
basis van objectieve criteria, andere richtlijnen
of kredietscores. De BU’s maken gebruik van
intern ontwikkelde en door externe partijen
geleverde scorecards. In het kader van een
optimaal beheer van de kredietportefeuille
worden databases bijgehouden met
informatie over de ontwikkeling van de
portefeuille. Op BU-niveau is gedetailleerde
informatie beschikbaar aan de hand waarvan
portefeuilles gesegmenteerd kunnen
worden. GRM houdt gegevens bij op het
niveau van productportefeuilles teneinde de
risicobewaking te ondersteunen.
Samenstelling kredietportefeuille
Van het uitstaande kredietvolume kwam ook in
2005 het grootste deel voor rekening van
Consumer & Commercial Clients (C&CC)
(circa EUR 204 miljard ofwel 54%), gevolgd
door Wholesale Clients met 44%. Het restant
(2%) betreft uitzettingen van de BU Private
Clients, de BU Asset Management en andere
concernonderdelen. Het grote aandeel van
C&CC in het totale kredietvolume is een
logisch gevolg van de omvang van de
activiteiten van C&CC in de voor de bank
belangrijkste markten (Nederland, het Midden-
Westen van de Verenigde Staten en Brazilië).
Kredietportefeuille Consumer &
Commercial Clients
De BU Nederland (BU NL) is met 45% van de
Kredieten en vorderingen private en publieke sector per BU in 2005
(in miljarden euro’s) Totaal BU BU BU Bouw- NGM WCS Overige Totaal 2005 NL NA Brazilië fonds 2004
Zakelijk 150,3 29,8 36,9 5,6 8,7 2,8 61,9 4,6 124,4
Particulier 121,8 59,5 15,1 6,7 30,9 3,9 1,8 3,9 106,5
Professionele
effectentransacties 74,7 0,9 73,7 0,1 59,3
Publieke sector 7,5 1,8 0,6 0,6 0,1 4,3 0,1 6,1
Multi-seller conduits 25,9 25,9 23,7
Totaal 380,2 91,1 53,5 12,9 39,7 6,7 167,6 8,7 320,0
Risicobeheer
93
totale kredietverlening onveranderd de
grootste geografische concentratie, gevolgd
door de BU Noord-Amerika (BU NA) met 26%.
Zakelijk krediet
De zakelijke kredietportefeuilles
vertegenwoordigden 41% van de totale
kredietverlening door C&CC in 2005.
Kernpunten zijn:
• Het volume van de zakelijke krediet-
portefeuille van de BU NL steeg met
EUR 3,9 miljard (15%).
• In Noord-Amerika is het kredietbedrijf van
C&CC vooral actief in het Midden-Westen
van de Verenigde Staten. De zakelijke
kredietportefeuille groeide met EUR 7,3
miljard (25%). De nadruk ligt op vastgoed-
gerelateerd krediet en de kredietverlening
aan middelgrote bedrijven.
• Dankzij het economisch herstel nam de
zakelijke kredietportefeuille van de BU
Brazilië fors toe met EUR 2,2 miljard (64%).
• De zakelijke kredietportefeuille van de
BU New Growth Markets (NGM) groeide
met EUR 0,8 miljard (40%).
• Bouwfonds meldde een groei van de
zakelijke kredietportefeuille met EUR 1,0
miljard (13%).
Particulier krediet
De particuliere kredietportefeuille was in 2005
goed voor 57% van de totale kredietverlening
door C&CC. Van de particuliere krediet-
verlening was 80% hypothecair gedekt.
De portefeuille van de BU NL steeg met
EUR 2,8 miljard (5%) en die van de BU NA met
EUR 5,4 miljard (57%). De particuliere
kredietportefeuille van de BU Brazilië, die
hoofdzakelijk bestaat uit autofinancieringen en
persoonlijke leningen, groeide met EUR 2,7
miljard (68%). Voor de BU NGM en Bouwfonds
bedroeg de stijging respectievelijk EUR 1,1
miljard (39%) en EUR 3,6 miljard (13%).
Kredietportefeuille Wholesale Clients
De kredietverlening door Wholesale Clients
aan de private sector nam toe met EUR 12,4
miljard (25%). De portefeuille is
geconcentreerd in de lidstaten van de
Organisatie voor Economische Samenwerking
en Ontwikkeling (OESO) gevestigd.
VoorzieningenbeleidABN AMRO heeft een specifiek voorzieningen-
beleid ontwikkeld voor de verschillende
soorten kredieten die de bank verstrekt. Dit
beleid wordt voortdurend getoetst en
bijgesteld op basis van onder meer eigen
ervaringen, ontwikkelingen in kredietrisico-
technieken en veranderingen in wetgeving in
de diverse rechtsgebieden waar de bank actief
is. Dit beleid voor de diverse kredietsoorten
wordt hieronder nader beschreven.
Voor alle portefeuilles wordt het verlies door
bijzondere waardevermindering bepaald op
het verschil tussen de boekwaarde van het
krediet en de contante waarde van de
geschatte toekomstige kasstromen, met
inbegrip van kasstromen die ontstaan bij de
uitwinning van eventuele zekerheden. De
contante waarde wordt berekend op basis van
de oorspronkelijke effectieve rentevoet van
het krediet. Indien een groep kredieten in zijn
totaliteit op bijzondere waardevermindering
wordt beoordeeld, worden de toekomstige
kasstromen geschat op basis van de
contractuele kasstromen van de kredieten en
de historische verliesgegevens voor kredieten
met vergelijkbare modaliteiten.
Zakelijk krediet
Zakelijke kredietrelaties worden ten minste
eenmaal per jaar gereviseerd door de
betreffende kredietcommissies of bevoegde
functionarissen. Daarnaast houden onze
kredietmedewerkers continu toezicht op de
kwaliteit van de verstrekte kredieten. Wanneer
de kwaliteit van een krediet of de financiële
situatie van een debiteur zodanig verslechtert
dat er twijfel bestaat over het vermogen tot
terugbetaling, wordt het beheer van de relatie
overgedragen aan Financial Restructuring &
Risicobeheer
94
Recovery. Na evaluatie bepaalt deze afdeling
de hoogte van de eventuele specifieke
voorziening die moet worden gevormd,
waarbij rekening wordt gehouden met de
waarde van de verstrekte zekerheden. Aan het
einde van elk kwartaal beoordeelt het Group
Risk Committee de toereikendheid van de
specifieke voorzieningen.
Particulier krediet
De bank biedt een breed pakket particuliere
kredietproducten en -programma’s, zoals
persoonlijke leningen, woninghypotheken,
creditcards en woningverbeteringskrediet.
Voorzieningen voor deze producten worden
per portefeuille getroffen, waarbij een
specifieke voorziening voor elk product wordt
vastgesteld op basis van de omvang van de
portefeuille en het historische
verliespercentage van de bank.
MSR-portefeuille en terugkoop
hypothecaire leningen in Verenigde Staten
Nieuwe hypotheekleningen worden verstrekt
via tussenpersonen, het eigen kantorennet,
een nationaal callcenter en het internet. Op
deze manier maken wij optimaal gebruik van
schaalvergroting. Het merendeel van de
nieuwe hypotheekleningen wordt weer door-
verkocht aan beleggers, waarbij de bank wel
de rechten met betrekking tot het beheer
daarvan (Mortgage Servicing Rights / MSR’s)
behoudt. Het kredietrisico wordt aldus over-
gedragen aan beleggers. In geval van
operationele tekort komingen, zoals fouten in
de documentatie of geschillen over de titel,
verlangen de beleggers van de bank dat zij de
betreffende hypothecaire leningen terugkoopt.
Voor dit risico houdt de bank een operationele
reserve aan.
Dubieuze en non-performing kredieten
Kredieten worden als dubieus (UCR 6, 7 en 8
voor zakelijke kredieten) aangemerkt zodra er
twijfel bestaat over het vermogen van de
debiteur om aan zijn betalingsverplichtingen
jegens de bank te voldoen overeenkomstig de
oorspronkelijke contractvoorwaarden. Indien
dit noodzakelijk wordt geacht, wordt hetzij
individueel per krediet hetzij collectief op
portefeuillebasis een waardecorrectie
(bijzonder waardeverminderingsverlies)
bepaald. Elk krediet waarvan hoofdsom of
rente duurzaam in waarde is verminderd,
wordt aangemerkt als ‘non-performing’.
De volumedaling van non-performing
kredieten met EUR 601 miljoen in 2005
weerspiegelt de verbeterde kwaliteit van de
kredietportefeuille. De verhouding non-
performing kredieten / totale kredietverlening
aan de private sector laat eveneens een
gunstige ontwikkeling zien. De verbeterde
kwaliteit van de kredietportefeuille komt ten
slotte ook duidelijk tot uitdrukking in de
Specifieke voorzieningen per BU (nettotoevoeging)
(in miljoenen euro’s) Totaal 2005 C&CC WCS Overig Totaal 2004
Voorzieningen 648 754 – 241 135 616
Specifieke voorzieningen /
gemiddelde RGA (in basispunten) 25 46 – 29 91 26
Non-performing kredieten
2005 2004
Totaal non-performing kredieten (in miljoenen euro’s) 4.736 5.337
Non-performing kredieten t.o.v. kredieten private sector (bruto, in procenten) 1,72 2,28
Debiteurenvoorzieningen t.o.v. kredieten private sector (bruto, in procenten) 1,09 1,36
Risicobeheer
95
debiteurenvoorzieningen als percentage van
de totale kredietverlening aan de private
sector.
De voorzieningen werden met EUR 32 miljoen
verhoogd naar EUR 648 miljoen. Met name
Wholesale Clients en de BU NA profiteerden
van de verbeterde kwaliteit van hun
kredietportefeuille evenals van de vrijval van
voorzieningen en van ontvangen bedragen na
afboeking.
In Consumer & Commercial Clients namen de
voorzieningen toe met EUR 169 miljoen
(29%). Het nog altijd lage voorzieningenniveau
in de BU NA bood gedeeltelijke compensatie
voor de hogere voorzieningen die in de BU NL
en de BU Brazilië werden getroffen.
• De voorzieningen in de BU NL werden met
EUR 104 miljoen verhoogd naar EUR 277
miljoen, voornamelijk in de particuliere en
MKB-kredietportefeuille. Dit weerspiegelt
het relatief zwakke economisch klimaat in
Nederland, de stijging van het totale
kredietvolume en de wijziging van de
activiteiten-mix als gevolg van de
bovengemiddelde groei van de particuliere
kredietportefeuille. De voorzieningen voor
de hypotheekportefeuille bleven relatief
stabiel.
• De BU NA kon de voorzieningen
terugbrengen van EUR 143 miljoen naar
EUR 21 miljoen. Deze verlaging kwam
voort uit een daling van de bruto-
voorzieningen alsmede uit ontvangen
bedragen na afboeking, wat de hoge
kwaliteit van de kredietportefeuille
weerspiegelt.
• In de BU Brazilië stegen de voorzieningen
met EUR 144 miljoen naar EUR 363 miljoen
door de sterke groei van de particuliere
kredietportefeuille en de waardestijging van
de Braziliaanse real.
• Ook in de BU NGM gingen de voorzieningen
omhoog, namelijk met EUR 26 miljoen naar
EUR 67 miljoen in verband met de groei van
de kredietportefeuille en de toename van de
creditcardvorderingen.
• Bouwfonds meldde een stijging van de
voorzieningen met EUR 17 miljoen naar
EUR 26 miljoen als gevolg van de niet-
Nederlandse hypotheekportefeuille.
De voorzieningen van Wholesale Clients
werden met EUR 233 miljoen verlaagd,
resulterend in een nettovrijval van EUR 241
miljoen. Dit was te danken aan een
aanzienlijke vrijval in de portefeuilles
telecommunicatie en energie.
De BU Private Equity verhoogde de
voorzieningen van EUR 16 miljoen naar
EUR 34 miljoen vanwege een voorziening die
in de Britse portefeuille werd getroffen.
De verhoging van de voorzieningen bij Group
Functions met EUR 72 miljoen had
voornamelijk betrekking op toevoegingen
aan de Incurred But Not Identified (IBNI)
debiteurenvoorziening. Deze toevoegingen
Grensoverschrijdend risico
(ultimo, in miljarden euro’s) Grensoverschrijdend risico Na risicovermindering 1
2005 2004 2003 2005 2004 2003
Latijns-Amerika 8,8 6,7 6,2 5,0 3,8 2,6
Azië 12,7 10,3 7,7 10,0 6,1 4,8
Oost-Europa 7,5 4,3 3,6 6,9 3,0 2,3
Midden-Oosten en Afrika 6,2 5,2 3,1 4,9 3,6 2,2 Totaal 35,2 26,5 20,6 26,8 16,5 11,9
1 Uitzettingen met een verminderd risico betreffen doorgaans transacties die zijn gedekt door credit default swaps, verzekering van het politieke risico, offshore deposito’s en effectendepots, specifieke garanties, ringfenced funding of andere in de markt beschikbare instrumenten voor risicovermindering.
Risicobeheer
96
zijn gebaseerd op een kwartaalevaluatie
van de omvang en de samenstelling van de
totale kredietportefeuille van de groep en de
daarop geleden maar niet-geïdentificeerde
verliezen.
LandenrisicoAls onderdeel van het algehele mandaat van
GRM ten aanzien van risicoconcentratie
beheren wij op portefeuillebasis het landen-
risico op uitzettingen in opkomende markten.
Voor een duurzaam en winstgevend gebruik
van kapitaal in opkomende markten is het van
cruciaal belang dat het grensoverschrijdende
risico duidelijk wordt onderkend, gemeten en
gekwantificeerd. Het uiteindelijke doel van het
landenrisicobeleid is een sterk platform te
creëren dat een effectief beheer van het
landenconcentratierisico mogelijk maakt.
Het beleidskader wordt vormgegeven in lijn
met de algehele aanpassingen aan Bazel II.
In dit verband nemen wij actief deel aan het
speciale, door de Nederlandsche Bank geleide
project voor landenrisicobeleid. De
belangrijkste instrumenten waarvan wij thans
gebruikmaken, zijn kwantificering van
landenrisico’s, limieten voor grens-
overschrijdende risico’s en limieten voor
risico’s op overheden.
Kwantificering van landenrisico
Op dit moment hanteren wij een intern
ontwikkeld Cross-Border VaR-model om de
omvang van grensoverschrijdende limieten en
uitzettingen te kwantificeren en beheren op
portefeuille-, regionaal en landenniveau,
binnen door de Raad van Bestuur
goedgekeurde criteria. In overeenstemming
met de geleidelijke invoering van een
landenrisicobeleid dat voldoet aan Bazel II,
werken wij thans aan de volledige
harmonisatie en integratie van dit beleid
met het raamwerk voor economisch
kapitaal. In 2006 zal naar verwachting het
Cross-Border VaR-model worden vervangen
door de berekeningen van het economisch
kapitaal voor risico uit landspecifieke
gebeurtenissen.
Grensoverschrijdend risicoHet grensoverschrijdend risico betreft het
risico dat bedragen in vreemde valuta’s
door overheidsmaatregelen of andere
omstandigheden (bijvoorbeeld burgeroorlog
of embargo) niet uit een bepaald land kunnen
worden overgemaakt.
Onder de meting van het grensoverschrijdend
risico vallen alle uitzettingen, zowel op de
balans als buiten de balans, die rechtstreeks
door een dergelijk risico zouden kunnen
worden beïnvloed. Ten opzichte van 2004 nam
het totale grensoverschrijdend risico in 2005
toe met EUR 9 miljard. Deze stijging werd
hoofdzakelijk veroorzaakt door fors hogere
uitzettingen in Oost-Europa en het Midden-
Oosten.
Risico op overhedenHet risico op overheden is gedefinieerd als
het tegenpartij- en kredietrisico op een
overheid, ongeacht de valuta waarin de
uitzetting luidt. Onder overheden worden
verstaan nationale regeringen, centrale
banken en door nationale regeringen of
centrale banken gegarandeerde entiteiten
(met uitzondering van lagere overheden).
Als gevolg van met name de waardestijging
van de Braziliaanse real en een intensiever
gebruik van overheidsgerelateerde
instrumenten bij onze handels- en
derivatenactiviteiten in Azië en Oost-Europa,
nam het risico op overheden in 2005 toe.
Operationeel risicoKader en structuur
Operationeel risico is het risico dat verliezen
ontstaan als gevolg van niet afdoende of
falende interne processen, menselijk gedrag
en systemen of als gevolg van externe
gebeurtenissen. Onder dit risico vallen
operationele gebeurtenissen zoals IT-
Risicobeheer
97
problemen, tekortkomingen van de
organisatiestructuur, ontbrekende of
inadequate interne controle, menselijke
fouten, fraude en externe bedreigingen.
ABN AMRO kent een concernbeleid en -kader
voor operationeel risicobeheer. Hierin worden
de taken en verantwoordelijkheden op elk
niveau van de organisatie beschreven. Het
Group Operational Risk Management (ORM)
Committee is verantwoordelijk voor het
vaststellen van beleid en standaards op groeps-
niveau ten aanzien van operationeel risico-
beheer en houdt toezicht op de activiteiten die
in dit verband binnen de hele ABN AMRO
groep worden ondernomen. Hieronder vallen
ook de voorbereidingen voor de Advanced
Measurement Approach (AMA)-benadering in
het kader van Bazel II. Het Group ORM
Committee bestaat uit de CRO van de bank
(voorzitter), de COO’s en CRO’s van de BU’s en
de senior managers van de betreffende
onderdelen van Group Functions.
Uitgangspunt bij het operationeel risicobeheer
is dat op alle niveaus in de organisatie het
management van de business
verantwoordelijk is voor het sturen en beheren
van de operationele risico’s. Binnen de hele
bank zijn ORM-functionarissen aangesteld om
het lijnmanagement bij de uitvoering van deze
taak te ondersteunen.
Programma’s en instrumenten
Het lijnmanagement van de business heeft
informatie nodig om operationele risico’s te
onderkennen en te analyseren,
risicobeperkende maatregelen in te voeren en
de effectiviteit van dergelijke maatregelen te
bepalen. Diverse programma’s en
instrumenten zijn hiervoor beschikbaar of
zullen beschikbaar worden gesteld,
waaronder:
• Risk Self-Assessment (RSA)
Een hulpmiddel voor het lijnmanagement
om risico’s systematisch in kaart te brengen
en te beoordelen, zodat er in het geval van
onacceptabele risico’s risicobeperkende
maatregelen kunnen worden genomen. De
risico’s worden met ondersteuning van
getrainde facilitators (veelal ORM-
medewerkers) beoordeeld.
• Corporate Loss Database (CLD)
Een database die het mogelijk maakt om
verliezen uit hoofde van operationele risico’s
systematisch vast te leggen. Alle BU’s zijn
verplicht verliezen boven een
drempelwaarde van EUR 5.000 in te voeren
in de CLD. Het is een hulpmiddel voor het
senior management bij de analyse van
operationele risico’s. Het gebruik van
interne verliesgegevens is een van de
kwalificatiecriteria voor de AMA-benadering
volgens Bazel II en vormt de basis voor de
berekening van het economisch kapitaal en
het toetsingsvermogen.
• External Loss Database
ABN AMRO is medeoprichter van
Operational Risk eXchange, een
internationaal samenwerkingsverband voor
gegevensbestanden dat in 2003 is opgezet.
Externe verliesgegevens worden gebruikt
Risico op overheden
(ultimo, in miljarden euro’s) Totaal uitzettingen Uitzettingen in vreemde valuta’s 1
2005 2004 2003 2005 2004 2003
Latijns-Amerika 9,3 6,3 6,6 1,3 0,8 0,7
Azië 4,2 3,4 3,7 0,4 0,4 0,3
Oost-Europa 2,8 1,9 1,7 1,5 0,5 0,4
Midden-Oosten en Afrika 1,4 0,6 1,0 0,7 0,5 0,6 Totaal 17,7 12,2 13,0 3,9 2,2 2,0
1 Gedeeltelijk opgenomen in grensoverschrijdende limieten.
Risicobeheer
98
voor het uitvoeren van benchmarkanalyses
en zullen in de toekomst ook worden
gebruikt voor scenarioanalyses en stress-
tests.
• Other Risk Approval Process
Een totaalbenadering van het
fiatteringsproces, waarbij de operationele,
juridische en reputatierisico’s van alle
belangrijke veranderingen in de
bedrijfsvoering expliciet worden
beoordeeld. Dit proces omvat ook de
bekrachtiging door alle betrokkenen en de
goedkeuring door de bevoegde
commissie(s).
• Key Risk Indicators
Een methode om mogelijke veranderingen
in het operationele risicoprofiel te
signaleren. Deze kernindicatoren van risico’s
maken het mogelijk trends over een langere
periode te analyseren en waar nodig actie te
ondernemen om deze risico’s te
verminderen.
• Key Operational Risk Controls
Een naslagwerk waarin voor bepaalde
standaardprocessen de belangrijkste risico’s
en de vereiste controlemaatregelen
duidelijk worden omschreven. De
beschrijvingen dragen bij aan een verbeterd
risicobewustzijn en vormen input voor de
RSA.
In 2001 is binnen ABN AMRO een methodiek
ingevoerd voor de berekening van het
benodigde economisch kapitaal voor
operationele risico’s. Dit geschiedt op basis
van een percentage van de naar risico
gewogen activa, waarbij een afslag wordt
toegepast in geval van de juiste implementatie
van programma’s voor operationele risico’s. In
2005 werd dit vervangen door een
economisch-kapitaalmethodiek die beter is
afgestemd op de toekomstige AMA-
benadering en waarbij de nadruk sterker ligt
op interne verliesgegevens.
MarktrisicoMarktrisico zien wij als het risico dat de
handelsportefeuilles van de bank als gevolg
van koers- of prijsschommelingen op de
financiële markten in waarde stijgen of dalen.
Door haar handelsactiviteiten staat
ABN AMRO bloot aan marktrisico’s. Deze
handelsactiviteiten worden zowel voor klanten
als voor eigen rekening van de bank
uitgevoerd. De handel voor klanten brengt een
marktrisico voor de bank met zich mee, terwijl
de bank door de handel voor eigen rekening
een actieve positie op de financiële markten
inneemt. Het risico bij handelsactiviteiten
ontstaat zowel uit open (ongedekte) posities
als uit imperfecte correlaties tussen
marktposities die zijn ingenomen om elkaar te
neutraliseren. Een effectief en efficiënt
marktrisico- en positiebeheer is van essentieel
belang voor de concurrentiekracht en de
winstgevendheid van de bank.
De belangrijkste risicotypen zijn renterisico,
valutarisico, equity risico (aandelenkoersen),
commodity risico (grondstoffenprijzen), credit
spreads, volatiliteit en correlatie. Ieder
risicotype wordt gekenmerkt door
identificeerbare risicofactoren en specifieke
graadmeters. Marktrisicoposities worden
gekwantificeerd door de betreffende
risicofactoren te identificeren en de
bijbehorende graadmeters te berekenen.
Aan de hand van deze grootheden worden
vervolgens marktrisicolimieten vastgesteld
en scenario- en sensitiviteitsanalyses
uitgevoerd. Ook dienen deze grootheden als
input voor de diverse modellen die worden
gebruikt voor risicometing (zoals het VaR-
model), en worden zij gebruikt voor de
berekening van het economisch kapitaal voor
het marktrisico.
Marktrisicobeheer
De algehele doelstelling van de Market Risk
Management (MRM) groep is onverwachte
verliezen als gevolg van marktrisico te
vermijden en optimaal gebruik te maken van
Risicobeheer
99
het voor marktrisico beschikbare kapitaal.
MRM ziet erop toe dat de door Group ALCO
en GRC gedelegeerde bevoegdheden met
betrekking tot marktrisico’s die voortvloeien
uit de handelsactiviteiten van de bank,
effectief worden uitgeoefend en dat posities
efficiënt worden bewaakt en beheerd.
Daarnaast beperkt en bewaakt MRM het
mogelijke effect van bepaalde
marktbewegingen op het resultaat van
handelsposities. Het meten van en het
rapporteren over het marktrisico en het
renterisico van de ALCO-portefeuilles, vallen
eveneens onder de verantwoordelijkheid van
MRM.
Renterisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten)
Een van de hoofdtaken van Group Asset and
Liability Management betreft het beheer van
het rentesaldo van de bank waarbij stabiliteit
wordt nagestreefd, ook bij fluctuaties in de
rente. Group ALCO stelt daarnaast limieten
vast om het eventueel nadelige effect van
marktbewegingen op de winst strikt te
begrenzen. Voor informatie omtrent het
renterisico op het bankboek wordt verwezen
naar punt 38 ‘Beheer van financiële risico’s en
gebruik van derivaten’ van de toelichting op de
jaarrekening.
Valutarisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten)
Het valutarisico betreft het risico dat onze
netto-investering in entiteiten die niet in euro
rapporteren, in waarde verandert als gevolg
van nadelige valutakoersbewegingen.
Bijzonderheden over het valutarisicobeheer
zijn opgenomen in punt 38 ‘Beheer van
financiële risico’s en gebruik van derivaten’
van de toelichting op de jaarrekening.
LiquiditeitsrisicoWij zien het liquiditeitsrisico als het risico
waaraan de winst en het kapitaal thans of op
enig moment in de toekomst blootstaan
indien de bank niet in staat is om op de
vervaldagen aan haar verplichtingen te
voldoen zonder dat hierdoor onaanvaardbare
verliezen ontstaan.
In 2005 heeft ABN AMRO als eerste in
Nederland Covered Bonds (CB’s) uitgegeven
als onderdeel van een speciaal daartoe
opgezet CB-programma van EUR 25 miljard.
Met dit programma kan ABN AMRO het
looptijdprofiel van haar vreemd vermogen, de
rentecurve en de liquiditeitspositie op lange
termijn effectiever beheren, terwijl het tevens
zorgt voor een grotere diversificatie van de
internationale financieringsbronnen. Omdat
specifieke wetgeving ten aanzien van CB’s
ontbreekt, is het programma opgezet volgens
de kenmerken van CB’s die binnen een
juridisch kader zijn uitgegeven. De CB’s
worden uitgegeven door ABN AMRO en
gegarandeerd door ABN AMRO Covered Bond
Company. ABN AMRO geeft de onderliggende
portefeuille van het CB-programma in onder-
pand aan deze entiteit. Deze onderliggende
portefeuille heeft een dynamisch karakter en
bestaat uit Nederlandse eersteklas-
woninghypotheken. De constructie van het
programma is uniek: enerzijds is er de harde
zekerheid van de Structured Covered Bonds
(SCB’s), terwijl anderzijds het gebruik van
complexe kasstroommechanismen wordt
vermeden. Deze combinatie verhoogt de
transparantie voor beleggers en maakt het
voor de uitgevende instelling juist een
eenvoudiger instrument. Het ABN AMRO
programma is bovendien het eerst SCB-
programma dat ook voorziet in de mogelijkheid
van de uitgifte van Medium Term Notes.
In het kader van het liquiditeitsbeheer is een
deel van de Nederlandse woninghypotheek-
portefeuille gesecuritiseerd, waarbij de
meeste notes die door de speciaal voor deze
securitisatietransactie opgezette entiteiten
werden uitgegeven, zijn behouden. Hierdoor
worden kredieten die anders niet door de
Risicobeheer
100
Nederlandsche Bank als onderpand erkend
worden, thans wel als zodanig aanvaard. Dit
had een direct positief effect van ongeveer
EUR 8 miljard op onze liquiditeitspositie. In
tegenstelling tot de US Federal Reserve Board
(Fed) aanvaardt de Nederlandsche Bank
hypotheken niet rechtstreeks als onderpand.
De securitisatie heeft geen gevolgen voor
onze solvabiliteit of de verantwoording van de
onderliggende gesecuritiseerde hypotheek-
portefeuille op de balans. Indien noodzakelijk
kunnen de notes in de markt worden
verhandeld.
Voor na deze informatie over het
liquiditeitsrisico wordt verwezen naar punt 38
‘Beheer van financiële risico’s en gebruik van
derivaten’ van de toelichting op de
jaarrekening.
Risicobeheer
101
ToetsingsvermogenIn 2005 nam het eigen
vermogen aandeelhouders
toe met meer dan 48%. Deze
groei is het netto-effect van
onder meer ingehouden
winst en de onderhandse
plaatsing van aandelen. Het
belang van derden en de
achtergestelde schulden
vertoonden een bescheiden
toename. ABN AMRO
voldoet nog altijd
ruimschoots aan de
solvabiliteitsnormen. Het
toetsingsvermogen steeg
met meer dan 32%.
Het aansprakelijk groepsvermogen bedroeg
ultimo 2005 EUR 43,2 miljard, een toename
van EUR 10,0 miljard ofwel 30,0% ten
opzichte van ultimo 2004.
Eigen vermogenHet eigen vermogen aandeelhouders steeg
met EUR 7,4 miljard ofwel 50%, hoofdzakelijk
door ingehouden winst, de onderhandse
plaatsing van aandelen, de uitoefening van
personeelsopties en op aandelen gebaseerde
betalingen. De groei van het eigen vermogen
werd gedrukt door negatieve
valutaomrekenverschillen op in het buitenland
geïnvesteerd vermogen en mutaties in
bijzondere componenten van het eigen
vermogen.
Van de nettowinst over 2005 wordt een
bedrag van EUR 2,3 miljard ingehouden en
aan de reserves toegevoegd. De onderhandse
plaatsing van aandelen in april en juni leverde
respectievelijk EUR 2,5 miljard en EUR 202
miljoen op. Door de uitoefening van
personeelsopties groeide het eigen vermogen
met EUR 34 miljoen, terwijl op aandelen
gebaseerde betalingen het eigen vermogen
met EUR 87 miljoen deden toenemen. Als
gevolg van valutaomrekenverschillen stegen
de reserves met EUR 1.080 miljoen, waarvan
EUR 659 miljoen verband hield met de
waardevermeerdering van de Braziliaanse
real. Bijzondere componenten van het eigen
vermogen met betrekking tot de
beleggingsportefeuille drukten het eigen
vermogen met EUR 405 miljoen.
Het aantal uitstaande gewone aandelen nam
toe met 208,7 miljoen tot 1.887,9 miljoen,
waarvan 61,6 miljoen betrekking had op
stockdividend tegen een gemiddelde koers
van EUR 18,97. Met betrekking tot het
slotdividend 2004 en het interimdividend 2005
koos respectievelijk 66,3% en 61,7% van de
aandeelhouders voor stockdividend. Hierdoor
werden 32,3 miljoen aandelen uitgegeven
tegen een koers van EUR 18,50 en
29,2 miljoen aandelen tegen een koers van
EUR 19,50. In april werden 135,0 miljoen
aandelen uitgegeven tegen een koers van
EUR 18,65 en in juni nog eens 10,3 miljoen
aandelen tegen een koers van EUR 19,66.
De uitoefening van personeelsopties leidde
tot de uitgifte van 1,9 miljoen aandelen,
waarvoor de tegen een gemiddelde koers van
EUR 18,05 ingekochte aandelen werden
aangewend.
Belang van derdenDoor een combinatie van factoren steeg het
belang van derden met EUR 194 miljoen.
Cumulatieve valutakoerswijzigingen hadden
een positief effect van EUR 133 miljoen,
waarvan EUR 68 miljoen betrekking had op
elementen van het kernvermogen. In oktober
werden voor USD 100 miljoen preferente
aandelen ABN AMRO North America 1995-
2005 afgelost. Eerder was reeds USD 40,5
miljoen ingekocht.
Achtergestelde schuldenHet achtergestelde vermogen nam toe met
EUR 2,4 miljard tot EUR 19,1 miljard. In totaal
werd voor een bedrag van EUR 2,8 miljard aan
achtergesteld vermogen uitgegeven. Dit
betrof onder meer lower tier-2 Floating Rate
Notes 2015 (EUR 1,5 miljard), lower tier-2
Floating Rate Notes 2015, vervroegd aflosbaar
vanaf 2010 (USD 1,5 miljard), lower tier-2
Floating Rate Notes 2015 (USD 136 miljoen),
lower tier-2 Floating Rate Medium-Term Notes
2015 (EUR 70 miljoen) en lower tier-2 Fixed
Medium-Term 6% Notes 2020 (EUR 15
miljoen). De aflossingen bedroegen in totaal
EUR 1,7 miljard, waaronder de vervroegde
aflossing van Floating Rate Notes 2000-2010
(EUR 500 miljoen), de gedeeltelijke aflossing
van Non-Bullet Floating Rate Notes Sudameris
Toetsingsvermogen
102
1999-2009 (USD 40 miljoen) en 7,25% notes
1995-2005 (USD 1 miljard). Valutakoers-
effecten drukten de omvang van het
achtergestelde vermogen met EUR 1,2
miljard. Hier stond tegenover dat voor
EUR 132 miljoen minder aan achtergestelde
leningen werd ingekocht. Door agio’s en
hedging nam de boekwaarde van de
achtergestelde schulden toe met EUR 188
miljoen.
Vereist vermogen en ratio’sOp grond van richtlijnen van de Bank for
International Settlements (BIS) en de
Nederlandsche Bank worden er eisen gesteld
aan de omvang van het vermogen. Het
vermogen van de bank wordt afgezet tegen de
uitzettingen op en buiten de balans. Deze
uitzettingen worden gewogen naar het daarin
begrepen risico. Ook voor het in de
handelsactiviteiten van de bank begrepen
marktrisico moet vermogen worden
aangehouden. De norm voor het
kernvermogen (tier 1 ratio) bedraagt 4% en
voor het totale toetsingsvermogen 8%.
ABN AMRO voldoet ruimschoots aan deze
normen: ultimo 2005 bedroeg de ratio voor
het kernvermogen 10,62% (core tier 1: 8,47%)
en die voor het totaal vermogen 13,14%.
Het toetsingsvermogen is met 32,2%
gestegen tot EUR 33,9 miljard per
31 december 2005. De naar risico gewogen
activa bedroegen ultimo 2005 EUR 257,9
miljard, een stijging van EUR 26,2 miljard ten
opzichte van ultimo 2004. De securitisatie-
programma’s namen in 2005 toe met
EUR 39,9 miljard tot EUR 65,5 miljard.
Toetsingsvermogen
103
Bazel IIFinanciële instellingen in de
Europese Unie (EU) die de
geavanceerde benaderingen
gaan toepassen, moeten
vanaf 1 januari 2008 voldoen
aan het Bazel II-raamwerk.
Ondanks enkele
onzekerheden op het gebied
van wet- en regelgeving
liggen wij goed op koers om
de status ‘geavanceerd’ voor
deze datum te realiseren.
De uitdaging van asynchrone implementatieHet verschil in invoeringsdatum zoals vastgesteld door de
Nederlandsche Bank en toezichthouders in gastlanden als de Verenigde
Staten, heeft gevolgen voor de wereldwijde implementatie van Bazel II.
Ten eerste vallen de implementatiekosten hoger uit, omdat mondiaal
opererende banken als ABN AMRO gelijktijdig meerdere
implementatietrajecten moeten volgen met verschillende einddatums.
Ten tweede zorgt de vertraging voor extra werkdruk bij de
toezichthouders in het moederland en het gastland. Bovendien blijven
de verschillen niet beperkt tot de implementatiedatum: ook de
interpretatie van Bazel II loopt uiteen. Dit vergroot de onzekerheid over
de beste manier om een ‘level playing field’ te garanderen zowel binnen
als buiten de EU.
Op 26 juni 2004 publiceerde het Bazels
Comité voor Bankentoezicht de definitieve
tekst van het nieuwe Kapitaalraamwerk dat
bekendstaat onder de naam Bazel II. De
volledige titel van het document luidt
‘International Convergence of Capital
Measurement and Capital Standards – a
Revised Framework’. De Capital
Requirements Directive (CRD), de vertaling
van het Bazel II-raamwerk in EU-wetgeving,
is door het Europese Parlement op
28 september 2005 goedgekeurd. De
EU-instellingen namen in het najaar van 2005
de CRD aan, zodat thans in de EU de weg vrij
is voor invoering van de richtlijn in nationale
wetgeving. De uiterste datum waarop banken
die de meest geavanceerde benaderingen
toepassen, op Bazel II moeten overgaan, is
1 januari 2008.
Bazel II kent verschillende benaderingen voor
de implementatie van de eisen ten aanzien
van krediet-, markt- en operationele risico’s.
Deze lopen uiteen van de eenvoudige
‘gestandaardiseerde’ benaderingen tot de
meer complexe ‘geavanceerde’ benaderingen.
ABN AMRO heeft in beginsel ervoor gekozen
om voor alle risicotypen de geavanceerde
benaderingen toe te passen, en wel vanaf het
vroegst mogelijke tijdstip van overgang. In
september 2005 maakte de Nederlandsche
Bank als toezichthouder bekend dat de
zogenoemde ‘parallel run’, de periode waarin
wordt gerapporteerd volgens zowel het
huidige regime als het Bazel II-regime, voor
instellingen die een geavanceerde benadering
kiezen, is teruggebracht van twee jaar naar
één jaar (de aanvangsdatum is opgeschoven
van oorspronkelijk 1 januari 2006 naar
1 januari 2007). Deze verschuiving heeft geen
gevolgen voor de voorbereidingen van
ABN AMRO om de officiële invoeringsdatum
van 1 januari 2008 te halen.
De goedkeuring van de CRD in Europa staat in
contrast met de situatie in de Verenigde
Staten, waar het tijdpad voor de goedkeuring
van de nationale wetgeving binnen het Bazel
II-raamwerk nog altijd onduidelijk is. De
Amerikaanse toezichthouder heeft het
implementatietraject onlangs opnieuw
uitgesteld. De beoogde uiterste
invoeringsdatum is nu gesteld op 1 januari
2009, waarmee de Verenigde Staten, naar het
zich thans laat aanzien, één jaar later dan de
EU tot invoering zal overgaan.
Ondanks enkele onzekerheden op het gebied
van wet- en regelgeving ligt ABN AMRO goed
op koers om de doelstellingen met betrekking
tot Bazel II tijdig te realiseren.
Bazel II
104
ABN AMRO is geregistreerd bij de
Amerikaanse Securities and Exchange
Commission (SEC) en staat genoteerd aan de
NYSE. Onze bank is dan ook onderworpen aan
de Amerikaanse effectenwetgeving,
waaronder de Sarbanes-Oxley Act van 2002
en bepaalde corporate governance-regelingen
van de NYSE. In de Sarbanes-Oxley Act staat
de integriteit van bestuurders, accountants en
medewerkers van een onderneming centraal.
Volgens deze wet en regelingen moeten
beursgenoteerde ondernemingen een audit
committee hebben dat is samengesteld uit
onafhankelijke leden. Voorts bevorderen de
wet en de regelingen de onafhankelijkheid van
de externe accountant door het verbod om
naast de accountantscontrole bepaalde
andere, niet aan de controletaak gerelateerde
diensten aan de bank te verlenen. Toezicht
en corporate governance voldeden bij
ABN AMRO, zowel naar de geest als naar
de letter, reeds aan de eisen volgens de
verschillende artikelen van de Sarbanes-Oxley
Act.
Na de inwerkingtreding van de Sarbanes-
Oxley Act heeft ABN AMRO een Disclosure
Committee ingesteld. Hiermee zijn de reeds
bestaande functies en disciplines die
verantwoordelijk zijn voor de nauwkeurigheid
en volledigheid van gepubliceerde gegevens,
geformaliseerd. In deze commissie hebben
zitting de hoofden Group Financial Accounting
(voorzitter), Group Legal, Investor Relations,
Group Audit en Group Risk Management,
alsmede desgewenst vertegenwoordigers van
andere bedrijfsonderdelen.
Met betrekking tot de financiële verslaggeving
voldoen wij reeds aan artikel 302 en
artikel 906 van de Sarbanes-Oxley Act. In deze
artikelen is onder meer de verplichting
vastgelegd dat:
1 de in het Form 20-F opgenomen
jaarrekening en overige financiële informatie
in alle materiële opzichten een getrouw
beeld geven van de financiële positie, de
bedrijfsresultaten en de kasstromen van de
vennootschap conform de voorschriften van
de SEC;
2 er een verantwoordelijkheid bestaat voor
het vaststellen en het handhaven van de
controlemaatregelen en procedures met
betrekking tot de informatieverschaffing en
voor het evalueren van de effectiviteit van
de controlemaatregelen aan het einde van
het jaar;
3 informatie wordt verschaft aan de
externe accountant en het Audit
Committee van de groep, op basis van een
evaluatie van de interne controle van de
financiële verslaggeving, over alle
significante tekortkomingen en materiële
zwaktes in de opzet en de uitvoering
daarvan en over fraude waarbij het
management of andere medewerkers die
een significante rol in de interne controle
van de financiële verslaggeving spelen, zijn
betrokken.
Op grond van artikel 404 van de Sarbanes-
Oxley Act is het management verplicht jaarlijks
verslag uit te brengen over de mate waarin de
opzet en de effectiviteit van de interne
controle van de financiële verslaggeving
toereikend zijn. Het interne controlerapport zal
bevatten:
• een verklaring inzake de
verantwoordelijkheid van het management
voor het vaststellen en het handhaven van
een adequate interne controle van de
financiële verslaggeving;
• een beschrijving van het raamwerk dat het
management heeft gehanteerd om de
effectiviteit van de interne controle van de
financiële verslaggeving van de
vennootschap te evalueren;
Sarbanes-Oxley ActAls beursgenoteerde
onderneming aan de New
York Stock Exchange (NYSE)
moeten wij voldoen aan de
Amerikaanse wet- en
regelgeving, waaronder de
Sarbanes-Oxley Act. Wij
voldoen hieraan zowel naar
de geest als naar de letter en
hebben door de oprichting
van een Disclosure
Committee ons vermogen
hiertoe versterkt. In deze
commissie zijn de bestaande
functies, taken en disciplines
geformaliseerd. Volgens
artikel 302 van de Sarbanes-
Oxley Act is het management
verplicht de
controlemaatregelen en
procedures met betrekking
tot de informatieverschaffing
alsmede de interne
financiële controle formeel
te bevestigen. Op grond van
artikel 404 van deze wet
moet het management
jaarlijks verslag uitbrengen
over de mate waarin de
opzet en de effectiviteit van
de interne controle van de
financiële verslaggeving
toereikend zijn.
Sarbanes-Oxley Act
105
• het oordeel van het management over de
effectiviteit van de interne controle van de
financiële verslaggeving van de
vennootschap per elke balansdatum, met
inbegrip van een verklaring of de interne
controle van de financiële verslaggeving al
dan niet effectief is; en
• een verklaring dat de externe accountant
die de in het jaarverslag opgenomen
jaarrekening heeft gecontroleerd, het
oordeel van het management over de
interne controle van de financiële
verslaggeving heeft bekrachtigd.
Omdat ABN AMRO niet in de Verenigde
Staten is gevestigd en haar boekjaar eindigt
per 31 december, zal dit controlerapport voor
het eerst tegelijk met het Form 20-F over 2006
worden uitgebracht. In 2003 is ABN AMRO op
groepsniveau een ‘Sarbanes-Oxley’-project
gestart onder leiding van een Steering
Committee dat is samengesteld uit
vertegenwoordigers van de leiding van de
BU’s en Group Functions.
ABN AMRO is het eens met de SEC dat de
beoordeling van de interne controle van de
financiële verslaggeving effectiever zal zijn als
de beoordeling zich richt op
controlemaatregelen met betrekking tot die
processen en soorten transacties voor de
jaarrekening en de informatieverschaffing die
het meest waarschijnlijk een materieel effect
op de jaarrekening van de vennootschap zullen
hebben. Bij het vaststellen van de overzichten,
te publiceren informatie, processen en
controlemaatregelen die binnen het bereik van
artikel 404 van de Sarbanes-Oxley Act vallen,
is een risicogestuurde benadering in
aanmerking genomen.
In overeenstemming met de aanbevelingen
van de Amerikaanse Public Company
Accounting Oversight Board heeft ABN AMRO
voor de evaluatie van de effectiviteit van de
interne controle van de financiële
verslaggeving gekozen voor het door de
Committee of Sponsoring Organizations of the
Treadway Commission (COSO) gepubliceerde
referentieraamwerk voor interne controle.
Vanaf het begin heeft ABN AMRO gestreefd
naar een goed evenwicht tussen alle vijf
componenten van de interne controle zoals
deze door de COSO zijn bepaald.
Elk kwartaal wordt een statusrapportage over
het voldoen aan artikel 404 van de Sarbanes-
Oxley Act verstrekt aan en besproken met het
Audit Committee, de Chief Financial Officer en
de voorzitter van de Raad van Bestuur. Sinds
het begin van het project zijn er ook
regelmatig gesprekken gevoerd met de
externe accountant van de vennootschap. De
bedoeling van deze dialoog met diverse
partijen is de voortgang te bewaken die
ABN AMRO boekt met het voldoen aan de
voorschriften ten aanzien van de interne
controle en de financiële rapportages waarop
beleggers zich baseren.
Leden van de Raad van Commissarissen,
Raad van Bestuur, BU Management Teams en
het overige topkader van ABN AMRO zijn
actief betrokken bij het voldoen aan de diverse
artikels van de Sarbanes-Oxley Act en maken
hiervoor de noodzakelijke middelen vrij.
Sarbanes-Oxley Act
informatie aandeelhouders
108De cijfers van voorgaande jaren zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.1 Gecorrigeerd voor ingekochte aandelen ter dekking van uitgegeven personeelsopties.2 Berekend op basis van het gemiddeld uitstaande aantal gewone aandelen.3 Waar nodig gecorrigeerd in verband met kapitaaluitbreidingen.4 De resultaten zijn omgerekend tegen de gemiddelde dollarkoers en de balans tegen de ultimo dollarkoers.
2005
8 2005 8 2004
8
(USD)4
Resultaten (in miljoenen)
Rente 9.341 11.559 8.879
Overige baten 10.486 12.976 8.251
Totaal operationele baten 19.827 24.534 17.130
Totaal operationele lasten 13.517 16.726 13.257
Waardeveranderingen 648 802 616
Bedrijfsresultaat voor belastingen 5.662 7.006 3.257
Jaarwinst (IFRS) 4.443 5.498 3.940
Nettowinst 4.382 5.422 3.865
Winst, toe te rekenen aan houders
van gewone aandelen 4.382 5.422 3.865
Dividendbedrag 2.050 2.537 1.663
Balans (in miljarden)
Eigen vermogen aandeelhouders 7 22,2 26,3 14,8
Aansprakelijk groepsvermogen 7 43,2 51,1 33,2
Verplichtingen private en publieke sector en
uitgegeven schuldbewijzen 487,7 577,2 402,6
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 380,2 450,0 320,0
Balanstelling 880,8 1.042,4 727,5
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden en
onherroepelijke kredietfaciliteiten 187,0 221,3 191,5
Naar risico gewogen activa 257,9 305,2 231,6
Gegevens van gewone aandelen 1
Aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) 1.877,9 1.669,2
Gemiddeld aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) 1.804,1 1.657,6
Winst per aandeel (in euro’s) 2, 5 2,43 3,01 2,33
Winst per aandeel na volledige
verwatering (in euro’s) 2, 5 2,42 2,99 2,33
Dividend per aandeel (afgerond) 3 1,10 1,34 1,00
Uitkeringspercentage per aandeel (dividend / nettowinst) 6 45,3 42,9
Vermogenswaarde per aandeel (ultimo, in euro’s) 3, 7 11,83 14,00 8,88
Ratio’s (in %)
Rendement op eigen vermogen 7 23,5 29,7
BIS-ratio kernvermogen 10,62 8,46
BIS-ratio totaal vermogen 13,14 11,06
Efficiencyratio 68,2 77,4
Medewerkers (nominale aantallen)
Nederland 26.942 28.751
Overige landen 71.138 70.663
Vestigingen
Nederland 655 680
Overige landen 2.902 2.818
Aantal landen en gebieden van vestiging 58 58
ABN AMRO vanaf 1997
Informatie aandeelhouders
1095 2002, inclusief bijzonder resultaat. Exclusief, bedraagt de winst per aandeel EUR 1,52 en na volledige verwatering EUR 1,51.6 2002, inclusief bijzonder resultaat. Exclusief, bedraagt de ratio over 2002 59,2.7 Berekend op basis van de richtlijn van de Raad voor de Jaarverslaggeving per 1 januari 2003 en onder IFRS exclusief de speciale eigen-
vermogencomponenten met betrekking tot de kasstroomhedges en niet-gerealiseerde winsten en verliezen op activa beschikbaar voor verkoop.8 International Financial Reporting Standards.
2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998 1997
9.666 9.723 9.845 10.090 9.404 8.687 7.198 6.294
10.127 9.070 8.435 8.744 9.065 6.840 5.340 4.491
19.793 18.793 18.280 18.834 18.469 15.527 12.538 10.785
13.687 12.585 13.148 13.771 13.202 10.609 8.704 7.450
653 1.274 1.695 1.426 585 633 840 726
5.451 4.918 3.388 3.613 4.725 4.250 2.897 2.626
4.109 3.161 2.207 3.230 2.498 2.570 1.828 1.748
4.066 3.116 2.161 3.184 2.419 2.490 1.747 1.666
1.706 1.589 1.462 1.421 1.424 1.250 906 844
15,0 13,0 11,1 12,1 12,9 12,4 10,9 11,9
33,0 31,8 30,4 34,3 32,9 29,3 24,5 24,2
376,5 361,6 360,7 384,9 339,8 284,2 243,5 221,1
299,0 296,8 310,9 345,3 319,3 259,7 220,5 201,1
608,6 560,4 556,0 597,4 543,2 457,9 432,1 379,5
191,5 162,5 180,3 193,4 187,5 159,0 124,0 102,8
231,4 223,8 229,6 273,4 263,9 246,4 215,8 208,7
1.669,2 1.637,9 1.585,6 1.535,5 1.500,4 1.465,5 1.438,1 1.405,6
1.657,6 1.610,2 1.559,3 1.515,2 1.482,6 1.451,6 1.422,1 1.388,7
2,45 1,94 1,39 1,53 2,04 1,72 1,23 1,20
2,45 1,93 1,38 1,52 2,02 1,71 1,22 1,19
1,00 0,95 0,90 0,90 0,90 0,80 0,58 0,54
40,8 49,0 64,7 58,8 44,1 46,5 46,9 45,5
8,51 7,47 6,47 7,34 8,43 7,87 6,94 7,84
30,8 27,7 20,1 27,3 20,5 23,1 16,6 15,5
8,57 8,15 7,48 7,03 7,20 7,20 6,94 6,96
11,26 11,73 11,54 10,91 10,39 10,86 10,48 10,65
69,2 67,0 71,9 73,1 71,5 68,3 69,4 69,1
28.751 31.332 32.693 36.984 38.958 37.138 36.716 34.071
70.520 81.331 73.745 74.726 76.140 72.800 71.014 42.678
680 711 739 736 905 921 943 967
2.818 2.964 2.685 2.836 2.774 2.668 2.640 921
58 63 66 67 74 76 74 71
De cijfers in de tabellen en grafieken zijn opgesteld in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor
financiële verslaggeving.
Informatie aandeelhouders
110
Het aandeel ABN AMRO
BeursnoteringenPer 31 december 2005 was het gewone
aandeel ABN AMRO Holding N.V. genoteerd
op de beurzen van Amsterdam, Brussel,
Parijs, Londen en New York. De notering van
de gewone aandelen op de beurs van Londen
is per 17 maart 2006 ingetrokken. Op de
beurs van New York zijn de aandelen
beschikbaar in de vorm van American
Depositary Shares, die worden vertegen-
woordigd door American Depositary Receipts
(ADR’s), waarbij één ADR één gewoon
aandeel vertegenwoordigt. Ultimo 2005
bedroeg het aantal uitstaande ADR’s
61.459.721 (ultimo 2004: 52.630.453).
De certificaten van preferente financierings-
aandelen zijn niet ter beurze genoteerd.
De (voorheen converteerbare) preferente
aandelen zijn genoteerd op Euronext
Amsterdam.
In verband met de notering van de gewone
aandelen aan de New York Stock Exchange
publiceert ABN AMRO ook een rapport dat
voldoet aan de regels die door de
Amerikaanse Securities and Exchange
Commission zijn vastgesteld. Dit Form 20-F
wordt op de internetsite van de bank
geplaatst.
