1914 12 dagboek van doninck
-
Upload
archief-bornem -
Category
Documents
-
view
229 -
download
2
description
Transcript of 1914 12 dagboek van doninck
© Gemeentelijk Archief Bornem - 85 -
Uit de dagboeken van Pater Benedictus Van Doninck
DECEMBER 1914
Dinsdag 1 december 1914 (dag 121)
Charel Waumans, de Parrewie, wordt vandaag begraven.
Om 9 ½ komt een onderofficier met drie manschappen
vragen om mee op de toren te klimmen. Leo en ik gaan
mee. Maandag of dinsdag, zeggen ze, zal er op het fort
Bornem schietoefening zijn met kanonnen op het terrein
tussen de redoute van Puurs en Branst. Op onze toren
komt een observatiepost met telefoonverbinding om de
resultaten op te nemen. Na een half uur onderzoek,
trokken ze af.
Wöhler, de onderofficier der Mecklenbürgers, is vandaag
jarig (27jaar) en houdt feest. Hij heeft zes beefsteaks
gekocht en laat ze in de keuken bakken door Broeder
Laurentius, item patates frites. Koopt hier nog 3 pond
bloem waarmee hun kok-bakker in de studiezaal Berliner
Pfannküchen moet klaar maken. Het feest schijnt stil te
zullen aflopen.
Om 4 uur komt de Rittmeister met een officier de
Belgische loopgraven in de dreef bezichtigen.
Van deze middag af tot 5 uur kanongedommel in ’t zuid-
westen. Men weet te zeggen dat de laatste grote slag
aan den IJzer in gang is !
De soldaten verkopen thans hun overschot brood aan
kleine prijs aan de kinderen, en in hun soep vinden ze
meer bonen dan vlees.
Woensdag 2 december 1914 (dag 122)
Van 10 ½ tot 11 ½ appelen gedragen uit de kelder naar ’t
noviciaat.
Een Duitse Taube passeert over Bornem van oost naar
west.
Na de refter met de Prior, Leo en Leonardus wandeling
langs de stenen molen, die met twee herstelde wieken
vandaag voor de eerste keer weer draait. Naar Oppuurs,
aan deze zijde van de ijzeren weg huizen afgebroken en
gebrand tot aan de Kat.
In Sint-Amands vele huizen beschoten door kogels en
schrapnels. Huis van juffrouw Lemmens, zaal aan de
statie totaal uitgebrand. Molen van Verbruggen
bovendeel afgebroken. Kerktoren tot aan de galmgaten
weggeschoten. Twee zware klokken naar onder gevallen.
Welfsel van presbyt en middenbeuk en zijbeuk rechts
gebarsten, linkerbeuk zonder welfsel, nieuw dak met
planken en asfalt.
Te Mariekerke molen afgebroken, verscheidene huizen
beschadigd. Kerktoren afgeschoten, dak en welfsel
weggeschoten door de Belgen. Het H.Sakrament is niet
kunnen gered worden. Men is bezig een planken dak te
maken. In de meers aan de kerk een 5-tal gaten van
obussen. Pastorie ongedeerd. Pastoor was afwezig, zei
J. Hammenecker, die zich uit de voeten maakte.
Om 4 uur waren we thuis.
Om 4 ½ komen drie Duitse gendarmen per velo loge-
ment vragen en vonden het bij de andere blauwen op ’t
ziekenhuis.
Donderdag 3 december 1914 (dag 123)
Van 9 ½ tot 10 ½ hebben wij twee manden rotte appelen
uit de kelder gedragen en tien manden goed naar het
noviciaat.
Om 12 uur middagmaal in de zaal van ’t vreemden-
kwartier ter ere van den E.H. Prior van Val Dieu.
Er kwamen onder het eten vier Beierse officieren, “um
etwas warmes zu essen” vragen.
Ze kregen in een nevenplaats ‘Erbsensuppe mit
schweinspfoten und ohren, Blutpens mit kartoffeln uns
weisskraut’. ’t Bier van Bornem was hun te ‘sauer’. De
vier Beierse manschappen die bij hen waren lieten hun
twee kanonnen op straat staan en kregen ook te eten in
’t zaaltje der broeders.
Kerk Mariekerke
© Gemeentelijk Archief Bornem - 86 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Drie der officieren waren uit Munchen, de 4e was de
zoon van Buchhändler Auer uit Donauwörth, had zijn
studiën gemaakt te Mehrerau en met zijn papa had ik in
1890 kennis gemaakt bij Kneipp te Wörishofen.
Ze vertrokken om 2 uur naar Boom in galop, wilden
betalen, doch ‘grossmüttig abgewunken’. Ze gaven elk 1
mark voor de armen.
Om 2 uur bezoek van twee scheutisten uit Puurs.
Madame Van der Stappen brengt 6 konijnen.
Graaf Jan heeft een jonge dochter gekregen.
De Rittmeister en andere officiers zijn komen jagen aan
’t kasteel. Twee Duitsers zijn gedeserteerd.
De Hollanders moeten binnen acht dagen uit België en
ander dergelijk sensatienieuws weet ze te vertellen.
Vrijdag 4 december 1914 (dag 124)
Weinig volk te communie. Het ‘garnizoen der Abtei’ trekt
zeer vroeg op, om de 3 deserteurs te vinden, zegt men.
Over de brug van Temse mocht gisteren het vrouwvolk
passeren, niet het manvolk. Vandaag mocht niemand
zonder een Passierschein van de Kommandant in de
abdij. Deze Kommandant, Rüggeberg, is weinig zicht-
baar, zelfs als hij thuis is. Komt ’s avonds laat thuis en
gewoonlijk met een stuk in zijn kraag. Hij is vandaag
weer op diner, zegt Wöhler, bij einem Kamerad en wordt
weder laat en goed voorzien thuis verwacht.
Men komt zeggen dat onze blauwen voorgoed naar
Puurs gaan. We hebben er geen spijt van.
Met hun brood uitdelen aan de poort lokken ze te veel
lichtekooien tot ergernis der passanten.
De burgemeester van Weert komt met nieuwe proto-
kollen van de Kommandant te Mechelen, ter vertaling.
Verboden van eetwaren uit de gemeente te voeren.
Geen werk en veel schade geleden door het onderwater
zetten. Een kilo brood 0.45 fr. Een liter petrol 0.90 fr.
Vandaag is er aan het washuis hier een broek en een
borstrok gestolen tussen 1 en 4 uur terwijl de wasse-
ressen er binnen waren. Over 8 dagen item een tiental
kousen.
