20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds...

212
20 .000 MIJLEN ONDERZEE )"'

Transcript of 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds...

Page 1: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN

ONDER ZEE

)" '

Page 2: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.
Page 3: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE(OOSTELIJK HALFROND)

EERSTE EN TWEEDS DEEL

Page 4: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.
Page 5: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

JULES VERNE

20.000 MIJLEN ONDER ZEEOOSTELIJK HALFROND

OPNIEUW VERTAALDDOOR J. FEITSMA

GEILLUSTREERD DOOR H. SCHOTEL

HOLLAND SCH UITGEVERSFONDS, AMSTERDAM1941

Page 6: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.
Page 7: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

INHOUD .

Hoofdst .

blz .I . Het zeemonster 7

II. Het voor en tegen14III. Een trouwe bediende20IV. Ned Land 26V. Op avontuur 35VI, Full speed 42VII . Een vreemdsoortige walvisch51

VIII. Mobilis in Mobile (Beweging in beweging .) 61IX, De woede van Ned 'Land71X. De man der zee 79XI. De Nautilus 88XII. Alles door electra92XIII. Eenige cijfers 100XIV. De Zwarte Rivier107XV, Een schriftelijke uitnoodiging114XVI. Een wandeling onder water123XVII. Het onderzeesche wood127XVIII . Vier duizend mijlen onder den Stillen Oceaan 134XIX. Vanikoro 142XX, De zeestraat van Torres152XXI. Gueboroar 162XXII. Het electrische bolwerk174XXIII, Een verdoovingsmiddel187XXIV. Het koninkrijk der koralen197

Page 8: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.
Page 9: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

EERSTE DEEL

EERSTE HOOFDSTUK .

Het zeemonster.

Niemand zal waarschijnlijk het even zonderlinge alsonverklaarbare verschijnsel vergeten hebben dat hetjaar 1866 kenmerkte . Behalve de bewoners der kust-streken en groote steden, waren het vooral de zeelieden,die door dit verschijnsel bijzonder getroffen werden .Kooplieden, reeders, gezagvoerders van schepen, ja,zelfs de regeeringen der staten van Europa en Amerika,kortom, iedereen hield zich met deze aangelegenheidernstig bezig .

De zaak was dat sinds eenigen tijd de bemanningenvan verscheidene schepen op zee een buitengewoon grootvoorwerp hadden ontmoet, dat de gedaante had van eenspil, sours een eigenaardig licht uitstraalde en oneindigveel grooter was en zich speller voortbewoog dan eenwalvisch .

De feiten die met deze gebeurtenis in verband ston-den, en in verschillende scheepsjournalen vermeldwaren, stemden vrij nauwkeurig met elkaar overeen,vooral wat betrof de snelheid, den eigenaardigen bouw,de buitengewone kracht van verplaatsing en de bi jzon-dere levenswijze van het voorwerp in kwestie . Indien heteen walvisch was, dan overtrof het in grootte alles watde wetenschap en. het onderzoek op dit gebied ontd kthadden ; noch Cuvier, nosh Lacepede, noch Dumeril,

Page 10: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

8

20.040 MIJLEN ONDER ZEE

noch Quatrefages zouden zoo jets voor waar hebbengehouden, of zij zouden het met eigen oogen moetenaanschouwd hebben, d.w.z. met hun eigen oogen vandeskundigen .De gulden middenmaat houdende tusschen eenige

tegenstrijdige opgaven met betrekking tot de afmetin-gen van genoemd voorwerp . ., enkelen beweerden dat het200 voet, anderen weer dat het eenige kilometers langwas . . . kon men toch in ieder geval aannemen, dat ditzeldzame wezen of voorwerp in grootte alle berekenin-gen overtrof, die de ichthyologen tot dusverre van zee-dieren gemaakt hadden . . . gesteld natuurlijk, dat hetvoorwerp een zeemonster was, of als voorwerp bestond .

Het was echter onloochenbaar dat het voorwerp be-stond en rekening houdende met de neiging voor hetwonderbaarlijke, die nu eenmaal in den menschelijkengeest bestaat, zal men zich een begrip kunnen makenvan de ontroering welke deze bovennatuurlijke verschij-ning in de geheele wereld teweeg bracht .

Op 20 Juli 1866 werd deze beweegbare massa ontdektdoor de bemanning van de Governor Higginson, eenstoomboot van de „Calcutta and Burnach steam navi-gation Company", vijf kilometer ten oosten van deAustralische kust . De gezagvoerder, kapitein Baker,verkeerde eerst in de veronderstelling dat het een onbe-kende klip was. Hij was juist van plan deze klip in'kaartto brengen, toen het onverklaarbare ding plotseling tweewaterstralen van wel vij f tig meter hoogte, met sissendgeluid in de lucht spoot . Indien dit dus geen klip wasmet warm water spuitende bronnen, dan moest het weleen tot nu toe onbekend zee-zoogdier zijn, dat door zijnkieuwen water met damp vermengd de lucht in blies.De bemanning van de Cristobal-Colon nam den 23en

Juli een dergelijk feit waar. Hieruit was dus of to lei-den dat de buitengewone visch zich met een ongeeven-aarde snelheid voortbewoog, daar de beide boven-

Page 11: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

9

genoemde schepen het monster slechts drie dagen naelkaar hadden gezien, op twee verschillende punters vande wereldzee, die meer dan 280 kilometer van elkanderverwi j derd waren .

Twee woken later voeren de Helvetia, van de „Com-pagnie Nationals", en de Schannon, van de „KoninklijkeMaildienst", naast elkaar ; ze waren toen 800 kilometerverwijderd van bovengenoemde plaats en zagen hotvreemde monster op 42° 15' N.B. en 60° 35' W .L. Bijdoze gelijktijdige waarneming meende men de lengtevan hot zoogdier op 106 meter to kunnen bepalen . Degrootste walvisschen die men echter tot dusverre in debuurt der Aleuten-, Kulammok- en Umgullil-eilandenhad aangetroffen, waren op zijn allerhoogst 56 meterlang .

En toen kort daarop de Pereira, de Etna, de Norman-die en de Lord-Clyde hun respectievelijke havens bin-nenliepen en berichtten, dat ook zij hot vreemde monsterhadden waargenomen, steeg de publieke belangstellingten top. In sommige landen spotte men nog al sen weinigmet dit verhaal, dat men voor fantastisch Meld ; dock inandere landen, vooral daar waar zeevarende natieswoonden, zooals in Engeland, Amerika en Duitschland,Meld men zich zeer ernstig met de zaak bezig .

Overal word hot vreemde monster hot onderwerp vanden dag . Men sprak er over in de cafe's, in de dagbladen,ja, zelfs in de schouwburgen listen de komieken niet na,er spotrijmpjes op to zingers. En toen in den komkom-mertijd de journalisten gebrek aan stof hadden, wistmen niets bet,er to doers dan wederom allerlei denkbeel-digs en reusachtige wezens to bespreken, van den wittenwalvisch, de Maby Dick uit de poolstreken, tot denonmetelijken Kraken toe, wiens voelarmen sen schipvan 500 ton konden omspannen en hot naar de dieptenvan den onpeilbaren oceaan meesleuren . Men verhaaldezelfs wat de oude Crieksche wijsgeeren, Aristoteles en

Page 12: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

10

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

Plinius van dergelijke monsters verteld hadden ; vervol-gens kwamen de verhalen van den Noorweegschenbisschop Pontoppidan, het relaas van Paul Eggede, eneindelijk het verslag van Harrington aan de beurt, wiensgoedertrouw wel niemand betwijfelen zal, wanneer hijbeweert, aan boord van de Castillian in het jaar 1857,een enorme zeeslang to hebben gezien, die tot nu toeslechts in de verbeelding van op sensatie beluste dag-bladschrijvers bestond .

Thans begun er een eindeloos polemiseeren tusschengeleerde genootschappen, die wei en Diet aan het bestaanvan het monster geloofden . Journalisten, die meendenaanspraak to mogen maken op een wetenschappelijkennaam, bespraken in ellenlange artikelen het zeldzamegeval ; zij die er Diet aan geloofden weerspraken in hunkranten het bestaan van het monster, en deze onder-linge strijd ging zelfs zoover dat men elkaar de grootstebeleedigingen naar het hoofd wierp .

Gedurende zes maanden wend de strijd onvermoeidvoortgezet. Met onuitputtelijke geestigheid beantwoord-den de dagbladen de berichten van het Aardrijks-kundig instituut van Brazilie, van de Koninklijke Aca-demie van Wetenschappen to Berlijn, van het BritschAardrijkskundig genootschap, van het Smithson lnsti-tuut to Washington en andere geleerde instellingen .Enkele schrijvers, die voor geestig wilden doorgaan,maakten een parodie op een gezegde van Linnaeus, datdoor hun tegenstanders was aangehaald en hielden voldat „de natuur geen gekken voortbracht" ; zij bezwoe-ren daarom hun tijdgenooten deze natuur Diet totleugenaarster to maken, door aan het bestaan van eenbuitengewoon zeemonster to gelooven .

In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen menhet geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwegebeurtenissen het weer op het tapijt brachten . Er wasthans geen sprake meer, een wetenschappelijk vraagstuk

Page 13: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

11

op to lossen, maar wet een gevaar dat voor de dearstond to voorkomer~ .

Den vijfden Maart 1867, to middernacht, beyond deMoravian, van de „Montreal Ocean Company", zich op27° 30' N .B, en 72° 15' W.L ., toen het schip aan stuur-boordzijde op een rotspunt stootte, die op geen enketezeekaart was aangegeven . Op dal oogenblik liep hetschip met een gemiddelde van dertien knoopen en zoudus zonder den degetijken bouw van den romp, door deaanvaring, een zoodanige averij hebben gekregen, dathet met de 237 passagiers, die zich aan boord bevonden,vergaan was. De aanvaring had plaats tegen vijf ourin den morgen, d.w.z. toen het reeds bijna dag werd .De of f icieren van de wacht snelden naar het achter-schip, zochten met hun kijkers de naaste omgeving af,maar zagen niets dan een sterk bewogen zog, dal opeen afstand van drie kabellengten een branding ver-toonde alsof de gotven heftig in beroering warengebracht .

De plaats werd nauwkeurig bepaald en het schip ver-volgde schijnbaar zonder ernstige schade zijn koers .Noch een der leden van de bemanning, noch een derweinige passagiers, die zich op het oogenbtik der aan-varing joist aan dekbevonden, konden met zekerheidzeg-gen of de Moravian op een onderzeesche ktip gestootenwas, dan wet in aanraking was geweest met een of antlergroot voorwerp dal van een schipbreuk afkomstig was.Bij zijn thuiskomst werd het schip direct na een droog-dok gebracht en daar bteek dal de kiel gescheurd was.

Zoo ernstig deze gebeurtenis op zichzelf ook was,zou zij waarschijntijk in het vergeetboek zijn geraakt,indien drie weken later niet jets dergelijks en ondergetijksoortige omstandigheden had plaats gevonden,dock, en door de nationaliteit waartoe het schipbehoorde en door de reputatie van de maatschappij-eigenares, kreeg het geval een bijzondere beteekenis .

Page 14: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

12

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

Bij kalme zee en flauwe bries beyond de Scotia zichden 13en April 1867 op 15° 12' Westerlengte en 45° 37'Noorderbreedte . Het schip liep met een snelheid van13 knoopen per uur ; zijn diepgang was 6,50 meter enzijn waterverplaatsing 6684 M3 .

Om 4 uur en 17 minuten 's middags de passagierszaten juist aan de lunch werd er een lichte schok aanbakboord waargenomen .De Scotia had niet gestooten, maar was gestooten

door een of antler borend of snijdend voorwerp . Deschok was zoo gering geweest dat geen der passagierser zich ongerust over zou gemaakt hebben, indien nietenkele matrozen uit het ruim naar boven gestormdwaren en schreeuwden : „wij zinken, wij zinken!"

Eerst waren de passagiers zeer ontsteld geweest, dockde kapitein gaf zich moeite hen zoo spoedig mogelijkgerust to stellen ; en inderdaad, het gevaar was niet zooernstig als het zich op het eerste oogenblik wel liet aan-zien, daar de Scotia door waterdichte schotten in zevenafdeelingen verdeeld was, waardoor het binnendringenvan het water beperkt kon worden .

De kapitein liet onmiddellijk stoppen, begaf zich naarhet ruim en stelde vast dat het schip een gat van2 meter in de kiel had . Zulk een lek kon niet directgestopt worden, en de Scotia moest haar refs vervolgenmet de helft der schepraderen boven water . Men beyondzich toen op 300 kilometer van kaap Clear, en na eenvertraging van drie dagen liep het schip de haven vanLiverpool binnen, waar het onmiddellijk naar een droog-dok werd gesleept.

Toen de Scotia door de scheepsingenieurs onderzochtwerd, konden dezen hun oogen nauwelijks gelooven ; op2,50 meter onder den waterlijn vond men een gat in denvorm van een gelijkbeenigen driehoek . De breuk in deijzeren platen was opvallend zuiver en zou in een fabriekniet beter gemaakt kunnen zijn . Er moest dus een boor-

Page 15: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

?0.000 MIJLEN ONDER ZEE

13

werktuig geweest zijn van een hardheid die men tot nutoe niet kende, en beschikkende over een buitengewonestootkracht, dat een ijzeren plaat van vier centimetersdikte op zoo regelmatige wijze kon doorboren .

Dit feit bracht de openbare meening opnieuw in hef-tige beroering ; alle tot nu toe plaats gehad hebbendezeerampen werden op rekening gesteld van het monsterdat ook bijna de schipbreuk van de Scotia veroorzaakthad. Geen wonder dus, dat in de parlementen der ver-schillende landen de openbare meening naar vorenkwam, die onvoorwaardelijk eischte, dat de zee einde-lijk, het mocht kosten wat het wilde, van dit gevaarlijkmonster bevrijd werd .

Page 16: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

TWEEDS HOOFDSTUK .

Net voor en tegen .

Ten tijde dat deze gebeurtenissen plaats grepen,kwam ik juist terug van een onderzoekingstocht doorNebraska in de Vereenigde Staten. In mijn hoedanigheidvan hoogleeraar in de natuurkunde to Parijs, had deFransche regeering mij opdracht gegeven aan genoemdetocht deel to nemen . Nt een verblijf van zes maandento Nebraska kwam ik met een kostbare verzamelinggeologische steenen tegen het einde van Maart to New-York aan. 1k was van plan in het begin van Mei naarFrankrijk terug to keeren ; de tijd die mij nog resttevoor mijn vertrek, wilde ik besteden met het rang-schikken van het mineraal gesteente dat ik meegebrachthad, en het was juist in die dagen, dat het ongelukmet de Scotia plaats vond .

Natuurlijk was ik volkomen op de hoogte met hetonderwerp dat het gesprek van den dag vormde . Ikhad alle Amerikaansche en Europeesche bladen gelezenzonder dat ik er iets wijzer door was geworden, endaar ik mij evenmin als wie dan ook, een vaste meeningomtrent het gebeurde kon vormen, verviel ik van heteene zonderlinge denkbeeld op het andere . Toen ik toNew-York aankwam, had de belangstelling van hetpubliek haar hoogtepunt bereikt . Men had het denk-beeld van een drijvend eiland of van een onderzeeschenklip geheel en al laten varen ; want als die klip geenmachine bevatte, hoe had zij zich dan met zulk eengroote snelheid kunnen verplaatsen?

Page 17: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

15

Ook het denkbeeld van een drijvend wrak gaf menspoedig op, altijd weer om de snelheid van beweging .

Er bleven dus twee mogelijke oplossingen over, dieoorzaak waren dat er twee partijen ontstonden : deeene partij hield het voor een ontzettend sterk monster,de andere voor een onderzeeboot, die zich met buiten=gewone snelheid kon verplaatsen .

Deze laatste meening was vrij aannemelijk, dock kongeen stand houden tegenover het onderzoek dat zoowelin Europa als in de Nieuwe Wereld werd ingesteld . Menredeneerde eenvoudig -- en geheel onlogisch was ditniet -- dat geel enkel particulier persoon een dergelijkwerktuig tot zijn beschikking kon hebben, en indien hijhet had, hoe zou hij het dan geheim kunnen houden?Slechts een of andere groote mogendheid zou zulk

een vernielend werktuig kunnen bezitten en, in dezevernielzuchtige tijden, waarin de mensch er slechts opbedacht is, de kracht der oorlogs-instrumenten to ver-dubbelen, in het geheim hebben kunnen laten bouwen .Na de chassepots, de torpedos ; na de torpedos, deonderzeesche stormrammen ; daarna zou het misschienvrede worden . . . ten minste, dat was to hopen . Maarde regeeringen loochenden met de grootste beslistheidhet bezit van een dergelijk wapen . En daar de openbareveiligheid er merle gemoeid was, was het niet aan tonemen, dat de diplomaten in dit opzicht onwaarheidspraken. Buitendien, hoe zou de bouw van een der-gelijk schip geheim kunnen zijn gehouden?

Na een nauwkeurig onderzoek in Engeland, Frank-rijk, Rusland, Spanje, Italie, Amerika, ja, zelfs inTurkije, werd het denkbeeld aan een onderzeeschenmonitor voor goed verworpen .Bij mijn aankomst to New-York werd ik door ver-

schillende personen over het vreemde voorwerp geraad-pleegd. 1k had een boek geschreven en in Frankrijkdoen verschijnen, dat als titel had : „De geheimen van

Page 18: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

16

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

de diepten der Zee." Dit boek was bij de geleerdenbijzonder in den smack gevallen en vestigde mijn naamals natuurkundige . Men vroeg mijn raad : ik bepaaldemij eerst tot algemeene gezegden, maar weidra werdik door de New-York Herald zoodanig in het nauw ge-dreven, dat ik genoodzaakt was, mijn meening omtrenthet geval can het publiek bekend to maken . Ik deeddit dan ook in een artikel, dat den 30en April van datjaar in bovengenoemd blad verscheen. De inhoudluidde ongeveer als volgt :„Nu men elk ander denkbeeld moet opgeven, kan

men niet antlers dan in het bestaan van een zeedier vanbuitengewone kracht gelooven . De grootste diepten vanden oceaan zijn ons geheel onbekend en thans vragenwe ons af, wat er in die water-afgronden plaats vindt .Welke wezens zijn in staat, 12 of 15 K .M. onder denzeespiegel to leven? Men kan het nauwelijks gissen .

„Het raadsel waarvoor we thans staan, kan tweeledigzijn: of we kennen alle diersoorten ter wereld, of wekennen ze alien niet .

„Indien we ze niet alien kennen, indien de natuurnog geheimen voor de wetenschap heeft, dan is hetzeer aannemelijk, dat we hier to doen hebben met eenbijzonder snort walvisch, die gewoonlijk diep onder deoppervlakte leeft, en slechts hoogst widen door dezeelieden werd waargenomen .

„Indien we alle levende dier-soorten wel kennen, dandient het dier waarmede we hier to doen hebben, mijnsinziens beschouwd to worden als een reusachtige een-hoorn .

„De gewone zee-eenhoorn heeft sours een lengte van60 voet. Indien we deze afmetingen nu vertienvoudigenen de kracht van het dier naar evenredigheid vergroo-ten, dan hebben we het dier dat zooveel over zich doetspreken. Het heeft dan de afmetingen zooals die doorden kapitein van de Shannon beschreven is, terwijl de

Page 19: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

17

kracht van het dier eveneens overeenkomt met diewelke noodig is geweest om het reusachtige gat inde Scotia to boren .

„De eenhoorn toch is met een snort ivoren spoorgewapend, of, zooals de geleerden het noemen, eenhellebaard. Deze slagtand is staalhard en bij machte degrootste walvisschen to doorboren . Zeus kunnen zij methet grootste gemak de pantserplaten doorboren vangroote oorlogsschepen . Het Museum voor NatuurlijkeHistorie to Parijs bezit een dergelij,ken slagtand, die eenlengte van 225 en een breedte van 18 centimeter heeft .

„Stel u dus voor, dat een dergelijk wapen voorwaartsgestooten wordt met een snelheid van 20 K .M. in hetuur; vermenigvuldig deze snelheid met de zwaarte vanhet dier, en als resultant verkrijgt gij een schok, dieheusch wet in staat is een ongeluk to veroorzakenzooals we dat bij de Scotia zagen .

„Indien men mij dus niet het tegendeel kan bewijzen,houd ik het monster voor een enormen eenhoorn, gewa-pend met een geweldige ivoren spoor .

,,Is dus al hetgeen we tot nu van dit vreemde wezengehoord hebben geen verzinsel, dan kan men het raadselmet deze verklaring als opgelost beschouwen ."

Deze laatste woorden waren niet geheel vrij van eenlafheid mijnerzijds, maar ik wilde in ieder geval mijnprofessorale waardigheid ophouden en door de Ameri-kanen niet to worden uitgelachen . Buitendien hield ikhiermede een achterdeurtje open, aihoewel ik persoon-lijk overtuigd was van het bestaan van een monster .Mijn artikel werd druk besproken, waardoor het

groote bekendheid kreeg ; vele lieden waren het metmijn lezing van het geval eens. Het best is dit to ver-klaren, doordat het overgroote deel der menschheid eenbijzondere voorliefde heeft voor bovennatuurljikewezens. En het is juist de zee waar dergelijke schepselshet veelvuldigst voorkomen. Kort en goed, men vormde

Page 20: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

18

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

zich een meening over den aard van het verschijnsel,en het publiek was er stellig van overtuigd dat hetvreemde monster niets antlers was dap een wonder-baarlijk wezen, dat als zoodanig niets met zeeslangengemeen had .

Maar indien sommigen al met deze wetenschappelijkeoplossing genoegen namen, waren er toch weer anderelieden die met nadruk verlangden dat de menschheideindelijk eens zou verlost worden van een monster, datde scheepvaart ten zeerste bedreigde . Er werden ellen-lange artikelen over gewijd in de groote dagbladen, eneindelijk kwam het zoover dat de regeering der Veree-nigde Staten tot maatregelen overging. Te New-Yorkwerden toebereidselen getroffen om het monster to ver-volgen. Tot dit doe! werd de Abraham-Lincoln uitgerustdie bij de eerste gunstige gelegenheid zee zou kiezen .Gezagvoerder van het schip was kapitein Farragut, diein de gelegenheid werd gesteld zijn schip zoo ruimmogelijk van wapenen to voorzien .

Maar alhoewel de Abraham-Lincoln, thans geheel uit-gerust en zijn bemanning paraat was, deed zich nogeen groote moeilijkheid voor . Men wilt n .l . niet waarheenhet schip to sturen, daar het vreemde zee-monster zichsedert eenigen tijd niet had laten zien. Maar denZen Juli kwam er bij den havenmeester van New-Yorkbericht binnen dat de Tampico, van de ,,Trans-PacificLine", den eenhoorn had waargenomen in het noor-delijk gedeelte der Stille Zuidzee.De ontroering welke deze tijding veroorzaakte was

buitengewoon groot . Men liet kapitein Farragut geenvierentwintig uur beraad ; zoowel proviand als steen-kolen had hij in de ruimste mate aan boord : de beman-ning was voltallig ; hij behoefde zijn schip dus slechtsonder stoom to brengen en het ankel to lichten . Iedereenzou het hem hoogst kwalijk genomen hebben indien hijnog maar een enkelen dag gewacht had .

Page 21: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

19

Drie uur voordat de trossen van de Abraham-Lincolnwerden losgeworpen, ontving ik een brief van den vol-genden inhoud ;

Den Hooggeleerden HeerDen heer ARRONAX .Professor aan Het Museum toParis, tijdelijk to New-York .Hotel Fifth Avenue .

Mijnheer,

Indien gij lust mocht hebben den tocht met deAbraham-Lincoln merle to makers, dan zal de regeeringder Vereenigde Staten met genoegen zien dat Frankrijkdaarbij door u vertegenwoordigd wordt . Kapitein Far-ragut houdt een but to uwer beschikking .

Uw zeer toegenegen .J. B. HOBSON.Minister van Marine .

Page 22: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

DERDE HOOFDSTUK .

Een trouwe bediende .

Drie seconden voordat ik den brief ontving van denMinister van Marine had ik -er zeker niet aan gedachtdat het ooit bij mij zou opkomen deel to nemen aan eentocht die ten doe! had het vreemde monster op to spo-ren. Maar drie seconden nadat ik den brief gelezen had,stond het bij mij vast dat nit doe! voor mij een levens-roeping zou zljn .

1k kwam juist van een moeilijke refs terug en hadeigenlij k een groot verlangen naar rust . 1k verheugdeme reeds bij voorbaat, spoedig mijn klein huisje tozullen weerzien aan de oevers van de Seine .

Maar, dacht ik bij mij zelf, iedere weg leidt naarEuropa, en naar de eenhoorn zoo vriendelijk is zich ophet oogenblik to bevinden in de noord-westelijke door-vaart, zal i,k gedwongen zijn een kleinen omweg tomaken, alvorens mijn kostbare verzameling die ik uitNebraska heb meegebracht, in het Museum voor Natuur-lijke Historie to Parijs onder to brengen .

Maar intusschen was ik nu we! gedwongen, onmiddel-lijk mijn toebereidselen to treffen tot de refs .„Koen !" riep ik ongeduldig .Koenraad was mijn bediende, een zeer betrouwbaar

jongmensch, die mij op al mijn reizen vergezelde ; hetwas een Vlaming, met wien ik veel op had . Ook hij wasmij zeer genegen, van nature zeer ijverig, maar uiterstkalm, verwonderde zich bijna nooit over een of anderevreemde gebeurtenis in nit leven, en gaf mij in weerwil

Page 23: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

21

van zijn naam, nooit eenigen raad, zelfs indien ik erhem om vroeg (1) .

Door zijn omgang met de professoren van het Museumvoor Natuurlijke Historie, had Koenraad ten slottenogal een vrij uitgebreide kennis opgedaan . Hij toondezich buitengewoon handig in het rangschikken van mine-rale en geologische steenen, maar daarmede was zijngeleerdheid dan ook geheel uitgeput. Rangschikken, datwas nu eenmaal zijn lust en zijn leven . Indien diij watmeer theoretische kennis zou bezeten hebben, dan hadhij het misschien nog eens tot dokter kunnen brengen .In afwachting dat het eens zoover zou komen, bleef hijmijn waardige en trouwe bediende .

Gedurende tien jaar had Koenraad mij op al mijntochten vergezeld . Het was nooit bij hem opgekomen eenaanmerking to maken over den langen duur eener refs ;nooit sprak hij tegen wanneer ik hem opdracht gaf zijnvalies to pakken om mij to volgen naar het verste land,het zij China of de Congo . Hij beschikte over een uit-stekende gezondheid, een stet staalharde spieren enzenuwen die tegen iederen schok bestand waren .

Mijn brave jongen was dertig jaar oud ; zijn leeftijdverhield zich tot dien van zijn meester als vijftien tottwintig ; ik behoef dus niet meer to zeggen dat ik40 jaar was .

Koenraad had slechts een gebrek; hij hield zich aande vormen als een pastoor aan zijn litanie, zoodat hijmij altijd in den derden persoon aansprak .

„Koen!" riep ik nog eens, terwijl ik in koortsachtigehaast toebereidselen begon to maken voor mijn vertrek .

Natuurlijk kon ik op mijn bediende vertrouwen . Inden regel vroeg ik hem nooit of het hem schikte mij opeenige refs to vergezellen . Daar het echter deze keer een

(1) Koenraad, in het Fransch Conseil, hetgeen oak „raad"beteekent .

Page 24: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

22

20.00 MIJLEN ONDER ZEE

expeditie gold die buitengewoon lang kon duren en nietvan alle gevaar ontbloot was, veranderde dit de zaakwel eenigszins. Zelfs voor den kalmsten man ter wergildbestond er aanleiding, deugdelijk na to denken, alvorenszijn besluit to nemen tot deze refs . Ik was dus nieuwswgierig wat Koenraad er van zou zeggen .„Koen !" riep ik voor de derde maal .En Koenraad verscheen .„Heeft mijnheer geroepen?"„Ja, mijn jongen . Pak mijn valies en mask je gereed ;

wij vertrekken over twee uur ."„Zooals mijnheer het wenscht,"zei Koenraad bedaard .„Wij hebben geen minuut to verliezen . Stop al mijn

reisbenoodigdheden en kleeren in een koffer, maar haastje zoo gauw mogelijk klaar to zijn ."

„En mijnheer's kostbare verzameling?",~Daar bemoeien wij ons later mee."„Wat! de archiotheriums, hyracotheriums, oreodons,

cheropotamussen en de andere skeletten?"„Die zullen in 't hotel bewaard blijven ."„En mijnheer's Babiroussa?"„Ik zal den hotelier opdracht geven dat die in mijn

afwezigheid gevoederd wordt, en er voor zorgen dat menhem zoo spoedig mogelijk naar Parijs zendt ."

„Keeren wij dan niet naar Frankrijk terug?" vroegKoenraad.„Zeker ., ." antwoordde ik ontwijkend . „Maar wij

zullen een kleinen omweg maken ."„Zooals mijnheer het wenscht ."„Het zal niet veel to beteekenen hebben . We schepen

ons in op de Abraham-Lincoln, waardoor de refs watlanger duurt."„Zooals mijnheer het wenscht," antwoordde Koenraad

even kalm als gewoonlijk .„Ik wil je echter zeggen, beste vriend, dat wij op zoek

gaan naar het vreeselijke monster waarvan je wel ge-

Page 25: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

23

hoord zult hebben . We zullen alle zeeen moeten afzoe-kenl . . . De schrijver van het beroemde boek : „Degeheimen van de diepten der Zee" mag zich aan dezerefs niet onttrekken . Het wordt dus een ernstige zaak,beste vriend, en gevaarlijk ook .

,,We weten nog niet waarheen wij gaan . Die zonder-linge dieren zijn zoo buitengewoon grillig . Maar wijgaan toch. Wij zullen met een kapitein to doen hebbendie voor geen geruchtje vervaard is ."

„Zooals mijnheer het wenscht ."„Denk er goed over na, beste vriend ; het betreft hier

een refs waarvan men niet met zekerheid kan voor-spellen dat men er levend van terug keert."

„Zooals mijnheer het wenscht ."Een kwartier later waren onze koffers gepakt . In een

handomdraaien had Koenraad alles in orde gemaakt enik was er van overtuigd dat niets zou ontbreken .

De hotellift bracht ons in een ommezien naar de vesti-bule . lk betaalde mijn rekening, gaf opdracht, mijnverzameling wetenschappelijke kostbaarheden naarParijs to zenden en stelde den hotelier een som geldster hand, opdat gedurende mijn afwezigheid Babiroussageen gebrek zou lij den .

Gevolgd door Koenraad stapte ik in het rijtuig. Wijreden den Broadway of naar Unionsquare, volgden deVierde Avenue tot dat punt waar zij zich vereenigt metBowerystreet, sloegen daarna de Oatharinastreet in enhielden ten slotte stil bij den 34sten steiger . Van daarbracht ons een ferryboat met paard en rijtuig naarBrooklyn, de groote voorhaven van New-York, enenkele minuten later belandden wij op de kale, waarde Abraham-Lincoln reeds onder stoom lag.

Onze bagage wend door den koetsier aan dek van hetschip gebracht. Ik haaste mij aan hoord to komen envroeg naar kapitein Farragut. Een der matrozen brachtmij naar de commandobrug waar ik een vriendelijk

Page 26: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

24

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

uitzienden officier ontmoette, die mij de hand reikte .„Mijnheer Pierre Arronax?" vroeg hij .,,In hoogst eigen persoon," antwoordde ik . ,,Zijt gij

kapitein Farragut?"„Om u to dienen . Wees welkom aan boord, professor ;

uw but is gereed ."Ik groette den kapitein en liet hem verder voor het

uitzeilen zorgen .De Abraham-Lincoln was voor haar nieuwe bestem-

ming good gekozen en uitgeruist . Het was een snelzei-lend fregat, voorzien van een machine, welke een stoom-spanning toeliet van 7 atmosferen . Op deze wijze washet mogelijk het fregat een snelheid to geven van 18,3K.M. per uur, hetgeen weliswaar een aanzienlijke snel-heid beteekent, dock bij lange na niet voldoende wasom met die vat den monstervisch to wedijveren .De inwendige inrichting van het schip beantwoordde

volkomen aan zijn nautische kwaliteiten . 1k was metmijn hut, die zich in het achterschip beyond en uitkwamin de officierskajuit, ten zeerste ingenomen .

„Wij zullen hier op ons gemak zijn," zei ik tot Koen-raad,„Zoo good als een slak in een schelp," antwoordde

deze .lk belastte Koenraad er merle de koffers behoorlijk

vast to stuwen en begaf mij zelf weer naar dek om hetvertrek van het schip gale to slaan . Toen ik boven kwam,gaf . d e kapitein j uist bevel de trossen los to werpen,waarmede het fregat aan de Brooklynkade gemeerdwas. Ware ik dus een kwartier later aan boord geko-men, dan zou het schip zonder mij stellig vertrokkenzijn, en ik niet deze buitengewone refs meegemaakthebben, waarvan de bespreking het onderwerp van ditverhaal is .

Toen ik bij den kapitein kwam, was deze juist ingesprek met den officier-machinist .

Page 27: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE 25

„Hebben wij drukking genoeg?" vroeg de gezag-voerder .

„Jawel, kapitein," antwoordde de meester van demachinekamer.„Go ahead," riep daarop Farragut .Dit bevel werd naar de machinekamer doorgegeven,

en een oogenblik later wentelde de schroef met toene-mende sneiheid door het water en de Abraham-Lincolnstoomde statig- voorwaarts, to midden van een enormaantal kleine bootjes vol toeschouwers, die het fregatuitgeleide deden .

De kale van Brooklyn en al de straten van New-Yorkdie op de Oostrivier uitkomen waren bedekt met nieuws-gierigen . Een drievoudig hoera klonk uit de kelen van50.000 menschen, die met zakdoeken wuif den en debemanning van het schip een goede refs wenschten. DeAbraham-Lincoln antwoordde daarop door driemaalachtereenvolgens de Amerikaansche vlag to hijschenen to strijken . Daarop zette het schip koers naar Sandy-Hook en vervolgens naar het vuurschip, welks beidelichten den ingang van Ihet nauwe vaarwater van New-York aanduiden .Het sloeg toen 3 uur . De foods ging van boord en

begaf zich in een sloep, die hem weer naar de stadterugbracht. De scheepsvuren kregen nieuw voedsel ; deschroef draaide sneller in de golven ; het fregat- liepfangs de gele en lage kust van Long-Island en stoomdeom 8 uur 's avonds met voile kracht over de grijzegolven van den oceaan voorwaarts, na in het Noord-westen de vuurbakens van Fire-Island achter zichto hebben gelaten .

Page 28: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

VIERDE HOOFDSTUK .

Ned Land .

Kapitein Farragut was een funk zeeman en het f regatwaardig, dat hij commandeerde. Hij was zijn schip methart en ziel toegedaan . Geen oogenblik twijfelde hijaan het bestaan van den eenhoorn en duldde zelfs nietdat men er met een woord over redetwistte .

Zooals sommige oude wijven aan het bestaan van denLeviathan geloofden, nam ook hij het bestaan van hetmonster aan. Volgens hem was het een snort ridder vanRhodus, een Dieudonne de Gozon, die de slang opzocht,welke lit eiland verwoestte. Voor den kapitein van deAbraham-Lincoln bestonden er slechts twee moeilijk-heden : of hij doodle den eenhoorn of de eenhoorndoodle hem ; een middenweg bestond er niet .

De scheepsofficieren deelden de gevoelens van hunkapitein . Men had ze eens moeten hooren spreken overde verschillende kansen van een ontmoeting met hetmonster. leder hunner wilde de eerste zijn die het vree-selijke flier het eerst zou ontdekken en menigeen namvrijwillig een wachtbaantje over flat hij onder andereomstandigheden zou verwenscht hebben . Zoolang hetdaglicht scheen, zat het want vol matrozen, wien descheepsplanken onder de voeten brandden en zich aandek nauwelijks op hun plaats konden houden . En Lochdoorkliefde de Abraham-Lincoln nog lang niet de gol-den van den Grooten Oceaan .

Wat de bemanning betrof, deze verlangde niets lieverflan den eenhoorn to ontmoeten, hem to harponeeren,aan boord to hi j schen en in stukken to hakken . Met

Page 29: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

27

meet dan gewone oplettendheid tuurden de mannen overde golven. En daar was wel eenige reden toe . Wantkapitein Farragut had een som van 2000 dollar beloofdaan den man, scheepsjongen of matrons, bootsman ofof ficier, die het diet zou signaleeren . Men kan zich dusbest voorstellen hoe sterk er op de Abraham-Lincolnuitgekeken wend .

1k voor mij bleef niet achter bij de overigen en stondaan niemand mijn aandeel in het dagelijks uitkijken af .Voor deze ge~egenheid zou men honderdmaal verstandi-ger hebben gedaan het schip den naam to geven vanArgus dan die van den vroegeren president der Veree-nigde Staten . Slechts Koenraad ; was de eenige aanboord wien de zaak onverschillig scheen to laten .

1k heb reeds gezegd dat kapitein Farragut zijn schipmet de grootste zorgvuldigheid had voorzien van allemogelijke werktuigen om den grooten visch to vangen .Een walvischvaarder zou niet beter zijn uitgerust. Wijbezaten alle voor dit doe! gebruikelijke instrumenten,vanaf den harpoen die met de hand geworpen wordt, totde met weerhaken voorziene pijlen, welke door donder-bussen en ontplofbare kogels worden afgeschoten. Opden voorsteven stond een achterlaadkanon met dikkewanden en nauwe ziel, waarvan een model op de ten-toonstelling van 1867 zou prijken . Dit schitterend instru-ment, van Amerikaansche vinding, was in staat een punt-kogel van 4 K. 0., 16 K. M, vet weg to schieten. DeAbraham-Lincoln had dus geen gebrek aan vernielings-werktuigen. Maar hij had nog beter aan boord ; hij hadaan boord Ned Land, den koning der harpoeniers .

Ned Land was een Canadees, die tevergeefs zijn ge-lijke zocht in het hanteeren van den harpoen. Hij wasde behendigheid en de koelbloedigheid in persoon,stout en listig in de hoogste mate en het moest we! eenslimme walvisch, of een bijzondere potvisch zijn, dieaan zijn harpoen kon ontsnappen .

Page 30: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

28

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

Ned Land was ongeveer 40 jaar . Hij was meer dan6 Engelsche voeten lang, breed geschouderd, had eenernstig ge,laat, sprak weinig, was sours driftig en konwoedend worden, wanneer men hem tegenwerkte . Zijngeheele persoonlijkheid was zeer belangwekkend enzijn .doordringende blik verhoogde nog de zonderlingeuitdrukking van zijn gelaat .

Ik geloof dat kapitein Farragut zeer verstandig han-delde toen hij dezen man voor zijn tocht aanwierf. Watde scherpte van zijn blik en de kracht van zijn arm aan-gaat, was hij minstens zoo veel waard als de geheelebemanning. Ik zou hem best kunnen vergelijken meteen krachtigen verrekij,ker die tegelijkertijd dienst doetals een kanon .

Wie van Canada spreekt denkt aan Frankrijk en zooweinig mededeelzaam Ned Land ook was, moet ik tochbekennen dat hij voor mij een zekere vriendschap aanden dag scheen to leggen. Mijn hoedanigheid vanFranschman scheen hem bijzonder aan to trekken ; . hijhad daardoor gelegenheid zich met mij in de Franchetaal to onderhouden, een taal die in zekere deelen vanCanada nog steeds in gebruik , is. De familie van denharpoenier was van Quebec afkomstig en telde reedstal van stoutmoedige walvischjagers toen deze stad nogeen Fransche kolonie was .

Langzamerhand scheen Ned Land wat spraakzamerto worden en ik moet eerlijk zeggen dat ik er een bijzon-der genoegen in vond naar de avonturen to luisteren,die hij aan den Noordpool beleefd had . De verhalen vanzijn vischvangsten en gevechten met wilde dieren adem-den een groote en dichterlijke natuurlijkheid ; zijngeschiedenissen kregen den vorm van heldendichten, enmeer dan eens dacht ik een Canadeeschen Homerus tohooren die de Ilias der Poolstreken zong .

Ik beschrijf dien stoutmoedigen gezel zooals ik hemnu ken. Wij zijn dikke vrienden geworden, verbonden

Langzamerhand scheen Ned Land wat spraakzamerr

Page 31: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

29

door dien onverbreekbaren vriendschapsband, welkeslechts gesmeed kan worden in den harden strijd vanhat levers . 0, mijn baste Ned, gaarne zou ik nog hon-derd jaar wipers levers om mij uwer steeds to kunnengedenken!

En hoe dacht Ned nu wel over hat vreemde zeemons-ter? Laat ik eerlijk bekennen dot hij niet aan den een-hoorn geloofde en dot hij de eenige aan boord wasdie hat algemeen inzicht niet deelde .

Op ears schooners zomeravond - hat was den 30stenJuli - d.w.z. drie waken na ons vertrek, beyond hatfregat zich tar hoogte van kaap Blanc, op 30 K. M .onder de kust van Patagonia . Wij waren den Steenboks-keerkring gepasseerd en de Straat van Magelhaen lagongeveer 700 K. M. zuidelijker . Binnen acht dagen zoude Abraham-Lincoln de golven van de Stille Zuidzeeklieven .

Tegen de verschansing geleund, stonden Ned Land enik over koetjes en kalfjes to praten, terwiji onze blikkenover de geheimzinnige zee dwaalden, wier diepten totflu toe nog door gears menschelijk oog aanschouwdwaren. Als vanzelf bracht ik hat gesprek op den reus-achtigen eenhoorn en ging de verschillende kansen navan hat al of niet gelukken onzer onderneming . En daarik merkte dot Ned me liet praten zonder zelfs iets tozeggen, vroeg ik hem op den man af :

„Hoe komt hat toch, Ned, dot jij niet overtuigd bentvan hat bestaan van den eenhoorn dien wij vervolgen?Heb je er bijzondere redenen voor zoo ongeloovig tozijn?"

Gedurende enkele oogenblikken keek de harpoeniermij aan zonder to antwoorden, streak zich, zooals hijdit vaker deed, met de breede hand over hat voorhoofd,kneep de oogen dicht als om beter to kunnen nadenkenen zei ten slotte

„Misschien wel, mijnheer Arronax ."

Page 32: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

30

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

„Komaan, Ned, jij bent zeeman van beroep, boven-dien walvischvaarder en als het ware vertrouwd met degroote zeemonsters . Jij moet je dus beter dan iemandantlers het bestaan van een monster-eenhoorn kunnenvoorstellen en jij zou dus de laatste moeten zijn omonder zulke omstandigheden nog eenigen twijfel tokoesteren."

„Daarin vergist gij u juist, professor," antwoorddeNed. „Het domme yolk moge geloof slaan aan buiten-gewone kometen, die door de hemelruimte vliegen, ofhet bestaan van voorwereldlijke monsters aannemen,die het inwendige der aarde bevolken, maar noch eenernstig geleerde, noch een eerlijk walvischvaarder magaan zulke bakersprookjes geloof slaan . Ik heb in mijnleven heel wat walvisschen gezien, verscheidenen metmijn harpoen gedood, maar hoe sterk of hoe goed gewa-pend deze dieren ook waren, zouden zij toch nooit instaat geweest zijn met hun tanden of staarten de ijze-ren scheepswanden van een stoomboot ernstige schadetoe to brengen ."

„Maar, Ned, men noemt toch schepen die door deneenhoorn geheel doorboord zijn ."

„Bij houten schepen is dat misschien mogelijk ; dieheb ik nog nooit gezien. Doch zoolang ik niet van hettegendeel overtuigd ben, ontken ik ten stelligste datwalvisschen, potvisschen of eenhoorns zoo iets zoudenkunnen doen."

„Luister eens, Ned . . ."„Nee, professor, nee ; u kunt mij zeggen wat u wilt,

maar dat geloof ik niet. Misschien een reusachtigepoliep?"„Dat is nog onaannemelijker, Ned . De poliep is een

weekdier en deze naam zegt je reeds voldoende hoe wei-nig vastheid haar vleesch heeft. Al was zij ook 500 voetlang, dan nog zou de poliep, die niet tot de klasse dergewervelde dieren behoort, geheel onschadelijk zijn

Page 33: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

31

voor schepen als de Scotia en de Abraham-Lincoln .Verhalen van Kraken of andere dergelijke monsters,client men clan ook naar het rijk der fabelen to ver~bannen."

