ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

12
Nederlandse economie in zicht Economisch Bureau 7 juni 2013 Sectorprognoses 2013-14 Volumemutatie toegevoegde waarde Bron: CBS, ABN AMRO Thema: Sectorprognoses (p.2) In 2013 zit er maar voor weinig sectoren groei in het verschiet. Alle sectoren die overwegend op het binnenland gericht zijn, hebben last van de daling van de consumptie. Die wordt veroorzaakt door de afname van het reëel besteedbaar inkomen, terwijl ook het negatieve vermogenseffect van de daling van de huizenprijzen zijn tol eist. Sectoren die voor een belangrijk deel op de export zijn gericht zullen beter presteren, profiterend van de naar verwachting aantrekkende wereldhandel. Voor 2014 lijkt een voorzichtig pad naar groei mogelijk voor de meeste sectoren. De detailhandel zal daar nog niet bij horen, waarmee de sector het vierde achtereenvolgende jaar van krimp zal ingaan. Net als voor de macro-ramingen geldt dat er nog geen rekening gehouden is met extra bezuinigingen. Zodra hierover meer bekend is, zullen wij de prognoses voor de sectoren die daardoor worden geraakt, aanpassen. Conjunctuur: Minder krimp in eerste kwartaal – herstel mogelijk in tweede halfjaar (p.6) De economie liet in het eerste kwartaal een lichte verdere krimp zien. De daling van het BBP was opnieuw geringer dan in het voorgaande kwartaal. Het cijfer was echter geflatteerd door het koude weer, dat heeft gezorgd voor een flink hogere gasproductie. Het lijkt het er mede daarom nog niet op dat aan de teruggang in het tweede kwartaal een einde komt. Toch is in het tweede halfjaar wel enig herstel mogelijk - via de uitvoer, die kan profiteren van de aantrekkende wereldhandel. Het voorzichtige herstel kan doorzetten in 2014. Als echter wordt besloten om in 2014 extra te bezuinigen, zal de groei duidelijk lager uitkomen dan de nu geraamde 1%. 2014

description

Sectorprognoses voor 2013-2014. Voor 2013 is het een gemengd patroon. De industrie, groothandel en de agrarische sector laten een verbetering van het patroon zien. Maar de detailhandel heeft zwaar te lijden onder de afnemende consumentenbestedingen. Dat zelfde geldt voor de autoretail, waarbij bovendien ook de vraag vanuit de zakelijke kant nog zal tegenvallen vanwege de geringe investeringsbereidheid bij ondernemingen. In 2014 voorzien we een beperkte groei van de economie, waarbij in de meeste sectoren een lichte toename van de activiteiten valt te verwachten. Wij voorzien ook dat in 2014 het dal in de bouw zal worden bereikt. De consument zal het nog laten afweten in 2014, waardoor de detailhandel ook in dat jaar nog geconfronteerd wordt met krimp.

Transcript of ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

Page 1: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

Nederlandse economie in zicht Economisch Bureau

7 juni 2013

Sectorprognoses 2013-14

Volumemutatie toegevoegde waarde

Bron: CBS, ABN AMRO

Thema: Sectorprognoses (p.2)

In 2013 zit er maar voor weinig sectoren groei in het verschiet. Alle sectoren die overwegend op

het binnenland gericht zijn, hebben last van de daling van de consumptie. Die wordt veroorzaakt

door de afname van het reëel besteedbaar inkomen, terwijl ook het negatieve vermogenseffect

van de daling van de huizenprijzen zijn tol eist. Sectoren die voor een belangrijk deel op de

export zijn gericht zullen beter presteren, profiterend van de naar verwachting aantrekkende

wereldhandel. Voor 2014 lijkt een voorzichtig pad naar groei mogelijk voor de meeste sectoren.

De detailhandel zal daar nog niet bij horen, waarmee de sector het vierde achtereenvolgende

jaar van krimp zal ingaan.

Net als voor de macro-ramingen geldt dat er nog geen rekening gehouden is met extra

bezuinigingen. Zodra hierover meer bekend is, zullen wij de prognoses voor de sectoren die

daardoor worden geraakt, aanpassen.

Conjunctuur: Minder krimp in eerste kwartaal – herstel mogelijk in tweede halfjaar (p.6)

De economie liet in het eerste kwartaal een lichte verdere krimp zien. De daling van het BBP

was opnieuw geringer dan in het voorgaande kwartaal. Het cijfer was echter geflatteerd door het

koude weer, dat heeft gezorgd voor een flink hogere gasproductie. Het lijkt het er mede daarom

nog niet op dat aan de teruggang in het tweede kwartaal een einde komt. Toch is in het tweede

halfjaar wel enig herstel mogelijk - via de uitvoer, die kan profiteren van de aantrekkende

wereldhandel. Het voorzichtige herstel kan doorzetten in 2014. Als echter wordt besloten om in

2014 extra te bezuinigen, zal de groei duidelijk lager uitkomen dan de nu geraamde 1%.

2014

Page 2: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

2 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Sectorprognoses 2013-14Jacques van de Wal – 020 628 0499

In 2012 groeiden de sectoren zorg en overheid, maar praktisch heel het bedrijfsleven had te maken met een krimp van de

activiteiten. In de bouw was de contractie met 8,4% het sterkst. Ook in de industrie en groothandel was er krimp. Deze

sectoren hebben kunnen profiteren van een toenemende export in 2012, maar blijkbaar was dat niet genoeg om de krimp in de

binnenlandse activiteiten te compenseren. Opvallend is wel het kleine ‘plusje’ voor transport en logistiek. Een verklaring

hiervoor is waarschijnlijk dat deze sector heeft geprofiteerd van de doorvoerhandel via de Rotterdamse haven naar Duitsland.

