De vloek van Woestewolf

Toneelstuk voor klas 6

1

1e bedrijf: In het huis van dokter KrochDokter Kroch zit in een medisch boek te studeren.

Kroch Arma virumque cano .....Troia qui primus ab oris...

geklop op de deur

Qui primus ab oris Italio fato - stoor me niet!!Valet Meester, meester, een geschenk.Kroch Stoor me niet , Valet. Eet het zelf maar op!Valet Meester, 't is niet om te eten. 't Is .. kijk nou maar even!Kroch Kijken? Wat kijken, Valet? Gezeur, gezanik, gemeier, gemekker!

Laat het dan maar zien!

Rover Oenk gluurt stiekem naar binnen en ziet alles.Valet opent een kist, gevuld met gouden sieraden en gebruiksvoorwerpen.

Kroch Kom je me daarvoor storen, Valet? Wie stuurt mij die prullen? Zeg op!Valet Twee lakeien hebben de kist bezorgd en er is een brief bij.Kroch "Aan de weledelzeergeleerde heer heelmeester ........., ik zend u heil ....... , smeek u

hier te komen ......., ik lijd aan goudkoorts en ik --" ...... goudkoorts, die vent is gek! ...... "al honderden jaren en ik smeek u hier te komen om mij te genezen, ….. en zend

2

u alvast het halve honorarium vooruit, hoogachtend, de hertog van Koe ... van Boe ... van Zoe .... ! Niet te lezen. Die vent is stapel.

Valet pakt wat goud op en bekijkt het..

Kroch Laat dat spul nu met rust, Valet? Het spreekuur gaat beginnen! Vooruit, weg met die rommel en kijk eens of er iemand in de wachtkamer zit!

Valet sluit de kist en zet hem langs de kant.Valet haalt een patiënt op.

Kroch Zo, mevrouwtje, hoe heet u en vertel eens: wat is er gebeurd?Boerin Ik ben Lena Kippenveder, dokter en ik ben me toch van de trap gevallen, dokter. Het

is me toch wat! En nu heb ik me toch een pijn!Kroch Eens even kijken waar die pijn wel zit, mevrouwtje. Doet dat pijn? Dat? (vrouw

roept au.) U bent dus van de trap gevallen?Boerin Kalf bevallen? Nee dokter, met onze koe gaat het goed. Ík ben gevallen! Het is me

toch wat! Kroch Ik geef u zalf voor op uw been!Boerin Steen? Nee, de trap is van hout, dokter, niet van steen!!Kroch (nog harder) Hier is zalf voor uw been. Komt u maar terug als het niet beter wordt.Boerin Oh, zalf voor mijn been. Dat is goed. Dank je wel, dokter. Tjonge jonge, het is me

toch wat!

Iedereen gaat af.

BuitenOenk en Boenk komen op.

Oenk En dan doet die knecht het kistje open en dat zit vol met het mooiste goud!Boenk Een kist met goud!! Dat wordt onze kist met goud, Oenk, we worden rijk, schatrijk!!Oenk Het is pas ónze kist met goud als wij die in onze poten hebben, Boenk.Boenk We gaan dat kissie daar toch gewoon jatten.Oenk O ja? Hoe had je dat gedacht dan, broertje lief?Boenk Het staat er zomaar, open en bloot!!Oenk Buiten, slimme jongen?Boenk Nee, in zijn labberde - hoe heet dat - waar hij werkt?Oenk Laboratorium!Boenk Labberdetorium, ja dat zei ik. Boordevol goud zit dat kissie, Oenk,

En weet je wat die dokter zegt? Doe die rommel weg! Rommel, Oenk. Oenk Ik ga ‘s nacht echt geen laboratorium binnen, hoor! Mij niet gezien!Boenk Nou, dan doen we het toch overdag.Oenk Ja en dan zeggen we gewoon: hallo, dokter Kroch, we komen dat kissie even

ophalen.Boenk We slaan hem eventjes voor pampus!Oenk Nee, Boenk, we houden het netjes. Boenk Jij ziet altijd problemen. Verzin jij dan wat!

3

Oenk Even denken! Binnenkomen overdag is geen kunst. Je gaat gewoon als patiënt.Boenk Oenkie, wat doe ik dan als de dokter me behandeld heeft? Zeg ik dan: bedankt

dokter en u vindt het zeker prima als ik dit kist van u overneem?Oenk Tja, daar moet ik nog even over denken. Dat kissie wordt van ons, dat is iets wat

zeker is. Maar nu is het hoogtijd voor een hinderlaagje. Ik voel aan mijn water dat we vanmiddag eindelijk iets vangen.

Beiden verstoppen zich achter de bosjes. De boerin strompelt met haar stok op en loopt in de hinderlaag van de rovers. Die springen dreigend te voorschijn.

Oenk en Boenk Je geld of je leven!Boerin Watblief?Oenk Vlug een beetje, je geld of je leven!Boerin Wat zeg je me nou? Wil je me iets geven?Boenk Je geld. WE WILLEN JE GELD!Boerin Veld? Welk veld bedoel je? Bij wie moeten jullie dan zijn?Boenk Geld. GELD. Je poen. Je centen.Boerin Oooh, geld. Komen jullie me beroven? Tjonge jonge, het is me toch wat!

Oenk en Boenk worden zenuwachtiger en zwaaien met hun roestige messen.

Oenk Vooruit, mens, je geld of je leven. Doe niet of je ons niet begrijpt. Boerin Ik rijk! Ik ben niet rijk. Je pakt mijn leven maar. Geld heb ik niet. Toe dan, kom

op met dat mes. Durven jullie niet? Mooie rovers, hoor! Tjonge jonge, het is me toch wat!

Boenk Oenk, doe jij dat maar. We kunnen dit niet over ons kant laten gaan, denk aan onze reputatie!

Oenk Ja Boenk. Hier moeten we tegen optreden. Doe het, Boenk.

De boerin dreigt de rovers met haar stok te slaan.

Boerin Mooie rovers zijn jullie. Stelletje flinkerds, stelletje labbekakken. Zo behandel je een oud ziek mens niet: maak je nuttig en draag me naar huis! Tjonge jonge, het is me toch wat!

Boenk Niet slaan, mevrouwtje, we doen het al. Oenk Kunnen we meteen kijken of je geen geld ergens thuis hebt.Boenk Ja, denk aan onze reputatie.

Oenk en Boenk dragen haar mopperend naar huis.

Boerin Dat valt me reuze mee, dat doen jullie goed. Waarom maak je daar niet je beroep van. Mooi eerlijk werk! Als ik weer naar de dokter moet, laat ik jullie roepen.

Oenk De dokter? Komt u van de dokter?Boerin Ik ben me toch van de trap gevallen. De dokter heeft me zalf gegeven! Ja ja, tjonge

jonge, het is me toch wat! (loopt mompelend en strompelend af)

Oenk en Boenk lopen weer verder.

Boenk Dat is helemaal mooi, dat mens, die manke tante, die dove kraai. Komt ze van de dokter. En wij dragen haar. Zij had dat goudkissie moeten zijn. Van mij mag ze zo

4

weer van de trap donderen en haar andere poot ook breken. Ha! En dat ze dan lekker lang moet wachten voor er iemand komt om de dokter te waarschuwen!!!

Oenk (springt ineens op) Dat is het! De dokter waarschuwen!!!Boenk Ja, ze kan toch moeilijk zelf naar hem toe, met twee gebroken poten!Oenk (springt weer op, nu iets hoger) Zo gaan we het doen. De dokter waarschuwen!!!Boenk Ja, dat zeg ik....... Wat spring je toch, heb je peper in je reet soms?Oenk (nu uitschreeuwend terwijl hij Boenk op de schouders slaat) De dokter waarschuwen.

Boenkie, dat is het. Dat is het plan. Zo doen we het, hahaha, straks hebben we dat goudkissie in onze klauwen.

De rovers maken een vreugdedansje en rennen naar de dokter toe.

Boenk Dokter, het is verschrikkelijk. Ze is weer gevallen.Kroch Wie is weer gevallen?Oenk Die vrouw, vrouw Kippenveder. Ze viel weer van de trap en heeft alle twee haar

benen gebroken.Boenk Haast u, dokter, ze gilt het uit van de pijn!Kroch Kom Valet, werk aan de winkel.Valet Ik heb uw tas, dokter.