Ontwikkeling van aandelenkapitaal
In 2005 is het aantal uitstaande gewone
aandelen met 208,7 miljoen toegenomen van
1.669,2 miljoen tot 1.877,9 miljoen. Deze stijging
was het netto-effect van stockdividenden
(61,6 miljoen aandelen), de uitoefening van
personeels opties (1,9 miljoen aandelen) en de
uitgifte van 145,2 miljoen nieuwe aandelen.
Het gemiddelde aantal uitstaande gewone aan-
delen bedroeg 1.804,1 miljoen (2004: 1.657,6
miljoen). De in de loop van het jaar uitgegeven
aandelen zijn tijdsevenredig mee geteld.
Het aantal uitstaande converteerbare preferente
financieringsaandelen met een nominale
waarde van EUR 0,56 bleef ongewijzigd
1.369.815.864. Deze aandelen kunnen onder
bepaalde voorwaarden in gewone aandelen
geconverteerd worden (voor bijzonderheden
wordt verwezen naar onze internetsite). Het
aantal uitstaande (voorheen converteerbare)
preferente aandelen bleef ongewijzigd 44.988.
Personeelsopties geven recht op de in de
tabel genoemde aantallen gewone aandelen.
Door uitoefenbare personeelsopties kan het
aantal gewone aandelen met 26,9 miljoen
ofwel 1,4% van de ultimo 2005 uitstaande
gewone aandelen toenemen.
Koersontwikkeling januari 2005 – december 2005 (in euro’s)
(MSCI en AEX-indices herleid tot koers gewoon aandeel ABN AMRO Holding N.V. op 31 december 2004)
Informatie aandeelhouders
111
Uitstaande rechten per 31 december 2005
(aantallen in duizenden) Personeels- Gemiddelde opties uitoefenprijs (in euro’s)
Uitoefenperiode tot en met
2007 4.411 21,30
2008 9.459 22,72
2009 4.391 20,42
2010 898 15,06
2011 495 17,12
2012 8.612 19,14
2013 13.105 14,45
2014 13.265 18,86
2015 7.633 21,24
62.269 19,06
Maatschappelijk kapitaal
(in euro’s)
4.000.000.400 gewone aandelen van EUR 0,56 2.240.000.224
4.000.000.000 converteerbare preferente financieringsaandelen van EUR 0,56 2.240.000.000
100.000.000 converteebare preferente aandelen van EUR 2,24 224.000.000
4.704.000.224
Kerncijfers gewone aandelen
(in euro’s) 2005 2004
Slotkoersen
• Hoog 22,34 19,79
• Laag 18,27 16,47
• Ultimo 22,09 19,49
Nettowinst per aandeel 1 2,43 2,33
Winst per aandeel na volledige verwatering 2,42 2,33
Uitkeringspercentage 2 45,3 42,9
Dividend per aandeel 1,10 1,00
Dividendrendement in % (ultimo) 5,0 5,1
Vermogenswaarde per aandeel (ultimo) 11,83 8,88
Koers/winstverhouding (ultimo) 9,1 8,4
Koers/vermogenswaarde in % (ultimo) 186,7 219,5
1 Berekend op basis van het gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen en gecorrigeerd voor kapitaaluitbreidingen.2 Verhouding tussen dividend en nettowinst per aandeel.
Geplaatste aandelen per 31 december 2005
(in euro’s)
1.909.738.427 gewone aandelen van EUR 0,56 1.069.453.519,12
1.369.815.864 converteerbare preferente financieringsaandelen van EUR 0,56 767.096.883,84
44.988 (voorheen converteebare) preferente aandelen van EUR 2,24 100.773,12
Informatie aandeelhouders
112
DividendbeleidZowel het interim- als het slotdividend wordt,
naar keuze van de aandeelhouder, geheel in
contanten dan wel geheel in gewone aandelen
ten laste van de agioreserve uitgekeerd. De
keuzeperiode voor het slotdividend begint na
sluiting van de beurs op de eerstvolgende
werkdag na de dag van de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders. Bij keuze
voor uitkering in aandelen dienen de
aandeelhouders hun stockdividendrechten
gelijktijdig met de opgave van hun keuze in te
leveren bij het ABN AMRO Verwisselkantoor.
Derhalve zal geen officiële notering van en
handel in stockdividenden plaatsvinden. Op
lange termijn wordt gestreefd naar een
uitkeringspercentage van 45% tot 50% van de
voor uitkering beschikbare nettowinst. Hoewel
de volatiliteit van de resultaten als gevolg van
de toepassing van de IFRS zal toenemen,
streven wij naar minimaal een gelijkblijvend
dividend, met daarbij als doelstelling het
dividend op langere termijn te verhogen in lijn
met de verbetering van de onderliggende
cijfers. Als gevolg van de verbeterde
kapitaalpositie heeft ABN AMRO besloten de
neutralisatie van het verwateringseffect van
het stockdividend te hervatten vanaf het
interimdividend 2006.
Certificaten van preferente aandelen
Ultimo 2005 stonden er 1.369,8 miljoen
certificaten van converteerbare preferente
financieringsaandelen van EUR 0,56 nominaal
uit. Jaarlijks wordt een contant dividend
uitgekeerd van EUR 0,02604 per
converteerbare preferent financieringsaandeel
ofwel 4,65% van de nominale waarde van
EUR 0,56. Het dividendpercentage voor
(certificaten van) converteerbare preferente
financieringsaandelen is per 30 september
Historisch overzicht dividend gewone aandelen
Volledig Plus aandelen als % van Aantal nieuwe Uitkerings- in con- nominale waarde aandelen percentage tanten (x 1.000)
Interimdividend 1996 0,20 1,9% gewone aandelen 8.968
Slotdividend 1996 0,27 1,6% gewone aandelen 14.697 45,4
Interimdividend 1997 0,24 1,4% gewone aandelen 11.882
Slotdividend 1997 0,30 1,3% gewone aandelen 13.058 45,5
Interimdividend 1998 0,27 1,4% gewone aandelen 13.451
Slotdividend 1998 0,30 1,4% gewone aandelen 14.045 46,9
Interimdividend 1999 0,30 1,2% gewone aandelen 8.339
Slotdividend 1999 0,50 2,2% gewone aandelen 13.990 46,5
Interimdividend 2000 0,40 1,4% gewone aandelen 14.293
Slotdividend 2000 0,50 2,2% gewone aandelen 19.508 55,2
Interimdividend 2001 0,45 2,3% gewone aandelen 19.554
Slotdividend 2001 0,45 2,2% gewone aandelen 19.298 58,8
Interimdividend 2002 0,45 2,8% gewone aandelen 25.068
Slotdividend 2002 0,45 3,0% gewone aandelen 23.599 59,2
Interimdividend 2003 0,45 2,8% gewone aandelen 26.412
Slotdividend 2003 0,50 3,0% gewone aandelen 28.151 49,0
Interimdividend 2004 0,50 2,9% gewone aandelen 28.855
Slotdividend 2004 0,50 2,7% gewone aandelen 32.334 40,8
Interimdividend 2005 0,50 2,6% gewone aandelen 29.237
Informatie aandeelhouders
113
2004 vastgesteld op 4,65%. Per 1 januari 2011
en vervolgens iedere tien jaar nadien zal het
dividendpercentage worden herzien op basis
van het rekenkundig gemiddelde van de
tienjarige in euro gedenomineerde interest
rate swap, verhoogd met een opslag van
minimaal 25 basispunten en ten hoogste
100 basispunten, afhankelijk van de
heersende marktomstandigheden.
Per 31 december 2005 stonden er 44.988
(voorheen converteerbare) preferente
aandelen van EUR 2,24 nominaal uit. Per
1 januari 2004 gaven deze aandelen jaarlijks
recht op een contant dividend van EUR 0,95
per aandeel ofwel 3,3231% van het bij uitgifte
gestorte bedrag van EUR 28,58815. Het
dividendpercentage zal per 1 januari 2014, en
vervolgens iedere tien jaar nadien, worden
aangepast aan het alsdan bepaalde effectieve
rendement van Nederlandse staatsleningen
met een (resterende) looptijd van negen tot
tien jaar, eventueel verhoogd met een opslag
of verlaagd met een afslag van maximaal
100 basispunten.
Geografische spreiding gewone aandelen ABN AMRO
De gewone aandelen betreffen in het
algemeen aandelen op naam, die bijna volledig
worden gehouden door Euroclear
Netherlands, het Nederlands centraal instituut
voor giraal effectenverkeer. Afgezien van de
gemelde belangen in het kader van de Wet
Melding Zeggenschap, is er geen informatie
beschikbaar over het aandelenbezit. In
december 2005 is een onderzoek uitgevoerd
naar het eigendom van de aandelen
ABN AMRO Holding N.V. Voor 72% van de
gewone aandelen van de vennootschap kon
Marktkapitalisatie
(ultimo, in miljoenen euro’s) 2005 2004
Gewone aandelen (uitstaand) 41.483 32.533
Converteerbare preferente financieringsaandelen 767 767
(Voorheen converteerbare) preferente aandelen 1 1
42.251 33.301
Kapitalisatie als % van totale beurswaarde van alle beursgenoteerde
Nederlandse gewone aandelen 7,9% 8,2%
Dagomzet gewone aandelen in 2005
(aantallen in duizenden) Euronext NYSE (ADR’s) Amsterdam
Hoog 55.590,6 1.108,9
Laag 1.914,3 117,5
Gemiddeld 9.005,3 280,6
Dagomzet preferente aandelen in 2005 Euronext Amsterdam
(aantallen in duizenden) (Voorheen converteerbare) preferente aandelen
Hoog 4,0
Laag –
Gemiddeld 0,1
Informatie aandeelhouders
114
het eigendom worden vastgesteld. Van deze
72% was 86% in handen van institutionele
beleggers en 14% in het bezit van particuliere
beleggers. De geografische verdeling van de
aandelen waarvan het eigendom kon worden
vastgesteld, was 35% Nederland en 65%
buiten Nederland.
De geografische concentratie van aandelen in
het bezit van institutionele beleggers is
hieronder weergegeven
Geografische spreiding wereldwijd
GrootaandeelhoudersDe instellingen in de tabel hebben op basis
van de Wet Melding Zeggenschap
meegedeeld het daarin vermelde
aandelenbelang in ABN AMRO Holding N.V. te
bezitten. De belangen zijn weergegeven als
percentage van het totale aantal uitstaande
gewone aandelen en certificaten van
preferente aandelen per ultimo 2005.
De certificaten van preferente
financieringsaandelen worden uitgegeven
door de Stichting Administratiekantoor
Preferente Financieringsaandelen ABN AMRO
Holding. Ultimo 2005 hield deze Stichting
100% van de uitstaande preferente
financieringsaandelen in administratie.
Opgave Wet Melding Zeggenschap
Aantal gewone Percentage van Aantal Percentage aandelen gewone aandelen certificaten van certificaten van preferente van preferente aandelen
1 aandelen 1
Aegon N.V. 712.672 0,04 196.347.872 14,33
Fortis Utrecht N.V. 2 10.562.903 0,55 230.833.376 16,85
Delta Lloyd Leven 3 16.047.351 0,84 239.409.452 17,48
ING Groep N.V. 4 124.556.052 6,52 291.692.888 21,29
Eureko B.V. 5 1.596.091 0,08 166.000.000 12,12
De Zonnewijser
(beleggingsfonds) 6 5.898 – 205.789.464 15,02
1 Met uitzondering van het Administratiekantoor zijn de in bovenstaande tabel genoemde houders van preferente aandelen in het bezit van certificaten die recht geven op de aan de preferente aandelen verbonden economische voordelen. De preferente aandelen die door deze certificaten worden vertegenwoordigd, worden gehouden door het Administratiekantoor.
2 In 2005 verminderde Fortis Utrecht N.V. haar belang in het uitstaande gewone aandelenkapitaal van 0,58% naar 0,55%. Het belang in het uitstaande preferente aandelenkapitaal bleef ongewijzigd op 16,85%.
3 In 2005 verminderde Delta Lloyd Leven haar belang in het uitstaande gewone aandelenkapitaal van 0,86% naar 0,84%. Het belang in het uitstaande preferente aandelenkapitaal bleef ongewijzigd op 17,48%.
4 In 2005 verminderde ING Groep N.V. haar belang in het uitstaande gewone aandelenkapitaal van 6,57% naar 6,52%. Het belang in het uitstaande preferente aandelenkapitaal bleef ongewijzigd op 21,29%.
5 In 2005 verwierf Eureko B.V. een belang van 0,08% in het uitstaande gewone aandelenkapitaal en van 12,12% in het uitstaande preferente aandelenkapitaal.
6 In 2005 verminderde De Zonnewijser haar belang in het uitstaande gewone aandelenkapitaal van 0,01% naar 0,00%. Het belang in het uitstaande preferente aandelenkapitaal bleef ongewijzigd op 15,02%.
Informatie aandeelhouders
115
Creditratings
Lang Kort
Moody’s Aa3 P-1
Standard & Poor’s AA– A-1+
FitchIBCA AA– F1+
Peer group ABN AMRODe maatstaven die wij hanteren om op concernniveau onze performance te meten, zijn het
totaalrendement voor aandeelhouders (Total Return to Shareholders / TRS) en het gemiddelde
rendement op eigen vermogen. Het TRS wordt afgezet tegen dat van de twintig hieronder
vermelde concurrenten die onze peer group vormen. Ons doel is een positie in de top 5 van
deze peer group aan het eind van elke meetperiode van vier jaar. Wat betreft het
totaalrendement voor aandeelhouders beëindigden wij de cyclus 2002-2005 op een
zevende plaats in onze peer group; eind 2005 stonden wij in de cyclus 2005-2008 op een
twaalfde positie. Een grafiek van onze TRS-performance kunt u vinden op de
internetsite www.abnamro.com.
Barclays plc
BBVA
BNP Paribas
Grupo Santander
Citigroup
Credit Suisse Group
Deutsche Bank
HSBC Holdings plc
HVB Group
ING Group
JPMorgan Chase
KeyCorp
Lloyds TSB Group plc
Merrill Lynch
Morgan Stanley
National City
Nordea
Société Générale Group
UBS
Wells Fargo
IndicesDe belangrijkste indices waarin het gewone aandeel ABN AMRO Holding N.V. is opgenomen,
zijn:
AEX
S&P Euro Index
DJ Euro Stoxx 50 Index
DJ Sustainability Indexes
MSCI Euro Index
FTSE Eurotop 100
FTSE Eurotop 300
FTSE4Good Index
Informatie aandeelhouders
116
Investor Relations
tel.: +31 (0)20 628 7835
fax: +31 (0)20 628 7837
e-mail: [email protected]
internetsite: www.abnamro.com/
investorrelations
Kalender 2006
31 januari Bekendmaking jaarcijfers 2005
31 maart Publicatie jaarverslag 2005, Form 20-F en Duurzaamheidsverslag
26 april Bekendmaking cijfers eerste kwartaal 2006
26 april Ex-dividendnotering (ADR’s)
27 april Algemene Vergadering van Aandeelhouders
28 april Record date (ADR’s)
1 mei - 16 mei Keuzeperiode dividend (ADR’s)
2 mei Ex-dividendnotering (Nederland)
2 mei - 18 mei Keuzeperiode dividend (Nederland)
23 mei Vaststelling stockkoers (Nederland) op basis van de gewogen gemiddelde aandelenkoers op
19, 22 en 23 mei
23 mei Bekendmaking stockpercentage (Nederland en ADR’s)
29 mei Betaalbaarstelling (Nederland)
6 juni Betaalbaarstelling (ADR’s)
31 juli Bekendmaking cijfers tweede kwartaal 2006
30 oktober Bekendmaking cijfers derde kwartaal 2006
Kalender 2007
8 februari Bekendmaking jaarcijfers 2006
30 maart Publicatie jaarverslag 2006 en Form 20-F
26 april Bekendmaking cijfers eerste kwartaal 2007
26 april Algemene Vergadering van Aandeelhouders
30 juli Bekendmaking cijfers tweede kwartaal 2007
25 oktober Bekendmaking cijfers derde kwartaal 2007
Informatie aandeelhouders
jaarrekening 2005
Jaarrekening 2005
119
Geconsolideerde jaarrekening
Grondslagen 121
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2005 142
Geconsolideerde balans per 31 december 2005 143
Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen over 2005 144
Geconsolideerde integrale jaarwinst over 2005 145
Geconsolideerd kasstroomoverzicht voor 2005 146
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 147
Vennootschappelijke jaarrekening
Grondslagen 224
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2005 227
Vennootschappelijke balans per 31 december 2005 (voor winstbestemming) 227
Vennootschappelijk mutatieoverzicht eigen vermogen over 2005 228
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening 229
Inhoud
Jaarrekening 2005
121
ABN AMRO Holding N.V. is de in Nederland
gevestigde moedermaatschappij van
ondernemingen die tot de geconsolideerde
ABN AMRO groep behoren (hierna te
noemen de ‘groep’ of ‘ABN AMRO’). De
geconsolideerde jaarrekening van de groep
voor het boekjaar eindigend per
31 december 2005 omvat de gegevens voor
de moedermaatschappij, de entiteiten
waarover de moedermaatschappij
zeggenschap uitoefent en de belangen in
deelnemingen met invloed.
De groep verleent wereldwijd een breed
assortiment financiële diensten, onder meer
op het gebied van consumer, commercial en
investment banking.
OvereenstemmingsverklaringDe geconsolideerde jaarrekening is
opgesteld in overeenstemming met de
International Financial Reporting Standards
(IFRS) zoals vastgesteld door de Europese
Unie (EU). Er is geen gebruikgemaakt van
de EU-uitzonderingsbepaling (‘carve out’)
ten aanzien van portefeuille-hedging. De
door de groep toegepaste grondslagen zijn
dan ook volledig in overeenstemming met
IFRS.
IFRS-standaarden en -interpretaties worden
uitgegeven door de International Accounting
Standards Board (IASB) en bestaan uit de
International Financial Reporting Standards,
de International Accounting Standards en
interpretaties die door het International
Financial Reporting Interpretations
Committee (IFRIC) zijn uitgegeven.
In verband met de notering van het gewone
aandeel ABN AMRO Holding N.V. in de vorm
van American Depositary Receipts op de
New York Stock Exchange (NYSE) publiceert
ABN AMRO ook een jaarverslag (Form 20-F)
dat voldoet aan de regels van de
Amerikaanse Securities and Exchange
Commission (SEC) die gelden voor in het
buitenland gevestigde ondernemingen. Het
Form 20-F bevat ook een aansluiting van het
eigen vermogen en de jaarwinst toe te
rekenen aan aandeelhouders moeder-
maatschappij naar de vergelijkbare cijfers
volgens in de Verenigde Staten algemeen
aanvaarde grondslagen voor financiële
verslaggeving (US GAAP).
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening en eerste toepassingDe jaarrekening luidt in euro’s, de
rapporteringsvaluta van de groep, afgerond
op het dichtstbijzijnde miljoen.
Bij de opstelling van de jaarrekening is van
verschillende waarderingsgrondslagen
gebruikgemaakt. De reële waarde wordt
gebruikt voor afgeleide financiële
instrumenten, voor financiële activa en
verplichtingen die worden aangehouden
voor handelsdoeleinden of die zijn
aangewezen als tegen reële waarde op te
nemen posten met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening, en voor activa die
beschikbaar zijn voor verkoop. Overige
financiële activa (met inbegrip van
kredieten en vorderingen) en
verplichtingen worden gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs. De boekwaarde
van tegen geamortiseerde kostprijs
opgenomen activa en verplichtingen die
deel van een reële-waardehedgerelatie
uitmaken, wordt aangepast met betrekking
tot reële-waardeveranderingen die
voortvloeien uit het afgedekte risico. Niet-
financiële activa en verplichtingen worden
in het algemeen gewaardeerd tegen
historische kostprijs.
De opstelling van de jaarrekening in
overeenstemming met IFRS vereist dat
beoordelingen en schattingen worden
gemaakt die van invloed zijn op de
opname en waardering van activa en
passiva, de informatieverschaffing over
voorwaardelijke vorderingen en schulden
per de datum van de jaarrekening en de
gerapporteerde baten en lasten over de
verslagperiode. Hoewel deze schattingen
met betrekking tot actuele gebeurtenissen
en handelingen naar beste weten van het
management worden gemaakt, kunnen de
feitelijke uitkomsten uiteindelijk afwijken van
deze schattingen.
Grondslagen
Jaarrekening 2005
122
Tot de belangrijkste onderdelen waarvoor
beoordelingen en schattingen moeten
worden gemaakt, behoren risico en
rendement en andere relevante criteria om te
bepalen of een financieel actief niet langer in
de balans moet worden opgenomen of op
welk moment een voor een bijzonder doel
opgezette entiteit (‘special purpose entity’)
moet worden geconsolideerd, het bepalen
van de reële waarde van bepaalde activa en
verplichtingen, de omvang en de timing van
toekomstige kasstromen uit kredieten die
een bijzondere waardevermindering hebben
ondergaan, de uitkomst van rechtszaken en
de veronderstellingen die ten grondslag
liggen aan het vaststellen van langlopende
personeelsverplichtingen en overige
voorzieningen.
De groep heeft de hierin uiteengezette
grondslagen toegepast vanaf de overgang
naar IFRS per 1 januari 2004.
ABN AMRO heeft de geconsolideerde
jaarrekening voor alle periodes tot en met het
boekjaar eindigend per 31 december 2004
opgesteld in overeenstemming met de in
Nederland algemeen aanvaarde grondslagen
voor financiële verslaggeving (‘Dutch GAAP’).
Met ingang van 1 januari 2005 is ABN AMRO
verplicht haar geconsolideerde jaarrekening
op te stellen in overeenstemming met IFRS
zoals vastgesteld door de EU. De IFRS zijn
van toepassing op de verslaggeving door
ABN AMRO over het boekjaar dat per
31 december 2005 is geëindigd. De IFRS-
overgangseffecten betreffen de effecten van
de toepassing van alle IFRS-bepalingen op
onze activa (onder meer kredieten en
onroerende zaken), passiva (onder meer
pensioenregelingen) en openstaande
contracten (onder meer derivaten en
leaseovereenkomsten) per 1 januari 2004.
Voor Nederlandse ondernemingen is de
invoering van IFRS in veel opzichten een
geleidelijk proces, omdat een groot aantal
IFRS-standaarden al in Dutch GAAP was
opgenomen. De voor banken belangrijkste
IFRS-standaard, namelijk IAS 39 ‘Financiële
instrumenten’, was echter nog niet in Dutch
GAAP verwerkt. De toepassing van deze
standaard, die het gebruik van reële waarde
uitbreidt en specifieke regels bevat voor de
administratieve verwerking van afdekkings-
transacties (‘hedge accounting’), leidt tot een
aantal overgangsverschillen.
Bij de opstelling van de onderhavige
geconsolideerde jaarrekening heeft de groep
ervoor gekozen om gebruik te maken van
bepaalde overgangsbepalingen binnen
IFRS 1, ‘First-time Adoption of International
Financial Reporting Standards’, die voorzien
in de mogelijkheid om een beroep te doen
op een aantal vrijstellingen van volledige
retrospectieve toepassing van de IFRS.
Bij de opstelling van de IFRS-openingsbalans
van de groep is van de volgende vrijstellingen
gebruikgemaakt:
• geen correctie van fusies en overnames die
vóór 1 januari 2004 plaatsvonden;
• het volledige cumulatieve actuariële verlies
op pensioenregelingen is opgenomen in
het eigen vermogen per 1 januari 2004;
• de cumulatieve reserve valutaomreken-
verschillen, die een component is van het
eigen vermogen, is voor alle buitenlandse
activiteiten per 1 januari 2004 op nihil
gezet;
• IFRS 2, ‘Share-based Payment’, is alleen
toegepast op beloningscomponenten die
na 7 november 2002 voorwaardelijk zijn
toegekend;
• de in IAS 39 opgenomen voorwaarde dat
winsten en verliezen die bij de eerste
opname van een financieel actief of een
financiële verplichting ontstaan maar niet
op grond van waarneembare markt-
gegevens zijn bepaald, moeten worden
uitgesteld, is toegepast voor alle
transacties die na 25 oktober 2002 zijn
aangegaan conform de eisen van US GAAP;
• bepaalde financiële activa en verplichtingen
zijn bij de overgang naar IFRS aangewezen
als posten die worden aangehouden tegen
reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening. Dit betreft onder meer
beleggingen zonder zeggenschap die het
karakter van private equity-belangen
hebben, de voor verkoop aangehouden
hypotheekportefeuille van ons Noord-
Amerikaanse bedrijf, unit-linked
Jaarrekening 2005
123
beleggingen die uit hoofde van
verzekeringscontracten voor rekening van
polishouders worden aangehouden en
bepaalde gestructureerde verplichtingen.
De groep heeft de ‘Wijziging van IAS 39,
Financiële instrumenten: opname en
waardering: de reële-waardeoptie’ per
1 januari 2004, dus vóór de verplichte
ingangsdatum, toegepast. Daarnaast heeft de
groep ervoor gekozen IFRS 5, ‘Non-current
Assets Held for Sale and Discontinued
Operations’ per 1 januari 2004, nog vóór de
verplichte ingangsdatum, toe te passen.
Nadere bijzonderheden omtrent de overgang
naar IFRS zijn opgenomen in punt 47 van de
toelichting.
Grondslagen voor consolidatieDochterondernemingen en acquisitiesDochterondernemingen zijn die
ondernemingen waarover de groep de
zeggenschap heeft. Er wordt geacht sprake
te zijn van zeggenschap indien de groep de
mogelijkheid heeft om, direct of indirect, het
financiële en operationele beleid van een
onderneming te bepalen teneinde voordelen
te verkrijgen uit de activiteiten van de
onderneming. Bij het beoordelen of er sprake
is van zeggenschap wordt het bestaan van
eventuele stemrechten die alsdan
uitgeoefend of geconverteerd kunnen
worden, alsmede het effect daarvan, in
aanmerking genomen. De groep treedt op als
sponsor bij het opzetten van entiteiten, met
inbegrip van special purpose entities, die al
dan niet direct het eigendom van de groep
kunnen zijn, voor securitisatietransacties van
activa en voor beperkte, goed gedefinieerde
doelstellingen. Deze entiteiten kunnen met
name bij securitisatietransacties activa van
andere groepsmaatschappijen verwerven.
In sommige gevallen betreft het entiteiten
waarbij de kans op faillissement gering is
en waarvan de activa niet beschikbaar zijn
om vorderingen van schuldeisers van de
groep of haar dochterondernemingen te
voldoen. Dergelijke entiteiten worden
door de groep geconsolideerd wanneer
de groep op basis van de economische
realiteit van de relatie tussen de groep en
de entiteit de zeggenschap heeft over die
entiteit.
De jaarrekeningen van dochteronder-
nemingen en special purpose entities zijn
in de geconsolideerde jaarrekening
opgenomen vanaf de aanvangsdatum van
de zeggenschap tot aan het moment waarop
deze eindigt.
Het belang van derden in het eigen
vermogen wordt afzonderlijk in de
geconsolideerde balans gepresenteerd
als component van het totaal eigen
vermogen. Het resultaat over de
verslagperiode dat aan het belang van
derden kan worden toegerekend, wordt
apart zichtbaar gemaakt.
IFRS 3 ‘Business Combinations’ is toegepast
op alle fusies en overnames die na 1 januari
2004 hebben plaatsgevonden. Goodwill op
acquisities vóór deze datum werd ten laste
van het eigen vermogen gebracht. De
verkrijgingsprijs van een overgenomen
entiteit wordt bepaald op de reële waarde
van de opgegeven activa, de uitgegeven
aandelen of de aangegane verplichtingen per
de overnamedatum, vermeerderd met de
direct aan de overname toe te rekenen
kosten. Het positieve verschil tussen de
verkrijgingsprijs en het aandeel van de groep
in de reële waarde van het saldo van
identificeerbare activa en verplichtingen
(waaronder begrepen bepaalde
voorwaardelijke schulden) van de
overgenomen entiteit wordt opgenomen als
goodwill.
In het geval van een stapsgewijze acquisitie
waarbij de zeggenschap in fasen tot stand
komt, worden alle activa en verplichtingen
van de overgenomen entiteit, met
uitzondering van goodwill, gecorrigeerd naar
de reële waarde per de datum van de laatste
aandelenovernametransactie. Aanpassingen
met betrekking tot de reële waarde van
bestaande belangen worden direct ten
gunste of ten laste van het eigen vermogen
gebracht. Het feit dat alle overgenomen
activa en verplichtingen tegen reële waarde
worden opgenomen, leidt ertoe dat het
Jaarrekening 2005
124
belang van derden wordt berekend aan de
hand van deze reële waarden.
Investeringen met invloed van betekenisDeelnemingen met invloed zijn die
ondernemingen waarin de groep invloed van
betekenis (over het algemeen wanneer de
groep tussen 20% en 50% van de
stemrechten bezit) heeft op het operationeel
en financieel beleid, maar waarover ze geen
zeggenschap heeft.
Venture capital-investeringen met invloed van
betekenis worden verantwoord tegen reële
waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening.
Overige investeringen waarbij invloed van
betekenis wordt uitgeoefend, waaronder ook
de strategische investeringen van de groep,
worden volgens de nettovermogens-
waardemethode verantwoord en
gepresenteerd als deelnemingen met
invloed. Volgens deze methode wordt de
investering bij eerste opname verantwoord
tegen kostprijs en vervolgens verhoogd (of
verlaagd) met de nettowinst (of het
nettoverlies) na de overname, overige
mutaties die het eigen vermogen van de
participatie beïnvloeden en eventueel
noodzakelijke aanpassingen voor bijzondere
waardeverminderingen. Indien het aandeel
van de groep in verliezen hoger is dan de
boekwaarde van de investering, wordt de
boekwaarde verlaagd tot nihil, inclusief
eventuele andere ongedekte vorderingen, en
wordt de verantwoording van verdere
verliezen stopgezet, behalve voor zover de
groep verplichtingen is aangegaan of
betalingen heeft verricht namens de
participatie.
Entiteiten waarover gezamenlijke zeggenschap wordt uitgeoefendEntiteiten waarover gezamenlijk de
zeggenschap wordt uitgeoefend, zijn die
ondernemingen waarover de groep
gezamenlijke zeggenschap heeft, zoals
vastgelegd in een overeenkomst. De
geconsolideerde jaarrekening bevat het
evenredige aandeel van de groep in de
activa, passiva, baten en lasten van deze
ondernemingen. Hierbij worden de posten
regel voor regel verantwoord, vanaf de
aanvangsdatum van de gezamenlijke
zeggenschap tot aan de datum waarop deze
eindigt.
Vaste activa aangehouden voor verkoop en beëindigde bedrijfsactiviteitenVaste activa en/of bedrijfsactiviteiten
worden aangewezen als aangehouden voor
verkoop indien de boekwaarde daarvan
hoofdzakelijk gerealiseerd zal worden door
middel van een verkooptransactie die
volgens planning binnen twaalf maanden
zal plaatsvinden, en niet door het
voortgezette gebruik. Voor verkoop
aangehouden activa worden gewaardeerd
tegen de boekwaarde of, indien lager, de
reële waarde minus de verkoopkosten en
worden afzonderlijk van de andere activa
opgenomen in de balans. Activa en
verplichtingen van voor verkoop aangehouden
bedrijfsactiviteiten worden afzonderlijk
gepresenteerd.
De opbrengsten van beëindigde
bedrijfsactiviteiten (indien deze van betekenis
zijn en een afzonderlijk commercieel
bedrijfsonderdeel of geografisch
bedrijfsonderdeel vertegenwoordigen)
worden in de winst- en verliesrekening
gepresenteerd als één bedrag dat bestaat uit
de nettowinst en/of het nettoverlies van de
beëindigde bedrijfsactiviteit en het bij
verkoop gerealiseerde resultaat na
belastingen. Vergelijkende cijfers in de
winst- en verliesrekening worden aangepast
indien in de verslagperiode een
bedrijfsactiviteit als te beëindigen wordt
aangemerkt en voor afzonderlijke presentatie
in aanmerking komt.
Private equity-belangenBelangen met een ‘private equity’-karakter
waarover de groep zeggenschap uitoefent,
worden geconsolideerd. Alle overige
beleggingen met het karakter van private
equity-belangen worden opgenomen tegen
reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening.
Jaarrekening 2005
125
Eliminatie van transacties bij consolidatieVerhoudingen en transacties tussen
groepsmaatschappijen en daarmee verband
houdende niet-gerealiseerde winsten worden
geëlimineerd bij het opstellen van de
geconsolideerde jaarrekening. Niet-
gerealiseerde winsten op transacties met
deelnemingen met invloed en entiteiten
waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt
uitgeoefend, worden geëlimineerd naar rato
van het belang dat de groep in de
onderneming heeft. Niet-gerealiseerde
verliezen worden eveneens geëlimineerd,
tenzij uit de transactie blijkt dat er sprake is
van bijzondere waardevermindering van het
overgedragen actief.
ValutaomrekenverschillenDe financiële resultaten van de buitenlandse
activiteiten van de groep die worden
uitgeoefend via kantoren, dochteronder-
nemingen, deelnemingen met invloed en
joint ventures, worden uitgedrukt in de valuta
die het best de economische betekenis van
de onderliggende gebeurtenissen en
omstandigheden weergeeft die relevant zijn
voor die entiteit (‘de functionele valuta’).
Transacties in een andere valuta dan de
functionele valuta van de entiteit die de
transactie aangaat, worden omgerekend in
de functionele valuta tegen de wisselkoers
op de transactiedatum. Overlopende activa
en passiva worden omgerekend op basis van
de wisselkoers op de laatste dag van de
maand waarop de resultaten betrekking
hebben. Monetaire activa en verplichtingen
die in vreemde valuta luiden, worden
omgerekend tegen de wisselkoers per
balansdatum. In vreemde valuta luidende
niet-monetaire activa en verplichtingen die
tegen historische kostprijs worden
gewaardeerd, worden omgerekend tegen de
wisselkoers op de datum van eerste opname.
Valutaomrekenverschillen op monetaire
financiële activa en verplichtingen, ongeacht
of deze tegen geamortiseerde kostprijs of
reële waarde worden gewaardeerd, worden
opgenomen in de winst- en verliesrekening
onder valutakoersresultaten.
Valutaomrekenverschillen op niet-monetaire
posten (zoals aandelen) die worden
aangehouden tegen reële waarde met
verwerking van waardeveranderingen in de
winst- en verliesrekening, worden eveneens
opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Valutaomrekenverschillen op voor verkoop
beschikbare niet-monetaire posten worden
direct opgenomen in het eigen vermogen, in
de component ‘Niet-gerealiseerde winsten /
verliezen op activa beschikbaar voor verkoop
(netto)’.
De activa en passiva van buitenlandse
entiteiten, met inbegrip van goodwill en
correcties voor ‘purchase accounting’,
worden omgerekend in de rapporterings-
valuta van de groep (de euro) tegen de
wisselkoers per balansdatum. De baten en
lasten van buitenlandse activiteiten worden
omgerekend in euro tegen de wisselkoers
per maandultimo. De aldus ontstane
valutaomrekenverschillen worden direct
opgenomen in het eigen vermogen (reserve
valutaomrekenverschillen). Wanneer
buitenlandse activiteiten geheel of
gedeeltelijk worden verkocht, worden onder
het eigen vermogen verantwoorde
valutaomrekenverschillen, voor zover
ontstaan na de overgang naar IFRS per
1 januari 2004, in de winst- en
verliesrekening opgenomen.
Fiduciaire activiteitenDe groep treedt ook op als trustee en in
andere fiduciaire hoedanigheden waarbij
activa ten behoeve van particuliere personen,
trusts of andere instellingen hetzij worden
aangehouden hetzij worden geplaatst. Deze
activa vormen geen activa van de groep en
worden dan ook niet in deze jaarrekening
opgenomen.
Winst- en verliesrekeningRenteRentebaten en -lasten worden in de winst-
en verliesrekening opgenomen volgens de
effectieve-rentemethode. De toepassing van
deze methode omvat de amortisatie van een
eventueel disagio of agio of andere
verschillen (met inbegrip van transactiekosten
en daarop betrekking hebbende provisies)
tussen de eerste boekwaarde van een
Jaarrekening 2005
126
rentedragend instrument en het bedrag per
vervaldatum, berekend op basis van de
effectieve-rentevoet. Onder deze post
worden tevens rentebaten en -lasten met
betrekking tot handelsposities verantwoord.
ProvisieProvisies worden als volgt verantwoord:
• provisies die ontstaan als een integraal
onderdeel van het onderhandelen en
arrangeren van financieringstransacties
voor klanten, zoals de uitgifte van leningen,
worden meegenomen in de berekening van
de effectieve-rentevoet en verwerkt onder
rentebaten en -lasten;
• provisies voor transacties of eenmalige
handelingen worden opgenomen op het
moment van afwikkeling van de transactie
of handeling;
• provisies die afhankelijk zijn van de
resultaten van een bepaalde gebeurtenis of
van bepaalde prestaties worden pas
opgenomen op het moment dat aan de
desbetreffende criteria is voldaan;
• provisies voor verleende diensten worden
in de regel lineair opgenomen gedurende
de looptijd van het dienstverlenings-
contract. Vergoedingen voor adviesdiensten
en werkzaamheden met betrekking tot
portefeuille- en overig beheer worden
verwerkt op basis van de van toepassing
zijnde dienstverleningscontracten;
• vergoedingen voor vermogensbeheer ten
behoeve van beleggingsfondsen worden
eveneens opgenomen gedurende de
periode waarin de dienstverlening
plaatsvindt. Dit principe wordt ook
gehanteerd voor de opname van baten uit
diensten op het gebied van wealth
management, financial planning en
bewaarneming die gedurende een langere
periode worden verleend.
HandelsresultaatHet handelsresultaat omvat winsten en
verliezen die ontstaan uit veranderingen in de
reële waarde en de verkoop van financiële
activa en verplichtingen aangehouden voor
handelsdoeleinden, met inbegrip van
ontvangen dividend uit handelsactiviteiten.
Rentebaten of -lasten met betrekking tot
activa en verplichtingen aangehouden voor
handelsdoeleinden worden opgenomen
onder rentebaten en -lasten.
Resultaat uit financiële transactiesHet resultaat uit financiële transacties omvat
de winsten en verliezen uit de verkoop van
niet voor handelsdoeleinden aangehouden
financiële activa en verplichtingen, de
ineffectiviteit van bepaalde hedges en reële
waardeveranderingen met betrekking tot
activa en verplichtingen die zijn aangewezen
als tegen reële waarde op te nemen posten
met verwerking van veranderingen in de
reële waarde en in de waarde van daaraan
gekoppelde derivaten in de winst- en
verliesrekening. Dividend uit niet voor
handelsactiviteiten aangehouden aandelen-
beleggingen wordt opgenomen op het
moment dat de rechten daarop ontstaan.
Overige operationele batenBaten uit vastgoed in ontwikkeling worden
pas opgenomen wanneer een betrouwbare
schatting van het resultaat van een
ontwikkelingsproject kan worden gemaakt;
daarna worden de contractuele baten en
lasten in de winst- en verliesrekening
verwerkt naar rato van de voortgang van het
project. De voortgang wordt bepaald aan de
hand van de uitgevoerde projectfasen.
Verwachte verliezen op projecten worden
onmiddellijk in de winst- en verliesrekening
verwerkt.
Huuropbrengsten uit vastgoedbeleggingen
worden lineair in de winst- en verliesrekening
opgenomen op basis van de duur van de
huurovereenkomst. Ontvangen vergoedingen
in het kader van de totstandkoming van
huurovereenkomsten worden als integraal
onderdeel van de totale huuropbrengsten
verwerkt.
De opbrengsten uit verzekeringsactiviteiten
worden opgenomen na aftrek van directe
kosten en noodzakelijke voorzieningen met
betrekking tot het verzekerde risico.
Winst per aandeelDe winst per aandeel wordt berekend door
de winst uit voortgezette en beëindigde
bedrijfsactiviteiten die kan worden
Jaarrekening 2005
127
toegerekend aan aandeelhouders van de
moedermaatschappij, te delen door het
gemiddelde aantal gedurende het verslagjaar
uitstaande aandelen. Bij de berekening van
de winst per aandeel na volledige
verwatering worden alle instrumenten met
een verwateringseffect, waaronder per
balansdatum uitstaande opties en
aandelenregelingen voor medewerkers, in
aanmerking genomen.
Verslaggeving per bedrijfsonderdeelDe commerciële bedrijfsonderdelen vormen
de primaire segmenten voor rapportage-
doeleinden. De opsplitsing in commerciële
bedrijfsonderdelen vindt plaats op basis van
de beoordeling van risico en rendement aan
de hand van de eigenschappen van
producten en diensten. De opsplitsing in
geografische bedrijfsonderdelen is gebaseerd
op een combinatie van factoren zoals locatie,
relaties tussen vestigingen en economische
en valutaire overeenkomsten. Voor de
presentatie van geografische gegevens is de
locatie van de entiteit van de groep die de
transactie verricht, bepalend.
Financiële activa en verplichtingenRubriceringDe groep rubriceert de financiële activa en
verplichtingen in de volgende waarderings-
categorieën:
Financiële instrumenten aangehouden voor
handelsdoeleinden zijn instrumenten die de
groep voornamelijk aanhoudt met het oog op
winstneming op korte termijn. Hiertoe
behoren aandelen, rentedragende effecten,
derivatencontracten die niet zijn aangewezen
als hedge-instrument en verplichtingen uit
hoofde van de shortposities in financiële
instrumenten.
Derivaten zijn afgeleide financiële
instrumenten die geen of een geringe netto-
investering vereisen en waarbij de
toekomstige verrekening afhankelijk is van
een index, tarief of koers die als benchmark
fungeert (bijvoorbeeld rentetarieven of
aandelenkoersen). De reële waarde van
derivaten wordt beïnvloed door mutaties in
de verwachte toekomstige kasstromen als
gevolg van veranderingen in de
onderliggende benchmark. Alle derivaten
worden in de balans tegen reële waarde
opgenomen. Veranderingen in de reële
waarde van derivaten worden ten gunste of
ten laste van het resultaat gebracht, behalve
wanneer derivaten zijn aangewezen als
kasstroomhedge of netto-investeringshedge
(zie paragraaf over hedging).
Kredieten en vorderingen zijn niet-afgeleide
financiële activa met vaste of bepaalbare
betalingen, die niet in een actieve markt zijn
genoteerd. Deze activa ontstaan in het
algemeen wanneer de groep geldmiddelen of
diensten direct aan een klant verstrekt
zonder het voornemen de lening te
verhandelen of te verkopen. Leningen die zijn
verstrekt met het voornemen om deze te
verkopen, worden gerubriceerd onder overige
activa en aangewezen als posten waarbij
veranderingen in de reële waarde in de
winst- en verliesrekening worden verwerkt.
Activa aangehouden tot einde looptijd zijn
actief verhandelde financiële activa (niet
zijnde derivaten) met vaste of bepaalbare
betalingen (bijvoorbeeld ‘schuldbewijzen’) en
een vaste looptijd die de groep voornemens
is en in staat is aan te houden tot het einde
van de looptijd.
Posten opgenomen tegen reële waarde met
waardeveranderingen via het resultaat zijn
financiële activa en verplichtingen die bij
eerste opname (of bij overgang naar IFRS per
1 januari 2004) door de groep worden (zijn)
aangewezen als posten die tegen reële
waarde worden opgenomen en waarbij
veranderingen in de reële waarde in de
winst- en verliesrekening worden verwerkt.
Een dergelijke wijze van verantwoording
vindt plaats indien:
• in het basisinstrument een derivaat
besloten is (‘embedded derivative’) dat
anders daarvan gescheiden zou moeten
worden. Dit betreft bepaalde structured
notes met hybride kenmerken. Opname
tegen reële waarde is ook een hulpmiddel
om veranderingen op te vangen in de
Jaarrekening 2005
128
waarde van derivaten en andere reële-
waardeposities die gebruikt worden om
deze notes in economisch opzicht af te
dekken;
• dit een inconsistentie die zich anders zou
voordoen bij de waardering, opheft of
aanzienlijk vermindert. In dit opzicht
worden unit-linked beleggingen die uit
hoofde van verzekeringscontracten voor
rekening en risico van polishouders worden
aangehouden en daaraan gerelateerde
verplichtingen jegens polishouders
aangewezen als tegen reële waarde op te
nemen posten met verwerking van
waardeveranderingen via het resultaat;
• het een portefeuille van financiële activa
en/of financiële verplichtingen betreft die
op basis van reële waarde worden beheerd
en geëvalueerd. Dit geldt voor
aandelenbeleggingen die het karakter van
private equity-belangen hebben en de voor
verkoop aangehouden hypotheek-
portefeuille van ons Noord-Amerikaanse
bedrijf.
Activa beschikbaar voor verkoop omvatten
rentedragende activa die hetzij zijn
aangewezen als beschikbaar voor verkoop
hetzij niet onder een van de bovenstaande
categorieën vallen. Aandelenbeleggingen
zonder invloed van betekenis, die niet
worden aangehouden voor handels-
doeleinden of zijn aangewezen als tegen
reële waarde op te nemen posten met
verwerking van waardeveranderingen in
de winst- en verliesrekening, worden
gerubriceerd als beschikbaar voor verkoop.
Opname in en verwijdering van balansInstrumenten die volgens standaardmarkt-
conventies worden verhandeld, worden
opgenomen op de transactiedatum. Dit is
de datum waarop de groep zich verplicht
tot het kopen of verkopen van het
onderliggende instrument. Indien de
transactie niet volgens standaardmarkt-
conventies wordt afgewikkeld, wordt de
daaruit voortvloeiende verplichting in de
periode tussen de transactiedatum en de
afwikkelingsdatum administratief als een
derivaat verwerkt.
Kredieten en vorderingen worden
opgenomen op het moment dat zij door de
groep worden verworven of gefinancierd
en worden niet langer opgenomen op
het moment dat zij worden afgewikkeld.
Uitgegeven schuldbewijzen worden
opgenomen per de uitgiftedatum;
toevertrouwde middelen worden opgenomen
wanneer de geldmiddelen bij de bank
worden gestort.
Overige financiële activa en verplichtingen,
met inbegrip van derivaten, worden
opgenomen op de balans wanneer de groep
partij wordt in de contractuele bepalingen
van het actief of de verplichting.
Financiële activa worden in het algemeen
niet langer in de balans opgenomen
wanneer de groep niet meer kan beschikken
over, of voordelen kan ontlenen aan, de
contractuele rechten waaruit het actief
bestaat. Hiervan is sprake als de rechten
worden gerealiseerd, aflopen of volledig
worden overgedragen. In geval van
aanhoudende betrokkenheid in de vorm van
het verlenen van beheersdiensten tegen
vergoeding, wordt daarvoor een actiefpost
opgenomen. Een financiële verplichting
wordt niet langer in de balans opgenomen
wanneer de contractueel vastgelegde
verplichtingen zijn nagekomen, worden
ontbonden of aflopen.
Financiële instrumenten blijven opgenomen
in de balans, met een passiefpost voor de
opbrengsten van de daaraan gerelateerde
financieringstransactie, tenzij (i) een
volledig proportioneel gedeelte van alle
of specifiek identificeerbare kasstromen
zonder significante vertraging aan de
kredietgever kan worden overgedragen en
de vordering van de kredietgever beperkt
blijft tot die kasstromen (in dat geval wordt
dat gedeelte van het actief niet langer in
de balans opgenomen) of (ii) alle aan de
financiële instrumenten verbonden risico’s,
opbrengsten en beschikkingsrechten in
aanzienlijke mate zijn overgedragen (in dat
geval wordt het desbetreffende actief in
zijn geheel niet langer in de balans
opgenomen).
Jaarrekening 2005
129
Financiële verplichtingen worden niet langer
in de balans opgenomen wanneer zij worden
afgewikkeld of indien de groep eigen
schuldbewijzen inkoopt. Het verschil tussen
de oude boekwaarde en de betaalde
vergoeding wordt opgenomen in de winst-
en verliesrekening onder resultaat uit
financiële transacties. Een eventuele latere
wederverkoop wordt beschouwd als een
nieuwe uitgifte.
De groep securitiseert diverse particuliere en
zakelijke financiële activa. Dit proces vereist
in het algemeen de verkoop van deze activa
aan special purpose entities, die in ruil
daarvoor effecten uitgeven aan beleggers. De
groep zal mogelijk een belang in
gesecuritiseerde activa behouden in de vorm
van ‘senior’ of achtergestelde tranches,
afgegeven garanties, rentegedeeltes van
gestripte obligaties of overige resterende
belangen, hierna gezamenlijk te noemen de
‘aanhoudende betrokkenheid’. In veel
gevallen is deze aanhoudende betrokkenheid
van aanzienlijke omvang, zodat de special
purpose entity wordt geconsolideerd en de
gesecuritiseerde activa in de geconsolideerde
balans blijven opgenomen.
WaarderingAlle voor handelsdoeleinden aangehouden
instrumenten en financiële activa en
verplichtingen die zijn aangewezen als tegen
reële waarde op te nemen posten, worden
verwerkt tegen reële waarde, waarbij de
transactiekosten met betrekking tot de
aankoop direct ten laste van de winst- en
verliesrekening worden gebracht.
Alle derivaten worden in de balans
opgenomen tegen reële waarde, terwijl
veranderingen in de reële waarde in de
winst- en verliesrekening worden verwerkt,
tenzij het derivaat in aanmerking komt voor
verantwoording als kasstroomhedge.
Activa beschikbaar voor verkoop worden
tegen reële waarde opgenomen, terwijl niet-
gerealiseerde winsten en verliezen, na aftrek
van belastingen, direct ten gunste of ten
laste van het eigen vermogen worden
gebracht. Agio’s, disagio’s en hiervoor in
aanmerking komende transactiekosten van
rentedragende, voor verkoop beschikbare
activa worden geamortiseerd ten laste of ten
gunste van de winst- en verliesrekening op
basis van de effectieve-rentevoet. Indien voor
verkoop beschikbare activa worden verkocht,
worden geïncasseerd of een bijzondere
waardevermindering ondergaan, wordt de
cumulatieve winst of het cumulatieve verlies
overgeboekt van het eigen vermogen naar
het resultaat uit financiële transacties in de
winst- en verliesrekening.
De eerste waardering van alle overige
financiële activa en verplichtingen geschiedt
tegen kostprijs, met inbegrip van direct
toerekenbare marginale transactiekosten.
Daarna worden zij gewaardeerd tegen
geamortiseerde kostprijs met gebruik van de
effectieve-rentemethode. Door toepassing
van deze methode worden agio’s en
disagio’s, inclusief daarvoor in aanmerking
komende transactiekosten, opgenomen in de
boekwaarde van het desbetreffende
instrument en geamortiseerd op basis van de
oorspronkelijke effectieve-rentevoet van het
instrument gedurende de periode tot de
einddatum of de verwachte vervroegde
aflossing.
Reële waarden worden ontleend aan
genoteerde marktprijzen in liquide markten,
mits deze beschikbaar zijn. Indien er geen
actieve markt is of genoteerde marktprijzen
niet beschikbaar zijn, wordt de reële waarde
geschat aan de hand van een verscheiden-
heid van waarderingstechnieken, waaronder
contante-waardemethoden en andere
prijsbepalingsmodellen. De in prijsbepalings-
modellen gehanteerde gegevens zijn in het
algemeen afkomstig van betrouwbare
externe bronnen. De gehanteerde modellen
worden gevalideerd voordat zij worden
gebruikt voor de financiële verslaggeving.
Deze validatie geschiedt door ervaren
medewerkers die niet in eerste instantie bij
de keuze of opstelling van het model
betrokken zijn geweest. Indien geen
betrouwbare gegevens uit externe bronnen
verkrijgbaar zijn, zal voor de eerste opname
van een financieel actief of een financiële
verplichting de afgewikkelde
Jaarrekening 2005
130
transactiewaarde worden gehanteerd. De
eerste verandering in de reële waarde zoals
bepaald met behulp van de waarderings-
techniek, wordt vervolgens ten gunste of ten
laste van het resultaat gebracht op bepaalde
momenten gedurende de looptijd van het
instrument (rekening houdend met de
mogelijkheid om betrouwbare externe
gegevens te verkrijgen, met tijdsverloop en
gebruik van contratransacties). Bij toepassing
van een contante-waardemethode worden de
geschatte toekomstige kasstromen
gebaseerd op de beste schattingen van het
management. De bij deze methode
gehanteerde disconteringsvoet is een
marktgerelateerde voet per balansdatum voor
instrumenten met vergelijkbare voorwaarden.