Zaterdag 5 december 1914 (dag 125)
Het blauw garnizoen is deze nacht om 2 ½ opgetrokken
uitgenomen drie man, en om 12 uur ’s middags vertrok
onderofficier Wöhler met de helft zijner grauwen naar
de brug van Temse tot nader orde.
Veel beweging. De wacht vertelt dat ze de hele nacht
het vuur gezien heeft aan de zeekust.
Om 11 ½ bliksem en donder.
Om 12 uur komt een jong stierkalf de koestal vergroten.
Sedert enige dagen ook een klein varken op stal. Kostte
40 fr.
De kooplieden zijn vandaag nogmaals naar Antwerpen
geweest zonder eetwaren te mogen uitvoeren.
Om 2 ½ bezoek van madame de Gravin met hare dochter
Baronnes de Rosée. Hebben goesting om ’t kasteel te
komen bewonen om er de Duitsers uit te houden.
Afgeraden, wijl niet waarschijnlijk dat er de Pruisen
zullen intrekken. Gaf 100 frank voor de behoeftigen
door ons te bevelen; 200 fr. aan het comiteit als eerste
bijdrage. Vraagt of we wild genoeg krijgen.
Het gerucht wordt verspreid dat de Kronprinz aan den
IJzer gesneuveld is.
Om 4 uur komt onze interim-hovenier, Désiré, de pas-
poorten brengen, die wij op het fort gevraagd hadden
om over de brug te mogen naar Temse.
Om een paspoort naar Holland moet men op de
Kommandatur te Antwerpen aanvragen.
Zondag 6 december 1914 (dag 126)
Kerk vol volk. Stormwind bedaart, een weinig vorst deze
nacht.
Poortje van het kerkhof deze morgen open gevonden.
Voetsporen op het kerkhof.
Kanon hoorbaar in het Westen.
Van de 60 soldaten hier in kwartier, maar zeven grauwen
en drie blauwen thuis. Deze hebben geen vreten. Hun
Amerikaans spek hebben ze weg gegeven.
De bakkers van Bornem hielden gisterenavond meeting
en ze zullen bakker P. Spiessens afvaardigen met Van
den Hoek als deze naar Antwerpen gaat om voorraad.
Van den Hoeck wordt verdacht en beschuldigd voor zijn
zak te veel te werken.
Namiddag komen vier kinderen van Wieze om de pan-
toffels en de handschoenen van Nivardus.
E.H. Prior is naar Temse geweest bij de broeders.
Onze koe die gisteren kalfde en ziek werd, deze morgen
opgeblazen, is nu buiten gevaar. Ze kreeg bezoek van H.
De Rijck, aan de grens voor English Jockey gehouden,
kreeg een Passierschein um bloss uber die Brücke te
gaan.
In ’t dorp is aangeplakt dat woensdag aanstaande op het
fort schietoefeningen plaats hebben en de mensen daar-
omtrent hun huizen moesten ontruimen.
Leonardus ontving 2 brieven uit Holland. Hugo mag niet
naar Bornem terug van H.H.Prelaat.
Prior van Val Dieu deze avond op een konijnensouper
verzocht is niet gekomen.
Maandag 7 december 1914 (dag 127)
“Mie Zout” die al enige dagen met roepen en tieren heel
het gasthuis wist overhoop te zetten, wordt vandaag
begraven. Ze was eergisteren volop aan ’t roepen, toen
© Gemeentelijk Archief Bornem - 87 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
de zuster zei : “Mie, ge zult nog roepen totdat ge dood
zijt.” “ ’t zal waar zijn”, zei Mie en ze stierf. Dood was ze.
E.H. Prior van Val Dieu las hier mis om 7 uur. Heeft
gisterenavond zitten wachten op notaris Maes, die niet
kwam, en kon deze morgen niet vertrekken omdat zijn
paspoort niet in orde was bij gebrek aan portret. Om 11
uur was hij klaar.
Onder de recreatie was het slecht weer en we hebben in
de calefact de mis geleerd voor morgen, met Credo II.
De jonge stier eergisteren geboren is vandaag verkocht
voor 38 frank aan P. Moens bij wiens stier onze koe hem
gehaald had. Deze boer heeft met het afbreken zijner
hoeve o.a. vier schone koebeesten verloren.
Gravin de Marnix met Jacq. nogmaals op bezoek, vertelt
dat de baron te Anthée, bijna gefusilleerd, met zijn auto
naar ’t leger is. Men weet sedert drie weken niets meer
van hem. Zij raadt ons sterk aan de schade door de Bel-
gische genie aan onze eigendom veroorzaakt, te laten
opnemen en aan de gemeente in te dienen, zoals zij
gedaan heeft. Die raad zal gevolgd worden.
Dinsdag 8 december 1914 (dag 128)
Nacht stormweer. Weinig volk in de missen.
De congreganisten (55) waren in de mis van 7 ½ te com-
munie geweest en bleven hier koffie drinken.
De Prior van Val-Dieu heeft mis gelezen om 6 uur en hij
vertrok om 7 uur naar Oppuurs.
Voor de tertiën brengt juffrouw Van der Stappen een
pak met vier fazanten.
Deze middag is de schoonbroer van broeder Hilarius hier
geweest en liet ons zijn interessant zakboekje lezen van
zijn wedervaardigheden tijdens de inval der Duitsers in
Breendonk.
Charel Suykens komt zeggen dat hij eerstdaags een
schuit steenkolen zal aankrijgen en biedt ze te koop aan
38 frank de 1.000 kilo.
Tegen de avond worden er 1.000 Duitse artilleristen te
Bornem verwacht, zes in de abdij.
Om 3 uur komt men nachtkwartier vragen voor één
officier, om 4 uur voor een tweede.
Kanongedommel hoorbaar in het zuidwesten.
De blauwe soldaten maken de grauwen uit voor dieven
en maken hun lokalen op slot. De grauwen halen stook-
hout uit de tranchées en maken de blauwen uit voor
sm(eerlappen). Zij gebruiken geen gemakken, maar gaan
op de boomgaard.
In ’t gasthuis overleed Benoit, de oud hovenier van
Cammaert.
Woensdg 9 december 1914 (dag 129)
De abdij van Val Dieu is tot hiertoe gespaard gebleven.
Een som van 250 frank werd ontvreemd op een kamer.
De religieuzen zijn allen thuis, Thomas uitgezonderd.
Bij het inrukken der Pruisen had abt Edmundus wijselijk
voorgeschreven, dat diegenen, die de abdij wilden ver-
laten naar Holland mochten gaan in een klooster en daar
onder de gehoorzaamheid van de overste moesten
leven. Slechts één vluchtte. (Dit is ook verwogen en
ernstig, maar moreel onuitvoerbaar gevonden. Hij
oordeelt ….. verre !)