Kroch en Valet haasten zich naar vrouw Kippenveder.Oenk en Boenk bekijken de schat uitgebreid.

Bij het huis van Vrouw KippenvederValet Ach die arme vrouw, goed dat we thuis waren en nu snel kunnen helpen, dokter.Kroch Vrouw Kippenveder, hier zijn we dan, dokter Kroch en zijn assistent? Waar ligt u? Vrouw Kippenveder komt strompelend met stok op.

Kroch Wat? Zie ik het goed? U loopt en dat op twee gebroken benen???Boerin Wablief? Die zalf van u helpt goed, hoor. Het is me toch wat!Valet (wijst) Ja maar .... uw ... uw been?Boerin Ja, ja, mijn been, lief dat u komt kijken, het is een best zalfje dat u me gaf, hoor!Kroch Ik begrijp er niets van! Hoe kunt u nu staan op twee gebroken benen? Boerin Nee dokter. Een been, dit been maar, dokter en niet gebroken, gewoon gekneusd.

Het is me toch wat!Valet (ongeduldiger) Ja, maar u bent toch nog een keer van de trap gevallen?Boerin Wat zegt u me nou? Kroch Trap .... gevallen .....nog een keer ...... toch?Boerin Nee, ik kijk wel uit, ik loop echt geen trap meer, een keer vallen is genoeg.Kroch Maar, we moesten met spoed komen, u leed gruwelijke pijnen! Boerin Gruwelijke pijnen, gruwelijke pijnen, nee, dat niet, een beetje pijn, dat wel. Tjonge

jonge...........

Ineens kijkt de boerin heel afwezig als in trance, ze lijkt iets te zien. Ze pakt de dokter bij zijn arm.

Boerin O dokter, pas op, ze azen op uw goud! Ik kan dat zien, het is een gave!

5

Kroch Wat, wie, hoe, waar?Boerin Die rovers, ze gaan ermee van door.Kroch Waar hebt u het over? Bent u op uw hoofd gevallen dan misschien??Boerin Ik zie ... ik zie ... goud zie ik, dokter, geen gewoon goud ..., je kijkt er dwars

doorheen. En ik zie ... een kasteel .... Je moet erheen, dokter, ... daar ligt een patiënt. Och arme, dokter, die is er erg aan toe, haast je!

Kroch Patiënt ....... in een kasteel .....?Valet Die patiënt die u geroepen heeft, dokter, die van dat kistje met goud.Boerin Je moet erheen voor het te laat is! Haast jullie!Kroch Wat bazel je nu allemaal, mevrouwtje? Boerin Ik zie het, dokter. Ik zie dingen, het is een gave. Ga gauw, haast u. Tjonge jonge,

het is me toch wat allemaal! Dat gaat niet goed, dat gaat helemaal niet goed!!!!!Valet Kom, dokter, dit is duidelijk niet pluis. Het lijkt wel of iemand ons graag bij huis

weg wilde hebben. Kroch Daar zou je wel eens gelijk in kunnen hebben, op naar huis, Valet.

Valet en Kroch lopen gehaast af. De boerin strompelt af.

In de huis van dokter KrochValet en Kroch komen weer op en gaan het huis van de dokter binnen. Oenk en Boenk willen net weglopen met de schat.

Kroch Wat moet dat hier, dat komt zomaar mijn huis binnen!Valet Ha, betrapt, rovers, smerige dieven, die je bent, blijf van die kist af. Oenk Nee, hoor dat is nu van ons. Je wou dat goud toch niet, doktertje. Rommel, zei je dat

het was, weg ermee. Daar gaan wij voor zorgen. Kom, Boenk, we gaan!Kroch Schoelje, onderkruipsels! Hier met die kist. Ik kreeg dat goud. En je dat dan zomaar

toe eigenen is niet netjes, hoor. Maak dat je wegkomt!

Kroch pakt de rovers de kist af. Valet slaat de rovers met de dokterstas om de oren.

Valet Er uit, jullie, vort, scheer je weg! Weg, zeg ik, maak dat je weg komtOenk Ja, ja, rustig maar, we doen ook maar ons werk. Dat goud, dat krijgen we nog wel.Boenk Zo makkelijk komt u niet van ons af. Kijk maar uit, hoor, we hebben een reputatie

hoog te houden!Oenk Wat een afgang, we hadden het bijna. Bijna rijk, schatrijk. Hoe kan dat nu toch nog

mis gegaan zijn?Boenk O jee, we kunnen ons niet meer vertonen. Even goed mis gerekend, kom snel voor

ze zien wat voor een flater we slaan. Mooie boeven zijn wij.

Oenk en Boenk lopen elkaar duwend en verwijtend het toneel af.Valet pakt de kist over van de dokter en maakt hem open.

Valet Zullen we het goud nu maar ergens veilig opbergen? Het is toch te gek om al deze schitterende spullen zomaar ………

Hij pakt een gouden kom in zijn handen.

Valet Dokter! Kijk nou toch eens, dit is niet normaal meer!

6

Dokter Kroch staart met strakke blik naar de bodem van de kom.

Kroch Nee, echt niet normaal meer. Ik zie ...... vage omtrekken van iets, brokkelige muren, torens ..... een kasteel! Een kasteel hoog boven op een rots. ........ De boerin...... zag ook al .... een kasteel en kijk, nou toch! Daar ligt die patiënt, hij roept me ....!Het is net alsof ik voor een poort sta. Boven die poort zit een stenen beeld in de muur, een wolvenkop met daaronder ...... in steen gebeiteld ....... het is nauwelijks leesbaar .... Woestewolf.

Met een kreet laat de dokter de kom vallen, holt naar de tafel, graait tussen zijn papieren en pakt de brief.

Kroch De brief die bij de goudkist zat ..... Valet .... weet je wat hier staat? Ik kan het nu wel lezen: met de meeste hoogachting, de hertog van .........Woestewolf!Kom, Valet, we gaan op reis. We gaan onmiddellijk op reis naar kasteel Woestewolf.

Valet Onmiddellijk op reis, ..... naar kasteel Woestewolf ....... en waar ligt dat kasteel dan wel helemaal? Ik heb er nog nooit van gehoord! Naar een patiënt. Die zouden lijden aan ..... goudkoorts! Daar heb ik ook al nooit van gehoord! U wel dan, dokter?

Kroch De goudschat nemen we mee, Valet, vooral die magische kom. Het is erg raar goud, erg merkwaardig goud. Ik wil het onderweg wel eens goed bekijken.

2e bedrijf Bij de schaapskooiDokter Kroch en Valet komen op. Er zit een gewonde vrouw met haar been omhoog op een stoel. Een jongen staat op een afstandje toe te kijken.

Vrouw Au, help me alstublieft, ik heb zo’n pijn, ik heb zo verschrikkelijk veel pijn.Valet Ach, mevrouw, bent u gewond? Boft u even. Mijn meester is dokter, dokter Kroch,

hij zal u helpen. Zijn zalven zijn wereldberoemd. Kroch Valet geef me mijn tas eens aan. Mevrouw, vertelt u eerst eens, wat is er gebeurd?Vrouw Die rothond van de buren heeft me in mijn been gebeten. Ik heb zo’n

verschrikkelijke pijn, en weet niet hoe ik die wond moet……. Au!! Voorzichtig, dokter! Ik heb zo’n verschrikke .........

Kroch Ja, stil maar, even de tanden op elkaar. We zijn zo klaar. U krijgt een mooi verbandje met goed veel zalf en over een paar dagen bent u weer de oude.

Dokter Kroch behandelt de wond, Valet verbindt hem.

Vrouw Gelukkig maar. Als ik die rothond weer zie, kan hij op een flinke mep rekenen.

Ze zwaait woest met haar stok. Valet en dokter Kroch springen verschrikt achteruit. En botsen zo tegen de jongen op.

Vrouw Dat gebeurt me geen tweede keer, hoor. Ik sta er hier helemaal alleen voor. Niemand die mij helpt.

