40 jaar Imminkhoeve
-
Author
erna-ekkelkamp -
Category
Documents
-
view
276 -
download
1
Embed Size (px)
description
Transcript of 40 jaar Imminkhoeve

1

3

4 5
Inhoud
Inleiding 7
Bert Duerink 10
Alie Stobbelaar 18
Alie Voortman 24
Andrea Broekhuis-Hallink 30
Angela Sneekes-Schipper 36
Ard Pouw 42
Dicky Veenstra 48
Dora Pouw en Nel Verhoef 54
Evelien Stoeten 60
Gerald Krisman 66
Hein Tielbeke 72
Herman Baarslag 78
Inez van Bezouw 82
Jan Deuten 88
Jan Marsman 94
Rinus Heerink 100
Koen Veldhuizen en Ria Erupley 104
TCR Vervoer 110
Vechtdal College 114
Wolter Smidt 120
Aty van den Berg 129
Ad van Dijk 134
Centrale Diaconie Apeldoorn 140
Ronald Slamp en Vincent Koomen 144
Ron Koopmeiners 148

7
Dat de Invalidenbond terecht kwam in Lemele is te danken
aan de toenmalige wethouder en boer Immink. Toen bleek
dat zijn dochters weinig trek hadden in de overname van zijn
boerderij, besloot boer Immink zijn have en land van de hand
te doen. De Invalidenbond uit Den Haag meldde zich als ko-
per, met het doel de voormalige boerderij te gaan gebrui-
ken als vakantieoord voor mensen met een beperking. Dat
idee sprak Immink aan. Toen er speciaal voor dat doel een
stichting werd opgericht, nam Immink samen met één van
zijn dochters zitting in het bestuur van de stichting Vakantie-
centrum de Imminkhoeve. Samen met zijn bestuurscollega’s
zorgde hij voor een kloppende begroting en een verantwoord
beleid, terwijl de dagelijkse leiding in handen lag van de eer-
ste beheerder; de heer Boerendans.
Vakantievieren op de Imminkhoeve was in die tijd niet veel
meer dan kamperen bij de boer. Van luxe een- of tweeper-
soonskamers was geen sprake. Op de voormalige deel ston-
den rijen ziekenhuisbedden, geërfd van het Apeldoornse
zorgcentrum Randerode, waarin de mannen en vrouwen
zij aan zij naast elkaar sliepen. De beheerder werd bijge-
staan door een leger van vrijwilligers, die zorgden voor de
maaltijden, de schoonmaak en het vermaak van de gasten.
Waar nodig hielpen zij ook een handje mee met de ver-
zorging. Naast groepsvakanties waren er de zogenaamde
Open Weken, waarin particulieren een weekje vakantie kon-
den boeken op de kampeerboerderij. Een uniek concept in
een tijd waarin vakantie ook voor de gewone man nog iets
bijzonders was.
In de 19e eeuw was vakantievieren slechts weggelegd voor
de welgestelden. Pas na de Tweede Wereldoorlog kregen
meer mensen de kans om op vakantie te gaan. Maar dat gold
niet voor iedereen. Mensen met een lichamelijke beperking
bleven thuis omdat zij nergens anders terecht konden. Dat
veranderde in het begin van de jaren ’70 toen de Haagse
Invalidenbond de boerderij van de familie Immink uit
Lemele kocht. Dit was het begin van de Imminkhoeve, een
bijzonder vakantiecentrum voor mensen met een beperking.
Inleiding

8 9
De heer Boerendans nam na een aantal jaren afscheid en werd
Bert Duerink vanwege zijn enthousiasme en zakelijk inzicht ge-
promoveerd tot beheerder. Een uitstekende keuze, zo bleek al
snel. Want Bert had niet alleen de gave om het zijn gasten naar
de zin te maken, hij wist ook sponsoren en donateurs aan zich
te binden en hen enthousiast te maken voor uitbreidingsplannen.
Want uitbreiden en vernieuwen, daar hield hij van.
Luxe vakanties
Onder het motto ‘stilstand is achteruitgang’, zorgde de directeur
ervoor dat er ieder jaar wel iets werd aangepast, verbouwd of
nieuw gebouwd. Zo kwam er de Schaapskooi een groepsaccom-
modatie voor kleinere groepen. Het geld hiervoor sprokkelde hij
bij elkaar met giften van donateurs en fondsen. Al gauw bleek dat
er meer aanvragen waren en werd er beslo-
ten een grote accommodatie te realiseren. De
bouw van het Hallehuis was de eerste “grote”
klus. Een voor die tijd ongekend luxe vakan-
tieverblijf met voornamelijk tweepersoonska-
mers met een eigen badkamer en toilet. Het
pand trok landelijke aandacht en was in een
recordtempo volgeboekt. Vele vernieuwingen
en uitbreidingen volgden. Niet alleen werd aandacht besteed aan
het onderkomen van de gasten, ook werd er alles aan gedaan
om hen te amuseren. Er kwam een verkeerstuin waar geoefend
kon worden met rolstoelen en rollators, een midgetgolfbaan en
een een souvenirswinkel. In 2006 is het Veurhuus gebouwd, een
accommodatie volledig ingericht en aangepast met de modernste
snufjes. Wat nog ontbrak was een snoezelruimte. Maar niet voor
lang, want inmiddels is de Imminkhoeve de trotse eigenaar van
het Droomhuus; een unieke snoezelruimte, waar de vakantie-
gangers helemaal tot zichzelf kunnen komen.
‘t Laarhuus
Eén van de grootste projecten was het omturnen
van de voormalige sociale werkplaats naast het
NS station in Ommen naar een luxe vakantieac-
commodatie. De uitbreiding naar Ommen bleek
een succes. Gelegen aan de rand van de bossen en op een steen-
worp afstand van het centrum van Ommen, is ‘t Laarhuus inmid-
dels een van de meest populaire locaties van de Imminkhoeve.
Afscheid
Nu, anno 2012, is de Imminkhoeve uitgegroeid tot één van de
meest bekende vakantielocaties voor mensen met een beper-
king in Europa. Mede dankzij honderden vrijwilligers, genieten
jaarlijks duizenden mensen van een onbezorgde vakantie in het
Vechtdal. Tijdens het jubileumfeest dat op 20 juni 2012 werd
gehouden, nam Bert Duerink afscheid en maakte plaats voor
Ron Koopmeiners. Ook hij is van plan de vaart erin te houden.
Opnieuw liggen er spectaculaire verbouwingsplannen te wach-
ten op geld en groen licht. Wanneer deze werkzaamheden zijn
afgerond, staat de Imminkhoeve opnieuw met stip op één in de
ranglijst van unieke vakantiecentra.
In dit jubileumboek blikken we echter terug in de tijd. Vrijwilligers,
medewerkers, gasten en leveranciers vertellen welke plek de Im-
minkhoeve inneemt in hun leven. Kijk, lees, geniet en leef mee!

11
Geboren en getogen aan de Lemelerweg in Lemele, was Bert
Duerink voorbestemd om de manufacturenzaak van zijn vader
over te nemen. Op zich een mooi bedrijf, maar zijn passie lag
heel ergens anders. “Ik wilde graag boer worden”, vertelt hij.
“Wij woonden tegenover mijn oom en tante die een boerde-
rij hadden. Daar was ik vaak te vinden, want het boerenwerk
vond ik fantastisch. Ik heb
zelfs de landbouwschool
doorlopen, maar door het
vroegtijdig overlijden van
mijn vader kwam er een
streep door mijn plannen.
Ik moest de winkel over-
nemen en heb me toen
dus om laten scholen tot
manufacturier. Zo ging
dat in die tijd.”
Manusje van alles
Na het overlijden van die bewuste oom die naast boer ook wet-
houder was, voelden zijn dochters er niets voor om de boerderij
voort te zetten en verkochten het pand met de bijbehorende
grond aan de Invalidenbond in Den Haag. Zij wilden de voor-
malige boerderij gebruiken als vakantieoord voor mensen met
een handicap en richtten daarvoor een stichting op. “Het va-
kantiecentrum werd vernoemd naar mijn oom. Hij en mijn nicht
kwamen in het bestuur. Ik hielp als vrijwilliger mee met de ver-
bouwing en ben er een beetje blijven hangen als onbezoldigd
klusjesman.” De eerste beheerder was de heer Boerendans.
Zeg je Imminkhoeve, dan zeg je Bert Duerink en zeg
je Bert Duerink, dan zeg je Imminkhoeve. Veertig
jaar lang zette de Lemelaar zich met hart en ziel in
voor het vakantiecentrum voor gehandicapten. Aan
dat tijdperk komt nu een eind. Met het bereiken
van de pensioengerechtigde leeftijd, geeft hij het
stokje door aan zijn opvolger Ron Koopmeiners.
Met pijn in zijn hart, dat wel. Want het Lemeler
vakantiecentrum is zijn lust en zijn leven.
‘ Stilstand is achteruitgang’
Bert Duerink
Voormalig directeur

12 13
ten naar de zin te maken. “Ik volgde de markt en probeerde in te
springen op trends”, verklaart hij. “Daarnaast sprak ik veel met
onze gasten en wist daardoor wat men mooi vond of juist niet.
En, ook niet onbelangrijk, ik heb zelf een gehandicapte broer.
Daarom denk ik bij alles: het is pas goed als Henk er gemakke-
lijk in kan.” Onder het motto ‘stilstand is achteruitgang’, zorgde
de directeur ervoor dat er ieder jaar wel iets werd aangepast,
verbouwd of nieuw gebouwd. De bouw van het Hallehuis in 1986
was de eerste grote klus. “In het Hallehuis kwamen alleen maar
één- en tweepersoonskamers met allemaal aangepaste bedden
en een eigen badkamer met aangepaste douche en toilet. Ook
maakten we gebruik van wat later ‘domotica’ zou gaan heten:
brede zelfsluitende deuren en een belsysteem. Dat was toen heel
nieuw en kostte al met al 1 miljoen gulden. Een fortuin in die tijd
en dat hele bedrag hebben we via sponsorwerving en vrijwilligers
bij elkaar gekregen.”
Heftige periode
Het pand trok de aandacht van de landelijke pers en het was
binnen een mum van tijd volgeboekt. Na het Hallehuis volgden
meer uitbreidingen. Er werd een verkeerstuin aangelegd waar
mensen die in een rolstoel terecht kwamen, konden oefenen
met het rolstoelrijden. Daarnaast werd de Schaapskooi ver-
bouwd en er kwamen snoezelruimtes. Daarna volgde één van
de grootste projecten: de voormalige sociale werkplaats naast
het NS station in Ommen werd aangekocht en omgebouwd tot
een tweede vakantielocatie met alles erop en eraan. Tijdens al
die processen was het steeds Bert die met ideeën kwam, de
contacten onderhield en de inrichting uitzocht. “Dat was wel
Duerink herinnert zich hem nog goed, want hij was degene die
hem een baan aanbood als manusje van alles. En dat hij toevallig
de benodigde horecapapieren en het middenstandsdiploma bezat
die nog ontbraken in het bedrijf was natuurlijk mooi meegeno-
men. “Ik begon als loopjongen. Het was hier toen nog heel klein-
schalig, er waren vier slaapzalen verdeeld over de deel, de pot-
stal en de hooizolders. De
bedden stonden in lange
rijen naast elkaar. Het wa-
ren echte verpleeghuis-
bedden, die hadden we
gekregen van verpleeg-
huis Randerode uit Apel-
doorn. We hebben ze zelf
allemaal overgespoten,
in de schuur waar tegen-
woordig de Schaapskooi
is gevestigd.”
Trendvolger
In die beginperiode werkten er vooral vrijwilligers in het vakantie-
centrum. Die kwamen ’s zaterdags helpen met schoonmaken en
fungeerden als gastheren en –vrouwen tijdens de zogenaamde
Open Weken wanneer er geen groepen logeerden, maar er indi-
viduele gasten kwamen. Duerink viel op door zijn enthousiasme
en daadkracht. Dus toen de heer Boerendans het toneel vanwege
gezondheidsredenen moest verlaten, maakte Bert promotie en
werd hij de nieuwe beheerder. Hij bleek het vak in de vingers te
hebben en haarfijn aan te voelen wat er nodig is om het zijn gas-

14
tijdens de Open Weken altijd een weekje vakantie en zat hier
dan de hele week in de zon te breien. Dat leverde gemiddeld
zo’n acht paar Noorse sokken op voor onze gasten. Aange-
stoken door het enthousiasme van de Vriezenveense Vrienden
werden er later ook Vrienden opgericht in Dalfsen en Lemele.”
één van de meest heftige periodes”, vindt hij achteraf. “Hier in
Lemele had ik het al druk en dat hele project in Ommen moest
ik er gewoon maar even bij doen. Na de oplevering was ik echt
helemaal kapot.” Maar het vakantiehuis in Ommen bleek een
succes. Nu konden de vaste groepen vakantiegangers het ene
jaar vertoeven in een landelijke omgeving en het volgende jaar
genieten van de geneugten van de stad.
Vrienden van De Imminkhoeve
Om gasten te blijven trekken, is bijblijven en vernieuwen een
bittere noodzaak. Dat dit niet gedaan kon worden van giften
en de inkomsten van de vakantiegasten was al snel duidelijk.
Vindingrijk als hij was, nodigde Duerink daarom allerlei firma’s
uit om hun artikelen pro deo in gebruik te geven, zodat de
Imminkhoeve als het ware een levende etalage werd voor me-
dische hulpmiddelen. “De verpleegkundigen die hier als reis-
leider kwamen zagen dan bijvoorbeeld de nieuwste bedden of
til liften. Ze konden die ook proberen en vertelden er later en-
thousiast over in de instellingen waar ze werkten. Dit leverde
die firma’s dan weer mooie orders op”, lacht de directeur. Ook
de stichting Vrienden Van de Imminkhoeve sleepte een flinke
duit in de wacht voor het vakantiecentrum. “De grondlegster
van alle Vrienden is Fiene Mollink uit Vriezenveen. Zij kwam hier
op bezoek bij een gehandicapte kennis en zag dat er nog veel
gedaan moest worden. Ze beloofde mij dat zij daar persoonlijk
voor zou zorgen. Vanaf dat moment organiseerde ze jaarlijks
een grote bazar en collecteerde op allerlei bruiloften. Ook hield
ze regelmatig bingo-avonden en nodigde onze voorzitter en
mij dan uit om na afloop het geld te komen tellen. Ze boekte

16 17
Vrijwilligers
Zonder de inzet van alle vrijwilligers was de Imminkhoeve nooit
geworden zoals het nu is, dat weet Duerink zeker. “In de be-
ginperiode hielpen ze met bedden opmaken, koken en schoon-
maken, later vooral met het inzamelen van geld. Om iets terug
te doen voor de gemeenschap, kunnen veel Lemeler clubs hier
terecht als ze een vergaderruimte nodig hebben. Zo gebruikt
de stichting Lemels Arfgoed om de twee jaar onze keuken om
vierhonderd potten jam te maken voor het oogstfeest en ver-
gaderen ze hier. Wanneer de ‘Dikke Steen’ op de Lemelerberg
wordt schoongemaakt, vertrekken ze vanaf de Imminkhoeve
en eten ze hier na afloop snert. Dan hebben we nog de Barg-
kiekers, de buurtvereniging van de Lemelerweg. Ook zij zien de
Imminkhoeve als een clubhuis. Dat vind ik heel mooi, we staan
daarmee letterlijk midden in de samenleving.”
Aktievoeren
Eén van de meest spectaculaire acties was volgens Duerink
de Boeldag die in 1974 werd gehouden. “Er kwamen zo ont-
zettend veel spullen binnen dat we door de bomen het bos
niet meer zagen. Echt alles stond hier vol met oude meubels
en andere rommel. De grote zaal, de schaapskooi, de boeren-
schuur en het buitenterrein, het was gigantisch. Maar het was
de moeite dubbel en dwars waard, want het bracht maar liefst
20.000 gulden op,
dat was in die tijd
een enorm be-
drag. Toch hebben
we het nooit weer
gedaan, want het
was ongelofelijk
veel werk en na
afloop moesten
we zelf alle over-
gebleven spul-
len afvoeren. Wel
hebben we jaren-
lang oud papier-
acties gehouden. Mensen van heinde en verre en brachten
ons duizenden euro’s aan oud papier”, vertelt hij. “Samen met
de toenmalige voorzitter Henk de Boer, ging ik overal naartoe
om voorlichting te geven over de Imminkhoeve en cheques
in ontvangst te nemen. Naar voetbalwedstrijden, motorclubs,
toneeluitvoeringen, bruiloften en zelfs naar Avro’s Toppop.
Dat was een hectische, maar hele leuke tijd.”

