807 Instructieboekje

download 807 Instructieboekje

of 166

Transcript of 807 Instructieboekje

2

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG

26-04-2004

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG1 - Schakelaars elektrisch bediende buitenspiegels. Schakelaars elektrisch bediende ruiten. Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruiten achter. 2 - Knop voor uitschakelen inbraakalarm. 3 - Bediening snelheidsregelaar. 4 - Verlichtingsschakelaars en richtingaanwijzers. 5 - Airbag bestuurder. Claxon. 6 - Controledisplay. 7 - Stuurkolomschakelaar autoradio. 8 - Schakelaar ruitenwissers / -sproeiers / bediening boordcomputer. 9 - Bovenste dashboardkastje aan bestuurderszijde. 10 - Middelste draaibare ventilatieroosters. 11 - Autoradio RD3 of autoradio / telefoon / GPS RT3 met klep. 12 - Instrumentenpaneel / multifunctioneel display. 26-04-2004 13 - Lichtsensor. 14 - Bovenste dashboardkastje aan passagierszijde. 15 - Voorruitontwaseming. 16 - Luidspreker (tweeter). 17 - Zijruitontwaseming. 18 - Uitschakeling airbag aan passagierszijde*. 19 - Draaibaar zijventilatierooster. 20 - Accu / zekeringenkast. 21 - Airbag passagierszijde. 22 - Onderste dashboardkastje aan passagierzijde / CDwisselaar / zekeringenkast. 23 - Temperatuursensor interieur. 24 - Bediening airconditioning. 25 - Aansteker / 12 V-aansluiting. 26 - Schakelaar alarmknipperlichten. 27 - Opbergvak of apart bedieningspaneel telematica. 28 - Gekoeld opbergvak. * Volgens land van bestemming. 29 - Asbak / bekerhouder. 30 - Versnellingshendel. 31 - Schakelaar stoelverwarming. 32 - Opbergvak. 33 - Stuur-/contactslot. 34 - Koplampverstelling. 35 - Schakelaar elektronisch stabiliteitsprogramma / antislipregeling (ESP/ASR). 36 - Stuurkolomschakelaar. 37 - Handrem. 38 - Ontgrendeling motorkap.

3

4

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGAfstandsbedieningNormaal vergrendelen Druk op de knop A om de auto normaal te vergrendelen. Met de knop A kan tevens de auto worden gelokaliseerd en de afstandsbediening worden gesynchroniseerd. Supervergrendeling Door n keer op de knop A te drukken wordt de vergrendeling ingeschakeld. Door binnen vijf seconden na het inschakelen van de vergrendeling nogmaals op de knop A te drukken wordt de supervergrendeling ingeschakeld. De supervergrendeling blokkeert het van binnenuit en van buitenaf openen van de portieren. Schakel nooit de supervergrendeling in als er zich iemand in de auto bevindt. Automatisch sluiten van de ruiten Door langer dan twee seconden op de knop A te drukken kunnen de ruiten automatisch worden gesloten en kunnen de schuif/kanteldaken in de stand kantelen worden gezet. Ontgrendelen Druk n keer op de knop B om de auto te ontgrendelen. Openen/sluiten van de elektrische zijschuifdeuren Door n keer op de knop C of D te drukken worden de portieren ontgrendeld, waarna de desbetreffende zijschuifdeur geopend of gesloten kan worden. In-/uitklappen van de sleutel Door op de knop E te drukken wordt de sleutel in- of uitgeklapt.

SLEUTELSMet de sleutels kunnen de sloten van zowel de voorportieren, als de brandstofvulklep en het dashboardkastje, de uitschakeling van de airbag aan de passagierszijde, het kinderslot en het contactslot worden bediend.

STARTEN

Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van n van de voorportieren kunnen alle portieren en de achterklep worden ver- en ontgrendeld, kan de supervergrendeling worden ingeschakeld en kunnen de buitenspiegels worden in- en uitgeklapt. Als n van de portieren of de achterklep is geopend, werkt de centrale vergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitgevoerd.

1 - STOP: Het contact is afgezet. 2 - 1e stand, accessoires: Het contact is afgezet, maar de accessoires functioneren wel. 3 - 2e stand, contact aan: Het contact staat aan. 4 - Starten: De startmotor wordt in werking gezet.

9426-04-2004

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG

5

ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN1 - Schakelaar ruitbediening aan bestuurderszijde. 2 - Schakelaar ruitbediening aan passagierszijde. 3 - Schakelaar ruitbediening rechts achter. 4 - Schakelaar ruitbediening links achter. 5 - Blokkeerschakelaar elektrisch bediende ruiten achter. F Duw of trek de schakelaar tot aan het zware punt. De ruit stopt zodra de toets wordt losgelaten. Automatische bediening: F Duw of trek de schakelaar voorbij het zware punt. De ruit opent of sluit volledig. Bedien de schakelaar opnieuw om de ruit te laten stoppen. Beveiliging tegen beknellen: Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit, stopt de ruit en gaat deze 110 weer open. 26-04-2004

ELEKTRISCH VERSTELBARE BUITENSPIEGELSVerstellen F Plaats de knop 6 naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren. F Druk op de pijlen van de knop 7 om de spiegel te verstellen. F Plaats de knop 6 terug in de middenstand. Inklappen Tijdens het parkeren kunnen de buitenspiegels handmatig ingeklapt worden, maar ook elektrisch met behulp van de knop 6 of automatisch bij het vergrendelen.

STUURWIEL VERSTELLENF Zorg dat de auto stilstaat en zet de hendel A omlaag om het stuurwiel te ontgrendelen. F Verstel het stuurwiel in hoogte en/of in diepte. F Vergrendel het stuurwiel door de hendel A goed vast te zetten.

SPIEGEL NAAR ACHTERPASSAGIERSDeze spiegel is gemonteerd op een kogelgewricht, is opklapbaar en biedt de bestuurder of voorpassagier zicht op de achterzitplaatsen.

111

6

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGVOORSTOELENHandmatig verstelbaar 1 2 3 4 5 6 7 Verstelling in de lengterichting. Verstelling van de rugleuning. Hoogteverstelling van de bestuurdersstoel. Verstelling van de lendensteun van de bestuurdersstoel. Hoogte- en hoekverstelling van de hoofdsteun. Hoekverstelling van de zitting. Stoelverwarming.

76Elektrisch verstelbaar A - Verstelling in de lengterichting. B - Hoogteverstelling van de bestuurdersstoel. C - Verstelling van de rugleuning. M - Opslaan van de verstellingen in het geheugen. F Zet het contact aan en verstel de stoel en de buitenspiegels. F Druk op de toets "M" en vervolgens binnen 4 seconden op "1" of "2". 1 - Oproepen van de eerste opgeslagen stand. 2 - Oproepen van de tweede opgeslagen stand.

7826-04-2004

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGACHTERSTOELENStoel opzij: verstelling in de lengterichting (1), rugleuningverstelling, neerklappen, plaatsen tafeltje, toegang tot de 3e zitrij (2), neerklappen, uitstappen van passagiers 3e zitrij (3), hoogteverstelling van de hoofdsteun (4). Middelste stoel: verstelling in de lengterichting (1), rugleuningverstelling (2), plaatsen tafeltje (3), neerklappen (4), hoogteverstelling van de hoofdsteun (5). Achterbank: verstelling in de lengterichting (1), plaatsen tafeltje (2), neerklappen (3), hoogteverstelling van de hoofdsteun (4).

7

82

26-04-2004

8

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGSTOELOPSTELLINGEN5 plaatsen 8 plaatsen met bank

6 plaatsen "Pullman"

5 plaatsen in de stand "picknick"

7 plaatsen met toegang tot de 3e zitrij

Groot laadvolume "Cargo"

26-04-2004

92

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGAIRCONDITIONING

9

Nr.

Functie

1

Airconditioning aan/uit.

2

Regeling luchtverdeling.

3

Bediening luchttoevoer.

4

Luchtrecirculatie.

5

Temperatuurregeling.

6

Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels. Automatisch programma "zicht".

7

70

26-04-2004

10

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGAUTOMATISCHE AIRCONDITIONING MET GESCHEIDEN REGELINGNr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 A Functie Airconditioning aan/uit. Regeling bestuurderszijde. Regeling passagierszijde. Regeling luchtverdeling. Bediening ventilatie achter. Bediening luchttoevoer. Luchtrecirculatie. Achterruitverwarming en verwarming buitenspiegels. Programma "comfort". Programma "zicht". Gelijk instellen van de regelingen 2 en 3. Bediening 5 in-/ uitschakelen.

7226-04-2004

B

UW 807 IN EEN OOGOPSLAG

11

SCHAKELAARS OP STUURKOLOM VERLICHTINGVerlichting vr en achter (ring A) Lichten uit

Mistlampen vr en mistachterlicht (ring B) Mistlampen vr (ring 1 stand naar voren draaien) Mistlampen vr en mistachterlicht (ring 2 standen naar voren draaien).

RUITENWISSERS

Parkeerlichten

Dim-/grootlicht Automatische ontsteking van de verlichting Zet om deze functie in of uit te schakelen het contact in de stand accessoires, de lichtschakelaar in de stand 0 en druk langer dan twee seconden op het uiteinde van de lichtschakelaar. 26-04-2004

Uitschakelen: draai de ring B naar achteren.

Vr 2 Hoge snelheid. 1 Normale snelheid. I Interval. of AUTO Automatisch wissen. 0 Uit. En keer wissen. Ruitensproeier: trek de hendel naar u toe. Automatische ruitenwissers In de stand AUTO zorgt een regensensor voor de automatische werking van de ruiten105 wissers. De snelheid van de ruitenwissers wordt aan de hoeveelheid neerslag aangepast. Achter Interval. Uit. Ruitensproeier.

103

12

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGIngestelde snelheid opnieuw oproepen F Druk op de toets 2 of 3. Ingestelde snelheid annuleren F Zet de draaiknop 1 in de stand OFF. Opmerking: de ingestelde snelheid wordt ook geannuleerd door het contact uit te zetten. Voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de airbag aan passagierszijde F Schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit, F Schakel de airbag uit als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Leg in geen geval uw voeten of een ander voorwerp op het dashboard. Controle van werking Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, zal bij het aanzetten van het contact (2e stand van de sleutel) het verklikkerlampje gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Airbag passagier uitgeschakeld". Storing airbagAls dit verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing airbag", raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt om het systeem te laten controleren.

SNELHEIDSREGELAARMet behulp van de snelheidsregelaar kan de bestuurder met een constante snelheid (boven de 40 of 60 km/h, afhankelijk van de motor, met ten minste de 4e versnelling ingeschakeld) rijden zonder het gaspedaal te hoeven bedienen. Inschakelen F Zet de draaiknop 1 in de stand ON. Het verklikkerlampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal. Instellen van de snelheid F Druk op de toets 2 of 3 zodra de gewenste snelheid is bereikt. F Druk op de toets 2 om de ingestelde snelheid te verlagen of op toets 3 om deze te verhogen. Ingestelde snelheid uitschakelen F Druk op de toets 4 of trap op het rem- of koppelingspedaal. 26-04-2004

AIRBAGS VOOR, ZIJ-AIRBAGS EN WINDOW-AIRBAGSUitschakelen van de airbag aan passagierszijde* F Zet het contact uit, steek de sleutel in de schakelaar 1 en draai hem: - in de stand "ON" om de airbag aan passagierszijde in te schakelen, - in de stand "OFF" om de airbag aan passagierszijde uit te schakelen.

