8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

5
WATER GOVERNANCE 3/2011 - 48 ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT ALS VEILIGE HAVEN CASE STUDY ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT ALS VEILIGE HAVEN Peter Minnema* Rutger de Graaf** + ***en Chris Zevenbergen* + **** CASE STUDY Meerlaagse veiligheid in praktijk Vanuit het Nationaal Waterplan wordt het begrip ‘meerlaagse veiligheid’ geïn- troduceerd als centrale benadering voor het waterveiligheidsbeleid. Binnen dit concept wordt naast bescherming tegen water ook ingezet op schadereductie en evacuatie. Het concept sorteert voor op de mogelijkheid om verschillende maatregelen tegen elkaar af te wegen op ondermeer (kosten-)effectiviteit en op het delen van verantwoordelijkhe- den met burgers. In de vaak gehanteerde benadering van meerlaagse veiligheid worden drie lagen onderscheiden, die variëren van preventie via ruimtelijke inrichting tot rampenbeheersing. Met het plan voor Rotterdam The Hague Airport spelen wij met name in op een extra vierde laag binnen het concept van meerlaagse vei- ligheid, namelijk het versterken van de herstelcapaciteit. Een goede herstelcapa- citeit maakt het mogelijk om na de ramp tot spoedig herstel en wederopbouw over te gaan. Dit verlaagt de kwetsbaarheid © 2011 BALTZER SCIENCE PUBLISHERS * Dura Vermeer Business Development BV ** DeltaSync BV *** Hogeschool Rotterdam **** Unesco IHE Abstract The National Water Plan presented the approach of ‘multi-level safety’ as key attitude in dea- ling with flood safety in the Netherlands. In this policy document, actions are not solely focu- sed at flood prevention, but also damage reduction and evacuation in case a flood does occur. The plan also presents shelters as an additional risk mitigating measure in achieving safety on other levels than prevention. Efforts are being made by public-private partnership to trans- form Rotterdam The Hague Aiport into a flood shelter. This casestudy is conducted in the European research project FloodProBE to create an assessment framework and research the cost effectiveness of different solutions for flood reduction in urban areas. The goal is to achieve a higher flood protection for critical infrastructure, in this case the airport, to remain operable during a devastating flood. The compartment around the airport grounds (containing runway, buildings, services etc.) of approximately 200 hectares is build up using existing embankments and secondary dikes. These are geophysically analyzed to deter- mine their flood resistance and if needed reinforced. The business case is built up by combining regular use with emergency use in case of a water calamity. In this way an airport is able to increase flood safety by providing a shelter for safe refuge for the Rotterdam Rijnmond area.

Transcript of 8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

Page 1: 8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

WATER GOVERNANCE 3/2011 - 48

ROttERDAm thE hAguE AiRpORt Als vEiligE hAvEn CASE STUDY

ROTTERDAM THE HAGUE AIRPORT ALS VEILIGE HAVENPeter Minnema* Rutger de Graaf** + ***en Chris Zevenbergen* + ****

CASE STUDY

Meerlaagse veiligheid in praktijkVanuit het Nationaal Waterplan wordt het begrip ‘meerlaagse veiligheid’ geïn-troduceerd als centrale benadering voor het waterveiligheidsbeleid. Binnen dit concept wordt naast bescherming tegen water ook ingezet op schadereductie en evacuatie. Het concept sorteert voor

op de mogelijkheid om verschillende maatregelen tegen elkaar af te wegen op ondermeer (kosten-)effectiviteit en op het delen van verantwoordelijkhe-den met burgers.

In de vaak gehanteerde benadering van meerlaagse veiligheid worden drie lagen onderscheiden, die variëren van preventie via ruimtelijke inrichting tot

rampenbeheersing. Met het plan voor Rotterdam The Hague Airport spelen wij met name in op een extra vierde laag binnen het concept van meerlaagse vei-ligheid, namelijk het versterken van de herstelcapaciteit. Een goede herstelcapa-citeit maakt het mogelijk om na de ramp tot spoedig herstel en wederopbouw over te gaan. Dit verlaagt de kwetsbaarheid

© 2011 BALTZER SCIENCE PUBLISHERS

* Dura Vermeer Business Development BV** DeltaSync BV*** Hogeschool Rotterdam**** Unesco IHE

AbstractThe National Water Plan presented the approach of ‘multi-level safety’ as key attitude in dea-ling with flood safety in the Netherlands. In this policy document, actions are not solely focu-sed at flood prevention, but also damage reduction and evacuation in case a flood does occur. The plan also presents shelters as an additional risk mitigating measure in achieving safety on other levels than prevention. Efforts are being made by public-private partnership to trans-form Rotterdam The Hague Aiport into a flood shelter. This casestudy is conducted in the European research project FloodProBE to create an assessment framework and research the cost effectiveness of different solutions for flood reduction in urban areas.

