Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf ·...

21
1 Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager onderwijs Amersfoort. Voor het laatst bijgewerkt op 1 maart 2021. Nagekomen opmerkingen: Naast verder eigen onderzoek komen er ook enkele aanvullingen van lezers van dit boek. Deze zijn hier per betreffende pagina ingedeeld. Op de website is onder de kop weetjesnog een aantal losse opmerkingen en notities geplaatst, naast enkele fotos van Amersfoort en de scholen in verschillende perioden. Pagina kolom regel: 11 kolom 2: de data van de bestuursoverdracht van de oude parochiële besturen naar het centrale bestuur van de Stichting voor Kleuter- en Basisonderwijs Amersfoort is als volgt: 1 januari 1974: Stichting R.K. Onderwijs Stadsparochie (St.Jorisschool en ks.Pinkeltje, Aloysiusschool en ks.Gemma); 1 januari 1974: Stichting O.L.Vrouw (beheert dan nog alleen de Bernadette kleuterschool die met de Kennedy een scholenkoppel vormde); 1 januari 1974: Stichting R.K. Onderwijs in de Kruiskamp (Kennedyschool, Andreas en ks.Paulus de Bosbouter, Blokken en ks. In de Puntjes, Tafelronde sg. 1 januari 1977: Stichting R.K. Onderwijs in het Soesterkwartier (Salvator en ks.Bezige Bijtjes, Amersburg en ks.St.Jozef); 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool en ks. Speeldoos, Paulusschool en ks. Schuilevinkje). In 2019 verdwijnen weer 2 bekende namen uit het katholiek onderwijs in Amersfoort. Wegens een ‘fusie’ (samengaan) van de Tafelronde met de Drieslag, beide in Schothorst, verdwijnen beide schoolnamen en worden vervangen door de naam Talentum. Zij gaan verder onder het BRIN-nummer van de Drieslag. De St.Jorischool, sinds 1996 dependance van de Tafelronde, gaat verder als zelfstandige school onder het BRIN-nummer van de Tafeldonde. De naam Tafelronde verdwijnt na 48 jaar, de naam Drieslag na 36 jaar. Beide namen die gerelateerd waren aan de ‘verdiensten’ van Karel de Grote verdwijnen uit de Amersfoortse schoolwereld. Wellicht een goede zaak, aangezien over die diktator en machtswellusteling tegenwoordig veel genuanceerder gedacht wordt. De verschillende bronnen op scholen geven soms andere jaartallen van de bestuursoverdracht. Toch zou het voor elk personeelslid duidelijk moeten zijn wanneer een bestuursoverdracht plaats vond, aangezien men dan een nieuwe acte van benoeming kreeg. 17 Veel Maria-vereringen ontstonden juist in de 15e eeuw, toen Europa geteisterd werd door ziekte, hongersnood en oorlogen. Ook O.L.Vrouw van Zundert was zo’n bedevaartsplaats (tussen de 15e en 20e eeuw: ca.1480-1860 e.v.) waar de kerk veel mee verdiend heeft, ook al werden de meeste giften in natura gedaan (boter, kaas, een schaap, eieren, een pond wol, gouden of zilveren sieraden enz). Deze werden dan verkocht. In 1927 kreeg de kerk van Wernhout (gemeente Zundert) dit patronaat! (ook noot 27). 24 We kennen Maarten Luther vooral vanwege zijn stellingen tegen de katholieke Kerk. Hij was een geloofshervormer al werd hij door de Kerk als een ketter beschouwd. Luther heeft meer op zijn “geweten”. Zijn naaste medewerker en volgeling Philipp Melanchthon plaatste als eerste de Varusslag in Duitsland. Bij de Varusslag in 9 n.Chr. leden de Romeinen een gevoelige nederlaag tegen de Germanen onder leiding van Arminius. De benaming “dux belli” (=aanvoerder van de strijd) werd door Luther vertaald met Heer-mann” (=leger leider). In het spraakgebruik verbasterde dat tot Hermann. Daarmee werd Luther de eerste dominee, hoewel deze titel toen nog niet bestond, die zich met geschiedschrijving bezig zou gaan houden. Er zouden meerdere dominees volgen, zoals Pickardt en Smetius. In de 17 e eeuw werd het Lippische Wald voor het eerst het Teutoburgerwoud genoemd, aangezien Tacitus als plaats van de Varusslag het Teutoburgiensis saltus’ noemt. In werkelijkheid vond deze veldslag plaats in Noord-Frankrijk, niet ver van de kust van het Kanaal, waar de Teutonen in het naar hen genoemde woud woonden en waar de plaatsnaam Doudeauville (in de Notitia Dignitatum Occidentis uit 420 worden de Teutoniciani genoemd als een volk in Gallia) nog naar verwijst. Zo kwam Duitsland aan zijn Herman, waarvan het standbeeld dan ook op de verkeerde plaats staat. Meer informatie over de Varusslag vind je op www.noviomagus.info/varusslag.htm . Dat de Teutones met Germania geïdentificeerd worden is helemaal juist, echter het moet dan wel met het Germania van Tacitus zijn en dat is Frans-Vlaanderen en zeker niet Duitsland. 25 De grootmoeder van moeders kant van Calvijn kwam uit Cambrai dat in 1534 nog geheel Vlaams (Nederlandstalig) was. Wellicht heeft dit feit meegespeeld bij de aanvaarding van zijn opvattingen in Nederland. Ze kwamen immers van een ‘Hollander’. Daarnaast spraken de uitgangspunten van rente mogen vragen over leningen en het in opstand mogen komen tegen het bestuurlijke gezag, zoals aangegeven, ook de opstandige Hollanders wel aan. Ook de predestinatie was voor velen een aantrekkelijke opvattingen. Je kon een losbandig leven leiden of erger, je bestemming was immers toch al tevoren bepaald. Maar van je uiteindelijke bestemming had je tijdens je leven overigens geen ‘last’. 25 De door Calvijn aangehangen predestinatie werd in ons land vooral verkondigd door Franciscus Gomarus. De

Transcript of Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf ·...

Page 1: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

1

Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager onderwijs Amersfoort. Voor het laatst bijgewerkt op 1 maart 2021. Nagekomen opmerkingen: Naast verder eigen onderzoek komen er ook enkele

aanvullingen van lezers van dit boek. Deze zijn hier per

betreffende pagina ingedeeld.

Op de website is onder de kop ‘weetjes’ nog een aantal

losse opmerkingen en notities geplaatst, naast enkele foto’s

van Amersfoort en de scholen in verschillende perioden.

Pagina kolom regel: 11 kolom 2: de data van de bestuursoverdracht van de

oude parochiële besturen naar het centrale bestuur van de Stichting voor Kleuter- en Basisonderwijs Amersfoort is als volgt:

1 januari 1974: Stichting R.K. Onderwijs Stadsparochie (St.Jorisschool en ks.Pinkeltje, Aloysiusschool en ks.Gemma);

1 januari 1974: Stichting O.L.Vrouw (beheert dan nog alleen de Bernadette kleuterschool die met de Kennedy een scholenkoppel vormde);

1 januari 1974: Stichting R.K. Onderwijs in de Kruiskamp (Kennedyschool, Andreas en ks.Paulus de Bosbouter, Blokken en ks. In de Puntjes, Tafelronde sg.

1 januari 1977: Stichting R.K. Onderwijs in het Soesterkwartier (Salvator en ks.Bezige Bijtjes, Amersburg en ks.St.Jozef);

1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool en ks. Speeldoos, Paulusschool en ks. Schuilevinkje).

In 2019 verdwijnen weer 2 bekende namen uit het katholiek onderwijs in Amersfoort. Wegens een ‘fusie’ (samengaan) van de Tafelronde met de Drieslag, beide in Schothorst, verdwijnen beide schoolnamen en worden vervangen door de naam Talentum. Zij gaan verder onder het BRIN-nummer van de Drieslag. De St.Jorischool, sinds 1996 dependance van de Tafelronde, gaat verder als zelfstandige school onder het BRIN-nummer van de Tafeldonde. De naam Tafelronde verdwijnt na 48 jaar, de naam Drieslag na 36 jaar. Beide namen die gerelateerd waren aan de ‘verdiensten’ van Karel de Grote verdwijnen uit de Amersfoortse schoolwereld. Wellicht een goede zaak, aangezien over die diktator en machtswellusteling tegenwoordig veel genuanceerder gedacht wordt.

De verschillende bronnen op scholen geven soms

andere jaartallen van de bestuursoverdracht. Toch zou het voor elk personeelslid duidelijk moeten zijn wanneer een bestuursoverdracht plaats vond, aangezien men dan een nieuwe acte van benoeming kreeg.

17 Veel Maria-vereringen ontstonden juist in de 15e eeuw, toen Europa geteisterd werd door ziekte, hongersnood en oorlogen. Ook O.L.Vrouw van Zundert was zo’n bedevaartsplaats (tussen de 15e en 20e eeuw: ca.1480-1860 e.v.) waar de kerk veel mee verdiend heeft, ook al werden de meeste giften in natura gedaan (boter, kaas, een schaap, eieren, een pond wol, gouden of zilveren sieraden enz). Deze werden dan verkocht. In 1927 kreeg de kerk van Wernhout (gemeente Zundert) dit patronaat! (ook noot 27).

24 We kennen Maarten Luther vooral vanwege zijn

stellingen tegen de katholieke Kerk. Hij was een geloofshervormer al werd hij door de Kerk als een ketter beschouwd. Luther heeft meer op zijn “geweten”. Zijn naaste medewerker en volgeling Philipp Melanchthon plaatste als eerste de Varusslag in Duitsland. Bij de Varusslag in 9 n.Chr. leden de Romeinen een gevoelige nederlaag tegen de Germanen onder leiding van Arminius. De benaming “dux belli” (=aanvoerder van de strijd) werd door Luther vertaald met “Heer-mann” (=leger leider). In het spraakgebruik verbasterde dat tot Hermann. Daarmee werd Luther de eerste dominee, hoewel deze titel toen nog niet bestond, die zich met geschiedschrijving bezig zou gaan houden. Er zouden meerdere dominees volgen, zoals Pickardt en Smetius. In de 17

e eeuw werd het Lippische

Wald voor het eerst het Teutoburgerwoud genoemd, aangezien Tacitus als plaats van de Varusslag het ‘Teutoburgiensis saltus’ noemt. In werkelijkheid vond deze veldslag plaats in Noord-Frankrijk, niet ver van de kust van het Kanaal, waar de Teutonen in het naar hen genoemde woud woonden en waar de plaatsnaam Doudeauville (in de Notitia Dignitatum Occidentis uit 420 worden de Teutoniciani genoemd als een volk in Gallia) nog naar verwijst. Zo kwam Duitsland aan zijn Herman, waarvan het standbeeld dan ook op de verkeerde plaats staat. Meer informatie over de Varusslag vind je op www.noviomagus.info/varusslag.htm. Dat de Teutones met Germania geïdentificeerd worden is helemaal juist, echter het moet dan wel met het Germania van Tacitus zijn en dat is Frans-Vlaanderen en zeker niet Duitsland.

25 De grootmoeder van moeders kant van Calvijn kwam

uit Cambrai dat in 1534 nog geheel Vlaams (Nederlandstalig) was. Wellicht heeft dit feit meegespeeld bij de aanvaarding van zijn opvattingen in Nederland. Ze kwamen immers van een ‘Hollander’. Daarnaast spraken de uitgangspunten van rente mogen vragen over leningen en het in opstand mogen komen tegen het bestuurlijke gezag, zoals aangegeven, ook de opstandige Hollanders wel aan. Ook de predestinatie was voor velen een aantrekkelijke opvattingen. Je kon een losbandig leven leiden of erger, je bestemming was immers toch al tevoren bepaald. Maar van je uiteindelijke bestemming had je tijdens je leven overigens geen ‘last’.

25 De door Calvijn aangehangen predestinatie werd in ons

land vooral verkondigd door Franciscus Gomarus. De

Page 2: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

2

mens had geen beschikking over zijn eigen lot. Dat was tevoren al door God bepaald, wat voor de slechtwillende mens een vrijbrief was om verre van godsruchtig te leven. Gomarus stond daarin lijnrecht tegenover Jacobus Arminius die meer geloofde dat de mens een eigen onafhankelijke wil had en een keuze had om te geloven of niet. De volgelingen van Arminius, de Arminianen, werden ook wel remonstranten genoemd, vanwege hun verweerschrift tegen Gomarus, de remonstrantie. Het conflict tussen beide partijen kreeg ook een politiek lading in de Dordse Synode waarbij werd bepaald dat de leer van Gomarus, de contraremonstrantie, de officiële leer werd van de kerk en van de staat. Stadhouder prins Maurits bepaalde dat het land één godsdienst moest hebben en bepaalde dat het de leer van Gomarus werd. Aanhangers van Arminius werden verjaagd of terecht gesteld, zoals Johan van Oldenbarnevelt.

31 Gelijk bekend is waren er vroeger geen Gymnasia, maar

Latijnsche scholen. Wanneer de Latijnsche school in Amers foort gesticht is, valt niet met zekerheid te bepalen. In 1878 vierde men het 5e eeuwfeest der Latijnsche scholen, dan moet volgens Bartjes 1378 het stichtingsjaar zijn. Eerst werd de school gevonden aan de Appelmarkt, waar nu de Hoofdwacht enz. (no. 18) is, in 1622 werd zij naar de kerk van het St. Agnietenklooster in de Heerenstraat overgebracht. In het laatst der vorige eeuw werd dit gebouw als kazerne gebruikt. Toen werd de school voor een gedeelte gehouden ten huize van den Rector, gedeeltelijk in het Pesthuis van het gesticht "de Poth". In 1819 eindelijk werd door de Gemeente aangekocht een huis in de Heerenstraat tot het vroe gere St. Barbara klooster behoorende (over de Agnietenkapel) en ingericht voor de Latijnsche School. Daar bleef ze totdat de nieuwe wet op het Hoger Onderwijs haar bestaan vernietigde. Men moest nu kiezen óf de school opheffen óf er een progymnasium van maken. Men koos gelukkig het laatste. De ruimte werd spoedig te klein en ook het gebouw werd te oud. Een nieuw progymnasium werd gesticht en in 1880 feestelijk ingewijd. In 1882 werd het progymnasium (vierjarigen cursus) tot een gymnasium (zesjarigen cursus) verheven.