„Dus, mijnheer de professor," hernam Ned Land eenweinig spottend, „ge blijft er bij dat zulk een enormewalvisch bestaat?"„Ja, zeker, Ned, en ik herhaal het met overtuiging,

die op een kennis der feiten berust . 1k geloof aan hetbestaan van een buitengewoon krachtig ontwikkeldzoogdier, waarschijnlijk behoorende tot de walvisch-soort, en welk dier van een buitengewoon sterken hoornvoorzien is."De harpoenier liet een ongeloovig gebrom hooren

en schudde het hoofd als iemand die nog lang nietovertuigd is .

„Bedenk wel," hernam ik, „dat indien zulk een dierbestaat, een dier n .l ., dat de diepten van den oceaanbewoont en dus eenige kilometers onder de oppervlakteder zee moet zwemmen, het noodzakelijkerwijze eenlichaamsbouw moet hebben, welks kracht boven allevergelijking gaat ."„En waarom dat?" vroeg de harponier .„Omdat er een onberekenbare kracht toe noodig is

zich in zulk een groote diepte op to houden en aan dendruk van de massa water boven zich weerstand tobieden ."

„Zoo?" zei Ned, terwijl hij mij een knipoogje gaf .„Ja, zeker, en enkele cijfers die ik je zal verstrekken,

zullen je daar gemakkelijk van overtuigen."„0, cijfers," antwoordde Ned, „daarmede kan men

doen wat men wil."„Misschien wel in den handel, Ned, maar niet in de

wiskunde. Luister maar. Aangenomen dat de drukkingvan den dampkring wordt voorgesteld door den druk vaneen kolom water van 32 voet hoogte ; in werkelijkheid

Page 34: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

32

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

zou de kolom minder hoog zijn, daar wij hier to doenhebben met zeewater, waarvan de dichtheid grooteris dan die van zoetwater. Welnu, Ned, voor iedere 32voet, die jij naar beneden duikt, zal je lichaam een gelijkaantal atmosferen to dragen hebben . Hieruit volgt dusdat op een diepte van 320 voet deze drukking gelijk isaan tien atmosferen ; en als men een diepte van 32000voet, hetgeen gelijk staat met ongeveer 10 kilometer,bereiken kon, dan zouden er 1000 atmosferen op jelichaam drukken. Elke vierkante centimeter van jelichaamsoppervlakte zou dan een gewicht to dragenkrijgen van 1000 K.G . ; en weet je flu wel, mijn besteNed, hoeveel vierkante centimeters je lichaamsopper-vlakte ongeveer heeft?"

„Ik heb daar geen idee van, mijnheer Arronax ."„Ongeveer 17000."„Zooveel nog?"„En daar de drukking van den dampkring nog een

kleinigheid meer is dan een kilogram per vierkantencentimeter, zou je lichaam een gewicht to dragen hebbenvan 17568 K.G."

„Zonder dat ik er jets van merk?"„Zonder dat je er jets van merkt! En indien je door

zulk een drukking niet verpletterd wordt, dan komt dit,omdat de lucht met een even groote drukking in jelichaam dringt. Hierdoor ontstaat een volmaakt even-wicht dat het je mogelijk maakt dit gewicht gemakke-lijk to dragen ; maar in het water verandert dat eenweinig ."

„Ja, dat begrijp ik wel," antwoordde Ned, die thansmet meer aandacht naar me luisterde, „omdat het watermij omringt, en dus niet in mijn lichaam doordringt ."

„Goed geraden, Ned! Indien je dus 32 voet onderwater bent, dan zal je lichaam een drukking hebben todragen van 17568K.G. ; en zoo voortgaande zal dit opeen diepte van 32000 voet het bagatel zijn van 17.568.000

Page 35: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

33

K.G . ; je zou dan zoo plat gedrukt zijn alsof je uit eenhydraulische pers kwam ."

„Alle donders !" riep Ned.„Welnu, mijn beste vriend, h dien gewervelde dieren

van eenige honderden meters lengte en evenredige diktezich in zulk een diepte ophielden, dan zouden zij, om-dat de oppervlakte van hun lichaam zooveel grooter is,een gewicht to dragen hebben van millioenen maal mil-lioenen K.G . ; en bereken dan maar eens welk een weer-standsverrnogen hun beenderstelsel moet hebben omzulk een drukking to kunnen weerstaan ."

„Ze zouden dan we! van achtduims staalplaten ge-maakt moeten wezen, zooals de gepantserde fregatten ."„Zoo is het, Ned! En denk flu maar eens dan de

verwoesting die zulk een massa kan teweeg brengenals zij met een sneiheid van een spoortrein tegen eenscheepsromp botst ."

„Ja . ., inderdaad . . . misschien . . ." antwoordde deCanadees, die door de cijfers een weinig verward was,maar zich nochtans niet gewonnen wilde ~geven .

„Welnu, ben j e overtuigd?"„U hebt me slechts van een ding overtuigd, profes-

sor, n .! ., indien zulke monsterdieren in de diepten derzee !even, zij noodzakelijkerwijze een kracht moetenbezitten zooals gij het zegt ."

„Maar indien ze niet bestaan, koppige harpoenier,hoe verklaar j e dan het ongeluk van de Scotia?" .

„Het is misschien . . ." zei Ned aarzelend .„Zeg het maar!"„Omdat . . . omdat het niet waar is!" antwoordde Ned,

terwiji hij, zonder het to weten, een beroemd gewordengezegde van Arago herhaalde .

Met dit antwoord gaf de harpoenier slechts blijk vanzijn stijfhoofdigheid . 1k sprak er dien dag niet venderover. Het ongeluk van de Scotia was een onloochenbaarfelt. Het gat in de kiel bestond, en dit gat was niet van-

20.000 Mijien under Zee.

2

Page 36: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

34

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

zelf ontstaan . En daar het schip niet op een onderzeescheklip gestooten was, moest de breuk in zijn kiel logischer-wijze aangebracht zijn door een onderzeesch monster-dier .

Volgens alle redenen die ik hier tevoren heb opge-somd, kon flit flier niet antlers zijn flan een eenhoorn ;om het behoorlijk to kennen, moest men het in stukkensnijden ; om het stuk to snijden, moest men het vangen ;om het to vangen, moest men het harpoeneeren, en flitwas de zaak van Ned Land ; om het to harpoeneeren,moest men het ontmoeten, en flit ontmoeten was eenzaak van het toeval .

Page 37: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

VIJFDE HOOFDSTUK .

Op Avontuur.

De refs van de Abraham-Lincoln wend gedurendeeenigen tijd door geen enkele bijzonder voorval geken-merkt. Er gebeurde evenwel jets, dat Ned Land in degelegenheid stelde een proefje Evan zijn bewonderens-waardige handigheid to toonen 'en tevens liet zien, datmen volkomen op hem vertrouwen kon .

Ter hoogte van de Maloumen praaide het fregat op30 Juni eenige walvischvaarders, die ons verzekerden,dat zij geen enkel spoor hadden gezien van den een-hoorn. Doch toen de kapitein van een diet schepenvernam, dat Ned Land bij ons aan boord was, verzochthij zijn hulp om een walvisch to vangen, die even tovoren gesignaleerd was . Kapitein Farragut, begeerigNed Land eens aan het werk to zien, gaf deze verlofzich aan boord van de Monroe to begeven . En het toe-val was onzen Canadees zoo gunstig, dat het hem instaat stelde twee vliegen in een klap to slaan : de eerstewalvisch trof hij onmiddellijk in het hart en de tweedeharpoeneerde hij na een opwindende jacht van enkeleminuten .

Indien het monster dat wij zochten ooit onder hetbereik van Ned's harpoen mocht komen, dan zou ikwaarlijk geen duit meet voor zijn leven geven .

Het fregat stoomde met full speed Tangs de zuid-oost-kust van Amerika . Den derden Juni waren wijvoor de Straat van Magelhaen, ter hoogte van deMaagdenkaap . Maar kapitein Farragut wilde zich liever

Page 38: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

36

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

niet in deze bochtige doorgang wagen en gal er devoorkeur aan, Kaap Hoorn to omzeilen .De bemanning gal hem eenparig gelijk. En het was

dan ook inderdaad zeer onwaarschijnlijk, dat wij deneenhoorn in die nauwe straat zouden ontmoeten . Ver-scheidene matrozen verzekerden, dat het dier er nietdoor kon, „omdat het er to dik voor was ."

Den zesden Juni 's middags tegen drie uur, zeilde deAbraham-Lincoln op 15 K.Mmom de zuid van heteenzamerotseilandje, dat zoo verloren tegenover het uiteinde vanhet Amerikaansche vasteland ligt en waaraan de Hol-landsche zeevaarder die het ontdekte den naam vanzijn vaderstad Hoorn gal. Nu werd de steven naar hetnoord-oosten gericht, en den volgenden dag kliefdehet fregat eindelijk de golven van de Stille Zuidzee .„En nu, de kijkers open gezet!" zeiden de matrozen

van de Abraham-Lincoln tot elkaar.En ze werden wijd, onnatuurlijk wijd geopend . leder-

een wilde de beloofde premie van 2000 dollars verdie-nen. Zelfs ik, die toch heusch niet begeerig was naarde uitgeloofde som, verliet geen oogenblik de com-mando-brug van den kapitein en gunde mij nauwelijksden tijd om to eten of to slapen . Hoe dikwijls gebeurdehet niet, dat ik de ontroering van de bemanning deelde,wanneer een dartele walvisch met zijn machtigen staartde golven beukte. In een ommezien was dan de geheelebemanning aan dek ; officieren en matrozen stormdendoor de luiken naar boven . Een ieder staarde naar hetdier, alsof zijn leven ervan afhing . Ook ik ontkwamniet aan de algemeene betoovering waarin de beman-ning gevangen was. Slechts Koenraad bleel evenbedaard en kalm als steeds en zei tot me :

„Indien mijnheer de goedheid wilde hebben, zijnoogen wat minder wijd to openen, dan zou mijnheervrij wat beter kunnen zien ."Maar alle hoop was ijdel . De Abraham-Lincoln wij-

Page 39: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.004 MI JLEN ONDER ZEE

37

zigde zijn koers, liet sloepen to water die met zwaarbewapende matrozen bemand warm, en als men het diernaderde, dan Meek het een gewone walvisch of pot-visch to zijn, die weldra verdween onder een stortvloedvan verwenschingen van de zijde der matrozen .

Het weer hield zich goed en de rein werd onder degunstigste omstandigheden voortgezet . Ned Land hieldnog steeds aan zijn ongeloovigheid vast : hij hield zichzelfs, alsof hij nooit naar de zee keek, behalve dan,wanneer hij op wacht moest. En toch zou zijn scherpeblik ons groote diensten hebben kunnen bewijzen . Maargedurende acht van de twaalf uren, lag de koppigeCanadees in zijn but to slapen of to lezen . Ik verweethem honderde malen zijn onverschilligheid .

„Wat zou het!" antwoordde hij dan . „Er is geen zierwaar van die heele geschiedenis, mijnheer Arronax, enindien er werkelijk een zee-monster was, welke kanszouden we dan nog hebben, het to ontdekken? Jagenwe geen schimmen na? Men beweert, het onvindbarebeest in de Stille Zuidzee to hebben waargenomen, enik wil daar niet tegen strijden ; maar sedert die ontmoe-ting zijn reeds twee maanden verloopen, en, rekeninghoudende met het temperament van uw eenhoorn,zullen we weinig kans hebben hem hier to ontmoeten,daar hij niet bijzonder honkvast schijnt to zijn . Hij isin staat zich buitengewoon snel to verplaatsen . Welnu,professor, gij weet beter dan ik, dat de natuur niets inverkeerden zin doet en aan een dier, dat langzaam vanaard is, de kracht niet geeft zich snel to verplaatsen,indien genoemd dier zuiks niet noodig had . Wanneerhet dier dus werkelijk bestaat, dan is het reeds verweg"

Tegen deze redeneering had ik niets in to brengen .Ik moest toegeven, dat we blindelings op een avontuurgingen . Maar hoe was het mogelijk iets antlers to doen?Onze kansen warm zeer beperkt . Niemand twijfelde

Page 40: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

3$

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

echter nog aan een succes en er was geen matrons aanboord van de Abraham-Lincoln die niet tegen het mons-ter en zijn spoedige verschijning zou hebben durvenwedden. Den 20en Juli passeerden wij den Steenboks-keerkring op 105° W .L. en den 27en van de zelfdemaand den evenaar op 110° W .L .

Het fregat zette nu meer koers naar het westen enstoomde naar het centrale gedeelte van den GrootenOceaan. Niet zonder reden achtte kapitein Farragut hetbeter, het diepste gedeelte van den oceaan to houdenen zich zooveel mogelijk to verwijderen van het vaste-land of de eilanden, welker nabijheid het monster-diertot nu toe schijnbaar vermeden had, „waarschijnlijk,omdat daar niet voldoende water voor hem was,"meende de bootsman .Na kolen to hebben ingenomen, koerste het fregat

Tangs de Pomotou-, de Markiezen- en de Sandwich-eilanden, passeerde den kreeftskeerkring op 132° W.L .en richtte den steven naar de Chineesche Zee .

Thans waren we eindelijk in de streken waar men hetmonster het laatst gesignaleerd had. En our de waar-heid to zeggen, was het aan boord een hondenlevengeworden. leders hart klopte tot berstens toe; men atniet meer ; men dronk niet meer ; men sliep niet meer .Wel twintig maal per dag veroorzaakte een vergissingof gezichtsbedrog van den uitkijk een vreeselijke teleur-stelling. Deze zoo dikwijls herhaalde aandoeningenbrachten ons in een dusdanige opgewonden stemming,dat een terugslag niet kon uitblijven .

En deze terugslag kwam ook inderdaad .Gedurende drie maanden sneed de Abraham-Lincoln

flu reeds de golven van den Grooten Oceaan, jaagdeachter el,ken walvisch aan die door den uitkijk gesigna-leerd werd, maakte sours kleine omwegen, kwam weerop zijn koers terug, zette de ketels op vollen stoom,zoodat het gevaar eener ontploffing niet denkbeeldig

Page 41: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN UNDER ZEE

39

was, en liet geen enkel plekje der onmetelijke zeetusschen de Japansche en Amerikaansche kust onbe-zocht .

De bemanning werd er bepaald moedeloos onder endeze moedeloosheid opende ruim baan aan twijfel .Een ongekend gevoel bezielde het scheepsvolk, eengevoel, dat voor drie tienden uit schaamte en voorzeven tienden uit woede bestond . Deze stemmingmaakte zich van alien meester ; van of den kajuitsjongentot den eersten stuurman toe . Ware de kapitein niet zoostiff op zijn stuk blijven staan, dan had men hem mis-schien wel genoodzaakt, den steven huiswaarts torichten .Dit vruchteloos zoeken kon dan ook niet langer

worden voortgezet. Men kon de bemanning zeker nietverwijten, dat zij geen voldoenden ijver betoond had ;het mislukken der onderneming kon men niet op haarrekening stellen, en er bleef dus niets antlers over danterug to keeren .Op zekeren dag werd een verzoek in klien geest bi j

den kapitein ingediend . Daar deze echter niet van toe-geven wilde weten, groeide de ontevredenheid onder dematrozen met den dag meer, en had ten gevolge, datde dienst er onder leed, lk wil niet direct beweren dater een muiterij uitbrak, maar nadat de kapitein langgenoeg zijn gezag had gehandhaafd, vroeg hij, evenalswijlen Columbus, drie dagen uitstel . Zou binnen dezedrie dagen het monster niet verschijnen, dan had deroerganger drie slagen aan het stuur to geven en hetschip zou terugkeeren naar de Europeesche wateren .De belofte werd den Zen November gedaan . De Abra-

ham-Lincoln bleef onder halven stoom . De avond vanden 4en November brak aan, en nog was er nietsbijzonders gebeurd. Volgens de belofte van den kapitein,zou het schip den volgenden dag koers zetten naarhet zuid-oosten en deze streek verlaten .

Page 42: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

40

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

De Abraham-Lincoln beyond zich toen op 31 . 15'N.B . en 136° 42' W .L. We waren nog ongeveer tweehonderd mijlen van de Japansche kust verwijderd. Deavond vie! ; het was acht uur ; groote wolken drevenvoorbij de maan, die toen juist in haar eerste kwartierwas .

Op dat oogenblik leunde ik tegen de verschansing ;Koenraad, die naast me stond, staarde voor zich heen .Eenige matrozen zaten in het want en keken naar denhorizont, die met het invallen der duisternis hoe langerhoe kleiner werd. De officieren doorboorden met hunki jkers den donkeren nacht. Af en toe werden de golvenverlicht door een straal der maan, wanneer deze tus-schen twee wolken haar zilveren schijf vertoonde .

Toen ik Koenraad aankeek, kwam het mij voor, alsofde brave jongen eenigszins onder den invloed verkeerdevan de algemeene moedeloosheid, die op het schipscheen to drukken . Tenminste, zoo kwam het mij voor .Of trilden zijn zenuwen misschien voor het eerst vanzijn leven door een ongekend gevoel van nieuwsgierig-heid?„Vooruit, Koen, het is vanavond de laatste gelegen-

heid om zonder de minste moeite 2000 dollars toverdienen ."

„Mijnheer zal mij veroorloven hem to zeggen, datik op deze premie niet gerekend heb ; de A,merikaanscheregeering had evengoed honderdduizend dollars kunnenbeloven en zou er toch geen cent armer door zijngeworden."

„Je hebt gelijk, Koen . Die heele geschiedenis is nietsantlers dan een dwaze onderneming, waarin we onsmaar al to onnadenkend gestort hebben . We hebbenonzen tijd verbeuzeld en ons noodelooze moeite gege-ven! We hadden al zes maanden goed en we! inFrankrijk kunnen zitten ."„ln mijnheer's kamer; in mijnheer's Museum! En ik

Page 43: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

41

zou alle fossielen van mijnheer reeds gerangschikt heb-ben. En de Babiroussa zou reeds good en wel in eenhok van den Dierentuin zitten en alle belangstellendenvan de hoofdstad tot zich trekken ."

„Zooals je zegt, Koen. Zonder nog to bedenken, datmen ons thuis misschien zal uitlachen."

„Geheel juist. En indien ik het zeggen mag . . ."„Ga je gang, Koen ."„Dan heeft mijnheer slechts wat hij verdient ."„Denk je?"„Wanneer men de eer heeft zoo geleerd to zijn als

mijnheer, dan stelt men zich niet bloot aan . . ."Maar Koenraad kon zijn zin niet voleindigen . Te

midden der algemeene stilte liet zich plotseling eenstem hooren . Het was de stem van Ned Land en dieriep :„Ohe ! daar is het ding dat we zoeken, onder den

wind, dwars voor ons!"

Page 44: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ZESDE HOOFDSTUK .

Full speed.

Bij dezen uitroep snelde de geheele bemanning naarden harpoenier ; de kapitein, officieren, bootslieden,matrozen, kajuitsjongens, ja, tot zelfs de machinistenen stokers die de machines en vuren aan hun lot over-lieten. De gezagvoerder gaf bevel to stoppen en deAbraham-Liizcoln gleed nog slechts langzaam over hetwater .

Het was immiddels geheel donkey geworden, en hoescherp de blik van den harpoenier ook was, vroeg ikme toch met verbazing af, hoe hij lets had kunnenwaarnemen. Mijn hart klopte tot berstens toe .

Doch Ned Land had zich niet vergist, en we zagenalien het vreemde voorwerp dat hij met de hand aan-wees .

Op twee kabellengten van het schip, aan stuurboord-zijde, scheen de zee van onder de golven verlicht toworden. Het was niet het eenvoudig schijnsel van hetlichten der zee, zooals men dat in die streken zoo vaakkon zien ; een vergissing was onmogelijk . Het monsterdat eenige vademen onder den waterspiegel dreef,straalde dien helderen, maar onverklaarbaren glans uit,waarvan zooveel scheepsjournalen reeds melding had-den gemaakt . Deze schitterende glans moest wel dooreen groote lichtgevende kracht worden voortgebracht .Het lichtgevende gedeelte teekende op het water eenenorm ovaal van gerekten vorm, in welks midden zicheen helder afstekend brandpunt beyond, waarvan deglans gelijdelijk minder werd .

Page 45: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

43

„Het zal een opeenhooping van licht-gevende stof-deeltjes zijn," meende een der officieren .„Neen, mijnheer," antwoordde ik met nadruk . „teen

enkele verzameling lichtkevers en al waren zij nog zootalrijk, is in staat zulk een helder licht uit to stralen .De glans dien wij hier voor ons zien, wordt door eenelectrische kracht veroorzaakt . . . Trouwens, zie maareens! het voorwerp verplaatst zich! beweegt zich voor-en achterwaarts en komt op ons toe!"Een algemeene kreet werd op het fregat vernomen .„Stilte !" beval kapitein Farragut . „Het roer in den

wind en met voile kracht achteruit!"De roergangers snelden naar het stuur en de machi-

nisten naar hun machines. De Abraham-Lincoln be-schreef een halve cirkel naar bakboordzijde .

„Roer recht, machines vooruit!" beval de kapitein .Het bevel werd onmiddellijk ten uitvoer gebracht en

ons schip verwijderde zich van den lichtgevenden haard .Allen waren buiten adem ; de verbazing, nog meer

dan de veees, had ons stom en onbewegelijk gemaakt .Het flier won gemakkelijk op ons . Het zwom om hetschip rond, flat toch met een snelheid van veertienknoopen liep, en omstraalde het met zijn licht als eensterk lichtgevende zelfstandigheid. Daarna verwijderdehet zich twee of drie mijl, een lichtstaart achter zichvoortsleepende, als een in den donkeren nacht voort-snellende locomotief. Plotseling, - het monster had denhorizont reeds bijna bereikt, - maakte het rechtsom-keer en kwam met een vreesaanjagende snelheid opde Abraham-Lincoln toe. Het doofde eensklaps zijn hel-dere lichten en stopte op twintig voet afstand van onzenvoorsteven ! Een oogenblik verdween het, men wist nietwaarheen, en verscheen daarna aan de andere zijde vanhet fregat ; men zou gedacht hebben, flat het onder dekiel was doorgegleden, leder oogenblik kon er een bot-

Page 46: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

44

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

sing komen die voor ons zeker de noodlottigste gevol-gen zou gehad hebben .

Ik verwonderde mij over de wendingen van ons schip,dat vluchtte en niet aanviel . Ik deelde den kapitein mijnbevindingen merle, en deze, een man van spreekwoor-delijke kalmte, was thans stom van verbazing .

„Waarde heer," antwoordde hij, „ik kan me met geenmogelijkheid voorstellen, welk verschrikkelijk monsterwe hier voor ons hebben. En daar ik zulks niet weet,wil ik liever den dag afwachten om het aan to vallen ."

„U twijfelt thans zeker niet meer aan den aard vanhet flier?"

„Neen, mijnheer; ik vermoed stellig flat het eenreusachtige eenhoorn is, die tevens over een geweldigeelectrische kracht beschikt . Indien mijn vermoeden juistis, flan hebben we hier to doen met het vreeselijkstemonster der schepping. En flat is de reden, flat ik dubbelop mijn hoede zal zijn ."

De bemanning bleef den geheelen nacht aan dek ; aanslapen dacht niemand . Daar de Abraham-Lincoln methet monster toch niet in snelheid kon wedijveren, werdde gang verminderd en bleven de machines onder hal-ven stoom . De eenhoorn volgde het voorbeeld van hetfregat, liet zich op de golven voortwiegen, en scheenniet de minste lust to hebben, het tooneel van den strijdto verlaten .

Tegen middernacht verdween het monster, of betergezegd, „ging uit," evenals een reusachtige glimworm .

Was hij gevlucht? Niemand wist het! Maar om10 minuten voor een uur 's morgens, vernamen we eenoorverdoovend gesis, sterk gelijkend op het geluid vaneen straal water, die met geweldige kracht voortge-spoten wordt .

„Ned Land," vroeg de kapitein, „heb j e wel eens hetgeblaas der walvisschen gehoord?"

„Vaak genoeg, kapitein, maar nog nooit van een

Page 47: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

45

walvisch, wiens ontdekking mij 2000 dollar in den zakbracht."„Dat is waar ook ; j e hebt recht op die belooning .

Maar vertel me eens : is het geluid dat we zooeven ver-namen niet gelijk aan dat der walvisschen, wanneer zijwater door hun kieuwen uitblazen?"

„Precies hetzelfde, kapitein, maar het geluid dat wepas hoorden is oneindig veel sterker . Ook ik houd hetmonster voor een enormen walvisch . Met uw goedvin-den, zal ik morgenochtend eens een hartig woordje methem spreken ."

„Zoo hij ten mlnste naar je luisteren wil,, Ned," ant-woordde ik een weinig ongeloovig .

„Laat hem mij maar eens op vier harpoenlengtennaderen, dan zal hij mij we! moeten aanhooren ."

„Maar om hem to naderen, moet ik ;j e een sloep terbeschikking stellen, Ned ."

„Zonder twijfel, kapitein ."„En het !even van mijn matrozen op het spel zetten ."„Evenals het mijne," antwoordde de Canadees

bedaard .Tegen 2 uur's nachts verscheen het monster opnieuw ;

het beyond zich thans op vijf mijlen afstand van deAbraham-Lincoln en zijn lichten straalden minder sterkdan voorheen. Ondanks het bulderen van wind en zee,hoorden we duidelijk hoe het vreemde flier met zijngeweldigen staart de golven beukte . Het scheen flat, a!sde eenhoorn aan de oppervlakte kwam om adem tohalen, de lucht met een zelfde kracht in z'n longendrong, als de stoom in de ketels van een machine van2000 paardenkracht .

„we!! we!!" dacht ik bij me zelf, „een walvisch diede kracht heeft van een heel regiment cavalerie, flat zalons nog een aardig nootje to kraken geven."Tot het aanbreken van den flag bleven alle hens aan

dek. De toeste!!en tot het harpoeneeren werden tegen de

Page 48: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

46

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

verschansing in gereedheid gebracht . De stuurman lietde donderbussen laden, die een harpoen meer dan eenmijl ver kunnen slingeren, evenals de lange pijpen metontplofbare kogels, in staat het sterkste dier doodelijkto verwonden. Ned Land stelde zich tevreden met eenhandharpoen, die echter in de handen van dezen mannog een geducht wapen was.

Tegen zes uur in den morgen begon het lichter toworden en met de eerste stralen der zon verdween hetelectrische licht van den eenhoorn . Om 7 uur was hetgeheel dag, maar een dichte ochtendnevel verhinderdedat men zijn naaste omgeving kon onderscheiden . Dewoede en de teleurstelling aan boord waren zeer groot .

Ik klom in het want, waar ik reeds eenige officierenvond. Tegen acht uur begon de mist op to trekken, enevenals den vorigen dag liet zich ook nu weer plotse-ling de stem van Ned Land hooren :

„'Daar is het ding weer ; achter ons, aan bakboord-zijde ."

Alley blikken keken in de aangewezen richting .Op anderhalven kilometer van het fregat dook een

langwerpig zwart voorwerp uit de golven op ; het dierbewerkte op onstuimige wijze de golven .

Langzaam naderden wij het monster dat ik zoo nauw-keurig mogelijk gadesloeg . Het was niet zoo groot alsde afmetingen die de scheepsjournalen der Helvetia enScotia vermeldden en ik schatte de lengte op 250 voet .Het was moeilij k to bepalen hoe dik de eenhoorn was,maar het maakte den indruk goed gevormd to zijn .

Terwijl ik het vreemde dier met aandacht gadesloeg,spoot het eensklaps twee stralen met water vermengdenstoom uit . Met verwondering vroeg ik me of tot welkeklas zoogdieren het wel mocht behooren, maar hoopteer met de hulp des hemels en met die van kapiteinFarragut spoedig achter to komen .De bemanning wachtte met ongeduld op de bevelen

Page 49: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

47

van den kapitein. Nadat deze het dier door zijn verre-kijker aandachtig had bekeken, liet hij den officier-machinist op de brag komen .

„Hebt u voldoende stoom?" vroeg de gezagvoerder.„Jawel, kapitein ."„Welnu, zet uw machines op full-speed en dan voor-

waarts!"Dit bevel werd met een luid hoera begroet . Het uur

van den strijd was aangebroken, en enkele oogenblik-ken later trilde de Abraham-Lincoln under het stampender machines .We naderden het monster tot op een halve kabel-

lengte. Dit nam den schijn aan ons to willen ontvluch-ten, maar stelde zich weldra tevreden den afstand tobehouden welke het van ons scheidde . De vervolgingduurde ongeveer drie kwartier, zonder dat het fregattwee vademen op het dier won ; men zag dus weldrain dat men het op die manier nooit zou bereiken. Dekapitein plukte zich woedend den baard en riep tenslotte :„Ned Land!"De Canadees kwam .„Zeg eens, Ned, raadt je me nog de sloepen to

stri j ken?"„Neen, kapitein, want het dier zal zich alleen laten

vangen wanneer het dat wil ."„Wat zullen we dan doen?"„Zoo hard stoomen als u kunt en met uw verlof ga ik

op den boegspriet zitten, ten erode het dier to harpoe-neeren, zoodra de kans schoon is ."„Doe wat je wilt, Ned . Machinist, vermeerder de

drukking."De Canadees begaf zich naar zijn post. De Abraham-

Lincoln liep op dat oogenblik achttien en een halvenkilometer in 't uur,, maar het verwenschte dier zwomeven snel. De achtervolging duurde ongeveer een uur,

Page 50: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

48

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

zonder dat wij slechts een meter op het dier wonneli .Waarlij k, het was beschamend voor een der snelsteschepen van de Amerikaansche marine. Een verbetenwoede maakte zich van de bemanning meester . KapiteinFarragut liet den officier-machinist op de brag komen .„Staan de machines onder hoogste drukking?" vroeg

hij .„Jawel, kapitein ."„Zijn de veiligheidskleppen belast?"„Tot 6 1 /2 atmosfeer ."„Belast ze tot ties atmosfeer!"Het bevel was echt Amerikaansch .„Koen," zei ik tot mijn bediende, „weet je wel dat we

veel kans hebben in de lucht to vliegen?"„Zooals mijnheer het wenscht ."Welnu, ik moet eerlijk bekennen dat ik het deze keen

heusch niet wenschte .Na eenigen tijd werd het log ten tweede male uitge-

worpen.„Hoeveel, stuurman?" vroeg de commandant .„19.3 kilometer, kapitein ."„Harder stokers!"Het bevel werd uitgevoerd . De manometer wees 10

atmosferen aan . Doch ondanks het zwoegen der sto-kers liep ook de eenhoorn zijn 19 .3 kilometer. Het wasde vreeselijkste, de meest opwindende jacht die ik ooit inmijn levers heb meegemaakt. De Canadees was op zijnpost, met den harpoen in de hand .

En ieder oogenblik dat we meenden enkele metersop het dier to winners, moesten we bij nader inzienvaststellen dat dit slechts verbeelding was. Zelfs toenwe aan onze maximum-snelheid waren, hield het onsnog voor den gek door in wijde bogen om het fregatheen to zwemmen .

's Middags, om twaalf uur, waren we nog even ver .Toen ging de kapitein tot andere maatregelen over .

Page 51: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

49

„Mannen!' riep hij, ,,we zullen dat dier toch eenstoonen dat we bet de bags of zijn . Vooruit, aan betkanon!"

Het stuk werd onmiddellijk geladen en gericht . Hetschot grog af, maar de kogel sloeg eenige voeten tohoog en over bet dier been, dat op een halven kilometerafstand voor ons uitzwom .

„Een antler aan bet kanon!" schreeuwde de kapitein .„Vijf honderd dollars voor hem die dat vervloekte beestraakt."

Een oude kanonier, met grijzen baard, naderde rus-tig bet kanon, richtte bet en mikte zorgvuldig ; bet schotdreunde door de lucht. De kogel raakte bet doe!, maargleed of op de gladde huid van bet monster .

„Alle donders!" schreeuwde de oude kanonier woe-dend, ,,is die schelm dan met zes duims platen gepant-serd?"

„Vervloekt !" riep de commandant.~De j acht begon weer van voren af .De kapitein wendde zich tot mij en sprak ;„Ik vervolg dat monster net zoolang tot mijn schip

in de lucht vliegt ."„Volkomen juist!" antwoordde ik .Ter eere van de Abraham-Lincoln moet ik bier ver-

melden dat hij dien dag zijn uiterste best deed ; ik schatden afstand welken wij dien ®ngelukkigen 6en Novem-ber aflegden, op 500 K.M. Doch niettegenstaande datalles, bleef bet monster ons in snelheid de bags .

Eindelijk viel de avond . Tegen 11 uur zagen wij betelectrische licht weer op 3 kilometer recht voor ons uit .De eenhoorn scheen onbeweeglijk stil to liggen . Wijmoisten niet of hij vermoeid was, dan wel een anderereden had, den strijd op to geven . Doch hoe bet ookzij, thans deed zich een gelegenheid voor die wij nietmochten laten voorbijgaan .

De kapitein gaf zijn bevelen . Er voor zorg dragende

Page 52: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

50

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

zoo weinig mogelijk geluid to maken, kwam het fregatlangzaam naderbij en stopte eindelijk op twee kabel-lengten afstand . Iedereen aan boord hield den adem in .We waren het flier thans op honderd voet genaderd .

Op flat oogenblik zag ik Ned Land die, op den boeg-spriet gezeten, zich met een hand aan de touwen vast-klemde en met de andere zijn vreeselijke harpoen gereedhield. Hij was nauwelijks 20 voet van het monstergescheiden .

Een seconde later strekte hij met een woeste bewegingden arm uit en de harpoen vloog door de lucht . Ik ver-nam den doffen slag van het wapen flat tegen een hardvoorwerp scheen to stooten .

Plotseling ging het electrische licht uit, en tweeenorme waterstralen stortten zich op de commando-brug, gingen als een woedenden stroom van de plechtnaar denn boeg, wierpen de menschen omver en vermor-zelden alles wat hen in den weg kwam .

We voelden een ontzettenden schok, en voordat ikwist wat er gebeurde, werd ik over de verschansing inzee geslingerd .

Page 53: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ZEVENDE HOOFDSTUK.

Een vreemdsoortige walvisch .

Alhoewel ik door dien onverwachten val geheel vande wijs was gebracht, wist ik toch zeer goed vat ermet mij gebeurde .

Ik zonk eerst tot op een diepte van ongeveer 20 voet .Zonder to beweren dat ik een even goed zwemmer bonals wijien Byron of Edgar Poe, verloor ik toch goonoogenblik mijn bezinning. Met twee flinke slagen wasik veer aan de oppervlakte van hot water .

Het eerste vat ik deed was uit to kijken naar hotfregat. Zou de bemanning mijn verdwijning bemerkthebben? Had de Abraham-Lincoln bijgedraaid? Zoukapitein Farragut een sloop to water laten? Mocht ikhopen gored to worden?De duisternis was nog toegenomen ; slechts met

groote moeite kon ik een donkere massa onderscheiden,die in oostelijke richting verdween . Het was hot fregat ;ik voelde dat ik verloren was .,,Help! Help!" schreeuwde ik en deed een wanhopige

poging de Abraham-Lincoln zwemmende to bereiken .Bij doze poging hinderden mijn kleeren mij vreese-

lijk ; hot water plakte ze aan hot lichaam vast, waar-door mijn bewegingen ten zeerste bemoeilijkt worden .lk voelde dat ik op hot punt was in de golven to ver-dwi j non .

„Te hulp!"Dit was mijn laatste kreet ; mijn mond vulde zich

met water ; ik worstelde, maar' zonk langzaam naar denafgrond . . .

Page 54: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

52

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

Plotseling voelde ik hoe ik door een krachtige handgegrepen werd die mij naar de oppervlakte van het waterbracht en hoorde ik, ja, ik hoorde de volgende woorden :

„Zou mijnheer zoo buitengewoon vriendelijk willenzijn een weinig op mijn schouder to rusten ; mijnheerzal dan beter kunnen zwemmen ."

Ikgreep den armvan mijn trouwen bediendeKoenraad .„Hoe kom j i j hier?"„Als steeds tot de orders van mijnheer," antwoordde

mijn bediende.„Heeft dezelfde schok jou ook in de zee geworpen?"„Dat in geen geval . Maar daar ik in dienst van mijn-

heer ben, ben ik mijnheer gevolgd ."En dat vond de brave jongen de natuurlijkste zaak

van de wereld .„Waar is het schip?" vroeg ik .„Ik geloof," antwoordde Koenraad, terwijl hij het

hoofd omwendde, „ik geloof dat mijnheer maar nietal to veel op het schip moet rekenen ."

„Wat zeg j e?"„Ik zeg dat op het oogenblik dat ik in zee sprong r

ik de stem van den roerganger vernam, die zei : „ Deschroef en het roer zijn gebroken ."

„Gebroken?"„Ja, gebroken door den tand van het monster . Ik

geloof dat dit de eenige averij is die de Abraham-Lin-coln heeft opgedaan . Maar in de gegeven omstandig-heden is dat bijzonder onaangenaam want het schip kanniet meer gestuurd worden en ons dus niet meer tohulp komen."

„Dan zijn we verloren !"„Misschien," antwoordde Koenraad bedaard . ,,In ieder

geval hebben we nog een paar uur voor ons en in dientijd kan er nog heel wat gebeuren ."De onverwoestbare koelbloedigheid van Koenraad

Page 55: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

53

stak me een riem onder het hart . Ik zwom flu wat krach-tiger dan voorheen, maar daar mijn kleeren me lood-zwaar aan het lichaam hingen, kon ik me slechts met degrootste moeite bovenhouden. Koenraad merkte het, enzei

„Indien mijnheer het veroorlooft, zal ik ze een weiniglossnijden ."

Hij voegde de daad bij het woord, sneed met zijnzakmes mijn kleeren over hun geheele lengte open entrok ze met een handige beweging uit .

Op mijn beurt bewees ik Koenraad denzelfden dienst .Onze toestand was echter vreeselijk genoeg ; aan boordvan de Abraham-Lincoln had men van onze verdwijningniets bemerkt en al ware dit het geval geweest, dan nogzou de bemanning ons niet to help hebben kunnenkomen, daar het schip niet meer aan zijn roer gehoor-zaamde. De eenige mogelijkheid was dat men een paarsloepen zou uitzenden om ons to zoeken .A1 deze mogelijkheden zette Koenraad met zijn onver-

woestbare kalmte uiteen en de flegmatieke j ongenpraatte erover, alsof hij thuis met den kruidenier overden prijs van koffieboonen discuteerde .

Daar onze eenige kans op redding gelegen was in desloepen van het fregat, besloten wij alle pogingen in hetwerk to stelien ons zoo lang mogelijk drijvende to hou-den, teneinde hen of to wachten, lk stelde dus voor onzezwemkrachten to verdeelen en dat wel op de volgendewijze: Terwijl een van ons beiden onbeweeglijk met overelkaar gekruiste armen en uitgestrekte beenen op denrug zou liggen, zou de antler hem al zwemmende voort-duwen. Op deze wijze zou elk onzer gedurende 10 mi-nuten de rol van sleepboot vervullen . Als wij elkanderdus geregeld aflosten, bestond er kans dat wij het totden morgen zouden kunnen uithouden .

Weliswaar was de kans zeer gering, maar de hoop

Page 56: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

54

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

neemt een zoo groote plaats in het menschelijk hart indat hij op zulke oogenblikken nog alles van het levendurft to verwachten .

De botsing tusschen het fregat en het monster hadomstreeks 11 uur 's avonds plaats gehad, en daar de zoneerst tegen 7 uur opging, rekenden wij erop nog 8 uurto moeten zwemmen. Gelukkig was de zee kalm, zoo-dat we ons niet al to zeer vermoeiden .

Tegen 1 uur 's morgens begon ik echter moe to wor-den. Ik begon wat men noemt „zwemkramp" to krijgen ;Koenraad moest me ondersteunen ; de zorg van onslevensbehoud rustte flu geheel alleen op hem, 1k hoordehoe de arme jongen hijgde ; zijn ademhaling werd metde seconde korter en gejaagder, lk begreep dat hij hetop deze wijze niet lang meer zou kunnen uithouden .

„Laat me los,, laat me los!" zei ik .Mijnheer loslaten? Bat nooit! Ik hoop nog voor

mi j nheer to verdrinken ."Op dat oogenblik kwam de maan tusschen de wolken

to voorschijn ; de zee schitterde onder haar stralen endit weldadig licht deed zoowel onze kracht als onzehoop voor een oogenblik herleven . Ik keek rond en hetfregat dat, naar mijn schatting, op een afstand van5 KJvl. van ons verwijderd was, vertoonde zich aanmijn blikken als een sombere, nauw merkbare massa .Doch welke moeite ik me ook gaf, ik kon geen enkelesloep aan de oppervlakte der zee ontdekken . Wel wildeik roepen, maar begreep terstond, dat dit, gezien denafstand die ons van het schip scheidde, weinig zoubaten. Ook Koenraad scheen dezelfde gedachten to heb-ben als ik, want ik hoorde hem eenige malen zwakjes„Help! Help!" roepen . Een oogenblik hielden we metzwemmen op en luisterden aandachtig.

Was het misschien het suizen in mijn oor,, veroor-zaakt door het bloed, dat mij naar het hoofd drong, of

Page 57: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

55

hoorde ik werkelijk een kreet, die op Koenraad's roe-pen antwoord gaf?

„Heb j e het gehoord?" stamelde ik .„Ja, mijnheer ."En nogmaals riep Koenraad op een wanhopigen toon

om hulp.Dezen keer was er geen vergissing mogelijk ; een

menschelijke stem gaf de onze antwoord, was het destem van een ongelukkige, die evenals wij op denoceaan verlaten ronddreef, een derde slachtoffer dusvan den schok, dien het fregat had gekregen? Of washet misschien de bemanning van een der sloepen derAbraham-Lincoln, die naar ons zocht? Koenraad deedeen laatste wanhopige poging ; hij steunde een weinigop mijn schouders en hief zich halverwege uit het waterop ; toen viel hij weer, uitgeput achterover .

„Wat heb je gezien?"„Ik zag . . . ." stamelde hij, „ik zag . . . . Maar laten we

niet spreken, we moeten onze laatste krachten bewaren ."Wat had hij gezien? 1k weet niet hoe het kwam, maar

op dat oogenbli,k moest ik voor de eerste maal aanhet monster denken ! Maar die stem?. . . . De tij d, datJonas in den buik van den walvisch kon huizen, is reedslang voorbij .

Nog altijd hield Koenraad zichzelf en mij drijvende ;flu en dan richtte hij zich op, riep een paar woorden,waarop een andere stem, die steeds meer nabij kwam,antwoord gaf. Mijn krachten waren thans geheel uit-geput ; het was me zelfs niet meer mogelijk op mijnhanden to steunen en mijn mond, dien ik van zenuwach-tigheid geopend hield, liep vol water . Nog een laatstemaal gleden mijn blikken over de oppervlakte van deStille Zuidzee en toen zonk ik in de diepte

Doch op hetzelfde oogenblik stiet ik tegen een ofantler hard voorwerp . Ik klampte mij er aan vast,

Page 58: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

56

20.000 MIJLEN ON.DER ZEE

voelde, dat men mij optrok en uit het water haalde ; ikhaalde nog eens adem en viel in zwijm .Spoedig daarop kwam ik weer tot bewustzijn . Ik

opende de oogen . . . .„Koen !" stamelde ik .„Heeft mijnheer gebeld?" vroeg Koenraad zoo fleg-

matiek als altijd .Op dat oogenblik bemerkte ik bij het licht der maan

een gelaat, dat niet van Koenraad was, maan dat ikonmiddellijk herkende .„Ned!" riep ik .,,In hoogst eigen persoon, professor! ik loop mijn

belooning na," antwoordde de Canadees .„Ben j i j ook door den schok in zee geworpen?"„Ja, zeker, professor, maar ik was gelukkiger dan u

en ben bijna onmiddellijk op een drijvend eiland terechtgekomen ."

