8 | De Nationale DenkTank | Het werken van de toekomst De ... · Dan kan er dialoog ontstaan en...

1
Ruimte en vertrouwen ‘Veel organisaties willen veranderen, maar denken nog vanuit gangbare bedrijfsmo- dellen, compleet met hiërarchie, bureaucratie en afgebakende functieomschrijvingen. Daadwerkelijke veranderingen komen pas als er ruimte aan alle medewerkers wordt gegeven. We moeten af van het onderscheid tussen baas en medewerker, maar gelijk- waardig met elkaar omgaan en respect hebben voor de verschillen die er zijn. Huidige organisatiestructuren zijn gebaseerd op angst en macht. Echte veranderingen ontstaan pas als er vertrouwen in de ander is. Ga er vanuit dat ieders intentie is om goed te doen en dat iedereen een positieve bijdrage wil leveren aan de organisatie. Dan kan er dialoog ontstaan en vinden echte ontmoetingen plaats. Ga niet uit van functies of leeftijden, maar van ontmoetingen met tijdsgeesten. Ontdek dat alle talent al in huis is. Het Nieuwe Werken is eigenlijk Het Normale Werken. Geef mensen de ruimte om te doen waar ze goed in zijn en ontdek dat ze zelf hun verantwoordelijkheden nemen. Dan hoef je niets meer op te leggen. Zolang een organisatie transparant is, ook qua financiën en salarissen, zal iedereen elkaars werkwijze en keuze respecteren.‘ Fokke Wijnstra noemt zichzelf strateeg en werkt o.a. bij Finext, een vertouwens- vennootschap zonder vaste werkplekken, vakantiedagen en functieomschrijvin- gen. Daarnaast vervult hij de rollen van coach, vertrouwensman, conflictoplosser en sjouwer. ‘Tot voor kort kenden we de carrièremakers: mannen in driedelig pak en vrouwen in mantelpakjes die tachtig uur per week werkten om status, macht en geld te vergaren. Een jonge generatie, ik noem ze ook wel Werknemer 2.0, staat te popelen om het an- ders te doen. Zij hebben andere drijfveren, zijn veel meer gericht op people, planet en profit. Ze hebben ook andere competenties zoals multi-tasking en netwerkvaardigheden. Daar horen andere werkvormen bij. Willen organisaties de aansluiting houden, dan zal het werk anders ingedeeld en bestuurd moeten worden. Flexibeler. Die nieuwe gene- ratie werkt vanzelf samen, zonder contracten, en vindt kennis geen macht. Ik zie een toekomst waarbij steeds meer organisaties, en dan vooral de grote, het verschil tussen de werk- en de privéwereld steeds verder verkleinen. Zie Googleplex, een campus met sportfaciliteiten, muziekstudio’s, chill-out ruimtes, hippe restaurantjes, noem maar op. In de traditionele organisaties is het nog vaak zo dat als je een goede beoordeling hebt gehad, je promotie krijgt, een nieuwe leaseauto of een nog slimmere telefoon. Ook dit zal verdwijnen. De nieuwe generatie is meer value-driven dan money-driven. Speelt een organisatie hier niet op in, dan zullen steeds meer deskundigen en professionals voor zichzelf beginnen. De groei van het aantal zzp’ers is daarvan het bewijs. Zij zijn de ge- vangenis ontvlucht die ouderen organisatie noemen. De nieuwe generatie werknemers zoekt naar een juiste balans tussen werk en privé. Noem het de 3:1:1-regel. Drie dagen werken, een dag vrijwilligerswerk en een egodag.’ Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde, in het bijzonder Innovatie- management aan de Technische Universiteit Eindhoven. Daarnaast voert hij een eigen praktijk als bestuursadviseur. 8 | De Nationale DenkTank | Het werken van de toekomst Werknemer 2.0

Transcript of 8 | De Nationale DenkTank | Het werken van de toekomst De ... · Dan kan er dialoog ontstaan en...

