5. Woord en spelen

12
TAAL 5. Woord en spelen Over taalspelletjes, grapjes, cryptogrammen, poëzie en Weeuwsnitje EXTRA BIJLAGE DE STANDAARD - 8 NOVEMBER 2013 © Dirk Huyghe

Transcript of 5. Woord en spelen

Page 1: 5. Woord en spelen

TAAL5. Woord en spelen

Over taalspelletjes, grapjes, cryptogrammen, poëzie en Weeuwsnitje

EXTRA BIJLAGE DE STANDAARD ­ 8 NOVEMBER 2013

© Dirk Huyghe

Page 2: 5. Woord en spelen

2 TAALBIJLAGE DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013

te veel vrije tijd. Of hele zinnen,zoals ‘En er is ananas, Irene’.Anagrammen zijn populair –woorden die met dezelfde lettersworden gespeld. ‘Onverstandige’en ‘gisterenavond’, bijvoorbeeld,of ‘saneringsproject’ en ‘partijcon­gressen’. Het werkt ook met eigen­namen – zo kwamen we er ietwatverbaasd achter dat ‘presbyteri­ans’ een anagram is voor ‘BritneySpears’. Bij Google houden ze vananagrammenmakers, de zoekma­chine heeft er zelfs een grapje bijverzonnen. Wie zoekt op hetwoord ‘anagram’ krijgt de vraag:‘Bedoelde u: ma graan?’Een pangram is een zin waarinalle 26 letters van het alfabet voor­komen, en het summum daarvanis er een waarin die allemaalslechts een keer voorkomen.Lipogrammen zijn zinnen waar­in bepaalde letters dan weer nietmogen worden gebruikt. Een n­li­pogram is er dan een waarbij deletter n niet toegelaten is. Puzzelegeblaze!

Bommelding

Bommelwoorden zijn er voor alwie van slechte wil is, en bereid isom woorden verkeerd te lezen omer zo een nieuwe betekenis bij teveinzen. De moeder van alle bom­melwoorden is ‘bommelding’. Datspreekt een normaal mens uit als‘bom­melding’, maar als je het leestals ‘bommelding’ is het gewoonzo’n ding dat bommelt. Vaak zijnbommelwoorden geforceerd en/ofirritant, maar indien onder de juis­te voorwaarden toegediend bestgrappig. ‘Puberaal’ kan zo de enekeer verwijzen naar tienergedrag,en de andere keer naar een jong­volwassen paling. En een ‘konings­loper’? Dat is een schaakstuk ofweleen heel fanatieke republikein.

GEERT STADEUSNatuurlijk is het moeilijk om

de lach in te houden bij het lulligeloopje van John Cleese of de on­christelijke handelingen van Mr.Bean in de kerk. Visuele humorwerkt razendsnel. Als iemand opstraat uitglijdt, lachen wij al –daar hoeft niet eens een bananen­schil aan te pas te komen, het ijzel­seizoen komt eraan – en geen sce­narist die er beter van wordt.Maar als je mensen vraagt vanwelke humor ze vooral houden,luidt het antwoord vaak ‘verbalehumor’ of ‘taalhumor’.Woorden hebben we nodig omgrappige verhalen te vertellen,maar soms zijn het echt de woor­den zelf die geestig zijn. Daarvoorreikt de taal ons een heel gammavan woordspelletjes aan die we zogoed als allemaal dagelijks toepas­sen. Je gebruikt ze om het ijs tebreken in een gesprek, een saaievergadering snel weer op de railste krijgen, om een trouwfeest teoverleven of waarom niet, omdathet je vak is.

Spelen met taal

Met taal spelen is een hele disci­pline, althans dat zou je denkenals je ziet hoe gek het allemaal ooitis bedacht. Een compleet woor­denboek Klingon­Nederlands uitje duim zuigen is misschien eenniche voor nerds, maar toch:kruiswoordraadsels, cryptogram­men, Scrabble en Wordfeud zijnslechts het topje van de ijsberg. Zokun je op zoek gaan naar palin­dromen, woorden die je van linksnaar rechts leest of omgekeerdzonder dat hun betekenis veran­dert: ‘pop’ en ‘kik’ voor beginners,‘radar’ en ‘meetsysteem’ voor ge­vorderden en vergevorderden, of‘Legovogel’ voor mensen met veel

TAALSPELLETJES, EEN DELICATESSE IN DE                HUMORBUSINESS

Waarom spelen we met taal?Omdat het kan, daarom!Het is plezierig en je masseerter je hersenen mee. Eenbeknopte verkenning van wattaal kan doen voor de goedeluim, en wat humor terugdoetvoor de taal.

SPELEN MET TAAL{ VRIJDAG TAALDAG }

Wat is een spel? Van Dale zegt metzijn onnavolgbare sérieux: ‘bezigheiddie tot vermaak of ontspanning wordtverricht, waarbij enig competitie­ele­ment of verbeelding is betrokken, metname een dergelijke ontspanning dieaan zekere regels is gebonden, bijvoor­beeld knikkeren, hinkelen, hockey enandere balspelen’.De Dikke is nogal streng als hij zegtdat het om vermaak of ontspanningmoet gaan. Profspelers tellen voorhem niet mee. Maar daar doen we nietmoeilijk over. De essentie is dat je metde spelers tijdelijk in een andere wer­kelijkheid treedt die de gewone maat­schappelijke en fysische wetten tart ener andere voor in de plaats stelt, puurvoor de lol. Je neemt bij het schakenaan dat een houten paard een konin­gin kan uitschakelen en bij het hinkel­spel dat met twee voeten de grond ra­ken echt je leven kost.Dat brengt ons bij een ander kenmerk,dat van de afspraak of het vooraf vast­gelegde reglement. De spelers komenovereen dat ze dat aanvaarden, maarzijn vaak niet te beroerd om daar ach­teraf een duchtig potje over te onder­handelen of ruziën. Bij petanque ensommige kaartspelen lijkt dat zelfs deessentie van het spel.Je kunt met dure elektronische toe­standen spelen, die gauw kapotgaan ofhun aantrekkingskracht verliezen.Maar overal vind je gratis spelmateri­aal: steentjes of schelpjes voor legspel­letjes, zand om kastelen mee te bou­wen, een stokje om oxo te spelen.Taal geeft ook veel mogelijkheden.Woorden die niets anders gemeen heb­ben dan de klank van hun laatste let­tergreep, zetten we in luchtige rijm­pjes bijeen. We knippen woorden instukjes, zoeken voor elk van die onder­delen een nieuwe betekenis en komenzo tot een cryptische omschrijving dieeen ander moet raden. We nemen fi­

guurlijke uitdrukkingen letterlijk ofgebruiken beelden in een context waardie ongepast zijn. We vergroten uit, wegaan ons opzettelijk verspreken, wezetten de dingen in hun hemd en ophun kop.Daar zit trouwens een dimensie in diede meeste andere spelletjes niet heb­ben. Woorden hebben een vorm eneen betekenis. Normaal zien we dieniet los van elkaar, maar de relatietussen die twee is bepaald problema­tisch. De Oostenrijkse filosoof LudwigWittgenstein geloofde niet in woorden­boeken en vaste betekenissen. Na deeerste alinea van deze tekst zou hij dekrant grommend terzijde hebben ge­legd.Volgens hem wordt de betekenis vanelke taaluiting pas bepaald in een ze­kere situatie. Spreken is dan een spelwaarbij de spelers de regels voortdu­rend veranderen, omdat het hen goeduitkomt. En dat zien we ook de heletijd gebeuren. Wat we zeggen, kun jelang niet altijd verklaren met alleenmaar een woordenboek. De knipoogvan krantenkoppen als ‘Beleggersschillen dure Apple’, ‘De meubels ma­ken de man’ en ‘Vrouw van staal’ zijnalleen te verklaren doordat de schrij­ver een associatief spelletje speelt ende lezer dat doorheeft. Daardoor kun­nen ook reclamemakers slogans makendie blijven plakken, zoals ‘De trein isaltijd een beetje reizen’, ‘Onverant­woord interessant’ of ‘Iedereen komtals je Leo roept’.Maar daardoor loopt ook onze dage­lijkse communicatie soepel. Als weniet konden spelen met woorden, zouhet antwoord op de vraag ‘Mag ik nogeen biertje?’ ja of nee zijn. En als ie­mand vroeg ‘Mag ik koffie van u?’ dankreeg hij een plas koffie in zijn han­den gegoten.Redenen genoeg, dus, om spelen mettaal ernstig te nemen.

LUDO PERMENTIER

‘SPREKEN IS EEN SPEL WAARBIJ DESPELERS DE REGELS VOORTDUREND

VERANDEREN, OMDAT HET HENGOED UITKOMT ’

©KoenBroos

COLOFON ­ Hoofdredacteurs: Bart Sturtewagen en Karel Verhoeven ­ Samenstelling:Karin De Ruyter, Astrid Houthuys en Ludo Permentier ­ Bijdragen: Maarten Byttebier,

eindredacteur De Standaard; Hans Cottyn, redacteur De Standaard der Letteren;Marlies Hagers, publiciste Onder Woorden; Sterre Leufkens en Marten van der Meulen,alias Milfje Meulskens, bloggende taalkundigen; Ludo Permentier, columnist De Standaard

en auteur van ‘Woorden weten alles’/medewerker Nederlandse Taalunie/UGent;Marc Reynebeau, redacteur De Standaard; Geert Stadeus, hoofdredacteur Snoecks;Bart T’Jampens, redacteur De Standaard; Illustraties en cover: Dirk Huyghe ­

Vormgeving: Johan Dockx ­ Eindredactie: Astrid Houthuys en Eva Van den Eynde.