The goal is to achieve a higher flood protection for critical infrastructure, in this case the airport, to remain operable during a devastating flood. The compartment around the airport grounds (containing runway, buildings, services etc.) of approximately 200 hectares is build up using existing embankments and secondary dikes. These are geophysically analyzed to deter-mine their flood resistance and if needed reinforced.

The business case is built up by combining regular use with emergency use in case of a water calamity. In this way an airport is able to increase flood safety by providing a shelter for safe refuge for the Rotterdam Rijnmond area.

Page 2: 8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

49 - WATER GOVERNANCE 3/2011

CASE STUDY ROttERDAm thE hAguE AiRpORt Als vEiligE hAvEn

voor overstromingen. Met het toevoegen van de vierde laag wordt de veiligheids-benadering meer cyclisch en integraal beschouwd. Maatregelen in de vierde laag nemen ervaringen en kennis uit de eerste lagen mee en werken zodoende weer voorbereidend op de volgende ramp. Het toevoegen van een vierde laag geeft het volgende beeld van de meer-laagse veiligheidsbenadering:

1. Preventie tegen overstromingen; het huidige beleid is hier voornamelijk op gebaseerd;2. Duurzame ruimtelijke inrichting om de gevolgen van een mogelijke overstroming te beperken;3. Rampenbeheersing om goed voorbereid te zijn als er een overstro-ming plaatsvindt;4. Herstel en wederopbouw na de ramp in combinatie met strategieën voor tijdelijk verblijf van inwoners, herontwikkeling en vitale infrastruc-tuur.

Traditioneel ligt in Nederland de na-druk op de eerste veiligheidslaag: preventie in de vorm van keringen in dijkringen met bepaalde hoge norm-stellingen. Deze laag heeft sterk de na-druk gekregen na de watersnoodramp in 1953, maar blijkt onvoldoende re-kening te houden met de toenemende concentratie van mens en kapitaal en de uitdagingen van klimaatverande-ring zoals zeespiegelstijging, hogere rivierafvoeren en extremen in neerslag (ook droogte). De nieuwe benadering van meerlaagse veiligheid geeft aan-leiding om juist in die gebieden waar dijkversterkingen lastig te realiseren zijn zoals dichtbebouwde stedelijke ge-bieden, andere maatregelen te ontwik-

kelen om een kosteneffectieve water-veiligheid te kunnen bieden.

In de praktijk blijkt het lastig om con-creet invulling te geven aan deze bena-dering. Meerlaagse veiligheid vraagt in ieder geval om een integrale aanpak waarbij maatregelen op meerdere ruimte-lijke schaalniveaus op elkaar afgestemd moeten worden. Op dit moment beschik-ken we niet over een beoordelingssyste-matiek die de relatief complexe afweging mogelijk kan maken tussen maatregelen in de verschillende lagen. Daarnaast is er nog onvoldoende kennis over de effecti-viteit en de kosten van maatregelen in de tweede en derde laag. Over maatregelen in de vierde laag die bijdragen aan ver-beterde wederopbouw en herstel is in het geheel nog vrij weinig bekend. Deze complexe processen spelen zich vaak op individuele schaal of zeer lokale schaal af waardoor ze vaak lastig zijn waar te nemen. Ook indirecte schade zoals een lager vestigingsklimaat, vermindert col-lectief geheugen en internationale repu-tatie moet nog goed worden onderzocht. Het bestuderen van directe en indirecte schade bij rampen zoals Katrina bij New Orleans en de vuurwerkramp in Enschede kan inzicht in de effecten geven. Dit draagt bij aan het verbeteren van een beoordelingssystematiek van verschillende maatregelen.

In het Europese project FloodProbe doen wij onderzoek naar de effectiviteit, kosten en baten van maatregelen die zich richten op het beperken van de gevolgen van overstromingen.

