2016-2020 · onderwijs (bv SNAPPET) . In 1e instantie vanaf groep 5. Zie voor de ICT-competenties...

30
ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 1 ICT-beleidsplan SPOLT 2016-2020

Transcript of 2016-2020 · onderwijs (bv SNAPPET) . In 1e instantie vanaf groep 5. Zie voor de ICT-competenties...

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 1

ICT-beleidsplan SPOLT 2016-2020

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 2

Inhoud

1. INLEIDING .................................................................................................................................... 4

1.1 ICT in de samenleving en dus ook op school ............................................................................................... 4

1.2 Periode ....................................................................................................................................................... 4

1.3 Bijstelling / evaluatiemomenten ................................................................................................................ 4

2. VISIE, UITGANGSPUNTEN EN DOELEN ............................................................................... 5

2.1 visie ............................................................................................................................................................ 5

2.2 Uitgangspunten .......................................................................................................................................... 5

2.3 Algemene doelen ....................................................................................................................................... 6

2.4 Schoolspecifieke doelen ............................................................................................................................. 7

3. SCHOLING .................................................................................................................................... 9

3.1 ICT-bovenschools werkgroep ...................................................................................................................... 9

4. TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ....................................................................... 10

4.1 Uitvoering van het ICT-beleid ................................................................................................................... 10

4.2 Taakomschrijvingen .................................................................................................................................. 10

5. DRAAGVLAK EN COMMUNICATIE ..................................................................................... 12

6. TECHNISCHE INFRASTRUCTUUR, BEHEER EN ONDERHOUD ................................. 13

6.1 Algemeen ................................................................................................................................................. 13

6.2 Technische infrastructuur ......................................................................................................................... 13

6.3 Digitale schoolborden /touchscreens ....................................................................................................... 13

6.4 Financiën .................................................................................................................................................. 14

7. VEILIG INTERNETGEBRUIK ................................................................................................ 15

8. TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN ................................................................................. 16

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 3

9. BIJLAGEN ................................................................................................................................... 17

9.1 Taakomschrijvingen .................................................................................................................................. 17

9.2 Servicedesk .............................................................................................................................................. 19

9.3 ICT-competenties leerkracht .................................................................................................................... 19

9.4 ICT-competenties leerlingen ..................................................................................................................... 21

9.5 Nulmeting ICT bekwaamheidsscan SPOLT ................................................................................................ 22

9.6 ICT Scholingsplan SPOLT ........................................................................................................................... 23

9.7 Protocol Privacy SPOLT ............................................................................................................................. 24

9.8 Protocol Sociale media (uit veiligheidsplan SPOLT) .................................................................................. 25

9.8 Internetgebruik voor kinderen en volwassenen (uit veiligheidsplan SPOLT) ............................................. 27

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 4

1. Inleiding

1.1 ICT in de samenleving en dus ook op school

We leven in een informatie- en communicatiemaatschappij. ICT-toepassingen zijn erg belangrijk en de

ontwikkelingen op dit gebied gaan nog steeds erg snel. Kinderen accepteren die ontwikkelingen op een

vanzelfsprekende manier. Zij worden immers dagelijks geconfronteerd met veelzijdige en veelvuldige ICT-

toepassingen.

Ondanks het feit dat er de afgelopen jaren in het onderwijs op ICT-gebied flink is geïnvesteerd, heeft ICT de

praktijk in de klas nog te weinig kunnen veranderen. Het onderwijs pakt de nieuwe mogelijkheden van de

informatietechnologie voor het leren te vaak schoorvoetend op. Dit terwijl juist de technologie alle

mogelijkheden in zich heeft om de nieuwe onderwijsontwikkelingen te ondersteunen en zelfs beter uitvoerbaar

te maken. Nog veel te weinig wordt ICT daadwerkelijk betrokken bij het onderwijs. Veel leerkrachten zetten ICT

vrijblijvend in en gaan voorbij aan mogelijkheden die ICT biedt om hun onderwijs beter, aantrekkelijker en

efficiënter te maken.

Hoewel veel leraren het belang van een goed verankerde visie op het gebruik van ICT onderschrijven, is daarvan

volgens onderzoek slechts bij een minderheid van de scholen sprake. Voor de meeste scholen geldt dat leraren

van mening zijn dat er niet of nauwelijks sprake is van inhoudelijke aansturing of coördinatie van het ICT-

gebruik.

SPOLT wil met dit ICT-beleidsplan komen tot een goede integratie van ICT binnen het onderwijs van de

stichting. Met behulp van dit plan willen we een aantal voorwaarden creëren die de implementatie van ICT

binnen elke school mogelijk moet maken. Dit plan wil de beleidskaders aangeven waarbinnen de scholen hun

eigen ICT-beleid kunnen verzorgen. Dit alles om te kunnen komen tot het uiteindelijk doel: “het leerrendement

van leerlingen verhogen door een beredeneerde en adequate inzet van ICT in het onderwijsleerproces”

1.2 Periode

Dit ICT-beleidsplan beschrijft de periode van 1 augustus 2016 tot 1augustus 2020

1.3 Bijstelling / evaluatiemomenten

Het ICT-beleidsplan wordt geëvalueerd en evt. bijgesteld op de volgende momenten:

- eind augustus 2018

- eind augustus 2020

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 5

2. Visie, uitgangspunten en doelen

2.1 visie

De implementatie van ICT in de klas is gebaseerd op de onderwijsvisie “4 in Balans” van Kennisnet en een

stappenplan die voor elke school anders kan zijn. Elk team maakt daarbij keuzes aan de hand van argumenten

als leerling-populatie, eigen inzichten en deskundigheid op pedagogisch vlak, kortom op basis van de visie van

de school op onderwijs.

Dit alles is echter wel te plaatsen in een algemene visie. Een algemene visie die geldt voor alle scholen binnen

SPOLT.

Door gerichte integratie van ICT wordt het onderwijs verrijkt, verbeterd en aantrekkelijker gemaakt voor de

leerlingen en leerkrachten. Het leerproces wordt ondersteund zodat individualisering, differentiatie en het

verhogen van efficiënte leertijd mogelijk wordt.

Door ICT ontstaan er mogelijkheden om de betrokkenheid van de kinderen sterk te verhogen. De intensiteit

waarmee leeractiviteiten worden uitgevoerd neemt aantoonbaar toe als de kinderen met de computer mogen

werken.

ICT is geen doel op zich, maar een middel om andere doelen, zoals kwalitatief goed onderwijs en aansluiting

van het onderwijs op de kennissamenleving, te realiseren.

De visie van SPOLT met betrekking tot het gebruik van ICT binnen ons onderwijs is als volgt te formuleren:

SPOLT vindt de inzet van ICT belangrijk, omdat:

door de inzet van ICT leerwegen het onderwijs beter kan aansluiten bij de individuele behoeften, het

niveau en leertempo;

ICT het middel bij uitstek is om aan te sluiten bij onderwijskundige vernieuwingen en bij het helpen om

deze vernieuwingen te realiseren;

ICT als onmisbaar wordt gezien als het gaat om effectief klassenmanagement , zeker met het oog op de

toekomst wanneer passend onderwijs gerealiseerd moet zijn;

ICT motivatie verhogend kan werken, het kan de aandacht van de gebruiker trekken en houdt deze vast

door de gebruiker een actieve rol te geven binnen het eigen leerproces;

ICT de leerkrachten de mogelijkheid biedt hun onderwijsaanbod planmatiger te structureren en het proces

bij de leerlingen beter te administreren;

ICT een snelle en efficiënte manier biedt om informatie binnen te halen en gegevens op te slaan;

ICT administratieve processen en toepassingen efficiënter en effectiever kan laten verlopen.

2.2 Uitgangspunten

1. ICT moet een geïntegreerd onderdeel van het onderwijs zijn. Met behulp van computers willen we

kinderen die vaardigheden aanleren, die nodig zijn om goed te kunnen werken met computers en dit

medium kunnen gebruiken als bron van informatie en communicatie.

2. Door gerichte integratie van ICT wordt het onderwijs verrijkt, verbeterd en aantrekkelijker gemaakt voor

de leerlingen en leerkrachten.

3. Ontwikkeling van ICT moet primair ten dienste staan van de kwaliteitsontwikkeling van het onderwijs en

de professionalisering van directie en leerkrachten.

4. ICT dient op beredeneerde wijze in het basisonderwijs te worden ingezet.

5. ICT kan een belangrijke bijdrage leveren aan het onderwijsleerproces en biedt mogelijkheden om

leerlingen in eigen tempo en zelfstandig te laten werken.

6. ICT kan een goed differentiatiemiddel zijn op het gebied van tempo, leerstof en leerstijl.

7. ICT zorgt voor informatieverschaffing en uitwisseling.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 6

8. De communicatie en coördinatie moet bovenschools verlopen. Schoolbeleid wordt ontleend aan

bovenschools beleid.

