ABAB info, editie mei 2014

8
ABAB info Doe er uw voordeel mee ABAB info mei 2014 » Subsidie voor samenwerkingsprojecten MKB MIT-regeling » Hervormingen arbeidsmarkt in aantocht » Wijziging btw-regels per 2015

description

ABAB info is een magazine met beknopte en overzichtelijke artikelen over actuele onderwerpen en ontwikkelingen in accountancy, belastingadvies, consultancy, op juridisch terrein en op het gebied van werkgeversdiensten. ABAB info verschijnt vier maal per jaar!

Transcript of ABAB info, editie mei 2014

Page 1: ABAB info, editie mei 2014

ABAB infoDoe er uw voordeel mee

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 1 14-04-11 08:45

ABAB Accountants en Adviseurs - Postbus 10085, 5000 JB Tilburg - abab.nl

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 4 14-04-11 08:45

ABAB info mei 2014» Subsidie voor samenwerkingsprojecten MKB MIT-regeling» Hervormingen arbeidsmarkt in aantocht » Wijziging btw-regels per 2015

Kijk voor het laatste nieuws op onze website!

Page 2: ABAB info, editie mei 2014

abab.nl abab.nl 2 7

Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden.Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van financiële beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.

Subsidie voor samenwerkingsprojecten MKB MIT-regelingDoel van de regeling MKB Innovatie-stimulering in de Topsectoren (MIT) is de versterking van de betrokkenheid van het mkb bij de Topsectoren. Via de MIT-regeling kunnen mkb-ondernemingen in één van de Topsectoren subsidie krijgen voor innovatie. Het gaat om de Topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen & Materialen (ICT), Chemie, Biobased en Energie, Water, Logistiek, Creatieve Industrie, Life Sciences & Health en Agrifood.

Eén van de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, is de aansluiting bij de thema’s van de Topsectoren. Iedere Topsector heeft een eigen innovatiecontract opgesteld met daarin diverse thema’s/speerpunten.

AanvragenAls samenwerkingsverband met ten minste één ander mkb-bedrijf kunt u subsidie aanvragen voor industrieel en experimenteel onderzoek. De subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000 per samenwerkingsproject. De looptijd van het project is maximaal 2 jaar.

Aanvragen voor R&D-samenwerkings-projecten (Research & Development) kunnen worden ingediend van 3 juni tot en met 22 september 2014. De aanvragen worden gerangschikt op basis van onderstaande criteria:

■ mate van innovatie; ■ economisch perspectief; ■ samenwerking; ■ sectoroverstijgende samenwerking; ■ regionaal belang.

VoorwaardenVoor de Baan Bonus geldt een aantal voorwaarden, onder andere:

■ per werkgever kan maximaal drie keer een Baan Bonus van maximaal € 5.000 per medewerker worden verstrekt;

■ jongeren moeten jonger zijn dan 27 jaar en zijn werkloos of volgen een opleiding;

■ de werkloze jongere mag in de drie maanden voor ingang van de arbeids-overeenkomst niet continu een volwaardig inkomen uit arbeid hebben ontvangen;

■ een oudere is 55 jaar of ouder (tot pensioenleeftijd);

■ de oudere of arbeidsgehandicapte ontvangt (op moment van aanvraag) ten minste gedurende drie maanden een uitkering.

Active & Assisted Living Programma 2Richt u zich op de verbetering van de kwaliteit van leven voor ouderen? Draagt u er aan bij dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en leven? Dan is de eerste oproep van het Active & Assisted Living Programme (AAL) 2 mogelijk interessant voor u. Doel van dit Europese samenwerkings-programma is de ontwikkeling van innovatieve, op ICT gebaseerde oplossingen voor ouderen en hun omgeving.

De eerste oproep ‘Care for the future’ richt zich op innovaties en benaderingen, die duurzame zorgsystemen tot stand brengen en zowel de gezondheid als het welzijn van ouderen verbeteren. Ook nieuwe concepten en oplossingen voor ondersteuning van formele en informele zorg kunnen in aanmerking komen binnen deze call.

AanvragenDe aanvraagprocedure kent twee fases. Na een Europese aanvraag kan een nationale aanvraag worden ingediend. De Europese aanvraag moet uiterlijk op 26 juni 2014 worden ingediend.

Samenwerkingsverbanden van minimaal drie onafhankelijke organisaties uit drie landen kunnen een aanvraag indienen. Aan het samenwerkingsverband moeten ten minste een (eind)gebruikersorganisatie, een marktgeoriënteerde bedrijfspartner en een mkb-bedrijf deelnemen. De totale kosten van een project moeten tussen de € 1 miljoen en € 7 miljoen liggen. Voor deze ronde is een budget van € 32,8 miljoen beschikbaar, waarvan € 2,3 miljoen bestemd is voor Nederlandse partners.

Stimuleringsregeling Baan Bonus – Regio West-BrabantHet doel van de stimuleringsregeling Baan Bonus is om jongeren tot 27 jaar, ouderen en arbeidsgehandicapten werkervaring op te laten doen en bij voorkeur op weg te helpen naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Voor dit doel worden loonkostensubsidies verstrekt aan werkgevers.

Werkgevers (rechtspersonen en overheids-instanties) komen in aanmerking voor een Baan Bonus wanneer:

■ een jongere, oudere of arbeids- gehandicapte uit de regio West-Brabant een arbeidsovereenkomst wordt aangeboden (van minimaal 32 uur per week en voor ten minste 6 maanden);

■ een jongere, oudere of arbeids- gehandicapte uit de regio West-Brabant een uitbreiding op de arbeids- overeenkomst wordt aangeboden (uitbreiding naar minimaal 32 uur);

■ een jongere een leerarbeids- overeenkomst wordt aangeboden (van minimaal 24 uur per week en voor minimaal 6 maanden).

Aanvragen De Baan Bonus kan worden aangevraagd van 1 december 2013 tot 31 december 2014. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst (volledige aanvraag). De aanvraag mag niet eerder dan een maand voor ingang van de arbeids-overeenkomst worden ingediend en niet later dan een maand na de ingangsdatum. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de soort (arbeidsovereenkomst of leerarbeidsovereenkomst) en duur van de overeenkomst (6 maanden of 1 jaar) en ligt tussen de € 1.875 en € 5.000.

box. Hiermee kunt u aanzienlijk belasting besparen, maar de innovatiebox is niet bepaald gebruiksvriendelijk. Met name kleine innovatieve bedrijven blijken maar weinig gebruik te maken van deze mogelijkheid. Hoog tijd om de innovatie-box eens onder de loep te nemen.

Innovatiebox in vogelvluchtBehaalt u winst met innovatieve activiteiten, dan kunt u wellicht gebruik-maken van de innovatiebox in de vennootschapsbelasting. Op verzoek geldt dan een effectieve heffing van 5%. Om de innovatiebox toe te kunnen passen, moet u winst behalen met een door u zelf ontwikkeld immaterieel activum waarvoor u een octrooi (of kwekersrecht) of een S&O-verklaring (speur- en ontwikkelings-werk) heeft gekregen. Bij immateriële activa kunt u denken aan nieuwe product-ontwikkelingen, verbeterde productie-processen en ontwikkeling van software. Merken, logo’s en dergelijke vallen hier niet onder.

U kunt pas kiezen voor de innovatiebox als de te verwachten voordelen in belangrijk mate hun oorzaak vinden in de aan u verleende octrooien of S&O-activa. Die voordelen zijn overigens pas laag belast (effectieve heffing van 5%) als u de voortbrengingskosten heeft ingelopen. De innovatiebox kent namelijk een box- drempel. Deze drempel bestaat uit het saldo van de in te lopen voortbrengings-kosten van immateriële activa en de voortbrengingskosten in het boekjaar zelf. De voordelen moeten dus groter zijn dan de voortbrengingskosten die u heeft afgetrokken tegen het reguliere tarief in de vennootschapsbelasting.

Forfaitaire regelingOm de innovatiebox wat toegankelijker te maken voor het mkb, is er sinds 1 januari 2013 een forfaitaire regeling voor het bepalen

TipVoor toepassing van de innovatiebox is het niet noodzakelijk dat de immateriële activa op de balans van de onderneming worden vermeld.

Let op!De uitvoering van de innovatiebox is zéér specifiek. Het is daarom verstandig om u hierover goed te laten informeren.

van de innovatiewinst. Kunt u de innovatie-box toepassen, dan mag u 25% van uw totale jaarwinst aanmerken als voordelen uit innovatieve activiteiten. U hoeft dan geen rekening te houden met de drempel. Er geldt wel een (jaar)maximum van € 25.000. Hier-door levert de forfaitaire regeling bij een vennootschapsbelastingtarief van 20% u uiteindelijk een fiscaal voordeel op van maximaal € 4.000 per jaar.

