Aanpak Escalatie Gemeente Oldambt - hetccv.nl · Namens de politie nemen de Operationeel Expert...
Transcript of Aanpak Escalatie Gemeente Oldambt - hetccv.nl · Namens de politie nemen de Operationeel Expert...
Aanpak Escalatie
Gemeente Oldambt
GGP-Veiligheidsstructuur
Escalatiemodel
Gebiedsgericht werken
Colofon
Regie: Joeri Frikken
Willem Kant
Gerda Kor
André Spijk
Karl Buursma
Jolanda van der Spek
Versie: Juni 2017
Voorwoord
Medio 2011 is binnen het Basisteam Ommelanden Oost een start gemaakt met het Gebiedsgebonden
Politiewerk (GGP). Dit houdt in dat het politiewerk in een gebied van beperkte geografische omvang
(zoals een wijk, buurt of dorp) wordt uitgevoerd door een vaste groep politiefunctionarissen
(wijkagenten) vanuit een vestiging binnen dat gebied. Door deze werkwijze wil de politie meer aan de
preventieve kant zaken oplossen. Dat zij daar niet alleen in staat, is vanzelfsprekend. Ook de
gemeente is - doordat zij de regie voert op veiligheidsvraagstukken - hier een belangrijke partner. Dat
vraagt om periodieke afstemming. Die afstemming vindt plaats in het:
• Operationeel Veiligheidsoverleg (OVO)
• Tactische Veiligheidsoverleg (TVO)
Daarnaast vindt er op bestuurlijk niveau afstemming plaats in onder andere het Driehoeksoverleg en in
het Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg (RBPO). Inmiddels zien we dat de GGP-werkwijze verder
wordt uitgerold in zowel de regio als op landelijk niveau.
Naast deze werkwijze zien we ook dat vele gemeenten een vorm van Gebiedsgericht Werken (GGW)
hebben geïmplementeerd. Ook dit raakt de veiligheidsstructuur.
Sinds 2015 kregen de gemeenten door de decentralisaties taken en verantwoordelijkheden
toebedeeld in het sociaal domein. We zagen vervolgens dat ook zorg steeds meer een prominente
plaats kreeg in de reguliere veiligheidsstructuur. Daar waar zorg stagneert, kan het een
veiligheidsprobleem worden. Voorheen hadden we het uitsluitend over openbare orde en veiligheid.
Vandaag de dag zien we dat ook de zorg onderdeel is geworden van integrale veiligheid, inclusief
maatschappelijke veiligheid.
Op basis van opgedane ervaringen is het van belang een uniforme aanpak voor sociale incidenten te
ontwikkelen. Zo is door de gemeente Leeuwarden de Aanpak ter Voorkoming van Escalatie (AVE)
ontwikkeld. Er moet goed worden samengewerkt wanneer er sprake is van een ‘sociaal drama’.
Inmiddels heeft ook Oldambt ervaring opgedaan met de implementatie van het AVE-model
Leeuwarden.
Door deze ontwikkelingen zien we dat het Veiligheidshuis Groningen (VHG) hierdoor een andere rol is
toebedeeld. Zij worden namelijk zowel bij zorg- als veiligheidsvraagstukken betrokken. Dat betekent
dat er een gezamenlijk standpunt ingenomen zou moeten worden wanneer en op welke manier alle
partijen een rol dienen te vervullen.
Gelet op deze vier ontwikkelingen zijn we als gemeente Oldambt, met onze ‘veiligheidsbril’ op, aan de
slag gegaan om deze vier ontwikkelingen te bundelen. Dat heeft uiteindelijk geresulteerd in een
Oldambtster versie van een GGP-veiligheidsstructuur, inclusief een Meldpunt Zorg & Overlast (MZO)
waar alle ‘veiligheid lijnen’ samenkomen. Het escalatiemodel Leeuwarden hebben we dan ook
doorontwikkeld conform het GGP-principe en waarin het MZO een centrale positie heeft gekregen.
Het Oldambtster Escalatiemodel sluit aan op de GGP- en GGW-principes en de ontwikkelingen van
het Veiligheidshuis Groningen. De Oldambtster versie is dan ook in samenwerking met de politie
basiseenheid Ommelanden Oost en het Veiligheidshuis Groningen tot stand gekomen.
We hebben hiermee een blauwdruk neergelegd. Een blauwdruk die als basis gebruikt kan worden
voor gemeenten die straks conform GGP en GWW willen werken.
