3 dagen v Pasen 2016 · 2016-03-24 · 3 Witte Donderdag 2016 “Vanavond begint het Paasfeest....

22
1 DE DRIE DAGEN VAN PASEN 2016 2 Witte Donderdag, 24 maart om 19.30 uur Voorganger: ds. Bernadette de Groot Organist: Erik Nijzink Piano: Tinie van der Stelt m.m.v.: Cantorij en gemeenteleden Goede Vrijdag, 25 maart om 19.30 uur Organist: Irma Zuur Piano: Tinie van der Stelt m.m.v.: Cantorij en gemeenteleden Stille Zaterdag, 26 maart om 21.00 uur Voorganger: Gerjanne Katerberg Organist: Mans Kuipers Piano: Tinie van der Stelt m.m.v.: Cantorij en gemeenteleden De kerkenraad en de liturgiecommissie van de Gereformeerde kerk Zweeloo (PKN) wensen u inspirerende vieringen toe. Wilt u zo vriendelijk zijn dit liturgieboekje in de bank te laten liggen? U kunt het boekje na de dienst op Stille Zaterdag meenemen!

Transcript of 3 dagen v Pasen 2016 · 2016-03-24 · 3 Witte Donderdag 2016 “Vanavond begint het Paasfeest....

1

DE DRIE DAGEN VAN PASEN

2016

2

Witte Donderdag, 24 maart om 19.30 uur Voorganger: ds. Bernadette de Groot Organist: Erik Nijzink Piano: Tinie van der Stelt m.m.v.: Cantorij en gemeenteleden Goede Vrijdag, 25 maart om 19.30 uur Organist: Irma Zuur Piano: Tinie van der Stelt m.m.v.: Cantorij en gemeenteleden Stille Zaterdag, 26 maart om 21.00 uur Voorganger: Gerjanne Katerberg Organist: Mans Kuipers Piano: Tinie van der Stelt m.m.v.: Cantorij en gemeenteleden De kerkenraad en de liturgiecommissie van de Gereformeerde kerk Zweeloo (PKN) wensen u inspirerende vieringen toe. Wilt u zo vriendelijk zijn dit liturgieboekje in de bank te laten liggen? U kunt het boekje na de dienst op Stille Zaterdag meenemen!

3

Witte Donderdag 2016 “Vanavond begint het Paasfeest. Veertig dagen hebben we ons hierop voorbereid. We geven deze donderdag de kleur wit, van reinheid en licht. Jezus zat op een donderdagavond als deze met zijn leerlingen voor de laatste keer aan de maaltijd. Vooraf heeft hij hun een voorbeeld gegeven van dienstbetoon en liefde: Hij heeft hun de voeten gewassen. Het was de avond dat Israël de Sedermaaltijd, het begin van het Pesachfeest hield. Dan vertelde men elkaar, terwijl men at en dronk, over de bevrijding uit de slavernij van Egypte. Die bevrijding begon indertijd met een avondmaaltijd op de laatste dag van de slavernij, en met die maaltijd maakten de Israëlieten zich gereed om uit Egypte weg te gaan. Daarom begint het jaarlijkse Paasfeest van Israël met zo’n maaltijd, de Sedermaaltijd. Eén of meer joodse families, eventueel met vrienden, verzamelen zich in een zaal. Zo vormen zij met elkaar een intieme gemeenschap. Dat heeft Jezus ook gedaan met zijn vrienden en leerlingen. En zo hebben wij ons hier verzameld als leerlingen en vrienden van Jezus van Nazareth, als leden van de geloofsgemeenschap die zijn NAAM mogen dragen, in dit huis, in deze kerk.

4

- GEROEPEN OM TE VIEREN - Orgelspel Zingen: Vol van verwachting, vers 1, 2 en 3.

(gemeente gaat staan)

2. Tijd vloeit ineen; verleden wordt heden,

toekomst wordt nu, maar altijd blijft het Woord: herinnerd te worden aan hoe wij bedoeld zijn, herscheppen de wereld waarmee wij vergroeid zijn, die opdracht aan alles wat ademt gaat voort.

3. Samengekomen om te gaan vieren

uur van gemeenschap, van Woord en van Geest, dat warm en met liefde en licht is doorweven, ons helpt om ons leven gestalte te geven. Verwachtingsvol zijn wij gereed voor dit feest.