Uit deze tekst uit de Wandelgids van Amersfoort uit 1899 blijkt dat er liefst 6 breuken in het bestaan van deze school voorkomen. Nog afgezien van de overige veranderingen die in de tekst van het boek al worden genoenmd. Pas na 1882 kan men spreken van een 6-jarig gymnasium. Dat de Latijnsche school in Amersfoort al in 1378 zou hebben bestaan is een aanname op grond van stichtingen van andere Latijnse scholen. Dat hoeft voor Amersfoort zeker niet het geval geweest te zijn.

48 p.221 en p.451: Een volgende telg uit de familie

Hamers die sinds 1820 in het bestuur van de katholieke lagere scholen zaten was Th.P.J.Hamers, Langestraat 78. Hij was lid van het bestuur van de Stichting R.K.Onderwijs in de Kruiskamp en voorzitter van de Schoolcommissie van de Kennedyschool. Het was een

vierde (wellicht de vijfde?: we missen nog de namen van bestuursleden van enkele jaren tussen 1900 en 1920 en tussen 1950 en 1970?) generatie bestuurleden Hamers binnen het R.K.Onderwijs in Amersfoort.

49 noot 26: Anna Maria Freuls blijkt inderdaad begraven te

zijn in de St.Joriskerk (of op het naastgelegen St.Joriskerkhof). Zij overleed op 5 december en op 9 dec.1800 komt zij voor in het grafregister van de Joriskerk. Ook andere katholieken blijken hier begraven te zijn, zoals een (naamloos) kind van Michel Lagerweij (op 7 november 1795), een kind van F.E. ten Brink (8 oct. 1816). Ook dat waren katholieke families terwijl de Joriskerk toen nog volledig in protestantse handen was. Als mogelijkheid voor het begraven van katholieken in de protestantse Joriskerk kan de ‘handel’ in grafplaatsen genoemd worden. Deze graven en hun rechten werden ge- en verkocht. Het bracht natuurlijk geld in het laatje en daarvoor sluit een dominee wel even de ogen. Ook kan het bestaan en erkennen van oude grafrechten als reden van het begraven van katholieken in de protestantse Joriskerk genoemd worden. Zo bezaten enkele van oorsprong katholieke gilden er nog steeds grafrechten, zoals het Weversgilde (Bron: Grafregister St.Joriskerk: Archief Eemland en Grafboeken St.Joriskerk 1650-1800).

Cornelia Blom, echtgenote van Lambertus ten Brink, blijkt in 1815 ook begraven te zijn in de St.Joriskerk. Onderstaand rouwbord (niet meer aanwezig) getuigt daarvan. Zie ook p.153 noot 216 in het boek.

In de St.Joriskerk

werden ook mensen van andere geloven begraven, zoals Joden, terwijl het een protestantse kerk was. Daarvan getuigt een Davidsster op een van de grafzerken. Blijkbaar waren de gelovigen toleranter dan de stadsbestuurders.

Page 3: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

3

55 Onlangs trof ik op internet het volgende boekje aan: School-orde voor de lagere openbare en bijzondere scholen der tweede klasse te Amersfoort, uitgegeven in 1818. Hierin komt aan de orde: de verdeling der scholen, het onderwijs, de manier van onderwijs, de schooltijden, de vacantiën, straffen en beloningen.

Wat in dit boekje opvalt is dat bij het onderwijs de verschillende vakken genoemd worden, maar dat Bijbelsche Geschiedenis is doorgestreept. En dat terwijl in artikel 6 van de schooltijden wordt bepaald dat alle schooltijden met een kort en gepast gebed zullen beginnen en gesloten worden, dus ook op de openbare scholen (?). Het onderwijs omvatte de volgende vakken: (zie afbeelding).

De indeling van de Klassen is hierin ook aangegeven, al

kan daarbij worden opgemerkt dat deze indeling niet strikt gehanteerd werd. (zie afbeelding).

De schooltijden waren ’s morgens 3 uur en ’s middags 3

uur. De vakanties waren als volgt:

De schoolhouder was de hoofdmeester. In het

hoofdstuk straffen en beloningen werd bepaald dat alle ligchamelijke straffen onbestaanbaar zijn, ofwel verboden waren. Ook daar werd niet altijd de hand aan gehouden, zoals veel leerlingen zouden getuigen.

56 De geboortedatum van Joannes de Geest was 24 april

1804. 58 en 60: Cornelis Bernardus Kok (1804-1876) was

apotheker op de Hof en was gehuwd met Hendrika de Wit (1800-1857). Behalve dat zij veel voor het Katholiek Lager Onderwijs betekenden, legden zij een kunstverzameling aan die verder werd uitgebouwd door hun zoon Jan en kleinzoon Cornelis, ook apothekers. Die waren lid van de jonge Oudheidkundige Vereniging Flehite en actief betrokken bij het nieuwe museum. Toen Cornelis jr in 1905 kinderloos overleed kreeg Museum Flehite zijn hele kunstcollectie tot afgrijzen van de familie. Het is het belangrijkste legaat uit de Amersfoortse museumgeschiedenis. Om deze collectie te huisvesten werd zelfs buurpand Breestraat 80 aangekocht.

Page 4: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

4

Portretten van C.B. Kok en zijn vrouw.

Cornelis Bernardus Kok was heer van middelbare leeftijd met een ernstig gezicht en bakkebaarden. Hij draagt een fraai kostuum zonder veel opsmuk. Niets leidt af van de man; alleen heeft hij een boek in zijn hand, dat zijn culturele belangstelling lijkt te onderstrepen. Dat hij zijn geld heeft verdiend als apotheker komt niet tot uiting. De opsmuk moet men zoeken bij zijn vrouw, met haar kant, oorbellen, halsketting, gouden horloge en ringen. Dit is een zelfbewust echtpaar, dat graag heeft betaald voor een schilder van naam, Johannes Canta. (Bron: Schatten van Amersfoort, 50 topstukken uit Museum Flehite).

Het echtpaar Kok-de Wit kreeg 7 kinderen, 6 jongens en 1 meisje, waarvan de 2

e zoon Gerard Petrus

Antonius (*25-3-1833,+1-9-33, 5 mnd) en 3e zoon ook

Gerardus Petrus Antonius geheten (*20-4-1834, +1-8-1934, 3 mnd) zeer jong overleden. Hun 5

e zoon

Bernardus Johannes Hendricus geboren op 19-03-1844 is overleden op 07-05-1845, 1 jaar oud.

Bron: Bevolkingsregister Soort registratie: Geregistreerde wonende Hof zijn: Cornelis Bernardus Kok (apotheker) geboren op 10-9-1804

te Amersfoort. Henrika de Wit geboren op 1800 te Hilversum N-Holland, (Zij

overleed op 2-12-1857). Johannes Gerardus Petrus Kok (apotheker) geboren op 05-

09-1831 (+17-10-1900). Getuigen bij deze geboorteaangifte zijn Johannes Franciscus Lagerweij en Pieter Joseph Hamers, mede bestuursleden van de katholieke lagere school in de Breestraat.

Henricus Bartholomeus Jacobus Kok geboren op 11-4-1838. Petrus Jacobus Cornelis Kok geboren op 27-11-1842. Johanna Petronella Elisabeth Kok geboren op 20-6-1835. Arnoldus Adolf Carl Steinmetz (apothekers bediende)

geboren op 1816 te Amsterdam N Holland 59 noot 51: Hoe geschiedkundige gebeurtenissen samen

kunnen vallen. De moeder van Friso Wiegersma was Petronella

Johanna Antonia Maria Daniels , geboren op 31-07-1892 te Nijmegen, overleden op 07-08-1962 te Edinburgh in Schotland op 70-jarige leeftijd. Haar broer (dus de oom van Friso) was Mattheus Petrus Maria Daniëls (1877-1952; ook Daniels zonder trema), archivaris van Nijmegen (tot 1942) en voorganger van

Albert Delahaye die in 1946 aangesteld werd in Nijmegen, waar ik (Guido Delahaye) in 1947 geboren ben. In 1955 verscheen een postuum werk ‘Noviomagus Romeins Nijmegen’. Daarin sprak Daniëls zijn verwondering uit over de totale archeologische afwezigheid van de Bataven in Nijmegen. De geschriften van vader en zoon Smetius waarop toch de traditionele geschiedenis van Nijmegen is gebaseerd, noemde hij geheel onbetrouwbaar. Toen Aken in 1614 door de Spaanse bevelhebber Ambrogio Spinola (1569 - 1630) werd ingenomen, verhuisde Johannes Smetius (geboren op 10 okt.1590 in Aken) met zijn ouders mee naar Nijmegen. Lakenkoopman Johan Smit kwam als ‘vluchteling’ in Nijmegen terecht. Op 28 april 1615 kreeg hij gratis het Nijmeegs burgerschap. Ook de opvattingen van archeoloog Jan Hendrik Holwerda (Schiedam, 3 december 1873 - Nijmegen, 3 maart 1951) werden door hem voor het grootste deel onbetrouwbaar genoemd. Dit boek dat in zijn bezit was van Albert Delahaye heeft hem mede aan het denken gezet over de oudste geschiedenis van Nijmegen. Hij trok al snel de conclusie dat van de historiciteit van Romeins en Karolingisch Nijmegen veel op aannames was gebaseerd en nauwelijks iets op feiten. Voor meer informatie hierover verwijs ik naar www.noviomagus.info.

65 De Katholieke Illustratie van maart 1903 handelt over

het 50-jarig jubileum van het Herstel van de Kerkelijke Hiërarchie in Nederland, het Gouden Jubileum. Bij deze gelegenheid worden alle bisschoppen van de diverse bisdommen genoemd. Daarbij wordt F.J. van Vree genoemd als eerste bisschop van het nieuwe bisdom Haarlem. Er werd tevens een ‘foto’ van hem geplaatst. Zie afbeelding hieronder.

69 noot 65: Stanislaus Kotska was een Jezuiet en net als

van St.Aloysius had men van hem een osculatoria (reliekschildje met afbeelding en tekst) die in de kerk van St.Franciscus Xaverius die ook een Jezuiet was, bijzondere verering genoten. De naam St.Aloysius voor

Page 5: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

5

de school was daarom een vanzelfsprekende keus, alhoewel de St.Aloysiusschool aan het Dupontplein bij de oprichting tot de parochie van de Elleboogkerk (O.L.Vrouwe Hemelvaart) hoorde.

78 en 495-497: J.H. (Joes) Hamers was hoofd van de

school aan de Hamseweg van 1842 tot 1884. In de Bewaarsman van dec.2017 wordt genoemd dat hij in 1889 “werd overvallen door het plotselinge vertrek van 50 meisjes op 1 april 1889 naar de school van de zusters” die toen gesticht werd in de Langenoord. Dit is onjuist aangezien Hamers in 1884 plotseling overleden was en was opgevolgd door Bernardus Teunis Bremer die tot 1921 hoofd van de school aan de Hamseweg zou blijven. In 1921 werd die school gesloten wegens gebrek aan leerlingen nadat op de Langenoord in 1920 een R.K.Jongensschool was gesticht.

102 In een andere bron wordt Gerrit Ribberink ook Gerard

genoemd, wat overigens van dezelfde heilige Gerardus is afgeleid.

117 Dat de school in de Breestraat de naam van

St.Vincentius droeg is mede ingegeven doordat in de kerk van St.Franciscus Xaverius (’t Zand) een beeld van deze heiige stond. Hij was in katholiek Amersfoort een bekende heilige vanwege zijn charitatieve werken.

152 Een nieuwe en duidelijkere afbeelding van het pand

Kampstraat 10 (eerder nr.5 en 6) waarin de Katholieke Burgerjongensschool en kostschool tussen 1870 en 1885 was gevestigd.

De benedenwinkel was vanaf 1887 in bezit van Ch.de Koning. De school had toen het pand al verlaten.

153 De welgestelde familie Ten Brink schonk de kerk niet

alleen grond en zelfs huizen, maar schonk ook kostbaarheden om de kerk en de liturgie op te luisteren. (Bron: 200 jaar St.Franciscus Xaveriuskerk Amersfoort, p. 202-203).

155 Blijkbaar heeft niemand de tekenaar van de

gedachtenisprent van pastoor H.Blom uit 1883 er op gewezen dat hij de verkeerde school had afgebeeld. Dit was niet de H.Aloijsiusschool op De Kamp die toen nog bestond, maar de Armenschool in de Breestraat.

162 Of kwekeling Van ’t Wel die in 1869 aan de school in

de Breestraat wordt benoemd, dezelfde persoon is als Rutgerus van ’t Wel (1857-1944) die genoemd wordt in het boek van 200 jaar St.Franciscus Xaverius (p.148) is mogelijk. Hij zou dan op 10-jarige leeftijd kwkeling zijn geweest, wat mogelijk was in die tijd. Rutgerus was werkzaam in het onderwijs en was tussen 1887 en 1919 betrokken bij het koor en de zangschool. Of hij de vader is van onderwijzeres E. van ’t Wel die in 1932 aan de Gerardus Majella jongens-school benoemd werd, is eveneens mogelijk.

169 Het St.Agatha weeshuis is op meerdere adressen

gevestigd geweest. Naast ’t Zand zijn er ook adressen bekend van dit weeshuis in de Muurhuizen op nr.143 en op nr.157b, de plaats waar later het Seminarie van de Oud-Katholieken gevestigd was. Daarnaast is op de hoek Muurhuizen-Nieuweweg het Maria-gesticht met de naam Mariënweerd gevestigd geweest, dat rond 1908 verplaatst werd naar het Soesterkwartier.

174 Het protest ‘tot de Kroon’ hield in dat er behalve aan

de gemeente en de provincie, ook een brief gestuurd werd naar de Koningin. Daarin werd in beroep gegaan tegen eerdere uitspraken van de lagere overheden. Ook in 924 werd in beroep gegaan bij de Kroon, toen vanwege de vergoeding die bijzondere scholen kregen op grond van de uitgaven van het openbaar onderwijs. Het R.K.Schoolbestuur was van mening dat er van oneerlijke concurentie sprake was, aangezien het openbaar onderwijs, dat onder de verantwoordelijkheid viel van de gemeente, minder uitgaven had aan adminstratieve lasten omdat enkele gemeente-ambtenaren dat werk deden voor de scholen en zo niet op het budget van de scholen drukte. De uitgaven van het openbaar onderwijs waren daardoor successievelijk lager, waardoor ook de vergoeding aan de bijzondere scholen dito lager was. Dit beroep had tot gevolg dat het openbaar onderwijs voortaan ook de kosten van de ambtenaren die voor de openbare scholen werkten, bij de kosten voor dat onderwijs moesten optellen. De vergoedingen voor het R.K. en P.C. onderwijs werden daardoor iets verhoogd.