9. De netwerkinfrastructuur moet op elke school gelijk zijn. Beheer en onderhoud wordt uitbesteed aan

derden. De scholen kunnen zich dan concentreren op de onderwijskundige en organisatorische aspecten.

10. De aanschaf en het beheer van alle hardware wordt centraal georganiseerd.

11. Centraal worden alle hardware- en software-componenten geadministreerd, inclusief aanschafdatum voor

begroting en afschrijvingsmethodiek.

12. Samenwerking tussen de verschillende besturen op ICT-gebied is gewenst.

2.3 Algemene doelen

Aan de hand van bovenstaande uitgangspunten worden algemene doelen op bestuurlijk niveau als volgt

geformuleerd:

1. ICT wordt op elke school op een beredeneerde wijze ingezet; er is goed nagedacht over behoeften en

mogelijkheden.

2. Alle leerkrachten passen ICT toe om betere onderwijsrendementen te behalen.

3. Alle leerkrachten zijn deskundig in het didactisch gebruik van ICT.

4. Werken naar volledige integratie van ICT door projectmatige aanpak:

a. ICT met regelmaat laten terugkeren op de agenda bij het directeurenberaad.

b. ICT wordt regelmatig op de agenda van de teamvergadering geplaatst.

c. Afspraken maken en evaluaties houden.

5. Planmatig ICT een plaats geven en structuur aanbrengen op gewenste plaatsen om ten slotte te komen tot

een volledige integratie van ICT.

6. Werken aan een invoeringstraject van ICT in eigen praktijk, d.w.z. gebruik van digitale middelen in het

dagelijkse onderwijsaanbod.

7. De betrokkenheid van de leerkrachten bij ICT verhogen:

a. meer aandacht voor onderwijsvisie en didactiek

b. voldoende technische ondersteuning bij computergebruik in de klas

c. betere afstemming tussen de beschikbaarheid van computervoorzieningen en lesorganisatie.

8. Aansluiting en integratie bij andere onderwijskundige vernieuwingen / ontwikkelingen, zoals zorg op maat

(omgaan met verschillen), adaptief onderwijs, zelfstandig (taakgericht) werken, het jonge kind,

taalonderwijs en rekenonderwijs.

9. Samenwerking binnen en buiten de school:

a. volgen van workshops en cursussen

b. informatiebijeenkomsten

c. studie- en thema-ochtenden

d. uitwisselen van kennis en informatie

10. Elke school neemt ICT op in hun schoolplan.

11. Alle leerkrachten beheersen de ICT- basisvaardigheden.

12. Er is een ICT-bovenschools verantwoordelijke.

13. Er is een ICT-coördinator op school of per budgeteenheid.

14. Er is een bovenschoolse ICT-werkgroep.

15. Er wordt gezorgd voor een veilige ICT-omgeving, er wordt aandacht geschonken aan veilig internet.

16. Scholen dienen in hun Schoolontwikkelingsplan aandacht te besteden aan ICT.

17. Licenties voor wat betreft educatieve software worden legaal geregeld op schoolniveau. Afname van

software/licenties geschiedt bij aangewezen leveranciers en/of via APS.

APS licenties worden op bestuursniveau afgesloten.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 7

18. Beheer en onderhoud van de computernetwerken wordt op bestuursniveau geregeld.

19. Er wordt gestreefd naar uniformiteit . Wanneer de beheersbaarheid in het geding komt, kan uniformiteit

op bestuursniveau opgelegd worden.

20. Er is een verhouding van minimaal 1 computer per 4 leerlingen voor onderwijskundig gebruik gerealiseerd.

Bovenstaande algemene doelen zijn gedeeltelijk reeds gerealiseerd of worden uiterlijk in 2020 op

bestuursniveau en op schoolniveau gerealiseerd.

2.4 Schoolspecifieke doelen

Naast de algemene doelen, zoals omschreven in punt 2.3, kan een school besluiten extra eigen doelen na te

streven. Deze eigen doelen mogen niet in strijd zijn met het vastgestelde ICT-beleid. Deze worden beschreven

in het schoolplan 2015-2019 van iedere school.

2.4.1 ICT-beleid op schoolniveau

Op schoolniveau worden minimaal de volgende elementen beschreven:

1. ICT-doelen voor de komende 4 jaar, gespecificeerd in (sub)doelen voor elk schooljaar

2. planning van activiteiten (wat, hoe en wanneer) en evaluatiemomenten voor de komende vier jaar

3. gebruikte software per doelgroep

4. scholingsplan personeel en directie (wat, hoe, wie en door wie)

Jaarlijks wordt er in overleg met de ICT-bovenschoolse coördinatoren het ICT plan geëvalueerd en

geactualiseerd.

2.4.2 Doelen voor educatief computergebruik

Alle kinderen moeten binnen Edugrip 2 zelfstandig aan het werk kunnen.

We streven naar integratie van bestaande en nieuw uitgebrachte educatieve software in de diverse leer-,

kennis- en vormingsgebieden.

Globale doelen uitgesplitst naar de diverse "bouwen":

Groep 1-2:

Elementair computergebruik. Kinderen moeten leren omgaan met hard- en software. Ze moeten de muis

en het toetsenbord of de tablet kunnen gebruiken.

Kinderen moeten zelfstandig aan de slag kunnen met de educatieve software binnen Edugrip 2.

Groep 3-4-5:

Gebruik van hardware mag geen problemen meer opleveren, kinderen kunnen de computer zelf opstarten,

met educatieve programma's werken en zelfstandig de programma's afsluiten. De software zal gericht zijn

op ondersteuning van het onderwijs: spellen, stellen, rekenen (al dan niet webbased) en het opzoeken van

informatie in afgesproken informatiebronnen (encyclopedie en documentatiecentrum) e.d.

Groep 6-7-8:

Ieder kind kan de computer bedienen, weet ook hoe hij/zij via het interne netwerk verbinding moet

zoeken met externe, onbegrensde informatiebronnen (internet, email e.d.)

Ook in de bovenbouw zullen accenten worden gelegd. Eenvoudige tekstverwerking en communicatie via

de computer moeten gemeengoed worden. Kinderen maken ten aanzien van hun spreekbeurten / werk-

stukken gebruik van Word- Internet- Powerpoint/Prezi en beamer of digitaal bord.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 8

We zoeken naar toepassingsmogelijkheden binnen andere vakken. Meer begaafde kinderen moeten zelf

leren dingen te onderzoeken en te ontdekken en met behulp van de computer leren deze gegevens te

ordenen en te interpreteren.

Optioneel: Kinderen vergroten hun typevaardigheid middels cursus.

Ieder kind moet op de hoogte zijn van de spelregels die gelden op het internet; mediawijsheid genoemd.

Algemeen:

Binnen de SPOLT scholen wordt vanaf 2016 door meerder scholen gebruik gemaakt van tablet gestuurd

onderwijs (bv SNAPPET) . In 1e instantie vanaf groep 5.

Zie voor de ICT-competenties de bijlage

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 9

3. Scholing

Scholing vormt een essentieel onderdeel van dit beleidsplan. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat vaak de

geringe betrokkenheid van leerkrachten bij ICT één van de belangrijkste belemmeringen vormen voor meer en

beter gebruik van ICT in het onderwijs. Sommige leerkrachten zijn zich onvoldoende bewust van de

mogelijkheden die ICT te bieden heeft. Goede en gerichte scholing moet ervoor zorgen dat de leerkrachten die

mogelijkheden onderkennen en dat ze voldoende vaardigheden bezitten om ICT in te zetten voor hun

onderwijs. In 2016 heeft er een nulmeting plaatsgevonden op het gebied van ICT vaardigheden van de

individuele leerkracht. Hieruit is een schooloverzicht en een bestuur overzicht gegenereerd.

Binnen Spolt worden elk schooljaar verschillende workshops in eigen beheer georganiseerd. Daarnaast volgt

elke medewerker een e-learning cursus (Heutink) .

3.1 ICT-bovenschools werkgroep

Op iedere school is een ICT-verantwoordelijke aangesteld. En viertal keren per jaar komen deze coördinatoren

bij elkaar onder leiding van de bovensschoolse ICT verantwoordelijken. Dit zijn (voorzitter CvB); een directeur

en een bovenschoolse ICT-er.

De ICT-bovenschools verantwoordelijken spelen een begeleidende rol bij planmatige ontwikkeling van de ICT-

toepassingen binnen de scholen. Zij ondersteunen het College van Bestuur bij de vraagstukken als techniek,

personeel, gebouw, onderwijs en financiën.

Daarnaast zullen die personen kennis moeten hebben van schoolbeheer / Edugrip 2, algemene software en

veel voorkomende didactische software.

