185 jumu'ah in dar ul harb

38
Noorani Islamic Research Institute http://www.tangali.net Publicatie 185

description

 

Transcript of 185 jumu'ah in dar ul harb

Page 1: 185 jumu'ah in dar ul harb

Noorani Islamic Research Institutehttp://www.tangali.net

Publicatie 185

Page 2: 185 jumu'ah in dar ul harb

Copyright © M.J. TangaliAmsterdam, 7 augustus 2013

2e druk (ERRATUM: SURINAME IS DAR-UL-HARB)Uitgever: Stichting Noorani Islamic Research Institute

E-mail: [email protected]: www.tangali.net

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzedan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-gever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permissionfrom the publisher.

Page 3: 185 jumu'ah in dar ul harb

Inhoud

1. Inleiding

2.  Wat is ibādat?

3. Wat is Dar-ul-Islam en wat is Dar-ul-Harb?

4. Fatawa Taajush Shar’ah over Dar-ul-Harb en Dar-ul-Islam

5. Wat is de filosofie van namāz?

6. Wat is Jumu’ah namāz?

7. Wat zijn de voorwaarden voor Jumu’ah namāz?

8. Conclusie

8.1 Is er Jumu’ah plicht in Nederland en Suriname?

Page 4: 185 jumu'ah in dar ul harb

Jumu’ah in Dar-ul-Harb

1. Inleiding

Begin dit jaar is er onder de moesliemgemeenschap van Suri-naamse afkomst enige verwarring ontstaan over het vrijdaggebed(Jumu’ah) in Dar-ul-Harb. Vrienden in zowel Nederland alsSuriname, zoals mr. R.F.A. Chitani, imam en voorzitter van masjidKHILAFAT ANJUMAN via Facebook op 2 augustus 2013, hebbenaan mij nederig persoon gevraagd om het licht te werpen op ditonderwerp.  In dit boek gaan wij  in het begrippen zoals namāz,Dar-ul-Islam, Dar-ul-Harb en Jumu’ah.

Voor het beantwoorden van de vraagstelling ‘Jumu’ah in Dar-ul-Harb heb ik op e eerste plaats gebruik gemaakt van de HeiligeQur'aan, Ahadith boeken en tafsir al-Jalalayn van Imam Suyuti,daarnaast literatuur van beduidende Oelama. Deze werken zijnQuduri, Radd-al-Muhtar, Fatãwa Razwiyah, Bahaar-e-Shari’ah enQanoon-e-Shariat.

Page 5: 185 jumu'ah in dar ul harb

Moge Allah Ta’ala ons allen de wijsheid begunstigen om het Padvan de Akabier-e-Oelama-e-Haqq te volgen. Het Pad dat recht-streeks verbonden is met het Hof van de Heilige ProfeetMohammed sallallaaho alaihi wa sallam.

In het laatste hoofdstuk van dit boek geef ik aan (besluit), ofNederland en Suriname Dar-ul-Harb of Dar-ul-Islam zijn,gebaseerd op de geschriften en filosofie van de Akabier-e-Oelama-e-Haqq.

Tot slot, dit boek maakt deel uit van de Aliem opleiding aan deMediena Business School www.sobm.nl.

Amsterdam, 26 Ramadān 1434 / 6 augustus 2013

Dr. Mohamed Juzoef Tangali Qadri MBA MA BA

Algemeen directeur en eigenaar van

Mediena Business School en

www.tangali.net

Page 6: 185 jumu'ah in dar ul harb

2.Wat is ibādat?

In mijn uit ruim 800 pagina’s bestaande proefschrift PhD inIslamic Studies dat ik in het Engels heb geschreven en momenteelnaar het Nederlands vertaal, heb ik aandacht geschonken aan hetbegrip ibādat. Islam is de mooiste sieraad en sterkste wapen van demoesliem. Zoals de mens een diamant in eigen bezit heel veiligopbergt en liefst in een bankkluis, zo is Imān de mooiste sieraaden sterkste wapen ter wereld.

De meeste mensen denken dat alleen namāz, saum, zakāt, hajj enziyārat‑e‑Mustafa sallallaaho alaihi wa sallam tot ibādat van AllahTa’ala gerekend kan worden, echter ook dienstbaarheid aan demedemens en andere scheppingen van Hem is onderdeel van Zijnaanbidding.

Allah Ta’ala openbaart, zo reciteren wij in de Heilige Qur'aan

“En ik heb de Jinn en de mensen slechts tot Mijn aanbidding geschapen.”Surah az‑Ziyārat (51) vers 56

Page 7: 185 jumu'ah in dar ul harb

Imam Suyuti schrijft zijn toelichting op dit vers in zijn al-Jalalayn:“En Ik heb de Jinn en de mensheid niet (voor iets anders) gescha-pen behalve dat zij mij aanbidden: het feit dat ongelovigen [Allah]niet aanbidden is niet strijdig met deze [verklaring], aangezieneen doel niet hoeft te worden gerealiseerd [in een besluit, datgeldig maakt], als wanneer je kunt zeggen: 'Ik heb deze potloodgeslepen om ermee te schrijven', hoewel je misschien niet daad-werkelijk mee gaat schrijven.”

In de begrippen van de islam is ibādat de gehoorzaamheid, aan-bidding en toewijding aan Allah Ta’ala samen met de ultiemeliefde voor Hem. Moesliems geloven dat ibādat de reden voor hetbestaan is van de gehele mensheid. Dat wil zeggen, moesliemsgeloven dat alle mensen uitsluitend bestaan om zich te onderwer-pen aan Allah Ta’ala, de Schepper.

Islam is op het honk op vijf pijlers, die een moesliem verplicht inzijn geloof. Dit is een deel van Imān. Allah is wahdahoe la shariqalaq(er is geen andere dan Allah). Daarom moeten mensen alleenAllah Ta’ala aanbidden en geen van zijn scheppingen of door demens zelf gemaakte idolen en dergelijke. Iemand die uitsluitendAllah Ta’ala aanbidt zal door Hem beloond worden met het Para-dijs. In de Heilige Qur'aan lezen we dat degenen die Allah Ta’alastandvastig aanbidden de engelen van zegen op die persoon dalen(tanazoel alaihimoel malaika).

Page 8: 185 jumu'ah in dar ul harb

In een hadith lezen we dat de metgezellen van de Heilige ProfeetMohammed sallallaaho alaihi wa sallam aan hem vroegen "mataza'a-toe ya Rasoeloellah" (o Profeet van Allah, wanneer is de dag deropstanding). De Profeet sallallaaho alaihi wa sallam zou hebbengezegd, "maza" adat_talahaa" (wat hebt u voorbereid voor de Dagdes Oordeels?). De metgezellen antwoordden "ghaire annie wohieb-boollaaha wa Rasoelahoe" (alleen Allah en zijn profeet weten beter).

