2000 jaar kerkgeschiedenis

download 2000 jaar kerkgeschiedenis

of 63

Transcript of 2000 jaar kerkgeschiedenis

2000 jaar proberen om Jezus te volgen...Een inleidend overzicht door Bram Cools

Inleiding Deze tekst is oorspronkelijk ontstaan uit een lezing die ik gegeven heb in the basement (breeze Antwerpen) waaruit bleek dat deze materie redelijk onbekend is in veel evangelische kringen, maar dat de interesse erin wel groot is. Dus bij deze probeer ikzelf om die leegte wat op te vullen, temeer daar onze geschiedenis als christenen veel te belangrijk is om hem niet te kennen. Onze (evangelische) kerk is niet uit het niets gekomen! Zolang bestaat ze trouwens zelf ook nog niet in haar vorm zoals we die kennen... Maar heel dikwijls hebben wij als evangelischen en pinksterchristenen heel weinig notie van wat er allemaal gebeurd is tussen de tijd van de apostelen en nu. Iedereen zal wel iets weten over Maarten Luther en de reformatie, maar wat er verder allemaal nog gebeurd is voor er zelfs maar protestanten laat staan evangelischen waren is meer duister. Alhoewel we ondanks dat toch een hele erfenis van meeslepen vanuit heel die geschiedenis. Natuurlijk is dit een moeilijk onderwerp om in kaart te brengen. De Kerkgeschiedenis omvat 2000 jaar, en heel diverse stromingen, namen, ideen en gebeurtenissen. Het is enerzijds als een boom die in alle richtingen vertakt; maar aan de andere kant is een een patroon in te zien van bewegingen die op heel verschillende manieren terug proberen te gaan naar de basis. Soms kan dat binnen de bestaande kerk (denk aan Fransiscus van Assisi), soms is dat onmogelijk en onstaat er een kerkscheuring (denk aan Luther), iets wat zeker sinds de reformatie gezorgd heeft voor een oneindig lappendeken van enorm veel denominaties, kerken en kerkjes (volgens sommigen 40.000) waarbij je tussen de bomen het bos niet ziet. Volledig zijn is dus geen mogelijkheid, dan krijg je en boek met een half intenet aan gegevens, en daar zou niemand nog iets aan hebben. Dus ik pretendeer niet volledig te zijn, en ik raad iedereen aan om verder te lezen. Deze inleiding tot de kerkgeschiedenis heeft de bedoeling om geschreven te zijn vanuit de algemene grote traditie van het Christendom, wat C.S. Lewis mere christianity1 noemde, een Christendom dat, in de originele betekenis van de woorden zowel orthodox, katholiek als evangelisch is. Orthodox2, in de betekenis van de juiste leer volgend. Katholiek, in de zin van deel zijnde van die ene Universele Kerk van alle tijden, het Lichaam van Christus zelf. En Evangelisch in de zin van gebaseerd op het goede nieuws van Christus3. Ik zal dus proberen om zoveel mogelijk stromingen en richtingen aan bod te laten komen, en dan ook vooral diegene die teruggrijpen naar het volgen van Jezus Christus zelf, zonder wie er natuurlijk geen enkele sprake kan zijn van een zinnig Christendom. In eerste instantie is dit geschreven met een vlaams evangelisch publiek in gedachten, maar ik hoop dat ze ook voor mensen uit de andere Christelijke tradities, en ook voor andere geinteresseerden, bruikbaar kan zijn.

1

C.S. Lewis, mere christianity, vertaald als onversneden Christendom. Het idee is om zonder specifiek n van de stromingen te volgen zo breed mogelijk uit te leggen wat het Christendom is zonder de kern te verliezen, en daar slaagt hij mijns insziens redelijk goed in! 2 Ik gebruik hier bewust kleine letters om onderscheid te maken met de kerken die zichzelf Orthodox, katholiek en Evangelisch noemen. 3 De ironie hierbij is dat in sommige evangelische kerken vooral de brieven van paulus belangrijk gevonden worden, terwijl de 4 evangelin meer naar de achtergrond verdwijnen.

I : de vroege kerkca 33-330 NC

Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots. Toen het begon te regenen en de bergstromen zwollen, en er stormen opstaken en het huis van alle kanten belaagd werd, stortte het niet in, want het was gefundeerd op een rots. Jezus van Nazareth, over zijn onderwijs zoals dat in de bergrede is opgetekend4

De apostolische kerk Als we op zoek gaan naar het verhaal van de kerk, kunnen we best beginnen bij het allereerste begin, en dat is de apostolische kerk. Veel meer dan genoemd naar de apostelen valt er achter dat woord niet te zoeken. Hiermee worden dan in eerste instantie de 12 meest close volgelingen van Jezus van Nazareth zelf bedoeld, die ook de Christus5 wordt genoemd. Doorheen de boeken van het Nieuwe testament komen we ook een aantal andere apostelen tegen die geen deel zijn van de 12, te beginnen natuurlijk met Paulus van Tarsus, schrijver van half dat nieuwe testament, maar bijvoorbeeld ook de vrouwelijke apostel Junia6. Na de dood van Jezus kregen de 12 apostelen de roeping hebben om het goede nieuws van Jezus te verkondigen aan alle volkeren. Maar ze begonnen daar nog niet direct mee. Het boek handelingen vertelt hoe ze eerst samen in een gebouw aan het bidden waren, afwachtend tot de pinksterdag. Het begin van de Kerk zelf wordt meestal gelegd op die pinksterdag, niet lang na de dood, opstanding en hemelvaart van Jezus, op het joodse feest van de eerstelingen. Bijgestaan door de bovennatuurlijke werking van de Heilige Geest komen er op die pinksterdag 3000 mensen tot bekering, waaronder veel joodse bekeerlingen uit de hele toenmalige wereld, die de apostelen op wonderlijke manier tot hen horen spreken in hun eigen taal7. De bijbel beschijft de allereerste kerk die dan gevormd wordt als dusdaning: Allen die het geloof hadden aanvaard, bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk. Ze verkochten al hun bezittingen en verdeelden de opbrengst onder degenen die iets nodig hadden. Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden. (hand 2:44-47, NBV)

4 5

Mattheus 7:24-25, NBV; Ook de vlakerede die in Lucas 6 staat opgetekend wordt met deze woorden besloten. Christus is geen naam, maar een titel. Het is de griekse versie van het woord Messias, wat gezalfde betekent: 6 Zie Rom 16:7. Deze vrouwelijke apostel is door latere vertalers dikwijls wegvertaald als Junias, maar de mannelijke variant van haar naam bestaat niet. Johannes Chrysostomos zegt over haar het volgende: Groet Andronicus en Junia ... die onder de apostelen veel aanzien genieten, Een apostel zijn is al groots, maar onder de apostelen veel aanzien genieten, bedenk eens hoe wonderlijke lofzang dat is. Ze genietten veel aanzien vanwege hun werken en deugdelijke daden. Inderdaad, hoe groot moet de wijsheid van deze vrouw geweest zijn dat ze zelfs maar de titel van apostel kon krijgen.(geciteerd door Scot McKnight, the blue parakeet p 180) 7 De Heilige Geest liet de apostelen in tongenstaal spreken, en sprak dus door hen in talen die ze zelf niet verstonden. Dit verschijnsel wordt verder beschreven op veel plaatsen in de bijbel, en ook uit latere periodes van heropleving van het Christendom, om uiteindelijk in de pinksterbeweging heel prominent aanwezig te zijn. Zie ook het kopje charismatisch Christendom in het vierde hoofdstuk.

De groep van volgelingen van Christus, die eerst volgelingen van de Weg genoemd worden, maar die redelijk snel de naam Christenen8 adopteren zoals die hen gegeven werd van buitenaf , bestond in het begin eigenlijk alleen uit joodse bekeerlingen. Daar kwam verandering in toen Saulus van Tarsus, op dat moment zelf een christenvervolgende farrizeer, in een visioen Jezus zelf ziet9, en daardoor prompt de ons bekende Paulus, de apostel van de heidenen wordt. Het zal deze Paulus zijn die begint met het christelijke geloof buiten de grenzen van de joodse cultuur te verspreiden. Iets wat niet zonder slag of stoot ging: de christenen uit de heidenen die zich niet hielden aan de Joodse wet waren in het begin heel controversieel bij een aantal Joodse christenen, waaronder ook enkele van de originele leerlingen van Jezus zelf. Onder andere Petrus is het niet met Paulus eens, en wil dat de christenen uit de heidenen zich laten besnijden en de joodse wetten gaan volgen. Uiteindelijk werd er een beraad gehouden, met joodse en heidense Christenen samen, dat soms het eerste apostolisch concilie van Jerusalem wordt genoemd. De uitkomst van dit eerste concilie is dat de Christenen uit de heidenen de joodse wet niet moeten volgen, maar zich enkel moeten onthouden van offervlees dat aan afgoden is geofferd, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht10. De kerk onder de heidenen neemt dan een snelle vlucht. Eerste 300 jaar De jonge kerk kent een snelle groei, en weet zich snel te verbreiden doorheen het romeinse rijk en ook verder. Volgens een bepaalde traditie zou Thomas, n van de 12 zelf, zelfs al tot in Indi geraakt zijn, om daar dan de eerste Christelijke Sadhu te worden.11 Een andere traditie zegt dat Jozef van Aritmea tot in Brittanni geraakt zou zijn12. De vraag is in hoeverre deze verhalen kloppen en in hoeverre ze legende zijn, maar duidelijk is dat Jezus leer en voorbeeld zich snel verspreiden in de toenmalig bekende wereld Maar niet iedereen was daar zo blij mee. Zowel om godsdienstige als politieke redenen werden de volgelingen van de Weg niet door iedereen geaccepteerd, noch door de joodse orthodoxie, noch door het meestal godsdienstig redelijk pluralistische Rome. Jezus zelf was aan het kruis genageld door de joodse religieuze elite, vanwege ketterijen tegen de joodse godsdienst, maar dat was vooral door de romeinen toegestaan vanwege heel politieke redenen, daarvan is het opschrift koning der joden aan het kruis wel een goed bewijs. De scheiding tussen politiek en religie die wij kennen bestond trouwens noch in het oude jodendom, noch bij de romeinen, en godsdienst was in geen geval een private zaak die iedere burger voor zichzelf moest uitmaken, en waar geen overheden zich mee konden moeien, zoals wij moderne mensen dat kennen. De eerste Christenen waren zowel op politiek als godsdienstig vlak te afwijkend, en dat werd als een gevaar gezien, niet alleen door joden die Jezus godslasterlijk vonden, maar ook door de Romeinse autoriteiten, die graag rust en controle hadden in hun enorme rijk. De keizer van8

Het woord Christianos in het Grieks wordt op verschillende manieren uitgelegd. Ofwel duidt de uitgang ianos op de soldaten die bij een bepaald Keizer horen, of de slaven van een bepaalde Heer, ofwel betekent het Kleine Christus, en dus kleine messias. Wat ook de betekenis is, het woord werd toen het van buitenaf gebruikt werd om de volgelingen van Jezus aan te duiden door hen geadopteerd. 9 Zie handelingen 9 10 Deze geschiedenis staat in de bijbel, zie handelingen 15. Het voor ons bizar klinkende verbod op vlees met nog bloed in had ook te maken met afgoderij. In het bloed zou het leven zitten, en er waren bepaalde magische gebruiken aan verboden. Met ontucht wordt bedoeld alle seksuele relaties buiten een huwelijk. 11 Het Christendom is nooit groot geweest in Indi voor koloniale tijd, maar wel marginaal aanwezig, en doorheen de hele geschiedenis zijn er wel Christelijke Sadhus opgestaan(Sadhu = een Indisch heilig man, het woord kan betrekking hebben op asceten uit verschillende religies) waarvan de laatsteSadhu Sundar Singh was begin 20ste eeuw. 12 Volgens oude christelijke britse legendes, die door de meeste historici in twijfel worden getrokken.