Voor 2013 is het een gemengd patroon. De industrie, groothandel en de agrarische sector laten een verbetering van het

patroon zien. Maar de detailhandel heeft zwaar te lijden onder de afnemende consumentenbestedingen. Dat zelfde geldt voor

de autoretail, waarbij bovendien ook de vraag vanuit de zakelijke kant nog zal tegenvallen vanwege de geringe investerings-

bereidheid bij ondernemingen.

In 2014 voorzien we een beperkte groei van de economie, waarbij in de meeste sectoren een lichte toename van de activiteiten

valt te verwachten. Wij voorzien ook dat in 2014 het dal in de bouw zal worden bereikt. De consument zal het nog laten

afweten in 2014, waardoor de detailhandel ook in dat jaar nog geconfronteerd wordt met krimp. In het navolgende een korte

toelichting per sector.

Agrarische sectorIn 2013 zal de productie in de akkerbouw een stijging laten

zien na een minder grote productie in 2012. Hierbij gaan we

ervan uit dat de weersomstandigheden geen roet in het eten

gooien. Het areaal zal geen grote mutaties laten zien, terwijl

de productie per hectare zal toenemen. Een grotere productie

in zowel Nederland als de andere EU-landen zal leiden tot een

daling van het prijsniveau. In de glastuinbouw zal het areaal

een lichte daling laten zien, terwijl de opbrengst per hectare

door meer normale weersomstandigheden zal toenemen. In de

fruitteelt, een relatief kleine branche in de agrarische sector,

zal de productie in 2013 sterk toenemen na het door

vorstschade geteisterde beurtjaar 2012. Tevens was de bloei

in 2012 slecht. In de melkveehouderij neemt de melkaanvoer

toe. Het aantal varkensslachtingen neemt in 2013 licht af door

strengere regelgevingen. In de pluimveehouderij zullen geen

grote productiemutaties optreden. Als we alle voorgaande

ontwikkelingen afwegen, schatten we in dat de productie in de

agrarische sector in 2013 met 1,5% zal groeien, een groei die

boven de trend ligt. In 2014 zal de productie de trendlijn weer

volgen en op circa 1% uitkomen.

IndustrieExporterende industriële branches, vooral die de weg naar

marktgebieden buiten de eurozone weten te vinden, zullen hun

productie sterker zien toenemen dan branches die zich

focussen op Nederland of de eurozone. Wel zal een branche

zoals de metaalproductenindustrie met een matige

exportintensiteit profiteren van de groei van de export van de

machine-industrie, die niet alleen hoog scoort wat de

exportintensiteit betreft, maar ook wat betreft het aandeel van

het marktgebied buiten de eurozone. Branches waarvoor de

export, direct dan wel indirect, geen betekenis heeft, zich

richten op duurzame consumentengoederen dan wel

bouwgerelateerde producten, worden geconfronteerd met

hooguit een stabilisering van de productie in de komende

jaren.

Agrarische sector, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Industrie, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Page 3: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

3 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

BouwDe verwachting is dat de bouwproductie in 2013 met 5% zal

dalen. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de stagnerende

woningbouw en de bezuinigingen op infrastructurele projecten

door de overheid. Voor 2014 wordt een stabilisatie verwacht.

De woningbouw zal nog dalen, dit wordt veroorzaakt door de

achterblijvende nieuwbouw als gevolg van het lage aantal

afgegeven vergunningen hiervoor. Ook de blijvende

onzekerheid over overheidsmaatregelen stagneert de

nieuwbouwproductie. Onderhoud en renovatie van woningen

zal wel een lichte groei laten zien. De bezuinigingen van de

overheid op infrastructurele projecten zorgt in 2014 ook nog

voor een daling in de nieuwbouw van projecten in de grond-,

water- en wegenbouw. Het onderhoud zal wel licht stijgen. De

enige positieve uitzondering is de groei in de bouw van

bedrijfsgebouwen. De verwachting is dat de utiliteitsbouw zal

profiteren van de aantrekkende bedrijfsinvesteringen. Dit zal

echter niet genoeg zijn om de bouw in 2014 te laten groeien.

GroothandelNa twee jaren van stijgende volumes in 2010 en 2011, heeft

de groothandel ‘de plus’ in 2012 niet kunnen vasthouden. De

afgezette volumes zijn in 2012 met ca 0,5% afgenomen.

Daarmee behoort de groothandel nog tot de relatief ‘best’

presterende sectoren; de meeste sectoren werden

geconfronteerd met een forsere krimp. De verschillen binnen

de sector zijn groot en tonen zich goed langs de lijn

exporterende (positief) en distribuerende (overwegend

negatief) groothandel. Zo weet de groothandel in voedings- en

genotmiddelen en agrarische producten overwegend groei te

laten zien en de groothandel in kleding en consumentenap-

paratuur overwegend krimp. In 2013 zullen de volumes gelijk

blijven, om in 2014 met een half procent toe te nemen.

DetailhandelDe Nederlandse detailhandel kent een moeilijke tijd sinds het

uitbreken van de economische crisis in 2008. Een afnemend

besteedbaar inkomen en grote onzekerheid over de eigen

financiële situatie hebben ervoor gezorgd dat de

consumentenbestedingen de afgelopen jaren zijn

teruggelopen en de resultaten in de detailhandel staan dan

ook fors onder druk. Alleen in 2010 werd nog een bescheiden

groei van 0,5% gerealiseerd. In 2009 (-2,7%), 2011 (-0,4%) en

in 2012 (-1%) daalden de volumes en ook in 2013 zal

toenemende werkloosheid en een afnemende koopkracht de

bestedingen in de detailhandel blijven drukken. Pas in 2014

zal deze trend gaan keren en zal, onder invloed van

aantrekkende consumptieve bestedingen, de krimp in de

detailhandel afnemen en komt er misschien zelfs ruimte voor

een kleine groei aan het eind van het jaar. Toch zal de jaar-op-

jaarontwikkeling ook dan per saldo nog negatief zal zijn.