5

Groet en Bemoediging V: De Heer zij met u allen. G: Zijn vrede zij met u. V: Onze hulp is in de Naam van de Eeuwige, G: die hemel en aarde gemaakt heeft, V: die trouw blijft tot in eeuwigheid, G: die het werk van zijn handen niet loslaat. Drempelgebed: V: Nog vol van de ervaringen van vandaag, van school en

werk, willen we stil worden. Stil om in te loggen, ons open te stellen voor God.

Stilte V: Wees bij ons, deze avond en de dagen die zullen volgen

Amen De gemeente gaat zitten Kyriegebed Na “zo bidden wij” zingen wij:

6

Zingen: Lied 304: 1, 2 en 3

2. Zing van de Zoon, het licht voor onze ogen,

bron van geluk voor wie Hem wil geloven: luister naar Hem het woord van alzo hoge: houd Hem in ere!

3. Zing van de Geest, de adem van het leven,

duurzame kracht die mensen wordt gegeven. Waar wij ook gaan, wij hebben niets te vrezen: houd Hem in ere!

- DE SCHRIFTEN GELEZEN EN GEZONGEN - Gebed bij de opening van de Schriften Lezen: Exodus 12: 1-11

7

Zingen: Lied 542: 1 en 2

2. Het volk van God was veertig jaar

– een mensenleven lang – op weg naar het beloofde land, het land van Kanaän.

8

Woorden bij de liturgische schikking.

De ontmoeting met uit hout gesneden figuren doet ons verwonderen

en verwarren over stappen die genomen worden.

Kijk naar de staande figuur die de stap van overgave doet

naar de figuur die zich voorover buigt.

Het water laat stromen over de voeten van voorbij

zodat zij vernieuwend rond mogen gaan met brood en met wijn

en delen van leven en vrolijk zijn. Dat feest wordt groot!!

Toch is er een stap gezet die afbreuk doet aan de feestvreugde

want zie tussen twaalf rozen in de kring

draagt één de kleur van verraad!! Ben ik het Heer?

Ben ik het? Stilte. - DE MAALTIJD VAN DE HEER - Brood, wijn en druivensap worden binnengebracht. Lezen: Lucas 22: 7-23 De cantorij zingt: Op de avond, toen de uittocht 1. Op de avond toen de uittocht

uit Egypte werd gevierd, en de matse werd gebroken en de wijn werd ingeschonken toen heeft Jezus aan zijn mensen een geheim geleerd:

9

Refrein: cantorij en gemeente

2. Op die avond van het paasfeest

heeft hijzelf ons uitgelegd, dat het brood ons wordt gegeven als een teken van zijn leven, dat hij uitdeelt aan zijn mensen, dat heeft hij gezegd.

Refrein: cantorij en gemeente 3. Op die avond, toen de beker

werd gezegd door de Heer, zei Hij: wat jullie misdeden, dat is nu voorgoed verleden, je mag leven van vergeving, nu en telkens weer.

Refrein: cantorij en gemeente

10

4. Op die maaltijd van het paasfeest, op de avond van zijn dood zei Hij: zelf zal ik er bij zijn op het feest waar jullie vrij zijn, op de maaltijd, die God aanricht, en dat feest wordt groot!

Refrein: cantorij en gemeente Inzameling van de gaven Bereiden van de Tafel Nodiging: V: De Heer zal bij u zijn G: De Heer zal u bewaren V: Verheft uw harten G: Wij zijn met ons hart bij de Heer V: Brengen wij dank aan de Heer onze God G: Hij is onze dankbaarheid waardig Tafelgebed: Cantorij zingt: Gij die de stomgeslagen mond verstaat.

Gij die de stomgeslagen mond verstaat van alle stervelingen die wij zijn, wij roepen U de naam toe van een mens, Jezus, de zoon der mensen Uw geliefde. Nooit sprak een mens als hij, in hem verstonden wij uw bestaan de zin van ons bestaan. Hij is Uw woord geweest, hij heeft volbracht alle gerechtigheid, een mens voor allen. Om zijnentwil zie ons dit uur bijeen. Zie alle stervelingen van de wereld, waar onze doden zijn, verkoold, verwaaid, vragen wij U hebt Gij hen nog gezien?