Rome zelf claimde goddelijke aanspraken, die door de Christenen niet erkend werden. En van de aanklachten waarvoor Christenen vervolgd (en soms gedood werden) was dan ook die van atheisme; omdat Christenen weigerden te geloven in alle goden behalve de Schepper van hemel en aarde zelf. Wat bijvoorbeeld tot gevolg had dat christenen niet op de agora of markt konden kopen, dat vereiste een offerritueeltje aan de keizer. De simpele geloofsbelijdenis Jezus is Heer bijvoorbeeld, die voor ons puur godsdienstig klinkt, en in de sfeer van persoonlijke meningen hangt, had ook een sterk subversieve politieke bijklank, waarbij Jezus als hoogste autoriteit werd erkend, boven de keizer dus, en als redder werd beschouwd boven de pax romana die het Romeinse rijk had gebracht. De eerste kerk stond dikwijls wel in de gratie bij het volk, en vooral bij de armen, waar ze meestal goed voor zorgden. En van de Romeinse keizer zou zelfs zeggen dat de goddeloze gallileers, niet alleen voor hun eigen armen zorgden, maar ook voor de hunne13, en zo beklagen dat Rome dat zelf niet zo deed. Meer appreciatie van hogere klassen kwam langzaam ook op in de volgende paar eeuwen, terwijl tijden van gedoogbeleid werden afgewisseld met tijden van zware vervolging. De vroegste Christenen leefden in een meer communale tegencultuur: ze hadden zoals eerder gezegd de neiging om bezittingen te delen, en voor de armen te zorgen. Het was ook een heel bizarre godsdienst in vergelijking met de andere bekende religies, zonder tempels of priesterklasse. Er werden geen eigen gebouwen gebouwd, maar de mensen kwamen meestal ofwel in mekaars huizen ofwel in openlucht en op openbare plaatsen samen. De joodse christenen voor de val van Jeruzalem gingen naar tempel in het begin, als ze daar niet met geweld uitgezet werden, en ook in de synaghogen komen de eerste Christenen uit de joden samen, wat evengoed strubbelingen kon geven. Maar eigen gebouwen zullen de volgelingen van Jezus niet hebben tot in de vierde eeuw Constantijn de grote begint met de bouw van zijn enorme basilicas. Een aparte priesterklasse was er in het begin ook niet, en wordt ook nergens in het Nieuwe testament beschreven, integendeel, Jezus wordt heel duidelijk naar voren gebracht als de enige middelaar tussen God en de mens. De eerste kerk viel ook dikwijls op in haar soms heel resoluut afwijzen van geweld. De volgelingen van de Weg waren wel bereid om te sterven voor hun geloof (wat effectief het geval kon zijn) maar niet om te doden14. In veel vroegchristelijke groepen werden in deze tijd ook geen soldaten toegestaan, of ze moesten als soldaat zorgen dat ze geen geweld gebruikten. (wat praktisch zelfmood is) De kerkvader Tertullianus uit de tweede eeuw geeft hiervoor als verklaring dat Jezus in het ontwapenen van Petrus in de hof van olijven elke soldaat ontwapend heeft15. De jonge beweging groeit sterk, en verspreidt zich hierbij niet alleen, maar gaat ook op termijn innerlijk meer structuren vormen, en een hierarchi begint meer te ontwikkelen, die ook zal resulteren in het terugkomen van een verschil tussen clerus en leken zoals elke normale godsdienst dat kende. De rol van episcopos, een woord dat in het nieuwe testament meestal als opzichter16 wordt vertaald, maar later meestal met bisschop wordt geinterpreteerd, zal bijvoorbeeld verschillende keren sterk van functie veranderen. In de eerste13 14

Julianus de afvallige: these godless gallileans feed not only our poor but ours, ours lack care (Ep. Sozom 5:16) In het boek Jesus for President halen Shane Claiborne en Chris Haw een hoop interessante citaten aan van Christenen uit de eerste eeuwen over deze onderwerpen. 15 Petrus wilde Jezus met het zwaard verdedigen toen ze hem kwamen arresteren, en was erin geslaagd n van de soldaten te verwonden door zijn oor af te slaan. Maar Jezus stopt hem, en geneest het oor van de soldaat. Zie Lucas 22:48-51 en de omliggende context 16 Zie 1 Tim 3 en Titus 1

eeuw is de kerk redelijk organisch van structuur, met een hoge participtiegraad van iedereen17 die aanwezig is. De meeste brieven van Paulus zijn bijvoorbeeld ook aan de hele kerk geschreven, en niet aan de leiders van de kerk. Maar al snel wordt de rol van bisschop belangrijker18, en al uit een aantal brieven van Ignatius van Antiochi, zelf een bisschop en patriarch, uit 107, die op weg was naar Rome om daar te sterven als martelaar komt de tendens naar boven om de bisschop alle verantwoordelijkheid te geven voorheen aan de oudsten(presbyteros) gegeven wordt, en nogal absoluut alle macht in de handen van die bisschop te geven. De bisschop krijgt dan ook snel de macht als enige om het sacrament van het avondmaal te bedienen. Dit gebruik van n bisschop per kerk (per geografisch gebied dus) verspreidt zich verder in de tweede eeuw, om tegen het einde van de derde eeuw algemeen te zijn in de meeste delen van de kerk. De bisschop was nu diegene die de liturgie leidde, en de congregatie was allang niet meer participerend. De rol van de presbyteros of oudsten onderging een soortgelijke evolutie, en als het verschil tussen clerus en leken opkomt zullen beide rollen tegenover die van de gewone gelovige staan. De bisschop zal na het concilie van Nice in 325 zijn verantwoordelijkheden delegeren aan de presbyters, die dan de eucharistie zullen doen en als priesters benoemd zullen worden. En zo is de religie die geen priesters had en alleen Christus als middelaar tussen God en mensen terug vervallen in sacerdotalisme, het geloof in een goddelijk benoemde persoon om te medieren tussen God en mensen, en is er al een breuk met de boeken van het Nieuwe testament, die tegen dan redelijk algemeen aanvaard worden als deel van de heilige schriften. Belangrijk in dit tijdvak 70 NC: val van Jeruzalem De Romeinen, onder leiding van generaal Titus die later keizer zal worden vallen Jeruzalem binnen en vernietigen het volledig, inclusief de tempel, en richten er een bloedbad aan. Het joodse volk wordt volledig uiteengespat in de diaspora, en het zal 2000 jaar duren voor ze terug een land hebben in Palestina. Deze verspreiding van de joden (waaronder ook Christenen) door het hele Romeinse rijk helpt trouwens mee aan de verspreiding van het Christendom. In 130 na Christus zal de plaats van de Heilige Stad zelfs volledig gesloten worden voor het joodse volk. de apostolische geloofsbelijdenis De apostolische geloofsbelijdenis is n van de 2 belangrijke geloofsbelijdenissen die traditioneel door Christenen uit alle verschillende richtingen wordt gebruikt, waarvan de oorsprong in de apostolische kerk zelf ligt. De eerste neergeschreven versie dateert uit 170 NC. De apostolische geloofsbelijdenis zoals ze in Vlaanderen nu nog door de katholieke kerk gebruikt wordt is als volgt geformuleerd: Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, Zijn enige Zoon, onze Heer, die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruisigd is, gestorven en begraven, die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden;17 18

Zie bijvoorbeeld 1 Cor 14 Zie Frank Viola, pagan Christianity, p 109-112 voor meer informatie over de ontwikkeling van het ambt van bisschop

die opgevaren is ten hemel en zit aan de rechterhand van God, Zijn almachtige Vader, vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest; de heilige katholieke Kerk; de gemeenschap van de heiligen; de vergiffenis van de zonden; de verrijzenis van het lichaam; het eeuwig leven. Amen. [Protestantse versies wijken dikwijls vooral af in het vervangen van het woord katholiek door universeel of iets van die strekking.19] Apostolische vaders en kerkvaders. De eerste en tweede generatie na de apostolen van theologen en leiders uit de kerk worden de apostolische vaders genoemd. Latere invloedrijke figuren uit de voege kerk worden kerkvaders genoemd. Een aantal Apostolische vaders: Polycarpus (ca 69-156) was een leerling van de apostelen zelf. Hij zou uiteindelijk voor zijn geloof gestorven in de arena, wat volgens de legende niet makkelijk was, want de wilde dieren waren al door gladiatoren afemaakt in dierengevechten dus wilden ze hem verbranden. Maar op miraculeuze wijze wilde het vuur hem niet verteren. Uiteindelijk is hij dan maar onthoofd. Papias (ca 65-130) was een vriend en tijdgenoot van Polycarpus die vermoedelijk de apostel Johannes nog gekend heeft, en een vroege theoloog die vele boeken heeft geschreven. De meeste van zijn geschriften zijn verloren gegaan. Justinus de martelaar (ca 100-165) is, zoals zijn naam al zegt, uiteindelijk ook als martelaar gestorven voor zijn geloof. Hij was een groot apologeet (verdediger van het geloof) die verschillende boeken heeft geschreven waarin hij het Christendom verdedigde tegen onder andere allerlei beschuldigingen zoals athesme, incest, kannibalisme, en domheid. Ook is er van hem een briefwisseling bewaard gebleven met een zekere Trypho de jood over het christelijk geloof. Irenaus van Lyon (ca 140 -202) was een leerling van Polycarpus, en was n van de grootste theologen uit de eerste kerk. Hij heeft de eerste aanzet gegeven van de Apostolische geloofsbelijdenis, en veel van de theologie van het concilie van Nice zal later op hem gebaseerd zijn. Hij heeft enorme boekwerken geschreven waarin hij onder andere dwaalleren aankaart, waaronder een boek dat tegen de gnostiek20 gericht was. Clemens van Alexandri (ca 125-215) was n van de eerste Christelijke wijsgeren, die het christendom intellectueel uitbouwde op een meer Grieks-filosofisch fundament, en een hoofd van de zogenaamde alexandrijnse school. Een belangrijk document uit deze tijd is nog het al eerder genoemde didache, of het boek van het onderwijs der 12 apostelen, dat mogelijk uit dezelfde tijd als de nieuwtestamentische boeken stamt. Een aantal andere hoog aangeschreven gechriften uit de eerste kerk zijn de herder van Hermas en de brief van Barnabas, en een paar19

Het woord katholiek betekent in wezen niet veel meer dan universeel in de betekenis van de ene algemene universele kerk, en de katholieke Kerk is dus gewoon de kerk die bestaat uit alle gelovigen die bij Christus horen. Maar net als bij het woordje orthodox is hier weer een verwarring omdat de Rooms-Katholieke Kerk onder leiding van de paus het woordje voor zichzelf opeist. 20 Gnostiek en andere ketterijen zullen aan het einde van het volgende hoofdstuk verder worden besproken.

