hetmozaiek.scopescholen.nl · 2017-08-21 · De eerste is de focus op de resultaten voor taal,...

17-

18 Het Mozaïek is een basisschool van SCOPE scholengroep

Het MozaïekSchoolgids

Colofon

Vroonhoevelaan 10-12

2408 ST Alphen aan den Rijn

0172-497 704

[email protected]

www.pcbhetmozaiek.nl

Creatie & Realisatie

Buro Toob

InhoudVoorwoord 4

Het Mozaïek 5

1. School 81.1 Onze school 8

2. Doel en visie 92.1 Wat we willen bereiken 9

2.2 Religieuze identiteit 10

2.3 Pedagogische identiteit 10

2.4 Onderwijskundige identiteit 10

3. Het onderwijs 113.1 Inleiding 11

3.2 Het onderwijs aan de groepen 1/2 11

3.3 Het onderwijs aan de groepen 3 en 4 12

3.4 Het onderwijs aan de groepen 5 tot en met 8 12

3.5 Combinatiegroepen 12

3.6 Wat leren zij? 12

3.7 Methoden 13

3.8 Kwaliteit van ons onderwijs 15

3.9 Huidige veranderonderwerpen 15

3.10 Uitstroomgegevens 2013 - 2017 16

3.12 Schoolbenodigdheden 16

3.13 Portfolio en rapporten 16

3.14 Aantal uren per week 16

4. Leerlingbegeleiding 184.1 Leerlingvolgsysteem 18

4.2 Sociaal-emotionele ontwikkeling 19

4.3 Interne begeleiding en externe begeleiding 19

4.4 Ondersteuningsarrangement 19

4.5 Verlengen, doubleren 19

4.6 Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte 20

4.7 Toets-, groeps- en leerlingbesprekingen 20

5. Pedagogisch klimaat 21

6. Contacten met ouders 226.1 Contacten tussen school en ouders 22

6.2 Ouderhulp 23

6.3 Medezeggenschapsraad (MR) 23

6.4 Schoolraad 23

6.5 Contactouders 24

6.6 Ouderbijdrage 24

7. Activiteiten 257.1 Activiteiten die bij Het Mozaïek horen 25

7.2 Schoolfotograaf 25

7.3 Sinterklaas 25

7.4 Schoolreis/kamp 25

7.5 Sportactiviteiten 25

7.6 Goede doelen 25

8. Schoolafspraken 268.1 Leefregels 26

8.2 Brengen van de leerlingen 26

8.3 Ziekmelden leerlingen 26

8.4 Schooltijden 27

8.5 Tussen Schoolse Opvang op Het Mozaïek (TSO) 27

8.6 Schoolplein tijdens schooltijd 27

2 Het Mozaïek schoolgids 2017 - 2018

mailto:[email protected]

http://www.pcbhetmozaiek.nl

8.7 Fietsen en stepjes 28

8.8 Gevonden voorwerpen 28

8.9 Mobiele telefoons 28

8.10 Pauze 28

8.11 Verjaardagen 28

8.12 Sparen oud papier, batterijen en lege cartridges 28

8.13 Tropenrooster 28

8.14 Medische aangelegenheden 29

8.15 Hoofdluis 29

8.16 Wet Bescherming Persoonsgegevens (WPB) 29

8.17 Veiligheid 29

8.18 Verzekering 29

9. In- en uitschrijven van leerlingen 309.1 Passend onderwijs 30

10. Vakanties en vrije dagen 31

11. Functies en taken in de school 3211.1 Organisatie 32

11.2 Team-/groepsindeling 32

12. Accordering schoolgids 35


Colofon

SCOPE scholengroep

Postbus 166

2400 AD Alphen aan den Rijn

www.scopescholen.nl

Creatie & Realisatie

Buro Toob

InhoudVoorwoord 4

1. Algemeen 51.1 De identiteit van SCOPE scholengroep 5

1.2 School met een opdracht 5

1.3 Ouderbetrokkenheid 5

1.4 SCOPE scholengroep: de organisatie 5

1.5 Wijkgrenzen 6

1.6 Aanmelden en inschrijven van leerlingen op een SCOPE basisschool 6

1.7 Groepsgrootte 6

1.8 Samenstelling van het team 7

1.9 De Wet Primair Onderwijs 7

1.10 Inspectie van het onderwijs 8

1.11 De besteding van het verplichte aantal uren onderwijs 8

1.12 Vervanging afwezige leerkrachten 8

1.13 Deskundigheidsbevordering van leerkrachten 8

1.14 SCOPE academie 8

2. Medezeggenschap 92.1 Vrijwilligers 9

2.2 Medezeggenschapsraad 9

2.3 Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad 9

2.4 Schoolraad 9

3. Partners 103.1 Tussenschoolse opvang (TSO) algemeen 10

3.2 Voor- en naschoolse opvang/Junis 10

3.3 Partners in opleiding en ontwikkeling:

samenwerking met de Marnix Academie (Utrecht) en stagiaires 11

3.4 Ouder als partner 11

4. Veiligheid 124.1 BHV en ARBO 12

4.2 Sociale veiligheid 12

4.3 Veilig vervoer van leerlingen 14

4.4 Speeltoestellen 15

4.5 Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering 15

4.6 Schoolongevallenverzekering 15

4.7 Klachtenregeling SCOPE

(waaronder de contact persoon en vertrouwenspersoon) 15

4.8 Meldpunt vertrouwensinspecteurs 16

4.9 Klokkenluidersregeling

(Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van misstand) 16

4.10 Wet op privacy 16

5. Onderwijs 175.1 Onderwijsontwikkeling 17

5.2 Meer- en hoogbegaafde leerlingen 17

5.3 Passend Onderwijs en Samenwerkingsverband Rijnstreek 17

5.4 Cultuureducatie 18

5.5 Computers en veiligheid 18

5.6 ICT-beleidsplan 18

5.7 Activiteiten Primair Onderwijs - Voortgezet onderwijs 18

6. Interne regelingen 196.1 Kledingafspraken op onze basisscholen 19

6.2 Rookbeleid 19

6.3 Tropenrooster 19

7. Leerlingondersteuning en zorg 207.1 Leerlingondersteuning 20

7.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP) 20

2 SCOPE algemene schoolgids PO

www.scopescholen.nl

7.3 SCOPE O&O (SCOPE Onderwijs & Ondersteuning) 20

7.4 Leerlingbegeleiding door orthopedagogen 20

7.5 Leerlingbespreking in Smal Ondersteuningsteam (SOT) 20

7.6 Leerlingbespreking in Breed Ondersteuningsteam (BOT) 21

7.7 Basisondersteuning 21

7.8 Extra ondersteuning 21

7.9 Speciale lesplaatsen 21

7.10 Terugplaatsen leerlingen uit een school voor speciaal

(basis)onderwijs 21

7.11 Indicatiestelling 22

7.12 Onderwijs aan leerlingen afkomstig uit het buitenland 22

7.13 Dyslexie 22

7.14 Onderwijs aan langdurig zieke leerlingen 22

7.15 Onderwijskundige rapporten 22

7.16 Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid/

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) 22

7.17 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) 23

7.18 Speciale gemeentelijke regeling voor gezinnen

met schoolgaande kinderen 23

7.19 Medicijngebruik/medische handelingen in de klas 24

7.20 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 24

8. Voortgezet Onderwijs 258.1 Procedure VO advies 25

9. Wettelijke regelingen 269.1 Informatievoorziening gescheiden ouders 26

9.2 Leerplicht 26

9.3 Ongeoorloofd schoolverzuim 27

9.4 Schorsing- en verwijderingsprocedure 27

9.5 Sponsoring 27

9.6 Vrijwillige ouderbijdrage 27

9.7 Maatregelen ter voorkoming van lesuitval

en het niet volgen van lessen 27

10. Adressen 2810.1 Scholen en adressen Primair Onderwijs, Speciaal Onderwijs en

Voortgezet Onderwijs 28


Het SCOPE logo bestaat uit een vogelvlucht. De verschillende vogels symboliseren de verschillende scholen

binnen SCOPE scholengroep. Elke vogel is zelfstandig, maar vliegt wel met de groep mee. Net als de vogels,

is ook het onderwijs continu in beweging.

Het Mozaïek opereert als een zelfstandige school binnen de Scope groep. De naam is zorgvuldig gekozen en geeft goed weer wat wij met onze

school nastreven. Alle mozaïekdeeltjes bij elkaar vormen een prachtig geheel, waarbij de mozaïekdeeltjes symbool staan voor alle betrokkenen

bij de school en het cement onze christelijke grondslag vertegenwoordigt. Goed onderwijs is een samenspel tussen ouders en verzorgers,

leerkrachten, leerlingen en directie.

Onderwijs en opvoeding zijn in een voortdurende ontwikkeling. De school als lerende organisatie wil die ontwikkelingen volgen door studie

en intervisie aan te bieden aan haar leerkrachten. Zo kunnen we goed inspelen op de opvoedings- en onderwijsbehoeften van uw kind. Soms

loopt de leercurve van leerlingen anders dan verwacht. Daarover willen wij met u spreken in een open en eerlijke communicatie met wederzijds

respect voor elkaars meningen.

Wij richten ons op drie grote uitdagingen in het onderwijs op dit moment. De eerste is de focus op de resultaten voor taal, rekenen en lezen. De

tweede zijn vaardigheden van de 21e eeuw. Initiatief nemen, communiceren, samenwerken, kritisch denken, flexibiliteit en ICT- geletterdheid.

Het gaat erom hoe je overeind blijft in een samenleving die snel verandert. De derde uitdaging is de waardenoverdracht. Wij willen waarden

en cultuur meegeven. Ontwikkelingen die wij doorvoeren, kunnen ook betrekking hebben op hele concrete aanpassingen in het lesprogramma.

Zo geven wij Engelse les aan alle groepen en richten wij ons op het ontwikkelen van leiderschap bij leerlingen volgens het programma “The

leader in me”. We maken daarbij gebruik van 7 gewoonten gebaseerd op het gedachtengoed van Stephen Covey (we spreken verder in de gids

in dit kader over ‘de 7 gewoonten’).

In onze schoolgids kunt u uitgebreid lezen over onze identiteit, werkwijze, lesmethoden en de gewoonten en gebruiken op Het Mozaïek.

Mocht u naar aanleiding van deze schoolgids nog vragen hebben kunt u terecht bij Karin Bakker en Annelies van Delden.

Namens het team

Karin Bakker, directeur

Annelies van Delden, directeur

Alphen aan den Rijn, augustus 2017

Voorwoord


een korte samenvatting…Op het Mozaïek staan ieders persoonlijke doelen, talenten en unieke

eigenschappen centraal. We leren de leerlingen de principes voor

effectieve persoonlijke ontwikkeling en gebruiken hiervoor de 7

gewoonten van ‘The Leader in Me’. We begeleiden leerlingen in hun

leerproces, waar we samenwerken, plezier hebben en actief betrokken

zijn door positief, open, eerlijk en duidelijk naar elkaar te zijn in een

veilige omgeving. Met als doel dat onze leerlingen maximaal zijn

voorbereid op de samenleving van morgen!

Wat zijn onze prioriteiten…

• Onderwijs afstemmen op onderwijs- en leerbehoeften van leerlingen

• Engels in de hele basisschool

• Modern onderwijs met veel ICT mogelijkheden

• Bevorderen van de sociale en algemene vaardigheden

• Pedagogisch en educatief partnerschap met ouders

• Ontwikkelen van de vaardigheden van de 21e eeuw

Wat kenmerkt het Mozaïek?Onze missie en motto

Missie

Het Mozaïek biedt leerlingen de mogelijkheid zich in een veilige

leeromgeving, op een gestructureerde, uitdagende en onderzoekende

wijze, voor te bereiden op het volwaardig deelnemen aan een steeds

sneller veranderende samenleving. Kernwoorden zijn hierbij: zelf initia-

tief leren nemen, samen leren en werken, leren leren, bewuste keuzes

leren maken en een eigen leerstijl ontwikkelen. Het Mozaïek biedt

daarvoor een eigentijdse en rijke leeromgeving. De school begeleidt

leerlingen bij hun sociaal emotionele ontwikkeling en hun persoonlijk-

heidsontwikkeling.

Motto: We ZIEN elkaar op het Mozaïek

Uitdaging en plezier in het leren staan voorop. Maar leren is ook een

sociale activiteit. De school is een gemeenschap op zich met duidelijke

leefregels. Als leerling maak je deel uit van die gemeenschap. Daarom

zien wij het ook als onze taak leerlingen vaardig te maken bij het

leren en werken in een groep. Met aandacht en respect voor ieders

persoonlijk belang én het groepsbelang. Oefenen met de 7 gewoonten

helpt de leerlingen bij al deze processen.

Het Mozaïek


De pijlers van Het MozaïekEen groot aantal kleine gekleurde steentjes vormen samen een geheel,

een mozaïek. Ze staan symbool voor de basis van ons onderwijsconcept.

In onderstaande mozaïek ziet u de belangrijkste pijlers van het concept

terugkomen.

Onze onderwijskundige identiteitOnze leerstof is zo georganiseerd dat leerlingen binnen de groep op

meerdere niveaus kunnen werken. Dit hoort thuis bij ons schoolconcept:

handelingsgericht werken. Op deze manier krijgen leerlingen het

onderwijsaanbod dat bij hen past. Voor leerlingen die meer begaafd

zijn, is de mogelijkheid om een dagdeel naar de bovenschoolse plus-

klas “Kaleidoscope” te gaan (gevestigd in basisschool de Fontein).

Binnen de organisatie van ons onderwijs in de klas geven we structu-

reel aandacht aan het “zelfstandig werken”, waar de leerlingen leren

eerst zelf na te denken vóórdat ze hulp vragen. Maar ook leren

leerlingen zelf na te kijken, zelf materialen te pakken en zelf keuzes

te maken. Dit vraagt om een kritische werkhouding en een actieve

rol van leerlingen. Dit vraagt van de leerkracht variatie in

instructie- en verwerkingsvormen. Schoolse maar ook sociaal

emotionele vaardigheden.

Naast het aanleren van schoolse vaardigheden willen

wij leerlingen ook de mogelijkheid bieden zich te

ontwikkelen in een houding van zelfvertrouwen,

zelfkennis en positief gedrag. Concrete voorbeel-

den waarin leerlingen hun sociaal emotionele

vaardigheden goed kunnen inzetten en kunnen

verbeteren is het principe van “kleutermaatjes”,

waarbij leerlingen uit de groep 8 leerlingen uit de

groepen 1 en 2 begeleiden bij diverse activiteiten. Ook

is er een leerlingenraad waar leerlingen uit de groepen

6-8 zitting in hebben en uitgedaagd worden om over

schoolzaken mee te denken.

Talentontwikkeling krijgt de ruimteElke woensdag van 11.45 tot 12.15 uur vindt het zogenaamde Talent

Moment 2.0 plaats. Het ene half jaar richten we ons op ICT geletterd-

heid en het tweede halfjaar kiezen de leerlingen van groep 5 tot en

met 8 uit een aantal mogelijkheden voor een halfjaarlijkse workshop.

Het aanbod kan per jaar verschillen. De laatste jaren was er keuze uit

onder andere dansen, tekenen, techniek, gitaar spelen, gebarentaal,

theatersport, koken, zingen, Deco patch, en toneel.

Informatie-uitwisseling tussen school en ouders vinden we essentieelNaast het dagelijks contact tussen leerkracht en ouders organiseren

we een informatieavond, gesprekken naar aanleiding van het rapport

en adviesgesprekken voor de overstap naar het voortgezet onderwijs.

Daarnaast organiseren we nog andere contactmomenten. Wanneer

een leerling in groep 1 start, nodigt de leerkracht u binnen 6 weken

uit voor een zogenaamd oudervertelgesprek. Naar aanleiding van een

vragenlijst kunt u vertellen over uw kind. Vanaf groep 2 t/m 8 geven

wij ouders aan het begin van elk schooljaar de mogelijkheid om ook

gebruik te maken van het oudervertelgesprek.

Vanaf schooljaar 16-17 gaan we starten met het Ouderportaal van

ParnasSys, ons leerlingvolgsysteem. Dit ouderportaal geeft mogelijk-

heden om de communicatie tussen school en ouders digitaal te onder-

steunen, met informatie die altijd beschikbaar is. Op deze manier

wordt transparantie naar ouders betracht en wordt gezamenlijke

verantwoordelijkheid met betrekking tot de ontwikkeling van het

leerling benadrukt.

Viermaal per jaar bent u ‘s morgens van 8.30 tot 8.45 uur welkom in

de groep om samen met uw kind het schoolwerk en de leerdoelen te

bekijken. We noemen dit de ‘Kom, kijk en bewonder’ momenten.

Ouders zijn ook welkom tijdens zogenaamde Leiderschapsmomenten

waarop leerlingen oefenen met de 7 gewoonten van The leader in me.

Elk jaar kiezen we hiervoor andere momenten uit.

Een mozaïek is

uniek, geen

mozaïek is

hetzelfde.

Ieder kind

is uniek.

Een mozaïek

is veelkleurig.

De school, met al

haar kinderen,

teamleden en

ouders, is

veelkleurig.

Een mozaïek is

een geheel van delen.

Ieder kind, teamlid en

ouder heeft een aandeel in de

school. Er is een bindmiddel

nodig om de mozaïekdeeltjes bij

elkaar te houden.

Een mozaïek

is een passend

geheel en kent ruimte.

Om tot dat prachtige

geheel te komen is

zorgvuldigheid

vereist. Het

kan alleen als we

goed op en bij elkaar

passen, maar elkaar ook

de ruimte geven.

Alle

mozaïek-

deeltjes bij

elkaar vormen

een prachtig

geheel. Alle betrok-

kenen maken met

elkaar de school

compleet.

Ons cement is het christelijk geloof. Onze

inspiratie, ons denken en handelen vindt hierin

zijn oorsprong.

Een mozaïek bestaat uit

vele delen. Ons onderwijs

bestaat uit vele onderdelen en

aspecten. De school brengt daar

samenhang in aan. Niets staat los van

elkaar. Alles heeft met alles te maken

in verbondenheid. Er is aandacht voor

de deeltjes om tot een totaal-

beeld te komen.

Sociale veiligheid en bevordering gezond gedragSinds schooljaar 2017/2018 hebben we een beleidsplan met betrek-

king tot Sociale veiligheid. Het doel van sociale veiligheid is om een

zo veilig mogelijke leer- en werkomgeving te creëren voor leerlingen,

professionals en ouders/verzorgers. Een leef- en leerklimaat waarin

al deze partijen zich veilig voelen en zich positief verbonden voelen

met de school. Jaarlijks geven de leerkrachten in dat kader 10 uur

les over relaties en seksualiteit en 30 uur les over sociaal emotionele

ontwikkeling. Dit is structureel ingebed in het schoolbeleid.

“Zoek het uit”Dit is de naam van een activiteit waarmee onze OICT’er, wat taat voor

Onderwijskundig ICT-er, de eerste prijs van de “Onderwijspioniers”

heeft gewonnen. De kennis en of talenten van collega’s over allerlei

onderwerpen worden hierbij ingezet. Via een filmpje geven leerkrachten

van Het Mozaïek informatie over een specifiek onderwerp. Aan het

eind van de film krijgen de leerlingen de opdracht om over dat

specifieke onderwerp dingen uit te zoeken.

SpecialistenTrots zijn we op het feit dat we op Het Mozaïek zelf beschikken over

een aantal specialisten die ingeschakeld kunnen worden als de situatie

van uw kind daar om vraagt: een gedragsspecialist - Jacqueline Ohm,

een beweegspecialist - Gerdi Deul, een specialist op het gebied van

begrijpend lezen - Renée Stapper en een specialist op het gebied van

meerbegaafde leerlingen - Gabriëlle Schaap. Sinds vorig schooljaar

hebben we ook een specialist op het gebied van Wetenschap en

Technologie: Kelly van Ooi.

Tot slotBovenstaande onderwerpen geven u een beeld waar het Mozaïek als

school voor staat en wat de school voor u en uw kind kan betekenen.

Meer gedetailleerde informatie vindt u in de rest van de schoolgids.

Mocht u na het lezen van de gids toch nog vragen hebben, aarzel

dan niet om contact met ons op te nemen.


1. SchoolAlle mozaïekdeeltjes bij elkaar vormen een prachtig geheelAlle betrokkenen bij de school vormen een prachtig geheel

1.1 Onze schoolHet Mozaïek is sinds 1 augustus 2013 een zelfstandige school. Dat

betekent dat Het Mozaïek werkt volgens een eigen onderwijsconcept

met een eigen visie. Verderop in de gids wordt dit nader uitgewerkt.

We hebben gekozen voor de naam Het Mozaïek om de volgende

zeven redenen:

• Een mozaïek is veelkleurig.

De school, met al haar leerlingen, teamleden en ouders, is veelkleurig.

• Een mozaïek is uniek, geen mozaïek is hetzelfde.

Ieder leerling is uniek...

• Een mozaïek is een geheel van delen.

Ieder leerling, teamlid en ouder heeft een aandeel in de school.

• Er is een bindmiddel nodig om de mozaïekdeeltjes bij elkaar te houden.

Ons cement is het christelijk geloof. Onze inspiratie, ons denken en

handelen vindt hierin zijn oorsprong.

• Alle mozaïekdeeltjes bij elkaar vormen een prachtig geheel.

Alle betrokkenen maken met elkaar de school compleet.

• Een mozaïek is een passend geheel en kent ruimte.

Om tot dat prachtige geheel te komen is zorgvuldigheid vereist. Het

kan alleen als we goed op en bij elkaar passen, maar elkaar ook de

ruimte geven.

• Een mozaïek bestaat uit vele delen.

Ons onderwijs bestaat uit vele onderdelen en aspecten. De school

brengt daar samenhang in aan. Niets staat los van elkaar. Alles heeft

met alles te maken in verbondenheid. Er is aandacht voor de deeltjes

om tot een totaalbeeld te komen.

De school is gehuisvest in gebouw “Het Trivium”. Hierin is ook een

kerk “De Lichtkring” en leerlingen opvang “Junis” gehuisvest. Het

Mozaïek heeft er 21 leslokalen, een vergaderruimte waarvan een

lokaal gemaakt kan worden, 1 groot speellokaal voor de groepen 1

en 2, een infotheek, diverse speel- en werkplekken en diverse kamers

voor onder andere groepsondersteuning, interne begeleiding en

management. Binnen Het Trivium maken we gebruik van de kerkzaal

voor de vieringen. Naast Het Trivium staan 2 sportzalen waar de

groepen 3 tot en met 8 bewegingsonderwijs krijgen. Junis gebruikt

2 lokalen voor BSO onder de naam “Banjerhoeve”. Bij aanvang van

schooljaar 2017-2018 wordt de school door ongeveer 440 leerlingen

bezocht, verdeeld over 16 groepen.

Het Mozaïek wordt geleid door twee directeuren.

De directieleden zijn op hun werkdagen op school bereikbaar op

telefoonnummer 0172-497 704. Voor noodsituaties buiten schooltijd

kunt u ons bereiken op onderstaande telefoonnummers.

Functie Naam Aanwezig

directeur Annelies van Delden

Tel: 06 204 977 33

Ma/di/do/vrij

directeur Karin Bakker

Tel: 06 448 474 61

Ma/di/wo/do


2. Doel en visieEr is een bindmiddel nodig om de mozaïekdeeltjes bij elkaar te houden.Ons cement is het Christelijk geloof, onze inspiratie en ons denken en

handelen vindt hierin zijn oorsprong.

2.1 Wat we willen bereikenHet motto van Het Mozaïek is voor alle betrokkenen “We ZIEN elkaar

op het Mozaïek”.

Onze visie op onderwijsLeren, leven en werken in de kennissamenleving. Het Mozaïek heeft als

protestants-christelijke basisschool een belangrijke plaats binnen een

steeds sneller veranderende samenleving waarin kennis een belangrijke

rol speelt. Deze kennissamenleving is divers, geglobaliseerd en door-

drenkt met media en technologie. Het vervagen van grenzen biedt

wereldwijd kansen om samen te werken aan problemen die creatieve op-

lossingen nodig hebben. Als gevolg van de ontwikkeling van de kennis-

samenleving en de uitvloeisels daarvan is het noodzakelijk dat leerlingen

de kans wordt geboden zich de juiste vaardigheden eigen te maken.

Vaardigheden en competenties die nodig zijn om goed in de kennis-

samenleving te kunnen functioneren, te kunnen werken en om zich

levenslang door te kunnen ontwikkelen: ‘21st century skills’. De samen-

leving wordt effectiever en gelukkiger met behulp van de 7 gewoonten

van leiderschap. We leren de leerlingen de principes voor effectieve

persoonlijke ontwikkeling en gebruiken hiervoor deze 7 gewoonten

van ´The Leader in Me . Zij helpen leerlingen en leerkrachten om:

• Controle te krijgen over leven en werken

• Bewust te worden van persoonskenmerken, ambitie en talenten

• Goede en autonome beslissingen te kunnen nemen

• Meer te doen in minder tijd

• Meer zelfvertrouwen te krijgen

• Te werken aan een langdurige effectieve relatie

• Meer begrip voor en van elkaar te hebben

• Coöperatief en synergetisch samen te werken

• Lichaam, hart, hoofd en ziel met elkaar te verbinden en scherp

te houden

We zetten in op vaardigheden die passen bij de 21e eeuw. Hierbij

zoemen we in op:

• de ICT-geletterdheid

• het oplossingsgericht denken van onze leerlingen

• het stimuleren van creativiteit (divergent denken)

• wetenschap en technologie (het ontwikkelen van natuur- en

technologie activiteiten)

• aandacht voor een duurzame samenleving

Het Mozaïek wil op deze manier bouwen aan een betere wereld, te

beginnen op school. Het Mozaïek wil dat leerlingen en leerkrachten

onafhankelijke en verantwoordelijke mensen zijn. Met onze visie

hebben we het volgende doel voor ogen:

• We dragen bij aan een deel van de opvoeding van onze leerlingen

door onderwijs aan te bieden dat de cognitieve, creatieve, moto-

rische en sociaal-emotionele ontwikkeling omvat.

• We leren van en met elkaar. Leerlingen worden actief betrokken bij

het onderwijsproces. Hierbij maken we leerlingen eigenaar van hun

eigen leerproces.

• We zorgen voor een prettig leef-, speel- en leerklimaat met een taak-

gerichte werksfeer, waarvan veiligheid de basis vormt.

• We leren leerlingen samenwerken, we leren leerlingen oplossings-

gericht te zijn en stimuleren hun creatieve denkvermogen.

• We leren elkaar dat er duidelijke regels en afspraken zijn waar we

ons aan houden.

• We werken aan beter onderwijs, waarbij het planmatig, doelgericht,

proactief handelen van leerkrachten centraal staat. De onderwijs-

behoefte van leerlingen, het vooruit denken van te behalen doelen

zijn belangrijke onderdelen.

• We leren dat het belangrijk is om goed voor jezelf en elkaar

te zorgen.

Onze voornemens met betrekking tot de ontwikkeling van het onder-

wijskundige beleid gedurende de periode 2015-2019 zijn gebaseerd op:

• de pedagogische ontwikkeling in het kader van de zeven gewoontes

van leiderschap;

• analyses van de leeropbrengsten door middel van ons leerlingvolg-

systeem;

• het ontwikkelen van de 21e century skills bij onze leerlingen;

• de ontwikkelpunten naar aanleiding van ons laatste inspectiebezoek.

Uit dit geheel hebben wij onze missie geformuleerd.

Missie Het Mozaïek biedt leerlingen de mogelijkheid zich in een veilige leeromgeving, op een gestructureerde, uitdagende en onderzoekende wijze, voor te bereiden op het volwaardig deelnemen aan een steeds sneller veranderende samenleving. Kernwoorden zijn hierbij: zelf initiatief leren nemen, samen leren en werken, leren leren, bewuste keuzes leren maken en een eigen leerstijl ontwikkelen. Het Mozaïek biedt daarvoor een eigentijdse en rijke leeromgeving. De school begeleidt leerlingen bij hun sociaal emotionele ontwikkeling en hun persoonlijkheidsontwikkeling.