19
Hoewel Alie praktisch naast de Imminkhoeve woont, wist ze
aanvankelijk niet precies wat er daar precies gebeurde. “Het was
een vakantiecentrum voor gehandicapten. Dat was het enige
dat ik wist totdat ik als correspondent voor de Zwolse Courant
een avond bijwoonde waarop de Vrienden van Imminkhoeve
de stichting een flink bedrag overhandigden. Ik was stomver-
baasd. Die mensen kwamen helemaal uit Vriezenveen en deden
ontzettend veel voor de Imminkhoeve, terwijl wij in Lemele niet
eens wisten wat de Imminkhoeve nu precies was. Ik schaamde
me er diep voor en nam me voor om zelf ook iets voor de stich-
ting te gaan doen”, bekent ze. “Dus toen ik hoorde dat ene Jil
Stam uit Ommen erover dacht om een stichting Vrienden van
de Imminkhoeve afdeling Lemele/Ommen op te richten, heb ik
hem meteen gebeld en me aangemeld.”
Geen Vrienden in Ommen
De kersverse Vriendenclub besloot te starten met maandelijkse
bingoavonden. De eerste editie werd gehouden in een zaaltje
op de Imminkhoeve, maar al snel werd het evenement zo goed
bezocht, dat ze moesten uitwijken naar een andere locatie. “Zaal
Dijk in Lemele bood ons haar grote zaal aan, gratis en voor niets.
Wel onder voorwaarde dat we de bingo dan telkens zouden hou-
den in een week waarin zij toch al een bruiloft hebben, zodat ze
niet alleen voor ons de zaal hoeven in te richten. Dat betekent
dus dat we wel maandelijks een bingo houden, maar niet op een
vaste dag of datum. Omdat we de afdeling Lemele/Ommen wa-
ren, vonden we dat we ook actief moesten worden in Ommen.
Maar helaas kwam dat op de een of andere manier niet goed
van de grond. We begonnen met het organiseren van een bazar
‘ De Imminkhoeve is een onmisbaar deel van mijn leven’Dertig keer twaalf maal een tafel vol prijzen bij elkaar
sprokkelen. Dertig keer twaalf maal elf ronden lang
nummertjes oplezen. Voor Alie Stobbelaar zijn de
Imminkhoeve en vooral de Bingo niet meer weg te
denken uit haar leven. Samen met een klein groepje
vaste vrijwilligers verzorgt ze al drie decennia een
maandelijkse bingo, waarvan de opbrengst voor de
Imminkhoeve is. Dat leverde tot nu toe bijna twee ton
op en daar zijn inmiddels leuke dingen van gedaan.
Alie Stobbelaar
Vrijwilligster

20
Bingo, een echt avondje uit
In al die jaren heeft de bingo nog steeds niet ingeboet aan
populariteit. Gemiddeld trekt het evenement zo’n honderd
tot honderddertig mensen per avond. Een handjevol van hen
komt uit Lemele, de rest uit de wijde regio. Volgens Alie is het
gehouden in het Hervormd Centrum We gingen alle winkels langs
en alle ondernemers reageerden positief. We kregen heel veel
leuke prijzen, maar op de dag van de bazar kwam er geen kip.
Dat vond ik toen heel erg. We hebben daarna ook nog een keer
een bingo in Ommen geprobeerd, maar dat werd ook niets.”
Trouwe ondernemers
De Vrienden trokken hun
conclusie. “In Ommen
woont gewoon ander
volk dan hier. Zij had-
den niet echt iets met
de Imminkhoeve. We
besloten daarom niet
langer energie te steken
in het enthousiast krij-
gen van Ommenaren,
maar ons te richten op
de maandelijkse bingo in Lemele”, verklaart Alie. “We hebben
onze buren de heer en mevrouw Roelofs erbij gevraagd en ook
mijn man werkte mee. Iedere maand maakten we een rondje
langs ondernemers in Ommen, Lemele, Lemelerveld en Hellen-
doorn om prijzen op te halen. Het is ongelofelijk hoe trouw zij
hierin zijn. Al die ondernemers geven al bijna dertig jaar iedere
maand een prijs, variërend van een taart of krentenwegge tot
een stofzuiger of tuinset. Iedereen doet mee naar eigen kun-
nen en dat vinden wij echt geweldig. Want mede dankzij hen
hebben wij in al die jaren toch maar mooi 167.500 euro opge-
haald voor de Imminkhoeve.”

22 23
iedere keer opnieuw één groot feest. “Mensen komen vaak al
jaren. Er zijn hele vriendengroepen ontstaan. Koffie en thee
kopen ze bij Dijk, iets lekkers nemen ze zelf mee. De tafels lig-
gen vaak vol koeken, zakken snoep en chips. Tijdens de bingo-
avonden verandert Dijk als het ware in één grote huiskamer.
Heel gezellig.” Om de prijs hoeven de deelnemers het ook niet
te laten, want die is volgens Alie al sinds jaar en dag hetzelfde.
“We hebben het er weleens over gehad om de kaarten duurder
te maken, maar we besluiten steeds weer om het zo maar te
laten. Ik denk dat wij het moeten hebben van de massa. Aan
het begin van de avond kopen mensen een plankje van 5 euro,
waarmee ze 11 rondes kunnen spelen. Na 3 rondes kunnen ze
er nog een plankje bijkopen voor 3 euro. In de pauze hebben
we ook nog een verloting. Omdat het niet duur is, blijft het
leuk voor de mensen. En we halen toch best veel op: vorig jaar
maar liefst 5500 euro.”
Voldoening
Hoewel ze er iedere maand weer een hele kluif aan heeft, wil
Alie er nog lang niet mee stoppen. “Het is voor mij echt een
onmisbaar deel van mijn leven. Het geeft me veel voldoening.
Het is ook gezellig. Naast mijn man zijn ook Hennie Ekkel-
kamp, Gerry en mijn nichtje Petra altijd van de partij. Alles
doen we samen, het inzamelen van de prijzen, geld tellen, de
boekhouding, noem maar op. En als ik dan zo af en toe wat
gasten van de Imminkhoeve spreek en hoor hoe fijn ze het
vinden om eindelijk op vakantie te kunnen, dan vind ik dat
helemaal geweldig. Want daar doen we het uiteindelijk voor.”

25
Toen Alie dertig jaar geleden de Inas afrondde, wilde ze graag in
de verpleging. Maar dat betekende dat ze naar het westen van
het land moest en dat zag ze niet zitten. “Het was moeilijk om in
deze regio werk te vinden. Via een bepaalde regeling kon ik bij
de Imminkhoeve aan het werk komen. Eerst zou dat voor een
half jaar zijn, maar het klikte van beide kanten, dus kreeg ik een
vast contract.” Toen Alie begon waren er alleen de Boerderij en
de Schaapskooi. “Daar kwam later het Hallehuis bij. Dat werd
geopend door Ed Nijpels. Het was destijds nog maar een jong
ventje, maar hij was een bekende Nederlander, dus vond ik dat
heel spannend. In het
begin deed iedereen al-
les. We hadden zelfs een
groentetuin. Die moest
regelmatig geschoffeld
worden. Dan deed ik
de korte broek aan en
kon ik tijdens het werk
bruin worden, dat vond
ik wel mooi. De groente
moesten we zelf uit de
grond halen en schoon-
maken en iedere dag
moesten er aardappe-
len geschrapt worden.
De lakens gingen toen
nog niet naar de wasserij, die wasten en streken we zelf. Ook
heel gezellig werk, dan zaten we in het hokje dat wij de wasserij
noemden, de radio aan, de kachel hoog en strijken maar.”
In de dertig jaar dat Alie Voortman op de Imminkhoeve
werkt, heeft ze heel wat zien veranderen. Van slaapzalen
naar tweepersoonskamers, van zelf sla wassen tot een
chefkok in de keuken en het uitgroeien van het team van
vijf medewerkers tot een club van bijna vijftig. Hoewel ze de
professionalisering toejuicht, verlangt ze diep in haar hart
toch nog weleens naar de tijden van toen. Haar overplaatsing
vanuit Lemele naar ‘t Laarhuus in Ommen kwam dus als
geroepen. Want volgens haar is het in Ommen vandaag de
dag nog steeds een beetje zoals vroeger op de Imminkhoeve.
Alie Voortman
en Rita Buter
Medewerksters
Heimwee naar de tijden van toen

26 27
krentenbrood. Geweldig.” In de loop der jaren kwam er meer
personeel en meer structuur in de organisatie. De taken wer-
den verdeeld en de medewerkers ingeschaald in functies. “Dat
vond ik wel jammer. Ik vond het wel leuk om overal alles vanaf
te weten en allerlei verschillende dingen te doen. Maar ik re-
aliseer me ook wel dat dat niet meer kan als een organisatie
groter wordt. En het staat ook wel raar als mensen je de ene
keer in de keuken zien staan, terwijl je een uurtje daarna hun
band staat te plakken.”
Overstap
Na de bevalling van haar kinderen besloot Alie parttime te
gaan werken. Dat beviel haar maar matig. “Ik moest echt
wennen. Toen ik fulltime werkte, wist ik overal van, dat was
nu opeens heel anders omdat ik er maar een paar dagen
per week meer was. Ik had ook geen verantwoording meer
en dat vond ik maar niks. Ik voel me graag verantwoorde-
lijk voor iets. Wat ik doe, dat wil ik heel goed doen. Wan-
neer anderen naar mijn idee iets niet helemaal doen zoals
het hoort, dan heb ik daar nog weleens commentaar op. Dat
is niet voor iedereen fijn. Ook niet voor mezelf”, bekent Alie.
“Ik zat niet zo lekker in mijn vel. In die tijd werd ook net
‘t Laarhuus opgeleverd. Bert vroeg toen of ik naar Ommen
wilde gaan. Dat was een gouden greep. Ik had veel ervaring
en kreeg daar meer verantwoording. We werkten er met een
klein team en alles liep vanaf het begin op rolletjes. Qua sfeer
en manier van werken lijkt Ommen een beetje op het Lemele
van jaren terug. Dat vind ik heel erg leuk. We verrichten alle
voorkomende werkzaamheden, variërend van afwassen tot
Structuur
“We draaiden A- of B-diensten. De A-dienst was van half 8 tot
half 5. Je verzorgde dan het ontbijt en de lunch. De B-dienst
begon om 9 uur. Dan moest je helpen met afwassen en het op-
scheppen van het middageten in de keuken. Je bleef dan tot 18
uur. Heel in begin hadden we ook nog C-diensten. Die duurden
van 13.30 tot 22.30 uur. Je draaide dan bardiensten en moest
steeds alles afwassen. Die C-diensten zijn er later afgegaan
omdat de groepen tegenwoordig zelf hun avondprogramma
verzorgen.” De vrijdagmiddagen vond ze het gezelligst. Dan
werd er snel gegeten en als de groepen dan vertrokken waren,
werd de hele Imminkhoeve van onder tot boven geboend en
geschrobd. “Als we tegen kwart over drie klaar waren, gingen
we samen aan de borrel. Het was toen nog echt oude jongens

28 29
souvenirs verkopen en van fietsen verhuren tot bedden ver-
schonen en lakens wassen. We heten de gasten welkom en
we zien ze heel veel als ze er zijn. Daardoor beleef je van al-
les. Het meest bijzondere vond ik de Siamese tweeling die we
ooit te gast hadden. De achterhoofden van de meisjes waren
aan elkaar gegroeid. De meisjes waren heel spraakzaam. Zo
vertelde het ene meisje dat ze ervan baalde dat ze altijd met
haar zusje mee moest als die naar de WC moest. Zo nuchter
als ze dat vertelde, dat heeft echt heel veel indruk op mij
gemaakt.”
Afwisselend
Het team bestaat uit zes enthousiaste dames. Rita Buter is één
van hen. Zij werkte jaren geleden af en toe op de Imminkhoeve
via een schoonmaakbedrijf. Het klikte van weerskanten zo, dat
Bert haar een vaste baan aanbood op ‘t Laarhuus. “Ik moest
daar wel even over nadenken want onze kinderen waren toen
nog klein en ik wilde het liefst onder schooltijd werken. Toen dat
bleek te kunnen, heb ik de overstap gemaakt.” Ook Rita gaat ie-
dere dag met plezier naar haar werk. “Het is lekker afwisselend.
Ik maak schoon, doe de was en help in de keuken. Het leuke
aan ‘t Laarhuus is de sfeer. Ik heb geweldige collega’s. We heb-
ben alles voor elkaar over. Wanneer er iets is waardoor je een
keer niet kan, wordt daar niet moeilijk over gedaan, dan neemt
een ander het gewoon van je over. In de zomer draaien we ex-
tra uren, die we in de winter opmaken. Die “verplichte” lange
“vakanties” vind ik echt vreselijk. Ik mis dan de gezelligheid en
de collegialiteit. Gelukkig is het meestal voor ik het weet weer
februari en kunnen we weer aan de slag.”

31
“Bert Duerink was iemand op kantoor nodig en hoorde dat ik net
examen had gedaan, dus belde hij mij of ik op de Imminkhoeve
wilde komen werken. Ik hoefde niet eens te solliciteren. Zo ging
dat vroeger”, vertelt Andrea, die nog altijd werkzaam is op de
Imminkhoeve. “Het ging allemaal supersnel. Ik had mijn sol-
licitatiegesprek op woensdag en begon al meteen de maandag
erop.” Andrea startte haar carrière bij de Imminkhoeve tijdens
de zogenaamde Open Weken en werd meteen in het diepe ge-
gooid. “Tijdens de Open Weken kwamen er geen groepen, maar
konden mensen individueel een weekje vakantie boeken. De
Imminkhoeve huurde verpleegkundig personeel in en de vaste
medewerkers hielpen met de rest. Dat betekende dat we 24 uur
per dag in touw waren en allemaal bleven slapen. Ik kwam die
eerste dag dus met mijn koffer en bleef meteen de hele week. Ik
sliep samen met mijn nieuwe collega’s op een kamer. En dat ter-
wijl ik maar een kilometer verderop woonde. Ik werd direct voor
de leeuwen gegooid, maar dat vond ik juist wel heel erg leuk.”
Digitale tijdperk
Andrea had in principe een kantoorfunctie, maar als het zo uit-
kwam, moest ze ook weleens in de keuken helpen. “Ik was breed
inzetbaar. Ik deed een stukje verhuur en verwerkte de facturen,
maar ik ontving ook de gasten. Dan legde ik hen uit hoe alles
werkte in het gebouw en sprak de menu’s en het programma
met hen door. En als het een keer zo uitkwam fungeerde ik als
vrijwilliger en ging ik bijvoorbeeld met een groepje mensen mee
naar de markt in Ommen.” In de eerste jaren was het kantoor
gevestigd in een klein gebouwtje naast de parkeerplaats. “Wan-
neer mensen iets wilden weten klopten ze netjes aan de deur en
Ze had haar Meao-diploma nog maar nauwelijks op zak
toen ze een baan kreeg aangeboden bij de Imminkhoeve.
Eigenlijk was Andrea Broekhuis-Hallink van plan om na haar
examen eerst eens even lekker vakantie te vieren. Maar
de baan sprak haar aan en het was mooi dichtbij, dus ze
hapte toe. En daar heeft ze nog geen dag spijt van gehad.
Van typemachine tot digitaal boekingssysteem
Andrea Broekhuis-Hallink
Gastvrouw

32
later als zijn vrouw. “Toen ik net was bevallen van mijn eerste
dochter werd Bert door veel mensen gefeliciteerd als opa, dat
was wel heel grappig”, lacht Andrea. “Het is ook geen wonder
dat men zoiets dacht, want voordat de andere collega’s kwa-
men, was ik altijd alleen met Bert. We waren echt twee handen
op één buik en gingen vaak samen op werkbezoek. We gingen
ooit eens kijken bij een aangepast hotel in Lunteren. Na onze
afspraak hadden we nog tijd over en ik vertelde Bert dat mijn
ouders daar ergens in de buurt op de camping stonden. Bert die
nog al nieuwsgierig is aangelegd, wilde wel even bij hen langs-
rijden, dus wij op weg ernaartoe. Het was nog in de tijd voor
de TomTom, maar Bert wist wel een mooie route tussendoor.
vroegen beleefd of ze even binnen mochten komen. Een compu-
ter hadden we nog niet, we deden alles op de typemachine met
behulp van Tipp-Ex en driedubbeldoorslagpapier. We hadden een
telefoon met een draaischijf, een telefoonnummer dat bestond
uit zeven cijfers en een enorme stapel telefoonboeken”, vertelt
ze. “Bert hield van vernieuwing. Dus op een gegeven moment
kregen we een computer met een tekstverwerkingsprogramma
WP 5.1. Na een cursus maakte ik zelf een soort programma voor
de verhuur en reserveringsformulieren. Nog wat later kregen we
het boekhoudprogramma Exact erbij. Dat was een enorme voor-
uitgang. Een jaar of tien geleden kregen we internet en onze ei-
gen website. Dat was destijds echt vernieuwend; van de twintig
bedrijven in Lemele hadden er maar drie een eigen website. We
waren dus echt modern. In het begin maakten we nog niet heel
veel gebruik van internet, je moest toen nog inbellen per tele-
foon en de lijn was vaak bezet. Naarmate meer mensen internet
kregen, werd het een stuk rustiger op kantoor. We kregen min-
der telefoontjes en steeds meer mailtjes. Tegenwoordig wordt
bijna alles via internet gedaan.” Aan internet kleven volgens An-
drea naast voordelen ook nadelen. “Het medium is laagdrem-
peliger en onpersoonlijker. Vroeger belden alleen mensen die
echt geïnteresseerd waren, tegenwoordig worden vaak folders
aangevraagd door mensen die gewoon nieuwsgierig zijn, maar
verder niets meer van zich laten horen.”
Rechterhand
Andrea deed bijna alles behalve het maken van begrotingen.
Ze was de rechterhand van Bert Duerink en werd tot beider
groot vermaak aanvankelijk vaak aangezien als zijn dochter en

34 35
gen. Ik zag ook dat het raam was opengebroken en ben direct
de straat overgestoken naar Bert’s huis. Ik stond te trillen op
mijn benen, maar moest wel lachen om Bert zijn reactie. ‘Nu
hebben we dat samen ook nog een keer meegemaakt’, zei hij
doodnuchter. Dat was wel weer heel grappig.”
Familie
Na de geboorte van haar kinderen ging Andrea minder werken
en kreeg ze er collega’s bij. Over stoppen of ergens anders
solliciteren heeft ze nooit gedacht, want ze kan zich niet voor-
stellen dat het ergens anders beter zou zijn dan op de Immink-
hoeve. “Inmiddels werken we met een heel team en delen we
samen lief en leed. We zijn als het ware één grote familie, we
doen het echt allemaal samen.”
Dacht hij. We reden
kriskras over aller-
lei zandweggetjes
en waren op een
gegeven moment
totaal verdwaald.
‘Als we hier Lemel-
sen tegenkomen,
zouden ze er wat
van gaan denken’,
zei Bert steeds.
Uiteindelijk zijn we er wel gekomen en hebben we ontzettend
gelachen. Die gebeurtenis vind ik echt typerend voor Bert en
voor de sfeer op de Imminkhoeve: we hebben het gezellig en
we kunnen echt met elkaar lachen.”
Prins van Oranje
In de afgelopen jaren heeft Andrea heel wat meegemaakt op
de Imminkhoeve, maar het meest opzienbarende vindt ze
toch het bliksembezoek van Prins Willem Alexander. “Hij is be-
schermheer van de Johanniter Orde, een organisatie die hier
regelmatig met een groep mensen op vakantie komt. Hij ar-
riveerde per helikopter op het grasveld naast De Imminkhoeve
en groette ons heel vriendelijk. Wij hebben zelf niet met hem
gepraat, maar het feit dat hij hier zomaar binnenwandelde was
wel heel bijzonder”, vindt ze. Minder leuk vond ze het bezoek
van de inbrekers die er in juni 2010 met het kasgeld vandoor
gingen. “Ik stapte die ochtend om half 8 het kantoor binnen
en zag de kasten openstaan en de geldkistjes op de grond lig-

