50 jaar 100 stemmen

72
50 JAAR 100 STEMMEN ÉN MEER Ontstaan en bestaan van Zang- en Oratoriuvereniging Cantarella te Delft 1958-2008

Transcript of 50 jaar 100 stemmen

50 jaar 100 stemmen

ÉN

ME

ER

Ontstaan en bestaan van Zang- en Oratorium­­verenigingCantarella te Delft

1958-2008

Inhoud

Voorwoord 5

InleIdIng 7

deoorsprongVancantarella 8

ouverture,of:wataandeoprichtingvoorafging

samen...enookapart �4

cantarellaiseenfeit

HetVogeltjegaatzIngen �8

deeersteconcerten

deglorIeVandelIjdensweg ��

Hoeindelftdematthäuspassiontraditieontstond

HoeknopenwedeeIndjesaanelkaar �8

Financiëntoenennu

Huren,kopenenkaFten �0

Hoekomteenkooraan�60stuksbladmuziek?

jonggeleerd ��

jeugdkorencantarella�978-�005

HeetVandepers! �5

dekoorkrant

lekkerzIngen,maarwéljeplekweten �6

elkedinsdagavond:repetitie

HetoogwIlookwat 40

koorkleding:klerenzooiofuithangbord?

altIjdopmannenjacHt 46

Heteeuwigetekortaanhet‘sterke’geslacht

cantarellagaatopreIs 49

castrop-rauxel,gent,kingstonenpraag

BIjzondereleden 5�

tussen�00zangerstrefjezealtijdaan

zoekennaar-enwerkenaan-kwalIteIt 58

Bronvanzorg,discussieèninspiratie

opVInylenVIadeetHer 6�

cantarellaachterdemicrofoon

elke5jaarFeest 65

lustrumvieringen

dankwoord 67

werkenuItgeVoerddoorcantarella 68

�958-�008

ledencantarellaIn�008 7�

coloFon 7�

4

5

Voorwoord

De klank van een cantarella is onvergetelijk. Het lieflijke gezang van deze Italiaanse zangvogel klinkt zo innemend, dat je alleen maar één ding wilt: luisteren. En soms twéé dingen: meedoen! Omdat het leven aangenamer is met de klank van cantarella’s om je heen. Daarvoor hoeven we trouwens niet helemaal naar Italië. Want in Delft hebben wij honderd mensen die klinken als cantarella’s: de leden van Zang- en Oratorium Vereniging Cantarella.

Dit jaar bestaat Cantarella vijftig jaar, ontstaan uit een fusie van vier koren. Bij de fusiekoren heerste de overtuiging dat de malaise in de koorwereld alleen doorbroken kon worden door met elkaar verder te gaan.Het koor De Stem van de Arbeid heeft aan de wieg gestaan van Cantarella, net als de bedrijfskoren van de Nijverheid (zowel het mannenkoor als de damesafdeling van het mannenkoor…) en de zingende sigarenmakers van Excelsior.

Meer over de geschiedenis van Cantarella vindt u in dit boek. Natuurlijk, er is al veel geschreven over de historie van Delft. Daarbij gaat het niet altijd over de wat kleinere gebeurtenissen, die voor een deel het fundament van het leven in de stad vormen. Door onderzoek in het verenigings-, Gemeente- en Rijksarchief zijn de samenstellers erin geslaagd de wortels van het koor bloot te leggen, wortels die nauw verbonden zijn met de geschiedenis van de stad.

In het jubileumjaar liet Cantarella uiteraard extra van zich horen. Zo hield Cantarella op 18 oktober 2008 een scratch Carmina Burana, onder de bezielende leiding van Hans van der Toorn. En op 21 november pakte het koor helemaal uit met een jubileumconcert. Dat zijn dagen waarop u natuurlijk maar één ding wilt: luisteren!

Bas VerkerkBurgemeester

6

7

In 1958 besloten vier koren sam­­en te gaan m­­et als voornaam­­ste doel jaarlijks de Matthäus Passion uit te voeren. Aan de wieg stonden de heren Nic. Hesseler en Jan Verm­­eulen. Zij sm­­eedden de koren ‘De Stem­­ van de Arbeid’, ‘Mannenzangvereeniging Excelsior’ en de twee bedrijfskoren: ‘het Mannenkoor en Dam­­eskoor der Delftsche Nijverheid’, tot één geheel.

Ruim 50 jaar geleden nam de Federatie van Koren in Delft het initiatief tot fusiebesprekingen. Apart waren de koren niet in staat de problemen van de tijd te lijf te gaan: in de pers werd gesproken over malaise in de koorwereld. Door geldgebrek en groot ledenverlies waren vereni-gingen niet meer in staat concerten te geven. Door gezamenlijk op te trekken kon wat bereikt worden. Vanuit die gedachte is gewerkt aan een fusie, met als resultaat de oprichting van Cantarella.Cantarella heeft een geschiedenis met ups en downs, waarbij er wederzijds niet geschuwd werd elkaar flink aan te pakken om tot betere resultaten te komen. Dirigenten, die stampend en stomend voor het koor hebben gestaan met opgeheven stemvork. Zangers die ten einde raad waren als een stuk moeilijker was dan verwacht, maar toch doorgingen.

Ook de samenwerking tussen de oerkoren ging niet geweldig. Het mannenkoor en het dameskoor voerden lange tijd een apart bestaan. Bovendien lagen de leden van het mannenkoor vaak dwars. Zij wilden niet meedoen in het gemengd koor. Een blik in het kasboek laat zien dat de contributie van het mannenkoor in 1964 nog steeds apart werd bijgehouden.

De eerste bestuurders hadden het ondanks de sterkere vereniging niet gemakkelijk. Penningmeesters werden steeds vindingrijker: regelmatig werd leden verzocht hun kwartjes in de ‘kwartjespot’ te stoppen, en verzoeken om renteloze leningen kwamen regelmatig voor. Ook bij het dameskoor ging het niet altijd van een leien dakje. Op 11 juni 1958 riep dirigent Jan Vermeulen de dames naar ‘De Tent’ aan het Agnetapark om te proberen er één geheel van te maken. Bij die gelegenheid verzucht-te hij: “Door de fusie is er geen homogeen koor, ik weet niet wat ik moet doen, jullie zijn dames van verschillende stand en stem. Er zal echt iets moeten gebeuren als we wat willen bereiken.”

Toch is het in de loop van de tijd gelukt van Cantarella een goed koor te maken. De uitspraak van de voorzitter op de ledenvergadering in 1959 willen wij hier met plezier herhalen: “Cantarella zal slagen!” En zo is het.

Wij willen u meenemen naar de oorsprong en voorstellen aan mensen die hard hebben gewerkt het koor te maken tot wat het nu is. Daarbij willen wij een kijkje in de koorkeuken geven aan de hand van archief, notulen, clubblad en interviews.U zult veel informatie en vrolijke verhalen lezen over dirigenten, concerten en bonte avonden van een koor dat midden in de samenleving staat en nauw verbonden is met de sociaal-culturele geschiedenis van de stad Delft. Extra kleur wordt gegeven door degenen die ons hebben bijgestaan met herinneringen, informatie en foto’s.

Wij wensen u veel lees- en kijkplezier.

Namensdesamenstellers, MiekevanderKuij

Inleiding

Wat voor beeld moet u zich voorstellen van een repetitie avond bij het mannenkoor?“Rond de vleugel stonden in een halve cirkel tafeltjes en achter ieder

tafeltje vier stoelen. De heren namen plaats met de muziek op tafel en

een glas geestrijk vocht ervoor. Als het glas leeg was ging men tijdens

het repeteren rustig naar de bar om het weer te laten vullen, onder­

tussen aan een flinke sigaar trekkend”,aldusjaspervanVliet(oud-

voorzitter)terugblikkend.

8

ouverture,of:wataandeoprichtingvoorafging

De oorsprong van CantarellaDe Delftsche Nijverheid

Aan het eind van de 19e eeuw bouwde J.C. van Marken, grondlegger van de Gist en Spiritusfabriek, onvermoei-baar voort aan ‘De Delftsche Nijverheid.’ Onder deze naam werkte de Gist en Spiritusfabriek samen met drie andere succesvolle ondernemingen: Lijm en Gelatine, Drukkerij Van Marken en de Nederlandsche Oliefabriek NV, later Calvé. Van Marken en zijn vrouw Agneta zochten daarbij naar een oplossing van de ‘sociale quaestie.’ Op de afdelingen ‘Personeelsbelangen’ hield men zich niet alleen bezig met sociale voorzieningen, maar ook met recreatieve activiteiten. Men stichtte bij voorbeeld ‘gezelligheidslokalen’ zoals ‘De Tent.’

Dam­­esafdeling van het m­­annenkoor

Omdat de samenwerkende fabrikanten van mening waren dat een gelukkige en gezonde arbeider een goede arbeider was, werden fabrieksverenigingen opgericht: het mannenkoor ging van start in 1896. Veel later volgde het dameskoor dat in eerste instantie ‘Damesafdeling van het Mannenkoor der Delftsche Nijverheid’ heette. Deze bedrijfskoren hielden hun repetities in ‘De Tent.’ De latere Cantarellaleden Vlet, Krijgsman en Hartogh kwamen van het mannenkoor.

Al vanaf 1955 ondernam­­ de Federatie van koren in Delft verschillende pogingen tot sam­­enwerking bij de uitvoering van de Matthäus Passion en de Johannes Passion. Koren die hieraan m­­eewerkten waren stuk voor stuk verenigingen m­­et een eigen traditie en achtergrond. Deze sam­­enwerking resulteerde uiteindelijk in de oprichting van Cantarella. Daar ging nog al wat aan vooraf. We voeren u m­­ee, m­­eer dan een eeuw terug in de tijd, naar de wortels van Cantarella.

9

De bedrijfskoren

Het mannenkoor was vanaf 1948 lid van de ‘Federatie van Zangverenigingen in Ned. Bedrijven.’ Als gevolg van het feit dat men zich in 1952 aansloot bij de Delftse Federatie, schreef D.J. Vlet, secretaris van de Nijverheid, een brief waarin hij meldde dat “in verband met de reorganisatie van onze koren is besloten te bedanken als lid van de Federatie van Bedrijfskoren.” Een paar jaar later vond een gesprek plaats tussen de a.s. bestuurders van de fusiekoren en de secretaris der ‘Directie voor Sociale Aangelegenheden van de Gist en Spiritusfabriek.’ Het onderwerp was de wens van de Nijverheidskoren te gaan samenwerken met anderen. In een brief van 14 januari 1958 volgde de mededeling dat de directie had besloten voor de tijd van één jaar toestemming te geven aan een vorm van nauwere samenwerking.

Overdracht eindsaldo Mannenkoor aan Cantarella

In 1959 ging de subsidie die de Gistfabriek aan de Nijverheid schonk, over naar Cantarella voor één jaar, met als voorwaarde dat het mannenkoor bleef bestaan. Men had zich voorlopig bij hun keuze neergelegd. Pas twee jaar later werd het eindsaldo ad. ƒ 61,89 overgedragen aan Cantarella.

Fabrieksbode 29 m­­aart 1958

Concentratie van Delftse koorzang“Door wat onze Mannenkoorvoorzitter noemde “een ontijdige publicatie in de kranten” hebt u al in de dagbladen kunnen lezen

over de voornemens tot samenwerking van het ‘Mannenkoor en Dameskoor der Delftsche Nijverheid’, de ‘Mannenzangvereeni­

ging Excelsior’ en ‘De Stem van de Arbeid.’ Op de vergadering werd het besluit ten aanzien van onze koren met algemene

stemmen aangenomen. In deze samenwerking blijven vooralsnog de koren afzonderlijk bestaan; mocht de samenwerking niet

bevallen, dan kan men nog terug. Onze Directie heeft zich ermee akkoord verklaard, dat de subsidie voor het jaar 1958 in de grote

opzet van de samenwerking wordt ingebracht. Voor het volgend jaar zal zij opnieuw haar standpunt in deze bepalen. Een besluit

van gelijke strekking geldt ten aanzien van het gebruik van de Tent als oefenruimte.

Met deze bundeling van zingende krachten heeft ons 62 jaar oude Mannenkoor een enorme transfusie met fris bloed ondergaan,

maar is het ook bezig daarmee een volkomen ander karakter te krijgen. De ontspanningsactiviteiten, de vrijetijdsbezigheden

sluiten zich buiten het verband van de fabriek aaneen. Heel vroeger was het nodig, dat de fabriek door stimuleren en mogelijk­

heden scheppen mee een rol speelde. Die tijd is langzamerhand voorbij; het geven van enige steun en bieden van faciliteiten

door de fabriek zal nog steeds makkelijk en ook nuttig blijken te zijn, maar nodig, in de zin van onontbeerlijk, is dat niet meer.

De vrijetijdsbesteding van de industriële medewerker heeft in de loop der jaren haar vorm en haar mogelijkheden wel gevonden.

De concentratie van de vier Delftse zangkoren van 160 zangeressen en zangers is er een voorbeeld van!”

�0

Excelsior: een sigarenm­­akerskoor

In 1907 ging op initiatief van C.N.J. Hioolen, directeur van de Van Hillen’s sigarenfabrieken, het mannenkoor van start. De fabriek was gevestigd in de Pepersteeg, voorganger van de Peperstraat, waar veel fabrieks-gebouwen stonden. De directeur zorgde voor een zekere financiële ondersteuning maar eiste dat uitsluitend personeelsleden lid konden worden.

Arbeidsvitam­­inen

Doordat tijdens het werk veel gezongen werd, kwam men op het idee een koor voor sigarenmakers op te richten. Helaas ging de fabriek in 1938 failliet en moest Excelsior op eigen benen verder. Het koor kon voorlopig blijven bestaan omdat “men in de oorlog meer contributie betaalde dan moeder de vrouw wist.” Verdienstelijke dirigenten zoals Wim de Rooy brachten Excelsior in de afdeling ‘uitmuntendheid.’ Op een concours van de Delftsche Nijverheid in 1946 verwierf het koor op de hoogste vocale ladder een eerste prijs met lof en felicitatie van de jury.

ErisonlangseenvaandelvanExcelsiorontdektwaaropdedatumvanoprichting(17september1907)endievandekoninklijkegoedkeuring(24mei1909)staanvermeld.

Mannenzang-verenigingExcelsior,

begeleiddooreenfanfare

��

Oorlog

In de Tweede Wereldoorlog kreeg Excelsior het hard te verduren. Doordat veel leden dwangarbeid in Duitsland moesten verrichten, bleven maar 22 man over. De bezetters waren bereid de helpende hand toe te steken op voorwaarde dat men toetrad tot de ‘Kulturkammer’ en concerten zou geven voor ‘Vreugde en Arbeid.’ Dit werd geweigerd. Het koor zag geen andere mogelijkheid dan onder te duiken en de dirigent met onbepaald verlof te sturen. Als gasten bij ‘De Delftsche Nijverheid’ bleven de mannen zingen.

Na de bevrijding zette het bestuur met steun van de overgebleven leden de schouders eronder. Met frisse moed werd geprobeerd ‘Excelsior’ nieuw leven in te blazen, maar het koor leed een kwijnend bestaan. Met het in leven roepen van de ‘Federatie van Zangkoren’ openden zich nieuwe mogelijkheden. Hier vanuit deed Excelsior een aantal keren mee met de Johannes Passion en de Matthäus Passion. Als laatste levensteken vonden de speurders van Canta-rella in de Delftsche Courant een vermelding van een vergadering op 3 maart 1958, waarna men de overstap naar Cantarella waagde.

De Stem­­ van de Arbeid

De ‘Stem van de Arbeid’ was een koor met een bood-schap: het behoorde tot ‘de rode familie.’ In tal van dorpen en steden waren zangkoren die aangesloten waren bij de ‘Federatie van Arbeiders Zangverenigingen’, vaak onder de naam ‘De Stem des Volks.’ Kinderen begonnen in ‘De kleine Stem.’ Op het programma stonden niet alleen strijdliederen, maar ook werken van L. van Beethoven en J.S. Bach, waarbij het belangrijk was culturele scholing op te doen.

Hoewel de ‘Stem van de Arbeid’ nog niet officieel was opgeheven ging men vanaf 17 maart 1958 samenwerken binnen Cantarella. In ‘Het Vrije Volk’ van 20 juni 1958 stond hierover een interview met Nic. Hesseler. Wanneer ‘De Stem van de Arbeid’ officieel is opgeheven is niet duidelijk. In de notulen van de bestuursvergade-ring van Cantarella van 4 juli 1958 wordt zonder nadere toelichting herinnerd aan moeilijkheden rond ‘De Stem van de Arbeid’ met vermelding dat de leden van ‘De Stem’ die lid zijn geworden van Cantarella, toch lid zouden blijven. In ieder geval werd op een aankondiging van een concert van de Federatie op 24 september1959

Hetbestuurvande‘StemvandeArbeid’.Staand,v.l.n.r.:

dhr.Wassenbergendhr.J.vanVliet.Zittend:mevr.Stap,

dhr.N.Hesseler,dhr.J.vanRenssenenmevr.Berns

��

voor de laatste keer dit koor vermeld. Men zong: ‘Aan de strijders’ van Troelstra. Toepasselijk?

Sam­­envattend

Jan Vermeulen dirigeerde de twee koren van de Nijver-heid en kende de leden van Excelsior doordat men vaak

Het Vrije Volk vrijdag 20 juni 1958

“Socialistischekorenmoetennieuwewegendurveninslaan”

“Ik meen dat juist een socialistische instelling er steeds op uit moet zijn nieuwe wegen te zoeken. De heer

Voskuil, hoofdredacteur van het ‘Vrije Volk’ zei zaterdagavond in zijn commentaar dat met het heengaan van

vakbondsman Jan van Zutphen niet een bladzijde is omgeslagen, maar een boek is gesloten. Zo geloof ik dat er

een tijd komt dat we het socialistische lied slechts kunnen redden indien we nieuwe wegen inslaan. Ik mag me in

goed gezelschap achten als de heer Voskuil bij de oude vormen in één adem de AJC en de socialistische

zangkoren in de steden noemt, zoals hij zaterdagavond heeft gedaan”.ditzeionsdeheernic.Hesseler,voor-

zittervandeFederatievanzangkorenenlangejarenookvoorzittervandestemvandearbeid,naaraanleiding

vanhetfeit,dat‘destem’doorhetbondsbestuurhetzwijgenisopgelegd.

VoordesamenwerkingvandedelftsezangverenigingenisdeheerHesselerdegangmakergeweest.“Omdat al

in de tijd dat ik voorzitter van De Stem was, een malaise intrad. De Stem telde aanvankelijk 100 leden, daarvan

bleven er 45 over. Deze teruggang was een verschijnsel dat ook bij andere koren optrad. Door dit teruglopen van

het ledental beschikken de koren niet meer over het noodzakelijke stemmenmateriaal en kunnen zij niet meer tot

goede prestaties komen. Anderzijds was bewezen dat door samenwerking grote dingen worden bereikt. Denk

maar aan de gezamenlijke uitvoeringen van de Johannes Passion en de Matthäus Passion. Ik ben daarom een

overtuigd voorstander van concentratie in de koorzang.”

Pijler weggevallen

“Met de opheffing van De Stem van de Arbeid is een van de pijlers weggevallen die het gezamenlijke bouwwerk

van de Delftse koren schraagden. Of dit voor Cantarella directe gevolgen zal hebben valt nog niet te zeggen. De

leden van De Stem kunnen zonder meer hun partij in het grote koor blijven zingen; een aantal van hen zal dit ook

zeker doen. Een andere zaak is evenwel, dat de basis waarop indertijd de samenwerking tot stand is gekomen, nu

een ander aanzien heeft gekregen. Men zal moeten afwachten of dit voor de andere koren die in Cantarella zijn

opgegaan geen aanleiding zal zijn hun koers ook te wijzigen. Daarnaast kan men zich afvragen of een nieuw op te

richten socialistisch koor, los van elke samenwerking met anderen en gezien de weinig verkwikkelijke wijze

waarop het tot stand zal zijn gekomen, wel mogelijkheden van bestaan heeft. De meerderheid van de Stemleden

heeft zich vóór samenwerking in Cantarella uitgesproken, ook nadat het bondsbestuur kenbaar had gemaakt dat

het dit niet kon billijken. Het laatste woord over deze kwestie is in ieder geval nog lang niet gesproken.

De leden van De Stem hebben hun keuze gemaakt en blijven lid van Cantarella.”

samenwerkte. Vermeulen was bevriend met Nic. Hesseler die zowel voorzitter van de Stem van de Arbeid als van de Federatie van Zangkoren was. Beide heren zagen in dat er iets moest worden gedaan voor de koorzang, wilde men iets bereiken. Zij zijn de trekkers geweest bij het ontstaan van Cantarella.

��

notulenvandeoprichtingsvergadering

17 m­­aart 1958

Oprichtingsvergadering met de samenwerkende koren: ‘De Stem van de

Arbeid’, ‘Mannenkoor Excelsior’ en ‘Dames en Mannenkoor der Delft­

sche Nijverheid.’ Aanwezig 120 leden van bovengenoemde koren, in

gebouw ‘De Verborgen Schat.’ De vergadering heeft plaats onder

auspiciën van de Federatie van Zangkoren, Delft.

De voorzitter opent te 20.16 uur de vergadering en zegt dat hij enigszins

hoovaardig deze vergadering historisch zou willen noemen. Spreker zegt

dat hij uit het grote aantal aanwezigen afleidt dat men meent dat er in

Delft iets moet gebeuren voor de koorzang. Hij wil weer geen lang

verhaal gaan houden, alles is reeds voldoende op de eigen koren en met

hun bestuursleden besproken over het eigenlijke doel van de

samenwerking.

Uw aanwezigheid, zegt spreker, is het bewijs dat men het er over eens is

dat uit deze vier koren één groot nieuw koor moet komen. Alleen wij

repeteren niet zelfstandig, het wordt een Dames­ en een Mannenkoor,

dat op gezette tijden ook gezamenlijk zal werken.

Eendracht maakt Macht komt hier ook weer tot uiting, gezamenlijk zullen

wij grotere prestaties kunnen bereiken. Een stad als Delft moet een

belangrijke bijdrage kunnen leveren op het gebied van de koorzang.

Spreker zegt bijzonder verheugd te zijn dat men in zo groten getale is

gekomen. Wij gaan dus hedenavond officieel het nieuwe koor oprichten.

Hij verzoekt de aanwezigen de briefjes die worden uitgereikt te willen

invullen met naam en adres en geboortedatum. Dit is dan tevens de

presentielijst. Spreker vraagt of iemand er tegen is het nieuwe koor op te

richten? Niemand tegen.

Dan feliciteer ik U met de oprichting zegt voorzitter.

De naam­­ van het koor

Hij stelt een korte krachtige naam voor. “Verschillende personen hebben

namen aangereikt. De besturen vonden die niet zo geschikt.

Er is één naam die ik eruit haal. Het is de naam ‘Cantarella’, een zangvo­

gel met een lieflijk geluid.” Niemand was tegen.

Het bestuur van de samenwerkende koren stelde de heer Jan Vermeulen

als dirigent voor. Dit werd met applaus aangenomen.

“Intussen zijn de heer en mevrouw Vermeulen binnengekomen en

worden door de voorzitter welkom geheten. Hij vraagt aan de heer

Vermeulen of deze zo goed wil wezen de leiding van het koor op zich te

nemen. Deze gaat hiermee akkoord.”

totzoverenkelecitatenuitdenotulenvandeoprichtingsvergadering

vancantarella.

�4

cantarellaiseenfeit

Sam­­en... en ook apartOp 14 m­­ei 1958 vond de eerste bestuursvergadering plaats in ‘De Tent’ aan het Agnetapark, waarm­­ee een begin werd gem­­aakt m­­et het sam­­ensm­­eden van de afzonderlijke koren tot één geheel.

veel vergde van het aanpassingsvermogen. De weg naar één groot koor was moeilijk en verliep traag.

Op kousenvoeten naar de zestiger jaren

Er was zoveel mogelijk geprobeerd de functies te verdelen naar rato van de oerkoren. Tot in de jaren zeventig sprak men over de taakverdeling. Een bloedgroependiscussie waarbij de ene groep de andere verwijten maakte. Zo merkte Nic. Hesseler op dat meningsverschillen niet tijdens de repetities moesten worden uitgevochten, daar het een verkeerde invloed op de leden kon hebben. Dit moest op de bestuursvergadering.

In de volgende vergadering opende hij met de woorden: “Ik hoop op een aangename bestuursvergade­ring. Ik stel daarom voor de notulen van de vorige vergadering niet te doen voorlezen om de goede sfeer te behouden.”

“Na enige reacties volgt een zeer onprettig uitpraten. De noodzakelijke verdraagzaamheid is zoek. Hierdoor moet ten overvloede duidelijk worden gesteld dat bij langdurige verhindering van een bestuurslid de overige leden zwaarder worden belast. Een verhindering door overmacht wordt niemand verweten. Het uitvoeren der taken moet beter georganiseerd worden. We moeten de goede sfeer, die wij allen zeggen te willen bevorderen, behouden. Als er dan in een goede verhouding wordt

Samenstelling 1e bestuur Cantarella

Voorzitter deheern.Hesseler

Vicevoorzitter deheerp.ph.v.roon

secretaris deheerd.j.Vlet

�esecretaris deheerj.vanVliet

penningmeester deheerp.kapteijn

�epenningmeester deheerw.knoll

�epenningmeester mevr.c.F.v.d.linden-v.d.Vree

muziekcommissaris deheerj.j.morijn

presentielijstheren deheerB.c.Hartogh

presentielijstdames mevrouwgakes-arends

algemeenadjunct deHeerj.Hoek

algemeenadjunct deHeerj.v.renssen

algemeenadjunct deHeerp.krijgsman

�eVoorzitter mevrouwg.Bloot-koelewijn

Het bestuur begon met het regelen van praktische zaken. Er werden 500 stuks postpapier besteld. Niet te veel, met in het achterhoofd dat als het koor uit elkaar zou vallen, niet te grote voorraden moesten overblijven. Secretaris Dirk Jan Vlet kon een stempel laten maken en penning-meester Piet Kapteijn mocht een girorekening aanvragen.

Er stond een contributievoorstel op de agenda van veertig cent per week. De penningmeester deed bij deze gelegenheid verschillende suggesties: “Ik wil toestemming om aan financieel minder draagkrachtigen twintig cent te vragen. Aan echtparen wil ik geen reductie geven.” Deze voorstellen werden later in de concept statuten van 1958 vastgelegd.