Een onderdeel hiervan is onderzoek naar slimme vluchtplaatsen of shelters tegen overstromingen. Daarnaast wordt onderzocht of kritische gebouwen of hot-spots, extra beschermd kunnen worden door toepassing van overstromingsbe-

stendig bouwen. De Nederlandse locatie die in dit onderzoek wordt gebruikt als concreet studieobject is Rotterdam The Hague Airport.

Kader: FloodProBEFloodProBE: ‘Technologies for the cost-effective Flood Protection of the Build Environment’ is een EU 7e kader-project dat in november 2009 van start is gegaan. Een consortium van veertien partijen onderzoekt onder leiding van Deltares de volgende thema’s:

1. De kwetsbaarheid van kritische infrastructuur aangezien daar de be-langrijkste schade bij overstromingen ontstaat;2. Faalmechanismen van keringen in stedelijk gebied om de betrouwbaarheid van de preventie in stedelijk gebied in kaart te brengen;

Afbeelding 1. Illustratie concept meerlaagse veiligheid over de eerste drie lagen (Bron: Nationaal Waterplan)

Page 3: 8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

WATER GOVERNANCE 3/2011 - 50

ROttERDAm thE hAguE AiRpORt Als vEiligE hAvEn CASE STUDY

3. Kosteneffectieve technologieën en concepten voor de gebouwde omge-ving en waterkeringen als bijdrage aan een overstromingsbestendiger stedelijk gebied;4. Integratie van de nieuwe kennis in een beslis- en ontwerpondersteunend model, uitgangspunten voor de markt, en interactie en integratie van de pilot sites.

In de werkwijze wordt veel aandacht besteed aan concrete pilot locaties en belanghebbenden in deze gebieden. Rondom deze locaties worden de over-stromingsrisico’s in kaart gebracht en faalmechanismen van keringen onder-zocht. Vervolgens wordt de veiligheids-situatie met behulp van kosteneffectieve maatregelen verbeterd. Een van de

‘technologieën’ die wordt gebruikt, is het concept van smart shelters: gebou-wen die dienst kunnen doen als opvang of hulppost bij calamiteiten. Een andere is het concept van hotspot gebouwen: dit zijn gebouwen waarin kritische func-ties gehuisvest zijn zoals een ziekenhuis, energiecentrale, drinkwaterzuivering of een voedseldistributiecentrum.

Uit dit proces worden vervolgens les-sen getrokken voor een beslis- en ontwer-pondersteunend model. Bijzonder aan het project is de samenwerking tussen onder-zoeksinstituten, private Europese bouw-ondernemingen en het MKB. Daarnaast is er een grote rol weggelegd voor publieke en private stakeholders in de pilot locaties.

Rotterdam The Hague Airport gelegen op een gunstige locatieDe voormalige luchthaven Zestienho-ven, nu Rotterdam-The Hague Airport, is een luchthaven met regionale beteke-

nis. De omgeving van de luchthaven is wat het Planbureau voor de Leefomge-ving zou typeren als ‘Tussenland’, sterk verrommeld gebied aan de rand van de stad waar ongebreidelde ontwikkeling plaatsvond met weinig onderlinge sa-menhang. De komende jaren staat er echter een aantal grootschalige ruim-telijke ontwikkelingen op de kaart op het gebied van wonen, werken, mobi-liteit en water. Zo wordt het gebied ten zuiden van de luchthaven ingericht als luxe woongebied 16Hoven. Ten noor-den van de luchthaven wordt een tra-céstudie gedaan naar een bypass tussen de A13 en A16, een nieuwe snelweg langs de noordrand van de luchthaven. Daarbij wordt ook gekeken naar ruimte voor bedrijven en industrie. In deze ontwikkelingen ligt een uitgesproken focus op water, zowel waterkwaliteit en waterveiligheid. Hiernaast heeft de stad Rotterdam de ambitie om voorlo-per te zijn als klimaatbestendige stad en in haar stedelijke ontwikkeling te

anticiperen op overstromingsrisico’s. Dit blijkt uit actieve deelname van de stad aan initiatieven zoals Clean Tech Delta en Connecting Delta Cities, waarin watervraagstukken nadruk-kelijk met economische ontwikkeling worden verbonden.

Het noorden van Rotterdam ligt in dijkring 14. Deze dijkring omvat verder grote delen van Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht en geldt als econo-mische motor van Nederland. Binnen Dijkring 14 liggen 59 gemeenten met in totaal drie miljoen inwoners en wordt 65 procent van het bruto nationaal product (BNP) verdiend. Als het gebied onder water loopt dan betekent dat de grootst mogelijke overstromingsschade die Nederland kan treffen. Met de nieuwe benadering van meerlaagse veiligheid lijkt dit de aangewezen plek om te begin-nen met maatregelen in de tweede, derde en vierde laag.

