Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid,...

90
Aanvalsplan tegen dakloosheid in Gelderland Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast

description

2004. Daan Heineke in opdracht van Provincie Gelderland. Dit aanvalsplan is opgesteld in opdracht van de provincie en in overleg met de acht centrumgemeenten in het kader van het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO). Het plan voorziet in een brede provinciale aanvalsstrategie, gericht op vier peilers: ondersteuning van tientallen stedelijke programma\'s en projecten, participatie van alle acht steden, de organisaties van vijf thematische deelprojecten en het mogelijk maken van interstedelijke uitwisseling.

Transcript of Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid,...

Page 1: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Aanvalsplan tegen dakloosheid in GelderlandEen provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast

Page 2: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

“Ik zat maar een beetje op mijn kamer te zitten en niemand die me vroeg waarom dat was. Ik had aandacht en een schop onder mijn kont nodig.”

“Daklozen willen heus wel wat doen, geef ze werk en regelmaat. Geef ze een kans.”

“Het is belachelijk als mensen maanden of jaren op een vervolgplaats moeten wachten, terwijl ze er wel helemaal aan toe zijn.”

“Mensen verschillen, dus hulp moet individueel zijn. Nu gooien ze iedereen op één hoop.”

“Je moet hier om 9.15 uur wegwezen en mag er pas 19.00 uur weer in. Dan moet je dus al die tijd de straat op.”

Page 3: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Aanvalsplan tegen dakloosheid in GelderlandEen provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast

December 2004NIZW Sociaal BeleidDaan Heinekein opdracht van deProvincie Gelderland

Page 4: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

4 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Colofon

UitgaveProvincie GelderlandDienst REW/WZC

TekstDaan Heineke (NIZW Sociaal Beleid)

Grafische vormgevingKees de Bruijn

ProduktieSandra Rensen, Marina van Paassen (Provincie Gelderland)

Arnhem, april 2005

Het project ‘Aanvalsplan tegen dakloosheid’ is één van de vijf deelprojectenvan het grote provinciale project ‘De Gelderse Strijd tegen Dakloosheid’.

Page 5: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

InhoudSamenvatting 6Voorwoord 8Inleiding 101. Daklozen in Gelderland 122. Het aanbod voor daklozen in de Gelderse steden 163. De ambitie van de provincie Gelderland 204. Het Aanvalsplan 24

Bijlage 1. Aanvalsplan in één oogopslag 36Bijlage 2. Samenstelling van de begeleidingscommissie Aanvalsplan 38Bijlage 3. De activiteiten van het NIZW 39Bijlage 4. De resultaten van de daklozenraadpleging 43Bijlage 5. Verbeterthema’s per stad 49Bijlage 6. De vijf provinciale deelprojecten vanaf 2005 66Bijlage 7. Definitie Daklozen 74Bijlage 8. Een overzicht van knelpunten 75Bijlage 9. Een overzicht van het bestaande aanbod in Gelderland 76Bijlage 10. Persbericht 3 december 2004 80Bijlage 11. Informatie over de Doorbraakmethode 81Bijlage 12. Lijst van gebruikte afkortingen 85

Noten 86

Page 6: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

6 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Samenvatting

De provincie Gelderland heeft een grote ambitie. Gelderland wil de dakloosheidaanpakken. Dakloosheid is namelijk een ernstig en lastig maatschappelijkprobleem. Alleen al in Gelderland zijn naar schatting minimaal tweeduizendmensen dakloos. En dakloosheid gaat gepaard met forse persoonlijke problemenop meerdere gebieden. Vele honderden daklozen leven onder erbarmelijkeomstandigheden op en rond de straat. Steden en hulporganisaties zijn natuurlijkal jaren druk aan de slag met zoals de provincie het noemt De strijd tegen dak-loosheid. Dat gebeurt voornamelijk in de steden Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen,Doetinchem, Ede, Harderwijk, Tiel en Zutphen. De provincie Gelderland voelt zichechter ook verantwoordelijk voor het sociale domein en met name het vraagstukvan de dakloosheid en wil een actief faciliterende rol spelen.

Gelderland gaat de komende jaren (2005–2007) acht Gelderse steden en dehulporganisaties ondersteunen in de strijd tegen dakloosheid. Daartoe is in 2004het grote project De Gelderse strijd tegen dakloosheid opgezet met drie doel-stellingen1:• Vermindering van het aantal daklozen in Gelderland• Verbetering van de kwaliteit van leven van daklozen• Vermindering van overlast voor de omgeving.

Dit Aanvalsplan, dat in opdracht van de provincie is samengesteld door het NIZW(Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn), geeft richting aan die strijd. In nauwoverleg met de steden en na raadpleging van daklozen en hulporganisaties isgekozen voor een brede provinciale strategie. Deze aanvalsstrategie bestaat uitvier pijlers: ondersteuning van tientallen stedelijke programma’s en projecten,participatie van alle acht steden, de organisatie van vijf thematische deel-projecten en het mogelijk maken van interstedelijke uitwisseling.

Tientallen programma’s en projectenMiddels het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO) gaat de provincie deacht steden op drie terreinen ondersteunen: sociaal, fysiek en economisch. De provincie biedt daartoe financiën en faciliteiten. Binnen het sociale domeinheeft de aanpak van dakloosheid grote prioriteit. Vanuit het GSO-beleid gaat deprovincie tientallen programma’s en projecten ondersteunen die bijdragen aande strijd tegen dakloosheid. Het zijn projecten die bijdragen aan het voorkomenvan dakloosheid (preventie), het snel opsporen van dakloosheid (vroegsigna-lering), het opvangen van daklozen (laagdrempelige opvang) en het onderbegeleiding laten wonen van daklozen (woonbegeleiding en herstel).Gelderland gaat deze projecten de komende jaren geheel of gedeeltelijkfinancieren, nauwlettend volgen en daar waar gewenst interstedelijke uitwisse-ling organiseren.

Page 7: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

In alle acht GSO stedenDe Gelderse strijd zal in de gehele provincie woeden, in alle acht regio’s onderregie van de coördinerende (centrum)gemeenten:• Apeldoorn • Harderwijk• Arnhem • Nijmegen• Doetinchem • Tiel• Ede • Zutphen

Vijf thematische deelprojectenGelderland kiest daarnaast voor vijf deelprojecten vanaf 2005. Het betreftprojecten over verbeterthema’s die door bijna alle betrokkenen een zeer hogeprioriteit hebben gekregen: • Positie en imago daklozen • Monitoring en registratie

(STEM versterking positie daklozen) • Ketensamenwerking• Zwerfjongeren • Dagbesteding en werk

Interstedelijke uitwisselingGelderland zal actief onderzoeken met welke thema’s winst te behalen is als ste-den en hun samenwerkingspartners leren van elkaars ervaringen en samen oplos-singen ontwikkelen. Voorkomen moet worden dat iedere stad het eigen wiel uit-vindt. Gelderland zal de steden resultaatgericht bij elkaar brengen.

S A M E N V A T T I N G 7

Tientallen programma’s en projecten(initiatief gemeenten)• Preventie• Vroegsignalering• Crisisopvang• Laagdrempelige opvang• Overlastbestrijding• 24-uurs voorzieningen• Begeleid wonen• Goedkope huurwoningen• Algemeen aanbod

Interstedelijke uitwisselingResultaatgerichte intersectoraleverbetertrajecten met uitwisseling tussen projectteams

Acht Gelderse steden• Arnhem• Nijmegen• Apeldoorn• Doetinchem• Ede• Harderwijk• Tiel• Zutphen

Vijf thematische deel-projecten (initiatief provincie)• Versterking positie

daklozen• Registratie

en Monitoring• Dagbesteding• Zwerfjongeren• Ketensamenwerking

De brede aanpak van Gelderland

DAKLOOSHEID

Page 8: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

8 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Voor u ligt het Aanvalsplan tegen dakloosheid in Gelderland. Het is een strijd-vaardig plan. Een plan om dakloosheid aan te pakken en de verbetering vankwaliteit van leven en vermindering van overlast te realiseren. Een plan dat gaatover mensen, met oplossingen voor mensen.

Dakloosheid is een groot maatschappelijk probleem. Er is een toename van de problematiek. Dakloosheid komt nooit alleen. Mensen die dakloos wordenhebben te maken met een combinatie van problemen. Daklozen veroorzakenook regelmatig problemen in de vorm van overlast.

De provincie Gelderland heeft in het statenakkoord besloten de strijd tegenonvrijwillige dakloosheid aan te gaan. Het doel is geen onvrijwillige daklozenmeer in 2007.Om dit te realiseren is de provincie begonnen met het groteprovinciale project ‘’De Gelderse strijd tegen dakloosheid’’. Het aanvalsplan is een deelproject in deze Gelderse strijd. Naast het aanvalsplan zijn er nog vijfandere deelprojecten. Deze deelprojecten zijn: zwerfjongeren, registratie &monitoring, STEM versterking van de positie van daklozen, dagbesteding en hetdeelproject De Keten Verbeterd. Samen vormen ze de Strijd tegen de Geldersedakloosheid.

In het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO-beleid) heeft de provincieGelderland stadscontracten afgesloten met de acht grote Gelderse steden om dekwaliteit van de leefomgeving, van de sociale en culturele infrastructuur en deeconomie helpen te verbeteren. De provincie Gelderland biedt ondersteuningmet financiën en faciliteiten om de doelen van het stedelijk ontwikkelingsbeleidte bereiken. Binnen de sociale pijler heeft de aanpak van dakloosheid groteprioriteit. Vanuit de GSO-gelden kunnen een aantal projecten verder wordenontwikkeld.

In de acht grote steden van Gelderland gebeurt er al veel in de opvang van dak-lozen. De steden hebben de regie en proberen, samen met allerlei organisatiesen instellingen, een samenhangend en effectief beleid tot stand te brengen. De provincie steunt de acht grote Gelderse steden in dit beleid. Daartoe is zijbegonnen om met verschillende betrokkenen, gemeenten, maatschappelijkeinstellingen, dak- en thuislozen en woningbouwcorporaties te praten over degewenste aanpak van dakloosheid. De provincie wil een brede benadering, dieaansluit bij de lokale situatie. Ze vindt het van belang dat initiatieven bij elkaarworden gebracht en dat er een uitwisseling plaatsvindt rond relevante thema’s. Ook vindt ze de stem van daklozen belangrijk. Waar lopen nu de daklozen zelftegenaan? Wat is nodig om hun leefsituatie te verbeteren en de veiligheid in destad te vergroten? In het aanvalsplan is er voor gekozen de ideeën en oplossin-gen van dak- en thuislozen een grote rol te laten spelen.

Voorwoord

Page 9: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Het aanvalsplan bevat een schat aan informatie en richtlijnen om op eenondernemende en vernieuwende manier de strijd tegen dakloosheid aan tegaan. De aanpak is gericht op preventie, vroegsignalering, laagdrempeligeopvang, woonbegeleiding en herstel. Deze brede aanpak biedt mogelijkhedenvoor nieuwe initiatieven en projecten.

Een aanvalsplan betekent: actie, de mouwen opstropen en aan de slag. Zoekennaar concrete oplossingen, nemen van maatregelen en zoeken naar samen-werking en afstemming. Het betekent ook: niet praten over, maar met daklozen.In beweging komen, nieuwe wegen zoeken, positief, breed en actiegericht. De provincie Gelderland wil hier graag een bijdrage aan leveren, zodat er in 2007geen onvrijwillig daklozen in Gelderland zijn.

Hans Esmeijer Nico Jan WijsmanGedeputeerde voor Zorg Gedeputeerde voor GSO-beleidProvincie Gelderland Provincie Gelderland

9V O O R W O O R D

Page 10: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

10 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Inleiding

Je zult maar dakloos geworden zijn. Of erger nog, voor langere tijd dakloos zijn.Dat is een zwaar leven, want dakloosheid gaat gepaard met veel problemen. Je hebt niet alleen je eigen veilige woonplek verloren, maar ook staan je gezond-heid, je inkomen en je omgang met familie en vrienden onder grote druk.Dakloosheid komt nooit alleen.

Het aantal daklozen in Gelderland is naar schatting minimaal tweeduizend. En dan spreek je over allerlei soorten daklozen, zowel op straat als in allerleiopvangvoorzieningen. Voor de provincie Gelderland is dat een ernstig gegeven.De provincie raakt steeds meer betrokken bij het sociale domein en daarbinnenook het vraagstuk van de dakloosheid in Gelderland. De provincie heeft groteambities geformuleerd. In De Gelderse Aanpak, Statenakkoord 2003-2007 staat‘minder daklozen’ als eerst genoemde doelstelling van de sociale pijler in hetonderdeel Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid (GSO). Het Collegewerkplan2003-2007 spreekt zelfs van ‘in 2007 geen daklozen meer op straat’.

Het is de provincie dus menens. De provincie zet de aanval in tegen dakloosheid.En voorafgaand aan die aanval heeft de provincie het NIZW (Nederlands Instituutvoor Zorg en Welzijn) gevraagd om een plan te schrijven: een Aanvalsplan. En datAanvalsplan moest aan vier eisen voldoen. Het moest in de eerste plaats munitieaanleveren voor de stadscontracten die de provincie met de acht grote (GSO-)steden in december 2004 zou afsluiten. Ten tweede moest er een brede benade-ring van de problematiek zijn: niet alleen een aanpak voor de daklozen op straaten in opvanginstellingen, maar ook aandacht voor het voorkomen en het door-stromen, voor preventie en herstel. Verder moest het plan aansluiten bij de lokalesituatie in de steden, dáár waar de feitelijke strijd tegen dakloosheid plaatsvindt.En tenslotte hecht de provincie er aan om de daklozen zelf te betrekken bij hetmaken van plannen die op hen gericht zijn.

Het NIZW is in de periode maart tot en met december samen met de provinciehard aan het werk geweest om een plan te maken voor de strijd tegen dakloos-heid. Met de verschillende betrokkenen uit alle acht steden was overleg.Tientallen gesprekken en bijeenkomsten hebben plaatsgevonden met daklozen,gedeputeerden, wethouders, ambtenaren en vertegenwoordigers van maat-schappelijke instellingen. Die overleggen en gesprekken gingen vooral over de meest urgente knelpunten en de meest kansrijke oplossingsrichtingen in deaanpak van dakloosheid. Er zijn ideeën uitgewisseld en er zijn prioriteitengesteld. En de uitkomsten van de gesprekken leverden de gewenste munitie opvoor de plannen van de steden, voor de stadscontracten (met afspraken tussenprovincie en steden over de uit te voeren plannen, de verwachte resultaten en definanciering ervan) en voor andere deelprojecten die de provincie in het kadervan de Gelderse strijd tegen dakloosheid opgezet heeft.

Page 11: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Het resultaat ligt voor u. Een Aanvalsplan waarvoor in alle acht steden draagvlakis, dat breed van opzet is, rekening houdt met de specifieke lokale mogelijk-heden en wensen en waarin de opvattingen van daklozen verwerkt zijn. Het iseen uniek plan. Geen enkele provincie benadert de dakloosheid zo betrokken enzo breed. Dit Aanvalsplan is een bundeling van tientallen nieuwe programma’sen projecten die de steden met provinciale ondersteuning gaan uitvoeren. Dit Aanvalsplan bevat ook een overzicht van de gehele Gelderse strijd tegendakloosheid, want ook de provinciale deelprojecten en de mogelijkheden voorinterstedelijke uitwisseling staan beschreven.

LeeswijzerWe hebben er naar gestreefd om het Aanvalsplan zo compact mogelijk te hou-den. Daarom zullen we regelmatig verwijzen naar een van de bijlagen. Het eerstehoofdstuk gaat over daklozen. Kort beschrijven we de vijf doelgroepen, gevenwe een voorzichtige schatting van de aantallen daklozen in Gelderland, gaan wein op de kenmerken en het ontstaan van dakloosheid. Hoofdstuk 2 gaat over deaanpak van dakloosheid, zoals die in de acht Gelderse steden plaatsvindt, stedendie nogal van elkaar verschillen, zowel in grootte als in voorzieningenaanbod.Vervolgens komt de ambitie van de provincie aan bod in hoofdstuk 3. De provin-cie trekt ten strijde tegen dakloosheid door ondersteuning van de steden eninstellingen. In het vierde en laatste hoofdstuk geven we een overzicht van allenieuwe initiatieven, maatregelen en projecten die er in de periode 2005-2007 opstapel staan. En dat is het eigenlijke Aanvalsplan.

Het NIZW-projectteam Aanvalsplan• Daan Heineke (projectleider)• Alex Leenders• Dea Bobeldijk• Lia van Doorn• Petra van Leeuwen-den Dekker

I N L E I D I N G 11

Page 12: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

12 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

1. Daklozen in Gelderland

Wandelend door de bossen van de Veluwe, fietsend over de dijken van Rivieren-land of kamperend in de Achterhoek zou je het niet direct vermoeden: er zijnnaar schatting zo’n tweeduizend daklozen in Gelderland. Daklozen zijn er nietalleen in grote steden als Amsterdam en Rotterdam. Als je rondloopt in de centra van Arnhem, Nijmegen of Apeldoorn of als je een kijkje zou nemen in de opvangcentra van Ede en Doetinchem dan zie je ze echt. Ook in de kleineresteden Zutphen, Harderwijk en Tiel zijn daklozen.

DoelgroepenDaklozen zijn mensen die op de een of andere manier zwaar in de problemenzijn geraakt. Zo zwaar dat ze niet meer op een vaste plek kunnen wonen, geeneigen huisvesting meer hebben. En dat soms vele jaren achtereen. Dé dakloze be-staat niet. Elke dakloze is weer anders2, met een eigen geschiedenis en een eigencombinatie van problemen en ook mogelijkheden. Wel kunnen we enkele hoofd-groepen aan daklozen onderscheiden. Daarbij hanteren we het criterium fasevan dakloosheid (Van Doorn 2002), gecombineerd met het criterium verblijfsitu-atie of vindplaats. Zo komen we op de volgende vijf groepen (zie ook bijlage 7):

AantallenOf het er echt tweeduizend zijn in Gelderland is onzeker. Groot probleem inNederland is dat er in de sectoren die zich met daklozen bezighouden geengoede en eenduidige registratie is. Er zijn wel instellingen en sectoren dieregistreren, maar de gegevens blijken dan óf onvolledig óf moeilijk vergelijkbaar.Want heb je het bij het aantal daklozen over feitelijk daklozen (op straat), of ookover daklozen in voorzieningen of zelfs over alle mensen die zich in een bepaaldjaar hebben aangemeld bij een instelling voor maatschappelijke opvang? Al diecijfers worden door elkaar gebruikt. Verschillende Gelderse steden hebben deafgelopen jaren (eenmalige) onderzoeken laten doen om een beeld te krijgen

Doelgroep

Potentieel daklozen

Recent daklozen

Langdurig feitelijk daklozen

Residentieel daklozen

Ex-daklozen

Vindplaats

Zelfstandige huisvesting

Kennissen, crisisopvang en de straat

De straat en dag- en nachtopvang

Voorziening voor 24-uurswonen

Zelfstandige huisvesting met woonbegeleiding

Fase van dakloosheid

Ontstaan van dakloosheid

Beginnen van dakloosheid

Continueren van dakloos-heid zonder vaste plek

Continueren van dakloos-heid in voorziening

Beëindigen van dakloosheid

Page 13: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

van het aantal daklozen in hun stad. De onderzoeken en schattingen in verschil-lende rapporten wijzen in de richting van de volgende aantallen: in elk van desteden Arnhem, Apeldoorn en Nijmegen 150 tot 350 feitelijk daklozen, in Ede 75,in Doetinchem en Harderwijk 50 en in Tiel en Zutphen 25. In totaal zou dat inGelderland dus op een totaal van 1000 aan feitelijk daklozen neerkomen.Residentieel daklozen zijn met meer nauwkeurigheid vast te stellen. De totalecapaciteit van woonvoorzieningen3 in Gelderland is 700. Daarvan is 68% een plek in een voorzieningen voor 24-uurs wonen en 32% in een vorm van begeleidwonen of ambulante woonbegeleiding.Daarnaast zijn er in Gelderland ook nog ongeveer 130 plaatsen crisisopvang, 50 plaatsen crisisopvang voor jongeren en 160 plaatsen crisisopvang voor mishan-delde vrouwen, hetgeen neerkomt op in totaal tenminste 340 zogeheten recentdaklozen (er van uitgaande dat de capaciteit grotendeels benut wordt). Tenslottezijn er nog de verborgen recent daklozen, daklozen die hun dakloosheid verbor-gen weten te houden of die tijdelijk bij vrienden en kennissen logeren.Het aantal potentieel daklozen zal nooit goed te tellen zijn. Het is ook afhan-kelijk van de definitie van potentieel dakloze en de mogelijkheden om eronderzoek naar te doen. Het is aannemelijk te veronderstellen dat het aantalpotentieel daklozen (dus zeer sociaal kwetsbare mensen, die bedreigd worden in het behouden van hun zelfstandige huisvesting) een veelvoud is van het aantaldaklozen4. In de provincie Gelderland zijn dat er vele duizenden.Een voorzichtige schatting van het aantal daklozen in Gelderland is als volgt:

Doelgroep Aantal

Dat zou betekenen dat er op een Gelderse bevolking van ongeveer 2 miljoen er0,1% dakloos is. Op elke 1000 inwoners in Gelderland is er minimaal één dakloosen zijn er enkele inwoners potentieel dakloos. En vergeleken met landelijke cij-fers is dat nog aan de lage kant. Want hoewel recent onderzoek (De Bruin, 2003)het percentage daklozen ook op ongeveer 0,1% van de Nederlandse bevolkinginschat, zijn er meer onderzoeken waaruit een hoger percentage te berekenen is:0,2% (Lourens e.a, 2002) of zelfs 0,37% (Leger des Heils, zie IBO 2003). Het isaannemelijk dat het aantal daklozen in Gelderland hoger is dan tweeduizend.

D A K L O Z E N I N G E L D E R L A N D 13

Doelgroep

Potentieel daklozen

Recent daklozen

Langdurig feitelijk daklozen

Residentieel daklozen

Ex-daklozen

Aantal

Vele duizenden

Minimaal 340

Mogelijk 1000

Circa 480

Circa 220

Page 14: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

14 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

KenmerkenKenmerkend voor daklozen is hun meervoudige problematiek (probleemver-strengeling). Het ontbreken van huisvesting is zelden het enige probleem. Het strekt zich, behalve huisvesting, uit over vrijwel alle levensgebieden, zoals:• Financiën (geld)• Lichamelijk functioneren (gezondheid)• Psychisch functioneren (geestelijke gezondheid)• Sociaal functioneren (sociaal netwerk)• Praktisch functioneren (zelfredzaamheid)• Dagbesteding (werk en vrije tijd)

Daarnaast kampen ze vaak met problemen ten gevolge van middelengebruik,criminaliteit, zwakbegaafdheid en/of illegaliteit (het ontbreken van een verblijfs-vergunning). Circa 25 tot 30% van de daklozen hebben zowel last van psychischestoornissen als van verslavingen. Verhoudingsgewijs komen ze vaak met politie injustitie in aanraking en ze hebben vaker dan de gemiddelde burger een veroor-deling of detentie achter de rug. Ze hebben vaak schulden. Daarnaast is hungezondheidssituatie – met name die van feitelijk daklozen – slecht. Tenslotte heb-ben zij weinig dagelijkse activiteiten. Al met al is er sprake van een lage kwaliteitvan leven, zowel objectief (ongunstige levensomstandigheden) als subjectief (detevredenheid over de eigen levensomstandigheden). Daarbij is de kwaliteit vanleven van de groep feitelijk daklozen verreweg het laagst (Wolf e.a. 2000;Reinking 2001, Wolf e.a. 2002). De verschillende problemen vormen als het ware een domino-effect: het eneprobleem zet het andere in gang. Ze cumuleren en uiteindelijk escaleren ze. In deze draaikolk van problemen zakken ze steeds dieper weg en kunnen ze op den duur onbereikbaar worden voor hulpverleners.