* Volgens land van bestemming.

126

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGMOTORKAP OPENEN

13

Binnenzijde: Open het deksel bij de linker bevestiging van de bestuurdersstoel en trek de hendel omhoog.

BRANDSTOF TANKENHet tanken dient met afgezette motor te gebeuren. F Open de brandstofvulklep. F Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom. F Trek de tankdop uit de vulopening en bevestig deze aan de haak aan de binnenzijde van de vulklep. Op een label aan de binnenzijde van de vulklep staat de voorgeschreven soort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keer automatisch uitspringen. Indien dit wel gebeurt, kunnen er storingen optreden. De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 80 liter. F Vergrendel na het tanken de tankdop en sluit de vulklep.

Buitenzijde: Druk de veiligheidshaak omhoog, til de motorkap op en zet de motorkapsteun vast om de motorkap open te houden. 26-04-2004

Verklikkerlampje brandstofreserve Op het moment dat het lampje gaat branden in combinatie met de melding "Brandstofniveau laag", kunt u nog ongeveer 50 km met de resterende hoeveelheid brandstof rijden.

102

14

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGPark (parkeerstand): om de autostil te zetten en te starten, met of zonder gebruik van de handrem. Reverse (achteruitversnelling): om achteruit te rijden (schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en de motor stationair draait). Starten van de auto Om, na het starten, weg te rijden vanuit de stand P: F trap altijd het rempedaal in om uit de stand P te kunnen schakelen. F selecteer de stand R, D of M en laat langzaam het rempedaal los; de auto begint te rijden. U kunt ook wegrijden vanuit de stand N: F trap het rempedaal in en zet de handrem los, F selecteer de stand R, D of M en laat langzaam het rempedaal los; de auto begint meteen te rijden.

Neutral (neutraalstand): om de

AUTOMATISCHE TRANSMISSIE "TIPTRONIC-SYSTEM PORSCHE"Bij de automatische transmissie met vier versnellingen kunt u kiezen uit volautomatische bediening, aangevuld met de programma's sport en sneeuw, of handmatig schakelen. Schakelpatroon F Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon te verplaatsen. De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven. T: programma Sneeuw. 26-04-2004

motor te starten en de auto te parkeren, met gebruik van de handrem. Opmerking: Laat, als tijdens het rijden de selectiehendel per ongeluk in de stand N wordt gezet, het motortoerental terugvallen tot stationair voordat de stand D wordt geselecteerd om vervolgens weer gas te geven.

Drive (rijstand): om automatisch teschakelen tijdens het rijden.

Manual (sequentile stand): om zelf

te schakelen tijdens het rijden. Handmatig schakelen in de vier versnellingen: F Duw de selectiehendel naar het symbool + om op te schakelen en trek de selectiehendel naar het symbool - om terug te schakelen. Opmerking: Het programma T (sneeuw) kan niet worden ingeschakeld in de handbediende stand.

Als de motor stationair draait, het rempedaal is losgelaten en de stand R, D of M is geselecteerd, zet de auto zich al in beweging, zelfs als het gaspedaal niet wordt ingetrapt. Laat daarom geen kinderen alleen in de auto achter als de motor draait.

124

UW 807 IN EEN OOGOPSLAGDETECTIESYSTEEM TE LAGE BANDENSPANNINGSensoren controleren tijdens het rijden de bandenspanning en zenden een waarschuwingssignaal uit als de bandenspanning te laag is (bij een snelheid van meer dan 25 km/h). Te lage bandenspanning Als deze melding op het multifunctionele display verschijnt in combinatie met een geluidssignaal, laat dan zo snel mogelijk de bandenspanning controleren. Lekke band Deze melding verschijnt in combinatie met een geluidssignaal en wordt gevolgd door het branden van het verklikkerlampje STOP. Stop de auto onmiddellijk, maar vermijd abrupte manoeuvres met het stuur en de remmen. Vervang de beschadigde band (lekke band of veel te lage bandenspanning) en laat de bandenspanning zo snel mogelijk controleren. Opmerking: Als de beschadigde band in de bagageruimte wordt gelegd, zal deze de melding opnieuw uitzenden om u eraan te herinneren de band te laten repareren. Hierdoor kan een eventuele andere waarschuwingsmelding omtrent de bandenspanning niet worden weergegeven. Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor. X bandenspanningssensor(en) afwezig Als deze melding verschijnt in combinatie met een geluidssignaal, betekent dit dat de bandenspanning van n of meerdere wielen niet meer gecontroleerd wordt. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt om de defecte sensor(en) te laten vervangen. Deze melding wordt ook weergegeven als n van de wielen van de auto is verwijderd (bij reparatie) of als er een wiel zonder sensor op de auto is gemonteerd (bijv. met winterbanden). Ondanks dit systeem moet de bandenspanning nog regelmatig worden gecontroleerd.

15

PARKEERHULPDit systeem, dat in de achterbumper is gemonteerd, waarschuwt de bestuurder voor elk obstakel achter de auto (persoon, auto, boom, hek, ...). Inschakelen Bij draaiende motor wordt het systeem ingeschakeld zodra de achteruit wordt ingeschakeld; een geluidssignaal geeft aan dat het systeem is ingeschakeld. Geluidssignalen geven de afstand tot het obstakel aan. Hoe dichter de auto bij het obstakel komt, hoe korter de tijd tussen de geluidssignalen is. Als de auto minder dan 25 centimeter van het obstakel verwijderd is, is het geluidssignaal continu hoorbaar. F Het systeem wordt uitgeschakeld als de achteruit wordt uitgeschakeld.

12326-04-2004

134

18

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN11 - Verklikkerlampje snelheidsregeling. 12 - Dimmer dashboardverlichting. 13 - Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau en elektronische remdrukregelaar. 14 - Verklikkerlampje te lage motoroliedruk. 15 - Verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP). 16 - Verklikkerlampje laden van de

CONTROLEDISPLAY BENZINE-DIESEL1 - Dimlicht. 2 - Grootlicht. 3 - Richtingaanwijzer links. 4 - Onderhoudsintervalindicator, olieniveaumeter, schakelstandindicator automatische transmissie* en kilometerteller. 5 - Verklikkerlampje mistlampen voor. 26-04-2004 10 - Verklikkerlampje zelfdiagnose motor. 9 - Verklikkerlampje ABS. 8 - Verklikkerlampje mistachterlicht. 6 - Richtingaanwijzer rechts. 7 - Verklikkerlampje elektronisch stabiliteitsprogramma ASR/ESP.

accu. 17 - Verklikkerlampje voorgloeien dieselmotor. 18 - Nulstelling dagteller. 19 - Verklikkerlampje veiligheidsgordel vr. 20 - Verklikkerlampje uitschakeling airbag passagierszijde. 21 - Verklikkerlampje voorste airbags, zij- en window-airbags. * Volgens uitvoering.

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENINSTRUMENTENPANELEN BENZINE/DIESELInstrumentenpaneel met monochroom display 1 2 3 4 5 - Toerenteller. - Snelheidsmeter. - Brandstofmeter. - Koelvloeistoftemperatuurmeter. - Verklikkerlampje maximale koelvloeistoftemperatuur. 6 - Verklikkerlampje brandstofreserve. 7 - Monochroom display of kleurendisplay.

19

Instrumentenpaneel met kleurendisplay

26-04-2004

20

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENCONTROLE TIJDENS HET RIJDENEen verklikkerlampje dat constant blijft branden of bij een draaiende motor knippert, is een teken dat het desbetreffende onderdeel of systeem niet goed werkt. Het branden van sommige lampjes gaat vergezeld van een geluidssignaal en een bericht op het multifunctionele display. Negeer een dergelijke waarschuwing niet, maar raadpleeg zo snel mogelijk uw PEUGEOT-servicepunt. Stop onmiddellijk indien tijdens het rijden het verklikkerlampje verplicht stoppen (STOP) gaat branden, maar zorg ervoor dat u uw auto op een zo veilig mogelijke plaats tot stilstand brengt. Verklikkerlampje verplicht stoppen STOP Gekoppeld aan de waarschuwingen voor "te lage motoroliedruk", "te laag koelvloeistofniveau", "te laag remvloeistofniveau", de koelvloeistoftemperatuurmeter en de waarschuwing voor te lage bandenspanning op het multifunctionele display. Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Stop onmiddellijk. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje te lage motoroliedruk Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen Draai, om verwondingen te voorkomen, de vuldop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen. Verwijder, als de druk is gedaald, de vuldop en vul koelvloeistof bij. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje handrem, te laag remvloeistofniveau en elektronische remdrukregelaar Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP. Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display, wijst dit op hetzij: - "Handrem aangetrokken", als tijdens het rijden de handrem is aangetrokken. - "Te laag remvloeistofniveau", in het geval van een te laag remvloeistofniveau in het reservoir (als het lampje blijft branden zelfs als de handrem niet gebruikt wordt). - "Storing remsysteem", in het geval van een storing in de elektronische remdrukregelaar als het tegelijk met het verklikkerlampje ABS brandt. Stop onmiddellijk. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.

STOP. Als het lampje bij een draaiende motor brandt in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Te lage oliedruk" of "Vul motorolie bij" op het multifunctioneel display, stop dan onmiddellijk. Vul indien nodig olie bij. Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.

Waarschuwing te laag koelvloeistofniveau (Diesel) Gekoppeld aan het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP. Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Vul koelvloeistof bij" op het multifunctionele display. Stop onmiddellijk. Let op: Wacht tot de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk.

26-04-2004

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENVerklikkerlampje antiblokkeersysteem (ABS) Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje blijft branden of bij een snelheid van meer dan 12 km/h gaat branden, wijst dit op een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembekrachtiging blijft toch behouden. Als het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing ABS" op het multifunctionele display, raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje storing elektronisch stabiliteitsprogramma/ antispinregeling (ESP/ASR) Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje blijft branden of gaat branden bij draaiende motor of tijdens het rijden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "ESP/ASR buiten werking" op het multifunctionele display, raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt. Het verklikkerlampje gaat knipperen als het systeem in werking wordt gesteld en blijft branden als het systeem wordt uitgeschakeld. Verklikkerlampje snelheidsregelaar Het lampje gaat branden op het moment dat de snelheidsregelaar in werking wordt gezet. 26-04-2004 Verklikkerlampje laden van de accu Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als het lampje bij een draaiende motor brandt in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing laden accu" op het multifunctionele display, wijst dit op een storing in het laadcircuit (loszittende aansluitingen van de accu of de startmotor, een gebroken of te slappe dynamoriem, een defecte dynamo). Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje zelfdiagnose motor Gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als dit lampje tijdens het draaien van de motor brandt in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing emissieregeling" op het multifunctionele display, duidt dit op een storing in de emissieregeling. Als het lampje bij draaiende motor knippert in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Katalysator defect" op het multifunctionele display, duidt dit op een storing in het injectie- of het ontstekingssysteem. De katalysator kan hierdoor beschadigd raken (alleen auto's met benzinemotor). Raadpleeg zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt. Opmerking: Na langdurig rijden met lage snelheid of na lang stationair draaien is het mogelijk dat er tijdens het accelereren waterdruppels uit de uitlaat komen. Deze hebben echter geen negatieve invloed op het rijgedrag of het milieu.

