2013-2016 Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier ... en... · Fossiele grondstoffen en...
Transcript of 2013-2016 Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier ... en... · Fossiele grondstoffen en...
Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie
2013-2016
Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken (VNP)
Herzien Sectormeerjarenplan
19 februari 2015
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 2
Inhoudsopgave
Inleiding en leeswijzer .......................................................................................................................................................................................................................... 3
Context en achtergrond ...................................................................................................................................................................................................................... 4
Algemeen ........................................................................................................................................................................................................... 4 Maatschappelijke context ................................................................................................................................................................................ 4 Situatie begin 2013 ........................................................................................................................................................................................... 5 Energietransitie ................................................................................................................................................................................................. 5
Terugblik 2010-2012 ............................................................................................................................................................................................................................. 7
Behaalde resultaten .......................................................................................................................................................................................... 7 Procesefficiëntie maatregelen ......................................................................................................................................................................... 7 Ketenefficiëntie maatregelen .......................................................................................................................................................................... 7 Duurzame energie maatregelen ..................................................................................................................................................................... 7 Voorbeeldprojecten .......................................................................................................................................................................................... 9
Vooruitblik 2013-2016 ........................................................................................................................................................................................................................ 11
De besparingsambitie algemeen .................................................................................................................................................................. 11 Procesefficiëntie maatregelen ....................................................................................................................................................................... 12 Ketenefficiëntie maatregelen ........................................................................................................................................................................ 13 Duurzame energie maatregelen ................................................................................................................................................................... 13
Extra ambitie door branchebrede projecten ............................................................................................................................................................................... 14
Strategische Innovatie Agenda II .................................................................................................................................................................. 14 Routekaart ........................................................................................................................................................................................................ 15 Samenwerken in procesefficiëntie en ketenefficiëntie ............................................................................................................................... 15 Kennis voor het optimaliseren van energie-efficiëntie ............................................................................................................................... 17 Het faciliteren van kennisdelen ..................................................................................................................................................................... 18 Taakverdeling .................................................................................................................................................................................................. 18
BIJLAGE ............................................................................................................................................................................................................................................... 19
Lijst van deelnemende bedrijven .................................................................................................................................................................. 19
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 3
INLEIDING EN LEESWIJZER
Dit rapport geeft, in het kader van het convenant Meerjarenafspraak Energie-efficiency voor ETS-ondernemingen (MEE) tussen het
Ministerie van Economische Zaken en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken (VNP), een overzicht van
de geplande ontwikkelingen op het gebied van energie-efficiencymaatregelen bij de leden van de VNP. Het betreft maatregelen
over de periode 2013 t/m 2016, zoals zij zijn opgenomen in de energie-efficiencyplannen (EEP) van de leden en de ambitie voor
branchebrede projecten.
In het eerste deel wordt de achtergrond en context beschreven waarin de Nederlandse papier- en kartonfabrieken zich bevinden en
de situatieschets voor het begin van 2013. Verder wordt de energietransitie van de papier- en kartonindustrie toegelicht, omdat deze
kaderstellend en bepalend is voor de ambitie en resultaten op het gebied van energie-efficiëntie.
Hoofdstuk II is een terugblik op de periode 2009-2012 en gaat kort in op de behaalde resultaten en voorbeeldmaatregelen uit de EEP
die gerealiseerd zijn in deze periode.
In hoofdstuk III worden in de vooruitblik op de periode 2013 t/m 2016 de sommatie van de maatregelen en de grote lijnen uit de
energie-efficiencyplannen besproken. Dit betreft de ambitie, het aantal maatregelen, de beoogde besparing in TJ en de
gerelateerde efficiëntieverbetering in percentages. Deze zijn verder onderverdeeld naar categorie (procesefficiëntie ,
ketenefficiëntie) en naar kwalificatie (zeker, voorwaardelijk, onzeker).
In hoofdstuk IV wordt de ambitie voor branchebrede projecten en de gestructureerde aanpak ten behoeve van nieuwe
verbetermogelijkheden voor energiebesparende maatregelen besproken.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 4
CONTEXT EN ACHTERGROND
Algemeen
De papierindustrie in Nederland heeft 22 productielocaties voor papier en karton bij 18 fabrieken. Zij zijn verenigd in de
branchevereniging VNP, de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken. Op deze productielocaties worden
uiteenlopende producten gemaakt. In het onderstaande overzicht is het productieproces schematisch weergegeven.
Maatschappelijke context
Het maatschappelijk debat gaat meer en meer over de beperking van de economische groei. Fossiele grondstoffen en andere
materialen worden schaarser en het gebruik van fossiele grondstoffen heeft een negatieve invloed op het milieu door uitstoot van
broeikasgassen en het daarmee gerelateerde broeikaseffect. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en het sluiten van de
kringloop in combinatie met certificering, zoals cradle-to-cradle, worden steeds belangrijker. Bedrijven moeten zich meer en meer
verantwoorden op dit vlak. Ook de biobased economy en energiebesparing hebben in toenemende mate invloed op de marktpositie
van bedrijven. Dit raakt dan ook direct de investeringsbeslissingen en product- en procesontwikkeling.
De toenemende vraag naar biomassa zal de noodzaak om deze grondstof zo efficiënt mogelijk te gebruiken doen toenemen. De
steun voor het gebruik van biomassa als brandstof zet druk op de beschikbaarheid van deze grondstof voor de papier- en
kartonindustrie. Om ondanks stijgende prijzen voor hout en oudpapier toch winstgevend te blijven, moet de valorisatie van het
gebruik van deze grondstoffen worden geoptimaliseerd. Verlies van vezels moet worden geïdentificeerd en/of worden verholpen of
gebruikt worden als grondstof, product of energiebron en zodoende maximale waarde te verkrijgen. Hierbij zijn partners nodig om
de papier- en kartonindustrie meer flexibiliteit te geven in de opties die zij heeft om deze stromen in te zetten en waar nodig
schaalvergrotingen te kunnen bewerkstelligen. Hiervoor moeten de fabrieken zich meer bewust worden van de mogelijkheden die er
in hun directe omgeving - of in ieder geval hun regio - zijn. Het opzetten van samenwerkingsverbanden met nieuwe partners is nodig
om grondstoffen, diensten en producten te kunnen uitwisselen. Ketensamenwerking staat hierbij centraal.
Het Europese emissiehandelsysteem verandert in zijn volgende fase het verdelen van emissierechten. Hierbij richt het zich meer op
een veilingsysteem, waarbij deelnemers verplicht zijn hun emissierechten te kopen in plaats van gratis toegedeeld te krijgen. De
papier- en kartonindustrie valt weliswaar binnen de groep die een risico op carbon leakage vormt, waardoor zij een deel van de
emissierechten gratis krijgt, maar zal desondanks in de loop van de tijd steeds meer emissierechten moeten kopen.
Tenslotte zijn er verschuivingen op de arbeidsmarkt zichtbaar. De duur van relaties tussen werkgevers en werknemers wordt korter,
hoogwaardig technischgeschoold personeel wordt schaarser. Deze ontwikkelingen hebben invloed op de toekomstige invulling van
training en opleiding van personeel. Meer aandacht moet worden besteed aan kennisborging; kennis moet onafhankelijk van mensen
worden vastgelegd en ontsluitbaar zijn voor procesoptimalisatie, introductie van nieuwe grondstoffen en/of producten en her- of
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 5
nieuwbouw. Ook in het voortraject van werven van technisch personeel moet de sector zich beter positioneren. Ten slotte zal
verdergaande automatisering van productieprocessen en outsourcing van niet-kernactiviteiten en/of niet bedrijfspecifiek
kennisintensieve activiteiten (zoals energieopwekking of opwaardering van bijproductstromen) een grotere rol gaan spelen.