Valet Helemaal alleen, heeft u geen hulp? En die jongen dan? Kan die u niet helpen?Vrouw Die jongen, daar heb je niets aan, dat is een dromer!Valet Dan boft u nog meer dat wij net langs kwamen.

7

Vrouw Ja, daar ben ik erg blij mee. Kroch We moeten verder, Valet. Weet u, we zijn op weg naar Kasteel Woestewolf. Heeft u

er wel eens van gehoord? Ligt dat hier in de buurt misschien?Vrouw Nee. Dat weet ik niets van, daar heb ik nog nooit van gehoord. Het ligt vast niet hier

in de buurt. Ik wens u een goede reis, dokter. Wat ben ik dankbaar dat u net nu langs kwam.

Kroch Even nog rustig aandoen, mevrouw. Kom, hoogste tijd, Valet, er wacht ons nog een patiënt!

Vrouw Dag dokter, dag Valet.

Valet en dokter Kroch lopen verder. De vrouw loopt strompelend af.

Valet Niemand schijnt iets van een kasteel te weten. Ik vind het maar raar allemaal, heel raar!

De jongen komt dichterbij en trekt Valet aan zijn jasje. Die springt verschrikt opzij.

Valet He, hallo daar, wat is er, wat wil je?

De jongen maakt vreemde gebaren met zijn hand.

Valet Doe niet zo raar! Zeg dan toch wat! Kroch Wat is er, jongen?Valet Hij is zeker zijn tong kwijt, doe je mond eens open?Kroch Geen grapjes alsjeblieft, hè, jongeman?

Jongen blijft zwijgen en maakt gebaren. Hij wijst naar zijn mond en schudt nee.

Kroch Valet, dit is ernst, deze jongen kan echt niet spreken.

Jongen knikt heftig ja.

Valet Maar wat wil hij dan? Hij wil ons duidelijk iets vertellen. Misschien weet hij waar het kasteel is!

Jongen begint dokter Kroch en Valet mee te trekken.

Kroch Wil jij ons het kasteel laten zien?

De jongen schudt heftig nee.

Valet Een zieke dan, is er nog iemand ziek misschien?

Jongen knikt weer.

Valet Ja, we blijven bezig, zeg. Dokter, ze hebben ons wel nodig hier. Is het ver?

Jongen schudt nee.

Kroch Nou vooruit dan maar. We volgen je? Ga maar voor.

8

Jongen wijst en gaat lopen. Kroch en Valet volgen hem.

Kroch Hé een schaapskooi! Breng je ons daarheen? Ligt daar onze patiënt?

Jongen knikt.

Valet Ja, hoor eens, het is toch geen ziek schaap? De dokter is geen dierenarts, hoor.

De jongen schudt nee en duwt hen de kooi binnen.Daar ligt een jonge vrouw in een lang witte mantel in de hoek op een hoop stro, diep in slaap.

Kroch Wat is hier aan de hand, wie is dat, wat is er met haar gebeurd?Valet Sneeuwwitje...... dokter, ...... dat lijkt sneeuwwitje wel!Kroch Valet, doe niet zo gek. Geef mij mijn tas eens, alsjeblieft.

Kroch knielt bij de vrouw neer, strijkt over haar hoofd, voelt de pols.

Kroch Bewusteloos, helemaal van de wereld, hoelang, waardoor, wie.....

De jongen gebaart iets, maar ze snappen hem niet.

Valet Wat bedoelt hij nou toch. Oh, dokter, wat is ze mooi. Zou ze niet net als sneeuwwitje met een kus wakker te krijgen zijn? Kussen is niet zo mijn ding, maar voor de goede zaak ...... Ach, kan mij het schelen, ik probeer het gewoon.

Valet drukt een kus op haar voorhoofd, het helpt niets.Hij pakt haar beiden handen, dan ziet hij een gouden ring met een grote rode edelsteen. Hij staart er in en lijkt iets te zien. Hij doet de ring af en laat hem aan de dokter zien.

Valet Dokter Kroch, kijk! Kijk dan toch! Ik zie iets in die ring. Twee mensen - een man in een zwarte mantel en een vrouw in het wit – hé, dat is zij. Meester, meester, kijk!

Kroch (rommelt in zijn tas op zoek naar medicijnen) Hou op Valet, leg dat ding neer. Ik heb medicijnen nodig. Er staat hier beslist ergens een plantje valeriaan. Dat zal haar goed doen. Ga valeriaan plukken en vlug. Daar breng ik die vrouw mee bij, vooruit, schiet op, en vraag de jongen mee te gaan, die weet het vast wel ergens te staan.

Valet (gooit ring woedend neer.) Dat gedoe altijd! Altijd haast. En nooit luisteren als ik eens wat zeg, bah, ik heb er genoeg van! Kom mee, jij, wij gaan bloemetjes plukken, gezellig met z'n tweetjes hè.

Valet slaat een arm om de jongen heen en ze lopen weg.

BuitenValet Je weet dat ik Valet heet. Hoe heet je eigenlijk? Jan? Piet ? Klaas? Hendrik?.....

Jongen schudt nee.

Valet Heet je Theodoor? Ambrosius? Gijs?

9

Jongen schudt nee.

Valet En die schaapskooi dan, wordt die niet meer gebruikt?

Jongen schudt nee.

Valet Maar jij komt er af en toe wel?

Jongen knikt ja.

Valet En toen lag die vrouw daar opeens?

Jongen knikt ja.

Valet Wanneer heb je haar gevonden?

Jongen steekt drie vingers op.

Valet Drie dagen geleden?

Jongen knikt ja.

Valet En je hebt het niemand verteld?

Jongen schudt ja, maakt druk lachende en wegwuivende gebaren

Valet Oh, iedereen lachte je uit, ze geloofden je niet.

Jongen schudt heftig ja.

Valet Weet jij hier ergens valeriaan te staan?

Jongen schudt ja.

Valet Mooi zo. Wijs jij de weg maar. Welke kant moeten we op?

Jongen wijst een richting op.

Valet Ik zou zo graag weten hoe je heet! .............. Jasper misschien?

Jongen schudt nee.

Valet Joost dan, Karel, Victor, ik weet het Leo!

Jongen schudt lachend nee.De jongens gaan af. Oenk en Boenk komen op en wijzen naar de schaapskooi.

Oenk Zo, Valet is weg Boenk, het is nu of nooit. De dokter is daar alleen met de

10

goudkoffer. Er op af! Dit kan niet mis gaan.Boenk Ja, ja! Met z'n tweeën kunnen we een man echt wel aan.Oenk Jij alleen, Boenk, dat mag jij opknappen, jij gaat daar binnen. Ik houd buiten de

wacht. Dat moet nu eenmaal ook gebeuren, toch!Boenk Waarom ik binnen en jij buiten. Ik ben ook altijd de pineut.

Oenk en Boenk lopen kibbelend richting schaapskooi.

In de schaapskooiDokter Kroch zit bezorgd bij de jonge vrouw en voelt haar pols.De witte jonkvrouw slaakt een luide geeuw en ontwaakt.

Kroch He, u komt bij. Voelt u zich goed? Ik bedoel ………Sylvia Ja, ja heel goed.Kroch Geen last van duizelingen in 't hoofd?Sylvia Nee, echt niet.Kroch Scheuten in de rug?Sylvia Nee hoor.Kroch Zwarte vlekken voor de ogen?Sylvia Nee ...... geen vlekje.Kroch Misselijk? Neiging tot braken.Sylvia Nee. Honger heb ik wel.Kroch Ik begrijp er niets van, u was volkomen bewusteloos.Sylvia Bewusteloos? Hoe komt u erbij? Ik heb feest gevierd.Kroch Feest gevierd? Ah zo! U hebt uw roes liggen uitslapen?Sylvia (kijkt verbaasd om zich heen) Hoe kom ik weer hier? Hebt u mij teruggebracht?Kroch Teruggebracht?Sylvia Ja, van het kasteel.Kroch Kasteel? Waar hebt u het over? Sylvia Van Woestewolf.Kroch Wat zegt u? Kasteel Woestewolf?Sylvia Ja, was u daar ook? Ik heb u niet gezien tussen alle gasten. Kroch Ik ben dokter Kroch. Een jongen heeft mij hierheen gebracht. Hij heeft u hier

gevonden in deze schaapskooi, drie dagen geleden. Drie dagen lang was u volkomen bewusteloos.

