AANKLACHT EN GLORIE Radio Filharmonisch Orkest ......2018/11/10  · ker Anton Webern ten slotte zag...

11
AANKLACHT EN GLORIE Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Edward Gardner dirigent Klaas Stok koordirigent Okka von der Damerau mezzosopraan Marcel Beekman tenor Johann Sebastian Bach 1685-1750 | Anton Webern 1883-1945 Fuga (Ricercata) a 6 voci uit Musikalisches Opfer BVW 1079 1935 voor orkest Maurice Ravel 1875-1937 Le tombeau de Couperin 1919 suite voor orkest Prélude Forlane Menuet Rigaudon Lili Boulanger 1893-1918 Du fond de l’abîme (Psalm 130) 1914-1917 voor alt (mezzosopraan), tenor, koor, orgel en orkest PAUZE Igor Stravinsky 1882-1971 Psalmensymfonie 1930 voor koor en orkest Exaude orationem meam, Domine Expectans expectavi Dominum Alleluia. Laudate Dominum 10 november 2018 14.15-16.05 uur serie groot omroepkoor & friends-1

Transcript of AANKLACHT EN GLORIE Radio Filharmonisch Orkest ......2018/11/10  · ker Anton Webern ten slotte zag...

AANKLACHT EN GLORIE

Radio Filharmonisch OrkestGroot OmroepkoorEdward Gardner dirigentKlaas Stok koordirigent

Okka von der Damerau mezzosopraanMarcel Beekman tenor

Johann Sebastian Bach 1685-1750 | Anton Webern 1883-1945Fuga (Ricercata) a 6 voci uit Musikalisches Opfer BVW 1079 1935voor orkest

Maurice Ravel 1875-1937Le tombeau de Couperin 1919suite voor orkestPréludeForlaneMenuetRigaudon

Lili Boulanger 1893-1918Du fond de l’abîme (Psalm 130) 1914-1917voor alt (mezzosopraan), tenor, koor, orgel en orkest

pauze

Igor Stravinsky 1882-1971Psalmensymfonie 1930voor koor en orkestExaude orationem meam, DomineExpectans expectavi DominumAlleluia. Laudate Dominum

10 november 2018 14.15-16.05 uur

serie groot omroepkoor & friends-1

2 31918-2018Dit concert vindt plaats in het kader van de herinnering

aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, morgen precies honderd jaar geleden.

foto: Georges Clemenceau (Frankrijk), Woodrow Wilson (Verenigde Staten) en David Lloyd George (Groot-Brittannië) na het vaststellen van

het Verdrag van Versailles - stereoscopische foto, 1919

58e seizoen 10 november 2018

In de vroege twintigste eeuw ontstond een hernieuwde belang-stelling voor oude muziek. In het Frankrijk van de Eerste Wereld oorlog stond de muziek van Couperin en diens tijdge-noten voor de glorie van weleer – en belichaamde het gregori-aans de band tussen Frankrijk en het katholicisme. Die natio-nale mythe werd dankbaar gebruikt door componisten als Lili Boulanger en Maurice Ravel: muziek uit een ‘tijdperk van onschuld’ om persoonlijke droefenis en hoop mee uit te drukken. Voor Igor Stravinsky was oude muziek gewoonweg materiaal dat hij als DNA in zijn eigen stukken kon verwerken. En toch kun je hem in zijn Psalmensymfonie betrappen op nostalgie naar de Russisch-orthodoxe eredienst. De Oostenrij-ker Anton Webern ten slotte zag de oude Bach als bevestiging van zijn eigen wiskundige universum: bien étonnés de se trouver ensemble.

Boulanger - Du fond de l’abîme (Psalm 130)Toen in 1918 de bommen in de straten van Parijs vielen, trot-seerden honderden het gevaar om in de Église de la Trinité hun laatste eer te bewijzen aan de componiste Lili Boulanger. Haar al te korte leven werd getekend door lichamelijk falen – de ziekte van Crohn (een chronische ontsteking van het spijsverte-ringskanaal) werd haar uiteindelijk fataal.Boulanger werd geboren in een bijzonder muzikaal gezin: haar grootvader en haar vader Ernest waren beiden componist en conservatoriumdocent, haar zes jaar oudere zus Nadia (even-eens toondichter) zou zich na de Tweede Wereldoorlog ontpop-pen als belangrijke componistenmacher.In 1916 kreeg Lili te horen dat ze nog maar een paar jaar te leven had. In de korte tijd die haar restte, wilde ze zo veel mogelijk projecten afronden. In haar laatste jaren componeerde ze muziek op Psalm 24 (La Terre appartient a l’Eternel), 129 (Ils m’ont assez opprime) en 130 (Du fond de l’abime). Psalm 129 en 130 rich-ten zich op het lijden van de mens en de hoop op verlossing.

VANUIT HET DIEPST VAN DE AFGROND

telefoons in de zaalGeconcentreerd luisteren is voor de meeste Matinee­bezoekers de ideale manier om van muziek te genie­ten. Daarom vragen wij u zoveel mogelijk met elkaar rekening te houden, de telefoon op ‘stil’ te scha­kelen en geen foto’s te maken voordat de muziek is uitgeklonken.

de ZaterdagMatinee op social mediaVia facebook, twitter en insta gram houdt de Matinee u op de hoogte van het laatste nieuws rond de concerten. Volg ons en praat mee!

programmaboekjesWist u dat u enkele dagen voor ieder concert het programmaboekje al kunt inzien op onze site? zaterdagmatinee.nl

uitzending NPO Radio 4 en terugluisterenDit concert wordt live uit­gezonden via NPO Radio 4. Via de website zaterdagmatinee.nl kunt u de gehele uitzen­ding terug luisteren. Enkele dagen ná ieder concert kunt u het concert (zonder pauzeprogramma) terug­luisteren op nporadio4.nl/

concerten

Matinee Café Na afloop van het concert kunt u in ‘Matinee Café’ de radiogesprekken bijwonen van Hans Haffmans en zijn gasten . Live vanuit het Concertgebouw café. Van­daag te gast: fluitiste en bewonderaar van het werk van Lili Boulanger Eleo-nore Pameijer, Karel Deseure en Robert Holl. nporadio4.nl/

matineecafe

BENT U AL VRIEND?