Situatie begin 2013
De papier- en kartonsector kent momenteel een actieve periode. Bedrijven werken in brancheverband samen met andere partijen
binnen en buiten de sector op het vlak van innovatie, energietransitie en verduurzaming. De sector is de komende jaren gefocust op
energie-efficiëntie en CO2 reductie, biobased economy en meerwaarde en werkgelegenheid creëren voor de sector.
De Nederlandse papiersector heeft een relatief goed jaar achter de rug in het licht van de onzekere Nederlandse economische
situatie en teruglopende groei in 2012. Ten opzichte van de Europese papierindustrie doet de sector het goed. Daalde in Europa de
afzet met 2%, in Nederland was sprake van een lichte groei van 1%. De VNP blijft inzetten op het versterken van de
concurrentiepositie van haar leden: verbeteren van efficiëntie (lage kosten) en meer toegevoegde waarde. Onderdeel van de inzet op
het versterken van de concurrentiepositie is het creëren van meerwaarde en werkgelegenheid voor de papiersector. Er is hiermee
inmiddels een start gemaakt. De sector heeft de ambitie om de kracht van papier en karton zichtbaar te maken: een hightech
productieproces, natuurlijke materialen en producten die iedere dag en overal gebruikt worden.
Hoewel er in Nederland sprake was van een lichte groei afgelopen jaar zijn de bewegingen verschillend voor de specifieke markten
binnen de papier- en kartonindustrie. De grafische bedrijven en uitgevers kampen met een vernieuwende markt, de vernieuwers
haken aan en springen in; traditionele bedrijven hebben het lastig. Op het gebied van de verpakkingsketen liggen er kansen door de
opkomst van het online winkelen en ook voor tissue zijn er kansen als gevolg van een toenemende behoefte aan hulpmiddelen op
het vlak van hygiëne en gezondheid. Voor de sector geldt dat de komende periode de inzet op energie-efficiëntie belangrijk blijft,
aansluitend bij de focus op het verbeteren van de concurrentiepositie.
Energietransitie
In 2004 lanceerde de VNP met ondersteuning van het ministerie van Economische Zaken haar programma voor de energietransitie
van de papierketen. De ambities van de energietransitie van de papierketen zijn:
Halvering van het energiegebruik in de gehele productieketen per eenheid gereed product per 2020.
Versterken van de concurrentiekracht van de sector.
De sector een leidende rol geven binnen de Nederlandse industrie in de transitie naar duurzame productieketens.
De energietransitie is verdeeld over vijf programmalijnen, die op hun beurt onderverdeeld zijn in thema’s;
1 - Energy Management
'Energy Management' is gericht op een directe en versnelde energiebesparing in de papier- en kartonfabrieken. Hiervoor zijn 3
pijlers opgesteld. Een daarvan omvat het branchebreed uitwisselen van best practices voor energiebesparingen in de fabriek.
Daarnaast worden energietargets opgesteld op verschillende niveaus (branche, bedrijf, afdeling en proces). De derde pijler is het
veranderen van de mindset in de fabrieken; het creëren van energiebewustzijn bij alle medewerkers in de fabrieken. Doel van dit
programma is om energie als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering bij alle Nederlandse papier- en kartonfabrieken te
implementeren.
2 - Energy Neutral Paper
Papier- en kartonfabrieken beschikken over een aantal nevenstromen die te beschouwen zijn als 'potentiële energiebronnen' die
beter benut kunnen worden. Hierbij valt te denken aan delen in het oudpapier die niet geschikt zijn voor recycling, componenten in
het afvalwater en restwarmte. Het accent in het programma 'Energy Neutral Paper' ligt op het ontwikkelen en implementeren van
nieuwe technologieën die deze potentiële energie converteren naar elektriciteit, bruikbare warmte-energie en andere
energiedragers. Tevens wordt de mogelijkheid van alternatieve energiebronnen onderzocht. Het doel is om te komen tot een papier-
en kartonsector die onafhankelijk is van fossiele brandstoffen.
3 - Supply Chain of the Future
De Nederlandse papierketen kent een sterke verpakkingsketen en een sterke grafische keten. Voor beide ketens zijn de partners bij
uitstek in Nederland te vinden. Het programma 'Supply Chain of the Future' is gericht op het opzetten van partnerships tussen
papierfabrieken en andere partners. Dit omvat zowel bekende partners in de papierketen als partners in nog niet eerder verkende
sectoren. Doel van dit programma is het realiseren van een papierketen die verder aansluit op de wensen van de eindconsument,
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 6
zodat nog meer toegevoegde waarde wordt gecreëerd. Bij deze nieuwe samenwerkingsvormen wordt gewerkt aan het optimaliseren
van deze ketens, waardoor verbetering in energie-efficiency en materiaalefficiency bereikt kan worden. Tevens kan samenwerking tot
geheel nieuwe producten leiden.
4 - Bio-refinery
In Nederland liggen mogelijkheden om grondstoffen optimaal te benutten met een bio-refinery, maar dan met een innovatief
karakter. Dit is een concept waarbij zowel hout als oudpapier, agrarische grondstoffen en andere nevenstromen gecombineerd
verwerkt worden tot een groot scala aan nieuwe producten. Hierbij valt te denken aan pulp, bio-chemicaliën, bio-ethanol, bio-
energie en nutriceuticals. Het doel is om maximale waarde te creëren uit houtvezels en agrarische producten.
5 - Without Water
Voor de productie van papier wordt veel water ingezet om houtvezels op te lossen tot papierpulp. Bij het proces waarin de pulp weer
gedroogd wordt, wordt de meeste energie verbruikt. Als papier met minder water kan worden geproduceerd, kan dus veel energie
worden bespaard. In de papierindustrie worden nu diverse mogelijkheden zichtbaar om bij het droogproces energie te besparen.
Toekomstige stappen zijn de vervanging van alle energie-intensieve procesonderdelen, waaronder de vervanging van water door
bio-alcohol of zelfs door superkritische CO2. In het programma 'Without Water' wordt gezocht naar doorbraaktechnologieën en de
haalbaarheid daarvan voor de Nederlandse papier- en kartonindustrie.
De energietransitie blijft het kader en is bepalend voor de ambitie en de resultaten op het gebied van energie-efficiëntie. In
voorafgaande periode is er binnen de Strategische Innovatie Agenda I gewerkt aan de 5 paden. In de SIA II verschuift de balans naar
implementatie binnen de drie paden; meerwaarde uit biomassa , reductie energie & CO2 en het vergroten van de toegevoegde
waarde. De Strategische Innovatie Agenda II zal verder worden toegelicht in de branchebrede projecten.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 7
TERUGBLIK 2010-2012
Voor de periode 2010-2012 hebben 18 bedrijven hun energie-efficiëntieplannen ingediend. In dit hoofdstuk worden de behaalde
resultaten toegelicht en wordt een aantal voorbeelden van de gerealiseerde maatregelen besproken. De deelnemende bedrijven in
de papier- en kartonindustrie troffen veel energiebesparende maatregelen. In onderstaande grafieken, tabellen en
voorbeeldprojecten wordt een terugblik over de periode 2010 t/m 2012 verzorgd.