11

Waarom genadeloos vernietigd worden, de armsten van de wereld, uw geliefden; waarom wij die met weinigen bezitten wat allen toebehoort, uw woord niet doen, geen wereld maken die in vrede is, een nieuwe orde van gerechtigheid. Gij die ons hebt gezegd wat leven is: te doen wat goed is, recht, elkaar bevrijden. Gij die dit woord ons ingegeven hebt, een bron van kracht en moed en zeker weten, Gij die het licht in ons geschapen hebt: dat niet de duisternis ons overmeestert. Dat niet het laatste woord is aan de dood, Gij die tot hier ons vasthoudt in het leven, Gij die ons afgestemd hebt op uw stem, Gij die ons hebt geschapen naar U toe, Gij die ons zocht, nog voor wij om U riepen, Gij die gezegd hebt dat Gij ons zult vinden, wij roepen U de naam toe van uw mens, Israël, deze aarde uw geliefde.

Vredegroet: V: De vrede van Christus zij met u allen. G: Zijn vrede zij met u. V: Christus biedt ons zijn vrede aan. Zo zijn wij met God en met elkaar verbonden. G: Dat wij de vrede van Christus doorgeven aan elkaar. De gemeente komt naar voren om de Maaltijd te vieren. Orgelspel tijdens het delen van brood, wijn en druivensap Dankgebed

12

- VERLATENHEID - Tijdens orgelspel wordt het antependium weggehaald en de tafel leeggeruimd Zingen: Lied 556: 1 en 5

5. Dit is uw opgang naar Jeruzalem

waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, vrede aan allen die uw naam verhogen: heden hosanna, morgen kruisig Hem!

Lezen: Lucas 22: 39-42 De cantorij zingt: Verborgen God.

Verborgen God, laat Je toch vinden, treedt toch tevoorschijn: laat Je zien! Wij zoeken Jou met hart en zinnen, we zoeken Jou met hart en ziel! Geef ons de kracht die ene stap te doen, weg van onszelf, Nabije, naar Jou toe.

We verlaten de kerk in stilte

13

GOEDE VRIJDAG 2016 De liturgische tafel is gisteren leeggeruimd, we blijven vandaag in die leegte. Leegte, verbijstering overvalt ons als we luisteren en zingen over wat er met Jezus gebeurt. De kruisweg die Hij moet gaan, schoorvoetend gaan ook wij op weg en volgen Zijn liefdevol spoor. Soms blijven we even staan om stil te worden en de woorden tot ons door te laten dringen. Het licht dimt. Waarom Goede Vrijdag? Omdat de dood niet het laatste woord heeft.

Jij komt in mijn leven binnen Jij gaat op mijn wegen mee Jij neemt mijn kruis op je Jij voor mij, zoals: zo groot is de liefde Ik laat je in mijn leven binnenkomen Ik ga jou op mijn wegen achterna Ik sta voor het kruis van jouw liefde voor mij Ik voor jou, in de sporen van de liefde

14

We beginnen de dienst in stilte. De cantorij zingt: Verborgen God.

Verborgen God, laat Je toch vinden, treedt toch tevoorschijn: laat Je zien! Wij zoeken Jou met hart en zinnen, we zoeken Jou met hart en ziel! Geef ons de kracht die ene stap te doen, weg van onszelf, Nabije, naar Jou toe.

Gebed.

God van liefde en ontferming, wij weten dat U met ons bent, in vreugde en verdriet, in dankbaarheid en rouw, in moed en angst. Ook al zijn we leeg van binnen en ervaren we niets van Uw aanwezigheid,

we mogen erop vertrouwen dat U ons verhoort en niemand van ons verloren laat gaan. Wees met ons in dit uur en vervul ons van Uw kracht. Schenk ons de moed om in de voetstappen te treden van Jezus, Uw geliefde Zoon, ook al moeten wij gaan waar geen weg meer is. Amen.

15

Zingen: Psalm 22: 1

16

Lezen: Psalm 22: 4-12 Zingen: Psalm 22: 4.

17

Woorden bij de liturgische schikking.

Ook vandaag mogen wij stappen volgen van twee uit hout gesneden figuren.

De figuur, gebonden aan het kruishout

heeft de stap genomen die zijn Vader van hem vroeg te doen.

Nog niet begrijpend maar door liefde gedreven

gaf hij zich over aan degene

die een stap naar voren deed en hem kuste.

Weer anderen kwamen in verweer maar de stevige pas van soldaten

namen grip op het onheil. Zo ging het verhaal.

Intens verdriet bracht Maria aan de voeten van haar Zoon. Vindt hij antwoord op zijn dorsten

nu mijn kruik gebroken is? Zal de woestijn nog rozen geven?

Verborgen God, laat je toch vinden.

Geef ons de kracht die ene stap te doen weg van onszelf,

Nabije naar jou toe. Stilte.