Uit bovenstaande hadith leren we, dat wij ons best in ibādat moe-ten doen, omdat we niet weten wanneer onze aardse leven zouverstrijken. We leren ook uit bovenstaande hadith, dat wij niettrots op onze inspanning van ibādat moeten zijn want dat is hoog-hartig en een grote zonde. Iblies wacht juist op deze momentenwanneer moesliems trots zijn op hun inspanningen in ibādat enzichzelf vernietigen.

De eerste oorzaak van trots is onderwijs aangezien de geleerdetrots is op zijn studie. De Heilige Profeet Mohammed sallallaahoalaihi wa sallam zei dat het gevaar van het onderwijs trots is. Eengeleerde is gemakkelijk trots vanwege zijn geleerde wetenschap-pen. Hij denkt zelf groot wegens het excellence van zijn kennis,volmaking en bezit in minachting van andere mannen. Hij be-schouwt anderen als beesten, analfabeten en onwetenden. Hij isvan mening dat hij de meest respectabele man onder hen is. Eenman kan echter zichzelf leren kennen (zelfmanagement) en zijnHeer (Allah) door feitelijk onderwijs (islamitische wetenschap-

Page 9: 185 jumu'ah in dar ul harb

pen) te leren de gevaren op het moment van overlijden te kennen.Hoewel er grote gevaren in het onderwijs zitten, is feitelijkeonderwijs effectiever namelijk godvrezendheid, bescheidenheiden andere kwaliteiten.

Hazrat Abu Darda radi Allaho anho zei, hoe meer een man wijs is,hoe meer zijn verantwoordelijkheid toeneemt. Er zijn twee oorza-ken die door KENNIS trots verwekt. De eerste oorzaak is dat hijniet het echte onderwijs (islamitische wetenschappen) leert waar-mee hij Allah (beter) leert kennen en zijn geest voorbereid op devolgende wereld. Deze laten godvrezendheid en bescheidenheidtoenemen. Allah zegt dat de geleerden onder de dienaren vanAllah Hem het meest doen vrezen. Behalve dit, andere (moderne)wetenschappen zoals geneeskunde, wiskunde, taal, poëzie, recht,etc. zijn technische educatie en geen echte onderwijs. Echt onder-wijs geeft kennis van de godheid van Allah en nederigheid van demens.

Dit wil niet zeggen dat het leren van moderne wetenschappen nietde aandacht moet krijgen. Imam Shah Ahmad Noorani SiddiquiQadri rahmatullaah alai heeft in zijn toespraak (2000) gezegd dat deProfeet sallallaaho alaihi wa sallam aan de Sahābiyyeen heeft gead‑viseerd om ook kennis op te doen, al is het in China. In die tijd wasislam alleen in Saoedi Arabië. Dus heeft de Heilige Profeet sallal-laaho alaihi wa sallam daarmee bedoeld dat ook moderne weten-schappen geleerd moet worden.

Page 10: 185 jumu'ah in dar ul harb

Er is geen twijfel dat moesliems alleen Allah Ta’ala aanbidden.Sommige mensen denken dat het aanbidden van Allah voldoendeis als we geen aandacht voor de Profeet Mohammed sallallaahoalaihi wa sallam tijdens de ibādat hadden. In de Heilige Qur'aanlezen wij dat Allah Ta’ala zegt dat we ibādat in overvloed moetendoen, zodat we van Zijn beloningen, hulp, vooruitzichten enredding een succesvol leven kunnen maken wij niet ondankbaarzouden zijn. Ibādat is daarom een gemiddelde van verbinding metAllah.

3. Wat is Dar-ul-Islam en wat is Dar-ul-Harb?

Het Arabische woord ‘Dar’ betekend huis, verblijfplaats, daarwaar de behoefte voor levensonderhoud wordt verdiend. VolgensArabische taalkundigen betekent het de landen die momenteel ofeerder geregeerd werden door de islamitische heerser. In 1298 naHijri (1888 na Chr.), toen Imam Ahmad Raza Khan radi Allaho anhoslechts 14 jaar oud was, had Mirza Ali Baig van Badayun (UP,India) een onderzoeksvraag ingediend of India Dar-ul-Islam ofDar-ul-Harb is. In zijn antwoord heeft Imam Ahmad Raza Khanradi Allaho anho een fatwa gevonnist, dat India een Dar-ul-Islam iswant Dar-ul-Harb is een land waar de islamitische wetten enverdragen niet kunnen worden afgekondigd.

Page 11: 185 jumu'ah in dar ul harb

Dar-ul-Harb is dus een land waar niet-islamitische regels en wet-ten van kracht zijn zoals Nederland, Frankrijk en Spanje. Radd-ul-Muhtar, blz. 309

4. Fatwa van Taajush Shari’ah Akhtar Raza Khan AzhariHafizullah Ta’ala

7 Muharram 1412 A.H., 20 juli 1991, Mr. Haroon Tar Ladysmith, Natal,Zuid-Afrika

1. Wat is een Dar-ul-Harb?2. Is de Republiek van Zuid-Afrika een Dar-ul-Harb?

HET ANTWOORD

1. Dar-ul-Harb is een niet-moesliem land.

2. Het geldt daarom ook voor Republiek Zuid-Afrika. Het is eenniet-moesliem land vanaf het allereerste begin. Vandaar datdeze technische term van toepassing is op elke niet-islamitischland zoals Zuid-Afrika. Het is historisch bewezen dat Zuid-Afrika nooit onder de islamitische regel was dus de fundamen-tele voorwaarde voor een Dar-ul-Islam is niet van toepassing.Vandaar dat het een Dar-ul-Harb is en het is helder en behoeftgeen nadere uitleg.

Page 12: 185 jumu'ah in dar ul harb

Als bijvoorbeeld, was het lang geleden een Dar-ul-Islam en kwamdaarna de islamitische regering tot een einde waarna een niet-islamitische regering aan de macht kwam en de niet-islamitischeOrdonnantie in het hele land uitvaardigde zodat niemand kongenieten van de eerdere vrede en het land werd in alle opzichtenbegrensd met de niet-islamitische landen. In een dergelijk gevalwordt het ook een Dar-ul-Harb.

Dit is een categorisch verbod van de islamitische jurisprudentie.