Behaalde resultaten
In de eerste plaats biedt onderstaande grafiek een overzicht van de besparingsmaatregelen per jaar binnen de sector. Het gaat om
behaalde besparingsmaatregelen op jaarbasis in TJ voor proces- en ketenmaatregelen en duurzame maatregelen.
Uit de grafiek blijkt dat de ketenmaatregelen uit de EEP het grootste aandeel hebben in de energiebesparingen van de sector: in
totaal 14,1 PJ in de periode 2010 t/m 2012. De gemiddelde besparing is 4,7 PJ bij een totaal energieverbruik van de sector van 23,5
PJ. De procesmaatregelen en duurzame maatregelen zijn goed voor respectievelijk 0,5 PJ en 0,9 PJ aan besparingen.
Procesefficiëntie maatregelen
De procesefficiëntie maatregelen worden onderverdeeld in vier subcategorieën: procesmaatregelen, strategische projecten,
energiezorg & good-housekeeping en utilities & gebouwen. Voor de periode 2010-2012 wordt in onderstaande figuur de verdeling
per categorie weergegeven. De belangrijkste categorie is ‘procesmaatregelen’. Typische procesmaatregelen zijn bijvoorbeeld
gericht op het efficiënter drogen in de papierproductie. Dat is een belangrijke bijdrage, want bijna de volledige warmtevraag wordt
besteed aan droging. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt een aantal concrete voorbeelden van geïmplementeerde maatregelen in
de fabrieken beschreven. In de periode 2010-2012 zijn geen maatregelen genomen als onderdeel van de categorie strategische
projecten.
Ketenefficiëntie maatregelen
Bij de ketenmaatregelen heeft materiaalbesparing het grootste aandeel in de gerealiseerde besparing. In het overzicht van de
ketenmaatregelen is zichtbaar dat optimalisatie van de productafdanking en -herverwerking een aanzienlijke bijdrage levert aan de
gerealiseerde besparing. Een belangrijk voorbeeld van materiaalbesparing is het maken van lichtere producten. Verder zijn er
ketenprojecten, bijvoorbeeld op het gebied van levering van restwarmte of de inzet van ontinktingsslib. Voorbeelden van concrete
projecten komen aan dit eind van dit hoofdstuk aanbod.
Duurzame energie maatregelen
Bij de duurzame maatregelen gaat het om de inspanningen op het gebied van energie uit afval en biomassa. Het gaat dan om de
inzet van biomassa als brandstof voor de vergroening van energievoorziening. Hiermee kan aardgas bespaard worden en bijdrage
aan een forse reductie aan CO2-emissie. Daarnaast wordt er ook biogas ingezet ter vervanging van gas. In de tabel 1 staat een
overzicht van de behaalde besparingen per jaar.
0 2000 4000 6000 8000
2012
2011
2010Ketenefficiency
Procesefficiency
Duurzame energie
10
288
1303
Energiezorg en gedragsmaatregelen
Installaties en gebouwen
Procesmaatregelen
procesefficiency maatregelen in TJ
124
415
4454
9091
Samenwerking op locatie
Optimalisatie distributie
Optimalisatie productafdanking en - herverwerking
Materiaalbesparing
ketenefficiency maatregelen in TJ
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 8
De maatregelen zoals opgenomen in de EEP hebben een slagingskans die afhankelijk is van uiteenlopende (technische, financiële,
bedrijfsculturele enz.) factoren. Bij het indelen van de maatregelen naar ‘zeker’, ‘voorwaardelijk’ en ‘onzeker’ worden de volgende
criteria gehanteerd:
zekere maatregelen: deze categorie maatregelen wordt in principe zonder voorbehoud uitgevoerd. De terugverdientijden
(TVT) van deze maatregelen zijn in het algemeen kort (minder dan vijf jaar);
voorwaardelijke maatregelen: deze maatregelen worden uitgevoerd mits aan een in aantal voorwaarden is voldaan. Deze
voorwaarden kunnen van technische, economische, organisatorische, strategische of andersoortige aard zijn;
onzekere maatregelen: voor deze categorie maatregelen geldt dat een nadere studie vereist is, voordat een uitspraak kan
worden gedaan over de haalbaarheid van de maatregel. Het onderzoek kan betrekking hebben op de technische
inpasbaarheid, de kosten-/batenverhouding en de invloeden van de maatregelen op de kwaliteit van het product en
productieomgeving.
De ontwikkeling van de getroffen maatregelen binnen de sector ten opzichte van het EEP-basisjaar (2009) wordt weergegeven in de
volgende grafiek. De horizontale lijn is de eigen MJP-doelstelling voor 2012 op basis van zekere en voorwaardelijke maatregelen.
Uit de grafiek blijkt dat de proces- en ketenmaatregelen die als zeker of voorwaardelijk gedefinieerd waren in de EEP ruim 28% van
het energiegebruik van de sector vertegenwoordigen (op basis van alleen zekere maatregelen is dit cijfer 15,6%). Aan het einde van
de huidige EEP-periode (2010-2012) is gerapporteerd dat een totaal aan proces- en ketenmaatregelen van 5328 TJ is uitgevoerd, iets
minder dan 22% van het energieverbruik.
Gebaseerd op zowel zekere als voorwaardelijke maatregelen is ruim 80% van de doelstelling gerealiseerd. Op basis van alleen
zekere maatregelen is 138% van de doelstelling gerealiseerd (alle realisaties betreffen procesefficiency en ketenefficiency, exclusief
duurzame energie). Indien duurzame energie meegeteld wordt, is op basis hiervan 26% energieverbruik bespaard.
De tabel hieronder bevat de gerapporteerde gegevens over het jaarlijkse energieverbruik en de uitgevoerde maatregelen vanaf
2005. Alle waarden zijn in TJ primair per jaar.
Tabel 1 Energie- en besparingscijfers1
Resultaten per jaar [TJ] 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Werkelijk energieverbruik 28.029 28.376 28.331 23.421 24.095 23.376 23.140
Besparing door procesmaatregelen 129 451 91 1.115 583 430 523
Besparing door ketenmaatregelen 709 1.097 520 1.653 3.287 5.429 5.446
Opwekking van duurzame energie 0 0 0 156 322 1.074 1.106
Totaal 838 1.548 611 2.924 4.192 6.933 7.075
Uit de cijfers kan worden opgemaakt dat de resultaten van de bedrijven in de papier- en kartonindustrie over de periode 2010-2012
op het gebied van energiebesparende maatregelen erg sterk zijn. Dit is een afspiegeling van onze ambitie op het gebied van
energie-efficiëntie. Het doel - halvering van het energiegebruik in de gehele productieketen per eenheid gereed product per 2020 -
blijft binnen bereik.
1 De cijfers van 2006-2009 zijn afkomstig van rapportages uit het Benchmark Convenant
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 9
Voorbeeldprojecten
In de energie-efficiencyplannen van de bedrijven staan uiteenlopende maatregelen om energie te besparen. Een aantal mooie
voorbeelden komt op de volgende pagina’s aan bod.
