213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

16
JASMIEN MESTDAGH Studente Lichamelijke Opvoeding Kleine spelen: Loop- en reactiespelen INVENTARIS VAN HET TE GEBRUIKEN MATERIAAL: kleurenplaatjes, radio, muziek, micro, bruine tape 12 fietsbanden, 10 kegels, 12 tennisballen, 12 kegels, 12 potjes, 12 frisbees, 12 indiaca’s, 12 ballen, 12 ringen GLOBALE ZAALOPSTELLING + LEGENDE: C B A leerkracht leerling ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES: Leren leren: Houdingen en overtuigingen: De leerlingen kunnen op hun niveau leren met nauwkeurigheid, efficiëntie. Sociale vaardigheden: Relatiewijzen: De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering opbrengen. De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. De leerlingen kunnen zich discreet opstellen. Sociale vaardigheden: Samenwerking: De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onder- scheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine. LEERPLANDOEL(EN): Inhoudsgebonden: Motorische competentie(D.1): Spelen (D.1.9): De leerlingen kunnen deelnemen aan bewegingsspelen ( D.1.9.1): loopspelen. Cognitieve competentie (D.2): Afspraken en veiligheid (D.2.5): De leerlingen functioneren zelfredzaam in voor hen aangepaste bewegingssituaties: - het gevaar inzien (D.2.5.1) - afspraken naleven (D.2.5.2) Persoonsgebonden: Dynamisch-affectieve competentie (D.3): Verantwoordelijkheid (D.3.4): De leerlingen passen de afspraken toe: - sancties aanvaarden bij herhaalde overtredingen (D.3.4.1) Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding 3/2006-2007 [ 1 lager onderwijs 123

description

 

Transcript of 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

Page 1: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

JASMIEN MESTDAGHStudente Lichamelijke Opvoeding

Kleine spelen: Loop- en reactiespelen

INVENTARIS VAN HET TE GEBRUIKEN MATERIAAL: • kleurenplaatjes, radio, muziek, micro, bruine tape• 12 fi etsbanden, 10 kegels, 12 tennisballen, 12 kegels,

12 potjes, 12 frisbees, 12 indiaca’s, 12 ballen, 12 ringen

GLOBALE ZAALOPSTELLING + LEGENDE:

C B A

leerkracht leerling

ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES:Leren leren: Houdingen en overtuigingen: De leerlingen kunnen op hun niveau leren met nauwkeurigheid,

effi ciëntie.Sociale vaardigheden: Relatiewijzen: De leerlingen kunnen in omgang met anderen respect en waardering

opbrengen. De leerlingen kunnen zorg opbrengen voor iets of iemand anders. De leerlingen kunnen zich discreet opstellen.Sociale vaardigheden: Samenwerking: De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onder-

scheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.

LEERPLANDOEL(EN):Inhoudsgebonden:Motorische competentie(D.1): Spelen (D.1.9):

De leerlingen kunnen deelnemen aan bewegingsspelen ( D.1.9.1): loopspelen.Cognitieve competentie (D.2): Afspraken en veiligheid (D.2.5):

De leerlingen functioneren zelfredzaam in voor hen aangepaste bewegingssituaties: - het gevaar inzien (D.2.5.1) - afspraken naleven (D.2.5.2)

Persoonsgebonden:Dynamisch-affectieve competentie (D.3): Verantwoordelijkheid (D.3.4):

De leerlingen passen de afspraken toe: - sancties aanvaarden bij herhaalde overtredingen (D.3.4.1)

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[1

lage

r ond

erw

ijs 1

23

1041934_PRAKTIJK_2.indd 11041934_PRAKTIJK_2.indd 1 22-02-2007 13:41:5322-02-2007 13:41:53

Page 2: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

LESDOELEN

Uithouding: de leerlingen moeten deze oefening kun-nen uithouden

Reactiesnelheid: de leer-lingen moeten zo snel mo-gelijk naar de aangeduide kleur gaan.

Opeenvolging: de leerlin-gen moeten de verschillen-de kleuren zo vlug mogelijk kunnen bereiken.

Oog-handcoördinatie: de leerlingen moeten goed kij-ken en zelf ook goed antici-peren op wat ze zelf willen verzamelen en wat andere leerlingen afpakken.

LEERINHOUD

Lesbegin

De kinderen lopen vrij rond in de zaal. De leerkracht steekt een kleurplaatje in de lucht. De kinderen moeten reageren en zo vlug mogelijk op een lijn lopen, maar de kleur van de lijn moet overeen komen met het opgestoken kleurplaatje. Wanneer dit is gebeurd, begint het spel opnieuw.

Verhaaltje zie verder – blz 4

Lesuitwerking

Spel 1:

• Soort spel: Spring op een kleurtje. Loop- en reactiespel.

• Spelidee: als de muziek stopt, moet je zo snel mogelijk op een kleurtje springen.

• Spelomschrijving: De kinderen lopen rond in een cirkel, rond de fi etsbanden in deze fi etsbanden ligt er een kleurtje. De fi etsbanden liggen op een kleine afstand van elkaar. Er speelt muziek, op het ogenblik dat de muziek stopt moeten de kinderen zo vlug mogelijk in een fi etsband springen. Het kind dat te laat is en niet in een fi etsband staat, moet een rondje lopen rond hun veld. De andere kinderen kruipen door hun eigen fi etsband. Wanneer het kind dat een rondje moest lopen terug is, begint het spel opnieuw.

• Spelregels: wanneer de muziek stopt mag er maar 1 kind op een kleurtje staan. Ze mogen niet treuzelen of blijven staan aan een kleurtje terwijl de muziek speelt.

• variaties: iedereen kruipt door alle hoepels, behalve degene die rond het veld moet lopen.

• Gradaties: Het kind dat rond het veld moet lopen, loopt achteruit.

• Differentiatie: in plaats van door de hoepel te kruipen waar je op staat, kruip je door de hoepel van de buurman/ buur-vrouw.

WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE

- Materiaal: Kleurenplaatjes

De leerlingen verzamelen op één rij en krijgen een korte inhoud van het spel.Daarna mogen de kinderen vrij rondlopen in de zaal.

Het veld is in twee verdeeld. Op elk veld staan twee groepjes. Er liggen vier cirkels met fi etsban-den met daarin een gekleurd schijfje.

- Materiaal: radio, muziek, fi etsbanden gekleurde spotjes.

Na de opwarming gaan de leerlingen terug op een rij gaan staan. Het spel wordt uitgelegd en daarna worden de kinderen verdeeld in groepjes en kun-nen ze aan het spel beginnen.

Er liggen 4 fi etsbanden in de zaal. In elke fi ets-band liggen een zestal verschillende voorwerpen. Deze verschillende voorwerpen liggen in de vier fi etsbanden. De groep wordt in 4 groepjes verdeeld.

TIJD

10 min

12 min

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[2

lage

r ond

erw

ijs 1

24

1041934_PRAKTIJK_2.indd 21041934_PRAKTIJK_2.indd 2 22-02-2007 13:41:5522-02-2007 13:41:55

Page 3: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

LESDOELEN

Ademhalingscontrole: de leerlingen moeten hun ademhaling onder controle hebben tijdens deze loop-oefening.

Snelheid: de leerlingen moeten snel zijn om zo vlug mogelijk hun materiaal te verzamelen.

Houdings- en bewegingsbewust-zijn: de leerlingen moeten zich be-wust zijn om de bewegingen gelijk uit te voeren met de dirigent.

Uithouding: de leerlingen moeten deze oefening kunnen volhouden.

LEERINHOUD

Spel 2:

• Soort spel: Sojatimakrinivic-spel

• Spelidee: zo vlug mogelijk alle zelfde voorwerpen halen.

• Spelomschrijving: Het is de bedoe-ling dat de groepjes dezelfde voorwerpen halen in hun hoepel. Eens ze alle zelfde voorwerpen hebben, zijn ze gewonnen. Daarna begint het spel opnieuw.

• Spelregels: Er mag maar één voorwerp per keer gehaald worden. Het spel is gedaan wanneer één groepje vier voorwer-pen heeft gehaald.

• Variatie: Er wordt nog een extra hoepel in het midden van de zaal gelegd. Er wordt ook een extra groepje gemaakt. Deze zor-gen ervoor dat de andere hun verzameling nooit kunnen vervolledigen.

• Gradatie: minder voorwerpen in de hoepels.

• Differentiatie: andere voorwerpen.

• Tactiek: goed afspreken welke voorwer-pen er worden gehaald en wie naar welke hoepel loopt.

Leseinde:

• Spel: Dirigentje

• Spelidee: dirigent beeldt verschillende instrumenten uit. De leerlingen moeten de dirigent nadoen. Er is één leerling die de dirigent zoekt en moet ontmaskeren.

• Spelomschrijving: de leerlingen vormen een kring, één leerling gaat naar buiten. De leerkracht duidt een dirigent aan die bewegingen gaat maken en uitvoeren die de andere leerling moeten volgen. De bewegingen veranderen regelmatig. Zo kan de ‘dirigent zoeker’ de dirigent mak-kelijker vinden. Eens de dirigent begonnen is en alle afspraken gemaakt zijn mag de leerling binnenkomen en beginnen aan zijn zoektocht. De leerlingen moeten zich zo stil mogelijk houden, niet praten en zich enkel concentreren op de bewegingen van de dirigent.

• Spelregels: Er wordt niet gesproken. Er is een tijdslimiet van 3 min. De ‘dirigent zoeker’ mag slechts drie maal raden naar de dirigent.

• Variaties: Het onderwerp van de bewe-gingen kan je aanpassen aan de doel-groep. Bv.: sport, muziekinstrumenten, dans,....

WERKVORMEN/ MEDIA/ORGANISATIE

- Materiaal: fi etsbanden, tennisballen, kegels, potjes, frisbees, indiaca’s, ballen, ringen,…

De leerlingen gaan terug op een lijn staan, terwijl het tweede spel wordt uitgelegd. Alles wordt klaargelegd, en als het spel is uitgelegd wordt de groep terug verdeeld, en kunnen ze beginnen aan het spel.

De leerlingen ruimen zo snel mogelijk al het materiaal op en vormen zo vlug moge-lijk hun turnrij. Vervolgens luisteren ze aandachtig naar de uitleg van de leerkracht.De leerlingen blijven in hun groep en vormen een kring.

Na het spel worden de leerlingen bedankt voor hun inzet en mogen ze zich naar de kleedkamer begeven. Nadien wachten ze aan de deur op het belsignaal om naar buiten te gaan.

TIJD

10 min

8 min

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[3

lage

r ond

erw

ijs 1

25

1041934_PRAKTIJK_2.indd 31041934_PRAKTIJK_2.indd 3 22-02-2007 13:41:5622-02-2007 13:41:56

Page 4: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

Bijlage 1

Heel, heel lang geleden toen de dieren nog konden praten… Leefden er kleine blauwe wezentjes; de smurfen.Ze leefden vredig op een open plek in het zwarte woud. De koning van deze smurfen had een grote rode muts op. Hij had ook een vriendin; Smurfi n. Zij had mooie lange gele haarlokken die op een dag verstrikt raakten in de takken van de bomen.Ze sprong om los te komen. Het witte konijn Langoor kwam net langs en hielp haar los. Op dat moment kwam er een zwarte kat afgelopen en Smurfi n struikelt over een tak en deed haar voet pijn. Ze sloop verder dit ging zo traag dat ze dus besloot om op te staan en verder te hinken.Ze bereikte de blauwe rivier, nam een gele bloem en sprong in het helder blauwe water. Ze bleef drij-ven tot ze het smurfendorp bereikte. Daar zaten alle andere smurfen naast elkaar op de bruine brede stamboom.

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[4

lage

r ond

erw

ijs 1

26

1041934_PRAKTIJK_2.indd 41041934_PRAKTIJK_2.indd 4 22-02-2007 13:41:5822-02-2007 13:41:58

Page 5: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[5

lage

r ond

erw

ijs 1

27

MANU DE VOSLeerkracht LO

CONTRACTWERK: 3e leerjaar

INLEIDING:Contractwerk is een organisatievorm waarbij voor de individuele leerling een activiteitenpakket voor een be-paalde periode formeel wordt vastgelegd. Voor de afwerking van het pakket krijgt hij/zij een bepaald deel van de klastijd (contractwerktijd) ter beschikking, waarbij hij/zij relatief zelfstandig over de duur én de volgorde van de onderscheiden activiteiten kan beslissen. (Uit: F. Laevers, Ervaringsgericht werken in de basisschool, Centrum voor Ervaringsgericht Onderwijs V.Z.W. Vesaliusstraat 2, 3000 Leuven)

Meer en meer maken leerkrachten gebruik van deze organisatievorm. Het geeft de mogelijkheid om kinderen zelf-standig te leren werken én vooral ook om te differentiëren en remediëren. Ook in de les Lichamelijke Opvoeding zijn er gelegenheden waarbij contractwerk heel stimulerend kan werken.

De leerlingen krijgen gedurende enkele weken de mogelijkheid om bijvoorbeeld bewegingskunsten in te oefenen, een andere periode komen dan bijvoorbeeld de balvaardigheidsoefeningen aan bod. Dit contractwerk hoeft ook niet per se een volledige les in beslag te nemen: een fysische proef kan perfect als opwarming dienen.

Tijdens contractwerk kunnen de leerlingen vrij bewegen in de turnzaal om de oefening te oefenen die zij verkie-zen. Indien ze hulp nodig hebben, dan vragen ze die.

Hierna vindt u een aantal oefeningen voor het derde en vierde leerjaar, onderverdeeld in verschillende catego-rieën. Bij de “moet oefeningen” staan de zaken die ze zeker onder de knie moeten krijgen, de “mag oefeningen” zijn er voor diegenen die al vroeger klaar zijn, of die wat moeilijker oefeningen willen proberen.

A) TOESTELTURNEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

plint (3) hurksprong + konijnensprong af wendsprong eind januari

koprol sprong tussensteun ver-hoogd

idem

zweedse banken

voorwaarts & rugwaarts + over stok + halve draai (stappen & springen)

bewegende banken (op stokken, gedragen)

eind januari

schuine & onstabiele banken + met voorwaarts stappen

idem

bok (3) spreidzit spreidsprong eind januari

hurksprong sprong tussen de steun idem

1041934_PRAKTIJK_2.indd 51041934_PRAKTIJK_2.indd 5 22-02-2007 13:41:5922-02-2007 13:41:59

Page 6: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

B) GRONDOEFENINGEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

matten koprol voorwaarts zweefrol eind januari

koprol per twee idem

+ na rol een streksprong uit-voeren

bewegende banken (op stokken, gedragen)

idem

rad over bank schuin gehaakt rad op einde van de bank + landen op de mat

idem

rad op de grond: ritme: hand, hand, voet, voet

rad op de grond tussen 2 lijnen

idem

C) BALVAARDIGHEIDSOEFENINGEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

algemene balvaar-digheid

gooi & halve draai & vang 3 maalgooi & volledige draai & vang 2 maal

omhoog gooien & achter de rug laten botsen + dan omdraaien & vangen 5maal

tegen muur gooien & laten botsen op de grond & vangen 2 maaltegen muur gooien & vangen 3 maal

tegen muur gooien & laten bot-sen & volledige draai & vangen 3 maaltegen muur gooien & laten bot-sen & overspringen 2 maal

bal omhoog gooien, handen tikken gekruist de schouders, dan de dijen om dan in de handen te klappen + vangen (3 maal) omhoog gooien kruisloop voorwaarts + handen klappen & vangen (2 maal)

D) FYSISCHE PROEVEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[6

lage

r ond

erw

ijs 1

28

1041934_PRAKTIJK_2.indd 61041934_PRAKTIJK_2.indd 6 22-02-2007 13:41:5922-02-2007 13:41:59

Page 7: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

MANU DE VOSLeerkracht LO

CONTRACTWERK: 4e leerjaar

A) TOESTELTURNEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

plint (4) hurksprong + konijnensprong af wendsprong eind januari

koprol sprong tussensteun ver-hoogd

idem

zweedse banken omge-keerd

voorwaarts & rugwaarts + over stok + halve draai (stappen & springen)

bewegende banken (op stokken, gedragen)

eind januari

schuine & onstabiele banken + met voorwaarts stappen

idem

bok (4) spreidsprong spreidsprong (5) eind januari

sprong tussen de steun sprong tussen de steun (5) idem

B) GRONDOEFENINGEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

matten koprol voorwaarts + streksprong

zweefrol eind januari

koprol per twee idem

+ na rol een streksprong met halve draai uitvoeren

idem

rad over bank (schuin gehaakt), handen aan de lage zijde

rad op einde van de bank + landen op de mat

idem

rad op de grond: ritme: hand, hand, voet, voet

rad op de grond tussen 2 lijnen

idem

C) BALVAARDIGHEIDSOEFENINGEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

algemene balvaar-digheid

gooi & halve draai & vang 3 maalgooi & volledige draai & vang 2 maal

tegen muur gooien, volledige draai, laten botsen & vang 3 maal & vang 2 maal

omhoog gooien & vang op de rug 3 (2) maalbal op de rug: omhoog gooien over hoofd & vangen voor zich 2 (3) maal

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[7

lage

r ond

erw

ijs 1

29

1041934_PRAKTIJK_2.indd 71041934_PRAKTIJK_2.indd 7 22-02-2007 13:42:0022-02-2007 13:42:00

Page 8: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

C) BALVAARDIGHEIDSOEFENINGEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

algemene balvaar-digheid

omhoog gooien zit benen open, bal laten botsen tussen de benen & omdraaien & de bal terug laten botsen tussen de benen & vangen (3 pogingen = 1 maal lukken)

bal omhoog gooien, handen tikken gekruist de schouders, dan de dijen om dan in de handen te klappen + vangen (3 maal) omhoog gooien kruisloop voorwaarts + handen klappen & vangen (2 maal)idem doch kruisloop voor en achter + vangen (1maal)

voetbal jongleren van de bal met de voeten 5 maal na elkaar doch telkens mag de bal tussendoor 1 of 2 maal botsen

jongleren met strandballen (ballonnen) 5 maal zonder te laten botsen

jongleren met strandballen. Voeten, dijen, hoofd

jongleren met voetbal rechts, links, dij 2 maal

bal drijven in slalom met links & rechts binnenkant voet

bal drijven in slalom met voorkeurvoet - voet afwisselend binnenkant – buitenkant voet

handbal gericht gooien (slagworp) naar plint vanop 9 m (10 maal = 8 gelukte)

passen geven naar elkaar (bei-den zijn in beweging)

D) FYSISCHE PROEVEN

onderdeel moet oefening geoefend mag oefening geoefend periode

atletiek (lopen)

keuze uit : 2500m in 15min. 2000m in 12min. 1500m in 10 min. 800m in 5 min.

3000 m in 15 min.

1000 m in 5 min.

(tennisbal-werpen)

15 – 25 m jongens10 – 15 m meisjes

>30m>20m

sprong-kracht

arm gestrekt + 15 cm hoger > + 20cm

Armspier-oefening

Pompen: jongens =10 maalmeisjes = 6 maal, aan de helft 1’ rust

zoveel mogelijkde reeks zonder rust

Lenigheid Voorwaarts buigen met de handen aan de tenen komen & dit met gestrekte benen (5 sec. lang)

idem handen aan de grond, of gedurende 10 sec.hurkzit met handen aan de grond en rechtkomen tot de benen gestrekt zijn + zo afwisselend linkerbeen & rechterbeen strekken

Buikspier-oefening

25 maal in 45 sec. 30 maal in 45 sec.Gedurende 1’ zoveel mo-gelijk

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[8

lage

r ond

erw

ijs 1

30

1041934_PRAKTIJK_2.indd 81041934_PRAKTIJK_2.indd 8 22-02-2007 13:42:0022-02-2007 13:42:00

Page 9: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

RHEA VAN ACKERRegente LO

KINDERDANS 1 OPWARMINGSSPELEN OP MUZIEK- wie getikt is beweegt zoals afgesproken: Handen klappen, hup ter plaatse, Handen draaien, ... Wie wil bevrijden

moet 3x meedoen met de getikte, ondertussen kan je niet getikt worden.

- “betoverd”: wie getikt is moet al dansend naar de overkant gaan zoals de leraar opgeeft. Dansen zoals: een bus, een olifant, een lepel, een bal, een T-shirt, een piraat, ...

- “pauze”: leerlingen dansen in het rond, 1 leerling heeft de afstandsbediening en zet leerlingen in “pauze” of terug in beweging

2 WERKEN MET BALLONNEN, 1 PER LL (2 KLEUREN)- leerlingen dansen vrij met de ballon- leerkracht noemt een kleur: die kleur moet even in “pauze’ andere kleuren dansen verder- opdracht per kleur: groen achteruit, rood op 1 been, groen springen, rood per 2, ...- leerlingen dansen vrij, stop muziek: leerlingen voetballen – basketten – bowling - tennissen - ...- per 2 schaduwdansen, stop muziek: foto per 2 met ballonnen- alle ballonnen op de grond, dans tussen de ballonnen, leraar neemt 2 ballonnen weg. Stop muziek => snel een

ballon nemen. Wie heeft geen ballon? Leerlingen dansen per 2 verder en moeten straks samen 1 ballon nemen- dansje met ballonnen: zie verder

3 ZELF ONTWORPEN KINDERDANSEN OP POPULAIRE MUZIEK3.1 OmschrijvingKinderdans op populaire muziek is één van de vele uitwasemingen van de aerobic. Het is een moderne vorm van dansen waarbij dansbeleving en plezier centraal staan. Ook het spontaan creatief, expressief en natuurlijk bele-vend bewegen zijn belangrijke punten die aan bod komen. De dans omvat leuke en eenvoudige danspasjes op toffe popliedjes en leuke hits. De eenvoudige danspassen worden afgewisseld met verschillende armbewegingen en kleine verplaatsingen.

De hits op zich zorgen reeds voor de nodige inleving, zodat het niet nodig is in thema’s te werken. Het lied op zich kan wel al een thema zijn dat je dan ook ten volle zal benutten als aanzet tot het dansen er van.

Kinderen kijken heel veel naar televisie zodat ze de verschillende liedjes al heel goed uit het hoofd kennen. Ze dansen ook graag mee met hun idolen en zijn heel goed op de hoogte van specifi eke danspasjes eigen aan de groep.

Uit ondervinding zullen de meisjes, op gebied van ritme, een stapje voor staan op de jongens, wiens interesses uitgaan naar andere sporten maar daarom zijn ze niet minder enthousiast! Integendeel, je zou nog eens versteld kunnen staan!

Je kan de kinderdans gebruiken:- éénmalig: als inleiding (bv: ochtendaerobics) van een speciale dag (bv sportdag) of als onderdeel van een

thema-les, als slot (apotheose) …. - meermaals: als inleiding van een bewegingsles, als lesdominante op zich, als openluchtklasdans, als school-

feestnummer, als afsluitmoment einde schooljaar, als …

De eerste keer wordt er geen nadruk gelegd op de gedetailleerde en correcte uitvoering van de passen. Belang-rijk is de gewenning aan de passen, het plezier dat ze beleven bij de uitvoering ervan en de zin naar meer aanwakkeren.

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[9

dans

& a

erob

ic 0

41

1041934_PRAKTIJK_2.indd 91041934_PRAKTIJK_2.indd 9 22-02-2007 13:42:0022-02-2007 13:42:00

Page 10: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

De kinderen dansen mee door te kijken en onmiddellijk de passen na te bootsen. Door de eenvoud in de dans-passen is dit zeer goed haalbaar.

In volgende lessen kun je bij de herhaling ervan enkele passen beter toelichten en perfectioneren. Er zal dan meer gewerkt worden naar het oefenen van het bewegingsgeheugen en naar verfi jning en kennis van de verschillende danspassen. Kinderen “leren” door de dans veel te doen (= veelvuldig herhalen).

Ook het leren samenwerken kan nu worden gestimuleerd door het uitvoeren van dansjes per 2, per 3 of per 4. De kinderen doen dit heel graag en beleven het heel intens.

Vergeet ook niet voldoende aandacht te besteden aan een correcte uitvoering van de stretching. De kinderen moeten beseffen dat dansen een inspanning vergt van vele spieren waar ze dan ook -best onder begeleiding- even blijven bij stil staan. Niemand loopt graag de volgende dagen met stramme en stijve spieren rond! Ook dit kan op een creatieve manier verwerkt worden op een poplied.

3.2 Te bereiken hoofddoelstellingen bij de doelgroep:- het kind plezier laten beleven- sociaal emotioneel werken - fantasie prikkelen, nieuwsgierigheid aanwakkeren

3.3 De voorbereiding: “Hoe begin ik er aan?”- de opdracht? (opwarming, slot, openluchtklasdans, …)- het tijdschema? 5’--> 1 dans; 50’--> meerdere dansjes voorzien- de doelgroep? - de muziekkeuze aangepast aan de opdracht (inleiding --> actie!; stretching --> rustig) en de doelgroep. Kies

liedjes die ongeveer ½ jaar oud zijn, ga niet voor de laatste nieuwe hits, kinderen kennen de teksten nog niet uit het hoofd. K3 en Samson kun je niet meer gebruiken in de 2de graad!

- de structuur van het lied ontleden. Dit vraagt veel voorbereidingstijd. Je beluistert de muziek en je zoekt naar de maten (meestal bestaande uit acht tijden) die je dan naargelang refrein of vorm kan samenzetten tot een blok van tweeëndertig of vierenzestig tijden. Opgepast, in sommige liedjes zitten er ook tussenstukjes van bv. 4 tellen of 1x 8 tellen. Net zoals een refrein de ene keer uit 4x8 tellen kan bestaan en later in het lied kan terug-keren als 6x8 tellen

- uitvoering? Individueel (gemakkelijk) / per 2 – per 3 (moeilijker)- ritme? Funk, aërobics, …- Zoek eerst bewegingen voor het refrein. Let op specifi eke danspasjes van de zanger/zanggroep. Kijk naar de

videoclips op televisie (Schuif af, ochtendtelevisie, Ketnet, Tien om te zien, …) kinderen kennen deze meestal al uit het hoofd (indien te moeilijk: vereenvoudig!!!!!!) wettelijk gezien mag je ook niet zomaar alles kopiëren!!

- Invullen van de strofes: eenvoudige basispasjes uit de aerobics die kunnen herhaald worden verder in de dans. Start vanuit ter plaatse stappen, later variërend naar mogelijkheden als single step (SS), double step (DS), V-step (VS), wandel, draai, zijwaarts stappen, …

Let goed op wanneer je een strofe kan herhalen of wanneer je een nieuw stukje moet invullen! Werk niet te eentonig vb. 4x8 stap ter plaatse is ok, 8x8 wordt te lang => kan wel als je bij de laatste 4x8 een armbeweging invoert.

- De rest (intro, tussenstukjes) vul je op met zeer eenvoudige armbewegingen en/of stappen ter plaatse. Er kun-nen ook leuke accenten gelegd worden.

3.4 Tips - Maak het jezelf niet te moeilijk!!! Gebruik eenvoudige bewegingen die veel herhaald worden en wissel af met

leuke, korte stukjes.- Varieer ook eens in de uitvoeringsvorm. Bijvoorbeeld: is het niet mogelijk om op een bepaald moment te star-

ten met de ganse groep heel dicht bij elkaar en een stukje samen te dansen, of misschien kan je wel in groep-jes van drie of vier dansen. Je zal zien dat je mits heel kleine aanpassingen een heel ander effect kan bekomen!

- Maak gebruik van klein materieel: sjaaltjes, ballonnen, hoedjes, stokken, pomponnetjes (eenvoudig en goed-koop met krantenrepen)

- 5- tot 8-jarigen hebben nood aan veel afwisseling- Wissel actieve dansen ook eens af met rustiger dansen waarbij de kinderen even op adem kunnen komen of

varieer in muziekgenre (salsa, funk, …)

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[10

dans

& a

erob

ic 0

42

1041934_PRAKTIJK_2.indd 101041934_PRAKTIJK_2.indd 10 22-02-2007 13:42:0022-02-2007 13:42:00

Page 11: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

- Zorg voor verschillende uitdagingen in de dansen. Ze dragen bij tot een positieve en uitbundige sfeer! Laat de kinderen gerust eens meezingen (korte stukjes!!)

3.5 CueingDe cues moeten op tijd gegeven worden, zodat de kinderen nog de tijd tot verwerking hebben om er daarna op te kunnen reageren. Goede cueing (op tijd en duidelijk gegeven) draagt bij tot goede en soepel in elkaar overlopende bewegingen. Je begint met verbale cues die je ondersteunt met visuele cues.

3.6 Nuttige informatie voor de lesgever- Je les is voor de helft geslaagd als je als leraar veel enthousiasme en plezier uitstraalt.- Zorg ervoor dat je de liedjes goed kent qua structuur zodat je zelf de volledige dans perfect beheerst. Dit is heel

belangrijk zodat je de dans zonder problemen kan overdragen op de kinderen. Een goede voorbereiding is ook hier vereist en staat borg voor een kwalitatief lesgebeuren!

- Werk niet de ganse les aan één dans. Dit verslapt de aandacht en wordt te saai.- Korte uitleg en zo snel mogelijk op muziek werken.- Kinderen kijken naar je op en bootsen al je bewegingen na. Let op je voorbeeldfunctie en maak grote bewegingen. - Probeer zoveel mogelijk te werken in spiegelbeeld. Zo houdt je veel meer contact met de groep en kan je gemakke-

lijk nieuwe elementen inbouwen tijdens de dans zelf. Je ziet ook veel meer, je kan persoonlijker gaan werken, ook dit vinden kinderen heel leuk.

- Maak de kinderen bewust van een juiste lichaamshouding, let op de correcte uitvoering van de vele bewegingen en verbeter waar nodig.

- Kinderen staan paf voor de liedjes van K3, Belle Perez, Spring, Xink en andere leuke popnummers. Maar ook Sam-son en Gert en Plop brengen vele kinderen aan het dansen.

Veel dansplezier!

THOR: “EEN TOCHT DOOR HET DONKER”

Dansje per 2, uitgangshouding: naast elkaar

2x8 intro vrij bewegen: let’s shake or twist4x8 strofe A 8T: 4 stap ter pltse – 2x in de Hn klappen (T5 en T7) herhaal nog 3x4x8 strofe B stap zijw rechts, slt aan, bg de Bn tik de grond en kom terug recht (4T) idem links herhaal nog 3x ~ “1234” spring 4x en roep mee4x8 refrein rechterarm inhaken en ronddraai- en (2x8T) linkerarm inhaken en ronddraaien (2x8T) ~ tssstukje terug naar plaats4x8 strofe A idem A4x8 strofe B idem B ~ “1234” idem 4x8 refrein idem2x8 strofe C voetballen: kick afws r en lVt vw ~ “1234”4x8 refrein idem4x8 refrein vrij dansen / zoek nieuw vriendje / ... ~ Einde uitgeteld: op de rug gaan liggen, benen in de lucht Ti

jdsc

hrift

voo

r Lic

ham

elijk

e O

pvoe

ding

3/2

006-

2007

[11

dans

& a

erob

ic 0

43

1041934_PRAKTIJK_2.indd 111041934_PRAKTIJK_2.indd 11 22-02-2007 13:42:0022-02-2007 13:42:00

Page 12: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

SWOOP: “DUBI DAM DAM”

Dansje ind, per 2, per 3, per 4

~ intro

4x8 refrein 8T: rol An v Lich (T1-T4) – 2An id lucht op en neer 2x (T5-T8) herhaal 3x

4x8 instrum kris kras rijden met de auto (per 2/3/4: rijden met de bus cfr schaduwlopen)

1x8 tssstuk zoek een plaatsje Chauffeur door de Bn passagiers naar achter (bij per 2, 3 of 4)

4x8 strofe A 8T: trage Vstap Herhaal 4x8 strofe B 8T: trage dubbel step zijw r met dubb kick lVt zijw l op T 7en8 Herhaal naar links – naar rechts – naar links

4x8 refrein idem boven

4x8 instrum idem boven

1x8 tssstuk idem boven

4x8 strofe A idem boven 4x8 strofe B idem boven

4x8 refrein 8T: buigstand klop Hn 4x op grond – spring hoog op T5 – hurk op T7 Herhaal

4x8 refrein idem boven

4x8 instrum idem boven

4x8 refreintraag vrij dansen / arm inhaken per 2 / in een kring per 3 of per 4 rond- dansen / door de poortjes

KAYE STYLES & JOHNNY LOGAN: “DON’T CRY”

stretching

4x8 strofe A ademhaling en tot rust komen 8T: rH dr tot opw 8T: lH dr tot opw 8T: Hn dr samen naar beneden 8T: afws r en lSch opw en afw

4x8 refrein 8T: rA kruis over Bo, lA kruis over Bo, traan traan mond mond 8T: rA zijw r, lA zijw l, An opw, An zak tot Hphgte 8T: wieg r l r l 8T: step touch r en l met Hfd knik

4x8 strofe B 8T: stretch achterste onderbeen spieren r 8T: 8T: neem met rH een wolkje vast, idem links, kijk boven de wolken 8T: rHl komt steeds los vd grond (hoog laag hoog laag)

4x8 refrein

4x8 strofe C 8T: stretch achterste onderbeen spieren l 8T: 8T: 8T:

4x8 refrein 4x8 strofe D 8T: stretch achterste bovenbeen spieren r (rVt naar zitvlak) 8T: 8T: stretch achterste bovenbeen spieren l (lVt naar zitvlak) 8T:

4x8 refrein afws r en lKnie opw Neerhurken en oprollen

4x8 refrein

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[12

dans

& a

erob

ic 0

44

1041934_PRAKTIJK_2.indd 121041934_PRAKTIJK_2.indd 12 22-02-2007 13:42:0022-02-2007 13:42:00

Page 13: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

VOETENWERK:Om het bij wat basic footwork te houden, maar toch op secundair niveau te gaan, kunnen we deze combinatie aanleren. Het geheel duurt 8 tellen en is dus makkelijk op muziek te springen. Op de foto’s zie je de uitvoering met de rechtervoet. Je kan deze ook makkelijk aan de linkerkant doen. Er wordt verondersteld dat je de basissprongen al beheerst. Dan pas kan deze combinatie aangeleerd worden. De leerlingen moeten ook op 1 been kunnen springen.Het touw blijft in single bounce draaien en de springer blijft in single bounce springen. D.w.z. dat er geen tussen-sprongen gemaakt worden. Er wordt met de polsen gedraaid.

Toe (teen) — Heel (hiel) — Knee up (knie heffen) — Knee over (zet rechtervoet over linkervoet)Knee up (knie heffen) — Neer — Shot — Neer

CAROLINE MAES & MIEKE DEVRIENDTStudent LO Student LoTrainer B Ropeskipping

Een combinatie ropeskipping voor het secundair onderwijs

Toe: De top van de (rechter)voet wordt op de grond ge-plaatst, net nadat er over het touw werd gesprongen.

Heel:De hak van de voet wordt op de grond geplaatst, net nadat er over het touw werd gesprongen.

Knee up:De knie wordt gehoffen, terwijl de springer het ander been ook lichtjes heft om over het touw te kunnen springen.

Knee over:De voet wordt hier over de andere voet ge-plaatst. De voeten zijn nu gekruist.

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[13

rope

skip

ping

038

1041934_PRAKTIJK_2.indd 131041934_PRAKTIJK_2.indd 13 22-02-2007 13:42:0122-02-2007 13:42:01

Page 14: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

Knee up:De knie wordt gehoffen, terwijl de springer het ander been ook lichtjes heft om over het touw te kunnen springen.

Neer:Hier zijn de voeten samen.

Shot:Het (rechter)been zwaait op.

Neer: De voeten zijn samen.

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[14

rope

skip

ping

039

1041934_PRAKTIJK_2.indd 141041934_PRAKTIJK_2.indd 14 22-02-2007 13:42:0422-02-2007 13:42:04

Page 15: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

EEN COMBINATIE:Deze combinatie vergt al enig touwgevoel en ervaring. Het is de bedoeling om de sprongen zo vlot mogelijk na elkaar te kunnen springen. De combinatie is perfect mogelijk in 8 tijden.

Side swing — Crisscross — 360 — Crougar — Side swing — Crisscross

Beschrijving: de springer vertrekt vanuit de uitgangshouding, zwaait het touw over zijn hoofd en brengt zijn 2 handen samen langs de rechterkant of linkerkant van zijn lichaam. Wanneer het touw terug bovenaan is, opent de skipper de armen en springt over het touw.

Hoe aanleren:De globale beweging wordt eerst eens voorgedaan. Hierna proberen de springers de side swing uit te oefenen zonder touw. Vervolgens starten ze vanuit de uitgangs-positie en voeren ze de side swing onmiddellijk uit. Als dit goed lukt, mogen ze de trick doen na een aantal sprongen.

Aandachtspunten: - Touw goed naast je lichaam zwaaien - Probeer het touw zo verticaal mogelijk te houden

Side swing

Beschrijving: Tel 1: Spring op twee voeten met je armen gewoon (basic jump)Tel 2: Spring op twee voeten met je armen gekruist voor je lichaam.

Hoe aanleren: De globale beweging wordt eerst eens voorgedaan. Laat de springers eerst even in die houding staan die ze moeten aannemen als ze de criss cross uitvoeren. Je kan de criss cross het best aanleren door te beginnen met een basic jump met tus-sensprong. Zo hebben de springers meer tijd om de beweging correct uit te voeren. Als dit lukt, laat je de tussensprong weg.

Wat je ook kan doen:- verschillende criss crossen na elkaar uitvoeren- criss cross met rechterarm/ linkerarm boven

Criss cross

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[15

rope

skip

ping

040

1041934_PRAKTIJK_2.indd 151041934_PRAKTIJK_2.indd 15 22-02-2007 13:42:1022-02-2007 13:42:10

Page 16: 213 Tijdschrift voor Lichamelijke Opvoeding praktijk 5 maart 2007

Beschrijving: 1. basic jump2. side swing en draai mee (1/2 draai)3. zwaai het touw over je hoofd en spring achterwaarts over het touw5. maak opnieuw een halve draai6. basic jump

Hoe aanleren:De globale beweging wordt eerst eens voorgedaan. Indien de springers de basic jump en de side swing goed onder de knie hebben, mag de 360° geen probleem zijn. Er kan dus onmiddellijk met touw geoefend worden. In de beginfase kan je de springers een aantal keer achterwaarts laten springen. Deze sprong kan zowel met een rechtse side swing als met een linkse side swing beginnen. Laat de springers beide kanten inoefenen.

Aandachtspunten:Maak in de beginfase grote bewegingen, maw. zwaai het hoog boven je hoofd. Zo heb je meer tijd om de halve draaien uit te voeren.

Side swing: zie hierboven

360°

Beschrijving:De linkerarm gaat langs de binnenkant onder het linkerbeen. Het touw gaat volledig over het hoofd en dan gaan beide handen naar de rechterkant van het lichaam om daar een side swing te maken.

Hoe aanleren:De globale beweging wordt eerst voorgedaan. Daarna proberen we zonder springen, met enkel de eerste zwaaibeweging. Het touw gaat over het hoofd en de linkerhand wordt onder het linkerbeen gebracht. De eerste malen hoeft er nog niet over het touw te worden gesprongen. Als dit goed lukt kan dit wel. Eens er over het touw kan gesprongen worden, gaat het touw nogmaals over het hoofd. Als het touw dan voor de skipper is, moet de linkerhand naar de rechterkant van het lichaam gebracht worden. Zo wordt er dan opnieuw een side swing uitgevoerd. De volledige beweging kan nu uitgevoerd worden. Als dit goed lukt, kan er geprobeerd worden om enkele sprongen ervoor te doen.

Aandachtspunten: - Ook aandacht blijven houden op de positie van de rechterhand naast het lichaam.- Het linkerbeen moet hoog genoeg gehoffen worden. - De linkerpols moet goed ronddraaien. Op het juiste moment de rechtervoet heffen

om over het touw te springen. En op het juiste moment het touw vanonder het been halen.

Crougar

Crisscross: zie hierboven

Tijd

schr

ift v

oor L

icha

mel

ijke

Opv

oedi

ng 3

/200

6-20

07[16

rope

skip

ping

041

1041934_PRAKTIJK_2.indd 161041934_PRAKTIJK_2.indd 16 22-02-2007 13:42:1222-02-2007 13:42:12