U kunt elk jaar kiezen of u de forfaitaire regeling wel of niet toepast. Het forfait is echter niet onbeperkt. U kunt het alleen toepassen wanneer u in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren een immaterieel activum heeft voortgebracht. Vervalt het forfait, dan kunt u nog wel op de normale wijze de innovatiebox toepassen. Het werkelijke voordeel uit immateriële activa moet dan alsnog worden bepaald met inachtneming van de drempel.

TipsEerder ontslag voor de AOW-gerechtigde medewerker Sinds 1 april 2014 komen AOW- gerechtigde medewerkers bij collectief ontslag het eerst voor ontslag in aanmerking. Van collectief ontslag is sprake wanneer om bedrijfseconomische redenen twintig of meer medewerkers tegelijkertijd hun ontslag krijgen. Normaal gesproken bepaalt bij collectief ontslag het afspiegelingsbeginsel de volgorde van ontslagen. Kort gezegd houdt dit in dat medewerkers met vergelijkbare functies in leeftijdsgroepen worden ingedeeld. Degenen die binnen hun leeftijdsgroep als laatste zijn aangenomen, worden als eerste ontslagen.

Op dit afspiegelingsbeginsel wordt voor de AOW-gerechtigde medewerkers nu een uitzondering gemaakt. Hierdoor worden bij collectief ontslag eerst de medewerkers ontslagen die recht hebben op een AOW-uitkering. Moet u dus een keuze maken tussen het ontslaan van een 55-jarige

Let op!Kiezen voor de forfaitaire regeling is niet altijd voordelig. Zo is de reguliere regeling aantrekkelijker als u denkt meer dan 25% winst te behalen met innovatieve activiteiten of als het voordeel meer is dan het gemaximeerde forfaitaire bedrag van € 25.000.

medewerker of een 72-jarige medewerker die hetzelfde werk doet, dan moet u eerst de 72-jarige medewerker ontslaan.

Belasting- en invorderingsrente fors omhoog Per 1 april 2014 is de belastingrente voor de vennootschapsbelasting fors omhoog gegaan: van 3% naar minimaal 8%. De Belastingdienst sluit voortaan aan bij de wettelijke rente voor handelstransacties met een ondergrens van 8%. Deze wettelijke rente is met ingang van dit jaar zelfs 8,25%.

De belastingrente voor de overige belastingen (zoals de inkomstenbelasting) en de invorderingsrente zijn omhoog gegaan van 3% naar minimaal 4%.

U betaalt belastingrente als de Belasting-dienst u een (voorlopige) aanslag oplegt met een te betalen bedrag. Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting hoeft u alleen rente te betalen als de (voorlopige) aanslag wordt opgelegd later dan een halfjaar na afloop van het belastingjaar.

Voorkom dat u onnodig rente moet betalen. Check of eerdere voorlopige aanslagen gebaseerd zijn op een juiste inschatting van uw inkomsten of winst. Verwacht u dat u over het jaar 2013 nog inkomsten- of vennootschapsbelasting moet bijbetalen, vraag dan op tijd een (nadere) voorlopige aanslag aan. Zo voorkomt u in ieder geval dat u achteraf nog een fors bedrag aan rente moet betalen.

Verplichte inschrijfvergoeding bij Kamer van KoophandelSinds 15 februari 2014 vraagt de Kamer van Koophandel een éénmalige inschrijf-vergoeding van € 50 voor iedere nieuwe inschrijving in het Handelsregister. U bent de inschrijfvergoeding verschuldigd wanneer u een onderneming inschrijft, bij voortzetting of overname van een onderneming en bij fusie of splitsing waarbij een nieuwe onderneming ontstaat. In al deze gevallen geeft de Kamer van Koophandel namelijk een nieuw KvK-nummer uit.

De inschrijfvergoeding moet de administratieve kosten dekken die verbonden zijn aan een nieuwe inschrijving. Bedrijven zijn na hun eerste inschrijving geen andere kosten voor registratie in het Handelsregister verschuldigd.

Page 3: ABAB info, editie mei 2014

abab.nl abab.nl 6 3

Meer weten?Heeft u vragen over één van de subsidie-regelingen of over de mogelijkheden voor uw organisatie? Neem dan contact op met de adviseurs van Subsidiefocus via telefoonnummer 073-6465475 of stuur een e-mail naar [email protected].

Hervormingen arbeidsmarkt in aantochtNieuwe regels voor ontslag, meer en sneller zekerheid voor medewerkers met flexibele contracten en een stapsgewijze verkorting van de Werkloosheidswet (WW). Dit zijn in een notendop de belangrijkste hervormingen voor de arbeidsmarkt, waarmee de Tweede Kamer inmiddels heeft ingestemd. De meeste maatregelen zullen hoogstwaarschijnlijk pas ingaan op 1 juli 2015 of later. Werkt u echter veel met tijdelijke contracten, houdt dan alvast rekening met enkele wijzigingen per 1 juli 2014. De Eerste Kamer moet nog wel instemmen met de hervormingsplannen.

Wijzigingen per 1 juli 2014 in tijdelijke contractenVanaf 1 juli 2014 is het uit den boze om in tijdelijke contracten van zes maanden of minder een proeftijd op te nemen. Ook in een aansluitend contract mag geen proeftijd worden opgenomen. Een concurrentie-beding in een tijdelijk contract is alleen nog mogelijk in bijzondere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen die een dergelijk beding vereisen. Deze zwaarwichtige belangen moet u dan wel schriftelijk motiveren. Zonder deze motivatie is het concurrentiebeding namelijk niet geldig. Heeft uw medewerker een tijdelijk contract van zes maanden of langer dat automatisch eindigt? U moet dan uiterlijk één maand voor het einde van het arbeidscontract de medewerker schriftelijk informeren of u het contract al dan niet

Let op!De nieuwe regels gelden alleen voor tijdelijke arbeidscontracten die op of na 1 juli 2014 zijn afgesloten. Is er op die datum een cao van toepassing, dan blijven de (afwijkende) regels uit die cao gelden totdat deze afloopt of tot uiterlijk 1 januari 2016. De nieuwe regels voor het opnemen van een concurrentiebeding hebben wel onmiddellijke werking.

Wijziging in ketenregelingMet ingang van 1 juli 2015 kunnen medewerkers met tijdelijke contracten niet na drie jaar, zoals nu, maar al na twee jaar aanspraak maken op een vast contract. Het is nog wel mogelijk om drie tijdelijke contracten aan te bieden. De periode tussen twee contracten om de keten te doorbreken, wordt echter zes maanden in plaats van drie maanden.

Nieuwe ontslagregels per 1 juli 2015Als werkgever kunt u bij ontslag nu nog kiezen tussen twee routes: ontslag via UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers-verzekeringen) of via de kantonrechter. Vanaf 1 juli 2015 is er nog slechts één ontslagroute en die is afhankelijk van de reden van ontslag. Bedrijfseconomisch ontslag en ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid lopen dan via UWV. Ontbinding van het arbeidscontract om andere redenen gaat via de kantonrechter. Het blijft mogelijk om samen met uw medewerker schriftelijk een beëindigings-overeenkomst te sluiten. De medewerker heeft daarna veertien dagen bedenktijd. U moet uw medewerker op deze bedenktijd wijzen.

Van ontslagvergoeding naar transitie-vergoedingDe huidige ontslagvergoeding maakt per 1 juli 2015 plaats voor een transitie-vergoeding. De medewerker heeft recht op de vergoeding wanneer hij twee jaar of langer bij u heeft gewerkt. Hij moet de door u betaalde vergoeding gebruiken voor bijvoorbeeld scholing of de overstap naar een andere baan. De transitievergoeding is afhankelijk van het aantal jaren dat de medewerker bij u in dienst is geweest

TipDe ontslagroute is alleen verplicht als de medewerker niet schriftelijk instemt met zijn ontslag.

Let op!Voor kleine bedrijven met minder dan 25 medewerkers komt er een overgangstermijn. Zij mogen tot 2020 een lagere vergoeding betalen als zij personeel om bedrijfs-economische redenen gedwongen moeten ontslaan.

en bedraagt maximaal € 75.000 of een jaarsalaris als de medewerker meer verdient dan € 75.000.

Aanpassing duur WWDe maximale duur van de WW (Werkloosheidsuitkering) bij werkloosheid wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapje voor stapje teruggebracht van 38 naar 24 maanden. In de cao kunnen werkgevers en medewerkers afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – zelf te betalen.

Betaal de belasting op tijd! Sinds 1 januari 2014 gelden er aangescherpte regels als het gaat om het betalen van aangiftebelastingen, zoals de loonheffingen en de omzetbelasting (btw). Zo is het opzettelijk niet betalen van de verschuldigde belasting op aangifte voortaan strafbaar. Met deze maatregel kunt ook u, als goedwillende belasting-betaler, worden geconfronteerd. Betaal dan ook de verschuldigde belasting op tijd. Mocht dat door omstandigheden niet lukken, vraag dan tijdig om betalingsuitstel of meldt betalingsonmacht zo snel mogelijk.