21

Waarschuwing vervuiling roetfilter (Diesel) De melding op het multifunctionele display "Niveau brandstofadditief laag" of "Kans op vervuiling roetfilter" in combinatie met een geluidssignaal, duidt op een storing in het roetfilter. Als dit lampje tijdens het draaien van de motor brandt, geeft dit aan dat het roetfilter vervuild raakt (als gevolg van langdurige ritten in stedelijke gebieden: lage snelheid, lange files, ...). Om het filter te zuiveren, raden wij u aan zo snel mogelijk, waar de verkeersomstandigheden dat toelaten, ten minste 5 minuten met een snelheid van 60 km/h of meer te gaan rijden (totdat de melding verdwijnt). Wanneer de melding niet verdwijnt, raadpleeg dan een PEUGEOT-servicepunt.

22

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENVerklikkerlampje voorgloeien dieselmotor Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Wacht bij koud weer met het starten van de motor tot het lampje uit gaat. Verklikkerlampje airbags voor, zij-airbags en window-airbags Het lampje gaat bij het aanzetten van het contact branden. Als het lampje bij draaiende motor gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Storing airbag(s)" op het multifunctionele display, wijst dit op een storing in een van de airbags. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt. Verklikkerlampje brandstofreserve Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet branden. Als dit lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Brandstofniveau gering" op het multifunctionele display, kunt u nog ongeveer 50 km met de resterende hoeveelheid brandstof rijden (tankinhoud: ca. 80 liter). Als het lampje knippert, geeft dit een storing aan in de brandstofmeter of een onderbreking in de brandstoftoevoer als er bovendien een geluidssignaal klinkt en de melding "Brandstoftoevoer uitgeschakeld" op het multifunctionele display verschijnt. Herstel in dat geval de brandstoftoevoer (zie het hoofdstuk "Praktische informatie - Onderbreking van de brandstoftoevoer") of raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Opmerking: Bepaalde functies kunnen door een PEUGEOT-servicepunt naar wens worden ingesteld.

Verklikkerlampje uitschakeling airbag passagierszijde Dit lampje gaat elke keer dat het contact wordt aangezet enkele seconden branden. Het lampje gaat branden in combinatie met een geluidssignaal en de melding op het multifunctionele display "Airbag aan passagierszijde uitgeschakeld". Als de airbag aan passagierszijde uitgeschakeld is, gaat het verklikkerlampje branden als het contact wordt aangezet, waarna het blijft branden. Raadpleeg een PEUGEOT servicepunt in alle gevallen dat het verklikkerlampje knippert.

Verklikkerlampje veiligheidsgordel voor Als de bestuurder en/of voorpassagier zijn veiligheidsgordel niet heeft omgedaan, gaat het verklikkerlampje bij draaiende motor branden en vervolgens bij snelheden hoger dan 25 km/h in combinatie met een geluidssignaal (gedurende ongeveer 90 seconden) en de melding "Veiligheidsgordel vergeten" op het multifunctionele display.

26-04-2004

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENKoelvloeistoftemperatuurmeterInstrumentenpaneel met monochroom display Zone A: De temperatuur is in orde. Zone B: De temperatuur is te hoog. Het verklikkerlampje verplicht stoppen STOP en het verklikkerlampje te hoge koelvloeistoftemperatuur 1 gaan branden, in combinatie met een geluidssignaal en de melding "Te hoge motortemperatuur" op het multifunctionele display. Stop onmiddellijk. Let op: Wacht tot de motor is afgekoeld om indien nodig koelvloeistof bij te vullen. Het koelcircuit staat onder druk. Draai, om verwondingen te voorkomen, de vuldop twee omwentelingen los om de druk te laten dalen. Verwijder vervolgens de vuldop en vul koelvloeistof bij. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.

23

Instrumentenpaneel met kleurendisplay

26-04-2004

24

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENStand selectiehendel automatische transmissieVerklikkerlampje automatische transmissie: Stand "Manual" (Sequentile stand): 1e versnelling ingeschakeld 2e versnelling ingeschakeld 3e versnelling ingeschakeld 4e versnelling ingeschakeld

Display op het controledisplayDit heeft na het aanzetten van het contact 3 verschillende functies: - onderhoudsintervalindicator, - motorolieniveaumeter (zie het desbetreffende hoofdstuk), - kilometerteller (totale kilometerstand en dagteller). Opmerking: De totale kilometerstand en dagteller worden gedurende dertig seconden na het uitzetten van het contact, bij het openen van het bestuurdersportier en bij het vergrendelen en ontgrendelen van de auto weergegeven. Op dit display worden tevens de stand van de selectiehendel en het rijprogramma van de automatische transmissie weergegeven (zie hiernaast).

Verklikkerlampje "SNEEUW" Dit verklikkerlampje gaat branden als het schakelprogramma "SNEEUW" van de automatische transmissie geselecteerd is. Standen van de selectiehendel van de automatische transmissie: "Park" (Parkeerstand)

"Reverse" (Achteruit)

"Neutral" (Neutraalstand)

"Drive" (Rijstand)

26-04-2004

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENOnderhoudsintervalindicatorDe onderhoudsintervalindicator bevindt zich samen met de kilometerteller en de dagteller in het controledisplay. Hij informeert de bestuurder over de afstand tot de volgende onderhoudsbeurt, afhankelijk van het gebruik van de auto. Werking Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de onderhoudssleutel branden. De kilometerteller geeft de resterende kilometers (afgerond) tot de eerstvolgende onderhoudscontrole aan. De onderhoudsinterval wordt berekend vanaf de laatste nulstelling van de onderhoudsintervalindicator op basis van twee parameters: - het afgelegde aantal kilometers, - de verstreken tijd sinds de laatste onderhoudscontrole. Opmerking: Afhankelijk van de gebruiksgewoonten van de bestuurder kan de factor tijd worden meegewogen bij de nog af te leggen kilometers. Voorbeeld: De afstand tot de eerstvolgende onderhoudscontrole bedraagt 4.800 km. Als het contact wordt aangezet geeft het display gedurende enkele seconden het volgende aan: Enkele seconden na het aanzetten van het contact geeft de teller eerst het oliepeil en vervolgens weer de normale kilometerstand en de stand van de dagteller aan. De afstand tot de eerstvolgende beurt is overschreden*. Elke keer als het contact wordt aangezet, gaat de onderhoudssleutel gedurende enkele seconden knipperen en geeft de teller het aantal kilometers aan dat er te veel gereden is.

25

De afstand tot de eerstvolgende beurt is minder dan 1.000 km. Elke keer dat het contact wordt aangezet knippert de onderhoudssleutel en de resterende kilometers worden aangegeven:

Opmerking: bij draaiende motor blijft de onderhoudssleutel branden totdat de onderhoudscontrole is uitgevoerd. * Wat het eerst bereikt is: de onderhoudssleutel gaat ook branden als de maximale interval van 2 jaar is verstreken.

Enkele seconden na het aanzetten van het contact, wordt het oliepeil aangegeven, geeft de teller vervolgens weer de normale kilometerstand en de stand van de dagteller aan en blijft de onderhoudssleutel branden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd moeten worden.

26-04-2004

26Op 0 zetten

CONTROLE TIJDENS HET RIJDENMaximum Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elke onderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kan de onderhoudsintervalindicator op de volgende wijze op 0 gezet worden: F Zet het contact af. F Druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt. F Zet het contact aan. De kilometerteller begint terug te tellen. Laat de knop los als de onderhoudsintervalindicator = 0 aangeeft; de onderhoudssleutel verdwijnt. Opmerking: Als u na deze handeling de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijf minuten. Het resetten van de onderhoudsintervalindicator zal anders niet worden opgeslagen.

Nulstelling dagtellerDruk, terwijl het contact aan is, de knop in tot de nullen verschijnen.

Minimum Controleer het olieniveau met de peilstok. Als blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie worden bijgevuld. Te weinig olie De melding "Motorolie bijvullen" verschijnt op het multifunctionele display in combinatie met een geluidssignaal. Er moet olie worden bijgevuld. Anders kan ernstige motorschade ontstaan. Storing motorolieniveaumeter Het knipperen van de segmenten duidt op een storing in de motorolieniveaumeter. Controleer het olieniveau met de peilstok. Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt. Vul nooit te veel olie bij. Dit kan ernstige motorschde veroorzaken. Raadpleeg indien er toch te veel olie is bijgevuld zo snel mogelijk een PEUGEOT-servicepunt.

Dimmer dashboardverlichtingDruk, tijdens het branden van de verlichting, op de knop om de sterkte van de dashboardverlichting te veranderen. Als de verlichting de zwakste (of felste) stand heeft bereikt, laat dan de knop los en druk deze vervolgens opnieuw in om de verlichting weer feller (of zwakker) te maken. Laat de knop los zodra de gewenste lichtsterkte is bereikt.

MotorolieniveaumeterBij het aanzetten van het contact wordt de onderhoudsintervalindicator enkele seconden weergegeven en vervolgens gedurende 10 seconden het motorolieniveau. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontale ondergrond staat en de motor ten minste 10 minuten is afgekoeld. 26-04-2004

UW 807 IN DETAILInstellen van parameters

29

Monochroom display CT Het menu "Configuratie" biedt toegang tot de volgende parameters: "Instellen lichtsterkte": instellen van de lichtsterkte van de weergave. "Geluid": instellen van de spraaksynthese (voor de parameter vrouwelijke/mannelijke stem: plaats de configuratie-CD-Rom); instellen van de gesproken opdrachten. "Internationale parameters": instellen datum en tijd (weergave in 12 of 24 uur, instellen minuten via GPS); instellen van eenheden (l/100 - C of mpg - F), "Taalkeuze": keuze van de taal van de weergave, de gesproken informatie en commando's (Nederlands, Duits, Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Portugees: plaats de configuratie-CD-Rom).

