909 Gedragscode Behandeling Letselschade
1
tuchtrecht en aansprakelijkheid 131 zorg & financiering > 6-2006 Huisartsen moeten hun vervangers in de avond, nacht en het weekend actief inseinen over extra zorg behoevende patiënten, die zich mogelijk kunnen melden. Dat benadrukt het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) naar aanleiding van een zaak tegen een huisarts uit de Rotterdamse regio. De arts is betrokken bij de affaire rond het veer- tien maanden oude jongetje Rinòon dat in mei 2003 overleed. Rinòon was gevaccineerd tegen BMR en menin- gokokken C. Omdat hij direct na de vaccinatie ziek werd, ging de huisarts er in eerste instantie vanuit dat er een verband bestond met de enting. Hij gaf het advies om paracetamol te geven en de situatie enige tijd aan te zien. Ook de arts van de nachtdienst achtte het niet noodzakelijk Rinòon te zien toen de ouders opnieuw aan de bel trok- ken. De volgende dag is de jongen weliswaar op- genomen in het ziekenhuis, maar desondanks overleed hij enige tijd later aan de gevolgen van een meningokokken-B-infectie. Volgens de ou- ders had Rinòon meer kans gehad als er direct adequaat op de besmetting was gereageerd. Ze spanden daarom tuchtzaken aan bij het Regio- naal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) in Den Haag. Het RTG stelde dat de art- sen in tuchtrechtelijke zin niets is te verwijten. Het CTG komt nu in de hogerberoepszaak tegen de huisarts van Rinòon tot een andere conclusie. Deze had volgens het CTG de opvolgende arts van de nachtdienst beter moeten inseinen. ‘Het CTG is van oordeel dat volstaan kan worden met de vaststelling dat de klacht gegrond is. Het opleggen van een maatregel wordt achterwege gelaten. Het gaat er niet zozeer om dat deze huisarts gewaarschuwd wordt, die ter terechtzit- ting ervan blijk heeft gegeven voor de rest van zijn werkzame leven voldoende gewaarschuwd te zijn door het voorgevallene. Het is een waar- schuwing uitdrukkelijk gericht aan alle huisart- sen.’ Mede omdat zij niet was ingeseind, liet de ver- vangende huisarts de triage over aan haar assistente toen de ouders van de doodzieke Rinòon belde. Deze huisarts krijgt van het CTG wel een officiële waarschuwing, omdat zij zelf de regie in handen had moeten nemen nadat ze van haar assistente had vernomen dat de jongen eerder die dag al bij zijn eigen huisarts was geweest. Bron: MedNet Magazine, 2006, nr. 12< 909 gedragscode behandeling letselschade Een letselschadeprocedure dient voortaan bin- nen twee jaar na een ongeval te zijn afgehan- deld. Ter versnelling van zo’n procedure hebben ver- zekeraars en organisaties van slachtoffers een gedragscode opgesteld. Van alle claims wordt nu zestig procent binnen twee jaar afgehandeld. De code is opgesteld en begeleid door onderzoe- kers van het Centrum voor Aansprakelijkheids- recht (CVA) van de Universiteit van Tilburg. De organisaties van letselschadeadvocaten hebben de code echter niet willen onderschrijven. Bron: www.recht.nl, 6 juli 2006< 908 centraal tuchtcollege dringt aan op goede overdracht tussen huisartsen en hun vervangers
Transcript of 909 Gedragscode Behandeling Letselschade
tuchtrecht en aansprakelijkheid
131zorg & financiering > 6-2006
Huisartsen moeten hun vervangers in de avond,nacht en het weekend actief inseinen over extrazorg behoevende patiënten, die zich mogelijkkunnen melden. Dat benadrukt het CentraalTuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG)naar aanleiding van een zaak tegen een huisartsuit de Rotterdamse regio.
De arts is betrokken bij de affaire rond het veer-tien maanden oude jongetje Rinòon dat in mei2003 overleed.Rinòon was gevaccineerd tegen BMR en menin-gokokken C. Omdat hij direct na de vaccinatieziek werd, ging de huisarts er in eerste instantievanuit dat er een verband bestond met de enting.Hij gaf het advies om paracetamol te geven en desituatie enige tijd aan te zien. Ook de arts van denachtdienst achtte het niet noodzakelijk Rinòonte zien toen de ouders opnieuw aan de bel trok-ken. De volgende dag is de jongen weliswaar op-genomen in het ziekenhuis, maar desondanksoverleed hij enige tijd later aan de gevolgen vaneen meningokokken-B-infectie. Volgens de ou-ders had Rinòon meer kans gehad als er directadequaat op de besmetting was gereageerd. Zespanden daarom tuchtzaken aan bij het Regio-naal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg
(RTG) in Den Haag. Het RTG stelde dat de art-sen in tuchtrechtelijke zin niets is te verwijten.Het CTG komt nu in de hogerberoepszaak tegende huisarts van Rinòon tot een andere conclusie.Deze had volgens het CTG de opvolgende artsvan de nachtdienst beter moeten inseinen. ‘HetCTG is van oordeel dat volstaan kan worden metde vaststelling dat de klacht gegrond is. Hetopleggen van een maatregel wordt achterwegegelaten. Het gaat er niet zozeer om dat dezehuisarts gewaarschuwd wordt, die ter terechtzit-ting ervan blijk heeft gegeven voor de rest vanzijn werkzame leven voldoende gewaarschuwdte zijn door het voorgevallene. Het is een waar-schuwing uitdrukkelijk gericht aan alle huisart-sen.’Mede omdat zij niet was ingeseind, liet de ver-vangende huisarts de triage over aan haarassistente toen de ouders van de doodziekeRinòon belde. Deze huisarts krijgt van het CTGwel een officiële waarschuwing, omdat zij zelfde regie in handen had moeten nemen nadat zevan haar assistente had vernomen dat de jongeneerder die dag al bij zijn eigen huisarts wasgeweest.Bron: MedNet Magazine, 2006, nr. 12<
909 gedragscode behandeling letselschade
Een letselschadeprocedure dient voortaan bin-nen twee jaar na een ongeval te zijn afgehan-deld.
Ter versnelling van zo’n procedure hebben ver-zekeraars en organisaties van slachtoffers eengedragscode opgesteld. Van alle claims wordt
nu zestig procent binnen twee jaar afgehandeld.De code is opgesteld en begeleid door onderzoe-kers van het Centrum voor Aansprakelijkheids-recht (CVA) van de Universiteit van Tilburg. Deorganisaties van letselschadeadvocaten hebbende code echter niet willen onderschrijven.Bron: www.recht.nl, 6 juli 2006<
908 centraal tuchtcollege dringt aan op goede overdracht tussenhuisartsen en hun vervangers
ZenF-0606 cyaan.qxd 26-7-2006 10:11 Pagina 131