Prentkaart met zicht op de abdij van Val Dieu bij Aubel.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 88 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Om 10 ½ komt meneer Van Baren hier aan uit Holland
met een portret van Paus Benedictus XV.
Hij weet weinig te vertellen.
De 2 officiers, gisteren voor de nacht aangemeld zijn niet
gekomen.
Om 10 uur voormiddag begon de schietoefening op het
fort met kanons van 15 en 12 cm. 70 à 80 ponders. Het
spel was om 2 uur afgelopen. We hoorden wel het
geronk der bussen, maar zagen niets.
Impde, Merchtem, Wolvertem liggen vol soldaten.
Ph. Verbruggen kon niet te Merchtem geraken om een
varken te kopen.
Placidus kloeg al enige dagen van pijn in de zijde, hij ging
vandaag naar de dokter, die hem iodium te strijken geeft
en pillekes, 2 per dag.
Donderdag 10 december 1914 (dag 130)
De blauwen vinden onze koffie te sterk en verkiezen een
afkooksel van hun slechte bonen.
Walter de Maeyer brengt nog 21 frank logementgeld van
de soldaten die van 6-7 oktober in den bouw sliepen.
Item een inkwartieringsbiljet van 240 man (van 21 sep-
tember tot 6 oktober) ter aftekening, zonder geld. Billet
geweigerd. De kas is waarschijnlijk onvermogend ?
’t kwart voor 3 uur is er een auto binnen gekomen met 1
officier en 3 man. Ze vragen voor morgenavond een
kamer voor 1 officier, “ein alterer mann, der Ruhe, viel
Ruhe braucht” Ze willen de kamer bezichtigen, zijn er
mee tevreden en trekken met beleefde groeten af. Ze
schenen nogal gejaagd te zijn. Men heeft horen vertel-
len dat de Duitsers overal in aftocht zijn ! en dat de
Engelse vlag reeds op Hollandse kusten wappert. De
wacht beweert dat die troepenverschuiving naar Hol-
lands grenzen slechts ten doen heeft om een Engelse
flankaanval langs daar te voorkomen.
Deze avond onder de recreatie eerste mussenvangst (6
stuks) in de pandhof. Met een paar kamers verlicht open
te zetten en dan klopjagen.
Vrijdag 11 december 1914 (dag 131)
Zr. Therese, overste der zusters van Mariekerke was
gisteren naar Antwerpen geweest en heeft in de
Presentatie overnacht.
Van 9 tot 10 ½ 3 kanonschoten gehoord te Breendonk ?
Men legt een telefoonverbinding tussen het fort en de
abdij. Wacht in de timmermanswinkel.
Verjaring van Placidus, die trakteert ’s morgens met cho-
colade, ’s middags met rijstpap en ’s avonds met verse
mosselen.
Om 1 ½ brengt juffrouw Van der Stappen 5 konijnen.
Van 2 tot 4 uur zwaar kanongedommel in ’t zuidwesten
hoorbaar.
Brug van Temse streng bewaakt : geen paspoort, geen
overzetboot.
Om twee uur is de Feldwebel, eergisteren aangemeld,
binnengekomen om zijn kamer te zien. Kwam om 5 ½
terug om een boterham met kaas te eten en ging dan
slapen. Feldwebel Von Döring van de Brandenburgse
Landstürm Artillerie is een 40 jarige kalme bedeesde
man, gelast, zegt hij, met het schrijfwerk voor de
vestingsmunitie en geschut.
Meneer Van Baren ging vandaag met dr. Lanssens naar
Antwerpen.
Er wordt met veel steenkolen geleurd. Om 3 uur kwam
een vrouw van Sint-Niklaas om een paar schoenen voor
frater Bernardus
Zaterdag 12 december 1914 (dag 132)
Onderwege meneer Van Baren ontmoet, die gisteren
met burgemeester en dr. Lanssens grote moeite heeft
gehad om over de brug te geraken. Nu mag hij niet meer
terug over.
Deze nacht zijn er veel auto's door Bornem gereden, ook
een vliegtuig (Zeppelin) is te zien geweest in de lucht.
Om 8 ½ vond Leo in 't gras bij het ziekenhuis 3 plannen
van Antwerpen, Borgerhout, Hoboken.
Er wordt rondgestrooid dat de Duitsers de Weert en de
Donk willen onder water zetten. De boswachter komt
zeggen dat ze gisteren inderdaad het beheer hebben
overgenomen van sas en sluizen.
Er is in 't dorp aangeplakt dat degene die een telefoon-
draad doorknipt, zal gefussilleerd worden.
Van den Hoeck heeft slechts 20 zakken meel naar
Bornem gebracht. Verdacht !
Bakker Spiessens was reeds dinsdag alleen terugge-
komen.
De slagers hebben hun winkels vol vlees hangen, en het
blijft hangen, omdat de boeren ook uitslagen aan 1/3
minder van prijs.
Cammaert kon gisteren geen paspoort voor Holland
krijgen te Antwerpen. Tony is naar Hoogstraten omdat
© Gemeentelijk Archief Bornem - 89 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
te Aalst het internaat gesloten is. 2 of 3 kleine kinderen
van de burgemeester krijgen les van juffrouw Van der
Stappen.
Zondag 13 december 1914 (dag 133)
Meneer Van Baren is gisteren op Bornems veerdam met
de Wilfordboot naar Temse overgesmokkeld. Platte Jan
mag zonder Passierschein naar Gent en Eeklo om snuif,
maar niet langs de brug van Temse.
In het dorp is aangeplakt dat de weerplichtigen door het
Belgisch gouvernement opgeroepen, hun familie niet
mogen verlaten en deze er voor verantwoordelijk zijn
indien ze weggaan.
Item dat er van de gemeente gijzelaars zullen genomen
worden, indien telefoondraden worden doorgeknipt en
de dader onvindbaar is. Uit dien hoofde is gisteren de
burgemeester van Sint-Amands met een auto wegge-
voerd. Duitse klopjacht in de bossen van de graaf.
De 3 blauwen die hier nog zijn, maken hun pak. Hun
overschot aan brood, koffie en rijst brengen ze in de
keuken voor de armen. Ze zeggen dat ze naar Puurs en
Willebroek moeten gaan zink en koper laden voor muni-
tie te maken in Duitsland, dat ook Turkije moet voorzien.
In Bornem-Temse blijft de 17e compagnie van 't 76
bataillon (1.000 man) Landwehr. De overige Landwehr
is aan het front.
