133 usool ul fiqh

20

Click here to load reader

description

 

Transcript of 133 usool ul fiqh

Page 1: 133 usool ul fiqh

Noorani Islamic Research Institutehttp://www.tangali.net

Publicatie 133

Alhaaj Mohamed Juzoef Tangali Qadri

Een inleiding tot het islamitische jurisprudentie systeem

Page 2: 133 usool ul fiqh

Copyright © M.J. TangaliAmsterdam, 15 augustus 2008

1e drukUitgever: Stichting Noorani Islamic Research Institute

E-mail: [email protected]: www.tangali.net

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijzedan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uit-gever.

No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permissionfrom the publisher.

Page 3: 133 usool ul fiqh

0. Voorwoord

Allelof behoort aan AllahTa’ala, daarom loven wij Hem voordat wij mogelijkerwijs iets kunnen afleiden van Zijnprachtige en volmaakte Namen, voor Zijn Oordeel en hetdecreet die alles in het bestaan omvat, voor Zijn Goddelijkvoorgeschreven Wetten die elk gebied van de wetgevingomvatten en Zijn Oordeel over beloningen voor de doenersvan goede daden en straffen voor de criminelen.

Ik getuig dat niemand en niets het recht heeft om aanbedente worden behalve Allah Ta’ala die geen partner heeft1 nochin Zijn Attributen of Rechtspraak. En ik getuig dat de HeiligeProfeet Mohammed sallallaaho alaihi wa sallam Zijn dienaar enBoodschapper is, die verlichting heeft gebracht in alles watbestaat, het arrest en de uitspraken van wat halāl (wettig) enwat harām (verboden) is en het fundament van de islamuiteengezet had gezet door zelf een voorbeeld te zijn totdatde islam als godsdienst stevig was verankerd in demoesliemgemeenschap. O Allah Ta’ala stuur verheerlijkingen zegeningen van vrede op de Geliefde en Nobele ProfeetMohammed sallallaaho alaihi wa sallam zijn familie enmetgezellen radi Allaho anhoem en degenen die hen volgen,waaronder de Oelema-e-Haqq.

Page 4: 133 usool ul fiqh

Er zijn twee soorten Oelema: Oelema-e-Haqq dus de soennieSchriftgeleerden (in een toesprak in Noeroel Islam Masjid teDen Haag zegt Allama Maulana Badr al Qadri, dat niet allesoennie Oelema tot ‘Haqq’ kunnen worden gerekend) en deOelema Soe’ die de soennie moesliems en andere mensenmisleiden en begeleiden naar de hel. In de Hadith staat(verteld door Moefti Abdul Wajid) dat op de Dag desOordeels de Oelema Soe’ op hun schouders lange bamboesgaan dragen met daaraan hangend de mensen die naar henluisterden.Allah Ta’ala zal de engelen bevelen de Oelema Soe’ en zijnaanhangers voor eens en altijd naar het hellevuur te brengen.

1. Shari’ah en fiqh

Zoals wij moesliems streven op het Rechte Pad te blijven, zomoeten wij onderscheiding maken tussen het goede enslechte in elk aspect van ons leven. De Shari’ah (heiligewetgeving) en de Fiqh (islamitische jurisprudentie) zijnuitspraken die wij moeten toepassen in verschillende zaken.

1.1 Shari’ah

Het Arabische woord Shari’ah verwijst naar de wetten enmanier van leven die door Allah Ta’ala  is voorgeschrevenvoor zijn aanbidders. De Shari’ah gaat over de ideologie,geloofsovertuiging, gedrag en zeden en de praktischedagelijkse zaken.

Page 5: 133 usool ul fiqh

Shari’ah omvat de Heilige Qur’aan (Geboden) en de Soennah(onverbiddelijke regelgeving) van de Profeet sallallaaho alaihiwa sallam. De Heilige Qur’aan is het rechtstreekse Woord vanAllah Ta’ala en is de eerste belangrijkste bron vanbegeleiding en uitspraken. De Soennah van de Profeetsallallaaho alaihi wa sallam is de tweede bron van leiding enuitspraken en beide dienen onverkort in het leven toegepastte worden.