Pieter Smit
Burgemeester Oldambt
2
Inhoudsopgave
1 Toelichting op de GGP-structuur ....................................................................................................... 1
1.1 Veiligheidspartners ................................................................................................................... 1
1.2 Bestuurlijke overleggen ............................................................................................................ 1
1.2.1 Het Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg (RBPO) ............................................................... 1
1.2.2 Driehoeksoverleg .................................................................................................................. 2
1.2.3 Politieoverleg ........................................................................................................................ 2
1.2.4 Operationeel veiligheidsoverleg ........................................................................................... 3
1.2.5 Tactisch Veiligheidsoverleg (TVO) en TVO Casus (TVO C) ................................................ 3
1.3 Centrale actoren ....................................................................................................................... 3
1.3.1 IVB-adviseur/Coördinator Integrale Veiligheid ..................................................................... 3
1.3.2 Coördinator Maatschappelijke Veiligheid ............................................................................. 4
1.3.3 Meldpunt Zorg & Overlast (MZO) ......................................................................................... 4
1.3.4 Casusregisseur ..................................................................................................................... 5
1.4 Veiligheidskolommen ................................................................................................................ 5
1.4.1 Openbare veiligheid .............................................................................................................. 5
1.4.2 Maatschappelijke veiligheid .................................................................................................. 5
1.4.3 Overstijgende veiligheid ....................................................................................................... 5
1.4.4 Overleggen Openbare en Maatschappelijke Veiligheid ....................................................... 6
2 GGP-structuur ................................................................................................................................... 7
3 Toelichting op het AVE-model ........................................................................................................... 9
3.1 Regierollen en verantwoordelijkheden ..................................................................................... 9
3.1.1 Casusregie ............................................................................................................................ 9
3.1.2 Behandelregie ..................................................................................................................... 10
3.1.3 Procesregie ......................................................................................................................... 10
3.1.4 Operationeel verantwoordelijk ............................................................................................ 11
3.1.5 Bestuurlijk verantwoordelijk ................................................................................................ 11
3.1.6 Overige betrokkenen en termen binnen het AVE-model .................................................... 11
3.2 Niveaus AVE ........................................................................................................................... 11
3.2.1 AVE 1 .................................................................................................................................. 12
3.2.2 AVE 2 .................................................................................................................................. 12
3.2.3 AVE 2/3 ............................................................................................................................... 12
3.2.4 AVE 3 .................................................................................................................................. 12
3.2.5 AVE 4 .................................................................................................................................. 12
3.2.6 Maatwerk ............................................................................................................................ 12
4 Stroomschema Escalatiemodel Zorg- en veiligheidsketen Oldambt .............................................. 13
5 Gebiedsgericht werken .................................................................................................................... 14
3
5.1 Actoren ................................................................................................................................... 14
5.1.1 Gebiedswethouders ............................................................................................................ 14
5.1.2 Programmaleider GGW ...................................................................................................... 14
5.1.3 Gebiedsregisseurs .............................................................................................................. 15
5.1.4 Sociaal Werk Oldambt - opbouwwerk ................................................................................ 15
Bijlage I Afkortingen .......................................................................................................................... 16
1
1 Toelichting op de GGP-Veiligheidsstructuur Medio 2011 zijn binnen de BT Ommelanden Oost de eerste stappen gezet naar Gebiedsgebonden
Politiewerk (GGP). Ook zijn toen, mede gelet op de toen nog op voor handen zijnde decentralisaties,
met name op het gebied van jeugd en OGGz, de eerste stappen gezet naar andere werkwijzen en
overlegstructuren met de gemeente Oldambt. Het doel: problemen oplossen aan de voorkant. In 2015
zijn de eerste stappen gezet naar bredere implementatie van GGP in de provincie Groningen en in
2016 zijn er plannen ontwikkeld om de GGP binnen de politie verder uit te rollen in de drie noordelijke
provincies. Daarmee is GGP hét fundament van de nieuwe politieorganisatie. Dat betekent dat alle
structuren, werkwijzen en overlegvormen een anker moeten vinden in het gebiedsgericht werken.
Naast het feit dat GGP voor de politieorganisatie(s) impact heeft, wil dat ook zeggen dat dit van
invloed is op gemeenten met betrekking tot Integrale Veiligheid. Immers, de gemeenten hebben de
regie op veiligheid. Dat betekent ook dat GGP van invloed is op de gemeentelijke organisatie en de
interne werkwijzen en procedures. Oldambt heeft dan ook gewerkt aan een ‘interne GGP-
veiligheidsstructuur’. Zoals de naam al doet vermoeden, de interne veiligheidsstructuur is conform de
GGP-werkwijze opgezet. Tevens heeft het Meldpunt Zorg & Overlast (MZO) een centrale plaats
gekregen. Alle lijnen dienen daar samen te komen. Ook het gebiedsgericht werken van de gemeenten
is hierin mee genomen. De gebiedsregisseurs en opbouwwerkers hebben nauw contact met het MZO.
1.1 Veiligheidspartners
Binnen de GGP-structuur kennen we een aantal directe ketenpartners zoals de Politie (waaronder het
Basisteam Ommelanden Oost), het Openbaar Ministerie, het Arrondissementsparket Noord-
Nederland, het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Noord (RIEC) en het Veiligheidshuis
Groningen (VHG). Het team Juridische Zaken en Veiligheid van de gemeente Oldambt is voor deze
ketenpartners het directe aanspreekpunt waar het veiligheidszaken en/of de daarvan afgeleide
juridische (strafrechtelijke) zaken betreft. De IVB-adviseur/IV-coördinator is in de dagelijkse praktijk
voor deze ketenpartners (op strategisch niveau) het eerste aanspreekpunt vanuit de gemeente
Oldambt.
Naast de directe ketenpartners zijn er vele indirecte ketenpartners waarmee de gemeente Oldambt
samenwerkt, zoals woningcorporatie Acantus, Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming,
Verslavingszorg Noord Nederland (VNN), etc. Vanuit de gemeente Oldambt onderhoudt de relevante
professional die als casusregisseur is toegewezen de contacten met de betreffende indirecte
ketenpartners.
1.2 Bestuurlijke overleggen
1.2.1 Het Regionaal Bestuurlijk Politie Overleg (RBPO)
Sinds de invoering van
de Nationale Politie op
1 januari 2013, telt
Nederland 10
regioburgemeesters.
Elke regioburgemeester
is het bestuurlijke aanspreekpunt in de regionale eenheden, zowel voor de minister van Veiligheid en
Justitie als voor de andere burgemeesters. De rol van de regioburgemeester is divers. Hij is binnen de
regionale eenheid adviseur, initiator, coördinator en bemiddelaar, geeft zijn zienswijze en indien nodig
hakt hij knopen door.
De burgemeester van Groningen is de regioburgemeester voor de drie noordelijke provincies. In het
RBPO komen alle burgemeesters van de drie provincies samen met de politie en het openbaar
RBPO
(bestuurlijk)
2
ministerie vier keer per jaar bijeen. Het belangrijkste product van het RBPO is het regionaal
beleidsplan integrale veiligheid.
In het regionaal beleidsplan 2015-2018 zijn de volgende prioriteiten vastgesteld:
• jeugd en veiligheid
• geweld
• inbraken
• grootschalige incidenten en evenementen
• georganiseerde en ondermijnende criminaliteit
In het regionale beleidsplan wordt gestuurd op de prioriteiten en doelstellingen voor de regionale
eenheid.
1.2.2 Driehoeksoverleg
Het driehoeksoverleg
bestaat uit een overleg
tussen de
burgemeester, de
officier van justitie en
het hoofd van het
territoriale onderdeel van de regionale eenheid binnen welk grondgebied de gemeente geheel of
gedeeltelijk valt.