Verlet

De heer R. meldde dat er voor werknemers in continu-dienst bij ‘De Nijverheid’ een speciale verletregeling was. Dat wilde zeggen: men kon bij deelname aan een concert van de Nijverheidskoren aanspraak maken op betaald verlof. Het bestuur besloot deze regeling voort te zetten en in de concertbegrotingen mee te nemen.

In de rondvraag kwam aan de orde dat een aantal damesleden het niet gezellig vond. Het bestuur sprak eensgezind uit: “Men moet niet meedoen met ‘...het is niet gezellig.’ Wij moeten er vanuit gaan dat het wel gezellig is.”

Eigenheid

Het eerste bestuur wachtte geen eenvoudige taak. Het koor leed aan tal van kinderziektes. Niet alleen waren er meningsverschillen door het gescheiden optrekken van mannen- en dameskoor maar ook door verschillen in karakter en achtergrond van de oorspronkelijke koren. Men was dit en dat gewend, de ‘eigenheid’ ontbrak, wat

�5

bedankt, zal het zich beschikbaar stellen voor een bestuursfunctie in een later stadium zeker waardering vinden.”

Kikkers in de koorkruiwagen

Een flink deel van het eerste bestuur had geen bestuur-lijke ervaring. Dat betekende veertien koorkikkers die alle kanten opsprongen, zodat Hesseler verplicht was de bestuursleden tot de orde te roepen. Gelukkig was er een viertal dat vaker achter een bestuurstafel had gezeten. Zij kregen navenant een flinke portie werk, niet alleen bij de gewone gang van zaken, maar ook bij hersteloperaties. De anderen waren vooral zeer enthousiast om er wat van te maken.

Al gauw kwam de penningmeester op het idee de bestuursleden voor de vergadering een agenda te sturen. Dit praktische plan vond bijval. Ook constateerde de altijd alerte heer K. dat de rondvraag niet uitvoerig genoeg werd verantwoord in de notulen. “Dat klopt”, aldus de secretaris. “Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat de laatste vergaderingen geen sprake is van een rondvraag, de gehele avond is een rondvraag.” De voorzitter: “ik zal voortaan aankondigen wanneer deze plaatsvindt.”

Naweeën

In 1958 stond in de conceptstatuten van Cantarella, “...dat de eigendommen na ontbinding verdeeld moeten worden tussen de voormalige verenigingen.” In 1962 was men daar blijkbaar overheen want in de statuten werd

opgenomen: “dat de bezittingen bij ontbinding van de vereniging ten goede moeten komen aan het culturele leven van Delft.”

Na drie jaar trad Nic. Hesseler af als voorzitter wegens drukke werkzaamheden. Hij werd benoemd tot Ere-voorzitter. Bij de overhandiging van de hamer zei hij tegen zijn opvolger Jasper van Vliet: “Als iedereen op u foetert, dan moet u niet opvliegen, dat moet u alleen doen als het ernstig is. Wees de klaagmuur van het koor. U bent nog jong, maar het feit dat u per acclamatie bent gekozen is prettig. Ik weet zeker dat u alles in het werk zal stellen om een goede voorzitter te worden.”

Op de eerste bestuursvergadering die Van Vliet voorzat, nam mevrouw B. het woord: “ik hoop dat de heer Van Vliet die jong is en nog niet veel ervaring heeft, niet zal proberen om iets alleen te doen, doch steeds in samenwerking met het gehele bestuur. U moet aan de hand van de agenda werken, om rommelige vergaderingen te voorkomen.” Van Vliet bedankte haar voor het advies en beloofde zijn best te zullen doen. Jasper van Vliet bleef 15 jaar de voorzittershamer hanteren. Bij zijn aftreden werd hij toegesproken met de woorden “u weet nou eenmaal dat de voorzitter het stootblok van de vereniging is.” Alle opvolgers zullen dit grif beamen. Van Vliet knoopte er als algemeen bestuurslid nog elf jaar aan vast.

Begrotingvanhetconcertin1961

Nic.Hesseler,deeerstevoorzittervanCantarella

�6

Van ‘Dam­­es en Mannenkoor Cantarella’ tot ‘Zang- en Oratorium­­vereniging Cantarella’

In de eerste ontwerpstatuten, door de secretaris getypt op papier van de Federatie, luidde art. 1: ‘De vereniging draagt de naam Dames en Mannenkoor Cantarella. Zij is gevestigd te Delft.’

Het gescheiden optrekken van het mannenkoor en het dameskoor bleek een wangedrocht. Lastig om te besturen, terwijl de kosten veel hoger waren dan gedacht. Een eerste poging dit te veranderen vond plaats bij de benoeming van een commissie ter verdere afwerking van de statuten. Hierin werd opgenomen: ‘De vereniging is opgericht op 17 maart 1958 en draagt de naam: ‘Zang­vereniging Cantarella.’

Op 6 september 1962 ontving Cantarella van het Ministerie van Justitie, namens H.M. de Koningin, een schrijven “dat per 10 augustus 1962 de statuten van de vereniging Koninklijk zijn goedgekeurd.”

Ook kwam voorzichtig een voorstel op tafel het mannen- en dameskoor allebei op dinsdagavond te plannen. “De dames worden verwacht om half acht en de heren om kwart voor negen.” Mevrouw B. nam het op voor de dames en maakte bezwaar: “...omdat de dames heel moeilijk om half acht aanwezig kunnen zijn in verband met het avondeten.”

Zang- en Oratorium­­vereniging Cantarella

Tijdens een overleg met dirigent Joop Schets in 1977 kwam de naam ‘Zangvereniging Cantarella’ aan de orde. De heer Schets vond de naam ouderwets. Hij zou die graag veranderd zien in Zang- en Oratoriumvereniging ‘Cantarella.’ Dit “...omdat de betekenis van zangvereni­ging in de muziekwereld in de loop der tijd is verschoven naar het begrip liederenkoor.” Het bestuur had tot ‘Zangvereniging Cantarella’ besloten “...i.v.m. de historische groei en samenvoeging van diverse koren bij de oprichting.”

De ledenvergadering keurde de nieuwe statuten in 1978 goed, waarin de naam ‘Zang- en Oratoriumvereni-ging Cantarella’ werd vastgelegd.

HetbestuurvanCantarellaanno1968,bijhettweedelustrum

Handtekeningenvansolistenendirigenten,verzameldinzijnpartituurvandeMatthäusPassiondoorJaspervanVliet

�7

Bijcantarellahebbeninvijftigjaarzesvasteentweetussendi-

rigentenopdebokgestaan.Infeitenietveel.janVermeulen

dirigeerdecantarellavanafdeoprichtingruimzeventienjaar.

eenlangeperiode,waarindebasisvanhetkoorwerdgelegd.

erwasonderdeledenveelrespectvoorzijnkundigheiden

gedrevenheid.HetkoorhadveeltedankenaanjanVermeulen.

onderzijnleidingvondenmemorabeleconcertenplaatsmet

werkenvanVerdi,Bruckner,Händel,Haydn,mozartenBach.

VooraldeMatthäus Passionvanj.s.Bachnameenprominente

plaatsin.VerschillendekerenwerdenvanBrucknerhetTe

DeumendeMis in Euitgevoerd.ookDie Jahreszeitenvan

Haydnstondregelmatigophetprogramma.Bijzonderwaren

deconcertenmethettriolouisvandijkwaarbijnegrospirituals

werdengezongen.

Kwesties

tussenbestuurendirigentspeeldenvanafhetbeginkwesties

overvakantiesenvrijetijd.Hetkwamvoordatrepetitiesniet

doorgingenenerruzieoverbetalingwas.naallerleigedoe

probeerdehetbestuurmetdedirigenttoteencontractte

komenwaarwederzijdseverplichtingeninmoestenworden

vastgelegd.tijdenshetoverlegbleekdatdedirigenthetpunt

vakantiebuitenhetcontractwildehouden.Hetbestuurhield

langvol,maarerkwamgeenovereenstemming.dedirigent

wildeondergeenbedingeencontract.Hijheeftzelfsmet

ontslaggedreigd.Inhetbelangvanhetkoorwerdbesloten

doortegaanzondercontract,hoeweldemeningenverdeeld

waren.algemeenwerdaangenomendat,alshetrepetitie-

bezoekzoslechtbleef,dedirigenttochwegzougaan.men

washeteensdathetkoordanuiteenzouvallenofeenzware

klapzoukrijgen.

Van alle tijden, alle

besturen en alle dirigenten

overhetalgemeenwillen

besturenendirigentenwater

indewijndoenomeen

goedeverstandhoudingte

creëren.Hethumeurvande

dirigentendeinspanningen

vanbestuursledenzijn

immersessentieelvoor

goedeengezelligerepetities.dooronvoldoendestuderenen

slechtrepetitiebezoekschietenalledirigentenweleensuithun

slof.niemanduitgezonderd.

eénvandebestuursledenwasbangdathetherhaaldelijk

aanmerkingmakenopslechtrepetitiebezoekenstuderen,

ledenzouafschrikken.“De dames zullen er nerveus van

worden,”merktedeheerH.op.“Een dirigent moet dat

aanvoelen, sommige mensen durven zich niet te uiten of naar

hem toe te gaan.”mevrouwB.hadeenbriefvanmevr.c.

ontvangenmetklachtenoverdedirigent.Hijzoueentegrote

mondhebbenopgezet.zijeisteexcuses.devoorzitterging

metdedirigentspreken.deheera.mengdezichinhet

gesprekensteldemetklem:“het bestuur mag de dirigent niet

aanvallen. De dirigent is onfeilbaar.”mevrouwj.kwamnog

eensterugopdesfeerdievolgensvelentegespannenis.was

dedirigentdeoorzaak?menvonddatzijnoptredenminder

gemoedelijkwasdaneertijds.Beslotenwerddatdeherens.

enVanV.zotactvolmogelijkmetdedirigentzoudenspreken.

ookin�007ontvingdevoorzittereenmailvaneenkoorlidmet

klachtenoverdedirigent.

Dirigent Jan Vermeulen (1958-1976)

�8

Aanvankelijk wilde Cantarella een concert geven met delen uit ‘Die Schöpfung’ van Haydn en het ‘Requiem’ van Cherubini in november 1958. Dit ging niet door in ver band met ziekte van de dirigent. Op de bestuurs-vergadering sprak men over een ziektekostenverzekering. Wat deze afgelasting het koor gekost heeft is niet bekend. Wel bevindt zich in het archief een brief van de Stads Doelen met de sympathieke mededeling “dat we van de huur voor de niet gebruikte zaal in november honderd gulden kunnen aftrekken.” Op de bestuursvergadering sprak de penningmeester zijn bezorgdheid uit over de financiële situatie. Hij stelde een contributieverhoging voor van tien cent per week voor de duur van één jaar.

Na de Matthäus Passion werd weer het ‘Requiem’ van Cherubini op het programma gezet, nu in combinatie met de ‘Alt Rapsodie’ van Brahms. Het koor kreeg van de gemeente vierhonderd gulden gesubsidieerd. Dat was veel te weinig. Het bestuur overwoog een goedkoop orkest en solisten te nemen en ging informeren naar de prijzen van zalen. De Doelenzaal kostte ƒ 175,-. Als een toegangsprijs van twee gulden gevraagd zou worden en ieder lid twee kaarten voor zijn rekening nam, kwamen we eruit. Of tóch maar de contributie met tien cent verhogen? Het bestuur besloot te gaan zoeken naar een conservatoriumorkest. Dit lukte helaas niet zodat noodgedwongen het Radio Kamerorkest gehuurd werd, waarvan de prijs ƒ 1.500,- was.

De prijs van de toegangskaarten werd uiteindelijk vastgesteld op ƒ 2,50, verkrijgbaar bij Hees & Co in de Choorstraat en, ook toen al, bij Van Buytene aan de Binnenwatersloot.

In de Nieuwe Haagsche Courant stond: “Uitgevoerd werd het ‘Requiem’ van Cherubini onder de bezielende leiding van Jan Vermeulen.” De verslaggever merkte op “dat er vooral onder de dames zich enkele bijzonder mooie stemmen bevinden.” De zaal was maar matig bezet en het Cantarella mannenkoor “kon zijn juiste volume niet vinden, waardoor het geheel niet in elkaar overvloeide.” Het mannenkoor zong de ‘Alt Rapsodie’ van Joh. Brahms. De soliste was Atie Letter. “Het publiek drukte na afloop in een enthousiast applaus zijn bewondering voor de verschillende vertolkingen uit.”

deeersteconcerten

Het vogeltje gaat zingen

Het eerste concert door Cantarella vond plaats op 25 m­­aart 1959 m­­et de uitvoering van de Matthäus Passion. Het bezoekersaantal was 891. Dit is het begin geweest van jaarlijkse uitvoeringen van deze passie door Cantarella.

Elckerlijc

Zodra het spel begint met de woorden:

“Ick sie boven uut mijnen throne, Dat al dat is int

smenschen persone Leeft uut vresen, onbekent,”

daalt een aandachtige stilte over het binnenplein

van het Prinsenhof en staan leden van Delftse

koren, waaronder het mannenkoor van Cantarella,

klaar om hun bijdrage te leveren.

�9

Het Vrije Volk berichtte over de ‘niet stijlvolle’ outfit van de koorleden: “Daarna deed het mannenkoor van Cantarella iets wat beter achterwege had kunnen blijven: voor het zingen van de ‘Alt Rapsodie’ van Brahms betraden de koorleden het podium….in hemdsmouwen en zwarte dassen. Sommigen zelfs uitgedost met bretels, vormden zij een potsierlijke en zeker niet stijlvolle groep achter het orkest.”

Een financiële ram­­p

Het tekort was ƒ 1.000,-. Er werd lang over nagepraat: mevrouw B. vond dat de leden niet genoeg kaarten hadden verkocht. Een voorstel was de volgende keer ‘de prijzen der plaatsen variërend te brengen.’ Ook was men van mening dat de kranten slecht in beweging te krijgen waren. Na dit alles zaten we met de gebakken peren: “hoe kunnen we dit tekort opheffen. Zullen we aan de leden een renteloze lening vragen?” De penningmeester maakte een circulaire met twee mogelijkheden: een vrijwillige bijdrage of een renteloze lening. Totaal leverde dit ƒ 982,50 op. De penningmeester wilde wachten dit te melden omdat trage leden anders niets zouden doen. Het definitieve bedrag van de renteloze lening was ƒ 1.075,- waarvan ƒ 355,- geschonken. Het bestuur probeerde nog wat los te krijgen bij de ‘Groot Industriëlen.’ Anderhalf jaar later werd bekend dat de premievrije lening was afgelost. Cantarella hield een saldo over van ƒ 206,14.

Elckerlijc

Elckerlijc is een 15e eeuwse ‘moraliteit’ uit de Rederijkers-periode. Vanaf 1949 werd dit toneelspel jaarlijks in Delft opgevoerd door de toneelgroep Concordia en later door de Nederlandse Comedie in het kader van het Holland Festival. De hoofdrol werd vele jaren gespeeld door Han Benz van den Berg (Elckerlijc). In de overige rollen schitterden Ellen Vogel (Kennisse), Ank van der Moer (Duecht), Fons Rademakers en Ramses Shaffy (Gheselscap), Henk van Ulsen, André van den Heuvel en de uit Delft afkomstige Ton Lutz. Dat de uitvoering van het stuk in Delft plaats vond kwam vrijwel zeker doordat de eerste druk van dit middeleeuws toneelspel in 1496 door een Delftse drukker (Chr. Snellaert) werd vervaardigd.

“Een indrukwekkend moment ontstond als de uit 1572 daterende Bourdonklok van 9 ton zwaar, over Delft

zijn sonore geluid liet horen, wat toen ook alleen bij speciale gelegenheden gebeurde.”

Gedurende een aantal jaren droeg het mannenkoor van Cantarella aan deze uitvoeringen bij, gedurende zes maal per week, o.l.v. Pierre van Hauwe. Dit leverde ƒ 100,- voor de verenigingskas op. Het stuk dat werd gezongen was ‘Miserere’ van Tomás Ludovico da Vittoria (1540-1611), een groot kerkcomponist uit de Romeinse school, tijdgenoot en vriend van Palestrina. Later kreeg Cantarella het verzoek om ook vijftig damesleden te leveren. Het bedrag voor de koorkas liep op tot ƒ 150,-. Bezoekersaantallen: 8078 in 1950 tot 1617 in 1971.

Delft verliest Elckerlijc

In 1975 verscheen in de Delftse Post het bericht dat Delft helaas zijn Elckerlijc was kwijtgeraakt. “Weer een traditie minder. Dit ligt niet aan de gemeente Delft noch aan Delfesta, maar wordt veroorzaakt doordat de bekende regisseur van openluchtspelen Carel Briels de opvoering in de paasweek wil houden.” Delfesta, de organisatie die in Delft culturele evenementen verzorgt, had in de lijdens-tijd de handen vol aan de jaarlijkse Matthäus Passion van Cantarella en zag geen mogelijkheid beide evenementen te organiseren. Carel Briels had Elckerlijc in de Nieuwe Kerk willen brengen: hij had leergeld betaald door de slechte weersomstandigheden bij sommige van zijn openluchtspelen.

�0

Een concert dat niet doorging

Slechts éénmaal in vijftig jaar is het voorgekomen dat een concert werd afgelast. Dat was op 16 november 1971. Dirigent Jan Vermeulen meldde zich om twaalf uur ’s middags op de dag van de uitvoering ziek. Het betrof de uitvoering van Tippett’s ‘A Child of our Time’. Het bestuur zag geen kans een vervanger te vinden en stond voor de onprettige taak alle medewerkenden en genodigden af te bellen. ’s Avonds moest men de bezoekers opvangen om deze boodschap te geven.Al op de bestuursvergadering van 16 juni 1971 merkte Vermeulen op dat hij zich “hogelijk ongerust maakte” over het op tijd gereed zijn met Tippett. Hij vond het beter dit werk een jaar later uit te voeren. Het bestuur meende dat dit niet kon in verband met subsidietoezeg-gingen. Uitstellen zou het koor niet ten goede komen, de motivatie van de leden stond al op een laag pitje.

Beraad bestuur

Een dag later beraadde het bestuur zich. De secretaris kreeg opdracht een brief aan Vermeulen te sturen met de motivaties om het concert in november door te laten gaan. Met name ging het over toegezegde subsidies:

In2003namCantarellarevanchemeteenindrukwekkendeuitvoering

“het bestuur zal in overleg met dirigent en leden nadere maatregelen overwegen.” In september werden de solisten gecontracteerd voor ƒ 3.650,-. Het Gewestelijk Orkest vroeg ƒ 3.850,-. De Aula van de TH was gehuurd, waar de kosten voor het podium ƒ 920,- bedroegen. De totale kosten werden geschat op ƒ 11.000,-. We hoopten voor ƒ 6.000,- aan kaarten te verkopen. Het tekort moest uit de reservepot komen.

Fiasco

Men kan als hedendaags lezer vraagtekens zetten bij dit fiasco. De heer Vermeulen sprak al in juni zijn bezorgd-heid uit. Daartegenover staat dat hij zich pas op de dag van de uitvoering ziek meldde. In de notulen van januari 1972 stond in ieder geval: “de opstelling tegenover Vermeulen zal normaal moeten zijn, hoewel waakzaam­heid geboden blijft. We zullen hem vragen om een programma op de lange termijn.” De verhouding met de dirigent was daarna zeer gespannen.

Ledenvergadering

Op de ledenvergadering werd uitgebreid nagekaart: “Ondanks het passen en meten hadden we een zwaar

NieuweHaagseCourant,17november1971

��

repetitieschema dat nodig was om tot een verantwoorde uitvoering van ‘A Child of our Time’ te komen.” “Bijna verbeten werd gerepeteerd om dit moderne werk onder de knie te krijgen. De uitvoering zou plaats vinden op 16 november 1971 in de Aula van de TH waarbij we ook de ‘Chorfantasie’ van Ludwig van Beethoven zouden zingen. Als solisten waren gecontracteerd Nelly van der Spek, Magda van Oorschot, Ria Boilen, John Bröcheler, Duncan Robertson, Jouke Krediet en Harry Holtman. De generale repetitie was toch een gedeeltelijke voldoening die we voor dit werk leverden. Toen het geheel geklonken had, slaakten velen een zucht van tevredenheid. Onbegrij­pelijk was dan ook het bericht in de middag van de zestiende november toen we hoorden dat het concert niet doorging wegens ziekte van de heer Vermeulen.

Hoewel het bestuur handen tekort kwam om solisten, genodigden, publiek en leden een vergeefse reis te besparen waren geen woorden te vinden voor deze enorm verlam­mende teleurstelling. Allerwegen was grote deelneming, ook uit de koorwereld en van de Bond. Er kwamen adviezen en suggesties in een oerwoud van gedachten.

Moeilijk en vol misverstanden ten opzichte van bestuur en dirigent waren de weken die volgden. Het was noodzakelijk enkele malen een extra ledenvergadering te houden. Het bestuur zette zijn zienswijze uiteen en de leden uitten zich over hun opvattingen. Gesteund door een overgrote meerderheid zette het bestuur zijn werk voort. In een gesprek tussen dirigent en bestuur, waarbij tevens uit de leden mevrouw B. en de heer N. en van de Bond, de voorzitter de heer Brune, aanwezig waren, werd overeen­stemming bereikt.” Tot zover het verslag.

De totale verliespost bedroeg ƒ 6.513,04. De penning-meester hoopte nog wat uit de rijkssubsidiepot te ontvangen.

Anno 2008 vertellen Nelly van der Spek, soliste en Pierre van Hauwe, destijds dirigent van het Gewestelijk Orkest, vrijwel hetzelfde: volgens hen had Vermeulen moeilijkheden met het orkest, “hij was nu eenmaal koordirigent en geen orkestdirigent.”

Daar kwam nog bij dat het koor in dit moeilijke werk niet voldoende presteerde waardoor Vermeulen het niet meer zag zitten. Beter je afmelden dan een slechte uitvoering.

Zingen onder leiding van dirigent Jan Verm­­eulen

“Ongeveer 17 jaren heeft hij de dirigeerstok boven ons aller hoofden gezwaaid en ook vóórdat er een gemengd koor was, heeft hij met behulp van de piano en zijn stem, de muziek in de hersenen van de bassen en tenoren gepompt. Ook gaf hij uitleg over de betekenis van de muziek, alsof wij een examen moesten afleggen. Korte tijd na aanvang van de repetitie liep hij gewoonlijk zwaar stappend... of beter gezegd... stampend voor de dames en heren langs, in de éne hand het muziekboek en met de andere beukend aangevend hoe het moest worden. En dan die stentorstem!! Oei! Oei! ‘Denk om de klankeenheid in uw partij, ik hoor geknars in een keel’ en ‘voor in de mond zingen. Ja, nu is het al veel mooier, nu even allemaal tegelijk inzetten’.

Arme pianiste, hoe kwam zij boven alles uit en hoeveel keer klonk het, herhaling!! Wee de valse noot die uit een groep kwam. Herhalen!! Ónze dirigent, zelf één en al muziek! Ook niet te vergeten de momenten dat het wat onrustig werd onder de zangers. De warmte kon een rol spelen, of het verlangen naar een kop koffie na anderhalf uur zwaar repeteren, of er moesten wat nieuwtjes aan elkaar worden verteld. Ja, dan kwam van de bok wel eens een onverwachte uitval….. mooi of niet mooi..., die de nodige rust bracht. Aan het einde van de repetitie kwam veelal het woord ‘sorry’ uit de mond van de dirigent en ‘ik heb het zo niet bedoeld’. Natuurlijk, dat wisten wij wel en aanvaardden het vanzelfsprekend. En ook waarom dit moest worden gezegd, in het belang van datgene wat wij ook wilden, goede zang voor een publiek dat zijn enthousi­asme niet onder stoelen of banken stopte!! Geen getreur hoor, want het kwam altijd goed, al moesten we tot op de laatste repetitie horen dat het nóg beter kon en …denkende aan de Matthäus Passion… nog beter dan vorige jaren! En hoé waren die uitvoeringen! Steeds vol lof.”

Er waren veel ‘kwesties’ tijdens de periode waarin Vermeulen het dirigeerstokje zwaaide maar er was ook veel waardering voor zijn bevlogenheid. Jan Vermeulen zei vaak als eerste “sorry, ik heb het zo niet bedoeld.” Het bestuur zorgde in ieder geval dat hem bij het afscheidsconcert door de burgemeester de versierselen van een koninklijke onderscheiding werden opgespeld.

��

Hoeindelftdematthäuspassiontraditieontstond

De glorie van de lijdensweg

De allereerste Delftse Matthäus Passion werd in de dertiger jaren uitgevoerd door ‘Toonkunst Delft’ o.l.v. Henk van den Berg. In die lang vervlogen tijden was er nog een duidelijke scheiding tussen ‘deftige koren’ en ‘volkskoren.’ Toonkunst behoorde tot de eerste groep en telde veel notabelen onder haar leden. Vooral het dameskoor was een élitegroep: vrouwen van doktoren, fabrikanten en professoren. De uitvoering van de Matthäus Passion dreigde door geldtekort spaak te lopen; gelukkig was de oplossing nabij toen een particuliere mecenas het tekort bijpaste. Van deze Matthäus is bekend dat de beroemde zanger Jacques Urlus, de Caruso van het noorden, de evangelistenpartij zong.

In 1962 passeren de eerste statuten van Cantarella de notaris. Er werd een artikel opgenom­­en waarin m­­en zich verplichtte ieder jaar de Matthäus Passion uit te voeren. Lang vóór Cantarella waren in Delft andere koren die dit oratorium­­ uitvoerden. We gaan terug naar de jaren dertig van de vorige eeuw.

UitvoeringvandeMatthäus

Passionin1971.Onderde

solistenNellyvanderSpekeneenjonge

MarcoBakker.

��

Het vroor dat het kraakte

Bij de tweede uitvoering door Toonkunst in de Oude Kerk vroor het dat het kraakte. De kerk was niet verwarmd en het publiek zat te beven van de kou. De onvergetelijke sopraan Jo Vincent zong gehuld in een zware bontmantel de sterren van de hemel, terwijl zij zich staande hield op een warme stoof. De verkleumde concertmeester Sam Swaap had een hoed opgezet en was gewikkeld in wollen dassen. Voordat hij zijn vioolsolo in het prachtige ‘Erbarme dich’ inzette, nam hij zijn hoed af. Voor de orkestleden waren er warme stoven, maar niet genoeg zodat tijdens het spelen de stoven (met een kooltje vuur), van voet naar voet werden geschoven. Ondanks de kou was een grote massa mensen op het concert afgekomen. Ook zij lieten zich niet afschrikken. Het lijkt allemaal erg primitief, maar dit dappere pionierswerk van Cantarella’s voorgangers mag niet onvermeld blijven.