Allah Ta’ala openbaart in de Heilige Qur’aan:

O gij die gelooft, gehoorzaamt Allah en de Boodschapper(Mohammed) en maakt uw werken (goede daden) niet nutteloos.Surah Mohammed (47) vers 33

En houdt het gebed (salāh) en betaalt de zakāt (armenbelasting) engehoorzaamt de Boodschapper (Mohammed), opdat jeBarmhartigheid moogt ontvangen. Surah al-Noer (24) vers 56

Page 6: 133 usool ul fiqh

De Soennah is een inspiratie van Allah Ta’ala, maardoorgegeven aan ons door de woorden en daden van deProfeet sallallaaho alaihi wa sallam en met zijn instemmingdoor de acties van anderen zoals de Sahābiyyeen(metgezellen van de Profeet). De Soennah bevestigde deuitspraken van de Heilige Qur’aan, detailleert enkele van deconcepten, wetten en praktische zaken die kort staanvermeld in de Heilige  Qur’aan (zoals de definitie van deislam, Iman en ihsan, salāh, soorten woekerrente) en gaf eenaantal uitspraken met betrekking tot zaken die niet explicietin de Heilige Qur’aan (zoals het dragen van zijden kledingvoor mannen) staan.

Allah Ta’ala openbaart in de Heilige Qur’aan:

En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaardvervullende hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was(verkondigd) en als bewakerdaarover. Richt daaromtussen hen naar hetgeen

Page 7: 133 usool ul fiqh

Allah heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen niet tegen dewaarheid die tot u is gekomen. Voor iedereen bepaalden Wij een weten een weg. En indien Allah had gewild zou Hij u allen tot één volkhebben gemaakt, maar Hij wenst u te beproeven met hetgeen Hij uheeft gegeven. Wedijvert dus met elkander in goede werken. TotAllah zul je allen terugkeren, dan zal Hij u datgene mededelen,waarover gij van mening verschilt. Surah al Maida (5) vers 48

1.2 Fiqh

Het Arabische woord fiqh betekent kennis, inzicht en begrip.Het verwijst naar de juridische uitspraken van deislamitische Schriftgeleerden, gebaseerd op hun kennis vande Shari’ah en is als zodanig de derde bron van uitspraken.De wetenschap van fiqh begon in de tweede eeuw na dehijrah (verhuizing van de Profeet sallallaaho alaihi wa sallamvan Mekka naar Medina) toen de islamitische staat uitbreideen geconfronteerd werd met verschillende vraagstukken dieniet expliciet aan bod kwamen in de Heilige Qur’aan en deSoennah van de Profeet sallallaaho alahi wa sallam. Uitsprakenop basis van de unanimiteit van de islamitischeSchriftgeleerden en directe analogie zijn bindend. De viersoennitische wetscholen zijn Hanafi, Maliki, Shafi'ienHanbali, die ongeveer voor 75% van hun juridischeconclusies identiek zijn aan elkaar. Variatiesin de overigevragen zijn te herleiden tot methodologische verschillen inbegrip of authenticiteit vanhet primaire wet tekstueel bewijs.

Page 8: 133 usool ul fiqh

Uiteenlopende standpunten bestaan soms zelfs binnen eenwetsschool.

2. Informatie en de kwaliteitseisen van de modernewetenschap in het Licht van de Shari’ah

2.1 Informatie

Informatie is de boodschap die door een afzender wordtafgegeven en door een ander (ontvanger) wordtopgevangen. Deze overdracht van informatie kan inverschillende vormen voorkomen. Zo is niet alleen verbaal(woorden op schrift of mondeling) overdracht, maar ook non-verbale overdracht (beelden, klanken, lichaamstaal, ogentaal,smaken, geuren, gezichtsuitdrukkingen, enzovoorts) isinformatie. Daarnaast is in dit informatieproces ookbelangrijk de formele- en informele communicatie. Formelecommunicatie is een gestructureerde manier van overdrachtdie langs de weg van afspraken en kwaliteitseisen moetplaatsvinden. Informele communicatie is vooral roddel.

Hadith(toesprak van Moefti Abdul Wajid Qadri in Noori Moskee teAmsterdam)

Op een dag liep de HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallamlangs een aantal vrouwen die

Page 9: 133 usool ul fiqh

aan het praten waren. Hij zei: “Jullie gaan naar de hel.”Daarop vroegen de vrouwen aan hem: “O Profeet sallallaahoalaihi wa sallam, wij verrichten salāt, vasten ook en doenandere gebeden. Gaan wij dan toch naar de hel?” De HeiligeProfeet sallallaaho alaihi wa sallam antwoordde: “Ja, als jullie(vrouwen) bij elkaar komen, dan beginnen jullie te roddelen.Jullie vertellen (fouten) van een andere die er niet bijaanwezig is en voegen leugens toe.”