De reële waarden worden ook aangepast
voor de kredietkwaliteit van het instrument.
Professionele effectentransactiesInleen- en uitleentransacties van effecten
worden in het algemeen aangegaan op basis
van onderpand, waarbij doorgaans effecten
worden verstrekt of ontvangen als
onderpand. De overdracht van de effecten
zelf komt niet tot uitdrukking in de balans,
tenzij de risico’s en voordelen als
rechthebbende ook worden overgedragen.
Indien onderpand wordt verstrekt of
ontvangen, worden de inleen- en
uitleenactiviteiten van effecten verwerkt
tegen het betaalde bedrag (onder kredieten
en vorderingen) of het ontvangen bedrag
(onder verplichtingen bankiers of
verplichtingen private en publieke sector). De
marktwaarde van geleende en uitgeleende
effecten wordt dagelijks bewaakt. Het
onderpandniveau wordt aangepast in
overeenstemming met de onderliggende
transacties. Ontvangen of betaalde
vergoedingen en rente worden opgenomen
als rentebaten of -lasten op basis van
effectieve rente.
Repotransacties betreffen de aankoop
(verkoop) van beleggingen waarbij wordt
overeengekomen dat nagenoeg identieke
beleggingen op een bepaalde datum in de
toekomst weer worden verkocht
(teruggekocht) tegen een vastgestelde prijs.
Gekochte beleggingen onder de verplichting
deze in de toekomst weer te verkopen,
worden niet opgenomen. De betaalde
bedragen worden opgenomen onder hetzij
kredieten en vorderingen bankiers hetzij
kredieten en vorderingen private en publieke
sector. De vorderingen worden
gepresenteerd met de onderliggende
effecten als onderpand. Verkochte
beleggingen in het kader van repotransacties
blijven opgenomen in de balans. De
opbrengst uit de verkoop van de beleggingen
wordt opgenomen onder hetzij verplichtingen
bankiers hetzij verplichtingen private en
publieke sector. Het verschil tussen het
verkoop- en terugkoopbedrag wordt
opgenomen onder rentebaten of rentelasten
gedurende de transactieperiode.
Saldering en zakelijke zekerhedenDe groep sluit waar mogelijk met
tegenpartijen raamwerkovereenkomsten voor
netting en bedingt in voorkomende gevallen
zakelijke zekerheden. Indien de groep hetzij
de wettelijke hetzij de contractuele
bevoegdheid en tevens het voornemen heeft
financiële activa en verplichtingen gesaldeerd
of gelijktijdig af te wikkelen, worden deze
gesaldeerd en wordt het saldo in de balans
opgenomen. Vanwege tijdsverschillen in
feitelijke kasstromen worden derivaten met
een positieve reële waarde over het
algemeen niet gesaldeerd met derivaten met
een negatieve reële waarde, zelfs als zij bij
dezelfde tegenpartij worden aangehouden.
Hedge accountingDe groep maakt gebruik van afgeleide
instrumenten voor het beheer van posities
die blootstaan aan rente-, valuta- en krediet-
risico’s, met inbegrip van posities die
voortvloeien uit toekomstige transacties. De
groep past reële-waardehedges, kasstroom-
hedges of nettoinvesterings hedges toe voor
transacties die daarvoor in aanmerking
komen en bij het aangaan van de hedge-
relatie als zodanig worden gedocumenteerd.
Een afgedekte positie kan zijn een actief, een
verplichting, een zeer waarschijnlijke
toekomstige transactie of een netto-
investering in een buitenlandse entiteit
(a) waarmee de entiteit wordt blootgesteld
Jaarrekening 2005
131
aan het risico van veranderingen in de reële
waarde of toekomstige kasstromen en (b) die
wordt aangemerkt als afgedekte positie. Het
afgedekte risico betreft met name rente- of
valutabewegingen. Met het oog op het
beheer van het kredietrisico maakt de groep
ook gebruik van kredietrisicoderivaten (ook
wel aangeduid als ‘credit default swaps’).
Voor deze derivaten wordt in het algemeen
geen hedge accounting toegepast, omdat
het moeilijk aantoonbaar is dat de relatie zeer
effectief zal zijn.
De groep beoordeelt formeel, zowel bij
het aangaan van de hedgerelatie als
gedurende de looptijd daarvan, of de
derivaten waarvan gebruik is gemaakt ten
behoeve van hedgetransacties zeer effectief
zijn geweest voor het opvangen van
veranderingen in de reële waarde of kas-
stromen van de afgedekte positie. Hiertoe
beoordeelt en bepaalt de groep of
veranderingen in de reële waarde of de
kasstromen van de afgedekte positie worden
gecompenseerd door veranderingen in de
reële waarde of kasstromen van het hedge-
instrument, binnen een bandbreedte van
80% tot 125%.
Het ineffectieve deel van een hedgerelatie is
de mate waarin de veranderingen in de reële
waarde van het derivaat verschillen van de
veranderingen in de reële waarde van de
afgedekte positie in een reële-waardehedge
of de mate waarin veranderingen in de reële
waarde van het derivaat uitstijgen boven de
reële-waardeverandering van de verwachte
kasstroom in een kasstroomhedge.
Ineffectieve hedges en winsten en verliezen
op componenten van een derivaat die bij de
beoordeling van de effectiviteit van de
hedgetransactie buiten beschouwing worden
gelaten, worden direct in het resultaat
verwerkt.
De groep zal hedge accounting beëindigen
indien de hedgerelatie niet langer effectief is
of niet langer verwacht wordt dat deze
effectief zal blijven of indien het derivaat of
de afgedekte positie wordt verkocht of
anderszins wordt beëindigd.
Reële-waardehedgesWanneer een afgeleid financieel instrument
dient ter afdekking van veranderingen in de
reële waarde van opgenomen of toegezegde
activa of verplichtingen, wordt de
boekwaarde van de afgedekte post
aangepast voor het afgedekte risico. Winsten
of verliezen bij herwaardering van zowel het
hedge-instrument als de afgedekte post
worden opgenomen in de winst- en
verliesrekening, doorgaans onder resultaat
uit financiële transacties.
De eventuele ineffectiviteit van hedges van
rechten met betrekking tot het administratief
beheer van hypotheken (Mortgage Servicing
Rights / MSR’s) wordt verantwoord onder
overige baten.
Wanneer een reële-waardehedge van het
renterisico wordt beëindigd, wordt een
eventuele aanpassing van de reële waarde
naar de boekwaarde van het afgedekte actief
of de afgedekte verplichting geamortiseerd in
de winst- en verliesrekening gedurende de
oorspronkelijke hedgeperiode of, in geval van
verkoop, afwikkeling of bijzondere
waardevermindering van de afgedekte post,
direct ten gunste of ten laste van de winst-
en verliesrekening gebracht.
KasstroomhedgesWanneer een afgeleid financieel instrument
dient ter afdekking van de variabiliteit van de
kasstromen uit opgenomen activa of
verplichtingen of verwachte transacties,
wordt het effectieve deel van de winst of het
verlies als gevolg van de herwaardering van
het hedge-instrument direct opgenomen in
het eigen vermogen. Indien een hedge-
instrument of hedgerelatie ter afdekking van
kasstromen wordt beëindigd, maar de
afgedekte transactie naar verwachting nog
steeds zal plaatsvinden, blijft de cumulatieve
winst of het cumulatieve verlies opgenomen
in het eigen vermogen.
In het eigen vermogen verwerkte
cumulatieve winst of verlies wordt
overgeboekt naar de winst- en
verliesrekening op het moment dat de
afgedekte transactie het nettoresultaat
Jaarrekening 2005
132
beïnvloedt en wordt gepresenteerd op
dezelfde regel als de afgedekte transactie.
In het uitzonderlijke geval dat de afgedekte
transactie naar verwachting niet langer
zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve
winst of het cumulatieve verlies dat is
opgenomen in het eigen vermogen, direct
overgeboekt naar de winst- en
verliesrekening.
Afdekking van netto-investering in buitenlandse entiteitenDe groep maakt gebruik van in vreemde
valuta luidende derivaten en kredieten om
diverse netto-investeringen in buitenlandse
entiteiten af te dekken. Voor deze netto-
investeringshedges worden valutaomreken-
verschillen bij conversie van deze
instrumenten in euro’s, voor zover er sprake
is van een effectieve hedgerelatie, direct in
het eigen vermogen opgenomen onder
reserve valutaomrekenverschillen.
Bijzondere waardeverminderingen van financiële activaDe groep beoordeelt op elke balansdatum of
er objectieve aanwijzingen zijn voor
bijzondere waardevermindering van een
financieel actief of een groep financiële
activa. Een financieel actief of een groep
financiële activa heeft een bijzondere
waardevermindering ondergaan indien er
objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere
waardevermindering als gevolg van een of
meer gebeurtenissen die zich hebben
voorgedaan na de eerste opname van het
actief en vóór de balansdatum (een ‘tot
verlies leidende gebeurtenis’) en een
dergelijke gebeurtenis een nadelig effect
heeft op de geschatte toekomstige
kasstromen uit het financieel actief of de
groep financiële activa. Uitsluitend als en
voor zover dit het geval is, wordt er een
bijzonder waardeverminderingsverlies
opgenomen.
Kredieten en vorderingenAanwijzingen voor een bijzondere
waardevermindering van een krediet worden
verkregen via het kredietrevisieproces van de
groep. Dit omvat het volgen van de
betalingen van klanten en andere
performancecriteria.
De groep beoordeelt eerst of er objectieve
aanwijzingen zijn voor bijzondere
waardevermindering van kredieten (met
inbegrip van eventuele daaraan gerelateerde
faciliteiten en garanties) die ieder afzonderlijk
significant zijn, en doet dit individueel of
collectief voor kredieten die afzonderlijk niet
significant zijn. Indien de groep vaststelt dat
er geen objectieve aanwijzingen zijn voor
bijzondere waardevermindering van een
individueel beoordeeld krediet, wordt dit
actief toegevoegd aan een kredietportefeuille
met vergelijkbare kenmerken qua krediet-
risico, waarna deze groep collectief wordt
beoordeeld op bijzondere waarde vermin-
dering. Kredieten waarvoor individueel wordt
bepaald dat er sprake is van bijzondere
waardevermindering, worden niet betrokken
bij een collectieve beoordeling van bijzondere
waardevermindering.
Aanwijzingen dat er sprake is van een
meetbare afname van geschatte toekomstige
kasstromen uit een kredietportefeuille,
hoewel de afname nog niet kan worden
vastgesteld bij individuele kredieten in de
portefeuille, zijn onder meer nadelige
veranderingen in de betalingsstatus van
kredietnemers in de portefeuille en nationale
of lokale economische omstandigheden die
samenhangen met wanbetalingen in de
portefeuille.
Het verlies uit hoofde van bijzondere
waardevermindering wordt bepaald op het
verschil tussen de boekwaarde van het
krediet en de contante waarde van
toekomstige kasstromen, gedisconteerd
tegen de oorspronkelijke effectieve-rentevoet
van het krediet. Het verlies wordt
opgenomen in de winst- en verliesrekening
onder bijzondere waardevermindering
kredieten en overige voorzieningen voor
kredietrisico.
Bij de berekening van de contante waarde
van geschatte toekomstige kasstromen van
een financieel actief waarvoor zakelijke
zekerheden zijn verstrekt, wordt rekening
Jaarrekening 2005
133
gehouden met de kasstromen die
waarschijnlijk ontstaan bij uitwinning van de
zekerheden, minus de kosten die gemaakt
moeten worden om de zekerheden te
verkrijgen en te verkopen.
Toekomstige kasstromen uit een
kredietportefeuille die in zijn totaliteit op
bijzondere waardevermindering wordt
beoordeeld, worden geschat op basis van de
contractuele kasstromen van de kredieten in
de portefeuille en historische verliesgegevens
voor kredieten met risicokenmerken die
vergelijkbaar zijn met die van kredieten in de
portefeuille. Historische verliesgegevens
worden aangepast op basis van actuele
waarneembare gegevens, zodat rekening
wordt gehouden met actuele omstandig-
heden die geen rol speelden in de periode
waarop de historische verliesgegevens
betrekking hebben en de effecten worden
geëlimineerd van omstandigheden in de
historische periode die thans niet actueel
zijn.
De methodologie en veronderstellingen
waarvan bij het schatten van toekomstige
kasstromen gebruik is gemaakt, worden
regelmatig geëvalueerd om verschillen
tussen geschatte verliezen en daadwerkelijk
opgetreden verliezen te verminderen. Het
effect van veranderingen in schattingen en
realiseringen wordt opgenomen in de winst-
en verliesrekening onder bijzondere
waardevermindering kredieten en overige
voorzieningen voor kredietrisico.
Rentebaten na bijzondere waarde-
vermindering worden opgenomen op basis
van de oorspronkelijke effectieve-rentevoet.
Wanneer een krediet geacht wordt niet
langer inbaar te zijn, wordt het afgeboekt van
de desbetreffende voorziening voor
bijzondere waardevermindering kredieten.
Afboeking van dergelijke kredieten vindt
plaats nadat alle vereiste procedures zijn
afgerond en het bedrag van het verlies is
vastgesteld. Bedragen die na afboeking
alsnog worden geïnd, worden ten gunste
van de winst- en verliesrekening gebracht
onder bijzondere waardevermindering
kredieten en overige voorzieningen voor
kredietrisico. Activa die in het kader van een
afwikkelingsprocedure worden verkregen in
ruil voor kredieten, worden opgenomen in de
balans als verkoop van het krediet en
verkrijging van een nieuw actief dat bij eerste
opname tegen reële waarde wordt verwerkt.
Overige financiële activaOm te beoordelen of zich een bijzondere
waardevermindering van voor verkoop
beschikbare eigen-vermogeninstrumenten
heeft voorgedaan, wordt een significante of
langdurige daling van de reële waarde tot
onder de verkrijgingsprijs eveneens in
aanmerking genomen. Indien hiervoor
aanwijzingen zijn, wordt het cumulatieve
nettoverlies dat eerder direct ten laste van
het eigen vermogen is gebracht, overgeboekt
van het eigen vermogen naar resultaat uit
financiële transacties in de winst- en
verliesrekening.
Tot einde looptijd aangehouden en voor
verkoop beschikbare schuldbewijzen worden
op individuele basis beoordeeld en eventuele
bijzondere waardeverminderingen worden
individueel bepaald, volgens de voor
kredieten en vorderingen gehanteerde
methode.
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelenEigen gebruikOnroerende zaken en bedrijfsmiddelen
worden gewaardeerd tegen historische
kostprijs verminderd met cumulatieve
afschrijvingen en eventuele bijzondere
waardeverminderingen.
Als onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
zijn samengesteld uit meerdere grotere
componenten met een verschillende
gebruiksduur, dan worden deze
componenten elk afzonderlijk verwerkt.
Toevoegingen en uitgaven na eerste
verwerking worden uitsluitend geactiveerd
voor zover zij naar verwachting de
toekomstige economische voordelen van het
actief doen toenemen. Uitgaven ter
vervanging van componenten worden
afzonderlijk geactiveerd en de vervangen
component wordt afgewaardeerd. Overige
Jaarrekening 2005
134
uitgaven na eerste opname worden
uitsluitend geactiveerd indien zij de
toekomstige economische voordelen van de
desbetreffende onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen doen toenemen. Alle
overige uitgaven, met inbegrip van
onderhoud, worden als last in de winst- en
verliesrekening opgenomen op het moment
dat zij worden gedaan.
Wanneer onroerende zaken en bedrijfs-
middelen buiten gebruik worden gesteld of
worden afgestoten, wordt het verschil tussen
de boekwaarde en de verkoopopbrengst
minus kosten opgenomen onder overige
operationele baten.
Afschrijvingen worden lineair ten laste van de
winst- en verliesrekening gebracht gedurende
de geschatte gebruiksduur van onroerende
zaken en bedrijfsmiddelen en van belangrijke
componenten die afzonderlijk worden
verwerkt. De groep hanteert in het algemeen
de volgende geschatte gebruiksduur:
• Terreinen geen afschrijving
• Gebouwen 25 – 50 jaar
• Bedrijfsmiddelen 5 – 12 jaar
• Computerapparatuur 2 – 5 jaar
Software, die onder immateriële activa valt,
wordt afgeschreven over een periode van
drie tot zeven jaar.
Om rekening te houden met eventuele
wijzigingen in omstandigheden, worden
afschrijvingspercentages en restwaarden
minstens één keer per jaar getoetst. Bij de
afschrijving van geactiveerde verbeteringen
aan huurobjecten wordt rekening gehouden
met de looptijd en de verlengings-
voorwaarden van de desbetreffende
huurovereenkomst.
Vastgoed in ontwikkelingDe activiteiten van de groep op het gebied
van de ontwikkeling en bouw van vastgoed
betreffen voor het merendeel projecten die
bestemd zijn voor onmiddellijke verkoop of
waarvoor vooraf contracten zijn afgesloten.
Vastgoed dat op basis van vooraf gesloten
contracten wordt ontwikkeld, wordt
gewaardeerd tegen kostprijs vermeerderd
met de tot dan opgenomen winst en
verminderd met een voorziening voor
voorzienbare verliezen en met in rekening
gebrachte bouwtermijnen. De kostprijs omvat
alle uitgaven die rechtstreeks verband
houden met specifieke projecten en
toegerekende vaste en variabele indirecte
kosten in verband met de contractactiviteiten
van de groep op basis van de normale
productiecapaciteit. De specifieke
componenten van vastgoed in ontwikkeling
worden als volgt verantwoord.
Terreinen worden gewaardeerd tegen
kostprijs, met inbegrip van toegerekende
rente en bijkomende kosten voor de aankoop
en het bouwrijp maken van terreinen. Voor
grond waarop volgens het bestemmingsplan
geen speciale bestemming rust, wordt,
indien er geen zekerheid bestaat dat de
grond bebouwd zal worden, geen rente
toegerekend. Een eventueel noodzakelijk
geachte voorziening, voor bij verkoop
verwachte verliezen, wordt in mindering
gebracht op de boekwaarde van het terrein.
Vastgoed in aanbouw betreft commercieel-
vastgoedprojecten, alsmede onverkochte
woningbouwprojecten in aanbouw of
voorbereiding, en wordt gewaardeerd tegen
gemaakte kosten vermeerderd met
toegerekende rente en verminderd met
eventueel noodzakelijke voorzieningen. Aan
kopers en opdrachtgevers gefactureerde
termijnen worden in mindering gebracht op
vastgoed in aanbouw. Winsten en verliezen
worden opgenomen op basis van de
voortgang van het project (‘percentage of
completion’-methode). Commercieel vastgoed
en woningbouwprojecten worden tot het
moment van verkoop opgenomen tegen de
productiekosten, verminderd met eventueel
noodzakelijke voorzieningen. Onverkocht
vastgoed dat in portefeuille wordt gehouden,
wordt opgenomen als vastgoedbelegging.
VastgoedbeleggingenVastgoedbeleggingen worden opgenomen
tegen reële waarde op basis van de actuele
marktprijzen voor soortgelijk vastgoed op
dezelfde locatie en in dezelfde staat.
Jaarrekening 2005
135
Eventuele winsten of verliezen die
voortvloeien uit reële-waardeveranderingen
worden opgenomen in de winst- en
verliesrekening. Huuropbrengsten uit
vastgoedbeleggingen worden lineair
gedurende de looptijd van de
huurovereenkomst opgenomen, waarbij
ontvangen vergoedingen in het kader van de
totstandkoming van huurovereenkomsten als
integraal onderdeel van de totale
huuropbrengsten worden verwerkt.
LeasingAls lessee: het merendeel van de door de
groep aangegane leaseovereenkomsten
betreft operationele leases (waaronder
tevens begrepen de huur van vastgoed). De
totale leasebetalingen uit hoofde van
operationele leases worden lineair ten laste
van het resultaat gebracht gedurende de
leaseperiode. Ontvangen vergoedingen
worden opgenomen in de winst- en
verliesrekening als integraal onderdeel van de
totale leaselasten. Wanneer een operationele
lease naar verwachting vóór het einde van de
leaseperiode zal worden beëindigd of
geannuleerd, dan worden de eventueel
verschuldigde boetebetalingen of, indien
lager, de verschuldigde resterende termijnen
(onder aftrek van opbrengsten uit
onderverhuur) als last opgenomen zodra het
leaseobject vrijkomt.
Als lessor: activa die uit hoofde van een
operationele-leaseovereenkomst in lease zijn
gegeven, worden opgenomen onder
onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. Het
actief wordt lineair afgeschreven over de
gebruiksduur tot de geschatte restwaarde.
Leaseovereenkomsten waarbij de groep
vrijwel alle aan het eigendom verbonden
risico’s en voordelen overdraagt aan de
lessee, worden aangemerkt als financiële
leases. De balanswaarde van een
leasevordering is gelijk aan de contante
waarde van de leasebetalingen, berekend op
basis van de impliciete rentevoet van de
leaseovereenkomst en met inbegrip van een
eventuele gegarandeerde restwaarde.
Financiële-leasevorderingen worden
opgenomen onder kredieten en vorderingen
private en publieke sector.
Immateriële activaGoodwillGoodwill wordt geactiveerd. Dit betreft het
positieve verschil tussen de verkrijgingsprijs
en de reële waarde van het aandeel van de
groep in het saldo van identificeerbare activa
en verplichtingen van de overgenomen
entiteit op de overnamedatum. Voor de
berekening van goodwill worden de reële
waarden van de verworven activa,
verplichtingen en voorwaardelijke schulden
bepaald aan de hand van de marktwaarden
daarvan of door discontering van de
verwachte toekomstige kasstromen.
Een eventuele verandering in de beoordeelde
reële waarde van verworven activa en
verplichtingen per de verkrijgingsdatum die
binnen één jaar na acquisitie wordt
vastgesteld, wordt gecorrigeerd ten laste van
de goodwill. Eventuele afwijkingen die na het
verstrijken van een periode van één jaar
worden vastgesteld, worden verwerkt in de
winst- en verliesrekening.
Goodwill die ontstaat bij de acquisitie van
deelnemingen met invloed, wordt
opgenomen in de boekwaarde van die
deelneming. Winsten en verliezen bij de
verkoop van een entiteit, met inbegrip van
deelnemingen met invloed, worden bepaald
op het verschil tussen de verkoopopbrengst
en de boekwaarde van de desbetreffende
entiteit, inclusief goodwill en eventuele
valutaverschillen worden opgenomen in het
eigen vermogen.
SoftwareKosten die direct verband houden met
identificeerbare en unieke softwareproducten
waarover de groep de beschikkingsmacht
heeft en waarmee waarschijnlijk in de
toekomst economische voordelen zullen
worden gegenereerd die hoger zijn dan
deze kosten, worden geactiveerd als
immateriële activa. Directe kosten omvatten
de personeelskosten van het software-
ontwikkelingsteam. Uitgaven die de
gebruiksmogelijkheden of -duur van
computersoftware vergroten of verlengen
ten opzichte van de oorspronkelijke
specificaties worden beschouwd als
Jaarrekening 2005
136
investering en toegevoegd aan de
oorspronkelijke historische kostprijs van de
software. Software wordt afgeschreven over
een periode van drie tot zeven jaar.
Kosten in verband met het onderhoud van
computersoftware worden als last
opgenomen in de periode waarin ze worden
gemaakt.
Servicing-rechten van hypothekenMortgage Servicing Rights (MSR’s)
vertegenwoordigen het recht op uit provisies
bestaande kasstromen en de verplichting om
bepaalde diensten met betrekking tot de
administratievoering van hypotheken te
verrichten. De eerste opname van MSR’s
vindt plaats tegen reële waarde en
afschrijving geschiedt over de geschatte
toekomstige nettobaten uit de
administratievoering van de onderliggende
hypotheken. De looptijd van de batenstroom
met betrekking tot servicing-rechten is
afhankelijk van vervroegde aflossingen door
klanten, die weer worden beïnvloed door
factoren als de renteverwachtingen. De
MSR-portefeuille wordt afgedekt door middel
van reële-waardehedges, die zijn opgezet om
het risico dat de groep loopt ten aanzien van
veranderingen in de reële waarde van de
MSR-portefeuille, te beperken. De
verandering in de reële waarde van de
afgedekte MSR’s en de verandering in de
reële waarde van de hedgederivaten worden
opgenomen in overige baten als onderdeel
van hypotheekbaten.
Overige immateriële activaOverige door de groep verworven
immateriële activa worden gewaardeerd
tegen verkrijgingsprijs verminderd met
cumulatieve amortisatie en bijzondere
waardeverminderingsverliezen. De overige
immateriële activa bestaan uit afzonderlijk
identificeerbare posten die voortvloeien uit
de overname van dochterondernemingen,
zoals klantrelaties, en uit bepaalde verworven
handelsmerken en soortgelijke activa. De
amortisatie geschiedt lineair ten laste van de
winst- en verliesrekening gedurende de
geschatte gebruiksduur van het immaterieel
actief.
Bijzondere waardevermindering van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen en immateriële activaOnroerende zaken en bedrijfsmiddelen en
immateriële activa worden per iedere
balansdatum of vaker beoordeeld om te
bepalen of er aanwijzingen bestaan voor
bijzondere waardevermindering. Indien er
sprake is van een dergelijke aanwijzing,
worden de activa getoetst op bijzondere
waardevermindering. Ongeacht of er
eventueel aanwijzingen zijn voor een
mogelijke bijzondere waardevermindering, zal
de boekwaarde van goodwill minstens één
keer per jaar aan een gedetailleerde
waardeverminderingstoets worden
onderworpen.
Er wordt een bijzonder
waardeverminderingsverlies opgenomen
wanneer de boekwaarde van een actief dat
kasstromen genereert die in hoge mate
onafhankelijk zijn, of de boekwaarde van de
kasstroomgenererende eenheid waartoe het
actief behoort, hoger is dan de realiseerbare
waarde. De realiseerbare waarde van een
actief is gelijk aan de opbrengstwaarde, of de
bedrijfswaarde indien deze hoger is. Bij het
berekenen van de bedrijfswaarde wordt de
contante waarde van de geschatte
toekomstige kasstromen berekend met
behulp van een disconteringsvoet vóór
belasting die een afspiegeling is van zowel
actuele markttarieven als van de specifieke
risico’s met betrekking tot het actief. Voor het
toetsen van bijzondere waardevermindering,
met name van goodwill, vormen kasstroom-
genererende eenheden het laagste niveau
waarop het management het rendement op
investeringen in activa bewaakt.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen
worden opgenomen in de winst-
en verliesrekening als onderdeel van
afschrijvingen. Bijzondere waarde-
verminderingsverliezen met betrekking tot
goodwill kunnen niet worden teruggenomen.
Overige bijzondere waardeverminderings-
verliezen worden uitsluitend teruggenomen
voor zover de boekwaarde van het actief niet
hoger is dan de boekwaarde die zou
Jaarrekening 2005
137
zijn bepaald indien er voorheen geen
bijzonder waardeverminderingsverlies was
opgenomen.
Pensioen en andere regelingen na pensioneringVoor de medewerkers in Nederland en voor
de meeste medewerkers in het buitenland
zijn pensioen- of andere oudedagsregelingen
getroffen in overeenstemming met de in die
landen bestaande voorschriften en usances.
Deze regelingen zijn grotendeels bij
afzonderlijke pensioenfondsen of bij derden
ondergebracht en betreffen zowel ‘defined
contribution plans’ als ‘defined benefit plans’.
Defined contribution plansDe verschuldigde premies voor pensioen-
regelingen op grond van het beschikbare
premiestelsel (toegezegde-bijdrageregelingen
ofwel ‘defined contribution plans’) komen
rechtstreeks ten laste van het resultaat over
het jaar waarop zij betrekking hebben.
Defined benefit plansDe nettoverplichtingen voor pensioen-
regelingen op grond van het salaris- /
dienstjarensysteem (toegezegd-
pensioenregeling ofwel ‘defined benefit
plan’) worden beschouwd als eigen
verplichtingen van de groep, ongeacht of de
uitvoering is ondergebracht bij een
pensioenfonds of op een andere wijze
plaatsvindt. De nettoverplichting van elke
pensioenregeling wordt bepaald op het
verschil tussen de uitkeringsverplichtingen en
de pensioenbeleggingen. De pensioen-
verplichtingen voor defined benefit plans
worden berekend in overeenstemming met
de ‘projected unit credit method of actuarial
cost allocation’. Volgens deze methode wordt
de contante waarde van de pensioen-
verplichtingen bepaald op basis van het
aantal actieve dienstjaren tot aan de balans-
datum en het geraamde salaris van de mede-
werkers per de verwachte pensionerings-
datum, waarbij als disconteringsvoet de
marktrente op kwalitatief hoogwaardige
bedrijfsobligaties wordt gehanteerd. De
pensioenbeleggingen worden opgenomen
tegen de reële waarde.
De pensioenlasten voor het boekjaar worden
aan het begin van het jaar vastgesteld op
basis van de service- en rentekosten, het
verwachte rendement op de pensioen-
beleggingen en het effect van pensioen-
overdrachten of wijzigingen in de
pensioenregeling die zich eventueel
gedurende de verslagperiode voordoen.
Verschillen tussen het verwachte rendement
en het gerealiseerde rendement op de
pensioenbeleggingen, alsmede actuariële
winsten en verliezen, worden uitsluitend als
baten of lasten opgenomen indien de netto
cumulatieve, niet-opgenomen actuariële
winsten en verliezen aan het einde van het
voorgaande boekjaar groter zijn dan 10% van
de verplichtingen uit hoofde van de
pensioenregeling of, indien hoger, de reële
waarde van de daaraan gerelateerde
pensioenbeleggingen. Het gedeelte boven
10% wordt opgenomen in de winst- en
verliesrekening over de verwachte
resterende dienstjaren van de medewerkers
die deelnemen aan de pensioenregelingen.
Verschillen tussen de aldus bepaalde
pensioenlasten en de af te dragen premies
worden als voorzieningen dan wel
vooruitbetaalde bedragen verantwoord.
Verplichtingen uit hoofde van vervroegde
uittreding van medewerkers (VUT) worden als
pensioenverplichtingen aangemerkt.
Wanneer de aanspraken uit hoofde van een
pensioenregeling worden verbeterd, wordt
het gedeelte van de verbeterde
pensioenaanspraken dat betrekking heeft op
de verstreken dienstjaren van medewerkers
lineair als last in de winst- en verliesrekening
opgenomen gedurende de gemiddelde
periode totdat de pensioenaanspraken
onvoorwaardelijk worden. Voor zover de
aanspraken direct onvoorwaardelijk worden,
worden de kosten van verstreken diensttijd
onmiddellijk in de winst- en verliesrekening
opgenomen.
Andere regelingen na pensioneringDe nettoverplichting van de groep uit hoofde
van regelingen op lange termijn en de
bijdrage in de ziektekostenverzekering na
pensionering betreft het bedrag van de
toekomstige bijdrage die medewerkers
Jaarrekening 2005
138
hebben verdiend in ruil voor hun diensten in
de verslagperiode en voorgaande perioden.
De verplichting wordt berekend met behulp
van de ‘projected unit credit’-methode en
wordt vervolgens contant gemaakt, waarna
de reële waarde van eventuele gerelateerde
beleggingen in mindering wordt gebracht.
Op aandelen gebaseerde betalingenDe vergoeding voor diensten van bepaalde
medewerkers vindt plaats in de vorm van op
aandelen gebaseerde betalingen die zowel in
aandelen als contant kunnen worden
afgewikkeld. De kosten van de ontvangen
diensten worden bepaald op basis van de
reële waarde van de toegekende aandelen of
aandelenopties per de toekenningsdatum. De
kosten met betrekking tot de toegekende
aandelen of aandelenopties worden
opgenomen in de winst- en verliesrekening
gedurende de periode dat de diensten van de
medewerkers worden ontvangen. Deze
periode is gelijk aan de wachtperiode voor
onvoorwaardelijke toezegging van de
aandelen of aandelenopties. Bij de
afwikkeling van vergoedingen in de vorm
van aandelen wordt het daarmee
corresponderende bedrag ten gunste van het
eigen vermogen gebracht; afwikkeling in
contanten wordt onder verplichtingen
opgenomen.
Voor de bepaling van de reële waarde van de
toegekende opties wordt gebruikgemaakt
van optiewaarderingsmodellen, waarbij de
uitoefenprijs van de optie, de huidige
aandelenkoers, de risicovrije rente, de
volatiliteit van de koers van het aandeel
ABN AMRO gedurende de looptijd van de
optie en de toekenningsvoorwaarden in
aanmerking worden genomen. Met niet-
marktgerelateerde voorwaarden voor
onvoorwaardelijke toezegging wordt
rekening gehouden door het aantal
aandelen of aandelenopties op basis
waarvan de kosten van door medewerkers
verleende diensten zijn bepaald, aan te
passen, zodat het cumulatief in de winst- en
verliesrekening opgenomen bedrag het
aantal aandelen of aandelenopties weergeeft
dat uiteindelijk onvoorwaardelijk wordt. Als
voorwaarden voor onvoorwaardelijke
toezegging marktgerelateerd zijn, worden
de kosten van de ontvangen diensten
opgenomen, ongeacht of aan de
marktgerelateerde voorwaarde voor
onvoorwaardelijke toezegging is voldaan,
mits aan de niet-marktgerelateerde
voorwaarden voor onvoorwaardelijke
toezegging is voldaan.
VoorzieningenDe groep treft een voorziening wanneer ze
een in rechte afdwingbare of feitelijke
verplichting heeft als gevolg van een
gebeurtenis in het verleden, het
waarschijnlijk is dat voor de afwikkeling van
die verplichting een uitstroom van middelen
nodig is en een betrouwbare schatting van de
verplichting kan worden gemaakt. Indien het
tijdswaarde-effect van materiële betekenis is,
worden voorzieningen bepaald door de
toekomstige kasstromen contant te maken
tegen een disconteringsvoet vóór belasting
waarin de actuele markttarieven tot
uitdrukking komen, alsmede, voor zover van
toepassing, de risico’s die specifiek zijn voor
de verplichting.
Een voorziening voor herstructurering wordt
opgenomen indien er een verplichting
bestaat. Dit is het geval wanneer de groep
een gedetailleerd plan heeft goedgekeurd en
bij de bij het plan betrokken partijen een
gefundeerde verwachting heeft gewekt door
met de uitvoering van het plan een aanvang
te maken of de belangrijkste kenmerken van
het plan bekend te maken. Er wordt geen
voorziening getroffen voor toekomstige
bedrijfslasten.
Voorzieningen voor verzekeringsrisico’s
worden bepaald aan de hand van actuariële
methoden, waarbij gebruik wordt gemaakt
van statistische gegevens, rentetarieven en
verwachtingen ten aanzien van afwikkelings-
kosten.
Overige verplichtingenVerplichtingen jegens polishouders, waarvan
het rendement afhankelijk is van het
rendement op in de balans opgenomen unit-
linked beleggingen, worden opgenomen
Jaarrekening 2005
139
tegen reële waarde met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening.
BelastingenDe verschuldigde belastingen worden als last
opgenomen in de periode waarin de winsten
ontstaan, op basis van de geldende
belastingwetgeving in het desbetreffende
rechtsgebied. Het toekomstig fiscaal
voordeel van voorwaarts verrekenbare
verliezen wordt opgenomen als een actief
wanneer het waarschijnlijk is dat er in de
toekomst belastbare winsten beschikbaar
zullen zijn waarmee deze verliezen kunnen
worden verrekend.
Latente belastingverplichtingen worden
opgenomen voor belastbare tijdelijke
verschillen. Dit betreft verschillen tussen de
boekwaarde van activa en passiva ten
behoeve van de financiële verslaggeving en
de fiscale boekwaarde daarvan. De
belangrijkste tijdelijke verschillen vloeien
voort uit de herwaardering van bepaalde
financiële activa en verplichtingen waaronder
derivatencontracten, bijzondere waarde-
verminderingen van kredieten, voorzieningen
voor pensioenen en fusies en overnames.
Voor de volgende verschillen wordt geen
voorziening getroffen: fiscaal niet-
verrekenbare geactiveerde goodwill, de
eerste opname van activa of verplichtingen
die noch de commerciële noch de fiscale
winst beïnvloeden, en verschillen die
verband houden met investeringen in
dochterondernemingen en deelnemingen
met invloed voor zover zij in de voorzienbare
toekomst waarschijnlijk niet zullen worden
teruggenomen en de groep geen invloed
heeft op het tijdstip van dergelijke
terugnemingen. Het bedrag van de latente
belastingen is gebaseerd op de wijze waarop
de boekwaarde van de activa en passiva naar
verwachting zal worden gerealiseerd of
afgewikkeld, waarbij gebruik wordt gemaakt
van de belastingtarieven die zijn vastgesteld
op balansdatum, dan wel waartoe materieel
reeds op balansdatum is besloten. Er wordt
uitsluitend een latente belastingvordering
opgenomen voor zover het waarschijnlijk is
dat er in de toekomst belastbare winsten
beschikbaar zullen zijn die voor de realisatie
van de vordering kunnen worden aangewend.
Latente en niet-latente belastingvorderingen
en -verplichtingen worden uitsluitend
gesaldeerd als zij binnen dezelfde fiscale
eenheid ontstaan en zowel de wettelijke
bevoegdheid als het voornemen bestaat om
de vorderingen en verplichtingen gesaldeerd
af te wikkelen of gelijktijdig te realiseren.
Uitgegeven schuldbewijzen en eigen-vermogeninstrumentenUitgegeven schuldbewijzen worden
gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs
met gebruik van de effectieve-rentemethode,
tenzij de schuldbewijzen een hybride /
gestructureerd karakter hebben en worden
aangemerkt als tegen reële waarde op te
nemen posten met verwerking van
waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening.
Uitgegeven financiële instrumenten of hun
componenten worden gerubriceerd als
verplichtingen indien de groep volgens
contractuele bepalingen in overwegende
mate een verplichting heeft om geldmiddelen
of een ander financieel actief te leveren of
om aan de verplichting te voldoen op een
andere wijze dan door de ruil van een vast
aantal aandelen. Preferente aandelen die een
onvoorwaardelijke coupon kennen of op een
bepaalde datum aflosbaar zijn of naar keuze
van de aandeelhouder aflosbaar zijn, worden
aangemerkt als verplichting. Het dividend en
de vergoedingen op preferente aandelen die
als verplichting zijn gerubriceerd, worden als
rentelast opgenomen in de winst- en
verliesrekening.
Uitgegeven financiële instrumenten of hun
componenten worden gerubriceerd als eigen-
vermogeninstrumenten indien zij niet als
verplichting kunnen worden aangemerkt en
een restbelang in de activa van de groep
vertegenwoordigen. Preferent
aandelenkapitaal wordt als eigen vermogen
gerubriceerd indien het niet aflosbaar is en
eventuele dividenduitkeringen voorwaardelijk
zijn. Als uitgegeven financiële instrumenten
zowel een vreemd-vermogencomponent als
Jaarrekening 2005
140
een eigen-vermogencomponent bevatten,
worden deze componenten afzonderlijk
verwerkt. De eigen-vermogencomponent
wordt alsdan opgenomen tegen het bedrag
dat overblijft nadat op de initiële waarde van
het instrument de reële waarde van de
vreemd-vermogencomponent in mindering is
gebracht.
Dividend op gewone aandelen en preferente
aandelen die worden aangemerkt als eigen
vermogen, wordt als een uitkering van het
eigen vermogen opgenomen in de periode
waarin het door de aandeelhouders wordt
goedgekeurd.
AandelenkapitaalMarginale externe kosten die direct zijn toe
te rekenen aan de uitgifte van nieuwe
aandelen worden, onder aftrek van daarop
betrekking hebbende belastingen, in
mindering gebracht op het eigen vermogen.
Bij inkoop van aandelenkapitaal dat als eigen
vermogen in de balans is verwerkt, wordt het
betaalde bedrag, met inbegrip van marginale
direct toerekenbare kosten onder aftrek van
belastingen, als mutatie in het eigen
vermogen opgenomen. Ingekochte aandelen
worden in mindering gebracht op het totale
eigen vermogen. Wanneer dergelijke
aandelen later worden verkocht of opnieuw
worden uitgegeven, wordt de ontvangen
vergoeding toegevoegd aan het eigen
vermogen aandeelhouders.
Overige eigen-vermogencomponentenReserve valutaomrekenverschillenDe reserve valutaomrekenverschillen bevat
alle valutaverschillen die voortvloeien uit de
omrekening van de jaarrekeningen van
buitenlandse entiteiten, na aftrek van het
valutakoerseffect van de omrekening van
schulden of valutaderivaten die worden
aangehouden ter afdekking van de netto-
investering van de groep. Deze
valutakoersverschillen worden opgenomen in
de winst- en verliesrekening wanneer het
bedrijfsonderdeel geheel of gedeeltelijk
wordt afgestoten.
Reserve kasstroomhedgesDe reserve kasstroomhedges bestaat uit het
effectieve deel van de cumulatieve
veranderingen in de reële waarde van
gebruikte derivaten in het kader van
kasstroomhedges, na aftrek van belastingen,
mits de afgedekte transactie nog niet heeft
plaatsgevonden.
Netto niet-gerealiseerde winsten en verliezen op financiële activa beschikbaar voor verkoopIn deze component worden winsten en
verliezen als gevolg van veranderingen in de
reële waarde van voor verkoop beschikbare
activa verwerkt, onder aftrek van belastingen.
Indien de desbetreffende activa worden
verkocht, geïnd of anderszins worden
vervreemd, wordt het daarop betrekking
hebbende cumulatieve resultaat dat in het
eigen vermogen is verwerkt alsnog
overgeboekt naar de winst- en
verliesrekening.
De reserve kasstroomhedges en de reserve
activa beschikbaar voor verkoop worden
soms samen aangeduid als bijzondere
componenten van het eigen vermogen.
KasstroomoverzichtVoor wat betreft het kasstroomoverzicht
worden onder liquide middelen verstaan de
aanwezige kasmiddelen, direct opvraagbare
tegoeden bij centrale banken en de per saldo
aanwezige nostrotegoeden bij andere
banken.
Het op de indirecte berekeningsmethode
gebaseerde kasstroomoverzicht geeft inzicht
in de herkomst van de liquide middelen die
gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen
en de wijze waarop de liquide middelen
gedurende het jaar zijn aangewend. De
kasstromen worden gesplitst naar
operationele, investerings- en
financieringsactiviteiten. Mutaties in
kredieten en vorderingen en interbancaire
deposito’s zijn opgenomen onder de
kasstroom uit operationele activiteiten.
Investeringsactiviteiten omvatten aan- en
verkopen en aflossingen inzake financiële
beleggingen, alsmede de aan- en verkopen
Jaarrekening 2005
141
van dochterondernemingen en deelnemingen
met invloed en van onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen. De uitgifte van aandelen en
de opname en aflossing van lang vreemd
vermogen worden als financieringsactiviteit
aangemerkt. Mutaties uit hoofde van
valutaomrekenverschillen worden, evenals de
consolidatie-effecten bij de verwerving van
deelnemingen, voor zover van materiële
betekenis, uit de kasstromen geëlimineerd.
Jaarrekening 2005
142
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Rentebaten 30.528 25.334
Rentelasten 21.467 16.538 Rente 2 9.061 8.796 Provisiebaten 5.627 5.265
Provisielasten 881 700 Provisie 3 4.746 4.565 Handelsresultaat 4 2.621 1.309
Resultaat uit financiële transacties 5 1.282 908
Resultaat uit deelnemingen met invloed 19 280 206
Overige operationele baten 6 1.588 1.235
Baten van geconsolideerde private equity-belangen 40 3.637 2.616 Totaal operationele baten 23.215 19.635
Personeelskosten 7 7.531 7.818
Algemene- en beheerskosten 8 5.812 5.038
Afschrijvingen 9 1.021 1.235
Kostprijs van geconsolideerde private equity-belangen 40 2.519 1.665 Operationele bedrijfslasten 16.883 15.756 Bijzondere waardevermindering kredieten en overige
voorzieningen voor kredietrisico 18 648 616 Totaal lasten 17.531 16.372
Bedrijfsresultaat voor belastingen 5.684 3.263
Belastingen 11 1.241 770 Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 4.443 2.493
Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten na belastingen 45 – 1.447 Jaarwinst 4.443 3.940
Toe te rekenen aan:
Aandeelhouders moedermaatschappij 4.382 3.865
Derden 61 75
Winst per aandeel over het boekjaar, toe te rekenen aan
aandeelhouders moedermaatschappij (in euro’s) 12:
Uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
Nominaal 2,43 1,46
Na verwatering 2,42 1,46
Uit voortgezette en beëindigde bedrijfsactiviteiten
Nominaal 2,43 2,33
Na verwatering 2,42 2,33
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting.
Jaarrekening 2005
143
Geconsolideerde balans per 31 december 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Activa
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 13 16.657 17.896
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 14 202.055 167.035
Financiële beleggingen 15 123.774 102.948
Kredieten en vorderingen bankiers 16 108.635 83.858
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 17 380.248 320.022
Deelnemingen met invloed 19 2.993 1.428
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 20 8.110 7.173
Goodwill en overige immateriële activa 21 5.168 3.143
Overlopende activa 7.614 5.740
Overige activa 22 25.550 18.211 Totaal activa 880.804 727.454
Passiva
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 14 148.588 129.506
Verplichtingen bankiers 23 167.821 133.529
Verplichtingen private en publieke sector 24 317.083 281.379
Uitgegeven schuldbewijzen 25 170.619 121.232
Voorzieningen 26 6.411 6.933
Overlopende passiva 8.335 8.074
Overige verplichtingen 28 18.723 13.562 Totaal verplichtingen (exclusief achtergestelde schulden) 837.580 694.215
Achtergestelde schulden 30 19.072 16.687 Totaal verplichtingen 856.652 710.902
Eigen vermogen
Aandelenkapitaal 1.069 954
Agioreserve 5.269 2.604
Ingehouden winst 15.237 11.580
Ingekochte eigen aandelen – 600 – 632
Winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat (netto) 1.246 309 Eigen vermogen toe te rekenen aan:
Aandeelhouders moedermaatschappij 22.221 14.815
Belang van derden 1.931 1.737 Totaal eigen vermogen 24.152 16.552 Totaal passiva 880.804 727.454
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 33 46.021 46.465
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 33 141.010 145.009
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting.
Jaarrekening 2005
144
Geconsolideerd mutatieoverzicht eigen vermogen over 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004 Geplaatst en gestort gewoon aandelenkapitaal
Stand per 1 januari 954 919
Uitgifte van aandelen 82 –
Uitoefening rechten uit opties en warrants – 2
Dividend uitgekeerd in aandelen 33 33 Stand per 31 december 1.069 954 Agioreserve
Stand per 1 januari 2.604 2.549
Uitgifte van aandelen 2.611 –
Uitoefening rechten uit opties en conversie – 48
Op aandelen gebaseerde betalingen 87 40
Dividend uitgekeerd in aandelen – 33 – 33 Stand per 31 december 5.269 2.604 Ingehouden winst
Stand per 1 januari 11.580 8.469
Winst toe te rekenen aan aandeelhouders moedermaatschappij 4.382 3.865
Betaalde dividenden aan aandeelhouders moedermaatschappij – 659 – 694
Overige – 66 – 60 Stand per 31 december 15.237 11.580 Ingekochte eigen aandelen
Stand per 1 januari – 632 – 119
Ingekochte / verkochte eigen aandelen 32 – 513 Stand per 31 december – 600 – 632 Derivaten op eigen aandelen, afgewikkeld in aandelen
Stand per 1 januari – – 106
Mutatie in marktwaarde en afwikkelingen – 106 Stand per 31 december – – Winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat (netto)
Reserve valutaomrekenverschillen
Stand per 1 januari – 238 –
Naar resultaat inzake verkochte dochterondernemingen – 20 2
Valutaomrekenverschillen 1.100 – 240 Subtotaal – stand per 31 december 842 – 238 Niet-gerealiseerde winsten / verliezen op activa beschikbaar voor verkoop (netto)
Stand per 1 januari 830 572
Niet-gerealiseerde winsten / verliezen op activa beschikbaar voor verkoop (netto) 717 509
Herrubricering winsten / verliezen naar resultaat (netto) – 348 – 251 Subtotaal – stand per 31 december 1.199 830 Reserve kasstroomhedges
Stand per 1 januari – 283 – 165
Niet-gerealiseerde winsten / verliezen van kasstroomhedges (netto) – 386 106
Herrubricering winsten / verliezen naar resultaat (netto) – 126 – 224 Subtotaal – stand per 31 december – 795 – 283 Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat (netto) –
stand per 31 december 1.246 309 Eigen vermogen toe te rekenen aan aandeelhouders moedermaatschappij –
stand per 31 december 22.221 14.815 Belang van derden
Stand per 1 januari 1.737 1.301
Uitbreidingen 202 367
Verminderingen – 49 –
Acquisities / verkopen – 136 – 30
Winst toe te rekenen aan derden 61 75
Valutaomrekenverschillen 133 33
Overige – 17 – 9 Eigen vermogen toe te rekenen aan derden – stand per 31 december 1.931 1.737 Totaal eigen vermogen – stand per 31 december 24.152 16.552
Jaarrekening 2005
145
Geconsolideerde integrale jaarwinst over 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Jaarwinst toe te rekenen aan aandeelhouders
moedermaatschappij 4.382 3.865
Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat:
Valutaomrekenverschillen 1.100 – 240
Activa beschikbaar voor verkoop 717 509
Kasstroomhedges – 386 106 1.431 375 Niet-gerealiseerde winsten (–) / verliezen (+) uit voorgaande jaren,
verwerkt in het resultaat:
Valutaomrekenverschillen vanwege verkochte
dochterondernemingen – 20 2
Activa beschikbaar voor verkoop – 348 – 251
Reserve kasstroomhedges – 126 – 224 – 494 – 473 Integrale jaarwinst 5.319 3.767
De integrale jaarwinst omvat alle mutaties in het aan aandeelhouders van de
moedermaatschappij toe te rekenen eigen vermogen gedurende het jaar, met uitzondering
van veranderingen in het geplaatste aandelenkapitaal en uitkeringen aan aandeelhouders.
Jaarrekening 2005
146
Geconsolideerd kasstroomoverzicht voor 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Operationele activiteiten
Resultaat uit voortgezette bedrijfsactiviteiten 4.443 2.493
Aanpassingen voor significante niet direct opvraagbare posten
zoals opgenomen in de winst- en verliesrekening
Afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen 1.021 1.235
Bijzondere waardevermindering kredieten 648 616
Resultaat uit deelnemingen met invloed – 280 – 206
Mutaties in operationele activa en verplichtingen
Mutaties in operationele activa – 140.923 – 107.875
Mutaties in operationele verplichtingen 116.252 87.424
Overige aanpassingen
Ontvangen dividenden uit deelnemingen met invloed 63 59 Kasstroom uit operationele activiteiten – 18.776 – 16.254
Investeringsactiviteiten
Aankopen van effecten – 142.423 – 78.760
Verkopen en aflosssingen van effecten 129.811 76.338
Investeringen in onroerende zaken en bedrijfsmiddelen – 2.037 – 1.973
Desinvesteringen onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 1.064 1.131
Verkrijging van immateriële activa (exclusief goodwill en MSR’s) – 431 – 339
Verkoop immateriële activa (exclusief goodwill en MSR’s) 9 50
Acquisitie dochterondernemingen en deelnemingen met invloed – 1.716 – 278
Verkoop dochterondernemingen en deelnemingen met invloed 538 153 Kasstroom uit investeringsactiviteiten – 15.185 – 3.678
Financieringsactiviteiten
Opname achtergestelde schulden 2.975 2.203
Aflossing achtergestelde schulden – 1.682 – 2.708
Opname overige langlopende schulden 36.782 25.894
Aflossing overige langlopende schulden – 8.919 – 7.771
Uitgifte van aandelen 2.491 0
Mutatie in ingekochte eigen aandelen (netto) 32 – 513
Overige 92 334
Betaalde dividenden – 659 – 694 Kasstroom uit financieringsactiviteiten 31.112 16.745
Kasstroom uit beëindigde bedrijfsactiviteiten – 2.733
Mutatie in liquide middelen – 2.849 – 454 Beginstand liquide middelen 8.603 9.016
Valutaomrekenverschillen 289 41 Eindstand liquide middelen 35 6.043 8.603
Jaarrekening 2005
147
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening(alle bedragen zijn opgenomen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven)
1 Verslaggeving per bedrijfsonderdeel
De gegevens per bedrijfsonderdeel worden op zowel commerciële als geografische
grondslag gepresenteerd. De commerciële opsplitsing is in overeenstemming met de in de
verslagperiode van toepassing zijnde management- en interne rapportagestructuur van de
groep.