37
Als coördinator is Angela verantwoordelijk voor de praktische
gang van zaken tijdens de vakanties. Dus bereidt ze zich van
tevoren goed voor. Op basis van de aanmeldingsformulieren
koppelt ze gasten aan vrijwilligers, verdeelt ze de kamers en
huishoudelijke taken en zorgt ze ervoor dat het van tevoren
opgestelde programma vlekkeloos verloopt. “Onze doelgroep
bestaat uit ouderen die vanwege hun gezondheid niet zelf-
standig meer op vakantie kunnen. Wanneer ik hun intakefor-
mulieren krijg, kijk ik wat de hulpvraag is en wie er bij elkaar
op de kamer willen. Vervolgens zorg ik dat alle belangrijke
gegevens van alle gasten op een A-viertje staan met daarop
belangrijke telefoonnummers, de naam van hun huisarts,
Voor de afdeling Haarlem van
het Rode Kruis is het sinds
1988 vaste prik: in mei en
in september organiseren
zij voor hun doelgroep een
weekje vakantie in Lemele.
Vrijwilligster Angela Sneekes-
Schipper is daarbij sinds een
aantal jaren van de partij
en kan er geen genoeg van krijgen. “De Imminkhoeve is een
geweldige accommodatie. De omgeving is prachtig, de mensen
zijn aardig en het eten smaakt er heerlijk. Als vrijwilliger ben
je aan het einde van zo’n week redelijk gesloopt, maar de
enthousiaste reacties van onze gasten en de goede zorgen
van de Imminkhoeve maken dat meer dan goed”, vindt ze.
Vakantie op De Imminkhoeve is écht vakantie
Angela Sneekes-Schipper
Vrijwilligster Rode Kruis

38 39
contactpersoon, ziektekostenverzekering enzovoorts. Een
paar uur voordat we op reis gaan, komen de vrijwilligers
bij elkaar. Dan nemen we de lijst met de gasten door en
bespreken de taken voor de vrijwilligers. Dat zijn er nogal
wat. We moeten de kamers en badkamers schoonhouden,
tafeldekken, eten ophalen uit de keuken, afwassen en zor-
gen dat de voorraad op peil blijft. Mijn taak is daarbij om
de werkschema’s zo in te delen dat degene die bijvoorbeeld
helpt met douchen, op datzelfde moment niet hoeft te hel-
pen met tafels dekken. Daarnaast zorg ik ervoor dat het
programma ook daadwerkelijk goed verloopt. Als er optre-
dens zijn van zang- of dansgroepen neem ik van tevoren
contact met ze op en spreek met ze af hoe laat ze komen,
hoeveel consumpties ze verwachten en hoe de zaal voor
het optreden moet worden ingericht. Op de dag dat ze
komen is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de zaal
daadwerkelijk wordt uitgeruimd,maar met behulp van de
vrijwilligers is dat snel gedaan. Hetzelfde geldt voor be-
zoekjes aan de markt in Ommen of in de omgeving. Ook
is het mijn taak om te kijken of er genoeg busjes, chauf-
feurs, rolstoelen en begeleiders zijn.”
Kippenvel
Aan het eind van de vakantie zijn de vrijwilligers nogal
moe, maar volgens Angela vindt niemand dat erg. “Het
is de moeite meer dan waard. Ik heb mijn hele leven
in de zorg gewerkt en wilde na mijn pensionering ei-
genlijk iets heel anders gaan doen. Maar toen ik via
mijn schoonzus gevraagd werd door het Rode Kruis in

40 41
tochtjes met de bus, geen moeite is hen teveel. “We hebben
echt lol met de gasten en met elkaar. Er gaan ook best wel-
eens dingen fout. Zoals die keer dat we naar de Orchideeën-
hoeve gingen en het er zo druk was dat we elkaar binnen vijf
minuten allemaal kwijt waren. Of die keer dat iemand bijna
met rolstoelfiets en al in de sloot belandde. Dat zijn grappige
dingen. Op de laatste avond organiseren we vaak een dans-
avond en dat is ook altijd een succes. Mensen die nooit uit
hun rolstoel komen en dan met stoel en al dansen. Of die stille
man met wie je door zijn hersenbloeding nauwelijks contact
kan maken, maar die gaandeweg de week steeds vrolijker
wordt en de laatste avond het hele feest loopt te filmen. Of die
vrouw die totaal wordt ‘opgegeten’ door haar chronisch zieke
man en die voor het eerst sinds tijden de kans krijgt om lek-
ker op haar gemak naar de markt te gaan. Die dingen zijn zo
waardevol, daar doe je het voor.”
Afwisselend
De deelnemers mogen zich om de twee jaar inschrijven voor
een vakantie en dat doen ze dan ook steevast. Ondanks het
feit dat de bestemming al jarenlang hetzelfde is. “Ze kunnen
geen genoeg krijgen van de Imminkhoeve. De locatie is schit-
terend, op het terrein kunnen ze midgetgolfen, jeux de bou-
les spelen of een rondje wandelen over het rolstoelpad en de
medewerkers zijn heel aardig. De afwisseling zit hem in het
steeds weer een ander uitje organiseren of een andere groep
vragen om te komen optreden. Maar al was dat ieder jaar het-
zelfde, dan weet ik zeker dat nog niemand dat erg zou vinden.
Want vakantie op de Imminkhoeve is écht vakantie.”
Haarlem kon ik geen ‘nee’ zeggen, want wat is er nu mooier
dan mensen de tijd van hun leven te bezorgen. Maar ik wilde
niet de hele week mensen douchen of steunkousen aantrek-
ken. Als coördinator hoeft dat ook niet. Natuurlijk spring ik
op piekmomenten wel bij, maar ik ben over het algemeen
meer bezig met het aansturen en regelen. Dat vind ik heel
erg leuk. Vooral omdat onze gasten zo genieten. Die teren
er echt een jaar of anderhalf op, daar krijg je echt kippenvel
van. Zonder de hulp van de enthousiaste groep vrijwilligers
is zo’n week niet te realiseren.”
Het Hallehuis
De groep kiest bewust voor locatie Het Hallehuis vanwege de
gezellige en intieme sfeer. “We hebben één keer in de Boerde-
rij gezeten, maar dat vonden wij te groot. In het Hallehuis heb
je meer contact met
de gasten omdat de
kamers dicht bij el-
kaar liggen. De alge-
mene ruimte is knus
en je hebt een mooi
afzonderlijk terras.
Je kunt hier echt on-
der elkaar zijn”, vindt
Angela. De Haar-
lemse ploeg onder-
neemt veel met haar
gasten. Rolstoelfiet-
sen, wandelen, toer-

43
Geboren en getogen in Lemele op een steenworp afstand van de
Imminkhoeve, zag hij al jong wat daar allemaal gebeurde en wie
er op vakantie kwamen. Het leek hem als kind al leuk om op het
vakantiecentrum te werken. “Mijn vader vond dat wel grappig
en vertelde dat ooit aan directeur Bert Duerink. Die knoopte dat
goed in zijn oren. Toen er jaren later een vacature kwam voor
een medewerker technische dienst, dacht hij direct aan mij en
vroeg me of ik wilde komen solliciteren. Ik werkte toen bij een
kachelboer, een leuke baan waarbij ik veel bij de mensen thuis
kwam, maar toen ik het aanbod kreeg om op de Imminkhoeve
te komen werken, hoefde ik er geen seconde over na te denken.
Ik heb direct ja gezegd”, vertelt hij. “Waarom het me zo leuk
leek? Mijn ouders hadden een vakantieboerderij, dus ik ben een
beetje in die sfeer opgegroeid. Bovendien had ik veel contact met
de vorige technische man van de Immink-
hoeve. De verhalen die hij over zijn werk
vertelde vond ik altijd erg leuk. Vooral het
sociale aspect, het omgaan met de gas-
ten en de vrijwilligers, sprak mij aan. Het
leek me gewoon een mooie organisatie
om bij te werken. Bijkomend voordeel
was dat de Imminkhoeve praktisch naast
ons huis ligt. Dat is voor mij ideaal omdat
ik samen met mijn vrouw de kampeer-
boerderij van mijn ouders heb overge-
nomen. Omdat ik geen reistijd kwijt ben, kan ik naast mijn baan
veel thuis doen. Het is ook handig wanneer ik storingsdienst heb.
Bij een melding spring ik snel op de fiets, verhelp het probleem
en ben binnen de kortste keren weer thuis.”
Met een bus vol bejaarden naar de scootmobielrace op het
circuit in Zandvoort, brandmeldingen, mensen die vast zitten
in de lift, grasmaaien, lampen vervangen, legionellacontrole,
het begeleiden van vrijwilligers, op beursbezoek of broodjes
smeren. Als medewerker technische dienst is Ard Pouw van
alle markten thuis en overal inzetbaar. En dat is precies wat
zijn baan op de Imminkhoeve voor hem zo leuk maakt.
Ard Pouw is van alle markten thuis
Ard Pouw
Medewerker
technische
dienst

44 45
Wetten en regels
Toen Ard tien jaar geleden begon op de Im-
minkhoeve, kon hij veel naar eigen inzicht
doen. Maar gaandeweg zijn er steeds meer
regels en wetten bijgekomen waaraan een
vakantielocatie moet voldoen. “Na de legio-
nella tijdens de Westfriese Flora in Bovenkar-
spel en de brand in Volendam, is de overheid
wel heel erg aan de veilige kant gaan zitten.
Je wordt tegenwoordig door gemeente, over-
heid en brandweer streng gecontroleerd en
alles moet volgens de NEN-normen. Natuur-
lijk is veiligheid belangrijk, maar de manier
waarop het nu gaat, maakt het soms bijna
onmogelijk om te werken”, vindt hij. “Na de
Westfriese Flora moesten we bijvoorbeeld
alle boilers en waterleidingen nakijken. Hele
stukken waterleiding moesten uit voorzorg
worden vernieuwd. Dat was in mijn ogen
wel wat overdreven. Voor de brandveiligheid
geldt hetzelfde. We werden verplicht om een
BHV-er aan te stellen, EHBO-diploma’s te
halen en we kregen pieperdiensten waarbij
het verplicht was dat je bij een brand bin-
nen vijf minuten op het terrein was. Wat tot
gevolg had dat je ’s avonds of in het week-
end nergens heen kon, dat was gewoon niet
normaal. Gelukkig wordt dat nu allemaal iets
minder extreem.”

46 47
Snoeien en maaien
De strenge wet- en regelgeving rond het thema veiligheid is wat
Ard betreft het enige minpuntje in zijn beroep. Voor de rest doet
hij zijn werk met veel plezier. Eén van zijn taken is het aan kant
houden van de tuinen rond de Imminkhoeve en ‘t Laarhuus, de
vestiging in Ommen. Een enorme klus, waarbij hij wordt gehol-
pen door vrijwilligers en scholieren. “Ik werk samen met een
team van enthousiaste vrijwilligers. Het grasmaaien doe ik zelf,
maar zodra er gesnoeid moet worden of de tuin vol blad ligt, kan
ik hen oproepen. De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers ligt
op een jaar of zeventig, maar als ik zie hoeveel werk ze verzet-
ten, dan neem ik mijn petje voor hen af. Ze zijn heel fanatiek,
netjes en precies. Daarbij is het nog heel gezellig ook. Vooral
tijdens de koffie, dan komen de verhalen wel los. We hebben ook
twee stagiaires van het Vechtdal College, van de afdeling Groen.
Die halen me ook echt werk uit handen. Het klikt van weerskan-
ten en wel zo, dat we in 2010 een vaste samenwerking zijn aan-
gegaan. Een deel van de lessen groentechniek van het Vechtdal
College worden nu gegeven in de tuin van ‘t Laarhuus. Dat houdt
in dat er wekelijks een groep scho-
lieren komt die alle facetten van
het hoveniersschap in de praktijk
moeten brengen. “Hun leerkracht
is een voormalig hovenier met veel
kennis van zaken. Hij maakt zijn
leerlingen enthousiast en dat is te
zien aan het terrein rond ‘t Laar-
huus: dat heeft er nog nooit zo
netjes bijgelegen.”

49
Het Hoofd Vakantie is eindverantwoordelijk voor de gang van
zaken binnen de groepen die via de Zonnebloem op vakan-
tie gaan. Samen met het Hoofd Huishouding en Hoofd Ver-
pleging, zorgt het hoofd ervoor dat alles op rolletjes loopt en
dat het hun gasten aan niets ontbreekt. Een taak die Dicky
gemakkelijk afgaat. “Het zorgen voor- en leiding geven aan
is bijna mijn tweede natuur”, vertelt ze opgewekt.
“In het dagelijkse leven werk ik als leidinggevende in de
psychiatrie. Ik vind het leuk om er op de achtergrond voor
te zorgen dat alles soepel draait. Dat is in mijn ‘gewone’
werk belangrijk, maar dat geldt bij de Zonnebloem dub-
belop. Want veel van onze gasten komen nauwelijks het
huis uit. Voor hen is de vakantie een hoogtepunt waar ze
zich maanden op verheugen en waar ze na afloop met heel
veel plezier op terugkijken.”
Alleen maar de Imminkhoeve
Hoewel de nationale vakantiereizen van de Zonnebloem
tientallen bestemmingen hebben en je zelfs meekunt met
een cruise, wil Dicky alleen naar Lemele. “Wat dat betreft
ben ik echt een truttebol”, lacht ze. “Ik wil niet naar andere
locaties, alleen maar naar de Imminkhoeve. Ik vind het een
fijne plek en ik ken het. Ik hoef dus geen huiswerk van te
voren te doen, want ik weet wat er kan en dat is heel veel.
Daardoor kan ik me helemaal richten op de gasten, want ik
vind het belangrijk dat ik iedereen op de eerste dag meteen
bij naam ken en die ook onthoudt. Dat persoonlijke tintje
vind ik heel belangrijk.”
‘ Tijdens zo’n vakantie komen de verhalen los’Toen Dicky Veenstra op de televisie een reportage zag over
het werk van de De Zonnebloem, werd ze zo enthousiast
dat ze zich direct aanmeldde als vrijwilliger. Ze startte
als vrijwilliger tijdens een Zonnebloemvakantie en viel op
dankzij haar daadkrachtige optreden. Dat leverde haar als
snel de functie Hoofd Vakantie op. En in die hoedanigheid
komt ze alweer vijftien jaar op de Imminkhoeve.
Dicky Veenstra
Vrijwilligster
De Zonnebloem

50 51
manier. Je maakt een opmerking of geeft een tip en dat valt
altijd in goede aarde. Dat meelevende, dat luisteren naar de
praktijk, dat waardeer ik enorm.”
Verhalen
Van collega-vrijwilligers die naar andere locaties gaan, hoort
ze weleens heel andere verhalen. “Het is lang niet overal zo
als op de Imminkhoeve. De vrijheid die je hier hebt, maakt
van je vakantie echt vakantie. Of we nu om acht, negen of
tien uur willen ontbijten, dat maakt allemaal niets uit. En wil
iemand een keertje uitslapen of de hele ochtend in het ligbad
liggen, dan is dat prima, dan krijgt hij zijn ontbijt gewoon
Uitstapjes
De functieinhoud van een Hoofd Vakantie is in de loop der jaren
wel wat veranderd. Waar Dicky voorheen de hele week naar
eigen inzicht kon vullen met allerlei activiteiten en optredens,
wordt dat nu gedaan vanaf het hoofdkantoor van de Zonne-
bloem. “Het budget is beperkter geworden. Zij zorgen voor
entertainment op de dinsdagavond en een bustocht op de don-
derdag. De rest mogen we zelf invullen, maar de middelen zijn
zo beperkt, dat er eigenlijk weinig meer kan. Toch probeer ik
voor er de gasten zo’n leuk mogelijke week van te maken, met
een gevarieerd programma dat niet te vermoeiend is, want de
meeste gasten zijn wel 70plus”, vertelt ze. “Bij het samenstel-
len van een programma kan ik met iedere vraag terecht bij de
Imminkhoeve. Zowel Bert als de meiden komen telkens met
leuke tips en ideeën en dan blijkt het dat er in en om Lemele
genoeg te doen is voor weinig geld.” Als voorbeelden noemt ze
het rollerpad of een romantische picknick in de buurt. “Voor
de picknick krijg je twee megagrote boerenzakdoeken mee en
een leuke mand voor brood en andere lekkere spullen en dan
ga je gewoon op stap. Geweldig”, vindt Dicky. “Ik zeg weleens:
de service op Imminkhoeve is oneindig groot. Voor elke scheet
die je dwars zit, kan je hier terecht. Ze denken altijd met je
mee en als er iets moet worden gerepareerd, dan doen ze dat
direct. Ze staan altijd open voor ideeën. Vorig jaar zeiden wij
dat het prettig zou zijn als er op de vrijwilligerskamers een
passpiegel zou hangen. En wat denk je, kom ik hier een jaar
later opnieuw en dan hangen ze er gewoon. Maar dat niet al-
leen: er staan ook nieuwe bedden en alle kamers hebben een
opknapbeurt gehad. Met de badkamers ging dat op dezelfde

52 53
wat later. Als vrijwilliger meegaan met de Zonnebloem is
best pittig. Je bent van de vroege ochtend tot de late avond
in touw. Maar omdat de sfeer hier zo prettig is, voelt het ook
voor ons als vakantie.” Mensen de vakantie van hun dromen
geven, daaruit haalt Dicky haar voldoening. “Het is een doel-
groep die het niet gemakkelijk heeft in het leven. Vorig jaar
hadden we bijvoorbeeld een jonge vrouw die al jaren gro-
tendeels op bed ligt. Voor haar is het heerlijk dat ze er eens
uit kan. En wat denk je van het echtpaar, waarvan de vrouw
vanwege gezondheidsredenen al jaren in een verzorgings-
huis zit, terwijl haar man nog zelfstandig woont. Dat ze tij-
dens de vakantie eens
weer bij elkaar kon-
den slapen, vonden
ze geweldig, dat is
gewoon ontroerend”,
vindt Dicky. “In zo’n
vakantie komen de
verhalen echt los en
dat mag ook. Wij
worden niet moe om
naar ze te luisteren.
Maar ze kunnen hun
verhaal ook kwijt
in het winkeltje. Ze
kunnen hier gewoon
even helemaal tot
zichzelf komen en
dat is heerlijk.”