Maandag 14 december 1914 (dag 134)
Te nacht stormwind.
Om 9 uur vertrok Leutnant Feldwebel Rüggeberg met
zijn blauwen uitgenomen Klaas, de goede Koblenzer, die
eerst om 11 uur vertrok na hartelijk afscheid in de
keuken. Daar trof hij deze dagen bij toeval onze Lödde
met 2 kleine jongens : "Das sind Englen", zei Klaas tegen
Lödde. Neen, neen, zei Lödde, da zen Belgen.
Om 2 ½ brengt madame Van der
Stappen 6 fazanten.
Zij zag gisteren de burgemeester van
Sint-Amands tussen 2 Duitsers door het
dorp naar het fort brengen, waar hij
geïnterneerd wordt totdat de schoelies
zijn aangehouden die tussen Sint-
Amands en Oppuurs telegraafdraden
doorknipten.
Na de middagrecreatie hebben wij de
zaal, waar de blauwen hebben gelo-
geerd, opgeruimd en de piano (beste)
op de gang van den dormpter gezet.
't was er wel vuil, doch niet met opzet
bevuild of beschadigd.
In de calefact hebben we 't portret van de nieuwe Paus
Benedictus XV ingelijst opgehangen.
De gazet van Antwerpen en somwijle de Presse wordt op
de straat rondgevent en ons door Jef Bi bezorgd.
De voerman van de houten molen komt ons land
omploegen door ons werkvolk met de kruiwagen
bemest.
Dinsdag 15 december 1914 (dag 135)
Na de nonen hebben we in de fruitkelder opruiming
gedaan van kleine en aangestoken appelen voor ’t gast-
huis en ons werkvolk. Na de recreatie gaat Leo naar
Theodoor de Maeyer om een kerstliedeken aan te leren.
Om 3 ½ naar Doregem geroepen bij Van Delm ont-
moette ik dr. Van den Abbeele, die van Oppuurs kwam,
waar een hele compagnie gendarmen patrouilleerde op
zoek naar de telefoondraadknipper - onder hun eigen
troep misschien te vinden.
De burgemeester van Sint-Amands is nochtans reeds op
vrije voeten gesteld. In de gemeenteraad van Bornem
werd besloten aan meneer Van den Hoeck zijn mandaat
te ontnemen van levensmiddelen te gaan halen voor de
gemeente. Hij geeft geen voldoende rekeningen.
Te Puurs werden 3 duivenmelkers gestraft met een
boete van 300 mark omdat ze hun duiven niet hadden
aangegeven. Men spreekt van 't hoornvee te belasten :
de koeien 30 fr. per kop, en de paarden 45 fr.
De Duitsers zijn overal bezig nieuwe wegwijzers te
plaatsen op houten planken met grote zwarte letters.
Op onze poort in de Kloosterstraat, uithangbord : Abtei
S.Bernard.
Houten Molen van Bornem op den Tijpel
© Gemeentelijk Archief Bornem - 90 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Woensdag 16 december 1914 (dag 136)
Na de nonen opruiming in de appelkelder. Bij het
opruimen gisteren in de zaal vonden we onder een mat-
ras nog een nieuwe Belgische soldatenbroek. We heb-
ben ze Heintje Van Doorslaer ten geschenke gegeven.
Item een sargie aan Wardje Kleer.
In de gemeenteraadszitting was gisteren niemand die
het postje van Van den Hoek durfde overnemen dan
Theodoor, die voortaan voor de bevoorrading te zorgen
heeft.
Uit Duitsland (Hannover en Westfalen) is er wel een vijf-
tigtal brieven van Belgische krijgsgevangenen in Bornem
aangekomen. Sommigen, die ginds op het land bij de
boeren mogen werken, schijnen het niet te kwaad te
hebben. Wel diegenen die in de kampen zitten.
Deze avond om 7 ½ zijn onze Pruisen in de wachtkamer
uit volle kelen "die Wacht am Rhein" aan 't zingen.
Weer een victorie ? Men zei nochtans in 't dorp dat ze in
Baasrode een brug maakten over de Schelde voor de
aftocht ?
Duitsers kwamen de burgemeester van de Weert spre-
ken over belastingen te heffen op de gemeente. De
burgervader toont hun zijn felgelapte broek en zei : "de
gemeente is nog armer dan deze !"
Weert Dorpstraat
Donderdag 17 december 1914 (dag 137)
Om 10 ½ bezoek van madame de Gravin die met de
tram van Brussel-Grimbergen tot Londerzeel en vandaar
met een huurrijtuig te Bornem geraakt.
Ze weten nog niets van de baron de Rosée.
Deze morgen reed de meid van de pastoor naar Meche-
len met een koets van Verheyden : prijs 8 frank heen en
weer.
Om 1 uur brengt juffrouw Van der Stappen 5 konijnen.
Het kanongebulder heeft de hele nacht en tot deze
avond toe aangehouden in het zuidwesten.
Platte Jan is deze avond over Driegoten thuis gekomen
van zijn handelsreis naar Eeklo-Gent en heeft snuif mee-
gebracht. Men heeft hem nergens moeite gedaan we-
gens een paspoort. Men vertelde ginder dat de Duitsers
overal werden achteruit geslagen en eerstdaags de
aftocht zouden beginnen.
Er zijn tegen kerstmis reeds 7 koeien aangezegd die bij
boeren zullen geslacht worden. En de slagers die klagen,
klagen !
Bij Mil Van Fraeyenhoven hebben de Pruisen tegen
kerstavond een diner besteld voor 25 man ! De keizer
zal 't wel betalen. Vlees, vis en gevogelte !
Vrijdag 18 december 1914 (dag 138)
Om 7 ½ trokken 12 der grauwen op, slechts vier man
bleven thuis op de wacht.
Er was te Willebroek maneuver van heel hun bataillon.
Om 2 ½ waren ze terug hier.
Om 12 ½ zijn er 3 werklieden van ’t fort, Amelinx,
Marivoet en Vermeiren, 4 joefffers komen opeisen voor
het fort. Daar werken zowat 308 mannen. Ze worden
geregeld uitbetaald aan 40-50 centiemen per uur in
klinkende munt. Er worden op en aan het fort loop-
graven gemaakt en overgrote voorraad levensmiddelen
werden deze dagen binnen gebracht.
Van deze morgen af tot deze avond is er in de verte
zwaar kanongedommel hoorbaar.
Volgens de gazetten is er al een paar dagen geleden een
grote zeeslag begonnen. Wij hebben vandaag nog een
wijnkelder gepantserd. Of het zal voldoende wezen,
moet ons de toekomst lezen. ’t Is de befaamde kelder C.