De activa, verplichtingen, baten en resultaten van de verschillende bedrijfsonderdelen
worden bepaald in overeenstemming met de grondslagen van de groep. De baten,
resultaten, activa en verplichtingen van de onderscheiden bedrijfsonderdelen bevatten
posten die hetzij direct hetzij redelijkerwijs aan het desbetreffende bedrijfsonderdeel
kunnen worden toegerekend. De transacties tussen bedrijfsonderdelen vinden plaats tegen
marktvoorwaarden. De kapitaaluitgaven betreffen de kosten die gedurende de verslagperiode
zijn gemaakt om activa ten behoeve van bedrijfsonderdelen te verwerven die naar
verwachting gedurende een periode van langer dan één jaar gebruikt zullen worden. Dit
betreft onder meer vastgoed voor eigen gebruik, bedrijfsmiddelen en software.
Opsplitsing op commerciële basisDe commerciële bedrijfsonderdelen van de groep zijn:
Consumer & Commercial Clients (C&CC)
Consumer & Commercial Clients bedient particuliere klanten en zakelijke relaties in het
midden- en kleinbedrijf en is vooral sterk gepositioneerd onder meer bemiddelde
particulieren en middelgrote ondernemingen. De activiteiten zijn vooral geconcentreerd in
Nederland, Noord-Amerika en Brazilië, waar wij opereren onder gevestigde lokale
merknamen.
De consumer en commercial banking-activiteiten in nieuwe groeimarkten en Bouwfonds,
onze dochteronderneming voor projectontwikkeling en vastgoedfinanciering, maken
eveneens deel uit van C&CC. Onder de nieuwe groeimarkten vallen onder meer onze
consumer banking-activiteiten in India, de Verenigde Arabische Emiraten, Taiwan en
Hong Kong.
Wholesale Clients (WCS)
Wholesale Clients is een wereldwijd opererende corporate en investment bank. WCS biedt
haar klanten een breed assortiment producten en diensten, waaronder adviesdiensten,
kapitaalmarkttransacties, financieringsproducten en transactiebankieren in meer dan
50 landen. WCS bedient haar klanten via lokale adviseurs die toegang hebben tot de
hoogwaardige expertise die wereldwijd binnen onze organisatie beschikbaar is. De
internationale kapitaalmarktactiviteiten van WCS vinden hoofdzakelijk plaats in Amsterdam,
Chicago, Hongkong, Londen, New York, Singapore en Sydney.
Jaarrekening 2005
148
Private Clients (PC)
Private Clients verleent private banking-diensten aan vermogende particulieren en families
die over een belegbaar vermogen van minimaal EUR 1 miljoen beschikken. Het
productaanbod is gebaseerd op een ‘open architectuur’-concept. Dit houdt in dat de klant
het beste product ontvangt dat in de markt verkrijgbaar is, ongeacht de aanbieder. Deze
benadering is erop gericht voor alle klanten een zo hoog mogelijk rendement te genereren.
Private Clients behoort tot de Private banking top tien wereldwijd en is de op vier na
grootste private banker van Europa.
Asset Management (AM)
Asset Management is actief in meer dan 20 landen in Europa, Noord- en Zuid-Amerika, Azië
en Australië. Het internationale portefeuillebeheer is geconcentreerd in zes centra, te weten
Amsterdam, Atlanta, Chicago, Hongkong, Londen en Singapore. AM biedt beleggings-
producten aan in alle belangrijke regio’s en vermogenscategorieën en hanteert een actieve
beleggingsstijl. Kenmerkend voor de beleggingsfilosofie zijn het internationaal
gecoördineerde beleggingsbeleid en de zorgvuldige risicobewaking.
De producten van AM worden rechtstreeks verkocht aan institutionele klanten als centrale
banken, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en grote liefdadigheidsinstellingen.
De beleggingsfondsen voor particuliere beleggers worden via de retail- en private banking-
kanalen van ABN AMRO gedistribueerd, alsmede via derden. Van het beheerd vermogen is
iets meer dan de helft afkomstig van institutionele beleggers, 30% van retail en derden en
de rest van separate portefeuilles die voor Private Clients worden beheerd.
Private Equity (PE)
De kernactiviteit van Private Equity is het investeren in niet-beursgenoteerde bedrijven,
zowel voor eigen rekening van ABN AMRO als voor derden. In 2005 groeide de portefeuille
Europese en Australische middelgrote buy-outs met ongeveer 25%. De omvang van de
Nederlandse ‘early stage’ portefeuille nam daarentegen af. Beide ontwikkelingen
weerspiegelen de strategische heroriëntatie van Private Equity.
Het bedrijfsmodel van Private Equity bestaat uit het verwerven van zodanige
aandelenbelangen in bedrijven, dat daarover invloed of zeggenschap kan worden
uitgeoefend. Deze belangen worden gedurende een aantal jaar beheerd om ze daarna met
winst af te stoten.
Group Functions / Group Shared Services (GF / GSS)
Group Functions en Group Shared Services verlenen interne diensten die gecentraliseerd zijn
en/of concernbreed worden gedeeld. Tot Group Functions behoort onder meer Group Asset
and Liability Management, dat een beleggings- en derivatenportefeuille beheert in het kader
van het liquiditeits- en renterisicobeheer van de groep. In Group Functions zijn tevens de
strategische beleggingen van de groep ondergebracht en worden de daarop betrekking
hebbende resultaten verantwoord. Eliminaties tussen bedrijfsonderdelen worden verwerkt in
dit segment.
Jaarrekening 2005
149
Gegevens per bedrijfsonderdeel op commerciële grondslag over 2005
Totaal C&CC WCS PC AM PE GF /GSS Groep
Rente – extern 8.636 669 – 739 – 11 – 96 602 9.061
Rente – intern – 542 320 1.219 17 – 107 – 907 –
Provisies – extern 1.813 1.765 565 590 9 4 4.746
Provisies – intern 53 – 47 29 6 – 9 – 32 –
Handelsresultaat 225 2.363 42 14 9 – 32 2.621
Resultaat uit financiële transacties 50 142 8 55 420 607 1.282
Resultaat uit deelnemingen met invloed 145 2 1 18 – 114 280
Overige operationele baten 1.340 101 100 23 1 23 1.588
Nettoverkoopopbrengst private equity-belangen – 128 – – 3.509 – 3.637 Totaal operationele baten 11.720 5.443 1.225 712 3.736 379 23.215 Totaal operationele bedrijfslasten 7.391 4.803 891 501 3.392 – 95 16.883 Bijzondere waardevermindering kredieten en
overige provisies 754 – 241 6 – 34 95 648 Totaal lasten 8.145 4.562 897 501 3.426 – 17.531
Bedrijfsresultaat voor belastingen 3.575 881 328 211 310 379 5.684 Belastingen 1.023 176 73 40 – 21 – 50 1.241 Resultaat uit voortgezette activiteiten 2.552 705 255 171 331 429 4.443 Beëindigde activiteiten – – – – – – – Jaarwinst 2.552 705 255 171 331 429 4.443
Overige gegevens per 31 december 2005
Totaal activa 260.041 525.203 16.973 1.199 7.293 70.095 880.804
Totaal verplichtingen 222.567 529.876 50.261 1.136 4.530 48.282 856.652
Kapitaaluitgaven 594 331 26 41 190 84 1.266
Bouw- Totaal NL NA Brazilië NGM fonds C&CC
Rente – extern 2.638 2.553 2.146 389 910 8.636
Rente – intern 147 – 284 18 – 26 – 397 – 542
Provisies – extern 626 635 350 192 10 1.813
Provisies – intern 42 8 2 1 – 53
Handelsresultaat 54 94 52 25 – 225
Resultaat uit financiële transacties – 43 – 6 1 50
Resultaat uit deelnemingen met invloed 14 4 37 73 17 145
Overige operationele baten 163 430 370 47 330 1.340
Nettoverkoopopbrengst private equity-belangen – – – – – – Totaal operationele baten 3.684 3.483 2.975 707 871 11.720 Totaal operationele bedrijfslasten 2.675 2.236 1.730 369 381 7.391 Bijzondere waardevermindering kredieten en
overige provisies 277 21 363 67 26 754 Totaal lasten 2.952 2.257 2.093 436 407 8.145
Bedrijfsresultaat voor belastingen 732 1.226 882 271 464 3.575 Belastingen 223 355 238 58 149 1.023 Resultaat uit voortgezette activiteiten 509 871 644 213 315 2.552 Beëindigde activiteiten – – – – – – Jaarwinst 509 871 644 213 315 2.552
Overige gegevens per 31 december 2005
Totaal activa 95.272 90.021 23.663 7.753 43.332 260.041
Totaal verplichtingen 98.009 77.126 16.984 5.651 24.797 222.567
Kapitaaluitgaven 262 154 143 25 10 594
Jaarrekening 2005
150
Gegevens per bedrijfsonderdeel op commerciële grondslag over 2004
Total C&CC WCS PC AM PE GF /GSS Group
Rente – extern 7.900 841 – 472 – 13 – 82 622 8.796
Rente – intern – 1.005 758 888 17 – 33 – 625 –
Provisies – extern 1.697 1.806 521 531 8 2 4.565
Provisies – intern 52 – 78 23 4 – – 1 –
Handelsresultaat 150 1.138 45 9 3 – 36 1.309
Resultaat uit financiële transacties – 249 41 1 10 633 472 908
Resultaat uit deelnemingen met invloed 87 83 14 2 – 20 206
Overige operationele baten 1.047 113 59 34 – 24 6 1.235
Nettoverkoopopbrengst private equity-belangen – – – – 2.616 – 2.616 Totaal operationele baten 9.679 4.702 1.079 594 3.121 460 19.635 Totaal operationele bedrijfslasten 6.809 4.783 844 443 2.614 263 15.756 Bijzondere waardevermindering kredieten en
overige provisies 585 – 8 – – 16 23 616 Totaal lasten 7.394 4.775 844 443 2.630 286 16.372
Bedrijfsresultaat voor belastingen 2.285 – 73 235 151 491 174 3.263 Belastingen 677 – 72 66 46 28 25 770 Resultaat uit voortgezette activiteiten 1.608 – 1 169 105 463 149 2.493 Beëindigde activiteiten 239 1 – – – 1.207 1.447 Jaarwinst 1.847 – 169 105 463 1.356 3.940
Overige gegevens per 31 december 2004
Totaal activa 217.524 428.214 15.355 954 4.770 60.637 727.454
Totaal verplichtingen 194.531 431.966 45.307 1.113 2.843 35.142 710.902
Kapitaaluitgaven 710 290 48 6 83 15 1.152
Bouw- Total NL NA Brazil NGM fonds C&CC
Rente – extern 2.482 2.820 1.601 237 760 7.900
Rente – intern 26 – 593 – 94 – – 344 – 1.005
Provisies – extern 592 602 313 172 18 1.697
Provisies – intern 39 8 4 1 – 52
Handelsresultaat 36 100 – 1 15 – 150
Resultaat uit financiële transacties 1 – 261 2 6 3 – 249
Resultaat uit deelnemingen met invloed 32 1 10 44 – 87
Overige operationele baten 81 498 149 84 235 1.047
Nettoverkoopopbrengst private equity-belangen – – – – – – Totaal operationele baten 3.289 3.175 1.984 559 672 9.679 Totaal operationele bedrijfslasten 2.790 2.086 1.297 346 290 6.809 Bijzondere waardevermindering kredieten en
overige provisies 173 143 219 41 9 585 Totaal lasten 2.963 2.229 1.516 387 299 7.394
Bedrijfsresultaat voor belastingen 326 946 468 172 373 2.285 Belastingen 96 274 167 33 107 677 Resultaat uit voortgezette activiteiten 230 672 301 139 266 1.608 Beëindigde activiteiten – – – 239 – 239 Jaarwinst 230 672 301 378 266 1.847
Overige gegevens per 31 december 2004
Totaal activa 86.602 73.340 13.987 5.344 38.251 217.524
Totaal verplichtingen 86.825 64.075 11.942 3.584 28.105 194.531
Kapitaaluitgaven 340 238 109 12 11 710
Jaarrekening 2005
151
Opsplitsing op geografische basisDe groep is hoofdzakelijk actief in Nederland, Europa, Noord-Amerika en Latijns-Amerika.
Uitgangspunt voor de onderstaande geografische analyse vormt de locatie van de entiteit
binnen de groep waar de transactie wordt geadministreerd.
2005 2004
Operationele Totaal Kapitaal- Operationele Totaal Kapitaal- baten activa uitgaven baten activa uitgaven
Nederland 9.760 285.073 577 8.903 267.222 473
Europa 4.672 332.922 153 2.324 254.562 122
Noord-Amerika 4.287 167.128 314 4.905 133.592 391
Latijns-Amerika 3.271 28.420 145 2.305 18.274 113
Azië / Pacific 1.225 67.261 77 1.198 53.804 53 Totaal 23.215 880.804 1.266 19.635 727.454 1.152
2 Rente
2005 2004
Rentebaten uit:
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 348 218
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden 1.559 1.389
Financiële beleggingen 5.198 4.190
Kredieten en vorderingen bankiers 2.666 2.083
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 20.757 17.454 Subtotaal 30.528 25.334
Rentelasten uit:
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 1.054 976
Verplichtingen bankiers 5.455 4.298
Verplichtingen private en publieke sector 9.749 7.374
Uitgegeven schuldbewijzen 4.212 2.797
Achtergestelde schulden 997 1.093 Subtotaal 21.467 16.538 Totaal 9.061 8.796
Jaarrekening 2005
152
3 Provisie
2005 2004
Provisiebaten
Effectenbedrijf 1.560 1.548
Betalingsverkeer 1.576 1.449
Vermogensbeheer en trust 1.153 1.041
Kredietbedrijf 180 158
Adviesdiensten 336 311
Assurantiebedrijf 177 162
Garanties 218 160
Overige 427 436 Subtotaal 5.627 5.265
Provisielasten
Effectenbedrijf 321 281
Betalingsverkeer 165 125
Vermogensbeheer en trust 127 126
Overige 268 168 Subtotaal 881 700 Totaal 4.746 4.565
4 Handelsresultaat
2005 2004
Effectenhandel 978 179
Valutahandel 662 687
Derivaten 933 380
Overige 48 63 Totaal 2.621 1.309
De rentebaten en -lasten op handelsposities worden opgenomen onder rentebaten
en -lasten.
5 Resultaat uit financiële transacties
2005 2004
Winst uit verkoop van schuldbewijzen beschikbaar voor
verkoop (netto) 431 179
Winst uit verkoop van aandelenbeleggingen beschikbaar voor
verkoop (netto) 55 154
Dividend uit aandelenbeleggingen beschikbaar voor verkoop 54 48
Winst uit overige aandelenbeleggingen (netto) 514 694
Ineffectiviteit van hedges 39 – 112
Overige 189 – 55 Totaal 1.282 908
De nettowinst uit overige aandelenbeleggingen omvat winsten en verliezen op tegen reële
waarde aangehouden beleggingen en het resultaat uit de verkoop van geconsolideerde
private equity-belangen.
Jaarrekening 2005
153
6 Overige operationele baten
2005 2004
Mortgage banking-activiteiten (Noord-Amerika) 208 234
Projectontwikkeling 330 235
Verzekeringsactiviteiten 198 226
Leasing 60 63
Verkoop bedrijfsactiviteiten en deelnemingen met invloed 347 187
Overige 445 290 Totaal 1.588 1.235
De baten uit mortgage banking-activiteiten betreffen:
2005 2004
Verkoop van hypotheken 30 83
Administratievoering en gerelateerde vergoedingen 485 484
Afschrijving van servicing-rechten (na aftrek van baten uit derivaten) – 214 – 243
Winsten / verliezen servicinghedges (netto) – 93 – 90 Totaal 208 234
Het hypotheekbedrijf in Noord-Amerika bestaat voor het merendeel uit de productie van
vastrentende woninghypotheken die vervolgens worden verkocht aan door de Amerikaanse
overheid gesteunde entiteiten, in de meeste gevallen met behoud van de
administratievoering.
De baten uit verzekeringsactiviteiten betreffen:
2005 2004
Premie-inkomen 1.238 1.303
Opbrengst uit beleggingen 406 300
Voorziening voor verzekerde risico’s – 1.446 – 1.377 Totaal 198 226
Jaarrekening 2005
154
7 Personeelskosten
2005 2004
Salarissen (inclusief bonussen en vergoedingen) 5.915 5.602
Sociale lasten 740 620
Pensioenlasten en bijdragen ziektekostenverzekering na
pensionering 11 390
Op aandelen gebaseerde betalingen 61 4
Inhuur personeel 247 222
Beëindigingsuitkeringen 175 191
Kosten in verband met herstructurering 10 42 502
Overige personeelskosten 340 287 Totaal 7.531 7.818
Gemiddeld aantal medewerkers (FTE’s):
Bankactiviteiten in Nederland 27.995 28.671
Bankactiviteiten in overige landen 69.528 69.469
Geconsolideerde private equity-belangen 40 22.201 17.938 Totaal 119.724 116.078
In de pensioenlasten en bijdragen ziektekostenverzekering na pensionering is een vrijval van
de voorziening ziektekosten opgenomen.
8 Algemene en beheerskosten
2005 2004
Professionele dienstverlening 1.111 809
Automatiseringskosten 930 829
Huisvestingskosten 766 731
Personeelgerelateerde kosten (inclusief opleidingen) 184 153
Zakenreizen en transport 312 268
Kantoorbenodigdheden en drukkosten 121 117
Communicatie en informatie 477 470
Commerciële kosten 571 424
Kosten van geconsolideerde private equity-belangen 352 284
Kosten in verband met herstructurering 10 – 9 179
Diverse kosten 997 774 Totaal 5.812 5.038
Jaarrekening 2005
155
9 Afschrijvingen
2005 2004
Onroerende zaken 148 156
Bedrijfsmiddelen 543 519
Software 279 280
Bijzondere waardevermindering goodwill private equity-belangen 19 124
Bijzondere waardevermindering onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen 9 38
Bijzondere waardevermindering onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen in verband met herstructurering 10 4 109
Overige 19 9 Totaal 1.021 1.235
In deze post is een bedrag van EUR 133 miljoen (2004: EUR 151 miljoen) begrepen aan
afschrijvingen en bijzondere waardeverminderingen met betrekking tot geconsolideerde
private equity-belangen (zie punt 40).
10 Herstructurering
De volgende tabel geeft een overzicht van de herstructuringslasten van de groep, zoals
opgenomen in de betreffende kostencategorieën.
2005 2004
Personeelgerelateerde kosten 42 502
Andere beheerskosten – 9 179
Bijzondere waardevermindering onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen 4 109 Totaal 37 790
De lasten hadden in 2005 hoofdzakelijk betrekking op activiteiten in Frankrijk en in 2004 op
programma’s binnen Wholesale Clients en op initiatieven van Group Shared Services op het
gebied van informatietechnologie en Human Resources.
11 Belastingen
Opgenomen in winst- en verliesrekening
2005 2004
Niet-latente belastingverplichtingen
Verslagperiode 1.106 1.186
Te laag / te hoog (–) verwerkt bedrag in voorgaande jaren – 87 – 30 Subtotaal 1.019 1.156
Latente belastingverplichtingen
Opname en terugneming van tijdelijke verschillen 257 – 373
Verlaging belastingtarief – 35 – 13 Subtotaal 222 – 386 Totaal 1.241 770
Jaarrekening 2005
156
De effectieve belastingdruk op de groepswinst voor belastingen verschilt van het bedrag dat
in theorie verschuldigd zou zijn op grond van het basistarief in Nederland. In onderstaande
tabel wordt dit verschil toegelicht:
(in %) 2005 2004
Nominale belastingdruk Nederland 31,5 34,5
Effect afwijkende belastingdruk overige landen – 5,0 – 4,2
Effect voorheen niet-verwerkte, gebruikte fiscaal verrekenbare
verliezen – 0,8 – 0,0
Effect belastingvrije baten in Nederland – 1,2 – 3,7
Overige – 2,7 – 3,0 Effectieve belastingdruk bedrijfsresultaat 21,8 23,6
Direct opgenomen in eigen vermogen
Baten (–) / Lasten (+) 2005 2004
Valutaomrekenverschillen – 198 51
Kasstroomhedges – 235 – 54
Activa beschikbaar voor verkoop 169 118 Totaal – 264 115
12 Winst per aandeel
De berekeningen van de gewone en verwaterde winst per aandeel zijn weergegeven in de
volgende tabel.
2005 2004
Jaarwinst toe te rekenen aan
aandeelhouders moedermaatschappij 4.382 3.865
Winst uit voortgezette bedrijfsactiviteiten toe te rekenen aan
aandeelhouders moedermaatschappij 4.382 2.418
Winst uit beëindigde bedrijfsactiviteiten toe te rekenen aan
aandeelhouders moedermaatschappij – 1.447 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande gewone aandelen
(in miljoenen) 1.804,1 1.657,6
Verwateringseffect personeelsopties (in miljoenen) 5,2 3,1
Performance Share Plan (in miljoenen) 2,9 1,0 Voor verwatering gecorrigeerd aantal gewone aandelen (in miljoenen) 1.812,2 1.661,7 Winst per gewoon aandeel (in euro’s) 2,43 2,33
Winst per gewoon aandeel na volledige verwatering (in euro’s) 2,42 2,33 Winst per gewoon aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
(in euro’s) 2,43 1,46
Winst per gewoon aandeel uit voortgezette bedrijfsactiviteiten
na volledige verwatering (in euro’s) 2,42 1,46 Winst per gewoon aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten
(in euro’s) – 0,87
Winst per gewoon aandeel uit beëindigde bedrijfsactiviteiten na
volledige verwatering (in euro’s) – 0,87
Jaarrekening 2005
157
13 Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken
Hieronder worden opgenomen kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken in landen waar
de bank gevestigd is.
2005 2004
Liquide middelen 1.590 1.204
Tegoeden bij centrale banken 15.067 16.692 Totaal 16.657 17.896
14 Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden
2005 2004
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden
Rentedragende waardepapieren:
• Nederlandse Staat 2.520 552
• Amerikaans schatkistpapier en overheid 7.843 5.759
• Overige OESO-staten 37.855 28.409
• Overige rentedragende waardepapieren 13.789 17.114 Subtotaal 62.007 51.834
Aandelen 34.676 18.409
Financiële derivaten 105.372 96.792 Totaal 202.055 167.035
Financiële verplichtingen aangehouden voor
handelsdoeleinden
Short-posities in financiële activa 52.060 39.059
Financiële derivaten 96.528 90.447 148.588 129.506
Winsten en verliezen uit financiële derivaten en veranderingen in de reële waarde van
overige voor handelsdoeleinden aangehouden instrumenten worden verantwoord onder het
handelsresultaat. Rentebaten en -lasten uit schuldbewijzen en overige vastrentende
instrumenten worden opgenomen onder rente.
Jaarrekening 2005
158
Handelsportefeuille financiële derivaten
2005 2004 Reële waarden Reële waarden
Gecontrac- Gecontrac- teerde Ver- teerde Ver- bedragen Activa plichtingen bedragen Activa plichtingen
Rentederivaten
OTC Swaps 4.846.112 70.644 64.527 3.048.969 56.491 52.373
Termijncontracten 220.612 80 73 204.118 110 89
Gekochte opties 243.296 6.072 – 337.359 2.262 –
Verkochte opties 266.718 – 6.321 202.738 – 2.224
Beurs Futures 209.197 1 2 227.114 20 –
Gekochte opties 292 3 – 23.884 160 –
Verkochte opties 293 – 1 17.278 – 190 Subtotaal 5.786.520 76.800 70.924 4.061.460 59.043 54.876 Valutaderivaten
OTC Swaps 518.012 12.356 10.431 428.564 21.933 20.659
Termijncontracten 507.385 5.004 5.661 438.635 10.702 10.144
Gekochte opties 63.835 1.524 – 60.016 1.666 –
Verkochte opties 66.174 – 1.313 58.701 – 1.268
Beurs Futures 2.855 5 8 4.765 4 15
Opties 7.243 71 70 3.554 113 86 Subtotaal 1.165.504 18.960 17.483 994.235 34.418 32.172 Overige
OTC Aandelen,
commodity en
overige 511.791 4.747 4.589 124.090 1.458 1.564
Gekochte
aandelenopties 24.116 3.507 – 10.655 891 –
Verkochte
aandelenopties 26.987 – 2.472 9.665 – 817
Beurs Aandelen,
commodity en
overige 12.389 288 23 6.455 76 81
Gekochte
aandelenopties 14.848 1.070 – 10.833 906 –
Verkochte
aandelenopties 15.794 – 1.037 11.077 – 937 Subtotaal 605.925 9.612 8.121 172.775 3.331 3.399 Totaal 7.557.949 105.372 96.528 5.228.470 96.792 90.447
Een analyse van de markt- en liquiditeitsrisico’s is opgenomen in punt 38.
Jaarrekening 2005
159
15 Financiële beleggingen
2005 2004
Rentedragende waardepapieren – beschikbaar voor verkoop
Nederlandse Staat 2.781 2.172
Amerikaans schatkistpapier en overheid 6.618 8.070
Overige OESO-staten 51.760 47.238
Hypothecair gedekte waardepapieren 12.100 14.758
Overige rentedragende waardepapieren 39.918 19.930 Subtotaal 113.177 92.168
Rentedragende waardepapieren – aangehouden tot
einde looptijd
Nederlandse Staat 2.136 2.176
Amerikaans schatkistpapier en overheid 22 45
Overige OESO-staten 3.660 4.421
Hypothecair gedekte waardepapieren 36 26
Overige rentedragende waardepapieren 718 1.002 Subtotaal 6.572 7.670 Totaal 119.749 99.838
Aandelenbeleggingen
Beschikbaar voor verkoop 2.337 1.610
Opgenomen tegen reële waarde met verwerking van waarde-
veranderingen in resultaat 1.688 1.500 Subtotaal 4.025 3.110 Totaal 123.774 102.948
De overige rentedragende waardepapieren betreffen onder meer gedekte obligaties
(‘covered bonds’). Rentebaten uit schuldbewijzen en overige vastrentende instrumenten
worden opgenomen onder rentebaten volgens de effectieve-rentemethode.
Dividenduitkeringen op overige niet-vastrentende waarden worden opgenomen onder
resultaat uit financiële transacties.
16 Kredieten en vorderingen bankiers
Deze post omvat vorderingen op en tegoeden bij bankinstellingen.
2005 2004
Rekening-courant 5.479 3.958
Geplaatste termijndeposito’s 11.613 11.672
Professionele effectentransacties 31 87.281 64.375
Kredieten aan banken 4.279 3.856 Subtotaal 108.652 83.861 Voorziening voor bijzondere waardeverminderingen 18 – 17 – 3 Totaal 108.635 83.858
Jaarrekening 2005
160
17 Kredieten en vorderingen private en publieke sector
Hieronder worden opgenomen de vorderingen op niet-bancaire klanten uit hoofde van met
name kredieten en hypothecaire leningen.
2005 2004
Overheid 7.461 6.059
Zakelijk 152.411 127.044
Particulier 122.708 107.124
Professionele effectentransacties 31 74.724 59.269
Multi-seller conduits 25.931 23.700 Subtotaal 383.235 323.196 Voorziening voor bijzondere waardeverminderingen 18 – 2.987 – 3.174 Totaal 380.248 320.022
Vorderingen op multi-seller conduits zijn doorgaans gedekt door een vorderingenportefeuille
die groter is dat het bevoorschotte bedrag. Hierdoor is het kredietrisico zeer gering (zie
punt 38).
In de informatie met betrekking tot het risicobeheer (zie punt 38) zijn in de paragraaf
kredietrisico gegevens opgenomen over de concentratie van het kredietrisico naar bedrijfstak
en geografische regio. Deze paragraaf bevat voorts een onderverdeling naar soort
zekerheidstelling.
18 Bijzondere waardevermindering kredieten en voorzieningen
2005 2004
Stand per 1 januari 3.177 4.307
Bijzondere waardevermindering kredieten:
Nieuw getroffen voorzieningen 1.428 1.259
Terugneming van niet langer vereiste voorzieningen – 550 – 464
Na afboeking ontvangen bedragen – 236 – 170
Overige kredietgerelateerde kosten 6 – 9 Totaal bijzondere waardevermindering kredieten en overige
voorzieningen voor kredietrisico 648 616
Onder rentebaten verantwoord bedrag uit afwikkeling van
discontering – 32 – 40
Valutaomrekenverschillen 208 – 83
Afgeboekte bedragen – 1.070 – 1.236
Verkochte bedrijfsactiviteiten – – 465
Reserve niet-verdiende rente op in waarde verminderde kredieten 73 78 Stand per 31 december 3.004 3.177
Jaarrekening 2005
161
Alle kredieten worden afzonderlijk en/of collectief op portefeuillebasis beoordeeld op
mogelijke bijzondere waardevermindering. De voorziening voor bijzondere
waardeverminderingen wordt als volgt toegerekend:
2005 2004
Zakelijk krediet 2.146 2.598
Particulier krediet 841 576
Kredieten bankiers 17 3 Totaal 3.004 3.177
Voorzieningen zakelijk kredietZakelijk-kredietrelaties worden ten minste eenmaal per jaar door de groep gereviseerd.
Daarnaast houden kredietmedewerkers continu toezicht op de kwaliteit van het verstrekte
krediet, de klanten en de nakoming van de overeengekomen kredietvoorwaarden. Als de
kwaliteit van een krediet of de financiële situatie van een debiteur zodanig verslechtert dat er
twijfel bestaat over het vermogen om aan de contractuele verplichtingen te voldoen, wordt
het beheer van de relatie overgedragen aan Financial Restructuring and Recovery. Na
evaluatie bepaalt Financial Restructuring and Recovery de hoogte van de eventuele
specifieke voorziening die moet worden gevormd, waarbij rekening wordt gehouden met de
waarde van de verstrekte zekerheden. Specifieke voorzieningen vallen volledig of gedeeltelijk
vrij als de schuld wordt terugbetaald of de verwachte toekomstige kasstromen een
verbetering laten zien als gevolg van positieve veranderingen in de economische of financiële
omstandigheden. Zakelijke kredieten worden pas volledig of gedeeltelijk afgeschreven als het
duidelijk is dat verder gedeeltelijk verhaal niet mogelijk is.
Voorzieningen particulier kredietDe bank biedt een breed pakket particuliere kredietproducten en -programma’s, zoals
persoonlijke leningen, woninghypotheken, creditcards en woningverbeteringskrediet.
Voorzieningen voor deze producten worden per portefeuille getroffen, waarbij een specifieke
voorziening voor elk product wordt vastgesteld op basis van de omvang van de portefeuille
en het historisch-verliespercentage van de bank.
In het beleid voor particuliere kredietverlening is bepaald dat in het algemeen de
renteverantwoording wordt opgeschort als de betaling van rente of hoofdsom op een
particulier krediet 90 dagen of langer achterstallig is. Dergelijke kredieten worden dan
aangemerkt als non-performing.
Voorzieningen voor een specifieke portefeuille kunnen vrijvallen als de kwaliteit van de
desbetreffende kredietportefeuille verbetert. De afboeking van particulier krediet geschiedt
na het verstrijken van een bepaalde periode, die per soort product verschilt. Zo worden
ongedekte faciliteiten, zoals creditcards en persoonlijke leningen, in het algemeen 180 dagen
na de vervaldatum afgeboekt en door creditgelden en/of aandelen gedekte schulden en
faciliteiten in het algemeen 90 dagen na de vervaldatum.
IBNR-voorzieningNaast de voorzieningen voor bijzondere waardevermindering die op specifieke of
portefeuillebasis worden berekend, houdt de groep ook een voorziening aan voor niet-
geïdentificeerde waardeverminderingen die naar verwachting in kredieten besloten liggen als
gevolg van veranderingen in economische omstandigheden en vertragingen bij het verkrijgen
van informatie en die duiden op verliezen per de balansdatum.
Jaarrekening 2005
162
19 Deelnemingen met invloed
2005 2004
Bankinstellingen 2.885 1.257
Overige activiteiten 108 171 Totaal 2.993 1.428
Stand per 1 januari 1.428 1.443
Mutaties:
• Aankopen 1.554 6
• Verkopen / herrubriceringen – 265 – 108
• Resultaat uit deelnemingen met invloed 280 206
• Ontvangen dividenden uit deelnemingen met invloed – 63 – 59
• Valutaomrekenverschillen 31 – 13
• Overige 28 – 47 Stand per 31 december 2.993 1.428
In de aankopen in 2005 is onder meer de uitbreiding van het belang in Banca Antonveneta
verwerkt (zie punt 44). Gezien het feit dat de groep niet langer invloed van betekenis heeft,
is het belang in Kereskedelmi és Hitelbank Rt. geherrubriceerd naar activa beschikbaar voor
verkoop.
In de reserve kasstroomhedges en de reserve voor verkoop beschikbare activa van de groep
is een bedrag van EUR 95 miljoen begrepen aan niet-gerealiseerde winsten met betrekking
tot deelnemingen met invloed.
Beursgenoteerde deelnemingen met invloed hadden ultimo 2005 een boekwaarde van
EUR 2.345 miljoen (2004: EUR 738 miljoen) en een gecombineerde marktwaarde van
EUR 3.399 miljoen (2004: EUR 1.379 miljoen).
Vorderingen op en verplichtingen aan deelnemingen met invloed, zoals opgenomen onder de
diverse balansposten, bedroegen:
2005 2004
Kredieten en vorderingen bankiers 1.151 6
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 495 134
Verplichtingen bankiers 138 171
Verplichtingen private en publieke sector 246 279
De belangrijkste deelnemingen met invloed op geaggregeerde basis (niet gecorrigeerd voor
het procentuele belang van de groep) zijn voor de volgende totaalbedragen in de balans en
de winst- en verliesrekening verwerkt:
2005 2004
Totaal activa 192.927 196.001
Totaal passiva 180.577 185.449
Totaal operationele baten 8.887 8.751
Bedrijfsresultaat voor belastingen 1.524 834
Jaarrekening 2005
163
20 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
De boekwaarde van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen vertoonde in 2005 en 2004 het
volgende verloop:
Onroerende zaken
Eigen Niet eigen Bedrijfs- Totaal gebruik gebruik middelen
Stand per 1 januari 2005 2.994 2.677 1.502 7.173
Mutaties:
• Fusies en overnames 308 24 508 840
• Desinvesteringen – 36 – 190 – 186 – 412
• Uitbreidingen 381 1.196 460 2.037
• Verkopen – 295 – 724 – 45 – 1.064
• Bijzondere waardeverminderingen – 13 – 43 – 1 – 57
• Afschrijvingen – 148 – – 543 – 691
• Valutaomrekenverschillen 149 39 96 284 Stand per 31 december 2005 3.340 2.979 1.791 8.110
waarvan:
Kostprijs 4.802 3.091 3.801 11.694
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen – 48 – 103 – 2 – 153
Cumulatieve afschrijvingen – 1.414 – 9 – 2.008 – 3.431
Onroerende zaken
Eigen Niet eigen Bedrijfs- Totaal gebruik gebruik middelen
Kostprijs 4.291 2.695 11.378 18.364
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen – 25 – 46 – – 71
Cumulatieve afschrijvingen – 1.191 – 6 – 1.520 – 2.717 Stand per 1 januari 2004 3.075 2.643 9.858 15.576 Mutaties:
• Fusies en overnames 184 112 128 424
• Desinvesteringen – 187 – 380 – 8.268 – 8.835
• Uitbreidingen 282 1.156 535 1.973
• Verkopen – 98 – 827 – 206 – 1.131
• Bijzondere waardeverminderingen – 38 – 25 – – 63
• Afschrijvingen – 154 – 2 – 519 – 675
• Valutaomrekenverschillen – 70 – – 26 – 96 Stand per 31 december 2004 2.994 2.677 1.502 7.173
waarvan:
Kostprijs 4.417 2.748 3.230 10.395
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen – 35 – 63 – – 98
Cumulatieve afschrijvingen – 1.388 – 8 – 1.728 – 3.124
De groep heeft een aantal financiële-leaseovereenkomsten gesloten voor het leasen van
bedrijfsmiddelen. De nettoboekwaarde van de geleasde bedrijfsmiddelen die in onroerende
zaken en bedrijfsmiddelen is opgenomen, bedroeg EUR 23 miljoen per 31 december 2005
(ultimo 2004: EUR 22 miljoen).
Jaarrekening 2005
164
De groep is voor de verhuur van diverse bedrijfsmiddelen operationele-leaseovereenkomsten
aangegaan. De leasebetalingen uit hoofde van niet-opzegbare operationele leases hebben de
volgende looptijdstructuur:
2005 2004
Korter dan één jaar 27 18
Van één jaar tot vijf jaar 100 137
Meer dan vijf jaar 30 40 157 195
In 2005 is een bedrag van EUR 60 miljoen (2004: EUR 64 miljoen) als leasebaten
opgenomen in de winst- en verliesrekening, terwijl een bedrag van EUR 51 miljoen (2004:
EUR 50 miljoen) ten laste van het resultaat is gebracht met betrekking tot direct gerelateerde
lasten.
Vastgoed in ontwikkelingOnder overige onroerende zaken niet in eigen gebruik is vastgoed in ontwikkeling bij
Bouwfonds opgenomen. Dit betreft terreinen en projecten in aanbouw tot een totaalbedrag
van EUR 2.113 miljoen (2004: EUR 1.879 miljoen).
VastgoedbeleggingenDe post overige onroerende zaken niet in eigen gebruik omvat tevens vastgoedbeleggingen
van Bouwfonds tot een bedrag van EUR 463 miljoen (2004: EUR 336 miljoen). De
brutohuuropbrengsten uit vastgoedbeleggingen waren gelijk aan EUR 33 miljoen (2004:
EUR 23 miljoen) en de directe operationele bedrijfslasten bedroegen EUR 4 miljoen (2004:
EUR 2 miljoen).
De bijzondere waardeverminderingen onder overige zijn voornamelijk gerelateerd aan
vastgoed in ontwikkeling van Bouwfonds.
21 Goodwill en overige immateriële activa
2005 2004
Goodwill private equity-belangen 2.128 877
Overige goodwill 198 67
Software 758 602
Overige immateriële activa 99 93 Subtotaal 3.183 1.639 Servicing-rechten van hypotheken 1.985 1.504 Totaal 5.168 3.143
Jaarrekening 2005
165
De boekwaarde van goodwill en overige immateriële activa, exclusief servicing-rechten van
hypotheken, ontwikkelde zich als volgt:
Goodwill Overige Software Overige Totaal private goodwill immateriële equity- activa belangen
Stand per 1 januari 2005 877 67 602 93 1.639
Mutaties:
• Fusies & overnames 1.281 35 5 51 1.372
• Desinvesteringen – 91 – 2 – 14 – 70 – 177
• Uitbreidingen 80 97 425 42 644
• Verkopen – – – 9 – – 9
• Bijzondere waardeverminderingen – 19 – – 1 – – 20
• Afschrijvingen – – – 279 – 18 – 297
• Valutaomrekenverschillen – 1 29 1 31 Stand per 31 december 2005 2.128 198 758 99 3.183
waarvan:
Kostprijs 2.271 200 1.572 120 4.163
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen – 143 – 2 – 15 – – 160
Cumulatieve afschrijvingen – – – 799 – 21 – 820
Goodwill Overige Software Overige Totaal private goodwill immateriële equity- activa belangen
Stand per 1 januari 2004 757 – 625 95 1.477
Mutaties:
• Fusies en overnames 394 67 16 19 496
• Desinvesteringen – 150 – – 32 – 21 – 203
• Uitbreidingen – – 335 4 339
• Verkopen – – – 50 – – 50
• Bijzondere waardeverminderingen – 124 – – 17 – – 141
• Afschrijvingen – – – 282 – 4 – 286
• Valutaomrekenverschillen – – 7 – 7 Stand per 31 december 2004 877 67 602 93 1.639
waarvan:
Kostprijs 1.001 69 1.409 96 2.575
Cumulatieve bijzondere waardeverminderingen – 124 – 2 – 17 – – 143
Cumulatieve afschrijvingen – – – 790 – 3 – 793
De mutaties in de boekwaarde van de servicing-rechten van hypotheken waren als volgt:
2005 2004
Stand per 1 januari 1.504 1.434
Uitbreidingen 611 558
Afschrijvingen – 291 – 413
Aanpassing voor hedge accounting – 86 55
Valutaomrekenverschillen 247 – 130 Stand per 31 december 1.985 1.504
Jaarrekening 2005
166
De boekwaarde van de servicing-rechten van hypotheken was ultimo 2005 en 2004 lager dan
de reële waarde. Aanpassingen voor bijzondere waardevermindering waren dan ook niet
nodig. De reële waarde van de servicing-rechten van hypotheken per 31 december 2005
bedroeg EUR 2.258 miljoen (2004: EUR 1.724 miljoen). De waardering van de servicing-
rechten van hypotheken vereist een gedegen inzicht vanwege de onzekerheden die inherent
zijn aan deze activiteit. Tot de economische factoren die bij het schatten van de reële waarde
van de servicing-rechten van hypotheken in aanmerking worden genomen, behoren
rentetarieven, disconterings percentages, vervroegde aflossingen, geografische kenmerken,
servicing-kosten en bijkomende baten. De percentages van vervroegde
hypotheekaflossingen worden maandelijks getoetst op basis van een extern model.
Daarnaast gebruikt het management de door diverse externe makelaars opgestelde
waarderingen om de eigen waardebeoordelingen te vergelijken met marktgegevens.
22 Overige activa
2005 2004
Latente belastingvorderingen 29 2.682 2.956
Belastingvorderingen 337 579
Derivaten gebruikt voor hedging-doeleinden 36 3.213 2.292
Hypothecaire leningen aangehouden voor verkoop 4.311 3.124
Unit-linked beleggingen voor polishouders 3.624 2.964
Pensioenbeleggingen 27 119 74
Overige activa van geconsolideerde private equity-belangen,
inclusief voorraden 1.531 1.156
Diverse activa en overige vorderingen 9.733 5.066 Totaal 25.550 18.211
Hypothecaire leningen aangehouden voor verkoop en unit-linked beleggingen voor
polishouders zijn aangemerkt als tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking
van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. Voor verkoop aangehouden
hypotheken betreffen de hypotheekproductie van ons Noord-Amerikaanse hypotheekbedrijf.
Onder diverse activa vallen verzekeringsgerelateerde depots en overige kortlopende
vorderingen. Het bedrag voor 2005 is inclusief EUR 2.100 miljoen met betrekking tot niet-
afgewikkelde aankopen van aandelen Banca Antonveneta.
23 Verplichtingen bankiers
Hieronder worden opgenomen de verschuldigde bedragen aan bankinstellingen, waaronder
ook centrale banken en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2005 2004
Professionele effectentransacties 31 71.231 56.351
Rekening-courant 23.573 18.378
Termijndeposito’s 63.836 50.944
Voorschotten van Federal Home Loan banken 7.239 6.215
Overige 1.942 1.641 Totaal 167.821 133.529
Jaarrekening 2005
167
In deze post is een bedrag van EUR 19.932 miljoen (2004: EUR 16.986 miljoen) begrepen
aan verplichtingen jegens centrale banken.
24 Verplichtingen private en publieke sector
Hieronder worden opgenomen de verschuldigde bedragen aan niet-bancaire klanten.
2005 2004
Rekening-courant particulier 21.502 19.817
Rekening-courant zakelijk 67.133 61.637
Spaargelden particulier 84.166 74.256
Deposito’s zakelijk 87.099 73.466
Professionele effectentransacties 31 48.982 44.782
Overige 8.201 7.421 Totaal 317.083 281.379
25 Uitgegeven schuldbewijzen
2005 2004
Effectieve Effectieve rente (in %) rente (in %)
Uitgegeven obligatieleningen en notes 3,2 90.050 3,0 61.485
Certificates of deposit en commercial paper 2,9 51.873 2,1 32.326
Kas- en spaarbiljetten, spaar- en bankbrieven 4,2 2.657 3,3 3.721 Subtotaal 144.580 97.532 Commercial paper uitgegeven door multi-seller
conduits 3,4 26.039 3,0 23.700 Totaal 170.619 121.232
De obligatieleningen zijn vooral uitgegeven op kapitaalmarkten die sterk gericht zijn op de
euromarkt en luiden voornamelijk in de euro en de Amerikaanse dollar. De commercial paper-
programma’s worden wereldwijd gevoerd, maar het zwaartepunt ligt in de Verenigde Staten
en Europa. De overige schuldbewijzen zijn instrumenten voor de markten waarop
ABN AMRO werkzaam is en luiden veelal in de lokale valuta. Van de totaal uitgegeven
schuldbewijzen ultimo 2005 had EUR 60 miljard (2004: EUR 30 miljard) een variabele rente.
Van de uitgegeven schuldbewijzen met een vastrentend karakter maakt EUR 16,5 miljard
(2004: EUR 7,6 miljard) deel uit van reële-waardehedgerelaties.
Valuta
2005 2004
EUR 77.660 76.577
USD 75.243 33.476
Overige 17.716 11.179 Totaal 170.619 121.232
In de bovenstaande saldi zijn vanwege impliciete eigenschappen diverse gestructureerde
verplichtingen opgenomen die zijn aangemerkt als tegen reële waarde op te nemen posten
met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening. De reële waarde
van deze verplichtingen per 31 december 2005 bedroeg EUR 2.815 miljoen (2004: EUR 2.337
miljoen); de geamontiseerde kostprijs was EUR 2.882 miljoen (2004: EUR 2.331 miljoen).
Jaarrekening 2005
168
Looptijdenoverzicht
2005 2004
Korter dan één jaar 102.368 66.239
Van één tot twee jaar 11.770 9.016
Van twee tot drie jaar 7.175 9.053
Van drie tot vier jaar 7.521 5.334
Van vier tot vijf jaar 8.082 7.405
Langer dan vijf jaar 33.703 24.185 Totaal 170.619 121.232
26 Voorzieningen
2005 2004
Voorziening voor pensioenverplichtingen 27 942 1.218
Voorziening bijdragen ziektekostenverzekering na pensionering 27 101 524
Overige personeelsvoorzieningen 459 448
Verzekeringstechnische voorzieningen 3.169 3.111
Herstructureringsvoorziening 501 752
Overige voorzieningen 1.239 880 Totaal 6.411 6.933
De overige personeelsvoorzieningen hebben met name betrekking op ingegane uitkeringen
wegens arbeidsongeschiktheid en andere non-activiteitsregelingen niet zijnde VUT-
uitkeringen. Voorzieningen voor personeelsregelingen in het kader van herstructureringen
worden verantwoord als herstructureringsvoorziening. Onder de verzekeringstechnische
voorzieningen zijn opgenomen de wiskundige reserves en de premie- en schadereserves van
de tot de groep behorende verzekeringsmaatschappijen.
Overige personeels- Herstructurering Overige voorzieningen voorzieningen
Stand per 1 januari 2005 448 752 880
Mutaties:
• Toevoegingen ten laste van resultaat 316 33 513
• Uitgaven ten laste van voorzieningen – 320 – 298 – 289
• Acquisities / verkopen – – 28
• Valutaomrekenverschillen 15 14 107 Stand per 31 december 2005 459 501 1.239
Overige personeels- Herstructurering Overige voorzieningen voorzieningen
Stand per 1 januari 2004 357 181 814
Mutaties:
• Toevoegingen ten laste van resultaat 332 681 265
• Uitgaven ten laste van voorzieningen – 256 – 109 – 219
• Acquisities / verkopen – 6 – – 45
• Valutaomrekenverschillen – 9 – 1 3
• Overige 30 – 62 Stand per 31 december 2004 448 752 880
Jaarrekening 2005
169
De herstructureringsvoorziening 2004 heeft betrekking op programma’s binnen Wholesale
Clients en initiatieven van Group Shared Services op het gebied van informatietechnologie en
Human Resources. De besparingen zullen naar verwachting voor het merendeel in 2007
worden gerealiseerd.
De verzekeringstechnische voorzieningen vertoonden het volgende verloop:
2005 2004
Stand per 1 januari 3.111 2.640
• Premie overgeboekt van winst- en verliesrekening 294 603
• Uitbetaalde claims – 14 – 255
• Rente 34 33
• Acquisities / verkopen – 637 –
• Veranderingen in schattingen en overige mutaties 97 93
• Valutaomrekenverschillen 284 – 3 Stand per 31 december 3.169 3.111
27 Pensioen- en andere regelingen na pensionering
De voor rekening van de groep komende pensioenlasten en bijdragen
ziektekostenverzekering na pensionering worden verantwoord onder personeelskosten.
De betreffende bedragen zijn in onderstaande tabel gespecificeerd.
Pensioen Ziektekostenverzkering 2005 2004 2005 2004
Lasten met betrekking tot huidige dienstjaren 320 306 24 18
Rentelasten 510 506 39 32
Verwacht rendement op beleggingen – 585 – 566 – 5 – 3
Afschrijving actuariële winst (–) / verlies (+) (netto) 1 – 9 –
Afschrijving backservicekosten (netto) 1 – – –
Winst (-) / verlies (+) op pensioenoverdrachten – 11 19 – 453 – 1 Defined benefit plans 236 265 – 386 46 Defined contribution plans 161 79 – – Totaal lasten 397 344 – 386 46
Verplichtingen ‘defined benefit plans’De groep draagt premie af voor achtenvijftig ‘defined benefit plans’ die voorzien in
pensioenuitkeringen aan medewerkers na hun pensionering. De volgende bedragen zijn in de
balans opgenomen:
Pensioen Ziektekostenverzkering 2005 2004 2005 2004
Contante waarde gedekte verplichtingen 12.316 10.644 88 106
Contante waarde niet gedekte verplichtingen 87 71 51 654
Af: reële waarde pensioenbeleggingen 10.212 8.754 63 46 Contante waarde nettoverplichtingen 2.191 1.961 76 714 Niet opgenomen backservice-kosten – 10 – – –
Niet opgenomen actuariële winsten / verliezen – 1.400 – 861 25 – 190
Niet opgenomen activa 42 44 – – Opgenomen verplichtingen‘defined benefit
plans’ (netto) 823 1.144 101 524
Jaarrekening 2005
170
De nettopensioenverplichting bevat een pensioenactief van EUR 119 miljoen (2004:
EUR 74 miloen)
De mutaties in de activa en verplichtingen die gesaldeerd zijn opgenomen in balans, waren
als volgt:
Pensioen Ziektekostenverzkering 2005 2004 2005 2004
Beginstand verplichtingen (netto) 1.144 1.399 524 503
Acquisities / verkopen – 1 48 – 18
Betaalde premies – 572 – 573 – 56 – 17
Lasten opgenomen in winst- en verliesrekening 236 265 – 386 46
Valutaomrekenverschillen 16 5 19 – 26 Eindstand verplichtingen (netto) 823 1.144 101 524
Toelichting op activa en verplichtingenIn de volgende tabellen wordt een samenvatting gegeven van de wijzigingen in
uitkeringsverplichtingen en activa van de belangrijkste pensioen- en andere
personeelsregelingen.