18

We zijn vanavond bij elkaar gekomen om een oud verhaal te gedenken: de dood van Jezus van Nazareth. Is het voor ons alleen een oud verhaal, één mens met een eigen naam, verbonden met een bepaalde plaats in een lang vervlogen tijd? Kunnen wij ons menselijk bestaan met hem verbinden? In deze dienst wordt telkens eerst verwezen naar het oude verhaal om dan te kijken naar situaties in het heden Verraad door Judas Verteller 1. Wat heeft zo’n man bezield, zo’n Judas? Hij behoorde tot de intimi, de uitverkoren twaalf. Een van de twaalf zijn dat is niet niks, dat is heel wat, ’n hele eer, me dunkt! Hem niet genoeg? Boven die twaalf, voorop gaand en tegelijk de minste, de beste, de grootste, was Hij er, die ze Heer noemden en Meester. Judas was er maar een van het dozijn,

één van de twaalf. De penningmeester, o.k. maar toch niet dé man, niet degene waarvoor de mensen uitliepen. Judas was in ’t gevolg, een van de figuren in de schaduw. En was dat ‘m te min? Wie was die Judas en wat heeft ‘m bezield? Doorzag hij wat hij deed en waar bleef hij nadien? Vier vragen waarop het antwoord vaag blijft. Vragen…

19

Verteller 2. Wie over Judas denkt heeft duizend en meer vragen. Vragen naar het doel en het middel; vragen over hem en vragen over ons die hem vervloeken. Zó immers zijn wij niet. Hoe zijn we dan? Beter? Wij verraden geen mens, kom nou, dat doe je niet! We laten iemand vallen, we laten hem links liggen, bekijken hem eenvoudig niet meer. En we reorganiseren bedrijf, werkkring, zodat zijn baan, zijn job, overbodig is geworden. En we laten hem, zoals dat heet, afvloeien volgens de regeling, of door natuurlijk verloop, nietwaar? Of, heel eenvoudig, we maken hem kapot door ‘m niet langer serieus te nemen,

niet meer voor vol aan te zien, met hem geen relatie meer te willen. We laten hem in z’n hemd staan en achteraf – maar verraad is ons woord niet – vertellen we elkaar ‘Maar hou wel je mond, ja?’ wat we van hem weten en wat we van haar gehoord hebben. Roddel? Zei u dat? Nou nee, roddel is heel iets anders en eh … mocht ’t er ook op lijken, zo is ’t althans niet bedoeld, zeker niet. ’n Waarschuwing. Want je kunt maar beter weten wat voor vlees je in de kuip hebt, nietwaar? Want zó zijn onze manieren, verfijnder, minder bloedig, maar wel even dodelijk als die van Judas.

20

Zingen: Verraad. Melodie: Het pure witte licht. Tussentijds 171 Vroomheid bleek schone schijn, onrust alom ontstond. Ben ik het Heer of hij? Een kus gaf helderheid. Het vragenuur brak aan na ‘t donker in de hof. Liegen dat stond gedrukt, de haan bevestigt dat. Jezus voor de hogepriester, door Petrus verloochend Verteller 1. Kajafas, de hogepriester heeft de Schrift gehaald. Hij heeft zijn naam gevestigd in ’t boek der boeken. We kennen hem al twintig eeuwen: de voorganger in de tempel, de grote priester, hoog boven priesters en Levieten en ’t volk tronend. Man van gezag, autoriteit.

’n Groot man en evenzeer ’n klein mannetje, als de dood voor de bezetter, de Romein. ’n Man van rechts noch links, ’n kleurloze middenfiguur, zou in elk kabinet passen want zo als de wind waait, zo waait z’n jasje.

21

En Kajafas zegt: hij heeft God gelasterd en daarom moet-ie sterven’. Maar hij moet niet sterven omdat hij, zoals ze zeiden, God gelasterd heeft. Hij moest sterven omdat hij, in elke seconde van zijn bestaan,

hen irriteerde met zijn goedheid, z’n eerlijkheid, zijn grote hart. Omdat ze niet in zijn schaduw konden staan als mens. Daarom schreeuwden ze om zijn dood.

Verteller 2. Petrus: God is vannacht gevallen. Ik heb het zelf gezien. Hij reed op een ezel een grote, witte stad binnen en alle mensen juichten. Ze riepen dat Hij koning moest worden maar Hij keek eerder droevig. En toen Hij niet luisterde naar hun afgedwongen uitnodiging, lieten ze Hem vallen met de tranen in zijn ogen. Ze namen Hem gevangen en we zijn allemaal gevlucht. Wij waren zijn vrienden, maar we zijn allemaal gevlucht toen we zagen hoe Hij leed.