Sappi Maastricht
Bij Sappi Maastricht is men constant op zoek naar verbeteringen in de bedrijfsprocessen. Zo had het bedrijf het idee dat de
droogkapventilatie beter kon. De gespreken en kennisuitwisseling met branchebedrijven over de droogkapventilatie gaven een extra
impuls om samen de grenzen op te zoeken. Drogen is de bottleneck van de papierproductie. De meeste papiermachines zijn
droogpartij gelimiteerd. Bijna de volledige warmtevraag wordt besteed aan drogen. Het grootste deel van de stoom wordt gebruikt
in de droogcilinders zelf. Zij verdampen het water uit het papier. Daarna moet de lucht in de droogkap het vocht afvoeren. Het was
altijd de stelling dat die lucht minstens 10 graden warmer moest zijn dan het dauwpunt van de afblaaslucht. Inblaastemperaturen van
120o C waren vroeger heel gewoon. Om het verdampte vocht uit het papier af te voeren blijkt inblaaslucht van 60o C te voldoen. Die
lucht wordt vanzelf iets opgewarmd. Het is belangrijk dat er geen condensatiedruppels op de baan vallen. Dit wordt voorkomen met
goede kapisolatie en het vermijden van koude bruggen.
Sappi ging op zoek naar de grenzen van het droogproces. Een
droogkap wordt ontworpen voor een bepaald dauwpunt, maar
luchtstroming is een dynamisch proces. Het is niet zo dat onmiddellijk
condensatievorming optreedt als je over dat dauwpunt heen gaat. Op
basis van voorstudie deed Sappi een test waarbij het de afzuigventilator
en twee inblaasventilatoren uitzette en de andere ventilatoren op een
lager toerental liet draaien. Door minder ventilatie in de kap ging het
dauwpunt omhoog. Daardoor kan ze meer warmte terugwinnen bij
de kapventilatie. Sappi stuurt de inblaasdebieten en temperaturen nu
automatisch aan om zo weinig mogelijk stoom te gebruiken. Bij de
meeste papiersoorten gebruiken Sappi helemaal geen stoom
meer in de luchthuishouding. De stoombesparing bij de kap- en halventilatie ten opzichte van het hele stoomverbruik is ongeveer
10%. Elektrisch bespaarde Sappi ongeveer 1% van het totale verbruik.
Van Houtum
Van Houtum (producent van sanitair papier) installeerde een nieuwe gaskap op haar Yankee-droogsysteem. Dat leverde aan twee
kanten voordeel op. De nieuwe gaskap heeft 40% meer capaciteit en is 40% efficiënter. Het energieverbruik is veel lager dan bij de
oude kap. Van Houtum verdiende de investering van 700.000 euro in iets meer dan een jaar terug. De besparing zit vooral in
productiewinst en wat minder in lager gasverbruik.
Het drogen van tissue gebeurt met stoom en gas. De natte papierbaan wordt
gedroogd op een grote cilinder, de ‘Yankee’, die van binnen wordt verwarmd met
stoom. Bovenop de cilinder hangt een gaskap die hete lucht op het papier blaast.
Door het geforceerd wegblazen van de vochtige luchtlaag boven het papier kunnen
hele hoge droogsnelheden worden bereikt. Om het thermisch drogen efficiënter te
laten verlopen kon Van Houtum een grotere cilinder plaatsen of iets doen aan de
gaskap. De cilinder werkte al optimaal, dus werd naar de gaskap gekeken.
Het resultaat is beter dan verwacht. Er is energiewinst geboekt en de
productiecapaciteit is met zo’n 8% verhoogd. De nieuwe gaskap werkt efficiënter,
omdat er minder luchtweerstand is. Door een ander ontwerp heeft de kap een beter gatenpatroon en staat hij dichter bij de Yankee-
droger. Door de verbeterde droging ging de snelheid van de machine bij de zwaardere gramgewichten met 14% omhoog. Daardoor
was de terugverdientijd van het project slechts iets meer dan één jaar. De energiebesparing van de nieuwe gaskap bij gelijkblijvende
productie:
Gas: besparing van 23% op de droging door luchtverhitting;
Elektrisch: besparing van 35% op de ventilatoren.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 10
SolidPack
Maatregel: transportbesparing tussen productie en voorraadmagazijn
Besparing: 50% van de rijbewegingen rond het bedrijf
Al zeker 30 jaar heeft SolidPack een voorraadmagazijn op een apart perceel naast de
productielocatie. Het gereed product werd tot enkele jaren geleden in een vrachtwagen
geladen en door een externe transporteur over de openbare weg naar de opslaglocatie
gereden en daar uitgeladen. Door de groeiende productie betekende dat uiteindelijk 6 à
8 ritten per dag. De vele handling van het karton was arbeidsintensief, maakte de kans op
schade groter en was dus inefficiënt. Daarnaast ondervond de transporteur de last van het
toenemende verkeer tussen de twee locaties. Omwonenden stoorden zich aan het geluid
en maakten zich zorgen over de veiligheid. Er waren dus meerdere aanleidingen om op zoek te gaan naar een oplossing. Het idee
om een directe verbinding te maken tussen de twee locaties lag voor de hand. Er is een overdekte verbindingssluis van ongeveer 30
meter gemaakt tussen de twee gebouwen. Daarbij werd gebruik gemaakt van een nieuw, geautomatiseerd rollenbaansysteem.
Voor SolidPack was deze maatregel vooral gericht op het verhogen van efficiency, maar ze is ook trots op de bereikte milieuwinst. De
rijbewegingen rond het bedrijf zijn gehalveerd, waardoor het veiliger en stiller is geworden in de omgeving van de fabriek.
Smurfit Kappa Roermond
Maatregel: Inzet van ontinktingsslib de behaalde besparing: 150 TJ per jaar
Smurfit Kappa gebruikt papierresidu (ontinktingsslib), geleverd door Van Houtum
uit Swalmen (enkele kilometers verderop). Het papierresidu bestaat uit water,
vulstof en vezels. Zowel de vezels als de vulstof worden hergebruikt en vervangen
hiermee voor een deel de inkoop van oudpapier. Voorheen werd het papierresidu
vanuit Van Houtum 125 kilometer getransporteerd, waarna het als secundaire
brandstof werd ingezet. Smurfit Kappa betrok haar oudpapier ook over een
transportafstand van gemiddeld 125 kilometer. Nu resteert het transport over 5
kilometer tussen de twee bedrijven. De reductie van materiaalverbruik en
transportkilometers leveren een energiebesparing van 150 Terajoule per jaar op,
verdeeld over beide bedrijven. De komende jaren wordt verder gewerkt aan de
optimalisatie van de maatregel, door het verhogen van het aandeel slib.
Huhtamaki
Maatregel: Materiaalbesparing door lichtere producten de behaalde besparing: 8,4 TJ per jaar
Huhtamaki produceert verschillende types kartonnen eierdozen, om in de
verpakking voor eieren van verschillende afmetingen en hoeveelheden te
voorzien. Door optimalisatie van het ontwerp en de productie lukte het een
doos van 46 gram te vervangen door een variant die nog slechts 40 gram
weegt. Dat was niet vanzelfsprekend: productietests wezen uit dat de
lichtere doos te veel aan stijfheid verloor om zijn functionaliteit te behouden.
De eerste versies werden daarom geproduceerd in 42 gram. Uiteindelijke
heeft
Huhtamaki naar oplossingen gezocht binnen het ontwerp
en het productieproces. Zo zijn er optimalisaties gedaan in de hulpstoffen die worden gebruikt, is de productiestap van het
nasproeien aangepast en zijn er aanpassingen aan de machine gedaan om het gewicht constanter te krijgen. En met succes, want na
dit traject is deze eierdoos volledig in productie genomen en wordt het oude doosje niet meer gemaakt. Een besparing van 6 gram
karton per product lijkt op het eerste gezicht misschien niet veel, maar leidt over de gehele jaarlijkse productie tot een grote
materiaal- en dus ook energiebesparing. Huhtamaki bespaarde zo het afgelopen jaar 8,4 TJ aan energie.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 11
VOORUITBLIK 2013-2016
In deze vooruitblik worden de energie-efficiëntieplannen (EEP) voor de periode 2013-2016 toegelicht. Bij het opstellen van de EEP
zijn de bedrijven ondersteund door externe adviseurs. Daarbij werd gebruikgemaakt van de lijsten met generieke maatregelen en
branchespecifieke maatregelen, geactualiseerd op basis van de monitoringsresultaten en aangevuld door experts. De onderstaande
paragrafen geven een overzicht van de sommatie van maatregelen die in de individuele EEP zijn geformuleerd.