2.2 Religieuze identiteitGeïnspireerd vanuit de Bijbel, willen we de leerlingen leren zorg te

dragen voor elkaar, elkaar te respecteren en verantwoordelijkheid te

nemen in de wereld. Dit krijgt vorm in de omgang met elkaar, in het

onderwijs, in projecten en door het deelnemen aan acties. Bovendien

is het van belang dat leerlingen leren respect te hebben voor mensen

met een andere levensovertuiging. Op Het Mozaïek beleven we ons

geloof door het kerst- en paasfeest met elkaar te vieren. Daarnaast

hebben we een aantal vieringen waarin we de relatie leggen tussen

de 7 gewoonten en de Bijbel. Dagelijks geven wij – door gebed, zang,

verhalen en zeker ook door het omgaan met elkaar – inhoud aan

ons geloof. Naarmate de leerlingen ouder worden, worden de vragen

“Wat wil dit verhaal mij vertellen?” en “Wat kan ik er mee?” steeds

belangrijker. Hierbij hopen we dat ieder leerling leert de eigen keuze

te maken en verwachten we dat ze hierbij het gevraagde respect

verder ontwikkelen.

2.3 Pedagogische identiteitEen belangrijk uitgangspunt van onze school is dat het leerling centraal

staat. Hierbij leren leerlingen dat ze “moeten en mogen”. Wij vinden

dat zij ook geconfronteerd moeten worden met activiteiten en leer-

inhouden die voor hen niet leuk hoeven te zijn. Leerlingen worden

uitgedaagd zich een gefundeerde mening te vormen, waarbij een

respectvol standpunt van de ander als waardevol beschouwd moet

worden. De 7 gewoonten zijn een rode draad door de school.

De 7 gewoonten worden zoveel mogelijk tijdens allerlei activiteiten

toegepast. Het is belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen op school.

Er moet een goede sfeer zijn. Daarom is er aandacht voor de belang-

stelling, veiligheid, zorgen en pleziertjes van de leerlingen. Dit betekent

voor ons concreet dat we plezierig met elkaar omgaan, waarbij vechten,

pesten, vloeken en schelden niet passen. We hanteren een goed

gedrag protocol. We willen dat leerlingen zich hierdoor optimaal

kunnen ontwikkelen.

2.4 Onderwijskundige identiteitWe werken vanuit mogelijkheden en kansen. We gaan niet uit van

problemen van leerlingen, maar van hun onderwijsbehoeften. Het

onderwijs dat we aanbieden is systematisch en transparant en wordt

afgestemd op de onderwijsbehoeften en hun leerpotentieel van de

leerlingen. We richten ons op wat er nodig is om bepaalde doelen te

bereiken en op welke aanpak een positief effect gehaald wordt. We

geven onderwijs dat in grote mate afgestemd is op het leerling en op

de wensen, mogelijkheden en verwachtingen van school en ouders.

Dit onderwijs moet realistisch zijn. Realistisch voor leerling, leerkracht

en ouders. Daarnaast richten we ons ook op de ondersteunings-

behoeften van de leerkracht of ouders: Wat zijn hun vragen en

waaraan hebben zij behoefte: aan informatie, advies en/of begeleiding?

We vragen ons af welke vaardigheid nodig is om passend onderwijs

te bieden. Het onderwijs is zo georganiseerd dat leerlingen binnen de

groep op meerdere niveaus kunnen werken. Dit hoort thuis bij ons

schoolconcept: handelingsgericht werken. Op deze manier krijgen

leerlingen het onderwijsaanbod dat bij hen past. Voor leerlingen die

meer begaafd zijn, is er de mogelijkheid om een dagdeel naar de

bovenschoolse plusklas “Kaleidoscope” te gaan (gevestigd in

De Fontein).

Binnen de organisatie van ons onderwijs in de klas geven we struc-

tureel aandacht aan het “zelfstandig werken”, waar de leerlingen

leren eerst zelf na te denken vóórdat ze hulp vragen. Maar ook leren

leerlingen zelf na te kijken, zelf materialen te pakken en zelf keuzes te

maken. Dit vraagt om een kritische werkhouding en een actieve rol

van leerlingen. Dit vraagt van de leerkracht variatie in instructie- en

verwerkingsvormen.


Een mozaïek is uniek, geen mozaïek is hetzelfde.Ieder leerling is uniek.

3.1 InleidingIn de Wet op het primair onderwijs staat welke vakken de leerlingen

krijgen. Bij elk vak horen kerndoelen. Deze kerndoelen komen terug

in de methoden die wij op school gebruiken. De leerkracht verdeelt

de leerstof zo over het cursusjaar, dat de gestelde kerndoelen gehaald

worden. Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar

geeft elke leerkracht informatie over het aan te bieden lesprogramma.

De groepsleerkracht houdt in de gaten of de vorderingen die de leer-

lingen maken, voldoen aan hetgeen we mogen verwachten. Soms

lukt een leerling iets niet of heeft een leerling extra uitdaging nodig.

Voor veel leerlingen is het echter voldoende dat zij nog eens extra

uitleg krijgen of wat langer met concreet materiaal blijven werken. Er

ontstaat dan geen wezenlijke achterstand op het verwachte groeps-

gemiddelde. Bij sociaal-emotionele knelpunten besteedt de leerkracht

extra tijd aan het voeren van gesprekken met deze leerlingen of aan

het werken met de methode “Leerlingen en hun sociale talenten”. De

leerkracht bespreekt de toetsen observatiegegevens met de intern

begeleider, de IB. Eventueel doet de IB-er nog aanvullend onderzoek

voor een heldere probleemstelling. Indien nodig wordt een handelings-

plan opgesteld of het groepsplan aangepast. Daarin staat wat er extra

met de individuele leerling moet gebeuren. Met rekenen en spelling

maken de leerkrachten 2 groepsplannen per jaar. Hierin worden de

onderwijsbehoeften van de leerlingen genoemd om het gestelde doel

voor een bepaalde periode te behalen. Een groepsondersteuner werkt

niet zoals een remedial teacher dat deed in het verleden. We gaan niet

meer uit van wat een leerling niet kan, maar van een leerling wél kan.

Van daar uit helpen we een leerling verder. Soms voert de leerkracht

het handelingsplan zelf uit met het leerling, maar het kan ook gedaan

worden in samenspraak met de groepsondersteuner. Natuurlijk over-

leggen we eerst met de ouders voor een aanvullend, extra onderzoek

door de IB-er of bij extra leerhulp buiten de klas. Tevens worden

tijdstippen vastgesteld, waarop geëvalueerd moet worden om te kijken

of het beoogde doel bereikt is. De school beschikt over een orthotheek

waarin extra hulpmiddelen en materialen opgenomen zijn.

3.2 Het onderwijs aan de groepen 1/2Op Het Mozaïek streven we er naar dat de leerlingen van groep 1 en

2 bij elkaar in één groep zitten. Het onderwijs aan kleuters is vooral

gericht op spelend en ontdekkend leren. In groep 1 ligt de nadruk op

het wennen aan het naar school gaan en het werken in de groep. Er

is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. We stimuleren

leerlingen ook zelfstandig te worden. Denk hierbij aan zelfstandig de

jas aandoen, omkleden, naar het toilet gaan, enz. In groep 2 wordt

meer nadruk gelegd op het verkrijgen van basisvaardigheden die nodig

zijn om naar groep 3 te kunnen gaan. Door een groot aantal leerlingen

wordt een begin gemaakt met het leren lezen en rekenen. Er wordt in

de groep 1/2 veel aandacht besteed aan de taalvorming, omdat dit

de basis is voor veel andere vaardigheden. De leerkracht begeleidt de

3. Het onderwijs


leerlingen in het omgaan met elkaar en biedt materialen en activiteiten

aan die hen verder helpen in hun leer- en ontwikkelingsproces. Ze

observeert en registreert hoe ver een leerling is in de ontwikkeling

door middel van het observatiesysteem ‘BOSOS’. Er wordt gekeken

naar de volgende ontwikkelingsgebieden:

• Sociaal emotionele ontwikkeling

• Spelontwikkeling

• Motorische ontwikkeling

• Zintuiglijke ontwikkeling

• Taalontwikkeling

• Beginnende geletterdheid

• Beginnende gecijferdheid

Naast de BOSOS-registratie kunnen er CITO toetsen op het gebied

van taal en rekenen worden afgenomen. Deze geven ons ook de

mogelijkheid om, bij eventuele twijfel, na te gaan of leerlingen er aan

toe zijn om met het aanvankelijk lees-, schrijf- en rekenonderwijs in

groep 3 te starten.

Thematisch werkenHet werken in groep 1 en 2 gebeurt vanuit thema’s. We kiezen hierbij

thema’s die dicht bij de belevingswereld van de leerlingen liggen. Er

wordt aandacht geschonken aan de seizoenen en feesten/vieringen

in het jaar. Hiernaast is er elk jaar ook ruimte voor een aantal andere

thema’s. We werken ongeveer 3 tot 4 weken met één thema.

Activiteiten die dagelijks gedaan worden:

• 10-minuten inloop, vanaf 08.20 uur tot uiterlijk 08.30 uur.

Er wordt van de ouder verwacht dat deze op het laatstgenoemde

tijdstip het klaslokaal verlaten heeft.

• Dagopening in de kring. Er wordt besproken welke dag het is, wat

voor weer het is, en wat we die dag gaan doen met behulp

van dagritmekaarten.

• Taal- of rekenactiviteit in de kring. Een kringgesprek of activiteiten

rondom een prentenboek.

• Werkles. De leerlingen werken aan door de leerkracht gekozen

opdrachten. Daarnaast is er de mogelijkheid om verschillende

activiteiten te kiezen. We hebben een ruim aanbod aan

ontwikkelingsmaterialen.

• Ook wordt er veel gespeeld en gewerkt in diverse hoeken in de gang

en het lokaal en met het touchscreen.

• Buiten spelen.

Activiteiten die niet dagelijks, maar wel met regelmaat gedaan worden:

• Twee keer per week wordt er een Bijbelverhaal verteld tijdens de

ochtendkring.

• Twee keer per week is er klim- en klautergym.

• Werken met de iPad.

• Op woensdagochtend hanteren we de zogenaamde “woensdagklok”.

Per keer staat er een andere activiteit centraal. De voorkomende

activiteiten zijn: voorlezen, gezelschapsspelletjes, poppenkast, eigen

speelgoed. De “klok” hangt bij het lokaal.

Per week wordt aangegeven wat er aan de beurt is. De eerste twee

activiteiten doen we met behulp van ouders. U kunt zich hiervoor

door middel van een intekenlijst aanmelden.

3.3 Het onderwijs aan de groepen 3 en 4De leerkrachten van de groep 3 gaan door op wat de leerlingen in de

groepen 1 en 2 geleerd hebben. In het bijzonder waar het gaat om het

leren rekenen, lezen en schrijven. Maar natuurlijk is er meer. Er wordt

een begin gemaakt met de wereldoriënterende vakken. Leerlingen

kunnen begrijpen wat ze lezen en zich dus wat gemakkelijker dingen

eigen maken. In deze leerjaren worden de motorische vaardigheden

uitgebouwd tot ‘schrijven.’

3.4 Het onderwijs aan de groepen 5 tot en met 8Nadat het proces van aanvankelijk lezen, rekenen en schrijven in de

voorgaande jaren is afgerond, kunnen de leerlingen de opgedane

kennis en ervaringen verder gaan uitbouwen. Leerlingen kunnen dan

nog meer dan in de jaren daarvoor zelfstandig leerstof tot zich nemen.

Onze leerkrachten houden hier natuurlijk rekening mee. Het sociaal-

emotioneel aspect krijgt in deze groepen eveneens grote aandacht,

immers respect voor iedereen, verantwoordelijkheidsgevoel voor

zichzelf en anderen zijn thema’s die hoog in ons vaandel staan.

3.5 CombinatiegroepenHet leerlingaantal per groep maakt het niet altijd mogelijk om met

enkelvoudige groepen te werken. Daarom wordt soms een combinatie-

groep gevormd. Bij het samenstellen van een combinatiegroep letten

we op een gelijke verdeling van het aantal leerlingen met extra onder-

steuning, verdeling jongens en meisjes en vriendjes en vriendinnetjes.

We gaan hierbij zeer zorgvuldig te werk. De directeur beslist uiteindelijk

over de definitieve samenstelling.

3.6 Wat leren zij?Vakken in samenhangBinnen alle vakken die op ons rooster staan, maar met name binnen

de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, verkeer, bewegingsonderwijs,

muzikale vorming, tekenen, handvaardigheid en godsdienstonderwijs,

zijn aspecten te vinden van “vakken”, die wij, wettelijk gezien, moeten

aanbieden, maar die niet als zodanig op ons rooster staan.


Hierbij praten wij over:

• Maatschappelijke verhoudingen en burgerschap

• Geestelijke stromingen

• Staatsinrichting

• Bevordering gezond gedrag

• Techniek

Waar wij ons óók sterk voor maken, is het aandacht geven aan het

welzijn van uw kind, zowel op sociaal als emotioneel gebied. Zo

werken we bijvoorbeeld met het principe van “kleutermaatjes”,

waarbij leerlingen uit de groepen (7/)8 leerlingen uit de groepen 1

en 2 begeleiden bij diverse activiteiten. Ook is er een leerlingenraad

waar leerlingen uit de groepen 6 tot en met 8 zitting in hebben. In beide

voorbeelden kunnen leerlingen hun persoonlijk leiderschap oefenen.

3.7 MethodenWij streven naar een zo breed mogelijke basis van vaardigheden voor

onze leerlingen, zodat zij een goede aansluiting krijgen met het voort-

gezet onderwijs. We vermelden hieronder de voornaamste methoden.

Godsdienstige vorming:We maken gebruik van de methode “Leerling op Maandag”. We zoeken

passende liedjes bij de verhalen die we ook gebruiken bij de week-

opening. Door onze multiculturele maatschappij komen de leerlingen

in aanraking met mensen uit diverse culturen en met verschillende

religieuze achtergronden. Voor een goede verstandhouding is het

belangrijk dat de leerlingen enig inzicht krijgen in de belangrijkste

geestelijke stromingen zoals jodendom, islam, hindoeïsme en

boeddhisme. In “Leerling op Maandag” en de aardrijkskundelessen

komen de wereldgodsdiensten ook aan de orde.

Rekenen en wiskunde:We streven ernaar dat de leerlingen na 8 jaar basisonderwijs de basis-

vaardigheden hebben verworven om ons getallensysteem te kunnen

hanteren in dagelijkse situaties. We gebruiken de methode “Wereld

in getallen”, de vierde versie.

Lezen:Het is belangrijk dat leerlingen geschreven teksten kunnen lezen en

begrijpen. We gebruiken de methode “Lijn 3” in groep 3 en “Bliksem”

vanaf groep 5. Verder zijn er niveauleesboeken, een infotheek voor

groep 5 tot en met 8 en een klassenbibliotheek. Twee keer per week

wordt er aandacht besteed aan “Lekker Lezen”, waarbij de leesbeleving

voorop staat. Leerlingen lezen dan uit een boek naar keuze.

Taal:We hebben taal elke dag nodig om te communiceren, om de wereld

om ons heen te ordenen en te verkennen. We besteden ruim aandacht

aan zowel de mondelinge als schriftelijke taalvaardigheid. In de groepen

1/2 werken we met “Kindererklanken”, vanaf groep 4 werken we met

de methode “Taalactief”, 4e versie. Voor spelling gebruiken we de

methode Staal Spelling vanaf leerjaar 4.

Schrijven:De leerlingen moeten zich een goed en vlot handschrift eigen maken


dat goed leesbaar is en met een vlotte schrijfbeweging tot stand

komt. De gebruikte schrijfmethodes zijn” Schrijfdans” (groep 1/2), de

“Klinkers” (groep 3-8). De leerlingen schrijven vanaf halverwege groep

4 met een goede pen. Deze krijgen ze van school.

Bewegingsonderwijs:In onze gymlessen laten wij de leerlingen veel en veelzijdig bewegen.

Zij maken kennis met en doen ervaring op in een gevarieerd aanbod

van beweegthema’s en sportspelen. Wij leren hen om samen te werken,

elkaars beweegprestaties te respecteren, elkaar te helpen en eigen

grenzen te verleggen. Leerlingen mogen tijdens de lessen bewegings-

onderwijs geen sieraden dragen, oorknopjes uitgezonderd. Dit levert

namelijk gevaar op, waarvoor de school geen aansprakelijkheid kan

en wil dragen. Lange haren moeten in een staart worden gedragen.

Wereldoriëntatie:Wij vinden het essentieel dat de leerlingen begrijpen hoe de omgeving

in elkaar zit en kennis krijgen van hun eigen land, andere landen om

ons heen en verschillende culturen. Het is belangrijk dat de leerlingen

belangstelling krijgen voor historische gebeurtenissen, deze in de

geschiedenis kunnen plaatsen en verbanden kunnen leggen tussen

heden en verleden. Ook moeten de leerlingen enig inzicht krijgen in

onze en de Europese staatsinrichting. De leerlingen moeten leren de

natuur om zich heen te ontdekken, begrijpen dat zij zelf deel uitmaken

van die natuur en daar op een goede manier mee leren omgaan. We

werken met de aardrijkskundemethode “Geobas”. Voor geschiedenis

en natuur en techniek gebruiken we “Brandaan” en “Naut”. Daar-

naast hebben we een infotheek, schooltelevisie en projecten van

Milieueducatie. Met betrekking tot seksuele opvoeding bieden we aan,

wat in de methode aan de orde komt. Vanaf schooljaar 2016-2017

gaan we op school in samenwerking met de GGD met het onderwerp

Sociale Veiligheid aan de slag. Seksuele opvoeding en seksuele diversi-

teit zullen hierdoor in de lessen meer aan de orde komen. U kunt hier

meer over lezen in de Algemene schoolgids van SCOPE.

Expressie:Het gaat erom de leerlingen in contact te brengen met zoveel mogelijk

terreinen die de mogelijkheid bieden om tot creatieve uitingen te komen.

We onderscheiden tekenen, handvaardigheid, dansante vorming, bevor-

dering taalgebruik en muzikale vorming. Deze activiteiten vinden plaats

in alle groepen. Daarnaast is er op woensdag van 11.45 tot 12.15 uur het

Talent Moment 2.0. Het ene half jaar richten we ons op ICT geletterdheid

en het tweede halfjaar kiezen de leerlingen van groep 5 tot en met 8 uit

een aantal mogelijkheden voor een halfjaarlijkse workshop. Het aanbod

kan per jaar verschillen. De laatste jaren was er keuze uit onder andere

schaken, boetseren, tekenen, techniek, spaghettihaken, gebarentaal,

theatersport, koken, zingen, Deco patch, Power Point en toneel.

Sociale redzaamheid en verkeer:Het is belangrijk dat we de leerlingen vaardigheden en een houding

bijbrengen die hen in staat stelt zich een weg te vinden binnen de

groep, de school en in de maatschappij en om te kunnen gaan met

steeds wisselende situaties. Dit doen we met de methode “Leerlingen

en hun sociale talenten”. Verder wordt er in groep 7 naar het verkeers-

examen toegewerkt, met zowel een theoretisch als praktisch examen.

De afgelopen jaren hebben we in samenwerking met een verkeers-

docent een meerjarentraject praktische verkeerslessen voor groep

1 tot en met 8 opgezet. De leerkrachten van de groepen 1/2 geven

met ouderhulp lessen in oversteken. De leerkrachten van de groepen

3 en 4 geven met ouderhulp 1 fietsles per kalenderjaar. Er wordt in

de groepen 5/6 met “Op voeten en fietsen” en in groep 7 met de

“Jeugdverkeerskrant” gewerkt.

Engelse taal:Wij geven Engelse les aan de groepen 1 tot en met 8. Wij bereiden

de leerlingen voor op een toekomst die gericht is op samenwerking

en internationalisering/ globalisering. Om deze reden past in onze

ogen het geven van Engelse les aan de groepen 1 tot en met 8.

• Doelen voor groep 1 en 2: Spelenderwijs leren, mondelinge

communicatie en taalbegrip.

• Doelen voor groep 3 en 4: Uitbreiding van woordenschat

en spreekvaardigheid.

• Doelen voor groep 5 en 6: Concrete toepassing van

schriftelijke taalvaardigheden.

• Doelen voor groep 7 en 8: Functioneel, dagelijkse taalgebruik;

intensief oefenen van de vier basisvaardigheden.

Wij gebruiken hiervoor de methode “Take it easy”.

Sociale veiligheid en bevordering gezond gedrag:Sinds schooljaar 2017/2018 hebben we een beleidsplan met betrekking

tot Sociale veiligheid. Het doel van sociale veiligheid is om een zo veilig

mogelijke leer- en werkomgeving te creëren voor leerlingen, profes-

sionals en ouders/verzorgers. Een leef- en leerklimaat waarin al deze

partijen zich veilig voelen en zich positief verbonden voelen met de

school. Jaarlijks geven de leerkrachten in dat kader 10 uur les over rela-

ties en seksualiteit en 30 uur les over sociaal emotionele ontwikkeling.

Dit is structureel ingebed in het schoolbeleid. Daarnaast leren we de

leerlingen bewust om te gaan met hun lichaam, kennis hebben van hun

lichaam en van bedreigingen voor de gezondheid. In de groepen 1/2

nemen alle leerlingen op woensdag fruit mee om in de pauze te eten.

Computers/iPads:Inmiddels is de computer niet meer weg te denken uit het heden-

daagse onderwijs. Ieder lokaal beschikt over een interactieve beamer


of een touchscreen en een aantal computers. In groep 1 tot en met 4

maken we gebruik van iPads en in groep 5 tot en met 8 van chrome-

books. Deze worden ingezet als ondersteuning bij de lessen. Een

ideaal hulpmiddel bij het verrijken van de lesstof. En ook om leerlingen

met een speciale onderwijsbehoefte dát aan te bieden wat nodig is.

Al vanaf de onderbouw werken de leerlingen zelf met deze middelen.

Ook worden ze in hogere groepen veel gebruikt bij het geven van

spreekbeurten en presentaties.

Wetenschap en TechnologieNaast de lessen uit de methode “NAUT voor het vak natuur en

techniek”, organiseren we ook drie natuur en technologiemiddagen

voor de hele school. Een van onze leerkrachten is inmiddels opgeleid

tot Onderwijskundig Expert wetenschap en technologie (onder-

zoekend en ontdekkend leren).

Burgerschap en multiculturele samenleving:Wij vinden het onze taak om in een sfeer van vertrouwen en vanuit

onze identiteit als christelijke school in de eerste plaats de kennis

en de achtergrond die de leerlingen zelf meebrengen in de klas te

gebruiken om van elkaar te leren. De volgende punten hebben daarom

onze aandacht:

• We leren onze leerlingen zich kennis, vaardigheden en een houding

eigen te maken waardoor zij in staat zijn om op een positieve,

verantwoordelijke manier aan de samenleving deel te nemen. Naast

het gezin en de buurt is onze school een plek waar leerlingen leren

hoe de samenleving in elkaar zit en welke rol zij daar zelf in kunnen

spelen. We leren de leerlingen respectvol met de ander en met de

omgeving om te gaan. Het kennismaken met verschillende culturen,

tradities en geestelijke stromingen binnen onze samenleving en

het ontmoeten van leerlingen met verschillende achtergronden

speelt daarbij een belangrijke rol. Op die manier dragen we bij aan

de ontwikkeling van sociale vaardigheden, het besef van normen

en waarden en vergroting van maatschappelijke betrokkenheid. Dit

doen we onder andere door groep 7 en 8 leerlingen in te zetten als

“kleutermaatje”. Hierbij begeleiden oudere leerlingen de jongsten

en ze lezen hen bijvoorbeeld voor.

• Onze school staat midden in de samenleving. Daar waar mogelijk

sluiten we aan op ontwikkelingen en actuele gebeurtenissen. We

hebben ook een signalerende functie, vooral op het gebied van

veiligheid en zorg.

• We ontwikkelen normbesef bij leerlingen met het oog op het

voorkomen van maatschappelijke problemen.

• We bieden kennis aan en gaan in discussie over politieke en maat-

schappelijke ontwikkelingen in de samenleving. De leerlingen kunnen

daar een eigen visie op ontwikkelen.

• We leren de leerlingen hoe een democratische samenleving in elkaar

zit, onder andere door te werken met een leerlingenraad.

• Met elkaar willen we Europees en wereldburger zijn.

• We leren de leerlingen dat we niet alleen in Nederland, maar in

een breder verband leven.

Hierboven staat een opsomming van doelen die we willen bereiken.

Echter, niet alles wordt door alle leerlingen beheerst en zeker niet in

dezelfde mate. Leren is veelzijdig: uit het hoofd, uit een boek, in de

praktijk, op de computer, spelend, alleen én samen. Leren is een zaak

van leerlingen, leerkrachten én ouders.

• Met elkaar willen we Europees en wereldburger zijn.

• We leren de leerlingen dat we niet alleen in Nederland, maar in

een breder verband leven.

Hierboven staat een opsomming van doelen die we willen bereiken.

Echter, niet alles wordt door alle leerlingen beheerst en zeker niet in

dezelfde mate. Leren is veelzijdig: uit het hoofd, uit een boek, in de

praktijk, op de computer, spelend, alleen én samen. Leren is een zaak

van leerlingen, leerkrachten én ouders.

3.8 Kwaliteit van ons onderwijsOm de kwaliteit van ons onderwijs te blijven verbeteren, werken

we “opbrengstgericht”. Dit betekent dat we twee keer per jaar,

na elke toetsweek, een trendanalyse maken. We analyseren de

toetsgegevens, trekken conclusies en verbinden hier acties aan.

• Er komt tijd vrij om te observeren.

• Er is tijd over om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte

van een leerling of van groepjes leerlingen.

3.9 Huidige veranderonderwerpen Ieder jaar evalueren we ons onderwijs en bespreken de mogelijke

verbeterpunten. Hierbij kan (na)scholing een rol spelen. Een aantal

ontwikkelingen is al ingezet en gaan we dit jaar voortzetten en verdie-

pen, te weten: het werken met de 7 gewoonten, het geven van Engels,

leesonderwijs en wetenschap en techniekonderwijs. Dit betekent dat

we in dit schooljaar met de volgende onderwerpen aan de slag gaan:

• Het verder werken in de groepen op de manier van The Leader in Me.

• Het geven van Engels.

• Ontwikkeling voortzetten van wetenschap en technologieonderwijs.

• Ontwikkeltraject ‘sociale veiligheid’.

We hebben ons in 2016-2017 ontwikkeld op de volgende gebieden:

• Het werken in de groepen op de manier van The Leader in Me.

• Is groep 4-6 gaan werken met de methode Staal Spelling.

• We zijn in de leerjaren 4-8 gestart met de methode Taal Actief 4.


• De didactische vaardigheden in het algemeen en specifiek m.b.t. het

vak Engels.

• Hebben we drie wetenschap - en technologiemiddagen ontwikkeld

en vormgegeven.

3.10 Uitstroomgegevens 2013 - 2017 In de tabel op de volgende pagina is weergegeven naar welk schooltype

de leerlingen van de groepen 8 vorig schooljaar gingen. Wij streven er

naar om zoveel mogelijk eenduidige adviezen te geven omdat dit meer

helderheid geeft. Het sluit echter niet uit dat een leerling toch in een

dakpanklas geplaatst wordt in het voortgezet onderwijs. Schoolscore

Centrale Eindtoets is 221,9 (landelijk gemiddelde 209,8).

3.11 Zelfstandigheid in de groepen 1 t/m 8Zelfstandigheid van leerlingen is één van onze opvoedingsdoelen.

Zelfstandigheid moet een houding zijn of worden van binnenuit, een

attitude. Wij hanteren samen met de leerlingen “zelfstandig werken”

als werkvorm. Zo werken we in alle groepen met het principe van

“uitgestelde aandacht” en een “kleine kring” of een instructietafel.