www.vriendenvandematinee.nl

klassiekmagazine.nlAchtergronden, interviews, artikelen vindt u op de site klassiekmagazine.nl

Podium WittemanPaul Witteman ontvangt zondag onder anderen de sopranen Nora Fischer en Renée Fleming.live op npo 2 (18.05 uur) podiumwitteman.nl

Lili Boulanger

4 5Ravel - Le tombeau de CouperinAfgekeurd voor de militaire dienst (te klein en breekbaar), wilde Maurice Ravel zijn land dienen met zijn muziek. Maar toen zijn broer Édouard bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog onder de wapenen werd geroepen, wilde Ravel niet aan de zijlijn blijven staan. Hij werd op 39-jarige leeftijd tewerkgesteld als verpleegkun-dig assistent. Maar de muziek was nooit ver weg. In oktober 1914, zijn eerste maand in zijn nieuwe functie, schreef hij aan zijn voormalige leerling Roland-Manuel over twee nieuwe pianowerken die hij van plan was te maken – inclusief een ‘Franse suite’, zijn eerste plannen voor Le tombeau de Couperin: “Nee, het is niet wat je denkt: geen Marseillaise, maar wel een forlane en een gigue; maar geen tango.”In maart 1915 werd Ravel vrachtwagenchauffeur voor het 13de Artillerieregiment: een gevaarlijke, uitputtende en stressvolle baan waar zijn gezond-heid onder leed. Tot overmaat van ramp overleed zijn moeder begin 1917. Dat was een gevoelige slag. Een paar maanden later werd Ravel uit het leger ontslagen, keerde hij terug naar huis en begon aan zijn ‘Franse suite’ voor piano.Ravel was getekend door zijn oorlogservaringen. Het bruisende symfonische gedicht Vien, dat hij onvoltooid liet tijdens de oorlog, werd na zijn terugkeer het bittere La valse. En de nostal-gische pianosuite die hij voor ogen had, droeg nu het gewicht van de tragedie: elk deel was opgedragen aan een vriend die aan het front was gestorven. Le tombeau de Couperin, zoals Ravel zijn ‘Franse suite’ uiteindelijk noemde, begon als eerbetoon aan het gouden tijdperk van de Franse muziek, maar werd nu een nagedachtenis aan de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog. Ravel begon de pianoversie van Le tombeau de Couperin in 1914 en voltooide die in 1917. In 1919 orkestreerde hij vier van de zes delen. Roland-Manuel schreef hierover: “Deze metamorfose van pianostukken naar symfonische werken was een spel voor Ravel, een tot in de perfectie gespeeld spel, waarin de orkestra-tie de charme van het origineel overtrof.”

Psalm 130, De profundis, is een graduale psalm die vaak wordt gebruikt in de dodenmis. De psalm is een persoonlijke wee-klacht, die zich beweegt tussen diepe wanhoop, vergeving en hoop op verlossing. Op basis van de schetsen die zich in de Bibliothèque Nationale in Parijs bevinden stelt Boulanger-bio-graaf Caroline Potter dat de componiste Psalm 130 als een requiem bedoeld zou kunnen hebben. Niet alleen droeg ze het werk op aan de nagedachtenis van haar vader, ze voegde ook schetsen toe voor een Kyrie, die ze uiteindelijk niet gebruikte.Tijdens het componeren overwoog Boulanger een aantal titels voor haar psalmzetting, waarin ze haar eigen lijden verbindt met het lijden van de mensheid): Le glas avec le Dies irae (doods-klok met Dies irae), Carillon bapteme (carillon bij de doop), Chant grave (ernstig gezang), Chant d’émotion personnelle (lied van persoonlijke emotie) en Chant de paix planant au-dessus tout (lied van de alomtegenwoordige vrede). De titel die ze uiteindelijk koos, Du fond de l’abime (vanuit het diepst van de afgrond) ligt voor de hand omdat die de eerste strofe van de tekst vormt. Met zijn tijdsduur van een kleine dertig minuten is Psalm 130 Boulangers langste en grootste compositorische bouwwerk. Haar orkestratie richt zich op extreem lage klanken (uit het diepst van de afgrond), in het bijzonder op het lage koper. Behalve die lage klanken benadrukken ook de chromatiek en de herhaling van Dies irea-achtige motieven het menselijk lijden. Gaat het eerste deel van Psalm 130 over dat lijden, het tweede van de drie delen richt zich op het idee van hoop en verlossing door Christus. In het derde deel wisselen het duister en het licht elkaar af. Op een paar plaatsen voegt Boulanger haar eigen regels aan de psalmtekst toe, om het persoonlijke karakter nog meer te benadrukken. Zo eindigt de psalm oorspronkelijk met de zin: “C’est lui qui délivrera Israël de toutes ses iniquités” (En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden). Boulanger herhaalt hierna het eerder gehoorde “Je crie vers Toi” (Ik roep tot U) en “Espère en Iavhé” (geloof in Jawhe). En ze eindigt met de openingsstrofen: “Du fond de l’abime j’espère en Toi. Du fond de l’abime j’espère en Iahvé. Écoute ma prière, Iahvé, Adonai.” Daarmee verklankt de compositie een diep-persoonlij-ke hoop in alle duisternis. Dat wordt na alle modale reizen bevestigd met een even donker als verlossend bes-kleinakkoord.