55
De Imminkhoeve voelt voor Dora Pouw een beetje als haar ei-
gen huis. Al vanaf 2001 maakt ze deel uit van de huishoudelijke
dienst en werkt ze er gemiddeld twaalf uur per maand. “Ik ben
hier via mijn dochter terecht gekomen. Zij deed hier vakantie-
werk en was erg enthousiast. Ik wilde er graag iets bijdoen, dus
heb ik gesolliciteerd en ben aangenomen”, vertelt Dora.
De huishoudelijke dienst bestaat uit een groepje van twaalf
medewerksters, die op flexibele tijden komen werken. Ook
Nel Verhoef is één van hen. “Wij zijn destijds begonnen met
een nuluren-contract. Dat is op een gegeven moment omgezet
naar veertig uur per maand”, vertelt ze. “We hebben geen vas-
te tijden waarop we werken. Meestal maken we de gebouwen
schoon wanneer de groepen wisselen, maar af en toe worden
we ook opgeroepen voor een tussenschoonmaak wanneer de
groep dat niet zelf doet. Dan maken we de badkamers schoon
en legen de prullenbakjes en zorgen ervoor dat het er allemaal
weer netjes uitziet.”
De flexmedewerkers overleggen onderling wie wanneer werkt.
Een hele prettige regeling, vindt Dora. “We werken niet echt
volgens een vast schema. Er ligt een roosterboek voor de
huishoudelijke medewerkers, waarin achter onze namen de
tijden zetten wanneer je werken moet. Als je gezien hebt
wanneer je aan de beurt bent, moet je een paraaf zetten,
zodat ze weten dat je het gelezen hebt en ze erop kunnen re-
kenen dat je komt. Maar je bent verder zo vrij als een vogel:
kun je een keertje niet, dan ruil je met iemand of zorg je voor
een vervanger.”
Wie er een beetje oog voor heeft, ziet volgens Dora Pouw
in één oogopslag het verschil tussen het resultaat van een
‘professionele’ schoonmaakdienst en de flexmedewerkers
van de Imminkhoeve. “Medewerkers van een schoonmaak-
bedrijf dweilen om de kasten heen, wij trekken ze van de
kant. En zit er aanslag op de theeglazen wanneer ze uit
de vaatwasmachine komen? Dan wassen wij ze na met de
hand. Een schoonmaakdienst moet haar werk binnen een
vastgestelde tijd doen, wij doen het grondig en met liefde.”
Liefde voor de schoonmaak en voor de collega’s
Dora Pouw en
Nel Verhoef
Medewerksters
huishoudelijke
dienst

57
Of ze nu wc’s moet schoonmaken, bedden verschonen of ra-
men moet lappen, Dora doet het allemaal met evenveel ple-
zier. “Ik hou echt van schoonmaken. We verdelen het werk
zodat je niet altijd hetzelfde hoeft te doen. En heeft iemand
een keer een blessure waardoor ze bepaalde dingen niet kan
doen, dan ruilen we gewoon met elkaar. Het maakt niet uit
wie wat doet, als het werk maar gedaan wordt.” Wat Nel be-
treft maakt vooral het onderlinge contact met de collega’s
haar werk leuk. “Als je in je eentje ergens in de huishouding
werkt, is het snel saai, maar hier werken we in een team.
Dat is altijd gezellig. Als er een gebouw schoongemaakt moet
worden, doen we dat vaak met ons vijven of zessen. Maar in
de weken dat er meerdere gebouwen tegelijk verhuurd zijn,
wordt ons complete team van twaalf personen opgeroepen.
Dat vind ik altijd het leukst.”
De doorstroming binnen het team is minimaal. Wie eenmaal op
de Imminkhoeve werkt, blijft dat jaren doen. “Je kent elkaar
door en door omdat je tijdens het werk veel tijd hebt om te
praten”, vertelt Dora. “Al poetsend heb je vaak veel persoon-
lijkere gesprekken dan wanneer je tegenover elkaar aan tafel
zit. We zijn na al die jaren bijna een vriendengroep geworden.
We leven echt met elkaar mee. Als je ziek bent of er is iets an-
ders aan de hand dan kun je erop rekenen dat er altijd wel een
paar collega’s langskomen. Dat is heel prettig. Voor mij is de
Imminkhoeve daarom veel meer dan alleen werk.” Nel knikt
instemmend. “Sinds een paar jaar organiseren we samen een
jaarlijkse barbecue om onze verjaardagen te vieren. Eerder
trakteerden we dan vaak op gebak, maar er doet altijd wel

58 59
iemand aan de lijn en er
zijn soms wel drie collega’s
per maand jarig, dus heb-
ben we twee jaar geleden
besloten om niet meer te
trakteren, maar eenmaal
per jaar samen een bar-
becue te organiseren. Dit
jaar wordt die bij mij thuis
gehouden, daar heb ik nu
al zin in”, zegt ze.
Het leukst vindt Nel de tussendoorschoonmaak, omdat je dan
echt contact hebt met de gasten. “Je maakt dan soms hele
grappige dingen mee”, lacht ze. “Zo keken we een keer een
kamer in en dachten dat er nog iemand op bed lag, dus be-
sloten we die kamer eerst even over te slaan. Een uur later
lag hij er nog, dachten we. Maar toen we beter keken lag
er alleen een kunstbeen in bed. Wat ons soms opvalt is dat
verstandelijk gehandicapte mensen een beetje wantrouwend
naar je kijken. Je bent een wildvreemde en gaat voor hun
gevoel zomaar in hun kamer rommelen. Dan zie je weleens
dat ze in de deuropening blijven staan om je in de gaten te
houden. Maar wanneer je dan een praatje met ze aanknoopt,
is het ijs snel gebroken. Wat vaker voorkomt, is dat we com-
plimenten krijgen over ons werk. We horen regelmatig dat
het op de Imminkhoeve veel schoner is dan op andere loca-
ties. Dat is natuurlijk heel erg leuk om te horen, want daar
doen we het uiteindelijk voor.”

61
Voor de Bargkiekers, de bewoners van de Lemelerweg, hoort
de Imminkhoeve er helemaal bij. Dagelijks zien ze de va-
kantiegasten langswandelen in rolstoelen, achter rollators,
op rolstoelfietsen en zelfs op bedden.
Hoewel de buurtvereniging de Imminkhoeve gebruikt als
clubhuis, moet Bargkieker Evelien Stoeten bekennen dat de
buurtvereniging op haar beurt niet echt meerwaarde heeft
voor het vakantiecentrum. “We hebben eerlijk gezegd nog
nooit een actie gehouden om geld in te zamelen voor de
Imminkhoeve en we doen er ook geen vrijwilligerswerk. Wij
komen op de Imminkhoeve om te vergaderen of om een
optochtswagen te bouwen in één van de schuren. Voor ons
is de Imminkhoeve vooral ons clubhuis”, vertelt ze.
Verkleden
Toch doet de vereniging indirect weleens wat. “We hebben
ooit eens een Romeinse wagen gebouwd en die wagen heeft
daarna nog heel lang in de eetzaal gestaan als decor voor
het buffet. Ook de Romeinse kleren die we toen genaaid
hebben, zijn hier naartoe gegaan. Af en toe zijn er vakantie-
groepen die een themadag organiseren en dan zien we die
mensen overal rondlopen in van die Nero-pakken en sjer-
pen. Dat is erg leuk. En een paar jaar geleden zijn we trou-
wens ook nog eens met ons allen aan de slag geweest om
boerenkieltjes en schorten te naaien voor de themadagen
op Imminkhoeve. Dat was ontzettend gezellig, zo met alle
buurvrouwen achter de naaimachine. Maar zoiets gebeurt
maar heel incidenteel.”
Bijna iedere straat in Lemele heeft een eigen buurtvereniging
die zich bezig houdt met het wel en wee in de straat. Tijdens
het tweejaarlijkse Lemels Feest bouwt iedere vereniging een
eigen wagen voor de grote folkloristische optocht en strijden
ze onderling tegen elkaar tijdens de zeskamp. Vergaderd
wordt er in huiskamers of schuren, maar De Bargkiekers
hebben het beter voor elkaar. Want als buurtvereniging van
de Lemelerweg heeft de club de Imminkhoeve als thuisbasis.
Een goede buur is beter dan een verre vriend
Evelien Stoeten
Lid Bargkiekers

63
Trots
Voor de buurt is de Imminkhoeve gewoon één van de leden
van de buurtvereniging. Waar de Bargkiekers op kraambe-
zoek gaan wanneer er in hun buurt een baby wordt geboren,
zijn ze met hun allen ook steevast van de partij wanneer er
iets wordt verbouwd of geopend op de Imminkhoeve. “We
hebben een goede onderlinge verstandhouding. Wanneer
er plannen zijn voor uitbreiding of verbouwing worden wij
daar als buurt altijd van tevoren bij betrokken. Dat ervaren
wij als heel prettig. We hebben heel veel bewondering voor
Bert Duerink. In de loop der jaren heeft hij de Immink-
hoeve opgebouwd van een simpele kampeerboerderij tot
een vakantieaccom-
modatie die bekend
is in heel Nederland.
Hij staat echt op de
bres voor zijn doel-
groep. Net zoals
wijzelf tijdens onze
vakanties niet met
tien wildvreemden
op een zaal willen
liggen, willen men-
sen met een han-
dicap dat ook niet. Dus heeft hij ervoor gezorgd dat
de Imminkhoeve een plek is geworden waar deze
mensen kunnen genieten van een goedverzorgde en
luxueuze vakantie. Als buurt zijn wij trots op deze
prachtige locatie.”

64 65

67
Volgens projectleider Gerald Krisman staat de Imminkhoeve
voor kwaliteit voor cliënten, medewerkers en gebouwen.
“Zodra je hier het terrein opkomt, voel je je thuis. De sfeer
is gemoedelijk. Of je nu de directeur wilt spreken of een
van de medewerkers, dat maakt geen verschil, iedereen is
even vlot benaderbaar. Bovendien zijn ze op de Imminkhoe-
ve altijd vernieuwend bezig. Er gaat geen seizoen voorbij
of er wordt wel iets gerenoveerd of verbouwd. Dat maakt
het werken op de Imminkhoeve altijd erg prettig”, vindt hij.
Zijn eerste klus op de Imminkhoeve was de bouw van de
Schaapskooi. Nadat aannemer Ten Kiefte de bouw had af-
gerond, werd het pand geschilderd door Lenferink. “Ikzelf
werk nu 25 jaar bij Lenferink, maar ons bedrijf is al ruim
30 jaar de huisschilder van de Imminkhoeve. We zijn echt
met de instelling meegegroeid. In de beginjaren kwamen
we hier vooral in de wintermaanden, want dan werd hier het
grootonderhoud gedaan. De personeelsbezetting was toen
nog klein en in de winter kwamen er geen gasten. De me-
dewerkers inclusief Bert, hielpen dan regelmatig mee met
het schilderwerk.”
Creativiteit
Terugkijkend op al die jaren dat hij inmiddels rondloopt op de
Imminkhoeve, springen er aantal klussen uit die echt indruk
op hem hebben gemaakt. “We hebben twee jaar geleden
een badkamer omgetoverd tot grot compleet met gewelven.
Ook hebben we verschillende snoezelruimtes aangekleed.
Dat zijn dingen die je op geen enkele schildersschool leert
en waar je je eigen creativiteit moet aanspreken. Dat maakt
Dat de Imminkhoeve altijd strak in de verf staat, is te danken
aan Lenferink Schilders-Afbouw en Vastgoedonderhoud
uit Lemelerveld. Met behulp van een uitgebreid
onderhoudsschema zorgen ze ervoor dat de Imminkhoeve
altijd een verzorgde indruk maakt, zowel aan de binnen-
als de buitenkant. Maar dat niet alleen. Ook wanneer
er verbouwd wordt en er soms creatieve oplossingen
gezocht moeten worden, denkt het bedrijf actief mee.
Kwaliteit voor medewerkers, gasten en gebouwen
Gerald Krisman
Projectleider Lenferink
Schilders-Afbouw en
Vastgoedonderhoud

68 69
het werken op de Imminkhoeve heel leuk”, vindt hij. “Een
ander, veel groter project was ‘t Laarhuus in Ommen. De
eerste keer dat wij daar kwamen, was het een vervallen
zaak, bestaande uit twee grote ruimtes. Bert had al hele-
maal in zijn hoofd hoe het moest worden. Het resultaat is
supermooi. Het gebouw is volkomen opnieuw ingedeeld, op
een hele praktische manier. Het bouwproces was heel bij-
zonder. Het moest allemaal in een enorm snel tempo en we
waren met een hele grote ploeg aan het werk, maar het
verliep vlekkeloos.”
Meedenken
Lenferink heeft meerdere zorginstellingen in haar klanten-
bestand waarvoor vaste medewerkers verantwoordelijk zijn.
“Werken in de zorg, is heel anders dan werken bij particulie-
ren en bedrijven. Onze bedrijfsfilosofie is dat het onderhoud
binnen een zorginstelling functioneel en optimaal moet zijn,
voor een zo laag mogelijke prijs. We proberen op beide ter-
reinen mee te denken met de organisaties: we streven er-
naar om snel en doeltreffend te werken zodat de cliënten en
bewoners zo min mogelijk last van ons hebben. Daarnaast
realiseren we ons dat er in de zorg weinig geld is voor onder-
houd, terwijl het de fysieke staat van een gebouw wel heel
bepalend is voor de sfeer in een instelling”, verduidelijkt hij.
“Toch zijn wij wel heel blij met dit soort opdrachtgevers.
Wij hebben tenslotte net als ieder ander onze maatschap-
pelijke verantwoordelijkheden.” Dankzij goede afspraken en
langdurige contracten heeft de opdrachtgever letterlijk geen
omkijken naar het onderhoud. “We werken planmatig, via

70 71
de methode Resultaatgericht Vastgoed Onderhoud. Wij zor-
gen ervoor dat een pand er binnen de contractperiode altijd
netjes bij staat. In het geval van de Imminkhoeve weten
we bijvoorbeeld nu al wat we hier in 2018 aan onderhoud
zullen gaan doen. Door een zorgvuldige planning te maken,
blijft de boel strak. We maken daarbij geen onnodige kos-
ten: wanneer de deuren op het programma staan, maar ze
zien er nog heel goed uit, dan wachten we daarmee rustig
nog een jaartje.”

73
Wanneer Hein terugdenkt aan zijn periode als Vriend, schiet
hem als eerste de Damito te binnen. De organisatie van
de Damito, de ondernemersbeurs van Dalfsen, heeft hem
ongelofelijk veel tijd gekost, maar nog veel meer plezier
opgeleverd. “Ik ben vrijwilliger geworden omdat ik een deel
van mijn vrije tijd op een goede en nuttige manier wilde
besteden”, vertelt hij. “Ik wilde ook graag iets sociaals doen
voor mensen die het minder hebben dan wij. Maar ik deed
het ook een beetje voor mezelf. Ik was één van de geluk-
kigen die op zijn 57e met de pre-VUT kon gaan. Dan ben je
nog jong, dus ik wilde nog wel graag in de maatschappij blij-
ven staan. Door het doen van vrijwilligerswerk leer je men-
sen kennen en heb je de gezelligheid van het samenwerken
met anderen.”
Damito
De Vrienden van de Imminkhoeve draaiden toen al een
aantal jaren in Dalfsen. De stichting is opgebouwd uit een
bestuur en een dertigtal vrijwilligers
op wie altijd een beroep gedaan
kan worden bij de uitvoering
van acties en activiteiten.
“We timmerden goed
aan de weg met aller-
lei acties. Een van de
grootste acties was
de Damito, die nog
steeds om de drie
jaar door de Vrien-
Als kersverse vutter meldde Hein Tielbeke zich twintig
jaar geleden als vrijwilliger bij de Vrienden van de
Imminkhoeve. Na twee jaar werd hij bestuurssecretaris
en bleef dat achttien jaar lang. Als bestuurslid heeft hij
inmiddels afscheid genomen, maar hij is nog altijd actief
op Imminkhoeve. Want eens een vriend, altijd een vriend.
Eens een vriend, altijd een vriend
Hein Tielbeke
Vrijwilliger Vrienden
van de Imminkhoeve
en voormalig
bestuurssecretaris

74 75
LET OP!
den georganiseerd wordt. Dat vond ik altijd weer bijzonder
om mee te maken. We waren bijna een jaar met de voor-
bereidingen bezig en hadden heel veel contact met aller-
lei ondernemers. We wilden een beurs te organiseren waar
iedere ondernemer met plezier staat en iedere bezoeker
met plezier komt. In die opzet zijn we volgens mij altijd
goed geslaagd.”
Arbeid
Naast de Damitobeurs organiseerden de Vrienden tal van
andere activiteiten zoals bingo, het befaamde 21-spel en
allerlei donateursacties. “We hebben ook jarenlang allerlei
hand en spandiensten verleend bij de line dance-kampioen-
schappen in de Trefkoele. Dit deden we in opdracht van de
organisatie die deze kampioenschappen jaarlijks organi-
seerde. Wij leverden de arbeid en het geld dat dit opbracht
was dan bestemd voor de Imminkhoeve. We deden dan echt
alles, variërend van het opbouwen van de tribunes en het
leggen van de dansvloer tot en met de catering.”
Opvolgers
In de loop der jaren werden de Vrienden ouder en werd het
moeilijker om jongeren enthousiast te krijgen. Dat wil zeg-
gen, vrijwilligers waren er genoeg, maar het vinden van be-
stuursleden was een heel ander verhaal. “Op een gegeven
moment merkten we dat de schwung er een beetje uitging
en concludeerden we dat het verstandig zou zijn om te stop-
pen. We hebben veel moeite gedaan om nieuwe bestuurs-
leden te vinden en dat is gelukkig gelukt. Onze opvolgers

76 77
zijn jong en zitten in
een heel ander net-
werk dan wij. Daar-
door trekken zij er
weer allerlei nieuwe
mensen bij. Ze doen
alles op een hele an-
dere manier en dat is
ook logisch. Wij wa-
ren achteraf gezien
bijvoorbeeld wat te
voorzichtig met onze
vierkante meterprijzen voor de beursstands op de Damito,
maar zij gaan daar op een heel andere manier mee om. Ze
hebben inmiddels hun eerste beurs erop zitten en het resul-
taat was echt fantastisch.”
Tuinman
Hein nam wel afscheid als bestuurslid van de Vrienden, maar
niet van de Imminkhoeve. “Dat wilde ik niet, ik ben er teveel
mee verweven. Ik ben nu vrijwilliger en coördineer de tuin-
werkzaamheden. Vanaf het moment dat de bladeren van
de bomen beginnen te vallen, komen we wekelijks met een
ploegje bladharken. Ook helpen we met snoeiwerkzaamhe-
den en andere voorkomende tuinklussen. Het is ander en
rustiger werk dan destijds met de Vrienden, maar ik ben
zelf inmiddels ook een dagje ouder. Het is even wat anders,
maar ik vind dit ook mooi en ga ermee door tot ik lichamelijk
niet meer kan. Ik hoop dat dat nog heel lang zal duren.”