Voor de leerkracht heeft het hanteren van het principe van zelfstandig

werken onderstaande voordelen:

• Er komt tijd vrij om te observeren.

• Er is tijd over om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoefte van

een leerling of van groepjes leerlingen.

• Er is een mogelijkheid om leerlingen te stimuleren de eigen

problemen te leren oplossen.

• Zelfstandig werken maakt het op den duur mogelijk met een dagtaak

te werken. Aan het begin van de ochtend krijgen leerlingen uitleg

over de vakken die op die bepaalde dag aan de orde komen. De leer-

lingen kunnen zelf de volgorde bepalen waarin zij hun maakwerk voor

de betreffende vakken doen.

• Bij de uitleg voor de dagtaak krijgen alle leerlingen een korte

instructie. Leerlingen die begrijpen wat er van hen verwacht wordt,

gaan dan aan de slag. Leerlingen die meer instructie nodig hebben,

krijgen die aan de instructietafel (verlengde instructie).

3.12 SchoolbenodigdhedenVoor bewegingsonderwijs, gym, geldt dat voor de groepen 1/2 ouders

voor eenvoudige gymschoenen – zonder veters – zorgen. Voor groep 3

tot en met 8 geldt dat de ouders zelf voor volledige gymkleding, zoals

sportschoenen, korte broek, shirt, moeten zorgen. In groep 4 krijgen

de leerlingen een vulpen van school. Indien de pen door misbruik

stuk gaat, dient u voor een nieuw exemplaar te zorgen. Dit kan via de

school. Vanaf groep 6 moeten de leerlingen een agenda meenemen.

We verwachten dat de leerlingen een stevige tas of rugzakhebben

voor huiswerk en sportkleding.

3.13 Portfolio en rapporten In de groepen 1-4 is inmiddels een start gemaakt met het werken met

een portfolio. Komend schooljaar gaan ook de groepen 5-8 hiermee

starten. Het portfolio laat de ontwikkeling van leerlingen zien aan

de hand van de persoonlijke leerdoelen. Onderdeel van het portfolio

voor groep 1/2 is een overzicht van BOSOS, het observatie-systeem

voor de kleutergroepen. In groep 3 -8 komt daarvoor in de plaats

het rapport. Het rapport laat de resultaten zien die behaald zijn op

de methodetoetsen. Bij de rapporten ontvangt u een overzicht van

de behaalde resultaten op de landelijk genormeerde toetsen van ons

CITO-leerlingvolgsysteem. De portfolio’s worden in februari en in aan

het einde van het schooljaar meegegeven naar huis.

3.14 Aantal uren per weekIn onderstaande tabel staat hoelang we wekelijks aandacht besteden

aan de diverse vakken. Vaak lopen vakken in elkaar over en is er geen

duidelijke scheidslijn. In het schoolplan 2015 - 2019 staat dit nader

uitgewerkt. U kunt dit opvragen bij de directeur.

2013 - 2014 2014 - 2015 2015 - 2016 2016 - 2017

VWO 21% 17% 29% 25%

HAVO/VWO 1% 10% 15% 22%

HAVO 29% 26% 15% 20%

VMBO theoretische leerweg/HAVO 8% 5% 9% 13%

VMBO theoretische leerweg 32% 24% 24% 13%

VMBO basis/kaderberoepsgerichte leerweg 6% 17% 7% 5%

VMBO basis/kader met leerwegondersteuning (=LWOO) 3% 1% 1% 2%

Praktijkonderwijs


Groep 1 2 3 4 5 6 7 8

Godsdienstige vorming 2.00 2.00 2.00 2.00 2.00 2.00 2.00 2.00

Rekenen - - 3.00 4.25 5.00 5.00 5.00 5.00

Rekenactiviteiten 3.00 3.00 - - - - - -

Taal - - - 4.50 5.00 5.00 5.00 5.00

Voorbereidend/Aanvankelijk/Technisch lezen 6.00 6.00 8.00 2.00 0.75 0.50 0.50 2.30

Spelling 0.50 0.50 0.50 0.75 0.75

Schrijven 0.25 0.25 1.75 1.00 0.50 0.50 0.50 0.50

Begrijpend lezen 0.50 2.25 2.50 2.00 2.00

Bewegingsonderwijs 6.50 6.50 2.00 2.00 2.00 2.00 2.00 2.00

Wereldoriëntatie

Geschiedenis

Aardrijkskunde

Natuur & techniek

- - 1.00 1.00 2.50 2.50 2.50 2.50

Engels 0.75 0.75 0.50 0.75 0.75 0.75 1.00 1.00

Expressie

Tekenen

Handvaardigheid

Muziek

Talent Moment

2.50 2.50 2.50 2.25 2.25 2.25 2.25 2.25

Sociale vaardigheden 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50

Verkeer 0.25 0.25 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50 0.50

Pauze 1.25 1.25 1.25 1.25 1.25 1.25 1.25 1.25

Totaal 23 23 23 23 25.75 25.75 25.75 25.75

Gymrooster Groep

Maandagmiddag 3a, 4a, 4b, 5b, 7b, 8b

Woensdag 3a, 3b, 4a, 5a, 6a, 6b, 7a, 8a

Donderdagmiddag 3b en 8a

Vrijdagochtend 3b, 3c, 4b, 5a, 5b, 6a, 6b, 7a, 7b, 8b


4. LeerlingbegeleidingEen mozaïek is een passend geheel en kent ruimte.Om tot dat passend geheel te komen is zorgvuldigheid vereist. Het kan

alleen een mooi geheel worden als we goed en bij elkaar passen. Maar

elkaar ook de ruimte geven.

4.1 Leerlingvolgsysteem Groep 1 en 2Bij het volgen van de ontwikkeling van de leerlingen van de

onderbouw, hanteren wij “BOSOS” als observatiesysteem.

BOSOS staat voor:

• Beredeneerd aanbod;

• Observeren;

• Signaleren;

• Opbrengst gericht;

• Specifiek voor jouw praktijk.

Door volgens dit systeem te kijken naar leerlingen, houden we

nauwkeurig bij, hoe ieder leerling zich ontwikkelt. Om een objectief

beeld van de ontwikkeling van de leerlingen te krijgen, maken we zo

nodig vanaf groep 2 gebruik van het CITO leerlingvolgsysteem.

In groep 1 en 2 maken we incidenteel gebruik van de CITO voor:

• Rekenen voor kleuters;

• Taal voor kleuters.

Groep 3 t/m 8Om een helder beeld te krijgen van de cognitieve ontwikkeling van uw

kind, nemen we zowel methode gebonden toetsen als CITO toetsen

af. In groep 3 tot en met 8 gebruiken we de CITO voor:

• Technisch lezen;

• Spelling;

• Begrijpend lezen;

• Rekenen.

Vanaf groep 3 ontvangen ouders twee keer per jaar een overzicht van

deze landelijk genormeerde CITO toetsen in grafiekvorm. Vanaf groep

6 krijgen de leerlingen ook een uitstroomprofiel van CITO mee.

Sociaal-emotionele ontwikkelingVoor de sociaal-emotionele ontwikkeling volgen wij de leerlingen door

twee keer per jaar een daarvoor ontwikkelde scoringslijst in te vullen,

de zogenaamde SCOL (Sociale Competentie Observatie Lijst). Deze

lijst wordt per leerling ingevuld door de leerkracht. We verwerken deze

gegevens digitaal, waarna we een analyse kunnen maken van kansen

en bedreigingen per groep en per individuele leerling. De leerlingen

van de groepen 6 tot en met 8 vullen deze lijst ook zelf in.

ParnasSysDe registratie van alle toetsgegevens vindt plaats in het digitale leerling-

volgsysteem ParnasSys. Dit leerlingvolgsysteem wordt tevens gebruikt

om verslagen van (ouder)gesprekken, gemaakte afspraken en informatie

vanuit andere instanties centraal op te slaan. Dit ‘dossier’ valt onder

de Wet Registratie Persoonsgegevens en wordt alleen gebruikt voor

schoolinterne aangelegenheden. Derden hebben zonder toestemming

van betrokken ouders geen inzage in deze dossiers. Vorig jaar is een

start gemaakt met het ouderportaal van ParnasSys. Ouders hebben op

deze wijze zelf inzicht in gegevens van hun leerling en wellicht kan de

communicatie tussen leerling, leerkracht en ouder nog efficiënter

kan plaatsvinden.

DyslexieVoor de lees en spellingsvorderingen volgen we het Leesprotocol. Bij

een vermoeden van dyslexie neemt de Intern Begeleider (IB) extra

toetsen af. Ouders worden hiervan dan op de hoogte gebracht. Een

dyslexieverklaring kan alleen afgegeven worden door een bevoegde

externe instantie. Het dyslexieonderzoek wordt door de ouders aan-

gevraagd. Bij een leerling met een dyslexieverklaring wordt gekeken

naar wat hij of zij nodig heeft, u moet hierbij denken aan vergrote

versie van toetsen of het voorlezen van toetsen.

Centrale eindtoets in groep 8De leerlingen van groep 8 maken in april de Centrale eindtoets. De

toets die we hiervoor gebruiken is Route 8. Deze toets wordt digitaal

afgenomen en is ook geschikt voor dyslectische leerlingen. De uitslag

volgt kort nadat de toets door alle leerlingen is gemaakt.


4.2 Sociaal-emotionele ontwikkelingNaast het aanleren van schoolse vaardigheden willen wij leerlingen

ook de mogelijkheid bieden zich te ontwikkelen in een houding van

zelfvertrouwen, zelfkennis en positief gedrag. Wij volgen deze ont-

wikkeling en proberen de juiste voorwaarden te scheppen, zodat ieder

leerling zich veilig, geborgen en geaccepteerd voelt. Hierover kunt u

ook verder lezen in het hoofdstuk over veiligheid.

Indien nodig voert de leerkracht individuele oplossingsgerichte

gesprekken met leerlingen. We zetten groepsinterventies in wanneer

er sprake is van een verstoorde groepsdynamiek. We kunnen hiervoor

gebruik maken van onze eigen specialisten op het gebied van gedrag,

eventueel in samenwerking met externe specialisten.

Goed gedrag protocolWe hebben er voor gekozen om het anti-pestbeleid een “goed gedrag

protocol” te noemen. De De STOP methode is hier in verwerkt. De

STOP methode heeft als uitgangspunt dat leerlingen hun eigen grens

aangeven en duidelijk maken: “tot hier en niet verder”. Ze leren voor

zichzelf op te komen én zelf een (dreigend) conflict aan te pakken. De

7 gewoonten zijn verwerkt in het goed gedrag protocol. U kunt het

terugvinden op onze website www.pcbhetmozaiek.nl.

4.3 Interne begeleiding en externe begeleidingOp het Mozaïek zijn 2 intern begeleiders beschikbaar. Zij zorgen

ervoor dat alle zorgactiviteiten gecoördineerd en planmatig verlopen.

Zij dragen mede zorg voor de leerling dossiers, nemen individueel

toetsen af, interpreteren toets uitslagen, organiseren hulp voor leer-

lingen met problemen en bespreken de handelings- en groepsplannen

met de groepsleerkrachten. Tevens bereiden zij de toets, groeps- en

leerlingbesprekingen voor, doen groepsbezoeken en onderhouden

contacten met het speciaal onderwijs. Ze dragen zorg voor het

regelmatig evalueren van de vorderingen van de leerlingen. De IB’ers

hebben periodiek overleg met de directie. Daarnaast onderhouden ze

contacten met relevante externe organisaties.

De leerkrachten van de onderbouw kunnen in overleg met de IB’er

extra leerhulp buiten de groep aanvragen (zorgondersteuning).

Daarnaast kan de IB’er een coachende rol vervullen richting de leer-

kracht en ook richting individuele leerlingen. De groepsleerkracht is

en blijft het aanspreekpunt voor ouders wat betreft de vorderingen

van de leerlingen. De IB’er voert, indien we dit nodig vinden, samen

met de leerkracht gesprekken met de ouder(s).

Externe begeleidingNaast de interne begeleiding maken we ook gebruik van externe bege-

leiding. Er kan overlegd worden met de orthopedagogen van Scope,

Dagmar Habets en Caroline Voets of de aan onze school verbonden

onderwijsadviseur van het Samenwerkingsverband, mevrouw Bea

Bongers. Ook bestaat de mogelijkheid om externe hulp in te roepen

van het expertteam van de AED, Ambulante Educatieve Dienst. Zij

kunnen dieper op de problematiek ingaan.

Dit kan zijn door:

• observatie in de groep;

• didactisch onderzoek;

• onderzoek naar leermogelijkheden;

• persoonlijkheidsonderzoek.

4.4 OndersteuningsarrangementAls extra instructie in de groep niet voldoende is voor een leerling, kan

voor een ondersteuningsarrangement gekozen worden. Deze onder-

steuning kan aangevraagd worden d.m.v. een groeidocument welke

besproken wordt in een BOT (Breed Ondersteunings Team). Bij deze

bespreking zitten externen, ouders , leerkrachten, ib’er en directie.

Tevens worden tijdstippen vastgesteld, waarop geëvalueerd moet

worden om te kijken of het beoogde doel bereikt is. De school

beschikt over een orthotheek (verzameling onderwijsleermaterialen)

waarin extra hulpmiddelen en materialen opgenomen zijn. Het kan

nodig zijn om u als ouders in te schakelen bij de extra zorg voor uw

kind. Wij kunnen u bijvoorbeeld vragen om thuis met uw kind de

leerstof extra te oefenen. Indien nodig geven wij advies om contact

op te nemen met deskundigen, zoals het JGT (jeugd- en gezinsteam),

fysiotherapeut, logopedist, ergotherapeut of huisarts.

4.5 Verlengen, doublerenWe gaan ervan uit dat leerlingen in principe twee volledige school

jaren kleuteronderwijs volgen. Voor leerlingen die in de periode

augustus t/m december (zogenaamde najaarsleerlingen ) op school

komen, geldt in beginsel dat ze na de zomervakantie naar groep 2

gaan. Dit wil niet zeggen dat de leerling vanzelfsprekend het jaar

daarop naar groep 3 gaat. In groep 2 wordt uw kind verder gevolgd

in de ontwikkeling. Op basis van observaties en toetsgegevens wordt

bekeken of uw kind een verkorte of een verlengde kleuterperiode

nodig heeft. Verlenging houdt geen zittenblijven in, maar is een

voortgang van wat een leerling al kan. In de groepen 3 tot en met 8 is

voor de totale ontwikkeling van een leerling een doublure soms

noodzakelijk. Er worden tussen en einddoelen tijdens het herhalings-

jaar gesteld. Een leerling mag in de gehele schoolperiode maximaal

eenmaal een extra jaar doorlopen (kleuterverlenging telt hierbij niet

mee). Voordat besloten wordt tot het nogmaals doorlopen van een

leerjaar, hebben ouders en school elkaar enkele malen gesproken om

een gezamenlijk standpunt in te nemen. De uiteindelijke verantwoor-

delijkheid voor een besluit (beslissingsbevoegdheid) ligt bij de directie.

Ook bestaat voor leerlingen de mogelijkheid om binnen de groep

waarin ze zitten, één of meerdere vakken op hun eigen niveau te



volgen door middel van een individueel leertraject. Voor deze leerlingen

maken we een groeidocument met ontwikkelperspectief (OPP). Aan

de hand daarvan weten we in te schatten wat het te verwachten

eindniveau van uw kind is. Na overleg met de ouders worden er

minimumdoelen geformuleerd. Aan het eind van groep 8 moeten

leerlingen die in dit traject zitten, minimaal het niveau van groep 6

kunnen halen.

4.6 Leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefteOp elke school zijn leerlingen aanwezig die op één of meer kennis-

gebieden of in hun sociaal-emotionele ontwikkeling niet voldoende

kunnen profiteren van het geboden onderwijs. Op dat moment komen

de onderwijsbehoeften van deze leerling nadrukkelijker in beeld en

ontstaan er ook vragen. Waarom lukt iets niet? Wat kunnen wij doen

om het wel te laten lukken en wat doen we als dit geen resultaat

oplevert? Wat is het ontwikkelperspectief van deze leerling? Wat

kunnen we de komende jaren van dit leerling verwachten? Moet

het leerling werken met een eigen leerlijn? Leerlingen kunnen een

achterstand, maar ook een voorsprong hebben op het gemiddelde

groepsniveau. Zowel minder – als meerbegaafde leerlingen hebben

extra ondersteuning en begeleiding nodig. We streven ernaar de juiste

begeleiding binnen onze school te bieden. Belangrijke uitgangspunten

daarbij zijn:

• zo vroeg mogelijk signaleren van aandachtspunten;

• gebruik maken van de ervaring en deskundigheid van elkaar

door overleg;

• inzet van de specialistische kennis van de IB;

• doelgericht en planmatig werken en evalueren.

Leerlingen krijgen alleen een individueel leerplan, als zij het gemiddel-

de groepsniveau niet kunnen volgen en hun specifieke onderwijsbe-

hoefte hierom vraagt. Op dat moment zullen we een groeidocument

gaan invullen. Hierin worden de stimulerende- en belemmerende

factoren en de onderwijsbehoefte van de leerling genoemd. Tevens

wordt het ontwikkelperspectief van de leerling in beeld gebracht. Dit

wordt besproken in een BOT-overleg, (breed ondersteunings team).

Meer begaafde leerlingenLeerlingen die meer aankunnen dan de basisstof krijgen een individueel

afgestemd onderwijsaanbod. Dit afgestemde onderwijs zal veelal in

de klas plaatsvinden. Deze leerlingen maken geen herhalingsstof en

de oefen tijd wordt ingekort. In de tijd die overblijft, krijgt de leerling

verrijkingsstof aangeboden. Voor een heel klein percentage leerlingen

is deze maatregel nog te weinig om te komen tot leren. Voor deze

leerlingen, de hoogbegaafden, is er nog een ander aanbod voor een

dagdeel in de week. Er is een bovenschoolse plusklas die hierin voor-

ziet: Kaleidoscope. Buiten het extra onderwijsaanbod, wordt ook

tegemoet gekomen aan de andere manier van denken en leren en het

ontmoeten van ontwikkelingsgelijken. Om in aanmerking te komen

voor deze bovenschoolse voorziening wordt een signalerings-

instrument SiDi lijst en het groeidocument ingevuld. De leerling wordt

daarna besproken in een BOT. In dit overleg zijn ouders, leerkrachten,

intern begeleider en orthopedagoog en directie aanwezig. Voor meer

informatie hierover kunt u kijken op www.mikpunt.nl.

4.7 Toets-, groeps- en leerlingbesprekingenIn groep 1 en 2 vinden er groeps- en leerlingbesprekingen tussen

IB’er en leerkracht plaats naar aanleiding van ons observatiesysteem

(BOSOS), zo nodig CITO Rekenen en CITO Taal voor kleuters. Deze

besprekingen vinden plaats in september, november, maart en juni.

Groep 3 tot en met 8 heeft twee CITO toetsweken. De resultaten van

de toetsen worden besproken tijdens de toetsbesprekingen met IB’er

en leerkracht in maart en juni. Zorgleerlingen en het groepsplan worden

besproken tijdens de groepsbesprekingen in september, november en

maart. Tijdens het overleg tussen de IB ’ers en het managementteam

worden de toetsresultaten op schoolniveau besproken.


http://www.mikpunt.nl

Uitdaging en plezier in het leren staan voorop. Maar leren is ook een

sociale activiteit. De school is een gemeenschap op zich met duidelijke

leefregels. Als leerling maak je deel uit van die gemeenschap. Daarom

zien wij het ook als onze taak leerlingen vaardig te maken in het leren

en werken in een groep. Met aandacht en respect voor ieders persoon-

lijk belang én het groepsbelang. Een belangrijk uitgangspunt van onze

school is dat het leerling centraal staat. Hierbij leren leerlingen dat ze

“moeten en mogen”. Wij vinden dat zij ook geconfronteerd moeten

worden met activiteiten en leerinhouden die voor hen niet leuk hoeven

te zijn. Leerlingen worden uitgedaagd zich een gefundeerde mening te

vormen, waarbij een respectvol standpunt van de ander als waardevol

beschouwd moet worden. De 7 gewoonten zijn een rode draad door

de school. De 7 gewoonten worden zoveel mogelijk tijdens allerlei

activiteiten toegepast. Het is belangrijk dat leerlingen zich thuis voelen

op school. Er moet een goede sfeer zijn. Daarom is er aandacht voor

de belangstelling, veiligheid, zorgen en pleziertjes van de leerlingen.

Dit betekent voor ons concreet dat we plezierig met elkaar omgaan,

waarbij vechten, pesten, vloeken en schelden niet passen. We

hanteren een goed gedrag protocol. We willen dat leerlingen zich

optimaal kunnen ontwikkelen.

5. Pedagogisch klimaat


Een mozaïek is kleurrijk.De school met al haar leerlingen, ouders en teamleden is veelkleurig

Een mozaïek is een geheel van delen.Een mozaïek is een geheel van delen. Ieder leerling, ouder en teamlid

heeft een aandeel in de school.

6.1 Contacten tussen school en oudersWe vinden het belangrijk om ouders zorgvuldig en volledig te

informeren over de ontwikkeling en vorderingen van hun leerling en

over het onderwijs en de organisatie in het algemeen. Het weder-

zijds vertrouwen tussen leerkrachten en ouders, tussen school en

thuis is voor ons een noodzaak. Dialoog is dus onmisbaar. Dialoog

vanuit openheid en vertrouwen. Hierbij vormt het belang van het

leerling en de groep waar het leerling deel van uitmaakt de basis voor

ouder-schoolcontacten. We hopen dan ook dat ouders met al hun

vragen over de school contact met ons opnemen. Inhoudelijke vragen

bespreken we graag persoonlijk. Overige organisatorische vragen en

mededelingen kunnen rechtstreeks per e-mail met de leerkracht

geregeld worden. Tijdens de informatieavond ontvangt u het

e-mailadres van de leerkracht.

• Reguliere contactmomenten Alle ouders worden bij aanvang van het nieuwe schooljaar uitgenodigd

voor een ouder-vertelgesprek. Vervolgens vinden er in november

oudergesprekken plaats op uitnodiging van de leerkracht of als de

ouders zelf aangeven behoefte te hebben aan een gesprek. Het

uitgangspunt is dat de leerkracht en ouders elkaar binnen die tijd in

elk geval één maal gesproken hebben. Na het rapport in februari

(onderdeel van het Portfolio) worden alle ouders voor een gesprek

n.a.v. het rapport uitgenodigd. Indien noodzakelijk vindt ook aan

het einde van het schooljaar, na het tweede rapport, een gesprek met

de leerkracht plaats.

• Gesprek met de leerkracht Als u buiten de reguliere contactmomenten behoefte heeft aan een

gesprek, maak dan gerust een afspraak. Vóór schooltijd willen we

de leerlingen alle aandacht geven en is er geen gelegenheid voor

overleg. Voor het doorgeven van organisatorische mededelingen,

kunt u de leerkracht ook mailen.

• Gesprek met de intern begeleider (IB-er) en de leerkracht Dit gesprek vindt alleen plaats als een leerkracht naar de IB verwijst.

De taak van de IB is namelijk het ondersteunen van de leerkracht bij

het begeleiden van de leerlingen. Het gesprek gaat dan ook specifiek

over individuele begeleiding.

• Gesprek met de directeur Dit vindt plaats als de leerkracht en/of IB er niet uit komen en er een

vervolggesprek nodig is.

• Oudervertelgesprekken Wanneer een leerling in groep 1 start nodigt de leerkracht u binnen

6 weken uit voor een zogenaamd oudervertelgesprek. Naar aanleiding

van een vragenlijst kunt u vertellen over uw kind. Vanaf groep 2 t/m

8 geven wij ouders aan het begin van het schooljaar de mogelijkheid

om ook gebruik te maken van het oudervertelgesprek.

• Informatieavond Op deze avond - bedoeld voor de groepen 1 t/m 8 en georganiseerd

aan het begin van het schooljaar - kunt u kennismaken met de nieuwe

leerkracht en wordt u het een en ander verteld over de leerstof, het

spelmateriaal, de methoden en voor groep 8, de procedure naar het

voortgezet onderwijs.

• ‘Kom, kijk en bewonder’ Viermaal per jaar bent u ‘s morgens van 8.30 tot en met 8.45 uur

welkom in de groep om samen met uw kind het schoolwerk te be-

kijken. Uw kind kan u dan laten zien aan welke doelen gewerkt is.

• Advies voortgezet onderwijs In november wordt met de ouders en de leerling gesproken over

het voorlopig advies. De leerkracht van groep 8 nodigt de ouders

en leerlingen in maart opnieuw op school uit. Tijdens dit gesprek

wordt het definitieve advies voor het voortgezet onderwijs besproken.

Dit advies is niet vrijblijvend. Tijdens de informatieavond hoort

u hierover meer.

• Inloopavond U bent van harte welkom op de inloopavond aan het eind van het

schooljaar. U kunt dan samen met uw kind het portfolio (groep 2

tot en met 7) ophalen op school.

• Internetsite Op www.pcbhetmozaiek.nl kunt u informatie van onze school vinden.

Zo kunt u er de nieuwsbrieven, foto’s, de schoolvakanties en de

belangrijke data van dit schooljaar lezen. Het is dus aan te raden

regelmatig een kijkje te nemen.

• Nieuwsbrief De nieuwsbrief komt om de week digitaal uit. U krijgt hem op

woensdag toegestuurd. Wanneer uw e-mailadres verandert, vragen

we u dit tijdig per mail aan de administratrice door te geven

6. Contacten met ouders



([email protected]). De nieuwsbrief bevat allerlei aanvullende

informatie over schoolse zaken, afspraken, inschrijfformulieren

en data. Informatie van het team, de overblijfgroep (TSO), de

Schoolraad en de Medezeggenschapsraad. Mocht u een nieuwsbrief

missen, dan kunt u deze ook nalezen op onze website.

• Ouderportaal ParnasSys Afgelopen schooljaar gaan we van start met het Ouderportaal van

ParnasSys. Via dit ouderportaal kunt u gegevens van uw kind inzien.

We gaan dit portaal gefaseerd invoeren. Via onze Nieuwsbrieven

houden we op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied.

• Brieven Brieven van school zullen wij u digitaal toezenden. Ook hierom is

het actueel houden van ons e-mail adressenbestand zeer belangrijk.

6.2 OuderhulpNaast de Schoolraad (SR) en de Medezeggenschapsraad (MR) (zie

SCOPE PO gids) zijn er vele ouders die bij activiteiten helpen als de

leerkracht erom vraagt. Ze begeleiden bijvoorbeeld leerlingen bij

sportactiviteiten, schoolreisjes, computerles, gezelschapsspelletjes,of

ze lezen voor in groep 1-2. Maar ze helpen ook mee bij het schoon-

maken van de klas. Per klas zijn er één of twee contactouders. Bij alle

activiteiten blijft de leerkracht en/of directie eindverantwoordelijk.

6.3 Medezeggenschapsraad (MR)De MR bestaat uit een gekozen vertegenwoordiging van de ouders

en teamleden van Het Mozaïek. Drie ouders en drie teamleden. Zij

adviseren de directie van de school op beleidsniveau. Ook hebben ze

een signalerende functie. Hiernaast moeten ze de begroting die de

penningmeester van de Schoolraad jaarlijks maakt, goedkeuren.

Op een aantal gebieden heeft de MR instemmingsrecht, zoals

bijvoorbeeld bij het wijzigen van beleid, bij de formatie voor het

komende schooljaar, de schoolgids en het schoolplan. De MR heeft

ook een leerlingenraad opgericht. Deze bestaat uit leerlingen van de

groepen 6 tot en met 8. Zij denken na over vragen die de school hen

stelt, geven advies en komen met ideeën. Aan deze raad is een ouder

als procesbegeleider verbonden. De voorzitter is bereikbaar

via [email protected].