Sylvia Maar........ik was op een feest, ik ben Sylvia, ik ben op reis met mijn ouders en vrienden. Tijdens een vreselijke onweersbui ben ik de anderen kwijtgeraakt. Ik vluchtte deze schaapskooi in. Toen was daar ineens een man in een lange zwarte mantel. Maximiliaan van Woestewolf zei hij dat hij heette. En hij vroeg me mee naar een feest, een feest op zijn kasteel.

Kroch En toen? Wat gebeurde er toen?Sylvia Nou, toen gaf hij me een ring, hij deed hem aan mijn vinger, deze ring .......hé, waar

is mijn ring nou gebleven?Kroch Een ring? Wacht eens, Valet had het net ook over een ring.

Dokter Kroch kijkt rond en raapt de weggegooide ring op.

Kroch Deze ring misschien?Sylvia Ja! Maximiliaan deed die ring aan mijn vinger en toen......? O, we waren in een zaal

11

op kasteel Woestewolf, vol met feestelijk geklede mensen, gedekte tafels, muziek, zo’n groot feest had ik nog nooit mee gemaakt. Ik danste uren! Dat kán geen droom geweest zijn. Toch?

Kroch Wacht eens, ik heb een vermoeden. Sylvia, ik denk dat deze ring een bijzondere eigenschap heeft. Ik denk dat hij van het goud gemaakt is, dat van Woestewolf komt, en dat goud ....... Luister, ik ga iets uit proberen. Ik doe de ring aan mijn vinger. Ik wed dat ik meteen bewusteloos word. Schrik dan niet, maar tel tot honderd en trek dan de ring weer van mijn vinger. Kun je dat, denk je?

Sylvia knikt ja. Dokter Kroch schuift de ring aan zijn vinger, hij is onmiddellijk buiten westen. Sylvia schrikt even, kijkt gespannen toe en begint hardop te tellen.

Sylvia 12-13-14 .....

Dan komt Boenk binnen.

Boenk Je goud, je goud, als je leven je lief is.

Sylvia gilt en trekt geschrokken de ring van dokter Krochs vinger. Die komt weer bij.

Boenk Je goud, doktertje, je goud, als je leven je lief is.Kroch Wat, hoe..... jij, alweer, rovergespuis.Sylvia Hij wil goud.Kroch Is hij helemaal gek geworden? Pak je weg, stuk rovergespuis! Lastpost!Boenk Maar ik ...... maar wij ..... ik moet van Oenk het goud afpakken.Kroch Dat gezeur en gezanik over dat goud! Ik word ziek van dat goud. Hier heb je het

goud. Neem me, laat ik je nooit meer terugzien!

Dokter Kroch schopt de kist naar Boenk.Sylvia kijkt verontwaardigd, ze vindt het duidelijk niet goed dat Boenk de schat meekrijgt.

Sylvia Ach meneer, lieve meneer rover, doe ons geen kwaad, alsjeblieft niet, wij zullen u eerlijk alles geven. Alles! Hier, deze ring hoort er ook bij, neemt u hem alstublieft, maar doe ons geen kwaad!

Boenk Geef op die ring!Sylvia Ja, ja, ja, maar u moet er goed op passen, het is de mooiste die ik ooit zag.

Alstublieft, ik steek hem aan uw vinger! Kijk, hij past om uw pink.

Boenk valt bewusteloos neer.

Sylvia Gauw, dokter! Het goud verstoppen we hier onder het stro. Het kistje vullen we met die keien daar.

Ze doen de keien in de kist, Sylvia doet de ring bij Boenk af. Die komt verdwaasd weer bij.

Boenk Wat ik me nu toch zag! Goud! Ik zag schatten, massa's goud, in het kasteel ..... oooooh! Dat moet ik Oenk vertellen.

Boenk pakt de kist op en loopt naar Oenk.

12

Buiten Oenk Het is je gelukt, Boenk!Boenk Ik heb we wat meegemaakt. Kom wegwezen nu. Ik vertel het je zo!

Ze willen de ene kant afgaan. Valet en de jongen komen van de andere kant op.

Valet Zeg eens, is het soms Repelsteeltje, hahaha?

Jongen schudt nee. Dan zien ze de rovers met het kistje goud.

Oenk Goud, goud, goud en we hebben het goud! Stinkend rijk zijn we nu, dat wordt feesten!

Boenk Oenkie, Oenkie, stil nou, ik moet je wat vertellen.

De jongen stuift op de rovers af en danst wild en trekt gekke gezichten.De rovers staan stil en kijken met open monden toe.

Oenk Wat doet die nou?Boenk Die is gek! He! wat doe je nou!

Dan gaat de jongen gebogen als een stier op Oenk af, die het kistje draagt. Hij loopt hem zo om ver. Oenk houdt het kistje stevig vast maar Valet trekt het uit zijn handen. Valet en de jongen rennen luid lachend af.

Oenk O, Boenk, ik kon er niets aan doen, hoor, het ging zo snel! Stinkend rijk waren we, ja, heel even heel stinkend rijk.

Boenk Het geeft niets , Oenkiepoenkie, het maakt niet uit.

Oenk staat voorover gebogen over zijn buik te wrijven

Oenk Geeft niks? Oei, het doet heel erg pijn, hoor!Boenk Nee, dat bedoel ik niet. Ik bedoel van dat kistje, Oenk. Daar beetje goud. Dat is

niks vergeleken bij het goud dat ik gezien heb! In dat kasteel, Oenk, hele schatkamers vol!

Oenk Ach man, je droomt.Boenk Nee Oenk. Het was echt. Dat kasteel bestaat, ik weet het zeker, ik zag het voor mijn

eigen ogen, we moeten het gaan zoeken, nu meteen.Oenk Ach jij! Ik zeg je: beter één kist in de hand, dan tien kastelen in de lucht. Oei, dat is

het, Boenk, een luchtkasteel! Een droomkasteel!Boenk Niks geen luchtkasteel, echt, Oenk, echt, het was echt heel erg echt!

De rovers gaan het toneel af.

In de schaapskooiValet en de jongen komen op en gaan de schaapskooi binnen, waar dokter Kroch en de witte jonkvrouw staan.

13

Valet Dat was me even een stunt, we hebben het goud terug gepakt. Je had het moeten zien, Dokter. Deze gast hier stoof als een stier op ze af. Ik heb nog nooit twee boeven zo op hun neus zien kijken. Dokter, we hebben het goud heroverd!

Hij schrikt als hij Sylvia ziet staan en laat de kist vallen, de stenen rollen eruit. Sylvia laat van schrik de ring vallen.

Valet Wat doe ik nu weer! Kluns die ik ben, stomme Hannes die ik er ben!

De jongen begint enthousiast te knikken en op zijn borst te wijzen.

Valet Wat?! Heet je zo! Heet je Hannes! Ha, Hannes! Wat een bak, jij heet dus Hannes.Kroch Sylvia en ik hebben veel ontdekt. Kom Valet, het is hoogste tijd. Daar onder het hooi

ligt het goud. We gaan naar het kasteel. Er is iets mis, dat zag ik toen ik de ring om had. Waar is die ring eigenlijk. Die is belangrijk, hoor, hij moet mee. Waar is die ring nou toch.

Sylvia Ik had hem net nog, ik snap er niets van.Valet Je kon er niets aan doen, toch, we vinden hem wel.

Ze zoeken een tijdje, maar vinden de ring niet.

Kroch Dit heeft geen zin, kom we moeten gaan. Dan maar zonder die ring. Kom, mijn patiënt wacht. We hebben geen tijd te verliezen, heb ik gezien.

De jongen gaat de ene kant af, nagezwaaid door Valet en Sylvia.Dokter Kroch, Valet en Sylvia gaan de andere kant af.Dan komt er een man gekleed in een zwarte mantel op en gaat de schaapskooi in, hij zoekt en vindt de ring.