De besparingsambitie algemeen
Het totale primaire energieverbruik van de bedrijven die een EEP hebben ingediend, bedraagt in 2011 23,40 PJ (basisjaar). De
maatregelen die zijn opgenomen in een EEP worden - zoals beschreven in hoofdstuk II – beoordeeld op basis van de slagingskans.
Het gaat om factoren als de technische en financiële haalbaarheid. Bij het indelen van de maatregelen wordt onderscheid gemaakt
tussen zekere, voorwaardelijke en onzekere maatregelen.
De totale ambitie van de sector, bestaande uit zekere en voorwaardelijke maatregelen, bedraagt 3870 TJ;
de besparingsdoelstelling in procenten is 16,5%. Dit betreft de sommatie van de besparingspotentiëlen van alle zekere en
voorwaardelijke maatregelen uit de EEP.
In onderstaande tabel is de samenvatting van het besparingspotentieel (uitgesplitst op jaarbasis) zichtbaar en de daaraan
gekoppelde CO2-reductie, die gerealiseerd kan worden bij de implementatie van de maatregelen.
Implementatiejaar Energiebesparing (TJ) Vermeden CO2-uitstoot (ton)
Ketenefficiency 1.524 113
2013 339 37 2014 191 12 2015 519 54 2016 474 9 Procesefficiency 2.347 129 2013 777 49 2014 816 38 2015 257 14 2016 497 27 Duurzame energie (2016) 373 25
In totaal zijn 428 maatregelen opgevoerd, waarvan 192 voorwaardelijke en 130 zekere maatregelen. Het aandeel voorwaardelijke
maatregelen bedraagt 74% van het totaal van 3870 TJ aan zekere en voorwaardelijke maatregelen.
Voorwaardelijke maatregelen ;
12,3%
Zekere maatregelen; 4,3%
Voorwaardelijke maatregelen Zekere maatregelen
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 12
Belangrijkste voorwaarden die genoemd worden zijn: gunstige investeringsbeslissing, positieve uitkomst proeffase, beschikbaarheid
budget, geen nadelige gevolgen voor de kwaliteit van het product. De voorwaarden voldoende budget en gunstige investerings-
/managementbeslissing vormen 50% van de voorwaardelijke maatregelen.
Procesefficiëntie maatregelen
De procesefficiëntie maatregelen die zijn ingedeeld in de vier subcategorieën worden hieronder kort beschreven.
Energiezorg en good housekeeping
De nadruk op energiezorg bij de deelnemende bedrijven is groot. In de samenwerking tussen de bedrijven is dit actief opgepakt.
Begin 2013 hebben inmiddels 6 bedrijven dit certificaat (ISO 50.001) behaald. Voor alle VNP-leden is het behalen van het certificaat
interessant. Het streven is om als papiersector als eerste volledig gecertificeerd te zijn op energiemanagement.
Energiebesparingprojecten in utilities en gebouwen
De inzet op het verbeteren van de energiebesparing in gebouwen en faciliteiten neemt naar verwachting toe. Hoewel de focus in de
eerste plaats vaak ligt op het productieproces, zijn er mogelijkheden om optimalisaties of investeringen door te voeren wanneer de
betreffende faciliteit aan vervanging toe is. Verhuizingen of verbouwingen zijn geschikte momenten om de accommodatie en
faciliteiten goed af te stemmen op de energiehuishouding. Kansen zijn er voor isolatie en verlichting.
Energiebesparingprojecten in het proces
In deze categorie worden maatregelen opgenomen die een verhoging van de procesefficiency tot gevolg hebben. In veel gevallen
komt dit neer op optimalisaties van bestaande processen. Voorbeelden, aansluitend bij de reeds getroffen maatregelen zoals deze
ook staan beschreven in de uitgevoerde projecten, in deze categorie zijn:
Inzet op het verlagen van het primaire energieverbruik in de energieconversie, door onder meer betere afstemming van de
warmtevraag van de papiermachine op de stoomleverantie;
Het verhogen van het drogestofgehalte na de perspartij;
Verlagen van het stoomverbruik bij het drogen van papier. Hierbij is het nuttig inzetten van de restwarmte uit de
afblaaslucht in het droogproces zelf een besparingsmogelijkheid.
Strategische projecten
Strategische projecten hebben op basis van de benodigde investering en het energiebesparingpotentieel in de regel een hoge
terugverdientijd. Deze projecten worden veelal uitgevoerd om redenen anders dan de te realiseren energie-efficiencyverbetering.
De strategische projecten variëren van het verminderen van breuken tot optimaliseren van de WKK.
In onderstaande tabel staat de samenvatting van het besparingspotentieel van de procesefficiency aan zekere en voorwaardelijke
maatregelen op basis van EEP.
Zekere maatregelen; 1001
Voorwaardelijk maatregelen; 2870
Onzekere maatregelen; 833
Zekere maatregelen Voorwaardelijke maatregelen Onzekere maatregelen
1247
378
158
564
Procesmaatregelen
Strategische projecten
Energiezorg en good-housekeeping
Utilities en gebouwen
procesefficiency maatregelen in TJ
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 13
Ketenefficiëntie maatregelen
Onder ketenefficiëntie maatregelen vallen de volgende subcategorieën:
Materiaalbesparing
Samenwerking op locatie
Distributieoptimalisatie
Productafdanking en -herverwerking optimalisatie
Productafdanking en -herverwerking optimalisatie
Vanuit de ketenmaatregelen zijn productafdanking en -herverwerking optimalisatiemaatregelen waarbij de focus ligt op het
inzamelen en aanvoeren van papierstromen, alternatieve grondstoffen en andere stromen, zoals ontinktingsslib, kunststoffen,
metalen, zand en grind. Deze zijstromen worden al op verschillende manieren hergebruikt, maar een deel van de zijstromen wordt
nog afgevoerd voor verbranding. De komende periode wordt gekeken naar de mogelijkheden om een deel van deze zijstromen op
een hoger niveau in de keten te hergebruiken. Dat gaat om de vezelhoudende stromen en het verwaarden van de niet-
vezelhoudende reststromen.
Samenwerking op locatie
Een belangrijke optie voor het samenwerken op locatie is het nuttig gebruik van restwarmte, die vaak nog niet volledig wordt benut.
Het gaat om de vraag welke mogelijkheden er zijn om warmte in de omgeving van de fabriek te verwaarden. Naast restwarmte wordt
er ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van gezamenlijk verwerken van afvalstromen.
Materiaalbesparing
Een belangrijk voorbeeld van materiaalbesparing is het maken van lichtere producten. Hier is voor de papier- en kartonindustrie een
groot deel van de besparingen te realiseren. Naast het besparen op grondstoffen kunnen ook alternatieve grondstoffen bijdragen
aan materiaalbesparing. Hierbij gaat het om samenwerking in de keten. De komende periode wordt er bijvoorbeeld gekeken naar
duurzamere verpakkingen, duurzaam boek (dit project loopt al) en een duurzaam tijdschrift. Het eindproduct en de bij de productie
betrokken partijen staan centraal. Zij maken overwegingen die kunnen leiden tot meer efficiency en een duurzamer eindproduct.