Detailhandel, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Bouw, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Groothandel, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Page 4: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

4 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

AutoretailDe lagere volumes van de nieuwverkopen in 2013 zijn behalve

door conjuncturele zwakte ook een weerslag van veel naar

voren gehaalde verkopen in 2012. De nieuwverkopen zullen in

2013 circa 15 tot 20% dalen. Onze eerdere verwachting van

430.000 handhaven wij, maar de waarschijnlijkheid van een

neerwaartse bijstelling groeit. Omdat ook de inkomsten uit

aftersales en occasions onder druk staan, zal het totale

volume in de branche circa 5% dalen. In 2014 zal een beperkt

herstel van volume optreden met 2%, die veroorzaakt wordt

door een stijging van de nieuwverkopen. Die zullen in 2014

herstellen naar circa 470.000, maar blijven wel ruim beneden

het verkoopgemiddelde van 500.000 deze eeuw. Doordat er

druk blijft op de andere inkomstenbronnen blijft het herstel

voorzichtig.

Transport & logistiekABN AMRO verwacht dat de transportvolumes in 2013 nog

zullen dalen. De daling van het BBP in Nederland en de

beperkte economische groei in Duitsland bieden weinig

perspectief voor de transportvolumes. Vooral de

ondernemingen gericht op binnenlandse transportstromen

zullen het moeilijk krijgen. ABN AMRO verwacht namelijk nog

een daling van de volumes in de Bouw en Retail. Anders is het

in 2014. Door het aantrekken van de wereldeconomie, zal de

export en daarmee ook de import in zowel Nederland als

Duitsland groeien. Voor Nederland verwacht ABN AMRO een

groei van de export en import van 5%. Nog hogere groeicijfers

verwacht ABN AMRO voor Duitsland. De particuliere

consumptie in Nederland zal stabiliseren en ook de Bouw zal

niet verder dalen. Dit komt de transportstromen ten goede, die

een groei tegemoet zullen zien in 2014. De groei zal echter

nog niet voldoende zijn om de volumedaling van circa 7% in

2009 goed te maken. Daarnaast kampt de gehele sector met

overcapaciteit en druk op de tarieven. Ook dit zal in 2014 nog

een punt van zorg blijven.

TMTTMT is een sector die sterk op Nederland gericht is. Daarom

zijn de verwachtingen voor 2013 niet erg hooggespannen. De

advertentiemarkt zal in 2013 nog een moeilijk jaar krijgen,

terwijl veel mediabedrijven kampen met structurele

veranderingen in de markt. De uitdagingen zijn met name voor

traditionele uitgeverijen erg groot. Ook in de IT hebben

bedrijven behalve last van de conjunctuur ook te maken met

veranderingen in de markt. Klanten willen niet meer volgens

het ‘uurtje-factuurtje’ principe betaald worden, maar voor

behaalde resultaten. In 2014 zullen de advertentievolumes

weer wat kunnen aantrekken, waardoor de sector als geheel in

2014 de omslag naar groei kan gaan maken. Bij deze zwakke

vooruitzichten moet wel opgemerkt worden dat er veel

dynamiek bestaat, zodat in bepaalde segmenten (bijvoorbeeld

de ontwikkeling van apps) de specifieke vooruitzichten positief

kunnen zijn.

TMT, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Autoretail, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Transport & logistiek, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Page 5: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

5 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Zakelijke dienstverleningDe zakelijke dienstverlening is een arbeidsintensieve sector.

Ruim 40% van de totale kosten heeft betrekking op personeel,

terwijl in andere sectoren dit percentage rond of ruim onder de

30% ligt. Om inzicht te krijgen in volumemutaties voor de

dienstensector, is vooral de ontwikkeling van het aantal

gewerkte uren relevant. Sinds 2011 zit de groei van het aantal

gewerkte uren in de dienstensector in een neerwaartse trend.

Sterker nog, vanaf het vierde kwartaal van 2011 is het aantal

gewerkte uren in de sector niet meer gegroeid, maar

gekrompen met gemiddeld 1,2%. ABN AMRO verwacht dat

deze trend gedurende het eerste half jaar van 2013 nog

voorzet, om vervolgens in de laatste zes maanden van 2013

weer enigszins te kunnen herstellen. Per saldo gaat ABN

AMRO uit van een lichte krimp van 0,25% in het aantal

gewerkte uren over heel 2013. De inkoop van diensten door

zowel bedrijfsleven als de overheid zal nog enige onder druk

ondervinden gedurende 2013, waarmee de groei van het

aantal opdrachten voor de totale dienstensector geen

significante verbeteringen zal laten zien. In 2014 wordt het

beeld anders en verwacht ABN AMRO dat het aantal gewerkte

uren zal groei met 1% j-o-j. Het tempo van deze groei is echter

nog beperkt. Dit komt vooral doordat de overheidsbestedingen

nog niet zullen herstellen in 2014. De dienstensector is echter

in grotere mate afhankelijk van de ontwikkelingen in

marktsectoren en daar verwacht ABN AMRO dat de bedrijfs-

investeringen verder zullen aantrekken. En op het moment dat

het volume in deze sectoren aantrekt, zal de dienstensector

snel volgen

Zakelijke dienstverlening, volumemutatie

%

Bron: CBS, ABN AMRO

Page 6: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

6 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Nederlandse conjunctuur Nico Klene – 020 628 4204

De economie liet in het eerste kwartaal een lichte verdere

krimp zien. Daarmee was de krimp opnieuw geringer dan in

het voorgaande kwartaal. Het lijkt er echter nog niet op dat aan

de teruggang al dit kwartaal een einde komt. Toch is in het

tweede halfjaar wel enig herstel mogelijk.