Uit hoogwaterstudies blijkt de loca-tie Rotterdam The Hague Airport een

Afbeelding 2. Ligging Rotterdam The Hague Airport, begrensd door de A13 en A16

Page 4: 8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

51 - WATER GOVERNANCE 3/2011

CASE STUDY ROttERDAm thE hAguE AiRpORt Als vEiligE hAvEn

relatief veilige plek te zijn vanwege lage overstromingsdiepte en –snelheid. De Zestienhovense polder ligt weliswaar onder NAP maar kent plaatselijke verho-gingen en is omklemd door infrastructuur waardoor het gebied redelijk beschermd ligt tegen het wassende water. Dit maakt de locatie interessant voor hoogwater-bestendige inrichting (tweede laag) als uitvalsbasis voor rampenbestrijding (derde laag), als veilige vluchtplaats voor evacués (derde laag) en als plaats waar-van de wederopbouw werkzaamheden en terugkeer van de bewoners naar hun woning gestructureerd en gecoördineerd kan plaatsvinden (vierde laag) in het geval van een watercalamiteit zoals een overstroming door een dijkdoorbraak.

De inrichting van het gehele gebied rondom de luchthaven als shelter is gezien de verwachte ruimtelijke ontwik-kelingen de komende jaren wellicht een-voudig te realiseren. Als er in deze ont-wikkelingen vroegtijdig rekening wordt gehouden met waterveiligheid en in het bijzonder het creëren van een shelter kan deze voor geringe meerkosten worden gerealiseerd.

Transformatie van vliegveld naar veilige havenHet doel is om de luchthaven een ho-gere bescherming dan het omliggende gebied te geven door compartimen-tering van startbaan, stationsgebouw en aanverwante functies. Tijdens de calamiteit moet het vliegveld kunnen blijven functioneren om vanuit deze locatie hulp te verlenen, hulpgoederen in te vliegen en mensen te evacueren. De compartimentering wordt zoveel mogelijk opgebouwd uit bestaande structuren zoals boezemkades, weg- en spoortaluds en natuurlijke verhogin-

gen. Deze worden geanalyseerd in het kader van FloodProBE en er worden voorstellen gedaan om ze geschikt te maken voor hun tweede functie: tij-delijke waterkering. De hergebruikte

‘dijken’ worden wel vaak doorsneden door viaducten of zijn deels verlaagd. Deze plekken moeten worden gedicht om tot een gesloten compartimentering te komen. Hierbij wordt nadrukkelijk gekeken of tijdelijke en flexibele ke-ringen hier een oplossing voor vormen. Naast vaste infrastructuur zal de lucht-haven ook plaats bieden aan tijdelijke opvang en faciliteiten zoals tijdelijke infrastructuur, lokale drinkwatervoor-ziening en lokale energieproductie. Ook hulpdiensten en maatschappelijke organisaties die actief zijn op het ge-

bied van hulp en wederopbouw zullen hun plek krijgen in de shelter op de luchthaven.

Combinatie met regulier gebruikHet inrichten van een shelter in com-binatie met het hoge beschermingsni-veau zoals we dat in Nederland kennen brengt uitdagingen met zich mee op het gebied van water governance. De shel-ter zal immers relatief weinig worden gebruikt en hiermee neemt de operatio-nele kennis en ervaring van het gebruik van de shelter na de installatie snel af. Ook zal de shelter kwetsbaar zijn voor bezuinigingen en beleidswijzigingen vanwege het lage urgentie gehalte op korte termijn. Voor het slagen van de

Figuur 3. Combinatie regulier gebruik voor internationale noodhulp met incidenteel regionaal gebruik voor calamiteiten

Page 5: 8. Case Study Rotterdam The Hague Airport Als Veilige Haven

WATER GOVERNANCE 3/2011 - 52

ROttERDAm thE hAguE AiRpORt Als vEiligE hAvEn CASE STUDY

shelter is het daarom essentieel dat de kennis en ervaring op het gebied van rampenbestrijding en evacuatie con-tinu actueel wordt gehouden door in-ternationale inzet van hulpverlenende instanties en noodfaciliteiten. Daarom zoeken we juist de combinatie met re-gulier gebruik. Door hulpverlenende instanties, kritische infrastructuur en toeleverende industrie te concentreren in een vestiging op de luchthaven zijn er in potentie twee vliegen in één klap te slaan:

1. Waterveiligheid in de regio Rotterdam-Rijnmond in de derde en vierde laag borgen;2. Clusteren van overheid en bedrijfsleven, uit te breiden met ken-nisinstituten waardoor een economisch innovatief cluster op het gebied van noodhulp en wederopbouw ontstaat.