3.2.1 Opzet en begeleiding van scholing

De begeleiding en nascholing is er in eerste instantie op gericht de vaardigheden, kennis en motivatie t.a.v. het

werken met computers en andere digitale middelen te verbeteren en op peil te houden.

Plan van aanpak:

a. om tot een goede begeleiding en plan van scholing te komen zal in kaart worden gebracht over welke

deskundigheden personeelsleden beschikken.(Deze nulmeting heeft plaatsgevonden in periode mei-juli

2016)

b. vervolgens wordt bekeken aan welke scholing behoefte is, daaraan gekoppeld zal begeleiding en scholing

plaatsvinden

c. scholing en begeleiding zal zo veel mogelijk georganiseerd worden door de ICT-bovenschools

verantwoordelijken

d. per school wordt, aan de hand van een checklist, vastgesteld welke begeleiding en scholing nodig is

e. in het scholings- en begeleidingsplan staat aangegeven door wie de begeleiding en scholing gegeven

wordt, op welke wijze deze gestalte krijgt en wanneer de begeleiding wordt gegeven

f. de kosten voor (na)scholing worden betaald uit het daarvoor bestemde scholingsbudget.

3.2.2 ICT-Scholingsplan

SPOLT stelt voor directies en leerkrachten een minimumpakket verplicht, zoveel mogelijk rekening houdend

met de specifieke eisen die het werken met een digitaal schoolbord en een Edugrip 2 netwerk vereist.

De ICT-bovenschools verantwoordelijken zien erop toe dat dit op schoolniveau gerealiseerd wordt.

a. basiskennis van het werken met Edugrip 2

b. basiskennis digitaal schoolbord

c. inhoudelijke kennis van de op school aanwezige (methode) software

d. toepassing van ICT in de dagelijkse praktijk

e. email, tekstverwerking, mobiele opslag etc.

f. presentatieprogramma’s

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 10

g. Esis leerlingenadministratie en leerlingenvolgsysteem

Daarnaast vindt er scholing plaats, specifiek gericht op de op school aanwezige en te gebruiken software. Het

personeel wordt in staat gesteld de benodigde cursussen te volgen. Scholing wordt opgenomen in het jaarlijkse

Scholingsplan en bekostigd uit het scholingsbudget; in schooljaar 2015-2016 is hier al een begin mee gestart en

vanaf het schooljaar 2016-2017 wordt dit flink uitgebreid.

De intentie is om zoveel mogelijk gebruik te gaan maken van elkaars talenten. Scholingen kunnen dus ook

verzorgd worden door onze eigen collega’s.

Zie voor een uitgebreid competentie-overzicht de bijlage

4. Taken en verantwoordelijkheden

4.1 Uitvoering van het ICT-beleid

- Het beleid wordt vastgesteld door het College van Bestuur SPOLT.

- Het CvB is verantwoordelijk voor de beleidsvoorbereiding en uitvoering van het beleid.

- Het CvB mandateert de ICT-bovenschoolse verantwoordelijken voor de uitvoering van het beleid.

- Binnen de kaders van het beleid zijn de ICT-bovenschoolse verantwoordelijken bevoegd zelfstandig

uitvoering aan het beleid te geven.

- De ICT bovenschoolse verantwoordelijken leggen verantwoording af, voor de uitvoering van het beleid aan

het CvB.

4.2 Taakomschrijvingen

4.2.1 De ICT-bovenschoolse verantwoordelijken

De uitgebreide taakomschrijving van de ICT-bovenschoolse verantwoordelijken is opgenomen in de bijlage.

Er is een taakverdeling gemaakt: de directeur is verantwoordelijk voor beleidsmatige ICT zaken en de ICT-

coördinator is verantwoordelijk voor de praktische uitvoering. De voorzitter van CvB bewaakt de voortgang.

Overlegsituaties en werkwijze:

De ICT-bovenschoolse coördinator bezoekt de scholen. Het doel van dit bezoek is:

- direct aanspreekpunt voor de collega’s

- inventarisatie van problemen en wensen m.b.t. ICT

- netwerkcontrole. Functioneert alles zoals het zou moeten?

Daarnaast zal de ICT-bovenschoolse verantwoordelijke directeur de scholen bezoeken om met de directie het

ontwikkelingtraject van de school door te nemen.

- Doel is om informatie te verkrijgen over de gang van zaken rond de invoering van ICT.

- Inventariseren of hulp bij uitvoering van plannen gewenst is.

- Bundeling van scholingsvragen. (i.v.m. gezamenlijke uitvoering).

Aan de orde komen de volgende onderwerpen:

a. ICT-beleid van de school

b. Scholing

c. Onderhoud en beheer

d. Implementatie ICT in onderwijsaanbod

e. Gebruik digitale middelen door leerlingen, leerkrachten en directie

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 11

f. Gebruik educatieve software

g. Licentiebeheer

h. Infrastructuur en netwerk

i. Prioriteiten en toekomstplannen

j. Hulp bij de uitvoering van de plannen

Van dit gesprek wordt steeds een verslag gemaakt en toegezonden aan de desbetreffende directie en het CvB.

Daarnaast is het mogelijk tussentijds afspraken te maken omtrent lopende en/of urgente zaken.

Overlegsituaties

De bovenschoolse ICT-er bezoekt op afroep een teamvergadering van de school waarbij ICT op de

agenda staat.

Drie keer per jaar worden er bovenschools bijeenkomsten gehouden waarbij de ICT-bovenschools

verantwoordelijken en de ICT-coördinatoren aanwezig zijn.

1 x per 4 jaar wordt er een ICT-dag voor alle medewerkers van de stichting georganiseerd.

1 x per maand heeft de ICT-bovenschools verantwoordelijke overleg met het CvB.

BIC-netwerk:

De ICT-bovenschools verantwoordelijke directeur neemt als afgevaardigde van SPOLT deel aan het landelijk

bovenschools ICT-coördinatoren netwerk. Doel van dit netwerk is:

- op de hoogte blijven van ICT-ontwikkelingen;

- scholing / professionalisering;

- kennismaking en onderhouden van contacten met collega’s en leveranciers op landelijk niveau.

Per schooljaar vinden er 4 dagbijeenkomsten plaats.

4.2.2 De ICT werkgroep

Samenstelling van de werkgroep ICT

De werkgroep ICT bestaat uit de ICT-coördinatoren van de scholen, en de ICT-bovenschools

verantwoordelijken.

Vergaderfrequentie: minimaal 3 x per schooljaar.

- De werkgroep doet voorstellen voor nieuw beleid of het bijstellen van het huidige beleid.

- Bijdragen aan het opstellen van een bestuurlijk ICT-beleidsplan.

- Adviseren directies en bestuur.

- Gezamenlijke beoordeling en advies aankoop van hardware (computers, netwerken) en bijkomende zaken.

- Gezamenlijke beoordeling en advies van (educatieve)software (licenties).

- Stimulering van computergebruik.

- Advies t.a.v. inkopen van cursussen.

- Advies t.a.v. afsluiten van contracten, licenties.

- Kennismaken met elkaars werkwijzen betreffende ICT.

- Gebruik maken van elkaars talenten (klankbordfunctie).

4.2.3 ICT-coördinator:

Elke school of budgeteenheid heeft een ICT-coördinator voor minimaal 40 uur per jaar (taakbeleid).

Afhankelijk van de grootte van de scho(o)l(en) kan dit maximaal 60 uur per jaar zijn.

Zie voor taakomschrijving de bijlag

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 12

5. Draagvlak en communicatie

Om een goed draagvlak voor alle betrokkenen te creëren en die ook te handhaven is goede communicatie erg

belangrijk. Die communicatie wordt op de volgende manieren gestalte gegeven:

- De ICT-bovenschools verantwoordelijken verzorgen een informatieve brief (mail) voor alle scholen die

minimaal 3 x per jaar wordt opgenomen in de SPOLT nieuwsbrief..

- Scholen zorgen ervoor dat de ouders op de hoogte worden gebracht van de ontwikkelingen op ICT-gebied

(schoolgids, website, nieuwsbrieven).

- De teams worden via de teamvergadering betrokken bij alle ontwikkelingen.

- ICT zal met enige regelmaat op de agenda van team- en directievergaderingen voorkomen.

- De medezeggenschapsraden kunnen, op verzoek, beschikken over vastgesteld stukken die betrekking

hebben op het ICT gebeuren. Opmerkingen en suggesties vanuit de GMR zullen meegenomen worden bij

de besluitvorming.

- Het College van Bestuur ontvangt alle terzake doende plannen, rapportages en evaluaties en wordt

voortdurend op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 13

6. Technische infrastructuur, beheer en onderhoud

6.1 Algemeen

Om alle doelstellingen te kunnen waarmaken dient elke school te beschikken over een vrijwel storingsvrij,

onderhoudsarm netwerk met goed werkende apparatuur.