In het driehoeksoverleg worden door het bevoegd gezag beleidsafspraken gemaakt over de inzet van
de politie op de lokale (veiligheids)prioriteiten en de criminaliteitsbeheersing. Daarnaast wordt de
voortgang van de politieverantwoordelijkheden uit het Integraal Veiligheidsbeleid besproken. Ook
worden actuele veiligheidsproblemen ingebracht. In het driehoeksoverleg worden afspraken gemaakt
over de aanpak en de te nemen (bestuurlijke) maatregelen die bijdragen aan het oplossen van het
probleem en worden vastgestelde prioriteiten daar waar nodig bijgesteld.
1.2.3 Politieoverleg
Het politieoverleg is
het tweewekelijks
overleg tussen de
burgmeester en de
teamchef van het
basisteam van de
politie. Tijdens dit overleg worden onder andere de wekelijkse highlights besproken. Verder komen
aan de orde: acute en lopende veiligheidszaken, meldingen van overlast en zaken m.b.t. openbare
veiligheid, maatschappelijke veiligheid en criminele activiteiten.
Op basis van het GGP sluit de IVB-adviseur aan bij het politieoverleg. Binnen de gemeente Oldambt
neemt ook de Coördinator Maatschappelijke Veiligheid (CMV) deel aan het overleg.
Driehoeksoverleg
(bestuurlijk)
Politie-overleg
(bestuurlijk)
3
1.2.4 Operationeel veiligheidsoverleg
Het Operationeel
Veiligheidsoverleg is
een overleg van de
politie. In het
veiligheidsoverleg
wordt de afgelopen
periode geanalyseerd, worden leerpunten besproken, wordt er vooruitgekeken op de middellange
termijn (minimaal één planningsperiode) en wordt er een koers uitgezet. Basis hiervoor zijn de
informatie en bevindingen van de wijkagenten, de afspraken uit het driehoeksoverleg, lokale
jaarplannen (van de gemeente) en het jaarwerkplan van het basisteam van de politie.
De IVB-adviseur sluit aan bij dit maandelijks overleg. Hij informeert de overige veiligheidsmedewerkers
van de gemeente Oldambt middels een terugkoppeling van de actielijst.
1.2.5 Tactisch Veiligheidsoverleg (TVO) en TVO Casus (TVO C)
De verdieping op de
onderwerpen vanuit het
operationeel
veiligheidsoverleg
komen aan bod in het
tactisch
veiligheidsoverleg. Indien uit het operationeel veiligheidsoverleg en/of het sturingsoverleg (overleg van
de politie) blijkt dat er bij de interventie van een veiligheidsvraagstuk structurele problemen zijn, of
complexe problematiek ontstaat, is een integrale aanpak vereist met meerdere ketenpartners. Het
initiatief hiertoe ligt bij de gemeente. Het tactisch veiligheidsoverleg bestaat uit ketenpartners die een
rol hebben in de aanpak van het probleem en opereert incidenteel of structureel in de aanpak van
veiligheidsproblemen in de gemeente.
Het TVO ziet in feite toe op sturing en bewaking van beleidsafspraken, organisatorische onderwerpen,
beleidsmatige trends en ontwikkelingen en knelpunten. Aan het TVO nemen onder andere de
teamleider van afdeling FIJF, de IVB-adviseur, de politie en het Veiligheidshuis Groningen deel.
Het TVO C is meer een ’werkoverleg’ en sluit aan op het TVO. Hierin komt de terugkoppeling vanuit
andere overleggen aan bod zoals het horeca-overleg en het Kernteamoverleg. Verder zullen hier de
complexere zorg- en veiligheidsvraagstukken op casusniveau aan bod komen, op basis van de
veiligheidsprioriteiten. Ook de persoonsgerichte aanpak, veelplegers en meerplegers komen in het
TVO C aan bod. Aan het TVO C nemen namens de gemeente Oldambt de IVB-adviseur, de
Coördinator Maatschappelijke Veiligheid, de Coördinator MZO, de toezichthouder voor openbare orde
en maatschappelijke veiligheid, de OOV-adviseur, de adviseur Verkeersveiligheid, de OGGz-
coördinator en de CJG-coördinator deel. Namens de politie nemen de Operationeel Expert GGP, de
Operationeel Specialist, de Thematische wijkagent-jeugd en in voorkomende gevallen de betreffende
wijkagent deel.
1.3 Centrale actoren
1.3.1 IVB-adviseur/Coördinator Integrale Veiligheid
Vanuit de gemeente Oldambt is de IVB-adviseur, conform GGP, het
eerste aaspreekpunt voor (keten)partners zoals politie, justitie en het
gemeentelijk bestuur. Daarnaast bestaat het takenpakket van de
IVB-adviseur uit het uitzoeken en uitzetten van meldingen en
signalen vanuit het politie-overleg, het driehoeksoverleg, het
Operationeel veiligheidsoverleg
(MT politie)
Tactisch veiligheidsoverleg &
Tactisch veiligheidsoverleg C
IVB-adviseur-IIV
coördinator
4
operationeel veiligheidsoverleg en het tactisch veiligheidsoverleg. De IVB-adviseur heeft hiervoor
aanspreekpersonen binnen de kolommen Openbare Veiligheid en Maatschappelijke Veiligheid
waaraan de meldingen en informatie kan worden doorgezet. Beleidsmatig houdt de IVB-adviseur zich
bezig met georganiseerde en ondermijnende criminaliteit en polarisatievraagstukken.
Naast deze meer coördinerende taken draagt de IVB-adviseur zorg voor het Integraal
Veiligheidsbeleid en vormt daarin de schakel tussen veiligheidsaspecten en de juridische elementen
die daarbij aanwezig zijn.
Daar waar maatschappelijke zorg stagneert waardoor de veiligheid in het geding komt, zal de IVB-
adviseur in overleg met het Veiligheidshuis Groningen doorgaans de procesregie gaan voeren.
1.3.2 Coördinator Maatschappelijke Veiligheid
Als aanspreekpunt binnen de kolom Maatschappelijke Veiligheid is
de Coördinator Maatschappelijke Veiligheid gepositioneerd. De CMV
wordt ingezet bij problematiek bij individuele burgers en/of bij
problematiek bij gezinnen/huishoudens, waarbij ondersteuning vanuit
dienst- en hulpverlening noodzakelijk is. Ook wordt de CMV ingezet
bij problematiek gerelateerd aan maatschappelijke zorg en inkomen.