„Een eiland?"„Ja, een eiland, of beter gezegd op uw reusachtigen

eenhoorn ."„Verklaar je wat duidelijker, Ned ."„Ja, professor, en ik begreep terstond, waarom mijn

harpoen niet door zijn huid kon dringen."„waarom niet, Ned?"„Omdat uw eenhoorn van stalen pantserplaten ge-

maakt is, mijnheer de professor ."Het is noodig, dat ik flu mijn herinnering to hulp

roep, teneinde alle gebeurtenissen nog eens goed na togaan . De laatste woorden van den Canadees haddeneen volkomen ommekeer in mijn gedachten teweeggebracht .

Ik kroop vlug naar het hoogste gedeelte van het voor-werp of wezen, dat half onder water lag en waarop wijeen toevlucht hadden gevonden. Het was een hard on-doordringbaar voorwerp en kwam in geen geval over-een met die weeke zelfstandigheid, waaruit de massa

Page 59: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

57

der groote zoogdieren is samengesteld . Doch dit hardelichaam kon een beenachtig schild zijn, zooals men ditaantrof bij prae-historische monsters en ik zou dusden eenhoorn, waarmede we hier to doen hadden, kun-nen rangschikken onder de categoric van reusachtigealligators.Doch bij nadere beschouwing moest ik deze gedachte

laten varen . De rug, die mij droeg, was glad gepolijst,en had schubben. Als men er met den gelaarsden voetop stampte, gaf hij een metaalachtigen klank enmaakte den indruk van ijzeren platen, die met nietenaan elkaar geklonken waren. Er was dus geen twijfelmeer mogelijk ; het flier, het monster, het wonderlijkebeest, flat de geheele wereld gedurende zooveel maan-den in spanning had gehouden en flat de verbeeldingder zeelieden geprikkeld had, was, ik moest het thanswel toegeven, een nog veel wonderlijker verschijnselflan men eerst vermoedde ; het was een wonder, doormenschenhanden gemaakt .

De ontdekking van een of antler fabelachtig wezenuit de mythologic zou mij niet zoo sterk verbaasdhebben. Want flat een wonder uit de hand des Schep-pers kon komen, is doodeenvoudig ; maar, flat menplotseling jets ziet, flat men tot nu toe voor onmogelijkhad gehouden, een wonder, flat onder de handen vaneen mensch tot jets wezenlijks was geworden, waszeker jets, om iemand geheel van de wijs to brengen.

Er was echter geen twijfel meer mogelijk ; we be-vonden ons goed en wel boven op een snort onderzeeschvaartuig, flat, voor zoover ik er op het oogenblijk overkon oordeelen, den vorm had van een reusachtigenmetalen visch . Ned Land had reeds gezegd, hoe hijerover dacht, dock Koenraad en ik konden het ons nogniet zoo gemakkelijk indenken,

„Maar indien wij ons hier op een onderzeesch vaar-tuig bevinden," zei 1k, „dan moet flit machines aan

Page 60: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

Wij bevonden ons bovenop een onderzeesch vaartuig .

Page 61: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN DNDER ZEE

59

boord hebben om het to kunnen voortbewegen en eenbemanning om deze machines to bedienen!"

„Dat is vanzelfsprekend," zei de Canadees, „maardesondanks heeft dit drijvend eiland gedurende de drieuur, dat ik er op zit, nog geen enkel teeken van levengegeven ."

„Heeft het schip zich dan niet bewogen?"„Nee, professor ; het laat zich door de golven voort-

wiegelen, maar het beweegt zich niet.",,In ieder geval weten wij, dat het zich met groote

snelheid kan voortbewegen en daar er een machine toenoodig is om die snelheid to ontwikkelen en een ma-chinist om de machine to besturen, blijf ik bij mijnmeening, dat we gered zijn."

Ned Land liet een kort gebrom hooren en deed er hetzwijgen toe .

En als om mijn woorden met bewijzen to staven, be-gon het water aan den achtersten punt heftig to borre-len, zooals men dit vaak ziet bij de schroef van eenstoomboot wanneer deze in beweging wordt gebracht .Met een plotselingen ruk schoot het vaartuig vooruit enwe hadden nauwelijks den tijd om ons aan de boven-zijde, welke circa 8 d . M. boven het water uitstak, vastto klampen . Gelukkig was de snelheid niet bijzondergroot .

„Zoolang deze schuit horizontaal blijft varen, heb iker niets op tegen," mompelde de harpoenier ; „maar alshaar de lust eens mocht bekruipen to gaan duiken, dangeef ik geen twee dollar voor onze huid ."

De Canadees had er nog wel wat minder voor kun-nen geven. I-et werd dus voor ons noodzakelijk ons inverbinding to stellen met de wezens, die in deze ma-chine zaten opgesloten. Ik zocht aan de oppervlakteeen opening of luik, maar de rijen bouten, welke aande randen der platen waren vastgeklonken, versch.ildenin geen enkel opzicht van elkaar. Bovendien ging de

Page 62: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

60

20.0}0 MIJLEN ONDER ZEE

maan achter de wolken schuil en liet ons in volslagenduisternis achter . Wij waren dus wet gedwongen hetdaglicht of to wachten om een middel to zoeken, binnende wanden van dit vaartuig to komen . Ons behoud hingdus geheel of van den kapitein, die dit vaartuig be-stuurde en indien deze man last zou geven het to latenduiken, dan waren we stellig verloren. Deze mogelijk-heid buiten beschouwing latende, twijfelde ik er geenoogenblik aan, een middel to vinden om met hem incontact to komen .Tegen vier uur in den morgen nam de snelheid van

het vaartuig toe en hadden wij de grootste moeite onsbij deze snelle vaart vast to houden . Gelukkig ont-moette Ned's handen een snort groote ankerring, dieaan het bovenvlak was vastgemaakt en waaraan wijons konden vastklemmen .

Weliswaar staan alle bijzonderheden van dien ge-denkwaardigen nacht mij niet geheel voor den geest rmaar een ding herinner ik mij nog heel goed. Wanneerbij korte tusschenpoozen het geraas van zee en windwat minder wend, meende ik eenige malen een vaag ge-luid, een snort van vluchtige harmonie van verwijderdeaccoorden to hooren. Wat was dan toch wet het geheimvan dit onderzeesch vaartuig en wat was het geheimvan de machine, die het met zulk een verbazende snel-heid kon voortbewegen?De dag brak aan . Gedurende eenige minuten waren

we nog omringd door een ondoordringbaren ochtend-nevel die echter spoedig opklaarde . 1k zou juist begin-ners het horizontaal plat, waarop we ons bevonden,nauwkeurig to onderzoeken, toes ik tot mijn ontsteltenisbemerkte, dat het vaartuig langzaam wegzonk .

„Duizend duivels!" riep Ned Land, met den voet ophet dofklinkend metaal stampend. „Opent dan, voorden donder, gij ongastvrije schippers!"Maar het was bijzonder moeilijk om zich bij het oor-

Page 63: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

61

verdoovend geraas van de schroef verstaanbaar totnaken. Gelukkig zonk het vaartuig niet direct dieper .

Plotseling hoorde ik een gekraak van sterk knarsendesloten binnen in het vaartuig. Een metalen plaat werdopgelicht, een man verscheen, uitte een zonderlingenkreet en verdween weer onmiddellijk .Eenige oogenblikken later verschenen er acht sterke

kerels met gemaskerd gelaat en sleepten ons in hunvervaarlijke machine naar beneden .

Page 64: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ACHTSTE HOOFDSTUK .

Mobilis in Mobile (Beweging in beweging) .

Dat naar binnen sleepers had met de snelheid van denbliksem plaats gehad . Noch mijn vrienden, noch ik werdeenige tijd gelaten om tot ons zelve to komen . 1k weetniet wat mijn makkers ondervonden, toen zij in dezedrijvende gevangenis werden geduwd, maar wat mijbetreft, ik voelde hoe me een kille huivering door deleden voer. Met wie hadden wij to doers? Zonder twijfelmet een nieuw snort zeeroovers, die op hun manier denoceaan onveilig maakten .

Nauwelijks was de smalle opening gesloten of ik be-yond mij in diepe duisternis . Mijn oogen, nog verblinddoor het daglicht van buiten, konden niets onderschei-den. Onder mijn bloote voeten voelde ik de treden vaneen ijzeren trap . Ned Land en Koenraad, die door demanners stevig werden vastgehouden, kwamen onmid-dellijk achter mij aan ; onder aan de trap werd een deurgeopend die terstond achter ons gesloten werd. Wijwaren alleen . Waar? Dat kon ik met geen mogelijk-heid gissen. Allen om mij heen was stikdonker, zelfszoo donkey, dat toen mijn oogen eenmaal aan de duis-ternis gewend waren, ik nog niets kon onderscheiden .De Canadees was woedend over de wijze waarop webehandeld werden, en schoof zijn meening niet onderstoelen of bankers .

„Duizend duivels!" riep hij . „Die lui hier kunnen bijde kannibalen nog een lesje in gastvrijheid gaannemen! Het ontbreekt er nog maar aan dat zij onsopeten. Dat zou me niets verwonderen, maar ik ver-

Page 65: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

63

zeker u, professor, dat ik me niet zonder tegenstandaan het braadspit zal laten rijgen ."

„Mack je niet boos voor den tijd, beste jongen, weliggen nog lang niet in de braadpan ."

,,In de pan nog niet," antwoordde Ned, „maar we!in den oven . 't Is hier waarachtig donkey genoeg. Maargelukkig heb ik mijn kortjan nog bij de hand en ziegenoeg om mij ervan to kunnen bedienen ."

Al tastende liep ik vooruit . Na vijf of zes passersstiet ik tegen een ijzeren muur van platen, die metbouten aan elkaar waren vastgeklonken . Daarna ont-moette ik een houten tafel, waaromheen verscheidenebankjes stonden . Op den vloer lag een dikke mat diehet geluid onzer schreden geheel dempte . Doch hoe ikook zocht, nergens voelde ik aan de naakte wandersjets, dat maar eenigszins op een deur of een venstergeleek. Koenraad, die in tegenovergestelde richting hadrondgetast, kwam weer bij me en we konden dus be-rekenen dat deze but ongeveer 20 voet lang en 10 voetbreed moest zijn. Doch ondanks zijn hooge gestaltekon Ned Land het plafond niet bereiken, waaruit dusvie! of to leiden, dat dit vrij hoog moest zijn .

Een half uur was voorbijgegaan zonder dat zich jetsbijzonders voordeed, toen de duisternis, waarin we onsbevonden, plotseling veranderde in een schel licht, datonze oogen verblindde . 1k stelde onmiddellijk vast datdit licht van electrischen oorsprong was en het vreemdevaartuig dus een electrische batterij aan boord moesthebben. Nadat ik eenigszins aan den fellen schijn ge-wend was, kon ik een gepolijsten halven bong aan dezoldering der but waarnemen, die het licht verspreidde .

„Nu kunnen we tenminste zien waar we zijn," riepde harpoenier van de Abraham-Lincoln, zijn vervaarlijkmes ter verdediging gereed houdende .„Zion kunnen we," antwoordde ik, „maar deson-

danks blijft onze toestand nog even duister ."

Page 66: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

64

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

„Mijnheer moet maar geduld oefenen," zei Koenraadbedaard .

De plotselinge verlichting der but maakte het mijmogelijk alle bijzonderheden van mijn omgeving toonderscheiden. Er bevonden zich slechts een tafel envijf bankjes . De onzichtbare deur moest hermetischgesloten zijn. Geen enkel geluid drong tot ons door.Alles om ons heen scheen uitgestorven. En met ver-wondering vroeg ik me af, of het vreemde vaartuignog aan de oppervlakte van den oceaan dreef, dan welhaar vaart voortzette in zijn onmetelijke diepte . 1k hader geen flauw idee van .

Het stond bij mij in ieder geval vast, dat men de butniet zonder bepaalde redenen verlicht had en ikkoesterde gegronde hoop dat we weldra met de beman-ning zouden kennis maken . Het is in den regel zoo, datindien men de menschen wil vergeten, men hun gevan-genis niet verlicht.

Ik vergiste mij niet . Weidra hoorden wij het verschui-ven van een grendel, de deur werd geopend en tweemannen verschenen op den drempel .Een der beide mannen was klein, maar sterk ge-

spierd, breed van schouders, met een krachtig hoofd,dichte zwarte lokken en een zwaren knevel en levendi-gen doordringenden blik . Zijn geheele verschijning he-rinnerde sterk aan dat der bewoners der zuidelijke pro-vincien van Frankrijk .

De tweede onbekende verdient een uitvoeriger be-schrijving.

Een goed menschenkenner zou op zijn aangezicht alsin een open boek gelezen hebben . 1k herkende onmid-dellijk zijn voornaamste karaktereigenschappen ; . . . eengroot zelfvertrouwen, want zijn hoofd stond edel enrecht op de schouders, een natuurlijke kalmte, die welhet beste sprak uit zijn voornamen blik ; een groote

Page 67: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

65

vastberadenheid welke gekenteekend werd door zijnkrachtig ontwikkelde kin en een persoonlijke dapper-heid, die sprak uit zijn trotsche houding .

In zijn tegenwoordigheid voelde ik me onwillekeuriggeruster gesteld en ik was ervan overtuigd dat onsonderhoud tot beider tevredenheid zou afloopen . Hetwas onmogelijk to zeggen of deze man 35 of 50 jaaroud was. Zijn gestalte was bijzonder lang, zijn voor-hoofd breed, terwiji een fijne, rechte news, een scherpgeteekenden mood en twee rijen prachtige tanden deschoonheid van zijn gelaat nog verhoogden . Het waszeker wel een der schoonste mannen die ik ooit inmijn leven ontmoed had . Als een bijzonderheid merkteik op, dat zijn oogen, die zeer wijd uit elkaar stonden,gelijktijdig een vierde gedeelte van den gezichtseinderkonden overzien, waardoor, zooals ik later merkte, zijnblik nog veel scherper was dan die van Ned Land . Alsde onbekende naar een of antler voorwerp keek, danfronste hij zijn wenkbrauwen, kneep de oogen zoo dichtdat slechts de pupil zichtbaar bleef, beperkte daardoorden blik alleen tot bet bedoelde voorwerp en keek.Maar met welk een blik! Hoe werden de door den af-stand kleiner wordende voorwerpen verduidelijkt? Metwelk een kracht drong die blik in de ziel? En dezeblik drong ook door in de vloeistof die voor ons oogondoorzichtig is ; hij las in de diepten der zee .

De beide onbekenden droegen mutsen van bevervelvervaardigd en laarzen van walrushuid ; zij droegenkleeren van een bijzonder weefsel, dat de lichaams-vormen nauw omsloot en een groote bewegingsvrijheidtoeliet. De grootste der beide mannen, -- klaarblijkelijkde gezagvoerder van het vaartuig waarop we ons be-vonden - keek ons zonder een woord to spreken door-dringend aan. Daarna wendde hij zich tot zijn metgezelen onderhield zich met deze in een taal die ik nietkende. Het was een welluidende, harmonisch klinkende

20.000 iijien o der Zee .

3

Page 68: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

66

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

taal, wier klinkers op verschillende wijzen schenen tokunnen worden uitgesproken .De antler antwoordde met een hoofdschudden en

sprak drie of vier voor mij geheel onverstaanbare woor-den. Hij keek me aan en scheen me jets to willenvragen .

lk zei in het Fransch dat ik zijn taal niet verstond .„Indien mijnheer onze geschiedenis eens vertelde,"

sprak Koenraad ; „het is dan best mogelijk dat dezeheeren er een paar woorden van begrijpen ." 1k begonhet verhaal van onze avonturen, legde den klemtoonop aile woorden en gaf mij, zooals vanzelfsprekend is,de grootste moeite duidelijk de namen to noemen vanlanden, zeeen en steden, die wij den laatsten tijd be-zocht hadden. Ik gaf onze namen en hoedanigheden open stelde mij tenslotte voor : Pierre Arronax, hoog-leeraar in de Natuurkunde aan de Parijsche Universiteit,vergezeld van zijn bediende Koenraad en Ned Land,meester-harpoenier van de Abraham-Lincoln .

De man met den zachten en kalmen oogopslag hoordemij beleefd en met de grootste oplettendheid aan . Dochgeen enkele trek op zijn gelaat verried, dat hij mebegrepen had. Toen de voorstelling mijnerzijds teneinde was, sprak hij geen woord . 1k had het misschienkunnen probeeren met de Duitsche of Engelsche taaldie ik beide voldoende kende om ze to lezen, maar nietom ze correct uit to spreken . En hier kwam het hoofd-zakelijk op de goede uitspraak aan .

„Nu is het jouw beurt," zei ik tot den harpoenier .„Spreek iii nu eens het mooiste Engelsch dat er ooit inAmerika gesproken is. Misschien dat jij gelukkiger bentdan ik ."

Ned liet zich niet lang bidden en herhaalde in hetEngelsch wat ik reeds verteld had . Hij voegde er tevensbij, dat wij van honger bijna stierven, hetgeen vol-komen met de waarheid overeenkwam, maar dat wij

Page 69: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

67

door de buitengewone avonturen van dien nacht bijnavergeten hadden .

Tot Ned's verbazing scheen men hem evenmin to ver-staan als mij .

Daar onze welsprekendheid hiermede uitgeput scheen,begon ik het geduld to verliezen, toen Koenraad mevroeg :

„Indien mijnheer het me veroorlooft, dan zal ik onzegeschiedenis eens in het Duitsch vertellen ."

„wat! Ken jij Duitsch?" riep ik .„Zooals de meeste Viamingen, met uw welnemen ."„Ik vind het zeer welletjes, mijn jongen, ga gerust

je gang."En met zijn kalme, bedaarde stem begon ook Koen-

raad het relaas onzer avonturen . Doch ondanks zijnschoone zinswendingen en welsprekend betoog scheenhet Duitsch evenmin succes to hebben als het Engelschen het Fransch .

Ten einde raad besloot ik mijn academische kennister hulp to roepen en begon de geschiedenis in hetLatijn voor to dragen . Cicero zou zich in zijn graf om-gedraaid hebben, indien hij mij had kunnen hoorenspreken. Maar noch Cicero, noch de beide vreemdelin-gen verstonden mij .

Nadat deze laatste poging mislukt was, spraken debeide mannen eenige woorden in de mij onbekende taalzonder ons zelfs met een enkel gebaar gerustgesteldto hebben . De deur werd weer gesloten .

„'t Is een schandaal!" schreeuwde Ned Land, die voorde twintigste maal een aanval van woede kreeg . „Menspreekt die schavuiten aan in het Fransch, Engelsch,Duitsch en Latijn en zij hebben nog niet eens de be-leefdheid ons to antwoorden ."

„Bedaar, beste vriend," zei ik tot den woedendenharponier, „je toorn leidt tot niets ."

„Maar weet u we!, Professor", hernam mijn lichtge-

Page 70: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

68

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

raakte reisgezel, „dat wij in deze ijzeren kooi vanhonger omkomen?"

„Komaan," zei Koenraad, „met een beetje filosofiekunnen wij het nog lang uithouden ."

„Beste vrienden," zei ik, ,,we mogen niet wanhopen .We zijn er al eens slechter aan toe geweest . Doe mijdus het genoegen met de vorming uwer meening om-trent den kapitein en de bemanning van dit vaartuigto wachten, totdat wij hen wat beter zullen kennen ."„Ik heb mijn meening al klaar," antwoordde Ned

Land, „het is een stelletje schavuiten ."„Prachtig, en uit welk land?"„Uit schavuitenland ."„Mijn waarde Ned," zei ik, „het land dat je daar op-

noemt is nog niet op de landkaart aangegeven en ikmoet eerlijk bekennen, dat de nationaliteit dezer tweeonbekenden tamelijk moeilijk is vast to stellen! Het zijngeen Engelschen, geen Franschen en geen Duitschers ;ziedaar alles wat wij weten . In ieder geval meen ik tomogen aannemen dat deze kapitein en zijn eerste officiernit een zuidelijk land komen ; maar of het Spanjaarden,Turken, Arabieren of Italianen zijn, kan ik niet metzekerheid vaststellen. Wat hun taal betreft, deze isvoor mij absoluut onverstaanbaar ."

„Ziedaar het onaangename van niet alle talen derwereld to kennen," merkte Koenraad op . ,,Of het nadeeldat er niet een algemeene wereldtaal is ."„Met die algemeene wereldtaal zouden we toch niet

verder gekomen zijn," antwoordde de Canadees, „wantje ziet wel dat die lui hier een taaltje voor zichzelfhebben, speciaal uitgevonden om menschen wanhopigto maken, die om een diner vragen . Maar is klappenmet de kaken niet een beweging die in alle landen derwereld begrepen wordt? Beteekent dat niet zoowel inQuebec als in Pomotu, zoowel in Parijs als bij de Anti-podes : „Ik heb honger! Oeef me wat to eten ."

Page 71: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

69

„Oho," zei Koenraad, ,,zijn er menschen die zooietswerkelijk begrijpen?"

Nauwelijks had hij deze woorden gesproken of dedeurwerd geopend en een steward verscheen . Hij brachtons kleeren, die van een weefsel gemaakt waren datik niet kende . Ik haastte me deze kleeren aan to trekkenen mijn gezellen volgden mijn voorbeeld .Intusschen had de steward, die doofstom scheen, de

tafel gedekt voor drie personen .„Zooiets laat zich toch beter aanzien," zei mijn be-

diende .„Het zou wat," zei de stijfkoppige harpoenier, „Wat

zouden we hier to eten krijgen? Schildpadlever, haaien-gebraad of zeehondenbiefstuk?"

,,Dat zullen we wel eens zien," zei Koenraad .Eenige schotels met zilveren deksel werden in keurige

orde op de tafel gezet en wij namen plaats . Het waszeker, dat wij met beschaafde lieden to doen hadden enzonder het electrische licht waaronder we zaten, zou ikgedacht hebben, me in een voornaam hotel aan de tabled'hote to bevinden . Laat ik hier direct opmerken, datbrood en wijn geheel ontbraken . Het water was welis-waar zeer frisch en helder, maar het was en bleefwater dat we to drinken kregen . Van alle gerechten dieons opgediend werden, herkende ik geen enkele schotelen kon dus niet zeggen of het ons opgediende voedselvan dierlijke of plantaardige oorsprong was. Serviesen tafelzilver getuigden van den smack des kapiteins .Elk stuk, lepel, vork, mes, bord, enz ., was van een mono-gram voorzien, waaromheen in een kringetje eenigewoordhn stonden op de volgende wijze :

MOBILISN

MOBILEDit devies sloeg zeker op het vaartuig waarin we ons

Page 72: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

70

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

bevonden, terwijl de letter N waarschijnlijk de eersteletter was van den naam van den raadselachtigen per-soon, die in de diepte der zee het bevel scheen to voe-ren .

Ned en Koenraad maakten niet zooveel opmerkingen .Ze begonnen met veel smack to eten, een voorbeeld datik weldra volgde en daar ik flu zoo langzamerhand welde overtuiging kreeg dat onze gastheer ons niet vanhonger wilde laten sterven, maakte ik mij om onzeallernaaste toekomst niet direct bezorgd . Zooals allesop dit ondermaansche, eindigt ook de honger van men-schen, die in geen 15 uur hebben gegeten . Toen weverzadigd waren, deed zich de behoefte can slaap zeersterk gevoelen, hetgeen niet meer dan zeer natuurlijkwas, -- de lezer weet hoeveel uren wij dien nacht metden flood geworsteld hadden .

„Ik verzeker de heeren, flat ik goed zal slapen," zeiKoenraad .

„En ik slaap al," bromde Ned Land, die evenals mijnbediende op de mat ging liggen en weldra in diepenslaap verzonken was . Ik kon den slaap echter niet zoogemakkelijk vatten ; to veel vreemde gedachten kwamenbij mij op . Waar bevonden we ons? Onder wiensvreemde heerschappij waren we gesteld? 1k had hetgevoel alsof het vaartuig tot op den bodem der zeegedaald was en ik zag in die geheimzinnige diepte eenwereld van onbekende dieren wier gemeenschap flitonderzeesche vaartuig scheen to deelen, levend, zich be-wegend, en van een even afschuwelijke gedaante alszij! . . . Toen werd mijn geest wat kalmer, mijn denk-vermogen loste zich op in een onbepaalde matheiden weldra viel ik in een droomloozen slaap.

Page 73: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

NEGENDE HOOFDSTUK.

De woede van Ned Land .

Het is me onmogelijk to zeggen, hoe lang we sliepen ;maar het moest in ieder geval lang geweest zijn, wanttoes we ontwaakten, wares, we volkomen uitgerust .1k werd het eerst wakker . Mijn metgezellen haddenzich nog niet bewogen en lagen nog als een onbewe-gelijke massa op den grond .

Nauwelijks was ik van mijn vrij harde legerstede op-gestaan, of mijn geest was weer volmaakt fielder. Op-nieuw begon ik onze eel nauwkeurig to onderzoeken .Er was niets veranderd ; de gevangenis was een gevan-genis gebleven en de gevangenen, gevangenen . Gebruikmakende van onzen slaap, had de steward de tafel afge-ruimd. Er was dus niets dat een spoedige veranderingin onzen toestand aanduidde en met een zekeren angstvroeg ik mij of of wij gedwongen zouden zijn ons ver-der leven in deze ijzeren kooi to moeten slijten .

Dit vooruitzicht kwam mij des to onaangenamer voor,omdat, al was mijn hoofd helderder das den vorigendag, ik een vreemde drukking op de borst gevoelde .Slechts met groote moeite kon ik ademhalen ; dit waswaarschijnlijk to verklaren uit het feit, dat wij hetgrootste gedeelte der in de eel aanwezige zuurstof ver-bruikt hadden . Ieder mensch verbruikt in een uur dezuurstof die in 100 L, lucht vervat is en deze lucht ismet een bijna even groote hoeveelheid koolzuur be-zwangerd, waardoor zij das ongeschikt wordt voor deademhaling .

Page 74: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

72

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

't Was dus van het grootste belang de lucht in onzegevangenis to ververschen en zonder twijfel ook in hetgeheele onderzeesche vaartuig. En in verband hiermedevroeg ik mij af, hoe de kapitein van dit drijvend toestelhandelde. Verkreeg hij de lucht Tangs scheikundigenweg, door de zuurstof door middel van warmte uitchloorzure potasch of to zonderen, en koolzuur met bij-tende potasch to verbinden? In dit geval moest hij nogin betrekking staan met het vasteland, teneinde zich denoodige grondstoffen to verschaffen, die voor dit schei-kundig proves noodig waren. Of bepaalde hij zich ersiechts toe, de lucht onder deze drukking in bewaar-plaatsen op to hopen en die to verspreiden naarmatezijn bemanning er behoefte aan had? Het was mogelijk .Of gebruikte hij een gemakkelijker, goedkooper en duswaarschijnlijker middel, n .1. om aan de oppervlakte derzee als een walvisch to komen ademhalen en daar eenvoorraad lucht in to nemen, die voor 24 uur toereikendwas? Hoe het ook zij en wat zijn systeem ook ware,mijns inziens, zou hij voorzichtig handelen indien hijhaar onverwijld in het werk stelde . Reeds was ik ge-dwongen speller adem to halen om het weinigje zuur-stof dat de cel nog bevatte, in mijn longen to brengen,toen ik plotseling verfrischt werd door een stroom zui-vere zeelucht. Ik opende den mond wagenwijd en mijnlongen werden met frissche lucht verzadigd . Op het-zelfde oogenblik nam ik een schommeling waar, eenkleine slingering, maar die ik als zoodanig goed her-kende. Het metalen monster, waarin wij ons bevondenwas aan de oppervlakte van den oceaan gekomen om,evenals de walvisschen, adem to halen . En hiermedehad ik het systeem van luchtverversching van het vaar-tuig onmiddellijk vastgesteld .

Toen ik die zuivere lucht met voile teugen had inge-ademd, zocht ik naar de geleidingsbuizen, die dezenweldadigen stroom tot ons deden kornen en vond ze

Page 75: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

73

dan ook spoedig. Boven de deur was een luchtgat,waardoor een stroom versche lucht de cel kon binnen-komen,, en waardoor tevens de bedorven lucht gelegen-heid had to ontkomen . Zoover was ik met mijn opmer-kingen gekomen, toen Ned en Koenraad bijna gelijk-tijdig ontwaakten . Ze wreven zich de oogen uit en wa-xen een oogenblik later ter been .„Heeft mijnheer goed geslapen?" vroeg Koenraad

met zijn gewone beleefdheid .„Heel goed, mijn jongen," antwoordde ik, „en jij,

vriend Ned?"„Als een os, mijnheer de professor . Maar indien ik me

niet vergis, dan is het alsof ik zeelucht inadem ."Een zeeman kan zich daarin niet vergissen en ik ver-

telde den harpoenier wat er gedurende hun slaap wasvoorgevallen .

„Zoo, zoo," zei Ned, „hierdoor wordt tevens het ge-brul verklaard dat wij hoorden, toen de Abraham-Lin-coln den zoogenaamden eenhoorn in het zicht kreeg ."

„Daar heb je gelijk aan, Ned, het was zijn ademha-ling ."

„Zoudt u me ook kunnen zeggen, mijnheer Arronax,hoe laat het is? Is het reeds tijd voor het diner?"„Mack je daaromtrent niet bezorgd, beste vriend . lk

geloof niet, dat ze ons hier van honger zullen latensterven."

„Ja, maar ik rammel van den honger," antwoorddede harpoenier .

„Je zult je maag toch naar de scheepsklok moetenrichten, beste vriend," merkte Koenraad op .

„Ja, jij bent altijd bedaard, vriend Koenraad . Jij zouliever van honger sterven dan je beklagen ."

„Waartoe dient al dat geklaag?"„Zonder klagen bereikt men heelemaal niets . En in-

dien de zeeschuimers, . . .ik zeg „zeeschuinlers" uit re -

Page 76: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

74

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

pect voor den professor, want ik zou even goed kan-nibalen kunnen gezegd hebben . . . indien de zeeschui-mers dus, zich verbeelden, dat ze mij in deze kooi, waar-in ik stik, nog langen tijd gevangen kunnen houden zon-der dat ze een paar hartgrondige verwenschingen vanme to hooren krijgen, dan vergissen ze zich toch gewel-dig!

Denkt u dat ze ons hier nog lang zullen opgeslotenhouden?"

„Dat weet ik evenmin als jij, vriend Land ."„Ja, maar hoe denkt u eigenlijk over het geval?"„Ik veronderstel dat wij bij toeval achter een groot

geheim zijn gekomen. Indien de bemanning van ditonderzeesch vaartuig er dus prijs op stelt, dit geheimto bewaren, en indien dit geheim in hun oogen belang-rijker is dan het levers van drie manners, dan geloof ikdat ons levers niet veel meer waard is . In het tegen-overgestelde geval, ben ik er van overtuigd, dat menons bij de eerste beste gelegenheid de vrijheid terugzal geven."

,,Of men zal ons willekeurig bij de bemanning inlij-ven," zei Koenraad, „en ons zoo lang hier houden ."

„Tot het oogenblik," antwoordde Ned Land, „dat eenof antler fregat dat sneller loopt dan de Abraham-Lin-coln zich van dit zeeschuimersnest meester maakt ende bemanning en ons aan het uiteinde van de grootera voor de laatste maal een luchtje laat scheppen ."

„Mooi gezegd, vriend Land", hernam ik, „maar voorzoover ik weet, heeft men ons nog geen voorstellen indien geest gedaan . Het is dus, dunkt mij, vrij overbodig,reeds nu to bespreken, wat wij zullen doers, wanneerbet eenmaal zoover mocht komen . Ik herhaal bet : laatons kalm afwachten en niets onbezonnen doers, daar ertoch niets to doers valt ."

„Integendeel, professor," zei de Canadees die niet van

Page 77: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

75

zijn stuk was to brengen, ,,we moeten wet degelijk jetsdoen !"

„En wat dan wet, vriend Land?"„Vluchten !"„Uit een „aardsche" gevangenis vluchten, is al dik-

wijis moeilijk; hoeveel ongemakkelijker zal het dus zijn,uit een onderzeesche gevangenis to ontsnappen ."Waarop Koenraad zei :„Komaan, vriend Land, wat heb je daarop to ant-

woorden? Ik kan niet aannemen, dat een Amerikaanooit ten einde raad is ."

De harpoenier was zichtbaar verlegen en zweeg . Hijscheen zelf in to zien, dat in de gegeven omstandighe-den een ontvluchting onmogelijk was . Maar een Cana-dees is nu eenmaal een halve Franschman, hetgeen danook wet uit zijn antwoord bleek ; na enkele minuten tohebben nagedacht, vroeg hij n .l . :

„Weet u dan niet, mijnheer Arronax, wat mannenmoeten doen die hun gevangenis niet ontvluchten kun-nen?"

„Neen, beste vriend."„'t Is, dunkt mij, toch doodenvoudig ; dan moeten zij

beproeven er zoo goed mogelijk in to blijven ."„Dat dacht ik ook," zei Koenraad. "Het is er altija

beter in, dan er op of er onder ."„Natuurlijk na de cipiers er uit gegooid to hebben,"

liet Ned Land er op volgen .„Wat zeg je, Ned? Denk je er in alle ernst aan, je

van dit vaartuig meester to maken?"„Zeer ernstig," antwoordde de Canadees .„Maar dat is onmogelijk!"„Waarom onmogelijk, mijnheer? Er zal zich wet een

gunstige gelegenheid voordoen en ik zie niet in, waaromwij daar geen gebruik van zouden maken . Indien erslechts twintig man aan boord zijn, dan zullen twee

Page 78: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

70

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

Franschen en een Canadees daar toch zeker niet voorterug deinzen!"

Het was in ieder geval beter het voorstel van denharpoenier aan to nemen, dan er over to redetwisten .Daarom antwoordde ik :„Laat die mogelijkheid zich maar eerst eens voor-

doen, vriend Land, dan zullen we wel verder zien . Totzoolang verzoek ik je geduld to oefenen . We kunnenslechts door list overwinnen en zeker niet, indien jij devrije teugel laat aan je woede. Beloof me dus, dat jekalm zult blijven, Ned ."

„Ik beloof het u, professor. Er zal geen driftig woorduit mijn mond komen en ik zal geen brutale bewegingmaken, alhoewel de tafelbediening nog veel to wen-schen overlaat ."

„Ik houd je aan je woord, Ned ."Daarop zwegen we en ieder gaf zich aan zijn eigen

gedachten over. Ondanks de verzekering van den bar-poenier, maakte ik mij heel weinig illusies : ik kon flueenmaal niet aan de gunstige kans gelooven waaroverhij gesproken had . Om zoo goed bestuurd to worden,had het onderzeesche vaartuig een talrijke bemanningnoodig, en het was dus met vrij groote zekerheid to voor-zien, dat wij bij een eventueel gevecht, het onderspitzouden moeten delven . Overigens moesten wij, om eeneventueele strijd met de bemanning van het schip to kun-nen aanbinden, vrij zijn en dat waren we nu eenmaalniet. Ik zag zelfs geen enkele mogelijkheid om uit degesloten ijzeren kooi to geraken . En indien de kapiteinvan het schip een geheim to bewaren had, -- jets datmij meer en meer waarschijnlijk voorkwam, - dan zouhij ons zeker niet vrij aan boord laten rondloopen .Zou hij zich met geweld van ons ontslaan, of zou hijons ter gelegenertijd ergens aan wal zetten? Dat was

aithans voor het oogenblik -- met geen mogelijkheidto zeggen . Al die veronderstellingen schenen mij even

Page 79: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

77

onwaarschijnlijk, en men moest wel een harpoenierzijn, om onder deze omstandigheden op vrijheid tokunnen hopen .

lk begreep heel good, dat Ned's verbittering toenam,al naarmate de toorn zich van hem meester maakte .l k hoorde hem nu en dan een half verstaanbare ver-wensching mompelen en zag hoe hij opnieuw dreigendegebaren maakte .

De tijd verliep en de honger deed zich steeds nijpen-der gevoelen. Ned werd hoe langer hoe nijdiger, enalhoewel hij zijn woord gegeven had, kalm to blijven,vreesde ik ieder oogenblik een uitbarsting, wanneerhij een der leden van de bemanning zou ontmoeten .

Het schip bewoog zich niet, antlers zou ik het stam-en der machines wel bemerkt hebben . waarschijnlijk

beyond het zich thans op den bodem van den oceaanen behoorde niet meer tot deze aarde ; die doodschestilte was verschrikkelijk . 1k durfde er zelfs niet naarraden hoe lang onze verlatenheid nog zou duren ; lang-zamerhand verdween alle hoop welke ik na onze ont-moeting met den kapitein had gekoesterd . Het beeldvan zijn edele verschijning verdween geheel en al uitmijn herinnering, lk stelde hem mij thans nog slechtsvoor als een wreed en ontaard wezen, die zijn mede-menschen een eeuwige haat scheen to hebben gezworen .Zou die man ons van honger does sterven, opgeslotenin deze enge gevangenis, en overgegeven aan dievreeselijke geestes-marteling welke door den hongerveroorzaakt wordt? Hoe langer ik er over nadacht,hoe meer dit denkbeeld vastere vormen bij mij aannam,en ik gevoelde, hoe een onzinnige vrees mij besloop .Koenraad bleef kalm ; Ned Land brulde van woede .

Op dat oogenblik vernamen wij het geluid van voet-stappen vlak bij de muren onzer gevangenis . De gren-dels werden verschoven en de steward verscheen .

Voordat ik iets had kunnen doen om het to verhinde-

Page 80: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

78

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

ren, was de Canadees op den ongelukkige toegespron-gen ; hij wierp hem ter aarde en greep hem bij de keel .De steward stikte bijna onder die geweldige vuisten .

Koenraad trachtte het half-geworgde slachtoffer aande handen van den woedenden harpoenier to ontrukkenen ik stond juist op het punt mijn bediende to helpen,toen ik als aan den grond genageld bleef staan door hetuitspreken van deze woorden in de Fransche taal :

„Wees bedaard, vriend Land, en gij, professor, wilzoo goed zijn mij een oogenblik aan to hooren!"

Page 81: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

TIENDE HOOFDSTUK .

De man der zee .

Het was de gezagvoerder van het vaartuig die aldussprak .Nauwelijks waren deze woorden uitgesproken, of

Ned Land stond plotseling weer op . De halfgeworgdeholmeester verliet wankelend de eel op een wenk vanzijn meester en de invloed van den gezagvoerder opzijn onderhoorigen was zoo groot dat geen enkel gebaarvan den steward de gevoelens verried die deze manjegens den Canadees moest koesteren . Koenraad en ikwachtten in de grootste verbazing of hoe dit tooneelzou eindigen .

Tegen een hoek van de tafel geleund, met over deborst gekruiste armen, sloeg de gezagvoerder ons metde grootste oplettendheid gale . Aarzelde hij to spre-ken? Had hij er reeds spijt van deze woorden in 'tFransch to hebben uitgesproken? Men zou het bijnagelooven .

Na eenige minuten stilzwijgen, dat geen onzer durfdestoren, zei hij met bedaarde, dock doordringende stem :„Mijne heeren, ik spreek even zoo goed Fransch als

Engelsch, Duitsch en Latijn . Ik had u dus reeds bijonze eerste ontmoeting kunnen antwoorden, maar ikgal er de voorkeur aan u eerst beter to leeren kenne»en vervolgens over dezen toestand na to denken. Uwviervoudig verhaal, dat in den grond volkomen gelijkwas, heeft mij u doen kennen . Ik weet flu dat het toe-val mij samengebracht heeft met den heer Pierre Arro-nax, professor in de natuurkunde to Parijs, zijn

Page 82: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

80

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

bediende Koenraad en Ned Land, Canadees van ge-boorte, harpoenier van de Abraham-Lincoln, een schipvan de Marine der Vereenigde Staten ."

Ik knikte bevestigend . Daar de kapitein mij nietsvroeg, behoefde ik niet to antwoorden . Die man sprakhet Fransch bijzonder vloeiend, maar toch gevoelde ikdat hij geen landgenoot van mij was . Hij vervolgdealdus :

„Gij zult waarschijnlijk gebacht hebben, mijnheer,dat het vrij lang duurde voordat ik u dit tweede bezoekbracht . De reden hiervan is dat, toen uw identiteit mijeenmaal bekend was, ik rijpelijk wilde overleggen,welke hooding ik ten uwen opzichte moest aannemen .Ik heb lang geaarzeld . De meest onaangename omstan-digheden hebben u to zamen gebracht met een mandie met de menschheid heeft afgerekend . U bent mijnleven komen storen . . ."

„onwillekeurig," merkte ik op .„onwillekeurig?" vroeg de man met stemverheffing,

„noemt u het onwillekeurig dat de Abraham-Lincolnmij najaagt? Is het onwillekeurig dat gij u aan boordvan dat schip bevondt? Is het onwillekeurig dat uwkogels op de romp van mijn vaartuig zijn afgestuit?Is het onwillekeurig dat bags Land mijn vaartuig wildeharpoeneeren?"

„Mijnheer," antwoordde ik, „het zal u waarschijnlijkonbekend zijn welke gesprekken er omtrent u, in Europaen Amerika, in omloop zijn. Gij weet waarschijnlijkniet dat vele scheepsrampen, die een gevolg waren vanbotsingen met uw vaartuig, in Europa en Amerika degemoederen hevig in beroering hebben gebracht . Ik wilu niet vermoeien met u to vertellen hoe men zich dezegeheimzinnige gebeurtenissen trachtte to verklaren,maar wel wil ik u verzekeren dat, toen de Abraham-Lincoln u in de Stille Zuidzee najaagde, wij in de vasteovertuiging verkeerden, een vreeselijk zeemonster to

Page 83: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

81

vervolgen, waarvan de oceaan tot elken prijs bevrijdmoest worden."

„Mijnheer Arronax," vroeg hij, „durft u bewerendat uw fregat niet even goed een onderzee-boot ver-volgd en in den grond geboord zou hebben als eenmonsterdier?"

Deze vraag bracht me eenigszins in verlegenheid,want ik was ervan overtuigd dat kapitein Farragut geenoogenblik zou geaarzeld hebben . Hij zou het als zijnplicht beschouwd hebben een dergelijk toestel evengoed to vernietigen als een reusachtigen eenhoorn .

„U begrijpt dus," hernam de onbekende, „dat ik hetrecht heb u als vijanden to behandelen ."

Ik antwoordde niets . Waarom zou ik ook redetwisten,aangezien hier het geweld de beste argumenten konsmoren .„Ik heb lang geaarzeld," hernam de commandant,

„niets noodzaakte mij u gastvrijheid to verleenen . Ikhad u op het platform kunnen laten, waarop ge u metuw makkers bevondt en ge waart zeker verdronken, in-dien ik met mijn vaartuig onder de oppervlakte wasgedoken . Had ik daartoe niet het recht?"

„Misschien het recht van een wilde, maar niet van eenbeschaafd man," antwoordde ik .

„Mijnheer de professor, ik ben niet wat u eenbeschaafd mensch noemt . Ik heb met de geheele maat-schappij afgedaan en gehoorzaam niet meer aan haarwetten. Ik verzoek u dus vriendelijk u daar in mijntegenwoordigheid niet meer op to beroepen ."

Deze woorden lieten aan duidelijkheid niets to wen-schen over; terwijl ze gesproken werden, straalde uithet oog van den onbekende toorn en verachting, en ikvermoedde dat deze man een vreeselijk verleden achterzich moest hebben. Na eenige minuten stilte, begonhij weer to spreken ;

„Ik heb dus geaarzeld," sprak hij, „maar ik dacht

Page 84: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

82

20.000 ,MIJLEN UNDER ZEE

dat mijn eigenbelang wet in overeenstemming was tobrengen met het weinigje medelijden waarop iederesterveling recht heeft. En daar het toeval u op mijnvaartuig heeft gebracht, zult ge er ook moeten btijven .Gij zult er volkomen vrij zijn, dock in ruil daarvoor, legik u slechts een voorwaarde op ; het is mij voldoende,indien ge me daarop uw woord geeft ."

„Spreek, mijnheer," antwoordde ik, „ik stet mij voordat uw voorwaarde door ieder eerlijk man kan aange-nomen worden ."

„Daarin vergist ge u niet ; l°uister slechts. Er kunnenzich omstandigheden voordoen die mij noodzaken ugedurende en,kele dagen in uw but op to sluiten . 1k benniet geneigd geweld to gebruiken en verwacht van u ineen dergelijk geval onvoorwaardelijke gehoorzaamheid .Door zoo to handelen, ontsla ik u van uwe verantwoor-delijkheid, want het is mijn zaak om u in de onmoge-lijkheid to stellen dingen to zien die voor u verborgenmoeten blijven. Neemt gij mijn voorwaarde aan?"

