Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse...

27
Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige Waarden (geologie, geomorfologie, hydrologie) van de Brabantse Wal EXCURSIEGIDS o.l.v. Dr. C. Kasse, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, Vrije Universiteit, De Boelelaan 1085, 1081 HV Amsterdam.

Transcript of Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse...

Page 1: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002.

Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie,

hydrologie) van de Brabantse Wal

EXCURSIEGIDS

o.l.v. Dr. C. Kasse,

Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen,

Vrije Universiteit,

De Boelelaan 1085,

1081 HV Amsterdam.

Page 2: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Inleiding

De excursie vindt plaats in west Noord Brabant (Brabantse Walen omgeving Ossendrecht/

Hoogerheide) en de punten liggen dicht bij elkaar zodat er niet veel gereden hoeft te worden. Ik

hoop op de excursie te kunnen laten zien waarom dit gebied zo interessant is vanuit geologisch,

geomorfologisch en hydrologisch en dus aardkundige waarden oogpunt.

West Brabant is een landschappelijk zeer divers en aantrekkelijk gebied. Uitgestrekte heidevelden,

bossen en vennen geven het hogergelegen oostelijk deel van het gebied een gesloten karakter. Op

de overgang van hoog naar laag liggen de nederzettingen (Ossendrecht, Hoogerheide,

Woensdrecht, Bergen op Zoom) met hun oude bouwlanden. Het lagergelegen westelijke deel

bestaat uit een open polderlandschap met karakteristieke dijken. De landschappelijke diversiteit en

aantrekkelijkheid vindt zijn oorsprong in de geologische verscheidenheid van het gebied.

West Brabant is een gebied met een zeer gevarieerde geologische opbouw. Zeer oude geologische

eenheden als de Klei van Tegelen (c. 1.5 milj. jaar) en zeer jonge afzettingen van bijvoorbeeld de

Duinkerke Mzetting, die nag steeds gevormd wordt op de schorren en slikken, komen in een

beperkt gebied naast elkaar voor. Die geologische diversiteit wordt oak weerspiegeld in de

geomorfologie van het landschap: de oude formaties komen voor op het hoge Brabantse deel op

c. 20m+ NAP, terwijl de jonge afzettingen voorkomen in het lage Zeeuwse deel dat iets boven

de huidige zeespiegelligt. Deze twee grate landschappelijke eenheden worden gescheiden van

elkaar door de zogenaamde Brabantse Wal; een noord-zuid georienteerde steilrand die het hoge

van het lage deel scheidt. Het grate reliefverschil over korte afstand leidt tot een sterke

landschappelijke gradient in grondsoorten, bodems, vegetatie en hydrologie. Op het hoge deel

vindt voornamelijk inflltratie plaats van licht zuur regenwater dat op zijn weg door de bodem kalk

oplost en transporteert. Aan de voet van de Brabantse Wal komt dit met opgeloste kalk

aangerijkte grondwater als kwelwater omhoog. Deze bijzondere situatie leidt tot potentieel zeer

gevarieerde vegetatietypen en de laatste jaren zijn meerdere terreinen aan de voet van de Wal

opgekocht door natuurbeschermingsorganisaties.

2

Page 3: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Uit het bovenstaande blijkt de grote landschappelijke waarde van het gebied, maar zoals op vele

plaatsen in Nederland is ook hier de ( economische) druk op het landschap groot. Ik no em de

volgende elementen:

*West Brabant ligt in de corridor tussen de havengebieden van Antwerpen en Rotterdam. In de

jaren zestig werd het poldergebied doorkruist door de aanleg van het Rijn-Schelde kanaal. Enkele

jaren geleden werd de autoweg naar Antwerpen in gebruik genomen. Er zijn plannen voor de

aanleg van een containeroverslagterrein naast de autoweg in de polder van Ossendrecht. Tevens is

er sprake van een nog aan te leggen goederenspoor en een drinkwaterbassin.

*In het buitendijkse gebied van de Westerschelde leidt vaargeulverdieping t.b.v. de Antwerpse

haven tot versnelde afslag van het schor.

* Op het hoge deel zijn met name de volgende punten van belang. Grondwaterwinning t.b.v.

drinkwater leidt tot mogelijke verdroging van de natuurterreinen in het gebied.

Luchtverontreiniging en zure depositie leiden tot verzuring van de natuurgebieden. Er is sprake

geweest van de aanleg van de Hoge Snelheid Lijn door het gebied. De dorpjes zijn sterk

uitgebreid (woningbouw en industrie/handel) en leggen een steeds groter beslag op de ruimte.

3

Page 4: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Op de excursie zullen de volgende punten worden toegelicht. Het programma is vrij vol dus

mogelijk komt er een punt te vervallen. De volgorde van de punten kan anders zijn in verband met

het getij (punt 5).

Excursiepunten (zie fig. 1):

1. geologie en geomorfologie van het gebied (groeve kalkzandsteenfabriek Boudewijn te

Ossendrecht). Zandgroeve in het hoge deel van West-Brabant met ontsluiting van de estuariene

afzettingen van de Formatie van Tegelen en windafzettingen van de Formaties van Twente en

Kootwijk (zie fig. 2).

2. geomorfologie en ontstaan van de erosierand van West-Brabant (de Brabantse Wal).