Lichte krimp in eerste kwartaal is wat geflatteerd

In het eerste kwartaal daalde het BBP met 0,1% ten opzichte

van het voorgaande kwartaal - fors minder dan de -0,4% in het

slotkwartaal van 2012 en de -1,0% in de zomerperiode. Ook

was de BBP-daling iets geringer dan in de eurozone.

Kijkend naar de verschillende bestedingscomponenten zien

we positieve en negatieve ontwikkelingen (zie grafiek). Heel

negatief was het beeld van de investeringen, die afnamen met

5% k-o-k. Zowel de investeringen van bedrijven als die in

woningen en die van de overheid daalden. Ook de consumptie

door de overheid viel terug. Ten slotte viel de voorraadvorming

flink lager uit dan in het voorgaande kwartaal met als gevolg

dat de bijdrage aan de BBP-groei negatief was.

Mede door de forse krimp van de investeringen en door de

geringere voorraadvorming liet de invoer een daling zien. De

uitvoer echter groeide juist. En verrassenderwijs is de

particuliere consumptie toegenomen (met 0,4% k-o-k) – voor

het eerst na acht kwartalen van krimp.

De cijfers zijn echter vertekend door het koude weer in het

eerste kwartaal. Daardoor is veel meer gas geproduceerd én

verbruikt (in binnen- en buitenland). Zo steeg de delfstoffen-

winning in het eerste kwartaal met ruim 12½% k-o-k, terwijl

ook de productie van energiebedrijven duidelijk hoger uitviel

(+4% k-o-k). Samen was dit goed voor een (extra) bijdrage

aan de BBP-groei van ongeveer 0,4%-punt. (Daarbij is

gecorrigeerd voor de gebruikelijke productie-ontwikkeling.)

Voor het (fors hogere) verbruik van energie moeten we het

doen met jaar-op-jaargroeicijfers. In het eerste kwartaal

verbruikten gezinnen 12½% meer gas dan een jaar geleden.

Vooral in maart was de toename zeer fors. Corrigerend voor

het gemiddelde energieverbruik, resulteert een bijdrage aan de

BBP-groei van zo’n ¼%-punt. Volumecijfers van de uitvoer van

gas zijn er nog niet. Maar de uitvoergroei is eveneens wat

geflatteerd door het hogere gasverbruik in het buitenland.

Daar staat tegenover dat de kou mogelijk ook een negatief

effect op het BBP heeft gehad. De bouwproductie, die overi-

gens al enige tijd inzakt, liet in het eerst kwartaal een nóg wat

sterkere terugval zien. En wellicht heeft ook de tegenvallende

ontwikkeling van de economie van Duitsland, onze

belangrijkste handelspartner, de groei (heel) licht gedrukt.

Slechts lichte krimp in eerste kwartaal

%

Bron: Thomson Reuters Datastream

Uitvoer steeds belangrijk voor groei van BBP

Bruto bijdrage aan BBP-groei in %-punten (k-o-k)

Bron: Thomson Reuters Datastream

Sterke groei delfstoffenwinning in eerste kwartaal

% k-o-k

Bron: Thomson Reuters Datastream

-6

-4

-2

0

2

4

6

-2,5

-1,5

-0,5

0,5

1,5

2,5

06 07 08 09 10 11 12 13

% k-o-k (l.a.) % j-o-j (r.a.)

-3

-2

-1

0

1

2

3

12 13

Uitvoer

Invoer

Voorraden

Investeringen

Overh.consumptie

Part. consumptie

BBP (% k-o-k)

-15

-10

-5

0

5

10

15

10 11 12 13

Page 7: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

7 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Sentimentindicatoren weer verbeterd

De verschillende barometers van de economie hebben na

januari of februari even een terugval laten zien. In april of mei

leek de eerdere opgaande lijn echter weer te zijn opgepakt. De

Economisch-sentimentindicator en het vertrouwen in de

industrie lieten in mei voor respectievelijk de tweede en eerste

maand weer een stijging zien (zie grafiek). Dat biedt

perspectief op enig herstel van de economische groei, maar

vermoedelijk nog niet in het tweede kwartaal. Daarvoor liggen

deze indicatoren nog op een te laag niveau.

Bovendien moeten we er rekening mee houden dat de

gasproductie in het tweede kwartaal méér terugvalt ten

opzichte van het eerste kwartaal dan normaal het geval is. In

het eerste kwartaal was de gasproductie immers ongebruikelijk

hoog. De positieve bijdrage aan de BBP-groei valt dan weg,

waardoor het BBP mogelijk opnieuw (k-o-k) wat afneemt. Aan

de andere kant moeten we constateren dat ook de periode

april-mei (en vooral de maand mei) kouder is dan normaal (en

ook dan vorig jaar). Misschien is er daarom dit kwartaal

opnieuw een (licht) gunstig ‘gaseffect’ op het groeicijfer.

Buitenland: licht herstel in aantocht

Ook in het buitenland zien we weer enige verbetering van de

sentimentindicatoren. Zo zijn de (voorlopige) inkoopmanagers-

indices van de eurozone in mei weer wat gestegen. Ook de

gerenommeerde Duitse Ifo-index steeg. En de Economisch-

sentimentindicator van de eurozone ging eveneens omhoog.

