131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke...

36
Tineke Lupi Jaarprogramma 2015

Transcript of 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke...

Page 1: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Tineke Lupi

Jaarprogramma 2015

Page 2: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Uitgave

Platform31

Den Haag, december 2014

Postbus 30833, 2500 GV Den Haag

www.platform31.nl

Page 3: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Voorwoord

Platform31 staat als onafhankelijke kennis- en netwerkorganisatie voor stad en regio midden in de

maatschappij en is zich bewust van de huidige economische ontwikkelingen en veranderingen van

taken en verantwoordelijkheden in het publieke en private domein. In deze turbulente tijd is er behoefte

aan nieuwe verbindingen, nieuwe samenwerkingsvormen en nieuwe manieren van werken. Een

kennisorganisatie als Platform31 kan, in samenwerking met zijn netwerk van professionals in stad,

regio, bij corporaties, ontwikkelaars e.d., juist nu helpen de noodzakelijke omslag te maken.

Onze stakeholders en financiers verwachten dat ook van ons. Zij gaan er terecht van uit dat wij onze

toegevoegde waarde blijven tonen en benutten. Wat is dan onze meerwaarde? We zijn innovatief in

thema’s en methoden. We houden ons behalve met de dagelijkse en actuele vraagstukken in stad en

regio ook bezig met de structuurvraagstukken op de lange termijn. We gebruiken onze kennis en

methoden om concrete aanpakken te schetsen voor de actoren in stad en regio. We ontsluiten en

duiden langjarig onderzoek aan universiteiten en hogescholen van begin tot eind. We zoeken in

coproductie met steden, regio’s en corporaties naar nieuwe oplossingen. En we besteden steeds

aandacht aan de vertaling van het internationaal en Europees perspectief naar Nederland.

In 2014 hebben wij onze organisatie verder aangepast voor de ambitieuze taken waarvoor wij staan.

We zijn meer lean & mean geworden en kiezen thema’s op de drie schaalniveaus (regio, stad en buurt)

waarop wij onze meerwaarde maximaal kunnen laten zien. We blijven werken van buiten naar binnen.

De opgaven van onze partners staan centraal. Veel van deze opgaven raken meerdere gebieden en

worden door ons dan ook integraal, vanuit meerdere invalshoeken en programmaoverstijgend

aangepakt.

Platform31 helpt samen met zijn partners de economische en sociale kracht van steden en regio’s te

versterken. Uniek aan Platform31 is dat de onderzoeken, experimenten en leerprocessen altijd plaats

vinden op een fysieke plek (regio, stad, buurt) met een eigen geschiedenis, specifieke stakeholders en

actoren, en een eigen ontwikkelpad. Onze grote projecten ‘Agenda Stad’, ‘Europese Stedelijke

Agenda’, ‘Smart Urban Regions in the Future’, ‘Het Jaar van de Ruimte’ en de afronding van het

innovatieprogramma ‘Energiesprong’ sluiten daar met een langetermijnperspectief en een internationale

oriëntatie bij aan. We betrekken daarbij nieuwe actoren (maatschappelijke initiatiefnemers, civil society,

maatschappelijke organisaties, woningcorporaties, ondernemers e.d.) en kijken niet alleen naar de

uitdagingen van vandaag en morgen, maar ook naar die van overmorgen.

Hamit Karakus,

Algemeen directeur

Page 4: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Inhoudsopgave

1 Trends en ontwikkelingen 5

2 Positionering Platform31 7

2.1 Kennis- en netwerkorganisatie 7

2.2 Activiteiten 7

2.3 Samen met steden en Rijk 7

2.4 Samen met partners 8

2.5 In verbinding met Europese ontwikkelingen 9

3 De thema’s in 2015 11

3.1 Regio 11

3.2 Stad 15

3.3 Buurt 20

3.4 Programmaoverstijgende sleutelprojecten 25

4 Organisatie 29

4.1 Personeel 29

4.2 Doorontwikkeling methode Energiesprong 29

4.3 Communicatie en media 30

4.4 Begroting 2015 33

Page 5: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

5

1 Trends en ontwikkelingen

Platform31 heeft zijn activiteiten en medewerkers in drie programma’s georganiseerd: ‘Ruimte en

economie’, ‘Sociaal’ en ‘Wonen’. Er zijn tal van dwarsverbanden en medewerkers werken vaak in

projecten die onder verschillende programma’s vallen. Alvorens in te gaan op de positionering van

Platform31 (hoofdstuk 2) en onze thema’s voor 2015 (hoofdstuk 3) schetsen we enkele belangrijke

trends en ontwikkelingen.

Ruimtelijk-economische trends en ontwikkelingen

Het is verre van zeker of de economische crisis voorbij is. Zeker is wel dat de crisis blijvende

economische effecten heeft, die bovendien door structurele trends worden versterkt. Onze economie is

gekrompen, mede door bezuinigingen en lastenverzwaringen (waarvan overigens nog 30% moet

worden doorgevoerd in de komende drie jaar). De werkgelegenheid is in bepaalde sectoren (financiële

dienstverlening, overheid, bouw, detailhandel) sterk teruggelopen en de onhoudbare groei van de

werkgelegenheid in de zorg is gestopt. Mede door de vergrijzing, de krimpende beroepsbevolking en

het eindigen van het kopen van groei op krediet zal de economische groei in de komende tijd naar

verwachting beperkt blijven tot 1, misschien 1,5%.

Deskundigen zijn niet voor niets bezorgd over de mogelijkheid van een baanloze groei. Vooral ook door

de mate en snelheid waarin door automatisering en slimme software de komende twee à drie decennia

(middenklasse) banen verloren gaan. Het is hoogst onzeker of, in welke mate en in welk tempo daar

nieuwe banen voor terug komen. Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)

gaan wij toe naar een zandlopereconomie met hoogopgeleide en laagopgeleide banen, en een

belangrijke reductie van het aantal middenklasse banen.

De toenemende schaarste aan ruimte, brandstoffen en natuurlijke hulpbronnen, de klimaatverandering

en het verlies aan biodiversiteit bedreigen een duurzame ontwikkeling. De wenselijke transformatie naar

een meer duurzame samenleving en verstedelijking wordt niet bevorderd door de lage economische

groei. De energie, inzet en creativiteit van de ‘energieke samenleving’ dienen beter te worden benut om

de transformatie toch kans van slagen te geven.

Sociale trends en ontwikkelingen

De tweedeling in de samenleving neemt toe. Enerzijds zijn er de mensen die ‘mee kunnen’ in de

kenniseconomie en beschikken over de vele kwalificaties die op de huidige arbeidsmarkt worden

gevraagd. Anderzijds zijn er mensen die niet kunnen of willen voldoen aan deze hoge eisen. Een

tweedeling is er ook tussen werknemers met een vast arbeidscontract voor onbepaalde tijd en mensen

met een tijdelijk arbeidscontract en weinig zekerheden, die lange tijd in opeenvolgende flexbanen van

vaak lage kwaliteit verblijven en niet of nauwelijks verder worden geschoold. Nergens in Europa is de

groei van de ‘flexibele schil’ zo groot als in Nederland. De trend naar een meer flexibele arbeidsmarkt

zet naar verwachting door; de nieuwe wet Werk en Zekerheid zal hier niet veel aan veranderen.