De afschrijvingstermijn van de vitale apparatuur is als volgt vastgesteld:

werkstation: 6 jaar

monitor: 10 jaar

digitaal schoolbord 8 jaar

Touchscreen 8 jaar

beamer: 4 jaar

De ICT-werkgroep kan besluiten van bovenstaande termijnen af te wijken.

Om een goed netwerk te garanderen zijn de volgende afspraken gemaakt:

- Installatie en beheer wordt uitbesteed aan Unilogic te Sittard. Dit d.m.v. een onderhoudscontract waarin

ook is voorzien in remote-beheer.

- Het beheer wat voor de scholen overblijft wordt verzorgd door de ICT-coördinator. Hij wordt hierbij

ondersteund door de ICT-bovenschoolse verantwoordelijken.

6.2 Technische infrastructuur De toekomstige ontwikkelingen op ICT gebied gaan zo snel dat wij nu op het punt staan om alle

schoolgebouwen te screenen op de infra structuur. Met name een goed dekkend WIFI netwerk is erg belangrijk

en een goede up- en download snelheid.

Om de inhoudelijke doelen te kunnen realiseren wordt er gewerkt met het “basispakket ICT”.

Het “basispakket ICT” voorziet erin dat elke school minimaal de beschikking heeft over het volgende:

- 4 computers voor schoolleiding, administratie en IB

- 1 computer per 4 leerlingen (werkstations voor de diverse disciplines uitgezonderd)

- 1 digitaal schoolbord per groep.

NB: de scholen die gebruik maken van SNAPPET hebben vanaf groep 5 per leerling een eigen tablet.

De gebruikte computers dienen te voldoen aan een minimale configuratie. Deze configuratie zal elk jaar

opnieuw bepaald worden.

6.3 Digitale schoolborden /touchscreens

SPOLT kiest voor een uniform digitaal bord voor de scholen.

Een uniform bord biedt de volgende voordelen:

- Uitwisseling van ervaringen en lesmateriaal.

- Onderlinge ondersteuning.

- Gezamenlijke scholing/training

- Kwantumvoordeel. Met grotere aantallen, betere afspraken met leverancier mogelijk

- Efficiënte organisatie

Voor de groepen 1 t/m 8 is gekozen voor een Touchscreen van Prowise

Op dit moment zijn er op de scholen nog Activborden en Focusborden in gebruik.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 14

6.4 Financiën

Inkomsten

Conform de opgaven van het ministerie zullen de komende jaren de volgende financiële middelen voor de

scholen beschikbaar komen:

2015 2016 2017 2018

Bedrag per LL;

bovenschools

€ 94,30 € 94,40 € 95,30 € 95,57

Bedrag per LL:

Basisscholen

€ 10,- € 10,- € 10,- € 10,-

Aantal LL: (t – 1) 2682 2540 2446 2371

Sinds de invoering van de Lumpsum-financiering zijn de ICT-gelden niet meer geoormerkt. SPOLT kiest er

echter voor om de beschikbare gelden voor het doel te behouden waarvoor ze worden toegekend. Hierbij zou

de volgende verdeling gemaakt kunnen worden:

- 90% van het ICT-budget van elke school wordt aangewend voor het ICT-basispakket, dat bovenschool is

vastgesteld en bekostigd wordt.

- 10% mag de school naar eigen inzicht inzetten.

Uitgaven worden jaarlijks in de begroting verantwoord. Voor de komende 4 jaren worden deze uitgaven in de

meerjarenbegroting en het meerjareninvesteringsplan opgenomen.

In 2015 is het investeringsplan computer hardware en digitale borden geactualiseerd a.h.v. de herverdeling

hardware in de scholen in 2014 en de afschrijvingen van de digitale borden. Voor de huidige digitale borden

wordt de afschrijvingstermijn van 8 jaar gehanteerd. Voor de nieuwe aan te schaffen digitale borden wordt

een afschrijvingstermijn van 8 jaar gehanteerd.

In bovenstaande bedragen zijn de afschrijvingen van de digitale borden meegenomen. Voorheen werden deze

afgeschreven van de ICT reserve-middelen. Reserve-middelen worden ook gebruikt voor het eenmalig

aanschaffen van beamers van digiborden, welke niet meer goed functioneren, maar nog niet afgeschreven zijn.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 15

7. Veilig internetgebruik

Sociale media

De normvervaging die ontstaan is rond seks en geweld speelt het onderwijs duidelijk parten bij het integreren

van het internet in de lessen. Kinderen komen immers veel sneller en indringender in contact met deze

aspecten van de maatschappij dan vroeger.

Onze reactie op deze maatschappelijke ontwikkeling kan verschillend zijn: we filteren het internet of we leren

of we leren de leerlingen omgaan met de realiteit. Iedere aanpak heeft zijn voor- en nadelen. De eigen

schoolcultuur is bepalend voor de keuze die hierin gemaakt wordt.

SPOLT hanteert voor het veilig internetgebruik de volgende uitgangspunten:

- Elke school heeft een protocol “veilig internet en emailgebruik”. Kinderen en ouders zijn op de hoogte van

dit protocol.

- De school bevordert het verantwoordelijkheidsgevoel bij leerlingen door de toegang tot internet te

begeleiden.

- Leerlingen mogen niet onbegeleid, onbeperkt en onbelemmerd internetten.

Er is voldoende aandacht op de school voor “veilig internet”. De school beschrijft in het schoolplan hoe men de

aandacht daaraan vorm wenst te geven. Dit onderwerp wordt ook beschreven in het veiligheidsplan SPOLT dat

in 2016 geactualiseerd is.

Privacy

ICT hulpmiddelen zijn niet meer weg te denken in onze maatschappij. Daardoor – en ook mede dankzij de

enorme toevloed aan nieuwe mogelijkheden – ontstaat er steeds meer wet en regelgeving omtrent het

correcte gebruik van ICT hulpmiddelen. Voor Spolt zijn de belangrijkste op dit gebied: - Privacy Er wordt steeds

meer informatie digitaal vastgelegd. Zo ook van personeel van Spolt en de aan haar toevertrouwde leerlingen.

Omdat het hierbij vaak ook om privacy gevoelige informatie gaat, wordt bij het opstellen van het ICT beleid

rekening gehouden met de op dit gebied geldende wetgeving en rechtspraak. Voorbeeld hiervan komt tot

uiting in het aanmeldingsformulier van de school waarop ouders wel dan niet toestemming om hun kind

gebruik te laten maken van digitale communicatiemiddelen. De schoolleveranciers van met name digitale

software moeten voldoen aan de wettelijke regels. Zij moeten een gebruikersovereenkomst overleggen die

voldoet aan de normen van de PO en VO raad.

Beveiliging

Ook de digitale wereld kent bedreigingen. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan virussen, en oneigenlijk

gebruik door gebruikers van de mogelijkheden. Inmiddels is op dit gebied wet en regelgeving aanwezig die zich

binnen de Spolt organisatie heeft vertaald naar de gedragscode “gebruik elektronische communicatie

middelen” - Straling digitale communicatie verloopt meer en meer draadloos. Hierdoor neemt het aantal

(draadloze) zenders toe. Belangrijk bij de keuze voor inzetten van digitaal leermateriaal is dan ook het

voorkomen dat er sprake is van teveel blootstelling aan straling vanuit deze apparatuur. Momenteel is er nog

geen wetgeving op dit gebied beschikbaar.

Houding

Computers zijn niet meer weg te denken uit het onderwijs. Computeren is leuk en leerzaam, maar er is een

keerzijde. Veel en vaak computeren kan – op korte of langere termijn – leiden tot gezondheidsklachten, zoals

pijn in armen, handen, nek en/of schouders (RSI-gerelateerde klachten), hoofdpijn en oogklachten. De school

beschrijft in hun schoolplan op welke wijze men aandacht besteedt aan de deze problematiek.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 16

8. Toekomstige ontwikkelingen

De ontwikkelingen gaan snel. De ICT-bovenschoolse verantwoordelijken en de werkgroep dienen alle

ontwikkelingen m.b.t. ICT die voor het onderwijs van belang kunnen zijn, nauwlettend te volgen en

bespreekbaar te maken. In de bijeenkomsten met de ICT-coördinatoren worden nieuwe ontwikkelingen

besproken en bekeken en a.h.v. de bevindingen worden voorstellen gedaan voor implementatie. In 2016

nemen 2 personen van SPOLT deel aan de studiebijeenkomsten van het netwerk SDZN. Doel hiervan is om

goed in beeld te brengen hoe scholen en besturen moeten omgaan met de toekomstige ontwikkelingen op het

gebied van ICT; b.v. het gepersonaliseerd leren. In schooljaar 2013-2014 is op b.s. Antonius in Buggenum

pilotproject SNAPPET gestart voor de groepen 6-8. In schooljaar 2016-2017 hebben 7 basisscholen van SPOLT

voor de groepen 5-8 SNAPPET ingevoerd. Iedere leerling krijgt een eigen tablet (7 inch). Alle scholen werken

met SNAPPET voor het vak rekenen. Scholen mogen zelf de keuze maken of ze meerdere vakken op SNAPPET

gebruiken. In schooljaar 2016-2017 is ook een aparte werkgroep SNAPPET op bestuursniveau ingesteld. Iedere

SNAPPETschool heeft een kartrekker. De werkgroep heeft tot doel om ervaringen tussen de gebruikers uit te

wisselen om zodoende een zo hoog mogelijke rendement uit het werken met Snappet te halen. De werkgroep

wordt aangestuurd door een coördinatieteam waarin opgenomen: bovenschoolse Snappet leerkracht-

vertegenwoordiger Opmaat en bovenschools ICT verantwoordelijke bestuur.