Seller Cé.
Tot hiertoe blijven we goed gespaard van rekwisitie, als
we ten minste bedenken wat rood sap er zoal elders is
opgeëist.
Feldwebel Von Döring lijdt aan jicht in de knie, zegt dat
het in ’t fort te nat en te reumatiek is om te logeren. Hij
komt regelmatig om 4 uur thuis en gaat gelijk wij om 8
uur slapen. Staat om 6 ½ op en om 7 ¼ gaat hij aan.
Zaterdag 19 december 1914 (dag 139)
Burgemeester van Sint-Amands komt vertellen dat hij 3
dagen gevangen heeft gezeten in ’t fort. Zeer goed is
behandeld door de officieren, die de schuld zijner in
hechtenisneming werpen op de majoor van Boom, die
als een brutale beest geboekt staat.
Om 8 uur komt een Duits Bauführer, Paul Mann, hier aan
om opname te doen van ’t houtmateriaal, hier door de
Belgische genie gebezigd voor de verdediging. Hij is
burgerlijk ingenieur, protestant, praat gezellig, gelijk alle
Rhijnlanders, is bij Victor Van ’t Wit Paard, huis madame
Van Mierlo, ingekwartierd. Hij zegt zich bevoegd de
loopgraven in bos en boomgaard en alle versterkingen
binnen de kloostermuren te laten afbreken en opruimen
© Gemeentelijk Archief Bornem - 91 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
en geeft me op aanvraag daartoe een schriftelijke ver-
klaring. Hij zou maandag een ploeg werklieden zenden
voor de afbraak onder ons toezicht. Wij hebben niet
gewacht, om 10 uur begonnen we en tegen avond
hebben wij al verscheidene karvrachten hout en ijzer van
kant gemaakt van de loopgracht aan Sint-Bernards-
appelboom in de moestuin.
Verleden nacht is een krielhennetje gestolen. Op de
muur van Schuttershof waren 2 of 3 dekpannen af en
kapot. Men vertelt dat gisteren om 4 uur te Lokeren een
brug werd opgeblazen. Die ontploffing hebben wij hier
goed gehoord.
Zondag 20 december 1914 (dag 140)
Bakker Spiessens P. vroeger in de Kloosterstraat, thans in
de Boomstraat wonend, komt bij gebrek aan oven, de
onze gebruiken. Verwerkte vroeger 12 zakken meel per
week, en kan er thans nog geen 2 bekomen. 42 klanten
betalen reeds op voorhand het roggebrood dat hij voor
hen bakken zal.
In de naburige gemeenten wordt er streng de hand
gehouden aan ’t verbod graan uit te voeren. Te Bornem
begint men daarmee nu het te laat is en de grote boeren
van Klein-Mechelen, Doregem, Kraaihoef, hun tarwe te
Oppuurs en elders verkocht hebben.
De maatschappij van electrisch licht is zeer inschikkelijk
voor het aanleggen der verbinding en lampen bij particu-
lieren. Compteurs worden niet gestald, men betaalt een
matige prijs per lamp.
De Duitsers blijven streng de hand houden om ’s avonds
8 uur de lampen en lichten uit te doen bij de particu-
lieren, doch ze gaan niet meer zo brutaal te werk als
over drie weken.
Het kanon heeft verleden nacht en vandaag de hele dag
door gedonderd. Af en toe een zwaardere ontploffing
die naderbij schijnt te zijn. Het is meer uit het westen
dan de vorige dagen.
Maandag 21 december 1914 (dag 141)
Men vertelt dat de Duitsers bij “dikke Spiessens” nevens
de Dilft gisteren een koperen ketel hebben meege-
nomen. En gelijk andere mensen, brengen wij ons
ongebruikt koperwerk in veiligheid.
Om 10 uur komt een officier met drie manschappen een
telefoontoestel en verbinding plaatsen op onze toren.
Om 2 uur nog twee anderen.
Om 11 uur herinneren wij de Prior dat het Sint-Thomas
is.
Om 1 uur komt Bauführer Mann met 8 werklieden om de
tranchee op de moestuin af te breken.
Daar de ingenieur scheen te werken om ons plezier te
doen, liet men hem een korf appelen, die hij gevraagd
had te kopen, gratis thuis brengen bij zijn huisbaas
Victoor.
Hij had me ook gevraagd zijn werkvolk af en toe eens na
te zien of ze werkten, maar daar wilde ik niet voor in-
staan. Al was het nu wel enigszins tot ons voordeel, ze
werkten toch ook voor de vijand en daaraan mocht ik
niet meedoen.
Met de zoon van de “Keizer” aan ’t hoofd, lieten ze hun
werk staan en gingen naar de naastbijzijnde kroeg zodra
de Bauführer uit het zicht was. Voor 45 centiemen per
uur, zegden ze, moeten wij zo weinig mogelijk ver-
richten.
Het kanongedommel heeft sedert gisterenavond nog
niet opgehouden.
Dinsdag 22 december 1914 (dag 142)
Om 7 ½ komen er 10 werklieden zoals gisteren voort-
doen aan de opruiming. Ze gaan om 10 ½ weg.
Om 8 uur trekken er zes Duitsers met plannen en kaar-
ten en meetinstrumenten onzen toren op en blijven er
tot 12 uur om de omtrek af te meten.
Onder de recreatie hebben wij op de boomgaard de
"abri" plat gelegd van de artillerist, die de mijnen moest
doen springen.
De Prior is naar Eikevliet geweest en zag dat de Duitsers
te Klein-Mechelen een stelling maakten hoog in een
kanadaboom gelijk een eksternest.
Meneer pastoor van Bornem komt vertellen dat er
60.000 man Indische troepen aan het westelijk front zijn
gekomen.
Om 4 uur komt Rittmeister Von Loeper onze hof
inwandelen en zei dat er voorlopig nog geen paspoort
gegeven wordt om over de brug van Temse te geraken.
Vanwege madame gravin John de Marnix ontvingen wij
vandaag een pak met 6 mansliehemden.
Het kanon is nacht en dag te horen geweest.
Theodoor de Maeyer, H. Poodts en bakker Van Rieth
gaan morgen naar Antwerpen uitzien om eetwaren te
krijgen.
Woensdag 23 december 1914 (dag 143)
Duitse soldaten op onze toren tot 's middags.
In Doregem op weg naar Van Delm ontmoeting van een
Duitse batterij die er maneuvers doet en enige malen
naar het fort afvuurt.
Om 10 1/2 bezoek van madame gravin die vertelt dat
baron de Rosée in Engeland is.