Deze tweedelingen leiden tot sociale, economische, culturele en ruimtelijke segregatie en uitsortering,

en tot conflicterende waardeoriëntaties van mensen. Deze waardeoriëntaties slaan neer in opvattingen

over zaken als politiek, rechtstaat, solidariteit, internationalisering en europeanisering. Recent schetsen

de WRR en het Sociaal en Cultureel Planbureau, gebaseerd op vele deelstudies, deze tweedeling in de

beschrijving van ‘universalisten’ en ‘particularisten’. Dit zijn twee tegengestelde groepen op de uiteinden

van een continuüm, waarbij iets meer dan de helft van de Nederlanders een tussenpositie inneemt.

De krimpende beroepsbevolking en benodigde veerkracht en aanpassingsvermogen van onze

regionale lerende economieën maken het noodzakelijk dat de arbeidsparticipatie en -productiviteit van

Page 6: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

6

de laagopgeleiden worden verhoogd en dat werknemers met te weinig vaardigheden extra

vaardigheden kunnen verwerven. Permanente educatie, nieuwe vormen van leren en kwalitatief goed

onderwijs spelen daarbij een essentiële rol.

Een belangrijke ontwikkeling waarvan de effecten nog met grote onzekerheid zijn omgeven, zijn de drie

decentralisaties in het sociale domein. Hiermee krijgen gemeenten aanzienlijke nieuwe taken,

doelgroepen en geldstromen naar zich toegeschoven. De invoering, organisatie en uitvoering van het

nieuwe sociale beleid is een majeure opgave. Vooral omdat de maatwerkoplossingen, de conclusies

van keukentafelgesprekken en de beleidsvrijheid voor frontlijnwerkers en frontlijnteams zich lastig

verhouden met de beginselen van gelijkheid, rechtszekerheid en transparantie van de rechtstaat. Er zijn

dan ook grote maatschappelijke veranderingen en innovaties nodig om de transformatie van het sociale

domein te kunnen realiseren.

Trends en ontwikkelingen in wonen

De groei van het aantal huishoudens is al jaren groter dan die van de bevolking. Huishoudens worden

kleiner, mede door individualisering, vergrijzing en het toenemend aantal echtscheidingen. Ze vertonen

ook een steeds grotere variatie aan activiteiten, levensloop, samenstelling, leeftijdsopbouw en inkomen.

In sommige landsdelen, regio’s, dorpen of steden is er geen behoefte aan nieuwe woningen, in andere

wel. De bestaande woningvoorraad zal echter overal een grote transformatie moeten ondergaan. Deze

dreigt te traag te verlopen omdat de woningbouw is stilgevallen en de woningmarkt nauwelijks mobiliteit

toelaat. Daarbij moeten de traditionele partijen pas op de plaats maken omdat de tijd van ruime,

goedkope en makkelijke financiering voorbij is. Zij nemen hun verliezen en saneren hun portefeuilles.

De bestaande actoren moeten leren om de stad, de wijk en de buurt op organische wijze te

transformeren, binnen heldere stedenbouwkundige kaders. Nieuwe partijen kunnen in dit leerproces

een belangrijke stimulerende rol spelen. Vanwege de veranderingen in de bevolkings- en

huishoudenssamenstelling, de onzekerheden over de toekomstige woonbehoeften van de steeds

gevarieerdere groep woonconsumenten, de gebrekkige kennis over de sociaal-culturele trends die de

woonbehoeften beïnvloeden en de wijzigingen van de institutionele arrangementen op de koop- en

huurmarkt, is het wenselijk dat de gemeente zich in de uitvoering van haar beleid flexibel en adaptief

opstelt, zonder te vervallen in willekeur en een rijgsnoer van toevallige initiatieven. Dit stelt hoge eisen

aan de vaardigheden, de vakkennis, het historisch besef over het stedelijke DNA, de integrale

beoordeling en de wijsheid van de ambtenaren werkzaam in het fysieke domein.

Page 7: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

2 Positionering Platform31

Steden en regio’s in Nederland moeten sterker en levendiger worden, met een

toekomstbestendige verdeling van de schaarse ruimte. Zo worden ze een motor voor de

economie en kunnen bewoners maximaal participeren.

Overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven zorgen er samen voor dat steden en

regio’s zich optimaal kunnen ontwikkelen. Samenwerken met elkaar en het beschikken over actuele

praktijkkennis zijn daarvoor noodzakelijk.

Platform31 verbindt partijen, ontwikkelt nieuwe kennis en maakt deze praktisch toepasbaar. Daarmee

stimuleren we de ontwikkeling van steden en regio’s waar mensen prettig kunnen wonen, leven en

werken.

2.1 Kennis- en netwerkorganisatie

Platform31 is dé kennis- en netwerkorganisatie voor stedelijke en regionale ontwikkeling die informeert,

inspireert en verbindt. Dat doen we door het:

- verbinden van wetenschap en praktijk in onderzoek en experimenten; - verbinden van partijen en organisaties; - zien en duiden van trends, ook vanuit Europees perspectief; - leggen van verbindingen tussen de beleidsterreinen ruimte, wonen, economie en sociaal; - bieden van een platform voor discussie; - ontwikkelen van een onafhankelijke, op feiten en ervaring gebaseerde visie op ontwikkelingen.

7

2.2 Activiteiten

- Onderzoek. Het organiseren of zelf uitvoeren van (wetenschappelijk) onderzoek, het ontsluiten en

vertalen van wetenschappelijk onderzoek naar de praktijk, het analyseren van praktijkervaringen

ten behoeve van leerprocessen. - Experiment. Partners ontwikkelen gedurende een langere periode in de praktijk nieuwe aanpakken

en methodieken die antwoord moeten geven op een maatschappelijk vraagstuk. Na de

ontwikkelfase volgt een evaluatie. - Leerkring. Een groep professionals uit verschillende disciplines verbindt zich aan een thema en

maakt samen – gedurende enige tijd – nieuwe kennis. - Expertmeeting. Een klein gezelschap, uitgenodigd op expertise en positie, verdiept gezamenlijk

een onderwerp. - Stadslab. Partners komen in één dag met oplossingen op locatie voor een vraagstuk van een

partner.

- Masterclass. Een training in company of via open inschrijving op een onderwerp of vaardigheid.

2.3 Samen met steden, corporaties en Rijk

De steden van het G32-Stedennetwerk, de G4, de corporaties en het Rijk zijn de primaire partners van

Platform31. Juist de verbinding tussen partijen en thema’s geeft Platform31 een bijzondere positie en

Page 8: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

geeft steden de mogelijkheid om samen met Platform31 kennis te ontwikkelen, te delen en te leren van

elkaars praktijk. Platform31 heeft hiermee een unieke positie die toegevoegde waarde heeft voor alle

partners.