79
Herman Baarslag is de opvolger van voormalig Vrienden-be-
stuurslid Hein Tielbeke. Onmiddellijk nadat de fitte vutter twee
jaar geleden thuis kwam te zitten, werd hij gestrikt door de
Vrienden van de Imminkhoeve die op zoek waren naar jong
bloed. “Ik werd gevraagd om mee te werken aan de Damito en
dat leek me wel wat, vooral omdat die beurs maar eenmaal per
drie jaar wordt gehouden. Het leek me een echte uitdaging.
Als ambtenaar op de afdeling financiën van de gemeente Dalf-
sen had ik, eerlijk gezegd geen ervaring met het bedrijfsleven,
maar de Damito vond ik altijd een leuk evenement en de Im-
minkhoeve een goed doel. De combinatie van die twee dingen
sprak mij wel aan.”
Draaiboek
De Damito wordt al sinds 1953 iedere drie
jaar gehouden en sinds een jaar of dertig
georganiseerd door de Vrienden. Er lag dus
al een vuistdik draaiboek klaar, wat door het
vorige bestuur was samengesteld. Maar zo-
als dat meestal gaat, vegen nieuwe bezems
schoon en hadden Herman en de rest van
het kersverse bestuur allerlei eigentijdse
ideeën. “De Damito is zo populair, dat de
beursvloer in de Trefkoele bij iedere editie
tot op de laatste meter werd verkocht. Om-
dat wij meer ondernemers de kans wilden
geven om mee te doen, besloten we strikt
op de vierkante meter te gaan zitten. Wie tegenwoordig 20
vierkante meter huurt, krijgt er ook exact 20 en geen 22 of 24.
Damito. Dat staat voor Dalfser Middenstands Tentoonstelling.
Wat die te maken heeft met de Imminkhoeve? Alles.
Al bijna drie decennia lang wordt de Damito iedere drie
jaar georganiseerd door de Vrienden van de Imminkhoeve.
Een enorme klus, maar het is de moeite meer dan waard.
Want de opbrengst is bestemd voor de Imminkhoeve
en die loopt als snel in de tienduizenden euro’s.
De Damito is populair bij bezoekers, ondernemers en vrijwilligers
Herman Baarslag
Vrijwilliger Vrienden
van de Imminkhoeve

80
alistes, juweliers en reisbureaus tot de begrafenisvereniging.
Wat ook meespeelt is dat de beurs maar eenmaal per drie jaar
gehouden wordt. Door het niet te vaak te organiseren, blijft
het bijzonder. De sfeer is ook altijd goed. Misschien juist wel
omdat wij geen professionele beursorganisatie zijn, maar het
doen vanuit onze passie. De laatste keer trokken we ruim vijf-
duizend bezoekers in vijf dagen en konden we de Imminkhoeve
een cheque van 42.500 euro overhandigen. Dat is waar je het
uiteindelijk voor doet.”
Dat de kavels kleiner werden en de regels wat strenger, was
voor niemand een probleem en al helemaal niet voor de sfeer.
Want nu de tenten dicht op elkaar staan, is het veel knusser
dan wanneer er veel ruimte tussen zit.”
Standhuur
Hoe meer standhouders, des te meer de Damito oplevert voor
de Imminkhoeve. “Natuurlijk krijg je weleens discussie dat de
standhuur te hoog is, maar ja, dat is nou juist ons inkomen.
Van iedere vierkante meter gaat er een percentage naar de
Imminkhoeve. En maakt de ondernemer naast de standhuur
nog een extra bedrag over, dan levert
hem dat meer reclame op. Hij mag
zijn vlag op het buitenterrein hangen
en hij komt wat vaker voorbij op de
lichtkrant. We geven ook een eigen
beurskrant uit waarin ieder bedrijf
een podium krijgt, uiteraard in com-
binatie met een advertentie. Toege-
geven, het is veel werk, maar ook
weer zo’n ding waar je veel geld aan
over kunt houden.”
De beurs is populair bij de onder-
nemers, bezoekers en de vrijwil-
ligers. Dat heeft volgens Herman
meerdere redenen. “De aanbod van
de standhouders is enorm divers
en varieert van schoonheidsspeci-

83
Inez van Bezouw is één van de beroepskrachten van de stich-
ting. Als vakantiecoördinator zorgt zij ervoor dat jaarlijks 8000
mensen kunnen genieten van een welverdiende vakantie. Een
deel van de reisjes wordt doorgebracht op de boot van de
Zonnebloem, de rest wordt verdeeld over diverse locaties in
Nederland. Van alle vakantiecentra is de Imminkhoeve vol-
gens Inez het meest geliefd. “We zijn er destijds kleinschalig
begonnen met een paar kleine groepjes, maar we organise-
ren nu jaarlijks 43 vakantieweken in Lemele en Ommen. We
maken gebruik van het Hallehuis, de Boerderij en ‘t Laar-
huus. Van deze drie locaties is vooral ‘t Laarhuus in Ommen
ongekend populair. Het ligt op loopafstand van bos en stad,
alles is er gelijkvloers en er zijn éénpersoonskamers voor de
vrijwilligers. En we hebben eigen ruimtes waar we geen an-
dere mensen tegen het lijf lopen. Wat de Imminkhoeve ook
populair maakt, is de hotel-achtige uitstraling. Je loopt hier
niet rond in een instelling, maar in een vakantieresort en dat
is precies wat wij zoeken.”
Goeroe
De uitstraling van de Imminkhoeve is volgens Inez grotendeels
te danken aan Bert Duerink. “Hij is de goeroe van het NBAV-ver-
band (Nederlandse Branchevereniging Aangepaste Vakanties)
en de Imminkhoeve is toonaangevend op het gebied van vakan-
tiebestemmingen voor mensen met een beperking in Nederland.
Daarbij is hij ook nog eens heel bescheiden. Hij werkt keihard
aan allerlei projecten en vertelt er pas iets over wanneer alles in
kannen en kruiken is. Hij bindt zijn personeel en zet een trend.
Hij heeft de Imminkhoeve gemaakt tot wat het is.”
Met een omzet van 22 miljoen en 43000 vrijwilligers
verdeeld over 1300 plaatselijke afdelingen, kan
de Zonnebloem met recht één van de grootste
welzijnsorganisaties van ons land genoemd
worden. Naast het bezoeken van ouderen en
zieken, organiseert de Zonnebloem jaarlijks dagjes
uit en complete vakantiereizen voor mensen met
een fysieke beperking. De Imminkhoeve is al
jarenlang een van hun meest favoriete locaties.
De Zonnebloem: ‘Vooral ‘t Laarhuus is ongekend populair’
Inez van Bezouw
Vakantiecoördinator
De Zonnebloem

84 85
vervoer, hulp- en verpleegmiddelen, de verblijfskosten voor
vrijwilligers en de aangepaste accommodatie. En wanneer
mensen het echt niet kunnen betalen, hanteren we kortings-
regelingen en ontheffingen.”
Verpleegkundigen
De Zonnebloem bezorgt jaarlijks 8000 men-
sen een mooie vakantie. De vraag is ech-
ter veel groter. “Er melden zich zo’n
120.000 mensen per jaar aan. We pro-
beren de vakanties daarom zo eerlijk
mogelijk te verdelen. Dat we ‘maar’
8000 mensen kunnen bedienen ligt
niet aan de financiën, maar aan het
aantal vrijwillige verpleegkundigen.
Omdat de meeste gasten veel hulp
nodig hebben, is de verhouding gasten/
vrijwilligers één op één. Algemene vrijwil-
ligers hebben we genoeg, maar we hebben al
jarenlang een nijpend tekort aan vrijwillige verpleeg-
kundigen. We doen hiervoor jaarlijks allerlei campagnes en
publiceren veel in vakbladen, maar het aanbod is maar mond-
jesmaat.”
Super
Inez reist jaarlijks alle accommodaties af en probeert waar mo-
gelijk er te overnachten. “Zo weet ik wat we de mensen aan-
bieden. Dus kan ik uit eigen ervaring zeggen: alle locaties zijn
goed, maar de Imminkhoeve is super.”
Toelatingseisen
Mensen die via de Zonnebloem op vakantie gaan hoeven geen
lid te zijn van de Zonnebloem, maar moeten wel in het bezit
zijn van een medische verklaring omtrent hun beperking. De
‘toelatingseis’ is een mobiliteitsbeperking en een hulpvraag.
“Ons uitgangspunt is dat onze gasten een marktconforme
prijs betalen die gelijk is aan wat gezonde mensen betalen
voor een vakantie. De Zonnebloem betaalt de extra kosten
die gepaard gaan met een fysieke beperking, zoals speciaal

86 87

89
De Hardenberger raakte in contact met de Imminkhoeve via
de Rotary, waarvan hij overigens zelf geen lid was. “Ik deed
weleens zaken met aannemer Dijkhuis. Die zat bij de Rotary.
Tijdens een bijeenkomst werd hem door Van der Ploeg van
de Pacton in Ommen gevraagd of hij iemand kende die maat-
schappelijk betrokken was en ook bouwkundig onderlegd. Dijk-
huis wist dat ik naast mijn werk ook in diverse besturen van
scholen en een bejaardenhuis zat, dus dacht hij aan mij.”
Het Hallehuis
Niet veel later werd Jan Deuten door het bestuur uitgenodigd
voor een uitgebreid gesprek. “Ik werd gewogen en goed be-
vonden. We sloten een mooie deal. Ik werd lid van het be-
stuur en zou, wanneer er bouwwerkzaamheden gedaan moes-
ten worden, op basis van uurloon en kilometervergoeding mijn
diensten verlenen. Ons eerste project was het Hallehuis. Het
was een uitdaging om iets te ontwerpen dat aansloot bij de
bestaande boerderij en paste bij de doelgroep. Tot dan was ik
nooit in aanraking geweest met gehandicapten. Samen met
Bert ging ik een aantal keren op pad om inspiratie op te doen
en bij andere bedrijven te kijken hoe het niet moest. Daarna
nam ik de omgeving heel goed in me op en maakte een schets
waarover iedereen meteen enthousiast was.”
Vaste club
Ieder jaar werd er wel iets ge- of verbouwd op de Immink-
hoeve. In de loop der jaren veranderden de slaapzalen in
slaapkamers, kreeg het Hallehuis een extra eetzaal en werden
de Boerderij en de Schaapkooi verbouwd. “We werkten met
Voor Jan Deuten voelt de Imminkhoeve bijna even
vertrouwd als zijn eigen huis. Niet alleen omdat hij
er 25 jaar bestuurslid was, maar vooral omdat hij
zijn handtekening heeft gezet op zo’n beetje iedere
locatie. Het eerste project van de Hardenbergse
architect was het Hallehuis. Daarna zat hij er helemaal
in en ontwierp nieuwbouw en verbouwprojecten die
naadloos aansloten bij de sfeer van de Imminkhoeve.
‘ Er was ieder jaar wel wat te bouwen of te verbouwen’
Jan Deuten
Architect en
voormalig
bestuurslid

90 91
‘t Laarhuus
Het grootste project was het omturnen van de voormalige werk-
plaats van Larcom in Ommen in een luxe aangepaste vakantie-
accommodatie. “Toen ik er de eerste keer met Bert kwam, ver-
dwaalde ik er gewoon. Het was niet meer dan een fabriek met
wat kantoren. Om het bewoonbaar te maken, moest er heel wat
gebeuren, maar Bert wist precies wat hij wilde: er moesten een-
en tweepersoonskamers komen, bij elkaar 68 bedden, allemaal
met eigen badkamers. Het geheel moest ook nog eens worden
opgedeeld in een kleine afdeling en een grote afdeling zodat twee
groepen er afzonderlijk van elkaar konden verblijven. Ik had in
een vaste club ondernemers uit de naaste omgeving. Er werd
nooit aanbesteed, zij deden het gewoon. De vaste aannemer
was Ekkelkamp uit Lemele, het schilderwerk werd gedaan door
Lenferink en het installatiewerk door Geissler uit Lemelerveld.
Als bestuur hebben we er weleens over gepraat of het niet ver-
standiger zou zijn om toch aan te besteden, maar daar zagen
we eigenlijk geen voordelen in. De bedrijven waren goed op
elkaar en op de Imminkhoeve ingespeeld en juist omdat het
voor een goed doel was, liep iedereen graag een stapje harder.
Voor ieder project maakten we een begroting en daar zijn we
altijd binnen gebleven.”

92 93
materialen en hulpmiddelen en werd het Veurhuus verbouwd.
“Toen we het ‘t Laarhuus in Ommen verbouwden, hebben we in
de eerste instantie niets aan de buitenkant gedaan. Na verloop
van tijd vroeg de toenmalige voorzitter Wolter Smidt of er niet
iets gedaan kon worden aan de fabriekachtige uitstraling van ‘t
Laarhuus. Dat was weer een nieuwe uitdaging. We kozen voor
een complete make-over van de voorgevel. Ik heb eerst een
halfsteensmuur weggeslagen en vervolgens de buitenmuur op-
nieuw opgetrokken in geel en rood metselwerk en de entree
omhoog getrokken van glas. Het gebouw was echt onherken-
baar. Dat gaf me veel voldoening.”
Herinneringen
Toen Jan Deuten na 25 jaar afscheid nam van het bestuur,
kreeg hij een fotocollage van alle gebouwen die hij in de loop
der tijd onder handen heeft gehad. “Die hangt bij ons in de hal
en ik kijk er nog iedere dag naar. Ik bewaar hele goede herin-
neringen aan mijn tijd op de Imminkhoeve, zowel wat betreft
mijn bestuursfunctie, als aan de bouwperioden. Ik heb altijd
met plezier samengewerkt met de aannemers en met Bert in
het bijzonder. We hebben heel wat uren met elkaar opgetrok-
ken. Samen zochten we het sanitair uit, de meubels, de deu-
ren, alles. Het mooie aan Bert is, dat hij er iedereen bij betrok.
Wij zochten wat uit, maar de beslissing werd pas genomen
als de medewerkers er hun zegje over hadden gedaan. Daarin
kwam ook vaak het verschil tussen mannen en vrouwen naar
voren, want vrouwen kijken toch anders aan tegen bepaalde
zaken, zeker wat betreft de gordijnen en de verlichting. Maar
uiteindelijk kwamen we samen altijd tot een goede keuze.”
die tijd heel veel overleg met Bert. Hij weet hoe het er in de
praktijk op de werkvloer toegaat en had zoals altijd veel vooron-
derzoek gedaan.” Dankzij de niet aflatende steun van donateurs,
de inspanningen van de Vrienden van de Imminkhoeve en de vin-
dingrijkheid van Bert in het verkrijgen van fondsen en subsidies,
kwam er voldoende budget voor de plannen. “Kwaliteit stond voor
Bert altijd voorop. Als dat niet uit kon, dan deed hij liever niets.
Het viel me ook tijdens dit project weer op dat Bert echt oog heeft
voor detail en sfeer. Ik heb vaak tegen hem gezegd dat hij eigen-
lijk binnenhuisarchitect had moeten worden.”
Uitstraling
De bouw van Ommen was op alle fronten topsport, maar kort
nadat het gebouw werd geopend, ging Bert weer gewoon ver-
der in Lemele. Het eerste was de Schaapskooi aan de beurt,
daarna moest er een schuur komen als opslagruimte voor alle

95
“Nadat we het geld hadden overhandigd, kwam ik met Bert
Duerink en de toenmalige voorzitter aan de praat. Zij vertelden
over de Vrienden van de Imminkhoeve uit Vriezenveen die al-
lerlei acties hielden om geld in te zamelen en vroegen of het
niet wat voor mij was om zoiets op te zetten in Dalfsen”, vertelt
Jan. “Ik had eigenlijk niets met gehandicapten, maar door de
sfeer op de Imminkhoeve en de enthousiaste verhalen van Bert,
wilde ik er eigenlijk wel iets mee doen. Het kwam qua timing
ook goed uit, want ik was net gestopt met mijn supermarkt
in Dalfsen vanwege een versleten heup. Ik had volop tijd en
vanwege de zaak een goed netwerk, dus ik zag dat wel zitten.
Ik maakte ook mijn kameraad Bart van Oenen enthousiast en
samen gingen we in gesprek met de Vrienden uit Vriezenveen.
Toen mijn buurman Fred Kelder over onze plannen hoorde, was
hij direct enthousiast en wilde ook meehelpen.”
Familiegebeuren
Het drietal begon met het inzamelen van oude spullen en
gingen daarmee op rommelmarkten staan. Ook de ’21-wa-
gen’ die ook nu nog altijd gebruikt wordt, kwam in beeld.
“Dat was in de eerste instantie een samenwerkingsproject
met Mansier in Oudleusen. Zij hadden die wagen, maar wij
mochten hem gebruiken en 30 procent van de opbrengst
houden. Dat was een mooi begin, want zo hoefden we zelf
geen kosten te maken. Later hebben we de wagen van Man-
sier overgenomen. Dat was een goed besluit, want het 21-en
levert jaarlijks nog altijd heel wat op. Dat 21-en was voor
ons trouwens echt een familiegebeuren. Ons hele gezin ging
mee om kaarten te verkopen en wanneer dat nodig was,
Sinterklazen, Paashazen, kansspelen en beurzen
Jan Marsman maakte voor het eerst kennis met de
Imminkhoeve toen hij er als kersvers lid van MC de
Vechtspeurders samen met zijn motorvrienden een
cheque van 1500 gulden aan kwam bieden. Hij was
onder de indruk van de bevlogenheid van directeur
Bert Duerink, die kosten noch moeite spaarde om het
zijn gasten zo aangenaam mogelijk te maken. Dat deed
in Marsman’s hart een vuur ontbranden, waarmee hij
inmiddels heel veel anderen aan heeft gestoken.
Jan Marsman
Vrijwilliger
Vrienden
van de
Imminkhoeve

96 97
eten. Met Pasen deden we hetzelfde, maar dan met een stuk
of vijf Paashazen. Ook dat was een succes. We hebben het
ook geprobeerd met de Kerstman, maar op een of andere
manier sloeg dat niet aan.”
Bingo
De Dalfser Vrienden waren vindingrijk en schroomden niet om
anderen bij hun acties te betrekken. Een grote loterij, met als
prijzen allerlei waardebonnen van winkels en bedrijven in Dalf-
sen. “We zijn toen ook begonnen met bingo-avonden bij Mansier
in Oudleusen en bij café Horsman in Witharen. Die bingo’s wa-
ren mateloos populair. Dus zaten we iedere maandagavond in
Nieuwleusen en iedere woensdagavond in Witharen. We zijn be-
dan gingen we huis-aan-huis bij de mensen langs om ook de
laatste loten nog te verkopen. Zelfs de vriendjes van onze
dochters hielpen mee.”
Sint en Piet
Rond 5 december verhuurden ze zichzelf als Sinterklaas en
rekenden ze zo’n 30 gulden voor een huisbezoek van een
kwartiertje. “We hadden drie Sinterklazen en een stuk of tien
Zwarte Pieten. Op de zaterdag voor Sinterklaas liepen we ook
de hele dag door het centrum van Dalfsen en kregen daar-
voor 1000 gulden van de ondernemersvereniging. Dat was
altijd hartstikke gezellig. Mijn vrouw kookte dan een grote
pan snert en na afloop kwamen alle Sinten en Pieten bij ons

98 99
Vijf ton
Jan Marsman mag vijf beurzen op zijn conto schrijven. Na de
editie van 2000 is hij gestopt als voorzitter van de Vrienden.
Inmiddels werkte hij bij de vervoersmaatschappij TCR en klom
daar al snel op van taxichauffeur tot vestigingsmanager. “Ik heb
de vestiging in Dalfsen opgebouwd en kreeg het daarna zo druk
met mijn werk dat ik keuzes moest maken. Ik heb toen afscheid
genomen als voorzitter van de Vrienden van. Ik denk dat ik al
met al zo’n vijf ton heb binnen gehaald voor de stichting. De
bingo doe ik nog steeds en die levert jaarlijks nog altijd zo rond
de achtduizend euro op. Dat vind ik mooi, want al ben ik geen
voorzitter meer, een vriend ben ik nog steeds!”
gonnen met geldprijzen, maar we merkten dat wanneer mensen
driemaal op een avond een pak koffie wonnen, de lol er snel voor
hen af was. Daarom zijn we later gaan werken met geldprijzen.”
De bingo’s worden inmiddels allang niet meer alleen gehouden
voor de Imminkhoeve. Dat had Jan wel gewild, maar het bleek
wettelijk verboden. “Je mag maar 26 maal per jaar een bingo
houden voor een bepaald goed doel. Omdat de bingo heel suc-
cesvol was, besloten we om er meerdere doelen aan te hangen.
Dus krijgen ook plaatselijke verenigingen zoals De Lofstem, de
Oranjevereniging, de biljartclub enzovoorts een bijdrage.”
Damito
De eerste echte grote klapper maakten de Vrienden in 1987. Ze
namen de organisatie van de Damito over, de grote tweejaarlijk-
se ondernemersbeurs in Dalfsen en kregen in ruil daarvoor een
deel van de opbrengst. “De organisatie bleek een enorme klus
te zijn, maar het was de moeite meer
dan waard, want die beurs leverde
duizenden euro’s op. Gelukkig ken-
den de meeste ondernemers waar ik
kwam de Imminkhoeve wel en deden
ze graag mee. Maar er waren ook wel
winkeliers waar ik zes of zeven keer
aan de deur ben geweest om ze over
te halen. Uiteindelijk kwamen we al-
tijd op zo’n zeventig standhouders, ze stonden zelfs boven op de
galerij. Een stelletje politieagenten deed ’s nachts de bewaking,
ook gewoon op vrijwillige basis. Het was echt een actie waar
heel Dalfsen bij betrokken was en is.”