brieven van Clemens die uiteindelijk ook niet in de Nieuw-testamentische canon terecht gekomen zijn. Een aantal pre-Niceaanse kerkvaders: Tertulianus (ca 160-230) is ook bekend voor zijn apologetische geschriften, en om zijn sterk pacifisme. Hij heeft verschillende ketterijen bestreden, waaronder de ideen van Marcion en de vroege gnostiek. Hij was ook n van de eersten die het latijn belangrijk maakten voor de Westerse kerk in het Romeinse rijk. De protestanten rekenen hem tot de kerkvaders, maar de Rooms-katholieken en de Oosters-orthodoxe kerken doen dat meestal niet omdat hij op het einde van zijn leven overging naar de ketterse groepering van de montanisten. Sommige protestanten zien in zijn kritiek op bepaalde bisschoppen een eerste voorloper van de gedachten van de reformatie, en ook door latere pacifistische stromingen wordt hij regelmatig geciteerd.21 Origenes (ca 185-253) was n van de eerste kerkhistorici, en net zoals Clemens van Alexandri lid van de school van Alexandri. Hij bouwde theologisch verder met invloed van de griekse wijsgeren, en was de eerste om een systematische theologie op te bouwen. Verder is hij ook bekend om zijn zelfcastratie... Als dat verhaal waar is en geen later toegevoegde legende, is het geval van te ver gaan in ongezonde ascese. Een neiging die bij bepaalde strekkingen meer voorkwam trouwens. Ascese in het vroege Christendom Ascese is het is een levensstijl van zelbeheersing, die gekenmerkt wordt door het beteugelen van de menselijke hartstochten en begeerten, en soms ook door zelftucht toe te passen. Dat kan in de praktijk gaan van het afwijzen van bezit, luxe, alcohol, of vlees tot het celibaat, en in sommige gevallen tot serieuze zelfkastijding, en ontaarden in zelfverminking als de net genoemde zelfcastratie van Origenes. Het vroege christendom had zoals we al gemerkt hebben in sommige stromingen soms bepaalde neigingen tot extreme vormen van ascese, die waarschijnlijk deels kwamen uit een invloed van meer dualistische stromingen. En van de bekendste vormen van ascese is die van de monnik, zoals het kluizenaars- en kloosterbestaan, dat is gebaseerd op de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid, in de Roomskatholieke kerk de evangelische raden genoemd. In het dualisme uit oosterse godsdiensten, griekse filosofin als het platonisme, en gnostische stromingen waarin de materile schepping en het menselijk lichaam met zijn behoeften als slecht bekeken worden kan ascese een doel op zich zijn, om de materile wereld te ontstijgen, maar dat is niet het geval in een bijbels Christendom. Aangezien de schepping en dus de materie op zich als goed wordt voorgesteld in de bijbel, en de mens met zijn lichamelijke behoeften geen minderwaardig wezen is zoals in meer dualistische stromingen. Het beste bewijs hiervan is het feit dat Jezus na zijn opstanding nog zal eten en drinken met zijn verheerlijkt opstandingslichaam. Wel wordt in het Nieuwe Testament een vorm van matigheid gepredikt, en is een leven van soberheid iets dat doorheen de geschiedenis door veel christenen is nagestreefd, al kan dat best gebalanceerd worden door erop te wijzen dat Jezus zelf niet vies was van feesten, en daar ook zelf op bekritiseerd werd door de religieuze elite van zijn tijd22. Behalve een aantal voorbeelden van asceten tussen de genoemde kerkvaders, waren er ook mensen die als kluizenaar de woestijn in trokken. De woestijnvaders (en -moeders) waren de21

Onder andere Shane Claiborne doet dit tijdens de Jesus for president tour, en in het gelijknamige boek, hierbij citerende uit een verzameling citaten van de kerkvaders door Eberhard Arnold. 22 Bijbelreferentie geven

eerste christelijke monniken, eremieten die alleen hun leven van soberheid leefden in de vooral Egyptische woestijn, vooral vanaf de derde eeuw. Ze volgden het voorbeeld van Jezus vasten in de woestijn, van Johannes de doper, die zelf ook als een kluizenaar die in de woestijn had geleefd. In hun geschriften komt duidelijk naar voren dat de Christelijke liefde voorrang heeft op alles,inclusief kennis, ascese, comtemplatie en gebed, maar die andere dingen zijn daarom niet minder fundamenteel voor hen. Hun leven in de woestijn had de bedoeling om zuiver te zijn, en om niet besmet te zijn door het werelse leven in het chaotische Romeinse rijk. De Christelijke staat die Rome later zou vormen was in de ogen van de kluizenaars een onmogelijkheid, en een reden te meer om in de woestijn te wonen. Twee belangrijke namen van woestijnvaders in de verder ontwikkeling van Christelijke kloosters waren Anthonius en Pachomius. Anthonius de Grote (c. 251356), die ook wel de vader van alle monniken wordt genoemd, was een jonge man van christen van rijke afkomst die leefde in een onstabiele tijd, waarin het Christendom meer geaccepteerd begon te worden ook in gegoede kringen. Op zijn 18e bleef hij als wees achter met het fortuin van zijn ouders, als rijke tussen de armen, iets wat voor een Christen een redelijk nieuwe situatie was, en besloot hij om de woorden van Jezus na te leven en alles te verkopen en weg te geven aan de armen, en kluizenaar te worden. Hij was n van de extreemste kluizenaars, die op een bepaald moment 20 jaar in een verlaten Romeins fort in de woestijn geleefd zou hebben om te verchten met de duivel en zijn demonen, waarna iedereen dacht dat hij dood was, tot ze hem kwamen zoeken om les te geven aan een groep jonge monniken, wat hij ook deed. Zijn verhaal is opgeschreven door zijn leerling en biograaf Athanasius, die later belangrijk zal worden bij het concilie van Nice. Pachomius (ca. 292-348) leefde in Egypte en was als jonge man tegen zijn wil ingelijfd in het Romeinse leger en daarna gevangengezet. Daar werd hij getroffen door de liefde van de plaatselijke Christenen, die de hem en zijn medebewoners kwamen bezoeken en eten brachten. Hij slaagde erin om uit het leger te geraken zonder ooit zelfs maar gevochten te hebben, en bekeerde zich tot het Christendom. Hij liet zich in 314 dopen, waarna hij in de traditie van de woestijnvaders monnik werd en volgeling van verschillende Christelijke kluizenaars, waaronder ook Anthonius de grote, waarna hij een gemeenschap van monniken begon. Tot dan toe waren Christelijke asceten altijd eremieten geweest, kluizenaars die in eenzaamheid leefden, en die maar af en toe samenkwamen voor bijvoorbeeld erediensten. Pachomius was de eerste die een klooster begon, waarbij monniken samenleefden met gemeenschappelijk bezit, onder de leiding van een abt (hijzelf dus) en met een gemeenschappelijke leefregel. De regel van Pachomius is de eerste Christelijke kloosterregel uit de geschiedenis, en zal veel latere kloosterregels benvloeden. De eerste die hem vervoegde in zijn gemeenschap was zijn oudere broer Johannes, en op korte tijd had hij een klooster met meer dan honderd monniken. In de loop van zijn leven zou hij zelf negen kloosters stichten, maar de schatting is dat bij zijn dood in 346 er al zon 300 waren in heel Egypte, en de kloosters verspreidden zich snel over het hele rijk.. Wanneer het celibaat algemeen werd voor monniken en priesters is niet helemaal duidelijk. Voor de meeste asceten was het celibaat een logisch deel van de ascese, maar het celibaat

voor priesters iets minder makkelijk te verklaren. In het West-Romeinse rijk is er al heel lang een traditie van celibaat voor zowel priesters als monniken, maar wanneer dat juist ingevoerd is is minder duidelijk. De eerste keer dat melding gemaakt wordt van een verplicht celibaat voor clerici is bij de synode van Elvira (306), een plaatselijke vergadering, en verschillende concilies van de westerse kerk hebben die regel overgenomen. Ook de pausen Leo I (440-461) Gregorius de Grote (590-604) hebben dit opgelegd aan hun onderdanen. Getrouwde monniken waren in de volgende eeuwen bijvoorbeeld wel nog aanwezig in de afwijkende keltische kloostertraditie in Ierland, dat buiten de grenzen van het Romeinse rijk lag. In tegenstelling tot de katholieke kerk kunnen in de Oosters-Orthodoxe kerk kunnen tot op de dag van vandaag priesters nog steeds zowel getrouwd zijn als celibatair, al worden bisschoppen en hogere functies wel gekozen uit de celibataire priesters.

II: Christendom komt op als Rijkca 330-1000 NC

De grote omkering met Constantijn I23 Het Christendom was zoals we zagen in het begin gegroeid als een aparte tegencultuur binnen de Romeinse cultuur die afwisselend gedoogd of verboden was, waarin alle leden duidelijk wisten waarom ze christen waren, en daarvoor gekozen hadden, inclusief alle vervolgingen die erbij hoorden. Tegen de vierde eeuw werd dat helemaal omgedraaid, en de Romeinse keizer Constantijn de eerste speelt daar geen onbelangrijke rol in. Constantijn I, die ook Constantijn de grote genoemd wordt, is zowiezo een heel belangrijke geschiedkundige figuur: hij was de keizer die de hoofdstad van het Romeinse rijk van Rome naar Byzantium bracht, die dan naar hem Constantinopel genoemd werd24. Behalve dat staat hij ook bekend als de eerste Christelijke Romeinse keizer. Vlak voor de strijd van Milvische brug in 312 zou hij een visioen gehad hebben van een chi-rho teken25 (alhoewel op latere afbeeldingen dikwijls een kruis te zien is), met daarbij de woorden in hoc singo vinces in dit teken zal je overwinnen, waarna hij de wapens van zijn leger voorzag van dat teken, en inderstaad zijn opponent overwon. Maar de bronnen spreken elkaar tegen over de exacte gebeurtenissen, en de vraag is of Constantijn zich echt bekeerd had tot het christendom op dat moment, hij bleef nog steeds heidense goden aanbidden en op munten afdrukken. Wat er ook van zij, in 313 vaardigde hij het edict van Milaan uit, dat godsdienstvrijheid voor Christenen waarborgde. Constantijn steunde de kerk ook financieel, en bouwde daarnaast een aantal enorme kerkgebouwen26, waaronder de originele St-Pietersbasiliek in rome en de Heilige Grafkerk in Jeruzalem. Het Christendom was nu aan de macht, en alles werd vakkundig omgedraaid in de loop van de eeuw. Theodosius de eerste, de laatste keizer die er in zal slagen om (kortstondig) het hele Romeinse Rijk (Oost en West samen) te besturen, vaart in 380 een edict uit tegen de ketters, het arianisme in dit geval, ten voordele van een trinitair27 katholiek christendom. Het heidendom, of het oude romeinse polytheisme en de godsdiensten van de overwonnen volkeren, wordt nog even heel even buiten schot gehouden, maar in 392 wordt ook dat officieel verboden, al zijn er niet veel aanwijzingen in de praktijk dat dat verbod al veel invloed heeft gehad toen. Het gedwongen kerstenen van Europa was in ieder geval begonnen, en de invloed daarvan op het Christendom zal niet klein zijn. Wat een verschil met de eerste kerk die soms zelfs als ondergedoken groepje onder een vijandig regime leefde. Iedereen in het rijk moest nu Christen worden, en alleen Christenen konden in de politiek of in het leger dienen. Weg was de radicale tegencultuur en het communaal leven. Het Christendom was doorgedrongen tot een dominante factor in de politiek, en de politiek tot een dominante factor tot in wat het christendom geworden, wat nog weinig ruimte laat voor de radicale geboden van Jezus als de vijandenliefde. Het is niet zo dat23