Aangescherpte regelsBetaalt u de verschuldigde loonheffingen of btw te laat, dan riskeert u een verzuim-boete. Hetzelfde is het geval als u niet of te weinig belasting betaalt. Deze verzuim-boete is niet nieuw, maar is wel omhoog gegaan van 2% naar 3% van het niet-betaalde bedrag. Het minimumbedrag (€ 50) en het maximumbedrag (€ 4.920) van de betaalverzuimboete zijn ongewijzigd. Bij keer op keer te laat betalen kan een hogere verzuimboete worden opgelegd. Is sprake van opzet of grove schuld, dan komt de vergrijpboete in beeld.

Nieuw dit jaar is dat het opzettelijk niet, te weinig of te laat betalen van de verschuldigde belasting op aangifte voortaan strafbaar is. De sanctie is fors. Wie opzettelijk niet (volledig) of niet op tijd voldoet aan de betalingsverplichting

wenst voort te zetten. Doet u dit niet, dan is de sanctie één maandsalaris.

uitkeringen bent u op termijn dan ook wellicht minder belasting kwijt.

Misschien heeft u al een bestemming voor het nettobedrag dat u overhoudt na éénmalige opname van de stamrecht- aanspraak. Wees er in ieder geval op bedacht dat dit nettobedrag mogelijk ook nog meetelt voor de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting.

AfkoopwaardeOpname is niet altijd mogelijk. Uw bv moet namelijk wel voldoende dekking hebben om de stamrechtaanspraak uit te keren. Daar komt nog bij dat de afkoop-waarde van de stamrechtaanspraak niet eenvoudig te bepalen is. U mag namelijk niet uitgaan van het bedrag dat als stamrechtvoorziening is opgenomen op de fiscale balans van de bv, maar het uitgangs-punt is de afkoopwaarde die een bank of een onafhankelijke verzekeraar ook zou hanteren. Niet alleen een zogeheten reservewaarde telt daarom mee, maar ook diverse kosten- en winstopslagen en zelfs uw gezondheidstoestand kunnen een rol spelen.

Wijziging btw-regels per 2015Op 1 januari 2015 veranderen de btw-regels voor telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten verricht aan niet-belastingplichtige afnemers. Verricht u als zakelijk dienstverlener dergelijke diensten aan niet-belastingplichtige afnemers (zoals particulieren) binnen de EU, houd dan op tijd rekening met de gewijzigde regels. Nu zijn dergelijke diensten nog in Nederland belast met 21% btw. Vanaf 1 januari 2015 zijn deze diensten belast in het land waar de niet-belastingplichtige afnemer woont.

TipDe inkomenspiek bij het éénmalig uitkeren van het stamrecht kan enigszins worden verzacht wanneer u gebruik kunt maken van de middelingsregeling.

Let op!De regels voor het bepalen van de afkoopwaarde van uw stamrecht zijn bijzonder ingewikkeld. Laat u daarom deskundig bijstaan door uw ABAB-adviseur. Het is in ieder geval verstandig om een afkoop van het stamrecht van tevoren voor te leggen aan de belastinginspecteur.

Telecommunicatie-, omroep- en elektronische dienstenDe gewijzigde regels zijn alleen op u van toepassing wanneer u een aanbieder bent van:

■ telecommunicatiediensten, zoals telefoon en sms;

■ elektronische diensten, zoals het bouwen en onderhouden van websites en software, het toegang geven tot data-banken of het downloaden van muziek, films of spellen. Ook e-learning kan hieronder vallen;

■ omroepdiensten, zoals radio en televi-sie.

Wanneer u dergelijke diensten levert aan niet-belastingplichtige afnemers (consumenten/particulieren) binnen de EU, dan krijgt u te maken met de nieuwe plaats-van-dienst-regels in de btw.

Nieuwe btw-regelsNu moet u over dergelijke diensten nog 21% Nederlandse btw in rekening brengen. Door de nieuwe btw-regels zijn deze diensten vanaf 1 januari 2015 belast in het EU-land waar uw afnemer (consument) woont. Dat betekent dat u binnen de EU te maken kunt krijgen met 28 verschillende btw-tarieven en 28 btw-registraties.

Om het u makkelijker te maken, is er straks het mini One Stop Shop-systeem. Hierdoor mag u, onder voorwaarden, gewoon in Nederland aangifte doen voor de belasting die u in andere EU-lidstaten verschuldigd bent. De Belastingdienst zorgt ervoor dat de verschuldigde btw dan bij de juiste buitenlandse Belastingdiensten terechtkomt. U bent niet verplicht om gebruik te maken van het One Stop Shop-systeem. Kiest u hier niet voor, dan moet u in elke lidstaat van verbruik afzonderlijk btw-aangifte doen.

Let op!Het One Stop Shop-systeem is een administratieve lastenverlichting. U mag de btw dan wel in Nederland aangeven, maar u moet desondanks wel het btw-tarief berekenen dat geldt in het land waar de consument woont. Naast uw gebruikelijke btw-aangiften moet u ook nog aparte btw-meldingen doen.

De wijziging kan betekenen dat u in 2015 soms meer en soms minder btw verschuldigd bent over uw diensten. Is het btw-tarief in het land van de consument lager dan 21%, dan bent u dus minder verschuldigd. Andersom kan natuurlijk ook.

Inspelen op veranderingenU zult nu al rekening moeten houden met de wijzigingen. Zo zullen uw IT-systemen moeten worden aangepast om ervoor te zorgen dat u straks de juiste btw-tarieven van de landen waar de consumenten wonen, berekent. Deze btw-tarieven kunnen ook weer wijzigen. U zult dus moeten blijven monitoren per land of er een tariefwijziging in de btw heeft plaats-gevonden. Tot slot moet u ook nadenken of u een btw-verhoging wel wilt door-berekenen aan uw klanten binnen de EU. Een prijsstijging maakt u wellicht minder aantrekkelijk voor deze klanten.

Innovatiebox onder de loepVoor bedrijven in de vennootschaps-belasting geldt een speciaal fiscaal regime voor inkomsten uit innovatie: de innovatie-

Page 4: ABAB info, editie mei 2014

abab.nl abab.nl 4 5

riskeert een geldboete van € 81.000 of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste het bedrag van de te weinig betaalde belasting. In plaats van een geldboete kan ook een gevangenisstraf van maximaal zes jaar worden opgelegd.

De maatregel treft niet alleen kwaad-willende ondernemers, maar – als u niet oppast – ook u als goedwillende belasting-betaler. Van opzettelijk niet betalen is namelijk sneller sprake dan u denkt.

Gevaar van ‘nihil’-aangifteZo komt het in de praktijk weleens voor dat ondernemers voor de btw soms ‘nihil’-aangiften indienen. Wanneer nog niet alle gegevens bekend zijn of de boekhouding niet op tijd is bijgewerkt, dan is in ieder geval de deadline voor het indienen van de aangifte gehaald. Later volgt dan alsnog, na het verstrijken van de wettelijke aangiftetermijn, een juiste en volledige aangifte. Aan deze werkwijze is een groot risico verbonden. Wie een ‘nihil’-aangifte indient, maakt hiermee een bewuste keuze en kiest er daarmee ook voor dat de verschuldigde btw niet op tijd wordt betaald.

Trek aan de bel!Wanneer u door omstandigheden niet in staat bent om de verschuldigde belasting op aangifte (op tijd) te betalen, trek dan zo snel mogelijk aan de bel. Van opzettelijk gedrag is dan namelijk geen sprake. Strafbaarheid is in de volgende twee gevallen in ieder geval uitgesloten:

■ U heeft de Belastingdienst, voordat de wettelijke betalingstermijn is verstreken, verzocht om uitstel van betaling.

■ Namens een bv is, zodra duidelijk was dat de bv niet tot betaling in staat is, betalingsonmacht onmiddellijk schriftelijk medegedeeld aan de Belastingdienst.

Verklaring arbeidsrelatie onder de loepIn de media is de afgelopen tijd regelmatig het bericht verschenen dat de Belastingdienst steeds kritischer kijkt naar de afgegeven Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Niet verwonderlijk, want de verklaring maakt duidelijk of er wel of geen loonheffingen moeten worden

Let op!Dien geen ‘nihil’-aangifte voor de btw in. U riskeert hiermee strafbaar-stelling.

ingehouden en betaald. In de praktijk komt het nogal eens voor dat met een ‘verkeerde’ VAR wordt gewerkt en zijn de regels niet altijd voor iedereen even duidelijk.

Vier soorten VARMet de VAR geeft de Belastingdienst aan wat de fiscale status is van de arbeids-relatie. Zo weet zowel de opdrachtnemer (bijvoorbeeld de freelancer) als de opdrachtgever of sprake zou kunnen zijn van een dienstbetrekking. De Belasting-dienst baseert zich hierbij in eerste instantie op de feiten en omstandigheden zoals die worden aangegeven door de aanvrager van een VAR. De opdrachtnemer kan de VAR aanvragen bij de Belastingdienst. Dit is overigens niet verplicht.