101
Sinds 2008 is Morrenhof-Jansen, een regionaal installatie-
bedrijf met vestigingen in Vriezenveen, Gramsbergen en
Dalfsen, de vaste installateur van de Imminkhoeve. Sinds
die tijd is Rinus Heerink regelmatig te vinden op de Immink-
hoeve. Soms omdat er iets aan de hand is, maar vaker voor
het plegen van onderhoud. “Als je woont in Lemele weet
je natuurlijk wat er hier gaande is. Regelmatig spreken we
gasten die een eindje rondwandelen door het dorp en die
zijn altijd even enthousiast. De maatschappelijke en sociale
functie van de Imminkhoeve voor juist de meest kwets bare
groep uit onze maatschappij, is ook de reden dat wij de
Imminkhoeve sponsoren.”
Preventief
Morrenhof Jansen zorgt zorgen alles op het gebied van in-
stallatietechniek. “Goten, daken, elektra, gas, water en ver-
warming, daarvoor zijn wij verantwoordelijk. Dus lopen we
hier maandelijks.” Het werken binnen een instelling als de
Imminkhoeve is anders dan het doorsnee installatiewerk,
vindt Rinus. “We doen hier veel aan preventief onderhoud,
zodat er zo min mogelijk kans op storing is wanneer er gas-
ten zijn. Daarnaast moet de Imminkhoeve voldoen aan wet-
telijke bepalingen zoals het Legionellabeleid en de NEN3140;
de keuring voor elektra. Zeker het Legionellaprobleem is van
groot belang. Legionella heeft alles te maken met tempera-
tuur. Op de Imminkhoeve is het altijd overal lekker warm.
Daardoor koelen de koudwaterleidingen nooit af en blijven
ze op een dusdanige temperatuur dat ze een kweekvijver
worden voor legionella. Gezonde mensen die zelfstandig
“Wat hier gebeurt is niet standaard. De Imminkhoeve
is een innovatieve organisatie waar voortdurend
nieuwe dingen worden ontwikkeld. Er is iedere
keer weer wat anders. Dat maakt het werken op
de Imminkhoeve interessant”, vindt Rinus Heerink.
Als installateur bij Morrenhof-Jansen is hij de
vaste contactpersoon voor de Imminkhoeve.
Veel van het installatiewerk op de Imminkhoeve is maatwerk
Rinus Heerink
Installateur
Morrenhof-Jansen

102 103
Droomhuus
Naast het reguliere onderhoud, denkt Morrenhof-Jansen ook
mee met verbouwingen en nieuwbouwprojecten op de Im-
minkhoeve. “We doen hier dingen die we nog nooit eerder
gedaan hebben. Zo hebben we installatievoorzieningen in het
Droomhuus aangelegd. Dat was echt uniek, want een der-
gelijk project had Morrenhof-Jansen nog nooit eerder onder
handen gehad. Het Droomhuus is zelfs uniek in Europa en al
het installatiewerk is puur maatwerk. Ik vond het heel mooi
om op die manier samen iets tot stand te brengen.”
Gezellig
Als Rinus de Imminkhoeve in één zin moet beschrijven,
noemt hij de gezellige sfeer en de sociale functie. “Wanneer
je hier binnenkomt voel je direct de warmte en de gezellig-
heid. De Imminkhoeve heeft echt een sociale functie, zowel
wat haar gasten betreft, als voor de inwoners van Lemele.
Als opdrachtgever vond ik Bert altijd een prima kerel. Hij is
zakelijk heel correct en je kunt goede afspraken met hem
maken. Ik heb altijd bewondering voor hem gehad. Het is
niet gemakkelijk om directeur te zijn binnen een organisa-
tie die rond moet komen van giften, met een niet standaard
doelgroep aan gasten en een heleboel vrijwilligers. Ik neem
mijn petje voor hem af.”
wonen, douchen zich over het algemeen dagelijks en hebben
daar geen last van. Maar op een vakantiecentrum als dit zijn
er kranen die langdurig dicht blijven, zodat de bacterie volop
de tijd heeft om zich te vermenigvuldigen. Daarom hebben
we samen met de technische dienst op de Imminkhoeve een
controleschema opgesteld en worden de koudwaterleidingen
regelmatig gecontroleerd.”

105
De maaltijden die op de Imminkhoeve worden geserveerd zijn
eenvoudig en lekker. Geen liflafjes of scherpe sausjes, maar ge-
wone Hollandse pot. Het menu bestaat standaard uit een lekkere
soep, een stukje eerlijk vlees, twee soorten groente, twee soorten
aardappels en een toetje. Volgens Ria Erupley is er een groot ver-
schil met de maaltijden van twee decennia geleden. “In het begin
hielden we veel rekening met allerlei diëten; we serveerden des-
gewenst suikervrij, zoutarm, zoutloos of glutenvrij. Tegenwoordig
wordt daar veel minder op gelet. Onder het motto ‘het is maar een-
maal vakantie’, strepen de begeleidende verpleegkundigen steeds
meer dingen tegen elkaar weg. Neem bijvoorbeeld suikerpatiënten,
vroeger mochten ze geen korrel suiker, tegenwoordig kunnen ze
gewoon een gebakje eten want dat wordt later gewoon verrekend
met de broodmaaltijd of insulinespuit. Hoewel we met een beperkt
budget moeten werken, proberen we alles toch zo mooi mogelijk
op te maken, zelfs gemalen eten ziet er hier smakelijk uit.”
Chefkok
Na twintig jaar gewerkt te hebben als chefkok in een à la carte
restaurant, maakte Koen Veldhuizen zes jaar geleden de over-
stap naar de Imminkhoeve. Het voelde voor hem als een verade-
ming. Niet alleen omdat hij voorheen altijd in zijn eentje werkte
en soms voor honderd mensen tegelijk a la carte moest koken,
maar vooral vanwege de enthousiaste reacties van de gasten op
zijn maaltijden. “We krijgen ontzettend veel waardering voor ons
werk. De gasten geven ons complimenten en komen op de dag
van vertrek soms gewoon even langs in de keuken om ons te be-
danken.” Het werktempo op de Imminkhoeve was iets waaraan
Koen wel een beetje moest wennen. “Omdat je in een à la carte
Wat maakt een vakantie succesvol? Een mooie locatie én lekker
eten. Wanneer die twee zaken goed voor elkaar zijn, hoeft de
zon niet eens iedere dag te schijnen. Dus is het zaak dat je
als accommodatie de keuken goed voor elkaar hebt. En dat
heeft de Imminkhoeve. Koks Ria Erupley en Koen Veldhuizen
leggen de gasten in de culinaire watten en zorgen ervoor dat
het ze op gebied van eten en drinken aan niets ontbreekt.
Werken op de Imminkhoeve is een feest
Koen Veldhuizen Kok
Ria Erupley
Medewerkster Keuken

106 107
Veranderingen
Ria werkt al bijna dertig jaar op de Imminkhoeve. In die tijd
heeft ze veel zien veranderen. “Ik ben zelf geen kok, maar heb
hier jarenlang gekookt. In het begin werd ik daarbij geholpen
door vrijwilligers. Toen zes jaar geleden de hygiënecode werd
aangescherpt, werd ook wettelijk bepaald dat er een gediplo-
meerde kok in de keuken moest komen. Dus toen kwam Koen
en werd hoofd van de keuken. Daardoor is het werk nu anders,
maar het is niet zo dat ik alleen nog maar aardappelen hoef te
schillen. We overleggen veel met elkaar, ook wat betreft het
samenstellen van de menu’s.
Seizoenen
Op de Imminkhoeve wordt gewerkt met een standaardme-
nu, waarbij wordt ingespeeld op de seizoenen. “Op die ma-
nier kan je gemakkelijker inkopen en voorbereiden”, vindt
Ria. “Het is misschien wat minder creatief, maar de mees-
te gasten zijn hier maar een week en in die week krijgen
ze dagelijks een ander menu. Blijven ze langer, dan passen
we dat aan, zodat ze toch iedere dag iets anders krijgen
voorgeschoteld.”
Volgens Koen is het aanbod van de groothandels voor wat be-
treft de instellingskeuken in de laatste jaren een stuk diverser
geworden. “Vijf jaar geleden had je drie soorten toetjes, nu is
er een overvloed. Leveranciers gaan echt mee met de tijd. Ser-
veerden we vroeger boontjes gewoon als boontjes, tegenwoor-
dig kunnen we wortels of boontjes met een strikje van spek
serveren. Het lijkt wel à la carte.”
restaurant nooit weet wat gasten gaan bestellen, bereidde ik al-
tijd weinig voor en moest ik op het moment dat er besteld werd
als een gek in de weer gaan om het eten binnen een acceptabele
tijd op tafel te kunnen zetten. Hier was het precies andersom, er
wordt veel voorbereid en wanneer het eten klaar is, wordt het
in een etenskar gezet en rustig uitgeserveerd. In het begin wist
ik gewoon niet wat me overkwam. Twintig jaar had ik in mijn
eentje op de toppen van mijn kunnen gewerkt en was een echte
stresskip aan het worden. Op de Imminkhoeve leerde ik weer dat
koken vooral heel leuk is.”

108 109
Feest
Hoewel de keukenmedewerkers dag in dag uit hun uiterste
best doen om de gasten te verwennen, hebben ze maar wei-
nig contact met de doelgroep. “Je loopt wel door de zaal en
je helpt eventueel het eten uitserveren, maar verder dan een
groet gaat het contact niet. Wij hebben vooral te maken met
de vrijwilligers die het eten op komen halen voor hun groep”,
vertelt Koen. “Het is ontzettend gezellig in de keuken. We
werken met vier vaste krachten, in de zomer aangevuld met
vakantiekrachten die komen afwassen.” Wanneer er in de win-
ter minder of soms zelfs geen gasten zijn, steken we onze
handen op een heel andere manier uit de mouwen. “In de
zomer maken we de keuken dagelijks schoon en geven hem
iedere zaterdag een grote beurt. Maar in de winter gaan we
daarmee nog veel verder. Dan ontdooien we de diepvries en
halen alles van de kant. Ook maken we dan een nieuw menu
voor het komende jaar”, zegt Ria. “Als we daarmee klaar zijn,
helpen we de technische dienst met allerlei hand- en span-
diensten, zoals het controleren van de lampen of het schilde-
ren van de kozijnen. Er is altijd wel wat te doen. Het is dan
ook tijd voor vakantie. Omdat we in de zomer ontzettend veel
overuren maken, nemen we die in de winter op.” Koen knikt.
“Het werken op de Imminkhoeve is in geen enkel opzicht te
vergelijken met het werken in een à la carte restaurant. Vroe-
ger wist ik niet wat de dag zou brengen, hier weet je al een
jaar van tevoren wat je op welke dag gaat koken. Ik vind dat
prettig. Bert zegt altijd: ‘het is een feest om op de Immink-
hoeve te werken’ en daar ben ik het voor de volle honderd
procent mee eens.”

111
TCR is een echt familiebedrijf. Kleinzoon Bas Roesscher is de
derde generatie die aan het stuurwiel draait. Het bedrijf met
vestigingen in Dalfsen, Raalte, Deventer, Zutphen, Hardenberg
en Ommen, heeft zich volledig gespecialiseerd in het vervoer
van mensen met een beperking. Een volgens eigenaar Bas Roes-
scher logisch vervolg op het leerlingen- en ziekenhuisvervoer
dat het bedrijf al enige jaren voor haar rekening nam. Inmid-
dels rijden er zo’n 350 voertuigen van het bedrijf door ons land,
variërend van rolstoelbussen met een lift tot en met luxe auto’s
en limousines. “Om de rolstoelbus rendabel te krijgen zijn we
destijds zelf begonnen met het organiseren van dagjes uit voor
mindervaliden, waar-
bij onze bedrijfslei-
der Jan Marsman dan
optrad als reisleider”,
vertelt Bas. “Hij was
jarenlang vrijwilliger
bij de Imminkhoeve
en wist dat ze van
daaruit regelmatig
dagjes uit organi-
seerden. Daarbij
gaat het vooral om
dagtripjes naar de
markt in Ommen of
een museum hier in
de buurt, het Noor-
derdierenpark of
een kerstmarkt.”
Of het nu gaat om de reis van en naar Lemele of een dagje
dierentuin of een bezoekje aan de kerstmarkt in Münster,
dankzij TCR Vervoer worden de gasten van de Imminkhoeve
keurig op de afgesproken tijden gehaald en gebracht.
TCR Vervoer denkt mee met de klant

112 113
zijn dan alleen maar een vervoersbedrijf van A naar B. Dus zor-
gen we dat de bus ruim een half uur van tevoren aanwezig is,
zodat mensen rustig kunnen instappen. Bij het inplannen van
koffiepauzes in restaurants, zorgen we ervoor dat we locaties
kiezen die voorzien zijn van mindervalidentoiletten en die ook
voor de rest goed rolstoeltoegankelijk zijn.”
Samenwerking
TCR denkt ook mee over de in-
vulling van de dagtochten. De
ervaring van de afgelopen de-
cennia heeft een compleet boek-
werk opgeleverd met daarin 84
compleet verzorgde dagtochten.
“De productontwikkelaars op ons
kantoor bieden ieder jaar nieuwe
producten aan en evalueren deze
aan het eind van het seizoen
met de klanten. De groei in onze
dagtochten hebben wij voor een
groot deel te danken aan de Im-
minkhoeve. Dankzij hen hebben we hiermee heel veel er-
varing opgedaan. Wij hebben een hele speciale band met de
organisatie opgebouwd waarin het gaat om vertrouwen. We
hebben geen contracten afgesloten met elkaar. In principe
kunnen zij morgen gewoon stoppen, maar er is in de loop
der jaren zo’n prettige open samenwerking ontstaan, dat we
precies weten wat we aan elkaar hebben en dat is zeker in de
tegenwoordige tijd goud waard.”
Service
Alles kan bij TCR. Wanneer de klant een ritje bestelt en door-
geeft hoeveel personen en hoeveel rolstoelen er mee gaan,
staat TCR er op tijd met een goed ingerichte bus en vakkundige
chauffeurs. Het bedrijf doet ook alweer bijna tien jaar zaken
met de Zonnebloem. “Zij organiseren jaarlijks een flink aantal
vakantieweken op de Imminkhoeve. De gasten komen overal
uit heel Nederland naar Lemele. Voor dat vervoer zorgen wij.
Iedere maandag halen we een groep gasten ergens vandaan,
iedere donderdag gaan we een dagje met ze uit en iedere za-
terdag brengen wij ze weer naar huis. Wij proberen meer te

115
Groentechniek leren uit de boeken, dat is een onmogelijke
opgave, vindt de docent. Dus pleitte hij voor zoveel mogelijk
praktijkuren in de tuin van het Vechtdal College. “Leren uit een
boekje hoe je moet snoeien is veel te abstract voor de meeste
leerlingen. Maar doen ze het in de praktijk, dan zullen ze dat
veel beter onthouden”, is Klein van mening. “Helaas is de tuin
bij school veel te klein, zeker als je daar regelmatig met vijf
klassen in werkt dan valt er op den duur weinig meer te snoei-
en en te maaien. Naar aanleiding van de snuffelstages die onze
leerlingen onder andere hadden bij de Imminkhoeve, kwam ik
op het idee om de praktijklessen buiten school te geven.”
Extraatjes
Hij legde zijn idee voor aan Ard Pouw, de technische man van
de Imminkhoeve. Samen besloten ze een proef te starten op
de Ommer locatie ’t Laarhuus. Dat beviel van weerskanten zo
goed, dat werd besloten die situatie te continueren. Vorige week
donderdag werd hiervoor door beide partijen een convenant on-
dertekend. Pouw is minstens zo enthousiast als de school. “Het
scheelt ons enorm veel tijd en werk. Voorheen moest ik alles zelf
Dat het Vechtdal College kampt met ruimtegebrek is
geen geheim. Groen-docent Berend Klein maakte van de
nood een deugd en geeft nu een aantal van zijn lesuren
op ’t Laarhuus, de Ommer locatie van de Imminkhoeve.
“Een echte win-win-situatie”, vindt de leraar.
Leerlingen Vechtdal College onderhouden tuin ’t LaarhuusMaarten ten Brinke: ‘Als ik nu een proefwerk krijg over snoeien, weet ik precies wat ik moet antwoorden’

116 117
Door de vaardigheden die de leerlingen hier op doen, zullen
ze het straks gemakkelijker hebben op het MBO. En zelfs als
ze niet de groene kant op gaan, zullen ze er later, wanneer ze
ooit zelf een huis met een tuin gaan kopen of huren, heel veel
profijt van hebben.”
Praktijk
De leerlingen zelf lijken veel plezier te beleven aan het tuin-
werk. Ze zijn in kleine groepjes rustig bezig met wieden, maai-
en, snoeien en vegen, ondertussen gadegeslagen door de gas-
ten van ’t Laarhuus. Leerling Kevin Heerink weet door deze
lessen één ding zeker. “Ik wil dit niet mijn hele leven gaan
doen en heb eigenlijk verkeerd gekozen. Het is maar goed dat
ik dat nu al zie en niet pas als ik op het MBO zit”, vindt hij.
Maarten ten Brinke is fanatiek bezig de singel te fatsoeneren
en heeft nauwelijks tijd om even te praten. “Ik vind dit veel
doen en was ik al blij dat ik de boel een beetje kon onderhouden.
Doordat er nu wekelijks een groep leerlingen komt, kunnen we
naast onderhoud zelfs wat extra’s doen, zoals bepaalde delen
opnieuw aanleggen of het straatwerk vervangen.”
Samenwerken
Dat soort werkzaamheden zijn een buitenkans voor de leerlin-
gen, vindt leraar Klein. “Tuinaanleg is een van de onderdelen
van de lessen, het is geweldig als de leerlingen hun ontwerp in
de praktijk ook echt kunnen uitvoeren. Hetzelfde geldt voor be-
straten. Je kunt dat wel voordoen op een paar vierkante meter,
maar dat is voor de leerlingen toch een heel andere ervaring
dan het straten van een echt terras of een parkeerplaats. Sa-
menwerkend leren in de praktijk is een ideale opzet voor het
competentiegerichte leren dat ze op het MBO moeten doen.