Het ontstaan van dakloosheidEr zijn vier hoofdoorzaken te onderscheiden die relatief vaak tot huisvestingsver-lies leiden (zie ook Van Doorn, 2002). Deze oorzaken treden vaak in onderlingecombinaties op en kunnen dan al gauw voor een huisuitzetting zorgen of eenander onvrijwillig vertrek:1. Schulden: geen evenwicht in inkomsten en uitgaven, vaak na verlies van

inkomen door werk en door kosten i.v.m. de verslaving. Huurschulden kunnenleiden tot huisuitzetting.

2. Ontslag uit instituties: dakloos na vertrek uit instituties die volledige verzor-gingsarrangementen bieden. Het gaat daarbij met name om psychiatrischeziekenhuizen, jeugdinternaten en gevangenissen.

3. Overlast: dit kan door extreme vervuiling van het huishouden of door asociaalgedrag.

4. Verstoorde relaties: een aantal mensen belandt op straat als gevolg van ver-stoorde sociale relaties, waardoor ze niet meer in hun oude sociale omgevingkunnen functioneren.

Page 15: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Het kan niet anders dan dat Gelderse daklozen met dezelfde problemen kampen.Dat bleek ook uit de daklozenraadpleging (n=38) die het NIZW in juni 2004verricht heeft (zie bijlage 4). De daklozen noemden als belangrijkste reden voorhet ontstaan van hun dakloosheid:• Schulden (34%)• Verslaving (24%)• Psychische problemen (21%)• Relationele problemen (16%)• Weglopen uit institutie (5%)

Het blijkt dat daklozen vrijwel nooit opzettelijk hun woonruimte opgeven omeen zwervend bestaan te gaan leiden.Het liefst zouden daklozen weer een regulier bestaan willen opbouwen enhebben zij ergens nog het ideaal van een huisje-boompje-beestje. Ook veel vande geraadpleegde daklozen zien duidelijk lichtpuntjes en hopen op een beteretoekomst. “Als ik maar weer een woning heb, dan zal het goed gaan. Ik ben nietbang om terug te vallen”. “Over twee jaar wil ik een vaste baan hebben, eenrelatie en cocaïnevrij zijn”. Daarbij hebben zij goede voornemens. “Ik wil meerinzicht in mezelf krijgen, het wietroken afleren en aan mezelf werken”. “Ik gabinnenkort naar een psychiatrische inrichting om af te kicken en een behande-ling te ondergaan”. Anderzijds zien sommigen de toekomst zeer somber tege-moet. “Als er iets tegenzit, pak ik mijn boeltje en ga maar de straat op. Dat wentwel”. “Als er niets verandert, kom ik in de gevangenis. Ik wil soms wel doodzijn”.

Het volgende hoofdstuk zal gaan over de aanpak van dakloosheid. Wat is hethuidige aanbod in de Gelderse steden?

D A K L O Z E N I N G E L D E R L A N D 15

Page 16: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

16 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

2. Het aanbod voor daklozen in de Gelderse stedenDe strijd in de stedenToen er de laatste tien jaar steeds meer daklozen bijkwamen en hun problemenernstiger werden, zijn er in de verschillende steden allerlei maatregelengenomen. Vijf van de acht grotere Gelderse steden5 zijn zogeheten centrum-gemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid. Zij krijgen van de rijksoverheid een doeluitkering en moeten daarvoor een gedifferentieerdvoorzieningenaanbod financieren, toezien op kwaliteitsbeleid, overleggen metomliggende regiogemeenten en regie voeren over het geheel. De feitelijke strijdtegen dakloosheid vindt dus plaats in de steden. Of het nu vanuit het perspectiefvan OGGZ, verslavingszorg, maatschappelijke opvang of openbare orde is: desteden hebben de regie en proberen een samenhangend en effectief beleid totstand te brengen. Beleid gericht op het voorkomen van dakloosheid, het snelopsporen van en hulp bieden aan recent daklozen, het van de straat halen vandaklozen, vermindering van overlast, doorstroming uit voorzieningen en een zozelfredzaam en gezond mogelijk leven.

De acht Gelderse steden verschillenDe Gelderse gemeenten overziend, zijn er grote verschillen. Van de drie grootstesteden met pakweg 150.000 inwoners tot kleine dorpse gemeenten met enkeleduizenden inwoners. Steden met grootstedenproblematiek (achterstandswijkenen veel sociaal kwetsbaren waaronder daklozen) tot landelijke gemeenten metminder sociaal kwetsbaren. De grotere steden hebben een uitgebreide socialeinfrastructuur. Zij hebben ook regionale, coördinerende taken, bijvoorbeeld als

GSO-gemeente

Apeldoorn

Arnhem

Nijmegen

Doetinchem

Ede

Harderwijk

Tiel/Rivierenland

Zutphen

Totaal

Centrumgemeente

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Nee (is Zwolle–Overijssel)

Nee (is Nijmegen–Gelderland)

Nee (is Deventer – Overijssel)

Aantal inwoners verzorgingsgebied6

234.500

416.500

310.000

276.500

281.500

199.500

210.000

87.000

2.015.500

Page 17: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

centrumgemeente maatschappelijke opvang/verslavingsbeleid of als trekker vanhet OGGZ-beleid. Van de acht GSO-steden, zijn er vijf centrumgemeente maat-schappelijke opvang. De drie andere steden hebben zeker een regionale functie,maar die is beperkter wat betreft maatschappelijke opvang. Op pagina 14 deacht GSO-steden op een rijtje.

In totaal zijn er eigenlijk vier groepen gemeenten te onderscheiden in de aanpakvan dakloosheid:• De drie grootste centrumgemeenten (Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen)• Twee middelgrote centrumgemeenten (Ede en Doetinchem)• Drie kleinere GSO-steden (Harderwijk, Tiel en Zutphen). Zij ontvangen geen

doeluitkering maatschappelijke opvang maar overleggen met hun centrum-gemeenten over het voor de regio gewenste beleid. Deze drie gemeentenhebben een coördinerende rol binnen hun regio meestal in het kader van deOGGZ.

• Alle andere kleinere regiogemeenten (ruim 50 in totaal).

Een gedifferentieerd voorzieningenaanbodDe Gelderse steden hebben zoals gezegd de laatste jaren gezorgd voor eenbreed palet aan voorzieningen. Met de verschillende samenwerkingspartners(maatschappelijke opvang, GGD, GGZ, verslavingszorg, politie, woningcorpo-raties, welzijnsinstellingen, zorgkantoor) hebben de vijf steden die centrum-gemeente zijn en ook de drie andere gemeenten (Zutphen, Tiel en Harderwijk)ingespeeld op de ontwikkelingen in hun regio en gewerkt aan een samen-hangend beleid. Zo is er in de acht steden een omvangrijk voorzieningenaanbodgerealiseerd. Daarbij zijn de volgende vijf voorzieningencategorieën te onder-scheiden, die overigens precies samenvallen met de in het vorige hoofdstukgenoemde vijf doelgroepen:

• Preventie: signalering van dreigende dakloosheid, snelle interventie in OGGZ-meldpunten en interventieteams

• Crisisopvang: laagdrempelig en kortdurend, werken aan herstel.• Laagdrempelige opvang feitelijk daklozen: dagopvang, nachtopvang, diensten

t.a.v. gezondheid, verslaving, financiën en zelfverzorging.• 24-uurs woonvoorzieningen: kort- of langdurig wonen: internaten, sociale

pensions, beschermd wonen, meerzorg voor verzorgingsbehoeftige daklozen.• Begeleid wonen: in kleine groepen of individueel in reguliere huisvesting,

bij voorkeur in de wijk. Ook maatjesprojecten (of vriendendiensten) aan thuis-wonende cliënten vallen hieronder.

Verder is het voor alle subgroepen daklozen belangrijk om een zinvolle dag-besteding te hebben: het kunnen verrichten van zinvolle activiteiten (bijvoor-beeld speciale werkprojecten, werkplaatsen en sociale activeringstrajecten).

H E T A A N B O D V O O R D A K L O Z E N I N D E G E L D E R S E S T E D E N 17

Page 18: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

18 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

In het overzicht van bijlage 9 is per stad te zien welk aanbod er is in de strijdtegen dakloosheid. In het vorige hoofdstuk werd al duidelijk dat er veel aanbodis in Gelderland. Noem maar op: 340 plaatsen crisisopvang, bijna 300 plaatsendagopvang, bijna 200 plaatsen nachtopvang, ruim 100 sociaal pensionplaatsen,380 andere plaatsen voor 24-uurs wonen en ongeveer 220 plaatsen begeleidwonen of ambulante woonbegeleiding8. De omvang en de differentiatie van het voorzieningenaanbod is uiteraardafhankelijk van het inwoneraantal van de regio en de van het rijk ontvangendoeluitkering. In alle steden zijn meldpunten en vormen van outreachendehulpverlening. In de grootste steden zijn meer gespecialiseerde voorzieningenvoor daklozen met problemen als verslaving, psychiatrische aandoeningen, met deze twee problemen tegelijkertijd (double diagnosed), met veelvuldigecriminaliteit (veelpleging) of met een slechte gezondheid verzorgingsbehoeftigheid).

Algemeen gemeentelijk beleidVoor het ontwikkelen en uitvoeren van gericht gemeentelijk beleid zijn er nogvier beleidsthema´s te noemen die zeer essentieel zijn voor het voorzieningen-aanbod en waar alle gemeenten mee te maken hebben:

Gemeentelijke regierolRegie en coördinatie van een samenhangend en effectief beleid, waarbij toe-gezien wordt op de kwaliteit en de resultaten.

KetensamenwerkingEr is nauwe samenwerking op het gebied van OGGZ en maatschappelijke opvang,zowel op bestuurlijk als op uitvoerend niveau. Alle acht Gelderse steden hebbenOGGZ-platforms,- stuurgroepen of –werkgroepen.

1

2

35

4

Zelfstandig wonen

Verblijf op straatBegeleid

(zelfstandig) wonen

in voorzieningenvoor 24-uurs wonen

Schatting capaciteit daklozen-voorzieningen Gelderland

1. OGGZ-meldpunt en outreachend interventieteam in elke stad

2. Crisisopvang: circa 340 plaatsen (incl. opvang vrouwen en zwerfjongeren)

3. Dagopvang 300 plaatsen, nachtopvang 200 plaatsen, diverse diensten en outreachendstraatwerk

4. 24-uurs wonen: sociaal pension,internaat, beschermd wonen: 480 plaatsen

5. Begeleid wonen: 220 plaatsen

Page 19: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Centraal registratie- en monitoringsysteem Hiermee kan een gemeente (laten) meten wat de vraag is, wat het gerealiseerdezorgaanbod is en wat de trends zijn. Alleen dan kan gericht beleid ontwikkeldworden. Alleen Ede heeft een doorontwikkeld monitorsysteem. Enkele anderesteden hebben plannen daartoe.

CliëntenparticipatieOog hebben voor de positie, de belangen en de wensen van daklozen en verster-king van hun imago. In diverse voorzieningen zijn cliëntenraden en met name inNijmegen is het daklozen mogelijk gemaakt eigen initiatieven te ontplooien enzelfs een eigen voorziening te beheren.

Hoofdstuk drie zal gaan over de ambitie van de provincie: het drastisch vermin-deren van het totaal aantal daklozen door ondersteuning van de steden.

H E T A A N B O D V O O R D A K L O Z E N I N D E G E L D E R S E S T E D E N 19

Page 20: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

20 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

3. De ambitie van de provincie GelderlandDakloosheid op de agendaDe huidige voorzieningen en maatregelen blijken nog niet voldoende te zijn.Dakloosheid is een hardnekkig probleem. De problematiek van de dakloosheidstaat in Nederland al enige jaren hoog op de agenda, met name op landelijk engemeentelijk niveau. De aanpak van dakloosheid is opgenomen in tal vanbeleidsnota’s, programmabegrotingen en convenanten. In 2003 werd in opdrachtvan het kabinet het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO)9 gepresenteerd.Op basis van dit onderzoek, met diverse voorstellen ter beperking van deinstroom en bevordering van de doorstroom, heeft het kabinet besloten extrageld uit te trekken; oplopend van € 4,5 miljoen in 2004 tot € 15,0 miljoen in 2007.Verder is dakloosheid in het Grote Stedenbeleid een thema. Doelstelling van hetbeleid is met name het voorkomen van overlast en het bevorderen van welzijn engezondheid van daklozen. Het Rijk wil hiermee een sluitende aanpak van socialeopvang en hulpverlening gericht op overlastgevende personen bevorderen. HetRijk gaat hierover in de volgende periode van grotestedenbeleid (GSB-III:2005-2009) meetbare resultaatsafspraken maken met de centrumsteden (IBO 2003).En dan is er ook een grote betrokkenheid van de provincie Gelderland bij dedakloosheidsbestrijding. Want hoewel er in Gelderland al veel totstandgekomenis (zie vorige hoofdstuk), zijn er nog grote inspanningen nodig om deze urgenteproblematiek drastisch te verminderen. De provincie Gelderland wil er een flinkeschep bovenop doen en de dakloosheid samen met de acht steden (de zogehetenGSO-steden10) aanpakken. Gelderland wil een stimulerende kracht zijn in hetzoeken naar oplossingen. Het College van Gedeputeerde Staten heeft zich in het collegewerkplan 2003-2007 voorgenomen om in overleg met de verschillende partijen aan oplossingente werken. Het College wil de totstandkoming van sluitende netwerken in deopvang van en zorgverlening aan daklozen bevorderen. Doelstelling van hetbeleid is een meer leefbare samenleving, leefbaar voor alle bevolkingsgroepen.Ten aanzien van dakloosheid wordt deze doelstelling op drie manieren verbij-zonderd:1. Terugdringing van dakloosheid11

2. Verbetering van de kwaliteit van leven3. Vermindering van overlast

De provincie was al actiefDe provincie Gelderland maakt al langere tijd volop gebruik van haar mogelijk-heden om een betekenisvolle rol te spelen op het gebied van zorg en welzijn(Weijenburg en Kamsteeg 2003). Vanuit deze actieve rol heeft de provincie sinds2001 diverse activiteiten verricht op het beleidsterrein van de maatschappelijkeopvang en OGGZ, waaronder het afsluiten van stadscontracten met de acht GSO-steden12, het organiseren van bijeenkomsten en de oprichting van het provinciaalkennisplatform maatschappelijke opvang in 2002. Zo zijn er diverse ontwikkelin-

Page 21: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

gen en projecten op gang gebracht, onder meer ten aanzien van de zwerfjonge-renproblematiek en registratie. In de eerste GSO-periode 2000–2004 heeft deprovincie ook al diverse projecten ondersteund ten behoeve van preventie,opvang en herstel van daklozen.

De provincie nog strijdbaarderDe provincie wil vaart maken in het tot stand brengen van een concrete aanpaken zet groot materieel in om de ambities waar te maken. In 2004 is een groot-schalig project van start gegaan onder de titel ‘De Gelderse Strijd tegenDakloosheid’. Dit project bestond uit maar liefst vijf deelprojecten:• Aanvalsplan13

• Zwerfjongeren• Registratie en Monitoring• De Keten Verbeterd• STEM: Versterking Positie Daklozen

Dit aanvalsplan is het resultaat van het eerste deelproject: ‘Aanvalsplan NIZW’. De deelprojecten ‘Zwerfjongeren’ en ‘Registratie en Monitoring’ zijn in 2003gestart. Het zwerfjongerenproject is gericht op een sluitende aanpak in hetindammen van de instroom en het bevorderen van de uitstroom. Bundeling vanexpertise en ontwikkeling van aanbod staan hier centraal. Het deelprojectRegistratie & Monitoring onderzoekt de mogelijkheden voor de opzet van eenbruikbaar registratiesysteem of een koppeling van registratiesystemen gericht op het verwerven van beleidsinformatie (monitoren). De acht steden zouden bijde ontwikkeling van een dergelijk systeem goed kunnen samenwerken. In degemeente Ede loopt daartoe een pilotproject. En dan is er het deelproject De Keten verbeterd, een project om de ketensamenwerking op het gebied van dakloosheidsbestrijding te stimuleren. Het deelproject ‘Versterking PositieDaklozen’ is medio 2004 van start gegaan en heeft onder meer geresulteerd in de ‘Gelre-Hometour 2004‘ en de publicatie ‘Dagboek in de open lucht’. Het deel-project ‘Dagbesteding voor Daklozen’ wordt in januari 2005 door de provincietoegevoegd (zie verder bijlage 6).

Naar een overwogen AanvalsplanDe provincie heeft het NIZW gevraagd om in 2004 een Aanvalsplan op te stellenmet bouwstenen voor het concretiseren van de provinciale inspanning in de strijdtegen dakloosheid. De provincie had daarbij vier eisen:

1. Munitie voor de GSO-stadscontractenHet Aanvalsplan moest input leveren voor de stadscontracten die de provincieeind 2004 met de acht afzonderlijke steden afgesloten heeft in het kader van detweede GSO-periode (2005 – 2007). Daarbij dacht de provincie in eerste instantievooral aan het verbeteren van de kwaliteit van het huidige aanbod en de samen-werkingsprocessen tussen hulpverlenende en dienstverlenende instanties. Het

D E A M B I T I E V A N D E P R O V I N C I E G E L D E R L A N D 21

Page 22: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

22 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

opzetten van grote structurele voorzieningen kan de provincie niet voor haarrekening nemen.

2. Een brede benaderingDe provincie wilde een brede benadering, dat wil zeggen niet alleen de doel-groep feitelijk daklozen (de op straat zichtbare groep), maar ook de doelgroepenpotentieel daklozen (thuiswonende zeer sociaal kwetsbaren) en residentieeldaklozen (daklozen met een tijdelijke of langdurige woonplek binnen de maat-schappelijke opvang)14. Dat betekende dat er ook aandacht moest zijn voorpreventie van dakloosheid en uitstroom uit dakloosheid (maatschappelijkherstel).

3. Aansluiten bij de lokale situatieDe feitelijke strijd tegen dakloosheid wordt gevoerd in de steden, dus het lagvoor de hand dat het Aanvalsplan rekening moest houden met de specifiekeomstandigheden, knelpunten en wensen in de steden. Een wens van de provinciewas om bij de opstelling van het Aanvalplan de verschillende samenwerkendepartijen te betrekken. En er zijn veel partijen. In de acht steden zijn vele instel-lingen en organisaties betrokken bij de aanpak van dakloosheid: met name,maatschappelijke opvang, GGZ, verslavingszorg, GGD, politie, woningcorporaties,zorgverzekeraar, AMW en de gemeente. En niet te vergeten de daklozen en hunbelangenorganisaties.

4. Betrekken van de daklozenBij het maken van beleid voor dakloosheidsbestrijding moet niet alleen óver dedaklozen gesproken worden, maar vooral ook mét de daklozen. De provinciehecht zwaar aan het horen van de stem van daklozen zelf. Het is belangrijk datdaklozen op verschillende niveaus zelf mee kunnen praten over de verbeteringvan hun eigen positie en die van daklozen in het algemeen.

Samen werken aan het AanvalsplanOm aan de eisen van de provincie te voldoen, was het zeer noodzakelijk voor hetNIZW om zoveel mogelijk betrokkenen te benaderen om van hen te horen watde meest urgente knelpunten en de meest kansrijke oplossingrichtingen waren.En er zijn veel betrokkenen: acht steden, in elk stad tien of meer voor de dak-lozenaanpak belangrijke organisaties en de daklozen zelf.Het NIZW is in samenwerking met de provincie op de volgende manier met debetrokkenen in gesprek gegaan:1. Raadplegen van daklozen in de acht GSO-steden2. Organiseren van een sleutelfigurenbijeenkomst in alle acht GSO-steden3. Overleggen met beleidsambtenaren in de acht GSO-steden4. Overleggen met portefeuillehouders GSO en/of Maatschappelijke Zorg in de

acht GSO-steden5. Adviseren aan de provincie inzake de aandacht voor dakloosheidbestrijding in

de Meerjarenplannen van de steden15.

Page 23: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

En zo hebben zich veel betrokkenen gebogen over de gewenste aanpak vandakloosheid. Op deze manier kon aan de wensen van de provincie voldaanworden: een brede benadering, aansluiting bij de lokale situatie en raadplegingvan daklozen. De resultaten van de NIZW-activiteiten hebben vervolgens een rolgespeeld bij de totstandkoming van de stadscontracten. En er ontstond steedsmeer duidelijkheid over de noodzakelijke ingrediënten van het Aanvalsplan. Eind december 2004 kon er een overzicht gemaakt worden van alle voorgeno-men activiteiten. Dat zijn niet alleen de plannen die de steden in samenwerkingmet lokale partners en omliggende regiogemeenten gemaakt hebben. Ook deprovinciale voornemens zijn onderdeel van het Aanvalsplan. In het volgendehoofdstuk zullen we het Aanvalsplan nader uitwerken.

D E A M B I T I E V A N D E P R O V I N C I E G E L D E R L A N D 23

Page 24: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

24 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

4. Het AanvalsplanBrede aanpakEen nadrukkelijke wens van de provincie was een brede benadering van dedaklozenproblematiek. En dat is gelukt. De brede benadering komt in vierinvalshoeken naar voren:• Van preventie tot herstel• In alle acht steden• Vijf deelprojecten• Intergemeentelijke uitwisseling

We zullen deze vier invalshoeken hieronder uitwerken.

Van preventie tot herstelZoals we in de hoofdstukken 2 en 3 gezien hebben, zijn er vijf groep daklozen teonderscheiden. Voor elke groep bestaat er een aanbod, een pakket aan samen-hangende maatregelen. Daarnaast zijn er nog algemene maatregelen, geldendvoor alle vijf groepen.

Doelgroep Aanbod & maatregelen

De maatregelen die de acht Gelderse steden zelf in hun meerjarenontwikkelings-programma’s hebben opgenomen, hebben betrekking op alle vijf groepen en dedaklozen in het algemeen. Deze maatregelen worden gefinancierd vanuit GSO-middelen, doeluitkeringmiddelen of andere middelen. In bijlage 1 staat eenoverzicht van alle verbeterthema’s per stad, inclusief de aanvullende maatregelendie voortkomen uit de provinciale deelprojecten. We bespreken hier de maatregelen zoals die in de stedelijke plannen opgenomenzijn.

