3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde...

44
Vitamine G(roen) Een kwalitatief onderzoek naar de betrokkenheid en het welbevinden bij de kleuters van klas K2C van de Johannesschool te Valaar voor- en na groenaanbod in hun klas. Auteur: Natacha Antequera Galafat Promotor: Miek Driessen Professionele Bachelor Kleuteronderwijs Welzijn, Onderwijs & Gezondheidszorg Academiejaar: 2016-2017

Transcript of 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde...

Page 1: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Vitamine G(roen)

Een kwalitatief onderzoek naar de betrokkenheid en het welbevinden bij de kleuters van klas K2C van de Johannesschool te Valaar voor- en na groenaanbod in hun klas.

Auteur: Natacha Antequera Galafat Promotor: Miek Driessen

Professionele Bachelor Kleuteronderwijs Welzijn, Onderwijs & Gezondheidszorg Academiejaar: 2016-2017

Page 2: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

Vitamine G(roen) www.kdg.be

Page 3: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

Vitamine G(roen) www.kdg.be

WOORD VOORAF

Ik koos een thema voor mijn bachelorproef dat me in het dagelijks leven erg interesseert. Toch was het niet eenvoudig om dit onderzoek uit te voeren en was het zonder hulp niet gelukt. In de eerste plaats wil ik mijn promotor Miek Driessen bedanken om mij te gidsen door het hele traject. Bedankt voor je inzet en enthousiasme.

Ik wil ook mijn stageschool ‘Johannesschool’ te Valaar bedanken. Mijn mentor Caro Vreys en de zorgjuf Sofie Marchand om mij te ondersteunen en zelfs mee het onderzoek uit te voeren.

Daarnaast wil ik ook mijn echtgenoot bedanken voor zijn hulp bij het plannen van mijn onderzoek, zijn kritische opmerkingen en om mijn tekst na te lezen.

Last but not least wil ik ook de kleuters bedanken van de klas K2C. Bedankt voor de fantastische weken die we samen hebben beleefd.

Page 4: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

Vitamine G(roen) www.kdg.be

INHOUDSTAFEL

1 Inleiding & Probleemstelling ............................................................................. 12 Literatuurstudie .............................................................................................. 3

2.1Groenbeleving ............................................................................................. 32.2Welbevinden ................................................................................................ 52.3Betrokkenheid ............................................................................................. 7

3 Methode ....................................................................................................... 103.1Onderzoeksontwerp ..................................................................................... 10

3.1.1Observatiemethode ................................................................................ 103.1.2Groenaanbod vs niet-groenaanbod ........................................................... 12

3.2Dataverzameling ......................................................................................... 133.2.1Observatiemomenten ............................................................................. 13

3.2.2Onderzoekspopulatie .............................................................................. 143.3Kwaliteit van het onderzoek .......................................................................... 18

3.3.1Vertekening door de onderzoeker ............................................................. 183.3.2Validiteit ............................................................................................... 18

3.3.3Betrouwbaarheid ................................................................................... 194 Resultaten .................................................................................................... 21

4.1Algemene resultaten .................................................................................... 214.1.1Nulmeting (bij klasjuf) ............................................................................ 21

4.1.2Per geslacht (observaties 24april en 8 mei) ............................................... 214.1.3Per kleuter (observaties 24april en 8 mei) ................................................. 224.1.4Per observator (observaties 24 april en 8 mei) ........................................... 23

4.2Groen vs niet-groenbeleving ......................................................................... 254.2.1Algemeen ............................................................................................. 25

4.2.2Per geslacht .......................................................................................... 264.2.3Per kleuter ............................................................................................ 26

5 Praktijkproduct .............................................................................................. 286 Conclusie en discussie .................................................................................... 29

7 Literatuurlijst ................................................................................................ 308 Bijlage .......................................................................................................... 32

8.1Betrokkenheidsmeter ................................................................................... 328.2Welbevindenmeter ...................................................................................... 33

Page 5: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

Vitamine G(roen) www.kdg.be

8.3Weekschema’s groene weken ........................................................................ 34

8.4Weekschema’s niet-groene weken ................................................................. 37

TABELLEN

Tabel 1: Gemiddelde betrokkenheid en welbevinden bij klasjuf ............................... 21

Tabel 2: Algemene betrokkenheid en welbevinden per geslacht ............................... 21

Tabel 3: Algemene gemiddelde betrokkenheid en welbevinden per kleuter ............... 22

Tabel 4: Gemiddeld welbevinden per observator ................................................... 23

Tabel 5: Gemiddelde betrokkenheid per observator ............................................... 23

Tabel 6: Betrokkenheid en welbevinden per variabele ............................................ 25

Tabel 7: Gemiddelde betrokkenheid en welbevinden per variabele en geslacht .......... 26

GRAFIEKEN

Grafiek 1: Gemiddeld welbevinden naargelang observator ...................................... 23

Grafiek 2: Gemiddelde betrokkenheid naargelang observator .................................. 24

Grafiek 3: Gemiddelde betrokkenheid per kleuter (groen vs niet-groen) ................... 26

Grafiek 4: Gemiddelde betrokkenheid per kleuter (groen vs niet-groen) ................... 27

Page 6: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

1 Vitamine G(roen) www.kdg.be

1 INLEIDING & PROBLEEMSTELLING

"Ik speel liever binnen, want daar zitten de stopcontacten" (Louv, 2007). Deze

opmerking, uit een kindermond bleef me het meest bij uit het boek 'Het laaste kind in

het bos' (Louv, 2007). Het is maar een van de vele rake citaten in het boek van Richard

Louv over het verschil tussen groenbeleving tijdens zijn jeugd en die van de huidige

generatie kinderen.

Tijdens mijn stages de afgelopen 2,5 jaar binnen het kader van mijn opleiding, ben ik

meermaals in contact gekomen met kleuters die in stad Antwerpen wonen. De overgrote

meerderheid van deze kleuters heeft thuis geen tuin, en/of woont in een appartement. Ik

merkte ook bij deze kleuters een beperkt enthousiasme om buiten te spelen en de natuur

te ontdekken.

Omdat ik zelf een innerlijke drang heb om met natuur bezig te zijn (die uit zich o.a. in

vrijwilligerswerk in gemeenschappelijke tuinen, wandelingen in bossen met mijn honden,

etc.), deed me dit nadenken over de kansen die de kinderen van mijn stageschool

krijgen om de natuur te beleven. Daarom wilde ik me voor mijn bachelorproef tot het

behalen van mijn Bachelor in het Kleuteronderwijs buigen over natuurbeleving bij

kleuters.

Na een eerste zoektocht doorheen de literatuur, zag ik dat de meeste artikels

voornamelijk naar de lange termijn effecten van groenbeleving keken en er weinig tot

geen onderzoeken zijn terug te vinden over de korte termijneffecten. Om deze leegte op

te vullen, onderzocht ik het effect van het aanbieden van groenbeleving gedurende een

week in de activiteiten in de kleuterklas op het welbevinden en de betrokkenheid van de

kleuters met als resultaat dat zij in andere activiteiten rustiger en meer geconcenteerd

zijn.

De keuze voor het meten van het welbevinden en de betrokkenheid van de kleuters komt

voort uit de cursussen Ervaringsgericht Onderwijs (EGO) die ik volgde binnen mijn

bacheloropleiding kleuteronderwijs aan KdG. De termen zijn in de literatuur slechts

weinig benoemd, maar zijn wel erg belangrijke indicatoren om op te volgen hoe het met

een bepaald kind gaat en helpen ons om te weten of de kinderen volop in ontwikkeling

zijn (Laevers, 2014). Welbevinden wordt immers in verband gebracht met een goede

ontwikkeling van het kind, de kwaliteit van ervaringen en een positief zelfbeeld.

Betrokkenheid zou een boost geven aan de emotionele sterkte, exploratiedrang, zorgt

Page 7: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

2 Vitamine G(roen) www.kdg.be

voor een wil om levenslang te leren en is eigenlijk minimumvereiste om zeker te zijn dat

een kind in volle ontwikkeling is en iets aan het bijleren is (Laevers, et.al. ,2014).

Op basis van observaties in mijn stageschool wil ik de volgende vraag beantwoorden:

"Hebben de kleuters van de kleuterklas K2C in de Johannesschool te Valaar een hoger

welbevinden en een hogere betrokkenheid na een aanbod van groenbeleving gedurende

twee lesweken dan na een aanbod van twee lesweken aan niet-groene activiteiten?"

Hiervoor wordt eerst de literatuur geanalyseerd om een antwoord te vinden op de

volgende vragen:

- Wat is groenbeleving en het belang ervan?

- Wat is het welbevinden van kleuters en wat is het belang ervan?

