ABAB info, maart 2016

8
ABAB info Doe er uw voordeel mee ABAB info maart 2016 » Top 10 veranderingen in 2016 » Nu al duidelijkheid over MIT-regeling in Zuid Nederland » VAR definitief ten einde

Transcript of ABAB info, maart 2016

ABAB infoDoe er uw voordeel mee

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 1 14-04-11 08:45

ABAB Accountants en Adviseurs - Postbus 10085, 5000 JB Tilburg - abab.nl

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 4 14-04-11 08:45

ABAB info maart 2016» Top 10 veranderingen in 2016» Nu al duidelijkheid over MIT-regeling in Zuid Nederland» VAR definitief ten einde

Kijk voor het laatste nieuws op onze website!

abab.nl abab.nl 2 7

Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden.Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van financiële beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.

In 2016 is de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) er voor iedereen Bent u van plan in 2016 een zonneboiler, warmtepomp, biomassaketel of pellet-kachel aan te schaffen? Dan is de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) mogelijk interessant voor u! De ISDE-regeling opent in 2016 en heeft tot doel het gasverbruik voor verwarming van huishoudens en bedrijven te verminderen.

Particulieren en zakelijke gebruikers die zelf duurzame energie willen opwekken worden financieel ondersteund. Alle apparaten die in aanmerking komen voor deze regeling zijn terug te vinden op speciaal voor de ISDE opgestelde apparatenlijsten.

AanvragenSubsidie kan worden aangevraagd van 4 januari 2016 tot en met 31 december 2016. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de energieprestatie en het soort apparaat dat wordt aangeschaft. De regeling is toegankelijk voor particulieren en bedrijven. De aanvraag verschilt echter. Bedrijven kunnen alleen subsidie aanvragen indien de investering vooraf is goedgekeurd door de subsidieverstrekker. Particulieren kunnen de subsidie achteraf aanvragen en hebben vooraf dus geen goedkeuring nodig.

Subsidieregeling SDE+ voor hernieuwbare energie vanaf 1 maart 2016 open Bedrijven en instellingen die hernieuwbare energie (gaan) produceren kunnen ook in 2016 gebruik maken van de subsidie-regeling Stimulering Duurzame Energie-productie (SDE+). In 2016 is meer budget beschikbaar dan in 2015. Over twee open- stellingen wordt ongeveer € 8 miljard verdeeld. Hernieuwbare energiebronnen die in aanmerking komen voor subsidie zijn biomassa, geothermie, water, wind en zon. Daarnaast heeft wind op zee een eigen budget.

De kostprijs voor de opwekking van energie uit hernieuwbare energiebronnen is duurder dan opwekking van grijze energie. De SDE+ vergoedt dit verschil in kostprijs tussen groene en grijze energie over een periode die afhankelijk is van de technologie (5, 8, 12 of 15 jaar). De vergoeding per kWh is bekend. Tijdens de berekening van de subsidie wordt, afhankelijk van de investering, uitgegaan van een basisvergoeding per kWh. Op deze basisprijs wordt een correctie in mindering gebracht. Deze correctie wordt ieder jaar opnieuw bepaald. Het te ontvangen subsidiebedrag kan hierdoor per jaar verschillen.

Wij helpen u graagBelangrijk bij de SDE+ regeling is dat de subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst, maar dat de subsidie hoger wordt naarmate een aanvraag later wordt ingediend. Daarom is het verstandig advies in te winnen over het geschikte moment van indienen. Hier helpen de adviseurs van Subsidiefocus u graag bij. De eerste ronde wordt op 1 maart opengesteld en voor het indienen van een subsidieaanvraag is een juiste offerte nodig. Daarom loont het de

ook nog in 2017. Voor personenauto’s waarvoor geen vrijstelling geldt, is de BPM hoger naarmate de CO2-uitstoot hoger is.

Boete voor personeel inlenen?Als u weleens personeel inleent voor uw onderneming, loopt u het risico op hoge boetes. Als u de zaken niet goed geregeld heeft, kunt u aansprakelijk worden gesteld voor de afdracht van loonheffingen en btw van de uitlener. Ook moet u ervoor waken dat u zaken doet met een geregistreerde uitlener.

Inlenen houdt in dat personeel dat in dienst is bij een andere ondernemer, onder uw leiding of toezicht werkzaamheden verricht. De andere ondernemer kan een uitzendbureau zijn, maar bijvoorbeeld ook een collega-ondernemer die zijn personeel (tijdelijk) aan u uitleent.

Bezwaar tegen btw privégebruik auto niet opnieuw nodigHeeft u in het verleden bezwaar gemaakt tegen de aangegeven btw over het privé-gebruik van de auto, dan is opnieuw bezwaar maken voor 2015 niet nodig.

Ondernemers die de auto van de zaak ook privé gebruiken, moeten in de laatste btw- aangifte over 2015 de btw over dit privé-gebruik aangeven en betalen. Die jaarlijkse btw-correctie voor de auto van de zaak staat al enige jaren ter discussie.

De Belastingdienst heeft aangegeven dat ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de aangegeven btw voor het privé-gebruik van de auto over 2011, 2012, 2013 of 2014, dit voor 2015 niet opnieuw

TipOndernemers kunnen voor een bestelauto een beroep doen op een vrijstelling BPM. De belangrijkste voorwaarde is dat meer dan 10% van de jaarlijks gereden kilometers zakelijke kilometers zijn.

hoeven te doen. De Belastingdienst neemt het bezwaar namelijk ook automatisch voor 2015 in behandeling. Twijfelt u of er de afgelopen jaren bezwaar is gemaakt, neem dan contact met ons op.

Ondernemingsraad krijgt meer invloed op pensioenregelingDe ondernemingsraad (OR) krijgt in de toekomst mogelijk meer invloed op de pensioenregeling van werknemers. Hiervoor is onlangs een wetsvoorstel ingediend. Het is de bedoeling dat de OR in de toekomst het recht krijgt om wel of niet akkoord te gaan met een wijziging van een pensioenregeling. De OR heeft dit instemmingsrecht nu alleen als een werkgever een pensioenregeling wil vast-stellen of intrekken.

De OR krijgt geen instemmingsrecht als de pensioenafspraken al inhoudelijk zijn geregeld in bijvoorbeeld een cao of als de pensioenovereenkomst is onder-gebracht bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De keuze voor een bepaalde pensioenuitvoerder blijft aan de werkgever.

Maak gebruik van uw premiekortingenVoor bepaalde werknemers heeft u mogelijk ook in 2016 recht op premie-kortingen. Hiermee verlaagt u de te betalen loonheffingen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een rekenhulp ontwikkeld waarmee u kunt controleren of u recht heeft op deze kortingen.

Met behulp van de rekenhulp kunt u beoordelen of u recht heeft op de premie- korting voor de oudere, de arbeids-gehandicapte of de jongere werknemer. Hiernaast geeft de rekenhulp antwoord op de vraag hoe hoog deze premiekorting in uw geval is, hoe lang u de korting kunt toepassen en hoe u deze moet toepassen.

Top 10 veranderingen in 2016 Zoals elk jaar zijn ook in 2016 regels gewijzigd en nieuwe regels in werking getreden. Daarom voor u een top 10 van veranderingen per 1 januari 2016 specifiek voor de ondernemer.

1. De kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk die tot 2016 onder de RDA (Research en Development Aftrek) vielen, vallen voortaan onder de S&O-afdrachtvermindering.

2. Het percentage van de Energie- investeringsaftrek (EIA) is fors gestegen van 41,5% (2015) naar 58% (2016). U komt voor de EIA in aan-merking als u investeert in energie- besparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Het moet gaan om bedrijfsmiddelen vermeld op de Energielijst 2016.

3. Als ondernemer of directeur-groot-aandeelhouder bent u meer kwijt aan de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. U betaalt 5,5% (2015: 4,85%) over een maximum-bijdrageloon van € 52.763 (2015: € 51.976).

4. Vanaf boekjaar 2016 kan de jaar-rekening van uw bv alleen nog digitaal worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

5. De drempel om per kwartaal een opgaaf intracommunautaire prestaties (opgaaf ICP) te doen, is verlaagd van € 100.000 naar € 50.000.