„Wij nemen haar aan," antwoordde ik na kort beraadmet Koenraad en Ned ; „ik zou u echter nog een vraagwillen stellen ."

„En welke is dat?"„U hebt gezegd dat wij aan boord van uw schip vrij

zouden zijn."„Volkomen vrij ."„Welnu, wat verstaat gij onder die vrijheid?"„Daaronder versta ik de vrijheid van beweging en de

vrijheid om alles to zien wat hier gebeurt - behoudensin enkele uitzonderingsgevallen -, kortom, de vrijheiddie mijn makkers en ik zelf genieten ."„Maar," hernam ik, „dat is slechts de vrijheid die

elke gevangene heeft om in zijn cel rond to loopen ;voor ons is dat echter niet voldoende ."

„Ge zult u er toch merle tevreden moeten stellen ."„Wat? Zullen wij het denkbeeld moeten laten varen

Page 85: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

83

ooit onze familie-leden of vrienden terug to zien?"„Ja, mijnheer, maar het ondragelijke aardsche juk

afschudden, dat door de meeste menschen als vrijheidwoodt beschouwd, is wellicht niet zoo moeilijk als gijwe! denkt."

,Welnu," riep Ned Land, „nooit zal ik mijn woordvan eer er op geven dat ik de eerste de beste kans omto ontsnappen niet waarneem ."

„Ik vraag uw woord van eer niet, bags Land," ant-woordde de kapitein, koel .„Mijnheer," riep ik uit, „gij maakt misbruik van de

macht die ge over ons hebt ; dat is wreed ."„Neen, mijnheer, dat is goedheid . Gij hebt mij aan-

gevallen en na den strijd zijt gij thans mijn gevan-gene. Gij hebt mijn geheim ontdekt en denkt dat iku naar de bewoonde wereld zal terug zenden? Dat nooit!Door u hier to houden, bewaar ik u niet, maar mijzelven."

„Ge step ons dus voor de keus : !even of flood?"vroeg ik .

„Juist ."„Vrienden," zei ik tot mijn makkers, „op een derge-

lijke vraag is niet vee! to antwoorden . Maar ons eere-woord bindt ons niet aan den kapitein ."

„Zooals ge zegt," merkte de onbekende op .En met zachte stem vervolgde hij„Mijnheer Arronax, gij zult u persoonlijk niet to

beklagen hebben over het Coeval flat u op mijn vaar-tuig gebracht heeft . Gij zult hier aan boord een biblio-theek vinden waarin ook het boek voorkomt flat u overde diepten der zee hebt geschreven . Ik heb flat boekdikwijls gelezen ; ge hebt er apes in verteld wat deaardsche wetenschap kept ; maar gij weet nog niet apes,gij hebt niet apes gezien . Ik verzeker u, professor, flatgij den tijd dien gij hier doorbrengt niet betreurenzult ; gij zult een refs doen door een wereld van won-

Page 86: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

84

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

deren. 1k ga een nieuwe onderzeesche refs om de aardemaken en op die refs zult gij mij vergezellen . Van ofheden betreedt gij een nieuwe wereld ; gij zult zien watnog geen enkel menschenoog heeft aanschouwd, wantmijn bemanning en ik behooren niet meer tot de men-schen ; ten minste, niet in de beteekenis welke men ergewoonlijk aan hecht ."

1k wil niet ontkennen dat de woorden van den kapi-tein een diepen indruk op mij maakten ; ik was in mijnzwak getast en vergat een oogenblik dat het zien vanal die schoone dingen niet kon opwegen tegen onzevrijheid . Overigens rekende ik op de toekomst om ditvraagstuk op to lossen . 1k antwoordde dan ook :

„Indien gij met de menschheid gebroken hebt, mijn-heer, dan wil ik toch nog aannemen dat alle menschelijkgevoel u niet vreemd is. Wij zullen het nooit vergetenflat gij ons van een wissen flood hebt gered ; ik voormij wil niet ontveinzen flat als het belang der weten-schap het verlangen naar vrijheid kan vernietigen, uwbeloften daarvoor ten minste een groote vergoeding zijn .En thans wil ik u nog een laatste vraag stellen : Hoemoet ik u noemen?"

„ Mijnheer," antwoordde de commandant, „voor u benik kapitein Nemo ; gij en uw makkers zijt voor mij depassagiers van de Nautilus ."

De kapitein riep ; oogenblikkelijk verscheen de ste-ward, wien hij in een voor mij onverstaanbare taaleenige bevelen gal . Daarna wendde hij zich tot denCanadees en Koenraad en zei :

,,In uw but staat een goed middagmaal klaar ; gebehoeft dezen man slechts to volgen ."

„Dat laat ik mij geen tweemaal zeggen," antwoorddeNed .

Daarop verliet hij met Koenraad de cel waarin zijruim dertig uur opgesloten hadden gezeten .

Page 87: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,0 MI JLEN ONDER ZEE

85

„En flu, professor, is ook ons ontbijt gereed, lk zalu maar voorgaan ."

„Gaarne, kapitein ."lk volgde kapitein Nemo en toen ik de eel verliet,

beyond ik mij in een electrisch verliehte gang . Na eenmeter of tien geloopen to hebben, kwamen we bij eendeur die terstond geopend werd. Bintnentredende,bevonden we ons in een smaakvol ingerichte eetzaal .Aan beide zijden der zaal stonden eikenhouten buffet-ten, waarop kostbaar aardewerk, porselein en kristalprijkte . Het servies schitterde onder de stralen van eengetemperd Iicht dat van de zoldering omlaag viel.

In het midden der zaal stond een rijk gedekte tafel .Met een handgebaar noodigde de kapitein mij uit plaatsto nemen en zei :

„Tast toe, mijnheer, en eet als iemand die den hon-gerdood nabij is."

Geen enkele der opgediende gerechten was mij be- .kend. Laat ik echter eerlijk zeggen dat zij goedsmaakten .

De kapitein keek mij aan ; alhoewel ik niets zei, scheenhij mijn gercachten to raden, want zonder eenige vraagto stellen, verklaarde hij

„De meesten dezer gerechten zijn u onbekend ; gijkunt er evenwel zonder eenige vrees van eten, want zijzijn gezond en voedzaam . Sedert lang nuttig ik geenlandvoedsel meer, en ik kan u verzekeren dat ik er mijniet slecht bij bevind; de krachtige leden mijner beman-ning voeden zich niet antlers dan ik ."

„A1 deze spijzen zijn dus voortbrengselen der zee?"merkte ik op.

„Ja zeker, professor ; de zee voorziet in al mijn behoef-ten ; nu eens goof ik mijn netten uit en haal ze boorde-vol op, dan weer begeef ik me op de jacht in dat ele-ment, hetwelk voor de menschen ongenaakbaar schijnt

Page 88: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

86

20.000 MI J LEN ONDER ZEE

en jaag het wild op, dat zich in mijn onderzeeschebosschen schuil houdt."Ik keek kapitein Nemo verwonderd aan en ant-

woordde :„Ik begrijp volkomen dat ge voortreffelijke visch in

uw netten vangt; ik begrijp minder goed hoe gij hetwaterwild in uw onderzeesche bosschen vervolgt, maarik begrijp in 't geheel niet hoe een enkel stukje vleesch,hoe klein dan ook, op uw tafel komt."

„Ik nuttig nooit het vleesch van landdieren ."„En dit dan?" zei ik, op een schotel wijzende, die

nog half gevuld was met eenige plakken vleesch .„Wat gij als vleesch beschouwt, m'n waarde profes-

sor, is niet antlers dan een gebraad van een zeeschild-pad. Ziehier bijvoorbeeld nog eenige dolfijnenlevers,die gij misschien voor een varkensragout zoudt aange-zien hebben . 1k heb een uitstekenden kok aan boord ;deze man heeft een bijzonderen aanleg, alle mogelijkezeegerechten zoo heerlijk mogelijk klaar to maken . Hieris een pudding van holothurien, daar room van walvis-schenmelk en suiker uit het groote zeewier van deNoord-Zee en daar eindelijk geconfijte zee-anemonen,die zeker tegen de sappigste landvruchten opwegen . Gauw gang, professor, proef van alles en zeg mij hoe hetsmaakt."

En meer om mijn nieuwsgierigheid dan om mijn hun-ger to bevredigen proefde ik van alle gerechten, terwijlkapitein Nemo mij met zijn wonderlijke verhalen aange-naam bezig hield .„De wonderbaarlijke en onuitputtelijke zee voedt mij

niet alleen, maar zij verschaft mij ook kleeding. Destof welke ik draag wordt geweven uit het bekleedselvan sommige schelpen ; deze stof wordt door eengestampt mengsel van oude schelpen rood, en door deaplysisplant uit de Middellandsche Zee violet geverfd .De parfums op uw toilettafel zijn een aftreksel van zee-

Page 89: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

87

planten ; uw bed bestaat uit het zachtste zeegras ; eenwalvischbaard client u tot schrijfpen, uw inkt is eenafgescheiden vocht van de Spaansche zeekat eui datalles komt uit de zee, zooals het eens naar de zee zalterugkeeren ."

„Houdt gij van de zee, kapitein?"„Ja, ik heb haar lief! Zij bedekt zeven tienden van

den aardbol ; zij is de onmetelijke woestijn, waarin demensch nooit alleen is, maar zich altijd door levenomringd gevoelt. In de zee komt de natuur tot haargrootsten luister ; men vindt er een eindelooze reeks vandieren, die uit minstens 13000 soorten bestaat . De zeeis de uitgestrekte vergaarbak der natuur . 't Is in de zeedat de aarde ontstaan is en het is best mogelijk datde aarde eens naar de zee zal terugkeeren . Daarheerscht verheven stilte . De zee behoort niet aan dedwingelanden ; aan haar oppervlakte kunnen de tyran-nen hun gewaande rechten nog uitoefenen, elkaar aan-vallen en vernietigen ; maar tien meter onder den water-spiegel houdt hun geweld op, daar verdwijnt hun macht.0, mijnheer, doe als ik ; leef in de diepten der zee!Daar alleen is men onafhankelijk, daar alleen heeftmen geen meester! Daar is men vrij !"

Kapitein Nemo zweeg plotseling. Had hij zich doorzijn gevoelens laten medeslepen en to veel gezegd?Gedurende eenige minuten liep hij, ten proof aan eenhevige ontroering, het vertrek op en neer ; daarop kal-meerde hij en toen hij zijn gewone bedaardheid hadteruggekregen, zei hij

„Indien ge thans lust hebt de Nautilus in oogen-schouw to nemen, clan ben ik geheel tot uw dienst,professor."

Page 90: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ELFDE HOOFDSTUK.

De „Nautilus" .

Kapitein Nemo volgende, verliet ik het vertrek dooreen deur achter in de zaal. We kwamen in een kamer dieals bibliotheek was ingericht . Op hooge, met koperwerkingelegde palissanderhouten kasten, stond een grootaantal gelijk gebonden boeken ; de kasten stonden rond-orn in de zaal, zoodat alle boeken gemakkelijk to be-reiken waxen. Verder zag ik eenige verplaatsbare lesse-naars en in het midden ilex zaal een groote tafel, diemet brochures en eenige oude kranten bedekt was . Dezaal werd verlicht door vier electrische lampen die aande zoldering hingen, lk had niet kunnen denken een zoofraai ingerichte zaal aan boord der Nautilus to vindenen keek dan ook met een bewonderenden bilk in het rond .

„Kapitein Nemo," zei ik tot mijn gastheer, „ik benverbaasd zulk een boekenschap op den bodem van denoceaan to vinden . l k

schat het aantal deelen op min-

stens 7000 . . ."„12.000, mijnheer de professor . Het is de eenige band

die mi j nog aan de aarde hecht ; den dag dat ik voorhet eerst met de Nautilus in zee dook, kocht ik de laatstverschenen boeken, brochures en tijdschriften ; en sindsdien dag is het mij alsof de menschen niet meer gedachtof geschreven hebben . Overigens, staan al deze boekento uwer beschikking en gij kunt er vrij gebruik vanmaken."

1k dankte den kapitein en trail op een der boeken-kasten toe . lk

vond er werken op allerlei gebied, dock

daar ik tijd had ze later nauwkeuriger to bestudeerenen er voor het oogenblik de voorkeur aan gaf, de won-

Langzamerhand scheen Ned Land wat spraakzamerr

Langzamerhand scheen Ned Land wat spraakzamerr

Page 91: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

89

deren der Nautilus in oogenschouw to nemen, zei ik totden kapitein :

„Ik dank u ten zeerste dat gij deze bibliotheek termijne beschikking stelt . Er zijn daar wetenschappelijkeschatten waarvan ik later hoop to profiteeren ."

,;Deze zaal diem niet slechts tot bibliotheek, maareveneens tot rooksalon ."

„Rooksalon !" riep ik verbaasd uit. „Wordt er danaan boord gerookt?"

„Zeker."„Dan moet ik aannemen dat gij nog betrekkingen

onderhouden hebt met Havana!",,In geen geval. Steek deze sigaar op, professor, en

alhoewel zij niet van Havana komt, zal zij u denkelijkwel smaken, indien gij een kenner zijt van goede tabak ."

Ik nam de mij aangeboden sigaar, stak ze op aan eenkomfoor op sierlijk voetstuk, en deed de eerste trekkenmet het welbehagen van een man die in geen tweedagen gerookt heeft .

,;Deze sigaar is uitmuntend," zei ik, „maar het istoch geen tabak."

„Neen, die tabak komt niet uit Havana of de Oost,maar is een snort nicotine-houdend zeegras dat openkele plekken gevonden wordt . Betreurt gij uw nudeHavana's nog, mijnheer?"

„Vanaf heden zal ik er geen gebruik meer van maken,kapitein ."

„Rook dan zooveel u wenscht, zonder u om de her-komst bezorgd to maken ; ik betaal er geen belastingvoor, maar daarom geloof ik niet dat ze minder goedzijn ."

„Geheel mijn meening, kapitein ."Kapitein Nemo opende een andere dear dan die waar-

door we binnen gekomen waren, en we betraden een ruinen schitterend verlichte salon . Het vertrek was met voor-beeidigen smack en groote kunstzinnigheid ingericht .

Page 92: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

90

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

Van deze kunstzinnigheid getuigden reeds de fraaiemarmeren en bronzen beeldhouwwerken, de schitterendecollecties oude wapens en niet het allerminst een grootaantal schilderijen, ware meersterstukken der Italiaan-sche, Fransche, Vlaamsche en Hollandsche School.

De verbazing, welke de kapitein van den Nautilusmij voorspeld had, maakte zich reeds van mij meester.

„Mijnheer de professor," zei de vreemde man tenslotte, „ik hoop dat u de weinige complimenten en dewanorde die hier heerscht wel wilt verontschuldigen ."

„Zonder to willen onderzoeken wie gij zijt, mijnheer,"antwoordde ik, „zou ik u willen vragen of u kunstenaarbent?"

„Op z'n hoogst een kunstliefhebber, m'n waarde pro-fessor. Vroeger verzamelde ik veel kunstwerken die doormenschenhanden geschapen waren . En de collectie dieu hier ziet is mijn laatste herinnering aan de aarde dievoor mij dood is .In mijn oogen zijn uw moderne artistenreeds zeer oud; zij bestaan reeds 2 of 3000 jaar en ikverwar ze in mijn geest ; groote meesters hebben geenleeftijd ."

,,.En de componisten?" vroeg ik, op stukken vanWeber, Rossini, Mozart, Beethoven, Haydn, Meyer-beer, Herold, Wagner, Auber, Gounod, Massenet enanderen wijzende, die op een groot piano-orgel lagendat in een der hoeken stond .

„Deze componisten," was het antwoord, „zijn voormij slechts tij dgenooten van Orpheus, want tijdrekenings-verschil bestaat er niet in de oogen van dooden . En ikben dood, professor, dood, even goed dood als uwvrienden der aarde die een paar meter diep onder dengrond liggen .

Kapitein Nemo zweeg en scheen in diep nadenken ver-zonken. Ik maakte van de gelegenheid gebruik, densalon eens goed in oogenschouw to nemen en last iker dat onmiddellijk bijvoegen, spijt had ik er niet van .

Page 93: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

91

In het midden van den salon stond een sierlijke fon-tein die uit een enkele schelp vervaardigd was . Ook zagik in glazen kastjes een verzameling paarlen, zoo schoonen zoo rijk als ik nog nooit had aanschouwd . Om nietto vergeten een collectie schelpen die elke schelpen-kenner in extase zou gebracht hebben .

„Gi j beschouwt deze schelpen met de oogen van eennatuurkundige, beste professor, en ik begrijp dat u erbelang in stelt . Maar voor mij bezitten ze een hoogerewaarde, daar ik ze persoonlijk gezocht en verzameld heb .

„Ik kan mij uw gevoelens best verklaren, kapitein,en ik acht ze hoog . Maar indien ik mijn bewonderinggeheel aan uw kunstschatten zou besteden, wat bleefmij dan over voor het vaartuig dat deze schatten draagt?Ik zie daar b .v. instrumenten aan den muur hangen, wierdoel mij geheel onbekend is ; zou ik mogen weten? . . ."

„Die zelfde instrumenten bevinden zich ook in mijnkamer, mijnheer Arronax, en daar zal ik de eer hebbenu het gebruik er van uit to leggen . Bezichtig echtervooraf de but die voor u is ingericht ; gij client toch toweten hoe gij op de Nautilus gehuisvest zult zijn!"

Ik volgde mijn gastheer naar het voorste gedeeltevan het schip en vond daar niet een hut, maar een bij-zonder smaakvol ingerichte kamer met bed, waschtafelen verschillende andere meubelen .

lk kon er mijn gastheer slechts voor danken .„Uw kamer grenst aan de mijne," zei hij, een dear

openend, „en de mijne komt uit in den salon dien wezooeven verlieten ."

Ik betrad de kamer van den kapitein . Deze was metuiterste soberheid ingericht : slechts een ijzeren veldbed,een werktafel en eenige andere dringende benoodigd-heden ; het maakte wel den indruk van een kloostercel .Het geheel werd slechts spaarzaam verlicht.

De kapitein noodigde mij uit plaats to nemen enbegon aldus .

Page 94: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

TWAALFDE HOOFDSTUK .

Alles door electra.

„Mijnheer," zei kapitein Nemo, op de instrumentenaan den wand wijzende, „dit zijn de instrumenten dievoor de besturing van de Nautilus noodig zijn. Zoowelbier als in den salon heb ik ze steeds voor oogen ; zijwijzen mij de juiste plaats aan in den oceaan, waar ikme op dat oogenblik bevind . Enkele dezer instrumentenzijn u waarschijnlijk bekend, zooals : de thermometer,de barometer, de hygrometer, die den graad van droogtein de atmosfeer aangeeft, vender bet stormglas, betkompas, de sextant, waarmede de breedtegraad bere-kend wordt, chronometers en eindelijk een verzamelingverrekijkers ."

„Het zijn zeevaartkundige instrumenten, wier gebruikmij bekend is," antwoordde ik, maar ik zie nog ande-ren, die zonder twijfel voor de bijzondere inrichtingden Nautilus bestemd zijn . Die wijzerplaat daar, metbeweegbare naald, is dat geen manometer?"

„Joist mijnheer. Daarmede kan ik den druk van betwater vaststellen en tevens bepalen, op welke diepteik mij bevind ."„En die vreemdsoortige dieplooden?"„Zij dienen om mij de warmtegraden op verschillende

diepten aan to wijzen ."Ik wees nog op andere instrumenten, maar de kapi-

tein zei ten slotte :„Luister eens, professor, er bestaat een kracht, die

Page 95: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

93

mij gehoorzaamt, die snel en nauwkeurig werkt en voorontelbare doeleinden geschikt is . Deze kracht is als hetware de meesteres van mijn schip ; zij verlicht en ver-warmt, kortom, zij verricht hier alle werkzaamheden ; . . .die kracht, professor, dat is de electriciteit ."

„De electriciteit?" riep ik verbaasd .„Ja mijnheer ."„Maar uw vaartuig beweegt zich toch met buiten-

gewone sneiheid, kapitein . En voor zoover mij bekendis, is de beweegkracht der electriciteit tot op hedenbijzonder gering geweest."

„Mijn waarde professor, mijn electriciteit is niet die,welke iedereen kept . Dat is alles, wat ik u op hetoogenblik kan zeggen ."

„Dan wil ik ook niet verder aandringen . 1k wil uechter slechts een vraag stellen en hoop daarmede nietonbescheiden to zijn. De elementen, welke gij voor diewonderbare kracht bezigt, zullen wel spoedig verbruiktzijn. Hoe kunt ge bijvoorbeeld het zink vervangen, waargij geen gemeenschap meer houdt met de bewoondewereld?"

„Daarop wil ik u gaarne antwoorden . Ik wil beginnersmet a to zeggen, dat er op den bodem der zee zink-,ijzer-, zilver- en goudmijnen bestaan, wier ontginningniet tot de onmogelijkheden behoort . Van deze metalenmaak ik echter geen gebruik en ik ontleen aan de zeezelve de elementen, die ik voor mijn electriciteit noodigheb."

„Aan de zee?"„Zeker professor. Gij kept waarschijnlijk de samen-

stelling van het zeewater ; op een kilogram zeewatervindt men 0.966 water en ongeveer 0 .0267 chloorso-dium ; verder in geringe hoeveelheid chloorpotassium,chloormagnesium, zwavelzure kalk, zwavelzure magne-sia, broommagnesium en koolzure kalk ; gij ziet dus, dathet chloorsodium er een der voornaamste bestanddeelen

Page 96: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

94

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

van is, en het is juist met deze stof, dat ik mijn elemen-ten samenstel ."„Met sodium?"„Ja mijnheer ; met sodium en kwik vermengd . Op

deze wijze verkrijg ik een scheikundige samenstelling,die in de Bunsensche elementen het kwik kan vervan-gen. Het kwik wordt nooit opgelost ; dit gebeurt slechtsmet sodium, dock dit levert mij de zee in ruime mate .Laat ik tevens opmerken dat de sodiumzuilen als zeersterk werkend moeten beschouwd worden en dat haarelectriciteit dubbel zoo groot is als die van zink ."

„Ik begrijp het thans volkomen, maar toch zou ik noggaarne willen weten, hoe gij het sodium uit de zee haalt .Uw zuilen . zouden misschien daartoe kunnen dienen,maar als ik mij niet vergis, moet dan het verbruik vansodium in uw elementen de voortgebrachte hoeveelheidverre overtreffen ."

„Daarom verschaf ik het mij niet op die wijze, dockbedien mij daartoe eenvoudig van steenkool ."„Bent u dan in staat de onderzeesche kolenmijnen

to ontginnen?"„Heb slechts geduld, professor, en gij zult ons aan

het werk zien . De zee verschaft ons electriciteit endeze geeft ons weer licht, warmte, beweging, kortom,het leven."

„Maar toch niet de lucht, die gij noodig hebt omin to ademen ."

„Ook die zou ik kunnen vervaardigen, maar zulksbehoeft niet, daar ik naar de oppervlakte der zee terug-keer, wanneer ik lucht noodig heb . Indien de electrici-teit mij al niet de zuivere lucht verschaft, dan brengt zijtoch pompen in beweging, die de lucht in vergaarbak-ken samenpersen, waardoor ik mijn verblijf in de diepteverlengen kan, wanneer mij zulks wenschelijk voor-komt."

Page 97: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

95

„Kapitein," antwoordde ik, „ik kan slechts de grootstebewondering voor u koesteren . Het is mij duidelijk, datgij de ware kracht der electriciteit hebt uitgevonden,iets wat de menschen waarschijnlijk eerst veel laterzullen ontdekken."

„Dat betwijfel ik," merkte kapitein Nemo koeltjes op .„Dock hoe het ook zij, gij kept flu het voornaamstegebruik, dat ik van deze kracht maak ; zij verlicht onsmet een gelijkmatigheid en duur, die het zonlicht mist ;dit uurwerk b.v. wordt electrisch gedreven en looptbeter dan de beste chronometer . Hier hebt gij nog eenandere toepassing der electriciteit ; deze wijzerplaat wijstde snelheid der Nautilus aan . Een electrische draadstelt haar in verbinding met de schroef, waardoor hetbijv. mogelijk is, vast to stellen, dat de Nautilus op hetoogenblik met een snelheid van 15 kilometer in het uurloopt ."

„Kapitein, ik herhaal het, ik ben vol bewondering .Cij hebt volkomen gelijk, deze kracht to gebruiken, diewind, water en stroom vervangt ."

„Dat is nog niet alles, professor . Indien u mij wiltvolgen, dan zal ik u een en antler op het achterschiplaten zien ."

Ik volgde den kapitein door de loopgangen aan bak-boord en bereikte het midden van het vaartuig. Daarbeyond zich een snort van put tusschen twee ondoor-dringbare schotten ; een ijzeren wenteltrap, die aan denwand was vastgeschroefd, voerde naar boven . Ik vroegwaartoe deze trap diende .

„Langs deze trap bereikt men de sloep," was hetantwoo rd .

„Hebt gij ook een sloep aan boord?" vroeg ik ver-baasd .

„Zeer zeker! Het is een uitstekend vaartuigje, bijzon-der licht, en wordt voor uitstapjes of de vischvangstgebruikt."

Page 98: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

96

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

„Maar indien gij u in dat bootje wilt inschepen, danzijt gij wel verplicht om met de Nautilus naar de opper-vlakte to stijgen !"

„Dat is volstrekt niet noodzakelijk . De sloep is aanhet bovengedeelte der Nautilus bevestigd en wordtbewaard in een daarvoor geschikte ruimte ; zij is vaneen dek voorzien, volkomen waterdicht, en met flinkekatrollen vastgemaakt . Deze trap voert naar een snorthangmat in het buitenste gedeelte van de Nautilus waareen soortgelijk gat, dat in de sloep gemaakt is, preciestegen aansluit . Door die dubbele opening kruip ik in deboot, dan sluit men de eene in de Nautilus en ik die,welke zich in de sloep bevindt . Vervolgens laat ik detouwen over de katrollen schieten, de boot rijst naar deoppervlakte, daar open ik een luik in het dek, dat tot nutoe zorgvuldig gesloten bleef, richt den mast op, hijschhet zeil of neem de riemen ter hand . . . en ik vaar ."„Maar hoe komt gij terug aan boord?"„Ik kom niet terug, professor . De Nautilus komt naar

mij toe."„Inderdaad, het is eenvoudig genoeg," zei ik, duize-

lend bij het vernemen van zooveel wonderen .Toen wij het trapgat voorbij waren waardoor men

bij de sloep kon komen, zag ik een hut, waar Ned Landen Koenraad bezig waren, het hun aangeboden maalmet zichtbaar welbehagen to verorberen. Vervolgensopende mijn gastheer een dear, die toegang verleendetot een ongeveer drie meter lange keuken, welke tus-schen de groote kombuizen gelegen was .Ook in de keuken bediende men zich uitsluitend van

electriciteit voor de verschillende doeleinden . Er warenelectrische installaties, welke de hitte onderhieldenonder distilleerketels, die door een verdampingssysteemheerlijk drinkwater opleverden . Daarachter beyond zichde gerieflijk ingerichte badkamer, waar twee kranen

Page 99: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

97

naar verkiezing warm en koud water verschaften . Opde keuken volgde het verblijf voor de bemanning, dockdit bleef voor mij gesloten, zoodat het mij onmogelijkwas, to weten to komen, hoeveel man er voor de bedie-ning van de Nautilus noodig waren .

Door een vierde waterdicht schot werd deze ruimtevan de machinekamer gescheiden . Mijn gastheer opendeeen deur en we stonden in de ruimte, waar kapiteinNemo, die zeer zeker een uitstekend ingenieur was, detoestellen voor de beweging had geplaatst .De fielder verlichte machinekamer was ongeveer

20 m. lang. Zij was in twee deelen gescheiden ; in heteerste gedeelte stonden de instrumenten, die de electri-citeit ontwikkelden ; in het tweede, de werktuigen, diein direct contact stonden met de schroef van het vaar-tuig.

Het eerste oogenblik was ik eenigszins verbaasd overde eigenaardige lucht, welke in deze ruimte hing. Dekapitein bemerkte dit en vertelde mij, dat het eenigegasachtige producten waren, die het gevolg zijn vansodium-gebruik . En hij voegde er verklarend aan toe,dat het geheele vaartuig iederen morgen gezuiverdwerd door er versche lucht in to laten stroomen .Met licht begrijpelijke belangstelling sloeg ik de

machines der Nautilus gale.„Zooals ge ziet," zei kapitein Nemo, „gebruik ik de

elementen van Bunsen en niet die van Ruhmkorff ; delaatsten zouden niet krachtig genoeg zijn . De Bunsen-sche elementen zijn weliswaar gering in aantal, maarsterk en groot en de ondervinding heeft mij geleerd, datzij ook beter zijn. De electrische stroom wordt naarachteren gevoerd, waar hij door electro-magneten vangroote afmetingen inwerkt op een bijzonder stel hefboo-men en raderen, die de beweging weer overbrengen opde schroefstang . Deze schroef, die een middenlijn heeft

20.000 Miflen onder Zee .

4

Page 100: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

Een bijlonder stel hefboomen en raderen,die de beweging overbrengen op de schroefstang.

Page 101: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

99

van 6 meter, kan 120 omwentelingen in de secondemaken."

„En daardoor verkrijgt gij . . .?"„Een snelheid van 50 kilometer per uur ."Er was daar nog iets geheimzinnigs dock ik drong

er niet op aan het to weten to komen . Hoe kon dieelectriciteit met zulk een kracht werken? Waar nam diebijna onbegrensde macht haar oorsprong? Was hetdoor buitengewone spanning, opgewerkt door klossenvan een nieuw snort? Geschiedde het door het over-brengen van krachten in een tot dus verre onbekendstelsel van hefboomen? Ik begreep er niets van .

„Kapitein Nemo," zei ik, „ik zie de resultaten entracht ze niet to verklaren . Toen ik mij nog op deAbraham-Lincoln beyond, heb ik de snelheid van uwvaartuig kunnen gadeslaan ; maar zich bewegen is nietvoldoende, men moet ook naar rechts en links, omhoogen omlaag kunnen sturen . Hoe verklaart gij dit alles, ofben ik misschien onbescheiden, wanneer ik zulksvraag?"

In geen geval," antwoordde de kapitein na eenigeaarzeling, „en wel om de eenvoudige reden, dat gij ditvaartuig toch nimmer zult verlaten . Kom dus mee naarden salon ;dat is onze studeerkamer, en daar zult gijalles `vernemen, wat gij omtrent de Nautilus wetenmoet."

Page 102: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

TWEEDS DEEL

DERTIENDE HOOFDSTUK.

Eenige ci j f ers.

Een oogenblik later zaten wij in den salon, een vankapitein Nemo's uitmuntende sigaren tusschen delippen. De kapitein legde mij eenige technische teeke-ningen van zijn vaartuig voor en begon aldus :

„Ziehier, mijnheer Arronax, de verschillende afmetin-gen van het vaartuig waarop gij u bevindt ; het heeftde gedaante van een lange cylinder met kegelvormigeuiteinden . Van punt tot punt is deze cylinder juist70 meter lang ; de grootste middenlijn bedraagt 8 meter.Een eenvoudig berekening leert a dus, dat de inhoudvan mijn vaartuig 1500 .2 kubieke meter is, terwijl deoppervlakte 1011 .45 vierkante meter bedraagt, d .w.z .een waterverplaatsing heeft van 1500 ton, wanneer hetzich geheel onder water bevindt .„Toen ik mijn plannen maakte voor dit onderzeesch

vaartuig, was het mijn wensch, dat, als het in evenwichtop het water lag, het voor negen tienden daarin zouwegzinken en er slechts een tiende uit zou steken . Hetmoest derhalve slechts negen tienden van zijn volumenverplaatsen, dus 1350 .8 kub. meter, of een gewicht vaneen gelijk aantal tonnen . Bij den bouw mocht ik ditgewicht dus niet to boven gaan .Mijn schip heeft een dubbelen romp, waarvan de

platen door dwarsijzers verbonden zijn die daaraan eenbuitengewone sterkte geven ; door deze constructie heefthet geheel een weerstandsvermogen alsof het massief

Page 103: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

101

is. Het is onmogelijk, dat de naden worden ingedrukt,en door zulk een bouw is de Nautilus tegen de hevigstezeeen bestand .

Die beide omkleedsels zijn van stalen platen vervaar-digd, wier dichtheid, overeenkomstig die van water, 7,8bedraagt. De huid is niet minder dan 5 centimeter diken weegt 364.56 ton . De kiel echter, die 50 centimeterhoog is en 25 centimeter breed, weegt alleen reeds62 ton. De machine, de ballast, de werktuigen en deverschillende voorwerpen, de tusschenwanden en destutten hebben een gewicht van 923,62 ton, hetgeendus een totaal oplevert van 1350,18 ton. Begrepen?"

„Begrepen," antwoordde ik .„Als de Nautilus dus drijft, dan steekt het voor een

tiende boven water uit," vervolgde de kapitein . „Dittiende gedeelte, n .l . 150.02 ton, is juist de inhoud dervergaarbakken, en ik behoef deze slechts met waterto vullen, om mijn schip geheel onder de oppervlakteder zee to krijgen ."

„Tot zoover heb ik niets aan to merken, kapitein,"antwoordde ik. „Maar nu doet zich een moeilijkheidvoor. lk begrijp volkomen dat gij joist onder de opper-vlakte kunt komen, maar indien gij nu lager wilt zinken,dan moet uw vaartuig een drukking van beneden naarboven hebben van een kilogram per vierkante centi-meter!"„Volkomen joist, mijn waarde professor ."„Maar dan begrijp ik niet, hoe gij het vaartuig op

een grootere diepte kunt brengen, zonder het geheel tolaten volloopen."

„Gij moet de statica niet met de dynamica verwarren,professor, want dan begaat gij een groote dwaling. Eris slechts weinig arbeidsvermogen noodig om degrootste diepten van den oceaan to bereiken, want allelichamen hebben een neiging tot zinken. Luister slechts ."

„lk luister, kapitein ."

Page 104: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

102

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

>>Toen ik het toenemend gewicht wilde berekenen om

de Nautilus tot zinken to brengen, behoefde ik slechtsrekening to houden met de vermindering in volume diehet zeewater ondergaat, naarmate men dieper zinkt ."

„Dat is volkomen begrijpelijk," antwoordde ik .„Welnu, indien het water reeds eenigszins samen-

gedrukt wordt, dan bezit het deze hoedanigheid slechtsin geringe mate. Volgens de laatste berekeningenbedraagt deze vermindering slechts 436, 10000000 peratmosfeer, of op elke tien meter diepte . Wil ik met mijnvaartuig dus een diepte bereiken van 1000 meter, danmoet ik berekenen hoeveel het volume inkrimpt ondereen druk van een kolom water van 1000 meter hoogte,d.w.z . onder dien van honderd atmosferen . De vermin-dering zal dan 436 /100000 zijn ; ik moet mijn gewichtdus zoodanig vermeerderen, dat het vaartuig 1506 .74ton weegt in plaats van 1500 .2 ton, hetgeen dus eenvermeerdering van 6 .54 ton beteekent ."

„Niet meer?"„Welzeker, mijnheer Arronax, en die berekening is

gemakkelijk to controleeren . Nu bezit ik nog anderevergaarbakken die een inhoud hebben van honderd ton .Ik kan mij dus op elke gewenschte diepte laten zinken .Als ik weer stijgen wil, behoef ik het water slechts toverwijderen, hetgeen gebeurt door de vergaarbakken toledigen, waardoor mijn vaartuig weer een tiende bovende oppervlakte komt uit to steken ."

Tegen een dergelijke, op cijfers gebaseerde bewijs-voering, was niet veel in to brengen .„Ik wil volgaarne met uw berekeningen accoord

gaan, kapitein," was mijn antwoord, „maar toch voor-zie ik nog een moeilijkheid!"

„Welke, mijnheer Arronax?"„Wanneer uw schip zich op duizend meter diepte

bevindt, dan zullen de wanden een drukking moeten

Page 105: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

103

weerstaan van honderd atmosferen . Wilt gij dan hetwater verwijderen dat zich in uw vergaarbakkenbevindt, dan zullen uw pompen, een weerstand moetenoverwinnen van honderd atmosferen, en die kracht . . ."

„Die kracht wordt mij door de electriciteit geleverd,"vie! de kapitein mij in de reds . „Ik herhaal het, mijnheer,de dynamische kracht van mijn werktuigen zijn bijnaonbegrensd. De pompen van de Nautilus hebben eenverbazende kracht ; ik geloof, dat gij u daarvan hebtkunnen overtuigen, toen zijn waterstralen zich als eenwoedende stroom over het dek van de Abraham-Lincolnuitstortten. Overigens stel ik de hulpvergaarbakken inwerking om een diepte to bereiken van 1500 tot 2000meter ; dit doe ik, om mijn toestellen zooveel mogelijkto sparen . Heb ik daarentegen lust een diepte op tozoeken van 2 a 3 kilometer, dan heb ik veel langere,dock even onfeilbare bewegingen noodig ."

,,.En die zijn?"„Om u dit duidelijk to maken ; zou ik u eerst moeten

verklaren, hoe de Nautilus bestuurd wordt."„Ik brand van nieuwsgierigheid ."„Teneinde het schip naar links of rechts to sturen, het

to doen laveeren, bedien ik mij van een gewoon roer,dat met een tandrad in beweging wordt gebracht . Omnu echter de Nautilus een verticals beweging to seven,d.w.z . omhoog of omlaag, stel ik twee hellende vlakkenin werking, die aan weerszijden midden uit het schipsteken, en door middel van krachtige hefboomen allerleistanden kunnen aannemen . Als die vlakken evenwijdigmet het vaartuig gehouden worden, dan beweegt zichdit voort in horizontals richting ; worden zij in schuinenstand gehouden, dan daalt mijn schip volgens de hellingder vlakken en door de werking der schroef naar dediepte, of komt op de zelfde manier naar boven, enzelfs, indien ik deze opwaartsche beweging wil bevor-deren, stel ik de schroef buiten werking en de drukking

Page 106: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

104

20.000 MlJLEN ONDER ZEE

van het water doet de Nautilus even goed stijgen alseen luchtbal, die, met waterstofgas gevuld, omhoogstijgt ."

„Thans zou ik nog willen weten, mijn waarde kapi-tein, hoe uw stuurman den weg kan volgen dien gijhem midden in den oceaan aanwijst ."

„De stuurman staat in een kooi, die boven het plat-vorm een weinig uitsteekt en waarvan de wanden vangroote en sterke Ienzen voorzien zijn ."

„Glazen die tegen zulk een enorme drukking bestandzijn?"

,,Wel zeker. Het kristal, dat buitengewoon bros is alsmen er tegen stoot, bezit een enorm weerstandsvermo-gen. Bij genomen proeven bleek, dat kristalplaten vanzeven millimeter dikte, een drukking kunnen weerstaanvan zestien atmosferen. En de glazen, waarvan ik naijbedien, zijn dertigmaal zoo dik, d.w.z. 210 millimeter ."

„Nu nog lets, kapitein . Om to zien, moet het licht dieduisternis der diepten toch kunnen vervangen, en ikvraag mij met verwondering af, hoe het mogelijk isom onder zee . . ."

„Achter de stuurinrichting bevindt zich een krachtigereflector, welks stralen de zee op een kilometer afstandkunnen verlichten ."

„Bravo, kapitein . Thans begrijp ik hoe het lichten vanden reusachtigen eenhoorn de geheele geleerde wereldin spanning hield . En in verband hiermede zou ik utevens willen vragen, of de botsing tusschen de Nautilusen de Scotia aan toevallige omstandigheden to wijten is ."

„Aan geheel toevallige omstandigheden, mijn waardeprofessor! Ik heb overigens bemerkt, dat deze botsinggeen noodlottige gevolgen heeft gehad ."„En uw ontmoeting met de Abraham-Lincoln?"„Dat was een andere zaak ; men viel mij aan en dus

moest ik mij verdedigen. Laat ik hierbij tevens opmer-ken, dat ik het fregat slechts licht gehavend heb ; bet

Page 107: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

105

zal zijn averij in de eerste de beste haven kunnenherstellen ."

„Uw schip is waarlijk een wonder van scheepsbouw-kunst," riep ik met voile overtuiging. „Zijt gij inge-nieur?"

„Ja, professor," was het antwoord . „Ik heb to Londen,Parijs en New-York gestudeerd, toen ik nog aan denwal woonde .„1Vlaar hoe was het u dan mogelijk, uw Nautilus to

bouwen, zonder dat er iemand jets van merkte?"„Ik heb alie onderdeelen, onder verkeerde opgaven

voor welk doel zij zouden dienen, in verschillende lan-den laten vervaardigen . Zoo werd de kiel gesnaeed bijSchneider & Creuzot in Frankrijk, de hoefstang bijPenn & Co to Londen, de pantserplaten bij Leard toLiverpool en de schroef bij Scott to Glasgow. De ver-gaarbakken zijn bij Cail & Cie to Parijs gesmeed, demachine, bij Krupp to Essen, de spoor in de fabriekenvan Motala in Zweden ; de precisie-werktuigen komenvan Hart Brothers to New-York enz . Ten overvloede wilik er nog aan toevoegen, dat elk der leveranciers eengedeelte der teekeningen to zien kreeg onder verschil-lende benaming."

„Maar toen al die onderdeelen gereed waren, moestenze toch samengevoegd worden?"„Op een onbewoond eiland in den oceaan had ik mijn

werf laten bouwen, professor. Daar hebben mijn werk-lieden, dat is to zeggen, mijn dappere makkers, hetvaartuig onder mijn toezicht gebouwd . En toen heteenmaal voltooid was, heeft het vuur elk spoor van onsverblijf doen verdwijnen ; ik geloof zelfs, dat, indien iker toe in staat ware geweest, ik zelfs het eiland in delucht had laten vliegen ."

„Het komt mij voor, dat de kosten voor het bouwenbuitengewoon hoog moeten geweest zijn ."

„Een ijzeren vaartuig kost 1125 francs per ton, mijn-

Page 108: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

106

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

heer Arronax. En daar de Nautilus 1500.2 ton meet, zaleen eenvoudig sommetje u leeren, dat de bouwkosteneen millioen zes honderd zeven en tachtig duizend zeshonderd en vijf en twintig francs bedroegen . Met dekunstschatten die zich aan boord bevinden, heeft hetschip dus een waarde van ongeveer vijf millioenfrancs."

„Nog een laatste vraag, kapitein ."„Ga uw gang, professor ."„Zijt gij dan zoo rijk?"„Rijk genoeg, om de nationals schuld van Frankrijk,

die twaalf milliard bedraagt persoonlijk to kunnenbetalen ."

Met de grootste verbazing keek ik naar den zonder-lingen man die aldus sprak . Maakte hij misbruik vanmijn lichtgeloovigheid? Slechts de toekomst kon opdeze vraag een antwoord geven !

Page 109: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

VEERTIENDE HOOF'DSTUK.

De Zwarte Rivier .

Volgens de laatste berekeningen heeft hot water datden aardbol bedekt een oppervlakte van ongeveer zevenen dertig millioen hectaren . Deze geweldige massa waterheeft een gewicht van drie quintillioen tonnen . Om ditgetal good to begrijpen, zij hier tevens opgemerkt dateen quintillioen zich verhoudt tot een milliard, als eenmilliard tot een . Alle rivieren der aarde zouden ongeveer40.000 jaar noodig hebben om dit water uit to storten .De voornaamste zoom zijn : de Noordelijke IJszee, deZuidelijke IJszee, de Indische Oceaan, de AtlantischeOceaan en de Stille Zuidzee . Deze laatste strekt zich uittusschen den noordelij ken en den zuidelij ken poolcirkelen van hot westen naar hot oosten tusschen Amerika enAzie over een lengte van 145 graden . Het is de kalmstevan alle wereldzeeen : men vindt er breede en langzamestroomen in ; hot verval is middelmatig en er vallenovervloedige regens. Dit was de Oceaan, waarin hotnoodlot mij gevoerd had en die ik in alle richtingenzou doorkruisen .