- Wat is de betrokkenheid bij kleuters en wat is het belang ervan?

Page 8: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

3 Vitamine G(roen) www.kdg.be

2 LITERATUURSTUDIE

In mijn onderzoeksvraag komen verschillende aspecten naar boven die ik in dit hoofdstuk

toelicht:

• groenbeleving

• welbevinden

• betrokkenheid

2.1 Groenbeleving

De Vlaamse Overheid heeft al jaren een indicator voor groenbeleving in haar

Milieubeleidsplan opgenomen onder het hoofdstuk "betere leefkwaliteit" (Departement

Leefmilieu Natuur en Energie, 2015). Het thema groenbeleving is bovendien brandend

actueel met allerlei campagnes die oproepen tot meer groenbeleving bij kinderen en

waar zelfs subsidies voor verkregen kunnen via campagnes zoals "Buitenlesdag" (MOS

Vlaanderen, 2017), "Pimp je Speelplaats" (GoodPlanet Belgium, 2017) of "Groene voetjes

in de kinderopvang" (VLAM vzw, 2017).

Tot mijn grote verbazing komt het woord "groenbeleving" desondanks niet voor in de

digitale versie van het Groene Boekje (Taalunie, 2017) en was er niet meteen een

heldere definitie voorhanden. Daarom vertrek ik vanuit artikels die het over de effecten

van groenbeleving hebben om tot een definitie te komen.

Groenbeleving is volgens Louv (2007) essentieel. Een gebrek eraan, kan volgens hem

zorgen voor een natuurtekortsyndroom (nature deficit disorder). Deze verzamelterm voor

allerlei negatieve gevolgen van gebrek aan groenbeleving (angsten, obesitas, ADD, etc.)

belicht voornamelijk de lange termijn gevolgen van een gebrek aan groenbeleving.

Een positievere manier om de zaken voor te stellen, vinden we terug in bijvoorbeeld een

brochure van het ECO-Huis (Stad Antwerpen, 2010). Hierin staat een oproep om meer

groen in de scholen te creëeren, omdat dit allerlei positieve effecten heeft:

• vermindert concentratieproblemen

• is gezond

• goed voor de ontwikkeling en smeedt vriendschappen

• laat leerlingen levend leren

• een groenere toekomst

Page 9: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

4 Vitamine G(roen) www.kdg.be

Hoewel de wetenschappelijke onderbouw van de effecten van Vitamine G(roen)

beschreven in de brochure van Stad Antwerpen in twijfel getrokken kan worden, houdt

de problematiek overduidelijk velen bezig en zijn er naast Louv en Stad Antwerpen ook

heel wat wetenschappelijke artikels terug te vinden waarin de auteurs het allemaal eens

zijn over het belang van natuurbeleving in het onderwijs (Rathunde, 2009; Söderström,

Boldermann et.al., 2012; Rathunde, 2013; Elliott, 2014; Montessori, 2013).

Groenbeleving is een erg schaalbaar begrip. Montessori (2013) schrijft dat kinderen

helemaal niet geïnteresseerd zijn in het wachten tot een zaadje uitkomt en een plant

wordt. Ze willen iets groots doen en hun activiteiten moeten in direct contact staan met

de producten uit de natuur. Groenbeleving op die wijze gebracht, zet aan tot abstract

denken door de oneindige variabiliteit in de zintuiglijke ervaringen (Montessori, 2013).

Elliot (2014) sluit zich grotendeels aan bij de gedachte van Montessori dat natuurbeleving

groots moet zijn. Een gewone school heeft zijn beperkingen, er zijn 'Forrest preschools'

nodig voor onze kinderen. Het principe van de 'Forrest preschools' komt neer op het

volgende: de kleuters hele dagen lang met regelmatige tussenposen onderdompelen in

een volledig natuurlijke omgeving zoals een strand of een woud. Op die manier zijn er

een viertal positieve effecten te bespeuren:

1. minder afhankelijkheid van speelgoed gemaakt door de mens

2. periodes van stilte, filosofische discussies met andere kleuters en leerkrachten

3. het stiller worden van de luidere kleuters

4. minder gender stereotype spelletjes

Dit zijn erg concrete bevindingen in vergelijking met de effecten waar Montessori (2013)

het over heeft. Montessori bespreekt als effect van groenbeleving namelijk enkel het

'vermoeden tot stimuleren van het abstract denken'. Rathunde (2013) is daarom ook

nuchter over de werken van Montessori. Om groenbeleving te onderzoeken, is het

volgens hem veel nuttiger om naar concrete, meetbare effecten te kijken.

In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse'

groenbelevingen die in bijna elk artikel of boek terugkomt. Er zijn volgens hem dozijnen

onderzoek terug te vinden die aantonen dat zelfs het tonen van een diavertoning met

foto's van natuur volstaat om positieve effecten waar te nemen.

Voor dit onderzoek neem ik als uitgangspunt de meest brede interpretatie van

groenbeleving, die in mijn eigen woorden neerkomt op het volgende:

Page 10: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

5 Vitamine G(roen) www.kdg.be

Groenbeleving is een verzamelterm voor alle activiteiten en handelingen die

tijdens een specifieke tijdsduur plaatsvinden die een direct (vb. moestuinieren) of

indirect (vb. diavertoning bekijken) verband hebben met de natuur.

2.2 Welbevinden

Laevers (2014) geeft de volgende definitie van welbevinden:

"Kinderen die in een toestand van welbevinden verkeren, voelen zich "als een vis in het

water". De hoofdtoon van hun bestaan is genieten. Ze beleven plezier, hebben deugd aan

elkaar en aan de dingen.

Ze stralen vitaliteit uit en tegelijk ontspanning en innerlijke rust.

Ze stellen zich open en ontvankelijk op voor wat op hen afkomt.

Ze zijn spontaan en durven zichzelf te zijn.

Welbevinden is vaak verbonden met zelfvertrouwen, een goed zelfwaardegevoel, voor

zichzelf durven opkomen, weerbaarheid.

In de diepte veronderstelt welbevinden het in voeling zijn met zichzelf, het contact

hebben met de eigen ervaringsstroom, 'volfunctioneren'."

Welbevinden heeft volgens dezelfde auteur alles te maken met het bevredigen van de

basisbehoeften van het kind. Deze basisbehoeften worden als volgt gedefineerd:

lichamelijk (eten, drinken, beweging, slapen), affectie, veiligheid, erkenning, zichzelf als

kundig ervaren, zingeving (morele waarden, zich een "goed" mens voelen) (Laevers,

2014). Naarmate de basisbehoeften van het kind meer of minder worden bevredigd, zal

het een respectievelijk hoger of lager niveau van welbevinden ervaren.

De mate waarin een kleuter een hoger of lager niveau van welbevinden ervaart, komt tot

stand via de interacties van de kleuter met zijn omgeving (Laevers, 2014). Laevers

onderscheidt vier relatievelden die deze omgeving opmaken:

1. Relatie met de leerkracht

2. Relatie met de kleuters

3. Relatie met de spel- klas- en schoolwereld

4. Relatie met de gezinsleden

Het onderzoeken van het welbevinden aan de hand van deze relatievelden gebeurt

steeds in twee richtingen. Het gaat dus zowel over de perceptie die leeft bij de kleuter in

Page 11: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

6 Vitamine G(roen) www.kdg.be

zijn relatie met vb. de leerkracht als de perceptie over de relatie met de kleuter vanuit

het perspectief van de ander.

Het relatieveld dat het meest variabel is tussen de twee verschillende metingen die ik zal

uitvoeren (groenaanbod/niet-groenaanbod) is naar alle verwachting de relatie met de

spel- klas- en schoolwereld. De vier relatievelden zijn echter minstens even belangrijk,

en ik ben in het bijzonder benieuwd naar eventuele evoluties of verschillen in de relatie

met andere kleuters van bepaalde kleuters in mijn klas omdat er enkele kleuters zijn in

de klas K2C die gedragsstoornissen en agressieproblemen vertonen.

Gedragsstoornissen en agressieproblemen zijn factoren eigen aan het individu die

ontbreken in de relatievelden van Laevers (2014), maar wel voorkomen in het sociaal

ecologisch model van Bronfenbrenner dat de verschillende niveaus (micro -meso -exo -

macro) van de omgeving beschrijft (Bronfenbrenner, 1989 in Kint, 2016). Dit model

plaatst het individu centraal in de beschrijving van de omgeving. Dit kunnen we dus als

een vijfde variabele beschouwen om het welbevinden van het kind te verklaren: de

specifieke kindfactoren (vermoeidheid, pas naar school gaan).