Vanuit deze positie stimuleert Platform31 dat de verschillende (groepen) partners elkaars kracht en

expertise zo goed mogelijk benutten. De praktijk leert dat dit tussen partijen, bijvoorbeeld Rijk en steden

of steden en corporaties, niet altijd vanzelfsprekend is. Platform31 brengt partijen bij elkaar in ‘neutrale

oefenruimtes’, door het opzetten van experimenten, organiseren van debat, stellen van kritische vragen,

agenderen van dilemma’s, etc.

Enkele voorbeelden van de samenwerking tussen en met onze partners:

Leergemeenschappen

8 In deze oefenruimtes kunnen vertegenwoordigers van steden, Rijk, corporaties en andere

partners leren van elkaars praktijk, zich verdiepen in concrete casussen en zich laten voeden

door deskundigen. De open dialoog en uitwisseling resulteert in concrete aanpakken die direct

bruikbaar zijn in de eigen praktijk.

Kennisdossiers

De bestuurders van de steden van het G32-Stedennetwerk hebben thema’s bepaald voor

kennisontwikkeling en netwerkversterking, zoals Woningmarkt, Vitale Binnensteden, Sluitend

aanbod van wonen, zorg en welzijn en Duurzaamheid. Om de kennis daarover te duiden en

ontsluiten, ontwikkelt Platform31 kennisdossiers. Deze komen voor iedereen beschikbaar via de

website van Platform31. Actueel, toegankelijk en inspirerend.

Samenwerken op maat

Bij thema’s waarmee verschillende kennisinstellingen bezig zijn, zoekt Platform31 naar slimme

vormen van samenwerking om ieders specifieke kracht te benutten en eventuele dubbeling te

voorkomen. Zo werkt Platform31 op het thema Wonen en Zorg nauw samen met Aedes-Actiz, op

het thema Burgerschap met Movisie en op vraagstukken van de woningmarkt met Aedes en

Corpovenista.

2.4 Samen met partners

Waarom partners?

Kennis delen is kennis vermenigvuldigen. Daarom heeft Platform31 een omvangrijk partnernetwerk.

De partners zijn onze oren en ogen en helpen ons om de vraagstukken van morgen te formuleren en

daarop antwoorden te vinden. Zij zijn de drijvende kracht achter de kennis die Platform31 maakt en

deelt. De partners dragen bij aan onze activiteiten en profiteren op hun beurt van de kennis en het

netwerk.

Page 9: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

9

Platform31 heeft ongeveer 150 partners met een eigen werkveld, specialisatie of werkgebied. We

verwachten van hen dat ze kennis beschikbaar stellen, een relevant netwerk hebben en een belang

hebben in de stedelijke en regionale ontwikkeling.

Het netwerk bestaat uit ministeries, steden, woningcorporaties, maatschappelijke instellingen,

projectontwikkelaars, bouwers en beleggers, kennisinstellingen, onderwijsinstellingen op hbo- en

academisch niveau, planbureaus en advies- en onderzoeksbureaus. Op www.platform31.nl/partners

staat een overzicht van onze partners.

Activiteiten speciaal voor partners

De partners ontvangen kennisproducten, nemen deel aan netwerkactiviteiten en zijn zichtbaar op ons

platform. Ze krijgen online analyses, digitale nieuwsbrieven en hebben de keuze uit twee tijdschriften.

Op de Dag van Stad en Regio, de YURPS-competentiedag en tijdens debatlezingen ontmoeten ze

elkaar, frissen ze hun vakkennis op of werken ze aan hun competenties. Partners hebben hun eigen

profielpagina op de website en schrijven opiniërende blogs over actuele onderwerpen.

YURPS

Yurps zijn de Young Urban and Regional Professionals: jonge profs, werkzaam bij partners van

Platform31.

Onze partnerambities voor 2015

Platform31 verbindt partijen en organisaties om ontwikkelingen te stimuleren.

Platform31 laat zijn netwerk groeien door meerdere partijen aan zich te verbinden en uit te breiden

met partijen met aanvullende expertise.

Platform31 sluit allianties met koepel-, branche- en belangenverenigingen, zodat we gezamenlijk

optrekken om kennis en doelgroepen met elkaar te verbinden.

Platform31 heeft een visie op maatschappelijke ontwikkelingen en deelt deze als eerste met

partners.

2.5 In verbinding met Europese ontwikkelingen

Platform31 is op diverse manieren actief in Europa en verbonden met Europese ontwikkelingen.

Platform31 is één van de weinige instituten in Europa die onderzoek, beleid en praktijk met elkaar

verbinden, niet alleen nationaal maar ook internationaal. In Europa heeft Platform31 een

strategische positie in het programma Joint Programming Urban Europe, een samenwerking

tussen EU-lidstaten die stedelijk onderzoek financieren vanuit hun nationale onderzoeksgelden.

Platform31 ondersteunt het secretariaat van het EUKN, een netwerk van EU-lidstaten. Dit is een

strategische kennispartner van EU-landen die lid zijn van het netwerk. Daarnaast werkt EUKN

nauw samen met landen die voorzitter zijn van de Raad van de EU, en met diverse Europese

instellingen. Door de nauwe relatie tussen Platform31 en EUKN hebben partners van Platform31

toegang tot strategische agenda’s van Europese directeuren-generaal, ministers en de Europese

Commissie. Hierdoor kunnen verbindingen worden gemaakt tussen de Europese stedelijke agenda

en de nationale Agenda Stad. De nauwe samenwerking met het ministerie van Binnenlandse

Zaken en Koninkrijksrelaties speelt daarbij een belangrijke rol.

EUKN verzorgt onderzoek voor de inhoudelijke programma’s van EU-Voorzitterschapslanden. In

2015 zijn dat Letland en Luxemburg. Voorbereidingen voor het Nederlands Voorzitterschap in 2016

zijn in volle gang.

Page 10: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

10

Als EUKN National Focal Point vervult Platform31 een brugfunctie tussen Europa en decentrale

overheden. Steden en andere lagere overheden zijn hierdoor aangesloten op Europese stedelijke

agenda’s en ontwikkelingen, en kunnen profiteren van de kennis die vanuit EUKN wordt verspreid.

Inhoudelijke verbinding van de G4 en de G32 met Europa staat hierin centraal.

Platform31 is voor Nederland het National Dissemination Point voor het Europese stedelijk

uitwisselingsprogramma URBACT, waaraan ook Nederlandse steden deelnemen. Platform31 is

intermediair tussen het URBACT-secretariaat in Parijs en de Nederlandse partners.

EUKN is tevens strategisch partner van UN HABITAT, de VN-organisatie die zich toelegt op

stedelijke ontwikkeling.

Page 11: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

11

3 De thema’s in 2015

Rode draad in de thema’s, projecten en activiteiten van Platform31 is dat zij altijd worden behandeld

vanuit een ruimtelijke invalshoek. Vraagstukken doen zich voor op een concrete plek in een concreet

gebied, altijd met een eigen geschiedenis, unieke actoren en randvoorwaarden en een specifieke

identiteit en cultuur die de toekomstige ontwikkelmogelijkheden in belangrijke mate bepalen. De

spanning tussen netwerken en plekken wordt steeds interessanter. Mensen zoeken het verderop, maar

halen het dichterbij. Dit spanningsveld en het dansen tussen de schalen is ook zichtbaar tussen de

regio (par. 3.1), de stad (par. 3.2) en de buurt (par. 3.3). Een aantal thema’s en onderwerpen spelen

zich op alle schaalniveaus af en zijn programmaoverstijgend (par. 3.4).