Kees van Kooten en Wim de Bie importeerden spelenderwijs woorden in het Nederlands. In 2007 blikte de tentoonstelling ‘En wel hierom’ terug op hun tv­carrière. © hh

Het is(maar)om telachen

Page 3: 5. Woord en spelen

DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013 TAALBIJLAGE 3

het beste geval de bestaande zegs­wijzen en spreuken concurrentieaandoet. Van ‘t isj nie moeilijk, hetis gemakkelijk over onnoezelmanneke! tot Ik zen nogal is nekeirel he.De hoofdprijs gaat natuurlijk naarwienieuwewoorden en uitdruk­kingen verzint die achtereenvol­gens de fans, de volksmond en deDikke Van Dale verschalken.Kampioenen hierin waren Kooten Bie. Zij voegden het woord‘doemdenken’ toe aan de Neder­landse taal, maar ook ‘krommuni­catie’ en ‘positivo’ waren lange tijdin zwang. Wim T. Schippers kan erook wat van. Voor de televisie­reeks Het is weer zo laat verzon hijde redelijk absurde zin ‘het is jam­mer maar helaas’ (de ‘maar’ slaatwerkelijk nergens op) gewoon omte zien of het zou aanslaan. En jahoor, spijtig of niet – we zijn ‘jam­mer maar helaas’ blijven zeggen.

Het meest geliefde én verguisdetaalinstrument waarmee om eenlach wordt gevochten, is dewoordspeling. Voor de ene zijnwoordspelingen een nagel aan dedoodskist van de humor, voor deandere de kers op de taart. De enekeer zijn ze onvergeeflijk flauw, deandere keer onweerstaanbaarflauw en soms ook wel briljant.Maar een ding is zeker: we lerenhet nooit af. Hoe spontaan eenwoordspeling ook in het gesprekwordt gegooid, ze volgt ongezienaltijd een stel regels. De meest ge­hoorde stoeien met homogram­men en homofonen.Wie bij het woord ‘homofoon’meteen denkt aan de roze iPhone5C is eraan voor de moeite. Ho­mofonen zijn woorden waarvande uitspraak dezelfde is en de be­tekenis verschillend, ‘leiden’ en‘lijden’ bijvoorbeeld. Of jawel –‘opa is verrast’ of ‘verast’. Tweewoorden zijn dan weer elkaarshomogram als ze op dezelfde ma­nier worden gespeld, maar ver­schillende betekenissen hebben.Zo is een ‘valkuil’ iets waar je bestmet een wijde boog omheen loopt,maar ook een beest dat vogelaarsin onze streken zelden te zien krij­gen. Voer voor misverstandentroef, en dus net als de persconfe­renties van Ignace Crombé een on­uitputtelijke bron van humor.

De gulle komiek

Taal is in gewiekste handen eenheerlijk instrument voor het ple­gen van humor, maar de humordoet veel terug voor de taal. Vooralkomieken springen er soms zogretig mee om, dat ze de taal rijkermaken. Dat doen ze in de eersteplaats met catchphrases. Bewustof onbewust lanceren ze een uit­drukking die blijft hangen en in

TAALSPELLETJES, EEN DELICATESSE IN DE                HUMORBUSINESS

Voor de ene zijnwoordspelingeneen nagel aande doodskist

van de humor,voor de anderede kers op de

taart

b Een willekeurige speler noemteen (niet­bestaande) samenstelling,bijvoorbeeld ‘kinderschoen’. Anderespelers moeten erachter zien te ko­men welk woord achter het eerstedeel, en vóór het tweede deel kanworden geplaatst, waardoor er tweegoede samenstellingen ontstaan: ‘kin­der­XXX’ en ‘XXX­schoen’. Het XXX­stukje is het ‘koppelwoord’.b Let op: die twee samenstellingenhoeven niet combineerbaar te zijn,dus ‘kinder­XXX­schoen’ hoeft geenbestaand woord te zijn. Het koppel­woord moet op zichzelf dan weer wéleen zelfstandig woord kunnen zijn,dus een enkele letter als ‘s’ is niet ge­schikt. De twee ontstane samenstel­lingen moeten bovendien goedewoorden zijn: zelfstandige naam­woorden, bijvoeglijke naamwoordenof werkwoorden... het kan allemaal.b De allerbelangrijkste regel is datspelers nooit het koppelwoord mogennoemen. Dan is het spel namelijk temakkelijk; dat is flauw, en wekt irri­taties op. Wat je als medespeler wélmoet doen, is een andere samenstel­ling geven waarin hetzelfde koppel­woord past. Een mogelijk koppel­woord bij ‘kinderschoen’ is bijvoor­beeld ‘voetbal’, met als nieuwe sa­menstelling ‘voetbalspel’. Ander mo­gelijk koppelwoord is ‘fiets’, met alsnieuwe samenstelling ‘fietshelm’.b De bedenker van de oorspronkelijkesamenstelling mag aangeven of denieuwe samenstelling klopt met hetbedachte koppelwoord. In het gevaljouw koppelwoord niet hetzelfde isals dat van de bedenker, heb je eentweede opgave. (milfje)

Koppelwoorden

Het schrijversduo Milfje Meulskens, datbestaat uit de aanstormende taalkundigenSterre Leufkens en Marten van derMeulen, specialiseert zich in het vertalenvan taalwetenschap naar het bredepubliek. Het wil daarmee vooral laten ziendat taal leuk is.Milfje Meulskens zocht voor ons viertaalspelletjes uit die je altijd en overalkunt spelen, zonder taalkundige kennis ofelektriciteit. Voor meer toegankelijketaalwetenschap, zie milfje.blogspot.nl.

TAALSPELLETJES

Kees van Kooten en Wim de Bie importeerden spelenderwijs woorden in het Nederlands. In 2007 blikte de tentoonstelling ‘En wel hierom’ terug op hun tv­carrière. © hh

Taalhumor in beeld

Bent u nogal een lachbek, surf dan naar delink onderaan dit artikel. Daar vindt u eenhoopje filmpjes dat doet gniffelen, grijnzen enschuddebuiken:

b De beroemde ‘four candles’­sketch vanThe Two Ronnies mag vandaag wat belegenlijken, het blijft het beste voorbeeld vanwoordhumor op basis van homofonen.b Monty Python’s ‘argument sketch’ toont aandat meningsverschillen over de betekenis vaneen woord verstrekkende gevolgen kunnenhebben.b The Two Ronnies houden een pleidooi voorde alfabetische rangschikking van boeken inde bibliotheek.b Dave Allen over de Engelse taal.b Monty Python en de dode papegaai, met alsclimax John Cleese die alle uitdrukkingen aan­eenrijgt die ‘dood zijn’ betekenen.b Achtereenvolgens bewijzen Dr. Johnson (deEngelse ‘Dikke Van Dale’) en de beroemdebutler Blackadder hoe belangrijk het is omwoordenboeken up­to­date te houden.b Alexei Sayle toont hoe veel woorden kennenniet altijd leidt tot een rechtlijnig verhaal.b Alexei Sayle demonstreert hoe archaïschtaalgebruik niet noodzakelijk het beste middelis voor sfeerschepping.b ‘Jammer maar helaas’ heeft het zelfs alssongtitel gemaakt bij Ruth Jacott.b Koot en Bie over vals spelen met taal.b Anagrammen simpel uitgelegd. (gs)

­ ONLINEwww.standaard.be/taalhumor

Page 4: 5. Woord en spelen

4 TAALBIJLAGE DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013

Cryptogram De Standaard

12

345

67

8

9101112

13

14151617

181920

21

22

OPLOSSING CRYPTOGRAM CS

AUTOMAATINDESJ

STATIONSLECTUURGRTHS

GEVAARBEHAATJELSAEDIRAUTOSLEUTELTJETVLI

RECLAMEDRUKWERKNOENPA

BEHANGDEHAANICEELTSTUIVERTJETLADI

KOPPELKOERSFAG

AAA UTOMT

Cryptogram De Standaard

1 2

3 4 5

6 7

8

9 10 11 12

13

14 15 16 17

18 19 20

21

22

OPLOSSING CRYPTOGRAM C S

A U T O M A A TI N D E S J

S T A T I O N S L E C T U U RG R T H S

G E V A A R B E H A A T J EL S A E D I RA U T O S L E U T E L T J ET V L I

R E C L A M E D R U K W E R KN O E N P A

B E H A N G D E H A A NI C E E L TS T U I V E R T J ET L A D I

K O P P E L K O E R SF A G

A A AU T O M T

BART T’JAMPENSScharendijke, Zeeland. Het Ne­

derlandse vlakke land en het om­ringende water geven de wind allevrijheid, en met de gedachten lijkthet weidse landschap hetzelfde tedoen. Het is hier dat Leen Groene­veld al 35 jaar lang cryptogram­men maakt. De Zeeuw is eigenlijkeen technisch tekenaar, maarmaakte gaandeweg van zijn hobbyzijn beroep. Op zijn 69ste is dat be­roep weer hobby geworden – al isdat relatief. De Standaard, DeMor­gen en de Nederlandse kranten Al­gemeen Dagblad, Het Parool,Trouw enDe Limburger bedient hijnog wekelijks van breinbrekers.Is het al geen makkie zijn puzzelsop te lossen, dan moet ze beden­ken nog oneindig veel moeilijkerzijn, toch? Samen met Groeneveldwaagden we een poging. Het re­sultaat vindt u hiernaast, al ge­biedt de eerlijkheid te zeggen datonze inbreng eerder beperkt was.Op het terrein van de cryptogram­menmaker is het niet makkelijkinbreken.(Opgelet: enkele opgaven wordenhieronder besproken, wie zichzonder hulp aan het cryptogramwil wagen, doet dat beter voor hijverder leest).