176 Hermanus Kroes was tussen 1896 en 1939 de ‘huis’-

architect van Katholiek Amersfoort. Er is van hem een

Page 6: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

6

imposante lijst bouwwerken bekend die niet opgenomen zijn in dit boek. Er zal een aparte bijlage op de website verschijnen. In veel boeken of informatie over hem, wordt de door hem gebouwde Aloysiusschool vaak niet eens vermeld.

182 Foto uit de Wereldkroniek van 12 januari 1924 van

Mr.F.D.Schimmelpenninck (pagina 653). De Wereldkroniek waarin opgenomen “de Week geïllustreerd” werd uitgegeven door Nijgh & Van Ditmars te Rotterdam. Francis David graaf Schimmelpenninck (Amsterdam, 20 april 1854) was op 3 januari 1924 te Baarn overleden.

179 noot 252: op pagina 263 worden in noot 39 de vakken

bij de letters a t/m i en j t/m v genoemd. 191 De overlijdensdatum van Teunis Watervis is 6 juni 1939.

Hij is overleden in Den Haag en werd 70 jaar (geb. op 22-2-1869). Zie akte hieronder (gevonden op internet d.d.9-10-2017):

Hij was getrouwd met (1) Theodora Maria Johanna Gerritsen op 19 april 1900 te Haarlem, Noord-Holland, hij was toen 31 jaar oud. Vader van de bruidegom: Cornelis Watervis Moeder van de bruidegom: Elizabeth Bos Vader van de bruid: Johannes Hubertus Gerritsen Moeder van de bruid: Johanna Margaretha Wessels beroep bg: onderwijzer Kind(eren) uit dit huwelijk: 1. Johannes Cornelis Watervis 1901-

2. Johanna Margaretha Elizabeth Watervis 1902-

3. Theodora Maria Johanna Watervis 1903-

4. Cornelis Antonius Watervis 1903-

5. †Elisabeth Johanna Watervis 1906-1906

6. †Antonius Watervis 1907-1908

Hij was getrouwd met (2) Helena Elisabeth Cornelia Overklift Vaupel Kleijn op 28 april 1910 te Utrecht, hij was toen 41 jaar oud. Vader van de bruid Anthonius Johannes Overklift Vaupel Kleijn, geboren op 27 februari 1835 te 's Hage, Kapitein kwartiermeester. Moeder van de bruid Elisabeth Petronella Geertruida van Meerendonk, geboren op 20 maart 1853 te Breda Br.gom wednr. van Theodora Maria Johanna Gerritsen. Kind(eren) uit dit huwelijk: 1. Antonius Cornelis Watervis 1911-

2. Elisabeth Helena Watervis 1912-

3. †Helena Elisabeth Cornelia Watervis ± 1915-1916

4. Jozeph Watervis ± 1917- 198 H.J.Viester (Hendrikus Johannes *30-7-1893)

onderwijzer aan de r.k.Jongensschool in de Breestraat (1912-1916) en aan de St.Jorisschool (1916-1922) was de opa van Frans Viester die eveneens aan de St.Jorisschool benoemd geweest is.

200 Uit het exploitatieoverzicht blijkt dat de scholen aan de

Schimmelpenninckkade en –straat voor f100.000,- waren verzekerd: f80.000,- voor gebouw en 30.000,- voor de inboedel en leermiddelen. De scholen in de Breestraat (ULO en lagere school) waren verzekerd voor f66.000,-: f54.000,- gebouw en f12.000,- voor inboedel en leermiddelen. Cijfers 1924.

Page 7: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

7

Uit het overzicht uit 1925 blijkt het volgende: De ULO was in 1923 begonnen en had in 1925 nog maar 54 leerlingen en 3 personeelsleden. De lagere school aan de Breestraat had 80 leerlingen en ook 3 leerkrachten. De St.Jorisschool B (de Tussenschool) had 152 leerlingen en 4 leerkrachten, de St.Jorisschool A (de Burgerschool) had 231 leerlingen en 7 leerkrachten. De vergoedingenvan de overheid van die 4 scholen waren respectievelijk: f10.600,-, f8700,-, f8390,- , f12.800. Omgerekend per leerlingen bleek de Ulo het duurste was (f196) en de A- en de B-school het goedkoopst (f55,- per leerling). De lagere school in de Breestraat (de voormalige Armenschool) kostte f108,- per leerling en was de duurste lagere school. Dat had veel te maken met het lage aantal leerlingen (en dus kleine klassen: gemiddeld 27) en in verhouding dure (oudere) leerkrachten. Op de St.Jorisscholen was het aantal leerlingen op de A-school gemiddeld 33 per klas, op de B-school gemiddeld 38 per klas.

Deze cijfers stellen het bestuur in die zin wel in het gelijk dat door het aantrekken van fraters de kosten van de school verminderd zouden kunnen worden. Niet dat fraters goedkoper waren, daartegen had frater superior in 1909 meteen al geprotesteerd, maar de fraters waren doorgaans nog erg jong (vaak net afgestudeerd) ten opzichte van de (vaak oudere) leken leerkrachten. Zeker als de leken leerkrachten kinderen hadden en de kinderbijslag ook door de overheid betaald en vergoed werd.

206 Naast hoofd van de school in de Breestraat was

Thannhauser van 1922 tot 1929 ook dirigent van het mannenkoor van de St.Franciscus Xaveriuskerk, terwijl zijn school onder de parochie van O.L.Vrouwe Hemelvaart (Elleboogkerk) viel. Hij woonde tussen 1922 en 1928 wel aan ’t Zand, dus binnen de St.F.X.- parochie.

209 In Amersfoort bestond sinds 1840(?) de katholieke

boekhandel van Hendrika Wolters en Maria Geertruida Hamers. H.Wolters had haar boekwinkel aan de Havik in Amersfoort. De zaak werd (in 1894?) overgenomen door B.Th.Meijer, de kleinzoon van Hendrika’s zuster Maria en gaf de ‘Geschiedkundige bijzonderheden’ van (kapelaan) W.F.N. van Rootselaar uit. De relatie met de latere firma Wolters-Noordhoff is niet bekend.

Bron: Historisch Jaarboek Voor Amersfoort e.o. 2017, p.116.

213 De Maria-kleuterschool werd per 1 augustus 1974

officiëel opgeheven. Een andere bron gaf als datum van opheffing 1 aug.1972. Ook hier bleken de bronnen niet eenduidig. De brief d.d. 4 april 1974 die over de administratieve opheffing handelt noemt als datum van opheffing 1 augustus 1974. In een bestuurs-overzicht uit 1982 wordt echter de datum 1 augustus 1972 als opheffingsdatum genoemd. Kleuterschool Bernadette in de Kruiskamp ging als laatste school van de zusters per 1 jan. 1974 over naar het bestuur van het Kleuter- en Basisonderwijs Amersfoort. Toch

werkten er nog enkele zusters op een van de r.k. kleuter- en/of lagere scholen.

217 In de acte van de Onze Lieve Vrouwe Stichting d.d. 6

juli 1957 waarbij wijziging wordt aangebracht in de Statuten van de Stichting, wordt als algemeen overste zuster J.M.M. (Johanna Margaretha) Scholten genoemd. Vermoedelijk was haar kloosternaam zuster Theophila. Zij overleed op 3 okt.1963 op 68 jarige leeftijd (geboren op 6 mei 1895) en is begraven op het O.L.Vrouwekerkhof in Amersfoort (graf K3/F3). Op 14 januari 1967 is Presidente Johanna Aleida Maria Janssen. Op 20 oktober 1971 is drs.Maria Catharina Sluyter presidente.

223 Hermanus Kroes was naast architect en bestuurlid van

de katholieke scholen ook kerkmeester van de St.Franciscus Xaveriuskerk. Behalve dat er veel gebouwen van zijn hand bestaan, was hij in 1939 ook betrokken bij de gebrandschilderde ramen, die naar zijn ontwerp aangebracht werden in de kerk. (Bron: 200 jaar St.Franciscus Xaveriuskerk Amersfoort, p.204 en Eembode 2 en 16 juni 1939).

223 noot 289: In graf F30121 liggen hoewel er maar 3

namen op de grafsteen (zie p.228) staan, volgens informatie van het O.L.Vrouwekerkhof 4 personen begraven: Notaris G.P.A.L. te Leuken, zijn vrouw J.H.M. de Jong (is niet op de grafsteen vermeld), zijn schoonmoeder A.C. de Jong-Velaars en G. van der Sluis. Die laatste blijkt Geertruida Anna Josephina van der Sluis te zijn, geboren op 3 juni 1861 en overleden op 3 nov.1948 op 87 jarige leeftijd. Zij was ongehuwd. Wat haar (familie?)relatie met Te Leuken was (oudtante?) dient nog nader onderzocht te worden. Tussen de families De Jong en Van der Sluis zijn in de 19

e eeuw

enkele huwelijken bekend. 230 Bij de foto: bestuursleden van de

St.Vincentiusvereniging. Tweede van rechts: Hermanus Kroes.

237 Tijdens de besturenfusies in 1973 bestond het

interimbestuur uit: B.J.Ambergen (voorzitter), B.A.M.Tacke (secretaris) en de leden zonder omschreven taak Zuster Imelda ten Bosch, Frater Witte en A.L. Joosen. Op 27 december 1973 heeft een wijziging in de staturen plaatsgevonden. Per 23 januari 1974 bestond het bestuur uit: B.J.Ambergen (voorzitter), B.A.M.Tacke (secretaris), M.A.Beekes (penningmeester), Zr.Imelda ten Bosch (vice-voorz.) en J.Zeekaf-Tummers (2

e secr.).

In juni 1985 werd een groots jubileum gevierd vanwege het 12 ½ jarig bestaan van de Stichting voor Katholiek Basisonderwijs Amersfoort het per 1 juli 1985. Kosten ruim f37.000,- Dit jubileum was onjuist aangezien op 1 januari 1973 nog geen sprake was van deze stichting. Op 27 december 1973 vond er een wijziging in de statuten plaats die met 1 januari 1974 geffectueerd werd. In januari 1974 was sprake van de Stichting voor Katholiek Kleuter- en Basisonderwijs Amersfoort. Op

Page 8: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

8

die datum vielen de besturen van de H.Geest, de St.Henricus en de St.Ansfridus parochies nog niet onder dit bestuur. Ook de r.k.scholen in Hoogland (parochie St.Martinus) en Hooglanderveen (parochie St.Joseph) waren er toen nog niet in opgenomen. In 1973 ondertekent B.J.Ambergen nog enkele stukken met ‘voorzitter van de R.K.Stichting Stadsparochies’, wat feitelijk ook onjuist was aangezien er in de binnenstad nog slechts één parochie bestond en wel die van St.Franciscus Xaverius aan ’t Zand. De naam ‘Stadsparochies’was nog een erfenis uit de tijd dat de O.L.Vrouweparochie nog bestond en de binnenstad twee parochies kende.

Het 12 ½ jarig jubileum werd derhalve een jaar te vroeg gevierd. Het diende op 1 juli 1986 pas gevierd te worden.

Per 1 augustus 1997 ontstond in Amersfoort één gezamenlijk bestuur voor alle katholieke scholen inclusief Hoogland en Hooglanderveen.

238 Aanvulling op de lijst van besturen en bestuursleden:

Op 01-08-2008 is het Raad van Toezicht model ingevoerd. Wil Ellenbroek (voorzitter) en Bert Dekker (lid) vormden toen het College van Bestuur. De eerste Raad van Toezicht werd gevormd door Hans van Helden (voorzitter), Ageeth Bakker, Bart Verreijt, Liesbeth v ’t Hoff, Arjan Wierix, Jolien Klarenbeek en Herman Casteel.

241 De laatste rooms-katholieke boekhandelaar in de 'ge

eeuw was P.J.H. Hamers, die zich presenteerde als Jos P.H. Hamers. Petrus Josephus Hubertus Hamers (Amersfoort 02-01-1870 -). Zijn vader heette Petrus Josephus, daarom heeft hij waarschijnlijk zijn eerste twee voornamen omgedraaid. Hij maakte deel uit van een vooraanstaande rooms-katholieke familie, met leden in de gemeenteraad en Provinciale Staten en actief in de handel in manufacturen. Hamers jr. begon in 1896 een eigen boek-, muziek- en kunst¬handel in de Langestraat. Tussen 1890 en 1895 verbleef hij in Hilversum, Nijmegen en Zwolle, vermoedelijk om praktijkervaring op te doen. De zaak was gevestigd Langestraat A 9 (later A 39). Van twee kleinere boeken trad hij als uitgever op. Hamers gaf uit: W.F.N. van Rootselaar, Amersfoort. Geschiedkundige Bijzonderheden. 1e Bundel (1897), en H.A. Pel, Het liefdewerk van den Goeden Herder hier te lande. Na veertig jaren. [over de Zusters van de Goede Herder 1860-1900] (1901). Zeven jaar later hief hij zijn zaak op toen hij ging deelnemen in een Amsterdamse uitgeverij. Op 02-09-1903 werd hij met zijn gezin uitgeschreven naar Watergraafsmeer.

Bron: Historisch Jaarboek Voor Amersfoort e.o. 2017, p.118.

249 noot 10: ook de naam Bernardina Goldewijk komt voor. 269 In 1922 had de St.Jorisschool 12 onderwijzers: 8 fraters

(waaronder het hoofd) en 4 leken. In 1923 wordt de school geplitst in een A- en een B-school en worden

ook de leerkrachten verdeeld. De B-school krijgt 7 leerkrachten waaronder 1 leek (B.Beuken).

273 kolom 2 regel 21 en 22: Nu de administratie van beide

scholen strikt gescheiden diende te blijven, is de vraag hoe en of er verrekening plaats vond van bijv. stookkosten (kolen, later olie), verlichting e.d. aangezien de school slechts over een centrale verwarming beschikte. In de stukken is van een verrekening tussen beide scholen in elk geval niets terug te vinden.