Eduard Flipse

In de jaren veertig en vijftig was in Delft een traditie ontstaan die we ‘Delft en de Matthäus Passion’ zullen noemen. Door de toenmalige culturele organisatie ‘Kunst aan het Volk’ werd dirigent Eduard Flipse van het Rotterdams Philharmonisch Orkest benaderd. Deze trok met een complete karavaan van 300 mensen naar Delft en gaf in de Nieuwe Kerk gedenkwaardige uitvoeringen. Er werkten aan mee: het 150 leden tellende Rotterdams Philharmonisch Koor, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en een groot jongenskoor uit Rotterdam West. Zes jaar lang kwam het publiek met busladingen vol om te luisteren naar de Delftse Matthäus Passion, ook “omdat de wijdingsvolle sfeer van het historische kerk­gebouw met zijn hemelhoge gotische gewelven” hen sterk aansprak. Men moet denken aan bezoekersaantallen van 2000 mensen. Toen Flipse stopte kwamen in de begin jaren vijftig plannen op tafel deze passie weer door een Delfts gezelschap uit te voeren. In de Federatie kwamen stemmen op die zeiden: “Delft heeft genoeg potentie. We moeten zelf een passie kunnen neerzetten.”

Delfts Federatiekoor

Zowel in 1954 als in 1955 werd door een Federatiekoor de Johannes Passion uitgevoerd. Eerst o.l.v. Pierre van Hauwe, daarna door Wim Bruning. Jan Vermeulen werd

in 1955 dirigent van ‘De Delftsche Nijverheid.’ Samen met Nic. Hesseler probeerde hij een flinke groep zangers bij elkaar te brengen. Hij riep in 1957 mensen op mee te doen met de Matthäus Passion, waarbij hij zich richtte tot de besturen en leden van Delftse koren. Dat had als resultaat dat een Federatiekoor in 1958 de Matthäus Passion uitvoerde. De eerste Matthäus Passion van Cantarella vond plaats in de Nieuwe Kerk in Delft op 25 maart 1959.

Delfesta

In Delfesta was een speciale commissie ‘Matthäus Passion’ waarin Cantarella één of meer zetels bezette. Niet alleen zorgde Delfesta voor de financiering, maar zij regelde ook orkest, solisten e.d. Op een ledenvergadering ontstond enig oproer. De heer M. vond dat we teveel aan de leiband van Delfesta liepen. “Wij verdienen een financiële beloning voor het uitvoeren van de Matthäus Passion.” De voorzitter antwoordde dat Delfesta een tekort had op het concert van ƒ 10.000,-. Ook de heer Z. mengde zich in de discussie. Hij vond dat wij te veel de knechten van Delfesta waren. Het antwoord luidde “dat Delfesta financiert en organiseert. Wij werken inderdaad pro deo, maar zijn geen knechten van Delfesta. Wij mógen de Matthäus Passion uitvoeren.” Op de jaarvergadering bedankte het bestuur de leden: “Hier is een woord van dank op zijn plaats, want twee of drie repetities per week is een opdracht. Vooral voor vele dames die toch ook hun huishouden hebben.”

Het loopt niet altijd van een leien dakje

In het roemruchte ‘Elfstedentocht jaar 1963’ werd men geconfronteerd met allerlei moeilijkheden. De kaarten en raambiljetten waren laat en enkele solisten vielen uit. Gelukkig had Cantarella de zeer bekende Aafje Heynis voor de altpartij kunnen contracteren. Helaas kreeg Tom Brandt, de evangelist, tijdens de generale repetitie een hartaanval en belandde in het ziekenhuis. Er moest snel een vervanger gezocht worden, die men in Arjan Blanken vond. Bovendien ging het gerucht dat de publieke belangstelling minimaal was daar het zeer koud was en vroeg in de lijdenstijd. Toch kwamen 1407 bezoekers naar het concert. Eén van Cantarella’s leden anno 2008, destijds bij de uitvoering, memoreerde dat het onmogelijk was de kerk per fiets te bereiken. Er lag

�4

Recensie uit Het Vrije Volk van 26-03-’59

Delftse Matthäus Passion heeft beloften vervuld

“Jan Vermeulen en Cantarella hebben gisteravond met de uitvoering Van Bach’s Matthäus Passion de kroon gezet op het werk, dat zij zo vele maan­den met grote toewijding hebben verricht. Delft heeft zijn eigen Passion gekregen, uitgevoerd door een koor dat hiermee een artistieke prestatie van de eerste orde heeft geleverd. Waren er tijdens de eerste Delftse uitvoering vorig jaar, nog vele punten die grote verbetering behoefden, ditmaal kunnen we inderdaad spreken van een uitvoering, die de toets der kritiek glansrijk kan doorstaan. Jan Vermeulen heeft een passiemuziek opgebouwd, die in de eerste plaats religieus is, zonder effecten en zonder romantische allure. Daarmee heeft hij zichzelf een grote opgave gesteld, wil de dramatische spanning van dit aangrijpend menselijk gebeuren inderdaad worden overgedragen op de toehoorders. Hij heeft zich dan ook niet ontzien, om waar nodig voor het koor uiterst moeilijke, snelle tempi te gebruiken.

Koorprestatie

Het koor heeft, gevormd en gekneed als het is door Vermeulen, prachtig aan deze eisen voldaan. Het klonk vrijwel overal helder en doorzichtig, was accuraat en intoneerde zeer zuiver. Zelfs koren als “Der du den Tempel Gottes zerbrichst” klonken spanningsvol, krachtig gearticuleerd en vooral: verstaanbaar.Zo heeft Cantarella dus van deze Matthäus Passion een aangrijpende belevenis gemaakt, vol van prachtige momenten. Met nadruk zij hier gewezen op de ingetogen, vol begrip en overtuiging gezongen koralen. Heldere stemvoering en door rijke nuancering onderstreepte tekst maakten deze koralen, waarin het koor een grote homogeniteit en sonoriteit bezat, misschien wel tot de mooiste gedeelten. Een compliment voor het jongens­koor, dat door zijn grote sterkte en zuivere klank een goed evenwicht met het grote koor vormde.

Lof voor solistenVoor de solisten Tom Brandt, Hans Wilbrink, Jeanette van Dijck en Wilhelmina Matthes kunnen we grote lof hebben.

Goed orkest

Het Radio Kamerorkest, voor deze gelegenheid versterkt door leden van het Radio Filharmonisch Orkest, heeft zijn taak consciëntieus volbracht, al bleek dit orkest niet de souplesse te bezitten, die men zou verwachten. De continuo groep met o.a. Jan J. van den Berg aan het orgel, lieten zich van hun beste zijde kennen. Met het slotkoor, dat schijnbaar onvermoeid werd gezongen, was Cantarella aan het eind van een uitvoering, zoals we die in Delft zelden van de Matthäus Passion hebben gehoord. Gelukkig wordt ook het aantal coupures steeds kleiner, zodat we de hoop kunnen uitspreken, onder de voortreffelijke muzikale en vormende leiding van Jan Vermeulen nog eens een integrale uitvoering in de Nieuwe Kerk te mogen beleven.”

m.j.Frölich

�5

In de Cantafoon van 1972 stond het volgende vermeld:“UitdezebedragenblijktweldatwijDelfestadankbaarmogenzijn,datzijonsiederjaarweerindegelegenheidstelt,deMatthäusPassionuittevoeren.Hetaantalbezoekerslooptterugendaarkunnenwijwelietsaandoen!Zijnwijniettelaksmetreclamemaken?MisschiendenkenwijdatDelfestahetvooronsdoet.Dochalsdekostenstijgen,zoudatindetoekomstlelijkkunnentegenvallen.”

wel 20 cm sneeuw. Zij had bij die gelegenheid een taxi genomen.

Bij de uitvoering een paar jaar later ontstond een conflict met Van den Berg. “Voor het eerst sinds 1955 zal de organist van de Nieuwe Kerk, Jan J. van den Berg verstek laten gaan. Delfesta heeft hem niet kunnen overtuigen dat Bach’s Matthäus Passion met evenveel (toe)wijding kan worden vertolkt in de Aula van de TH als in de Nieuwe Kerk. Delfesta koos hiervoor omdat de aula comfortabeler was dan de Nieuwe Kerk en dacht hiermee veel publiek te trekken. Van den Berg vond dat er een societygebeuren van werd gemaakt.”

Verkorte uitvoeringen

Regelmatig werd de heer Vermeulen geadviseerd geen coupures meer in de Matthäus Passion aan te brengen. Hij deed dit naar het voorbeeld van de bekende dirigent Willem Mengelberg, omdat veel bezoekers het “een te lange zit vonden.” Om hieraan tegemoet te komen werden verkortingen aangebracht in koordelen: niet alle coupletten van een koraal werden gezongen. Het bestuur was het daar niet mee eens: “voor een verkorting kunnen de herhalingen van de solisten weggelaten worden, maar niet die van het koor.” De verkorte uitvoeringen waren vooral bedoeld voor studenten en scholieren. De toegangsprijs was ƒ 2,50.Ook was de rolverdeling binnen het koor vroeger anders. Alle delen werden samen gezongen, zonder onderscheid tussen koor I en II, behalve als verschillende rollen werden ingevuld. Toen daar verandering in kwam bracht dit voorzitter Wil Steffen tot de uitspraak: “En wat is koor I prachtig! De leden van koor I vinden dat ook van koor II en dat is erg verheugend, want uiteindelijk kun je geen kritischer publiek krijgen dan de eigen leden. Een pluim voor de inzet van allen en voor de heren in het bijzonder!! De proef in de Nieuwe Kerk is ten volle geslaagd.”

Zwarte prijzen in 1976

“Heeft de aula sinds haar bestaan ooit zoveel mensen bevat? Is het in de geschiedenis van de Delftse Matthäus Passion ooit voorgekomen dat door teleurgestelde belangstellenden zwarte prijzen geboden werden? Het was de 18e en laatste Matthäus Passion die Jan Vermeulen met zijn geliefde Cantarella gaf. En met veel succes. Bezoekers

moesten inschikken om iedereen een zitplaats te geven. De aula was afgeladen en het publiek bood het dubbele van de toegangsprijs. Jan Vermeulen roemde in een bewogen slotwoord de uitvoering als de beste prestatie die het koor ooit geleverd had.”

Traditie weer opgepakt

Vanaf 2004 bestaat een samenwerkingsverband tussen vier koren en de gemeente Delft voor financiering van een jaarlijks passieconcert. Door deze regeling wordt deze koren de kans geboden één maal per vier jaar een passie uit te voeren. Het betreft de koren: Vivace, St. Michael, Krashna Musica en Cantarella.

Trots

Met trots kunnen we vaststellen dat Cantarella kans heeft gezien in 50 jaar 51 maal de Matthäus Passion uit te voeren, meegerekend de vijf keren dat Cantarella als gast van Soli Deo Gloria in Sliedrecht koor 1 voor zijn rekening nam.

Meestal waren de uitvoeringen integraal, maar soms ook in verkorte vorm. Een aantal malen werd de

Bezoekers Ontvangsten(in guldens)

Uitgaven(in guldens

Nadelig saldo(in guldens

19591960196119621963196419651966196719681969197019711972

891 2927,07 7716,78 4789,711679 5824,50 10081,72 4257,221645 5648,00 11245,69 5597,691485 5264,00 10714,29 5450,291407 5054,00 13162,24 8108,741424 5437,50 13944,66 7607,161860 9537,70 15231,54 5694,041433 7639,12 14885,35 7246,231946 10307,00 16975,57 6668,571536 7940,50 18000,42 10059,921453 8699,20 17468,65 8769,451364 8518,00 19110,70 10592,701234 9300,00 21200,48 11900,481042 7350,00

Totaal 20399 99446,59 189738,09 96742,20

�6

Matthäus Passion in Poortugaal uitgevoerd. Formeel waren dit generale repetities, die echter als uitvoeringen werden gebracht. Op voordracht van onze erevoorzitter en inmiddels burgemeester van Poortugaal Nic. Hesseler, kon Cantarella zich een plaatsje veroveren in het culturele leven van deze plaats.

Alles bij elkaar heeft Cantarella een prestatie van formaat neergezet die in 2010 zal worden voortgezet. Pierre van Hauwe noemt het anno 2008 een uitkomst dat Cantarella in 1958 werd opgericht. Eindelijk weer een koor in Delft dat zich op de grotere oratoria zoals de Matthäus Passion en de Johannes Passion kon richten. We stellen met hem vast: “Cantarella heeft waargemaakt, waarvoor het werd opgericht.”

50 jaar dirigenten Cantarella

janVermeulen �958-�976

*dirigenta.i.Bertvanmourik april/oktober�976

joopschets �976-�98�

Henkgalenkamp �98�-�988

*dirigenta.i.marijkevanklaveren februari/mei�988

maartensurtel �988-�994

stephenkavelaar �995-�996

johansonneveld �996-heden

�7

janVermeulenoverhandigdededirigeerstokin�976aande

�6-jarigejoopschets,diealsnelhetkoorendeconcerteneen

eigenkaraktergaf.zijnzienswijzeenartistiekeaspiraties

haddentotgevolgdatmeerwerdgedaanaankwaliteits-

verbetering.Hetresultaatwaseenkoormetenthousiasteen

volijverigeleden.joopschetsdirigeerdecantarellatot�98�.

eenperiodevanbetrekkelijkerustengoedeconcerten.onder

leidingvandezejongedirigentzongcantarellaachtmaalde

matthäuspassionentweemaaldejohannespassion.

Eerste concert m­­et Joop Schets

Indecantafoonstondeenverslagvanheteersteconcerto.l.v.

joopschets.uitgevoerdwerdenwerkenvanHändel,Bach,

Haydn(delenuitde‘jahreszeiten’),mozartenhet‘tedeum’

vanBizet.

“Op de generale gingen we dan ook ten dele mooi door het

behang. Onze nieuwe dirigent moet wel koude rillingen

gekregen hebben. Maar allez, een slechte generale, een goede

uitvoering, riepen we tegen elkaar hoewel sommigen gezichten

trokken alsof ze naar de galg gingen. De heer Schets sprak ons

moed in, dat getuigde van moed bij hém.

Het was een indrukwekkend moment toen de volgende dag

Joop Schets, rijzig, jong en ‘met vaste tred’ naar de dirigenten­

plaats stapte. 0, wat ging er in hem om? Er was niet veel reden

tot optimisme. Het was weliswaar niet z’n eerste concert en hij

wist misschien dat we, met het pak slaag van de vorige dag nog

vers in het geheugen, wakker, geladen en gespannen, grimmig

besloten waren dát niet te herhalen. Het ging redelijk goed.

Alles kwam er ordelijk en zelfs geïnspireerd uit. Onder de

aanwezigen waren Jan en An Vermeulen en mevrouw Oele,

onze burgemeestersvrouw.”

Verlaat jubileum­­concert in januari 1979 m­­et ‘Die Schöpfung’ van Haydn

ondanksdeonbegaanbarestratenwasdeaulavandetHvoor

deuitvoeringvan�6januarivoor�/�deelbezet.cantarella

kreegindeperssamenmethaardirigentjoopschetsallelof

toegezwaaid.

trouwberichttedater“meer

aan de nootjes is gedaan dan

het instampen. Men is

duidelijk ook toegekomen

aan koortechniek. Daarvan

plukte men gisteravond de

vruchten: Haydn’s oratorium

kreeg niet alleen technisch

gestalte, ook muzikaal wist

men het werk inhoud en boeiende kracht te verlenen.”

Kerstconcert 1982

“In eerste instantie werd de niet zo grote opkomst in de zaal

geweten aan een optreden van Vader Abraham in de

Stadsdoelen en het vertonen van de zoveelste aflevering in de

serie ‘De Hammonds’ op de televisie, maar bij navraag bleek

dat ook de Stadsdoelen slechts een 400­tal plaatsen verkocht

had. Op onze uitvoeringsdatum was zoveel te doen geweest,

dat onze stadgenoten moeilijk een keuze konden maken. Een

betere coördinatie is geboden, waar door Buro Welzijn hard

aan gewerkt wordt. Ik vraag me alleen af waarom we zo bang

waren voor onze beste, brave Bach. We kenden de mis echt

wel; zo goed zelfs dat de heer Schets het niet nodig vond dit

werk op onze laatste repetitie te zingen (en misschien zat daar

wel de adder onder het gras). In ieder geval een fijn concert,

wat een goede try­out is voor onze komende Matthäus

Passion.”

joopschetsheeftmetcantarellabereiktdaterveelmeer

aandachtkwamvoorkwaliteitsverbetering.Hijverlietde

verenigingin�98�omelderszijncarrièrevoorttezetten.

Dirigent Joop Schets (1976-1983)

�8

Financiëntoenennu

Hoe knopen we de eindjes aan elkaarIn vijftig jaar is er veel veranderd in het werk van penning-m­­eesters en contributie inners. Wat niet is veranderd zijn de tekorten op de begrotingen. Vaak was er sprake van protesterende leden bij contributieverhogingen, m­­aar ook veerkracht om­­ m­­et creativiteit de problem­­en op te lossen.

De contributie inning gebeurde vroeger voor de aanvang van de repetitie. Men gebruikte school-schriften en registreerde met een vulpen. Ter voor-koming van misbruik werd het noteren met een potlood sterk ontraden. In bijna iedere bestuurs-vergadering werden namen genoemd van mensen met contributieachterstand.

Een stuiver of een dubbeltje

Het bestuur werd gevoelig met de neus op de feiten gedrukt toen er een voorstel op tafel kwam de contribu-tie met tien cent per week te verhogen. In de ledenverga-dering veroorzaakte dit veel tumult. De leden dienden een tegenvoorstel in om er vijf cent van te maken. De penningmeester verdedigde zich te vuur en te zwaard maar moest inbinden, waarop de voorzitter verzuchtte: “Je kunt nu eenmaal niet alles ineens doorzetten.” De opbrengst van de vijf cent contributieverhoging werd in een reservefonds gestort. Ook drie jaar later accepteerden de leden een dergelijke contributieverhoging niet. Men kon het niet betalen. Ook werd gezegd dat het op die

manier moeilijker zou worden leden te werven. Uiteinde-lijk werd ook deze keer een compromis bereikt van vijf cent per week.

In 1969 was het lid De V. het aalmoezen vragen voor de ziekenpot zat. Hij zag liever een contributieverhoging met tien cent.

Archaïsch denken

In 1962 was het bestuur zover dat het financieel verslag op de ledenvergadering werd uitgereikt. Wel werd dit aan het eind weer ingenomen. Mevrouw M. wilde het verslag vóór de vergadering hebben en de heer B. vroeg of het stencil vooraf thuisgestuurd kon worden. Deze verzoe-ken werden afgewezen waarop de heer B. protesteerde: “Hoe kan ik controleren of er juist met de penningen wordt omgegaan?” Daarop werd een kascommissie benoemd. Aan dit fenomeen moest men wennen want een jaar later bleek dat vergeten was deze aan het werk te zetten.

Slip A of slip B“Omdat mevrouw de J. meldt dat veel leden langdurig afwezig zijn of

achter zijn met contributiebetaling zal de heer K. circulaires maken

met een aanmaning, waarin een termijn wordt gesteld, resp. met

royement wordt gedreigd. De penningmeester heeft voor deze actie

twee aanmaningsslips opgesteld. Te noemen slip A en slip B. Slip A zal

worden verstuurd bij drie maanden contributieschuld. Slip B bij vier

maanden. Deze laatste zal aangetekend worden verzonden”.

zalhethelpen?

Overzichtcontributiemei1959-april1960

�9

De heer R. zei dat hij hopelijk ‘metterdaad’ zou worden ingeschakeld. Dit werd onder grote hilariteit beloofd.

Het busje

In dit potje konden leden op vrijwillige basis een kwartje per week storten. Op de vergadering waarop dit werd voorgesteld waren 140 personen. Slechts twee leden stemden tegen. Bij een tekort leende men een bedrag uit het busje, waarna het later weer terugkwam.

Kwartjespijp

In 1998 trad bijna hetzelfde verschijnsel op: Er was een flink tekort en wat werd er voorgesteld? “We schaffen een ‘kwartjespijp’ aan, waarin leden hun kleingeld kwijt kunnen.” Het bestuur ging er een staatslot voor kopen. In totaal leverde het ƒ 55,45 op. Er viel geen prijs op het staatslot, althans dat blijkt nergens uit. Er was ook een vakantiemuntenpot: ƒ 80,60.

In 2007 was er een laatste kans guldens, kwartjes enz. in te leveren voor euro’s. Men onderzocht oude potjes, broekzakken en portemonnee’s. Dit leverde € 129,- op.

Het schriftje

Dit financieel fenomeen werd gebruikt in de zeventiger jaren. Enkele dames die kostuumnaaister waren stortten het geld dat zij in rekening brachten voor het vervaar-digen van koorjaponnen in de clubkas. ‘Dienstenveiling avant la lettre.’ Dit geld werd buiten het beeld van officiële stukken in het schriftje bijgehouden, daar er van het Anjerfonds ook een vergoeding voor koorkleding was binnengekomen.

Een latere boekhouder vond dit geen juiste gang van zaken en noteerde het door de dames verdiende geld alsnog in het kasboek. Dit had tot gevolg dat het koor tijdenlang niet meer in aanmerking kwam voor subsidies.

DienstenveilingIndenegentigerjarenwasdefinanciëlesituatievan

hetkoorweernijpend.creatiefdenkendekoorleden

steldeneenzgn.dienstenveilingvoor.ditideewerkt

alsvolgt:ledenbiedenhundienstenaan,deleden

diehiervangebruikmakenbetalenaandekoorkas.

ditbrengtsteedsaardigwatgeldop.

ookwordenenwerdenworkshopsenscratches

georganiseerdomextrainkomstenbinnentekrijgen.

dezefinancieelsuccesvolleinitiatievenzijnbedoeld

voorzoweldeeigenledenalsvoordeelnemersvan

buitenaf.recentevoorbeelden:descratchcarmina

Buranaendeworkshops‘smartlappen’en

‘oratoriumzingen’.

Hetbestuuranno1978,bijhettwintigjarigbestaan.V.l.n.r.,staand:JaspervanVliet,Ron

Edenburg,PietdeReus,WilSteffen.Zittend:GréDouma,WilKramer,

VeronicavandenBeukel,CoHeimansenKittyKampf.

KwitantievoordecontributievanConnyPeterse,juli1967

�0

Hoekomteenkooraan�60stuksbladmuziek?

Huren, kopen en kaftenHet werk van de bibliothecaris was vroeger anders dan anno 2008. Men werkte veelal m­­et huurpartijen. Tegenwoordig kopen de m­­eeste leden de partituren. Dit vereenvoudigt het werk en pakt voor de vereniging voordeliger uit.

De eerste jaren deed men als volgt: het bestuur deelde in de gang de partituren uit. Deze zaten in kisten en bakjes. Men mocht de muziek niet mee naar huis nemen, “want de leden zullen dit vuil maken, of vergeten mee te nemen.” Er werd kennelijk niet verwacht dat er thuis gestudeerd werd. Te begrijpen was dit allemaal wel: de muziek was óf eigendom van de vereniging óf werd gehuurd. Bij ontbreken en gebreken moest het koor betalen en geld was er niet. Toch werd hier driftig over gediscussieerd. In 1965 kwam de vraag naar voren of de muziek mee naar huis mocht worden genomen. Dit werd toegestaan

maar tegen ƒ 1,- voor één tot drie partijen van kleine muziekstukken en ƒ 1,- voor de Matthäus partituur.

Statiegeld

Vijf jaar later betaalden leden nog steeds statiegeld voor geleende bladmuziek. In de bestuursvergadering kwam de afschaffing aan de orde. Mevrouw B. was het er niet mee eens. “Er zijn steeds raadsels van verdwijningen en wie is de schuldige? Grote zekerheid kan alleen verschaft worden bij controle van alle mappen en dat is niet te doen.” Ook klaagden de bibliothecaressen dat er met de mappen werd gegooid. Het bestuur besloot dat iedereen de muziek op zijn stoel moest laten liggen, waarna de dames de mappen gingen opbergen. De partituren werden genummerd en ieder lid was aansprakelijk voor zijn eigen nummer. Er mocht niet worden geknoeid of mee naar huis worden genomen.

In 1970 beheerde mevrouw De B. de bibliotheek. Zij wilde meer zorg gaan besteden aan het uiterlijk van de muziek en zou graag zwarte mappen hebben. De penningmeester zag graag de partijtjes van de Matthäus gecontroleerd en zo nodig vervangen. Uitgebreid werd dit besproken met als resultaat dat mevrouw De B. de mappen mocht bestellen. “Ze is stomverbaasd en heerlijk blij. Ze gaat meteen aan de slag.” Helaas was er opont-houd bij de douane.

Een paar jaar later mochten de leden voor het eerst hun partituur mee naar huis nemen. De reden: “Zo ontstaat de mogelijkheid tot het thuis studeren. Tevens verlicht het de taak van de muziekbeheerster.”

Bonden

Wie denkt dat Cantarella altijd bij dezelfde bond was aangesloten, heeft het mis. Cantarella ontving een boekje van de Koninklijke Bond van Christelijke Zangvereni-gingen. “Het predikaat christelijk kan ons koor niet opspelden, we gaan onderzoeken of er een neutrale bond is.” We werden voor één jaar lid. “Deze neutrale bond heeft geen politieke kleur en biedt dezelfde voordelen.” Eén van de opties was de ‘Bond van Arbeiderszang-

Heelveelnoten,allesbijelkaar.Alskoorlidverzameljegaandewegeenindrukwekkendehoeveelheidpartituren.

��

verenigingen.’ Er ontstonden al snel moeilijkheden bij het verkrijgen van muziek via de neutrale bond, zodat deze op ‘onjuiste wijze’ moest worden geleend bij de Christelijke bond. “Uit dit botsend contact is grote waardering ontstaan en genieten we van de zeer goede service. Na vele jaren moeilijkheden konden wij zeggen: het is fijn, lid van een christelijke bond te zijn.”

In het clubblad werden vragen gesteld over het lidmaatschap van een christelijke bond. “Waarom is Cantarella, dat een neutraal koor is, lid van een christe-lijke bond?” “De voornaamste reden was dat de biblio­theek veel beter is. Er wordt sneller gewerkt en er is meer in voorraad. Bovendien werkt de organisatie in haar geheel veel serieuzer. Vandaar…. maar Cantarella blijft een neutraal koor.”