Laevers, et.al. (2014) vertalen de definitie van welbevinden naar de volgende signalen

die opgenomen zijn in hun 'Leuvense welbevinden schaal':

• GENIETEN

Genieten valt voornamelijk af te lezen van de gelaatsexpressie o.a. door een

glimlach. Hierbij dient echter steeds rekening gehouden te worden met verschillen

tussen kinderen onderling. Minder extraverte kinderen zullen meer in stilte

genieten, stralen met hun ogen.

• SPONTANEÏTEIT EN ZICHZELF KUNNEN ZIJN

Hiermee wordt bedoeld dat de kinderen volledig zichzelf durven zijn, en uit hun

schulp komen. Het kost geen moeite, ze hoeven zich niet ergens overheen te

zetten, het is er gewoon.

• OPENHEID

Een open instelling vatten de auteurs op als ontvankelijkheid. Je laat de omgeving

tot je doordringen, je laat toe dat dat wat zich aandient je 'raakt', voelt geen

angst en voelt je niet bedreigd. Je gaat zonder aarzelen in op contacten met

anderen.

Page 12: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

7 Vitamine G(roen) www.kdg.be

• ONTSPANNING EN INNERLIJKE RUST

Ontspanning wordt hier zowel fysiek als mentaal bedoeld. Enerzijds is een kind

ontspannen als het geen verkrampte spieren heeft, geen tics of grimassen.

Anderzijds moet er ook innerlijke rust zijn, wat eventueel samen mag gaan met

positieve spanningen zoals ingehouden lachen.

• VITALITEIT

Ook bij vitaliteit wordt de link met de mimiek van de kleuters gelegd. De blik is

levendig, het gelaat expressief, het kind straalt. Naast de mimiek, manifesteert

vitaliteit zich ook in de hele lichaamshouding: het kind moet zich 'groots' voelen,

een trotse houding uitstralen en mag dus geen laag hangende schouders hebben

of ineengezakt zitten.

In onderdeel 3. Methode leg ik de Leuvense welbevindenschaal en de wijze waarop ik

deze toegepast heb verder toe.

2.3 Betrokkenheid

Laevers (2014) geeft de volgende definitie van betrokkenheid:

"Betrokkenheid is een toestand waarin kinderen zich bevinden wanneer ze op een intense

manier met iets bezig zijn.

We merken het aan hun hoge concentratie, een opgeslorpt, tijdvergeten bezig zijn.

Hun handelingen en houding verraden een intense mentale activiteit.

Ze zijn heel aanspreekbaar voor wat de omgeving te bieden heeft, stellen zich open op.

Ze voelen zich van binnenuit gemotiveerd om met de activiteit aan de slag te blijven.

De enorme voldoening die ze daarbij ervaren vloeit voort uit de bevrediging van hun

exploratiedrang: het genieten van greep krijgen op de werkelijkheid.

Betrokkenheid komt alleen voor in het smalle gebied tussen 'al-kunnen' en 'nog-niet-

kunnen'.

Kinderen bewegen er zich aan de grens van hun mogelijkheden.

Betrokkenheid is met al die kenmerken samen dé conditie bij uitstek voor het realiseren

van ontwikkeling in de diepte of fundamenteel leren."

Voor de betrokkenheid geldt ook dat je ze kan meten bij kinderen op basis van de

'Leuvense Betrokkenheidsschaal' (Laevers, et al., 2014). Deze schaal meet de

betrokkenheid op basis van de volgende signalen:

Page 13: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

8 Vitamine G(roen) www.kdg.be

• CONCENTRATIE

Iemand die betrokken bezig is, heeft zijn of haar aandacht op een relatief beperkt

iets gefocust. Dit valt de observeren aan de hand van de oogbewegingen en de

houding. De blik zal bij hoge concentratieniveaus intens gericht zijn, en niet

afgedwaald. Op basis van de mimiek kan bij kinderen ook het onderscheid

gemaakt worden tussen zij die vol interesse en inspanning naar iets kijken, en zij

die dromerig in de verte staren.

• PERSISTENTIE

Het aangehouden bezig zijn van het kind hangt samen met de concentratie.

Wanneer het kind erg geconcentreerd is, dringen storende prikkels niet door en is

er heel wat nodig om het kind uit zijn of haar concentratie te halen. We spreken

van persistentie wanneer de kinderen in deze 'state of flow' zitten, en instinctief

proberen hun de flow in stand te houden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de

extreem volgehouden aandacht die kinderen kunnen hebben bij het gamen.

Hiermee samenhangend kan er een absoluut verlies van tijdsbesef optreden. De

tijd is zo voorbijgevlogen en de speeltijd kan als een onwelkome onderbreking

gezien worden.

• OPENHEID EN NAUWGEZETHEID

Dit signaal kan iets moeilijker te bespeuren zijn. Met openheid en nauwgezetheid

wordt bedoeld dat het kind met een uiterst gevoel voor detail aan de slag is, en

zijn absolute best doet om alles te capteren. Bij een lage betrokkenheid ontgaan

er immers veel details en steekt het vaak niet zo nauw.

• INTENSE MENTALE ACTIVITEIT

De intense mentale activiteit die gepaard gaat met een hoge betrokkenheid zorgt

ervoor dat je de ervaring terug opnieuw wil meemaken, terug duiken in het

moment door bijvoorbeeld expressief te zijn (tekenen, rollenspel, etc.). Dit is

daarom op het eerste zicht een signaal dat zich pas na de activiteit laat meten.

• MOTIVATIE EN VOLDOENING & EXPLORATIEDRANG

Een hoge betrokkenheid zorgt ervoor dat je meer en meer gemotiveerd raakt, je

bent werkelijk geïnteresseerd in iets. Dit hangt samen met de exploratiedrang, de

krachtbron die je naar een bepaalde activiteit drijft.

Page 14: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

9 Vitamine G(roen) www.kdg.be

In het onderdeel 3. Methode leg ik de Leuvense betrokkenheidsschaal en de wijze waarop

ik deze toegepast heb verder toe.

Page 15: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

10 Vitamine G(roen) www.kdg.be

3 METHODE

3.1 Onderzoeksontwerp

De onderzoeksvraag werd bestudeerd aan de hand van een kwalitatief onderzoek op

basis van observaties.

3.1.1 Observatiemethode

Er werd vertrokken van de eerder benoemde Leuvense Welbevindenschaal en de

Leuvense Betrokkenheidsschaal. Volgens Baarda & De Goede (2006) is het bij een

observatie van gedrag erg belangrijk om de duur, intensiteit en frequentie van het

gedrag te bekijken.

De drie aspecten zijn terug te vinden in de beschrijving van de signalen van het

welbevinden.

Page 16: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

11 Vitamine G(roen) www.kdg.be

Bij de schaal voor de betrokkenheid komen de drie aspecten ook voor in de signalen (hier

voorbeelden genoemd).

Om te zorgen dat de signalen op de correcte wijze geïnterpreteerd worden en om zo

weinig mogelijk vervorming door de observator te bekomen, heb ik de signalen vertaald

naar een welbevinden- en betrokkenheidsmeter, waar voor elke signaal (overzicht

Page 17: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

12 Vitamine G(roen) www.kdg.be

signalen: zie literatuurstudie) een kruisje gezet kan worden bij de juiste intensiteit van

het gedrag.

Dit vertaalt zich bijvoorbeeld voor het signaal 'genieten' van het welbevinden tot

volgende mogelijkheden:

De volledige betrokkenheidsmeter en welbevindenmeter zijn respectievelijk terug te

vinden in de bijlagen 8.1 en 8.2.

3.1.2 Groenaanbod vs. niet-groenaanbod

Vanuit mijn eigen ervaring en interesses heb ik tal van ideeën voor activiteiten in

verband met groenbeleving die ik met de kleuters kan organiseren. Om ervoor te zorgen

dat de activiteiten ook extern gevalideerd zijn, ben ik op zoek gegaan naar voorbeelden

van groenbeleving in de praktijk volgens de definitie die ik heb gedefinieerd in dit

onderzoek.

Groenbeleving is een verzamelterm voor alle activiteiten en handelingen die

tijdens een specifieke tijdsduur plaatsvinden die een direct (vb. moestuinieren) of

indirect (vb. diavertoning bekijken) verband hebben met de natuur.

Mijn voornaamste bronnen aan didactische inspiratie vond ik in het werk 'Natuurhuisje'

van De Bleeckere en Meersdom (2013) en de film 'Project Wild Thing' (2013). Vooral de

film die bij uitbreiding ook een hele sociale mediahype heeft gecreëerd en waar zich een

hele community rond heeft gevormd via de website http://www.thewildnetwork.com is

een echte aanrader voor al wie zich interesseert in het thema van mijn bachelorproef.

Voor de niet-groenbeleving heb ik gekozen voor een thema waar ik met evenveel

enthousiasme over kan lesgeven als groenbeleving: kunst.