Ontsluiting in de Formatie van Tegelen en uitzicht over het Holocene zeekleigebied van Zeeland.

3. geologische opbouw van de polders aan de voet van de Brabantse Wal bij Calfven. Boring in

het Holocene polderlandschap bestaande uit de Afzettingen van Duinkerke op Hollandveen en

plaatselijk op Afzettingen van Calais.

4. verdrogingsaspecten op het hoge deel en hydrologie en natuurbehoud/ontwikkeling aan de voet

van de Brabantse Wal.

5. Sedimentaire processen op het wad en schor langs de Westerschelde. Geschiedenis van het

Verdronken Land van Zuid-Beveland en archeologie op het Schor van Bath. Spanningsveld

natuur/rnilieu en econornie (vaargeulverbreding, verontreiniging, afslag schor ed.). LAARZEN

MEE

4

Page 5: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

- i

I

I .L

Fig. 1: Excursiegebied en excursiepunten. - i

5

Page 6: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Ch ronostratigrafie

a: <( I-a: <( s ~

a: <(

i= a: LU I-

z UJ UJ () 0 I-(/)

jjJ _J a..

z UJ UJ ()

0 _J a..

z UJ UJ ()

0 2

~ Weichselian* > 0

(.!)

c Q) "'0 "'0

2

..... Q) "'0 c 0

complex ..

Waalien

Tiglien

Boven

(Reuverien)

Onder

Boven

Midden

Onder

E = eolische afzettingen P = periglaciale afzettingen B = beekafzettingen V = veen

Afzettingen in verband met

landijs

R = Rijn M = Maas

Afzettingen van Afzettingen van Afzettingen in lokale grate rivieren zee en bij de

herkomst kust

z

Forma tie van

Oosterhout

Formatie van Breda

(ten dele)

*koude tijd

0 = oostelijke noordduitse rivieren en voorlopers

.. complexe eenheid bestaande uit tenminste 4 warme en 3 koude tijden

***nog onbenoemd, voorlopig bij Formatie van Urk

Fig. 2: Lithostratigrafische tabel van het Kwartair (Zagwijn en Van

Staalduinen, 1975).

6

Page 7: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Excursiepunt 1: Zandgroeve Boudewijn in Ossendrecht

Deze zandgroeve (t.b.v. de kalkzandsteen fabrikage) geeft een zeer cornpleet overzicht van de

geologie van het hoge deel van westelijk Noord-Brabant. Aan de basis van de groeve bevinden

zich witte zanden met ingeschakelde kleilagen, die behoren tot de Forrnatie van Tegelen (c. 1.5-

2.0 rniljoenjaar) (fig. 2 en 3). De zanden en kleilagen zijn afgezet in een estuarien getijdengebied

tijdens een hoge zeespiegelstand. De top van de Forrnatie van Tegelen bestaat hier uit een dikke,

donkergrije kleilaag (fig. 4: laag 6).

Op de klei ligt een grindlaagje (erosie residu), die de Vroeg-Pleistocene Forrnatie van Tegelen

scheidt van de Laat-Pleistocene Forrnatie van Twente (hiaat van 1.5 rniljoenjaar !).

Het bovenste deel van de groeve bestaat uit voornarnelijk witte en gele zanden (fig. 6). Dit zijn

eolische (=wind) afzettingen uit het eind van de laatste ijstijd (de Forrnatie van Twente). Aan de

basis van de Forrnatie van Twente (sorns bijna direct op de kleilaag van de Forrnatie van Tegelen)

bevindt zich plaatselijk een veenlaag (Laag van Usselo) uit de iets warrnere Aller¢d periode

(11.240 C14-jaar B.P. Before Present) (fig. 4, 5, 6). Daarop ligt een dik pakket duinzand (Jong

Dekzand II) uit de zeer koude Jonge Dryas periode (c. 11.000-10.000 jaar geleden), dat uit het

Scheldedal opgewaaid is. In de Jong Dekzand II duinen heeft zich gedurende het Holoceen (de

laatste 10.000 jaar) een bodern ontwikkeld. Op de hogere delen ontstond een podzol, terwijl in de

lagere duinkornrnen veenvorrning optrad (vanaf 9050 BP) (fig. 6). In het jongere deel van het

Holoceen (vanaf 3000 BP) zijn de Jong Dekzand duinen opnieuw verstoven, waarschijnlijk t.g.v.

rnenselijke activiteit (boskap, beweiding, plaggen steken), en het veen werd bedekt door een dik

pakket jong stuifzand van de Forrnatie van Kootwijk.

Op het excursiepunt:

1. Braldce, estuariene afzettingen van de Forrnatie van Tegelen (fig. 3, 4 en 5).

* opwaartse afnarne van de korrelgrootte (fining upwards), t.g.v. geulrnigratie.

* tegengestelde scheve gelaagdheid t.g.v.getijdenwerking.

* stroomrichtingen naar het zuidoosten en noordwesten.

* weinig bioturbatie, t.g.v. laag zoutgehalte.

7

Page 8: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

* omslag van grootschalige geulstructuren naar kleinschalige slikwad structuren

(gemiddeld laag water lijn?).

* geen zoute kwelderafzettingen.

2. Windafzettingen van de Formaties van Twente en Kootwijk (fig. 4, 5 en 6).

* dekzand en lage duinen uit de koude Jonge Dryas periode (11-10.000 jaar).