Dat wijst er mogelijk op dat we het dal gepasseerd zijn. Wat

verder van belang is, is het respijt (van één of twee jaar) dat

enkele landen hebben gekregen om hun overheidsfinanciën

op orde te brengen. Dat betekent niet alleen dat vooralsnog

geen extra bezuinigingen vereist zijn (zoals dít jaar in

Nederland), maar dat sommige landen hun al voorgenomen

maatregelen uitstellen. Daardoor valt de begrotings-

consolidatie in die landen lager uit. Het remmende effect op de

groei zal daardoor in het tweede halfjaar en volgend jaar

geringer zijn.

De economie van de VS laat momenteel minder groei zien.

Dat heeft te maken met de maatregelen die onlangs zijn inge-

gaan om het begrotingstekort terug te dringen. We gaan ervan

uit dat deze periode van lagere groei van vrij korte duur is.

Fundamenteel is de Amerikaanse economie sterker geworden

(verbetering financiële positie van bedrijven en gezinnen;

woningmarkt). Al met al verwachten we dat de wereld-

economie in het tweede halfjaar weer verder opkrabbelt.

Uitvoer blijft groeien – dankzij concurrentiekracht

Op basis daarvan voorzien we dat de uitvoer, die onlangs iets

minder groei liet zien, kan blijven groeien en daarmee de

motor blijft van de economie. De uitvoer profiteert daarbij van

de goede internationale concurrentiepositie van Nederland.

Barometers Nederlandse economie omhoog

Indices

Bron: Thomson Reuters Datastream, CBS

Eerste vijf maanden 2013 kouder dan normaal

Gemiddelde maandtemperatuur (°C)

Bron: KNMI

Gunstige concurrentiepositie van Nederland

Mondiale top-15 (scores tussen 0 en 7)

Bron: World Economic Forum

60

68

76

84

92

100

108

116

-25

-20

-15

-10

-5

0

5

10

06 07 08 09 10 11 12 13

Producentenvertrouwen industrie (l.a.)

Economisch-sentimentindicator (r.a.)

0

3

6

9

12

15

jan feb mrt apr mei

Normaal 2013

4,5 5,0 5,5 6,0

Zwitserland

Singapore

Finland

Zweden

Nederland

Duitsland

VS

VK

Hongkong

Japan

Qatar

Denemarken

Taiwan

Canada

Noorwegen

Page 8: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

8 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Consumptie daalt opnieuw in 2013

De binnenlandse bestedingen staan nog onder druk. Daar

doet de groei van de consumptie in het eerste kwartaal niets

aan af. We zagen immers dat dat cijfer flink werd geflatteerd

door het fors hogere gasverbruik. Het reëel besteedbaar

inkomen laat dit jaar opnieuw een daling zien. Dat komt onder

meer doordat de loonstijging achterblijft bij de inflatie. In reële

termen is er dus sprake van een daling. Verder tasten ook

diverse maatregelen van de overheid de koopkracht aan,

terwijl bovendien de werkgelegenheid afneemt.

Wat de consumptie eveneens drukt, is de daling van de

huizenprijzen, waardoor het vermogen van gezinnen afneemt.

Volgens modelberekeningen van het CPB resulteert een

prijsdaling van 10% na een viertal jaren in een lager

consumptieniveau van ruwweg 1½% (vergeleken met de

situatie dat de huizenprijzen niet zouden zijn gedaald).

Inmiddels is de daling van de huizenprijzen sinds de piek in de

zomer van 2008 bijna 20%. Het dubbele dus. De prijsdaling

heeft zich echter niet in één keer voorgedaan, maar is

geleidelijk verlopen. Daardoor vallen de effecten wat anders uit

dan volgens het ‘spoorboekje’ van het CPB: de jaarlijkse

effecten zijn wellicht tot op heden wat lager uitgevallen, maar

het duurt vermoedelijk juist langer voordat ze uitgewerkt zijn.

Dit jaar zal de consumptie door de genoemde factoren op-

nieuw sterk afnemen, hoewel mogelijk iets minder dan we tot

voor kort dachten. Dit laatste komt door de hogere consumptie

in het eerste kwartaal. Volgend jaar lijkt de ontwikkeling van

het besteedbaar inkomen wat beter uit te vallen. Het CPB

voorziet (in het Centraal Economisch Plan 2013) zelfs dat de

gemiddelde individuele koopkracht volgend jaar eindelijk weer

wat zal verbeteren. Maar omdat het negatieve vermogens-

effect van de gedaalde huizenprijzen aanhoudt, lijkt een

stijging van de consumptie nog niet waarschijnlijk.

Positieve groei in aantocht - bezuinigingen vormen risico

Ook de investeringen dalen dit jaar. Bij het voorzichtige herstel

dat wij voorzien, zijn er nu nog weinig prikkels om te gaan

investeren, al worden de perspectieven voor de exportsector

wel beter. Bovendien kan de (voorziene) verbetering van het

internationale economisch beeld het vertrouwen van ‘binnen-

landse’ ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfs-

investeringen kan dan ook later dit jaar een eind komen.

De overheidsbestedingen dalen dit jaar onder invloed van de

begrotingsombuigingen van de overheid.

Al met al krimpt de economie in 2013 gemiddeld met 0,8% -

vooral door de flinke krimp in de tweede helft van 2012. Door

het voorzichtige herstel dat naar onze verwachting dankzij de

uitvoer in het tweede halfjaar inzet, kan de groei in 2014

richting 1% gaan. Als de overheid echter in 2014 alsnog extra

gaat bezuinigen, om haar tekort onder 3% van het BBP te

brengen, zou de groei zo’n ½%-punt lager kunnen uitvallen!

Krimp consumptie kleiner door hoog gasverbruik

% j-o-j

Bron: Thomson Reuters Datastream

Loonstijging en inflatie

% j-o-j

Bron: Thomson Reuters Datastream

Daling besteedbaar inkomen drukt consumptie

% j-o-j

Bron: CBS, ABN AMRO Economisch Bureau

-20

-10

0

10

20

-3

-2

-1

0

1

2

3

10 11 12 13

Totaal (l.a.) Energie (r.a.)