Maurice Ravel als soldaat, 1916

6 7

care werd daarmee een mooie ingang tot de muziek van We-bern, die in zijn eigen composities precies zo te werk gaat – maar dan met twaalftoonsreeksen.Weberns vaak korte werken laten zich beluisteren als dissecties, waarin elke noot een eigen plaats en kleur in een zorgvuldig gebouwde constellatie heeft. Ook Bach wordt door Webern gefileerd. In een brief aan dirigent Hermann Scherchen legde hij uit dat Bachs thema volgens hem in twee delen uiteenvalt na de tiende noot (de Es in de hoorn). Die noot, tegelijkertijd de eindnoot van de voorzin en beginnoot van de nazin, krijgt een accent en dubbeling van de harp. De nazin kent overigens ook tien noten, hetgeen meteen Weberns liefde voor symmetrie verraadt.Webern gaat door met ontleden: de voorzin breekt hij op in twee segmenten van vijf noten: vijf noten voor de trombone en vier plus één voor twee hoorns, twee trompetten en een hoorn. Ook de nazin wordt verdeeld in twee keer vijf noten: die begint met één plus vier in hoorn en trombone en eindigt met drie plus twee in hoorn, trompet en harp. “Ik moet hieraan toevoegen dat het thema natuurlijk niet al te gedesintegreerd mag klinken door dit alles”, zo schreef Webern in dezelfde brief aan Scherchen. “Mijn orkestratie is bedoeld (en ik bedoel het hele werk) om de motivische samenhang te onthullen. Dat was niet altijd gemakkelijk. Bovendien was het natuurlijk de bedoeling het karakter van het stuk te zetten zoals ik dat voel. Wat een muziek! Haar eindelijk beschikbaar te maken, door te proberen via het orkest mijn eigen licht erop te laten schijnen, was het uiteindelijke doel van deze gewaagde onderneming. [...] Nog een belangrijk punt voor de uitvoering van mijn arrangement: niets mag een tweede plaats innemen. Zelfs de zachtste tonen van de gedempte trompet mogen niet verloren gaan.”

Le tombeau de Couperin is een zachtmoedig oorlogsmonument, waarin de herinnering belangrijker is dan de oorlog. Het heeft niet de somberte van de Metamorphosen van Richard Strauss of de woede van Dmitri Sjostakovitsj’ oorlogssymfonieën. De muziek roept de herinnering op aan degenen die zij eert, niet hun tragische dood. Le tombeau leent vormen van de barokke danssuite, te beginnen met een Prélude die op een elegante manier de toon zet. Het tweede deel is een Forlane, een Noord-Italiaanse dans: voordat Ravel zijn eigen versie componeerde, orkestreerde hij een forlane van Couperin om de stijl te leren kennen. Zoals in de Prélude speelt de hobo ook in het Menuet een prominente rol. De Rigaudon die de suite van Ravel afsluit, is een oude dans uit de Provence. Je vindt hem wel bij Rameau en Bach, maar zelden met zoveel schittering en verve.

Bach/Webern – RicercareNadat hij in mei 1747 de Mis in b en het tweede boek van Das wohltemperierte Klavier had voltooid, reisde Johann Sebastian Bach naar Potsdam om zijn succesvolle zoon Carl Philipp Emanuel te bezoeken. Carl Philipp Emanuel was de persoon-lijke klavecinist van Frederik de Grote van Pruisen; Johann Sebastian was een eenvoudige docent die lesgaf in Latijn en muziek aan de St. Thomasschool in Leipzig. Aan het hof in Potsdam speelde muziek een belangrijke rol. Frederik de Grote was bovendien een verdienstelijk fluitist en componist. Zoals gebruikelijk bij bezoekende organisten, vroeg Frederik Bach te improviseren op een door hem gegeven thema: instant fuga’s voor vier, vijf en zes stemmen die ongetwijfeld goed moeten hebben geklonken, maar waarover Bach achteraf niet tevreden was. Als revanche stuurde Bach zes maanden later een op eigen kosten gedrukte partituur naar Potsdam, het Musikalisches Opfer, met een weelde aan fuga’s, canons en raadsel canons.Bijna twee eeuwen later, in 1935, orkestreerde Anton Webern de zesstemmige fuga uit Bachs Musikalisches Opfer voor kamer-orkest. De orkestratie werd meer dan een arrangement: door de pointillistische verdeling van het thema over verschillende instrumenten ontstaat een Klangfarbenmelodie, een melodie die als een toverbal door alle instrumenten heen kleurt. Het Ricer-

“Het thema mag natuurlijk niet al te gedesintegreerd gaan klinken; mijn orkestratie is bedoeld (en ik bedoel het hele werk) om de motivische samenhang te onthullen.”- Anton Webern

Anton Webern

8 9De drie delen van de Psalmensymfonie hadden aanvankelijk titels: Prelude, Dubbelfuga en Symfonisch allegro. Stravinsky verwij-derde die na de wereldpremière in Brussel in december 1930. Het weglaten van die titels nodigde anderen uit tot hun eigen interpretatie en naamgeving. Die van Nadia Boulanger sloeg de spijker op zijn kop: zij legde de driedelige structuur uit als (1) smeekbede, (2) geloof en (3) lofprijzing. Stravinsky omschreef het eerste deel zelf als “gecomponeerd in een staat van religi-euze en muzikale uitbundigheid”. Het tweede deel zag hij als een gebed voorafgaand aan een nieuwe lofzang voor de mens-heid; het ‘Alleluia’ van het derde deel is die lofzang. Stravinsky wilde dat zijn muziek werd gehoord zonder associa-ties, louter als zichzelf, zonder emotionele redenen voor haar bestaan: “Mensen hebben het vermogen verloren de Heilige Schrift anders te behandelen dan vanuit het oogpunt van etnografie, geschiedenis of schilderachtigheid. Al deze misver-standen komen voort uit het feit dat mensen altijd in de mu-ziek willen zoeken naar iets dat er niet is. Ze vinden het het belangrijkst te weten wat een stuk uitdrukt en wat de auteur in gedachten had toen hij het componeerde. Ze lijken nooit te begrijpen dat muziek een eigen entiteit is, los van alles wat het voor hen zou kunnen voorstellen. Muziek zou niet veel waard zijn als het tot een dergelijk doeleinde zou worden geredu-ceerd.”Aan Craft gaf Stravinsky echter toe dat de Slavische ‘alleluia’-zangtraditie hem voor een deel hadden geinspireerd bij het componeren. Stravinsky-kenner Jonathan Cross schrijft tref-fend: “Het is niet zo dat deze muziek zonder emotie is: het gaat eerder om een uiting van gemeenschappelijke, collectieve ervaringen. De muziek is symbolisch en gestileerd in plaats van representatief – ze past in oude, tijdloze ceremonies en lofprij-zingen.”