3e bedrijf: In de herbergEr is veel volk, ze dansen en springen, eten en drinken.

Kroch Willen jullie echt hier naar binnen? Naar dat afschuwelijke lawaai?Sylvia Dokter, toe. Ik ben zo moe. Er is nergens anders plaats, alles is bezet van kelder tot

zolder. Dat komt omdat het morgen jaarmarkt is. Laten we even vragen of er hier een slaapplaats voor ons is.

Ze dringen zich door de menigte heen, dokter Kroch krijgt een pot bier in zijn handen geduwd van de waard.

Kroch Nee, waard, geen bier, slaapplaatsen graag, kamers voor de nacht.Waard U boft, ik heb net nog twee kamers vrij, u ziet er moe uit. Heeft u een lange reis

achter de rug? Zal ik iets eten voor u maken? Kom, mensen, schuif eens op en maak een plekje aan de tafel vrij voor deze reizigers.

Gast 5 Hier is een plekje vrij. Gast 3 Gaat u toch zitten.Waard Wat dacht u van een stoofschotel? Mijn vrouw maakt de beste van heel het land.Kroch U bent een echte gastheer, ja graag een stevige maaltijd. Daar zijn we aan toe.

14

Sylvia Ja nou en of, het ruikt hier zo lekker. O, Valet, het is hier leuk, hè. Gast 3 Kom, dans wat met ons!Valet Ja kom Sylvia, laten we dansen.

Dokter Kroch gaat zitten en kijkt verbaasd rond naar al die vrolijke mensen. Hij zet het kistje op de rand van de tafel, zodat de waard de tafel kan dekken voor de maaltijd. Valet en Sylvia dansen. Ze dansen zo enthousiast dat Valet tegen de kist stoot, die valt open, het goud rolt over de grond.

Kroch O, Valet, jij uilskuiken, stoethaspel, domme onhandige kluns! Raap op. Raap maar gauw alles op!

Sylvia Daar kon hij toch niets aan doen, dokter. Ik help je even, Valet.

Iedereen helpt mee het goud op te rapen.

Gast 5 Deze is mooi, geef even door aan die man daar.

Een zigeunerin pakt de schaal, ze kijkt erin. Ze ziet duidelijk iets dat haar verontrust.Ze geeft een schreeuw van schrik. Iedereen staat stil en kijkt naar haar.

Zigeunerin O, wat sie iek hier? Wat ies dat daar? Jonkeman, uw joncvrouwe moet koed oppassen. Iek waarskouw u, dit ies niet koed!

Valet Wat zegt je? Ah, u heeft de schaal gevonden. Geef maar aan mij, mevrouw!Zigeunerin Alstublieft, maar let op, jonkeman. Iek sie kroot kevaar. Hij heeft haar ien sijn

macht. Als hij fluit zal zij hem volken. Iek waarskouw u, dit ies niet koed!Gast 3 Ach vrouw, houd toch eens op met die prietpraat, je maakt dat meisje bang.Sylvia Ja ik ben bang, wat bedoelt zij nou?Gast 5 Allemaal wartaal, niets van aantrekken, hoor!Kroch Ach lieve kind, zij heeft veel te diep in het glaasje gekeken. Al die heisa hier

is niet goed voor een mens. Kom, ik loop even mee naar je kamer. Dan krijg je nog wat valeriaan van me. Je bent nog herstellende van die drie dagen buiten bewustzijn zijn. Een nachtje rust zal wonderen doen.

Sylvia en Dokter Kroch gaan af. De gasten gaan nieuwsgierig bij Valet aan tafel zitten en staan.Oenk en Boenk komen binnen en gaan onopgemerkt aan de bar staan drinken.

Waard Hier, man, een biertje voor de schrik. Vertel eens van je meester, dat is zeker een rijke koopman?

Valet gaat zitten en zet het kistje weer voor zich op tafel.

Valet Phu! Koopman, nee helemaal niet!Waard Oh? Edelman dan?Valet Nee, een dokter is hij, een beroemde dokter.Waard Een beroemde dokter?Valet Dokter Kroch, nooit van gehoord? Ik ben zijn assistent. Valet heet ik.Gast 6 Zo zo, rijk is hij anders wel.Valet Rijk, phu, geen rooie cent heeft hij.Gast 5 En dat goud dan in dat kistje daar.

15

Valet Dat goud ja, dat is wat anders. Als ik je daarover vertel....Gast 6 Vertel, dat willen wij wel horen, hè! Gast 3 Het kan ons niet spannend genoeg zijn.

De gasten knikken geïnteresseerd en schuiven dichterbij.

Valet Dat goud, dat heeft de dokter gestuurd gekregen van een patiënt.Allen Aaaaaah.Valet Een vreemde patiënt, geloof het of niet, maar hij lijdt aan góudkóórts.Gast 4 Goudkoorts, hoezo goudkoorts?Gast 3 Hou stil nou, het wordt net spannend. Gast 5 Ha ha ha! Hij houdt ons een beetje voor de gek, zeg!Valet Dat dacht de dokter eerst ook. Tot hij het goud nader bekeek. Het heeft vreemde

eigenschappen. Hele vreemde eigenschappen.Zigeunerin Dat sei iek toch al. Hele vreemde eikenskappen. Iek sag ……….Gast 4 Stil, vrouw, die praat van jou kennen we nu wel!Valet Je ziet er beelden in, het geeft dromen die echt lijken. Ikzelf heb er ………..!

Allen lachen bulderend. Boenk trekt heftig aan Oenks arm.

Boenk Zie je nou wel, Oenk, ik zei het toch, je ziet er beelden in, gouden beelden!Oenk Droombeelden, bedoel je zeker. Stil, luister nou!Gast 3 Zeg, Valet, hoeveel biertjes heb jij eigenlijk al op?Zigeunerin Ja, je siet er beelden ien, iek sag……………Gast 4 Hou nou toch eens stil, vrouw!Valet Lachen jullie maar hoor. Ik vertel gewoon niets meer.

Vragen heb ik wel: we zijn op weg naar kasteel Woestewolf, dat zou hier ergens in de buurt liggen? Weet iemand hier waar precies?

Waard Wat zeg je nou? Kasteel Woestewolf? Je bedoelt zeker de ruïne!Valet Ruïne? Nee, man! Het moet een kasteel zijn.Gast 5 Ach, welnee Valet, van Woestewolf rest alleen nog maar een hoop stenen en

onkruid. Gast 3 Als je het Kasteel wilt bezichtigen, dan ben je mooi een paar honderd jaar te laat!

Iedereen lacht hartelijk. Dokter Kroch komt weer op. Hij heeft de laatste opmerking nog gehoord. Hij gaat naast Valet zitten.

Kroch Waarvoor zijn we honderd jaar te laat?Valet Dat kan niet, wij hebben een brief gekregen van een patiënt, een met de hand

geschreven brief, ondertekend door: hertog van Woestewolf!Kroch Dat klopt. “Kom me genezen” stond erin. Deze schat hier is vast de helft van mijn

honorarium. Gast 4 Ach dokter, die hertog is al minstens honderd jaar dood!Gast 6 Dan heeft hij vast pijn aan z'n geraamte, bottenpijn!Gast 2 Het rammelt echt aan alle kanten, hahahaha! Gast 3 Zijn doodshoofd gloeit van de koorts! Goudkoorts!Gast 4 Een koudje opgelopen bij het rondspoken!Gast 1 Onze oma vertelde mijn broer hier en mij altijd verhalen over kasteel Woestewolf. Kroch Vertel op, man!

16

Gast 1 Vroeger stond het kasteel fier bovenop de rotsberg, zijn puntige torens reikten tot in de wolken. Er woonden drie ridders, roofridders die plunderend door het land trokken om hun goudzucht te stillen.