Doelgroep

Potentieel daklozen

Recent daklozen

Langdurig feitelijk daklozen

Residentieel daklozen

Ex-daklozen

Algemeen

Aanbod & maatregelen

Preventie: signalering, melding & interventie

Vroeginterventie en crisisopvang

Laagdrempelige dag- en nachtopvang, outreachende hulp,diensten voor basisbehoeften

Voorzieningen voor 24-uurs wonen, verzorging of verpleging

Herstel: voorzieningen voor begeleid wonen en ambulantewoonbegeleiding

Regie gemeente, registratie & monitoring, keten-samenwerking, dagbesteding, cliëntenparticipatie

Page 25: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

PreventieIn Gelderland wonen duizenden zogeheten potentieel daklozen. Zij noemenzichzelf niet zo, maar toch lopen zij een grote kans om dakloos te worden omdatze in moeilijke omstandigheden wonen. Door oplopende schulden en het nietmeer kunnen betalen van de huur lopen mensen de kans om uit hun huis gezette worden. Door ernstige verslaving of door een psychiatrische aandoening kun-nen mensen het niet meer volhouden om hun baan en inkomen en op den duurook niet meer hun woning te behouden. En ook zijn er sociaal kwetsbaren die naverblijf in een psychiatrisch ziekenhuis, een jeugdinternaat of een gevangeniszomaar op straat kunnen belanden, omdat er geen vervolg geregeld is. Huiselijkgeweld kan ook een oorzaak zijn van het verliezen van de eigen woning. In Gelderland zullende komende jaren op het gebied van preventie onder anderede volgende nieuwe maatregelen genomen worden:• Preventieve woonbegeleiding om huisuitzetting te voorkomen en de inrichting

van zorgstructuren op wijkniveau (Apeldoorn)• Aanpak huiselijk geweld (Arnhem, Doetinchem, Nijmegen, Tiel, Zutphen)• Versterking van signalering en melding (Doetinchem, Ede, Nijmegen)• Bemoeizorg voor zorgwekkende zorgmijders (Harderwijk)• Casemanagement (Doetinchem)• Samenwerking met grote intramurale instellingen (Harderwijk) • Betaalbare woningen beschikbaar na detentie (Nijmegen, Zutphen)• Hulpverlening multiprobleemjongeren of zwerfjongeren (Tiel, Ede, Nijmegen,

Arnhem, Zutphen)

Vroeginterventie en crisisopvangAls mensen dan toch hun woning moeten verlaten, dan is dat een cruciaalmoment met een groot risico voor een val naar de straat. Als er nog een sociaalnetwerk is, kunnen mensen nog tijdelijk terecht bij familie, vrienden of kennis-sen. Maar zoniet, dan is een recent dakloze aangewezen op de crisisopvang enals dat niet lukt de straat. Volgens onderzoek (Van Doorn, 2002) is het van uiter-mate groot belang dat de omgeving dan snel te hulp schiet met een pasklaarhulpverleningsaanbod. Recent daklozen zijn doorgaans nog zeer gemotiveerdom van de straat te komen. Hoe langer het straatleven duurt, hoe meer inburge-ring in het straatleven en hoe moeilijker maatschappelijk herstel te realiseren is.In Gelderland zullende komende jaren op het gebied van vroeginterventie onderandere de volgende nieuwe maatregelen genomen worden:• Signalering recent daklozen (Nijmegen)• Regionale meldings- en aanmeldingscentrale (Ede)• Start of uitbreiding crisisopvang (Zutphen, Tiel)• Extra plaatsen vrouwenopvang (Arnhem, Nijmegen)

H E T A A N V A L S P L A N 25

Page 26: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

26 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Laagdrempelige opvangVoor daklozen die al jaren op straat verblijven zijn er in alle acht steden al laag-drempelige voorzieningen. De daklozen kunnen er terecht voor basale dienstenzoals bijvoorbeeld een bed, voeding, kleding wassen en douchen. De laagdrem-pelige opvang kan ook een adres zijn om de bijstandsuitkering te verkrijgen enbegeleiding bij schulden, verslaving of psychiatrische problemen. Het is een vind-plaats voor vaak moeilijk te bereiken daklozen. En als de feitelijk daklozen delaagdrempelige opvang om de een of andere reden mijden, dan zijn er in grotesteden outreachende hulpverleners, die hen actief opzoeken op straat en op zichom deze zorgwekkende groep bekommeren.In Gelderland zullende komende jaren op het gebied van laagdrempelige opvangonder andere de volgende nieuwe maatregelen genomen worden:• Uitbreiding dag- of nachtopvang (Arnhem, Doetinchem, Tiel)• Gebruikersruimte alcoholverslaafde daklozen (Doetinchem)• Versterking multifunctioneel centrum voor feitelijk daklozen en chronisch

verslaafden (Apeldoorn, Nijmegen)• Onderzoek naar mogelijkheden voor experiment medische verstrekking van

heroïne (Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen)• Casemanagement (Doetinchem, Arnhem)• Centraliseren hulpverlening aan verslaafden, o.a. dagopvang, gebruikersruimte

en methadonverstrekking (Zutphen)• Vermindering van overlast op straat, o.a. door veelplegersaanpak (Arnhem,

Nijmegen)

24-uurs wonenEr zijn ook vele daklozen die in een woonvoorziening willen en kunnen verblij-ven. Soms voor korte tijd ter overbrugging naar meer zelfstandige huisvesting.Soms voor langere tijd, omdat bijvoorbeeld een psychiatrische aandoening dezelfredzaamheid in de weg staat. Of als het gaat om oudere daklozen die verzor-gings- of verplegingsbehoeftig zijn. In deze residentiele voorzieningen leeft menover het algemeen in groepen en is er permanente of gedeeltelijke begeleidingin wisseldiensten.In Gelderland zullende komende jaren op het gebied van 24-uurs wonen onderandere de volgende nieuwe maatregelen genomen worden:• Oriëntatie op vormen van sociale pensions en beschermd wonen (Zutphen,

Ede, Doetinchem)• Verbetering toegankelijkheid schuldhulpverlening (Arnhem)• Verbetering doorstroom bijv. door centrale intake/aanmeldpunt (Nijmegen,

Ede, Arnhem)

HerstelEn dan zijn er daklozen die zo zelfredzaam gebleven of weer geworden zijn datze in aanmerking komen voor een eigen wooneenheid. Zo’n wooneenheid delenze soms met enkele andere ex-daklozen en soms wonen ze er alleen. Soms is de

Page 27: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

woning van een (opvang)instelling en soms van de woningcorporatie. Sinds 1990 is het aantal plaatsen voor begeleid wonen aanzienlijk toegenomen. Het is zeerbelangrijk dat de wooneenheid en het type woonbegeleiding op de cliënt zijnafgestemd. Zeker voor daklozen die vele jaren op straat of in een grote instellingverbleven. Het kan zijn dat het wonen in een eigen huurwoning een te groteopgave is en een ex-dakloze meer gebaat is bij een kleinere kamer, tuinhuisje of caravan en daarin een aanvaardbaar leven kan leiden (substandaard wonen).In Gelderland zullen de komende jaren op het gebied van herstel onder andere de volgende nieuwe maatregelen genomen worden:• Betaalbare woningen voor daklozen in samenwerking met woningcorporaties

(Nijmegen, Ede, Apeldoorn)• Oriëntatie op begeleid wonen en kamertraining (Zutphen, Harderwijk)• Substandaard wonen/onconventioneel wonen (Arnhem)

AlgemeenTenslotte zijn er algemene, meer voorwaardenscheppende maatregelen die voor al-le vijf groepen gelden. Om de effecten van beleid te kunnen meten, om het aanbodprecies op de vraag aan te laten sluiten zijn periodieke metingen nodig (registratie).Om de vele instellingen samen een sluitende aanpak te laten uitvoeren zijn goedeketenafspraken nodig en een infrastructuur waarbinnen die samenwerking vast-gehouden en verbeterd kan worden (ketensamenwerking). Niet alleen huisvesting,maar ook dagbesteding is heel essentieel voor de kwaliteit van leven en aan-knopingspunten voor maatschappelijk herstel. Tenslotte is het de taak van degrotere steden (centrumgemeenten) om de totaalaanpak, zeg maar het stedelijkeaanvalsplan, in goede te banen via coördinatie en regie, ook met de omliggendegemeenten.In Gelderland zullende komende jaren onder andere de volgende algemene nieuwemaatregelen genomen worden:• Registratie en monitoring (Tiel, Apeldoorn, Arnhem)• Ketensamenwerking (Harderwijk, Doetinchem, Ede, Apeldoorn, Arnhem)• Dagbesteding (Zutphen, Nijmegen, Ede, Arnhem, Apeldoorn)• Regierol (Arnhem, Apeldoorn)

Provinciale ondersteuningDe provincie heeft eind 2004, na onderhandelingen met de afzonderlijkegemeenten, besloten de meeste programma´s met dit thema te subsidiëren. De gemeenten kunnen dus aan de slag. Maar de provincie wil zich niet afzijdighouden en pas over drie jaar kijken wat er van terechtgekomen is. De provincie vindt het belangrijk om gedurende de Gelderse strijd tegen dakloos-heid 2005-2007 nauw betrokken te zijn bij die strijd die zich in de steden afspeelt.De provincie wil zicht houden op alle initiatieven die in het kader van die Geldersestrijd gestart zijn. Periodiek zal de provincie zich op de hoogte stellen en informatievragen, met name over de effecten en ook over ontwikkelingen en knelpunten. De ervaringen vanuit de daklozen zelf zullen daarbij ook een grote plek innemen.

H E T A A N V A L S P L A N 27

Page 28: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

28 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Daarnaast wordt overwogen om fondsen voor wetenschappelijk onderzoek aante schrijven om de gehele Gelderse Strijd tegen dakloosheid wetenschappelijk te kunnen onderzoeken. Dit zal de provincie veel kennis kunnen opleveren tenaanzien van haar rol in dit megaproject. Ook andere provincies (en gemeenten)kunnen van de kennis profiteren. Niet voor niets heeft de Gelderse aanpak indecember 2004 van de ministeries van VROM en VWS de status gekregen vanpilotproject. De ministeries zien de provinciale inspanningen als goed voorbeeldin de aanpak van daklozenproblematiek (zie bijlage 10).

In alle acht stedenDe strijd tegen dakloosheid zal plaatsvinden in geheel Gelderland, in alle achtregio’s onder regie van de coördinerende (centrum)steden. Aanvankelijk warende steden nogal terughoudend ten opzichte van de Provinciale bemoeienis. Zijvonden dat zijzelf verantwoordelijk waren voor het daklozenbeleid. Zij vondenhet ook lastig dat de Provinciale middelen ‘slechts’ voor drie jaar beschikbaar zijn,terwijl dit taaie en complexe vraagstuk juist een forse en structurele investeringvergt, zeker in het licht van de provincie zelf (een substantiële terugdringing vandakloosheid).De contacten met de steden hebben zich evenwel bijzonder constructief ontwik-keld. Voor alle acht steden zijn in juni zogeheten sleutelfigurenbijeenkomstengeorganiseerd. En alle steden hebben in hun plannen nieuwe maatregelenopgenomen (zie vorige paragraaf), de meeste in hun meerjarenontwikkelings-programma’s16, sommige in andere beleidsplannen17.Een ambtenaar van een grote stad formuleerde het tijdens een overleg als volgt:´Wat mij in dit provinciale traject aangenaam heeft getroffen is dat er nietgezocht is naar een grootste gemene deler voor het provinciale beleid, maar dat er sterk rekening is gehouden met de couleur locale van iedere stad in hetbeleid dat de provincie nu heeft gemaakt met de steden. Vaak word je als stad in de spagaat vastgezet dat je in het provinciale beleid meemoet gaan om geld binnen te halen en dus niet op lange tenen mag trappen,maar dat je omgekeerd in het geheel niet gerespecteerd wordt in je eigenheid.Of dat je als stad over een onderwerp gedoceerd wordt door de provincie. In het begin was ik één van de sterkste tegenstanders van het Aanvalsplan,omdat ik bang was dat we met de provinciale aanpak van dakloosheid weer in dezelfde fout zouden vervallen.Ik heb nu het gevoel dat we een inhoudelijk inbreng hebben gehad en eenbijdrage hebben geleverd aan het geheel. Uit de werkwijze in dit project spreekteen ambtelijk/bestuurlijke stijl die mij zeer goed ligt´.Het is winst dat de provinciale inspanningen bijdragen aan extra maatregelen inde lokale strijd tegen dakloosheid. Maar de provincie wil meer. De provincie wilgraag stimuleren dat de verschillende steden van elkaar profiteren. Daartoe is in2002 het provinciaal kennisplatform maatschappelijke opvang opgericht en heeftde provincie vervolgens vijf deelprojecten opgezet.

Page 29: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Deelprojecten vanaf 2005In hoofdstuk drie kwamen de verschillende deelprojecten al naar voren. De provincie voert vanaf 2005 vijf deelprojecten uit (zie bijlage 6):• Zwerfjongeren• Registratie en Monitoring• De Keten Verbeterd• STEM: Versterking Positie Daklozen• Dagbesteding voor Daklozen

Ook met deze vijf deelprojecten wil de provincie Gelderland een flinke impulsgeven aan de Gelderse strijd tegen dakloosheid. En ook dat gebeurt zowel doorfinanciële als beleidsmatige ondersteuning.De provincie Gelderland wil de steden helpen met zoeken naar een bruikbaarmonitoringsysteem. Een monitoringsysteem is van groot belang voor de stedenom hun regierol waar te kunnen maken. Met een dergelijk systeem kunnen ste-den nagaan of het gevoerde beleid voldoende effectief is en of er ombuigingennodig zijn. Ede heeft in 2004 in een pilotproject al een eigen monitoringsyseemontwikkeld. In het deelproject Registratie en Montering bevordert de provinciedat de ontwikkelde methodiek navolging krijgt in de andere steden.De problematiek van zwerfjongeren blijft ernstig. Landelijk is er een toenamevan het aantal zwerfjongeren (Rekenkamer, 2004). Diverse Gelderse stedenhebben al maatregelen genomen of gaan dat doen. Gelderland ondersteunt eenaantal nieuwe projecten in het deelproject Zwerfjongeren. Het deelproject ‘STEM’ is gericht op de versterking van de positie van daklozen.Voor, door en met daklozen worden activiteiten georganiseerd en projectenondersteund die een bijdrage leveren aan een betere beeldvorming rondomdaklozen; vergroten van betrokkenheid van daklozen bij beslissingen die henraken en empowerment van daklozen. Het behoud van zelfrespect is van cruciaalbelang voor het herstelproces bij daklozen (Van Doorn, 2002).In het deelproject ‘De Keten Verbeterd’ zal de provincie samen met de steden enhun partners zoeken naar effectieve ketensamenwerking ten behoeve van dedoelgroep daklozen, gericht op het bereiken van gezamenlijk geformuleerdeketendoelen en heldere prestatienormen. In de door het NIZW georganiseerdesleutelfigurenbijeenkomsten bleek ketensamenwerking de hoogste prioriteit tehebben in maar liefst vier van de acht steden.Tenslotte zal er in 2005 het deelproject ‘Dagbesteding voor Daklozen’ gestartworden. In dit deelproject wil de provincie een forse stimulans geven aan deuitbreiding van aantrekkelijke dagbestedingactiviteiten. Daarbij zal men nagaanhoe reeds bestaand aanbod meer toegankelijk gemaakt kan worden voor dak-lozen en er geprofiteerd kan worden van goede voorbeelden elders in deGelderland en de rest van Nederland.

H E T A A N V A L S P L A N 29

Page 30: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

30 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Interstedelijke uitwisselingBij deze vijf deelprojecten, maar ook bij andere lokale projecten kan de provincieprojectleiders en projectmedewerkers bij elkaar brengen om de ervaringen tedelen, om van elkaar te leren, om samen te zoeken naar good practices. Wat zijndo’s en dont’s? Wat zijn randvoorwaarden voor het slagen van een project? Watzijn effectieve strategieën? Dergelijke leernetwerken of uitwisselingsbijeenkom-sten kunnen heel waardevol zijn. Het is daarbij goed denkbaar dat er behalve devijf thema’s van de deelprojecten, nog andere verbeterthema’s geselecteerd wor-den om met een intersectorale team, bestaande uit ketenpartners te werken aan.Daarbij denkt het NIZW aan de volgende verbeterthema’s (tussen haakjes staande ketenpartners):• Voorkomen van huisuitzetting (OGGZ-meldpunt, GGD, politie, woningcorpora-

tie, AMW en schuldhulpverlening);• Toegankelijk maken van schuldhulpverlening voor daklozen (OGGZ-meldpunt,

stads(krediet)bank, maatschappelijke opvang)18;• Verbetering van instroom, doorstroom en uitstroom door regionale regie en

centralisering (gemeente, maatschappelijke opvang, GGZ, verslavingszorg,GGD, CIZ, Zorgkantoor)19;

• Versterking cliëntenparticipatie20 (daklozen, daklozenorganisaties, instellingenvoor maatschappelijke opvang, gemeente);

• Toegankelijkheid en beschikbaarheid van woningen voor begeleid of zelfstan-dig wonen (maatschappelijke opvang, gemeente, woningcorporaties, AMW,buurtregisseur, regiogemeenten)21.

Dergelijke verbeterprojecten kunnen een plaats krijgen in het deelproject ‘De Keten Verbeterd’, omdat verbetering alleen in eendrachtige samenwerkingtot stand kan komen. Zo mogelijk kan de provincie bijdragen aan deskundig-heidsbevordering voor projectleiders of aan een effectieve verbeteringsstrategie(bijvoorbeeld de Doorbraakmethode, zie bijlage 11) om verschillende project-teams in korte tijd en resultaatgericht aan dezelfde concrete verbeterdoelen telaten werken met gebruikmaking van min of meer bewezen goede praktijkenelders in Nederland.

TenslotteEr ligt een grote ambitie. Er ligt een Aanvalsplan. Gelderland gaat er tegen aan!Er zal nog wel veel uitgedacht en uitgewerkt moeten worden op lokaal niveau,voordat alle projecten uitgevoerd kunnen worden.Er is draagvlak.En er zit beweging in.Er is al veel in stelling gebracht.

Ten aanval!

Page 31: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

“En waar ik nog van droom? Een eigen stekkie en ik wil graag ambulance-broeder worden. Daarvoor moet ik eerst vier jaar een basisopleiding volgen(–). Zoals het er nu naar uitziet, zal het dus wel lukken. Voorlopig sta ik nog onder curatele vanwege die schulden, dus die eerste jarenkan ik toch niet veel kanten op. Leren is een goeie tijdsbesteding. Over tweejaar ben ik uit de schulden, weer een vrij mens. Maar dan is de eindstreep al in zicht, dus blijf je gemotiveerd. En daarna nogeen jaar specialisatie. Dus al met al is het een vijfjarenplan. Te overzien, toch?Als je weet, waar ik vandaan kom....”

Een fragment van het verhaal van Mathijs, dakloze te Nijmegen.Uit: Dagboek in de open lucht. Portretten uit het Gelders straatleven (2004).

H E T A A N V A L S P L A N 31

Page 32: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

32 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Literatuur

• AedesSchouders onder de opvang. Samenwerking corporaties en maatschappelijkeopvang, Compact 20, Hilversum: 2004.

• Algemene RekenkamerOpvang zwerfjongeren 2004, Den Haag: 2004.

• Bottenberg, M., e.a.Zwerfjongeren in de provincie Gelderland, Advies- en OnderzoeksgroepBeke/Adviesbureau Van Montfoort, 2001.

• Bruin, D. de Zwerven in de 21ste eeuw. Een exploratief onderzoek naar geestelijkegezondheidsproblematiek en overlast van dak- en thuislozen in Nederland.Utrecht: Centrum voor Verslavingsonderzoek, 2003.

• Commissie Taskforce Vermaatschappelijking Geestelijke GezondheidszorgErbij horen, Advies Taskforce Vermaatschappelijking GeestelijkeGezondheidszorg, Amsterdam, 2002.

• Dalman, S., H. Herders en A. SchoorlHandreiking maatschappelijke opvang `van opvang tot regie. Beschrijving doel-groep, sector en landelijk beleid en ontwikkelingen. Den Haag: VNG, 2000.

• Doorn, L. van en L. TabakExperts van de straat. Nieuwe trends in de dak- en thuislozenopvang. Utrecht: NIZW/JWF, 1999.

• Doorn, L. van Een tijd op straat. Een volgstudie naar (ex-)daklozen in Utrecht (1993-2001).Utrecht: NIZW, 2002.

• Doorn, L. vanOutreachende hulpverlening. Praktijkervaringen van 10 experimenteleprojecten. Arnhem: Hoogland & Zoon, 2004.

• Federatie OpvangMaatschappelijke Opvang in cijfers 2001. Utrecht: Federatie Opvang, 2001.

• Federatie OpvangOpenbare geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) in de praktijk van demaatschappelijke opvang en de vrouwenopvang. Utrecht: 2002.

Page 33: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

• Fleurke, F. e.a.Selectieve decentralistatie en de zorg voor kwetsbare groepen. Een bestuurs-kundig onderzoek naar de werking van het bestuurlijk stelsel op het terreinvan de maatschappelijke opvang, het verslavingsbeleid en de vrouwenopvang.Den Haag: VNG, 2002.

• Heineke, D., D. Bobeldijk en L. van Doorn Startnotitie Aanvalsplan tegen dakloosheid, Op weg naar kansrijke oplossings-richtingen in de acht GSO-gemeenten. Utrecht: NIZW, 2004.

• Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)Ketenzorg bij chronisch zieken. Den Haag, 2004.

• Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)Van overlastbestrijding naar bemoeizorg. Deelrapport. Den Haag, 2003.

• Interdepartementaal Beleidsonderzoek 2002-2003 (IBO). De opvang verstopt, IBO Maatschappelijke opvang, Den Haag, 2003.

• Leeuwen-den Dekker, P. van, D. Heineke en L. van DoornAdviesrapport oriëntatiefase Centrale Toegang Utrecht. Utrecht: NIZW, 2003.

• Leeuwen-den Dekker, P. van en D. HeinekeAdviesdocument Begeleid Wonen Passade. Utrecht: NIZW, 2003.

• Leeuwen-den Dekker, P. van en D. HeinekeHet 8-fasenmodel. Planmatig werken in de maatschappelijke opvang. Utrecht: NIZW, 2004.

• Lourens, J. e.a. Verkommerden en verloederden. Een onderzoek naar de omvang en de aardvan de groep in Nederland. Leiden: Research voor Beleid, 2002.

• Provincie Gelderland In de steigers, Het Gelders convenant Maatschappelijke Opvang enVrouwenopvang, PsyGe-reeks nr.21, Arnhem, 2001.

• Provincie GelderlandDagboek in de open lucht. Portretten uit het Gelderse straatleven. Arnhem: 2004.