„Mijn waarde professor," zei kapitein Nemo, „indienhot u schikt, dan zullen we eons poolshoogte onzer Jig-ging gaan nemen en hot punt van vertrek voor onzerefs vaststellen ."

De kapitein drukte driemaal op een electrisch knopje,de pompon dreveil hot water uit de vergaarbakken enalras woes de naald op de manometer aan dat wij naarde oppervlakte stegen .

Page 110: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

108

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

„Wij zijn er," sprak kapitein Nemo enkele minutenlater.

Ik liep naar de trap, welke naar het platvorm voerde .Vervolgens besteeg ik de metalen treden en door hetgeopend luik stond ik een minuut later op het platvormvan de Nautilus . Dit platvorm stale slechts 80 centim .boven de oppervlakte der zee uit . In het midden vanhet plat beyond zich de sloep. VOOr en achter bevondenzich twee kooien van middelmatige hoogte met schuinewanden en voor een deel door lenzen gesloten ; de eenekooi was voor den stuurrnan, terwijl in de andere hetelectrisch licht schitterde, dat het schip op zijn wegverlichtte .

De zee was kalm en het weer prachtig. Men voeldenauwelijks iets van de zachte schommelingen van denoceaan ; een kalme bries rimpelde de oppervlakte ; degezichteinder was onbewolkt en liet ons dus de bestegelegenheid tot het maken van een middagbestek .

Kapitein Nemo stond naast mij en terwijl hij met zijnsextant de zeevaartkundige waarnemingen deed,bewoog zich geen spier van zijn gelaat.„Middag," zei hij .1k wierp een laatsten blik op de zee, die min of meer

gee! gekieurd was door het zand van de Japansche kust .Vervolgens keerde ik naar den salon terug, waar de

kapitein zich weldra bij mij voegde .„Wij bevinden ons thans op 137° 15' westerlengte

van Parijs en op 30° 7' noorderbreedte r d.w .z. op onge-veer 300 K.M. van de Japansche kust . En heden, den8sten November, begint onze groote ontdekkingstochtonder water."

„De hemel sta ons bij!" riep ik uit.„En flu, professor, laat ik u alleen met de boeken,

die ik u gaarne ter beschikking stel, lk heb den stuur-man last gegeven O.N.O, aan to houden op een diepte

Page 111: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

van vi j ftig meter . Op deze zeekaarten kunt gi j onzenweg volgen ."

De kapitein groette en verliet den salon . Alleen ge-bleven, dacht ik er over na, wie en wat de vreemdsoor-tige man was, op wiens vaartuig ik mij thans beyond .Tot welke nationaliteit behoorde hij? Wie had dien vree-selijken menschenhaat bij hem gekweekt, een haat dieeen zijner voornaamste karaktereigenschappen scheen toto zijn geworden? Was het een dier miskende geleerden,die men, om een uitdrukking van Koenraad to gebrui-ken, „verdriet had aangedaan?" Een moderne Galileimisschien, of iemand zooals b.v . den AmerikaanMaury, wiens loopbaan om staatkundige redenen wasafgebroken? Ik kon het met geen mogelijkheid zeggen .Hij behandelde mij koel, dock gastvrij, zonder dat hijmij evenwel een enkelen keer de hand ter begroetinghad gereikt.

Gedurende een uur bleef ik aldus in gepeins verzon-ken en zocht den voor mij geheimzinnigen sluier op tolichten. Daarop keek ik naar de kaart die voor mij opde tafel lag en zette den vinger op de plaats waar deopgegeven breedte en lengtegraden elkaar kruisten .

Evenals het vasteland heeft ook de zee haar stroo-men en rivieren . Zij zijn kenbaar aan hun verschil inwarmtegraad en hun kleur : de merkwaardigste dierstroomen draagt den naam Golfstroom . De aardrijks-kundige wetenschap kent vij f dergelijke hoofdstroo-men en wel een in het noorden en een in het zuidenvan den Atlantischen Oceaan ; een in het noorden eneen in het zuiden der Stille Zuidzee en een vijfde in deIndische Oceaan .

De plaats waar wij ons thans bevonden werd door-kruist door een dier stroomen, n .l. de Kuroskivo, zooalsde Japanners hem iioemen, de Zwarte Stroom, die uitde Golf van Bengalen komende, door de Straat vanMalakka en langs de kust van Azie stroomt en zich ver-

Page 112: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

110

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

volgens met een bocht in de Stille Zuidzee naar deAleutische eilanden wendt ; hij voert kamferboonen enandere Indische voortbrengselen met zich merle en isdoor de fielder blauwe kleur van zijn water duidelijkto onderscheiden van de golven der Zuidzee . Dezenstroom zou de Nautilus volgen . En over dezen tochtdacht ik na, toen Ned Land en Koenraad de zaal bin-nen traden . Mijn wakkere lotgenooten bleven verbaasdstaan bij het zien van zooveel schoons als hier was ten-toongesteld .

„Het lijkt wel of we hier in het Museum van Quebeczijn," riep de harpoenier .

„Met mijnheer's verlof zou ik eerder zeggen dat weons hier in de Galerie de Zoologie to Parijs bevinden,"zei Koenraad .

„Beste vrienden," antwoordde ik, „gij zijt hier nochin Canada, noch in Parijs, maar aan boord van de Nau-tilus, vijftig meter onder de oppervlakte van denoceaan ."

„Als mijnheer het zegt, moet ik het wel gelooven,"merkte Koenraad op, „maar op mijn woord, de zaal iszoo schoon dat het zelfs mij, een Vlaming, verbaast ."

En terwijl Koenraad de kunstschatten van den salonin oogenschouw begon to nemen, vroeg Ned Land mijnaar het resultant van mijn onderhoud met den kapi-tein. 1k vertelde hem al wat ik wist, of liever wat ikniet wist en vroeg hem wat hij van zijn kant wel gezienof gehoord had .

„Niets gehoord of gezien, zelfs geen enkel lid derbemanning. Zou die misschien ook electrisch zijn?"

„Hoe kom je daarbij?"„Men zou het haast gaan gelooven. Maar kunt u me

niet zeggen hoeveel man hier aan boord zijn, professor?Tien, twintig, vijftig,, honderd?"

„Ik weet het heusch niet. Geloof mij, beste vriend,laat voorloopig het denkbeeld varen, je van dit vaartuig

Page 113: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

111

meester to maken of to vluchten. Dit vaartuig is eender grootste meesterwerken van scheepsbouw-technieken het verheugt mij zeer dat ik er merle kennis gemaaktheb. Velen zouden zich in dezen toestand schikken, alware het alleen maar, our al die wonderen to zien dierondom ons gebeuren."„Zien?" riep de Canadees. „Het mocht wat! Wij

zien niets in deze ijzeren gevangenis en zullen er nooitiets zien ; wij varen in den blinde . . ."

En als our de woorden van Ned Land to bevestigen,werd het eensklaps stikdonker our ons heen . De duister-nis kwam zoo plotseling dat mijn oogen er pijn vandeden .Vol verbazing bleven we een oogenblik verstomd

staan. Maar even plotseling als de duisternis was geko-men, werd het aan weerszijden van de zaal weer dag ;het zeewater werd verlicht door een helderen stroomelectrisch licht . Twee dikke glasschijven scheidden onsvan de zee ; eerst sidderde ik bij de gedachte dat debroze wanden konden breken, maar stevige koperenstangen steunden het glas en gaven daaraan een onbe-perkt weerstandsvermogen .

Tot op een afstand van een kilometer was de zeeduidelijk zichtbaar . Nooit nog had ik zulk een schit-terend schouwspel gezien . Men kept de doorschijnend-heid der zee ; men weet dat haar water helderder isdan bronwater ; de minerale en organische bestand-deelen, die er in zijn opgelost, verhoogen nog de door-schijnendheid .De Nautilus scheen zich niet to bewegen ; dit kwam

omdat ons de vaste gezichtspunten ontbraken . Soursechter vlogen ons waterstrepen met buitengewone snel-heid voorbij, waardoor wij konden vaststellen metwelke enorme snelheid wij door het water voeren .

Plotseling werd de stilte -- een gevolg van onzeverbazing

door Koenraad verbroken, die zei ;

Page 114: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

112

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

„Je wilde toch zien, nietwaar, vriend Ned Land? Wel-nu, zie!"

„'t Is prachtig," riep de Canadees, zijn toorn en zijnontvluchtingsplannen vergetende, „men zou alleen omvan zulk een schouwspel to kunnen genieten, verre rei-zen ondernemen ."

„0!" riep hij uit, „ flu begrijp ik het leven van dienman ; hij heeft zich een wereld afzonderlijk geschapendie voor hem haar grootste wonderen bewaart."

,,Maar waar zijn de visschen?" riep de harpoenier .„Ik zie er geen ."

„Ik begrijp je belangstelling niet goed, vriend Ned,"zei Koenraad . „Je kent de visschen immers niet!"

„Wat! Ik, een visscher, zou de visschen niet kennen?"„Je bent we! een visscher, mijn vriend, maar ik wed,

dat je ze niet in klassen kunt verdeelen ."„Welzeker kan ik dat," antwoordde de harpoenier

ernstig. „Men verdeelt ze in eetbare en oneetbare vis-schen ."

„Dat is het verschil hetwelk een fijnproever er inmaakt," antwoordde Koenraad, „maar zeg mij flu eensof je het verschil kept tusschen beenachtige en kraak-beenige visschen?"

„Misschien wel, Koen ."„En de onderverdeeling van die beide groote klas-

sen?"„Daar heb ik nog nooit van gehoord ."„Dan zal ik het je vertellen ."En daarop hield mijn geleerde bediende een betoog

dat menig professor alle eer zou hebben aangedaan .Ten minste, indien een leek hem hoorde praten, want inwerkelijkheid verwarde de goede jongen allerlei klas-sen en soorten .

Gedurende eenige uren trok een ontelbare menigtezeebewoners met de Nautilus merle ; zij sprongen endraaiden en speelden, dat het een lust was om to zien .

Page 115: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

113

Mijn verbazing bleef voortdurend gespannen, wantalhoewel ik professor in de natuurkunde was, had ikdeze dieren nog nooit antlers dan afgebeeld gezien .Nog nooit was mij het geluk ten deel gevallen hen innatuurlij ken staat to aanschouwen .

Eensklaps werd het weer licht in de zaal, de wanderswerden dichtgeschoven en het heerlijke schouwspel ver-dween even plotseling als het gekomen was . Nog langdroomde ik van hetgeen ik gezien had, totdat mijn blikop het kompas aan den muur vie! . wij voeren nog altijdin noordoosteli j ke richting ; de manometer gaf een drukvan vij f atmosferen aan, dus een diepte van vijftig me-ter en de electrische log toonde ons dat wij ons voortbe-wogen met een snelheid van 15 kilometer in het uur.

Tevergeefs wachtte ik dien middag op den terugkeervan kapitein Nemo. Tegen vijf uur begaven zich NedLand en Koenraad naar burs hut . Ook ik ging naar mijnkamer en vond daar een heerlijk maal gereed ; betbestond uit een overheerlijke schildpadsoep, in botergebakken barbeel, een vischleverpastei en eenige moo-ten van een gebraden grooten visch dien ik niet kende,maar waarvan de smack beter was dan die van zalm .

lk bracht den avond door met lezen, schrijven en mij-meren. Toen ik slaap kreeg, begaf ik mij ter ruste, ter-wij! de Nautilus den snelvlietenden Zwarten Stroombleef volgen .

Page 116: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

VIJ.FTIENDE HOOFDSTUK.

Een schri f teli jke uitnoodiging .

Den volgenden morgen, 9 November, werd ik wakkerna twaalf uur geslapen to hebben . Als naar gewoonte,kwam Koenraad vragen ,,of mijnheer goed geslapenhad" en tevens om zijn diensten aan to bieden . Volgenszijn zeggen, lag vriend Ned nog in diepen slaap .

Ik liet den braven jongen naar hartelust babbelen endacht slechts aan kapitein Nemo, dien ik sinds denvorigen dag niet meer gezien had .Weldra had ik de kleeren aangetrokken die kapitein

Nemo ons ter beschikking had gesteld. Mijn bediendeverwonderde zich over de vreemdsoortige stof ; ik ver-telde hem dat zij geweven was van de zijdeachtigedraden die op een bepaald snort schelpen Tangs de kus-ten der Middellandsche Zee gevonden worden . Vroegermaakte men er kousen en handschoenen van voor voor-name dames, daar de stof bijzonder zacht en warm is .De bemanning der Nautilus kon zich dus goed en goed-koop kleeden, zonder ter markt behoeven to gaan bijkatoenplanters, schapen of zijdewormen .

Toen ik gekleed was, begaf ik mij naar den grootensalon ; deze was geheel verlaten .

Ik besteedde den dag met het bestudeeren der tentoon-gestelde kunstschatten. Doch ook die dag ging voorbijzonder dat ik kapitein Nemo to zien kreeg . De zijwan-den der zaal werden niet, evenals den vorigen dag,geopend ; waarschijnlijk wilde men onze smack voordit heerli j k schouwspel niet bederven . De richting vande Nautilus was nog altijd O.N.O., de diepte ongeveer50 a 60 meter .

Page 117: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

115

Op den volgenden dag, 10 November, zag ik noch denkapitein, noch iemand van de bemanning . Ned en Koen-raad bleven het grootste gedeelte van den dag bij me ;ook zij verwonderden zich over de onverklaarbare afwe-zigheid van den kapitein . Was deze zonderlinge manziek, of had hij zijn plannen ten onze opzichte gewij-zigd?"

Overigens waren we volkomen vrij terwiji het onsaan uitstekend voedsel niet ontbrak. De commandantvan de Nautilus hield zich met pijnlijke nauwkeurig-heid aan onze overeenkomst ; wij mochten ons nietbeklagen en bovendien vonden wij in het zonderlingevan ons avontuur zulk een prachtige vergoeding datwij nog geen reden hadden hem van iets to beschul-digen .Vroeg in den morgen van den 1len November

bemerkte ik aan de frissche lucht die door de vertrekkenvan de Nautilus stroomde dat wij aan de oppervlaktevan de zee waren. Ik begaf mij naar de middentrapen besteeg het platvorm .

Het was zes uur . De hemel was bewolkt ; de zee hadeen grijsachtige kleur maar was kalm . Zou kapiteinNemo zich dien dag laten zien? Ik bemerkte slechtsden roerganger in zijn glazen kooi .

Onder de stralen der opkomende zon trok de mistlangzaam op. De gouden dagvorstin rees boven deoosterkim ; de zee werd vlammend rood gekleurd .

lk stond nag in diepe bewondering voor het mach-tige schouwspel dat de dageraad ons iederen dag vooroogen toovert, toen ik iemand hoorde die achter mijhet platvorm besteeg .

In de veronderstelling dat het kapitein Nemo zouzijn, wendde ik mij reeds om, maar in plaats van dengezagvoerder, zag ik den stuurman der Nautilus . Hijdeed eenige schreden voorwaarts op het plat, zondermijn tegenwoordigheid echter op to merken . Met een

Page 118: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

116

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

sterke verrekijker voor oogen keek hij den horizont af .Toen hij dit gedaan had, liep hij naar het luik en sprakden volgenden volzin uit : ik heb dien nauwkeurig ont-houden, daar hij iederen morgen onder de zelfdeomstandigheden herhaald werd . ~Dc zin in kwestieluidde als volgt :

„NAUTRON RESPOC LORNI VIRCH" .

Ik weet niet wat deze woorden beteekenden .Toen de man dit gezegd had, ging hij weer de trap

of en naar beneden . En daar ik dacht dat de Nautiluszijn onderzeesche vaart zou voortzetten, begaf ook ikmij weldra naar mijn kamer .

Vijf dagen verliepen onder dezelfde omstandigheden .lederen morgen begaf ik mij naar het platvorm en iede-ren morgen sprak dezelfde man den zelfden volzin uit . Dekapitein bleef voor mij onzichtbaar . Reeds stond het bijmij vast dat ik hem niet nicer zou terug zien, toen ik den16en November, in mijn kamer terug keerend, op tafeleen brief zag liggen met mijn naam en adres er op . Debrief was met een flinke hand geschreven ; de lettersherinnerden echter eenigszins aan het Duitsche type .

De inhoud van den brief was al volgt :

Aan den heer Professor Arronaxaan boord van de Nautilus .

16 November 1867 .

Kapitein Nemo noodigt den heer Arronax uit voor eenjachtpartij, die morgen in de bosschen van het eilandCrespo zal plaats vinden . Hij hoopt dat de heer Arronaxniet verhinderd zal zijn deze jachtpartij bij to wonenen zal met genoegen zien dat zijn beide makkers hemzullen vergezellen .

De commandant van de NautilusKAPITEIN NEM,O ."

Page 119: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

117

„Een jachtpartij !" riep Ned die juist in de kamer was .„En dat nog wel in de bosschen van Crespo" liet

Koenraad er op volgen .„Maar dan moet hij wel aan wal gaan!" hernam Ned .„lk geloof dat het vrij duidelijk is," zei ik, den brief

nog eens lezende.„Welnu, die uitnoodiging moeten we aannemen," zei

Ned. „Eenmaal vasten grond onder de voeten, zullen wewel zien wat ons to doen staat. Overigens zal ik ergeen spijt van hebben nog eens een stuk versch wildtusschen de tanden to krijgen ."

Zonder een poging to doen, een verklaring to vindenvoor deze vreemde uitnoodiging, char ik immers denafkeer van Kapitein Nemo voor het vaste land kende,antwoordde ik ;

„Laat ons eerst nagaan wat dat eiland Crespo eigen-lijk is ."

Ik raadpleegde de kaart en vond op 32° 40' N .B, en167° 50' O.L, een eilandje dat in 1801 door kapiteinCrespo ontdekt werd ; op oude Spaansche kaartenkwam het voor onder den naam van „Rocca de la Plata"hetgeen „Zilverrots" beteekent . Wij bevonden ons dusop ongeveer 1800 kilometer van de plaats vanwaar wijwaren vertrokken, terwijl de Nautilus eenigszins vanzijn oorspronkelijke koers was afgeweken en ons naarhet zuid-oosten had gevoerd . 1k wees mijn makkershet eilandje, dat als een vergeten rots midden in deStille Zuidzee lag, op de kaart aan .„Indien kapitein Nemo al een enkel keer aan land gaat,

dan kiest hij daarvoor eilanden die geheel verlatenzijn," meende ik .Ned Land zei niets en verliet hoofdschuddend de

kamer, gevolgd door Koenraad.Toen ik den volgenden morgen, 17 November, wakker

werd, voelde ik dat de Nautilus onbeweeglijk stil lag .lk kleedde mij vlug aan, begaf mij naar den grooten

Page 120: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

118

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

salon en vond daar kapitein Nemo, die mij reeds wach-tende was. Hij stond op, groette mij en vroeg of het onsaangenaam was hem op de j acht to vergezellen .

Daar hij met geen enkel woord over zijn afwezigheidder laatste dagen sprak, hoedde ik mij er voor hem ietsto vragen en antwoordde hem dus slechts dat mijnmakkers en ik bereid waren hem to volgen .

„Ik zou u echter een vraag willen stellen, kapitein,"liet ik er op volgen .

„Indien het mij mogelijk is, wit ik u gaarne ant-woorden ."

„W'elnu, kapitein, hoe komt het dat gij, die allebetrekkingen met de aarde verbroken hebt, bosschenop het eiland Crespo bezit?"

,,Mijnheer de professor, de bosschen die ik bezit vra-gen de zon noch haar licht, nosh haar warmte. Er zijngeen leeuwen, tijgers, panters, olifanten of andere vier-voetige dieren . De bosschen van het eiland Crespo zijnmij alleen bekend ; kortom, het zijn geen bosschen ophet land, maar bosschen onder zee ."

„Onderzeesche bosschen?" riep ik uit.„Precies, mijnheer."„En daar wilt u mij heen brengen?"„Joist ."„En to voet?"„Zelfs droogvoets ."„Om er to j agen?"„Om er to j agen ."„Met het geweer in de hand?"„Met het geweer in de hand ."1k keek den kapitein van de Nautilus aan met een

blik die niet bijzonder vleiend voor hem was . Ik dachtdat hij aan een aanval van verstandsverbijstering teed,die acht dagen geleden begonnen en nu nog niet afge-loopen was. t k vond het wet jammer, want ik had nogliever met een zonderling to doen dan met een gek .

Page 121: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

119

Deze gedachte was duidelijk op mijn gelaat to lezen,dock kapitein Nemo scheen het niet to merken, en ver-zocht mij slechts hem to volgen . Wij begaven ons dusnear de eetzaal, wear de ontbijttafel reeds gedektstond .

„Mijnheer Arronax," zei de kapitein, „terwijl we eten,hebben we gelegenheid een en ander to bepraten . Wantindien ik a al tot een jachtpartij heb uitgenoodigd, denheb ik u nog niet beloofd dat we onderweg een restau-rant zouden ontmoeten . Ontbijt dus als een man diewaarschijnlijk eerst laat aan het middagmaal zalkomen ."

Ik deed het ontbijt alle eer aan . Het bestond uit ver-schillende vischsoorten en zeeplanten . De kapitein atzwijgend en toes hij gereed was, zei hij

„Mijnheer Arronax, toen ik u voorstelde mijn jacht-genoot in de bosschen van Crespo to zijn, dacht u datik in tegenspraak met mij zelf was . Toen ik u verteldedat het onderzeesche bosschen waxen, hield u mij voorgek. Mijnheer de professor, men moet de menschen nooitnear den uiterlijken schijn beoordeelen ."„Maar, kapitein, ik verzeker u . . ."„Luister slechts een oogenblik, professor, en als u

mij hebt aangehoord, staat het u vrij to beoordeelenof ik gek den wel in tegenspraak met mij zelf ben ."

„Ik luister."„Het zal u evengoed als mij bekend zijn, mijnheer,

dat een mensch slechts den onder water ken leven,wanneer hij in voldoende hoeveelheid ademhalingsluchtmedeneemt. Bij werken die onder water geschieden,heeft de arbeider waterdichte kleeren aan ; zijn hoofdis in een metalen helm gesloten en hij ontvangt luchtvan buiten, door middel van perspompen en afvoer-buizen ."„Het costuum van de duikers," zei ik .„Juist, maar in die omstandigheden is de man niet

Page 122: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

120

20.000 MIJLEN DNDER ZEE

vrij in zijn bewegingen . Hij blijft verbonden aan hettoestel dat hem door de buizen lucht toevoert en indienwij op een dergelijke wijze aan de Nautilus verbondenbleven, dan zouden we het zeker niet ver brengen ."

„En dat middel om u vrij to bewegen? . . ."„Bezitten wij in den vorm van een toestel dat door

twee uwer landgenooten, Rouquayrol en Denayrouse, isuitgevonden. Dit toestel bestaat uit een reservoir vanplaatijzer, waarin ik de lucht onder een drukking van50 atmosferen samenpers ; deze bak wordt, evenals eensoldaten-ransel, op den rug gedragen en char met eenpaar draagbanden bevestigd . Het bovenste gedeeltebestaat uit een ruimte, waaruit de lucht, die door klep-pen wordt tegengehouden, niet antlers dan onder haargewone spanning kan ontsnappen . Aan het toestel zijntwee gummibuizen verbonden, die de bovenste ruimtemet een snort trechter verbindt waarin mond en newsvan den duiker steken ; de eene client voor toevoer vanversche, de andere voor afvoer van bedorven lucht ; deopening dezer buizen kan men, al naar bet de adem-haling noodig heeft, met de tong openen of sluiten.Daar ik op groote diepte vaak aan sterke drukking vanhet water ben bloot gesteld, heb ik een helm bedachtdie het hoofd afsluit ; aan deze helm zijn dan de tweein- en uitademingsbuizen verbonden ."

„Volkomen begrijpelijk, kapitein, maar mij dunkt datde meegevoerde lucht spoedig verbruikt moet zijn ."

„Ge vergeet, mijnheer, dat mijn pompen van de Nau-tilus de lucht onder verbazende druk kunnen samen-persen, zoodat bet reservoir voldoende lucht kan bevat-ten voor 9 a 10 uur ."

„Dan heb ik niets meer to zeggen . Nog een vraagslechts ; hoe krijgt gij licht op zulke diepten?"

„Met het toestel van Ruhmkorff, professor . Het eerstetoestel wordt op den rug, het laatste aan den gordelgedragen. Het bestaat uit een Bunsensch element dat ik

Page 123: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

11

20,000 M1 JLEN ONDER ZEE

121

met sodium vervaardig, welke stof de zee mij rijkelijklevert . Een industrie-apparaat verzamelt de voortgc-brachte electriciteit en brengt die in een lantaarn vanbijzondere constructie . In de lantaarn is een glazenbuffs die koolstofgas bevat ; wanneer het toestel in wer-king is, begint dit gas to lichten en geeft een gestadigenwitten schijn ."

„Mi j n vragen hebt u zoo afdoende beantwoord dat ikniet durf twij felen . Nu nog iets over het geweer!"

,Het is geen geweer met kruid en lood ."„Een windroer dus?"„Zonder twij fel . Hoe zou ik kruit kunnen maken,

waar ik aan boord noch salpeter, noch zwavel, noshkool bezit?"

„fiovendien," zei ik, „zoudt gij een geweldigen weer-stand moeten overwinnen om to schieten in een vloei-stof die 855 maal dichter is dan de lucht."

„Dat is nog geen afdoende reden . Er bestaan kanon-nen waarmede men onder water kan schieten, docks ikherhaal het, nu ik geen kruit of lood bezit, heb ik ditvervangen door de samengeperste lucht van deNautilus ."

„Die lucht moet toch spoedig verbruikt zijn?"„Dat heeft weinig to beteekenen. 1k heb immers mijn

toestel van Rouquayrol! Ik behoef slechts een buffs aanto schroeven en een kraan to openen . Gij zult bovendienweldra zien dat men bij onderzeesche jachtpartijenweinig lucht en kogels noodig heeft."

„Toch komt het mij voor dat in die halve duisternisen die slecht doordringbare vloeistof een kogel niet verkan dragen en doodelijk werken ."

„Met mijn geweer zijn alle schoten doodelijk . Zoodraeen flier maar even geraakt is, valt het doodelijkgetrof fen neer."

„Hoe komt flat?"Gmdat ik met mijn geweer geen gewone kogels

Page 124: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

122

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

schiet, maar kleine glazen balletjes, uitgevonden doorden Oostenrijkschen scheikundige Leniebrock. Zij zijnmet ijzer omkleed, terwijl er een klein stukje lood aanbevestigd is ; het zijn als 't ware Leidsche flesschen inklein formaat, waarin de electriciteit tot op enormespanning is opeengehoopt. Zij ontladen zich bij denminsten schok, en het flier flat met zulk een kogelgeraakt wordt, is op slag flood . Ik voeg er nog bij flatdie kogeltjes niet grooter zijn flan kogel no . 4 en flat ertien in een gewone geweerkamer gaan ."

„Welnu, mijnheer, onder deze omstandigheden wil ikgeen opmerkingen meer maken . Ik neem mijn geweerter hand en zal u volgen ."

Kapitein Nemo bracht mij naar het achterschip . Toenwij de but van Ned Land en Koenraad voorbij kwamen,verzocht ik mijn makkers zich bij mij aan to sluiten .Daarna kwamen we in een but aan bakboordzijde,dicht bij de machinekamer, waar wij ons jachtcostuumzouden aantrekken.

Page 125: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ZESTIENDE HOOFDSTUK .

Een wandeling onder water .

De but waarin wij ons thans bevonden, konbeschouwd worden als de kleedkamer en het arsenaalvan de Nautilus . Aan de muren hing een dozijn duikers-pakken die op de wandelaars schenen to wachten .

Toen Ned Land ze zag, toonde hij zijn weerzin, eenflier costuums aan to trekken .

„Maar mijn beste Ned," zei ik, „de bosschen vanCrespo bevinden zich op den bodem van den oceaan ."

„Dat kan best zijn," antwoordde de teleurgesteldeharpoenier, die zijn hoop op versch wildbraad in rookzag verdwijnen, „maar wat mij betreft, steek ik geenvinger in die kleeren, ten minste, indien men er mijniet toe dwingt ."„Niemand zal u dwingen, vriend Land," merkte

kapitein Nemo op .„En zal Koenraad het wagen?" vroeg de Canadees .„Ik volg mijnheer, waar hij ook gaat," antwoordde

mijn trouwe bediende .Op bevel van den kapitein kwamen twee leden van

de bemanning, om ons bij het aantrekken der duikers-pakken behulpzaam to zijn . Het waren gummi-kleeren,zonder eenige naad en zoo vervaardigd, flat zij aan eensterke drukking konden weerstand bieden . Buffs enbroek vormden een geheel en de broek ging over inzware schoenen met dikke, looden zolen . De buffs wasgevoerd met koperen banden, teneinde de ademhalingvrij to houden ; de mouwen eindigden in gummi-hand-

Page 126: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

124

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

schoenen, die aan de bewegingen der hand de grootstmogelijke vrijheid lieten .

Weldra waren de kapitein, een zijner matrozeneen snort Hercules, die over een geweldige lichaams-kracht moest beschikken, Koenraad en ik, geheelgekleed. Voordat wij de koperen helmen zouden opzet-ten, vroeg ik den kapitein verlof, de geweren to mogennazien. Een der matrozen gal mij daarop een geweermet stalen kolf, geheel hol en vrij groot . Dit was hetreservoir voor de samengeperste lucht, die door eenklep in den loop kon gedrongen worden . In de kolfbeyond zich een doosje met een twintig kogels, dieeveneens door een veer in den loop werden gebracht.

„Het is een in alle opzichten prachtig wapen, kapi-tein. Maar hoe komen wij in zee?"„De Nautilus ligt op het oogenblik tien meter onder

de opperviakte, professor ; wij behoeven slechts togaan ."

„Maar hoe komen wij er uit?"„Dat zult ge zien ."Nemo zette zijn helm op, welk voorbeeld door Koen-

raad en mij gevolgd wend . Wij hoorden nog, hoe deCanadees ons spottend veel jachtheil wenschte .

Toen ik de helm had opgezet, begon het ademhalings-toestel onmiddellijk en voortreffelijk to werken . Ik stondgereed om to vertrekken, maar door de buitensporigzware schoenen was het mij onmogelijk een stag todoen. Met deze mogelijkheid was rekening gehouden enik voelde mij naar een klein vertrek naast de kleed-kamer duwen. Een met sluitstukken voorziene deurwerd achter ons dicht gedaan en het volgend oogenblikbevonden we ons in volslagen duisternis . Na enkeleminuten vernam ik een schel gefluit en voelde iets knurlstangs mijn beenen naar boven stijgen, lk begreep, datmen door een kraan het zeewater liet binnendringen enweldra was het vertrek er geheel merle gevuld . Daatna

Page 127: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

125

werd een tweede deur geopend ; een schemerlicht omgafoils en enkele oogenblikken later stonden wij op denbodem der zee .

De kapitein opende den stoet, terwijl deze door zijnmatrons gesloten werd ; Koenraad en ik bleven dicht bijelkaar. Tot op deze diepte, ongeveer tien meter onderden waterspiegel, drongen de zonnestralen nog gemak-kelijk door; ik was in staat voorwerpen to onderschei-den, die honderd meter van ons verwijderd waren ;hetgeen verder lag, vervaagde in ultramarijne kleuren,terwijl daar achter slechts een ondoorschijnend blauwhing, dat op zijn beurt overging in volslagen duisternis .En inderdaad, het mij omringende water was slechtseen snort lucht, weliswaar dichter dan de aardschedampkring, dock even doorschijnend . Boven mij zag ikde kalme oppervlakte der zee .

Wij gingen over een bodem van fijn zand, waaringeen rimpels waren, zooals men dat op het strand zieten hetgeen een gevolg is der branding . De sneeuwwittegrond weerkaatste met verwonderlijke helderheid hetlicht der zonnestralen. Vandaar het krachtige licht, datin alle deelen der zee doordringt. lk weet niet, of menmij zal gelooven, maar ik verzeker, dat ik op tien meterdiepte even holder zag als in hot voile daglicht .

Gedurende een kwartier liepen we over hot blinkendezand, dat met ontelbare kleine schelpjes bezaaid was .Langzamerhand verdween de Nautilus uit hot gezicht,maar als hot donkey werd, dan zou de machtige elec-trische scheepslantaarn ons wel den weg naar boordterug wijzen .

Toen ik eenigszins aan mijn omgeving gewend was,begon ik eenige voorwerpen to onderscheiden, wiervormen mij tot nu toe niet duidelijk waren geweest .Rouen, zeeplanten, weekdieren, kortom, de geheeleonderzeesche fauna en flora in haar schoonste gedaante .En welk een rijkdom van kleuren! Het scheen wel, alsof

Page 128: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

126

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

hier de grootste kunstschilders bezig waren geweest,om uiting to geven aan hun schoonheidsdrang .

Zoo liepen we ongeveer anderhalf uur voort . Aan denloodrechten stand der zonnestralen bemerkte ik, dat hetmiddag moest zijn . Op dit oogenblik daalde de bodemvrij snel ; het wondervolle kleurenspel verdween lang-zamerhand en het licht verminderde sterk . Wij bereikteneen diepte van honderd meter en liepen onder eendrukking van tien atmosferen .Op den helderen glans der zonnestralen was een

rossige schemering gevolgd ; toch zagen we nog vol-doende, om verder to kunnen gaan en het was nog nietnoodig onze lampen in werking to stellen .

Kapitein Nemo stond stil . Hij wachtte totdat ik bijhem was en wees mij met den vinger een donkeremassa die uit de schemering opdook .

„Dat is het bosch van het eiland Crespo," dacht iken ik vergiste mij niet .

Page 129: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.

Het onderzeesche wood .

Eindelijk hadden wij den rand van het woud bereiktdat zeker een der schoonste was van het uitgestrektedomein van kapitein Nemo . Hij beschouwde het als zijneigendom evenals de eerste menschen in den eerstentijd na de schepping alles als hun eigendom beschouw-den. Buitendien, wie zou hem het bezit van dit onder-zeesch gebied betwist hebben? Welke andere pionnierzou, even stoutmoedig als hij, het sombere woud metden bijl in de hand ontgonnen hebben?

Het woud bestond uit enorme heesters, wier standder takken mijn bijzondere belangstelling wakker riep .Waarlijk, zooiets had ik nog nooit aanschouwd .Geen enkele der grassoorten die den bodem bedek-

ten, geen der takken die aan de struiken groeiden, wasbochtig of krom, of had een horizontals richting . Allenrees lijnrecht naar de oppervlakte der zee ; alle plantenwezen kaarsrecht omhoog. Zeewier en net groeidenlijnrecht naar boven en als ik ze met de hand ter zijdeduwde, hernamen ze onmiddellijk weer hun loodrechtenstand. Het scheen hier waarlijk het rijk der rechtstan-digheid to zijn .Ik raakte weldra gewend aan dien zonderlingen

stand, evenals aan de betrekkelijke duisternis die onsomringde. De grond was met scherpe steenen bezaaiddie we moeilijk konden vermijden . De onderzeescheplantengroei scheen mij hier vrij volledig to zijn enzelfs rijker dan zij in de noordelijke of keerkringsstre-ken is. Gedurende enkele minuten verwarde ik plantenen dieren, en wie zou dat niet gedaan hebben in een

Page 130: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

128

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

omgeving, waar flora en fauna elkaar zoo nabij komen?Ik bemerkte, dat de planten slechts even aan de

oppervlakte van den bodem gehecht waren ; zonderwortels, bijna niet samenhangend met bet harde lichaamdat haar steunt, vragen zij aan zand, steep, schelp ofhoorn slechts een steunpunt en geen levenskracht ; dieplanten groeien uit zich zelf, gevoed door bet water dathen omgeeft. De meeste planten hadden langwerpigestelen van grilligen vorm en weinig kleurschakeering ;n .l . rozenrood, karmijn, groen en olijfkleurig. Ik wit ernog op wijzen, dat we op den bodem der zee degrootste verscheidenheid van varens aantroffen .Tegen een uur gaf de kapitein bet teeken om to

rusten. Ik was er zeer mee in mijn schik en strekte mijuit onder een dichtbegroeide heesterplant . Jammergenoeg konden wij gedurende deze rust niet met elkaarpraten, maar toen ik Koenraad even aanzag, bemerkteik aan zijn glinsterende oogen en de matte fratsen diehij in zijn koperen helm trok, dat de brave jongen evenopgetogen was over deze prachtige wandeling als ik .

Na een wandeling van vier uur, verwonderde ik mijer over, nog geen honger to gevoelen, dock in plaatsdaarvan had ik een bijna onbedwingbare lust tot slapen .Het duurde dap ook niet tang, of ik lag in diepe rust .

Hoe tang ik bleef slapen, weet ik niet met zekerheidto zeggen, maar toen ik weer ontwaakte, kwam bet mijvoor, alsof de zon dalende was. Kapitein Nemo wasreeds opgestaan en ik was juist bezig mij een weiniguit to rekken, toen een vreemde verschijning mij eens-klaps overeind deed springen .

Op een paar meter afstand stond een monsterachtigezeespin, die mij met haar loensche oogen aankeek,gereed om op mij toe to springen. Hoewel mijn kleerendik genoeg waren om mij tegen een beet van flit flierto beschermen, kon ik een gebaar van afgrijzen nietonderdrukken . Op flat oogenblik ontwaakten ook Koen-

Page 131: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 Mijien Qnder Zee.

Op een paar meter afstand stond een monsterachtige zeespin .

Page 132: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

130

20.00 MIJLEN ONDER ZEE

raad en de matrons . Kapitein Nemo wees slechts naarhet monster en een minuut later had de reusachtigezeeman het met een geweldigen slag van zijn geweergeveld.

Deze ontmoeting wekte de gedachte bij mij op dat iknog wel vreeselijker dieren zou tegen komen, dierenwaartegen mijn duikerspak mij niet altijd zou kunnenbeschermen . Dus besloot ik op mijn hoede to zijn . Toende monster-spin goed en wel flood aan onze voeten lag,werd de tocht voortgezet .

Nog steeds helde de bodem ; tegen drie uur bereiktenwij een nauwe vallei, tusschen twee steile rotswandengelegen. We bevonden ons toen op 150 meter diepte,d.w.z. 90 meter dieper flan de mensch ooit bij een diep-zee onderzoek geweest was . De kapitein schakelde zijnelectrische lamp in, welk voorbeeld door den matrons,Koenraad en mij gevolgd werd. Door een knopje aanhet toestel om to draaien, maakte ik contact tusschenden klos en de glazen buffs, en de zee werd door onzevier lantaarns in een omtrek van 25 meter fielderverlicht .

Steeds dieper drongen wij in het sombere wood voor-waarts. Langzamerhand verminderde de plantengroei .Hier deed zich echter het eigenaardige verschijnsel voor,flat het plantenrijk eerder ophield dan het dierenrijk,want daar, waar geen enkel spoor meer was van plant-aardig leven, wemelde het nog van allerlei soortendieren .

Het was ongeveer vier uur, toen wij het einde vandezen merkwaardigen tocht bereikten . Vlak voor onsverhief zich een machtige rotsketen van graniet . Ik zagonmiddellijk, flat hier geen enkele plaats was om dezerotsen to bestijgen. Het waren de grondvesten van heteiland Crespo ; hier was dus land . Met een handgebaarduidde de kapitein ons aan, flat hij niet verder wenschteto gaan, en dus werd de terugtocht begonnen .

Page 133: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

131

1k meende op to merken, dat wij niet denzelf den weginsloegen als voorheen . Deze nieuwe weg, die tamelijksteil en daardoor zeer moeilijk was, bracht ons spoe-diger naar de oppervlakte der zee . Het stijgen wasechter niet zoo snel, dat de waterdruk daardoor plotse-ling verminderde, waaruit antlers nadeelige gevolgenvoor onze gezondheid zouden zijn ontstaan, zooals ditvaak bij duikers het geval is . Het daglicht verscheenweer en werd sterker, maar daar de zon ter kimmedaalde, schitterden de ons omringende voorwerpenopnieuw door de straalbreking in de schoonste kleu-renpracht .

Ongeveer tien meter onder de oppervlakte kwamenwij door een zwerm visschen van allerlei snort, tal-rijker dan de vogels in de lucht en tevens veel beweeg-lijker. Tot nu toe hadden we echter geen enkel stukwaterwild ontmoet dat de moeite van een schot waardwas. Maar plotseling zag ik den kapitein zijn geweerin aanslag brengen en op een voorwerp mikken dat zichtusschen de planten voortbewoog. Het schot ging af,ik hoorde een sissend geluid en als door den bliksemgetroffen, vie! op eenige passen voor ons een dier neer .

Het was een prachtige zeeotter, het eenige viervoetigedier dat zich uitsluitend in zee ophoudt . Zijn huid, dievan boven kastanjebruin en aan den onderkant zilver-kleurig was, zou een zeer gewild handelsartikel op deRussische of Chineesche huidenmarkten geweest zijn .Ik schatte deze huid op minstens 2000 francs . Ditkostbare, vleeschetende dier, van ongeveer anderhalvemeter lengte, wordt door de visschers zeer gezocht ; hetheeft een toevlucht gevonden in het noordelijk gedeeltevan den Grooten Oceaan, en de tijd is waarschijnlijkniet meer ver, dat zijn ras geheel zal uitsterven .

De matrons nam het gedoode dier op de schoudersen we begaven ons weer op weg .

Page 134: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

132

20.000 MIJLEN DNDER ZEE

Gedurende een uur gingen wij over een zandvlakte,die of en toe de oppervlakte der zee tot op 2 meternaderde. Ik zag das boven onze hoofden ons eigenbeeld, maar natuurlijk onderste boven ; het leek eentroep menschen, die onze bewegingen nauwkeurignabootsten, maar die met het hoofd omlaag en debeenen in de lucht voorwaarts gingen .

Af en toe bemerkte ik het voorbijschieten van grootevogels die over het watervlak scheerden . En bij diegelegenheid was ik getuige van een der prachtigsteschoten, die ooit een jagershart hebben does kloppen .

Een groote vogel met breede vlucht dreef voor denwind op ons toe. De matrons van kapitein Nemo namhet flier onder schot en drukte of toes het zich nogslechts enkele meters boven de zeeoppervlakte beyond .Als door den bliksem getroffen stortte het beest omlaagen zijn val bracht het juist voor de voeten van denbehendigen schutter, die zich onmiddellijk van zijn buitmeester maakte . Het was een der schoonste albatrossesdie ik ooit aanschouwd had .

Dit voorval had onze tocht slechts weinig vertraagd .Door het ons omringende zeegras vie! het loopen mijmet iedere schrede moeilijker en ik was reeds aan heteind mijner krachten, toes ik op ongeveer een halvemijl afstand een vage schijn waarnam, die het waterflauw verlichtte . Binnen twintig minutes moesten weaan boord terug zijn en ik verlangde er reeds naar,ruim to kunnen ademhalen, daar het mij toescheen, alsofde voorraad zuurstof in mijn reservoir sterk aan hetverminderen was. Doch ik rekende buiten een ontmoe-ting die onze aankomst een weinig vertraagde .Ik was ongeveer twintig meter achtergebleven, toes

ik kapitein Nemo plotseling op mij zag toe snellen . Metzijn krachtige hand drukte hij mij tegen den grond,evenals het de matrons aan mijn bediende deed. Heteerste oogenblik moist ik niet, moat ik van dezen plotse-

Page 135: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

133

lingen overval moest denken, maar weldra voelde ikmij weer gerustgesteld, then ik zag, dat ook de kapi-tein naast mij ging liggen en zich onbeweeglijk stil hield .

lk lag dus juist op een bosje zeegras, then ik eensomhoog keek, en eenige reusachtige gedaanten, die eenphosphorlicht uitstraalden, over ons zag heen gaan .

Het bloed stolde mij van schrik in de aderen : in demonsterachtige gedaanten had ik een paar enormehaaien herkend . Het waren vreeselijke zeedieren meternorme staarten en doffe, glazige oogen . Deze hyena'svan de zee zijn in staat, een mensch met een enkelenbeet van hun geweldige kaken to verpletteren .Ik weet niet of Koenraad bezig was, ze in een

bepaalde klasse to rangschikken, maar wat mij betreft,sidderde ik over alle ledematen bij het zien dezerafgrijselijke dieren .Gelukkig zijn deze vraatzuchtige dieren zeer slecht

van gezicht. Zij zwommen over ons heen zonder onsto zien, waarbij ze met hun zwemvliezen rakelings overons heen gingen . Als door een wonder ontsnapten wijaan een ontmoeting, welke veel gevaarlijker had kun-nen zijn dan die met een tijger in het wood .