De hier uiteengezette kijk op het christenrijk zal door sommigen te negatief gevonden worden. Ik geloof niet dat wereldrijken ooit Christelijk kunnen zijn in de wereld zoals wij die nu kennen, en ik zie in de geschiedenis dat de politieke macht blijkbaar altijd het volgen van de woorden van Jezus verwatert of zelfs perverteert. Een licht (neo-)anabaptischtische invloed verraadt zich hier waarschijnlijk. In hoofdstuk VI zal ik meer zeggen over het Christenrijk. 24 Het hedendaagse Istambul in Turkije. 25 Het Chi-rho of Labarum is een teken waarin ee P en een x zitten, eigenlijk de Griekse letters Chi en Rho en de twee eerste letters van Christus in het Grieks. Het teken wordt bijvoorbeeld nu nog door de ernaar genoemde chiro gebruikt. 26 Deze basilicas waren gevormd naar heidense voorbeelden, en zijn van invloed geweest op de latere stromingen van kerkgebouwen zoals wij die kennen. Meer opzoeken en uitleg geven. 27 Trinitair komt van triniteit = drie-eenheid ( Vader; Zoon en Geest zijn samen God)

het hele Christendom daarom direct afvallig was aan het volgen van Jezus, maar naast de vermenging met politieke corruptie was er ook het probleem dat iedereen nu christen was verondersteld te zijn, maar niet iedereen dat daarom zo wilde... Waardoor mensen zich uitgaven voor Christen om hoge posities te kunnen bekleden, maar dat betekende niet dat hun hart veranderd was door het evangelie. Het naamchristendom was nu mogelijk, en was waarschijnlijk op veel plaatsen de overheersende vorm: Mensen konden zichzelf Christen noemen, omdat ze daar voordeel van hadden, en uiterlijk zo leven door een aantal rituelen te volgen, zonder dat dat op zich nog iets met Christus te maken had. De kerk was ondertussen ook sterk genstitutionaliseerd, en had zo ongeveer de hirarchie van het romeinse rijk overgenomen, waarbij bepaalde kerken ook boven andere stonden, en de aparte priesterklasse was ook al ontstaan. Het Laat-Romeinse rijk na de splitsing was zowel in Oost als West een Christelijk rijk, en in de middeleeuwen werd er in zo ongeveer heel europa een Christelijk cultuur gevormd, al was die soms heel hard vermengd met de oude heidense godsdiensten. Ook volkeren buiten het Romeinse rijk bekeerden zich tot het Christendom trouwens, en in andere gebieden bleef het een minderheidsreligie. Belangrijke concilies Een concilie is een vergadering van gezagsdragers uit de gehele kerk, die veelal wordt bijeengeroepen om de leer en de praktijk van de Kerk te bespreken en vast te leggen. Als eerste concilie wordt het eerder genoemde apostolisch concilie van Jerusalem beschouwd rond 49, toen de apostelen zelf samenkwamen over de kwestie van heidense christenen versus de jodse wet. Later zullen het veelal bisschoppen en patriarchen zijn die samenkomen. Merk daarbij op dat tot het groot schizma in 1054 wanneer de kerken van Oost en West zich afsplitsen de bisschop van Rome, of de paus, nooit het laatste woord heeft. In het Westen wordt de paus in deze periode als hoogste onder gelijken beschouwd, terwijl in het Oosten de patriarchen gelijk in rang zijn en de paus dus ook nooit als hoger in rang zien. Vanaf de vierde eeuw is er ook een belangrijke politieke inmenging in de concilies. De belangrijkste concilies uit de vierde tot de achtste eeuw worden de zeven eucumenische concilies genoemd. Ze worden door zowel Rooms-katholieken als Oosters-orthodoxen gevolgd, terwijl de Nestorianen (assyrisch-orthodoxe kerk) en de kopten (orientaalsorthodoxe kerk) respectievelijk alleen de eerste twee en de eerste 3 accepteren, om heel begrijpelijk redenen. De protestanten geven traditioneel de concilies veel minder waarde, hoewel bijvoorbeeld de geloofsbelijdenis van Nice dan weel dikwijls wel als gezagsdragend wordt gezien. De anabaptisten, maar ook veel latere evangelische protestanten alsmede de meeste vrijzinnigen erkennen geen enkel concilie, behalve soms de eerder genoemde Niceaanse geloofsbelijdenis. Ook na de splitsing van Oost en West zijn er concilies binnen de Rooms-katholieke kerk, die alleen door die kerk zelf erkend worden. Een paar van de belangrijkste eucemenische concilies uit deze periode zijn het eerste concilie van Nice, dat van Efeze en dat van Chalcedon. Van verder belang belang is ook het derde concilie van carthago, waar de canon van de bijbel definitief werd vastgelegd. Eerste Concilie van Nice (325) Dit concilie was bijeengeroepen door keizer Constantijn de grote zelf, die wilde dat de officiele leer van het Christendom vastgelegd werd, al heeft hij zelf nooit invloed gehad op de inhoud ervan. Hij wilde gewoon dat er een vaste leer was, zodat afwijkingen konden worden vastgesteld, en als het moest ook bestraft. De officile leer die toen werd vastgelegd is nog steeds die van de Rooms-katholieke en Oosters-Orthodoxe kerken. Een van de belangrijkste redenen voor het samenroepen van dit concilie was de afwijkende leer van het Arianisme, die

er dan ook als ketterij werd bestempeld die vervolgd kon worden. (Een bespreking van de ketterijen zullen we later doen.) Het concilie van Nice legde de leer van de drie-ene God voor eens en altijd vast, en heeft ons de Niceaanse geloofdbelijdenis gegeven, die net zoals de apostolische geloofsbelijdenis nog steeds in gebruik is: Ik geloof in n God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde, van al wat zichtbaar en onzichtbaar is En in n Heer, Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, vr alle tijden geboren uit de Vader. God uit God, Licht uit Licht, ware God uit de ware God. Geboren, niet geschapen, n in wezen met de Vader: door wie alles geschapen is. Die voor ons mensen en omwille van ons heil uit de hemel is neergedaald. En het vlees heeft aangenomen door de heilige Geest uit de Maagd Maria: en mens is geworden; die voor ons ook werd gekruisigd; onder Pontius Pilatus heeft geleden en is begraven. Ook is hij volgens de schriften verrezen op de derde dag; Hij is opgeklommen ten hemel; zit aan de rechterhand van de Vader. En hij zal wederkomen in heerlijkheid om levenden en doden te oordelen. Hij wiens rijk geen einde zal hebben. En in de heilige Geest, de Heer die levend maakt; die voortkomt uit de Vader [en de Zoon]; die met de Vader en de Zoon samen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. En in de ne, heilige, katholieke en apostolische Kerk. Ik belijd n doopsel tot vergeving van de zonden. En ik verwacht de opstanding van de doden. En het toekomstig eeuwige leven. Amen. De invoeging van de hier tussen vierkante haakjes staande woorden en de Zoon in het stukje over de Heilige Geest die de latijnse versie heeft maar de griekse niet zal later nog heel belangrijk worden. Het (derde) Concilie van Carthago (397): In het concilie van Carthago werden de laatste boeken van het nieuwe testament gecannoniseerd, wat betekent dat de canon van de bijbel vanaf dan eigenlijk vastlag, al was dat al langer min of meer het geval. Het was meer een bevestiging van iets dat min of meer algemeen aanvaard was dan een zware discussie. Athanassius had bijvoorbeeld al eerder een lijst met de voor hem cannonieke boeken opgesteld, en de 27 boeken van het nieuwe testament waren identiek aan diegene die in Carthago werden aanvaard (en die wij nog hebben) Het oude testament bestaat uit de joodse geschriften, die natuurlijk voor een groot deel al vast lagen, al is er wel veel discussie geweest over de zogenaamde antilegomma, wat zoiets betekent als de boeken waarover discussie was, waarvan er een aantal oudere joodse

geschriften waren, en een aantal uit het vroege christendom. Ook een groot deel van de zogenaamde deuterocannonieke boeken, die door de hervormers in de tijd van de reformatie terug afgewezen werden door Carthago gecannoniseerd als deel van de bijbel: de twee boeken van de Makkabeen, Tobit, Judith, Jezus Sirach, de Wijsheid van Salomo, het Griekse deel van Esther, en enkele aanhangsels van Daniel. Dit zijn voor het merendeel geschriften die gedateerd kunnen worden in de 400 stille jaren geschreven tussen de laatste profeten en het nieuwe testament. Het is dus zeker niet zo (zoals bepaalde populaire theorin stellen) dat er toen pas werd beslist door de aanwezige raad van bisschoppen welke boeken in het de bijbel zaten, maar de lijst van boeken die al aanvaard werden als deel van de bijbel werd nog eens bevestigd door de raad van bisschoppen. De 4 evangelin van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes waren al van in de tweede eeuw bevestigd als de 4 geinspireerde evangelin. De regelmatig opduikende gnostische evangelin zijn nooit deel geweest van een Christelijke canon, en van het Christendom zoals wij dat kennen, maar van een gelijk met het orthodox christendom opkomende zusterstroming die van heel andere uitgangspunten uitgaat. De antilegomma die niet gecannoniseerd zijn omvatten onder andere wijd in gebruik zijnde vroeg-christelijke boeken als het al eerder genoemde didache, het onderussen al lang verloren gegane evangelie van de Hebreen en de herder van Hermas, maar bijvoorbeeld zeker niet het gnostisch getinte evangelie van Thomas, dat verder wel vermeld wordt door een aantal kerkvader als bijvoorbeeld Origenes en Hippolytis, maar dan als een ketters geschrift dat in polemieken wordt afgekraakt. Hetzelfde met het evangelie van Judas, dat een paar jaar geleden veel ophef maakte. Ironisch is ook dat tegen de tijd dat de canon van het nieuwe testament goed vast lag het Christendom allang gevolueerd was naar iets dat soms heel anders was dan wat daarin beschreven staat.28 Concilie van Efeze en Nestoriaans schizma (431): Het concilie van Efeze diende om de theologie van het Niceaanse concilie te verfijnen, en dan vooral om de juiste leer te verfijnen zodat nieuwe opkomende ketterijen konden worden uitgebannen, en eigenlijk dan in praktijk vooral de opvattingen van Nestorius, de toenmalige patriarch29 van Byzantium. De discussie, die vooral technisch-theologisch van aard was, ging over hoe Jezus tegelijk mens en God was, en daarbij aansluitend over de vraag of Maria moeder van God, genoemd kon worden. Nestorius verloor de discussie, en werd als patriarch afgezet, maar Syrische christenen van Mesopotami en Perzi legden de uitspraken van dit concilie naast zich neer, en weigerden Nestorius als ketter te bestempelen en ontwikkelden zich tot een onafhankelijke Kerk die nog steeds bestaat. Dit was dus het eerste schizma, waarbij een kerk zich afspliste van de moederkerk om een eigen weg te gaan, maar zeker niet het laatste. Concilie v Chalcedon en Orientaals-Orthodox Schizma (471)28

Wat ook een sterk argument is tegen de soms geopperde stelling dat de boeken van het nieuwe testament veel later geschreven zijn door de Kerk om hun inzichten te bevestigen. Als dat het geval geweest was zouden de woorden van Jezus niet zo sterk in groeiend contrast staan met de praktijk van de ontwikkelende kerk. Zie Jezus in Mattheus 23:8-12 voor een afwijzen van hierarchische machtsstructuren. (de belangrijkste zal dienaar zijn) en de brief aan de hebreen bijvoorbeeld waarin Jezus alleen als middelaar naar voren wordt geschoven. 29 Een patriarch is een hoofdbisschop van een groot gebied. De Oosters orthodoxe kerk heeft nog steeds een aantal patriarchen die gelijk zijn qua hirarchie, zonder dat er daarboven nog een overkoepelende paus is.