Anthony Fiumara

Stravinsky – PsalmensymfonieSymphonie de psaumes, een groot koorwerk uit 1930, zou je met een beetje geluk een koorsymfonie zou kunnen noemen. Misschien plakte Igor Stravinsky de term wel op dit werk omdat zijn uitgever hem er, volgens een anekdote, aan herinnerde dat hij toch echt een opdracht had gekregen om een symfonie te schrijven. “Het is natuurlijk de truc te componeren wat je zelf wilt en er achteraf een opdracht voor te krijgen”, zei Stravinsky hierover ooit tegen zijn assistent Robert Craft.Het was Serge Koussevitsky, de dirigent van het Boston Sym-phony Orchestra, die Stravinsky vroeg een nieuw werk te maken ter ere van het vijftigjarig bestaan van het orkest. De componist wilde een werk maken waarin koor en orkest gelijk-waardig waren – zo koos hij voor een orkestratie met veel fluiten en trompetten, maar zonder klarinetten, violen en altviolen.

“Mensen willen in de muziek steeds zoeken naar iets dat er niet is. Ze vinden het het belangrijkst te weten wat een stuk uitdrukt en wat de auteur in gedachten had toen hij het componeerde. Ze lijken nooit te begrijpen dat muziek een eigen entiteit is, los van alles wat het voor hen zou kunnen voorstellen.”- Igor Stravinsky

Igor Stravinsky, ca 1935foto Edward Weston, collectie Smithsonian American Art Museum, Washington

11Uit de diepte van de afgrond roep ik tot u, Heer, Heer:Luister naar mijn gebed!Mogen uw oren opmerkzaam zijn voor de woorden van mijn gebed,Heer,Uit de diepte van de afgrond roep ik tot u, Heer,Ik roep het uit tot u, Heer.Luister naar mijn stem, luister naar mijn gebed, Heer,Mogen uw oren opmerkzaam zijn voor de woorden van mijn gebed!Heer! Ik roep tot u, Heer!Uit de diepte van de afgrond roep ik het uit tot u, Heer, Luister naar mijn gebed!Ik roep het uit tot u, Heer!Mogen uw oren opmerkzaam zijn voor de woorden van mijn gebed!

Als gij let op de zonden, Heer, Wie zal het dan uithouden, Heer?Uit de diepte van de afgrond roep ik het uit tot u, Heer!Als gij let op de zonden, Heer, Wie zal het dan uithouden, Heer?

Maar bij u is mededogen, opdat men u ere,Mijn ziel vertrouwt op de Heer.Ik heb vertrouwen, en bouw op zijn woord meer dan de nachtwakers uitzien naar de ochtend.Mijn ziel vertrouwt op de Heer, meer dan de nachtwakers uitzien naar de ochtend, Heer.

Bij de Heer is mededogen, opdat men u ere,Mijn ziel vertrouwt op de Heer, ik vertrouw op u,Ik vertrouw op de Heer, ik vertrouw op uw woord,Ik vertrouw op uw mededogen, ik roep tot u, Heer,Luister naar mijn gebed!Israël vertrouwt op de Heer.

Want bij de Heer is barmhartigheid en verlossing.Hij zal Israël van alle ongerechtigheid bevrijden.Israël vertrouwt op het mededogen van de Heer.

Uit de diepte van de afgrond vertrouw ik op u,Uit de diepte van de afgrond roep ik tot u, Heer,Luister naar mijn gebed, Heer!

Hoor mijn gebed, Heer,luister naar mijn hulpgeroep. Wees niet doof voor mijn verdriet, Want een vreemdeling ben ik, bij u te gast, zoals ook mijn voorouders waren. Wend uw straffende blik van mij af, dan beleef ik nog vreugde voordat ik heenga en niet meer ben.

(geruisloos omslaan s.v.p.)

Du fond de l’abîmeDu fond de l’abime je t’invoque Iahvé, Iahvé, Adonai: Écoute ma prière!Que tes oreilles soient attentives aux accents de ma prière,Iahvé, Iahvé, Adonai,Du fond de l’abime je t’invoque Iahvé,

Je cries vers toi, Iahvé, Adonai.Écoute ma voix, écoute ma prière, Iahvé,Que tes oreilles soient attentives aux accents de ma prière!Iahvé! Adonai! Je t’invoque Adonai!Du fond de l’abime je cries vers toi, Adonai: Écoute ma prière!Je cries vers toi, Iahvé, Adonai!Que tes oreilles soient attentives aux accents de ma prière!

Si tu prends garde aux péchés, Adonai,Qui donc pourra tenir, Adonai, Iahvé.Du fond de l’abime je cries vers toi, Iahvé, Adonai!Si tu prends garde aux péchés, Adonai,Qui donc pourra tenir, Adonai, Iahvé.

Mais la clémence est en toi afin qu’on te révère.Mon âme espère en Iahvé.J’espère, je compte sur sa parole plus que les guetteurs de la nuit n’aspirent au matin.Mon âme espère en Adonai plus que les guetteurs de la nuit n’aspirent au matin, Adonai.

La clémence est en Iahvè, afin qu’on te révère.Mon âme espère en Iahvé, j’espère en toi,J’espère en Iahvé, j’espère en toi parole,

J’espère en ta clémence, je t’invoque Iahvé, Adonai:Écoute ma priére!Israel espère en Iahvé.