6.4 SchoolraadDe SR bestaat uit ca. 10 ouders die de school ondersteunen bij de

organisatie van jaarlijks terugkerende vieringen (Sinterklaas, Kerst,

Pasen en afscheid groep 8) en incidentele activiteiten (denk aan de

Koningsspelen, lustrumjaar en sponsorjaar). Ze zorgt er ook voor –

samen met een enthousiaste groep hulpouders – dat de school altijd

aantrekkelijk, afwisselend en seizoensgebonden aangekleed is.

Op woensdag na elke schoolvakantie coördineert de SR de hoofdluis-

controle in alle groepen. Aan het begin van elk schooljaar geeft de

SR alle contactouders instructies over de invulling van het contact-

ouderschap. Daarnaast zorgt de SR ervoor dat infotheek vier ochtenden

per week bemenst wordt en dat de collectie regelmatig wordt aan-

gevuld. De directie houdt de SR op de hoogte gehouden van de

ontwikkelingen en gebruikt de leden regelmatig als klankbord. De

SR heeft voor de school ook een signaalfunctie. De SR zet zich in

principe in voor school-/groepsbrede zaken. Voor individuele zaken

kunt u terecht bij de leerkracht of de schoolleiding.

Oudervertegenwoordiging Personeelsvertegenwoordiging

Steffelien BuikemaStefan de Vries

Marloes Nobel Anneke Meijer

Bas Stuurman

VoorzitterKees Kool

Schoolraad

Karen Shurink

Voorzitter

Emmy Rijnsburger

Rachel Sendra

de Jongste

Astrid van der

Waals

Bianca de Lange Paulien

Nieuwenhuis

Willeke van de Geer Laura Kras

Sandra van der

Zwan

Wendy Bosman

Dirk-Jan

Noorbergen

Alexander Kruisman




Als u interesse heeft om lid te worden van de SR, meer over haar

activiteiten wilt weten of een agendapunt wilt inbrengen, kunt u altijd

vrijblijvend contact opnemen met voorzitter Karen Schurink. Zij is

bereikbaar via [email protected].

6.5 ContactoudersIn iedere klas worden direct na de zomervakantie, twee ouders

gevraagd op te treden als contactouder. Zij kunnen hand- en

spandiensten verrichten op verzoek van of in overleg met de

leerkrachten. Zij worden ingeschakeld bij activiteiten en kunnen

daarbij assistentie vragen van andere ouders. In iedere school is

ouderhulp onmisbaar. Wij stellen uw hulp en medewerking bij allerlei

activiteiten, zoals helpen bij computerles, handenarbeid, infotheek,

het decoreren van de school en allerhande klusjes zeer op prijs. Het

aansturen van de contactouders is een taak van de Schoolraad.

6.6 OuderbijdrageDe Schoolraad regelt en beheert de bijdrage die van elke ouder wordt

gevraagd. Hiervan worden extra zaken betaald waarvoor door het

ministerie geen vergoeding aan de school gegeven wordt. Voorbeelden

hiervan zijn de kerstviering, het sinterklaasfeest, extra ICT-materialen,

lief en leed, Talentmoment en een klassenbudget per groep. Extra

zaken die nodig zijn om het onderwijs op Het Mozaïek nog leuker te

maken, worden er ook uit bekostigd. Deze bijdrage, die vrijwillig is,

bedraagt € 27,50 voor elk schoolgaand leerling uit een gezin. Aan het

begin van het schooljaar ontvangt u daarover bericht.

Het banknummer van de SR is:

NL 13ABNA 0564902039. inzake SCOPE schoolraad.

De ouderbijdrage staat los van de schoolkampbijdrage van groep 8 en

het schoolreisgeld. Hierover krijgt u, als uw kind op kamp of schoolreis

gaat, een aparte brief.



7. Activiteiten7.1 Activiteiten die bij Het Mozaïek horenBuitenschoolse activiteitenWe maken gebruik van verschillende instanties die ons van les-

materiaal en lesmogelijkheden voorzien. Zo verzorgen “Milieu-

educatie” en “Cultuurpalet” lessen voor groep 1 tot en met 8.

Het aanbod kan per jaar verschillen.

VieringenVolgens een roulatiesysteem komen de verschillende groepen jaarlijks

aan de beurt voor een gezamenlijke viering van een kerkschooldienst

en kerst- en paasviering. Dit jaar verzorgen de groepen 3, 4 en 5 de

kerstviering , de groepen 1 en 2 de paasviering en de groepen 6, 7

en 8 de kerkschooldienst.

Daarnaast zullen in de loop van het jaar 7 vieringen plaatsvinden

waarbij de 7 gewoonten worden besproken in relatie tot verhalen

uit de bijbel. Deze vieringen worden ook door leerlingen voorbereid.

Elke groep is hiervoor één keer in het jaar aan de beurt.

“Zoek het uit”Dit is de naam van een activiteit waarmee onze OICT’er, wat staat

voor Onderwijskundig ICT-er, de eerste prijs van de “Onderwijs-

pioniers” heeft gewonnen. De kennis en of talenten van collega’s

over allerlei onderwerpen wordt hierbij ingezet. Via een filmpje geven

juffen en meesters van Het Mozaïek informatie over een specifiek

onderwerp. Aan het eind van de film krijgen de leerlingen de opdracht

om over dat specifieke onderwerp dingen uit te zoeken.

7.2 SchoolfotograafIeder jaar nodigen we de schoolfotograaf uit op school voor een

individuele foto en een groepsfoto.

7.3 Sinterklaas De leerlingen van groep 1 t/m 4 mogen elk jaar hun schoen op school

zetten. De Sint en zijn Pieten brengen op vrijdag 4 december 2015

een bezoek aan onze school. Zij bezoeken groep 1 tot en met 4 in het

lokaal. Vanaf groep 5 trekken de leerlingen lootjes en maken ze een

surprise/gedicht voor elkaar.

7.4 Schoolreis/kampDe groepen 1 tot en met 7 gaan elk jaar op schoolreis. De groepen 8

gaan in september 3 dagen op kamp naar Texel. De leerkrachten leren

hun leerlingen dan snel kennen. Dat zorgt voor een goede basis voor

de rest van het schooljaar. Aan het begin van het schooljaar volgt hier

al snel informatie over. Kamp en schoolreis vormen een onderdeel van

ons lesprogramma. Daarom gaan we ervan uit dat alle leerlingen

mee gaan.

Betaling van de schoolreis of het kamp staat los van de betaling van

de vrijwillige ouderbijdrage. U ontvangt voor het kamp apart van de

schoolreis, per gezin een rekening. Onder vermelding van het betaal-

nummer moet u dit bedrag overmaken aan school.

7.5 SportactiviteitenWe doen mee met de meeste sporttoernooien die georganiseerd wor-

den voor de basisscholen: handbal (kerstvakantie), schaken (januari),

peanutbal (half mei), voetbal (meiweek) en korfbal (juni). Leerkrachten

en/of ouders verzorgen de begeleiding. De sportcommissie van de

school inventariseert welke ouders er willen helpen bij het begeleiden

van een team tijdens één van de toernooien.

7.6 Goede doelen Ieder schooljaar besteden wij aandacht aan 4 goede doelen die wij

financieel willen ondersteunen. In de loop van het jaar maken we

bekend welke goede doelen door ons geselecteerd zijn. Een van de

doelen is altijd de actie ’Schoenmaatjes’ in oktober/november.


8. Schoolafspraken8.1 Leefregels De 7 gewoonten van persoonlijk leiderschap zijn onze rode draad bij

het omgaan met elkaar. In elk klaslokaal hangt de poster met de boom

van de 7 gewoonten. Bij alles wat we doen, streven we ernaar deze

gewoonten te gebruiken.

Omgaan met elkaar vraagt daarnaast ook om duidelijke, herkenbare

afspraken en regels. Dit heeft een positief effect op het samenleven

en samenwerken. Wij hechten er waarde aan om samen met de

leerlingen voor een prettig leefklimaat te zorgen. Onze school heeft

daarom drie regels die voor iedereen gelden, dus voor leerlingen,

teamleden en ouders. Tevens dienen ze als kapstok om in elke groep

aan het begin van het schooljaar groepsafspraken te maken.

Regel 1 gaat over het omgaan met elkaar (voor groot en klein zullen

we aardig zijn), de 2e regel ziet op het omgaan met materialen (we

zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer te gebruiken

morgen) en de 3e regel is bedoeld voor het bewegen binnen én buiten

de school (de school is binnen een wandelgebied en buiten hoeft dat

lekker niet). Deze regels staan regelmatig centraal. In ieder geval in

de eerste drie schoolweken en na de kerstvakantie. Daarnaast kennen

we de STOP methode. In het kort komt het er op neer dat een leerling

“stop” kan en mag zeggen als er sprake is van onprettig gedrag van

een ander. Dit gedrag dient dan onmiddellijk te stoppen. Als dit niet

lukt, wordt de leerkracht ingeschakeld die de leerlingen benadert met

de vraag het probleem samen op te lossen. Dit lukt meestal en dan

hebben leerlingen ervaren zelf problemen op te kunnen lossen. Als

leerlingen er samen niet uitkomen, speelt de leerkracht een belangrijke,

bemiddelende rol. Indien dit niet werkt, nemen we contact op met de

ouders (Zie pesten).

PestenBij pestgedrag denken wij aan schelden, elkaar uitlachen, chanteren,

slaan, schoppen, negatief social media gedrag, maar ook aan het een

langere tijd buitensluiten en negeren van iemand. We maken gebruik

van een “goed gedrag protocol”. Het protocol is terug te vinden op

de website. Behalve dit, spelen de 7 gewoonten van The Leader in me

hierbij ook een grote rol. De gewoonte 4, 5 en 6 gaan hierover: denken

in ‘win-win’, ‘eerst begrijpen en dan begrepen worden’ en natuurlijk

‘creëer synergie’, helpen de leerlingen om goed met elkaar om te gaan.

8.2 Brengen van de leerlingenWe vinden hierbij twee dingen belangrijk. Ten eerste: de lessen begin-

nen om 8.30 uur. Daarom doen wij de deuren om 8.20 uur open. De

leerlingen hebben dan 10 minuten de tijd om naar hun klaslokaal te

gaan. Om 8.30 uur sluiten we de buitendeuren. Te tweede: we willen

de zelfstandigheid van de leerlingen stimuleren. Dat kan door ze alleen

naar binnen te laten gaan, zelf hun jas op te laten hangen, zelf te zor-

gen voor hun spullen enz. Daarom hanteren we de volgende afspraken:

• leerlingen van groep 1 en 2 worden door de ouders in de

klas gebracht;

• leerlingen vanaf groep 3 gaan na de herfstvakantie alleen

naar binnen;

• voor de groepen 4 tot en met 8 geldt dat natuurlijk gedurende

het hele schooljaar.

Wanneer er zaken gemeld moeten worden die van belang zijn voor

die dag kunt u als ouder even meelopen naar de groepsleerkracht.

Om 12.00 uur of om 15.15 uur is er meer tijd om met de leerkracht

te spreken. U kunt dan ook een afspraak maken.

We verzoeken u zo min mogelijk gebruik te maken van de auto. Er is

weinig parkeerruimte beschikbaar. Komt u toch met de auto, parkeer

dan alleen waar het toegestaan is. Aandachtspunten:

1. Vóór de scholen aan de Vroonhoevelaan is het een eenrichtingsweg.

2. Fietsen moeten geparkeerd worden in de toegewezen fietsenrekken.

Op de gevel is met bordjes aangegeven waar de fiets geparkeerd

moet worden.

8.3 Ziekmelden leerlingenWanneer uw kind ziek is, belt u tussen 08.00 en 08.15 uur naar school.

Wij willen te allen tijde weten waar de leerlingen zijn. Indien een

leerling om 09.00 uur nog niet op school is én er niet gebeld is,

neemt de leerkracht contact op met de ouders.

De school is binnen een wandelgebied en

buiten hoeft dat lekker niet

We zullen goed voor de spullen

zorgen

Voor groot en klein zullen we aardig zijn

dan zijn ze weer te gebruiken voor morgen


8.4 SchooltijdenVoor een enkele groep begint de les bewegingsonderwijs, de gymles,

een kwartier eerder of eindigt deze een kwartier later. De leerkracht

van de desbetreffende groep maakt dan zelf afspraken met u.

8.5 Tussen Schoolse Opvang op Het Mozaïek (TSO)Het overblijven op Het Mozaïek is geregeld zoals dit in de Wet op het

primair onderwijs is omschreven. De oudervertegenwoordiging van

de MR heeft met de manier waarop we dit organiseren, ingestemd.

We zijn trots op onze – onder leiding van een professionele overblijf-

coördinatrice – goed georganiseerde overblijforganisatie met vele

vrijwillige overblijfkrachten. De leerlingen blijven over in leslokalen. Ze

nemen zelf hun lunchpakketje mee. Wij verzoeken u geen snoep mee

te geven. De leerlingen krijgen van de TSO aan het einde van het over-

blijven een snoepje aangeboden. Trommels, bekers en tassen moeten

voorzien zijn van naam en groepsnummer. De leerlingen worden voor

het overblijven door de TSO-krachten uit hun lokaal gehaald en na

het overblijven weer naar hun eigen lokaal teruggebracht De oudere

leerlingen gaan zelf na het overblijven naar hun eigen klas. De TSO-

coördinatrice, Martine van der Lee, is regelmatig op zoek naar nieuwe

TSO-krachten. Voor meer informatie kunt u kijken op onze website of

een e-mail sturen naar: [email protected].

InschrijfformulierHet inschrijfformulier is te downloaden van www.pcbhetmozaiek.nl

of te verkrijgen op school. U kunt dit formulier mailen naar

[email protected] of deponeren in de daarvoor

bestemde brievenbus. Deze is te vinden in de hal van school. Uw

inschrijfformulier ontvangen wij graag uiterlijk één week voordat u

uw kind voor het eerst wilt laten overblijven. Dan kunnen wij voor

voldoende TSO-krachten zorgen. Geef bij voorkeur minimaal één dag

voor het overblijven uw aan- of afmelding door. Aan- of afmeldingen

die na 09.30 uur zijn gedaan, kunnen niet meer dezelfde dag worden

verwerkt. Als een leerling niet of te laat is aangemeld voor TSO wordt

een boetebedrag van € 3,50 in rekening gebracht.

Kosten TSODe kosten voor de TSO bedragen € 2,- per keer. Over eventuele tussen-

tijdse prijsverhogingen wordt u via de nieuwsbrief van school geïnfor-

meerd. U ontvangt vijf keer per schooljaar, via uw (jongste) leerling,

een factuur over de openstaande overblijfdagen van uw kind(eren).

Factuurdata in de week van:

• 23 oktober 2017

• 8 januari 2018

• 12 maart 2018

• 21 mei 2018

• 9 juli 2018

U dient het bedrag binnen 2 weken na factuurdatum per bank/giro

te voldoen. Het bankrekeningnummer is NL 22ABNA 0480770964.

U kunt niet contant betalen, ook niet als uw kind slechts één keer

heeft overgebleven. We brengen administratiekosten in rekening voor

gezinnen die meer dan 2 maanden betalingsachterstand hebben.

Indien niet aan de betalingsverplichting wordt voldaan, kunt u geen

gebruik meer maken van deze voorziening. Het openstaande bedrag

dient dan evengoed nog te worden voldaan. Let op: vóór het begin

van het nieuwe schooljaar dienen alle openstaande TSO-dagen te zijn

voldaan. Indien er nog een bedrag open staat, wordt er na de zomer-

vakantie niet op uw kind gerekend bij de TSO. Vanzelfsprekend blijft

dit bedrag als een schuld staan en behouden wij het recht admini-

stratiekosten te berekenen en de kosten alsnog op u te verhalen.

8.6 Schoolplein tijdens schooltijdHet schoolplein is er voor de leerlingen: lekker spelen, rekening

houdend met elkaar, praatje maken, knikkeren, hinkelen, tafeltennis,

enzovoort. Om dit spelen zo veilig mogelijk te maken én te houden

zijn enkele vaste afspraken gemaakt:

• De leerlingen gaan niet van het plein af. Soms mogen ze onder

toezicht naar een grasveld gaan.

• De deur van de school wordt 10 minuten vóór aanvang van de lessen

geopend. Dan mogen de leerlingen naar binnen.

• Pleinwacht is aanwezig in de ochtendpauze.

• De leerlingen mogen vanaf 8.10 uur en vanaf 13.05 uur het plein op

om daar te spelen.

• De TSO-leerlingen gaan om 13.00 uur al naar binnen.

Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag

Groepen 1 - 408.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.00 uur 08.30 - 11.30 uur 08.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.00 uur

13.15 - 15.15 uur 13.15 - 15.15 uur Vrij 13.15 - 15.15 uur Vrij

Groepen 5 - 808.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.15 uur 08.30 - 12.00 uur 08.30 - 12.00 uur

13.15 - 15.15 uur 13.15 - 15.15 uur Vrij 13.15 - 15.15 uur 13.15 - 15.15 uur





• Als er nog leerlingen buiten spelen rond 12.00 en 15.00 uur, wordt

u vriendelijk verzocht voor het hek te wachten tot de leerlingen

binnen zijn.

8.7 Fietsen en stepjesFietsen op het schoolplein is niet toegestaan. De school is niet

aansprakelijk voor verdwenen fietsen, fietssleuteltjes of voorkomende

schade. Stepjes en fietsjes mogen – om ongelukken in de gangen te

voorkomen – niet in ons gebouw geparkeerd worden. In het gebouw

en op ons plein hebben we geen ruimte om stepjes te parkeren.

Daarom willen we dat de stepjes in de fietsenrekken gezet worden.

8.8 Gevonden voorwerpenBij de hoofdingang van de school staat een houten kist met allerlei

gevonden, c.q. achtergelaten spullen. Als u iets van uw kind mist, kunt

u hier zelf zoeken. Via de nieuwsbrief maken wij bekend wanneer de

overgebleven voorraad afgevoerd wordt. Vóór die tijd kunt u nog even

een kijkje nemen. Bij de hoofdingang hangt een bord met gevonden

sleutels en sieraden.

8.9 Mobiele telefoonsWe adviseren de leerlingen om de mobiele telefoons thuis te laten.

We begrijpen dat het in sommige situaties voor een ouder prettig is

als hun leerling te bereiken is. Indien u uw kind op school moet bereiken

moet dat via het telefoonnummer van de school zelf gebeuren. Op de

pleinen en in het gebouw moeten de mobiele telefoons de hele dag uit

zijn. Ook als de leerlingen overblijven. Wanneer leerlingen toch mobiele

telefoons meenemen, is dat op eigen risico. Wanneer een leerling

de mobiele telefoon toch gebruikt in school, wordt deze ingenomen

en ingeleverd bij de directie. Tijdens schoolreis en kamp nemen de

leerlingen de mobiele telefoons niet mee. Indien u dan uw kind wilt

bereiken, kunt u dat doen via de school of rechtstreeks via een mobiel

nummer van één van de begeleiders.

8.10 PauzeIedere morgen is er een kwartier pauze. De leerlingen mogen iets

te eten en/of te drinken meenemen om dit in de pauze te nuttigen.

We vinden het belangrijk dat uw kind iets gezonds meeneemt. In

de groepen 1/2 is het op woensdag “fruitdag”. Voorzie bekers/pakjes en

trommeltjes van de naam van uw kind om misverstanden te voorkomen.

8.11 VerjaardagenDe leerlingen mogen de medeleerlingen uit de eigen groep trakteren

en de leerkrachten in de gang waarin het lokaal ligt. Bij voorkeur geen

snoep. Voor leerkrachten hoeft u geen uitzondering te maken. Het is

ook fijn als er rekening wordt gehouden met leerlingen die een allergie

hebben of vanwege geloof overtuiging iets niet mogen eten. Vraag dit

vooraf aan de leerkracht.

8.12 Sparen oud papier, batterijen en lege cartridgesVóór het schoolplein staan twee oud papiercontainers. Oud papier

levert ons nog steeds wat geld op. De opbrengst is bestemd voor

boeken voor de leeshoek en de klassenbibliotheek. Lege cartridges van

printers en batterijen gaan naar een recyclingbedrijf. U kunt deze in

een doos deponeren die bij de ingang van onze school staat.

8.13 TropenroosterHieronder staan de tijden die we hanteren bij langdurige extreme hitte

in de zomer. Nadere informatie kunt u vinden in de SCOPE algemene

schoolgids PO.

Groep 1-4 Groep 5-8

Maandag, dinsdag,

donderdag07.30 - 13.15 uur 07.30 - 13.15 uur

Woensdag 08.30 - 11.30 uur 08.30 - 12.15 uur

Vrijdag 07.30 - 11.00 uur 07.30 - 13.15 uur


8.14 Medische aangelegenhedenAls uw kind op school een ongelukje mocht krijgen, hanteren wij de

volgende werkwijze:

• Is het niet ernstig, dan behandelen wij het leerling zelf. We beschikken

over EHBO’ers.

• Is het ernstiger, dan bellen wij u op en hopen dat u zelf naar de dokter

kunt gaan. Lukt dat niet of is snelle actie vereist, dan gaan wij zelf.

• Indien uw kind allergisch is of medicijnen op school gebruikt, dient u

dat aan te geven tijdens het aanmeldingsgesprek op school. U wordt

ook verzocht een formulier in te vullen met betrekking tot het toe-

dienen van medicatie. De leerkrachten zijn niet verplicht medicatie toe

te dienen en hebben ook geen eindverantwoordelijkheid.

• Indien er een medische aandoening optreedt als uw kind onze school

reeds bezoekt, dient u het direct te melden bij de groepsleerkracht.

8.15 HoofdluisVoor de bestrijding van hoofdluis worden alle leerlingen door een

werkgroep hoofdluisscreening, aangestuurd door de Schoolraad (SR),

gecontroleerd. Dit gebeurt op de woensdag na de zomer-, herfst-,

voorjaars- en meivakantie. We verzoeken u uw kind die dag met losse

haren zonder gel naar school te laten gaan. U ontvangt een mail

indien er in een klas hoofdluis wordt aangetroffen. De ouders bij wiens

leerling neten of hoofdluis is gevonden worden ook gebeld. Na 14

dagen vindt er een hercontrole plaats. Het klassikaal screenen biedt

geen 100% zekerheid. Daarom is het aan te raden thuis regelmatig

zelf te controleren op hoofdluis en het haar van uw kinden te kammen

met een speciale luizenkam.

8.16 Wet Bescherming Persoonsgegevens (WPB)Op onze school worden gegevens bewaard over uw kind en uw gezin.

Veel van deze gegevens levert u zelf aan bij de aanmelding van uw

kind. Tijdens de schoolgaande periode van uw kind wordt het dossier

aangevuld met rapporten, verslagen van gesprekken en bijvoorbeeld

uitslagen van eventuele onderzoeken. De school gebruikt deze

gegevens alleen intern, en alleen als deze voor de ontwikkeling van uw

kind noodzakelijk zijn. Indien het nodig is dat informatie gedeeld wordt

met derden, vragen we hiervoor eerst uw toestemming. Conform

wettelijke regels worden deze gegevens enkele jaren bewaard en

tenslotte vernietigd.

Met betrekking tot het publiceren van foto’s op onze website (naar

aanleiding van diverse schoolactiviteiten) en in onze schoolgids of

nieuwsbrief, zullen we proberen portretfoto’s zo veel mogelijk te

voorkomen. We publiceren liever overzichtsfoto’s. Wanneer u als

ouder bezwaar heeft tegen het publiceren van foto’s van uw kind,

vragen we u dit schriftelijk kenbaar te maken bij de schoolleiding

aan het begin van elk schooljaar.

8.17 VeiligheidWe willen de school een veilige plaats laten zijn voor allen die er

thuis horen. Daarom geven we aandacht aan het parkeren rondom

de school, houden we de buitendeuren zo veel mogelijk gesloten en

voorzien leerlingen die in groepsverband tijdens schooltijd onder

verantwoordelijkheid van een teamlid over straat gaan van een geel,

opvallend, veiligheidshesje.

8.18 VerzekeringVia de SCOPE scholengroep zijn alle leerlingen inclusief alle begelei-

dende ouders, verzekerd tegen ongevallen. De dekking is uitsluitend

geldig tijdens het gaan naar, het verblijf op en komen van school,

alsmede tijdens datgene wat in schoolverband gebeurt. Bijvoorbeeld

excursies, het schoolreisje of een schoolkamp. De verzekering geeft

een extra dekking naast uw eigen verzekering en vergoedt geen

materiële schade. De verzekering geldt van één uur vóór de aanvang

van school tot één uur nadat de school is afgelopen. Het bestuur

is niet aansprakelijk voor schade die in schoolverband is veroor-

zaakt door een leerling. Deze schade moet worden verhaald op de

WA-verzekering van de ouders van de leerling (te denken valt aan

schade aan fiets en kleding).


9.1 Passend onderwijsOp 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingegaan. Passend

onderwijs gaat over de manier waarop extra ondersteuning in het

onderwijs aan leerlingen wordt georganiseerd en gefinancierd. Uit-

gangspunt is dat alle leerlingen het onderwijs krijgen dat ze nodig

hebben en op een onderwijsplek zitten die bij hen past. Het gaat om

bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal,

hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs

is dus geen schooltype; leerlingen zitten niet ‘op’ passend onderwijs.

Ouders die een leerling willen aanmelden dat extra ondersteuning

(hulp) bij het volgen van onderwijs nodig heeft , kunnen hiervoor

contact opnemen met de directeur. Wij volgen hierbij de Wet Passend

Onderwijs. Hier kunt u meer over lezen in de SCOPE algemene

schoolgids.

In- en uitschrijven van een leerling Voordat een leerling wordt aangenomen, vindt eerst een kennis-

makingsgesprek plaats tussen ouders en een lid van de directie.

Wanneer u na het kennismakingsgesprek uw kind wilt inschrijven op

Het Mozaïek levert u het door u ondertekende inschrijfformulier in

op school. Als de inschrijving plaatsvindt voordat uw kind 3 jaar is,

ontvangt u rond de derde verjaardag van uw kind alsnog een aan-

meldformulier. Dit formulier houdt verband met weten regelgeving

Passend Onderwijs. Daarin is opgenomen dat leerlingen pas vanaf hun

derde jaar kunnen worden aangemeld. Mocht uw kind bij het eerste

kennismakingsgesprek de leeftijd van 3 jaar al hebben bereikt, ont-

vangt u op dat moment een aanmeldformulier. Als uit het aanmeld-

formulier en uw mogelijk aanvullende informatie blijkt dat uw kind

geen extra ondersteuning nodig heeft, wordt de inschrijving

definitief. U ontvangt daarover bericht van de school.

Als blijkt dat extra ondersteuning voor uw kind nodig is, gaat een

periode van zes weken in. De school onderzoekt in die periode of

binnen de school de gewenste extra ondersteuning en onderwijs kan

worden georganiseerd of dat gezocht moet worden naar een andere,

passende onderwijsvoorziening binnen ons Samenwerkingsverband.

Dit onderzoek gebeurt in overleg met de ouders. Meer informatie

over de Wet Passend Onderwijs kunt u vinden in de SCOPE algemene

schoolgids. Wanneer een leerling eerder dan eind groep 8 van school

gaat, moet er een officieel uitschrijfformulier door een ouder getekend

worden. Dit ter voorkoming dat een leerling op twee scholen tegelijk

óf op geen school staat ingeschreven. Dit formulier kunt u verkrijgen

bij de directie.

Vanaf hun 4e verjaardag zijn de leerlingen welkom op Het Mozaïek.

Een paar weken vóór hun verjaardag mogen de leerlingen maximaal 5

dagdelen komen wennen. De ouders worden hierover 6 weken voordat

dit zover is, gebeld door de leerkracht. Leerlingen worden gedurende

het hele schooljaar toegelaten Leerlingen die in de zomervakantie 4

jaar worden, mogen één moment voor de zomervakantie komen

wennen. Deze leerlingen starten meteen na de zomervakantie in hun

eigen groep. Alle leerlingen vallen onder de leerplichtwet. Dat wil

zeggen dat u uw kind vanaf 5 jaar niet meer zonder wettelijk

toegestane reden van school mag thuishouden.

