20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

70
Business English Robert Hempelman Handboek sector Economie N3-4

description

20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

Transcript of 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

Page 1: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

eden

en,

tica.

ling

unit

zijn

1, 2, B2.

het

ten

cent.

gw ge de

lish

de

mbo.

Business English Robert Hempelman

Handboek

sector Economie N3-4

Page 2: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

Business English Robert HempelmanRobert HempelmanRobert H lm

Handboek

sector Economie N3-4

Page 3: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

2

Auteur

Robert Hempelman

Redactie

Sascha van der Aa, Amsterdam

Vormgeving

EnOf Ontwerp + communicatie,

Utrecht

Beeldredactie en opmaak:

Studio Imago, Amersfoort

Omslagfotografie

Shutterstock

Fotografie binnenwerk

iStock

Website bij deze uitgave

www.2020english.nl

ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen

voor primair onderwijs, voortgezet onderwijs,

beroeps onderwijs en volwasseneneducatie en

hoger onderwijs.

Meer informatie over ThiemeMeulenhoff en

een overzicht van onze leermiddelen:

www.thiememeulenhoff.nl of via onze

klantenservice (088) 800 20 16.

ISBN 978 90 06 81450 7

Eerste druk, eerste oplage, 2011

© ThiemeMeulenhoff, Amersfoort, 2011

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag

worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd

gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op

enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,

opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is

toegestaan op grond van artikel 16 Auteurswet j° het Besluit

van 23 augustus 1985, Stbl., dient men de daarvoor wettelijk

verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting

Publicatie- en Reproductierechten Organisatie (PRO), Postbus

3060, 2130 KB Hoofddorp (www.stichting-pro.nl). Voor het

overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen,

readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet)

dient men zich tot de uitgever te wenden. Voor meer

informatie over het gebruik van muziek, film en het maken van

kopieën in het onderwijs zie www.auteursrechtenonderwijs.nl.

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te

regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die

desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden,

kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Colofon

Deze uitgave is voorzien van het FSC-keurmerk. Dit betekent dat de bosbouw

voor het gebruikte papier op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden.

Page 4: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

3

Voorwoord

Dit is de nieuwe editie van het Handboek van de methode 20/20 Business

English. In deze druk wordt een nadrukkelijke koppeling gemaakt met het

Europees ReferentieKader (ERK), waarbij er naar gestreefd is de oorspronke-

lijke opzet en indeling zoveel mogelijk intact te laten. Hopelijk vindt de

gebruiker van de vorige editie ook in deze nieuwe editie weer snel zijn weg.

Dit handboek bestaat uit de volgende delen:

A Luisteren, Gesprekken Voeren, Spreken

B Lezen

C Schrijven

D Spelling

E Grammatica

F Achtergrondinformatie

G Woordenlijst Nederlands-Engels

H Register

De codering is ongewijzigd gebleven. Dus C5 verwijst naar paragraaf 5 van

Deel C | Schrijven.

Van de lijsten uit de vorige editie zijn op www.2020english.nl de volgende

terug te vinden:

– woorden die vaak met elkaar verward worden

– lastige spellingen

– namen van landen en inwoners

– andere aardrijkskundige namen

– afkortingslijsten

Ook nu weer bedank ik alle gebruikers die door hun opmerkingen en vragen

hebben bijgedragen aan deze verbeterde editie.

Robert Hempelman

Page 5: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

4

Inhoud

A Luisteren, gesprekken voeren en spreken 5

B Lezen 71

C Schrijven 89

D Spelling 135

E Grammatica 147

F Achtergrondinformatie 221

G Woordenlijst Nederlands-Engels 229

H Register 255

Page 6: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

In dit deel vind je informatie over allerlei aspecten van spreken

en luisteren. Deze twee vaardigheden worden hier samen

behandeld omdat ze nu eenmaal onlosmakelijk met elkaar

verbonden zijn.

Deel A

In dit deel vind je informatie over allerlei aspecten van spreken

Luisteren,

gesprekken

voeren en spreken

Page 7: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

6

Deel A Algemeen

Algemeen

A1 Luisteren, gesprekken voeren en spreken

Op school worden luisteren en spreken nogal eens als aparte vaardigheden

geoefend en getoetst. Dit heeft vaak een praktische reden. In de praktijk zul

je merken dat luisteren en spreken sterk met elkaar verbonden zijn, want als

je een gesprek voert zul je aandachtig moeten luisteren om goed te kunnen

reageren.

Het is daarom verstandig goed te luisteren naar voorbeelden van correct

Engels taalgebruik. Bij de Engelse televisiezenders BBC1 en BBC2 kun je

gebruikmaken van teletekst (Ceefax), pagina 888. Ceefax is ook beschikbaar

bij veel live-uitzendingen. Door tegelijk te luisteren en de ondertiteling te

lezen kun je controleren of je het goed hebt verstaan. Bovendien leer je zo

ook sneller de correcte uitspraak van woorden die je nog niet kende.

A2 Formeel en informeel

Ook al sta je er misschien zelden bij stil, je past vaak je taalgebruik aan de

situatie aan. Als je bijvoorbeeld met vrienden praat, gebruik je andere woor-

den en uitdrukkingen dan wanneer je een sollicitatiegesprek voert. Tegen je

vrienden ben je informeel, tijdens een sollicitatiegesprek formeel.

In zakelijke situaties kun je het best formeel blijven totdat je merkt dat dit

niet nodig is.

Hieronder zie je enkele voorbeelden van informeel en formeel taalgebruik.

informeel formeel

Hello! / Hi! Good morning / afternoon / evening,

sir.

It was great seeing you. It’s been a pleasure meeting you,

Ms Usherwood.

I’m here to see Michael about

something.

I have an appointment with Mr Gray.

Ta! / Cheers, mate! Thank you very much.

No problem. You’re welcome.

Page 8: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

7

Deel A Algemeen

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A3 Uitspraak

Als je je verstaanbaar wilt maken in het Engels, moet je goed letten op

klanken, klemtonen, intonatie en ritme.

Probeer de correcte uitspraak zo dicht mogelijk te benaderen, zodat er geen

misverstanden ontstaan. Er zijn nu eenmaal grote verschillen in betekenis

tussen bed, bad, bet, bat en bath, ook al lijken deze woorden op elkaar.

Op internet zijn goede woordenboeken te vinden die je ook de uitspraak van

woorden laten horen.

In dit boek wordt steeds uitgegaan van de uitspraak zoals die in Groot-

Brittannië gangbaar is.

A4 Klanken

Als je een woordenboek gebruikt, kom je misschien voor jou nog onbekende

tekens tegen, zoals [twentie twentie biznis ingglisj]. Deze tekens staan vaak

tussen vierkante haken of schuine strepen en geven de uitspraak weer van

het woord dat je hebt opgezocht. De tekens hierboven geven aan hoe je de

naam van deze methode uitspreekt: 20/20 Business English.

Deze tekens maken deel uit van een fonetisch schrift. In het woordenboek

waarin ze gebruikt worden, wordt aan het begin met simpele voorbeeld-

woorden uitgelegd hoe je ze moet uitspreken.

De overzichten in A5 en A6 hieronder zijn gebaseerd op een eenvoudig nota-

tiesysteem dat gebruikt wordt in de Van Dale Pocketwoordenboeken Engels-

Nederlands en Nederlands-Engels.

A5 Medeklinkers

symbool sleutelwoord andere spellingsvormen met dezelfde klank

p pen happy

b back rubber

t tea butter, walked, doubt

d day ladder, called, could

k key cool, soccer, lock, school, cheque

g get bigger, ghost

tsj chat match, nature, question, cello

dzj jump age, edge, soldier, gradual

f fat coffee, cough, physics, half

v very of

u thing –

d then mother

s soon city, psychology, mess, scene, listen

Page 9: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

8

Deel A Algemeen

z zero was, puzzle

sj shake sure, station, tension, vicious

zj pleasure vision, rouge

h hot whole

m man hammer, calm, bomb

n no funny, know, gnaw

ng long sink

l land balloon, battle

r red marry, wriggle, rhubarb

j yet onion, use, new, Europe

w wet one, when, queen

ch loch Deze klank wordt ook uitgesproken als k en

wordt in het Schots met een g-klank uitgesproken.

A6 Klinkers

symbool sleutelwoord andere spellingsvormen met dezelfde klank

ie: sheep field, team, key, scene

i ship savage, guilt, system, women

e bed any, said, bread, bury, friend

æ bad –

a: father calm, heart, laugh

o pot watch, cough

o: four ball, board, draw, floor, caught

oe put wood, wolf, could

oe: boot move, shoe, group, blue, rude

u but some, blood, does

!: bird burn, worm, earn, journal, Bert

! cupboard the, colour, actor, nation, danger, asleep

ee make pray, prey, steak, vein

oo note soap, soul, grow, toe

aj bite pie, buy, try, guide, sigh

au now spout, plough

oj boy poison, lawyer

i! here beer, appear, fierce

e! there hair, bear, bare, prayer

oe! poor tour, sure

ee! player greyer

oo! lower –

ajj! fire buyer

au! tower our

ojj! employer –

Page 10: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

9

Deel A Algemeen

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A7 Stomme medeklinkers

Er zijn nogal wat Engelse woorden met stomme medeklinkers. Die moet je

wel schrijven, maar je spreekt ze niet uit!

Let speciaal op de uitspraak in de volgende gevallen.

– De b wordt niet uitgesproken na een m: bomb, comb, climb, lamb, tomb,

womb.

– De k wordt niet uitgesproken vóór een n: knight, knee, know.

– De l wordt niet uitgesproken aan het eind van sommige woorden: folk,

walk, calf.

– De p wordt niet uitgesproken vóór een s aan het begin van een woord:

psychology, psalm.

– De r wordt meestal niet uitgesproken aan het eind van het woord: mother,

manager, your. De r aan het eind van een woord wordt wel uitgesproken als

het woord erna met een klinkerklank begint: your uncle, mother-in-law.

Deze verbindings-r vergemakkelijkt de uitspraak van het volgende woord.

– De w wordt niet uitgesproken vóór een r aan het begin van een woord:

wrong, write, wrap.

– De w wordt ook niet uitgesproken vóór ho aan het begin van sommige

woorden: who, whole.

A8 Verschillen in uitspraak

Hieronder zie je een aantal klanken die op elkaar lijken, maar die verschil-

lend uitgesproken moeten worden om verwarring te voorkomen.

d / t

Een d aan het eind van een woord wordt meestal ook als een d uitgesproken

en niet als een t: ride, beard, card, heard.

Na een f, k, p, s wordt een d wel uitgesproken als een t: stopped, missed,

worked, stuffed.

s / z

Een s aan het eind van een woord wordt als z uitgesproken: cars, hears,

catalogues, lives, finances.

De s wordt wel als een (scherpe) s uitgesproken na f, k, p, t: stops, hits, works,

handcuffs.

f / v

Maak goed onderscheid in de Engelse uitspraak tussen een f en een v,

ferry / very.

Page 11: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

10

Deel A Algemeen

u / d

De u hoor je wanneer je lucht uitblaast bij de uitspraak: thick, throw, bath. De

d wordt uitgesproken zonder dat er lucht uitgeblazen wordt en lijkt een beet-

je op de uitspraak van de Nederlandse d: this, therefore, rather.

æ / e

Het verschil in uitspraak tussen deze klanken kun je horen als je de volgende

woorden goed uitspreekt: bad / bed, bat / bet, had / head.

A9 Klemtoon

Als een woord uit meer dan één lettergreep bestaat, moet je weten op welke

lettergreep of lettergrepen de klemtoon valt. Anders gezegd: welke delen van

het woord worden met meer nadruk uitgesproken? Ook hier kan het woorden-

boek je helpen. Bij de uitspraaknotatie van woorden met meer letter grepen

zie je dat sommige tekens onderstreept zijn, bijvoorbeeld [divvell!pm!nt]. De

onderstreping hier geeft aan dat de klemtoon op de tweede lettergreep valt:

development.

A10 Intonatie en ritme

Nederlanders die Engels spreken, komen nogal eens als vlak, eentonig,

ongeïnteresseerd, of zelfs onbeleefd op Engelsen over. Dit komt doordat de

Engelsen veel meer gebruikmaken van intonatie dan Nederlanders.

Engelse woorden, woordgroepen en zinnen hebben een andere intonatie

(klankpatroon) dan Nederlandse. Denk hierbij aan korte pauzes na een

woordgroep, of aan woorden die met een hoge of lage klank worden uitge-

sproken.

Een goed voorbeeld is de klank van het woord idee. In het Nederlands gaat

bij de uitspraak van dit woord aan het eind de klank omhoog. Bij het Engelse

woord idea gaat de klank juist omlaag. Dit geldt niet alleen voor losse woor-

den, maar ook voor hele zinnen.

Je kunt het beste een zin met een hoge stem beginnen, dit zolang mogelijk

gedurende de zin volhouden en pas aan het eind van de zin zo snel mogelijk

met je stem omlaaggaan. Een voorbeeld: What would you like for dinner

tonight? Spreek de zin maar eens voor je gevoel overdreven uit zoals Engel-

sen dat zouden doen: zo hoog mogelijk beginnen, hoog aanhouden en pas bij

de eerste lettergreep van dinner zo snel als je kunt met je stem omlaag, zo

diep als je kunt.

Voor jou klinkt dit misschien overdreven, voor een Engelsman helemaal niet.

Hoe kun je dit het snelst leren? Luister goed naar Engelsen of Amerikanen en

Page 12: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

11

Deel A Algemeen

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

probeer hen te imiteren. Als je het Engels met de juiste intonatie uitspreekt,

zal een grammaticale fout of een verkeerd woord makkelijker geaccepteerd

worden.

A11 Het alfabet

Je zult waarschijnlijk regelmatig een naam of woord in het Engels moeten

spellen, bijvoorbeeld tijdens een telefoongesprek. Daarom is het belangrijk

dat je de letters van het Engelse alfabet goed kunt uitspreken. Wees altijd

voorbereid op de vraag: Could you spell that, please?

Hieronder vind je het Engelse alfabet met de uitspraak van de afzonderlijke

letters.

a ee n en

b bie: o oo

c sie: p pie:

d die: q kjoe:

e ie: r a:

f ef s es

g dzjie: t tie:

h eetsj u joe

i aj v vie:

j dzjee w dubl joe

k kee x eks

l el y waj

m em z zed

Hoofdletters kun je aangeven door vóór de uitspraak van de letter het woord

capital (hoofdletter) toe te voegen: Pelmolenplantsoen. That’s spelled: capital

P-e-l-m-o-l-e-n-p-l-a-n-t-s-o-e-n.

Soms is het verstandig om het Engelse telefoonalfabet te gebruiken, zie A48.

Page 13: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

12

Deel A Luistervaardigheid

Luistervaardigheid

A12 Voorbereiden op luisteren

Als je een luisteroefening moet doen, ga je als volgt te werk.

• Bereid je erop voor dat je geconcentreerd moet gaan luisteren.

• Zorg ervoor dat je eventueel aantekeningen kunt maken (als dat toege-

staan is).

• Lees de opdracht goed door. Begrijp je precies wat er van je verwacht

wordt? Het heeft geen zin te beginnen aan een opdracht die je niet of niet

helemaal begrijpt.

• Zorg ervoor dat je weet hoe vaak je de tekst te horen krijgt.

A13 Gebruikmaken van wat je al weet

Je begrijpt beter wat je hoort als je al iets over het onderwerp afweet. Als je

weet dat de luistertekst over Australië gaat, denk dan van tevoren goed over

dit land na. Eventuele nieuwe informatie in de luistertekst kun je dan combi-

neren met wat je al weet (oude informatie).

Behalve het onderwerp zijn ook andere zaken van invloed op jouw begrip

van de informatie. Enkele voorbeelden:

• Hoor je achtergrondgeluiden? De omgeving helpt je ook dingen beter te

begrijpen. Waar bevindt de spreker zich? In een winkel? Op een congres?

Op een handelsbeurs? Op een luchthaven?

• Met wat voor spreker heb je hier te maken? Man of vrouw? Leeftijd?

Opleiding?

• Hoe spreekt iemand? Op wat voor toon? Spreekt iemand vlot? Met veel aarzelingen en pauzes?

• Wat voor taalgebruik hanteert de spreker? Is de stijl formeel of informeel

(zie hiervoor A2)? Gebruikt de spreker veel moeilijke woorden?