Daarnaast is de CMV binnen de kolom maatschappelijke veiligheid de schakel tussen de eerste lijn
veiligheidsprioriteiten OGGz en CJG en de tweede lijn veiligheidsprioriteiten Toezicht Wmo, Werk &
Inkomen, Leerlingzaken en Veilig Thuis.
De coördinator Maatschappelijke Veiligheid is verantwoordelijk voor het in kaart brengen van de
actuele stand van zaken en voor een snelle aanpak bij meervoudige, complexe situaties die zich
afspelen op het terrein van maatschappelijk zorg. Een belangrijke taak is weggelegd in het grijze
gebied waarin een casus waarbij de focus op zorg ligt zicht verschuift naar een situatie waarin de
focus op veiligheid komt te liggen. Door tijdig op te schalen naar de CMV wordt getracht escalatie
waarbij de veiligheid in het geding komt te voorkomen.
De CMV is vertegenwoordigd in het TVO en het politie-overleg en vervangt het MZO bij afwezigheid.
1.3.3 Meldpunt Zorg & Overlast (MZO)
Het MZO is het eerste aanspreekpunt voor alle meldingen over zorg en
overlast. Het is MZO is bedoeld voor zowel inwoners als (keten)partners
als bestuurders. Zodra een melding binnen komt wordt er door het MZO
met de melder contact gelegd om de melding uit te diepen. Vervolgens
wordt onderzocht of er al sprake is van hulpverlening. Met deze
hulpverlening werkt het MZO veelvuldig samen. Wanneer er nog geen
sprake is van lopende hulpverlening neemt het MZO contact op met de inwoner waarover een
melding is gedaan. Dit kan zowel telefonisch als middels een huisbezoek en heeft als doel om de
inwoner in de zorg te krijgen. Het MZO is er verantwoordelijk voor dat de juiste professional/instantie
aan bod komt en blijft gedurende het gehele proces. Hierin wordt rekening gehouden met op- en
afschaling. Het MZO voert procesregie tot de juiste zorg wordt verleend en schaalt de casus daarna
af.
Het MZO heeft ook een signalerende functie. Hierbij kan gedacht worden aan meerdere signalen uit
een buurt, overlast veroorzaakt door jongeren, conflicten, etc.
Het MZO is vertegenwoordigd in het TVO C en het Kernteam en vervangt de OGGz-coördinator bij
afwezigheid.
Coördinator
Maatschappelijke
Veiligheid
Meldpunt Zorg en
Overlast
5
1.3.4 Casusregisseur
De casusregisseur is de contactpersoon voor het cliënt(systeem) en is
degene die met de inwoner communiceert. Ook als er sprake is van een
benoemde procesregisseur. In geval van hulp en ondersteuning aan een
individu of gezin moet er altijd een casusregisseur expliciet worden
benoemd; ook als er meerdere hulpverleners vanuit meerdere
hulpverlenende organisaties betrokken zijn.
De casusregisseur stemt de voortgang van een casus af met, afhankelijk van het niveau waarop de
casus zich bevindt, het MZO, de CMV of de IVB-adviseur.
1.4 Veiligheidskolommen
1.4.1 Openbare veiligheid
Binnen de kolom openbare veiligheid zijn drie veiligheidscomponenten
gepositioneerd: Vergunningsverlening bijzondere wetten, Toezicht &
Handhaving en Verkeersveiligheid.
Onder de eerste component vallen de volgende beleidsterreinen; horeca,
alcohol & (soft)drugs, prostitutie, evenementen, speelautomaten en BIBOB.
Deze beleidsterreinen zijn ook opgenomen in de veiligheidsprioriteiten.
Binnen de tweede component vallen de toezichthouders, BOA’s en de
medewerkers handhaving. Ook de Toezichthouder Zorg behoort tot deze
groep. Eén van de toezichthouders heeft periodiek afstemming met het MZO
over signaleringen en meldingen.
De derde component is de ‘lokale veiligheidsprioriteit’ verkeersveiligheid. De
afstemming over verkeersveiligheidszaken verloopt via het TVO C.
1.4.2 Maatschappelijke veiligheid
Jeugd en OGGz zijn eerstelijns veiligheidsprioriteiten. Daar waar zorg
stagneert kan de veiligheid in het geding komen. Vandaar ook dat deze
beleidsterreinen zijn opgenomen in de (regionale) veiligheidsplannen en
mede door de decentralisaties een wezenlijk onderdeel zijn gaan vormen
binnen de veiligheidsketen.
Tevens is er binnen de veiligheidsstructuur vanuit de eerste lijn veiligheid ook
een duidelijke lijn gelegd met de tweedelijnszorg: Toezicht Wmo, Werk &
Inkomen, Leerlingzaken en Veilig Thuis. De gebiedsregisseurs en Sociaal
Werk Oldambt zijn om die reden als belangrijke partners binnen de
veiligheidsstructuur opgenomen.
1.4.3 Overstijgende veiligheid
Naast de openbare en maatschappelijke veiligheid zijn er een aantal posities
die beide domeinen overstijgen. Overstijgende veiligheid heeft te maken met
zowel de openbare als de maatschappelijke veiligheid.
Onder interne veiligheid vallen de Arbo-aangelegenheden, de BHV en de
werkzaamheden die voortvloeien uit de Veilige Publieke Taak.
Casusregisseur
Vergunningsverlening
bijzondere wetten
Toezicht &
Handhaving
Verkeersveiligheid
Openbare Geestelijke
Gezondheidszorg
Centrum voor Jeugd
en Gezin
Interne Veiligheid
6
Huisverboden kunnen zowel een maatschappelijk veiligheidscomponent als
een openbaar veiligheidscomponent in zich hebben. In het laatste geval zijn
vaak meerdere personen en/of gezinnen in dezelfde straat betrokken.
Ook de nazorg voor ex-gedetineerden is overstijgend. Het regelen van
inkomen, huisvesting en de effecten van een ex-gedetineerde die weer een
plek dient te krijgen in samenleving raken beide kolommen.