Kleurendisplay DT Het menu "Configuratie" biedt toegang tot de volgende parameters: "Selecteren van kleuren": selecteren van de voor de weergave beschikbare kleuren. "Lichtsterkte": instellen van de lichtsterkte van de weergave. "Geluid": instellen van de spraaksynthese (voor de parameter vrouwelijke/mannelijke stem: plaats de configuratie-CD-Rom); instellen van de gesproken opdrachten. "Internationale parameters": instellen datum en tijd (weergave in 12 of 24 uur, instellen minuten via GPS); instellen van eenheden (l/100 - C of mpg - F). "Taalkeuze": keuze van de taal van de weergave, de gesproken informatie en commando's (Nederlands, Duits, Engels, Spaans, Frans, Italiaans, Portugees: plaats de configuratie-CD-Rom);

Monochroom display B Druk de knop 1 in en houd deze gedurende 2 seconden ingedrukt. Vervolgens kunnen door het indrukken van de knop de verschillende parameters geselecteerd worden: - taal van de weergegeven informatie, - snelheidseenheden (km of mijl), - temperatuureenheden (graden Celsius of Fahrenheit), - tijdsaanduiding (in 12 of 24 uur), - uren, - minuten, - jaar, - maand, - dag. Door het indrukken van de knop 2 kan de geselecteerde parameter worden gewijzigd. Houd de knop ingedrukt om de gegevens in een hoger tempo in te stellen. Als de knoppen gedurende 10 seconden niet worden ingedrukt, geeft het display het vorige scherm weer en zijn de gewijzigde gegevens opgeslagen. 26-04-2004

30

UW 807 IN DETAIL

Video U kunt op de drie aansluitingen in het dashboardkastje een video-apparaat (camcorder, digitale camera, ...) aansluiten. De videoweergave is uitsluitend mogelijk als de auto stilstaat. Selecteer in het algemene menu het menu "Video": - "Videofunctie activeren" om de videofunctie in te schakelen/uit te schakelen, - "Parameters video" om het formaat van de weergave, de lichtsterkte, het contrast en de kleuren in te stellen. Druk op de toets "MODE" of "DARK" om de videoweergave uit te schakelen. Druk herhaaldelijk op de toets "SOURCE" om in plaats van de videoweergave een andere geluidsbron te selecteren.

Om veiligheidsredenen mag de bestuurder het multifunctionele display alleen bedienen als de auto stilstaat. 26-04-2004

UW 807 IN DETAILApart bedieningspaneel telematicaHiermee is het mogelijk de functies, opdrachten en parameters te selecteren en te bevestigen, die worden weergegeven op het monochroom display CT en het kleurendisplay DT. Het aparte bedieningspaneel bevindt zich naast de versnellingspook. Draaien aan de knop: Hiermee kunt u in het scherm de cursor verplaatsen en een functie kiezen. Daarnaast biedt deze knop de volgende functies: - Met een parameter van het type "verstelling" kan een gekozen waarde worden "vergroot of verkleind". - Met een parameter van het type "lijst" kan, na het openen van de lijst, door de diverse gegevens worden gebladerd. - Tijdens de navigatie met kaart kan de schaal vergroot of verkleind worden. Indrukken van de draaiknop: Hiermee kan: - toegang worden verkregen tot een lijst met opdrachten (snelmenu) van een permanent weergegeven toepassing als er geen bovenliggend scherm verschijnt. - de gekozen of gewijzigde functie worden bevestigd. - een parameter van het type "verstelling" of "lijst" worden geselecteerd om deze te wijzigen. Toets "MODE": - Kort indrukken: wijzigen van de weergegeven functie (autoradio, navigatie). - Langer dan twee seconden indrukken: weergave van de algemene informatie. 26-04-2004 Toets "ESC": - Kort indrukken: afbreken van de uitgevoerde handeling of wissen van het bovenliggende scherm. - Langer dan twee seconden indrukken: wissen van alle bovenliggende schermen en terugkeren naar de permanent weergegeven functie. Toets "MENU": - Kort indrukken: toegang tot het hoofdmenu. - Langer dan twee seconden indrukken: toegang tot het hulpmenu. Toets "MUSIC": - Kort indrukken: weergave van het submenu van de gekozen radiofunctie (tuner, CD, ...). Toets "TEL": - Kort indrukken: opnemen, bij inkomende oproep of weergave submenu telefoon. Toets "NAV": - Kort indrukken: weergave van het submenu van het navigatiesysteem. Toets "MAIN": - Kort indrukken: weergave van de algemene informatie.

31

32AUTORADIO RD3

UW 807 IN DETAIL

Hendel 1 - Indrukken (achterzijde) 2 - Indrukken (achterzijde) 1 + 2 - Gelijktijdig indrukken 3 - Indrukken 4 - Indrukken 5 - Op het uiteinde drukken 6 - Draaien (rechtsom) 7 - Draaien (linksom) 26-04-2004 Volume verhogen. Volume verlagen.

Functie

Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets. Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) Volgende nummer selecteren (CD). Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio) Vorige nummer selecteren (CD). Wijzigen van de geluidsbron (radio/CD/CD-wisselaar). Selecteren van volgende opgeslagen zender (radio) Selecteren van volgende CD. Selecteren van vorige opgeslagen zender (radio) Selecteren van vorige CD.

UW 807 IN DETAILToets A B C D E F G H I J K L M N O 1 t/m 6 + AAN/UIT-schakelaar radio. Verlagen van volume. Verhogen van volume. Uitwerpen van de CD. RDS-functie AAN/UIT. Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de regionale functie. Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT. Langer dan 2 seconden indrukken: aan-/uitzetten van de PTY-functie. Kiezen van bassen, hoge tonen, loudness, balans en fader en automatische volumeregeling. Hoger instellen van de aan de toets G gekoppelde functies. Lager instellen van de aan de toets G gekoppelde functies. Handmatig of automatisch zoeken van zenders in oplopende frequentie. Volgende nummer van CD selecteren. Handmatige/automatische functie van de toetsen J en L. Handmatig of automatisch zoeken van zenders in aflopende frequentie. Vorige nummer van CD selecteren. Selecteren van de CD-wisselaar. Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afspelen. Selecteren van de CD-speler. Langer dan 2 seconden indrukken: in willekeurige volgorde afspelen. Selecteren van de radiofunctie. Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMAST, AM. Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuzezenders (autostore). Selecteren van een opgeslagen zender - selecteren van CDs uit de CD-wisselaar. Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van een zender. Functie

33

5RDS TA

5 6 8 MAN 7 CH. CD CD Radio 12 34 56

26-04-2004

34ALGEMENE FUNCTIESAan / uit Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop A om de radio aan of uit te schakelen. De radio kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat. Diefstalbeveiliging De radio is zodanig gecodeerd dat deze alleen in uw auto functioneert. Het heeft geen enkele zin de radio in een andere auto te monteren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.

UW 807 IN DETAILAUDIO-INSTELLINGENDruk herhaaldelijk op de toets G om achtereenvolgens de bassen (BASS), de hoge tonen (TREB), de loudness-functie (LOUD), de fader (FAD), de balans (BAL) en de automatische aanpassing van het volume te kiezen. Deze functie wordt automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden of door de toets G na het bereiken van de functie voor de automatische aanpassing van het volume nogmaals in te drukken. Opmerking: De instellingen voor de bassen en hoge tonen zijn gekoppeld aan de op dat moment ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, CD of CD-wisselaar verschillend worden ingesteld. Bassen Druk, als er "BASS" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I om de bassen in te stellen. - "BASS -9" minimum instelling bassen. - "BASS 0" normale stand. - "BASS +9" maximum instelling bassen. Toonregeling Druk, als er "TREB" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I om de hoge tonen in te stellen. - "TREB -9" minimum instelling hoge tonen. - "TREB 0" normale stand. - "TREB +9" maximum instelling hoge tonen. Loudness-functie Met deze functie kunnen de bassen en hoge tonen versterkt worden. Druk op de toetsen H of I om de functie in- of uit te schakelen.

REGELING VAN HET VOLUMEDruk herhaaldelijk op de toets C om het volume te verhogen en op de toets B om het te verlagen. Druk lang op de toets C of B om het volume sneller te verhogen resp. te verlagen.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILFaderregeling Druk, als er "FAD" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I. Met de toets H wordt het volume vr versterkt. Met de toets I wordt het volume achter versterkt. Balansregeling Druk, als er "BAL" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I. Met de toets H wordt het volume rechts versterkt. Met de toets I wordt het volume links versterkt. Automatische volumeregeling Met deze functie wordt het volume automatisch aangepast aan het geluidsniveau ten gevolge van de snelheid van de auto. Druk op de toets H of I om de functie in- of uit te schakelen.

35Selecteren van het golfbereik Druk kort op de toets O, om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. Automatisch afstemmen

RADIOFUNCTIEOpmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden. Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden. Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst.

Selecteren van de radiofunctie Druk op de toets O.

Druk kort op n van de toetsen J of L om respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden. Als de functie TA is ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden. Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX" ook naar zwakkere zenders gezocht. Druk twee keer kort op de toets J of L om direct in de stand "DX" op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILFaderregeling Druk, als er "FAD" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I. Met de toets H wordt het volume vr versterkt. Met de toets I wordt het volume achter versterkt. Balansregeling Druk, als er "BAL" op het display wordt weergegeven, op de toets H of I. Met de toets H wordt het volume rechts versterkt. Met de toets I wordt het volume links versterkt. Automatische volumeregeling Met deze functie wordt het volume automatisch aangepast aan het geluidsniveau ten gevolge van de snelheid van de auto. Druk op de toets H of I om de functie in- of uit te schakelen.

35Selecteren van het golfbereik Druk kort op de toets O, om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. Automatisch afstemmen

RADIOFUNCTIEOpmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van langegolf, middengolf en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden. Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden. Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst.

Selecteren van de radiofunctie Druk op de toets O.

Druk kort op n van de toetsen J of L om respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. De radio stopt bij de eerste zender die na het loslaten van de toets wordt gevonden. Als de functie TA is ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op zenders die verkeersinformatie uitzenden. Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX" ook naar zwakkere zenders gezocht. Druk twee keer kort op de toets J of L om direct in de stand "DX" op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.

26-04-2004

36Handmatig afstemmen

UW 807 IN DETAILHandmatig opslaan van zenders

RDSGebruik van RDS-functie (Radio Data Systeem) op FM De RDS-functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze zender gebruikt worden in de diverse regio's. Druk kort op de toets "RDS" om de functie in of uit te schakelen. Op het multifunctionele display verschijnt: - "RDS" als deze functie is ingeschakeld. - "(RDS)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is. Volgen van RDS-zenders Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDSfunctie is ingeschakeld, zoekt de radio steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt.

Druk op de toets "MAN". Druk kort op de toets J of L om respectievelijk de volgende of volgende zender te selecteren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten. Als de toets "MAN" opnieuw wordt ingedrukt, wordt teruggekeerd naar het automatisch afstemmen op een zender.