A14 Omgaan met onbekende woorden en uitdrukkingen

Het zou erg handig zijn als je in elke situatie letterlijk alle Engelse woorden

en uitdrukkingen begrijpt die iemand gebruikt. Jammer genoeg is dat maar

zelden het geval. Belangrijk is hoe je daarmee omgaat. Dat kan op twee

manieren.

• Je negeert gewoon de onbekende woorden of uitdrukkingen die je niet

begrijpt. Misschien zijn ze niet van belang om de spreker te kunnen volgen

en de boodschap te begrijpen.

Page 14: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

13

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Je voorspelt zo goed mogelijk de betekenis van de onbekende woorden of

uitdrukkingen. Dat doe je op basis van de rest van de zin, het onderwerp,

andere dingen die eerder gezegd zijn of je eigen voorkennis.

Aan de ene kant moet je proberen een zekere feeling te krijgen voor wat je

met onbekende woorden of uitdrukkingen moet doen. Dan kun je steeds

sneller beslissen of iets genegeerd of voorspeld moet worden. Aan de andere

kant kun je ook aan de context horen of iets genegeerd kan worden of niet.

Enkele voorbeelden maken dit duidelijk.

De spreker zegt: And what I’m going to say now is of great importance.

The disclosures of last week’s meeting must be used to take action at once!

Wat denk je: negeren of voorspellen…? Voorspellen natuurlijk! De spreker

geeft immers zelf aan dat de zaak van great importance is en dat er at once

gehandeld moet worden.

De spreker zegt: Maybe you’re right. It reminds me of something else. Let me

think of another example … Yes, you can also see it as a case of loose lips sink

ships.

Wat denk je: negeren of voorspellen…? Negeren mag misschien wel!

De spreker probeert nog een voorbeeld te bedenken voor iets wat hij of zij al

eerder verteld heeft.

A15 Begrijpen van de structuur

Je kunt een spreker ook beter begrijpen door te letten op hoe hij of zij het

verhaal heeft vormgegeven. Met andere woorden: hoe is het verhaal

opgebouwd, gestructureerd? Let hierbij op de volgende aandachtspunten.

• Hoe hoor ik welke gedeelten belangrijker zijn dan andere?

• Hoe kan ik horen of bepaalde informatie al eerder gegeven is?

• Hoe wordt er verband gelegd tussen de verschillende delen van een

verhaal?

• Hoe worden samenvattingen gegeven? Wat is daarbij belangrijke en wat is

minder belangrijke informatie?

De paragrafen A16 tot en met A26 helpen je een antwoord te vinden op deze

vragen.

Page 15: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

14

Deel A Luistervaardigheid

A16 Woorden die een volgorde aangeven

• first, in the first place, firstly • ten eerste, in de eerste plaats

• second, in the second place, secondly • ten tweede, in de tweede plaats

• third, in the third place, thirdly • ten derde, in de derde plaats

• lastly • ten laatste

• finally • ten slotte

• after that • daarna

A17 Woorden die nieuwe informatie aankondigen

• in addition, moreover, furthermore,

what’s more, besides

• bovendien, verder, daarnaast

• again, once more • weer, opnieuw, nogmaals

• also, as well, too • ook

• neither, nor, not … either • ook niet, evenmin

• and • en

• and then • en dan

• besides, except, except for • behalve

• equally important • even belangrijk

• further … • verdere …

• another (example) • nóg een (voorbeeld)

• one more (example) • nog één (voorbeeld)

• finally • ten slotte

A18 Woorden die het belang aangeven

• important • belangrijk

• very important, vital, essential,

major, of the utmost importance

• zeer belangrijk

• first, best, strongest, cheapest, ... • eerste, beste, sterkste, goedkoopste, ...

• remember, don’t forget • onthoud, denk eraan, vergeet niet

• keep in mind • houd in gedachten

• the solution • dé oplossing

A19 Woorden die een vergelijking aangeven

• just as important, equally important • al even / net zo belangrijk

• no less important • niet minder belangrijk

• in the same way / manner, likewise,

similarly

• op dezelfde wijze / manier, evenzo

Page 16: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

15

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A20 Woorden die een gevolg aankondigen

• as a result, consequently • met als gevolg / resultaat

• therefore • daardoor, om die reden

• the result / consequence is • het gevolg / resultaat is

A21 Woorden die een tegenstelling aankondigen

• although, though • hoewel

• at the same time • tegelijkertijd

• but • maar

• even so, still, nevertheless, yet • toch

• however • echter

• in contrast to • in tegenstelling tot / met

• on the contrary • integendeel

• on the other hand • aan de andere kant

• or, alternatively • of

• quite the reverse is true of • precies het tegenovergestelde /

omgekeerde geldt voor

A22 Woorden die een voorbeeld aankondigen

• as an illustration • ter illustratie

• for example, for instance • bijvoorbeeld

• say, ... • zeg, ... / bijvoorbeeld...

• to give / mention an example • om een voorbeeld te geven / noemen

• let’s say • laten we zeggen

• to demonstrate this • om dit te laten zien

• to show how it works • om te laten zien hoe het werkt

A23 Woorden die een doel aangeven

• for this purpose • voor dit doel

• for this reason • om deze reden

• in order to do so, to do that • om dat te kunnen doen

• so • dus

• the point of all this is • de reden voor dit alles is

• what I would like to do is • wat ik wil doen is

• therefore, that is why • daarom

• for this / that reason • om deze / die reden

Page 17: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

16

Deel A Luistervaardigheid

A24 Woorden die een herhaling aankondigen

• as I have said before / as I said

earlier

• zoals ik hiervoor / eerder al heb aan-

gegeven

• in other words • met andere woorden

• put differently • anders gezegd

• in brief / short • in het kort gezegd

• what I really mean to say is … • wat ik eigenlijk wil zeggen is …

A25 Woorden die aangeven dat je terugverwijst

• as I said just now • zoals ik daarnet al zei

• to get back to your question • om terug te komen op uw vraag

• referring back to • ik verwijs terug naar

• you will remember what I said

about

• u zult zich herinneren wat ik heb

gezegd over

A26 Woorden die een samenvatting aankondigen

• finally • ten slotte, tot slot

• in short / in brief • in het kort

• in conclusion • ter afsluiting

• summing up, to conclude,

to sum up

• om samen te vatten, samengevat

• in a nutshell • in een notendop

• anyway, to cut a long story short • maar goed, om een lang verhaal kort

te maken

A27 Intonatie en nadruk

Ook met zijn stem en met zijn intonatie kan een spreker aangeven wat hij

belangrijk vindt. Welke passages worden met meer nadruk uitgesproken?

Een voorbeeld.

It’s the production of toys that causes the biggest problem.

Door het woord toys luider uit te spreken, maakt de spreker duidelijk dat hij

dit een belangrijk onderdeel vindt.

Woorden die vooraan (of achteraan) in de zin geplaatst worden, krijgen meer

nadruk – en dus meer aandacht – dan als ze in het midden van de zin staan.

Vergelijk het verschil in nadruk dat the losses krijgt in de onderstaande

zinnen.

Page 18: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

17

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

I think we should talk about the losses of the last three months. (midden)

The losses of the last three months is what I think we should talk about.

(begin)

When we discuss the last three months, I think we should talk about the

losses. (eind)

A28 De grote lijn bepalen of bepaalde informatie zoeken?

Voordat je gaat luisteren, moet je weten met welk doel je gaat luisteren: wil

je de grote lijn volgen van wat er gezegd wordt (skimmen) of zoek je gericht

naar bepaalde informatie (scannen)?

Skimmen (de grote lijn volgen, de algemene strekking achterhalen)

Hierbij let je vooral op:

• De opening van het verhaal. Wat is het onderwerp?

• De structuurwoorden die aangeven hoe het verhaal is opgebouwd, bijvoor-

beeld first, second, finally, in short enzovoort en wat er direct daarna

gezegd wordt.

• De openingszinnen na elke pauze die iemand neemt.

• De slotopmerking(en).

Scannen (gericht naar bepaalde informatie zoeken)

Hierbij let je vooral op:

• Woorden of uitdrukkingen die rechtstreeks te maken kunnen hebben met

de door jou gezochte informatie.

Je wilt bijvoorbeeld weten wat de leveringsvoorwaarden zijn van een bedrijf.

Je let dan vooral op woorden als delivery, terms, conditions, if, weeks, months,

enzovoort.

A29 Gespreksvaardigheid en spreekvaardigheid

Er is een verschil tussen gespreksvaardigheid (Gesprekken Voeren) en

spreekvaardigheid (Spreken). Bij gespreksvaardigheid, het woord zegt het al,

heb je een gesprek met andere mensen. In zo’n gesprek hebben alle deelne-

mers invloed op het verloop en de inhoud van het gesprek. Bij gespreksvaar-

digheid is luistervaardigheid van groot belang. Een gesprek zou immers

vreemd verlopen als je niet echt luistert, maar af en toe zomaar iets zegt.

Bij spreekvaardigheid is er minder wisselwerking tussen de betrokkenen.

Denk bijvoorbeeld maar aan een presentatie, lezing, instructie enzovoort.

De luisteraars kunnen wel op je reageren, bijvoorbeeld met vragen, maar in

principe staat wat de spreker wil zeggen al vast.

Page 19: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

18

Deel A Luistervaardigheid

Bij zowel gespreksvaardigheid als spreekvaardigheid doe je allerlei dingen

om het gesprek, de instructie, de presentatie zo goed mogelijk te laten

verlopen, bijvoorbeeld:

• je probeert de informatie die je wilt overbrengen zo goed mogelijk te

ordenen;

• je probeert het gesprek zo vlot mogelijk te laten verlopen;

• je probeert communicatiestoornissen te voorkomen of zo snel mogelijk te

verhelpen.

General phrases | Algemene uitdrukkingenHier volgt een aantal uitdrukkingen die je kunt gebruiken om vlot te leren

spreken.

A30 Opening / Bringing something up for discussion – Beginnen / Onder-

werp ter sprake brengen

• I’d like to talk to you about… • Ik wil het met u hebben over...

• By the way, I’d like to ask you

something.

• Tussen haakjes, ik wil u graag iets vra-

gen.

• Could I have a word with you? • Kan ik u even spreken?

• There is something I need to

discuss with you.

• Er is iets dat ik met u moet bespreken.

• Theo, would you know if…? • Theo, weet jij of...?

• I say, Tom, do you happen to know

when…?

• Zeg, Tom, weet jij toevallig wanneer...?

• Have you got a minute? • Heeft u een ogenblik tijd voor mij?

A31 Giving an example – Voorbeeld geven

• Let me give you an example. • Laat me u een voorbeeld geven.

• for example / for instance • bijvoorbeeld

• To illustrate this… • Om dit te illustreren...

A32 Stressing – Benadrukken

• I’d like to stress / emphasise /

underline that…

• Ik wil graag benadrukken / onderstre-

pen dat...

• It’s very important / vital /

essential / of the utmost

importance.

• Het is heel belangrijk / essentieel / van

het allergrootste belang.

• It’s absolutely necessary. • Het is absoluut noodzakelijk.

Page 20: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

19

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• It is exactly / precisely such

problems we need to pay more

attention to.

• Het zijn juist zulke problemen waar we

meer aandacht aan moeten besteden.

• I cannot say / repeat this often

enough.

• Ik kan dit niet vaak genoeg zeggen /

herhalen.

• That goes without saying. • Dat spreekt vanzelf.

• Don’t forget… • Vergeet niet...

A33 Summarising – Samenvatten

• In short / brief, … • Om kort te gaan... / Kortom...

• in a nutshell • in een notendop

• To summarise, ... • Samenvattend... / Samengevat...

A34 Changing the subject – Veranderen van onderwerp

• The next subject / issue I’d like to

discuss is…

• Het volgende onderwerp / De volgende

kwestie die ik wil bespreken is...

• Could we change the topic, please? • Kunnen we het (misschien) over iets

anders hebben?

• I’d rather talk about something else

first.

• Ik wil het liever eerst over iets anders

hebben.

• By the way, … • Tussen haakjes, ...

A35 Returning to a topic – Terugkomen op een onderwerp

• To get back to what I was saying… • Om terug te komen op wat ik daarnet

zei...

• Anyway, … • Maar goed, ...

• Anyway, as I was saying… • Maar goed, zoals ik al zei...

• In any case, ... • In elk geval...

• Where was I? • Waar was ik (gebleven)?

A36 Indicating you would like to finish the conversation –

Einde aangeven en afsluiten

• It’s been a pleasure talking to you. • Ik vond het fijn / prettig u te hebben

gesproken.

• I don’t think there is much more

that we can say about this, is there?

• Ik denk niet dat we hier nog veel over

kunnen zeggen, of wel?

• I am afraid I can’t say anything

more about this.

• Ik ben bang dat ik hier niets meer / ver-

der over kan zeggen.

• This is more or less what I wanted

to tell you.

• Dit is zo’n beetje wat ik u wilde zeggen.

Page 21: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

20

Deel A Luistervaardigheid

• I think we’ve discussed just about

everything.

• Ik denk dat we zo’n beetje alles wel

besproken hebben.

• I hope we will meet again soon. • Ik hoop dat we elkaar spoedig weer

ontmoeten.

• That’s about all (for now), I think. • Dat is het wel zo’n beetje (voor het

ogenblik), denk ik.

A37 Understanding and encouraging – Kunnen volgen en aanmoedigen

• I see. • Ik begrijp het.

• I see what you mean. • Ik begrijp wat u bedoelt.

• I get it. • Ik snap het.

• You mean… • U bedoelt...

• Right! • Ja! / Precies!

• Sure. / Of course. • Natuurlijk.

• Oh, absolutely. • O, absoluut.

• That’s most interesting. • Dat is heel interessant.

• Really? • Echt? / Echt waar? / Is dat zo?

• Yes, go on. • Ja, ga door.

A38 Interrupting – Onderbreken

• I’d like to say something if I may /

can.

• Ik wil graag iets zeggen als dat mag /

kan.

• If I may interrupt you there… • Als ik u hier even mag onderbreken /

in de rede mag vallen.

• Please, I’d like to say something. • Ik wil graag iets zeggen, alstublieft.

• Can I add something? • Mag ik hier iets aan toevoegen?

• Sorry to interrupt you there, but… • Sorry dat ik u hier even in de rede val,

maar...

• Excuse me, I don’t think… • Pardon, / Sorry, (maar) ik denk / vind

niet...

• I’m sorry, but… • Het spijt me, maar...

A39 Stopping an interruption – Onderbreking niet toestaan

• Excuse me, I’d like to finish my

point first.

• Pardon, ik wil graag even mijn verhaal

afmaken.

• I am sorry, I’ll answer you in a

minute.

• Sorry, ik zal u zo dadelijk antwoord

geven.

• Please let me finish. • Laat u mij alstublieft even uitspreken.

• Please do not interrupt me. • Wilt u mij alstublieft niet onderbreken?

Page 22: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

21

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A40 Survival tactics – Overlevingstactieken

De communicatie verloopt misschien niet altijd even gemakkelijk en er

kunnen gemakkelijk misverstanden of onbegrip ontstaan. Je kunt veel

problemen oplossen met behulp van de volgende uitdrukkingen.

A41 Saying you do not understand and asking for help – Zeggen dat je het

niet begrijpt en hulp vragen

• I beg your pardon? Could you say

that again, please?

• Pardon? / Sorry? Kunt u dat nog een

keer zeggen?

• I’m sorry, I don’t get it. Could you

speak more slowly, please?

• Sorry, ik begrijp het niet. / Ik kan het

niet volgen. Kunt u misschien iets lang-

zamer spreken?

• I’m sorry, I don’t understand what

you mean.

• Het spijt me, ik begrijp niet wat u

bedoelt.

• I’m sorry, could we go back to…? • Sorry, kunnen we even teruggaan

naar...?

• I’m not sure if I understand what

you’re saying.

• Ik weet niet zeker of ik begrijp wat u

zegt.

• I don’t think I can follow you. Could

you rephrase that, please?

• Ik geloof niet dat ik u kan volgen.

Zou u dat anders kunnen zeggen?

• I’m sorry, I don’t follow. • Het spijt me, ik volg u niet.

A42 Asking if you understand correctly – Vragen of je het goed hebt begrepen

• If I understand you correctly, then… • Als ik u goed begrijp, dan...

• Do you mean to say... • Wilt u (daarmee) zeggen...