* cryoturbaties (=vervormingen) van de Usselo/Aller¢d laag t.g.v. de Jonge Dryas koude.

* veel horizontale, laaghoekige en trogvormige scheve gelaagdheid.

* weinig steile scheve gelaagdheid (storthelling aan de lijzijde van duinen).

* spekkoek gelaagdheid van zand en leem aan de basis van de Formatie van Twente

t.g.v. sedimentatie op een vochtig oppervlak (klei in de ondergrond).

* humus-ijzer podzol op de Laat-Glaciale Jonge Dryas duinkoppen.

* veenvorming (vanaf 9050 BP) in de Laat-Glaciale duinkommen.

* overstuiving van het veen na 3000 BP.

* vervormingen in het stuifzand tijdens de sedimentatie, t.g.v. waterverzadigde condities.

8

Page 9: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Fig. 3:

50km

Verbreiding van de Formatie van Tegelen

Formatie van Tegelen aan of nabij het oppervlak

Gebied met kleilagen van de Formatie van Harderwijk die sterk lijken op de Klei van Tegelen

Verbreiding van de Formatie van Tegelen in Noord-Brabant (Zagwijn en Van Staalduinen, 1975)

9

Page 10: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

......... 0

0 2m

22m +NAP

20

15

NNE

10

NW (N322"EJ v ,v v

v

v

/

/ /

/ /

N (NO.E) S

==--::__ I

9

Fig. 4: Lithologische oobouw van de groeve te Oooende~cOl

SE

lacquer peels

OSSENDRECHT 11 Kootw1 jk Formation

10 Griendtsveen Format1on (9) Young Cov<ZrsandiiMbr

7-9 Twente Format1on ~Uss<2lo M<2mb<2r (8) Young Cov<2rsandi Mbr

2-6 Woensdrecht Member. (?)

H h .d M }:regelen Formation 1 ooger ,., e ember

E (N76°E) w

Page 11: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

>-(.')

0 _J 0 I r-H _J

H

-

v v v v

!II ..

H

0

,____.. ,____..

>-(.')

0 _J 0 I 1-H _J

!: u

z H

([) I w r-z ()._ 0 w N 0

2 U>

"' >-Ci -; I 8

All.

---U>

"' i':: Cl 0

PLOT IVA

([) w z 0 N

lO u c:

.!!! c. j.::

PLOT IVA

'"

,..,

I t8

!: u z H

I r-()._ w 0

26

I ee

lt0B

ANALYSIS: R. VAN ELSAS

OSSENDRECHT

'" 20 30 "'" 50 60 70 80 90 I I I I I I I I I

r ':----1

'" 20 30 40 50 60 70 80 Q0

I I J =t····j ·······

\ 2 3 ... 5 6

I ANALYSIS: R. v. ELSA$

OSD

'" 20 30 40 50 "" 70 80 90 I I I I I I I I I

1 0 20 30 40 60 1!50 70 80 Q0

~ ~:::::::1 '-----~ t:===::J . 2 3 4 5 "

I

0 00 -.2'0 00

~0 <(-<; -'..v 0 0 0 0 j/ ?-~ 0~ -<' (-,-<'

0 0 0 ?-v I(

I I i 61

'" '" \0 \0 \0 20 30 .. 0

0 ?-00 -.2'0 01!:J -'..?- 0v

~0 f{-Y -'..v + 0-.t- -.2'0 0 0 0 ~ '<- 0 0 ?- -<'

00 0?- 00 'Yv 0..) -<~ ?-v

?-0V

0"' ~

'" 20 30

vV" .<.0

~0

10 10 10 10 10 10 10 20 30 \0

Fig. 5: Pollendiagram van de Formatie van Tegelen (Tiglien C5) en de Formatie van Twente (Aller¢d)

.. 0 50

vi!:J (-,-<'

I(

\0

?-0 00

?- 0 o"" 0?- ?-0 <(0 ?-0 -.2'0

""+ -.2'0 0~ ..t--Y ?-v ..('-0 ..1..'< '<-?-

0 0 0 0

\0 \0 \0 20 30 ... , 60 \0

?-0 00

~?-

?- <(0<:)

?-0 0 ~v-0 o0 ~x v.0

00 00?- -.2'0 1(-Y .<.0 ..('-0 0

~?- -<' -Y 1(0 ..t--Y 0vv

0-'.. '<-?- J..~ 0 S'

10 10 10 10 10

Page 12: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

,__. N

c;EoC-H'RON_ DOMINA-NT FEA._ 1- LITI-IOSTltfL C.H~ONO ST~A. _ -OLOS)J T U"RE:5> ::I TIS'R-~1'1-1~ IIS"RA.l=>H)J

:J

-~ .. _../ . _:........-'-.;::::,.,.;_ . ! . . . .

~-·. u. ._ ~ Ul . . . :1. . . .

. .-:- . ~ ::'I z .· .. ~ $ w

. . . . . . 1- I.) . . . . . 0 0 Jill I I I · . . . . . 0 U' u 'U"U' . . . ...J . . . . . . . . . . ~ 0 . . . . . . . . . . . . . . I

.3. ooo!: 30 B'P-~ v v v v v SRIENDTS_ 5 .., " v v v " YE EN FM.

~- 05"0-!: 45 f>'P ill 1111111 I II II I Ill II I . . . . . . .