Op gebied van de infrastructuur staan ook grote veranderingen op stapel. De eerste stap is om ieder school te

voorzien van een goed werkend draadloos netwerk met voldoende bandbreedte. Daarnaast zullen de scholen

steeds meer in de “cloud” gaan werken. Dit heeft grote consequentie op het gebied van privacy en infra

structuur.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 17

9. Bijlagen

9.1 Taakomschrijvingen

9.1.1. Taakomschrijving ICT-Bovenschoolse verantwoordelijken

De ICT bovenschoolse verantwoordelijken werken rechtstreeks onder het CvB en heeft daarbinnen een directe

lijn met de voorzitter van het College van Bestuur.

Kernactiviteiten:

Beleid:

Het formuleren en bewaken van ICT-doelstellingen binnen de stichting.

Bewaken en stimuleren van het ICT-gebruik binnen de scholen van de stichting.

Het begeleiden van veranderingsprocessen binnen ICT.

Het initiëren van ICT-vernieuwingen binnen de stichting.

Rapporteren aan CvB en voeren van overleg met directies.

Automatiseringsprojecten opzetten, begeleiden en evalueren.

Coördinatie:

Het zijn van het aanspreekpunt voor ICT binnen de stichting voor interne en externe relaties.

Het coördineren van de ICT-taakverdeling binnen de stichting.

Coördinatie van oplossen van technische problemen.

Planning en advies:

De ICT-wensen en -problemen op de scholen inventariseren en analyseren.

Advies uitbrengen bij alle ICT-aankopen en investeringen.

Een investeringsbeleid per jaar (gedetailleerd) en een meerjarenplan (globaal) opstellen voor de

wensen en investeringen op het gebied van ICT.

Adviseren bij het opstellen van schoolspecifieke beleidsplannen (ICT in schoolplan)

Coaching:

Begeleiding en coaching van de ICT-coördinatoren.

Informatie verstrekken aan collega's aangaande nieuwe leermiddelen en mogelijkheden.

Planning en advies ICT-infrastructuur:

Advies geven over de uit te voeren werken.

Controle op de correcte werking na uitvoering van ICT-infrastructuurwerken.

Administratief-financieel beheer ICT:

Financiële medeverantwoordelijkheid dragen bij het beheer en de besteding van het ICT-budget.

Offerte-aanvragen voor de aankoop van multimedia-apparaten.

ICT-leveringen en -installaties volgen.

Licentiebeheer.

Contacten onderhouden met leveranciers en providers.

De ontwikkelingen van de ICT-markt en de prijszetting volgen.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 18

ICT-samenwerking:

Contacten leggen en onderhouden met collega’s en andere organisaties m.b.t. ICT.

Het aanspreekpunt zijn binnen de stichting voor interne en externe relaties m.b.t. ICT.

Gesprekspartner voor ICT-bedrijf.

Nascholing personeel:

Centraal coördinatiepunt voor de ICT-scholingsprogramma’s.

De ICT-opleidingswensen en -problemen op de scholen inventariseren en analyseren.

Directie adviseren betreffende een ICT-nascholingsplan.

Een ICT-nascholingsplan uitwerken en de realisatie ervan volgen en zo nodig bijsturen.

Werkgroep ICT-coördinatoren:

Organiseren van het bovenschools overleg ICT-coördinatoren.

Het leiden van de vergaderingen.

Zorgdragen voor de agenda van een vergadering en het verspreiden daarvan.

9.1.2 Taakomschrijving ICT-coördinator

Beleid:

De contactpersoon (het aanspreekpunt) op ICT-gebied van de scho(o)l(en).

Neemt 3 x per jaar deel aan het bovenschoolse ICT-overleg.

Is op de hoogte van de inzet van ICT op zijn/haar scho(o)l(en).

Denkt mee bij het opstellen van een schoolspecifieke beleidsplan (ICT in schoolplan).

Helpt mee bij de uitvoering van en bewaakt het jaarlijks actieplan (speerpunten).

Bewaakt de doorgaande lijn m.b.t. ICT op zijn/haar scho(o)l(en).

Coaching:

Collega's “warm maken” voor ICT-toepassingen in hun klas en school.

Collega's aanmoedigen tot het leveren van bijdragen aan het ICT-gebruik op school.

Informatie verstrekken aan collega's aangaande nieuwe leermiddelen en mogelijkheden.

Interesse wekken voor software, website, digitale leeromgevingen e.d..

Informatie over educatieve software en websites doorgeven aan collega's.

ICT-integratie binnen de vakken:

In samenwerking met de betrokken collega's, met het oog op integratie van ICT in het onderwijs, de

mogelijkheden en de behoeften onderzoeken op het vlak van hardware, software en opleiding.

Tijdbesteding:

40 - 60 uur per schooljaar vanuit taakbeleid.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 19

9.2 Servicedesk

Helpdesk/Technische ondersteuning.

Voor het aanmelden van computergerelateerde storingen doet SPOLT een beroep op de servicedesk van

Unilogic.

Bereikbaarheid

De servicedesk is te bereiken via e-mail.

Het e-mailadres is: [email protected]

Het aanmelden van een storing gebeurt via e-mail. Alleen urgente storingen kunnen telefonisch doorgegeven

worden. Telefoonnummer: 046-8507007

9.3 ICT-competenties leerkracht

9.3.1 Didactische vaardigheden

Klassenmanagement:

Van de leerkracht wordt verwacht dat hij/zij:

- de software ( al dan niet methode-gebonden) beheerst die ingezet wordt;

- in staat is heldere taakinstructie aan de kinderen te geven;

- de beginsituatie van de leerling kent;

- over voldoende eigen instrumentele vaardigheid beschikt;

- in staat is de computers zo in te zetten zodat deze zo efficiënt mogelijk gebruikt worden;

- voor aanvang van een les de benodigde ICT middelen op juiste werking getest heeft;

- de regels kent die gelden voor computergebruik op school;

- op een bewuste manier gebruik maakt van verschillende ict-toepassingen;

- de leerlingen veilig en verantwoord de computer kan laten gebruiken;

- leerlingen kan begeleiden bij het gebruik van internet zodat leerlingen in staat zijn relevante informatie te

vinden en te beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid;

- de activiteiten, vorderingen en resultaten van alle leerlingen digitaal kan volgen;

- leerlingen die bij bepaalde onderdelen extra tijd of oefening nodig hebben remediërende programma’s

kan aanbieden.

Pedagogisch didactisch:

- ICT middelen in verschillende, daarvoor geschikte, onderwijssituaties-activiteiten kan gebruiken;

- in staat is om zijn lessen digitaal voor te bereiden;

- digitale leermiddelen kan inzetten om leerlingen te motiveren en stimuleren;

- een digitaal schoolbord effectief en efficiënt kan gebruiken bij diverse didactische werkvormen;

- ICT kan inzetten in het onderwijs daarbij rekening houdend met verschillen in ICT- vaardigheden van de

leerlingen;

- flexibel is in het gebruik van ICT en onderwijs;

- vanuit verschillende onderwijsvisies ICT kan inzetten in het onderwijs;

- met behulp van ICT ouders en andere belanghebbenden kan informeren;

- rekening houdt met verschillen in niveau, interesse, leerstijl en werktempo van leerlingen bij het geven van

opdrachten;

- een digitale presentatie die voldoet aan de eisen van een goede digitale presentatie, kan maken en

gebruiken;

- ICT optimaal en gericht kan integreren binnen de verschillende vakgebieden;

- leerlingen die bij bepaalde onderdelen extra tijd of oefening nodig hebben

- remediërende programma’s kan aanbieden;

- bekend is met de leefwereld van kinderen en weet welke rol ICT daarin speelt;

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 20

- leerlingen kan begeleiden bij het gebruik van internet zodat leerlingen in staat zijn relevante informatie te

vinden en te beoordelen op kwaliteit en betrouwbaarheid;

- op de hoogte is van de mogelijkheden van digitale toetsen;

- gebruik maakt van diverse vindplaatsen van digitaal leer-oefen- en toetsmateriaal en in staat is deze te

beoordelen om hieruit een eigen (digitale, interactieve) leereenheid te arrangeren en structureel in te

zetten binnen verschillende vakgebieden en onderbouwd vanuit de onderwijsvisie;

9.3.2 Instrumentele vaardigheden

Edugrip 2

De leerkracht kan:

- inloggen;

- het wachtwoord aanpassen;

- omgaan met verkennen;

- de inkijkmap van de leerlingen gebruiken;

- documenten van de leerlingen inzien en documenten bij de leerlingen plaatsen;

- het software-gebruik van de leerlingen bekijken (merendeels);

- thuis inloggen via telewerken.