Om 12 1/2 komt de Feldwebel van 't fort beleefd vragen
om ons oud harmonium voor Kerstnacht te mogen be-
zigen op 't fort. Ze komen het om 4 uur halen.
Juffrouw Van der Stappen brengt 5 fazanten. In het
gasthuis slachten ze onze 7 kalkoenen, 2 voor ons.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 92 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Deze middag tussen 12 en 1 uur is een dief in het was-
huis binnen geraakt langs het vensterke van het gemak
en heeft er een paar klompen van Marie Blommaert
meegenomen.
Onze Mecklenburgers komen met 3 mastenboompjes
thuis voor Kerstnachtbomen, en vragen of ze morgen
hun 18 beefsteaks met patatten in onze keuken mogen
bakken. Ze zullen alles betalen. We doen hun een mand
Queens-appelen present.
Er wordt verteld dat heel 't garnizoen van Bornem mor-
genavond zal bal houden bij de Koop, en diner bij Mil
Van Fraeyenhoven.
Kwart voor 8 uur vliegmachien van zuid-west naar
noord-oost over Bornem.
Kanon heel de dag hoorbaar.
Donderdag 24 december 1914 (dag 144)
De dief, die gisteren in 't washuis kwam op de middag,
moet deze nacht nog daar geprobeerd hebben, en wij
verwachten hem deze middag terug.
Om 11 ½ ging Leonardus naar het washuis de wacht
houden, en de wasvrouwen, die anders om die tijd weg-
gingen, bleven ook nog binnen en 't kwart voor 12 uur
hoorde men de dief aangeklefferd komen. Hij werd
echter te vroeg verrast en kon ontkomen langs de
boomgaard. Leonardus stormt hem achterna al roe-
pende, en hij zou hem ongetwijfeld hebben ingehaald,
indien hij niet in de war geraakt was door de ijzerdraad,
die op de boomgaard lag en hem hals over kop deed
neertuimelen. Hij gaf het toch nog niet op. De dief had
nu wel een voorsprong en meende langs de bospoort te
ontkomen, maar deze was gesloten en zo moest hij de
muur over, wat hem gelukte juist als zijn achtervolgers
hem meende te pakken. Midderwijl was heel de abdij op
de loop gegaan. Een Pruis greep naar zijn geweer en
loopt met ons langs de bospoort tot aan de hoek van de
muur westwaarts. De dief, die er over geraakte, moet
wonderen gedaan hebben om uit en door de
driedubbele pindraad-versperring te geraken.
De oud-gendarm D'Hooghe, die daar aankwam, zag hem
lopen, en toonde hem ons en de Pruis, die zijn geweer
erop afvuurde in de richting van de Grote Hei. De dief
liet zich in een gracht vallen en liep voort ongedeerd, zo
het scheen. De commissaris kwam deze avond horen.
Onder de recreatie worden wij verzocht door de Pruisen
naar hun kerstbomen in de studiezaal te komen zien. Ze
zijn kontent als kinderen.
Tegen avond wordt er onze oude versleten piano naar
toe gebracht, en beginnen ze te tokkelen.
De Pruisen van 't fort zijn ook bij de broeders in 't dorp
geweest en hebben er 't harmonium opgeëist. Item in 't
gasthuis zijn er vandaag voor de eerste keer binnen
geweest, hebben 't harmonium bezichtigd, maar niet
gesproken van het mee te nemen.
Rittmeister Von Loeper laat per telefoon vragen of er
een Duits Nieuw Testament te bekomen is. Ik gaf hun
Allioli - 't is voor de Feldprediger, die er morgen een
sermoon komt doen op 't fort.
Theodoor en Poodts hebben gisteren te Antwerpen 65
zakken meel kunnen loskrijgen - en Van den Hoeck heeft
moeten afdoppen.
Het kanon is nog de hele dag hoorbaar geweest, meer
zuidwaarts dan de vorige keren.
Vrijdag 25 december 1914 (dag 145)
Leo en Leonardus zijn gaan mis lezen in 't gasthuis en de
Presentatie. 4 ½ en waren terug om 6 ½ . In de missen
van 6 ½ en 9 uur waren vele Duitsers tegenwoordig.
Deze morgen na de missen van 6 ½ was de Pruis, die op
wacht stond aan de poort der Kloosterstraat, voor zijn
behoefte in de loopgracht moeten gaan, en daar de
wachtpost niet mag verlaten worden, had hij n’en kleine
jongen zijnen overjas omgehangen, de pinhelm opgezet
en met 't geweer in zijn polleken tegen de muur ge-
plaatst.
Onze Mecklenburgers hebben gisterenavond Feierabond
gevierd tot 11 uur, maar zo stil dat wij ze niet gehoord
hebben. Ze bekenden vandaag, dat, ondanks alle Liebes-
gaben von da Heim, als wijn en sigaren, er geen opge-
wekte stemming was tot feest vieren. Ze waren met
hart en geest thuis.
Ze zagen in dat er misrekend was toen ze hun wijs
maakten, Weihnachten thuis te mogen vieren !
Alles buiten wit beijzeld, echt kerstmis uitzicht.
Zaterdag 26 december 1914 (dag 146)
Om 11 uur komt de commissaris en adjt. Van Camp met
een speurhond om inlichtingen over de gepleegde
diefstal in 't washuis. Leonardus doet hen uitvoerig
verslag. Om 12 uur was 't gedaan.
Om 1 uur komt Theodoor op bezoek in de calefact en
vertelt dat Bornem voortaan wekelijks 95 zakken meel
zal krijgen van het voedingscomiteit.
Voorraad (minimum) bij de boeren te Bornem verleden
week : 200.000 kg rogge, 28.000 kg tarwe, 500.000 kg
patatten, 150.000 kg peëen, 200.000 kg bieten. Dus nog
eten voor minsten 5 maanden als de Duitsers 't niet
meenemen.
Deze avond uit de wachtkamer der Duitsers 5 kinderen
weggejaagd. Straf : geen soep meer.
E.H. pastoor van Bornem is deze avond een kartabel van
Mechelen komen brengen, die hij te veel had. Er staan
onder de overleden priesters zes aangegeven als occisi a
© Gemeentelijk Archief Bornem - 93 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Germanis. Hij vertelt dat de E.H. pastoor van de
verbrande brug, religieus van Grimbergen, door zijn
eigen parochianen op bevel der Duitsers moest
afgeslagen worden en dan is gefusilleerd.
Vandaag geen kanon gehoord.
Kwart voor 8 uur veel geronk op straat of in de lucht.
Deze morgen om 7 ½ heeft men een Zepppelin gezien
ten zuid-westen.