Page 1: 8 | De Nationale DenkTank | Het werken van de toekomst De ... · Dan kan er dialoog ontstaan en vinden echte ontmoetingen plaats. Ga niet uit van functies of leeftijden, ... van is

Ruimte en vertrouwen‘Veel organisaties willen veranderen, maar denken nog vanuit gangbare bedrijfsmo-dellen, compleet met hiërarchie, bureaucratie en afgebakende functieomschrijvingen. Daadwerkelijke veranderingen komen pas als er ruimte aan alle medewerkers wordt gegeven. We moeten af van het onderscheid tussen baas en medewerker, maar gelijk-waardig met elkaar omgaan en respect hebben voor de verschillen die er zijn. Huidige organisatiestructuren zijn gebaseerd op angst en macht. Echte veranderingen ontstaan pas als er vertrouwen in de ander is. Ga er vanuit dat ieders intentie is om goed te doen en dat iedereen een positieve bijdrage wil leveren aan de organisatie. Dan kan er dialoog ontstaan en vinden echte ontmoetingen plaats. Ga niet uit van functies of leeftijden, maar van ontmoetingen met tijdsgeesten. Ontdek dat alle talent al in huis is. Het Nieuwe Werken is eigenlijk Het Normale Werken. Geef mensen de ruimte om te doen waar ze goed in zijn en ontdek dat ze zelf hun verantwoordelijkheden nemen. Dan hoef je niets meer op te leggen. Zolang een organisatie transparant is, ook qua financiën en salarissen, zal iedereen elkaars werkwijze en keuze respecteren.‘

Fokke Wijnstra noemt zichzelf strateeg en werkt o.a. bij Finext, een vertouwens-vennootschap zonder vaste werkplekken, vakantiedagen en functieomschrijvin-gen. Daarnaast vervult hij de rollen van coach, vertrouwensman, conflictoplosser en sjouwer.

‘Tot voor kort kenden we de carrièremakers: mannen in driedelig pak en vrouwen in mantelpakjes die tachtig uur per week werkten om status, macht en geld te vergaren. Een jonge generatie, ik noem ze ook wel Werknemer 2.0, staat te popelen om het an-ders te doen. Zij hebben andere drijfveren, zijn veel meer gericht op people, planet en profit. Ze hebben ook andere competenties zoals multi-tasking en netwerkvaardigheden. Daar horen andere werkvormen bij. Willen organisaties de aansluiting houden, dan zal het werk anders ingedeeld en bestuurd moeten worden. Flexibeler. Die nieuwe gene-ratie werkt vanzelf samen, zonder contracten, en vindt kennis geen macht. Ik zie een toekomst waarbij steeds meer organisaties, en dan vooral de grote, het verschil tussen de werk- en de privéwereld steeds verder verkleinen. Zie Googleplex, een campus met sportfaciliteiten, muziekstudio’s, chill-out ruimtes, hippe restaurantjes, noem maar op.In de traditionele organisaties is het nog vaak zo dat als je een goede beoordeling hebt gehad, je promotie krijgt, een nieuwe leaseauto of een nog slimmere telefoon. Ook dit zal verdwijnen. De nieuwe generatie is meer value-driven dan money-driven. Speelt een organisatie hier niet op in, dan zullen steeds meer deskundigen en professionals voor zichzelf beginnen. De groei van het aantal zzp’ers is daarvan het bewijs. Zij zijn de ge-vangenis ontvlucht die ouderen organisatie noemen. De nieuwe generatie werknemers zoekt naar een juiste balans tussen werk en privé. Noem het de 3:1:1-regel. Drie dagen werken, een dag vrijwilligerswerk en een egodag.’

Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde, in het bijzonder Innovatie-management aan de Technische Universiteit Eindhoven. Daarnaast voert hij een eigen praktijk als bestuursadviseur.

De Nationale Denktank | Het werken van de toekomst | 98 | De Nationale DenkTank | Het werken van de toekomst

EEN OVERZICHT:

2006 – Met ‘Recept voor morgen’ werd de zorg voor chronisch zieken onder de loep ge-nomen. De Nationale DenkTank concludeerde dat taakherschikking de kosten van de zorg enorm verminderen en dat de zorgsector de uitgespaarde kosten grotendeels kan investeren in patiënten, zodat de zorgkwaliteit verbetert. Twee deelnemers ontwikkelden Gezond24 en ZegelGezond om de informatievoorziening in de zorg te verbeteren (zie pagina 2).

2007 - ‘Succes op school!’ bracht frisse ideeën voor onderwijs als intermediair tussen leerlingen, arbeidsmarkt en maatschappij. De Nationale DenkTank kwam onder andere met oplossingen voor het docententekort, waarvan de Persoonlijk Assistent voor Leraren inmiddels landelijk is geïntroduceerd (zie pagina 4).