L I T E R A T U U R 33

Page 34: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

34 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

• Provincie GelderlandGelderse strijd tegen dakloosheid. CD-ROM van het projectteam dakloosheiden ‘GIDz’. Arnhem: 2004.

• NIZWVademecum Opvang 2004/2005. Utrecht: NIZW, 2004.

• PvdA-fracties Eerste Kamer en Tweede KamerIedereen onderdak in 2007. Waarom niemand in 2007 nog tegen zijn zin opstraat hoeft te slapen. Zwolle, 2003.

• Raad voor de Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO)Kwetsbaar in kwadraat. Krachtige steun aan kwetsbare mensen. Advies 16.Den Haag: SDU, 2001.

• Reinking, D., e.a.Daklozen in Den Haag: onderzoek naar omvang en kenmerken van depopulatie. Utrecht: Trimbos-instituut, 2001.

• Splunteren, P. van, e.a.Doorbreken met resultaten. Verbetering van de patiëntenzorg met deDoorbraakmethode. Utrecht: CBO, 2003.

• Weijenburg, H.M. en F.H. Kamsteeg; Geschakeld beleid, Over de rol van de provincies in de zorg en het socialedomein, Arnhem: Provincie Gelderland, 2003.

• Werkgroep Corporaties & OpvangPreventie en begeleiding bij het wonen, Federatie Opvang en Aedesvereniging voor woningcorporaties, 2003.

• Wolf, J., A. Elling en I. de GraafMonitor Maatschappelijke Opvang. Deelmonitoren Vraag, Aanbod enGemeentelijk Beleid. Utrecht: Trimbos-instituut, 2000.

• Wolf, J. e.a.Op achterstand, Een onderzoek naar mensen in de marge van Den Haag.Utrecht: Trimbos-instituut, 2002.

Page 35: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

35

Bijlagen

Page 36: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

36 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Bijlage 1 Aanvalsplan in één oogopslag

Deelp

roje

cten

van

de p

rovin

cie

Inte

rste

deli

jke

uit

wis

seli

ng

Zu

tph

en

Tiel

Riv

iere

nla

nd

Nij

meg

en

Hard

erw

ijk

Ed

e

Do

eti

nch

em

Arn

hem

Ap

eld

oo

rn

Algemeen

Registratie & Monitoring

Effectmeting

Ketensamenwerking / OGGZ-coördinatie

OGGZ-vangnetteam zorgmijders & casemanagem.

Dagbesteding en werk

Versterking positie daklozen /empowerment

Cliëntparticipatie maatschappelijke opvang22

Zwerfjongeren

Vrouwenopvang

Regierol

Ondersteuning regiogemeenten

Potentieel daklozen

Risico- & multiprobleem-jongeren

Preventie algemeen

Preventieve woonbegeleiding

Versterking OGGZ-melding & vroeginterventie

Resocialisatie gedetineerdeveelplegers

Huisbezoeken

Voorkomen Huiselijk Geweld

P

P

P

P

D

P

P

P

O

A

A

P

D

A

A

A

P

P

O

P

O

O

U

P

P

P

D

P

P

U

P

A

P

D+A

A

P

P

P

O

P

P+A

O

O

P

P

P

D

D

D

D

D

P23

Page 37: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

37

Deelp

roje

cten

van

de p

rovin

cie

Inte

rste

deli

jke

uit

wis

seli

ng

Zu

tph

en

Tiel

Riv

iere

nla

nd

Nij

meg

en

Hard

erw

ijk

Ed

e

Do

eti

nch

em

Arn

hem

Ap

eld

oo

rn

Recent daklozen

Tijdelijke opvang / crisisopvang

Vrouwenopvang

Feitelijk Daklozen

Dagopvang

Dagopvang (dranklokaal)

Medische behandeling met heroïne

Nachtopvang

Opvang verslaafde daklozen

Vermindering overlast

Multifunctioneel Centrum(leefsituatie verbeteren)

Residentieel daklozen

24 uurs-wonen (sociaal pension en beschermd)

Opvang psychiatrische ex-delinquenten

Beschermd Wonen

Doorstoombevordering instellingen

Ex-daklozen

Begeleid (Zelfstandig) Wonen - huurwoningen

Onconventioneel (substandaard) Wonen

O

A+P

P

A

O

A

A

A

A

A

P

P

P

P

P

P

P

P

P

P

P P

O

P

P

A+P

P

O

O G+A

P

P

P = Provinciale middelen (in GSO-kader of anderszins)

D = Deelprojecten (financiering provincie)

A = Andere middelen (doeluitkering vanuit Rijk of GSB – eigen gemeentelijk – AWBZ – fondsen)24

O = Project is in onderzoek (inhoudelijk en/of de subsidiering)

U = Project is inmiddels sinds 2004 in uitvoering

Page 38: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

38 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

VoorzitterDrs. Harry Weijenburg (Provincie Gelderland)

SecretarisMarina van Paassen (Provincie Gelderland)

LedenDrs. Anja van der Aa (Stichting Ketennetwerk)Drs. Ed de Boer25 (Gemeente Nijmegen)Symone de Bruin (Gemeente Apeldoorn)Maurice Custers (Nijmeegs Daklozen Overleg)Marianne van Duijn (GGZ Groep Europoort Istia)Wim Foppen (Arcuris, Raad van Bestuur)Reggie Heim (Dagopvang voor verslaafden)Jan Jans (Gemeente Arnhem)Kitty Penninga (Penninga Management)Ir. Vera Spronk (Provincie Gelderland)Drs. Anne de Vries (Provincie Gelderland)Prof.dr. Judith Wolf (Radboud Universiteit Nijmegen / Trimbos Instituut)

Bijlage 2 Samenstelling van de begeleidingscommissie Aanvalsplan

Page 39: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

De vier eisen voor het AanvalsplanDe provincie heeft het NIZW gevraagd om in 2004 een Aanvalsplan op te stellenmet bouwstenen voor het concretiseren van de provinciale inspanning in de strijdtegen dakloosheid. Het NIZW had daarbij te maken met vier provinciale eisen:

1. Munitie voor de GSO-stadscontractenHet Aanvalsplan moest input leveren voor de stadscontracten die de provincieeind 2004 met de acht afzonderlijke steden afgesloten heeft in het kader van detweede GSO-periode (2005 – 2007)

2. Een brede benaderingDe provincie wilde een brede benadering, dat wil zeggen dat het Aanvalsplanniet alleen op de doelgroep feitelijk daklozen, maar ook de andere vier groepenbetrekking moest hebben.

3. Aansluiten bij de lokale situatieEen eis van de provincie was om bij de opstelling van het Aanvalplan deverschillende samenwerkende partijen te betrekken. In de acht steden zijn veleinstellingen en organisaties betrokken bij de aanpak van dakloosheid: met name,maatschappelijke opvang, GGZ, verslavingszorg, GGD, politie, woningcorporaties,zorgverzekeraar, AMW en de gemeente. En natuurlijk de daklozen en hun belan-genorganisaties.

4. Betrekken van de daklozenBij het maken van beleid voor dakloosheidsbestrijding moet niet alleen óver dedaklozen gesproken worden, maar vooral ook mét de daklozen. De provinciehecht zwaar aan het horen van de stem van daklozen zelf.

Voor het opstellen van dit Aanvalsplan heeft het NIZW diverse activiteitenondernomen; vooral activiteiten voor en met de belangrijkste betrokkenen:daklozen, samenwerkingspartners uit diverse sectoren, ambtenaren, wethoudersen gedeputeerden. Het NIZW heeft de volgende voorbereidende activiteitenuitgevoerd:1. Overleggen met de begeleidingscommissie2. Schrijven van een startnotitie3. Raadplegen van daklozen in de acht GSO-steden4. Organiseren van een sleutelfigurenbijeenkomst in alle acht GSO-steden5. Overleggen met portefeuillehouders GSO in de acht GSO-steden6. Adviseren aan de provincie inzake de aandacht voor dakloosheidbestrijding

in de Meerjarenplannen van de steden26.

B I J L A G E 3 39

Bijlage 3 De activiteiten van het NIZW

Page 40: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

40 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Zes hoofdactiviteitenWe zullen de zes activiteiten kort langslopen.

1. BegeleidingscommissieDe provincie heeft een Begeleidingscommissie samengesteld met vertegenwoor-digers van de drie grootste steden, daklozenorganisaties, maatschappelijkeopvang en provincie. Ook namen experts op het gebied van maatschappelijkeopvang, ketensamenwerking en GGZ zitting (zie bijlage 2).De begeleidingscommissie is zes keer bijeengeweest en heeft onder meergeadviseerd over de opzet van het project, de startnotitie, de communicatie metportefeuillehouders in de steden en de inhoud van het Aanvalsplan.

2. StartnotitieIn juni 2004 is er een startnotitie ter voorbereiding van de sleutelfigurenbijeen-komsten (zie punt 4) die het NIZW in samenwerking met de provincie Gelderlandorganiseerde. De doelgroep van de daklozen is daarin gedefinieerd en onder-verdeeld in vijf subdoelgroepen: potentiële daklozen, recent daklozen, langdurigfeitelijk daklozen, residentiele daklozen en ex-daklozen. Verder gaf de startnoti-tie op basis van literatuur en landelijke onderzoeken overzichten van het aanbodvoor daklozen, relevante landelijke ontwikkelingen, knelpunten en oplossingen.De startnotitie konden de sleutelfiguren gebruiken om inspiratie en ideeën op te doen, om nog eens na te gaan of de landelijke ontwikkelingen en landelijkekennis ook bruikbaar zijn voor de aanpak van dakloosheid in de eigen stad.

3. DaklozenraadplegingDe provincie heeft een apart deelproject opgezet om in samenwerking met dak-lozen zelf aan de slag te gaan met de verbetering van de positie van daklozen:STEM. Dit deelproject voorziet onder meer in activiteiten om het imago vandaklozen te verbeteren, hen te vragen adviezen te geven ten aanzien van aanpaken beleid en de belangenbehartiging te versterken (zie ook bijlage 6).Ook in het kader van het opstellen van het Provinciaal Aanvalsplan was hetbelangrijk de opvattingen van daklozen zelf te horen. Vandaar dat er in juni 2004tientallen daklozen geïnterviewd zijn, verspreid over de acht steden en over deverschillende doelgroepen. De daklozen hebben knelpunten benoemd en bruik-bare tips naar voren gebracht (zie bijlage 4).

4. SleutelfigurenbijeenkomstenPer GSO-gemeenten organiseerde het NIZW een actieve uitwisselingsbijeenkomstvoor sleutelfiguren in de 2e helft van juni 2004. De sleutelfiguren zijn de contact-personen in de vele verschillende instellingen, organisaties en steden, die zich opde een of andere manier bezig houden met de strijd tegen dakloosheid: hetterugdringen van dakloosheid door preventie en herstel (door- en uitstroom)alsmede het verbeteren van de kwaliteit van leven van daklozen. De sleutelfigu-ren zijn centrale contactpersonen die van de hoed en de rand weten. Die verder

Page 41: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

kunnen kijken dan hun eigen sector lang is. Die een breed zicht hebben op uit-voering en beleid.Op de bijeenkomsten kwamen zeven tot twaalf sleutelfiguren. Zij waren afkom-stig van de gemeente, de GGD, de maatschappelijke opvang, de verslavingszorg,de GGZ, welzijnsorganisaties, de politie, woningcorporaties en zorgkantoren.Centrale vragen in de bijeenkomsten waren: • Hoe verloopt de strijd tegen dakloosheid in de stad?• Welke knelpunten zijn daarbij het meest urgent en oplosbaar?• Op welke wijze moeten we de belangrijkste thema’s aanpakken? Waar liggen

de grootste kansen?

De sleutelfiguren prioriteerden de knelpunten op urgentie en oplosbaarheid. De top 5 van knelpunten diepten zij verder uit met oplossingsmogelijkheden. Zo ontstonden er vijf kansrijke verbeterthema’s (zie bijlage 5). Van alle achtbijeenkomsten is een verslag gemaakt, waarna de aanwezigen en ook de niet-aanwezigen ruime gelegenheid gekregen hebben om aanvullingen en reacties te geven.

5. Stedentour (overleg met wethouders)Medewerkers van respectievelijk de dienst REW (Ruimte, Economie en Welzijn)van GSO (Gelders Stedelijk Ontwikkeling) en het NIZW hebben alle acht stedenbezocht en gesproken met collegeleden en ambtenaren. Met hen is het volgendedoorgenomen:• De resultaten van de daklozenraadpleging en de sleutelfigurenbijeenkomsten• De voornemens van de steden om in het kader van GSO plannen uit te voeren

op het gebied van dakloosheidsbestrijding• Suggesties van het NIZW om met de meest kansrijke verbeterthema’s aan de

slag te gaan• De verdere stappen in het GSO-traject

Uit de gesprekken kwam duidelijk naar voren dat de steden veel belang hechtenaan de aanpak van dakloosheid en daarbij provinciale ondersteuning toejuichen.Gezamenlijk is gekeken naar goede aanknopingspunten voor stedelijk beleid.

6. Adviseren aan de Gedeputeerde GSO-beleidHet NIZW heeft de Gedeputeerden geadviseerd over de bijdragen van deverschillende stedelijke programma’s aan de strijd tegen dakloosheid.

B I J L A G E 3 41

Page 42: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

42 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

De NIZW-activiteiten in samenhang

De provincie Gelderland heeft de ambitie om onder andere door middel van GSO-beleid de dakloosheid in de provincie aan te pakken

terugdringing van dakloosheideen betere kwaliteit van leven bij daklozen

minder overlast

DeelprojectZwerfjongeren

DeelprojectRegistratie &Monitoring

DeelprojectAanvalsplan

DeelprojectSTEM

DeelprojectDe KetenVerbeterd

2. StartnotitieNIZW

3. Raadpleging daklozen

4. Bijeenkomsten sleutelfigurenWelke verbeterthema's zijn het meest urgent en

kansrijk?

5. StedentoerOverleg met wethouders

6. Advies aan Gedeputeerden

1.Begeleidings-

commissie

GSO-trajectAlle steden

schrijven meerjarigeplannen.Na beoor-deling en

selectie sluitde provinciecontracten af

t.a.v. de tefinancieren

programma's

Aanvalsplan tegen Dakloosheid 2005-2007Provincie ondersteunt programma's en projecten in de acht GSO-steden

Provincie stimuleert daarbij bovenlokale samenwerkingProvincie continueert vijf provinciale projecten

Project Gelderse Strijd tegen Dakloosheidmet vijf deelprojecten

Toelichting• Met de ambitie Terugdringing van dakloosheid wordt gekozen voor een brede

insteek, waarvan de ambitie van GS (geen daklozen tegen hun wil op straat)onderdeel is. Het komt er op neer dat de provinciale inspanningen moeten leidentot vermindering van het aantal daklozen, zowel op straat, als in de verschillendeopvang- en woonvoorzieningen.

• Vanaf 2005 heeft de provincie het deelproject Aanvalsplan vervangen door hetdeelproject Dagbesteding voor Daklozen.

Page 43: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Over het thema dakloosheid en de aanpak er van wordt in de steden en deprovincie veel gesproken. Er zijn veel mensen bij betrokken: hulpverleners,managers van instellingen, bestuurders van gemeenten en de provincie, verte-genwoordigers van andere instellingen. Ondanks alle goede bedoelingen, blijktdat er in veel gevallen vaak meer over de daklozen gesproken wordt dan met dedaklozen. De provincie Gelderland heeft dat gesignaleerd en heeft in een aantaldeelprojecten van de Gelderse strijd tegen dakloosheid de daklozen nadrukkelijkbetrokken. Er is zelfs een deelproject opgezet met de naam ‘STEM’. Dit deelpro-ject wil de positie van de daklozen versterken.Bij de totstandkoming van het Aanvalsplan heeft de provincie ook laten wetensterk te hechten aan medewerking van daklozen zelf. Twee van de leden van debegeleidingscommissie van het Aanvalsplan participeerden vanuit het cliënten-perspectief.Bovendien heeft het NIZW gedurende twee weken via hulpverleningsinstellingencontacten gelegd met 38 daklozen in de acht GSO-gemeenten en hen gevraagdnaar knelpunten en oplossingen in het daklozenbeleid in hun gemeente. De 38geraadpleegde daklozen kunnen in de volgende categorieën onderverdeeldworden:• Recent daklozen (11%)• Langdurig feitelijk daklozen (42%)• Residentieel daklozen (18%)• Ex-daklozen (21%)• Zwerfjongeren (8%)

Vrijwel alle benaderde daklozen waren zeer coöperatief in het weergeven vanhun mening en ook in het spontaan vertellen van een deel van hun leven enlevensloop. Hieronder volgen de bevindingen van de daklozenraadpleging: de hoofdproblemen, de belangrijkste vijf verbeterthema’s en opmerkingen overzichzelf en hun toekomst.

HoofdproblemenDe hoofdproblemen die aan de basis stonden van de dakloosheid van deondervraagden:• Schulden (34%)• Verslaving (24%)• Psychische problemen (21%)• Relationele problemen (16%)• Weglopen uit institutie (5%)

SchuldenHet blijkt dat het hebben van schulden vaak een belangrijke factor was in hetverliezen van huisvesting.

B I J L A G E 4 43

Bijlage 4 De resultaten van de daklozenraadpleging

Page 44: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

44 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

“Ik werd dakloos door een huurachterstand van drie maanden”. “In 1999 ging mijn bedrijf over de kop en toen kwam ik zwaar in de schulden”.Een dakloze geeft aan dat het belangrijk is dat hulpverleners er op tijd bij zijn,voordat er door de schulden een huisuitzetting volgt.“Was er voordat de deurwaarder kwam, maar een hulpverlener aan de deur ge-weest.”En door schulden kunnen cliënten ook moeilijker werk krijgen en doorstromennaar reguliere huisvesting. Ook omdat de schulden hen blijven achtervolgen. Het is moeilijk om schoon schip te maken.“Altijd als ik weer werk en een kamer had, kwamen de schuldeisers weer achterme aan. Ik vluchtte steeds naar een andere stad. Werken heeft dus geen zin”.“Ik heb € 12.000 schuld en daar kom ik nooit meer van af. Het is gebeurd metmij”. “Bijna niemand kan het aflossen van schulden opbrengen”.

VerslavingVerslaving aan drugs of alcohol was bij een kwart van de respondenten debelangrijkste reden van de dakloosheid. Veel andere respondenten gingen,eenmaal dakloos geworden, allerlei soorten middelen gebruiken.“Als verslaafde dakloze voel ik me afgeschreven”.“Ik geloof dat ik de hoogste dosering methadon van de hele regio krijg”.

Psychische problemenDiverse daklozen hebben te maken gehad met de GGZ, hetzij ambulant, hetzijintramuraal. Op de een of andere manier hebben velen die contacten verloren.“Ik heb ADHD en een borderlinesyndroom”.“Ik ben een ambulant psychiatrisch patiënt met een depot”.

Relationele problemenDe relationele problemen waren er nooit alleen. Altijd was er een samenloopmet verlies van werk of het aan de drank raken:“Na mijn scheiding werd ik werkloos en raakte ik aan de drank”.“Ik ben het huis uitgevlucht na het stalken en intimideren door mijn ex”.

De belangrijkste verbeterthema’s volgens de daklozenDe respondenten is gevraagd naar de knelpunten die zij zien in de aanpak vandakloosheid in hun gemeente en ook naar mogelijke oplossingen. Tussen haakjesstaat het percentage van de respondenten die het thema (uit zichzelf) genoemdhebben.1. Persoonlijke, continue benadering door hulpverleners (47%)2. Dagbesteding en werk (39%)3. Kamers, kleine woningen of substandaard wonen (28%)4. Keuze tussen verschillende soorten voorzieningen (differentiatie) (26%)5. Openingstijden dag- en nachtopvang (21%)

Page 45: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

We zullen de resultaten van deze daklozenraadpleging bespreken aan de handvan de belangrijkste vijf thema’s die daklozen zelf naar voren brengen.

1. Persoonlijke, continue benadering door hulpverlenersRuim de helft van de daklozen spreekt over de wijze waarop hulpverleners henbenaderen of zouden moeten benaderen. Er zijn daklozen die hun hulpverlenersecht waarderen. Zij waarderen dan vooral de bekendheid, de vertrouwdheid meteen vaste hulpverlener. Maar de helft vindt dat de hulpverleners tekort schieten.Zij missen juist de vertrouwdheid, datzelfde gezicht die niet steeds naar anderendoorverwijst, maar samen met de cliënt aan de slag gaat. En wat betreft deze persoonlijke benadering noemen ze de volgende vierelementen:

Er-zijn en luisterenDe daklozen hebben veel behoefte aan een luisterend oor, aan een hulpverlenerdie de tijd neemt voor hun persoonlijke verhaal, die present is. Diverse daklozenmissen het persoonlijke contact, anderen hebben het beter getroffen.“Sommige hulpverleners verschuilen zich op hun kantoor. En zijn ze met hunadministratie bezig. Ze zijn bang dat je ze iets vraagt, omdat ze niet weten watze ermee aan moeten”.“Hulpverleners moeten meer respect hebben en luisteren. Dat geldt ook voor depolitie”.“Ik vind het belangrijk dat werkers er echt zijn en interesse tonen”.

Actieve benaderingNaast persoonlijke continuïteit is men ook gesteld op een actieve benadering vande hulpverlening. “Ze moeten daklozen binnen een jaar de opvang uit krijgen, anders komen ze ernooit meer uit”.“Ik heb iemand nodig die me motiveert”.Verscheidene daklozen vinden hulpverleners te passief. Hulpverleners zoudenniet alleen meer kunnen doen (bijvoorbeeld zaken regelen), maar ook de daklo-zen meer achter de broek aan zitten, hen uit die ziekmakende passiviteit halen.“Ik zat maar een beetje op mijn kamer te zitten en niemand die me vroegwaarom dat was. Ik had een schop onder mijn kont nodig”.“Het is hier alleen maar pappen en nathouden”.“Als ze mensen niet aanspreken (positief of negatief) leren ze niets. Je moet zeprikkelen”Daarbij gingen sommige respondenten nog veel verder. Zij staan een veel drin-gender en verplichtende benadering voor. Zij vinden de opvang veel te toleranten te veel gedogen, waardoor de daklozen zich niet leren aan te passen aan deomgeving en daardoor ook veel moeilijker van de straat af kunnen komen.“Er is hier totaal geen structuur en dat is niet goed”.“Ze zouden iedereen moeten verplichten om te douchen, want je ligt met z’nallen op zaal”.

B I J L A G E 4 45

Page 46: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

46 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

“Haal de mensen onmiddellijk van de straat. Verplicht. Dat geeft hen paskansen!”Voor een klein deel van de respondenten zijn er juist minder regels nodig. Zij vinden de hulp juist te kinderachtig of te betuttelend. “Daklozen kunnen een heleboel zelf regelen, bijvoorbeeld nachtopvang inzelfbeheer”.Er zijn dus drie benaderingen genoemd: actieve motivering, verplichting endrang en zelfbeheer met een beperkt aantal regels.