Car en Iahvé est la miséricorde et l’abondance de la déliverance.C’est lui qui délivrera Israel de toutes ces iniquités.Israel espère en la clémence de Iahvé.

Du fond de l’abime j’espère en toi.

Du fond de l’abime je t’invoque, Iahvé, Adonai:Écoute ma prière, Iahvé, Adonai!

(Psalm 130)

Psalmensymfonie

IExaudi orationem meam, Domine et deprecationem meam. Ne sileas.Quoniam advena ego sum apud te et peregrinus, sicut omnes patres mei.Remitte mihi, ut refrigere prius quam abeam et amplius non ero.

(Vulgaat: Psalm 38:13-14)

TEK

STE

N

1312 Edward GardnerAls chef-dirigent van het Filharmonisch Orkest van Bergen sinds 2015 bracht Edward Gardner zijn orkest naar steden als Berlijn, München en Amsterdam, en naar de BBC Proms en het Edinburgh International Festival. Als gastdirigent debuteerde hij in seizoen 2017-2018 bij het New York Philharmonic, San Fran-cisco Symphony en het Finse Radio Symfonieorkest en keerde terug bij het Gewandhausorchester Leipzig, het Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, het Deens Nationaal Symfonieorkest en het Philharmonia Orchestra. Dit sei-zoen werd hij opnieuw uitgenodigd bij het Chicago Symphony, het Koninklijk Filharmonisch Orkest van Stockholm, het Orchestra del Teatro alla Scala di Milano en het London Philharmonic Orchestra. In het Royal Opera House, Covent Garden dirigeert hij Kát’a Kabanová van Janácek. Gardner was eerder vaste gastdirigent bij het City of Birmingham Symphony Orchestra (2010-2016), was music director van de English National Opera (2006-2015) en dirigeerde het BBC Symphony Orchestra op de First Night en Last Night of the BBC Proms. Bij de Metropolitan Opera in New York dirigeerde hij Carmen, Don Giovanni, Der Rosenkavalier en Werther. Hij leidde bovendien voorstellingen in La Scala, Chicago Lyric Opera, bij de Glyndebourne Festival Opera en de Opéra National de Paris. Ter ondersteu-ning van jong talent richtte Gardner in 2002 het Hallé Youth Orchestra op, en hij dirigeert met regelmaat het Natio-nal Youth Orchestra of Great Britain.

Hij is nauw verbonden aan de Juilliard School of Music en de Royal Academy of Music, die hem in 2014 de Sir Charles Mackerras Conducting Chair aanbood. De in 1974 in Gloucester geboren Edward Gardner kreeg zijn opleiding in Cambridge en aan de Royal Academy of Music. Bij zijn afstuderen assisteerde hij Sir Mark Elder bij The Hallé, waarna hij drie jaar Music Director werd van Glyndebourne Touring Opera. Hij is door de Royal Philharmonic Society onderscheiden als Conductor of the Year (2008), ontving een Olivier Award for Outstanding Achievement in Opera (2009) en een OBE for Services to Music in the Queen’s Birthday Honours (2012).Eerder in de Matinee: Janácek Taras Bulba, Bartók Eerste pianoconcert & Luto-slawski Derde symfonie (2018)

Vol verlangen heb ik op de Heer ge-wacht en hij boog zich naar mij toe,hij heeft mijn roep om hulp gehoord.Hij trok mij uit de kuil van het graf,uit de modder, uit het slijk.Hij zette mij neer op een rots,een vaste grond voor mijn voeten.Hij gaf mij een nieuw lied in de mond,een lofzang voor onze God.Mogen velen het zien vol ontzagen vertrouwen op de Heer.

Halleluja. Looft God in zijn heiligdom.

Looft hem in zijn machtig uitspansel.Looft God.Looft hem om zijn machtige daden.Looft God in zijn heiligdom.Looft hem naar zijn geweldige groot-heid.Looft hem met bazuingeschal. Loofthem.Halleluja. Looft God. Looft hem.

Looft hem met tamboerijn en reidans.Looft hem met snarenspel en fluit.Looft hem met klinkende cimbalen.

Looft hem met schallende cimbalen.Looft God. Looft hem.Alles wat adem heeft, love de Here.

Halleluja. Looft God.

IIExpectans expectavi Dominum, et intendit mihi.Et exaudivit preces meas: et eduxit me de lacu miseriae, et de luto faecis.Et statuit super petram pedes meas: et direxit gressus meos.Et immisit in es meum canticum novum, carmen Deo nostro.Videbunt multi, videbunt et timebunt: et sperabunt in Domino.

(Vulgaat: Psalm 39:2-4)

IIIAlleluia. Laudate Dominum in sanctis Ejus.Laudate Eum in firmamente virtutis Ejus. Laudate Dominum.Laudate Eum in virtutibus Ejus. Laudate Dominum in sanctis Ejus.Laudate Eum secundum multitudinem magnitudinis Ejus.Laudate Eum in sono tubae. Laudate Eum.Alleluia. Laudate Dominum. Laudate Eum.Laudate Eum in timpano et choro. Laudate Eum in cordis et organo.Laudate Eum in cymbalis, benesonanti-bus.Laudate Eum in cymbalis jubilationis.Laudate Dominum. Laudate Eum.Omnis spiritus laudet Dominum. Omnis spiritus laudet Eum.Alleluia. Laudet Dominum.