Om een beeld te krijgen van het aanbod tijdens mijn groenweek kan je het weekschema

terugvinden in bijlage 8.3 en voor de niet-groene week in bijlage 8.4. Daarnaast heb ik

als praktijkproduct een blog aangemaakt waar ik alle lesvoorbereidingen en bevindingen

Page 18: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

13 Vitamine G(roen) www.kdg.be

van de groene week ook gedeeld heb zodat anderen hiermee aan de slag kunnen. De

blog kan je raadplegen via https://natachaantequera.wordpress.com.

3.2 Dataverzameling

De populatie van mijn onderzoek zijn alle kleuters in de klas K2C van de Johannesschool

te Valaar tijdens mijn stage. Aangezien ik observaties moest organiseren binnen de

lesuren waarin ik stage had, was het niet mogelijk om alle kleuters van de klas mee te

nemen in het onderzoek.

Ik heb een selecte steekproef uit de klas genomen omdat het aantal kleuters (23) reeds

erg laag is, en er bepaalde interessante subpopulaties in de klas aanwezig zijn. Ik zorgde

voor een gelijke verdeling jongens-meisjes maar ook voor een verdeling tussen kleuters

met een bepaalde achterstand en kleuters die voor hun leeftijd qua competenties op

niveau zijn.

3.2.1 Observatiemomenten

Om te voorkomen dat het tijdstip op de dag onrechtstreeks het welbevinden of de betrokkenheid van de kleuters zou beïnvloeden, heb ik mijn observaties voor het beantwoorden van mijn onderzoeksvraag allemaal in de namiddag gehouden.

Groenbeleving heb ik gemeten op 24 april en niet-groenbeleving op 8 mei 2017.

Naast de metingen op 24 april en 8 mei 2017 in de namiddag, heb ik ook reeds een eerste observatie uitgevoerd op 7 en 10 maart 2017, beiden in de namiddag met een niet-groen thema. Tijdens deze observaties was de kleuters hun gebruikelijke klasjuf (Caro) aanwezig in de klas, wat de betrokkenheid en het welbevinden eventueel zou kunnen beïnvloeden. Deze observaties beschouw ik als de nulmeting.

Page 19: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

14 Vitamine G(roen) www.kdg.be

3.2.2 Onderzoekspopulatie

Kleuter Geslacht

(M/V)

Leeftijdsgroep

(Oudste kls/jongste

kls)

Algemene opmerkingen Competentieniveau

Kleuter E. M Oudste kls • Dominant/bazig

• Kleuters zijn bang van hem

• gedragsproblemen/agressie

• gaat naar de stopklas op donderdag(om te leren

spelen met anderen)

• hij verkleed zich graag, luistert goed tijdens

verhalen, gaat erg op in Bijbelverhalen (gaat naar

de kerk

Taalachterstand

Kleuter Y. M Oudste kls • is in niets geïnteresseerd (komt weinig tot goed

spel)

• is heel apathisch

• is altijd heel gespannen, onzeker en stil

• speelt altijd met blokken/ auto’s

• speelt bijna altijd met jongens, weinig contact met

meisjes

Algemene achterstand (taal,

wiskunde)

Kleuter So. M Jongste kls • Is een lieve kleuter

• Lacht altijd, is vrolijk

• Hij laat zich vaak doen door de oudste jongens in

Op niveau voor leeftijd

Page 20: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

15 Vitamine G(roen) www.kdg.be

de klas

• Experimenteert graag (zandbak, maistafel,

kijktafel, poppenkamer)

• Hij speelt ook graag met auto’s

Kleuter Lu. M Jongste kls • Is een heel lieve, aanhankelijke kleuter

• Speelt het vaakst met de meisjes (Dora)

• Autisme spectrum stoornis werd vastgesteld

• Is gevoelig aan drukte in de klas, speelplaats

(draagt gehoorbescherming)

• Komt vaak niet tot spel (twijfelt vaak wat hij wil

doen), speelt alleen

• Wil niet zijn handen vuil maken

• Goedlachs kind, vrolijk en enthousiast

Taalachterstand

Kleuter Li. V Oudste kls • is een stille, onzekere kleuter

• heeft veel vriendinnen in de klas

• goedlachs, maar soms kijkt ze verdrietig/bang (niet

begrijpend)

• is een flinke kleuter en gehoorzaam

Algemene achterstand (taal,

wiskunde)

Kleuter D. V Oudste kls • Vind vaak alles te saai ( ze heeft extra bundeltje

om in de klas te werken)

• Ontfermt zich over de anderen kleuters (vb Kleuter

Voorsprong op haar leeftijd

Page 21: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

16 Vitamine G(roen) www.kdg.be

Lu.)

• Ze word heel vaak gekozen door de kinderen van

de dag om mee eerst in de rij te staan

• Ze is geliefd in de groep, en staat ook graag in de

belangstelling

• Vrolijk, sympathiek kind, met humor

• Als iets haar tegenzit, kan ze enorm boos worden

en wenen

Kleuter Se. V Jongste kls • lieve, vrolijke kleuter

• ze speelt altijd met kleuter M.

• puzzelt graag, parels, hammertje tik, poppenkamer

• in de kring vaak afgeleid (speelt, praat met andere

kleuters)

• luistert niet altijd even flink ( speelt verder bij

opruimen, afgeleid of bezig met vriendinnetje)

Op niveau voor leeftijd

Kleuter I. V Jonste kls • nieuw in onze klas sinds januari

• praat nog niet zo veel

• huilt heel snel (als ze duwtje krijgt, kts naast haar

op de bank tegen haar zitten, als ze haar zin niet

krijgt)

• rustige kleuter en gehoorzaam

Op niveau voor leeftijd

Page 22: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

17 Vitamine G(roen) www.kdg.be

• puzzelt graag

Page 23: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

18 Vitamine G(roen) www.kdg.be

3.3 Kwaliteit van het onderzoek

Het onderzoek wil door de variabele groenaanbod/niet-groenaanbod het effect op het

welbevinden en de betrokkenheid van de kleuters meten. Daarom is het erg belangrijk

om zoveel mogelijk andere variabelen (bijvoorbeeld natuurlijke variaties in het

welbevinden en de betrokkenheid van de kleuters) constant te kunnen houden tijdens

het experiment. Daarom wordt hier specifiek aandacht gegeven aan de maatregelen die

genomen zijn om de validiteit en betrouwbaarheid van het onderzoek te garanderen.

3.3.1 Vertekening door de onderzoeker

Volgens Baarda en De Goede (2006) is bij het observeren de betrouwbaarheid voor een

deel afhankelijk van de mate waarin de observatie beïnvloed wordt door de persoon van

de observator. Ze noemen dit de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid.

Om dit effect te minimaliseren, heb ik ervoor gezorgd dat ook de zorgjuf (Sofie) dezelfde

observaties uitvoerde. Zo kan ik mijn bevindingen toetsen aan de resultaten van de

observaties door de zorgjuf.

3.3.2 Validiteit

Om de validiteit van de onderzoeksmethode zo hoog mogelijk te houden, werd gebruik

gemaakt van de Leuvense Welbevinden Schaal en de Leuvense Betrokkenheidsschaal,

omdat deze meermaals en in het kader van verschillende onderzoeken gehanteerd werd

om het welbevinden en de betrokkenheid van kleuters te meten. Deze tool heeft over de

jaren heen zijn strepen zeker verdiend.

Wat betreft de variabele 'groenaanbod', heb ik mijn uiterste best gedaan om enkel deze

variabele te laten verschillen. Laevers et.al (2014) bespreekt de variabelen onder de

noemer 'aanpak' die een effect kunnen hebben op de betrokkenheid en het welbevinden

van de kleuters. Deze maken immers deel uit van het proces van het kind. Het schema

van dit proces (Laevers et.al 2014) vat bovendien ook nog de mogelijke effecten van een

hoge betrokkenheid en een hoog welbevinden samen.

Page 24: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

19 Vitamine G(roen) www.kdg.be

De variabelen die hetzelfde bleven tijdens mijn onderzoek zijn de ruimte, de veiligheid en

de omgang met de kinderen. Enkel het materiaal en het aanbod van activiteiten werd

beïnvloed door het groenaanbod. Bovendien heb ik een nulmeting gedaan op een

moment dat de echte klasjuf aanwezig was om het mogelijke effect van de afwezigheid

van de klasjuf te bekijken.

Omdat het binnen mijn eindstage praktisch onmogelijk was om een volledig random

selectie toe te passen van kleuters en om controlegroepen te gebruiken (omdat ik stage

gaf aan de K2C klas tijdens het onderzoek), blijft het opzet van dit onderzoek echter te

beperkt om sluitende conclusies te trekken en kan het enige doel van dit onderzoek zijn

het aanbevelen van diepgaander en liefst zelfs kwantitatief onderzoek om mijn

bevindingen te controleren.