Mutaties in verwachte uitkeringsverplichtingen:
Pensioen Ziektekostenverzkering 2005 2004 2005 2004
Stand per 1 januari 10.715 9.307 760 561
• Lasten met betrekking tot huidige dienstjaren 320 306 24 18
• Rentelasten 510 506 39 32
• Bijdragen / restituties medewerkers 15 14 – –
• Actuariële winsten (–) / verliezen (+) 925 962 45 192
• Uitkeringen – 312 – 300 – 50 – 17
• Acquisities / verkopen – 1 – 85 – –
• Aanpassingen pensioenregeling 2 7 – –
• Pensioenoverdrachten – 25 – 4 – 707 –
• Valutaomrekenverschillen 212 – 14 28 – 26
• Overige 42 16 – – Stand per 31 december 12.403 10.715 139 760
Mutaties in de reële waarde van pensioenbeleggingen:
Pensioen Ziektekostenverzkering 2005 2004 2005 2004
Stand per 1 januari 8.754 7.988 46 44
• Gerealiseerd rendement op beleggingen 984 629 2 5
• Bijdragen / restituties werknemers 15 14 – –
• Werkgeversbijdrage 572 573 9 17
• Uitkeringen – 298 – 285 – 3 – 2
• Acquisities / verkopen – – 133 – – 18
• Valutaomrekenverschillen 195 – 19 9 –
• Opgenomen pensioenoverdrachten – 10 – – –
• Overige – – 13 – – Stand per 31 december 10.212 8.754 63 46
Jaarrekening 2005
171
De gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële aannames voor de waardebepaling
van de voorzieningen voor pensioenverplichtingen en bijdragen ziektekostenverzekering per
31 december waren:
2005 2004
Pensioen
• Disconteringsvoet 4,3% 4,7%
• Verwachte salarisstijging 2,4% 2,6%
• Verwacht rendement op beleggingen 6,2% 7,0%
Ziektekostenverzekering
• Disconteringsvoet 7,8% 5,2%
• Gemiddelde kostenstijging gezondheidszorg 9,5% 6,8%
Het verwacht rendement op pensioenbeleggingen is gewogen op basis van de reële waarde
van die beleggingen. De gemiddelde kostenstijging van de gezondheidszorg is gebaseerd op
de ziektekosten in 2005. Alle overige aannames zijn gewogen op basis van de verplichtingen
uit hoofde van ‘defined benefit plans’.
De beoogde en feitelijke samenstelling van de pensioenbeleggingen was als volgt:
Allocatie van pensioenbeleggingen
Beoogde Gerealiseerde Gerealiseerde allocatie 2005 allocatie 2005 allocatie 2004
Beleggingscategorie
• Aandelen 49,1% 52,8% 47,7%
• Uitgegeven schuldbewijzen 50,7% 45,3% 50,2%
• Vastgoed 0,0% 0,1% 0,2%
• Overige 0,2% 1,8% 1,9% Totaal 100,0% 100,0% 100,0%
De pensioenbeleggingen voor 2005 en 2004 bevatten geen beleggingen in gewone aandelen
en schuldbewijzen uitgegeven door de groep en gebouwen in gebruik door de groep.
Prognose van pensioenuitkeringen:
2006 318
2007 330
2008 340
2009 355
2010 363
2011 en later 2.185
De premieafdracht van de groep voor ‘defined benefit plans’ in 2006 bedraagt naar
verwachting EUR 598 miljoen.
Jaarrekening 2005
172
28 Overige verplichtingen
2005 2004
Latente belastingverplichtingen 29 2.471 2.457
Belastingverplichtingen 1.032 1.612
Verplichtingen uit derivaten aangehouden voor
hedging-doeleinden 36 4.712 3.311
Verplichtingen jegens unit-linked polishouders 3.624 2.964
Overige verplichtingen van geconsolideerde private
equity-belangen 768 575
Overige verplichtingen 6.116 2.643 Totaal 18.723 13.562
29 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen
Opgenomen latente belastingvorderingen en -verplichtingenLatente belastingvorderingen en -verplichtingen kunnen als volgt worden toegerekend:
Vorderingen Verplichtingen Netto 2005 2004 2005 2004 2005 2004
Onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen 44 104 155 169 – 111 – 65
Immateriële activa inclusief
goodwill 341 333 – – 341 333
Derivaten 52 140 330 543 – 278 – 403
Effectenbeleggingen 127 205 146 356 – 19 – 151
Personeelsregelingen 471 311 12 2 459 309
Servicing-rechten – – 613 460 – 613 – 460
Debiteurenvoorzieningen 762 642 42 35 720 607
Leasing – – 469 399 – 469 – 399
Fiscale verrekenings-
mogelijkheden 77 89 – – 77 89
Overige 317 783 193 161 124 622
Fiscale waarde van
verrekeningsmogelijkheden 637 550 511 332 126 218 Subtotaal 2.828 3.157 2.471 2.457 357 700 Voorziening voor
waardecorrecties – 146 – 201 – – – 146 – 201 Totaal 2.682 2,956 2.471 2.457 211 499
Niet-opgenomen latente belastingvorderingen en -verplichtingenNiet-opgenomen latente belastingvorderingen ten aanzien van voorwaarts verrekenbare
verliezen bedroegen EUR 252 miljoen (2004: EUR 202 miljoen). Voor de betreffende posten
zijn geen latente belastingvorderingen verwerkt omdat het niet waarschijnlijk is dat de daaruit
voortvloeiende voordelen met de toekomstige fiscale winst op groepsniveau kunnen worden
verrekend.
Jaarrekening 2005
173
Overzicht van verrekeningsmogelijkhedenSpecificatie van voorwaarts verrekenbare verliezen per 31 december 2005:
2006 448
2007 435
2008 645
2009 101
2010 181
2011 en later 1.158 Totaal 2.968
Belastingverplichting uitkeerbare reservesABN AMRO gaat ervan uit dat ongeveer EUR 2,1 miljard van het uitkeerbare eigen vermogen
van buitenlandse entiteiten als een duurzame investering in die entiteiten moet worden
beschouwd. Bij eventuele uitkering van de ingehouden winst is hierover geen buitenlandse
belasting verschuldigd. Het geschatte effect van buitenlandse bronbelasting is EUR 9 miljoen
(2004: EUR 223 miljoen).
30 Achtergestelde schulden
Uitgegeven schuldbewijzen worden aangemerkt als achtergestelde schulden indien de
vorderingen van de houders achtergesteld zijn bij alle andere huidige en toekomstige
verplichtingen van ABN AMRO Holding N.V., ABN AMRO Bank N.V. en andere
groepsmaatschappijen. Deze verplichtingen worden voor de geconsolideerde
solvabiliteitstoetsing door de Nederlandsche Bank tot het vermogen gerekend, rekening
houdend met de resterende looptijden.
Overzicht resterende looptijden van achtergestelde schulden:
2005 2004
Korter dan één jaar 1.156 1.086
Van één tot twee jaar 1.452 1.115
Van twee tot drie jaar 704 1.364
Van drie tot vier jaar 1.550 668
Van vier tot vijf jaar 1.395 1.546
Langer dan vijf jaar 12.815 10.908 Totaal 19.072 16.687
Het gemiddelde rentepercentage van de achtergestelde schulden bedroeg 5,4% (2004:
5,6%). Van de achtergestelde schulden ultimo 2005 luidde EUR 9.240 miljoen (2004:
EUR 8.866 miljoen) in euro’s en EUR 9.745 miljoen (2004: EUR 7.731 miljoen) in Amerikaanse
dollars; een bedrag van EUR 5.703 miljoen (2004: EUR 2.952 miljoen) bestond uit
verplichtingen met variabele rente.
Jaarrekening 2005
174
De onderstaande tabel geeft een specificatie van de achtergestelde schulden naar emittent:
2005 2004
ABN AMRO Holding N.V. preferente financieringsaandelen 768 768
ABN AMRO Bank N.V. 13.051 10.598
Overige groepsmaatschappijen 5.253 5.321 Totaal 19.072 16.687
In de achtergestelde schulden is een bedrag van EUR 5.261 miljoen (2004: EUR 4.657
miljoen) begrepen dat voor solvabiliteitsberekeningen als kernvermogen (tier 1) kan worden
aangemerkt.
31 Professionele effectentransacties
Professionele effectentransacties betreffen tegoeden met betrekking tot omgekeerde
repotransacties, onderpand in de vorm van geldmiddelen tegen geleende effecten en
settlement-rekeningen voor de afwikkeling van transacties. De groep beperkt de aan deze
activiteiten verbonden kredietrisico’s tot een minimum door het tegenpartijrisico en de
onderpandwaarde op dagelijkse basis te bewaken en door te verlangen dat aanvullende
zekerheden aan de groep worden verstrekt of teruggegeven wanneer dit noodzakelijk wordt
geacht.
2005 2004 Bankiers Private en Bankiers Private en publieke publieke sector sector
Activa
Betaald onder effectenleenovereenkomsten 662 29.811 2.348 28.990
Omgekeerde repotransacties 83.260 29.548 59.045 24.663
Niet-afgewikkelde effectentransacties 3.359 15.365 2.982 5.616 Totaal 87.281 74.724 64.375 59.269
Verplichtingen
Ontvangen onder effecten-uitleenovereenkomsten 1.715 7.616 1.225 5.115
Repotransacties 65.891 26.982 51.833 30.681
Niet-afgewikkelde effectentransacties 3.625 14.384 3.293 8.986 Totaal 71.231 48.982 56.351 44.782
Onder omgekeerde repotransacties, inleentransacties van effecten en andere
overeenkomsten tegen onderpand verkrijgt de groep effecten onder zodanige voorwaarden
dat zij deze weer aan derden kan verpanden of verkopen.
2005 2004
Ontvangen effecten onder omgekeerde repotransacties en/of
effectenleenovereenkomsten die weer kunnen worden
verpand of verkocht 66.676 63.618
Waarvan weer verpand of anderszins overgedragen aan derden
in verband met de financieringsactiviteiten van de groep of
ter nakoming van verplichtingen onder ongedekte
verkooptransacties 27.329 42.169
Jaarrekening 2005
175
32 Securitisatie en verpande activa
De boekwaarde van tot zekerheid verpande activa is als volgt:
2005 2004
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 10.737 7.367
Financiële beleggingen 12.074 15.945
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 32.656 32.326 Totaal 55.467 55.638
De bovenstaande activa zijn verpand voor de volgende verplichtingen en voorwaardelijke
schulden:
2005 2004
Verplichtingen bankiers 17.782 15.889
Verplichtingen private en publieke sector 4.266 3.940
Uitgegeven schuldbewijzen 21.440 15.550 Totaal 43.488 35.379
SecuritisatieVerkooptransacties
Van het bovengenoemde bedrag van verpande activa is EUR 6.290 miljoen (2004: EUR 7.786
miljoen) verkocht aan een special purpose entity, waarin de groep de meerderheid van de
risico’s en economische voordelen heeft. Hierdoor worden de activa verwerkt in de balans
van de groep.
Synthetische transacties
De groep is daarnaast synthetische securitisatietransacties aangegaan tot een bedrag van
EUR 59.255 miljoen (2004: EUR 17.826 miljoen). Door middel van een synthetische
securitisatietransactie wordt kredietbescherming gekocht zonder de feitelijke overdracht van
de activa aan een special purpose entity. In het algemeen koopt de groep als eigenaar van
de activa bescherming en draagt zij het kredietrisico over aan de entiteit die de bescherming
verkoopt. Het kredietrisico van de portefeuille wordt overgedragen, maar het feitelijk
eigendom van de activa berust nog altijd bij de groep.
Credit Default Swaps
In aanvulling op de bovengenoemde transacties maakt de groep ook gebruik van Credit
Default Swaps om voor bepaalde delen van de kredietportefeuille het kredietrisico te
verminderen. Hiertoe worden deze kredietrisico’s direct in de kapitaalmarkt verkocht. Per
31 december 2005 kocht de groep bescherming voor kredieten tot een bedrag van
EUR 30.352 miljoen (2004: EUR 13.661 miljoen).
Verwijdering van balans
Hoewel de groep een gedeelte van haar Noord-Amerikaanse kredietportefeuille heeft
verkocht, berust het juridisch eigendom van deze kredieten in sommige gevallen nog bij de
groep. De meeste van deze kredieten worden ook door de groep beheerd. Daarnaast
verzorgt de groep het beheer van door andere instellingen verstrekte kredieten. Onderstaand
worden de totale uitstaande posities per 31 december 2005 vermeld.
Jaarrekening 2005
176
Transactietype
2005 2004
Kredieten verkocht met behoud van juridisch eigendom 136 954
Kredieten in beheer voor derden 160.654 139.763
33 Onherroepelijke faciliteiten en voorwaardelijke schulden
Krediet- en bancaire verplichtingenDe groep heeft onherroepelijke verplichtingen uitstaan om krediet te verlenen. Dit betreft
verplichtingen in de vorm van goedgekeurde kredieten, rekening-courantfaciliteiten en
creditcardlimieten. De uitstaande kredietverplichtingen gelden gedurende een periode die
niet langer is dan de normale verstrekkings- en afwikkelingsperiode van één tot drie
maanden.
De groep verstrekt financiële garanties en accreditieven om de nakoming van
betalingsverplichtingen door klanten jegens derden te garanderen. Deze transacties hebben
vaste limieten en hebben over het algemeen een looptijd van ten hoogste vijf jaar. De
vervaldata zijn niet geconcentreerd in bepaalde perioden. De groep verstrekt tevens
garanties door op te treden als ‘settlement agent’ bij inleen- en uitleentransacties van
effecten.
De contractsom van verplichtingen en voorwaardelijke schulden wordt in de volgende tabel
per categorie gespecificeerd. De vermelde bedragen zijn gebaseerd op de veronderstelling
dat deze volledig zullen worden uitgekeerd. De bedragen in de tabel voor garanties en
accreditieven vormen het maximale boekhoudkundige verlies dat per balansdatum zou
worden opgenomen indien de desbetreffende contractpartijen volledig in gebreke zouden
blijven bij de nakoming van hun contractuele verplichtingen.
2005 2004
Onherroepelijke faciliteiten 141.010 145.009
Voorwaardelijke schulden wegens verstrekte borgtochten en
garanties 41.536 42.399
Voorwaardelijke schulden uit hoofde van onherroepelijke
accreditieven 4.485 4.066
Veel voorwaardelijke schulden en onherroepelijke faciliteiten zullen (gedeeltelijk) vervallen
zonder dat deze (voor dat deel) voor de groep tot een uitstroom van geldmiddelen hebben
geleid. De vermelde bedragen stellen derhalve geen verwachte toekomstige kasstromen
voor. Daarnaast zijn zekerheden bedongen voor garanties en accreditieven; de waarde van
het ontvangen onderpand varieert.
Naast de bovenstaande bedragen zijn niet-gekwantificeerde garanties afgegeven ten aanzien
van het effectenbewaarbedrijf van de bank, interbancaire organen en instellingen en
deelnemingen. Collectieve garantieregelingen zijn van toepassing bij groepsmaatschappijen
in verschillende landen. Daarnaast is ten behoeve van een aantal groepsmaatschappijen een
verklaring van aansprakelijkheidstelling afgegeven.
Jaarrekening 2005
177
InvesteringsverplichtingenVoor 2006 worden de investeringen geraamd op EUR 1,3 miljard, waarvan de groep al
verplichtingen is aangegaan ter waarde van EUR 243 miljoen. Deze verplichtingen worden
naar verwachting in het volgende boekjaar afgewikkeld.
Leaseovereenkomsten aangegaan als lesseeDe leasebetalingen uit hoofde van operationele leases hebben de volgende looptijdstructuur:
Korter dan één jaar 255
Van één tot vijf jaar 614
Langer dan vijf jaar 912 1.781
In 2005 is een bedrag van EUR 303 miljoen (2004: EUR 339 miljoen) als last opgenomen met
betrekking tot operationele leases, terwijl een bedrag van EUR 48 miljoen (2004: EUR 12
miljoen) als bate is opgenomen met betrekking tot subleases.
Overige voorwaardelijke schuldenIn een aantal jurisdicties zijn juridische procedures aanhangig gemaakt tegen de groep. Op
grond van thans beschikbare informatie en na raadpleging van juridisch adviseurs, is de groep
van mening dat de uitkomst van die procedures naar verwachting geen wezenlijk nadelig
effect zal hebben op de geconsolideerde financiële positie en de geconsolideerde winst van
de groep.
34 Asset management
De groep verstrekt asset management-diensten ten behoeve van particulieren, trusts,
pensioenfondsen en overige instellingen. In deze hoedanigheid houdt en beheert de groep
vermogens of belegt zij toevertrouwde gelden in verschillende financiële beleggingen
volgens instructies van de klant. Als vergoeding voor de verleende diensten ontvangt de
groep provisies. Beheerd vermogen vormt geen onderdeel van de activa van de groep en
wordt dan ook niet opgenomen in de geconsolideerde balans. De groep loopt geen
kredietrisico met betrekking tot dergelijke activiteiten, omdat zij deze beleggingen niet
garandeert.
Per 31 december 2005 bedroeg het totaal vermogen dat door de groep ten behoeve van
klanten wordt beheerd, EUR 176,2 miljard (2004: EUR 160,7 miljard).
35 Kasstroomoverzicht
2005 2004
Bepaling van liquide middelen:
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 16.657 17.896
Kredieten en vorderingen bankiers 5.455 3.954
Verplichtingen bankiers – 16.069 – 13.247 Liquide middelen 6.043 8.603
Jaarrekening 2005
178
In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van mutaties als gevolg van acquisities
en verkopen.
2005 2004
Betaalde / ontvangen liquide middelen bij acquisities / verkopen
van dochterondernemingen 366 – 173
Mutatie activa en verplichtingen (netto):
Financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden – 131 –
Financiële beleggingen – 112 –
Kredieten en vorderingen bankiers – 866 –
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 186 – 4
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 396 108
Overige activa 1.109 366 Totaal 582 470
Verplichtingen bankiers 1.514 281
Verplichtingen private en publieke sector – 812 108
Uitgegeven schuldbewijzen – 21
Overlopende passiva 57 56
Achtergestelde schulden 45 56
Overige verplichtingen – 192 – 96 Totaal 612 426
Kasstromen uit operationele activiteiten omvatten:
Ontvangen rente 29.388 25.154
Betaalde rente 21.456 16.659
Ontvangen dividenden 158 170
Betaalde belastingen – 1.056 – 511
De kasstromen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten omvatten kasstromen uit operationele
activiteiten (EUR 207 miljoen) en investeringsactiviteiten (EUR 2.526 miljoen).
36 Hedge accounting
De groep maakt gebruik van diverse afgeleide financiële instrumenten om risico’s met
betrekking tot activa, verplichtingen, netto-investeringen en verwachte kasstromen af te
dekken. De verantwoording van de afgedekte positie en het hedgederivaat is afhankelijk van
het al dan niet toepassen van hedge accounting. Hedges die hiervoor in aanmerking komen,
kunnen hetzij als reële-waardehedge hetzij als kasstroomhedge worden verantwoord. In
2005 en 2004 waren er geen transacties die vanwege ineffectiviteit niet voldeden aan de
criteria voor hedge accounting en de relevante limieten te boven gingen.
Veranderingen in de reële waarde van derivaten die zijn gebruikt om economische risico’s af
te dekken en die niet in aanmerking komen voor hedge accounting of waarvoor het vanuit
kostenoogpunt niet effectief is om hedge accounting toe te passen, worden direct in de
winst- en verliesrekening opgenomen.
Jaarrekening 2005
179
Derivaten aangemerkt en verantwoord als hedge-instrumentenReële-waardehedges
De reële-waardehedges van de groep bestaan voornamelijk uit renteswaps, renteopties en
cross-currency renteswaps die worden gebruikt als bescherming tegen veranderingen in de
reële waarde van vastrentende activa, met name voor verkoop beschikbare financiële activa
en MSR’s, en van verplichtingen als gevolg van wijzigingen in de marktrente.
Bij reële-waardehedges die als zodanig worden aangemerkt, worden veranderingen in de
reële waarde van zowel het derivaat als de afgedekte positie opgenomen in de winst- en
verliesrekening.
Kasstroomhedges van variabelrentende activa en verplichtingen
De groep staat bloot aan variabiliteit van de toekomstige rentestromen met betrekking tot
variabelrentende activa en verplichtingen die naar verwachting in de toekomst zullen worden
herbelegd of terugbetaald. De omvang en de timing van kasstromen worden geraamd voor
elke groep van financiële activa en verplichtingen, waarbij de contractvoorwaarden en
geschatte vervroegde aflossingen en mogelijk achterstallige betalingen in aanmerking
worden genomen. Voor kasstroomhedges die als zodanig worden aangemerkt, wordt het
effectieve gedeelte van de verandering in de reële waarde van het hedge-instrument
verantwoord in de reserve kasstroomhedges en opgenomen in de winst- en verliesrekening
op het moment dat de afgedekte positie ontstaat. Het ineffectieve gedeelte van als zodanig
aangemerkte kasstroomhedges wordt direct in de winst- en verliesrekening verantwoord.
Indien de hedgerelatie wordt beëindigd, wordt de verandering in de reële waarde van het in
de hedgereserve verantwoorde derivaat opgenomen op het moment dat de afgedekte
kasstromen zich voordoen, in overeenstemming met de oorspronkelijke hedgestrategie.
Winsten en verliezen uit derivaten, die worden overgeboekt van de reserve
kasstroomhedges naar de winst- en verliesrekening, worden opgenomen onder rentebaten.
De belangrijkste kasstroomhedge-programma’s van de groep worden uitgevoerd door Groep
Asset and Liability Management en ons Noord-Amerikaanse bedrijf.
Afdekking van nettoinvestering in buitenlandse entiteiten
Zoals vermeld in punt 38 beperkt de groep het valutarisico uit hoofde van investeringen in
buitenlandse entiteiten door de nettoinvestering in buitenlandse entiteiten af te dekken met
valutatermijncontracten in de valuta’s van de desbetreffende buitenlandse entiteiten of in
een daaraan nauw gekoppelde valuta.
Bij nettoinvesteringshedges die als zodanig worden aangemerkt, worden veranderingen in de
reële waarde van het derivaat verantwoord in het eigen vermogen onder de reserve
valutaomrekenverschillen.
Jaarrekening 2005
180
Hedges die niet in aanmerking komen voor hedge accounting
Derivaten waarvan in het kader van het risicobeheer gebruik wordt gemaakt maar niet zijn
aangewezen voor hedge accounting, worden tegen reële waarde verantwoord via de winst-
en verliesrekening. Als gevolg van problemen bij het voldoen aan de IFRS-hedgingcriteria
betreft dit onder meer een aantal kredietderivaten, die worden gebruikt om het kredietrisico
af te dekken.
Overzicht van reële waarde van hedgederivaten
2005 2004 Positief Negatief Positief Negatief
Derivaten geschikt voor hedge accounting
Reële-waardehedges
Rentederivaten
Swaps 2.142 2.133 1.423 1.406
Opties en termijncontracten – 940 – 547
Valutaderivaten
Swaps 464 289 95 330
Termijncontracten 2 2 – –
Kasstroomhedges
Rentederivaten
Swaps 452 1.283 197 832
Valutaderivaten
Swaps 63 – 2 –
Termijncontracten 4 – 511 – Subtotaal hedge accounting 3.127 4.647 2.228 3.115 Derivaten niet geschikt voor hedge accounting 86 65 64 196 Totaal 3.213 4.712 2.292 3.311
Gecontracteerde nominale bedragen
2005 2004
Renterisico 224.871 117.286
Valutarisico 142.222 114.270
Kredietrisico 30.352 13.661
KasstroomhedgesWinsten en verliezen die gedurende het verslagjaar uit kasstroomhedges zijn ontstaan en
direct in het eigen vermogen zijn verwerkt of van het eigen vermogen zijn overgeboekt naar
de winst- en verliesrekening, worden in het mutatieoverzicht eigen vermogen vermeld.
Het in de reserve kasstroomhedges opgenomen bedrag per 31 december 2005 betreft
kasstromen die naar verwachting binnen een periode van drie maanden tot ongeveer 10 jaar
na de balansdatum zich zullen voordoen, waarbij het zwaartepunt naar verwachting ligt
binnen vijf jaar. Behoudens koerseffecten, zal dit bedrag in de winst- en verliesrekening
worden opgenomen via gefixeerde couponbetalingen op derivaten of door afschrijving over
een periode van ongeveer vijf jaar.
Jaarrekening 2005
181
37 Informatie over reële waarde
Bepaling van reële waardeDe reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden geruild of een verplichting
kan worden afgewikkeld door middel van een onafhankelijke transactie tussen goed
geïnformeerde, daartoe bereid zijnde partijen. Indien er een actieve markt bestaat, zoals een
officiële effectenbeurs, dan wordt de reële waarde van financiële instrumenten bepaald op
basis van de marktprijs of -koers. Dit vormt immers de beste indicatie van de reële waarde
van een financieel instrument.
Marktprijzen zijn echter niet voor alle door de groep aangehouden financiële activa en
uitgegeven financiële verplichtingen beschikbaar. Indien er geen actieve marktprijs of -koers
beschikbaar is, zal de reële waarde worden geschat aan de hand van de contante-
waardemethode of andere waarderingstechnieken, waarbij de gebruikte gegevens zijn
gebaseerd op de marktomstandigheden per balansdatum.
Waarderingstechnieken worden in het algemeen toegepast voor OTC-derivaten, niet-
beursgenoteerde activa en verplichtingen in de handelsportefeuille en niet-beursgenoteerde
financiële beleggingen (met inbegrip van private equity-belangen). Tot de prijsbepalings-
modellen en waarderingstechnieken die het meest frequent worden toegepast, behoren
forward pricing- en swapmodellen waarbij contante-waardeberekeningen worden gemaakt,
optiemodellen zoals het Black and Scholes-model en credit-modellen zoals ‘default rate’ en
‘credit spread’.
De waarden die door middel van deze technieken worden vastgesteld, kunnen aanzienlijk
worden beïnvloed door de keuze van het waarderingsmodel en de aannames ten aanzien van
factoren als omvang en timing van toekomstige kasstromen, disconteringsvoet, volatiliteit en
kredietrisico.
De volgende methoden en significante aannames zijn gehanteerd om de reële waarde te
bepalen van financiële instrumenten die tegen reële waarde zijn opgenomen:
a Activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden worden opgenomen tegen
reële waarde op basis van genoteerde marktprijzen, mits deze beschikbaar zijn. Indien
genoteerde marktprijzen niet beschikbaar zijn, wordt de reële waarde geschat aan de hand
van prijsbepalingsmodellen of andere erkende waarderingstechnieken;
b Financiële beleggingen die zijn gerubriceerd als beschikbaar voor verkoop (rentedragende
waardepapieren en aandelen) worden opgenomen tegen reële waarde op basis van
genoteerde marktprijzen, mits deze beschikbaar zijn. Indien genoteerde marktprijzen niet
beschikbaar zijn, wordt de reële waarde geschat aan de hand van prijsbepalingsmodellen
of andere erkende waarderingstechnieken. Niet-gerealiseerde winsten en verliezen
worden ten gunste c.q. ten laste van het eigen vermogen aandeelhouders gebracht totdat
het actief is verkocht, geïnd of anderszins is vervreemd;
c De reële waarde van private equity-belangen kan in het algemeen niet rechtstreeks uit
genoteerde marktprijzen worden afgeleid, en evenmin aan de hand van
waarderingstechnieken of modellen die worden ondersteund door in de markt
waarneembare prijzen of koersen. De reële waarde wordt indirect geschat op basis van
waarderingstechnieken waarvoor de gegevens bestaan uit redelijke aannames op basis
van marktomstandigheden. De toegepaste waarderingstechnieken zijn in
overeenstemming met de richtlijnen van EVCA (European Private Equity & Venture Capital
Association).
Jaarrekening 2005
182
De onderstaande tabel geeft de waarderingstechnieken weer die zijn gebruikt om de reële
waarden van tegen reële waarde opgenomen financiële instrumenten te bepalen:
Reële waarden 2005
Waarderingstechnieken Genoteerde In de markt Niet in de markt Totaal marktprijzen waarneembare waarneembare gegevens gegevens
Financiële activa
Financiële activa aangehouden voor handels-
doeleinden 97.026 103.683 1.346 202.055
Rentedragende waardepapieren – beschikbaar
voor verkoop 113.177 – – 113.177
Aandelen – beschikbaar voor verkoop 1.016 391 930 2.337
Aandelen – opgenomen tegen reële waarde
met verwerking van waardeveranderingen in
resultaat 445 – 1.243 1.688
Overige activa – derivaten aangehouden voor
hedging-doeleinden – 3.213 – 3.213
Overige activa – unit-linked beleggingen 3.624 – – 3.624
Overige activa – hypotheken aangehouden voor
verkoop – 4.311 – 4.311 Totaal activa tegen reële waarde 215.288 111.598 3.519 330.405
Financiële verplichtingen
Financiële verplichtingen aangehouden voor
handelsdoeleinden 52.410 95.570 608 148.588
Uitgegeven schuldbewijzen – 2.815 – 2.815
Overige verplichtingen – unit-linked 3.624 – – 3.624
Overige verplichtingen – derivaten aangehouden
voor hedging-doeleinden – 4.712 – 4.712 Totaal verplichtingen tegen reële waarde 56.034 103.097 608 159.739
Gevoeligheid van reële waardeIn de reële waarde van financiële instrumenten die tegen reële waarde in de balans zijn
opgenomen, zijn tevens schattingen begrepen die volledig of gedeeltelijk zijn verricht met
waarderingstechnieken op basis van aannames die niet worden ondersteund door in de
markt waarneembare prijzen of koersen. De modellen waarvan in dergelijke situaties gebruik
wordt gemaakt, worden intern gevalideerd voordat zij worden vrijgegeven voor gebruik.
Eventuele onzekerheden met betrekking tot de modelgestuurde waardering worden
gekwantificeerd en in mindering gebracht op de reële waarde die met de modellen is
berekend. Het management is van mening dat de daaruit voortvloeiende geschatte reële
waarde zoals opgenomen in de balans en de reële-waardeveranderingen zoals verantwoord
in de winst- en verliesrekening redelijk zijn en de waarden per de balansdatum het beste
weergeven.
Het potentiële effect van het gebruik van redelijke alternatieve aannames als input voor
waarderingsmodellen op basis van niet in de markt waarneembare gegevens, is geschat op
een vermindering van ongeveer EUR 150 miljoen in het geval van minder gunstige aannames
en op een toename van circa EUR 175 miljoen in het geval van gunstiger aannames.
Jaarrekening 2005
183
De totale reële-waardeverandering zoals geschat op basis van waarderingstechnieken en
opgenomen in de winst- en verliesrekening over 2005 bedraagt EUR 1.354 miljoen (2004:
EUR 1.111 miljoen).
Activa en verplichtingen tegen reële waarde met waardeveranderingen via het resultaatDe groep heeft deze methode gekozen voor niet-geconsolideerde private equity-belangen,
voor verkoop aangehouden hypotheekportefeuille en bepaalde ‘structured notes’ met hybride
kenmerken. De reële-waardeveranderingen in deze activa en verplichtingen, die via het
resultaat worden verwerkt, leverden een bate op van EUR 401 miljoen. Wijzigingen in de
reële waarde van verplichtingen bevatten geen resultaten ontstaan als gevolg van wijzigingen
in het kredietrisico van de groep.
Financiële activa en verplichtingen niet opgenomen tegen reële waardeDe volgende methoden en significante aannames zijn gehanteerd om de reële waarde te
bepalen van de financiële instrumenten die in onderstaande tabel tegen kostprijs zijn
opgenomen:
a de boekwaarde van activa met een (resterende) looptijd korter dan 12 maanden wordt
geacht ongeveer gelijk te zijn aan de reële waarde;
b de reële waarde van direct opvraagbare tegoeden en spaargelden (opgenomen onder
verplichtingen private en publieke sector) zonder vaste looptijd wordt geacht gelijk te zijn
aan het per de balansdatum direct betaalbare bedrag;
c de reële waarde van variabelrentende financiële instrumenten wordt geacht ongeveer
gelijk te zijn aan de boekwaarde daarvan. In het geval van kredieten komen veranderingen
in de kredietkwaliteit derhalve niet tot uitdrukking in de reële waarde: het effect van het
kredietrisico wordt immers afzonderlijk verantwoord door de debiteurenvoorzieningen in
mindering te brengen op zowel de boekwaarde als de reële waarde;
d de reële waarde van vastrentende kredieten en hypothecaire leningen die tegen
geamortiseerde kostprijs worden opgenomen, wordt geschat door de marktrente op het
moment van de kredietverlening af te zetten tegen de actuele marktrente voor
soortgelijke kredieten en leningen. Wijzigingen in de kredietkwaliteit van leningen in de
portefeuille worden niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de bruto reële
waarde, aangezien het effect van het kredietrisico afzonderlijk wordt verantwoord door de
debiteurenvoorzieningen in mindering te brengen op zowel de boekwaarde als de reële
waarde.
Jaarrekening 2005
184
In de onderstaande tabel worden de boekwaarden van de financiële activa en verplichtingen
die tegen kostprijs worden gewaardeerd, en de geschatte reëlle waarden weergegeven.
2005 2004
Boek- Reële Verschil Boek- Reële Verschil waarde waarde waarde waarde
Financiële activa
Rentedragende waardepapieren
– aangehouden tot einde
looptijd 6.572 6.717 145 7.670 7.905 235
Kredieten en vorderingen
bankiers 108.635 109.248 613 83.858 84.378 520
Kredieten en vorderingen
private en publieke sector 380.248 383.547 3.299 320.022 325.590 5.568 Totaal 495.455 499.512 4.057 411.550 417.873 6.323
Financiële verplichtingen
Verplichtingen bankiers 167.821 168.469 – 648 133.529 133.940 – 411
Verplichtingen private en
publieke sector 317.083 317.714 – 631 281.379 282.266 – 887
Uitgegeven schuldbewijzen 170.619 173.086 – 2.467 121.232 122.583 – 1.351
Achtergestelde schulden 19.072 19.551 – 479 16.687 17.333 – 646 Totaal 674.595 678.820 – 4.225 552.827 556.122 – 3.295
38 Beheer van financiële risico’s en gebruik van derivaten
In dit punt van de toelichting wordt informatie verstrekt over de doelstellingen en het beleid
van het beheer van de financiële risico’s van de groep en worden de methoden beschreven
die het management gebruikt om risico’s te beheersen. Daarnaast wordt in dit punt ingegaan
op de mate waarin van financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt, de daaraan
verbonden risico’s en de zakelijke doeleinden.
Beheer van financiële risico’sRisico’s verbonden aan financiële instrumenten
De belangrijkste, aan financiële instrumenten verbonden risicotypen waaraan de groep
blootstaat, zijn:
• kredietrisico;
• marktrisico (omvat valutarisico, renterisico, aandelenkoersrisico en commodity-risico in het
handelsboek);
• renterisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten);
• valutarisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten);
• liquiditeitsrisico.
Hieronder worden de verschillende risico’s besproken waaraan de groep blootstaat als gevolg
van haar bedrijfsactiviteiten, alsmede de gevolgde benadering om die risico’s te beheren.
Kredietrisico
Risicometing en -beheersing
Het kredietrisico van de groep vloeit voort uit haar krediet-, handels-, hedging- en
beleggingsactiviteiten, alsmede in sommige gevallen uit transacties waarbij de groep als
intermediair optreedt namens klanten of andere derden of garanties afgeeft.
Jaarrekening 2005
185
Het senior management van de groep is verantwoordelijk voor het vaststellen van het
kredietbeleid en de mechanismen, organisatie en procedures die noodzakelijk zijn om het
kredietrisico te analyseren, te beheren en te beheersen. In dit verband worden
tegenpartijlimieten vastgesteld en wordt een intern systeem van creditratings toegepast.
Het kredietrisico van de groep vloeit voornamelijk voort uit kredieten, verstrekte faciliteiten
en uitgegeven garanties. De groep loopt ook kredietrisico over diverse andere financiële
activa, waaronder beleggingen (rentedragende waardepapieren) en kredieten en vorderingen
bankiers, financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden (rentedragende
waardepapieren en derivaten) en derivaten voor hedging-doeleinden.
Het risico dat tegenpartijen in gebreke blijven bij het nakomen van hun verplichtingen, wordt
voortdurend bewaakt. Voor elke transactie beoordeelt de groep of onderpand of een
raamwerkovereenkomst voor netting is vereist om het kredietrisico te verminderen.
Maximaal kredietrisico
In de onderstaande tabel is het maximale kredietrisico weergegeven.
2005 2004
Derivaten aangehouden voor handelsdoeleinden 105.372 96.792
Financiële beleggingen – rentedragende waardepapieren 119.749 99.838
Kredieten en vorderingen bankiers 21.371 19.486
Kredieten en vorderingen private en publieke sector 282.580 240.227
Professionele effectentransacties 162.005 123.644
Multi-seller conduits 25.931 23.700
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 141.010 145.009
Voorwaardelijke kredietgerelateerde schulden 46.021 46.465 Totaal 904.039 795.161
Het kredietrisico op voor handelsdoeleinden aangehouden derivaten wordt bepaald als de
huidige positieve vervangingswaarde, vermeerderd met de mogelijke toekomstige
veranderingen in de vervangingswaarde. Hierbij worden raamwerkovereenkomsten voor
netting met individuele tegenpartijen in aanmerking genomen, voor zover deze in geval van
insolventie in rechte afdwingbaar zijn. Voor rentedragende waardepapieren wordt de
geamortiseerde kostprijs opgenomen om het kredietrisico tot uitdrukking te brengen. Het
kredietrisico dat uit professionele effectentransacties voortvloeit, is vanwege de aard van
deze transacties beperkt. Ook aan kredieten en vorderingen uit multi-seller conduits is
slechts een beperkt kredietrisico verbonden, omdat deze volledig door zekerheden zijn
gedekt.
Concentratie van kredietrisico
Er is sprake van concentratie van kredietrisico (al dan niet in de balans opgenomen) uit
hoofde van financiële instrumenten wanneer groepen van tegenpartijen soortgelijke
economische kenmerken bezitten, waardoor de mate waarin zij in staat zijn om aan hun
contractuele verplichtingen te voldoen, op een soortgelijke wijze wordt beïnvloed door
veranderingen in economische of andere omstandigheden. Met het oog op de bewaking van
de risicoconcentratie worden het landenrisico in opkomende markten en het sectorrisico op
portefeuillebasis beheerd. De volgende tabellen geven nadere bijzonderheden over de
concentratie van het kredietrisico in de private en publieke sector.
Jaarrekening 2005
186
Concentratie van kredietrisico uit hoofde van kredieten en vorderingen private en publieke
sector:
2005 2004 %
1 % 1
Nederland
Overheid 2.300 31 1.055 17
Zakelijk 56.182 37 53.788 42
Particulier 94.603 77 88.585 83 Totaal 153.085 143.428 Europa (exclusief Nederland)
Overheid 1.454 19 1.826 30
Zakelijk 30.882 20 23.102 19
Particulier 1.539 1 1.365 1 Totaal 33.875 26.293 Noord-Amerika
Overheid 735 10 792 13
Zakelijk 44.693 29 35.460 28
Particulier 15.218 13 9.716 9 Totaal 60.646 45.968 Latijns-Amerika
Overheid 596 8 82 1
Zakelijk 8.024 5 4.714 3
Particulier 7.270 6 4.246 4 Totaal 15.890 9.042 Azië / Pacific
Overheid 2.376 32 2.304 39
Zakelijk 12.630 9 9.980 8
Particulier 4.078 3 3.212 3 Totaal 19.084 15.496 Groep
Overheid 7.461 6.059
Zakelijk 152.411 127.044
Particulier 122.708 107.124 Totaal 282.580 240.227 Professionele effectentransacties 74.724 59.269
Multi-seller conduits 25.931 23.700 Totaal kredieten en vorderingen private en
publieke sector 383.235 323.196
1 Berekend als een percentage van het groepstotaal voor respectievelijk overheid, zakelijk en particulier.
Jaarrekening 2005
187
Concentratie van kredietrisico uit hoofde van kredietfaciliteiten en afgegeven garanties:
2005 2004 %
1 % 1
Nederland
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 4.194 9 4.933 11
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 17.881 13 37.373 26 Totaal 22.075 42.306 Europa (exclusief Nederland)
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 20.222 44 21.637 46
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 28.400 20 25.877 18 Totaal 48.622 47.514 Noord-Amerika
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 15.830 34 15.049 32
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 78.660 55 68.215 47 Totaal 94.490 83.264 Latijns-Amerika
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 1.364 3 751 2
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 5.214 4 3.197 2 Totaal 6.578 3.948 Azië / Pacific
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 4.411 10 4.095 9
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 10.855 8 10.347 7 Totaal 15.266 14.442 Groep
Kredietgerelateerde voorwaardelijke schulden 46.021 46.465
Onherroepelijke kredietfaciliteiten 141.010 145.009 Totaal 187.031 191.474
1 Berekend als een percentage van de totalen van respectievelijk kredietgerelateerde voorwaarlijke schulden en onherroepelijke kredietfaciliteiten.
Onderverdeling van zakelijke kredieten en vorderingen private en publieke sector naar
bedrijfstak:
2005 2004 % %
Landbouw, mijnbouw en energie 12.377 8 11.439 9
Industrie 27.758 18 24.060 19
Bouw en onroerend goed 30.860 20 22.516 18
Handel 19.439 13 16.412 13
Transport en communicatie 18.012 12 12.314 10
Financiële dienstverlening 15.873 10 19.800 15
Overige zakelijke dienstverlening 10.233 7 10.284 8
Onderwijs, gezondheidszorg en overige diensten 17.859 12 10.219 8 Totaal 152.411 127.044
De in de tabellen opgenomen bedragen vormen het maximale boekhoudkundige verlies dat
per de balansdatum zou worden opgenomen indien de tegenpartijen volledig in gebreke
zouden blijven en zakelijke zekerheden waardeloos zouden blijken te zijn. De bedragen zijn
derhalve veel hoger dan de verwachte verliezen.
Jaarrekening 2005
188
Voor een onderverdeling van concentratie van het tegenpartijrisico met betrekking tot
rentedragende waardepapieren beschikbaar voor verkoop en rentedragende waardepapieren
aangehouden tot einde looptijd wordt verwezen naar punt 15 van de toelichting. Voor wat
betreft kredieten en vorderingen private en publieke sector staat de groep niet bloot aan een
significant risico op individuele klanten of tegenpartijen.
Zakelijke zekerheden
Het beleid van de groep is erop gericht om, indien vereist, zakelijke zekerheden te bedingen
voordat goedgekeurde kredieten ter beschikking worden gesteld. Ook voor garanties en
accreditieven geldt een proces van strikte kredietbeoordeling voordat deze worden verstrekt.
De transacties bevatten monetaire limieten ten aanzien van de verplichtingen van de groep.
De mate waarin voor garanties en accreditieven zekerheden worden aangehouden, bedraagt
gemiddeld 20%.
In de onderstaande tabel wordt de onderverdeling van zakelijke en particuliere kredieten en
vorderingen naar soort zekerheidstelling weergegeven.
2005 2004
Zakelijk
Garantie van overheden 4.404 8.135
Hypothecaire dekking 28.441 23.956
Effectendekking 3.487 764
Bankgaranties 3.121 3.029
Overige zekerheden 50.439 31.781
Ongedekt 62.519 59.379 Totaal 152.411 127.044
Particulier
Garantie van overheden 3 151
Hypothecaire dekking 93.826 79.639
Effectendekking 2.074 2.647
Bankgaranties 856 2.414
Overige zekerheden 7.077 7.354
Ongedekt 18.872 14.919 Totaal 122.708 107.124
Marktrisico handelsportefeuille
Risicoposities
Alle handelsinstrumenten zijn onderhevig aan marktrisico. Het marktrisico vloeit voort uit
ongedekte posities in rente-, valuta-, aandelen- en commodity-producten, die alle blootstaan
aan algemene en specifieke marktbewegingen. De instrumenten worden opgenomen tegen
reële waarde en alle veranderingen in marktomstandigheden hebben direct effect op het
handelsresultaat.
Risicometing en -beheersing
Om het marktrisico van ingenomen posities en het verwachte maximumverlies te schatten,
past de groep een Value-at-Risk (VaR) methodologie toe. Hierbij wordt een aantal aannames
voor diverse veranderingen in marktomstandigheden gehanteerd. Binnen de groep is VaR het
belangrijkste instrument voor de dagelijkse toetsing van het marktrisico. Group Asset and
Liability Management (GALM) stelt limieten vast voor de VaR die acceptabel is.
Jaarrekening 2005
189
Andere controlemaatregelen die in het kader van het marktrisicobeheer worden toegepast,
betreffen limieten voor netto openstaande posities, rentegevoeligheid per basispunt, spread-
gevoeligheden, optieparameters, positieconcentraties en positielooptijden. Deze niet-
statistische variabelen zijn een hulpmiddel om de handelsrisico’s te bewaken en te
beheersen.
Value-at-Risk
VaR is een methodologie waarmee marktrisicoposities door één indicator worden
beoordeeld. Het is een statistisch model voor het inschatten van potentiële verliezen. VaR is
gedefinieerd als het verwachte maximale verlies dat onder normale omstandigheden,
gedurende een vooraf bepaalde tijdshorizon en met een bepaald statistisch
betrouwbaarheidsniveau kan ontstaan als gevolg van veranderingen in risicofactoren. De
groep gebruikt een eigen VaR-model dat door de Nederlandsche Bank is goedgekeurd.
De bank hanteert voor de VaR-berekening de methode van historische simulatie. Hierbij
wordt uitgegaan van gelijkelijk gewogen historische gegevens over een periode van vier jaar,
een betrouwbaarheidsniveau van 99%, een tijdshorizon van één dag en relatieve
veranderingen van historische koersen. In onze VaR-berekeningen worden ook posities in
derivaten en liquide middelen, die worden verantwoord als activa en verplichtingen
aangehouden voor handelsdoeleinden, meegenomen. De VaR wordt dagelijks voor iedere
handelsportefeuille en productlijn, alsmede voor de groep als geheel, gerapporteerd aan de
leiding van de betreffende BU’s, Group Risk Management en de verantwoordelijke leden van
de Raad van Bestuur.
VaR per risicotype (99% betrouwbaarheid, eendaagsrisico)
(in miljoenen euro’s)
Boekjaar 2005 Boekjaar 2004
Mini Maxi- Gemid- Ultimo Mini- Maxi- Gemid- Ultimo mum mum deld mum mum deld
Renterisico 17,7 68,3 30,4 23,3 10,4 49,5 21,6 18,7
Aandelenkoersrisico 13,0 70,6 36,8 36,2 8,8 25,9 14,9 15,6
Valutarisico 1,2 15,7 4,2 3,0 1,0 7,7 3,0 3,7
Commodity-risico 0,7 5,9 2,0 2,1 0,1 2,5 0,4 0,8
Diversificatie-effect – – – – 20,9 – – – – 8,3
Totaal VaR 1 25,3 80,2 50,0 43,7 17,1 42,2 26,4 30,5
1 De maxima en minima per risicotype werden op verschillende dagen bereikt en hebben derhalve geen directe relatie met het maximum en minimum van de totale VaR. De totale VaR omvat het diversificatie-effect dat door imperfecte of negatieve correlaties tussen bepaalde risicotypen wordt veroorzaakt. Hierdoor kan de totale VaR lager zijn dan de som van de afzonderlijke risicotypen op dezelfde dag (bijvoorbeeld het jaarultimo).
Stress-tests
De VaR geeft een goede indicatie van het potentiële verlies onder normale omstandigheden,
maar gaat voorbij aan het effect van eenmalige gebeurtenissen. Vanwege zijn beperkingen
moet het VaR-model worden aangevuld met andere statistische tests. Daarom voeren wij
ook een reeks stress-testscenario’s en sensitiviteit-stress-tests uit. Deze geven inzicht in de
hypothetische ontwikkeling van een portefeuille en het financieel resultaat bij extreme
marktbewegingen. Sensitiviteit-stress-tests en stress-testscenario’s zijn intern ontwikkeld om
specifieke kenmerken van de portefeuilles van de bank tot uitdrukking te brengen en worden
dagelijks voor elke handelsportefeuille berekend en op meerdere niveaus geaggregeerd.
Deze kunnen gebaseerd zijn op parallelle mutaties, hetzij gelijktijdig in een aantal
risicofactoren hetzij in één bepaalde risicofactor, waarbij feitelijke historische scenario’s of
vermoedelijke toekomstige externe schokken kunnen worden gehanteerd.
Jaarrekening 2005
190
Renterisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten)
Risicometing en -beheersing
Voor de bewaking en beperking van het renterisico uit niet-handelsgerelateerde activiteiten
worden verschillende methoden gehanteerd, waaronder inkomenssimulatie-, duration- en
gap-analyse. Hierbij worden limieten gesteld aan de gevoeligheid van inkomen en
marktwaarde. Scenarioanalyse wordt aan de hand van simulatiemodellen toegepast om in
euro (EUR), Braziliaanse real (BRL) en Amerikaanse dollar (USD) luidende renterisicoposities
te bewaken, voor zover deze posities in Europa, Brazilië en de Verenigde Staten worden
aangehouden. Dit betreft ongeveer 85% tot 90% van de totale renterisicopositie van de
groep. De beheersing van renterisicoposities in overige muntsoorten en andere landen vindt
plaats op basis van gap-analyse en/of marktwaardelimieten, omdat deze posities doorgaans
minder complex zijn.
Het rentesaldo betreft ontvangen minus betaalde rente. Het gaat hierbij om grote aantallen
contracten en transacties en allerlei verschillende producten. Om de nettorentebaten in te
schatten en de gevoeligheid daarvan voor mutaties in de vorm en de hoogte van de
rentecurve te bepalen, worden simulatiemodellen en schattingstechnieken gehanteerd.
Aannames ten aanzien van het gedrag van klanten spelen bij deze berekeningen een
belangrijke rol. Dit is met name relevant voor uitzettingen zoals hypotheken, waarbij de klant
de mogelijkheid van vervroegde aflossing heeft. Aan de passiefzijde wordt de
rentegevoeligheid van de tarieven van spaargelden en deposito’s vastgesteld op basis van
schattingen, waarbij ook historische gegevens worden gebruikt. De tarieven voor deze
producten zijn immers niet aan een specifieke marktrente of vervaldatum gekoppeld. Voor
prognoses en gevoeligheidsanalyses wordt bij deze producten een statistische benadering
gevolgd omdat deze methode het beste aansluit bij het karakter daarvan.
Renterisico woninghypotheekactiviteiten in Noord-Amerika met betrekking tot Mortgage Servicing
Rights
Het grootste deel van de woninghypotheekproductie in Noord-Amerika wordt weer verkocht
of gesecuritiseerd, maar worden de specifieke rechten met betrekking tot het
administratieve beheer van de verkochte hypotheken (Mortgage Servicing Rights / MSR’s)
behouden. Bij de verkoop van een hypotheek wordt een MSR verantwoord tegen de
contante waarde van de geschatte toekomstige nettokasstroom uit het beheer van de
hypotheek gedurende de geschatte looptijd van de lening. De opbrengsten uit de verkoop
van nieuwe hypotheken en de waardeontwikkeling van MSR’s zijn evenwel rentegevoelig.
Een hoge of stijgende rentestand kan leiden tot minder vervroegde aflossingen en aldus, via
een evenredige vermindering van de MSR-afschrijvingskosten, tot hogere MSR-baten. Als de
rente hoog is of stijgt, zoals in 2005 en 2004 het geval was, zal daarentegen de vraag naar
woninghypotheken mogelijk afnemen en zullen de opbrengsten uit de verkoop van nieuwe
hypotheken dalen.
De groep maakt gebruik van verschillende strategieën voor het beheer van het risico waaraan
de nettohypotheekbaten uit alle bronnen over een langere periode zijn blootgesteld, en het
risico van een directe vermindering van de reële waarde van de MSR’s binnen de door GALM
vastgestelde risicoparameters. De belangrijkste hedge-instrumenten die wij in dit verband
toepassen, zijn renteswaps en termijncontracten. Met enige regelmaat wordt
gebruikgemaakt van andere derivaten als rentefutures, rentecaps, rentefloors of gekochte
opties. Incidenteel worden ook contante producten als hypothecair gedekte effecten
(mortgage-backed securities) gebruikt om de MSR-portefeuille af te dekken.