~ z . . . . . . . . . . . . . . . lL <! . . . . ·-· . 4 - w

. ·····~ w ...J . . . . . . . ~-:..._ 1- w z . . . . . . ~ . z . . . . . . . . .. I{J w . . . . . . . w I . . . . . . >

1.) . . . . . . . - v r:-,._~-.. ..... """'"' ~ .,_""' .... r- w 0

11.2.40-t 5oB1'-~...,~'.' ~·-· ~·-~~ ?» 3 ~ . . . . . . . . . . . . . 'l 1{1 . . . . . . -....... _.... ...-./"\.'-."'-'-~r -2: w ::.. ..... -::.. -::.-////// u.

..... - ..........c-,'\ '\. ''\. ' ' '' z: z ...J --- 1 [JJ a: -- - --- .J -.....-- --- -- _j P-w

e--- -...::::- (j\ if\

----- - w -""""""·""" . . • ;;;: ·7 1- 1-

Fig.6: Stratigrafie en sedimentologie van de Weichselien en Holocene eolische afzettingen in Ossendrecht

w ~ :l

LESEND

~--~--. . )( . . . . . w • • . ..... . . .

F~·:: d:. • II\ • • . . .:r: • ,_ ~I~· .. -:--:-. __ :~_.· .I

DUNE- FORE SET

ST"R.A.TP.

C'R OC:.S-

L..A."R<_;E _scf\LE T"Roug H

c:. RoSS - B E !> D IN 9

PLP.NEBED LAM I Nj:\TION

F\LTERNI\TION OF COP.RSI>:tt

& FINER SRI\\ NED LA.MINP.E

CLIM:BIN9- F\DI-IESION­

"RIPPLE ST"RUCTU"RES

CLIMB\ Ns; TRF\NSL F\TE.NT

ST"R 1\TIF I CATION

FLUCT\..l P.TINS '\NI ~CD

ST"R UCTURES

C H P. N N EL-F I L L S , H ER'iU N S­'BONE C"ROSS;BEJ>D IN~ &­CLI\~ .DR\\PIN9S \~FINE

SI\Nl>,SILI & C.LP..)

"PEP.T BED

Qa111lf 1='f\LEOSOL

Ill i:~l DO.

LUT IONS 3WITH IN"VO-

Page 13: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Excursiepunt 2: Brabantse Wal bij Hoogerheide

Dit excursiepunt is gelegen op de noord-zuid georienteerde, tot 20m hoge, steilrand (de

Brabantse Wal) van westelijk Noord-Brabant en biedt een goed uitzicht over het jonge

zeekleigebied van Zeeland (fig. 7). De steilrand vormt de natuurlijke scheiding tussen de

hooggelegen, Pleistocene afzettingen (Formatie van Tegelen) en de laaggelegen, Holocene

afzettingen in de polders (Mzettingen van Duinkerke). Op dit punt komen zeer oude enjonge

afzettingen naast elkaar voor. In de steih·and dagzomen de estuariene afzettingen van de Formatie

van Tegelen, die met een ouderdom van ongeveer 1.5 miljoen jaar tot de oudste van Nederland

behoren. Aan de voet van de steilrand liggen de estuariene Mzettingen van Duinkerke, die met

een ouderdom van enkele honderden jaren tot de jongste van Nederland horen.

De genese van de steilrand is nog steeds onzeker. Er zijn geen aanwijzingen voor tektoniek

(breukwerking) en erosie is dan ook het meest waarschijnlijke proces. De volgende mogelijkheden

zijn denkbaar:

• erosie door voorlopers van de Schelde tijdens het Midden-Pleistoceen (c. 1 miljoen- 130.000

jaar geleden).

• erosie door de zee tijdens het Eemien (klif) (c. 125.000 jaar geleden), maar mariene afzettingen

(strand) ontbreken aan de voet van de steilrand.

• erosie door de Schelde in het Laat-Weichselien (c. 25-10.000 jaar geleden), die een zuid-noord

loop had richting Rotterdam.

• erosie door de Schelde en de zee (1953) in het Holoceen (laatste 10.000 jaar), maar jonge

geulen komen niet overal tot aan de voet van de steilrand (zie fig. 7).

• erosie door bronnen die ontspringen aan de voet van de steilrand.

De eerste en de derde mogelijkheid, in combinatie met mogelijkheid 5, zijn mijns inziens de

belangrijkste factoren die verantwoordelijk zijn voor de vorming van de Brabantse Wal.

13

Page 14: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Fig. 7:

Geologisch profiel Zuidpolder Woensdrecht - De Koepel

Zuidpolder Woensdrecht - De Koepel

1km

NAP

-10m.

01 iil CJ'

" :J

" "' Hoogerheide

+ 30

+ 25

+ 20

+ 15

+ 10

+ 5

NAP

-5

-10

Geologisch profiel Noordpolder Ossendrecht- Maareberg

Noordpolder Ossendrecht-de Maareberg

1 km

NAP

-5 m.

-10m. -

-15m. -

-20m. -

0

"'

Jongere afzettingen (Holoceen)

Het Zeekleigebled

)onge zeeklei (afzettingen van Duinkerke), voornamelijk tij­dens de Middeleeuwen ontstaan.