Ze sloegen Hem aan een kruis een groot houten kruis en Hij is doodgedruppeld. Ze vroegen mij: ken je Hem? En ik zei: nee. Ze vroegen mij: jij kende Hem toch? En ik zei: nee. Ze zeiden tegen mij maar je hebt Hem toch gekend? En ik zei nee, ik ken Hem niet, vervloekt, ik zweer het ik ken Hem niet. En toen heb ik pas gehuild. Hij is dood en ik heb Hem niet gekend.

22

Cantorij zingt: Lied 561: 1, 2 en 3

2. Hoe achtloos in ons midden wordt het kostbaar mensenbloed gestort en in het onbarmhartig licht het kruis des Heren opgericht. 3. De minsten van de mensen zijn

daar uitgestrekt in angst en pijn. Tot aan het eind der wereld lijdt Christus in hun verlatenheid.

23

Jezus voor Pilatus Verteller 1. De kerk kan wel veroordelen, maar de straf moet van de staat komen. Dan houdt de hogepriester schone handen. En zo is dat. Daarom gaan ze van Kajafas naar Pilatus, de landvoogd. Ook al zo’n man die de Schrift nooit gehaald zou hebben, tenzij over de rug van een ander. Pilatus, de beheerder, gevolmachtigde, zetbaas en handlanger

van de bezettende Romeinse macht. En bang, doodsbang, bang voor alles waarvoor een mens maar bang kan zijn: de echte macht, waarvan hij een schaduw is, de man die voor hem gebracht wordt en die zoveel groter is, zo tastbaar groter. Bang voor zichzelf, bang om de boodschap, die zijn vrouw liet brengen. Bang voor vandaag, bang voor morgen, bang, doodsbang.

Verteller 2. De keuze maken tussen wat je weet dat goed is, zeker weet, en dat wat ‘men’ verlangt… Die keus eist moed, dapperheid, lak hebben aan wat ‘ze’ zeggen,

doen wat je plicht is. De kwade keus is een keus van lafheid, is er onder door gaan, buigen voor de massa, voor de gevolgen omdat je voor wat waar is niet durft te staan.

24

Zingen: Gezang 181: 1, 2 en 3 (liedboek voor de kerken 1973)

2. Gij wordt gegeseld en gekroond met doornen,

geminacht als de minste der verloornen, en als een booswicht, die zijn straf moet dragen, aan 't kruis geslagen.

3. Zeg mij, waarom men U aldus gehoond heeft, U dus, mijn vorst, gescepterd en gekroond heeft! Om voor mijn schuld verzoening te verwerven, moest Gij dùs sterven?

25

Kruisiging en dood van Jezus Verteller 1. Na drie-en-dertig jaar: de doodstraf. Veroordeeld door de landvoogd tot kruisiging in het publiek. Samen met twee, ook ter dood veroordeelden, moordenaars. Drie-en-dertig jaar is hij geworden. Je hebt niet veel tijd nodig om iemand te zijn, betekenisvol voor anderen, onvergetelijk, onvergelijkelijk zelfs. Wat was er zo wonderlijk, zo onvergelijkelijk aan deze mens, deze medemens? Het antwoord is even simpel als onbegrijpelijk: hij was Liefde, leefde uit en van en naar de Liefde, dat is God. En wij, die na zoveel eeuwen

in deze week en op deze dag herdenken hoe hij werd verraden, gemarteld en ter dood gebracht; wij leven nog steeds met de vragen die Schrift en overlevering ons nalieten. En terwijl we zoeken naar antwoorden ontwijken we en passant de concrete aanwijzingen de leefregel, die hij ons gaf, die hij voor-leefde. Zoeken naar een antwoord op het mysterie is zoveel gemakkelijker dan consequent nadoen wat hij voordeed. Want zou hij ons herkennen aan datgene waaraan zijn volgelingen herkend zouden moeten worden? Aan de manier waarop we van elkaar houden, aan de liefde?