Het Concilie van Chalcedon was een nasleep van de ideen die het concilie van Efeze opriepen, maar dan aan de andere kant. Nu was het monofysitisme de leer die verworpen werd; een leer die eigenlijk het tegenovergestelde verkondigde van het Nestorianisme (zie later voor een grondigere bespreking). Maar weer was een schizma het gevolg, en de Oostersorthodoxe kerken, waaronder de kopten, gingen hun eigen weg. Voor ons kunnen deze discussies een beetje pietluttig lijken, maar de felheid van deze discussies en de verstrekkende gevolgen ervan kunnen niet onderschat worden! Grote namen uit deze periode Veel van de belangrijke namen vallen onder de zogenaamde ante-niceaanse kerkvaders, diegenen die dus na het (eerste) concilie van Nicea kwamen. Eusebius van Caesarea (263-339) was bisschop van Caesarea, die een hele verzamelin aan boeken heeft geschreven en is een tijd raadgever geweest van Constantijn de grote. Verder was hij een kerkhistoricus die een uitgebreide Ekklsiastik Historia heeft geschreven. Athanassius van Alexandri (ca 295-373) was patriarch van Alexandri een belangrijke theoloog die meedeed met het concilie van Nice. Hij was een enorme tegenstander van onder andere Arius en de naar hem genoemde doctrines (zie verder) en heeft een aantal boeken geschreven vol polemieken tegen zijn tegenstanders. Verder was hij de eerste die de lijst van boeken van het nieuwe testament neerschreef zoals wij die nu nog kennen en zoals later in het concilie van Carthago bevestigd werd. Ook is hij bekend vanwege zijn biografie van athonius de grote, waarmee hij het kloosterleven enorm promootte. Vooral voor de Oosters-orthodoxen is hij nog steeds belangrijk als kerkvader. Basilius de grote. (ca 330-379) was n van de zogenaamde cappadocische vaders. Hij was een sterk ascetisch monnik die een strenge kloosterregel heeft nagelaten die focust op gemeenschapsleven, liturgisch gebed en handarbeid. Ook hebben de liturgin die hij heeft geschreven nog steeds hun invloed. Ambrosius (ca 337-397) was bisschop van Milaan en een productief schrijver. Hij stamde uit een rijke familie die zich tot het Christendom bekeerd had, en als gouverneur slaagde hij erin om orde te brengen in een oneningheid tussen orthodoxen en arianen die allebei een andere kandidaat-bisschop voordroegen. Ondanks het feit dat hij zelfs nog niet gedoopt was werd zijn optreden zo overtuigend gevonden dat hijzelf tot bisschop werd gewijd (na eerst te zijn gedoopt natuurlijk) Hij was een kundig staatsman en succesvol bestrijder van het arianisme, dat op de steun van de keizer kon rekenen op een bepaald moment. Ook is Augustinus bekeerd geworden door zijn allegoriserende stijl van preken. Bekend zijn ook een aantal van Zijn hymnes. Johannes Chrysostumus (ca 347-407) was aartsbisschop van Constantinopel (voorheen Byzantium) Hij was eerst asceet, maar na zijn priesterwijding werd hij een populair predikant die dan tegen zijn eigen wil tot bisschop gewijd werd. Van hem zijn een aantal homilies (preken) bewaard gebleven. Uiteindelijk kreeg hij als fanatiek boeteprediker problemen en werd verschillende keren verbannen, waarbij hij uiteindelijk stierf op weg naar een verbanningsoord Hieronymus van Stridon (ca 347-420), die in het engels St-Jerome genoemd wordt, kwam uit welgestelde christelijke kringen en was een zeer gestudeerd man, die zich bezighield met wetenschap en filosofie, en die een aantal geschriften heeft nagelaten. Hij was een asceet en heeft onder andere als kluizenaar geleefd en later een klooster gesticht, en heeft in opdracht van paus Damascus de bijbel vertaald naar het latijn, wat de nog steeds bekende vulgata-vertaling geworden is.

Augustinus van Hippo (354-430) wordt gezien als n van de belangrijkste kerkvaders door velen, waaronder vooral protestanten en katholieken, en n van de belangrijkste theologische invloeden op het Westerse christendom. Hij staat onder andere aan de basis van de erfzonde-theorie, en uit zijn theologie hebben onder andere de hervormers van de reformatie geput, maar ook veel latere katholieke theologen. Hij was een bekeerling uit het manichesme die een sexueel losbandig leven geleid had, en zal na zijn bekering zijn verleden heel streng de rug toekeren. Hij staat bekend als een nogal vrouwonvriendelijk persoon, en als hij een lijst opstelt met ketterijen dan zal hij het manicheisme als de zwaarste beoordelen, de doodstraf waardig (iets waar de katharen later nog last van zullen hebben) Van hem zijn een heel aantal boeken bewaard gebleven. Ook zijn onenigheid met Pelagius is van belang. Pelagius was een keltisch theoloog, die de erfzondeleer tegensprak en meer nadruk op de vrije wil legde. (een vergelijkbare discussie zal 1000 jaar later tussen volgelingen van Calvijn en Arminius onstaan) Patricius (ca 387-471) is vooral bekend als St-Patrick. Hij bracht het evangelie naar Ierland, en zou daar honderden kerken gesticht hebben. Veel van wat over hem gezegd wordt is gehuld in een waas van legenden. Hij stond mee aan het begin van het Keltisch katholiek Christendom, dat zich een tijd heeft kunnen ontwikkelen met minder Romeinse invloed, tot de Romeinse invloed terug overnam. Zijn naam is nog altijd verbonden met een belangrijke Ierse feestdag, die nog steeds aan poplariteit wint. Gregorius de grote (ca 540-604) was bisschop van Rome en een grote hervormer die kerkelijke stabiliteit bracht in een woelige periode. Hij heeft een aantal boeken in dialoogvorm geschreven, eerder praktisch dan filosofisch van aard, die veel vertaald werden, wat hem de bijnaam Gregorius de dialogist gaf. Hij was nogal onder de indruk van de kloosterregel van Benedictus, die hij sterk promootte, en aanhanger van de theologie van Augustinus. Zijn enorme hervormingen op veel vlakken hebben grote veranderingen ingeluid in het Westelijke Christendom. De macht van de bisschop van Rome, die al wel eerder paus werd genoemd, werd door hem vergroot. Hij was een heel goede organisator, die op een bepaald moment de verdediging van de stad Rome in eigen handen neemt en over vrede gaat onderhandelen, en zo ongewild de basis legde voor een latere pauselijke staat. De absolute gehoorzaamheid van de monnik aan de abt die in de regel van Benedictus werd geest trok hij door naar de hierarchie van de kerk. Hij hervormde ook de liturgie en stuurde missionarissen naar een aantal barbaarse volkeren, waaronder de anglo-saxische koninkrijken, waar ook al keltische missionarissen actief waren. Hij had een uitgebreid systeem van armenzorg, en was niet geinteresseerd in rijkdom voor de kerk, maar vond dat de rijkdom aan de armen toebehoorde. Direct na zijn dood werd hij al heilig verklaard, en zijn naam leeft voort in de gregoriaanse muziek. Columbanus (ca 540-615) was een Ierse monnik, abt en missionaris die op het vasteland verscheidene kloosters heet gesticht, en die een kloosterregel heeft nagelaten.30 Wilibrordus (ca 658-739), ook bekend als de apostel van de lage landen, leefde rond het jaar 700 en was een monnik uit groot-Brittanni, die het evangelie kwam brengen aan de toen nog onbekeerde friezen, en actief geweest is in een gebied dat vaag overeenkomt met de latere nederlanden. Hij is redelijk succesvol geweest in zijn

30

uitbreiden

missie, en uiteindelijk is hij door de paus na twee moeizame reizen naar Rome tot aartsbisschop van de friezen gewijd. Verdere geschiedenis Het West-Romeinse rijk is al lang op sterven na dood, en de laatste doodseek komt in 467; als de germaan Odoaker de tot dan toe laatste Romeinse keizer31 Romulus Augustulus afzet. Met de val van het West-Romeinse rijk beginnen officieel de middeleeuwen. Clovis (465-511), heerser van de Franken, wordt op een onuidelijke datum rond 500 in Riems gedoopt, waardoor het Franksiche Rijk zich ook bij het Christendom voegt. Aan zijn manier van tegenstanders uit de weg ruimen is evenwel niet echt te zien dat hij een volgeling van Christus zou zijn. In navolging van Constantijn bouwt hij in zijn nieuwe hoofdstad Parijs een enorme kerk van Petrus en Paulus, waarin hij later begraven zal worden. In de zevende eeuw krijgt het Christendom als Rijk concurrentie van de opkomende Islam, die in het begin van de achtste eeuw ook doordringt tot het zuiden van Europa in de vorm van de Saracenen, en Spanje en Zuid-Frankrijk overneemt. Door de overwinning van Karel Martel in 732 zal de oprukkende Islam een halt toegeroepen worden in de slag bij Poitiers in Wenen, en de toenmalige islamisering wordt langzaam terug gekeerd. Karel de Grote (ca 747-814) is de laatste heerser van een verenigd europees rijk, die niet alleen koning der Franken is, maar die ook terug de titel van keizer van de Romeinen op zich neemt, en zo even het West-Romeinse Rijk doet herleven. Doordat maar n van zijn zonen, Lodewijk de Vrome, hem overleeft zal dit heropgestane rijk het nog n generatie houden, waarna het rijk onherroepelijk verscheurd wordt. Hij zal ook zijn invloed uitoefenen op de inhoud bepaalde synodes, waaronder het algemeen invoeren van het filioque in de geloofsbelijdenis van Nice. Ook op veel andere vlakken zal hij invloed uitoefenen, zoals onderwijs, en het invoeren van het feodaal systeem. Tussen 730 en 843 is er het iconoclasme-conflict, dat vooral blijft zinderen in de Oorsterse kerk, waardoor de iconen en beelden verboden worden. Er volgen periodes van strubbelingen en beeldenstorm, waarbij op bepaalde momenten zelfs miniaturen uit boeken worden verwijderd. Tijdens het tweede concilie van Nicea in 787 wordt beslist dat iconen niet aanbeden mogen worden, maar wel vereerd, maar de strijd blijft duren tot in 843, wanneer de iconen terug deel worden van de spiritualiteit van de Oosterse kerk, wat ze tot op het heden zijn. Godschalk van Orbais (808-867), een saksische theoloog, monnik en dichter, zal de eerste zijn die de dubbele predestinatieleer verwoordt. De toenmalige kerk kon het idee dat God niet alleen mensen uitkiest om gered te worden, maar ook de anderen om verdoemd te worden echter niet appreciren. Op het einde van zijn leven worden hem de sacramenten geweigerd, samen met het recht om op gewijde grond begraven te worden, tenzij hij zijn doctrine herroept, wat hij niet doet. Ook in de negende eeuw heeft een discussie plaats over de aard van de eucharistie. In beginsel gaat het om onenigheid tussen twee monniken met tegengestelde visies op de maaltijd des Heren, Radbertus Paschasius en Ratramnus van Corbie. De versie van31

Een paar eeuwen later zal Karel de grote de titel van Romeinse keizer terug even doen herleven, maar dat stopt als het rijk terug uiteen valt na de dood van zijn opvolger.