Allah Ta’ala openbaart in de Heilige Qur’aan:

Voorwaar, Wij hebben menige djinn en mens geschapen wier einde de hel zal zijn. Zij hebben harten maar begrijpen er niet mede en zijhebben ogen maar zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zijhoren er niet mede. Zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (dandit), zij zijn de achtelozen.” Surah al Araf (7) vers 179

Bovenstaand vers gaat over communicatie en dekwaliteitseisen die eraan gesteld moeten worden.

Page 10: 133 usool ul fiqh

2.2 Kwaliteitseisen van informatie

Om daadwerkelijk van waardevolle informatie te kunnenspreken is het vereist de verkregen informatie te toetsen aannormen. De moderne communicatiewetenschap die ook isterug te vinden in informatiemanagement van de ICTomgeving is direct afgeleid van de islamitische methoden.

Zo heeft Imam Bukhari Abu Abdullah Muhammad binIsmail bin Ibrahim bin al-Mughira al-Ja'fai (194 AH - 256 AH)een perfecte methode toegepast om de ahadith te verzamelenen op schrift (Sahih Bukhari) te zetten. Andere vooraanstaan-de Oelema-e-Haqq zoals Mujaddid Imam `Abd al-Rahmanibn Kamal al-Din Abi Bakr ibn Muhammad ibn Sabiq al- Din,Jalal al-Din al-Misri al-Suyuti al-Shafi`i al-Ash`ari, beterbekend als Imam al-Suyuti (849 AH – 911 AH) en MujaddidImam-e-Ahle Sunnat Ahmad Raza Khan Qadri, beter bekendals Ala Hazrat (1272 AH – 1340 AH) radi Allaho anhoemhebben ook de perfecte methoden gevolgd.

Een aantal kwaliteitseisen (normen) waaraan informatiedient te voldoen om als waardevol te worden erkend zijn:beschikbaarheid, juistheid, betrouwbaarheid, tijdigheid,authenticiteit, onweerlegbaarheid verifieerbaarheid envolledigheid. Indien één van deze kwaliteitseisen ontbreektin de berichtgeving, dan is het bericht onvolmaakt en vangenerlei waarde in dejurisdictie. De reden is dat

Page 11: 133 usool ul fiqh

een volmaakt besluit (juridisch of business) alleen gestoeldkan zijn op basis van de eerste toetsing, dat isvoldoen aan de kwaliteitseisen.

Ala Hazrat radi Allaho anhoheeft daarom vele Fatãwa van moefti’svan zijn tijd ongeldigverklaard. Zulke mufti’s die onzorgvuldigomgaan  met  berichtgeving en verspreiden zonder degelijkonderzoek zijn overal verspreid in de wereld en zijn ook inNederland aanwezig. Ala Hazrat radi Allaho anho schrijft inFatãwa Razwiyah, dat een moefti die een fout heeft begaan(misinterpretatie in woord en/of geschrift) deze in hetopenbaar moet herstellen, anders is hij geen moefti.

Naast de bovengenoemde kwaliteitseisen dient deberichtgeving (informatie) van de afzender in het licht van deislam ook aangenomen te worden indien de afzendersdiendaar (godsvruchtige) moesliems zijn. Een voorbeeld is hetbepalen van het begin en einde van de heilige maandRamadaan, maar ook van iedere islamitische maand.

Page 12: 133 usool ul fiqh

Allah Ta’ala openbaart in de Heilige Qur’aan:

“Let op, zij verbergen hun vijandschap voor Hem in hun innerlijk. Ja, wanneer zij zich met hun kleding bedekken5, weet Hij wat zijverbergen en wat zij tonen. Voorzeker, Hij weet goed wat in hetinnerlijk is.” Surah Hoed (11) vers 5

3. Uitwerking van Usool-ul-Fiqh als wetenschap

Usool-ul-fiqh is de wetenschap met betrekking tot deuitgebreide bewijzen van fiqh (jurisprudentie). Fiqh bestaatuit masa'il (juridische vraagstukken) en dala'il (bewijzen) enis gefundeerd op het oordeel van een van de vijf uitsprakendie werkzaam zijn in de extractie en de vaststelling van dezemasa’il. Kortom, fiqh is feitelijk de kennis van de masa’il ende dala’il.