Door haar electrisch licht geleid, bereikten we een halfuur later de Nautilus . De buitendeur was opengebleven,en werd door kapitein Nemo gesloten, then we wederomin de eerste cel stonden . Vervolgens drukte hij op eenknop. 1k hoorde de werking der scheepspompen ; ikvoelde het water dat mij omgaf, wegstroomen en enkeleoogenblikkeniater stonden we op den drogen vloer vanhet vertrek . De binnendeur werd geopend, en wetraden de kleedkamer binnen .

Daar werden we, niet zonder eenige moeite, van onzeduikerspakken ontdaan en flood op van moeheid enslaap, bereikte ik mijn hut, nog geheel in ve°rukkingover den buitengewonen tocht in de diepte van denoceaan .

Page 136: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

ACHTTIENDE HOOFDSTUK .

Vier duizend mijlen onder den St/lien Oceaan .

Den volgenden dag, 18 November, was ik van mijnvermoeidheid geheel hersteld en besteeg het platvormvan de Nautilus, juist op het oogenblik dat de stuurmanzijn dagelijksche formule uitsprak . Ik verbeeldde mij,dat deze volzin wel eens betrekking kon hebben opden toestand der zee, en dat het beteekende : „Er isniets in zicht ."

De uitgestrekte zee was dan ook inderdaad geheelverlaten ; er was geen enkel zeil aan den horizon to zien .Gedurende den nacht hadden wij het eiland Crespobereikt. De zee had een helder blauwe kleur aange-nomen en een zachte defining teekende haar met regel-matige rimpels . In bewondering verzonken, keek ik naardit heerlijk schouwspel, toen de kapitein verscheen . Hijscheen mijn tegenwoordigheid niet op to merken enbegon met zijn zeevaartkundige waarnemingen. Toenhij daarmede klaar was, ging hij tegen den uitkijktorenleunen en staarde over de zee .

Intusschen waren een twintigtal matrozen op hetplat gekomen en haalden de netten in, die men gedu-rende den nacht had uitgeworpen. De bemanning vande Nautilus bestond uit zeelieden van verschillendenationaliteit, dock blijkbaar waren alien van Euro-peesche afkomst. Aan hun uiterlijk herkende ik onmid-dellijk eenige Ieren, Franschen, Russen en Grieken . Zijspraken echter zeer weinig, en wanneer dit nog eensvoorkwam, dan bedienden zij zich van die vreemde taal,waarvan ik den oorsprong zelfs niet kon raden ; ik gaf

Page 137: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

135

dus, voorloopig althans, mijn plannen op, hen to onder-vragen .

De netten werden ingehaald . Zij waren boordevolmet alle mogelijke visch- en planten-soorten en nubegreep ik tevens, hoe het mogelijk was, dat de Nautilusvoortdurend versch voedsel aan boord had .

Toen de vischvangst afgeloopen was en men de luchtin het vaartuig had ververscht, dacht ik, dat de Nautilushaar tocht weer onder de oppervlakte der zee zouvoortzetten en ik maakte mij al gereed naar mijn butterug to keeren, toen de kapitein tot me zei :

„Zie den oceaan eens, professor ; is hij niet werkelijkmet leven bezield? Kan hij niet toornig en teeder zijn?

Gisteren is de zee, evenals wij, ingeslapen, en nuwordt zij na een kalmen nacht, weer wakker ."

Hij had mij zelfs geen goeden morgen gewenscht .Men zou gezegd hebben, dat deze zonderlinge man eenreeds begonnen gesprek met mij voortzette .

„Zie de zee, zij ontwaakt onder de koesterende stra-len der zon . Zij gaat haar dagelijksch bestaan weerherleven . De studie van het zee-leven is wel een derschoonste en meest belangwekkende, die ik ken . Zijbezit een polsslag en ademt, en ik geef den geleerdenMaury gelijk, die er een beweging in heeft ontdekt,welke hij vergelijkt met den bloedsomloop der dieren ."

De kapitein verwachtte zeker geen antwoord van mijen het leek mij dan ook nutteloos, een nietszeggendeopmerking als „juist" „waarlijk" of iets dergelijks tomaken .

„Ja," vervolgde hij . „De oceaan is een der schoonsteproducten der schepping . De uitdamping, die in denoordelijke streken niet voorkomt, en in den omtrekvan den evenaar veelvuldig plaats vindt, brengt eenaanhoudende wisseling to weeg tusschen de waterenaan den keerkring en aan de polen . Bovendien heb ikapwaartsche stroomingen ontdekt, die de ware adem-

Page 138: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

186

20.000 M1JLEN ONDER ZEE

haling zijn van den oceaan . Ik heb opgemerkt, dat elkwaterdeeltje aan de oppervlakte verwarmd wordt, weernaar de diepte zakt, zijn hoogste graad van dichtheidtwee grades onder nul bereikt, daarna verder afkoelt,lichter wordt en weer naar de oppervlakte stijgt . Aande poles is het gevolg van dit verschijnsel merkbaar,en daarom begrijpt gij, waarom door de wetten dernatuurkunde, de bevriezing niet antlers kan plaats heb-ben das aan de oppervlakte der zee ."

Terwijl de kapitein deze woorden sprak, dacht ikbij me zelf :„De pool! Zou deze zonderlinge man ons naar de

pool willen brengen?"De kapitein zweeg en bleef in gedachten verzonken

naar de zee stares .Na enkele minutes vervolgde hij :„Men beweert, dat het zout in aanzienlijke hoeveel-

heid in de zee voorkomt, professor ; indien u er alleskon uithalen, wat daarin is opgelost, das zou u eenmassa van 288 millioen kubieke kilometer hebben, dieover de geheele aarde uitgestrooid, een laag van meerdas 10 meter dikte zou vormen . En geloof niet, dat deaanwezigheid van zout een speling der natuur is ; seen,seen! Door het zout verdampt het zeewater niet zoolicht en de wind kan daardoor een minder groote hoe-veelheid dampen er van opjagen, welke, indien zijopgelost wares, de gematigde luchtstreken zoudenoverstroomen . Het zout speelt dus de rol van bestuurderin de algemeene huishouding der aarde!"

De kapitein zweeg een oogenblik, liep eenige passesheen en weer en vervolgde :

„Wat de infusiediertjes betreft, die bij millioenen ineen enkelen waterdroppel voorkomen en waarvan er800.000 slechts een milligram wegen, kan ik u zeggen,dat hun rol niet minder belangrijk is. Zij semen hetzeezout in zich op, verzamelen als het ware de vaste

Page 139: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

137

bestanddeelen van het water en worden daardoor dewezenlijke bouwmeesters van den kalkgrond . Zij makenkoralen en zeesterren . En als de waterdroppel dan opdeze wijze van zijn vaste bestanddeelen ontdaan is, danstijgt hij weer naar de oppervlakte, neemt daar weerzout tot zich, dat na uitdamping van het water achter-blijft . Vervolgens wordt hij weer zwaarder, zakt enbrengt voor de infusiediertjes weer versch voedsel . Van-daar een voortdurend op en neer gaande stroom, altijdbeweging, altijd leven ! Een veel krachtiger en onbe-perkter leven dan op het land, een leven, dat vooral inden oceaan tot vollen bloei komt ; deze oceaan, die,zooals men zegt, voor den mensch het element desfloods is, maar voor millioenen diertjes en voor mij hetleven beteekent ."

Aldus sprekende, teekende zich een diepe ontroeringop het gelaat van kapitein Nemo .

„De oceaan is het ware leven!" vervolgde hij . „Hetzou mijn Broom, mijn ideaal zijn, eens nog zeestedento mogen bouwen, verzamelingen van onderzeeschehuizen, die, evenals mijn schip, iederen morgen aan deoppervlakte der zee zich van versche lucht zoudenvoorzien ; vrije, onafhankelijke steden, zooals men zenergens op aarde vindt!"

En na een korte pauze :„weet gij hoe diep de oceaan is?"„Ik weet ongeveer, wat de voornaamste peilingen ons

geleerd hebben ."„Kunt ge mij die opnoemen, opdat ik ze desnoods

kan controleeren?"„welnu, hier zijn er alvast eenige, die me joist to

binnen schieten," antwoordde ik . „Indien ik me nietvergis, heeft men in het noorden van den AtlantischenOceaan een gemiddelde diepte gevonden van 8200 meteren van 2500 meter in de Middellandsche Zee . De merk-waardigste peilingen deed men in het zuidelijk gedeeltc

Page 140: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

13$

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

van den Atlantischen Oceaan, bij den 35en breedte-graad ; daar vond men de grootste diepte van 15149meter. Men berekent dus, dat, indien de bodem van denoceaan gelijk werd gemaakt, zijn gemiddelde diepteongeveer 7000 meter zou bedragen ."

„Uitstekend, professor," antwoordde kapitein Nemo,„dock wij zullen u jets beters toonen . Wat de gemid-delde diepte van dit gedeelte der stille Zuidzee betreft,kan ik u zeggen, dat deze slechts 4000 meter bedraagt ."

Hierop verdween de kapitein door het luik, ik volgdehem en trail den salon binnen . De schroef trail in wer-king en enkele oogenblikken later had het vaartuig eensnelheid van 20 K .M. per uur .

In de daarop volgende weken zag ik kapitein Nemoslechts zeer zelden .Zijn eerste stuurman toonde mij op de kaarten den

weg, dien de Nautilus volgde .Koenraad en Land brachten een groot deel van den

tijd met mij door . Mijn vriend had den Canadees won-deren verteld van onze wandeling en deze betreurde hetflu, dat hij ons niet vergezeld had . Maar ik hoopte, datde gelegenheid zich nog eens zou voordoen, om dieonderzeesche wouden to bezoeken .

Dagelijks werden gedurende eenige uren de wandender zaal geopend en genoten wij van het heerlijkeschouwspel dat de diepzee ons bond .

Over het algemeen hield de Nautilus op Z.-O . aanen bleef op een gemiddelde diepte van 200 a 250 meter .Op zekeren dag dook het schip echter tot op 2000 meterdiepte. De thermometer wees een temperatuur aan van4°25' Celcius, welke temperatuur op deze diepte opalle breedtegraden gelijk schijnt to zijn .

Tegen drie uur in den morgen van 26 November, pas-seerde de Nautilus den kreeftskeerkring op 172° W .L .Den volgenden dag kregen we de Sandwich-eilandenin 't zicht, waar de ontdekkingsreiziger Cook op

Page 141: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

139

14 Februari 1779 vermoord wend . We waren op datoogenblik bijna 20 .000 kilometer verwijderd van deplek, waar onze refs begonnen was . Toen ik 's morgensop het platvorm kwam, zag ik Hawai, het voornaamsteder zeven eilanden, waaruit deze archipel bestaat . Dui-delijk kon ik de weelderige plantengroei aan de kustonderscheiden .De boot bleef de Z.-0 . richting houden, en kwam

den l en December op 142° W.L, over den evenaar ;drie dagen later zagen wij, na een zeer snelle vaart, deMarkiezen eilanden . Op 8°57' Z.B. en 139°32' W .L. zagik de Sint Maartenspiek van Nouka-Hiva, het voor-naamste eiland van den aan Frankrijk behoorendenarchipel . 1k zag de begroeide berghellingen slechts vanuit de verte, daar kapitein Nemo geen lust had, landaan to doen .

Na deze schoone eilanden, die onder bescherming derFransche vlag staan, achter ons to hebben gelaten, legdede Nautilus van 4 tot 11 December een weg of vantwee duizend mijl . Deze vaart werd gekenmerkt dooreen ontmoeting met een onnoemlijk aantal inktvisschen .Deze dieren waren reeds in de oudheid bekend envormden er een onderwerp van diepgaande studie .

Den 11 den December zat ik in den salon to lezen,Koenraad en Ned Land keken door het venster naar hetelectrisch verlichte water ; de Nautilus lag onbeweeg-lijk stil . De reservoirs waren geheel gevuld, zoodat hetschip een diepte bereikt had van 1000 meter, een diepte,waar men slechts weinig visschen vindt, daar deze zichmeestal in hoogere regionen ophouden . Plotseling werdik door Koenraad in mijn lectuur gestoord .„Wil mijnheer eens een oogenblik hier komen?"

vroeg hij op zonderlingen toon .„Wat is er aan de hand, Koen?"„Wil mijnheer maar eens komen kijken?"1k stond op, liep naar het venster en keek .

Page 142: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

140

20.000 MIJLEN 4NDER ZEE

Midden in het electrisch licht hing een enorme zwartemassa in het water. In de veronderstelling, dat het eenof antler vreemd zeemonster was, keek ik aandachtigtoe. Maar plotseling kwam er een zonderlinge gedachtebij mij op :

„Een schip!" riep ik uit .„Ja," zei Ned Land ; „een ontredderd schip, dat recht-

standig gezonken is ."De harpoenier vergiste zich niet . We zagen het wrak

van een schip voor ons, waarvan het gescheurd wanter nog bij hing . De romp scheen nog in goeden staatto verkeeren en de schipbreuk slechts eenige uren tovoren to hebben plaats gehad . Uit de Jigging van hetschip kon men opmaken, dat het plotseling naar bak-boordzijde was overgeslagen, nadat zijn masten doorden storm waren afgeknapt .

Wat den treurigen aanblik van het vaartuig nog ver-hoogde, was het gezicht van eenige lijken, die op hetdek met touwen vastgesjord lagen . Ik telde er vijf, --vier mannen, waarvan een nog aan het roer stond,en een vrouw, half uit de kajuitstrap komende en haarkindje in de hand houdende . De vrouw scheen nog jongto zijn. Bij het licht der electrische lantaarns van deNautilus kon ik duidelijk haar trekken onderscheiden .In een bovenmenschelijke laatste inspanning had zij haarkindje opgeheven, terwijl de arme kleine de armpjeskrampachtig om den hals van zijn moeder hieldgeslagen .

De houding der matrozen was nog afgrijselijker ; hungelaatstrekken waren in doodsstrijd verwrongen. Alleende stuurman zag er wat kalmer uit ; de grijze warenzaten hem tegen de slapen geplakt en met de hand aanhet roer geklemd, scheen hij zijn oude driemaster nogdoor de diepten van den oceaan to willen sturen .Welk een vreeselijk schouwspel! Wij waren stom

van ontzetting ; onze harten klopten hoorbaar bij

Page 143: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

141

het zien van deze schipbreuk, die als het ware in haarlaatste oogenblik gefotografeerd was .

Reeds zag ik een paar monsterachtige haaien metvurige oogen naderen, waarschijnlijk aangelokt doorde lekkernij van het menschenvleesch .De Nautilus draaide bij, voer eenige malen om het

wrak heen en ik kreeg daardoor gelegenheid op denspiegel van het verongelukte schip zijn naam en thuis-haven to lezen

FLORIDA .SUNDERLAND .

Page 144: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

NEGENTIENDE HOOFDSTUK .

Vanikoro.

Dit vreeselijk schouwspel opende de rij van een aantalzeerampen waarvan de Nautilus op haar wag getuigezou zijn . Sedert wij in maar bevaren zeean kwamen,zagen wij dikwijls wrakken van schepen die reeds instaat van verrotting waxen overgegaan en diaper op denbodem ontdekten wij kanonnen, kogels, ankers, kettin-gen en duizenden andere voorwerpen, die door roastverteerd warden .

Altijd voortgedreven in de Nautilus, waarin we alskluizenaars leefden, kregen wij den lien December dePomotu-eilanden in hat zicht, die zich over een lengtevan 200 kilometer in O .Z .O. naar W .N .W, richtinguitstrekken tusschen 23° 50' en 13° 30' Z.B ., en 125° 30'en 151° 30' W.L. Door hat werk van poliepen wordendeze eilanden langzaam maar zeker opgeheven en zullenwaarschijnlijk eens met elkaar verbonden worden . Danzal dit nieuwe eiland vastgroeien aan den naburigenarchipel en zoo zal er een nieuw vastland ontstaan, datzich van Nieuw-Zealand en Nieuw-Caledonia tot aande Markiezen-eilanden uitstrekt .Toen ik deze stalling eens tegenover kapitein Nemo

wilde verdedigen, merkte deze koeltjes op :„Hat zijn geen nieuwe landen die de aarde noodig

heeft, maar wel nieuwe menschen ."Het toeval had de Nautilus juist bij hat eiland Cler-

mont-Tonnerre gebracht, een der zonderlingste eilandendezer groep, die in 1822 door kapitein Bell ontdekt ward .

Page 145: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

143

Het zou me thans mogelijk zijn de koralen to bestu-deeren, waaraan deze eilanden bun ontstaan to dankenhebben .

Het eiland Clermont-Tonnerre op eenige kabellengtennaderende, bewonderde ik dit reuzenwerk dat doormicroscopisch kleine diertjes tot stand was gebracht ;ik kon de vreemdsoortige rotsmuren van nabij aan-schouwen, want onmiddellijk er naast peilden we eendiepte van meer das 300 meter .Toen Koenraad mij vroeg hoe lang het wel duurde

eer zulke rotsen tot stand kwamen, verbaasde hij er zichover dat, volgens de opgaven van geleerden die hetweten kunnen, deze rotsen slechts 8 c .M, in de 100 j aargroelen .„Om deze muren to vormen wares er dus . . ."„Ongeveer 192.000 jaren noodig, m'n jongen, waar-

door de bijbelsche tijdrekening wet in een eenigszinsvreemd daglicht komt to staan .

Toen de Nautilus weer aan de oppervlakte kwam, konik het boschrijke eiland in zijn geheeten omvang over-zien. De kale koraalrotsen zijn waarschijntijk doorstormen vruchtbaar gemaakt. Een of ander planten-zaadje werd door den wind op zekeren dag op de naaktekalkrots neergeworpen, ontkiemde, groeide en bloeideen gaf het aanzi j n aan een der weelderigste flora's dertropes. Schildpadden kwamen hun eieren leggen envogels nestelden zich in de jonge boomen . Zoo ontwik-kelde zich het teven en door de vruchtbaarheid aange-trokken, kwam de mensch. Op deze wijze bouwenonzichtbare diertjes prachtige eilanden .Tegen den avond verdween Clermont-Tonnerre in de

verte en de richting van de Nautilus veranderde duide-lijk waarneembaar . Na op 135° even den Steenbokskeer-kring to hebben aangedaan, wendde het schip zich naarhet W.N.W. Hoewet de kracht der zonnestralen tame-lijk sterk was, hadden wij daarvan niet veet last, daar

Page 146: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

144

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

de temperatuur op een diepte van 30 a 40 meter onderwater zelden boven de tien graden Celsius stijgt .

Op 15 December lieten wij den prachtigen archipelder Gezelschapseilanden en het schoone Taiti, de konin-gin der Stille Zuidzee, oostwaarts liggen . In deze stre-ken vingen wij dagelijks de heerlijkste visschen .

~De Nautilus had 800 mijlen afgelegd. Wij passeerdenden Tonga-Tabou archipel waar de Argo, de Port auPrince en de Duke o f Portland schipbreuk hadden gele-den. Vervolgens kwamen wij Tangs de Schippers-eilan-den, waar kapitein de Langle, de vriend van La Perouse,vermoord werd . Daarna koersten wij Tangs de Viti-eilanden, waar de kannibalen de matrozen van de Unionen kapitein Bureau van de Aimable Josephine meedoo-genloos afslachtten .

Deze archipel, welke zich in noord-zuidelijke richtingover een lengte van 400 en in host-westelijke richtingover een breedte van 300 kilometer uitstrekt, ligt tus-schen 6° en 2° Z .B . en 174° en 179° W .L. Hij bestaat uiteen groot aantal eilandjes en klippen, waarvan de Viti-Lewoe en de Vanoea Lewoe eilanden de voornaamstezljn .

Op 25 December voer de Nautilus tusschen de NieuweHebriden door, welke in 1606 door Quiros ontdektwerden .

Het was then dag Kerstmis en het kwam mij voor datNed Land het zeer betreurde ; het bij de Engelschen zoogeliefde Kerstfeest niet in den huiselijken kring to kun-nen doorbrengen .

Sedert 8 dagen had ik kapitein Nemo niet gezien,then hij den 27en December 's morgens in den salonkwam. Hij naderde mij als iemand then ik nog geenvijf minuten to voren gesproken had, wees met denvinger op de landkaart, die ik juist voor mij had uit-gespreid en zei slechts een woord ;

„Vanikoro ."

Page 147: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

145

Het was de naam van het eiland waar de schepenvan La Perouse vergaan waren . Ik stond plotseling op .

„Voert gij ons naar Vanikoro, kapitein?"„Ja, professor ."„Zal ik dan de eilanden kunnen bezoeken waar de

Boussole en de Astrolabe to gronde gingen?"„Indien u dat wenscht, ja, mijnheer."„Wanneer zullen we er zijn?",,We zijn er al, professor," was het lakonieke antwoord .Gevolgd door den kapitein begaf ik mij naar het

platvorm en met nieuwsgierige blikken staarde ik naarden horizont .

In het noordoosten zag ik twee vulkanische eilandenvan ongelijke grootte, omringd door een koraalrif dateen omtrek had van veertig kilometer . Wij lagen voor heteiland Vanikoro, dat Dumont d'Urville den naam gafvan Onderzoek-eiland. Het geheele eiland, de bergtoppeninbegrepen, scheen met groen bedekt to zijn . In hetmidden verhief zich de 950 meter hooge Kapogoberg .Toen de Nautilus de haven door een zeer nauwe ope-

ning in den buitensten rotswand bereikt had, vonden weeen binnen-branding van dertig tot veertig vademendiepte. Onder de dichte schaduw der groene palm-boo-men stonden een dozijn wilden, die hoogelijk verbaasdschenen over onze komst . Waren ze misschien in deveronderstelling dat het lange zwarte voorwerp, het-welk ternauwernood boven den waterspiegel uitstak,een vreeselijk zeemonster was, waarvoor zij op hunhoede moesten zijn?"

Kapitein Nemo vroeg mij wat ik van de schipbreukvan La Perouse wist .

„Wat iedereen er van weet," antwoordde ik .„En wat is dat dan wel?" vroeg hid op licht spotten-

den toon .„Dat zal ik u zeggen,"

Page 148: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

146

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

En ik vertelde hem wat Dumont d'Urville over dezegebeurtenissen had medegedeeld .

La Perouse en kapitein de Langle werden in 1785door Lodewijk XVI uitgezonden om een rein om de aardeto doen. De een voerde het bevel over de Boussole, deantler over de Astrolabe en kwamen van hun rein nooitmeer terug . Toen in 1791 de Fransche regeering ernstigongerust begon to worden over het lot der beide sche-pen, rustte zij twee oorlogsbodems uit, de Rechercheen de Esperance . Op 28 September van datzelfde jaarverlieten deze schepen onder bevel van Bruni d'Entre-casteaux, de haven van Brest. Twee maanden later ver-telde kapitein Bowen van de Albemarle, dat hij wrakkenvan schepen had gezien op de kusten van Nieuw Georgie .Maar d'Entrecasteaux, wien deze overigens vrij onze-kere berichten onbekend waren, richtte den Steven naarde Admiraliteitseilanden, die in het relaas van kapiteinHunter waren aangegeven als de plaats waar de schip-breuk van La Perouse had plaats gevonden .

Zijn onderzoek bleef zonder resultant . De Esperanceen de Recherche zeilden zelfs voorbij Vanikoro, zonderzich daar op to houden en bovendien was de refs zeerongelukkig, daar zij het leven kostte aan d'Entrecas-teaux, twee zijner stuurlieden en verscheidene ledenzijner bemanning .

Kapitein Dillon, een oude waterrat, was de man diehet eerst de zekere sporen vond van de schipbreuk . Den15en Mei 1824 kwam bij met zijn schip, de Saint-Patrick,voorbij het eiland,Tikopia van de Nieuwe Hebriden groep .Daar kwam een inlander bij hem aan boord en verkochthem een zilveren degenvest, waarin een paar lettersgegraveerd stonden . De inlander beweerde, zes jaartevoren, een refs naar Vanikoro to hebben gedaan endaar twee Europeanen to hebben ontmoet die tot debemanning van het schip behoorden hetwelk eenigentijd tevoren op de klippen schipbreuk had geleden .

Page 149: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

147

De oude Dillon begreep onmiddellijk dat hier sprakemoest zijn van de beide schepen van La Perouse, wierverdwijning de geheele beschaafde wereld in ongerust-heid hield . Met zijne gewone doortastendheid, wilde hijdirect op Vanikoro aansturen, maar ondervond zooveeltegenwind, dat hij van zijn pogingen moest afzien .

De brave zeeman liet zich niet uit het veld slaan enbegaf zich naar Calcutta ; daar wist hij de AziatischeMaatschappij en de Indische Compagnie voor zijn zaakto winnen. Men stelde hem een schip ter beschikkingdat hij den naam van Recherche gaf en waarmede hijden 23en Januari in gezelschap van een Franschenagent vertrok .

Na het anker in verschillende kleinere havens to heb-ben laten vallen, bereikte de Recherche, op 7 Juli 1827,Vanikoro en meerde vast in de haven van Vanoe, dusongeveer op dezelfde plaats waar de Nautilus op hetoogenblik ligt.

Op Vanikoro bracht Dillon talrijke overblijfselen vande schipbreuk bijeen : ijzeren gereedschappen, ankers,blokken, draaibassen, een achttienponder, stukken vanzeevaartkundige instrumenten, een bronzen klok methet inschrift : „Bazin heeft mij gemaakt," en bet merkvan de klokkengieterij van Brest met het jaartal 1785 ;kortom, er was geen twijfel meer mogelijk dat hij desporen van de schipbreuk had gevonden .

Ten einde zoo volledig mogelijke inlichtingen to krij-gen, bleef Dillon tot October op de plaats des onheils .Daarna verliet hij Vanikoro, zette koers naar Nieuw-Zeeland, liet het anker op 7 April 1828 nogmaals voorCalcutta vallen, en kwarn in Frankrijk terug, waar hijdoor den koning bijzonder vriendelijk werd ontvangen .

Zonder iets aangaande Dillon to weten, was Dumontd'Urville inmiddels reeds vertrokken om elders het too-neel van de schipbreuk to zoeken . Men had n .l. van eenwalvischvaarder vernomen dat de kannibalen van de

Page 150: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

148

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

Lousiaden eilanden en van Nieuw-Cadedonie in het bezitwaren van medailles en het kruis van Lodewijk de Hei-lige.

Als gevolg daarvan, was Dumont d'Urville met deAstrolabe in zee gestoken en liet het anker voor Hobar-ttowo vallen, twee maanden nadat Dillon Vanikoro ver-laten had . Daar werd hem het resultant van Dillon'sonderzoekingen medegedeeld en verder vernam hij datzekere James Hobbs, stuurman van de Union, van Cal-cutta, eens op een eilandje aan wal was gegaan, datop 8° 18' Z .B. en 156° 30' O .L. lag. Op dat eilandjehad hij inlanders gezien die roode stoffen en ijzerenstaven gebruikten .

Dumont d'Urville was ten einde raad en wist niet ofhij geloof moest schenken aan verhalen uit dagbladendie zoo weinig geloof verdienden . In ieder geval besloothij Dillon's voetsporen tc volgen .

De Astrolabe kwam op 10 Februari 1828 voor Tikopia,men nam als tolk en girls een zich daar ophoudendedeserteur aan boord, en zeilde naar Vanikoro, dat mentwee dagen later in zich kreeg . Men voer eenige dagenTangs de klippen en liep cerst den 20en de haven vanVanoe binnen . Drie dagen later deden eenige officiereneen tocht naar het eiland, dock kwamen terug met wei-nig beteekende overblij fselen . De inboorlingen wan-trouwden hen, hielden zich van den domme en weigerdende Europeanen naar de plants to brengen waar de sche-pen vergaan waren .

Daaruit maakte men op dat zij de schipbreukelingenhadden mishandeld en thans vreesden dat Dumontd'Urville gekomen was om Perouse en zijn makkers towreken . Men beloolde hen echter volkomen straffeloos-heid en, overgehaald door beloften en geschenken,brachten zij op 26 Februari den stuurman Jaquinot naarde plants des onheils . Op een diepte van vier vademenlagen daar tusschen de klippen van Pacoe en Vanoe,

Page 151: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

149

ankers, stukken ijzer en lood, die reeds met een laagkalk bedekt waren . De sloepen van de Astrolabe werdennaar deze plek gezonden ; de bemanning slaagde er metgroote moeite in om een anker, dat 1800 pond woog,een gegoten achtponder, een looden blok en twee kope-ren draai bassen to lichten . Op zijn vragen, vernam Du-mont d'Urville van de inboorlingen dat La Perouse, nazijn beide schepen tegen de klippen to hebben zien ver-gaan een kleiner schip had gebouwd waarrnede hij tentweede male schipbreuk had geleden . Men kon denkapitein echter niet zeggen waar dit gebeurd was .

De gezagvoerder van de Astrolabe beschouwde het alszijn plicht, onder een groep palmboomen, een gedenk-teeken op to richten ter herinnering aan den beroemdenzeevaarder en zijn tochtgenooten . Het was een vierhoe-kige pyramide, op een kooralrots gebouwd, en bij welksbouw geen enkel stuk ijzer gebruikt werd om daardoorde hebzucht der inboorlingen niet op to wekken . Doorziekte opgehouden, kon d'Urville niet vbbr 17 Juli ver-trekken .

De Fransche regeering, die vreesde dat d'Urvilleonkundig was gebleven van hetgeen Dillon gedaan had,zond kapitein Legorant de Tromelin met de Bayonnaisenaar Vanikoro . De Bayonnaise bereikte het eiland toenDumont d'Urville reeds vertrokken was, dock vond geennieuwe bijzonderheden : het gedenkteeken voor LaPerouse hadden de inboorlingen echter gespaard .Dit was in 't kort het verhaal dat ik kapitein Nemo

deed .„Men weet dus nog niet waar het derde schip vergaan

is dat door de schipbreukelingen op Vanikoro gebouwdwerd," zei Nemo, vragend .

„Neen, kapitein ."Nemo maakte verder geen opmerkingen, dock gal

mij een wenk hem naar den grooten salon to volgen .

Page 152: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

150

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

De Nautilus zonk eenige meters dieper en de buiten-wanden werden geopend .

1k snelde naar het venster en zag onder een dikke laagvan zeegewassen en koralen, het wrak van een schip .Er lagers ijzeren werktuigen, ankers, kanonnen, kogels,een kaapstander, een stuk van een voorsteven, kortom,allerlei voorwerpen van vergane schepen die de zee thansbedekt had met haar levende bloemen .

Terwijl ik nog naar deze treurige overblijfselen stondto kijken, zei de kapitein op ernstigen toon ;

„Op 7 December 1785 vertrok kapitein La Perousemet zijn schepen uit Brest ; eerst wierp hij het anker inBotanybaai, daarna voor de Vriendschapseilanden,Nieuw-Caledonia, richtte vervolgens den steven naarSanta-Cruz en ten slotte naar Namoeka. Toen stietende schepen op de klippen van Vanikoro ; de Boussolezeilde vooruit en verging op den zuidkant ; hat zuster-schip snelde to hulp dock lead eveneens schipbreuk.Het eerste schip werd bijna onmiddellijk uit elkaargeslagen ; hat tweede hield hat nog eenige dagen uit,maar werd ten slotte door de kokende branding ver-nield. De schipbreukelingen werden door de inboorlin-gen vriendelijk ontvangen ; zij kwamen op hat eilanden bouwden met de overblijfselen der twee wrakken,een nieuw schip . Eenige matrozen bleven op hat eilandachter; eenige anderen vertrokken, alhoewel ziek enzwak, met La Perouse . Zij richtten den Steven naar deSalomons-eilanden en vergingen met man en muffs opde westkust van een deter eilanden ."

„Hoe komt gij aan deze bijzonderheden?"„Ziehier wat ik op de plaats der schipbreuk heb

gevonden ."Kapitein Nemo liet me een blikken door zien, waarop

hat wapen van Frankrijk stond ingedrukt . De dons wasdoor de inwerking van hat zeewater half verteerd .Nemo opende de dons en toonde mij een aantal ver-

Page 153: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

151

geelde papieren die echter nog goed leesbaar waren .Deze papieren behelsden de instructies van den ministervan marine aan La Perouse, en waren van eenige aan-teekeningen voorzien, die Lodewijk XVI eigenhandighad aangebracht .

„Het is 't schoonste graf voor een zeeman," zei kapi-tein Nemo, nadat we eenige oogenblikken gezwegenhadden . „Een schoon graf en tevens een kalm graf,daar ginds onder de koralen. Geve de hemel dat mijnmakkers en ik nooit een antler graf zullen hebben!"

Page 154: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

TWINTIGSTE HOOFDSTUK .

De zeestraat van Torres .

In den nacht van 27 op 28 December verliet deNautilus het eiland Vanikoro, en zette met buitenge-wone snelheid koers naar het zuidwesten. In drie dagenlegden wij de 750 mijlen af, die ons van Nieuw-Guineascheidden .Den len Januari 1868 kwam Koenraad reeds vroeg

in den morgen bij me op het plat-vorm .„Mijnheer," zei de brave jongen, „mag ik mijnheer

een gelukkig nieuwjaar wenschen?"„Natuurlijk, Koen . Evengoed hier als in mijn studeer-

kamer to Parijs . Ik neem je wensch in dank aan . Alleenzou ik je willen vragen, wat je in de gegeven omstan-digheden met een gelukkig jaar bedoelt? Zal het eenjaar zijn, waarin onze vreemdsoortige gevangenschapeen einde neemt, of zal het jaar een voortzetting dezerzonderlinge refs beteekenen?"

„Ik weet niet, wat ik mijnheer hierop moet antwoor-den . Zeker is het, dat wij vreemde dingen zien en datwij ons gedurende de laatste twee maanden niet ver-veeld hebben . We aanschouwen het eene wonder na hetandere, en als dat zoo voortgaat, dan weet ik niet hoehet eindigen moet. Ik geloof dat wij een dergelijkegelegenheid nooit meer zullen terug krijgen ."„Noon Koen !"„En bovendien maakt die mijnheer Nemo het ons

niet erg lastig ."„Ook dat is waar, Koenraad,"

Page 155: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20,000 MIJLEN ONDER ZEE

153

„Ik denk dus, dat een gelukki ; jaar een jaar is,waarin wij alles zullen zien."

„Alles zien, Koen? Dat zou wel een beetje lang kun-nen duren . Maar wat denkt vriend Land er wel van?"

„Ned denkt hat tegenovergestelde als ik," antwoorddeKoenraad. „Hij hecht veal to veal aan stoffelijke dingenen beschouwt zijn maag als zijn afgod . Hij kan zichniet tevreden stellen met altijd visschen to bekijken envisschen to eten . Dat hij brood, wijn en een hartigen slokmoat missen, bevalt onzen Canadees volstrekt niet. Hijis to veal gewend aan een stevige biefstuk en een fik-schen borrel, aihoewel dit laatste, met mate ."„Wat mij betreft, Koen, ik heb aan die dingen geen

behoefte en kan mij in hat leven hier aan boord bestschikken ."

„Ik ook," antwoordde mijn bediende . „Ik denk er duseven stark over om to blijven, als vriend Ned om tovluchten . Als nu hat nieuw begonnen jaar voor mij nietgoed is, dan zal hat voor hem wel goed zijn, en omge-keerd. Op die manier zal er altijd een tevreden zijn . Korten goed, ik wensch mijnheer veal geluk in 't nieuwejaar."

,Dank je we!, Koen . Je moat echter een poosje geduldhebben met de Nieuwjaarsfooi, want zooals je weet,bezit ik hier aan boord geen rooden stuiver . Ik kan jevoor hat oogenblik niets antlers geven dan een harte-lijken en welgemeenden handdruk."

„Mijnheer was nog nooit zoo vrijgevig en ik ban erhoogst dankbaar voor ."

Daarop ging de brave jongen heen .Den volgenden dag hadden wij reeds 11340 mijlen

afgelegd sedert ons vertrek uit de Japansche Zee . Webevonden ons thans voor de gevaarlijke Koralenzee, diezich aan de noordoostkust van Australia uitstrekt . Onsvaartuig voer op eenige kilometers afstand van dieverraderlijke klippen, waarop de schepen van Cook op

Page 156: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

154

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

10 Juni 1770 bijna to pletter waren geloopen . Het schipwaarop deze beroemde zeevaarder zich beyond, stootteop een rif en zoo het niet zonk, dan had het dit geluk-kig toeval to danken aan het feit, dat het stuk koraalrif,hetwelk de boot beschadigd had, juist in de openingwas blijven zitten en deze dus voor het indringendezeewater afsloot .

Zeer gaarne had ik dit 1400 kilometer lange rif eensbezocht. Maar juist op dit oogenblik zocht de Nautilusde diepte weer op en kreeg ik niets to zien van diehooge, door koralen gevormde muren . Ik moest mijtevreden stellen met eenige zeldzame visch-soorten, diemen in de netten gevangen had.Twee dagen, nadat wij de Koraalzee gepasseerd

waren, kregen we de kust van Nieuw Guinea in zicht .Bij die gelegenheid deelde kapitein Nemo mij merle,dat hij van plan was om door de zeeengte van Torresnaar Indie to gaan . Meer zei hij niet . Ned Land zagmet genoegen dat we op deze wijze dichter bij debewoonde wereld kwamen .De Straat van Torres wordt even gevaarlijk

beschouwd om de talrijke klippen, die er in voorkomen,als om de woestheid der kustbewoners. Zij scheidtNieuw-Holland van het Papoea-eiland, dat meestalNieuw-Guinea genoemd wordt .

Dit eiland is ruim 1600 K .M. lang en 520 K.M. breeden heeft een oppervlakte van 640 .000 vierkante kilo-meter. Het ligt tusschen 0°19' en 10°2' Z.B., en tusschen12853' en 146°15' O .L. Toen om twaalf uur de stuur-man het middagbestek maakte, zag ik de toppen vande Arfalxs bergketen, welke langzaam oploopt en inscherpe punten eindigt .

Dit land, in 1511 door den Portugees Francisco Ser-rano ontdekt, werd achtereenvolgens bezocht door DonJose Meneses in 1526, door Gryalva in 1527, door denSpaanschen generaal Alvar de Saavedra in 1528, door

Page 157: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

155

Juigo Ortez in 1545, door den Hollander Schouten in1616, door Nicolas Sruic in 1753, door Tasman,Dormier, Fume!, Carteret, Edwards, Bougainville, Cook,Forrest, Mac Cluer, door d'Entrecasteaux in 1792, doorDuperrey in 1823 en door Dumont d'Urville in 1827 .„Het is de bakermat der Maleische kleurlingen," hadik eens gelezen, weinig vermoedende, dat ik zelf nogeens later in de onmiddellijke nabijheid van dit landzou komen .En thans kwam de Nautilus voor deze zeestraat, die

niet ten onrechte als de gevaarlijkste ter wereld wordtbeschouwd. De stoutmoedigste zeevaarders varen erslechts in de dringendste noodzakelijkheid doorheen enhet was deze straat, waar Luiz Paz de Torrez zich doorwaagde, toen hij uit de Stille Zuidzee naar den Indi-schen Archipel ging en waar de schepen van Dumontd'Urville in 1740 bijna met man en muffs vergingen .Hoewel de Nautilus bijna alle gevaren der zee scheento kunnen trotseeren, zou hij toch met deze gevaarlijkekoraairiffen kennis maken .

De zeeengte van Torres is ongeveer 135 K .M, breed,maar zoo vol klippen, rotsen, eilandjes en riffen, datde vaart er bijna onmogelijk is ; men begrijpt dus, datkapitein Nemo alle voorzorgsmaatregelen trof om erdoor to komen .

Het schip, dat aan de oppervlakte voer, kwam slechtslangzaam vooruit ; de machines werkten op halvekracht .Van dit buitenkansje gebruik makend, hadden mijn

makkers en ik op het platvorm plaats genomen . Voorors was het hokje van den stuurman en ik moestme al zeer vergissen, indien Nemo er zich niet zelf inbeyond om zijn Nautilus op den goeden weg voor-waarts to brengen .Ik had mij voorzien van de beste zeekaarten van de

zeestraat en volgde daarop met de grootste oplettend-

Page 158: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

156

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

held omen tocht. Rondom ons schip bruiste en kooktede woedende zee. De golven, die met een snelheid van2 1 /2 kilometer door den zeestroom in noordwestelijkerichting voortgedreven werden, braken schuimend opde toppen der Koraalriffen, die hier en daar blootkwamen .

„Dat is een leelijk zeetje," meende Ned Land .„Afschuwelijk!" antwoordde ik . „1k geloof, dat de

Nautilus het hard to verantwoorden zal hebben ."„Die dondersche kapitein moet wel heel zeker van

zijn stuurmanskunst zijn, want ginds zie ik riffen,waarop zijn schuit bij de minste aanraking to pletterzal loopen ."Onze toestand scheen inderdaad bedenkelijk, maar

als geleid door een bovennatuurlijke macht, kwam deNautilus zonder ongelukken voorwaarts. Zij volgde nietden weg van de Astrolabe, die voor Dumont d'Urvillezoo noodlottig was geworden ; het vaartuig nam dekoers lets noordelijker, voer Tangs het Murrayeiland enrichtte den steven toen meer Zuidwestwaarts naar dedoorvaart van Cumberland. Eerst dacht ik, dat onsschip er recht door heen zou gaan, dock het wenddezich weer noordwaarts en voer tusschen een groot aan-tal weinig bekende rotsen door. lk verwonderde mijjuist over deze richting, toen kapitein Nemo wederomvan koers veranderde en regelrecht op het eilandGueboroar aanstevende .

Het was drie uur in den middag . De Nautilus kwamsteed dichter bij het eiland. Het getij was bijna volen we liepen op dat oogenblik op minder dan tweekilometer afstand Tangs de kust .

Plotseling werden we door een schok omvergewor-pen ; de Nautilus was op een klip geloopen ; het schiplag roerloos stil, dock helde een weinig over naar bak-boord .

Toen ik weer ter been was, zag ik den kapitein en

Page 159: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

157

den eersten stuurman op het plat ; zij onderzochten dentoestand van het vaartuig en wisselden enkele woordenin hun geheimzinnige taal .

Onze toestand scheen mij alles behalve rooskleurig .Op twee kilometer aan stuurboordszijde lag het eilandGueboroar, welks kust zich als een lange gebogen armnaar het westen strekte. In het zuiden en oosten werdeneenige koraalriffen zichtbaar, die door het afloopendgetij bloot kwamen to liggen. Wij zaten geheel vasten dat wel in een zee, waar het getij slechts middel-matig is ; deze omstandigheid zou voor het viot wordenvan de Nautilus wel eens noodlottig kunnen zijn . Descheepswand was echter zoo stevig, dat het schip zelfweinig geleden had .Maar indien het al niet zinken of barsten kon, dan

bestond toch de kans, dat het ten eeuwige dage opde rotsen zou blijven zitten en dan was het gedaanmet de onderzeesche glorie van kapitein Nemo .

Ik stood juist over het een en antler na to denken,toen de kapitein, kalm en bedaard als altijd en zondereenige ontroering of teleurstelling to toonen, op mijtoetrad .

„Een ongeluk?" vroeg ik .„Neen, een ongeval!" was zijn antwoord .„Maar een ongeval," hernam ik, „dat u misschien zal

noodzaken het land to gaan bewonen, dat gij zoo zeerschuwt."

Kapitein Nemo keek mij hoofdschuddend aan ; hetwas, alsof zijn blik wilde zeggen, dat niets ter wereldhem bewegen kon ooit weer voet aan wal to zetten .

Ten slotte zei hij„De Nautilus is nog lang niet verloren, mijnheer Aron-

nax ; zij zal u nog de schoonste wonderen van denoceaan doen aanschouwen . Ooze refs begint pas enik hoop niet, reeds zoo spoedig de eer van uw gezel-schap to moeten missen ."

Page 160: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

158

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

„Maar u zult me toch moeten toegeven, kapitein,"antwoordde ik, zonder acht to slaan op den spot dieuit zijn woorden duidelijk waarneembaar was, „U zultme moeten toegeven, dat de Nautilus is komen vast tozitten bij hoog tij ; flu zijn de getijen in den GrootenOceaan niet bijzonder sterk, en als gij u niet van uwschip wilt ontdoen, (hetgeen mij een onmogelijkheidschijnt), dan begrijp ik niet, hoe gij weer vlot wiltkomen."