Distributieoptimalisatie
De geplande maatregelen richten zich onder andere op het vervangen van transport per vrachtwagen door transport per trein.
Daarnaast wordt er gekeken naar Langere en Zwaardere Vrachtwagencombinaties (LZV's).
In onderstaande tabel staat de samenvatting van het besparingspotentieel van de ketenefficiency aan zekere en voorwaardelijke
maatregelen op basis van EEP.
Duurzame energie maatregelen
Duurzame energiemaatregelen zijn beperkt opgenomen in de energie-efficiëntieplannen voor 2013-2016. Dit is echter geen juiste
afspiegeling van de inspanningen op dit gebied. Omdat de besparingsmaatregelen op het gebied van duurzame energie geen
onderdeel uitmaken van de doelstelling, zijn ze in de meeste gevallen bewust buiten de plannen gelaten. Hieronder volgt een kort
overzicht van de kansen op het gebied van duurzame energie.
Bij zonne-energie moet onderscheid worden gemaakt tussen het direct opwekken van elektrische energie door middel van
fotovoltaïsche cellen (PV) en het verkrijgen van thermische energie door het opwarmen van water. De kosten voor elektrische energie
zijn relatief hoog. Verwacht wordt dat de kosten dalen, maar onbekend is wanneer deze in de buurt komen van die van conventionele
opwekking. Het verkrijgen van thermische energie in de vorm van opgewarmd water is financieel gezien iets gunstiger, maar het
probleem in de papier- en kartonindustrie is dat er al een overschot is aan laagwaardige thermische energie in de vorm van
opgewarmd proceswater.
1063
157
68
236
MateriaalbesparingSamenwerking op locatie
Distributie optimalisatieProductafdanking en - herverwerking
ketensefficiency maatregelen in TJ
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 14
Windenergie biedt in bepaalde gebieden van Nederland aanzienlijke mogelijkheden. Voor de papier- en kartonindustrie zijn deze
mogelijkheden beperkt, omdat bedrijven veelal in bebouwde omgeving zijn gevestigd. Uiteraard kan de industrie wel gebruikmaken
van windenergie door het inkopen van groene stroom.
De belangrijkste duurzame energiemaatregelen voor de papier en karton industrie zijn inkoop van duurzame energie en besparingen
door gebruik te maken van energie uit biomassa en afval.
In de EEP’s staan in totaal 10 maatregelen gepland ( zeker 1, voorwaardelijk 1, onzeker 8 )
De inkoop van duurzame energie, 1* zeker en 1* voorwaardelijk, samen voor 241 TJ.
De 8 onzekere maatregelen zijn:
3 * op het gebied van energie uit afval en biomassa voor 130 TJ
2 * omgevingswarmte niet gekwantificeerd
2 * zonnestroom voor 2 TJ
1 * restwarmte niet gekwantificeerd.
EXTRA AMBITIE DOOR BRANCHEBREDE PROJECTEN
In de periode na de start van de energietransitie zijn door samenwerking klinkende resultaten behaald. Voor de periode 2013-2016
bestaat - ondanks een prognose van 16,5% energie-efficiëntiedoelstelling (3870 TJ) - geen garantie voor het behalen van de
doelstelling in 2020: halvering van het energieverbruik in de papierketen. Het aandeel voorwaardelijke maatregelen in het totaal aan
zekere en voorwaardelijke maatregelen is groot 2870 TJ) er zijn aanvullende inspanningen nodig. Het is van groot belang om de
randvoorwaarden voor een gunstige investeringsbeslissing te beïnvloeden. Hoe kunnen bedrijven de beste praktijken sneller en bij
meer fabrieken implementeren? Maar naast de resultaten die in de EEP zijn beland is er in de energietransitie veel dynamiek
ontstaan. Als sector zijn we in toenemende mate actief in onze keten en in coalities met andere sectoren geweest, dit is niet één op
één terug te vinden in de energie-efficiëntiedoelstelling van de bedrijfsplannen maar het is een wezenlijk onderdeel van de innovatie
agenda van de sector. De VNP neemt de rol op zich om collectieve samenwerking op het gebied van energie-efficiency en transitie
te bevorderen en faciliteert deze samenwerking. Hieronder worden de branchebrede projecten en samenwerkingsvormen toegelicht.
Strategische Innovatie Agenda II
Op de eerste plaats de Strategische Innovatie Agenda II. Na 8 jaar energietransitie is het een goed moment om onze transitie
agenda aan te scherpen. De situatie bij bedrijven is veranderd; afgelopen 8 jaar zijn de grote stappen voorwaarts gemaakt en zijn
nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan. In de eerste periode lag het accent op exploreren; op 5 paden (Energy Management,
Energy Neutral Paper, Supply Chain of the Future, Bio-refinery, en Without Water), hebben we verkenningen gedaan; kennis
vergaard en gedeeld. Ideeën en beelden ontwikkeld over
hoe een circulaire “bio-based” economie er uit ziet.
Doorbraaktechnologieën zijn verkend. En nu is het van
belang dit om te zetten in de praktijk en ons voordeel
daarmee te doen. Transitie gaat in toenemende mate om
valoriseren&implementeren. Vanuit de circulaire biobased
economy gaan we naast onze papier/oudpapier kringloop
andere nieuwe materiaalkringlopen mogelijk maken
binnen de biobased economie in onze eigen keten en
daarbuiten. De 3 componenten hiervan zijn:
Meerwaarde uit biomassa
Reductie energie & CO2
Vergroten toegevoegde waarde.
Voor de 3 componenten kunnen er verschillende
aanleidingen zijn om in te zetten op transitie. Dit kan
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 15
variëren per component maar ook per bedrijf in de sector. Lagere kosten, veiligstellen grondstoffen, nieuwe producten,
onderscheidend zijn in de markt etc. Inzichten in de aangrijpingspunten voor de bedrijven en daarop inspelen, vergroot de
implementatie bereidheid van bedrijven. Voor energie blijft de overkoepelende doelstelling het realiseren van de halvering van het
energieverbruik in de papierketen in 2020 en het behoud van de koploperspositie op het gebied van energie-efficiëntie.
Routekaart
Voor de langere termijn is de Routekaart 2030 voor papier- en kartonindustrie ontwikkeld. Deze geeft in grote lijnen de
ontwikkelthema’s voor de branche:
Verduurzamen; het efficiënt omgaan met energie en materialen, grondstoffen ten behoeve van kostenreductie en
verduurzaming.
Inzet op meer innovatieve producten en diensten met hoge toegevoegde waarde; door product- en keteninnovaties met
hoge toegevoegde waarde te vermarkten, verbetert de Nederlandse papierbranche zijn concurrentiepositie en
onderscheidend vermogen.