ContinuïteitDaklozen zien vaak verschillende hulpverleners langskomen, die allemaal eenbeetje en ook tijdelijk begeleiden. Er is een behoefte aan één vaste, vertrouwdebegeleider, die ook voor een langere periode beschikbaar is.“Ik heb geen vaste begeleider. Ze verbinden zich niet aan de mensen”. “Ik zou wel één iemand willen, voor al mijn zaakjes”“Ik wou dat er, toen ik dakloos werd, iemand had klaargestaan en bleef tot hetniet meer nodig was.”

Professionele benaderingOok trekken sommige daklozen openlijk de kennis en vaardigheden van hulpver-leners in twijfel.“De hulpverleners in de opvang hebben geen kennis over verslaving en helpenme ook niet om de juiste stappen te zetten. Ik word niet begrepen”. “Ze slaan steeds de plank mis. Hulpverleners kunnen niet overweg met emotione-le zaken”.

2. Dagbesteding en werkEen eyeopener bij de interviews was het sterke pleidooi van de daklozen om veelmeer werk voor daklozen te regelen. “Er zijn meer activiteiten nodig voor daklozen”. “Daklozen willen heus wel wat, geef ze werk en regelmaat. Geef ze een kans”. De passiviteit, het niets doen, het hangen op straat of in de opvang is voor heneen bron van ergernis, waar ze niet zelf uit kunnen komen. “Mensen op straat vervelen zich en dan krijg je problemen”. De respondenten die werk hadden beleefden dat als zeer positief. Ze voeldenzichzelf er meer waard door. “Het werk bevalt me goed. Je draait weer een beetje mee in de maatschappij”. Meestal was dat werk door hulpverleners geregeld. Maar de meeste daklozenhebben geen werk of dagbesteding. Dat komt voor een deel door hun proble-men. “Door mijn methadongebruik lukte het me niet om werk te krijgen”.“Ik durf niet te werken; ik ben bang dat de deurwaarder op mijn werk komt”. Voor een ander deel komt dat door stigmatisering.“Als je het stempel van dakloze hebt, kom je nooit meer aan het werk, deurengaan dan dicht”.

Page 47: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

3. Kleine woningen, kamers of substandaard woningenVeel van de daklozen die in laagdrempelige opvang wonen of in een 24-uurs-voorziening zeggen daar wel weg te kunnen en willen, maar wijzen op hetgebrek aan doorstroommogelijkheden. Het komt voor dat er daklozen in eenvoorziening verblijven die helemaal toe zijn aan een meer zelfstandige woon-ruimte. Daarbij spreken ze over drie aspecten. In de eerste plaats vinden ze dat er meer kleine en goedkope woningen ofkamers beschikbaar zouden moeten komen. En daarbij stellen ze geen hogeeisen. Sommige respondenten zeggen dat ze aan een caravan of een tuinhuisjevoldoende hebben.“We hebben meer kraakpanden nodig”. “Een kennis van me woont sinds kort in een oud pand van de bank. Hij huurtdaar een kamer van 4x17 meter voor € 150,-. Dat zou ik ook wel willen”. “Ik wou dat er een officieel daklozenkamp zou zijn, een plekje waar een daklozekan leven”.Ten tweede vinden ze dat doorstroming meer stapsgewijs zou moeten plaats-vinden. De ex-dakloze niet direct loslaten, maar nog enige nazorg bieden. “Er zijn meer plekken begeleid wonen nodig om mensen sneller uit het socialepension te laten doorstromen”.“Als ik de drang heb om buiten te slapen, ga ik op mijn balkon liggen. Dus eenbalkon is heel belangrijk voor daklozen die weer een woning hebben”.Tenslotte is het niet voor iedereen haalbaar om geheel zelfstandig te wonen. Er zijn ook daklozen die nadrukkelijk met anderen willen wonen. “In de toekomst wil ik met andere mensen wonen, niet alleen”.

4. Keuze tussen verschillende voorzieningenVeel respondenten spreken over het belang van maatwerk. In de opvang is datvaak niet mogelijk, dan is er meer een groepsgerichte benadering, waardoor dehulpverleners niet toekomen aan gerichte hulp. “Mensen verschillen, dus hulp moet individueel zijn. Nu gooien ze iedereen opéén hoop”. “Het probleem met de opvang is dat samenleven met zoveel anderen”. Daarom wordt er gepleit voor meer differentiatie in voorzieningen, waardoorverschillende doelgroepen apart begeleid kunnen worden. In de eerste plaatszouden de doelgroepen verslaafden en de niet-verslaafden gescheiden moetenworden volgens een aantal respondenten. “Als gewone daklozen hier komen gaan ze al snel gebruiken. Er wordt hiernamelijk gedeald. Je moet die groepen scheiden”. Ten tweede geldt dat ook voor gemotiveerden van de niet-gemotiveerden. “Als ze nu eens de gemotiveerden in een andere groep zouden plaatsen dana de ongemotiveerden, dan zouden die gemotiveerden veel verderkomen,bijvoorbeeld van de drugs afraken”. “Je moet het kaf van het koren scheiden”.

B I J L A G E 4 47

Page 48: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

48 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

5. Openingstijden dag- en nachtopvangDe laagdrempelige opvangvoorzieningen hebben beperkte openingstijden. De dagopvang alleen overdag en de nachtopvang ‘s avonds en ‘s nachts. Van denachtopvang kan men meestal niet dag-in dag-uit gebruik maken. “Je moet hier om 9.15 uur wegwezen en mag er pas 19.00 uur weer in. Dan moetje dus al die tijd de straat op”.“Ik moet als ik van mijn werk kom een paar uur wachten eer ik de opvang in kanen mezelf kan douchen”. Soms is er een regeling dat een cliënt een beperkt aantal nachten achter elkaarmag komen en daarna weer een paar nachten moet wachten. “Die 7-nachten-regeling is heel vervelend. Je bent steeds bezig met het zoekenvan onderdak”. In sommige centrumgemeenten is de nachtopvang niet in het weekend open.

Over zichzelf en de toekomstDaklozen denken na over hun situatie en de toekomst. Sommigen zien detoekomst zeer somber tegemoet. “Als er iets tegenzit, pak ik mijn boeltje en ga maar de straat op. Dat went wel”.“Als er niets verandert kom ik in de gevangenis. Ik wil soms wel dood zijn”.Velen zien duidelijk lichtpuntjes en hopen op een betere toekomst. “Als ik maar weer een woning heb, dan zal het goed gaan. Ik ben niet bang omterug te vallen”. “Over twee jaar wil ik een vaste baan hebben, een relatie en cocainevrij zijn”. Daarbij hebben zij goede voornemens.“Ik wil meer inzicht in mezelf krijgen, het wiet roken afleren en aan mezelfwerken”. “Ik ga binnenkort naar een psychiatrische inrichting om af te kicken en eenbehandeling te ondergaan”.“Ik wil af van de methadon en dat ga ik doen met het Afrikaanse wortelextractIboga”.

Voor meer informatie over het dagelijkse leven van de Gelderse daklozen, hunproblemen en hun verwachtingen heeft de provincie het Dagboek in de open-lucht, portretten uit het Gelders straatleven gepubliceerd (2004).

Page 49: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

InleidingDe provincie wil in de periode 2005-2007 investeren in de strijd tegen dakloos-heid. Belangrijke vragen waren: • Op welke thema’s zouden we ons vooral moeten richten?• Welke projecten zijn kansrijk in het licht van de provinciale ambitie?

Om daar achter te komen heeft het NIZW per stad daklozen geraadpleegd (ziebijlage 4), een sleutelfigurenbijeenkomst georganiseerd en het meerjarenontwik-kelingsprogramma (MOP) bestudeerd. In deze bijlage starten we met het be-schrijven van het verloop van de sleutelfigurenbijeenkomsten. Daarna geven weper stad de resultaten van respectievelijk de sleutelfigurenbijeenkomst, de daklo-zenraadpleging en de analyse van de stedelijke plannen (MOP’s), in zoverre diedirect of indirect betrekking hadden op de dakloosheidsbestrijding.

SleutelfigurenbijeenkomstenBehalve de daklozen zijn ook de sleutelfiguren geraadpleegd. In elke stad zijnvele tientallen mensen dagelijks aan de slag met de opvang, de begeleiding ende zorgverlening van daklozen. En met het ontwikkelen van beleid en het makenvan plannen. Beleidsmakers en uitvoerenden zijn onmisbaar bij het maken vanaanvalsplannen, hetzij op instellingsniveau, hetzij op gemeentelijk niveau, hetzijop provinciaal niveau. Omdat het logistiek ondoenlijk is om alle beleidsmakers enuitvoerenden te horen, hebben we er voor gekozen om zogenaamde sleutel-figuren te benaderen, centrale contactpersonen die van de hoed en de randweten. Die verder kunnen kijken dan hun eigen sector lang is. Die een breedzicht hebben op uitvoering en beleid.Met hen hebben we per stad om de tafel gezeten om op een actieve, creatieveen constructieve wijze niet alleen verbeterthema’s te inventariseren. Kansrijkeverbeterthema’s die de kwaliteit van de aanpak van dakloosheid een impulskunnen geven. Verbeterthema’s waarvoor bijna altijd de samenwerking metmeerdere partners nodig is. Verbeterthema’s waarbij de provincie financiële enprocesmatige ondersteuning zou kunnen bieden.

Er zijn acht sleutelfigurenbijeenkomsten geweest, acht dagdelen, waarbij gemid-deld tien sleutelfiguren bij aanwezig waren, afkomstig van de gemeente, demaatschappelijke opvang, de GGZ, de GGD, de verslavingszorg, het zorgkantoor,de politie, de woningcorporatie, een cliëntenorganisatie en het AMW. Ook deprovincie was vertegenwoordigd. De bijeenkomsten vonden plaats op het pro-vinciehuis te Arnhem, in aanwezigheid van medewerkers van de provincie. Bij deorganisatie van de bijeenkomsten heeft het NIZW ondersteuning gehad van hetbedrijf Crealogic BV. Via brainstorming, prioritering en clustering (in tweetallenper laptop) werden uiteindelijk per stad een top 5 van verbeterthema’s samen-gesteld en ook nader uitgewerkt. Van de bijeenkomsten zijn verslagen gemaakt.In deze bijlage staat voor elke stad de top 5 van verbeterthema’s weergegeven

B I J L A G E 5 49

Bijlage 5 Verbeterthema’s per stad

Page 50: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

50 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

DaklozenraadplegingIn bijlage 4 worden de algemene resultaten van de daklozenraadpleging weerge-geven. In deze bijlage 5 staan per stad de meest belangrijke en veelvoorkomendeopmerkingen van daklozen beschreven. Omdat het meestal om enkele daklozengaat (4 tot 6) zijn de opmerkingen per stad niet representatief, maar bieden zijwel aanknopingspunten om het perspectief van de daklozen te verhelderen.

Meerjarenontwikkelingsprogramma’s (MOP’s)Alle acht GSO-steden hebben een MOP opgesteld met programma’s voor hetsociale, het fysieke en economische domein. In de meeste MOP’s kwam deaanpak van dakloosheid, als onderdeel van het sociale domein, uitvoerig aan de orde. Voor de provincie was dat een reden om programma’s met daarin ditthema te financieren vanuit het GSO-kader.

De overzichtstabellen per stadDe volgorde van de besprekingen van verbeterthema’s per stad is:• Apeldoorn• Arnhem• Doetinchem• Ede• Harderwijk• Nijmegen• Tiel • Zutphen

ToelichtingPer stad is er een tabel. In de vier kolommen vindt u de verbeterthema’s van desleutelfiguren, van de daklozen en van de steden zelf (in hun meerjarenplannen).Eerste kolom: de naam van het verbeterthema.Tweede kolom: de prioriteiten van de sleutelfiguren (top 5).Derde kolom: de verbeterthema’s genoemd door enkele daklozen.Vierde kolom de plannen en projecten die de gemeente vanaf 2005 wil gaanuitvoeren.Na de bespreking van elk overzichtstabel geven we een korte inhoudelijketoelichting en een korte conclusie.

Page 51: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingDe uitvoeringsplannen van Apeldoorn worden vanaf 2005 nader geconcretiseerd.Apeldoorn geeft daarbij prioriteit aan:• Capaciteitsuitbreiding• Kwaliteitsverbetering• Versterking van activiteiten in het kader van maatschappelijk herstel• Ketenbenadering

In Omnizorg komt mogelijk ook een behandeleenheid voor medische behande-ling met heroïne, overigens zonder financiering vanuit de brede doeluitkeringGSB van het Rijk.

ConclusieDe plannen zoals Apeldoorn die m.b.v. GSO-middelen wil gaan uitvoeren komengeheel overeen met de verbeterthema’s van de sleutelfiguren en gedeeltelijk metdie van de geraadpleegde daklozen.

B I J L A G E 5 51

De uitvoeringsplannen van Apeldoornvoor dakloosheidsbestrijdingin het meerjarenontwikkelingsprogramma 2005 – 2009

Apeldoorn

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Ketensamenwerking

Signalering potentieeldaklozen

Registratie, zicht op vraagen aanbod.

Persoonlijke en continuebegeleiding

Dagbestedings- en active-ringsmogelijkheden

Minder menging doel-groepen, differentiatie

Doorstroming en begeleidwonen

Ketenbenadering instroom, doorstroom en uitstroom (stadsbreed en op wijkniveau)

Preventieve aanpak (preventieve woonbegeleiding om huisuitzetting te voorkomen en de inrichting van zorgstructurenop wijkniveau)

Effectmeting en procesmeting t.b.v. verdere verbetering van hetaanbod

Sociale activering en dagbesteding

Huurwoningen t.b.v. uitbreiding capaciteit begeleid wonen(doorstroom)

Start Omnizorg in 2005 (een groot multifunctioneel centrum voor feitelijk daklozen en chronisch verslaafden, vaak incombinatie met ggz-problematiek. Omnizorg is resocialisatie-gericht en wordt georganiseerd door de GGZ, de Verslavingszorgen de maatschappelijke opvang. Omnizorg biedt tal van voor-zieningen voor opvang, wonen, begeleiding, behandeling, zorg,gebruikersruimte en dagbesteding) gecombineerd gehuisvest).

Ondersteuning regiogemeenten bij dakloosheidbestrijding

1

2

3

4

5

X

X

X

Page 52: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

52 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

De uitvoeringsplannen van Arnhemvoor dakloosheidsbestrijdingin het meerjarenbeleidsplan 2005 – 2008

Arnhem

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Persoonlijke en continuebegeleiding met voldoendeindividuele regie en bege-leidingstijd. Het is nu nogte kortdurend, versnipperden weinig integraal.

Toegankelijkheid schuld-hulpverlening

Signaleringsvermogen ensamenwerking ten aanzienvan potentieel daklozen

Goedkope woningen vooruitstroom uit de opvang.Woningmarkt meer toe-gankelijk door een soepelerurgentie- en toewijzings-beleid (daklozen staan vaak niet ingeschreven) en ontwikkelen onconven-tioneel wonen.

Dagbestedings- en active-ringsmogelijkheden.

Toegankelijkheid laag-drempelige opvang (ope-ningstijden en tarieven)

Vermenging van doel-groepen, te weinigdifferentiatie

Stigmatisering en imago-verbetering, voorlichtingover daklozen

Casemanagement wordt opgenomen in werkplanMaatschappelijke Zorg 2005

Aanpak schulden is opgenomen in werkplan MaatschappelijkeZorg 2003 – 2004

Formuleren van preventiebeleid

Onderzoek naar onconventionele woonvoorzieningen insamenwerking met woningcorporaties (substandaard wonen)

Dagbesteding is opgenomen in werkplan Maatschappelijke Zorg2003 – 2004

Realiseren nacht- en dagopvang voor dakloze, zeer problema-tische drugsverslaafden en twee inloopvoorzieningen voor deminder zwaar verslaafden

Verbetering doorstroming in de maatschappelijke opvang (o.a. andersoortige woonvoorzieningen)

Opvang psychiatrisch zieke mensen met een delinquenteachtergrond

Realiseren sluitende zorg en opvang voor zeer kwetsbaren

Ketenaanpak thuisloze jeugd

Extra plaatsen vrouwenopvang

Project voorkomen Huiselijk geweld, een meldpunt (wel opgenomen in de GSO-aanvraag)

Verminderen van overlast op straat (ketenmanagement, keten-aanpak drang en dwang, veelplegersproject, monitoring)

Versterken van gemeentelijke regierol

1

2

3

4

5

X

X

X

X

X

X

X

Page 53: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingDe gemeente Arnhem is de afgelopen jaren al vergevorderd in een ketenaanpak.Veel instellingen en organisaties werken al stevig samen en hebben daartoeduidelijke afspraken gemaakt. Dat is onder meer een resultaat van de uitvoeringvan het werkplan Maatschappelijke Zorg 2003-2004. In dat werkplan staan nogmeer projecten en ontwikkelpunten geformuleerd, waaronder dagbesteding enwerk, de toegankelijkheid van schuldhulpverlening en registratie/monitoring27. In het werkplan 2005 zal aandacht besteed worden aan ‘casemanagement:persoonlijke continue begeleiding’.

ConclusieDe plannen van Arnhem in de verschillende plannen (Meerjarenbeleidsplan 2005-2008 en de werkplannen Maatschappelijke Zorg komen goed overeen met deverbeterthema’s van de sleutelfiguren en de geraadpleegde daklozen. Arnhem isop veel fronten bezig met de strijd tegen dakloosheid.

B I J L A G E 5 53

Page 54: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

54 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

De uitvoeringsplannen van Doetinchemvoor dakloosheidsbestrijdingin het meerjarenontwikkelingsprogramma‘Boeiende bakens, lichtpunten voor de stad’

Doetinchem

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Sociale infrastructuur en ketensamenwerking

Differentiatie woonvoor-zieningen en door-stromingsmogelijkheden

Kennis over het ontstaanvan dakloosheid

Persoonlijke, continuebegeleiding, outreachenden cliëntvolgend

Preventieve interventie(signalerings-, meldings- en interventieteams)

Openingstijden nacht-opvang

Goedkope wooneenhedenvoor doorstroom

De gemeentelijke plannen zijn gericht op voorkomen van maat-schappelijke uitval, zowel ten aanzien van potentieel daklozen(preventie) als ten aanzien van feitelijk daklozen (doorstroomnaar vaste opvang en zo mogelijk naar zelfstandige huisvesting).Daartoe is een sluitende sociale infrastructuur met ketenvoor-zieningen voor daklozen noodzakelijk.

Opzet sociaal pension /begeleide huisvesting: Doetinchem is innauw overleg met instellingen en een woningcorporatie om heteen en ander op haalbaarheid te onderzoeken en verder teconcretiseren.

Doetinchem gaat na op welke wijze er meer gewerkt kan wor-den met casemanagement: vaste persoonlijke begeleiders tenaanzien van zowel potentieel daklozen als feitelijke daklozen.

Versterking van het OGGZ-meldpunt (meldpunt multiprobleem-situaties) en de mogelijkheden om snelle preventieve acties uit te voeren ten aanzien van dreigende huisuitzettingen, verwaar-lozende huishoudens en overlastsituaties. Daarbij wordt onder-zocht hoe dit meldpunt een functie kan vervullen t.a.v. de regio-nale aanpak huiselijk geweld.

Uitbreiding dagopvang tot 12 uur per dag, zeven dagen perweek. Daarmee sluiten de openingstijden naadloos aan op dievan de nachtopvang. Dit is al gerealiseerd per 1 juli 2004. Voordie tijd konden daklozen er gedurende vijf dagen per week zesuur per dag terecht. Overwogen wordt om de capaciteit van dedagopvang de komende jaren nog verder uit te breiden.Doetinchem overweegt verder om in de loop van 2005 denachtopvang met ongeveer tien plaatsen uit te breiden.

Inrichting dranklokaal bij de opvanginstelling STOOG. Dit drank-lokaal is een ruimte waar het daklozen toegestaan is om alcoho-lische consumpties te nuttigen en waardoor het voor hen nietmeer nodig is om een locatie te zoeken in het centrum vanDoetinchem. De in te richten ‘gebruikersruimte’ is niet alleenprettig voor de gebruikers, het is ook gericht op verminderingvan overlast in het Centrum.

Sluitende aanpak huiselijk geweld op basis van afspraken dieveldpartijen in 2004 hebben gemaakt. De provincie gaat dekosten van de projectleider financieren.

1

2

3

4

5

X

X

X

X

Page 55: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingAls het gaat om effectieve en haalbare oplossingen voor dakloosheid dan denkende sleutelfiguren in Doetinchem toch veelal aan preventie: op tijd signalerenmelden en interveniëren. Voorkomen dat mensen dakloos worden uit hun eigenthuis of uit een andere instelling (detentie of GGZ). Er voor zorgen dat mensenthuis kunnen blijven wonen door professionele ondersteuning (casemanagers) ofvrijwilligers (maatjes). Plannen op het gebied van sociaal kwetsbaren waarvoor geen GSO-middelenvrijkomen en vooralsnog niet direct uitgevoerd kunnen worden: • Oprichten Platform Vermaatschappelijking• Zicht krijgen op de behoefte aan welzijnsdiensten bij kwetsbare groepen• Huisbezoeken

ConclusieEr is veel overeenstemming tussen de speerpunten van daklozen, sleutelfigurenen de gemeente.

B I J L A G E 5 55

Page 56: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

De uitvoeringsplannen van Edevoor dakloosheidsbestrijdingin het meerjarenontwikkelingsprogramma‘Ede, vitaal, vernieuwend en veilig’

Ede

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Sociale infrastructuur,ketensamenwerking

Signaleringsvermogen ensamenwerking t.a.v. poten-tieel daklozen

Dagbesteding en activering

Overlast

Capaciteit in de verschillen-de opvangvoorzieningen Woonbegeleiding (staps-gewijs)

Meer kennis van en begripvoor daklozen (o.a. politie)

Preventie van schulden enschuldsanering

Nachtopvang in eigenbeheer (zie Utrecht enNijmegen)

Regionaal coördinatiepuntRegionale goed bereikbare meldings- en aanmeldingscentralet.a.v. multiproblem-cliënten met mogelijkheid van doorgeleidingnaar regionaal vangnetteam, die outreachende hulp kan biedenaan mensen die al dan niet (nog) zelfstandig wonen. Het bereikis 24 uur per dag per E-mail en per telefoon dagelijks van 10.00 –12.00 uur. Het een en ander in combinatie met de actuele over-zichten van het ontwikkelde registratie- en monitoringsysteem,waarbij alle instanties eenmaal per kwartaal een screeninguitvoeren van alle bij hen bekende cliënten. Planning: start eind 2004 en uitbouw 2005 – 2007

Streven is het inkopen van dagbestedingstrajecten voor 50 per-sonen alsmede een activiteitentrefpunt voor circa 100 personendraaideur- en multiproblem cliënten zorgsector en circa 300cliënten uitkeringsbestand. Het dagbestedingsaanbod kan bij-voorbeeld plaatsvinden in een zorgboerderij, een werkplaats ofcomputerruimten. De gemeente wil de resultaten van de diversedagactiviteiten sluitend kunnen volgen op individueel, doel-groep en regionaal niveau. Planning: aanbesteding in 2005 enuitvoering in 2006.