Er ontstaat een ‘rescue, relief, reha-bilitation and redevelopment cluster’ met internationale potentie. Nederland, en in het bijzonder Rotterdam, wil haar kennis op gebieden als deltatech-nologie en waterbouw maar ook inno-vatieve logistiek in hulpverlening en wederopbouw graag wereldwijd delen.Hierbij kan gedacht worden aan pro-ducten zoals drinkwaterzuiveringsin-stallaties of modulaire bouwsystemen maar ook het in snelcursus trainen van lokale bestuurders in een crisisgebied. De kansen voor hulpverlening wereld-wijd en de toeleverende industrie zijn groot. Door het bijeen brengen van de Nederlandse water expertise rond noodhulp en wederopbouw, zowel internationaal als nationaal, ontstaan kansen voor een versnelling in kennis, innovatie en samenwerking.

Dit is tevens een business case voor de regio waarbij het grote ontwik-kelpotentieel, de strategische ligging tussen Rotterdam en Den Haag en de specifieke positionering op watervei-ligheidsgebied aantrekkelijk zullen zijn voor veel organisaties (overheid, NGO’s, grote bedrijven, kennisinstel-lingen). Met de luchthaven en de zee-haven dichtbij is logistiek naar crisisge-bieden waar ook ter wereld eenvoudig te organiseren. Het luchthavengebied is ongeveer 200 hectare groot en heeft genoeg ruimte om bedrijven en organi-saties te huisvestten.

Door combinatie van regulier gebruik als economisch cluster en calamiteitengebruik kunnen grote kos-tenbesparingen worden gerealiseerd. Immers: als er toch al een rescue-and-relief-center wordt ingericht, kunnen de bijeengebrachte hulpgoederen en

–diensten zowel worden ingezet bij nationale als bij internationale waterca-lamiteiten. Hiermee wordt de kennis en ervaring op het gebied van noodhulp en evacuatie actueel gehouden. Ook worden de routine en betrouwbaarheid van faciliteiten hoger naarmate deze vaker gebruikt worden. Van kennis- naar projectont-wikkeling (en terug)Met het uitwerken van de casus Rot-terdam The Hague Emergency Airport willen we tegelijkertijd beleid en prak-tijk ondersteunen. De praktijkproble-men die we tegenkomen is waardevolle informatie voor de in FloodProBE ont-wikkelde beslissingsondersteuning en gewenste uitgangspunten en interactie met de markt. Anderzijds zijn de in-zichten vanuit FloodProBE waardevol voor het aanscherpen van de plannen

rondom de luchthaven. In deze leertra-jecten staan samenwerking tussen pu-blieke en private partijen en innovatie centraal.

Rotterdam The Hague Emergency Airport wordt reeds gesteund door een breed consortium van publieke en pri-vate partijen. Voor ons initiatief zoeken we constant naar een zo breed moge-lijk consortium van partijen die willen bouwen aan de benodigde kennis en de business case. Onze overtuiging is dat dit uiteindelijk zal leiden tot een optimale combinatie van kennisont-wikkeling en ruimtelijke ontwikkelin-gen. Door casussen zoals Rotterdam The Hague Emergency Airport wordt waardevolle kennis opgedaan over het in praktijk brengen van meerlaagse vei-ligheid. Dit wordt in een publiekprivaat arrangement uitgewerkt totdat er een winstgevend project ontstaat waarin alle betrokken partijen hun doelen kun-nen realiseren. Door dit soort leertra-jecten te doen willen wij partijen mee-nemen in gezamenlijke kennis- en pro-jectontwikkeling, dwars door sectoren, publiek en privaat en over de grenzen! Wij nodigen u uit om samen met ons verder te bouwen aan deze publiekpri-vate business case.

Contactgegevens:Dura Vermeer Business Development BVTaurusavenue 100, 2132 LS Hoofd-dorpPostbus 3098, 2130 KB Hoofddorp023 7528400www.dvbd.nl