)ong Zeezand (afzettingen van Duinkerke), voornamelijk tijdens de Middeleeuwen ontstaan.

Veen (Hollandveen), gevormd in de periode tussen ca. 4500 en 1800 jaar geleden.

Oude zeeklei (Afzettingen van Calais), afgezet in de perio­de tussen 8000 en 4000 jaar geleden.

14

01 iil CJ'

" :J

" 111

1

+20m.

+15m.

+10m.

+ 5m.

NAP

-5 m.

-10m.

-15m.

-20m ..

Het Zandgebied

Stuifzand, afgezet in de laatste paar duizend jaar en/of rivier­duinen die aan het einde van de laatste ijstijd, zo'n 11.000 jaar geleden, gevormd zijn.

Rivierklei van de Schelde, gevormd tussen 8000 en 6000 jaar geleden.

Rivierzanden van de Schelde, ontstaan aan het einde van de laatste ijstijd, ouder dan 10.000 jaar.

Oudere afzettingen (Pieistoceen)

Zanden en plaatselijk kleilagen (Formatie van Tegelen), afge­zet in een voormalig estuarium van Rijn en Maas. De ouder· dom varieert tussen 2 en 1,6 miljoen jaar.

Page 15: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Excursiepunt 3: Holocene afzettingen bij Calfven

Op slechts enkele honderden meters ten westen van de steilrand is een dik pakket Holocene

sedimenten aanwezig, dat bestaat uit van boven naar beneden: de Afzettingen van Duinkerke,

Hollandveen en plaatselijk Afzettingen van Calais (fig. 7).

De Afzettingen van Calais zijn hier gevormd in een zoet tot brak, getijden milieu in de

benedenloop van de toenmalige Schelde, omstreeks 5000-3000 v. Chr. Het Hollandveen ontstond

in een uitgestrekt moeras dat vanaf 3000 v. Chr. West-Vlaanderen, Zeeland en West-Nederland

bedekte. In westelijk Zeeland (Walcheren, Zuid-Beveland) werd dit veengebied na de Romeinse

Tijd overstroomd (Duinkerke II transgressie: 500-700 n. Chr.). In het oostelijk deel van Zeeland

had de Duinkerke II transgressie weinig gevolgen en ging de veenvorming mogelijk gewoon door.

De veenvorming aan de voet van de Brabantse Wal is sterk bepaald door de grondwaterkwel in

dit gebied (veel zeggeveen); naar het westen komt veel regenwater-gevoed heide/mosveen voor.

Het veengebied werd in de Middeleeuwen ontgonnen en in cultuur genomen. Door daling van

het maaiveld, stijging van de zeespiegel en het afgraven van het veen t.b.v. brandstof en

zoutwinning overstroomde het ontgonnen veengebied in de 16e eeuw. Tijdens de St. Felixvloed

van 1532 overstroomde het oostelijk deel van Zuid-Beveland en ontstond het Verdronken Land

van Zuid-Beveland (fig. 14). De Allerheiligenvloed van 1570 overstroomde het oostelijk deel van

Zeeuws-Vlaanderen, nu bekend als het Verdronken Land van Saeftinge. De oorspronkelijk

ongeveer zuid-noord lopende Schelde (langs Bergen op Zoom en Reimerswaal; de huidige

Oosterschelde) kreeg door de overstromingen een kortere weg naar zee via de Westerschelde.

Het voormalige veengebied met zijn dorpen erop werd door de overstromingen bedekt met een

laag jonge zeeklei en zeezand (fig. 7: Afzettingen van Duinkerke), die in de loop van de 16e tot en

met de 20e eeuw werd bedijkt.

Op het excursiepunt (fig. 8 en 9):

* Afzettingen van Duinkerke op Hollandveen.

* verlande, voormalige Scheldeloop.

* oudste polders (1685) langs de steilrand, jongere polders (1923) in het westen.

* oude polders laag (0.6m +NAP), jonge hoog (1.7m +NAP), t.g.v. inklinking, zeespiegelstijging.

15

Page 16: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

1616

~-o- -~-~ ------- -- :_9_-::_- -

~---___<r--~:~-

1612

Fig. 8: Bedijkingsgeschiedenis van zuid-Beveland en ligging van de

verdwenen dorpen in het Verdronken Land van zuid-Beveland

(Bazen, 1987).

16

8600053

Page 17: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Sehaal van :1o,ooo Ellen.

========================-========~.:.,.,..,[H~n - 1 Sehaal Y<Ht .>o .o o o

Fig. 9: Fragment van de topografische kaart van Nederland 1:50.000

(verkleind) uit 1863, blad Bergen op Zoom.