Digitaal schoolbord

De leerkracht kan:

- de digibord software correct opstarten en afsluiten;

- het digitale bord kalibreren;

- schakelen tussen digibord software en het bureaublad;

- de beamerfunctie “Freeze” toepassen;

- het beamerfilter schoonmaken;

- een presentatie presenteren;

- een presentatie maken;

- de basisvaardigheden van het digibord beheersen;

- het digitaal bord als TV gebruiken;

- het speciaal gereedschap gebruiken

- een object vergroten en verkleinen;

- lessen van het internet kunnen downloaden en toepassen.

Besturing computer

De leerkracht kan:

- een station, map of bestand selecteren;

- in een map een submap aanmaken; opschonen van oude documenten/mailbestanden

- de basisvaardigheden: tekstverwerken; presenteren; internet; e-mail

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 21

9.4 ICT-competenties leerlingen

De competentiediamant en de hoofdcompetenties

Leerprocesgerichte competenties:

De leerling kan aantonen dat hij/zij:

- taakgericht kan werken;

- functioneel kan samenwerken aan een opdracht waarbij ICT gebruikt wordt;

- zelfstandig kan leren en oefenen in een ICT ondersteunende leeromgeving;

- over de nodige instrumentele kennis en vaardigheden beschikt om de ICT-apparatuur te kunnen hanteren;

- bereid is zijn medeleerlingen te helpen, rekening houdend met de verschillen in vaardigheden;

- zich houdt aan regels en afspraken die op de school gelden m.b.t. het computergebruik;

- op de hoogte is van de regels die gelden op het internet;

- een positieve houding heeft tegenover ICT en bereid is ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het

leren.

- ICT adequaat gebruikt en er op een verantwoorde wijze mee omgaat;

- informatie kan opzoeken, verwerken en bewaren m.b.v. ICT;

Instrumentele vaardigheden:

De leerlingen bezitten de nodige instrumentele kennis en vaardigheden om de ICT-apparatuur in relevante

contexten te kunnen hanteren.

Sociaal-ethische competenties:

De leerlingen gebruiken ICT adequaat en gaan er op een verantwoordelijke wijze mee om.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 22

9.5 Nulmeting ICT bekwaamheidsscan SPOLT

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 23

9.6 ICT Scholingsplan SPOLT Interne scholingactiviteiten:

Binnen SPOLT worden o.a. de volgende scholingsactiviteiten/workshops aangeboden

- Snappet gebruikers bijeenkomsten o.l.v. van een trainer-trainer

- Prowise presenter

- Digi keuze bord

- Programmeren

- Basisonline formulieren

- Basisonline slideshows

- Esis o.l.v. trainer-trainer

- Kurzweil

- Muiswerk

- Bouw

Bovenstaande workshops worden verzorgd door SPOLT medewerkers.

- Daarnaast biedt SPOLT haar medewerkers ook nog de gelegenheid voor het volgen e –learning cursussen

via de Heutink Academy.

- Medewerkers die zich verder willen specialiseren/ontwikkelen op ICT gebied kunnen altijd een verzoek

indienen en een beroep doen op het algemeen scholingsbudget van SPOLT.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 24

9.7 Protocol Privacy SPOLT Als privacy reglement voor personeel wordt gebruik gemaakt van het reglement opgesteld door Verus. Te vinden op de website van Verus, vermeld als Model Privacyreglement POVO. personeel definitieve versie. Voor verwerking van leerlingengegevens wordt gebruik gemaakt van het reglement opgesteld door Verus. Te vinden op de website van de KBO, vermeld als Model Privacyreglement verwerking leerlingengegevens PO. Bij een personeelsvolgsysteem wordt gebruik gemaakt van de EIC regeling, eveneens opgesteld door de bond KBO. Te vinden op de website van de KBO, vermeld als EIC regeling. Alle reglementen moeten worden voorgelegd aan de GMR en niet aan de MR, omdat het reglementen zijn die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle scholen, vallend onder SPOLT. Het privacy reglement voor personeel moet ter instemming worden voorgelegd aan het personeelsdeel van de GMR. De GMR dient te oordelen over de vaststelling of verwerking van een regeling over het verwerken van en de bescherming van persoonsgegevens van het personeel. Het privacy reglement voor leerlingen moet ter instemming worden voorgelegd aan de oudergeleding van de GMR. Het gaat om het vaststellen van of het wijzigen over het verwerken van en de bescherming van gegevens van ouders en leerlingen. Beide reglementen worden ter kennisneming voorgelegd aan de andere geleding. Een overzicht van de beweegredenen van het voorstel en de eventuele gevolgen voor de geleding die geen instemmingbevoegdheid heeft, worden door het bestuur verstrekt. De EIC regeling moet eveneens ter instemming worden voorgelegd aan de GMR. Het gaat hierbij om voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van het personeel. De regeling is gericht op EIC middelen die door het bestuur gefinancierd zijn en voorziet in de totstandkoming van een goede balans tussen verantwoord gebruik en bescherming van de privacy van iedereen die op school werkzaamheden verricht. Bijlage 3A. Internet gebruik. 1.Op de website van de school worden foto’s van kinderen, leerkrachten of ouders/verzorgers geplaatst, tenzij men nadrukkelijk schriftelijk geen toestemming heeft verleend.

2. Namen van personen in combinatie met foto’s van betreffende personen worden zoveel mogelijk voorkomen.

3.Contact via email tussen leerkrachten en kinderen vindt alleen plaats met schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers en alleen via het officiële e-mail adres van de school.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 25

9.8 Protocol Sociale media (uit veiligheidsplan SPOLT)

Inleiding Sociale media zoals Twitter, Instagram, Facebook, YouTube en LinkedIn bieden de mogelijkheid om te laten zien dat je trots bent op je school en kunnen een bijdrage leveren aan een positief imago van SPOLT. Van belang is te beseffen dat je met berichten op sociale media (onbewust) de goede naam van de stichting, school en betrokkenen ook kunt schaden. Om deze reden vragen wij om bewust met de sociale media om te gaan. Essentieel is dat, net als in communicatie in de normale wereld, de onderwijsinstellingen en de gebruikers van sociale media de reguliere fatsoensnormen in acht blijven nemen en de nieuwe mogelijkheden met een positieve instelling benaderen. SPOLT vertrouwt erop dat zijn medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en andere betrokkenen verantwoord om zullen gaan met sociale media en heeft dit protocol opgezet om een ieder die bij de stichting betrokken is of zich daarbij betrokken voelt daarvoor richtlijnen te geven. Uitgangspunten

1. SPOLT onderkent het belang van sociale media; 2. Dit protocol draagt bij aan een goed en veilig school- en onderwijsklimaat; 3. Dit protocol bevordert dat de instelling, medewerkers, leerlingen en ouders op de sociale media

communiceren in het verlengde van de missie en visie van de onderwijsinstelling en de reguliere fatsoensnormen. In de regel betekent dit dat we respect voor de school en elkaar hebben, dat we verdraagzaam zijn en iedereen in zijn waarde laten;

4. De gebruikers van sociale media dienen rekening te houden met de goede naam van de school en van een ieder die betrokken is bij de school;

5. Het protocol dient de onderwijsinstelling, haar medewerkers, leerlingen en ouders tegen zichzelf en anderen te beschermen tegen de mogelijke negatieve gevolgen van de sociale media.

Doelgroep en reikwijdte

1. Deze richtlijnen zijn bedoeld voor alle betrokkenen die deel uitmaken van SPOLT, dat wil zeggen medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en mensen die op een andere manier verbonden zijn aan SPOLT;

2. De richtlijnen in dit protocol hebben enkel betrekking op schoolgerelateerde berichten of wanneer er een overlap is tussen school, werk en privé.