Er zijn vier soorten VAR:

■ VAR-loon. Deze VAR biedt geen zekerheid over de vraag of loon- heffingen moeten worden ingehouden of betaald. De opdrachtgever zal moeten toetsen of er een (fictieve) dienstbetrekking is. Let op! De Belastingdienst zal het standpunt innemen dat loonheffingen moeten worden betaald.

■ VAR-row (resultaat uit overige werkzaamheden). Ook hier is er geen zekerheid en zal de opdrachtgever moeten toetsen of al dan niet sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking.

■ VAR-wuo (winst uit onderneming). Deze VAR geeft de zekerheid dat geen loonheffingen hoeven te worden ingehouden en betaald, mits voldaan wordt aan de spelregels. De Belasting-

TipSchakelt u als opdrachtgever iemand in om werkzaamheden voor u te verrichten, vraag deze persoon dan om een VAR. Zo weet u waar u aan toe bent.

dienst beschouwt de inkomsten bij deze VAR namelijk als winst uit onderneming.

■ VAR-dga. De Belastingdienst geeft deze VAR af wanneer u werkzaamheden verricht voor opdrachtgevers en die werkzaamheden komen voor rekening en risico van uw bv. Een opdrachtgever hoeft geen loonheffingen in te houden.

SpelregelsAls opdrachtgever mag u in principe uitgaan van de inhoud van de VAR. Bij een VAR-wuo of een VAR-dga hoeft u dus geen loonheffingen in te houden. Die zekerheid heeft u echter alleen als u de volgende spelregels van de VAR in acht neemt:

■ Controleer of de werkzaamheden die de opdrachtnemer voor u verricht, overeen-komen met de werkzaamheden die in de VAR staan.

■ Controleer of de VAR nog geldig is op het moment dat de werkzaamheden worden uitgevoerd.

■ Stel de identiteit van de opdrachtnemer vast en bewaar een kopie van zowel een geldig identiteitsbewijs als de VAR bij uw administratie.

VAR in de toekomstDe VAR heeft in zijn huidige vorm de langste tijd gehad. Waarschijnlijk wordt

Let op!Heeft u als opdrachtnemer een VAR-aanvraag ingediend en bent u het niet eens met de door de Belastingdienst afgegeven VAR, dan kunt u daartegen bezwaar maken. Wijzigen in de loop van het jaar de omstandigheden zoals u die heeft vermeld in de aanvraag, dan moet u dit doorgeven aan de Belasting-dienst. Dit doet u door een nieuwe VAR aan te vragen.

de verklaring in 2015 vervangen door een VAR-webmodule. De huidige aanvraag-procedure vervalt dan. Met de VAR- webmodule wordt het mogelijk om op ieder gewenst moment de kwalificatie van de arbeidsrelatie te toetsen.

Gevolgen modernisering Ziektewet uitgelichtPer 1 januari 2013 is de modernisering van de Ziektewet in werking getreden. De financiële gevolgen van deze modernisering zijn vanaf 1 januari 2014 van kracht geworden. Als werkgever krijgt u te maken met hogere kosten als medewerkers met een tijdelijk dienst-verband ziek uit dienst gaan. Omdat in de praktijk de werking van de moderne Ziektewet niet altijd even duidelijk is, hebben we de veranderingen voor u in kaart gebracht.

Hogere premieDoor de modernisering van de Ziektewet draagt u vanaf 1 januari 2014 meer bij aan uitkeringen vanuit de Ziektewet aan flexwerkers (vangnetters). Flexwerkers zijn in dit verband medewerkers die:

■ ziek worden en een fictieve dienst-betrekking hebben, zoals thuiswerkers en provisiewerkers;

■ binnen 4 weken (28 dagen) na het einde van de dienstbetrekking ziek worden. Dit valt onder de nawerking;

■ een (tijdelijk) dienstverband hebben en ziek uit dienst gaan.

Vanaf 1 januari 2014 bestaat de gedifferentieerde premie Werkhervattings-kas (Whk) uit de volgende drie onderdelen:

■ premiedeel WGA voor vaste dienst-betrekkingen (WGA-vast);

■ premiedeel WGA voor flexibele dienst-betrekkingen (WGA-flex);

■ premiedeel ZW voor flexibele dienst-betrekkingen (ZW-flex).

De gedifferentieerde premie WGA is vanaf 1 januari 2014 opgegaan in de gedifferentieerde premie Werkhervattings-kas (Whk).

Voor het vaststellen van de hoogte van de gedifferentieerde premie Whk is het van belang of u een kleine, grote of middel-grote werkgever bent. U bent in 2014 een kleine werkgever wanneer uw premieloon

Let op!Vanaf 2016 zullen de WGA-vast en de WGA-flex worden samengevoegd.

in 2012 maximaal € 307.000 was. Van een grote werkgever is in 2014 sprake bij een premieloon in 2012 van meer dan € 3.070.000 en een middelgrote werkgever zit tussen beide in.

Een kleine werkgever betaalt een sector-premie, een middelgrote werkgever een sectorpremie en een individuele premie en een grote werkgever alleen een individuele premie. Bij middelgrote en grote werk-gevers speelt voor de hoogte van de premie daarom ook het aantal (ex-)medewerkers die in 2012 een ZW-uitkering of een WGA-uitkering hadden, een rol.

Volg uw zieke medewerkersDe premie kan dus deels afhankelijk zijn van het arbeidsongeschiktheidsrisico in uw onderneming. Door de modernisering van de Ziektewet is het nog belangrijker om aan ‘schadebeheersing’ te doen. Zorg dat uw Ziektewet- en WIA-administratie op orde is en dat u weet welke medewerkers ziek uit dienst zijn gegaan of kort daarna ziek zijn geworden. Wordt een medewerker na de dienstbetrekking bij u binnen 28 dagen ziek, dan is sprake van nawerking, waardoor u op termijn wellicht een hogere gedifferentieerde premie Whk moet betalen.

Gevolgen voor de eigenrisicodragerDe modernisering van de Ziektewet heeft ook gevolgen wanneer u eigenrisicodrager bent voor de Ziektewet. U betaalt vanaf 1 januari 2014 een lagere gedifferentieerde premie Whk, omdat u het premiedeel ZW-flex niet hoeft te betalen. U draagt wel het risico voor overlijdensuitkeringen aan nabestaanden van medewerkers met een ZW-uitkering die onder het eigen risico vallen (dus ook flexwerkers).

Door de modernisering van de Ziektewet is er een toestroom waargenomen van werkgevers die per 1 januari 2014 eigen- risicodrager zijn geworden voor de Ziekte-

wet. Daarnaast is er ook nog een onevenwichtigheid geconstateerd. Wanneer een grote werkgever na een bepaalde periode van eigenrisicodragerschap terugkeert naar UWV (Uitvoerings-instituut Werknemersverzekeringen), is deze de eerste twee jaar na terugkeer een minimumpremie verschuldigd. Dit staat volgens het kabinet niet in verhouding tot het ZW-risico.

Er zijn daarom plannen om per 1 januari 2015 een terugkeerpremie te gaan invoeren die zal gelden voor alle (middel)grote werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet terugkeren naar UWV.

Opname stamrecht. Wel of niet verstandig?Heeft u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) in het verleden een ontslag- vergoeding (gouden handdruk) ondergebracht in een stamrecht bij uw bv, dan krijgt u dit jaar de mogelijkheid om met extra korting uw stamrechtaanspraak in één keer op te nemen. Of dit aantrekkelijk is, hangt van uw persoonlijke wensen af. Bovendien moet u er rekening mee houden dat het bepalen van de afkoop-waarde van een stamrecht in eigen beheer allesbehalve simpel is.

Opname met kortingVanaf dit jaar mag u de stamrechtaanspraak in één keer opnemen. Doet u dat dit jaar, dan profiteert u van de 80%-regeling. Dat wil zeggen dat u slechts over 80% – in plaats van 100% – van de uitkering belasting hoeft te betalen. Bovendien bent u geen 20% revisierente verschuldigd over de waarde van het stamrecht.

Ook na 2014 kunt u uw stamrecht- aanspraak echter in één keer laten uitkeren. Deze wordt dan wel voor 100% belast, maar ook dan bent u géén revisierente verschuldigd.

Tot slot kunt u ook besluiten om uw stamrecht gewoon volgens de oude regels te continueren. U betaalt dan belasting op het moment dat u een uitkering uit het stamrecht ontvangt.

Eenmalige opname Het is niet zonder meer aantrekkelijk om het stamrecht dit jaar in één keer op te nemen. U profiteert dan wel van de 20%-korting, maar u moet nog steeds over een fors bedrag afrekenen. De uitkering kan dus zorgen voor een piek in uw inkomen. Die piek is er niet bij gespreide uitkeringen uit het stamrecht. Bij gespreide

Page 5: ABAB info, editie mei 2014

abab.nl abab.nl 4 5

riskeert een geldboete van € 81.000 of, indien dit bedrag hoger is, ten hoogste het bedrag van de te weinig betaalde belasting. In plaats van een geldboete kan ook een gevangenisstraf van maximaal zes jaar worden opgelegd.