0

1

2

3

4

05 06 07 08 09 10 11 12 13

Loonstijging part. sector Inflatie

-4

-3

-2

-1

0

1

2

3

05 06 07 08 09 10 11 12 13

Reëel beschikbaar inkomen Part. consumptie

Page 9: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

9 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Stijging werkloosheid is iets afgezwakt

De werkloosheid is sinds de afgelopen zomer steeds wat

harder gestegen. Dat werd veroorzaakt door een sterkere

afkalving van de werkgelegenheid. In april zette de

verontrustend sterke stijging van het aantal werklozen echter

niet door. Na een stijging van 7,2% in december naar 8,1% in

april, liep het werkloosheidspercentage in april slechts op naar

8,2% van de beroepsbevolking (volgens de definitie van het

CBS). Volgens de internationaal gangbare definitie steeg de

werkloosheid van 6,4% naar 6,5%.

Deze afzwakking spoort met de geringere toename die eerder

al zichtbaar was bij het aantal ontslagaanvragen. Het is

uiteraard nog te vroeg om optimistische conclusies te

verbinden aan één meevallend maandcijfer van de werkloos-

heid; ook al omdat in april het aantal ontslagaanvragen

(tijdelijk?) toch weer is opgelopen.

We verwachten dat de werkloosheid geleidelijk nog wat verder

toeneemt en zal pieken in de eerste helft van 2014 rond 9%. In

het verleden zagen we dat de werkloosheid nog enige tijd

verder opliep als de economie al herstel liet zien.

Inflatie vooral hoog door belastingverhogingen

In het eerste kwartaal bedroeg de inflatie in ons land 3%. In

oktober was de prijsstijging al bijna op dit niveau gekomen als

gevolg van de verhoging van het gewone btw-tarief van 19%

naar 21%. Begin dit jaar werden vervolgens nog enkele

belastingtarieven verhoogd, waardoor de inflatie nóg iets

verder opliep. Zonder deze belastingverhogingen zou de

inflatie liefst 1,4%-punt lager zijn geweest. In april ging het

inflatiecijfer duidelijk omlaag: naar 2,6%. Dat kwam vooral door

lagere benzineprijzen en ook een beetje door lagere prijzen

van voedingsmiddelen.

Ook het geharmoniseerde inflatiecijfer, dat wordt gebruikt voor

vergelijkingsdoeleinden in de eurozone, daalde in april sterk:

van 3,2% naar 2,8%. Het eurozonegemiddelde was die maand

echter slechts 1,2%. Zoals we eerder al meldden, wordt dit

verschil voor het overgrote deel verklaard uit de genoemde

belastingverhogingen. Zonder die verhogingen zou de

geharmoniseerde Nederlandse inflatie in april maar 1,1% zijn

geweest, tegen gemiddeld 0,8% in de eurozone. Dat is een

verschil van nog maar 0,3%-punt. Het eurozonecijfer wordt

veel minder opgedreven door belastingverhogingen, namelijk

slechts 0,4%-punt.

In de loop van het jaar kan de inflatie nog wat verder afnemen,

door de zwakke conjunctuur en vooral doordat in oktober het

effect van de btw-stijging wegvalt uit het inflatiecijfer. Voor

volgend jaar voorzien we een gemiddelde inflatie (ook het

geharmoniseerde cijfer) die onder 2% ligt.

Inflatie opgestuwd door belastingverhogingen

% j-o-j

Bron: Thomson Reuters Datastream

Inflatie Nederland vooral hoger door belastingverhogingen

Geharmoniseerd, excl. effect aanpassing belastingen; % j-o-j

Bron: Thomson Reuters Datastream

Kerncijfers Nederlandse economie

2011 2012 2013 2014

% mutaties

BBP 1,1 -1,0 -0,8 1,0

Particuliere consumptie -1,0 -1,4 -1,2 0,0

Overheidsconsumptie 0,1 0,7 -0,6 0,0

Investeringen 5,7 -4,6 -4,6 3,0

Uitvoer 3,9 3,3 3,2 5,0

Invoer 3,6 3,1 2,0 5,0

Consumentenprijzen (CPI) 2,3 2,5 2,4 1,7

Lonen 1,4 1,6 1,7 1,9

Niveaus

Werkloosheid (% beroepsbevolking) 5,4 6,4 8,5 9,0

Idem internationale definitie 4,4 5,3 6,8 7,1

Lopende rekening (% BBP) 9,7 9,9 10,0 9,7

Saldo overheid (% BBP) -4,5 -4,1 -3,3 -3,4

2014 nog zónder mogelijke extra bezuinigingen om het tekort onder 3% BBP te brengen. Dergelijke maatregelen zouden de groei ½%-pt kunnen drukken.

Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau

-1

0

1

2

3

09 10 11 12 13

Inflatie Excl. effect aanpassing belastingen

-1

0

1

2

3

09 10 11 12 13

Nederland Eurozone

Page 10: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

10 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

APPENDIX 1. TABEL MACRO-INDICATOREN

Kerncijfers Nederlandse economie

2010 2011 2012 2012 2013 2013r 2014r

Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal 2

% mutaties k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k

BBP 1,6 1,0 -1,0 -1,0 -0,4 -0,1 -0,8 1,0

Particuliere consumptie 0,3 -1,0 -1,4 -0,4 -1,1 0,4 -1,2 0,0

Overheidsconsumptie 0,7 0,1 0,0 0,1 - 0,1 -0,8 -0,6 0,0

Investeringen -7,2 5,8 -4,6 -3,0 -1,5 -5,6 -4,6 3,0

Uitvoer 11,2 3,9 3,3 -2,4 1,5 1,0 3,2 5,0

Invoer 10,2 3,6 3,1 -0,5 0,6 -1,3 2,0 5,0

Consumentenprijzen (CPI - % j-o-j) 1,3 2,3 2,5 2,3 2,8 3,0 2,6 (apr) 2,4 1,7

Lonen (part. sector, % j-o-j) 1,0 1,4 1,6 1,7 1,7 1,8 1,5 (apr) 1,7 1,9

Niveaus

Werkloosheid (% beroepsbevolking) 5,4 5,4 6,4 6,5 7,0 7,8 8,2 (apr) 8,5 9,0

Idem internationale definitie 4,5 4,4 5,3 5,3 5,6 6,2 6,5 (apr) 6,8 7,1

Producentenvertrouwen (ultimo) 2,6 -1,3 -5,6 -6,6 -5,6 -4,8 -4,2 (mei)

Consumentenvertrouwen (ultimo) -14 -37 -39 -29 -39 -41 -32 (mei)

Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau | Macro Research

Kerncijfers internationale economie

2010 2011 2012 2012 2013 2013r 2014r

Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal 2

% mutaties

k-o-k k-o-k k-o-k k-o-k

BBP eurozone 2,0 1,5 -0,5 -0,1 -0,6 -0,2 -0,5 1,3

BBP Duitsland 4,2 3,1 0,9 0,2 -0,7 0,1 0,6 2,0

BBP Verenigde Staten 2,4 1,8 2,2 0,8 0,1 0,6 2,0 3,2

Niveaus

USD per EUR (ultimo) 1,34 1,29 1,32 1,29 1,32 1,28 1,31 (juni) 1,20 1,10

Korte rente eurozone (%, 3m-euribor, ultimo) 1,0 1,4 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 (juni) 0,2 0,4

Lange rente, 10jr Bund (%, Duitsland, ultimo) 3,0 1,8 1,3 1,4 1,3 1,3 1,5 (juni) 1,8 2,6

Lange rente, Nederland (%,10jr staats, ultimo) 3,1 2,2 1,5 1,7 1,5 1,7 1,9 (juni) 2,1 2,8

Olieprijs Brent (USD/barrel, gemiddelde) 79,6 111,4 111,7 109,7 110,1 112,5 104,0 (juni) 105 100

Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau | Macro Research

Page 11: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

11 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

APPENDIX 2. TABEL MESO-INDICATOREN

Kerncijfers Nederlandse economie naar sector

2010 2011 2012 2012 2013 2013r 2014r

Kwartaal 3 Kwartaal 4 Kwartaal 1 Kwartaal 2

Algemeen

PMI (ultimo,index > 50 = groei) 57,5 46,2 49,6 50,7 49,6 48,0 48,7 (mei)

Bedrijfsfaillissementen (totaal uitgesproken) 7.211 7.140 8.616 2.092 2.167 2524 789 (apr)

Index Wereldhandel, ultimo 124,2 127,2 128,3 128,4 128,3 128,3

Agrifood

Omzet voedings- en genotmiddelenind. (% j-o-j) 1,1 9,9 -0,6 -1,0 -0,3 8,3

Productie voedings- en genotmidd.ind. (% j-o-j) 1,8 1,6 -2,4 -4,1 -2,5 2,0

Export voedings- en genotmiddelen (% j-o-j) 11,8 7,5 4,0 4,9 6,8 8,7 (feb)

Producentenprijzen voedingsmidd. (% j-o-j; ult) 5,4 10,1 4,8 5,1 4,8 3,6 2,8 (apr)

Bouw en onroerend goed

Omzet bouw excl. projectontw. (% j-o-j) -8,8 4,3 -6,9 -4,3 -8,3 -8,8 -4,5

Verleende nieuwbouwvergunningen (€ mld) 13,0 12,1 8,6 2,1 2,2 1,3

Bouwproductie (volumes, % j-o-j) -8,9 4,3 -8,4 -7,1 -8,4 -11,6 -5,0

Aantal maanden productie in portefeuille 5,9 6,2 5,6 5,4 5,3 5,0 4,9

Aantal woningtransacties 126.127 120.739 117.261 22.978 35.704 23.090 6554 (t/m apr)

Prijs koopwoningen (% j-o-j) -2,0 -2,4 -6,3 -8,4 -7,4 -8,3 -7,6 (t/m apr)

Detailhandel

Retail verkopen (waarde, % j-o-j) -0,1 0,7 -1,2 -1,3 -2,1 -3,4 -2,0 -1,5

Retailprijs (% j-o-j) 0,9 2,1 2,0 1,6 2,5 2,6 1,5

Omzet supermarkten (% j-o-j) 1,8 2,1 3,0 2,1 3,3 3,9 2,5

Autoverkopen (x1000) 483,2 555,8 502,4 95,9 75,2 115,5 30,5 (apr) 430

Industrie

Dagproductie (% j-o-j) 7,0 3,3 -0,7 -0,5 -0,4 -3,1

Bezettingsgraad (%) 80,6 79,6 76,6 78,8 (jul) 77,9 (okt) 78,6 (jan) 75,6 (apr)

Oordeel orderpositie, ultimo* -11,1 -13,6 -20,8 -18,2 -20,8 -19,6 -22,6 (apr) -

Oordeel voorraden, ultimo* 2,0 2,3 4,70 5.0 4,7 1,0 3,9 (apr)

Technologie, Media & Technologie

Omzet telecommunicatie (% j-o-j) 0,6 -0,7 -1,9 -4,2 -2,3

Omzet reclamebureaus (% j-o-j) -1,7 -4,5 -5,8 -6,5 -8,8

Omzet IT dienstverlening (% j-o-j) -0,6 3,2 -3,2 -3,0 -7,6

Transport & Logistiek

Omzet Transport & Logistiek (% j-o-j) 2,6 4,5 2,8 3,1 2,1 0,4

Baltic Dry Index (ultimo) 2.758 1.738 699 766 699 910 809 (mei)