De grote islamitische theologen zoals Hazrat Allama Qazi en HazratAla'uddin Haskafi (rahmatullah Ta'ala alaihuma) hebben in hun wer-ken Tanwier-ul-Absar en Durr-e-Mukhtar respectievelijk verklaard:“Veronderstel dat Zuid-Afrika nog steeds Dar-ul-Islam is, dan blijftuw kwestie staande. Zoals ik eerder heb gezegd (zie Fatwa op rente)dat de voorwaarde voor een winst als belang wordt beschouwdwanneer er een transactie is tussen een moesliem en een ZimmiKaffir. Aan de andere kant, als er een transactie is tussen eenmoesliem en een Harbi Kaffir, dan zou het niet beschouwd wordenals rente, maar als winst en het zou voor een moesliem juridischtoegestaan zijn, ondanks het feit dat de transactie plaats vindt inDar-ul-Islam.”

Page 13: 185 jumu'ah in dar ul harb

5. Wat is de filosofie van namāz (gebed)?

Gebed (namāz) is de ziel van de religie. Wanneer er geen gebed is,kan er geen zuivering van de ziel plaatsvinden. De moesliem dieniet bid wordt terecht beschouwd als een zielloze mens. Neemgebed uit de wereld, en het is allemaal voorbij met de religie,omdat met het gebed de mens bewust is van Allah Ta’ala enonbaatzuchtige liefde voor mensheid en innerlijke gevoel vanvroomheid heeft. Gebed is dus de eerste, de hoogste, en de meestplechtige fenomeen en manifestatie van de religie. De manierwaarop het gebed wordt aangeboden en de woorden die wordengereciteerd in het uitleggen van de ware aard van de godsdienstwaarvan het de uitdrukking is van een contact met de Heer.Gebed in de islam leert ons in een notendop het onderwijs van deislam.

Het eerste wat voorkomt in de bekendheid van het islamitischgebed is dat het vergezeld wordt door lichaamsbewegingen. Hetimpliceert dat islam niet alleen de ziel naar de spirituele hoogtelift, maar ook het lichaam van de mens belicht met het Noer (Licht)van Allah Ta’ala. Het zuiveren van het lichaam en de ziel beoogtgeen decolleté wat tussen hen bevindt. Islam beschouwt hetlichaam en de ziel niet als twee verschillende entiteiten (tegen-gesteld aan elkaar), of het lichaam als de gevangenis/huis van deziel waaruit het hunkert naar vrijheid om op te stijgen naar de

Page 14: 185 jumu'ah in dar ul harb

6. Wat is Jumu’ah namāz?

Sinds Adam alaihis salām was er namāz slechts eenmaal per dag inelke Shari’ah. Al die gebeden werden samengebracht en voor onsfarz (verplicht) gemaakt. Hoewel het uitvoeren van namāz niet eenpijler van  Imān is, is het een pijler van  Imān om te geloven datnamāz farz is. ́Namāzʹ betekent 'duaʹ. De ibādat die wordt gebodendoor de Shari’ah en die wij allen weten was benoemd  ʹnamāzʹ(salāt). Het uitvoeren van de vijf dagelijkse gebeden van namāz isfarz-e-'ayn voor elke moesliem die de leeftijd van puberteit heeftbereikt. Openlijk verklaard dat er farz is in de Heilige Qur'aan enAhadith. De vijf dagelijkse gebeden van namāz werd een Gebodin de nacht van Mi’raaj. De Mi’raaj gebeurde op de zevenentwin-tigste nacht van de maand van Rajab vóór de Hijrah. Vóór deMi’raaj werden alleen de ochtend- en middag gebeden uitgevoerd.

Namāz is dus farz (verplicht) voor elke moesliem die gezond is ende leeftijd van de puberteit heeft bereikt om de vijf dagelijksegebeden te verrichten. Als een gebedtijd nadert, wordt het farzvoor hem/haar om op dat moment het gebed te verrichten. Als degebedstijd voorbij is voordat hij/zij het heeft uitgevoerd, zondereen goed excuus om niet te doen, zal hij/zij een ernstige zondehebben begaan. Of hij/zij heeft een goed excuus of niet, qaza(inhalen) zal nodig zijn.

Page 15: 185 jumu'ah in dar ul harb

Naast deze verplichte dagelijkse namāz zijn er ook andere soortennamāz  zoals  ied‑ul‑fitr  namāz,  ied‑ul‑adha  namāz,  djanazanamāz,  ishraak  namāz,  jumu’ah  namāz,  enzovoorts. Over deJumu’ah heeft Allah Ta’ala in de Heilige Qur'aan hoofdstukJumu’ah geopenbaard en bestaat uit 11 verzen. Deze verzen zijn:

hemelse hoogten. 'De ziel is een ‘orgaan’ van het lichaam diefysiologische doeleinden exploiteert, of het lichaam is een instru-ment van de ziel' en zo voor spirituele verlichting. Iqbal, Recon-struction of Religious Thought in Islam, blz. 105

Ten tweede, het islamitische gebed streeft niet op een dergelijkegeestelijke contact met Allah Ta’ala waarin de wereld en zelfabsoluut worden ontkend, waarin menselijke persoonlijkheid isopgelost, verdwijnt en geabsorbeerd wordt in de oneindige Heer.Islam is geen voorstander van zo'n meditatie en absorptie in welkemens ophoudt zich bewust te zijn van zijn eigen zelf en zichperfect voelt geïdentificeerd met het oneindige, en beweert in eenstemming van ecstasy: mijn 'Ik' is Allah Ta’ala geworden, of lieverhij is Allah Ta’ala. Islam wil het bewustzijn van de inwoning vanhet Noer van Allah Ta’ala in het lichaam en de ziel inprenten maarlaat hem voor het vervoer van zichzelf in het rijk van wijsheid. Hetmaakt indruk op zijn mening dat hij de nederige dienaar van degrote en glorieuze Rab (Heer) is en zijn geestelijke ontwikkeling en

Page 16: 185 jumu'ah in dar ul harb

religieuze vroomheid in oprechte ligt en gehoorzaamheid aanAllah.

Page 17: 185 jumu'ah in dar ul harb

“ (1) Alles wat zich in de hemelen en op aarde bevindt verheerlijkt Allah,de Koning, de Heilige, de Almachtige, de Alwijze. (2) Hij is het Die onderde ongeletterden een Boodschapper heeft verwekt die Zijn tekenen onderhen verkondigt en hen zuivert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst,ofschoon zij voorheen in openbare dwaling verkeerden. (3) En ook ande-ren die dezen (gelovigen) nog niet hebben ontmoet. Hij is de Almachtige,de Alwijze. (4) Dat is Allah’s genade, Hij schenkt haar aan wie Hij wil;en Allah is de Heer van grote genade. (5) Degenen die belast zijn met deTorah en deze niet naleven, zijn als een ezel die boeken draagt. Slecht isde staat van het volk dat de tekenen van Allah verwerpt. En Allah leidthet onrechtvaardige volk niet. (6) Zeg: "O gij Joden als gij denkt dat gijmet uitsluiting van andere mensen de vrienden van Allah zijt, wenst dande dood als gij de waarheid spreekt."(7) Maar zij zullen deze nooitwensen vanwege hetgeen hun handen hebben uitgevoerd. En Allah kentde onrechtvaardigen goed. (8) Zeg: "De dood waarvoor gij vlucht zal uzeker treffen. Dan zult gij tot de Kenner van het onzichtbare en zichtbareteruggebracht worden, en Hij zal u inlichten over hetgeen gij placht tedoen." (9) O, gij die gelooft! Wanneer op Vrijdag de oproep tot het gebedis uitgezonden, haast u dan Allah gedachtig te zijn en verlaat de handel.Dit is beter voor u indien gij het weet. (10) En als het gebed geëindigd is,verspreidt u dan over het land en zoekt naar Allah’s genade, en gedenktAllah vaak, opdat gij moogt slagen. (11) Maar indien zij koopwaar of enigvermaak zien, gaan zij er haastig heen en laten u staan. Zeg: "Hetgeenbij Allah is, is beter dan vermaak en handel, en Allah is de beste Onder-houder." Surah al-Jumu’ah (62) verzen 1-11

Page 18: 185 jumu'ah in dar ul harb

Allah herinnert ons in vers 9 om te haasten voor Jumu’ah namāz.Imam Suyuti geeft in zijn al-Jalalayn op dit vers de volgendeexegese: “O u die geloven, wanneer de oproep tot gebed wordtgedaan op vrijdag, bespoedig, verrekening, aan de herinneringvan Allah, tot het gebed, en verlaat terzijde [alle] handel, schort[alle] dergelijke contracten (op). Dat is beter voor u, moet u weten,dat het beter is voor u, dat doen.”

Hazrat Ibn Abbas radi Allaho anho (de eerste mufassir en eenSahāba)  geeft  de  volgende  exegese:  “(O  gij  die  geloven)  inMohammad (sallallaaho alaihi wa sallam) en de Qur’aan! (Wanneerde oproep is gehoord voor het vrijdaggebed) wanneer de oproeptot gebed is opgeroepen (van de dag van de congregatie, haast totgedachtenis aan Allah), haast om de preek van de Imam (te horen)en (samen) met hem te bidden (en laat uw handel) en laat handelna de oproep tot gebed. (Dat) luisteren naar de preek van de Imāmen gebed (is beter voor u) dan geld verdienen en handel (als gijmaar deed wat u niet weet) als je in de beloning van Allah gelooft.”

7. Wat zijn de voorwaarden voor Jumu’ah?

Jumu’ah namāz is dus verplicht om te verrichten en staat bovenalle andere activiteiten. Echter om aan een verplichting te kunnenvoldoen zijn voorwaarden gesteld. Zo is woezoe (rituele bewas-sing), tahārat (staat van reinheid van het lichaam) en van de ge-

Page 19: 185 jumu'ah in dar ul harb

bedsplaats en de juiste gebedstijd voorwaarden. Zo heeft ookJumu’ah namāz ook voorwaarden. Deze zijn onder andere:

1. Uit Sahih Bukhari, hoofdstuk 13 Kitāb‑ul‑Jumu’ahHazrat Abu Huraira radi Allaho anho vertelde: “Ik hoorde de apos-tel van Allah (sallallaaho alaihi wa sallam) zeggen: "wij (moesliems)zijn de laatste (gekomen), maar (zullen) de belangrijkste op deDag der Verrijzing zijn hoewel de voormalige naties de HeiligeSchrift eerder kregen. En dit was hun dag (vrijdag) voor de vieringvan dat wat voor hen verplicht gesteld was maar zij verschildendaarover (van mening). Dus gaf Allah (aan) ons de richtlijnenvoor (vrijdag) en alle andere mensen vóór ons in dit opzicht zijn:(heilige dag is van) de Joden morgen (zaterdag) en (van) dechristenen overmorgen (zondag)."

2. Uit Namāz Kamiel van Maulana Galiel Rahman Naeemi Mazhari,blz. 62-642.1. Jumu’ah is geen verplichting in dorpen, in deze dorpen

moet alleen het zohr gebed worden verricht.2.2. Jumu’ah is toegestaan in woonplaatsen waar algemene

maatschappelijke voorzieningen zijn zoals openbaar ver-voer, postkantoor, markten en gemeentehuis.

2.3. Jumu’ah is niet verplicht voort zieken, verslaafden, vrou-wen, blinden, reizigers en voor degene wiens leven op hetspel staat door mogelijke aanvallen van hun (persoonlijke)vijanden. Fatãwa Hindiyya

Page 20: 185 jumu'ah in dar ul harb

3. Radd-ul-Muhtar, blz. 824-836

Vrijdaggebed bestaat uit zestien rakāts. Het is farz-e-ayn voor elkeman om de twee rakāts (Jumu’ah) te verrichten. Hij die nietgeloofd of twijfelt, wordt een kāfir. Het is sterker dan de farz vande vroege middaggebed (zohr). Het vrijdaggebed is afhankelijkvan twee groepen voorwaarden voordat het farz wordt: de eerstegroep zijn de voorwaarden van wujub en de tweede groep zijn devoorwaarden van ada (voldoen). Als een van de voorwaardenvoor ada niet bestaat, zal de namāz niet Sahih zijn. Als de voor-waarden van wujub niet bestaan zal de namāz nog steeds Sahihzijn. De voorwaarden van ada zijn als volgt:

1. De eerste voorwaarde is voor het uitvoeren van de namāz ineen shahr (stad). Een shahr is een plaats waarvan de Jamaat nietkan worden opgevangen door de grootste moskee. De meer-derheid van fiqh geleerden in de Hanafi mazhab (rahmatullahita'ala 'alaihim ajmain) hebben hierin overeenstemmingbereikt. Ook is het geschreven in Walwalji dat deze gevolg-trekking Sahih is. Een plaats met aan het hoofd een moesliemgouverneur (heerser) of commandant waar hij machtig genoegis om de Geboden van de Shari’ah uit te voeren is een shahr.Zelfs als hij niet kan voldoen aan alle Geboden van de Shari’ah,is het voldoende als hij de rechten en vrijheid, voorkomendefactie en ellende kan beschermen, en de rechten van de onder-drukten kan terugnemen uit handen van de onderdrukkers.

Page 21: 185 jumu'ah in dar ul harb

Het is een excuus als een gouverneur (heerser) enkele van defarz voorwaarden niet kan uitvoeren, omdat de regeringonderdrukt.

[Deze dorpen die hoofdmannen hebben benoemd en door de heden-daagse regeringen of rijkswachters zijn geratificeerd, en de regio's diein de hedendaagse grote steden zijn opgesplitst (zoals stadsdelen endeelgemeenten) hebben elk recht op het vrijdaggebed volgens debovenstaande definities. Het is toegestaan voor het verrichten van hetvrijdaggebed en de 'Ied gebeden in deze dorpen en regio's. Bovendien,volgens de Shafi'i mazhab moeten minimaal veertig mensen hetvrijdaggebed verrichten. Wanneer de regering toestemming geeftvoor iets toelaatbaars in één mazhab, wordt het in een andere mazhabook geldig. Wanneer de regering een mubah (iets dat toegestaan isdoor de islam) toestaat, wordt het verplicht om dit te doen; en eenmubah dat verboden wordt door de overheid wordt harām. Niet op dehoogte zijnde van deze feit, spreken degenen die alleen denken aan dehedendaagse grote steden als ze de naam shahr horen slecht over dereligieuze boeken. Schrijven van dergelijke dingen als: "Er is geenbehoefte om uit te leggen dat niet alle mensen van een stad in eenmoskee kunnen gaan.” Wij wijzen op het feit dat de standpuntenbetrekking hebbende op vrijdag onverenigbaar zijn met de godsdiensten er zijn enkele fouten over de voorwaarden van het vrijdaggebed,'ze proberen de boeken van fiqh te besmetten. Deze onaangenamehouding van hen is afkomstig van misverstand over de fiqh boekenwaardoor de islamitische technische termen voor het publiek onjuiste

Page 22: 185 jumu'ah in dar ul harb

betekenissen krijgen. Schande op hen die laster jegens islamitischeSchriftgeleerden plegen in plaats van het realiseren van hun eigenonwetendheid! Nog meer ellendig, zijn echter degenen die de tenonrechte versierde en enthousiaste artikelen van zulke mensengeloven en denken dat deze schrijvers religieuze mannen zijn.]

Ook plaatsen die de mensen van een stad hebben gereserveerdvoor velden, begraafplaatsen en voor recreatie worden geteldals delen van een stad.

2. De tweede voorwaarde is om het vrijdaggebed te verrichtenmet de toestemming van het staatshoofd, regering of van degouverneur (heerser). Een door hen aangewezen Khatib kaniemand anders benoemen als zijn plaatsvervanger. Niemandanders dan degenen die plaatsvervanger zijn, in het proces vantijd, kan het vrijdaggebed leiden. Wanneer een persoon mettoestemming het vrijdaggebed voorgaat, zal de namāz wordenaanvaard zoals dat het geval is van iemand die gemachtigd isom de namāz voor te gaan. Als de gouverneur (heerser) vaneen stad sterft of niet naar de moskee kan komen om redenenvan fitna (chaos), is het voor zijn plaatsvervanger, assistent ofvoor de rechter van het Hof toegestaan de namāz te leiden.Voor deze mensen, evenals de gouverneur (heerser), geldt datzij van de regering de mensen in religieuze en wereldlijkezaken mogen voorgaan. Terwijl ze aanwezig zijn, kan een doorde Jamaat gekozen Imam niet het vrijdaggebed voorgaan.

Page 23: 185 jumu'ah in dar ul harb

Maar als ze niet naar de moskee kunnen komen of als ze geentoestemming hebben voor het beheren van religieuze zaken,dan kan de gekozen imam de Jamaat in de namāz voorgaan.Evenzo, als de Sultan de bevolking onderdrukt en hiermee dejamaat voorkomt zonder een goede reden, kunnen demoesliems elkaar ontmoeten op sommige plaatsen en hunimam kan in de namāz voorgaan. Echter, ze kunnen het vrij-daggebed niet verrichten als de Sultan de status van de stadwil veranderen. Als de gouverneur (heerser)s en rechters insteden, gevangen genomen door ongelovigen, worden behan-deld overeenkomstig de Shari'ah, dan zijn deze steden nietDar-ul-Harb. Ze zijn dus Dar-ul-Islam. In zulke steden waarde gouverneur (heerser) of de rechter gekozen zijn door demoesliems of een imam is verkozen door hen of door deJamaat kan het vrijdaggebed worden verricht.

Bij de beschrijving van de Qazi, (rechter) zegt het boek Durral-Mukhtar op bladzijde 308 van deel vier: "de islamitischelanden die worden gecontroleerd door ongelovigen zijn nietDar-ul-Harb, maar ze zijn Dar-ul-Islam zolang de regels vanongeloof nog niet in die plaatsen zijn geïmplementeerd, derechters in dergelijke plaatsen moesliems zijn, en hun leidersook moesliems zijn en zij de ongelovigen onvrijwillig gehoor-zamen. Als de moesliemleiders de ongelovigen gewilliggehoorzamen zijn zij zondig geworden. In deze landen is hettoegestaan voor de moesliem gouverneur (heerser), benoemd

Page 24: 185 jumu'ah in dar ul harb

door ongelovigen, om het vrijdaggebed en het 'Ied gebed voorte gaan, haraj te nemen, om rechters te benoemen en om metwezens te trouwen, omdat de mensen moesliem zijn. Hetgehoorzamen van de ongelovigen door de gouverneur (heer-ser) is verplicht en lastig. Indien in dergelijke landen de gou-verneur (heerser) van de moesliems ook een ongelovige is kanhet vrijdaggebed en het 'Ied gebed geleid worden door eenimam die door de moesliems is gekozen en de religieuzebeslissingen van de door de moesliems gekozen rechter zijnaanvaardbaar. Moesliems moeten een bewindvoerder uit hunmidden kiezen. Als de ongelovige gouverneur (heerser) deislamitische rechter en de khatib (de imam die het vrijdaggebedvoorgaat) benoemt en de moesliems zijn met de benoemdetevreden, dan is het voor de benoemde khatib toegestaan hetvrijdag namāz te leiden en de religieuze besluiten te nemen.Als een moesliem in opstand kwam tegen de Sultan en eenpaar woonplaatsen en gebieden veroverde en vervolgens eenregering heeft opgericht, dan is het voor hem toegestaan eenrechter en een imam te benoemen."

In het dorp van Mina (in de buurt van de heilige stad Mekka)kan het vrijdaggebed worden verricht tijdens de Hadj, omdatgedurende die tijd het dorp een stad wordt en de gouverneur(heerser) of de Amir van Mekka daar ook aanwezig is. Als dezaken van de hadji’s worden behartigd, dan is de namāz van'Ied in Mina vergeven. De ambtenaar die de taken van de Hadj

Page 25: 185 jumu'ah in dar ul harb

beheert kan niet in het vrijdaggebed voorgaan als hij geenspeciale toestemming voor heeft gekregen. Het vrijdaggebedkan ook niet worden verricht in Arafat, omdat Arafat een legevlakte is en geen stad kan worden.

In elke vorm van een stad kan het vrijdaggebed in verschillen-de moskeeën worden verricht, maar sommige van de Schrift-geleerden van de Hanafi mazhab en de meerderheid van deSchriftgeleerden van de andere drie mazhabs zeggen dat hetvrijdaggebed niet kan worden verricht in meer dan éénmoskee van dezelfde stad.

3. De derde voorwaarde is Jumu’ah gebed moet verricht wordenin de tijd van het vroege middaggebed (zohr). (1) Zodra deazān voor het vroege middaggebed is gezegd wordt de namāzvan vier rakāts (de eerste Soennat van het vrijdaggebed), ver-richt. (2) De tweede azān wordt opgezegd in de moskee. (3) Dekhoetba wordt gepreekt. (4) De twee rakāts (farz van vrijdag-gebed) worden verricht in Jamaat. (5) De vier rakāts (de laatsteSoennat) worden verricht. Tot slot worden de Ayatal kursi, deTasbīh en dua’s gedaan.

Het staat geschreven in Fatãwa-i Hindiyya: "het is niet farzvoor slaven, vrouwen, reizigers en zieke mensen om het vrij-daggebed te verrichten. Er moet ten minste één man aanwezigzijn om naar de khoetba te luisteren. De khoetba is niet toege-

Page 26: 185 jumu'ah in dar ul harb

staan als er geen luisteraars zijn of als alle luisteraars vrouwenzijn. Het is verplicht dat de Jamaat ten minste bestaat uit driemannen die de kwalificaties hebben te fungeren als imams.Het vrijdaggebed is niet Sahih als de aanwezigen vrouwen enkinderen zijn."

4. De vierde voorwaarde is dat de khoetba binnen de tijd van hetvroege middaggebed (zohr) plaatsvindt. Na de khoetba kan depersoon die de khoetba predikte één van degenen die naar dekhoetba heeft geluisterd benoemen om namens hem in denamāz voor te gaan. Wie niet naar de khoetba heeft geluisterdkan niet als imam in de namāz voorgaan.

Onze Schriftgeleerden hebben gezegd dat het prediken van dekhoetba hetzelfde is als het zeggen van "Allaho Akbar" bij destart van de namāz, wat inhoudt dat beide alleen in hetArabisch moet worden gezegd. Er zijn ook Schriftgeleerdendie gezegd hebben dat het ook in het Perzisch of dat het zelfsis toegestaan om elke taal gezegd kan worden, maar dan is hettahrimi makroeh volgens deze Schriftgeleerden. Het is makroehvoor de khatib om in de khoetba iets anders te prediken danamr-e-maruf, zelfs in het Arabisch. De Khatib zegt eerst de"A'oezoe" in stilte, dan zegt hij luid op de "Hamd-o-Sana," deKalima-e-Sahādat, en de salāt-u-salām. Daarna predikt hij, datwil zeggen, ceremonies over dingen die beloningen en kwel-ling met zich meebrengen, en reciteert een ayat. Dan gaat hij

Page 27: 185 jumu'ah in dar ul harb

zitten en staat weer op voor de tweede khoetba. Na de tweedekhoetba doet hij dua (smeekbede) voor de moesliems in plaatsvan te preken. Het is voor hem nodig (mustahab) de namenvan de vier Khalifas (Hazrat Abu Bakr, Hazrat Umar, HazratOesman ibn Affan en Hazrat Ali) te noemen. Het is niet toege-staan om de namen van de Sultan en de overheid te noemen.Het is Harām om degene te loven met kenmerken die ze nietbezitten. Door Schriftgeleerden is gezegd dat het is toegestaanom smeekbeden voor hen te doen, zodat zij welwillend zullenzijn en over hun vijanden zegevieren, maar in de smeekbedemag niets gezegd worden dat ongeloof of harām kan veroor-zaken. Het is harām wereldse zaken in de khoetba preek toe tevoegen. De khoetba moet niet worden omgezet in een toe-spraak of een conferentie. Hij die de wrede heersers prijst enzegt dat ze rechtvaardig zijn of bidt voor de vijanden van islam(of ze dood of levend zijn) wordt een ongelovige. Ook is hetharām een moesliem te loven door te liegen. Het preken in dekhoetba betekend amr-e-maruf en nahy-e-anilmunkar uitvoeren.Het preken in de khoeta is niet bedoeld om verhalen te vertel-len of om te praten over politiek, economie of andere wereldsezaken. [Onze Profeet sallallaaho alaihi wa sallam verklaard: "Erzal een tijd komen dat aapachtige en mensachtige de mimbar(de preekstoel) gaan beklimmen en u leren wat indruist tegende religie en hun ongodsdienstigheid in de naam van dereligie."] Khatibs en predikanten moet oppassen door zich niette vertoeven onder de mensen die beschreven worden in dit

Page 28: 185 jumu'ah in dar ul harb

hadith en niet dienen als een middel voor ongodsdienstigheid.Moesliems moeten niet luisteren naar de khoetba en de prekenvan dergelijke mensen. Het is geschreven op de bladzijde 281van het verklarende boek van Nur-al-Idah, Tahtawi: "het isSoennat een korte khoetba te prediken en makroeh om langekhoetba te preken."

5. De vijfde voorwaarde is om de khoetba vóór de namāz tepreken. Het moet worden gepreekt in aanwezigheid vandiscrete mannen die de leeftijd van puberteit al hebben bereikt,maar het is niet een voorwaarde voor de jamaat.

[Het is geschreven in Fatãwa Hindiyya, Durr-ul-Mukhtar en Imdad:"De aanwezigheid van één man tijdens de khoetba is voldoende. Alsde gehele jamaat doof is of in slaap valt, zal de khoetba wordenaanvaard. “ Maar als de khoetba geluisterd is door vrouwen zonderde aanwezigheid van een man dan is de khoetba niet geaccepteerd."Het is niet nodig voor de jamaat om de khoetba te begrijpen. Het isgeschreven in Durr-ul-Mukhtar: "de khoetba prediken in een anderetaal is hetzelfde als het opzeggen van Allaho Akbar (in een anderetaal) bij de start van de namāz. Hetzelfde geldt voor de gebeden enTasbīh in namāz." Ibni 'Abidin zegt, " volgens Imam-e-Azam is hetvoor een imam die in het Arabisch niet kan reciteren toegestaan hetin een andere taal te prediken. [Het is geschreven in Majma'ul-Onuris dat de laatste ijtihad van Imam-e-Azam de dezelfde was alsdie van de Imamayn.] Het is geschreven in Walwaljiyya dat het een

Page 29: 185 jumu'ah in dar ul harb

daad van aanbidding is om de takbier van namāz en Allaho Ta'alaniet in een andere taal te zeggen. Daarom, zelfs al is het toegestaanom het geheel of gedeeltelijk in een andere taal te zeggen tahrimiMakroeh binnen aanbidding en tanzihi makroeh buiten aanbidding.Het is met eenparigheid van stemmen gemeld dat tijdens de salāt dete reciteren de ayat-e-karima in andere talen niet jā’iz (niet toege-staan) is. De fatwa is ook dienovereenkomstig uitgevaardigd." Hunijtihad schrijvend in overeenstemming met die van onze Imamayn,hebben de imams van de andere drie mazhabs gezegd dat de khoetbain een andere taal door een persoon die Arabisch kan lezen niet wordtgeaccepteerd. Het is geschreven in Badayi: "het prediken van dekhoetba, deels in het Arabisch en deels in een andere taal, bederft hetArabische vers en dat is Makroeh." Een persoon die de khoetbapredikt in een andere taal is afgeweken van de manier van de Salaf-e-Salihien en heeft een bid’at begaan. Het wordt verklaard in vers 114van surah an-Nisa dat de afwijkende mensen naar de hel zullen gaan.En degenen die gebruik maken van een televisie of een luidspreker inhun aanbidding moet hiermee ook rekening houden].

Volgens Imam-e-Azam is alleen bij het opzeggen van "Alham-doelillah" of "SoebhānAllah" of "La ilaha illallaah" de khoetbaafgerond. Doch, het is tanzihi makroeh. Volgens de Imamayn ishet noodzakelijk lang genoeg te verlengen om het gebed vanAttahiyyatu te zeggen. Het is Soennat voor de twee kortekhoetba’s. Het is zondig niet te zitten tussen de twee khoetba’s.Onze Profeet sallallaaho alaihi wa sallam reciteerde een ayat of

Page 30: 185 jumu'ah in dar ul harb

een surah in de vrijdag khoetba. In de khoetba of voor eenandere gelegenheid wordt de A'oezoe en de Basmala vóór derecitatie van de surah gezegd. Volgens de meerderheid van deOelama is alleen de A'oezoe gezegd voor de recitatie van eenayat. De Basmala is niet gezegd.

6. De zesde voorwaarde is voor het verrichten van het vrijdag-gebed in Jamaat. Minimaal zijn noodzakelijk volgens Imam inHanafi drie mannen, veertig in Shafi'i en twaalf in Maliki omte kunnen volstaan. Het is aanvaardbaar als de hele jamaat dienaar de khoetba luisterde vertrekt en andere mensen komenom de namāz te verrichten. De Jamaat kan ook worden ge-vormd door musafirs (reizigers) of door de gehandicapte inHanafi mazhab.

7. De zevende voorwaarde is dat de moskee moet openstaanvoor iedereen. Als de deur is vergrendeld en de namāz wordtbinnen de moskee verricht, dan zal de namāz niet wordenaanvaard. Echter, het kan geen kwaad de namāz in de moskeevoor de vrouwen niet toegankelijk te maken om fitna (chaos) tevoorkomen.

Er zijn negen voorwaarden van wujub voor het vrijdaggebed. Datwil zeggen dat farz voor een persoon vereist het bestaan van denegen voorwaarden, deze zijn:

Page 31: 185 jumu'ah in dar ul harb

1. Wonen in een stad of dorp. Het is niet farz voor musafirs envoor dorpelingen. Het is farz voor een dorpsbewoner die inde stad is en de Azān hoort. Het is voor een persoon wienshuis een fersah is, dat wil zeggen een uur reizen [zes kilome-ter] buiten de bebouwde kom van de stad.

2. Gezond zijn. Het is niet farz voor een ziek persoon, voor eenpersoon die een zieke persoon verzorgd en daardoor hemniet kan verlaten, of voor een zeer oude persoon.

3. Werkenden. Het vrijdaggebed is farz voor werknemers, voorambtenaren, voor soldaten. Hun bazen en bestuur kan henniet verbieden om deel te nemen aan de namāz. Als de wegnaar de moskee lang is zodat ze niet kunnen werken vooreen paar uur, dan kunnen ze de te weinig gewerkte urenlaten inhouden op hun salaris.

4. Geslacht. Vrijdaggebed is niet farz voor vrouwen.5. Discreet zijn en op de leeftijd van puberteit.6. Niet blind zijn. Het is niet farz voor een blinde persoon, zelfs

als hij iemand heeft die hem kan begeleiden, maar het isfarz voor een blinde persoon die langs de straten kan lopenzonder dat iemand hem helpt en voor een persoon diescheel kijkt.

7. Kunnen lopen. Zelfs als er voertuigen beschikbaar zijn, is hetniet farz voor een verlamde persoon of voor een persoonzonder voeten.

8. Vrijheid. Niet in de gevangenis zijn opgesloten, geen angstvoor een vijand, de regering of de wrede persoon hebben.

Page 32: 185 jumu'ah in dar ul harb

9. Weersomstandigheden. Het moet niet te hard regenen, sneeu-wen of modderige wegen zijn. En het weer moet niet tekoud zijn.

Een man die niet aan een van bovenstaande negen voorwaardenvoldoet kan het vrijdaggebed verrichten. In Tafsir-e-Mazhari en inMishkat-ul-Masabih is verklaart dat het vrijdaggebed, conform dehadith, niet farz is voor vrouwen.

Een musafir of een ziek persoon mag het vrijdaggebed verrichten.Het is voor een persoon harām om het vrijdaggebed zonder eengoed excuus te verwaarlozen.

Op vrijdag is er een moment waarop elke dua (gebed) zal wordenaanvaard. Er zijn veel Schriftgeleerden die zeggen dat dat momenttussen de khoetba en het vrijdaggebed is. Tijdens de khoetbadienen alle smeekbeden te worden verzonden door het hart. Hetis niet toegestaan om hardop dua te doen. Dat moment is verschil-lend voor elke stad. Vrijdag zelf is meer waard dan vrijdag nacht.Overdag of 's nachts zijn er vele zegeningen in het reciteren SurahKahf. Tafsir-e-Mazhari

Page 33: 185 jumu'ah in dar ul harb

8. Conclusie

In de bovenstaande samenvatting van de Si’adet-e-IbediyyeHanafi (Turkse Radd-ul-Muhtar zoals Bahaar-e-Shariat de IndiaseRadd-ul-Muhtar is) waarin ook Fatãwa uit het Indiase continentzijn aangehaald begrijpen wij dat Jumu’ah (het vrijdaggebed) eenbijzondere plaats inneemt binnen de aanbidding van demoesliems.