Kies het gewenste station. Houd n van de voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt. Het geluid valt weg en keert weer terug: de desbetreffende zender is nu opgeslagen. Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore) Houd de toets O meer dan twee seconden ingedrukt. De autoradio slaat automatisch de 6 FM-zenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen. Als er minder dan zes zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders Telkens als een van de toetsen "1" t/m "6" wordt ingedrukt, wordt de desbetreffende zender weergegeven.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILVerkeersinformatie Druk op de toets "TA" om deze functie in of uit te schakelen. Op het display verRegionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal programma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS" langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen. Zoeken van een PTY-programmering:

37

schijnt: - "TA" als deze functie is ingeschakeld. - "(TA)" als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is. Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, CD of CDwisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA" om de verkeersinformatie te onderbreken; de functie is dan uitgeschakeld. N.B.: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.

PTY-functie Met behulp van deze functie kunnen zenders met een specifieke programmering (info, cultuur, sport, pop...) beluisterd worden. Houd, als FM is geselecteerd, de toets "TA" langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen.

- Schakel de PTY-functie in. - Druk kort op n van de toetsen J of L om een overzicht met de verschillende programmatypes weer te geven. - Als er een programma naar wens wordt weergegeven, houd dan n van de toetsen J of L langer dan twee seconden ingedrukt om automatisch af te stemmen (na het afstemmen wordt de PTY-functie weer uitgeschakeld). In de stand PTY kunnen de verschillende programmatypes worden opgeslagen. Houd daarvoor de voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt. Een bepaalde programmering kan nu worden opgeroepen door de desbetreffende toets kort in te drukken. EON Dit systeem maakt koppelingen tussen zenders in hetzelfde gebied. Bij dit systeem is het mogelijk om automatisch naar andere zenders binnen het gebied over te schakelen die verkeersinformatie of een PTY-programmering uitzenden. De EON-functie werkt alleen als de functie TA of PTY is ingeschakeld.

26-04-2004

38CD-SPELERSelecteren van CD-speler Zodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets N. Uitwerpen van een CD Druk op de toets D om de CD uit de CD-speler te werpen.

UW 807 IN DETAILVersneld afspelen Houd n van de toetsen J of L lang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen. Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.

Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CDspeler als geluidsbron is gekozen, de toets N langer dan 2 seconden ingedrukt. De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets N opnieuw langer dan 2 seconden in om weer op normaal spelen over te schakelen. De random-functie wordt gedeactiveerd als de radio wordt uitgezet.

Selecteren van een nummer van de CD

Druk op de toets J om het volgende nummer te selecteren. Druk op de toets L om terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige nummer.

Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILCD-WISSELAARSelecteren van CD-wisselaar Versneld afspelen Houd n van de toetsen J of L geheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen. Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Selecteren van een CD Druk op een van de toetsen "1" t/m "6" van de autoradio om de desbetreffende CD te selecteren. Houd, op het moment dat de CDwisselaar is geselecteerd, de toets M langer dan twee seconden ingedrukt. De nummers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets opnieuw in om weer op normaal spelen over te schakelen.

39

Druk op de toets M.

Selecteren van een nummer van een CD

Druk op de toets J om het volgende nummer te selecteren. Druk op de toets L om terug te gaan naar het begin van het afgebeelde nummer of het vorige nummer.

Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.

26-04-2004

40AUTORADIO/TELEFOON/GPS RT3

UW 807 IN DETAIL

Hendel 1 - Indrukken (achterzijde) 2 - Indrukken (achterzijde) 1 + 2 - Gelijktijdig indrukken 3 - Indrukken 4 - Indrukken 5 - Op het uiteinde drukken 6 - Draaien (rechtsom) 7 - Draaien (linksom) 26-04-2004 Volume verhogen. Volume verlagen.

Functie

Geluid onderbreken (mute); geluid keert terug door indrukken van een willekeurige toets. Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie (radio) - Volgend nummer selecteren (CD/CD-wisselaar). Lang indrukken, tot het loslaten: snel vooruit spoelen (CD/CD-wisselaar). Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie (radio) - Volgend nummer selecteren (CD/CD-wisselaar). Lang indrukken, tot het loslaten: snel terugspoelen (CD/CD-wisselaar). Wijzigen van de functie (radio/CD/CD-wisselaar) - Bevestigen van een geselecteerd onderdeel (in een menu of scherm) - Opnemen/ophangen (telefoon, inkomend gesprek) - Ophangen (tel., bij verbinding). Langer dan 2 seconden indrukken: weergeven van het snelmenu (tel., geen verbinding). Selecteren van volgende opgeslagen zender of opslaan onder toets 1 van niet-opgeslagen zender (radio) - Selecteren volgende CD - Selecteren van volgende item van een menu, in een scherm. Selecteren van vorige opgeslagen zender of opslaan onder toets 6 van niet-opgeslagen zender (radio) - Selecteren vorige CD - Selecteren van vorige item van een menu in een scherm.

UW 807 IN DETAILToets A B C D E F G H I J K L M 26-04-2004 ESC MODE Functie Indrukken: AAN/UIT-schakelaar autoradio/telefoon. Draaien: volumeregeling.

41

5SOURCE

Uitwerpen van de CD. Selecteren van de radiofunctie: radio, CD, CD-wisselaar of Aux. Opnemen (Tel./inkomend gesprek) - Weergave van het snelmenu (Tel./geen verbinding). Toegang tot het servicemenu "PEUGEOT". Tussen de 2 en 8 seconden indrukken: directe verbinding met PEUGEOT Assistance. Langer dan 8 seconden indrukken: verbinding wordt verbroken. Wijziging van de weergave. Langer dan 2 seconden indrukken: weergave van algemene informatie. Indrukken: weergave van het snelmenu van het desbetreffende scherm - Bevestiging ingevoerde tekst of instelling. Draaien: cursor in menu verplaatsen - Selecteren functie/parameter - Audio-instellingen: geluidsweergave, bassen, hoge tonen, loudness, fader (geluidsverdeling voor/achter), balans (geluidsverdeling links/rechts), automatische volumeregeling.

5 6

Zoeken naar zenders in oplopende frequentie, stapsgewijs of doorlopend (lang indrukken). Selecteren van vorige CD (CD-wisselaar) - verplaatsing op kaart (navigatie). Zoeken naar zenders in aflopende frequentie, stapsgewijs of doorlopend (lang indrukken). Selecteren van volgende CD (CD-wisselaar) - verplaatsing op kaart (navigatie). Infraroodvenster (IrDA)*. Annuleren van de geselecteerde functie. Langer dan 2 seconden indrukken: wissen van alle bovenliggende schermen en terugkeer naar de permanent weergegeven toepassing. Opening voor SIM-kaart. Automatisch zoeken naar zenders in oplopende frequentie - Selecteren van volgende nummer op CD. Verplaatsing op kaart (navigatie). Twee keer indrukken: zenders afzoeken in de stand DX i.p.v. in de stand LO. Langer dan twee seconden indrukken: snel vooruit spoelen (CD).

8

42

UW 807 IN DETAILToets Functie Automatisch zoeken naar zenders in aflopende frequentie - Selecteren van vorige nummer op CD. Verplaatsing op kaart (navigatie). Twee keer indrukken: zenders afzoeken in de stand DX i.p.v. in stand LO. Langer dan twee seconden indrukken: snel terugspoelen (CD). 1e keer indrukken: weergave van de bovenste balk (de rest van het scherm is zwart) 2e keer indrukken: onderbreken weergave (scherm zwart) - 3e keer indrukken: terugkeer naar de normale weergave. Langer dan 10 seconden indrukken: initialiseren van het systeem. Weergave van het algemene menu Langer dan 2 seconden indrukken: weergave van een hulpmenu en de lijst met gesproken commandos. Ophangen. Langer dan 2 seconden indrukken: inschakelen/uitschakelen doorschakelen van gesprek naar voicemail of doorschakelnummer. BAND AST TA/PTY RDS AUDIO SOS 123456 012345 6789*# Selecteren van het golfbereik FM1, FM2, FMast, AM. Langer dan 2 seconden indrukken: automatisch opslaan van voorkeuzezenders (autostore). Langer dan 8 seconden indrukken: verbinding wordt verbroken. Voorrang voor verkeersinformatie AAN/UIT. Langer dan 2 seconden indrukken: PTY-functie AAN/UIT. RDS-functie AAN/UIT. Langer dan 2 seconden indrukken: regionale functie AAN/UIT. Weergave van venster voor instelling van geluidsweergave, bassen, hoge tonen, loudness, balans en automatische volumeregeling. 2 tot 8 seconden indrukken: noodoproep. Langer dan 8 seconden indrukken: verbinding wordt verbroken. Selecteren van een opgeslagen zender - selecteren van CD in CD-wisselaar. Langer dan 2 seconden indrukken: opslaan van de op dat moment beluisterde zender. Toetsenbord voor het invoeren van omschrijvingen en telefoonnummers. * In de loop van het jaar

N

7

O P Q

DARK MENU

R S T U V 1 t/m 6 0 t/m 9 *#

26-04-2004

UW 807 IN DETAILALGEMENE FUNCTIESAAN/UIT Druk, als het contact AAN is of in de stand ACCESSOIRES staat, op de knop A om het radiogedeelte van de autoradio/telefoon GPS RT3 in of uit te schakelen. Opmerking: Druk als de contactsleutel afwezig is op de knop A om de telefoonfunctie in of uit te schakelen. De autoradio/telefoon GPS RT3 kan gedurende 30 minuten werken zonder dat het contact aanstaat. Opmerking: - De SIM-kaart mag alleen verwijderd worden als de autoradio/ telefoon is uitgeschakeld. - Druk, als de autoradio/telefoon na 30 minuten automatisch uitgeschakeld is, op toets D om een telefonische oproep te doen. - De autoradio/telefoon kan na onderbreking van het contact weer ingeschakeld worden door op toets D, E of V te drukken of door een CD in de CD-speler te plaatsen. Diefstalbeveiliging De autoradio/telefoon GPS RT3 is zodanig gecodeerd dat deze uitsluitend in uw auto functioneert. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als u het systeem in een andere auto wilt installeren. De diefstalbeveiliging is volledig automatisch en behoeft daarom niet te worden ingeschakeld of ingesteld.

43AUDIO-INSTELLINGENDruk herhaaldelijk op de toets U voor toegang tot de vensters voor instelling van de Geluidsweergave, Bassen, de Hoge tonen, de Loudness, de Fader (geluidsverdeling V/A), de Balans (geluidsverdeling L/R) en de Automatische volumeregeling. Deze functie wordt weer uitgeschakeld door op de toets "ESC" te drukken of wordt na enkele seconden automatisch weer uitgeschakeld als er geen instellingen gewijzigd worden. Opmerking: De instellingen voor de bassen, hoge tonen en loudness zijn gekoppeld aan de op dat moment ingeschakelde geluidsbron. Zo kan de toonhoogte voor de radio, CD of CD-wisselaar verschillend worden ingesteld.

REGELING VAN HET VOLUMEDraai aan de knop A om het volume van de autoradio/telefoon te verhogen of te verlagen. Opmerking: De regeling van het volume is gekoppeld aan de op dat moment ingeschakelde geluidsbron. Het volume kan afzonderlijk op de radio, CD-speler of CD-wisselaar geregeld worden.