17

Page 18: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Excursiepunt 4: Hydrologie en natuurontwikkeling aan de voet van de Brabantse Wal

Zeer oude geologische eenheden als de Klei van Tegelen (c. 1.5 milj. jaar) en zeer jonge

afzettingen van bijvoorbeeld de Duinkerke Afzetting, die nog steeds gevormd wordt op de

schorren en slikken, komen hier in een beperkt gebied naast elkaar voor. Die geologische

diversiteit wordt ook weerspiegeld in de geomorfologie van het landschap: de oude formaties

komen voor op het hoge Brabantse deel op c. 20m+ NAP, terwijl de jonge afzettingen

voorkomen in het lage Zeeuwse deel dat iets boven de huidige zeespiegelligt. Deze twee grote

landschappelijke eenheden worden gescheiden van elkaar door de zogenaamde Brabantse Wal;

een noord-zuid georienteerde steilrand die het hoge van het lage deel scheidt (fig. 7). Het grote

reliefverschil over korte afstand leidt tot een sterke landschappelijke gradient in grondsoorten,

bodems, vegetatie en hydrologie. In figuur 10 wordt de grondwaterstroming en de verschillende

grondwatertypes weergegeven. V anuit het westen dringt zeewater het gebied binnen als kwel

vanuit de Ooster- en Westerschelde. Op het hoge deel in het oosten vindt infiltratie plaats van

licht zuur regen water dat op zijn weg door de bodem kalk oplost en transporteert. Aan de voet

van de Brabantse Wal komt dit met opgeloste kalk aangerijkte grondwater als kwelwater omhoog

(fig. 11). De sterkste kwel (blauwe zone) is gerelateerd aan het voorkomen van zandopduikingen

in de polder (zie fig. 7). Dit kunnen duintjes zijn uit het eind van de laatste ijstijd of erosieresten

van de Vroeg-Pleistocene Formatie van Tegelen. Deze bijzondere kwelsituatie aan de voet van de

Walleidt tot potentieel zeer gevarieerde grondwatertypen (fig. 12). De sulfaat- en

nitraatgekenmerkte grondwatertypen (fig. 12: rode, oranje, gele zone) wijzen op ondiepe

grondwaterstroming en verontreiniging door de landbouw. De groene en blauwe zones (fig. 12)

wijzen op diepe kalkrijke, niet verontreinigde kwel. Hydroecologisch onderzoek heeft aangetoond

dat de aquatische vegetatietypen in het gebied direct gerelateerd zijn aan de grondwatertypen, met

name aan de alkaliniteit en saliniteit (T.W. Hobma, V.U. Amsterdam). De laatste jaren zijn

meerdere terreinen aan de voet van de Wal opgekocht door natuurbeschermingsorganisaties.

Echter, er is een conflictsituatie is dit gebied door tegengestelde belangen. De natuurorganisaties

kopen gebieden aan vanwege de, door grondwaterkwel gegenereerde, ecologische potenties.

Anderzijds zijn in het gebied meerdere grondwaterwinningen gesitueerd, die grondwater

18

Page 19: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

onttrekken waardoor de grondwaterkwel aan de voet van de Brabantse Wal afneemt. Figuur 11

laat zien dat ten westen van het pompstation Ossendrecht er vrijwel geen kwel optreedt (rode

zone). Figuur 13 toont dat de stijghoogte van het grondwater (= maat voor de kweldruk) in de

Noordpolder ten westen van Ossendrecht de laatste decennia is afgenomen.

Op het excursiepunt (figs. 10, 11, 12, 13):

* Uitzicht op de Brabantse Wal

* Sterke kwel geconcentreerd op een punt

* Uitleg over de hydrologie

40

30

20

10

..;

e 0

8 -10 0

<!:::: ~ ~ u 8 .s

-20

-30

-60

-70

-80

-90"

... u

i ~ ..!:l :o >

... ., "0

8. 'E ] ~ c

c u

~ .. u

~ ~ I J I ! ),..'\,, , , ~

3

Lc.HcOJ:i ':'":"':d · S ,•.Noso.><>n

~. aCSI·1. . . B~:~a~:;sh~ning polder wate; /-- . J I \

amlZlllg , " ~ w 1 4-NaCI! \B3-Na.Cl+,,' \, 4+ gl·CaMIC Acid Brabantse a water

____ J polder wa~er'~; I / \ 1--- _ b4-NaCI \ \ gl,-CaMIC

B4-,aCI ---,--b3~-:c1 ._) ~' g2-~:~ICOJ -/·g2-CaHC03o

1-----------'

B4-NaCio ' , g3-CafiC03

I B ckish equilibrated water \ '. ra ~\-Calcareous Brabantse Wal water '

\ \

\ \

'

FO-NaMIS

40

30

20

10

0

-10

-20

-30

-40

-50

-60

-70

-80

-90

-100 -100

-110 L-~-----r-----r-----r-----------,----~----~~--~~--------~r---~ -llO

76.00 77.00 78.00 79.00 80.00 81.00 82.00 83.00 84.00 85.00 86.00

X- coordinates

Fig. 10: Oost-west doorsnede bij Calfven met de grondwaterstroming en de grondwatertypen.

19

Page 20: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

LEG.£NDA

Fig. 11: Kwelintensiteitskaart aan de voet van de Brabantse Wal tussen Ossendrecht en

Woensdrecht.

Voorjaarssituatie 1994

Schaal 1 : 14000

= kwelzone Agger

= vlaten:inning

: .·

Page 21: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Fig. 12: Watertypenkaart van de zandondergrond in de Noordpolder tussen Ossendrecht en

Hoogerheide.

Volgens de Stuyfzand classificatie

Schaal Datum opname:

Page 22: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

2 I

1.9 ~ 1 "8 t" 1. 7 I-

I 1 6 I . I

I

1 .5 ~~-i

_ .. -... , ~: [ [L <t -ry L

N + 1 ,..,

N

.L

t 1.1 c ,___.,

Q) 1 -

+-' Q\

0.9 f-0 0 . .C 0.8 ~ (J\

: =l 0.7 ~ ......, UJ 0 ~ I .b ~-

I

~: ~· 0.3 [-

0.2 f-· 0.1 ~

! OL_ L

Jun-68

NOORDPOLDER 49G81 -II HALFJAARLIJKS VOORTSCHRIJDEND GEM.