3.3.3 Betrouwbaarheid

Binnen de klas K2C heb ik gewerkt met quota voor bepaalde subpopulaties in de klas. Ik

wilde evenveel jongens als meisjes observeren, een gelijke verdeling jongste en oudste

kleuters en een evenwicht tussen kleuters met een bepaalde achterstand en kleuters die

voor hun leeftijd qua competenties op niveau zijn. Dit kan je terugvinden in de

beschrijving van de onderzoekspopulatie.

Page 25: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

20 Vitamine G(roen) www.kdg.be

Daarnaast werden de metingen zo kort mogelijk na elkaar gedaan, om te voorkomen dat

er een vertekening is van de resultaten door gewenning bij de kleuters.

Page 26: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

21 Vitamine G(roen) www.kdg.be

4 RESULTATEN

4.1 Algemene resultaten

4.1.1 Nulmeting (bij klasjuf)

Tabel 1: Gemiddelde betrokkenheid en welbevinden bij klasjuf

KleuterGemiddeldebetrokkenheid(schaalvan1tot5)

GemiddeldWelbevinden(schaalvan1tot5)

D 3,5 3,7E 3,8 3,7I 2,4 2,2Li 3,1 3,3Lu 3,6 3Se 3,2 3,4So 3,87 4,13Y 3 3Gemiddeld 3,39 3,42 In tabel 1 valt te zien dat de gemiddelde scores tussen 3 en 4 liggen. Volgens Laevers, F. (2014) is eigenlijk een score tussen 4 en 5 nodig om in de zone van naaste ontwikkeling te komen, daar waar een kind zich optimaal kan ontwikkelen. Een score tussen 3 en 4 is nog voldoende, maar onder drie is er sprake van een te lage betrokkenheid of een te laag welbevinden.

Kleuter I scoort dus duidelijk onvoldoende op betrokkenheid en welbevinden. Als je het profiel van deze kleuter bekijkt, is dit volgens verwachting omdat ze nog maar net op deze school is toegekomen. Mogelijks zal het welbevinden en de betrokkenheid van deze kleuter nog groeien van zodra ze iets langer in de klas verblijft en zich beter thuis voelt in de klasgroep.

4.1.2 Per geslacht (observaties 24april en 8 mei)

Tabel 2: Algemene betrokkenheid en welbevinden per geslacht

Gemiddeldebetrokkenheid(schaalvan1tot5)

Gemiddeldwelbevinden(schaalvan1tot5)

Jongen Meisje Jongen Meisje

Score(op5) 3,66 3,61 3,81 3,59 Wat we uit tabel 2 kunnen afleiden is dat er nauwelijks een afwijking op te merken valt naargelang het geslacht van de kleuter. De jongens en meisjes scoren nagenoeg even hoog op betrokkenheid en op welbevinden.

Page 27: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

22 Vitamine G(roen) www.kdg.be

4.1.3 Per kleuter (observaties 24april en 8 mei)

Tabel 3: Algemene gemiddelde betrokkenheid en welbevinden per kleuter

KleuterGemiddeldebetrokkenheid(schaalvan1tot5)

Gemiddeldwelbevinden(schaalvan1tot5)

D 3,55 3,25E 3,85 4,05I 3,55 3,5Li 3,35 3,7Lu 3,45 3,3Se 4 3,9So 3,55 4Y 3,8 3,9Gemiddeld 3,64 3,7

Als we de gemiddelde scores op betrokkenheid en welbevinden van de observaties 24 april en 8 mei bekijken in tabel 3, komen we tot een lichtjes hogere algemene score dan bij de nulmeting, maar de stijging is niet opvallend te noemen.

Wat wel opvallend is, is dat kleuter I in het verdere onderzoek plots gestegen is naar een betrokkenheid van 3,55 tegenover 2,4 op 5 bij de nulmeting met de klasjuf en een welbevinden van 3,5 tegenover 2,2 op 5 bij de nulmeting. Deze stijging is opmerkelijk, maar kan deels verklaard worden omdat de kleuter ondertussen langer in de klas verblijft, en daarom meer in haar comfortzone is.

Daarnaast is ook zichtbaar dat kleuter Y en Se ook gestegen zijn in hun welbevinden en betrokkenheid, terwijl de andere kleuters quasi eenzelfde score hebben behaald als bij de nulmeting, en enkelen licht gezakt zijn.

Page 28: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

23 Vitamine G(roen) www.kdg.be

4.1.4 Per observator (observaties 24 april en 8 mei)

Het verschil in scores tussen de twee observatoren Natacha en Sofie werd ook bekeken. Hier zien we dat bij het gemiddeld welbevinden er kleine verschillen merkbaar zijn. Bij twee van de acht kleuters (kleuter Li en kleuter Se) is er een grotere afwijking te zien. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat de observaties een momentopname zijn, en ik kleuters Li en Se aan het begin van een activiteit heb geobserveerd, terwijl Sofie deze kleuters observeerde toen ze reeds volledig tot spel waren gekomen.

Tabel 4: Gemiddeld welbevinden per observator

Kleuter/Welbevinden

Observator D E I Li Lu Se So Y GemiddeldNatacha 3,3 4,1 3,4 3,1 3,2 3,5 4,1 3,9 3,575Sofie 3,2 4 3,6 4,3 3,4 4,3 3,9 3,9 3,825Gemiddeld 3,25 4,05 3,5 3,7 3,3 3,9 4 3,9 3,7

Grafiek 1: Gemiddeld welbevinden naargelang observator

Voor de betrokkenheid zien we dat de scores iets meer uit elkaar lopen. Voor kleuter D en Li zijn er verschillen merkbaar van bijna één punt op de schaal van vijf. Bij kleuter Li is dit verschil terug te vinden in drie deelaspecten bij de niet-groene observatie: mimiek, doorzettingsvermogen en voldoening zijn systematisch lager gescoord door Natacha dan door Sofie. Bij de observatie voor groenbeleving sluiten de scores voor kleuter Li veel beter bij elkaar aan.

Tabel 5: Gemiddelde betrokkenheid per observator

Gemiddeldebetrokkenheid Kleuter

Observator D E I Li Lu Se So Y Gem.Natacha 4 3,5 3,8 2,8 3,1 4 3,6 3,9 3,59Sofie 3,1 4,2 3,3 3,9 3,8 4 3,5 3,7 3,69Gemiddeld 3,55 3,85 3,55 3,35 3,45 4 3,55 3,8 3,64

3,34,1

3,4 3,1 3,2 3,54,1 3,9

3,24

3,64,3

3,4

4,33,9 3,9

0

1

2

3

4

5

D E I Li Lu Se So Y

Gemiddeldwelbevindennaargelangobservator

Natacha

Sofie

Page 29: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

24 Vitamine G(roen) www.kdg.be

De grafiek loopt daarom ook minder goed samen dan deze van het gemiddeld welbevinden.

Grafiek 2: Gemiddelde betrokkenheid naargelang observator

43,5 3,8

2,8 3,14 3,6 3,9

3,1

4,23,3

3,9 3,8 43,5 3,7

012345

D E I Li Lu Se So Y

Gemiddeldebetrokkenheidnaargelangobservator

Natacha

Sofie

Page 30: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

25 Vitamine G(roen) www.kdg.be

4.2 Groen vs niet-groenbeleving

4.2.1 Algemeen

In tabel 6 vergelijken we de betrokkenheid en het welbevinden van elke kleuter naargelang de variabele (groen- niet-groen) en plaatsen we deze naast de nulmeting bij de klasjuf. De resultaten zijn uitgesproken hoger bij de observaties tijdens de week groenbeleving, dan tijdens de andere metingen. Voor betrokkenheid zien we een gemiddelde verhoging van 0,78 punten en voor het welbevinden zelfs 1,12 punten.

Een uitzondering op de algemene trend vormt kleuter D, die wat betreft welbevinden bij de nulmeting 0,1 punt hoger scoorde dan bij de groenbeleving. Er is echter ook voor het welbevinden van deze kleuter een duidelijke verhoging te zien van 0,7 punten tussen de groen en niet-groene meting.

Over het algemeen komen de scores van de niet-groene observatie ook overeen met de scores van de nulmeting bij de klasjuf, tijdens een niet-groen thema. Het lijkt er dus sterk op dat groenbeleving een effect uitoefent op de betrokkenheid en het welbevinden van de kleuters en dat de afwezigheid van de klasjuf slechts een beperkte invloed uitoefent op de kleuters hun welbevinden en betrokkenheid. Bovendien is het effect hiervan ook naargelang de kleuter positief of negatief en is dit over alle kleuters heen slechts zeer beperkt lager (0,07 punten voor betrokkenheid en 0,22 punten voor welbevinden).