26-04-2004

44Geluidsweergave Met behulp van deze functie kan een van de volgende geluidsweergaven geselecteerd worden: "Geen", "Rock", "Klassiek", "Jazz", "Vocaal" of "Techno". Draai aan de knop G om de geluidsweergave te

UW 807 IN DETAILLoudness-functie Met deze functie kunnen de bassen en hoge tonen bij een gering volume versterkt worden. Draai aan de knop G om deze functie in of uit te schakelen. Faderregeling Als het venster "Fader" wordt weergegeven: - draai de knop G rechtsom om het volume vr te versterken, - draai de knop G linksom om het volume achter te versterken. Balansregeling Als het venster "Balans" wordt weergegeven: - draai de knop G rechtsom om het volume rechts te versterken, - draai de knop G linksom om het volume links te versterken. Automatische volumeregeling Met deze functie wordt het volume automatisch aangepast aan het geluidsniveau ten gevolge van de snelheid van de auto. Draai aan de knop G om deze functie in of uit te schakelen.

selecteren. Door "Geen" te selecteren is het mogelijk zelf de onderstaande audio-instellingen uit te voeren. In de overige geluidsweergaven regelt het systeem zelf de bassen en hoge tonen. Bassen Druk, als het venster "BASSEN" wordt weergegeven, op de toets G om de bassen in te stellen. - "-9" minimum instelling bassen, - "0" normale stand, - "+9" maximum instelling bassen. Toonregeling Druk, als het venster "Hoge tonen" wordt weergegeven, op de toets G om de hoge tonen in te stellen. - "-9" minimum instelling hoge tonen, - "0" normale stand, - "+9" maximum instelling hoge tonen.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILRADIOFUNCTIEOpmerkingen over de radio-ontvangst De ontvangst van uw autoradio/ telefoon wijkt af van de ontvangst van uw radio thuis. De ontvangst van middengolf (AM) en FM-zenders (frequentiemodulatie) kan door diverse oorzaken worden gestoord. Dit ligt niet aan de kwaliteit van het apparaat, maar aan de opbouw van de radiosignalen en de wijze van verzenden. Bij AM-zenders kunnen er storingen optreden als er onder hoogspanningskabels, in tunnels of onder viaducten wordt gereden. Bij FM-zenders kunnen de afstand van de zender, de reflectie van het signaal door grote obstakels (bergen, gebouwen, enz.) en het zenderbereik oorzaak zijn van een mindere ontvangst. Selecteren van het golfbereik Druk achtereenvolgens kort op de toets "BAND/ AST" om de golflengte FM1, FM2, FMast of AM te kiezen. Handmatig afstemmen Druk kort op de toets H of I om respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren. Als deze toets wordt vastgehouden, blijft de radio in de gekozen volgorde frequenties afzoeken. Het zoeken stopt zodra de toets wordt losgelaten.

45

Automatisch afstemmen

Selecteren van de radio

Druk kort op n van de toetsen M of N om respectievelijk de volgende of vorige zender te selecteren. Het zoeken stopt bij de eerste zender die wordt gevonden. Als de functie TA is ingeschakeld, wordt alleen afgestemd op de sterkste zenders die verkeersinformatie uitzenden. Eerst worden de sterkste zenders afgezocht in de stand "LO". Daarna wordt in de stand "DX" ook naar zwakkere zenders gezocht. Druk twee keer op de toets M of N om direct in de stand "DX" op de zwakkere zenders af te kunnen stemmen.

Handmatig opslaan van zenders Kies het gewenste station. Houd n van de voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt. Als het geluid even wordt onderbroken, is de desbetreffende zender opgeslagen.

Druk herhaaldelijk "SOURCE".

op

de

toets

26-04-2004

46Automatisch opslaan van FM-zenders (autostore) Houd de toets "BAND/ AST" langer dan twee seconden ingedrukt. De autoradio/telefoon slaat automatisch de 6 sterkste FMzenders op. Deze zenders worden op de FMast-band opgeslagen. Als er minder dan 6 zenders worden gevonden, blijven de resterende geheugens ongewijzigd. Oproepen van opgeslagen zenders Druk bij elk golfbereik kort op n van de toetsen "1" t/m "6" waaronder de gewenste zender is opgeslagen.

UW 807 IN DETAILRDSGebruik van RDS-functie (Radio Data System) op FM De RDS-functie biedt de mogelijkheid om naar een zender te luisteren, ongeacht de verschillende frequenties die voor deze zender gebruikt worden in de diverse regio's. Verkeersinformatie Druk op de toets "TA/ PTY" om deze functie in of uit te schakelen. Op het multifunctionele display verschijnt: - TA als deze functie is ingeschakeld, - TA (grijs of doorgestreept weergegeven) als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is. Als deze functie is ingeschakeld, wordt de geluidsbron die op dat moment te horen is (radio, CD of CDwisselaar) onderbroken om voorrang te verlenen aan de ontvangen verkeersinformatie. Druk op de toets "TA/PTY" om de verkeersinformatie te onderbreken. Opmerking: Het volume van de verkeersinformatie is onafhankelijk van het normale volume van de radio. U kunt dit instellen met de volumeknop. De instelling wordt opgeslagen en gebruikt bij volgende berichten.

Druk kort op de toets "RDS" om de functie in of uit te schakelen. Op het multifunctionele display verschijnt: - RDS als deze functie is ingeschakeld, - RDS (grijs of doorgestreept weergegeven) als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is. Volgen van RDS-zenders Op het display wordt de naam van de zender aangegeven. Als de RDSfunctie is ingeschakeld, zoekt de autoradio/telefoon steeds de sterkste zender die hetzelfde programma uitzendt. De ontvangst kan tijdens het zoeken worden gestoord.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILRegionale functie (REG) Sommige gekoppelde zenders zenden op bepaalde tijdstippen op dezelfde frequentie verschillende, regionale programma's uit. Met deze functie kan een regionaal porgramma worden beluisterd. Houd hiervoor de toets "RDS" langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen. Op het multifunctionele display verschijnt: - REG als deze functie is ingeschakeld, - REG (grijs of doorgestreept weergegeven) als deze functie wel ingeschakeld, maar niet beschikbaar is. PTY-functie Met behulp van deze functie kunnen zenders met een specifieke programmering (info, cultuur, sport, pop...) beluisterd worden. Houd, als FM is geselecteerd, de toets "TA/PTY" langer dan twee seconden ingedrukt om deze functie in of uit te schakelen. Zoeken van een PTY-programmering: Menu "Audiofuncties" Selecteer vanuit het hoofdmenu het menu "Audiofuncties" voor: - "Inschakelen/uitschakelen volgen van frequentie RDS", - "Inschakelen/uitschakelen regionale functie REG", - "Verkeersinformatie TMC".

47

- Schakel de PTY-functie in, - Draai aan de knop G om de lijst met de verschillende programmatypes af te zoeken en bevestig de keuze, - Als er een programma naar wens wordt weergegeven, druk dan op n van de toetsen M of N om automatisch af te stemmen (na het afstemmen wordt de PTY-functie weer uitgeschakeld als er geen zender is gevonden). In de stand PTY kunnen de verschillende programmatypes worden opgeslagen. Houd daarvoor de voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" langer dan twee seconden ingedrukt. Een bepaalde programmering kan nu worden opgeroepen door de desbetreffende toets kort in te drukken. EON Dit systeem maakt koppelingen tussen zenders in hetzelfde gebied. Bij dit systeem is het mogelijk om automatisch naar andere zenders binnen het gebied over te schakelen die verkeersinformatie of een PTY-programmering uitzenden. De EON-functie werkt alleen als de functie TA of PTY is ingeschakeld.

Snelmenu

Druk op de draaiknop G om het snelmenu weer te geven, dat toegang biedt tot de volgende functies: - "Invoeren van een frequentie", - "Lijst stations" om direct toegang te krijgen tot 30 regionale stations, - "Lijst bijwerken" om deze lijst te actualiseren, - "Radiotekst weergeven" om, als de aanduiding "RT" permanent wordt weergegeven, de door de geselecteerde zender uitgezonden informatie weer te geven.

26-04-2004

48CD-SPELERSelecteren van CD-speler

UW 807 IN DETAILVersneld afspelen Houd n van de toetsen M of N ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen. Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.

Zodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets "SOURCE" om de CD-speler te selecteren. Uitwerpen van een CD Druk op de toets B om de CD uit de CD-speler te werpen.

Snelmenu

Druk op de draaiknop G om het snelmenu weer te geven, van waaruit de functies willekeurig afspelen, intro scan, herhalen, programmeren en weergeven kunnen worden in- of uitgeschakeld.

Selecteren van een nummer van de CD

Druk op de toets M om het volgende nummer te selecteren. Druk op de toets N om terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige nummer.

Het afspelen van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.

26-04-2004

UW 807 IN DETAILCD-WISSELAARSelecteren van de CD-wisselaar Versneld afspelen Houd n van de toetsen M of N ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen. Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten.

49

Druk herhaaldelijk "SOURCE".

op

de

toets

Snelmenu

Selecteren van een CD Druk op n van de voorkeuzetoetsen "1" t/m "6" van de autoradio/telefoon om de gewenste CD te selecteren. Druk op de toets H en I om respectievelijk de vorige of volgende CD in de CD-wisselaar te selecteren.

Selecteren van een nummer van een CD

Druk op de draaiknop G om het snelmenu weer te geven, van waaruit de functies willekeurig afspelen, intro scan, herhalen en weergeven van de nummers kunnen worden in- of uitgeschakeld.

Druk op de toets M om het volgende nummer te selecteren. Druk op de toets N om terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige nummer.

26-04-2004

50TELEFOONDeze functie wordt verzorgd door een 2-bands GSM-telefoon (900 en 1.800 MHz) die is gentegreerd in de autoradio/telefoon GPS RT3. Het systeem is voorzien van een "handsfree"-functie, bestaande uit een microfoon in de voorste plafonnier, luidsprekers, een schakelaar aan de stuurkolom en de gesproken commando's waarmee de meeste functies kunnen worden bediend (de toetsen op het bedieningspaneel van de autoradio/telefoon geven toegang tot alle functies). De belangrijkste mobiele-telefoonfuncties en de registers worden weergegeven op het multifunctionele display. De telefoonfunctie is altijd ingeschakeld, onafhankelijk van de stand van het contact, zelfs na dertig minuten wanneer de melding "Spaarstand actief" op het multifunctionele display verschijnt. Gebruik van de menu's Druk op de toets "MENU" om het algemene menu weer te geven. Selecteer de telefoonfunctie en bevestig "Telefoonfuncties" om toegang te krijgen tot de belangrijkste functies van de telefoon en vervolgens tot het submenu van de gewenste functie.