6. Als inlener of aannemer kunt u voor vrijwaring van inleners- of ketenaan-sprakelijkheid niet meer rechtstreeks bij de Belastingdienst storten op WKA-depots. Vrijwaring kan nog wel worden verkregen. Dit doet u door een deel van het factuurbedrag te storten op de g-rekening van de uitlener of onder- aannemer. Zo kunt u de inleners- of ketenaansprakelijkheid beperken of voorkomen.

7. De VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) verdwijnt per 1 mei 2016. Deze wordt vervangen door modelovereenkomsten.

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot* Nulemissie 4% 0Zéér zuinig 15% 1 t/m 50Zuinig 21% 51 t/m 106Overig 25% vanaf 107

*(g/km) alle brandstofsoorten

8. U mag voortaan geen gratis plastic tasjes meer meegeven aan uw klanten. Hiervoor geldt vanaf dit jaar een verbod. U moet dus voortaan een vergoeding vragen. Er is een uit- zondering voor tasjes dunner dan 15 micron.

9. Met ingang van 1 juli 2016 vervalt de mogelijkheid om de motorrijtuigen-belasting voor een heel jaar in één keer te betalen. Heeft u een auto met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 g/km? Dan betaalt u voortaan ook motor-rijtuigenbelasting. Dit is de helft van het tarief voor een gewone personenauto.

10. Overweegt u een nieuwe auto van de zaak waarmee u ook privé rijdt, houd dan rekening met de volgende bij-tellingspercentages die gelden voor het jaar 2016:

TipVanaf 2017 zijn er waarschijnlijk nog maar drie bijtellingscategorieën. De standaardbijtelling (nu 25%) is dan vermoedelijk 22%. Een verschil dus van 3%. Kunt u de aanschaf van een standaardbijtellingauto nog uitstellen, wacht dan tot 2017.

abab.nl abab.nl 6 3

moeite om nu al contact op te nemen met één van onze adviseurs.

Asbestsanering in 2016: alle subsidiemogelijkheden op een rijIn 2016 zijn er verschillende subsidie-regelingen beschikbaar die interessant zijn wanneer u een asbest dak gaat saneren. Hierbij een overzicht van de in 2016 geldende mogelijkheden. Landelijke subsidieregeling Verwijderen asbestdakenDeze landelijke regeling maakt het voor iedereen mogelijk om subsidie aan te vragen voor het saneren van asbest. Per m2

gesaneerd asbestdak bedraagt de subsidie € 4,50, met een maximum van € 25.000. De minimaal te saneren oppervlakte bedraagt 35m2. De sanering mag in fases worden uitgevoerd. De subsidie wordt na sanering aangevraagd. Met het saneren mag niet voor 2016 begonnen zijn.

Fiscaal voordeelNaast het verkrijgen van een subsidie-bedrag is het ook mogelijk om een fiscaal voordeel te behalen bij het vernieuwen van een dak. De Energie Investeringsaftrek (EIA) bedraagt in 2016 58%. Het is belangrijk dat een aanvraag binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting wordt ingediend.Voor het isoleren van een bestaande constructie kan EIA verkregen worden. Hierbij kan gedacht worden aan het plaatsen van geïsoleerde dakpanelen. De isolatiewaarde van het nieuwe dak moet minimaal 2,0 rc bedragen. Ook voor de aanschaf en installatie van grote zonne- panelensystemen kan EIA verkregen worden. Voorwaarde is dat de zonne-panelen een vermogen van minimaal 25kWp moeten leveren.

Fiscaal voordeel voor milieuvriendelijke producten en duurzame energie Investeert u in een nieuw milieuvriendelijk product of in energiebesparing en duur-zame energie? Dan kunt u mogelijk een fiscaal voordeel genieten via de MIA\Vamil-regeling (Milieu Investeringsaftrek\

Willekeurige afschrijving milieu-investeringen) of EIA (Energie Investeringsaftrek). De investeringen die in aanmerking komen in 2015 zijn opgenomen in de Milieulijst en de Energie-lijst.

De belangrijkste verandering voor de Energielijst is dat de EIA wordt verhoogd van 41,5% naar 58%. Dit betekent een verhoging van het netto voordeel van 10% naar 14,5%.

InvesteringsmogelijkhedenEnkele interessante investeringen die voor deze regelingen in aanmerking komen, zijn:

EIA: ■ technische voorziening voor energie

besparing in of bij bedrijfsgebouwen; ■ verbetering van de isolatie van

bestaande constructies; ■ ketel of kachel gestookt met biomassa; ■ LED-verlichtingssysteem; ■ zonnecollectoren of zonnepanelen; ■ warmtepomp(boiler) voor het

verwarmen van bedrijfsgebouwen, tapwater of processen;

■ HR-luchtverwarmer ten behoeve van bedrijfsgebouwen.

MIA/Vamil: ■ variabele verpakkingsmachine; ■ VOS-emissiereducerende technieken

binnen de metaalindustrie; ■ apparatuur voor de recycling van grond-

stoffen; ■ emissiearme houtgestookte kachel of

ketel; ■ uitsluitend elektrisch aangedreven

voertuig; ■ duurzaam gerenoveerd of nieuw

bedrijfsgebouw volgens een keurmerk; ■ vegetatiedak.

AanvragenDit zijn slechts enkele voorbeelden van investeringsmogelijkheden. Indien u gaat investeren, raden wij u aan contact op te nemen met één van onze adviseurs. Wij adviseren u graag over de mogelijkheden. Om gebruik te maken van de MIA\Vamil moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting een aanvraag worden ingediend.

Meer weten?Heeft u vragen over één van de regelingen of over de mogelijkheden voor uw organisatie? Neem dan contact op met Subsidiefocus via telefoonnummer 073-6465475 of stuur een e-mail naar [email protected].

Verleg de peildatum voor aanvullende studiefinanciering Eén van de bezuinigingen van de overheid is de afschaffing van studiefinanciering als gift. De basisbeurs blijft voortaan een schuld die de student binnen 35 jaar moet aflossen. Wel kunnen studenten, indien de ouders vanwege een laag inkomen niet kunnen bijdragen aan de studiekosten van het kind, nog altijd een aanvullende studie- financiering aanvragen die bij tijdig afstuderen wordt omgezet in een gift. Als ondernemer heeft u de mogelijkheid om te sturen op optimalisatie van het belastbaar inkomen en zo uw studerende kind in aanmerking te laten komen voor deze aanvullende beurs.

Vaststellen inkomen ondernemersDe aanvullende beurs kan oplopen tot € 380 per maand, afhankelijk van het gezamenlijk inkomen van de ouders. Voor de vaststelling van het inkomen wordt gekeken naar het gezamenlijk inkomen twee jaar voorafgaand aan het begin van de studie. Begint uw kind in 2016 met de studie? Dan wordt dus 2014 standaard als peiljaar genomen. Tot dit jaar was het niet toegestaan om het peiljaar te verschuiven. Vanaf 2015 kan, bij ouders met een wisselend inkomen, het peiljaar worden verlegd van 2014 naar 2015 of 2016. Dit geeft u als ondernemer de mogelijkheid om meer te sturen op de optimalisatie van het belastbaar inkomen in het peiljaar.

Optimaliseer het belastbaar inkomenU kunt nu dus zorgen dat uw studerende kinderen optimaal gebruik kunnen maken van de aanvullende studiefinanciering. Bij bepaalde milieu-investeringen heeft u als ondernemer bovendien de mogelijkheid om de afschrijvingen variabel toe te passen. Door dit sturingsmechanisme optimaal in te zetten kan dus een extra voordeel worden behaald. Wel moet u zich ervan bewust zijn dat voor vaststelling van inkomensafhankelijke toeslagen wordt gekeken naar het inkomen vóór verrekening van openstaande verliezen uit het verleden.

Nu ondernemers het peiljaar mogen verleggen voor de vaststelling van het inkomen, is het optimaliseren van het inkomen een nog belangrijker aandachts-punt. Kijk goed naar de belastbare inkomsten in de opeenvolgende jaren. Overleg met uw belastingadviseur zodat al uw kansen optimaal benut worden.