Zie hiervoor ook de SCOPE algemene schoolgids PO.

De plaatsing van leerlingen in (bestaande) groepen is de verantwoor-

delijkheid van de schoolleiding. Zij zal er altijd naar streven groepen

te formeren die een goede balans kennen. Wij denken hierbij aan een

(indien mogelijk) goede verdeling tussen jongens en meisjes en aan

een goede balans m.b.t. de ondersteuningsbehoefte van individuele

leerlingen. Tussentijdse overplaatsingen vinden in principe niet plaats,

tenzij school én ouders van mening zijn dat in het belang van het

individuele kind én de andere leerlingen, overplaatsing gewenst is.

Voor leerlingen die zich lopende hun schoolloopbaan bij ons aan-

melden ( zo genaamde zij-instromers) geldt de procedure zoals

hierboven omschreven bij ‘In-en uitschrijven van een leerling’.

9. In- en uitschrijven van leerlingen


Jaarlijks wordt in overleg met de andere stichtingen in Alphen aan den

Rijn, SKBA en SOPARA, het vakantierooster vastgesteld. Daarnaast

zijn er voor de leerlingen een aantal roostervrije dagen in verband met

studieactiviteiten van het team.

Het vakantierooster 2017-2018 is als volgt vastgesteld:

Jaarmarkt 20 september 2017

Herfstvakantie 16 oktober t/m 20 oktober 2017

Kerstvakantie 25 december 2017 t/m 5 januari 2018

Voorjaarsvakantie 26 februari t/m 2 maart 2018

Paasvakantie 30 maart t/m 2 april 2108

Meivakantie 27 april t/m 11 mei 2018

Hemelvaart valt in de meivakantie

Pinksteren 21 mei 2018

Zomervakantie 16 juli t/m 24 augustus 2018

Vrije middagen:

Vrijdagmiddag 22 december 2017

Vrijdagmiddag 13 juli 2018

10. Vakanties en vrije dagen


11. Functies en taken in de school11.1 Organisatie De meeste leerkrachten werken parttime. Daarom hebben veel

groepen twee leerkrachten. De leerkracht is uw eerste aanspreekpunt

op school. Iedere leerkracht heeft naast een lesgevende taak ook een

taak in de organisatie van de school. De directeuren hebben de

algemene leiding over de school.

11.2 Team-/groepsindelingDe aan- en afwezigheid van leerkrachten, groepsondersteuners, intern

begeleiders (IB) en directie kunt u zien op het aanwezigheidsbord dat

bij de hoofdingang hangt.

1/2 a Femke Nap Ma, di, do, vr Wo

1/2 b Suzanne Versloot Ma, di Heleen de Waal Wo, do, vrij

1/2 c Marianne Valentijn Ma Heleen Nemeth Di, wo, do, vrij

1/2 d Anneke Meijer Ma, di, wo Gabriëlle Schaap Do, vrij

1/2 e Arianne Aarts Ma, di Marjolein Godthelp Wo, do, vrij

3 a Monique Hoogendoorn Ma, di Nora de Bruin Wo, do, vrij

3 b Jolanda van Trigt Ma, di, wo, do Daniëlle Coppens Vrij

3 c Maaike van Goozen

4 a Anouk van Staalduinen Ma, di Erica Gordeau Woe, vrij


4 b Daniëlle Coppens Ma, di Astrid Meiderwijk Wo, do, vrij

5 a Marianne Boer Ma, di, wo, do Anneke Meijer Vrij

5 b Stefan de Vries Ma, di, wo Jacqueline Ohm Wo, do, vrij

6a Kelly van Ooi Ma, di

6 b Paulien v.d. Geer Ma - vrij Joke Weststijn

7 a Robert Schutte Ma - vrij

7 b Kees Kool Ma, di, wo, vrij Gerdi Deul Do

8 a Karin Boekel Ma, di Petra Melchers Wo, do, vrij

8 b Arina v.d. Stigchel Ma, di Lona Out Wo, do, vrij

Intern Begeleiders (IB’ers) Groep

Janneke van Diemen di, do 1-3

Ina Verhorst ma, di, do 4-8

Directie

Annelies van Delden

Karin Bakker

Specialisten

Renée Stapper

Leesspecialist

Gabriëlle Schaap

Begaafden specialist

Gerdi Deul

Bewegingsspecialist

Kelly van Ooi

Wetenschap en technologie specialist


Groepsondersteuner Marianne Boer

OnderwijsassistentAyla Herr

Conciërge Doeye Dirkzwager

Administratief medewerkster Marianne Verburg

TSO coordinator Martine v.d. Lee

OICT Lydia Vonk

Vertrouwenpersonen Lona Out

Vertrouwenpersonen Gerdi Deul


12. Accordering schoolgidsDe medezeggenschapsraad van basisschool het Mozaïek heeft op

13 juni 2017 haar instemming gegeven aan deze schoolgids middels

een getekende verklaring. Vervolgens is de schoolgids vastgesteld

door K. Bakker en A.L. van Delden.


17-

18

AlgemeneSchoolgids

Primair Onderwijs SCOPE scholengroep

Het SCOPE logo bestaat uit een vogelvlucht. De verschillende vogels symboliseren de verschillende scholen

binnen SCOPE scholengroep. Elke vogel is zelfstandig, maar vliegt wel met de groep mee. Net als de vogels,

is ook het onderwijs continu in beweging.

U hebt er als ouder/verzorger voor gekozen uw kind aan de zorg van één van onze scholen toe te vertrouwen. Een belangrijk besluit, want een

groot deel van hun jonge leven brengen kinderen immers op school door. Dat betekent ook dat u goed geïnformeerd moet zijn over het wel en

wee van de school, uw school.

Iedere SCOPE school heeft een eigen digitale schoolgids, waar in het eerste deel alle school specifieke informatie is opgenomen en in het tweede

deel algemene SCOPE informatie.

In dit tweede deel kunt u lezen wat we met elkaar, als scholen voor christelijk primair onderwijs, gemeen hebben, wat onze uitgangspunten zijn

en wat we samen hebben geregeld. Er zijn gezamenlijke afspraken gemaakt en u leest over allerlei (bovenschoolse) regelingen, of waar u terecht

kunt met vragen of klachten.

Met deze gids krijgt u een nog beter beeld van de school, van onze scholen, van SCOPE scholengroep.

Namens het College van Bestuur,

Bert van Leeuwen

Voorwoord


1.1 De identiteit van SCOPE scholengroepSCOPE scholen hebben iets bijzonders gemeen. Ze delen met elkaar

de inspiratie om onderwijs te geven en leerlingen te begeleiden

vanuit de christelijke verhalende traditie. Dat schept een band, dat

sticht gemeenschap, dat wekt verwachting. Die inspiratie komt tot

uitdrukking in een gemeenschappelijke visie op leren en de ontwikkeling

van kinderen en ook in de wijze waarop we SCOPE breed met elkaar in

gesprek gaan over de vraag hoe we waarden vanuit onze traditie in de

scholen gestalte geven. Barmhartigheid, rechtvaardigheid, ontferming

en trouw zijn meer dan prachtige woorden. Ze worden zichtbaar in ons

handelen, in de omgang met onze leerlingen en tussen leerlingen onder-

ling. Onderwijs en opvoeding zijn ondeelbaar. De verantwoordelijkheid

daarvoor delen de teamleden op school en opvoeders thuis met elkaar.

Daarom is het van groot belang dat u zich als ouder/verzorger thuis

voelt bij onze visie en dat wij in ons handelen ons door u gedragen

weten.

1.2 School met een opdrachtSCOPE scholen zijn scholen met een opdracht. Onze onderwijs-

kundige opdracht is om ieder kind een veilige omgeving te bieden

waar het naar vermogen kan leren en zich persoonlijk kan ontwikkelen.

Uitdaging en plezier in het leren staan voorop.

Leren is ook een sociale activiteit. De school is een gemeenschap op

zich met duidelijke leefregels. Als leerling maak je deel uit van die

gemeenschap. Daarom zien wij het ook als onze taak kinderen vaardig

te maken in het leren en (samen)werken in een groep. Met aandacht

en respect voor ieders persoonlijk belang én het groepsbelang.

Vertrouwen vormt de basis voor de onderlinge verhoudingen binnen

SCOPE. Vertrouwen in de ander en geloof in elkaars kunnen en goede

bedoelingen. Dit vormt een solide basis voor de omgang tussen leer-

lingen, leerkrachten, schoolleiding, bestuur en ouders.

1.3 OuderbetrokkenheidElke SCOPE school en elke vestiging heeft een eigen karakter, een

eigen kleur, een eigen team dat zich volledig inzet voor de eigen

school. Er is overal sprake van grote betrokkenheid van ouders bij de

school. Er is op elke school een medezeggenschapsraad; het primair

en het voortgezet onderwijs hebben beide een gemeenschappelijke

medezeggenschapsraad. Alle scholen in het primair onderwijs hebben

een schoolraad. In enkele basisscholen en in het voortgezet onderwijs

kennen we klankbordgroepen waarin ouders participeren.

1.4 SCOPE scholengroep: de organisatieSCOPE scholengroep is opgericht op 1 januari 2003 en staat voor

Stichting Christelijk Onderwijs met PErspectief. Zij is ontstaan uit

een fusie tussen SCO (Stichting Christelijk Onderwijs) - een over-

koepelende organisatie voor het primair onderwijs in Alphen aan

den Rijn en omgeving en de Stichting voor Christelijk Voortgezet

Onderwijs in Alphen aan den Rijn.

Bij SCOPE scholengroep horen vijftien scholen in Alphen aan den Rijn

en directe omgeving.

• twaalf scholen voor primair onderwijs;

• een school voor speciaal onderwijs (v)so;

• een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs met vier vestigingen;

• een school voor praktijkgericht voortgezet onderwijs.

Bij onze organisatie werken zo’n 840 medewerkers, verdeeld over de

scholen, het bestuurskantoor en ondersteunende diensten.

Het bevoegd gezag ligt bij het College van Bestuur. Dat college

bestaat uit twee leden:

• dhr. P.K. Jansen (voorzitter)

• dhr. G.W. van Leeuwen

Het College van Bestuur legt verantwoording af aan het toezichthoudend

orgaan, de Raad van Toezicht.

Adres: Bestuursbureau SCOPE scholengroep

Postbus 166 - 2400 AD Alphen aan den Rijn

Tel. 0172-449 594 (bestuurssecretaresse mevr. Ine Pieterse-Keijzer)

1. Algemeen


Samenstelling directie SCOPE scholengroep:mevr. J. van Leeuwen - de Graaf clusterdirecteur primair onderwijs

dhr. J.E. Vodegel clusterdirecteur primair onderwijs

directie voortgezet onderwijs collegiaal orgaan,

bestaande uit 5 directeuren

dhr. A. Jharap directeur personeel

1.5 WijkgrenzenBinnen SCOPE scholengroep vinden wij schoolkeuzevrijheid een groot

democratisch goed. Wij ondersteunen ouders in hun keuze voor een

SCOPE basisschool met een stappenplan dat op alle SCOPE scholen

wordt gehanteerd. Schoolbezoeken en informatieve gesprekken behoren

van oudsher tot de mogelijkheden. Ouders worden ook gewezen op de

SCOPE school die in de eigen wijk staat. Als de voorkeur van ouders bij

een andere SCOPE school ligt, dan probeert de schoolleiding de motiva-

tie van ouders goed te begrijpen. SCOPE scholen informeren elkaar. We

hopen dat ouders zodoende een bewuste keuze kunnen maken.

1.6 Aanmelden en inschrijven van leerlingen op een SCOPE basisschool

SCOPE scholen zijn open christelijke scholen. Ieder kind is welkom

als de ouders aangeven dat zij de doelstelling en de grondslag van

de school respecteren. Voor een kind wordt aangenomen, vindt eerst

een kennismakingsgesprek plaats tussen ouders en een lid van de

schoolleiding. Ouders ontvangen informatie van de school met een

verwijzing naar de digitale schoolgids en de website van de school.

Na het kennismakingsgesprek met een lid van de schoolleiding schrijft

u uw kind in middels het door u te ondertekenen inschrijfformulier.

Als de inschrijving plaatsvindt voordat uw kind 3 jaar is, ontvangt

u rond de derde verjaardag van uw kind alsnog een aanmeldformu-

lier. Dit formulier houdt verband met weten regelgeving Passend

Onderwijs. Daarin is opgenomen dat kinderen pas vanaf hun derde

jaar kunnen worden aangemeld. Mocht uw kind bij het eerste kennis-

makingsgesprek de leeftijd van 3 jaar al hebben bereikt, ontvangt u

op dat moment een aanmeldformulier. Als uit het aanmeldformulier

en uw mogelijk aanvullende informatie blijkt dat uw kind geen extra

ondersteuning nodig heeft, wordt de inschrijving definitief. U ontvangt

daarover bericht van de school.

Als blijkt dat extra ondersteuning voor uw kind nodig is, gaat een peri-

ode van zes weken in. De school onderzoekt in die periode of binnen

de school de gewenste extra ondersteuning en onderwijs kan worden

georganiseerd of dat gezocht moet worden naar een andere, passende

onderwijsvoorziening binnen ons Samenwerkingsverband. Dit onder-

zoek gebeurt in overleg met de ouders. Indien na zes weken nog niet

voldoende duidelijkheid is, heeft de school de mogelijkheid de termijn

met vier weken verlengen. U wordt hiervan op de hoogte gesteld.

Bij de inschrijving van een kind geven ouders een aantal wettelijk ver-

plichte gegevens door aan de school, zoals het burgerservicenummer

(BSN) en de opleiding van ouders/verzorgers. Om de administratie op

orde te houden is het noodzakelijk dat wijzigingen zo spoedig mogelijk

worden doorgegeven aan de administratie. Denk daarbij ook aan heel

praktische zaken, zoals wijziging van eventuele tweede telefoonnum-

mers, mobiele nummers en e-mailadressen. Het is heel lastig om bij

problemen (een kind wordt bijv. op school ziek) niemand te kunnen

bereiken.

Als een kind wordt ingeschreven, houdt dat in dat de ouders/verzor-

gers de normen en regels van de school en de grondslag van SCOPE

respecteren en verklaren alles naar waarheid te hebben ingevuld.

Ouders/verzorgers hebben geen informatie achtergehouden die rele-

vant is voor de ontwikkeling van hun kinderen. Ook stemmen ouders/

verzorgers ermee in dat een leerlingdossier wordt aangelegd met alle,

voor de ontwikkeling of begeleiding van het kind, relevante informa-

tie. Dit leerlingdossier is alleen voor de school. Voor overdracht aan

een andere school geven ouders apart toestemming. Hierbij houden

SCOPE scholen zich aan de Wet Persoonsregistratie (zie ook hoofdstuk

4.10 van deze gids). Als een kind van een andere basisschool komt (b.v.

met een specifieke ondersteuningsvraag), kunnen er in opdracht van

de schoolleiding schriftelijke afspraken worden vastgelegd.

1.7 GroepsgrootteDe totale leerkrachtenformatie wordt bepaald door het leerlingenaan-

tal van de school. Het aantal leerlingen wordt jaarlijks, volgens over-

heidsregels, geteld op 1 oktober. De school bepaalt op welke wijze de

leerlingen over de verschillende groepen worden verdeeld.


1.8 Samenstelling van het teamOp SCOPE basisscholen werken personeelsleden in de volgende

functies of taken:

Directeur: Eindverantwoordelijke voor het algehele

management.

Adjunct directeur: Teamlid met managementtaken/lestaken

(op een aantal scholen).

Locatieleider: Teamlid met organisatorische taken en kan

ook lesgevende taken hebben.

Bouwcoördinator: Teamlid die leiding geeft aan een groep leer-

krachten van onder-, midden- of bovenbouw/

kan tevens de leiding hebben over een locatie

en kan ook lesgevende taken hebben.

Groepsleerkracht: Leerkracht, verantwoordelijk voor het onderwijs

aan een groep.

Intern Begeleider (IB): Teamlid die verantwoordelijk is voor de leerlingen-

zorg, de ondersteunings- en zorgstructuur en de

begeleiding van leerkrachten in de uitvoering

van specifieke ondersteuning.

Orthopedagoog: Specialist die de scholen ondersteunt in de

begeleiding van kinderen met leer- en/of

gedragsproblemen en hun leerkracht(en).

Remedial teacher: Leerkracht, verantwoordelijk voor speciale hulp

aan kinderen met leer- en/of gedragsproblemen.

Onderwijs- en

klassenassistent:

Teamlid die hulp biedt aan de leerkracht op

onderwijs inhoudelijk terrein.

OICT coördinator: Teamlid die het computeronderwijs coördineert

en de groepsleerkrachten ondersteunt (OICT =

Onderwijskundig Informatie en Communicatie

Technologie).

ICO: Teamlid die het opleiden van stagiaires van de

Marnix Academie binnen de basisschool coördi-

neert en begeleidt (ICO = Interne Coördinator

Opleidingen).

LIO: Student, Leraar in opleiding (4e jaars PABO stu-

dent), die gedurende twee of drie dagen in een

week verantwoordelijk is voor een groep leerlingen.

Aandachts

functionaris

kindermishandeling

en meldcode:

Teamlid die contactpersoon is voor algemene

informatie inzake kindermishandeling, huiselijk

geweld en de Meldcode en die procesbegeleiding

uitvoert als ook (confrontatie)gesprekken met

ouders.

Contactpersoon: Leerkracht waar ouders en leerlingen terecht

kunnen met vragen of klachten op het gebied

van seksuele intimidatie, discriminatie of pesten.

Conciërge: Teamlid die onderhouds- en reparatiewerk-

zaamheden aan gebouwen, terreinen en

inventaris en ondersteunende werkzaamheden

verricht.

TSO coördinator: Teamlid die leiding geeft aan de (vrijwillige) TSO

krachten en is, samen met de TSO commissie,

verantwoordelijk voor de gehele uitvoering

van de TSO op school. (TSO: tussenschoolse

opvang)

Adm. medewerker: Teamlid die administratieve werkzaamheden

op het gebied van leerlingadministratie, post-

verwerking en financiën verricht.

1.9 De Wet Primair OnderwijsIn de Wet Primair Onderwijs staan in artikel 8 de uitgangspunten en

doelstellingen van het onderwijs beschreven:

• Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononder-

broken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd

op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.

• Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de ver-

standelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op

het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en

lichamelijke vaardigheden.

• Het onderwijs:

o gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme

samenleving,

o is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale

integratie, en

o is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennis-

maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijd-

genoten.

• Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs

gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften

van de leerling.

• Het onderwijs aan een speciale school voor basisonderwijs is tevens

erop gericht leerlingen waar mogelijk tot het volgen van onderwijs in

basisscholen of scholen voor voortgezet onderwijs te brengen.

• De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwik-

keling van leerlingen die extra zorg behoeven, en omtrent leerlingen

die onderwijs volgen als bedoeld in artikel 166, eerste lid, en artikel

166a, eerste lid.

• Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat:

o de leerlingen in beginsel binnen een tijdvak van 8 aaneensluitende

schooljaren de school kunnen doorlopen,

o de leerlingen in 8 schooljaren ten minste 7520 uren onderwijs

ontvangen, met dien verstande dat de leerlingen in de eerste 4

schooljaren ten minste 3520 uren onderwijs en in de laatste 4


schooljaren ten minste 3760 uren onderwijs ontvangen, en aan de

leerlingen in de laatste 6 schooljaren ten hoogste 7 weken van het

schooljaar 4 dagen per week onderwijs wordt gegeven, die even-

wichtig zijn verdeeld over het schooljaar, bij een schoolweek van

in beginsel niet minder dan 5 dagen onderwijs, en

o de onderwijsactiviteiten evenwichtig over de dag worden verdeeld.

• Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband

met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een zieken-

huis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten.

• Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en

herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van ach-

terstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal.

1.10 Inspectie van het onderwijsNet zoals bij alle andere scholen worden ook SCOPE scholen gemiddeld

eens in de vier jaar bezocht door de inspecteur basisonderwijs. De

inspectie verricht dan een verkort of een uitgebreid onderzoek. In het

laatste geval worden veel leerkrachten in de groep bezocht, er worden

lessen gevolgd, er worden gesprekken gevoerd met de directie, ouders,

kinderen en het bestuur.

De inspectie geeft in het eindverslag een beoordeling van de (onder-

wijskundige) kwaliteit van de school. SCOPE scholen vinden dat ouders

het recht hebben om van de resultaten van het inspectieonderzoek

op de hoogte te worden gesteld. Daarom hebben de directies van alle

SCOPE scholen afgesproken dat, zodra de resultaten van het onderzoek

bekend zijn, ouders/verzorgers daarover op een open wijze worden

geïnformeerd. Wel is het zo dat de manier waarop dit gebeurt van

school tot school kan verschillen. In de schoolraad en medezeggen-

schapsraad zal een mondelinge toelichting worden gegeven. Natuurlijk

ligt de gehele rapportage op school voor ouders ter inzage en is deze te

vinden op de website van het ministerie: www.onderwijsinspectie.nl.

1.11 De besteding van het verplichte aantal uren onderwijs

De overheid schrijft voor hoeveel uren onderwijs er gedurende acht

jaar basisonderwijs gegeven dienen te worden.

Aantal lesuren dat SCOPE scholen hanteren:

Groepen 1 t/m 4: 880 uur per jaar.

Groepen 5 t/m 8: 1000 uur per jaar.

1.12 Vervanging afwezige leerkrachtenHet vinden van vervangers voor afwezige leerkrachten kan incidenteel

een probleem opleveren. Als het niet lukt een vervanger te vinden,

maken SCOPE scholen gebruik van een intern noodplan. In zo’n geval

wordt gezocht naar interne oplossingen. Deze kunnen bestaan uit

het inzetten van parttime leerkrachten, het doorschuiven van een

leerkracht naar een andere groep, het combineren van groepen of het

verdelen van kinderen over andere groepen. Het beleid is er op gericht

te voorkomen dat kinderen naar huis moeten worden gestuurd.

Het bestuur van SCOPE scholengroep is aangesloten bij het Regionaal

Transfercentrum ‘Cella’ (RTC Cella). Onderling zijn afspraken gemaakt

over de inzet van het personeel op onze scholen voor primair onder-

wijs, dat valt onder het RTC.

1.13 Deskundigheidsbevordering van leerkrachtenDe teams van SCOPE scholen willen zich blijven professionaliseren.

Daarom wordt er jaarlijks een scholingsplan opgesteld. Hierin staat

beschreven op welke gebieden zowel het team als de individuele

leerkracht zich verder wil bekwamen. Dit kan zijn op het gebied van

onderwijsontwikkeling en opbrengstgericht werken en het omgaan

met digitale leermiddelen. Er vindt op deze wijze verdieping plaats van

de kwaliteit van de school in samenhang met de vaardigheden van het

personeel. Een bekwame leerkracht is de basis van elke SCOPE school.

1.14 SCOPE academieVanuit bestuur en directie is de wens geuit om het “samen leren” van

personeelsleden te versterken. Niet alleen door samen scholingsactivi-

teiten te ondernemen, maar ook door de binnen SCOPE scholengroep

aanwezige expertise te benutten om van elkaar te leren. Daartoe is

een SCOPE academie in het leven geroepen. De activiteiten die de

SCOPE academie ontplooit, richten zich met name op “Leren met en

van elkaar” en zal leiden tot meer binding en uitwisseling tussen de

verschillende scholen en locaties van SCOPE scholengroep.


http://www.onderwijsinspectie.nl

2.1 VrijwilligersOp elke SCOPE school zijn vele mensen vrijwillig aan het werk. Zij

zitten in de schoolraad (SR) en de medezeggenschapsraad (MR) of

ze helpen bij diverse activiteiten als de leerkracht erom vraagt. Bij

alle lesondersteunende activiteiten blijven de leerkracht en/of het

managementteam eindverantwoordelijk.

2.2 MedezeggenschapsraadEen medezeggenschapsraad (MR) bevordert het overleg tussen team,

ouders en bestuur in het belang van het goed functioneren van een

school. De MR is voornamelijk toetsend en adviserend in beleidszaken

en moet instemming geven over beleidswijzigingen. Zaken waarover

de MR bijvoorbeeld adviseert en/of instemt zijn:

• Vaststellen of wijzigen schoolplan.

• Benoeming of ontslag schoolleiding.

• Fundamentele wijzigingen in de organisatie van een school.

• Vaststellen of wijzigen van het beleid met betrekking tot voorzieningen

voor de leerlingen.

• Vaststellen of wijzigen van het beleid over besteding van door ouders

of leerlingen bijeengebrachte gelden. De MR leden worden gekozen

via een openbare verkiezing en hebben dan drie jaar zitting. De MR

bestaat uit een afvaardiging van de ouders (oudergeleding) en van het

team (personeelsgeleding). Jaarlijks worden ouders/verzorgers d.m.v.

een jaarverslag op de hoogte gebracht van de activiteiten van de MR.

2.3 Gemeenschappelijke MedezeggenschapsraadAlle medezeggenschapsraden van SCOPE basisscholen hebben een

aantal bevoegdheden/taken overgedragen aan de gemeenschappelijke

medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad houdt zich bezig met school

overstijgende zaken. De rol van de GMR is in de afgelopen jaren steeds

belangrijker geworden. Dat heeft o.a. te maken met het bekostigings-

systeem van het onderwijs: de zgn. lumpsumfinanciering. Sinds de

invoering van lumpsum heeft de GMR het recht mee te praten over de

besteding van het geld dat door het ministerie wordt uitgekeerd aan

het bestuur, voor alle SCOPE basisscholen. In deze zaak heeft de GMR

adviesrecht.

Alle SCOPE scholen zijn vertegenwoordigd in de GMR. De GMR voert

overleg met het bestuur van SCOPE. Zij toetst het beleid van dit

bestuur en vormt zo een belangrijke schakel tussen (de besluiten van)

het bestuur en de scholen.

2.4 SchoolraadDe schoolraad is een afvaardiging van ouders die de belangen van kin-

deren en ouders behartigt. Natuurlijk gebeurt dat in overeenstemming

met de grondslag en doelstelling van SCOPE scholengroep. De school-

raad organiseert allerlei activiteiten voor kinderen, zoals schoolreisjes,

festiviteiten en allerhande praktische zaken. Verder ondersteunt de

schoolraad het schoolteam waar nodig en denkt mee over het reilen

en zeilen van de school. De schoolraad kan ook de MR informeren en

adviseren en vormt een klankbord voor de directie.

De schoolraad is een afspiegeling van de schoolbevolking en bestaat

minimaal uit:

• een voorzitter;

• een penningmeester;

• een secretaris;

• een lid belast met personele zaken;

• toegevoegde leden.

De leden van de schoolraad zijn ouder of verzorger van kinderen die op

de betreffende SCOPE school zitten. Alle leden worden in principe voor

een periode van vier jaar gekozen. Daarna zijn zij eenmaal voor nog een

periode van vier jaar herkiesbaar. De schoolleiding en de leerkrachten

hebben formeel geen zitting in de schoolraad. Een afvaardiging uit

team en directie kan op de vergaderingen van de schoolraad aanwezig

zijn om de uitwisseling van informatie goed te laten verlopen.

2. Medezeggenschap


3.1 Tussenschoolse opvang (TSO) algemeenHet is een wettelijke verplichting voor een school om tussenschoolse

opvang (TSO) aan te bieden. Op de basisscholen van SCOPE scho-

lengroep verzorgt een groep vrijwilligers de TSO, o.l.v. een opgeleide

TSO coördinator. De TSO is een geïntegreerd onderdeel van het totale

dagaanbod. De clusterdirectie is namens het bestuur van SCOPE

scholen groep eindverantwoordelijk voor de TSO. De directie en de

TSO commissie van de school is verantwoordelijk voor de organisa-

tie en de dagelijkse gang van zaken rond de tussenschoolse opvang

op schoolniveau. Alle TSO krachten zijn via het schoolbestuur WA

verzekerd en kunnen een verklaring omtrent het gedrag overleggen

(VOG). TSO coördinatoren en TSO krachten worden (bij)geschoold in

onder meer kinderopvang, EHBO en sport en spel. De regels voor de

TSO en de procedure voor af- en aanmelden zijn op schrift gesteld

in de schoolgids of in een speciaal door de school samengesteld TSO

boekje. Tevens wordt e.e.a. vermeld op de schoolwebsite van de afzon-

derlijke scholen. Het reglement is goedgekeurd door de medezeggen-

schapsraad en verkrijgbaar bij de TSO coördinator.