3.1 Regio

Meer werk maken van agglomeratievoordelen

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) constateert dat de Nederlandse regio’s, in vergelijking met

hun belangrijkste Europese concurrenten, de economische voordelen en concurrentiekracht missen die

verbonden zijn aan bevolkingsomvang en -dichtheid. Potentiële agglomeratievoordelen worden te

weinig benut en daarmee ook de kansen op meer groei en welvaart. Steden en regio’s worden sterker

als ze een duidelijke focus kiezen en meer uitgaan van hun eigen specifieke sterktes (smart

specialisation), en daarbij complementaire verbindingen en netwerken aangaan met andere regio’s. Dat

kan het gebrek aan massa, dichtheid en urbanisatievoordelen in ons land compenseren. Een andere

mogelijkheid is om een regio, en de steden en kleinere gemeenten daarin, meer functioneel te laten

samenwerken en om één optimaal, complementair niveau aan voorzieningen te realiseren. De

marsroute bestaat dan uit het tot stand brengen van één arbeidsmarkt, één gediversifieerde en

gevarieerde onderwijsmarkt, één verkeers- en vervoerssysteem, één woningmarkt, en een mix van

complementaire specialisatie en diversificatie.

Steeds duidelijker wordt dat we de complexe relaties tussen woon- en werkmilieus, voorzieningen,

arbeidsmarkt, onderwijs, de bereikbaarheid van banen en de regionale economie beter moeten leren

begrijpen. Voor de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur is ‘complementariteit’ het nieuwe

sleutelwoord voor de steden. Complementaire gediversifieerde stedelijke regio’s zijn veel beter in staat

om radicale technologische ontwikkelingen te absorberen. Door meer institutionele, functionele en

culturele samenhang en samenwerking in of tussen regio’s kan de complementaire diversificatie

worden versterkt.

Het kiezen ven de juiste focus en specialisatie, aansluitend op het DNA en de sterke en zwakke punten

van de eigen stad en regio, is verre van eenvoudig. Overal zoeken steden en regio’s naar hoe zij de

agglomeratienadelen kunnen verkleinen en agglomeratievoordelen kunnen vergroten.

Decentralisatie ruimtelijk beleid beter benutten

Met de ‘gebundelde deconcentratie’ naar de groeikernen, het beleid van de compacte stad en de Vinex-

wijken heeft het Rijk de afgelopen decennia geprobeerd de ruimtelijke ontwikkeling in de gewenste

banen te leiden. Inmiddels zijn er – buiten de ontwikkeling van mainports, brainports en greenports –

geen nationale doelen van ruimtelijke ordening meer. Provincies en gemeenten kunnen nu inzetten op

een eigen ruimtelijk beleid met eigen ruimtelijke doelstellingen, of op een verdergaande liberalisatie.

Door eigen(zinnige) keuzes te maken, kunnen ze de concurrentiekracht van steden en regio’s

versterken, de verbindingen tussen en binnen regio’s verbeteren, de keuze voor vervoersmodaliteiten

beïnvloeden en de verstedelijking afstemmen op de mobiliteit en multimodale knooppunten. Om regio’s

hierbij te ondersteunen, zijn analyses, pilots, experimenten en intensieve leerprocessen nodig.

Page 12: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

12

Beter lerende regio’s

Een stedelijke regio moet beschikken over goed opgeleide werknemers die zich voortdurend bij- en

omscholen als de omstandigheden zich wijzigen. Met goed opgeleide mensen krijg je ook bedrijvigheid.

Om zo’n goed lerende economie te realiseren, zal de verhouding tussen bedrijven en het onderwijs

moeten veranderen. Het gat tussen aanbod en vraag leidt ertoe dat bedrijven buiten de eigen regio op

zoek gaan naar gekwalificeerd personeel, een beroep doen op EU-arbeidsmigranten of zelfs eigen

opleidingscentra ontwikkelen. Een goede timing is essentieel om opleidingen op het juiste moment de

juist opgeleide mensen te laten afleveren voor de arbeidsmarkt. Juist hierin kan een gemeentelijke

overheid een rol vervullen, als aanjager van het juiste gesprek of als ‘probleemeigenaar’ van een goede

werking van de regionale arbeidsmarkt. Ook de verhouding met andere regio’s moet daarbij worden

meegenomen. Een slimme afstemming van onderwijs en arbeidsmarkt kan bijdragen aan de smart

specialisation van steden en regio’s, ook op bovenregionaal niveau. Bij de EU groeit het besef dat de

grote metropolitane regio’s (bijvoorbeeld de combinatie Randstad-Eindhoven of Groot-Barcelona)

nadrukkelijk opkomen als plekken waar relevante economische ontwikkeling plaatsvindt. Dan moet het

onderwijsaanbod echter wel scherp aansluiten op de marktvraag.

Onderwijs, voortdurende bij- en omscholing, permanente educatie, meer blended learning, het

stimuleren van mengvormen van basisvorming en beroepsoriëntatie en nieuwe onderwijsvormen zijn de

instrumenten waarmee werknemers vaardigheden leren om zich te kunnen aanpassen aan nieuwe (nog

onbekende) vragen en behoeften vanuit de markt. Dat dit moeilijk is, blijkt wel uit de hardnekkige

kwantitatieve en kwalitatieve mismatches op de arbeidsmarkt, en de dreigende tweedelingen. We

kunnen het ons bij een krimpende beroepsbevolking, een lage economische groei en

productiviteitsontwikkeling, en een stagnerende toename van de arbeidsparticipatie niet langer

permitteren om de talenten op de regionale arbeidsmarkt onvoldoende te benutten. De gevolgen voor

individuen en gebieden zijn daarvoor te groot. De (jeugd)werkloosheid en het aantal

bijstandsgerechtigden en niet-actieven op de arbeidsmarkt concentreren zich in de kwetsbare wijken en

de periferie. Jongeren trekken weg naar de (regionale) stad, waardoor het aandeel ouderen en

kwetsbaren in de periferie vanzelf toeneemt. De mismatches op de arbeidsmarkt leiden zo tot

ruimtelijke uitsortering, en tasten de draagkracht, het aanpassingsvermogen en de dynamiek in

bepaalde wijken, steden en regio’s aan.

Op weg naar de nieuwe Omgevingswet

De nieuwe Omgevingswet treedt naar verwachting in 2018 in werking. Deze wet vraagt van alle partijen

in het ruimtelijk domein een fundamenteel andere houding en werkwijze dan tot nu toe gangbaar was.