26

Verteller 2. Hij werd gekruisigd. Elke dag worden mensen gekruisigd, Elke dag gaan mensen voor de bijl. Elke dag gaan mensen geestelijk of lichamelijk, of allebei kapot aan wat anderen hun aandoen door gebrek aan bevestiging, aan waardering, door kleinzieligheid en vitterij, door smerige roddel, ongrijpbare gemeenheid, hooghartigheid, door buigen naar boven, en trappen naar beneden, door eerzucht die over lijken gaat, door de greep naar de macht, naar bezit, geld, promotie, ’n lintje.

Elke dag worden mensen gekruisigd, net als die man uit Nazaret. Ze moesten ‘m niet en ze sleepten hem voor de rechter, gaven hem over aan de bezetter en ze wisten wat het vonnis zou zijn: Ze hebben hem gehangen. Hij is doodgemarteld, leeggebloed. Maar als ze verwacht hadden dat hij hen zou vervloeken vanaf zijn kruis, dan hebben ze zich toch in hem vergist. Hij is van hen blijven houden.

27

De cantorij zingt: Lied 576b: 1 en 2 1. O hoofd vol bloed en wonden, bedekt met smaad en hoon, o hoofd zo wreed geschonden, uw kroon een doornenkroon, o hoofd eens schoon en heerlijk en stralend als de dag, hoe lijdt Gij nu zo deerlijk! Ik groet U vol ontzag.

2. O hoofd zo hoog verheven, o goddelijk gelaat, waar werelden voor beven, hoe bitter is uw smaad! Gij, eens in 't licht gedragen, door engelen omstuwd, wie heeft U zo geslagen, gelasterd en gespuwd?

Stilte Zingen: Lied 590: 1, 2 en 3

28

2. De wereld gaf Hem slechts een graf, zijn wonen was Hem zwerven; al zijn onschuld werd Hem straf en zijn leven sterven.

3. Hoe slaapt Gij nu,

die men zo ruw aan ’t kruishout heeft gehangen. Starre rotsen houden U, Rots des heils, gevangen.

Gebed.

God van liefde en ontferming, wij zijn getuige geweest van de laatste uren van het aardse leven van Uw Zoon Jezus Christus. We weten van zijn angst, die niemand vreemd is, maar ook van zijn moed om zich over te geven in Uw handen. Nu treden wij binnen in de stilte, die duister is maar ook uitzicht biedt op een nieuwe dageraad: een stilte waarin de hoop groeit op verrijzenis. Wij vragen U: mogen wij naar het voorbeeld van Uw Zoon en dat van vele anderen die op hem hebben vertrouwd, gesterkt worden in het vertrouwen dat het laatste woord niet aan de dood is maar aan het leven. Amen.

29

De cantorij zingt: Lied 584: Is zijn ure nu gekomen. 1. Is zijn ure nu gekomen,

blijven onvoltooide dromen dan vervagen tot de nacht?

2. Waar wij allen hem verlaten,

in onszelf gevangen zaten, wordt de weg door Hem volbracht.

3. Zie, de Jodenkoning! Woorden

waar ik Gabriël in hoorde. Is dit vader Davids troon?

4. Aan de schandpaal hoog geheven

kroont Hij met zijn dood het leven. Is Hij zo Gods lieve zoon?

5. Die ik laafde aan mijn borsten,

vindt Hij antwoord op zijn dorsten nu mijn kruik gebroken is?

6. Vreugdewijn in Kana schonk Hij.

Spot en gal zo bitter drinkt Hij, maar mijn dorst kent lafenis:

7. De woestijn zal rozen geven

en zijn bloed vult ons met leven, wordt als bruiloftswijn van kracht.

8. Hij gaat heen, maar Hij blijft bij mij.

Met zijn laatste adem geeft Hij stem aan psalmen in de nacht.

In stilte verlaten wij de kerk

30

Stille Zaterdag 2016 In de Joodse en Bijbelse tijdrekening begint de dag met de avond, na zonsondergang, zoals geschreven staat: “Het was avond geweest en het was morgen geweest, de eerste dag”. In de Paaswake, het oudste christelijke feest dat de kerk kent, vieren wij de overgang van de dood van Jezus naar zijn opstanding, het doorbreken van het LICHT van Christus in de duisternis van de nacht, van de dood. De wake begint dan ook met de Lof op het Licht. De nieuwe Paaskaars is aangestoken als symbool van de verrijzenis van Jezus, de Messiaanse mens. En aan de kaars ontlenen wij ons licht en delen dat met elkaar. In de lezingen gedenken we, hoe God telkens weer met ons een nieuw begin maakt. Verder gedenken we, dat we eens gedoopt zijn, en mogen we opnieuw “ja” zeggen tegen God.

jij komt in mijn leven binnen jij gaat op mijn wegen mee jij neemt mijn kruis op je jij voor mij zoals: zo groot is de liefde

ik laat je in mijn leven binnenkomen ik ga jou op jouw wegen achterna ik sta voor het kruis van jouw liefde voor mij ik voor jou in de sporen van de liefde

Andrea Schwarz, Du Gott des Weges, vertaling R.A. Bosch

31

We komen in stilte binnen. De paaskaars wordt binnengedragen. Zingen: Als alles duister is. Cantorij eerst 2x, gemeente valt in.