Goederenvervoer Schiphol (tonnen x1000) 1.512 1.523 1.483 1103(t/m sep) 1483(t/m dec) 366 (t/m mrt) 489(t/mapr)

Sentiment transport (ultimo) 1,8 -28,9 -12,8 9,2 -12,8 -2,3 5,4 (mei)

Zakelijke dienstverlening

Oordeel omzet 3-mnds, ultimo* -10,0 -14,4 13,1 -14,4 12,5 4,5 (mei)

Omzet uitzendbranche (% j-o-j) -2,6 8,4 -1,0 -0,2 -3 (dec) -0,1 (per.3) -3 (per.4) -0,5

Eurozone Services PMI (ultimo) 54,2 48,8 47,8 46,2 47,8 46,4 47,5 (mei)

JP Morgan Global Services PMI (ultimo) 56,9 53,3 54,8 53,8 54,8 53,4 52,1 (apr)

Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau Nederland* saldo positieve en negatieve antwoorden (%)

Page 12: ABN AMRO Nederlandse economie in zicht, 7 juni 2013

12 Nederlandse economie in zicht - - 7 juni 2013

Overige publicaties van ABN AMRO | Economisch Bureau:

De ‘Nederlandse Economie in zicht’ verschijnt elke maand en gaat in op macro- en meso-economische ontwikkelingen. Overige periodieke publicaties van het Economisch

Bureau zijn onder meer:

•Macro Weekly Wekelijkse publicatie over actuele mondiale ontwikkelingen op het terrein van macro-economie en financiële markten. De

publicatie komt uit in het Nederlands en het Engels.

•Visie op rente en euro Maandelijkse update over renteontwikkelingen in de eurozone en Nederland en de koers van de euro.

•Macro Visie Kwartaalpublicatie over conjuncturele ontwikkeling in industrielanden en opkomende markten. Tevens worden prognoses

gegeven van onder meer BBP-groei, inflatie, werkloosheid en begrotingstekort. (Oók Engelstalig.) De meest recente

uitgave verscheen 18 april.

•EM Visie Kwartaalpublicatie over opkomende economieën. (Oók Engelstalig.) De meest recente uitgave verscheen 18 april.

•Sector Monitoren Rapport met sector specifieke economische ontwikkelingen. Op dit moment zijn er zeven Sector Monitoren: Agrifood,

Bouw, Industrie, Retail, TMT (Technologie, Media & Telecommunicatie), Transport & Logistiek en Zakelijke dienstverlening.

•Visie op Sectoren Jaarlijkse sectorupdate waarin Sector & Commodity Research zijn visie geeft op brancheontwikkelingen en omzet-

verwachtingen. In de VoS 2013 worden 8 sectoren en 66 branches besproken in factsheets van twee pagina’s. In mei is de

nieuwe VoS gepubliceerd.•Quarterly Commodity Outlook Kwartaalrapport dat de prijsvooruitzichten voor grondstoffen weergeeft voor zowel de korte (drie maanden) als de lange

termijn (tot en met 2015). Ingegaan wordt op prijzen van energie, metalen en agrarische grondstoffen. De meest recente

uitgave is van 25 april. Een samenvatting verschijnt ook in het Nederlands (‘Prijsvooruitzichten grondstoffen’)

Dit document is samengesteld door ABN AMRO. Het heeft uitsluitend als doel om financiële en algemene informatie te verstrekken over de economie en sectoren. ABN AMRO behoudt zich alle rechten voor met betrekking tot de informatie in het document en het document wordt uitsluitend aan u verstrekt voor uw informatie. Het is niet toegestaan dit document (geheel of deels) te kopiëren, distribueren, door te geven aan een derde of om het voor enig ander doel te gebruiken dan hier boven bedoeld. Dit document is informatief bedoeld en vormt geen aanbieding van effecten aan het publiek, of een uitnodiging om een aanbod te doen.

U mag niet om welke reden dan ook vertrouwen op de informatie, meningen, beramingen, en aannames in dit document noch dat het compleet, accuraat of juist is. Er wordt geen garantie gegeven, uitdrukkelijk of stilzwijgend, door of uit naam van ABN AMRO, haar directeuren, functionarissen, vertegenwoordigers, gelieerde partijen, groepsmaatschappijen of werknemers met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document, en geen enkele aansprakelijkheid wordt geaccepteerd voor enig verlies als direct of indirect gevolg van het gebruik van deze informatie. De opvattingen en meningen opgenomen hierin kunnen op enig moment aan verandering onderhevig zijn en ABN AMRO heeft geen enkele verplichting om de informatie in dit document na de datum hiervan te herzien.

Voordat u in enig product van ABN AMRO investeert, dient u zich te informeren over de verschillende financiële en andere risico’s, alsmede mogelijke beperkingen voor u en uw investeringen als gevolg van toepasselijke wetgeving en regels. Indien u, na lezing van dit document, overweegt een investering te doen in een product, raadt ABN AMRO aan om een dergelijke investering met uw relatiemanager of persoonlijke adviseur te bespreken om nader te bezien of het relevante product – met inachtneming van alle mogelijke risico’s – past bij uw investeringen. De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garanties voor de toekomst. ABN AMRO behoudt zich het recht voor wijzigingen in dit materiaal aan te brengen.

Alle rechten voorbehouden.

Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de economie en in uw sector: download de Markets Insights app via

abnamro.nl/marketinsights of direct in de App Store.

Lees meer over het Economisch Bureau op: abnamro.nl/economischbureau

abnamro.nl/sectoren