Zondag 27 december 1914 (dag 147)
In de grote mis komt meer en meer volk, aangetrokken
waarschijnlijk door onze provisoire orgelspeler, die op
korte tijd ook dit instrument is meester geworden en
zowel onze als zijne voldoening steeds gereed is hier
komen te spelen. Diederik, zijn jongen, moet de
blaasbalg trappen. Met hulp van Theodoor maken we de
lijst op van de bijnamen waaronder 't manvolk te
Bornem meest genoemd en gekend is. Dat ze in Bornem
in dit opzicht zeer vrijgevig zijn, kan men opmaken uit de
gedrukten kiezerslijst van 't jaar 1911.
Photograaf Craenhals heeft overvloed van werk in zijn
atelier, waar ook een Duits liefhebber-photograaf hem
behulpzaam is om vriend en vijand te "trekken".
Onze zonderbare logé Von Döring heeft vandaag druk
bezoek ontvangen. Hij gaat morgen naar Antwerpen, en
schijnt met gewichtige "communiqués" gelast te zijn.
Bauführer Mann is opgetrokken, maar vergat bij Suske
Verstraeten, Victoor, en elders zijn schulden te betalen.
Maandag 28 december 1914 (dag 148)
Leonardus is baas en tracteert met een glas wijn en
cigaar, 's avonds chocolade.
Om 1 uur brengt juffrouw Van der Stappen 6 vette
fazanten.
Om 2 uur komen de commissaris en adjudant Van Camp
een paar holle blokken en een Paternoster, hier
gestolen, terugbrengen. De jonge, 14-jarige dief, is de
zoon van "den Vlechter" alias Pauwels-Gering, vroeger in
de Kloosterstraat, thans in de Breeveldstraat wonend.
De vader is een braaf oppassend man. De moeder, oude
dievegge, had hare jongen, een van hare 9 kinderen, ook
onze duifjes doen stelen en er kermis mee gehouden.
De Keizer is insgelijks voor het gerecht moeten
verschijnen, wegens de gestolen cokes in de abdij. Hij
had daar verklaard de cokes van P.Benedictus gekregen
te hebben, en dat wilde men niet geloven !
Ons garnizoen, 15 Mecklenburgers, is nu met 20 man
versterkt, samen 35.
Ern. Van Roie is naar zijn zuster te Hasselt geweest en
komt vertellen , hoe de Duitsers hem op zijn heenreis
hebben onderzocht en twee brieven van Placidus heb-
ben afgenomen.
Aanlegplaats 'Embarcadere' op de Schelde in het Buitenland
© Gemeentelijk Archief Bornem - 94 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Gerardus is welvarend, al wordt hij met zijne parochia-
nen ook fel gepluimd door de Duitsers.
Dinsdag 29 december 1914 (dag 149)
Te nacht geweldige stormwind.
Tegen de morgen is de wind gaan liggen en 't weder
regenachtig, in de namiddag opgeklaard.
In de serre zijn enige ruiten kapot en op het dak
verscheidene plaatsen lek geslagen. In de vijvers is het
water zeer geklommen, ook de grachten in de Donk
staan vol.
Om 2 uur bezoek van madame de Gravin, die moedeloos
scheen, en ons haar kasteel aanbood als toevluchtsoord,
als wij het in de abdij niet konden volhouden. Geen
nood.
Theodoor is gisteren naar Antwerpen geweest en bracht
van het hulpcomiteit 2.500 frank mede, benevens 45
zakken meel. Onuitgezift laat het meel nogal veel te
wensen. Aan de winkelramen der bakkers liggen overal
broden uitgestald. Iets wat sedert oktober niet meer te
zien is geweest.
De ploeg werklieden is vandaag begonnen met de "abris"
op de boomgaard af te breken. Zij hebben een toe-
zichter volgens hun goesting, de zoon van de "Keizer",
die zorgt dat zijn mannen niet te hard werken. Een
Duitser vertelde dat we eerstdaags onze bondgenoten
hier mochten verwachten !
Woensdag 30 december 1914 (dag 150)
Deze morgen is ons werkvolk begonnen met het zand
van de steenweg in de lindendreef weg te voeren, terug
in de loopgracht, waaruit de Belgische genietroep het 2
voet dik op de weg had gegooid, ter verdoving van de
projectielen, die er hadden kunnen vallen.
Deze middag aan tafel kregen we een koppel eieren.
't was geleden van oktober.
Na de refter rees 't gedacht op, eens naar onze boek-
binders van Malderen te lopen. Leo en Leonardus waren
gereed. Kwart voor 1 uur waren we in Sint-Amands.
Aan de ijzeren weg tussen Sint-Amands en Oppuurs
woont een zuster van de boekbinders met hare man,
baanwachter, en 8 kinderen, waarvan de 2 oudsten aan
het front zijn als vrijwilligers. Wij vernemen er dat vader
Averhals de 17e oktober gestorven is. De jongens, wel-
varend zijn in hun gespaard huizeken, maar niet kunnen
werken bij gebrek aan grondstoffen.
Wij keren terug langs pachter Verbruggen, waar de
Duitsers 1.000 flessen wijn gestolen hadden, veel geld,
18 dekens, enz.
Acht bommen werden naar hun huis geschoten van
Bornems fort omdat de Duits er in zat.
Om 3 uur waren we terug in de Vespers.
Donderdag 31 december 1914 (dag 151)
Een boer in de Boskant afgebrand, brengt vandaag zijn
korenmijt in onze schuur, maar heeft met het meermaals
te verplaatsen 't beste van zijn graan verloren. En in het
dorp wisten de mensen te zeggen dat er stro naar de
abdij was gevoerd om 5.000 Duitsers te logeren.
In het gasthuis zijn deze morgen 2 Duitse (doctoors ?)
van Puurs komen onderzoek doen of alles goed ingericht
was om eventuele besmettelijke ziekten te verplegen.
Om 2 uur brengt madame Van der Stappen vijf konijnen.
De Prior bracht van de pastoor 't nieuws mede van het
overlijden van F. Drijvers, directeur te Willebroek.
Om 10 uur deze voormiddag bracht een seminarist van
Sint-Amands een nieuwjaarsbrief van zijne Eminentie de
kardinaal van Mechelen, met de bemerking er vandaag
nog niets van te zeggen aan het volk. Een prachtig stuk,
dat we gretig verslonden, en dat, wij zijn er van
overtuigd, meer uitwerken zal dan een kanon van 32.
Nieuwjaarsavond eindigt met een stille killen regen.