Gast 2 Toen viel de jongste ridder van zijn paard viel. Hij werd kreupel en kon niet meer met hen mee. Zijn broers waren keihard. Ze bespotten hem. Noemden hem

Krompoot. Ze wilden hem niet om zich heen hebben, behalve bij hun drankfeesten.Gast 1 Ze dronken dan zoveel wijn, dat hun adem rood werd. Straalbezopen dwongen ze

dan hun broer voor het te dansen, waarbij ze omrolden van het lachen. Gast 2 Krompoot kreeg daar algauw meer dan genoeg van; hij verstopte zich in de kelder,

zo gauw het feesten begon en zon jammerend en zuchtend op wraak. Gast 1 Op zo’n nacht zou de geest van zijn voorvader verschenen zijn in de gedaante van

een woeste wolf . “Jij zint op wraak” zei hij. “Ik kan je helpen. Die twee daarboven moeten roven om goud te krijgen, jou kan ik leren goud te maken, meer goud dan je broers ooit zullen zien! Daarvoor kan ik je macht geven: de vloek van Woestewolf. Zodat onze naam eeuwig blijft leven!"

Gast 2 En Krompoot maakte goud, hele kelders vol goud dat hem uitzinnige van verrukking maakte.

Kroch Goudkoorts, ja, hij werd bevangen door goudkoorts.Valet Uitzinnig van verrukking? Zo helemaal alleen, wat heeft hij dan aan al dat goud?

De waard brengt een schaal eten binnen en wil dat op tafel zetten. Valet maakt ruimte en zet het kistje naast zich op de grond.

Waard Laat de heren nu even rustig eten, mannen. Daar zijn ze aan toe.Gast 1 Schenk ons nog wat, waard, ik ben dorstig geworden van al dat praten.Gast 5 Mij ook nog een pils, waard.

De gasten praten en lachen met elkaar terwijl dokter Kroch en Valet eten.

Boenk Hoor je het, Oenk, hele kelders vol met goud. Oenk Liever een kistje in de hand, Boenk, dan tien kelders vol in een luchtkasteel, kom

mee jij! Ik heb een plan.

Ze schuiven voorzichtig steeds een beetje dichter naar Valet toe.

Gast 2 Ho, het verhaal gaat nog verder. De tijd brak aan dat Krompoot tot bezinning kwam, hij klom de kelders uit en ging op zoek naar zijn broers.

Gast 1 Wat schrok hij toen hij bovenkwam. Alles was vergaan en bedekt met spinrag. Duizend draden spinrag, van geroeste kandelaars naar vermolmde schilderijen naar..... naar twee gestalten, die nog aan de tafel zaten.

Gast 2 Hertog Krompoot raakte een van hem aan en schrok, want onder de kleren stak een geraamte.

Gast 1 Hij schreeuwde het uit van verdriet: “Hoe kan dit nou, is er dan zoveel tijd voorbij gegaan? Honderd jaar, tweehonderd jaar? Is alleen voor mij de tijd stil blijven staan? “ riep hij wanhopig.

Gast 2 De hertog besefte ineens wat de vloek van Woestewolf voor gevolgen had. Hij zou altijd blijven leven, heel eenzaam. Ineens was al het goud waardeloos geworden.

Kroch Merkwaardig, merkwaardig.............

Oenk en Boenk zijn tot vlak bij de tafel geschoven

17

Boenk Ik wil het wel, al dat goud, Oenk. Kelders vol met goud.Oenk Geef mij maar goud dat voor het oprapen ligt. Schuif dat kissie daar maar even naar

me toe met je voet.

Boenk schuift het kistje naar zich toe, Oenk raapt het ongemerkt op en verbergt het onderzijn wijde mantel. Ze schuiven langzaam achteruit.

Oenk Kom Boenk, nu weg wezen, we hebben ons goud.Boenk Stil, Oenk, even luisteren hoe het afloopt. Gast 1 Hij is er nog steeds, de spookhertog. Hij waart rond in de kelders, terwijl het kasteel

tot een ruïne is vervallen. Gast 2 Het verhaal gaat dat eens in de dertien jaar, wanneer Jupiter en Saturnus in

samenstand aan de hemel staan, de stenen wolvenkop boven de poort begint te huilen. Het kasteel herrijst dan zeven nachten lang in volle glorie.

Gast 1 De roofridders feesten of er niets is gebeurd en roepen lallend Krompoot om te komen dansen. Zou de hertog dan komen, dan wordt hij verlost van de goudkoorts, verlost van vloek van Woestewolf.

Waard Hele mooie woorden, heren. Maar nu beste mensen is het tijd om te sluiten, morgen is het weer vroeg dag. En wat voor een dag: de jaarmarkt.

Druk pratend verlaat iedereen de gelagkamer.Oenk en Boenk ook met het kistje onder hun mantels.

Oenk Het is ons gelukt, Boenkiepoenkie.Boenk Ja, maar Oenk, het is dus echt waar van al dat goud in die kelders. Zo’n kissie is fijn,

maar er wacht ons een reuze schat in dat kasteel daar boven.Oenk Zoals ik al zei: beter een kistje goud in de hand, dan tien kelders vol in een

spookkasteel. We gaan mooi naar huis met deze schat. Kom!

Oenk wrijft liefkozend over het kistje. Blijft dat verschrikt staan.Buiten klinkt er gefluit. Een man in een lange zwarte mantel staat voor de herberg stil en fluit nogmaals. Daar komt Sylvia aan, als een zombie loopt ze naar de man in het zwart. Die schuift de ring aan haar vinger. Ze gaan samen het toneel af.

Oenk Zag je dat, Boenk. De witte jonkvrouw!Boenk Eng ...... Oe-Oe-Oenk, eng! Ze gaat zo met die griezel mee? En dat met die ring is

echt gek! Loopt het kostbaarste deel van de schat zo onze neus voorbij!Oenk Daar wil ik meer van weten! Kom, erachteraan.

Oenk trekt de bibberende Boenk mee. Ze volgen de zwarte man en de witte jonkvrouw het toneel af. Vlak voor ze afgaan staan ze stil, omhoog kijkend in de verte.

Boenk Droom ik, Oenk? Staat daar een kasteel op die bergtop?Oenk Nee, Boenk, ja, Boenk, daar staat inderdaad een pracht kasteel en hoor toch eens. Er

is een feest aan de gang. Ik geloof mijn eigen ogen niet. Zou het nu net toevallig de tijd zijn dat het kasteel op mysterieuze wijze herrijst?

Boenk Zie je nou wel! We gaan nu zeker voor die tien kelders goud, toch! Zou het nu net toevallig de tijd zijn dat jij op heel mysterieuze wijze naar mij luistert?

Oenk Luisteren kan geen kwaad. Kijken kan geen kwaad, en dit kistje pikken ze ons niet

18

meer af. Kom. Volg de witte jonkvrouw.

De volgende ochtend in de herbergDe waard komt op en gaat de tafel dekken, dokter Kroch komt op en gaat aan tafel zitten.

Kroch Goede morgen, waard. U bent al vroeg op.Waard Dokter, al uren, ik heb geen tijd gehad om te slapen. Toen jullie naar bed gingen

stonden andere gasten net op. Bijna iedereen is al naar de jaarmarkt.Kroch Dat was toch zeker dronkemanspraat, gisteravond, over het kasteel, waard?Waard Dokter, Woestewolf is een ruïne, echt niets anders dan een ruïne.Kroch Wat? Dus toch! Kasteel Woestewolf een ruïne? Ik kan het niet geloven!Waard Ga kijken dan, man! Een hoop brokkelige steen, anders niets.Kroch Merkwaardig, merkwaardig, heel merkwaardig.....Waard Ja, ja u komt mooi een paar honderd jaar te laat!Kroch Ruïne, ruïne. Er steekt iets merkwaardigs achter dit alles, en wat dat is, dat zal ik

ontdekken, zowaar ik dokter Kroch heet!

Valet komt overstuur op gerend.

Valet Dokter, dokter! Sylvia.....Kroch Ja, ja Valet, Valet! Sylvia........?Valet Ik heb haar overal gezocht, ze is nergens te vinden.Kroch Die komt wel weer, Valet. Weet je, nu we Woestewolf eindelijk gevonden hebben

gaan we er heen om te ontdekken, waarom het een ruïne is en geen kasteel.Valet Maar Sylvia dan, dokter. Kroch We gaan nu meteen.Valet We kunnen toch niet ... we moeten toch ... Ik ga niet zonder Sylvia!Waard Heren, ze moet in huis zijn, ik heb de dame niet zien vertrekken.Valet Maar haar bed is leeg en haar kleren zijn weg.Kroch Dan is ze dus vertrokken. Mooi, Valet, dan gaan we naar Woestewolf.Valet Maar er is iets gebeurd, ik voel het. Ze gaat niet weg zonder mij! Wij ........!Waard U zou op het marktplein kunnen gaan kijken. Vrouwen zijn dol op jaarmarkten.