Definitie vanfiqh: “Het hebben van grondige kennisen begrip van de  praktische wet- enregelgeving die afgeleid zijn van gedetail-leerde rechtsbronnen.”

Page 13: 133 usool ul fiqh

3.1 De dala’il bestaat uit twee soorten

Uitgebreide bewijzen dat iedere beslissing omvatten (vanafhet begin tot het eind van de fiqh) van een enkele soort, zoalswij zeggen: "al-amr liel-wujoeb (een opdracht is indicatief vaneen verplichting)." Of, "an-nahie lit-tahriem (een verbieding isindicatief).

Imam al-Suyuti radi Allaho anho schrijft een hadith in zijnboek ‘Jinnaat wa Shayatien’: “Deze vrouwen (die liegen enroddelen) behoren tot de laskar (leger) van Iblies.”

Gedetailleerde bewijzen dienen in het licht van de uitvoerigeargumentatie te worden gezien. Wanneer deze is voltooid,pas dan kan de ahkām (wet- en regelgeving) wordentoegepast. Zo is de ahkām in de behoefte van hungedetailleerde bewijzen, en de gedetailleerde bewijzen zelfbehoefte hebben aan uitgebreide bewijzen. Dus bij dezen,erkennen we de noodzaak en de noodzaak van het kennenvan Usool-ul-fiqh en dat het helpt bij het begrijpen van fiqhop zichzelf en dat het de basis is voor het afleiden van en hetmaken van ijtihad (consensus) in de ahkām.

4. De ahkām waarop fiqh is gebaseerd

De ahkām waarop fiqh is gebaseerd wordt onderverdeeld invijf categorieën, namelijk:1.  Wājib (verplichting): dat waarvoor de degene die het

Page 14: 133 usool ul fiqh

uitvoert wordt beloond, terwijl degene die overtreedtwordt gestraft.

2.  Harām (verbod): dit is het tegenovergestelde van eenverplichting.

3. Masnoon (aanbevolen): dat waarvoor de degene die hetuitvoert wordt beloond, terwijl degene die het nalaatgeen straf krijgt.

4. Makroeh (verafschuwde): dit is het tegenovergesteldevan een aanbeveling.

5. Mubaah (toegestaan): dit is waar het doen en nalatengelijkwaardig zijn.

Deze vijf categorieën hebben grote verschillen in zichanaloog aan de status, de niveaus en de gevolgen ervan.Daarom heeft de Shari’ (Wetgever) bevolen in geval van eenzuivere of van overweldigende maslah (voordeel van detwijfel) ofwel een verplichting een aanbeveling uit tespreken. In geval van eenonvervalste of van

Page 15: 133 usool ul fiqh

overweldigende mafsadah (schade) heeft de Wetgeveruitgesproken met een absoluut verbod of afkeer. Dit asl(fundamentele beginsel) omvat alle aangelegenheden dieonder bevel van verbod staat van de Shari’.

De uitspraken die Wājib zijn worden onderverdeeld in tweecategorieën:

1. Farz ‘ain (individuele verplichting), dat nagekomen dientte worden door elke mukallaf (moreel verantwoordelijk),bāligh (volwassen) en 'aql (gezond verstand) persoon. Demeerderheid van de Shari'ah uitspraken treedt in dezecategorie.

2. Farz Kifāyah (collectieve verplichting), waarvan deprestaties wordt gevraagd van het collectief moreelverantwoordelijk, maar niet van elke individu apart,zoals het leren van de verschillende wetenschappen vannuttige kennis en nuttige industrie; de azān, deaanmoediging van de goede en het verbieden van hetkwaad en andere soortgelijke zaken.

Met betrekking tot aangelegenheden die de Wetgever heefttoegestaan en toegelaten leiden zij ten tijden tot dat wat goedis en zijn geïntegreerd tot die welke toegestaan zijn, maar opandere momenten leiden ze tot datgene wat kwaad is en zijndus toegetreden tot die zaken die verboden zijn. Dus dit iseen grote asl dat: "al-wasaa'ilu lahaa ahkām-ul-maqasid (demiddelen nemen op

Page 16: 133 usool ul fiqh

dezelfde uitspraak als hun doelstellingen)."