• Are you saying / suggesting that… • Zegt u nu dat... / Wilt u nu zeggen dat...

• So, what you mean / are saying is... • Dus, wat u bedoelt is / wat u zegt is...

• Let me get this straight. • Ik wil even nagaan of ik het goed

begrijp. / Dus als ik het goed begrijp...

• So, in other words, ... • Dus, met andere woorden, ...

• Let me repeat that. • Laat me dat even herhalen.

• Is that right? • Klopt dat? / Is dat juist?

A43 Hesitating and correcting yoursel – Aarzelen en jezelf corrigeren

• No, that’s not right, I’m sorry, what

I meant to say is...

• Nee, dat is niet juist. Het spijt me, wat ik

wilde zeggen is...

• Let me rephrase that… • Laat ik het anders zeggen...

• Er, … what I meant was... • Uh, wat ik bedoelde is...

• Well, what I really mean is… • Nou, wat ik eigenlijk bedoel is...

Page 23: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

22

Deel A Luistervaardigheid

• In other words • Met andere woorden

• Well, let me see / think... • Nou, laat ik eens kijken / even nadenken...

• How shall I put it? • Hoe zal ik het zeggen?

A44 Asking for an explanation – Uitleg vragen

• Could you give me more details,

please?

• Kunt u me meer bijzonderheden geven?

• Do you think you could be more

specific?

• Kunt u misschien iets duidelijker /

preciezer zijn?

• I am sorry, what do you mean? • Sorry, wat bedoelt u?

• Please explain. • Legt u dat eens uit, alstublieft.

A45 Spelling and writing down – Spellen en opschrijven

• Could you spell that, please? • Zou u dat even kunnen spellen?

• Could you write it down here,

please?

• Zou u het hier even kunnen opschrij-

ven?

• What I mean is the village of

Dommelvoort, it is spelled capital

D-o-m-m-e-l-v-o-o-r-t.

• Wat ik bedoel is het dorp Dommelvoort,

dat spel je hoofdletter D-o-m-m-e-l-v-o-

o-r-t.

• It’s spelled… • Dat spel je...

• That’s Groenburg, George-Robert-

Oliver-Edward-Nellie-Benjamin-

Uncle-Robert-George.

• Dat is Groenburg, George-Robert-Oliver-

Edward-Nellie-Benjamin-Uncle-Robert-

George.

A46 Describing – Omschrijven / Beschrijven

• I can’t think of the word in English. • Ik kan niet op het Engelse woord

komen.

• What’s that called in English? • Hoe heet dat in het Engels?

• Allow me to / Let me explain what I

mean…

• Laat me even uitleggen wat ik bedoel...

• What I mean is… • Wat ik bedoel is...

• A person who… • Iemand die...

• A company that… • Een bedrijf dat...

• Something that… • Iets dat...

• Something with which / in which /

on which…

• Iets waarmee / waarin / waarop...

• A place where… • Een plaats waar...

• It’s an expression that means… • Het is een uitdrukking die betekent...

Page 24: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

23

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

Telephone | Telefoon

A47 Preparation – Voorbereiding

Bereid je goed voor als je een telefoongesprek in het Engels gaat voeren.

Hieronder zie je een checklist:

• Je weet wat je wilt gaan zeggen (gebruik eventueel een puntsgewijze

opsomming, zodat je niets vergeet).

• Je kent de vaste uitdrukkingen die met telefoneren te maken hebben.

• Je kunt namen en adressen vlot spellen, zowel met het gewone alfabet als

met het telefoonalfabet.

• Je weet wat je moet doen als de persoon die je wilt spreken niet bereikbaar

is (boodschap achterlaten, zelf nog eens proberen, terug laten bellen).

• Je hebt pen en papier bij de hand.

• Je hebt eventuele documentatie (brief, factuur, bon enzovoort) bij de hand.

A48 Telephone alphabet – Telefoonalfabet

Als het spellen met het normale alfabet (zie A11) niet goed lukt of misverstan-

den oplevert, biedt het telefoonalfabet uitkomst.

A for Alfred J for Jack S for Samuel

B for Benjamin K for King T for Tommy

C for Charles L for London U for Uncle

D for David M for Mary V for Victor

E for Edward N for Nellie W for William

F for Frederick O for Oliver X for X-ray

G for George P for Peter Y for Yellow

H for Harry Q for Queen Z for Zebra

I for Isaac R for Robert

Voorbeeld

My name is Spruyt. I’ll spell that for you. That’s S for Samuel, P for Peter, R for

Robert, U for Uncle, Y for Yellow, T for Tommy. Spruyt.

A49 Telephone numbers – Telefoonnummers

++ 31 (0)20 497 47 51

Zo ziet een Nederlands telefoonnummer eruit als je vanuit het buitenland

naar Nederland wilt bellen. De ++ staan voor het toegangsnummer dat je

moet kiezen om een internationaal gesprek te kunnen beginnen. In Neder-

land is dit toegangsnummer 00. Bij internationaal telefoneren laat je de 0

vóór een netnummer weg.

Page 25: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

24

Deel A Luistervaardigheid

In het Nederlands zijn er verschillende manieren om een telefoonnummer

uit te spreken. In het Engels spreek je telefoonnummers bijna altijd op

dezelfde manier uit.

The telephone number where you can reach me until half past six is: 31 40

242 1566. Three – one (for the Netherlands / and then) four-oh / two-four-two

/ one-five / double six.

Opmerkingen

1 0 wordt uitgesproken als oh of als zero (US).

2 In plaats van double six hoor je ook wel six-six.

3 Probeer een telefoonnummer altijd met een bepaald ritme uit te spreken,

dat wil zeggen met korte pauzes na elke twee of drie cijfers (zie de schuine

strepen in het volgende voorbeeld). Three – one // four – oh // two – four –

two / one – five / double six.

4 Let op: 0800 1546: oh eight hundred – one – five – four – six.

A50 Email Addresses – E-mailadressen

Het is heel belangrijk dat je e-mailadressen correct noteert. Als je ook

maar één letter weglaat kan dat betekenen dat je mailtje niet aankomt.

Hier volgen de codes van enkele landen.

Ierland Ireland .ie

Verenigd Koninkrijk United Kingdom .co.uk

Nederland The Netherlands .nl

Duitsland Germany .de

België Belgium .be

Receiving a call | Gebeld worden

A51 Answering the phone – Telefoon aannemen

• Good morning / afternoon /

evening, Eltion Corporation, Nabil

El Boughlali speaking. How can I

help you?

• Goedemorgen / Goedemiddag /

Goedenavond. Eltion Corporation.

U spreekt met Nabil El Boughlali.

Hoe kan ik u van dienst zijn?

• What can I do for you? • Wat kan ik voor u doen? / Hoe kan ik u

helpen?

• What is it about, please? • Waar gaat het over?

• Who would you like to talk to, sir? • Wie wilt u spreken, meneer?

Page 26: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

25

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Who is calling, please? • Met wie spreek ik?

• And your name was…? • En uw naam was...?

• Can you repeat that, please? • Kunt u dat even herhalen?

• Could you spell that, please? • Zou u dat even kunnen spellen?

• I am afraid you have the wrong

number.

• Ik ben bang dat u het verkeerde num-

mer heeft.

A52 Putting through – Doorverbinden

• I will put you through to… / I will

connect you to...

• Ik zal u doorverbinden met...

• Putting you through. • Ik verbind u nu door.

• I am sorry, the line is busy /

engaged.

• Het spijt me, de lijn is bezet.

• I am sorry, there is no answer. • Het spijt me, er wordt niet opgenomen.

• Would you mind calling back later

or shall I ask him to call you

instead? Which would you prefer?

• Kunt u later nog eens bellen of zal ik

vragen of hij u wil bellen? Wat heeft u

het liefst?

• What would suit you? • Wat is voor u het handigst? /

Wat komt u het beste uit?

• What are your contact details? • Wat zijn uw contactgegevens?

• How can she reach you? • Hoe kan zij u bereiken?

• I am sorry, the manager is in a

meeting at the moment.

• Het spijt me, de directeur is momenteel

in vergadering / zit in een vergadering.

• He is at lunch / on a business trip /

on holiday / not in today.

• Hij is aan het lunchen / op zakenreis /

op vakantie / vandaag afwezig.

• I am sorry, he is away from his desk

at the moment. Shall I take a

message or would you like him to

call you back later?

• Het spijt me, hij zit momenteel niet

op zijn plaats. Zal ik een boodschap

aannemen of wilt u dat hij u later

terugbelt?

• I am sorry, Mr Kooper is not

available.

• Het spijt me, de heer Kooper is niet

bereikbaar.

A53 Taking a message – Bericht aannemen

• If you give me your telephone

number, she will call you back

later.

• Als u me uw telefoonnummer geeft,

belt zij u later terug.

• Shall I tell Ms Baggen that you

called?

• Zal ik mevrouw Baggen zeggen dat u

gebeld heeft?

• Would you like to leave a message? • Wilt u misschien een boodschap

achterlaten?

Page 27: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

26

Deel A Luistervaardigheid

• Perhaps you’d like to leave a

message?

• Misschien wilt u een boodschap

achterlaten?

• Could / Can I take a message, sir? • Kan ik (misschien) een boodschap

aannemen, meneer?

• What was your name again,

madam?

• Hoe was uw naam ook weer, mevrouw?

• Could you spell that, please? • Zou u dat even kunnen spellen?

• At what number can she reach

you?

• Op welk nummer kan zij u bereiken?

• What is your mobile phone

number?

• Wat is uw mobiele nummer?

• So, your name is Whyte, W-h-y-t-e,

and your phone number is 06 1756

1791.

• Dus uw naam is Whyte, W-h-y-t-e, en

uw telefoonnummer is 06 1756 1791.

• So you would like to postpone the

appointment for 25th November,

at 11 o’clock to 30th November, at

9.00 a.m. Is that correct / right?

• Dus u wilt de afspraak van 25 novem-

ber, 11 uur verzetten naar 30 november,

9 uur ’s morgens. Klopt dat? / Is dat

juist?

• Could you speak up a bit, please? I

can’t hear you very well.

• Zou u misschien iets harder kunnen

spreken? Ik kan u niet zo goed horen.

• The telephone line is not clear / the

telephone reception is not clear,

can you please repeat that again?

• De lijn / ontvangst is niet zo goed, kunt

u dat misschien nog een keer herhalen?

• Can you please speak more slowly?

My English is not that good.

• Kunt u misschien iets langzamer

spreken? Mijn Engels is niet zo goed.

A54 Showing that you hear and understand – Aangeven dat je luistert en

begrijpt

• I see what you mean. • Ik begrijp wat u bedoelt.

• I understand. • Dat begrijp ik.

• (That is) right. • Dat klopt. / Dat is juist / correct.

• Bloomfield plc. I’ve got that. • Bloomfield plc. Dat heb ik.

• I’ve written it down. • Ik heb het opgeschreven.

• I’ve made a note of it and I will ask

him to call you as soon as he

returns to the office.

• Ik heb er een notitie van gemaakt en ik

zal hem vragen u te bellen zodra hij

weer op kantoor is.

• I have sent him an email and asked

him to call you on your mobile

phone number.

• Ik heb hem een e-mailtje gestuurd en

gevraagd u op uw mobiele nummer te

bellen.

• Sure. / Certainly. • Zeker. / Geen probleem.

Page 28: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

27

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Of course (not). • Natuurlijk (niet).

• No problem. • Geen probleem.

A55 Asking someone to hold – Iemand vragen aan de lijn te blijven

• Hold on, please. / Hang on, please. /

Hold the line, please.

• Blijft u aan de lijn.

• One moment please,

I will ask a colleague of mine.

• Een ogenblik alstublieft, ik vraag

het even aan een collega van mij.

• Thank you for waiting.

How can I help you?

• Bedankt voor het wachten.

Hoe kan ik u helpen?

• Thank you for waiting.

Well, it seems that…

• Dank u voor het wachten.

Nou, het schijnt dat...

A56 Asking someone to call back – Iemand vragen terug te bellen

• Could you please call back in an

hour / this afternoon / tomorrow?

• Zou u alstublieft over een uur / vanmid-

dag / morgen terug kunnen bellen?

• Would you mind calling back later? • Kunt u misschien later even terug-

bellen?

Making a call | Zelf bellen

A57 Opening and introducing yourself – Openen en jezelf voorstellen

• Good morning / afternoon /

evening…

• Goedemorgen / Goedemiddag /

Goedenavond...

• My name is... I’m calling from

(Amersfoort in) the Netherlands.

• Mijn naam is... en ik bel uit

(Amersfoort,) Nederland.

• This is Fred Orton from Alpha Mail

Services.

• U spreekt met Fred Orton van Alpha

Mail Services.

A58 Asking for someone / asking to be put through – Vragen naar iemand

/ vragen om doorverbonden te worden

• I would like to speak to Mrs West,

please.

• Ik wil graag mevrouw West spreken.

• Could you put me through to the …

department, please?

• Kunt u doorverbinden met de

afdeling...?

• Can you please connect me to your

After Sales Department?

• Kunt u me doorverbinden met

uw aftersalesafdeling?

• Can I speak to one of your

engineers, please?

• Kan ik een van uw technici spreken?

Page 29: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

28

Deel A Luistervaardigheid

• Could I speak to someone in the

Finance / Human Resource /

Administration / Sales / Customer

Service Department, please?

• Zou ik met iemand kunnen spreken

van de afdeling Financiën / Human

Resources / Administratie / Verkoop /

Klantenservice?

• Would you know if Ms Tuld is in? • Weet u misschien of mevrouw Tuld

aanwezig is?

• Could you connect me to extension

6174, please?

• Zou u me kunnen doorverbinden met

toestel 6174?

A59 Leaving a message – Boodschap achterlaten

• Could I leave a message? • Kan ik een boodschap achterlaten?

• I would like to leave a message if

that’s all right.

• Ik wil graag een boodschap achterlaten,

als dat kan.

• Would you have her return my call,

please? It’s urgent.

• Kunt u haar mij terug laten bellen?

Het is dringend.

A60 Asking for information – Vragen om informatie

• I would like to know more about...

Would you have any information

on this?

• Ik zou graag wat meer willen weten

over... Heeft u daar meer informatie

over?

• Could you please send me...? • Zou u mij alstublieft ... willen sturen?

• Would you know if…? • Weet u misschien of...?

• The reason for my call is that I… • De reden dat ik bel is dat ik...

• The reason I’m calling is… • De reden dat ik bel is...

• I am calling to find out… • Ik bel omdat ik wil weten...

• I have a request. Could you… ? • Ik heb een verzoek. Kunt u misschien...?

• I am especially interested in

information on…

• Ik ben vooral geïnteresseerd in

informatie over...

• Do you happen to know when /

where… ?

• Weet u toevallig wanneer / waar...?

• Do you happen to know about… ? • Weet u toevallig iets over...?

• Can you connect me to someone in

your technical department?

• Kunt u me doorverbinden met iemand

van uw technische afdeling?

• Who can help me with this

problem?

• Wie kan mij helpen met dit probleem?

Page 30: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

29

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A61 Asking if you are understood – Vragen of je begrepen wordt

• Do you understand me / my request

/ my question, sir?

• Begrijpt u mij / mijn verzoek / mijn

vraag, meneer?

• I am not sure if I have expressed

myself clearly enough.

• Ik weet niet zeker of ik me duidelijk

genoeg heb uitgedrukt.

• I will repeat my question. • Ik zal mijn vraag even herhalen.

A62 Calling again or finishing – Vervolggesprek of afsluiten

• Could I call you back about this in

half an hour / tomorrow?

• Kan ik u hierover over een half uur /

morgen terugbellen?

• Shall we call each other again next

week?

• Zullen we elkaar volgende weer even

bellen?

• I will call you sometime next

month to see if…

• Ik bel u ergens volgende maand even

terug om te kijken of...

• Thank you very much for your help. • Hartelijk dank voor uw hulp.

• Thank you madam, you’ve been

most helpful.

• Dank u wel, mevrouw, u heeft me erg

geholpen.

• Thank you for your time and

assistance.

• Bedankt voor uw tijd en hulp.

• Thank you for your help. • Dank u voor uw hulp.

A63 Own answering machine – Eigen antwoordapparaat

• This is (the voicemail of/ the

answering machine of) Odos

Software. We are not available to

answer your call at the moment /

Our office is closed at the moment

but if you leave your name and

telephone number after the tone

we will call you back as soon as

possible.