Maar ik moet zeggen, het blijft eigenaardig dat ik haar niet heb zien vertrekken.Kroch Goed dan, die ruïne loop niet weg, een uurtje dan, een uurtje kunnen we wel naar

Sylvia zoeken.

Dan komt de zigeunerin die gisteren in de schaal, keek binnen

Valet Beste vrouw, heeft u Sylvia misschien gezien, de vrouw die gisteren met mij danste?Zigeunerin Iec heb haar kesien, sij ies mee kekaan mit den man ien het swart, naar die kasteel,

op die berg.Valet Zwarte man? Wanneer, waarheen, hoe hebt u dat gezien?Zigeunerin Jah, ien den kouden kom heb iek keschouwd, kiesteravond. Iec waarskouwde u

nog! Sij ies in sein macht. Valet Ah, in het Woestewolfgoud hebt u haar gezien, wilt u daar dan nu weer even in

kijken? Misschien ziet u dan waar ze nu is………., dokter Kroch, mag ik het kistje even?

Kroch Jij hebt het kistje toch, Valet!Valet (verschrikt) O dokter, hebt u het kistje niet, ik ook niet. O en mevrouw hier zegt dat Sylvia

19

weer is meegenomen door de man in het zwart. Naar het kasteel. Laten we snel gaan kijken, dokter!

Kroch Goed, het goud kan me gestolen worden en mooie vrouwen laten me koud, maar wat die gasten te vertellen hadden over de hertog, dat wil ik wel eens onderzoeken. Kom!

Valet en Kroch gaan haastig weg.

4e bedrijf: In het kasteel Kroch en Valet komen op.

Kroch Wat een klim zeg, gelukkig zijn we er bijna. We hebben heel wat uren geklommen om hier te komen.

Valet Sylvia is hier, ik voel het, dokter, ze moet hier ergens zijn. We moeten haar gauw vinden, het wordt al donker. Ik zie de eerste sterren al. Kijk daar, twee dikke vlak bij elkaar.

Kroch Dat zijn geen sterren, Valet, dat zijn planeten, Jupiter en Saturnus. Ze staan al zes nachten in samenstand.

Valet Ju - ju - ju - en Sa- sa - sa .... Daar hadden de vertellers het over. Over die twee sterren, met die namen, als die aan de hemel staan dan ...... dan herrijst ....., al zes nachten? Dan zou dit de laatste nacht zijn!

Een angstaanjagend gehuil klinkt op, wolvengehuil.

Valet D-dok…t-ter..... d-dat is..... de wolvenkop boven de poort. Het kasteel is herrezen!Net als in de legende.

Kroch Dat.......dat moet ik onmiddellijk onderzoeken, kom mee.Valet Ik denk dat de verdwijning van Sylvia hier iets mee te maken heeft. Ze is in de

ban van een van de roofridders. Dan kloppen die verhalen van haar over feesten en de man in het zwart, die Maximiliaan. Kom dokter, we hebben geen tijd te

verliezen.

Ze komen een zaal binnen, aan het hoofd van de tafel, omringd door gasten zit een man in zwarte gewaden.

Maximiliaan Komt u verder, heren.Kroch U ..... u bent de hertog ....... van Woestewolf?Maximiliaan Aaaah ..... hahaha .... dé hertog, ja. Een gast, die mij niet herkent. U moet wel van

heel ver komen! Met wie heb ik de eer?Kroch Kroch. Ik ben dokter Kroch. U hebt mij toch .......Maximiliaan Aaaah, een dokter! Welkom, welkom. Een dokter onder mijn gasten. Dat kon nog

wel eens van pas komen, hè, als het feest een tikje .... eh ... ruw wordt, nietwaar?Gast 1 Nou en of, een tikje ruw, hahaha!Gast 2 Of een tikje draaierig, hahaha!Gast 3 Een tikje te bezopen misschien?Kroch Dokter Kroch ben ik .... u hebt mij toch .....Maximiliaan Ik heb uw naam heel goed verstaan, dokter. En ik ben Maximiliaan van Woestewolf.

En dat is uw ... eh ... bediende?Kroch Oh, eh, ja ja ja, dat is Valet.Maximiliaan Juist, ja, Valet, jij vindt wel een plaatsje in de keuken, hè.

20

Valet gaat af.

Kroch Ja maar hertog, u begrijpt er niets van. Ik kom niet voor het feest. Ik kom voor de patiënt.

Maximiliaan De patiënt, waar heeft u het over? Mijn arme broertje Krompoot is niet te genezen, hoor. Die houdt zich schuil, bang voor onze grapjes, hè mensen.

Gast 1 Hij ontspringt de dans hahaha!Gast 2 Hij is niet graag het middelpunt, ja!Gast 3 Kan er niet tegen als wij krom liggen van het lachen .... Krompoot! Krompoot!Gasten Krompoot! Krompoot!

Maximiliaan en de gasten schateren het uit.

Kroch Ik heb een brief ontvangen en een kist vol goud?Maximiliaan Brief? Goud? Wat stond er in die brief?Kroch Men vraagt mij iemand van goudkoorts te genezen.Maximiliaan Goudkoorts? Dat is een mooie grap. Goudkoorts, ha ha ha, daar lijd ik mijn hele

leven al aan, ha ha ha! Vol genoegen en genezen wil ik er niet van.Kroch Kijkt u hier dan maar eens, hier staat het, met een handtekening.

Maximiliaan kijkt langs het papier heen naar de deur. Menomiliaan komt binnen.

Maximiliaan Aha, mijn broertje! Menomiliaan, mag ik je een buitengewoon bijzonder en geestig doktertje voorstellen? Dokter Kroch, zie hier mijn broer Menomiliaan.

Kroch U u u .. bent de tweede hertog van Woestewolf?Menomiliaan Breeduit grijnzend en lachend. En de knapste van het stel, jawel!Gast 1 Knap, knapper en knapst. Gast 2 Dat was eens ja, tot er iets knapte!Gast 3 Een beetje krom trok, bedoel je, een krompootje!

De gasten schateren om deze grap en stoten elkaar aan.

Maximiliaan Doktertje, waarom bent u zo verbaasd?Kroch Ik ben stom verbaasd, ja. Vanmiddag was dit hier een ruïne! En nu een kasteel met

twee levende hertogen!Menomiliaan Maar doktertje, hoeveel wijn hebt u op?Kroch Ik heb geen druppel op en u maakt mij laaiend. Ik begin te geloven, dat de legende

die ik hoorde waar is! Zeg me op: waar is uw jongste broer?Maximiliaan Zo, doktertje! Rustig maar. Mijn jongste broer, onze Krompoot. Denkt u dat die

mankepoot die brief geschreven heeft? Menomiliaan Dat hij een kist vol goud naar u gestuurd heeft? Haaa haaa haaa! Die Krompoot.

Dan scanderen de gasten spottend mee: Krompoot, Krompoot. Ze gaan van tafel en dansen wild door de ruimte. Sylvia komt binnen en Maximiliaan trekt haar mee in een wervelende dans.Valet komt op, hij ziet Sylvia en blijft verbaasd stil staan. Zij dansen tegen hem aan en hij valt tegen de klok. Die valt om en staat stil. Ineens staat iedereen als een standbeeld verstild in zijn beweging, behalve Valet en Kroch.

21

Kroch Valet, uilskuiken, stoethaspel, wat doe je nu toch! Hè? Wat gebeurt hier nou?Valet Dokter, Sylvia, de man in het zwart, alle gasten ..... der zit geen beweging meer in!Kroch Heel vreemd, Valet, net toverij. Verklaring, verklaring... er moet een verklaring zijn

voor dit verschijnsel. Er was niets aan de hand, jij komt binnen en ineens staat alles stil. Ja maar natuurlijk, de klok, de tijd!!! Het komt doordat jij tegen de klok viel. De tijd is stilgezet!!!!