Aan de TSO zijn kosten verbonden. U ontvangt via de TSO admini-

stratie van SCOPE scholengroep een factuur met daarop de dagen

dat uw kind van de TSO gebruik heeft gemaakt. De factuurdata staan

vermeld in de schoolgids of nieuwsbrief die u via de school ontvangt,

zodat u kunt vernemen wanneer u de facturen tegemoet kunt zien.

Een deel van de bijdrage vloeit terug naar de scholen in de vorm van

een budget waarvan speelgoed, spelletjes, snoep en/of fruit etc. wordt

aangeschaft. De TSO krachten ontvangen voor hun werkzaamheden

een vrijwilligersvergoeding, die binnen het wettelijke toegestane

bedrag valt.

Voordat uw kind voor de eerste keer van de tussenschoolse opvang

gebruik gaat maken, dient u een inschrijfformulier in te vullen en in

te leveren bij de TSO coördinator van uw school. Door ondertekening

van dit formulier gaat u akkoord met de algemene en betalingsvoor-

waarden. De kinderen die d.m.v. het inschrijfformulier op vaste dagen

voor de TSO zijn aangemeld, hoeven niet steeds opnieuw te worden

aangemeld. Indien u incidenteel van de TSO gebruikmaakt, kunt u dit

aangeven op het inschrijfformulier. De incidentele TSO data dienen

binnen de daarvoor gestelde termijn aan de TSO coördinator te worden

doorgegeven. Ouders/verzorgers zijn verplicht bij verhindering of ziekte

hun kind(eren) af te melden bij de TSO coördinator. Een sluitende

presentielijst is i.v.m de veiligheid van de kinderen van groot belang.

Bovendien is het aantal TSO krachten afhankelijk van het aantal

kinderen. Bij niet tijdig aan- of afmelden worden kosten in rekening

gebracht. Zie hiervoor de TSO informatie vanuit de school.

3.2 Voor- en naschoolse opvang/JunisBasisscholen zijn sinds 1 augustus 2007 wettelijk verplicht om vóór

en/of na school opvang aan te bieden als ouders van hun leerlingen

er om vragen. Het gaat hierbij om de zogenaamde dagarrangementen.

3. Partners


In Alphen aan den Rijn is een aantal schoolbesturen waaronder SCOPE

scholengroep hiervoor met de Stichting Junis Kinderopvang een over-

eenkomst aangegaan. De scholen bieden dus niet zelf de opvang, maar

besteden die taak uit aan een professionele organisatie. De scholen en

Junis hebben daarover afspraken gemaakt. Junis beschikt over reguliere

BSO locaties in Alphen aan den Rijn en thema BSO’s. De eerste groep

bevindt zich in de nabijheid van basisscholen. Op de site van Junis is te

zien welke reguliere BSO van Junis bij de school hoort. Elke dag bieden

de pedagogische medewerkers een programma aan waaruit de kinderen

kunnen kiezen. Vaak werken de groepen met een thema dat gedurende

een periode centraal staat. Maar gewoon even niets doen kan ook

natuurlijk. De drukste dagen zijn maandag, dinsdag en donderdag.

Voor kinderen vanaf 8 jaar zijn er thema BSO’s. De thema’s sluiten aan

bij de interesses van de oudere kinderen. Thema BSO’s zijn toegankelijk

voor kinderen van 8 jaar en ouder van alle Alphense basisscholen.

Informatie en aanmelden:Junis

afdeling Klantenservice

0172-424 824

[email protected]

www.junis.nl

3.3 Partners in opleiding en ontwikkeling: samenwerking met de Marnix Academie (Utrecht) en stagiaires

SCOPE scholengroep beschouwt het opleiden van nieuwe leerkrachten

ook als een verantwoordelijkheid van schoolbesturen. SCOPE

scholengroep leidt daarom samen met de opleidingsinstelling ‘Marnix

Academie’ te Utrecht toekomstige leerkrachten op. Beide partners

werken samen en voegen zo iets toe aan de kwaliteit van het pri-

mair onderwijs. Leerkrachten die studenten begeleiden, hebben een

mentorencursus gevolgd, gegeven door daartoe opgeleide ICO’s

(interne coördinator opleiding). Alle SCOPE scholen zijn gecertificeerde

opleidingsscholen. Daarnaast houden partners zich gezamenlijk bezig

met onderwijsontwikkeling. Deze samenwerking krijgt o.a. vorm in

leerwerkwerkgemeenschappen, waaraan SCOPE leerkrachten, Marnix

docenten en studenten deelnemen.

Stagiaires Er zijn jaarlijks studenten van verschillende opleidingen werkzaam in het

kader van een stage. Elke SCOPE school heeft een interne coördinator

opleiding (ICO) aangesteld. Scholen zijn wettelijk verplicht een bijdrage

te leveren aan de begeleiding van stagiaires van de opleidingen tot

leerkracht in het basisonderwijs, de PABO’s. Er zit verschil in de mate

waarin een student wordt begeleid. Een eerstejaarsstudent wordt

intensief begeleid, terwijl studenten die in de eindfase van de op -

leiding zitten, geacht worden geheel zelfstandig een groep leerlingen

te leiden. Over de begeleiding van studenten worden vooraf duide-

lijke afspraken gemaakt. Wanneer een student zelfstandig voor de

groep staat, berust de eindverantwoording bij de groepsleerkracht.

Daarnaast zijn er stagiaires van andere opleidingen actief binnen de

scholen, zoals ID-college en verschillende scholen voor voortgezet

onderwijs.

3.4 Ouder als partnerBinnen de gemeente Alphen aan den Rijn is binnen het onderwijs, de

kinderopvang en de instellingen die zich met jeugd bezighouden

een basisvisie ontwikkeld met als titel: “Ouders doen ertoe”.

Ouderbetrokkenheid levert een bewezen substantiële positieve bij-

drage aan ontwikkelingskansen van kinderen. Vanuit de pedagogische

driehoek van kinderen, ouders en instellingen moeten instellingen en

ouders samenwerken en samen de verantwoordelijkheid nemen voor

de optimale ontwikkeling van de kinderen en elkaar zo goed mogelijk

ondersteunen en versterken.

Denkend vanuit een integrale benadering: een kind groeit op in een

gezin, een school, een wijk en een gemeente. De gemeente kan de

regie voeren in de brede samenwerking met partners, maar is zelf ook

partner. Met elkaar en vanuit een gezamenlijke visie op ouders liggen

er veel kansen.

De basisvisie “Ouders doen ertoe” ligt op de basisschool ter inzage en

wordt verder op school- en instellingsniveau verder uitgewerkt. Een

aantal uitspraken in deze:

• Ouders zijn gelijkwaardige partners en de benadering naar ouders is

transparant.

• Preventie staat voorop en opvoeding en ontwikkeling beïnvloeden

elkaar.

• Onderwijsondersteunend gedrag van ouders thuis is het meest effectief.



http://www.junis.nl

4.1 BHV en ARBOVoor alle schoolgebouwen is een ontruiming- en brandpreventie-

procedure schriftelijk vastgelegd en besproken in de medezeggen-

schapsraad. Hierin staat omschreven hoe het gesteld is met de

veiligheid in de breedste zin van het woord, voor kinderen en leer-

krachten in de schoolgebouwen. Diverse teamleden van elke school

of locatie en alle conciërges hebben een opleiding gevolgd voor

Bedrijfshulpverlening (BHV, waar ook EHBO onder valt). Jaarlijks

volgen zij een herhalingscursus. Ieder jaar controleert de brandweer

de schoolgebouwen en geeft, indien aan alle voorwaarden is voldaan,

een zgn. gebruiksvergunning af. Verder beschikken de scholen over een

veiligheidsplan. In dit plan zijn alle afspraken opgenomen die te maken

hebben met veiligheid van kinderen en teamleden. De BHV’ers zijn

tevens de veiligheidscoördinatoren.

4.2 Sociale veiligheidDe planvorming omtrent sociale veiligheid komt voort uit het veilig-

heidsplan van SCOPE scholengroep. Samenvattend geeft dit veiligheids-

plan duidelijke richtlijnen waarlangs alle scholen gericht beleid voeren

op het terrein van (fysieke) veiligheid. Beleid op het terrein van agressie

en seksuele intimidatie maakt hiervan onderdeel uit.

Het doel van sociale veiligheid is om een zo veilig mogelijke leer- en werk-

omgeving te creëren voor leerlingen, professionals en ouders/verzorgers

(hierna: ouders). Een leef- en leerklimaat waarin ons personeel en onze

leerlingen zich veilig voelen en zich positief verbonden voelen met de

school. We proberen hierdoor alle vormen van agressie, geweld, seksuele

intimidatie, discriminatie en pesten in of binnen de directe omgeving van

de school te voorkomen en daar waar zich incidenten voordoen adequate

maatregelen te treffen om verdere escalatie te voorkomen.

De onderwijsinspectie ziet toe op dit te voeren beleid, omdat sociale

veiligheid, naast onze wens, ook een wettelijke zorgplicht is.

Visie en kernwaardenHoewel ieder mens uniek is en aanwijsbare culturele, sociale of fysieke

verschillen kan ervaren, zijn er per ontwikkelingsfase gemeenschappelijke

elementen herkenbaar. Met deze gemeenschappelijke kenmerken als

basis leren kinderen omgaan met zichzelf en anderen. Als school willen

wij actief bijdragen aan een gezonde ontwikkeling vanuit geloof en

veiligheid. SCOPE scholengroep heeft vier kernwaarden vastgesteld

die van toepassing mogen zijn op kinderen, professionals en ouders,

ongeacht hun rol en leeftijd:

• Vertrouwen

• Respect

• Integriteit

• Welbevinden

Taken en verantwoordelijkheden omtrent sociale veiligheidOp school zijn de taken en verantwoordelijkheden omtrent sociale

veiligheid belegd bij verschillende professionals en andere betrokkenen.

Deze zijn geschoold door de GGD en/of JSO (Jeugd, Samenleving en

Opvoeding).

LeerkrachtDe leerkracht is voor u als ouder altijd een eerste aanspreekpunt. De

leerkracht heeft immers van alle schoolprofessionals het meest intensief

contact met uw kind. De leerkracht geeft uw kind les, draagt bij aan de

opvoeding en begeleidt uw kind bij zijn of haar persoonlijke ontwikkeling

waar mogelijk. Daardoor kan de leerkracht, eventuele problemen hier-

omtrent ín de klas direct aanpakken. En dat desgewenst samen met u.

SchoolleidingKennis omtrent seksuele ontwikkeling moet geborgd en gedeeld

worden. De borging vindt enerzijds plaats in beleid en handhaving,

en anderzijds middels educatie en signalering. De schoolleiding heeft

als taak om implementatie van een preventieve aanpak na te streven.

Verder is de schoolleiding een aanspreekpunt voor ‘als het misgaat’.

Op deze momenten is het wenselijk dat er adequaat en kordaat

gehandeld kan worden. Hiervoor is niet alleen daadkracht nodig, maar

ook een functie die hiertoe legitimeert.

4. Veiligheid


Intern begeleiderEén intern begeleider fungeert als aandachtsfunctionaris kindermis-

handeling en is een inhoudelijk geschoolde professional. De functionaris

heeft een meerdaagse training gehad, beschikt over benodigde vaar-

digheden en kennis om een zorgproces af te wikkelen volgens de

Wet Meldcode. De intern begeleider heeft expertise die zich richt op

begeleiding en coaching van de leerkracht, case-management, leer-

ling-observatie en advisering.

Educatie Om sociale veiligheid binnen de scholen te borgen, wordt gebruik

gemaakt van methodes die zich richten op:

• educatie;

• houding/meningsvorming;

• de school;

• haar sociale omgeving.

Jaarlijks geven de scholen 10 uur les over relaties en seksualiteit en 30

uur les over sociaal emotionele ontwikkeling. Dit is structureel ingebed

in het schoolbeleid.

De volgende methodes zijn op effect onderzocht en effectief bevonden

en worden door de scholen binnen SCOPE gebruikt:

• Lichamelijke en relationele ontwikkeling: ‘Relaties en seksualiteit‘

• Sociale Veiligheid: ‘Kanjertraining’, ‘PBS’ (Positive Behavior Support:

een schoolbrede aanpak waarbij een team zich richt op het stimule-

ren van gewenst gedrag van leerlingen.) of ‘De Vreedzame School.

Contactpersoon (intern school)De contactpersoon is een teamlid verbonden aan de school. Deze per-

soon is laagdrempelig te benaderen en kent de school, de leerkrachten

en de populatie. Deze persoon is benaderbaar voor ouders, leerlingen

en leerkrachten (collega’s). De gesprekken met de interne vertrouwens-

persoon zijn vertrouwelijk, binnen de kaders die de privacy wetgeving

en de wet Sociale Veiligheid hiervoor stelt.

De contactpersoon adviseert welke stappen het beste ondernomen

kunnen worden. In veel gevallen verwijst de contactpersoon naar de

SCOPE vertrouwenspersoon.

Het is mogelijk dat men zich rechtstreeks wendt tot de interne

vertrouwenspersoon van SCOPE (zie hfdst. 4.7) of de externe ver-

trouwenspersoon GGD HM (zie hfdst. 4.8) als de aard van de klacht

het contact met de schoolleiding in de weg staat.

GedragsregelsDoor SCOPE scholengroep is een aantal gedragsregels geformuleerd

die op elke school van toepassing zijn. Het verbieden van gedrag is

niet constructief. Daarom zijn deze regels zo opgesteld dat gewenst

gedrag wordt weergegeven. Binnen de aanpak voor sociale veiligheid

krijgen ook leefklimaat en omgangsregels aandacht.

SCOPE scholengroep hecht veel waarde aan een pedagogisch leer- en

leefklimaat, waarin zowel leerlingen als personeel een gevoel van veilig-

heid en geborgenheid ervaren. Dit draagt immers bij aan een positieve

ontwikkeling, functioneren en prestaties van alle betrokkenen.

Bij leefklimaat wordt de fysieke schoolomgeving beoogd. Hier wordt

verantwoord toezicht georganiseerd, zonder de toenemende zelfstan-

digheid van de leerlingen in de weg te zitten.

Duidelijke regels zorgen ervoor dat leerlingen, ouders en professionals

weten wat er binnen de school van hen wordt verwacht. Voor eenieder

moet de gewenste omgang duidelijk zijn.

De volgende omgangsregels geven hierbij richting:

• Iedereen is anders en we horen er allemaal bij.

• We helpen elkaar.

• We zorgen goed voor elkaar, onszelf en onze omgeving.

Samenwerking school en oudersNiet alleen de school is verantwoordelijk voor de vorming van sociale

veiligheid. Wij verwachten van u als ouder een actieve rol bij de zorg

van uw kind, zoals in de wet is vastgelegd. U bent er als primaire

opvoeder hoofdverantwoordelijk voor dat uw kind(eren) gezonde

normen en waarden op sociaal gebied meekrijgen. Een goede samen-

werking tussen school en ouders is daarom cruciaal.

Signalering Voor professionals die met kinderen en jongeren werken is soms

onduidelijk waar geaccepteerd gedrag grensoverschrijdend wordt en

hoe men hier preventief op in kan gaan. Er is behoefte aan een duidelijk

kader om af te wegen welk gedrag wel getolereerd kan worden, en

waar grenzen nodig zijn. En vooral ook, waar kinderen zich in alle

veiligheid en respect op sociaal en seksueel gebied kunnen ontwikkelen.

Met behulp van ons leerlingvolgsysteem en het vlaggensysteem,

wordt de sociale ontwikkeling van uw kind gemonitord.

LeerlingvolgsysteemIn het kader van monitoring wordt van herhaalde en ernstige gedragingen

notitie gemaakt in het leerlingdossier.

Onacceptabel gedrag van of tussen in- en externe professionals en

ouders bespreekt het bevoegd gezag met betrokkene(n). Indien nodig

worden hierbij relevante professionals ingezet.


Alle signalen worden in het leerlingvolgsysteem en het leerlingendossier

vastgelegd. Denk hierbij aan:

• (leer)ontwikkeling en gebeurtenissen die deze kunnen beïnvloeden;

• gedrag.

Het leerlingdossier is inzichtelijk voor u als ouders/verzorgers.

Gegevens worden zo feitelijk mogelijk weergegeven.

Scholen werken hierbij volgens de Wet Meldcode. De meldcode treedt

in werking zodra de emotionele veiligheid van een kind in het geding

komt. Voorbeelden hiervan zijn:

• echtscheiding;

• overlijden;

• verhuizing;

• psychosociale problematiek zoals pesten.

VlaggensysteemIn het vlaggensysteem worden de seksuele ontwikkeling en de motieven

van seksueel gedrag van kinderen/jongeren uitgebreid besproken.

Seksualiteit en grenzen worden onder de loep genomen aan de hand

van 6 criteria:

• Wederzijdse toestemming: beide partijen hebben duidelijk toestemming

gegeven voor het gedrag.

• Vrijwilligheid: alle betrokkenen zijn vrij van dwang of verleiding in een

seksuele interactie.

• Gelijkwaardigheid: de partijen zijn voldoende gelijkwaardig.

• Ontwikkelingsadequaat: het gedrag komt overeen met wat van

kinderen van die leeftijd wordt beschreven in de wetenschappelijke

onderzoeksliteratuur.

• Contextadequaat: de context laat dit gedrag toe.

• Zelfrespecterend: het gedrag is niet zelfbeschadigend of vernederend

voor het kind.

Aan de hand van deze criteria kan het seksueel gedrag gesitueerd worden

op een lijn van acceptabel gedrag tot zwaar grensoverschrijdend gedrag.

Onacceptabel gedragOndanks afspraken, gedragsregels en omgangsregels kan het zo zijn dat

er sprake is van onacceptabel gedrag. Hiermee doelen wij op gedragingen

in woord en daad die een negatieve invloed hebben op het veiligheidsge-

voel van betrokkenen. Kinderen die gedrag vertonen dat als onacceptabel

wordt ervaren worden hierop aangesproken, waarbij gewenst gedrag

actief wordt aangeleerd. Afhankelijk van de situatie gebeurt dit individueel

of in groepsverband. Hierin wordt desgewenst samenwerking gezocht met

ouders (conform de Wet Meldcode, zie hfdst. 7.20).

Inzet externe professionalsSoms heeft een leerling meer begeleiding nodig dan de school in

samenwerking met de ouders kan bieden. Dan wordt er contact op-

genomen met externe professionals, zoals het Centrum voor Jeugd

en Gezin (CJG) of ‘Veilig thuis’. In overleg met u wordt besloten welke

(extra) begeleiding het kind kan gebruiken en hoe dit geregeld wordt.

Indien nodig wordt de intervisiegroep aandachtsfunctionarissen kinder-

mishandeling en het Jeugd- en Gezin Team (JGT) geraadpleegd.

Ook kan het voorkomen dat de leerkracht extra begeleiding vraagt om

een leerling met de juiste en vaak specifieke kennis en competenties

als school te kunnen begeleiden.

Privacy en toestemming In het kader van de wet bescherming persoonsgegevens dient de privacy

van uw kind beschermd te worden omtrent zijn uitspraken en gedra-

gingen. Indien er grensoverschrijdende gebeurtenissen plaatvinden zal

de school altijd streven naar een discrete afhandeling hiervan in het

belang van u, uw kind en andere leerlingen. Hoewel onrust op zulke

momenten begrijpelijk is, is het de schoolprofessionals niet toegestaan

om de beschikbare informatie te delen, tenzij partijen een professionele

relevante betrokkenheid hebben, die hen hiertoe legitimeert.

Wij streven er in zulke situaties naar altijd in gesprek te blijven met

ouders, om ervoor te zorgen dat de ontstane situatie zo min mogelijk

invloed heeft op uw kind, andere leerlingen, de ontwikkeling, het

gezin, de leefomgeving. Met als doel om de veiligheid te waarborgen

en waar nodig, samen met u, te herstellen. In principe wordt er daar-

om niet inhoudelijk met de media gecommuniceerd.

4.3 Veilig vervoer van leerlingenOm te zorgen voor zoveel mogelijk veiligheid bij het vervoer van leer-

lingen is aan de hand van richtlijnen van VVN een speciaal reglement

opgesteld. Ouders/verzorgers die zich bereid verklaren leerlingen te

vervoeren, dienen zich aan dit reglement te houden. Hieronder volgt

een samenvatting.

De chauffeurs moeten zich minimaal aan de wet houden. De wet zegt

het volgende over het vervoer van kinderen (iedereen tot 18 jaar):

• Kinderen kleiner dan 135 cm moeten in de auto in een goedgekeurd

kinderzitje vervoerd worden. Kinderen van 135 cm of langer en vol-

wassenen moeten de autogordel en zo nodig ook een goedgekeurd

kinderzitje (zittingverhoger) gebruiken.

• Het is verplicht om de autogordels en kinderzitjes te gebruiken op

de door de fabrikant voorgeschreven manier. Zo zijn ze ook getest.

Het diagonale deel van de gordel mag bijvoorbeeld niet achter de rug

langs of onder de arm door worden gedragen.

• Het is verstandig een kind op de achterbank te laten zitten. Achterin

is altijd veiliger. Hoe vaster het kinderstoeltje wordt bevestigd in de

auto, hoe veiliger het is. Bij gebruik van baby- en kinderstoelen op de

rechter voorstoel moet de airbag uitgeschakeld zijn.

• Ouders dienen een inzittenden verzekering te hebben.


Op deze hoofdregels bestaat een uitzonderingsregel voor incidenteel

vervoer:

• Voor het incidenteel, over beperkte afstand vervoeren van andermans

kind (vanaf 3 jaar en kleiner dan 135 cm) is het gebruik van een

autostoeltje of verhoger niet verplicht.

• Kinderen jonger dan 18 jaar en kleiner dan 135 cm mogen voorin

alleen in een geschikt kinderzitje zitten.

• Kinderen jonger dan 18 jaar, maar groter dan 135 cm, mogen voorin

in de gordel.

Zorg voor een veilige plaats bij het in- en uitstappenOuders/verzorgers moeten er voor zorgen dat kinderen op een veilige

plaats instappen. Ouders/verzorgers helpen de kinderen hier ook bij.

Ouders/verzorgers letten ook op dat de kinderen veilig uit kunnen

stappen. Zij stappen ook zelf altijd uit! Men dient zich aan de met de

kinderen gemaakte afspraken te houden. Leerkrachten maken vooraf

de bovenstaande afspraken met de kinderen. Zij lichten ouders/verzor-

gers die bereid zijn kinderen te vervoeren in over deze afspraken.

4.4 SpeeltoestellenSinds 1997 is een veranderde wetgeving van toepassing op speel-

toestellen op schoolpleinen. Het betreft verscherpte normen op het

gebied van veiligheid. Dit heeft ertoe geleid dat inmiddels alle speel-

toestellen op de pleinen van onze reguliere basisscholen en Prisma

zijn geïnspecteerd en noodzakelijke aanpassingen zijn gerealiseerd.

Nieuw geplaatste speeltoestellen zijn voorzien van een certificaat. Er

worden logboeken bijgehouden. De conciërges voeren een wekelijkse

controle van de speeltoestellen uit en tekenen dit af in het logboek

van de school. In ditzelfde logboek wordt alles bijgehouden wat een

relatie heeft met de speeltoestellen, zoals de jaarlijkse inspectie, het

resultaat van de keuringen en de certificaten. Zij zijn hiertoe geïn-

strueerd. SCOPE scholengroep hecht veel belang aan de veiligheid

van de toestellen op de schoolpleinen, maar wil deze pleinen er ook

uitdagend en aantrekkelijk laten uitzien. Jaarlijks wordt ook een bedrag

gereserveerd om de ondergrond onder speeltoestellen te vervangen,

indien noodzakelijk.

4.5 Wettelijke AansprakelijkheidsverzekeringVia SCOPE scholengroep zijn alle kinderen plus alle begeleidende

ouders, verzekerd tegen ongevallen. De dekking is uitsluitend geldig

tijdens het gaan naar, het verblijf op en komen van school, alsmede

tijdens datgene wat in schoolverband gebeurt, bijv. excursies,

schoolreisje en schoolkamp. De verzekering is extra naast uw eigen

verzekering en vergoedt geen materiële schade. De verzekering geldt

van een uur voor de aanvang van school tot een uur nadat de school

is afgelopen. De kinderen die op de fiets naar dependances gaan,

zijn dus tijdens deze rit verzekerd. De volledige gegevens zijn via het

bestuur verkrijgbaar. Het bestuur is niet aansprakelijk voor schade die

in schoolverband is veroorzaakt door een leerling. Deze schade moet

worden verhaald op de WA verzekering van de ouders van de leerling.

4.6 SchoolongevallenverzekeringIn het kader van deze verzekering zijn verzekerd voor ongevallen:

• de leerlingen van SCOPE scholen, gedurende de tijd dat zij onder toe-

zicht staan van leerkrachten, alsmede gedurende één uur hiervoor en

één uur hierna, of zoveel langer als het rechtstreeks komen naar en

gaan van genoemde schoolactiviteit vergt;

• de leerkrachten, ondersteunend personeel, stagiaires, vrijwilligers,

invalkrachten en allen die aan schoolse dan wel buitenschoolse, maar

min of meer met de scholen verband houdende activiteiten deelnemen,

gedurende evenementen in schoolverband, alsmede één uur voor de

aanvang en na afloop hiervan, of zoveel langer als het rechtstreeks

komen naar en gaan van genoemde schoolactiviteiten vergt. Deze

verzekering vormt een aanvulling op de ziektekostenverzekering.

Rekeningen moeten dan ook eerst bij één van deze verzekeraars

worden ingediend. De schoolongevallenverzekering keert uitsluitend

uit wanneer iemand ten gevolge van een ongeval lichamelijk letsel

oploopt. Wanneer ten gevolge van een ongeval een fiets, kleding of

bril wordt beschadigd, worden de kosten op grond van deze verzeke-

ring niet zonder meer vergoed.

De verzekering is secondair van opzet, dat betekent dat eerst altijd

geprobeerd moet worden de schade te verhalen op andere verzeke-

ringen (WA verzekerde dader, eigen ziektekostenverzekering enz.). Kan

er niet of deels worden uitgekeerd dan kan de schade gemeld worden

bij de verzekering die SCOPE heeft afgesloten. In dat geval is er geen

uitsluiting voor materiële zaken.

4.7 Klachtenregeling SCOPE (waaronder de contact-persoon en vertrouwenspersoon)

Medewerkers van SCOPE scholengroep doen hun uiterste best om

zorgvuldig te zijn, maar helemaal uitsluiten dat er iets mis gaat, kunnen

we niet. Als zich dat dan voordoet, is het voor u van belang om te

weten, waar u met uw opmerking of uw klacht terecht kunt.

Daartoe heeft het bestuur een klachtenregeling vastgesteld. Vanzelf-

sprekend probeert u eerst met de betrokken leerkracht uw vraag,

opmerking of klacht te bespreken. Lukt dit niet, dan wendt u zich tot

een vertegenwoordiger van de schoolleiding. Bent u daarna nog steeds

van mening dat onvoldoende aan uw vraag, opmerking of klacht tege-

moet is gekomen, dan adviseren wij u contact op te nemen met de

contactpersoon van de school. Deze adviseert u welke stappen u het

beste kunt ondernemen, in veel gevallen verwijst de contactpersoon

u naar de SCOPE vertrouwenspersoon. Het is overigens ook mogelijk,

dat u zich rechtstreeks wendt tot de vertrouwenspersoon b.v. als de


aard van de klacht het contact met de schoolleiding in de weg staat.