Toch werd na veel wikken en wegen besloten deze bond te verlaten. “Hoewel deze bond voortreffelijk werk verricht, is hij zich de laatste jaren meer en meer gaan toeleggen op het christelijke karakter. Hoewel hiervoor respect gevoeld kan worden, betekent dit dat Cantarella daar niet meer op haar plaats is.” Besloten werd aanslui-ting te zoeken bij de Koninklijke Bond van Zang-en Oratoriumverenigingen. Vier jaar later waren er veel klachten over deze bond wat betreft de levering van muziek. Er werd veel voor gevoeld terug te gaan naar de christelijke bond. Voor zover na te gaan, is Cantarella vanaf 1983 lid van deze bond. De voordelen van het lidmaatschap zijn: goede samenwerking bij het aantrek-ken van solisten, het gebruik van de bibliotheek en de afhandeling van Buma rechten.

Kaften

Men moet niet denken dat het bestuur alleen te maken had met grote problemen. Het fenomeen ‘kaften van partituren’ kwam vrijwel alle jaren terug, waarbij veel ergernis optrad als leden weer eens met een ongekafte partituur op het podium verschenen. Wij nemen u mee in de kaftengeschiedenis van Cantarella van zwart, naar wit, van blauw, groen, rood en geel en toch weer naar zwart.

Tot zeker in de jaren tachtig was er bij het bestuur weinig vertrouwen dat een koorlid met het juiste kaft om de partituur op het podium zou verschijnen. In de bestuurs-vergadering zei een lid: “Daar komt niets van terecht.”

Om nalatigheid te voorkomen kaftte het bestuur alle boekjes. Gewapend met papier, schaar en lijm belegde men zgn. kaftmiddagen. Vooral toen er nog 160 leden waren een omvangrijk karwei. Soms werd met verschil-lende kleuren gewerkt. Voor de sopranen geel, voor de alten rood, voor de tenoren blauw en voor de bassen groen. Eén keer is het voorgekomen dat het voltallig bestuur zou kaften, maar door een misverstand zat de secretaris vergeefs op de anderen te wachten. Hij liet zich niet kennen en kaftte met zijn gezin alle 160 boekjes in zeven uur tijd.

Tot verbijstering van eenieder werd de Matthäus Passion een keer in het wit geleverd. De voorzitter, ook de beroerdste niet, bond alles in zwarte kaften. Eerst werd overlegd wat het mocht kosten. Het materiaal was weinig fraai, maar de penningmeester wilde niet te duur uit zijn. Goedkoop bleek duurkoop: de kaften lieten los en Van Vliet bond wederom 160 partituurtjes. Tijdens de mededelingen hakte hij in op de wat kaften betreft onverschillige leden: “Het is een schande hoe sommigen hun partituur inleveren. Ik verzoek u ons te melden als u ziet hoe anderen met de boekjes omgaan.” En er was weer wat in te binden.

Vervelingofinspiratie?MargretRuigtheefttijdensderepetitieshaarpartituurvandeNelsonMisvanHaydnopdiversepagina’svoorzienvanportettenvankoorleden,dirigentJohanSonneveldenpianistRonaldJochems.

��

Cantarella heeft diverse jeugdkoren gekend. Door de jaren heen hebben zij m­­edewerking verleend aan concerten van het Oratorium­­koor o.a. bij uitvoeringen van Bach’s Matthäus Passion, voor de eerste m­­aal in 1983, en de Carm­­ina Burana van Orff in 1993.

jeugdkorencantarelladelft�978-�005

Jong geleerd...

Oud-voorzitter van Cantarella, Wil Steffen, nam in 1978 het initiatief tot oprichting van het jeugdkoor Cantarella. Er kwamen 40 aanmeldingen van kinderen, in de leeftijd van 8 t/m 12 jaar. De eerste dirigent Marga Groot-scholten startte het koor en menig succesvol optreden volgde. Er waren o.a. concertjes in verzorgingshuizen. Op Koninginnedag reden de kinderen vrolijk zingend in een paardentram door Delft.

Bloeitijd

De jeugdkoren van Cantarella hebben een grote bloeitijd gekend. Zo zelfs dat ze werden verdeeld in drie afdelin-gen: kinder-, jeugd- en jongerenkoor. Later kwam er op voorstel van Wytze Oostenbrug een opleidingskoortje voor de leeftijd van 4 t/m 7 jaar, als voorbereiding voor deelname aan het kinderkoor.

Om als een eenheid naar voren te komen werden kooruniformen gemaakt: voor de meisjes een groene lange jurk en voor de jongens een groene hes, gemaakt van dezelfde stof als de japonnen van de dames van het oratoriumkoor.

Korenfestivals, kerstconcerten, het ging allemaal steeds beter: prachtig waren de jeugdmusicals ‘Adieu Paris’ en in 1982 ‘De wonderbaarlijke ballonnenwereld.’ Het bijzondere aan deze laatste musical was dat de kinderen de verhaallijn bedachten. Wil Steffen smeedde het tot een geheel. Na deze uitvoering trad zij af als voorzitter, tevens organisator van de jeugdafdeling. Ze werd opgevolgd door Wytze Oostenbrug.

Hugo de Groot

In 1983 zongen de kinderen, begeleid door het orkest Soli Deo Gloria, op de Markt en in de Nieuwe Kerk tijdens de

herdenking van 400 jaar Hugo de Groot. Bij deze gelegenheid was ook Prinses Juliana aanwezig. Het uitgevoerde lied was de kindercantate: ‘Zoon van Delft’ van de componist Nicolaï met tekst van Ant. L. de Hop (1886).

In een rap tempo volgden korenfestivals en concert-reizen. Er werd in 1983 een eerste prijs gewonnen op het Nederlands Koor Festival in de Doelen in Rotterdam. Net zo vaak als de koorkleding van het oratoriumkoor wisselde, werd ook voor de jeugd nieuwe kleding gemaakt: nu blauw met wit.Er vond een concertreis plaats naar Hausen in Duitsland. In 1985 was er een uitwisseling met het Kinder und Jugendchor Hausen met diverse concerten, o.a. in de tuin van het Hoogheemraadschap Delfland samen met het jeugd- en oratoriumkoor met begeleiding door het orkest Soli Deo Gloria. In 1988 werd een reis naar Hongarije georganiseerd, als gast van het jeugdkoor Cantemus. Hiervoor kregen alle jeugdleden een gele trui met het Cantarella logo erop, te dragen op een zwarte broek.

��

HetjeugdkoorvanCantarellain1983

Toen Marga Grootscholten met haar echtgenoot naar het noorden van het land verhuisde, liet ze een groot en succesvol koor achter, samen ongeveer 90 leden. Op 4 april 1992 vond het afscheidsconcert plaats in de Lutherse kerk, met het gastkoor uit Kopenhagen, Laererhojskolens Bornekor.

Als nieuwe dirigent werd Mariona Vilalta aange-trokken. Ook met haar werden concertreizen georgani-seerd, o.a. naar Kopenhagen.

En weer kwam er nieuwe koorkleding, nu met kleurige T-shirts, de dames en meisjes in rood, de mannen en jongens in groen.

Ten einde

In 1995 moesten we helaas afscheid nemen van Mariona. Het dirigeerstokje werd achtereenvolgens overgenomen door Catherina Provence en Anneke Huitink. Als laatste

Mascottevanhetkoorwas‘Snoopy.’

dirigent heeft Jeroen Bosman zijn uiterste best gedaan om het jeugdkoor Cantarella te laten bloeien, maar helaas werd het op 6 september 2005 als gevolg van een te laag ledental opgeheven.

De hoop dat met de oprichting van een jongerenkoor de kloof tussen jeugd en oratoriumkoor kon worden gedicht, bleek ijdel. Ook de overkoepelende organisatie, die streefde naar eenheid in de afdelingen van Cantarella, bleek niet te werken.

De jeugd- en oratoriumwereld bleven gescheiden, tot op de dag van vandaag betreurd door het oratoriumkoor.

�4

Hoeweldoorjoopschetsen

demuziekcommissieanders

werdgeadviseerdkoosde

ledenvergaderingopvoor-

drachtvanhetbestuurde

�5-jarigeHenkgalenkamp

alsnieuwedirigent.

erwarentweekandidaten.

kwalitatiefwasereenlichte

voorkeurvoordeheerp.Hetfinancieelverschiltussende

kandidatenbleekzogrootdatgesprokenwerdovereen

contributieverhogingvanƒ4,50alsdeheerp.werdaan-

genomen.HetlijktlogischdatdeledenHenkgalenkamp

kozen.

aanvankelijkmoestmenwennenaanhetfeitdatmenmeteen

zeerjongedirigenttemakenhad.tochgroeidealsnelhet

vertrouwenvandeledenindezedirigent.

‘Requiem­­’ van Mozart

alinnovember�98�vondeengeslaagdeuitvoeringvan

het‘requiem’vanmozartplaats.Indedelftsepostwerd

galenkampomschrevenalseenuitstekendeopvolgervan

joopschets.“Hij gaf duidelijke aanwijzingen aan het koor en

wist een goede samenwerking te bewerkstelligen tussen koor,

orkest en solisten. Goed er waren enkele momenten dat zijn

directie niet erg adequaat was, maar degene die een vlekke­

loos debuut van een nieuwe dirigent eist, onderschat de

moeilijkheden die de taak van een dirigent met zich mee­

brengt. Henk Galenkamp heeft met deze uitvoering laten zien,

dat hij kwaliteiten heeft, die bij een langdurige samenwerking

met Cantarella alleen maar duidelijker geprofileerd zullen

worden.”

de‘messiah’in�984ende‘matthäuspassion’in�985en�987

werdenmetveelsuccesuitgevoerd.Vooralbijde‘messiah’was

diteenheleopgaafdaargeenorkestrepetitieskondenworden

gehouden.

werkenvancomponistenzoalskodály,dragt,willcox,

stanfordenVandenBergwerdenonderleidingvan

galenkampuitgevoerd.

tochontstondnaenigetijdfrictietussenledenendirigent.

Hetleekalsofdeproblemenoptradenomdatdedirigentniet

goedteverstaanwas.

“Op de jaarvergadering werd gesproken over de slechte

verstaanbaarheid van de dirigent. Hij had al een microfoon

aan zijn uitrusting extra hoog omgeknoopt, maar vergat tijdens

het repeteren hem te gebruiken. Deze was bovendien van

matige kwaliteit, er was gekozen voor een goedkope omdat ze

snel kapot gingen. Het probleem speelde vooral bij de alten.

We zouden de rijen weer kunnen laten rouleren, het blok alten

verder naar voren of het hele koor andersom. Een aantal

bestuursleden gaat dit uitproberen met behulp van een

plattegrond naar het voorbeeld uit het verleden.”

Problem­­en

Hetbestuurzagopeengoedmoment.dattijdenseen

repetitieeenlijstrondgingwaaropverontrusteledenhun

handtekeningkondenplaatsen.alertonderzochtdevoorzitter

watergaandewas.“Men maakt zich zorgen om Cantarella.”

erwaseenteruglopendaantalledenenmenconstateerde

eensterkverminderendeanimoderepetitiesbijtewonen.

deondertekenaarsraaktenbepaaldnietgeïnspireerddoor

dezedirigent;ookhetontbrekenvantechnischeendidactische

kwaliteitenzoudeneenrolspelen.Hijwasvolgensdeze

verontrusteledennietinstaateenrepetitieboeiendtemaken.

Hetbestuurpakteditsignaalopenorganiseerdeeenaantal

kereneenoverlegmetdedirigentinzijnamsterdamsewoning.

ondanksveelinspanningenkwammenniettoteenvergelijk,

metalsgevolgdatdeheergalenkampper�april�988

ontslagnam.alsredengafhijop“dat ik helaas niet langer

kan samenwerken met het bestuur.”eenpaarmaanden

namdirigentmarijkevanklaverendehonneurswaar,totdat

hetkooreennieuwedirigentvondindebevlogen

maartensurtel.

Dirigent Henk Galenkamp (1983-1988)

�5

dekoorkrant

Heet van de pers! Eén van de tenoren deed in de beginjaren een voorstel tot invoering van een koorkrant. Men vond dit een goed idee. Het bleek dat een koorkrant van enige betekenis te duur zou worden. Er werd ook getwijfeld of er steeds genoeg kopij zou zijn. Het plan werd om­­gebogen naar een schoolbord m­­et m­­ededelingen.

Toch verscheen in 1968 de eerste Cantafoon om gedu-rende vijftien jaar leden van mededelingen te voorzien. Hoofdzakelijk vulden bestuursleden het blad. Bij gebrek aan kopij werd het soms een gewoon verhaaltje. Eén van de trekkers die het jarenlang volhield was Wim Sietses, die op zijn eigen gezellige manier de concerten en reisjes versloeg.

De laatste Cantafoon

Wim Sietses schreef een weemoedig stukje. “De Cantafoon moet nu het loodje leggen. Misschien later nog eens… als Cantarella weer 180 leden heeft en we weer volop subsidie krijgen. Als we niet meer hoeven te

bezuinigen en er geen werklozen meer zijn. Als ik weer 40 jaar ben en Jasper van Vliet 38. Als we weer in de ‘Verborgen Schat’ zingen, om half acht de mannen en om acht uur iedereen. Als machtige bassen als van Peppen en Hartogh weer tot leven komen en Nelly van der Spek met Arjan Blanken een liefdesduet in ‘Die Jahreszeiten’ zingen. Nou ja, het spaart papier en er zijn al zoveel krantjes. En toch, er is wéér iets voorbij…. Dag Cantafoon, je komt er wel uit hè. We bellen nog wel, ik heb je nummer toch. ’t Was fijn… Ga maar vlug, dag!”

Parlando

Wat bijzonder aansloeg was het opnieuw verschijnen van een clubblad. Men was tot de conclusie gekomen dat het systeem van mededelingen op A4tjes slecht voldeed. De naam Parlando werd bedacht door Kitty Kampf, toenmalig secretaris en later erelid van de vereniging. Het blad heeft tegenwoordig een echte redactie onder de bezielende leiding van Patty Adelaar. Het verschijnt ongeveer éénmaal per twee maanden.

�6

elkedinsdagavond:repetitie

Lekker zingen, m­­aar wél je plek wetenHet bijhouden van presentielijsten nam­­ alle jaren een belangrijke plaats in. Wie was langdurig afwezig? Hoeveel repetities m­­ochten er worden gem­­ist om­­ toch aan een concert te kunnen deelnem­­en?

Vanaf de oprichting hield één van de bestuursleden de presentielijsten bij. Eerst tekenden de leden niet zelf, maar werden de namen van de aanwezigen aangekruist. Op de ledenvergadering in 1966 merkte iemand op dat leden ook zelf konden tekenen. “Daar komt niets van terecht. Er zijn verschillende systemen geprobeerd en het huidige blijkt de beste.” In 1968 werd de presentielijst nog steeds door het bestuur bijgehouden. “Daardoor kan mevrouw B. niet meezingen.” Elf jaar later werden leden verzocht zelf te tekenen. De secretaris zat er ter controle naast.

In de Cantafoon was het volgende te lezen:“De presentielijsten nieuwe stijl lijken een succes te worden, alleen wil ik er op wijzen, dat deze lijsten voor

acht uur bij de koffiebar liggen en na achten binnen aan de rechterkant naast de ‘hoofdingang’. Iedere week tekenen: ‘er zal een tijd komen dat deze lijsten toegepast worden om te controleren hoeveel repetities u bent geweest, dit i.v.m. het meezingen bij een concert. Niet getekend betekent: niet aanwezig’.”

Opstellingen

Intussen ontstond wrevel over de opstelling tijdens de repetities en concerten. Dit was voor de dames oud zeer. Plaats voor plaats aanwijzen was ingewikkeld en niet effectief. Het leek beter om rij voor rij aan te wijzen. De heer S. zou een plattegrond ontwerpen en aan de wand prikken waarop de namen van de zangeressen ingete-kend zouden worden. Bij voorkeur invalsters achteraan. De heer S. toonde een voorbeeld dat door de heer Van V. zou worden afgedrukt. Ook moest er een plattegrond komen voor de opstelling bij de Matthäus Passion.

Zitvlees

Nieuwe leden werden welkom geheten, maar toen mevrouw L. tussen de dames wilde plaatsnemen was dit niet eenvoudig.

“Nee, daar zit mevrouw Q altijd. En waarom zijn de heren meer plooibaar dan de dames? Bij de tenoren en bassen is het mogelijk, dat nieuwe leden tussen de oudere leden een plaats vinden om sneller de partijen onder de knie te krijgen. Bij de dames is dit blijkbaar niet mogelijk. Zijn wij, oudere leden, vergeten dat voor ons het begin ook moeilijk was? Velen van ons hadden het voorrecht samen te zingen, zodat wij steun hadden, maar nieuwe leden moeten dit missen. Het is waar dat men went aan stemmen om zich heen, maar als wij het voorbeeld van de heren volgen en de nieuwe leden een plaats naast en niet achter ons geven, wie weet is dit niet eens slecht. Het gevaar bestaat, dat wij slordig gaan zingen, de buurvrouw zal ons toch wel in het goede spoor brengen. Juist nu wij met de ‘Messiah’ beginnen, zou het repeteren met de nieuwe leden tussen ons in, beter uit de verf komen. Toe dames, gewoon lief zijn voor elkaar!!!” Presentielijstvandeledenvergadering,25april1972

�7

In het verkeerde keelgat

“Deze opstelling is de leden in het verkeerde keelgat geschoten: mevrouw Van S. vindt het een hopeloze zaak. De dames accepteren dit niet.” Het antwoord luidt: “Het is meer hopeloos voor mevrouw B., die dit op verzoek van Vermeulen moest regelen.” Zelfs op de avond van de generale repetitie waren er verplaatsingen. Mevrouw Van der L. wilde daarvoor niet bang zijn en zag vooral het belang van de stemverhoudingen. Een ieder die voor dit probleem een oplossing wist, mocht een voorstel doen. “Het moet gezegd dat mevrouw B. zwaar is aangevallen nota bene op de beslissingen van de dirigent.” Mevrouw De la M. wist dat leden met veel verzuim door de dirigent waren geaccepteerd waardoor voor de muzikale prestatie verplaatsingen nodig waren. Het bestuur had van een dame gehoord dat er een groep was die de generale repetitie opzettelijk had gesaboteerd.

“Teneinde een rel te voorkomen heeft Vermeulen dit geschikt. Mevrouw De Z. wist niet dat de dirigent de plaatsen aanwees. Mevrouw H. vreest dat dames op de eerste rij bij verplaatsing naar de derde iets kan overko­men, maar wil graag jongeren voorop.” Het bestuur verzuchtte: “Leden denken onmisbaar te zijn op die eigen plaats. Zelfs dames kunnen op een vreemde stoel wortel schieten.”

Ergernissen

“Dit is voor mij een erg onprettige zaak zo langzamer­hand. Vanaf het begin ben ik steeds heen en weer geschud. Steeds een verrassing dat iemand anders op mijn plek ging zitten, plotseling, zodat voor mij nergens een plaats was dan alleen achterin. Daar ik erg graag zing heb ik er nooit een punt van gemaakt. Het laatste jaar zat ik eindelijk leuk en plezierig naast mensen met wie ik prettig zong.

CantarellarepeteertvoordeJohannesPassion,voorjaar1980.OpdevoorgrondHennyvanVlietenPlonyHoogenboom.

�8

Niet dat het de voorste rij was, want dat interesseert mij niets. Echter twee weken geleden gebeurde, dat ik weer plotseling plaatsloos was, dus weer alleen achteraan. Ik mocht op een plaats zitten, die leeg was door ziekte van een der sopranen. Daarmee kon ik het niet eens zijn, zodat ik woorden kreeg met mevrouw V.d. B. ‘Ik voelde mij zeker beter dan een ander etc.’. Zeer ongebruikelijk en onplezierig van optreden. Ik hoop nu van de dirigent een plaats te krijgen, waar ik niet direct vanaf word gegooid. Hopelijk neemt u het als opbouwende kritiek ter harte.”

In 1990 vertelde mevrouw Van der K. dat nieuwe leden zich een plaatsje moesten bevechten. En ook in 2007 waren er nieuwe sopranen die te horen kregen: “Nee, hier kunt u niet zitten want Mientje Q zit hier altijd.”

Concertopstelling

De manier van opstellen bij uitvoeringen is de laatste jaren veranderd. Eén van de leden van de concertcommis-sie overlegt met de dirigent waar de verschillende stemgroepen moeten staan. De leden binnen elk van de stemgroepen kiezen in eerste instantie daarbinnen zelf hun plaats, waarna de dirigent kijkt of een ieder tot zijn of haar recht komt, waarbij niet alleen de lengte van de leden essentieel is. Ook speelt een rol waar sterke

stemmen en waar zwakkere broeders en zusters staan. Over het algemeen voldoet deze gang van zaken.

Verzuim­­ en storende stem­­m­­en

In de Cantafoon verschenen artikelen waaruit blijkt dat niet alleen bestuur en dirigent zich ergerden aan het slechte repetitiebezoek.

Conny Peterse schreef: “Er is een Franse film: ‘ jamais à dimanche’ (nooit op zondag), er is een Delftse realiteit: ‘nooit op dinsdag’!!!!!!! en... mijn hele familie weet het. Op dinsdagavond hoef je niet te komen, dan ben ik niet thuis. Dan zingt CANTARELLA. Laat ook dit Uw kreet zijn. Het is zalig om zo’n avond in de week via muziek uit jezelf te treden en afstand te nemen van je dagelijkse beslommeringen. Daarom, dank voor de fijne avonden, de goede sfeer en eminente leiding. Ook dank voor de uitnodiging om in dit CANTAFOONTJE iets te mogen schrijven. CANTA FOTO FLITS van vorige maand was heel leuk, nu weten we iets van één van de onzen. Graag wil ik inhaken op haar laatste alinea, waarin ze vindt dat nieuwe leden zich aan een ballotage moeten onderwerpen. Akkoord, maar ik zou daarbij willen voorstellen alle leden die niet trouw de repetities bezoeken lid te worden van een ander koor waar ze wel ééns in de 3 of 4 weken kunnen komen zingen. Een koor moet groots zijn, ook in haar repetitie bezoek. Dank voor de jaren dat ik al heb genoten en ik hoop nog vele jaren te mogen genieten bij ons op CANTARELLA.”

Lauwe koorleden

Een ander koorlid schreef: “Wie worden daarmee bedoeld? Wie kent ze niet, die zogenaamde lauwen, die zich in elk koor bevinden. Het zijn degenen die zeer onregelmatig repetities bezoeken en die wekenlang niets laten horen. Het zijn degenen die het woord ‘verenigings­discipline’ niet in hun woordenboek hebben staan of die menen dat dit op hen niet van toepassing is. Zíj zijn de schuldigen dat het koor steeds met een bang hart het podium betreedt en vaak geen perfecte uitvoering kan geven. Deze categorie is er de oorzaak van dat trouwe leden in dezelfde fouten gaan vervallen. Velen hebben zij reeds met zich meegetrokken. Hoe makkelijk kan niet iemand, bij slecht weer of een andere oorzaak, op de gedachte komen: als die de repetities verzuimt, waarom zou ik dit ook niet doen? En het zijn niet alleen ouderen RepetitieweekendinLageVuursche,2002

�9

Logo’s

Bovenstaandlogowerdin�978ontworpendoor

a.Heimans.

Indejarennegentigontstonddebehoefteeen

logotegebruikenmeteenmodernereuitstraling.

erwerdonderdeledeneenwedstrijduitgeschre-

ven.dieleverdezesinzendingenop.Inde

bestuursvergaderingkwamhetlogoontworpen

doormargretruigt,voorstellendeenaantal

zingendehoofden,alsbesteuitdebus.

Vanaf�997wordtditgebruikt.

speciaalvoorhetvijftigjarigbestaanheeft

paulnoordermeereen‘vijftig’toegevoegd.

die zo denken. Deze voortdurende wegblijvers dragen schuld dat het met moeite opgebouwde werk bedorven wordt, zoals het klare bronwater troebel wordt als er vuil in komt. Wekenlang hebben dirigent en trouwe leden zich opgeofferd om een koorwerk in zijn volle schoonheid te laten klinken. Dan verschijnen deze lauwen met een lachend gezicht, zingen onbekommerd mee en het gevolg is dat het opgebouwde weer in duigen valt. Deze nalatigen doen alsof zij daaraan geen schuld hebben, zij verbeelden zich dat zij van blad kunnen zingen en het ‘domme’ instuderen niet nodig hebben. Het gevolg is dat het ‘domme’ instuderen weer van voren af aan moet gebeuren. Deze mensen geven niet toe dat iedere vorm van kunstui­ting hard werken aan de voorbereiding vergt. Hierdoor wordt het werk van de dirigent en alle trouwe leden te niet gedaan. Daarom moeten besturen deze mensen bij zich roepen en met hen een ernstig woord spreken. Over de plichten die zij, toen zij lid werden, op zich genomen hebben. Wij zullen er niet onder uit komen dat wij alleen als actieve zangers kunnen gebruiken zij, die van werke­lijke liefde en enthousiasme voor de koorzang vervuld zijn en ook bereid zijn hieraan hun krachten te geven.”

Teveel verzuim­­

Over de absentie van koorleden had een ander te melden: “Het zou de moeite waard zijn om te weten waarom leden verzuimen. Blijven ‘goede’ koorleden weg omdat ze toch niets missen? Is het puur gemakzucht? Zijn koorleden extra vatbaar voor griep en keelontsteking? De vraag is of je sancties (b.v. geldboetes) moet instellen. Het risico is, dat koorleden bij verzuim zullen zeggen dat ze ziek zijn geweest. En bewijs dan maar het tegendeel.” Mevrouw B. vroeg aandacht voor het mogen meezingen bij teveel verzuim. “Hoe het ook wordt afgesproken, het blijft moeilijk. Mensen hebben meestal een geldige reden voor het wegblijven. Het streng toepassen van de norm betekent dat het halve koor afwezig kan zijn op een uitvoering.” In de ledenvergadering werd hier aandacht aan besteed. Aan de orde kwam niet alleen het verzuim maar ook het storend gedrag van sommige leden. Hiermee werd niet bedoeld het eeuwige kletsen tijdens de repetitie, maar het ‘storend’ zingen.

40

koorkleding:klerenzooiofuithangbord?

Het oog wil ook watDe koorkleding was lange jaren een heet hangijzer. De spanningen rond dit onderwerp liepen som­­s zo hoog op dat er ‘heuse japonnenkwesties’ ontstonden. De Cantafoon en Parlando berichtten hier uitgebreid over. Som­­m­­ige zwaarwegende onderwerpen bereikten zelfs de Delftsche Courant.