(Psalm 150)

UIT

VOE

RE

ND

EN

BE

NJA

MIN

EA

LOV

EG

A

14 15om er maar een paar te noemen, schre-ven werk voor hem. Op de podia van De Nationale Opera, het Theater an der Wien, de Opéra Comique in Parijs, Carnegie Hall, de Bregenzer en Salzbur-ger Festspiele en het Holland Festival zong hij muziek van Cavalli en Rameau, Monteverdi en Händel en Mozart, maar ook Prokofjev, Martin, Strauss, Wagner, Dallapiccola, Denisov, Breuker (titelrol in Jonah de Naysayer), Wagemans (Zamar in Legende), Casella en Andriessen (Innocenzo XI in Theatre of the World).Eerder in de Matinee: o.a. Gebel Der leidende, sterbende und begrabene Jesus (2007), Martin Der Sturm (Adrian, 2008), Stravinsky Canticum Sacrum (2009), Rameau Les Indes galantes (Damon/Valère, 2010), Stravinsky Les Noces (2010), Strauss Salome (1. Jude, 2011), Glanert Caligula (Mucius, 2013)

Radio Filharmonisch OrkestElk seizoen speelt het Radio Filharmo-nisch Orkest tientallen concerten met veelal uniek repertoire in de NTR Zater-dagMatinee, het AVROTROS Vrijdagcon-cert en Het Zondagochtend Concert. Vernieuwende concertideeën als Pieces of Tomorrow en Out of the Blue bereiken een opvallend jong publiek. Er waren geslaagde optredens op het Lowlands Festival (2014), het grenzenslechtende festival Le Guess Who? (TivoliVreden-burg, 2017) en bij Podium Witteman in Concert (Carré, 2017). Het Radio Filhar-monisch Orkest levert bovendien met groot plezier zijn bijdrage aan de lunch-concerten in het Muziekcentrum van de Omroep in Hilversum, de Robeco Sum-

Möst). Op het concertpodium zong zij Bruckners Te Deum (Chicago Symphony Orchestra onder Riccardo Muti), Mahlers Tweede symfonie onder Antonio Pappano en Kent Nagano en Beethovens Negende onder Daniel Barenboim. Het huidige seizoen begon met de rol van Otrud in Lohengrin bij Staatsoper Stuttgart.

Marcel BeekmanDe Nederlandse tenor Marcel Beekman is bekend om zijn optredens met oude-muziekdirigenten als William Christie, wijlen Frans Brüggen, Christophe Rousset, Richard Egarr en Reinhard Goebel. Nieuwer repertoire zong hij met dirigenten als Sir Simon Rattle, Sir Mark Elder, Iván Fischer en Ed Spanjaard en orkesten als het Koninklijk Concertge-bouworkest, de Berliner Philharmoniker, het Los Angeles Philharmonic en ASKO|Schönberg. Voor de meest recente muziek (van Berg, Stravinsky en Oboe-chov tot Dusapin, Kagel en Kurtág) werkte hij samen met onder anderen Reinbert de Leeuw, John Adams en Marc Albrecht. De componisten Calliope Tsoupaki, Martijn Padding, Roderik de Man, Micha Hamel, Reza Namavar, Joost Kleppe, Anke Brouwer en Bart Visman,

succesvol debuut bij de koor van de Bayerische Rundfunk te München. Klaas Stok is docent koordirectie aan het ArtEZ-conservatorium te Zwolle en bovendien werkzaam als organist. Als stadsorganist van Zutphen bespeelt hij het beroemde Bader-orgel.

Okka von der DamerauDe in Hamburg geboren Okka von der Damerau werkte van 2006 tot 2010 bij Staatsoper Hannover, waar zij onder meer de première van Edward Rushtons Die fromme Helene zong, Erda in Das Rheingold en Maddalena in Rigoletto. Naar haar debuut bij de Bayerische Staatoper als Eerste maagd in Elektra sloot zij zich vanaf seizoen 2010-2011 aan bij dit theater. Daar zong zij Ulrica in Un ballo in maschera onder Zubin Mehta, Magdalene in Die Meistersinger von Nürnberg onder Kirill Petrenko en Abdis in Prokofjevs Vuurengel onder Vladimir Jurowski. Optredens als Erda in Das Rheingold en Anna in Les Troyens (Chicago) volgden, en als Erda in Das Rheinhold en Siegfried (Wiener Staats oper), Botin in Korngolds Das Wunder der Heliane (Deutsche Oper Berlin) en Brangäne in Tristan und Isolde (Cleveland Orchestra onder Franz Welser-

Klaas StokKlaas Stok is sinds seizoen 2015-2016 koorleider van het Groot Omroepkoor. Hij dirigeerde het koor in verschillende producties en zal binnenkort het Radio 4 Kerstconcert leiden. Sinds het begin van dit seizoen is Stok chef-dirigent van het NDR Chor in Hamburg waar hij dit seizoen zes eigen producties zal dirige-ren. Zijn intrede-concert vond plaats in de Elbphilharmonie in Hamburg, waar hij Bachs Hohe Messe dirigeerde. Ook leidde hij een productie met werken van Alfred Schnittke en Ton de Leeuw, die op cd zal verschijnen. Hij was jarenlang als koorleider aan het Nederlands Kamer-koor verbonden en dirigeerde concert-series met koormuziek van de zestiende tot de eenentwintigste eeuw, met onder andere wereldpremières van Kancheli en Kagel, Jan Vriend en Willem Boogman en maakte verschillende cd-opnames. Klaas Stok dirigeerde tal van andere koren, waaronder het Iers Nationaal Kamer-koor, het Vlaams Radiokoor, Cappella Amsterdam, Musica Treize (Marseille), Collegium Vocale Gent, Chorwerk Ruhr, het SWR Vokalensemble Stuttgart – zijn cd ‘Des Kaisers Nachtigall’ won de ECHO Klassik. Vorig seizoen maakte hij een