1.4.4 Overleggen Openbare en Maatschappelijke Veiligheid
Binnen de openbare veiligheidskolom zijn er nog een drietal overleggen die tevens een link hebben
met de overige overleggen binnen de veiligheidsstructuur. Dit zijn het horeca-overleg, het
Marktpleinoverleg en het Handhavingsoverleg. Vanuit het TVO (C) kunnen veiligheidsproblemen ter
agendering worden voorgelegd aan de betreffende drie overleggen.
Datzelfde geldt ook voor het Kernteamoverleg die valt binnen de maatschappelijke veiligheid. Dit is
een tweemaandelijks overleg tussen OGGz, VNN, Lentis, MZO en de politie.
Huisverboden
Nazorg ex-
gedetineerden
7
Veiligheidsregio
Groningen
Meldpunt Zorg en Overlast
RBPO
(bestuurlijk)
Driehoeksoverleg
(bestuurlijk)
Operationeel veiligheidsoverleg
(MT politie)
Politie-overleg
(bestuurlijk)
Tactisch veiligheidsoverleg &
Tactisch veiligheidsoverleg C
Coördinator
Maatschappelijke
Veiligheid
IVB-adviseu/IV-
coördinator
Casusregisseur
Veiligheidshuis
Groningen
Openbaar
Ministerie
RIEC
Kolom maatschappelijke
veiligheid
Kolom openbare
veiligheid
2 GGP-Veiligheidsstructuur
Vergadering gemeente
Vergadering extern
Afdeling gemeente
Organisatie extern
Actief vanaf AVE 1
Actief vanaf AVE 2
Legenda:
8
Marktpleinoverleg
Handhavingsoverleg Kernteamoverleg
Horeca-overleg
Vergunningsverlening
bijzondere wetten
Sociaal Werk Oldambt
Werk & Inkomen
Leerlingzaken
Openbare Geestelijke
Gezondheidszorg
Centrum voor Jeugd
en Gezin
Veilig Thuis
Toezicht &
Handhaving
Verkeer
Gebiedsregisseurs
Overige externe
partners
Huisverboden
Interne Veiligheid
Nazorg
ex-gedetineerden
Toezicht Wmo
9
3 Toelichting op het AVE-model
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor onder andere jeugdzorg, werk en inkomen en zorg
aan langdurig zieken en ouderen. Deze taken zijn door de rijksoverheid overgedragen aan de
gemeenten in het kader van de decentralisaties. Bij de invoering van deze decentralisaties zijn
gemeenten verantwoordelijk voor de eigen inrichting hiervan. Hiervoor moeten gemeenten op
bestuurlijk, tactisch en operationeel niveau vernieuwde (werk)afspraken maken. Gemeenten dienen
ervoor te zorgen dat alles voor de inwoners zo eenvoudig mogelijk geregeld is. Een ideaalsituatie is
het ontwikkelen van één centrale “ingang en toeleiding” voor inwoners.
Achterliggend doel van de decentralisaties is het stimuleren van de eigen kracht van de inwoner.
Zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Waar de inwoner niet zelfredzaam is biedt de gemeente
ondersteuning. Professionals krijgen hierbij meer ruimte om eigen oplossingen te vinden en worden
hierbij minder beperkt door regelgeving.
Het AVE-model zorgt voor duidelijkheid over onderlinge werkafspraken tussen professionals, wie in
welke rol optreedt, wie waar verantwoordelijk voor is, wat er gebeurt wanneer zorg stagneert en wat er
gebeurt wanneer er sprake is van een onveilige situatie. Dit is hard nodig omdat inwoners met
problematiek op zorg- en/of veiligheidsniveau hulp kunnen en moeten ontvangen van verschillende
professionals, zowel van de gemeente als van externe ketenpartners.
Het AVE model is een afkorting van de Aanpak ter Voorkoming van Escalatie bij huishoudens met
oplopende problematiek en kent zijn oorsprong bij de gemeente Leeuwarden. Het heeft als doel om
escalerende situaties te voorkomen, te beperken en te beëindigen. Het wordt ingezet als kapstok die
de gemeente duidelijkheid verschaft over haar interne organisatie. Iedere gemeente kan dit op haar
eigen manier invullen. Hoofdstuk 3 geeft duidelijkheid over de invulling hiervan door de gemeente
Oldambt.
3.1 Regierollen en verantwoordelijkheden
Binnen het AVE model is er sprake van verschillende regierollen en verantwoordelijkheden.
Ter verduidelijking staan definities en toelichtingen per begrip vermeld.
3.1.1 Casusregie
De casusregisseur heeft de regie over de dagelijkse ondersteuning van een persoon of een gezin.
• De casusregisseur is de contactpersoon voor het cliënt(systeem) en is steeds degene die met
de inwoner communiceert. Ook indien er sprake is van een benoemde procesregisseur.
• In geval van hulp en ondersteuning aan een individu of gezin moet er altijd een casusregisseur
expliciet worden benoemd; ook als er meerdere hulpverleners vanuit meerdere hulpverlenende
organisatie betrokken zijn.
Toelichting op casusregie:
• Er is sprake van casusregie door een professional bij AVE2, AVE3 en AVE4. Deze ligt
doorgaans bij een medewerker van de gemeente. Het verschilt per casus welke professional het
oppakt. Voorbeelden van casusregisseurs zijn een BOA van VTH, een medewerker van het
CJG of een medewerker van SWO, etc.
• In de ideaalsituatie is de casusregisseur niet dezelfde actor als de procesregisseur, met als
uitzondering bij jeugd gerelateerde casuïstiek waarbij het juist doorgaans gewenst is dat de
Casemanager Jeugd zowel casus- als procesregie voert.
10
• Bevoegdheden van de casusregisseur liggen besloten in het professioneel handelen en het
mandaat dat daarbij hoort.
• De casusregisseur is ook verantwoordelijk voor het herkennen van - en adequaat reageren op
externe zorgsignalen (bijvoorbeeld van politie, buren, scholen, woningcorporaties en
energiebedrijven).
