aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx ·...

28
STAAK STUDIOGLOBO EN BEZOEK OPENVELD 1. Reflectie workshop en bezoek openveld De dag begon met een workshop van Studio Globo, een NGO die zich specialiseert in duurzame ontwikkeling, die zich richt op jongeren (bijvoorbeeld in de middelbare scholen). Ze werken projecten uit waarbij de leerlingen betrokken worden met mens en milieu, hierdoor worden de leerlingen geprikkeld voor een meer duurzame en solidaire wereld te creëren. Studio Globo geeft hele leuke positieve workshops zodat de leerlingen op een heel leuke, speelse en positieve manier leren over de problematieken die we in de wereld kennen, zonder daar zware literatuur en cijfers aan te koppelen. Ik vond de workshop over het algemeen super interessant. De workshop begon met wat cijfermateriaal over duurzaamheid en landbouw. Er werd al snel duidelijk waar Studio Globo naar toe wou met deze workshop. Alles werd goed en duidelijk uitgelegd en sloot goed aan, aan onze leefwereld. Wat ik het beste vond in deze workshop was dat we stil stonden bij de herkomst van ons voedsel en wat dat met zich mee brengt. Op een gegeven moment kregen we allemaal een zo ge zegde 1

Transcript of aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx ·...

Page 1: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

STAAK STUDIOGLOBO EN BEZOEK OPENVELD1. Reflectie workshop en bezoek openveld

De dag begon met een workshop van Studio Globo, een NGO die zich specialiseert in duurzame ontwikkeling, die zich richt op jongeren (bijvoorbeeld in de middelbare scholen). Ze werken projecten uit waarbij de leerlingen betrokken worden met mens en milieu, hierdoor worden de leerlingen geprikkeld voor een meer duurzame en solidaire wereld te creëren. Studio Globo geeft hele leuke

positieve workshops zodat de leerlingen op een heel leuke, speelse en positieve manier leren over de problematieken die we in de wereld kennen, zonder daar zware literatuur en cijfers aan te koppelen.

Ik vond de workshop over het algemeen super interessant. De workshop begon met wat cijfermateriaal over duurzaamheid en landbouw. Er werd al snel duidelijk waar Studio Globo naar toe wou met deze workshop. Alles werd goed en duidelijk uitgelegd en sloot goed aan, aan onze leefwereld. Wat ik het beste vond in deze workshop was dat we stil stonden bij de herkomst van ons voedsel en wat dat met zich mee brengt. Op een gegeven moment kregen we allemaal een zo ge zegde reclamefolder, hier uit moesten we met een bepaald bedrag een menu samen stellen. Bij

het maken van deze oefening werd het meteen duidelijk dat bio- en fairtradeproducten meestal duurder zijn dan gewone producten, en dat snel verkoop (ondanks de aantrekkelijke prijs) toch niet zo vaak werd gekozen. Deze oefening vond ik een leuke manier om duidelijk te maken dat het heel gemakkelijk is om niet duurzaam te leven. Verder was mij de demonstratie met de speelgoed groenten ook erg bijgebleven. Er werd met plastiekgroenten uitgebeeld hoeveel voedsel er werd geproduceerd op wereldschaal en hoeveel voedsel er nog maar overbleef wat effectief wordt gebruikt. Het was zeer visueel doordat er met materiaal werd gewerkt. Wat me vooral verbaasde was het aantal voedsel wat wordt gebruikt voor de vleesindustrie in verhouding met wat dit opbracht (veel minder voedsel in de vorm van vlees). De afsluiter van de workshop was een oefening waarbij

1

Page 2: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

iedereen een foto kreeg wat een schakel was in een keten van productie van voedsel. Daarna moesten wij puzzelen in welke volgorde alle stappen kwamen. Uiteindelijk hadden we het resultaat en iedereen was verbaast dat bij een simpel product zoals in dit geval melk zo veel bij kwam kijken. Dit was volgens mij een zeer mooie afsluiter van de workshop. De workshop was voor mij perfect in orde. ik persoonlijk vond dit zeer interessant, ook omdat ik zelf bezig ben met duurzaam leven en hierdoor ook erg op mijn voedsel let dat ik koop in de winkel. Ik probeer altijd streek producten, fairtrade producten en bio producten te kopen. Ik eet geen vlees. Dus in dat opzicht heb ik niet veel bijgeleerd want ik lette van er voor al op wat ik kocht. Maar het was wel leuk als opfrissing in die zin, dat ik na deze workshop het gevoel had dat ik eigenlijk toch goed bezig ben en het motiveerde mij om zo verder te doen.

Namiddag hebben we een bezoek gebracht aan een CSA boerderij, (CSA staat voor Community Supported Argriculture, een landbouw die wordt gedragen door een gemeenschap). In dit bedrijf speelt de verbruiker ook een belangrijke rol. Ze moeten zelf hun groenten oogsten, en de boer zaait en verzorgt de gewassen. Het is een ecologisch en biologisch project waarbij beleving centraal staat. Als deelnemer is het de bedoeling dat je je gewassen zelf oogst dit heeft als voordeler voor de deelnemer dat de groenten wat ze eten super vers zijn en vooral niet zijn ingevoerd uit andere landen (wat veel vervuiling met zich mee brengt) en niet genetisch gemanipuleerd zijn. Als deelnemer betaal je bij deze boer een bedrag tussen de 200 euro en 280 euro per jaar, per persoon. En mag je zoveel groenten en fruit oogsten dat je op krijgt. Door dit systeem krijgt de boer ook een eerlijk loon. Bij dit hele concept komt er nog eens bij dat het een heel educatief gebeuren is voor bijvoorbeeld de kinderen van de deelnemers.

Ik vond deze uitstap meer dan bevredigend, het deed me heel goed om te zien de boer zo gepassioneerd was met zijn werk. Ik had altijd een dubbel gevoel bij een gewone boerderij, dit omdat ik weet hoe het er aan toe gaat bij de boer in mijn leefomgeving. Deze boer gebruikt veel giftige sproeistoffen en gaat los om met de producten die hij teelt. Ook heeft hij heel veel katten die vies en ziek zijn en hij weigert om deze katten te verzorgen of te laten steriliseren. De koeien van deze boer zitten heel klein donker en vies en zijn zeker niet goed behandeld. Het beeld wat ik had van een boer was dus niet echt positief. Na het bezoek aan deze CSA boer kreeg ik al een heel ander beeld. Ik wist al wel van te vore dat zo een projecten bestonden, maar wist er niet zo veel van. Ik vind alles goed aan zo een project! Alleen wel jammer dat zo een project enkel rond een stad kan gevestigd worden.