Het spoorwegstation van Sint-Amands
© Gemeentelijk Archief Bornem - 95 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Kerstbestand 1914
Stille Nacht in Niemandsland
In de loopgraven
Het is 24 december 1914, kerstavond, en we zitten
midden in de Eerste Wereldoorlog. De soldaten waren
uitgeput en geschokt door de zware verliezen. Op
kerstavond daalde de temperatuur tot beneden het
vriespunt, en op sommige plaatsen sneeuwde het. De
soldaten werden droevig en dachten aan thuis waar hun
familie waarschijnlijk in een warme woonkamer gezellig
aan het haardvuur zat. Een bikkelhard loopgraven-
gevecht om elke millimeter. Zelfs het niemandsland (het
gebied tussen de stellingen) blijkt niet heilig: militairen
kunnen er hun stervende maten niet weghalen omdat
overal sluipschutters op de loer liggen. De waanzin van
de oorlog ten top. De omstandigheden zijn slopend. De
soldaten zitten al tijden te kleumen, zijn ondervoed en
knakken mentaal bijna onder de constante dreiging. De
naderende kerst, ver weg van familie maar omringd door
explosies en granaat-inslagen, zorgt voor verdere
demotivatie.
Verschrikkelijke omstandigheden
Het leven aan het front in de winter van 1914 was
bepaald geen pretje. De beide strijdende kampen
hadden zich ingegraven, nadat de oorlog in een
patstelling was beland. Het waren zeer erbarmelijke
omstandigheden in die loopgraven. Door grond- en
regenwater hadden de soldaten voortdurend natte
voeten. Daardoor konden hun voeten pijnlijk gaan
zwellen en hun tenen zelfs afsterven. Ook hadden ze
veel last van ongedierte, zoals vlooien, luizen, muggen
en ratten. De ratten, soms zo groot als een volwassen
kat, knaagden aan de voorraden en aan de gewonde of
dode soldaten. De kwaliteit van het voedsel liet veelal te
wensen over. De dood lag voortdurend op de loer: de
soldaten liepen steeds het risico dat ze werden gedood
door een onverwachte granaatinslag of door de kogel
van een sluipschutter. Soms werden ze dagenlang dag en
nacht bestookt door de vijandelijke artillerie, zodat ze
geen moment rust hadden. Of ze moesten dagenlang
wachten tot hun eigen artillerie was uitgeraasd ter
voorbereiding van een aanval op de vijandelijke
loopgraven. Wanneer het aanvalsmoment dan eindelijk
was aangebroken, zwegen de zware kanonnen en
bliezen de officiers op hun fluitje. Voor de soldaten was
dit het teken om uit hun loopgraven te komen, over de
borstwering te klimmen en het niemandsland in te lopen
op weg naar de loopgraven van de vijand.
Verliescijfers tot dramatische hoogten
De grond was door de talloze granaatinslagen veranderd
in een soort maanlandschap dat door metersdiepe
kraters nauwelijks begaanbaar was. Vaak bleek het
prikkeldraad niet te zijn vernietigd door de eigen
artillerie, zodat de opmars werd vertraagd. De ploete-
rende soldaten waren daardoor een makkelijke prooi
voor de vijandelijke mitrailleurs en werden bij bosjes
neergemaaid. In december 1914 waren de verliescijfers
al tot dramatische hoogten opgelopen. Bij elk van de
strijdende partijen liep het aantal doden, gewonden en
vermisten reeds in de tienduizenden.
Van het Britse leger, dat in augustus op het Europese
vasteland was geland om de Fransen en Belgen bij te
staan, was bijna niets meer over. En dan gebeurt er die
avond iets heel bijzonders…
Kerstliederen zingen
Vanuit de Britse loopgraven konden de soldaten een
Duits mannenkoor kerstliederen horen zingen. Elders
zagen militairen in de voorste loopgraaf ongebruikelijke
lichtjes aan Duitse zijde. Volgens enkele officieren waren
de Duitsers een aanval aan het voorbereiden. Maar al
snel riep een stem vanuit de Duitse linies: ‘Hé Engelsen,
Gelukkig Kerstfeest!’. Even later liet een Duits orkest het
Engelse en Duitse volkslied horen, daarna ‘Stille Nacht,
Heilige Nacht’.
In het ‘niemandsland’ verzamelden Duitse en Britse
soldaten zich, waar zij gezamenlijk zongen.
Staakt het vuren afgesproken
Er wordt een staakt het vuren afgesproken. Wanneer
een Duitse soldaat zingend uit de loopgraven kruipt en
het niemandsland inloopt, volgen de anderen schoor-
voetend zijn voorbeeld. Het begin van een ontroerende
toenadering: er wordt gezamenlijk gevoetbald, gedron-
ken en gebeden. De militairen wisselen foto’s van elkaar
vrouwen en vriendinnen uit en vieren samen kerst.
Broederlijk naast elkaar
Op Kerstochtend, 25 december dus, vlak na het ontbijt,
stonden daar in het Niemandsland ineens wel vier-
honderd soldaten van beide zijden broederlijk naast
elkaar. Eerst wat onwennig: Frohe Weihnachten en
Happy Christmas en er werden handen geschud en
daarna werden enkele doden begraven die er nog lagen.
Iedereen hielp.
© Gemeentelijk Archief Bornem - 96 -
Uit de dagboeken van
Pater Benedictus Van Doninck
Ineens was er een bal, ergens vanuit de Duitse lijn. Wel
tweehonderd man holden als jonge honden achter de
bal aan, zonder spoor van vijandigheid.
De hele dag bleven mannen rondhangen in het veld
tussen beide frontlijnen in. Een Engelsman speelde op de
mond- harmonica van een Duitse kameraad. Iemand was
bijzonder trots dat hij een Duitse pinhelm kon opzetten.
Het was aangrijpend: tussen de loopgraven stonden
aartsvijanden samen liederen te zingen.’
Er werden handen geschut, men bood elkaar een vuurtje
aan en wisselde geschenken uit: sigaretten, Duitse
worsten en sigaren, ingeblikte hutspot, tabak, familie-
foto’s en Londense kranten.
Over 700 kilometer
Dit onofficiële Kerstbestand was het begin van een
spontane wapenstilstand, die zich verspreidde over het
meer dan 700 kilometer lange Westelijk Front.
Bevelhebbers vreesden echter dat dit soort verbroede-
ringen een einde zouden maken aan de vechtlust van
hun ondergeschikten. Dergelijke sacties werden daarom
van hogerhand officieel streng verboden.
Hun vrees bleek ongegrond: de daarop volgende veld-
slagen zouden in totaal bijna 9.500.000 levens eisen