Begin zeventiger jaren werd voor de uitvoering van de Matthäus Passion nagedacht over de koorkleding. “Onderzoek heeft uitgewezen dat 98% van de dames voor lange kleding is. Over model en stof lopen de meningen uiteen. Er zal een vergadering worden belegd en wie niet komt moet zich voegen naar de op de bijeenkomst genomen beslissingen.”

De heren werd de das om­­gedaan

“De heren zullen dit jaar allemaal een grijze das dragen. Deze dassen worden besteld bij mevrouw Peterse. Vlak voor de uitvoering zal alle heren de das om worden gedaan. Voor de japonnen zullen door het bestuur afspraken gemaakt worden over de richtlijnen voor hals en mouwlengte. Er is een voorstel voor een rok en blouse. Eén van de bestuursleden heeft een voorkeur voor de prinsessenlijn.” (Een model dat voordelig afkleedt.) Puriteins stelde men: “De dames worden geacht op het podium te zingen, het is pertinent niet de bedoeling dat dit wordt gezien als een modeshow.”

Het gonsde van naai-ijver

“Direct na de ledenvergadering werden de handen ineen geslagen om tot een uniform uiterlijk voor de dames te komen. Er werd een japonnencommissie benoemd bestaande uit drie sopranen en drie alten, die overleggend en keurend aan het werk togen. Tweemaal na de repetitie was er een hoorzitting en werden suggesties van de leden dankbaar in de oren geknoopt. Een paar enquêtes gaven een beeld over de wensen. Nog voor de zomervakantie was men het eens over model en stof. Het model had de prinsessenlijn en de stof was Texturé, een vrij nieuw

procédé. De fa. Gronheid leverde de stof tegen een zeer grote korting. Mevrouw H. werd bereid gevonden alle patronen op maat te tekenen en te knippen. Namens het bestuur zat mevrouw B. in de japonnencommissie terwijl mevrouw T. de leiding op zich nam. De volgende maanden gonsden van naai­ijver.”

Eén lid m­­eer

“Het resultaat was er ook naar en misschien mag ik verklappen dat we eind december er een dameslid bij kregen omdat ze op het concert onze japonnen zo mooi vond.” De voorraad stof werd hierna geïnventariseerd. Er bleek nog maar 26 meter te zijn, voldoende voor zeven japonnen. Garnering was er gelukkig genoeg. Het bestuur werd er tureluurs van en besloot voortaan direct naar mevrouw H. te verwijzen. Mevrouw wierp dit plan verre van zich en legde de verantwoordelijkheid bij het bestuur.

Tip“Geeft het opbergen van uw japon u zorgen vanwege

de lengte? Maak aan de binnenkant van uw japon

twee lusjes, ter hoogte van de taille, dan kunt u de

japon rustig op een hanger hangen.”

4�

Gekijf en gekift

In de bestuursvergadering stond een ‘heuse japonnen-kwestie’ hoog op de agenda. De voorzitter ging zich er persoonlijk mee bemoeien en zei in de bestuursvergade-ring dat er zo min mogelijk op een door het bestuur genomen beslissing mocht worden teruggekomen “ook al in verband met de houding tegenover de koorleden.” Mevrouw H. werd niet langer verantwoordelijk gesteld: “ook niet bij losse naden.” Het bestuur nam de japonnen-touwtjes weer stevig in handen.

Een nieuwe japon

Het bestuur ontving een brief van mevrouw Van O. die wegens drukke werkzaamheden afscheid van ons koor moest nemen. Ze hield haar zwarte japon bij de hand, want zij wilde snel terugkomen. Mevrouw was wel snel, maar niet snel genoeg. Tegen de tijd dat ze in de koor-schoot terugviel, was het koor net aangeland bij de volgende japon. Ondertussen werd geconstateerd, dat vanaf de zaal goed te zien was, dat de japon van mevrouw S. scheef en te krap geknipt was.

Zorgen om­­ de koorkleding

In 1977 werden de zwarte japonnen als ‘al te zwart’ afgekeurd en ging men zich beraden over nieuwe koorkleding. Het bestuur besloot elke maand ƒ 0,75 per lid apart te leggen voor nieuwe kleding. Er werd een enquête gehouden over de wensen. De meeste dames kozen voor een effen japon ofwel een rok en blouse. Allerlei suggesties kwamen op tafel: garnering langs de hals in een contrasterende kleur of een driehoeksstola, passend bij de giletjes in pasteltint van de heren. Bijna alle kleuren passeerden de revue: blauw, rood, groen, zwart, grijs, bruin, roze, beige en pastel.

Ook ontvingen we een prijsopgaaf voor heren-kostuums. Twee pakken kostten ƒ 350,-. Drie ‘show-mannen’ uit het bestuur kwamen de kleding tonen. Naar patroon en stof voor de dames werd verder gezocht: liefst voor deux-pièces in grijs. De drie dames uit het bestuur gingen een showmodel naaien.

Groen

In de Cantafoon: “Al reeds bij de eerste stemming bleek dat de groen/zwart combinatie het zou gaan halen. Bij de tweede stemming kwam dit nog eens zo duidelijk naar

Japonnentreurliedkomlaatonstreurenwijhebbentochzo’nspijt,

wantwijrakenonzezwartejurkenkwijt.

duszijnwijverdrietigwantwijwarenzogehecht,

aandelampenkappenfranjeen‘tmodelletjezogezegd.

Refrein

maarwijblijvenoptimistischenwetreurenniet

maardoenhet,eenvoudigensimplistisch,

voortaangaanwijinhetgroen.

tochishetjammervanditkeurigegeheel

eenzeerwijdemouweneenkraagtotaandekeel.

wijlijkenopnonnen,da’stochookeenvoordeel,zeg

ach,waarommoetnualditmooisopeensweerweg?

watdachtjevantenorenenbasseninonskoor,

zijzienonshetliefstinstemmigzwart,naarikhoor.

wantgaanwijindetoekomststeedsmaarhippigergekleed,

danleidenwijhenafenda’snietbest,zoalsjeweet.

Bentuookverdrietig,noulaathetonsdanzien.

ofdoethetuniets,nee,uheeftwelpretvoortien.

zodaad’lijkverdrinkenweonsverdrietinderosé

enheeftuzin,drinkdanookeenglaasjemee!

Conny Peterse, Corrie Dik, Henny van de Valk, Els Stikkelman

(feestcommissie).

voren: bijna 80% van de koorleden stemden hier voor. Alle accessoires zoals corsages, kettingen, overhemd en strik zouden door het bestuur geregeld worden. Veel was afhankelijk van het aanbod en de prijs van verschillende onderdelen. Welnu, de kleur van de corsage blijft licht­groen, dezelfde kleur als het overhemd van de heren. De kettingen: in totaal drie, krijgen de volgende kleuren: lichtgroen (van corsage en overhemd), donkerder groen (van japon) en zwart (van kostuum). En dan de das of strik. Bij de enquête is gebleken dat de helft van de heren liever een das zou dragen, terwijl de anderen voelden voor een strik. Naar een mooie das die bij het groene overhemd zou kunnen, is naarstig gezocht. Dit bleek bijna ondoen­lijk, er is toen de andere mogelijkheid, de strik bekeken.

4�

U begrijpt het al. In overweging nemend dat de voorkeur bij de heren precies half om half ligt, is na lang en rijp beraad besloten om de heren te tooien met een niet te grote, zwarte smokingstrik. De kleding blijft eigendom van de vereniging. Bij slordige inlevering zal er vergoeding worden gevraagd.”

De niet luie voorzitter gaat zelf de strikken naaien

In oktober 1978 werd besloten tot een zwart pak, een lichtgroen overhemd en een zwart strikje. De voorzitter ging zelf de strikken naaien. Er werden 30 pakken besteld met 48 overhemden (18 reserve). Voor de japonnen was 580 meter stof besteld. Kettingen gingen ƒ 0,55 per stuk kosten. Dit werd wel heel duur, daarom werd aan de leden verzocht de corsage zelf te betalen. Het knippen der japonnen ging gebeuren in het Hart van Delft. Het Anjerfonds werd aangeschreven en we organiseerden een rommelmarkt.

In de Cantafoon stond: “120 japonnen moesten opgelegd, gespeld, verlengd of juist gekort, geknipt, ingepakt en gecatalogiseerd worden. Dit alles moet gepresenteerd worden in januari 1979. Als u dit leest is het kledingleed misschien al geleden, maar op het ogenblik zitten we er

midden in. Wat kunnen de leden van de knipclub werken. Geweldig! De teamgeest is prijzenswaardig en het geheel loopt als een trein.”

Toch kwamen er nogal wat klachten over ‘afzakker-tjes’. “Daarom willen wij voorstellen tien cm. van de nieuwe japon af te halen.” Dit moest natuurlijk eerst met de knipclub worden besproken. Mevrouw de B. trok zich het lot van de afzakkertjes aan en nam de leiding.

Japonnen en kostuum­­s

“Na veel voorbereidingen kon in september een besluit worden genomen over de nieuwe japonnen en kostuums. In nauw overleg met enkele koorleden had het bestuur een model voor de japon uitgekozen dat eenvoudig te maken en goed draagbaar was. Deze werden in de kleuren zwart, grijs en groen, met steeds kleine verschillen getoond. Er werd schriftelijk gestemd; de bijpassende accessoires zouden uitgezocht worden door het bestuur. Het resultaat was een groene japon met lange mouwen, met een lichtgroene corsage en drie kettingen. Voor de heren werd een zwart pak, lichtgroen overhemd en zwarte strik uitgezocht. De nieuwe koorkleding zal voor het eerst worden gedragen tijdens het jubileumconcert op 26 januari. De kleding blijft eigendom van het koor. De japonnen zijn door een groepje koorleden en bestuurs­leden geknipt (‘een gigantisch karwei’). De japonnen zullen in de toekomst beheerd worden door mevrouw C. de B., de kostuums door de heer P. de R,” aldus een verslag in de Cantafoon.

Dit lijkt allemaal eenvoudig, maar de heer De R. kwam in de problemen toen er twee heren van 1 meter zeventig het koor verlieten en er twee rijzige van één meter vijfentachtig nieuw binnenkwamen. Ook mevrouw De B. kwam in de problemen: er trad een nieuw lid met maat 58 toe en zij had nog uitsluitend japonnen van maat 38 in voorraad. Het model viel ruim, maar er diende nu toch een enkele spie te worden aangebracht. Ook waren er korte en lange dames: dit betekende 10 cm eraf of 10 cm erbij.

Voorschriften

Onder leiding van Joop Schets voerden we op 26 januari 1979 ‘Die Schöpfung’ uit. “Omdat het concert een feestelijk tintje heeft, zal er bij de uitvoering gezorgd worden voor een opvrolijking van de kleding, in de vorm

Corsagesuitdejaren

zeventigentachtig,

tentoongesteldtijdensde

receptietergelegenheidvan

het50-jarigbestaan.

4�

van een corsage. Alstublieft dames, wilt u hiermee volstaan en geen andere sieraden toevoegen? Het gaat om het totaalbeeld en dat gaat enorm achteruit door kettingen en oorbellen van diverse soort en afmeting.”

Ook bij de uitvoering van de Matthäus Passion in hetzelfde jaar werd nadrukkelijk afgesproken wat er wel en niet was toegestaan. Deze keer hielden de leden zich daar keurig aan. “Graag wil ik mijn waardering vermel­den voor het feit dat alle dames ‘kaal’ in de TH Aula verschenen; ik heb in ieder geval geen sieraden kunnen ontdekken. Bravo!”

In de ledenvergadering werden lelijke opmerkingen gemaakt in de richting van Joop Schets en soliste Nelly van der Spek: “Waarom mag Nelly van der Spek wel sieraden dragen en wij niet. En de heer Schets moet erop gewezen worden dat zijn ring hinderlijk schittert.” Eén van de leden repliceerde: “het gaat niet om de schittering, maar we zitten wél in de lijdenstijd en dan verwacht ìk soberheid.”

Delftse Courant

De redactie van de Delftse Courant had een abonnement op ‘de Cantafoon’, waaruit zo nu en dan geciteerd werd. Vooral de kledingadviezen bleken interessant te zijn. “We weten natuurlijk allemaal dat de Matthäus Passion met de lijdensgeschiedenis heeft te maken, maar dat wil nog niet zeggen dat de uitvoerenden zelf op een verschrik­kelijke manier kou moeten lijden. In de Cantafoon wordt

uit de keuken geklapt ‘dat de leden van het koor toege­staan is bij de aanstaande uitvoering in Poortugaal een zwarte coltrui onder de koorjapon te dragen. En wat u er verder nog onder aan heeft moet u zelf weten, als het maar niet in kleur zichtbaar is. Bovendien kunt u de koorsjaal er bij dragen.’ Een kreet in de Cantafoon luidt: ‘Poortugaal heeft recht op een groot Cantarella.’ Wat koorzang betreft moet u niet denken dat al dat gekweel tot louter oppassend gedrag leidt. De voorzitter vindt de houding van de koorleden ongedisciplineerd. De koorleden willen daar niets van weten. ‘Buiten het zingen om, wensen wij te zijn een stel kakelende kippen, ook al zitten we tegenover een volle zaal. Het kan ons niets vervettekalekonten.”

Uit de Cantafoon

“Veel complimenten over de kleding uit de zaal, ook natuurlijk een enkele negatieve opmerking, maar over het algemeen kon men waardering opbrengen voor de kledingkeuze. En nu waren nog niet eens de kettingen aanwezig. De kettingen, dat wordt een hoofdstuk apart. Eerst wisten we twee adressen in het oosten van het land. Maar bij bestelling bleek één kleur niet meer aanwezig te zijn, dus op naar Rotterdam, naar de groothandel. Niets, dan naar Gronheid in Delft, die ook voor de corsages zou zorgen. Kettingen in de door ons gewenste kleuren was een fluitje van een cent, maar er zou tijd overheen gaan. Dat moest dan maar, beter kettingen te laat, dan helemaal niet. Tja, de grossier is ziek. We bellen nog maar weer

Cantarellaconcerteertinhetgroen

44

naar Gronheid: jammer, de bedrijfsleider is niet aanwezig. Nu moeten we op zoek naar vervangende kettingen; we doen ons best, maar het blijft moeilijk. De komende Matthäus Passion zullen we nog zonder kettingen zingen.” Wel mochten er van zwarte stof tasjes - zgn. reticules - ‘voor bij de jurken’ gemaakt worden.

Wassen

Er ging een waarschuwing uit dat uitgeleende over-hemden maar door één persoon gewassen mochten worden. Mevrouw De B. had de overhemden en strikken onder haar beheer. Bovendien bewaakte zij de kralen, de corsages en de stof. De heer De R. beheerde nog steeds vol goede moed de pakken. Men was zeer dankbaar dat na lang wachten de kettingen waren gearriveerd. De fa. Spee te Delft had bemiddeld bij de aankoop van de kralen. De kettingen moesten wel korter worden gemaakt.

“Zo, eindelijk een concert in een compleet kostuum. Hebt u ook zo hard met de kralen gewerkt? Een vreemd maar lastig werkje, we zijn blij dat nu ook de dames­kleding volledig is,” schreef Wil Steffen in de Cantafoon. Al bij de eerste uitvoering brak bij één van de dames de ketting….

Van groen weer naar zwart

In 1987 was het koor de groene japon spuugzat en beraadde het bestuur zich over nieuwe kleding. Eerst werd de traditionele enquête georganiseerd. De uitslag was duidelijk: 89 leden brachten hun stem uit, waarvan 69 personen voorkeur hadden voor zwarte kleding.Slechts 15 mensen wilden in het groen blijven verschij-nen terwijl 15 mensen geen mening hadden.

De leden kwamen er niet echt uit: er werd een tweede enquête gehouden. 53 dames leverden deze in. Wat bleek: alle dames wilden iets anders. Bijzondere voorstellen: een toga, een bolero, een hes, sommigen reageerden met “ik heb nog een zwarte koorjapon hangen.”

“Na een uitgebreid wikken en wegen kiest het bestuur twee modellen die uitgevoerd kunnen worden in twee soorten stof. Op de repetitieavond zal een kledingfirma aanwezig zijn die eerst de dames de maat gaat nemen.” Ook de heren ondergingen dit lot: dit zou een ‘kriebelig’ scheerwollen pak opleveren. Ook de pakken bleven

eigendom van de vereniging. Voor de blouses was gekozen voor de zwarte uitvoering. Het bestuur had uitgebreid gesproken over ‘vrij’ zwart, maar vond dit te rommelig. Mevrouw De B. vroeg of een zwarte lange broek was toegestaan. Het bestuur wees dit categorisch af. De meerderheid ging met het bestuursvoorstel akkoord en de firma Den Hertog kon de leden de maat gaan nemen. Voor de niet aanwezigen zouden gemid-delde maten worden genomen. “Dan moet men maar accepteren dat het niet allemaal goed past.” In ieder geval kwam de firma geen tweede keer.

Vrij zwart

Vanaf midden jaren negentig is er gekozen voor: ‘vrij zwart.’ Daaraan voorafgaand was er een conflict tussen kledingcommissie en bestuur. De commissie deed het voorstel ‘vrij zwart’, opgefleurd met een kleuraccent. Het bestuur was het daar niet mee eens. “De kledingcom­missie bepaalt dit niet, dat beslist het bestuur.” De commissie legde per direct haar taak neer. Na overleg werd dit bijgelegd. Sindsdien werd er in geen enkele bestuursvergadering meer over koorkleding gesproken. Niet dat er nooit commentaar komt: altijd zullen er mensen zijn die de kleding niet mooi of niet passend vinden. Nog bij een recent concert ontstond ruzie tussen de kledingcommissie en een lid dat zich niet kon vinden in de afspraken. Zoveel mensen, zoveel zinnen zullen we maar zeggen.

Deorder-bevestigingvoordeaanschafvankoorkledingin1987

45

maartensurtelwaseenander

typedirigentdangalenkamp.

geniaalengedrevenmetveel

kennisvanmuziek,namhij

plaatsopdebok.surtelwerd

aangenomenmetdeopdracht

vernieuwingtotstandte

brengen.ditbetekendedat

nietaltijdvoorbekendeklassiekewerkenwerdgekozen.Het

koorkwaminaanrakingmetcomponistenalselgar,martin,

charpentier,schuurman,janacek,straesser,peeters,Bloch,

griegenorff.ookdirigeerdesurteltweemaaldematthäus

passion.

eenexperimentvondplaatstoenin�989tijdenseenconcert

vaneendeenskoor,cantarellameedeedmeteenacapella

stuk.Hetkoorhadditinzijnhelebestaannognooitgedaan.

erwerdvanjohannesBrahms‘warumistdaslichtgegeben

denmühseligen’gezongen.Volgensdeverslaggever“met

voortreffelijk resultaat, ondanks voor het koor zeer moeilijke

momenten.”

Orff

Indenegentigerjarenwerdenplannengesmeedomorff’s

drieluikcarminaBurana,catullicarmina,trionfodeafroditein

zijngeheeluittevoeren,bepaaldgeengemakkelijkeopgave.

Hetstukwasinnederlandnognooitdooramateursuitge-

voerd.Bovendienhaddenweslechts86ledenteweten�7

sopranen,�4alten,8tenorenen7bassen.Hetwasduidelijk

datditwerkeenzeergrootkoorvergde.Vanallestemmen

warenerteweinig,vooralaandemannenkant.ookontstond

discussieoverdekeuzevoororff.menvondófdetekstteplat

ófmenhadmoeitemethetpolitiekverledenvandecompo-

nist.erwasveelonderlingespanningwaardoorledenafhaak-

ten.wehieldener7�over.

tienledenverzochtenomeenbuitengewoneledenvergade-

ringmetbetrekkingtotdezerepertoirekeuze.opdevergade-

ringstemdendeledenoverhetalofnietdoorgaanmetorff.

deuitslagwas60%vooren40%tegen.sommigenzegden

daarnahunlidmaatschapdefinitiefop,sommigentijdelijk.uit

hetverslagvandebestuursvergaderingwasoptemakendatin

iederestemgroepertienledenbijmoestenkomen.ervolgde

eenwarepubliciteitscampagne:hetopmerkelijkedeedzich

voordateengrootaantalzichaanmeldde.tochhaddenwe

meertenorenenbassennodig.ermoestnietalleenversterking

ophetpodiumkomen,ookeengroepmannenzouvanuitde

zaaleenrolvervullen.alszogenaamde‘oudewijzemannen’

moestenzijcommentaargevenophetpodiumgebeuren.dit

bleeklatereenvandeaardigstedelen.deenigemogelijkheid

wasextramensenaantrekkenendaarvoorbetalen.dit

gebeurde.eerstgingenwenaarantwerpenwaarweoefenden

meteenkoordathetzelfdeconcertorganiseerde.wehuurden

zangersvanhetVocaalcollectiefuitBelgiëo.l.v.jaakgregoor.

Hettotaalbedragvoormedewerkerskwamopƒ�0.7�8,-,

waarvanƒ8.000,-voordeantwerpsemannen.doordatwe

998kaartenverkochtenspeeldenwequitte.Hetwerdeen

éclatantsucces.detHaulawasafgeladenmetorff

liefhebbers.

Afscheid

metmaartensurtelwashetinderdaadgeluktvernieuwingte

brengeninderepertoirekeuze.meerdanvoorheenwerd

gekozenvoor‘vernieuwend’werkincombinatieofafwisseling

methet‘ijzeren’repertoire.Voorveelledeneenopenbaring.

jammergenoegontstondentussenbestuurendirigent

spanningenenconflicten,wateenonwerkbaresituatie

veroorzaakte.In�995nammaartensurtelontslag,datdoor

velenwerdbetreurd.debestuursledensteldenhunzetelster

beschikking;eennieuwbestuurtradaan.Ineenbriefgericht

aandekoorledenschreefhetbestuurdaterbijconflicten

alleenmaarverliezerszijn.

Dirigent Maarten Surtel (1988-1995)

46

Heteeuwigetekortaanhet‘sterke’geslacht

Altijd op m­­annenjachtBijna in ieder gem­­engd koor zien we m­­eer vrouwen dan m­­annen. Zo ook bij Cantarella. Het is daarom­­ belangrijk op m­­annenjacht te gaan.

Op de jaarvergadering: “Ik wil niet eindigen alvorens uw aandacht te vragen voor ons mannenkoor. Er moeten meer mannen komen. Ik verzoek de heren dringend om aandacht. Ook het mannenkoor heeft zich verplicht jaarlijks aan de Matthäus Passion mee te doen. Canta­rella mag daar niet de dupe van worden.” De heer K. noemde het mannentekort een zorgenkind. De heer V. zei dat hij het niet prettig vond dat het mannenkoor een zorgenkind werd genoemd. Twee jaar later kon een uitvoering niet doorgaan, wegens gebrek aan tenoren. Er waren 112 dames tegen 38 heren. “Repetities en uitvoeringen van het mannenkoor zijn tijdelijk gestopt wegens onderbezetting van de tenoren.” De secretaris somberde: “ik vind dit zeer jammer, maar je kunt geen ijzer met handen breken.” De medewerking aan Elckerlyc hing hiermee in de lucht, dus ook de extra verdienste van ƒ 100,-.

Blijft Cantarella een gem­­engd koor?

Cantarella mocht in een blad van drankbestrijders dat door 15.000 gezinnen werd gelezen voor ƒ 26,- adverte-ren. De penningmeester zag hierin voordeel en allen stemden in. Helaas zonder resultaat, onze tenorenpositie bleef een moeilijke zaak. De woorden van Vermeulen werden aangehaald: “als er voor de uitvoering van de

In oktober 1958 vroeg men zich af waar de heren bleven. “De heer H. krijgt niet de indruk dat er werkelijk zeventig mannelijke leden zijn, want de opkomst is erg slecht.” De heer K. geeft in overweging, de repetities te verzetten naar de vrijdagavond “in verband met de televisie.” Hier voelde het bestuur niet voor. De heer Hesseler: “ik wil de mannen niet verplichten aan de uitvoering deel te nemen, doch bestuursleden kunnen veel doen door leden met optimisme tegemoet te treden.” Tegen de leden zei hij dat de mannen zich moreel verplicht moesten voelen om zowel mannenzang als gemengde zang te beoefenen. Deze oproep had niet veel resultaat. De heer B. zag de toekomst van het mannenkoor somber in. Er waren maar dertig mannen. In de bestuursvergadering werd het plan gemaakt een pamflet huis aan huis te verspreiden. Dit gebeurde, maar zonder resultaat. Mevrouw B. gooide olie op het vuur door zich luidop af te vragen hoe het kwam dat maar achttien heren contributie aan Cantarella betaalden, terwijl er veel meer mannelijke leden waren. De penningmeester antwoordde dat een aantal bij het mannenkoor betaalde. Dit zien we lange tijd terug in het kasboek.

ArtikelindeDelftsePostvan11februari1976

47

Matthäus Passion niet een aantal tenoren bij komt, is een goede uitvoering onmogelijk.” In het jaarverslag citeerde men uit het blad ‘Vocaal’: “tenoren zijn de parels van het koor. Het is een troost dat we niet de enigen zijn die deze zoeken. Gelukkig traden er enige parels toe en we hopen dus op een goed herenteam.” Vanuit de leden kwam de opmerking: “Is het, gelet op de teruggang van het aantal mannelijke koorleden, vooral in de tenorensector, niet van levensbelang dat alles op alles gezet wordt? Anders dreigt het gevaar dat Cantarella het woord ‘gemengd’ zal moeten schrappen.”

In 1963 was het dringend nodig om iets te doen aan het geringe aantal mannelijke leden. Gedacht werd aan een folder of briefactie. De heer S. stelde voor een bedrag te voteren ten bate van een wervingsactie. Ook dit was helaas zonder resultaat. De heer De B. merkte tijdens de jaarvergadering op dat de koorbezetting als totaal goed was. Het aantal dames nam toe, maar onder de heren zag hij teveel grijze haren. Kon daar iets aan gedaan worden? De secretaris noemde voorbeelden van nieuwe heren die niet grijs waren. En ze kwamen ook nog eens regelmatig.

Een cryptisch ingekomen stuk luidt: “De tenor De Jong bedankt als lid wegens een verbintenis met de huisvrou­wen gymnastiekvereniging”.