Per 1 mei 2016 komt de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) definitief te vervallen. Voortaan kan er gewerkt worden met vooraf door de Belastingdienst goed- gekeurde model- en voorbeeldovereen-komsten. Als daadwerkelijk gewerkt wordt volgens een dergelijke overeenkomst, heeft de opdrachtgever vooraf de zekerheid dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen.

De Belastingdienst heeft inmiddels diverse algemene modelovereenkomsten, voorbeeldovereenkomsten en individuele overeenkomsten op de site geplaatst. De komende tijd komen daar regelmatig nieuwe overeenkomsten bij.

Eigen modelovereenkomstMen mag ook werken met een eigen niet door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst. Een opdrachtgever heeft dan alleen geen vrijwaring. Hij zal zelf moeten bepalen of er geen dienstbetrekking in het spel is. Anders moeten er loon-heffingen worden ingehouden en afgedragen over de werkzaamheden van de opdrachtnemer.

GewenningsperiodeVan 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt een gewenningsperiode. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen een jaar de tijd om hun werkwijze aan te passen aan de werk-wijze zoals opgenomen in een model- of voorbeeldovereenkomst. Tot 1 mei 2017 hebben beiden een inspanningsverplichting om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.

Fiscaal vriendelijk rijden? Het kan nog steedsIs fiscaal vriendelijk rijden nog mogelijk nu de autobelastingen voor 2016 wederom zijn aangescherpt? Het kan nog steeds, maar de voordelen worden wel steeds minder.

Voor de meeste auto’s van de zaak waar ook privé mee wordt gereden, geldt een standaardbijtelling van 25% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Voor zuinige auto’s gelden echter lagere bijtellingspercentages. Daarbij geldt dat hoe zuiniger de auto is, dus hoe minder CO2-uitstoot, des te lager de bijtelling wordt. Ook in 2016 zijn de CO2-grenzen verder aangescherpt. In 2017 worden weer wijzigingen verwacht. De wijzigingen in de autobelastingen voor de periode 2017 tot en met 2020 zijn opgenomen in een wetsvoorstel.

Het aanscherpen van de CO2-grenzen heeft niet tot gevolg dat u elk jaar met een nieuw bijtellingspercentage wordt geconfronteerd. Een vastgesteld percentage blijft gedurende 60 maanden geldig. Pas na deze periode wordt het percentage opnieuw vastgesteld.

Wordt de auto in 2016 voor het eerst op kenteken gezet, dan gelden de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:

Uit het wetsvoorstel blijkt het voornemen om vanaf 2017 de standaardbijtelling vast te stellen op 22%. Voor auto’s zonder CO2-uitstoot is dan een bijtelling van 4% gepland. Auto’s met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 g/km worden geconfronteerd met een stapsgewijze verhoging van de bijtelling van 17% in 2017 en 19% in 2018 tot 22% vanaf 2019.

Voor nieuwe auto’s gelden in 2017, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot* Nulemissie 4% 0Zéér zuinig 15% 1 t/m 50Zuinig 21% 51 t/m 106Overig 25% vanaf 107

*(g/km) alle brandstofsoorten

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot*

Nulemissie 4% 0

Vrijwel nulemissie 17% 1 t/m 50

Overig 22% Vanaf 51

*(g/km) alle brandstofsoorten

TipHet is minder aantrekkelijk om in 2016 een nieuwe auto van de zaak aan te schaffen met een CO2-uitstoot vanaf 107 g/km. Bij aanschaf van een dergelijke auto in 2016, krijgt u te maken met een bijtelling van 25%. Schaft u dezelfde auto nieuw aan in 2017, dan bedraagt de bij-telling volgens het wetsvoorstel 22%.

Het plan is om vanaf 2019 een standaard-bijtelling van 22% te handhaven. Alleen auto’s zonder CO2-uitstoot krijgen volgens de plannen nog een lagere bijtelling. Deze bedraagt vanaf 2019 4% bij auto’s met een catalogusprijs van € 50.000 en 22% voor zover de catalogusprijs hoger is. Voor waterstofpersonenauto’s geldt volgens de plannen een bijtelling van 4% ongeacht de catalogusprijs van de auto.

Motorrijtuigenbelasting De hoogte van de motorrijtuigenbelasting (MRB) is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de CO2-uitstoot van uw auto. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van 0 g/km geldt in 2016 een vrijstelling. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 g/km gold in 2015 nog een vrijstelling MRB. Vanaf 2016 betaalt u voor deze auto’s echter de helft van het tarief dat voor een gewone personenauto geldt.

BPMAls uw auto op kenteken wordt gezet, wordt BPM geheven. Deze BPM zorgt er mede voor dat auto’s in Nederland duur zijn. De hoogte van de BPM is voor personenauto’s gebaseerd op de CO2-uitstoot. In 2016 geldt alleen nog een vrijstelling BPM voor auto’s met een CO2-uitstoot van 0 g/km. Deze vrijstelling geldt

abab.nl abab.nl 4 5

Oplossing pensioen in eigen beheer nabij Staatssecretaris Wiebes van Financiën presenteerde onlangs twee richtingen als oplossing voor de knelpunten van het huidige pensioen in eigen beheer. Dit zijn het oudedagssparen in eigen beheer en het afschaffen van het eigenbeheerpensioen.

KnelpuntenHet pensioen in eigen beheer kent de nodige kwesties waarvoor al enkele jaren een oplossing wordt gezocht. Een belangrijk knelpunt is het onderscheid tussen de commerciële en fiscale waarderingsregels van het pensioen in eigen beheer. Die waarderingsverschillen beperken bijvoorbeeld het uitkeren van dividend. Op 17 december 2015 verscheen een brief van Staatssecretaris Wiebes met twee oplossingsrichtingen voor de problemen met het eigenbeheerpensioen.

Oudedagssparen in eigen beheerHet oudedagssparen in eigen beheer (OSEB) fungeert als een ‘spaarpotje’ voor uw oude dag. U mag dan jaarlijks een bepaald percentage van uw loon opzij zetten binnen uw bv. Voor uw bv vormt het opgebouwde oudedagsspaarpotje vreemd vermogen. U kunt uw bestaande opgebouwde pensioenverplichting uit eigen beheer geruisloos tegen fiscale waarde omzetten in een oudedagsspaar-verplichting. Geruisloos wil zeggen dat er geen loonheffing of vennootschaps-belasting is verschuldigd. Fiscale waarde is de waarde van het opgebouwde pensioen in eigen beheer op de fiscale balans van de bv. Doordat omzetting naar een OSEB tegen fiscale waarde geschiedt, ziet u wel gedeeltelijk af van uw opgebouwde pensioenrechten. Voor die omzetting is dan ook instemming vereist van u en uw partner.

Uitfaseren met afkoopOok voor de tweede oplossingsrichting, namelijk het uitfaseren van het pensioen in eigen beheer, is instemming vereist. Hiermee komt er een einde aan het in eigen beheer opbouwen van een oudedags-voorziening. Het in eigen beheer opgebouwde pensioen kan worden afgekocht tegen fiscale waarde. Daarvoor komt een eenmalige afkoopfaciliteit in de vorm van een 80%-regeling. Dat wil zeggen dat u loonbelasting betaalt over 80% van de fiscale waarde (afkoopsom) van het opgebouwde pensioen in eigen beheer. Verder bent u geen revisierente verschuldigd.

Hoe nu verder?Er liggen dus twee concrete oplossings-

richtingen voor het pensioen in eigen beheer. De Tweede Kamer is nu aan zet, want er moet een keuze worden gemaakt. Beide oplossingsrichtingen tezamen is wat Staatssecretaris Wiebes betreft geen optie. Mocht de Tweede Kamer op korte termijn kiezen voor hetzij OSEB, hetzij afschaffen van het pensioen in eigen beheer, dan volgt zo snel mogelijk een conceptwetsvoorstel waarin de uiteindelijke oplossing verder is uitgewerkt. De praktijk mag hierop nog reageren. De nieuwe regeling kan dan mogelijk nog ingaan per 1 januari 2017.