De maatregel treft niet alleen kwaad-willende ondernemers, maar – als u niet oppast – ook u als goedwillende belasting-betaler. Van opzettelijk niet betalen is namelijk sneller sprake dan u denkt.

Gevaar van ‘nihil’-aangifteZo komt het in de praktijk weleens voor dat ondernemers voor de btw soms ‘nihil’-aangiften indienen. Wanneer nog niet alle gegevens bekend zijn of de boekhouding niet op tijd is bijgewerkt, dan is in ieder geval de deadline voor het indienen van de aangifte gehaald. Later volgt dan alsnog, na het verstrijken van de wettelijke aangiftetermijn, een juiste en volledige aangifte. Aan deze werkwijze is een groot risico verbonden. Wie een ‘nihil’-aangifte indient, maakt hiermee een bewuste keuze en kiest er daarmee ook voor dat de verschuldigde btw niet op tijd wordt betaald.

Trek aan de bel!Wanneer u door omstandigheden niet in staat bent om de verschuldigde belasting op aangifte (op tijd) te betalen, trek dan zo snel mogelijk aan de bel. Van opzettelijk gedrag is dan namelijk geen sprake. Strafbaarheid is in de volgende twee gevallen in ieder geval uitgesloten:

■ U heeft de Belastingdienst, voordat de wettelijke betalingstermijn is verstreken, verzocht om uitstel van betaling.

■ Namens een bv is, zodra duidelijk was dat de bv niet tot betaling in staat is, betalingsonmacht onmiddellijk schriftelijk medegedeeld aan de Belastingdienst.

Verklaring arbeidsrelatie onder de loepIn de media is de afgelopen tijd regelmatig het bericht verschenen dat de Belastingdienst steeds kritischer kijkt naar de afgegeven Verklaring arbeidsrelatie (VAR). Niet verwonderlijk, want de verklaring maakt duidelijk of er wel of geen loonheffingen moeten worden

Let op!Dien geen ‘nihil’-aangifte voor de btw in. U riskeert hiermee strafbaar-stelling.

ingehouden en betaald. In de praktijk komt het nogal eens voor dat met een ‘verkeerde’ VAR wordt gewerkt en zijn de regels niet altijd voor iedereen even duidelijk.

Vier soorten VARMet de VAR geeft de Belastingdienst aan wat de fiscale status is van de arbeids-relatie. Zo weet zowel de opdrachtnemer (bijvoorbeeld de freelancer) als de opdrachtgever of sprake zou kunnen zijn van een dienstbetrekking. De Belasting-dienst baseert zich hierbij in eerste instantie op de feiten en omstandigheden zoals die worden aangegeven door de aanvrager van een VAR. De opdrachtnemer kan de VAR aanvragen bij de Belastingdienst. Dit is overigens niet verplicht.

Er zijn vier soorten VAR:

■ VAR-loon. Deze VAR biedt geen zekerheid over de vraag of loon- heffingen moeten worden ingehouden of betaald. De opdrachtgever zal moeten toetsen of er een (fictieve) dienstbetrekking is. Let op! De Belastingdienst zal het standpunt innemen dat loonheffingen moeten worden betaald.

■ VAR-row (resultaat uit overige werkzaamheden). Ook hier is er geen zekerheid en zal de opdrachtgever moeten toetsen of al dan niet sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking.

■ VAR-wuo (winst uit onderneming). Deze VAR geeft de zekerheid dat geen loonheffingen hoeven te worden ingehouden en betaald, mits voldaan wordt aan de spelregels. De Belasting-

TipSchakelt u als opdrachtgever iemand in om werkzaamheden voor u te verrichten, vraag deze persoon dan om een VAR. Zo weet u waar u aan toe bent.

dienst beschouwt de inkomsten bij deze VAR namelijk als winst uit onderneming.

■ VAR-dga. De Belastingdienst geeft deze VAR af wanneer u werkzaamheden verricht voor opdrachtgevers en die werkzaamheden komen voor rekening en risico van uw bv. Een opdrachtgever hoeft geen loonheffingen in te houden.

SpelregelsAls opdrachtgever mag u in principe uitgaan van de inhoud van de VAR. Bij een VAR-wuo of een VAR-dga hoeft u dus geen loonheffingen in te houden. Die zekerheid heeft u echter alleen als u de volgende spelregels van de VAR in acht neemt:

■ Controleer of de werkzaamheden die de opdrachtnemer voor u verricht, overeen-komen met de werkzaamheden die in de VAR staan.

■ Controleer of de VAR nog geldig is op het moment dat de werkzaamheden worden uitgevoerd.

■ Stel de identiteit van de opdrachtnemer vast en bewaar een kopie van zowel een geldig identiteitsbewijs als de VAR bij uw administratie.

VAR in de toekomstDe VAR heeft in zijn huidige vorm de langste tijd gehad. Waarschijnlijk wordt

Let op!Heeft u als opdrachtnemer een VAR-aanvraag ingediend en bent u het niet eens met de door de Belastingdienst afgegeven VAR, dan kunt u daartegen bezwaar maken. Wijzigen in de loop van het jaar de omstandigheden zoals u die heeft vermeld in de aanvraag, dan moet u dit doorgeven aan de Belasting-dienst. Dit doet u door een nieuwe VAR aan te vragen.

de verklaring in 2015 vervangen door een VAR-webmodule. De huidige aanvraag-procedure vervalt dan. Met de VAR- webmodule wordt het mogelijk om op ieder gewenst moment de kwalificatie van de arbeidsrelatie te toetsen.

Gevolgen modernisering Ziektewet uitgelichtPer 1 januari 2013 is de modernisering van de Ziektewet in werking getreden. De financiële gevolgen van deze modernisering zijn vanaf 1 januari 2014 van kracht geworden. Als werkgever krijgt u te maken met hogere kosten als medewerkers met een tijdelijk dienst-verband ziek uit dienst gaan. Omdat in de praktijk de werking van de moderne Ziektewet niet altijd even duidelijk is, hebben we de veranderingen voor u in kaart gebracht.

Hogere premieDoor de modernisering van de Ziektewet draagt u vanaf 1 januari 2014 meer bij aan uitkeringen vanuit de Ziektewet aan flexwerkers (vangnetters). Flexwerkers zijn in dit verband medewerkers die:

■ ziek worden en een fictieve dienst-betrekking hebben, zoals thuiswerkers en provisiewerkers;

■ binnen 4 weken (28 dagen) na het einde van de dienstbetrekking ziek worden. Dit valt onder de nawerking;

■ een (tijdelijk) dienstverband hebben en ziek uit dienst gaan.

Vanaf 1 januari 2014 bestaat de gedifferentieerde premie Werkhervattings-kas (Whk) uit de volgende drie onderdelen:

■ premiedeel WGA voor vaste dienst-betrekkingen (WGA-vast);

■ premiedeel WGA voor flexibele dienst-betrekkingen (WGA-flex);

■ premiedeel ZW voor flexibele dienst-betrekkingen (ZW-flex).

De gedifferentieerde premie WGA is vanaf 1 januari 2014 opgegaan in de gedifferentieerde premie Werkhervattings-kas (Whk).

Voor het vaststellen van de hoogte van de gedifferentieerde premie Whk is het van belang of u een kleine, grote of middel-grote werkgever bent. U bent in 2014 een kleine werkgever wanneer uw premieloon

Let op!Vanaf 2016 zullen de WGA-vast en de WGA-flex worden samengevoegd.

in 2012 maximaal € 307.000 was. Van een grote werkgever is in 2014 sprake bij een premieloon in 2012 van meer dan € 3.070.000 en een middelgrote werkgever zit tussen beide in.

Een kleine werkgever betaalt een sector-premie, een middelgrote werkgever een sectorpremie en een individuele premie en een grote werkgever alleen een individuele premie. Bij middelgrote en grote werk-gevers speelt voor de hoogte van de premie daarom ook het aantal (ex-)medewerkers die in 2012 een ZW-uitkering of een WGA-uitkering hadden, een rol.

Volg uw zieke medewerkersDe premie kan dus deels afhankelijk zijn van het arbeidsongeschiktheidsrisico in uw onderneming. Door de modernisering van de Ziektewet is het nog belangrijker om aan ‘schadebeheersing’ te doen. Zorg dat uw Ziektewet- en WIA-administratie op orde is en dat u weet welke medewerkers ziek uit dienst zijn gegaan of kort daarna ziek zijn geworden. Wordt een medewerker na de dienstbetrekking bij u binnen 28 dagen ziek, dan is sprake van nawerking, waardoor u op termijn wellicht een hogere gedifferentieerde premie Whk moet betalen.