Opvang nieuwe leden

“In de hoop de opvang van nieuwe leden wat beter te doen verlopen is er een ontvangstgroep samengesteld bestaande uit drie dames en drie heren. Nu is het niet de bedoeling dat alleen deze mensen zich hiermee bezig houden. Van alle leden wordt verwacht dat ze meewerken om nieuwe leden zich snel thuis te laten voelen. Als vandaag of morgen één van de ontvangers voor u staat en zegt: meneer Tuinaarde, dit is ons nieuwe lid mevrouw Sperzieboon of zoals dat tegenwoordig gaat: zeg Kees, dit is Lijsje Sperzieboon, trek dan uw vrolijkste gezicht en maak een gezellig praatje met Lijsje, vertel haar wat we zoal gezongen hebben, vraag hoe ze ertoe kwam om Cantarella te bezoeken, stel haar aan uw vrienden voor, bied haar koffie aan en vult u zelf maar in. Dit is een belangrijke zaak! Mensen die lid worden moeten dit ook blijven. Als ze weggaan, is daar een reden voor. Een daarvan kan zijn dat ze zich niet opgenomen voelen in de groep. Laten we dat voorkomen! Samen!”

Versterking van buiten

Bij de tenoren loopt het uit de hand. “De heren De K. en L., beiden tenoren, mogen niet meezingen wegens te veel verzuim.” In een gesprek met de heer Schets kwam na de repetitie naar voren dat hij met vertrouwen het concert tegemoet gaat. “Het wordt een fijne Johannes Passion! Alle partijen zingen prima, alleen de klank van de tenoren is niet zo sterk. Voor de totale koorklank zou het beter zijn als er nog drie tenoren bij kwamen.” De aanwezige bestuursleden hadden daar geen bezwaar tegen.

Zingendemannen,altijdeenschaarsartikel

48

Halleluja in Rotterdam voerde één week vóór ons deze passie uit; daar konden wij drie tenoren vragen.

De volgende morgen werd dit aan de bestuursleden die de repetitie eerder hadden verlaten, meegedeeld. Deze waren zeer verbolgen. De heer Van V. belde de anderen en deelde mee dat hij aan de dirigent ging vertellen dat hij dan niet meedeed. Vele gesprekken werden gevoerd. Het meningsverschil kwam er op neer dat je niet tegelijk eigen leden kunt afwijzen en drie tenoren van een ander koor aantrekken.

Uit de notulen van de bestuursvergadering

“Het was een woensdag vol spanningen. Mevrouw D. leefde echter in vrede: zij was uitstedig en wist van het hele drama niets af. De slag kwam voor haar later. We kregen allemaal een afschrift van de brief van de heer Van V. Om de beurt gaf ieder zijn mening. De heer Van V. kreeg te horen dat zijn houding veel op chantage geleek, hetgeen hij natuurlijk ontkende. De anderen waren het erover eens dat het voorstel van de dirigent te goeder trouw was geweest, hij zal zich bij het bestuursbesluit neerleggen. In normale gevallen zouden wij assistentie bij de tenoren wél goedvinden. Het is beter als er drie leerlingen uit Arnhem meedoen, liever geen mensen uit ‘het andere kamp.’ In Arnhem zit de Johannes Passion in het studie­pakket. Wij probeerden te bellen naar de dirigent, die we pas te pakken kregen om 23.15 uur. Helaas blijkt dat er in Arnhem geen tenoren zijn die mee kunnen zingen. Uiteindelijk gingen we tot stemming over: zeven stemmen voor, drie tegen. De dirigent wordt gebeld dat wij akkoord gaan met de assistentie van drie tenoren. De heer Van V. zal a.s. dinsdag besluiten of hij meezingt. Hij zal dit aan de dirigent per telefoon doen. De heer E. moet nog kwijt dat één en ander op een goede manier is besproken. Wij hebben elkaar de waarheid gezegd, dat moet ook kunnen. Bestuursleden moeten een éénheid vormen en behoren zich bij een meerderheidsbesluit neer te leggen. De heer Van V. wil zijn eigen geweten volgen, dat brengt conse­quenties met zich mee! B.v. aftreden. Tegen 24.00 uur wordt de vergadering gesloten.”

Of de heer Van V. meegezongen heeft, is niet in de volgende notulen terug te vinden.

nahetvertrekvanmaartensurteltradstephenkavelaaraanals

interimdirigent.Hijheeftonseenjaarduchtigenuitstekendbijge-

staan,totjohansonneveldaantrad.nietalleendirigeerdestephen

hetlastigeengelsconcert,maarinhetjaardaarnaookdematthäus

passion.

Engels concert

‘thebeasthasaname’wasdeparaplutiteldiemaartensurtelmeegaf

aaneenorigineelenavontuurlijkconcertvanengelstaligekoormuziek,

metcompositiesvanalanrawsthorne,lambertencrosse.daarnaast

werdvannederlandsebodemuitgevoerd:‘theHollowmen’vankees

vanBaaren.alsintermezzospeeldedevastepianistvanhetkoor,

Hanseijsackers,driepreludesvangeorgegershwin.

Delftsche Courant

“Thematisch sterk, maar een hondsmoeilijk programma van eigen­

tijdse muziek met een amateurkoor, dat kan dus tóch. Het werd een

triomf. Niet alleen bleek Cantarella een uitstekende pleitbezorger voor

dergelijke muziek, het kreeg bovendien een boven verwachting groot

publiek om dat te laten horen.”

deuitvoeringvandematthäuspassiononderleidingvanstephen

kavelaarvondplaatsop�6maart�996.aandezeuitvoeringdeden

ookdejeugdkorenvancantarellamee.Indezelfdeweekwerdinhet

Filmhuis‘Ilevangelosecondometteo’vanpasolinivertoond.johan

sonneveld,deopvolgervankavelaar,wasalsgastophetconcert

aanwezig.

Bijzijnafscheidvancantarellaontvingstephenkavelaareenvideo-

bandmetdeopnamevandedoorhemzelfgedirigeerdematthäus

passion.Hetkoorwasdankbaardathijals‘tussendirigent’hetkoor

hadopgevangenenbegeleidtotjohansonneveldaantrad.

Dirigent Stephen Kavelaar (1995-1996)

49

castrop-rauxel,gent,kingston,praag

Cantarella gaat op reisEen koorreis naar de vreem­­de en optredens in cultuursteden zoals Praag behoren tot de hoogtepunten in het bestaan van het koor. Zulke reizen versterken de onderlinge band en vorm­­en m­­uzikaal een extra uitdaging. Diverse keren heeft Cantarella aan de trek van het buitenland gevolg gegeven.

De eerste koorreis: Castrop-Rauxel in 1965

Na de Tweede Wereldoorlog vonden verschillende uitwisselingen plaats tussen Castrop-Rauxel en Delft. In 1965 deden voor het eerst koren mee. Over en weer werden contacten gelegd tussen Cantarella en het koor Alt Castrop in Duitsland.

Er werd een commissie benoemd die zich bezig ging houden met de organisatie. In deze commissie zaten: de dames Koster, Brouwer, Grootenboer, Boeve en Nijhoff en de heren Evertman, De Vries, Smits, De Blauw en Sietses.

De zangers van Alt Castrop kwamen eerst voor een bezoek naar Delft, waar zij in de Stads Doelen Mendels-sohn’s ‘Elias’ zongen. Het geheel stond o.l.v. dirigent Hans Wedig. Onder de aanwezigen bevond zich burge-meester De Loor en oud-wethouder Grundel, die acht jaar daarvoor de uitwisseling tussen Delft en Castrop-Rauxel tot stand bracht.

“Het was een muzikaal hoogstaande avond. Aan het slot stond het publiek als één man op om uitvoerenden en dirigent een langdurig applaus te bereiden.” Medewerking werd verleend door het Gelders Orkest.

In mei 1966 volgde een tegenbezoek van Cantarella aan Castrop-Rauxel. Er gingen 95 zangers en 25 supporters mee. Er werd door Cantarella opgetreden met de ‘Krönungsmesse’ van Mozart, het ‘Te Deum’ van Bruckner en ‘Das Wessobrunner Gebet’ van Wedig. Cantarella werd begeleid door het ‘Orchester der Stadt Bochum.’ Solisten waren: Nelly van der Spek, Anneke Dannijs, Arjan Blanken en David Hollestelle. Het geheel

stond o.l.v. Jan Vermeulen. Zowel Delftse als Castropse bladen besteedden aandacht aan de concerten.

Een succes

“Er was van publiekszijde grote belangstelling. De Duitse gastheren en vrouwen hadden zich veel moeite getroost om ons een prettige tijd te bezorgen o.a. door ons een feest­avond aan te bieden.”

Na afloop kwam een verzoek aan de deelnemers zes tot acht gulden per persoon bij te dragen om het tekort te dekken. Slechts een enkel lid reageerde hier op. Het tekort bedroeg uiteindelijk ƒ 900,-. “Spoedige verdere uitwisselingen zullen voorlopig niet plaatsvinden wegens de hoge kosten”, luidde de conclusie. Ook was men bang voor splitsingen in het koor tussen deelnemers en niet-deelnemers.

Een dag uit het leven van een reisleider (1989)

“Het had zo mooi kunnen zijn. Het stond allemaal zo goed op papier. Maar de reis die Cantarella naar Gent maakte verliep niet volgens het zo zorgvuldig samengestelde programma. Integendeel. Ondanks anders luidende afspraken werden laatkomers toch nog opgepikt. Ze hoefden niet eens te gebaren om de aandacht te trekken. Hun verschijning volstond. En niemand die zich eraan stoorde, hoe is het mogelijk! In weerwil van de planning werd HET MOTET niet geoefend op de heenreis en in Gent dan ook niet uitgevoerd. Sommigen waren daardoor zelfs opgelucht, blikskaters!Bij de late aankomst in Gent bleek het terras aan het water, waar de verplichte gezamenlijke lafenis zou plaatsgrijpen, gesloten. Het gezelschap was gedwongen uit

50

te wijken naar een terras aan een opgebroken straat. Maar niemand schijnt deze inbreuk op het programma in negatieve zin te zijn opgevallen. Wel heb je ooit!

Op het tijdstip dat de facultatieve rondleiding door de Sint Baafs kathedraal zou aanvangen, bleek dit Godshuis gesloten. En doodgemoedereerd, alsof er niets aan de hand was, verspreidden degenen die zich voor deelname aan dit programmaonderdeel hadden opgegeven zich onder de vele in dienstkostuum gehulde stadsomroepers in het oude centrum van Gent, in blijmoedige afwachting van de herkansing enige uren later.De verzorging van de inwendige mens rond het middag­uur viel buiten de verantwoordelijkheid en het blikveld van de reisleiding.

Het optreden in de Sint Niklaaskerk was enigszins korter dan in het programma voorzien. Dit kan de reisleiding nauwelijks worden verweten, omdat de organisatie van dit programmaonderdeel in handen was van de Belgische collega’s. In kwalitatief opzicht mag de uitvoering van het Kyrie uit de Messa di Gloria van Puccini en enige van de Bavarian Songs van Elgar, hoe kan het anders met Cantarella, een hoogstandje worden genoemd.De resterende tijd werd verdreven in een tapperij. Velen vonden juist dit niet­geplande reisonderdeel het meest geslaagd. Zou je ze niet? Ondanks het feit dat de deelne­mers voor hun geld dus nauwelijks hebben gekregen wat het programma hen voorspiegelde, stapten de meeste leden ‘s avonds voldaan uit de bus.Een dag met Cantarella kan dus niet stuk!”

Cantarella te gast in Kingston

Begin mei 1990 ontving Cantarella de ‘Kingston Choral Society.’ In het kader van de viering van de bevrijding werd door de beide koren het ‘In Terra Pax’ van Martin uit 1944 en het ‘Te Deum’ van Charpentier uit 1690 uitgevoerd in een ‘uitverkochte’ Oude Kerk. In totaal werkten er meer dan tweehonderd mensen mee. De koren werden begeleid door het Delfts Symfonie Orkest waarvan later in de krant stond dat vooral “het koper het danig moeilijk had.” Dit samen optreden en optrekken was zo’n succes dat in principe tot een tegenbezoek besloten werd.

Dit besluit kreeg de volgende uitwerking: de gezamenlijke uitvoering van het ‘Requiem’ van Verdi op 30 mei 1992. Alle reguliere repetities en drie extra repetitiedagen werden besteed aan het instuderen van dit werk. Maarten Surtel, destijds dirigent van Cantarella, woonde in april een repetitie van de Kingston Choral Society bij om de wijze van instuderen van de koren op elkaar af te stemmen.

Toen de Kingston Choral Society, het West Sussex Philharmonic Choir – die eveneens aan de uitvoering zouden deelnemen – en Cantarella op 28 mei 1992 voor het eerst gezamenlijk repeteerden, bleek direct het nut van deze inspanningen: een goed voorbereid en homo-geen gelegenheidskoor. En dat was nodig ook, want na afloop van deze repetitie scheidde alleen de generale repetitie de koren nog van de uitvoering.

5�

MaartenSurtel(r.)ingesprekmetdeEngelsedirigentRobinPage

De uitvoering vond plaats in de Guildford Cathedral, die met 1050 toeschouwers volledig uitverkocht was. Aan de uitvoering werkten naast de bovengenoemde drie koren, met in totaal 274 zangers, het Guildford Philharmonic Orchestra, de sopraan Jane Eaglen, de mezzo-sopraan Anne-Marie Owens, de tenor Richard Braebrook en de bas Anthony Cunningham mee. Het geheel stond onder leiding van Robin Page, de vaste dirigent van beide Engelse koren. Het is een bijzonder indrukwekkende uitvoering geworden.

“Niets dan superlatieven overigens voor de organisatie van dit evenement door de Kingston Choral Society. En niets dan superlatieven ook voor de gastvrijheid van de leden van de Kingston Choral Society. De ontstane vriendschap is niet verbleekt. Integendeel; er is een nieuw principebesluit. Mogelijk later worden de banden weer aangehaald.”

Reis naar Praag

In 2000 werd een uitwisselingsprogramma uitgevoerd met het orkest van het conservatorium in Teplice in Tsjechië. Eerst begeleidde dit orkest op 20 mei 2000 Cantarella in de uitvoering van het ‘Schicksalslied’ van Brahms en het ‘Requiem’ van Mozart. Het orkest voerde ook een instrumentaal werk uit, waarvoor de dirigent Jan Valta de keus had laten vallen op een Sinfonia van Rosetti, een Tsjechische tijdgenoot van Mozart. Vervol-gens reisde Cantarella naar Tsjechië om met dit zelfde orkest het programma in Teplice (2 juni) en in Praag (3 juni) – maar nu zonder het ‘Schicksalslied’ – nogmaals uit te voeren.

Het hoogtepunt van de reis werd gevormd door het bezoek aan Praag en het concert aldaar. Een rondleiding van twee uur, met gidsen, en een aantal uren ‘vrije tijd’, boden gelegenheid een goede indruk op te doen van deze bijzonder fraaie stad. Straatactiviteiten droegen bij aan de levendigheid. De vele groepjes straatmuzikanten inspireerden een aantal Cantarellaleden zelfs tot oprichting van een koortje met de bedoeling daarmee ook op straat te musiceren. Dit is het latere ‘Via Cantare’ geworden, dat de oorspronkelijke bedoeling in zijn naam draagt. Nog steeds is het merendeel van de leden tevens lid van Cantarella.

VlakvooraanvangvandegeneralerepetitieinPraag

5�

Jurjen Battjes over de koorreis naar Praag: “In Praag zijn vroeg in de avond talloze concerten voor de vele toeristen. Het was grappig om tijdens wandelingen in het oude stadscentrum op allerlei plaatsen reclame te zien voor ons eigen concert, op reclamezuilen (hadden we die ook maar in Delft!) en op sandwichborden waarmee diverse lieden rondliepen en tegen wie je met enige trots kon zeggen waarom je van hem of haar geen kaartje kocht: ‘het is ons concert!’

Het concert stond gepland op 18:00 uur. We zouden anderhalf uur tevoren de kerk ingaan om ons te verkleden en om in te zingen, maar een mannenkoor dat in de kerk bezig was wist blijkbaar niet van ophouden. Hoe dan ook, vermoeid als we waren van de voorafgaande avond en het vele lopen in Praag (beide tegen de wens van Johan!) moesten we voor ons gevoel eindeloos wachten voor we naar binnen konden, zittend op trottoirbanden om de vermoeide ledematen nog enige rust te bieden. Dit gaf aanleiding tot een variant op een bekend gezegde, nl. dat we hier vóór het zingen de kerk niet in kwamen! Maar, eind goed, al goed: de kerk was geheel gevuld, en het concert verliep goed.

Na de terugreis naar Teplice werd het bezoek besloten met een feestavond in het conservatorium. De sfeer was ontspannen en vertrouwd: koor en orkest hadden al veel samen opgetrokken. Enkele Tsjechische muziek­studenten haalden spontaan hun instrumenten te voorschijn en speelden de sterren van de hemel. De avond en de hele reis waren succesvol. Alle deelnemers hebben er heel goede herinneringen aan overgehouden. Voor herhaling vatbaar!”

De repetitieruimte

deverschillendeoefenruimtesinvijftigjaarzijn:

•Verborgenschat,Verwersdijk

•detent,agnetapark

•parochiezaalaandesimonsstraat

•’tHartvandelft:Vlamingstraat44.

•Vanaf�-9-�986-heden:Voorhuis,Voorstraat64

Opdiverse-toeristische-

locatiesinPraagwerden

kaartenvanhetconcerttekoop

aangeboden.

DeSimonsstraat,waardeParochiezaalwasgevestigd

5�

tussen�00zangerstrefjezealtijdaan

Bijzondere leden Bijzondere leden zullen er altijd zijn. De één als schilderachtige persoonlijkheid, anderen vanwege hun trouwe lidm­­aatschap, weer een andere vanwege haar passie voor zang. Ze gaven en geven het koor kleur, brengen leven in de brouwerij of vorm­­en een vaste waarde in de koorklank. Achtereenvolgens stellen wij aan u voor Mevr. N, Conny Peterse & Elzelina van Lent en Rie Maljaars.

De eigenzinnige MEVROUW N.

Mevrouw N. vertelde op de ledenvergadering dat zij pogingen had gedaan de belangstelling van het Koninklijk Huis te wekken voor de uitvoeringen van de Matthäus Passion. Hoe stond het bestuur hier tegenover? De voorzitter antwoordde dat het bestuur het mooi zou vinden als iets dergelijks zou slagen, maar dat dit via officiële kanalen moest gebeuren. Mevrouw N. vond dat de Matthäus Passion specifiek van Cantarella was en vond dat wij dit zelf moesten ondernemen. Van Vliet wees erop dat Delfesta de Matthäus organiseerde en financierde en dus dit moest behandelen of anders de gemeente.

Mevrouw deelde mee dat het gesprokene door haar op de band was vastgelegd, wat in de vergadering veel verontwaardiging en tumult veroorzaakte. Haar taperecorder zat in een beautycase verstopt. Haar werd verzocht de opname te wissen of de band te geven. “Want deze handelwijze is onjuist en in strijd met de vertrouwe­lijkheid van de vergadering.” Mevrouw weigerde het verzoek in te willigen. Na wat geduw en getrek ging men over tot de orde van de dag. Aan mevrouw N. werd meegedeeld dat haar lidmaatschap in verband met het gebeurde nader bezien zou worden. Zij schreef een brief terug met een uiteenzetting van de motieven en een afwijzing van het verzoek haar lidmaatschap te beëindigen.

“Mevrouw N. heeft door bemiddeling van erevoor­zitter Nic. Hesseler haar excuses aangeboden. Hierin hebben wij voldoende aanleiding gezien haar weer als lid toe te laten.”

Cake, franje en een illegale ketting

Deze mevrouw wist altijd de aandacht te trekken. Tijdens een repetitie liep opeens een kookwekker af. Iedereen schrok en wilde weten wat er aan de hand was. Wat bleek: mevrouw N. had voordat ze van huis ging een cake in de oven gezet. Ze woonde vlakbij en ging die tussen-door uit de oven halen.

“Mevrouw N. zal gewezen worden op de consequenties van het niet dragen van de juiste franje aan de koorjapon. Bovendien heeft zij eigenmachtig de mouwen ingekort.” Het bestuur besloot dat, indien mevrouw N. niet op de juiste wijze reageerde, ze niet met het concert mocht meezingen. Ze zou eventueel worden geroyeerd. Ondanks het verzoek geen sieraden toe te voegen (de dames waren al getooid met drie groene koorkettingen) zagen we mevrouw N. met een extra (nep)gouden ketting. De voorzitter Wil Steffen, ook niet de eerste de beste, pakte een schaar en verwijderde ten aanschouwen van iedereen onder hevig protest de nepketting.

Afvoeren

In de notulen stond dat we voorzichtig moeten zijn met het ‘afvoeren’ van oudere leden met stemproblemen. “Na de affaire met mevrouw N. is er ongerustheid ontstaan.” Er werd een geruststellend stukje in de Cantafoon gezet.

“Er zijn gesprekken met mevrouw N. geweest. In verband met leeftijd en stemkwaliteit is haar aangeraden het lidmaatschap op te zeggen. Mevrouw heeft hierover een telegram gestuurd dat ze hier niet over piekert. Er wordt gesproken over de mogelijkheid haar te royeren. Met algemene stemmen besluit het bestuur haar een brief te sturen, waarin staat dat zij als lid wordt geschrapt.” Van mevrouw kwam nog een mededeling dat zij zich neerlegde bij een royement: zij ging niet in beroep.Ach ja, bijzondere leden zullen er altijd zijn. Deze mevrouw veroorzaakte veel discussie, maar bracht ook de levendigheid en vrolijkheid in de groep. Er kon altijd bij haar thuis worden gerepeteerd, waarbij er gastvrij

54

schalen met sandwiches en bonbons klaarstonden. Van deze mevrouw is tevens bekend dat ze iemand een mooie brief schreef toen zijn vrouw was overleden.

CONNy en ELZELINA, ruim­­ 40 jaar lid

“Het grote verschil met vroeger is, dat het toen allemaal veel afstandelijker was. Je kende leden vaak alleen bij hun achternaam.” Dat constateren anno 2008 zowel Conny Peterse als Elzelina van Lent, die respectievelijk sinds 1961 en 1962 lid zijn van Cantarella. Allebei sopraan. De band van Elzelina met Cantarella is overigens ouder, want haar vader, Nic. Hesseler, was oprichter en eerste voorzitter. “Pas toen mijn vader in 1962 wethouder werd, ben ik lid geworden. Ik moest zeggen dat ik achttien was, maar was pas zeventien jaar.” Conny zong voor ze bij Cantarella kwam in het Madrigaalkoor o.l.v. Pierre van Hauwe.

gewone repetities van het koor. Er werd gerepeteerd in ‘de Verborgen Schat’ aan de Verwersdijk en later in de ‘Parochiezaal’ aan de Simonsstraat. Met enige afkeer denken beide dames terug aan die oefenruimte, want het was er ‘plakkerig.’

Of het allemaal al direct zo geweldig ging bij de uitvoeringen? Daarover hebben Conny en Elzelina zo hun twijfels. Dirigent Jan Vermeulen was opgelucht als het goed was gegaan. Hij beschikte over prima contacten in de muzikale wereld en kon zo steeds goede en bekende solisten aantrekken. Overigens konden bezoekers aan het concert soms gebruikmaken van een mooi ‘arrange-ment’, waarbij in koppelverkoop zowel naar de Matthäus Passion als naar de Taptoe kon worden gegaan.

Ondanks de wat stijvere, formelere omgangsvormen hebben Conny en Elzelina leuke herinneringen aan diverse uitstapjes. De drank kon soms rijkelijk vloeien, waardoor de stemming soms zelfs ‘jolig’ werd. Behalve in het binnenland werden ook uitstapjes gemaakt naar zustersteden in Duitsland (Castrop-Rauxel) en Engeland (Kingston). In Castrop-Rauxel werd onder meer het Te Deum van Bruckner uitgevoerd. Goede herinneringen hebben beiden ook aan het Wessobrunner Gebet. Een bijzondere gebeurtenis was het bevrijdingsfeest in 1970, waarbij Engelse gasten aanwezig waren, waarmee op de Markt gedanst werd. Net als tegenwoordig was er vroeger na concerten een nazit. Die was bij Reyndorp, een chique tent, op de Oude Langendijk. Conny en Elzelina herinneren zich dat Jan Vermeulen daar eens binnen-kwam om op dramatische wijze de koorleden te bedanken voor de geslaagde uitvoering.Na Jan Vermeulen was Joop Schets enige jaren dirigent van Cantarella. Over zijn kwaliteiten zijn beiden zeer te spreken. De ambities van Schets reikten echter verder en op een gegeven moment kon niet meer aan zijn financiële wensen tegemoet worden gekomen. Hij vertrok naar Arnhem om daar dirigent te worden van het Toonkunst-koor. De jongere Henk Galenkamp volgde hem op. Hij was onervaren, maar wel enthousiast en eigenlijk meer een orkestdirigent dan een koordirigent.

In de beginjaren stond de Matthäus Passion nog centraal bij Cantarella. In een half jaar moesten de partijen worden ingestudeerd. Dat gebeurde thuis bij één van de leden. Twee keer in de week. Daarnaast waren er ook

ElzelinavanLentenConnyPeterse

55

RIE MALJAARS, een leven lang zingen

“Als ik weer op de wereld kom, word ik tenor, dan is men altijd blij met je.” Zo valt de nu 86-jarige Rie Maljaars, vermaard oud-lid van Cantarella, met de deur in huis.Ze heeft in veel koren gezongen bij bekende dirigenten als Jaap Hillen en Gerard Akkerhuis. Ze heeft zeker tien buitenlandse koorreizen meegemaakt. Haar koorleven als volwassene begon bij Cantarella. “Van jongs af aan was ik bezeten van koorzang, dat had ik van mijn vader die bij Cantabilé zong.”

Kinderkoor

“Ik begon in een kinderkoor dat op zaterdagmiddag oefende. Mijn moeder was het daar niet mee eens: “Je kunt je tijd beter gebruiken met stof afnemen”, was de duidelijke boodschap. Rie kreeg al gauw de hoofdrol als koningin in een kinderoperette, maar was zo zenuwachtig dat ze regelmatig thuis kwam met diarree. Daar groeide ze gelukkig overheen. “Het zingen heeft me minder verlegen gemaakt, ik had te weinig zelf­vertrouwen”, zegt ze nu.

In de vijftiger jaren werd in de Nieuwe Kerk de Matthäus Passion uitgevoerd door het Rotterdams Philharmonisch orkest met het Philharmonisch koor o.l.v. Eduard Flipse. “Ik vond het zo mooi, dat ik dacht, dat wil ik ook.”Toen Cantarella in 1958 aankondigde dat zij dit grote werk wilde gaan uitvoeren en haar tante vroeg: “is dit niet iets voor jou?”, bedacht Rie zich geen seconde en meldde zich aan. Zo zong ze mee bij de eerste Matthäus Passion van Cantarella in de Nieuwe Kerk. We schrijven 1959. “In het begin dacht ik, dat krijgen we nooit goed, maar ik was onder de indruk van de discipline en het harde werken.”

