50 vragen rekentoets

55
50 vragen rekentoets In de PP vind je 50 rekenopdrachten, waarvan de eerste 15 uit het hoofd moeten. De volgende 35 mag je op papier uitrekenen en sommige (zelfs) met de rekenmachine. Je hebt 15 minuten voor de eerste 15 hoofrekensommen (zet een kookwekker). Voor de rest heb je nog 75 minuten. Succes. De antwoorden (dus niet de uitwerkingen) lever je in bij de rekendocent.

description

50 vragen rekentoets. In de PP vind je 50 rekenopdrachten, waarvan de eerste 15 uit het hoofd moeten. De volgende 35 mag je op papier uitrekenen en sommige (zelfs) met de rekenmachine. Je hebt 15 minuten voor de eerste 15 hoofrekensommen (zet een kookwekker). Voor de rest heb je nog 75 minuten. - PowerPoint PPT Presentation

Transcript of 50 vragen rekentoets

Page 1: 50 vragen rekentoets

50 vragen rekentoets

• In de PP vind je 50 rekenopdrachten, waarvan de eerste 15 uit het hoofd moeten. De volgende 35 mag je op papier uitrekenen en sommige (zelfs) met de rekenmachine.

• Je hebt 15 minuten voor de eerste 15 hoofrekensommen (zet een kookwekker).

• Voor de rest heb je nog 75 minuten.• Succes. De antwoorden (dus niet de

uitwerkingen) lever je in bij de rekendocent.

Page 2: 50 vragen rekentoets

Na deze dia start de toets

• Leg alvast een rekenmachine klaar en zorg voor uitrekenpapier voor na de 15e opgave.

• Na de laatste opgave schrijf je –alleen - de antwoorden op een apart vel endat lever je in bij je docent.

• SUCCES ERMEE

Page 3: 50 vragen rekentoets

Hoofdrekenen

15 vragen, 15 minutenGeen kladpapier

Page 4: 50 vragen rekentoets

Som 1

24 x 125 =

Page 5: 50 vragen rekentoets

Som 2

3 halen, 2 betalenHoeveel procent korting betekent dit als je 3 tubes

tandpasta van € 2,97 per stuk koopt?

Page 6: 50 vragen rekentoets

Som 3

De klas van Patrick gaat op kamp. Ze worden gebracht met auto’s. Er

zijn 17 kinderen en er gaan 4 kinderen in een auto. Hoeveel

auto’s zijn er nodig?

Page 7: 50 vragen rekentoets

Som 4

Een pak papier met 500 vellen

is 5,5 cm dik. Hoe dik is één

vel papier?

Page 8: 50 vragen rekentoets

Som 5

1449 : 7 =

Page 9: 50 vragen rekentoets

Som 6

Een producent stopt zijn producten inkubusvormige blikken met ribben van 6,

12 en 24cm lang. Voor de export bestelt hij kisten.

Welkeafmetingen kunnen deze kisten hebben,

als dezegeschikt zijn voor alle soorten blikken?

Page 10: 50 vragen rekentoets

Som 7

Esli rijdt in een auto 9 uur lang 700

kilometer. Hij gebruikt hierbij een

tank van 50 liter benzine. Wat is de

gemiddelde snelheid?

Page 11: 50 vragen rekentoets

Som 8

Zie vraag 7. Esli rijdt op gemiddelde

snelheid verder. Hoe lang doet hij

over 1200 kilometer?

Page 12: 50 vragen rekentoets

Som 9

De zondagkrant weegt 350 gram. De

krantenjongen laadt 40 kranten opzijn fiets. Hoeveel kilo kranten is

dat?

Page 13: 50 vragen rekentoets

Som 10

Een kampeerboerderij kost € 456,-

per week. Een groep van 38personen huurt de boerderij

eenweek. Hoeveel betaalt ieder?

Page 14: 50 vragen rekentoets

Som 11

Levi kreeg bij de meubelzaak 10%korting. Zijn bankstel kostte toennog maar € 540,-. Hoeveel kostte

zijnbankstel zonder korting?

Page 15: 50 vragen rekentoets

Som 12

Voor het burgemeesterreferendum in Utrecht kwam

1 op de 3 inwoners zijn stem uitbrengen. Vandegenen die hun stem uitbrachten stemde 55%

opkandidaat A, en 45% stemde op kandidaat B.

Hoeveel procent van de totale Utrechtse bevolking

stemde op kandidaat A?

Page 16: 50 vragen rekentoets

Som 13

Ongeveer 70% van de Nederlanders gaat op vakantie. Daarvan blijft

40% in Nederland. Hoeveel procent van de Nederlanders

gaat op vakantie in eigen land?

Page 17: 50 vragen rekentoets

Som 14

Klaas en Hendrik gaan een vloertje leggen.Ze hebben zeven dozen vloerstukken

nodig. Iedere doos kost € 13,98. Hebben ze

genoeg aan € 100,- ?