• Dit is (de voicemail / het antwoord-

apparaat van) Odos Software. Wij kun-

nen u momenteel niet te woord staan /

Ons kantoor is momenteel gesloten,

maar als u uw naam en telefoonnum-

mer achterlaat na het signaal, bellen

wij u zo spoedig mogelijk terug.

• This is the voicemail of Odos

Software. You are in a call waiting

queue at the moment. Please hold

and one of our operators will be

with you shortly.

• Dit is de voicemail van Odos Software.

U bevindt zich momenteel in de wacht.

Blijft u alstublieft aan de lijn en dan zal

een van onze medewerkers u zo spoedig

mogelijk te woord staan.

Page 31: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

30

Deel A Luistervaardigheid

• This is the voicemail of Odos

Software. At the moment we are

closed, but if you leave your name

and telephone number after the

tone, we’ll call you first thing

tomorrow morning. [Beep!]

• Dit is de voicemail van Odos Software.

Wij zijn momenteel gesloten, maar als u

uw naam en telefoonnummer inspreekt

na het piepje, bellen wij u morgen-

ochtend meteen terug. [Piep!]

A64 Leaving a message – Een boodschap achterlaten

• Answering machine: Good

afternoon, this is Keenan

International. We are sorry that we

cannot answer your call right now.

If you leave a message after the

tone, we’ll get back to you as soon

as possible.

• Antwoordapparaat: Goedemiddag, u

spreekt met Keenan International.

Helaas kunnen wij u momenteel niet te

woord staan. Als u een boodschap

inspreekt na de piep, nemen wij zo

spoedig mogelijk contact met u op.

Geef je naam (eventueel spellen) en telefoonnummer, vermeld in het kort de

reden waarom je belt en dat je teruggebeld wilt worden, eventueel door een

bepaalde persoon (noem naam).

• My name is Veerle Knechten of

Meulenmeester Elektra, my

telephone number is 06 53 24 23 43.

You promised to send me your new

catalogue but I haven’t heard from

you. Could you please let me know

why?

• Mijn naam is Veerle Knechten van

Meulenmeester Elektra, mijn telefoon-

nummer is 06 53 24 23 43. U beloofde

mij uw nieuwe catalogus te sturen,

maar ik heb niets meer van u gehoord.

Kunt u mij laten weten hoe dat komt?

Appointments and invitations | Afspraken en uitnodigingen

A65 Making appointments – Afspraken maken

• I would like to make an

appointment with Mr Devon.

I would like to come and visit your

company to discuss the possibility of

working with you on future projects.

• Ik wil graag een afspraak met de heer

Devon maken. Ik wil uw bedrijf bezoe-

ken om te praten over de mogelijkheid

om met u samen te werken aan toe-

komstige projecten.

• I would like to make an

appointment to see Ms Tóth.

• Ik wil graag een afspraak maken met

mevrouw Tóth.

• Could I make an appointment with

Mrs Son?

• Zou ik een afspraak kunnen maken met

mevrouw Son?

Page 32: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

31

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A66 Confirming appointments – Afspraken bevestigen

• Let me just check if I have the

correct time and date.

• Laat ik even controleren of ik de juiste

datum en tijd heb.

• Can I just confirm that, please? • Kan ik dat even bevestigen?

• Have I got this right? • Klopt dat, wat ik zeg?

• So that is Monday 3rd March, right?

(Spreek uit: the third of March)

• Dus dat is maandag 3 maart?

• So the appointment is for 25

October, / 11. a.m. / 2 p.m.

• Dus de afspraak is voor 25 oktober, elf

uur ’s morgens / twee uur ’s middags.

A67 Changing appointments – Afspraken wijzigen

• Would it be possible to move our

appointment to next week?

• Is het mogelijk onze afspraak te verzet-

ten naar volgende week?

• I am afraid I will not be able to

make it tomorrow.

• Ik vrees dat ik het morgen niet haal. /

Ik ben bang dat ik morgen niet kan.

• Could we change our appointment

to Friday? / move our appointment

to next week?

• Kunnen we onze afspraak naar vrijdag /

naar volgende week verzetten?

• I am sorry, something has come up.

Could we make it tomorrow

instead?

• Het spijt me, er is iets tussengekomen.

Zouden we dan voor morgen kunnen

afspreken?

• I am afraid I need to reschedule my

appointment with Mrs Richards.

• Ik moet helaas mijn afspraak met

mevrouw Richards verzetten.

A68 Cancelling appointments – Afspraken afzeggen

• I’m terribly sorry, but I’m going to

have to cancel my appointment

with Ms Salsify.

• Het spijt me vreselijk, maar ik zal

helaas mijn afspraak met mevrouw

Salsify moeten afzeggen.

• I’m afraid I won’t be able to make it

on Tuesday.

• Ik ben bang dat ik dinsdag niet kan

(komen).

• Unfortunately, I won’t be coming to

Chichester tomorrow, but I will be

available for a meeting next week

if that suits you as well.

• Helaas kom ik morgen niet naar

Chichester, maar ik kan wel volgende

week vergaderen als u dat ook uitkomt.

• I’m sorry about this, but there’s

nothing I can do about it.

• Het spijt me, maar ik kan er niets aan

doen.

• I am sorry but due to circumstances

I will not be able to attend the

meeting.

• Het spijt me, maar door omstandig-

heden kan ik de vergadering niet

bijwonen.

Page 33: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

32

Deel A Luistervaardigheid

A69 Invitations – Uitnodigingen

• Would you like to come to our

office next Monday?

• Wil je aanstaande maandag naar ons

kantoor komen?

– Yes, that’d be nice. – Ja, dat lijkt me leuk.

– I’d love to, but I have already

made other arrangements.

– Dat zou ik graag doen, maar ik heb al

iets anders afgesproken.

• How about going to Paris together

next week?

• Wat vind je ervan om volgende week

samen naar Parijs te gaan?

– Yes, I’d love to. – Ja, dat lijkt me geweldig.

– Nice of you to ask me, but I’ve

already made other

arrangements.

– Dat is erg aardig van je, maar ik heb

al wat anders afgesproken.

• Shall we go out for a quick lunch /

brunch / dinner?

• Zullen we even ergens gaan lunchen /

brunchen / dineren?

– Yes that would be very nice. / Yes,

I’d love to.

– Dat lijkt me heel erg leuk. / Ja, heel

graag.

– Well, actually I’m planning to eat

here today.

– Nou, ik wilde vandaag eigenlijk hier

eten.

• Do you feel like going for a drink? • Heb je zin om (ergens) iets te gaan

drinken?

– Yes, that’d be great. – Ja, goed idee.

– No, not really, but thanks for the

invitation.

– Nou nee, maar bedankt voor de

uitnodiging.

– Maybe some other time. – Een andere keer misschien.

A70 Dates and times – Data en tijdstippen

• When would it suit you? • Wanneer zou het u goed uitkomen?

• Would Tuesday at half past two in

the afternoon be convenient /

suitable / good for you?

• Zou dinsdagmiddag half drie u

uitkomen / schikken?

– Yes, that would be convenient /

suitable.

– Ja, dat komt goed uit / dat zou goed

uitkomen.

– I am afraid I have got another

engagement on Tuesday.

– Ik heb op dinsdag helaas al een

andere afspraak.

Page 34: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

33

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• How about Thursday at 2 o’clock? • En (wat zou u vinden van) donderdag

2 uur?

– Yes, Thursday would suit me. – Ja, donderdag zou mij goed uitkomen.

– I am afraid I am busy on

Thursday.

– Ik ben helaas op donderdag bezet.

• Are you free in the afternoon? • Bent u ’s middags vrij?

• Have you any appointments in the

afternoon?

• Heeft u afspraken in de middag?

– Yes, I am free the entire

afternoon.

– Ja, ik ben de hele middag vrij.

– No, I am afraid I have got

something else planned /

scheduled.

– Nee, ik heb helaas al iets anders

gepland.

• Shall we say Wednesday morning

then?

• Zullen we het dan maar op woensdag-

morgen houden?

– Yes, that would be fine. – Ja, dat zou mij goed uitkomen.

– No, I am afraid I can’t make it on

Wednesday.

– Nee, ik kan woensdag jammer

genoeg niet.

• 9 a.m. then? • Om 9 uur dan?

– Yes, that is perfect. – Ja, dat is uitstekend.

– Well, I’d prefer 9.30, if possible / if

that’s okay with you.

– Nou, liever om half tien, als dat kan /

als u het niet erg vindt.

Reservations | Reserveringen

A71 Making reservations – Reserveren

• I would like to make a reservation

for 16 March.

• Ik wil graag reserveren voor 16 maart.

• I would like to book a room for the

week commencing 2 February.

• Ik wil graag een kamer reserveren voor

de week van 2 februari.

• Is it possible to make a reservation

for Friday at 7 pm?

• Is het mogelijk om te reserveren voor

vrijdag, 7 uur ’s avonds?

• Could I reserve a meeting room

tomorrow from 9 to 11 am?

• Kan ik voor morgenochtend een verga-

derzaal reserveren van 9 tot 11 uur?

Page 35: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

34

Deel A Luistervaardigheid

A72 Confirming reservations – Reserveringen bevestigen

• Could I just confirm my reservation?

That was one single room for three

nights from 21 January.

• Mag ik even mijn reservering bevestigen?

Het ging om een eenpersoonskamer

voor drie nachten vanaf 21 januari.

• I’d like to confirm my reservation. • Ik wil graag mijn reservering bevestigen.

• Could you tell me if this

information is correct, please?

• Kunt u mij zeggen of deze informatie

juist is?

• Have I got this right? • Klopt het wat ik zeg?

• That was all the information that I

need for now, but if I have any

questions can I contact you later?

What is your name and your direct

telephone number?

• Dat is alles wat ik op dit moment wil

weten, maar als ik nog vragen heb, mag

ik dan later nog even contact met u

opnemen? Hoe is uw naam en wat is uw

rechtstreekse telefoonnummer?

A73 Changing reservations – Reserveringen wijzigen

• I am afraid I have to change my

reservation.

• Ik moet helaas mijn reservering

wijzigen.

• I would like to make a change in

my reservation for next week.

• Ik wil graag mijn reservering voor

volgende week wijzigen.

• I am sorry, there has been a change

of plans. Is it possible to move my

reservation to one week later?

• Ik ben bang dat de plannen zijn

gewijzigd. Is het mogelijk om mijn

reservering een week te verzetten?

A74 Cancelling reservations – Reserveringen annuleren

• I am afraid I need to cancel my

reservation.

• Ik ben bang dat ik mijn reservering

moet annuleren.

• Will there be any cancellation fee?

Is it a percentage of the cost?

• Zijn er annuleringskosten (aan

verbonden)? Is dat een percentage

van de kosten?

• Is it possible to cancel my

reservation? Something has come up.

• Is het mogelijk om mijn reservering te

annuleren? Er is iets tussengekomen.

Information | Inlichtingen

A75 Asking for information – Informatie vragen

• I would like some more

information about this product.

• Ik wil graag meer informatie over dit

product.

• We would like to know a bit more

about this new sound system.

• Wij zouden graag wat meer willen

weten over dit nieuwe geluidssysteem.

Page 36: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

35

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Could you tell me about your

products?

• Kunt u me wat (meer) vertellen over uw

producten?

• I would like more information

about the services your company

offers.

• Ik wil graag meer informatie over de

diensten die uw bedrijf aanbiedt.

• I would like to know more about

your guarantee conditions.

• Ik wil graag wat meer weten over uw

garantievoorwaarden.

• What are your payment and

delivery terms?

• Wat zijn uw betalings- en leverings-

voorwaarden?

• Can you please give me a

quotation?

• Kunt u mij misschien een prijsopgave

geven?

• Is that inclusive of VAT? • Is dat inclusief BTW?

• Does this price include VAT or has

that to be included?

• Is deze prijs inclusief / met BTW of komt

die er nog bovenop?

• Is that the unit price / price per

unit?

• Is dat de stuksprijs?

• Would there be a cash discount? • Krijgen we / Krijg ik dan een korting

wegens contante betaling?

• Do you offer any discounts for bulk

orders?

• Geeft u ook kortingen voor grote

orders?

• Do you offer any cash discounts for

early payment?

• Geeft u ook contante kortingen voor

snelle betalers?

• Is there a minimum order

quantity?

• Is er een minimumbestelhoeveelheid?

• Can the goods be supplied from

stock?

• Kunnen de goederen uit voorraad

geleverd worden?

• Do you have this item in stock? • Heeft u dit artikel in voorraad?

• What is the lead-time for this item? • Wat is de levertijd voor dit artikel?

• Do / Would you know how / how

long / who / why / when / where…?

• Weet u (misschien) hoe / hoe lang / wie

/ waarom / wanneer / waar...?

A76 Requesting information – Verzoeken om toezending informatie

• Could you send me a brochure /

pricelist / catalogue?

• Kunt u mij misschien een brochure /

prijslijst / catalogus sturen?

• Please send me a registration

form / an application form.

• Stuurt u mij alstublieft een inschrijf-

formulier / aanvraagformulier.

• I was wondering if you could send

me an application form.

• Ik vroeg me af of u mij een sollicitatie-

formulier kunt toesturen.

Page 37: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

36

Deel A Luistervaardigheid

A77 Investigating buying behaviour / buying needs – Onderzoek naar

koopgedrag / koopbehoeften

• I am conducting a survey on

consumer behaviour. Would you be

so kind as to answer a few

questions?

• Ik houd momenteel een enquête over

consumentengedrag. Zou u misschien

enkele vragen willen beantwoorden?

• Would you please take some time

to participate in this survey / study?

• Heeft u misschien even tijd om mee te

doen aan deze enquête / dit onderzoek?

• Would you please take some time

to complete this questionnaire?

• Heeft u even tijd om deze vragenlijst in

te vullen?

• I would like to ask you a few

questions about your buying

preferences / buying habits.

• Ik wil u graag enkele vragen stellen

over uw koopgewoonten.

• When / Where / How often / What

kind of / Why … ?

• Wanneer / Waar / Hoe vaak / Wat voor /

Waarom ...?

• Thank you for your information. • Dank u voor uw informatie.

• Thank you for your time and

cooperation.

• Bedankt voor uw tijd en medewerking.

• Thank you for your time and

assistance.

• Bedankt voor uw tijd en hulp.

A78 Giving information – Informatie verstrekken

• Yes, I can explain this for you. • Ja, dat kan ik u wel even uitleggen.

• Is there anything in particular you

would like to know?

• Is er iets speciaals dat u wilt weten?

• I would be happy to tell you more

about our latest product range.

• Ik wil u heel graag wat meer vertellen

over ons nieuwste assortiment.

• I am afraid I can’t tell you off hand.

If you have / give me a minute,

I’ll check it for you.

• Ik kan u dat helaas niet zo uit het hoofd

vertellen. Als u een ogenblik heeft, / Als u

mij even de tijd geeft, ga ik het voor u na.

• I will check this out and get back to

you as soon as possible.

• Ik zal dit even nagaan en kom dan zo

spoedig mogelijk bij u terug / en neem

dan zo spoedig mogelijk contact met u op.

A79 Making promises – Toezeggen

• You can rely on prompt delivery. • U kunt rekenen op onmiddellijke leve-

ring.

• We guarantee next day delivery. • Wij garanderen levering op de eerstvol-

gende dag.

• I promise that we will have it for

you at the beginning of next week.

• Ik kan u beloven dat wij het begin vol-

gende week voor u in huis hebben.

Page 38: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

37

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• We guarantee that our products are

superior to other brands currently

on the market.

• Wij garanderen dat onze producten veel

beter zijn dan andere merken die

momenteel op de markt zijn.

• We guarantee you that our

products are of superior quality.

• Wij garanderen u dat onze producten

van superieure kwaliteit zijn.

• I will personally make sure that

you receive them this Thursday.

• Ik zal er persoonlijk voor zorgen dat u ze

aanstaande donderdag krijgt.

• It should be in on Monday. • Het zou maandag binnen moeten zijn. /

Als het goed is, is het maandag binnen.

• I am sure it will be no problem at

all.

• Ik weet zeker dat het helemaal geen

probleem zal zijn.

Orders | Bestellingen

A80 Placing orders (by telephone) – Orders plaatsen (per telefoon)

• I would like to place an order for… • Ik wil graag een order / bestelling

plaatsen voor...

• We would like to order 400 of

model number 3B45.

• We willen graag 400 stuks van model-

nummer 3B45 bestellen.