Sociale media en de school A. Voor alle gebruikers (medewerkers, leerlingen en ouders/verzorgers) 1. Het is medewerkers en leerlingen niet toegestaan om tijdens de lessen actief te zijn op sociale

media tenzij door de schoolleiding respectievelijk leraren hiervoor toestemming is gegeven; 2. Het is betrokkenen toegestaan om kennis en informatie over school en de leden van de schoolgemeenschap te delen, mits het geen vertrouwelijke of persoonlijke informatie betreft en andere betrokkenen niet schaadt; 3. De betrokkene is persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud welke hij of zij publiceert op de sociale media; 4. Elke betrokkene dient zich ervan bewust te zijn dat de gepubliceerde teksten en uitlatingen voor onbepaalde tijd openbaar zullen zijn, ook na verwijdering van het bericht; 5. Het is voor betrokkenen niet toegestaan om foto-, film- en geluidsopnamen van schoolgerelateerde situaties op de school- en/of persoonlijke sociale media te zetten tenzij degenen die afgebeeld of hoorbaar zijn hier uitdrukkelijk toestemming voor plaatsing hebben gegeven; 6. Het is medewerkers niet toegestaan om met een privéaccount ‘vrienden’ te worden met leerlingen op sociale media; 7. Alle betrokkenen nemen de fatsoensnormen in acht. Als fatsoensnormen worden overschreden (bijvoorbeeld: mensen pesten, kwetsen, stalken, bedreigen, zwartmaken of anderszins beschadigen) dan neemt de onderwijsinstelling passende maatregelen. Zie ook : Sancties en gevolgen voor medewerkers en leerlingen

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 26

B. Voor medewerkers tijdens werksituaties 1. Medewerkers hebben een bijzondere verantwoordelijkheid bij het gebruik van sociale media:

privémeningen van medewerkers kunnen eenvoudig verward worden met de officiële standpunten van de onderwijsinstelling; Indien een medewerker deelneemt aan een discussie die (op enigerlei wijze) te maken heeft met SPOLT dient de medewerker te vermelden dat hij/zij medewerker is van SPOLT;

2. Als online communicatie dreigt te ontsporen dient de medewerker direct contact op te nemen met zijn/haar leidinggevende om de te volgen strategie te bespreken;

3. Bij twijfel of een publicatie in strijd is met deze richtlijnen neemt de medewerker contact op met zijn/haar leidinggevende.

C. Voor medewerkers tijdens privésituaties 1. Het is de medewerker toegestaan om school/werkgerelateerde onderwerpen te publiceren mits het

geen vertrouwelijke of persoonsgebonden informatie over de school, zijn medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en andere betrokkenen betreft. Tevens mag de publicatie de naam van de school niet schaden;

2. Het is voor medewerkers niet toegestaan standpunten en/of overtuigingen uit te dragen welke in strijd zijn met de missie en visie van SPOLT en de uitgangspunten van dit protocol;

3. Indien de medewerker deelneemt aan een discussie die (op enigerlei wijze) te maken heeft met de onderwijsinstelling dient medewerker te vermelden dat hij/zij medewerker is van SPOLT;

4. Indien de medewerker over SPOLT of een SPOLT-school publiceert dient hij/zij het bericht te voorzien van het bericht dat de standpunten en meningen in dit bericht de eigen persoonlijke mening zijn en los staan van eventuele officiële standpunten van SPOLT/school.

Sancties en gevolgen voor medewerkers en leerlingen

1. Medewerkers die in strijd handelen met dit protocol maken zich mogelijk schuldig aan plichtsverzuim. Alle correspondentie omtrent dit onderwerp wordt opgenomen in het personeelsdossier:

2. Indien SPOLT de wijze van communiceren door een medewerker(s) als ‘grensoverschrijdend’ kwalificeert, dan wordt dit telefonisch gemeld bij de Landelijke Vertrouwensinspecteur (0900 – 1113111);

3. Afhankelijk van de ernst van de uitlatingen, gedragingen en gevolgen worden naar medewerkers toe rechtspositionele maatregelen genomen welke variëren van waarschuwing, schorsing, berisping, ontslag en ontslag op staande voet;

4. Leerlingen en / of ouders/verzorgers die in strijd met dit protocol handelen maken zich mogelijk schuldig aan verwijtbaar gedrag. Alle correspondentie omtrent dit onderwerp wordt opgenomen in het leerlingendossier;

5. Afhankelijk van de ernst van de uitlatingen, gedragingen en gevolgen worden naar leerlingen en / of ouders/verzorgers toe maatregelen genomen welke variëren van waarschuwing, schorsing en verwijdering van school;

6. Indien de uitlating van leerlingen en/of ouders/verzorgers en medewerkers mogelijk een strafrechtelijke overtreding inhoudt zal door SPOLT aangifte bij de politie worden gedaan.

Dit protocol is met instemming van de (G)MR tot stand gekomen.

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 27

9.8 Internetgebruik voor kinderen en volwassenen (uit veiligheidsplan SPOLT) Kinderen en internet Iedereen maakt tegenwoordig gebruik van internet. Dat is eigenlijk vanzelfsprekend en bijna onmisbaar voor een deel van je schoolwerk en de communicatie met je vrienden. Maar omdat iedereen gebruik maakt van internet is het juist heel belangrijk dat je hier voorzichtig mee omgaat.

Ik gebruik het internet alleen na toestemming van de meester/juf;

Ik geef mijn naam (email) adres of telefoonnummer alleen door op internet na toestemming van mijn meester/juf;

Ik gebruik bij het gebruiken van een zoekmachine woorden die binnen de normen en waarden van mijn ouders, de school en mijzelf vallen (zoektermen). Ik zoek niet met woorden die te maken hebben met grof woordgebruik, racisme, discriminatie of geweld. Als ik twijfel overleg ik met de meester/juf;

Ik vertel direct aan mijn meester/juf als ik e-mailberichten krijg waardoor ik mij onprettig voel;

Ik vertel het direct aan mijn meester/juf als ik e-mailberichten krijg die ik niet vertrouw i.v.m. mogelijke virussen;

Ik spreek nooit iets af met iemand die ik op internet ‘online’ heb ontmoet en die ik verder niet ken, zonder toestemming van mijn meester/juf of ouders;

Ik verstuur geen mailtjes zonder overleg met de meester/juf;

Ik verstuur nooit een foto of iets anders van mezelf per e-mail zonder toestemming van de meester/juf;

Ik gebruik in mijn e-mails alleen maar woorden waarvan ik weet dat ze vallen binnen de normale omgangsregels. Dus geen woorden waarmee ik anderen zou kunnen kwetsen, etc.;

Ik download geen bestanden tenzij ik daarvoor toestemming heb gekregen van de meester/juf;

Ik maak afspraken met de meester/juf over het tijdstip en de tijd dat ik gebruik mag maken van internet;

Ik mag op school niet chatten. Dat mag alleen als de meester/juf hiervoor een opdracht geeft;

Als ik gebruik moet maken van een wachtwoord (bijvoorbeeld om te e-mailen) dan zorg ik ervoor dat dit wachtwoord geheim blijft. Ik vertel het dus niet aan anderen die er niets mee te maken hebben;

Ik bezoek alleen websites waarvan ik weet dat het veilig, betrouwbaar en binnen de normen en waarden van mijn ouders, de school en mijzelf vallen. Als ik twijfel overleg ik met mijn ouders en/of de meester/juf;

Als ik per ongeluk op een website terecht kom en zie dat deze niet valt binnen de normen en waarden van mijn ouders, de school en/of mijzelf, sluit ik deze direct af en meld dit aan mijn ouders of meester/juf. Ik ben mij er van bewust dat mijn ouders en/of de meester/juf in staat zijn om terug te zien welke sites ik heb bezocht.

Kinderen en Sociale Media Misschien zijn social media wel de populairste onderdelen van het computeren. En het lijkt veilig, omdat je alleen maar vriendjes of vriendinnetjes uitnodigt die je kent. Maar is dat ook zo? Let op de volgende dingen:

Ik gebruik een nickname en niet mijn eigen naam op MSN;

Ik neem geen chatverzoekjes of video aan van onbekenden;

Ik open geen e-mailtjes van onbekenden;

Ik voeg geen mensen toe die ik niet ken;

Ik blokkeer vervelende mensen;

Ik vertel mijn wachtwoord aan niemand. Zo kan niemand op mijn MSN komen;

Ik maak geen stiekeme afspraakjes met mensen die ik ken via MSN. Tips voor een goed en veilig wachtwoord

Bedenk een onzin-zin met een getal leesteken. Bijvoorbeeld: “Jij krijgt van mij een dikke 10!”

Neem van ieder woord de eerste letter en neem de getallen en leestekens over. Je krijgt dan: “Jkvmed10!”

Zorg voor minimaal 8 tekens in je wachtwoord;

Geef je wachtwoord nooit aan iemand anders, ook niet aan je beste vriend of vriendin;

Laat je wachtwoord niet rondslingeren in de buurt van je pc of in je agenda;

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 28

Gebruik niet voor alles hetzelfde wachtwoord. Tips voor medewerkers/ouders voor het omgaan met kinderen die gebruik maken van internet

Spreek regels af bij het internetgebruik. Wat kan wel en wat niet? Wat voor verschil is er tussen thuis- en schoolinternet?