Sociale pensions/beschermde woonvormen en een centraal meld- en interventiepunt. Het betreft hier geadviseerde plannen:• Ombouwen van 10 plaatsen nachtopvang naar 34 plaatsen

verlengde opvang en 6 passantenplaatsen (december 2004)• Beschermd Wonen RIBW (24-uurs langdurig verblijf): uit-

breiding te Veenendaal van 22 naar 26 en te Wageningen van 24 naar 28. Begeleid Wonen RIBW (langdurig verblijf): 19 plaatsen te Ede (vanaf 2006).

• Zelfstandige woningen (voor ambulante woonbegeleiding): 39 wooneenheden erbij in Ede (periode 2006 – 20014) en 18 wooneenheden in de rest van de Valleiregio.

Voor de drie laatste type voorzieningen moet in 2005 en 2006overeenstemming bereikt worden tussen corporaties, instellingen en gemeenten.Tevens wordt gewerkt aan de instandhouding van een regionaalcentraal punt waar cliënten aangemeld kunnen worden en vanwaaruit een multidisciplinair team outreachende, coachendehulp kan gaan bieden aan zorgwekkende zorgmijders die al danniet zelfstandig wonen.

Integrale aanpak risicojongeren (uitbreiding straathoekwerk in bepaalde wijken met signalering, uitbreiding wijkgerichteintensieve gezinsbegeleiding en een nieuw project wijkgerichtejustitiële jeugdzorg).

1

2

3

4

5

X

X

X

X

X

X

Page 57: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingDe gemeente Ede heeft in het meerjarenontwikkelingsprogramma, tweemaatschappelijke opgaven geformuleerd met een directe link naar de bestrijdingvan dakloosheid: terugdringen van maatschappelijke uitsluiting en de sluitendeaanpak risicojongeren. Uitgangspunt daarbij is dat de eerste opvang regionaalgeorganiseerd wordt en vervolgvoorzieningen zoveel mogelijk en zo snel moge-lijk lokaal aanwezig zijn in de regiogemeenten (van herkomst).De gemeente Ede heeft voor de WERV/De Valleiregio28 verschillende projectenvoor ogen. Het betreft een samenhangend pakket van maatregelen gericht opresocialisatie van daklozen. De wens is om te komen tot een evenwichtigespreiding van voorzieningen. Zowel spreiding wat betreft type voorzieningen(passantenopvang, verlengde, tijdelijke 24-uursopvang, beschermd wonen,begeleid zelfstandig wonen) als geografische spreiding (voorzieningen in alleandere regiogemeenten). De aansturing van de diverse activiteiten (met uitzondering van de aanpakrisicojongeren) vindt plaats vanuit de stuurgroep OGGZ De Valleiregio.Hulpverleningsdienst Gelderland Midden (HGM) zal de uitvoering van hetregionaal coördinatiepunt ter hand nemen, alsmede de implementatie van hetreeds ontwikkelde monitorsysteem. Voor het dagbestedingprogramma vindt eind2004 een klein vooronderzoek plaats.De ambitie van Ede/Valleiregio is het beperken van de instroom en het verhogenvan de uitstroom met een nettoresultaat van 10% reductie van het aantal in hetregionaal registratiesysteem opgenomen personen in 2007 (van 540 naar circa490 personen). Doordat in plaats van de aangevraagde € 2 miljoen er € 1 miljoenbeschikbaar gekomen is, ziet Ede zich genoodzaakt de beoogde resultaten bij testellen, de projectaanpak te temporiseren en additionele subsidiestromenproberen te verwerven.

ConclusieEde wil veel gaan investeren in de strijd tegen dakloosheid en kiest daarbij vooreen brede aanpak zowel qua aanbod (gedifferentieerde woonvoorzieningen,preventie, dagbesteding, monitoring) als qua geografische spreiding (betrekkenvan regiogemeenten). De gekozen invalshoeken van Ede sluiten zeer goed aanbij de prioriteiten van de sleutelfiguren en gedeeltelijk bij de thema’s van degeïnterviewde daklozen.

B I J L A G E 5 57

Page 58: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

58 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

De uitvoeringsplannen van Harderwijkvoor dakloosheidsbestrijdingin het meerjarenontwikkelingsprogramma

Harderwijk

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Sociale infrastructuur, ketensamenwerking

Aansluiting van GGZ, GrootEmaus en detentie met op-vang, zorg en huisvesting

Dagbesteding en activering

Outreachende hulpver-lening voor zorgwekkendezorgmijders

Persoonlijke, continuebegeleiding

Openingstijden nacht-opvang

Woonvoorzieningen(sociaal pension en een-voudige kamers/woningen)

Ketensamenwerking in OGGZ-verband

Ketensamenwerking in relatie tot grote intramurale instellingen

In oktober is het project ‘bemoeizorg’ gestart.

Vormen van woonbegeleiding Verder onderzoekt Harderwijk in samenwerking met de relevan-te partners de mogelijkheden van vormen van begeleid wonen of kamertraining. Op basis van dit haalbaarheidsonderzoekmaakt Harderwijk een concreet projectplan.

1

2

3

4

5

X

X

X

X

Page 59: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingHarderwijk heeft een apart programma opgesteld ten aanzien van de aanpakvan dakloosheid, het programma ‘Opvang dak- en thuislozen’.

ConclusieHarderwijk sluit door middel van het specifieke programma aan bij een aantal dedoor de sleutelfiguren en daklozen genoemde verbeterthema’s, met name keten-samenwerking en woonvoorzieningen. Wat betreft de ketensamenwerking kanHarderwijk een beroep doen op het provinciale deelproject ‘De keten verbeterd’.In dat kader kan ook gekeken worden naar de mogelijkheid van vaste contact-personen voor potentiële en feitelijk daklozen (ook een verbeterthema volgenssleutelfiguren en daklozen). Ook kan Harderwijk aansluiten bij het provincialedeelproject ‘Dagbesteding Daklozen’.

B I J L A G E 5 59

Page 60: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

De uitvoeringsplannen van Nijmegenvoor dakloosheidsbestrijdingin het meerjarenontwikkelingsprogramma‘Sterke wijken, sociale stad’

Nijmegen

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

1

2

3

4

5

X

X

X

X

X

Dagbesteding en werk

Signalering en samen-werking t.a.v. potentieeldaklozen

Signalering t.a.v. recentdaklozen

Regie in toewijzing vanvoorzieningen aandaklozen

Activerings- en arbeids-toeleidingsinstrumenten

Capaciteit laagdrempeligeopvang

Opjaagbeleid politie

Schuldhulpverlening

Betaalbare, eenvoudigekamers of woningen (o.a. na detentie)

Dagbestedingsproject Bureau Dagloon. Dit vrijwilligersprojectvoor daklozen is eind 2004 van start gegaan onder leiding vanBureau Dagloon. Het betreft zinvolle dagbesteding zoals ver-zorging van de buitenruimte en bijzondere opdrachten met eenvrijwilligersvergoeding. Nijmegen onderzoekt de mogelijkhedenvoor structurele financiering uit eigen middelen en Europesefondsen. Daarnaast is er een provinciale subsidie (buiten de GSO-middelen om) en heeft de stichting zelf een aanvraag gedaan bijhet Oranje Fonds.

Vroegtijdige en preventieve aanpak dakloosheid en verslaving(gefinancierd uit GSB en gemeentelijke middelen).

idem

Betere doorstroom: in overleg met de grootste aanbieder vanmaatschappelijke opvang (Arcuris) wordt gekeken of de in-,door- en uitstroom van cliënten verbeterd kan worden, bijvoor-beeld d.m.v. een centrale intake en het werken met begeleidings-plannen. (gefinancierd uit GSO, GSB en gemeentelijke middelen)

Betere leefsituatie verslaafde daklozen (gefinancierd vanuit GSB-middelen en GSO-middelen). Het programma is er op gericht debezettingsgraad van het Multifunctioneel Centrum (MFC) te ver-hogen en daarmee de verslaafde feitelijk daklozen van de straatte halen (en hun overlast te verminderen). (Gefinancierd uit GSBen gemeentelijke middelen)

Extra inspanning betaalbare huisvesting voor daklozen(programma Wonen)

Meer capaciteit vrouwenopvang (gefinancierd vanuit GSB-middelen)

Beter bereik verslavingszorg (gefinancierd uit GSB-middelen)

Sluitende aanpak zwerfjongeren (gefinancierd vanuit GSB-middelen)

WerkHotel zwerfjongeren. Sancta Maria, instelling voor zwerf-jongeren, wil in samenwerking met woningcorporatie Portaal en onderwijsinstelling ROC in de periode 2005 – 2005 een voor-ziening opzetten voor circa 60 probleemjongeren om te wonen,te leren en te werken. Financiering wordt gezocht bij de ge-meente, de provincie, fondsen en de AWBZ. (buiten MOP om).

Uitbreiden ketenaanpak veelplegers (drang & dwang). Meer veelplegers in detentie gevolgd door een nazorg en/of resocialisatie-traject)

Regie aanpak Huiselijk Geweld

Aanpak overlast door daklozen en psychisch hulpbehoevenden

Page 61: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingDe gemeente Nijmegen heeft in het meerjarenontwikkelingsprogramma ‘Sterkewijken, sociale stad’, veel aandacht voor maatschappelijke zorg. In het program-ma met die naam zijn veel verschillende projecten opgenomen. Maar ook in hetprogramma Veiligheid en het programma Wonen sluiten projecten aan op dedakloosheidsbestrijding. Het eerste en de vijfde prioriteit van de sleutelfigurenvallen goeddeels samen. Daar waar enkele daklozen niet tevreden zijn met het‘opjaagbeleid’ van de gemeente, wil de gemeente zelf meer inzetten op ‘drang & dwang’ en op aanpak van overlast door daklozen.

ConclusieNijmegen is zeer ambitieus in haar plannen ten aanzien van dakloosheidsbestrij-ding. De programmaprojecten sluiten grotendeels goed aan bij de gedachten vande sleutelfiguren en de daklozen. Ook het thema dagbesteding en activeringvoor daklozen heeft krijgt inmiddels de nodige aandacht. Hierbij kan aansluitinggezocht worden bij het Provinciaal project ‘Dagbesteding voor Daklozen’, welkein 2005 van start gaat.

B I J L A G E 5 61

Page 62: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

62 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

De uitvoeringsplannen van Tiel/Rivierenlandvoor dakloosheidsbestrijdingo.a.in het meerjarenontwikkelingsprogramma‘Werken aan de toekomst van Tiel’

Tiel/Rivierenland

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Registratie: zicht op vraagen aanbod

Regie van de gemeente

Signalering en samen-werking t.a.v. potentieeldaklozen

Sociale infrastructuur enketensamenwerking

Structureel casemanage-ment

Openingstijden en capa-citeit van laagdrempeligeopvang (dag- nacht- enwinteropvang)

Woonvoorzieningen(goedkopen woon-eenheden, kamers ofsubstandaard wonen)

Voorkoming huisuitzetting

Registratie (buiten MOP)

Casemanagement multiprobleemjongeren (in het MOP)

Nacht(koude)opvang/crisisopvang (buiten MOP)

In stand houden van PATCH, hulpverlening aan jongeren metmeervoudige problematiek (buiten MOP)

Aanpak huiselijk geweld (buiten MOP)

1

2

3

4

5

X

X

X

X

Page 63: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingDe gemeente Tiel heeft in het meerjarenontwikkelingsprogramma ‘Werken aande toekomst van Tiel’ geen programma’s opgenomen die rechtstreeks ten goedekomen aan de dakloosheidsbestrijding. Tiel heeft de prioriteit gegeven aanstadsdeel Tiel-Oost, ouderen en jongeren. In het programma jongeren is wel eenproject voor multi-probleemjongeren ingeruimd (casemanagement). Dit projectdraagt daarmee bij aan preventie van dakloosheid.Tiel heeft, mede als lid van de Stuurgroep OGGZ/MO Rivierenland in het overlegmet de provincie besloten om wel Provinciale subsidies aan te vragen. De regioRivierenland wil daarmee aan de slag gaan met de regionale verbeterpuntenzoals geformuleerd in het evaluatieverslag van de Stuurgroep. Daarbij is het een gunstig vertrekpunt dat er een goede OGGZ-samenwerkingsstructuuropgebouwd is in de afgelopen jaren.

ConclusieTiel heeft in de GSO-aanvraag andere prioriteiten gelegd dan dakloosheids-bestrijding. Daardoor zullen er in Tiel vooralsnog geen GSO-middelen aan ditvraagstuk besteed worden, alleen indirect via het project ‘Casemanagementmultiprobleemjongeren’. Maar Tiel zal zoals hierboven aangegeven een beroepkunnen doen op andere Provinciale middelen voor projecten die prima passen inde Strijd tegen dakloosheid.

B I J L A G E 5 63

Page 64: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

64 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

De uitvoeringsplannen van Zutphenvoor dakloosheidsbestrijdingo.a.in het meerjarenontwikkelingsprogramma‘Vitale Stad 2’

Zutphen

Sleutelfi

gu

ren

Daklo

zen

Registratie: zicht op vraagen aanbod

Persoonlijke, continuebegeleiding

Capaciteit crisisopvang

Signalering en samen-werking t.a.v. potentieeldaklozen

Dagbesteding en activering

Openingstijden dagopvang

Crisisopvang en doorstroming naar beschermd wonen ofambulante woonbegeleiding voor daklozenZutphen is in overleg met een instelling voor maatschappelijkeopvang, een instelling voor verslavingszorg en een woningcor-poratie om een kleinschalige crisisopvang te realiseren met eencapaciteit van 9 – 12 personen. De voorziening zal gericht zijn opdoorstroming naar vormen van beschermd en begeleid wonen.Behalve GSO-middelen zijn hiervoor ook AWBZ-gelden nood-zakelijk.

Project zorg en arbeid veelplegers Dit project staat onder regie van de gemeente en is gericht opeen betere aansluiting van verblijf in een penitentiaire inrichting(PI) enerzijds en terugkeer in de samenleving anderszijds. Tiendeelnemers per jaar worden in de PI drie maanden voor de in-vrijheidsstelling voorbereid op terugkeer en begeleid ten aanzienvan wonen, zorg en arbeid.

Gebruikersruimte verslaafdenZutphen wil de hulpverlening aan (dakloze) harddrugsgebruikerscentraliseren. Vanaf 2005 zal een gebruikersruimte aan de dag-opvang gekoppeld worden. Tevens zal de methadonverstrekkingen de ambulante verslavingszorg ook vanuit deze locatie gaanplaatsvinden. Daartoe is een verbouwing nodig. Deze maatre-gelen dragen bij aan de kwaliteit van leven en vermindering vanoverlast.

Huiselijk geweldHierbij gaat het om een effectief sluitende aanpak van diverseorganisaties en hulpverlening gericht op slachtoffer en dader

Jongeren met meervoudige problematiek

1

2

3

4

5

X

X

X

X

Page 65: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

ToelichtingDe gemeente heeft een meerjarenontwikkelingsplan opgesteld, genaamd ‘VitaleStad 2’. In dit plan levert één van de programma’s, namelijk ‘Toekomstperspectiefvoor jeugd en verslaafden’ een bijdrage aan de dakloosheidsbestrijding en hetverbeteren van leefomstandigheden van met name verslaafde daklozen. De wens van Zutphen om de dagbesteding voor verslaafden uit te breiden lijktmomenteel niet haalbaar.

ConclusieZutphen wil investeren in de problematische groep van verslaafde daklozen,alsmede in de preventie van dakloosheid daar waar het gaat om huiselijk gewelden multiproblematiek bij jongeren. Krijgt ook aandacht en dat sluit aan bij eenbelangrijk verbeterthema van daklozen en sleutelfiguren. Voor het themaDagbesteding kan Zutphen aansluiten bij het toekomstig deelproject‘Dagbesteding Daklozen’ van de provincie. Dat geldt ook voor het themaRegistratie en Monitoring, waarvoor al een provinciaal deelproject loopt.

B I J L A G E 5 65

Page 66: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

66 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Bijlage 6 De vijf provinciale deelprojecten vanaf 2005

De provincie Gelderland ondersteunt de acht grootste steden niet alleen bij de uitvoering van de GSO-meerjarenprogramma’s die mede gericht zijn op dedakloosheidsbestrijding. Ook heeft de provincie maar liefst vijf deelprogramma’sopgezet vanuit dezelfde ambitie. Het betreft de deelprogramma’s:1. Registratie en Monitoring2. Zwerfjongeren3. STEM versterking positie daklozen4. De keten verbeterd5. Dagbesteding voor Daklozen

In dit hoofdstuk zullen we deze vijf deelprogramma’s typeren.

Deelproject Registratie en Monitoring

Het belangHet thema ‘Registratie en Monitoring’ staat hoog op de agenda bij de GSO-steden en bij de provincie Gelderland. Door een goede analyse van de vraagkomt er bruikbare beleidsinformatie beschikbaar:• Ontwikkelingen in de vraag (Hoeveel daklozen zijn er? Welke problemen

hebben zij? Welke behoeften en mogelijkheden hebben zij? Wat zijn de trendsover een bepaalde periode?);

• Het gebruik van het aanbod (Welk aanbod is er beschikbaar? Wat is het ge-bruik van het aanbod? Wat zijn de effecten, onder meer qua doorstroming?);

• Aansluiting van het aanbod op de vraag;• Effecten van beleid.

Zo kunnen de gemeente en de samenwerkingspartners gericht beleid ontwikke-len en meten: evalueren op de effecten.

De huidige situatieOp dit moment hebben de GSO-steden eigen manieren om de vraag van de doel-groep daklozen in kaart te brengen. Er zijn twee benaderingswijzen. In de eersteplaats laten sommige gemeenten periodiek (tel-) onderzoeken uitvoeren. In eenbepaalde periode gaan onderzoekers de regio door en tellen zij rechtstreeks ofvia intermediairen (sleutelfiguren van instellingen) het aantal daklozen. Nadeelvan deze methode is dat de gegevens nogal snel verouderen door de dynamiekvan de doelgroep. Een tweede methode is aanlevering van gegevens doorhulpverleningsinstellingen.Deze methode blijkt vooralsnog niet mee te vallen. De instellingen hebben verschillende definities van de doelgroep. Daarnaast zijner instellingen die nauwelijks registreren, m.n. de laagdrempelige instellingen.Tenslotte is het lastig om dubbeltellingen eruit te halen.

Page 67: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Door de gebrekkige beleidsinformatie is het gevaar dat beleid teveel ‘natte-vingerwerk’ wordt.

De pilot EdeIn 2004 is de gemeente Ede in staat gesteld een Monitorsysteem op maat teontwikkelen. Ede heeft een praktisch monitorsysteem ontwikkeld, waarbij allerelevante instellingen op het gebied van OGGZ en maatschappelijke opvang mid-dels een uniform, maar snel in te vullen digitaal formulier gegevens aanleverenaan een Centraal punt van de GGD. Het betreft gegevens over de zeer kwetsbarecliënten, zowel cliënten die thuis wonen (potentieel daklozen), cliënten die opstraat verblijven en cliënten die in een instelling voor maatschappelijke opvangverblijven (residentieel daklozen). Zo is er een bestand van circa 600 cliëntenopgebouwd, waar de dubbelingen uitgehaald zijn. Doordat de instellingen degegevens periodiek aanleveren, zijn er goed trends vast te stellen, alsmede eenindicatie van het noodzakelijke aanbod.

Implementatie in andere gemeentenIn de jaren 2005 en 2006 zullen de andere zeven gemeenten een beroep kunnendoen op de Gelderse ICT-regeling. De provincie wil graag dat de gemeentengebruik gaan maken van de door Ede ontwikkelde expertise en een vergelijkbaarsysteem gaan invoeren. Een eerste voordeel van een dergelijke uniform monitor-systeem is dat de gegevens en de ontwikkelingen die daar uit af te leiden zijntussen gemeenten goed vergelijkbaar zijn. Een tweede voordeel is dat er bij deimplementatie, de training van gebruikers en de verdere vervolmaking van hetsysteem samenwerking mogelijk is en daarmee meer effectiviteit en kosten-besparing te bereiken zijn. Daarom zal de provincie de gemeenten die dat willenondersteunen bij het aanvragen bij projectsubsidie alsmede bij het uitwisselenvan ervaringen, bijvoorbeeld via het Kennisplatform Maatschappelijke Opvang.

Doelgroep ZwerfjongerenHet lijkt de provincie zinvol om de Registratie en Monitoring inzake zwerf-jongeren bij dit project te betrekken. Per GSO-gemeente kan dan ook inzichtverkregen worden in de vraag van en het aanbod voor zwerfjongeren.

Deelproject Zwerfjongeren

Al in 2002 is er het tweejarig provinciaal project Zwerfjongeren gestart. De pro-vincie heeft zich, samen met vele partijen in het veld ingespannen om de proble-matiek van de zwerfjongeren aan te pakken.

Het belangZwerfjongeren zijn jongeren met veelal complexe problematiek en zonder vastewoon- of verblijfplaats. Het zijn uitermate kwetsbare jongeren die in de huidige

B I J L A G E 6 67

Page 68: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

68 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

zorginfrastructuur tussen wal en schip gekomen zijn. Uit onderzoek30 bleek datde zwerfjongeren in Gelderland meestal ouder zijn dan 18 jaar en eerder contacthebben gehad met de jeugdzorg. Door de aanwezigheid van meervoudigeproblematiek kan het jeugdzorgcircuit vaak geen hulp op maat bieden. En demaatschappelijke opvang is vaak ook niet voor hen toegerust. Bovendien is hetbelangrijk om te voorkomen dat zwerfjongeren terechtkomen in het circuit vande landurig daklozen. Extra maatregelen zijn nodig. Dat gebeurt onder meerdoor het jeugdzorgbeleid en het lokale jeugdbeleid beter op elkaar af te stem-men. Maar er is meer nodig om de instroom van jongeren in het zwerfcircuit teverminderen en de uitstroom te vergroten. Dat is zeer belangrijk om de zwerf-jongeren van nu, niet de langdurig daklozen van straks te laten worden.

Verkenning in en met de acht GSO-stedenEen provinciale projectleider heeft de mogelijkheden geïnventariseerd om samenmet de GSO-steden en hun regio’s de zwerfjongerenproblematiek te bestrijden.Zo is onder meer gekeken naar:• Registratie• Ambulante hulpverlening• Uitwisseling van expertise tussen steden• Preventie en nazorg ( onder meer opvoedingsondersteuning, zorgadviesteams

en nazorgmodules Jeugdzorg)• Huisvestingsmogelijkheden• Ketensamenwerking• Jongerenparticipatie

Het blijkt dat de gemeenten hun regierol ten aanzien van de zwerfjongerenpro-blematiek opgepakt hebben. In bijna alle acht GSO-gemeenten zijn initiatievenzoals werkgroepen van ketenpartners en concrete projectplannen t.a.v. zwerf-jongeren. Er is duidelijk draagvlak en er zijn kansen om de Strijd tegen dakloos-heid onder zwerfjongeren effectief uit te breiden.