Valet Hoe kan dat nou? Laten we hier weggaan. Ik vind het akelig en griezelig hier.Kroch Stoor me nu even niet, Valet, ik ben aan het denken....... Een proef, Valet, we

nemen een proef met dit verschijnsel. Zet die klok weer recht en breng de slinger, weer in beweging!!

Onmiddellijk scandeert iedereen weer: Krompoot, Krompoot en danst verder. Valet ziet Sylvia in de armen van Maximiliaan, dansend langs zwieren!!

Valet Sylvia, Sylvia, Sylvia ..... Sylvia !

Sylvia ziet en hoort niets. Valet is helemaal ontdaan. Dan loopt hij naar de klok en zet de slinger van de klok stil. Dan loopt hij naar Sylvia toe, pakt haar hand en doet de ring af.

Sylvia Wat is er toch gebeurd. Oh, Valet. Ik droomde weer dat de man in het zwart, Maximiliaan, me kwam halen. Ik was weer op een groot feest in het kasteel. Ik zag Menomiliaan en de jongere hertog, die zo hinkt.

Valet Nee, Sylvia, het is geen droom, kijk maar om je heen, het is echt waar!! Je was weer betoverd door de ring. De man in het zwart, Maximiliaan, heeft hem zeker in de schaapskooi gevonden en jou gisternacht meegelokt. Mee naar het kasteel, dat gedurende zeven nachten herrezen is ...... Bij zonsopgang verdwijnt het weer.

Sylvia Waarom staat iedereen zo stil? Valet Ik heb de tijd stil gezet. Kroch Alleen de jongste hertog, die ons heeft laten roepen, leeft nog diep onder in het

kasteel.Valet Gevangen in de vloek van de Woestewolf.Sylvia Oh, wat triest, zo te leven, zo alleen!Valet Ik weet hoe we hem kunnen verlossen, verlossen uit de vloek van Woestewolf, maar

dan moeten we vlug zijn. Dit is onze laatste kans. Sylvia Ik kan je helpen. Ik weet nu de weg in het kasteel. Valet Kom dokter, haast je.

Sylvia, Valet en dokter Kroch gaan het toneel af.

5e Bedrijf: In de kelder van het kasteelDokter Kroch komt op, op zoek naar de hertog. Die zit in een leunstoel in zijn kelder. Onrustige speelt hij met gouden kettingen.

Kroch Bent u de jongste hertog van Woestewolf. U heeft mij geroepen. Ik ben dokter Kroch, ik kom u genezen.

Hertog Te laat. Te laat!!! U bent te laat, dokter!Kroch Wat! .... Wat bedoelt u?Hertog Ziek ben ik. De goudkoorts brandt in mijn borst.Kroch Goudkoorts, ja, ja. Wat voelt u dan?

22

Hertog Voelen?? Pijn, aan mijn ziel!!Sylvia Ach, wat naar is dit!Hertog Mijn broers, mijn broers, ze zijn dood! En ik ben vervloekt en zal eeuwig blijven

leven. Als ik op hun roepen had gereageerd was de vloek opgeheven. Maar ik had het te druk met goud maken!!!

Valet Goud maken? Hertog Ik kreeg de macht goud te maken, kelders vol goud. Ik was zo boos op mijn broers.

Getrapt hebben ze me, geschopt, geslagen. Krompoot was ik, de mismaakte. Toen kwam de vloek over mij. Ik zou meer goud hebben dan mijn broers ooit zouden zien. Ik wilde er ze de ogen mee uitsteken ...... , ik wilde er hun respect, hun liefde mee terug winnen. Ik vergat de tijd. Beheerst door goudkoorts was ik. Ziek ben ik er nu van, ziek van spijt en verdriet..... en dokter, het is te laat voor genezing. Ik zal ziek blijven maar nooit kunnen sterven. Nooit meer herenigd met hen. Ze deden dan wel erg lelijk tegen me maar het zijn wel mijn broers.

Sylvia Gelukkig, we hebben u gevonden! We weten hoe de vloek te breken.Valet Maar dan moeten we snel zijn. Het wordt zo ochtend! Pas over dertien jaar is er weer

een kans.Hertog Te laat, te laat.....Valet Zou de zon al op zijn? dan zijn we inderdaad toch te laat!Kroch Je vergeet dat de klok boven stil staat, Valet, je hebt zelf de slinger stop gezet

toen je Sylvia bevrijdde.|Valet Dan hebben we nog een kans!Sylvia Kom, meneer de hertog, haast u naar boven in het kasteel! Naar uw broers!Hertog Mijn broers zijn dood. Het kasteel is een ruïne.Valet Hertog, u heeft nog een kans. Iets met de stand van twee planeten. Dan komt alles tot

leven, zeven nachten lang. Uw broers zijn boven en ze feesten. Het is een echte braspartij. De drank vloeit volop. En dan moeten ze u altijd hebben. Krompoot roepen ze, Krompoot. Als u dan komt is de vloek verbroken. De tijd staat daar even stil, hertog, maar als ik de slinger in beweging breng………..!

Hertog Kan ik dan toch genezen worden van de vloek van Woestewolf, kan ik dan toch rust vinden samen met mijn broers? Ik ga met jullie mee, help me maar.

Sylvia en Valet helpen de hertog het toneel af. Dokter Kroch volgt. Ineens klinken defeestgeluiden weer van achter het toneel. Gasten scanderen: Krompoot Krompoot. Ineens is alles stil, doodstil.

Sylvia en Valet komen hand in hand op. Dokter Kroch volgt iets later.Boenk en Oenk komen verdwaasd van de andere kant op.

Valet Het is gelukt. Sylvia! De hertog heeft zijn rust gevonden. Wat ben ik daar blij mee.Sylvia Het lijkt net een droom. Zag je het gezicht van de hertog?Kroch Stomverbaasd was hij dat ze broers nog leefden.Sylvia Wat was dat stel zat, zeg!Valet Het gebeurde zo snel dat ik het ook niet kan bevatten.Kroch Jij zette de tijd in beweging, even ging het feest gewoon weer door, dan in een

lichtflits versprongen honderden jaren. Valet Weg kasteel, weg roofridders, weg goud, er rest alleen nog een ruïne.Sylvia De vloek van Woestewolf is gebroken en ik ben niet meer in de macht van

Maximiliaan.

23

Valet Daar ben ik me toch blij mee, het lijkt net een droom!Kroch En ik ...... ik ben blij dat ik de hertog heb kunnen genezen. Eind goed, al goed!

Boenk Kelders vol met goud, boordevol goud. Het lijkt net een droom!Oenk Ja, dat was mooi. Echt goud, kelders vol goud. En dan ineens....... is alles weg,

helemaal weg. Een droom noem jij dat, ik noem dat meer een nachtmerrie.Boenk Gelukkig ben ik er nog, hè Oenk.Oenk Gelukkig ben jij er nog, Boenk!

Kroch Ja gelukkig ......... het was op het nippertje maar inderdaad: Allen Eind goed, al goed!

Einde

De vloek van WoestewolfPaul Biegelbewerking: Martin van Lokven

toneelstuk voor klas zes.

Rolverdeling:

Dokter Kroch aantal regels 166Valet aantal regels 126Oenk aantal regels 60Boenk aantal regels 60Sylvia, de witte jonkvrouw aantal regels 51Boerin, vrouw Kippenveder aantal regels 37Gewonde vrouw aantal regels 13Hannes, de doofstomme jongen aantal regels 28 (ongesproken)

24

Waard aantal regels 21Zigeunerin aantal regels 10herberggast 1 aantal regels 23herberggast 2 aantal regels 17herberggast 3 aantal regels 8herberggast 4 aantal regels 5herberggast 5 aantal regels 7herberggast 6 aantal regels 3Maximiliaan, hertog van Woestewolf aantal regels 18Menomiliaan, hertog van Woestewolf aantal regels 3kasteelgast 1 aantal regels 5kasteelgast 2 aantal regels 5kasteelgast 3 aantal regels 5Jongste hertog van Woestewolf, Krompoot genaamd aantal regels 19

25