Radbertus die het wint, is de transsubstantieleer waarbij gesteld wordt dat het brood en de wijn werkelijk veranderen in het lichaam en bloed van Christus, en ook de leer die de overhand krijgt in de Westerse kerk. Deze leer is nog steeds de officiele RoomsKatholieke visie. Spanningen tussen de kerken van Oost en West beginnen nog meer op te lopen hoe meer het eerste millenium op het einde loopt. Verschillen blijven groeien, zoals bij het einde van de strijd om het iconoclasme wanneer de Oosterse kerk de iconen aanneemt. Ook is er onenigheid over onder andere het priestercelibaat, en het vasten op zaterdag. De latijn sprekende kerk in het Westen en de Grieks sprekende kerk in het Oosten komen verder van elkaar te staan, en bouwen een spanning op die uiteindelijk wel moet resulteren in een splitsing. Het ontstaan van kloosters Tegen de tijd dar kerk de cultuur overgenomen had en het Romeinse rijk gekerstend was, was het Christendom heel ver verwijderd geraakt van de eerste kerk zoals die in het boek handelingen beschreven wordt. De gedwongen kerstening van veel volkeren had niet alleen veel naamchristendom opgeleverd en mensen die uiterlijk christen waren alleen maar omdat dat nu eenmaal de beste kansen gaf in de maatschappij, maar ook dikwijls een sterk synchretisme32 met de heidense religies die daarvoor door de bevolking beleden werden. Wat niet echt zo verwonderlijk is, omdat bij het kerstenen dikwijls gebouwen, gebruiken en verhalen verchristelijkt werden door een oppervlakkige uiterlijke ingreep33. Ook is het overhalen van mensen met geweld tot een godsdienst niet de beste manier om mensen met hun hart en ziel te overtuigen van iets zo hard verweven met het hele zijn van de mens als het volgen van Jezus, wat een persoonlijke keuze vraagt die een mens uit vrije wil maakt. In de kloosters, die opkwamen toen het Romeinse rijk gevallen was, was er terug de mogelijkheid om een gemeenschap op te bouwen die veel van de kenmerken van het eertse Christendom behield: Men leeftde communaal samen, deelde bezittingen, en leidde een leven dat geestelijk georinteerd was. Ook was het kloosterleven voor vrouwen in veel tijden de enige manier om de vrouwonvriendelijke hirarchie van de maatschappij te ontlopen, en in een gemeenschap van zusters te leven.34 De oorsprong van het Christelijke kloosterleven ligt zoals eerder al is vermeld bij de Christelijke kluizenaars, zoals de woestijnvaders, die inspiratie putten uit het vasten van Jezus, en van het leven van Johannes de doper, en die zich afzonderden van de maatschappij om dag en nacht bezig te kunnen zijn met geestelijk leven, zonder door de beslommeringe van het leven afgeleid te worden. De eerste Christelijke monniken waren dus eremieten, eenzaten die hun geestelijk leven veelal in eenzaamheid leefden, maar al redelijk snel, vanaf Anthonius van Egypte en Palomius beginnen zich gemeenschappen van mannelijke of vrouwelijke monniken te vormen, die onder leiding van een abt samen een gemeenschappelijke leefregel volgen.

32 33

Synchretisme is vermenging van religies. De lijn met een geslaagde hercontextualisatie van het Christendom in een nieuwe cultuur (zie de aanhangsels over contextualisatie) is zeker achteraf moeilijk nog te bepalen. Op zich had het orthodoxe Christendom ook al veel invloed van Griekse filosofie en Romeinse politiek binnengehaald, en de vraag is ook daar wanneer contextualisatie ophoudt en synchretisme begint. 34 Al is dat niet altijd het geval geweest, in sommige gevallen was ook in kloosters de hirarchie onderdrukkend voor de zusters. Maar dikwijls was het klooster als alternatieve samenleving nog de beste plaats voor een vrouw.

De eerste kloosterregel die we kennen is die van Palomius uit Egypte, maar wanneer in de volgende eeuwen het kloosterleven zich verspreidt over het Romeinse rijk en verder zullen er meer geschreven worden, die zich verder verspreiden. De regel van Benedictus uit de zesde eeuw kwam niet oorspronkelijk van Benedictus van Nursia (480-547) maar was veeleer een aanpassing van een oudere anonieme kloosterregel. Onder invloed van de hervormingen van paus Gregorius de grote was het deze kloosterregel die verspreid werd over het Romeinse Rijk. Het Keltisch Christendom We hebben we het in ons verhaal over het Christendom vooral gehad over de geschiedenis van het Romeinse rijk, en van het Christendom dat ontstaan is binnen de context van de Grieks-Romeinse cultuur. Natuurlijk is het Christendom ook op heel andere plaatsen terecht gekomen, en heeft het zich daar in heel andere context kunnen ontwikkelen zonder dat de zware Grieks-Romeinse invloed, die ook in het protestantisme nog steeds aanwezig is, er zo sterk op inwerkte. Op de Britse eilanden bijvoorbeeld heeft het Christendom, ondanks dat het zich deel achtte van de ene kerk van het Katholieke Christendom en van de ene ondeelbare kerk, een tijd lang de kans gehad om zich iets anders te ontwikkelen dan de Romeinse kerk. Het is niet zo dat er ooit n keltische Kerk bestaan heeft, die volledig uniform was en die duidelijk afstak van de Romeinse Kerk, maar het is wel zo dat er een aantal verschillen waren, die deels te wijten zijn aan de verschillen tussen beide culturen. Een van de duidelijke tekenen dat er toch een groot verschil was is het feit dat er onenigheid was over de datum van pasen tussen de Romeinse Christenen en die van de Britse eilanden. voor ons lijkt dat niet zo belangrijk, maar in die tijd was dat heel serieus, en een duidelijk geval van ketterij of toch minstens een reden voor een schizma. Waarschijnlijk is het Christendom in die streken al heel vroeg begonnen, mogelijk al vlak na de tijd van Jezus met handelscontacten in Cornwall van Jozef van Arimatea. Maar vanaf Tertullianus en Origenes wordt er in ieder geval al van Christenen in Brittani gesproken. Veel is daar niet over bekend, en het is pas begin derde eeuw met het martelaarschap van Albanus dat meer gegevens beginnen te krijgen. Met Sint-Patrick in de vijfde eeuw wordt Ierland op een snel tempo gechristianiseerd en worden er overal kloosters gesticht, wat niet door iedereen werd geapprecieerd, hij kreeg tegenstand van zowel de keltische druiden als de britse oversten van de kerk. Missie werd normaal alleen binnen het romeinse rijk gedaan, en niet daarbuiten bij de barbaren die geen greco-romeinse cultuur hadden... Patrick daarentegen plantte een versie van het Christendom dat aangepast was aan de keltische cultuur, en stichtte een kloostercultuur die niet alleen kloosters in stand hield maar ook nieuwe begon, en expandeerde. En niet alleen binnen Ierland maar ook op andere plaatsen die maar konden bereikt worden startten de keltische monniken hun levende gemeenschappen. Een aantal duidelijke verschillen met de moederkerk waren in verband met het berekenen van de paasdatum, een andere tonsuur voor monniken, en andere tradities in verband met het biecht- en doopsacrament. Ook was er sterke nadruk op het kloosterleven, maar er zijn aanwijzingen dat, in tegenstelling tot de meeste tradities, dat kloosterlingen niet altijd celibatair waren maar waar ook gezinnen gevormd werden in klooster. Er waren kloosters geweest waar het ambt van abt overgerfd werd van vader op zoon, en er zijn gevallen opgetekend waarbij kloosterlingen het gezin en al gevangen genomen werden door de

noormannen.35 Het gemeenschapsleven en een ritme van gebed waren de pijlers van het leven van de keltische monniken. Finianus van Clonard (470-552) was n van de belangrijke pioniers in het stichten van kloosters, waaronder de Abdij van Clonard, waar hij zijn volgelingen trainde die de twaalf apostelen van Ierland werden genoemd. Groepen van twaalf volgelingen bijeenzoeken, zoals Jezus zelf ook had gedaan, was n van de kenmerken van de snelgroeiende beweging van het Keltische monastieke Christendom uit die tijd. Een van die 12 apostelen van Ierland was Columba van Iona (521-597), ook Colmcille genoemd. Na een bloedige strijd te hebben meegemaakt om een psalmenboek, die hijzelf mee heeft veroorzaakt36 verbant hij zichzelf uit Ierland en gaat op weg om minstens zoveel mensen te bekeren als er gedood zijn in het gevecht. Hij vertrekt hij met twaalf volgelingen naar het Schotse eiland Iona, waar hij een klooster stichtte dat het begin was van een heel netwerk van kloosters, abdijen en nieuwe bisdommen onder de picten die toen Schotland bewoonden. Hij heeft ook een kloosterregel geschreven die in veel van de latere kloosters aangenomen werd, maar die niet bewaard gebleven is geweest. Hij moet niet verward worden met zijn tijdgenoot Columbanus (540-615) die als missionaris van Bangor Abbey in Noord-Ierland naar het Europese vasteland trok, ook alweer met twaalf gezellen, om kloosters te stichten in de Farnkische en Italiaanse wereld. Zo verbreidde hij het keltische Christendom met zijn iets andere nadrukken ook op het continent. De plaatselijke bisschoppen hadden het niet altijd zo op hem begrepen, omdat hij de keltische paasdatum aanhoudt hij de absolute autoriteit die bisschoppen in het rijk over geestelijke gemeenschappen hadden gewoon ontkende. Uiteindelijk aanvaard hij de autoriteit van de paus wel, en zal hij de keltische datering van Pasen opgeven tegen dat hij in Itali gaat wonen, waar hij in Bobio het klooster bouwt waarin hij uiteindelijk zal sterven. Zijn redelijk strenge kloosterregel is wel bewaard gebleven, en overgenomen door een aantal kloosters, maar uiteindelijk overal vervangen door die van Benedictus. Een andere belangrijke naam is Aidan (?-651),een andere Ierse heilige die het klooster van Lindisfarne stichte, op het heilige eiland aan de noord-oost-kust van engeland. Ook op artistiek vlak is de keltische kerk interessant. Een overdadig rijkelijk geillustreerd evangelieboek daterend rond 800 in de latijnse taal (grotendeels de vulgata vertaling, maar deels ook de nog oudere Vetus latina) dat bekend staat als the book of kells wordt als de grootste cultuurschat van Ierland bechouwd. Ook in Lindisfarne bevindt zich een rijk geillustreerd evangelieboek uit die periode.

35

De keltisch-orthodoxe kerk, een recente groepering van een eeuw oud die probeert om een generich katholiek christendom op een Keltische manier te doen herleven, gaat ervan uit dat kloosterlingen, of Cili D in Gaelic, getrouwd waren, en heeft ook nu getrouwde en celibataire monniken. Zie ook http://www.celticchristianity.org/library/cd.html 36 Columba had een psalmenboek gekopieerd van een zekere Finnian van Moville, en wilde die kopie houden, wat een dispuut werd dat uiteindelijk uitliep op de veldslag van Cul Dreihme in 561. Een synode die bijeengeroepen was wilde hem excommuniceren voor de gevallen doden, maar dankzij voorspraak van Brendan van Birr, een andere van de twaalf apostelen, kon hij in ballingschap gaan als missionaris.

In 1172 werd Ierland onderworpen door de Engelse koning Henry II, en werden de kloosters onder de benedictijnse regel gebracht, en wat er ook geweest was aan eigen vorm van kloosterleven was verdwenen. In de 16e eeuw zal Thomas Cromwell in een protestantse razernij vele Ierse kloosters en kerken verbranden.37 Belangrijke Ketterijen Ketterijen zijn afwijkingen van de officile leer, waardoor de persoon in kwestie geen deel kan zijn van de religie waarin hij zich bevindt. In een vroege Christendom dat zelf vervolgd werd betekende dat alleen een excommunicatie, en later anathema38, maar in latere jaren als het christendom meer macht krijgt komen daar allerlei politieke dimensies bij, en wordt er soms geweld gebruikt of zelfs de doodstraf. Vanaf keizer Theodosius I in 380 wordt ketterij ook een civiel strafbaar feit in het Romeinse rijk. Ook komt het voor dat kerkelijke leidersfiguren mekaar excommuniceren als ze het niet eens zijn over bijvoorbeeld de uitkomst van een concilie, zoals bij het Nestoriaans schizma de voor en en tegenstander van Nestorius dat doen. We moeten wel altijd ermee rekening houden dat veel ketterijen vooral beschreven worden door hun tegenstanders, wat niet altijd het beste beeld oplevert van hun echte geloofsinhoud, omdat er altijd de mogelijkheid is dat of de verdediger van het geloof de slechtheid van zijn tegenstander in de verf wil zetten door overdrijvingen, wat volgens sommigen Athanassius met Arius en zijn volgelingen deed, en met Nestorius gebeurd zou kunnen zijn. ofwel wanneer beide in een heel ander niet met elkaar vergelijkbaar wereldbeeld en paradigma zitten, en niet anders kunnen dan vanuit hun standpunt een karikatuur geven van de ander, wat mogelijk het geval was met Augustinus die vanuit zijn Grieks-Romeins denken de Pelagius aanvalt. Maar vermits de geschiedenis dikwijls geschreven wordt door de winnaars hebben we dikwijls vooral de extreem negatief gekleurde versie van de tegenstanders om de leringen van de ketters op te beoordelen. Het verschil tssen ketterij, schizma en een andere religie is ook niet eenduidig, al werden ze indertijd dikwijls allemaal op dezelde manier behandeld en is het verschil pas achtera geschiedkundig te zien . Waarschijnlijk zouden de arianen als ze nu nog bestonden ofwel als schizmatici ofwel als een iets afwijkende Christelijk geinspireerde maat toch verschillende religie bestempeld worden. Zoals de getuigen van Jehova nu, die zelfs een beetje ariaanse trekjes hebben in hun theologie trouwens. Manichesme is technisch gezien een heel andere religie en geen ketterij van het Christendom, maar wordt toch op die manier bekeken en zeer streng vervolgd. Merk ook op dat sommige van die oude ketterijen nog steeds de kop opduiken in heel nieuwe bewegingen, dikwijls ook in bewegingen waar niet veel van de kerkgeschiedenis bekend is en er dus niet van geleerd wordt. In bepaalde hypercharismatische groeperingen zijn er toestanden die doen denken aan bepaalde uitwassen van het montanisme bijvoorbeeld, met extatische profetien, een heel sterke nadruk op streng moralisme, en een neiging om te profeteren dat X het laatste grote van de Heilige Geest is voor de wederkomst van Jezus. en er is bijvoorbeeld ook een stroming binnen de pinksterkerk (die verder meestal perfect binnen de evangelische orthodoxie valt), meestal oneness pentecostelism genoemd, die puur modalistisch is, waarin ergeen enkel verschil tussen de 3 personen van de drie-eenheid gezien wordt.37