118 119
leuker dan in een lokaal zitten. Lekker een beetje buiten wer-
ken op je eigen houtje vind ik wel mooi. Ik denk ook dat ik het
veel beter onthoud. Als ik dit allemaal zou moeten leren uit
een boekje zou ik het niet kunnen onthouden voor een proef-
werk. Maar ik weet zeker dat, als ik hier nu vragen over krijg,
ik precies weet wat ik moet antwoorden.” De bakkerszoon was
lange tijd van plan om de zaak van zijn vader over te nemen,
maar is door deze lessen gaan twijfelen. “Het bakkersvak is
leuk, maar ik vind Groen toch ook wel heel mooi. Ik weet nog
niet wat ik ga kiezen.” Jori Dommerholt roemt de variatie in de
lessen. “Op school doe je elke keer de vaste dingen, hier is het
steeds weer iets anders. De dingen die ik hier leer, breng ik in
de tuin van mijn oma in de praktijk. Ik ga later zeker iets met
bos en natuur doen.”
De Imminkhoeve is
heel blij met de komst
van de leerlingen. “De
Imminkhoeve is een
stichting en draait ge-
heel op giften. Tuin-
onderhoud is één van
de dingen die we niet
kunnen betalen”, zegt
Pouw. “We hebben er
nu in één klap een heel leger van vrijwilligers bij. Onze gasten
vinden het ook prachtig, al die jongeren die zo druk bezig zijn.
Ze komen graag even kijken en een praatje maken met de
leerlingen. Dat is toch mooi.”

121
Via Tweede Kamerlid en toenmalig penningmeester Berry Es-
selink kwam Wolter in aanraking met de Imminkhoeve. “Hij
wist dat ik in net in de VUT zat en vroeg me of ik niet wat
voelde voor een bestuursfunctie van de Imminkhoeve. Ik heb
altijd bestuurswerk gedaan en wilde daarmee ook na mijn pen-
sionering doorgaan omdat het een goede manier is om in de
maatschappij te blijven staan. De Imminkhoeve sprak mij aan
omdat ik het een mooi idee vond om iets te kunnen doen voor
mensen die het moeilijk hebben vanwege hun beperking”, ver-
telt hij. “Wat mij het allereerste opviel toen ik hier binnen-
stapte, was de gezellige sfeer. Die heeft ervoor gezorgd dat de
Imminkhoeve geliefd is bij de gasten en volledig is ingebed in
Lemele. Bijna iedereen die er woont heeft wel een bepaalde
band met de Imminkhoeve en wie dat niet heeft, ziet in elk ge-
val wel bijna dagelijks de gasten wandelen die in rolstoelen en
soms zelfs op bedden door Lemele worden verplaatst.”
Spannend
Ook de sfeer binnen het bestuur heeft hij altijd als goed erva-
ren, hoewel er in de beginperiode wel wat spanningen hingen.
“Men was bezig een nieuwe locatie te kopen. Na lang wikken en
wegen viel de keuze op het voormalige Larcompand naast het
station in Ommen. Een mooi pand op een praktische locatie,
waar echter heel veel aan moest gebeuren voor er gasten in ont-
vangen konden worden. Het zou een miljoenenproject worden.
Met name voorzitter Hans de Boer had er grote twijfels over of
het financieel wel haalbaar zou zijn. Het grootste deel van het
bestuur zag het wel zitten. Natuurlijk zou het spannend worden
of er genoeg animo zou zijn voor deze locatie, maar voor de rest
Toen hij in 1992 aantrad als bestuurslid, viel Wolter Smidt
met zijn neus in de boter. Om de groei te bevorderen, had
de stichting kort daarvoor besloten dat er uitgebreid moest
worden richting Ommen. Na het bestuderen van enkele
locaties, kwam het voormalige pand van de Larcom naast
het station van Ommen in aanmerking. Het plan zou in de
miljoenen lopen en dat zag niet iedereen in het bestuur
direct helemaal zitten. Het waren spannende tijden.
‘ De Imminkhoeve is geliefd bij gasten en inwoners van Lemele’
Wolter Smidt
Voormalig
voorzitter

122 123
Vooruitstrevend
Het kwam goed. Na een turbulente verbouwingsperiode en een
spetterende opening, liep ‘t Laarhuus al snel vol. Een prestatie
die volgens Wolter mede te danken is aan de niet aflatende
inzet van Bert Duerink. “Het sterke punt van Bert is dat hij
heel vooruitstrevend is. Hij gaat niet alleen mee met de tijd,
maar loopt het liefst voorop. De Imminkhoeve is ooit begon-
nen als kampeerboerderij, maar de maatschappij werd steeds
luxer en veeleisender en daar wilde Bert in meegaan. Want hij
zag men vooral de voordelen. De afstand tussen Lemele en Om-
men was aantrekkelijk voor het beheer en bestuur en doordat
de Imminkhoeve midden in de natuur ligt en ‘t Laarhuus veel
meer is gericht op een stad, zouden we twee totaal verschil-
lende bestemmingen hebben, met dezelfde sfeer en service. Dat
moest toch aantrekkelijk zijn voor onze vaste- en nieuwe klan-
ten. Toen er na lang wikken en wegen uiteindelijk over gestemd
werd en de meerderheid ervoor was, zijn we er helemaal voor
gegaan, dat geldt ook voor Hans de Boer.”

124 125
Draagvlak
Na het overlijden van Hans de Boer, werd Wolter voorzitter. Een
functie die hij vol verve bekleedde en waarvan hij oprecht ge-
noot. “Je geeft niet alleen leiding aan het bestuur, maar je bent
ook het aanspreekpunt naar buiten toe, de vertegenwoordiger
van de Imminkhoeve. Wat mij in die rol opviel, was dat er een
heleboel steun en medeleven is vanuit de maatschappij. Het ge-
beurde nogal eens dat de Imminkhoeve iets aangeboden kreeg.
Allerlei groepen hielden acties om geld in te zamelen en diaco-
nieën van kerken steunden ons. Wij hadden altijd wel een goede
bestemming voor het geld. We kochten daarvan steeds dingen
die extra waren en die iets toevoegden voor onze gasten.”
Prins Willem Alexander
De meest bijzondere herinnering heeft Wolter aan het bezoek van
Prins Willem Alexander. “Hij kwam vanwege het 100-jarig bestaan
van de Johanniter Orde, waarvan hij beschermheer is. De Johan-
niters logeerden regelmatig met een groep op de Imminkhoeve
en vierden er ook hun jubileum. De prins kwam per helikopter.
Dat was wat. Het grappigste van die dag vond ik de reactie van
een paar dames die druk aan het sjoelen waren. De Prins liep
rond en maakte met iedereen een praatje en iedereen wilde hem
maar wat graag te woord staan, behalve dat groepje dames. ‘Wat
moet die man toch, wij willen niet gestoord worden, want we zijn
aan het sjoelen’, mopperden ze. Dat vond ik het allermooiste. Dat
onze gasten zo genieten dat ze zelfs door een prins niet gestoord
willen worden”, lacht Wolter. “In 2005 heb ik afscheid genomen
van het bestuur, maar ik denk nog altijd met plezier terug aan
mijn bijzondere periode bij de Imminkhoeve.”
vond dat als de gezonde burger meer luxe kreeg, de minder-
validen dit zeker verdienden. En dat gold voor hem niet alleen
voor de gehandicapten maar ook voor de verzorgers die met
hen meekomen. Daarin meegaan betekende dat er elk jaar
wel iets verbouwd moest worden. Dat kon de ene keer groots
zijn, zoals ‘t Laarhuus, de andere keer meer in de richting van
brandwerende deuren, speciale voorzieningen en aangepaste
nooduitgangen. Hij was altijd bezig met het in de gaten hou-
den van de concurrent, met het investeren, plannen maken en
kijken wat het eerste nodig is.”

126 127

129
Aty van den Berg was negentien toen ze haar diploma van de
middelbare school haalde. De toekomst stond voor haar open,
maar ze had er geen idee van over hoe ze die zou invullen. Dus
besloot ze eerst maar eens een zomer vrijwilligerswerk te gaan
doen in Lemele. “Ik woonde in Groningen en ging regelmatig
met mijn ouders op vakantie naar Lemele. Zodoende kende ik
de Imminkhoeve en wist ik dat ze daar altijd vrijwilligers nodig
hadden. Het was er een gezellige boel. Als vrijwilligers sliepen
we met ons allen in het huis tegenover de Imminkhoeve, in
de woning waar Bert Duerink later is gaan wonen. Met elkaar
zorgden we ervoor dat alle op rolletjes liep. Of het nu ging
om schoonmaakwerk, tuinonderhoud, koken of afwassen, wij
draaiden onze hand er niet voor om.”
Dubbelleven
Na die eerste zomer kreeg Aty een baantje als boekhouder in
Groningen, maar ze bleef verbonden met de Imminkhoeve. “Ik
leidde echt een dubbelleven. Door de week werkte ik in Groningen
en in de weekends was ik in Lemele. Ik vond het in Lemele veel
leuker dan in Groningen, dus toen er hier een vacature kwam,
heb ik gesolliciteerd. Er werden hier toen nog zogenaamde Open
Weken georganiseerd. Dan kwamen er geen groepen, maar kon-
den mensen particulier een vakantie boeken. Zij brachten geen
begeleiders mee, dus moesten wij ook echt mensen verzorgen.
Het was hard werken, maar gelukkig kregen we veel hulp uit
allerlei onverwachte hoeken. Zo kwam er in die beginperiode ie-
dere zaterdagochtend een ploeg schoonmakers uit Woerden om
hier de boel schoon te maken. Dat hadden we te danken aan me-
neer Boerendans, de toenmalige beheerder. Hij was afkomstig uit
Als vrijwilligster van het eerste uur hield Aty van den Berg
niet alleen een baan, maar ook de liefde van haar leven
over aan de Imminkhoeve. Werken doet ze inmiddels
allang ergens anders, maar de liefde is gebleven en
daarom speelt de Imminkhoeve nog altijd een rol in haar
leven. “Ik borduur nu een merklap over mijn leven en
daarop komen ook de slaapzalen van de Imminkhoeve
te staan. Want daar is het allemaal begonnen.”
Op de Imminkhoeve vond Aty de liefde van haar leven
Aty van den Berg
Vrijwilligster
en voormalig
medewerkster

130 131
Woerden en had leden van zijn sportvereniging warm gemaakt
voor de Imminkhoeve. We maakten gemakkelijk zestien uur op
een dag. In de vroege dienst werkte je vanaf zeven uur ’s och-
tends tot na het avondeten en de afwas. De late dienst begon
om elf uur en werkte door tot de groep naar bed ging. Omdat we
zoveel uren maakten, voelden we ons helemaal thuis. ’s Avonds
als we late dienst hadden, zetten we achter de bar een grote teil
neer om onze voeten te weken en dan schonken we tussendoor
gewoon drankjes voor de bezoekers.”
De banden tussen de vrijwilligers en de medewerkers die ge-
smeed werden op de Imminkhoeve waren hecht. Er ontstonden
niet alleen vriendschappen, maar ook liefdes. “Mijn man en ik
zijn het eerste Imminkhoeve-setje, maar er zijn zeker nog een
stuk of drie andere stelletjes uit voortgekomen. Toen hij hier
kwam werken, vond ik hem direct leuk. Niet veel later kregen we
verkering en zijn we getrouwd. In de eerste jaren van ons huwe-
lijk bleven we op de Imminkhoeve werken. Dat was een gewel-
dige tijd. We deden alles met ons vieren, met Bert, Sientje, mijn
man en ik, met hulp van de vrijwilligers die erbij kwamen. In de
zomer werkten we soms wel veertien dagen onafgebroken achter
elkaar. In de winter hadden we het wat rustiger, dan waren we
druk met de boel opknappen. De Imminkhoeve was toen niet te
vergelijken met nu. Er waren twee grote slaapzalen met beton
op de vloer en er was nog geen verwarming. Het eerste grote
project was het aanpassen van de keuken, maar ik kan me ook
nog goed herinneren dat de Schaapskooi gesloopt en opnieuw
opgebouwd werd. Dat deden we allemaal zelf. De mannen deden
het sloopwerk en de vrouwen zorgden voor de catering.”

132 133
Na een kleine twee jaar namen Aty en haar man afscheid
van de Imminkhoeve. Al hadden ze het er naar hun zin, als
pasgetrouwd stel wilden ze graag een gezin stichten en wat
meer regelmaat in hun leven brengen. “We zijn toen verhuisd
naar Zwolle en daar wonen en werken we nog steeds. Maar de
vriendschap tussen Bert en Sientje bleef. De Imminkhoeve en
ook Lemele voelen nog altijd heel vertrouwd. We komen re-
gelmatig op bezoek en hebben alle verbouwingen van dichtbij
meegemaakt. We passen ook regelmatig op het huis van Bert
en Sientje als zij met vakantie gaan.”
De laatste tien jaar komt
Aty ook regelmatig als
gast op de Imminkhoeve.
“De Interkerkelijke Werk-
groep Recreatie voor ge-
handicapten uit Zwolle
boekten hier jaarlijks
een weekje vakantie.
Samen met mijn kinde-
ren ga ik dan mee als
vrijwilliger en dat vin-
den we alle drie gewel-
dig. De Imminkhoeve
betekent veel voor mij.
Als ik hier binnenkom
dan heb ik altijd zo-
iets van: hè, hè, we
zijn weer thuis.

135
Een geweldige tijd, vindt hij nog altijd. “Ik studeerde fysische
geografie en had lange vakanties. Ik vond dat ik daarvan best
een paar weken kon opofferen om op vrijwillige basis iets voor
anderen te doen”, vertelt hij. Ad gaf zich daarom op bij de Vrij-
willigerscentrale in Amsterdam en kwam op die manier terecht
in Lemele. “Het was een totaal nieuwe wereld voor mij. Ik had
nog nooit eerder iets met gehandicapten te maken gehad en
wat ik daar allemaal zag maakte enorm veel indruk. Ik vond het
heel interessant om met hen te praten over de manier waarop
zij hun leven leefden. Daarnaast hadden we het als vrijwilligers
onderling ook heel gezellig. We waren allemaal ongeveer even
oud en zaten allemaal in dezelfde levensfase. Tot een uur of elf
’s avonds waren we druk met de gasten en daarna waren we
nog tot twee uur ’s nachts bezig met elkaar. De ene keer race-
ten we met rolstoelen over de gangen, de andere keer hielden
we diepzinnige gesprekken. Geweldig.”
Rode oortjes
De vrijwilligers sliepen aan de overkant van de weg op matrassen
in de schuur bij de moeder van Bert Duerink. “Mannen en vrou-
wen lagen gewoon bij elkaar. Je kan je dus wel voorstellen dat zich
daar af en toe dingen afspeelden waar moeder Duerink als ze het
had geweten, rode oortjes van zou krijgen”, lacht hij. “Er zijn daar
liefdes voor het leven begonnen, maar er speelden zich uiteraard
ook veel kortstondige avontuurtjes af. Ik heb er zelf indirect ook
mijn vrouw aan overgehouden, al is zij persoonlijk nooit op de
Imminkhoeve geweest. Er waren namelijk nog meer studenten
uit Amsterdam, jongens met wie ik na de vakantie bevriend bleef
en dat zelfs nu nog altijd ben. Eén van hen, Hans Drieman, zat
Al deed hij er relatief gezien maar een korte periode
vrijwilligerswerk, de Imminkhoeve heeft toch een
belangrijke rol gespeeld in het leven van Ad van Dijk.
Hij deed er een stuk levenservaring op en smeedde er
vriendschappen voor het leven. Als 20-jarige student kwam
hij in 1978 en 1979 tijdens de zomermaanden en in de
kerstvakanties vanuit Amsterdam naar Lemele om er samen
met een grote groep leeftijdsgenoten voor te zorgen dat
het de gasten van de Imminkhoeve aan niets ontbrak.
Vrienden voor het leven dankzij de Imminkhoeve
Ad van Dijk
Voormalig vrijwilliger