Gevolgen voor de eigenrisicodragerDe modernisering van de Ziektewet heeft ook gevolgen wanneer u eigenrisicodrager bent voor de Ziektewet. U betaalt vanaf 1 januari 2014 een lagere gedifferentieerde premie Whk, omdat u het premiedeel ZW-flex niet hoeft te betalen. U draagt wel het risico voor overlijdensuitkeringen aan nabestaanden van medewerkers met een ZW-uitkering die onder het eigen risico vallen (dus ook flexwerkers).

Door de modernisering van de Ziektewet is er een toestroom waargenomen van werkgevers die per 1 januari 2014 eigen- risicodrager zijn geworden voor de Ziekte-

wet. Daarnaast is er ook nog een onevenwichtigheid geconstateerd. Wanneer een grote werkgever na een bepaalde periode van eigenrisicodragerschap terugkeert naar UWV (Uitvoerings-instituut Werknemersverzekeringen), is deze de eerste twee jaar na terugkeer een minimumpremie verschuldigd. Dit staat volgens het kabinet niet in verhouding tot het ZW-risico.

Er zijn daarom plannen om per 1 januari 2015 een terugkeerpremie te gaan invoeren die zal gelden voor alle (middel)grote werkgevers die na een periode van eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet terugkeren naar UWV.

Opname stamrecht. Wel of niet verstandig?Heeft u als directeur-grootaandeelhouder (DGA) in het verleden een ontslag- vergoeding (gouden handdruk) ondergebracht in een stamrecht bij uw bv, dan krijgt u dit jaar de mogelijkheid om met extra korting uw stamrechtaanspraak in één keer op te nemen. Of dit aantrekkelijk is, hangt van uw persoonlijke wensen af. Bovendien moet u er rekening mee houden dat het bepalen van de afkoop-waarde van een stamrecht in eigen beheer allesbehalve simpel is.

Opname met kortingVanaf dit jaar mag u de stamrechtaanspraak in één keer opnemen. Doet u dat dit jaar, dan profiteert u van de 80%-regeling. Dat wil zeggen dat u slechts over 80% – in plaats van 100% – van de uitkering belasting hoeft te betalen. Bovendien bent u geen 20% revisierente verschuldigd over de waarde van het stamrecht.

Ook na 2014 kunt u uw stamrecht- aanspraak echter in één keer laten uitkeren. Deze wordt dan wel voor 100% belast, maar ook dan bent u géén revisierente verschuldigd.

Tot slot kunt u ook besluiten om uw stamrecht gewoon volgens de oude regels te continueren. U betaalt dan belasting op het moment dat u een uitkering uit het stamrecht ontvangt.

Eenmalige opname Het is niet zonder meer aantrekkelijk om het stamrecht dit jaar in één keer op te nemen. U profiteert dan wel van de 20%-korting, maar u moet nog steeds over een fors bedrag afrekenen. De uitkering kan dus zorgen voor een piek in uw inkomen. Die piek is er niet bij gespreide uitkeringen uit het stamrecht. Bij gespreide

Page 6: ABAB info, editie mei 2014

abab.nl abab.nl 6 3

Meer weten?Heeft u vragen over één van de subsidie-regelingen of over de mogelijkheden voor uw organisatie? Neem dan contact op met de adviseurs van Subsidiefocus via telefoonnummer 073-6465475 of stuur een e-mail naar [email protected].

Hervormingen arbeidsmarkt in aantochtNieuwe regels voor ontslag, meer en sneller zekerheid voor medewerkers met flexibele contracten en een stapsgewijze verkorting van de Werkloosheidswet (WW). Dit zijn in een notendop de belangrijkste hervormingen voor de arbeidsmarkt, waarmee de Tweede Kamer inmiddels heeft ingestemd. De meeste maatregelen zullen hoogstwaarschijnlijk pas ingaan op 1 juli 2015 of later. Werkt u echter veel met tijdelijke contracten, houdt dan alvast rekening met enkele wijzigingen per 1 juli 2014. De Eerste Kamer moet nog wel instemmen met de hervormingsplannen.

Wijzigingen per 1 juli 2014 in tijdelijke contractenVanaf 1 juli 2014 is het uit den boze om in tijdelijke contracten van zes maanden of minder een proeftijd op te nemen. Ook in een aansluitend contract mag geen proeftijd worden opgenomen. Een concurrentie-beding in een tijdelijk contract is alleen nog mogelijk in bijzondere omstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan zwaarwichtige bedrijfs- of dienstbelangen die een dergelijk beding vereisen. Deze zwaarwichtige belangen moet u dan wel schriftelijk motiveren. Zonder deze motivatie is het concurrentiebeding namelijk niet geldig. Heeft uw medewerker een tijdelijk contract van zes maanden of langer dat automatisch eindigt? U moet dan uiterlijk één maand voor het einde van het arbeidscontract de medewerker schriftelijk informeren of u het contract al dan niet

Let op!De nieuwe regels gelden alleen voor tijdelijke arbeidscontracten die op of na 1 juli 2014 zijn afgesloten. Is er op die datum een cao van toepassing, dan blijven de (afwijkende) regels uit die cao gelden totdat deze afloopt of tot uiterlijk 1 januari 2016. De nieuwe regels voor het opnemen van een concurrentiebeding hebben wel onmiddellijke werking.

Wijziging in ketenregelingMet ingang van 1 juli 2015 kunnen medewerkers met tijdelijke contracten niet na drie jaar, zoals nu, maar al na twee jaar aanspraak maken op een vast contract. Het is nog wel mogelijk om drie tijdelijke contracten aan te bieden. De periode tussen twee contracten om de keten te doorbreken, wordt echter zes maanden in plaats van drie maanden.

Nieuwe ontslagregels per 1 juli 2015Als werkgever kunt u bij ontslag nu nog kiezen tussen twee routes: ontslag via UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemers-verzekeringen) of via de kantonrechter. Vanaf 1 juli 2015 is er nog slechts één ontslagroute en die is afhankelijk van de reden van ontslag. Bedrijfseconomisch ontslag en ontslag door langdurige arbeidsongeschiktheid lopen dan via UWV. Ontbinding van het arbeidscontract om andere redenen gaat via de kantonrechter. Het blijft mogelijk om samen met uw medewerker schriftelijk een beëindigings-overeenkomst te sluiten. De medewerker heeft daarna veertien dagen bedenktijd. U moet uw medewerker op deze bedenktijd wijzen.

Van ontslagvergoeding naar transitie-vergoedingDe huidige ontslagvergoeding maakt per 1 juli 2015 plaats voor een transitie-vergoeding. De medewerker heeft recht op de vergoeding wanneer hij twee jaar of langer bij u heeft gewerkt. Hij moet de door u betaalde vergoeding gebruiken voor bijvoorbeeld scholing of de overstap naar een andere baan. De transitievergoeding is afhankelijk van het aantal jaren dat de medewerker bij u in dienst is geweest

TipDe ontslagroute is alleen verplicht als de medewerker niet schriftelijk instemt met zijn ontslag.

Let op!Voor kleine bedrijven met minder dan 25 medewerkers komt er een overgangstermijn. Zij mogen tot 2020 een lagere vergoeding betalen als zij personeel om bedrijfs-economische redenen gedwongen moeten ontslaan.

en bedraagt maximaal € 75.000 of een jaarsalaris als de medewerker meer verdient dan € 75.000.

Aanpassing duur WWDe maximale duur van de WW (Werkloosheidsuitkering) bij werkloosheid wordt van 1 januari 2016 tot 2019 stapje voor stapje teruggebracht van 38 naar 24 maanden. In de cao kunnen werkgevers en medewerkers afspraken maken om de WW-uitkeringen na 24 maanden – tot 38 maanden – zelf te betalen.

Betaal de belasting op tijd! Sinds 1 januari 2014 gelden er aangescherpte regels als het gaat om het betalen van aangiftebelastingen, zoals de loonheffingen en de omzetbelasting (btw). Zo is het opzettelijk niet betalen van de verschuldigde belasting op aangifte voortaan strafbaar. Met deze maatregel kunt ook u, als goedwillende belasting-betaler, worden geconfronteerd. Betaal dan ook de verschuldigde belasting op tijd. Mocht dat door omstandigheden niet lukken, vraag dan tijdig om betalingsuitstel of meldt betalingsonmacht zo snel mogelijk.

Aangescherpte regelsBetaalt u de verschuldigde loonheffingen of btw te laat, dan riskeert u een verzuim-boete. Hetzelfde is het geval als u niet of te weinig belasting betaalt. Deze verzuim-boete is niet nieuw, maar is wel omhoog gegaan van 2% naar 3% van het niet-betaalde bedrag. Het minimumbedrag (€ 50) en het maximumbedrag (€ 4.920) van de betaalverzuimboete zijn ongewijzigd. Bij keer op keer te laat betalen kan een hogere verzuimboete worden opgelegd. Is sprake van opzet of grove schuld, dan komt de vergrijpboete in beeld.

Nieuw dit jaar is dat het opzettelijk niet, te weinig of te laat betalen van de verschuldigde belasting op aangifte voortaan strafbaar is. De sanctie is fors. Wie opzettelijk niet (volledig) of niet op tijd voldoet aan de betalingsverplichting

wenst voort te zetten. Doet u dit niet, dan is de sanctie één maandsalaris.

uitkeringen bent u op termijn dan ook wellicht minder belasting kwijt.