UW 807 IN DETAILGebruik van het alfanumerieke toetsenbord Druk herhaaldelijk op een toets om het gewenste teken in te voeren. Het hoofdmenu biedt toegang tot de volgende functies: - Netwerk: hiermee kunt u naar een netwerk zoeken en worden de beschikbare netwerken weergegeven. - Duur gesprekken: hiermee wordt de totale tijd van de gesprekken weergegeven en kan de nulstelling hiervan worden uitgevoerd. - Beveiliging: hiermee kunt u uw PIN-code instellen of wijzigen en kunt u de opgeslagen (SMS-)berichten wissen. - Telefoonopties: hiermee kunt u instellen of uw telefoonnummer wel of niet wordt weergegeven op de telefoon van uw gesprekspartner, kunt u het automatisch opnemen na X keer overgaan instellen, kunt u beltonen kiezen en het doorschakelnummer invoeren. In elk menu: Verplaats de cursor en kies een functie met de draaiknop G en druk hem in om te bevestigen. Annuleer een functie met de toets "ESC".

Combinatie toetsen/tekens [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9] [0] [#] [*] 1 of spatie 2 of A B C 2 of a b c 2 3 of D E F 3 of d e f 3 4 of G H I 4 of g h i 4 5 of J K L 5 of j k l 5 6 of M N O 6 of m n o 6 7 of P Q R S 7 of p q r s 7 8 of T U V 8 of t u v 8 9 of W X Y Z 9 of w x y z 9 0 of + (lang indrukken) # of bevestigen * of wissen laatst ingevoerde teken (lang indrukken)

26-04-2004

UW 807 IN DETAILInstalleren van de SIM-kaart Open de lade L door de ronde opening erboven in te drukken met een potloodpunt. Steek uw Micro-SIM-kaart, verkrijgbaar bij een aanbieder van mobiele telefonie, op de aangegeven manier in de lade en sluit de lade. Opmerking: Verwijder of plaats de SIM-kaart pas nadat de autoradio/ telefoon GPS RT3 is uitgeschakeld. Pas hierbij op dat de SIM-kaart niet in het dashboard valt. Let op: Wanneer u achtereenvolgens driemaal de onjuiste PIN-code invoert, wordt uw SIM-kaart geblokkeerd. Om deze te deblokkeren moet de PUK-code worden ingevoerd. De PUK-code is verkrijgbaar bij de leverancier van uw SIM-kaart (na het tienmaal onjuist invoeren van de PUK-code is de SIM-kaart definitief onbruikbaar). Opmerking: Na het afzetten van het contact moet de PIN-code opnieuw worden ingevoerd, behalve als de PIN-code is opgeslagen of als de functie "Bescherming met PIN-code" is uitgeschakeld. Uitschakelen van het verzoek om PIN-code in te voeren Invoeren van de PIN-code Selecteer in het menu "Telefoonfuncties", "Beveiliging", vervolgens "Invoeren van PIN-code" en bevestig de functie "Deactiveren". Let op: Zorg er in dit geval voor dat u de SIM-kaart niet verliest; de vinder kan er vanwege het ontbreken van de beveiliging onbeperkt gebruik van maken. Verbinding

51Weergave telefoonfunctieGeen verbinding

In deze weergave verschijnen de melding van de aanwezigheid van nieuwe voice mail- of SMS-berichten, de totale gesprekstijd sinds de laatste nulstelling en de toestand van de telefoon.

Voer uw PIN-code in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord en bevestig door op de draaiknop G of op de toets # te drukken om toegang te krijgen tot het netwerk. De verbinding met het netwerk wordt bevestigd door een pictogram op het multifunctionele display. 26-04-2004

In deze weergave verschijnen de verstreken tijd sinds het begin van het gesprek, het telefoonnummer* of de naam van uw gesprekspartner (wanneer deze is opgeslagen in de index) en de toestand van de telefoon.

* Indien de optie en dienst beschikbaar zijn.

52Bellen

UW 807 IN DETAILBellen vanuit een index Selecteer de functie "Index" om toegang te verkrijgen tot alle opgeslagen telefoonnummers of "Gesprekkenlijst" om de lijst met telefoonnummers van de laatste twintig inkomende gesprekken (indien de optie voor weergave van het actieve telefoonnummer beschikbaar is) of uitgaande gesprekken weer te geven. Opmerking: Er zijn twee indexen: de index van de autoradio/telefoon GPS RT3 en die van de SIM-kaart. Plaats de SIM-kaart en voer uw PIN-code in om de index van de SIM-kaart weer te geven.

Gesprek beantwoordenU kunt een inkomend gesprek, waarbij een beltoon is te horen, beantwoorden door op de toets D of op het uiteinde van de stuurkolomschakelaar te drukken. U kunt het gesprek weigeren door op de toets Q te drukken of door de knop "NEE" op het scherm "Beantwoorden?" te selecteren en te bevestigen. U kunt een geaccepteerd gesprek beindigen door op de toets Q te drukken. Als u het gesprek weigert, wordt er doorgeschakeld naar de voicemail of een doorschakelnummer. U kunt deze functie in- of uitschakelen door langer dan 2 seconden op de toets Q te drukken.

Druk op de toets D om het snelmenu van de telefoon weer te geven. Opmerking: Door het uiteinde 5 van de stuurkolomschakelaar langer dan 2 seconden in te drukken wordt een snelmenu opgeroepen van de functies "Index", "Lijst gesprekken" en "Voicemail". Invoeren van een nummer Selecteer de functie "Nummer kiezen" en voer het nummer van uw gesprekspartner met het toetsenbord in. bellen. Druk op de toets D om te

26-04-2004

UW 807 IN DETAILSMS-berichtenSMS-berichten lezen SMS-bericht verzenden

53Menu "Duur gesprekken"Selecteer de functie "Duur gesprekken" in het menu "Telefoonfuncties" om de totale tijd van de uitgevoerde gesprekken weer te geven. De duur van elk gesprek wordt opgeteld bij de totale gesprekstijd sinds de laatste nulstelling met de knop "Nulstelling".

Als het piepsignaal te horen is (als de optie beltoon voor SMS-berichten is ingeschakeld) en een bovenliggend scherm met de melding "Wilt u het nieuwe SMS-bericht lezen?" verschijnt, kunt u het SMS-bericht lezen door "JA" te selecteren en te bevestigen of kunt u het lezen van het bericht uitstellen door "NEE" te selecteren en te bevestigen, door op de toets "ESC" te drukken of door te wachten tot de melding is verdwenen. Als de spraaksynthese is ingeschakeld, wordt de melding vocaal weergegeven. Opmerking: U kunt de opgeslagen oude SMS-berichten en nieuwe berichten, waarvan u het lezen hebt uitgesteld, lezen door op de toets "MENU" te drukken, de telefoonfunctie en vervolgens "SMS-berichten" te selecteren. Bevestig vervolgens "Ontvangen SMS-berichten lezen" door op de draaiknop G te drukken, verplaats de cursor door de lijst door aan de draaiknop te draaien en druk op deze knop om het gewenste SMSbericht te lezen. 26-04-2004

Opmerking: Controleer vr het schrijven van het eerste bericht of het nummer van het berichtencentrum goed is opgeslagen in het submenu "Nr van server". Als dit niet het geval is, worden alle berichten die geschreven zijn voordat het nummer werd opgeslagen, niet verzonden. Bevestig in het menu "SMS-berichten" de functie "SMS-bericht opstellen". Voer uw bericht in met behulp van het alfanumerieke toetsenbord en bevestig het bericht met de toets "OK" om het bericht te bewaren of selecteer de knop "Verzenden" om het bericht te verzenden. U kunt na het selecteren van de knop "Verzenden" het nummer van de ontvanger invoeren of een nummer selecteren uit het telefoonboek of de gesprekkenlijst en het bericht verzenden.

Menu "Telefoonopties"De functie "Telefoonopties" in het menu "Telefoonfuncties" biedt toegang tot de volgende functies: "Instellingen voor telefoneren". Hiermee kunt u de functies "Weergave van mijn nummer" en "Automatisch opnemen na "X" keer overgaan" in- en uitschakelen, "Opties beltonen". Hiermee kunt u het volume van de beltoon voor inkomende telefoongesprekken aanpassen, het piepsignaal voor de ontvangst van SMS-berichten inschakelen en n van de vijf aangeboden beltonen kiezen. "Doorschakelnummer/voicemail". Hier kunt u het gekozen doorschakelnummer invoeren, anders wordt het gesprek doorgeleid naar de voicemail.

54Diensten*Druk op de toets E om het menu "Diensten" weer te geven en selecteer n van de volgende diensten: "Customer Contact Center" voor een directe verbinding met het Customer Contact Center van PEUGEOT en de bijbehorende diensten (deze verbinding wordt verbroken op het moment dat een noodoproep of een oproep voor technische assistentie wordt geplaatst). "PEUGEOT Assistance" voor een directe verbinding met de alarmcentrale van PEUGEOT en wordt u snel weer op weg geholpen (u kunt wanneer u per ongeluk op deze toets heeft gedrukt dit binnen 6 seconden ongedaan maken). U kunt tijdens de verbinding met PEUGEOT Assistance behalve een noodoproep geen andere verbindingen tot stand brengen. In het geval voor uw auto een specifiek PEUGEOT-contract van kracht is, wordt het gesprek automatisch gelokaliseerd. "Diensten gebruiker" voor toegang tot een lijst met specifieke diensten van uw mobiele-telefonie-aanbieder (bijv.: klantenservice, kostenoverzicht, nieuws, beursberichten, weer, reizen, spelletjes, enz.), indien deze diensten beschikbaar zijn.

UW 807 IN DETAILNoodoproep*Druk in een noodgeval op de toets V tot een geluidssignaal te horen is en een venster voor het bevestigen/ annuleren van de oproep (annuleren binnen 6 seconden) verschijnt of voer direct het nummer 112 in. Voer een noodoproep uit in het geval u betrokken bent in een situatie waarbij sprake is van ernstig (lichamelijk) gevaar voor de betrokkenen (bijv. wanneer u getuige of slachtoffer bent van een ongeval met gewonden, een overval, ...). Om een noodoproep te kunnen verzenden, moet de autoradio/telefoon een mobiel netwerk detecteren. Als voor uw auto geen specifiek PEUGEOT-contract van kracht is, dan is de toets SOS zo ingesteld dat hij een noodoproep verzendt naar 112 - een uniek nummer dat via het wereldwijde GSM-netwerk speciaal bereikbaar is voor noodoproepen. Er is geen enkele beveiliging nodig en het is voor het gebruik van dit netwerk niet nodig de SIM-kaart te installeren of de PIN-code in te geven. Als voor uw auto een specifiek PEUGEOTcontract van kracht is, wordt uw oproep gelokaliseerd en wordt u in verbinding gesteld met een PEUGEOT hulpverleningscentrale. Raadpleeg de algemene voorwaarden van het desbetreffende contract voor meer informatie. "PEUGEOT Assistance"/ Noodoproep Tijdens een gesprek met "PEUGEOT Assistance" of tijdens een noodoproep zijn telefoongesprekken of het versturen en ontvangen van SMSberichten niet mogelijk; deze worden doorgeleid naar de voicemail. In dat geval gaat een groene diode op de voorkant van de autoradio/ telefoon GPS RT3 knipperen op het moment dat u een noodoproep heeft gedaan of "PEUGEOT Assistance" heeft opgeroepen. Wanneer de oproep in behandeling wordt genomen door de betreffende hulpdienst gaat de diode permanent branden. Als u "PEUGEOT Assistance" heeft opgeroepen en uw auto is gelokaliseerd, verschijnt een ster "" in de beschrijving op het display.