2

Page 3: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

Want ik woon bijvoorbeeld op de boerenbuiten (dus heel dicht bij de boeren) maar hier heb je niet zo van die projecten, en dit vind ik wel jammer. Ik weet zeker dat er een oplossing kan gezocht worden om dit ook te doen werken op het platteland. Wat ik ook zeer goed vond aan deze uitstap was dat de boer met passie en liefde deelde waar hij mee bezig was. Het kwam echt en oprecht over en dit draagt ook bij tot de geloofwaardigheid van het project. Het was misschien ook leuk geweest als de boer ons zelf aan het werk zette met bijvoorbeeld een kleine workshop groenten oogsten. Hierdoor zou het publiek waarschijnlijk nog meer in het verhaal mee gaan, maar over het algemeen vond ik dat er niet echt meer kon verbeterd worden aan deze uitstap. Deze uitstap heeft me zeker geïnspireerd, maar kan helaas niet door praktische redenen aansluiten bij een CSA. Maar heb wel altijd voor dat ik op kot ging een groetentuin gehad thuis, en wil dit misschien terug doen. Dus het is wel heel duidelijk dat deze uitstap mij, en waarschijnlijk ook andere leerlingen geïnspireerd heeft.

Een ding is mij het meeste bijgebleven, en dat was toen de boer zij dat 98 procent van de boeren eigenlijk failliet zijn, maar door subsidies recht worden gehouden. En deze boer zou dan tot de 2 overige procenten horen. Dit vond ik dan wel heel bizar omdat je dan toch telkens in het nieuws hoort dat boeren staken omdat ze te weinig geld krijgen voor hun producten, en dat het probleem zou opgelost zijn wanneer de boeren meer geld krijgen voor hun producten. Ik denk dat de overheid hier zeker iets aan kan doen, en dat is dan ook misschien een betere oplossing dan subsidies geven aan de boeren. Dit laat ook al weer zien dat het systeem niet werkt en verkeerd zit.

Dus over het algemeen vond ik deze uitstap dan ook zeer leerzaam en interessant, en zou dit aan iedereen aanraden om ook eens te doen, bijvoorbeeld als excursie met een middelbare school.

3

Page 4: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

2. Situering in leerplandoelen en eindtermen

Hieronder een opsomming van de leerplandoelen waar je deze workshop en uitstap zou kunnen aan linken.

2.1 eerste graad, leerplan VVKSO EERSTE LEERJAAR

4.1 terreinwerk

Leerplandoelen:

2 Gegevens op het terrein verzamelenWENKENReliëf: 1 – 2 – 3 Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond: 1Klimaat en vegetatie: 2.1Bebouwing en bevolking: 2.2 – 2.3 – 5 – 7.1 Gegevens kan je bekomen door te meten, inventariseren, schatten , fotograferen, filmen, tekenen om ze vervolgens in de klas te structureren.

Motivatie: de boer bij de uitstap vertelde kort over de samenstelling van de bodem en de hoeveelheid humus in de bodem en het belang hiervan. Er zou misschien in deze uitstap een kleine meting kunnen geburen waarbij de bodemsoort wordt bepaald aan de hand van een determineertabel en een meting van de humus in de bodem. Dit kan dan eventueel ook vergeleken worden met gegevens van op een veld van een standaard boer. Hieruit zal dan blijken dat de grond bij de CSA boer veel beter van kwaliteit is.

3 Bewondering en verwondering voor de schoonheid van een landschap opbrengen en leren om open ruimten als waardevol, duurzaam, maatschappelijk bezit te waarderen. WENKENReliëf: 3Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond: 2 – 3 – 4Bebouwing en bevolking: 6.1Tip: hierbij kan een waarderingstabel gebruikt worden. Zo leidt waarnemen tot indrukken opdoen, ontdekken, genieten, verwonderd zij over, bewonderen.

Motivatie: ik denk dat een uitstap als deze zeker leidt tot verwondingen bij de leerlingen en zeker na mijn oefen les 2 waarbij ik les moest geven aan leerlingen van het tweede jaar over landbouw. Deze leerlingen waren nog nooit van hun leven op een boerderij geweest en wisten hier dan ook niets vanaf, daarom denk ik dat de leerlingen zeker verwondering opwekken bij het zien van processen op de boerderij, en zeker op een CSA boerderij omdat de klant zo fel wordt betrokken bij de landbouw.

Eindtermen:

9 enkele gesteenten op monsters benoemen op basis van proefondervindelijke waarneming.

23 Leren open ruimten als waardevol, duurzaam, maatschappelijk bezit waarderen. 28 Leren aandacht hebben voor en dragen bij tot de leef kwaliteit van de eigen omgeving.

4

Page 5: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

4.2 actualiteit

Leerplandoelen:

Enkele belangrijke gebeurtenissen uit de actualiteit situeren op een passende kaart en op eenvoudige wijze duiden. WENKENDe geografie is in de actualiteit niet weg te denken. Dagelijks komen onderwerpen in het nieuws die met geografie gelinkt kunnen worden. Belangrijke gebeurtenissen (aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen …) kunnen (geografisch) geduid worden en een onderdeel van de les zijn. De leerlingen lokaliseren op een passende kaart (wereld, Europa, België of Vlaanderen en eigen leefruimte) de besproken gebieden. Bij die duiding is het niet de bedoeling om processen te verklaren (derde graad).

Motivatie: dit leerplandoel situeer ik meer in de voormiddag met de workshop van studio globo, hier wordt veel verwezen naar bijvoorbeeld het regenwoud dat gekapt wordt voor sojaplantages. Dit is ook wel iets dat af en toe het nieuws haalt. En kan hier zeker mee worden geïntrigeerd. Een duurzame levensstijl is een hottoppic of een veel besproken onderwerp in de media dus hier kan best op ingespeeld worden. Ook situeren op de kaart kan hier van toepassing zijn als het gaat over een bepaald gebied of regio die iets speciaals doet in verband met bijvoorbeeld duurzaamheid.