Subsidiering van zes zwerfjongerenprojectenEind 2004 hebben Provinciale Staten besloten tot de subsidiëring van zesprojecten:• Begeleid wonen voor dakloze tienermoeders te Nijmegen (leren van vaardig-

heden om zelfstandig te kunnen wonen en toeleiding naar zelfstandige woon-ruimte)

• Dagopvang, ambulante zorg en jongerenparticipatie voor zwerfjongeren van18 t/m 25 jaar te Arnhem (een brede aanpak van preventie, signalering,opvang, begeleiding en nazorg)

• Woon- en traininingsvoorziening voor jongeren van 15 t/m 25 jaar metcomplexe problematiek te Arnhem (laagdrempelig en in ketensamenwerkingbieden van individuele begeleiding)

• Intensieve trajectbegeleiding voor kamers met kansen voor zwerfjongeren te

Page 69: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Ede (vroegtijdig signaleren, outreachend werken en sectoroverstijgend samen-werken in combinatie met begeleid wonen)

• Outreachende hulpverlening aan jongeren te Apeldoorn (laagdrempelig op-zoeken van jongeren en zoeken naar aanknopingspunten voor huisvesting envervolghulpverlening)

• Kunstproject zwerfjongeren te Nijmegen (werken aan motivatie en het zelf-beeld)

Deze zes projecten zullen op korte termijn kunnen starten en een maximale loop-tijd hebben van twee jaar. Er is sprake van cofinanciering. Naar verwachting zalnaar de toekomst toe niet kunnen worden volstaan met investeren in alleenmaar projecten. De problematiek van zwerfjongeren is dermate ernstig dat extrainvesteringen in de komende jaren noodzakelijk zullen zijn. Alleen dan kan inGelderland gewerkt worden aan een duurzame verankering van oplossingen.

Deelproject STEM

STEM staat voor Steunpunt Empowerment. Het is de naam van het provinciaaldeelproject dat gericht is op versterking van de positie van daklozen. Voor, dooren met daklozen worden activiteiten georganiseerd en projecten ondersteunddie een bijdrage leveren aan:Een betere beeldvorming rondom daklozen;Vergroten van betrokkenheid van daklozen bij beslissingen die hen raken;Empowerment van daklozen.

Het project loopt van juni 2004 tot en met december 2006.

Het belangDaklozen leven aan de onderkant van onze maatschappij. Er wordt veel over hengepraat en geschreven, maar de daklozen zelf komen nauwelijks aan het woord.Hulpverleners overleggen met hun dakloze cliënten over hun situatie en het tevolgen hulpverleningstraject (hoewel daarbij ook nog veel te verbeteren valtvolgens de daklozen in de daklozenraadpleging) en in verschillende instellingenzijn daklozen actief in cliëntenraden. In Nijmegen zijn de daklozen zelfs geor-ganiseerd om actief mee te praten over het daklozenbeleid, en realiseren ookactief projecten en voorzieningen (zie bijvoorbeeld in Bijlage 4 het aanbodNijmegen). Maar bij beleidsmakers ontbreekt het vaak aan goed zicht op debehoeften van daklozen.

Activiteiten in 2004Het projectteam, bestaande uit provinciale medewerkers en vertegenwoordigersuit de doelgroep daklozen, hebben in 2004 al een reeks van activiteiten georga-niseerd en producten gerealiseerd:

B I J L A G E 6 69

Page 70: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

70 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

• Gelre-Hometour 2004, de provinciale daklozenmanifestatie. In oktober ennovember heeft een daklozenbus alle acht GSO-steden aangedaan. In elke stadzijn diverse activiteiten georganiseerd, zoals:

• Terrasdebatten;• Toneelvoorstelling ‘Er zit een gat in mijn stoel’;• Voetbaltoernooi.

Daarnaast is het ‘Dagboek in de open lucht’ gepubliceerd, met portretten vanGelderse daklozen, de CD ‘Uit je dak’ van de daklozenband DAK is heruitge-geven. Medio februari 2005 verschijnt een boekje met sfeerverslagen, verslagenvan de terrasdebatten en foto’s van de Gelre-Hometour. Het effect van deze activiteiten was dat in sommige steden een impuls gegeven isaan de discussie over daklozenbeleid en in andere steden deze discussie is voort-gezet.

Activiteiten in 2005 en 2006Het project wordt met even groot enthousiasme voortgezet in de volgende tweejaar. Daarbij zullen in ieder geval de volgende activiteiten ondernomen worden:• Ondersteunen van projecten die door daklozen zelf geïnitieerd zijn;• Ondersteunen van projecten die tot doel hebben de stem van de daklozen

beter te laten horen;• Ondersteunen van activiteiten die tot doel hebben de beeldvorming omtrent

daklozen te verbeteren.

Deelproject De Keten Verbeterd

Het belangDaklozen zijn tegenwoordig niet alleen meer aangewezen op opvangvoorzienin-gen. Dakloosheid gaat vrijwel altijd gepaard met meervoudige problematiek;problemen op meerdere leefgebieden zoals huisvesting, dagbesteding, finan-cieel, sociaal, psychisch, lichamelijk en praktisch functioneren en problemen doorverslaving en criminaliteit. Er zijn veel verschillende voorzieningen betrokken tezijn bij de aanpak van dakloosheid. Allemaal benaderen ze de dakloze vanuit eeneigen invalshoek. Ze werken allemaal aan verbetering van de leefomstandig-heden van de daklozen (kwaliteit van leven), hun maatschappelijk herstel(doorstroom) en het terugdringen van overlast. Maar uit verschillende onder-zoeken31 blijkt dat die zogeheten ketensamenwerking voor verbetering vatbaaris. Wat nog vaak ontbreekt is coördinatie, samenhang, continuïteit en innovatie(waaronder nieuwe vormen van opvang en begeleiding). De regierol van degemeenten komt onvoldoende van de grond. Tijdens de sleutelfigurenbijeen-komsten (in het kader van het Aanvalsplan) bleek dat de ketensamenwerking hetbelangrijkste thema was, in ieder geval in vier van de acht GSO-steden. Verdermenen verschillende daklozen (in de daklozenraadpleging) dat er te weinig

Page 71: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

continuïteit en betrokkenheid is vanuit de hulpverleners: “Ik zou wel één iemandwillen, voor al mijn zaakjes”. Dus het is hard nodig dat er een substantiële verbetering komt in de samen-werking van afstemming tussen instellingen en sectoren die zich richten op dehulpverlening aan daklozen. Er zijn effectieve ketens nodig in de preventie, in de laagdrempelige opvang en in het maatschappelijk herstel.

Er is al veel samenwerking in de provincieDe regierol van de (centrum)gemeente en coördinatie van de samenwerkingtussen de verschillende ketenpartners is met name al in meer of mindere mategeorganiseerd binnen de OGGZ-regio’s. Ook in de acht GSO-gemeenten is deafgelopen jaren al flink geïnvesteerd in een OGGZ-structuur met veelal drieniveaus:• Bestuurlijk niveau: een OGGZ-platform met bestuurlijke vertegenwoordigers

van instellingen en gemeenten;• Middenmanagementniveau: structurele ketenafspraken ten aanzien van op

elkaar aansluitende activiteiten voor een bepaalde doelgroep;• Uitvoerend niveau: afstemming over het te volgen individueel hulpverlenings-

traject van een gezamenlijke cliënt.

Activiteiten 2005 en 2006Het provinciale deelproject De Keten Verbeterd wil zich vooral op het middelsteniveau richten: op de regie van structurele ketenafspraken met duidelijkegemeenschappelijke ketendoelen en meetbaarheid van het bereiken van dieketendoelen (prestatie-indicatoren).De provincie wil de GSO-gemeenten stimuleren om de multidisciplinaire samen-werking verder vorm te geven:• In kaart brengen van de ketensamenwerkingsvormen in de verschillende

regio’s;• Procesmatige en financiële ondersteuning van projecten;• Het organiseren van interstedelijke uitwisseling over ketensamenwerking en

succesprojecten.

Deelproject Dagbesteding voor Daklozen

Bij het opstellen van het Aanvalsplan in het kader van de Gelders strijd tegendakloosheid kwam van meerdere kanten naar voren dat het niet hebben vandagbesteding voor daklozen een groot knelpunt is. Niet alleen de sleutelfigurenuit instellingen en gemeenten gaven een hoge prioriteit aan dit knelpunt, ook39% van de geraadpleegde daklozen noemden het belang van dagbesteding ofwerk spontaan. Ook veel daklozen met wie tijdens de Gelre-Hometour isgesproken gaven aan een dingende behoefte aan een zinvolle dagbesteding tehebben. Reden voor de provincie Gelderland om een extra deelproject toe tevoegen aan het grote project de Gelderse strijd tegen dakloosheid.

B I J L A G E 6 71

Page 72: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

72 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Het belangHet niet hebben van dagbesteding is veelal een knellend probleem. Het niethebben van een zinvolle dagbesteding kan vele negatieve consequenties hebben.Dagbesteding is nodig voor:• Verhoging van de kwaliteit van het (alledaagse) leven (in plaats van apathie

en verveling);• Meer zelfwaardering en zelfrespect;• Minder tijd voor overlast en druggebruik;• Meer kans op maatschappelijk herstel: doorstroming uit de opvang en het

verkrijgen van regulier werk en een inkomen

Daarom is het van groot belang om in de GSO-gemeenten meer activiteiten voordaklozen te organiseren of bestaande activiteiten toegankelijk te maken voordaklozen.

Activiteiten in 2005 en 2006De provincie Gelderland wil de GSO-steden ondersteunen bij het realiseren vanmeer dagbestedingsmogelijkheden voor daklozen. Gelderland wil een faciliteren-de rol spelen door onder meer de volgende activiteiten:• In kaart brengen van huidige aanbod voor dagbesteding voor daklozen en

andere kwetsbare groepen in de GSO-steden (denk bijv. aan schoonmaak-projecten, werkplaatsen en zorgboerderijen);

• In kaart brengen van het gewenste aanbod (behoeften en competenties);• In kaart brengen en bekend maken van andere succesvolle projecten (good

practices) op het gebied van dagbesteding in Nederland: ‘wat werkt?’;• Procesmatige en financiële ondersteuning van projecten gericht op verbete-

ring van de dagbestedingsmogelijkheden voor daklozen;• Uitwisseling van Gelderse projecten op het gebied van dagbesteding voor dak-

lozen. Daarbij kunnen de volgende thema’s aan de orde komen: het meten vanbehoeften en mogelijkheden van daklozen, de participatie van andere dag-bestedingsprojecten, bedrijfsleven en uitzendbureaus, ketensamenwerking,meten van verbetering (prestatie-indicatoren).

Page 73: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Organisatiestructuur Gelderse Strijd tegen Dakloosheid

B I J L A G E 6 73

DeelprojectDe KetenVerbeterd

Anne de VriesEsta

Hellendoorn

DeelprojectRegistratie

& Monitoring

Anne de Vries

DeelprojectZwerfjongeren

Anne de Vries

DeelprojectSTEM

Sandra Rensen

DeelprojectDagbesteding

& Werk

Sandra RensenEsta

Hellendoorn

Secretariaat

Marina van Paassen

ProjectleiderStrategisch-bestuurlijk

Peter-Paul Doodkorte

GSO-Gedeputeerde

Nico Jan Wijsman

Project-Gedeputeerde

Hans Esmeijer

ProjectleiderOperationeel-tactisch

Sandra Rensen

Huisvesting

Esta Hellendoorn

Anne de Vries

Page 74: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

74

Bijlage 7 Definitie Daklozen

DaklozenOnder daklozen verstaan we mensen die niet beschikken over een gegarandeerdonderkomen voor de nacht. Deze term verwijst uitsluitend naar de fysiekecomponent van het ontbreken van een gegarandeerd onderkomen. Het is eenééndimensionaal begrip. We geven de voorkeur aan de term ‘daklozen’ boventwee andere veelgebruikte termen, namelijk thuislozen of dak- en thuislozen32.We onderscheiden vijf groepen daklozen.

Potentiële daklozenMensen met vaste huisvesting voor wie een dreiging bestaat om die huisvestingte verliezen en op straat te belanden.

Recent daklozenMensen die hun vaste huisvesting hebben verloren en enkele dagen of wekenaangewezen zijn op familie, vrienden of kennissen of op crisisopvang. Als datniet lukt belanden zij op straat.

Feitelijk daklozen33

Mensen die voor hun overnachting vooral zijn aangewezen op straat of een kort-durend verblijf in laagdrempelige opvangvoorzieningen (dag- en nachtopvang).

Residentieel daklozen Mensen met een min of meer permanent verblijf in 24-uursvoorzieningenverblijven zoals sociale pensions, internaten en groepswonen.

Ex-daklozenGewezen daklozen die inmiddels weer (bijna) zelfstandig wonen in min of meerreguliere huisvesting en een maatschappelijk herstelproces doormaken.

1

2

35

4

Zelfstandig wonen

Verblijf op straatBegeleid

(zelfstandig) wonen

in voorzieningenvoor 24-uurs wonen

1. Potentieel daklozen2. Recent daklozen3. Feitelijk daklozen4. Residentieel daklozen5. Ex-daklozen

Page 75: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Onderstaande knelpunten op het gebied van daklozen zijn geselecteerd na eenstudie van landelijke onderzoeken en beleidsnotities. De lijst is overgenomen uitde Startnotitie (Heineke e.a. 2004).

Algemeen1. Onsamenhangende sociale infrastructuur /onvoldoende samenwerking2. Onvoldoende regie gemeente3. Onvoldoende persoonlijke en continue begeleiding4. Onvoldoende registratie: geen zicht op vraag en noodzakelijk aanbod5. Onvoldoende bereik van AWBZ-zorg6. Onvoldoende dagbestedings- en activeringsmogelijkheden

Potentiële daklozen7. Onvoldoende signaleringsvermogen samenwerkende partners8. Teveel dakloosheid t.g.v. huisuitzetting9. Onvoldoende aansluiting van GGZ en detentie met opvang, zorg en

huisvesting

Recent daklozen10. Recent daklozen blijven te lang onopgemerkt11. Capaciteitsgebrek crisisopvang

Feitelijk daklozen12. Capaciteitsgebrek laagdrempelige opvang en zorg 13. Overlast 14. Onvoldoende bereik van woonvoorzieningen (weinig capaciteit, veel eigen

bijdrage, betuttelcultuur, nergens passen)

Residentieel daklozen15. Onvoldoende kwaliteit en planmatigheid woonvoorzieningen16. Te weinig differentiatie woonvoorzieningen (naar hulpvraag en zelfredzaam-

heidsniveau)

Ex-daklozen die begeleid wonen17. Onvoldoende goedkope woningen voor uitstroom uit de opvang18. Te weinig activerings- en arbeidstoeleidingsinstrumenten

B I J L A G E 8 75

Bijlage 8 Een overzicht van knelpunten

Page 76: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

76 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Bijlage 9 Een overzicht van het bestaande aanbod in Gelderland

Zu

tph

en

Tiel

Riv

iere

nla

nd

Nij

meg

en

Hard

erw

ijk

Ed

e

Do

eti

nch

em

Arn

hem

Ap

eld

oo

rn

xx

xx

xx

x

xx

x

xx

x

x

x

x

x

xx

xx

xxxxxx

x

x

x

x

x

x

x

xxxx

x

x

x

x

x

xx

x

x

x

x

x

x

x

x

xx

x

x

x

xxxx

xx

xxx

xx

xx

x

x

x

x

x

x

x

x

x

AlgemeenOGGZ-platform/stuurgroep/beleidsgroepOGGZ-team/hoofdenoverleg/werkgroepenOGGZ-ketenregisseurOGGZ-monitorsysteemStedelijk Daklozen OverlegInformatie & Advies winkelInkomensbeheer

Potentieel daklozenOGGZ-meldpuntOGGZ-casemanagementOGGZ-casuistiekbesprekingLokale zorgnetwerkenORH / bemoeizorg zorgmijdersPreventieve WoonbegeleidingAanpak Vervuilde HuishoudensDagbesteding kwetsbarenTweede Kans huisvestingAanpak Huiselijk Geweld

Recent daklozenCrisisopvangCrisisopvang jongerenCrisisopvang ex-gedetineerde jongerenCrisisopvang vrouwenopvangNoodopvang i.v.m. huiselijk geweldDienstencentrum

Feitelijk DaklozenDagopvangDagopvang voor verslaafdenDagopvang psychiatrische problematiekDagopvang alcoholverslaafdenOpvang straatprostitueesNachtopvangNachtopvang voor verslaafdenNachtopvang zonder bed

Page 77: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

B I J L A G E 9 77

Zu

tph

en

Tiel

Riv

iere

nla

nd

Nij

meg

en

Hard

erw

ijk

Ed

e

Do

eti

nch

em

Arn

hem

Ap

eld

oo

rn

x

xx

xx

x

x

x

xx

x

xx

xx

xx

xxxxx

xx

x

xxx

xxxxxx

xx

xx

x

x

x

x

x

x

x

x

x

xx

x

x

xx

x

x

x

x

xxx

xxxxx

xxxx

xxx34

xx

xx

x

Feitelijk Daklozen (vervolg)WinternachtopvangMedisch spreekuur daklozenSchuldhulpverlening daklozenGebruikersruimteDagbesteding en activeringSurveillance en verwijzingBegeleiding ex-delinquente daklozenORH-veldwerk-casemanagers-straatpastoraatAanpak overlastgeversAanpak veelplegersDaklozenbelangenorganisatieArtistieke activiteiten

Residentieel24-uurs woonvoorzieningen24-uurs wonen ex-gedetineerdenSociaal pensionBeschermd wonenOverbruggingsplaatsenDiagnostisch pensionBehandelingsafdeling ex-delinquente daklozenMeerzorg /ziekenboegVerpleeghuisafdelingDouble diagnosed daklozen-voorzieningWerkplaats/dagbestedingOpvang zwerfjongeren

Ex-daklozenBegeleid (Zelfstandig) WonenBegeleid Wonen ex-verslaafdenBegeleid Wonen oudere daklozenBegeleid Wonen zwerfjongeren / kamertrainingBegeleid Wonen risicogroepenBegeleid Wonen vrouwenopvangAmbulante woonbegeleidingSubstandaard WonenMaatjesprojecten/Vriendendienst

Page 78: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

78 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Nadere toelichting35

Apeldoorn, Arnhem en NijmegenIn Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen is het aantal daklozen en de ernst van hunproblematiek de laatste jaren sterk toegenomen. De feitelijk daklozen endrinkende daklozen op straat zorgen voor overlast. De kwaliteit van leven vanveel feitelijk daklozen laat behoorlijk te wensen over. Daarom is het niet ver-wonderlijk dat juist deze drie gemeenten de laatste jaren zeer druk aan de slagzijn gegaan om de sociale infrastructuur verder op te bouwen, het aanbod verderuit te breiden en te differentiëren. Zo start Apeldoorn in 2005 met het grootschalige project Omnizorg voor verslaaf-den en daklozen met GGZ-problematiek. Deze multifunctionele opvang herbergtdus meerdere problematische doelgroepen in een gebouw en biedt tal vansamenhangende voorzieningen: opvang. huisvesting, behandeling, begeleiding,medische zorg, dagbesteding en gebruikersruimte. Dat allemaal in ketensamen-werking tussen maatschappelijke opvang, verslavingszorg en GGZ.Arnhem realiseerde medio 2004 een boot voor 24-uursopvang voor 120 drugs-verslaafde verslaafden en twee inloopcentra. En Nijmegen heeft in het voorjaarvan 2004 een multidisciplinair centrum voor 30 harddrugsverslaafde daklozengeopend, met dagopvang, nachtopvang en gebruikersruimte. Ook zijn hier plan-nen voor een 24-uurs woonvoorziening voor double-diagnosed daklozen. Het isbegrijpelijk dat de laatste grote ontwikkelingen op het gebied van zorgaanbodvooral gericht zijn op de verslaafde daklozen.

Doetinchem en EdeIn deze middelgrote steden is de versterking van de sociale infrastructuur delaatste jaren enorm geweest. Vanuit de functie als centrumgemeente is er een vrijbreed voorzieningenaanbod opgebouwd (Doetinchem) of is men daar druk meebezig (Ede). Daarbij valt op dat Doetinchem met minder daklozen (enkele tien-tallen sinds enkele jaren) een meer uitgebreid voorzieningenniveau heeft danEde die wellicht enkele honderden daklozen herbergt. In beide gemeentenneemt de overlast van op straat verblijvende daklozen toe. Terwijl de daklozen in Doetinchem sterk regiogebonden zijn, vermoedt men in Ede (door de centraleligging en het treinstation) meer mobiliteit. Vergeleken met de drie voorgaandesteden, blijken Doetinchem en Ede zich meer te verhouden tot de regio-gemeenten als het gaat om OGGZ/MO. Met name Ede zet zich in om de OGGZ-activiteiten in de Utrechtse buurgemeente Veenendaal met ondersteuning vancentrumgemeente Amersfoort te verbeteren.

Harderwijk, Tiel en ZutphenAls niet centrumgemeenten zijn deze drie GSO-gemeenten sterk afhankelijk vande medewerking van de centrumgemeenten (resp. Zwolle, Nijmegen enDeventer) en ook van de regiogemeenten. De problematiek van de dakloosheidstaat hier niet altijd hoog op de politieke agenda. De enkele tientallen daklozen

Page 79: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

zijn nog niet altijd even zichtbaar. Toch geven hulpverlenende instanties aan dater OGGZ-activiteiten nodig zijn, zowel voor de stille, verborgen problematiek(potentiële daklozen), als voor crisissituaties waarbij recent daklozen hun heilzoeken in de grotere steden (omdat daar crisisopvang en nachtopvang aanwezigis). Om vormen van eerste, laagdrempelige opvang te kunnen realiseren, sprok-kelen deze gemeenten geld bijeen vanuit de centrumgemeenten, zorgkantoor,intergemeentelijke samenwerkingsorganen en de provincie.Opvallend is dat de verslavingszorg in Zutphen zo sterk ontwikkeld is, terwijldaar ook voorzieningen voor zijn in de naburige grote gemeenten in deStedendriehoekregio (Deventer en Apeldoorn).

RegiogemeentenZoals eerder gezegd lijken de regiogemeenten een grotere stem te hebben bij dekleinere GSO-gemeenten dan bij de grotere GSO-gemeenten. Kleinere gemeen-ten zijn in de aanpak van complexe problematiek en specialistische voorzienin-gen meer aangewezen op elkaar. Grote centrumgemeenten zijn druk aan de slagmet de eigen grote zorgen en hun kleinere regiogemeenten ervaren nauwelijksproblemen. Dit wordt bevestigd door onderzoek (Fleurke, 2002): ‘de praktijkkenmerkt zich niet door een rijk regionaal leven’. Toch lijkt de in de Welzijnswet1994 neergelegde verplichting tot overleg met omliggende gemeenten zinvoldaar waar het gaat om preventie en herstel. Juist in kleinere gemeenten kan menwerken aan signalering en vroegtijdige interventie, bijvoorbeeld als het gaat omvoorkoming van huisuitzetting. En ook kunnen de regiogemeenten prestatie-afspraken met woningcorporaties om enkele woningen ter beschikking te stellenaan (terugkerende) ex-daklozen. Als elke Gelderse gemeente gemiddeld vijfwoningen zou regelen, is er plaats voor 300 ex-daklozen!