282 kolom 2 regel 5: M.A. (Marinus Albertus) Lorijn was in

1942 nog frater. Na de oorlog is hij uitgetreden en op 25 febr.1949 getrouwd met Tine van Zijl. Tussen 1946 en 1953 had hij een aanstelling op de Aloysiusschool. Zie pagina 398.

287 noot 89: Uit het boek over 200 jaar St.Franciscus

Xaveriuskerk Amersfoort blijkt dat er binnen de parochie wel degelijk sprake is geweest van seksueel misbruik. Met name wordt op p.87 Jan ter Laak (1933- 2009) genoemd, omroeppastor van 1974-1983, die dat ook erkend heeft. Weliswaar niet met minderjarigen, maar wel met kwetsbare mensen. In 1997 is Ter Laak door kardinaal A. Simonis uit het ambt gezet en door Rome gedispenseerd als priester. Dat Simonis in 2010 verklaarde: „Wir haben es nicht gewusst” is dan ook een flagrante leugen. Hij wist er wel degelijk van. De opmerking zorgde voor een golf aan geschokte reacties, ook binnen de rooms-katholieke gemeenschap. Diezelfde week biedt Simonis zijn excuses aan.

292 en 293 op de opgave van Joodse leerlingen aan de

bezetter in maart 1942 wordt momenteel (2014) anders tegenaan gekeken dan toen. Men zag toen in de segregatie van Joodse leerlingen aanvankelijk geen probleem, omdat ze naar een aparte school zouden gaan. De Joodse leerlingen hadden geen eigen Joodse school en zaten nu meestal op de openbare scholen. En net zoals er katholieke en protestants-christelijke scholen waren, vond men aparte Joodse scholen net zo vanzelfsprekend als men dat momenteel van Islamitische scholen vind. In die jaren werden ook opgaven verstrekt van katholiek kinderen op de openbare scholen. De ouders van deze kinderen kregen vervolgens het verzoek in naam van de r.k.kerk om hun kinderen vooral het katholiek onderwijs niet te onthouden. Wellicht werd zo aanvankelijk ook tegen deze opgave aan gekeken. In oktober 1940 wwerd ook van alle overheidsdienaren, maar ook van alle leerkrachten een ‘loyaliteitsverklaring’ gevraagd, waarin men verklaarde de verordeningen en andere bepalingen van de bezetter naar eer en geweten na te komen. Die verordeningen en andere bepaling zullen zeker ‘naar eer en geweten’ zijn nagekomen, waarbij de men zich door een andere eer en zeker door een ander geweten zullen hebben laten leiden dan de bezetter voorstond. De geschiedenis kennens kijken we daar nu anders tegenaan dan het toen ervaren werd.

Page 9: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

9

De vraag is of men in maart 1942 nog niet in de gaten had wat de uiteindelijke bedoeling van de Duitse bezetter zou zijn. De algemene februari-staking in 1941 tegen de Jodenvervolgingen zal toch ook in Amersfoort bekend zijn geweest. Kort daarna volgde in Amsterdam de eerste razzia’s waarbij Joodse burgers werden opgepakt. Aan de oproep om de namen van Joodse leerlingen te vermelden werd door iedereen volop en vrijwillig (of uit eigen lijfsbehoud?) meegewerkt. Ook meester Ribberink van de Openbare school aan de Oude Soesterweg 152 (nu Noordewierweg) dat na de oorlog de Willem de Zwijgerschool werd, werkte mee aan deze opgave. Bij hem op school zaten 2 leerlingen. Ook van het katholiek schoolbestuur kreeg men een opgave dat er geen Joodse leerlingen op de St.Jorisschool zaten. Of er werkelijk geen Joodse leerlingen zaten of dat het schoolbestuur dit verzweeg, vermelden de notulen niet. In Amersfoort was er slechts één school waarvan de hoofdleidster mej. H.A.Albada weigerde een opgave te verstrekken, omdat haar geweten hiertegen in verzet kwam. (Bron: Historisch Jaarboek van Amersfoort en Omstreken 2014, p.46 e.v.) Weigerde juf Albada dit uit oogpunt van algemeen verzet tegen de bezetter of doorzag zij al wat de bezetter met de Joodse kinderen voor had? Waarom zagen anderen dat dan niet? Immers vanaf oktober 1940 worden de maatregelen tegen de Joden steeds strakker en vergaand. In 1941 mochten geen Joodse leerkrachten meer aangesteld worden maar ook geen Joden meer in besturen van scholen zitting hebben. In juni 1941 wordt het voor Joden verboden is om in zwembaden, in de zee en strand en overdekte badinrichtingen te komen. Dit brengt met zich mee dat joodse leerlingen niet meer met het schoolzwemmen mee mochten doen. Daarna vanaf eind april 1942 moesten alle Joden vanaf zes jaar een jodenster dragen. De vervolging van de Joden werd steeds zichtbaarder en dus niet meer te ontkennen. Op 3 maart 1942 wordt er een propagandaplaat aangeboden aan de scholen van de Nationale Jeugdstorm. Het r.k. schoolbestuur weigert deze plaat op te hangen en verzoekt verdere correspondentie hierover naar de aartsbisschop van Utrecht i.c. mgr.De Jong te sturen. De laatste correspondentie hierover is op 30 juni 1942 en men heeft er niets meer over gehoord, althans volgens de notulen en gegevens van het bestuur van de r.k.scholen..

294 Het esperanto werd in september 1941 al verboden en

de Esperantovereniging ontbonden en opgeheven. Deze maatregel hade te maken met het streven van de Duitsers naar ‘de Germaanse übermensch en zijn Germaanse übertaal’ gebaseerd op een onjuiste opvatting van het Germania van Tacitus. Op de scholen werd Frans (en Engels, maar dat werd weinig gegeven) verboden en Duits verplicht.

302 noot 99: J.Bosman wordt op eigen verzoek op 26-4-

1981 als eerste op de afvloeiingslijst geplaatst.

303 noot 100. De roepnaam van dhr.Siteur (geb. 13-11-1923 te Amsterdam) was Martin. Hij heeft zijn opleiding gevolgd (op het internaat?) bij de fraters in Oudenbosch. Zijn eerste baan had hij ook in Oudenbosch. Vervolgens in Alkmaar, Den Helder, Roosendaal, Rotterdam, Oudenbosch, Lisse, Amsterdam, Utrecht en in Tollebeek was hij voor het eerste hoofd der school (1960-1968) en vanaf 1968 in Amersfoort op de St.Jorisschool.

314 kolom 1 regel 6: Frans J.Chr. Hopstaken was ook de

architect van de Alexanderschool in het Kruiskampkwartier die in 1956 gebouwd werd. De school werd gesloopt en op die plaats is in 2017 een nieuwe woonwijk verschenen.

336 kolom 1 regel 31: Het bericht in de Eembode blijkt wel

juist te zijn. Hoewel de bouwopdracht al in 1913 was aangevraagd en goedgekeurd, kwam de bouw van de Gerardus Majellaschool pas in 1922 tot stand. Of de Eerste Wereldoorlog hier debet aan was, vermelden de stukken niet. In 1931 werd de school uitgebreid met een 8

ste klaslokaal en een gymnastiekzaal. In 1933 werd

de bovenverdieping gerealiseerd. Tot 1922 was de jongensschool gevestigd in het patronaatsgebouw met dezelfde naam van Gerardus Majella, waar de school in 1914 begon met 60 leerlingen.

336 kolom 2 regel 23: J.P.van Buijtenen werkte voordat hij

naar Amersfoort kwam als hoofd aan een R.K.MULO in Scheveningen. Hij was een gewaardeerde leerkracht met veel ervaring. Zijn overstap van MULO naar LO betekende niet dat hij een stap terug deed, aangezien de MULO toen ook onder het lager onderwijs viel. Aan veel lagere scholen was ook een MULO (of ULO) verbonden. Zie het hoofdstuk van de St.Jorisschool.

338 Sinds het verschijnen van het boek komen de verhalen

los bij de oud-leerlingen van de Gerardus Majellaschool. Met name over schoolhoofd Keijzer wordt veel gesproken. Hij was een rustige man wars van prestaties, die niet hoog opgaf van het werk dat hij verzette, maar bij zijn pensionering met grote voldoening kon terugkijken op het succes dat hij voor de jeugd van het Soesterkwartier tot stand had gebracht. Na het overlijden van Van Buijtenen werd hij op de school waar hij Van Buijtenen als hoofd tijdens zijn ziekte al verving, zonder meer als hoofd aangesteld door pastoor en deken Hooyman. Met het schoolteam dat toen bestond uit mej. Van ’t Wel, mej.Calis

1 en de

heren Andringa, Tuithof, Baesjou, Mous en Lagas, ging hij voortvarend aan de slag. De heer Andringa zou vanaf 1947 hoofd van de Aloysiusschool worden. In 1933 bedroeg het aantal leerlingen al ruim 400 waardoor de uitbreiding van het geboeuw ook

1 Toevoeging noot 17 op p.339: Het moet nog bevestigd worden of deze

juffrouw Calis de op 9 jan.1901 geboren Johanna Alida Maria (Anneke) Calis was, die de tweede vrouw van meester Keijzer werd. Zij trouwden in 1941 nadat zijn eerste vrouw, mevr. G.T.A. Ros op 1 jan.1940 op 38 jarige leeftijd in Alkmaar overleden was.

Page 10: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

10

noodzakelijk was geworden. In 1939 werd het zilveren jubileum van hoofdmeester Keijzer gevierd. In de oorlogsjaren werd de school gevorderd door de Duitsers en zo kon het gebeuren dat de jongens in het Soesterkwartier in 1944 een jaar lang geen les hebben gehad. Toen ze na een jaar vrijheid weer de schoolbanken in moesten en er flink gestampt moeste worden viel het schoolleven velen dan ook zwaar tegen. Die afkeer heeft er bij een aantal leerlingen ook voor gezorgd dat ze ‘niet verder gingen leren’. Ze hadden hun deel wel gehad, meenden zij. Ondanks het invoeren van nieuwe leermethoden die Keijzer voorstond keerden zij met tegenzin in de schoolbanken terug. Meester Keijzer was zich er ook steeds meer van bewust dat de de school vroeger alleen een leerproces ten doel had en nu steeds meer een opvoedingsproces waarbij de gehele mens ontwikkeld wordt. Zijn opvatting in 1964 was al dat de school zich in belangrijke mate meer zal richten op de algemene vorming waardoor er minder exacte kennis zal worden opgedaan. Het geeft ook de verklaring waarom opa’s van nu menen dat hun kleinkinderen niet meer kunnen rekenen. Ze hebben meer andere zaken op school geleerd en wat minder rekenkunsten. Meester Keijzer was er ook van overtuigd dat de school zich ook zal bezig houden met het parochiewerk om zodoende de gezinnen te leren kennen waaruit de jongens voortkomen en vooral het ‘milieu’ waarin gewerkt wordt te leren aanvoelen en begrijpen. Afgezien dat het momenteel niet meer voia parochiewerk gebeurt, is deze opvatting nog steeds van toepassing.

337 noot 14: Alida Vredenbregt. 338 Een dochter van hoofdmeester R.A. Keijzer en G.Ros

was P.A.M. (Petronella Alida Maria) Keijzer, geboren 21 juni 1930, die van 1951 tot 1954 onderwijzeres was aan de Aloysiusschool. Zij is getrouwd met Siem van Bladel die destijds onderwijzer was op de Gerardus Majellaschool. Op de Aloysiusschool was toen F.Andringa hoofd, die tot 1948 aan de Gerardus Majellschool onderwijzer was.

339 Het samengaan van de St.Franciscus meisjesschool en

de Gerardus Majelle Jongensschool was op 1 augustus 1969 een feit. Hoofdmeester L.Swart (geb.29-11-1919) was sinds 3 dec.1975 met ziekteverlof en werd in 1977 op 58 jarige leeftijd afgekeurd ‘wegens zeer moeilijke wijk van de stad en spanningen i.v.m. huidige onderwijsontwikkelingen’ (zoals het in zijn afkeuringrapport staat) en formeel per 1 jan.1978 opgevolgd door Jos Smeels, die al sinds aug. 1976 als waarnemend hoofd was aangesteld. De initiaal van de heer Swart is een L en geen I (p.352), zijn adres in Amersfoort was Pascalstraat 13.

343 Uit een bevolkingsonderzoek blijkt in 1979 dat het

grootste deel van het Soesterkwartier (31%) zich nog katholiek noemt tegen 27% Nederlands Hervormd en 28% geen godsdienst opgeeft.

Over geheel Amersfoort zijn in 1979 de percentages 33% RK, 25% NH en 24% geen godsdienst. Daarnaast is 11% gereformeerd, 3% overig pc, 3% Islamitisch en 1% overige godsdiensten (Joods, Boedistisch e.d.).

345 Aanvullingen op de jaren van aanstelling van de

hoofdmeesters van de Salvatorschool: J.van Tilburg (1955-1956), Chr.Strik (1959-1963), W.A.J.Biemans (1963-1970), J.Vis (1970-1985). (Bron: Stad Amersfoort, wo.1okt.1980). J.J.Overeem wordt in dit overzicht niet genoemd. In het informatieboekje ‘Hand in Hand’ wordt Overeem in het schooljaar 1961-1962 en in 1963 als hoofd genoemd. Ook in het adresboek van Amersfoort is hij in 1962 hoofd van de Salvatorschool. Zijn woonadres was Dollardstraat 264.

351 kolom 2 regel 7: In 1964 wordt de heer Van Vonderen als hoofd van de Gerardus Majellaschool genoemd, die maar één jaar hoofd is gebleven. Na Van Vonderen is de heer Weimer nog een jaar waarnemend hoofd geweest en werd Gé Schenk hoofd. Vanaf 1969 is de heer I.(of L.)Swart de eerste hoofdmeester van de Amersburg, wat hij tot 1976 bleef. (Amersburg kom je ook tegen gespeld als Amersburgh). (Zie ook pagina 339, kolom 1, regel 5 e.v.). Na de sloop van de gebouwen resten ons slechts de foto’s en de schoolstempel.