Gebeten hond

Bij mijn aankomst heeft Groene­veld al enkele mooie vondsten oppapier gezet en in een soortstandaardgrid ingeschreven. Voorde opgave ‘vuurwater’ heeft hijzelfs meerdere oplossingen be­dacht: het schitterende contrast­vloeistof (water als vloeistof incontrast met vuur), maar ookvlammenzee of branding zijn mo­gelijke uitkomsten. Het is uitein­delijk contrastvloeistof dat op degrid belandt: elk goed cryptogramheeft enkele langere woorden no­dig, waar kortere oplossingenworden aangebreid.Het internet is ook voor de crypto­grammenmaker een dankbaarhulpmiddel. Als Groeneveld bij­voorbeeld op zoek moet naar eenachtletterig woord dat een u alseerste en een o als voorlaatste let­ter heeft, tikt hij op zoefzoek.com‘u.....o.’ in en komen de mogelijk­heden tevoorschijn. Met uitsloofof uroscoop kun je niet veel aan, inunderdog zitten wel voldoendedubbele bodems. De opgave komtal enkele seconden later uit deZeeuwse cryptokoker: ‘De gebetenhond is geen favoriet’.De omschrijvingen voor de oplos­singen bedenken is een kwestie vanevenwichten vinden. De opgave

mag niet te voor de hand liggend,maar ook niet te vergezocht zijn.Taalspelletjes zijn welkom, maar zemogen de puzzelaar niet al te veelop het verkeerde been zetten. Alsopsteller denk je immers van oplos­sing naar opgave, terwijl de puzze­laar de omgekeerde, en dus somsmoeilijker weg op moet. Bij recla­medrukwerk de knappe omschrij­ving ‘in de commercie is genoeg tedoen’ bedenken is één ding, als op­losser tot het juiste woord komen,lijkt haast onmogelijk.‘Cruciaal is daarom dat niet te veelvakjes zwart gemaakt worden’,zegt Groeneveld. ‘Een woord vantien letters moet vier of vijf aan­knopingspunten met anderewoorden hebben.’ Want wie éénopgave niet vindt, moet voldoendeletters kunnen verzamelen omtoch mee aan de slag te kunnen.

Taalgrens

Als we samen de opgaven voor dewoorden bedenken, stuiten we alsnel op een taalgrens. Roede magdan in Nederland een oppervlakte­maat zijn, in Vlaanderen gaat die

toespeling verloren. Mijn poging­tot­cryptogram (‘eerstejaars metangst voor trappen’ > liftschacht)gaat dan weer de mist in wegens dein Nederland niet gangbare con­notatie van eerstejaarsstudent.Om te vermijden dat Vlaamse puz­zelaars het noorden kwijtraken,controleert een Vlaamse de opga­ves. Bij ‘blikopener’ > autosleutel­tje vermoed ik dat het te Neder­lands is (blik wordt in Nederlandveel vaker als synoniem voor wa­gen gebruikt dan bij ons), Groene­veld denkt dat­ie er wel mee doorkan. Martine Garratt, die de puz­zels op ‘Hollandismes’ checkt,geeft na wat aarzeling groen licht.Om de Vlamingen ter wille te zijnplaatst Groeneveld ook het woordjustitiepaleis in het cryptogram.Toch even controleren of het inhet woordenboek staat, een abso­lute voorwaarde. ‘Algemeen Bel­gisch­Nederlands’, zegt Van Dale,dus het kan.Om de puzzel af te ronden, komener kortere woorden aan te pas. Zomoet ‘masochistisch rijtuig’ depuzzelaar op het spoor van sado

zetten, wat blijkbaar een Indiaasrijtuig is. Of dat wel algemene ken­nis is? ‘Ach, puzzelmensen wetenwel wat dat is’, zegt Groeneveld.‘Wie zich aan cryptogrammenwaagt, heeft vaak al gewone kruis­woordraadsel opgelost tot de lol eraf is. Zij kennen de typischewoordjes wel: de Friese waterwegEe, het papegaaiengeslacht ara, …’Zo krijg je natuurlijk nooit eenbreder publiek te pakken.Opvallend trouwens: elk weekendbegeven verwoede puzzelaarszich op het internet om over decryptogrammen frustraties teluchten en vragen te stellen. Nietaan Groeneveld rechtstreeks,maar op het forum van jaspers­cryptogrammensite.com. Eenpuzzelaar die vastloopt op eencryptogram, is te trots om Googleof Zoefzoek in te roepen, maarvraagt medepuzzelaars naar hintszodat hij weer verderkan. Zoveelpassie voor een taalspelletje, het ishaast schattig.

(*) Verborgen woede >crypto­gram.

LEEN GROENEVELD MAAKT CRYPTISCHE KRUISWOORDRAADSELS

De verborgen woedein het cryptogram

Het vergt serieus wat hersenacrobatie om een cryptogram op te lossen. Hoe taalbehendigmoet je dan niet zijn om zo’n puzzel te máken? We deden zelf een poging.

Elk weekendgeven

verwoedepuzzelaars

elkaar tips ophet internet

HORIZONTAAL:3. Bijrijder of medepassagier(8); 8. Spoorboekjes (15);9. Het risico is dat een schipkan zinken (6); 11. Kleine cup­houder (8); 13. Blikopener(14); 14. In de commercie isgenoeg te doen! (15);18. Aangebracht volgens eenrolbevestigend patroon (6);20. Plaats die met alle windenmeewaait (2,4); 21. (Klein)gelddat veel stof doet opwaaien(10); 22. Wielerwedstrijd voorrelatiebemiddelaars (11).

VERTICAAL:1. Vuurwater (17); 2. Rijtuigjevoor masochisten (4);4. Hondsdol (10); 5. Experi­menteel kunstwerk op tv (9);6. Nadelig en jammer voor deDuitsers (6); 7. Hier heeft dekoning het recht om te wonen(14); 10. Snel in zijn soort (3);12. Voor wie het toekomt (3);15. Vreemde schuldbekentenis(3,5); 16. De gebeten hond isgeen favoriet (8); 17. Zij is eenwijsgeer (4); 19. Kwestie dieniet overeind blijft (5).

Cryptogrammenvoor dummies

b Een cryptogram is een kruis­woordraadsel met cryptischeomschrijvingen als opgave.b Begin met de korte woordjes.Het zijn vaak de makkelijkste ensoms zitten er ‘klassiekers’ bij.b Tussen haakjes staat het aantalletters. Als er (2,4) staat, moet uop zoek naar een oplossing vantwee woorden van respectievelijktwee en vier letters.b Het is een beetje zoals metkruiswoordraadsels: je moet trach­ten vertrouwd te raken met hoede opgaven geformuleerd worden.b Synoniemen kunnen je op weghelpen (‘Bevel vol hartstocht’ >‘vuur’).b Splits de opgave op bij samen­stellingen (‘Olie­dollars’ >‘smeer­geld’).b Associeer bij de verschillendedelen van de opgave.b Zoek naar verwijzingen naargezegdes en spreekwoorden(‘Een van de twee om te nemenals vluchteling’ > ‘been’).

OPLOSSING CRYPTOGRAM

(*)

Page 5: 5. Woord en spelen

DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013 TAALBIJLAGE 5

Cryptogram De Standaard

12

345

67

8

9101112

13

14151617

181920

21

22

OPLOSSING CRYPTOGRAM CS

AUTOMAATINDESJ

STATIONSLECTUURGRTHS

GEVAARBEHAATJELSAEDIRAUTOSLEUTELTJETVLI

RECLAMEDRUKWERKNOENPA

BEHANGDEHAANICEELTSTUIVERTJETLADI

KOPPELKOERSFAG

AAA UTOMT

Dit spel is bedoeld voor mensen mettaal­ én ritmegevoel. De deelnemerswisselen elkaar af in het spreken vanwoorden op een doorlopend ritme,bijvoorbeeld dat van twee beats perseconde. Op iedere beat spreek je eenlettergreep. Dat klinkt bijvoorbeeldzo (kunt u klappen, klap dan mee):va­der, moe­der, ge­vel, pa­ling, waar­bij iedere speler dus twee beats ‘vult’.Wie het eerst niks meer weet te zeg­gen, is af. De overige spelers gaandan door, totdat er een winnaar over­blijft. Je mag geen woorden herha­len! Als je dat per ongeluk toch doet,ben je ook af.Om het spannender te maken, kun jeook meer lettergrepen in een beatproppen. Alsof je (voor de musici)zestienden spreekt: boze­wolf, ledi­kant, haze­peper, parallello­gram.Maar hou de beat vast! Dit lijkt mis­schien simpel, maar grappig genoegzijn mensen snel uitgespeeld: het isheel moeilijk om tegelijkertijd eenwoord uit te spreken, naar je tegen­speler te luisteren en haar woord teonthouden, én over een nieuw woordna te denken. Vooral lastig wordt het,als je tegenspeler opeens het woordzegt dat jij in gedachten had. Je kuntmensen trouwens ook afleiden doorheel onverwachte of grappige woor­den te gebruiken, zoals schimmel­korst of pusfon­tein. (milfje)