HA

NS

VA

N D

ER

WO

ER

D

SA

RA

H W

IJZE

NB

EE

K

16 17dat doorgaans het Radio Filharmonisch Orkest. Ook met Het Koninklijk Con-certgebouworkest bestaat een lange en zeer gewaardeerde samenwerking. Het Groot Omroepkoor wordt bovendien met enige regelmaat uitgenodigd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Orchestre Philharmonique de Radio France en de Berliner Philharmoniker. De succesvolle concerten met de Ameri-kaanse koordirigent en componist Eric Whitacre trekken een breed, divers publiek.De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Mont-gomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey, Celso Antunes en Gijs Leenaars chef-dirigent. Op 1 maart 2015 trad Klaas Stok aan als koorleider van het Groot Omroepkoor. Michael Gläser is vaste gastdirigent sinds september 2010. Peter Dijkstra is met ingang van 1 september 2018 eerste gastdirigent.In september 2017 ontving het Groot Omroepkoor – samen met het Radio Filharmonisch Orkest – de Concert-gebouw Prijs vanwege de belangrijke bijdrage van het koor aan het artistieke profiel van de Amsterdamse concert-zaal. Samen met het Radio Filharmo-nisch Orkest en de productieafdeling van de concertseries van NPO Radio 4 (NTR en AVROTROS) maakt het Groot Omroepkoor deel uit van de Stichting Omroep Muziek. www.grootomroepkoor.nl Vriend worden van het Omroepkoor?Kijk op www.vriendengrootomroepkoor.nl

factor in het grote koor-symfonische repertoire in ons land. Het zingt niet alleen de koorpartijen in de opera’s, oratoria en cantates in de concertseries van de Nederlandse Publieke Omroep, het AVROTROS Vrijdagconcert, de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagoch-tend Concert. Het brengt ook a cappel-la-concerten in het Amsterdamse Concertgebouw, in TivoliVredenburg en de Utrechtse Jacobikerk. In februari 2018 vond het derde Groot Meezingcon-cert plaats; tijdens de heuse happening (voorafgegaan door intensieve work-shops) zongen onder leiding van voor-malig chef-dirigent Martin Wright (1993-2002) zo’n twaalfhonderd liefheb-bers Verdi’s Requiem samen met het koor en het Radio Filharmonisch Orkest. De vierde editie in juni 2019 zal ook weer onder zijn leiding staan.In de omroepseries zingt het Groot Omroepkoor dikwijls hedendaags werk. Niet zelden betreft het opdrachtwerken van Nederlandse componisten zoals Wagemans, Wagenaar, Visman, Man-neke, Momotenko-Levitsky, Kortekaas, Roukens, Vleggaar en Zuidam en premières van werk van hedendaagse buitenlandse componisten, onder wie MacMillan, Whitacre, Henze, Adams, Kancheli, Goebaidoelina en Glanert, maar ook al ‘klassieke’ twintigste-eeuw-se componisten als Boulez, Stockhau-sen, Kagel, Ligeti en Messiaen.Op de palmares staan vele opera’s en koorwerken uit de negentiende, twin-tigste en eenentwintigste eeuw. Uiter-aard wordt daarbij samengewerkt met de beste orkesten. In de omroepseries is

Vanaf 1 september 2019 neemt de Amerikaanse Karina Canellakis het stokje van Markus Stenz over. Zij is daarmee de eerste vrouwelijke chef-dirigent van een Nederlands symfonie-orkest. De Amerikaan James Gaffigan, vaste gastdirigent sinds 2011, tekende bij tot en met seizoen 2022-2023.Vanzelfsprekend onderhoudt het orkest speciale contacten met dirigenten die een belangrijke rol in zijn geschiedenis hebben gespeeld. Het verleende ereti-tels aan Jaap van Zweden (honorary chief conductor), Edo de Waart (erediri-gent) en Bernard Haitink, die in decem-ber 2012 het beschermheerschap heeft aanvaard. In 2014 kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor het Nederlandse muziekleven, in 2017 de Concertgebouw Prijs (samen met het Groot Omroepkoor). Het Radio Filhar-monisch Orkest en het Groot Omroep-koor vormen, samen met de productie-afdeling van de concertseries van NPO Radio 4 (NTR en AVROTROS), de Stich-ting Omroep Muziek. www.radiofilharmonischorkest.nl Wordt u ook vriend van het Radio Fil-harmonisch Orkest? Zie www.radiofilharmonischorkest.nl/

vrienden-van-het-rfo

Groot OmroepkoorMet ruim zestig vocalisten is het Groot Omroepkoor het enige professioneel opererende koor van deze omvang in Nederland. Al sinds zijn oprichting in 1945 is het koor een niet weg te denken

mernights en het Holland Festival. Vrijwel alle, goed bezochte, concerten worden rechtstreeks uitgezonden op NPO Radio 4. Dat betekent vanzelf dat het Radio Filharmonisch Orkest optreedt voor een live-publiek dat vele tientallen malen groter is dan een concertzaal ooit zou kunnen herbergen. En het werkt mee aan steeds méér uitzendingen op radio en televisie, van Podium Witteman en De Wereld Draait Door tot In Holland staat een kerk, het NPO Radio 4 Kerstcon-cert en Maestro Jules Onthult.Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekle-ven. Behalve het grote symfonische repertoire speelt het orkest, meer dan welk ander Nederlands symfonieorkest, muziek van dit moment. Het betreft vaak premières van werk dat in op-dracht van de omroepseries NTR Zater-dagMatinee en AVROTROS Vrijdagcon-cert wordt geschreven.Het orkest wordt sinds 2012 geleid door chef-dirigent Markus Stenz. Zijn voor-gangers waren, na grondlegger Albert van Raalte, Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissi-ona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met illustere gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Valery Gergiev, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, John Adams, Christoph Eschenbach, Vasily Petrenko, Vladimir Jurowski en Pablo Heras-Casado.