362 Nadere informatie leert dat ook bij de bouw van de

St.Ansfriduskerk mgr.Van de Wetering een andere keus voor de architect en aannemer bepaalde. Net als de keuze van de naamgeving van de kerk die op gezag van Van de Wetering het patronaat van St.Ansfridus kreeg. Dit tegen de wens van pastoor Paping in, die immers als op verscheiden plaatsen geld had ingezamels onder het patroonnaatschap van St.Antonius. De Ansfriduskerk heeft wel een St.Antoniuskapel aan deze ‘machtstrijd’ overgehouden. Veel inboedel van de kerk kwam van andere kerken. Het was aanvankelijk een armzalige beddoening, want steeds was het geld op. Aanvankelijk zou architect Hermanus Kroes de kerk bouwen. Hij had de grond daarvoor al aangekocht. De bouw zou ook geschieden door Amersfoortse aannemers. Maar Van de Wetering besliste anders. Hij wees de vaste architect van het bisdom Wolter ter Riele aan als architect. De bouw werd gegund aan de aannemers Nollen en Heymericx, die in diezelfde periode ook het Pensionaat St. Louis aan de Utrechtseweg bouwden. Of Kroes een compensatie kreeg voor het vervallen van deze opdracht is (nog)

Page 11: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

11

niet bekend. Nadien heeft hij in het bisdom Utrecht in elk geval nog meerdere kerken mogen bouwen, zoals in Munsterscheveld (1923), Bilthoven (1925), Saasveld (1923), Cabouw (1926), Utrecht-Boerhaveplein (1930) en verbouw kerk en bouw pastorie in Soesterberg (1923).

367 A.C.Beijer is tijdens de oorlogsjaren ook nog secretaris

geweest van het zangkoor van ’t Zand, waarvan hij in 1952 liefst 70 jaar lid was.

368 kolom 2 regel 18: ‘deze brief’ moet zijn ‘de

overlijdensakte van zijn zoon’ 371 noot 17: Pastoor Paping werd in 1917 pastoor in

Bedem (Groningen) dat toen een van de grootste parochies van het bisdom Utrecht was. Hij was zeker niet ‘weg gepromoveerd’ zoals wel eens gedacht werd.

380 noot 33: Eindelijk is duidelijk wie het Wilhelmus heeft

geschreven. Volgens Nederlandse en Vlaamse onderzoekers was het de 16de-eeuwse dichter Petrus Datheen. De wetenschappers lieten nieuwe computertechnieken los op het Wilhelmus, dat werd vergeleken met werk van verschillende auteurs. De schrijfstijl van Datheen komt overeen met die van ons Nederlands volkslied. (bron: AD/AC 11-5-2016). Petrus Datheen, ook wel Pieter Datheen, Pieter Dathen of Petrus Dathenus (Kassel Frans-Vlaanderen ca 1531 - Elbing in West-Pruisen, 17 maart 1588) was een psalmberijmer die een belangrijke rol speelde bij de calvinistische Reformatie in de Zuidelijke Nederlanden. Hij werd, na omzwervingen in ballingschap, een van de leidende theologen van de officiële hervormde kerk in de Noordelijke Nederlanden, waarin hij de orthodoxe partij koos. Van 1566 tot 1773 vormde de psalmberijming van Datheen de belangrijkste liedbundel van de Nederduits Gereformeerde Kerk, later genoemd de Nederlandse Hervormde Kerk.

382 kolom 1 regel 25: W.A.J.Biemans werd per 1 dec 1970

hoofd van de School op de Berg. 400 Het glas-in-loodraam dat eerst in de buitenwand was

aangebracht is na de verbouwing van de school in 1983 voor f3425,- herplaatst in een lichtbak in het trappenhuis.

401 (noot 17) Coosje Casander is op 2 september 2014

overleden op de leeftijd van 88 jaar (geb.22 dec.1925). Zij was sinds 1992 weduwe van Jan Thanhauser.

402 Onderschrift bij de foto. De leerling De Munck die

keeper was van het schoolelftal noemde zich ‘de zwarte panter’ naar doelman Frans de Munck van het Nederlands elftal, maar bereikte dit zelf niet. Het gezin De Munck woonde in de Aldegondestraat waarvan meerdere jongens op de Aloysiusschool zaten, o.a. Fransje ‘de zwarte panter’.

411 Onderschrift bij de foto. In 2012 stond de teller op 60 deelnamen.

416 De klokken van de H.Geest kerk waren afkomstig van

de O.L.Vrouwekerk aan de Langegracht die in 1963 werd gesloten voor de eredienst. De klokken zullen op begraafplaats Rusthof in een klokkenstoel een nieuwe plek krijgen. (Bron: Mirakel d.d. dec.2017/jan.2018).

425 De Paulusschool werd per 1 augustus 1984 opgeheven,

evenals de Kennedyschool. 432 kolom 2 regel 35: Volgens recent aangetroffen

informatie is de Alexanderschool niet genoemd naar een van de vele heilige Alexanders, maar naar Alexander de zoon van Simon van Cyrene. In het Marcus Evangelie wordt Simon van Cyrene genoemd als de man die op Goede Vrijdag het kruis van Christus hielp dragen op weg naar Golgotha. (zie: Marcus 15: 21). Pastoor Demmers wilde door deze naamgeving de relatie aangeven met de nog te bouwen H.Kruiskerk. Deze Alexander was dus geen heilige, vandaar dat de school ook nooit St.Alexanderschool heeft geheten, hoewel we dat op sommige archiefstukken wel aantreffen. (Bron: Het Centrum van zaterdag 2 febr.1957.) De Alexanderschool werd ingezegend en geopend op vrijdag 1 febr.1957 door deken G.C.Smit (zie foto).

Deken G.C.Smit en pastoor H.A.Demmers.

Page 12: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

12

Zuster Faustino en kleuters in de nieuwe

Bernadette kleuterschool in de Kruiskamp.

Het aantal leerlingen (jongens en meisjes) op de

Alexanderschool: Op 16 januari 1957 begon men met 207 leerlingen. In 1958 waren er (gemiddeld over 3 teldata) al 307, in 1959 al 356, vervolgens 331 (1960), 253 (1961), 263 (1962), 257 (1963), 243 (1964), 224 (1965). De terugloop na 1960 werd veroorzaakt door de opening van de nieuwe Andreasschool in Liendert. Per 1 augustus 1976 is de Alexanderschool vanwege het sterk teruglopend aantal leerlingen opgeheven. Kinderen en personeel gingen naar andere scholen, zoals de St.Jorisschool en de Kennedyschool. Het hoofd van de school dhr.A.J.Hullegie, werd per 1 aug.1976 benoemd aan de Paulusschool. Van de inboedel van de Alexanderschool is een uitgebreide inventarislijst in het archief te vinden. Daarop staan een aantal inventarisstukken die een tegenwoordige leerkracht weinig zullen zeggen, zoals een magnetofoon, een Leitz prado projector en een Rex Rotary stencilmachine. De inboedel werd ook verdeeld tussen de Kennedyschool en de St.Jorisschool. Van de ruim 30 leesboekjes per deel hoefden beide scholen er maar 4 of 6 ‘vanwege het niveaulezen’. De adressenlijsten van de besturen van de shcolen is elders op de website te vinden.

Kleuterschool ’t Mezennest startte als dependance van de Bernadette kleuterschool (Piet Heinstraat). Het gemiddels aantal leerlingen op ’t Mezennest was: 60 (1968), 49 (1961), 42 (1970), 38 (1971). De ouders betaalden in 1971 f12,- per kind ‘vrij schoolgeld’.

431 In 1961 vonden de eerste besprekingen plaats over de uitbreidingswijk Liendert tussen de gemeente en de betreffende schoolbesturen. Op 31 oktober dat jaar waren door de gemeenteraad de voorlopige uitbreidingsplannen vastgesteld. De katholieke schoolbesturen diende daartegen een protest in, aangezien zij vonden onvoldoende bij de besluitvorming betrokken te zijn. De betrokken katholieke schoolbesturen waren toen: Stichting R.K.Onderwijs in de Kruiskamp, R.K.Schoolbestuur stadsparochiën, Stichting voor R.K. ULO-onderwijs voor jongens en meisjes, Stichting R.K.Scholen in de Parochie van de H.Geest en de O.L.Vrouwe Stichting.

433 De stad Amersfoort heeft behalve met St.Joris ook een

traditie met St.Andreas die verder teruggaat. Al vóór 1435 bestond er in Amersfoort een St.Andreaskapel. Deze kapel was verbonden aan het lazarushuis, dat buiten de Kamppoort lag waar de latere wijk Kruiskamp ontstond. Bisschop Rudolf van Diepholt verleende per oorkonde van 21 maart 1435 aan ieder die in de St.Andreaskapel kwam bidden voor de melaatsen 40 dagen aflaat

2. De St.Andriesstraat waar ooit het eerste

katholieke ziekenhuis van Amersfoort stond, herinnert nog aan deze kapel. Wellicht dat de naam van deze kapel de naamgeving van de nieuwe school mede heeft bepaald.

435 kolom 2 regel 11: Al op 27 jan.1953 was de eerste

bouwaanvraag voor de nieuw op te richten school in de Kruiskamp ingediend bij gemeente en rijk.

436 kolom 1 regel 2: Het bestuur van de Stichting voor

R.K.Onderwijs Kruiskamp bleek al te bestaan sinds 7 december 1955 toen de officiële stichtingsstukken door notaris G.P.A.L. te Leuken zijn gepasseerd. Op 30 nov.1955 worden de Statuten vastgesteld. De nieuwe stichting doet op 13 januari 1956 een beroep op het Schoolbestuur van de Stadsparochiën voor financiële medewerking tot stichting van een tweede zesklassige v.g.l.o. school in het Kruiskampkwartier. Op 20 november 1956 stuurt dit bestuur een schrijven rond voor de werving van leerlingen voor de op 1 febr.1957 te openen school. Op 20 februari 1958 vindt er een bestuursoverdracht plaats van het schoolgebouw (de Alexanderschool) en de grond (36,9 are) aan de Kortenaerstraat van het bestuur van de Stadsparochie aan het bestuur van de Stichting R.K.l.o.Kruiskamp. Daarbij worden de geleende gelden (waarborgsom e.d. á f51.000,-) terugbetaald (f40.000,-) of vervallen verklaard.

436 kolom 1 regel 15: De heer J.C.M. (Jacobus Cornelis

Maria) Hendriks kwam van de Salvatorschool in Veenendaal.

2 Een aflaat is een kwijtschelding door de kerk vanstraffen of boetedoening

voor zonden.Men kreeg in dit geval een verkorting van de boetetijd in het Vagevuur van 40 dagen.

Page 13: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

13

436 kolom 2 regel 13: Op vrijdag 1 februari 1957 werd de Alexanderschool officiëel geopend en ingezegend door deken G.C.Smit. Op zaterdag 2 februari werd in de kerk van St.Franciscus Xaverius om 9 uur een H.Mis uit dankbaarheid opgedragen door pastoor Demmers van de H.Kruiskerk (die nog niet gebouwd was) onder aanwezigheid van alle leerlingen en het voltallige onderwijzend personeel. Pastoor H.A.Demmers woonde voordat kerk en pastorie gebouwd waren op de Weverssingel 44 te Amersfoort. In 1958 volgde de benoeming van de heer J.P.N.Rokebrand als onderwijzer en zijn vrouw J.M.Rokebrand-Mossink als tijdelijke leerkracht. Zij had daarvoor als invalster gewerkt op de St.Ansfridusschool (sept.1957) en de Gerardus Majellaschool (okt.t/m/ dec.1957). J.P.N.Rokebrand (haar man?)was tussen 1953 en 1957 benoemd geweest aan de Aloysiusschool.

Bij de opening van de school zijn er enkele beeldjes,

door een kunstenaar gemaakt, bij de ingang van de school geplaatst. Het bestaan van die beeldjes kennen we uit een brief aan de heer Langras van 4 maart 1961, aangezien hij als vader van zoon Jouke voor de vernieling van het ‘met een stok van het voetstuk geslagen en in drieën gebroken beeldje’ aansprakelijk werd gesteld. Waar deze beeldjes bij de opheffing van de school in 1976 gebleven zijn is een vraag. Wie weet hier meer over?

In het archief van de Alexanderschool komen we enkele

interessante stukken tegen die verstrekkende gevolgen hebben gehad voor het katholiek onderwijs. Deze zijn gedateerd tussen 1960 en 1963. Hierin is een verregaande discussie te volgen tussen de besturen van de scholen, de bisschoppelijke gedelegeerde(n) en het besturen van de R.K. Stedelijke Ouderraad.

Voorzitter P.Egtberts van de R.K.Stedelijke Ouderraad stelt in een brandbrief dat een bezinning over het R.K.Lager Onderwijs dringend noodzakelijk is. Ten grondslag van deze kritiek ligt de (beginnende) ‘vlucht’ van katholieke ouders met hun kind naar niet-katholieke scholen. (Dit werd wellicht mede ingegeven door uitkomsten van de in 1960 gehouden volkstelling). De punten van kritiek hebben te maken met de in de ogen van de Stedelijke Ouderraad achterblijvende kwaliteit van de katholieke lagere scholen. De punten van kritiek zijn: het ontbreken van differentiatie op de lagere scholen; de middelmatige kwaliteit van het onderwijs op de scholen; de te sterke binding met de parochie. Er wordt naar aanleiding van deze punten opgemerkt dat er behoefte is aan andere dan klassikaal onderwijs, de doorstroming naar het voortgezet onderwijs is van onvoldoende niveau (vooral bij de meisjes wordt nog opgemerkt), het lager onderwijs blijkt vaak remmend in plaats van stimulerend te werken, het ontbreekt vaak aan goede voorlichting en er is onvoldoende overleg en contact tussen L.O. en V.O. De te sterke binding met de parochie heeft volgens de Ouderraad tot gevolg dat de schoolbevolking te heterogeen van aanleg is. Hierdoor is het onmogelijk elk kind naar de mate van zijn

intelligentie, interesse en geschiktheid de kans te geven zich te ontplooien. Het godsdienstonderwijs doet – naar men meent- een te groot beroep op het lesrooster, waardoor het leerprogramma noodzakelijkerwijs te kort wordt gedaan in vergelijking met het niet-katholiek onderwijs. Dit wordt nmede gezien als oorzaak van het te lage niveau. De R.K. Stedelijke Ouderraad is dan ook van mening dat het Amersfoortse R.K.Onderwijs in zijn geheel tot ver boven het huidige peil zal moeten worden getrokken.