Woordwerpen

MARC REYNEBEAUEen plezante nonkel levert

nooit goede televisiehumor op.Humor is immers een vak, zeker inzijn ‘blote’, verbale vorm. Die moeteen gevoel voor wat grappig is,combineren met voldoende taal­gevoel om de grap adequaat te for­muleren voor een groot publiek.Daarom beleven echte vaklui, decomedians, nu een gouden tijd optelevisie.Het werkt ongeveer als volgt:Stap 1: inschatten wat het publiekover een onderwerp weet endenkt.Stap 2: een keuze maken door diegevoeligheden, connotaties of cli­chés te volgen of er net tegenin tegaan, ze uit te vergroten of net teminimaliseren, in het groteske ofhet ironische.Stap 3: de grap in heldere en be­knopte zinnen gieten, die alle ele­menten als teasers in een flowbrengen om spanning op te bou­wen, en helemaal aan het eind uit­lopen op de pointe, waarna de op­gebouwde spanning zich kan ont­laden in de lach.Stap 4: dit alles moet worden ge­acteerd, met de juiste intonatiesen accenten, in het juiste ritme.Maar niet elke grap ‘werkt’ voorelk publiek of in elk programma.Daar moet bijna wiskundig overnagedacht worden. Hoewel, alseen krant onthult, zoals ooit overhet BBC­panelprogramma Have Igot news for you, dat grappenvooraf zijn uitgeschreven, somsdoor derden, dan reageert eendeel van het publiek daar vaak te­leurgesteld op. Het scripten, zoals

de gangbare term luidt, door­breekt de magie van de spitse, ge­vatte, improviserende geest.Toch blijft de beste improvisatiedie, die goed is voorbereid. Van­daag is scripten de regel. Van eenprogramma als Een laatste groet isal van ver te zien dat het volledigis gescript. Het gaat niet anders bijtalkshows of actualiteitenpro­gramma’s. Redacteurs horen degasten vooraf uit en maken afspra­ken over vragen én antwoorden,waardoor de host het gesprek vlot­jes doorheen de altijd beperktetijd in de uitzending kan loodsen.Televisie is nu eenmaal een op effi­ciëntie gericht fabriekje. Ook voorde humor haalt ze er dus vakluibij, tekstschrijvers en grapdok­ters. Amerikaanse laatavondtalk­shows als die van Jay Leno of deonovertroffen The daily show vanJon Stewart geven hun schrijversgraag eigen credits, tot in de afti­teling. De HBO­sitcom The LarrySanders show van Garry Shand­ling maakte van de relatie tussende presentator en zijn tekstschrij­vers zelfs een thema.

Huiswerk

Bij de VRT deden tekstschrijverspas een jaar of tien geleden syste­matisch hun intrede. Tevoren kre­gen medewerkers aan satirische ofhumorprogramma’s gewoon voor­af huiswerk, waarna in de opnamewel bleek of hun voorbereidegrappen het deden of niet. En hetgaat snel mis: een verspreking,een haperend tempo of een ver­keerde klemtoon kan een grap alruïneren. En ook het tekstmateri­aal kan altijd beter. Daarom be­gonnen producers voor hun radio­stemmen en schermgezichtentekstschrijvers in te huren, nietzelden copywriters uit de reclame.De godfather in het genre blijft debriljante Karel Vereertbrugghen,overigens ook een voortreffelijkacteur van zijn eigen grappen. Bijprogramma’s als De rechtvaardigerechters werden Stef Durnez of

Alain Grootaers vaste waardenachter de schermen, naast meer­dere, toen nog aankomende come­dians, die nu voor eigen rekeningwerken. In vroegere edities van Deslimste mens ter wereld leverdeeindredacteur Sam De Graevemee de grappen aan en naarmatede reeks vorderde, werden zesteeds vaker vooraf uitgetest enkwamen andere Woestijnvissersals Bart De Pauw ze al eens helpenbijschaven.

Actieve lachband

Een grap moet, behalve goed engoed gebracht zijn, ook nog goed‘vallen’ bij het studiopubliek. Datpubliek is de actieve variant vanwat de lachband is in sitcoms. Ac­tief, want het publiek bepaalt watwordt uitgezonden: alleen diegrappen waar het het hardst ommoest lachen. Al moet het er welvoor in de stemming zijn. Dat is detaak van publieksopwarmers; een‘koude’ zaal lacht namelijk nooit.De regel is ook: hoe groter dat pu­bliek, hoe diverser het is en hoe‘algemener’ – soms ook: hoe har­der of ‘platter’ – de humor moetzijn. Maar ook: hoe sympathiekerhet publiek een komiek vindt, hoesneller het om diens grap zal la­chen. Daar is het hoe dan ook omte doen. Een grap die onvoldoendegelach uitlokt, sneuvelt in de mon­tage. Want van zulke programma’skomt haast nooit de volledige op­name op antenne, alleen een bestof. Mark Uytterhoeven liet opna­men van Alles kan beter daaromeindeloos lang duren, want hoegroter het geregistreerde volume,hoe meer krenten er uit te rapenvallen.Jammer voor de wat fijnere witzdie slechts op een bescheidenmonkel mikt: die haalt maar zel­den de eindselectie. Maar datknippen en monteren is er nietminder een zegen om: de kijkersblijven er veel flauwe en misluktehumor mee bespaard. En plezantenonkels al zeker.

GRAPPEN EN GROLLEN IN DE TELEVISIESECTOR

Humor is wiskunde in taal

De televisie is tuk op humor.Maar het is een moeilijk genre.Wat tekstschrijvers engrapdokters ook verzinnen, hetpubliek blijft de ultiemescheidsrechter.

Jammervoor de

wat fijnerewitz dieslechts op

eenbescheidenmonkelmikt: diehaalt maarzelden de

eind­selectie

De grappen in ‘De slimste mens ter wereld’ worden vooraf uitgetest en eventueel bijgeschaafd. © Michiel Hendryckx

De besteimpro­visatie isdie, diegoed is

voorbereid

OPLOSSING CRYPTOGRAM

TAALSPEL

Page 6: 5. Woord en spelen

6 TAALBIJLAGE DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013

‘De Taalbende’

In het themaboekje ‘De 8 tafe­len’ (vierde leerjaar) moeten de

kinderen een recensie schrijvenover een restaurantbezoek. Aande hand van gerichte vragen (‘Ishet een chic restaurant?’ ‘Hoe washet onthaal?’ ‘Wat bestelde je?Moest je lang wachten?’) leren zespelenderwijs waar je in zo’n re­censie aandacht aan moet beste­den.In het spellingboek staan speelseopdrachten, zoals het kraken vaneen cijfercode:

Kraak jij de code?Voor welke letter staat elk cijfer?Kraak de code en schrijf de woor­den op.b 20 22 1 22 15 15 18 20b 12 15 18 22 25 12 15 15 22 13b 7 12 5 22 13 26 26 9b 11 15 6 16 16 22 13b 13 22 7 22 15 8b 16 18 16 16 22 9 5 18 8 17 22 8b 16 13 6 21 21 22 15 25 22 22 9(Oplossingen: gezellig, oliebollen,

Tijd voor huiswerk!

Spelen is leren, en dat geldtook in de klas. Zo gaat het ervandaag aan toe in debasisschool.

SPELENDERWIJS TAAL LEREN IN TWEE TAALMETHODES

tovenaar, plukken, netels, kikker­visjes, knuffelbeer.)

‘Staal’

In het thema ‘Spijsvertering’ (der­de leerjaar) leren de kinderen datje niet altijd en overal dezelfdewoorden kunt gebruiken. In hetextra oefenmateriaal leren zemeer woorden die met spijsverte­ring te maken hebben.

Opdracht:Een koning zegt niet dat hij gaat‘kakken’. Wat zegt hij wel?Zet een streep onder alle zinnendie jij vindt passen:Ik moet een grote boodschap doen/ Ik ga naar het toilet / Ik ga eenhoopje doen / Wilt u mij even ex­cuseren? / Ik heb enorme aan­drang / Eens kijken of ik nog watontlasting heb / Ik ga even naarhet kleinste kamertje. (mh)

MARLIES HAGERSTaal op school? Dat is zinnen

ontleden, woordsoorten benoe­men, proberen te snappen wan­neer je t, d of dt moet schrijven,rijtjes spreekwoorden uit je hoofdleren. Zo herinneren veel mensenzich de taallessen van vroeger,vaak met het gevoel erbij dat hetongetwijfeld nuttig was, maar ookwel erg saai.Die herinneringen zijn verledentijd als het aan de moderne leer­planmakers ligt. Die willen vankinderen ‘taalbeschouwendemensen’ maken. Dat zijn ‘mensendie zich permanent verwonderenover en verheugen in het wonderdat de menselijke taal is’, schrijfthet leerplan taalbeschouwing vanhet Vlaams Verbond van Katho­liek Basisonderwijs.Volgens Stef Van Malderen, uitge­ver basisonderwijs bij uitgeverijPlantyn, leidt dat uitgangspunttot een veel speelsere aanpak in detaalmethodes. ‘Wij maken geengeïsoleerde opdrachten meer diealleen een specifieke vaardigheidtrainen zoals de persoonsvormaanwijzen of woordsoorten be­noemen.’ In plaats daarvan krij­gen de kinderen steeds eenschrijf­, spreek­ of luisterop­dracht.Van Malderen: ‘Ze leren taal alseen manier om te communicerenen dus leren ze nadenken wie be­reikt moet worden en welke woor­den en zinnen je het beste kunt ge­

bruiken.’ De vaardigheden die zedaarvoor nodig hebben – woor­denschat, effectieve zinnen ma­ken, discussiëren, overtuigen,conclusies trekken, om er maareen paar te noemen – leren ze doorspeelse oefeningen in het kadervan de opdracht.