• We would like 200 of model

18MCAA, description / catalogue

number...

• Wij willen graag 200 stuks van model

18MCAA, omschrijving / catalogus

nummer...

• I would like to order five cases of

red wine, Merlot.

• Ik wil graag vijf kisten rode wijn bestel-

len, Merlot.

• I will take the larger one, please. • Ik neem de grootste. Dank u.

A81 Booking orders – Orders noteren

• How many copies would you like to

order?

• Hoeveel exemplaren wilt u bestellen?

• How many (units) would you like

to order?

• Hoeveel stuks / eenheden wilt u

bestellen?

• Would there be anything else? • Was / Is er anders nog iets?

• Is there anything else that you

need / require?

• Is er nog iets dat u nodig heeft?

• I am afraid we are out of stock at

the moment. They should be in

next week.

• Ik ben bang dat we ze niet meer op

voorraad hebben. Volgende week

komen ze weer binnen.

• I am afraid that we do not have this

part / item in stock at the moment.

• Ik vrees dat we dit onderdeel / artikel

op dit moment niet op voorraad hebben.

Page 39: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

38

Deel A Luistervaardigheid

A82 Changing orders – Orders wijzigen

• I would like to change my order,

please.

• Ik wil graag mijn bestelling wijzigen.

• I would like to revise my order. • Ik wil graag mijn order herzien.

• I am afraid I need to change my

order.

• Ik ben bang dat ik mijn order moet

wijzigen.

• I am sorry, could you make that 4

instead of 3?

• Sorry, kunt u daar 4 van maken in

plaats van 3?

• I am sorry, I have changed my

mind. I will take the red one after

all, please.

• Sorry, ik ben van gedachten veranderd.

Ik wil toch graag de rode.

A83 Cancelling orders – Orders annuleren

• I would like to cancel my order,

please.

• Ik wil graag mijn order annuleren.

• Is it possible to cancel our order? • Is het mogelijk om onze order te

annuleren?

• Is there a cancellation fee? • Zijn er annuleringskosten (aan

verbonden)?

• I am sorry, I need to cancel our last

order.

• Het spijt me, ik moet onze laatste order

annuleren.

• I am afraid I have to cancel that. • Ik vrees dat ik die / dat moet annuleren.

Meeting people | Ontmoetingen

A84 Addressing someone – Iemand aanspreken

• Excuse me, are you Mr Zucchini? • Pardon, bent u (misschien) meneer

Zucchini?

• It’s Deirdre Putey, isn’t it? • U bent toch Deirdre Putey?

• Are you Herman Lier by any

chance?

• Bent u toevallig Herman Lier?

• Ms Lefevre? • Mevrouw Lefevre?

A85 Introducing yourself – Jezelf voorstellen

• How do you do? My name’s

William Poort. I am from DP

Promotions and we are located in

the Netherlands.

• Hoe maakt u het? Mijn naam is William

Poort. Ik ben van DP Promotions en wij

zijn in Nederland gevestigd.

Page 40: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

39

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• How do you do? I’m Rudy McNiall

of Waterman International.

• Hoe maakt u het? Ik ben Rudy McNiall

van Waterman International.

• May I introduce myself: Jacqui

Quinn.

• Mag ik me even voorstellen? Jacqui

Quinn.

• Pleased to meet you. I’m Andy

Oosterveld.

• Aangenaam kennis te maken. Ik ben

Andy Oosterveld.

• Excuse me, I don’t think we’ve met

before. I’m Cilla White.

• Neemt u me niet kwalijk. Ik geloof niet

dat wij elkaar eerder ontmoet hebben.

Ik ben Cilla White.

• Hello, I’m Ade Ballard. Nice to meet

you.

• Hallo, ik ben Ade Ballard. Leuk u te ont-

moeten.

A86 Introducing someone – Iemand voorstellen

• Mrs Wilkes, may I introduce our

Sales Manager to you, Mr Carl

Shunt?

• Mevrouw Wilkes, mag ik u onze ver-

koopleider, meneer Carl Shunt, voorstel-

len?

– How do you do? – Aangenaam kennis met u te maken.

– How do you do? – Aangenaam.

• I would like you to meet a

colleague of mine, Mr Beets. /

I would like you to meet my

colleague, Mr Beets.

• Ik wil u graag aan een collega van mij,

de heer Beets voorstellen. Ik wil u graag

aan mijn collega, meneer Beets, voor-

stellen.

– Pleased to meet you. – Aangenaam kennis met u te maken.

– How do you do? – Hoe maakt u het?

• I want you to meet our Dutch

student / placement student from

the Netherlands.

• Ik wil u graag aan onze Nederlandse

student / aan onze stagiair uit Neder-

land voorstellen.

– Nice to meet you. – Leuk u te ontmoeten.

– Nice to meet you too. – Insgelijks.

• Do you know each other?

Carol Whitelaw – Arthur Fishall.

• Kent u elkaar?

Carol Whitelaw – Arthur Fishall.

– No, I don’t think so. How do you

do?

– Ik geloof van niet. Hoe maakt u het?

– How do you do? – Hoe maakt u het?

Page 41: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

40

Deel A Luistervaardigheid

• John, this is Thomas, a friend of

mine.

• John, dit is Thomas, een vriend van mij.

– Hello, Thomas. – Hallo, Thomas.

– Hello, John. – Hallo, John.

A87 Greeting someone – Iemand begroeten

• Good morning, sir / Mr Harrison. • Goedemorgen, meneer / meneer

Harrison.

• Good morning. • Goedemorgen.

• Good afternoon, madam / Mrs

Cork.

• Goedemiddag, mevrouw / mevrouw

Cork.

• Good afternoon. • Goedemiddag.

• Good evening, miss / Miss Tiddles. • Goedenavond, juffrouw / juffrouw

Tiddles.

• Good evening. • Goedenavond.

• Hello, Ms Abelova, nice to see you

again.

• Hallo, mevrouw Abelova, leuk u weer

te zien.

• Hello, Mr Morrison, how are you? • Hallo, meneer Morrison, hoe gaat het

met u?

• How are you? • Hoe gaat het met u?

• Fine, thanks, and you? • Goed, dank u. En met u?

• How are you getting on? • Hoe gaat het met u?

• Fine thank you, how about you? • Prima, dank u. En met u?

• How have you been? • Hoe gaat het?

• Fine thanks, and how are you? • Goed, dank u. En hoe gaat het met u?

• Hello Candy. How have you been

doing?

• Hallo, Candy. Hoe gaat het met jou?

• I can’t really complain, what about

you?

• Ik mag niet klagen, en jij?

• Hi Kenneth! How are you? • Hoi Kenneth! Hoe gaat het met jou?

• Couldn’t be better. And you? • Kan niet beter. En jij?

A88 Business card – Visitekaartje

• Would you like to have my business

card?

• Wilt u misschien mijn visitekaartje

hebben?

• Here’s my business card. Here you

are.

• Hier heeft u mijn visitekaartje. Alstu-

blieft.

Page 42: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

41

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A89 Ending – Afsluiten

• I am afraid I really must / should be

going.

• Sorry, maar ik moet nu echt gaan.

• I have got to go now. It was nice

meeting you.

• Ik moet nu gaan. Leuk u te ontmoeten.

• It’s been very nice talking to you. • Het was leuk u gesproken te hebben.

• Goodbye. I’ll see you at lunch /

later.

• Tot ziens. Ik zie je straks wel bij de

lunch. Ik zie je straks nog.

• See you soon / next week. Bye! • Tot gauw. Tot volgende week. Dag!

• See you! • Tot ziens!

Receiving visitors | Bezoekers ontvangen

A90 Asking for (repetition of) a name – Vragen om (herhaling van) een

naam

• Could / Can / May I have your

name, please?

• Mag ik uw naam?

• I am sorry, could you repeat that,

please?

• Sorry, kunt u dat even herhalen?

• How do you spell your name? • Hoe spel je uw naam?

• How do you pronounce your

surname?

• Hoe spreek je uw achternaam uit?

• I am sorry, I didn’t catch your name. • Het spijt me, ik heb uw naam niet ver-

staan.

• I am afraid I didn’t catch your first

name.

• Ik heb uw voornaam helaas niet ver-

staan.

• What did you say your name was? • Hoe zei u dat uw naam was?

A91 Making a polite request to a visitor – Bezoeker beleefd iets vragen

• Could you just fill in this form,

please?

• Kunt u misschien even dit formulier

invullen?

– Yes, certainly / of course. – Ja, geen probleem.

• Would you like to take a seat in the

lounge?

• Wilt u misschien even in de lounge

plaatsnemen?

– Yes, that’ll be fine. – Ja, goed / prima.

• Could you sign here, please? • Kunt u hier even tekenen,

alstublieft?

– Yes, I’d be happy to. – Ja, natuurlijk.

Page 43: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

42

Deel A Luistervaardigheid

• Would you mind waiting in the

lobby?

• Zou u even in de lobby willen wachten?

– No, not at all. – Ja hoor, geen probleem.

• I just need you to write your name

in full here.

• Als u hier dan nog even uw naam voluit

wilt opschrijven.

– Sure, no problem. – Natuurlijk, geen probleem.

A92 Offering someone something – Iemand iets aanbieden

• Would you like something to drink

while you wait / are waiting?

• Wilt u misschien iets drinken terwijl

u wacht?

– Yes, please. – Ja, graag.

• Would you like to borrow my pen? • Wilt u mijn pen even lenen?

– Yes, thank you very much. – Ja, graag. Dank u zeer.

• Could / Can I offer you a soft drink? • Kan ik u iets fris aanbieden?

– No, thank you. – Nee, dank u.

• How do you take / like your coffee?

• Cream and sugar?

• Hoe drinkt / wilt u uw koffie?

• Melk en suiker?

– Black, no sugar, please. – Zwart en zonder suiker, alstublieft.

• Could / Can I get you a cup of

coffee?

• Kan ik een kopje koffie voor u halen?

– Oh, that’d be nice. – Dat zou lekker zijn.

• Help yourself to the coffee. • Neemt u gerust zelf koffie.

– Thank you. – Dank u.

A93 Offering assistance – Hulp aanbieden

• How can / may I help you, sir? • Hoe kan ik van dienst zijn, meneer?

– I have an appointment with

Mrs Vartiainen.

– Ik heb een afspraak met mevrouw

Vartiainen.

– No thank you, I’m already being

helped.

– Nee dank u, ik word al geholpen.

• May I be of any assistance? • Kan ik u ergens mee van dienst zijn?

– Yes, thank you very much. – Ja, heel graag.

– It’s good of you to offer, but I’m

just waiting here for someone.

– Dat is erg aardig van u, maar ik wacht

hier even op iemand.

• Would you like any help? • Heeft u misschien hulp nodig?

– Yes, please. – Graag.

– No, it’s all right. Thank you very

much.

– Nee, het gaat wel. Dank u wel.

Page 44: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

43

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Is there anything I can do? • Kan ik iets doen? / Kan ik u ergens mee

helpen?

– Yes, … – Ja, ...

– No, thank you very much. – Nee, dank u wel.

• Let me help you with your luggage. • Laat mij u even helpen met uw bagage.

– Oh, that’d be great. – O, dat zou heel fijn zijn.

– Thanks very much, but there’s no

need.

– Dank u wel, maar dat is niet nodig.

• Can I give you a hand with your

bags?

• Kan ik even helpen met uw tassen?

– Yes, please. Thanks a lot. – Graag ja. Dank u wel.

– No, thank you. – Nee, dank u wel.

A94 Escorting – Begeleiden

• I’ll show you the way to her office. • Ik zal u even de weg naar haar kantoor

wijzen.

• Would you follow me, please? • Wilt u mij maar even volgen?

• Right this way, please. • Deze kant op.

• Please follow me. • Volgt u mij maar.

A95 Answering questions – Vragen beantwoorden

• Just a moment, please, I’ll look it up

for you.

• Een ogenblikje alstublieft, ik zoek het

even voor u op.

• I am afraid I don’t know. Shall I ask

my colleague / supervisor?

• Dat weet ik helaas niet. Zal ik het even

aan mijn collega / chef vragen?

• Let me see… yes, the meeting starts

at 10 o’clock.

• Eens even kijken... ja, de vergadering

begint om 10 uur.

Giving or asking for directions | De weg wijzen of vragen

A96 Asking for directions – De weg vragen

• Could / Can you tell me where the

ladies’ / men’s room is, please?

• Kunt u me zeggen waar het damestoilet /

herentoilet is?

• Excuse me, madam, can you tell me

the way to Mrs Tikaram’s office,

please?

• Pardon, mevrouw, kunt u mij de weg

wijzen naar het kantoor van mevrouw

Tikaram?

• Could you tell me where the toy

department is?

• Kunt u me zeggen waar de speelgoed-

afdeling is?

Page 45: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

44

Deel A Luistervaardigheid

• I am looking for the bus station.

I wonder if you could tell me where

it is?

• Ik ben op zoek naar de bushalte. Kunt u

me misschien zeggen waar die is?

• Excuse me, I’m trying to find

Amsterdam Avenue. Can you tell

me how to get there?

• Pardon, ik ben op zoek naar Amsterdam

Avenue. Kunt u me zeggen hoe ik daar

moet komen?

• Where’s the nearest post office? • Waar is het dichtstbijzijnde postkan-

toor?

• Sorry, sir, I seem to be lost. Am I

anywhere near the post office?

• Pardon, meneer, ik denk dat ik ver-

dwaald ben. Ben ik hier in de buurt van

het postkantoor?

A97 Giving directions in a building – De weg wijzen in een gebouw

• Go straight along the main corridor

until you see the lift.

• U volgt gewoon de grote gang totdat u

de lift ziet.

• Take the lift to the second floor. • Neem de lift naar de tweede verdieping /

etage.

• Turn right and then immediately

left.

• U gaat naar rechts en dan meteen links.

• Take the first left and then turn

right.

• Neem de eerste links en ga dan naar

rechts.

• It’s the third door on the right. • Het is de derde deur aan de rechterkant.

• Turn right / left at the end of the

corridor.

• Ga rechts / links aan het eind van de

gang.

• It’s opposite the stairs. You cannot

miss it.

• Het is tegenover de trap. U kunt het niet

missen.

• Go past the canteen, through the

double doors and then it is in front

of you.

• U gaat voorbij de kantine, door de dub-

bele deuren en dan ziet u het voor u.

A98 Giving directions in a city – De weg wijzen in een stad

• It’s about a twenty minutes’ walk

from here.

• Het is ongeveer twintig minuten lopen

vanaf hier.

• It’s about ten minutes by bus from

here.

• Het is hier ongeveer tien minuten van-

daan met de bus.

• Go straight on until you come to

the first crossroads.

• U gaat rechtdoor tot u bij de eerste krui-

sing komt.

• Cross the bridge. • U gaat de brug over.

• Turn left / right at the second

traffic lights.

• Ga links / rechts bij het tweede ver-

keerslicht.

Page 46: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

45

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Take the first / second turn on the

right.

• U neemt de eerste / tweede straat

rechts.

• Take the third exit from the

roundabout.

• U neemt de derde afslag op de rotonde.

• Follow the signs to the Convention

Hall.

• Volgt u de borden naar de Convention

Hall.

• There should be a sign there. • Als het goed is, staat daar een bord.

Small talk | Een praatje maken

A99 Safe subjects – Veilige onderwerpen

• Interests (hobbies, sports, films,

music, books)

• Interesses (hobby’s, sport, films, muziek,

boeken)

• Media (television programmes,

newspapers, magazines)

• Media (televisieprogramma’s, kranten,

tijschriften)

• Food (likes and dislikes, typical

dishes)

• Eten (waar je van houdt / niet van

houdt, typische gerechten)

• Countries, cities • Landen, steden

• What’s typically Dutch? • Wat is nou typisch Nederlands?

• Travel, holidays • Reizen, vakanties

• Accommodation: hotel, bed and

breakfast

• Accommodatie: hotel, pension

• Jobs • Banen

• Family • Familie

A100 Sensitive subjects – Gevoelige onderwerpen

• Religion • Religie

• Politics • Politiek

• War • Oorlog

Opening a conversation | Een gesprek beginnen

A101 Questions about travel to place of meeting – Vragen over reizen naar

plaats van bijeenkomst

• Did you have a nice flight / a good

journey?

• Heeft u een goede / prettige vlucht /

reis gehad?

• Did you have any trouble finding

our office?