Eindtermen:

5 Leren spontaan de passende kaart raadplegen.

4.3 landschap en kaart

4.4 Reliëf

4.5 Oppervlaktegesteente, bodem en ondergrond

Leerplandoelen:

5 onderzoeken waar de belangrijkste oppervlaktegesteenten van België en of eigen leefruimte zich bevinden. WENKENSamen met de leraar bouwen de leerlingen een thematische kaart van België en/of eigenruimte op, door te vertrekken van de referentiekaart van België en/of eigen leefruimte waarop reeds de begrenzingen van de belangrijkste oppervlakte gesteenten zijn aangebracht. De leerlinge vergelijken deze kaart met atlaskaarten grondsoorten of eenvoudige bodemkaart) om de oppervlaktegesteenten aan te duiden. Als minimale zones bevat deze kaart zand, zandleem, leem, klei en voste gesteenten ‘ten zuiden van Samber-Maas.

Motivatie: dit leerplan doel kan zeker niet helemaal aanbod komen, maar kan misschien wel worden gelinkt aan de uitstap naar de CSA boer. Het kan gelinkt worden met de vraag ‘welke bodem is het meeste geschikt om aan landbouw te doen?’ en dan kan als uitbreiding de kaart van landbouw en grondsoorten naast elkaar worden gelegd als vergelijking.

6.3 (V) inzien dat verschil in bodemvochtigheid leidt tot andere landbouwteelten. WENKENVanuit de studie van het voorkomen van landbouwteelten en vegetatie in eigen leefomgeving leggen de leerlingen de relatie met de bodemvochtigheid.

Motivatie: dit leerplan doel zou kunnen passen bij de voormiddag, de workshop van studio Globo. Een onderdeel hiervan was dat niet alles wat in de winkelrekken ligt van voedsel van België is. Dit komt ook grotendeels omdat we hier niet alles kunnen telen. Maar ook kunnen we dit leerplandoel kleiner vatten en alleen naar België kijken en zo kunnen we zien waar wat groeit, en dat dit ook te maken heeft met de bodemvochtigheid.

5

Page 6: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

Eindtermen:

10 Bodem en ondergrond in een ontsluiting of op een afbeelding onderscheiden.

4.6 Klimaat en vegetatie

4.7 Bebouwing en bevolking

TWEEDE LEERJAAR

4.8 terreinwerk en kaartstudie: relaties tussen landschappen

4.9 actualiteit

Leerplandoelen:

Enkele belangrijke gebeurtenissen uit de actualiteit situeren op een passende kaart en op eenvoudige wijze duiden. WENKENDe geografie is in de actualiteit niet weg te denken. Dagelijks komen onderwerpen in het nieuws die met geografie gelinkt kunnen worden. Belangrijke gebeurtenissen (aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen, …) kunnen (geografisch) geduid worden en een onderdeel van de les zijn. De leerlingen lokaliseren op een passende kaart (wereld, Europa, België of Vlaanderen en eigen leefruimte) de besproken gebieden. Bij die duiding is het niet de bedoeling om processen te verklaren (derde graad.)

Motivatie: dit leerplandoel situeer ik meer in de voormiddag met de workshop van studio globo, hier wordt veel verwezen naar bijvoorbeeld het regenwoud dat gekapt wordt voor sojaplantages. Dit is ook wel iets dat af en toe het nieuws haalt. En kan hier zeker mee worden geïntrigeerd. Een duurzame levensstijl is een hottoppic of een veel besproken onderwerp in de media dus hier kan best op ingespeeld worden. Ook situeren op de kaart kan hier van toepassing zijn als het gaat over een bepaald gebied of regio die iets speciaals doet in verband met bijvoorbeeld duurzaamheid.

Eindtermen:

5 Leren spontaan de passende kaart raadplegen.

4.10 landschappelijke verkenning van Europa

4.11 toeristische landschappen

4.12 landbouwlandschappen

Leerplandoelen:

3 in een gebied met fysische beperkingen in Europa het verband zoeken tussen landbouwtype en fysische omstandigheden. WENKEN3.1 als introductie op dit themaonderdeel leiden de leerlingen de factoren af die de landbouw beïnvloeden: klimaat, reliëf; bodem en bevolkingsdichtheid. Deze introductie kan vrij kort gehouden worden aan de hand van een onderwijs-leergesprek.3.2 De leerlingen onderzoeken voor een gebied zonder landbouw welke factoren hiervan de oorzaak zijn.3.3 De leerlingen onderzoeken voor een gebied met beperkte landbouwmogelijkheden (bv. Alpen – Scandinavisch Hoogland – droge gebieden in het middellands Zeegebied) welk landbouwtype dan wel mogelijk is. 3.4 De leerlingen situeren de bestudeerde landbouwvoorbeelden op een vereenvoudigende landbouwkaart van Europa.

Motivatie: dit soort informatie hebben de leerlingen eigenlijk nodig voor dat de workshop word gegeven. De leerlingen staan niet stil bij het feit dat er heel wat wordt ingevoerd en

6

Page 7: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

uitgevoerd, en dit ook doordat sommige landen zo als bijvoorbeeld Noorwegen erg improductief zijn. De leerlingen moeten beseffen dat het niet mogelijk is om totaal niets in te voeren of uit te voeren. Deze kennis hebben ze wel nodig alvorens de workshop omdat ze anders een te zwart – wit beeld krijgen hierover. Met deze voorgrond kennis kunnen ze dan ook argumenteren tijdens de workshop waardoor de workshop toch wel een andere dementie krijgt, dan wanneer ze gewoon luisteren en alles aannemen.

4 In een gebied met weinig fysische beperkingen (in Europa of België of de eigen leegruimte) het verband zoeken tussen landbouwtype, bedrijfsoppervlakte en bevolkingsdichtheid. WENKEN4.1 De leerlingen onderzoeken voor een gebied met weinig fysische beperkingen welke landbouw beïnvloedende factoren zo gunstig zijn en de relatie tot het landbouwtype4.2 Indien als gebied de eigen leefruimte wordt gekozen, dan ligt een excursie (met eventueel een bedrijfsbezoek) voor de hand. 4.3 De leerlingen situeren de bestudeerde landbouwgebieden op een thematische kaart landbouw van Europa of België of de eigen leefruimte.

Motivatie: het spreekt voor zicht dat het bezoek aan een bedrijf zoals vermeld in de wenken, het CSA bedrijf kan zijn. Dit kadert volledig in het leerplandoel. Het verband tussen bedrijfsoppervlakte en bevolkingsdichtheid kan hier voor verwondering zorgen. Er waren in de 300 mensen aangesloten bij dit CSA bedrijf, en dit in relatie met de bedrijfsoppervlakte kan de leerlingen aan het denken zetten.