Jaarrekening 2005
191
Rentegevoeligheid niet-handelsgerelateerde activiteiten
Voor de beoordeling van het renterisico in het bankboek hanteert GALM een aantal
indicatoren. GALM berekent voor EUR, USD en BRL het inkomstenrisico (‘Earnings-at-Risk’)
en het marktwaarderisico en brengt hierover verslag uit aan het Group Asset and Liability
Committee (ALCO). Hiermee wordt 85% tot 90% van de netto rentebaten uit de niet-
handelsgerelateerde activiteiten afgedekt. De rentegevoeligheid van het handelsboek wordt
bepaald via het marktrisico.
De tabel Earnings-at-Risk toont de cumulatieve gevoeligheid van de nettorentebaten in een
aantal vooraf bepaalde scenario’s en gedurende een tijdshorizon van 6, 12 en 24 maanden.
Gevoeligheid is gedefinieerd als de procentuele verandering in de rentebaten ten opzichte
van een basisscenario. Dit basisscenario is dat de huidige yieldcurve ongewijzigd blijft. De
scenario’s van stijgende rente en dalende rente gaan uit van een geleidelijke parallelle
verschuiving van de yieldcurve over een periode van 12 maanden, waarna de curve
onveranderd blijft. Om de verschillen in yieldcurves tussen markten tot uitdrukking te
brengen, zijn de scenario’s gekoppeld aan de ontwikkeling van de desbetreffende valuta.
Als gevolg van de lage rentestand gaat het dalende-rentescenario voor de euro uit van een
dalging met 100 bp in beide jaren en het stijgende-rentescenario van een stijging met
200 bp. De USD-scenario’s laten een geleidelijke wijziging zien van 200 bp naar boven
(2004: 200 bp) en van 150 bp naar beneden (2004: 150 bp). Dit houdt verband met de lage
dollarrente in 2004. Voor de BRL komt het stijgende-rentescenario uit op 1.100 bp en het
dalende-rentescenario op 800 bp voor beide jaren.
Het volumescenario gaat in alle gevallen uit van de commerciële omzetprognose voor het
eerste jaar en van een constant balanstotaal in volgende jaren. Voor de USD worden ook
andere rentegevoelige elementen, zoals servicing-rechten met betrekking tot hypotheken, in
aanmerking genomen.
De onderstaande tabel geeft de cumulatieve procentuele wijziging in het resultaat over de
desbetreffende periode weer.
Earnings-at-Risk
December 2005 December 2004 EUR USD BRL EUR USD BRL
Stijgende rente 6 maanden – 2,4% – 2,1% – 4,2% – 4,2% – 8,4% – 5,5%
1 jaar – 2,9% – 1,6% – 2,8% – 4,1% – 6,8% – 5,7%
2 jaar 0,7% 0,3% 3,1% – 1,0% – 2,8% – 2,2% Dalende rente 6 maanden 1,1% – 2,2% 2,6% 1,8% – 2,6% 3,7%
1 jaar 1,3% – 1,1% 1,3% 1,7% 1,0% 3,4%
2 jaar – 1,1% – 8,8% – 3,1% – 0,4% – 6,4% 0,5%
De bovenstaande cijfers voor december 2004 betroffen een kleiner deel van de balans dan
de cijfers voor december 2005. De absolute cijfers voor 2004 zouden hierdoor niet
vergelijkbaar zijn. Omdat relatieve bedragen proportioneel worden aangepast, zijn de
relatieve cijfers voor 2004 en 2005 wel vergelijkbaar.
Jaarrekening 2005
192
De onderstaande Earnings-at-Risk tabel geeft de cumulatieve wijziging in baten over de
desbetreffende periode in absolute cijfers weer, tegen de valutakoersen per 31 december
2005.
Earnings-at-Risk
December 2005
EUR USD BRL
Stijgende rente 6 maanden – 30 – 19 – 55
1 jaar – 75 – 30 – 77
2 jaar 35 12 179 Dalende rente 6 maanden 15 – 20 35
1 jaar 33 – 21 36
2 jaar – 58 – 343 – 180
De tabel marktwaarderisico toont de gevoeligheid van de marktwaarde van eigen-
vermogeninstrumenten voor rentebewegingen in EUR, USD en BRL. Marktwaarde van
eigen-vermogeninstrumenten is gedefinieerd als de berekende contante waarde van activa in
het bankboek, verminderd met de berekende contante waarde van verplichtingen, plus de
marktwaarde van derivaten en andere rentegevoelige posten zoals MSR’s in de Verenigde
Staten. Gevoeligheid wordt gemeten als de procentuele waardeverandering als gevolg van
een plotselinge externe schok. De omvang van dergelijke schokken is gelijk aan de
veranderingen die voor het inkomstenrisico zijn gehanteerd.
Marktwaarderisico
December 2005 December 2004 EUR USD BRL EUR USD BRL
Stijgende rente – 2,7% – 4,1% – 11,3% – 2,8% – 9,8% – 22,0%
Dalende rente 0,7% – 13,4% 4,7% 0,9% – 0,6% 18,5%
Valutarisico (niet-handelsgerelateerde activiteiten)
De operationele entiteiten van de groep zijn verplicht om valutaposities die ontstaan als
gevolg van lokale transacties, in dezelfde valuta te financieren of aan de groep over te
dragen. De groep is dan in staat om het valutarisico af te dekkken via de nettoinvesteringen
in entiteiten die niet in de euro rapporteren.
Om het geïnvesteerd vermogen in entiteiten die niet in euro rapporteren, te beschermen
tegen eventuele nadelige effecten van de conversie van de betreffende vreemde valuta naar
de euro, worden diverse hedgestrategieën toegepast.
Vermogensratiohedge
Om onze vermogensratio’s (kernvermogen (tier 1), core tier 1 en totaal vermogen als
percentage van de naar risico gewogen activa) te beschermen tegen ongunstige
koersbewegingen van de Amerikaanse dollar, de belangrijkste buitenlandse valuta van de
groep, moet het dollargevoelige gedeelte van het vermogen gelijk zijn aan het dollargevoelige
gedeelte van de naar risico gewogen balansposten. De ratio’s worden voorts afgedekt tegen
schommelingen in de EUR/USD-koers, zodat er geen sprake zal zijn van een materieel
valutakoerseffect op de vermogensratio’s van de bank.
Jaarrekening 2005
193
Kapitaalhedge
De strategie voor de vermogensratiohedge impliceert dat het kapitaal gedeeltelijk USD-
gevoelig moet zijn om de gevoeligheid van de naar risico gewogen activa voor veranderingen
in de waarde van de USD te neutraliseren. Een deel van het vermogen staat dan ook bloot
aan het EUR/USD-valutarisico.
Het in buitenlandse entiteiten geïnvesteerd vermogen in andere muntsoorten dan de
Amerikaanse dollar wordt selectief afgedekt. Hedging wordt overwogen wanneer het
verwachte valutaverlies groter is dan het renteverschil tussen de twee muntsoorten; het
renteverschil is namelijk de kostprijs van de hedgetransactie.
Per 31 december 2005 was het in buitenlandse entiteiten geïnvesteerde kapitaal voor 56%
afgedekt. Ongeveer EUR 5 miljard is niet afgedekt, waaronder USD 1 miljard en BRL 2
miljard (opgenomen in EUR). De onderstaande tabel toont de gevoeligheid van het kapitaal
voor een waardevermeerdering en waardevermindering van de euro met 10% ten opzichte
van alle buitenlandse valuta’s.
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Euro stijgt 10% – 559 – 340
Euro daalt 10% 559 340
Liquiditeitsrisico
Risicometing en -beheersing
Er doet zich een liquiditeitsrisico voor bij de algehele financiering van de activiteiten van een
bank als deze bijvoorbeeld niet in staat is de benodigde gelden voor de juiste looptijden en
tegen de juiste tarieven aan te trekken of een positie niet tijdig kan afwikkelen tegen een
redelijke prijs. Om onverwachte verliezen op te vangen, wordt kapitaal aangehouden.
Liquiditeitsbeheer heeft tot doel ervoor te zorgen dat er voldoende middelen beschikbaar zijn
om niet alleen voorziene maar ook onvoorziene financieringsbehoeften te kunnen opvangen.
Op groepsniveau wordt een hoeveelheid liquide middelen aangehouden die naar de
inschatting van de groep te allen tijde voldoende is om geldopnames te honoreren,
opgenomen leningen terug te betalen en nieuwe uitzettingen te financieren, zelfs onder
moeilijke omstandigheden.
Liquiditeitsbeheer binnen onze bank vindt plaats op dagelijkse basis in alle landen waar wij
actief zijn. Financiële markten, concurrentie, productenpakket en klantprofiel verschillen per
land, zowel in de breedte als in de diepte. Het lokale lijnmanagement is dan ook
verantwoordelijk voor het beheer van de lokale liquiditeitsbehoeften, onder toezicht van
GALM namens Group ALCO.
Het dagelijks liquiditeitsbeheer is onder meer afhankelijk van het effectief functioneren van
de nationale en internationale financiële markten. Aangezien dit niet altijd het geval is,
hebben wij groepsbrede draaiboeken opgesteld om de financiering te waarborgen in het
geval van een crisis. Deze groepsbrede plannen treden in werking zodra zich een drastische
wijziging voordoet in onze normale bedrijfsactiviteiten of in de stabiliteit van de lokale of
internationale financiële markten. Het Group Strategic Funding Committee heeft volledige
bevoegdheid van handelen om een dergelijke crisis het hoofd te bieden. In het kader van de
planning van liquiditeitsbeheer in noodsituaties beoordelen wij voortdurend mogelijke trends,
behoeften, commitments, gebeurtenissen en onzekerheden die redelijkerwijs zouden kunnen
leiden tot een toename of afname van onze liquiditeit. Meer specifiek kijken wij naar het
effect dat deze mogelijke veranderingen hebben op onze bronnen voor korte financiering en
liquiditeitsplanning op lange termijn.
Jaarrekening 2005
194
Voor wat betreft onherroepelijke kredietfaciliteiten die zijn aangegaan, beoordelen wij als
onderdeel van ons liquiditeitsbeheer ook het potentieel effect dat dergelijke transacties in
noodsituaties redelijkerwijs op onze normale bronnen van liquiditeit en financiering kunnen
hebben.
Liquiditeitsgap
De onderstaande tabel geeft een looptijdenoverzicht van de balans van de groep op basis
van de resterende contractuele looptijden.
Looptijdenoverzicht voor boekjaar 2005:
Direct < 1 jaar ≥ 1 jaar - ≥ 5 jaar Totaal opvraag- < 5 jaar baar
Activa
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 16.657 – – – 16.657
Financiële activa aangehouden voor
handelsdoeleinden 1 202.055 – – – 202.055
Financiële beleggingen 12.366 12.047 35.425 63.936 123.774
Kredieten en vorderingen bankiers 7.251 80.091 5.922 15.371 108.635
Kredieten en vorderingen private en
publieke sector 24.101 171.824 84.497 99.826 380.248
Overige activa 1 3.213 21.268 4.341 20.613 49.435 Totaal 265.643 285.230 130.185 199.746 880.804
Verplichtingen
Financiële verplichtingen aangehouden voor
handelsdoeleinden 1 148.588 – – – 148.588
Verplichtingen bankiers 30.905 117.150 8.349 11.417 167.821
Verplichtingen private en publieke sector 147.846 138.630 14.481 16.126 317.083
Uitgegeven schuldbewijzen 1.495 100.873 34.548 33.703 170.619
Achtergestelde schulden – 1.156 5.101 12.815 19.072
Overige verplichtingen 1 4.712 15.335 2.771 10.651 33.469 Totaal 333.546 373.144 65.250 84.712 856.652 Liquiditeitsgap (netto) – 67.903 – 87.914 64.935 115.034 24.152
1 Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden en hedging derivaten zijn opgenomen als direct opvraagbaar omdat dit volgens het management het kortetermijnkarakter van handelsactiviteiten en derivaten het beste weergeeft.
Jaarrekening 2005
195
Looptijdenoverzicht voor boekjaar 2004:
Direct < 1 jaar ≥ 1 jaar - ≥ 5 jaar Totaal opvraag- < 5 jaar baar
Activa
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 17.896 – – – 17.896
Financiële activa aangehouden voor
handelsdoeleinden 1 167.035 – – – 167.035
Financiële beleggingen – 18.722 33.132 51.094 102.948
Kredieten en vorderingen bankiers 5.575 64.695 4.075 9.513 83.858
Kredieten en vorderingen private en
publieke sector 19.821 150.960 66.404 82.837 320.022
Overige activa 1 2.292 14.083 4.478 14.842 35.695 Totaal 212.619 248.460 108.089 158.286 727.454
Verplichtingen
Financiële verplichtingen aangehouden voor
handelsdoeleinden 1 129.506 – – – 129.506
Verplichtingen bankiers 28.846 85.396 10.122 9.165 133.529
Verplichtingen private en publieke sector 137.742 124.282 9.893 9.462 281.379
Uitgegeven schuldbewijzen 1.956 64.283 30.808 24.185 121.232
Achtergestelde schulden – 1.086 4.693 10.908 16.687
Overige verplichtingen 1 3.311 11.887 2.729 10.642 28.569 Totaal 301.361 286.934 58.245 64.362 710.902 Liquiditeitsgap (netto) – 88.742 – 38.474 49.844 93.924 16.552
1 Financiële activa en verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden zijn opgenomen als direct opvraagbaar omdat dit volgens het management het kortetermijnkarakter van handelsactiviteiten het beste weergeeft.
Gebruik van derivatenDerivaten
De groep maakt gebruik van derivaten (a) om haar klanten risicobeheerdiensten aan te
bieden, (b) om de verschillende risico’s waaraan de groep zelf blootstaat, te beheren
(waaronder het rente-, valuta- en kredietrisico) en (c) voor handelsdoeleinden voor eigen
rekening.
Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten die geen of een geringe netto-investering
vereisen en waarbij verrekening op een datum in de toekomst plaatsvindt. De waarde van
derivaten is afhankelijk van veranderingen in de prijs of koers van een ander financieel
instrument, een index of een andere variabele.
In de meeste gevallen worden bedrag, looptijd en prijs van derivatencontracten direct met de
tegenpartij overeengekomen in de over-the-counter (OTC) markt. Daarnaast zijn er
gestandaardiseerde derivatencontracten met vaste bedragen en afwikkelingsdatums; deze
worden ter beurze verhandeld.
Jaarrekening 2005
196
Het gecontracteerde bedrag (ook wel aangeduid als ‘notional amount’) van derivaten
vertegenwoordigt de referentiehoeveelheid van het onderliggende financiële instrument
waarop het derivaat is gebaseerd. De waarde van het derivatencontract wordt doorgaans
bepaald door op het gecontracteerde bedrag een rekenprijs toe te passen. Op basis hiervan
worden veranderingen in de waarde van het contract gemeten. Het gecontracteerde bedrag
geeft een indicatie van de omvang van de door de groep uitgevoerde transactie, maar vormt
geen maatstaf voor het daaraan verbonden risico. Gecontracteerde bedragen worden niet in
de balans opgenomen.
Derivaten worden in de balans opgenomen tegen reële waarde (of marktwaarde), hetzij voor
de totale positieve reële waarde (activa) hetzij voor de totale negatieve reële waarde
(verplichtingen). De positieve reële waarde geeft de kosten weer die de groep zou moeten
maken om alle transacties tegen een gunstige reële waarde opnieuw te plaatsen indien alle
tegenpartijen van de groep in gebreke zouden blijven, waarbij wordt aangenomen dat de
transacties onmiddellijk opnieuw kunnen worden geplaatst. De negatieve reële waarde geeft
de kosten voor de tegenpartijen van de groep weer die zijn verbonden aan herplaatsing van
al hun transacties indien de groep in gebreke zou blijven. Wijzigingen in de reële waarde van
derivaten worden in het handelsresultaat opgenomen, tenzij zij voor hedge accounting in
aanmerking komen.
Positieve en negatieve reële waarden op verschillende transacties worden uitsluitend
gesaldeerd indien het transacties met dezelfde tegenpartij betreft, de desbetreffende
kasstromen eveneens op gesaldeerde basis worden verrekend en de groep het recht heeft
om afzonderlijke transacties met die tegenpartij te salderen.
Soorten derivaten
De meest gebruikelijke typen derivaten zijn:
Termijncontracten zijn bindende contracten voor de aan- of verkoop van financiële
instrumenten, doorgaans valuta’s, op een bepaalde datum in de toekomst tegen een
vastgestelde prijs. Termijncontracten zijn overeenkomsten op maat die partijen in de OTC-
markt met elkaar aangaan.
Futures zijn ter beurze verhandelde contracten voor de aan- of verkoop van een
standaardhoeveelheid van een bepaalde klasse of type financieel instrument, valuta of
commodity op een bepaalde datum in de toekomst.
Commodity-derivaten zijn contracten voor de aan- of verkoop van een niet-financieel product.
Zij kunnen ter beurze of in de OTC-markt worden verhandeld.
Swaps zijn contracten tussen twee partijen om de kasstromen die gedurende een bepaalde
periode uit de gecontracteerde bedragen ontstaan, te ruilen. De meeste swaps worden in de
OTC-markt verhandeld. De belangrijkste typen swaptransacties die de groep aangaat, zijn:
• Renteswap – een contract waarbij partijen doorgaans overeenkomen om vaste en variabele
rentebetalingen over de gecontracteerde hoofdsom in dezelfde valuta te ruilen op basis
van een referentierente (meestal LIBOR);
• Cross-currency renteswap – het ruilen van rentebetalingen op basis van hoofdsommen in
twee verschillende valuta’s en twee verschillende referentierentes. De hoofdsommen
worden doorgaans bij aanvang en bij afwikkeling van het contract geruild;
• Credit Default Swap (CDS) – een bilaterale overeenkomst waarbij de ene partij (koper van
bescherming) een of meer betalingen doet aan de andere partij (verkoper van
bescherming). In ruil daarvoor verbindt de verkoper zich om een betaling aan de koper te
Jaarrekening 2005
197
doen zodra zich een bepaalde gebeurtenis met betrekking tot het onderliggende krediet
(‘credit event’) voordoet. Een CDS kan luiden op een enkele naam (tegenpartij) of op
meerdere (of een reeks van) namen (tegenpartijen). Afwikkeling nadat zich een credit event
heeft voorgedaan, kan netto contant plaatsvinden of tegen contanten in ruil voor fysieke
levering van een of meer verplichtingen van de kredietentiteit, en vindt altijd plaats,
ongeacht of de koper van de bescherming de facto een verlies heeft geleden. Na een
credit event en afwikkeling wordt het contract beëindigd;
• Totaalrendement-swap – deze swap geeft de koper de beschikkingsmacht over alle
kasstromen en economische voordelen en risico’s verbonden aan het onderliggende actief
zonder daarvan eigenaar te zijn. In ruil daarvoor verricht hij een reeks betalingen, veelal op
basis van een referentierente als LIBOR. De verkoper heeft een gelijke, maar
tegenovergestelde positie. Een aandelenswap is een bepaald type totaalrendement-swap.
Opties zijn contracten die in de regel de koper het recht, maar niet de verplichting, geven om
tegen een vastgestelde prijs op of vóór een bepaalde datum een bepaalde hoeveelheid van
een financieel instrument of commodity van de verkoper (schrijver) te kopen (calloptie) dan
wel aan de schrijver daarvan te verkopen (putoptie). De koper betaalt voor dit recht aan de
verkoper een premie. Opties kunnen zowel in de OTC-markt als op een gereglementeerde
beurs worden verhandeld, en eveneens in de vorm van effecten (warrants).
Derivaten voor handelsdoeleinden
De meeste derivatentransacties van de groep hebben betrekking op verkoop- en
handelsactiviteiten. Onder verkoopactiviteiten wordt mede begrepen het structureren en aan
klanten aanbieden van afgeleide producten als instrument om actuele of verwachte risico’s te
dragen, over te dragen, te wijzigen of te verminderen. Handelsactiviteiten worden
hoofdzakelijk ontplooid om winst te genereren uit kortetermijnfluctuaties in prijs of marge.
Onder handelsactiviteiten worden begrepen market-making, positionering en arbitrage:
• market-making houdt in het afgeven van bied- en laatprijzen aan andere marktpartijen
teneinde opbrengsten op basis van spread en volume te genereren;
• positionering betekent marktrisicoposities beheren in de verwachting voordeel te behalen
uit gunstige ontwikkelingen van prijzen, koersen of indices;
• arbitrage houdt in het traceren en het benutten van prijsverschillen tussen markten en
producten.
Derivaten voor hedging-doeleinden
De groep maakt gebruik van derivaten om activa, verplichtingen, verwachte transacties,
kasstromen en kredietrisico’s af te dekken. De wijze waarop hedgetransacties administratief
worden verwerkt, hangt af van de aard van het afgedekte instrument en van het feit of de
transactie in aanmerking komt voor hedge accounting (zie grondslagen).
De groep maakt ook gebruik van derivaten die een economische hedge verschaffen voor
kredietrisico, maar niet in aanmerking komen voor hedge accounting. De groep gebruikt
bijvoorbeeld CDS’s als economische hedge voor kredietrisico in haar krediet- en
handelsportefeuilles, maar kan op deze posities niet altijd hedge accounting toepassen.
Risico’s van derivaten
Derivaten worden in veel handelsportefeuilles gebruikt waarin doorgaans meerdere typen
instrumenten – niet alleen derivaten – zijn opgenomen. Het marktrisico van derivaten wordt
als een integraal onderdeel van het marktrisico van deze portefeuilles beheerd en beheerst.
Het beleid van de groep ten aanzien van marktrisicobeheer is in de paragraaf ‘Marktrisico’
hiervoor beschreven.
Jaarrekening 2005
198
Derivatencontracten worden met veel verschillende tegenpartijen afgesloten. Met de meeste
van deze partijen worden ook andere zaken gedaan. Het aan derivaten verbonden
kredietrisico wordt beheerd en beheerst in het kader het totale kredietrisico dat de groep op
elke tegenpartij loopt. Het beleid van de groep ten aanzien van kredietrisicobeheer is in de
paragraaf ‘Beheer van financiële risico’s’ hiervoor beschreven. Opgemerkt dient te worden
dat, hoewel de in de balans getoonde bedragen een belangrijke component van het
kredietrisico van de groep kunnen uitmaken, de positieve vervangingswaarden per
tegenpartij slechts in uitzonderingsgevallen een juiste indicatie geven van het kredietrisico
dat de groep in haar derivatentransacties met die tegenpartij loopt. Redenen hiervoor zijn dat
enerzijds vervangingswaarden in de loop van de tijd kunnen stijgen (‘potentiële toekomstige
risico’s’) en anderzijds het risico kan worden verminderd door met tegenpartijen
raamwerkovereenkomsten voor netting en bilaterale overeenkomsten tot het stellen van
zekerheden aan te gaan.
39 Solvabiliteit
Om de toereikendheid van het vermogen te bewaken hanteert de groep ratio’s die zijn
vastgesteld door de Bank for International Settlements (BIS). Deze ratio’s drukken de
solvabiliteit uit (het minimaal door de BIS vereiste percentage is 8%) door het daarvoor in
aanmerking komende vermogen van de groep te vergelijken met de in de balans opgenomen
activa, niet in de balans opgenomen verplichtingen en markt- en overige risicoposities op
basis van naar risico gewogen bedragen. De marktrisicobenadering omvat het algemene
marktrisico en het risico van ongedekte posities in valuta’s en schuldbewijzen en aandelen.
Activa worden gewogen op basis van ruime risicocategorieën, waarbij de risicoweging
plaatsvindt op basis van het vermogensbedrag dat verondersteld wordt tegenover de activa
te moeten worden aangehouden. Er worden vier categorieën van risicoweging gehanteerd
(0%, 20%, 50% en 100%). Kasmiddelen en geldmarktinstrumenten bijvoorbeeld hebben een
risicoweging van nihil, wat betekent dat tegenover deze activa geen vermogen hoeft te
worden aangehouden. Voor onroerende zaken en bedrijfsmiddelen geldt een risicoweging
van 100%. Dit houdt in dat tegenover deze activa vermogen moet worden aangehouden dat
gelijk is aan 8% van de boekwaarde daarvan. Met niet in de balans opgenomen
kredietgerelateerde verplichtingen en derivaten wordt rekening gehouden door verschillende
soorten conversiefactoren toe te passen. Hiermee worden deze posten omgezet in
balanspostequivalenten. De hieruit voortvloeiende equivalente bedragen worden vervolgens
gewogen naar risico op basis van dezelfde percentages als gehanteerd worden voor andere
activa dan derivaten.
Het tier 1 vermogen bestaat uit het eigen vermogen aandeelhouders en daarvoor in
aanmerking komende achtergestelde schulden verminderd met goodwill en bepaalde
immateriële activa. Het tier 2 vermogen bestaat uit aanvullende en daarvoor in aanmerking
komende achtergestelde schulden, met inachtneming van de resterende looptijden.
Core tier 1 is het kernvermogen exclusief de preferente aandelen.
Jaarrekening 2005
199
De solvabiliteit van de groep ontwikkelde zich als volgt:
Balans, Gewogen, na effect, ongewogen van contractuele netting 2005 2004 2005 2004
Activa (na aftrek van voorzieningen):
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 16.657 17.896 432 263
Financiële activa aangehouden voor
handelsdoeleinden 202.055 167.035 548 375
Financiële beleggingen 123.774 102.948 11.620 9.124
Kredieten en vorderingen bankiers 108.635 83.858 4.992 4.525
Kredieten en vorderingen private en publieke
sector 380.248 320.022 151.496 142.665
Deelnemingen met invloed 2.993 1.428 727 681
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 8.110 7.173 6.638 6.515
Goodwill en overige immateriële activa 5.168 3.143 4.437 2.191
Overlopende activa 7.614 5.740 2.952 2.330
Overige activa 25.550 18.211 8.893 5.587 Subtotaal 880.804 727.454 192.735 174.256
Niet in balans opgenomen posities en
derivaten:
Kredietgerelateerde (voorwaardelijke)
verplichtingen 187.031 191.474 48.017 39.172
Kredietequivalent van derivaten 10.751 12.226
Verzekeringsmaatschappijen en overige 339 1.095 Subtotaal 59.107 52.493 Totaal kredietrisico 251.842 226.749
Marktrisicovereisten 6.012 4.873 Totaal naar risico gewogen balansposten 257.854 231.622
De volgende tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het volgens de
normen van de toezichthouder minimaal vereiste vermogen.
2005 2004 Vereist Aanwezig Vereist Aanwezig
Totaal vermogen 20.628 33.874 18.530 25.618
Ratio totaal vermogen 8,0% 13,14% 8,0% 11,06%
Kernvermogen 10.314 27.382 9.265 19.592
Ratio kernvermogen (tier 1 ratio) 4,0% 10,62% 4,0% 8,46%
Core tier 1 – 21.828 – 14.641
Core tier 1 ratio – 8,47% – 6,32%
Jaarrekening 2005
200
Bij de bepaling van het voor de solvabiliteitstoetsing vereiste vermogen wordt naast het
huidige kredietrisico ook rekening gehouden met het toekomstige kredietrisico. Dit gebeurt
door het huidige potentiële verlies uit derivaten, namelijk de reële waarde op basis van de
marktomstandigheden op de balansdatum, te verhogen met een van de aard en de
resterende looptijd van het contract afhankelijk percentage van de relevante gecontracteerde
bedragen. Op deze manier wordt rekening gehouden met het mogelijk nadelige verloop van
de reële vervangingswaarde gedurende de resterende looptijd van het contract. In de
volgende tabel wordt het totaal zowel ongewogen als gewogen voor het tegenpartijrisico
(voornamelijk banken) weergegeven. Hierbij is wel rekening gehouden met de invloed van
netting-transacties en andere zekerheden.
Kredietequivalent
(in miljarden euro’s) 2005 2004
Rentecontracten 84,8 75,0
Valutacontracten 28,2 50,5
Overige contracten 32,2 18,9 145,2 144,4
Effect van contractuele netting 97,4 88,9 Ongewogen kredietequivalent 47,8 55,5
Gewogen kredietequivalent 10,8 12,2
40 Private equity-belangen
Private equity-belangen worden hetzij geconsolideerd hetzij aangehouden tegen reële
waarde.
Geconsolideerde private equity-belangenBeleggingen met het karakter van private equity-belangen waarover de groep zeggenschap
uitoefent, worden geconsolideerd. Dergelijke belangen strekken zich uit over een breed scala
van niet-bancaire activiteiten. Personeels- en overige kosten met betrekking tot productie en
fabricage zijn opgenomen in de kostprijs. Het effect van de consolidatie van deze
beleggingen op de winst- en verliesrekening is in onderstaande tabel weergegeven.
2005 2004
Baten geconsolideerde private equity-belangen 3.637 2.616
Overige baten opgenomen in operationele baten – 242 – 96 Totaal operationele baten geconsolideerde
private equity-belangen 3.395 2.520
Kostprijs geconsolideerde private equity-belangen 2.519 1.665
Opgenomen in personeelskosten 362 399
Opgenomen in beheerskosten 352 284
Opgenomen in afschrijvingen 133 151
Bedrijfsresultaat voor belastingen van geconsolideerde
private equity-belangen 29 21
In de kostprijs van private equity-belangen zijn de personeelskosten van de fabricage- en
productieactiviteiten begrepen.
Jaarrekening 2005
201
De activa en verplichtingen van deze geconsolideerde belangen zijn opgenomen in de balans
van de groep. Gezien het niet-bancaire karakter van de onderliggende activiteiten zijn deze
belangen met name van invloed op goodwill, onroerende zaken en bedrijfsmiddelen,
overige activa en uitgegeven schuldbewijzen. De totale activa van de geconsolideerde private
equity-belangen bedroegen EUR 3.477 miljoen per 31 december 2005, exclusief goodwill
(2004: EUR 2.393 miljoen).
Niet-geconsolideerde private equity-belangenDe private-equity belangen waarover de groep geen zeggenschap uitoefent, worden
verantwoord tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en
verliesrekening. Hoewel de zeggenschap niet bij de groep berust, heeft de groep in veel
gevallen wel invloed van betekenis. Dit blijkt doorgaans uit het percentage van het
aandelenbelang, dat tussen 20% en 50% ligt. De groep heeft invloed van betekenis in
ongeveer 100 bedrijven die in verschillende sectoren actief zijn, waaronder informatie-
technologie, life sciences, media en telecommunicatie. De reële waarde van deze
beleggingen bedroeg EUR 603 miljoen per 31 december 2005.
41 Joint ventures
De activiteiten die de groep via joint ventures uitoefent, omvatten onder meer verzekeringen,
trust en projectontwikkeling (zie punt 49 voor verdere informatie). In de geconsolideerde
jaarrekening van de joint ventures zijn de onderstaande activa, verplichtingen, baten en lasten
van joint ventures opgenomen. Deze vertegenwoordigen het procentuele aandeel van de
groep daarin.
2005 2004
Activa
Kasmiddelen en tegoeden bij centrale banken 11 6
Financiële beleggingen 2.748 1.875
Kredieten en vorderingen bankiers en private en publieke sector 925 965
Deelnemingen met invloed 6 6
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 1.011 827
Overlopende activa 58 54
Overige activa 2.161 2.001 Totaal 6.920 5.734
Verplichtingen
Financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden 871 843
Verplichtingen private en publieke sector 896 822
Uitgegeven schuldbewijzen 7 1
Overlopende passiva 23 15
Overige verplichtingen 4.994 3.964 Totaal 6.791 5.645
2005 2004
Totaal operationele baten 150 118
Operationele bedrijfslasten 71 79 Bedrijfsresultaat 79 39 Belastingen 21 8 Nettowinst 58 31
Jaarrekening 2005
202
42 Bezoldiging Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen
BeloningsbeleidHet huidige beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur werd ingevoerd in 2001. Het
belangrijkste doel van het beleid is ABN AMRO in staat te stellen Top Executives aan te
trekken, te behouden en te motiveren. Hiertoe ontvangt de Raad van Bestuur een pakket
arbeidsvoorwaarden dat in zijn totaliteit concurrerend is met het pakket dat vergelijkwaardige
instellingen, namelijk andere grote Nederlandse ondernemingen en andere Europese banken,
in de markt bieden.
Het beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur bestaat uit de volgende
elementen:
• basissalaris;
• prestatiegebonden bonus;
• instrumenten op lange termijn: het Performance Share Plan en het Share Investment and
Matching Plan.
Daarnaast ontvangen zij een aantal andere beloningselementen.
BasissalarisHet basissalaris is hetzelfde voor alle leden van de Raad van Bestuur, met uitzondering van
de voorzitter, die een 40% hoger basissalaris ontvangt. Het lid van de Raad van Bestuur dat
een andere dan de Nederlandse nationaliteit bezit, ontvangt ook een marktgerelateerde
toelage. Het basissalaris wordt jaarlijks getoetst en eventueel per 1 januari aangepast. In
2005 is het basissalaris van de Raad van Bestuur voor het eerst sinds 2001 aangepast,
namelijk van EUR 635.292 naar EUR 650.000 bruto per jaar voor de leden en van
EUR 889.410 naar EUR 910.000 bruto per jaar voor de voorzitter.
Prestatiegebonden bonusDe jaarlijkse prestatiegebonden bonus voor leden van de Raad van Bestuur is gebaseerd op
kwantitatieve en kwalitatieve prestatiedoelstellingen op groeps- en BU-niveau. De
doelstellingen worden jaarlijks door het Nomination & Compensation (N&C) Committee
vastgesteld en door de Raad van Commissarissen bekrachtigd. De bonus van de voorzitter
en de Chief Financial Officer – en vanaf 2004 ook de Chief Operating Officer – is gerelateerd
aan de prestatiedoelstellingen op groepsniveau. Voor wat betreft de bonus van leden van de
Raad van Bestuur die voor een BU verantwoordelijk zijn, is met ingang van 2004 het relatieve
gewicht van het groepsresultaat versus de BU-performance gesteld op respectievelijk 75%
en 25%.
In 2005 is de kwantitatieve prestatie op groepsniveau en BU-niveau afgemeten aan
doelstellingen voor onder meer economische winst, verhouding kosten/baten en
kernvermogen. Daarnaast zijn ook kwalitatieve doelstellingen geformuleerd, zoals een
toenemende klanttevredenheid en het bereiken van strategische mijlpalen. De bonuscriteria
zijn in overeenstemming gebracht met de langetermijndoelstellingen van de bank. Specifieke
jaarlijkse prestatiedoelstellingen worden niet gepubliceerd vanwege de gevoeligheid vanuit
concurrentieoogpunt.
Met ingang van 2005 is de bonus gelijk aan 100% van het basissalaris, als de kwantitatieve
doelstellingen volledig worden gehaald, met een maximum van 125%. Het N&C Committee
kan, aan de hand van de beoordeling van de individuele prestatie van een lid van de Raad van
Bestuur ten opzichte van kwalitatieve criteria, de bonusuitkering met maximaal 20% van het
basissalaris verhogen of verlagen. In 2004 lag het bonuspercentage bij volledige
verwezenlijking van de doelstellingen tussen 60% en 75%.
Jaarrekening 2005
203
De bonus voor de leden van de Raad van Bestuur over 2005 is op basis van de nieuwe
percentages vastgesteld. Het N&C Committee heeft de gerealiseerde performance in 2005
afgezet tegen de vastgestelde kwantitatieve doelstellingen op basis van door Group Finance
verschafte gegevens. De bonus over 2005 is voor alle leden van de Raad van Bestuur, dus
ook voor de voorzitter, vastgesteld op 115% van het basissalaris in 2005. De toegekende
individuele bonussen zijn opgenomen in de tabel op pagina 205.
De in 2005 uitgekeerde bonussen over 2004, zoals vermeld in het jaarverslag 2004, zijn
aangepast omdat de leden van de Raad van Bestuur zijn overeengekomen een deel van die
bonus aan de bank terug te betalen.
ABN AMRO Share Investment and Matching PlanDe aandeelhouders keurden in 2004 een regeling goed die het houden van aandelen door
bestuurders stimuleert. Onder deze regeling kunnen leden van de Raad van Bestuur ervoor
kiezen om een deel van hun jaarlijkse bonus, tot een maximum gelijk aan 25% van hun
jaarlijkse basissalaris, om te zetten in aandelen ABN AMRO Holding N.V. (‘Investment
Shares’). De koopsom moet worden gefinancierd uit de netto uit te keren bonus over het
betreffende jaar. Indien de netto uit te keren bonus niet voldoende is om de volledige
koopsom te voldoen, wordt de deelname ingetrokken. Na afloop van een periode van
drie jaar kent de bank voor elk Investment Share één extra aandeel ABN AMRO Holding N.V.
(‘Matching Share’) toe, mits het lid van de Raad van Bestuur gedurende deze periode steeds
in dienst van de ABN AMRO groep is gebleven. De Investment Shares, inclusief
opgebouwde dividenden, komen na deze periode van drie jaar beschikbaar. De Matching
Shares moeten gedurende een periode van minstens vijf jaar na onvoorwaardelijke
toekenning worden aangehouden. Wel mag een deel van deze aandelen worden verkocht om
de hieruit voortvloeiende belastingverplichting te voldoen.
In 2005 namen alle leden van de Raad van Bestuur, met hun bonus over 2004, deel aan deze
regeling; vijf leden voor het maximum van 25% van hun basissalaris en één lid voor 12,5%
van zijn basissalaris. Het totale bedrag dat werd gebruikt voor de aankoop van Investment
Shares, bedroeg EUR 936.954 voor de zes leden van de Raad van Bestuur gezamenlijk. De
deelnemingspercentages met betrekking tot de bonus over 2005 bedroegen eveneens 25%
van het jaarsalaris voor vijf leden en 12,5% voor één lid.
AandelenoptiesDe toekenning van aandelenopties vormt al enige jaren een integraal onderdeel van het
beloningspakket van ABN AMRO Top Executives. Met ingang van 2005 maken aandelen-
opties niet langer deel uit van het beloningspakket op lange termijn voor de Raad van
Bestuur en de Top Executives als groep. De opties die in 2004 en voorgaande jaren zijn
verleend, blijven van kracht. In 2005 liepen er geen opties af. De in 2002 verleende opties
werden onvoorwaardelijk op 25 februari 2005 en kunnen gedurende de resterende periode
van de tienjarige looptijd worden uitgeoefend (dus tot 25 februari 2012). In 2006 lopen er
evenmin opties af. De in 2003 verleende opties zijn op 24 februari 2006 onvoorwaardelijk
geworden, omdat aan het eind van de driejarige prestatiecyclus in 2005 was voldaan aan de
twee vastgestelde criteria. Op 30 januari 2006 maakte de Raad van Bestuur aan het N&C
Committee het unanieme besluit bekend dat de momenten waarop de opties mogen worden
uitgeoefend, zijn beperkt tot de eerste dag van de eerste open periode na de datum waarop
de toekenning onvoorwaardelijk wordt, de afloopdatum van de opties en contractueel vast-
gelegde datums conform de optieregeling, zoals de datum van pensionering. De theoretische
waarde van de opties wordt hierdoor beperkt, maar de Raad van Bestuur is van mening dat
de grotere transparantie voor de markt zwaarder weegt dan dit theoretische nadeel.
Jaarrekening 2005
204
Performance Share PlanHet in 2001 geïntroduceerde Performance Share Plan (PSP) is een belangrijk onderdeel van
het beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur. Ook SEVP’s komen in
aanmerking voor een jaarlijkse toekenning van aandelen onder dit plan.
In 2005 werden aan de leden van de Raad van Bestuur 60.000 aandelen voorwaardelijk
toegekend en aan de voorzitter 84.000 aandelen. De toekenning in 2005 was of is voor de
helft gebaseerd op de performance qua totaalrendement voor aandeelhouders (Total Return
to Shareholders / TRS) en voor de helft op het gemiddeld rendement op eigen vermogen
(Return on Equity / RoE) gedurende een meetperiode van vier jaar (het jaar van toekenning
en de drie daaropvolgende jaren).
Het uitgangspunt voor het onvoorwaardelijk worden van het TRS-gedeelte van de
toegekende aandelen is niet gewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Het aantal
aandelen dat uiteindelijk wordt uitgekeerd, hangt af van het totaalrendement voor
aandeelhouders na vier jaar ten opzichte van de peer group. Hiertoe is een glijdende schaal
opgesteld, waarbij een vijfde plaats binnen de peer group van 21 banken als norm geldt en
recht geeft op 100% van de aandelen. Bij een elfde of lagere positie krijgen de leden geen
aandelen, terwijl de eerste plaats recht geeft op 150% van de norm.
De gedeeltelijke koppeling van het PSP aan het rendement op eigen vermogen werd in 2005
ingevoerd. Het onvoorwaardelijk worden van het RoE-gerelateerde gedeelte van de
toegekende aandelen is afhankelijk van de verwezenlijking van de doelstelling voor het
gemiddeld rendement op eigen vermogen over de meetperiode. Hierbij wordt een glijdende
schaal met een drempel van 25% en een maximum van 100% gehanteerd. Een andere
voorwaarde is dat de houder van de aandelen aan het eind van de meetperiode nog steeds
in dienst van de groep moet zijn.
De vierjarige meetperiode voor de in 2002 voorwaardelijk toegekende aandelen liep eind
2005 af. ABN AMRO stond op dat moment op de zevende positie in de peer group. Dit houdt
in dat de voorwaardelijke toekenning voor 70% definitief wordt; de leden van de Raad van
Bestuur hebben per 31 januari 2006, de datum waarop de toekenning onvoorwaardelijk
werd, 49.000 van de oorspronkelijk toegekende 70.000 aandelen ABN AMRO ontvangen en
de voorzitter van de Raad van Bestuur 68.600 van de oorspronkelijk toegekende 98.000
aandelen. Over deze uitkering is belasting verschuldigd, die wordt berekend op basis van het
aantal aandelen vermenigvuldigd met de aandelenkoers. De leden van de Raad van Bestuur
hebben collectief besloten om op de datum van toekenning een zodanig aantal aandelen te
verkopen dat met de opbrengst daarvan de verschuldigde belasting kan worden voldaan.
PensioenHet pensioengevend salaris van de leden van de Raad van Bestuur is gelijk aan 100% van
het jaarlijkse basissalaris. Tot 31 december 2005 was de normale pensioenleeftijd 62 jaar.
Met ingang van 1 januari 2006 is de pensioenregeling gewijzigd. De normale pensioenleeftijd
is gesteld op 65 jaar en de pensioenopbouw geschiedt op basis van middelloon (2,15% per
jaar). Vervroegde pensionering is mogelijk. De pensioenregeling is ondergebracht bij het
ABN AMRO Pensioenfonds.
Jaarrekening 2005
205
Overige beloningselementenHet beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur omvat voorts de volgende
elementen:
• gebruik van leaseauto van de bank met chauffeur;
• vergoeding van de kosten voor adequate beveiliging van de hoofdwoning;
• doorlopende persoonlijke ongevallenverzekering met een vast verzekerd bedrag van
EUR 1,8 miljoen voor leden van de Raad van Bestuur en EUR 2,5 miljoen voor de voorzitter;
• bijdrage in de particuliere ziektekostenverzekering, conform de regeling voor alle
ABN AMRO medewerkers in Nederland;
• korting op bankproducten zoals hypotheek en leningen, conform de regeling voor alle
ABN AMRO medewerkers in Nederland.
De volgende tabel geeft een totaaloverzicht van bezoldiging, ABN AMRO opties en aandelen
en uitstaande kredieten van leden van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen.
(in duizenden euro’s) Raad van Bestuur Raad van Commissarissen 2005 2004 2005 2004
Periodiek betaalde beloningen 4.639 4.556 787 767
Winstdeling en bonusbetalingen 4.787 2.680
Op aandelen gebaseerde betalingen 6.063 4.672
Pensioenlasten 1.324 1.148
ABN AMRO personeelsopties 1
(voorwaardelijk, verleend) 576.000
ABN AMRO aandelen 1 (voorwaardelijk, verleend) 429.058 320.000
ABN AMRO personeelsopties 1 (uitstaand) 2.380.835 2.382.251
ABN AMRO aandelen 1 (uitoefenbaar) 1.196.835 686.251
ABN AMRO aandelen 1 (in bezit) 124.004 72.668 34.847 27.173
Kredieten (uitstaand) 11.518 9.362 2.100 2.100
1 Aantal aandelen / opties.
De volgende tabel geeft een overzicht van de salarissen, de overige periodieke beloningen en
de bonussen van de individuele leden van de Raad van Bestuur.
(in duizenden euro’s)
2005 2004 Basis- Overige Bonus Op aan- Pen- Basis- Overige Bonus Op aan- Pen- salaris perio- delen ge- sioen- salaris perio- delen ge- sioen- dieke baseer- lasten 3 dieke baseer- lasten 3
belonin- de beta- belonin- de beta- gen 1 lingen2 gen 1 lingen2
R.W.J. Groenink 910 4 1.047 1.331 263 889 4 805 1.022 225
W.G. Jiskoot 650 2 748 951 185 635 3 575 730 158
T. de Swaan 650 2 748 951 206 635 13 575 730 181
J.Ch.L. Kuiper 650 4 748 951 264 635 15 575 730 228
C.H.A. Collee 650 3 748 951 168 635 3 575 730 140
H.Y. Scott-Barrett 650 464 748 928 238 635 454 575 730 216
1 Overige periodieke beloningen betreffen de bijdrage in de particuliere ziektekostenverzekering en de buitenlandertoelage. De heer Scott-Barrett ontving een buitenlandertoelage van EUR 464 in 2005 en EUR 454 in 2004.
2 Op aandelen gebaseerde betalingen worden berekend op grond van IFRS 2; gedurende de periode van voorwaardelijke toekenning wordt de reële waarde van de aandelen / opties per de toekenningsdatum opgenomen.
3 Als pensioenlasten zijn uitsluitend aangemerkt de zogeheten ‘service-kosten’ voor pensioen en de bijdrage in de ziektekostenverzekering na pensionering, berekend op basis van IAS 19.
4 Alle leden van de Raad van Bestuur hebben hun bonus gedeeltelijk terugbetaald. Hierdoor bedroeg de uiteindelijke bonus EUR 480 voor de heer Groenink, EUR 400 voor de heer De Swaan (CFO) en EUR 450 voor de overige vier leden van de Raad van Bestuur.
Jaarrekening 2005
206
De volgende tabellen geven een overzicht van het verloop van de openstaande opties voor
de gehele Raad van Bestuur en per individueel lid. De voorwaarden waaronder de opties zijn
toegekend, zijn beschreven in punt 43 van de toelichting.
2005 2004 Opties Gemiddelde Opties Gemiddelde Raad van uitoefenprijs Raad van uitoefenprijs Bestuur – in euro’s) Bestuur (in euro’s)
Stand per 1 januari 2.382.251 18,84 2.003.675 18,76
Verleende opties – – 576.000 18,86
Uitgeoefende en / of vervallen opties 1.416 22,23 197.424 18,13 Stand per 31 december 2.380.835 18,83 2.382.251 18,84
Stand per Uitoefen- Uit- Stand Beurskoers Uitoefen- 1 januari prijs geoefend / per 31 op uitoefen- periode (in euro’s) vervallen december datum tot en met
R.W.J. Groenink
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 1, 2 112.000 19,53 112.000 2012
Executive 2003 1, 3 133.000 14,45 133.000 2013
Executive 2004 1 126.000 18,86 126.000 2014
AOR 2000 354 22,23 354 0
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 486.921 354 486.567 W.G. Jiskoot
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 1, 2 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 1, 3 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 1 90.000 18,86 90.000 2014
AOR 2000 354 22,23 354 0
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 380.921 354 380.567 T. de Swaan
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 1, 2 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 1, 3 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 1 90.000 18,86 90.000 2014
AOR 2000 354 22,23 354 0
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 380.921 354 380.567
1 Voorwaardelijk toegekend.2 Onvoorwaardelijk per 25 februari 2005.3 Onvoorwaardelijk per 24 februari 2006.
Jaarrekening 2005
207
Stand per Uitoefen- Uit- Stand Beurskoers Uitoefen- 1 januari prijs geoefend / per 31 op uitoefen- periode (in euro’s) vervallen december datum tot en met
J.Ch.L. Kuiper
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 1, 2 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 1, 3 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 1 90.000 18,86 90.000 2014
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 380.567 380.567 C.H.A. Collee
Executive 2000 56.000 21,30 56.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 1, 2 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 1, 3 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 1 90.000 18,86 90.000 2014
AOR 2000 354 22,23 354 0
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 376.921 354 376.567 H.Y. Scott-Barrett
Executive 2000 56.000 21,30 56.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 1, 2 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 1, 3 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 1 90.000 18,86 90.000 2014 376.000 376.000
1 Voorwaardelijk toegekend.2 Onvoorwaardelijk per 25 februari 2005.3 Onvoorwaardelijk per 24 februari 2006.
De volgende tabel toont het verloop van de voorwaardelijk toegekende aandelen in het kader
van het Performance Share Plan. Voor de jaren 2002 tot en met 2004 was de voorwaardelijke
toekenning volledig gebaseerd op de positie van de bank in haar peer group qua totaal-
rendement voor aandeelhouders (Total Return to Shareholders / TRS). De toekenning voor
2005 is nog voor de helft gebaseerd op deze positie en voor de helft op het gemiddeld
rendement op eigen vermogen (Return on Equity / RoE) over de meetperiode. Het aantal
voorwaardelijk toegekende aandelen in het TRS-gedeelte, zoals vermeld in onderstaande
tabel, is erop gebaseerd dat de TRS-norm van een vijfde positie in de peer group, die in
overeenstemming is met onze ambitie, wordt gerealiseerd. Voor wat betreft het RoE-
gedeelte is aangenomen dat de norm van een gemiddeld rendement op eigen vermogen van
meer dan 20% per jaar, onze doelstelling voor de cyclus 2005-2008, wordt gehaald.
Jaarrekening 2005
208
ABN AMRO stond aan het eind van de prestatiecyclus 2002-2005 op een zevende positie in
de peer group. Per 31 januari 2006 hebben alle leden van de Raad van Bestuur 70% van de
voorwaardelijk toegekende aandelen voor die cyclus ontvangen. De gemiddelde
aandelenkoers op die datum bedroeg EUR 22,78.
Criterium Stand per Verleend Onvoor- Verlopen / Stand Cyclus 1 januari waardelijk vervallen per 31 december
R.W.J. Groenink TRS 98.000 68.600 29.400 0
TRS 98.000 98.000 2003-2006
TRS 70.000 70.000 2004-2007
TRS 42.000 42.000 2005-2008
RoE 42.000 42.000 2005-2008
W.G. Jiskoot TRS 70.000 49.000 21.000 0
TRS 70.000 70.000 2003-2006
TRS 50.000 50.000 2004-2007
TRS 30.000 30.000 2005-2008
RoE 30.000 30.000 2005-2008
T. de Swaan TRS 70.000 49.000 21.000 0
TRS 70.000 70.000 2003-2006
TRS 50.000 50.000 2004-2007
TRS 30.000 30.000 2005-2008
RoE 30.000 30.000 2005-2008
J.Ch.L. Kuiper TRS 70.000 49.000 21.000 0
TRS 70.000 70.000 2003-2006
TRS 50.000 50.000 2004-2007
TRS 30.000 30.000 2005-2008
RoE 30.000 30.000 2005-2008
C.H.A. Collee TRS 70.000 49.000 21.000 0
TRS 70.000 70.000 2003-2006
TRS 50.000 50.000 2004-2007
TRS 30.000 30.000 2005-2008
RoE 30.000 30.000 2005-2008
H.Y. Scott-Barrett TRS 70.000 49.000 21.000 0
TRS 70.000 70.000 2003-2006
TRS 50.000 50.000 2004-2007
TRS 30.000 30.000 2005-2008
RoE 30.000 30.000 2005-2008
De onderstaande tabel toont het aantal Matching Shares dat de leden van de Raad van
Bestuur aan het eind van de periode van voorwaardelijke toekenning zullen ontvangen in het
kader van het Share Investment and Matching Plan, mits zij gedurende deze periode steeds
in dienst van de ABN AMRO groep zijn gebleven.