Leermoeheid

Van Malderen komt zelf uit het ba­sisonderwijs en heeft vaak erva­ren dat er bij kinderen een zekereleermoeheid optreedt, terwijl zenog een hele weg te gaan hebben.‘Zo’n speelse aanpak, waarbij zeniet het gevoel hebben dat ze ietsaan het leren zijn, werkt motive­render’, zegt hij. ‘En de resultatenzijn nog beter ook.’ Dat blijkt in ie­der geval uit een pilot met de nieu­we methode De Taalbende vanPlantyn, waaraan 200 scholenhebben deelgenomen.Tjalling Brouwer is onderwijsad­viseur en bedenker van de nieuwemethode Staal van de Nederland­se educatieve uitgever Malmberg.Ook in deze methode zijn taalge­bruik en taalbeschouwing steedsmet elkaar verweven. ‘Onze oude­re methodes stonden ook bol vande grapjes en puzzeltjes, hoor’,zegt hij. ‘Maar daar hadden zevaak geen functie. Je hebt er bij­voorbeeld weinig aan om allerleisynoniemen te kennen als je nietweet in welke situatie je het ene ofhet andere woord moet gebrui­ken.’ Staal gebruikt realistische

SCHOOLBOEKEN GOOIEN HET OVER EEN PLEZANTERE BOEG

Mag het wat speelser?

In de nieuwe generatie taalmethodesvoor de basisschool gaan denken endoen hand in hand. Daarmee ver­dwijnen de geïsoleerde zinnetjes ensaaie invulrijtjes uit de schoolboeken.Taal leer je door ermee te spelen.

© Dirk Huyghe

Page 7: 5. Woord en spelen

DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013 TAALBIJLAGE 7

Huiswerk hoeft niet meer saai te zijn. © Sabine Joosten/hh

SPELENDERWIJS TAAL LEREN IN TWEE TAALMETHODES

bronnen als basismateriaal enprobeert kinderen te leren van eenafstand naar taal te kijken. Pasdan kun je nadenken over jewoordgebruik, figuurlijk van let­terlijk taalgebruik onderscheidenof een pakkende kop boven eenverhaal bedenken.

Identiteit

Spelen met taal begint niet pas opde basisschool. Het Centrum voorTaal en Onderwijs in Leuven ont­wikkelt ook veel materiaal voorkleuters. ‘Het gaat erom de kinde­ren gevoelig te maken voor taal’,vertelt wetenschappelijk mede­werkster Iris Philips. Belangrijk ishet herkennen van de klanken enschriften van verschillende talenen dialecten. En ook te leren dattaaluitingen samenhangenmet si­tuaties, dat je op het voetbalveldandere taal hoort en gebruikt danaan de telefoon met je oma.De activiteiten kunnen heel speelszijn: liedjes, toneelstukjes waarinelk zijn eigen taal mag spreken,praten als een baby, toverspreu­ken bedenken of rollenspellen.Iris Philips: ‘Ons uitgangspunt ishet beïnvloeden van de houdingten opzichte van talen die je om jeheen hoort, en daardoor ook tenopzichte van demensen die die ta­len spreken. Taal heeft zoveel metidentiteit te maken. Als jouw taalniet gehoord wordt, dan is dat eenduw tegen je identiteit.’

Een speelseaanpak,waarbij

kinderen niethet gevoel

hebben dat zeiets aan hetleren zijn,

werktmotiverender

MILFJE MEULSKENSEen spoonerisme is even sim­

pel als elegant: neem twee woor­den of woorddelen, en draai stuk­jes uit die woorden om. De een­voudigste vorm is die waarin je be­ginmedeklinkers verwisselt: eenpan spek wordt een span pek, eendikke kans een kikke dans. Eenflauwe grap (grauwe flap) mis­schien, maar ik vind het leuk. Bo­vendien zit er nogal wat neurolin­guïstiek achter!Het spoonerisme is, zoals wel meerzaken, vernoemd naar zijn uitvin­der:W.A. Spooner. DezeOxford­do­cent had een spraakgebrek waar­door hij dikwijls klanken omdraai­de. Het beroemdste voorbeeld:‘Our Lord is a shoving leopard’.We gebruiken allemaal wel eensper ongeluk een spoonerisme. Hetleuke is dat dat niet willekeuriggebeurt, maar dat er een patroonzit in onze ‘foutjes’. Het is namelijkzo dat spoonerismes het meestvoorkomen aan het begin vanwoorden: we zeggen in plaats van‘schimmelpaard’ wel ‘pimmel­schaard’, maar niet ‘schimmerd­paal’. Het begin van een woordblijkt relevanter dan het einde er­van: het distinctieve, herkenbareelement staat vooraan. Dat zie jeook aan afkortingen: bij ‘afk.’ weetje wat er bedoeld wordt, maar‘.ting’ is niet duidelijk.De oorzaak van een spoonerismelijkt te zijn dat onze hersenen,wanneer we te snel praten, proble­

men krijgenmet plannen. Ze gaandan voorlopen op wat je zegt, engebruiken een klank die nog nietaan de beurt is. Die belangrijke be­ginnetjes gaan dan mis, vooral alsze ook nog eens op elkaar lijken:“De kat krabt de krullen van detrap, de krat kapt de krullen vande krab, de krut takt de trullen.”AARGH! sorry.

Scheel hoon meisje

Verreweg de fraaiste spooneris­me­serie is van de Vlaamse caba­retier Gerard Vermeersch, die zichbaseerde op het sprookje Sneeuw­witje:‘Er leefde eens heel wer veg, in eenkrachtig pasteel, een scheel hoonmeisje: Weeuwsnitje. Weeuwsni­tje leefde bij haar moze biefstoe­der. Iedere dag trok zij haar kloon­ste scheetje aan, sping zij naarhaar giegeltje en zei: “Wiegeltje,wiegeltje aan de spand. Wie is devroonste schouw van lans hetgand?” Het spiegeltje antwoord­de: “Moze biefstoeder, gij zijtscheel hoon, maar Weeuwsnitje ismuizendschaal doner dan gij.”Daarvan werd zij kweel haad…Op dekere zag ging demiefstoedernaar de joze bager. Die woonde ineen harig kutje op een klein greep­je strond. Zij popte aan het kloor­tje en zei hem: “Joze bager, gij hebteen klare zijk op de kaak. Gij moetWeeuwsnitje nidkappen.”Hoe dat afloopt? Je int het op hetvinternet!’

Weeuwsnitje enwaarom we letters

omdraaien

© Disney

SPOONERISME

Bilinguaalspel

In dit spel maak je gebruikvan je meertaligheid! Kieseen woord in je lievelingstaal.Zoek naar een woord in eenandere taal dat hetzelfde be­tekent, maar waarvan deklank hetzelfde is als een an­der woord in de eerste taal.Zet die twee woorden achterelkaar in een zin, en voilà: jescoort een punt. Ingewikkeld?Een voorbeeld: ‘Ik loop dedeur door.’ ‘Deur’ in het Ne­derlands is ‘door’ in het En­gels, en ‘door’ in het Neder­lands heeft ook een betekenis.Hieronder staan nog drievoorbeelden, waarbij je zietdat het om klank, niet omspelling gaat:b Sandra is 30 jaar tandarts,vandaar dat ze verveeld boort.b De toonsoort verandert,vandaar dat ik van fluit wis­sel.b Is de lucht er?Interessant is natuurlijk metwelke talen dit kan. De talenmoeten nauw verwant zijn,zodat hun klanksystemen opelkaar lijken. Engels en Ne­derlands zijn allebei Ger­maanse talen, dus daarmeekan het wel. Met talen dieverder verwijderd zijn, wordthet moeilijker. Neem Frans,een Romaanse taal: eenwoord als ‘chien’ of ‘bon’heeft klanken die het Neder­lands niet heeft... Puzzelen!(milfje, bedacht door Kees Torn)

TAALSPEL

Page 8: 5. Woord en spelen

8 TAALBIJLAGE DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013

Poëzieop despeelplaatsDichters zijn per definitie speelvogels,maar de ene is dat net iets meer dande andere. De redactie van DeStandaard der Letteren zocht viergedichten uit waar de joie d’écrire vanafspat. We hadden gemakkelijk voorPaul van Ostaijen kunnen kiezen,superieur in de poëziepetanque en hetgedichtendobbelspel, maar voor nukozen we andere namen. HANS COTTYN

Richard Minne (1896­1965)compenseerde zijn zwakke ge­zondheid met nuchtere humor.Hij trok uit zijn geboortestadGent het platte ommeland in,eerst naar Bachte­Maria­Leerne,daarna naar Waarschoot, tenslotte naar Sint­Martens­Latem,waar hij een ongelukkig bestaanals keuterboer leidde. Zijn Hove­niersgedichten herinneren aandie episode. In dit achtste ge­dicht bezingt hij ‘Tobbie’, eenherkauwer van stavast, met wiede dichter­boer een mystiek hu­welijk is aangegaan (een ‘epitha­laam’ is een huwelijkslied).De koe Tobbie heeft vreemdewensen, want ze eet blaren engeen gras, maar het is dan ookde koe van een schrijver. In ruildoet Tobbie wat een koe hoortte doen: melk geven. De tobben­de, jaren herkauwende dichterdaarentegen is streng voor zich­zelf: van hem komt slechts wind.Maar niet iedereen deelde diemening. Minne kreeg in 1946 deStaatsprijs. Zijn poëzie en zijnproza blijven zeer leesbaar.