Ik heb zelf gezien hoe in Galway bay vele eeuwenoude kerken te zien waren die al een half millenim dakloos waren. Een heel droef zicht! 38 Excomminucatie is verbanning van de eucharistie, anathema is een volledige verbanning uit de kerk en de geloofsgroep. Zowel in de situatie van de eerste kerk van een communale samenleving als in de latere situatie waar de religie de structuur van de maatschappij bepaalt is dit zeer ernstig te nemen.

Ebionieten De Ebionieten waren een joods-christelijke groepering die ervan uitgingen dat Christenen de joodse wetten en rituelen moesten volgen. Ze erkenden alleen het evangelie van de Hebreen, een vroeg evangelie dat verloren gegaan is en dat mogelijk een Aramese versie is van Mattheus (als er niet meer geschriften zijn die met die naam worden aangeduid) en wezen de geschriften van Paulus af omdat hij tegen de wet predikte. Ze waren streng ascetisch en leefden in vrijwillige armoede, wat ook de betekenis is van hun naam. Weinig is over hen bekend uit de eerste hand, alleen uit veel geschriften tegen hen van de kerkvaders komen ze naar voren als een groep die van het Christendom terug naar het Jodendom wilde, maar die afweken van het jodendom door hun volgen van Christus en omdat ze hun evangeliegeschrift beschouwden als deel van de Heilige schrift. Montanisme Deze stroming, die zichzelf de nieuwe profetie noemde, is vernoemd naar Montanus uit Phrygi, een tot Christendom bekeerde heidense priester die midden tweede eeuw predikte en ook profeteerde samen met 2 profetessen Priscilla en Maximilla. Zijn leer is vooral bekend uit de geschriften van een aantal latere tegenstanders, maar ook van de kerkvader Tertullianus, die zich tot het montanisme bekeerde. Een sterke nadruk werd er gelegd op de Wederkomst van Christus en op profetie, dikwijls samengaand met extase, maar tegelijkertijd op een heel strenge moraal, en een celibaat waarvoor zelfs het huwelijk wordt losgelaten door bijvoorbeeld de leidende profetessen. De bewering van latere kerkvaders dat montanus zichzelf beschouwde als de paracleet39, de nieuwe trooster die beloof wordt Joh 14:16, (een uitdruking die normaal verondersteld wordt over de Heilige Geest) is enigsinds omstreden, en was waarschijnlijk een verkeerde uitleg van een profetie waarin de parakleet door hem spreekt en zichzelf als dusdanig identificeert40 door latere volgelingen van hem na zijn dood. Tertullianus zelf gebruikt de woorden van Montanus tijdens diens leven nog om de drie-eenheid mee te bewijzen, en verwijst nergens naar Montanus als de parakleet. Vanaf de dood van Montanus zel rond 195 ging de groepering meer en meer de mist in, en waarschijnlijk zijn de woorden na zij dood toen er geen nieuwe profetin kwamen geherinterpreteerd tot in het bizarre. De breuk met de algemene kerk wordt langzaam groter, waarschijnlijk met de groeiende afwijkingen in leer, en op het concilie van Nicea wordt de beweging officieel verketterd, waarna ze achteruit gaat. Christologische en trinitaire afwijkingen De exacte identiteit van Christus, en ook de manier hoe Vader, Zoon en Heilige Geest alle 3 God zijn zoals de bijbel doet vermoeden en de traditie aanneemt (en of ze dat zijn), zijn doorheen de geschiedenis het middelpunt geweest van een hoop discussies binnen het Christendom. Een heel scala aan visies is daarbij verketterd geweest door de vroege concilies van de eerste kerk, waarvan ik er een aantal op een rijtje zet. Technisch gezien zijn Nestorius en de monofysitisten geen ketters maar schizmatici, maar omdat ze aansluiten bij de rest van de hier vernoemde afwijkingen worden ze hier nog eens vermeld met wat duiding. De officiele leer van de drie-eenheid, die al impliciet door veel vroegere kerkvaders werd beschreven, werd pas bij het concilie van Nice volledig geformuleerd gebruikmakend van39

Mani, stichter van het manichesme zag zichzelf zonder twijfel wel als de parakleet. Moslims die proberen om Christenen te bekeren vanuit de bijbel leggen trouwens de beloofde nieuwe trooster in Joh 14:16 uit als de profeet Mohammed. 40 http://www.apologetique.org/nl/artikelen/mens/geschiedenis/kerkgeschiedenis/RS_montanisme_ketterij.htm

bewoordingen van eerdere kerkvaders. Ook de definities van Jezus als n persoon, twee naturen41 waren niet nieuw, en een bevestiging en verfijning van eerdere doctrines van bijvoorbeeld Tertullianus. Arianisme: Arius was een Egyptische oudse die rond het jaar 300 leefde, en op wiens naam de later fel als ketterij bestreden leer van het arianisme staat. De grote controverse in zijn denken is dat Arius leerde dat Jezus geen God was, maar het eerste van alle schepselen, en dat de Heilige Geest ook maar een geschapen wezen was. Het arianisme is redelijk groot geweest in de derde eeuw, met politieke figuren die ermee sympatiseerden, maar was tegen het einde van die eeuw vrijwel verdwenen in het Romeinse rijk dankzij de strenge vervolgingen van Theodosius I. Maar bepaalde Germaanse stammen hebben tot eind zevende eeuw wel het arianisme aangehangen. Nestorianisme: De leer van Nestorius stelde dat Christus bestaat in twee aparte personen, een menselijke en een goddelijke. Dit betekent ook dat God niet geleden heeft aan het kruis, en dat Maria niet de moeder van God is, maar alleen de moeder van de mens Jezus. Volgens sommige interpretaties is de oorsprong van deze theorie vooral historisch en vooral taalkundig. Zo hadden de Grieken bijvoorbeeld twee woorden voor 'persoon', wat slecht kon worden vertaald naar het syrisch en waren de betekenissen van deze termen nog niet met zekerheid vastgesteld tijdens het leven van Nestorius. De Assyrische kerk weigerde om Nestorius te verketteren, en splitste zich af van de rest van de kerk in een schizma, en bestaat nog tot op het heden. Monofysitisme: Om niet in nestorianisme te vervallen kwamen theologen als Eutyches na het concilie van Efeze met een tegengestelde theorie, waarbij Jezus dus bestaat in n ongescheiden godmenselijke natuur. De orientaals-orthodoxe en koptische kerken waren het niet eens met de verdoordeling hiervan op het concile van Chalcedon en gingen dus ook hun eigen weg, met een tweede schizma tot gevolg. Adoptianisme: Is een minderheidspositie uit de heel vroege kerk die geen belang heeft gehad in de geschiedenis, maar die wel op verschillende concilies veroordeeld geweest is. Jezus wordt verondersteld om een gewoon mens te zijn, tot Hij bij Zijn doop geadopteerd en vergoddelijkt wordt. Docetisme: Docetisme beweert dat Jezus Christus slechts een schijnbare lichamelijkheid bezat. Het lichaam van Christus was dus slechts schijn, en niet werkelijk aanwezig. Jezus was dus een geest die zich voordeed als een lichamelijk mens, die dus ook niet kon sterven. Dit verraadt een gnostische inslag, die de materie als slecht en onrein ziet, en de doctrine is dan ook altijd als dusdanig verketterd geweest. Modalisme: Modalisme, ook Sabelianisme is weer een andere manier waarop die drie-eenheid wordt uitgelegd,waarbij er geen 3 verschillende personen zijn in de drie-eenheid, maar slechts n, die zich op 3 verschillende manieren openbaart. Donatisme was een schizmatische groepering, die in de vierde eeuw in Noord-Afrika was onstaan na een zeer hevige Christenvervolging, waarbij er mensen waren, waaronder ook41

Deze verwoording is eerst gebruikt geweest door Tertullianus (Adversus. Praxean 27)

kerkelijke leiders, die om hun leven te redden hun geloof verloochend hadden. Achteraf wilden een aantal van deze ex-gelovigen terugkeren naar het Christendom en terug hun leidersposities innemen, en een aantal mensen, waaronder Donatus magnus zagen dat in geen geval zitten. Ze vonden niet dat deze verraders ooit nog leider konden zijn in de kerk, en geloofden dat de sacramenten die bediend werden door deze teruggekeerde leiders vals waren. De officile leer was (en is) dat sacramenten hun geldigheid halen uit de heiligheid van God, niet uit die van de bediener. Donatus en zijn naar hem genoemde volgelingen scheidden zich af, en riepen zichzelf uit tot de ware kerk. Ze waren ook sterke voorstanders van de scheiding tussen kerk en staat, al deden ze toch herhaaldelijk een beroep op de keizer. Hun opvattingen werden niet zo goed onthaald door Romeinse autoriteiten, noch door de Kerk waar ze zich van afgesplitst hadden, en Augustinus bijvoorbeeld heeft hen krachtig bestreden.

Gnostische stromingen en aanverwanten Gnostiek De gnostiek is een geloofssysteem dat op zich redelijk veel verschillen heeft met het Christendom op veel kernpunten, maar dat dikwijls samen opkwamn en dus ook een aantal stromingen heeft gehad die met het Christendom flirtten, en vice versa hebben bepaalde christelijke stromingen ook een gnostische invloed gehad (zoals het eerder genoemde doscetisme) Van oorsprong kwam het uit de Egyptische en Griekse mysteriescholen. De naam komt van griekse woord gnosis, wat kennis betekent, omdat in de gnostiek ervan uitgaat dat de mens alleen gered kan worden geheime kennis, die dus door de betreffende gnostische systemen alleen gegeven wordt aan de ingewijden. In de meeste vormen van gnostiek is er een sterk dualisme, waarbij geest goed is, en materie slecht, een idee dat ook in bepaalde griekse filosofische systemen als het platonisme voorkomt. Een sterke ascese en afwijzen van seksualiteit komen daaruit voort. Marcionisme Marcion van synope was actief begin tweede eeuws, en starte waarschijnlijk het marcionisme bij zij excommunicatie in 144. Ondanks het feit dat hij veel geschreven heeft zijn zo ongeveer al zijn geschriften ondertussen verloren gegaan, dus wat we over zijn leer weten komt weer van zijn tegenstanders. Marcion had een heel eigen interpretatie van een vooral Paulinistisch Christendom. Hij verwierp bijna heel de bijbel, omdat hij in de schepper-God van het oude testament een slechte demiurg zag, een slechte mindere god die tegengesteld was aan de goede God vol genade die Jezus predikte. Uiteindelijk hield hij alleen 10 brieven van Paulus over, en een aangepaste versie van het evangelie van Lucas waaruit de verwijzingen naar het oude testament verdwenen waren. Marcionisme vormde een streng hirarchisch georganiseerde tegenkerk die als ketters beschouwd werd door de andere Christenen. De invloed van de gnostiek is zeer duidelijk in het dualistische wereldbeeld waarin het lichamelijke en natuurlijke als slecht wordt gezien, en de doscetische christologie, waarbij het lichaam van Jezus dus schijn was, Jezus was een geest die niet besmet was door de slechte materie, en ook zijn lijden en dood waren dus schijn.