V. Het licht van Christus

die in heerlijkheid verrezen is heeft de duisternis uit ons leven verdreven. De nacht is voorbijgegaan de dag is aangebroken: de zon van gerechtigheid gaat over ons op.

32

Tijdens het zingen van” Licht, licht alles wordt licht”, wordt staande het licht doorgegeven. Cantorij de coupletten, gemeente het refrein.

cantorij: Weggesprongen uit het duister, sprankelend de jonge morgen. Helder nog de morgenster.

allen: Licht! Licht! Alles wordt licht! Niets dan licht! Overal licht, alles is licht geworden. cantorij: De Dageraad, zojuist geboren

- dauw aan haar wimpers – staat stralend op aarde.

allen: Licht! Licht! Alles wordt licht! Niets dan licht! Overal licht, alles is licht geworden. cantorij: Dansend komt zij uit het oosten,

-wieg en woonplaats van het licht – de zon in al haar luister. Zo komt de Wedergeborene, de Zon van het al, Die de dood overwon, het leven zijn plaats hergaf.

allen: Licht! Licht! Alles wordt licht! Niets dan licht! Overal licht, alles is licht geworden.

33

cantorij: Zoals de jonge gouden Zon al het geschapene zijn vorm hergeeft, het water diepte, de hemel hoogte de einders verte, en alle vormen kleur, een kleed van kleur over de aarde,

allen: Licht! Licht! Alles wordt licht! Niets dan licht! Overal licht, alles is licht geworden. cantorij: zo hergeeft de Opgestane

Die de dood overwon, de Wedergeborene, het leven, het prachtige, kostbare leven aan alles en allen die, als Deze, een dood zijn doorgegaan.

allen: Licht! Licht! Alles wordt licht! Niets dan licht! Overal licht, alles is licht geworden. cantorij: De duizend doden in het leven,

de angst daarvoor, ja, zelfs de dood aan het einde heeft aan verschrikking ingeboet.

allen: Licht! Licht! Alles wordt licht! Niets dan licht! Overal licht, alles is licht geworden. De kaarsjes worden op de planken gezet. ( na afloop van de dienst mag u het kaarsje meenemen naar huis )

34

Woorden bij de liturgische schikking. Vandaag, Stille Zaterdag, zien wij weer twee figuren uit hout gesneden.

In alle stilte zien wij “opgestaan” .

De figuren van pijn en verdriet opgetild vanuit het duister

naar het licht. Alles is licht geworden!

En in dat Licht spreken zij de taal van liefde

en omzien naar elkaar. Hartverwarmend!

Zingen: Lied 221: 1

35

V: Dit is de nacht, - zo anders dan alle andere nachten – waarin wij Hem gedenken die het duister niet ontliep maar ten einde toe ons liefhad, die tot de doden werd gerekend maar uit hun midden is opgewekt. Een nacht van waken is dit, een uittocht uit de nacht, een ontkomen aan de dood. Deze nacht is ons de weg naar het licht.

Lezen: Gen 1: 1-5.

36

-GEDACHTENIS VAN DE DOORTOCHT- Zingen: Lied 763: cantorij 1, gemeente 2 en 3. (pianobegeleiding)

allen: 2. Er zal geen verzengende hitte,

geen dorst en geen honger meer zijn want Hij zal ze weiden aan water dat vloeit uit het hart der woestijn.

3. En Hij maakt de hoogte begaanbaar

en Hij baant een weg door de zee, van alle vier einden der aarde brengt Hij zich een volk bijeen.