2008 – ‘Gezond voor elkaar!’ gaf adviezen voor het eet-, drink- en beweeggedrag van jongeren, onder andere door de omgeving gezonder te maken, de weerbaarheid en daad-kracht van jongeren te vergroten en hen gestruc-tureerd hulp te bieden vanuit hun omgeving. De Nationale DenkTank adviseerde de EPODE-methode naar de Nederlandse situatie te verta-len. Andere partijen, waaronder de JOGG-bewe-ging, dachten daar ook zo over (zie pagina 8).

2009 – ‘Energie in beweging’ bracht oplos-singen om de consument te bewegen om energie-efficiënte oplossingen en hernieuwbare decentrale energiebronnen te kiezen. De Natio-nale DenkTank kwam met adviezen die energie-besparing voor consumenten makkelijker, goedkoper en leuker maken. Twee deelnemers richtten de Stichting Green Mimics op, dat zich inzet voor groen en duurzaam voorbeeldgedrag, op (zie pagina 10).

2010 – ‘Zelf Vertrouwen’ gaf oplossingen voor publieke organisaties om de vertrouwens-relatie met burgers te verbeteren. De Nationale DenkTank presenteerde oplossingen voor het vergroten van het vertrouwen in wetenschap-pelijk gefundeerd beleid, pensioenen, politie, rechtspraak en publieke organisaties die communicatie, transparantie, beeldvorming en betrokkenheid verbeteren. Een voorbeeld hier-van is de Pensioen Masterclass (zie pagina 11).

De Nationale DenkTank beoogt met zijn onder-zoek maatschappelijke discussie los te maken. Daarbij krijgt de Nationale DenkTank tijdens en na het onderzoek veel aandacht van de politiek en de media. Leden van het Nationale Denk-Tank-netwerk worden regelmatig gevraagd een bijdrage te leveren aan symposia, panelgesprek-ken, presentaties en publicaties.

20102006

Vernieuwende ideeënOPLOSSINGEN AANDRAGEN VOOR MAATSCHAPPELIJKE THEMA’S DOOR NIEUWE DISCUSSIES OP GANG TE BRENGEN TUSSEN SAMENLEVING, OVERHEID, BEDRIJFSLEVEN EN WETENSCHAP. DENKEN ZONDER KADERS MET DE JUISTE INGREDIËNTEN BLIJKT SUCCESVOL TE ZIJN. AL SINDS DE EERSTE NATIONALE DENKTANK IN 2006 WETEN DE DEELNEMERS INZICHTEN TE VERTALEN NAAR VERNIEUWENDE IDEEËN DIE MENSEN INSPIREREN OM DAADWERKELIJK ACTIE TE ONDERNEMEN.

2008

Jo

nger

en O

p G

ezon

d G

ewic

htG

ezon

d et

en e

n be

weg

en v

oor

jong

eren

mak

kelij

k en

aan

trek

kelij

k m

aken

Werknemer 2.0

=HOI�9HUWURXZHQ

$GYLH]HQ�DDQ�SXEOLHNH�RUJDQLVDWLHV�RP�GH�YHUWURXZHQVUHODWLH�PHW�EXUJHUV�WH�YHUEHWHUHQ

(LQGUDSSRUW�'H�1DWLRQDOH�'HQN7DQN�����.HQQLVPDNHQ�]RQGHU�NDGHUV

2007 2008

2006

2009 2010

De inspiratie voor JOGG kwam van het vergelijkbare Franse initiatief EPODE, dat sinds de jaren ‘90 resulteerde in een halvering van het aantal jongeren met over-gewicht in diverse Franse steden. Ook in het onderzoek van de Nationale DenkTank 2008 omtrent een gezonde leefstijl voor jongeren kwam EPODE naar voren als een succesvolle best practice. De Nationale DenkTank adviseerde dan ook om deze methode naar de Nederlandse situatie te vertalen. Meerdere partijen dachten er hetzelfde over. Daphne: ‘Inmiddels hebben afgeleiden van de EPODE-methode zich verspreid over acht landen en drie conti-nenten. Internationaal wordt veel kennis met elkaar uitgewisseld.’

75 JOGG-GEMEENTEN IN 2015Gemeenten, lokale ondernemers en profes-sionals die zich aansluiten bij de JOGG-beweging profileren zich als een gezonde

organisatie. Nederland heeft nu dertien JOGG-gemeenten. In 2010 startten zes koplopers: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, Zwolle en Veghel. Lokale betrokkenheid is een andere belangrijke pijler van JOGG. Daphne: ‘Sowieso moet er op bestuurlijk niveau collegebreed draag-vlak zijn om meerdere jaren met JOGG aan de slag te gaan. Tegelijkertijd proberen we ook lokale bedrijven te betrekken. Vanwe-ge hun sterke lokale vertegenwoordiging in Veghel speelt supermarktketen Jumbo daar bijvoorbeeld een sterke rol.’