Solo m­­et en zonder bloem­­en

Rie zong vaak solo’s tijdens repetities, maar ook bij uitvoeringen. Samen met Elzelina van Lent op kleine concerten maar ook met ‘grote’ solisten zoals de legen-darische Nelly van der Spek. Met Nelly heeft ze tot op de dag van vandaag een vriendschapsband. Een bizarre situatie ontstond toen het bestuur Rie’s medewerking vroeg voor een kleine altpartij bij ‘Die Schöpfung’ van Haydn. Het koor zat eeuwig krap bij kas, dus was deelname van een gratis bekwaam koorlid mooi

meegenomen. “Ik zat op de eerste rij in de startblokken en ging in een run naar voren. Het ging maar alleen om een heleboel Amen’s. Het bizarre was dat de solisten allemaal bloemen kregen maar op mij was niet gerekend.” Rie kreeg toen het boeket van Nelly van der Spek, waarop Jan Vermeulen zijn bloemen aan Nelly gaf. Toen de solisten naar voren werden geapplaudisseerd wilde Rie niet mee, maar Nelly sleepte haar mee, met “kom op, je hoort erbij.”

Klein Koor

Rie is in 1959 met een klein koor van Cantarella naar Kingston in Engeland geweest, waarbij er enige kinne-sinne onder het achterblijvende grote koor ontstond: ‘waarom mag die wel en ik niet?’ Er is in die tijd sprake van een kamerkoor bij Cantarella. Het bestuur van Cantarella zette hier grote vraagtekens bij, maar Jan Vermeulen ging door: “ik zie het meer als een persoon­lijke liefhebberij.” Het ‘kleine koor’ bleef nog enige tijd na de Engelse reis bestaan.

Rie zong niet alleen bij Cantarella, maar nam ook taken op haar schouders. Ze was twee keer lid van de sollicita-tiecommissie toen het koor op zoek moest naar een nieuwe dirigent. Daarnaast heeft ze, als coupeuse, zo het een en ander meegemaakt met de koorkleding. Voor de alten zat Rie in 1972 in de ‘knipclub’ en beheerde zij geruime tijd de totale voorraad van 109 japonnen.

RieMaljaars

56

titiezonneveld tot�96�

leniprins �96�-�97�

lenyv.d.endt �97�-�986

Hanseijsackers �986-�996

ronaldjochems �997-heden

Linksboven:LeniPrinsachterdepiano.Linksonder:LenyvanderEndtprobeerdeCantarellajarenlanginhetgareeltehouden.Rechtsboven:HansEijsackerszettezijncarrièrena1996eldersvoort.Onder:RonaldJochemsisanno2008nogsteedsdevastepianist.

5 pianisten in 50 jaar

Een leven lang zingen

Rie zingt nog steeds. “Ik kan er niet buiten.” In het seniorenkoor o.l.v. Sonja Nowee zingt ze twee maal per maand in de Pastoor van Arskerk. Het koor treedt b.v. op in de Bieslandhof of bij uitvaarten. Ze constateert lachend dat haar adem wat minder wordt. “Ik gebruik dan maar een inhaler.”

Bij het afscheid nemen haalt Rie nog een herinnering op: toen zij een keer naast een nieuw koorlid stond, zei dat koorlid: “Het lijkt wel of ik dit vaker heb gezongen. Het komt me zo bekend voor.” Schuddend van de lach meldt Rie: “het was het zoveelste Requiem.”

57

Interview in de Delftse Krant

“Iedere dinsdagavond komen de leden van Zang­en Oratorium­

vereniging Cantarella bij elkaar om met behulp van een

professionele dirigent de schouders onder een interessant

koorwerk te zetten. De vaste dirigent Johan Sonneveld heeft

het er druk mee. Hij bestijgt soepel het podium en maant vanaf

een lessenaar zijn ‘klas’ tot stilte. Er heerst een vrolijke stem­

ming tijdens het inzingen (of is het insissen). Opvallend dat de

collectieve kunstbeoefening zoveel genoegen kan opleveren.

Ook voor Sonneveld zit er voldoende aardigs aan, zo verzekert

hij. Ik wil de mensen verder helpen, zover als hun kunnen reikt.

Als dat lukt, heb ik er enorm veel plezier in. Maar: een goed

resultaat krijg je alleen door hard werken.”

Doener

enerwordthardgewerkt.johannoemtzichzelfeendoener.

dithebbendekoorledenindeafgelopenjarennietalleen

gehoord,maarookgemerkt.alsvoetballerbrakhijzijnbeen,

waardoorhijmetvooruitgestokengipsbeendeledenhetzuiver

zingentrachttebijtebrengen,vervolgensverscheenhijmet

eenblauwoogennogonlangsdirigeerdehijhetstabatmater

vandvorákmetéénhandinhetgips,omdatzijnpaardhad

‘gebokt.’

eénvanzijnfavorietemuziekwerkenishet‘requiem’van

durufléterwijlvandecomponistenBachbovenaanstaat.

In�006voerdecantarellahet‘requiem’vandurufléuit.opde

websitevanhetkoorverscheenhetvolgendeverslagvan

Frölich:

“Helderheid, goede articulatie, een verfijnde, mooi harmoni­

sche koorklank en milde dramatiek waren, met een uitstekend

spelend orkest de hoofdkenmerken van een uitvoering die aan

alle aspecten van dit Requiem recht deed. Na een meteen al

prachtige Introïtus vervloeit de rustige gregoriaanse melodiek

van het Kyrie geleidelijk in kleurrijke harmonieën.

Klanken die loskomen van het aardse en vooral vredigheid

uitstralen. Tot in het Hosanna in excelsis een beheerste

expressieve climax wordt opgebouwd. Sonneveld trekt mooie

klankbogen, maakt de zuivere, vocaliserende mannenstemmen

in het Lux aeterna mooi los

van het vrouwenkoor en laat

de stemmen al even indruk­

wekkend samenkomen in het

unisono Requiem aeternam,

tegen de wisselende

harmonieën die het orkest

daaronder zet.

Zo schept hij ondanks de

ingetogenheid die dit Requiem ademt een grote mate van

afwisseling in de koorklank, geeft dramatiek op passende wijze

ruimte maar gaat nergens over de schreef: door het hele

Requiem heen bewaart hij de sfeer van intimiteit. Een knappe

prestatie met een koor van deze omvang. Het onopgeloste

dominant­noneakkoord waarin dit Requiem eindigt voerde

rechtstreeks naar de hemel. Een hemel, in dit geval, zonder

beproevingen aan de poort. Daar wil je wel naar verlangen en

door worden getroost. Martine Straesser maakte het Pie Jesu

tot een ontroerend hoogtepunt. Ook de bijdrage van Martijn

Sanders (Libera me) was indrukwekkend.”

In goede harm­­onie verder

metjohanwerktcantarellaingoedeharmonieverderaan

kwaliteitsverbeteringenhetgevenvanmooieconcerten.In

eeninterviewinparlandozegthijhetgoedtevindendat

cantarellazoserieusprobeertaankwaliteittewerken.

“Belangrijk is dat je hierdoor als lid gaat beseffen dat je zelf

een stap moet zetten.”detalentvollewijzewaaropjohanhet

koorleidt,hetnietopgevendookalziteendeelvanheminhet

gips,maaktdatookkoorledennietsnelafhaken.

Hetapplausbijdelaatsteuitvoeringvanhetstabatmatervan

dvorákwasdanookzeerverdiend.dekoorledenwetenals

geenanderhoeveelenergieenvakmanschapditeist.erzijn

momenten,zekeralsnetbegonnenisaaneennieuwwerk,dat

koorledendenken‘hetwordtnooitwat’,maarhetvertrouwen

entegelijkertijddeingetogenwijzewaaropjohanhetkoor

leidtzorgtervoor,datuiteindelijkeenprachtigresultaatwordt

neergezet.

Dirigent Johan Sonneveld (1996-heden)

58

Bronvanzorg,discussieèninspiratie

Zoeken naar - en werken aan - kwaliteit

In de beginjaren werd veel over de stem­­kwaliteit van individuele leden gesproken, m­­aar niet over de totale koorklank. Er kwam­­en klachten over een alt die m­­eer brom­­de dan zong. Het bestuur vroeg zich af of het niet beter was als zij niet m­­eer m­­eedeed. Haar werd verzocht zachtjes te zingen, m­­aar verder ging m­­en niet. Over de nieuwe leden was de dirigent in 1963 heel tevreden. Hij had wel problem­­en m­­et oudere leden, zij hadden m­­inder fraaie stem­­m­­en. Hij wees op een ‘bescheiden’ gebruik van hun geluid.

Een jaar later kwam er een klacht van de dirigent over mej. W. die erg slecht zong. Vermeulen vroeg het bestuur te bezien of zij geschorst kon worden. De heren S. en Van V. zouden bij omstanders informeren over de ernst van de storing. Twee in haar nabijheid staande dames deelden mee het niet te hebben gemerkt. In de bestuurs-vergadering vroeg men zich af of deze dames wel in staat waren dit te beoordelen. Twee bestuursleden werden melders van de slechte boodschap: mej. W. mocht i.v.m. de slechte kwaliteit van haar stem niet meer meezingen. Mevr. G. had geadviseerd “de eer aan zichzelf te houden.” Mej. W. zegde haar lidmaatschap op. Ook vanuit de herengroep kwamen klachten. “Mevr. M. wil haring of kuit omtrent de heer Van B. Zingen we of zingen we niet!” De heer S. zei daarop: “Ik zal een concrete beslissing (negatief) gaan bevorderen.”

Cantarellaheefthetwerkenaankwaliteitopverschillendemanierenvormgegeven.RegelmatigtrekthetkoorzichvoorafgaandaaneenuitvoeringterugineenNivonhuisofjeugd-herberg,omeenweekendlangintensiefindemuziekteduiken.

59

Hoger op de koorladder

Jan Vermeulen stelde voor het peil te verbeteren door hogere eisen te stellen. Dit zou kunnen door lessen in stemvorming, het leren van noten, maat en ritme, lessen algemene muziekleer, oefeningen in treffen, vocaliseren en gehoor. Het bestuur vroeg aan Vermeulen of hij zijn eisen niet te hoog stelde. “Deze gedachten zijn ontstaan na de radio­opname in 1974. Ik bemerk een duidelijke teruggang in prestaties. Een aantal leden zingt niet zuiver en er zijn leden met te weinig muziekkennis. Ik stel voor alle leden te controleren op hun stem en zal naar bevind van zaken advies geven. Vooral de tenoren zijn beneden peil. We moeten onze positie zien te handhaven. Ik heb zorgen over de komende uitvoering der Matthäus Passion. Het zal alleen lukken als we een beroep doen op bekwame oud­leden.” Verder zag hij graag nieuwe leden, jongeren en in het bijzonder heren. Met het laatste was het bestuur het in ieder geval volmondig eens.

Kwaliteitsverbetering

In het eerste jaar van zijn dirigentschap vond er een overleg betreffende de koorkwaliteit plaats tussen Joop Schets en enkele bestuursleden. Er bleek angst te bestaan rond het opnieuw stemmen van het koor. Als zo vaak ging het over de kwaliteit versus de sociale taak van de vereniging. “Na enige discussie blijkt dat het geenszins de bedoeling is mensen zonder pardon weg te sturen, maar dat het in eerste instantie gaat om welk stemmateriaal we

Uitje“De vice­voorzitter memoreert hierbij dat de

gemeente subsidieert ter bevordering van ont­

plooiing van het individu. Ook is het bestuur van

mening dat onze vereniging niet alleen een muzikale,

maar ook een sociale taak heeft. Het is zo, dat er

mensen zijn die als enig ‘uitje’ de kooravond in hun

eenzaam bestaan hebben en vaak vanaf het begin lid

zijn. Om die redenen zullen we met omzichtigheid te

werk moeten gaan. De dirigent vindt dat het feit dat

er een logopediste komt, al preventief kan werken.

De mensen worden actief en sommigen zullen zich

afvragen of zij, gezien de stemachteruitgang lid

moeten blijven.”

hebben en hoe we het op de beste manier kunnen gebruiken. De leden zullen individuele aanwijzingen krijgen om zich te verbeteren. Ook zullen sommigen zelfs van stemgroep moeten veranderen.” Toch zag het bestuur wel het gevaar dat enkele mensen het koor zouden moeten verlaten.

Zangpedagoge

In 1977 besloot Cantarella tot het aantrekken van een zangpedagoge. In de Cantafoon verscheen het volgende artikel.

“We vonden het leuk om mevrouw Oudenampsen een aantal vragen te stellen die ze geduldig beantwoordde. Grietje Oudenampsen, zoals ze in de muziekwereld heet, is een vrouw met veel interessen en een breed arbeidsveld. In hoofdzaak is ze zangpedagoge en logopedist. Ze treedt op als soliste en geeft les aan zowel het Rotterdams Conservatorium als in de privé­sfeer.”

Jaarvergadering

Ook in de jaarvergadering werd een en ander besproken.Nu rest nog het punt: Ja of nee een logopediste. Het ligt in de bedoeling dat de logopediste één maal per maand komt. Naast oefeningen met het gehele koor zal zij van acht tot negen uur met kleine groepjes werken met wie zij persoon­lijke moeilijkheden zal bespreken. Na de pauze zal het in onderhanden zijnde werk worden doorgenomen, om het koor naar een hoger niveau te brengen. De voorzitter

60

merkt op dat mevrouw Oudenampsen bekwaam is. Zij pleit voor een proefperiode van één jaar. De heer Van V. voegt toe dat zij komt op verzoek van de heer Schets. Er wordt schriftelijk gestemd. De uitslag luidt: 32 tegen en 75 voor. Hieruit volgt dat de logopediste voor één jaar wordt aangesteld. Daardoor zal de contributie worden verhoogd met één gulden per maand.”

Mevrouw Oudenampsen ging aan het werk met het koor als geheel, maar ook met individuele leden om hun problemen op te lossen. Niet altijd tot tevredenheid van sommige leden, die tegen haar aanpak bezwaar maakten, zodat zij met steeds meer weerstand te maken kreeg. Er volgde een enquête over het al of niet handhaven van mevrouw Oudenampsen als zangpedagoge. De uitslag luidde: 69 leden voor, 23 tegen. Bij een tweede stemming ging het over doorgaan met mevrouw Oudenampsen of met een andere zangpedagoog. 58 leden wilden met deze zangpedagoge doorgaan, 33 wilden dit niet. Er werden vier blanco stemmen uitgebracht. Grietje Oudenampsen kwam na deze uitslag niet terug.

Terugkijkend constateerden bestuur en dirigent dat deze zangpedagoge wel degelijk had bijgedragen aan een verbetering van de koorkwaliteit. Het streven naar vooruitgang was zeker niet verdwenen. Het bestuur zocht dan ook een nieuwe zangpedagoog die gevonden werd in Jaap Dieleman.

“Het is een schat van een jongen”

Men vond de eerste ervaringen met de heer Dieleman zeer positief. Toch ontstond er al snel onrust over de stemtesten. Jaap Dieleman nam deze bij ‘storende leden’ af op voordracht van de dirigent. Men vroeg zich af of de dirigent wel wist wie er storend zong. Het bestuur was van mening dat leden die al lang lid waren en niet meer konden zingen, mochten blijven. Cantarella had ook een sociale taak. Eén der oudste leden: “niemand hoeft bang te zijn van de heer Dieleman, het is een schat van een jongen.”

Meefluisterende stem­­m­­en

In theorie klinkt dit mooi, maar wat werd er in 1987 gedaan toen mevrouw W. terug wilde komen? “Ze voelt zich steeds beter na haar operatie. Ze is echter een oudere dame terwijl we streven naar verjonging: welke eisen stellen we t.a.v. stem, zangprestatie en leeftijd. En bij niet voldoen aan de eisen, wat doen we dan? Storend gedrag is voor iedereen een acceptabele grond voor afwijzing of opzegging van het lidmaatschap. Slechte zangprestaties kunnen met zachter zingen gecamoufleerd worden. En hoeveel van zulke meefluisterende stemmen accepteren we? Mensen die ouder zijn of gematigde zangprestaties tonen mogen niet het instudeertempo bepalen en moeten zelf hun conclusie trekken. De storende leden zullen periodiek gestemd worden door de dirigent.” Mevrouw W. werd niet meer tot het koor toegelaten, maar ouderen met matige zangprestaties mochten blijven.

“Vroeger is wel eens geopperd dat de drempel om het koor te verlaten net zo hoog is als om lid te worden. Koorleden zitten ‘vastgebakken’ aan hun plaatsje. Vooral voor ouderen is het heel belangrijk. Waar kunnen zij nog terecht? Bij een bejaardenkoor? Het zou leden gemakkelij­ker gemaakt moeten worden deze stap te nemen.”

Kwaliteitsplan

In het beleidsplan 1991-1992 kwam in een overleg met Maarten Surtel een voorstel aan de orde t.a.v. de stem-adviezen. Het bestuur was zeer voorzichtig, wetend dat menig koorlid in elkaar zou krimpen alleen al bij het woord stemtesten. Men was vrij de adviezen op te volgen, terwijl deze regeling, vreemd genoeg, onderdeel ging uitmaken van de verplichtingen die tot het lidmaatschap hoorden. “Hoewel de dirigent u deskundig zal adviseren,

HetbestuurvanCantarellain1988(hetzesdelustrum):WiesRood,KittyKampf,MirjamdeBruyn,AnnemiekeKoot,LuukEekhout,DietDraismaenLauraWarreman.

6�

blijft u vrij in het opvolgen van zijn adviezen. Toch vragen wij die naar waarde te schatten en zo mogelijk op te volgen.”

Stem­­adviezen

Het bestuur gaf een voorbeschouwing op de algemene ledenvergadering en schreef, in aansluiting op een opmerking over de cursussen stemvorming: “Maar de leden moeten het zelf doen. Voortzetting en aanscherping van het beleid, waar we al eerder voor gekozen hebben, is de aangewezen weg. Dat wil zeggen voortgezet aanbod van cursussen en minder vrijblijvende stemtesten in de tweede en volgende ronden.” En later: “het wordt nu mogelijk om vast te stellen of individuele koorleden ook bereid zijn geweest de adviezen op te volgen en vooruit­gang hebben geboekt. De stemadviezen dienen een meer bindend karakter te krijgen, inclusief de uiterste conclusie, wanneer de individuele muzikale kennis en vaardigheid en de vooruitzichten op verbetering opnieuw als nadelig voor het koor worden beoordeeld.”En “ongetwijfeld is het aanscherpen van het beleids­element van de stemtesten het meest controversieel.” Voor de mogelijkheid van opzegging van het lidmaat-schap door de vereniging citeerde het bestuur een artikel uit de statuten. De leden zagen dit als een dreigement. In de ledenvergadering ontstond een emotionele discussie, met enkele oudere leden tegen het voorstel en enkele jongeren voor.

De kwaliteitstouwtjes steviger aangetrokken

“Wij gaan door u te helpen de adviezen van Maarten Surtel op te volgen, door het aanbieden van cursussen en het verstrekken van informatie. U bent zelf verantwoorde­lijk voor het leveren van de nodige inspanningen. Voor bewaking en bevordering van kwaliteit zijn testen onontbeerlijk. Daarom is besloten tot jaarlijkse stem­testen. Voor leden die het noten lezen onvoldoende beheersen wordt het volgen van een cursus verplicht gesteld.”

Na enige tijd moest worden geconstateerd dat dit beleid niet ten volle was gerealiseerd. Uit praktische overwegingen werd al gauw afgezien van het jaarlijks testen van elk lid. Te kostbaar en te arbeidsintensief. Ook was er onvoldoende duidelijkheid over de te testen aspecten en de criteria.

Stemgebreken uitdenotulen-�985

“Het storend gedrag hebben we uitgebreid besproken. Rest ons de

zangtechnische problemen. Mevrouw S. vraagt Henk Galenkamp hoe

het met zijn plannen is om alle mensen te stemmen. Dit is een

gigantisch en tijdrovend werk. De dirigent stelt voor een lijstje te

maken met namen van: mensen die vinden dat ze niet meer lekker in

hun huidige stemsoort zingen en mensen waar de omgeving last van

heeft. Men verwacht hier niet veel van. Toch wil de dirigent deze leden

horen en bij probleemgevallen zal hij ze persoonlijk aanspreken om

het storende effect te minimaliseren. Bij niet corrigeerbaar gedrag zal

verwijdering van het koor tot de mogelijkheden behoren.” De lezer

begrijpt dat het niet bepaald storm liep. Wel vond men dat aan

nieuwe leden hogere eisen moesten worden gesteld. “Koorleden die

al lang lid zijn en stemgebreken vertonen kunnen met zachter zingen

hun hobby blijven uitoefenen.”

HetbestuurvanCantarella1994aandedis(v.l.n.r.):KarenvanderLingen,GerieBattjes,PaulterWiel,LuucMergler,PattyAdelaar,HermanAlbersenRudyZijp.

6�

De orkesten die Cantarella hebben begeleidradiokamerorkest

radioFilharmonischorkest

gewestelijkorkest

randstedelijkBegeleidingsorkestsinfonia

delftssymfonieorkest

continuo,rotterdam

geldersorkest

Jaarvergadering negentiger jaren

“Op de jaarvergadering is Johan als gast aanwezig. Dit i.v.m. verschillende discussies over stemvorming, stem­tests, muzikale vorming enz. Hij spreekt de vergadering toe en vergelijkt ons koor met een voetbalvereniging, waarvan hij de trainer is en de leden de spelers. Het doel van de trainer is op een hoger plan te komen, om te winnen. Het wekelijks trainen door het thuis studeren met CD’s én de repetities zijn daarbij onontbeerlijk.” De leden vragen Johan om meer eisen aan de koorleden te stellen. Een cursus stemvorming wordt overwogen. Helaas is als

gewoonlijk de schatkist bijna leeg. Het instituut diensten-veiling werd uit de kast gehaald. En hoera, we hebben geld voor stemvorming door Liselet van Gent. Ledenvergadering 2001

Enige onrust ontstond toen een aantal leden vond dat de eisen aan koorleden moesten worden aangescherpt. Het bestuur zag dit als een goed plan en voelde zich in zijn streven ondersteund. Om dit uit te werken werd naar goed oudhollands gebruik een commissie benoemd. Vertegenwoordiger vanuit het bestuur was Tom Bouws. Andere commissieleden waren: Alie Notenboom, Hans Geers, Kees Roelse, Koos La Haye, Patty Adelaar en Wies Rood. Tom vatte de punten voor de ledenvergadering samen in het ‘Stappenplan kwaliteitsverbetering Cantarella.’ Na enige discussie ging de vergadering hiermee akkoord.

Voor de stemtesten werken tegenwoordig Johan Sonneveld en zangpedagoge Marijke Derksen eendrach-tig samen. Elk lid wordt eens per drie jaar opgeroepen zijn of haar stem te laten horen. En nog steeds staan leden hier bepaald niet bij te juichen.Tot op heden worden de in 2001 gemaakte afspraken in praktijk gebracht, geen enkel bestuurslid verbeeldt zich dat er nooit meer over kwaliteit zal worden gesproken.

MarijkeDerksenneemtJurjenBattjeszijnperiodiekestemtestaf,voorjaar2008.OpdevoorgrondJohanSonneveldenMarianvanLoenen.

6�

cantarellaachterdemicrofoon

Op vinyl en via de etherNaast optredens op het concertpodium­­ heeft Cantarella ook haar m­­edewerking verleend aan radioprogram­­m­­a’s en zijn er plaatopnam­­en gem­­aakt.

herhalingen een deel van het programma en hadden toen pauze. Gelukkig was toen de kantine bemand en de koffie zowaar gratis. Toen de opnamen gereed waren, werd een deel teruggespoeld en konden we onszelf beluisteren! Het klonk toen wat dof en ondoorzichtig vonden wij. Afwach­ten maar.

Na afloop werd besloten om nog ergens wat te drinken. We trokken met de bussen diep het binnenland in en kwamen zowaar in Houten terecht waar we in een café met een enorme bar neerstreken. Het was duidelijk dat de mensen aan de bar zich kostelijk amuseerden. De anderen, aan lange tafels, deden het wat rustiger of zaten wellicht uit te rekenen hoe laat het wel zou worden voor ze in bed zouden liggen.

Nou dat werd inderdaad laat: De terugreis voerde ons n.b. door Capelle a.d. IJssel: De chauffeur was niet dronken dat was duidelijk, het bestuur misschien? Ook niet. Onze pianist Kees Langeveld woonde daar en die brachten we weg met drie bussen. Zo zijn we dan ook wel weer, bij Cantarella. Nou ja, uw dienstwillige dienaar mag dan slecht buiten slaap kunnen, vele Cantarellisten hadden de grootste lol in de bus. Vooral de voorzitter die nooit chagrijnig is, was door het dolle heen en hij had beslist geen whisky gedronken daar in Houten. Misschien was het omdat hij raadslid is geworden? De lol en de functie zijn hem van harte gegund, maar ‘t was wél half twee voor we in bed lagen.”

In 1974 werd een radio-opname bij de NCRV in Hilversum gemaakt. Wim Sietses deed verslag in de Cantafoon.

“Het was stralend weer toen we ons omstreeks 17.00 uur verzamelden bij de Sporthal aan de Martinus Nijhofflaan om in de NCRV studio in Hilversum een opname te gaan maken voor een radio­uitzending. Van de drie bussen die we nodig hadden (120 leden) bleef er één lang weg, i.v.m. een aanrijding, maar tegen zessen gingen we dan toch op pad. Zo’n bustocht is altijd wel leuk al geniet iedereen op zijn manier. Dat in welke bus dan ook altijd radio Veronica aan moet staan is een tragedie. We kunnen ons nauwelijks voorstellen, dat muzikaal ontwikkelde oren het leuk vinden om b.v. vier keer achtereen ‘poesje mauw, kom es gauw’ door een koor van volwassen kerels te horen zingen en dat fraais, afgewisseld door dramreclame en mistroostige nieuwslezers. Maar ‘allez’ om zeven uur kwamen we in Hilversum aan, een heel andere wereld dan bij ons met die prachtige tuinen, riante huizen in rustieke lanen en straten die stijgen en dalen. De N.C.R.V. stond bepaald niet bij de deur op ons te wachten, wel werden we naar een verlaten kantine geleid, waar we koffie e.d. uit een automaat konden trekken, een zogenaamde afknapper.