Page 18: 50 vragen rekentoets

Som 15

29,95 : 5 =

Page 19: 50 vragen rekentoets

Overige Rekensommen

35 vragen, 45 minutenKladpapier mag

Rekenmachine mag alleen bij de

schuingedrukte opgaven

Page 20: 50 vragen rekentoets

Som 16

De afstand op de getallenlijn tussen 3/4 en4/5 is gelijk aan de afstand tussen 4/5 en

0,85. Is deze uitspraak juist? Licht jeantwoord duidelijk toe!

Page 21: 50 vragen rekentoets

Som 17

Iris schaatst een tocht van 60 km in

5,5 uur. Inge schaatst 40 km in 3,5

uur. Wie van de twee heeftgemiddeld het snelst gereden?

Page 22: 50 vragen rekentoets

Som 18

Moeder snijdt een taart in 7 eerlijke delen.

Eén van die delen wordt verdeeld tussen

Dennis en Riekelt. Welk deel van de hele

taart krijgt Dennis?

Page 23: 50 vragen rekentoets

Som 19

Een olijfboer perst zijn olijven uit en

doet de olijfolie in een vat van 1500

liter. Hoeveel flessen van 1,3 liter

kan hij hiermee vullen?

Page 24: 50 vragen rekentoets

Som 20

• Zet de volgende wasmiddelen op volorde van goedkoop naar duur:

• Sunil 4,5 kg; € 8,25• Robijn 0,75 kg; € 1,85• Witte Reus 3 kg; € 6,-• Color Reus 2,25 kg; € 5,-• Vanish 1,5 kg; € 3,30

Page 25: 50 vragen rekentoets

Som 21

Een aardappelveld is 340 meter lang en

270 meter breed. Per ha. wordt ergemiddeld 35 ton aardappelen

geoogst.Hoeveel is de oogst van dit veld?

Page 26: 50 vragen rekentoets

Som 22

Een stapel van 8 bordjes heeft eenhoogte van 5 cm. Een stapel van 20

bordjes heeft een hoogte van 12,5 cm.Alle borden zijn hetzelfde.

Wat is de hoogte van één bord? Antw. Afronden op 1 decimaal.

Page 27: 50 vragen rekentoets

Som 23

Bij windkracht tien is dewindsnelheid ongeveer 27 meter

perseconde. Hoeveel kilometer per uur

is dat? Antwoord afronden op 1 decimaal.

Page 28: 50 vragen rekentoets

Som 24

• In de supermarkt staat een kopieermachine die kan vergroten en verkleinen. De vergrotingsfactor is 1,3. De verkleiningsfactor is 0,7. Hendrik wil een plaatje ongeveer half zo groot maken. Hoe kan hij dat doen op deze machine?

• A. verkleinen – verkleinen • B. verkleinen – vergroten – verkleinen• C. vergroten – verkleinen – vergroten• D. vergroten – verkleinen

Page 29: 50 vragen rekentoets

Som 25

De auto van Wilfried gebruikt 22 liter voor een afstand van 290

km. De auto van Harry gebruikt voor 170 km 14 liter benzine. Harry beweert dat zijn auto

zuiniger is. Klopt deze uitspraak?

Page 30: 50 vragen rekentoets

Som 26

Jan verdient € 13,- per uur, overuren worden

anderhalf keer zoveel uitbetaald. Deze week werkte Jan 32 uur, daarnaast

maakte hij nog 12 overuren.Hoeveel krijgt Jan deze week uitbetaald?

Page 31: 50 vragen rekentoets

Som 27

In het clubje van Marina zitten negen kinderen.

Marina is de kleinste met haar 1,42. De andere

kinderen zijn 1,49; 1,52; 1,53; 1,55; 1,59; 161; 1,63;

1,66. Alle maten zijn in meters. Wat is de gemiddelde lengte van de negen

kinderen? Antwoord afronden op cm.

Page 32: 50 vragen rekentoets

Som 28

• Op deze kubus is rondom een band geschilderd. De band bestaat uit 4 rechte lijnen. Je ziet er twee. Neem de tekeningen over en teken de andere twee lijnen op de uitslagen hieronder:

Page 33: 50 vragen rekentoets

Som 29

Vul het juiste getal in bij elk van

de drie pijlen. Licht je antwoord

duidelijk toe.

Page 34: 50 vragen rekentoets

Som 30

Een vliegtuig vertrekt met een volle tank

en vliegt 1320 kilometer. Tijdens de vlucht

gebruikt het 70% van zijn brandstof.

Hoeveel verder zou het vliegtuig nog kunnen vliegen?

Antwoord afronden op 1 decimaal.