26-04-2004

* Indien de optie en dienst beschikbaar zijn.

UW 807 IN DETAILIndexAlgemeen De "Index" kan 400 kaarten bevatten en is onderverdeeld in 4 onafhankelijke rubrieken ("User1", "User2", "User3" en "User4"). Met behulp van het telefoonboek kunnen kaarten worden beheerd, kan getelefoneerd worden met behulp van de SIM-kaart en kan een navigatie naar een bepaald adres worden opgestart. Hoofdmenu Aanmaken/wijzigen van een kaart Naam van een kaart uit de index Wanneer u een kaart in de index van een naam heeft voorzien, kunt u deze naam inspreken en opslaan, zodat u door middel van gesproken commando's van de index gebruik kunt maken (bijv: "Bellen" "[Naam gesproken omschrijving]" of "Navigatie naar" "[Naam gesproken omschrijving]"). Selecteer in het menu "Beheer indexkaarten" "Raadplegen of wijzigen kaart" voor toegang tot het scherm voor het invoeren en opslaan van de naam.

55

Selecteer in het algemene menu de functie "index" om in het hoofdmenu "Index" te komen en selecteer n van de volgende functies: "Bellen" om naar een opgeslagen nummer te telefoneren. "Opstarten navigatie naar" om een navigatie naar een in het geheugen opgeslagen plaats op te starten. "Beheer indexkaarten" om kaarten aan de index toe te voegen, kaarten te verwijderen, te wijzigen of te raadplegen of om deze uit te wisselen met de kaarten op de SIMkaart, "Configuratie index" om de actieve index te selecteren en te bepalen welke index bij het inschakelen van het systeem actief is. 26-04-2004

Selecteer in het menu "Index" de functie "Beheer indexkaarten" en vervolgens "Toevoegen" om een nieuwe kaart aan te maken. Selecteer en bevestig de rubriek waarin u de kaart wilt plaatsen en vul vervolgens de informatie in. Selecteer in het menu "Beheer indexkaarten" de functie "Raadplegen" om een reeds bestaande kaart te wijzigen en voer vervolgens de wijzigingen door. Opmerking: De navigatie CD-rom moet bij het invoeren van een adres aanwezig zijn zodat een navigatie naar deze bestemming kan worden uitgevoerd.

Druk op de toets om op te slaan en volg de instructies.

Verkeersinformatie RDS TMC (Traffic Message Channel)Selecteer in het menu "Audiofuncties" of "Telematica" de functie "Verkeersinformatie TMC" voor actuele verkeersinformatie (zie hoofdstuk "Navigatiesysteem").

56GESPROKEN COMMANDO'SEen aantal functies van de autoradio/ telefoon GPS RT3 kunt u door middel van gesproken commando's bedienen met behulp van een aantal opgeslagen woorden of uitdrukkingen. Activering van de gesproken commando's Druk op het uiteinde van de lichtschakelaar om deze functie in- of uit te schakelen. Voorbeeld: De sleutelwoorden voor het oproepen van de radiozender die onder de toets 3 is opgeslagen, zijn: "Radio" "Geheugen" "3". Om de sleutelwoorden te gebruiken dient u het woord "Radio" uit te spreken, te wachten op het geluidssignaal ter bevestiging, vervolgens het woord "Geheugen" uit te spreken en op het geluidssignaal ter bevestiging te wachten en te eindigen met het woord "3". Wacht op het geluidssignaal dat het uitvoeren van het gesproken commando bevestigt. Opmerking: - Tussen het uitspreken van 2 sleutelwoorden worden op het scherm de resterende tijd en het sleutelwoord zoals dat herkend is, weergegeven. - Wanneer het gesproken commando niet wordt uitgevoerd, wordt deze functie na ongeveer 5 seconden weer uitgeschakeld. - Als het gesproken commando niet goed begrepen wordt, krijgt u een gesproken bericht met de tekst "Pardon" en verschijnt op het scherm "Woord niet herkend". 26-04-2004

UW 807 IN DETAILWanneer de tekst "Help" of "WAT KAN IK ZEGGEN?" wordt uitgesproken, verschijnen alle beschikbare gesproken commando's op het scherm. Lijst met beschikbare gesproken commando's - Voor de radio, zeg "RADIO" en vervolgens: "VORIG"/"VOLGEND"/ "GEHEUGEN" + "1...6"/ "AUTOMATISCH BEWAREN"/ "LIJST" - Voor de CD, zeg "CD-SPELER" en vervolgens: "LEZEN"/"VORIG NUMMER"/ "VOLGEND NUMMER"/ "NUMMER" + "1...20"/"RANDOM"/ "SCANNEN"/"LIJST" - Voor de CD-wisselaar, zeg WISSELAAR en vervolgens: "VORIG NUMMER"/"VOLGEND NUMMER"/"NUMMER" + "1...20"/ "VORIGE CD"/"VOLGENDE CD"/"CD NUMMER" + "1...6"/ "RANDOM"/ "SCANNEN"/"HERHALEN"/ "LIJST" - Voor de telefoon, zeg "TELEFOON" en vervolgens: "LAATSTE NUMMER"/ "TELEFOONBOEK" + OMSCHRIJVING/"DIENSTEN"/ "VOICEMAIL"/"VOICEMAIL" - Voor SMS-berichten, zeg "SMS" of "BERICHT" en vervolgens: "WEERGEVEN"/"LEZEN" - Verkeersinformatie RDS TMC, zeg "VERKEERSINFORMATIE" en vervolgens: "WEERGEVEN"/"LEZEN" - Navigatie/kaart, zeg "NAVIGATIE" of "KAART" en vervolgens: "STOPPEN"/"HERVATTEN"/ "GEHEUGENPUNTEN" + OMSCHRIJVING/"INZOOMEN"/ "UITZOOMEN"/"WEERGEVEN" + "BESTEMMING"/ "WEERGEVEN" + "AUTO" - Voor het wisselen van de permanent weergegeven functie, zeg "WEERGEVEN" en vervolgens: "AUDIO"/"TELEFOON"/ "NAVIGATIE"/"KAART"/ "BOORDCOMPUTER" - Om een telefoonnummer uit het Telefoonboek te bellen, zeg "BELLEN" + OMSCHRIJVING - Om een navigatie op te starten naar een persoon uit het telefoonboek, zeg "NAVIGATIE NAAR" + OMSCHRIJVING - Diversen: "ANNULEREN"/"HELP"/"WAT KAN IK ZEGGEN?"/"STOP"/ "STOPPEN"/"VERWIJDEREN"/ "JA"/"NEE"/"VORIG"/"VOLGEND"

UW 807 IN DETAILCD-WISSELAAR

57

Deze is in het onderste dashboardkastje aan de passagierszijde aangebracht en kan maximaal 6 CD's bevatten.

Een CD in de CD-wisselaar plaatsen: - Open de schuifklep A. - Druk op de toets B om het magazijn C uit de CD-wisselaar te nemen. - Trek aan de lip D om een van de 6 sledes van het magazijn te openen. - Plaats de CD met de bedrukte zijde naar boven in de slede en sluit deze. - Plaats het magazijn in de CD-wisselaar. - Sluit de schuifklep A. Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.

26-04-2004

58HET NAVIGATIESYSTEEM PresentatieHet navigatiesysteem helpt u door middel van (grafisch) beeld en geluid om de bestemming van uw keuze te bereiken. Het systeem berust op een bestand met cartografische gegevens en GPS (Global Positioning System). Dit systeem bepaalt de positie van uw auto met behulp van een netwerk van satellieten. Het systeem bestaat uit de volgende onderdelen: - de CD-ROM-speler, - de configuratie CD-ROM, - de navigatie CD-ROM, - de toets voor het herhalen van het laatste gesproken bericht, - de bedieningspanelen, - het monochroom display CT of het kleurendisplay DT.

UW 807 IN DETAILDe CD-ROM-spelerDeze is gentegreerd in het autoradio-/telefoon-/GPS-systeem RT3. De toets voor het herhalen van het laatste gesproken bericht

1. Toets voor uitwerpen van de CDROM. 2. Slede voor de CD-ROM. De navigatie CD-ROM

Als er langer dan 2 seconden op de knop op het uiteinde van de verlichtingsschakelaar wordt gedrukt, wordt het laatste gesproken bericht herhaald.

Sommige functies of diensten in deze handleiding kunnen variren, afhankelijk van de gebruikte CDROM en het land van bestemming. Om veiligheidsredenen dient het invoeren van informatie voor het navigatiesysteem door de bestuurder uitsluitend bij stilstand plaats te vinden. 26-04-2004

Deze bevat alle cartografische gegevens. De CD-ROM moet met de bedrukte zijde naar boven in de speler worden gestoken. Gebruik uitsluitend de door PEUGEOT goedgekeurde CD-ROM's.

UW 807 IN DETAILDe toetsenbordenHiermee is het mogelijk de weergegeven functies, opdrachten en parameters te selecteren en te bevestigen. Het aparte bedieningspaneel bevindt zich naast de versnellingshendel. Toetsenbord van de autoradio/ telefoon GPS RT3 Draaien aan de knop: Hiermee is het mogelijk de cursor in het scherm te verplaatsen en een functie te kiezen. Daarnaast biedt deze knop de volgende functies: - met een parameter van het type "verstelling" kan een geselecteerde waarde worden vergroot of verkleind. - met een parameter van het type "lijst" kan, na het openen van de lijst, door de diverse gegevens worden gebladerd. - bij navigatie op de kaart kan de schaal worden vergroot of verkleind. Indrukken van de draaiknop: Hiermee kan: - toegang tot de lijst met commando's (snelmenu) van de permanent weergegeven toepassing worden verkregen, als er geen bovenliggend scherm aanwezig is. - de gekozen functie of gewijzigde waarde worden bevestigd. - een parameter van het type "verstelling" of "lijst" worden geselecteerd om deze te wijzigen. Toets "MODE": - kort indrukken: wijziging van de permanent weergegeven toepassing (autoradio, navigatie, ...), - langer dan twee seconden indrukken: weergave van algemene informatie. Toets "ESC": - kort indrukken: annuleren van de uitgevoerde handeling of wissen van het laatste bovenliggende scherm. - langer dan twee seconden indrukken: wissen van alle bovenliggende schermen en terugkeren naar de permanent weergegeven toepassing. Toets "MENU": - kort indrukken: toegang tot het algemene menu. - langer dan 2 seconden indrukken: toegang tot het hulpmenu. Toets "NAV": - kort indrukken: weergave van he