Stapsgewijze verlaging WW-uitkering en -rechtenVanaf 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de publieke WW-uitkering staps- gewijs verlaagd. Dit gebeurt met één maand per kwartaal, te rekenen vanaf 1 januari 2016. Vanaf april 2019 is de WW-uitkering dan nog maximaal 24 maanden in plaats van 38 maanden. De hoogte van de WW-uitkering blijft gekoppeld aan het laatstverdiende loon. Deze maatregel geldt alleen voor mensen die op of na 1 januari 2016 instromen in de WW.

Ook de opbouw van WW-rechten wordt vanaf 1 januari 2016 beperkt. Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar één maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand WW op. WW-rechten die werknemers al hebben opgebouwd vóór 1 januari 2016 blijven tellen voor één maand. De beperking van de WW-duur werkt een-op-een door in de beperking van de duur van de WGA-loongerelateerde uitkering. Dit is gunstig voor u als werkgever, of u nu eigenrisicodrager voor de WGA bent of in het publieke bestel zit, omdat de relatief dure WGA-loon-gerelateerde uitkering gedurende een kortere periode aan u wordt toegerekend.

Let op: Meldplicht datalekkenOp 1 januari 2016 is de meldplicht data- lekken in werking getreden. Deze meld-plicht is onderdeel van een breder pakket aan maatregelen ter uitbreiding van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Met de introductie van de meldplicht data- lekken worden organisaties verplicht data- lekken te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

De wet beschouwt iedere inbreuk op persoonsgegevens als een datalek. Hierbij gaat het niet alleen om ongeautoriseerde toegang tot persoonsgegevens zoals bij een hack, maar ook om het onrechtmatig verspreiden, wijzigen en vernietigen van persoonsgegevens. Ook het verlies van een USB-stick kan een datalek zijn. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft beleidsregels opgesteld over de meldplicht en een Meldloket ingesteld.

Geen verplichte salaris-verhoging voor de DGAAls directeur-grootaandeelhouder (DGA) hoort u vanuit uw bv een loon te krijgen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van uw arbeid. Dit is de gebruikelijk-loonregeling. In 2016 hoeven DGA’s zichzelf geen verplichte salarisverhoging toe te kennen. Het minimumbedrag aan

gebruikelijk loon voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang is vastgesteld op € 44.000 en daarmee gelijk aan 2015.

Een lager bedrag is mogelijk als de bv aannemelijk kan maken dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienst-betrekking lager is dan de hiervoor beschreven hoofdregel. Het is verstandig om een lager gebruikelijk loon van tevoren af te stemmen met de Belastingdienst. Zo voorkomt u problemen en bewijslast achteraf.

Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd aantrekkelijkerVanaf 1 januari 2016 is het voor werkgevers aantrekkelijker om een AOW-gerechtigde werknemer in dienst te houden of te nemen. Zo is de opzegtermijn bij het opzeggen van de arbeidsovereenkomst met de AOW-gerechtigde werknemer beperkt tot één maand. Bij ziekte geldt een loon-doorbetalingsplicht van dertien weken in plaats van maximaal twee jaar. Het aantal tijdelijke contracten met een AOW-gerechtigde werknemer is verruimd en u hoeft niet in te gaan op een verzoek van de AOW-gerechtigde werknemer voor uitbreiding (of vermindering) van zijn aantal te werken uren.

Er zijn ook nieuwe verplichtingen. Zo heeft de doorwerkende AOW’er recht op minimaal het minimumloon of een hoger loon als dit bij cao is bepaald. Bij een reorganisatie bent u verplicht eerst uw AOW-gerechtigde werknemer te ontslaan. Dit gold al in de private sector, maar geldt nu ook in de publieke sector.

Nieuw per 1 januari 2016: Wet flexibel werkenVanaf 1 januari 2016 is de Wet flexibel werken in werking getreden als opvolger van de Wet aanpassing arbeidsduur. Werknemers kunnen vanaf nu dan ook een verzoek indienen bij hun werkgever voor andere werktijden en een andere werk-plaats.

Naast een verzoek om het aantal uren aan te passen, kan uw werknemer u verzoeken om te mogen werken op andere tijden of op een andere plek zoals thuis. Een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur en de werktijd zult u in principe moeten

inwilligen, tenzij sprake is van zwaar-wegende bedrijfs- of dienstbelangen. Een verzoek om aanpassing van de werkplek moet u overwegen. U heeft daarbij wel de vrijheid het verzoek af te wijzen. Doet u dit, dan moet u de afwijzing van het verzoek wel motiveren. De Wet flexibel werken is alleen van toepassing op werkgevers met meer dan tien werknemers. Uw werknemer kan een verzoek indienen als hij of zij een halfjaar bij u in dienst is. Na een verzoek, al dan niet ingewilligd, moet de werknemer een jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek bij u kan indienen.

Boeterente aftrekbaar bij aflossing of rente-middelingDoor de lage hypotheekrente kiezen steeds meer woningeigenaren ervoor om hun hypotheek open te breken en deze tegen een lagere rente opnieuw vast te zetten. Biedt uw bank hiervoor rentemiddeling aan, dan hoeft u de in rekening gebrachte boeterente niet in één keer te betalen. De boeterente wordt dan ‘uitgesmeerd’ over de nieuwe rentevaste periode. Met een opslag wordt die boeterente doorberekend in de nieuwe lagere hypotheekrente.

Recent is duidelijk geworden dat de boete-rente bij rentemiddeling aftrekbaar is, mits dit een reële vergoeding betreft voor het renteverlies dat de bank lijdt vanwege het (gedeeltelijk) aflossen, wijzigen of over-sluiten van een eigenwoninglening. Andere opslagen die de bank voor de rente- middeling in rekening brengt zijn niet aftrekbaar, tenzij het totaal van die opslagen verwaarloosbaar is (maximaal 0,2%). Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding voor het risico van vroeg- tijdig volledig aflossen van de eigen-woningschuld bij verkoop. Heeft u de afgelopen jaren boeterente betaald door middel van rentemiddeling, heeft u deze niet in aftrek gebracht en is de aanslag inkomstenbelasting inmiddels definitief? Neem dan contact met ons op. Mogelijk komt u alsnog in aanmerking voor een ambtshalve vermindering.

VAR definitief ten eindeNa enkele malen uitstel, is het er dan toch van gekomen. Op dinsdag 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de afschaffing van de VAR en de invoering van een nieuw stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten.

Nu al duidelijkheid over MIT-regeling in Zuid NederlandVanaf 10 mei 2016 wordt het weer mogelijk om subsidie aan te vragen binnen de regeling Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT). De provincies in Zuid Nederland (Noord-Brabant, Limburg en Zeeland) hebben bekendgemaakt dat het vanaf die datum weer mogelijk is aanvragen in te dienen voor haalbaarheidsstudies en innovatieadviesprojecten. Ook voor R&D- samenwerkingsprojecten wordt het weer mogelijk subsidie aan te vragen. Aan-vragen kunnen binnen deze openstelling worden ingediend tussen 5 juli en 1 september 2016.

Mkb-ondernemers die aansluiten bij één van de thema’s uit de Topsectoren kunnen via de MIT-regeling subsidie ontvangen voor innovatie. Aanvragen voor innovatie-adviesprojecten, haalbaarheidsprojecten en R&D-samenwerkingsprojecten kunt u regionaal indienen. Past de aanvraag niet binnen de Regionale Innovatiestrategie, dan kunt u de aanvraag landelijk indienen. De verwachting is dat de termijnen voor aanvragen in elk landsdeel hetzelfde zijn, met een uitloop voor het landelijk loket tot medio september. AanvragenR&D-samenwerkingsprojecten worden via een tender beoordeeld. Voor de andere instrumenten geldt dat aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Een aanvraag wordt pas behandeld als goedkeuring is verkregen vanuit de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). Onze verwachting is dat op of snel na 10 mei 2016 het volledige budget verdeeld wordt. Ruim van te voren in actie komen loont dus de moeite. Wij helpen u hier natuurlijk graag bij!

abab.nl abab.nl 4 5

Oplossing pensioen in eigen beheer nabij Staatssecretaris Wiebes van Financiën presenteerde onlangs twee richtingen als oplossing voor de knelpunten van het huidige pensioen in eigen beheer. Dit zijn het oudedagssparen in eigen beheer en het afschaffen van het eigenbeheerpensioen.