„Volkomen juist, professor. De getijen in den GrootenOceaan zijn niet sterk, maar er bestaat toch nog eenverschil van bijna anderhalven meter in den hoogstenen laagsten waterstand met de andere gedeelten derzee . Over 5 dagen, dus 9 Januari, hebben we volie maan .lk zou me sterk moeten vergissen, indien deze wachterder aarde niet zoo beleefd was, de watermassa eenweinig to doen stijgen, en mij daardoor den dienst tobewijzen, dien ik slechts aan de maan wil to dankenhebben."

Na dit gezegd to hebben, ging de kapitein weer naarde stuurkooi . De Nautilus zat intusschen onbeweeglijkvast, alsof de koralen het voor eeuwig op dezelfdeplants gemetseld hadden .

„En vat zegt de kapitein ervan?" vroeg Ned Land,die zich onmiddellijk na dims vertrek bij mij voegde .

„Hij meent, dat wij tot den Sen stil blijven liggen,het aan de maan overlatende, ons weer vlot to maken ."

,,Is 't waarachtig?",,'t Is waarachtig ."„En men gooit de ankers niet uit om zich hier of to

brassen, en men laat de machines niet werken om hiervandaan to komen?"

„Het getij zal dat toch immers wel opknappen," sprakKoenraad bedaard. De Canadees keek hem aan enhaalde de schouders op ; het was de zeeman, die uithem sprak .

Page 161: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

159

„Mijnheer de professor," vervolgde Ned, „ik verzekeru, dat dit stuk ijzer nooit meer op of onder de zeezal varen ; het is mijns inziens net goed genoeg, omals oud roest verkocht to worden . l k geloof, dat de tijdchar is, om den kapitein de hielen to laten zien ."

„Beste Ned," antwoordde ik, „ik heb het volste ver-trouwen in dit vaartuig en ben er van overtuigd, datkapitein Nemo met zijn beweringen gelijk heeft . Ove-rigens kon de raad om to vluchten goed zijn, indien weFransche of Engelsehe kust in zicht hadden, maar hierin de buurt is 't een andere zaak . Wanneer het tot eenuiterste komt, dat wil zeggen, indien de Nautilus nietvlot komt, dan zullen we nog altijd verder kunnenbeslissen ."

„Me dunkt, dat het nog zoo kwaad niet zou zijn, diteiland eens to onderzoeken. Er groeien boomen op,onder die boomen loopen dieren, dieren die een biefstuken een flinke carbonade in hun lendenen hebben, en indie carbonaden zou ik mijn tanden wel eens willenzetten ."

„Nu heeft vriend Land weer gelijk," zei Koenraad .„Zou mijnheer geen verlof kunnen krijgen om eens

aan land to gaan, al was het alleen maar, om niet degewoonte to verliezen, den voet to zetten op een vastgedeelte van onze moeder aarde?"

„Ik kan het hem wel eens vragen, maar ik vrees, dathij ons verzoek niet zal inwilligen ."

„De kans is in elk geval to probeeren," meende Koen-raad. ,,We weten dan tenminste hoe ver de vriendelijk-heid van den kapitein ten onzen opzichte gaat ."

Tot mijn verbazing wend mijn verzoek door kapiteinNemo ingewilligd. Hij deed het zelfs met de grootstebeleefdheid, zonder van mij de belofte to eischen, weeraan boord terug to komen . waarschijnlijk begreep hijzelf, dat ik nooit een vlucht door Nieuw-Guinea zouhebben durven ondernemen. Tusschen twee kwaden,

Page 162: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

160

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

aan boord van de Nautilus gevangen to zijn of doorde Papoea's opgegeten to worden, was het laatste noghet minst to verkiezen .Den volgenden morgen, 5 Januari, werd ons een

sloep ter beschikking gesteld en van het platvorm inzee gelaten ; de riemen lagen er in en we namen inhet ranke vaartuig plaats . Behalve de riemen vondenwe nog een aantal bijlen en electrische geweren . Toenalles gereed was, roeiden we tegen acht uur weg. Dezee was vrij kalm, slechts van de landzijde woei eenlichte brier. Koenraad en ik roeiden er ferm op los,terwijl Ned Land de plichten van den stuurman waar-nam. En daar het vaartuig gemakkelijk to hanteerenwas, maakten we flinke vorderingen .

Ned was buiten zichzelf van vreugde . Hij gedroegzich als een gevangene, die na een langdurig arresteindelijk zijn eel is ontsnapt en er niet meer aan dacht,dat hij binnen enkele dagen naar die zelfde eel moestterugkeeren .

„vleesch !" riep hij herhaaldelijk . „Eindelijk zullen wedan eens echt vleesch proeven . En welk vleesch? Echtwildbraad ! Ik wil niet beweren, dat visch niet goed is,maar men moet er niet to veel van eten en ik geloof, dateen stuk versch wild onze maag geen schade zal doen ."

„Lekkerbek," zei Koenraad . „Je doet mij watertan-den !"

,,We zullen moeten afwachten, of die bosschen welzoo wildrijk zijn en of het wild niet zoo groot is, dathet den jager niet verjaagt," merkte ik op .„Alles goed en wel, professor," zei de Canadees,

wiens tanden zoo scherp leken als een bijl, „maar ikzal zelfs een tijgerrib eten als er niets antlers to vindenis ."

„Vriend Ned jaagt ons den angst op het lijf," lietKoenraad zich hooren .

„Hoe het ook zij," hernam de harpoenier, „het eerst

Page 163: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

161

bests dier op twee of vier pooten, met of zonder vleu-gels, krijgt van mij sen schot in de lendenen,"

„Daar zullen we de onvoorzichtigheid van vriend Nedweer hebben!" antwoordde ik .„Mack u om mij niet bezorgd, mijnheer Arronax ;

roei maar stevig door. Met sen half uurtje hoop ik uwat lekkers to kunnen voorzetten."Tegen half negen lisp de sloep op den zandigen

never van het eiland Gueboroar, na zonder ongelukkenden gordel van koraalriffen to zijn doorgekomen .

o .voo Mijlen under zee-.

6

Page 164: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

EEN EN TWINTIGSCHE HOOFDSTUK .

Gueboroar.

Het was mij zonderling genoeg to moede toen ik weereens vasten bodem betrad. Ned Land zette er zijn voetop, alsof hij bezit van het eiland wilde nemen . En tochwarm er pas twee maanden verloopen sedert wij, ,,pas-sagiers van de Nautilus" warm volgens een uitdruk-king van kapitein Nemo, die echter slechts diende ourde waarheid to verbloemen, dat wij door den comman-dant van dat schip gevangen werden gehouden .

Binnen enkele minuten warm we reeds een paar hon-derd meter diep het binnenland ingestapt . De bodemwas bijna geheel kooralvormig . Toen we een poosjehadden geloopen, zagen we een prachtig bosch, weiksmachtige boomstammen van sours 70 meter hoogte,door slingerplanten onderling warm verbonden ; canden voet deter woudreuzen en onder het dichte blader-dak der heesters, was de grond bezaaid met de prach-tigste bloemen . Maar al deze heerlijke voortbrengselender tropische flora warm niet in staat, den Canadeesbet schoone voor het nuttige to doen vergeten ; hij tageen kokosboom, sloeg er eenige vruchten van af, brakdie door, en we dronken de melk, en aten de pit meteen smack die bewees dat wij innerlijk sterk verlangdhadden naar een afwisseling op het dagelijksch menuvan de Nautilus .

„Ze smaken heerlijk!" zei Ned.„Heerlijk!" herhaalde Koenraad.„Ik geloof niet dat kapitein Nemo er jets op tegerl zal

hebben, wanneer we een lading kokosnooten mee naarboord nemen!" meende de harpoenier .

Page 165: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

163

„Ik denk het ook niet," antwoordde ik. Maar ik ben ervan overtuigd dat hij er niet van zal willen proeven ."

„Des to erger voor hem," meende Koenraad .„En des to beter voor ons," liet Ned er op volgen .„Want des to meer blijft er voor ons over."„Nog een wooed," zei ik tot Ned, die op het punt

stond een tweede kokospalm to plunderer . „Die kokos-nooten zijn uitmuntend, maar alvorens er de sloep merlevol to laden, dunkt het mij wel zoo verstandig eens uitto zien of het eiland geen andere producten oplevertdie even nuttig zijn ."

,,Mijnheer heeft volkomen gelijk," merke Koenraad op .„En daarom stel ik voor in de sloep drie plaatsen

open to houden ; een voor vruchten, een voor groentenen een voor wildbraad, alhoewel ik van het laatste noggeen spoor heb gezien ."

,,We mogen den cooed niet later zinken, vriend Koen"meende de Canadees .

„Op weg dan!" riep ik uit . „Maar laat ons goed uitonze doppen zien, want we zouden wel eens wezenskunnen ontmoeten, die het niet zoo nauw nemen in hunkeuze van vleesch ."

„Kom! kom!" riep Ned ; een beteekenisvolle bewegingmet z'n kaken makende .

„Wat beteekent dat?" vroeg Koenraad .„Ik begin warempel to gelooven dat het menschen-

eten nog zoo onpleizierig niet is," hernam de harpoenier .„Ned! Ned! ben jij een menscheneter?" vroeg Koen-

raad. „Hu, ik schrik er van en geloof dat het niet meerveilig is louw but to deelen . Ik heb dan nog eens kanshalf opgepeuzeld wakker to worden ."

„Luister eens, Koen . Ik houd veel van je, maar nietvoldoende om je zonder dringende noodzakelijkheidvoor mi j n ontbi j t to gebruiken ."

„Ik vertrouw je maar half!" zei Koen. „Vooruit, opj acht. We moeten absoluut een stuk wild schieten om

Page 166: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

164

20,000 MI JLEN ONDER ZEE

dien kannibaal tevreden to stellen of anders zal mijnheerop een morgen niets anders vinden dan een paar afge-kloven beentjes die voor zijn scheerwater moetenzorgen ."Onder deze en dergelijke gesprekken werd de tocht

door het sombere woud voortgezet. We vonden eetbareplanten en tevens een van de nuttigste boomen uit dekeerkringsstreken . Ik bedoel de broodboomen die ophet eiland Cueboroar in groote getale voorkomen ; dezeboomsoort verschilt van de overigen, doordat de stam-men bijna kaarsrecht zijn en sours een hoogte bereikenvan 14 meter . De top draagt een prachtige bladeren-kroon waarin groote ronde vruchten groeien die vaakeen middenlijn hebben van 10 centimeter.

Ned Land kende deze vruchten zeer goed . Op zijntalrijke reizen had hij ze meermalen gegeten en hijwilt ze met groote handigheid open to krijgen .

„Mijnheer," zei hij, „ik mag sterven als ik niet vandien broodboom eet ."

„Eet naar hartelust, Ned ; wij zijn hier our van allesto proeven ."Met behuip van brandglas, stak Ned een hoopje

doode takken in brand dat weldra tot een helder vuuropflikkerde . Intusschen zochten Koen en ik de bestebroodboomvruchten bijeen. Enkelen waren nog onrijpterwijl anderen geel en geleiachtig waren en er slechtsop schenen to wachten our geplukt to worden . De vruchtdezer boomen heeft geen kern . Koenraad bracht Nedeen twaalftal vruchten die in schijfjes gesneden en ophet vuur gelegd werden .

„U zult eens zien hoe lekker dit brood is," meendede harpoenier.„Vooral wanneer men in geen maanden een stukje

brood over de lippen heeft gehad," liet Koenraad erop volgen .Na een paar minuten hadden de vruchtenschijven

Page 167: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI,LEN ODDER ZEE

165

zwarte korsten gekregen . Het binnenste was een witdeeg, een snort week kruim, waarvan de geur aan dievan artisjokken herinnerde . Het brood was bijzondersmakeli j k .

„'t Is jammer," zei ik, „dat men dit deeg niet verschkan houden en daarom lijkt het mij nutteloos een grootevoorraad in to slaan ."

„Mijnheer spreekf als een natuuronderzoeker, maarik zal handelen als een bakker. Koen, zoek eens eenhoop vruchten bij elkaar, die wij kunnen medenemenals we naar boord terug gaan ."

„En hoe wit je die vruchten bereiden?" vroeg 1k .„Door uit het merg een gegist deeg to maken, dat

men lang voor bederf kan vrijwaren . Wanneer we hetwillen eten, dan zal ik het in de kombuis laten bakken .Het mag dan wel een beetje zuur zijn, maar u zult hettoch lekker vinden ."

„Dus, Ned, er ontbreekt niets meer aan dit brood?"vroeg ik.

„Een kleinigheid, professor ; we hebben nog eenigevruchten of althans wat groente noodig ."

„Vooruit, op zoek naar groenten en vruchten."Ons zoeken bleef niet „vruchteloos" . Tegen den mid-

dag hadden we een flinke hoeveelheid bananen verza-meld, die de Maleiers „pisang" noemen. Behalve dezebananen, bestond onze buit uit een hoeveelheid ana-nassen van buitengewone grootte . Met het bijeenbrengenvan dezen oogst ging een geruime pons heen, dock webehoefden den verloren tijd niet to betreuren .Koenraad bleef voortdurend naar Ned kijken die

voorop liep en, zonder zich een enkel maal to vergissen,vruchten verzamelde om zijn voorraad zoo volledigmogelijk to maken .

„Ontbreekt je niets, vriend Land?" vroeg Koen .„Ja, toch wet iets . Al die planten en vruchten to zamen

vormen nog geen maaltijd . We hebben nu pas het des-

Page 168: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

166

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

sert, maar soep en gebraad schitteren nog door afwe-zigheid ."„Ik geloof, Ned, dat de karbonaden die je ons

beloofde tot het rijk der fabelen behooren ."„Niet zoo voorbarig zijn, mijnheer de professor,"

antwoordde Ned die een weinig geergerd scheen overdeze onschuldige grap .

„De jacht is nog niet geeindigd ; integendeel, zij moetnog eerst beginners . We zullen nog wel een gevederd ofbehaard dier tegenkomen, en is het hier niet, dan is hetergens antlers . . ."„En is bet vandaag niet, dan is het morgen," voegde

Koen er aan toe . „Wij mogen niet to ver gaan, en ik zoumet mijnheers goedvinden willen voorstellen, naar desloep terug to keeren."„Nu al?" vroeg Ned.,,We moeten voor donkey aan boord zijn," antwoordde

ik .„Hoe laat is het dan?" vroeg de Canadees weer .„Zeker wel twee uur," was Koenraad's antwoord .„Wat gaat de tijd aan wal toch gauw," zuchtte

de harpoenier.„Op weg!" riep Koen .Wij namen den terugweg door het bosch en sneden

daar nog eenige koppen uit jonge palmboomen, eenvrucht die onze Europeesche kool kan vervangen. Wevonden eveneens een snort kleine snijboonen, die ervoortreffelijk uitzagen .Aldus gepakt en gezakt bereikten we de sloop . Ned

was echter van meening dat onze voorraad nog nietgroot genoeg was. En als om zijn woorden to bevesti-gen, ontdekten we, juist op het oogenblik dat we onszouden inschepen, aan het strand eenige boomers van8 tot 10 meter hoogte .

Deze boomers behooren tot de palnisoorten, zijn evenkostbaar als de broodboom en worden met recht tot de

Page 169: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

167

nuttigsten van den geheelen Indischen archipel gere-kend. Het waren sagoboomen, die van zelf voorttelenzonder aangekweekt to worden, daar zij evenals demoerbezieboomen loten schieten en zich zelven zaaien ."Ned Land wilt precies hoe men dezen boom moest

aanpakken, hij nam zijn bijl en die met groote krachtzwaaiend, had hij welds eenige der boomen geveld .Van elken stain scheurde hij een reep schors of terbreedte van ongeveer een centimeter. Onder de schorslag een net van lange vezels die met een snort gom-achtig meel underling samengeplakt waren . Dit meelwas de beroemde sago, die bij de Zuidzeevolkeren alsvoedingsmiddel in hoogen gunst stond. Ned nam zichvoor het meel er later uit to halen en het in vormen tolaten hard worden, nadat het in de zon gedroogd was .

Beladen met al deze schatten, verlieten we tegen vijfuur het eiland en bereikten een uur later de Nautilus .Bij onze aankomst verscheen niemand aan dek ; de ijze-ren cylinder scheen geheel verlaten . Ik begaf mij naarmijn hut, waar het avondeten gereed stond, at en gingvervolgens naar kooi .

Ook den volgenden morgen zagen wij noch den kapi-tein, noch iemand van de bemanning . Mijn makkers enik liepen naar het platvorm en vonden daar de sloepop dezelf de plaats liggen waar wij haar den vorigenavond hadden verlaten . Wij besloten nog eens naar heteiland terug to gaan en hoopten een gelukkiger jachtto hebben dan den vorigen dag.

Even na zonsopgang bereikten wij het eiland Gue-boroar. Eenmaal aan land, begaven wij ons direct opweg, dock hadden de grootste moeite den Canadees bijto houden, die ons met zijn lange beenen voortdurendeenige meters vooruit was .

We liepen de kust Tangs in westelijke richting, door-waadden eenige kleine riviertjes en kwamen eindelijkop een hoogvlakte, die door prachtige bosschen begrensd

Page 170: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

1 68

20,000 MI JLEN ONDER ZEE

werd. Langs de riviertjes zweefden een paar ijsvogelsdie bij onze nadering ijlings de vlucht namen . Hunschuwheid was voor mij het bewijs dat deze vogelsreeds met wezens als wij bekend warm, en zoo heteiland al niet bewoond was, er toch of en toe menschenmoesten komen.

Na een weelderige weide to zijn overgegaan, kwamenwij aan den rand van een klein bosch waar het gezangvan ontelbare vogels ons vroolijk tegenklonk .

„Dat zijn nog maar vogels," zei Koenraad .„Maar er zijn er toch bij die men eten kan," merkte

de harpoenier op .„Ik geloof het niet," zei Koenraad, „want ik zie niets

dan papegaaien ."„Vriend Koen,' anwoordde de Canadees ernstig, „de

papegaai is een fazant voor hem die niets beters tus-schen de tanden krijgt ."

„En als ze goed bereid worden, zijn ze zelfs zookwaad nog niet," lief ik er op volgen .

Nauwelijks had ik deze woorden gesproken, of ik zageenige vogels opvliegen, wier lange vederen hen nood-zaakten tegen den wind in to vliegen . Hun dwarrelendevlucht, de bevalligheid der bochten die zij in de luchtbeschreven en de schittering hunner kleuren trokkenmijn bijzondere aandacht ; ik herkende z-e zonder moeite .

„Paradijsvogels!" riep ik uit .„Behoort tot de categoric der musschen, afdeeling .. ."

zei Koen.„Zijn zij ook familie van de patrijzen?" vie! Ned

hem in de rede .„Dat geloof ik niet, maar ik vertrouw op j e handig-

heid om een dezer vogels to vangen ."„Ik wil het wel probeeren, professor, alhoewel ik

beter den harpoen dan het geweer hanteer ."De Maleiers, die evenals de Chineezen, een bijzonder

leve ndigen handel in deze vogels drijven, hebben ver-

Page 171: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

169

schillende manieren cm ze to vangen waarvan wij, inde gegeven omstandigheden, geen gebruik kondenmaker. Dan eens zetten zij strikken in de topper derboomer waarin de paradijsvogels zich bij voorkeurophouden, dan weer vangen zij ze met lijmstokken, ja,sours gaan zij zelfs zoover dat zij het water vergiftigenwaarin de vogels komen drinker . Wat ors betreft, wijmoesten trachten ze met een welgemikt schot neer toleggen, hetgeen bijzonder moeilijk is en dan ook oor-zaak was dat wij een deel onzer ammunitie nutteloosverspilden .

Tegen elf uur hadden wij de andere zijde der bergenbereikt, zonder jets geschoten to hebben . De hongerdeed zich reeds sterk voelen ; we hadden er n .l . op gere-kend, zelf ors wild to schieten en in onze hoop werdenwij flu eenmaal teleurgesteld . We begonnen den cooedreeds to verliezen, toen Koenraad het geluk had tweeduiven to schieten die spoedig geplukt en aan het spitgebraden warm. Terwijl Koen de beestjes bereidde,zocht Ned wat vruchten en daarmede hadden we dantoch een overheerlijk maal .„Er ontbreekt ors nu nog alleen maar een lekker

stuk wild," zei de Canadees, die niet van zijn gedachtenscheen of to brengen . Die duifjes, hoe goed ze ooksmaken, zijn toch eigenlijk maar bijwerk . Ik zal danook niet eerder tevreden zijn voordat ik een beestgeschoten heb waarvan ik carbonaden kan eten ."

„En ik niet voordat ik een paradijsvogel geschotenheb," zei m i j n bediende .

„Vooruit, manner, dan op jacht," zei ik. „Het bestelijkt mij dat we op het strand aanhouden . Wij zijn totde helling der bergen genaderd en ik geloof dat hetbeter is naar de bosschen terug to keeren ."We begaven ors dus op weg. Na een uur to zijn

voortgegaan, kwamen we in een bosch van sagoboo-men ; bij onze nadering vluchtten een paar slangen

Page 172: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

170

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

voor ons weg; ook de paradijsvogels ontweken ons enik wanhoopte er reeds aan een onder schot to krijgen,toen Koenraad, die vooruit was gegaan, zich eensklapsbukte, een blijden kreet slaakte en met een prachtigenparadijsvogel in de hand naar mij toe kwam .

„Bravo, Koen, dat heb je prachtig gedaan ."„Mijnheer is wel vriendelijk," antwoordde de beschei-

den j ongen .„Maar Koen, weet je dan niet dat het een waar mees-

terstukje is een dergelijken vogel met de hand to van-gen?"

„Als mijnheer het dier eens bekijken wil, dan zalmijnheer zien dat het niet zoo moeilijk was ."„En waarom niet, Koen?"„Omdat die vogel zoo dronken is als een dragonder .",Dronken?"„Ja, mijnheer, dronken van de muskaatnoten die

hij onder den boom, waar ik hem ving, genoeglijk zatop to peuzelen . Zie eens, vriend Ned, wat het schande-lijk resultant is van onmatigheid!"

„Alle donders," antwoordde de Canadees, „men zalmij toch heusch niet kunnen verwijten dat ik de laatstetwee maanden zooveel jenever gedronken heb ."

Intusschen bekeek ik den schooners vogel ; Koenraadhad zich niet vergist ; de paradijsvogel, dronken van hetkoppige sap der muskaatnoten, was niet in staat eenbeweging to makers . Hij behoorde tot de schoonste deracht soorten paradijsvogels die men op Nieuw-Guineavindt; hij was smaragdkleurig, ongeveer 30 centimeterlang en had een naar verhouding kleinen kop. Ook deoogen, die vrij dicht bij elkaar stonden, waren klein,dock schitterden in een zeldzame kleurenpracht . De bekwas geel, pooten en nagels bruin, de vleugels lichtbruinmet purper aan de uiteinden, kop en hals licht geel, deborst smaragdkleurig en de buik kastanje bruin . Bovenden staart staken twee lange hoornachtige en met dons

Page 173: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

171

bedekte schachten uit, die in zeldzaam zachte veereneindigden . Ik vatte het plan op dezen vogel merle tonemen naar Parijs en hem daar aan de directie van denDierentuin ten geschenke to geven .

,,Is hij dan zoo zeldzaam?" vroeg de Canadees opden toon van een j ager die een stuk wild met geheelandere oogen ziet dan een man der wetenschap .

„Zeer zeldzaam, beste vriend, en tevens zeer moeilijkom levend to vangen . En zelfs flood, zijn deze vogelsnog het onderwerp van een levendigen handel. Deinboorlingen hebben daarom een middel bedacht, omdeze vogels langs kunstmatigen weg to fabriceeren,zooals men ook kunstparels fabriceert ."„Wat?" riep Koenraad, „heeft men kunstmatige

paradijsvogels?"„Ja zeker, Koenraad ."„En weet mi j nheer hoe de inboorlingen flat kunst-

stukje uithalen?"„Ook flat weet ik . Gedurende de oostmoesson verlie-

zen de paradijsvogels hun staartveeren . Deze veerenworden door de inboorlingen opgezocht en in de huidvan een of anderen armzaligen papegaai gestoken diemen to voren tot flit doel verminkt heeft . En na flat dealdus toegetakelde vogels nog een vernisje gekregenhebben, worden ze tegen good geld aan de directiesvan Europeesche Dierentuinen verkocht ."

„Mooi zoo!" riep Ned Land, „al is het dan de vogelniet, dan zijn het toch zijn veeren en zoolang het beestniet gegeten wordt, zie ik er heusch geen kwaad in ."

Maar indien mijn jachtbegeeren al voldaan was doorhet bezit van den schooners paradijsvogel, was flit bijden Canadees nog lang niet het geval . Maar tegen tweeuur had Ned het geluk een prachtig boschvarken neerto leggen, een snort flat door de inboorlingen bari-oetang genoemd wordt. Het beest kwam j uist van pasom de lang gewenschte „carbonade" voor Ned Land to

Page 174: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

172

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

leveren en werd dan ook met applaus begroet, d .w.z .toen het goed en wel geschoten was .

Het beest werd door den harpoenier geslacht, van zijnribbetjes ontdaan, die men voor het avondmaal wildebewaren en daarna werd de jacht voortgezet . Ned Landen Koenraad doorkruisten het kreupelhout en joegeneen troep kangeroes op die ze echter niet gemakkelijkkonden verschalken . Na veel moeite gelukte het denCanadees toch er eenigen met een schot uit zijn elec-trisch geweer neer to leggen .

„Ach, professor!" riep Ned, wien de jachtwoede naarhet hoofd gestegen was, „welk heerlijk wild, vooralgestoofd . We hebben twee, drie, vijf . . . voldoende vooreen flinken voorraad op de Nautilus . En dan to beden-ken, dat al dit lekkere vleesch voor ons alleen is en datdie gekken van het schip er niets van zullen proeven!"

Ik geloof waarlijk, dat, indien de Canadees in zijnovermaat van vreugde niet zooveel gepraat had, hij nogden geheelen troep zou hebben neergelegd . Voorloopigstelde hij zich echter tevreden met een dozijn dezer bui-deldieren, die gewoonlijk in holle boomstammen hui-zen. Alhoewel ze tamelijk klein van stuk zijn, -- mengeeft deze snort ook wel den naam van „kangeroe-konijnen . . . smaakt hun vleesch uitmuntend en zijnom deze reden door de inboorlingen zeer gezocht .

Wij waren met de resuitaten dezer jachtpartij zeer inonzen schik. De vroolijke Ned stelde voor, den volgen-den dag terug to keeren naar dit aardsche paradijs dathij van alle eetbare viervoeters berooven wilde . Hijrekende echter buiten den waard .

Tegen zes uur in den avond waren we weer op hetstrand. Onze sloep lag nog op de zelfde plaats waar wi jhaar hadden achter gelaten . De Nautilus stale nog altijdals een lange klip, op twee mijl buiten de kust, bovende oppervlakte der zee uit .Zonder een oogenblik to verliezen, begon Ned Land

Page 175: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJ.LEN ONDER ZEE

173

toebereidselen to maker voor het diner . En het duurdeniet lang, of de gebraden varkens-carbonaden verspreid-den een bijzonder aangenamen geur .

Doch ik bemerk, dat ik den Canadees begin na todoer en voor een paar gebraden varkens-carbonadenreeds in geestdrift geraak . De lezer zal het mij en ookvriend Land vergeven .

Om kort to gaan, het diner was uitmuntend. Behalvegenoemde varkenscarbonaden, bestond het maal nognit een paar houtduiven, een sagopastij, brood van denbroodboorn, eenige manga's, een half dozijn ananassen,en het uitgegiste sap van zeker snort van kokosnootendat zoo koppig was als een belegen Bordeaux-wijn ; ikgeloof zelfs, dat mijn dappere kameraden een lichte roeshadden .

„Indien we vanavond eens niet naar boord terug-keerden?" stelde Koenraad voor.„Indien we er eens nooit meer terugkeerden?" liet

Ned Land er op volgen .Op dat oogenblik vie! er een steer voor onze voeten

neer en maakte een eind aan het voorstel van denharpoenier .

Page 176: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

TWEE EN TWINTISCHE HOOF'DSTUK .

Het electrisc lie boiwerk.

Zonder van onze plaatsen op to staan, keken we naarde richting van het bosch ; een oogenblik hield ik meteten op, dock vriend Ned liet zich niet van de wijsbrengen en at geregeld door .

„Er is nog nooit een steep van zelf uit de luchtgevallen," zei Koenraad, ,,of het moest een meteoor-steen zijn ."

En als om deze woorden to bevestigen, sloeg eentweede steep het lekkere duivenboutje uit de hand vanmijn bediende .

Thans sprongen we alle drie overeind ; we namenonze geweren ter hand, bereid, om ons leven tegeniederen aanval to verdedigen .

„Zouden het apen zijn?" vroeg Ned .„Neen, geen apen," antwoordde mijn bediende, „het

zijn inboorlingen die ons aanvallen ."„Naar de sloep!" riep ik uit, naar het strand loo-

pende. Onze beweging was niet to voorbarig, want eentwtntigtal, met pij 1 en bong gewapende inboorlingen,verscheen aan den rand van een boschje, dat zich opongeveer 100 meter aan onze rechterzijde beyond . Desloep lag ongeveer 10 vademen van ons verwijderd .Weliswaar kwamen de wilden slechts langzaam nader-bij, maar hun bedoelingen lieten aan duidelijkheid nietsto wenschen over ; het regende letterlijk pijlen ensteenen .

Ned Land die zooveel moeite had gedaan omen voor-

Page 177: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MLILEN ONDER ZEE

175

raad voedsel zoo compleet mogelijk to makers, wildeden buit niet geheel en al in den steek laten en liep metzijn varken op den eenen en de kangoeroe's op denanderen schouder zoo hard als hij kon naar de boot .In twee minuten waren we op het strand ; het provianden onze wapens in de sloep werpen en de boot zeif inzee brengen was daarna het werk van een oogenblik .Nauwelijks hadden we twee kabellengten geroeid, ofongeveer honderd inboorlingen liepen reeds tot aan hetmiddel in het water . Ik keek eens naar de Nautilus,dock daar scheen men niets van den overval gemerktto hebben .

Twintig minuten later waren we aan boord ; het luikstond open en nadat wij de boot hadden vastgelegd,gingen we naar binnen . Ik liep naar den salon, waarik kapitein Nemo vond, die geheel verdiept scheen inde bespeling van het groote orgel .

„Kapitein!" zei ik .Hij hoorde me niet .„Kapitein!" riep ik nog eens en raakte daarbij zijn

arm aan. Thans eerst scheen hij uit zijn muzikale droo-men to ontwaken, en zei, zich half omkeerende :„0, bent u het, mijnheer Arronax? Was de Godin

der jacht u gunstig?"„Daarover kan ik niet klagen, kapitein," antwoordde

ik, „maar ongelukkigerwijze hebben we kennis gemaaktmet een troep tweevoetige wezens, wier nabijheid onsvrij gevaarlijk toescheen ."„Wat voor wezens?"„Wilden !"„Wilden!" antwoordde de kapitein op spottenden

toon . „En gij verwondert u, mijnheer, als gij ergensvoet aan wal zet, er wilden to vinden? Wilden, waarzijn die niet? En bovendien, zijn die wilden die gij vindterger of gevaarlijker dan andere wilden?"„Maar kapitein . . ."

Page 178: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

176

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

„Mijn waarde professor, laat mij u zeggen dat ik nogsteeds overal ter wereld wilden heb ontmoet ."

„Best mogelijk," antwoordde ik, „maar als gij dezeinboorlingen niet aan boord wilt hebben, dan dient gijtoch eenige voorzorgsmaatregelen to nemen ."

„Maakt u daaromtrent niet bezorgd, professor ."„Maar ze zijn vrij talrijk!"„Hoeveel ongeveer?"„Minstens honderd ."„Mijnheer Arronax," hernam de commandant van de

Nautilus, terwijl hij zijn vinger weer over de toetsenvan het orgel liet gaan, „indien de geheele wilde bevol-king van Nieuw Guinea op het strand bij elkaar was,dan nog zou mijn schip van haar overval niets tovreezen hebben !"

En zonder aan deze woorden iets toe to voegen, her-vatte hij zijn spel . Weldra scheen hij mijn tegenwoor-digheid geheel vergeten to hebben, en het kwam mijonbescheiden voor hem langer to storen .

1k ging dus weer naar boven . De nacht was reedsgevallen, want onder deze breedte bestaat weinig ofzoo goed als geen schemering. Het einland Gueboroarwas nauwelijks to onderscheiden ; slechts enkele vurenop het strand duidden op de aanwezigheid der inboor-lingen .

Gedurende enkele uren genoot ik van den heerlijkentropischen nacht. Het onwrikbaar zelfvertrouwen vanden kapitein had mij het gevaar van een overval geheeldoen vergeten en terwijl ik naar de sterren keek gingenmijn gedachten terug naar mijn vaderstad, naar hetschoone Parijs. Zonder nieuwe gebeurtenissen ging denacht voorbij ; de Papoea's waren hoogst waarschijnlijkbevreesd voor het vreemde monster, dat in de baai lag .Den volgenden morgen, om zes uur, stond ik op en

toen ik naar het strand keek zag ik dat de wilden thansnog talrijker waren dan den vorigen avond. Naar ruwe

Page 179: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

177

schatting waren er vijf- tot zeshonderd man bijeen .Gebruik makende van den lagen stand van het waterwaren eenigen, van den eene klip op de andere sprin-gende, de Nautilus tot op twee kabellengten gena-derd. Toen zij geheel naderbij gekomen waren, kon ikvaststellen dat het wel degelijk Papoea's waren, men-schen van athletische gestalte, met een hoog en breedvoorhoofd, sterk gewelfde borst, kortom met alle uiter-lijke kenteekenen van een werkelijk natuurlijk schoonras. Hun wolachtig haar was rood geverfd en stalevreemd of tegen hun huid, die zoo glad en glimmendwas als die van Nubiers . Aan hun doorstoken en uit-gerekte oorlellen hingen kleine beentjes ; de meestenhunner waren naakt. De enkele vrouwen die ik zag,droegen een snort crinoline van gedroogd gras, die totaan de knieen reikte . De opperhoofden hadden hun hallmet een halve maan en met snoeren van roode en witteglaskoralen versierd ; de mannen waren alien met pijlen bong gewapend en droegen op den rug een snortnetje, waarin zij ronde steenen bewaarden, die zij metgroote behendigheid naar een bepaald doel wisten towe rpen .

Een der opperhoofden was ons schip tot op enkelemeters genaderd en bekeek het aandachtig . Deze manbekleedde hoogstwaarschijnlijk een hoogen rang onderde bevolking, tenminste to oordeelen naar een snortprachtig beschilderde mat van gedroogde banaan-bla-deren, welke hij om het lichaam geslagen had . Daar hijzich onder het bereik van mijn geweer beyond, hadik hem gemakkelijk kunnen neerschieten, dock ik oor-deelde het verstandiger to wachten totdat zij de vijan-delijkheden zouden openen . Tusschen Europeanen enwilden past het, dat Europeanen zich verdedigen ennimmer aanvallen .

Gedurende eenige uren bleven de inboorlingen om deNautilus heendraaien, dock zij maakten geen aanstaiten

Page 180: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

Gebruik makende van den lagen waterstand,waren de inboorlingen tot viak bij de Nautilus gekomen .

Page 181: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

179

aan boord to komen. Uit hun gebaren meende ik tomogen opmaken, dat zij mij uitnoodigden aan land tokomen, een uitnoodiging, waaraan ik begrijpelijker-wijze geen gevolg gaf .

Daar alles rustig bleef, besteedde ik den tijd, dienik nu wel gedwongen was aan boord door to brengen,met visschen. Mijn handige bediende had namelijk eensnort schepnet vervaardigt, dat mij hierbij uitstekendvan pas kwam . Een tijdje lang vischte ik ijverig in hetheldere water, dock mijn buit bestond slechts uit eenigeschelpen, wat pareloesters en een dozijn kleine schild-padden, die ik voor ons diner wilde bewaren . Doch opeen gegeven oogenblik kreeg ik een wonder, of lievergezegd een natuurlijke misvorming to zien die menslechts zelden ontmoet. Koen had joist het net uitge-worpen en haalde het met een lading zeer gewoneschelpen weer op, toen hij mij plotseling de hand inhet net zag steken en er een schelp uithalen, die ik meteen uitroep van vreugde in de hoogte hield .„Wat scheelt er aan, mijnheer?" vroeg de brave

jongen verbaasd. ,,Is mijnheer gebeten?"„Neen, mijn jongen, en toch zoo ik voor zulk een

ontdekking wel een lid van mijn vinger willen missen ."„Welke ontdekking?"„Deze schelp," zei ik, hem bet voorwerp toonende,

dat ik joist gevonden had .„'t Is doodeenvoudig een purper-olijf, klasse, . ."„Alles goed en we!, Koen, maar in plaats van rechts

naar links gedraaid to zijn, is het bij deze schelp joistomgekeerd."„Omgekeerd?"„Ja, Koen, dit is een linksche schelp ."„Een linksche schelp!" herhaalde Koenraad, terwijl

zijn gezicht van vreugde straalde .„Zie maar eens hier."„Ik wil mijnheer eerlijk verzekeren, dat ik nog nooit

Page 182: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

180

20,000 MIJLEN a-NDER ZEE

zoo verheugd ben geweest, als bij het zien van dezeschelp."

En tot deze vreugde was waarlijk wel reden ; menweet toch, dat rechtswenden volgens de theorien dernatuurvorschers, een wet der natuur zelve is . De hemel-lichamen en hun satelieten bewegen zich bij hunnewenteling, om de zon en om hun as altijd van rechtsnaar links ; de mensch gebruikt bij voorkeur de rechter-hand, zoodat allerlei werktuigen en instrumenten, alstrappen, sloten, horlogeveeren, enz ., op zoodanige wijzegemaakt zijn, dat zij rechts gebruikt kunnen worden .De natuur heeft deze wet ook gevolgd in het draaienvan schelpen, ze zijn allen rechts, behalve enkele uit-zonderingen, die, als zij gevonden worden, door ama-teurs met goud betaald worden .

Koen en ik warm dus opgetogen met onzen schat, enik vatte het plan reeds op hem bij mijn aankomst toParijs aan het Museum voor Natuurlijke Historie tengeschenke to geven, toen een steep, door een derinboorlingen geworpen, het kostbare voorwerp uitKoenraads hand sloeg, zoodat het in scherven op dengrond vie! . 1k slaakte een kreet van wanhoop. Koenraadgreep mijn geweer, legde aan op den inboorling, dieden steep geslingerd had en schoot .

„Koen," riep ik, „wat doe je !"„Ziet mijnheer dap niet dat die kannibaal ons aan-

valt !"„Maar Koen, een schelp is geen menschenleven

waard."„a, die schurk, ik had liever gewild dat hij mij den

arm had verbrijzeld .Koenraad meende het oprecht, maar ik was het niet

met hem eens. Zooals de volgende toestanden echterzullen doen zien, kon ik hem niet geheel en al ongelijkgeven. Een twintigtal prauwen omringden ons . Devaa tuigen, die van uitgeholde boomstammen gemaakt

Page 183: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

181

waren, werden door halfnaakte wilden bestuurd en ikzag niet zonder een groote ongerustheid dat zij onsmeer en meer naderden .Het was merkbaar dat deze inboorlingen reeds

vroeger met Europeanen in contact waren geweest enhun schepen kenden . lVtaar wat moesten ze wel denkenvan dien langen ijzeren cylinder, zonder mast of schoor-steen? Niets goeds, want zij waren eerst op eerbiedigeafstand gebleven. Toen zij het vaartuig echter onbewe-gelijk stil zagen liggen, vatten zij cooed, en wilden ernader kennis mee maken ; dock juist deze kennismakingmoesten wij tot elken prijs beletten . Onze geweren,wier schot geen knal gaf, konden hen slechts weinigvrees inboezemen, daar zij slechts eerbied hebben voorgeraasmakende vuurwapenen . De bliksem zou ook zon-der den donder den mensch niet verschrikken, alhoewelhet gevaar in het eerste en niet in het laatste gelegen is .Op dat oogenblik waren de prauwen geheel naderbij

gekomen en het regende pijlen en steenen om ons heen .„Alle donders," riep vriend Koenraad, „misschien zijn

het wel giftige pijlen ."„Ik zal den kapitein waarschuwen," zei ik, de trap

afgaande .Ik liep naar den salon en daar dezen verlaten was

liep ik naar Nemo's kamer .„Binnen 1" riep de kapitein, nadat ik had aangeklopt .

Ik trail binnen en vond den commandant van denNautilus verdiept in een wiskundige berekening .

„Stoor ik?" vroeg ik uit beleefdheid .„Ja, mijnheer," was het korte antwoord, „dock ik

geloof dat gij wel ernstige redenen moet hebben voordeze storing."

„Zoo is het inderdaad ; we zijn omringd door prau-wen, en zullen binnen enkele minuten door die troepinboorlingen worden aangevallen ."

Page 184: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

182

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

„Zoo," zei de kapitein bedaard, „zijn ze met hunprauwen gekomen?"

„Ja zeker, kapitein ."„Welnu, dan is het immers voldoende dat het luik

gesloten wordt!"„Juist, en ik kwam u zeggen . . ."„Het is reeds gebeurd," zei de kapitein, nadat hij op

een knopje aan den wand gedrukt had . De sloep is ophaar plaats en het luik is dicht . Gij vreest toch zekerniet, dat die heeren de wanden van mijn vaartuig zullenverbrijzelen, waar zelfs de kogels van de Abraham-Lincoln op zijn afgestooten!"

„Neen kapitein, maar er bestaat nog een antlergevaar ."

„Welk mijnheer?"„Morgenochtend moet het luik weer open gemaakt

worden ter verversching van omen voorraad lucht."„Dat is zoo, want ons vaartuig ademt evenals een

walvisch."„Juist, en indien de Papoea's op dat oogenblik op het

plat zijn, dan zie ik niet in, hoe gij ze beletten kuntbinnen boord to komen ."

„Welnu, laat ze dan maar komen ; ik zie geen enkelereden hen dat to beletten ; het zijn toch arme duivels,en ik zou niet gaarne willen dat mijn bezoek in de buurtvan hun eiland het levee zou kosten aan een flier onge-lukkigen ."

Na deze vreemde woorden wilde ik heengaan, dockde kapitein hield me terug en verzocht me een oogen-blik plaats to nemen. Hij informeerde met veel belang-stelling naar omen tocht op het eiland en scheen nietto begrijpen hoe de Canadees zoo vurig naar vleeschverlangde . Vervolgens spraken wij over verschillendeonderwerpen, en in den loop van het gesprek kwamhet me voor, flat de kapitein hartelijker was dangewoonlijk. Onder anderen spraken wij over de Jigging

Page 185: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

183

van de Nautilus die juist gestrand was op de plek, waarook Dumont d'Urville bijna schipbreuk had geleden .

„Die d'Urville was een uwer knapste zeelieden," zeide kapitein, „hij was een Fransche Cook . Ongelukkigegeleerde! De ijsbanken van de Zuidpool, de koraal-riffen en de kannibalen in den Grooten Oceaan getrot-seerd to hebben, om daarna ellendig in een spoortreinom het levers to komen ! Wat zou die krachtige man we(in de laatste oogenblikken van zijn levers gedachthebben?"

Op de voor ons liggende kaart gingen wij de tochtenna van den grooten Franschen zeevaarder, die aan deZuidpool het Amalia en het Lodewijk Philipsland hadontdekt en eindelijk zijn opmetingen van de voor-naamste eilanden in den Grooten Oceaan had gedaan .

„Wat uw d'Urville aan de oppervlakte der zee heeftverricht," vervolgde kapitein Demo, „doe ik onderwater en veel gemakkelijker en vollediger das hij . DeAstrolabe en de Zelee werden door de golven voortdu-rend heen en weer geslingerd en konden dus niet tegende Nautilus opwegen, die in het midden der waterenstil ligt, en dus met recht een kalme studeerkamer maggenoemd worden."

„En toch," zei ik, „bestaat er een punt van overeen-komst tusschen de corvettes van Dumont d'Urville ende Nautilus ."