Een lipogram is een tekstwaarin een of meer letters nietmogen worden gebruikt. DeFranse schrijver Georges Perecpende een volledige roman bijelkaar zonder de letter e. La dis­parition telde meer dan 300bladzijden en gaat, niet geheelonverwacht, over de zorgelijkeverdwijning van de letter e.Het monovocale gedicht ‘U­tu­mult’ van Gerrit Komrij (1944­2012) past volledig in de traditievan Perec en Oulipo, de groepFranse speelvogels die zichzelfbeperkingen oplegden om zo be­ter te (leren) schrijven. ‘U­tu­mult’ (een a,e,o,i,ij­lipogram) ishet verhaal van een uit de handlopende smulpartij. La grandebouffe, eindigend in een gruwe­lijke halsmisdaad. Maar het waswettige zelfverdediging.Lucius Lucinius Lucullus, eenRomeine veldheer en politicus,stond urbi et orbi bekend voorde weelderige banketten die hijdag na dag inrichtte. Een lucul­lus nu is volgens Van Dale ‘eenfijnproever, smulpaap, lekker­bek’. De u’s in dit woord passengoed bij smullen, moet ookKomrij hebben gedacht.

Hoveniersgedicht VIIIRichard Minne

Tobbie en ik we passen saam.En dit zij ons epithalaam.Tobbie, zij, herkauwt de blaren.En ik, ik herkauw de jaren.

En daar is de uitkomst die ons bindt:van Tobbie komt melk, van mij komt wind.

U­tumultGerrit Komrij

Lunchuur. Lucullus smult:‘Yum­yum.’ ’t Smuluur U.Rumpunch, Rundrug, zult vultLucullus’ guts. Vruchtjus.

Puur smulzucht. Slurpcultuur.Luuks lunchuur duurt. Blutwurst.Lucullus blust gul ’t vuur:Dus vlug ’n pul. Nur Durst.

Lucullus smulkunst: ‘Bluf,Humbug,’ zucht Urk. ‘Nut: nul!’Spuwt Bussum. ‘Stuff!Wuft juk! ’n Junk! ’n Lul!’

’t Nurks vulgus gruwt. Tumult.‘Duur spul,’ zucht Jut, kucht Jul.‘Uw slums: Lucullus’ schult!Lucullus plukt u! Brul!

Brul, Bussum, Hulst, Urk, Vught!Vlug, vlug! Lucullus lustUw grut, uw stulp, uw vrucht!Uw hulp, fluks, dus: ’n must!’

Hun durf: stug, stuurs, bruusk, cru.Gut, gut, ’t lukt. Dum­dum.Buksvuur. Lucullus nú:’n Urn, ’n wurm, punctum.

Richard Minne. © rr

Gerrit Komrij. © mo/hh

Page 9: 5. Woord en spelen

DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013 TAALBIJLAGE 9

De rit van Drs. P loopt nietgoed af. Het gezin wordt inge­haald door hongerige wolven, opflinke afstand van de Siberischestad Omsk. Er moet een offerworden gebracht. Eerst Pjotr,dan Sonja, vervolgens Igor, tenslotte Natasja dienen als wolven­brokken. Ook de moeder valtten prooi, en uiteindelijk ook deverteller, met Omsk in zicht.Maar dat is zijn eigen fout.Drs. P, pseudoniem van HeinzPolzer (94), is zonder meer ’sNederlands beste zingende dich­ter. ‘Dodenrit’ is even huivering­wekkend als hilarisch, een com­binatie die Drs. P feilloos be­heerst. Met dit nummer uit 1974brak de plezierdichter bij eengroter publiek door. Later zei hijdat hij het nummer heeft ‘lerenhaten’. Het duurde hem te lang.Kurkdroge ironie, een perfectgevoel voor timing, zeer amu­sante op rijm gezette ongerijmd­heden… nooit klonk het Neder­lands zo superieur én zo absurdals bij de doctorandus. Vorigjaar zei de man nog dat ‘hij zon­der de taal geheel ontredderdzou zijn. De geestvermogensgaan achteruit, onverbiddelijk,maar ik ben blij dat ik me nogsamenhangend kan uitdrukken.Als ik dat kwijtraak, wat heb ikdan nog? Niets.’

Leo Vroman, geboren in 1915,woont al tientallen jaren in deVerenigde Staten. Toch wordt hijals een van de belangrijkste le­vende Nederlandse dichters be­schouwd. Als wetenschapper pu­bliceerde hij in het Engels, alsdichter bleef hij zijn hele levenin het Nederlands schrijven.Vroman is een relativerendespeeldichter. De grote gevoelensworden zelden de poëtischehoofdletter aangemeten. In defabels die Leo Vroman in 1978 inhet tijdschrift Hollands maand­blad publiceerde, krijgen de din­gen de hoofdletters. ‘Eik enPlank’ is een van die acht fabels.Het gedicht is een gesprek overbuiten en binnen, over leven endood. Plank is trots op zijnvlam, op iets wat Eik niet kantonen. Plank is trots dat hij demensheid kan dienen – mis­schien een beetje naïef. Eik jam­mert tot hogere krachten, hij wilniet tot planken verzaagd wor­den. Hoe blijft een mens be­staan? Vroman laat de vraag on­beantwoord: ‘vergaan, vergeten,of vernis’? Het is lastig kiezen.

Eik en PlankLeo Vroman

Plank, scheef tegen Eik geleund,stond als een dode ondersteund,

maar sprak houtgeurig tegen Eik:‘Een plank als ik is nooit een lijk.’

Eik gruwde en kon toch niet makendat Plank hem niet zo aan bleef raken,

en zei heel zachtjes tegen Plank:‘jouw kleur dan? En jouw zaagselstank?’

‘Ik toon wat jij van buiten mist:mijn vlam – zodra ik ben vernist,’

zei Plank, ‘wie open wordt gezaagdwordt nogmaals, en veelvuldig maagd,

en schenkt zijn innigst leven kuisaan ’t mensenleven binnenshuis;

ons lijden wordt uiteengezetals palen, poten en parket,

En gaat lang niet zo gauw kapot.’‘O God’ antwoordde Eik, ‘O God...’

Moraal: wie weet wat beter is:vergaan, vergeten, of vernis.

DodenritDrs. P

We rijden met de trojka door ’t eindeloze woudHet vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koudDe paardenhoeven knersen in de pas gevallen sneeuw’t Is avond in Siberië en nergens is een leeuw

We reizen met de kinderen, al zijn ze nog wat jongDoor ’t eindeloze woud waarover ik zo­even zongEen lommerrijk en zeer onoverzichtelijk terreinWaarin men zich gelukkig prijst dat er geen leeuwen zijn

We zijn op weg naar Omsk, maar de weg daarheen is langEn daarom vullen wij de tijd met feestelijk gezangIntussen gaat zich iets bewegen in de achtergrond:Iets donkers en iets talrijks en het lijkt me ongezond

Voor de volledige tekst, zie www.standaard.be/dodenrit

Leo Vroman. © hv/hh

Heinz Polzer, of Drs. P. © at/hh

TAALSPEL

Lingo:tips &trucs

Lingo is een populair Nederlands tele­visiespel waarin kandidaten woordenmoeten raden. Ze krijgen de eerste let­ter en moeten dan een woord spellen.Een computer geeft aan of de gespeldeletters goed of fout zijn, of dat een let­ter wel in het woord zit, maar op deverkeerde plek staat.Je kunt dit spel ook makkelijk zelf spe­len, op reis in de auto of gewoon voorhet haardvuur in de woonkamer.Neem een vijfletterwoord in je hoofd,of schrijf het ergens op als je medespe­lers je niet vertrouwen. Geef de eersteletter. Laat nu twee andere kandidatenom de beurt een woord spellen datmet die letter begint. Je kunt visueelantwoorden, door vierkantjes om goe­de letters te zetten en rondjes om let­ters die op de verkeerde plek staan.Nog leuker is een antwoord met ge­luid: maak een hoog piepje voor eengoede letter en een laag piepje vooreen foute. Een letter op de verkeerdeplek krijgt een halfhoog geluid.Als dit eenmaal lukt, kun je ook zes­,zeven­ of zelfs negentienletterwoord­lingo (camouflagejarretels) spelen. Suc­ces met piepen! (milfje)

© rr

Page 10: 5. Woord en spelen

10 TAALBIJLAGE DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013

LUDO PERMENTIER‘Tweede, geheel herziene, aan­

gevulde, gesystematiseerde, vannieuwe fouten voorziene, abso­luut allerlaatste internet­editie,voor u gedownload in 676 gedruk­te bladzijden’. Dat staat op mijnexemplaar van Opperlans!, hétstandaardwerk over speeltaal, ge­schreven door Battus, alias deschrijver en computer­ en taalwe­tenschapper Hugo Brandt Corsti­us.Die 676 is intrigerend. De pagina’svan het boek zijn immers niet ge­nummerd, maar geletterd. De eer­ste is aa, de tweede ab tot az, waar­na ba, bb, bc enzovoort. De laatsteis uiteraard zz. Dat het uiteindelij­ke aantal bladzijden 676 bedraagt,zal Brandt Corstius plezier heb­ben gedaan, want 676 is een palin­droom: je kunt het ook van achte­ren naar voren lezen. Palindro­men kunnen ook woorden of zin­nen zijn (‘Korte man loopt Pool namet rok’). Ze vormen een van deobsessies van de auteur. Het lijktwel alsof hij alles wat hem onderogen komt, spontaan in twee rich­tingen leest. Hij gaat daarbij opzoek naar symmetrie. In de natuuris dat een courant verschijnsel,denk aan ons gezicht of aan devorm van een kristal. Maar in taalis het zeldzaam. Battus verzameltdie curiositeiten, analyseert ze,speelt ermee en publiceert ze inlijstjes. Bijvoorbeeld zijn ‘Drie­honderdendrie prachtige keer­woorden’ (van aha tot edelstaal­plaatslede). 303, niet toevallig.Er is nog iets unieks aan de pagi­nering van het boek. De verdelingvan de onderwerpen over de pagi­na’s is niet lukraak. Een stuk over‘de en het’ staat op pagina dh; ietsover ‘erotische woorden’ vindenwe op ew; voor ‘klinkerwisselin­gen’ moet je op kw zijn. Op pagina‘ja’ staat een stuk ‘Ja, hier begintde Opperlanse taalkunde’. Dat iseen soort inleiding, waarin hij uit­legt wat hem drijft. Die staat dusniet aan het begin. Niets is gemak­kelijk aan dit boek.De aha­beleving veronderstelt im­mers eerst een inspanning. De au­teur zegt dat Opperlans ‘Neder­