KnelpuntenHet pensioen in eigen beheer kent de nodige kwesties waarvoor al enkele jaren een oplossing wordt gezocht. Een belangrijk knelpunt is het onderscheid tussen de commerciële en fiscale waarderingsregels van het pensioen in eigen beheer. Die waarderingsverschillen beperken bijvoorbeeld het uitkeren van dividend. Op 17 december 2015 verscheen een brief van Staatssecretaris Wiebes met twee oplossingsrichtingen voor de problemen met het eigenbeheerpensioen.

Oudedagssparen in eigen beheerHet oudedagssparen in eigen beheer (OSEB) fungeert als een ‘spaarpotje’ voor uw oude dag. U mag dan jaarlijks een bepaald percentage van uw loon opzij zetten binnen uw bv. Voor uw bv vormt het opgebouwde oudedagsspaarpotje vreemd vermogen. U kunt uw bestaande opgebouwde pensioenverplichting uit eigen beheer geruisloos tegen fiscale waarde omzetten in een oudedagsspaar-verplichting. Geruisloos wil zeggen dat er geen loonheffing of vennootschaps-belasting is verschuldigd. Fiscale waarde is de waarde van het opgebouwde pensioen in eigen beheer op de fiscale balans van de bv. Doordat omzetting naar een OSEB tegen fiscale waarde geschiedt, ziet u wel gedeeltelijk af van uw opgebouwde pensioenrechten. Voor die omzetting is dan ook instemming vereist van u en uw partner.

Uitfaseren met afkoopOok voor de tweede oplossingsrichting, namelijk het uitfaseren van het pensioen in eigen beheer, is instemming vereist. Hiermee komt er een einde aan het in eigen beheer opbouwen van een oudedags-voorziening. Het in eigen beheer opgebouwde pensioen kan worden afgekocht tegen fiscale waarde. Daarvoor komt een eenmalige afkoopfaciliteit in de vorm van een 80%-regeling. Dat wil zeggen dat u loonbelasting betaalt over 80% van de fiscale waarde (afkoopsom) van het opgebouwde pensioen in eigen beheer. Verder bent u geen revisierente verschuldigd.

Hoe nu verder?Er liggen dus twee concrete oplossings-

richtingen voor het pensioen in eigen beheer. De Tweede Kamer is nu aan zet, want er moet een keuze worden gemaakt. Beide oplossingsrichtingen tezamen is wat Staatssecretaris Wiebes betreft geen optie. Mocht de Tweede Kamer op korte termijn kiezen voor hetzij OSEB, hetzij afschaffen van het pensioen in eigen beheer, dan volgt zo snel mogelijk een conceptwetsvoorstel waarin de uiteindelijke oplossing verder is uitgewerkt. De praktijk mag hierop nog reageren. De nieuwe regeling kan dan mogelijk nog ingaan per 1 januari 2017.

Stapsgewijze verlaging WW-uitkering en -rechtenVanaf 1 januari 2016 wordt de maximale duur van de publieke WW-uitkering staps- gewijs verlaagd. Dit gebeurt met één maand per kwartaal, te rekenen vanaf 1 januari 2016. Vanaf april 2019 is de WW-uitkering dan nog maximaal 24 maanden in plaats van 38 maanden. De hoogte van de WW-uitkering blijft gekoppeld aan het laatstverdiende loon. Deze maatregel geldt alleen voor mensen die op of na 1 januari 2016 instromen in de WW.

Ook de opbouw van WW-rechten wordt vanaf 1 januari 2016 beperkt. Werknemers bouwen in de eerste tien jaar van hun loopbaan per gewerkt jaar één maand WW-recht op. Daarna bouwen zij per gewerkt jaar een halve maand WW op. WW-rechten die werknemers al hebben opgebouwd vóór 1 januari 2016 blijven tellen voor één maand. De beperking van de WW-duur werkt een-op-een door in de beperking van de duur van de WGA-loongerelateerde uitkering. Dit is gunstig voor u als werkgever, of u nu eigenrisicodrager voor de WGA bent of in het publieke bestel zit, omdat de relatief dure WGA-loon-gerelateerde uitkering gedurende een kortere periode aan u wordt toegerekend.

Let op: Meldplicht datalekkenOp 1 januari 2016 is de meldplicht data- lekken in werking getreden. Deze meld-plicht is onderdeel van een breder pakket aan maatregelen ter uitbreiding van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Met de introductie van de meldplicht data- lekken worden organisaties verplicht data- lekken te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens.

De wet beschouwt iedere inbreuk op persoonsgegevens als een datalek. Hierbij gaat het niet alleen om ongeautoriseerde toegang tot persoonsgegevens zoals bij een hack, maar ook om het onrechtmatig verspreiden, wijzigen en vernietigen van persoonsgegevens. Ook het verlies van een USB-stick kan een datalek zijn. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft beleidsregels opgesteld over de meldplicht en een Meldloket ingesteld.

Geen verplichte salaris-verhoging voor de DGAAls directeur-grootaandeelhouder (DGA) hoort u vanuit uw bv een loon te krijgen dat gebruikelijk is voor het niveau en de duur van uw arbeid. Dit is de gebruikelijk-loonregeling. In 2016 hoeven DGA’s zichzelf geen verplichte salarisverhoging toe te kennen. Het minimumbedrag aan

gebruikelijk loon voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang is vastgesteld op € 44.000 en daarmee gelijk aan 2015.

Een lager bedrag is mogelijk als de bv aannemelijk kan maken dat 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienst-betrekking lager is dan de hiervoor beschreven hoofdregel. Het is verstandig om een lager gebruikelijk loon van tevoren af te stemmen met de Belastingdienst. Zo voorkomt u problemen en bewijslast achteraf.

Doorwerken na de AOW-gerechtigde leeftijd aantrekkelijkerVanaf 1 januari 2016 is het voor werkgevers aantrekkelijker om een AOW-gerechtigde werknemer in dienst te houden of te nemen. Zo is de opzegtermijn bij het opzeggen van de arbeidsovereenkomst met de AOW-gerechtigde werknemer beperkt tot één maand. Bij ziekte geldt een loon-doorbetalingsplicht van dertien weken in plaats van maximaal twee jaar. Het aantal tijdelijke contracten met een AOW-gerechtigde werknemer is verruimd en u hoeft niet in te gaan op een verzoek van de AOW-gerechtigde werknemer voor uitbreiding (of vermindering) van zijn aantal te werken uren.

Er zijn ook nieuwe verplichtingen. Zo heeft de doorwerkende AOW’er recht op minimaal het minimumloon of een hoger loon als dit bij cao is bepaald. Bij een reorganisatie bent u verplicht eerst uw AOW-gerechtigde werknemer te ontslaan. Dit gold al in de private sector, maar geldt nu ook in de publieke sector.

Nieuw per 1 januari 2016: Wet flexibel werkenVanaf 1 januari 2016 is de Wet flexibel werken in werking getreden als opvolger van de Wet aanpassing arbeidsduur. Werknemers kunnen vanaf nu dan ook een verzoek indienen bij hun werkgever voor andere werktijden en een andere werk-plaats.

Naast een verzoek om het aantal uren aan te passen, kan uw werknemer u verzoeken om te mogen werken op andere tijden of op een andere plek zoals thuis. Een verzoek tot aanpassing van de arbeidsduur en de werktijd zult u in principe moeten

inwilligen, tenzij sprake is van zwaar-wegende bedrijfs- of dienstbelangen. Een verzoek om aanpassing van de werkplek moet u overwegen. U heeft daarbij wel de vrijheid het verzoek af te wijzen. Doet u dit, dan moet u de afwijzing van het verzoek wel motiveren. De Wet flexibel werken is alleen van toepassing op werkgevers met meer dan tien werknemers. Uw werknemer kan een verzoek indienen als hij of zij een halfjaar bij u in dienst is. Na een verzoek, al dan niet ingewilligd, moet de werknemer een jaar wachten voordat hij een nieuw verzoek bij u kan indienen.