• De casusregisseur heeft de taak om indien noodzakelijk tijdig te escaleren via de
procesregisseur. De procesregisseur kan indien noodzakelijk tijdig opschalen.
• Als opschalen nodig wordt geacht, wordt opgeschaald conform een vastgelegde route.
3.1.2 Behandelregie
De behandelregisseur is degene die inwoner behandelt.
• Wanneer er sprake is van een behandeling, heeft de behandelaar de regie over de behandeling
(hoofdbehandelaarschap). De behandelaar kan tevens casusregisseur zijn, maar dit hoeft niet.
• De taken/rol van het hoofdbehandelaarschap (behandelregie) zijn vastgelegd in de
registratievereisten van de professionalisering jeugdzorg, de nieuwe jeugdwet en het
hoofdbehandelaarschap vanuit de specialistische GGZ (volwassenzorg).
• Behandelregisseurs vallen onder de noemer ‘actoren’.
• Mogelijke behandelregisseurs zijn medewerkers van de MEE, Lentis, FACT, Florint, Limor etc.
3.1.3 Procesregie
De procesregisseur faciliteert de samenwerking tussen professionals of meerdere organisaties.
• De procesregie ligt op het niveau van de samenwerkende professionals van meerdere
organisaties en stuurt op het resultaat van de hulp.
• De procesregisseur treedt niet in de professionele verantwoordelijkheid van de betrokken
hulpverleners, maar draagt zorg voor een integrale aanpak die effectief is. Hij/zij is bevoegd om
in overleg met de casusregisseur betrokken partijen bijeen te roepen voor overleg en
afstemming en hakt bij stagnatie indien nodig knopen door.
• Bij procesregie behoort in ieder geval de bevoegdheid om het handelen van alle betrokken
professionals op elkaar af te stemmen, met als doel één goed samenhangend traject aan zorg
voor de cliënt of het cliëntsysteem te realiseren.
• De procesregisseur wordt telkens expliciet benoemd.
• Bij complexe problematiek kan dit een specifieke professional zijn met ervaring op het
betreffende terrein. Het AV&Z (Actiecentrum Veiligheid & Zorg) voert procesregie op complexe
casuïstiek. Onder complexe casuïstiek wordt óók zorgcasuïstiek verstaan: zaken waarin de zorg
is vastgelopen of waarin de zorg onvoldoende de veiligheidsrisico’s kan afdekken. In die
complexe casuïstiek wordt in het AV&Z altijd gewerkt met dezelfde elementen, een vast patroon
en gedefinieerde verantwoordelijkheid in de aanpak. Het AV&Z werkt daarbij met de
persoonsgerichte aanpak als methodiek: procesregie met een gedefinieerde
verantwoordelijkheid en met een vast patroon, gericht op het hele (gezins)systeem en waar
nodig een lange adem.
Toelichting op procesregie:
• Op niveau AVE2 ligt de procesregie doorgaans bij het MZO, met uitzondering van
jeugdgerelateerde casuïstiek. Naast de procesregie blijft er altijd sprake van casusregie.
• In (de overgang naar) AVE3 is sprake van een (dreigende) escalatie of stagnerende
samenwerking en/of niet-effectieve hulpverlening.
• Binnen het kader jeugd kan er ook een ‘drang-maatregel’ zijn. In dat geval is er altijd een
samenwerking tussen de eerstelijns GGP-veiligheidsmedewerker (bijvoorbeeld de
11
Casemanager Jeugd) en de IVB-adviseur om onveiligheid in combinatie met
ontwikkelingsbedreiging van de minderjarige weg te nemen.
• Binnen het kader jeugd heeft een eventuele gezinsvoogd/jeugdbeschermer een specifieke rol
en bevoegdheden. Dit speelt bij een (V)OTS of reclasseringsmaatregel. Dan is er een nauwe
(werk)relatie met de procesregisseur. Ook in deze situatie is er een casusregisseur, doorgaans
de eerstelijns GGP-veiligheidsmedewerker, en is de procesregisseur aanvullend op beide rollen.
• De procesregisseur schaalt in overleg met de eerstelijns GGP-veiligheidsmedewerker op bij
stagnatie naar het management of indien nodig naar bestuur van de zorgorganisatie. Vanaf
AVE 3 is de IVB-adviseur van de gemeente de link met het bestuur van de gemeente,
wethouder(s) en burgemeester en de gezagsdriehoek.
• Maak afspraken over de procesregie door het Veiligheidshuis. In een aantal gevallen is er
verschil tussen consultatie en maatwerk.
3.1.4 Operationeel verantwoordelijk
De operationeel verantwoordelijke is de persoon die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de
uitvoering van het werk van de casus- en procesregisseur en alle medewerkers in het team.
• In het sociale domein zijn organisaties en netwerken actief. Een netwerk kent geen bestuurder,
wel een management. Stagnerende samenwerking wordt niet alleen veroorzaakt door
problemen in het gezin, want soms zijn de hulpverleners niet effectief in de samenwerking. Het
management spreekt de medewerker(s) hierop aan voordat er moet worden opgeschaald.
3.1.5 Bestuurlijk verantwoordelijk
De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij de bestuurder die eindverantwoordelijkheid draagt.
• Burgemeester: heeft discretionaire bevoegdheden op het gebied van openbare orde en
veiligheid en staat in directe verbinding met politie, justitie en hulpdiensten.
• Wethouder: is verantwoordelijk voor het uitvoeren van het beleid en is inhoudelijk
verantwoordelijk.
• Gemeenteraad: bij een calamiteit heeft de gemeenteraad geen eigen rol. Bestuurders leggen
hooguit verantwoording af omtrent de uitvoering van het beleid.
3.1.6 Overige betrokkenen en termen binnen het AVE-model
• Actoren: de betrokken personen, organisaties en instanties bij de uitvoering van het
onderzoek/project/casus.
• Opschaling: niveauverhogingen qua problematiek en inhoud conform AVE.
• Afschaling: niveauverlagingen qua problematiek en inhoud conform AVE.
• Nazorg: alles wat na de-escalatie van de casus nog geregeld moet worden m.b.t. de inwoner.