Bouw vertrouwen op met de leerlingen. Als er problemen zijn moet een leerling naar jou toe willen komen;

Blijf in de buurt van internettende leerlingen. Controleer of de schoolregels zijn opgevolgd;

Laat persoonlijke gegevens privé blijven en let er op dat er over de leerlingen zo weinig mogelijk valt te traceren;

Laat ze liever niet op school chatten. Chatten kan thuis, niet op school-pc’s. Bovendien kun je als docent niet in de gaten houden met wie de kinderen chatten;

Ga zelf ook eens chatten. Om van de leefwereld van leerlingen af te weten, is het wel eens aardig om zelf een kijkje in een chatbox te nemen;

Leer van je leerlingen. Je leerlingen internetten veel en vaak. Laat hen elkaar en de school adviseren;

Internet moet wel leuk blijven, dus vergeet niet om ook over de leuke dingen te praten;

Gebruik niet voor alles hetzelfde wachtwoord maar verzin voor al je online activiteiten een nieuwe. Tips voor het omgaan met digitaal pesten

Bespreek pesten met de school;

Bespreek digitaal pesten met je kind; Reageer niet op pestmails of sms-jes en blokkeer als dat mogelijk is de afzenders. Ga zorgvuldig om met je je wachtwoord, zodat het makkelijk is jouw MSN-, profielsite- of online gaming account te kraken. Bewaar de pestmails of sms-jes als bewijs:

Wijs kinderen op gedrag op internet, wat kan wel en wat kan niet? Als je kind gepest wordt, moet je hem of haar serieus nemen, maar ook leren relativeren. Soms zijn pestmails niet specifiek voor hem/haar bedoeld en is het het beste deze te negeren.

Tips voor chatten

Plaats de computer waar je kind op internet op een plek waar je er zicht op hebt;

Weet waar je kind chat en toon interesse in wat je kind doet en met wie het chat. Spreek tijden af wanneer je kind mag chatten en hoe lang het mag chatten;

Bereid je kind voor op wat het kan verwachten en tegenkomen in een chatroom. Leg uit waar het op moet letten en hoe het kan omgaan met problemen Zie hiervoor onderstaande tips;

Help je kind bij het verzinnen van een goede nickname (een pseudoniem). Let er bijvoorbeeld op dat het geen informatie geeft over zijn/haar echte naam of leeftijd via de nickname. Voorkom ook suggestieve namen zoals “sexygirl””. Dit soort namen trekt een bepaald slag mensen aan;

Geef je kind mee dat het voorzichtig moet zijn met het vermelden van persoonlijke gegevens als adres, (mobiele) telefoonnummer of achternaam. Het geven van persoonlijke gegevens aan iemand die je niet kent is onverstandig;

Maak je kind duidelijk dat de virtuele wereld een schijnwereld kan zijn. Wat gepresenteerd wordt als echt kan een verzinsel zijn. Wie zich voordoet als vrouw is mogelijk een man. Wie zich voordoet als kind is wellicht een volwassene;

Maak je kind ervan bewust dat alle gesprekken, foto’s, webcamsessies en filmpjes opgeslagen en hergebruikt kunnen worden door chatbuddies. Vraag of je kind de personen met wie het dit soort informatie uitwisselt echt kent;

Maak je kind ervan bewust dat degene met wie het chat vervelende beelden voor de webcam kan tonen;

Wees alert op pesten en andere vormen van belediging. Vertel je kind dat het er niet op moet reageren en ze zelf niet mag versturen. Wanneer je kind gepest wordt, meldt dit dan bij de chatroom moderator. Deze kan de pester uit de chatroom verwijderen. Blokkeer de dader. Hij/zij kan dan geen berichten meer sturen naar je kind;

Als je kind wil afspreken met een chatvriend(in), zorg dan dat er iemand meegaat en dat ze afspreken op een openbare plek waar veel mensen zijn;

Wijs je kind erop dat er een kans bestaat dat het tijdens het chatten in open chatrooms ongevraagde berichten met ongewenste inhoud kan ontvangen;

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 29

Je kunt als ouders de chatsite waar je kind regelmatig chat op een aantal zaken controleren: - Zijn er moderators aanwezig in de chatroom? Geen moderators betekent onveiliger chatten.

Hoe meer moderators, hoe beter; - Is er een mogelijkheid om andere chatters te negeren/blokkeren? Op die manier kun je

voorkomen dat je benaderd blijft worden door vervelende chatters; - Is er een help-functie aanwezig waar je naar toe kunt als er problemen zijn?; - Kun je klachten indienen en wordt beschreven wat er met je klacht gedaan wordt?; - Is er een scheldwoordenfilter aanwezig?; - Geeft de chatsite informatie over hoe je moet chatten of waar je meer informatie kunt

vinden? Kijk op www.chatinfo.nl voor chatsites die voldoen aan de richtlijnen voor veilig chatten.

Kijk ook eens op kennisnet, waar u veel tips en links kunt vinden naar meer informatie over ‘kinderen en chatten’.

Tips voor e-mailen

Vertel je kind dat het geen e-mails moet openen van onbekende personen;

Probeer je kind gebruik te laten maken van meerdere e-mailadressen. Het belangrijkste e-mailadres mag alleen aan betrouwbare personen worden gegeven. Hiermee voorkom je dat dit e-mailadres misbruikt wordt;

Vertel je kind dat het voorzicht moet zijn met het openen van attachments (bijlagen). Deze kunnen virussen bevatten;

Installeer een Spamfilter of maak gebruik van de faciliteiten die je provider biedt. Vraag je kind of het aan jou wil vertellen wanneer het ongewenste e-mail ontvangt;

Vertel je kind dat het nooit op spam mag reageren, maar deze direct moet verwijderen;

Installeer een virusscanner met de meest recente virusdefinities;

Vertel je kind wantrouwig te zijn bij e-mail die waarschuwen tegen een bijzonder gevaarlijk virus of die beweren dat je geld kunt verdienen door de mail naar zoveel mogelijk mensen door te sturen. Deze berichten zijn vaak onwaar en alleen bedoeld om (te) veel e-mailverkeer op gang te brengen. Dit soort e-mails worden hoaxes genoemd;

Waarschuw je kind tegen e-mails waarin een betrouwbare instantie vraagt om persoonlijke gegevens. Je hebt hier te maken met phishing. Banken zullen je nooit een e-mail sturen met de vraag je pincodes, passwords of andere persoonlijke informatie vrij te geven of met een link naar een pagina waar dergelijke informatie gevraagd wordt. Zorg ervoor dat je kind niet reageert op zo’n bericht en het direct verwijdert;

Zorg ervoor dat je kind zeer zorgvuldig is met het verstrekken van persoonlijke gegevens. Tips voor surfen

Zorg ervoor dat je kind voorzichtig is met het geven van zijn/haar persoonlijke gegevens op websites. Het zorgvuldig omgaan met het vermelden van persoonlijke gegevens, bijvoorbeeld in gastenboeken, forums etc. Kwaadwillenden kunnen hiervan gebruik maken;

Surf ook eens samen met je kind;

Een internetfilter is een hulpmiddel om kinderen tegen ongewenste inhoud te beschermen;

Steeds meer zoekmachines bieden een spamfilter aan. Als je dit filter inschakelt worden websites met informatie die niet voor kinderen geschikt zijn, niet in het resultaat opgenomen. Zoekmachines als Google, Ilse en Altavista bieden de mogelijkheid een filter aan te zetten. Laat je kind gebruik maken van deze zoekmachines;

Tijdens het surfen kan ongemerkt spyware op de computer geïnstalleerd worden. Installeer daarom een anti-spyware en een firewall op de computer;

Gebruik een goede virusscanner;

Installeer een popupkiller om het automatisch openen van (reclame-)schermen tegen te gaan;

Verwijder regelmatig cookies van de computer. Een cookie is een heel klein tekstbestandje dat op je vaste schijf is geplaatst door een webpaginaserver. Een cookie onthoudt bepaalde instellingen die je op een website hebt aangebracht, zoals taalkeuze. Als je cookies ingesteld zijn, hoef je bijvoorbeeld slechts één maal deze keuze te maken; de volgende keer dat je naar de website surft, kom je automatisch terecht op de taal van jouw keuze;

ICT Beleidsplan SPOLT 2015-2019 30

Scan je computer regelmatig op spyware en adware. Hiervoor zijn goede gratis programma’s te downloaden;

Verhoog de standaard veiligheidsinstellingen en privacyinstellingen van je browser en e-mailsoftware. Dit kan bijvoorbeeld bij de opties van je browser.