Boeterente aftrekbaar bij aflossing of rente-middelingDoor de lage hypotheekrente kiezen steeds meer woningeigenaren ervoor om hun hypotheek open te breken en deze tegen een lagere rente opnieuw vast te zetten. Biedt uw bank hiervoor rentemiddeling aan, dan hoeft u de in rekening gebrachte boeterente niet in één keer te betalen. De boeterente wordt dan ‘uitgesmeerd’ over de nieuwe rentevaste periode. Met een opslag wordt die boeterente doorberekend in de nieuwe lagere hypotheekrente.

Recent is duidelijk geworden dat de boete-rente bij rentemiddeling aftrekbaar is, mits dit een reële vergoeding betreft voor het renteverlies dat de bank lijdt vanwege het (gedeeltelijk) aflossen, wijzigen of over-sluiten van een eigenwoninglening. Andere opslagen die de bank voor de rente- middeling in rekening brengt zijn niet aftrekbaar, tenzij het totaal van die opslagen verwaarloosbaar is (maximaal 0,2%). Denk bijvoorbeeld aan een vergoeding voor het risico van vroeg- tijdig volledig aflossen van de eigen-woningschuld bij verkoop. Heeft u de afgelopen jaren boeterente betaald door middel van rentemiddeling, heeft u deze niet in aftrek gebracht en is de aanslag inkomstenbelasting inmiddels definitief? Neem dan contact met ons op. Mogelijk komt u alsnog in aanmerking voor een ambtshalve vermindering.

VAR definitief ten eindeNa enkele malen uitstel, is het er dan toch van gekomen. Op dinsdag 2 februari 2016 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de afschaffing van de VAR en de invoering van een nieuw stelsel van model- en voorbeeldovereenkomsten.

Nu al duidelijkheid over MIT-regeling in Zuid NederlandVanaf 10 mei 2016 wordt het weer mogelijk om subsidie aan te vragen binnen de regeling Mkb-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT). De provincies in Zuid Nederland (Noord-Brabant, Limburg en Zeeland) hebben bekendgemaakt dat het vanaf die datum weer mogelijk is aanvragen in te dienen voor haalbaarheidsstudies en innovatieadviesprojecten. Ook voor R&D- samenwerkingsprojecten wordt het weer mogelijk subsidie aan te vragen. Aan-vragen kunnen binnen deze openstelling worden ingediend tussen 5 juli en 1 september 2016.

Mkb-ondernemers die aansluiten bij één van de thema’s uit de Topsectoren kunnen via de MIT-regeling subsidie ontvangen voor innovatie. Aanvragen voor innovatie-adviesprojecten, haalbaarheidsprojecten en R&D-samenwerkingsprojecten kunt u regionaal indienen. Past de aanvraag niet binnen de Regionale Innovatiestrategie, dan kunt u de aanvraag landelijk indienen. De verwachting is dat de termijnen voor aanvragen in elk landsdeel hetzelfde zijn, met een uitloop voor het landelijk loket tot medio september. AanvragenR&D-samenwerkingsprojecten worden via een tender beoordeeld. Voor de andere instrumenten geldt dat aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Een aanvraag wordt pas behandeld als goedkeuring is verkregen vanuit de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). Onze verwachting is dat op of snel na 10 mei 2016 het volledige budget verdeeld wordt. Ruim van te voren in actie komen loont dus de moeite. Wij helpen u hier natuurlijk graag bij!

abab.nl abab.nl 6 3

moeite om nu al contact op te nemen met één van onze adviseurs.

Asbestsanering in 2016: alle subsidiemogelijkheden op een rijIn 2016 zijn er verschillende subsidie-regelingen beschikbaar die interessant zijn wanneer u een asbest dak gaat saneren. Hierbij een overzicht van de in 2016 geldende mogelijkheden. Landelijke subsidieregeling Verwijderen asbestdakenDeze landelijke regeling maakt het voor iedereen mogelijk om subsidie aan te vragen voor het saneren van asbest. Per m2

gesaneerd asbestdak bedraagt de subsidie € 4,50, met een maximum van € 25.000. De minimaal te saneren oppervlakte bedraagt 35m2. De sanering mag in fases worden uitgevoerd. De subsidie wordt na sanering aangevraagd. Met het saneren mag niet voor 2016 begonnen zijn.

Fiscaal voordeelNaast het verkrijgen van een subsidie-bedrag is het ook mogelijk om een fiscaal voordeel te behalen bij het vernieuwen van een dak. De Energie Investeringsaftrek (EIA) bedraagt in 2016 58%. Het is belangrijk dat een aanvraag binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting wordt ingediend.Voor het isoleren van een bestaande constructie kan EIA verkregen worden. Hierbij kan gedacht worden aan het plaatsen van geïsoleerde dakpanelen. De isolatiewaarde van het nieuwe dak moet minimaal 2,0 rc bedragen. Ook voor de aanschaf en installatie van grote zonne- panelensystemen kan EIA verkregen worden. Voorwaarde is dat de zonne-panelen een vermogen van minimaal 25kWp moeten leveren.

Fiscaal voordeel voor milieuvriendelijke producten en duurzame energie Investeert u in een nieuw milieuvriendelijk product of in energiebesparing en duur-zame energie? Dan kunt u mogelijk een fiscaal voordeel genieten via de MIA\Vamil-regeling (Milieu Investeringsaftrek\

Willekeurige afschrijving milieu-investeringen) of EIA (Energie Investeringsaftrek). De investeringen die in aanmerking komen in 2015 zijn opgenomen in de Milieulijst en de Energie-lijst.

De belangrijkste verandering voor de Energielijst is dat de EIA wordt verhoogd van 41,5% naar 58%. Dit betekent een verhoging van het netto voordeel van 10% naar 14,5%.

InvesteringsmogelijkhedenEnkele interessante investeringen die voor deze regelingen in aanmerking komen, zijn:

EIA: ■ technische voorziening voor energie

besparing in of bij bedrijfsgebouwen; ■ verbetering van de isolatie van

bestaande constructies; ■ ketel of kachel gestookt met biomassa; ■ LED-verlichtingssysteem; ■ zonnecollectoren of zonnepanelen; ■ warmtepomp(boiler) voor het

verwarmen van bedrijfsgebouwen, tapwater of processen;

■ HR-luchtverwarmer ten behoeve van bedrijfsgebouwen.

MIA/Vamil: ■ variabele verpakkingsmachine; ■ VOS-emissiereducerende technieken

binnen de metaalindustrie; ■ apparatuur voor de recycling van grond-

stoffen; ■ emissiearme houtgestookte kachel of

ketel; ■ uitsluitend elektrisch aangedreven

voertuig; ■ duurzaam gerenoveerd of nieuw

bedrijfsgebouw volgens een keurmerk; ■ vegetatiedak.

AanvragenDit zijn slechts enkele voorbeelden van investeringsmogelijkheden. Indien u gaat investeren, raden wij u aan contact op te nemen met één van onze adviseurs. Wij adviseren u graag over de mogelijkheden. Om gebruik te maken van de MIA\Vamil moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting een aanvraag worden ingediend.

Meer weten?Heeft u vragen over één van de regelingen of over de mogelijkheden voor uw organisatie? Neem dan contact op met Subsidiefocus via telefoonnummer 073-6465475 of stuur een e-mail naar [email protected].

Verleg de peildatum voor aanvullende studiefinanciering Eén van de bezuinigingen van de overheid is de afschaffing van studiefinanciering als gift. De basisbeurs blijft voortaan een schuld die de student binnen 35 jaar moet aflossen. Wel kunnen studenten, indien de ouders vanwege een laag inkomen niet kunnen bijdragen aan de studiekosten van het kind, nog altijd een aanvullende studie- financiering aanvragen die bij tijdig afstuderen wordt omgezet in een gift. Als ondernemer heeft u de mogelijkheid om te sturen op optimalisatie van het belastbaar inkomen en zo uw studerende kind in aanmerking te laten komen voor deze aanvullende beurs.

Vaststellen inkomen ondernemersDe aanvullende beurs kan oplopen tot € 380 per maand, afhankelijk van het gezamenlijk inkomen van de ouders. Voor de vaststelling van het inkomen wordt gekeken naar het gezamenlijk inkomen twee jaar voorafgaand aan het begin van de studie. Begint uw kind in 2016 met de studie? Dan wordt dus 2014 standaard als peiljaar genomen. Tot dit jaar was het niet toegestaan om het peiljaar te verschuiven. Vanaf 2015 kan, bij ouders met een wisselend inkomen, het peiljaar worden verlegd van 2014 naar 2015 of 2016. Dit geeft u als ondernemer de mogelijkheid om meer te sturen op de optimalisatie van het belastbaar inkomen in het peiljaar.