Ondanks dat zijn er ook grote verschillen met de gnostiek, waaronder zijn letterlijke lezing van de bijbelboeken die hij accepteerde inplaats van de gnostische nadruk op geheime kennis en bizarre allegorese. Manicheisme Meer dan een ketterij van het Christendom is dit eigenlijk een aparte religiereligie, die niet alleen elementen van Joodse mystiek, Christendom, Zorroastrisme en boedhisme in zich had maar ook met sterke gnostische inslag. De beweing is genoemd naar de perzische profeet uit de derde eeuw die zichzelf de parakleet noemde42, en die verscheidene heilige schriften neerschreef die hij ontvangen had. Manicheisme had een ingewikkeld religieus systeem dat claimde een volledige versie te zijn van leringen van zijn voorgangers, als Adam, Zoroaster, Boedda en Jesus, die door de latere volgelingen gecorrumpeerd en verkeed geinterpreteerd zouden zijn. De leer was gebaseerd op een dualistisch wereldbeeld waar licht en duisternis, goed en kwaad, geest en materie tegen mekaar stonden en constant in strijd met elkaar waren, waardoor delen van het Licht door de Duisternis zijn "gevangen" en in de wereld ingesloten zijn. Het doel van de leer was het bevrijden van het licht door de uitverkorenen, door middel van ascese, seksuele onthouden en het vermijden van arbeid die het licht kon verwonden. Want wanneer wezens gedood weden, of zefs bij het plukken van fruit wordt het Licht verwond en de gevangenschap ervan in de wereld verlengd. Een tweede klasse was die van de toehoorders, die geen volledige ascese deden, en dus de uitverkorenen konden dienen (zij mochten wel het licht verwonden blijkbaar) Ook had het manicheisme een sterk uitgewerke eschatologie, waarbij op het einde der tijden het goed en het kwaad definitief gescheiden zouden worden. De strijd die in de menselijke ziel gestreden werd tussen licht en duisternis was hier deel van. Het manicheisme was een belangrijke ketterij in het Romeinse rijk van de 4e tot de 7e eeuw, maar is daarna daar uitgestorven hoewel ze in Oosterse landen voortleefde. De religie werd trouwens ook actief bestreden in verschillende Zorroastriaanse, Boedhistische, en later Islamitische culturen. In het Oosten was er een heropleving, waarbij het in 762 voor een kleine eeuw staatsgodsdienst werd van de Oeigoeren43, maar uiteindelijk is de religie daar waarschijnlijk definitief van het toneel verdwenen in de 14e eeuw in China. Augustinus, die voor zijn bekering zelf een manicheistisch toehoorder geweest was, bestempelde het als de gevaarlijkste van alle ketterijen. Daarom werd het woord in latere eeuwen van de middeleeuwen dikwijls door de inquisitie gebruikt om dualistische stromingen allerhande mee te typeren, zoals bijvoorbeeld de katharen. De Islam Een andere bedreiging voor het Christendom was de Islam. Mohammed(570-632) begint als met het veroveren en in naam van de Islam onderwerpen van het arabische schiereiland tijdens zijn leven. Nog in de zevende eeuw werden, Syri, Palestina, Egypte en Perzi onderworpen. De oprukkende Islam zal uiteindelijk ook in Europa het christendom als rijk bedreigen, en wordt in 732 gestopt door Karel Martel in de slag bij Poitiers, waarna de Islam in Europa terug gebied begint te verliezen.42 43

Zie de voetnoor over het woord parakleet bij montanisme. De Oeigoeren zijn een Turks volk, dat momenteel in de Chinese autonome regio Sinkiang als minderheid woont, en dat in 2009 in het nieuws kwam door een aantal incidenten. Over de mogelijke onderdrukking van de Oeigoerse cultuur door China is weinig bekend. Het Oeigoerse volk was in beginsel nomadisch en is doorheen de geschienis een paar keer verhuisd, en heeft als staatsgodsdienst boeddisme, manicheisme en nestoriaans christendom gehad, tot het in de 15 eeuw definitief overging naar de Islam

III: groot Schizma en verderca 1000-1500 NC

Het groot schizma tussen Oost en West De grote nog ongedeelde Kerk, die zich ruwweg nog steeds uitstrekt over het gebied van het voormalige groot-romeinse rijk kent een groeiende onenigheid tussen het Oostelijke en het Westelijke deel. In het Westen is er de paus als hierarchisch hoofd van de latijns-sprekende kerk, in het Oosten waren er verschillende partiarchaten, maar de oprukkende Islam heeft ondertussen de grondgebieden van de patriarchen van Alexandri, Antiochi en Jeruzalem veroverd, waardoor alleen Constantinopel overblijft als tweede centrum van Christelijke macht. Daar wordt nog steeds het Grieks gebruikt, uit de tijd van het Oude testament... Beide talen zijn belangrijk als lingua franca44 in hun eigen gebied, maar het aantal mensen dat beide talen spreekt wordt kleiner, waardoor de culturen uiteen groeien, en dus ook de liturgin en rituelen die gebruikt worden, en de manier waarop naar theologie gekeken wordt. Een grote onenigheid bestond ook over het brood dat voor het sacrament van de eucharistie gebruikt werd. In het Oosten werd uitsluitend brood van gistdeeg gebruikt, terwijl de Westerse kerk ongedesemd brood gebruikte. En verder is er ook nog steeds een enorm dispuut over het al eerder vermelde toevoegen van n woordje (filioque, wat en de Zoon betekent) in de latijnse versie van de Niceaanse geloofdbelijdenis, dat sinds Karel de Grote algemeen gebruikt werdt in het Duitse Rijk: Ik geloof (...)in de heilige Geest, de Heer die levend maakt; die voortkomt uit de Vader [en de Zoon]; die met de Vader en de Zoon samen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. De Oorstese kerken zijn het oneens met deze toevoeging, en stellen dus dat de Geest alleen van de Vader komt, waarbij ze zich onder andere beroepen op Joh. 15:26. Ook is er nog de discussie over het celibaat, dat in het oosten alleen voor bisschoppen en niet voor lagere clerus verplicht is, en wat politieke disputen over welk patriarchaat recht heeft op bepaalde gebieden in de Balkan. Al deze dingen klinken waarschijnlijk bizar en pietluttig in onze oren, maar ze waren van enorm belang, en de felheid van de discussies kunnen we nu niet beseffen. Het resultaat is dat de twee kerken die al eeuwen uit elkaar aan het groeien zijn definitief van elkaar scheiden. De Oostelijke en Westerse kerk gaan uiteen in 1054, wanneer paus Leo I en Michael Caerularius, de patriarch van constantinopel, elkaar wederzijds excommuniceren. De Westerse en Oostere kerk scheiden zich definitief van elkaar af, en wij zullen voor de overzichtelijkheid vooral verder gaan met de Westelijke kerk, op dit moment dus nog alleen de Rooms-Katholieke kerk onder leiding van de paus. Belangrijke namen en data (westerse kerk) Anselmus van Canterbury (1033-1109) was een benedictijner monnik, aartsbisschop van Canterbury en n van de belangrijkste theologen van zijn tijd. Hij wordt als n van de grondleggers van de zogenaamde scholastiek beschouwd. Ook als filosoof in de Chriselijk-neoplatonistische traditie wordt hij sterk gewaardeerd, en zijn theologie en metafysica is dan ook sterk beinvloed door plato, net zoals de leer van Augustinus waarop hij voortbouwt.44

Eenheidstaal die gebruikt wordt om tussen groepen van mensen met een verschillende eenheidstaal te communiceren, zoals wij nu het engels gebruiken.

Hij staat bekend als de eerste die een logisch bewijs van God formuleerde, als wordt hij zogenaamde ontologische godsbewijs dikwijls belachelijk gemaakt tegenwoordig: God is per definitie het volmaakste wezen dat denkbaar is, en er kan niets volmaakter bedacht worden. Iets dat bestaat is natuurlijk volmaakter dan iets wat niet bestaat, dus moet God wel bestaan. Ook zijn visie op de verzoening die Jezus aan het kruis heeft gebracht is van grote invloed geweest op de latere reformatorische theologin. Zijn verzoeningstheologie is gebouwd op 3 basis-ideen: 1.) Dat God genoegdoening wil op het vlak van Zijn eer en rechtvaardigheid. 2.) Dat die genoegdoening alleen kan gegeven worden door de God-mens Jezus en 3.) Dat die genoegdoening gegeven is door de vrijwillige dood van Jezus. Volgens deze visie heeft de mens door de zonde een schuld aan Gods rechtvaardigheid, die op n of andere manier moest worden terugbetaald. Een schuld die groter is dan een mens kan betalen, en die dus alleen door de zelf-opoffering van Jezus betaald kon worden. Hierbij was Anselmus de eerste die een rationele noodzakelijkheid van het Christelijke vraagstuk van de verzoening door het kruis wilde aantonen. De oudere denkbeelden waarin christus zichzelf als losprijs overgeeft aan het kwaad/de duivel, om dan te overwinnen worden hierbij opzij geschoven, en een nieuwe traditie waarop ook de reformatoren zullen bouwen begint hier45. Een andere belangrijke theoloog die een klein beetje later leefde was de fransman Petrus Abelaerdus. (1079-1142), meestal met zijn Franse naam Abelard genoemd .Zijn leven werd getekend door een ingewikkeld en hoogst tragisch liefdesverhaal met een zeker Heloise, een hoogopgeleide jonge vrouw met wie hij een relatie, een geheim huwelijk en ook een kind had, maar waarvan hij gescheiden werd door omstandigheden die hun relatie onmogelijk maakten. Om het allemaal nog erger en ingewikkelder te maken liet haar nonkel Fulbert, zijn leraar, hem castreren, waardoor er niet veel meer opzat voor hem dan monnik worden. Ook Helose zal non, en zelf abdis worden trouwens. Abalardis net als Anselmus een filosoof in de scholastische traditie, die rationele expressie probeert te geven aan de doctrines van de kerk. Hij was ook een belangrijke voorstander van het Limbo, of voorgeborchte van de hel, een plaats zonder foltering waar ongedoopte kinderen naartoe zouden gaan.46 Ook hij staat trouwens bekend om een theologische verzoeningstheorie, al verschillen beide wel heel sterk hierin. Zijn verzoeningtheorie, de morele invloed, gaat ervan uit dat Jezus als voorbeeld dient voor ons, en dat zijn zelfopoffering ons beweegt om zoveel liefde te hebben voor God dat God ons in reactie daarop vergeeft. De theorie van Abelard over verzoening is later vooral door meer vrijzinnige protestanten verder ontwikkeld.

45

Toch is er een duidelijk verschil met de latere reformatorische verzoeningstheorin die uitgaa