Uit bovenstaande leren we: "maa yatimm-ul-Wājib illaa bihifa-huwa Wājib (wat nodig is om een verplichting tevervullen is zelf een verplichting)." Evenzo, wat nodig is omeen masnoon (aanbevelingen) te doen is op zichzelf eenaanbeveling. Wat leidt tot het doen van harām (verboden) iszelf verboden. En wat leidt tot het doen van een makroeh(verafschuwde daad) is zelf verafschuwd.

5. De adillah

De adillah (bewijzen) voor fiqh is verkregen van vierbronnen, namelijk:1. De  Heilige  Qur’aan en Soennah, deze twee zijn het

fundament waarop de mukallafoon (het moreelverantwoordelijk) worden behandeld en waarop dereligie is gebouwd.

2. Ijma' (consensus) en al-Qiyas-us-Sahih (volmaakte encorrecte analogie), deze twee zijn afgeleid uitDe Heilige Qur’aan en de Soennah.

Dus fiqh slaat in zijn geheel deze vier usool (fundamenten)niet over, maar is sterk daarop gefundeerd.

Page 17: 133 usool ul fiqh

Figuur 2 categorisering Adillah

De meerderheid van de belangrijke ahkām (wet- enregelgeving) worden aangeduid door bovenstaande vieradillah (bewijzen). Zij worden aangeduid door de nusoos(teksten) uit de  Heilige  Qur’aan en de Soennah, en deSchriftgeleerden hebben Ijma' (consensus) over hen en ze zijnaangegeven door Qiyas-us-Sahih (volmaakt en correcteanalogie), want wat ze meebrengen van het voordeel, als heteen opdracht is; of wat ze bevatten van de schade, als het eenverbieding is. Van de verschillende Schriftgeleerden zijn zeerweinig van de ahkām afgeweken. In dergelijke afgewekengevallen wordt het dichtst bij de waarheid berustendetoegepast met verwijzing naar deze vier usool.

6. Betreffende de Heilige Qur´aan en de Soennah

Het is al-Qur’aan-ul-Aziem (de Grote Qur´aan), de Kalām(redevoering) van de Heer der Werelden die gestuurd werddoor de aartsengel Jibraïl op het hart van de Heilige ProfeetMohammed sallallaaho alaihi wa sallam,

Page 18: 133 usool ul fiqh

de laatste Boodschapper van Allah Ta´ala, zodat hij dewaarschuwer kon worden aan de gehele mensheid, in deduidelijke Arabische taal, met betrekking tot alles wat demens nodig had tot eigen voordeel in hun godsdienst en hunwereld. Het Boek van Allah is dat wat gereciteerd wordtdoor de tongen, geschreven in de masāhif (kopieën) enopgeslagen (bewaard) in de harten.

Allah Ta´ala openbaart:

“Geen valsheid kan het beroeren, van voren noch van achteren; hetis een Openbaring van de Alwijze, de Geprezene.” Surah Al-Fusillat (41) vers 42

Wat de Soennah betreft, het is de Profeet sallallaaho alaihi wasallam zijn aqwāl (uitspraken), af’aal (handelingen) en taqreer(stilzwijgende goedkeuring) van de uitspraken en acties vananderen.

De ahkām-ush-Shari’ah (Shari’ah uitspraken) worden somsafgeleid uit een bepaalde tekst van de Heilige Qur’aan en deSoennah, die wordtomschreven als de tekst

Page 19: 133 usool ul fiqh

met kenmerken van een duidelijke betekenis, die niet eenandere betekenis kan hebben behalve die enkele betekenis.Soms is het afgeleid uit de zāhier (schijnbare) betekenis, diegedefinieerd wordt als dat in het algemeen een indicatie vande betekenis geeft, zowel via tekst als via betekenis. Soms isafkomstig uit de mantooq (expliciete betekenis) diegedefinieerd wordt als zijnde dat wat een indicatie van deuitspraak heeft als gevolg van de formulering van de tekst.Soms is de ahkām-ush-Shari’ah afkomstig uit de mafhoom(impliciete betekenis) die gedefinieerd wordt als dat watkenmerkend is voor de beslissing in overeenstemming metde tekst; in de gevallen waarin de mafhoom gelijk is aan ofgroter dan de mantooq. Of door uiteenlopende betekenis alsde mafhoom verschilt van de mantooq in de uitspraak; terwijlde mantooq gekoppeld is aan een wasf (kenmerk) of een shart(conditie) waarvan bij gebreke de uitspraak verschilt.

Page 20: 133 usool ul fiqh