Spoedig daarna naar de opnamestudio. Wij op het podium, de heer Vermeulen in de zaal. Tegen de achter­wand een groot geluiddicht venster waarachter twee mannen, van wie één door een microfoon aanwijzingen gaf, de ander bediende de knoppen. De heer Vermeulen had ook een microfoon, maar hij was voor die heren alleen te horen als zij een knop indrukten of iets dergelijks. Een soort éénrichtingsverkeer.Na wat inzingen kregen wij toestemming voor opname (rood licht). We zongen met wat onderbrekingen en

64

In de daarop volgende bestuursvergadering werd het drankgebruik bij uitstapjes aan de orde gesteld. De betrokkenen zouden worden benaderd.

Plaatopnam­­en

Er zijn in 1976 en 1978 grammofoonplaten gemaakt. Vóór deze periode werkte men met spoelrecorders. Toen de techniek voortschreed kwamen er cassette-, video- en DVD-opnamen.

Door Westland Studio’s werd op 2 april 1976 in de Aula van de TH te Delft een plaatopname gemaakt van koorhoogtepunten uit de Matthäus Passion ter gelegen-heid van het afscheid van dirigent Jan Vermeulen.

Het Woord is niet te hoog

Een grammofoonplaat met deze titel werd uitgebracht ter gelegenheid van het feit dat 500 jaar geleden de eerste Nederlandse bijbel in Delft gedrukt werd. Deze plaat-opname werd door de NCRV twee maal uitgezonden en kostte ƒ 22,50, voor leden van Cantarella ƒ 17,50. De oplage was 5000 exemplaren.

Rond de jaarwisseling 1977-1978 legde een lid van het Delftse organisatiecomité uit wat de bedoeling was. Cantarella zou niet alleen medewerking verlenen aan de herdenkingsdienst in 1978 maar tevens kon er vooraf een plaatopname gemaakt worden.

Het duurde lang voor het plan er lag en toen het eenmaal zo ver was, had het koor maar drie weken tijd om de compositie in te studeren. De dichter Huub

Oosterhuis had een collage gemaakt van bijbelteksten en gedichten; op verzoek van de heer Schets werd het één groot werk met tekst en muziek. De muziek werd gecomponeerd door Bernard Huijbers.

Uit de Cantafoon

“Op de avond van de opname werd eerst een microfoonre­petitie gehouden: alles en iedereen werd heen en weer geschoven tot de klank in evenwicht was. Daarna volgde pauze met koffie en broodjes. Het opnemen verliep in een ontspannen sfeer (althans, dat leek voor ons zo). Er werden grapjes gemaakt en er mocht gelachen worden. Onze dirigent Joop Schets bleef kalm. Of er vals werd gezongen, of als er een bromfiets langs raasde, hij bleef onverstoorbaar: “Staat het er niet goed op? Dan nog een keer; maar wel met dezelfde intensiteit!”

Het moeilijkste was muisstil te zijn: Niet schuifelen met de voeten, bladzijden niet hard omslaan en vooral: niet praten. Zelfs het zachtste gefluister was te horen. De politie had de straten rond de Oude Kerk afgezet, maar niet al te goed; bovendien maakten patrouillerende politiewagens ook lawaai. Het leek een saaie avond te worden met eindeloze herhalingen, maar het is omgevlogen.”

Herdenkingsdienst

Op 18 mei vond de eigenlijke herdenkingsbijeenkomst plaats in de Oude Kerk. Er was vrij veel publiek waaron-der enkele prominenten: minister De Gaay Fortman van Binnenlandse Zaken, minister Van Doorn van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk en burgemeester Oele van Delft. Het koor stond opgesteld bij het graf van Piet Hein. Staande bij de preekstoel sprak Henk van Ulsen de verbindende teksten.

Deze bijbel“ter Eeren Gods ende tot stichticheit ende lerijnghe

der kersten ghelovighen menschen”wasvangrote

betekenis.prof.dr.c.c.deBruinschreefinzijn

inleidingbijdeheruitgavevandedelftseBijbela.d.

�977:“Cultuurhistorisch is het van belang omdat de

uitgave het eerste boek was dat in de Nederlandse

taal werd gedrukt.”

65

lustrumvieringen

Elke 5 jaar feestBij Cantarella speelt het gezelligheidselem­­ent een belangrijke rol. Vooral bij lustrum­­vieringen pakte het koor feestelijk uit. Dat dit niet allem­­aal vlekkeloos verliep, blijkt wel uit de jaarverslagen en de Cantafoon.

Hoe het eerste lustrum­­ gevierd werd

Tussen alle perikelen door beraadde het bestuur zich in 1963 over een gezellige lustrumviering. Er zou een feestavond worden georganiseerd waarbij de huisgenoten ook werden uitgenodigd. Het voorstel was het duo ‘Black and White’ uit te nodigen. Bovendien kende de secretaris een goochelaar die niet duur was. Om de kosten te drukken zou er een verloting worden gehouden die ƒ 100,- moest opbrengen. De penningmeester sleepte tevens een bedrag van ƒ 125,- uit de kwartjespot.De goochelaar bleek uiteindelijk verhinderd zodat het allemaal anders moest worden ingevuld:

20.15 uur: Opening en inleiding door de voorzitter.20.20 uur: Negrospirituals: inleiding door één van de leden met zang van een paar leden.21.00 uur: Pauze.21.30 uur: Black and White.21.45 uur: Verloting met muziek.22.15 uur: Black and White.22.30 uur: Dansen.

In de volgende bestuursvergadering werd het punt ‘dansen na afloop’ geschrapt, dit gezien het feit dat het een te luidruchtige bezigheid was in de lijdenstijd. Wel werd de volgende activiteit toegevoegd: “door de dames worden toffees ingepakt, waarop een prijs kan vallen.” Een nadere toelichting op dit evenement ontbreekt helaas.

Tweede lustrum­­

Vele vrienden en relaties bezochten de receptie en anderen stuurden schriftelijk gelukwensen. De kleding-voorschriften voor de damesbestuursleden waren: fleurig gekleed en voor de heren: zwarte jas en streepjesbroek en

dit alles getooid met corsages. Er kwam een fotograaf om dit te vereeuwigen. Bij binnenkomst werden twee consumptiebonnen uitgereikt: één voor koffie, één voor frisdrank of bier. De rest moesten de mensen zelf betalen. Er lagen lijstjes op de tafeltjes waarop stond wat voor drank aanwezig was. Bovendien waren er tafeltjes gereserveerd voor het bestuur, de lustrumcommissie, de dirigent en de heer Hesseler met hun partners.

Het daaropvolgende jaarverslag

“Bloemen, toespraken en muziek en tot blijdschap van iedereen droeg de jubileumcommissie namens de leden een prachtige piano over aan het bestuur. Het was jammer dat een door ons geëngageerd studentencabaret bij velen minder in de smaak viel. Mede daardoor eindigde de avond minder vrolijk dan hij was begonnen. Het bestuur vroeg excuses voor het cabaretprogramma dat werd gegeven. Vergeefs was getracht de toneelgroep De Flits en daarna Godfried Bomans te engageren. Deze studenten­groep leek een uitkomst te bieden. Helaas waren niet alle teksten gecontroleerd, wat te betreuren was. Mevr. De R. vroeg of de leden voortaan zelf wat konden doen. Dit was overwogen, voor de volgende keer zal het opnieuw bezien worden. Mevr. Van der E. stelde voor in het vervolg een feestcommissie te benoemen. Zij merkte op dat in feite alle leden gefeliciteerd moesten worden, niet alleen het bestuur. Mevr. F. had vernomen dat één bestuurslid met dit programma was belast en vond dat een beetje raar. ‘Inderdaad is het contact op die manier gelopen en dat is

Derekeningvoordenazitvandeuitvoeringin1968

66

misgegaan.’ De heer S. vond dat het allemaal erg zwart werd gezien. Hij wees op de receptie, waar de gasten op stijlvolle manier werden geïntroduceerd. Mevr. S. vond de sfeer niet zo fijn. De voorzitter sloot de vergadering voordat de conflicten uit de hand zouden lopen: u hebt weer eens flink stoom af kunnen blazen.”

8e lustrum­­

Op 17 maart 1998, op de dag nauwkeurig de 40ste verjaardag van Cantarella, werd in een bijzondere ledenvergadering het achtste lustrum gevierd. Een KCZB oorkonde en bijbehorende erepenning werd uitgereikt aan Jasper van Vliet en Henny van Vliet in verband met hun veertigjarig lidmaatschap van het koor. Joke van Koppen, sinds jaren vrijwillig gastvrouw in ‘Het Voorhuis’ voor Cantarella en andere verenigingen, ontving uit handen van de loco-burgemeester van Delft de versierselen horend bij de Koninklijke onderscheiding die haar voor haar belangeloze inzet was toegekend, op voordracht van het bestuur van Cantarella. Het hoogte-punt van de jubileumviering was de uitvoering van het ‘Requiem’ van Dvořák in oktober 1998, waarvan een video-opname werd gemaakt.

10e lustrum­­

Op 18 maart 2008 vierde Cantarella haar 50 jarig bestaan met een feestelijke bijeenkomst in de repetitieruimte aan de Voorstraat 64. Toespraken, lekkere hapjes en drank-jes, hernieuwde contacten tussen oud-leden en leden en een aankondiging van het boek dat u nu in handen hebt. Uiteraard werd er veel gezongen: een speciaal gemaakt

Bestuur 17 maart 2008Staande,v.l.n.r.:HansGeers(penningmeesterenconcertcommissie),LauravanBroekhoven(secretaris),NienkeBarbiers(kwaliteit)enMiekevanderKuij(voorzitter).Zittend:MarikevanBalen(bibliotheek),MarianvanLoenen(2esecretarisenpubliciteit)enAdryHoevenaars(ledenadministratie).

jubileumlied, het Sanctus uit het ‘Requiem’ van Rutter en enkele delen uit Puccini’s ‘Messa di gloria’. Het koor werd begeleid door pianiste Yulia Urinyova en stond onder leiding van Johan Sonneveld.

Toekom­­st

Toen in 1958 Cantarella van de grond werd getild, kon niemand voorspellen dat de smeltkroes van vier krachte-loze koren een succes zou worden. Cantarella startte uit strategische en muzikale overwegingen, geleid door besturen en dirigenten met visie en daadkracht. Zij zijn erin geslaagd van Cantarella een goed koor te maken waarbij het samengaan van vier verschillende verenigin-gen met elk een eigen cultuur, zeker een positieve bijdrage heeft geleverd aan het karakter van het koor. Er is veel saamhorigheid wat ondermeer tot uitdrukking komt in de bereidwilligheid van leden een taak op zich te nemen.De muzikale aspiraties voor de toekomst zijn anno 2008 volop aanwezig. Cantarella heeft zich met recht en reden een plaats in het culturele leven van Delft verworven en gaat vol vertrouwen op weg naar het 100-jarig bestaan.

Tijdensdejubileum-

receptiewerdeno.a.enkele

delenvandeMessadiGloria

vanPuccinienhetRequiem

vanRuttertengehoregebracht.

67

Dankwoord

Een jaar geleden werd de viering van het 50-jarige jubileum van Cantarella voorbereid. Een van de suggesties voor die viering was het schrijven en uitgeven van een jubileumboek. De toenmalige voorzitter, Mieke van der Kuij, had het archief van de vereniging in beheer gekregen en vertelde dat er veel interessante informatie te vinden was in de verslagen van de bestuursvergaderingen, ledenvergaderingen enz. Ze bood aan om het archief te gaan doorwerken en een aanzet te geven voor een jubileumboek. Het lezen en samenvatten van de verslagen bleek veel meer werk te zijn dan voorzien. Onverdroten werkte Mieke zich door de stukken heen. Op bestuursvergaderingen, maar ook tijdens de koorrepetities vertelde ze van de interessante zaken die zich in het verleden hebben afgespeeld. Haar enthousiasme motiveerde anderen (leden en bekenden) om onderzoek te doen in het Delftse Gemeentearchief maar ook daarbuiten. Naast documenten kwamen veel foto’s te voorschijn en zelfs het vaandel van de ‘Mannenzangvereeniging Excelsior’. Na het samenvatten volgde een periode van schrijven, meelezen (door een kleine groep koorleden), herschrijven, enz. In de eindfase hebben Mirjam de Bruyn en Jurjen Battjes, in nauwe samenspraak met Mieke van der Kuij, bijgedragen aan de definitieve redactie van de tekst. Paul Noordermeer heeft de grafische vormgeving voor zijn rekening genomen.

Naast het zoeken van informatie zocht Mieke ook naar fondsen voor de financiering van het boek. Ze schreef veel brieven aan instellingen en organisaties wat uiteindelijk leidde tot een flink bedrag. Het voormalige bestuur heeft met verbazing en met veel bewondering de activiteiten gevolgd en met veel plezier de verhalen over de geschiedenis van het koor aangehoord. Het (huidige) bestuur wil Mieke van der Kuij danken voor haar grote enthousiasme en inzet die ervoor hebben gezorgd dat het jubileumboek er is. Het bestuur is blij dat de geschiedenis van Cantarella grondig is gedocumenteerd en vastgelegd. Het bestuur dankt daarnaast de andere medewerkers voor hun inzet.

Bestuur van ZOV Cantarella

Hans Geers, voorzitter.

68

5960 61

6263

646566

67

68 6970

717273

dIrIgent:janVermeulen

maart�959 matthäuspassion-Bachnovember�959 altrhapsodie(mannenkoor)-Brahms requiem-cherubini

maart�960 matthäuspassion-Bach

maart�96� matthäuspassion+�verkorteuitvoering-Bachoktober�96� weltlichekantate(mannenkoor)-mozart krönungsmesse-mozart altrhapsodie(mannenkoor)-Brahms aveVerum-mozart laudatedominum-mozart

maart�96� matthäuspassion-Bachnovember�96� diejahreszeiten-Haydn

maart�96� matthäuspassion-Bach

november�96� medewerkingaanconcertdiedelftschesanghers -drienegrospirituals(bewerkingmeindertBoekel) stealaway couldn’thearnobodypray ohpeter,goringdemBells -credouitdemisinemoll-Bruckner -ariaencorad’Introduzioneuitdeopera cavaleriarusticana-mascagni

maart�964 matthäuspassion+�verkorteuitvoering-Bachoktober�964 doelenmanifestatie(samenmetzangVeredelt) -credoengloriauitmisineklt-Bruckner -tedeum-Bruckner

april�965 matthäuspassion-Bachnovember�965 diejahreszeiten-Haydn

maart�966 matthäuspassion-Bachmei�966 concertinoudekerkscheveningen krönungsmesse-mozartmei�966 uitwisselingsconcertincastroprauxel -krönungsmesse-mozart -tedeum-Bruckner -daswessobrunnergebet-wedignovember�966 themessiah-Händel

maart�967 matthäuspassion-Bach

april�968 matthäuspassion-Bachnovember�968 daswessobrunnergebet-wedig liebeslieder-Brahms tedeum-Bruckner

maart�969 matthäuspassion+�verkorteuitvoering-Bach

maart�970 matthäuspassion+�verkorteuitvoering-Bachdecember�970 kerstconcertmetorgel -psalm�00-gagnebin -Hallelujauitdemessiah-Händel -pangelinqua-kodali -tedeumlaudamus-andriessen

maart�97� VerkorteuitvoeringmatthäuspassioninBerkel-Bachapril�97� matthäuspassion�verkorteuitvoering +�integrale-Bach

maart�97� matthäuspassion�verkorteuitvoering +�integrale-Bach

januari�97� concertmettriolouisvandijk -adoramus-anoniem -matonamiacara-orlandodilasso -einkindeleinsolöbelich-samuelscheidt -soundthetrumpet-Henrypurcell -aceremonyofcarols-Britten -laudatedominum-mozart -totapulchra-Bruckner -matthäuspassionnrs�7en�5-Bach -johannespassionnr67-Bach -deutschetanzenrs�,4en8-schubert -liebesliederwalzernrs�,�en��-Brahms -negrospirituals mylord,whatamornin stealaway Balmingilead aspiritualofanger -porgyandBess-gershwin Igotplentyo‘nothin summertime -thesoundofmusic-rogers edelweiss Igotothehillsapril�97� matthäuspassion-Bach

Werken uitgevoerd door ZOV Cantarella, 1958 - 2008

69

73 74

75

76

76

77

7879

80818284

84

8586

november�97� �elustrumconcert tevensjanVermeulen40jaardirigent �elustrumgewestelijkorkest -dieschöpfung-Haydn

maart�974 matthäuspassioninportugaal-Bachapril�974 matthäuspassion-Bachmei�974 Federatieconcertdelftsekoren -godownmoses(spiritual) -drieliebeslieder-Brahmsjuni�974 opnameradio(tijdvrijvoormuziek) -Instillernacht-Brahms -liebesliederwalzer -abschiedslied

maart�975 matthäuspassion-Bach (poortugaalendelft)mei�975 requiem-Verdi (drieconcerteninroosendaal,naaldwijkendelft)oktober�975 loopesinbijcantarella -magnificat-Vivaldi -soundthetrumpet-purcell -IhrHirtekomtHerbei-aumann -stabatmater-pergolesi -lauft,IhrHirte,allzugleich-michaelHaydn -letthyhandbestrengthened-Händel

april�976 afscheidsconcertjanVermeulen -matthäuspassionindelftenportugaal-Bach

dIrIgent:joopscHets

november�976 letthyhandbestrengthened-Händel messeinadur(delen�en6)-Bach diejahreszeiten(nrs.�5,�9en��)-Haydn Insanaeetvanaecurae-Haydn exsultatejubilate-mozart tedeum-Bizet

maart�977 matthäuspassion-Bach (poortugaalendelft)april�977 500jaardelftseBijbel -Hetwoordisniettehoog-BernardHuijbersmei�977 �5jaarFederatiedelftsezangkoren -��stemmigecanon-trabsky -diejahreszeiten(fragmenten)-Haydndecember�977 kerstprojectgewestelijkorkest -jauchzetFrohlocket-Bach(weihnachtsoratorium)

-themessiah(delen4�,4�,50,5�,5�)-Händel

maart�978 matthäuspassion-Bach (poortugaalendelft)december�978 kerstconcert -jauchzetFrohlocket-Bach(weihnachtsoratorium)

januari�979 jubileumconcert�0jaarcantarella/ �5jaarprometheus -dieschöpfung-Haydnapril�979 matthäuspassion-Bach (poortugaalendelft)september�979 weekendkoorzang -psalm4�-mendelssohndecember�979 oratoriodenoël-saintsaëns(driemaal)

maart�980 johannespassion-Bach (poortugaalendelft)december�980 kerstconcert -gloria-Vivaldi

maart�98� matthäuspassion-Bach (poortugaalendelft)mei�98� eindeutschesrequiem-Brahms

september�98� missaBrevis-kodalydecember�98� kerstconcert -cantatenr.70-Bach -christmascarols-willcox

maart�98� matthäuspassion-Bach (poortugaalendelft)november�98� requiem-mozart

dIrIgent:Henkgalenkamp

mei�984 missaBrevis-kodalynovember�984 messiah-Händeldecember�984 kerstconcert -delenuitmessiah-Händel -delenuitweihnachtsoratorium-Bach -magnificat-dragt -nuncdimittis-dragt -christmascarols-willcox

maart�985 matthäuspassion-Bach

febuari�986 requiem-Verdinovember�986 misinrk-kerkdenHoorn(allerzielen) -missainmemoriammatris-VandeBerg

70

87

88

89

90

9192

9394

9596

96979899

00

april�987 matthäuspassion-Bachoktober�987 Vesperaesolemnesconfessore-mozart (exsultatejubilate(sopraansolo)-mozart) misinc-Beethovendecember�987 kerstconcert -psalmtriptique-dragt -magnificat-stanford

dIrIgent:maartensurtel

mei�988 Benefietconcertmariavanjessekerk -magnificat-stanford -gloria(uitmessadigloria)-puccininovember�988 messadigloria-puccini lobgesang(symph.�)-mendelssohn

maart�989 matthäuspassion-Bachmei�989 Federatieconcertdoorvierdelftsekoren -FromtheBavarianHighlands-elgar -motetten-Brahmsjuni�989 lustrumconcertrBo,samenmet diedelftschesanghers -kyrieengloria(uitmessadigloria)-puccinijuli�989 zomeravondconcertsamenmet copenhagenmotetchoir -FromtheBavarianHighlands-elgar -motetten-Brahms

mei�990 stedelijkBevrijdingsconcert -Interrapax(metkoorkingston)-martin -tedeum-charpentieroktober�990 Herdenkingsconcert750jaaroudekerk -psalm���-kodaly -psalm870-schuurman -onzeVader-janacekdecember�990 kerstconcert -missa�969-straesser -oud-Vlaamsekerstliederen-peeters

maart�99� matthäuspassion-Bach

maart�99� matthäuspassionkoor�insliedrecht-Bachmaart�99� avodadHakodesh-Bloch olavtrygvasson-grieg psalmenopus74-griegmei�99� uitwisselingsconcertkingston -requiem-Verdi

april�99� Viacrucis-lisztoktober�99� carminaBurana-orff catullicarmina-orff trionfodeafrodite-orff

maart�994 stabatmater-scarlatti stabatmater-pergolesimaart�994 matthäuspassionkoor�insliedrecht-Bach

dIrIgent:stepHenkaVelaar

mei�995 thegodinthecave-rawsthorne theriogrande-lambert changes(eendeel)-crosse theHollowmen-VanBaaren

maart�996 matthäuspassion-Bachapril�996 matthäuspassionkoor�insliedrecht-Bach

dIrIgent:joHansonneVeld

oktober�996 afscheidsconcertpierrevanHauwe -delenuitcarminaBurana-orff -cantateVenicreatorspritus-orff -cantatenacht-orff

oktober�997 nelsonmis-Haydn st.nicolascantate-Britten

oktober�998 jubileumconcert40-jarigbestaancantarella -requiem-dvorákmaart�998 matthäuspassionkoor�insliedrecht-Bach

maart�999 johannespassion-Bachjuni�999 messesolenelleopus�6-Vierneoktober�999 Benefietconcertt.b.v.oudekerk -oFortunatogiorno-malvezzi -delenuitmessesolenelleopus�6-Vierne

april�000 matthäuspassionkoor�insliedrecht-Bachmei�000 schicksalslied-Brahms requiem-mozartjuni�000 concertteplice -schicksalslied-Brahms -requiem-mozartjuni�000 concertinpraag -requiem-mozart

7�

00

01

02030405060708

1958 jaspervanVliet 1998 joyceBeumer HennyvanVliet adryHoevenaars1961 HennyVermeij willyschats connypeterse jokevanzanten1962 elzelinavanlent nandaBannink1967 jokeBruinzeel arenroetman1971 plonyHoogenboom susannewilmer1975 laurawarreman 2000 adèlenieuweboer1976 mirjamdeBruyn 2001 joséeclaassen1977 marianvanloenen gustmariën1979 wiesrood martvanderValk1981 jurjenBattjes nettyFigaroa1984 Freddyvanschelven louisedegroot alienotenboom 2002 sandersiebenga1986 dietdraisma 2003 jelleFaddegon1988 Inekelourens Hannahromeyn1989 luucmergler Faasgroot nelBouwmeester 2004 wimprinse miekevanderkuij pieterkruit1990 willydelang 2005 jolandaVerweij Femmykranendonk kaatdeprez1991 mireillezwaan keesdegraaff alicevanleeuwen embertvantilburg corryBuijs Baslos1992 margaVintges corryunger1993 gerieBattjes sannydezoete andréHuijben 2006 annemichellewiersma nienkeBarbiers tinekeschoonakker nettyzegers gerardHollestelle pattyadelaar carmavanmarrewijk margretvandermaarel arievandenBergh BertvandenBraak 2007 nellekegaiser reinaHollestelle tynkesiegersma nelkemp phillippavanglerum jaapBoon marjavantol1994 puckdaum carlagerbrands marikevanBalen gerardvanderkroon christienrodenburg ronwesenbeek lauravanBroekhoven janVroonhof1995 Beavanschie janedootten willyelfferich robtelintelHekkert gretaoostenbrug paulscherpenberg1997 Hansgeers 2008 carienreekers Floralubbe ceesdenHertog adHeykoop gerbenjoustra paulnoordermeer

Leden Cantarella in 2008 op volgorde start lidm­­aatschap

september�000 monumentendag -messesolenelleopus�6-Viernedecember�000 kerstconcert -ofarose,alovelyrose-rutter -ohlittletownofBethlehem-anoniem

mei�00� Fivemysticalsongs-Vaughanwilliams gloria-poulenc magnificat-rutterseptember�00� monumentendag -magnificat-andriessen -tedeum-stanforddecember�00� kerstconcert -thislittlebabe(uitaceremonyofcarols)-Britten -deogratias(idem)-Britten

maart�00� matthäuspassion-Bach

januari�00� eindeutschesrequiem-Brahmsnovember�00� thesethingsshallbe-Ireland achildofourtime-tippett

november�004 elias-mendelssohn

mei�005 saul-Händel

maart�006 matthäuspassion-Bach (inpoeldijkendelft)november�006 theworldofthespirit-Britten requiem-duruflé

oktober�007 stabatmater-dvorák

november�008 jubileumconcert50-jarigbestaancantarella -requiem-rutter -messadigloria-puccini

7�

COLOFON

uitgave zang-enoratoriumverenigingcantarella

datum najaar�008

tekst miekevanderkuij

tekstadviezen mirjamdeBruynenjurjenBattjes

Beeldmateriaal Verenigingenledenvancantarella,alsmedeuit

enteksten degeraadpleegdebronnen

Fotooppagina66,rechtsboven:liesbethBergen

schilderijoppagina67doorpattyadelaar

ontwerp paulnoordermeer-p&ontwerp,maasland

druk druk.tanHeck,delft

dezeuitgavekwamtotstandmetdefinanciële

ondersteuningvan:

gemeentedelft

Vanommeren-deVoogtfonds,wassenaar

muziekhandelVanBuytene

jubileumfondscantarella

Geraadpleegde bronnen

-notulenbestuursvergaderingencantarella

-notulenledenvergaderingencantarella

-cantafoon

-parlando

-achlievetijd-Uitgave Waanders i.s.m. gad en het Prinsenhof

-degeschiedenisvandedelftsetabaksnijverheid

-deFabrieksbode

-delftschecourant

-HetVrijeVolk

-delftsepost

-gemeentearchiefdelft

-rijksarchiefdenHaag

IsBnXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX