18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6...

77
Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School 1 18. Extra lessen over veiligheid en pesten 18.1 Inleiding Zoals eerder aangegeven, Indien er sprake is van pesten zal de eerste stap moeten zijn om na te gaan of de preventieve kant op orde is en of het programma van De Vreedzame School wel adequaat wordt uitgevoerd in de groep waarin gepest wordt. Elders (Pauw, 2014) zijn instrumenten beschreven die inzetbaar zijn bij deze analyse. In het huidige programma zijn al lessen opgenomen waarin impliciet en expliciet aandacht is voor pesten zoals: - Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen, les 10 (alle groepen) over samen afspraken maken (aan te scherpen met een afspraak over pesten). - Blok 2: les 11 (groep 8) over groepsdruk en les 12 (groep 8) over het hebben van een eigen mening. - Blok 4: les 26 (groep 4) over buitensluiten, les 26 (groep 5) over opkomen voor elkaar, les 26 (groep 7) over het A-team en over buitensluiten. - Blok 5: les 31 (groep 5) over een aardige groep. Maar mogelijk is het geven van extra lessen over groepsdruk of over pesten op het moment dat er sprake is van pestproblematiek niet verstandig. De sfeer in de groep kan dan te onveilig zijn om dergelijke onderwerpen op die manier op te werpen. Soms is het dan nog wel mogelijk een onderdeel uit de les te benutten in een gesprek met de groep, bijvoorbeeld het onderscheid tussen pesten en plagen, om de groep bewust te maken van de grens die er, wellicht onbewust, is overschreden. Om het programma van De Vreedzame School aan te scherpen op het gebied van pesten en sociale veiligheid is een aantal nieuwe lessen ontwikkeld en is een aantal bestaande lessen aangepast. Vanuit onze huidige kijk op de aanpak van pesten zoals we eerder beschreven, hebben we er voor gekozen om blok 1 in dat opzicht te versterken. In de volgende paragraaf leest u om welke lessen het gaat. Dit alles om meteen vanaf het begin van het nieuwe schooljaar te werken aan een veilige sfeer in de groepen. 18.2 Vernieuwde en aangepaste lessen Er zijn voor dit katern vier verschillende soorten nieuwe of aangepaste lessen gemaakt: - de bestaande lessen in blok 1 over regels en afspraken (les 2) zijn aangepast (vanaf groep 3) - de bestaande lessen in blok 1 over plagen en pesten zijn aangepast (vanaf groep 3) - nieuwe lessen in blok 1 voor groep 3 en 4 over het gevoel ‘veilig’ - nieuwe lessen voor groep 5 t/m 8 om de resultaten van de veiligheidsthermometer (in oktober) met de groep te bespreken. Aangepaste lessen over regels en afspraken: de grondwet Tijdens blok 1 wordt in iedere groep aandacht besteed aan de regels en afspraken. We maken in de aangepaste lessen een directe koppeling naar de basisregels van de school, de grondwet. Dit maakt dat kinderen gaan voelen dat ze op een school zitten waar iedereen het essentieel vindt dat iedereen zich veilig voelt. Dat ER ZIJN AANGEPASTE LESSEN: DEZE VERVANGEN DE HUIDIGE LESSEN IN DE LESMAP. ER ZIJN OOK NIEUWE LESSEN GEMAAKT: DIT ZIJN EXTRA LESSEN DIE U KUNT INVOEGEN.

Transcript of 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6...

Page 1: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

1

18. Extra lessen over veiligheid en pesten

18.1 Inleiding

Zoals eerder aangegeven, Indien er sprake is van pesten zal de eerste stap moeten zijn om na te gaan of de

preventieve kant op orde is en of het programma van De Vreedzame School wel adequaat wordt uitgevoerd in

de groep waarin gepest wordt. Elders (Pauw, 2014) zijn instrumenten beschreven die inzetbaar zijn bij deze

analyse.

In het huidige programma zijn al lessen opgenomen waarin impliciet en expliciet aandacht is voor pesten zoals:

- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7)

over pesten en plagen, les 10 (alle groepen) over samen afspraken maken (aan te scherpen met een

afspraak over pesten).

- Blok 2: les 11 (groep 8) over groepsdruk en les 12 (groep 8) over het hebben van een eigen mening.

- Blok 4: les 26 (groep 4) over buitensluiten, les 26 (groep 5) over opkomen voor elkaar, les 26 (groep 7) over

het A-team en over buitensluiten.

- Blok 5: les 31 (groep 5) over een aardige groep. Maar mogelijk is het geven van extra lessen over groepsdruk of over pesten op het moment dat er sprake is

van pestproblematiek niet verstandig. De sfeer in de groep kan dan te onveilig zijn om dergelijke onderwerpen

op die manier op te werpen. Soms is het dan nog wel mogelijk een onderdeel uit de les te benutten in een

gesprek met de groep, bijvoorbeeld het onderscheid tussen pesten en plagen, om de groep bewust te maken

van de grens die er, wellicht onbewust, is overschreden.

Om het programma van De Vreedzame School aan te scherpen op het gebied van pesten en sociale veiligheid is

een aantal nieuwe lessen ontwikkeld en is een aantal bestaande lessen aangepast. Vanuit onze huidige kijk op

de aanpak van pesten zoals we eerder beschreven, hebben we er voor gekozen om blok 1 in dat opzicht te

versterken. In de volgende paragraaf leest u om welke lessen het gaat. Dit alles om meteen vanaf het begin van

het nieuwe schooljaar te werken aan een veilige sfeer in de groepen.

18.2 Vernieuwde en aangepaste lessen

Er zijn voor dit katern vier verschillende soorten nieuwe of aangepaste lessen gemaakt:

- de bestaande lessen in blok 1 over regels en afspraken (les 2) zijn aangepast (vanaf groep 3)

- de bestaande lessen in blok 1 over plagen en pesten zijn aangepast (vanaf groep 3)

- nieuwe lessen in blok 1 voor groep 3 en 4 over het gevoel ‘veilig’

- nieuwe lessen voor groep 5 t/m 8 om de resultaten van de veiligheidsthermometer (in oktober) met de

groep te bespreken.

Aangepaste lessen over regels en afspraken: de grondwet

Tijdens blok 1 wordt in iedere groep aandacht besteed aan de regels en afspraken. We maken in de aangepaste

lessen een directe koppeling naar de basisregels van de school, de grondwet. Dit maakt dat kinderen gaan

voelen dat ze op een school zitten waar iedereen het essentieel vindt dat iedereen zich veilig voelt. Dat

ER ZIJN AANGEPASTE LESSEN: DEZE VERVANGEN DE HUIDIGE LESSEN IN DE LESMAP.

ER ZIJN OOK NIEUWE LESSEN GEMAAKT: DIT ZIJN EXTRA LESSEN DIE U KUNT INVOEGEN.

Page 2: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

2

daarover geen twijfel hoeft te bestaan. Ook wordt er aandacht besteed aan een alternatief voor het gebruik

van de afsprakenposter, zodat kinderen nog meer eigenaar worden van de afspraken. Bovendien biedt dit

meer kansen om de sfeer in de groep blijvend te monitoren samen met de leerlingen.

Aangepaste lessen over plagen en pesten in blok 1

In blok 1 is er expliciet aandacht voor plagen en pesten. Er is voor gekozen om de huidige lessen over plagen en

pesten aan te passen. De belangrijke aanpassingen in die lessen zijn:

- Een uitgebreide toelichting voor u als leerkracht over o.a. pesten/ plagen / conflict en ruzie.

- Het benoemen van de sociale norm binnen de school door de regels van de grondwet aan het begin van de

les te noemen.

- Aangepaste werkvormen.

- Eenduidige termen voor de verschillende rollen bij pestsituaties:

o Pester

o Gepeste (in plaats van slachtoffer, omdat deze term oproept dat je zelf niets kunt ondernemen en

omdat het slachtoffer ook vaak pester is.

o Meeloper

o Anderen (we hebben er voor gekozen om niet te spreken van omstanders, assistenten of

verdedigers, want iedereen kan helper zijn, in welk rol dan ook!)

- Het verschil tussen pesten en het hebben van een conflict komt alleen nog aan bod in groep 7. Het is vooral

belangrijk dat u als leerkracht het onderscheid goed kunt maken, zodat u hierop kunt wijzen als kinderen dit

lastig vinden.

Extra lessen over het gevoel veilig voor groep 3 en 4

Naast deze aangepaste lessen over Plagen en pesten zijn er voor groep 3 en 4 extra (nieuwe) lessen over het

gevoel veilig. Jonge kinderen moeten eerst kunnen ervaren wat het gevoel veilig betekent. Hierdoor zijn ze

beter in staat te voelen wanneer dit gevoel van veiligheid onvoldoende aanwezig is of ontbreekt.

We adviseren om deze lessen te doen na les 7 (en noemen ze daarom les 7a). De lessen zijn:

Groep 3: les 7a: Je fijn voelen

Groep 4: les 7a: Veilig voelen

Extra lessen rond veiligheidsbeleving voor groep 5-8

Voor de groepen 5, 6, 7 en 8 zijn er lessen gemaakt met als titel De veiligheid in onze groep. Deze kunt u eind

oktober gebruiken na de invulling van de veiligheidsthermometer. In deze les vindt u suggesties om met

leerlingen naar de resultaten van de veiligheidsmeting te kijken en met de groep indien nodig acties te

bedenken. U kunt ervoor kiezen om de afname ter herhalen op een moment later in het jaar om na te gaan of

de ondernomen acties effect hebben gehad.

Page 3: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

3

Aan

gep

ast ove

rzicht b

lok 1

– We

ho

ren b

ij elkaar - o

ranje = aan

gepaste le

s; blau

w = n

ieuw

e les

les P

euters

Kleu

ters g

roep

3 g

roep

4

1 T

hema 1: W

elkom

! Fijn

dat je er b

ent

De kinderen w

orden elke dag bij het komen en gaan gegroet

en voelen zich hierdoor gezien en welkom

.

Welko

m in

on

ze gro

ep

De leerlingen leren elkaar beter kennen

Welko

m in

on

ze gro

ep

Leerlingen leren elkaar beter kennen en maken enkele

omgangsafspraken.

Welko

m in

on

ze gro

ep

Leerlingen leren elkaar beter kennen en maken enkele

omgangsafspraken.

2 T

hema 2: H

oe h

eet jij?

De kinderen leren spelenderw

ijs elkaars namen.

Zo

do

en w

ij dat in

on

ze klas D

e leerkracht biedt helderheid over de belangrijkste regels en routines in de klas. D

e leerlingen doen daar ervaring mee op.

AA

NG

EP

AS

T: R

egels in

on

ze gro

ep

Belangrijke regels van groep en school, en het onderscheid

tussen regels en afspraken worden besproken.

AA

NG

EP

AS

T: R

egels in

on

ze gro

ep

Belangrijke regels van groep en school, en het onderscheid

tussen regels en afspraken worden besproken.

3 T

hema 3: D

it ben

ik D

e kinderen ervaren door middel van de fam

iliemuur dat ze

verschillend zijn en toch bij elkaar horen.

Wat is w

aar?

De leerlingen (her)ontdekken hun leerom

geving door een speurtocht.

Taken

lijst maken

Leerlingen m

aken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas.

Taken

in o

nze g

roep

(1) Leerlingen m

aken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas.

4 T

hema 4: Z

o g

aat het b

ij on

s D

e kinderen doen ervaring op met regels en routines in de

groep.

Taken

in o

nze g

roep

Leerlingen w

orden mede verantw

oordelijk gemaakt voor gang

van zaken in klas. Taken in klas w

orden geïntroduceerd.

Taken

verdelen

Leerlingen geven aan w

elke taken ze willen doen en m

et wie.

Taken

in o

nze g

roep

(2) Leerlingen geven aan w

elke taken ze willen doen en m

et wie.

5 T

hema 5: Z

o ziet o

ns lo

kaal er uit

De kinderen w

eten wat w

aar staat in het lokaal. T

aken verd

elen

De leerlingen geven aan w

elke taak ze willen doen en

vervolgens worden de taken verdeeld.

Op

stekers en afb

reker A

ap en Tijger geven afbrekers aan elkaar. Leerlingen

bedenken opstekers die ze aan elkaar kunnen geven.

Op

stekers en afb

reker E

r wordt een verhaal verteld w

aarin veel afbrekers voorkomen.

Vervolgens bedenken leerlingen zelf opstekers.

6 T

hema 6: W

ij help

en d

e juf

De kinderen helpen de juf bij taakjes in de groep.

Op

stekers en afb

rekers D

e leerlingen ervaren het effect van opstekers en afbrekers. W

at vind

ik er zelf van?

D

e leerlingen ontdekken met behulp van A

ap en Tijger dat je

een meningsverschil kunt hebben, ook als je vrienden bent.

Versch

il van m

enin

g

De leerlingen ervaren dat er verschil van m

ening mag zijn en

dat dit niet betekent dat je elkaar niet meer aardig vindt.

7 T

hema 7: Jij krijg

t een o

psteker

De kinderen genieten van positieve aandacht, geform

uleerd in een opsteker.

Wij g

even o

pstekers

De leerlingen oefenen m

et het geven en ontvangen van opstekers.

AA

NG

EP

AS

T: S

top

! Ho

u o

p!

De leerlingen leren m

.b.v. Aap en T

ijger dat je ST

OP

, HO

U

OP

! kunt zeggen als je niet geplaagd wilt w

orden.

Sam

enw

erken in

on

ze gro

ep

De leerlingen krijgen een opdracht om

in tweetallen sam

en te w

erken, en reflecteren daar op.

8 T

hema 8:S

top

D

e kinderen zijn in staat hun grens aan te geven door ST

OP

te zeggen.

ST

OP

! HO

U O

P!

De leerlingen leren dat ze hun grens aan kunnen geven door

ST

OP

HO

U O

P! T

e zeggen.

Sam

enw

erken: crea-les

De leerlingen krijgen een opdracht om

in tweetallen sam

en te w

erken, en reflecteren daar op.

Sam

enw

erken m

et een an

der

Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet

zo goed kennen en voeren samen een klein toneelstukje op.

9 T

hema 9: Z

ullen

we d

at samen

do

en

De kinderen doen positieve ervaringen op m

et samen dingen

doen.

Een

feest D

e leerlingen worden m

ede verantwoordelijk gem

aakt voor gang van zaken in klas. V

erjaardag van Aap w

ordt voorbereid.

Go

ed lu

isteren

M.b.v. A

ap en Tijger zien de leerlingen w

at slecht luisteren is. Z

e bedenken wat goed luisteren is, e

n oefenen daarmee.

AA

NG

EP

AS

T: P

esten en

plag

en

Het verschil tussen pesten en plagen w

ordt besproken. De

leerlingen bedenken wat ze kunnen doen als er gepest w

ordt.

9A

NIE

UW

: Je fijn vo

elen Leerlingen leren dat ze zelf actie kunnen ondernem

en als ze zich ergens niet fijn voelen.

NIE

UW

: Veilig

voelen

Leerlingen leren dat ze zelf actie kunnen ondernem

en als ze zich ergens niet fijn voelen.

10 -

Aap

is jarig

De verjaardag van A

ap wordt gevierd. E

r worden afspraken

gemaakt over het vieren van verjaardagen in de groep.

Sam

en afsp

raken m

aken

Leerlingen maken de laatste om

gangsafspraken, maken de

poster af, en we starten de O

pstekerkring.

Sam

en afsp

raken m

aken

Leerlingen maken de laatste om

gangsafspraken, maken de

poster af, en we starten de V

raag- en opstekerkring.

Page 4: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

4

Naast b

oven

staand

e aangep

aste of n

ieuw

e lessen is er vo

or d

e gro

ep

en 5

, 6, 7

en

8 e

en

les ge

maakt m

et als titel De veilig

he

id in

on

ze gro

ep. D

eze kun

t u e

ind

okto

ber

gebru

iken n

a de in

vullin

g van d

e veiligheid

stherm

om

eter.

les g

roep

5 g

roep

6 g

roep

7 g

roep

8

1 W

elkom

in o

nze g

roep

Leerlingen leren elkaar beter kennen en m

aken enkele om

gangsafspraken.

Welko

m in

on

ze gro

ep

Leerlingen leren elkaar beter kennen en maken enkele

omgangsafspraken.

Welko

m in

on

ze gro

ep

Leerlingen leren elkaar beter kennen en maken enkele

omgangsafspraken.

Welko

m in

on

ze gro

ep

Leerlingen leren elkaar beter kennen en maken enkele

omgangsafspraken.

2 A

AN

GE

PA

ST

: Reg

els in o

nze g

roep

B

elangrijke regels van groep en school, en het onderscheid tussen regels en afspraken w

orden besproken.

AA

NG

EP

AS

T: R

egels in

on

ze gro

ep

Belangrijke regels van groep en school, en het onderscheid

tussen regels en afspraken worden besproken.

AA

NG

EP

AS

T: R

egels in

on

ze gro

ep

Belangrijke regels van groep en school, en het onderscheid

tussen regels en afspraken worden besproken.

AA

NG

EP

AS

T: K

ritisch d

enken

over o

nze reg

els Leerlingen leren kritisch te reflecteren.

3 S

amen

verantw

oo

rdelijk – T

akenlijst 1 Leerlingen m

aken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas.

Sam

en veran

two

ord

elijk – Taken

lijst 1 Leerlingen maken

een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas. S

amen

verantw

oo

rdelijk – T

akenlijst 1 Leerlingen m

aken een lijst van taken die ze zelf kunnen uitvoeren in de klas.

Kritisch

den

ken o

ver on

ze regels

Leerlingen leren kritisch te reflecteren op de regels in klas en school.

4 S

amen

verantw

oo

rdelijk – T

akenlijst 2 D

e leerlingen solliciteren naar taken. D

e taken worden verdeeld.

Sam

en veran

two

ord

elijk – Taken

lijst 2 De leerlingen

solliciteren naar taken. De taken w

orden verdeeld. S

amen

verantw

oo

rdelijk – T

akenlijst 2 D

e leerlingen solliciteren naar taken. D

e taken worden verdeeld.

Taken

in d

e klas D

e leerlingen denken in tweetallen na over taken die er in de

klas zijn zodat er een takenlijst tot stand komt.

5 O

pstekers, tip

s en afb

rekers D

e leerlingen leren kritiek op een positieve manier te

formuleren zodat het geen afbreker is.

Resp

ect: op

stekers, tips, afb

rekers D

e leerlingen leren kritiek op een respectvolle manier te

formuleren.

Resp

ect: op

stekers, tips, afb

rekers Leerlingen diepen het begrip respect uit. Z

e denken na over de sfeer in de klas aan de hand van opsteker, afbreker en tip

Taken

in d

e klas 2 D

e leerlingen solliciteren naar taken. De taken w

orden verdeeld.

6 R

especteren

van versch

illen

Leerlingen geven hun mening over stellingen en

beargumenteren deze. Z

e ervaren dat verschil van mening

mag en dat je van m

ening kunt veranderen.

Resp

ecteren van

verschillen

Leerlingen geven hun m

ening over stellingen en beargum

enteren deze. Ze ervaren dat een verschil van

mening m

ag en dat je van mening kunt veranderen.

Men

ing

en en

argu

men

ten

De leerlingen geven hun m

ening over stellingen en proberen elkaar in een debat te overtuigen. Z

e ervaren dat vrienden kunnen verschillen van m

ening.

Taken

in d

e scho

ol

Leerlingen voelen zich mede verantw

oordelijk voor de gem

eenschap die de school is. Ze bedenken

klasoverstijgende taken.

7 L

eren sam

enw

erken

De leerlingen oefenen m

et samenw

erken en reflecteren erop. S

amen

werken

D

e leerlingen oefenen met sam

enwerken en reflecteren erop.

Sam

enw

erken in

on

ze gro

ep

De leerlingen krijgen een opdracht om

in tweetallen sam

en te w

erken, en reflecteren daar op.

Dit b

en ik – d

eel 1 Leerlingen m

aken een start met een boek over henzelf. M

et als doel om

te werken aan zelfreflectie en zelfkennis.

8 S

amen

werken

met een

and

er Leerlingen w

orden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet zo goed kennen en voeren sam

en een klein toneelstukje op.

Sam

enw

erken m

et een an

der

Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet

zo goed kennen en voeren samen een klein toneelstukje op.

Sam

enw

erken m

et een an

der

Leerlingen worden gekoppeld aan een klasgenoot die ze niet

zo goed kennen en voeren samen een klein toneelstukje op.

Dit b

en ik – d

eel 2 Leerlingen gaan verder m

et hun ‘eigen boek’. Met als doel

om te w

erken aan zelfreflectie en zelfkennis.

9 A

AN

GE

PA

ST

: Pesten

en p

lagen

H

et verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. D

e leerlingen bedenken w

at ze kunnen doen als er gepest wordt.

AA

NG

EP

AS

T: P

esten en

plag

en

Het verschil tussen pesten en plagen w

ordt besproken. De

leerlingen bedenken wat ze kunnen doen als er gepest w

ordt.

AA

NG

EP

AS

T: P

esten en

plag

en

Het verschil tussen pesten en plagen w

ordt besproken. De

leerlingen bedenken wat ze kunnen doen als er gepest w

ordt.

Dit b

en ik – d

eel 3 Leerlingen m

aken hun ‘eigen boek’ af. In deze les w

ordt ook het WE

RK

GE

SP

RE

K geïntroduceerd.

9A

N

IEU

W: D

igitaal p

esten

Digitaal pesten w

ordt besproken en we m

aken afspraken over om

gaan met sociale m

edia.

10 S

amen

afspraken

maken

Leerlingen m

aken de laatste omgangsafspraken, m

aken de poster af, en w

e starten de Vraag

- en opstekerkring.

Sam

en afsp

raken m

aken

Leerlingen maken de laatste om

gangsafspraken, maken de

poster af, en we starten de V

raag- en opstekerkring.

Sam

en afsp

raken m

aken

Leerlingen maken de laatste om

gangsafspraken, maken de

poster af, en we starten de V

raag- en opstekerkring.

Sam

en afsp

raken m

aken

De leerlingen m

aken de laatste omgangsafspraken voor in de

groep, en zetten hun ‘handtekening’ onder de poster.

Page 5: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

5

Groep 3 - Les 2: Regels in onze groep – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En

onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de

leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem

heeft).

Woordenschat: de regel, de grondwet

Materialen: Agenda op bord met pictogrammen

Een lijstje met regels

De grondwet van de school

Illustratie DE REGEL (te downloaden van het Download Center)

Toelichting

Met De Vreedzame School werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas

wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk

gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht wordt. In paragraaf 8 van het Katern

Werken aan Sociale Veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een

‘grondwet’ van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een

omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met

elkaar blijken dus van belang.)

Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto’s) kan de basis gelegd worden om te

werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in

samenspraak met leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog met

elkaar doen.

Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: ‘Zo doen we het hier op school!’ En vormt een

leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen

de school. Om er voor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen ‘geleefd en beleefd’ gaat worden moet

deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het

nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken.

Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog

specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau

altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet

opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn

dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet.

In deze les staan we met de kinderen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met

regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

In De Vreedzame School maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door

de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een

afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat

iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben

een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn

ONZE afspraken.

Page 6: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

6

In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is:

Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een

uitvoeriger bespreking van regels en afspraken.

Voorbereiding

Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels

aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels

aan te passen waar nodig of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de

leerlingen zich aan te houden hebben.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft. Hang de vaste pictogrammen voor de agenda op (zie achter les 1).

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Regels

De grondwet van onze school

Regels in onze groep

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Beeldentuin

Vraag: hebben jullie wel eens een beeld of een standbeeld gezien? Zorg dat ze begrijpen wat dat is.

Laat de leerlingen tweetallen vormen door een opdracht te geven: zoek iemand waarmee je nog niet

samen hebt gewerkt of gespeeld.

In elk paar is één de beeldhouwer en de ander de klei. De opdracht is: maak een beeld of een standbeeld

van je partner.

geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk

Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt spreekt u de leerling

hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden.

Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker.

Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, volgt er straf.

Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht

elkaar er op aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren.

Page 7: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

7

De beeldhouwer boetseert de klei totdat hij tevreden is of totdat de leerkracht zegt dat de tijd om is.

Praten is niet toegestaan, maar het gebruik van non-verbale gebaren wordt aangemoedigd. De leerling die

‘klei’ is, blijft in de houding staan waarin hij door de beeldhouwer wordt neergezet.

Alle beeldhouwers wandelen door de beeldentuin om de beelden te bewonderen.

Keer de rollen om: de klei wordt de beeldhouwer en boetseert zijn partner die nu de klei is geworden.

We lopen weer door de beeldentuin om de beelden te bewonderen.

Wat gaan we leren?

Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem

het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag hebben

we het over de regels in onze groep. Regels gaan over wat mag en wat niet mag.

Regels

Regels heb je overal. Wie weet er een regel:

o uit de vorige groep?

o die er thuis is?

o of een spelregel bij een spelletje?

Vat samen:

De grondwet van onze school

Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: “In onze school hebben we een grondwet, dat

zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein , in de gangen, in de gymzaal, in de

toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen

en ouders bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo

gedragen we ons hier!

Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen.

Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen:

o Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels.

o Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1.

o Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort.

Zo worden de regels door de leerlingen ‘gevuld’ en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van

uw groep.

Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen

met foto’s die bij de regels opgehangen worden Regels in onze groep

de regel een regel gaat over wat

mag en wat niet mag

Regels zijn er om te zorgen dat alles goed gaat.

Aan regels moet je je houden.

Op school hebben we ook regels.

Zo werd op een school bij de omgangsregel ‘We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is’ in

groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs

de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde

omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp.

de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

Page 8: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

8

Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die hier in deze

groep gelden.

Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen

om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel ‘We gaan bij

pauzes in kleine groepjes naar buiten’ hangt u onder de schoolregel ‘We zorgen ervoor dat het rustig is in

de school’

Of de regel ‘Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui!’ hangt onder de basisregel

‘We zorgen goed voor onze spullen’

Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang

van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen:

- haalbaar

- in korte zinnen geformuleerd

- concreet, ondubbelzinnig.

Bied de regels één voor één aan.

Maak iedere regel concreet door:

- uit te leggen wat de reden is van de regel

- visueel te maken (schrijven of pictogrammen)

- het voor te doen of voor te laten doen, (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één.

Wat hebben we geleerd?

Dit was een les over regels in onze groep. Wie kan vertellen waarom we regels hebben?

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Ik trek aan het touwtje van...

De leerlingen zijn een marionettenpop. Aan alle ledematen zit een touwtje. De leerlingen hangen slap voorover

of op de tafel. U zegt steeds ‘aan welk touwtje u trekt’:

Ik trek aan het touwtje van:

- je achterhoofd (de leerling beweegt zijn of haar achterhoofd omhoog)

- je neus

- je linkerschouder

- je rechterschouder

- je linker elleboog

- je rechter hand

- je billen

- je linker knie. Als de leerlingen de oefening begrijpen kunt u de leerlingen zelf aan de touwtjes laten trekken. U maakt

daarvoor tweetallen, de leerlingen zitten tegenover elkaar. De ene leerling is pop, de andere leerling zegt aan

welk touwtje hij trekt. Op uw teken wordt er gewisseld.

Na de les

Page 9: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

9

Hieronder vindt u de activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Leerkracht:

Woordmuur

Het woord dat na deze les opgehangen wordt, is

U kunt ook gebruik maken van de illustratie DE REGEL (te downloaden van het Download Center.

de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag

Herhaal de regels regelmatig.

Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden.

Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels evt. opnieuw

geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen

helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer

de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen

houden.

Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week.

de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

Page 10: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

10

Groep 4 - Les 2: Regels in onze groep – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En

onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de

leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem

heeft).

Woordenschat: de regel, de grondwet, de afspraak

Materialen: Agenda

Een lijstje met regels

De grondwet van de school

Illustratie DE REGEL en DE AFSPRAAK (te downloaden van het Download Center)

Toelichting

Met De Vreedzame School werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas

wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk

gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht wordt. In paragraaf 8 van het Katern

Werken aan Sociale Veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een

‘grondwet’ van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een

omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met

elkaar blijken dus van belang.)

Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto’s) kan de basis gelegd worden om te

werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in

samenspraak met de leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog

met elkaar doen.

Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: ‘Zo doen we het hier op school!’ En vormt een

leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen

de school. Om er voor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen ‘geleefd en beleefd’ gaat worden moet

deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het

nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken.

Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog

specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau

altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet

opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn

dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet.

In deze les staan we met de kinderen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met

regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

In De Vreedzame School maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door

de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een

afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat

iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben

een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn

ONZE afspraken.

Page 11: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

11

In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is:

Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een

uitvoeriger bespreking van regels en afspraken.

Voorbereiding

Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels

aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels

aan te passen waar nodig of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de

leerlingen zich aan te houden hebben.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft. Hang de vaste pictogrammen voor de agenda op (zie achter les 1).

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Regels

De grondwet van onze school

Regels in onze groep

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Als ik de baas was…

De leerlingen mogen fantaseren wat zij zouden doen als zij de baas waren. Geef een paar leerlingen de beurt

en ga dan over naar een volgende vraag:

als ik juf of meester was, dan zou ik…

als ik directeur van de school was…

als ik baas van de speeltuin was…

als ik burgemeester was…

geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk

Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt spreekt u de leerling

hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden.

Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker.

Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, volgt er straf.

Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht

elkaar er op aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren.

Page 12: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

12

Wat gaan we leren?

Haal op waar het blok en de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel

van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag hebben we het over de

regels in onze groep. Regels gaan over wat mag en wat niet mag.

Regels

Regels heb je overal. Wie weet er een regel:

- uit de vorige groep?

- die er op straat is?

- die er in de bibliotheek of het buurthuis is?

- die er op school is?

Vat samen:

De grondwet van onze school

Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: “In onze school hebben we een grondwet, dat

zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein , in de gangen, in de gymzaal, in de

toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen en ouders

bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier!

Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen.

Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen:

o Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels.

o Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1.

o Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort.

Zo worden de regels door de leerlingen ‘gevuld’ en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van

uw groep.

Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen

met foto’s die bij de regels opgehangen worden

Regels in onze groep

Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die hier in deze

groep gelden.

Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen

om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel ‘We gaan bij

de regel een regel gaat over wat

mag en wat niet mag

Regels zijn er om te zorgen dat alles goed gaat.

Aan regels moet je je houden.

Op school hebben we ook regels.

Zo werd op een school bij de omgangsregel ‘We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is’ in

groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs

de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde

omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp.

Page 13: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

13

pauzes in kleine groepjes naar buiten’ hangt u onder de schoolregel ‘We zorgen ervoor dat het rustig is in

de school’

Of de regel ‘Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui!’ hangt onder de basisregel

‘We zorgen goed voor onze spullen’

Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang

van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen:

- haalbaar

- in korte zinnen geformuleerd

- concreet, ondubbelzinnig.

Bied de regels één voor één aan.

Maak iedere regel concreet door:

- uit te leggen wat de reden is van de regel

- visueel te maken (schrijven of pictogrammen)

- het voor te doen of voor te laten doen, (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één.

Regels zijn iets anders dan afspraken. Schrijf het woord afspraak op het bord. Een afspraak is

iets dat je elkaar belooft om te doen. Je belooft elkaar dat je je aan de afspraak houdt. Regels

zijn gemaakt door de leerkrachten. Afspraken maken we samen in de groep. Laat eventueel

de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK zien. De afspraken schrijven we op de poster ZO

WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Er staan er al een paar op. De komende dagen komen er

vast nog afspraken bij.

Wat hebben we geleerd?

Dit was een les over regels in de groep. Wat hebben jullie in deze les geleerd? Waarom zijn er regels? En een

doordenker: waarom schrijven we de regels niet op de afsprakenposter? Omdat daarop afspraken staan en die

hebben we zelf bedacht.

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Vind de afspraak

Een leerling gaat de klas uit. De groep spreekt af dat ze straks allemaal een zin zeggen met een dierennaam erin

(bijvoorbeeld: ik speel graag met mijn poes). De leerling komt terug in de klas, en mag de Vreedzame School-

bal naar iemand in de groep gooien. Die zegt dus een zin met een dierennaam erin. En gooit de bal weer terug.

Zo gooit de leerling die de klas uit is geweest de bal een paar keer naar steeds een andere leerlinge, totdat hij

denkt dat hij de afspraak die gemaakt is weet.

Mogelijke afspraken zijn:

- een zin met een plant erin

- een zin met een kleur erin

- een zin met een voornaam erin

- een zin met een gevoel erin.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan doen

Page 14: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

14

Leerkracht:

Woordmuur

In de Vreedzame School-lessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel

terrein. Belangrijk voor de consolidatie is om aangeleerde woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in

de klas op te hangen. Geef de woorden die in de lessen worden aangeboden een plaatsje op het Vreedzame

School-prikbord. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze aangeleerd worden hangen. Wanneer u al werkt

met een woordmuur e.d. dan kunt u de woorden ook daar ophangen en in het bestaande

woordenschatonderwijs integreren. U kunt ook gebruik maken van de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK

(te downloaden van het Download Center)

De woorden die na deze les opgehangen worden, zijn:

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan doen

de regel een regel gaat over wat

mag en wat niet mag

Herhaal de regels regelmatig.

Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden.

Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels evt. opnieuw

geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen

helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer

de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen

houden.

Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week.

de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

Page 15: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

15

Groep 5 - Les 2: Regels in onze groep – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En

onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de

leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem

heeft).

Woordenschat: de regel, de afspraak, de grondwet

Materialen: Agenda op bord

De grondwet van de school

Illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK

Toelichting

Met De Vreedzame School werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas

wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk

gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht wordt. In paragraaf 8 van het Katern

Werken aan Sociale Veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een

‘grondwet’ van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een

omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met

elkaar blijken dus van belang.)

Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto’s) kan de basis gelegd worden om te

werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in

samenspraak met de leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog

met elkaar doen.

Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: ‘Zo doen we het hier op school!’ En vormt een

leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen

de school. Om er voor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen ‘geleefd en beleefd’ gaat worden moet

deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het

nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken.

Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog

specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau

altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet

opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn

dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet.

In deze les staan we met de kinderen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met

regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

In De Vreedzame School maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door

de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een

afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat

iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben

een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn

ONZE afspraken.

Page 16: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

16

In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is:

Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een

uitvoeriger bespreking van regels en afspraken.

Voorbereiding

In groep 3 en 4 wordt ook aandacht besteed aan de grondwet en de regels van de groep. Afhankelijk van wat

er binnen uw groep hierover al bekend is kunt u kiezen wat u hiervan nog wilt opfrissen en wat u zinvol

vindt om te herhalen. Het is in ieder geval zinvol om jaarlijks met de groep stil te staan bij de regels van de

grondwet.

Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels

aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels

aan te passen waar nodig of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de

leerlingen zich aan te houden hebben.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

De grondwet van onze school

Regels in onze groep

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Leuk om te doen (maar niet heus)

Laat de leerlingen in drietallen bij elkaar gaan zitten. Ieder schrijft op een blaadje drie dingen die hij of zij leuk

vindt om te doen. Echter, één daarvan is niet waar!

Om beurt leest iedere leerling zijn of haar eigen drie ‘leuke’ dingen op. Vervolgens overleggen steeds twee van

de drie welke niet waar is. Klopt dat?

geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk

Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt spreekt u de leerling

hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden.

Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker.

Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, volgt er straf.

Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht

elkaar er op aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren.

Page 17: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

17

Wat gaan we leren?

Haal op waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van

deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag gaan we praten over de regels die we op school en

in groep 5 hebben. Regels heb je overal. Wie weet er een paar regels:

die er thuis zijn?

die er in een winkel zijn?

die erin het park zijn?

die er in de bibliotheek of het buurthuis zijn?

die er in de kerk of de moskee zijn?

die er op school zijn?

De grondwet van onze school

Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: “In onze school hebben we een grondwet, dat

zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein , in de gangen, in de gymzaal, in de

toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen en ouders

bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier!

Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen.

Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen:

o Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels.

o Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1.

o Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort.

Zo worden de regels door de leerlingen ‘gevuld’ en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van

uw groep.

Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen

met foto’s die bij de regels opgehangen worden

Wanneer uw groep deze les al in groep drie of vier heeft gehad kunt u volstaan met het laten benoemen

van gedrag bij de verschillende basisregels van de grondwet.

Regels in onze groep

Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die hier in deze

groep gelden.

Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen

om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel ‘We gaan bij

pauzes in kleine groepjes naar buiten’ hangt u onder de schoolregel ‘We zorgen ervoor dat het rustig is in

de school’

Of de regel ‘Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui!’ hangt onder de basisregel

‘We zorgen goed voor onze spullen’

Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang

van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen:

Zo werd op een school bij de omgangsregel ‘We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is’ in

groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs

de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde

omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp.

Page 18: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

18

- haalbaar

- in korte zinnen geformuleerd

- concreet, ondubbelzinnig.

Bied de regels één voor één aan.

Maak iedere regel concreet door:

- uit te leggen wat de reden is van de regel

- visueel te maken (schrijven of pictogrammen)

- het voor te doen of voor te laten doen, (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één.

Vertel: Dit zijn belangrijke regels. Verder gaan we ook nog afspraken maken. Afspraken

zijn iets anders dan regels. Een afspraak is iets dat je elkaar belooft om te doen. Regels zijn

gemaakt door de leerkrachten. Afspraken maken we samen in de groep. We schrijven ze

op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Over hoe we met elkaar zorgen dat

iedereen zich thuis voelt in de groep.

Gebruik eventueel de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK die u kunt downloaden van

het Download Center.

Vat samen:

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Vind de afspraak

Een leerling gaat de klas uit. De groep spreekt af dat ze straks allemaal een zin zeggen met een dierennaam erin

(bijvoorbeeld: ik speel graag met mijn poes). De leerling komt terug in de klas, en mag de Vreedzame School-

bal naar iemand in de groep gooien en een vraag stellen, bijvoorbeeld: ‘Hoe heet de juf?’. Hij of zij krijgt een

antwoord met een zin die begint met wij, bijvoorbeeld: ‘Wij hebben een juf die Jansen heet’.

Mogelijke afspraken zijn:

- allemaal één woord zeggen dat begint of eindigt met dezelfde letter

- allemaal een zin zeggen met een opsteker erin

- allemaal een woord zeggen dat begint met de letter waar het vorige woord op eindigde.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Leerkracht:

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan

doen

De grondwet hebben de juffen en meesters gemaakt, samen met kinderen en ouders.

De groepsregels worden gemaakt door de juf of meester.

Afspraken in onze groep maken we samen, met elkaar.

Herhaal de regels regelmatig.

Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden.

Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels evt. opnieuw

geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen

helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer

de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen

houden.

Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week.

Page 19: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

19

Woordmuur

In de Vreedzame School-lessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel

terrein. Belangrijk voor de consolidatie is om aangeleerde woorden enige tijd zichtbaar te laten zijn door ze in

de klas op te hangen. Geef de woorden die in de lessen worden aangeboden een plaatsje op het Vreedzame

School-prikbord. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze aangeleerd worden hangen. Wanneer u al werkt

met een woordmuur e.d. dan kunt u de woorden ook daar ophangen en in het bestaande

woordenschatonderwijs integreren. U kunt ook gebruik maken van de illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK

(te downloaden van het Download Center)

De woordkaarten die na deze les opgehangen worden, zijn:

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan doen

de grondwet de belangrijkste regels in de school die voor iedereen gelden

de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag

Page 20: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

20

Groep 6 - Les 2: Regels in onze groep – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En

onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de

leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem

heeft).

Woordenschat: de regel, de afspraak, de grondwet

Materialen: Agenda op bord

Toelichting

Met De Vreedzame School werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas

wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk

gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht wordt. In paragraaf 8 van het Katern

Werken aan Sociale Veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een

‘grondwet’ van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een

omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met

elkaar blijken dus van belang.)

Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto’s) kan de basis gelegd worden om te

werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in

samenspraak met de leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog

met elkaar doen.

Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: ‘Zo doen we het hier op school!’ En vormt een

leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen

de school. Om er voor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen ‘geleefd en beleefd’ gaat worden moet

deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het

nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken.

Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog

specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau

altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet

opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn

dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet.

In deze les staan we met de kinderen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met

regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

In De Vreedzame School maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door

de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een

afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat

iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben

een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn

ONZE afspraken.

Page 21: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

21

In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is:

Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een

uitvoeriger bespreking van regels en afspraken.

Voorbereiding

In groep 3, 4, en 5 wordt ook aandacht besteed aan de grondwet en de regels van de groep. Afhankelijk van

wat er binnen uw groep hierover al bekend is kunt u kiezen wat u hiervan nog wilt opfrissen en wat u zinvol

vindt om te herhalen. Het is in ieder geval zinvol om jaarlijks met de groep stil te staan bij de regels van de

grondwet.

Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels

aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels

aan te passen waar nodig of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de

leerlingen zich aan te houden hebben.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Regels en afspraken

De grondwet van onze school

Regels in onze groep

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Wat voor dier wil je zijn?

Ga de kring rond. Vraag: ‘Als je een dier was, wat voor dier zou je dan willen zijn? Waarom?’.

Als veel leerlingen dezelfde reden zeggen (‘een leeuw omdat hij sterk is’) vraag dan: ‘Wie wil iets anders dan

sterk zijn?’.

geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk

Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt spreekt u de leerling

hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden.

Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker.

Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, volgt er straf.

Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht

elkaar er op aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren.

Page 22: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

22

Wat gaan we leren?

Haal op waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van

deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag gaan we praten over de regels die we op school en

in onze groep hebben.

Regels en afspraken

Regels heb je overal. Wie weet er een paar regels:

- die er in het verkeer zijn?

- die er in de kerk of de moskee zijn?

- die er bij een begrafenis zijn?

- die er bij voetballen zijn?

- die er zijn als je op visite gaat?

- die er op school zijn?

Laat de leerlingen een paar regels noemen en vraag dan: ‘Wat is het verschil tussen bijvoorbeeld

verkeersregels en regels die je volgt als je op visite gaat? Tussen spelregels bij voetballen en de regels hoe je

je bij een begrafenis gedraagt?’ Geef ruimte voor een explorerend gesprek (een gesprek waarbij niet van

tevoren vaststaat wat het goede antwoord is) hierover door:

- leerlingen op elkaar te laten reageren

- vragen wie er ook een mening over heeft

- vragen wie er anders over denkt

- vragen naar voorbeelden

- iemand vragen of hij of zij zoiets wel eens heeft meegemaakt.

Stel vast dat op sommige regels sancties staan als je ze overtreedt en dat andere regels meer afspraken

zijn over hoe je je hoort te gedragen.

Vat samen:

De grondwet van onze school

Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: “In onze school hebben we een grondwet, dat

zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein , in de gangen, in de gymzaal, in de

toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen en ouders

bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier!

Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen.

Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen:

o Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels.

o Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1.

o Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort.

Zo worden de regels door de leerlingen ‘gevuld’ en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van

uw groep.

Regels zijn strenger dan afspraken. Je krijgt straf of een boete als je ze overtreedt.

Afspraken maak je samen. Als je je niet aan een afspraak houdt, beslis je samen wat er moet gebeuren.

Zo werd op een school bij de omgangsregel ‘We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is’ in

groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs

de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde

omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp.

Page 23: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

23

Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen

met foto’s die bij de regels opgehangen worden

Wanneer uw groep deze les al in groep drie of vier heeft gehad kunt u volstaan met het laten benoemen

van gedrag bij de verschillende basisregels van de grondwet.

Regels in onze groep

Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die hier in deze

groep gelden.

Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen

om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel ‘We gaan bij

pauzes in kleine groepjes naar buiten’ hangt u onder de schoolregel ‘We zorgen ervoor dat het rustig is in

de school’

Of de regel ‘Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui!’ hangt onder de basisregel

‘We zorgen goed voor onze spullen’

Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang

van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen:

- haalbaar

- in korte zinnen geformuleerd

- concreet, ondubbelzinnig.

Bied de regels één voor één aan.

Maak iedere regel concreet door:

- uit te leggen wat de reden is van de regel

- visueel te maken (schrijven of pictogrammen)

- het voor te doen of voor te laten doen, (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje, één voor één.

Vertel: Dit zijn belangrijke regels. Verder gaan we ook nog afspraken maken. Afspraken

zijn iets anders dan regels. Een afspraak is iets dat je elkaar belooft om te doen. Regels zijn

gemaakt door de leerkrachten. Afspraken maken we samen in de groep. We schrijven ze

op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Over hoe we met elkaar zorgen dat

iedereen zich thuis voelt in de groep.

Vat samen:

Wat hebben we geleerd?

Wie kan zeggen wat hij of zij geleerd heeft in deze les?

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Spelregels aanpassen

De leerlingen zitten in een kring. Pak de Vreedzame School-bal erbij. U vertelt dat u een balspel kent, maar een

aantal spelregels bent vergeten. U kent alleen de volgende regels nog:

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan

doen

Regels zijn van de juf of de meester. Als je je niet aan een regel houdt spreek ik je hierop aan en krijg je

de kans om je er toch aan te houden. Doe je het alsnog niet dan kan ik je een straf geven.

Afspraken maak je samen met de groep. Als je je niet aan een afspraak houdt, beslis je samen wat er

moet gebeuren.

Page 24: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

24

- de bal wordt van de een naar de ander gegooid

- als de bal op de grond komt, is er iemand af

- de spelleider bepaalt wie er af is, degene die gooide of degene die moest vangen

- de jongste van de groep is spelleider

- wie af is, doet de benen over elkaar

- wie de bal gooit naar iemand die af is, is zelf af

- het doel is zo lang mogelijk mee spelen. Laat het spel enkele minuten spelen en leg het dan stil. Stel de volgende vragen: wat vind je goed aan het spel?

Wat vind je niet goed? Wat vind je de slechtste regel van dit spel? Wat is een betere regel? Laat de leerlingen

even discussiëren over een nieuwe regel of regels. Bijvoorbeeld: je mag de bal maar twee tellen vasthouden,

alleen spelen met de linkerhand, twee spelleiders. In consensus bepalen ze een of enkele nieuwe regels. De

leerlingen spelen het spel met de nieuwe regels.

U kunt het spel later weer spelen en telkens één of een aantal regels aanpassen.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Leerkracht:

Woordmuur

In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel

terrein. Belangrijk voor de consolidatie van de aangeleerde woorden is om woorden enige tijd zichtbaar te

laten zijn door ze in de klas op te hangen. Geef daarom de woorden die in de lessen worden aangeboden en

herhaald, een plaatsje op het Vreedzame School prikbord. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze geleerd

worden (en evt. een tijdje erna) hangen.

Wanneer u al werkt met een woordenmuur e.d. (zoals aanbevolen in ‘Met woorden in de weer’) dan kunt u de

woorden ook in het bestaande woordenschatonderwijs integreren. U kunt ook gebruik maken van de

illustraties DE REGEL en DE AFSPRAAK (te downloaden van het Download Center)

De woordkaarten die na deze les opgehangen worden, zijn:

(Wanneer de groep ook al in groep 4 en 5 het onderscheid tussen grondwet, regels en afspraken heeft geleerd

en dat goed weet, hoeft u deze woordkaarten misschien niet meer op te hangen).

Herhaal de regels regelmatig.

Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden.

Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels evt. opnieuw

geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen

helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer

de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen

houden.

Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week.

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan doen

de grondwet de basisregels in de school die voor iedereen gelden

de regel een regel gaat over wat mag en wat niet mag

Page 25: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

25

Page 26: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

26

Groep 7 - Les 2: Regels in onze groep – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: De leerkracht geeft aan wat belangrijke regels van de groep en de school dit jaar zullen zijn. En

onderscheidt basisregels in de grondwet (die van de school zijn), regels in de eigen groep (die van de

leerkracht komen) en afspraken (die met de groep worden gemaakt en waarin de groep een grote stem

heeft).

Woordenschat: de regel, de afspraak, de grondwet

Materialen: Agenda op bord

Toelichting

Met De Vreedzame School werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas

wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk

gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht wordt. In paragraaf 8 van het Katern

Werken aan Sociale Veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een

‘grondwet’ van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een

omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met

elkaar blijken dus van belang.)

Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto’s) kan de basis gelegd worden om te

werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in

samenspraak met de leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog

met elkaar doen.

Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: ‘Zo doen we het hier op school!’ En vormt een

leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen

de school. Om er voor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen ‘geleefd en beleefd’ gaat worden moet

deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het

nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken.

Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog

specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau

altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet

opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn

dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet.

In deze les staan we met de kinderen stil bij de manier waarop we binnen een Vreedzame School omgaan met

regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

In De Vreedzame School maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door

de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een

afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat

iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben

een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn

ONZE afspraken.

Page 27: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

27

In deze les gaat het over regels. In volgende lessen maken we afspraken. De vuistregel hierbij is:

Laat geen afspraken noteren die al gelden als regels! Zie de Inleiding op blok 1 in uw lesmap voor een

uitvoeriger bespreking van regels en afspraken.

Voorbereiding

Bereid deze les inhoudelijk voor door de belangrijkste regels op een rijtje te zetten. Bied hooguit 4 à 5 regels

aan die voor u belangrijk zijn om met de kinderen af te spreken. In de loop van de tijd is het mogelijk om regels

aan te passen waar nodig of een regel toe te voegen. Gebruik deze les om helderheid te scheppen waar de

leerlingen zich aan te houden hebben.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Regels en afspraken

De grondwet van onze school

Regels in onze groep

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

De staart stuurt

De leerlingen staan in rijtjes van vier achter elkaar. Ze gaan door de klas lopen. De achterste leerling stuurt de

rij door in de schouder van zijn voorganger te knijpen. Links knijpen is linksaf, rechts knijpen is rechtsaf. De

knepen worden naar voren doorgegeven zodat de hele rij weet welke kant ze op moeten. Ze mogen lopen zoals

ze willen.

Tweede fase: alle leerlingen van de rij hebben een blinddoek om, behalve de laatste. Ze krijgen van de

leerkracht te horen waar ze heen moeten. Er wordt weer door de staart gestuurd via naar voren doorgegeven

kneepjes in de schouder. Er mag niet gepraat worden. Is het te vol, dan lopen de rijen één voor één.

geef regels waar nodig, maak afspraken waar mogelijk

Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt spreekt u de leerling

hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden.

Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker.

Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, volgt er straf.

Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht

elkaar er op aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren.

Page 28: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

28

Wat gaan we leren?

Haal op waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Neem het doel van

deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Vandaag gaan we praten over de regels die we op school en

in groep 7 hebben. We maken verschil tussen regels en afspraken. Kunnen jullie je vinden in deze agenda?

Regels en afspraken

In de jaren hiervoor is er ook aandacht besteed aan het verschil tussen regels en afspraken. Afhankelijk van wat

er al bekend is bij uw groep kunt u hier korter of langer bij stil staan.

Vertel: We hebben op school regels en afspraken. Daar is een verschil tussen. Wie kan het verschil

noemen? Regels worden door de school of de leerkracht gemaakt, afspraken maken we samen. Vraag nog

even door:

- Wie kan er afspraken noemen die jullie vorig jaar in groep 6 gemaakt hebben?

- Wie weet er regels die op school gelden?

- Wie kan er regels noemen die buiten school, in de maatschappij gelden?

- Zijn er ook afspraken buiten school, over hoe je je hoort te gedragen?

Stel vast dat op sommige regels straf staat als je ze overtreedt, zoals een boete bij verkeersregels. Andere

regels zijn meer afspraken over hoe je je hoort te gedragen, zoals hoe je je in de bus hoort te gedragen, of

op een kerkhof. We noemen dat ongeschreven regels. Dat zijn eigenlijk beleefdheidsregels. Ze staan niet

in de wet, maar de mensen verwachten wel dat je je eraan houdt. Zo werkt het op school ook.

Vat samen:

De grondwet van onze school

Vertel dat we in Nederland een wet hebben met algemene regels waar iedereen zich aan

moet houden. Dat noemen we de Grondwet. Die Grondwet beschrijft de rechten en plichten

die mensen hebben als ze inwoner van ons land zijn.

Een recht is iets wat je mag doen of hebben. Bijvoorbeeld: wie het eerst komt heeft het recht

om vooraan te zitten. Of: als je lid bent van de bibliotheek heb je het recht om boeken te

lenen.

Er staat bijvoorbeeld in de Grondwet dat iedere burger in Nederland recht heeft op gelijke

behandeling. Je mag, met andere woorden, niet gediscrimineerd worden omdat je een kind

bent, omdat je een vrouw bent, omdat je een andere huidskleur hebt. Andere rechten die in

de Grondwet staan zijn bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting en de godsdienstvrijheid.

En het recht om mee te doen aan de verkiezingen.

Maar … je hebt niet alleen rechten als inwoner van Nederland, je hebt ook plichten. Een

plicht is iets wat je hoort te doen. Het kan zijn dat iemand je dat heeft gezegd: bijvoorbeeld,

je hebt de plicht om je bed op te maken, omdat je moeder of je vader dat hebben gezegd.

Rechten en plichten horen bij elkaar. Als de een het recht heeft op gelijke behandeling, dan

heeft de ander natuurlijk de plicht om hem of haar gelijk te behandelen, en niet te

discrimineren.

In de Grondwet staan hele belangrijke rechten en plichten. Het is een soort Hoofdwet.

Vertel, terwijl u wijst naar de grondwetregels aan de muur: “In onze school hebben we ook een soort

grondwet, dat zijn de basisregels die voor iedereen gelden in onze school: op het plein , in de gangen, in de

Regels zijn strenger dan afspraken. Je kunt straf (of een boete) krijgen als je ze overtreedt.

Afspraken maken we samen.

Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, beslissen we samen wat er moet gebeuren.

het recht iets wat je mag doen of hebben

de plicht iets wat je hoort te doen

de grondwet

een algemene wet waarin staat hoe het land geregeerd moet worden, en hoe we met elkaar moeten samenleven

Page 29: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

29

gymzaal, in de toiletten, in alle lokalen. Overal dus. Die is door de juffen en meesters, een aantal leerlingen

en ouders bedacht. Aan die regels kun je zien hoe we het willen binnen de school. Zo gedragen we ons hier!

Laat een leerling de regels van de grondwet voorlezen.

Wanneer de groep deze les voor het eerst krijgt kunt u de volgende activiteit doen:

o Laat in groepjes gedrag laten bedenken bij de verschillende regels.

o Groepje 1 bedenkt dit voor regel 1.

o Groepje 2 bedenkt dit voor regel 2; enzovoort.

Zo worden de regels door de leerlingen ‘gevuld’ en vertaald in concreet gedrag dat past bij de leeftijd van

uw groep.

Ook kunt u ervoor kiezen om het gedrag dat de kinderen noemen te laten uitspelen en dit vast te leggen

met foto’s die bij de regels opgehangen worden

Wanneer uw groep deze les al in groep drie of vier heeft gehad kunt u volstaan met het laten benoemen

van gedrag bij de verschillende basisregels van de grondwet.

Regels in onze groep

Vertel dat er naast de schoolregels (de basisregels in de grondwet) ook een paar regels zijn die hier in deze

groep gelden.

Om te laten zien dat uw groepsregels afgeleid zijn van de basisregels van de grondwet kunt u ervoor kiezen

om de regels te hangen onder de basisregel waar ze vanaf geleid zijn. Bijvoorbeeld: Uw regel ‘We gaan bij

pauzes in kleine groepjes naar buiten’ hangt u onder de schoolregel ‘We zorgen ervoor dat het rustig is in

de school’

Of de regel ‘Je zorgt zelf voor goede potloden, een gum en een pen in je etui!’ hangt onder de basisregel

‘We zorgen goed voor onze spullen’

Bespreek nu een paar regels (niet meer dan 4 à 5) die u belangrijk vindt in uw groep voor een goede gang

van zaken. Zorg dat de regels aan de volgende kenmerken voldoen:

- haalbaar

- in korte zinnen geformuleerd

- concreet, ondubbelzinnig.

Bied de regels één voor één aan.

Maak iedere regel concreet door:

- uit te leggen wat de reden is van de regel

- visueel te maken (schrijven of pictogrammen)

- het voor te doen of voor te laten doen, (doe het eerst fout voor en daarna goed) Voorbeeld: hoe we de klas uitgaan als de school uitgaat: in een rij, groepje voor groepje,

één voor één.

Vertel: Dit zijn belangrijke regels. Verder gaan we ook nog afspraken maken. Afspraken

zijn iets anders dan regels. Een afspraak is iets dat je elkaar belooft om te doen. Regels zijn

gemaakt door de leerkrachten. Afspraken maken we samen in de groep. We schrijven ze

op de poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP. Over hoe we met elkaar zorgen dat iedereen zich thuis

voelt in de groep.

Vat samen:

Zo werd op een school bij de omgangsregel ‘We zorgen ervoor dat het voor iedereen veilig is’ in

groep 1-2 genoemd: we rijden met de karren alleen bij de zandbak (wat betekende dat er niet langs

de schommels werd gereden, omdat dit anders niet veilig zou zijn.). Terwijl bij diezelfde

omgangsregel in groep 8 genoemd werd: we schrijven alleen positieve dingen in de groepsapp.

de afspraak iets dat je elkaar belooft om te gaan doen

Page 30: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

30

Wat hebben we geleerd?

Heb je iets nieuws geleerd in deze les? Wat ga je doen met wat je geleerd of gehoord hebt?

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Wat is de afspraak?

Iemand gaat de klas uit. Als hij of zij terugkomt mag hij vragen stellen om erachter te komen wat er

afgesproken is. De afspraak luidt: ieder zelfstandig naamwoord in de vraag moet ook in het antwoord zitten.

Dus bijvoorbeeld: Wat voor kleur heeft het? De kleur is groen. Andere mogelijkheden:

- er moet altijd een kleur in het antwoord zitten

- er moet de naam van telkens een andere klasgenoot in het antwoord zitten. Laat de groep zelf ook een afspraak bedenken.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Leerkracht:

Woordmuur

In de Vreedzame Schoollessen wordt een specifieke woordenschat aangeleerd, vooral op sociaal-emotioneel

terrein. Belangrijk voor de consolidatie van de aangeleerde woorden is om woorden enige tijd zichtbaar te

laten zijn door ze in de klas op te hangen. Geef daarom de woorden die in de lessen worden aangeboden en

herhaald, een plaatsje op het Vreedzame School prikbord. Laat de woorden tijdens het blok waarin ze geleerd

worden (en evt. een tijdje erna) hangen.

Wanneer u al werkt met een woordenmuur e.d. (zoals aanbevolen in ‘Met woorden in de weer’) dan kunt u de

woorden ook in het bestaande woordenschatonderwijs integreren. De woordkaarten die na deze les

opgehangen worden, zijn:

Regels zijn van de juf of de meester. Als je je niet aan een regel houdt spreek ik je hierop aan en krijg je

de kans om je er toch aan te houden. Doe je het alsnog niet dan kan ik je een straf geven.

Afspraken maak je samen met de groep. Als je je niet aan een afspraak houdt, beslis je samen wat er

moet gebeuren.

Herhaal de regels regelmatig.

Geef opstekers aan leerlingen die zich aan de regels houden.

Check regelmatig (minimaal een keer per week) samen met de leerlingen welke regels evt. opnieuw

geoefend moeten worden, wat kan helpen je eraan te houden, hoe kinderen elkaar daarbij kunnen

helpen. Soms blijkt uit deze analyse van de regels dat een regel bijgesteld moet worden. Wanneer

de leerlingen hierin hebben kunnen meedenken vergroot dit de kans dat ze zich eraan zullen

houden.

Stel, als daar aanleiding voor is, één regel centraal gedurende bijvoorbeeld een week.

het recht iets wat je mag doen of hebben

de plicht iets wat je hoort te doen

de grondwet een algemene wet waarin staat hoe het land geregeerd moet worden, en hoe we met elkaar moeten samenleven

Page 31: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

31

Page 32: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

32

Groep 8 – Les 2: Kritisch denken over onze regels – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat. Leerlingen voelen zich mede verantwoordelijk voor klas

en school (als oudsten). Kritisch leren denken. En zelfreflectie met het oog op hun overstap naar het VO

aan het eind van het schooljaar.

Leskern: Leerlingen leren kritisch te reflecteren op de regels in klas en school. Dit doen ze door te onderzoeken

welke regels er zijn, en na te denken over het nut en de kwaliteit van de regels.

Woordenschat: kritisch, de reden, het bezwaar

Materialen: Agenda op bord

Werkblad 2.1 (kopie voor iedere leerling; (zie achter het tabblad Werkbladen in de groepsmap)

Toelichting

Met De Vreedzame School werken we aan een positieve sociale en morele norm binnen de school. Pas

wanneer je als team deze norm helder geformuleerd hebt, weet iedereen (kinderen en volwassenen) welk

gedrag en welke houding er binnen de school van hem of haar verwacht wordt. In paragraaf 8 van het Katern

Werken aan Sociale Veiligheid beschrijven we hoe deze sociale norm vormgegeven kan worden in een

‘grondwet’ van de school. (Pesten lijkt vaker voor te komen in een weinig gestructureerde omgeving en in een

omgeving waar je onvoldoende voelt wat de sociale norm is. Duidelijke regels in school over de omgang met

elkaar blijken dus van belang.)

Met hooguit 4 à 5 basisregels (eventueel geïllustreerd met plaatjes of foto’s) kan de basis gelegd worden om te

werken aan een positief klimaat. Veel Vreedzame Scholen hebben deze grondwet al geformuleerd, vaak in

samenspraak met leerlingen en hun ouders. Wanneer dit niet het geval is, is het raadzaam om dit alsnog met

elkaar te doen.

Deze grondwet zorgt voor een kader voor gewenst gedrag: ‘Zo doen we het hier op school!’ En vormt een

leidraad bij het stimuleren van gewenst gedrag of het aanspreken op ongewenst gedrag voor iedereen binnen

de school. Om er voor te zorgen dat deze sociale norm door iedereen ‘geleefd en beleefd’ gaat worden moet

deze steeds opnieuw onder de aandacht gebracht worden. Dit kan op schoolniveau aan het begin van het

nieuwe schooljaar tijdens een gezamenlijke opening en op groepsniveau bij deze les over regels en afspraken.

Zo gaan kinderen begrijpen dat de grondwet voor iedereen binnen de school geldt en dat er daarnaast nog

specifieke regels gelden binnen de groep. Het spreekt dan voor zich dat regels en afspraken op groepsniveau

altijd in overeenstemming moeten zijn met de regels van de grondwet. En een regel die al in de grondwet

opgenomen is hoeft niet meer op groepsniveau gesteld te worden. Regels en afspraken op groepsniveau zijn

dan concretiseringen van de basisregels in de grondwet.

In alle groepen in de school staan we met deze les (les 2 in blok 1) met de leerlingen stil bij de manier waarop

we binnen een Vreedzame School omgaan met regels en afspraken. De basisregels van de grondwet moeten

dus al zichtbaar aanwezig zijn in iedere groep.

In De Vreedzame School maken we onderscheid tussen regels en afspraken. Regels worden grotendeels door

de leerkrachten bepaald. Leerlingen kunnen niet over alles meepraten. Een afspraak is iets anders. Een

afspraak wordt in overleg gemaakt. Leerlingen praten erover mee. Eenmaal vastgesteld, wordt verwacht dat

iedereen zich aan die afspraak houdt. Bij het maken van afspraken is het proces belangrijk. Leerlingen hebben

een stem, ze krijgen medeverantwoordelijkheid en daarmee creëren we draagvlak voor de afspraak; het zijn

ONZE afspraken.

Page 33: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

33

Voorbereiding

Regels worden dus door de leerkrachten bepaald. Maar ... we willen ook graag dat burgers van onze

democratische samenleving (en dus ook leerlingen in onze school) kritisch na kunnen denken over de regels die

er zijn. Dus in groep 8 gaan de leerlingen daarover reflecteren.

In deze les vindt u de suggestie om na de les waarin kinderen kritisch hebben gekeken naar de regels in de

grondwet, de directeur uit te nodigen voor een gesprek over de regels in de school. Ze worden uitgedaagd (in

de volgende les) om daar kritisch op te reflecteren. Dit vraagt om een open houding bij uw directeur en uw

collega’s ten opzichte van kritiek van de leerlingen. Indien u twijfelt of dat het geval is, kunt u wellicht een en

ander bespreken in de stuurgroep Vreedzame School; indien gewenst met de Vreedzame School-trainer erbij.

Het vraagt ook wat praktische voorbereiding. Als er elke dag een les uit blok 1 gegeven wordt, moet dus direct

na deze les (op dezelfde dag) de directeur een gesprek met de groep kunnen hebben.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Regels en afspraken

Kritisch denken

Zijn regels nodig?

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

U kunt (in het kader van actieve en betrokken leerlingen) een voorstel doen aan de groep: iedere les bereiden

twee leerlingen een Binnenkomer of een Afsluiter voor. Aandachtspunt hierbij is dat er soms een Binnenkomer

in de lesbeschrijving staat die bij de inhoud van les hoort. Of vraag de leerlingen welke Binnenkomer ze leuk

vinden om te doen.

De omgekeerde wereld

De leerlingen zitten in de kring. Het is de bedoeling dat de leerlingen het tegenovergestelde doen van wat de

leider doet:

- Gaat de leider staan, dan blijven de leerlingen zitten.

- Gaat de leider lachen, dan gaan de leerlingen huilen.

- Gaat de leider achter de stoel staan, dan gaan de leerlingen voor de stoel staan.

- Gaat de leider met de armen over elkaar staan, dan doen de leerlingen de armen wijd.

- Gaat de leider met de benen wijd staan, dan doen de leerlingen de voeten bij elkaar.

Regels zijn van u als leerkracht. Als een leerling zich niet aan een regel houdt spreekt u de leerling

hierop aan door hem aan de regel te herinneren en de keus te geven zich toch aan de regel te houden.

Als de leerling zijn gedrag bijstelt, geeft u hem een opsteker.

Stelt de leerling zijn gedrag niet bij, volgt er straf.

Afspraken maak je samen. Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, spreken kinderen en leerkracht

elkaar er op aan en wordt samen beslist wat er moet gebeuren.

Page 34: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

34

- Gaat de leider naar de vloer kijken, dan gaan de leerlingen naar het plafond kijken. Doe er als leerkracht een paar voor tot de leerlingen begrijpen wat de bedoeling is. Maak daarna een leerling

leider, laat deze leerling een paar dingen doen en maak dan een andere leerling leider.

Wat gaan we leren?

Haal op waar het blok over gaat en waar de vorige les over ging of vraag het de leerlingen. Vertel dat we het

vandaag gaan hebben over de regels in de klas en in de school. We willen graag dat jullie daar kritisch over na

gaan denken. Neem het doel van deze les door en vestig de aandacht op de agenda. Kunnen jullie je vinden in

deze agenda?

Regels en afspraken

De groep zit in de kring. Vertel: We hebben op school regels en afspraken. Daar is een verschil tussen. Wie

kan het verschil noemen? Regels worden door de school of de leerkracht gemaakt, afspraken maken we

samen. Vraag nog even door:

- Wie kent de regels van de grondwet van onze school?

- Wie kent er naast deze basisregels nog enkele andere regels die in de klas of op school gelden?

- Wie kan er regels noemen die buiten school, in de maatschappij gelden?

- Zijn er ook afspraken buiten school, over hoe je je hoort te gedragen?

Stel vast dat op sommige regels straf staat als je ze overtreedt, zoals een boete bij verkeersregels. Heeft

iemand wel eens een boete gehad?

Andere regels zijn meer afspraken over hoe je je hoort te gedragen, bijvoorbeeld hoe je je in de bus hoort

te gedragen, of op een begraafplaats. We noemen dat ongeschreven regels. Dat zijn eigenlijk

beleefdheidsregels. Ze staan niet in de wet, maar de mensen verwachten wel dat je je eraan houdt. Het

zijn eigenlijk meer afspraken dan regels. Als je ze overtreedt krijg je geen straf, maar is er wel kans op een

conflict.

Vat samen:

Regels zijn strenger dan afspraken. Je kunt straf (of een boete) krijgen als je ze overtreedt.

Afspraken maken we samen.

Als iemand zich niet aan een afspraak houdt, is er een kans op een conflict.

Kritisch denken

Vertel dat we kritisch gaan kijken naar de regels die gelden in de school. Leg het woord

‘kritisch’ uit. Iemand die kritisch is let goed op of dingen wel in orde zijn. Zo iemand is niet

gauw tevreden. Soms is iemand heel kritisch op zijn of haar kleding. Zo iemand let dan

elke dag heel goed op wat hij of zij aantrekt, en of het wel bij elkaar past bijvoorbeeld. Je

hebt ook mensen die heel kritisch zijn over hoe mensen zich gedragen, en veel kritiek

hebben op anderen.

Kritisch zijn wil ook zeggen dat je niet zomaar alles gelooft. Een voorbeeld uit de reclame: veel jongeren

laten zich dure abonnementen op hun mobiele telefoons aansmeren, omdat ze te goedgelovig zijn. Het is

goed om kritisch te zijn. Niet alles is waar wat mensen beweren.

Zo kun je kritisch leren kijken naar wat mensen zeggen of vinden.

kritisch je bent kritisch als je niet gauw tevreden bent, en als je niet zomaar alles gelooft

Page 35: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

35

Zijn regels nodig?

Vertel dat we nu kritisch gaan kijken naar de regels die we in onze school hebben. We beginnen

met de vraag: ‘Zijn regels nodig?’ Laat werkblad 2.1 zien, en licht de begrippen reden en bezwaar

toe. Een reden is waarom je iets vindt of doet. Bijvoorbeeld: ‘Hij had een goede reden om te laat te

komen, want hij moest eerst naar de tandarts.’ Dus in dit geval vragen we naar een reden om

regels in de klas en in de school te hebben. Je kunt ook een reden hebben om géén regels te

willen. Dat noemen we nu een bezwaar. Een bezwaar is een reden waarom je iets niet goed vindt.

Bijvoorbeeld: ‘Ik heb er bezwaar tegen als jij met je pet op in de klas zit’.

Laat de leerlingen in tweetallen werken, deel Werkblad 2.1 uit, en laat ze met behulp van

TafelRondje per Tweetal het werkblad bespreken en invullen met elkaar:

- Ieder tweetal zit aan een tafel met één papier en één pen.

- Demonstreer met een leerling de werkwijze van TafelRondje per Tweetal: om en om een

reden of een bezwaar bedenken en opschrijven. Geef ze bedenktijd.

- De leerling die het vroegste naar bed ging gisteren mag beginnen. Wees er attent op dat de leerlingen

vaart houden in het wisselen.

Bespreek met de hele groep de redenen waarom regels nodig zijn, en de bezwaren: waarom regels niet

nodig zijn. Schrijf de redenen voor en bezwaren tegen regels die de leerlingen bedenken op het bord of op

een flap. Het kan zijn dat leerlingen verschillende redenen hebben opgeschreven waarom het goed is dat

er regels zijn, én dat ze een aantal bezwaren hebben. Die bezwaren kunnen te maken hebben met de

kwaliteit van een regel, of met de voorwaarden die zij aan regels stellen (bijvoorbeeld: ‘het lijkt hier wel

een kleuterschool’; zoiets zegt iets over het ontbreken van vertrouwen in de leerlingen). Probeer tot een

conclusie te komen waarover consensus is. Bijvoorbeeld: ‘Het is goed dat er regels zijn, maar ze moeten

wel aan een paar voorwaarden voldoen. Misschien zouden we een paar bezwaren weg kunnen nemen’.

Vertel dat we de volgende les verder gaan met kritisch kijken naar de regels. Leg uit dat je kritisch kunt zijn

over of er in het algemeen wel regels moeten zijn, maar dat je ook kritisch kunt kijken naar de regels zelf.

Daarvoor moeten we eerst precies weten welke regels er zijn in de school en in de klas.

Laat de leerlingen in hun tweetal de grondwet van de school kritisch bekijken. Wat vinden ze van de

regels? Zijn er verbeteringen te bedenken? Geef de suggestie om hun ideeën over de regels met de

directeur te bespreken.

Hetzelfde kunt u doen met de regels die u in de klas hanteert. Zet deze op het bord en vraag ook hier hun

kritische blik over te laten gaan. Het gaat er hier niet om dat de regels ter discussie staan, maar of ze

helder genoeg geformuleerd zijn en of de leerlingen het idee hebben dat ze met deze regels goed kunnen

werken.

Vertel dat we de volgende les verder gaan met kritisch kijken naar de regels. Leg uit dat je kritisch kunt zijn

over of er in het algemeen wel regels moeten zijn, maar dat je ook kritisch kunt kijken naar de regels zelf.

Daarvoor moeten we eerst precies weten welke regels er zijn in de school en in de klas. Daar gaan jullie

onderzoek naar doen. Vraag een paar leerlingen om een interview te houden met de directeur van de

school, en een paar die een interview met u houden. Zij verzamelen alle regels, die van de grondwet, maar

ook die van alle groepen (de groepsregels), en die bespreken we volgende week.

Vraag of de leerlingen een idee hebben waarom het goed is om kritisch te kunnen denken over de regels

die er zijn. Laat ze ook aan de maatschappij denken. Stel dat de regering een regel bedenkt die het bezit

van honden verbiedt, of een regel waardoor jullie opeens zomaar in een heel ander deel van het land

moeten gaan wonen. Dan is het goed als de burgers van onze samenleving kritisch zijn.

Vat samen:

Regels worden gemaakt door de school. Afspraken worden gemaakt door de groep.

Toch willen we dat jullie kritisch kijken naar de regels. Het is belangrijk dat jullie daar over meedenken.

Misschien kunnen er verbeteringen worden bedacht.

de reden waarom je iets vindt of doet

het bezwaar een reden waarom je iets niet goed vindt

Page 36: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

36

Wat hebben we geleerd?

Heb je iets nieuws geleerd in deze les? Wat ga je doen met wat je geleerd of gehoord hebt?

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters, of kies onderstaand voorstel. Of laat de leerlingen een afsluiter

kiezen, en uitvoeren.

Evenwicht

Maak een rij op lengte. Maak tweetallen van bijna gelijke grootte staan. Ga tegenover elkaar staan.

- Ze zetten de tenen tegen elkaar en houden de handen vast. De tweetallen leunen nu beide rustig

achterover, lichaam recht, armen aan het eind gestrekt. Laat twee leerlingen het even voordoen. Wieg

vervolgens zachtjes heen en weer, terwijl je elkaar een mop of verhaaltje vertelt.

- Dezelfde tweetallen strekken hun armen naar voren en plaatsen hun handpalmen naar elkaar en leunen

nu rustig naar voren. Lichaam gestrekt houden. Laat twee (andere) leerlingen het even voordoen.

- Dezelfde tweetallen gaan met de schouders tegen elkaar aan staan, zij aan zij, met de armen over elkaar.

Ze leunen tegen elkaar. Nu tillen ze het binnenste been op en kruisen dat over hun buitenste been, zodat

ze beiden nog maar op één been staan. Laat twee (andere) leerlingen het even voordoen.

- Dezelfde tweetallen gaan met de ruggen plat tegen elkaar aan staan en leunen naar achter. Ze steunen

tegen elkaar. Ze zetten nu kleine stapjes vooruit, de ruggen blijven plat tegen elkaar. Laat twee (andere)

leerlingen het even voordoen. Ze maken nu samen een praatje, of vertellen een leuke mop aan elkaar.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Leerkracht:

gebruik het begrip ‘kritisch’ regelmatig

stimuleer leerlingen kritisch na te denken

sta zelf open voor kritiek

Woordmuur

De woorden die na deze les opgehangen worden zijn:

Interviews regelen

Na deze les gaan leerlingen van uw groep de directeur, de andere groepsleerkrachten en u zelf interviewen

over de schoolregels. Zij verzamelen alle regels (de grondwet én alle groepsregels van alle groepen in de

school), en die bespreken we volgende week. Ze worden uitgedaagd (in de volgende les) om daar kritisch op te

reflecteren.

Zorg ervoor dat de interviews plaatsvinden vóór de volgende les. Als u elke dag een les uit blok 1 doet, dan

moet er dus heel snel gehandeld worden!

kritisch je bent kritisch als je niet gauw tevreden bent, en als je niet zomaar alles gelooft

de reden waarom je iets vindt of doet

het bezwaar een reden waarom je iets niet goed vindt

Page 37: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

37

Tafelrondje per Tweetal

In dit blok worden twee coöperatieve werkvormen aangeboden (Zoek Iemand Die en Tafelrondje per Tweetal).

In de komende twee blokken worden telkens nog twee nieuwe vormen geïntroduceerd (zie Introductie op de

map).

Tafelrondje per Tweetal is een werkvorm die snel en makkelijk in veel situaties kan worden toegepast,

waarmee op een eenvoudige manier álle leerlingen actief gemaakt worden. Zo wordt daadwerkelijk gebruik

gemaakt van de bijdragen van de leerlingen in de lessen, hetgeen het leerrendement verhoogt. U kunt een

paar lessen met vaste duo’s werken als dat nodig of zinvol is in uw groep, maar u kunt ook juist vaker mixen om

het resultaat te vergroten.

TafelRondje per Tweetal:

De leerlingen leveren in tweetallen om de beurt een (schriftelijke) bijdrage aan een opdracht.

Ieder tweetal heeft één blad papier en één pen.

1. De leerkracht stelt een open vraag waarop meerdere korte antwoorden mogelijk zijn. De leerkracht geeft

aan wat na afloop teruggevraagd gaat worden.

2. De leerkracht geeft kort denktijd.

3. De leerkracht geeft aan wie mag beginnen.

4. De leerling die het eerst aan de beurt is, schrijft één van zijn of haar antwoorden op.

5. De andere leerling krijgt nu de pen en het papier en schrijft één van zijn of haar antwoorden op.

6. De leerlingen blijven om de beurt werken aan de gezamenlijke opdracht.

7. De leerkracht vraagt na afloop een aantal leerlingen een voorbeeld te noemen. Variant: tekenen, om en om een bijdrage aan een werkstuk.

Page 38: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

38

Groep 3 - Les 9A: Je fijn voelen – NIEUWE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: Kinderen leren dat ze zelf actie kunnen ondernemen als ze zich ergens niet fijn (veilig) voelen.

Materialen: Agenda op het bord

Aap en Tijger

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of de

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda:

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Waar voel jij je fijn?

Waar voel jij je niet fijn?

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Toelichting

Deze les is toegevoegd aan Blok 1, omdat we in het kader van het werken aan sociale veiligheid binnen de

school kinderen er van bewust willen maken dat het voor iedereen belangrijk is om je veilig te voelen.

Dit is voorwaarde voor een goede ontwikkeling. Als je je niet veilig voelt, kun je niet goed tot leren komen.

In deze les willen we daarom kinderen laten nadenken over de momenten of situaties waarin ze zich veilig (fijn)

voelen en de momenten waarop dit juist niet het geval is. En vervolgens leren we kinderen dat ze zelf iets

kunnen ondernemen wanneer ze zich niet veilig voelen, zodat ze gaan merken dat ze regie hebben over hun

eigen veiligheid.

Binnenkomer

Vraag de kinderen te vertellen met wie ze wel eens een dag zouden willen ruilen. Begin bij u zelf!

Wat gaan we leren?

Vertel dat de juffen en meesters het belangrijk vinden dat iedereen zich fijn voelt hier op school. Als je je niet

fijn voelt kun je niet goed spelen en leren. Vandaag gaan we bekijken wanneer jij je fijn voelt en wanneer niet

en wat je dan kan doen. Loop de agenda langs.

Waar voel jij je fijn?

Laat Aap en Tijger elkaar vertellen op welke plekken zij zich fijn voelen.

Tijger: Aap, weet je wat ik fijn vind? Ik vind het zo lekker als ik met mijn knuffel samen op de bank lig en dat

de zon dan precies op ons schijnt.

Page 39: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

39

Aap: Weet je wat ik fijn vind? Als ik heel hoog in een boom zit. Dan verstop ik me tussen de bladeren, zodat

niemand mij kan zien. En ik kan dan wel iedereen zien!

Tijger: Oh, dat lijkt mij ook fijn!

Laat Aap en Tijger de kinderen vragen of ze ook een plekje hebben waar ze zich fijn voelen.

Laat de leerlingen in tweetallen praten over de plek waar zij zich fijn voelen door gebruik te maken van de

coöperatieve werkvorm TweeGesprek op Tijd:

- Maak tweetallen en bij een oneven aantal een drietal.

- Vertel aan de leerlingen dat ze in tweetallen een halve minuut aan elkaar gaan vertellen over hun

fijnste plek. Dit kan thuis zijn, maar ook bij iemand anders, of op school. Geef aan dat het belangrijk is

om goed naar elkaar te luisteren.

- Geef leerlingen kort denktijd over de vraag: Wat is jouw fijnste plekje?

- De leerling met het donkerste haar mag een halve minuut aan de ander vertellen.

- Wissel nu van rol: nu mogen de andere leerlingen vertellen over een plek waar ze zich fijn voelen.

Laat tot slot een kind aan de groep de plek noemen waar hij zich fijn voelt.

Vraag de andere kinderen: Ga staan als jij je daar ook fijn zou voelen.

Laat hiermee ervaren dat het zo kan zijn dat wat het ene kind als fijn benoemt, voor de ander juist niet fijn

is. Bijvoorbeeld: in bed liggen als het regent. Laat een kind dat is blijven zitten, benoemen waarom die

plek niet fijn lijkt voor hem.

Herhaal dit met een paar kinderen.

Waar voel jij je niet fijn?

Laat Aap en Tijger voorbeelden noemen van plekken waar ze zich niet fijn voelen.

- Aap: Weet je waar ik het helemaal niet fijn vind?

- Tijger: Nou, waar dan?

- Aap: Als ik in bed lig en ik hoor een geluid..

- Tijger: Oh ja, dat vind ik ook niet fijn. En wat doe je dan?

- Laat de kinderen meedenken wat Aap dan zou kunnen doen (zijn vader of moeder roepen, gaan zoeken

waar het geluid vandaan komt).

- Vraag een paar kinderen of zij ook plekken kennen waar ze zich niet fijn voelen.

- Vat samen dat je zelf iets kunt doen als je je ergens niet fijn voelt.

Wat hebben we geleerd?

Vat samen:

Afsluiter:

De kinderen lopen door elkaar

Laat ze iemand de hand geven:

- met wie ze graag spelen

- die eenzelfde kleur trui of t-shirt aan heeft

Iedereen kent plekken waar het fijn is.

Als je je ergens niet fijn voelt

- kun je daar weggaan en een plek zoeken waar je je wel fijn voelt

- kun je proberen het fijn te maken

- kun je hulp vragen (bij de juf of meester, vader of moeder, ander kind)

Page 40: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

40

- met wie ze graag samenwerken

- die dicht bij hen in de buurt woont

- die hen kan troosten als ze zich verdrietig voelen

- met wie ze kunnen lachen

- bij wie ze zich fijn voelen.

Page 41: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

41

Groep 4 - Les 9A: Je veilig voelen – NIEUWE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: Kinderen leren dat ze zelf actie kunnen ondernemen als ze zich ergens niet veilig voelen.

Woordenschat: veilig

Materialen: Agenda op het bord

Werkblad Veilig-Onveilig op karton gekopieerd voor elk tweetal een exemplaar

Vrolijke muziek

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of de

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda:

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Waar voel jij je veilig?

Waar voel jij je niet veilig?

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Toelichting

Deze les is toegevoegd aan Blok 1, omdat we in het kader van het werken aan sociale veiligheid binnen de

school kinderen er van bewust willen maken dat het voor iedereen belangrijk is om je veilig te voelen.

Dit is voorwaarde voor een goede ontwikkeling. Als je je niet veilig voelt, kun je niet goed tot leren komen.

In deze les willen we daarom kinderen laten nadenken over de momenten of situaties waarin ze zich veilig (fijn)

voelen en de momenten waarop dit juist niet het geval is. En vervolgens leren we kinderen dat ze zelf iets

kunnen ondernemen wanneer ze zich niet veilig voelen, zodat ze gaan merken dat ze regie hebben over hun

eigen veiligheid.

Binnenkomer:

Laat de leerlingen op hun stoel zitten. Draai vrolijke muziek en laat ze zittend dansen, hoe gekker hoe beter.

Wat gaan we leren?

Vertel dat de juffen en meesters het belangrijk vinden dat iedereen zich veilig voelt hier op school. Als je je niet

veilig voelt, kun je niet goed spelen en leren. Vandaag gaan we bekijken wanneer jij je veilig voelt en wanneer

niet en wat je dan kan doen. Loop de agenda langs.

Veilig en onveilig

Vertel over een situatie waarin u zich niet helemaal veilig voelde. Bijvoorbeeld over het moment dat u

alleen naar huis fietste en door een stuk bos reed dat nauwelijks verlicht was. Toen u eenmaal weer in uw

eigen straat was, die goed verlicht was, voelde u zich weer veiliger.

Vraag de leerlingen of ze ook wel eens een moment hadden waarin ze zich niet zo veilig voelden.

Page 42: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

42

Laat ze in tweetalen hierover uitwisselen door gebruik te maken van de coöperatieve werkvorm

TweeGesprek op Tijd:

- Maak tweetallen en bij een oneven aantal een drietal.

- Vertel aan de leerlingen dat ze in tweetallen een halve minuut aan elkaar gaan vertellen over een

moment waarop ze zich niet veilig voelden. Dit kan thuis zijn, maar ook bij iemand anders, of op

school. Geef aan dat het belangrijk is om goed naar elkaar te luisteren.

- Geef leerlingen kort denktijd over de vraag: Wanneer voelde jij je niet veilig?

- De leerling met de grootste handen mag een halve minuut aan de ander vertellen.

- Wissel nu van rol: nu mogen de andere leerlingen vertellen over een moment waarop ze zich niet

veilig voelden.

Laat een leerling aan de groep vertellen wanneer hij zich onveilig voelde.

Vraag aan de andere kinderen te gaan staan als ze zich ook onveilig zouden voelen in deze situatie.

Laat hiermee ervaren dat het zo kan zijn dat wat het ene kind als onveilig ervaart, door een ander als veilig

wordt beschouwd. Bijvoorbeeld: Er kwam gisteren een hond op me afgerend. Voor sommige leerlingen

hoeft dit niet als onveilig ervaren te worden omdat ze thuis een hond hebben.

Herhaal dit eventueel met een paar leerlingen.

Wat zou je kunnen doen?

Deel aan ieder tweetal het Werkblad Veilig-Onveilig uit. U vindt dit werkblad achter deze les.

Laat ze de kaartjes van het werkblad uitknippen.

De kaartjes met veilig en onveilig leggen ze op hun tafel, de overige kaartjes op zijn kop op een stapeltje.

Vraag de leerlingen de kaartjes om de beurt hardop voor te lezen en naar elkaar te benoemen of ze deze

situatie veilig of onveilig zouden vinden. Zo leggen ze om de beurt een kaartje onder het kaartje VEILIG of

ONVEILIG.

Er zijn ook twee kaartjes leeg gelaten, waarop ze eventueel zelf een situatie kunnen invullen die ze

weleens hebben meegemaakt.

Als ze er verschillend over denken, leggen ze het kaartje tussen de twee kaartjes in.

Als ze hiermee klaar zijn vraagt u even kort naar ervaringen. Hoeveel kaartjes liggen erbij veilig, hoeveel bij

onveilig? Bij welke situaties dachten jullie er anders over?

Vervolgens laat u de tweetallen bedenken wat ze zouden kunnen doen in de situaties die ze als onveilig

ervaren. Geef een voorbeeld bij uw eigen situatie. Bijvoorbeeld: de volgende keer samen met iemand

fietsen door het bos. Of ’s avonds niet door het bos rijden.

Laat de tweetallen nu samen oplossingen bedenken voor de verschillende situaties.

Vraag na afloop reacties van een paar tweetallen. Schrijf de oplossingen op het bord, zodat u kunt vragen

of er nog andere oplossingen zijn bedacht bij dezelfde situatie.

Geef een opsteker voor alle oplossingen die leerlingen noemen.

Wat hebben we geleerd?

Vat samen:

- kun je daar weggaan en een veilige situatie opzoeken

- kun je proberen om het daar veilig te maken

- kun je hulp vragen.

Iedereen voelt zich wel eens onveilig, dat is geen prettig gevoel.

Als je je ergens onveilig voelt:

- kun je daar weggaan en een veilige situatie opzoeken

- kun je proberen het daar veilig te maken

- kun je hulp vragen

Page 43: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

43

Afsluiter

De kinderen lopen door elkaar. Laat ze iemand de hand geven:

- met wie ze graag spelen

- die een zelfde kleur trui of t-shirt aan heeft

- met wie ze graag samenwerken

- die dicht bij hen in de buurt woont

- die hen kan troosten als ze zich verdrietig voelen

- met wie ze kunnen lachen

- bij wie ze zich veilig voelen.

Page 44: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

44

Werkblad Veilig - Onveilig

knip de kaartjes uit

Veilig Onveilig

Je ziet dat een paar kinderen over jou praten.

Er komt een grote hond naar je toe gerend.

Je moet een drukke weg oversteken

Een jongen uit groep 7 duwt je weg als jij op de glijbaan wilt.

Je bent alleen thuis en er wordt aangebeld.

Je ziet dat iemand uit groep 6 je vriendje laat struikelen.

Je gaat naar een feestje en je kent alleen het kind dat jarig is.

Een paar kinderen hebben jouw tas verstopt en ze willen niet zeggen waar.

Je moet een brief brengen naar groep 8.

Je ligt in bed en het onweert.

……………………………………..

……………………………………….

Page 45: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

45

Groep 3 - Les 7: STOP! HOU OP! - AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: De leerlingen leren met behulp van Aap en Tijger dat je STOP, HOU OP! kunt zeggen als je niet geplaagd

wilt worden.

Woordenschat: plagen

Materialen: Agenda op bord met pictogrammen

Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Pictogram STOP! HOU OP! (achter deze les)

Illustratie PLAGEN en JUF (achter deze les) en in kleur te downloaden van het Download Center

Aap en Tijger

Toelichting

In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de

weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht.

Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over ‘pesten’ terwijl het in werkelijkheid ‘plagen’ is. Het verschil

met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen

incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen

is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en

buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend

zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet

worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen

immers dat iedereen zich veilig voelt.

Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager

er op aan heeft gesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen.

In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester

Zorg dat het pesten ophoudt.

Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last

van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun

gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden.

Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we er voor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we

pesten niet!

Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte Pest Aanpak (OPA) ingezet worden. Deze aanpak staat

beschreven in het Katern Werken aan Sociale Veiligheid (par. 12).

Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van

mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een

ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en

B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan.

Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het

onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of

spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking.

Het is belangrijk om deze begrippen voor u zelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken

in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er

Page 46: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

46

gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan

de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. ‘Dus eigenlijk

hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken.’

Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis

vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken

dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist

beeld krijgen van de situatie.

Het volgende schema kan hierbij helpen:

Plagen Pesten Conflict Ruzie

Waar gaat het om?

Aan elkaar gewaagd. Eenmalig.

Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevol-gen voor het welzijn van gepeste kind.

Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen.

Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden).

Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen.

Ingrijpen. OPA

Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie.

Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen Vervolgens mediatie.

In deze les benoemen we heel kort het verschil tussen plagen en pesten, maar in groep 3 leggen we vooral het

accent op wat je kunt doen om dit te stoppen. In de volgende jaren wordt dit steeds verder uitgewerkt.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

STOP! HOU OP! (pictogram)

Doorgaan is verboden

Poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

1-2-3-4-Piet!

Leerlingen zitten in een kring. De leerkracht doet een ritme voor: twee keer slaan tegen je dijen, twee keer

klappen in je handen en dan roept zij, aansluitend op het ritme: ‘Piet!’ Allemaal oefenen: klap-klap-klap-klap-

Piet! Een aantal keer herhalen. Vervolgens wordt door de leerkracht in plaats van Piet de naam van een leerling

genoemd. Het ritme wordt meteen weer herhaald en de leerling die genoemd is, roept nu de naam van een

andere leerling. Net zo lang tot iedereen genoemd is. Je mag niet twee keer dezelfde naam noemen.

Page 47: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

47

Wat gaan we leren?

Herhaal nog eens waar we het in dit blok over gehad hebben: de regels van de groep, elkaar opstekers geven,

elkaars mening respecteren, taken doen, je fijn voelen. Dat zijn dingen om er een gezellige groep van te maken.

Soms doet iemand iets wat je niet fijn vindt, wat jij niet wilt. Dat noemen we plagen. En als het steeds opnieuw

gebeurt, dan noemen we het pesten. Daar gaat deze les over. Loop de agenda door en vraag of iedereen zich

erin kan vinden.

STOP! HOU OP!

Tijger komt bij Aap en zegt: “Aap, ze pesten me”. Aap vraagt wat er gebeurd is, en Tijger noemt een

plagerijtje van het soort waarmee leerlingen ook vaak bij de juf komen (bijvoorbeeld ‘ze roepen steeds

tijgertje, reigertje!’). Aap: ‘Ha, ha, dat doen ze zo vaak.’

Tijger: ‘Ik vind het niet leuk.’

Aap: ‘Dan moet je zeggen: ‘STOP! HOU OP!’.’

Tijger: ‘Ik ga naar de juf en dan zeg ik ‘juf, ze pesten me’.’

Aap: ‘Ik zeg: ‘STOP! HOU OP!’. Nou dag hoor.’ (aap weg)

Tijger: ‘Wat doen jullie als je geplaagd wordt?’

Laat de leerlingen antwoorden op de vraag van Tijger. Tenslotte vraagt Tijger aan juf: ‘Wat vindt u er nou

van?’. Juf antwoordt dat je het best eerst zelf kunt zeggen dat ze moeten ophouden. Misschien denken ze

wel dat het een leuk grapje is. Zeg maar, net als aap: STOP! HOU OP!. Daar komt Aap weer aan. Aap: ‘Tijger, je bent net een zebra, met al die strepen.’

Tijger: ‘Ik ben geen zebra, ik ben een tijger.’

Aap: ‘Niet, je bent een zebra. Zebra, zebra.’

Tijger: ‘Juf, ze pesten me.’

Juf: (fluistert) ‘Wat zou je nou zeggen?’

Tijger: ‘O ja.’

Aap: ‘Zebra, zebra.’

Tijger: ‘STOP! HOU OP!’ (met flinke stemverheffing)

Aap houdt verbaasd op.

Nu gaan de leerlingen het oefenen, met Aap. Laat Aap iets vervelends bij uzelf doen. Zeg: ‘niet doen, Aap,

niet doen’. Aap gaat door. Zeg dan hard: STOP! HOU OP!. Nu houdt Aap op.

Laat Aap iets vervelends doen bij een leerling, bijvoorbeeld aan de haren trekken, aan de oren trekken, op

de andere schouder tikken. Hij lacht er hard bij. Pas als de leerling STOP! HOU OP! zegt, houdt Aap op. Let

op toon en stemvolume van de leerlingen. Stimuleer dat de leerlingen een assertieve maar geen agressieve

houding aannemen.

Oefenen STOP! HOU OP! (Zoek Iemand Die)

Laat de leerlingen tweetallen vormen door een opdracht te geven: zoek iemand met wie je deze week (of

vorige week) niet zoveel gespeeld hebt.

De leerlingen lopen door de klas en houden hun hand omhoog totdat ze een partner hebben gevonden en

maken een tweetal. Creëer bij een oneven aantal voor een leerling die over is de mogelijkheid om aan te

sluiten bij een tweetal (de bofkont).

Laat de leerlingen in tweetallen op uw startsignaal oefenen. De kleinste van het tweetal begint: die tikt de

ander een paar keer op de schouder, de ander zegt stevig STOP! HOU OP!, de eerste leerling stopt.

De grootste van het tweetal mag daarna: die trekt een paar keer een gek gezicht naar de andere leerling.

Na STOP! HOU OP!, stopt de leerling met het trekken van gezichten.

Page 48: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

48

Dit kunt u ook nog een keer laten oefenen in andere tweetallen: zoek nog iemand met wie je deze week

niet zoveel gespeeld hebt. En daarna weer oefenen.

Vat samen:

Doorgaan is verboden

Dat spreken we dus af. Plagen is iemand voor de grap een beetje boos maken. Vraag

aan de groep naar voorbeelden van plagen. Als je het plagen niet leuk vindt, zeg je

STOP! HOU OP! Dan moet de ander ophouden. Maar wat doe je als de ander doorgaat?

Als de ander doorgaat, ga je naar de leerkracht. Kijk maar.

Doe het voor met Aap en Tijger. Aap noemt Tijger een kroket. Zie het toneelspelletje boven, maar nu gaat

Aap door. Tijger gaat naar u toe en u spreekt Aap bestraffend toe.

Vat samen:

De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Schrijf op de poster een afspraak over STOP! HOU OP! U kunt ook gebruik maken van de illustratie PLAGEN

gecombineerd met STOP! HOU OP! en illustratie JUF of een foto van u zelf.

Wat hebben we geleerd?

Wat heb je geleerd in deze les? Denk je dat je dat ook gaat doen? Wie kan het een keer voordoen, STOP! HOU

OP! zeggen?

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Rupsenplaag

Leerlingen maken groepen van vijf. Ze gaan achter elkaar staan en leggen hun handen op de schouders van hun

voorganger. Iedereen doet zijn ogen dicht behalve degene die vooraan staat. Nu gaan alle rupsen door de klas

lopen. De kop van de rups leidt de rest veilig langs alle obstakels. Na een minuut stoppen, de kop gaat naar

achteren en de volgende is kop van de rups.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Leerkracht:

plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

Plagen kan leuk zijn of niet.

Als je het niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP!

Plagen kan leuk zijn of niet.

Als je het niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP!

Als je dat zegt, mag de ander niet doorgaan.

Als de ander toch doorgaat, zeg je het tegen de juf.

Page 49: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

49

Woordmuur

Het woord dat na deze les opgehangen wordt, is:

Suggesties voor toepassing Hieronder vindt u extra activiteiten die u tijdens dit blok kunt doen om de kennis en vaardigheden te oefenen en

te verdiepen.

Plaagdoof

Sommige leerlingen hebben lange tenen. Ze reageren allergisch op elk plagerijtje. Dat maakt het leuk om ze te

plagen. Een advies kan dan zijn om het plagen te negeren. ‘Net doen of je niks hoort. Doe maar of je plaagdoof

bent.’

Omstanders

Wanneer een leerling gepest wordt, kunt u proberen om andere leerlingen te mobiliseren. Verwijs naar de

afspraak ‘We pesten niet’ en vraag leerlingen wat ze ertegen zouden kunnen doen. Probeer of de groep een rol

kan spelen in het corrigeren van de pestkop(pen). In de hogere leerjaren kan een aanpak worden ingevoerd,

waarbij de groep nadrukkelijk een rol speelt in het stoppen van het pesten en buitensluiten. Zie daarvoor de

lessen over pesten en plagen vanaf groep 5.

plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

Als leerlingen bij u komen klagen over ‘pesten’, vraag dan consequent:

‘Is het echt pesten of is het plagen?’

Als het plagen is, vraag dan of de klager al STOP! HOU OP! heeft gezegd;

en stimuleer de klager om het op deze manier zelf op te lossen met de plager.

Geef een opsteker als dit zo is opgelost.

Onderneem zelf actie als dit niet afdoende is (zie toelichting bovenaan deze les)

Page 50: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

50

Groep 4 - Les 9: Pesten en plagen - AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: Het verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan

en bedenken aan de hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt.

Woordenschat: pesten, plagen

Materialen: Agenda op bord

Illustratie STOP, HOU OP! (achter deze les)

Illustraties PLAGEN en PESTEN en JUF (achter deze les)

Poster ZO WILLEN WIJ HET IN ONZE GROEP

Cd-speler met cd (muziekje waar leerlingen op rond kunnen lopen)

Toelichting

In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de

weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht.

Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over ‘pesten’ terwijl het in werkelijkheid ‘plagen’ is. Het verschil

met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen

incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen

is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en

buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend

zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet

worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen

immers dat iedereen zich veilig voelt.

Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager

er op aan heeft gesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen.

In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester

Zorg dat het pesten ophoudt.

Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last

van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun

gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden.

Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we er voor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we

pesten niet!

Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte Pest Aanpak (OPA) ingezet worden. Deze aanpak staat

beschreven in het Katern Werken aan Sociale Veiligheid (par. 12).

Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van

mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een

ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en

B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan.

Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het

onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of

spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking.

Page 51: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

51

Het is belangrijk om deze begrippen voor u zelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken

in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er

gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan

de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. ‘Dus eigenlijk

hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken.’

Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis

vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken

dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist

beeld krijgen van de situatie.

Het volgende schema kan hierbij helpen:

Plagen Pesten Conflict Ruzie

Waar gaat het om?

Aan elkaar gewaagd. Eenmalig.

Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevol-gen voor het welzijn van gepeste kind.

Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen.

Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden).

Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen.

Ingrijpen. OPA

Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie.

Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen Vervolgens mediatie.

Voorbereiding

Zet de muziek klaar.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of je groep

daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Pesten is geen plagen

Wat kun je doen?

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Zoek Iemand Die

Vandaag doen we een variant van Zoek Iemand Die als binnenkomer:

- Zet een muziekje op waar leerlingen lekker op rond kunnen lopen door de klas.

- Als de muziek stopt, staat iedere leerling stil. Noem vervolgens een Zoek Iemand Die-opdracht zoals: Zoek

iemand die ongeveer van hetzelfde speelgoed houdt als jij.

- Leerlingen vormen vervolgens tweetallen. Nodig leerlingen die overblijven uit om zich aan te sluiten bij een

tweetal.

- Leerlingen nemen weer afscheid van elkaar en de muziek start weer.

Page 52: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

52

- Vraag de leerlingen wie een nieuwe Zoek-Iemand-Die-opdracht weet en herhaal de vorige stappen met

een paar opdrachten vanuit de leerlingen.

- Stimuleer dat leerlingen verschillende partners kiezen door tussen de rondjes door opstekers te geven

over leerlingen die dat goed doen.

- Laat bij de laatste ronde ieder tweetal een zin aanvullen ter afsluiting, bijvoorbeeld: ‘Wij houden van…..’

Wat gaan we leren?

Haal samen met de leerlingen op waar we het tot nu toe in dit blok over gehad hebben. Samenwerken,

opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de groep, je veilig voelen, de afspraken van ZO

WILLEN WE DAT IN ONZE GROEP, taken verdelen.

We willen een fijne groep, waar iedereen zich prettig en veilig voelt. We horen bij elkaar. Een van de dingen

die we niet willen is dat er gepest wordt. Verwijs naar de regel uit de grondwet die gaat over veiligheid op

school . Op onze school willen we voorkomen dat er gepest wordt, maar soms komt het toch voor. In deze les

bekijken we wat je dan kunt doen. Loop de agenda na en vraag of iedereen het ermee eens is.

Pesten is geen plagen

Vertel dat er wel eens leerlingen bij u komen die roepen: ‘Juf, ze pesten me’. Dan vraagt u

altijd: ‘Is het pesten of is het plagen?’. Vraag de leerlingen of ze het verschil weten tussen

pesten en plagen. Verzamel een aantal antwoorden zoals:

- Pesten is erger

- Pesten is gemeen, plagen niet

- Pesten is met z’n allen tegen één

- Om plagen kun je lachen, om pesten niet

- Als je het plagen niet leuk vindt, zeg je: STOP! HOU OP!

- Plagen houdt weer op, als het doorgaat, is het pesten

Laat de illustraties PLAGEN en PESTEN zien. Laat kinderen benomen wat er in het lege

wolkje van de illustratie PLAGEN zou kunnen staan. Wat zeggen we in onze groep wel eens

om elkaar te plagen?

Herinner de leerlingen eraan dat je bij plagen STOP! HOU OP! kunt zeggen als je het niet leuk vindt. Als de

plager dan niet ophoudt, wordt het pesten. Laat de illustratie PLAGEN / STOP! HOU OP! JUF zien

En bespreek het stappenplan:

Hang het stappenplan eventueel bij de afsprakenposter of op het vreedzame School prikbord

Benoem dat stap 3 geen klikken is.

Wat kun je doen?

Schets een pestsituatie. Neem een situatie die op school zou kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld: In de pauze

krijgt Yassin in de gang altijd een schouderduw van Bram als de juf het niet ziet. Sommige leerlingen lachen

erom. Er staan anderen bij die het zien, maar niemand doet iets.

plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen

Stappenplan Pesten:

1. Stop! Hou op!

2. Loop weg

3. Vertel het (juf/ouders/vriend(in)

Page 53: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

53

Voer een explorerend gesprek (een gesprek waarbij niet van tevoren vaststaat wat het goede antwoord is).

Wat kun je doen als je dat ziet? Laat de leerlingen bedenken wat ze zouden kunnen doen als ze dit zien.

Stel doorvragen zoals: Waarom doen die leerlingen dat dan niet? Is dat geen klikken?

Zou Yassin zelf wat kunnen doen? Laat de leerlingen ook iets bedenken dat het gepeste kind zou kunnen

doen.

Stel doorvragen zoals: Maar Yassin is veel kleiner dan Bram. Als Yassin het vertelt, wordt Bram misschien

boos op hem.

Probeer samen een aantal acties te formuleren die de andere kinderen in deze situatie zouden kunnen

uitvoeren om het pesten te laten stoppen.

Schets een andere pestsituatie (die misschien andere leerlingen in de groep aanspreekt), bijvoorbeeld : Je

vriendinnen roddelen alsmaar over Esmee, een meisje in de groep. Op het schoolplein praten ze over haar

en lachen. Esmee doet alsof ze het niet merkt.

Vraag: Wat kun je doen? Laat leerlingen bedenken wat ze als potentiële meeloper (want het is je vriend(in)

die pest) zou kunnen doen. Stel doorvragen zoals: Maar dan zijn ze misschien jouw vriendin niet meer.

Zou Esmee zelf wat kunnen doen? Laat de leerlingen ook bedenken wat het gepeste kind zou kunnen

doen.

Probeer samen weer een aantal acties te formuleren die de kinderen zouden kunnen uitvoeren om het

pesten te laten stoppen.

U kunt evt. zelf toevoegen als kinderen dit niet zelf noemen:

- Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet.

- Niet lachen om de pester

- Zeggen: Dit vind ik niet leuk!

- Het gepeste kind wegroepen

- Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s)

- Als er iets wordt afgepakt zeggen ‘Geef terug!’

- Tegen het gepeste kind zeggen: ‘Trek je er niks van aan!’

- Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan.

- Achteraf het gepeste kind troosten zodat het zich toch gesteund voelt

Vat samen:

Wat hebben we geleerd?

Naar aanleiding van de antwoorden die de leerlingen gegeven hebben, bedenken we één of enkele zinnen

voor de poster ZO WILLEN WIJ HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld:

- We pesten niet in onze groep

- We doen niet mee met pesten

Benoem tot slot dat ieder kind dat last heeft van pesten naar elke leerkracht kan gaan om dit te vertellen. Hier op school willen we dat het voor iedereen veilig is! Wijs nog eens naar de regel van de grondwet.

Zodra je je niet veilig voelt kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters

zullen dit heel serieus nemen en samen met jouw bekijken wat er nodig is om je weer veilig te voelen. Dit

noemen we geen klikken. Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders.

Vraag evt. naar wie de leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al

nagedacht te hebben voor het moment dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van

de kinderen onderling. Als kinderen het niet kunnen aangeven kunt u ze aanmoedigen hierover nog eens

na te denken.

Iemand pesten is gemeen. Als je ziet dat iemand gepest wordt, doe je niet mee.

Je probeert het te stoppen. Of je vertelt het aan de juf (dat is geen klikken).

Page 54: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

54

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Volg het geluid

Een kind maakt een geluid mijn zijn of haar handen, voeten of mond en dan doet iedereen het na. Ga het

rondje af zodat iedereen een geluid maakt dat de anderen nadoen.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Woordmuur

De woorden met illustraties die na deze les opgehangen kunnen worden, zijn:

plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen

Page 55: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

55

Groep 5 - Les 9: Pesten en plagen – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: Het verschil tussen pesten en plagen wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan

en bedenken aan de hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt.

Woordenschat: pesten, de meeloper, de anderen

Materialen: Agenda op bord

Werkbladen 9.1 t/m 9.8 (te vinden achter het tabblad Werkbladen in de groepsmap)

Illustraties PLAGEN en PESTEN (achter deze les en in kleur te Downloaden van het Download Center)

Stappenplan PESTEN (zie lesbeschrijving)

Poster ZO DOEN WIJ DAT IN ONZE GROEP

Toelichting

In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de

weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht.

Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over ‘pesten’ terwijl het in werkelijkheid ‘plagen’ is. Het verschil

met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen

incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen

is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en

buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend

zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet

worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen

immers dat iedereen zich veilig voelt.

Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager

er op aan heeft gesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen.

In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester

Zorg dat het pesten ophoudt.

Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last

van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun

gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden.

Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we er voor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we

pesten niet!

Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte Pest Aanpak (OPA) ingezet worden. Deze aanpak staat

beschreven in het Katern Werken aan Sociale Veiligheid (par. 12).

Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van

mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een

ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en

B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan.

Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het

onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of

spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking.

Het is belangrijk om deze begrippen voor u zelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken

in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er

Page 56: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

56

gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan

de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. ‘Dus eigenlijk

hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken.’

Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis

vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken

dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist

beeld krijgen van de situatie.

Het volgende schema kan hierbij helpen:

Plagen Pesten Conflict Ruzie

Waar gaat het om?

Aan elkaar gewaagd. Eenmalig.

Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevol-gen voor het welzijn van gepeste kind.

Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen.

Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden).

Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen.

Ingrijpen. OPA

Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie.

Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen Vervolgens mediatie.

In deze les voor groep 5 frissen we de termen plagen en pesten op. Daarnaast laten we opnieuw het

stappenplan zien dat leerlingen kunnen gebruiken als pesten hen overkomt. En vervolgens bedenken kinderen

wat ze kunnen doen om als helper op te treden om pesten te stoppen. Kinderen leren dat ze kunnen ingrijpen

en dat dit niet betekent dat je letterlijk tussenbeiden hoeft te komen, maar kleine dingen kunt doen om het

gepeste kind te helpen. Ook is het voor de gepeste leerling van groot belang te weten dat anderen het pesten

afkeuren. Vandaar dat we hierover een afspraak maken op de afsprakenposter.

Voorbereiding

Kopieer voor ieder groepje van vier leerlingen werkblad 9.1, 9.2, 9.3, 9.4. Knip de stroken los.

Neem alles na gebruik weer in en bewaar het in een insteekmap in de lesmap.

En kopieer werkblad 9.5, 9.6, 9.7 en 9.8, ook voor ieder viertal één kopie.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Pesten en plagen

Wat kun je doen?

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Favoriete eten

Je gaat in een raket naar de maan. Je eten komt uit tubes. Astronautenvoedsel (wat is een astronaut?). Maar er

gaat ook een wondermagnetron mee. Daaruit kan ieder gerecht komen dat je wilt (wat is een gerecht?). Maar

Page 57: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

57

je kunt maar één gerecht inprogrammeren. Jij mag van tevoren inprogrammeren welk gerecht dat is. Welk

gerecht ga je invoeren?

Wat gaan we leren?

Recapituleer waar we het in dit blok over gehad hebben: de poster van ZO DOEN WE DAT IN ONZE GROEP,

luisteren naar elkaar, opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de groep, taken verdelen.

We willen een fijne groep, waar iedereen zich prettig en veilig voelt. We horen bij elkaar. Een van de dingen

die we niet willen is dat er gepest wordt. Verwijs naar de regel uit de grondwet die gaat over veiligheid op

school . Op onze school willen we voorkomen dat er gepest wordt, maar soms komt het toch voor. In deze les

bekijken we wat je dan kunt doen. Loop de agenda na en vraag of iedereen het ermee eens is.

Pesten en plagen

Vertel dat er wel eens leerlingen bij u komen die roepen: ‘Juf/ meester, ze pesten me.’ Dan vraagt u altijd:

‘Is het pesten of is het plagen?’. Geef aan dat u wilt bekijken of de leerlingen weten wat het verschil is

tussen een grapje, plagen en pesten.

Laat groepjes van 3 of 4 leerlingen maken, jongens en meisjes door elkaar.

Deel in iedere groep de stroken van werkblad 9.1, 9.2, 9.3, 9.4 uit.

Laat de stroken GRAPJE, PLAGEN en PESTEN naast elkaar op tafel neerleggen.

De stroken met situaties (over verstoppen, bijnamen, bedreigen) worden over de groepsleden verdeeld.

Om de beurt leest een leerling een situatie voor en gezamenlijk wordt in het groepje besloten waaronder

de strook wordt neergelegd: GRAPJE, PLAGEN of PESTEN.

Loop rond. Stimuleer, ondersteun.

Bespreek kort na.

Vat het verschil tussen pesten en plagen samen. Laat hierbij de illustraties PLAGEN EN PESTEN zien. Deze

kennen de kinderen al uit groep 4.

Wat kun je doen tegen pesten?

Laat het Stappenplan Pesten zien op het bord dat de kinderen al kennen uit groep 4:

Fris het stappenplan met de kinderen op, zodat ieder kind weet wat het kan doen als het gepest wordt.

Schets nog eens de volgende pestsituatie: Er is een nieuwe jongen in de groep. Hij heet Peter Schep. ‘Hé,

weet je hoe die nieuwe heet?’ roept Marcello, ‘Scheter Pep!’. Als de school uitgaat, roepen Marcello en Bas

hem na: ‘Scheter Pep. Scheter Pep!’. De andere leerlingen kijken nieuwsgierig hoe Peter reageert.

Vraag:

- Wie is hier de pester? Marcello, hij begint.

Plagen kun je allebei bij elkaar doen. Het is ook zo weer voorbij.

Tegen pesten kun je niet op. Het gebeurt telkens weer.

De een is de pester en de ander wordt gepest.

Stappenplan Pesten:

1. Stop! Hou op!

2. Loop weg

3. Vertel het (juf / ouders / vriend(in)

Page 58: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

58

- Bas gaat ook meedoen. Hoe noemen we iemand die mee gaat doen met de

pester? Meeloper. Een meeloper is iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een

ander.

- De anderen weten dat er gepest wordt maar ze doen niets.

Vorm groepjes van vier.

Deel werkbladen 9.5 t/m 9.8 uit. Iedere groep een andere. U kunt ook iedere groep

dezelfde geven en de andere voor een andere keer bewaren.

Laat het werkblad rondgaan en de leerlingen om de beurt een vraag beantwoorden. Als iedereen het

ermee eens is, wordt het antwoord opgeschreven.

Loop rond, ondersteun waar nodig.

Vraag plenair wat de groepjes bedacht hebben bij de vraag wat de andere kinderen kunnen doen als ze

zien dat er gepest wordt, en wat de gepeste leerling zou kunnen doen.

Noteer de acties die andere kinderen kunnen ondernemen om het pesten te stoppen in algemene

bewoordingen zodat het een actielijst kan worden die kinderen kunnen gebruiken. U kunt evt. zelf

toevoegen als kinderen dit niet zelf noemen:

- Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet.

- Niet lachen om de pester

- Zeggen: Dit vind ik niet leuk!

- Het gepeste kind wegroepen

- Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s)

- Als er iets wordt afgepakt zeggen ‘Geef terug!’

- Tegen het gepeste kind zeggen: ‘Trek je er niks van aan!’

- Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan.

- Achteraf het gepeste kind troosten zodat het zich toch gesteund voelt

Wat hebben we geleerd?

Uit de antwoorden die de leerlingen geven, destilleren we één of enkele zinnen voor de poster ZO DOEN

WIJ DAT IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld:

o Bij pesten grijpen we in

o We doen iets als iemand gepest wordt Hierbij wordt in kleine letters het lijstje met ideeën opgehangen waar kinderen gebruik van kunnen maken.

Benoem tot slot dat ieder kind dat last heeft van pesten naar elke leerkracht kan gaan om dit te vertellen. Hier op school willen we dat het voor iedereen veilig is! Wijs nog eens naar de regel van de grondwet.

Zodra je je niet veilig voelt, kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters

zullen dit heel serieus nemen en samen met jouw bekijken wat er nodig is om je weer veilig te voelen. Dit

noemen we geen klikken. Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders.

Vraag eventueel naar wie de leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al

nagedacht te hebben voor het moment dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van

de kinderen onderling. Als kinderen het niet kunnen aangeven kunt u ze aanmoedigen hierover nog eens

na te denken.

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Tik, Tik, wie ben ik?

De leerlingen zitten in een kring. Eén leerling wordt uitgekozen om in het midden te gaan staan met de ogen

dicht (of met een blinddoek op). De andere leerlingen gaan om de beurt (eventueel door aanwijzen van de

leerkracht) stil achter de leerling in het midden staan. Daarna tikken ze op de rug van het kind dat in het

de meeloper iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een ander

Page 59: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

59

midden staat en vragen met een verdraaide (heel hoge of heel lage) stem: ‘Tik tik wie ben ik?’ Wanneer het

geraden wordt mag de leerling die op dat moment op de rug tikte, in het midden gaan staan en raden wie er

achter hem of haar staat.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Woordmuur

De woorden die na deze les opgehangen kunnen worden, zijn:

De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Deze poster hangt bijgewerkt met uitspraken over pesten op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als

de situatie zich voordoet.

de meeloper iemand die zomaar hetzelfde gaat doen als een ander

pesten iemand op een gemene manier telkens weer plagen

plagen iemand voor de grap een beetje boos maken

Page 60: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

60

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: Het verschil tussen pesten en plagen wordt herhaald, en het verschil tussen pesten en een conflict met

elkaar hebben wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan en bedenken aan de

hand van concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt.

Woordenschat: de meeloper

Materialen: Agenda op bord

Voor iedere leerling twee schrijfblaadjes

Poster ZO WILLEN WIJ HET IN ONZE GROEP

De Grondwet van de school

Illustraties PLAGEN en PESTEN

Stappenplan PESTEN (zie lesbeschrijving)

Werkblad 9.1 (achter het tabblad Werkbladen in de groepsmap)

Toelichting

In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de

weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht.

Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over ‘pesten’ terwijl het in werkelijkheid ‘plagen’ is. Het verschil

met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen

incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen

is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en

buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend

zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet

worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen

immers dat iedereen zich veilig voelt.

Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager

er op aan heeft gesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen.

In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester

Zorg dat het pesten ophoudt.

Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last

van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun

gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden.

Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we er voor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we

pesten niet!

Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte Pest Aanpak (OPA) ingezet worden. Deze aanpak staat

beschreven in het Katern Werken aan Sociale Veiligheid (par. 12).

Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van

mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een

ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en

B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan.

Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het

onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of

spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking.

Page 61: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

61

Het is belangrijk om deze begrippen voor u zelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken

in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er

gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan

de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. ‘Dus eigenlijk

hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken.’

Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis

vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken

dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist

beeld krijgen van de situatie.

Het volgende schema kan hierbij helpen:

Plagen Pesten Conflict Ruzie

Waar gaat het om?

Aan elkaar gewaagd. Eenmalig.

Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevol-gen voor het welzijn van gepeste kind.

Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen.

Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden).

Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen.

Ingrijpen. OPA

Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie.

Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen Vervolgens mediatie.

In deze les voor groep 6 frissen we de termen plagen en pesten op. Daarnaast laten we opnieuw het

stappenplan zien dat je kunt gebruiken als pesten jou overkomt. En vervolgens bedenken kinderen wat ze

kunnen doen om als helper op te treden om pesten te stoppen. Kinderen zullen hierbij mogelijk gebruik maken

van de dingen die ze hiervoor al bedacht hebben in groep 5. Kinderen leren dat ze kunnen ingrijpen en dat dit

niet betekent dat je letterlijk tussenbeiden hoeft te komen, maar kleine dingen kunt doen om het gepeste kind

te helpen. Ook is het voor de gepeste leerling van groot belang te weten dat anderen het pesten afkeuren.

Vandaar dat we hierover een afspraak maken op de afsprakenposter.

Voorbereiding

Laat de leerlingen tot na de binnenkomer aan hun eigen tafel zitten, omdat ze moeten schrijven en niet bij

elkaar mogen kijken.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft.

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Pesten en plagen

Pesten en conflict

Wat kun je doen?

Wat hebben we geleerd?

Afsluiter

Page 62: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

62

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Wie is dit?

De leerlingen zitten aan hun eigen tafel. Iedere leerling schrijft op een blaadje een paar zinnen over zichzelf.

Wat je veel doet, waar je van houdt, waar je goed in bent. Maar geen naam. De blaadjes worden

dichtgevouwen en in een doos gedaan die rondgaat.

Dan gaat de groep in een kring zitten. De leerkracht leest de briefjes een voor een voor en de groep raadt om

wie het gaat.

Wat gaan we leren?

Recapituleer waar we het in dit blok over gehad hebben: de poster van ZO DOEN WE DAT IN ONZE GROEP,

luisteren naar elkaar, opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de groep, taken verdelen.

Op onze school willen we dat iedereen zich veilig voelt. Laat de regels van de grondwet nog eens zien die aan

de muur hangen. Daarbij hoort dat we niet willen dat er kinderen gepest worden. Daarom besteden we daar

ieder jaar in dit blok aandacht aan. We zijn met elkaar verantwoordelijk voor de veiligheid. Jullie denken nu

misschien ‘dat gebeurt toch niet in onze groep!’, dat is mooi! Maar je kunt er altijd mee te maken krijgen en

dan is het goed om te weten wat je dan kan doen. En als leerlingen van de bovenbouw, gaat het nu niet alleen

om ons als groep. We hebben ook verantwoordelijkheid naar de andere kinderen hier op school. Dus misschien

kun je een rol spelen als iemand uit een andere groep gepest wordt. Vandaar dat we nog eens bekijken wat je

kunt doen als je zelf gepest wordt en wat je kunt doen als je ziet dat een ander gepest wordt. Loop de agenda

langs. Iedereen mee eens?

Pesten is geen plagen

Vraag aan de hand van de illustraties PLAGEN en PESTEN aan de kinderen of ze nog weten wat het verschil

is.

Vraag welk opmerking er geplaatst zou kunnen worden in de wolk van de illustratie PLAGEN. Hoe plagen

jullie elkaar wel eens? Wat zeg of doe je dan om de ander te plagen?

Zeg: Stel je voor dat er vandaag een nieuwe leerling in onze groep is gekomen.

Vraag: Bedenk met je schoudermaatje wat je hem zou vertellen om uit te leggen hoe we hier omgaan met

pesten.

Laat na 5 minuten een tweetal vertellen wat ze hebben bedacht om aan de nieuwe leerling te vertellen.

Zorg dat bij de nabespreking de volgende punten aan bod komen:

- Het stappenplan PESTEN.

- Melden dat er gepest wordt is geen klikken.

- De acties die kinderen in groep 5 met elkaar bedacht hebben en op hun afsprakenposter zichtbaar zijn

gemaakt om kinderen die gepest worden te helpen. U kunt evt. zelf toevoegen als kinderen dit niet zelf noemen:

- Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet.

- Niet lachen om de pester

- Zeggen: Dit vind ik niet leuk!

- Het gepeste kind wegroepen

- Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s)

- Als er iets wordt afgepakt zeggen ‘Geef terug!’

- Tegen het gepeste kind zeggen: ‘Trek je er niks van aan!’

- Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan.

- Achteraf het gepeste kind troosten zodat het zich toch gesteund voelt

Page 63: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

63

Vraag wie van de leerlingen een lijstje wil maken van de punten die genoemd worden, zodat deze straks

aan het einde van de les weer zichtbaar gemaakt kunnen worden naast de afsprakenposter.

Wat kun je doen tegen pesten?

Met het bovenstaande in ons hoofd gaan we proberen een paar situaties aan te pakken.

Zet de leerlingen in groepjes van 4 bij elkaar, jongens en meisjes door elkaar. Iedere leerling krijgt

werkblad 9.1 (uit de groepsmap).

Laat ze eerst ieder voor zich de pestsituatie lezen en vervolgens noteren wat ze in deze situatie zouden

kunnen doen om het pesten te stoppen.

U kunt er ook voor kiezen om de situaties te laten uitspelen door een paar leerlingen.

Laat ze dit vervolgens in hun groepje uitwisselen met elkaar. De beste oplossingen worden met rood

onderstreept.

Vraag plenair wat de groepjes bedacht hebben. Laat ze de met rood onderstreepte ideeën noemen. Begin

bij een groepje en laat de andere groepjes aan het woord als ze denken nog andere ideeën te hebben.

Als u gekozen hebt voor het uitspelen van de situaties kunt u de acties die kinderen bedacht hebben nu

ook laten uitspelen, zodat meteen zichtbaar is of dit werkt en hoe dit voelt voor de pester.

Doe dit eventueel ook met een pestsituatie die de kinderen zelf meegemaakt hebben

Wat hebben we geleerd?

Uit de antwoorden die de leerlingen geven, destilleren we één of enkele zinnen voor de poster ZO DOEN

WIJ HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld:

o Bij pesten grijpen we in

o We doen iets als iemand gepest wordt Hierbij wordt in kleine letters het lijstje met ideeën opgehangen waar kinderen gebruik van kunnen maken.

Vertel dat elke leerkracht op uw school het belangrijk vindt dat iedereen zich veilig voelt. Dit staat immers

in de grondwet van de school. Verwijs hierbij nog eens naar de betreffende regel. Zodra je je niet veilig

voelt kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters zullen dit heel serieus

nemen en samen met jouw bekijken wat er nodig is om je weer veilig te voelen. Dit noemen we geen

klikken. Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders. Vraag evt. naar wie

de leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al nagedacht te hebben voor

het moment dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van de kinderen onderling. Als

kinderen het niet kunnen aangeven kunt u ze aanmoedigen hierover nog eens na te denken.

Afsluiter

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Elkaar begroeten

De leerlingen staan tegenover elkaar in een binnen- en een buiten kring. U zegt: we gaan elkaar op

verschillende manieren begroeten. Bijvoorbeeld met een knipoog. Laat de tweetallen elkaar een knipoog

geven. De leerlingen doen allemaal een stap naar rechts en staan nu tegenover iemand anders. U geeft een

nieuwe opdracht bijvoorbeeld knikken met het hoofd. De tweetallen begroeten elkaar met een knik met het

hoofd en doen weer een stap naar rechts. Zo doet u de volgende opdrachten:

- een diepe buiging

- boos aankijken en naar rechts stappen

- helemaal niet aankijken

- handen geven,

Page 64: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

64

- stiekem,wuiven op en afstand

- als een soldaat. Bespreek na: welke manier vond je leuk? Wat vond je moeilijk?

U kunt de oefening ook verbaal doen, bijvoorbeeld: goeie dag!, wat leuk je te zien!, zeg, ken je me nog?, wat zie

je er leuk uit!, waarvan ken ik u? Vraag of leerlingen nog begroetingen weten die we kunnen doen.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

Woordmuur

Het schema met de woordparaplu PESTEN kan opgehangen worden

De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Deze poster hangt bijgewerkt met afspraken over pesten op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als

de situatie zich voordoet.

Page 65: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

65

Groep 7 - Les 9: Pesten en plagen – AANGEPASTE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: Het verschil tussen pesten en plagen wordt herhaald, en het verschil tussen pesten en een conflict met

elkaar hebben wordt besproken. De leerlingen bedenken waarom pesten niet kan en aan de hand van

concrete voorbeelden wat ze kunnen doen als er gepest wordt.

Materialen: Agenda op bord

Voor iedere leerling twee schrijfblaadjes

Voor iedere groep van vier een groot vel (als Placemat)

Poster ZO WILLEN WIJ HET IN ONZE GROEP

Toelichting

In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de

weerbaarheid tegen plagen en pesten aparte aandacht.

Veel leerlingen komen bij de leerkracht klagen over ‘pesten’ terwijl het in werkelijkheid ‘plagen’ is. Het verschil

met pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen

incidenteel is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen

is bovendien eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en

buitensluiten. We hebben de leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend

zijn. Op deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet

worden. Als STOP! HOU OP! niet afdoende is, mag een kind naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen

immers dat iedereen zich veilig voelt.

Als een leerling STOP! HOU OP! zegt en het plagen stopt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de plager

er op aan heeft gesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te stoppen.

In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester

Zorg dat het pesten ophoudt.

Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last

van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun

gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden.

Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we er voor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we

pesten niet!

Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte Pest Aanpak (OPA) ingezet worden. Deze aanpak staat

beschreven in het Katern Werken aan Sociale Veiligheid (par. 12).

Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van

mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een

ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en

B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan.

Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het

onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of

spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking.

Het is belangrijk om deze begrippen voor u zelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken

in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er

gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan

de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. ‘Dus eigenlijk

hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken.’

Page 66: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

66

Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis

vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken

dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist

beeld krijgen van de situatie.

Het volgende schema kan hierbij helpen:

Plagen Pesten Conflict Ruzie

Waar gaat het om?

Aan elkaar gewaagd. Eenmalig.

Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevol-gen voor het welzijn van gepeste kind.

Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen.

Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden).

Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen.

Ingrijpen. OPA

Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie.

Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen Vervolgens mediatie.

In deze les voor groep 7 frissen we de termen plagen en pesten op en laten we leerlingen nadenken over hou

dit zich verhoudt met het hebben van een conflict of een ruzie.

In deze les gaan we er vanuit dat leerlingen in de voorgaande jaren al voldoende informatie hebben gehad over

het stappenplan PESTEN en welke acties je kunt ondernemen als iemand anders gepest wordt. Als dit niet zo is

kunt u onderdelen herhalen uit les 9 van groep 6.

In onderstaande les krijgt u vervolgens de mogelijkheid om (eventueel samen met een groepje kinderen) een

keuze te maken uit vier vervolgactiviteiten passend bij deze groep.

Kinderen van groep 7 leren in deze les dat ze ook kunnen ingrijpen in pestsituaties buiten hun eigen groep en

dat dit niet betekent dat je letterlijk tussenbeiden hoeft te komen, maar kleine dingen kunt doen om het

gepeste kind te helpen. Ook is het voor de gepeste leerling van groot belang te weten dat anderen het pesten

afkeuren. Vandaar dat we hierover een afspraak maken op de afsprakenposter.

Voorbereiding

In groep 3, 4, 5 en 6 is pesten ook aan bod gekomen in Blok 1. Daarom is het goed mogelijk dat de

onderdelen ‘pesten en plagen’ en ‘pesten en conflict’ bekend zijn bij de leerlingen. Ga dat na. Zo ja, laat de

leerlingen zelf formuleren wat ze daar over weten. Concentreer de les dan op de actuele situatie in deze

groep. Is hier in het verleden gepest? Hoe is dat nu? Wat doen we in dat geval?

Teken voor elke groep van vier een Placemat op een groot vel papier: een klein vierkant in het midden,

met vanuit elke hoek van het vierkant een lijn naar de hoek van het papier, zodat er vier vakken om het

vierkant heen ontstaan.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft (zie bij voorbereiding).

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Wat weten we al over pesten en plagen / conflict en ruzie?

Wat kun je doen?

Wat hebben we geleerd?

Page 67: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

67

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Code ontdekken

De leerlingen zitten in een kring. De leerkracht spreekt apart (op de gang) met vijf leerlingen af dat ze een

potlood doorgeven op een bepaalde manier, bijvoorbeeld:

- met de punt naar boven als je hem aan een jongen geeft, met de punt naar beneden als je hem aan

een meisje geeft

- je pakt hem aan met de ene hand en geeft hem door met de andere hand

- je pakt het potlood aan met je voeten naast elkaar en je geeft hem door met je voeten gekruist.

Het gaat erom dat iedereen het geheim van de bende ontdekt. Wie het ontdekt, geeft het potlood ‘goed’

door, maar verraadt het geheim niet.

De bende van vijf gaat verspreid in de kring zitten en geeft het potlood door op de afgesproken manier.

Iedere keer als een bendelid dat doet zeggen de andere bendeleden: ‘Jij bent lid van de bende’. Als een

andere leerling dat (per ongeluk) ook doet, zeggen ze dat ook. Als een leerling het potlood niet goed

doorgeeft, zeggen de bendeleden ‘Jij hoort er niet bij’. Doe dit twee of drie rondjes en vraag dan wie het

geheim ontdekt heeft.

Wat gaan we leren?

Recapituleer waar we het in dit blok over gehad hebben: de poster van ZO DOEN WE DAT IN ONZE GROEP ,

luisteren naar elkaar, opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de klas, taken verdelen.

Op onze school willen we dat iedereen zich veilig voelt. Laat de regels van de grondwet nog eens zien die aan

de muur hangen. Daarbij hoort dat we niet willen dat er kinderen gepest worden. Daarom besteden we daar

ieder jaar in dit blok aandacht aan. We zijn met elkaar verantwoordelijk voor de veiligheid. Jullie denken nu

misschien ‘dat gebeurt toch niet in onze groep!’, dat is mooi! Maar je kunt er altijd mee te maken krijgen in de

toekomst en dan is het goed om te weten wat je dan kan doen. En als leerlingen van de bovenbouw, gaat het

nu niet alleen om ons als groep. We hebben ook verantwoordelijkheid naar de andere kinderen hier op school.

Dus misschien kun je een rol spelen als iemand uit een andere groep gepest wordt. Vandaar dat we nog eens

bekijken wat je kunt doen als je zelf gepest wordt en wat je kunt doen als je ziet dat een ander gepest wordt..

Loop de agenda langs. Iedereen mee eens?

Wat weten we al?

Leg vier A4-tjes met de begrippen: plagen / pesten / conflict / ruzie op verschillende plekken in het lokaal.

Vraag de leerlingen goed te luisteren naar onderstaande situaties en vervolgens te gaan staan bij het

begrip dat past bij de situatie die u noemt.

o Peter en Marieke zijn het niet eens met elkaar over wie er gewonnen heeft met een spel.

o Frank en Ahmed duwen lachend steeds tegen elkaars stoel om elkaar aan het schrikken te maken.

o Jesse steekt steeds als Aisha langsloopt zijn been uit om haar te laten struikelen.

o Moniek scheldt Erik uit, omdat ze vindt dat zij gewonnen heeft met een spel en Erik zegt dat hij

gewonnen heeft.,

o Steeds als Angela naar huis wil fietsen wachten twee jongens haar op om haar uit te schelden.

o Dennis trekt Masha die voor haar zit aan haar haren. Ze kijkt geïrriteerd achterom, Dennis lacht.

o Dennis trekt Masha opnieuw aan haar haren. Masha reageert nu boos en steekt haar vinger op om

het tegen de juf te zeggen.

o Rachida zet in de groepsapp regelmatig vervelende opmerkingen over Latifa.

Laat leerlingen kort benoemen waarom het in de situaties gaat om pesten/ plagen / conflict of ruzie.

Vat samen:

Page 68: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

68

Maak vervolgens afhankelijk van wat de groep al kan en weet, en afhankelijk van wat er speelt in uw groep

een keuze uit de volgende activiteiten. Laat (een groepje) leerlingen hier voorafgaand aan de les eventueel

meedenken.

A. Wat kun je doen als jij gepest wordt? (opfrissen van het stappenplan PESTEN en er eigen woorden aan

geven) (oudere kinderen kiezen soms liever andere woorden die passen bij de eigen belevingswereld)

Vertel dat ze in vorige jaren een stappenplan PESTEN aangeboden hebben gekregen. Schrijf het op het

bord:

Nodig leerlingen in groepjes uit hun eigen stappenplan te maken met eigen woorden, die kunnen helpen

als ze zelf gepest worden eventueel ondersteund met tekeningen of plaatjes van internet.

Laat de groep tot slot het stappenplan kiezen dat dit jaar opgehangen wordt bij de afsprakenposter.

B. Wat kun je doen als iemand anders (eventueel ook buiten de eigen groep) gepest wordt?

Zet de leerlingen in groepjes van 4 bij elkaar, jongens en meisjes door elkaar. Geef ieder een blaadje en

geef de hele groep een Placemat.

Geef ze de opdracht: 1) een pestsituatie te beschrijven, en 2) te bedenken wat je eraan zou kunnen doen.

Dit doen ze als volgt:

- de groep kiest een schrijver (of de leerkracht geeft aan wie dat is)

- ieder schrijft op een blaadje een pestsituatie

- elk groepslid leest zijn situatie voor

- de groep kiest één van de situaties uit

- de schrijver schrijft de situatie in het midden van de placemat; ondertussen denken de anderen alvast

na over een oplossing

- ieder schrijft op zijn of haar deel van de placemat iets wat je zou kunnen doen als je weet van het

pesten

- ieder leest zijn bijdrage voor.

Vraag plenair wat de groepjes bedacht hebben bij de vraag wat je kunt doen als ze zien dat er gepest

wordt en wat de gepeste leerling zou kunnen doen.

U kunt evt. zelf toevoegen als kinderen dit niet zelf noemen:

- Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet.

- Niet lachen om de pester

- Zeggen: Dit vind ik niet leuk!

- Het gepeste kind wegroepen

Pesten is niet hetzelfde als een conflict.

Conflicten horen erbij. Bij een conflict zijn beide partijen ongeveer even sterk.

Ze kunnen het samen oplossen. Of met hulp. Ze hebben niets te verbergen. Als een conflict uit de hand

loopt wordt het een ruzie (schoppen , slaan, schelden)

Pesten is anders. Pesten gebeurt stiekem. Wie gepest wordt, kan het niet laten ophouden.

De pester wil het niet laten ophouden. Pesten moeten we stoppen!

Plagen is niet zo erg, je bent vaak even sterk en het herhaalt zich niet.

Stappenplan Pesten:

1. Stop! Hou op!

2. Loop weg

3. Vertel het (juf/ouders/vriend(in)

Page 69: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

69

- Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s)

- Als er iets wordt afgepakt zeggen ‘Geef terug!’

- Tegen het gepeste kind zeggen: ‘Trek je er niks van aan!’

- Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan.

- Achteraf het gepeste kind troosten zodat het zich toch gesteund voelt

C. In onze groep?

Focus met de groep op de actuele situatie in deze groep. Is hier in het verleden gepest? Hoe is dat nu? Wat

doen we in dat geval? Mogelijke werkvorm:

Leerlingen zitten in kring.

Vraag aan de leerlingen om (zonder te praten) in de cirkel te stappen als:

- je wel een ruzie hebt met een klasgenoot

- je wel eens geplaagd bent door een klasgenoot

- als je wel eens gepest bent door een klasgenoot

- als je wel eens iemand in de klas gepest hebt.

Hou een nagesprek over wat iedereen hier nu bij voelt. Kan in de hele groep. Kan in drie- of viertallen.

D. Wat kun je doen bij cyberpesten?

In par. 13 (Digitaal pesten) is een aantal activiteiten beschreven waaruit u kunt kiezen:

Activiteit 1: Hoe communiceren we in onze groep online?

Activiteit 2: Voor- en nadelen van onzichtbaar zijn op internet

Activiteit 3: Afspraken maken over online communiceren

Activiteit 4: Debat

Activiteit 5: Pesten en digitaal pesten

Activiteit 5: Wat kun je doen als je online gepest wordt?

Activiteit 6: Filmpjes van Mr. Right en MediaMovies

Activiteit 7: WhatsApp-spel

Activiteit 8: In gesprek aan de hand van een verhaal.

Wat hebben we geleerd?

Wat heb je geleerd van deze les over pesten? Denken jullie dat we er iets over kunnen afspreken? Uit de

antwoorden die de leerlingen geven, destilleren we één of enkele zinnen voor de poster ZO WILLEN WIJ

HET IN ONZE GROEP. Bijvoorbeeld:

o We zetten alleen aardige berichten in de groepsapp.

o Bij pesten grijpen we in.

o We doen iets als iemand gepest wordt. Hierbij wordt in kleine letters het lijstje met ideeën opgehangen dat al in groep 6 is gemaakt. Of u laat een

groepje leerlingen na de les een nieuw lijstje formuleren op grond van opdracht B eventueel door u zelf

aangevuld met onderstaande ideeën:

o Met je gezicht laten zien dat je afkeurt wat de pester doet.

o Niet lachen om de pester

o Zeggen: Dit vind ik niet leuk!

o Het gepeste kind wegroepen

o Het gepeste kind meenemen, weg van de pester(s)

o Als er iets wordt afgepakt zeggen ‘Geef terug!’

o Tegen het gepeste kind zeggen: ‘Trek je er niks van aan!’

o Samen met iemand anders bij het gepeste kind gaan staan.

Page 70: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

70

Vertel dat elke leerkracht op uw school het belangrijk vindt dat iedereen zich veilig voelt. Dit staat immers

in de grondwet van de school. Verwijs hierbij nog eens naar de betreffende regel. Zodra je je niet veilig

voelt kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters zullen dit heel serieus

nemen en samen met jou bekijken wat er nodig is om je weer veilig te voelen. Dit noemen we geen

klikken. Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders. Vraag evt. naar wie

de leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al nagedacht te hebben voordat

het moment daar is dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van de kinderen

onderling. Als kinderen het niet kunnen aangeven kunt u ze aanmoedigen hierover nog eens na te denken.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Deze poster hangt bijgewerkt met uitspraken over pesten op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als

de situatie zich voordoet.

Page 71: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

71

Groep 8 - Les 9A: Omgaan met elkaar online – NIEUWE LES

Doel blok 1: Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen.

Leskern: We maken afspraken over omgaan met sociale media.

Materialen: Agenda op bord

Voor iedere leerling een kopie van het Werkblad achter deze les

Poster ZO WILLEN WIJ HET IN ONZE GROEP

Toelichting

In voorafgaande lessen hebben we het plezierig omgaan met elkaar besproken. In deze les krijgt de omgang

met elkaar online aparte aandacht.

In de voorgaande leerjaren is veel aandacht besteed aan het onderscheid tussen pesten en plagen. Veel

leerlingen komen bij de leerkracht klagen over ‘pesten’ terwijl het in werkelijkheid ‘plagen’ is. Het verschil met

pesten is dat bij plagen (meestal) de geplaagde leerling opgewassen is tegen de plager, het plagen incidenteel

is en niet structureel, en dat het niet met bedreiging of geweld gepaard gaat. De insteek bij plagen is bovendien

eerder elkaar aan het lachen maken, dan dat er sprake is van een expliciet negatieve intentie en buitensluiten.

We hebben de (jonge) leerlingen geleerd STOP! HOU OP! te zeggen als ze van plagerijen niet gediend zijn. Op

deze wijze willen we voorkomen dat elke eenvoudige plaagsituatie door de leerkracht opgelost moet worden.

Als dat niet afdoende is, mag een leerling naar u toe komen. Dit is geen klikken! We willen immers dat iedereen

zich veilig voelt.

Als een leerling het plagen probeert te stoppen en dat lukt niet of het komt telkens terug, ook nadat u de

plager er op aan heeft gesproken, dan gaat het over in pesten. Het gepeste kind is niet bij machte om het te

stoppen. In dat geval treedt u als leerkracht op tegen de pester

Zorg dat het pesten ophoudt.

Bespreek met de pester dat wat hij doet pesten is en geen plagen meer. Het gepeste kind heeft er veel last

van. Dit is belangrijk om duidelijk te verwoorden, omdat kinderen zich niet altijd bewust zijn van wat hun

gedrag bij de ander teweeg brengt. Laat dit eventueel door het gepeste kind zelf verwoorden.

Leg de link met de grondwet: op deze school zorgen we er voor dat iedereen zich veilig voelt! Dus we

pesten niet!

Bespreek wat verder nodig is en maak hierover een duidelijke afspraak. Bij blijvend pestgedrag kan de Oplossingsgerichte Pest Aanpak (OPA) ingezet worden. Deze aanpak staat

beschreven in het Katern Werken aan Sociale Veiligheid (par. 12).

Ook is het zinvol om het onderscheid te maken tussen pesten en conflict. Een conflict is een verschil van

mening of er is sprake van tegenstrijdige belangen (A wil dit en B wil dat). Soms ontaardt een conflict in een

ruzie, als er sprake is van (fysiek of psychisch) geweld. Plagen kan leiden tot een conflict: A wil dat B ophoudt en

B vindt het leuk om er nog even mee door te gaan.

Pesten is van een andere orde. De machtsongelijkheid en de structurele gerichtheid op één persoon maakt het

onvergelijkbaar met plagen of ruzie. Pesten is weloverwogen en proactief, gebeurt niet per ongeluk of

spontaan, en ook niet als gevolg van uitlokking.

Het is belangrijk om deze begrippen voor u zelf goed helder te hebben om ze in uw groep te kunnen gebruiken

in situaties waarin er sprake is van plagen, pesten of een conflict. Dan wordt helder welke interventie er

gevraagd wordt. Bovendien zijn kinderen geneigd botsingen met anderen snel als pesten te benoemen. Het kan

de lading van een gesprek halen wanneer u de botsing tussen twee kinderen kunt herdefiniëren. ‘Dus eigenlijk

hebben jullie een conflict! Dan kunnen we daar een oplossing voor zoeken.’

Page 72: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

72

Ook naar ouders is het zinvol om deze termen duidelijk van elkaar te onderscheiden. Wanneer een kind thuis

vertelt dat het gepest wordt, roept dit sterke emoties op bij ouders. Wanneer u op school al helder kunt maken

dat het hier niet om pesten ging, maar om plagen, of om een conflict, dan voorkomt u dat ouders een onjuist

beeld krijgen van de situatie.

Het volgende schema kan hierbij helpen:

Plagen Pesten Conflict Ruzie

Waar gaat het om?

Aan elkaar gewaagd. Eenmalig.

Niet aan elkaar gewaagd. Gebeurt steeds weer. Met opzet. Negatieve gevol-gen voor het welzijn van gepeste kind.

Een meningsverschil. Kan ontstaan door plagen.

Een uit de hand gelopen conflict als er sprake is van geweld (schoppen, slaan, schelden).

Interventie Geplaagde kind vragen wat het heeft gedaan om plagen te stoppen. Gesprek met beide kinderen.

Ingrijpen. OPA

Verwijzen naar stappenplan Praat het uit. Of mediatie.

Aanspreken op ongewenst gedrag. Laten afkoelen Vervolgens mediatie.

In deze les voor groep 8 gaan we in op het online communiceren. (Deze activiteiten zijn deels al in par. 13.6

genoemd). Indien u het idee hebt dat het zinvoller is om aandacht te besteden aan digitaal pesten, kies dan uit

de activiteiten in par. 13.6 activiteit 5 en 6.

Voorgestelde lesopbouw

Hieronder vindt u een voorstel voor de agenda. Voel u vrij om hiervan af te wijken indien de situatie of uw

groep daar aanleiding toe geeft (zie bij voorbereiding).

Agenda

Binnenkomer

Wat gaan we leren?

Hoe communiceren we in onze groep online?

Afspraken maken over online communiceren

Wat hebben we geleerd?

Binnenkomer

Bekijk de Lijst met Binnenkomers en Afsluiters. Kies er een van of kies onderstaand voorstel.

Sta op als …

Laat kinderen opstaan als het genoemde criterium op hun van toepassing is:

- je van pizza houdt

- je het liefst sportschoenen draagt

- je van voetballen houdt

- je iemand kent die wel eens gepest is via internet of mobiele telefoon

- je zelf wel eens gepest bent via internet of mobiele telefoon

- anderen wel eens gepest hebt via internet of mobiele telefoon.

Wat gaan we leren?

Recapituleer waar we het in dit blok over gehad hebben: de poster van ZO DOEN WE DAT IN ONZE GROEP ,

luisteren naar elkaar, opstekers geven, elkaars mening respecteren, de regels van de klas, taken verdelen.

Op onze school willen we dat iedereen zich veilig voelt. Laat de regels van de grondwet nog eens zien die aan

de muur hangen. Daarbij hoort dat we niet willen dat er kinderen gepest worden. Daarom besteden we daar

ieder jaar in dit blok aandacht aan. We zijn met elkaar verantwoordelijk voor de veiligheid. Jullie denken nu

Page 73: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

73

misschien ‘dat gebeurt toch niet in onze groep!’, dat is mooi! Maar je kunt er altijd mee te maken krijgen in de

toekomst en dan is het goed om te weten wat je dan kan doen. En als leerlingen van de bovenbouw, gaat het

nu niet alleen om ons als groep. We hebben ook verantwoordelijkheid naar de andere kinderen hier op school.

Dus misschien kun je een rol spelen als iemand uit een andere groep gepest wordt. Vandaar dat we deze les

aandacht besteden aan digitaal pesten, en bekijken wat je kunt doen als je zelf gepest wordt en wat je kunt

doen als je ziet dat een ander gepest wordt. Loop de agenda langs. Iedereen mee eens?

Hoe communiceren we in onze groep online?

Inventariseer klassikaal wat in uw groep favoriete communicatiemiddelen zijn. Stel vragen als:

- Als je op internet zit, welke sites bezoek je dan? Wat doe je er?

- Wie heeft er een mobiel? Wat doe je ermee?

- Wie gebruikt WhatsApp? Is er een groepsapp?

- Wie zit er op Facebook? Wat vind je daar leuk aan?

- Wie gebruikt Instagram?

- Wie twittert er wel eens?

Vertel: We gaan het hebben over de sociale media. De media zijn de middelen waarmee je veel mensen

tegelijk iets kunt vertellen, ook als ze ver weg zijn. Dus bijvoorbeeld de krant, de radio, de tv, tijdschriften.

Sociale media noemen we de plekken op internet waar je anderen online ‘ontmoet’. Het wordt ook wel op

zijn Engels ‘social media’ genoemd. Jullie hebben net al verteld welke sociale media jullie gebruiken.

Vertel de leerlingen dat we met elkaar gaan bekijken hoe wij gebruik maken van sociale media. Dat doen

we met behulp van de coöperatieve werkvorm Zoek Iemand Die:

- Deel het werkblad uit, dat u achter deze les vindt, en laat de leerlingen even voor zichzelf lezen. Zeg

dat ze de antwoorden voor zichzelf moeten houden en dat we Zoek Iemand Die gaan doen.

- Vertel dat de leerlingen straks door de klas mogen lopen, en een partner moeten zoeken.

Demonstreer het aan elkaar koppelen met een andere leerling (een hand in de lucht, maatje zoeken,

tweetal vormen door handen in de lucht tegen elkaar aan te tikken, handen naar beneden en naast

elkaar staan).

- Laat ze een maatje zoeken. Creëer voor een leerling die over is ( bij een oneven aantal) de

mogelijkheid om aan te sluiten bij een tweetal, die leerling is de bofkont (maak de groep er

verantwoordelijk voor dat er iedere ronde een andere bofkont is).

- Laat ze in hun tweetal één van de vragen op het werkblad ‘behandelen’. Eerst vraagt A aan B, en dan

andersom.

- Besteed vervolgens aandacht aan afscheid nemen van elkaar door elkaar gedag te zeggen en laat ze

een nieuwe partner gaan zoeken.

- Herhaal de vorige stappen, tot er enkele leerlingen het werkblad vol hebben. Ben je klaar, dan ga je

zitten en ben je beschikbaar voor anderen om een vraag te stellen van het werkblad of een tip wie te

benaderen voor een bepaalde vraag.

- Vervolgens gaan de leerlingen weer op hun plaats zitten.

Bespreek wat leerlingen ontdekt hebben. Gebruik hiervoor de Vreedzame School-bal. Bespreek met de

leerlingen de onderlinge verschillen: veel/weinig online aanwezig, verschillende rollen/meningen,

veel/weinig vrienden.

Met het tonen van interesse in de manier waarop zij online communiceren geeft u op een positieve

manier aan dat u wilt aansluiten bij de manier waarop deze communicatie verloopt, zonder oordeel of

moraliserende toon. U laat hiermee zien dat u weet wat er allemaal speelt. En wanneer kinderen positieve

ervaringen delen kunt u hierop bevestigend reageren. U zet hiermee impliciet een duidelijke norm neer

‘Zo doen we dat hier op school met sociale media!’

Page 74: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

74

Afspraken maken over online communiceren

Stel de groep voor om afspraken te maken over online communiceren.

Leg hierbij de link naar de afsprakenposter ‘Zo doen we het in onze groep ’die u tijdens blok 1 met de

groep aan het maken bent. Vertel dat de afspraken die er nu gemaakt worden eigenlijk een kleine

uitbreiding zijn van de afsprakenposter. Ga met de groep na of er mogelijk al afspraken zijn over de manier

van offline communiceren die ook voor online communiceren zouden kunnen gelden. Dit zijn mogelijk al

mooie afspraken die door een kleine aanpassing al uit te breiden zijn in de richting van digitaal pesten.

Trek een (denkbeeldige) lijn door uw lokaal. U kunt deze activiteit ook heel goed laten plaatsvinden in een

speellokaal waar al zichtbaar lijnen op de grond aanwezig zijn.

Laat de leerlingen zich verspreiden over het lokaal.

Vertel dat u straks activiteiten gaat noemen die je online kunt doen.

Vraag de leerlingen links van de lijn te gaan staan als ze vinden dat dit niet kan of mag en aan de

rechterkant als ze vinden dat het wel kan of mag. De mate waarin ze afstand nemen van de lijn laat zien in

hoeverre ze het helemaal niet/wel of ‘tegen de grens aan’ vinden.

Bevraag steeds een paar kinderen die sterk van mening verschillen over een uitspraak.

Mogelijke uitspraken die u hierbij kunt gebruiken:

- Je mag op Instagram zonder toestemming een foto zetten van je vriendin of vriend.

- Je mag schelden in de groepsapp.

- Je mag je op internet voordoen als iemand anders.

- Je mag online een opsteker geven.

- Je mag online een afbreker geven.

- Je mag in de groepsapp iets schrijven over iemand die niet in de groepsapp zit.

- Je mag persoonlijke informatie van iemand online delen / in de groepsapp zetten.

- Je mag roddelen via WhatsApp.

- Je kunt de groepsapp gebruiken om een paar vrienden uit je groep uit te nodigen voor je verjaardag .

Laat iedereen weer op zijn plaats gaan zitten.

Vraag leerlingen in tweetallen na te denken over afspraken die ze willen maken over het online

communiceren. Geef hierbij een paar aandachtspunten:

- Beschrijf hoe je het wil, niet hoe je het niet wil of wat er niet zou mogen.

- Maak korte zinnen die beginnen met ‘we….’

Bijvoorbeeld: ‘We schrijven alleen aardige dingen in de groepsapp’.

Inventariseer na 5 minuten welke afspraken bedacht zijn. Begin met een tweetal en bekijk of er nog

alternatieven zijn vanuit de overige tweetallen.

Zorg voor hooguit drie kernachtige afspraken waar iedereen zich in kan vinden.

Als er veel verschil van mening is en de discussie te lang duurt, kunt u een klein groepje kinderen vragen

een voorstel te formuleren, dat op een ander moment gepresenteerd kan worden aan de groep.

Hang de afspraken onder of naast de afsprakenposter in het lokaal.

Kom regelmatig op de afspraken terug zoals u dit ook doet met de afsprakenposter.

Wat hebben we geleerd?

Wat heb je geleerd van deze les over online communiceren?

Vertel dat elke leerkracht op uw school het belangrijk vindt dat iedereen zich veilig voelt. Dit staat immers

in de grondwet van de school. Verwijs hierbij nog eens naar de betreffende regel. Zodra je je niet veilig

voelt kun je altijd naar een leerkracht gaan om dit te melden. Alle juffen en meesters zullen dit heel serieus

nemen en samen met jou bekijken wat er nodig is om je weer veilig te voelen. Dit noemen we geen klikken.

Je kunt er ook altijd met een vriend of vriendin over praten of met je ouders. Vraag evt. naar wie de

leerlingen zouden toegaan als ze gepest worden. Het helpt om hierover al nagedacht te hebben voordat

Page 75: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

75

het moment daar is dat het nodig is. En het geeft u veel informatie over de relaties van de kinderen

onderling. Als kinderen het niet kunnen aangeven kunt u ze aanmoedigen hierover nog eens na te denken.

Na de les Hieronder vindt u activiteiten waarmee u de kennis en vaardigheden uit deze les in de praktijk brengt.

De poster ZO WILLEN WE HET IN ONZE GROEP

Deze poster hangt bijgewerkt met uitspraken over pesten op een prominente plek in de klas. Verwijs ernaar als

de situatie zich voordoet.

Toneelstuk opvoeren

Uit de praktijk: een leerkracht bedacht samen met een externe adviseur de volgende activiteit voor haar groep

waar pesten aan de orde was maar moeilijk bespreekbaar bleek. De leerkracht deed de groep het voorstel om

een toneelstuk te bedenken voor de rest van de school. Het moest over pesten gaan. In een les is een situatie

bedacht waarover het toneelstuk zou kunnen gaan. Een kleine groep kinderen heeft een script gemaakt voor

het toneelstuk waar de totale groep een bijdrage aan kon leveren. Door het voorbereiden, het oefenen en

uitvoeren van het toneelstuk verbeterde de sfeer in de groep en stopte het pesten.

Roddelen

Wanneer u merkt dat er in uw groep regelmatig kwaad wordt gesproken over elkaar kunt u de volgende

activiteit doen met uw groep. Kwaad spreken of roddelen is eigenlijk een verborgen vorm van pesten.

Vraag twee kinderen vooraf of ze bij de start van deze activiteit even samen met u willen doen alsof ze

over iemand uit de groep roddelen. U gaat met de twee kinderen dichtbij elkaar staan en fluistert zachtjes

waarbij u naar een leerling kijkt in de groep. Het wordt duidelijk dat u het samen met de twee leerlingen

over het kind heeft.

Vraag de leerling hoe dit voelde voor hem of haar.

Vraag ook aan de twee leerlingen hoe dit voor hen voelde.

Vraag de kinderen om in tweetallen uit te wisselen met de coöperatieve werkvorm Tweegesprek op Tijd:

- Laat gemengde tweetallen maken. Bijvoorbeeld jongens/meisjes of qua leeftijd. In geval van een

oneven aantal is er één drietal.

- Vertel dat ze zo gaan praten over de vraag: Heb je wel eens geroddeld over iemand?

- Geef denktijd.

- Geef aan hoeveel tijd iedere leerling heeft om erover te praten, en dat u een seintje geeft om te

wisselen.

- Geef aan wie mag beginnen (bijvoorbeeld: degene met de donkerste kleur schoenen).

- Geef aan wanneer het tijd is om te wisselen.

- Laat ze vervolgens wisselen van beurt.

Laat een paar kinderen vertellen wat ze gedeeld hebben in de tweetallen.

Probeer in de nabespreking vooral kinderen aan het woord te laten en een sfeer te creëren waarin

iedereen kan vertellen over zijn of haar ervaringen.

Vraag de kinderen opnieuw uit te wisselen over de vraag: Is er wel eens over jou geroddeld? Hoe vond je

dat?

Doe dit weer volgens TweeGesprek op Tijd.

Laat weer een paar kinderen vertellen er uitgewisseld is. Leg de nadruk op het vervelende gevoel dat

roddelen te weeg brengt bij de kinderen.

Probeer het verschil aan te kaarten tussen iets over iemand vertellen en moedwillig kwaadspreken.

Vraag kinderen na te denken wat ze kunnen doen als ze merken dat er geroddeld wordt. Bijvoorbeeld:

Page 76: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

76

- Niet meedoen

- Juist iets positiefs of aardigs zeggen over die persoon:’ Ik vind dat ze wél goed kan voetballen!’

- Of de roddel in twijfel trekken: “ik weet het niet zo zeker of dat wel zo is!

- Over iets anders gaan praten.

Voeg eventueel een afspraak toe aan de afsprakenposter.

Page 77: 18. Extra lessen over veiligheid en pesten...- Blok 1: les 5 (groep 3-7) over opstekers, les 6 (groep 1-6) over respecteren van verschillen, les 9 (groep 4-7) over pesten en plagen,

Katern Werken aan Sociale Veiligheid De Vreedzame School

77

Werkblad Zoek Iemand Die…

…veel op Facebook zit.

Naam:……………….

..graag foto’s of filmpjes deelt met anderen

Naam :…..

… te vaak online is

Naam: ……

Favoriete site:…………

…veel vrienden heeft online

Naam: …………………

…die in meer dan één GroepsApp zit

Naam: ……….