• Kon u ons kantoor gemakkelijk vinden?

Page 47: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

46

Deel A Luistervaardigheid

A102 Questions about place of meeting – Vragen over plaats van bijeen-

komst

• Have you ever been to Amsterdam

before?

• Bent u ooit eerder in Amsterdam

geweest?

• What do you think of London so

far?

• Wat vindt u tot nu toe van Londen?

• What is your impression of London

so far?

• Wat is uw indruk van Londen tot nu

toe?

• What was your first impression of

New York?

• Wat was uw eerste indruk van

New York?

A103 Other questions – Andere vragen

• Have you got the time, please? • Weet u hoe laat het is?

• Have you heard the news about…? • Heeft u het nieuws gehoord over...?

• Excuse me, haven’t we met before? • Pardon, hebben wij elkaar niet eerder

ontmoet?

• Excuse me, aren’t you the new

Sales Manager / Mrs Scalfa?

• Neem me niet kwalijk, bent u niet de

nieuwe directeur Verkoop / mevrouw

Scalfa?

A104 Comments about the weather – Opmerkingen over het weer

• At last some nice weather. • Eindelijk eens mooi weer.

• Lovely day, isn’t it? • Mooi weer vandaag, vindt u niet?

• When is it ever going to stop

raining?

• Wanneer houdt het nou eens op met

regenen?

• What was the weather like in

Berlin?

• Hoe was het weer in Berlijn?

A105 Complaints – Klachten

• The traffic here is incredible, isn’t

it?

• Dat verkeer hier is niet te geloven, vindt

u niet?

• The bus services are getting worse

every day.

• De busverbindingen worden met de dag

slechter.

• Can you believe it? The train tickets

have gone up again!

• Het is toch niet te geloven! De trein-

kaartjes zijn weer duurder geworden!

Page 48: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

47

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

Reacting to what others say | Reageren op wat anderen zeggen

A106 Showing interest – Interesse tonen

• Yes / Uh-huh / Mh-hmm. • Ja / Uh-huh / Mm-mm.

• Really? • Echt waar? / Is het echt? / Meent u dat

nou?

• I see. • Ik begrijp het al.

• Right / okay / exactly / sure. • Juist / oké / precies / zeker.

• I know what you mean. • Ik begrijp wat je bedoelt.

• How interesting! • Dat is interessant!

• Is that right? • Klopt dat? / Is dat zo? / O ja?

• It is a good proposal. • Het is een goed voorstel.

– Is it? – Vindt u? / Is dat zo?

• I saw We will rock you in London. • Ik ben in Londen naar We will rock you

geweest.

– Did you? – O ja?

• He’s quite an expert on wine. • Hij heeft veel verstand van wijn.

– Is he? – Echt? / O ja?

• They are the best suppliers of

cotton fabrics.

• Zij zijn de beste leveranciers van

katoenen stoffen.

– Are they? – Is dat zo? / O ja?

A107 Showing surprise – Verbazing tonen

• Really? • Echt? / Echt waar? / Werkelijk?

• I don’t believe it! • Ik geloof er niets van!

• That’s incredible / amazing! • Dat is niet te geloven! / Daar sta ik van

te kijken!

• You can’t be serious! • Dat meent u toch niet!

• You must be kidding / joking! • U maakt zeker een grapje.

• He slapped her in the face. • Hij sloeg haar in het gezicht.

– He didn’t! – Nee toch?

• They have cancelled the entire

order.

• Ze hebben de hele bestelling

geannuleerd.

– They haven’t! – Het is toch zeker niet waar!

• I am going to Vietnam for my

summer holiday.

• Ik ga deze zomer op vakantie in

Vietnam.

– You’re not! – O ja? / Echt?

• Peter can speak five languages

fluently.

• Peter spreekt vijf talen vloeiend.

– He doesn’t! – Echt waar? / O ja?

Page 49: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

48

Deel A Luistervaardigheid

A108 Showing sympathy – Medeleven tonen

• Oh dear! • O jee!

• Oh no! • O nee!

• Oh, what a pity / shame! • Ach, wat jammer!

• How awful! • Wat vreselijk!

• That’s too bad! • Dat is jammer!

• Oh, how awful / terrible! • O, wat vreselijk / verschrikkelijk!

• Oh, I’m sorry to hear that. • O, het spijt me dat te horen.

A109 Showing enthusiasm – Enthousiasme tonen

• I’m very pleased to hear that. • Ik ben erg blij dat te horen.

• That is really good news! • Kijk, dat is echt goed nieuws!

• Good for you! • Goed gedaan! / Goed zo!

• That’s great / fantastic / wonderful /

brilliant!

• Dat is geweldig / fantastisch / prachtig /

schitterend!

• I’m so glad. • Ik ben zo blij.

• I’m so happy for you! • Ik ben zo blij voor je!

• Oh good! • O, goed zo! / O, dat is mooi! / O, mooi zo!

Restaurant | Restaurant

A110 Arrival – Aankomst

• We have a reservation for 8 o’clock.

The name is Gilmour.

• We hebben gereserveerd voor 8 uur, op

naam van Gilmour.

• We would like a table for four,

please.

• Wij willen graag een tafel voor vier

(personen).

• Could we have a table by / near the

window?

• Zouden wij een tafel bij het raam

kunnen krijgen?

• We would like to sit in the non-

smoking section, please.

• We willen graag een plaatsje in het

niet-rokengedeelte hebben.

A111 Getting ready to order – Voordat je bestelt

• Would you like me to describe

some of the dishes for you?

• Zal ik even enkele van de gerechten

voor u toelichten?

• Do you have any questions about

the menu?

• Heeft u misschien nog vragen over het

menu?

• I’m not very familiar with the

English cuisine. Could you tell me

what kidney pie is?

• Ik ben niet erg bekend met de Engelse

keuken. Kunt u me uitleggen wat

kidney pie is?

Page 50: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

49

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Is the soup very spicy? • Is de soep erg pittig / gekruid?

• Have you decided what you’re

ordering / made a choice yet?

• Heeft u al een keus gemaakt / kunnen

maken?

• What are the chef’s specials? • Wat zijn de specialiteiten van de kok?

• What would you recommend from

the menu?

• Wat kunt u ons aanbevelen van het

menu?

• What is the soup of the day? • Wat is de soep van de dag?

• Ravi, do you know what you want? • Ravi, weet jij al wat je wilt hebben?

• We haven’t really decided. Do you

mind if we have / take a few extra

minutes to decide what to order?

• We hebben eigenlijk nog niet besloten.

Kunnen we nog een paar minuten krij-

gen om te beslissen wat we bestellen?

• That sounds nice / delicious. • Dat klinkt lekker / heerlijk.

• Caroline, how would you like your

steak: rare, medium, well done?

• Caroline, hoe wil jij je biefstuk: rood,

medium, doorbakken?

• Could we see the wine list, please? • Mogen we de wijnkaart zien?

A112 Ordering – Bestellen

• I’d like the sirloin, please, medium

rare.

• Ik wil graag de lendebiefstuk, medium

rood.

• I’ll have the prawn cocktail as a

starter.

• Ik wil graag als voorgerecht de

garnalencocktail.

• Could I have a sherry, please? • Mag ik van u een sherry?

• Are there any specials this

evening?

• Heeft u vanavond specialiteiten?

• Which would you recommend, the

salmon or the trout?

• Wat zou / kunt u aanbevelen, de zalm of

de forel?

• Could you tell me what Lancashire

hotpot is made of?

• Kunt u mij uitleggen waaruit

Lancashire hotpot bestaat?

A113 Paying – Afrekenen

• May I have the bill, please? • Mag ik de rekening van u?

• Shall we share the bill? • Zullen we de rekening delen?

• This is my treat. You can pick up

the tab next time.

• Ik trakteer / betaal (vandaag). Volgende

keer mag jij betalen.

• It’s on me. • Ik betaal. / De rekening is voor mij.

Page 51: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

50

Deel A Luistervaardigheid

Meeting and consulting | Vergaderen en overleggen

A114 Interrupting someone – Iemand in de rede vallen

• Excuse me for interrupting you,

but…

• Neemt u me niet kwalijk dat ik u onder-

breek, maar...

• If I could just come in here... • Als ik hier even mag inbreken...

• On that note / On that point, I

would like to add the following…

• Over dit onderwerp zou ik het volgende

willen toevoegen...

• I would just like to take up the last

point mentioned.

• Ik zou het graag nog even over het

laatstgenoemde punt willen hebben.

• Are we sure we are talking about

the same thing?

• Weten we zeker dat we het over hetzelf-

de praten?

• I would like to comment on that. • Daar zou ik graag nog iets over willen

zeggen.

• May I ask something? • Mag ik iets vragen?

• Can I ask a question about that? • Kan ik daar een vraag over stellen?

• Can I say something here? • Mag ik nu even iets zeggen?

• Sorry, but… • Sorry, maar...

A115 Stopping an interruption – Onderbreking niet toestaan

• Excuse me, I would like to finish

my point first.

• Sorry, maar ik wil eerst even mijn ver-

haal afmaken.

• I’m sorry, I will answer you in a

minute.

• Neemt u me niet kwalijk, ik zal zo met-

een uw vraag beantwoorden.

• I have allowed you to have your say,

please allow me to have mine.

• Ik heb u uw zegje laten doen, laat u mij

nu ook uitspreken.

• Please let me finish. • Laat u mij alstublieft even uitpraten.

• Please, do not interrupt me. • Wilt u mij alstublieft niet onderbreken?

A116 Giving an opinion – Mening geven

• I think / believe / feel that… • Ik denk / geloof dat...

• I am sure that... • Ik weet zeker dat...

• It seems to me that… • Het lijkt mij dat...

• In my view / opinion… • Zoals ik het zie... / Naar mijn mening...

• If you ask me, … • Als u het mij vraagt...

• To my mind… • Zoals ik het zie... / Naar mijn mening...

• I would say that… • Ik zou zeggen dat...

Page 52: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

51

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A117 Agreeing with someone – Het met iemand eens zijn

• I absolutely / entirely / quite agree. • Daar ben ik het volkomen / helemaal

mee eens.

• I agree with you on that point. • Op dat punt ben ik het met u eens.

• Yes, quite / absolutely / definitely! • Zo is het precies! / Ja, absoluut!

• I couldn’t agree more. But let me

also add to that by saying this…

• Daar ben ik het voor 100 procent mee

eens. Maar ik wil er toch nog het vol-

gende aan toevoegen...

• That’s right, because… • Dat is juist, omdat... / Dat klopt, want...

A118 Disagreeing partially with someone – Het gedeeltelijk met iemand

oneens zijn

• I see your point, but… • Ik begrijp wat u bedoelt, maar...

• That’s one way of looking at it,

but…

• Dat is een manier om het te bekijken,

maar...

• Yes, but on the other hand… • Ja, maar aan de andere kant...

• Could be, but I have my doubts. • Kan wel zijn, maar ik heb mijn twijfels.

• That may / might be true, but… • Dat kan (misschien) wel waar / zo zijn,

maar...

A119 Disagreeing strongly with someone – Het helemaal niet eens zijn met

iemand

• I’m afraid I disagree / don’t agree

with you.

• Ik ben het daar niet mee eens. / Ik ben

het niet met u eens.

• I totally disagree. • Ik ben het er helemaal niet mee eens.

• No, that’s not correct / accurate. • Nee, dat is niet juist / niet helemaal

juist.

• No, that is not the case. • Nee, dat is niet het geval.

• No, that is not the same situation

as this.

• Nee, dat is niet dezelfde situatie als dit.

• No, that is a separate matter. • Nee, die kwestie staat hier los van.

• Oh, surely not. • O, dat zal toch niet.

• You must be joking. • U maakt zeker een grapje.

• Nonsense! / Rubbish! • Onzin! / Nonsens!

• No way! • Helemaal niet! / Geen sprake van!

Page 53: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

52

Deel A Luistervaardigheid

A120 Asking for an opinion – Mening vragen

• What do you think about / of…?

What / How do you feel about...?

• Wat vindt u van...? / Hoe denkt u over...?

• What are your views on…? • Hoe ziet u...? / Wat is uw visie / kijk

op...?

• Do you have anything to add to

that?

• Heeft u daar iets aan toe te voegen?

• What’s your opinion of…? • Wat is uw mening over...?

A121 Returning to a topic – Terugkomen op een onderwerp

• Anyway, as I was saying… • Maar goed, zoals ik al zei...

• To get back to what I was saying, … • Om terug te komen op wat ik zei...

• Let’s go back to the point mentioned /

raised earlier.

• Laten we even teruggaan naar het eer-

der genoemde / ter sprake gebrachte

punt.

• The purpose of today’s meeting is

to examine the issues raised at our

last meeting.

• Het doel van de vergadering van van-

daag is de kwesties / punten te bespre-

ken die tijdens onze vorige vergadering

ter sprake werden gebracht.

• In any case, … • In elk geval, ...

• Where was I? • Waar was ik (gebleven)?

A122 Subject to be discussed later – Vooruit verwijzen naar een onderwerp

• I will address that issue at the next

meeting.

• Ik zal die kwestie in de volgende

vergadering behandelen.

• We will discuss that in a while. • Wij zullen dat straks bespreken.

• I will get to that in a minute. • Daar zal ik het zo meteen over hebben.

• We will discuss that point after

lunch.

• Dat punt zullen we na de lunch

bespreken.

• We will talk about the new

business unit next.

• Hierna zullen we het over de nieuwe

business unit hebben.

• We will come back to that later. • Wij komen daar later op terug.

Page 54: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

53

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A123 Allowing someone to speak (first) – Iemand het woord geven of voor

laten gaan

• Nicola will take over where I left

off yesterday / left off in the last

meeting.

• Nicola neemt het over waar ik gisteren /

tijdens de laatste vergadering gebleven

was.

• Frits will tell you about the latest

sales figures.

• Frits zal het met u over de laatste /

meest recente verkoopcijfers hebben.

• Kira will provide an update on… /

an introduction on…

• Kira zal het laatste nieuws / een inlei-

ding geven over...

• Sorry, you wanted to say

something?

• Sorry, u wilde iets zeggen?

• I am sorry, please continue with

what you were saying.

• Sorry, gaat u verder (met waarover u het

had).

• Go ahead. • Ga uw gang.

A124 Making a suggestion – Voorstel doen

• I’d like to make a suggestion. • Ik wil graag een voorstel doen.

• If I may interrupt and make a

suggestion?

• Als ik even mag onderbreken om een

voorstel te doen?

• If I may interrupt and raise another

question / point?

• Als ik even mag onderbreken om een

andere vraag te stellen / een andere

kwestie aan de orde te stellen?

• What do you think about…? • Wat vindt u van...?

• How about… ? • Wat dacht / vindt / zou u ervan vinden

als...?

• I suggest we discuss this tomorrow. • Ik stel voor dat we dit morgen bespreken.

• We could… • We zouden kunnen...

• Perhaps we should wait … • Misschien zouden we moeten wachten ...

• Why don’t we go / work / wait / …? • Waarom gaan / werken / wachten / …

we niet?

Page 55: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

54

Deel A Luistervaardigheid

Instructions and advice | Instructies en advies

A125 Asking someone to do something for you – Iemand vragen iets te doen

• Would you mind helping me with

this machine?

• Zou u me even willen helpen met deze

machine?

• Do you know how to operate this

machine?

• Weet u hoe je deze machine moet bedie-

nen?

• How does this appliance work? • Hoe werkt dit apparaat?

• Do you have a service manual for

this?

• Heeft u hiervoor een handleiding voor

het onderhoud?

• Could you give me a hand with…? • Kunt u me even helpen met...?

• If you have a minute, can you

please help me with this / give me

a hand with this?

• Als u even tijd heeft, kunt u me dan

hiermee helpen?

• Would you do me a favour? • Zou u iets voor me willen doen?

• I need your help with this. • Ik heb hierbij / hiervoor uw hulp nodig.

A126 Giving instructions – Instructies geven

• Please remember to let the

machine warm up first.

• Vergeet niet de machine / het apparaat

eerst warm te laten worden.

• It’s very important to follow the

correct procedure.

• Het is erg belangrijk de juiste werkwijze

te volgen.

• You have to take notes very

carefully.

• U moet zorgvuldig aantekeningen

maken.

• Make sure you listen carefully and

take notes correctly.

• Zorg ervoor dat u goed luistert en zorg-

vuldig aantekeningen maakt.

• Listen, you must always push this

button first.

• Luister, je moet altijd eerst deze knop

indrukken.

A127 Giving advice – Advies geven

• You should… • U moet... / behoort... / doet er goed aan...

• You’d better… • U kunt beter...

• What do you think? • Wat vindt u (ervan)?

• What would you recommend? • Wat zou u aanraden / aanbevelen?

• What would you do if you were in

my shoes?

• Wat zou u in mijn plaats doen?

• Why don’t you go / wait / work / …? • Waarom gaat / wacht / werkt / … u niet?

• If I were you, I would… • Als ik u was, zou ik...

• You could always… • U kunt altijd....

• Have you ever thought of…? • Heeft u er ooit over gedacht om...?

Page 56: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

55

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A128 Sequencers – Structuurwoorden

• Firstly, secondly, thirdly, … • Ten eerste, / tweede, / derde, ... / Op de

eerste / tweede / derde plaats...

• Then… • Dan... / Vervolgens...

• Next... • Daarna... / Vervolgens...

• After that… • Daarna...

• Lastly… • Ten laatste... / Op de laatste plaats...

• Finally… • Ten slotte...

Complaints | Klachten

A129 Complaining – Klagen

• I’m sorry to bother you, but this

isn’t the colour I ordered.

• Het spijt me u lastig te moeten vallen,

maar dit is niet de kleur die ik heb

besteld.

• I’m not at all satisfied with the

quality of these articles.

• Ik ben helemaal niet tevreden over de

kwaliteit van deze artikelen.

• I think you may have forgotten to

include the silk scarves.

• Ik denk dat u misschien bent vergeten

om de zijden sjaals erbij te doen.

• There seems to have been a

mistake. We ordered 400 items, but

we received only 40.

• Er schijnt iets niet goed te zijn gegaan.

Wij hebben 400 stuks besteld, maar we

hebben er maar 40 ontvangen.

• There seems to be a

misunderstanding about the

delivery date.

• Er schijnt een misverstand te zijn over

de leverdatum.

• I am having problems with the

locks.

• Ik heb problemen met de sloten.

• We’ve discovered that two cases

were damaged during transport /

in transit.

• Wij hebben ontdekt dat twee kisten

transportschade hebben.

• You haven’t included our discount. • U bent onze korting vergeten.

• I will take care of it / will handle

your case, and get back to you as

soon as possible.

• Ik ga het (voor u) regelen / zal deze

kwestie voor u afhandelen en zo spoe-

dig mogelijk contact met u opnemen.

• We still haven’t received the goods. • Wij hebben de goederen nog steeds niet

ontvangen.

• Our customers are getting

impatient.

• Onze klanten / afnemers worden

ongeduldig.

• The books are simply unsaleable. • De boeken zijn gewoon onverkoopbaar.

Page 57: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

56

Deel A Luistervaardigheid

A130 Dealing with complaints – Omgaan met klachten

• I am so sorry. • Het spijt me heel erg. / Ik vind het heel

vervelend (voor u).

• I am very sorry for the

inconvenience.

• Mijn excuses voor het ongemak.

• The cause of the longer lead-time

was out of our control, and was

unexpected.

• De oorzaak van de langere levertijd lag

buiten onze macht en was onverwacht.

• I will look into it right away. • Ik zal het meteen nagaan.

• I will sort it out straight away. • Ik ga het onmiddellijk uitzoeken.

• I am certain we can work

something out.

• Ik weet zeker dat we er samen wel uit

zullen komen.

• We will find out what has gone

wrong.

• Wij zullen nagaan wat er mis is gegaan.

A131 Asking for causes and reasons – Vragen naar oorzaken en redenen

• Could you please tell me what is

causing the delay?

• Kunt u mij alstublieft vertellen wat de

oorzaak van de vertraging is?

• Would you mind explaining the

problem to me?

• Wilt u me alstublieft het probleem

uitleggen?

• Why haven’t we been informed of

this before / earlier?

• Waarom is ons dit niet eerder verteld?

• Why did it take your company so

long to inform us?

• Waarom duurde het zo lang voordat uw

bedrijf ons informeerde?

• I would like to speak to your

manager / superior please.

• Ik wil graag uw directeur / chef

spreken.

• Why have we not received the

goods yet?

• Waarom hebben we de goederen nog

niet ontvangen?

• What happened to cases 1 and 3? • Wat is er met kisten 1 en 3 gebeurd?

• Why have we not heard from you

yet?

• Waarom hebben we nog niets van u

gehoord?

• How could something like this

happen?

• Hoe heeft zoiets kunnen gebeuren?

• What exactly went wrong? • Wat is er precies misgegaan?

• What happened? • Wat is er gebeurd?

Page 58: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

57

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A132 Explaining – Uitleggen

• I am sorry. I meant to include the

extra parts but unfortunately

something went wrong with the

packaging.

• Het spijt me. Ik had de extra onderdelen

erbij willen doen, maar er ging helaas

iets mis met het verpakken.

• I did not realise that you had

ordered special packing material.

• Ik realiseerde me niet dat u speciaal

verpakkingsmateriaal had besteld.

• I am afraid we have been having

problems with our computer

system at our Headquarters (HQ) /

Head office / factory / suppliers.

• Wij hebben helaas al een tijdje proble-

men met ons computersysteem / ons

hoofdkantoor / onze fabriek / leveran-

ciers.

• I am terribly sorry. There has been

a mix-up in our department.

• Het spijt me vreselijk. Er is iets in het

honderd gelopen op onze afdeling.

• There is a supply shortage of parts

in our Headquarters. We are

working on this at the moment and

hope to be able / hope to be in a

position to resolve the problem as

soon as possible.

• We hebben te weinig aanvoer van

onderdelen op ons hoofdkantoor. Wij

zijn hier momenteel mee bezig en

hopen dit probleem zo spoedig mogelijk

te verhelpen.

• We did what we could / We did all

in our power to find an alternative

solution, however, we were not

able to do so.

• We hebben alles gedaan wat we konden /

wat in ons vermogen lag om een alter-

natieve oplossing te vinden, maar dat is

helaas niet gelukt.

• Please accept our apology. We are

willing to provide a different

model free of charge as a goodwill

gesture.

• Wij hopen dat u onze verontschuldigin-

gen hiervoor wilt aanvaarden. Wij zijn

bereid u bij wijze van gebaar kosteloos

een ander model aan te bieden.

A133 Solutions – Oplossingen

• I am convinced we can find a

solution.

• Ik weet zeker dat we een oplossing kun-

nen vinden.

• I will have it corrected

immediately.

• Ik zal het onmiddellijk laten corrigeren.

• Would you like a replacement? • Wilt u een vervangend artikel?

• Would you like a refund / your

money back?

• Wilt u restitutie / uw geld terug?

• If you return it to us, we can check /

inspect the paint.

• Als u het naar ons terugstuurt, kunnen

we de verf controleren / inspecteren.

• Well, we can / could send someone

to repair the machine.

• Eens kijken, we kunnen iemand langs

sturen om de machine te repareren.

Page 59: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

58

Deel A Luistervaardigheid

• Our engineer will visit your

premises this week and will work

on the problem.

• Onze technicus komt deze week bij uw

bedrijf langs en zal aan het probleem

werken.

• We are willing to offer you a

refund / credit note, and you can

purchase a different item in our

store.

• Wij zijn bereid u restitutie / een credit-

nota te geven en u kunt een ander

artikel in onze winkel kopen.

• I will make sure that you receive

the new articles before the end of

the week.

• Ik zal ervoor zorgen dat u de nieuwe

artikelen voor het eind van de week

ontvangt.

• Perhaps I could offer you a

20% discount.

• Misschien kan ik u 20% korting

aanbieden?

• What if I reimburse you for the

damage to your car?

• En als ik u nu eens de schade aan uw

auto terugbetaal?

• You can return the damaged

articles at our expense.

• U kunt de beschadigde artikelen op

onze kosten retourneren.

Apologies | Verontschuldigingen

A134 Offering apologies – Verontschuldigingen aanbieden

• Please accept my apologies. • Ik hoop dat u mijn verontschuldigingen

wilt aanvaarden.

• I apologise / I am sorry for any

inconvenience caused to you and

your company.

• Ik wil mijn verontschuldigingen aan-

bieden voor het eventuele ongemak

voor u en uw bedrijf.

• I am so sorry. / I do apologise. • Het spijt me erg. / Mijn welgemeende

excuses (hiervoor).

• I am terribly sorry about the mix-up. • Het spijt me vreselijk van dit misverstand.

• I am sorry about the inconvenience. • Mijn excuses voor het ongemak.

A135 Accepting apologies – Verontschuldigingen aanvaarden

• Oh, that’s all right. • O, dat geeft niet / het is al goed.

• Oh, it really doesn’t matter. • O, dat geeft echt niet.

• It could easily happen to anyone. • Zoiets / dat kan iedereen overkomen.

• It’s quite all right. • Het is al goed.

• Don’t worry about it. • Maakt u zich er maar geen zorgen over.

• Never mind. • Geeft niet. / Laat maar. / Het maakt niet uit.

• It’s O.K. • Het is (al) goed.

• No problem. • Geen probleem.

• Don’t mention it. • Geen dank. / Niets te danken.

Page 60: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

59

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

Reminders and reminding of | Aanmanen en herinneren aan

A136 Reminders – Aanmaningen

• Polite: I am afraid we really need to

receive your payment within the

next 14 days.

• Beleefd: Het spijt me, maar we willen

nu graag uw betaling binnen de

komende 14 dagen ontvangen.

• Affirmative: We need to receive

your payment within the next 14

days.

• Nadrukkelijk: We moeten uw betaling

binnen de komende 14 dagen ontvan-

gen.

• I am sorry, but we have to insist on

payment before the end of the

month.

• Het spijt me, maar we moeten aandrin-

gen op betaling voor het eind van de

maand.

• Are you quite sure you won’t

change your mind?

• U weet zeker dat u bij uw beslissing

blijft?

• Are you really sure you can’t send a

payment next month?

• Weet u zeker dat u volgende maand

geen betaling kunt doen?

• If we do not receive the goods by

Friday, we will cancel our order.

• Als we de goederen vrijdag niet hebben

ontvangen, annuleren wij onze order.

• We must have the shipment by the

first of the month, otherwise we

will cancel everything.

• We moeten de zending / partij op de

eerste (van de maand) hebben, anders

annuleren we alles.

• Otherwise, we will end our

business relationship with your

company.

• Anders beëindigen we onze zakelijke

relatie met uw bedrijf.

A137 Reminding of – Herinneren aan

• I would like to remind you that

your payment is overdue.

• Ik wil u eraan herinneren dat uw beta-

ling te laat is.

• Perhaps you have forgotten our

agreement?

• Misschien bent u vergeten wat wij heb-

ben afgesproken?

• We have allowed adequate /

sufficient time for you to make a

payment.

• Wij hebben u nu voldoende tijd gege-

ven om tot betaling over te gaan.

A138 Permission – Toestemming

• May I borrow your pen? • Mag ik uw pen even lenen?

– Yes, go ahead. – Ja, ga uw gang.

– No, I’m sorry. I need it. – Nee, ik heb hem zelf nodig. Sorry.

• Could / Can I take a break now? • Mag ik nu even pauze houden?

– Sure / Yes, go ahead. – Natuurlijk, ga je gang.

– No, not yet. – Nee, nog niet.

Page 61: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

60

Deel A Luistervaardigheid

• Do you mind if I close the

windows?

• Vindt u het goed dat ik de ramen dicht-

doe?

– No, not at all. – Ja, natuurlijk.

– Yes, I’d rather you didn’t. – Nee, liever niet.

A139 Job interview – Sollicitatiegesprek

• I am good at languages. • Ik ben goed in talen.

• I like working with people. • Ik werk graag met mensen.

• I worked in the Marketing

Department as a ...

• Ik werkte op de marketingafdeling als ...

• I am very interested in ... • Ik ben heel erg geïnteresseerd in ...

• I would like to get more experience

in ...

• Ik zou graag meer ervaring willen

krijgen in ...

• I am applying for this job because ... • Ik solliciteer naar deze baan omdat ...

• I think I can say that I am a fast

learner.

• Ik denk dat ik mag zeggen dat ik snel

leer.

• I left my previous job because I

didn’t get along with my

supervisor.

• Ik heb mijn vorige baan opgezegd

omdat ik niet met mijn chef kon

opschieten.

• Working overtime is no problem

for me.

• Overwerken is geen punt voor mij.

• From 2007 to 2009 I worked at ... • Van 2007 tot 2009 werkte ik bij ...

• At the moment I am in between

jobs.

• Momenteel heb ik geen werk.

• I can handle stress. • Ik kan met stress omgaan.

• I don’t mind working under

pressure.

• Ik vind het niet erg om onder druk te

werken.

• I used to work as a shelf-filler at ... • Ik werkte als vulploegmedewerker bij ....

• You will find the details in my cv. • U kunt de bijzonderheden in mijn cv

vinden.

• What are the office hours exactly? • Wat zijn precies de kantooruren?

• What exactly will my duties be? • Wat zijn mijn werkzaamheden precies?

• In the job ad it says that... • In de personeelsadvertentie staat dat ...

• Does the job involve travelling? • Moet ik voor deze baan ook reizen?

• What can you tell me about the job

prospects?

• Wat kunt u me vertellen over de carriè-

revooruitzichten?

• Will I be working in a team? • Kom ik in een team te werken?

• I can’t start the job until

1 December, would that be a

problem?

• Ik kan pas op 1 december beginnen, zou

dat een probleem zijn?

Page 62: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

61

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

Presentations | Presentaties

A140 Preparation – Voorbereiding

Ga van tevoren na wat je precies met je presentatie wilt bereiken. Wil je de

toehoorders informeren of overtuigen? Dit doel moet je aan het begin van je

presentatie duidelijk aangeven. Zorg dat je alle aantekeningen overzichtelijk

bij elkaar hebt, dat de benodigde audiovisuele middelen en apparatuur (bij-

voorbeeld voor een powerpointpresentatie) bij de hand hebt en dat alles

goed functioneert.

Hieronder tref je uitdrukkingen aan die je kunnen helpen bij het geven van

een presentatie in het Engels. Over presentaties valt veel meer te vertellen

dan we hier doen. Wil je nog meer weten, dan zijn hierover goede boeken

beschikbaar.

Tijdens de presentatie neem je een goede houding aan. Tegenwoordig

‘ verbergen’ veel sprekers zich niet meer achter een spreekgestoelte, maar

bewegen zich vrij vóór of tussen het publiek. Let vooral op wat je dan met je

handen doet.

Houd je ze in je zakken of achter je rug of gebruik je ze zelfverzekerd om je

verhaal kracht bij te zetten? Het is ook belangrijk om oogcontact te houden

met de toehoorders.

A141 Introduction – Inleiding

In je inleiding vertel je onder andere het doel van je presentatie, wanneer je

eventueel een pauze wilt inlassen en wanneer er vragen mogen worden

gesteld. Vertel ook of je een papieren versie van je presentatie hebt en

wanneer je die wilt uitdelen.

• The reason I am here this morning

is because I want to introduce you

to…

• Ik ben hier vanmorgen omdat ik u een

inleiding wil geven op...

• The reason I was invited here is to

tell you…

• De reden dat ik hier uitgenodigd ben is

om u te vertellen...

• What I would like to talk about

today is…

• Waar ik het vandaag met u over wil

hebben is...

• I am going to talk about… • Ik ga het hebben over...

• In my presentation I am going to

explain how / why...

• In mijn presentatie zal ik uitleggen hoe /

waarom...

Page 63: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

62

Deel A Luistervaardigheid

• This afternoon I would like to show

you how…

• Vanmiddag wil ik u graag laten zien

hoe...

• We will have a short tea break in

an hour.

• Na een uur houden we een korte thee-

pauze.

• If you have any questions, feel free

to interrupt me at any moment.

• Als u vragen heeft, onderbreekt u mij

dan gerust, wanneer u maar wilt

• If you have any questions, please

ask them after I am finished.

• Mocht u vragen hebben, stelt u ze dan

na afloop van mijn presentatie.

Je kunt je presentatie ook beginnen met een verrassende vraag in plaats van

direct aan te geven waarover je wilt praten. Stel dat het onderwerp het nieuwe

assortiment vaatwassers is, dan kun je als volgt beginnen.

• How many of you did the dishes

last night? Did you enjoy washing

those baking dishes in which you

cooked lasagna?

• Wie van u heeft gisteravond de afwas

gedaan? En vond u het leuk die oven-

schalen af te wassen waarin u lasagne

had gemaakt?

A142 Referring forwards and backwards – Vooruit verwijzen en terugver-

wijzen

• I am going to talk about three

major aspects of…

• Ik ga het hebben over drie belangrijke

aspecten van...

• Firstly, / Secondly, / Thirdly, / … • Op de eerste / tweede / derde / ...

plaats...

• First, I am going to tell you…,

second…, and finally…

• Eerst ga ik vertellen over..., ten tweede...,

en ten slotte...

• My presentation will consist of two

parts. In the first part…

• Mijn presentatie zal bestaan uit twee

delen. In het eerste deel...

• As I said / mentioned earlier /

previously...

• Zoals ik al eerder heb gezegd...

• You may remember what I said at

the beginning.

• Misschien herinnert u zich nog wat ik

aan het begin zei.

A143 Answering questions – Vragen beantwoorden

• When you say…, do you mean… ? • Als u zegt…, bedoelt u dan…?

• If I understand your question

correctly, you are interested in…

• Als ik uw vraag goed begrijp, bent u

geïnteresseerd in…

• Sorry, could you repeat that? • Sorry, kunt u dat even herhalen?

• That’s right, sir / madam. On the

other hand, we can say that…

• Dat is juist, meneer / mevrouw. Aan de

andere kant kunnen we stellen dat…

• Could we discuss that later? • Kunnen we dat misschien later

bespreken?

Page 64: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

63

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• Can we discuss that point / issue /

matter later?

• Kunnen we dat punt / die kwestie later

bespreken?

• May I ask you why you would like

to know this?

• Mag ik u vragen waarom u dat wilt

weten?

• I am afraid I am not the right

person to answer your question

right now.

• Ik vrees dat ik niet de juiste persoon

ben om uw vraag nu te beantwoorden.

• Perhaps there is someone who

would like to answer that question.

• Misschien is er iemand (anders) die die

vraag wil beantwoorden.

A144 Summarising and concluding – Samenvatten en afsluiten

• As we have seen, the main

problems were… and we also saw

how they could be solved by…

• Zoals we hebben gezien, waren de voor-

naamste problemen..., en we hebben

ook gezien hoe deze konden worden

opgelost door...

• Thank you very much for your

attention.

• Hartelijk dank voor uw aandacht.

• Thank you for your time and

attention.

• Dank u voor uw tijd en aandacht.

• I hope what you have heard from

me this morning is what you

expected to hear.

• Ik hoop dat wat u vanmorgen van mij

heeft gehoord is wat u verwachtte te

horen.

• I hope that you have learnt

something from this morning’s

session / meeting.

• Ik hoop dat u iets heeft geleerd van de

sessie / vergadering vanmorgen.

• I hope that what you heard this

morning is relevant to you and that

you can apply the same techniques

in your daily work.

• Ik hoop dat wat u vanmorgen heeft

gehoord relevant voor u is en dat u

dezelfde technieken in uw dagelijks

werk kunt toepassen.

• I really appreciated your

enthusiasm.

• Ik heb uw enthousiasme erg op prijs

gesteld.

• If there are any final questions?

Yes, madam?

• Zijn er tot slot misschien nog vragen?

Ja, mevrouw?

• On the table near the door you will

find a summary / copy of my

presentation together with some

interesting specialist literature.

• Op de tafel bij de ingang vindt u een

samenvatting / kopie van mijn presen-

tatie met daarbij enige interessante

vakliteratuur.

Page 65: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

64

Deel A Luistervaardigheid

Sales pitch | Verkoopgesprek

A145 Greeting – Begroeting

• Good morning / afternoon /

evening, sir / madam / miss.

• Goedemorgen / Goedemiddag / Goe-

denavond, meneer / mevrouw / juf-

frouw.

• Can I be of service? • Kan ik u van dienst zijn?

• Can I help you or are you just

looking around / browsing?

• Kan ik u (ergens mee) helpen of wilt u

eerst even rondkijken?

• If you need me, I’ll be right over

there.

• Ik ben daar, als u mij nodig heeft.

A146 Giving directions in a shop – De weg wijzen in een winkel

• The toy department is on the third

floor.

• De speelgoedafdeling is op de derde

verdieping.

• The toilets are in the back of the

store.

• De toiletten bevinden zich aan de ach-

terzijde van de winkel.

• Our self-service restaurant is on the

top floor.

• Ons zelfbedieningsrestaurant bevindt

zich helemaal bovenin.

• You will find the lift / the aisle you

need on the other side of the

sporting goods department.

• U vindt de lift / het gangpad aan de

andere zijde van de afdeling sportarti-

kelen.

• Toasters are located in the

appliance department in the

basement.

• De broodroosters vindt u op de afdeling

elektrische apparaten in de kelder.

A147 Investigating buying preferences – Koopwensenonderzoek

• Could you tell me what it is you

need / want / are looking for?

• Kunt u me zeggen wat u zoekt?

• Did you see it in our advertisement

/ leaflet / catalogue?

• Heeft u het in onze advertentie / folder /

catalogus gezien?

• What would you like to use it for,

sir?

• Waar wilt u het voor gebruiken,

meneer?

• Did you have a particular colour /

price / model in mind?

• Had u een bepaalde kleur / prijs / een

bepaald model in gedachten?

• What amount were you thinking of

spending?

• Wat was u van plan uit te geven?

• What size do you take? • Welke maat heeft u?

• Is it for daily wear or for a special

occasion?

• Wilt u het door de week dragen, of is

het voor een speciale gelegenheid?

Page 66: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

65

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A148 Giving product information – Productinformatie geven

• This is a very good type. We’ve sold

a lot of them lately.

• Dit type is heel goed. We verkopen er de

laatste tijd veel van.

• This is a very popular model. It is in

great demand.

• Dit model is heel populair. Er is grote

vraag naar.

• It is a top quality product. • Het product is van topkwaliteit.

• It’s very durable / strong / flexible /

sturdy...

• Het is heel duurzaam / sterk / buigzaam /

stevig...

• No, if you are going to use it on a

daily basis, I would advise the

ST800.

• Nee, als u het dagelijks wilt gebruiken,

zou ik u de ST800 aanraden.

• It is not suitable for children under

the age of three because of those

small parts.

• Het is niet geschikt voor kinderen onder

de drie jaar vanwege die kleine onder-

delen.

A149 Showing and demonstrating – Laten zien en demonstreren

• We have a special video for do-it-

yourselfers. Please walk this way to

the TV set over there.

• We hebben een speciale video voor doe-

het-zelvers. Loopt u maar even met mij

mee naar het televisietoestel daar.

• Would you like to see how it works

for yourself?

• Wilt u zelf zien hoe het werkt?

• If you’d like to try it yourself, feel

free.

• Als u het zelf eens wilt proberen, ga

gerust uw gang.

• For all other information, please

check the manual.

• Kijk voor alle overige informatie in de

handleiding.

• Allow me to show you how it

works.

• Mag ik u even laten zien hoe het werkt?

• You plug it in and then switch it on. • U sluit het toestel aan en dan zet u het

aan.

• Be sure to wear protective glasses. • Zorg ervoor dat u een veiligheidsbril

draagt.

• The batteries go in here and then

you push the red button and then…

• U doet de batterijen er hier in, dan

drukt op het rode knopje en dan...

• First you…, then you… and finally

you… It is really very easy.

• Eerst u..., dan u... en ten slotte u... Het is

echt heel eenvoudig.

Page 67: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

66

Deel A Luistervaardigheid

A150 Price – Prijs

• The price is € 8.95. (The price is

8 euros and 95 cents.)

• De prijs is € 8,95. (De prijs is 8 euro 95.)

• This price is really a bargain. • Het is echt een koopje, voor die prijs.

• You won’t find it cheaper anywhere

else.

• U vindt het nergens anders goedkoper.

• If you just wait three more days,

the article will be on special offer /

discount.

• Als u nog drie dagen wacht, is er een

speciale aanbieding voor dit artikel. /

krijgt u extra korting op het artikel.

• I guarantee you, it’s really value for

your money.

• Ik verzeker u, u krijgt echt waar voor uw

geld.

• The price will go up in January

because of the new VAT rate.

• De prijs gaat in januari omhoog

vanwege het nieuwe BTW-tarief.

• This is absolutely a rock-bottom

price.

• Dit is echt een bodemprijs.

• We cannot go any lower on that

price. We already match our

competitor’s price.

• Wij kunnen die prijs niet meer verla-

gen. We zitten met deze prijs al net zo

laag als onze concurrent.

• It’s free (of charge). • Het is gratis.

• The price is on the label at the back. • De prijs staat op het label / etiket aan

de achterkant.

• The discounted price is on the price

tag.

• De prijs na korting vindt u op het prijs-

kaartje.

A151 Service and guarantee – Service en garantie

• We have an excellent repair service. • We hebben een uitstekende reparatie-

service.

• If you are not happy, customer

service will refund your money.

• Als u niet tevreden bent, krijgt u van de

klantenservice uw geld terug.

• You have a six months’ / a year’s

guarantee on this machine.

• U krijgt zes maanden / een jaar garantie

op deze machine.

• Would you fill in this guarantee

card, madam?

• Wilt u dit garantiebewijs even invullen,

mevrouw?

• Please send us the invoice as proof

of purchase along with your

warranty card.

• Stuurt u ons de factuur als aankoop-

bewijs, samen met uw garantiebewijs.

• Be sure to keep the receipt with the

guarantee card.

• Zorgt u ervoor dat u het betalingsbewijs

bij het garantiebewijs bewaart.

• Please keep the receipt as proof of

purchase.

• Bewaart u de kassabon als aankoop-

bewijs.

Page 68: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

67

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

• This computer carries an on-site

guarantee for one year.

• Op deze computer heeft u een jaar

on-sitegarantie.

• You have a 36-month warranty

term.

• U heeft een garantietermijn van

36 maanden.

• I am sorry, sir, I am afraid the

guarantee expired a month ago.

• Het spijt me, meneer, de garantie is een

maand geleden verlopen.

• While your TV is being repaired, we

will lend you another one free of

charge.

• Zolang uw televisietoestel in reparatie

is, lenen wij u kosteloos een ander toe-

stel.

• We will send you a replacement

model.

• Wij zullen u een vervangend model

sturen.

A152 Methods of payment – Betalingsmogelijkheden

• The check-out / customer service

desk is over there.

• De kassa / klantenservicebalie is daar-

ginds.

• You can pay for this in cash / by

cheque / by cheque card / by bank

card.

• U kunt dit contant / per cheque / pinpas

/ bankpas afrekenen.

• This machine can be paid for in

monthly instalments.

• U kunt deze machine / dit apparaat in

maandelijkse termijnen afbetalen.

• We do not sell on credit. • Wij verkopen niet op krediet.

• For amounts under € 20 we must

charge 50 cents extra if you want to

use your bank card.

• Voor bedragen onder de € 20 moeten

we helaas 50 cent extra rekenen als u

met uw pinpas wilt betalen.

• In Holland we also have the

chipknip. It’s a card you can load at a

cash machine. You use it for small

amounts only.

• In Nederland hebben we ook de chip-

knip. Dat is een kaart die je bij een geld-

automaat kunt opladen. Je gebruikt

hem alleen voor kleine bedragen.

• Please check the lease terms or

terms of the contract / the terms

and conditions.

• Controleert u alstublieft de leasevoor-

waarden of voorwaarden van het con-

tract / de voorwaarden en bepalingen.

A153 Delivery – Bezorging

• We offer home delivery. It’s free of

charge if you spend € 750 or more.

• Wij bezorgen ook thuis. Dat is gratis als

u € 750 of meer besteedt.

• For smaller amounts we have to

charge € 15 if you live in The Hague

and € 30 for extra transportation

costs if you live outside The Hague.

• Voor lagere bedragen moeten wij € 15

voor extra transportkosten in rekening

brengen als u in Den Haag woont en

€ 30 als u buiten Den Haag woont.

Page 69: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

68

Deel A Luistervaardigheid

• No, I’m sorry. We can keep our

prices this low because customers

are expected to take the articles

home themselves.

• Nee, het spijt me. Wij kunnen onze

prijzen laag houden omdat we van onze

klanten verwachten dat ze zelf de

artikelen mee naar huis nemen.

• The reason our prices are so low /

competitive is because our

customers are expected to take the

articles home themselves.

• Onze prijzen zijn zo laag / concurrerend

omdat we van onze klanten verwach-

ten dat ze zelf de artikelen mee naar

huis nemen.

A154 Recommending and persuading – Aanbevelen en overtuigen

• I really think your work will

become much easier with this

microwave (oven).

• Ik ben echt van mening dat uw werk

gemakkelijker wordt met deze

magnetron.

• This model did very well in the test

carried out / conducted by the

consumers’ association.

• Dit model presteerde heel goed in de

door de consumentenbond uitgevoerde

test.

• Would you like to see the other

model again?

• Wilt u het andere model nog een keer

zien?

• I can really recommend this model. • Ik kan u dit model echt aanraden /

aanbevelen.

• I know it’s rather expensive, but it’s

worth every cent you spend on it.

• Ik weet dat het nogal duur is, maar het

is elke cent waard die u eraan uitgeeft.

• The reason this model is so much

more expensive is because of the

wider selection of functions such as…

• Dit model is zoveel duurder vanwege de

grotere keuze aan functies zoals...

• This is excellent quality, I

guarantee you.

• Dit is van uitstekende kwaliteit, dat

garandeer ik u.

• You won’t find this cheaper

anywhere.

• U vindt dit nergens goedkoper.

• Hold onto your receipt in case you

wish to return this item within

seven days.

• Bewaart u uw betalingsbewijs voor het

geval dat u dit artikel binnen zeven

dagen wilt terugbrengen.

• If you purchase more than € 250

we will give you a voucher for € 25.

• Als u voor meer dan € 250 besteedt, krijgt

u van ons een waardebon van € 25.

• Do you have a club card /

membership card?

• Heeft u een clubkaart / lidmaatschaps-

kaart?

• Would you like our shop / client

card?

• Zou u onze winkelkaart / klantenkaart

willen hebben?

• Are you interested in becoming a

member?

• Heeft u interesse om lid te worden?

Page 70: 20/20 Business English handboek, sector Economie niveau 3-4

69

Deel A Luistervaardigheid

ALu

istere

n, g

esp

rek

ke

n vo

ere

n e

n sp

rek

en

A155 Concluding – Afsluiten

• I don’t think you will regret your

choice.

• U krijgt hier geen spijt van.

• This is really a good decision. • Dat is een hele goede beslissing.

• It looks great on you. • Het / Hij staat u heel goed.

• The dress does a lot for your looks. • In die jurk ziet u er heel goed uit.

• Fine / excellent / thank you. If

you’d walk with me to the cash-

register…

• Uitstekend / Dank u. Als u even met mij

meeloopt naar de kassa...

A156 Paying and wrapping up – Afrekenen en inpakken

• Would you perhaps have anything

smaller than that? I’m a bit short of

change at the moment.

• Heeft u (het) misschien kleiner? Ik heb

op het moment niet zoveel kleingeld.

• Yes, madam, we do accept VISA and

traveller’s cheques. If you’d be so

kind as to go to Customer Service,

it’s at the back of this floor.

• Jazeker, mevrouw, wij accepteren VISA

and traveller’s cheques. Als u zo vrien-

delijk zou willen zijn om naar Klanten-

service te gaan, het is aan de andere

kant van deze verdieping.

• That’ll be € 89.75, sir. • Dat wordt dan € 89,75, meneer.

• You can pay for the magazine at

the cash-desk over there.

• U kunt het tijdschrift afrekenen bij die

kassa daar.

• Thank you. Here is your receipt and

your change.

• Dank u. Hier is uw bon en uw kleingeld.

• Have you got the coupon for the

15% reduction with you?

• Heeft u de bon voor 15% korting bij u?

• Is it a gift? • Is het (voor) een cadeau?

• Shall I put them in a bag for you?

Or in a cardboard box?

• Zal ik ze voor u in een zak doen? Of in

een kartonnen doos?

• Shall I wrap them for you? • Zal ik ze voor u inpakken?

• Shall I gift-wrap it for you? • Zal ik het voor u in cadeaupapier doen?

• Thank you for shopping with us

today.

• Dank u voor uw bezoek aan onze win-

kel vandaag.