Misschien heeft u al een bestemming voor het nettobedrag dat u overhoudt na éénmalige opname van de stamrecht- aanspraak. Wees er in ieder geval op bedacht dat dit nettobedrag mogelijk ook nog meetelt voor de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting.

AfkoopwaardeOpname is niet altijd mogelijk. Uw bv moet namelijk wel voldoende dekking hebben om de stamrechtaanspraak uit te keren. Daar komt nog bij dat de afkoop-waarde van de stamrechtaanspraak niet eenvoudig te bepalen is. U mag namelijk niet uitgaan van het bedrag dat als stamrechtvoorziening is opgenomen op de fiscale balans van de bv, maar het uitgangs-punt is de afkoopwaarde die een bank of een onafhankelijke verzekeraar ook zou hanteren. Niet alleen een zogeheten reservewaarde telt daarom mee, maar ook diverse kosten- en winstopslagen en zelfs uw gezondheidstoestand kunnen een rol spelen.

Wijziging btw-regels per 2015Op 1 januari 2015 veranderen de btw-regels voor telecommunicatie-, omroep- en elektronische diensten verricht aan niet-belastingplichtige afnemers. Verricht u als zakelijk dienstverlener dergelijke diensten aan niet-belastingplichtige afnemers (zoals particulieren) binnen de EU, houd dan op tijd rekening met de gewijzigde regels. Nu zijn dergelijke diensten nog in Nederland belast met 21% btw. Vanaf 1 januari 2015 zijn deze diensten belast in het land waar de niet-belastingplichtige afnemer woont.

TipDe inkomenspiek bij het éénmalig uitkeren van het stamrecht kan enigszins worden verzacht wanneer u gebruik kunt maken van de middelingsregeling.

Let op!De regels voor het bepalen van de afkoopwaarde van uw stamrecht zijn bijzonder ingewikkeld. Laat u daarom deskundig bijstaan door uw ABAB-adviseur. Het is in ieder geval verstandig om een afkoop van het stamrecht van tevoren voor te leggen aan de belastinginspecteur.

Telecommunicatie-, omroep- en elektronische dienstenDe gewijzigde regels zijn alleen op u van toepassing wanneer u een aanbieder bent van:

■ telecommunicatiediensten, zoals telefoon en sms;

■ elektronische diensten, zoals het bouwen en onderhouden van websites en software, het toegang geven tot data-banken of het downloaden van muziek, films of spellen. Ook e-learning kan hieronder vallen;

■ omroepdiensten, zoals radio en televi-sie.

Wanneer u dergelijke diensten levert aan niet-belastingplichtige afnemers (consumenten/particulieren) binnen de EU, dan krijgt u te maken met de nieuwe plaats-van-dienst-regels in de btw.

Nieuwe btw-regelsNu moet u over dergelijke diensten nog 21% Nederlandse btw in rekening brengen. Door de nieuwe btw-regels zijn deze diensten vanaf 1 januari 2015 belast in het EU-land waar uw afnemer (consument) woont. Dat betekent dat u binnen de EU te maken kunt krijgen met 28 verschillende btw-tarieven en 28 btw-registraties.

Om het u makkelijker te maken, is er straks het mini One Stop Shop-systeem. Hierdoor mag u, onder voorwaarden, gewoon in Nederland aangifte doen voor de belasting die u in andere EU-lidstaten verschuldigd bent. De Belastingdienst zorgt ervoor dat de verschuldigde btw dan bij de juiste buitenlandse Belastingdiensten terechtkomt. U bent niet verplicht om gebruik te maken van het One Stop Shop-systeem. Kiest u hier niet voor, dan moet u in elke lidstaat van verbruik afzonderlijk btw-aangifte doen.

Let op!Het One Stop Shop-systeem is een administratieve lastenverlichting. U mag de btw dan wel in Nederland aangeven, maar u moet desondanks wel het btw-tarief berekenen dat geldt in het land waar de consument woont. Naast uw gebruikelijke btw-aangiften moet u ook nog aparte btw-meldingen doen.

De wijziging kan betekenen dat u in 2015 soms meer en soms minder btw verschuldigd bent over uw diensten. Is het btw-tarief in het land van de consument lager dan 21%, dan bent u dus minder verschuldigd. Andersom kan natuurlijk ook.

Inspelen op veranderingenU zult nu al rekening moeten houden met de wijzigingen. Zo zullen uw IT-systemen moeten worden aangepast om ervoor te zorgen dat u straks de juiste btw-tarieven van de landen waar de consumenten wonen, berekent. Deze btw-tarieven kunnen ook weer wijzigen. U zult dus moeten blijven monitoren per land of er een tariefwijziging in de btw heeft plaats-gevonden. Tot slot moet u ook nadenken of u een btw-verhoging wel wilt door-berekenen aan uw klanten binnen de EU. Een prijsstijging maakt u wellicht minder aantrekkelijk voor deze klanten.

Innovatiebox onder de loepVoor bedrijven in de vennootschaps-belasting geldt een speciaal fiscaal regime voor inkomsten uit innovatie: de innovatie-

Page 7: ABAB info, editie mei 2014

abab.nl abab.nl 2 7

Hoewel bij de samenstelling van deze nieuwsbrief de uiterste zorg is nagestreefd, wordt geen aansprakelijkheid aanvaard voor onvolledigheden of onjuistheden.Vanwege het brede en algemene kader van deze nieuwsbrief, is deze niet bedoeld als enige vorm van professioneel advies en derhalve niet zonder meer geschikt voor het nemen van financiële beslissingen. Voor toepassing in individuele gevallen raden wij u aan contact met ons op te nemen.

Subsidie voor samenwerkingsprojecten MKB MIT-regelingDoel van de regeling MKB Innovatie-stimulering in de Topsectoren (MIT) is de versterking van de betrokkenheid van het mkb bij de Topsectoren. Via de MIT-regeling kunnen mkb-ondernemingen in één van de Topsectoren subsidie krijgen voor innovatie. Het gaat om de Topsectoren Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen & Materialen (ICT), Chemie, Biobased en Energie, Water, Logistiek, Creatieve Industrie, Life Sciences & Health en Agrifood.

Eén van de voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, is de aansluiting bij de thema’s van de Topsectoren. Iedere Topsector heeft een eigen innovatiecontract opgesteld met daarin diverse thema’s/speerpunten.

AanvragenAls samenwerkingsverband met ten minste één ander mkb-bedrijf kunt u subsidie aanvragen voor industrieel en experimenteel onderzoek. De subsidie bedraagt 30% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 200.000 per samenwerkingsproject. De looptijd van het project is maximaal 2 jaar.

Aanvragen voor R&D-samenwerkings-projecten (Research & Development) kunnen worden ingediend van 3 juni tot en met 22 september 2014. De aanvragen worden gerangschikt op basis van onderstaande criteria:

■ mate van innovatie; ■ economisch perspectief; ■ samenwerking; ■ sectoroverstijgende samenwerking; ■ regionaal belang.

VoorwaardenVoor de Baan Bonus geldt een aantal voorwaarden, onder andere:

■ per werkgever kan maximaal drie keer een Baan Bonus van maximaal € 5.000 per medewerker worden verstrekt;

■ jongeren moeten jonger zijn dan 27 jaar en zijn werkloos of volgen een opleiding;

■ de werkloze jongere mag in de drie maanden voor ingang van de arbeids-overeenkomst niet continu een volwaardig inkomen uit arbeid hebben ontvangen;

■ een oudere is 55 jaar of ouder (tot pensioenleeftijd);

■ de oudere of arbeidsgehandicapte ontvangt (op moment van aanvraag) ten minste gedurende drie maanden een uitkering.

Active & Assisted Living Programma 2Richt u zich op de verbetering van de kwaliteit van leven voor ouderen? Draagt u er aan bij dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en leven? Dan is de eerste oproep van het Active & Assisted Living Programme (AAL) 2 mogelijk interessant voor u. Doel van dit Europese samenwerkings-programma is de ontwikkeling van innovatieve, op ICT gebaseerde oplossingen voor ouderen en hun omgeving.

De eerste oproep ‘Care for the future’ richt zich op innovaties en benaderingen, die duurzame zorgsystemen tot stand brengen en zowel de gezondheid als het welzijn van ouderen verbeteren. Ook nieuwe concepten en oplossingen voor ondersteuning van formele en informele zorg kunnen in aanmerking komen binnen deze call.

AanvragenDe aanvraagprocedure kent twee fases. Na een Europese aanvraag kan een nationale aanvraag worden ingediend. De Europese aanvraag moet uiterlijk op 26 juni 2014 worden ingediend.