In 2011 startte de tweede groep van zeven JOGG-gemeenten. Het streven is om in 2015 75 JOGG-gemeenten met een bereik van circa vijf miljoen jongeren en hun ou-ders te hebben. De activiteiten die in deze gemeenten plaatsvinden, zijn divers. Denk aan een sportkantine met meer gezonde producten, een uitgebreider netwerk van fietspaden of sportclinics in de buurt.

SOCIALE MEDIADaphne: ‘JOGG maakt ook gebruik van sociale marketing. Hiermee zetten we marketingtechnieken in om burgers te motiveren tot sociaal gewenst gedrag. Als je bijvoorbeeld jonge meiden minder frisdrank en meer water wilt laten drinken, kun je ze beter wijzen op de directe voor-delen voor hun figuur dan dat je inspeelt op de gezondheidswinst op lange termijn. Bedrijven die met ons samenwerken zijn bekend met sociale marketing, maar veel gemeenten nog niet.

ERVARINGEN UITWISSELENKennisdeling is essentieel voor het slagen van JOGG. Daarom volgen de project-leiders van de deelnemende gemeenten regelmatig samen trainingen. Daar leren ze effectieve interventies toe te passen en kunnen ze informeel ervaringen uitwisse-len. Daphne: ‘Deze bijeenkomsten zijn erg inspirerend. Zo krijgen succesvolle lokale

initiatieven de kans zich te verspreiden. Als JOGG-bureau is het lokaal faciliteren dan ook een van onze belangrijkste taken. Zo zag ik laatst een gemeentelijke JOGG-brochure die was gebaseerd op informatie van andere gemeenten, die wij eerder hadden verspreid. Zo bereiken we wat we willen: een landelijk initiatief met een lokaal sausje.’

JOGG wil ook de resultaten monitoren. Daphne: ‘Wetenschappelijke evaluatie is een belangrijke voorwaarde voor JOGG. Daarom zijn we nu bezig een meetmodel op te zetten. Door de indicatoren in dat model zoveel mogelijk te standaardiseren, kunnen we vergelijken welke interventies het meeste resultaat hebben. We moeten weten wat het beste werkt om de jeugd gezonder te maken, want dat is uiteindelijk wat we willen.’

Alle rapporten zijn te raadplegen via www.nationale-denktank.nl

Een groeiend aantal jongeren kampt met overgewicht. Het landelijk gemid-delde in 2010 is 13% en in sommige wijken gaat het zelfs om een derde van de jongeren. Het Convenant Gezond Gewicht probeert met haar deelcon-venant Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) deze trend te keren door een gezonde leefstijl van jongeren te stimuleren.

Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) is een beweging waarbij iedereen in stad, dorp of wijk zich samen inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren makkelijk en aantrekkelijk te maken om zo de stijging van overgewicht en obesitas bij Nederland-se jongeren te keren. JOGG is gebaseerd op vijf pijlers; politiek-bestuurlijk draagvlak, publiek-private samenwerking, sociale marketing, weten-schappelijke begeleiding en evaluatie en

verbinding van preventie en zorg. Samen-hang in activiteiten, de samenwerking tussen (lokale) overheden, gezondheidsin-stellingen en bedrijven en het inzetten van marketingtechnieken vormen de belang-rijkste onderdelen van de JOGG-aanpak om het doel te bereiken.

INTEGRALE AANPAKDe publiek-private samenwerking is één van de vijf pijlers die moet leiden tot een samenhangend meerjarig programma op lokaal niveau. Een voorbeeld is de pilot ‘Makkelijke Moestuinen’ voor peuters, die Nutricia en de gemeenten Rotterdam en Utrecht gezamenlijk startten. Daphne Ketelaars, coördinator van JOGG: ‘Voordat we met JOGG begonnen, bestonden al veel interventies rondom gezondheid en overgewicht bij jongeren. Ze werden echter versnipperd toegepast en niet met andere wijken of gemeenten gedeeld. Dat proberen we binnen JOGG aan te pakken.’

Foto

grafi

e: M

athi

eu W

egge

man

Foto

grafi

e: J

OG

G