136 137
hij heel anders was dan hij eruit zag, trokken we veel met hem op.
Hij vond het helemaal te gek om mee te doen met een stel van die
maffe studenten. Ook na de vakantie hielden we contact. Ik woon-
de toen nog bij mijn ouders in Zaandam en daar heeft hij vaak ge-
logeerd. Toen ik later naar Zwolle verhuisde kwam hij regelmatig
in zijn elektrische rolstoel vanuit Epe naar Zwolle gereden en dan
gingen we met een stel vrienden naar popcentrum Hedon. Gewel-
dig vond hij dat. Hij had ook een tijdlang verkering met Geesje,
een gehandicapt meisje. Toen haar zus ging trouwen, werden mijn
vrienden en ik uitgenodigd om als begeleiders van Kees en Geesje
mee te gaan naar het feest en hen tijdens die dag te verzorgen.
Dat was wel een bijzondere ervaring. Hoe het nu met Kees is, weet
ik niet, want helaas is het contact later verwaterd.”
op volksdansen en kon daar enthousiast over vertellen. Eenmaal
terug in Amsterdam gingen Johan, Ton en ik met hem mee naar
de volksdansclub en daar heb ik toen mijn vrouw ontmoet.”
Verser dan vers
Niet alleen de vriendschappen waren leuk, ook de werkzaamhe-
den bevielen Ad. De ene dag liep hij achter een rolstoel op de
markt in Ommen, terwijl hij de dag erop de groentetuin moest
schoffelen of eten koken voor tachtig man. “Ze hadden toen nog
een groentetuin. Wanneer we keukendienst hadden, moesten
we ’s ochtends bijvoorbeeld bonen plukken en schoonmaken en
’s middags tachtig slavinken bakken. Dat lag dan ’s avonds bij
de gasten op het bord. Verser kon bijna niet. Kom daar tegen-
woordig nog maar eens om met al die hygiënische normen. De
uitstapjes waren ook leuk. Rolstoelbusjes hadden ze toen nog
niet, dus wanneer de gasten naar de markt wilden, werden er
bestelbusjes gehuurd en tilden wij met twee man de mensen ge-
woon met rolstoel en al achter in de bus, zetten ze op de hand-
rem en hup, daar reden we naar de markt in Ommen of naar
de dierentuin in Emmen. En als er geen vervoer was, liepen we
gewoon met een aantal rolstoelen vanuit Lemele naar Ommen
om even met de gasten te gaan winkelen.”
Maffe studenten
De meest bijzondere herinnering bewaart Ad aan Kees van Leest,
een spastische leeftijdgenoot die met een groep op vakantie
kwam. “Ik had nog nooit zoiets gezien. Kees was heel spastisch
en praatte heel moeilijk, maar was heel intelligent. Hij zat als het
ware gevangen in zijn lichaam. Toen wij eenmaal doorhadden dat

138 139
Rode draad
In zijn latere leven bleef de Imminkhoeve altijd een beschei-
den rol op de achtergrond spelen. Zo kwam hij in zijn func-
tie als leraar op de opleiding Toerisme op een Zwolse MBO-
school, opnieuw in aanraking met de Imminkhoeve toen een
van zijn studenten daar stage ging lopen. “De bewuste stu-
dente was Andrea Hallink. De stage beviel haar zo goed, dat
ze er altijd is blijven hangen. Ze werkt er zelfs nog steeds. En
toen ik later naar Doetinchem verhuisde kwam ik daar de zus
van Gerdien, een van de Imminkhoeve-collega’s tegen. Ook
de vrienden die ik heb opgedaan in die tijd, zie ik nog steeds.
Zoals bijvoorbeeld Eddy en Aty van den Berg. Zij waren één
van de eerste ‘Imminkhoeve-stelletjes’. Onlangs zijn we nog
met hen uit eten geweest om hun drieendertigste trouwdag
te vieren. Op zo’n avond gaat het gesprek natuurlijk altijd wel
even over de Imminkhoeve.”
Succes
Desondanks is hij er maar eenmaal terug geweest en dat was
tijdens het vijfentwintig jarig bestaan van de Imminkhoeve.
“Ik vond het leuk om te zien hoe de Imminkhoeve is uitge-
groeid tot een vakantiecentrum van formaat. Het verbaast me
trouwens niet dat het een dergelijk succes is geworden. Bert
had het in de vingers om mensen enthousiast te krijgen en
sponsoren aan zich te binden. Er zijn altijd allerlei clubs en
verenigingen geweest die geld inzamelden voor de Immink-
hoeve en Bert toonde zich destijds al als een man met visie.
Wat dat betreft zat het er in die wilde begintijd al in dat het
ooit een succes zou worden.”

141
Zowel voor de deelnemers als voor de vrijwilligers is de jaar-
lijkse PKN-vakantie een groot feest. De groep telt een vaste kern
van vakantiegangers en vrijwilligers, maar er zijn ook ieder jaar
nieuwe gezichten bij. Ruim veertig jaar geleden werd de eerste
vakantieweek georganiseerd door een speciaal daarvoor opge-
richte Interkerkelijke Werkgroep uit Apeldoorn. Inmiddels is het
werk overgenomen door de Centrale Diaconie in Apeldoorn en
zijn het niet langer alleen maar gehandicapten meer die mee-
gaan, maar voornamelijk ouderen met een lichte handicap, die
niet zelfstandig op vakantie kunnen.
Bezuinigen
De organisatie en begeleiding van de vakanties is in handen van
een groep enthousiaste vrijwilligers. Bea Bouwman, Jan Reerds en
Jannie Roggeband vormen samen met een heel leger van vrijwil-
ligers de werkgroep Diaconale Vakantieweek Apeldoorn en heb-
ben inmiddels twintig jaar ervaring opgebouwd in het organiseren
van onvergetelijke vakanties. “In de beginperiode gingen we ieder
jaar met zeventig gasten plus de nodige vrijwilligers naar de Blije
Werelt in Lunteren”, vertelt Jannie. “De vakantieweken worden
grotendeels bekostigd door de diaconie. Er moest wel een eigen
bijdrage betaald worden, maar wanneer mensen dat niet konden
opbrengen, kregen ze korting van de diaconie. De vakanties waren
een groot succes, maar erg duur. Op een gegeven moment moest
er bezuinigd worden. Daarom hebben we gekozen voor een klei-
nere groep en een andere locatie. Zodoende komen we nu alweer
jarenlang iedere zomer een weekje met een groep van achten-
twintig gasten en negentien vrijwilligers op de Imminkhoeve. Het
eerste jaar was het even wennen, maar we merkten al snel dat
Met speurtochten, volksdansen, verkleedpartijen en een
bonte avond, ademen de vakantieweken van de PKN
Kerken in Apeldoorn de sfeer van de jeugdkampen van
weleer. Maar het recept smaakt nog steeds uitstekend,
want er is nog altijd een wachtlijst voor deze vakanties
die worden gehouden op de Imminkhoeve.
“De vakantiegroep voelt als één grote familie”
Het team van
Centrale Diaconie
Apeldoorn

142 143
per dag met elkaar op en vormt als het ware een grote familie”,
vertelt Jannie. “Mensen leven met elkaar mee en storten soms
echt hun hart bij ons of bij elkaar uit. Daar wordt echt tijd voor
gemaakt, want het persoonlijke contact is uiteindelijk ons be-
langrijkste doel.”
Echte vakantie
Iedere dag maken
de vakantiegangers
hun eigen journaal,
waarin ze opschrij-
ven wat er de dag
ervoor allemaal is
gebeurd. Na afloop
van de vakantie
worden alle jour-
naals gebundeld en opgenomen in de vakantiekrant die de deel-
nemers krijgen tijdens de reünie die ieder jaar in september ge-
houden wordt. In die krant worden volgens Jan ook de nodige
loftuigingen aan het adres van de medewerkers van de Immink-
hoeve opgenomen. “De Imminkhoeve is een heel professioneel
vakantiecentrum, waar service in een hoog vaandel staat”, vindt
hij. “De medewerkers doen alles wat er in hun vermogen ligt om
hun gasten de vakantie van hun leven te bezorgen. We worden
ieder jaar heel gastvrij ontvangen en het leuke is dat ze ons ook
echt kennen en herkennen. Zelfs directeur Bert Duerink laat re-
gelmatig zijn gezicht zien. Kortom, we werken enorm prettig sa-
men. We komen hier nu vanaf 2001 en wat ons betreft blijft dit
zo. Want vakantie op Imminkhoeve is echt vakantie.”
een kleinere groep eigenlijk veel persoonlijker en gezelliger is.”
De diaconale vakantieweek wordt steevast gehouden op locatie
’t Laarhuus. Een ideale plek dichtbij de bossen en op loopafstand
van het centrum van Ommen. “We komen op zaterdagmiddag
tegen een uur of half vier aan. Na een kopje thee beginnen we de
week met onze eerste avondmaaltijd en een kennismakingsspel.
Op de zondagochtend komen er een predikant en een muzikant
en houden we een echte kerkdienst, compleet met een collecte
waarvoor het doel wordt aangewezen door de vakantiegasten”,
vertelt Bea. “’s Middags wordt er gewandeld en ’s avonds is er
een optreden van een koor. De rest van de week wordt inge-
vuld met traditionele, maar nog altijd populaire aktiviteiten zoals
een bezoekje aan de markt of aan een museum, een speurtocht,
volksdansen, een hightea, bingo en een dia-avond. Iedere dag
worden twee van de drie dagdelen gevuld. De vrijdag houden we
een beautydag, dan kunnen mensen naar de kapsalon, beauty-
salon of nagelstudio en worden ze
piekfijn gemaakt voor het afslui-
tingsdiner en de Bonte Avond. Op
die avond worden de mensen die
10, 15, 20, 25, of 30 jaar meegaan
gehuldigd. Daarna treden de gas-
ten op. De één zingt een liedje, de
ander draagt een gedicht voor of
ze voeren kleine toneelstukjes uit.”
Persoonlijk contact
Hoewel het een dolle boel kan zijn, is er ook tijd voor een serieus
gesprek en aandacht voor elkaar. “Je trekt een week lang 24 uur

145
Vanaf het moment dat Vincent als verzekeringsadviseur kwam
werken bij Dommerholt en Ten Brinke in Hardenberg, heeft hij De
Imminkhoeve in portefeuille. Inmiddels kent hij alle ins en outs
van het bedrijf dat in de loop der jaren een warm plekje in zijn
hart heeft ingenomen. Het grote verschil met zijn andere klanten
zit hem volgens Vincent vooral in het feit dat de Imminkhoeve niet
commercieel is. “De Imminkhoeve is een stichting. Het gaat hen
niet om winst, maar om de mens. Ze bieden kwaliteit en dat straalt
door in alles, zowel in de locaties als in de medewerkers. Dat vind
ik positief”, zegt hij. “Ook inhoudelijk is het een interessante klant.
Het vakantiecentrum bestaat uit verschillende locaties en er wordt
gebruik gemaakt van veel hulpmiddelen. Een deel van de mede-
werkers is in dienst, daarnaast wordt er veel gewerkt met vrijwil-
ligers. Omdat hun doelgroep bestaat uit gehandicapten, verdient
bijvoorbeeld de aansprakelijkheid een belangrijke rol. Kortom, het
is qua verzekeren voor mij een hele mooie uitdaging om de zaken
goed voor hen te regelen.”
Ook op administratief gebied heeft de Imminkhoeve het volgens
Vincent goed voor elkaar. Wanneer hij bepaalde gegevens nodig
heeft, krijgt hij die meestal binnen een dag. Ook wordt hij steeds
betrokken bij allerlei nieuwbouwplannen. “Ze vragen ons altijd
al van tevoren waarmee ze rekening moeten houden op het ge-
bied brandveiligheid en inbraakpreventie. Toen bijvoorbeeld het
Droomhuus werd ingericht, hebben ze ons al in het beginstadium
van de plannen uitgenodigd om te komen kijken en mee te denken
over de mogelijke risico’s. Zo komen we later nooit voor verras-
singen te staan. Misschien is het wel dankzij de grote zorgvuldig-
heid van de Imminkhoeve dat er jaarlijks maar heel weinig claims
Natuurlijk zijn alle klanten hem even lief, maar
sommigen hebben wel een streepje voor. Wat
verzekeringsadviseur Vincent Koomen betreft is De
Imminkhoeve zo’n klant. De samenwerking met het
Lemeler vakantiecentrum verloopt uiterst soepel,
de complexiteit van de instelling en het persoonlijke
contact met de medewerkers is prettig.
Ronald Slamp
Eigenaar
Dommerholt
en Ten Brinke
Vincent Koomen
Verzekerings-
adviseur
Dommerholt
en Ten Brinke
“Persoonlijke aandacht en maatwerk hoog in het vaandel”

146 147
worden ingediend. Het gaat hooguit om een kleine schade of om
een zieke medewerker.”
De manier waarop de Imminkhoeve omgaat met klanten en mede-
werkers past bij die van Dommerholt en Ten Brinke, vinden Vincent
Koomen en eigenaar Ronald Slamp. Ook bij het Hardenbergse hy-
potheek- en assurantiekantoor zit de kracht in de korte lijnen en in
het verlenen van maatwerk. “Dommerholt en Ten Brinke bestaat al
sinds 1997. Zelf ben ik eigenaar vanaf 2009”, vertelt Ronald. “We
zijn begonnen als particulier georiënteerd kantoor, maar zijn in de
loop der jaren steeds meer gaan doen op de zakelijke markt. We
richten ons met name op het midden- en kleinbedrijf en regelen de
verzekeringszaken voor bedrijven met een personeelsbestand van
maximaal vijftig medewerkers. Wij nemen hen op dit gebied alle
zorg uit handen zodat zij hun aandacht kunnen richten op datgene
waar ze goed in zijn: ondernemen.”
Het personeelsbestand van Dommerholt en Ten Brinke bestaat
uit drieëntwintig personen. Samen bedienen ze zo’n negen-
duizend klanten verspreid over de driehoek Zwolle, Emmen,
Almelo. Klanten die ze in de meeste gevallen ook persoonlijk
kennen. “We doen in verzekeringen en hypotheken, maar ge-
ven ook pensioen- en zakelijk advies. Daarnaast hebben we
met onze Regiobank een echte bankfunctie. Ons klantenbe-
stand is groot. De menselijke maat vinden wij belangrijk en wij
streven ernaar zoveel mogelijk op de hoogte te blijven van wat
er speelt bij onze klanten. Op de schaal waarop we nu werken,
kunnen we op een uitstekende wijze persoonlijk contact, ser-
vice en kwaliteit bieden. En dat is precies waar het ons uitein-
delijk om gaat.”

149
Na jarenlang functies te hebben gehad bij grote organisaties,
waar alles om resultaat en targets draaide, zei Ron Koop-
meiners in 2008 zijn toenmalige baan op en werd eigenaar
van een restaurant in Oosterhesselen, waar hij voornamelijk
achter de schermen werkte. Begin 2012 heeft hij het res-
taurant vaarwel gezegd en is vol overgave begonnen op de
Imminkhoeve als directeur.” Binnen de Imminkhoeve kan ik
alle ervaring die ik heb opgedaan binnen het toerisme en het
werken met vrijwilligers en mensen met een handicap bun-
delen. Het is voor mij een verademing om eindelijk eens te
kunnen werken in een instelling zonder winstoogmerk. Na-
tuurlijk moet je ook hier zorgen dat het vol komt, maar het
legt toch een andere druk op je dan het alsmaar targets te
moeten halen. Targets die vaak ten koste gaan van kwaliteit
en gastvrijheid.”
Gehandicaptensport
Ervaring in de recreatiesector deed hij op binnen grote vakan-
tieparken, de wereld van mensen met een beperking leerde
hij kennen door stichting Eurochamp. Deze stichting hield
zich bezig met het organiseren van sportevenementen voor
gehandicapten in Noord-Nederland. Vanuit Centerparcs en in
2006 nog op Hof van Saksen was Koopmeiners verantwoor-
delijk voor de huisvesting van de deelnemers aan de Open
Kampioenschappen en het WK Atletiek voor gehandicapten.
Dat vond hij fantastisch om te doen. “Je leerde daar heel veel
van. Niet alleen rond de behoeften van minder validen op het
gebied van deurbreedtes en drempels, maar ook in het om-
gaan met vrijwilligers.”
Na veertig jaar Imminkhoeve neemt directeur Bert
Duerink afscheid, maar niet nadat hij zijn opvolger
Ron Koopmeiners zorgvuldig heeft ingewerkt. De
Dalenaar heeft er zin in. In managementfuncties bij
Centerparcs en Hoogeboom Vakantieparken en als
directeur van Hof van Saksen in Rolde deed hij een
schat aan ervaring op binnen de recreatiesector. Ook
de wereld van mensen met een beperking is hem niet
vreemd: hij werkte een tijdlang mee in de organisatie
van het NK en WK Atletiek voor gehandicapten.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Ron Koopmeiners
Directeur

150 151
Samenwerken
Wat hem aanspreekt aan de Imminkhoeve is de combinatie tus-
sen het omgaan met gasten en medewerkers, het samenwerken
met de recreatiesector en het voortdurende ontwikkelingen en
aanpassingen in de bouw en de organisatie van de Imminkhoeve.
“De stichting is enorm actief en probeert steeds voorop te lopen
op het gebied van huisvesting van haar gasten, met als hoofddoel
ervoor te zorgen dat je gasten de tijd van hun leven hebben hier
in Lemele of in Ommen en met een goed gevoel terug kunnen kij-
ken op een fantastische vakantie. Ik vind het heel fijn om daaraan
in de toekomst mijn steentje te kunnen bijdragen.”

152
Colofon
Uitgave De ImminkhoeveTekst & fotografie Erna Ekkelkamp TekstproduktiesVormgeving Marott Graphic Design(Marije en Josine Willemsen)Drukwerk DDMC Digitale Druk BV
Met dank aan • TCR Vervoersbedrijf • Lenferink Lemelerveld • Installatiebedrijf Morrenhof-Jansen • Dommerholt en Ten Brinke • Rabobank Vaart en Vechtstreek • Flynth
© 2012 De Imminkhoeve. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto kopieën, opnamen of op welke manier dan ook, zon-der voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Laat ons langskomen
een afspraak is zo gemaakt!
Ambachtsweg 4 � 8152 BA LemelerveldT 0572-371 777 � F 0572-372 715E [email protected] � www.lenferink.com
Op ons onderhoud, kunt u bouwen
Airconditioning voor thuis of kantoor
AircoHeaters kunnen met één druk op een knop verwarmen of koelen. Zogeniet u altijd van een aangename binnentemperatuur. Een AircoHeater tovertin een mum van tijd een aangename temperatuur. Kijk voor meer informatieof een vrijblijvende offerte op onze website . www.morrenhof-jansen.nl
Airconditioning:zuinig,
elegant en stil
www.salland.rabobank.nl
#sdsalland
De smaak van het ondernemen al te pakken?
Stel je eigen menu samen op de Startersdag op 1 juni.
Rabobank. Een bank met ideeën.
Start om 14:00 uur
in de Deventer
Schouwburg.
Aansluitend om
16:30 uur de
netwerkborrel.
Kom op vrijdag 1 juni om 14.00 uur naar
de Startersdag in de Deventer Schouw-
burg en stel je eigen startersmenu
samen.
Het menu van de dag stel je zelf samen.
Je kunt kiezen uit 12 interessante
partijen die jouw gerecht compleet ma-
ken. Deze bieden jou de ingrediënten
die je nodig hebt bij de eerste stappen
naar het ondernemerschap. En heb je
even geen gesprek? Op het
centrale terras drink je
gezellig een drankje
met andere starters.
Een eigen bedrijf starten, het begint met een goed idee én passie. Hoe zorg je er voor dat jouw ideeën en plannen ook werkelijkheid worden?
advertentie_130x194.indd 1 10-05-12 14:03