Eindtermen:

19 Met voorbeelden illustreren dat weer en klimaat de plantengroei en de activiteiten van dier en mens beïnvloeden.

21 Een landelijk landschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een landelijk landschap elders.

4.13 Industrielandschappen

Leerplandoelen:

4 vanuit landschapsbeelden en andere informatiebronnen (kaarten met bevolkingsspreiding, verkeerswegen) de vestigingsfactoren van de industrie in een haven onderzoeken. WENKEN4.1 De leerlingen leiden uit het beeldmateriaal en andere informatiebronnen de vestigingsfactoren van de industrie in havelandschap af: aanvoer van grondstoffen/energie, overslag, opslag, afzetmogelijkheden, bevolkingsspreiding arbeidsmarkt), verkeerswegen. 4.2 De leerlingen situeren het bestudeerde voorbeeld op een thematische kaart industrie van Europa en/of Belgie

Motivatie: dit kadert een beetje de industrie die bij de productie van voedsel komt kijken. Tijdens de workshop van Studio Globo werd er ook veel gesproken over de termen, overslag, opslag ect. Een landbouwproduct wordt niet van boer tot winkel gebracht maar hier tussen schuilt zich nog een hele industrie tussen.

Eindtermen:

24 Een industrielandschap herkennen, beschrijven naar uitzicht en functies en eenvoudige observeerbare kenmerken ervan vergelijken met een industrielandschap elders.

7

Page 8: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

2.2 tweede graad, leerplan VVKSO

EERSTE LEERJAAR

4.1 thema overschrijdende doelstellingen

Leerplandoelen:

4 de herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en lokaliseren. WENKENNogal wat thema’s kunnen aanschouwelijker worden gemaakt door te vertrekken vanuit concrete producten uit het dagelijks leven. De herkomst ervan lokaliseren op een wereldkaart moet de leerlingen een wereldbeeld van goederen, stromen en onderlinge afhankelijkheid bijbrengen.

Motivatie: dit leerplandoel kan zo wel bij de workshop als bij de uitstap geplaatst worden. Bij de workshop is het heel voor de hand liggend dat de leerlingen een beeldkrijgen van waar wat in de wereld geteeld wordt, en dan denk ik aan de oefening met de reclamebladen, waarbij de leerlingen een imaginair bedrag kregen om een menu samen te stellen. Hier stond ook telkens de herkomst van de producten bij. Dit was dan een leuke manier om er zo achter te komen. En er was dan ook meteen een link gelegd met de vervuiling die ingevoerde producten met zich mee brachten.

10 een kritische houdingen aannemen t.o.v. aardrijkskundige informatie in de media. WENKENBij het behandelen van actualiteit is het aangewezen om verschillende bronnen met elkaar te vergelijken en de juistheid ervan na te gaan. Deze houding is ook heel belangrijk tijdens het zelfstandig werk

Motivatie: leerlingen horen veel in de actualiteit. Maar heel veel van die informatie klopt niet, en vooral als het met duurzaamheid te maken heeft. Deze verkeerde info kan weerlegd worden door cijfermateriaal en bewijsstukken van uit de workshop van Studio Globo.

13 In hun handelen rekening houden met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte. WENKENVanuit de verwondering voor mens en natuur kan de nood aan duurzame ontwikkeling benadrukt worden en hoe de leerling in zijn latere consumenten- reisgedrag daartoe kan bijdragen.

Motivatie: Het spreekt voor zich dat deze 2 activiteiten tot na denken zet om een duurzamere levensstijl aan te nemen.

14 aandacht opbrengen voor het fascinerende van de wereld.

Motivatie: dit staat weer in verband met een duurzame levensstijl.

16 (u) Aan de hand van werkbladeren uit de tentoongestelde materialen in een museum, wereldatelier … de kenmerken en problemen van de voorgestelde regio exploreren.

Motivatie: dit leerplan doel kan weer bij beide activiteiten worden geplaatst. Ik denk bijvoorbeeld aan de oefening waar mee de workshop eindigde. In deze oefening werd ons gevraagd om een keten te maken met gekregen foto materiaal. Deze keten hielt de stappen

8

Page 9: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

in wat er allemaal vooraf gaat wanneer je een fles melk koopt. Hieruit kunnen de leerlingen de problemen van de (veel te lange) keten exploreren.

Eindtermen:

2 Bestudeerde regio’s en thema’s op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. 5 Op een eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een

bestudeerde regio verklaren. 6 Aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalisatie, de

spreiding en de eventuele wijzigingen verklaren van landbouwactiviteiten. 14 De herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en

lokaliseren. 18 Zelfstandig een aangepast en beperkt aardrijkskundig onderzoek uitvoeren met aandacht

voor:- analyse van een aardrijkskundig verschijnsel- zoeken en selecteren van relevantie informatie- een samenhangende presentatie van een aantal bevindingen- het formuleren van een eigen standpunt rond mogelijke bevindingen

19 Nemen een kritische houding aan ten opzichte van aardrijkskundige informatie in de media.

22 Houden in hun handelen rekening met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte.

4.2 Landschappen en wereldkaart

4.3 Aantrekkelijke landschappen en toerisme

4.4 verschillen tussen agrarische regio’s

Leerplandoelen:

1 (u) aan de hand van concrete voorbeelden, van beelden en van andere informatiebronnen de herkomst van een aantal voedingsproducten op kaarten aflezen. WENKENDe agrarische producten die de leerlingen ontmoeten in hun dagelijks leven zijn een interessant vertrekpunt. Een aantal voorbeelden: - De leerlingen krijgen als taak een lijst met producten en gaan de herkomst ervan na in een supermarkt. Daarna duiden ze de landen op een wereldkaart aan. - de leerlingen leiden uit reclamefolders de herkomst van voedingsproducten af en maken er een collage mee rond een wereldkaart. - Via beelden van lokale markten vanuit de wereld leiden de leerlingen typische producten af en situeren ze de plaatsten op een wereldkaart. Bv: tropische vruchten , wortel- en koolgewassen op een Afrikaanse markt. Rijst, kippen en eenden, groenten op een Aziatische markt. Vervolgens worden er drie regio’s bestudeerd waar de teelt van voedingsgewassen een belangrijk deel van het ruimtegebruik en van het landschap uitmaakt. Zo komen tropische producten ,rijst en tarwe aan bod.

Motivatie: dit leerplan doel zou goed passen in de workshop. Hier stond de herkomst van de producten vaak centraal.