De vertrouwenspersoon kan, na overleg met u, een poging doen

bemiddelend op te treden. Ook kan deze u adviseren om u rechtstreeks

tot het schoolbestuur te wenden of uw klacht bij de onafhankelijke

klachtencommissie neer te leggen. Wanneer u daar prijs op stelt kan

de vertrouwenspersoon u bij deze stappen ondersteunen. Voor de

behandeling van klachten door de klachtencommissie is een reglement

opgesteld. Dit reglement kunt u vinden op:

http://www.scopescholen.nl/organisatie/regelingen.html

Een kopie van het reglement is ook op school voor u beschikbaar. De

naam van de contactpersoon van uw school vindt u in de schoolgids

van de school.

SCOPE vertrouwenspersoon voor het basisonderwijs is Mevrouw S.H.J

ten Have-Lucas, telefoon 0172-606 172, e-mail: [email protected]

De Klachtencommissie voor SCOPE scholengroep kunt u bereiken via

Postbus 166, 2400 AD Alphen aan den Rijn. Wilt u uw brief richten

aan mevrouw I. Pieterse-Keijzer, ambtelijk secretaris.

De klachtencommissie bestaat uit een voorzitter, twee leden en een

ambtelijk secretaris. De voorzitter en de leden van de commissie zijn

door het bestuur benoemd.

De brochure ‘Klachten op school, hoe los je ze op?’ kunt u vinden op

www.schoolenveiligheid.nl/kennisbank/

4.8 Meldpunt vertrouwensinspecteursInspectie van het onderwijs:[email protected]

www.onderwijsinspectie.nl

Vragen over onderwijs: 0800-80 51 (gratis)

Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: 090-111 31 11 (lokaal tarief)

SCOPE scholen groep heeft ook een contract afgesloten met de GGD.

Ook deze instantie kan dienst doen als meldpunt.

De externe vertrouwenspersoon is te bereiken via de GGD Hollands

Midden: Secretariaat PZJ, telefoon 088 308 3342, e-mail:

[email protected].

4.9 Klokkenluidersregeling (Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van misstand)

SCOPE scholengroep vindt het belangrijk dat medewerkers, leerlingen

en ouders op adequate en veilige wijze vermeende (ernstige) onregel-

matigheden binnen de SCOPE organisatie aan de orde kunnen stellen.

Deze regeling beoogt een correcte vastlegging en behandeling van een

dergelijke klacht, zodat, indien gegrond, de klacht tijdig kan worden

afgehandeld door het nemen van passende maatregelen (zie website

www.scopescholen.nl/organisatie/regelingen.html en de regeling is

verkrijgbaar op elke school).

4.10 Wet op privacyOp een school worden veel gegevens bewaard over kinderen en gezin-

nen. Hierop is de Wet Bescherming persoonsgegevens van toepassing.

Vanuit deze wetgeving heeft SCOPE een privacyreglement ontwikkeld

waarin staat hoe we met de gegevens van leerlingen, ouders en personeel

omgaan (zie website www.scopescholen.nl/organisatie/regelingen.html).

Veel van de persoonsgegevens leveren ouders/verzorgers aan tijdens

de aanmelding. Tijdens de schoolgaande periode van een kind wordt

dit leerlingdossier aangevuld met rapporten, verslagen van gesprekken,

uitslagen van eventuele onderzoeken enz. De school gebruikt deze

gegevens alleen intern, voor zover ze voor de ontwikkeling van een

kind noodzakelijk zijn. Soms is het nodig dat er informatie gedeeld

wordt met derden. Wanneer dit gedaan wordt vanuit de verplichtingen

van de school, stellen we ouders/verzorgers hiervan op de hoogte en

anders vragen we eerst om toestemming.

Volgens vastgestelde richtlijnen worden deze gegevens enkele jaren

bewaard en tenslotte vernietigd.

Bij de aanmelding van uw kind hebben we uw toestemming gevraagd

voor het publiceren van foto’s van uw kind op de website van de

school, in de nieuwsbrief, de schoolfolder of de schoolgids. Mocht u

deze toestemming willen wijzigen of intrekken dan kunt u dat aan de

schoolleiding schriftelijk kenbaar maken. Wij zullen dan zorgen dat er

geen foto’s van uw kind worden geplaatst.




http://www.schoolenveiligheid.nl/kennisbank


http://www.onderwijsinspectie.nl




5.1 OnderwijsontwikkelingKinderen ontwikkelen zich allemaal op hun eigen wijze en in hun eigen

tempo. Om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de leer- en onder-

steuningsbehoeften van de kinderen wordt op een adaptieve en afstem-

mingsgerichte wijze in de scholen gewerkt. Dit betekent dat binnen een

klas op meerdere niveaus wordt lesgegeven. We spreken van differen-

tiatie. Niet alle kinderen doen hetzelfde qua inhoud en hoeveelheid: het

ene kind heeft bijvoorbeeld extra uitleg en begeleiding nodig waar een

ander na een korte instructie zelfstandig aan het werk kan. De scholen

richten zich op een sterke afstemming in de ontwikkeling van kinderen.

Dit betekent dat in de klas zoveel mogelijk wordt aangesloten bij wat de

kinderen of groepjes kinderen al kunnen en dat niet alleen de methodes

bepalen wat aan de orde komt. De leerkrachten richten hun handelen op

de gemaakte vorderingen van alle kinderen, dus inclusief de kinderen die

extra ondersteuning krijgen. We spreken over handelingsgericht werken

(HGW). Deze werkwijze is een manier om kinderen zich optimaal te laten

ontwikkelen en zodoende opbrengstgericht te werken (OGW). OGW

houdt in dat een school systematisch en doelgericht werkt aan het

maximaliseren van de leerprestaties van de kinderen en de effectiviteit

van het onderwijs. De school stelt doelen ten aanzien van de leerpres-

taties, richt het onderwijsprogramma en -proces daarop in, meet de

opbrengsten, analyseert en interpreteert de gegevens en stelt afhankelijk

van de resultaten het onderwijsprogramma bij.

5.2 Meer- en hoogbegaafde leerlingenIn relatie tot handelings- en opbrengstgericht werken speelt ook de be-

geleiding van meer- en hoogbegaafde kinderen (cognitief getalenteerde

leerlingen) een rol. Alle SCOPE basisscholen zetten hier op in. Wij zijn

van mening dat ook cognitieve talenten zoveel mogelijk in hun eigen klas

en school uitgedaagd en gestimuleerd moeten worden op hun niveau te

werken. Daarnaast hebben hoogbegaafde kinderen er vaak ook baat bij

om een dagdeel in de schoolweek bij elkaar te zijn, waar ze van gespe-

cialiseerde leerkrachten lessen krijgen. Dit gebeurt in de bovenschoolse

SCOPE klas voor hoogbegaafde leerlingen: Kaleidoscope. De indeling in

Kaleidoscope is als volgt: een dagdeel voor leerlingen uit groep 4, voor

leerlingen uit groep 5 en 6 en voor leerlingen uit groep (6,) 7 en 8. Voor

hoogbegaafde leerlingen kan door hun school, nadat vastgesteld is dat

dit voor deze leerling passend is, een arrangement worden gemeld bij

de coördinator van Kaleidoscope en MIKpunt (Materialen, Informatie en

Kenniscentrum). De coördinator plaatst de leerling daarna in de juiste

groep. Kaleidoscope en MIKpunt hebben een informatieve website voor

SCOPE scholen en ouders: http://kaleidoscope.scopescholen.nl. Tevens

biedt MIKpunt ondersteuning aan SCOPE scholen m.b.t. beleid en bege-

leiding van (hoog)begaafde kinderen.

5.3 Passend Onderwijs en Samenwerkingsverband Rijnstreek

Passend onderwijs gaat over de manier waarop extra ondersteuning

(hulp) in het onderwijs aan leerlingen wordt georganiseerd en gefinan-

cierd. Uitgangspunt is dat alle kinderen het onderwijs krijgen dat ze

nodig hebben en op een school zitten die bij hen past. Het gaat om

bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal

hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Passend onderwijs

is dus geen schooltype; kinderen zitten niet ‘op’ passend onderwijs.

Per 1 augustus 2014 zijn deze wijzigingen ingegaan. Onze scholen

en het SCOPE bestuur werken samen met alle andere scholen

en besturen in de regio Alphen aan den Rijn en omgeving in het

Samenwerkingsverband Rijnstreek. Zie de website: www.swvrijnstreek.nl.

Wij hebben afspraken gemaakt over:

• de begeleiding die iedere gewone basisschool biedt (basisondersteuning);

• welke kinderen naar het (voortgezet) speciaal onderwijs gaan en

welke procedure daarvoor geldt;

• hoe het geld voor extra ondersteuning over de scholen wordt ver-

deeld;

• wat de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen met extra onder-

steuningsbehoeften moet zijn;

• hoe ouders worden geïnformeerd over wat scholen kunnen beteke-

nen voor kinderen die extra ondersteuning of zorg nodig hebben.

Deze afspraken staan in het ondersteuningsplan van ons Samen-

werkingsverband. In het ondersteuningsprofiel van iedere school

kunt u lezen welke ondersteuning de school kan bieden. Dat kunt u

ook vinden in de schoolgids. Wanneer uw kind extra ondersteuning

krijgt of naar het speciaal (basis)onderwijs gaat, wordt deze extra

ondersteuning vastgelegd in een groeidocument. De school maakt dit

samen met u als ouder.

5. Onderwijs


http://kaleidoscope.scopescholen.nl

http://www.swvrijnstreek.nl

5.4 CultuureducatieIeder jaar maken SCOPE scholen een keuze uit het programma aanbod

van het Cultuurpalet. Dit kan zijn op het gebied van literatuur, muziek,

beeldende kunst, dans, audiovisuele middelen en theater en is een ini-

tiatief van de lokale instellingen. De uitvoeringen of tentoonstellingen

zijn niet altijd op school maar kunnen ook in het theater, de bioscoop

of in een andere school plaatsvinden.

Een facet van de kunstzinnige vorming is ook het deelnemen van de

kinderen aan een project dat op school wordt gehouden. Een aantal

SCOPE basisscholen voert cultuurprojecten uit, mogelijk gemaakt door

de impuls Cultuureducatie met Kwaliteit.

5.5 Computers en veiligheid Alle groepen maken dagelijks gebruik van computers, laptops, ipads,

chromebooks en interactieve beamers of touchscreens als ondersteu-

nende leermiddelen. Iedere groep heeft de beschikking over pc’s die

aangesloten zijn op een netwerk. De netwerken zijn beschermd via

een filter.

Op SCOPE scholen zijn afspraken gemaakt over het gebruik van internet,

zowel voor leerkrachten als voor leerlingen. Deze afspraken worden in

de groepen besproken en zijn in een protocol vastgelegd (zie website

www.scopescholen.nl/organisatie/regelingen en de regeling is ook

verkrijgbaar op de scholen).

Er is tevens een protocol “Sociale Media” vastgesteld.

5.6 ICT-beleidsplanSinds 2010 wordt gewerkt met een bovenschoolse ICT beleidsplan PO.

In 2013 werd het plan geëvalueerd, aangepast en vastgesteld voor de

periode 2014 - 2018. Het plan voorziet in een verdergaande impuls

van het ICT onderwijs voor onze basisscholen. Het vormt een samen-

hangend geheel aan inzichten en maatregelen m.b.t. het ICT onderwijs

binnen het primair onderwijs voor de looptijd van 4 jaar. Het plan gaat

in op de verbetering van de infrastructuur zoals een grotere snelheid

van het internet en wifi op alle scholen. Chromebooks en tablets

gaan een belangrijker plaats innemen. Bij de vervanging van hardware

wordt bewust een keuze gemaakt van materialen die het beste bij

de onderwijsvisie van de betreffende school passen. Ook wordt het

werken met pilots op divers gebied gestimuleerd. Een intensief contact

tussen de basisscholen, mede door impulsen van de bovenschoolse

OICT coördinator, is onontbeerlijk. De taken, bevoegdheden en verant-

woordelijkheden op dit gebied van de schoolleiding, de OICT coördi-

nator en de groepsleerkrachten zijn in het beleidsplan uitgewerkt. Het

plan heeft geleid tot schoolspecifieke ICT plannen die concreet zijn en

waarvan de uitvoering goed aansluit op het vastgestelde bovenschoolse

ICT beleidsplan.

5.7 Activiteiten Primair Onderwijs - Voortgezet onderwijsBinnen SCOPE scholengroep wordt groot belang gehecht aan een

goede overgang van het primair onderwijs naar het voortgezet onder-

wijs. SCOPE activiteiten die bijdragen aan een betere overgang van

PO naar VO zijn:

• Masterclass techniek: groepen 8 volgen enkele weken een master-

class techniek op locatie Leerpark van CSG Groene Hart.

• Een meeloopdag voor alle groepen 8 op een locatie van CSG Groene

Hart.

• Zgn. ‘warme overdracht’ van het PO naar het VO (en terugkoppeling):

naast een papieren overdracht vinden er gesprekken plaats met brug-

klas mentoren van het VO om alle aangemelde kinderen te bespreken.

• Afstemming van leerstofgebieden, activiteiten tussen Kaleidoscope

(PO) en de VWO+ klas (VO, locatie Lyceum) en het verzorgen van

lesactiviteiten (driemaal per jaar) door leerlingen uit 5 en 6 VWO

binnen Kaleidoscope.

• Naast de ‘warme overdracht’ wordt gewerkt met een digitaal over-

drachtsdossier (DOD).

• Daar waar zich mogelijkheden voordoen wordt personeel vanuit het

basisonderwijs benoemd binnen het voortgezet onderwijs en andersom.


http://www.scopescholen.nl/organisatie/regelingen

6.1 Kledingafspraken op onze basisscholenBijzondere scholen mogen eisen stellen aan leerlingen en personeel,

die nodig zijn voor de verwezenlijking van de grondslag. De grondslag

van de stichting, zoals deze staat verwoord in de statuten, is het uit-

gangspunt van het beleid van SCOPE scholengroep. Als protestants

christelijke basisscholen willen SCOPE scholen, op basis van weder-

zijds respect, open staan voor kinderen en ouders met een andere

culturele of religieuze achtergrond, zonder hun eigen christelijke

identiteit te verliezen. Met instemming van de gemeenschappelijke

medezeggenschapsraad zijn er op SCOPE scholen afspraken gemaakt

over kleding op school. Kleding mag geen statement zijn dat in ver-

band gebracht kan worden met discriminatie op ras, kleur, geaardheid,

sekse of politieke overtuiging. De kinderen op SCOPE scholen hebben

geen hoofddeksel op of jas aan in het lokaal. Indien een hoofddoek

wordt gedragen om duidelijke godsdienstige redenen is dit toegestaan.

Gezichtsbedekkende kleding is niet toegestaan gezien het open karakter

van onze christelijke scholen. Wij verwachten dat kinderen en perso-

neel ordentelijk gekleed op school verschijnen. Bij onduidelijkheid ligt

de eindbeoordeling bij de schoolleiding of bij het bestuur van SCOPE

scholengroep.

6.2 RookbeleidEr zijn duidelijke afspraken gemaakt omtrent het roken in en bij de

schoolgebouwen. Roken is verboden in de schoolgebouwen en op de

pleinen. Deze regel geldt ook voor ouders en bezoekers.

6.3 TropenroosterDe gemeenschappelijke medezeggenschapsraad primair onderwijs van

SCOPE heeft in 2008 een besluit genomen dat het mogelijk maakt

om met een tropenrooster te werken indien de weersverwachting

aangeeft dat de temperatuur minstens vier dagen 30 graden of meer

zal zijn. De ouders krijgen via een nieuwsbrief een dag van tevoren te

horen dat het tropenrooster van start gaat. De specifieke lestijden zijn

te lezen in het schoolspecifieke deel van de schoolgids.

6. Interne regelingen


7.1 LeerlingondersteuningOp elke school zijn kinderen aanwezig die op één of meer kennisgebieden

of in hun sociaal emotionele/motorische ontwikkeling niet voldoende

kunnen profiteren van het reguliere onderwijsaanbod en de begeleiding.

Deze kinderen hebben speciale ondersteuning nodig, waarbij rekening

gehouden wordt met de individuele mogelijkheden van dit kind. Deze

kinderen kunnen een achterstand, maar ook een voorsprong hebben

op het gemiddelde groepsniveau. Zo kunnen meer- en hoogbegaafde

leerlingen ook extra ondersteuning nodig hebben.

7.2 Schoolondersteuningsprofiel (SOP)Elke school heeft een schoolondersteuningsprofiel (hierna: SOP). Dit

profiel is opgesteld door de leerkrachten en de schoolleiding van de

school. Ten minste eenmaal per 4 jaar legt de school vast welke onder-

steuning kan worden geboden aan leerlingen die dat nodig hebben.

In het SOP wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan

bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op

basis van het SOP inventariseert de school welke expertise eventueel

moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van)

leraren. Leerkrachten en ouders hebben adviesrecht op het school-

ondersteuningsprofiel via de medezeggenschapsraad van de school.

In het schoolspecifieke deel van deze gids is een samenvatting van het

profiel opgenomen, zodat voor iedereen inzichtelijk is wat de moge-

lijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning.

Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om te beoorde-

len of het daarmee een dekkend aanbod kan realiseren. Doel is immers

dat alle leerlingen een passende plek binnen het onderwijs krijgen.

7.3 SCOPE O&O (SCOPE Onderwijs & Ondersteuning)Elke basisschool van SCOPE scholengroep heeft één of meerdere

intern begeleiders die de ondersteuning en (passend) onderwijs voor

de leerlingen coördineren in overleg met de groepsleerkracht. De

intern begeleiders komen een aantal keer per jaar bij elkaar in de

groep ‘SCOPE O&O’.

De doelstelling van deze groep is:

• het gezamenlijk (door)ontwikkelen van een goed functionerende

ondersteuningsstructuur in de scholen;

• het uitwisselen van ervaringen aangaande de ondersteuning en het

onderwijs binnen SCOPE (ondersteunende functie);

• vergroten van deskundigheid;

• leermomenten die betrekking hebben op onderwijs en gedrags-

problematiek;

• het geven van adviezen aangaande ondersteuning en onderwijs aan

de leidinggevenden van SCOPE.

Op deze wijze draagt ‘SCOPE IB groep’ bij aan het ontwikkelen en het

geven van adviezen over ondersteuning en onderwijs in het algemeen,

zodat leerlingen en ouders op SCOPE basisscholen hiervan profiteren.

7.4 Leerlingbegeleiding door orthopedagogenBinnen SCOPE scholengroep zijn twee orthopedagogen parttime in

dienst om de leerlingbegeleiding binnen de basisscholen te ondersteunen.

Zij adviseren en/of begeleiden de intern begeleiders en leerkrachten

van de scholen bij specifieke hulpvragen over de ondersteuning van

leerlingen. Zij richten zich in eerste instantie op de handelingsvaardig-

heid van de leerkracht m.b.t. de uitvoering van de ondersteuning aan

leerlingen. Het kan voorkomen dat zij observaties in de klas uitvoeren,

onderzoeken uitvoeren en bij oudergesprekken aanwezig zijn.

In een enkele situatie kan, na en in overleg met ouders/verzorgers, een

nader onderzoek, uitgevoerd door experts van OnderwijsAdvies, plaats

vinden. Bijvoorbeeld als er sprake is van uitzonderlijke leerprestaties of

bijzonder gedrag van een leerling.

7.5 Leerlingbespreking in Smal Ondersteuningsteam (SOT)

Soms is er meer of iets anders nodig om de onderwijsbehoeften van

kinderen te begrijpen en/of de aanpak te kunnen realiseren in de

groep. De leerkracht, intern begeleider, ouders en eventueel directie

(Smal Ondersteuningsteam) gaan daarover in gesprek:

men gaat over tot een leerlingbespreking. Er wordt besloten tot een

leerlingbespreking wanneer:

• de leerkracht en/of ouders en interne begeleider vragen hebben over

de onderwijs- en opvoedingsbehoeften waar zij met elkaar geen ant-

woord op kunnen vinden;

• en/of de aanpak tot nu toe te weinig resultaat laat zien en er vragen

zijn over het onderwijsaanbod en de begeleiding.

7. Leerlingondersteuning en zorg


Bij de leerlingbespreking wordt het individuele plan van de leerling,

het zgn. groeidocument, als leidraad gebruikt. In het groeidocument

komt naar voren welke doelen er voor deze leerling, deze leerkracht en

deze ouders nagestreefd worden, welk aanbod daarbij hoort en hoe de

evaluatie daarbij aansluit. Gedurende een jaar worden de vorderingen

bijgehouden en het groeidocument aangevuld. Basisarrangementen

(ondersteuning die de school zelf kan bieden) kunnen direct worden

ingezet.

7.6 Leerlingbespreking in Breed Ondersteuningsteam (BOT)

Afhankelijk van de hulpvraag en behoefte kunnen bij de leerling-

bespreking naast de leerkracht, ouders, intern begeleider en directie

(Smal Ondersteuningsteam) een gezinsspecialist en/of een onderwijs-

specialist toegevoegd worden. Een onderwijsspecialist is bijvoorbeeld

gedragsspecialist, orthopedagoog of preventief ambulant begeleider.

Samen vormen ze de kern van het Brede Ondersteuningsteam. Indien

gewenst kunnen andere deskundigen (vanuit onderwijs/jeugdhulp/

gemeente) uitgenodigd worden.

Het Brede Ondersteuningsteam moet worden gezien als een flexibel

collegiaal netwerk van de intern begeleider dat adviseert, ‘de weg

wijst’ en in overleg tot een arrangement (zie: 7.8 ‘Extra ondersteuning’)

kan komen dat past bij de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht

en/of van ouders in relatie tot de leerling. De vervolgstap is afhankelijk

van welk soort arrangement uit de bespreking komt.

7.7 BasisondersteuningOnder basisondersteuning valt alle inzet van expertise waarin

een school zelf kan voorzien (zie: Schoolondersteuningsprofiel).

Voorbeelden zijn: remedial teaching, pre-teaching, individuele hulp,

inzet van interne specialist (bijv. reken-, taal- of gedragsspecialist).

Tevens valt onder de kwaliteit van Basisondersteuning dat het onder-

wijs op een handelingsgericht wijze wordt vormgegeven.

7.8 Extra ondersteuningVoor sommige leerlingen is de basisondersteuning die de school kan

geven niet voldoende. Voor deze leerlingen is extra ondersteuning

nodig. Deze extra ondersteuning wordt op de school zelf gegeven met

hulp van buitenaf. Bij extra ondersteuning blijft de leerling vallen onder

de verantwoordelijkheid van de school en blijft daar ingeschreven. De

extra ondersteuning is tijdelijk en/of aanvullend en wordt georganiseerd

in de vorm van arrangementen. Deze kunnen variëren van licht curatief

en tijdelijk van aard tot intensief en langdurend of structureel van aard.

Bij extra ondersteuning behoren ook de ondersteuningsarrangementen

die tegemoetkomen aan de onderwijs-opvoedingsbehoeften van een

kind en aan de ondersteuningsbehoeften van ouders, te regelen via

de JGT er van het Centrum Jeugd en Gezin. Voor leerlingen die extra

ondersteuning ontvangen wordt door de school in overleg met de

ouders een groeidocument opgesteld.

7.9 Speciale lesplaatsenHet kan voorkomen dat een reguliere basisschool geen passende

begeleiding kan bieden en dat in het Brede Ondersteuningsteam

besproken is dat een school voor Speciaal (Basis) Onderwijs (S(B)O)

wel passend onderwijs kan bieden. Op dat moment wordt het leerling-

dossier compleet gemaakt en wordt een Toelaatbaarheidsverklaring

(TLV) voorbereid. Het advies van het Brede Ondersteuningsteam

wordt aan de hand van het dossier beoordeeld door de

Toelaatbaarheidscommissie (TLC). Deze commissie besluit over

het afgeven van een TLV. Met deze TLV en het groeidocument

(leerlingdossier) melden ouders de leerling aan bij de betreffende

S(B)O school.

7.10 Terugplaatsen leerlingen uit een school voor speciaal (basis)onderwijs

Indien een leerling vanuit een school voor speciaal (basis)onderwijs

wordt teruggeplaatst naar regulier basisonderwijs zal in overleg met

een leerkracht van het speciaal (basis)onderwijs een leerprogramma

voor deze leerling worden vastgelegd. Het doel van dit programma is

de leerling zo spoedig mogelijk deel te laten nemen aan alle activitei-

ten van de groep waarin hij/zij geplaatst wordt. Eventuele ambulante

hulp/tijd zal ook t.b.v. deze leerling worden ingezet.


7.11 IndicatiestellingOuders/verzorgers van een gehandicapt kind met een indicatie vanuit

Visio Onderwijs (cluster 1, slechtziende en blinde leerlingen) of Auris

Groep (cluster 2, voor leerlingen met gehoor-, spraak- en taalproblemen)

kunnen er voor kiezen hun kind bij een reguliere school in plaats van

bij een speciale school aan te melden. Op dat moment wordt met

nodige zorgvuldigheid onderzocht of de school het kind voldoende

hulp en begeleiding kan bieden. Dit hangt ook samen met de verwach-

tingen van de ouders.

Door een indicatie zijn middelen beschikbaar waaruit zaken kunnen

worden bekostigd als extra formatie en ambulante begeleiding. Het

geld is gekoppeld aan een kind, waarbij de ouders medezeggenschap

hebben over de besteding van de middelen.

7.12 Onderwijs aan leerlingen afkomstig uit het buitenland

Leerlingen afkomstig uit het buitenland krijgen bij de start in een

SCOPE school een periode extra taalondersteuning. Het doel daarvan

is dat de leerlingen in een korte termijn kunnen communiceren met

klasgenoten en leerkrachten en zodoende de reguliere lessen en acti-

viteiten kunnen volgen. Sinds oktober 2016 heeft Alphen aan den Rijn

een parttime taalklasvoorziening. Kinderen van 7 - 12 jaar kunnen

hier het eerste jaar dat zij in Nederland zijn, naar toe om gericht

taalonderwijs te krijgen.

7.13 DyslexieErnstige Enkelvoudige Dyslexie (EED zorg)Leerlingen in de leeftijdscategorie t/m 13 jaar, die te maken hebben

met ernstige lees- en/of spellingproblemen en waarvan een vermoeden

van dyslexie bestaat, kunnen door de school waarop de leerling zit

worden voorgedragen voor diagnostiek en behandeling. Het betreft

hier diagnostiek en behandeling van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie,

de zogenaamde EED zorg. De gemeenten binnen de regio Holland

Rijnland hebben hiertoe contracten afgesloten met aanbieders (zie

www.hollandrijnland.nl/maatschappij/jongeren-tot-27-jaar voor een

actueel overzicht van deze gecontracteerde aanbieders).

Voordat overgaan kan worden tot voordracht voor diagnose en behan-

deling, dient de school adequate hulp te hebben geboden, zoals staat

omschreven in het Protocol Leesproblemen & Dyslexie (PLD, ook wel

het protocol voor het onderwijs). Wanneer de school deze hulp geboden

heeft en de criteria van achterstand en hardnekkigheid kan aantonen

(zie PLD), kan de leerling rechtstreeks worden voorgedragen voor EED

zorg bij een gecontracteerde aanbieder. Deze toetst de voordracht van

de school en bepaalt of de leerling daadwerkelijk in aanmerking komt

voor EED zorg. Wanneer dat het geval is, zal worden overgegaan tot

diagnostiek en in het geval van ernstige dyslexie ook tot behandeling.

De aanbieders werken daarbij volgens het Protocol Dyslexie Diagnose

en Behandeling (PDDB, ook wel het protocol voor de zorg). De EED zorg

wordt per 1 januari 2015 bekostigd door de gemeenten. Zij monitoren

ook de omvang en kwaliteit van de EED zorg. Voor meer informatie

wordt verwezen naar het document ‘Signalering, diagnostiek en

behandeling van EED in de regio Holland Rijnland - procedure voor

onderwijs, gemeenten en zorgaanbieders in de regio Holland Rijnland’

dat te vinden is op de websites van de betrokken samenwerkingsver-

banden en gemeenten.