lands met vakantie’ is, maar ookdat hij met zijn boek de bedoelingheeft ‘de nietsvermoedende bur­ger uit zijn letterpastei te wekken,en hem te dwingen zijn ogen wijdte openen.’ Dat gebeurt ook, enveel lezers zullen er bepaald draai­erig van worden en het boek dicht­klappen. Ze zullen het misschieneens zijn met het motto van Mar­tin Gardner dat Battus zelf aan­haalt: ‘Many readers will shaketheir heads sadly at the thought ofhow much talent and energy hasbeen wasted on such trivialities.’Dat gebeurt nu eenmaal als je taalontdoet van zijn doel: communi­catie, dus betekenis overdragen.Betekenis interesseert BrandtCorstius absoluut niet. Zelfs uit­spraak laat hem koud. Het gaatom het spel met lettertjes.Welaan dan, we leggen u enkelerariteiten voor uit de Opperlansewereld, waarmee u zelf aan de slagkunt.

Merkwaardige lijstjes

Anagrammen

Anagram of letterkeer is de her­schikking van de letters van eenwoord, zodat er een ander woordvan gemaakt wordt. Parket en kar­pet is een eenvoudig voorbeeld. InOpperlans! gaat Battus op zoeknaar woorden waar je meer danéén anagram mee kunt maken.Een zesvoudig anagram:Liefde – defilé – fideel – fidele –fiedel – feildeEen zevenvoudig anagram:Reserve – everse – reverse – ver­rees – serveer – verseer – ereversEen achtvoudig anagram:Galeristen – angliseert – liergas­ten – rietnagels – rietslagen – sig­naleert – tegenrails – generalist

Woordladders

Een woordladder is een reeks vanwoorden die groeien met telkenseen letter. Ze worden weergege­ven in piramidevorm. Battus ci­teert een mooi voorbeeld dat hetNRC Handelsblad publiceerde in1933. Let op hoe de woorden re­genval en neerslag geen anagram­

men zijn van elkaar (bij het ene iser een v bijgekomen, bij het ande­re een s) en toch mooi passen tus­sen eerlang en verslagen.

aal

gallage

algeneerlang

regenval/neerslagverslagen

verlangensnegerslaven

ganzenleverszeeverlangensvarensgezellen

Woorden in alfabetorde

Er bestaan volgens Battus 676woorden waarvan de letters in al­fabetische volgorde staan. Umerkt al dat de tellingen van deauteur verdacht veel palindroom­cijfers vormen. Hij somt niet al diewoorden op in zijn boek, maargeeft wel een serie met vijf lettersof meer.

Een willekeurige greep daaruit:Abces, abdij, adelt, aders, af­knoopt, beeft, beest, behoort, be­knopt, bekoopt, bijkoopt, bijoux,bloost, borst, Deens, dikkop, filmt,glossy, gloort, hijst, Joost.Met alleen maar zulke woordenkun je zinnen maken:De abdis bloost en knort: ‘In de ab­dij eet gij abdijkost.’ De abt douwteen deegkorst in de abdijmost eneet dit op.

Woorden met identiekebigrammen

Een bigram is elke opeenvolgingvan twee letters. In past zitten erdrie: pa, as en st. Soms zit een bi­gram tweemaal in één woord, bij­voorbeeld st in lastoestel. VoorBattus is dat niet merkwaardig ge­noeg. Hij is op zoek gegaan naarwoorden met drie identieke bi­grammen. Die zijn het mooist alsze niet opvallen, zoals in:bagagewagenzeekoekoektendensenvitaliteitonontgonnen

HUGO BRANDT CORSTIUS’ 676 BLADZIJDEN TAALKRONKELS

Opperlans!

Maakt u ook een innerlijkvreugdesprongetje als u een woord als‘edelstaalplaatslede’ ziet staan? Dan isOpperlans! voor u een speeltuin om uren inte verdwalen. Met heerlijke anagrammen,palindromen om vingers en duimen bij af telikken en nog veel meer lekkers.

bureauredacteurkerkelijkeintelligentiequotiëntlievelingsliedkindertandheelkundeaanpassingsstoornissen

Merkwaardige woorden

Woordmot

Toen de plaatsnaam Waterloo in1815 op ieders lippen lag, merktenvelen op dat dit wel een typischwoord moest zijn voor de streek,waar Nederlands (water) en Frans(l’eau) gesproken werd. Voor deBritten kwam er nog een binnen­pretje bij, omdat het Franse woordwater hetzelfde betekent als hetEngelse loo (wc).Dat is een heel sterk staaltje vanwat Battus taalslang of woordmotnoemt: twee anderstalige woor­den met dezelfde betekenis vor­men samen iets nieuws. Nog enke­le mooie voorbeelden:dakroof (Eng.)zorgconcern (Eng.)ikje (Fr.)

© Dirk Huyghe

Page 11: 5. Woord en spelen

DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013 TAALBIJLAGE 11

MAARTEN BYTTEBIERZe noemen hun beats steevast ‘vet’ en

hun teksten ‘fris’, maar betekent datmeteendat hiphoppers de grootste taalvernieuwerszijn? Tuurlijk niet, zegt lexicologe VivienWaszink, die woorden behoren trouwenstot de algemene jongerentaal. ‘Maar rap­pers maken er originele vergelijkingen meeen noemen iets “fris als februari” of “coolerdan een pinguïn in een vriestas”. Daarmeegeven ze het woord zijn oorspronkelijke be­tekenis terug, waardoor ze de taal verrij­ken.’Op het Instituut voor Nederlandse Lexico­logie werkt Waszink aan het Algemeen Ne­derlands Woordenboek, maar daar kan zehaar andere passie maar mondjesmaat inkwijt. Dus schreef ze daarnaast een eigenboek over hiphop. ‘Rap is voor velen maarwat schelden en schreeuwen, straattaal diebovendien een bedreiging vormt voor hetAlgemeen Nederlands. Onterecht. InWoord! bewijs ik hoe creatief hiphoppersmet taal omspringen en hoe goed hun tek­

sten in elkaar zitten.’Oké, de peetvaders van de nederhop, Os­dorp Posse, kwamen toen ze startten eindjaren tachtig niet veel verder dan letterlijkevertalingen van Amerikaanse uitdrukkin­gen – al moet het wel gezegd dat hun ‘moe­derneuker’ deVanDale heeft gehaald.Maarde huidige generatie heeft haar talige tru­kendoos flink verruimd. Ze spelen met let­terlijke en figuurlijke betekenissen (‘smeerhem als Nivea’, Sticks in Great Minds) ofmaken gevatte woordspelingen en associa­ties: ‘Jij geeft less than a fuck, ik geef eenvak in een les / Sloeg als student een klasover, nu overklas ik de rest’ (Jiggy Djé, dieeffectief lesgeeft aan de academie, in ‘Hoog­geleid’).Elkaarmet woorden overklassen, ‘dissen’ inhet jargon, is de aard van het beestje, en

daar is een historische verklaring voor.‘Hiphop is ontstaan in de arme wijken vanNew York. Omdat de muziek niet veel voor­stelde – gewoon wat bestaande plaatjesdraaien – moesten de rappers wel het ver­schil maken met hun teksten. Dus zetten zeeen grote mond op en lieten ze verbaal despierballen rollen om hun tegenstander uitte schakelen in de battle.’

Zelfgefabriceerde woorden

Veertig jaar later schrijven taalkundigenboeken over hiphop en worden songtekstengeanalyseerd als waren het Oudgriekseepossen. Op rapgenius.com kan iedereenverklarende noten toevoegen aan songtek­sten. En een paar maanden geleden ging deNederlandse tegenhanger Great Minds on­line, met de teksten van de gelijknamigegroep.Maar de ongekroonde koningen van de ne­derhop zijn de mannen van De Jeugd vanTegenwoordig. In 2011 waren nog 200 blad­zijden nodig om hun teksten – vol met zelf­gefabriceerde woorden – te bundelen in hetHandboek der Jeugd en vorig jaar mochtenze nog een speciaal katern vullen dat bij dePrisma­woordenboeken zat. Maar heel eer­lijk? Van onsmag ‘t Hof van Commerce daargerust naast staan.Wewachten geduldig opde eerste Prisma West­Vlaams.

Vivien Waszink, ‘Woord!’ Nieuwezijds, 2013.

Verbaal spierballengerol met een vette beat

Zou het kunnen dat de platenzaak meerfrisse neologismen en vette metaforente bieden heeft dan de boekhandel?Lexicologe Vivien Waszink twijfelt geenseconde: ‘Hiphop verrijkt hetNederlands.’

De Jeugd van Tegenwoordig kreeg vorig jaar een eigen ‘Handboek der Jeugd’ dat bij de Prisma­woordenboeken werd gevoegd. ©ChristopheKetels/img

TAALVERNIEUWING UIT DE ONDERGROND

Taalkundigenschrijven boeken overhiphop en teksten

worden geanalyseerdals waren het

Oudgriekse epossen

De huidigegeneratie hiphoppers

heeft haar taligetrukendoos flink

verruimd

windvent (Fr.)winkelladen (Dts.)broodpan (Sp.)