Tabel 6: Betrokkenheid en welbevinden per variabele

Betrokkenheid

Welbevinden

Kleuter Groen NietGroen Nulmeting Groen NietGroen NulmetingD 3,8 3,3 3,5 3,6 2,9 3,7E 4,2 3,5 3,8 4,7 3,4 3,7I 4,1 3 2,4 4,2 2,8 2,2Li 3,9 2,8 3,1 4,4 3 3,3Lu 4 2,9 3,6 4,2 2,4 3Se 4,1 3,9 3 4,1 3,7 3,3So 3,9 3,2 3,8 4,6 3,4 4,1Y 4,2 3,4 3 4,3 3,5 3Gemiddeld 4,03 3,25 3,33 4,26 3,14 3,36

Page 31: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

26 Vitamine G(roen) www.kdg.be

4.2.2 Per geslacht

Wanneer we de vergelijking maken per geslacht zien we nagenoeg geen verschil tussen jongens en meisjes. Het gemeten positieve effect van groenbeleving lijkt niet afhankelijk te zijn van het geslacht van de kleuter.

Tabel 7: Gemiddelde betrokkenheid en welbevinden per variabele en geslacht

Gemiddeldebetrokkenheid(schaalvan1tot5)

Gemiddeldwelbevinden(schaalvan1tot5)

Variabele Jongen Meisje Jongen MeisjeGroen 4,08 3,98 4,45 4,08NietGroen 3,25 3,25 3,18 3,10Nulmeting 3,55 3,09 3,45 3,26Gemiddeld 3,63 3,45 3,69 3,49

4.2.3 Per kleuter

Wanneer we inzoomen op de resultaten per kleuter, zien we dat het positieve effect van groenaanbod voor elke kleuter van toepassing is.

Grafiek 3: Gemiddelde betrokkenheid per kleuter (groen vs niet-groen)

Bij kleuters D en Se was het effect minder merkbaar. Kleuter Se heeft over het algemeen een hoge betrokkenheid en een hoog welbevinden. Dit merk ik ook in de klas, waar ze

3,3

3,5

3

2,8

2,9

3,9

3,2

3,4

3,8

4,2

4,1

3,9

4

4,1

3,9

4,2

0 1 2 3 4 5

D

E

I

Li

Lu

Se

So

Y

Gemiddeldebetrokkenheidperkleuter(Groenvsniet-groen)

Groen

NietGroen

Page 32: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

27 Vitamine G(roen) www.kdg.be

steeds staat te popelen om aan activiteiten te participeren en steeds opgaat in de activiteiten.

Kleuter D is een kind dat al erg openstaat voor het thema groenbeleving en van thuis uit erg veel meekrijgt rond dit thema. Mogelijks is dit een verklaring voor het iets minder grote effect bij kleuter D. Zou er gewenning kunnen optreden en is het effect enkel groot voor kinderen die nog relatief weinig met groen in aanraking komen? Dit is een interessante vraag om verder onderzoek naar te doen.

Grafiek 4: Gemiddelde betrokkenheid per kleuter (groen vs niet-groen)

2,9

3,4

2,8

3

2,4

3,7

3,4

3,5

3,6

4,7

4,2

4,4

4,2

4,1

4,6

4,3

0 1 2 3 4 5

D

E

I

Li

Lu

Se

So

Y

Gemiddeldwelbevindenperkleuter(Groenvsniet-groen)

Groen

Nietgroen

Page 33: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

28 Vitamine G(roen) www.kdg.be

5 PRAKTIJKPRODUCT

Omdat mijn resultaten aantonen groenbeleving bij de kleuters van de klas K2C een positief effect op het welbevinden en de betrokkenheid hebben tijdens mijn stage, vond ik het belangrijk om de activiteiten en kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn stage te delen.

Ik maakte een website aan www.natachaantequera.wordpress.com waar ik mezelf en het onderzoek van mijn bachelorproef voorstel, ideeën uitwissel met mensen en mijn weekschema’s en lesvoorbereidingen aanbied. Door deze blog te delen op facebookpagina’s van kleuterjuffen en scholen hoop ik inspiratie te bieden waar nodig en dat het thema meer aandacht krijgt.

Page 34: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

29 Vitamine G(roen) www.kdg.be

6 CONCLUSIE EN DISCUSSIE

"Hebben de kleuters van de kleuterklas K2C in de Johannesschool te Valaar een hoger welbevinden en een hogere betrokkenheid na een aanbod van groenbeleving gedurende twee lesweken dan na een aanbod van twee lesweken aan niet-groene activiteiten?"

Op bovenstaande vraag kan ik enkel volmondig ‘Ja!’ antwoorden. Dit blijkt ook uit de studie. Daarenboven waren de kleuters zo betrokken dat ze zelf dieren, planten, bloemen, etc. mee naar de klas namen. Zo kwam kleuter D naar de klas met een potje waar een lieveheersbeestje in zat. We vulden onze kijktafel aan en zo konden andere kleuters kijken naar het beestje. Later diezelfde week kwam ook de wandelende tak Jefke van kleuter D. onze klas vergezellen. Het thema leefde enorm bij de kleuters. Tijdens de speeltijd werden er gevonden spullen naar de klas gebracht alsook insecten om deze te bespreken en te verzorgen. Het thema groenbeleving had niet enkel impact op de geobserveerde kleuters maar ik zag bij heel de klasgroep een grote betrokkenheid en een groot welbevinden.

Gezien de kleinschaligheid van mijn onderzoek is het helaas niet mogelijk om iets te zeggen over ‘de kleuter’, of zelfs ‘de kleuter in een stad in België’. Daarom beveel ik aan dat er een veel groter onderzoek uitgevoerd wordt om te meten of het positieve effect op betrokkenheid en welbevinden van vitamine Groen ook de test van de grotere statistieken kan doorstaan. Enkel met dergelijke bewijzen lukt het volgens mij om de nood van groenaanbod in de kleuterklas bij overheden en beleidsmakers op de tafel te krijgen.

Naast een uitgebreider onderzoek, zou ik het thema groenbeleving ook meer aan belang willen zien inwinnen tijdens de opleiding tot Professionele Bachelor in Kleuteronderwijs en in het onderwijs in het algemeen.

Langs de andere kant zie je in de praktijk reeds allerlei initiatieven verschijnen zoals ik in mijn literatuurstudie aanhaalde. Dit betekent volgens mij dat de behoefte gekend is, en dat er al ingezet wordt op groenbeleving bij kleuters bijvoorbeeld door samenwerkingsverbanden tussen scholen en andere organisaties. In het Kiel in Antwerpen is een voorbeeld terug te vinden van dergelijk initiatief: ‘Den Akker’ (samenlevingsopbouw Antwerpen Stad, 2017). Dit is een project vanuit Stad Antwerpen waarbij basisschool De Schakel samen met Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad een stuk grond naast de basisschool zullen omtoveren tot een groene plaats voor de buurt. Daar waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, maar ook waar de leerlingen van de basisschool aan hun broodnodige momenten groenbeleving zullen komen.

De belangrijkste conclusie uit mijn onderzoek is volgens mij dat vitamine G(roen) aan kinderen aangeboden kan worden in verschillende vormen. Projecten zoals ‘Den Akker’ zijn uiteraard broodnodig, maar mede omdat het in de praktijk moeilijk is om steeds met de kleuters naar het groen te gaan, kan de drempel van groenbeleving gerust verlaagd worden door het groen binnen de klas te brengen. Vitamine G(roen) zal zelfs dan zijn effect niet missen!

Page 35: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

30 Vitamine G(roen) www.kdg.be

7 LITERATUURLIJST

Baarda, D.B. en De Goede, M.P.M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken: Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen/Houten: Wolters-Noordhoff. Bond, D. (Producent) & Bond, D. (Regisseur). (2013). Project Wild Thing. [Film]. Verenigd Koninkrijk:Green Lions en Britdoc Foundation. De Bleeckere, D. en Meersdom, V. (2013). Het natuurhuisje. Een voorbeeld om natuurbeleving bij kleuters én daarbuiten te stimuleren. [Scriptie]. Tielt: Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen.

Departement Leefmilieu Natuur en Energie (2015). Milieujaarprogramma 2016. Opgeroepen op 10 maart 2017, van Departement Leefmilieu en Energie: https://www.lne.be/sites/default/files/atoms/files/mjp-2016.pdf.

Elliot, S. (2014). From forest preschool to Bush Kinder: An inspirational approach to preschool provision in Australia. Australasian Journal of Early Childhood, 39(3), pp. 45-53.