7.14 Onderwijs aan langdurig zieke leerlingenKan uw kind door ziekte langere tijd niet naar school? Uw kind heeft

dan toch recht op onderwijs. Dat is bij wet geregeld. De school van

uw kind moet een lesplan opzetten voor uw kind en ervoor zorgen dat

uw kind inderdaad les krijgt. In principe krijgt uw zieke kind les van de

leerkrachten van zijn of eigen school. De school kan daarbij hulp krijgen

van een onderwijsbegeleidingsdienst of een educatieve voorziening

(EV) van een academisch ziekenhuis. Soms wordt een freelance leer-

kracht ingeschakeld.

7.15 Onderwijskundige rapportenAan de ouders van iedere leerling die de school verlaat, wordt een

onderwijskundig rapport overhandigd, opgesteld ten behoeve van de

nieuwe school. Voor de leerlingen die de overstap naar het voortgezet

onderwijs maken wordt dit rapport digitaal verstuurd.

Tevens wordt gewerkt met een digitaal overdrachtsformulier van

de voorschoolse periode (voorschool / peuterspeelzaal / kinderdag-

verblijf) naar de basisschool.

7.16 Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid/ Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Op VVE scholen vindt taal- en ontwikkelingsstimulering plaats voor

jonge kinderen van 2 tot 6 jaar. VVE programma’s zijn speciaal ont-

wikkeld voor kinderen die het risico lopen op een ontwikkelingsachter-

stand of waarbij de achterstand al is geconstateerd. De programma’s

worden toegepast op scholen of locaties die in wijken staan met veel

taalarme en/of anderstalige kinderen.

De doelstelling van het VVE beleid is om te voorkomen dat kinderen

achterblijven in hun ontwikkeling en om hun kansen op een goede

schoolloopbaan en maatschappelijke carrière te vergroten. SCOPE

scholengroep draagt zorg voor de aansturing van de vroegschoolse

educatie in Alphen aan den Rijn en huurt, mede namens de andere

schoolbesturen, voor de coördinatie de expertise in van Mix support.

Hierbij wordt ook samengewerkt met Participe (Kom Erbij / Op Stap)

en de bibliotheek. Hiertoe wordt met alle partijen een overeenkomst

afgesloten.


http://www.hollandrijnland.nl/maatschappij/jongeren-tot-27-jaar

SCOPE scholengroep investeert extra middelen in de vorm van mate-

rialen en uren voor de begeleiding door onderwijsassistenten in de

betreffende groepen. Om de deskundigheid te bevorderen maken ook

vormen van nascholing voor leraren en onderwijsassistenten deel

uit van dit project. Verder zijn gemeente breed resultaatafspraken

gemaakt. Mede door de overlegstructuur tussen de VVE scholen in

een platform met de gemeente en de kinderopvangorganisatie is

samenwerking en afstemming gegarandeerd. De deelnemende SCOPE

VVE basisscholen zijn: Groen van Prinsterer, De Mare, Samen op Weg,

De Stromen en J.P. Sweelinck. De niet VVE SCOPEscholen kunnen een

beroep doen op deze expertise wanneer zij vragen hebben m.b.t. VVE

doelgroep leerlingen in hun school. Meer informatie is te vinden op de

website: www.vve-alphenaandenrijn.nl.

7.17 Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)Ouders, kinderen en jongeren kunnen bij het Centrum voor Jeugd en

Gezin (CJG) terecht met alle soorten vragen over opvoeden en opgroeien.

We denken met u mee en bieden waar nodig ondersteuning.

In het CJG werken verschillende professionals samen, zoals jeugdartsen,

jeugdverpleegkundigen, jeugd- en gezinswerkers en pedagogen. Iedere

medewerker heeft een eigen specifieke deskundigheid ter ondersteuning

van u en uw kinderen. Ook andere betrokkenen zoals bijvoorbeeld

grootouders of professionals zijn welkom met hun vragen.

De basisschool en het CJGDe medewerkers in het CJG werken op verschillende manieren samen

met uw basisschool. De jeugdgezondheidszorg (JGZ) en de jeugd- en

gezinsteams maken onderdeel uit van het CJG. Elke school heeft vaste

contactpersonen vanuit de jeugd- en gezinsteams en vanuit de jeugd-

gezondheidszorg. Ze zijn een bekend gezicht voor u, de kinderen en

voor de school.

De jeugdgezondheidszorg nodigt jaarlijks de kinderen uit groep 2

en 7 uit voor een onderzoek of screening. Naast onderzoek van o.a.

gehoor, gezichtsvermogen, groei en motorische ontwikkeling wordt

ook aandacht besteed aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw

kind. Verder kan er advies gegeven worden over bijvoorbeeld voeding,

bedplassen, hoofdluis, gedragsproblemen, opvoeding en pesten. U kunt

ook zelf contact opnemen met de jeugdgezondheidszorg voor advies

of extra onderzoek door de jeugdgezondheidszorg.

Bij het jeugd- en gezinsteam (JGT) in uw wijk, of de JGT contactpersoon

op school kunt u terecht met vragen of problemen rond opgroeien en

opvoeden. Het JGT biedt advies, ondersteuning en begeleiding.

Op sommige scholen houden jeugd- en gezinswerkers van het JGT een

spreekuur waar u terecht kunt met uw vragen. Het JGT kijkt samen

met u wat nodig is en kan ook snel extra ondersteuning thuis bieden.

Gezinnen krijgen dan hulp bij het zelf vinden van antwoorden op hun

eigen vragen, met als uitgangspunt “wat lukt wel” en waar liggen

mogelijkheden. De gezonde ontwikkeling van kinderen staat voorop.

Daarnaast is het mogelijk voor ouders om deel te nemen aan een

cursus of kan het CJG samen met school een ouderavond organiseren

over een thema dat leeft. Samen met u en de school bekijken we wat

nodig is.

Ook is er op school overleg door een ondersteuningsteam waar de

CJG-medewerkers aan deelnemen.

Contact met de CJG-medewerkers op uw basisschoolVoor contact kunt u bellen met onderstaande nummers. U kunt ook

op school navraag doen naar de contactpersonen.

De medewerkers van de jeugdgezondheidszorg zijn bereikbaar via

088 - 254 23 84.

Voor direct contact met het jeugd- en gezinsteam bel:

• JGT Alphen Centrum (Postcodes 2403, 2405, 2406, 2407)

088 - 254 23 50

• JGT Alphen West (Postcodes 2404, 2408, 2409)

088 - 254 23 51

• JGT Ridderveld (Postcodes 2401, 2402)

088 - 254 23 52

• JGT Boskoop (Postcodes 2771, 2471, 2445)

088 - 254 23 53

• JGT Rijnwoude (Postcodes 2391, 2394, 2396, 2731)

088 - 254 23 54

U bent ook welkom in het CJGOok buiten de school kunt u met uw vragen terecht bij het CJG.

Tijdens het inloopspreekuur, telefonisch of via de website.

• CJG Stadhuis: Stadhuisplein 7, Alphen aan den Rijn

• CJG Ridderveld: Troubadourweg 2A, Alphen aan den Rijn

• CJG Boskoop: Snijdelwijklaan 4A, Boskoop

• CJG Rijnwoude: Lindehof 3, Hazerswoude-Dorp

www.cjgalphenaandenrijn.nl / www.hoezitdat.info

CJG Alphen aan den Rijn is ook te vinden op Facebook:

www.facebook.com/cjgalphenaandenrijn.


https://www.vve-alphenaandenrijn.nl/

http://www.cjgalphenaandenrijn.nl

http://www.hoezitdat.info

http://www.facebook.com/cjgalphenaandenrijn

7.18 Speciale gemeentelijke regeling voor gezinnen met schoolgaande kinderen

Als u, als gevolg van bijzondere omstandigheden, noodzakelijk, extra

uitgaven hebt, die u niet zelf kunt betalen en u geen of slechts een

gedeeltelijke vergoeding kunt krijgen van een andere instantie, kan de

gemeente misschien iets voor u betekenen. Ook als het voor u en/of

uw kinderen niet mogelijk lijkt deel te nemen aan sportieve, sociale of

culturele activiteiten vanwege de kosten, kunt u misschien een beroep

doen op een gemeentelijke regeling.

AanvragenTelefonisch via 14 0172, optie 2.

E-mail naar [email protected]

Bij de aanvraag spreekt men u graag telefonisch of persoonlijk op het

Serviceplein. U kunt dan uw antwoorden op het aanvraagformulier

verduidelijken en kan er met u worden meegedacht Zo wordt er voor

gezorgd dat uw aanvraag op de juiste manier wordt behandeld.

VoorwaardenU kunt een beroep doen op één van de gemeentelijke regelingen

wanneer uw inkomen niet hoger is dan 110% van de voor u geldende

bijstandsnorm. De gemeente Alphen aan den Rijn kijkt bij de bere-

kening van uw inkomen ook naar uw vermogen. U vraagt bijzondere

bijstand altijd aan vóórdat u de kosten maakt. Voor verder informatie

zie hiervoor de website van de gemeente Alphen aan den Rijn

(www.alphenaandenrijn.nl)

7.19 Medicijngebruik/medische handelingen in de klasHet kan zijn dat uw kind in de klassensituatie medische zorg nodig

heeft of medicijnen dient in te nemen op een bepaald tijdstip.

Hiervoor is bij de scholen een protocol aanwezig dat, mede op basis

vanuit de regels van de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) tot

stand is gekomen. U kunt samen met de leerkracht in overleg gaan

over wat uw kind nodig heeft en wat voor de leerkracht haalbaar is.

Mogelijk dat u voor de medische zorg die uw kind nodig heeft schrif-

telijk toestemming moet verlenen aan de leerkracht via formulieren

die de school u zal aanleveren. Op deze wijze kan aan uw kind zo

zorgvuldig en adequaat mogelijk de behandeling gegeven worden die

hij/zij nodig heeft.

7.20 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandelingEen meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling helpt profes-

sionals goed te reageren bij signalen van dit soort geweld. Bijvoorbeeld

huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds

1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht zo’n meldcode te gebruiken

bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. Op de basisscholen zijn

hiertoe aandachtsfunctionarissen opgeleid om naar aanleiding van

signalen goed op te kunnen treden en door te verwijzen.

Een meldcode beschrijft in 5 stappen wat leerkrachten moeten doen

bij vermoedens van geweld. Basisscholen stellen een eigen meldcode

op met daarin in ieder geval deze 5 stappen:

Stap 1: In kaart brengen van signalen.

Stap 2: Overleggen met een collega. En eventueel raadplegen van

het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), het

Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) of een deskundige op het

gebied van letselduiding.

Stap 3: Gesprek met de betrokkene(n).

Stap 4: Wegen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling.

En bij twijfel altijd het SHG of AMK raadplegen.

Stap 5: Beslissen over zelf hulp organiseren of melden.



http://www.alphenaandenrijn.nl

8.1 Procedure VO adviesSchooladviestraject groep 8

Om te komen tot een passend schooladvies voor een vervolgonder-

wijs in het voortgezet onderwijs wordt in Alphen aan den Rijn en

omstreken gewerkt met het instrument ‘de Plaatsingswijzer’. In de

Plaatsingswijzer worden de gegevens van het leerlingvolgsysteem

opgenomen en vindt aanvulling plaats over de wijze waarop een

kind zich binnen het onderwijs ontwikkelt, gedraagt en presteert.

Voorafgaand aan het schooladviestraject voor de leerlingen in groep 8

wordt in ieder geval in de groepen 6 en 7 door de leerkrachten met de

ouders gesproken over een mogelijke uitstroomrichting: het verwachte

uitstroomprofiel.

Hieronder staan de stappen die in groep 8 genomen worden om ouders/

verzorgers en kinderen voor te bereiden op een passende schoolkeuze:

• Tijdens een informatieavond in het najaar geven scholen informatie

over de stappen tot aanmelding voor een school voor voortgezet

onderwijs.

• In november maken de scholen, naar aanleiding van de resultaten

vanuit het leerlingvolgsysteem en de overige kenmerken van de leer-

ling (bijv. huiswerk, faalangst en motivatie) een inschatting van elk

kind en krijgt hij/zij een voorlopig schooladvies. De school bespreekt

dit met de ouders.

• Uiterlijk 1 maart wordt het definitieve advies gegeven.

• Ouders hebben een school voor voortgezet onderwijs gekozen en

vullen het inschrijfformulier in. Via de basisschool gaat dit formulier

naar de gekozen school.

• De basisschool schrijft een uitvoerig advies (onderwijskundig

rapport.) Dit wordt mede ondertekend door de ouders.

• De school bespreekt alle leerlingen met een coördinator van de

gekozen school voor voortgezet onderwijs.

• Het voortgezet onderwijs moet instemmen met de aanmelding van

een kind. Deze instemming is gerelateerd aan het schooladvies van

de basisschool.

SCOPE basisscholen nemen als verplicht eindtoets de ‘Route 8’-toets

af (https://route8.nl). In de periode van 15 april t/m 15 mei worden

de verschillende onderdelen afgenomen. ‘Route 8’ wordt via internet

afgenomen op een computer, laptop of tablet. De afname van de toets

neemt twee à drie uur in beslag. De uitslag en rapportage volgt een

korte periode na afname van de toets. In zeer bijzondere gevallen kan

een uitslag voor een kind leiden tot een heroverweging door de school

van het schooladvies voor voortgezet onderwijs. Heroverweging kan

alleen als de uitslag van de eindtoets hoger is dan het schooladvies.

De ouders kunnen de school benaderen of de school benadert de

ouders. Als het overleg leidt tot bijstelling van het schooladvies neemt

de school contact op met het Voortgezet Onderwijs.

LWOOKinderen die naar het voortgezet onderwijs gaan en speciale onder-

steuning nodig hebben, kunnen leerwegondersteuning (LWOO)

aanvragen. Als dit voor een kind gewenst wordt geacht, worden de

ouders/verzorgers hier in groep 7 over benaderd. Voor deze kinderen

geldt een speciaal aanmeldingstraject en moeten voor 1 februari zijn

aangemeld bij een school voor Voortgezet Onderwijs. De leerkracht

zal ouders/verzorgers hierover vooraf inlichten en toestemming vragen.

8. Voortgezet Onderwijs


https://route8.nl

9.1 Informatievoorziening gescheiden ouders • Het belang van het kind staat bij SCOPE voorop.

• SCOPE scholen gaan uit van hetgeen in de Nederlandse wet staat.

• Beide ouders hebben rechten en worden gelijk behandeld.

• De verzorgende ouder is voor de school het aanspreekpunt.

Van de verzorgende ouder wordt verwacht dat hij/zij het rapport en

overige informatie aan de andere ouder doorgeeft.

9.2 LeerplichtOm als leerling tot de basisschool te worden toegelaten moet een

kind de leeftijd van 4 jaar hebben bereikt. Voorafgaand aan de vierde

verjaardag mag een kind aansluitend enkele dagdelen de school op

uitnodiging bezoeken. De vijfjarige kleuter wordt leerplichtig op de

eerste schooldag van de maand die volgt op de maand waarin het

kind 5 is geworden.

Richtlijnen voor verlofVerlof is uitsluitend mogelijk:

1. Bij ziekte z.s.m. melden op school.

2. Voor het vervullen van godsdienstige of levensbeschouwelijke ver-

plichtingen, echter alleen als dit tijdig vooraf aan de directeur wordt

gemeld. Gedacht kan worden aan het vieren van het Islamitisch

Offerfeest of het Suikerfeest, het Hindoeïstisch Holifeest, e.d.

3. Ter voorkoming van overbelasting van een vijfjarige kleuter. Om deze

reden kunnen ouders besluiten het kind gedurende een bepaalde

periode maximaal vijf uur per week (bijvoorbeeld twee middagen)

thuis te houden. Dit kan echter alleen als vooraf en tijdig aan de

directeur wordt gemeld gedurende welke periode en op welke uren

het kind wordt thuis gehouden. Als het schoolbezoek dan nog steeds

te zwaar voor het kind is, dan kan de directeur worden gevraagd toe

te staan dat het kind voor meer dan vijf uur per week wordt thuis

gehouden, echter nooit meer dan tien uur per week. Het is niet

toegestaan een vijfjarige kleuter onaangekondigd of op willekeurige

momenten thuis te houden.

4. Als vakantie met het kind tijdens de schoolvakantie niet mogelijk is

wegens de specifieke aard van het beroep van één van de ouders/

verzorgers. In alle andere gevallen is vakantie buiten de schoolvakan-

ties niet mogelijk. Voor dit extra verlof gelden de volgende bijzondere

voorwaarden:

• De ouder moet een gewaarmerkte werkgeversverklaring overleggen

of, als hij/zij een zelfstandige is, een gewaarmerkte eigen verklaring

waaruit blijkt dat verlof binnen de voor de school vastgestelde

vakanties niet mogelijk is.

• De verhinderde ouder moet zelf aan de vakantie deelnemen.

• Het verlof bedraagt maximaal twee schoolweken per schooljaar.

• Er kan maar eenmaal per schooljaar om deze reden verlof worden

verleend; dus niet bijvoorbeeld twee keer een week.

• Het verlof kan niet worden verleend in de eerste twee weken van

het schooljaar. Vrijstelling van het schoolbezoek kan niet worden

toegestaan voor verlenging van de vastgestelde schoolvakanties.

5. Wegens andere gewichtige omstandigheden. Het gaat dan in beginsel

om buiten de wil of invloed van de ouders/verzorgers en/of de jongere

gelegen factoren. Daartoe zijn te rekenen:

• Het voldoen aan een wettelijke verplichting, zolang dit niet buiten

de lesuren kan.

• Verhuizing (1 dag).

• Huwelijk van familieleden (1 dag als niet elders overnacht hoeft te

worden).

• Ernstige ziekte van familieleden.

• Bevalling van de moeder/verzorgster.

• Overlijden van ouders (4 dagen), van (groot)ouders of broers/zussen

(2 dagen), van ooms/tantes of neven/nichten (1 dag)

• Jubileum (huwelijk of als werknemer) van familieleden (1 dag)12½,

25, 40, 60 jarig huwelijksfeest alleen van ouders of grootouders.

• Andere belangrijke redenen (met uitsluiting van vakantieverlof).

De aangegeven duur van het verlof is een indicatie. Als geen indica-

tie is gegeven dan moet daarover overleg met de directeur worden

gevoerd. Onder familieleden worden begrepen (groot)ouders, broers/

zussen, directe ooms/tantes en directe neven/nichten (1e tot en met

4e graad). Over de eerste 10 dagen van een verlof wegens andere

9. Wettelijke regelingen


gewichtige omstandigheden beslist de directeur. Als het verlof boven

10 dagen per jaar uitkomt, beslist de leerplichtambtenaar. Deze kan

een aanvullende verklaring (bijv. van een arts of een maatschappelijk

werker) vragen. In verband met de procedures die gevolgd moeten

worden moet een verlofaanvraag, zo mogelijk, vier weken van tevoren

bij de directeur van de school worden ingediend. Een bezoekje van een

kind aan de dokter, tandarts en dergelijke, kan mondeling of met een

briefje aan de leerkracht worden doorgeven.

De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’:

• Familiebezoek in het buitenland.

• Vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale

aanbieding, vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekings-

mogelijkheden.

• Een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale

schoolvakantie op vakantie te gaan.

• Eerder vertrek of latere terugkeer in verband met (verkeers)drukte.

• Verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog

vrij zijn. Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een

aanvraag voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’

dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend.

Hoe dient u een aanvraag in?Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn ver-

krijgbaar bij de directeur van de school. U levert de volledig ingevulde

aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de

school.

Niet eens met het besluitWanneer een verzoek om extra verlof wordt afgewezen en de ouders/

verzorgers het niet eens zijn met dat besluit, kunnen ze schriftelijk

bezwaar maken. Ze dienen een bezwaarschrift in bij de persoon die

het besluit heeft genomen, dus of bij de directeur (tot en met tien

dagen) of bij de leerplichtambtenaar (meer dan tien dagen).

9.3 Ongeoorloofd schoolverzuim De directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar mede-

deling te doen van vermoedelijk ongeoorloofd schoolverzuim. Tegen

de ouders die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden,

kan proces verbaal worden opgemaakt. Aanvullende informatie kunt u

vinden op de website van de Gemeente Alphen aan den Rijn:

www.alphenaandenrijn.nl/Inwoners/Zorg_inkomen_jeugd_onderwijs/

Scholen_kinderopvang/Leerplicht

9.4 Schorsing- en verwijderingsprocedure In het directeurenoverleg is voor SCOPE scholen een verwijderings-

procedure afgesproken. “Bij ernstige verstoring van de rust en veiligheid

binnen de school en als de belangen van andere leerlingen in het geding

komen” (ter beoordeling aan de schoolleiding) voorziet een stappenplan

in verwijdering uit de groep voor een bepaalde periode, via schorsing,

tot verwijdering van school. Hoewel gehoopt wordt dat het nooit zal

voorkomen, valt het niet uit te sluiten dat een leerling geschorst en

uiteindelijk van school verwijderd moet worden. Dit kan alleen maar

in zeer uitzonderlijke situaties en pas nadat er diverse interne stap-

pen zijn genomen. Alle betrokkenen, ouders/verzorgers, leerkrachten,

directie, onderwijsinspectie, leerplichtambtenaar, het schoolbestuur en

het samenwerkingsverband worden volgens deze procedure ingelicht.

Deze laatste instantie is van belang omdat zij door de inspectie worden

bevraagd op het aantal thuiszitters. Dit is van toepassing bij schorsing

langer dan 1 dag. Een schorsing mag maximaal een week duren. Deze

aanpassing valt binnen de wetgeving van het Passend Onderwijs. Als er

sprake is van verwijdering, heeft de school de verplichting om (samen

met de ouders) op zoek te gaan naar een nieuwe passende school.

9.5 SponsoringOp SCOPE scholen kan gebruik worden gemaakt van sponsoring. Er

is door alle scholen van het primair onderwijs in Alphen aan den Rijn

in een convenant vastgelegd op welke wijze en in welke mate dit kan

gebeuren. De objectiviteit, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid en

de onafhankelijkheid van ons onderwijs mogen door sponsoring niet

in gevaar worden gebracht. Bovendien mag sponsoring geen invloed

hebben op de inhoud van het onderwijs en mag het dagelijks onderwijs

niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad

moet altijd gekend worden in de besluitvorming over deze zaak.

9.6 Vrijwillige ouderbijdrageDe schoolraad regelt de bijdrage die van elke ouder wordt gevraagd.

De hoogte van de bijdrage wordt door de medezeggenschapsraad

vastgesteld. Aan het begin van het schooljaar ontvangen ouders/

verzorgers daarover bericht. Deze bijdrage helpt activiteiten en aan-

vullende materialen die niet uit de gewone exploitatie van de school

kunnen worden betaald, te bekostigen. Bijv. kerst- en paasvieringen,

sinterklaasfeest, sporttoernooien, arbeid naar keuze en verzekeringen.

9.7 Maatregelen ter voorkoming van lesuitval en het niet volgen van lessen

OntheffingenAlle leerlingen zijn verplicht deel te nemen aan alle activiteiten die

omschreven staan in het schoolplan van de school. Individuele vrijstel-

lingen zijn mogelijk voor lichamelijke oefening op medische gronden.

Indien het niet deelnemen aan deze lessen langer duurt dan 14 dagen

moet een verklaring van een arts overlegd worden. Kinderen die niet

aan schoolactiviteiten meedoen, worden in een andere groep geplaatst.


https://www.alphenaandenrijn.nl/Inwoners/Zorg_inkomen_jeugd_onderwijs/Scholen_kinderopvang/Leerplicht

https://www.alphenaandenrijn.nl/Inwoners/Zorg_inkomen_jeugd_onderwijs/Scholen_kinderopvang/Leerplicht

10.1 Scholen en adressen Primair Onderwijs, Speciaal Onderwijs en Voortgezet Onderwijs

Primair Onderwijs:

Het Baken

Klepperman 1-3

2401 GH Alphen aan den Rijn

T 0172-436 468

www.hetbaken.scopescholen.nl

dependance:

Mandevlechter 14-16

2401 JJ Alphen aan den Rijn

T 06-12207747

De Fontein

De Oude Wereld 52

2408 JV Alphen aan den Rijn

T 0172-424 825

www.pcbdefontein.nl

Groen van Prinsterer

J. Nieuwenhuijzenstraat 26

2405 VG Alphen aan den Rijn

T 0172-474 131

www.gvprinsterer.scopescholen.nl

J.P. Sweelinck

Groenoord 247-249

2401 AR Alphen aan den Rijn

T 0172-421 995

www.jpsweelinck.scopescholen.nl

De Mare

Locatie Schelfhorst 2-4

2402 LG Alphen aan den Rijn

T 0172-435 736

www.demare.scopescholen.nl

Locatie Meteoorlaan 1

2402 WC Alpen aan den Rijn

T 0172-431 777

www.demare.scopescholen.nl

Het Mozaïek

Vroonhoevelaan 10-12

2408 ST Alphen aan den Rijn

T 0172-497 704

www.pcbhetmozaiek.nl

Oranje Nassau

Buitendorpstraat 1

2471 AW Zwammerdam

T 0172-613 803

www.oranjenassau.scopescholen.nl

De Rank

Lauraplein 1

2406 BB Alphen aan den Rijn

T 0172-474 130

www.derank.scopescholen.nl

dependance:

Nicolaas Beetsstraat 1a

2406 XC Alphen aan den Rijn

T 0172-475 590

Samen op Weg

J.P. Coenlaan 1B

2404 AL Alphen aan den Rijn

T 0172-474 132/479 062

www.samenopweg.scopescholen.nl

De Stromen

Locatie Lupinesingel 9-11

2403 CM Alphen aan den Rijn

T 0172-421 846

www.destromen.scopescholen.nl

Locatie Batenstein 16

2403 PH Alphen aan den Rijn

T 0172-444 500

www.destromen.scopescholen.nl

De Viergang

Jacob van Damstraat 24

2445 AE Aarlanderveen

T 0172-574 173

www.deviergang.scopescholen.nl

10. Adressen


http://www.hetbaken.scopescholen.nl

http://www.pcbdefontein.nl

http://www.gvprinsterer.scopescholen.nl

http://www.jpsweelinck.scopescholen.nl

http://www.demare.scopescholen.nl

http://www.demare.scopescholen.nl


http://www.oranjenassau.scopescholen.nl

http://www.derank.scopescholen.nl

http://www.samenopweg.scopescholen.nl

http://www.destromen.scopescholen.nl

http://www.destromen.scopescholen.nl

http://www.deviergang.scopescholen.nl

De Windroos

Zaalbergstraat 1

2405 XA Alphen aan den Rijn

T 0172-493 269

www.dewindroos.scopescholen.nl

Prisma ZMLK (Afd. SO)

Boterbloemweg 21b

2403 TR Alphen aan den Rijn

T 0172-474 026

www.prisma.scopescholen.nl

Prisma ZMLK (Afd. VSO)

Meerkoetstraat 3

2406 GA Alphen aan den Rijn

T 0172-748 180

www.prisma.scopescholen.nl

CSG Groene Hart

Postbus 166


T 0172-449 500

www.groenehartscholen.nl

CSG Groene Hart Praktijkschool

Postbus 166


T 0172-449 500

www.groenehartscholen.nl/praktijk

Voortgezet onderwijs:

Speciaal onderwijs:


http://www.dewindroos.scopescholen.nl

http://www.prisma.scopescholen.nl

http://www.prisma.scopescholen.nl

http://www.groenehartscholen.nl/praktijk/

http://www.groenehartscholen.nl/praktijk

hetmozaiek.scopescholen.nl · 2017-08-21 · De eerste is de focus op de resultaten voor taal,...

Documents

Transcript of hetmozaiek.scopescholen.nl · 2017-08-21 · De eerste is de focus op de resultaten voor taal,...