\ --~ \ -----,v "JV'~ \ -~)__ ~

J ----- \ IJV ~-----~\:!

V\rv

L_ ____ _l_____

Dec -73 May- 79 Nov-84 May·-90

Datum

Oct-95

31 (]q

........ (j.)

~ P:>

~ < § 0.. en IZJ ......

t!:::::: (]q g-o

(]q ...... en < § [ ~ 0 [ ~ ~ ~ s· 0.. en

~ 0 >-!

.§" 0 0:: ~ ...... c IZJ IZJ

g ........ \D 0\ 00

I ........ \D \D V\

Page 23: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Excursiepunt 5: Verdronken Land van Zuid-Beveland bij Rilland

In het buitendijkse gebied in het Verdronken Land van Zuid-Beveland (1532) zijn de

getijdenprocessen nog actief (fig. 14). Op het schor (ofkwelder), dat alleen tijdens springtij

overstroomt (2 keer per maand), worden sterk kleiige sedimenten afgezet tussen de vegetatie.

Langs de steile kreekjes in het schor komen iets hoger gelegen, zandiger oeverwallen voor.

Ongeveer bij de gemiddeld hoog water lijn gaat het begroeide schor over in het onbegroeide slik

(of wad), dat 2 maal daags overstroomt. Het milieu is hier turbulenter (meer stroming, meer

golfwerking) en het sediment is dan ook zandiger.

Het sedimentpakket, dat in dit gebied is afgezet na 1532, is plaatselijk zeer dun, zodat het oude

verkavelingspatroon van het Middeleeuwse veengebied nog zichtbaar is (op luchtfoto's) (fig. 15),

bijvoorbeeld bij Nieuwlande (in de Oosterschelde) ofhier bij Rilland-Bath (Valkenisse) in de

Westerschelde.

Nieuwlande en Valkenisse werden overstroomd door de St. Felixvloed van 1532 en latere

vloeden. Het naburige Reimerswaal werd gereduceerd tot een eiland, dat in 1626 definitief werd

opgegeven. In dat jaar (1626) bieden de Provinciale Staten van Zeeland "schorre-stenen" uit de

stad te koop aan. De laatste decennia zijn er op het Oosterscheldewad bij Nieuwlande veel

vondsten gedaan door amateur archeologen. Met name de pelgriminsignes, waarvan er meer dan

600 zijn gevonden, hebben sterk de aandacht getrokken (fig. 16). Deze insignes, die gekocht

werden in de bedevaartsoorden, geven een goed beeld van de verreikende religieuze contacten in

deze gemeenschap. Uit de bloeiperiode van de bedevaarten, van de 13de tot de 16de eeuw, zijn

meer dan 30 bedevaartsplaatsen bekend, waaronder Santiago de Compostella (Spanje), Rome en

Canterbury. De meeste insignes komen echter uit Belgie. Meer dan een kwart komt uit

Geraardsbergen, waar de Heilige Adrianus werd vereerd, de schutspatroon tegen de pest. Uit het

vervolg van de geschiedenis blijkt dat niet de pest, maar het zoute water de dorpen Nieuwlande en

Valkenisse noodlottig is geworden. Met name door de combinatie van ontwatering van het

veenlandschap, inklinking en oxidatie van het veen, zeespiegelstijging en veenwinning voor zout

kwam het Middeleeuwse veenoppervlak steeds lager ten opzichte van de zee te liggen. Het lage

veenland werd zo een gemakkelijke prooi voor de zee tijdens de 16e eeuwse overstromingen.

23

Page 24: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Op het excursiepunt:

* begroeid schor met kreeksystemen.

* onbegroeid wad met prielen.

*boring in de Afzettingen van Duinkerke (na 1532) op het verdronken veenlandschap.

* sporen van een verdronken dorp (waarschijnlijk Bath)

Fig. 14: Het Verdronken Land van Zuid Beveland op een kaart van N.I. Visscher van 1655

(Goldschmitz-Wielinga et al., 1995).

24 '

Page 25: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

f1!:<:onsv<.ld/e

~h.tde.d_r~e l~eeu.t

Fig. 15:

Fig. 16:

-z.o.ndaj'dekkt.n_.!]

+ 11091

Verkavelingssporen in het Verdronken Land van Zuid-Beveland bij Hildernisse

(tegenwoordig Markizaatmeer) afgeleid van luchtfoto's uit 1935 en 1957 (Leenders,

1984).