Optimaliseer het belastbaar inkomenU kunt nu dus zorgen dat uw studerende kinderen optimaal gebruik kunnen maken van de aanvullende studiefinanciering. Bij bepaalde milieu-investeringen heeft u als ondernemer bovendien de mogelijkheid om de afschrijvingen variabel toe te passen. Door dit sturingsmechanisme optimaal in te zetten kan dus een extra voordeel worden behaald. Wel moet u zich ervan bewust zijn dat voor vaststelling van inkomensafhankelijke toeslagen wordt gekeken naar het inkomen vóór verrekening van openstaande verliezen uit het verleden.

Nu ondernemers het peiljaar mogen verleggen voor de vaststelling van het inkomen, is het optimaliseren van het inkomen een nog belangrijker aandachts-punt. Kijk goed naar de belastbare inkomsten in de opeenvolgende jaren. Overleg met uw belastingadviseur zodat al uw kansen optimaal benut worden.

Per 1 mei 2016 komt de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) definitief te vervallen. Voortaan kan er gewerkt worden met vooraf door de Belastingdienst goed- gekeurde model- en voorbeeldovereen-komsten. Als daadwerkelijk gewerkt wordt volgens een dergelijke overeenkomst, heeft de opdrachtgever vooraf de zekerheid dat hij geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen.

De Belastingdienst heeft inmiddels diverse algemene modelovereenkomsten, voorbeeldovereenkomsten en individuele overeenkomsten op de site geplaatst. De komende tijd komen daar regelmatig nieuwe overeenkomsten bij.

Eigen modelovereenkomstMen mag ook werken met een eigen niet door de Belastingdienst goedgekeurde overeenkomst. Een opdrachtgever heeft dan alleen geen vrijwaring. Hij zal zelf moeten bepalen of er geen dienstbetrekking in het spel is. Anders moeten er loon-heffingen worden ingehouden en afgedragen over de werkzaamheden van de opdrachtnemer.

GewenningsperiodeVan 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt een gewenningsperiode. Opdrachtgevers en opdrachtnemers krijgen een jaar de tijd om hun werkwijze aan te passen aan de werk-wijze zoals opgenomen in een model- of voorbeeldovereenkomst. Tot 1 mei 2017 hebben beiden een inspanningsverplichting om de arbeidsrelatie zo vorm te geven dat er buiten dienstbetrekking wordt gewerkt.

Fiscaal vriendelijk rijden? Het kan nog steedsIs fiscaal vriendelijk rijden nog mogelijk nu de autobelastingen voor 2016 wederom zijn aangescherpt? Het kan nog steeds, maar de voordelen worden wel steeds minder.

Voor de meeste auto’s van de zaak waar ook privé mee wordt gereden, geldt een standaardbijtelling van 25% van de cataloguswaarde (inclusief btw en BPM). Voor zuinige auto’s gelden echter lagere bijtellingspercentages. Daarbij geldt dat hoe zuiniger de auto is, dus hoe minder CO2-uitstoot, des te lager de bijtelling wordt. Ook in 2016 zijn de CO2-grenzen verder aangescherpt. In 2017 worden weer wijzigingen verwacht. De wijzigingen in de autobelastingen voor de periode 2017 tot en met 2020 zijn opgenomen in een wetsvoorstel.

Het aanscherpen van de CO2-grenzen heeft niet tot gevolg dat u elk jaar met een nieuw bijtellingspercentage wordt geconfronteerd. Een vastgesteld percentage blijft gedurende 60 maanden geldig. Pas na deze periode wordt het percentage opnieuw vastgesteld.

Wordt de auto in 2016 voor het eerst op kenteken gezet, dan gelden de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:

Uit het wetsvoorstel blijkt het voornemen om vanaf 2017 de standaardbijtelling vast te stellen op 22%. Voor auto’s zonder CO2-uitstoot is dan een bijtelling van 4% gepland. Auto’s met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 g/km worden geconfronteerd met een stapsgewijze verhoging van de bijtelling van 17% in 2017 en 19% in 2018 tot 22% vanaf 2019.

Voor nieuwe auto’s gelden in 2017, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, de volgende bijtellingspercentages en CO2-grenzen:

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot* Nulemissie 4% 0Zéér zuinig 15% 1 t/m 50Zuinig 21% 51 t/m 106Overig 25% vanaf 107

*(g/km) alle brandstofsoorten

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot*

Nulemissie 4% 0

Vrijwel nulemissie 17% 1 t/m 50

Overig 22% Vanaf 51

*(g/km) alle brandstofsoorten

TipHet is minder aantrekkelijk om in 2016 een nieuwe auto van de zaak aan te schaffen met een CO2-uitstoot vanaf 107 g/km. Bij aanschaf van een dergelijke auto in 2016, krijgt u te maken met een bijtelling van 25%. Schaft u dezelfde auto nieuw aan in 2017, dan bedraagt de bij-telling volgens het wetsvoorstel 22%.

Het plan is om vanaf 2019 een standaard-bijtelling van 22% te handhaven. Alleen auto’s zonder CO2-uitstoot krijgen volgens de plannen nog een lagere bijtelling. Deze bedraagt vanaf 2019 4% bij auto’s met een catalogusprijs van € 50.000 en 22% voor zover de catalogusprijs hoger is. Voor waterstofpersonenauto’s geldt volgens de plannen een bijtelling van 4% ongeacht de catalogusprijs van de auto.

Motorrijtuigenbelasting De hoogte van de motorrijtuigenbelasting (MRB) is afhankelijk van een aantal factoren, waaronder de CO2-uitstoot van uw auto. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van 0 g/km geldt in 2016 een vrijstelling. Voor personenauto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 g/km gold in 2015 nog een vrijstelling MRB. Vanaf 2016 betaalt u voor deze auto’s echter de helft van het tarief dat voor een gewone personenauto geldt.

BPMAls uw auto op kenteken wordt gezet, wordt BPM geheven. Deze BPM zorgt er mede voor dat auto’s in Nederland duur zijn. De hoogte van de BPM is voor personenauto’s gebaseerd op de CO2-uitstoot. In 2016 geldt alleen nog een vrijstelling BPM voor auto’s met een CO2-uitstoot van 0 g/km. Deze vrijstelling geldt

abab.nl abab.nl 2 7

Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden.Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van financiële beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.

In 2016 is de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) er voor iedereen Bent u van plan in 2016 een zonneboiler, warmtepomp, biomassaketel of pellet-kachel aan te schaffen? Dan is de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) mogelijk interessant voor u! De ISDE-regeling opent in 2016 en heeft tot doel het gasverbruik voor verwarming van huishoudens en bedrijven te verminderen.

Particulieren en zakelijke gebruikers die zelf duurzame energie willen opwekken worden financieel ondersteund. Alle apparaten die in aanmerking komen voor deze regeling zijn terug te vinden op speciaal voor de ISDE opgestelde apparatenlijsten.

AanvragenSubsidie kan worden aangevraagd van 4 januari 2016 tot en met 31 december 2016. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de energieprestatie en het soort apparaat dat wordt aangeschaft. De regeling is toegankelijk voor particulieren en bedrijven. De aanvraag verschilt echter. Bedrijven kunnen alleen subsidie aanvragen indien de investering vooraf is goedgekeurd door de subsidieverstrekker. Particulieren kunnen de subsidie achteraf aanvragen en hebben vooraf dus geen goedkeuring nodig.

Subsidieregeling SDE+ voor hernieuwbare energie vanaf 1 maart 2016 open Bedrijven en instellingen die hernieuwbare energie (gaan) produceren kunnen ook in 2016 gebruik maken van de subsidie-regeling Stimulering Duurzame Energie-productie (SDE+). In 2016 is meer budget beschikbaar dan in 2015. Over twee open- stellingen wordt ongeveer € 8 miljard verdeeld. Hernieuwbare energiebronnen die in aanmerking komen voor subsidie zijn biomassa, geothermie, water, wind en zon. Daarnaast heeft wind op zee een eigen budget.