9

Page 10: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

2 door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen 1 agrarisch landschap en de traditionele landbouw van Afrika Sub-Sahara (Vroeger Zwart-Afrika genoemd) in relatie brengen met het natuurlijk milieu en met menselijke omstandigheden. WENKENAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual Earth (in combinatie met landschapsfoto’s) – videofragmenten – YouTube – de Teleac beeldbank – fragmenten uit een realityprogramma. Het gaat voornamelijk om beeldmateriaal dat volgende aspecten van de landbouw in Afrika Sub-Sahara illustreert: zelfvoorzienend – traditioneel – arbeidsintensief – (eventueel plantagelandbouw). Om leerlingen gericht te leren kijken naar beeldmateriaal kunnen waarnemeningslijstjes gemaakt worden waarbij ze de kenmerken van een aantal elementen kunnen aanstippen. Volgende zaken kunnen hierin opgenomen worden:-plantengroei-grootte van de akkers-uitzicht van de akkers -landbouwmethodes-soorten gewassenVoor het leggen van de relatie tussen de traditionele landbouw en het natuurlijk milieu en de menselijke omstandigheden dient best vertrokken te worden vanuit de overzichtskaarten die in het eerste thema werden aangebracht. Er wordt nu verder ingezoomd op bepaalde aspecten zoals klimaat, reliëf, bevolkingsspreidingen en ontwikkelingsgraad. NATUURLIJK MILIEU:De beelden van de vegetatie worden in verband gebracht met klimatogrammen en kaarten uit de atlas. Via nieuwe beelden verkennen de leerlingen de natuurlijke plantengroei en het verband met het klimaat in Afrika. Hierbij kunnen ze foto’s situeren op de juiste plaats op de kaart aan de hand van de atlas. Een toepassing van dit idee zou een virtuele vlucht kunnen zijn via Google Earth of Virtual Earth van Cairo naar Kaapstad, waarbij via het fotomateriaal de kenmerken van de plantengroei (en dus heb klimaat) kunnen afgeleid worden. De leerlingen komen tot het besluit dat:- de klimaten op de beide halfronden in Afrika gespiegeld liggen t.o.v. de evenaar- er geen 4 seisoenen zijn in Afrika (op het uiterste noorden en zuiden na) maar wel seizoenen op basis van neerslag, dus: droog – nat seizoen. - de mens zich aanpast aan het klimaat- bv: landbouwkalender, trek van de nomaden in de loop van een jaar. MENSELIJKE OMSTANDIGHEDENDe beelden van de menselijke activiteiten en levensomstandigheden worden in verband gebracht met statistisch materiaal, grafieken, diagrammen.. belangrijk hierbij si om naarst het cijfermateriaal ook de gegevens van België te geven zodat een vergelijking met onze situatie mogelijk is.

Motivatie: tijdens de workshop werd er ook even ingegaan op de manier waarop er wordt gewerkt in het buitenland (bijvoorbeeld Afrika) om ons ook van voedsel te voorzien.

4 (u) door analysen van beelden , van kaarten en van andere informatiebronnen de oorzaken van verstoringen van het wankel ecologisch evenwicht tussen natuurlijk milieu en labiele agrarische levenswijzen en hun gevolgen in de droogtegebied afleiden. WENKENDeze doelstelling kan gerealiseerd worden door gebruik te maken van media berichten zoals hongersneden en in te gaan op de oorzaken ervan zoals het wankel ecologisch evenwicht in bepaalde regio’s. Hier bestaat ook de mogelijkheid om aan te knopen met problematiek van de opwarming van de aarde en de gevolgen voor bepaalde ecosystemen in Afrika.

Motivatie: dit leerplan doel kan je zowel bij de workshop zetten als het bezoek aan openveld. Het gaat hier over ecologisch evenwicht en hier hebben de beide sprekers het over gehad.

10

Page 11: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

5 (u) door analyse van beelden , van kaarten en van andere informatiebronnen een agrarisch ontwikkelingsproject als oplossing voor een aantal (geografisch relevante) ontwikkelingsproblemen in een regio onderzoeken. WENKENActies rond Broederlijk Delen , 11.11.11, vredeseilanden, Unicef, AZG, … zijn ideaal om uitgewerkt te worden. De organisaties verschaffen meestal interessant didactisch materiaal.

Motivatie: dit kan evengoed een CSA boerderij zijn waar wordt rond gewerkt. Dan bekijken we het misschien op een kleinere schaal dan bijvoorbeeld een andere organisatie te nemen. Maar het staat wel dichter bij de leefomgeving van de leerlingen en dat maakt het misschien interessanter.

Eindtermen:

5 Op een eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een bestudeerde regio verklaren.

6 Aan de hand van regionale voorbeelden redenen opnoemen die de lokalisatie, de spreiding en de eventuele wijzigingen verklaren van landbouwactiviteiten;, industriële activiteiten; tertiaire activiteiten.

11 Op eenvoudige manier de impact verklaren van: - politieke invloed factoren op kenmerken van aardrijkskundige entiteiten; - technologische evolutie op de kenmerken van de aardrijkskunde entiteiten.

12 Verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu. 14 De herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en

lokaliseren. 22 Houden in hun handelen rekening met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte.

TWEEDE LEERJAAR

4.5 thema overschrijdende doelstellingen

Leerplandoelen:

4 De herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en lokaliseren.

Motivatie: dit leerplan doel zou goed passen in de workshop. Hier stond de herkomst van de producten vaak centraal.

11 bereid zijn aardrijkskundige informatie te gebruiken bij het plannen van eigen activiteiten.

Motivatie: ze gebruiken de informatie van de CSA boer en of de Studio Globo workshop om hun levensstijl eventueel aan te passen aan een meer duurzame manier van leven. De leerlingen zijn misschien geaspireerd voor zelf een moestuintje te houden.

13 in hun handelden rekening houden met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte.

11

Page 12: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

Motivatie: er wordt in de 2 activiteiten telkens gepraat over duurzaamheid.