Belangrijke kritische succesfactoren hierbij zijn;
Innovatie en energietransitie staan hoog op de agenda
bij de Nederlandse directieleden en er is een grote
mate van betrokkenheid van medewerkers in de
bedrijven. Inzetten op duurzaamheid wordt gezien als
een noodzaak voor de continuïteit van het bedrijf
Betrokkenheid en steun (beleid en financieel) van de
Nederlandse overheid bij invulling van de ambitie
Een sterk en actief innovatienetwerk in de papierketen
Een ketenfocus: een grote mate van betrokkenheid van
de keten en systematische & georganiseerde
samenwerking binnen en buiten de keten
Er moet baanbrekend en innovatief onderzoek
plaatsvinden, waarbij voor zowel korte als langere
termijn oplossingen en kostenreducties voor de
bedrijven worden gevonden
Inzicht verwerven in klanten is van belang om innovaties
met hoge klantwaarde te ontwikkelen
Nederlandse sterkten benutten voor coalitievorming en aan te pakken onderwerpen
Europese inbedding van aanpak en oplossingen
Het bevorderen van innovatie door R&D in combinatie met beleidontwikkeling en communicatie
Samenwerken in procesefficiëntie en ketenefficiëntie
Vanuit de aandachtgebieden van de SIA II en de Routekaart 2030 en voortbouwend op de onderlinge samenwerking in de branche
(o.a. in het programma energiemanagement en energie neutral paper) wordt gericht gewerkt aan de collectieve samenwerking op
het gebied van energie-efficiency.
Energiewerkgroepen voor procesefficiëntie
Om samenwerking in de branche op het gebied van energie-efficiëntie te bevorderen en te bewerkstelligen worden
energiewerkgroepen in het leven geroepen. Deze werkgroepen gaan op basis van de best beschikbare ervaringen en praktijken
gestructureerd nieuwe verbetermogelijkheden voor energiebesparende
maatregelen aanpakken. Het gaat om het delen van uitkomsten van proeffases en
het uitwisselen van kennis en kunde over de gevolgen van wijzigingen aan de
papiermachine voor de kwaliteit van het product. Ook het nog intensiever met
ketenpartijen beoordelen van de haalbaarheid van specifieke energiebesparingen
staat op het programma.
Thematische aandachtsgebieden
Deze werkgroepen worden een afspiegeling van de meest relevante onderwerpen
van de energie-efficiëntieplannen. Het gaat onder andere om aandacht voor
warmtelevering. Warmte is een belangrijke component in het productieproces van papier en karton. In de
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 16
energiebesparingsmaatregelen is het verlagen van het primaire energieverbruik in de energieconversie een essentieel aspect.
Voorbeelden uit de EEP zijn: tegendruk stoomturbine verlagen als papiermachine minder vraagt, warmteterugwinning uit rookgassen
of restwarmte gebruiken voor gasverwarming.
Een tweede belangrijk aandachtsgebied is de zeef- en persontwatering. De doelstelling voor dit aandachtgebied is het verhogen van
het drogestofgehalte na de perspartij, zodat er minder droogenergie verbruikt wordt in de droogpartij. De ambitie is totaal
potentieel van 1PJ besparing voor de Nederlandse papierindustrie te realiseren. Nadat het papier gevormd is op de zeefpartij, wordt
het eerst mechanisch ontwaterd en daarna gedroogd. Het drogen van het papier vergt ongeveer de helft van het totale
energieverbruik van het papier maken. Het blijkt dat iedere procentpunt verhoging van het drogestofgehalte na de perspartij vier
procent energie bespaart in de droogpartij. Daarnaast kan bij een lagere droogpartijbelasting de productie worden verhoogd,
waardoor nog verder bespaard wordt op het totale specifieke verbruik. Het verhogen van het drogestofgehalte na de perspartij
wordt vaak genoemd in de EEP.
Het verlagen van het stoomverbruik bij het drogen van het papier. Deze besparingsmogelijkheid betreft het nuttig inzetten van de
restwarmte uit de afblaaslucht in het droogproces. Het potentieel voor de Nederlandse papierindustrie komt op 1,5 PJ.
Hoewel de energie die nodig is om water te verdampen vaststaat, kunnen we ervoor zorgen dat een groot deel van de restwarmte
wordt teruggewonnen. In de praktijk van papier maken kan dit deels gerealiseerd worden door de luchtverversing en de
inblaastemperatuur te verlagen, meer lucht te gaan hergebruiken en meer te isoleren. Tenslotte kan de warmte in de afblaas ook
buiten het droogproces ingezet worden voor stof- en ruimteverwarming. In de EEP worden maatregelen in de droogpartij zeer
frequent genoemd.
Voor de samenwerking in procesefficiëntie zijn de onderwerpen een afspiegeling van de meest relevante maatregelen van de
energie-efficiëntieplannen echter nieuwe kansen en ontwikkelingen worden meegenomen en kunnen nieuwe prioriteiten worden.
Ketenefficiëntie
Aandacht voor ketenefficiëntie blijft van belang. De ketenefficiëntie maatregelen zijn een grote bijdrage aan de totale besparing van
de bedrijven. Naast de maatregelen van de bedrijven gaat het om het creëren van kansen voor energie-efficiëntie in de keten en
coalitievorming met andere sectoren. Een belangrijk aandachtgebied is de regionale samenwerking. Het gaat hierbij om het
verzilveren van de kansen in de directe omgeving van de productielocatie. Bijvoorbeeld de maatregelen op het gebied van
productafdanking en -herverwerking optimalisatie en de duurzame energie maatregelen, zoals de inzet van biogas.
Naast de focus op regionale samenwerking is er ook aandacht voor de productgroepen. Bijvoorbeeld op het verduurzamen van
verpakkingen d.m.v. volledige ketensamenwerking, gericht op verduurzaming en bewustmaking van die keten en de communicatie
daarover. Het eindproduct en de bij de productie daarvan betrokken partijen staan centraal. Dit moet leiden tot meer efficiency en
een duurzamer eindproduct.
Ook in de grafische keten is het streven om kennis te delen, processen af te stemmen en de verduurzaming te stimuleren om er als
keten beter van te kunnen worden. Met het duurzaam boek zijn hier al de eerste stappen gemaakt, maar ook voor de uitgave van een
tijdschrift zijn er mogelijkheden. Duurzaam uitgeven betekent inzicht in de milieugevolgen van de te maken keuzes op het gebied
van materiaal, productie, distributie en het verdienmodel. De belangrijkste schakels in de keten moeten samenkomen: de uitgeverij,
pulp/papierproducenten, grafische bedrijven en ontwerpers, transporteurs.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 17
Kennis voor het optimaliseren van energie-efficiëntie
Als onderdeel van de inzet op het verbeteren energieprestaties is de kennis- en onderzoekscomponent van belang. De papier- en
kartonindustrie heeft zijn eigen kenniscentrum. Zij zijn een actieve partij in de netwerken en samenwerking met relevante
kennisinstellingen.
Het Kenniscentrum Papier en Karton (KCPK) is in de komende periode actief met een breed scala van onderzoeksprojecten, waarbij
de focus naast technologie zich ook richt op het implementeren van next practices. In de methodeontwikkeling is er ruimte voor een
wetenschappelijke aanpak, maar van de totale inspanningen in projecten zal
meer dan 50% geleverd moeten worden door de bedrijven om zo een
maximale implementatie te kunnen garanderen. Daarnaast is er ook een
actieve rol voor toeleveranciers van “bewezen” technologie (zoals voor
meet- en regelsystemen).
De focus van het Kenniscentrum is onderverdeeld in de volgende drie
thema’s:
Continu verbeteren
Warmtehuishouding
Energieconversie
Continu verbeteren
De kern van continu verbeteren, het bewust worden van de eigen competenties om zo als organisatie tot de beste prestaties te
komen. Een voorbeeld is het ‘Briljant’ onderzoeksproject. Het gaat hier om het verminderen van de droogenergie door droge
veredeling en verbeterde procesbesturing door nieuwe meet- en regelmethoden. De innovaties zijn gericht op het toepassen van
nieuwe poeders, suspensies, dispersies en/of oplossingen voor veredelingsprocessen met een zeer laag watergehalte. Mogelijke
‘hydrofobe’ pulptoevoegingen die droogenergie bij gelijkblijvende producteigenschappen en interne verlijming verminderen.