Er worden vervolgens een aantal suggesties gedaan,

die zich als volgt laten samenvatten: een kwalitatieve vergelijking tussen de katholieke scholen, maar ook in vergelijking met openbaar en neutraal onderwijs; meer samenwerking tussen L.O. en V.O.; scheiding in kerk- en schoolbesturen (wat toen reeds gebeurde) als voorbereiding op mogelijk later een centraal bestuur van alle katholieke scholen; ontlasting van de schoolhoofden door de oprichting van een centrale schooladministratie. Daarop zal het nog enkele jaren wachten zijn. De (tot nu toe) oudste (in het archief gevonden) Stichtingsacte van een Centrale School Administratie (CSA) is gedateerd 28 september 1968. Een algemeen schoolbestuur voor alle katholieke scholen zou pas in 1974 gerealiseerd worden.

Per 19 april 1960 ontvangt de bisschoppelijk

gedelegeerde dat de betrekking van de heer C.M. den Boer aan de katholieke scholen niet zal worden verlengd per 25 augustus 1960. Dat hield dus in dat vanaf die tijd de katholieke scholen kozen voor de eigen invulling van het vak godsdienstonderwijs (katechese) op de scholen. De scholen waren: de Alexanderschool, Ansfridusschool, Geradus Majellaschool, St.Jorisscholen, de Aloysiusschool, de Caciliaschool, maar ook de Mariaschool in de Muurhuizen, de Juliaschool aan de Tollenslaan en de Franciscusschool aan de P.Borstraat.

Op 23 maart 1960 werd een vergadering gehouden in

de ‘Wapenroem” te Amersfoort, waar gesproken werd over de belangen van het Lager Onderwijs te Amersfoort. Aanwezig waren naast plaatselijke bestuurders monseigneur F.Op de Coul (aartsbisschoppelijk inspecteur) en mr.Schelfhout namens het R.K.Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding (CBKO) en de heer Lindeman namens de onderwijsinspectie. Gedacht wordt aan de inrichting van een Montssori-, een Dalton- of een Opleidingsschool. Die laatste optie wordt al snel afgewezen. In deze vergadering blijken enkele punten besproken te zijn die niet meteen gerealiseerd werden of konden worden, maar wel grote invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het katholiek onderwijs in Amersfoort. Zo was de splitsing tussen kerk- en schoolbestuur al in gang gezet, bestond er al een algemene Ouderraad en werd er geopteerd voor een algemene Schoolraad, die toch verregaande samenwerking tussen de nog steeds bestaande meerdere schoolbesturen zou moeten bevorderen.

Page 14: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

14

Na afloop van deze vergadering wordt een (m.i.

nietszeggend) communique opgesteld dat als volgt luidt: “Vertegenwoordigers van de katholieke schoobesturen en stich¬tingen van LO-, VGLO- en ULO-onderwijs te Amersfoort, leden van de R.K. stedelijke ouderraad, vertegenwoordigers van de gezamenlijke oudercomité, vertegenwoordigers van de hoofden van de lagere scholen en van St. Lebuinus afdeling Amersfoort, de inspecteur van het LO te Amersfoort en de bisschoppelijke en dekenale inspecteurs van het R.K. onderwijs hebben gisteren onder voorzitterschap van deken Smit een bespreking gehad met mgr. F. Op de Coul, die geassisteerd werd door mr. Schelfhout, directeur en adjunct-directeur van het Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding in Den Haag. In open gesprekken is de gelegenheid geboden alle problemen rond het katholiek lager onderwijs uiteen te zetten. Besproken werd de taak van de R.K. Schoolraad zoals die in de toekomst overeenkomstig de wensen van de aanwezigen tot ontwikkeling zal moeten worden gebracht. Hier zal als richtlijn worden genomen het ontwerp-statuut van het R.K. Centraal Bureau, dat ruimte laat voor aanpassing aan de plaatselijke omstandigheden. De verschillende standpunten werden in zeer beheerste vorm naar voren,gebracht.” Over de kwaliteit van het katholiek lager onderwijs bleef men de jaren daarna zorgen houden, vooral over het aantal leerlingen dat doorstroomde naar het V.H.M.O. (Voortgezet Hoger en Middelbaar Onderwijs, waaronder Gymnasium, Lyceum en HBS vielen).

In 1963 werd er een schrijven ontvangen van het CBKO

gedateerd 12 augustus, waarin het genoemde punt over de doorstroming van L.O. naar V.H.M.O.. verder werden toegelicht. Met name op het punt van de ‘vlucht’ van katholieke leerlingen naar niet-katholieke scholen vanwege kwaliteit bleek het wel mee te vallen, zeker in vergelijking met de landelijke cijfers. Er gingen over 1962 van de 329 jongens en 256 meisjes slechts 19 kinderen van de katholieke lagere school naar een niet-katholieke school van voortgezet onderwijs. Opmerkelijk detail: van de 100 jongens naar het V.H.M.O. gingen er 13 die naar het Klein Seminarie.

Het percentage leerlingen dat doorstroomde naar het

V.H.M.O. bleek niet lager wat de vrees van de ouders was, maar juist groter te zijn dan het landelijk gemiddelde. Het CBKO gaf zelfs aan dat het “aan de zeer hoge kant” is. De cijfers waren Amersfoort: 24,3%, landelijk 21,4%. Opvallendste verschil was dat tussen jongens en meisjes afzonderlijk: in Amersfoort jongens 30,4% (landelijk 23,5%), meisjes (16,4% (19,3% landelijk). Daarmee werd slechts aangegeven dat de meisjesscholen die toen nog allemaal geleid werden door de zuster van O.L.Vrouw toch niet de altijd gemeende kwaliteit boden die men dacht. En dat terwijl bij de zusters de ‘niet voldoende leerkrachten’ van de ene op de andere dag vervangen konden worden (zuster overste bepaalde dat zelfstandig), terwijl dat op de jongensscholen het bestuur toch altijd

te maken had met wettelijke bepalingen en regelgeving. Wat bij de meisjes zeker ook meespeelde was de algehele opvatting van de ouders (en de maatschappij) dat meisjes ‘niet verder hoefden te leren’, aangzien ze toch gingen trouwen en kinderen zouden krijgen. Hun eerste taak lag toen nog bij de zorg voor het gezin en de opvoeding van de kinderen. Dat bepaalde mede de regelgeving omtrent ‘ontstag bij huwelijk’ wat toen ook bij de overheid nog een uitgangspunt was en zeker niet voorbehouden was aan de kerken.

434 Briefhoofd en schoolstempel van de Kennedyschool:

436 Zuster M.Faustina Roeleveld nam op 16 jan.1976

afscheid van het onderwijs met een receptie en een lunch. Ze was sinds 1950 (voor zover in het bestuursarchief teruggevonden is) hoofd van een kleuterschool geweest. Haar gegevens zijn: Zr. Faustina ROELEVELD Geboren: 23-09-1912 Overleden: 15-07-2001, leeftijd 88 jaar. Geboortenamen: Johanna Theodora. Begraven op de R.K.begraafplaats aan de Utrechtseweg, graf: 509306 K3inF3.

442 Kleuterschool ’t Mezennest aan de Van Randwijklaan

39 was tot 1973 een dependance van de Bernadette kleuterschool, waar P.Alberts waarnemend hoofd was. Per 1 jan 1973 is ’t Mezennest (soms Mezennestje genoemd) als zelfstandige kleuterschool opgeheven. Per 1 augustus 1977 is ’t Mezennest ook als dependance opgeheven. De school is dus niet onder een ander bestuur gekomen, het gebouw daarna blijkbaar wel. Daarover bleek een misverstand te bestaan. De kleuters gingen of naar de Bernadette kleuterschool of naar kleuterschool Paulus de Boskabouter in Liendert, waar sinds 1960 de Andreasschool bestond, of naar een kleuterschool van een andere denominatie. Gegevens daaromtrent ontbreken verder.

In verband met de overgangswet BAO zal kleuterschool

Pinkeltje automatisch aan de St.Jorisschool gekoppeld worden. De Bernadette kleuterschool diende dan voor 1 aug.1984 gefuseerd te zijn met k.s.Pinkeltje, anders werd de school opgeheven. Voor de lagere scholen kon gewacht worden tot 1 aug.1985.

442 Frans Lans was hoofd van de Kennedyschool tot

augustus 1980, dus 5 jaar. Hij heeft toen een nieuwe betrekking aanvaard bij het Ministerie van Onderwijs, chef afdeling Onderwijs en Studievoorlichting. Op 25

Page 15: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

15

juni 1980 was zijn afscheidsreceptie in de Kennedyschool. In mei 1980 werd Hans de Graaff voorgedragen als nieuw hoofd der school, een functie die hij na het vertrek van Frans Lans dat schooljaar al waarnam. Pas een jaar later (op april 1981) werd hij benoemd als hoofd der school. In het schooljaar 1981-1982 werd de school gedwongen vanwege gewijzigde omstandigheden (terugloop formatie) over te stappen naar een andere vorm van onderwijs. Men koos voor het vormen van 4 stamgroepen (soort Montessori-onderwijs).

445 De gemeenteraad had op 26 febr.1980 bij raadsbesluit

131 alsnog ingestemd met de bouw van een nieuwe kleuterschool naast de Kennedyschool. De plannen tot uitbreiding van de school bestonden al sinds 1976 na sluiting van de Alexanderschool. Het besluit werd echter door het ministerie teruggedraaid waardoor de nieuwbouw niet doorging. Het was in feite de ‘doodsteek’ voor de Kennedyschool die op 1 aug. 1984 definitief moest sluiten en fuseerde met de St.Jorisschool. Dat besluit werd al definitief op 14 dec.1983 door het ministerie genomen, terwijl daarvoor in okt.1983 gesprekken plaats vonden tussen beide schoolcommissies m.b.t. een fusie. Er waren toen nog 3 leerkrachten aan de Kennedyschool verbonden, t.w. dhr.F.Viester, dhr.G.Verhaar en mevr.J.Coppens. In 1983 had de Kennedyschool nog maar 69 leerlingen, verdeeld over 3 klassen (een 1/2, een 3/4 en een 5/6), op 22 augustus 1983 waren dat er nog maar 57. De kleuterschool had nog 16 oudste en 11 jongste kleuters. De sluiting was toen al onvermijdelijk. Toch werd in nov.1983 aan het gebouw van de Bernadetteschool nog voor f30.000,- aan groot onderhoud uitgegeven, terwijl in 1981 ook plannen bestonden de Kennedyschool uit te breiden met 2 speelwerklokalen op de plaats van de fietsenstalling. Die uitbreiding werd in 1983 alsnog uitgevoerd

445 Voor het schooljaar 1984-1985 werd toestemming

verleend om voor het onderwijs nog gebruik te maken van de locatie aan het Zeevaarderspad 15 (voormalig Kenndyschool).

445 In januari 1974 vond de bestuurlijk overdracht plaats

van de Bernadette kleterschool van de O.L.Vrouwestichting naar de Stichting voor Katholiek kleuter- en Basisonderwijs Amersfoort. Ook deze kleuterschool stond niet langer meer onder bestuur en beheer van de zusters van O.L.Vrouw. Bij deze overdracht werd in mei 1975 een bedrag overgemaakt van de O.L.Vrouwestichten ter grootte van f29.000,- reserve onderhoud en reserve exploitatie. In jan.1977 volgde nog een bedrag eindsaldo reserve van f25.775,-

Kennedy- en Bernadetteschool en aantal leerlingen:

jaar gemiddeld k.s.

gemiddeld l.s.

1965

87

1966

127

1967

183

1968 137 201

1969 124 187

1970 122 186

1971 114 166

1972 104 168

1973 110 170

1974 107 161

1975 99 163

1976 85 173

1977 70 183

1978 52 161

1979 47 143

1980 43 130

1981 37 106

1982 30 82

1983 30 78

1984 25 65 Bij bovenstaande aantallen kan er een verschil bestaan

tussen telling in het kalenderjaar of in het schooljaar. 445 Mej.P.H.H.Alberts werd na haar huwelijk mevr.

P.H.H.Wery-Alberts, bij veel ouders en kinderen op de St.Jorisschool bekender onder haar naam Petra Wery.

447 In 2016 is het gebouw van De Blokken gesloopt om

plaats te maken voor woningbouw.

De laatste restjes Blokken

Wat blijft zijn de foto’s en het schoolstempel.

457 De etymologie van Schothorst is evenals die van

Rustenburg en Schuilenburg een pleonasme (dubbele uitdrukking). Een horst is zoals aangegeven een verhoging in het landschap en wel in een

Page 16: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

16

overstromingsgebied. Het prefix ‘schot’ heeft dezelfde betekenis en is afkomstig van ‘skauta’ wat een “terre boisée faisant saillie en terrain d’inondation” is, ofwel een met bos begroeide uitham in een overstromingsgebied, vaak aan de kust gelegen. Denk hierbij ook aan Bunschoten, waarbij schoten dezelfde betekenis heeft.

459 De Tafelronde die in 1972 van start ging is gesticht

vanuit de parochie van het H.Kruis in de Kruiskamp. Niet alleen de eerste hoofdmeester Thom Lindeman werd door het Sichtingsbestuur van het R.K.Onderwijs in de Kruiskamp benoemd, ook de overige eerste onderwijsgevenden werden door dit bestuur benoemd. Ook de bouw van de school werd door het bestuur van de Kruiskamp gerealiseerd. De Tafelronde was de vijfde school van dit bestuur: 2 in Kruiskamp, 2 in Liendert en 1 in Schothorst. In feite was het schoolbestuur van de H.Kruisparochie in 1972 het ‘grote’ schoolbestuur met 5 lagere scholen. Het bestuur van de Stadsparochie had toen slechts 3 scholen onder haar beheer: de (dan nog) 2 St.Jorisscholen en de St.Aloysiusschool.