Eindtermen:

14 De herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en lokaliseren.

20 Zij bereid aardrijkskundige informatie te gebruiken bij het plannen van eigen activiteiten.

4.6 uitdagingen door bevolkingsexplosie

4.7 spanningen en ecologische problemen binnen regio’s

Leerplandoelen:

2 door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de fysische kenmerken van het tropisch regenwoud in Amazonie verklaren en de ecologische gevolgen van de ontginning ervan nagaan. WENKENHier wordt het ecologisch systeem van het tropisch regenwoud bestudeerd. Hierbij wordt de nadruk gelegd op eenvoudige verklarende factoren. Een vergelijking met een ander broos evenwicht zoals het ecologisch systeem van de taiga kan didactisch gemaakt wordenEen klimatogram en of de isotermenkaart en isohyeten kaart kunnen hier functioneel aangewend worden om de relatie klimaat en vegetatie te onderzoeken en het voorkomen van het tropisch regenwoud te verklarenHet tropisch regenwoud biedt een enorme hoeveelheid en variatie aan planten en dieren. Het ontbossen voor houd, grondstoffen of voor andere bestemmingen (sojateelt, veeteelt, …) brengt het broze evenwicht in gevaar of vernietigt dit belangrijke ecosysteem. De bedreigingen van het woud –ecosysteem gaat uit van economische drijfveren en menselijke activiteiten. Vanuit beeldmateriaal worden de negatieve effecten van de ingrepen van de mens op het ecosysteem afgeleid. Hierbij kan gewezen worden op de aantasting van het zuurstofproductie, de CO2-toename, de aantasting van de belevingswaarde door het verlies van deze unieke fauna en flora… Analyse van gedetailleerde satellietbeelden levert prima illustratie materiaal op die wijst op grootschalige ontbossing, groeiende woonkeren in het oerwoud, extensieve veeteelt, bodemerosie, extensieve en uitgestrekte akkers die de natuurlijke vegetatie onherstelbaar vernielen. Videofragmenten (You Tube) over de toestand van de wegen, het ontbossen, de levensomstandigheden, dieren die verdreven worden uit hun woongebied, zijn te vinden op het internet. Reportages op National Geographic, videofragmenten uit schooluitzendingen (Teleac: Costa Rica, Indonesië) tonen zeer goed de essentie van een regenwoud als ecologisch milieu en beschrijven ook de problematiek van dit ecosysteem (opbouw van de vegetatielagen, terminologie, voor- en nadelen van ontginnen, interviews met grote of kleine boeren, natuurbeschermers, politici). Deze reportages zijn gemaakt voor een duidelijke doelpubliek en hebben een grote didactische meerwaarde. Een groepswerk (door leerlingen gericht te laten zoeken naar een actueel artikel op het internet) kan door een thema op te geven dat verband houdt met het Amazonewoud (houtkap, tropisch hout, transport, veevoeder, veeteelt, autochtone bevolking, mijnbouw, erosie, verschil in aantasting naar gelang het land …). Het artikel wordt samen met enkele foto’s verwerkt en voorgesteld in een presentatie. De leerlingen krijgen op voorhand een opdrachtblad en een blad met de puntenverdeling. Leerlingen kunnen ook elkaars presentatie evalueren. Het is belangrijk om dit thema af te sluiten met een positieve noot. Er worden veel inspanningen gedaan om de ontbossing tegen te gaan. Zo bestaat er tropisch hout met PEFC-label (label voor duurzaam bosbeheer), zijn er akkoorden die afgesloten worden tussen landen, wordt ontbossing gespot, maken wereldsterren het brede publiek gevoelig voor ecologische thema’s (bv. Pierce Brosnan) …

12

Page 13: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

Motivatie: in de workshop werd ook veel gesproken over het ontbossen van het regenwoud voor bijvoorbeeld de vleesproductie die op deze velden soja zetten voor de dieren mee te voeden.

Eindtermen:

2 Bestudeerde regio’s in thema’s op eenvoudige thematische wereldkaarten situeren. 5 Op eenvoudige manier enkele fysisch-aardrijkskundige kenmerken van een bestudeerde

regio verklaren. 7 in verband met een economische activiteit in een regio het bestaan van stromen van

goederen of persoenen illustreren. 10 Op een eenvoudige manier de natuurlijke en menselijke oorzaken van milieuproblemen in

een gebied verklaren en er de gevolgen voor de mens, natuur en milieu uit afleiden. 12 Verbanden leggen tussen levenswijze, cultuur en leefmilieu.

4.8 verschillen tussen industriële regio’s

4.9 verstedelijking

4.10 vergelijken van de facetkaarten

4.11 landenstudies

13

Page 14: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

3. Voorbeelden van lesfase waarin informatie geïntegreerd is vanuit de workshop of/en het bezoek in openveld

3.1 situering in het leerplan

EERSTE LEERJAAR, TWEEDE GRAAD (leerplan VVKSO)

4.1 thema overschrijdende doelstellingen

Leerplandoelen:

4 de herkomst van een aantal producten in diverse informatiebronnen opzoeken en lokaliseren. WENKENNogal wat thema’s kunnen aanschouwelijker worden gemaakt door te vertrekken vanuit concrete producten uit het dagelijks leven. De herkomst ervan lokaliseren op een wereldkaart moet de leerlingen een wereldbeeld van goederen, stromen en onderlinge afhankelijkheid bijbrengen.

Motivatie: dit leerplandoel kan zo wel bij de workshop als bij de uitstap geplaatst worden. Bij de workshop is het heel voor de hand liggend dat de leerlingen een beeldkrijgen van waar wat in de wereld geteeld wordt, en dan denk ik aan de oefening met de reclamebladen, waarbij de leerlingen een imaginair bedrag kregen om een menu samen te stellen. Hier stond ook telkens de herkomst van de producten bij. Dit was dan een leuke manier om er zo achter te komen. En er was dan ook meteen een link gelegd met de vervuiling die ingevoerde producten met zich mee brachten.

13 In hun handelen rekening houden met duurzame ontwikkeling in tijd en ruimte. WENKENVanuit de verwondering voor mens en natuur kan de nood aan duurzame ontwikkeling benadrukt worden en hoe de leerling in zijn latere consumenten- reisgedrag daartoe kan bijdragen.

Motivatie: Het spreekt voor zich dat deze 2 activiteiten tot na denken zet om een duurzamere levensstijl aan te nemen.

14

Page 15: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

3.2 uitgewerkte lesfase

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen

KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen& timing

Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

InstapfaseMotiveren

20’

Ik ben naar de winkel geweest en heb hier mijn winkeltas eens mee gebracht. Jullie mogen nu allemaal eens samen komen en de goederen opzoeken in de reclamefolder en kijken vanwaar ze komen. Daarna mogen jullie knipsels plakken op de wereldkaart. Als jullie niet meer weten waar een land of een streek ligt mogen jullie dit altijd opzoeken in de atlas.

OEFENING – voedingsproducten situeren op de wereldkaart

Lkr geeft de llnen de reclame blaadjes en de producten en legt op een andere bang een A1 blinde wereldkaart.

Lln maken de opdracht, met als resultaat een mooie wereldkaart met daar op een overzicht van waar welke producten komen.