Samenwerkingsverbanden van minimaal drie onafhankelijke organisaties uit drie landen kunnen een aanvraag indienen. Aan het samenwerkingsverband moeten ten minste een (eind)gebruikersorganisatie, een marktgeoriënteerde bedrijfspartner en een mkb-bedrijf deelnemen. De totale kosten van een project moeten tussen de € 1 miljoen en € 7 miljoen liggen. Voor deze ronde is een budget van € 32,8 miljoen beschikbaar, waarvan € 2,3 miljoen bestemd is voor Nederlandse partners.

Stimuleringsregeling Baan Bonus – Regio West-BrabantHet doel van de stimuleringsregeling Baan Bonus is om jongeren tot 27 jaar, ouderen en arbeidsgehandicapten werkervaring op te laten doen en bij voorkeur op weg te helpen naar een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Voor dit doel worden loonkostensubsidies verstrekt aan werkgevers.

Werkgevers (rechtspersonen en overheids-instanties) komen in aanmerking voor een Baan Bonus wanneer:

■ een jongere, oudere of arbeids- gehandicapte uit de regio West-Brabant een arbeidsovereenkomst wordt aangeboden (van minimaal 32 uur per week en voor ten minste 6 maanden);

■ een jongere, oudere of arbeids- gehandicapte uit de regio West-Brabant een uitbreiding op de arbeids- overeenkomst wordt aangeboden (uitbreiding naar minimaal 32 uur);

■ een jongere een leerarbeids- overeenkomst wordt aangeboden (van minimaal 24 uur per week en voor minimaal 6 maanden).

Aanvragen De Baan Bonus kan worden aangevraagd van 1 december 2013 tot 31 december 2014. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst (volledige aanvraag). De aanvraag mag niet eerder dan een maand voor ingang van de arbeids-overeenkomst worden ingediend en niet later dan een maand na de ingangsdatum. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van de soort (arbeidsovereenkomst of leerarbeidsovereenkomst) en duur van de overeenkomst (6 maanden of 1 jaar) en ligt tussen de € 1.875 en € 5.000.

box. Hiermee kunt u aanzienlijk belasting besparen, maar de innovatiebox is niet bepaald gebruiksvriendelijk. Met name kleine innovatieve bedrijven blijken maar weinig gebruik te maken van deze mogelijkheid. Hoog tijd om de innovatie-box eens onder de loep te nemen.

Innovatiebox in vogelvluchtBehaalt u winst met innovatieve activiteiten, dan kunt u wellicht gebruik-maken van de innovatiebox in de vennootschapsbelasting. Op verzoek geldt dan een effectieve heffing van 5%. Om de innovatiebox toe te kunnen passen, moet u winst behalen met een door u zelf ontwikkeld immaterieel activum waarvoor u een octrooi (of kwekersrecht) of een S&O-verklaring (speur- en ontwikkelings-werk) heeft gekregen. Bij immateriële activa kunt u denken aan nieuwe product-ontwikkelingen, verbeterde productie-processen en ontwikkeling van software. Merken, logo’s en dergelijke vallen hier niet onder.

U kunt pas kiezen voor de innovatiebox als de te verwachten voordelen in belangrijk mate hun oorzaak vinden in de aan u verleende octrooien of S&O-activa. Die voordelen zijn overigens pas laag belast (effectieve heffing van 5%) als u de voortbrengingskosten heeft ingelopen. De innovatiebox kent namelijk een box- drempel. Deze drempel bestaat uit het saldo van de in te lopen voortbrengings-kosten van immateriële activa en de voortbrengingskosten in het boekjaar zelf. De voordelen moeten dus groter zijn dan de voortbrengingskosten die u heeft afgetrokken tegen het reguliere tarief in de vennootschapsbelasting.

Forfaitaire regelingOm de innovatiebox wat toegankelijker te maken voor het mkb, is er sinds 1 januari 2013 een forfaitaire regeling voor het bepalen

TipVoor toepassing van de innovatiebox is het niet noodzakelijk dat de immateriële activa op de balans van de onderneming worden vermeld.

Let op!De uitvoering van de innovatiebox is zéér specifiek. Het is daarom verstandig om u hierover goed te laten informeren.

van de innovatiewinst. Kunt u de innovatie-box toepassen, dan mag u 25% van uw totale jaarwinst aanmerken als voordelen uit innovatieve activiteiten. U hoeft dan geen rekening te houden met de drempel. Er geldt wel een (jaar)maximum van € 25.000. Hier-door levert de forfaitaire regeling bij een vennootschapsbelastingtarief van 20% u uiteindelijk een fiscaal voordeel op van maximaal € 4.000 per jaar.

U kunt elk jaar kiezen of u de forfaitaire regeling wel of niet toepast. Het forfait is echter niet onbeperkt. U kunt het alleen toepassen wanneer u in het jaar zelf of in de twee voorafgaande jaren een immaterieel activum heeft voortgebracht. Vervalt het forfait, dan kunt u nog wel op de normale wijze de innovatiebox toepassen. Het werkelijke voordeel uit immateriële activa moet dan alsnog worden bepaald met inachtneming van de drempel.

TipsEerder ontslag voor de AOW-gerechtigde medewerker Sinds 1 april 2014 komen AOW- gerechtigde medewerkers bij collectief ontslag het eerst voor ontslag in aanmerking. Van collectief ontslag is sprake wanneer om bedrijfseconomische redenen twintig of meer medewerkers tegelijkertijd hun ontslag krijgen. Normaal gesproken bepaalt bij collectief ontslag het afspiegelingsbeginsel de volgorde van ontslagen. Kort gezegd houdt dit in dat medewerkers met vergelijkbare functies in leeftijdsgroepen worden ingedeeld. Degenen die binnen hun leeftijdsgroep als laatste zijn aangenomen, worden als eerste ontslagen.

Op dit afspiegelingsbeginsel wordt voor de AOW-gerechtigde medewerkers nu een uitzondering gemaakt. Hierdoor worden bij collectief ontslag eerst de medewerkers ontslagen die recht hebben op een AOW-uitkering. Moet u dus een keuze maken tussen het ontslaan van een 55-jarige

Let op!Kiezen voor de forfaitaire regeling is niet altijd voordelig. Zo is de reguliere regeling aantrekkelijker als u denkt meer dan 25% winst te behalen met innovatieve activiteiten of als het voordeel meer is dan het gemaximeerde forfaitaire bedrag van € 25.000.

medewerker of een 72-jarige medewerker die hetzelfde werk doet, dan moet u eerst de 72-jarige medewerker ontslaan.

Belasting- en invorderingsrente fors omhoog Per 1 april 2014 is de belastingrente voor de vennootschapsbelasting fors omhoog gegaan: van 3% naar minimaal 8%. De Belastingdienst sluit voortaan aan bij de wettelijke rente voor handelstransacties met een ondergrens van 8%. Deze wettelijke rente is met ingang van dit jaar zelfs 8,25%.

De belastingrente voor de overige belastingen (zoals de inkomstenbelasting) en de invorderingsrente zijn omhoog gegaan van 3% naar minimaal 4%.

U betaalt belastingrente als de Belasting-dienst u een (voorlopige) aanslag oplegt met een te betalen bedrag. Voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting hoeft u alleen rente te betalen als de (voorlopige) aanslag wordt opgelegd later dan een halfjaar na afloop van het belastingjaar.

Voorkom dat u onnodig rente moet betalen. Check of eerdere voorlopige aanslagen gebaseerd zijn op een juiste inschatting van uw inkomsten of winst. Verwacht u dat u over het jaar 2013 nog inkomsten- of vennootschapsbelasting moet bijbetalen, vraag dan op tijd een (nadere) voorlopige aanslag aan. Zo voorkomt u in ieder geval dat u achteraf nog een fors bedrag aan rente moet betalen.

Verplichte inschrijfvergoeding bij Kamer van KoophandelSinds 15 februari 2014 vraagt de Kamer van Koophandel een éénmalige inschrijf-vergoeding van € 50 voor iedere nieuwe inschrijving in het Handelsregister. U bent de inschrijfvergoeding verschuldigd wanneer u een onderneming inschrijft, bij voortzetting of overname van een onderneming en bij fusie of splitsing waarbij een nieuwe onderneming ontstaat. In al deze gevallen geeft de Kamer van Koophandel namelijk een nieuw KvK-nummer uit.

De inschrijfvergoeding moet de administratieve kosten dekken die verbonden zijn aan een nieuwe inschrijving. Bedrijven zijn na hun eerste inschrijving geen andere kosten voor registratie in het Handelsregister verschuldigd.

Page 8: ABAB info, editie mei 2014

ABAB infoDoe er uw voordeel mee

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 1 14-04-11 08:45

ABAB Accountants en Adviseurs - Postbus 10085, 5000 JB Tilburg - abab.nl

1070106_ABAB_Info_A4_kaal.indd 4 14-04-11 08:45

ABAB info mei 2014» Subsidie voor samenwerkingsprojecten MKB MIT-regeling» Hervormingen arbeidsmarkt in aantocht » Wijziging btw-regels per 2015

Kijk voor het laatste nieuws op onze website!