GoodPlanet Belgium. (2017). Pimp Je Speelplaats 3.0. Opgeroepen op 10 maart 2017 van Pimp Je Speelplaats: http://www.pimpjespeelplaats.be/overzicht/pimp-je-speelplaats-30.

Kint, I. (2016). Het welbevinden van de jongste kleuters tijdens de middagpauze in het kleuteronderwijs. [Masterproef]. Gent: Universiteit Gent.

Laevers, F., Jackers, I., Menu, E. & Moons, J. (2014) Ervaringsgericht werken met kleuters in het basisonderwijs. Averbode: CEGO Publishers.

Laevers, F. (2014). Procesgericht kindvolgsysteem voor kleuters: Achtergrond en praktijksuggesties. Leuven: CEGO Publishers.

Louv, R. (2007). Het laatste kind in het bos. Utrecht: Jan Van Arkel.

Montessori, M. (2013). Nature in Education. The NAMTA Journal, 38(1), pp. 21-27.

MOS Vlaanderen. (2017). mos promotiefilm buitenlesdag 2017. [Youtube]. Opgeroepen op 20 maart 2017 van Youtube: https://www.youtube.com/watch?v=NbZd2W5zSVA.

Rathunde, K. (2009). Nature and Embodied Education. The Journal of Developmental Processes 4(1), pp. 70-80.

Rathunde, K. (2013). Nature Experience and Education. The NAMTA Journal, 31(1), pp.237-241.

Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad. (2017). ’t Kiel tuint – Den Akker. Opgeroepen op 3 juni 2017 van Samenlevingsopbouw Antwerpen Stad: https://samenlevingsopbouw-antwerpenstad.be/kalender/t-kiel-tuint-den-akker/2017-05-10/

Page 36: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

31 Vitamine G(roen) www.kdg.be

Stad Antwerpen. (2010). Infoboekje Natuur op school. Antwerpen: Patricia De Somer.

Söderström, M., Boldemann, C., Sahlin, U., Mårtensson, F., Raustorp, A., Blennow, M. (2012). The quality of the outdoor environment influences childrens health - a cross-sectional study of preschools. Acta Paediatrica, 2013(102), pp. 83-91.

Taalunie. (2017). Woordenlijst.org. Opgeroepen op 2 april 2017 van Taalunie: http://woordenlijst.org/ - /?q=groenbeleving.

VLAM vzw. (2017). Groene voetjes in de kinderopvang. Opgeroepen op 10 maart 2017 van VLAM vzw: http://www.openbaargroen.be/groene-voetjes-in-de-kinderopvang.

Page 37: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

32 Vitamine G(roen) www.kdg.be

8 BIJLAGE

8.1 Betrokkenheidsmeter

Volledigafgehaakt?MomentenvanactiviteitNagenoegconstanteactiviteitononderbrokenactiviteitonafleidbaar

Volledigafgehaakt?MomentenvanactiviteitNagenoegconstanteactiviteitononderbrokenactiviteitonafleidbaar

Volledigafgehaakt?MomentenvanactiviteitNagenoegconstanteactiviteitononderbrokenactiviteitonafleidbaar

Volledigafgehaakt?MomentenvanactiviteitNagenoegconstanteactiviteitononderbrokenactiviteitonafleidbaar

Volledigafgehaakt?MomentenvanactiviteitNagenoegconstanteactiviteitononderbrokenactiviteitonafleidbaar

VOLDOENING

ENERGIE

MIMIEK&HOUDING

BetrokkenheidsmeterKleuter: Observator: Datum:uur:

CONCENTRATIE

PERSISTENTIE

Page 38: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

33 Vitamine G(roen) www.kdg.be

8.2 Welbevindenmeter

VolledigafgehaaktMomentenvanactiviteit(meerbezigmetanderedingen)Nagenoegconstanteactiviteit(afgeleiddoorandereprikkels)OnonderbrokenactiviteitOnafleidbaar

Stil,heeltraag,negatiefzijn,geenmentaleactiviteitWeinigactiviteit,traagtempoMeeractiviteit,meertempo(zekerevoortgang)Vlottempo,zweten,luiderpratenHogeinspanning,rodewangen,roepen

Staren,afwezigeblik(geenwerkhouding)Ongericht,dromerig(hangerig)Dromerig,somskijken(wiebelen)Matigewerkhouding,glimlachGoedewerkhouding,lachen,openblik

GeensignalenvanexploratieofinteresseWeinigexploratie,interesseWeiniginzet,nietgemotiveerdGemotiveerd,zinindeactiviteitWilmeer,wilnietstoppen

VervelingActiviteitwordtnietalszinvolbeleefdGeenuitdagingCapaciteitenwordenaangesprokenGeniet

VITALITEIT

SPONTANEÏTEIT

OPENHEID

WelbevindenmeterKleuter: Observator: Datum:vanuur:totuur:

GENIETEN

ONTSPANNINGENINNERLIJKERUST

Page 39: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

34 Vitamine G(roen) www.kdg.be

8.3 Weekschema’s groene weken

Maandag 17/04/17 Dinsdag 18/04/17 Woensdag 19/04/17 Donderdag 20/04/17 Vrijdag 21/04/17 Dagaccent: PAASMAANDAG Dagaccent: voorzaaien(zaden) Dagaccent:voorzaaien(bollen) Dagaccent: belang van water Dagaccent: vlinders

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van

de activiteit

ES KG

8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k

9u15-10u05

Kringactiviteit: HA: KA1: KA2: KA3: KA4: KA5:

Kringactiviteit: Opstart thema HA:zaden weken(WO) KA1:zadenwinkel KA2:zadenmozaik KA3:zaden sorteren KA4:zaden experimenteerbak KA5:ondektafel/kijktafel

O OOL

1 2 3

20

16

Kringactiviteit: wat zijn bloembollen? HA:zaadbollen maken (BO) KA1:zaadzakjes vullen KA2:zadenwinkel KA3:experimenteerbak KA4:zaden letters

O

Ool 5 6

K G

Kringactiviteit: bloemen+kleurstof HA:schilderen met water(MUZO) KA1:planten besproeien KA2:water matrix KA3: experimenteerbak KA4:letters op bord verwijderen

EB 9

10

11

Kringactiviteit: het belang van vlinders HA:waarneming vlinders (poppen, rupsen)(WO) KA1:spiegelbeeld KA2:experimenteerbak KA3:vlinders in blokken KA4:hoeveel stippen heeft de vlinder

OOL

13

14

15

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. 10u40

-11u30

HA: KA1: KA2: KA3: KA4: KA5:

HA:wegen zaden(WIS) KA1:zadenwinkel KA2:zadenmozaik KA3:zaden sorteren KA4:zaden experimenteerbak KA5:serre

OOL

4

HA:Wortels blazen (ritje en ecoline)(MUZO) KA1:bollen planten KA2:bollen sorteren(groot naar klein) KA3:experimenteerbak KA4:zaden letters

OOL 7 8

G HA:gieters vullen(WIS) KA1:waterzakjes KA2:water matrix KA3: experimenteerbak KA4: letters op bord verwijderen

OOL

12

HA:bijzondere tak voor vlinders schilderen(GOD/MUZO) KA1:spiegelbeeld KA2:vlinders juiste kleur knijpen KA3:kralenplank KA4:volgorde vlinders groei KA5: kijktafel

EB

17 18 19

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u45-

12u00

Voorlezen: klein zaadje

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. 13u25

-14u55

Kringactiviteit: HA: KA1: KA2: KA3: KA4:

LTB Sessie (mentor neemt over) Kringactiviteit: boek voorlezen(NED)

13U25 14U15

14U30

Turnen (BO) Zaadbollen planten (

Ool

OOl

K

K

HA: Volgorde van de vlinder(WO) + vrij spel (aanbieden wat

Page 40: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

35 Vitamine G(roen) www.kdg.be

KA5: + vrij spel

buiten) kleuters willen doen)

14u55-

15u05

opruimen 14u55-

15u05

opruimen 1 14u55-

15u05

opruimen 14u15 15u05

Turnen (BO) ool k

Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van tot . Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag + vergadering

15u20 15u25 15u30

Einde schoolag

Maandag 24/04/17 Dinsdag 25/04/17 Woensdag 26/04/17 Donderdag 27/04/17 Vrijdag 28/04/17 Dagaccent:insecten in de tuin Dagaccent: composteren

(wormen) Dagaccent:terra ziek Dagaccent:planten en bloemen Dagaccent: planten en bloemen

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van

de activiteit

ES KG

8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k

9u15-10u05

HA:hoeveel stippen op lieveheersbeest?(WIS) KA1:beesten oxo KA2:vlinders blokken KA3:zandtafel KA4:ontdektafel