De kostprijs voor de opwekking van energie uit hernieuwbare energiebronnen is duurder dan opwekking van grijze energie. De SDE+ vergoedt dit verschil in kostprijs tussen groene en grijze energie over een periode die afhankelijk is van de technologie (5, 8, 12 of 15 jaar). De vergoeding per kWh is bekend. Tijdens de berekening van de subsidie wordt, afhankelijk van de investering, uitgegaan van een basisvergoeding per kWh. Op deze basisprijs wordt een correctie in mindering gebracht. Deze correctie wordt ieder jaar opnieuw bepaald. Het te ontvangen subsidiebedrag kan hierdoor per jaar verschillen.

Wij helpen u graagBelangrijk bij de SDE+ regeling is dat de subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst, maar dat de subsidie hoger wordt naarmate een aanvraag later wordt ingediend. Daarom is het verstandig advies in te winnen over het geschikte moment van indienen. Hier helpen de adviseurs van Subsidiefocus u graag bij. De eerste ronde wordt op 1 maart opengesteld en voor het indienen van een subsidieaanvraag is een juiste offerte nodig. Daarom loont het de

ook nog in 2017. Voor personenauto’s waarvoor geen vrijstelling geldt, is de BPM hoger naarmate de CO2-uitstoot hoger is.

Boete voor personeel inlenen?Als u weleens personeel inleent voor uw onderneming, loopt u het risico op hoge boetes. Als u de zaken niet goed geregeld heeft, kunt u aansprakelijk worden gesteld voor de afdracht van loonheffingen en btw van de uitlener. Ook moet u ervoor waken dat u zaken doet met een geregistreerde uitlener.

Inlenen houdt in dat personeel dat in dienst is bij een andere ondernemer, onder uw leiding of toezicht werkzaamheden verricht. De andere ondernemer kan een uitzendbureau zijn, maar bijvoorbeeld ook een collega-ondernemer die zijn personeel (tijdelijk) aan u uitleent.

Bezwaar tegen btw privégebruik auto niet opnieuw nodigHeeft u in het verleden bezwaar gemaakt tegen de aangegeven btw over het privé-gebruik van de auto, dan is opnieuw bezwaar maken voor 2015 niet nodig.

Ondernemers die de auto van de zaak ook privé gebruiken, moeten in de laatste btw- aangifte over 2015 de btw over dit privé-gebruik aangeven en betalen. Die jaarlijkse btw-correctie voor de auto van de zaak staat al enige jaren ter discussie.

De Belastingdienst heeft aangegeven dat ondernemers die bezwaar hebben gemaakt tegen de aangegeven btw voor het privé-gebruik van de auto over 2011, 2012, 2013 of 2014, dit voor 2015 niet opnieuw

TipOndernemers kunnen voor een bestelauto een beroep doen op een vrijstelling BPM. De belangrijkste voorwaarde is dat meer dan 10% van de jaarlijks gereden kilometers zakelijke kilometers zijn.

hoeven te doen. De Belastingdienst neemt het bezwaar namelijk ook automatisch voor 2015 in behandeling. Twijfelt u of er de afgelopen jaren bezwaar is gemaakt, neem dan contact met ons op.

Ondernemingsraad krijgt meer invloed op pensioenregelingDe ondernemingsraad (OR) krijgt in de toekomst mogelijk meer invloed op de pensioenregeling van werknemers. Hiervoor is onlangs een wetsvoorstel ingediend. Het is de bedoeling dat de OR in de toekomst het recht krijgt om wel of niet akkoord te gaan met een wijziging van een pensioenregeling. De OR heeft dit instemmingsrecht nu alleen als een werkgever een pensioenregeling wil vast-stellen of intrekken.

De OR krijgt geen instemmingsrecht als de pensioenafspraken al inhoudelijk zijn geregeld in bijvoorbeeld een cao of als de pensioenovereenkomst is onder-gebracht bij een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. De keuze voor een bepaalde pensioenuitvoerder blijft aan de werkgever.

Maak gebruik van uw premiekortingenVoor bepaalde werknemers heeft u mogelijk ook in 2016 recht op premie-kortingen. Hiermee verlaagt u de te betalen loonheffingen. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een rekenhulp ontwikkeld waarmee u kunt controleren of u recht heeft op deze kortingen.

Met behulp van de rekenhulp kunt u beoordelen of u recht heeft op de premie- korting voor de oudere, de arbeids-gehandicapte of de jongere werknemer. Hiernaast geeft de rekenhulp antwoord op de vraag hoe hoog deze premiekorting in uw geval is, hoe lang u de korting kunt toepassen en hoe u deze moet toepassen.

Top 10 veranderingen in 2016 Zoals elk jaar zijn ook in 2016 regels gewijzigd en nieuwe regels in werking getreden. Daarom voor u een top 10 van veranderingen per 1 januari 2016 specifiek voor de ondernemer.

1. De kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk die tot 2016 onder de RDA (Research en Development Aftrek) vielen, vallen voortaan onder de S&O-afdrachtvermindering.

2. Het percentage van de Energie- investeringsaftrek (EIA) is fors gestegen van 41,5% (2015) naar 58% (2016). U komt voor de EIA in aan-merking als u investeert in energie- besparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Het moet gaan om bedrijfsmiddelen vermeld op de Energielijst 2016.

3. Als ondernemer of directeur-groot-aandeelhouder bent u meer kwijt aan de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet. U betaalt 5,5% (2015: 4,85%) over een maximum-bijdrageloon van € 52.763 (2015: € 51.976).

4. Vanaf boekjaar 2016 kan de jaar-rekening van uw bv alleen nog digitaal worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel.

5. De drempel om per kwartaal een opgaaf intracommunautaire prestaties (opgaaf ICP) te doen, is verlaagd van € 100.000 naar € 50.000.

6. Als inlener of aannemer kunt u voor vrijwaring van inleners- of ketenaan-sprakelijkheid niet meer rechtstreeks bij de Belastingdienst storten op WKA-depots. Vrijwaring kan nog wel worden verkregen. Dit doet u door een deel van het factuurbedrag te storten op de g-rekening van de uitlener of onder- aannemer. Zo kunt u de inleners- of ketenaansprakelijkheid beperken of voorkomen.

7. De VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) verdwijnt per 1 mei 2016. Deze wordt vervangen door modelovereenkomsten.

Soort auto Bijtelling CO2-uitstoot* Nulemissie 4% 0Zéér zuinig 15% 1 t/m 50Zuinig 21% 51 t/m 106Overig 25% vanaf 107

*(g/km) alle brandstofsoorten

8. U mag voortaan geen gratis plastic tasjes meer meegeven aan uw klanten. Hiervoor geldt vanaf dit jaar een verbod. U moet dus voortaan een vergoeding vragen. Er is een uit- zondering voor tasjes dunner dan 15 micron.

9. Met ingang van 1 juli 2016 vervalt de mogelijkheid om de motorrijtuigen-belasting voor een heel jaar in één keer te betalen. Heeft u een auto met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 50 g/km? Dan betaalt u voortaan ook motor-rijtuigenbelasting. Dit is de helft van het tarief voor een gewone personenauto.

10. Overweegt u een nieuwe auto van de zaak waarmee u ook privé rijdt, houd dan rekening met de volgende bij-tellingspercentages die gelden voor het jaar 2016:

TipVanaf 2017 zijn er waarschijnlijk nog maar drie bijtellingscategorieën. De standaardbijtelling (nu 25%) is dan vermoedelijk 22%. Een verschil dus van 3%. Kunt u de aanschaf van een standaardbijtellingauto nog uitstellen, wacht dan tot 2017.

ABAB infoDoe er uw voordeel mee

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 1 14-04-11 08:45

ABAB Accountants en Adviseurs - Postbus 10085, 5000 JB Tilburg - abab.nl

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 4 14-04-11 08:45

ABAB info maart 2016» Top 10 veranderingen in 2016» Nu al duidelijkheid over MIT-regeling in Zuid Nederland» VAR definitief ten einde

Kijk voor het laatste nieuws op onze website!