Na afschaling (de-escalatie) blijkt dat er nog veel zaken geregeld moeten worden. Bijvoorbeeld: de
inwoner moet verhuizen in verband met de veiligheid waardoor woningcorporaties moeten worden
aangejaagd en het proces bewaakt moet worden, of er moet een bijstandsuitkering via de gemeente
worden geregeld of eventuele openstaande zorgvragen die er nog liggen moeten via bijvoorbeeld het
CJG of het RIGG bewaakt worden.
3.2 Niveaus AVE
Zelfredzaamheid van de inwoner is het streven van de gemeente Oldambt. Dat houdt in dat iedere
inwoner idealiter zo laag mogelijk kan worden ingeschaald binnen het AVE-model. Het AVE-model
omvat vier niveaus van escalatie en ondersteunt de samenwerking tussen betrokken partijen en
12
professionals. Het is van belang om tijdig op- en af te schalen tussen de verschillende niveaus.
Criteria hiervoor worden getoond in het stroomschema (hoofdstuk 4).
3.2.1 AVE 1
Inwoners ondervinden geen problematiek. Er heersen hoogstens vermoedens van problematiek. Door
middel van een preventieve opstelling is er sprake van vroegtijdige signalering van deze problematiek
waardoor de zelfredzaamheid van de inwoners groot blijft. Bij de gemeente Oldambt is er sprake van
een Meldpunt Zorg en Overlast (MZO). Inwoners en professionals kunnen met problematiek op ieder
niveau terecht bij het MZO. Het MZO zorgt ervoor dat problematiek op AVE 1 op een goede manier
behandeld wordt. Dit kan het MZO op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld door het zelf af te
handelen of het toe te wijzen aan een relevante professional, zoals een Wmo-consulent of een
medewerker van Sociaal Werk Oldambt.
3.2.2 AVE 2
Inwoners ondervinden problematiek. Er is sprake van enkelvoudige, meervoudige en/of complexe
problematiek. Wanneer er sprake is van enkelvoudige problematiek zal bijvoorbeeld een professional
van Sociaal Werk Oldambt, een wijkagent of de huisarts in beeld komen. Wanneer er sprake is van
meervoudige problematiek (veelvuldige problematiek op verschillende domeinen) en/of complexe
problematiek (de problematiek op verschillende domeinen beïnvloeden elkaar) zijn er meerdere
relevante professionals vertegenwoordigd. Het MZO voert de procesregie zodat er sprake is van een
effectieve samenwerking tussen deze professionals.
3.2.3 AVE 2/3
Vanaf AVE 3 is de veiligheid van inwoners in het geding. De overgang van AVE 2 (waar de prioriteit op
de zorgtaak ligt) naar AVE 3 (waar de prioriteit op de veiligheid ligt) omvat een grijs gebied. Binnen dit
grijze gebied blijven de werkzaamheden bij de relevante professional uit AVE 2, maar is er ook sprake
van consultatie en advies door professionals die normaliter pas vanaf AVE 3 aan bod komen. Er is
sprake van tijdelijk opschalen met als doel het voorkomen van escalatie van de problematiek naar het
niveau waarin de veiligheid van inwoners in het geding is. Binnen het stroomschema (hoofdstuk 4) is
AVE 2/3 niet weergegeven als kolom, maar in het kader ‘consultatie & advies’.
3.2.4 AVE 3
Inwoners ondervinden complexe problematiek op meerdere leefgebieden en domeinen. Hierbij is de
veiligheid van inwoners in het geding, mogelijk door stagnerende samenwerking. Samenwerking
tussen meerdere (keten)partners is nodig voor een oplossing. Wanneer de veiligheid in het geding is
zal de procesregie doorgaans worden overgedragen aan de IVB-adviseur of het Veiligheidshuis.
3.2.5 AVE 4
Inwoners ondervinden zeer complexe domeinoverstijgende problematiek waarbij de veiligheid van
inwoners in gevaar is. Er is sprake van totale escalatie. Hierdoor dreigt er maatschappelijke onrust en
aandacht vanuit de media. De procesregie wordt overgedragen aan het scenarioteam. Het
scenarioteam bestaat uit burgemeester en wethouders, het veiligheidshuis, de politie, het openbaar
ministerie en de IVB-adviseur.
3.2.6 Maatwerk
Het behandelen van zorg- en veiligheidscasuïstiek is maatwerk. Het stroomschema (hoofdstuk 4) is
een algemeen model. De gemeente Oldambt heeft op verschillende relevante onderwerpen specifieke
escalatiemodellen ontwikkeld. Hierbij kun je denken aan jeugdproblematiek, zorgmijders, huiselijk
geweld, verwarde personen, sociaal werk, handhaving, etc.
13
4 Stroomschema Escalatiemodel Zorg- en veiligheidsketen Oldambt
Problemen
worden
voorkomen
Enkelvoudige
vragen
Enkelvoudige/
meervoudige
en/of
complexe
problematiek
Complexe
problematiek
op meerdere
leefgebieden
en domeinen
Zeer complexe
domein-
oversteigende
problematiek
Vra
ag
verh
eld
eri
ng &
Ond
erz
oek
AVE 1
AVE 2
AVE 3
AVE 4
Casusregie
MZO
Procesregie
-
Operationele verantw.
Management gemeente
Bestuurlijke verantw.
Vakwethouder
Casusregie
Relevante professional
Procesregie
MZO
Operationele verantw.
Management gemeente
Bestuurlijke verantw.
Vakwethouder
Casusregie
Relevante professional
Procesregie
IVB//VH
Operationele verantw.
Management gemeente
Bestuurlijke verantw.
College B&W
Casusregie
Relevante professional
Procesregie
Scenarioteam
Operationele verantw.
Management gemeente
Bestuurlijke verantw.
Burgemeester
Inwoner
MZO
MZO
Relevante
professional
MZO
IVB-adviseur
Veiligheidshuis
Relevante
professionals
IVB-adv
Veiligheidshuis
Relevante
professionals
Driehoek
Consultatie
& Advies
Is er (meer) hulp
nodig?
Is inwoner niet
zelfredzaam?
Is hulp ineffectief?
Stagneert de
samenwerking?
Is de veiligheid in het
geding?