Per 18 februari vind er een wijziging plaats in de naam

van het schoolbestuur dat veranderde van de “Stichting voor Katholiek Onderwijs in de Kruiskamp” in “Stichting voor Katholiek Onderwijs in Amersfoort-Noord”. De Tafelronde zou de laatste katholieke school zijn die gesticht werd door de parochie. Vanaf 1974 zouden de katholieke scholen voortaan gesticht worden door het bestuur van de “Stichting voor Katholiek kleuter & Basisonderwijs te Amersfoort”.

459 Bij de Foto: de huisvesting van de Tafelronde moet iets

verder gespecificeerd worden. De eerste noodlokalen stonden op de plek van waar nu de Wegwijzer staat. Pas later (wanneer precies is niet bekend) is de school verhuisd naar het lokalendorp, zoals afgebeeld op de foto op p.459 in het boek.

In 1973 had de Tafelronde 45 kleuters en 57 lagere schoolleerlingen.

460 In naam is er bij de Tafelronde dan wel sprake van één

school, een schoolgemeenschap, in andere facetten blijken kleuterschool en lagere school nog strikt gescheiden. Beide scholen hebben een eigen hoofd der school en tussen 1972 en 1985 hebben beide scholen ook een eigen begroting, een eigen inspectie en zijn het voor het rijk twee afzonderlijke scholen. Ook de bouwkosten van f2.285.000,- van die ene school in 1977, dient gesplitst te worden in f673.000,- voor de kleuterafdeling en f1.611.000,- voor de lagere school.

462 Het schoolgebouw van de Tafelronde dat in 1977

wordt betrokken blijkt al snel veel zorgen te baren. Al in 1983 wordt een brandbrief aan bestuur en gemeente gestuurd omtrent de slechte toestand van het pas 6 jaar oude gebouw. Houtwerk blijkt slecht, afwatering en riool raakten verstopt en verscheidene ramen kunnen niet open of dicht dan met behulp van een schroevendraaier. Ook de tocht in het gebouw

maakt enkele ruimten onbruikbaar en zorgt voor hoge stookkosten. Zo blijkt weer eens te meer dat alle bezuinigingen tijdens de bouw, al snel leiden tot grote en kostbare herstelwerkzaamheden die meer gekost hebben dan er tijdens de bouw bezuinigd werd. Goedkoop blijkt ook hier duurkoop te zijn geworden.

486 Naast Jos Smeels als directeur werden in oktober 1987

de volgende personeelsleden aangesteld: mevr. C.V.M.Koot-Smith, mevr.J.W.M.Sieraal-van Zetten. Aangezien het aantal leerlingen maar langzaam toenam, was dat uiteraard voor het aantal personeelsleden het geval.

486 Het Kunstwerk op de Kameleon werd ontworpen en

gemaakt door Birgitte Janssen uit Utrecht (Oude Gracht 363

bis voor het uiteindelijk bedrag van f11.000,-

(excl.BTW). Het uitgangspunt van de kunstopdracht was het maken van een ruimtelijk plastisch objekt in het interieur van het schoolgebouw, waarin de onderwijskundige schoolorganisatie met een driedeling onder-, tussen-, en bovenbouw tot uitdrukking kwam, ter versterking van de ruimtelijke ontmoetingsfunctie tussen de onderscheiden schooldelen en tussen de verdiepingen. Het kunstobject zou een duidelijke herkenbaarheid moeten hebben naar de drie onderscheiden schooldelen, in beelding, vorm en kleuren aanspreekbaar moeten zijn voor zowel 4 als 12 jarigen, maar toch met een duidelijke identiteit. Met een sterk beeldende expressie,fantasieprikkelend, eerder dynamisch dan statisch, meer licht dan donker, eerder flonkerend dan dof, eerder warm dan koud, van een aanspreekbare schaal met een gedifferentieerde detaillering van de grote naar de kleine maten. Als U het nog kan volgen.....???

490 De St.Martinuskerk in Hoogland was in de oorlog totaal

vernield. De herbouw tussen 1953 en 1957 werd uitgevoerd door de firma G.Ribberink uit Hengelo voor f389.850,-. De naam Ribberink was al langer bekend in Amersfoort. Deze familie die oorspronkelijk uit Tiligte kwam (zie elders in het boek), leverde enkele onderwijzers die vele jaren in Amersfoort en Hoogland voor de klas stonden. Architect van de nieuwe kerk was Th.J.van Elsberg. (Bron: o.a. De Bewaarsman van dec.2017).

492 e.v. Bij de boekbespreking in De Bewaarsman van

aug.2014 geeft Gerard Raven nog aanvullende informatie over de school aan de Hamseweg. Voor u gelezen:

“De auteur is oud-directeur van de Aloysiusschool. In 1814 werd de eerste katholieke armenschool voor jongens gestart in de Breestraat. Daarna is er een onwaarschijnlijk groot aantal scholen bijgekomen, die allemaal nauwkeurig in kaart zijn gebracht aan de hand van de schoolarchieven. Foto's en kaarten verduidelijken het betoog. Helaas ontbreekt een overkoepelende slotbeschouwing”.

Page 17: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

17

“Met veertig bladzijden voor Hoogland en Hooglanderveen hebben we hiermee de meest uitgebreide schoolgeschiedenis tot dusver in handen. De eerste vermelding van een school is van 1759, toen een kachel werd aangeschaft door het gerecht (niet de gemeente, zoals de auteur stelt). Delahaye komt met interessante nieuwe inzichten. Zo was de school aan de Hamseweg overvol, bedompt en even arm als de meeste dorpelingen. De bouw van een nieuwe school met liefst twee lokalen in 1865 kon daar niet zoveel aan veranderen, omdat er inmiddels meer dan honderd leerlingen waren. In 1885-1886 diende hier meester Teunis Pluim, die daarna naar Baarn verhuisde en bekendheid kreeg als dorpshistoricus. Hoewel de jongensschool tot 1921 openbaar was waren de onderwijzers katholiek en dat bleek ook uit hun lessen; formeel mocht dat niet maar de meeste ouders waren er blij mee. In 1921 verdween deze school echter omdat onder druk van de pastoor de Henricusschool werd opgericht (twee jaar later ook in Hooglanderveen). Pas in 1969 is het schoolbestuur losgekoppeld van het parochiebestuur”.

OPMERKING: de kachel werd ondanks wat Gerard

beweert, wel degelijk betaald door wat wij nu de gemeente noemen. Een gerecht schafte geen inboedel aan voor een school. Het misverstand bestaat hierin, dat in het gemeentehuis ook het gerecht gehuisvest was bij monde van de schout en de schepenen ofwel de burgemeester en de wethouders. Een gemeentehuis heette in de 18

e en nog lang in de 19

e

eeuw ook meestal Regthuis (of geregtshuis), aangezien daar het bevoegd gezag van de gemeente gevestigd was dat in gemeentelijke zaken ook recht sprak. Denk aan de naam en de functie van ‘wethouders’ welke term nog steeds bestaat al spreken zij geen recht meer. Formeel bestonden er in 1795 nog geen gemeenten. In de nieuwe staatsregeling (uit 1801) werd de zelfstandigheid van gemeenten erkend en kregen ze de bevoegdheid zelf het plaatselijke bestuur in te richten. Toen de Bataafse Republiek overging in het Koninkrijk Holland (1806-1810) werd de inrichting van het gemeentebestuur centraal vastgelegd (1807) in wat feitelijk de eerste Gemeentewet kan worden genoemd. De naam gemeente stamt uit de Napoleontische tijd. Nog lang daarna heette het gemeentehuis ook nog het ‘wethuis’ of regthuis. In Hoevelaken of Wijk bij Duurstede bijv. verwijst de (nieuwe straat-)naam Regthuis ook naar plaats waar de gemeenteraad tot in het midden van de 19

e eeuw vergaderde. In Groningen

(nog een voorbeeld) stond het Raadhuis vlak naast de Martinikerk ook bekend als het Oude Rechthuis. De wethouders heetten in Vlaanderen lange tijd ook wel de ‘wetheeren’. Het ‘Hotel de Ville’ (Frankrijk) was evenmin een hotel, maar was de plaats waar de magistratuur gevestigd was en daarom ook wel de wetkamer heette (chambre de la loi). Ook in Zundert, het geboortedorp van Vincent van Gogh (1853) heette het gemeentehuis in zijn tijd nog ‘regthuis’.

494 Van de verbouwde school aan de Hamseweg in 1869 is een eerste steen bewaard gebleven. Deze heeft lang in een voortuin aan de Coelhorsterweg gelegen, maar is onlangs (2015?) verdwenen. Hieronder een foto van die eerste steen gedateerd 1 juni 1869:

496 Hendrik van de Wetering was geboren op (24

augustus?) 1778 en trouwde op 30 april 1809 met Aaltje Janse Kok. Hij was toen 30 jaar. (Bron: Huwelijksregister Hoogland: Archief Eemland).

499 noot 28: Dat B.T.Bremer in enkele publicaties

protestant wordt genoemd komt waarschijnlijk voort uit het feit dat de school waarvan hij de laatste hoofdmeester was, na 1921 in handen kwam van de protestanten en gelegen vlak bij de protestantse kerk aan de Hamseweg (nu de Inham) een Christelijke school werd.

499 noot 29: Teunis Pluim (Renswoude 8 janauri 1864-

Baarn 21 oktober 1931) werd op 15 februari 1883 benoemd als hulponderwijzer aan de openbare school aan Den Ham. De school had toen ongeveer 190 kinderen. Hij behaalde in de Hooglandse periode zijn hoofdacte en een acte Duits. In 1886 vertrok Pluim naar de Oosterschool in Baarn. In 1904 werd hij hoofd van de Westerschool in Baarn. Na zijn pensionering werd hij in 1929 benoemd tot archivaris in Baarn. Hij deed opgravingen bij Lage Vuursche en was erelid van historische genootschappen. (info: o.m. De Bewaarsman 1, april 2016).

Pluim schreef meerdere lees-, taal-, geschiedenis- en biologiemethoden en een aantal boeken over de geschiedenis van Baarn. Daarnaast schreef hij ook enkele Aardrijkskunde lesboeken. Enkele van zijn lesboeken werden gebruikt in de laagste klassen der Kweek-, Normaal- en Hogere Burgerscholen en inrichtingen voor M.U.L.O.

501 noot 39: de geschiedenisboekjes van Pluim waren

gebaseerd op de traditionele opvattingen, hoewel hij op enkele ontwikkelingen achter liep. Zo zag hij 1916 nog Julius Caesar als overwinnaar van de Bataven (in de Betuwe) en volgde hij Holwerda in zijn opvattingen van

Page 18: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

18

de koepelgrafbouwers. Deze opvattingen zijn momenteel al verlaten, maar waren in 1916 onderwerp van discussie. Ook noemde hij de Valkhofkapel nog een voorbeeld van de bouwkunst uit de 8

e eeuw, terwijl in

1911 al was vastgesteld dat daarvan geen sprake was. Men houdt deze kapel nu op 11

e eeuws.

Momenteel staan meerdere opvattingen die hij nog noemt ter discussie of zijn al volledig herzien. Zie daarvoor www.noviomagus.info.

502 Tekst bij de foto: Breemer moet zijn Bremer 512 De vrouw van A.Zwartkruis, Cornelia Hendrica

Zwartkruis-van Galen, was in 1958 werkzaam op de Alexanderschool, daarvoor was ze benoemd aan de Salvatorschool. Haar tijdelijke aanstelling lopende tot 1 september werd niet verlengd. De Alexanderschool beschikte toen (vanwege de plotselingen groei tot 265 leerlingen

3) over twee noodlokalen in Plantsoen Noord

51 en een aan de Bachweg 44. 518 Het fenomeen ‘schoolwoningen’ bestaat dan al wel 25

jaar, bij de Malelande zijn deze pas 15 jaar in gebruik. 523 Nog in 1970 was er een discussie gaande over artikel

39 in de akte van benoeming. Daar stond dat: “De katholieke onderwijzer, die een door de kerkelijke wet verboden huwelijk aangaat verliest daardoor de geschiktheid om aan een k atholieke school werkzaam te zijn en wordt diensvolgens ontslagen.” Onder een ‘verboden huwelijk’ begreep men een gemengd huwelijk, maar ook een gemengde verkering viel daaronder. Onder gemengd verstond men met iemand van een andere godsdienst. De kerkelijke instanties stonden hier soms tegenover de schoolbesturen, in elk geval wel tegenover de vakbonden en de maatschappij. Onder invloed van de grondwet, waarin staat dat er geen onderscheid gemaakt mag worden naar iemands geloof, werden deze artikelen uiteindelijk allemaal geschrapt. Het betekende ook dat vanaf die tijd niet alleen het personeel ‘gemengd’ werd, maar ook leerlingen van andere godsdiensten de katholieke scholen gingen bevolken. Ouders kozen steeds vaker de school op grond van afstand tot thuis wegens het drukker wordend verkeer of voor een katholieke school vanwege de kwaliteit van het onderwijs. Ook speelde maatschappelijke ontwikkelingen mee dat met de komst van meer allochtone leerlingen, die standaard vaak naar de ‘gemeentescholen’ gingen (het openbaar onderwijs!), de kwaliteit van het onderwijs op de openbare scholen door het ontbreken van voldoende voorzieningen, achter ging lopen op dat van de tot dan toe witte katholieke scholen.

529 noot 78: 1986 moet zijn 1983. 540 Aanvulling op de Gids van Katholiek Amersfoort. Naast

het jaar 1938 zijn ook de jaren 1948 en 1951

3 Deze leerlingen waren als volgt verdeeld: klas 1: 50 leerl., klas 2: 46, klas

3: 46, klas 4: 48, klas 5: 45 en klas 6: 30 leerl.

geraadpleegd. Gemeentelijk Archief: plaatsingscode 204 studiezaal op microfiches.

542 BRON 161: de volledige titel moet zijn: J. Vervloet en S.

van den Bergh (red.), Eemland in verandering. Ontginning en ruilverkaveling in het gebied van de Eem (Utrecht voorjaar 2007)

Frank Aerts meldt ons dat hij van 1-8-90 tot 1-8-92 directeur

was van de Blokken. Die zomer, dus in 1992 werd de Blokken opgeheven en het gebouw overgenomen door de Wiekslag. Daarna was Frank directeur van de Caeciliaschool van 1-8-1992 tot 13-8-1997.

Meer opmerkingen en aanvullingen blijven welkom. Wordt zeker vervolgd. Guido Delahaye.