Stand per Verleend Onvoor- Verlopen / Stand Cyclus 1 januari waardelijk vervallen per 31 december
R.W.J. Groenink 10.692 10.692 2005-2007
W.G. Jiskoot 7.637 7.637 2005-2007
T. de Swaan 7.637 7.637 2005-2007
J.Ch.L. Kuiper 7.637 7.637 2005-2007
C.H.A. Collee 7.637 7.637 2005-2007
H.Y. Scott-Barrett 3.818 3.818 2005-2007
Jaarrekening 2005
209
Gewone aandelen ABN AMRO in bezit van leden van de Raad van Bestuur 1
2005 2004
R.W.J. Groenink 30.574 18.334
W.G. Jiskoot 28.827 19.730
T. de Swaan 15.259 6.850
J.Ch.L. Kuiper 16.442 7.973
C.H.A. Collee 8.778 697
H.Y. Scott-Barrett 24.124 19.084 Totaal 124.004 72.668
1 Geen enkel lid van de Raad van Bestuur was in het bezit van preferente financieringsaandelen.
Kredieten van ABN AMRO aan leden van de Raad van Bestuur
(in duizenden euro’s) 2005 2004
Uitstaand Rente- Uitstaand Rente- ultimo percentage ultimo percentage
R.W.J. Groenink 5.136 3,58 2.985 3,63
W.G. Jiskoot 1.674 3,94 1.674 3,94
T. de Swaan 1.407 2,75 1.407 2,25 1
J.Ch.L. Kuiper 681 3,72 655 3,87
C.H.A. Collee 2.620 3,27 2.641 3,29
1 Variabele rente.
De afname in de uitstaande kredieten tussen 31 december 2004 en 31 december 2005 is
veroorzaakt door aflossingen.
De volgende tabel bevat informatie over de bezoldiging van de individuele leden van de Raad
van Commissarissen. De leden van de Raad van Commissarissen ontvangen een gelijke
bezoldiging van EUR 40.000 per jaar, met uitzondering van de vice-voorzitter en de voorzitter
die een bezoldiging van respectievelijk EUR 45.000 en EUR 55.000 per jaar ontvangen. De
leden van het Audit Committee en van het Nomination & Compensation Committee krijgen
daarnaast een vergoeding van EUR 7.500 op jaarbasis per lidmaatschap. Alle leden van de
Raad van Commissarissen ontvangen voorts ook een algemene onkostenvergoeding van elk
EUR 1.500. Voor de vice-voorzitter en de voorzitter bedraagt deze vergoeding EUR 2.000.
Leden van bovengenoemde commissies krijgen nog een extra onkostenvergoeding van
EUR 500. Commissarissen die niet in Nederland woonachtig zijn, hebben bovendien per
bijgewoonde vergadering van de Raad van Commissarissen recht op een aanvullende
vergoeding van EUR 5.000.
Jaarrekening 2005
210
Alle bedragen zijn op jaarbasis. De feitelijke uitkering is afhankelijk van de periode van
lidmaatschap gedurende het jaar. Leden van de Raad van Commissarissen krijgen geen
vergoeding in de vorm van aandelen ABN AMRO of opties op aandelen ABN AMRO.
Bezoldiging Raad van Commissarissen
(in duizenden euro’s) 2005 2004
A.A. Loudon 63 63
A.C. Martinez 1 56 48
A. Burgmans 48 48
Mw. L.S. Groenman 40 40
D.R.J. Baron de Rothschild 1 40 40
Mw. T.A. Maas-de Brouwer 48 48
M.V. Pratini de Moraes 1 45 40
P. Scaroni 1 40 40
Lord Sharman of Redlynch 1 48 48
A.A. Olijslager 45 27
R. van den Bergh 1 27 –
A. Ruys 27 –
W. Dik 2 16 48
M.C. van Veen 2 20 60
1 Exclusief presentievergoeding.2 De heren Dik en Van Veen traden af per 29 april 2005.
Gewone aandelen ABN AMRO in bezit van leden van de Raad van Commissarissen 1
2005 2004
A.A. Loudon 5.421 5.147
A. Burgmans 9.654 9.165
A.C. Martinez 2 3.000 3.000
M.V. Pratini de Moraes 2 5.384 5.384
A.A. Olijslager 3.221 3.221
R.F. van den Bergh 8.167 –
M.C. van Veen 3 – 1.256 Totaal 34.847 27.173
1 Geen enkel lid van de Raad van Raad van Commissarissen was in het bezit van preferente financieringsaandelen.2 ADR’s.3 De heer Van Veen trad af per 29 april 2005.
Kredieten van ABN AMRO aan leden van de Raad van CommissarissenUitstaande kredieten per 31 december 2005 bedroegen EUR 2,1 miljoen met een
rentepercentage van 3,00% (2004: EUR 2,1 miljoen – 3,60%), verstrekt aan de
heer A. Burgmans
Jaarrekening 2005
211
Beloning Senior Executive Vice Presidents in 2005In 2001 werd ook het beloningspakket voor Senior Executive Vice Presidents (SEVP’s) – het
tweede echelon van Top Executives binnen ABN AMRO – ingevoerd, eveneens met als
belangrijkste doel het rendement voor aandeelhouders te maximeren.
De beloning van SEVP’s bestaat uit de volgende hoofdelementen:
• basissalaris, dat is afgestemd op de desbetreffende lokale markten. Het huidige mediane
basissalaris bedraagt EUR 396.000
• prestatiegebonden bonus. De jaarlijkse resultaatafhankelijke bonus is gekoppeld aan de
relevante markten in de landen waar wij actief zijn. De mediaan van de over 2005
uitgekeerde bonussen bedroeg EUR 1 miljoen. Er zijn hierbij grote individuele verschillen,
als afspiegeling van markt en locatie. Er is geen absoluut maximum gesteld aan de bonus
voor SEVP’s
• instrumenten op lange termijn zoals het Performance Share Plan en het Share Investment
and Matching Plan. Deze instrumenten zijn op een lager niveau vastgesteld dan de
jaarlijkse toekenning aan leden van de Raad van Bestuur. De SEVP’s ontvangen een
toekenning in het kader van het Performance Share Plan voor Top Executives en kunnen op
vrijwillige basis deelnemen aan het Share Investment and Matching Plan. De toekenning is
voor alle SEVP’s op hetzelfde niveau.
Daarnaast ontvangen SEVP’s een aantal specifieke beloningselementen, afhankelijk van de
markt en locatie waar zij werkzaam zijn.
De beloning van SEVP’s bedroeg in 2005 in totaal EUR 51 miljoen (2004: EUR 42 miljoen).
43 Op aandelen gebaseerde betalingen
ABN AMRO heeft een aantal op aandelen gebaseerde beloningsregelingen op lange termijn
voor leden van de Raad van Bestuur, overige Top Executives en Key Employees.
Met ingang van 2005 maken aandelenopties niet langer deel uit van het beloningspakket
voor Top Executives. De huidige regelingen voor de Raad van Bestuur (het Performance
Share Plan en het Share Investment and Matching Plan) zijn beschreven onder punt 42. Het
Performance Share Plan geldt op een lager niveau ook voor SEVP’s (het tweede echelon van
Top Executives). Zowel SEVP’s als Executive Vice Presidents (EVP’s) en Managing Directors
(MD’s) (het derde echelon) kunnen hun bonus gedeeltelijk inbrengen in het Share Investment
and Matching Plan. Voor EVP’s en MD’s is er ook een Restricted Share Plan, waarbij de
prestatienormen gekoppeld zijn aan het gemiddeld rendement op eigen vermogen, in lijn
met het Performance Share Plan voor de Raad van Bestuur. Bij al deze regelingen vindt de
afwikkeling plaats in de vorm van aandelen. Daarnaast is er voor EVP’s en MD’s een
Performance Share Plan voor de cyclus 2002-2005 waarbij de afwikkeling contant geschiedt.
De totale uitgaven voor op aandelen gebaseerde betalingen met betrekking tot na
7 november 2002 toegekende regelingen bedroegen EUR 63 miljoen in 2005 tegenover
EUR 58 miljoen in 2004. Inclusief vóór 7 november 2002 toegekende regelingen, waarvan de
kosten nog volgens de oude algemene grondslagen voor financiële verslaggeving worden
berekend, bedroegen de totale uitgaven EUR 61 miljoen (2004: EUR 4 miljoen, na aftrek van
een vrijval van EUR 58 miljoen dankzij onze positie aan het eind van de cyclus 2001-2004 qua
totaalrendement voor aandeelhouders). De totale boekwaarde van verplichtingen in verband
met op aandelen gebaseerde, contant afgewikkelde betalingen bedroeg EUR 22 miljoen per
31 december 2005 (2004: EUR 18 miljoen).
Jaarrekening 2005
212
OptieregelingenAan Key Employees worden voorwaardelijk opties op aandelen ABN AMRO verleend. De
uitoefenprijs van deze opties is gelijk aan de gemiddelde aandelenkoers op de datum van
toekenning. De opties worden in het algemeen drie jaar na toekenning onvoorwaardelijk,
mits de houder nog altijd in dienst van de ABN AMRO groep is en de performance-indicator
(minimumrendement op eigen vermogen) is gerealiseerd. De reële waarde van verleende
opties wordt bepaald aan de hand van het Lattice-model voor de prijsbepaling van opties. De
onderstaande tabel geeft de aannames weer die bij de berekening van de reële waarde van
deze opties zijn gehanteerd. De verwachte volatiliteit is gebaseerd op de historische
volatiliteit. Voor de berekening van de reële waarde van opties die in 2004 aan Top Executives
zijn verleend, zijn dezelfde aannames gehanteerd. De in 2005 verantwoorde uitgaven voor
alle optieregelingen bedroegen EUR 43 miljoen (2004: EUR 36 miljoen).
2005 2004
Toekenningsdatum 16 februari 2005 13 februari 2004
Expiratiedatum 16 februari 2015 13 februari 2014
Uitoefenprijs (in euro’s) 21,24 18,86
Aandelenkoers op toekenningsdatum (in euro’s) 21,24 18,86
Volatiliteit 34% 35%
Verwacht dividendrendement 5,2% 4,7%
Rentevoet 3,7% 4,3%
Reële waarde op toekenningsdatum (in euro’s) 4,24 3,98
De onderstaande tabel geeft een overzicht van in de afgelopen twee jaar toegekende opties.
2005 2004 Aantal Gemiddelde Aantal Gemiddelde opties uitoefenprijs opties uitoefenprijs (in duizenden) (in euro’s) (in duizenden) (in euro’s)
Stand per 1 januari 63.050 18,94 59.149 19,30
Mutaties:
Opties verleend aan Raad van Bestuur – – 576 18,86
Opties verleend aan overige Top Executives – – 6.175 18,86
Overige verleende opties 7.939 21,24 8.254 18,76
Vervallen opties – 2.780 18,29 – 760 18,03
Uitgeoefende opties – 1.868 18,05 – 3.160 18,10
Afgelopen opties – 4.072 22,43 – 7.184 22,04 Stand per 31 december 62.269 19,06 63.050 18,94
waarvan uitoefenbaar 26.873 20,96 19.599 21,96
waarvan uitoefenbaar en in-the-money 17.413 20,01 1.551 17,95
waarvan ingedekt 26.968 18,14 28.837 18,06
In 2005 en 2004 lag de prijs van uitgeoefende opties binnen een bandbreedte van EUR 17,46
tot EUR 20,42. De gemiddelde aandelenkoers bedroeg EUR 20,11 in 2005 en EUR 18,18 in
2004. Bij uitoefening van alle uitoefenbare rechten zou het eigen vermogen met EUR 563
miljoen (2004: EUR 430 miljoen) toenemen. Voor de levering van aandelen bij de uitoefening
van opties zijn aandelen ingekocht op de toekenningsdatum (2005: 1.868.242 aandelen;
2004: 497.512 aandelen) en nieuw uitgegeven op de uitoefendatum (2005: geen uitgifte;
2004: 2.662.183 aandelen).
Jaarrekening 2005
213
De onderstaande tabellen geven een overzicht van de uitstaande opties per 31 december
2005:
Uitstaande Gemiddelde Bandbreedte opties uitoefenprijs uitoefenprijs (in duizenden) (in euro’s) (in euro’s)
Uitoefenperiode tot en met
2007 4.411 21,30 21,30
2008 9.459 22,72 22,34-23,14
2009 4.391 20,42 20,42
2010 898 15,06 15,06
2011 495 17,12 17,12
2012 8.612 19,14 17,46-19,53
2013 13.105 14,45 14,45-14,65
2014 13.265 18,86 18,86
2015 7.633 21,24 21,24 Totaal 62.269 19,06 14,45-23,14
Uitstaande opties Uitoefenbare opties
Uit- Gewogen Gewogen Uitoefen- Gewogen staand uitoefen- resterende baar (in uitoefen- (in prijs looptijd duizenden) prijs duizenden) (in euro’s) (in jaren) (in euro’s)
Bandbreedte uitoefenprijs (in euro’s)
14,45-17,50 16.139 14,87 6,9 1.641 17,46
17,51-20,00 20.236 19,09 7,4 6.971 19,53
20,01-22,50 21.369 21,34 4,8 13.736 21,39
> 22,51 4.525 23,14 2,2 4.525 23,14 Totaal 62.269 19,06 6,0 26.873 20,96
Aandelenregelingen
De kosten van aandelenregelingen worden op basis van verschillende modellen berekend.
De totale uitgaven voor na 7 november 2002 toegekende regelingen bedroegen in 2005
EUR 19 miljoen (2004: EUR 22 miljoen). In de onderstaande tabel worden alle voorwaardelijk
aan ABN AMRO Top Executives toegekende aandelen vermeld. Het aantal aandelen dat
onder het Performance Share Plan is toegekend op basis van de vijfde positie in de
peer group qua totaalrendement voor aandeelhouders, berust op aannames.
(in duizenden) 2005 2004
Stand per 1 januari 3.688 4.741
Verleend 2.892 1.797
Vervallen – 283 – 2.850
Onvoorwaardelijk geworden – 660 – Stand per 31 december 5.637 3.688
Jaarrekening 2005
214
44 Acquisitie en verkoop van dochterondernemingen
Acquisities in 2005 en 2004De volgende acquisities vonden plaats in 2005 en 2004 en zijn volgens de overnamemethode
verantwoord:
Verworven Koopsom Balans- Overname- belang totaal datum (in %)
Overgenomen
2005:
Bank Corluy 100 50 121 27 april 2005
Private equity-acquisities 51-100 43 2.174 divers
2004:
Bethmann Maffei 100 110 812 30 januari 2004
Private equity-acquisities 51-100 112 963 divers
In 2005 droegen de acquisities EUR 7 miljoen negatief bij aan de geconsolideerde
nettojaarwinst.
Verkopen in 2005 en 2004In 2005 verkocht de groep de volgende activiteiten:
• Real Seguros in Brazilië, dat werd ingebracht in een joint venture;
• Nachenius, Tjeenk & Co.
Deze entiteiten droegen in 2005 EUR 22 miljoen bij aan de geconsolideerde nettowinst
(2004: EUR 12 miljoen).
In 2004 verkocht de groep de volgende activiteiten:
• LeasePlan Corporation
• Bank of Asia.
Fusies en overnames in 2006De overname van Banca Antoniana Popolare Veneta (Banca Antonveneta) is op 2 januari 2006
formeel tot stand gekomen. Doel van de overname is de positie van de groep in het
middensegment van de markt te versterken en het succesvolle partnership met Banca
Antonveneta in versneld tempo verder uit te bouwen. Banca Antonveneta beschikt over een
hoogwaardig klantenbestand en geeft de groep toegang tot de omvangrijke en aantrekkelijke
Italiaanse bankmarkt.
Gedurende 2005 breidde de groep het belang in Banca Antonveneta uit van 12.7% naar
29.9%. Op 2 januari 2006 werd het belang verder verhoogd van 29.9% naar 55,8% door de
overname van 79,9 miljoen aandelen Banca Antonveneta van Banca Popolare Italiana (BPI).
Hierdoor heeft de groep per 2 januari 2006 de feitelijke zeggenschap over Banca Antonveneta
verworven; dit is dan ook de overnamedatum. De overname van de aandelen was in
overeenstemming met de op 26 september 2005 aangekondigde overeenkomst met BPI. De
groep heeft een bedrag van EUR 26,50 per aandeel betaald, hetgeen neerkomt op een
totaalbedrag in contanten van EUR 2,1 miljard.
Jaarrekening 2005
215
Door de uitbreiding van het belang in Banca Antonveneta was de groep krachtens de
Italiaanse wetgeving verplicht een openbaar bod uit te brengen op de nog niet in haar bezit
zijnde aandelen Banca Antonveneta. Op 26 februari 2006 publiceerde de groep het
biedingsbericht voor het bod in contanten op alle gewone aandelen Banca Antonveneta. Met
de Italiaanse beursautoriteit is overeengekomen dat de biedingsperiode duurt van 27 februari
2006 tot en met 31 maart 2006. Zoals reeds aangegeven op 26 september 2005 betaalt
ABN AMRO aan de aandeelhouders van Banca Antonveneta een bedrag van EUR 26,50 voor
elk gewoon aandeel Banca Antonveneta dat via het bod wordt verkregen.
Na verdere aankopen van aandelen in de openbare markt bedroeg het belang van
ABN AMRO in Banca Antonveneta op 16 maart 2006 76,0% van het uitstaande
aandelenkapitaal.
Stapsgewijze overnameDe acquisitie van Banca Antonveneta door de groep is stapsgewijs gerealiseerd door de
aankoop van een aantal aandelenpakketten. De groep heeft in het overnameproces twee
fasen onderscheiden.
De eerste fase eindigde met de aankondiging door de groep op 30 maart 2005 dat zij
voornemens was een bod in contanten uit te brengen op alle gewone aandelen Banca
Antonveneta. Op die datum werd het belang van 12,7% van de groep in Banca Antonveneta
als een deelneming met invloed verantwoord volgens de vermogensmethode. De aanpassing
van het belang van 12,7% naar reële waarde – als gevolg van de waardering van de activa en
verplichtingen van Banca Antonveneta tegen reële waarde per de overnamedatum conform
de overnamemethode – zal als herwaardering in het eigen vermogen van de groep worden
verwerkt. Deze aanpassing bedraagt EUR 101 miljoen.
De tweede fase ving aan op 1 april 2005 en loopt af op 31 maart 2006, het einde van de
biedingsperiode. De groep gaat ervan uit dat de reële waarde van de activa en de
verplichtingen van Banca Antonveneta per 2 januari 2006 de reële waarde van de activa en
de verplichtingen van Banca Antonveneta gedurende de tweede overnamefase van 1 april
2005 tot 31 maart 2006 weergeeft. Het stabiele economische klimaat en de specifieke
bedrijfsomstandigheden van Banca Antonveneta gedurende de tweede fase van het
overnameproces hebben geen materieel effect gehad op de reële waarde van de activa en
de verplichtingen van Banca Antonveneta gedurende deze periode.
De acquisitie van Banca Antonveneta wordt verantwoord volgens de overnamemethode
zoals beschreven in IFRS 3 ‘Business Combinations’. De prijs die moet worden betaald om
100% van de aandelen in Banca Antonveneta te verkrijgen, bedraagt in totaal EUR 7,5 miljard,
inclusief direct aan de overname toe te rekenen kosten van EUR 32 miljoen.
De voorlopige toerekening van de overnameprijs aan de verworven activa – met inbegrip van
nieuwe, identificeerbare immateriële activa die uit de overname voortkomen – en de
overgenomen (voorwaardelijke) verplichtingen, op basis van hun reële waarde per de
overnamedatum en de ontstane goodwill, is in onderstaande tabel weergegeven. Deze
toerekening is gebaseerd op de voorlopige reële waarde van de verworven activa en
overgenomen verplichtingen en kan tot 31 december 2006 worden aangepast op grond van
nadere informatie die met betrekking tot de reële waarde wordt verkregen.
Jaarrekening 2005
216
De reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen van Banca Antonveneta per
2 januari 2006 was als volgt (in miljoenen euro’s):
Opgenomen bij Boekwaarde acquisitie door Banca Antonveneta de groep
Immateriële activa 1.238 848
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 772 751
Financiële activa 43.112 41.936
Latente belastingvorderingen 958 736
Overige activa 3.359 3.461 Totaal identificeerbare activa 49.439 47.732 Latente belastingverplichtingen 684 147
Overige verplichtingen 45.463 44.487 Totaal identificeerbare verplichtingen 46.147 44.634 Totaal nettovermogen 3.292 3.098
Koopsom (100%) 7.464
Netto activa – 3.292
Aanpassing naar reële waarde van belang van 12,7% opgenomen
in eigen vermogen 101 Goodwill bij verkrijging van alle uitstaande aandelen 4.273
Nieuw identificeerbare immateriële activa opgenomen bij acquisitieAls gevolg van de acquisitie zal de groep de volgende nieuw identificeerbare immateriële
activa (voor belastingen) opnemen:
Immateriële activa gerelateerd aan toevertrouwde middelen 400
Immateriële activa gerelateerd aan uitzettingen 224
Overige klantrelaties 325
Overige immateriële activa 245 Totaal 1.194
Jaarrekening 2005
217
De afschrijvingsperiode voor immateriële activa gerelateerd aan toevertrouwde middelen en
uitzettingen, overige klantrelaties en overige immateriële activa is circa acht jaar. De groep
schat dat de totale afschrijvingskosten (voor belastingen) met betrekking tot de nieuw
identificeerbare immateriële activa EUR 174 miljoen per jaar bedragen in 2006, 2007 en 2008
en EUR 142 miljoen per jaar in de vijf daaropvolgende jaren.
GoodwillGoodwill geeft de verwachte baten- en kostensynergieën van de overname weer, alsmede
de waarde van het personeelsbestand van Banca Antonveneta die niet los van de goodwill
kan worden opgenomen.
45 Beëindigde bedrijfsactiviteiten
Door de groep werden in 2005 geen bedrijfsactiviteiten beëindigd. In 2004 verkocht de groep
LeasePlan Corporation en Bank of Asia. Het bedrijfsresultaat en de verkoopopbrengst van
deze beëindigde bedrijfsactiviteiten bedroegen gezamenlijk als volgt.
2004
Totaal operationele baten 736
Totaal lasten 519 Bedrijfsresultaat voor belastingen 217
Winst opgenomen bij verkoop 1.275 Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten voor belastingen 1.492
Belasting over bedrijfsresultaat 51
Belasting over verkoopwinst – 6 Resultaat uit beëindigde bedrijfsactiviteiten na belastingen 1.447
46 Verbonden partijenDe groep verbonden partijen omvatten deelnemingen met invloed (zie punten 19 en 40), joint
ventures (zie punt 41), pensioenfondsen (zie punt 27) en Key Management (zie punt 42).
In het kader van de gewone bedrijfsuitoefening gaat de groep een aantal bancaire transacties
met verbonden partijen aan. Dit betreft onder meer kredieten, deposito’s en
valutatransacties. Deze transacties werden, met uitzondering voor werknemers, uitgevoerd
tegen commerciële voorwaarden en tegen markttarieven. Voor kredieten aan verbonden
partijen zijn in 2005 en 2004 geen voorzieningen wegens oninbaarheid getroffen.
Jaarrekening 2005
218
47 Eerste toepassing van IFRS
De effecten van de overgang van in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor
financiële verslaggeving (‘Dutch GAAP’) naar IFRS zijn in onderstaande tabellen samengevat.
Aansluiting eigen vermogen aandeelhouders tussen Dutch GAAP en IFRS
1 januari 31 december 2004 2004
Eigen vermogen aandeelhouders volgens Dutch GAAP 13.047 14.972
Vrijval fonds voor algemene bankrisico’s 1.143 1.149
Herrubricering preferente aandelen naar achtergestelde schulden – 813 – 767
Terugneming herwaardering onroerende zaken – 130 – 87
Herrubricering inzake Banco Real naar achtergestelde schulden – 231 – 231
Overgangseffecten
Vrijval rente-egalisatiereserve voor beleggingsportefeuille 1.563
Derivaten en hedging – 560
Reële-waardeaanpassingen – 160
Private equity-belangen (consolidatie en opname tegen reële waarde) 56
Bijzondere waardevermindering kredieten – 405
Projectontwikkeling – 108
LeasePlan Corporation – 148
Deelnemingen met invloed – 100
Verplichtingen personeelsregelingen – 1.475
Overige – 355 Totaal overgangseffect voor belastingen – 1.692 Belastingeffect – 577 Totaal overgangseffect (na belastingen) – 1.115 – 1.115 Verschil in jaarwinst 2004 – – 244
Effect van winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat
Reserve voor verkoop beschikbare activa 489 818
Reserve kasstroomhedges – 165 – 283
Pensioenverplichtingen volgens Dutch GAAP naar eigen vermogen,
niet van toepassing volgens IFRS – 479
Verschil in mutaties in reserve valutaomrekenverschillen – – 40
Overige verschillen in eigen vermogen tussen IFRS en
Dutch GAAP
Derivaten op eigen aandelen, afgewikkeld in aandelen – 106 16
Activering goodwill volgens IFRS in 2004 – 46
Overige – 102 Totaal effect – 928 – 157 Eigen vermogen aandeelhouders volgens IFRS 12.119 14.815
Jaarrekening 2005
219
Aansluiting nettowinst 2004 tussen Dutch GAAP en IFRS
2004
Nettowinst volgens Dutch GAAP 4.109
Opgelopen dividend op preferente aandelen – 43 Nettowinst toe te rekenen aan aandeelhouders volgens Dutch GAAP 4.066
Aansluitingsposten:
Rente-egalisatiereserve voor afschrijving beleggingsportefeuille – 454
Gerealiseerde activa beschikbaar voor verkoop en overige (inclusief hedging) – 19
Mortgage banking-activiteiten – 161
Reële-waardeaanpassingen – 230
Derivaten 11
Private equity-belangen 129
Verplichtingen personeelsregelingen 89
Personeelsopties – 21
Verschillen in verkoopwinst LeasePlan Corporation en Bank of Asia 224
Aflossingskosten preferente aandelen opgenomen als rentelasten volgens IFRS – 42
Bijzondere waardevermindering kredieten 29
Overige – 39 Totaal effect voor belastingen – 484
Belastingeffect 283 Effect op nettowinst 201 Winst toe te rekenen aan aandeelhouders volgens IFRS 3.865
Per 31 december 2004 bedroegen de totale activa EUR 608.623 miljoen en de totale
verplichtingen EUR 589.372 miljoen volgens Dutch GAAP tegenover respectievelijk
EUR 727.454 miljoen en EUR 710.902 miljoen volgens IFRS. Naast verschillen in waardering
en de verantwoording van baten (‘overgangsverschillen’) en de rubricering van eigen
vermogen en vreemd vermogen, werd de presentatie van activa en verplichtingen beïnvloed
door de volgende veranderingen:
• volgens IFRS moeten multi-seller conduits geconsolideerd worden. Het effect hiervan op
zowel de totale activa (kredieten en vorderingen private en publieke sector) als de totale
verplichtingen (verplichtingen private en publieke sector) bedroeg EUR 23.700 miljoen;
• saldering van derivaten mag volgens IFRS uitsluitend worden toegepast als, afgezien van
het recht op saldering, ook daadwerkelijk de intentie bestaat om transacties gesaldeerd af
te wikkelen. Aan dit criterium van ‘intentie’ wordt zelden voldaan als gevolg van geringe
verschillen in de timing van kasstromen tussen derivaten met dezelfde tegenpartij en het
gebruik van rekeningen voor brutoverevening met derivatenbeurzen. Hierdoor namen de
totale activa (financiële activa aangehouden voor handelsdoeleinden) en de totale
verplichtingen (financiële verplichtingen aangehouden voor handelsdoeleinden) toe met
circa EUR 97 miljard;
• de consolidatie van private equity-belangen waarover zeggenschap wordt uitgeoefend
leidde tot een verhoging van de totale activa en de totale verplichtingen met EUR 2.393
miljoen;
• financieringsinstrumenten tot een totaalbedrag van EUR 3.714 miljoen die voorheen
werden behandeld als eigen vermogen en werden verantwoord onder belang van derden
en preferente aandelen, worden volgens IFRS thans als achtergestelde schulden
gepresenteerd.
Jaarrekening 2005
220
Bij de overgang op 1 januari 2004 zijn de volgende activa en verplichtingen aangewezen als
tegen reële waarde op te nemen posten met verwerking van waardeveranderingen in de
winst- en verliesrekening:
• beleggingen zonder zeggenschap die het karakter van private equity-belangen hebben.
Deze beleggingen werden voorheen gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met een
eventueel noodzakelijke voorziening voor bijzondere waardeverminderingen en opgenomen
onder aandelen. De boekwaarde van dergelijke belangen bedroeg EUR 1.079 miljoen per
1 januari 2004. De vereiste aanpassing van deze beleggingen naar de reële waarde per
1 januari 2004 bedroeg EUR 9 miljoen. Deze beleggingen worden thans verantwoord onder
financiële beleggingen;
• hypotheken die worden aangehouden voor verkoop als onderdeel van de mortgage
banking-activiteiten in Noord-Amerika. Deze hypotheken werden voorheen tegen kostprijs
opgenomen onder kredieten private en publieke sector. In overeenstemming met IFRS
worden ze thans verantwoord onder overige activa. De reële waarde van EUR 4.209
miljoen was EUR 27 miljoen hoger dan de kostprijs. Dit verschil werd grotendeels
gecompenseerd door de vereisten voor hedgederivaten met betrekking tot reële waarde.
48 Gebeurtenissen na balansdatum
Op 2 januari 2006 heeft de groep de zeggenschap verkregen in Banca Antonveneta (zie
punt 44 voor nadere bijzonderheden).
49 Belangrijke deelnemingen
(Tenzij anders vermeld is het deelnemingspercentage per 15 maart 2005 100% of bijna
100%. Bij de belangrijke deelnemingen, die niet 100% geconsolideerd worden, is afzonderlijk
aangegeven of de vermogensmethode (a) of proportionele consolidatie (b) is toegepast.)
ABN AMRO Bank N.V., Amsterdam
NederlandAAGUS Financial Services Group N.V., Amersfoort (67%)
AA Interfinance B.V., Amsterdam
ABN AMRO Arbo Services B.V., Amsterdam
ABN AMRO Asset Management Holding N.V., Amsterdam
ABN AMRO Asset Management (Netherlands) B.V., Amsterdam
ABN AMRO Assurantie Holding B.V., Zwolle
ABN AMRO Bouwfonds Nederlandse Gemeenten N.V., Hoevelaken
ABN AMRO Effecten Compagnie B.V., Amsterdam
ABN AMRO Mellon Global Securities B.V., Amsterdam (50%) (b)
ABN AMRO Participaties B.V., Amsterdam
ABN AMRO Projectontwikkeling B.V., Amersfoort
ABN AMRO Ventures B.V., Amsterdam
Amstel Lease Maatschappij N.V., Utrecht
Delta Lloyd ABN AMRO Verzekeringen Holding B.V., Zwolle (49%) (a)
Dishcovery Horeca Expl. Mij B.V., Amsterdam
Hollandsche Bank-Unie N.V., Rotterdam
IFN Group B.V., Rotterdam
Solveon Incasso B.V., Utrecht
Stater N.V., Hoevelaken
Jaarrekening 2005
221
Buiten NederlandEuropa
ABN AMRO Asset Management Holdings Ltd., Londen
ABN AMRO Asset Management Ltd., Londen
Artemis Investment Management Ltd., Edinburgh (71%)
ABN AMRO Asset Management (Deutschland) GmbH, Frankfurt am Main
ABN AMRO Bank A.O., Moskou
ABN AMRO Bank (Deutschland) A.G., Frankfurt am Main
ABN AMRO Bank (Luxembourg) S.A., Luxemburg
ABN AMRO Bank (Polska) S.A., Warschau
ABN AMRO Bank (Romania) S.A., Boekarest
ABN AMRO Bank (Schweiz) A.G., Zürich
ABN AMRO Capital Ltd., Londen
ABN AMRO Corporate Finance Ltd., Londen
ABN AMRO France S.A., Parijs
Banque de Neuflize, Parijs
Banque Odier Bungener Courvoisier, Parijs
ABN AMRO Fund Managers (Ireland) Ltd., Dublin
ABN AMRO Futures Ltd., Londen
ABN AMRO Infrastructure Capital Management Limited, Londen
ABN AMRO International Financial Services Company, Dublin
ABN AMRO Investment Funds S.A., Luxemburg
ABN AMRO Stockbrokers (Ireland) Ltd., Dublin
Alfred Berg Holding A/B, Stockholm
Alfred Berg Asset Management Sweden A/B, Stockholm
Antonveneta ABN AMRO Societa di Gestione del Risparmio SpA, Milaan
(45% ABN AMRO Bank N.V.; 55% Banca Antonveneta Group) (a)
Aspis Internationaal MFMC, Athene (45%) (a)
Banca Antonveneta SpA, Padua (76%) (a) 16 maart 2006
Capitalia SpA, Rome (8%) (a)
CM Capital Markets Holding S.A., Madrid (45%) (a)
Delbrück Bethmann Maffei A.G., Frankfurt am Main
Hoare Govett Ltd., Londen
Kereskedelmi és Hitelbank Rt., Boedapest (40%) (a)
Noord-Amerika
ABN AMRO Asset Management Canada Ltd, Toronto
ABN AMRO Capital Markets Canada Ltd., Toronto
ABN AMRO Bank (Mexico) S.A., Mexico City
ABN AMRO North America Holding Company, Chicago
(holding company, stemrecht 100%, kapitaalbelang 92%)
LaSalle Bank Corporation, Chicago
LaSalle Bank N.A., Chicago
LaSalle Financial Services, Inc., Chicago
LaSalle National Leasing Corporation, Chicago
LaSalle Business Credit, LLC., Chicago
LaSalle Bank Midwest N.A., Troy
ABN AMRO Mortgage Group, Inc., Chicago
ABN AMRO Advisory, Inc., Chicago (81%)
ABN AMRO Capital (USA) Inc., Chicago
Jaarrekening 2005
222
ABN AMRO Incorporated, Chicago
ABN AMRO Sage Corporation, Chicago
ABN AMRO Rothschild LLC, New York (50%) (b)
ABN AMRO Asset Management Holdings, Inc., Chicago
ABN AMRO Asset Management (USA) LLC., Chicago
ABN AMRO Asset Management Inc., Chicago
ABN AMRO Investment Fund Services, Inc., Chicago
Montag & Caldwell, Inc., Atlanta
Midden-Oosten
Saudi Hollandi Bank, Riad (40%) (a)
Overig Azië
ABN AMRO Asia Ltd., Hongkong
ABN AMRO Asia Corporate Finance Ltd., Hongkong
ABN AMRO Asia Futures Ltd., Hongkong
ABN AMRO Asset Management (Asia) Ltd., Hongkong
ABN AMRO Asset Management (Japan) Ltd., Tokio
ABN AMRO Asset Management (India) Ltd, Mumbai (75%)
ABN AMRO Bank Berhad, Kuala Lumpur
ABN AMRO Bank (Kazakhstan) Ltd, Almaty (80%)
ABN AMRO Bank N.B., Uzbekistan A.O., Tashkent (58%)
ABN AMRO Bank (Philippines) Inc., Manilla
ABN AMRO Central Enterprise Services Private Ltd., Mumbai
ABN AMRO Securities (India) Private Ltd., Mumbai (75%)
ABN AMRO Securities (Japan) Ltd., Tokio
PT ABN AMRO Finance Indonesia, Jakarta (70%)
PT ABN AMRO Manajemen Investasi Indonesia, Jakarta (96%)
Australië
ABN AMRO Asset Management (Australia) Ltd., Sydney
ABN AMRO Australia Ltd., Sydney
ABN AMRO Asset Securitisation Australia Pty Ltd., Sydney
ABN AMRO Corporate Finance Australia Ltd., Sydney
ABN AMRO Equities Australia Ltd., Sydney
ABN AMRO Securities Australia Ltd., Sydney
ABN AMRO Equities Capital Markets Australia Ltd., Sydney
ABN AMRO Capital Management (Australia) Pty Limited, Sydney
Nieuw-Zeeland
ABN AMRO New Zeal and Ltd., Auckland
ABN AMRO Equity Derivatives New Zealand Limited, Auckland
Latijns-Amerika en het Caraïbisch Gebied
ABN AMRO Asset Management Argentina Sociedad Gerente de FCI S.A., Buenos Aires
ABN AMRO Bank (Chile) S.A., Santiago de Chile
ABN AMRO Bank (Colombia) S.A., Bogotá
ABN AMRO (Chile) Seguros Generales S.A., Santiago de Chile
ABN AMRO (Chile) Seguros de Vida S.A., Santiago de Chile
Jaarrekening 2005
223
ABN AMRO Brasil Participaçôes Financeiras S.A., São Paulo
ABN AMRO Brasil Dois Participaçôes S.A., São Paulo
Banco ABN AMRO Real S.A., São Paulo (89%)
Banco de Pernambuco S.A., Recife
Banco Sudameris Brasil S.A., São Paulo (85%)
Sudameris Vida e Previdência S.A., São Paulo
ABN AMRO Asset Management DVTM S.A., São Paulo
ABN AMRO Asset Management S.A., São Paulo
Real Paraguaya de Seguros S.A., Asunción
Real Uruguaya de Seguros S.A., Montevideo
Voor informatie omtrent de deelnemingen van ABN AMRO Bouwfonds Nederlandse
Gemeenten N.V. wordt verwezen naar het door deze vennootschap afzonderlijk uitgebrachte
jaarverslag.
De lijst van deelnemingen, waaronder die waarvoor een verklaring van
aansprakelijkheidstelling is afgegeven, is gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te
Amsterdam.
Amsterdam, 23 maart 2006
Raad van Commissarissen
Jhr. mr. A.A. Loudon
A.C. Martinez
A. Burgmans
D.R.J. Baron de Rothschild
Mw. drs. L.S. Groenman
Mw. drs. T.A. Maas-de Brouwer
M.V. Pratini de Moraes
P. Scaroni
Lord Sharman of Redlynch
A.A. Olijslager
Mr. R.F. van den Bergh
Mr. A. Ruys
Raad van Bestuur
Mr. R.W.J. Groenink
Drs. W.G. Jiskoot
Drs. T. de Swaan
Mr. J.Ch.L. Kuiper
Mr. C.H.A. Collee
H.Y. Scott-Barrett
Mr. H.G. Boumeester
Drs. P.S. Overmars
Drs. R. Teerlink
Jaarrekening 2005
224
GrondslagenDe vennootschappelijke jaarrekening van
ABN AMRO Holding N.V. is opgesteld in
overeenstemming met de wettelijke
bepalingen van titel 9 boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek. Met ingang van 1 januari
2005 stelt de groep de geconsolideerde
jaarrekening op volgens International
Financial Reporting Standards (IFRS) zoals
vastgesteld door de Europese Unie. In de
vennootschappelijke jaarrekening zijn
dezelfde grondslagen toegepast als in
de geconsolideerde jaarrekening. De
waardering van de deelnemingen in
groepsmaatschappijen vindt plaats tegen de
nettovermogenswaarde, die wordt bepaald
op basis van IFRS zoals vastgesteld door de
Europese Unie. Voor nadere gegevens wordt
verwezen naar pagina 121.
Wijziging grondslagenIn 2005 heeft ABN AMRO Holding N.V.
besloten in de vennootschappelijke
jaarrekening dezelfde grondslagen voor
waardering en verantwoording toe te passen
als in de geconsolideerde jaarrekening. De
reden voor dit besluit was dat door de
wijziging van de grondslagen de
vennootschappelijke financiële verslaggeving
verbetert en er maar één enkele reeks
grondslagen voor de dochterondernemingen
is. Bijgevolg zijn de jaarwinst en het eigen
vermogen in de vennootschappelijke
jaarrekening hetzelfde als in de
geconsolideerde jaarrekening. De
grondslagen zijn consistent toegepast voor
alle gepresenteerde jaren en de vergelijkende
cijfers zijn aangepast.
De toepassing van deze grondslagen in de
geconsolideerde jaarrekening heeft geleid tot
wijzigingen in de verantwoording, waardering
en rubricering van activa en verplichtingen,
alsmede in de resultaatbepaling. De groep
heeft gebruikgemaakt van de onder IFRS 1
toegestane uitzonderingsbepalingen.
Met ingang van 1 januari 2005 zijn in
Nederland de wettelijke bepalingen met
betrekking tot bepaalde in het eigen
vermogen opgenomen reserves gewijzigd.
Door het gecombineerde effect van deze
wetswijzigingen en de gewijzigde
grondslagen is de samenstelling van het
eigen vermogen aandeelhouders veranderd.
De door ABN AMRO Holding N.V.
opgenomen veranderingen hebben
hoofdzakelijk betrekking op de gevolgen van
de overgang naar IFRS voor de dochter-
ondernemingen van ABN AMRO Holding N.V.
Jaarrekening 2005 ABN AMRO Holding NV (moedermaatschappij)
Jaarrekening 2005
225
In de onderstaande tabel is het effect weergegeven dat de wijzigingen in de grondslagen
voor financiële verslaggeving van ABN AMRO Holding N.V. hebben op het eigen vermogen
aandeelhouders per 31 december 2004 en de jaarwinst over 2004. Het effect is in
overeenstemming met het overgangseffect van Dutch GAAP naar IFRS zoals vermeld in de
geconsolideerde jaarrekening.
Effect van stelselwijziging op eigen vermogen aandeelhouders
2004
Eigen vermogen aandeelhouders per 31 december 2004 voor de stelselwijziging 14.972
Vrijval fonds voor algemene bankrisico’s 1.149
Herrubricering van preferente aandelen naar achtergestelde schulden – 767
Terugneming herwaardering onroerende zaken – 87
Herrubricering inzake Banco Real naar achtergestelde schulden – 231
Overgangseffecten
Vrijval rente-egalisatiereserve voor beleggingsportefeuille 1.563
Derivaten en hedging – 560
Reële-waardeaanpassingen – 160
Private equity-belangen (consolidatie en opname tegen reële waarde) 56
Bijzondere waardevermindering kredieten – 405
Projectontwikkeling – 108
LeasePlan Corporation – 148
Deelnemingen met invloed – 100
Verplichtingen personeelsregelingen – 1.475
Overige overgangseffecten – 355 Totaal overgangseffect voor belastingen – 1.692 Belastingeffect – 577 Totaal overgangseffect (na belastingen) – 1.115 Verschil in jaarwinst 2004 – 244
Effect van winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat
Reserve voor verkoop beschikbare activa 818
Reserve kasstroomhedges – 283
Pensioenverplichtingen naar eigen vermogen, niet van toepassing volgens IFRS 479
Verschil in mutaties in reserve valutaomrekenverschillen – 40
Overige verschillen in eigen vermogen tussen IFRS en Dutch GAAP
Derivaten op eigen aandelen, afgewikkeld in aandelen 16
Activering goodwill volgens IFRS 46
Overige 102 Totaal effect – 157 Eigen vermogen aandeelhouders per 31 december 2004 na wijziging
grondslagen 14.815
Jaarrekening 2005
226
Effect van stelselwijziging op nettowinst
2004
Nettowinst voor wijziging grondslagen 4.109
Opgelopen dividend op preferente aandelen – 43 Nettowinst toe te rekenen aan aandeelhouders 4.066
Aansluitingsposten:
Rente-egalisatiereserve voor afschrijving beleggingsportefeuille – 454
Gerealiseerde activa beschikbaar voor verkoop en overige (inclusief hedging) – 19
Mortgage banking-activiteiten – 161
Reële-waardeaanpassingen – 230
Derivaten 11
Private equity-belangen 129
Verplichtingen personeelsregelingen 89
Personeelsopties – 21
Verschillen in verkoopwinst LeasePlan Corporation en Bank of Asia 224
Aflossingskosten preferente aandelen opgenomen als rentelasten volgens IFRS – 42
Bijzondere waardevermindering kredieten 29
Overige – 39 Totaal effect voor belastingen – 484 Belastingeffect 283 Effect op nettowinst – 201 Winst na wijziging grondslagen 3.865
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
ABN AMRO Holding N.V. heeft één deelneming en is de enige aandeelhouder van
ABN AMRO Bank N.V, Amsterdam.
Gehanteerde grondslagen bij de opstelling van de jaarrekening
De jaarrekening luidt in miljoenen euro’s. De euro is de rapporteringsvaluta van de entiteiten
van de groep.
Jaarrekening 2005
227
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Resultaat deelnemingen na belastingen 4.398 3.948
Overig resultaat na belastingen – 16 – 83 Jaarwinst 4.382 3.865
Vennootschappelijke balans per 31 december 2005 (voor winstbestemming)
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Activa
Kredieten en vorderingen bankiers a 3.685 0
Rentedragende waardepapieren b 20 10
Deelnemingen in groepsmaatschappijen c 19.332 15.843
Overlopende activa d 4 0 Totaal activa 23.041 15.853
Verplichtingen
Verplichtingen bankiers 0 240
Verplichtingen private en publieke sector 20 20
Overige verplichtingen e 32 10 52 270 Achtergestelde schulden f 768 768 Totaal verplichtingen 820 1.038
Aandelenkapitaal 1.069 954
Agioreserve 5.269 2.604
Overige reserves 15.883 11.527 Eigen vermogen aandeelhouders g 22.221 14.815 Totaal passiva 23.041 15.853
Opgesteld in overeenstemming met artikel 2:402 van het Burgerlijk Wetboek.
De bij de posten vermelde letters verwijzen naar de toelichting.
Jaarrekening 2005
228
Vennootschappelijke mutatieoverzicht eigen vermogen over 2005
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Geplaatst en gestort gewoon aandelenkapitaal
Stand per 1 januari 954 919
Uitgifte van aandelen 82 –
Uitoefening rechten uit opties en warrants – 2
Dividend uitgekeerd in aandelen 33 33 Stand per 31 december 1.069 954
Agioreserve
Stand per 1 januari 2.604 2.549
Uitgegeven aandelen 2.611 –
Uitoefening rechten uit opties en conversie – 48
Op aandelen gebaseerde betalingen 87 40
Dividend uitgekeerd in aandelen – 33 – 33 Stand per 31 december 5.269 2.604
Overige reserves en wettelijke reserves
Stand per 1 januari 11.580 8.469
Jaarwinst toe te rekenen 4.382 3.865
Betaalde dividenden – 659 – 694
Overige – 66 – 60 Stand per 31 december 15.237 11.580
Ingekochte eigen aandelen
Stand per 1 januari – 632 – 119
Ingekochte / verkochte eigen aandelen (netto) 32 – 513 Stand per 31 december – 600 – 632
Derivaten op eigen aandelen, afgewikkeld in aandelen
Stand per 1 januari – – 106
Mutatie in marktwaarde en afwikkelingen – 106 Stand per 31 december – –
Winst- en verliesposten niet opgenomen in resultaat (netto)
Reserve valutaomrekenverschillen
Stand per 1 januari – 238 –
Naar resultaat inzake verkochte dochterondernemingen – 20 2
Valutaomrekenverschillen 1.100 – 240 Subtotaal – stand per 31 december 842 – 238
Niet-gerealiseerde winsten / verliezen op activa beschikbaar voor
verkoop (netto)
Stand per 1 januari 830 572
Niet-gerealiseerde winsten / verliezen op activa beschikbaar voor
verkoop (netto) 717 509
Herrubricering winsten / verliezen naar resultaat (netto) – 348 – 251 Subtotaal – stand per 31 december 1.199 830
Reserve kasstroomhedges
Stand per 1 januari – 283 – 165
Niet-gerealiseerde winsten / verliezen op herwaardering van
kasstroomhedges (netto) – 386 – 106
Herrubricering winsten / verliezen naar resultaat (netto) – 126 – 224 Subtotaal – stand per 31 december – 795 – 283 Winst- en verliesposten niet opgenomen in het resultaat (netto) –
stand per 31 december 1.246 309 Eigen vermogen – stand per 31 december 22.221 14.815
Jaarrekening 2005
229
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening(alle bedragen zijn opgenomen in miljoenen euro’s)
a Kredieten en vorderingen bankiers
De onder dit hoofd opgenomen bedragen betreffen kredieten aan, tegoeden bij en andere
interbancaire verhoudingen met groepsmaatschappijen met een looptijd korter dan één jaar.
b Rentedragende waardepapieren
Het onder dit hoofd vermelde bedrag betreft de in waardepapieren belichaamde vorderingen,
zoals commercial paper.
2005 2004
Stand per 1 januari 10 20
Aankopen 89 100
Verkopen – 79 – 110 Stand per 31 december 20 10
c Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Het door ABN AMRO Bank N.V. aan ABN AMRO Holding N.V. te betalen dividend bedraagt
EUR 1.520 miljoen (2004: EUR 1.751 miljoen).
2005 2004
Stand per 1 januari 15.843 12.535
Jaarwinst 4.398 3.948
Ontvangen dividenden – 1.751 – 677
Valutaomrekenverschillen 1.080 – 238
Overige mutaties – 238 275 Stand per 31 december 19.332 15.843
d Overlopende activa
Onder deze post worden baten en lasten gerubriceerd die zijn toegerekend aan de
verslagperiode, maar waarvan de feitelijke ontvangst of betaling valt in een andere periode.
e Overige verplichtingen
Onder overige schulden worden die bedragen opgenomen, die niet overlopend zijn of niet
onder andere balansposten gerubriceerd kunnen worden.
Jaarrekening 2005
230
f Achtergestelde schulden
In 2004 zijn in het kader van de herziene corporate governance-structuur de ultimo 2003
uitstaande preferente aandelen op naam met beschermingsconstructie ingetrokken en zijn
nieuwe converteerbare preferente financieringsaandelen op naam zonder beschermings-
constructie uitgegeven. In 2005 bleef het aantal uitstaande converteerbare preferente
financieringsaandelen met een nominale waarde van EUR 0,56 ongewijzigd op
1.369.815.864. Het aantal uitstaande (voorheen converteerbare) preferente aandelen met
een nominale waarde van EUR 2,24 bleef op 44.988 eveneens ongewijzigd. Het dividend op
deze preferente financieringsaandelen is met ingang van 1 oktober 2004 vastgesteld op
4,65% van de nominale waarde. Dit percentage zal conform de statutaire bepalingen per
1 januari 2011 worden herzien.
Dividend- en liquidatie-uitkeringen op (voorheen converteerbare) preferente
financieringsaandelen vinden plaats met voorrang boven uitkeringen op gewone aandelen.
Het dividend op de tot en met 31 oktober 2003 converteerbare preferente
financieringsaandelen is op 1 januari 2004 vastgesteld op EUR 0,95 per aandeel per jaar tot
en met het boekjaar 2013.
g Eigen vermogen aandeelhouders
Eigen vermogen aandeelhouders
2005 2004
Aandelenkapitaal 1.069 954
Reserves 21.152 13.861 Totaal 22.221 14.815
Aandelenkapitaal
2005 2004
Mutaties in aantal uitgegeven gewone aandelen
Stand per 1 januari 1.702.888.861 1.643.220.517
Uitgifte 145.278.482 –
Dividend uitgekeerd in aandelen 61.571.084 59.668.344 Stand per 31 december 1.909.738.427 1.702.888.861
2005 2004
Mutaties in aantal ingekochte eigen aandelen
Stand per 1 januari 33.686.644 5.337.689
Uitoefening opties – 1.868.242 – 497.512
Inkoop – 28.846.467 Stand per 31 december 31.818.402 33.686.644
Per 31 december 2005 waren in totaal 31.818.402 gewone aandelen met een boekwaarde
van EUR 600 miljoen ingekocht in verband met het Performance Share Plan en de
toekomstige uitoefening van personeelsopties.
Jaarrekening 2005
231
Reserves
2005 2004
Agioreserve 5.269 2.604
Reserve niet-uitkeerbare aandelen 10 10
Niet-uitkeerbare winst deelnemingen 602 270
Reserve valutaomrekenverschillen 842 – 238
Bijzondere eigen-vermogencomponent – reserve kasstroom-
hedges – 795 – 283
Bijzondere eigen-vermogencomponent – reserve voor verkoop
beschikbare activa 1.199 830
Niet gerealiseerde winsten op financiële instrumenten
opgenomen tegen reële waarde 381 260
Overige reserves 13.704 10.408 Totaal reserves 21.152 13.861
De agioreserve is grotendeels fiscaal erkend. Van de totale reserves is EUR 3.104 miljoen
(2004: EUR 1.785 miljoen) niet uitkeerbaar.