Wij hebben de begrippen Dar-ul-Islam en Dar-ul-Harb ook uit-voerig behandeld. Wij hebben ook de positie van de heersers tenaanzien van de moesliemzaken behandeld. Ten aanzien vanJumu’ah in Dar-ul-Harb hebben wij ook behandeld dat er geenJumu’ah plicht is indien de geldende wet- en regelgeving van hetbetreffende land niet conform de Shari’ah is. Echter voor degenendie zowel islamitisch recht als seculier recht hebben gestudeerd inzowel Nederland als Suriname weten dat er veel overeenkomstenzijn tussen de twee rechtsdomeinen. Het is niet voor niets datenkele jaren geleden in Nederland minister Dönner van Justitie deShari’ah en minister Bos van Financiën islamic finance & bankingwilden invoeren, maar geen meerderheid in de 2e Kamer kregen.Deze heren weten uit onderzoek dat er veel overeenkomsten zijntussen de twee rechtsdomeinen en dat de methodologie om tekomen tot een juridisch oordeel in wezen ook niet verschilt. Leesook mijn digitale boek ‘rechtspraak’ op www.tangali.net.

Page 34: 185 jumu'ah in dar ul harb

Vanuit de sociologie bezien, mensen hun fitrad (geaardheid) iszich vasthouden aan cultureel overgedragen waarden en normen,en durven hun istaqamat (standvastigheid) geen prijs te geven, alzou later blijken dat door kennis tekort niet de correcte regel-geving is toegepast. Een oorzaak is het sterke geloof in AllahTa’ala en de angst om iets verkeerds te doen als er nieuwe inzich-ten worden geopenbaard.

Aan de andere kant geeft de islam ook veel beleidsruimte aan demens. Wij hebben nu meer Oelama die wereldwijd op missie gaanom de Dien-e-Islam meer in details uit te leggen, en er zijn doorislamitisch wetenschappelijk onderzoek andere inzichten duide-lijk geworden, omdat de Heilige Qur’aan altijd actueel is. Dit is afte leiden van Uloom al-Qur’aan (Qur’aanwetenschappen) waaruitblijkt dat Allah Ta’ala de verzen van de Qur’aan heeft neergezon-den op het hart van de Heilige Profeet sallallaaho alaihi wa sallamom ons van hiqma (wijsheid) te voorzien. De Qur’aanverzen heb-ben de betekenissen van overtuigen, bekeren tot de islam, het hartverstevigen van de gelovige, tekenen van de Dag des Oordeelslaten herkennen, handelstransacties, waarschuwing, onderscheidkunnen maken tussen goed en kwaad, enzovoorts.

Aan de andere kant, een ibādat van Allah Ta’ala is een heerlijkezegen. Zoals de vijf dagelijkse namāz een farz-e-ayn (persoonlijkeverplichting) is, zo is Jumu’ah ook een farz-e-ayn. Het is een ver-plichtte daad en dient ook nageleefd te worden.

Page 35: 185 jumu'ah in dar ul harb

Tot slot, de grote drift van het materialisme in de wereld waarmeede jeugd vooral bedolven wordt en de tekenen van verderf in denabije toekomst maken het noodzakelijk om vast te houden aaneen goede gewoonte. Moskee bezoek door jongeren gaat afnemenen als zij naar de moskee komen dan is het meer om social mee-ting. Dit is nu al zichtbaar in de moskeeën. Moskeeën zijn tijdensde vaste vijf dagelijkse gebeden vrijwel leeg ten opzichte van debezetting op de vrijdag en ied dagen. Business mensen met eeneigen zaak gaan al niet naar Jumu’ah, terwijl wij in dit boekbehandeld hebben dat je dan maar een korting op je salaris laatplaatsvinden van te kort gewerkte uren. Wij leren uit bovenstaan-de verhandeling ook dat al is Jumu’ah namāz niet verplicht in eenkāfir land, wij wel de uit twee delen bestaande khoetba moetenbeluisteren. Er blijft dus wel een plicht bestaan.

Als de goede daad Jumu’ah wordt nagelaten zullen de moskeeënveel minder bezocht worden.

De Akabier-e-Oelama-e-Haqq die in de beginstadium naar Suri-name zijn geweest hebben geen woord gerept over Jumu’ah in eenDar-ul-Harb, maar dat wil niet zeggen dat zij de regelgevingomtrent Jumu’ah in een door kafir regeert land niet wisten. Zijhebben ook Jumu’ah verricht. Wellicht hebben zij dit gedaan omte voorkomen dat de moesliemgemeenschap in verval zou ge-raken en hun nazaten (wij dus) geen belang zouden hechten aanJumu’ah. Dit is echter een aanname.

Page 36: 185 jumu'ah in dar ul harb

8.1 Is er Jumu’ah plicht in Nederland en Suriname?

Volgens de Fatwa (zie bladzijde 10 van dit boekje) van Mujaddid-e-Azam Alahazrat Ahmad Raza Khan radi Allaho anho en Fatwavan Taajush Shari’ah en de uitvoerige toelichting aan de hand vande Turkse Radd-ul-Muhtar:

1. Nederland is Dar-ul-Harb

Waarom is Nederland Dar-ul-Harb?Nederland is nimmer een islamitische land geweest waar deShari’ah reguleerde.

2. Suriname is Dar-ul-Harb

Waarom is Suriname Dar-ul-Harb?1. Toen Zuid Amerika inclusief Suriname door Columbus in 1492

werd ontdekt bleek dat alleen indianen daar woonden. Zoblijkt uit de geschiedenis dat de eerste moesliems voet aan walzetten toen zij ruim 125 jaar geleden door de Engelse heersersuit India naar Suriname werden gebracht. Andere heersers zijnlater Duitse-, Oostenrijkse-, Zwitserse-, Portugese- en Neder-landse gouverneurs geweest die het Europse bewind voerdenen niet de Shari’ah.

Page 37: 185 jumu'ah in dar ul harb

8. Is Jumu’ah verplicht in Nederland en Suriname?

Uit de Shari’ah en bovenstaande verhandeling blijkt dat deJumu’ah plicht niet geldt in landen waar de heerser geenmoesliem was en is. Echter, wij lezen in de geschriften ook datindien een kāfir heerser een moesliem aanwijst als de leidsmanvan de moesliemgemeenschap en deze leidsman is door demoesliemgemeenschap geaccepteerd wij wel Jumu’ah mogennaleven met in het achterhoofd dat wij onze nazaten willenbeschermen tegen de westerse toename van materialisme enverval.

Kortom, in Suriname en Nederland is de plicht voor het organise-ren en verrichten van de Jumu’ah er niet, maar dat wil niet zeggendat je het nalaat.

Allah Ta’ala en de Profeet sallallaaho alaihi wa sallam weten het beter.

Page 38: 185 jumu'ah in dar ul harb