37

- GEDACHTENIS VAN ONZE DOOP --

V: Dit is de nacht waarin wij worden teruggebracht naar de oorsprong van onze doop. Ook wij zijn door het water getrokken, bekleed met licht, beademd met nieuw leven. Een nieuwe naam is ook over ons uitgesproken. Deze nacht gedenken wij hoe ook wij zijn weggeroepen uit de dood en duisternis. Weten jullie dan niet dat wij gedoopten in Jezus Christus met hem begraven zijn, door de doop, in de dood, opdat wij zoals Christus opgewekt is uit de doden door de glorie van de Vader ook onze weg zullen gaan in een nieuw leven. Want zoals wij geworteld zijn in Hem, waar ons sterven lijkt op het zijne, zo zijn wij dat ook in het opstaan. (Rom. 6:3-5)

Het doopwater wordt in het doopvont gegoten tijdens de woorden: Het doopwater van Gods genadeverbond.

38

Zingen: Lied 356: 1, 6 en 7.

6. O God die in het water

van de Jordaan uw Zoon hebt aangewezen om allen voor te gaan: Refrein:

7. O God die in het water

van onze doop wie Jezus willen volgen doet opstaan tot de hoop: Refrein:

39

- WIJ BELIJDEN ONS GELOOF -- We gaan staan. Wij geloven in God de Vader, die Zijn schepping in onze handen heeft gelegd om er een huis van te maken waarin het goed is om te leven. Wij geloven in de Zoon Jezus Christus die bij ons kwam wonen en nu leeft in de harten van de mensen. Hij is ons voorbeeld van liefde tot het uiterste. Wij geloven in Gods Geest die ieder van ons kracht geeft om aan het rijk van God mee te bouwen. Wij geloven in een gemeenschap waarin iedereen zorg draagt voor de ander, waarin iedereen de Blijde Boodschap uitdraagt door woorden èn daden. Wij geloven dat een mensenleven nooit zal eindigen, en dat we hoopvol mogen uitzien naar het eeuwig geluk bij de Vader. Amen.

40

- VIEREN VAN DE OPSTANDING – Lezen: Lucas 24: 1-10. V: De Heer is waarlijk opgestaan! G: De Heer is waarlijk opgestaan. Halleluja ! We gaan zitten. Zingen: Lied 657: gemeente 1 en 3, cantorij 2 en 4.

41

cantorij: Al is mijn stem gebroken,

mijn adem zonder kracht, het lied op and’re lippen draagt mij dan door de nacht. Door ademnood bevangen of in verdriet verstild: het lied van Uw verlangen heeft mij aan ’t licht getild.

allen: Het donker kan verbleken

door psalmen in de nacht. De muren kunnen vallen: zing dan uit alle macht! God, laat het nooit ontbreken aan hemelhoog gezang, waarvan de wijs ons tekent dit lieve leven lang.

cantorij: Ons lied wordt steeds gedragen

door vleugels van de hoop. Het stijgt de angst te boven om leven dat verloopt. Het zingt van vergezichten, het ademt van uw Geest. In ons gezang mag lichten het komend bruiloftsfeest.

We gaan staan. Gebed en zegen.

42

Slotlied: Het pure witte licht. (Tussentijds 171: 1, 2, 5 en 7.)

2. In stilte, ongezien en stralend, onverwacht, herrijst de Levende uit dood en donk`re nacht.

5. De werkelijkheid van God breekt in ons leven in als ruimte, perspektief, geeft alles nieuwe zin.

7. Waar Pasen wordt gevierd is dood voorbijgegaan, daar wortelt weer de hoop in `t menselijk bestaan.

43

Bronvermelding

Pagina Titel Bron 4 Vol van verwachting Eva’s lied, 10 5 Keer U om naar ons toe, Huub Oosterhuis/Antoine Oomen

keer ons toe naar elkaar. 7 Op de avond, toen de uittocht Tekst Karel Deurloo, Melodie Wim ter Burg 9 Gij die de stomgeslagen Huub Oosterhuis/Antoine Oomen

mond verstaat

11+13 Verborgen God Tekst marijke de Bruijne Muziek Chris van bruggen 20 Verraad Tekst Els Stolte Melodie: Tussentijds 171 24 Gezang 181 Liedboek voor de kerken 1973 31 Als alles duister is Taizé Lied 598

Tekst: Onbekend Muziek Jacques Berthier

32 Licht dat terug komt Tekst marijke de Bruijne

Muziek Anneke van de Heide 42 Het pure witte licht Tussentijds 171 De lezingen zijn uit de Bijbel in Gewone Taal.

44

Paaskaars 2016 Verborgen in zijn God, vond hij de stille kracht, om op te staan in licht en adem in de tijd. De Paastuin is vol licht en kleur en samenklank. Kijk over grenzen heen en geef elkaar een hand.