Garanties
ABN AMRO Holding N.V. heeft een verklaring van aansprakelijkheidstelling ten behoeve van
ABN AMRO Bank N.V. afgegeven.
Bezoldiging Raad van Bestuur
Voor nadere informatie wordt verwezen naar punt 42 van de toelichting op de
geconsolideerde jaarrekening.
Amsterdam, 23 maart 2006
Raad van Commissarissen
Jhr. mr. A.A. Loudon
A.C. Martinez
A. Burgmans
D.R.J. Baron de Rothschild
Mw. drs. L.S. Groenman
Mw. drs. T.A. Maas-de Brouwer
M.V. Pratini de Moraes
P. Scaroni
Lord Sharman of Redlynch
A.A. Olijslager
Mr. R.F. van den Bergh
Mr. A. Ruys
Raad van Bestuur
Mr. R.W.J. Groenink
Drs. W.G. Jiskoot
Drs. T. de Swaan
Mr. J.Ch.L. Kuiper
Mr. C.H.A. Collee
H.Y. Scott-Barrett
Mr. H.G. Boumeester
Drs. P.S. Overmars
Drs. R. Teerlink
overige gegevens
Overige gegevens
234
AccountantsverklaringOpdrachtWij hebben de jaarrekening 2005 (zoals
opgenomen op pagina 121 tot 231) van
ABN AMRO Holding N.V. te Amsterdam
gecontroleerd. De jaarrekening bestaat uit
de geconsolideerde en de enkelvoudige
jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld
onder verantwoordelijkheid van de leiding van
de huishouding. Het is onze verant-
woordelijkheid een accountants verklaring
inzake de jaarrekening te verstrekken.
WerkzaamhedenOnze controle is verricht overeenkomstig in
Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen
met betrekking tot controleopdrachten.
Volgens deze richtlijnen dient onze controle
zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat
een redelijke mate van zekerheid wordt
verkregen dat de jaarrekening geen
onjuistheden van materieel belang bevat.
Een controle omvat onder meer een
onderzoek door middel van deel-
waarnemingen van informatie ter
onderbouwing van de bedragen en de
toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat
een controle een beoordeling van de
grondslagen voor financiële verslaggeving die
bij het opmaken van de jaarrekening zijn
toegepast en van belangrijke schattingen die
de leiding van de huishouding daarbij heeft
gemaakt, alsmede een evaluatie van het
algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn
van mening dat onze controle een deugdelijke
grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekeningWij zijn van oordeel dat de geconsolideerde
jaarrekening een getrouw beeld geeft van de
grootte en de samenstelling van het
vermogen op 31 december 2005 en van het
resultaat en de kasstromen over 2005 in
overeenstemming met International Financial
Reporting Standards en met International
Financial Reporting Standards zoals aanvaard
binnen de Europese Unie en voldoet aan de
wettelijke bepalingen inzake de
geconsolideerde jaarrekening zoals
opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW voorzover
van toepassing.
Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag
voorzover wij dat kunnen beoordelen
verenigbaar is met de geconsolideerde
jaarrekening.
Oordeel met betrekking tot de enkelvoudige jaarrekeningWij zijn van oordeel dat de enkelvoudige
jaarrekening een getrouw beeld geeft van de
grootte en de samenstelling van het
vermogen op 31 december 2005 en van het
resultaat over 2005 in overeenstemming met
in Nederland algemeen aanvaarde
grondslagen voor financiële verslaggeving en
voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake
de enkelvoudige jaarrekening zoals
opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW.
Tevens zijn wij nagegaan dat het jaarverslag
voorzover wij dat kunnen beoordelen
verenigbaar is met de enkelvoudige
jaarrekening.
Amsterdam, 23 maart 2006
Ernst & Young Accountants
names deze
drs. V.C. Veger RA drs. C.B. Boogaart RA
Statutaire bepalingen inzake winstverdeling
De winstverdeling vindt plaats
overeenkomstig artikel 37 van de statuten. In
hoofdlijnen is deze voor de thans uitstaande
soorten dan wel series aandelen als volgt:
1 Aan de houders van preferente in gewone
aandelen converteerbare
financieringsaandelen (preferente aandelen)
die krachtens besluit van de buitengewone
vergadering van aandeelhouders gehouden
op 25 augustus 2004 zijn uitgegeven, wordt
een dividend uitgekeerd van EUR 0,02604
per aandeel, zijnde 4,65% over het nominale
bedrag. Het dividendpercentage voor de
preferente aandelen zal per 1 januari 2011 en
vervolgens iedere tien jaar nadien worden
herzien op basis van het rekenkundig
gemiddelde van de tienjarige in euro
gedenomineerde interest rate swap zoals
Overige gegevens
235
door Reuters gepubliceerd op de betreffende
dividendberekeningsdata, verhoogd met een
opslag zoals vastgesteld door de Raad van
Bestuur onder goedkeuring van de Raad van
Commissarissen. Deze opslag zal, afhankelijk
van de alsdan heersende
marktomstandigheden, minimaal 25
basispunten en ten hoogste 100 basispunten
bedragen (artikel 37, lid 2, sub a.1. en a.2.).
Aan de houders van voorheen in gewone
aandelen converteerbare preferente aandelen
(converteerbare aandelen) wordt een
dividend uitgekeerd van EUR 0,95 per
aandeel, zijnde 3,3231% over het op ieder
aandeel gestorte bedrag per 1 januari 2004.
Het dividend op de converteerbare aandelen
zal per 1 januari 2014 en vervolgens iedere
tien jaar nadien worden herzien op de wijze
zoals beschreven in de statuten (artikel 37,
lid 2, sub a.4.).
Aan de houders van preferente aandelen en
van converteerbare aandelen wordt geen
winstuitkering boven de bovengenoemde
maximumniveaus gedaan (artikel 37, lid 2,
sub a.6.).
2 De Raad van Bestuur kan besluiten om,
onder goedkeuring van de Raad van
Commissarissen, ten laste van de na deze
uitkeringen resterende winst toevoegingen
aan de reserves te doen (artikel 37, lid 2,
sub b.).
3 Het bedrag dat daarna overblijft, staat ter
beschikking van de Algemene Vergadering
van Aandeelhouders. De Raad van Bestuur,
onder goedkeuring van de Raad van
Commissarissen, doet daartoe een voorstel.
Het voorstel tot uitkering van dividend wordt
als apart agendapunt op de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders behandeld
(artikel 37, lid 2, sub b.).
Het reserverings- en dividendbeleid van
ABN AMRO wordt vastgesteld en kan
worden gewijzigd door de Raad van
Commissarissen, op voorstel van de Raad
van Bestuur. De vaststelling en nadien elke
wijziging van het reserverings- en
dividendbeleid wordt als apart agendapunt op
de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders behandeld en verantwoord
(artikel 37, lid 2, sub c.).
In afwijking van het in artikel 37, lid 2, a.1. en
a.2. bepaalde zoals hierboven onder 1
bedoeld, kan de Raad van Bestuur, onder
goedkeuring van de Raad van
Commissarissen, na 1 januari 2011 besluiten
om het dividend op de desbetreffende
preferente aandelen niet uit te keren in
contanten ten laste van de winst hetzij
besluiten het dividend op de desbetreffende
preferente aandelen uit te keren ten laste
van een vrij uitkeerbare reserve, in welke
gevallen het niet-uitgekeerde deel van de
winst wordt toegevoegd aan de algemene
reserve. Een dergelijk besluit kan de Raad
van Bestuur alleen dan nemen indien in het
betreffende jaar geen dividend,
overeenkomstig het bepaalde in artikel 37
onder 2.c., zal worden uitgekeerd op de
gewone aandelen.
De Raad van Bestuur kan, onder goedkeuring
van de Raad van Commissarissen, het
dividend of interimdividend op de gewone
aandelen, ter keuze van de houders daarvan,
in contanten of, mits bevoegd tot uitgifte van
aandelen, gedeeltelijk dan wel geheel in de
vorm van gewone dan wel preferente
aandelen van de vennootschap dan wel in
een door de Raad van Bestuur te bepalen
combinatie daarvan, ter beschikking stellen
(artikel 37, lid 3).
Statutaire bepalingen van Holding en Administratie-kantoor inzake aandelen en stemrechten
Ieder gewoon aandeel van nominaal
EUR 0,56 in het kapitaal van ABN AMRO
Holding N.V. geeft recht op het uitbrengen
van één stem. De preferente aandelen
hebben, net als de gewone aandelen,
een nominale waarde van EUR 0,56.
Elk preferent aandeel geeft recht op één
stem. De converteerbare aandelen in het
kapitaal hebben een nominale waarde van
EUR 2,24 en geven recht op het uitbrengen
van vier stemmen. Behoudens bepaalde
Overige gegevens
236
wettelijke en statutaire uitzonderingen
worden besluiten met volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen
genomen.
Alle preferente aandelen worden gehouden
door de Stichting Administratiekantoor
Preferente Financieringsaandelen
ABN AMRO Holding (de Stichting), die
daartegenover certificaten uitgeeft aan de
uiteindelijk begunstigden als bewijs van hun
gerechtigdheid ten aanzien van de preferente
aandelen.
In tegenstelling tot in de oude structuur
worden de aan de preferente aandelen
verbonden stemrechten, ondanks het feit dat
deze formeel berusten bij de Stichting, in de
praktijk door de certificaathouders
uitgeoefend, aangezien de Stichting onder
alle omstandigheden stemvolmachten zal
verstrekken aan de certificaathouders. De
Stichting zal in principe niet het stemrecht
uitoefenen. Het stemrecht dat aan
certificaathouders toekomt, wordt berekend
op basis van het kapitaalbelang van de
(certificaten van) preferente aandelen in
verhouding tot de waarde van de gewone
aandelen. Stemrechten op preferente
aandelen die bij volmacht aan een
certificaathouder zijn verstrekt, komen
overeen met het bedrag van de in het bezit
van de certificaathouder zijnde certificaten
ten opzichte van de slotkoers van het
gewoon aandeel op de laatste beursdag op
Euronext Amsterdam in de maand
voorafgaand aan de bijeenroeping van de
aandeelhoudersvergadering.
Behoudens bepaalde uitzonderingen,
genieten houders van gewone aandelen bij
de uitgifte van gewone aandelen en
converteerbare aandelen een voorkeursrecht
in verhouding tot hun belang.
In het geval van ontbinding en liquidatie van
ABN AMRO Holding N.V. worden de na
voldoening van alle schulden resterende
activa uitgekeerd allereerst pro rata aan de
houders van preferente aandelen en
converteerbare aandelen tot een bedrag
gelijk aan het totaal opgelopen dividend
vanaf het begin van het meest recente
volledige boekjaar tot en met de datum van
uitkering, en vervolgens tot een bedrag gelijk
aan de nominale waarde van de preferente
aandelen en het op de converteerbare
aandelen gestorte bedrag, en ten slotte pro
rata aan de houders van gewone aandelen.
Gebeurtenissen na balansdatum
Op 25 februari 2006 publiceerde ABN AMRO
het biedingsbericht voor het bod in contanten
op alle gewone aandelen Banca Antonveneta.
ABN AMRO betaalt aandeelhouders
Banca Antonveneta een bedrag van
EUR 26,50 voor elk gewoon aandeel
Banca Antonveneta dat via het bod wordt
verkregen. Zoals overeengekomen met de
Borsa Italiana, de Italiaanse effectenbeurs,
loopt de biedingsperiode van 27 februari tot
en met 31 maart 2006.
Voorstel voor winstverdelingVerdeling van de nettowinst volgens artikel 37 lid 2 en 3
(in miljoenen euro’s) 2005 2004
Toevoeging aan reserves 2.332 2.200
Dividend op gewone aandelen 2.050 1.665 4.382 3.865 Dividend op preferente
aandelen 36 43
Overige gegevens
237
Vergelijking van corporate governance-regelingen op basis van Nederlandse corporate governance code en Amerikaanse Sarbanes-Oxley Act van 2002 (SOXA)
Toepasselijke regelgeving Actie
ABN AMRO
Corresponderende Nederlandse
best practice bepalingen 1
1 Onafhankelijkheid van externe accountant
Verbod om bepaalde niet aan de controletaak gerelateerde diensten
te verlenen (SOXA art. 201):
Het accountantskantoor dat de jaarrekening van een onderneming
controleert, mag bepaalde niet aan de controletaak gerelateerde diensten
niet verlenen.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe
accountant (2)
III.5.4 en V.2.2
Preautorisatie van diensten (SOXA art. 201-202):
Preautorisatie door het Audit Committee van alle controleopdrachten aan
de externe accountant en toegestane niet daaraan gerelateerde diensten.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO beleid inzake
preautorisatie door het Audit
Committee van werkzaamheden
door de externe accountant (2)
V.1.2 en V.2.2
Vergoeding externe accountant en beleid inzake bekendmaking
daarvan (SOXA art. 202):
Bekendmaking aan beleggers van het preautorisatiebeleid van het Audit
Committee en de aan de externe accountant betaalde vergoeding.
Publicatie vindt plaats in het
ABN AMRO jaarverslag zoals
gedeponeerd bij de Securities &
Exchange Commission conform het
Form 20-F voor 2004 (2)
V.2.2 en V.2.3
Wisseling van partner binnen accountantskantoor (SOXA art. 203):
Het is verplicht om na een bepaald aantal jaren binnen het
accountantskantoor van partner te veranderen.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe
accountant (2)
III.5.4; V.2.2; en V.2.3
Accountantsverslag aan het Audit Committee (SOXA art. 204):
De externe accountant moet aan het Audit Committee tijdig verslag doen
over door de vennootschap toegepaste belangrijke
waarderingsgrondslagen en -praktijken, over alternatieve met het
management besproken methoden van verantwoording van financiële
gegevens, met inbegrip van de methode waaraan de externe accountant
de voorkeur geeft, en over andere belangrijke communicatie tussen de
externe accountant en het management.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe
accountant (2)
III.5.4; III.5.9; V.4.1; V.4.2 en V.4.3
Indienstneming van oud-medewerkers van accountantskantoor
(SOXA art. 206):
Een externe accountant wordt geacht niet onafhankelijk te zijn als
bepaalde leidinggevenden van de vennootschap in het jaar voorafgaand
aan de onderhavige controle in dienst van het accountantskantoor zijn
geweest en bij de controlewerkzaamheden voor de vennootschap
betrokken zijn geweest.
Deze beperking is opgenomen in
het ABN AMRO beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe
accountant (2)
III.5.4; V.2.2 en V.2.3
Vergoeding aan partner van accountantskantoor (SOXA art. 203):
Verbod voor een partner van het accountantskantoor om een vergoeding
te ontvangen voor het verlenen van niet aan de controletaak gerelateerde
werkzaamheden ten behoeve van de klant waarvan de jaarrekening wordt
gecontroleerd.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe
accountant (2)
III.5.4; V.2.2 en V.2.3
1 De volledige tekst van de corresponderende best practice-bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het corporate governance-supplement
dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com).2 De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com).
Overige gegevens
238
Toepasselijke regelgeving Actie
ABN AMRO
Corresponderende Nederlandse
best practice bepalingen 1
2 Audit Committee
Toezicht op externe accountant (SOXA art. 301):
Het Audit Committee dient verantwoordelijkheid te krijgen voor
benoeming, honorering, behoud en toezicht op de werkzaamheden van de
externe accountant.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO Reglement van de
Raad van Commissarissen (2)
III.5.4; III.5.5; III.5.8 en III.5.9
Onafhankelijkheid van het Audit Committee (SOXA art. 301):
Alle leden van het Audit Committee moeten onafhankelijk zijn. Om dit te
waarborgen mogen leden van het Audit Committee (anders dan in hun
hoedanigheid als lid van de Raad van Commissarissen of de commissie):
i) geen vergoedingen voor advies- en andere diensten aannemen; of
ii) niet geaffilieerd zijn met de vennootschap of een van haar
dochterbedrijven.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO Reglement van de
Raad van Commissarissen (2)
III.2.2, III.5.1 en III.5.6
Procedures & bescherming klokkenluiders (SOXA art. 301, art. 806 en
art. 1107):
Het Audit Committee moet klokkenluiderprocedures vaststellen voor:
i) het in ontvangst nemen, het aanhouden en het behandelen van
klachten met betrekking tot de verslaggeving, de interne controle
daarvan en auditaangelegenheden; en
ii) de vertrouwelijke, anonieme melding door medewerkers van
bezorgdheid omtrent onoorbare verslaggevings- of auditpraktijken.
Discriminerende maatregelen tegen klokkenluiders zijn verboden.
De Raad van Bestuur en het Audit
Committee van de Raad van
Commissarissen hebben een
algemeen klokkenluiderbeleid (2)
goedgekeurd dat voorziet in
adequate procedures en
beschermingsmaatregelen voor alle
medewerkers om vermoedens van
onoorbare praktijken kenbaar te
maken, waaronder begrepen een
directe rapportagelijn aan het Audit
Committee
II.1.6
Inschakeling van adviseurs door het Audit Committee en hun
vergoeding (SOXA art. 301):
Het Audit Committee moet gemachtigd worden om adviseurs in te
schakelen indien de commissie dit noodzakelijk acht en de vennootschap
moet alsdan voorzien in een adequate vergoeding van dergelijke
adviseurs.
Deze bepaling is opgenomen in het
ABN AMRO Reglement van de
Raad van Commissarissen (2)
III.1.9 en III.5.4
Financieel experts in Audit Committee (SOXA art. 407):
Bedrijven moeten bekendmaken of het Audit Committee minstens één lid
heeft dat een ‘financieel expert’ is en of de desbetreffende persoon al dan
niet onafhankelijk is.
Publicatie hiervan vindt plaats in het
Form 20-F
III.5.2 en III.5.7
1 De volledige tekst van de corresponderende best practice-bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het corporate governance-supplement
dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com).2 De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com).
Overige gegevens
239
Toepasselijke regelgeving Actie
ABN AMRO
Corresponderende Nederlandse
best practice bepalingen 1
3 Verklaringen door CEO / CFO
CEO/CFO 302 verklaring:
Het Form 20-F moet vergezeld worden door een verklaring van de CEO en
de CFO dat:
i) de in het Form 20-F opgenomen financiële informatie in alle materiële
opzichten een getrouw beeld geeft van de financiële positie, de
bedrijfsresultaten en de kasstromen van de vennootschap;
ii) zij verantwoordelijk zijn voor het vaststellen en het handhaven van de
controlemaatregelen en procedures met betrekking tot de
informatieverschaffing, de effectiviteit daarvan aan het einde van het
boekjaar hebben geëvalueerd en een eventuele wijziging in de interne
controle van de vennootschap ten aanzien van de financiële
verslaggeving hebben gemeld voor zover deze wijziging van materieel
belang is voor de interne controle; en
iii) zij alle significante tekortkomingen en zwaktes in de opzet en de
uitvoering van de interne controle van de financiële verslaggeving
alsmede eventuele door het management of andere medewerkers in
dit verband verrichte frauduleuze handelingen bekend hebben gemaakt.
De verklaringen krachtens art. 906
en art. 302 zijn opgenomen in het
Form 20-F
II.1.3; II.1.4; II.1.5; III.1.8 en V.1.3
CEO/CFO 906 verklaring (SOXA art. 906):
Het Form 20-F moet vergezeld worden van een verklaring van de CEO en
de CFO dat het rapport volledig voldoet aan de rapportagevoorschriften en
in alle materiële opzichten een getrouw beeld geeft van de financiële
positie en de bedrijfsresultaten van de vennootschap.
Als Nederlandse kredietinstelling moeten wij ook de Regeling Organisatie
en Beheersing (ROB), die is gebaseerd op de Wet Toezicht Kredietwezen
1992, naleven. Het uitgangspunt van de ROB is dat kredietinstellingen
verantwoordelijk zijn voor een zodanige organisatie en beheersing van
bedrijfsprocessen dat daarmee wordt voorzien in een beheerste en
integere bedrijfsvoering. Doordat wij voldoen aan de eisen van artikel 302
en de ROB, zijn wij van mening dat wij in dit opzicht voldoen aan de
Nederlandse corporate governance code.
1 De volledige tekst van de corresponderende best practice-bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het corporate governance-supplement
dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com).
Overige gegevens
240
Toepasselijke regelgeving Actie
ABN AMRO
Corresponderende Nederlandse
best practice bepalingen 1
4 Corporate governance in het algemeen
Verbod op kredietverlening aan bestuurders (SOXA art. 402):
Bedrijven mogen geen leningen verstrekken aan bestuurders, met
uitzondering van bedrijven die in het kader van hun normale
bedrijfsuitoefening financiële diensten verlenen.
ABN AMRO verstrekt leningen aan
bestuurders conform de voor
financiële instellingen gemaakte
uitzonderingen
II.2.8 en III.7.4
Beoordeling van interne controle door het management
(SOXA art. 404):
Bedrijven moeten in hun Form 20-F een verslag opnemen van de interne
controle van de vennootschap ten aanzien van de financiële verslaggeving,
waarin het management een oordeel geeft over de effectiviteit van de
interne controle van de financiële verslaggeving. Dit interne
controlerapport moet door de externe accountant worden bekrachtigd.
ABN AMRO zal het rapport waarin
het management zijn oordeel geeft
over de interne controle van de
financiële verslaggeving, en de
bekrachtiging van dit rapport door
de externe accountant in het Form
20-F over 2006 opnemen
II.1.3; II.1.4; II.1.5; III.1.8; V.1.3 en
V.4.3
Gedragscode (SOXA art. 406):
De onderneming moet bekendmaken of het voor de Chief Executive
Officer en de Senior Financial Officers een gedragscode heeft vastgesteld.
De normen waarvan ABN AMRO
verwacht dat deze door haar
medewerkers, met inbegrip van de
CEO en Senior Financial Officers,
worden nageleefd, zijn vastgelegd
in de ABN AMRO Business
Principles (2). Deze vormen de
‘gedragscode’ zoals bedoeld in de
SOXA
II.1.3
1 De volledige tekst van de corresponderende best practice-bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het corporate governance-supplement
dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com).2 De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com).
Overige gegevens
241
Jhr. mr. A.A. Loudon (69) *@
– 2006 voorzitter
Oud-Voorzitter Raad van Bestuur
AKZO Nobel N.V.
A.C. Martinez (66) *#& – 2006
Oud-Voorzitter en CEO Sears,
Roebuck & Co. Inc.
A. Burgmans (59) *&@ – 2006
Non-Executive Chairman
Unilever plc en Unilever N.V.
D.R.J. Baron de Rothschild (63)
– 2007
Senior Partner Rothschild & Cie.
Banque
Mw. drs. L.S. Groenman (65)
– 2007
Oud-Kroonlid Sociaal-Economische
Raad (SER)
Mw. drs. T.A. Maas-de Brouwer
(59) *& – 2008
Voorzitter HayVision Society
M.V. Pratini de Moraes (66) #
– 2007
Oud-minister van Landbouw in
Brazilië
P. Scaroni (59) – 2007
Voorzitter ENI S.p.A.
Lord Sharman of Redlynch (63)
# – 2007
Oud-Voorzitter KPMG International
A.A. Olijslager (62) # – 2008
Oud-Voorzitter Concerndirectie
Friesland Coberco Dairy Foods
Holding B.V.
Mr. R.F. van den Bergh (55)
– 2009
Voorzitter Raad van Bestuur VNU
N.V.
Mr. A. Ruys (58) – 2009
Oud-Voorzitter Raad van Bestuur
Heineken N.V.
De leeftijd (tussen haakjes)
en het jaar van aftreden, c.q.
periodiek aftreden, zijn vermeld.
Een curriculum vitae, met
daarin opgenomen belangrijke
nevenfuncties en nationaliteit, ligt
ten kantore van de vennootschap
ter inzage en staat op onze
internetsite www.abnamro.com.
* Lid van het Nomination &
Compensation Committee.
# Lid van het Audit Committee.
& Lid van het Compliance Oversight
Committee.
@ Treedt af als lid van de Raad van
Commissarissen per 27 april 2006.
Raad van Commissarissen
Raad van Bestuur
Mr. R.W.J. Groenink (56),
(voorzitter)
Drs. W.G. Jiskoot (55)
Drs. T. de Swaan (60)
Mr. J.Ch.L. Kuiper (58)
Mr. C.H.A. Collee (53)
H.Y. Scott-Barrett (47)
Mr. H.G. Boumeester (46)
Drs. P.S. Overmars (41)
Drs. R. Teerlink (45)
Secretaris
Mr. H.W. Nagtglas Versteeg
Raad van Advies
J. Aalberts
President-Directeur Aalberts
Industries N.V.
Drs. ing. M.P. Bakker
Voorzitter Raad van Bestuur en CEO
TPG N.V.
J. Bennink
Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke Numico N.V.
Lic. oec. HSG S.H.M.
Brenninkmeijer
Voorzitter Raad van Bestuur COFRA
Holding AG
Dr. ir. R.J.A. van der Bruggen
Voorzitter Raad van Bestuur Imtech
N.V.
Ing. R. van Gelder BA
Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke Boskalis Westminster
N.V.
Mw. N. McKinstry
Voorzitter Raad van Bestuur Wolters
Kluwer N.V.
A. Nühn
Voorzitter Raad van Bestuur Sara
Lee DE International B.V.
Mr. H.Th.E.M. Rottinghuis
Voorzitter Directie Pon Holdings
B.V.
J. Struik
President-Directeur Struik Food
Group N.V.
Drs. P.J.J.M. Swinkels
Voorzitter Raad van Bestuur Bavaria
N.V.
N.M. Wagenaar
Voorzitter Raad van Bestuur
Getronics PinkRoccade N.V.
Drs. L.M. van Wijk
Vice-voorzitter Raad van Bestuur Air
France-KLM
ABN AMRO Holding N.V.
Situatie per 23 maart 2006
Overige gegevens
242
Opleiding
1966
Technische Universiteit Delft, civiel ingenieur
1968
Bedrijfseconomie, Ring van Rotterdamse Repetitoren
Loopbaan
1966-1967
Ingenieur bij de Waterloopkundige afdeling van Rijkswaterstaat
1967-1968
Hydrografische Dienst der Koninklijke Marine
1968-1977
Projectmanager, Koninklijke Adriaan Volker Groep (thans Koninklijke Volker
Wessels Stevin N.V.)
1977-1983
Directeur, Broekhoven Baggermaatschappij Zeist (thans onderdeel
Van Oord N.V.)
1983-2005
President-directeur, Fugro N.V.
Nevenfuncties
- Voorzitter van IRO
- Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Koninklijke BAM Groep N.V.
- Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Damen Shipyards Group
- Lid van de Raad van Commissarissen van N.V. Bronwaterleiding Doorn
- Lid van de Raad van Commissarissen van Energie Beheer Nederland B.V.
- Voorzitter van de Raad van Toezicht van de Technische Universiteit Delft
- Lid van de Raad van Toezicht van TNO
- Lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code
- Bestuurslid van Nederland Maritiem Land
- Bestuurslid van MARIS B.V.
- Lid Nederlands Nationaal Comité voor Wereld Petroleum Congressen
- Bestuurslid van Stichting Concertgebouw Fonds
Curriculum vitae ir. G.-J. Kramer
Curricula vitae
Opleiding
1966
Business Administration, WU Wien (Universiteit van Wenen)
Loopbaan
1967-1985
Diverse functies bij Zentralsparkasse und Kommerzialbank
1986-1988
Lid van de Raad van Bestuur, Creditanstalt-Bankverein
1990
Chief Executive Officer, Österreichische Länderbank AG
1991
Deputy Chief Executive Officer, Z-Länderbank Bank Austria AG
1995-2003
Chief Executive Officer en voorzitter Raad van Bestuur, Bank Austria AG
2003-2005
Chief Operating Officer, Bayerische Hypo- und Vereinsbank AG
2005 –
Executive Vice President Planning, Magda International Inc.
Nevenfuncties
- Lid van Generalrat van de Österreichischen Nationalbank (Oostenrijkse
centrale bank)
- Bestuursvoorzitter B&C Privatstiftung
- Bestuursvoorzitter Immobilien Privatstiftung
Curriculum vitae G. Randa
Overige gegevens
243
Organisatie ABN AMRO Bank N.V.
Situatie per 23 maart 2006
Mr. R.W.J. Groenink (voorzitter)
Drs. W.G. Jiskoot
Drs. T. de Swaan (CFO
tot 1 januari 2006)
Mr. J.Ch.L. Kuiper
Mr. C.H.A. Collee
H.Y. Scott-Barrett (CFO
vanaf 1 januari 2006)
Mr. H.G. Boumeester
Drs. P.S. Overmars
Drs. R. Teerlink
Raad van Bestuur
BU Nederland
Drs. J.P. Schmittmann
BU Europa
Mr. A.M. Kloosterman
BU Asia
Mr. drs. J.P. Drost
BU Noord-Amerika
N.R. Bobins
BU Latijns-Amerika
F.C. Barbosa
BU Private Clients
Drs. J.G. ter Avest
BU Global Clients
Mw. drs. A.E.J.M. Cook-
Schaapveld
BU Global Markets
G. Page (vanaf 1 april 2006)
BU Transaction Banking
Mw. A. Cairns
BU Asset Management
Mw. S.A.C. Russell
Services
Drs. R. Teerlink
Group Functions
Group Human Resources
H.Y. Scott-Barrett (ad interim)
Group Finance
Drs. M.B.G.M. Oostendorp
Group Risk Management
Hoofd Group Risk Management
D. Cole
E.J. Mahne (tot 1 april 2006)
Hoofd Risk Advisory en Group
Sustainable Development
Mr. H. Mulder
Group Compliance & Group Legal
Mw. drs. C.W. Gorter
Group Audit
Dr. P.A.M. Diekman RA
Group Communications
Drs. R.B. Boon
European Union Affairs and
Market Infrastructure
Mr. drs. G.B.J. Hartsink
Investor Relations
Drs. R.P. Bruens
Corporate Development
A. Pietruska
Group Business Committee
Mr. J.Ch.L. Kuiper
Drs. W.G. Jiskoot
Mr. C.H.A. Collee
Drs. P.S. Overmars
Drs. R. Teerlink
F.C. Barbosa
N.R. Bobins
Mr. A.M. Kloosterman
Mw. drs. A.E.J.M. Cook-
Schaapveld
Drs. J.P. Schmittmann
Mw. A. Cairns
Mr. drs. J.P. Drost
Mw. S.A.C. Russell
Client Segments
Consumer Client Segment
Mr. C.H.A. Collee
Commercial Client Segment
Drs. P.S. Overmars
Business Units, Services en Group Functions
Overige gegevens
244
Europese Ondernemingsraad
De Europese Ondernemingsraad (European
Staff Council / ESC) heeft het afgelopen jaar
uitgebreide en intensieve discussies gevoerd
met de bestuurder. Ook 2005 is een jaar van
grote veranderingen geweest. De ESC is
vroegtijdig betrokken geweest bij de
uitwerking en implementatie van de
herstructurering van Wholesale Clients, de
outsourcing en offshoring van de resterende
IT-functie, het nieuwe human resources-
model en een groot aantal andere
initiatieven.
De ESC heeft in de discussies met de
bestuurder de zorgen van de medewerkers
naar voren gebracht. Veel collega’s zagen hun
functie veranderen of zelfs verdwijnen,
hetgeen emotionele reacties opriep. De ESC
heeft met de bestuurder afspraken gemaakt
om de betrokkenen zoveel mogelijk aan een
andere functie te helpen.
De bank is op verzoek van de ESC met een
aantal IT-leveranciers overeengekomen om
hun organisatie in Europa uit te breiden en
daarvoor ABN AMRO personeel over te
nemen. Hierdoor konden vele tientallen
ontslagen worden voorkomen.
Begin 2005 stelde de ESC aan de bestuurder
voor om gezamenlijk nog meer dan voorheen
nadruk te leggen op het continu ontwikkelen
van medewerkers. Dankzij dit initiatief krijgen
onze collega’s betere mogelijkheden om hun
vaardigheden en competenties te vergroten.
Hierdoor zullen zij breder inzetbaar worden
en neemt het risico van werkloosheid af. In
2006 moet dit initiatief geïntegreerd worden
in de resultaatafspraken van medewerkers
en leidinggevenden.
In 2005 zijn er acht plenaire zittingen
geweest (in Londen, Praag, Parijs en vijf keer
in Amsterdam). Tijdens deze bijeenkomsten
is er uitgebreid en open gediscussieerd met
verscheidene leden van de Raad van Bestuur
en andere topmanagers over een groot scala
van onderwerpen.
Belangrijke onderwerpen in 2005 waren:
• de herstructurering van Wholesale Clients;
• outsourcing en offshoring van IT;
• de acquisitie van Banca Antonveneta;
• het wereldwijde HR-
transformatieprogramma;
• de aanpassing van de groepsstructuur,
zoals aangekondigd in oktober 2005;
• de transparantie van beloningen;
• de organisatiestructuur van Private Clients;
• compliance.
De ESC waardeert de constructieve en
inhoudelijke dialoog met de bestuurder in het
afgelopen jaar, alsmede de wijze waarop de
bestuurder heeft gereageerd op suggesties,
ideeën en feedback van de ESC.
Amsterdam, 31 december 2005
Europese Ondernemingsraad
Overige gegevens
245
Centrale Ondernemingsraad
In maart 2005 trad een nieuwe Centrale
Ondernemingsraad (COR) aan voor een
zittingsperiode die loopt tot maart 2008. De
nieuwe COR ging direct aan de slag met het
verder ontwikkelen van een rol die duidelijk
anders is dan in de Wet op de Ondernemings-
raden is omschreven. Door de vele en snelle
veranderingen binnen onze organisatie wil de
COR bij het uitvoeren van plannen in
Nederland meer dan voorheen als sparring-
partner van de Raad van Bestuur fungeren.
De eerste aanzet voor deze nieuwe rol vond
in november 2004 plaats, via een reeks
workshops over offshoring. In die workshops
discussieerde de COR, aan de hand van de
thema’s emotie, gedrag en ratio, met de
leden van de Raad van Bestuur en Raad van
Commissarissen over de belangrijkste
succesfactoren in complexe
veranderprocessen. Hierdoor kreeg de eigen
rol van de COR duidelijker vorm. Daarna heeft
de COR een ambitieus meerjarenplan
opgesteld om als team de eigen visie en
kennis zodanig te ontwikkelen dat die
gewenste rol ook inhoud krijgt. Een
vroegtijdige betrokkenheid bij de belangrijkste
veranderingen binnen de banken en een
adequate behandeling van adviesaanvragen
zullen van cruciaal belang zijn voor de COR
om deze rol in de praktijk te kunnen spelen.
De COR bracht in 2005 advies uit over:
• outsourcing en offshoring van IT;
• het wereldwijde HR-transformatie-
programma (wordt afgerond in 2006);
• de aanzet tot de integratie / reorganisatie
van de hypotheekactiviteiten van de bank in
Nederland in een nieuwe onderneming
(samenvoeging van de
hypotheekactiviteiten van ABN AMRO
Bank N.V. en Bouwfonds);
• corporate governance in de nieuwe
groepsstructuur zoals op 14 oktober 2005
bekend werd gemaakt.
In het kader van corporate governance werd
een aantal benoemingen bekendgemaakt,
onder andere die van mr. A. Ruys en
mr. R.F. van den Bergh tot lid van de Raad van
Commissarissen en van mr. H.G. Boumeester,
drs. P. S. Overmars en drs. R. Teerlink tot lid
van de Raad van Bestuur. De COR werd
hiervan tijdig in kennis gesteld.
Verder ontving de COR advies- c.q.
instemmings aanvragen over diverse andere
onderwerpen, waaronder de reorganisatie
van twee afdelingen tot het geïntegreerde
Employability Center. Het algemene
employability-beleid was in 2005 een
belangrijk gespreksonderwerp en zal dit de
komende tijd naar verwachting ook blijven.
Naast een aantal formele en informele
bijeenkomsten met de bestuurder
vergaderde de COR twee keer formeel met
de voorzitter van de Raad van Bestuur over
de resultaten van de bank en de positie die
de bank in de financiële wereld nastreeft.
Verscheidene overlegvergaderingen werden
bijgewoond door één of meer leden van de
Raad van Commissarissen. De COR stelt dit
zeer op prijs.
De COR blijft bij de complexe verander-
processen binnen de bank gericht kijken naar
de uitvoering van die veranderingen en de
daarbij gemaakte afspraken. De aandacht zal
vooral uitgaan naar de belangen van de
medewerkers en de onderneming, de
haalbaarheid van de voorgestelde
veranderingen en de wijze waarop de bank
over voorgenomen maatregelen en
initiatieven communiceert. Voorts past het bij
de rol van het vertegenwoordigend overleg
om naast de directe personele gevolgen van
veranderingen ook nadrukkelijk te kijken naar
de inhoudelijke onderbouwing van de
voornemens van de bank.
Namens alle overlegorganen binnen
ABN AMRO spreekt de COR zijn waardering
uit voor het wederzijds vertrouwen dat de
relatie met de bestuurder kenmerkt. Dit
vertrouwen zal een steeds belangrijker
aspect van deze relatie worden. De COR zal
zijn rol en verantwoordelijkheid op dat punt
professioneel en met inzet nemen.
Amsterdam, 31 december 2005
Centrale Ondernemingsraad
Overige gegevens
246
AIRBAdvanced Internal Ratings Based:
het hoogste en meest
gedetailleerde niveau van
berekening van het kredietrisico
voor de bepaling van de
solvabiliteit krachtens Bazel II op
basis van het gebruik van interne
modellen om risico te
beoordelen.
AMAAdvanced Management
Approaches: het hoogste en
meest gedetailleerde niveau van
berekening van het operationeel
risico voor de bepaling van de
solvabiliteit krachtens Bazel II op
basis van het gebruik van interne
modellen om risico te
beoordelen.
Bank for International Settlements (BIS)De belangrijkste taken van de
Bank voor Internationale
Betalingen die werd opgericht in
1930 en waarvan het
hoofdkantoor is gevestigd in
Bazel, zijn het stimuleren van de
samenwerking tussen centrale
banken en het assisteren in
internationale betalingen. De BIS
geeft tevens aanbevelingen aan
banken en toezichthoudende
instanties op het gebied van
risicobeheer, solvabiliteit en de
informatieverstrekking omtrent
financiële derivaten.
BasispuntEenhonderdste van één
procentpunt.
Bazel IIHet ‘Bazel II-raamwerk’,
opgesteld door het Bazels
Comité voor Bankentoezicht, dat
de nieuwe minimale
kapitaalnormen voor banken
bevat.
Beheerd vermogenHet vermogen, inclusief
beleggingsfondsen en
vermogens van particulieren en
instellingen, dat professioneel
wordt beheerd teneinde een
optimaal beleggingsresultaat te
realiseren.
BIS-ratioDe solvabiliteitsratio voor banken,
die het vermogen als percentage
van de naar risico gewogen
activa weergeeft, conform de
definitie van het Bazels Comité.
BookrunnerHoofd van een effectensyndicaat
dat de inschrijving, toewijzing en
namarkt regelt voor alle
syndicaatsleden.
Core tier 1 ratioHet kernvermogen van de bank,
exclusief preferente aandelen, als
percentage van de totale naar
risico gewogen activa.
Credit ratingHet door een rating agency in
een letter/cijfercombinatie
weergegeven oordeel omtrent de
kredietwaardigheid van een land,
bedrijf of instelling.
DerivatenFinanciële instrumenten waarvan
de waarde een afgeleide is van
de prijs van een of meer
onderliggende waarden (valuta,
effecten, indices, etc.).
Economisch kapitaalSchatting van het bedrag
waarover de bank moet
beschikken om met een bepaalde
mate van zekerheid grotere dan
verwachte verliezen te kunnen
opvangen.
Economische waardeDe contante waarde van
toekomstige economische winst.
Economische winstNettowinst na belastingen
verminderd met de naar risico
gewogen kapitaalkosten.
Fusies & overnamesActiviteiten op het gebied van
fusies, overnames,
privatiseringen, adviesdiensten
en emissies.
GAAPGenerally Accepted Accounting
Principles: algemeen aanvaarde
verslaggevingsregels.
GoodwillHet verschil tussen de
verkrijgingsprijs van een
deelneming en de reële waarde
van de afzonderlijke netto activa
en passiva.
HedgeBescherming van een financiële
positie door hetzij kort hetzij lang
te gaan, vaak met gebruikmaking
van derivaten.
International Financial Reporting Standards (IFRS)Verslaggevingsgrondslagen
(voorheen International
Accounting Standards) die zijn
opgesteld en aanbevolen door de
International Accounting
Standards Board. De Europese
Unie heeft bepaald dat alle
beursgenoteerde naamloze
vennootschappen in de EU deze
grondslagen vanaf boekjaar 2005
moeten toepassen.
Joint ventureSamenwerkingsverband tussen
twee of meer juridisch los van
elkaar staande bedrijven.
Verklarende woordenlijst
Overige gegevens
247
KlokkenluiderbeleidHet beleid van ABN AMRO dat
alle medewerkers in staat stelt
om vermoedens van onoorbare
praktijken kenbaar te maken
zoals fraude, handel met
voorkennis of openbaarmaking
van vertrouwelijke klant-
informatie.
KredietequivalentSom van de vervangingswaarde
(indien de tegenpartij niet aan
zijn verplichtingen kan voldoen)
en het potentiële kredietrisico,
berekend als een percentage van
het nominale bedrag. Het
toepasselijke percentage is
afhankelijk van de aard en de
resterende looptijd van het
contract.
Loss Given DefaultHet verlies dat de bank naar
verwachting zal lijden op een
uitzetting als de tegenpartij in
gebreke blijft.
Managing for Value (MfV)Het instrument dat ABN AMRO
gebruikt voor maximering van
waardecreatie. Op basis van MfV
worden de beschikbare middelen
gealloceerd aan die activiteiten
die op lange termijn de hoogste
economische winst genereren.
Twee relevante begrippen in dit
verband zijn economische winst
en economische waarde.
MarktrisicoRisico samenhangend met
fluctuaties in beurs- en
valutakoersen en/of
rentetarieven.
MiddensegmentKlantsegment waar ABN AMRO
zich strategisch op richt. Het
middensegment van de
particuliere markt omvat klanten
die behoefte hebben aan meer
dan een standaardpakket
bankdiensten en -producten
(meer bemiddelde en
welgestelde relaties) maar nog
niet behoren tot de kleine groep
klanten aan de bovenkant van de
private banking-markt. Het
middensegment van de zakelijke
markt omvat middelgrote
bedrijven en een klein aantal
grote ondernemingen en
financiële instellingen.
Mortgage Servicing Right (MSR)Het recht op een
inkomstenstroom uit
woninghypotheken
waartegenover de verplichting
staat om bepaalde
administratieve werkzaamheden
met betrekking tot de
betreffende hypotheken te
verrichten. Dergelijke rechten en
verplichtingen kunnen van derden
worden overgenomen. Tot de
administratieve taken behoren
het innen van aflossingen, rente
en escrow-betalingen door
kredietnemers, het betalen van
belastingen en
verzekeringspremies ten behoeve
van kredietnemers, het bewaken
van betalingsachterstanden, het
regelen van executoriale verkoop
en de verantwoording en
uitvoering van betalingen van
hoofdsom en rente aan de
beleggers. Indien bij de verkoop
van een hypotheekportefeuille
het administratief beheer niet
wordt overgedragen, worden de
MSR’s als een actiefpost op de
balans verantwoord.
Non-performing kredietKrediet waarbij er objectieve
aanwijzingen zijn dat niet alle
contractueel overeengekomen
bedragen geïnd zullen worden en
waarvoor een debiteuren-
voorziening wordt gevormd.
Notional amountDe hoofdsom van een
derivatencontract.
Opties (aandelen en valuta)Contractueel recht om gedurende
een bepaalde periode of op een
bepaalde datum een vastgestelde
hoeveelheid van een bepaalde
onderliggende waarde te kopen
(calloptie) c.q. te verkopen
(putoptie) tegen een tevoren
vastgestelde prijs.
Preferent aandeelEen aandeel dat per boekjaar bij
voorrang aan de houder ervan
recht geeft op een vast dividend.
Private bankingRicht zich op de ontwikkeling en
uitvoering van het beleid ten
aanzien van vermogende relaties
en kleine/middelgrote
institutionele beleggers.
RAROCRisk Adjusted Return on Capital:
het naar risico gewogen
rendement afgezet tegen het
economisch kapitaal. Deze
maatstaf geeft een consistent
inzicht in de winstgevendheid
van de bedrijfsactiviteiten.
Rendement op eigen vermogenDe aan houders van gewone
aandelen van de moeder-
maatschappij toe te rekenen
nettowinst gedeeld door het
eigen vermogen aandeelhouders.
Overige gegevens
248
Risico gewogen activaHet totaal van de activa en
buitenbalansposten berekend op
basis van de risicograad van de
individuele posten.
ScenarioanalyseMethode voor berekening en
beheersing van onder meer het
renterisico. Op basis van
verschillende scenario’s van
toekomstige wijzigingen in de
marktrente, worden de netto-
rentebaten ingeschat.
SecuritisatieHerstructurering van kredieten in
de vorm van verhandelbare
effecten.
SolvabiliteitMaatstaf voor het financiële
weerstandsvermogen van een
onderneming, veelal uitgedrukt in
het eigen vermogen als
percentage van het balanstotaal
of – voor banken – in de BIS-
ratio.
Structured financeInternationale activiteit gericht op
de kredietverlening in specifieke
product/markt-combinaties, de
ontwikkeling en marketing van
complexe financiële constructies,
de exportfinanciering van
kapitaalgoederen en de
financiering van grootschalige
projecten.
Sweet spotHiermee wordt door ABN AMRO
het middensegment van de
markt aangeduid waar wij sterk
gepositioneerd zijn en een
concurrentievoordeel hebben.
Tier 1 ratioKernvermogen van de bank
uitgedrukt als percentage van de
naar risico gewogen activa.
Totaalrendement voor aandeelhoudersWijziging van de aandelenkoers
vermeerderd met
dividendrendement.
TreasuryIs verantwoordelijk voor alle
geldmarkt- en valutaoperaties.
TrustConstructie waarbij vermogen
wordt toevertrouwd aan een
trustee, die dat vermogen
beheert.
Uniform Credit Rating (UCR)Een classificatiesysteem voor
kredietwaardigheid, dat de kans
aangeeft dat een tegenpartij in
gebreke blijft bij de betaling van
rente en/of hoofdsom en/of
andere financiële verplichtingen
jegens de bank.
Value-at-Risk (VaR)De statistische analyse van
historische markttrends en
volatiliteiten teneinde de
waarschijnlijkheid in te schatten
dat de verliezen op een
portefeuille een bepaald bedrag
zullen overschrijden.
ValutarisicoHet prijsrisico samenhangend
met de wijziging van
wisselkoersen.
Vermogen onder administratieHet totale vermogen van klanten
dat voor beleggingsdoeleinden
wordt beheerd door of in
bewaring is gegeven aan een
financieel dienstverlener,
waaronder tevens begrepen het
vermogen van zakelijke klanten in
het kader van bewaarneming,
correspondent banking en/of
werkkapitaal.
Vermogenswaarde per aandeelWaarde van alle activa van een
bedrijf minus de verplichtingen,
gedeeld door het aantal
uitstaande aandelen.
VolatiliteitEen statistische maatstaf voor de
mate waarin grootheden
(marktprijzen, rentes) in de tijd
fluctueren.
VoorzieningBedrag dat ten laste van het
resultaat wordt gebracht om
mogelijke verliezen op dubieuze
of oninbare kredieten af te
dekken.
Overige gegevens
249
Afkortingen
ACES ABN AMRO Central Enterprise Services Private Limited
AIRB Advanced International Ratings Based-benadering voor kredietrisico’s
ALCO Asset and Liability Committee
ALM Asset and Liability Management
AM Asset Management
AMA Advanced Measurement Approaches-benadering voor operationele risico’s
BBP Bruto Binnenlands Product
BIS Bank for International Settlements (Bank voor Internationale Betalingen)
BRL Braziliaanse real
BU Business Unit
C&CC Consumer & Commercial Clients
CAAML Client Acceptance & Anti-Money Laundering (beleid inzake klantacceptatie en
witwaspraktijken)
CB Covered bond
CEO Chief Executive Officer
CFO Chief Financial Officer
COO Chief Operating Officer
COR Centrale Ondernemingsraad
CPC Compliance Policy Committee
CRD Capital Requirements Directive
CRO Chief Risk Officer
ESC European Staff Council (Europese Ondernemingsraad)
EU Europese Unie
EUR Euro
EVCA European Private Equity & Venture Capital Association
FIFF Fixed Income, Futures and FX
FTE Fulltime equivalent (voltijdequivalent)
GALM Group Asset and Liability Management
GBC Group Business Committee
GBP Pond sterling
GF Group Functions
GRC Group Risk Committee
GREFM Group Real Estate & Facilities Management
GRM Group Risk Management
GSS Group Shared Services
HR Human Resources
IASB International Accounting Standards Board
IFRIC IASB International Financial Reporting Interpretations Committee
IFRS International Financial Reporting Standards
ISO International Organization for Standardisation
IT Informatietechnologie
LGD Loss Given Default
MfV Managing for Value
MKB Midden- en kleinbedrijf
MRM Market Risk Management
MSR Mortgage Servicing Right
N&C Nomination & Compensation
Overige gegevens
250
NA Noord-Amerika
NGM New Growth Markets
NL Nederland
NYSE New York Stock Exchange
OESO Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
ORM Operational Risk Management
OTC Over-the-Counter
PC Private Clients
PFS Personal Financial Services
PSP Performance Share Plan
RAROC Risk adjusted return on capital
RGA Naar risico gewogen activa
SCB Structured covered bond
SEC Securities and Exchange Commission
SEPA Single Euro Payments Area (gemeenschappelijk eurobetalingsgebied)
SEVP Senior Executive Vice President
SOXA Sarbanes-Oxley Act 2002
SPE Special Purpose Entity
SRI Socially Responsible Investment (maatschappelijk verantwoord beleggen)
TRS Total return to shareholders (totaalrendement voor aandeelhouders)
UCR Uniform Counterparty Rating
USD US-dollar
VaR Value-at-Risk
WCS Wholesale Clients
Overige gegevens
251
Publicaties
Jaarverslag 2005Beschikbaar in het Nederlands en het Engels.
Jaarverslag 2005 in Form 20-FAlleen beschikbaar in het Engels.
Persberichten kwartaalcijfersBeschikbaar in het Nederlands en het Engels.
DuurzaamheidsverslagBeschikbaar in het Nederlands en Portugees
(uitsluitend als PDF-bestand) en in het Engels.
Corporate governance-supplementBeschikbaar in het Nederlands en het Engels,
uitsluitend als PDF-bestand.
BestelprocedureDe bovengenoemde publicaties zijn
verkrijgbaar via www.abnamro.com.
Gedrukte exemplaren kunnen als volgt
worden besteld:
• via het internet www.abnamro.com;
• telefonisch: +31 (0)20 628 7835;
• per e-mail: [email protected].
ABN AMRO Holding N.V.
Gustav Mahlerlaan 10
1082 PP Amsterdam
Correspondentieadres:
Postbus 283
1000 EA Amsterdam
Telefoon:
+ 31 (0)20 628 93 93
+ 31 (0)20 629 91 11
Internet:
www.abnamro.com
ABN AMRO Holding N.V., gevestigd te Amsterdam, Handelsregister K.v.K. Amsterdam,
nr. 33220369.
De bank bestaat uit de ter beurze genoteerde onderneming ABN AMRO Holding N.V.,
die haar bedrijf nagenoeg geheel uitoefent via haar volledige dochteronderneming
ABN AMRO Bank N.V., dan wel via de talrijke dochterondernemingen van
ABN AMRO Bank N.V.
Colofon
Ontwerp: Eden Design & Communication, Amsterdam
Fotografie thema ‘Potentieel’: Reinier Gerritsen, Amsterdam
Foto Raad van Bestuur, pagina 6: Ron Offermans, Amsterdam
Druk: Thieme Amsterdam bv, Amsterdam
Productie: ABN AMRO Group Communications
Dit verslag is gedrukt op Biotop3
AA_JV05_Omslag_N.indd 2 21-03-2006 15:12:38
12.0.3.06
AA_JV05_Omslag_N.indd 1 21-03-2006 15:12:36