Tevens het testen van nieuwe meet- en regelmodellen en nieuwe meetprincipes en sensoren ten behoeve van een verbeterde
procesbesturing en optimalisatie van veredelingsprocessen.
Warmtehuishouding
Bij warmtehuishouding wordt er gekeken naar de mate waarin het mogelijk is om warmtebronnen en de warmtegebruikers in het
proces te koppelen. Met als doel het netto warmtegebruik te minimaliseren. De warmtehuishouding is een breder thema waarin
procesontwerp, warmte-integratie en de energieconversie een rol hebben om tot een optimale warmte-integratie te komen. Het
drogen gebruikt gemiddeld de helft van het totaal aan energie. Binnen de branche loopt al een aantal projecten om efficiënter
gebruik te maken van deze restwarmte. Een voorbeeld hiervan is CapWa. Dit is voor de papier- en kartonindustrie vooral interessant
omdat er door scheiding van waterdamp uit de drooglucht twee (her)bruikbare stromen ontstaan. De warme droge lucht is mogelijk
weer te gebruiken als drooglucht en het gerecupereerde water kan worden ingezet als ketel voedingswater en/of proceswater.
Voordeel van deze techniek is dat het huidige droogproces een gesloten kringloop kan worden, waarbij de warmte binnen blijft en
de pluim op het dak verdwijnt.
Energieconversie
Binnen het onderwerp energieconversie is het streven naar oplossingen voor een beschikbare, efficiënte en flexibele
energievoorziening bij de fabrieken in de sector. Daarbij wordt er gewerkt naar 100% inzet van hernieuwbare energiebronnen.
Essentieel daarbij is de fabriek als integraal onderdeel van haar omgeving te beschouwen, een omgeving waarmee uitwisseling van
o.a. brandstoffen, elektriciteit, warmte en water kan plaatsvinden. Met name de inzet van vaste biomassa en biogas past goed bij de
huidige energievraag en het karakter van de industrie. Stoom uit (zeer) diepe geothermie lijkt op lange termijn de gehele
warmtevraag van een papierfabriek te dekken. Maar ultradiepe geothermie staat in Nederland nog in de kinderschoenen,
momenteel worden door een aantal partijen de krachten gebundeld om ontwikkelingen op dit gebied verder te versnellen. Binnen
de papier- en kartonindustrie wordt actief gekeken naar het benutten van het potentieel van geothermie.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 18
Het faciliteren van kennisdelen
Binnen de papier- en kartonindustrie wordt veelvuldig samengewerkt. Er is nog een efficiëntieslag te maken door specialistische
kennis in en rondom te sector beter te ontsluiten. Het gaat
om de aansluiting bij bestaande kennisnetwerken maar ook
aan het beter beschikbaar stellen van de kennis uit de
werkgroepen en de samenwerkingsverbanden aan een
grotere groep geïnteresseerden. De VNP, het
Kenniscentrum Papier en Karton en VAPA
(opleidingscentrum )zetten zich in om kennisdeling beter te
faciliteren. Een van de opties is het beter faciliteren van de
kennisdeling onder het bestaande ledennet van de
branche.
VAPA is ook actief op het gebied van het verbeteren van de energie-efficiëntie. In trainingen wordt er aandacht besteed aan het
verhogen van de uptime. Het werk van de operator staat centraal, waardoor de efficiency van machines toeneemt.
Energiemonitoring en bewustwording
Onderdeel van de kennisdeling is de energiemonitoring binnen de branche. Een integraal onderdeel van de EEP is het Product en
Energie Management Systeem (PEMS). Het energiemanagement van de branche bestaat uit het verzamelen van energie- en
productiedata en met deze data analyseren, vergelijken, sturen en alarmeren. De monitoring bestaat grotendeels uit het verzamelen
van energie- en productiedata en het bepalen van enkele kengetallen. PEMS-data worden gebruikt voor de volgende doelen:
Energiemanagement en periodieke monitoring van het eigen bedrijf.
Jaarlijkse monitoring in het kader van het convenant Meerjarenafspraak Energie-efficiency;
Bestand met branchedata energie van de Koninklijke VNP.
Dit is een belangrijke tool bij de behartiging van de belangen van de leden bij het energie-efficiencybeleid en CO2-allocatie. Tevens
is dit bestand een belangrijke bron van gegevens bij onderzoeken. Voor de komende EEP- periode zijn ook op het gebied van de
specifieke maatregelen uit de EEP meer data beschikbaar voor de monitoring en wordt ook gekeken naar de uitbreiding van de
branchedata met biobased statistieken.
Binnen de branche is er ook aandacht voor bewustwording. De energiebokaal maakt onderdeel uit van de samenwerking op het
gebied van energiemanagement. Het is een wisselbeker die bijdraagt aan de bewustwording. De bokaal is een jaarlijkse prijs voor de
meest energie-efficiënte papier- of kartonfabriek. Deze zal ook in de komende jaren als stimulans worden uitgereikt.
Taakverdeling
De leden staan centraal bij het verwezenlijken van de ambities. Dit betekent dat de realisatie van de doelstelling van de
energietransitie en de SIA II gedragen moeten worden door de bedrijven. Een actieve en coördinerende rol voor de VNP en het
Kenniscentrum Papier en Karton en VAPA is daarbij gewenst. Het gaat dan om het verlenen van diensten aan de bedrijven en het
initiëren van beleidsondersteunende onderzoeken. En belangrijk: het opbouwen en onderhouden van relaties en netwerken met
stakeholders en het actief zoeken naar samenwerking om deze activiteiten succesvol te kunnen uitvoeren. Hierbij is ook de
verbindende rol van het Agentschap van belang, om nieuwe kennis het ontsluiten van en verbindingen te maken in netwerken van
ondernemers, onderzoekers.
VNP Sectormeerjarenplan papier- en kartonindustrie 19
BIJLAGE
Lijst van deelnemende bedrijven
Inrichting Vestigingsplaats
Coldenhove Papier B.V. EERBEEK
Crown van Gelder N.V. (Papierfabrieken) VELSEN-NOORD
Eska Graphic Board B.V. locatie Sappemeer SAPPEMEER
Eska Graphic Board B.V., locatie Hoogezand HOOGEZAND
SCA Nederland B.V CUIJK
Huhtamaki Nederland B.V. FRANEKER
Mayr-Melnhof Eerbeek B.V. EERBEEK
Parenco B.V. RENKUM
Papierfabriek Doetinchem B.V DOETINCHEM
Sappi Maastricht B.V. MAASTRICHT
InnovioPapers B.V. NIJMEGEN
DS Smith Paper De Hoop EERBEEK
Smurfit Kappa Solid Board Coevorden COEVORDEN
Smurfit Kappa Solid Board Hoogkerk HOOGKERK
Smurfit Kappa Solid Board Nieuweschans NIEUWESCHANS
Smurfit Kappa Solid Board Oude Pekela OUDE PEKELA
Smurfit Kappa Roermond Papier B.V ROERMOND
Solidpack B.V LOENEN
Van Houtum SWALMEN
Arjowiggins Security BV UGCHELEN
Meerssen Papier MEERSSEN
Schut Papier HEELSUM 2
2 Schut Papier is geen deelnemer van het MEE Convenant