Grappige zinnen

Pretogen

Iedere lezer heeft het al meege­maakt. Je loopt vast in een zin om­dat je het woordaccent ergens ver­keerd hebt gelegd. Je hebt vóórko­men gelezen en het moest voorkó­men zijn. Of je zag régent en deschrijver bedoelde regént. Hieron­der enkele vergezochte, maargrappige voorbeelden:

b De Romeinse pretoren haddengeinige pretogen.b Als meetellende landmeter on­dervond ik veel meetellende.b De obers slabakken met de sla­bakken omdat de kassalade ach­ter de kassalade ligt.b Ik voorspel je geen voornaamvoorspel als je haar voornaamvergeet.

Geen spatie voor niks

Wie eraan twijfelt of de spatie eenbelangrijke rol speelt in onze spel­ling, moet deze zinnen maar eenslezen.

b Is pa gek op je pagekopje?b Als wij aan oom zoveel foto’s vanonze posturen vanaf de oevers vande Po sturen, dan zal de post urennodig hebben om het uit te zoekenen vanwege deze post u rente gaanberekenen.b Besparen de parende paren depa rendement?b Neem een jet! Nee, meen je’t?

Battus, ‘Opperlans!’ Queriodo,2003, 676 blz.

Een oudere en beknopte versie vanhet boek is gratis te raadplegen bijde Digitale Bibliotheek derNederlandse Letteren:http://dbnl.org/tekst/bran023oppe01_01/index.php

Van hiphopplaat naarwoordenboek

pimpen: op een opzichtige manierversierendissen: disrespect betonenbattelen: een schijngevecht houdenop hiphopmuziekblingbling: opzichtige goudkleurigevoorwerpenmoederneuker: scheldwoord: ‘klootzak’watskeburt: jongerengroet: ‘wat is eraan de hand?’dope: jeugdtaal: gaaf, cool

Page 12: 5. Woord en spelen

12 TAALBIJLAGE DE STANDAARDVRIJDAG 8 NOVEMBER 2013

PIETER EMBRECHTSGoeie taalfouten, daar kan ik in­

tens van genieten.Zoals in de slagerij bij mij om dehoek. Daar hangt een briefje waar ikaltijd opnieuw om moet lachen. Voorde glazen toonbank met gekoelde fij­ne vleeswaren en kwaliteitskazenstaat er een klein, zwart, marmerenopstapje van zo’n 30 centimeterhoog. Het lijkt een soort trapje datnergens heenleidt. Mensen zetten eral eens graag hun shoppingtas op,maar het nodigt ook uit om er eenvoet op te zetten en erop te gaanstaan.Om die drang tegen te gaan, heeftiemand van de slagerij daar eenbriefje opgehangen. Op een witA4’tje staat in grote, zwarte lettersmet dikke stift geschreven: ‘NIETOPSTAAN!’ Uitroepteken.Uiteraard bedoelt hij of zij: ‘NIETOP STAAN!’ Kwestie van er niet opte gaan staan. Maar omdat ‘OP’ en‘STAAN’ aaneengeschreven zijn,wordt het een soort bevel om je

bed niet uit te komen. ‘NIET OP­STAAN!’En dan sta ik daar met mijn verfrom­melde ochtendkop spek, eitjes enkaas te bestellen, valt mijn oog weerop dat briefje en denk ik: ‘Zou ik eriets van zeggen...?’ Nee, ik hoop dathet er volgende keer nog hangt. Hetvalt me wel op dat er sinds dat brief­je daar hangt, nog maar weinig men­sen de winkel frequenteren. Mis­schien ligt de voltallige klandizie vande slager nog in bed en hebben ze deboodschap duidelijker begrepen danik. Kan ook.

Mijn neefje van zes die voor het etenzegt: ‘Oh, ik ben uitgehongerd!’ Enna het eten: ‘Voilà, ik ben terug inge­hongerd!’ Daar ben ik jaloers op. Demap van wat wel en niet mag mettaal, bestaat voor hem nog niet. Allemogelijkheden liggen nog open en debeste quotes ter wereld rollen er van­zelf uit. Zalig! Pure poëzie.

Sommige mensen houden dat kinder­

lijke onbewust langer vast dan ande­ren. Ik ken iemand die graag spreektover haar ‘onderbewusme’. Ze zegtnog mooie dingen, zoals: ‘Ons moe­der en ik, dat is echt kat en ei.’

De Algerijn die gisteravond voor mijstond aan te schuiven in het naftsta­tion en vriendelijk aan de caissièrevroeg: ‘Kan ik pompen aan tank 9?’Zijn Jerommeke­torso verried de ach­tergrond van zijn verspreking. Heerlijkvind ik dat. Een verspreking verteltsoms meer dan het juiste woordge­bruik.

En toch corrigeer ik mijn eigen liefals ze een taalfout maakt. Ik hoor defouten ook altijd. Ik vind het verve­lend dat ik het doe, maar het is ster­ker dan mezelf. Misschien zit het inmijn onderbewusme. Raar is dat. Alsde beenhouwer een taalfout maakt, ishet humor; als mijn neefje er éénmaakt, is het poëzie, en als mijn liefhet doet, is het dwaas. Totaalfout vanmezelf.

Totaalfout

© Koen Bauters

{  COLUMN  }

‘IK KENIEMAND

DIE GRAAGSPREEKT OVERHAAR ONDER­BEWUSME.HEERLIJK’

Kontje bloter

Mensen verspreken zich soms en latenzich dan betrappen op schunnige gedach­ten. Dat gebeurt als ze letters tussen tweewoorden verwisselen. Een klontje boterwordt dan gauw een kontje bloter. Pro­beer zo snel mogelijk te achterhalen watdeze sprekers bedoelden:

b Godgewaagde meidenb Landelijke schonenb Piest preçasb Scheetje beefb Gebraden nonnenb Scheet koppenb Spekker lulb Zielig najaarb Bloot en rauwb Poep en sap

Zandloper

Ga van het woord strompel tot de letterE en weer naar het woord emiraat. Doedat door telkens 1 letter te schrappen (inde bovenste helft) of 1 letter toe te voe­gen (in de onderste helft). De tussenstap­pen moeten telkens een goed Nederlandswoord zijn. We geven er twee moeilijke

cadeau: pelsmot en ramie.

StrompelPelsmot. . . . . .. . . . .. . . .. . .. .E. .

. . .. . . .

Ramie. . . . . .Emiraat

Het omgekeerdewoordenboekspel

Hieronder (een deel van) de definitie diede dikke Van Dale geeft voor enkele vrijgewone begrippen. Kun je zeggen waardeze omschrijvingen op slaan? We gevende eerste en de laatste letter van het ge­zochte woord, plus het aantal lettersb Gezegd als iemand niet anders kan daneen aanbod accepteren, omdat hij andershelemaal niets krijgt of bereikt:s ­ ­ ­ ­ ­ nb Balspel, gespeeld door twee ploegen van

zes spelers op een veld dat door een netdoormidden wordt gedeeld, waar de baloverheen moet worden geslagen (of ge­kopt) voor hij de grond van de eigenhelft heeft geraakt: v ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­ lb Vooruitstekend deel van het aangezichttussen het voorhoofd en de mond, de ze­tel van het reukzintuig: n ­ ­ sb Het verstand gebruiken, doen werken,t.w. een reeks voorstellingen van de geestbewust op elkaar doen volgen om ver­schil, overeenkomst, oorzakelijk verbandte vinden en begrippen en oordelen tevormen: d ­ ­ ­ ­ nb Door een vertrekking van de mondhoe­ken en de onderste delen van het aange­zicht, al of niet vergezeld van een reekshoorbare ademstoten, een gewaarwor­ding van vrolijkheid of opgewektheid uit­drukken: l ­ ­ ­ ­ n

Zeldzame combinaties

Zoek een woord waar deze zeldzame let­tercombinaties in voorkomen. We geveneen omschrijving en het aantal letters.b ­ ­ ­ ­ ­ ­ i i ­ ­ : het afwerken van ietsb ­ ­ z z z ­ ­ ­ ­ ­ ­ ­: mevrouw die een be­paald soort muziek maaktb ee ­ w w ­ ss ­ ll ­ ­ ­: overgang van het

ene naar het andere millenniumb ­ e e e e ­ ­: soort watervogel die langsde kust leeftb ­ ­ ­ c h t s t s c h r ­ ­ ­ ­ ­ ­: het minstbekwaam in het neerpennen van zijn ge­dachten

Anagrammen

In deze zinnen staan telkens twee begrip­pen die u met anagrammen kunt benoe­men.b De (man die de show leidde) had een(gebedssnoer) in zijn zak.b Het levensverhaal van deze (oplichters)is zeker (interessant om te lezen)b Aan het eind van de ijsshow kwam eenvrouw die eruit zal als een (hoer) een(snelle wending) maken.b De man toonde vooral (belangstelling)voor de (halfedelsteen) in haar hangertje.b (Rockartiesten) zijn niet van de (nets­ten) in hun kleedkamer.

­ ONLINEDe oplossingen van deze spelletjes vindt u opwww.standaard.be/taalbijlage

{ Aflevering 5: OEFENING }

Kijk snel op blz. 23 om ze na te bestellen.Scholen, bibliotheken en andere geïnteresseerden kunnen de hele reeks nabestellen. Surf naar www.standaard.be/nabestellen.

DE TAALBIJLAGEN GEMIST?‘We hebben

opa ve ast’ of opa ve ast’ opa ve ast’ opa ve ast’ opa ve ast’ opa ve ast’