Page 19: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

19

INVENTARIS VAN UITGEWERKTE

STUKKEN EN OVERZICHTEN:

Mijn persoonlijke archief bevat vele stukken en overzichten waarvan niet alles in het boek over 200 jaar katholiek onderwijs is opgenomen, maar wel verder is uitgewerkt. Voorbeelden daarvan zijn overzichtlijsten van leerkrachten, zoals van de Armenschool aan de Breestraat, de St.Jorisscholen en de Aloysiusschool. Ook gegevens uit de Kasboeken zijn verder uitgewerkt dan in het boek is opgenomen. Daartussen en daarnaast bestaan nog vele archiefstukken die voor een komende generatie voor verder onderzoek bruikbaar zijn. Wie aan genealogisch onderzoek werkt is soms met een detail uit het archief van de katholieke scholen verder geholpen in zijn of haar speurtocht naar eigen voorouders. Zo bevat het archief van de katholieke scholen ook meerdere overzichtlijsten van leerlingen van een van die scholen.

Het bestaat onder meer uit de volgende

computerbestanden: aanvullingen.doc (dit bestand) correcties.doc (zie erata op de website) tijdbalk 1814-2014.xls 1818 tot 2014, waarin

opgenomen de regeringsperioden van Koning(in)en, kabinetten, Pausen, Aartsbisschoppen, de hoofdmeesters van de school in de Breestraat, historische wereldgebeurtenissen en gebeurtenissen uit de geschiedenis van Amersfoort.

BRIEVEN ARCHIEF BESTUUR ARMENSCHOOL.. Uitgetypte brieven oud archief 1823 t/m 1947. Bestand: archiefbrieven.pdf (71 pagina’s). Veel van deze informatie is gebruikt in het boek over 200 jaar katholiek lager onderwijs Amersfoort.

Voorlopige inventaris archief: Archief-inventaris zoals beschreven in het boek op pag.538 onder punt 1.1 en 1.2 over de periode 1822 tot 1974, die als bron gebruikt zijn voor het schrijven van het boek over 200 jaar katholiek lager onderwijs in Amersfoort. Een aantal stukken zijn nog in privé bezit gebleven, vooral de onderzoeksgegevens, zoals de stukken hierna genoemde stukken onder 1, 3, 4, Het jubileumboek uit 1996 bij het 60-jarig bestaan van de school (2 exemplaren). De Weeknieuwsen uitgegeven tussen 18 augustus 1987 t/m 1 juli 2010: jaargang 1 t/m 23 compleet. In het Weeknieuws dat wekelijks op donderdag verscheen werden diverse mededelingen gedaan omtrent het reilen en zeilen van de school, zoals agenda, activiteiten, bijzondere gebeurtenissen, verjaardagen van kinderen en leerkrachten, jubilea van leerkrachten, geboorten van broertjes/zusjes, onderwijs en beleidszaken, studiedagen, vakanties en vrije dagen, samenstelling team, groepsindeling en grospbezetting, mededelingen voortgezet onderwijs, zoals ‘waar gaat groep 8 naar toe?’, katechese, mededelingen bestuur, ouderraad, medezeggenschapsraad, buurtwerk, directie, ouderavonden, groepspodium, schoolreisjes, schoolkamp en andere zaken waarvan de school vond dat ouders daarvan op de hoogte moesten zijn. Er is voor de

toekomstige onderzoeker veel informatie over de school uit te halen. Wat nu nog vanzelfsprekend is, zal dat in de toekomst besliste niet zijn, zoals ik ook gemerkt heb bij het schrijven van het boek over 200 jaar katholeiek lager onderwijs in Amersfoort. De DIRECTIE-INFO’s vanaf nr. 1 (1997) t/m nr. 271 (aug.2008) waarin mededelingen voor het personeel over bestuurlijke en schoolse zaken (4 multobanden met zichtmappen). Op de Aloysiusschool is het complete archief aanwezig vanaf 1933 inclusief bouwtekeningen, leerlingenkaarten, oude leermiddelen, schoolprijzen, notulen, financiële overzichten tot 2010 (indien niet geruimd!). Verdere inventaris van in het archief aanwezig stukken: 1. Twee Register Collegeblocks A4 waarin de gegevens vanaf 1823 uit het archief en uit nadere onderzoekingen zijn uitgeschreven. Deze blocks lagen ten grondslag van het boek over 200 jaar katholiek lager onderwijs, waaruit veel, maar beslist niet alles in het boek verwerkt is. Er is voor nader onderzoek nog veel informatie in te vinden dat een aanvulling is op hetgeen al in het boek staat.

2. A4ordner (rood): Aloysiusschool: info jubileum 75 jarig bestaan, schoolkrant(en), afscheidsboekje(s) gr.8, jubileumkrant, Paperclip (voorloper Schoolgids), Schoolgids 2003-2004 en 2004-2005. Lijsten reünie. Jubileumboek 60 jaar Aloysiusschool (1993) en proefdruk met correcties door oud-leerkracht Henk Smeets.

3. A4 ordner smal: R.K.Onderwijs 1: onderzoeksgegevens m.b.t. boek 200 jaar katholiek lager onderwijs in Amersfoort.

4. A4 ordner smal: R.K.Onderwijs 2: artikelen en brochures met onderzoeksgegevens boek 200 jaar katholiek lager onderwijs in Amersfoort.

5. A A4 ordner smal: INFOBU 1979-1982 waarin informatie vanuit het Stichtingsbestuur aan het personeel van de scholen. Redactie Henk Smeets.

6. A4 4-rings ordner: uitgeprinte overzichten en proefdrukken boek 200 jaar. Brieven bestuur vanaf 1824; tijdstabel Breestraat 1817-1932; jaartallen tabel 1822-2003; overzichten r.k.scholen; info uit de directie-info’s Aloysiusschool; chronologie van de geschiedenis van de KPOA. Tijdsbalk parochieds en scholen 1630-2011

7. A4 ordner: gemeentelijke scholenlijsten vanaf ±1961 tot schooljaar 1986-1987

8. A4 ordner van de Alexanderschool: archief 1955- 1981.

9. A4 ordner van de Andreasschool: archief 1957- 1985.

10. A4 ordner van de Paulusschool en kleuterschool ’t Schuilevinkje: 1968-1985.

11. A4 ordner 1 Schoolbestuur Kruiskamp inkomende en uitgaande stukken over 1967 tot 1971.

12. A4 ordner 2 Schoolbestuur Kruiskamp inkomende en uitgaande stukken over 1967 tot 1971.

13. A4 ordner Schoolbestuur Kruiskamp inkomende en uitgaande stukken gemeente over 1968 tot 1973.

14. A4 ordner Schoolbestuur Kruiskamp inkomende en uitgaande stukken over 1972.

15. Multomap foto’s Salvatorschool en Bezige Bijtjes vanaf ±1957 tot aan de fusie (1995).

16. Schoolbestuur Amersfoort: jaarrekeningen 1967 t/m 1988. Plus folio (los).

Page 20: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

20

17. A4 ordner Schoolbestuur Amersfoort: aktes van benoeming personeel 1987-1988.

18. A4 ordner Schoolbestuur Amersfoort: formatie over schooljaar 1997-1998.

19. A4 ordner Schoolbestuur Amersfoort: stukken Centrale Onderwijs Administratie 1988-1990.

20. A4 ordner Schoolbestuur Amersfoort: formulieren afwezige leerkrachten 1987-1988.

21. A4 ordner Schoolbestuur Amersfoort: formulieren vervangingen 1987-1988.

22. Twee multobanden met zichtmappen waarin de originele afdrukken en foto’s van het Jubileumboek van de Aloysiusschool uit 1996.

23. Multomap met de uitgeprinte verhalen van Wimpie Kisner, jongste zoon van onderwijzer Frans Kisner en correspondentie met hem. Enkele van deze verhalen zijn ook in het boek verwerkt, zoals het verhaal over frater Edward (zie bij de St.Jorisschool).

24. Twee multomappen groen met zichtmappen waarin informatie over de Aloysiusschool.

25. Multomap (bordeauxrood) met de DE(C)KREET: jaargang 1 (1996) t/m jaargang 4 (2000).

26. Multomap (rood) met info en kopieën van documenten zoals Gids voor katholiek Amersfoort uit 1938, info website t/m mijn aangekondigd afscheid in 2010. Front: overzichtslijst R.K.Bijzondere Scholen in groep VI van het Aartsbisdom Utrecht van januari 1928 (origineel)

27. Videobanden en/of CD-DVD’s van: Aloysiusschool, Drieslag, Tafelronde, Kubus, Kinderhof. Nog te inventarisseren archief: 1. Aloysiusschool: archief tot 2010 volledig aanwezig op school (indien niet geruimd!). Omvat bouwtekeningen, notulen schoolcommissie, personeelsoverzichten, leerlingenkaarten vanaf 1933, oude leermiddelen, volledige jaargangen Weeknieuws (1987-2010), Directie info’s, enz.

2. Alexanderschool: zie bij inventaris 8.

3. Andreas:

4. Amersburg:

5. Kennedyschool c.q. ’t Mezennest en Bernadette kleuterschool: archief vanaf 1966 (eerste stuk) t/m 1990 (laatste stuk). Niet compleet: van enkele jaren is geen archief aanwezig. Globale inhoud archief: archiefstukken 1966-1984. Begrotingen 1970 t/m

1984; Onderhoud , tekeningen gebouw 1981; personeelgegevens 1973 t/m 1985.

6. Blokken:

7. Caecilia:

8. Drieslag:

9. Kameleon: Ordner 1: Bouw: a. voorbereiding; b.bestek en goedkeuringen door de gemeente; c. bouwvergaderingen 1; d.aanbestedingen, gunningen en oplevering; e.declaraties architect en aannemers; f. bouwvergaderingen 2; g. gas, electriciteot en telefoon; h. terrein en grondoppervlak; i. inrichting diverse schoolleveranciers. Ordner 2: Diverse stukken vanaf 1983 t/m 1998, formatie-overzichten, folders gemeente Basisplan Zielhorst, bouwtekeningen (nr. 1, 2, 3, 4, 5, 11b, 12b, 13b: d.d. 1987), gemeentelijk programma van eisen 1986.

10. Jorisschool:

11. Tafelronde:

12. Hoogland: beperkte info.

13. School op de Berg: zeer beperkte info.

14. Schoolgidsen en schoolkranten:

15. Vervangingen personeel:

16. Personeelsoverzichten:

17. Algemeen Bestuur

18. Dagelijks bestuur:

19. Stichting dienstverlening:

20. Districhtskatecheet (19-19):

21. Hoofden-directeurenberaad:

22. Samenwerking scholen:

23. Onderwijs Advies Bureau:

24. Archiefbox 1: Financiën 1970-1984,Notulen Stichting Centrale School Administratie (1968-1988) en Ambtelijk secretariaat (1971-1991), Verzekeringen (1977-1992), Abonnementen (1980), Waarborgsommen gebouwen (1975-1979), Onderhoud (Londo) (1982-1987), Schoonmaakonderhoud (1983-1986), Energierapporten en beveiliging scholen (1986), Beheerscommissie (1978-1984), vergoedingen primair onderwijs (1974-1985) en Kleuteronderwijs (1970-1980). Vorming basisscholen (1984-1985): instandhoudingsbeleid, positie kleine scholen na 1985.

25. Archiefbox 2: (financiën) Jaarrekeningen 1968- 1988, Begrotingen scholen 1985-1990, Afrekeningen CASO (1986-1993)

26. Diverse ‘losse’ stukken, zoals: a. Globaal overzicht archief 1970-1990: klik op Overzicht archief 1970-1990 in de linker kolom of kijk op de volgende bladzijde.

b. Bestuursoverdracht van verschillende parochiële besturen naar het centrale schoolbestuur van de Stichting voor katholiek Kleuter- en Basisonderwijs.

Per 8 januari 2016 is het oud-archief van de

KPOA overgedragen aan Archief Eemland,

waar het is in te zien.

Page 21: Aanvullingen op het boek over 200 jaar katholiek lager ...noviomagus.info/kpoa/aanvullingen.pdf · 1 januari 1978: Stichting Katholiek Onderwijs in de Parochie van de H.Geest (Caeciliaschool

21

Archief: globaal overzicht tussen 1970 en 1990.

school archief van

tot bouwjaar school-gebouw

ver- of nieuw-bouw en aantal lokalen (tussen haakljes)

bouw-tekening aanwezig

Gemidd. aantal leerlingen lagere school

Gemidd. aantal kleuters

in gevaar voor

aanwezige formatie

(l.s. of k.s.)

aantal lln.

Basis-school

aantal lln.

Basis-school

schooljaar 1980/1981

16 okt. 1985

16 okt. 1986

Andreas 1966 1979 x 44 ja

Alexander 1955 1976 1976

Aloysius 1976 1998 1933 1948 (3) 1975 (1) 1979 (2)

1933/ 1947/ 2004

146 41

223 235

Amersburg 1976 1997 1907/1908 1910 (4) 1924 (2) 1931 (4) 1951 (2)

Kubus voormalig Joh.Calvijn-school 1987/ 1992

216 84 ja 189 171

Blokken 1969 1990 1969/1970 1989 153 34

142 128

Caecilia 1969 1992 1959 1960 (6) 1974 (3)

1987/ 1991

164 39

174 149

Drieslag 1983 1997 1984 1983

107 139

Joris 1981 1993 1910 1909 (4) 1914 (3) 1920 (4)

1981/ 1985

110 17 ja 96 83

Kameleon 1985 1998 1987

Kennedy 1966 1985 1981 120 35

Kinderhof 1980 1997 1977 180 70

187 185

Michael x x x

Paulus 1978 1988 x 88 13 ja

Salvator 1978 1997 1955 x 161 50

163 155

Tafelronde 1974 1996 1977 1976 191 52 ja 265 301

School op de Berg x x

260

Langenoord

260 233

Biezen

248 260

St.Joseph

112 106

Totaal aantal leerlingen:

2426 2145 Andere stukken:

Personeelsoverzichten

Algemeen Bestuur 1979 1997

Dagelijks Bestuur 1973 1997

Jaarrekeningen 1968 1989

Vorming Basisschool

Stuurgroep fusies

INFOBU 1976 1982

Scholenlijsten gemeente A’foort

1965 1987