Meest cruciaal is de grotere ruimte voor afweging en flexibiliteit. Veranderingen in rechtszekerheid

zullen gevolgen hebben voor verdienpotentieel en waardeontwikkeling; en het onderlinge vertrouwen

moet een nieuwe basis vinden. Niet zozeer de wet zelf is van belang, maar hoe deze wordt benut. Het

gaat hier met name om de vraag hoe de ‘keten’ kan worden omgedraaid, met het initiatief bij private

partijen en de overheid in een andere rol. Hoeveel ruimte gunnen de stedelijke partijen zichzelf en

nemen ze? Hierin ligt met name bij overheden nog een stevige opgave. Een opgave in zowel het

ontwikkelen van een nationale en regionale Omgevingsvisie en van de juiste competenties (overheden

als initiatievenmakelaar?) als in het bieden van rugdekking, bestuurlijk en politiek.

Intussen werken actoren samen met Platform31 nu al aan het verruimen van de mogelijkheden binnen

het bestaande, via onder meer programma’s als ‘ontslakken’, en aan het rijp maken van de geesten

voor een meer op flexibiliteit georiënteerde manier van werken. Flexibele bestemmingsplannen zijn al

lang mogelijk, maar krijgen moeilijk voet aan de grond door de drang om risico’s te mijden. Dit zorgt

zowel op het platteland als in de steden voor vastgoedproblemen. Door de schaalvergroting in het

boerenbedrijf komt in hoog tempo vastgoed leeg te staan. Ook in steden neemt de leegstand van

Page 13: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

13

private en publieke gebouwen toe. Creatieve oplossingen en innovatief gebruik kunnen nieuw

perspectief bieden voor kansloos en verloren vastgoed, maar de interpretatie van de regelgeving staat

dit nog te veel in de weg.

Uiteindelijk verwachten we van deze majeure operatie meer dynamiek en aanpassingsvermogen in de

ruimtelijke ontwikkeling, lagere toetredingsdrempels voor nieuwe partijen en een snellere en betere

transformatie en herbestemming van leegstaande kantoren, winkels en bedrijfsgebouwen. Waarbij de

vraag speelt of – en hoe – de steden nog kunnen sturen op kwaliteit en productie. Bij een toegenomen

flexibiliteit moeten steden daarvoor nieuwe methoden vinden. De ruimtelijke kwaliteit in Nederlandse

steden is, dankzij een sterke stedenbouwkundige traditie, in het algemeen hoog en wordt internationaal

geroemd. De ontwikkelende actoren hadden baat bij de overheid als opdrachtgever of spelbepaler. De

vraag is nu waaraan de steden het gezag ontlenen om te blijven sturen op kwaliteit, Bovendien: wat is

dan ‘kwaliteit’? Die vraag wordt nijpend nu door reorganisaties in veel gemeenten de kennis over de

stad afneemt of verdwijnt.

In- en uitvoering van de Participatiewet

Met de invoering van de Participatiewet neemt de groep bijstandsgerechtigden zowel in omvang als in

diversiteit toe. Gemeenten staan voor de taak om met minder financiële middelen de groeiende en sterk

gevarieerde groep bijstandscliënten naar regulier werk toe te leiden. Doen ze dit onvoldoende effectief,

dan zijn de financiële consequenties groot. Bestuurders en beleidsmakers vragen zich dan ook af hoe

zij kunnen bijdragen aan het behouden en creëren van werkgelegenheid. In navolging van het kabinet

worden ook op regionaal niveau banenplannen ontwikkeld. Leiden die echter tot nieuwe banen? Vraag

is ook of de organisatie van de Werkpleinen en arbeidsmarktregio’s voldoende aansluit op de feitelijke

woon-, werk- en onderwijsrelaties in de daily urban systems.

Invoering van de herziening van de Woningwet

In 2015 treedt naar verwachting de herziening van de Woningwet uit 1901 in werking. Basis is dat

woningcorporaties als toegelaten instellingen weer terug gaan naar de kerntaak: het bouwen en

beheren van woningen voor huishoudens die zich zelfstandig niet op de woningmarkt redden.

Aanvullend is er een beperkte mogelijkheid om te investeren in leefbaarheid en het bouwen van

commercieel vastgoed in gebieden waar de markt dat niet oppakt. Ook krijgen huurders en gemeenten

meer zeggenschap. Hoe krijgt de versmalde taakopvatting van corporaties in de praktijk vorm? Hebben

zij nog een rol bij de drie decentralisatie in het sociale domein? Zijn gemeenten en huurdersorganisaties

voldoende toegerust op hun nieuwe taak en hoe geven zij hier invulling aan? Vraag is ook hoe deze wet

gaat uitpakken op regionaal, lokaal maar ook buurtniveau.

Onze sleutelprojecten

Jaar van de Ruimte

Na de voorbereidingen in 2014 (toekomstverkenning, vijf perspectieven, Internationale Architectuur

Biënnale Rotterdam) is in 2015 het ‘Jaar van de Ruimte’ begonnen. Het Jaar van de Ruimte organiseert

het maatschappelijke, politieke en professionele debat over de ruimtelijke toekomst van Nederland. De

missie is gebruikers van de ruimte beter te betrekken bij de ruimtelijke ontwikkeling van ons land, om zo

eigentijdse grondslagen te vinden voor het ruimtelijk handelen van overheden en private investeerders.

Bij het Jaar van de Ruimte zijn meer dan veertig partijen betrokken, zoals PBL, Pakhuis de Zwijger,

Ruimtevolk en Vereniging Deltametropool. Belangrijke partners zijn de ministeries van Infrastructuur en

Milieu (IenM), Binnenlandse Zaken (BZK) en Economische Zaken (EZ). Ook de provincies en

waterschappen zijn partner, net als Rijkswaterstaat en Bouwend Nederland. Daarnaast zijn er nog vele

andere kleine en grote initiatieven die zoeken naar antwoorden op vragen als: wie maakt Nederland?

Wat zijn de opgaven voor de toekomst? Wat is de toekomst van de ruimtelijke ordening en wie neemt

Page 14: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

14

daar verantwoordelijkheid voor? Wat zijn de lessen van de Vinex-periode? Waarom worden er nog

steeds bedrijventerreinen aangelegd? Wanneer wordt de lucht definitief uit de programmering van

woningen, kantoren en winkels gehaald? Is bouwen in de Delta nog verantwoord? De discussie trappen

we af op 15 januari 2015 in de Beurs van Berlage. Gedurende het hele jaar vindt er een scala aan

activiteiten plaats, van een wedstrijd voor scholieren aardrijkskunde tot internationale congressen. Op

15 december 2015 presenteren we tijdens de slotbijeenkomst het resultaat van een jaar dialoog over de

ruimtelijke toekomst van ons land.

De maatschappelijke opgaven in regionale samenwerking aangepakt

Enerzijds worden de steden en regio’s geconfronteerd met processen van centralisatie en opschaling

door het uitdijen van de daily urban systems, beleggen van de beleidsuitvoering op een hoger

schaalniveau (Omgevingsdiensten, Veiligheidsregio’s, Arbeidsmarktregio’s, Nationale Politie) en

rijkswetgeving gericht op standaardisatie, uniforme kwaliteit of het realiseren van een landsdekkend

aanbod van voorzieningen. Anderzijds worden op andere beleidsterreinen taken gedecentraliseerd naar

de steden en gemeenten, om de gemeente meer te benutten als eerste overheid, meer maatwerk

mogelijk te maken en de dienstverlening beter en efficiënter te maken. Voor een groot aantal steden,

waaronder de G4, onderzoekt Platform31 in 2015 of de steden in de centralisatie- of

decentralisatiebeweging, met de noodzaak om met omringende gemeenten samen te werken en met

de beschikbare institutionele arrangementen wel voldoende slagkracht hebben om de maatschappelijke

vraagstukken aan te pakken. Samen met de gemeentesecretarissen van de deelnemende steden

onderzoeken we de gevolgen van de centralisatie- en decentralisatiebeweging, de doelmatigheid,

effectiviteit, snelheid en flexibiliteit van de noodzakelijke regionale samenwerking en de eventuele

alternatieven hiervoor.

Circulaire economie

Groene innovaties dragen bij aan een duurzame economische ontwikkeling. In het Nederlands

kabinetsbeleid is de circulaire economie – een economisch en industrieel systeem dat uitgaat van de

mogelijkheid producten en grondstoffen opnieuw te gebruiken (cradle to cradle) – expliciet benoemd als

prioritair thema. Vraag is welke rol steden spelen bij de transitie naar een circulaire economie. Het

thema sluit nauw aan bij de nationale Agenda Stad en de Europese stedelijke agenda. In

samenwerking met de ministeries van BZK, EZ en IenM organiseert EUKN voor de Nederlandse

partners in het voorjaar van 2015 een Policy Lab over de circulaire economie.

Nu al Eenvoudig Beter

Het praktijkprogramma ‘Nu al Eenvoudig Beter’ verzamelt voorbeelden die laten zien waar en hoe de

slimmere toepassing van wetten en regels, kortere procedures en een andere basishouding van

professionals en bestuurders leiden tot een hogere snelheid én kwaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen.

Dit is belangrijk omdat Nederland niet ‘op pauze’ kan tot de komst van de Omgevingswet in 2018. In het

praktijkprogramma komt nadrukkelijk aan de orde wat nu al mogelijk is binnen de huidige regelgeving.

We trekken in het programma samen op met het ministerie van IenM en de G32. Samen met de

bureaus Berenschot, Arcadis, RHDHV en Twijnstra Gudde vormt Platform31 het consortium Eenvoudig

Beter Campus dat in aanloop naar de Omgevingswet werkt aan bewustwording.

Aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Nationaal, regionaal én lokaal is er een mismatch tussen vraag naar en aanbod van arbeid, zowel

kwalitatief (op veel plekken wordt bijvoorbeeld een aanbodtekort in de zorg en techniek voorzien en

worden initiatieven genomen om werken en leren op deze gebieden te stimuleren) als kwantitatief (de

beroepsbevolking krimpt, wat vraagt om het verhogen van de arbeidsparticipatie en –productiviteit). Het

opheffen van de mismatch is complex en vraagt om samenwerking met andere rolverdelingen tussen

overheden, bedrijfsleven en onderwijsinstellingen. Omdat één universele oplossing niet bestaat, moet

Page 15: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

15

dat steeds op lokaal niveau en met lokale proefprojecten en experimenten vorm krijgen. Platform31

verzorgt in 2015 verschillende conferenties rond dit thema.

Ruimte voor ondernemerschap

Ruimte voor ondernemerschap is van groot belang voor economische groei, dynamiek,

aanpassingsvermogen en werkgelegenheid, maar ook om de benodigde transformaties en

vernieuwingen in het fysieke en sociale domein te realiseren. Is er voldoende ruimte voor

ondernemerschap? Hoe kunnen stad en regio dit stimuleren? Welke kansen ontstaan door het verlagen

van toetredingsdrempels, het bestemmen van een deel van de inkoop voor kleine bedrijven, excellent

gastheerschap, goed accountmanagement, vergaande deregulering en lage lasten en retributies?

Overige projecten en diensten voor stakeholders en partners

Omgevingswet.

Stedelijke vernieuwing op uitnodiging.

Kennisplatform Demografische Transitie.

Flexibilisering van de woningmarkt.

Sluitende ketens van leren, werken en ondernemen.

SURF in de praktijk.

Een aantal van deze projecten wordt in de deelplannen voor de betrokken stakeholders (G4, G32,

corporaties, ministeries, partners) verder uitgewerkt en van een budget voorzien.

3.2 Stad

Smart cities en sociale innovaties

De afgelopen decennia heeft de informatietechnologie een grote en ingrijpende ontwikkeling

doorgemaakt. Het voortdurend opeenstapelen, verwerken en duiden van informatie, zowel op het

schaalniveau van steden als van het individu, gaat in exponentieel tempo door. De wijze waarop

diensten en voorzieningen inspelen op en gebruikmaken van de technologie bepaalt of zij een toekomst

hebben. Tegelijkertijd ontwikkelen burgers die toegang hebben tot deze technologie daardoor een

voorsprong op degenen die deze toegang op welke manier dan ook niet hebben.

Vraag is ook of een eenzijdige focus op de technologische aspecten verstandig is. Het kan wel eens

veel interessanter en veelbelovender zijn om de nadruk te leggen op sociale innovatie. Veel

technologische uitvindingen vinden geen brede ingang omdat er geen draagvlak voor is, ze

onvoldoende aansluiten bij het gedrag van mensen of omdat tradities, gewoontes, regels en instituties

het benutten van de (technologische) mogelijkheden in de weg zitten. In de slimme stad ondersteunt

slimme technologie de bijdrage die iedere burger kan leveren aan het vormgeven aan de stad. Dat kan

op velerlei gebied, variërend van (mantel)zorg, collaborative consumption (lenen, delen, ruilen e.d.),

beheer van de publieke ruimte, het overnemen van maatschappelijk vastgoed tot wonen. Op deze

manier is de slimme stad geen doel, maar een middel om te komen tot sociale innovaties.

Segregatie

Er is een tendens naar ruimtelijke, economische en sociale segregatie en ‘soort zoekt soort’. Welke

reactie is gepast? In bepaalde gebieden géén sociale woningbouw meer bevorderen of vasthouden aan

de breed gevoelde overtuiging dat ook mensen met een smalle beurs op goede locaties moeten kunnen

wonen?

Er zijn ook duidelijke en verschillende ruimtelijke patronen waarneembaar in gebieden waar de vraag

naar woningen of bepaalde woningtypes het aanbod overtreft en krimpregio’s waar het aanbod de

vraag overtreft. Deels kunnen mensen - mede in het licht van de betaalbaarheid - niet wonen waar ze

Page 16: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

16

kunnen werken, deels zijn mensen in hun krimpregio gevangen omdat zij hun huis niet betaalbaar

kunnen verlaten. De financieel-economische crisis en de maatregelen in de huur- en koopmarkt

vergroten de scheidslijnen tussen de haves en have-nots. Wie een goede woning heeft op een goede

plaats blijft zitten. Wie dat niet heeft, moet op zoek naar alternatieven die nauwelijks voorhanden zijn.

Met de flexibilisering van de economie is het juist wenselijk dat ook de woningmarkt een hoge mate van

flexibiliteit en mobiliteit mogelijk maakt, zodat mensen makkelijk van woonlocatie en/of woningtype

kunnen veranderen. Dit aanpassingsvermogen is nog lang niet bereikt.

Herdefiniëring van rollen, taken en verantwoordelijkheden van het bestuur

Het transformatieproces in de domeinen fysiek, sociaal en arbeidsmarkt vraagt om ruimte,

experimenten en het mogen mislukken. Daarbij zullen de uitkomsten niet altijd overeenkomen met de

vooraf geformuleerde doelstellingen en toekomstbeelden van het bestuur. Tegelijkertijd dient het

transformatieproces met voldoende tempo en doelmatigheid plaats te vinden en blijven checks and

balances belangrijk. De gemeentelijke overheid moet drie rollen goed weten te spelen: haar klassieke

rol (kaders stellen, spelregels vaststellen, tegengaan van ongeoorloofde uitsluiting, voorkomen van

eigenrichting, bewaken van een gelijk speelveld, ruimte scheppen voor nieuwe toetreders), de rol van

new public manager (decentralisatie, deregulering, privatisering) en die van new public governor

(netwerksturing, burgers als gelijkwaardige partners, burgers niet als uitvoerders van overheidsbeleid).

Voor de rol van burgers geldt dat zelforganisatie gepaard gaat met uitsluiting, ongelijkheid en inperking

van de solidariteit. De burger kan wel dingen van de overheid overnemen, maar zal dat op een andere

manier doen dan waarop de overheid dat tot nu toe heeft gedaan. Die ruimte moet er zijn. Maar de

burger is niet gebonden aan bestuursrecht, gelijkheid en rechtvaardigheid; zodat het borgen van

publieke belangen een overheidstaak blijft. Als burgers zaken onderling regelen zonder dat dit

consequenties heeft voor anderen, is het een privaat probleem en daar heeft de overheid niets mee te

maken. Het wordt pas een publiek probleem als er wel sprake is van negatieve consequenties voor

anderen, zoals uitsluiting, discriminatie, ontbreken van solidariteit en externe effecten. De overheid kan

niet worden gemist bij het oplossen van de ongelijkheid tussen rijk en arm, gezond en ziek, haves en

have-nots, insluiting en uitsluiting en insiders en outsiders.

De (nieuwe) rol van de overheid vergt een grote cultuuromslag, nieuwe organisatievormen en het

herdefiniëren van spelregels (met ruimte voor frontlijnwerkers, wijkteams en zelfbeheer van burgers) en

de resultaatverantwoordelijkheid van de overheid. Hoe om te gaan met claims, gerechtelijke

procedures, risico’s, incidenten en calamiteiten die voortvloeien uit de publieke dienstverlening die op

afstand is gezet of nog maar deels een verantwoordelijkheid is van de overheid? Hoe te voorkomen dat

maatschappelijke initiatieven met regelmaat een financieel beroep doen op de overheid? Dit zal de

komende jaren een intensief leerproces vergen.

Nieuwe vormen van sturing en meer ruimte voor andere actoren

De stad is een permanent veranderend resultaat van zelforganisatie. Om gebruik te maken van deze

dynamiek blijft lichte sturing onontbeerlijk. Rolverschuivingen, goede improvisatie en het benutten van

nieuwe mogelijkheden vragen om structuur en voorbereiding. Is het nodig dat instituties sterker

schakelen naar het niveau van buurt/dorp/wijk, naar een lokaal gewortelde organisatie op maat op

velerlei domeinen (wonen, zorg, welzijn, beheer, lokale economie, sociaal ondernemerschap, energie-,

woon- en zorgcoöperatie)? Kunnen zij hun verdienmodel daaraan aanpassen zonder verlies aan

efficiency, schaalvoordelen en effectiviteit? Bijvoorbeeld door per buurt/dorp/wijk de (financiële)

middelen vast te stellen, waarna de bewoners en ondernemers zelf de verdeling regelen (in geld en

arbeid)? Niet onbelangrijk is hoe de politiek hierop inspeelt. Als de maat van buurt/dorp/wijk bepalend

wordt, zal het klassieke model van politieke vertegenwoordiging en verantwoording wellicht ook moeten

veranderen.

Page 17: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

17

Ondernemen in een slimme (binnen)stad

De binnenstad is het ruimtelijke en economische hart van de stad en de stad vormt - met haar

voorzieningen, scholen, winkels en werkgelegenheid – het ruimtelijk-economische hart van de regio. De

binnenstad herbergt van oudsher een aantal cruciale functies en is de laatste jaren, op grond van

economische en technologische ontwikkelingen, volop in beweging. Levendigheid voor bewoners,

bedrijven en bezoekers wordt steeds belangrijker om een aantrekkelijke en vitale (binnen)stad te zijn en

blijven. Voor veel steden is het wonen in de binnenstad een groeiend marktsegment, niet alleen voor

eenpersoonshuishoudens (jongeren, alleenstaanden in allerlei leeftijdscategorieën, ouderen) maar ook

voor ‘bakfietsgezinnen’. In de verbinding tussen wonen en werken (woonwerkmogelijkheden,

functiemenging, transformatie van leegstand vastgoed) wordt de binnenstad gevarieerder en kan het

ondernemen een impuls krijgen.

Technologie verandert de manier waarop we de stad inrichten, gebruiken en beleven ingrijpend. De

smart city (zie eerder) manifesteert zich het sterkst in binnensteden, waar de druk op de ruimte het

grootst is. De explosieve stijging van sociale media en andere vormen van digitale informatie-

uitwisseling verandert de betekenis van de publieke ruimte in binnensteden. Ook als werklocatie

verschuift de rol van de binnenstad, onder andere door de toegenomen mobiliteit van de (kennis)werker

en het groeiende aanbod aan alternatieve werklocaties. De binnenstad als winkelgebied staat onder

druk door de hogere mobiliteit van consumenten, verminderde bestedingsbereidheid en gestage

opkomst van webwinkelen. De binnenstad kan opnieuw een centrum van de maakindustrie worden

door de opkomst van digitale productietechnieken. Daarnaast is het belang van de binnenstad als

generator voor data gestegen (via de vele manieren van digitale surveillance). Een vitale binnenstad is

dan ook een bron en uiting van vernieuwing, dynamiek, nieuwe verbindingen en nieuwe en

veranderende economische activiteiten.

In een sterk veranderende omgeving (met verminderde publieke investeringen, nieuwe spelers,

terugtredende actoren, veranderende verhoudingen tussen wonen, werken en recreëren en nieuwe

woonfuncties en -vormen) is het de vraag wie op tijd kan investeren en welke randvoorwaarden daar

voor nodig zijn. Is de eerder aangehaalde specialisatie en profilering op enigerlei wijze te sturen? Welke

investeringen van ondernemers, andere partijen en overheden zijn nodig om kansen optimaal te

benutten? En als de maatschappelijke baten groter zijn dan de private, en investeringen dreigen uit te

blijven, wat moet en kan de rol van de overheid dan zijn?