Page 35: 50 vragen rekentoets

Som 31

Er is een berekening om te berekenen of je overgewicht

hebt: Q = Hierbij is G gewicht in kilo’s en L is de

lengte in meters. Als Q tussen de 19 en 25 ligt, is je

gewicht normaal. Daaronder ben je te licht, daarboven te

zwaar. Bereken Q voor iemand die 78 kg weegt en 1,78

meter lang is.

LxL

G

Page 36: 50 vragen rekentoets

Som 32

4 1/6 + 2 6/7 =

Page 37: 50 vragen rekentoets

Som 33

De snelheid van een fietser is afhankelijk van het aantal

omwentelingen van zijn trappers, en de gekozen versnelling.

Daarbij hoort de volgende formule: S=(210 * x * 65 * y)/100 000

Hierbij is S de snelheid, x het aantal omwentelingen per minuut

en y de versnelling. Bereken de snelheid voor iemand die 15

keer in een minuut trapt met een versnelling van 3,9.

Page 38: 50 vragen rekentoets

Som 34

Je hebt de cijfers 2, 3, 4 en 5. Daarmee ga jevermenigvuldigingsopdrachten maken. Je mag

ieder cijfer maar één keer gebruiken. Maak eerst de

vermenigvuldiging met de grootste uitkomst,daarna de vermenigvuldiging met de kleinste

uitkomst.

Page 39: 50 vragen rekentoets

Som 35

Sonja gebruikt zeven schepjes koffie voorzes kopjes; Mascha gebruikt vier schepjes

voor drie kopjes. Wie zet de sterkstekoffie?

Page 40: 50 vragen rekentoets

Som 36

In een autorally houdt de bijrijder de afstand en de tijd

bij, door middel van een stopwatch en hectometerpaaltjes. Zo

komt hij erachter dat ze over een afstand van 4 kilometer 1’50”

(1 minuut; 50 seconden) deden. Wat was de gemiddelde snelheid van de auto in km/u

op dat traject? Licht je antwoord duidelijk toe!

Page 41: 50 vragen rekentoets

Som 37

Een schoenendoosje is 29 bij 17 bij

7 cm. Wat is de inhoud van ditdoosje in kubieke

centimeters? Enin liters?

Page 42: 50 vragen rekentoets

Som 38

• De volgende tekening is gemaakt op hokjes van 1 cm bij 1 cm. Bereken de oppervlakte van het grijze figuur in cm². Licht je antwoord duidelijk toe!

Page 43: 50 vragen rekentoets

Som 39

8 1/2 - 4 3/5 =

Page 44: 50 vragen rekentoets

Som 40

2 1/3 x 3 6/7 =

Page 45: 50 vragen rekentoets

Som 41

Een schaatser rijdt de 3 000

meter in 5 minuten. Wat is zijn

snelheid in kilometers per uur?

Page 46: 50 vragen rekentoets

Som 42

Een treinwagon kan maximaal 10 ton dragen.Hoeveel platen aluminium kan een wagon

vervoeren, als de platen 8 meter lang, 2 meterbreed en 0,5 cm dik zijn? Aluminium weegt 6 kg

perdm³

Page 47: 50 vragen rekentoets

Som 43

De raad van bestuur moet stemmen over een zeer

belangrijke kwestie. Om de stemming geldig te

laten zijn, moeten zes van de zeven bestuursleden

aanwezig zijn. Er zijn 23 van de 28 bestuursleden

aanwezig. Is de stemming geldig?

Page 48: 50 vragen rekentoets

Som 44

Voor een taart heb ik nog een halve liter

slagroom nodig. In de winkel blijkt dat er

alleen nog maar flesjes van 1/8 liter zijn.

Hoeveel flesjes moet ik mee nemen?

Page 49: 50 vragen rekentoets

Som 45

1/3 deel van 14 1/4 =

Page 50: 50 vragen rekentoets

Som 46

De kat van Ome Willem gaat mee naarParijs, voor 11 dagen. Ome Willem neemtblikvoer mee. Iedere dag eet de kat twee

derde blikje leeg. Hoeveel blikjes moet Ome Willem

mee nemen?

Page 51: 50 vragen rekentoets

Som 47

(109 x 46) – (46 x 8) =

Page 52: 50 vragen rekentoets

Som 48

1383 - 198 - 384 =

Page 53: 50 vragen rekentoets

Som 49

De dakdekker koopt 7 afdekplaten van 4

bij 0,75 meter. Een vierkante meter kost

€12,50. Hoeveel moet de dakdekker

betalen?

Page 54: 50 vragen rekentoets

Som 50

15 : 3 1/3 =

Page 55: 50 vragen rekentoets

Hè hè, dat was veel!

• Zorg dat je de 50 antwoorden – netjes – op een vel papier schrijft, met je naam en klas. Die lever je de eerstvolgende les in.