Is de veiligheid in het
gevaar?
Is er sprake van
maatschappelijke
onrust?
Is er sprake van
media-aandacht?
AVE 1
AVE 2
AVE 3
AVE 4
Geen (verdere) hulp
nodig
Inwoner is
zelfredzaam
Hulp is effectief
Geen stagnerende
samenwerking
Veiligheid is niet in het
geding
Veiligheid is niet in het
gevaar
Geen
maatschappelijke
onrust
Geen media-aandacht
Actoren Opschalen Afschalen
Ja
Nee
Ja
Ja
Nee
Nee
Ja
Ja
Ja
14
5 Gebiedsgericht werken
Op 20 juni 2016 heeft de gemeenteraad van Oldambt besluiten genomen in het kader van de
takendiscussie. Onze rol in de samenleving is samengevat als ‘Gemeente Oldambt verbindt en
ondersteunt’. Deze woorden vormen de rode draad in de manier waarop we de komende jaren gaan
werken. Er zijn veel verschillende instellingen, verenigingen, bedrijven en inwoners in onze gemeente
actief. Al deze partijen hebben hun eigen deskundigheden, wensen en ideeën. Wij willen dit graag
méér met elkaar verbinden. Initiatieven vanuit de samenleving mogelijk maken en verder brengen.
Initiatiefnemers faciliteren, ondersteunen en samenbrengen. Zonder hierbij de verantwoordelijkheid
van het initiatief over te nemen. Door gebiedsgericht te werken bieden wij inwoners en organisaties
meer verantwoordelijkheid en invloed op sociale en fysieke maatregelen in hun directe leefomgeving.
De doelstelling hierbij is om minder te regelen in de systeemwereld van de gemeente en daarbij de
leefwereld van bewoners te versterken.
In onze gemeente stellen we de inwoner centraal. Zowel in uitvoering als beleid. Immers: de inwoner
is de deskundige van het eigen woongebied. En we willen een nieuw samenspel tussen gemeente en
inwoner om aan de kwalitatieve toekomst van dorpen en wijken te werken. Door te denken vanuit een
dorp of wijk gaan we integraal en gebiedsgericht werken. Uiteraard blijft generiek beleid overeind daar
waar nodig, maar de vertaling moet gemaakt worden van centraal beleid naar ‘wat betekent dit voor
een dorp of wijk?’
Gebiedsgericht werken heeft voordelen voor de inwoner die minder zal worden gehinderd door de
afbakening in budgetten, regelgeving of professionals die zich enkel met één onderwerp bezig
houden. Ook vergroot gebiedsgericht werken de herkenbaarheid en samenhang van projecten en
inzet in een dorp, wijk of gebied. Een integrale aanpak zorgt ervoor dat we zorgvuldiger en vollediger
communiceren met onze inwoners. Anderzijds heeft gebiedsgericht werken ook voordelen voor onze
eigen organisatie: het beleid en de uitvoering worden beter gecoördineerd, dubbele inzet wordt
voorkomen en inzet zal elkaar meer versterken.
5.1 Actoren
5.1.1 Gebiedswethouders
Gebiedswethouders hebben naast hun vakinhoudelijke taken ook een gebied (aantal dorpen en/of
wijken) onder hun hoede. De gebiedswethouders zijn namens het college van burgemeester en
wethouders het bestuurlijke aanspreekpunt voor de bewoners in het dorp of in de wijk. De
gebiedswethouder communiceert met het dorp of wijk, signaleert knelpunten en is het gezicht van de
gemeente.
5.1.2 Programmaleider GGW
De programmaleider gebiedsgericht werken speelt een cruciale rol in het van buiten naar binnen
werken van de organisatie. Hoe lukt het om de transformatie te maken van beleidsbepaler naar
partner zijn voor inwoners, dorpen, wijken, belangenorganisaties en (maatschappelijke) instellingen?
De programmaleider is de inspirator en vormgever van dit proces. Samen met de gebiedswethouders
en -regisseurs, collega’s en partners maakt en voert hij of zij dit programma uit. Daarnaast vervult de
programmaleider de rol van ‘sparringpartner’ voor de gebiedsregisseurs, de gebiedswethouders en het
managementteam.
15
5.1.3 Gebiedsregisseurs
De gebiedsregisseurs zijn het eerste aanspreekpunt voor dorpen en wijken uit een gebied. Naast de
taken in de dorpen en wijken hebben zij ook een interne taak. Bij algemene signalen en problemen die
niet in het veld opgelost kunnen worden en naar een tactisch of strategisch niveau getild moeten
worden, zorgt de gebiedsregisseur dat deze signalen bij de taakvelden terecht komen en daar worden
opgepakt. Dat wil zeggen dat zij in geval zorg en veiligheid zullen opschalen naar het MZO. Een
belangrijke voorwaarde is dat een gebiedsregisseur zich niet met de vakinhoud bezig houdt. De
gebiedsregisseur legt enkel verbanden, geeft signalen af en schaalt op naar de programmaleider op
het moment dat het taakveld, na signalen, niet gebiedsgericht werkt.
5.1.4 Sociaal Werk Oldambt - opbouwwerk
Het opbouwwerk speelt een belangrijke praktische en adviserende rol ten opzichte van de dorpen en
wijken. De opbouwwerkers hebben een vertrouwensrelatie met de dorpen en wijken. Ze staan dicht bij
de bewoners en moeten in staat zijn onafhankelijke ondersteuning te bieden. Een goede
samenwerking tussen de gebiedsregisseurs en het opbouwwerk is onontbeerlijk.
16
Bijlage I Afkortingen
AVE Integrale Aanpak ter Voorkoming van Escalatie
AV&Z Actiecentrum Veiligheid & Zorg
CJG Centrum Jeugd en Gezin
CMV Coördinator Maatschappelijke Veiligheid
COOV Coördinator Openbare Orde en Veiligheid
IVB Integraal Veiligheidsbeleid
GGD Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
GGP Gebiedsgebonden Politiewerk
GGW Gebiedsgericht Werken
SWA Sociaal Werk Oldambt
MZO Meldpunt Zorg en Overlast
OGGz Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
VH Veiligheidshuis