19BESCHERMHEERBernard Haitink

CHEF-DIRIGENTMarkus Stenz

HONORARY CHIEF CONDUCTORJaap van Zweden

ERE-DIRIGENTEdo de Waart

VASTE GASTDIRIGENTJames Gaffigan

ASSISTENT-DIRIGENTENFrans-Aert BurghgraefSander Teepen

EERSTE VIOOLNadia WijzenbeekDimiter TchernookovFred Gaasterland Alexander BaevRoswitha DevrientAlberto Facanha JohnsonMariska GodwaldtJosje ter HaarKerstin KendlerAnna KorpalskaPamela KubikLeonie MensinkPedja MilosavljevicTheo PloegerGerrie RodenhuisPieter VelRuud Wagemakers

TWEEDE VIOOLCasper BleumersEveline TrapSarah LoerkensIan van den BerkEsther de BruijnMichiel EekhofWouter GroeszAnnemarie van HelderenEsther KövyIngrid van LeeuwenDana MihailescuRenate van RielAlexander van den TolFrits Wagenvoorde

ALTVIOOLFrancien SchatbornHuub BeckersArjan WildschutIgor BobylevSabine DuchMarije HelderErik KrosenbrinkAnnemijn den HerderAnnemarie KonijnenburgLotte de VriesEwa WagnerFrank Goossens

CELLOMichael MüllerEveline KraayenhofMirjam BosmaCrit CoenegrachtSebastiaan van EckAnneke JanssenAnsfried PlatRebecca SmitArjen UittenbogaardKetevan Roinishvili

CONTRABASRien WisseWalter van EgeraatAnnika PigorschJim SchultzSjeng SchuppStephan WienjusEduard ZlatkinMarta Fossas

FLUITBarbara DeleuEllen AlbertsCarla MeijersMaike Grobbenhaar (+ piccolo)Adeline Salles

HOBOAisling CaseyMarjolein KoningYvonne WoltersGerard van Andel (+ althobo)Maxime Le Minter

KLARINETArjan WoudenbergDiede Brantjes

BASKLARINETEsther Misbeek

FAGOTHajime KonoeFreek SluijsBirgit Strahl

CONTRAFAGOTDesirée van Vliet

HOORNAnnelies van NuffelenFréderick FranssenRebecca GrannetiaLuc van den Hove

TROMPETHessel BumaHans van LoenenRaymond RookHans VerheijMarc Speetjens

TROMBONEHerman NassVanessa Bailen FuentesHugo van der Wedden

BASTROMBONEVictor Belmonte Albert

TUBABernard Beniers

PAUKENPaul Jussen

SLAGWERKHans ZonderopVincent CoxEsther Doornink

HARPEllen VersneyKerstin Scholten

CELESTA/PIANOStephan Kiefer

PIANOAna Maria Sanchez Donate

ORGELNiek van der Meij

KOORLEIDER:Klaas Stok

VASTE GASTDIRIGENTMichael Gläser

EERSTE GASTDIRIGENTPeter Dijkstra

SOPRAANElma van den DoolDaphne DruijfElise van EsLoes Groot AntinkSimone Houweling-MandersAnitra JellemaTanja ObalskiYun ParkJudith PetraMargo PostMaja RoodveldtAnnette de RozarioMijke SekhuisJolanda SengersLiesbeth VanderhallenDorien Verheijden

ALTMaaike BakkerYvonne BenschopNicoline BovensAns van DamVictorina van Eeckeloo -Master Practicum StudentJose KammingaAnneke LeenmanSuzanne MeessenAnjolet RotteveelJanneke VisAnneloes VolmerLisinka de VriesHarda van WageningenRoelien van WageningenEls WoldbergPierrette de Zwaan

TENORAlan BelkSebastian BrouwerDolf DrabbelsBoguslaw FiksinskiGuido GroenlandBen HeijnenPeter-Paul HoutmortelsMatevž KajdižIoan MicuAlbert van OmmenMatthew SmithJohn VredeveldtScott Wellstead

BASGert-Jan AldersPeter DuysterJoep van GeffenMartijn de Graaf BierbrauwerGeert van HeckeDaniël Hermán MostertPalle Fuhr JørgensenItamar LapidLudovic ProvostMenno van SlootenLars TerrayLuuk TuinderRobert van der VinneJan van Zelm

RA

DIO

FIL

HA

RM

ON

ISC

H O

RK

ES

T

GR

OO

T O

MR

OE

PK

OO

R

20

zaterdag 1 december 14.15-ca 16.00 uurConcertgebouw Amsterdamserie rfo & friends ii-2

FEEËRIEK HARPCONCERT DOOR LAVINIA MEIJERRadio Filharmonisch OrkestLudovic Morlot dirigent

Lavinia Meijer harp

Mendelssohn Ouverture Midzomer-nachtsdroomSaariaho Trans nederlandse premièreStravinsky De vuurvogel

VOLG

EN

D C

ON

CE

RT Feeëriek harpconcert

door Lavinia MeijerDe Franse dirigent Ludovic Morlot, het Radio Filharmonisch Orkest en harpiste Lavinia Meijer bezoeken werelden ‘voorbij de onze’. De kracht en schoonheid van Mendelssohns Midzomernachtsdroom, Stravinsky’s Vuurvogel en Trans van Kaija Saariaho...

Stravinsky’s Vuurvogel en de sprookjes wereld van MendelssohnDrie componisten met heel verschillende achtergronden vinden elkaar in kleurrijke sprookjes. De verbindende factor is de Franse dirigent Ludovic Morlot. De veel­geprezen chef­dirigent van het Seattle Symphony Orchestra heeft zijn sporen verdiend in de Franse muziek en kan met het Radio Filharmonisch Orkest opnieuw zijn gevoel voor klankschoonheid gebruiken bij Mendelssohns toverachtige Ouverture Midzomernachtsdroom en Stravinsky’s over­rompelende verklanking van de mythe van De vuurvogel.

Lavinia Meijer speelt Kaija SaariahoDe Finse componiste Kaija Saariaho, nor­maliter al goed voor partituren vol wonder­schone klankpracht, sluit zich geheel bij dit tweetal aan. Haar in 2015 geschreven Trans voor harp en orkest – het Latijnse voorvoegsel ‘trans­’ betekent ‘voorbij’ of ‘aan gene zijde’ – herdefinieert het feeërieke en sprookjesachtige dat van oudsher aan de harp kleeft. De Nederlandse harpiste Lavi­nia Meijer is de aangewezen persoon om te bewijzen hoeveel kracht en mystiek deze muziek in zich heeft.

ST

EP

HA

N V

AN

FLE

TE

RE

N