OLG – vragen in verband met de kaart

Lkr hangt de kaart aan het bord.

Wat valt er jullie op bij het bekijken van de kaart? Van welke producten had je verwacht dat ze van België

- Reclamefolders- A1 wereldkaart (blind) - zak vol producten van de supermarkt- lijm- scharen- enkele atlassen

Heel veel van de voedingstoffen die we dagelijks consumeren zijn van een ander land. Ze zijn ingevoerd naar België.

Er word veel voedsel ingevoerd uit andere 15

Page 16: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

waren? En waarom? Van welke producten wist je dat ze uit andere landen

kwamen? En waarom? Wat is het nadeel van producten in te voeren?

Hoe worden de producten naar België gebracht? Wat is het nadeel van vliegtuigen en vrachtwagens?

Welke van deze producten kunnen we wel in België telen?

ONDERZOEKSVRAAG: van WAAR komt ons VOEDSEL? en welk effect heeft dat op het milieu?En wat kunne WIJ hier aan doen?

landen, ondanks we deze voeding gemakkelijk in Belgie zelf kunnen telen.

Het invoeren van goederen brengt veel vervuiling met zich mee. Dit is natuurlijk heel slecht voor het milieu.

3.3 situeren in leerplan 16

Page 17: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

TWEEDE LEERJAAR, TWEEDE GRAAD (leerplan VVKSO)

4.7 spanningen en ecologische problemen binnen regio’s

Leerplandoelen:

2 door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de fysische kenmerken van het tropisch regenwoud in Amazone verklaren en de ecologische gevolgen van de ontginning ervan nagaan. WENKENHier wordt het ecologisch systeem van het tropisch regenwoud bestudeerd. Hierbij wordt de nadruk gelegd op eenvoudige verklarende factoren. Een vergelijking met een ander broos evenwicht zoals het ecologisch systeem van de taiga kan didactisch gemaakt wordenEen klimatogram en of de isotermenkaart en isohyeten kaart kunnen hier functioneel aangewend worden om de relatie klimaat en vegetatie te onderzoeken en het voorkomen van het tropisch regenwoud te verklarenHet tropisch regenwoud biedt een enorme hoeveelheid en variatie aan planten en dieren. Het ontbossen voor houd, grondstoffen of voor andere bestemmingen (sojateelt, veeteelt, …) brengt het broze evenwicht in gevaar of vernietigt dit belangrijke ecosysteem. De bedreigingen van het woud –ecosysteem gaat uit van economische drijfveren en menselijke activiteiten. Vanuit beeldmateriaal worden de negatieve effecten van de ingrepen van de mens op het ecosysteem afgeleid. Hierbij kan gewezen worden op de aantasting van het zuurstofproductie, de CO2-toename, de aantasting van de belevingswaarde door het verlies van deze unieke fauna en flora… Analyse van gedetailleerde satellietbeelden levert prima illustratie materiaal op die wijst op grootschalige ontbossing, groeiende woonkeren in het oerwoud, extensieve veeteelt, bodemerosie, extensieve en uitgestrekte akkers die de natuurlijke vegetatie onherstelbaar vernielen. Videofragmenten (YouTube) over de toestand van de wegen, het ontbossen, de levensomstandigheden, dieren die verdreven worden uit hun woongebied, zijn te vinden op het internet. Reportages op National Geographic, videofragmenten uit schooluitzendingen (Teleac: Costa Rica, Indonesië) tonen zeer goed de essentie van een regenwoud als ecologisch milieu en beschrijven ook de problematiek van dit ecosysteem (opbouw van de vegetatielagen, terminologie, voor- en nadelen van ontginnen, interviews met grote of kleine boeren, natuurbeschermers, politici). Deze reportages zijn gemaakt voor een duidelijke doelpubliek en hebben een grote didactische meerwaarde. Een groepswerk (door leerlingen gericht te laten zoeken naar een actueel artikel op het internet) kan door een thema op te geven dat verband houdt met het Amazonewoud (houtkap, tropisch hout, transport, veevoeder, veeteelt, autochtone bevolking, mijnbouw, erosie, verschil in aantasting naar gelang het land …). Het artikel wordt samen met enkele foto’s verwerkt en voorgesteld in een presentatie. De leerlingen krijgen op voorhand een opdrachtblad en een blad met de puntenverdeling. Leerlingen kunnen ook elkaars presentatie evalueren. Het is belangrijk om dit thema af te sluiten met een positieve noot. Er worden veel inspanningen gedaan om de ontbossing tegen te gaan. Zo bestaat er tropisch hout met PEFC-label (label voor duurzaam bosbeheer), zijn er akkoorden die afgesloten worden tussen landen, wordt ontbossing gespot, maken wereldsterren het brede publiek gevoelig voor ecologische thema’s (bv. Pierce Brosnan) …

Motivatie: in de workshop werd ook veel gesproken over het ontbossen van het regenwoud voor bijvoorbeeld de vleesproductie die op deze velden soja zetten voor de dieren mee te voeden.

17

Page 18: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

3.4 uitgewerkte lesfase1

Didactisch lesontwerp

Leerdoelen

KRACHTIGE LEEROMGEVING

Lesfasen& timing

Onderwijs- en leeractiviteiten Media Leerinhoud

Lesfase 2 Verwerking

15’

We hebben net gezien (op google earth beelden en filmpjes) dat het tropisch regenwoud stilaan verdwijnt. We stellen ons nu de vraag waarom ze dit nu kappen, en daarna gaan we kijken welke neveneffecten dat dat nu met zich meebrengt.

ONDERZOEKSVRAAG: waarom kappen ze stilaan heel het regenwoud om? Welke neveneffecten brengt dit met zich mee?

ICT oefeningen – oplossen van een taak met behulp van een websiteJullie krijgen nu allemaal een opdrachtenblad waar enkele vraagjes opstaan. Surf naar: http://www.milieucentraal.nl/voeding/tropische-producten/soja-en-palmolie/Om de vragen optelossen.

Llnen maken de ICT opdracht per 2

Per 2 leerlingen een laptop of een ipad

Vraagjes vanop de werkblaadjes + antwoorden:

-Hoeveel kilo plantaardig materiaal is er nodig om 1 kilo vlees te bekomen? Ongeveer 5 kilo

- noem 2 plantaardige eiwitrijke producten op wat vlees perfect kunnen vervangen? Groetenburgers en tofu

- wat is volgens de website de 3 specifieke problemen in ontwikkelingslanden kennen in verband met de landbouw? Ze kappen bos voor landbouwgrond, erosie en verlies van biodiversiteit.