21

Voorlezen: wie is Jerom compostworm? (WO/NED) HA:wormenhotel (WO) KA1:placticine KA2:beesten oxo KA3:compost memory KA4:ontdektafel KA5: telkaartrupsen

22

23

24

HA:borstels maken (MUZO) KA1:verteltafel KA2:lichttafel met zand KA3:Lettertafel KA4:afval sorteeertafel

25 26

27 28

HA:bloemen disectie(WO) KA1:verteltafel KA2:bloemstuk maken (forum) KA3:bloemen met blokken KA4:strijkparels

29

30

31

HA:compositie op folie (transparant) KA1:drukken op papier KA2:lichtafel met bloemen KA3:waarnemingstekenen KA4:strijkparels

33

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. 10u40

-11u30

HA:tekendictee (NED) KA1:vlinders spiegelbeeld KA2:beesten oxo KA3:zandtafel KA4:ontdektafel KA5: inkleuren dictee

HA:de langste wormen(WIS) KA1:placticine KA2:beesten oxo KA3:telkaartrups KA4:compost memory KA5:ontdektafel

10u 45 -

11u

HA:Kamishibai (NED) terra is ziek + verwerking op verhaal: Speelplaats opruimen en afval sorteren (WO)

HA:schilderen met zelfgemaakte borstels (MUZO) KA1:verteltafel KA2:bloemen sorteren KA3:lichtafel met bladeren KA4:waarnemingst

32

HA:bloemen maken uit papier KA1:drukken op papier KA2:lichttafel met bloemen KA3:lettertafel KA4:bouwen met bloempotten KA5:strijkparels

34

Page 41: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

36 Vitamine G(roen) www.kdg.be

ekenen

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. 13u25

-14u55

Kringactiviteit: liedje vlinder Buitenspelen HA: Op zoek naar materiaal voor onze borstels

LTB Sessie (mentor neemt over) voorlezen? Kringactiviteit + vrij spel

13U25 14U15

14U30

Turnen (BO) FORUM presenteren

ool k 13u30 -

13u50

Bijbelverhaal (GOD)+ vrij spel

14u55-

15u05

opruimen 14u55-

15u05

opruimen 1 14u55-

15u05

opruimen 14u15 15u05

Turnen (BO) ool k

Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van tot . Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag

15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schoolag

Page 42: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

37 Vitamine G(roen) www.kdg.be

8.4 Weekschema’s niet-groene weken

Maandag 8/05/17 Dinsdag 9/05/17 Woensdag 10/05/17 Donderdag 11/05/17 Vrijdag 12/05/17 Dagaccent:mama’s in kunst Dagaccent: portret mama’s Dagaccent:FOTOGRAFIE Dagaccent: zelfportret/collage Dagaccent: calder

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van

de activiteit

ES KG

8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k

9u15-10u05

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:schilderspallet(BO) KA1:mama memory KA2:blindtekenen KA3:kartonnen schilderen KA4:schilders winkel KA5:zandbak met penselen

1 2 3 4 5

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:portret mama(muzo) KA1:mama memory KA2:kartonnen schilderen KA3:blindteken KA4:schilders winkel KA5: zandbak met penselen

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:propjes paier rollen (BO) KA1:puzzelen KA2:foto memory KA3:blindtekenen KA4:schildershoek KA5:knipbak

9 1

18 10

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:Kaders maken(WIS-MUZO) KA1: onderste boven tekenen KA2:stukje doek schilderen KA3:blindtekenen KA4:schilderswinkel

11

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:weven van Pijpjes(BO) KA1:chenile tafel(weven) KA2:verschillende draden KA3:kettingen rijgen KA4:knipbak

15 16

17

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. 10u40

-11u30

Voorlezen :mama kwijt HA:dieren verhaal sorteren van Groot naar klijn (WIS) KA1:mama kwijt memory KA2:monalisa KA3:letters tekenen KA4:schilders winkel KA5:zandbak met penselen

6 7

HA:portret mama (MUZO) KA1:onderste boven tekenen KA2:Monalisa KA3:letters tekenen KA4:schilders winkel KA5:zandbak met penselen

8

HA: foto studio (drama/Media) KA1:puzzelen KA2:foto memory KA3:letters tekenen KA4:knipbak HA:mariabeeld (moeder van Jezus) (GOD)

HA:Kaders maken(WIS-MUZO) KA1:onderste boven tekenen KA2:portretten sorteren op gevoelens KA3:domino KA4:verteltafel KA5:knipbak

12 13 14

Voorlezen: draad van calder HA:letters en draad (BO) KA1:chenille tafel KA2:verschillende draden KA3:kettingen rijgen KA4:knipdoos met draad

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

11u30-

12u00

Opruimen + Boterhammen eten

Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. 13u25

-14u55

Kringactiviteit: Verjaardag Ziyad

Versje : je bent de liefste + vrij spel

Fotograaf komt langs (geen verf, geen vuile activiteiten)

13U25 14U15

Turnen (BO) + Versje : je bent de liefste

ool k Kamischibai: mama kwijt + vrij spel

Page 43: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

38 Vitamine G(roen) www.kdg.be

14u55-

15u05

opruimen 14u55-

15u05

opruimen 1 14u55-

15u05

opruimen

14u15 15u05

Turnen (BO) ool k

Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van tot . Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schoolag

Maandag 15/05/17 Dinsdag 16/05/17 Woensdag 17/05/17 Donderdag 18/05/17 Vrijdag 19/05/17 Dagaccent: Beeldhouwkunst Dagaccent: Museum Middelheim Dagaccent:pointillisme (stippen) Dagaccent: mondriaan

(abstract) Dagaccent: abstracte kunst

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van de activiteit

ES KG

Uur Ontwikkelings-domein: titel van

de activiteit

ES KG

8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k 8u25-9u15

Boekentassen + ochtendritueel

O k

9u15-10u05

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:beeldhouw werk maken (MUZO) KA1: letters met stokjes KA2:rijgen KA3:kijktafel KA4:schilders winkel KA5:confettibak

27

Voorlezen ‘de stip’ HA:knippen rondjes (BO) KA1:knijpkaarten KA2:penselen sorteren KA3:kijktafel KA4:schilderswinkel KA5:confettitafel

19 20

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:Mondriaan spel (WIS) KA1:spiegel en blokken KA2:blokken/knex KA3:mondiriaantjes met lijnen+blokken) KA4:autos+lijnen KA5:blikjes werpen

21

22

23 24

Kringactiviteit: voorlezen gedicht HA:gekke gezichten collage(MUZO) KA1:lichtbak KA2:memory KA3:kleuters omlijnen KA4:blikjes werpen KA5:confettitafel

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

10u00-

10u25

Opruimen + koek

Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. Pauze van 10u25 tot 10u40. 10u40

-11u30

HA:beelden met karton(WO) KA1:letters met stokjes KA2:rijgen KA3:kijktafel KA4:schilderswinkel KA5:confetitafel

HA: twister KA1:knijpkaarten KA2:penselen sorteren KA3:kijktafel KA4:schilderswinkel Kringactiviteit: voorlezen gedicht

HA:puzzelen met vlakken (WIS) KA1:spiegel en blokken KA2:blokken/knex KA3:lijnen met kleefband KA4:kralenplank KA5:blikjes werpen

25

HA:met spuitjes schilderen(BO) KA1:lichtbak KA2:memory KA3:blokken KA4:modriaantje met lijnene en blokken KA5:kleuren mengen(tafel)

26

11u30-

Opruimen + Boterhammen

11u30-

Opruimen + Boterhammen

11u30-

Opruimen + Boterhammen

11u30-

Opruimen + Boterhammen

11u30-

Opruimen + Boterhammen

Page 44: 3PBKOb Bachelorproef Natacha Antequera 20170610...2017/07/03  · In een interview met Rathunde (2013) doorprikt hij bovendien de nood aan 'grootse' groenbelevingen die in bijna elk

Natacha Antequera Galafat 3 PBKO-b Karel de Grote Hogeschool

39 Vitamine G(roen) www.kdg.be

12u00 eten 12u00 eten 12u00 eten 12u00 eten 12u00 eten Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 Middag van 12u00 tot 13u25. Middag van 12u00 tot 13u25.

13u25-

14u55

Kringactiviteit: Verjaardag Haroun Voorlezen: rené (NED) + vrij spel

LTB Sessie (mentor neemt over)

13U25 14U15

14u20 14u45

Turnen (BO) HA:Bespreken kunstwerken (NED) Vrij spel

ool k TIK TAK + vrij spel

14u55-

15u05

opruimen 14u55-

15u05

opruimen 1 14u55-

15u05

opruimen 14u15 15u05

Turnen (BO) ool k

Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van tot . Pauze van 15u05 tot 15u20. Pauze van 15u05 tot 15u20. 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schooldag 15u20 15u25 15u30

Einde schoolag