„Welke, mijnheer?"„Dat de Nautilus, evenals zij, gestrand is ."„De Nautilus is niet gestrand, mijnheer," antwoordde

de kapitein op rustigen toon : „de Nautilus is gemaaktom kalm op het water to liggen en ik zou al die moei-lijke manoeuvres niet beginners, welke d'Urville met zijncorvettes deed om weer vlot to komen . De Astrolabeen de Zelee zijn vergaan, dock mijn schip loopt geesgevaar. De vloed zal het vaartuig morgen op het

Page 186: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

184

20,000 MIJLEN 4NDER ZEE

bepaalde uur oplichten en wij zullen omen tocht kunnenvoortzetten ."

„Kapitein," zei ik, „ik twijfel geen oogenblik . . ."„Morgen," voegde de kapitein erbij, terwijl hij

opstond. „Morgenmiddag, om 2 uur 40 minuten, zalde Nautilus vlot worden en zonder de minste schadede Zeestraat van Torres verlaten ."

Na deze woorden gezegd to hebben gaf hij mij meteen handgebaar to verstaan dat hij alleen wenschte toblijven en verliet ik dus zijn hut . In de gang ontmoetteik Koenraad, die nieuwsgierig was naar mijn onderhoudmet den kapitein .

„Beste jongen," zei ik, „toen ik tegenover kapiteinNemo de veees to kennen gaf dat zijn schip morgendoor de wilden bestormd zou worden, heeft hij zichdaar met een schertsend gebair vanaf gemaakt. Ik kanje dus slechts een ding antwoorden ; „vertrouw op kapi-tein Nemo en ga gerust naar je kooi ."

„Heeft inijnheer me niet meer noodig?"„Neen Koenraad ; ik wilde slechts weten wat Ned

Land op bet oogenblik uitvoert ."„Vriend Ned, is bezig een kangoeroe-pastei klaar to

makers, die volgens zijn bewering verbazend lekkermoet zijn ."

Hierop verliet Koenraad mij en enkele minuten laterlag ook ik in mijn kooi . lk hoorde duidelijk de wildenop bet plat been en weer loopen en een ooverdoovendgeschreeuw aanheffen . Het gevolg was dat ik niet konslapen ; met de bemanning van bet schip scheen dit nietbet geval to zijn want zij bekommerde zich blijkbaarevenmin om de aanwezigheid der woeste Papoea's alseen regiment soldaten in een geblindeerd fort dat dooreenige tientallen muizen wordt aangevallen .

's 1Vlorgens teen 6 uur was ik reeds op de been . Hetluik was nog gesloten. De lucht werd dus niet ver-verscht, dock de reservoirs, die, om alle mogelijke

Page 187: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

185

gebeurtenissen to voorkomen, gevuld waren, begonnento werken en brachten eenige kubieke meters zuurstofin de Nautilus .Tot twaalf uur bleef ik in mijn kamer, zonder den

kapitein ook maar een oogenblik gezien to hebben . Menscheen aan boord nog geen toebereidselen voor het ver-trek to maken . Ik wachtte nog eenigen tijd en begaf metoen naar den salon . De pendule wees precies half driesin 10 minuten moest de vloed zijn grootste hoogtebereikt hebben, en als de kapitein geen dwaze beloftehad gedaan dan moest de Nautilus op dat oogenblikweer vlot worden. Gebeurde dit niet, dan zouden erverscheidene maanden moeten verloopen, voordat hijdeze klippen kon verlaten .

Weidra voelde ik een lichte trilling die door het vaar-tuig liep; ik hoorde het met den buitenwand tegen dekalk- en koraalpunten schuren .

Precies 5 minuten over half 3 verscheen kapiteinNemo in den salon .

„Wij gaan vertrekken," zei hij .„Zoo," antwoordde ik.„Ik heb bevel gegeven het luik to openen .",,En de Papoea's?"„De Papoea's?" herhaalde de kapitein schouderop-

halende .„Zullen zij niet aan boord komen?"„Hoezoo?"„Wel, door het luik als dat opengezet wordt ."„Mijnheer Arronax," zei kapitein Nemo bedaard, „ook

al staat het luik van de Nautilus open, dan komt menniet zoo maar ongehinderd in mijn schip ."

1k keek hem verbaasd aan .„Begrijpt ge me niet?" vroeg hij .„Neen l"„Kom dan mede en overtuig u zelf."

Page 188: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

1$6

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

We liepen tezamen naar de groote middentrap ; daarstonden Ned Land en Koenraad met belangstellingnaar eenig matrozen to kijken, die het luik openden,terwijl daarbuiten afgrijselijke kreten van woede enhaat weerklonken. Eindelijk was het luik open en wer-den een twintigtal afzichtelijke tronies zichtbaar. Maarde eerste der wilden, die de hand aan de trapleuningsloeg, werd door een onzichtbare kracht achteruitgeworpen en vluchtte onder het uitstooten van eenafschuwelijk gebrul weg. Een tiental zijner makkersdie eveneens probeerden binnen het schip to komen,ondergingen hetzelfde lot .

Koenraad was opgetogen . Ned Land wilde de zwarteduivels to lijf gaan en vloog naar de trap ; maar nauwe-lijks had hij de leuning aangegrepen, of ook hij werdop zijn beurt weggeslingerd .

„Vervloekt!" riep de Canadees, „ik ben door denbliksem getroffen!"

Deze uitroep verklaarde mij alles ; het was thans geentrapleuning meet, maar een met electriciteit geladenketting, die tot op het plat ging . Ieder die deze kettingaanraakte, kreeg een vreeselijke schok en deze schokzou doodelijk geweest zijn, indien kapitein Nemo er devoile stroomkracht van zijn machine doorheen had latengaan. Men zou kunnen zeggen dat hij tusschen zijnaanvallers en zichzelf een electrische barriere hadopgeworpen, die niemand ongestraft kon passeeren .Intusschen hadden de verschrikte Papoea's de vlucht

genomen, terwijl wij den als razend vloekenden Cana-dees weer op de been hielpen . Op dat oogenblik werdde Nautilus door de laatste vloedgolven van het rifopgelicht en kwam weer vlot . De schroef begon lang-zaam to werken, de sneiheid nam geleidelijk toe, ensteeds aan de oppervlakte van het water blijvend, ver-liet de Nautilus onbeschadigd de gevaarlijke zeestraatvan Tortes .

Page 189: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

DIXIE EN TWINTIGSTE HOOhDSTUK.

Een verdoovingsrniddel .

Den volgenden dag, den lOen Januari, zette de Nau-tilus zijn tocht onder water voort met een snelheid vanongeveer 35 K.M. per uur. De werking van de schroefwas zoo groot dat ik niet in staat was het aantal deromwentelingen to tellen .

Als ik eraan dacht dat deze voortreffelijke electrischemachine beweging, warmte en licht aan de Nautilusschonk en haar bovendien tegen aanvallen van buitenverdedigde, zoodat het vaartuig veranderd werd in eenheilige ark, die niemand kon aanraken zonder verplet-terd to worden, dan werd ik met bewondering vervuldvoor deze machine, en van de machine ging mijn bewon-dering vanzelfsprekend over op den bouwmeester, diedit alles gewrocht had .

Wij zetten koers naar het Westen en zeilden denelfden Januari om Kaap Wessel, die op 135° O .L, en10° N.B. het westpunt vormt van de Golf van Carpen-taria. Er waxen nog tal van klippen, dock zij lagen ver-der uit elkaar en zijn met groote nauwkeurigheid opde kaart aangeteekend . De Nautilus vermeed de bran-ding van Money aan bakboord en de riffen van Vic-toria aan stuurboord en vervolgde zijn tocht Tangs dentienden parallel .

Den dertienden Januari kwamen we in de Timor zee ;de kapitein verkende het eiland waaraan deze zee haarnaam to danken heeft en dat gelegen is op 122° O .L .Het eiland Timor heeft een oppervlakte van 36 .000K.M.2 en wordt door Radjahs' bestuurd . Deze vorsten

Page 190: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

188

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

noemen zich de zonen van krokodillen, hetgeen in deoogen der inboorlingen de hoogste trap van geboortebeteekent, waarop een sterveling kan aanspraak maken .De in de rivieren van dit eiland veelvuldig voorkomendekrokodillen worden door de bevolking in hooge eeregehouden. Men beschermt ze, men aanbidt ze en voedtze ; men geeft hen zelfs jonge meisjes tot voedsel, enwee den vreemdeling die de hand durft to slaan aaneen der gewijde monsters .

Het is begrijpelijk dat de bemanning van de Nautilusallerminst plan had zich met deze leelijke dieren togaan bemoeien . Timor werd voor ons slechts evenzichtbaar our 12 uur 's middags, d .w .z. op het oogen-blik dat de eerste stuurman het middag bestek op-maakte. Ook zag ik in de verte het eiland Rotti, dattot dezelfde eilandengroep behoort en welks vrouwenberoemd zijn our haar schoonheid .

Van nu of richtte de Nautilus zijn steven naar hetZuidwesten en zette koers naar den Indischen Oceaan .Waar zou de kapitein ons nu heen voeren? Zou hij deAziatische kust weer opzoeken r of was hij van plan naarEuropa to gaan? Het laatste was moeilijk aan to nemenvan iemand die zooveel mogelijk de bewoonde wereldvermeed. Zou hij den steven zuid waarts richten? Washij van plan our Kaap de Goede Hoop en verder ourKaap Hoorn to varen en op deze wijze door to dringentot de Zuidpool? Of zou hij sours naar den GrootenOceaan terugkeeren, waar zijn Nautilus zulk een gemak-kelijk vaarwater vond? De toekomst zou het ons leeren .

Den veertienden Januari hadden wij de klippen eneilanden eindelijk achter ons en bevonden ons in voilezee. De snelheid van de Nautilus werd aanmerkelijkminder en zeer wispelturig in zijn bewegingen, dreef hijflu eens aan de oppervlakte en dan eens onder water.Gedurende dit gedeelte der refs nam kapitein Nemobelangrijke proeven voor de verschillende warmtegra-

Page 191: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.040 MI JLEN ONDER ZEE

189

den der zee. In den regel is het rnoeilijk daar nauwkeu-rige gegevens over to verkrijgen, wanneer men bedenktdat genoemde warmte-metingen slechts op geringediepten kunnen genomen worden, terwijl daarvoor in-strumenten gebruikt worden, die zeer ingewikkeld zijn .Kapitein Nemo daarentegen was in staat zijn natuur-kundige waarnemingen in de diepte van den oceaanzeif to doers .

Het gebeurde vaak dat de Nautilus sours snel, sourslangzaam varend een diepte bereikte van 9-10 .000 M .De uitslag van al deze proeven was dat de zee op1 .000 M. diepte onder alle breedtegraden een vastetemperatuur heeft van 4 1/2 graad . 1k volgde dezeproefnemingen met de grootste belangstelling,, mijdaarbij dikwijls zeif afvragende of kapitein Nemo zenam ten eigen voordeele of ten behoeve van zijn mede-menschen. Dit laatste was niet zeer waarschijnlijk wantden een of anderen dag zouden zijn aanteekeningenmet hem in een onbekende zee verzinken . Zou hij denuitslag zijner onderzoekingen sours voor mij bestem-men? Ook dit was onwaarschijnlijk, daar alles er opwees dat ook ik de Nautilus nooit zou kunnen ver-laten.

Maar hoe het ook zij, de kapitein deelde mij deresultaten zijner onderzoekingen merle, waardoor ikveel en wetenswaardig nieuws vernam omtrent dedichtheid en de temperatuur van het zeewater. Op ze-keren rnorgen, het was den vijftienden Januari, wan-delde ik met den kapitein op het platform van zijnschip ; hij vroeg rnij of ik de verschillende graders vandichtheid van het water kende en daar ik ontkennendantwoordde, voegde hij er aan toe dat de wetenschapdaarvoor nog geen juiste gegevens bezat .

„Ik heb proeven genomen," zei hij, „en ik kan dezekerheid mijner gegevens absoluut bevestigen ."„Goed," antwoordde ik, „maar de Nautilus is een

Page 192: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

190

20.000 M1 JLEN ONDER ZEE

wereld op zichzelf en de geheimen uwer geleerdheidzullen op de aarde nooit bekend worden ."

;,Ge hebt gelijk, waarde heer," antwoordde hij na eenkort zwijgen ; „het is een wereld op zichzelf . Mijn vaar-tuig staat in dezelfde verhouding tot de aarde als deplaneten die de aarde in haar loop om de zon verge-zellen ; men zal de werken der geleerden, die op Satur-nus of Jupiter leven, toch ook nooit op aarde leerenkennen? En omdat het toeval ons bij elkaar gebrachtheeft, wil ik u het resultant mijner onderzoekingenmededeelen .

„Ik luister, kapitein."„W'eet dan, mijnheer, dat zeewater meer dichtheid

bezit dan rivierwater, alhoewel de dichtheid van hetzeewater niet overal dezelfde is . Stel ik bijvoorbeeld dedichtheid van rivierwater op een, dan vied ik 1 .028voor het water van den Atlantischen en 1,026 voor datvan den Grooten Oceaan, terwijl daarbij vergeleken hetwater der Middellandsche Zee op 1,03 geschat kanworden . . ."

„0," dacht ik, „hij waagt zich al in de Middelland-sche Zee."

,,Voor het water der Ionische Zee 1,018 en voor datder Adriatische 1,029."

Uit deze gezegden maakte ik op dat de Nautilus dedrukst bevaren zeeen van Europa niet vermeed en dathet waarschijnlijk was dat wij binnenkort nog eens naarEuropa zoudcn terugkeeren ; vriend Ned zou dit nieuwswaarschijnlijk met groote vreugde vernemen .

Gedurende verscheidene dagen brachten wij den tijddoor met het nemen van allerlei proeven omtrent hetzoutgehalte op verschillende diepten, omtrent het ge-leidend vermogen, de kleur en de doorschijnendheidvan het zeewater en bij dit alles toonde de kapitein eenbekwaamheid, die slechts geevenaard werd door zijnvriendelijkheid jegens mij .

Page 193: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

19l

Den zestienden Januari was ik getuige van een zon-derling schouwspel . De wanden in den salon waren terzijde geschoven en daar de lantaarn van den Nautilusgeen licht gal, heerschte er in het water een onbepaaldeduisternis. De met dikke wolken bedekte hemel deedslechts weinig licht doordringen . 1k zat naar dit somberschouwspel to ki j ken en de grootste visschen schenenmij niet meer dan zeer onduidelijke schaduwen, toenons schip plotseling in het voile licht kwam . Eerst dachtik dat de lantaarn van de Nautilus aangestoken wasen het electrische licht in het water scheen ; ik vergisteme echter en zag spoedig mijn dwaling in . Ons schipdreef in het midden van een lichtgevende streep, dieponder water. Deze streep werd veroorzaakt door dui-zenden lichtgevende diertjes, wier schittering nog toe-nam, als zij Tangs de metalen wanden van ons vaartuigstreken. Dan zag ik zelfs flikkering in deze lichtendeomgeving, alsof een stroom kokend lood in een vuur-haard geworpen, of een stuk metaal tot roode gloei-hitte gebracht werd. Het verschijnsel was zoo sterkdat eenige deelen van dezen schitterenden stroom nogschaduw wierpen, hoewel alle schaduw daaruit verban-nen scheen. Neen, dit was niet de kalme flikkering vande scheepslantaarn, hier zag men kracht en een onge-wone beweging ; men gevoelde dat dit licht leefde .

Het was dan ook een oneindig groote opeenstapelingvan weekdieren, van millioenen lichtgevende diertjes,ware bolletjes van doorschijnende gelei, met voelarmenzoo fijn als draadjes, waarvan men er ruim 800 in eenkubieken centimeter geteld had . Gedurende verscheideneuren bleef de Nautilus in diep schitterenden stroom, enonze verbazing steeg ten top, toen wij groote zeemon-sters en allerlei visschen daarin zagen rondspartelenen spelen, evenals de legende vertelt, dat de salamandershet doen in het vuur . Midden in dit onbrandbaar vuurzwommen vlugge bruinvisschen, die onvermoeide clowns

Page 194: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

192

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

in het leger der zeedieren, en zwaardvisschen van 3 m .lengte, de voorloopers van orkanen, wier vreeselijkzwaard sours tegen het glas stootte . Het was een betoo-verend schouwspell Misschien werd de sterkte van hetlicht door den toestand van de atmosfeer vergroot ;misschien woedde een hevig onweer boven het zeevlak,dock op eenige meters diepte bemerkte de Nautilusniets van den woedenden storm en dreef kalm temiddenvan het stifle water .

Den achttienden Januari bevonden we ons met onsschip op 150° O .L, en 15° Z.B . ; het weer was ruw en dezee vrij onstuimig ; uit het Oosten woei een tamelijksterke wind ; de barometerstand, die reeds sinds eenigedagen dalende was, wees op een naderenden strijd derelementen. Op het oogenblik dat de tweede stuurmanhet middagbestek opmaakte, stond ik juist op het plat-form ; zooals gewoonlijk wachtte ik op de dagelijksuitgesproken formule ; maar in plaats daarvan riep hijeenige andere woorden, die daarom voor mij niet min-der onbegrijpelijk waren . Onmiddellijk daarop ver-scheen de kapitein, en richtte zijn verrekijker naar denhorizont. Gedurende enkele oogenblikken staarde hijnaar een bepaald punt in de verte en sprak toen eenigewoorden tot den stuurman . Deze voor mij onbegrijpe-lijke mededeeling scheen den man in allerhoogste mateto ontroeren. De kapitein beheerschte zich echter beteren bleef, althans uiterlijk, volmaakt kalm ; overigensmoest hij den stuurman eenige tegenwerpingenmaken, waarop deze met bepaalde zekerheid bleek toantwoorden, ten minste zoo begreep ik het uit verschilvan stem en gebaren. Ook ik keek aandachtig in deaangeduide richting, zonder echter iets to zien . Aan dengezichtseinder vloeide water en lucht tezamen tot eengrijs geheeL

Zonder to laten blijken dat hij zich van mijn tegen-woordigheid bewust was, liep de kapitein met onrus-

Page 195: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

193

tige schreden het platform op en neer. Sours stond hijstil met over de borst gekruiste armen en liet zijn blik-ken over de zee dwalen,, our het volgende oogenblikzijn wandeling to hervatten . Wat zocht hij in die onme-teiijke ruimte? De Nautilus beyond zich immers opeenige honderden kilometers van de kust verwijderd!

De stuurman had zijn kijker weer ter hand genomenen staarde naar den gezichtseinder ; hij liep heen enweer, stampte met den voet, en was in tegenstellingmet zijn meester in zenuwachtige spanning. Weldrazou het geheim opgelost werden, want op een wenkvan den kapitein zette de hoofdmachinist zijn machinestot de grootste snelheid aan. Op dat oogenblik maaktede stuurman den kapitein opnieuw opmerkzaam ; dezestaakte zijn wandeling en richtte den kijker nog eensnaar het aangegeven punt ; hij tuurde lang, en daar ikdoor al deze vreemde dingen nieuwsgierig werd, liepik naar den salon our een verrekijker to halen . Weldrawas ik terug en was juist van plan met mijn instru-ment den horizont of to zoeken, toen mij dit met eendi iftige beweging uit de hand werd geslagen .

Ik keerde mij our . Kapitein Nemo stond voor mij, dockik herkende hem nauwelijks . Zijn gelaat was geheelveranderd, zijn oogen schitterden met doffen glans enwarm onder de saamgetrokken wenkbrauwen bijnaonzichtbaar ; zijn geopende lippen lieten de op elkaargeperste tanden gedeeltelijk zien ; hij stond recht over-eind met gebalde vuisten en opgetrokken schouders . Uitzijn geheele hooding sprak een ontembare haat en ikvroeg rnij of of ik zonder het to weten dezen toornhad opgewekt. Dacht deze vreemde man dat ik eenzijner geheimen had ontdekt, een geheim dat voor degasten der Nautilus verborgen moest blijven? Neen,ik was het voorwerp niet van dien haat, want hij keekmij niet aan, maar hield het oog gevestigd op hetvoor mij onzichtbare punt aan den gezichtseinder.

20.000 Mijlen onder Zee.

7

Page 196: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

194

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

Eindelijk scheen kapitein Nemo zijn zelfbeheerschingweer terug to krijgen . Zijn gelaat, dat zoo vreeselijkveranderd was, hernam zijn gewone kalme uitdrukking.Hij sprak eenige woorden in een vreemde taal tot zijnstuurman, en wendde zich toes tot mij

„Mijnheer Arronax," sprak hij op gebiedenden toon,„ik eisch van u de vervulling van een voorwaarde, dieu aan mij bindt ."

„Welke voorwaarde, kapitein?"„Ge moet u met uw makkers laten opsluiten, tot op

het oogenblik dat het mij wenschelijk is u de vrijheidterug to geven ."

„Gij zijt de heer en meester," antwoordde ik, en keekhem strak aan, „dock mag ik u een vraag stellen?"

„Neen, mijnheer ."Hier vie! niets tegen in to brengen, en daar alle tegen-

stand onmogelijk was, hadden we slechts to gehoorza-men . Ik begaf mij naar de but van Ned Land en Koen-raad, wien ik het besluit van den kapitein mededeelde .

De lezer zal begrijpen op welke wijze deze mede-deeling door den Canadees ontvangen werd ; dock veeltijd tot wikken en wegen hadden wij niet, want viermatrozen wachtten aan de dear, en brachten ons naarhet vertrek waar wij den eersten nacht van ons verblijfop den Nautilus hadden doorgebracht. Ned Land wildenog eenige heftige opmerkingen makes, dock als eenigantwoord werd de deur in het slot geworpen .

„Zou mjinheer mij kunnen vertellen wat dit betee-kent?" vroeg Koenraad .

Ik vertelde mijn makkers wat er gebeurd was . Evenalsik wares ook zij verwonderd, maar begrepen er nietsvan . De meest fantastische gedachten gingen mij doorhet hoofd en het beeld van den geheimzinnigen kapiteinverliet mij gees oogenblik. Ik was niet in staat geregeldto denken, en raakte verward in de meest dwaze veron-

Page 197: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

195

derstelllngen, toes ik nit mijn droomerijen werd wakkergeschud door Ned Land, die zei

„Ki j k eens, het ontbi j t staat op tafel ."De tafel was inderdaad gedekt ; het was duidelijk

dat de kapitein daartoe bevel had gegeven op hetzelfdeoogenblik dat hij de verhoogde snelheid van deNautilus bevolen had.

„Zal mijnheer mij niet kwalijk semen, indien ik hetwaag hem een raad to geven?" vroeg Koenraad .

„Neon, nlijn jongen," antwoordde ik.„Welnu, das lijkt het mij het beste dat mijnheer gaat

ontbijten. Het is voorzichtig, want we weten niet vater nog gebeuren kan ."

,,Volkomen j uist, Koen ."„Ongelukkigerwijze," zei Ned Land, „heeft men niets

antlers das de gewone scheepskost voor ons neer-gezet."

„Dat is das nog in ieder geval beter das heelemaalniets," merkte Koenraad op .

Dit moest de harpoenier wel met hem eens zijn . Wegingen dus aan tafel en nuttigden ons maal, zonderdat er een woord gesproken werd .

lk at weinig ; Koenraad tamelijk veel en Ned Land,ondanks zijn pruttelen, met meer das gewone eetlust .Toes het ontbijt was afgeloopen, ging ieder in een hoekzitten en we wilden juist het vreemde van het gevalgaan bespreken, toes plotseling het licht uitging enwe ons in volslagen duisternis bevonden .De Canadees sliep weldra in, en wat mij vooral

verwonderde, was, dat ook Koenraad onmiddellijk inslaap viel .

1k vroeg me zelf af, wat de reden kon zijn van ditvreemde verschijnsel, toes ook ik tot mijn groote ver-wondering een onbedwingbare lust tot slapen kreeg .Mijn oogen, die ik met geweld wilde openhouden, vielenonwillekeurig dicht.

Page 198: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

196

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

Ik was ten proof aan een smartelijke zinsverbijste-ring en besefte thans volkomen, dat men een of antlersterk slaapmiddel in de spijzen gemengd had, die wehadden genuttigd .

De kapitein oordeelde het dus niet voldoende om onsop to sluiten, teneinde ons het zien to beletten, maarwilde ons oak in slaap hebben, opdat wij niets vanzijn geheime plannen zouden gewaar worden .

lk hoorde, dat men het luik sloot en bemerkte, dathet lichte slingeren van het vaartuig door de definingder zee ophield .

Zakte de Nautilus naar de diepte?Ik deed vergeefsche pogingen om aan mijn drang tot

slapen weerstand to bieden ; mijn ademhaling werdzwakker, en ik voelde een kille huivering door mijnloome en als verlamde ledematen varen .Mijn oogleden vielen, alsof ze van lood wares, over

mijn oogen ; ik kon ze niet meer oplichten ; een doffeslaap, vol van allerlei akelige droomen, maakte zichvan mij meester ; toes verdwenen de visioenen en ver-loor ik het bewustzijn . .

Page 199: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

VIER EN TWINTIOSTE HOOFDSTUK .

Het koninkrijk der koralen .

Toen ik den volgenden morgen ontwaakte, was mijnhoofdpijn geheel verdwenen . Tot mijn groote verwon-dering beyond ik mij in mijn kamer . Waarschijnlijkwaren ook mijn makkers naar hun but gebracht, zonderer iets van bemerkt to hebben. Zij wisten evenmin alsik wat er dien nacht was voorgevallen ; ik kon slechtsop het toeval rekenen, om het geheim to ontsluieren .

lk dacht er over, mijn kamer to verlaten, maar wiltniet of men mij de vrijheid reeds had terug gegeven . Ikliep naar de dear en ondervond geen enkelen tegen-stand toen ik deze openen wilder ik was dus weerbetrekkelijk vrij .

De trap opgaande, bemerkte ik, dat ook het luik vanhet platvorm open stond .

Ned en Koenraad stonden reeds op mij to wachten .Op mijn vraag, of ze wisten wat er dien nacht gebeurdwas, antwoordden ze ontkennend . Een onverklaarbare,loodzware slaap had hen den vorigen avond na hetdiner terneer gedrukt en evenals ik, waren ze verwon-derd geweest, in hun kamer weer wakker to worden .De Nautilus leek even kalm en geheimzinnig als altijd .

In een matig tempo gleed het vaartuig aan de opper-vlakte der zee. Aan boord scheen niets veranderd to zljn .Met zijn scherpen zeemansblik zocht Ned Land den

horizont af, doch hoe hij ook keek, er was niets to zien .Nadat de Nautilus weer versche voorraad lucht hadingenomen, bieef zij op een diepte van 15 meter drijven,

Page 200: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

198

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

zoodat zij op ieder gewenscht oogenblik onmiddellijkaan de oppervlakte kon komen, iets, wat tegen degewoonte in, dien dag herhaaldelijk gebeurde . De stuur-man begaf zich toen op het platvorm en sprak daar zijngewone formule uit. Kapitein Nemo bleef onzichtbaar,en van de bemanning zag ik slechts den hofmeester, dieons met zijn gewone correctheid bediende .

Tegen twee our was ik joist in den salon bezig eenigeaanteekeningen to maken, toen de deur geopend werden de commandant van de Nautilus verscheen . Op mijnbeleefden groet, antwoordde hij nauwelijks . l k nam mijnonderbroken bezigheid weer op, hopende, dat hij mijeen verklaring zoo geven van hetgeen er dien nachtwas voorgevallen . Mijn hoop bleek echter ijdel to zijn,want de kapitein nam zwijgend tegenover me plaats .

Ik keek hem eens aan . Zijn gelaat drukte groote ver-moeidheid en oprechte smart uit . Als een bijzonderheidviel het mij op, dat deze geheimzinnige man, die antlersde kalmte in persoon was, thans zijn geheele bedaard-heid scheen verloren to hebben . Nauwelijks gezeten,stond hij weer op, liep eenige passen heen en weer,wankelde naar zijn stoel terug en ging weer zitten .

Eindelijk kwam hij naar mij toe en vroeg :„Mijnheer Arronax, zijt gij geneesheer?"1k was over deze vraag zoo verbaasd, dat ik hem

een oogenblik sprakeloos bleef aanzien .„Professor Arronax, zijt gij geneesheer?" vroeg hij

nog eens. „De meesten uwer ambtsgenooten hebbenin de medicijnen gestudeerd . Ik herinner u slechts aanGratiolet, Tandon en vele anderen ."

„Ja zeker, kapitein, ik ben geneesheer, en was alszoodanig verscheidene jaren aan een grout hospitaalto Parijs verbonden, voordat ik mij op de algemeenenatuurkunde toelegde ."

„Ik dank u voor uw inlichtingen, professor ."Mijn antwoord scheen hem voldaan to hebben, maar

Page 201: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJ.LEN ONDER ZEE

199

char ik niet wilt wat hij met zijn vraag bedoelde, namik een afwachtende hooding aan en besloot op mijnhoede to zijn,

„Professor Arronax," hernam de kapitein na een kortegauze, „zoudt gij een mijner matrozen in behandelingwillen nemen?"

„Is er een zieke aan boord?"

„Dan ben ik bereid u to volgen ."„Kom dan merle ."Laat ik eerlijk bekennen dat het hart mij van opge-

wondenheid in de keel klopte . Ik weet niet hoe hetkwam, maar ik meende een verband to zien tusschende gebeurtenissen van den vorigen avond en de ziektevan den matrons en dit geheim hield me minstens zoosterk bezig als de zieke zelf.

Kapitein Nemo bracht mij naar het achterschip enliet me een kamer binnentreden die naast het matrozen-verblijf gelegen was .

Languitgestrekt op een bed lag char een man vanongeveer veertigjarigen leeftijd, met vastberaden gelaat ;zijn trekken waren regelmatig en verrieden het zuiverstetype van den Engelschman .

Ik bong mij over hem heen . De man was niet alleenziek, maar ook gewond. Zijn in bloedige zwachtelsgebonden hoofd rustte op een groot kussen. 1k maaktehet verband los en de gewonde keek mij daarbij metzijn starenden blik aan, zonder een enkele klacht to uiten .

Het was een vreeselijke wonde. De schedel, die dooreen of antler zwaar instrument verbrijzeld was, liet dehersenmassa voor een groot gedeelte bloot . Het gevolgdaarvan was, dat eenige slierten geronnen bloed op dehersenmassa drukten . De gewonde haalde slechts lang-zaam adem ; zijn aangezichtsspieren trokken zich flu endan krampachtig samen. De ongelukkige leed aan een

Page 202: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

200

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

hevige hersenvliesontsteking, die verlamming en gevoel-loosheid veroorzaakte .

De pols van den gewonde kiopte nog maar zwak . Zijnhanden en voeten begonnen reeds koud to worden enik zag flat de flood in aantocht was, zonder flat men-schelijke hulp daartegen zou baten. Na den ongelukkigeweer verbonden en recht gelegd to hebben, vroeg ikden kapitein :

„Hoe is deze wonde ontstaan?"„Dat doet weinig ter zake!" antwoordde Nemo ont-

wijkend. „Door een schok van de Nautilus brak eender hefboomen van de machine en trof dezen man . Destuurman stond naast hem en wilde hem met zijnlichaam beschermen . . . Een broeder die zich voor zijnbroeder, een vriend die zich voor zijn vriend zou heb-ben laten dooden . Is er lets eenvoudigers denkbaar?Het is flu eenmaal de wet op de Nautilus . Maar hoedenkt u over zijn toestand?"1k aarzelde.„U kunt gerust spreken," zei de kapitein : „de man

verstaat geen Fransch ."Ik keek den gewonde nog eens aan en antwoordde :„Hij heeft nog hoogstens twee uur to leven .",,Is er geen mogelijkheid hem to redden?"„Neen .Kapitein Nemo trok de handen krampachtig to zamen

en tranen welden hem in de oogen, waarvan ik niethad kunnen denken, flat ze ooit tranen zouden kunnenstorten .

Nog eenige oogenblikken keek ik naar den stervende,wiens leven langzaam wegvlood. Onder den schijn vanhet electrisch licht flat van de zoldering op zijn doods-bed vie!, leek het, alsof zijn bleekheid nog sterker werd .1k vestigde den blik op zijn schrander gelaat, waaropongeluk en ellende diepe rimpels handen gegroefd . 1khoopte reeds, flat deze man in de laatste oogenblikken

Page 203: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

201

van zijn leven een paar woorden zou laten ontvallendie een tipje hadden opgelicht van den geheimzinnigensluier die op de Nautilus en zijn bewoners drukte, toenkapitein Nemo tot me zei :

„U kunt thans wel vertrekken, mijnheer Arronax ."Ik liet den kapitein achter in het vertrek van den

stervende en begaf mij, zeer onder den indruk van hetgebeurde, naar mijn kamer . Gedurende den geheelendag werd ik door angstige voorgevoelens geplaagd .Ook de nacht bracht geen verlichting voor dit drukkendgevoel en in mijn droomen meende ik het weeklagenvan den stervenden matrons to hooren dat mij als eentreurmarsch in de ooren klonk . Was het sours het gebedvoor een stervende, dat door de Ieden der bemanningin hun geheimzinnige taal aan den Allerhoogste werdopgedragen? lk weet het niet 1

Toen ik den volgenden morgen als naar gewoonte ophet platvorm kwam, vond ik kapitein Nemo, die mijreeds wachtende was . Hij trail dadelijk op mij toe envroeg :

„Professor, zou u het aangenaam vinden, vandaageen onderzeesche wandeling to maken?"„Met mijn makkers?"„Als ze daar lust toe hebben, ja ."„Dan zijn wij tot uw dienst, kapitein ."Over den stervende of den doode sprak hi j niet, lk

voegde mij weer bij Ned en Koenraad, wien ik het voor-stel van kapitein Nemo mededeelde . Koenraad haasttezich het voorstel aan to nemen en ditmaal was ookNed bereid, met ons mede to gaan .Het was acht uur in den morgen . Om half negen

hadden we onze duikerspakken aangetrokken, licht- enademhallngstoestellen bevestigd en waren gereed voorden onderzeeschen tocht .De reeds bekende dubbele deur werd geopend, en

gevolgd door kapitein Nemo en twaalf leden van de

Page 204: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

202

20000 MI JLEN ONDER ZEE

bemanning, betraden we den bodem van den oceaanop een diepte van 10 meter .

Een lichte helling voerde ons naar een heuvelachtigterrein, dat op ongeveer vijftien vademen diepte lag .Het terrein waarop ik me thans beyond, verschilde inalle opzichten van dat hetwelk ik tijdens mijn eerstetocht onder zee betreden had. Noch fijn wit zand, nochonderzeesche grasvelden, noch onderzeesch wood. lkherkende onmiddellijk het schoone gebied waar kapi-tein Nemo ons dien dag rondleidde : het was het konink-rijk der koralen .De koraal is een in de zee voorkomende kalkachtige

stof, die beurtelings beschouwd werd van mineralen-,plantaardigen- en dierlijken oorsprong to zijn . In deoudheid gebruikte men deze stof als geneesmiddel,terwijl men er tegenwoordig sieraden voor dames vanmaakt. Eerst in 1694 kende men de koraal definitiefeen dierlijken oorsprong toe, en dit wel, als gevolg vande onderzoekingen van den geleerden Franschman Pey-sonnel uit Marseille.Onze Ruhmkorffsche lichttoestellen werden in wer-

king gesteld en we volgden een in wording zijndekoraalbank, die eens dit gedeelte van den IndischenOceaan zal afsluiten . Onze weg voerde ons langs onuit-roeibare struiken, gevormd door heesters, die als hetware bezaaid waren met witte stervormige bloemen .Maar in tegenstelling met de heesters die men op aardeziet, wezen de takken der onderzeesche heesters alienloodrecht omhoog .

Het licht veroorzaakte tusschen deze takken duizendeprachtige kleurschakeeringen . Het kwam mij voor, alsofik die cylindervormige pijpen door het water zag trillen .Af en toe bekroop mij de lust een paar dezer zeldzamebloemen to plukken, waarvan sommigen pas ontlokenwaren, terwijl anderen ternauwernood uitbotten . Maarals ik dan de hand naar deze bloemen uitstak, kwam

Page 205: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN UNDER ZEE

203

eensklaps alles in rep en roer : de witte knoppen wekenin hun mode kokertjes terug, de bloemen verdwenen enhet heestertje veranderde in een met kleine bultenbegroeid stuk steep . Het toeval had mij in de onmiddel-lijke nabijheid der zeldzaamste zoophytes gevoerd . Dezekoraalsoort is missteps even zoo kostbaar als die, welkein de Middellandsche Zee op de Fransche, Italiaanscheen Afrikaansche kusten wordt gevonden . Niet zonderreden wordt zij door de dichters de „bloedbloem" of het„bloedschuim" genoemd. Deze koralen hebben een han-delswaarde van ongeveer vijf honderd frank per kilo-gram en op de plek waar wij thans wares, lag eenfortuin aan bloedkoralen, dat alle koraalvisschers terwereld met een slag rijk had kunnen makes .

Weldra kwamen we aan een terrein, waar de struikendichter op elkaar stonden en de takken grooter werden .We bevonden ons in een bosch van versteende plantenen lange galerijen, die elk begrip van wonderschoonearchitectuur to boven gingen .

De kapitein ging ons voor in een sombere galerij, dieons Tangs een helling tot op een diepte van meer dap100 meter bracht. Sours bracht het licht onzer lantaarnseen tooverachtigen schijn teweeg, wanneer het op deuiteinden van dit gewelf of op de enorme koraalblokkenvtel .

Na een marsch van bijna twee uur, hadden we eendiepte bereikt van drie honderd meter; hier was onge-veer de grens der koraalvorming . Doch hier wares hetniet meer lage struiken of nederige boschjes, peen, hierwas het een machtig wood van de heerlijkste koralen,enorme producten uit het delfstoffenrijk, prachtig ver-steende boomen door bevallige slingerplanten onderlingverbonden, waarop het licht onzer lantaarns een onver-getelijken glass wierp. Welk een onbeschrijfelijkschouwspel! En hoe jammer was het, dat we elkaaronze indrukken niet mondelings konden mededeelen .

Page 206: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

204

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

Waarom konden we niet met elkaar spreken? Waaromleven we niet als visschen, of liever nog als amphibian,die zich geheel willekeurig op land en in hat waterkunnen ophouden?

Op een gegeven oogenblik bleef kapitein Nemo staan .Ook mijn makkers en ik maakten halt en omkijkende,zag ik, dat de twaalf laden der bemanning in een halvencirkel om hun kapitein stonden . Toen ik wat nauwkeu-riger toekeek, bemerkte ik, dat vier der mannen eenvoorwerp op hun schouders droegen dat een langwerpi-gen vorm had .De plek waarop wi j stonden, was een vri j groote

ruimte, afgebakend door een rij reusachtige boomenvan hat onderzeesche woud . Onze lantaarns wierpen indaze ruimte een schemerachtig licht, d?t wanstaltigeschaduwen op den bodem teekende. Aan de grens dezerruimte heerschte een ondoordringbare duisternis, hieren daar nog geaccentueerd door kleine koraalbloemen,die bij hat licht onzer lantaarns als roode lampjesschenen to gloeien .

Neil Land en Koenraad stonden vlak naast mij . Wekeken toe, en hat kwam mij in de gedachte, dat we hiergetuigen zouden zijn van een vreemd schouwspel . Bijaandachtige beschouwing van den bodem, zag ik eenaantal kleine verhoogingen die met stukken kalksteenen koraal bedekt waren en zoo regelmatig warengerangschikt, dat zij onmiskenbaar hat werk van men-schenhanden verrieden .

In hat midden der ruimte verhief zich, op een voet-stuk van ruwe rotsblokken, een kruis van koraal, datzijn dwarsarmen spookachtig uitstrekte en den indrukmaakte van versteend bloed.Op een teeken van kapitein Nemo, trail een der

mannen naar voren en begon op eenige passen afstandvan hat kruis een gat in den bodem to graven, met eenschop die hij van zijn gordel losmaakte,

Page 207: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MIJLEN ONDER ZEE

205

Ik begreep alles! Deze ruimte was een kerkhof ; ditget, een graf ; het langwerpige voorwerp, het lichaamvan den man die dien nacht was gestorven! KapiteinNemo en zijn manschappen waren hierheen gekomenour hun makker to begraven op dit gemeenschappelijkkerkhof, op den bodem van den ontoegankelijkenoceaan .

Neen! nimmer was mijn geest zoo ontroerd als op ditoogenblik. Nooit hadden zich meer indrukwekkendergedachten van mij meester gemaakt als op deze pleats .Ik wilde niet zien wet mijn oogen toch moesten aan-schouwen!

Het graf werd intusschen langzaam gedolven . Devisschen vluchtten hier en dear uit hun gestooree schuil-hoeken. Duidelijk hoorde ik het stooten van den schoptegen den kalkachtige bodem en sours sprongen eenpaar vonken van het steal, als dit tegen een kiezel stietdat zich in de diepte der wateren vc.ioren had . Het getwerd langer, breeder, en was weldra groot genoeg ourhet lichaam van den gestorven matrons to ontvangen .

De dragers traden naderbij . Het met een wit kleedomhulde lijk daalde in zijn graf . Kapitein Nemo had dearmen over de borst gekruisd en knielde met al zijnvrienden in biddende houding naast het stoffelijk over-schot van hem, die eens hun trouwe makker wasgeweest. Ned Land, Koenraad en ik bogen eerbiedig hethoofd . . .

Het graf werd bedekt met de stukken uit den bodemdie men er to voren had uitgehakt ; op deze wijze ont-stond een lichte verhevenheid.

Toen ook dit afgeloopen was, stonden kapitein Nemoen zijn mannen weer op . Zij naderden alien het graf,bogen de knie en strekten alien de hand uit als eenteeken van laatst vaarwel . . .

Daarop ondernam de treurige stoet den terugtochtnear de Nautilus. We schreden weer under het ver-

Page 208: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

~ ~ r Ir lY ; I~,qYL.~ ;

Kapitein Nemo en zijn vrienden knielden naast het stoffelijkoverschot van hem, die eens hun trouwe makker was geweest .

Page 209: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

20.000 MI JLEN ONDER ZEE

207

steende woudgewelf door en fangs den stijgenden wegkwamen we weer fangs de bloedkoralen heesters .

Eindelijk werden de scheepslichten zichtbaar . Tegeneen uur waren we aan boord.

Nadat ik van kleeding verwisseld had, besteeg ik hetplatvorm en grog, ten proof aan de somberste gedach-ten, naast de stuurkooi zitten .

Kapitein Nemo voegde zich bij mij ; ik stond op envroeg :

„Zooals ik voorzien had, is de man dan toch gedu-rende den nacht overleden, nietwaar?"

„Ja, mijnheer Arronax," antwoordde Nemo .„En rust thans to midden zijner makkers op het kora-

len kerkhof?"„Ja; vergeten door alien, behalve door ons! Wij

graven het graf, en de poliepen zorgen er voor, onzedooden voor de eeuwigheid in to sluiten .

En terwijl hij met een plotselinge beweging het gelaatachter de krampachtig samengetrokken handen verborg,deed de kapitein vergeefsche pogingen, een snik toonderdrukken .

En h'ij liet er op volgen :„Het is daar, dat zich ons vredig kerkhof bevindt ;

eenige honderd voeten under de eeuwig woelendegolven !"

„Uw dooden sluimeren er tenminste in vrede, kapi-tein : buiten het bereik der haaien!"

„Ja, mijnheer," antwoordde kapitein Nemo ernstig„buiten het bereik der haaien en . . . der menschen!"

SOBELI >, N . V ., 23-25, hogelstraat, Brussel - '.Tel. 11 .76 .25E.-J. Havet, 19, Jupiterlaan, Vorst-Brussel .

Page 210: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.
Page 211: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.
Page 212: 20.000 MIJLEN ONDER ZEE - dbnl · In de eerste maanden van het jaar 1867 scheen men het geval reeds geheel vergeten to zi j n, toen nieuwe gebeurtenissen het weer op het tapijt brachten.

Nr 1 - Wittand.

7 fran

I

201175 017

vern002200002

20 000 mijlen onder zee . Oostelijk halfrond

> 2 - Beetgenomen .> 3 - Verhalen van de Zuidzee .> 4 - Michael, broeder van Jerry . Deel I .> 5 - Michael, broeder van Jerry . Deel II.> 6 - Als de Goden lachen .

1--o'