B I J L A G E 9 79

Page 80: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

80 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Nr. 2004-526 Arnhem, 3 december 2004

Dit is een gezamenlijk persbericht van de provincies Overijssel en Gelderland

Gelderse en Overijsselse aanpak dak- en thuislozenproblematiek voorbeeld voor het rijkDe aanpak van de dak- en thuislozenproblematiek in Gelderland en Overijsselkrijgt de status van pilotproject voor de ministeries VROM (Volkshuisvesting,Ruimtelijke Ordening en Milieu) en VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Op initiatief van Tweede-Kamerlid Co Verdaas en de gedeputeerden HansEsmeijer (Gelderland) en Theo Rietkerk (Overijssel) heeft minister Dekker vanVROM hier deze week toe besloten tijdens de Kamerbehandeling van de VROM-begroting voor 2005. Zowel in Overijssel als in Gelderland wordt intensief enenthousiast gewerkt aan het oplossen van de problematiek. Het streven is om in 2007 alle daklozen van de straat te hebben.

De positieve ervaringen en de belemmeringen waar beide provincies momenteeltegenaan lopen, kunnen van groot belang zijn voor de ontwikkeling van hetrijksbeleid voor thuis- en daklozen.De minister zal binnenkort in overleg gaan met de verantwoordelijke Gelderse enOverijsselse bestuurders om de invulling van de pilot te bespreken.

De Overijsselse aanpak is met name gericht op de huisvesting van de daklozen.De Gelderse aanpak heeft een meer integraal karakter en richt zich op de samen-werking van alle betrokken partijen en op het imago van de dakloze, waardoormeer begrip ontstaat.Beide provincies ervaren het besluit van minster Dekker als een belangrijke steunin de rug en gaan ervan uit dat dit op een positieve manier bij zal dragen aan hetbereiken van het uiteindelijke doel, nl. dat alle dak- en thuislozen in 2007 onder-dak hebben.

Voor meer informatie over dit persbericht kunt u terecht bij afdelingCommunicatie van de provincie Gelderland, Barbara Veltrop, tel. (026) 359 90 28,e-mailadres: [email protected] of de afdeling Communicatie van deprovincie Overijssel, tel. (038) 4252318, e-mailadres [email protected].

Bijlage 10 Persbericht 3 december 2004

Page 81: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

Wat is Doorbraak?Doorbraak is dé werkwijze om bij organisaties verbeteringen door te voeren enkennis toe te passen. Het gaat daarbij altijd om verbeteringen die de cliënt tengoede komen. Door ‘best practices’ te verzamelen, te analyseren en als eenveranderpakket met verbeterideeën aan te reiken aan instellingen, wordenambitieuze doelstellingen bereikt.

Doorbraak werkt als er een kloof bestaat tussen wat we weten en wat we doen.Met andere woorden: als we aantoonbare verbeteringen uit andere praktijkenniet gebruiken voor onze eigen praktijk. En er daardoor tussen organisaties groteverschillen zijn in de kwaliteit van de uitvoering. Een voorbeeld; in ziekenhuis Amoeten patiënten op de spoedeisende hulp gemiddeld 45 minuten wachten totzij geholpen worden, terwijl in ziekenhuis B de gemiddelde wachttijd meer dan2,5 uur bedraagt. Ziekenhuis A uit het voorbeeld wordt bevraagd op haar aanpak(‘wat doen jullie anders waardoor jullie dit betere resultaat behalen?’).Vervolgens wordt aan andere ziekenhuizen geleerd hoe zij met behulp van eengefaseerd en methodisch verbetermodel zelf ook deze aanpak kunnen realiseren.Doorbraak is gericht op concrete en aantoonbare verbeteringen voor cliënten,zonder over te gaan op een omslachtiger of duurder traject. Het is geen manierom (wetenschappelijk) onderzoek te doen en is evenmin een advies- of bench-marktraject. De methode is altijd gericht op meer teams tegelijk. De ambitieuze doelstellingen nopen organisaties zodanig in te grijpen in hunwerkprocessen dat er grote veranderingen in het systeem plaatsvinden. De gedachte hierachter is dat ‘ieder systeem zo is gebouwd om de uitkomsten tegenereren die het oplevert’ (Don Berwick, President en Chief Executive Officervan het Amerikaanse Institute for Healthcare Improvement).

Wie heeft Doorbraak ontwikkeld en toegepast?De methode is ontwikkeld door het Institute for Healthcare Improvement (IHI) inde Verenigde Staten en wordt toegepast om knelpunten in de gezondheidszorgte verbeteren. De behaalde resultaten zijn talloos: wacht- en doorstroomtijdenvan (poli)klinieken zijn drastisch teruggebracht, het aantal dagen dat patiëntenop de intensive care verblijven is verminderd, patiënten worden minder lang be-ademd, er worden minder fouten met medicatie gemaakt enzovoort, enzovoort.

In Nederland is de methode door CBO Kwaliteitsinstituut voor de gezondheids-zorg toegepast in de curatieve gezondheidszorg. CBO heeft inmiddels veleDoorbraak-projecten uitgevoerd rond thema’s als:• verminderen van wachttijden;• verbeteren van zorg op de intensive care;• verbeteren van medicatieveiligheid;• verminderen van het aantal postoperatieve wondinfecties;• verbeteren van de regionale zorg voor mensen met een beroerte.

B I J L A G E 1 1 81

Bijlage 11 Informatie over de Doorbraakmethode36

Page 82: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

82 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Geïnspireerd door deze gunstige resultaten, onderzoekt het NIZW of en hoe de methode kan worden toegepast in sectoren als jeugdzorg, ouderenzorg,thuiszorg en welzijn. Ook deze sectoren kampen immers met wachtlijsten, langedoorstroomtijden en meer problemen die een klantvriendelijke bejegening in deweg staan.

Wat levert Doorbraak op?Door mee te doen in een Doorbraak-project zijn teams in staat gebleken omversneld verbeteringen te realiseren in hun primaire proces. De resultaten die inNederland in de gezondheidszorg zijn behaald zijn zeer aansprekend:• afname van het aantal onnodige ligdagen op intensive care van 16,5 naar

5 dagen;• reductie van de beademingsduur op intensive care met 2 dagen;• minder postoperatieve pijn;• verkorting van de doorlooptijd op een afdeling Spoedeisende Hulp met 33%;• vermindering van het aantal postoperatieve wondinfecties van 18 naar 3,8%;• verkorting van de toegangstijd voor een ‘kniespreekuur’ van 35 naar 5 dagen.

Een positief neveneffect is soms een aanzienlijke kostenreductie bij de deelne-mende afdeling. Bovendien worden medewerkers (weer) enthousiast over hunwerk en blijken cliënten de zorg beter te waarderen.

Hoe werkt Doorbraak?Doorbraak start met een missiestatement, waarin de maatschappelijke relevantie,de knelpunten en de beoogde doelstellingen verwoord worden. Dit statement isgebaseerd op globaal inventariserend vooronderzoek. Het missiestatement geefthet belang aan van het project en moet organisaties inspireren om mee te doen.Organisaties die zich achter de doelen van het missiestatement scharen vaardigeneen multidisciplinair team af, dat zal deelnemen aan de Doorbraak-bijeenkom-sten en de verbeteringen in de eigen afdeling zal gaan toepassen.

Voor het project Werken zonder wachtlijsten (Doorbraak-project in de jeugd-zorg) luidt het missiestatement als volgt:

Het project beoogt de Doorbraak-methode te introduceren bij de BureausJeugdzorg. Doelstelling is om bij minimaal zes, maximaal acht participerendeteams binnen één jaar de wacht- en doorlooptijden van gemiddeld 6 maandendrastisch terug te brengen. Wachttijden binnen het Bureau Jeugdzorg zijn niet oplosbaar zonder goedeafstemming met de ketenpartners van het lokaal beleid en de zorgaanbieders.Omgekeerd zijn deze ketenpartners ten aanzien van hun wacht- en doorloop-tijden mede afhankelijk van het functioneren van de Toegang. Het project zalaan de context van deze ketenrelaties expliciet aandacht besteden en heeft alsnevendoelstelling de wacht- en doorlooptijden in de totale keten van jeugdzorg

Page 83: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

te verbeteren. Daarmee beoogt het project ook de samenwerking tussen dezeketenpartners te verbeteren.

Vervolgens wordt er een expertgroep geformeerd, bestaande uit deskundigen enwetenschappers op dit specifieke onderwerp. Zij verzamelen de bestaande ken-nis, stellen met elkaar vast wat best practices zijn en formuleren op basis hiervaneen aantal verbeterideeën. Dit zijn richtlijnen waarmee verbetering gerealiseerdkan worden. Gezamenlijk vormen deze verbeterideeën het Startpakket.

De deelnemende teams worden uitgenodigd voor een serie werkconferenties.Hen wordt gevraagd voorbereidend werk te doen, vaak gericht op het verzame-len van de juiste gegevens voor een nulmeting. Tijdens de eerste werkconferentieworden de verschillende verbeterideeën uit het startpakket in workshops toege-licht. Dit is voor de teams de inhoudelijke input voor hun eigen verbeterplannen.Daarnaast maken de teams tijdens de werkconferentie kennis met het verbeter-model dat centraal staat in de Doorbraak-methode. Dit model (cyclus van Plan-Do-Study-Act) stelt de teams in staat om in korte tijd snel opeenvolgendeveranderingen in het werk toe te passen en te toetsen of de verandering eenverbetering is. Na de eerste werkconferentie maken teams concrete actieplannen voor huneigen afdeling. Hiermee gaan zij de eerste actieperiode in. Dan wordt volgensverwachting de eerst reeks verbeteringen bereikt. Er volgen nog een tweede enderde werkconferentie waar de teams hun ervaringen en resultaten met elkaaruitwisselen en meer informatie ontvangen over het werken met het verbeter-model. Ook wordt dan een plan gemaakt om de verbeteringen te verspreidenover andere delen van de eigen organisatie. Na een derde actieperiode wordt het Doorbraak-project afgesloten met een congres waar de resultaten gedeeldworden met collega’s uit het land. Daarnaast vindt verspreiding plaats doormiddel van publicaties, studiedagen en dergelijke.

B I J L A G E 1 1 83

Opzet Doorbraak-project

Deadline voorinschrijving

Intakegesprekken

Startbijeenkomst

Veranderconcepten

Expertbijeenkomst 1e 2e 3e Landelijk Werk- Werk- Werk- congres

conferentie conferentie conferentie

P

S

DA

P

S

DA

Page 84: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

84 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

Wat zijn de randvoorwaarden voor Doorbraak?Instellingen die mee willen doen met een Doorbraak-project moeten aan eenaantal voorwaarden voldoen: • De directie of het hoger management ondersteunt de deelname actief, onder

andere door benodigde tijd, geld en middelen ter beschikking te stellen.• Er wordt een multidisciplinair team samengesteld en afgevaardigd. Vanuit alle

disciplines die bij de verandering betrokken zijn, is iemand vertegenwoordigd.• De teamleden zijn enthousiaste en gemotiveerde mensen die tijd en energie

willen steken in het realiseren van de doelstellingen.• Er wordt binnen de organisatie een projectleider aangewezen die op locatie

het project aanstuurt. Hij of zij is de contactpersoon voor het Doorbraak-team.

Welke ondersteuning biedt het Doorbraak-team?Het Doorbraak-team begeleidt de organisaties die deelnemen aan het projectactief. De managers worden geadviseerd over de randvoorwaarden voor hetwelslagen van het project én de borging van de resultaten op lange termijn. Metde projectleiders vindt frequent overleg plaats over alle ins en outs van de voort-gang van het project in hun organisatie. Voor de deelnemende teams organiseerthet Doorbraak-team workshops over de uitgangspunten van Doorbraak, hetverrichten van metingen en het evalueren van de resultaten. Bovendien wordt dedeelnemers geleerd verregaand te brainstormen over de vraag welke veranderin-gen tot de gewenste verbeteringen kunnen leiden. Het Doorbraak-team doet ditalles in een sfeer van vriendschappelijke competitie, zodat de verschillende resul-taten van de verschillende teams als een totaal verbeterpakket in het projectkunnen worden gebruikt. Dat is immers de meerwaarde van de Doorbraak-methode.

Wilt u meer informatie over Doorbraak in de jeugdzorg?Kijk op www.doorbraakindejeugdzorg.nl of stuur uw vraag per e-mail naar [email protected].

Literatuur over dit onderwerp• Splunteren P. van, Everdingen J. van e.a.

Doorbreken met resultaten. Effectieve verbetering van de patiëntenzorg.Assen (van Gorcum): CBO, 2003

• Diephuis, K.H. Doorbreken met Kwaliteit. Programma Kwaliteitszorg in de Jeugdzorg II.Utrecht: MOgroep, 2004

Relevante websiteswww.cbo.nlwww.ihi.org

© 2004 Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW

Page 85: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

AMW Algemeen Maatschappelijk WerkAWBZ Algemene Wet Bijzondere ZiektekostenCIZ Centrum Indicatiestelling ZorgGGD Gemeentelijke GezondheidsdienstGGZ Geestelijke Gezondheidszorg GIDz Gelders kennis- en informatiecentrum voor welzijn en zorgGSB Grote StedenbeleidGSO Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid IBO Interdepartementaal Beleidsonderzoek 2002-2003

Maatschappelijke OpvangMJB MeerjarenbeleidsplanMO Maatschappelijke OpvangMOP MeerjarenontwikkelingsprogrammaNIZW Nederlands Instituut voor Zorg en WelzijnNVVK Nederlandse Vereniging van VolkskredietOGGZ Openbare Geestelijke GezondheidszorgORH Outreachende HulpverleningRIBW Regionale Instellingen Beschermd WonenRMO Raad voor Maatschappelijke OntwikkelingSTEM Steunpunt Empowerment (deelproject)VROM Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en MilieuVWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en SportWMO Wet Maatschappelijke Ondersteuning

B I J L A G E 1 2 85

Bijlage 12 Lijst van gebruikte afkortingen

Page 86: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

86 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

1 Het betreft hier een uitwerking van de doelstelling minder daklozen zoalsopgenomen in het Statenakkoord 2003-2007 en de doelstelling in 2007 geendaklozen tegen hun wil op straat in het Collegewerkplan 2003-2007. De pro-vincie kiest voor een brede benadering: niet alleen een aanpak gericht opfeitelijk daklozen, maar ook op potentiële, recente en residentiële daklozen.

2 Zie de verschillende portretten van daklozen zoals beschreven in Dagboek inde open lucht (Gelderland, 2004)

3 Exclusief voorzieningen voor zwerfjongeren en voorzieningen van devrouwenopvang en de GGZ

4 Het aantal mensen met ernstige en langdurige psychische problemen in dethuissituatie wordt op 50.000-90.000 geschat (Commissie TaskforceVermaatschappelijking GGZ, 2002). Het aantal daklozen wordt geschat op15.000 (De Bruin, 2003) en 33.000 (Lourens, e.a.2002). Het aantal zwerfjonge-ren is recentelijk (2004) door de Algemene Rekenkamer geschat op 5.000. In Gelderland lag dat aantal in 2001 op 400 (Bottenberg e.a., 2001).

5 Apeldoorn, Arnhem, Doetinchem, Ede en Nijmegen.6 Cijfers over 2004. Bron: GIDz (www.gidz.nl)7 Waarvan 30% op Utrechts grondgebied door de provincieoverschrijdende

OGGZ-regio ‘Valleiregio’ met Veenendaal, Renswoude en Rhenen (samen82.000 inwoners)

8 De schatting is gebaseerd op informatie van gemeenten, sleutelfiguren enhet Vademecum Opvang 2004/2005 (NIZW, 2004).

9 Interdepartementaal Beleidsonderzoek 2002-2003, De opvang verstopt, IBOMaatschappelijke opvang, Den Haag, 2003.

10 GSO staat voor Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid. Het betreft degemeenten Apeldoorn, Arnhem, Nijmegen, Doetinchem, Ede, Harderwijk,Tiel en Zutphen. De provincie wil de kwaliteit van de leefomgeving, van desociale en culturele infrastructuur en de stadseconomie helpen verbeteren.De provincie biedt de betrokken steden brede ondersteuning met financiënen faciliteiten om de doelen van het stedelijk ontwikkelingsbeleid tebereiken. Binnen de sociale pijler heeft de aanpak van dakloosheid groteprioriteit.

11 Gezien de brede benadering (een brede aanval) die de provincie zichvoorstelt en het plan om te werken aan preventie, snelle opvang, door- enuitstroom is de doelstelling uit het Collegewerkplan (geen daklozen tegenhun wil op straat) geherformuleerd. Terugdringing van dakloosheid richtzich behalve feitelijk daklozen ook op potentieel, residentieel en ex-daklozen.

12 Dit gebeurde in het kader van het GSO-traject-I13 Na het gereedkomen van dit Aanvalsplan eind 2004, zal dit deelproject

vervangen worden door een ander deelproject, namelijk ‘Dagbesteding voorDaklozen’

14 Het project ‘Aanvalsplan tegen dakloosheid’ heeft alleen de daklozen alsaandachtsgebied. Het project zal zich niet rechtstreeks richten op de doel-

Noten

Page 87: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

groepen zwerfjongeren, vrouwen van de vrouwenopvang, slachtoffers vanhuiselijk geweld en verslaafde niet-daklozen.

15 Op basis van de Meerjarenontwikkelingsplannen (de MOP’s) van de gemeen-ten heeft de provincie Gelderland in het vierde kwartaal van 2004 keuzes ge-maakt in de financiering van GSO-programma’s en die vervolgens vastgelegdin stadscontracten.

16 In het kader van het GSO-II-traject hebben de acht steden meerjarenontwik-kelingsprogramma´s opgesteld ten aanzien van drie domeinen: sociaal, fysieken economisch. De steden hebben de wens van de provincie gehonoreerdom in de plannen veel aandacht te besteden aan de strijd tegen dakloosheid.

17 De steden Arnhem en Tiel hebben bij de aanvraag voor GSO-middelen ande-re prioriteiten dan dakloosheidsbestrijding gesteld. Deze gemeenten gaannieuwe maatregelen ten aanzien van de OGGZ en de maatschappelijke op-vang op een andere wijze (proberen) te financieren. Arnhem zal daarbij eenberoep doen op GSB-middelen.

18 Met gebruikmaking van de bewezen effecten in het tweejarig pilotproject‘Schuld onder dak’ van het Leger des Heils en de NVVK (2003).

19 Zie projecten Centrale Toegang in Utrecht en Den Haag (Van Leeuwen-denDekker, 2003)

20 Inmiddels heeft de provincie besloten om een project van onder meerPassade en Arcuris (twee Gelderse instellingen voor maatschappelijkeopvang) te subsidiëren. Dit project is gericht op versterking van de cliënt-participatie binnen de maatschappelijke opvang door onderzoek naarknelpunten, wensen en good practices.

21 Zie project Geef opvang de ruimte, gericht op doorstroming naar huisvestingmet begeleiding of bescherming. Dit project wordt georganiseerd doorAedes, de Federatie Opvang en SEV en vindt plaats in de steden Zwolle,Leeuwarden, Eindhoven, Breda en Den Haag.

22 De provincie Gelderland subsidieert een project van de MO-instellingenPassade en Arcuris, die actief zijn in vijf steden

23 Uitwisseling tussen steden vindt plaats in het provinciaal kennisplatformmaatschappelijke opvang (sinds 2002)

24 Bij de meeste door de provincie gesubsidieerde projecten zullen er nogandere aanvullende financieringsbronnen noodzakelijk zijn, zeker als het omgrote opvang- of woonvoorzieningen gaat. De provinciale subsidiering isincidenteel.

25 Vanaf juli 2004 is de plaats van Ed de Boer in de begeleidingscommissieopgevuld door Vera Stekelinck en haar plaatsvervanger Allard Bekius, beidenvan de gemeente Nijmegen

26 Op basis van de Meerjarenontwikkelingsplannen (de MOP’s) van de gemeen-ten heeft de provincie Gelderland keuzes gemaakt in de financiering vanGSO-programma’s en dat vervolgens vastgelegd d.m.v. stadscontracten.

27 Arnhem wil in 2005 een Registratie- en Monitoringsysteem invoeren, geba-seerd op het Model van Ede en gesubsidieerd vanuit de ICT-regeling van deprovincie Gelderland

N O T E N 87

Page 88: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

88 A A N V A L S P L A N T E G E N D A K L O O S H E I D I N G E L D E R L A N D

28 WERV staat voor de samenwerking op het gebied van volkshuisvestingtussen de vier gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal. De Valleiregio is een samenwerkingsverband (o.a. t.a.v. sluitende aanpakmaatschappelijke zorg) op vrijwillige basis tussen zeven gemeenten: deWERV-gemeenten en Scherpenzeel, Barneveld en Renswoude. De gemeen-ten Rhenen, Veenendaal en Renswoude liggen in de provincie Utrecht.

29 In Leiden is er al een goed voorbeeld van een WerkHotel30 Bottenberg, M., e.a., Zwerfjongeren in Gelderland, Arnhem, 200231 Zie onder andere het IBO-rapport ‘De opvang verstopt’, Den Haag, 2003.32 De term thuisloosheid verwijst veeleer naar de sociaal-psychologische

component: naar het onvermogen van de betrokkenen om zich een thuis-basis te verwerven, om duurzame sociale relaties en bindingen aan te gaan,in combinatie met een onvermogen om zich een stabiel leef- en werkmilieute verschaffen. Dit is een meerdimensionaal begrip waarvan de afzonderlijkedimensies niet eenduidig geoperationaliseerd zijn. Het is derhalve mindergoed bruikbaar. In de term dak- en thuislozen worden de fysieke en sociaal-psychologische componenten met elkaar verbonden. Het is echter de vraagof beide aanduidingen elkaar geheel overlappen. Met andere woorden: ofalle daklozen ook thuisloos zijn en vice versa (Wolf e.a. 2000; Van Doorn2002). Aangezien (dreigende) huisvestingsproblemen kenmerkend voor henzijn, houden we de term daklozen aan.

33 De definities van feitelijk daklozen en residentieel daklozen zijn ontleendaan J. Wolf e.a. (2002)

34 Verwacht in 200535 De toelichting is overgenomen uit de Startnotitie Aanvalsplan tegen

dakloosheid (Heineke, 2004)36 Tekst uit NIZW-brochure 2004

Page 89: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.

N O T E N 89

Page 90: Aanvalsplan dakloosheid Gelderland. Een provinciale aanpak voor terugdringing van dakloosheid, verbetering van kwaliteit van leven en vermindering van overlast.