Heilige/Bedevaartplaats

1 Adrianus/Geraardsbergen 82 2 Cornelius/Ninove 45 3 Drie Hosties/Wilsnack 27 4 Job/Wezemaal 29 5 Jacobus/Santiago I8 6 Servaas/Maastricht 17 7 Maria/ A ken I7 8 Hubertus/St. Hubert I5 9 Thomas/Canterbury 14

10 Quirinus/Neuss I 5 II Maria/Den Bosch I2 I2 Leonardus/Dudzeie 8 13 Petrus, Paulus, Vera Ikon/

Rome I2 I4 Dymphna/Geei 9 I5 Maria/ Amersfoort I6 Maria/Tombeiaine 7 I7 Maria/ Aarschot 6 I8 Drie Koningen/Keuien 4 19 Gommaer/Lier 20 Michael/Mont St. Michel 2I Eligius/Noyon I 22 Ontcommer/Steenbergen 2 23 Maria/Hal 2 24 Maria/Bouiogne-sur-Mer 3 25 Andreas/St. Andrews 26 Gislenus/St. Ghisiain 27 Maria/ Aardenburg 28 Maria/Loreto 29 Maria/Nazareth 30 Maria/Rocamadour 3I Maria/W a!singham 32 Edward The Confessor/

London 33 Eutropius/Saintes 34 Godeiieve/Gistei 35 Hosties/Blomberg 36 Leonardus/Noblat 37 Margaretha/King's Lynn 38 Matthias/Trier 39 Nicoiaas/St. Nicolas de Port -40 Ubaidus/Gubbio 4I Salvator/Oviedo 42 Maria/Einsiedeln 43 Maria/Mecheien 44 Maria/Vrouwenpolder

Totaai 377

Herkomst van de pelgriminsignes gevonden te Nieuwlande in het Verdronken Land van

Zuid-Beveland (Van Heeringen et al., 1988).

25

Page 26: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Litera tour

Geologie en geomorfologie

Caris, J.P.T., Thewessen, T.J.M. & Felix, R. 1989 Genesis of the cliff-face near Bergen op Zoom in

the southwest of the Netherlands. Geologie en Mijnbouw 68, p. 277-284.

Damoiseaux, J.H. 1982 Toelichting bij kaartblad 49 Oost Bergen op Zoom. Bodemkaart van

Nederland schaal1:50 000, Stichting voor Bodemkartering, Wageningen, 137 pp.

Kasse, C. 1988 Early-Pleistocene tidal and fluviatile environments in the southern Netherlands and

northern Belgium. Proefschrift Vrije Universiteit Amsterdam, 190 pp.

Kasse, C. 1990 Lithostratigraphy and provenance of the Early-Pleistocene deposits in the southern

Netherlands and northern Belgium. Geologie en Mijnbouw 69, p. 327-340.

Schwan, J. 1991 Palaeowetness indicators in a Weichselian Late Glacial to Holocene aeolian

succession in the southwestern Netherlands. Zeitschrift fUr Geomorphologie, Supplement-Band

90, p. 155-169.

Stichting De Brabantse Wall995 De Brabantse Wal. Zes wandelingen op de grens van hoog en laag

in West-Brabant. 48pp.

Stichting voor Bodemkartering Wageningen- Rijks Geologische Dienst, Haarlem 1984

Geomorfologische Kaart van Nederland 1:50 000, Blad 49 Bergen op Zoom.

Van Dorsser, H.J. Fysisch-geografische streekbeschrijving nr. 7 westelijk Noord-Brabant. Geografisch

Tijdschrift XVIII, nr. 5, p. 364-374.

Vos, P. C. & Van Heeringen, R.M. 1997 Holocene geology and occupation history of the Province of

Zeeland. In: Fischer, M.M. (Ed.) Holocene evolution of Zeeland (SW Netherlands).

Mededelingen Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, nr 59, p. 5-109.

Westerhoff, W. & Dobma, W. 1995 Landschap en geologie van de Brabantse Wal. Grondboor en

Hamer nr. 3/4, p. 72-73.

Westerhoff, W., Dobma, W., & Kiden, P. 1995 Ben geologisch pro:fiel van Cadzand naar Venray.

Grondboor en Hamer nr. 3/4, p. 62-71.

26

Page 27: Aardkundige W aarden (geologie, geomorfologie, hydrologie ......Excursie voor Nederlandse Geologische Vereniging, Afdeling Mark en Vliet, 13 Apri12002. Aardkundige W aarden (geologie,

Hydrologie

Hobma, T.W. 1997 Hydrochemistry and ecohydro1ogy of the transition area of

the Netherlands Delta and the Brabantse Wal. In: Groundwater I surface water

ecotones: biological and hydrological interactions and management options,

Gibert J., J. Mathieu and F. Fournier (eds.). UNESCO Intern. Hydrol. Series,

Cambridge Univ. Press; p.194-203.

Vogel, R. 1997 Verdroging van de Brabantse Wal. Aarde en Mens jaargang 1, nummer 4, p. 31-37.

Archeologie

Goldschmitz-Wielinga, L.C.J., Van Heeringen, R.M., Hendr:ikse, H., Kuipers, J.J.B., Vander Linden,

D. & Smits, J. 1995 Verdronken Land Valkenisse en Keizershoofd. Archeologisch en historisch

onderzoek van een verdronken stukje Zuid-Beveland. De Koperen Tuin, Goes, 64 pp.

Leenders, K.A.H.W. 1984 Beschrijving omslagfoto Hildernisse. Geografisch Tijdschrift XVIII, nr. 2,

p. 146-149.

Van Heeringen, R.M., Koldeweij, A.M. & Gaalman, A.A.G. 1988 Heiligen uit de madder, in Zeeland

gevonden pelgrimstekens. Clavis Kunsthistorische Monografieen Deel IV, De Walburg Pers,

Zutphen, 152 pp.

27