- welke tips biedt deze website aan in het kiezen et op keurmerken als je tropische producten aanschaft. Opletten op keurmerken als je tropische producten aanschaft

Organisaties steunen die zich inzetten voor duurzame

1 Bron website ICT oefening: http://www.milieucentraal.nl/voeding/tropische-producten/soja-en-palmolie/

18

Page 19: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

Lkr overloopt de antwoorden klassikaal en geeft eventueel extra uitleg bij de antwoorden.

voedselproductie

Het vervoer van tropische producten naar hier zorgt voor milieu belasting, vooral als ze worden ingevlogen. Dus de producten die per boot getransporteerd zijn hebben voorkeur.

19

Page 20: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

3. artikel over ‘landbouw in stedelijke omgeving’

3.1 initiatieven in eigenleeromgeving

2In de provincie Limburg zijn er in totaal 4 CSA bedrijven. Maar deze situeren zich toch redelijk ver van mijn woonomgeving. Deze CSA bedrijven zijn gelegen in: Zutendaal, Tessenderlo, Herk-de-Stad en Geetbets. Het CSA bedrijf het dicht bij mijn woonomgeving is ‘Het vrije veld’ in Zutendaal. Deze boer werkt op een iets andere manier dan de boer die we zijn gaan bezoeken in Leuven. De boer in Leuven werkte met een zelf-oogst-systeem, dit betekend dat je de gewilde groenten zelf mag gaan oogsten (indien er een vlagje aanstaat). De boer in Zutendaal werkt met groeten pakketten. Deze pakketten worden door de boer zelf samengesteld en zijn voorzien van sysoens gebonden diverse groeten en kruiden. Je hebt dan de mogelijkheid om het pakket zelf aftehalen bij de boer of ik Genk centrum bij een afhaalpunt. Of je kan er ook voor kiezen dat het pakket aan huis word geleverd (mits extra betaling). Het systeem van pakketten lijk misschien vreemd omdat je er ook weleens groenten erbij hebt die je niet kent of niet lust. Maar ook hier heeft deze boer een oplossing voor. Hij heeft op zijn website een paar recepten geplaatst met groenten die niet gekend of

geliefd zijn.

Het grootste deel van de groenten en kruiden worden zelf gekweekt, maar voor een deel wintergroenten en bewaargroenten wordt er samengewerkt met Bio-boeren in Eikelenhof in Neerglabeek.

Verder zijn er ook een aantal voedselteams aanwezig in Limburg. Een voedselteam is een groep van

2 www.vlaamderen.be/landbouw

20

Page 21: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

3 gezinnen uit eenzelfde buurt die samenwerken voor de rechtstreekse aankoop van biologische landbouwproducten van landbouwers in de buurt. Een voedselteam leveren elke weer verse producten af om 1 bepaalde plaats, waar de consument dan deze producten kan ophalen, dit kan bijvoorbeeld in een school, garage, bij iemand thuis, … zijn. Hier worden de producten verkocht aan lokale bewoners.

Deze beweging heeft als doel te sensibiliseren, maatschappelijk activeren en zorgen voor educatie. Deze voedselteams streven dus net als CSA voor duurzame en eerlijke landbouw met producten die biologisch en uit de streekzijn.

Dit heeft als resultaat dat er ondertussen in België 168 voedselteams actief zijn, waaronder 34 in Limburg.

Hiernaast zijn ook boerenmarkten aanwezig in mijn leefomgeving. Een boerenmarkt of een streekmarkt is een stedelijke markt dit producten verkoopt die afkomstig zijn uit een directe omgeving. Je kan deze niet vergelijke met gewone markten omdat deze markt geen echte marktkramers heeft maar het zijn meestal de boeren zelf die hun producten verkopen. Hierdoor krijgen boeren een eerlijke prijs voor hun producten omdat er geen tussen handel meer is. Ook is een boerenmarkt zeer ecologisch verantwoord, omdat de producten van de streek zijn en er dus weinig vervoersmiddelen bij komt kijken.

4Tegenwoordig zijn er al in Vlaanderen en Brussel 41 boerenmarkten en daarnaast zijn er ook nog 68 gewone marktkramers die rechtstreeks producten van de landbouwer verkoopt.

Hiervan zijn er 2 in Limburg. ^

Over het algemeen is het tof om te weten dat België toch denkt aan duurzaamheid en een ecologische verantwoorde levensstijl. Al deze initiatieven dragen hier tot bij.

3www.vlaamderen.be/landbouw

4 www.vlaamderen.be/landbouw

21

Page 22: aaportfoliokelseyfripont.weebly.comaaportfoliokelseyfripont.weebly.com/uploads/4/0/1/2/...openveld.docx · Web viewAls beeldmateriaal kan gedacht worden aan Google Earth of Virtual

3.2 impact om mijn leefomgeving

Al deze initiatieven hebben op zich een zelfde doel, en dat is streven naar meer duurzame, ecologisch verantwoorde, eerlijke producten. Deze initiatieven hebben zowel op economisch, ecologisch als sociaal een impact op mijn leefomgeving. Economisch is zijn deze systemen zeer goed voor de boer. Bij een CSA boer wordt er bijvoorbeeld meestal op voor hand een bepaald bedrag betaald waardoor de boer zijn kosten mee kan dekken en een eerlijk maandloon heeft. Als je weet dat in principe 98 procent van de boeren in België failliet zijn is het duidelijk dat dit een beter systeem is. Op ecologisch vlak heeft dit ook een grootte impact om mijn leefomgeving. Er wordt door de boeren zorg gedragen voor het milieu, er worden geen pesticide gebruikt wat beter is voor plant, mens en dier. Er wordt meestal gekozen voor een biologische teelt. Ook op sociaal vlak heeft het een invloed. Het is een sociaal geburen wanneer er bijvoorbeeld een voedselteam aan de slag gaan, hierbij moet veel worden samengewerkt wat het sociaal contact tussen de inwoners bevorderd. Bij een boerenmarkt gaat het er meestal ook sociaal aan toe. Het is een veel persoonlijkere aanpak dan bijvoorbeeld de groenten in een grootwarenhuis halen. En tenslotte brengt ook een CSA bedrijf heel wat sociale activiteiten met zich mee. Zo worden deze bedrijven vaak bezocht door scholen. Of komen gezinnen samen met de kinderen groenten oogsten. Dit systeem verzacht ook de kloof tussen platteland en stad.

22