Betaalbaarheid

Er dienen zich nieuwe en wellicht meer effectieve manieren aan om betaalbaarheid en bereikbaarheid

te garanderen. Het wonen bereikbaar houden voor alle inkomensgroepen is van oudsher de kurk onder

het Nederlandse woonbeleid. De belangrijkste determinant was tot dusver de huur of hypotheek.

Steeds duidelijker wordt dat niet zozeer de betaalbaarheid van de woning, maar die van het wonen als

geheel onder de loep moet worden genomen. Dat kan inhouden dat energielasten, lokale belastingen

en zelfs zorg tot woonlasten worden gerekend. Hoe kan het verduurzamen van de woningvoorraad

bijdragen aan een duurzame betaalbaarheid van het wonen?

Transformatie van de bestaande woningvoorraad

In de kwaliteit en het verbeteren en transformeren van de sociale woningvoorraad spelen de corporaties

een belangrijke rol. Dit kan met de toenemende focus op hun kerntaak weer meer aandacht krijgen.

Tegelijkertijd hebben de corporaties minder financiële middelen en kunnen ze minder aandacht

besteden aan leefbaarheid, toch een belangrijk onderdeel van de woonkwaliteit. In het nieuwe

samenspel tussen gemeenten en corporaties en de nieuwe prestatieafspraken moet een nieuwe balans

worden gevonden en een nieuwe praktijk worden ontwikkeld. Volgend jaar kan al zichtbaar worden

welke tendensen en ontwikkelingen worden gestimuleerd door de herziening van de Woningwet.

Page 18: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

18

De woonkwaliteit wordt tevens bepaald door de variatie in woonvormen, woningtypes en categorieën

(sociale huur, vrije huur, koop). Nieuwe woonwerkvormen en meer gemengde milieus kunnen bijdragen

aan het bereiken van een hogere woondichtheid en daarmee het beter benutten van

agglomeratievoordelen. De monofunctionele woon- en werklocaties zijn op hun retour. Een positieve

ontwikkeling is dat beleggers en ontwikkelaar-beleggers zich steeds meer oriënteren op de middeldure

huurmarkt. Een mogelijke nieuwe ontwikkeling is ook om woonkwaliteit te herdefiniëren op een veel

lager kostenniveau (kleinere woningen, studio’s, IKEA-woningen, etc.).

De nieuwe wettelijke mogelijkheden maken flexibel bestemmen en bouwen en tijdelijke huurcontracten

mogelijk. De ontwikkeling van tijdelijke woonvormen is al lang de fase van de containerwoning voorbij,

maar wat kunnen deze bieden als oplossing voor tijdelijke herbestemming en tijdelijke ruimtevragers

(zoals MOE-landers, asielzoekers en jongeren)? Wat zijn de effecten hiervan op doorstroming? Omdat

de bestaande ontwikkelende partijen (ontwikkelaars, corporaties, gemeenten) verliezen moeten nemen

en portefeuilles saneren, en hun traditionele mogelijkheden om te bouwen en te transformeren

aanzienlijk zijn afgenomen, wordt er veel verwacht van (collectief) particulier opdrachtgeverschap en

zelfbouw. Juist om het particulier initiatief maximaal mogelijk te maken, zijn minder regels,

functiemenging, flexibele bestemmingsplannen en de nieuwe Omgevingswet van belang.

De toegankelijkheid en flexibiliteit van de woningvoorraad lijkt nog niet gelijk op te gaan met de vraag

die gaat ontstaan door, onder meer, de veranderingen in het sociale domein. Het zou bijvoorbeeld

interessant kunnen zijn als mantelzorgers naast de zorgbehoevende kunnen wonen. De huidige

praktijk, zeker aan de onderkant van de woningmarkt, biedt daar weinig ruimte voor. Toch melden zich

schoorvoetend nieuwe spelers op de markt. Mensen verzamelen zich in coöperatief verband en zoeken

daarin verschillende modellen. Moeten deze initiatieven worden ondersteund en zo ja, hoe? Moet het

toestaan van nieuwe arrangementen, bijvoorbeeld vormen van groepswonen, niet worden

vereenvoudigd? Hoe kan de woningmarkt bijdragen aan het welslagen van de transities in het sociale

domein? Zijn er risico’s voor ruimtelijke uitsortering van bevolkingsgroepen, per stad of regio?

Onze sleutelprojecten

Lerend netwerk smart cities

Het Lerend Netwerk Smart CitiesNL verbindt vragers en makers uit bedrijfsleven, overheden en

de onderzoekswereld. Er is behoefte aan een plek waar zij samenkomen om te werken aan

waardevolle toepassingen voor onze steden. In het netwerk komt de kennis van onderzoekers terecht

bij de toepassingen en wordt deze gedeeld. Tot de deelnemers behoren netwerken als SURF, Verdus,

G32, G4 en de Europese activiteiten van Platform31.

Vanuit EUKN wordt met de nationale partners, waaronder Nederland, een visie op slimme steden

ontwikkeld, waarbij de focus komt te liggen op maatschappelijke en beleidsmatige aspecten. Deze visie

vormt de basis voor een Europese projectaanvraag. Verder organiseert EUKN in 2015 één of meerdere

Policy Labs over het onderwerp smart cities.

Retailagenda en winkelgebieden in de toekomst

Platform31 is betrokken bij de retailagenda van het ministerie van EZ. Het ministerie en

vertegenwoordigers van de detailhandel werken toe naar een gezonde, vernieuwende en kansrijke

detailhandel in 2020, onder meer door het versterken van de verdienkracht van de sector en

bevorderen van de samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid. Platform31 werkt mee met een

kortdurende pilot regelluwe winkelgebieden, het koppelen van jonge ondernemers, makelaars en

leegstandbeheerders, inhoudelijke ondersteuning van de retailagenda en een publicatie met lessen

voor de retailpraktijk. Dit is een vervolg op de publicatie ‘Winkelgebieden van de toekomst’ uit 2014 van

Platform31, de G32 en Detailhandel Nederland. Vanuit EUKN worden één of meerdere internationale

Page 19: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

19

bijeenkomsten aangeboden over de binnenstedelijke gevolgen van de interneteconomie (Policy Lab of

conferentie).

Experimentenprogramma’s Wijk Investeren en Wijk- en dorpseconomie

In het experimentenprogramma ‘Wijk Investeren’ richt de aandacht zich op het investeringsvermogen

van bewoners en die van andere partijen, zoals bedrijven, kerken, lokale fondsen en andere

vermogensfondsen. In het experimentenprogramma ‘Wijk- en dorpseconomie’ is de aandacht juist

gericht op het stimuleren van kleinschalige bedrijvigheid en opwaarderen van informele vormen van

economie in woonwijken.

Wooncoöperaties

Het bouwen van je eigen huis is de afgelopen jaren een gevestigde optie geworden, ook steeds meer in

collectief verband. De volgende stap is het helemaal overnemen van het beheer en de exploitatie van

een gebouw. Dit kan in een wooncoöperatie. In veel landen is kopen of huren in coöperatief verband

volstrekt normaal.

In een tijd dat woningcorporaties onder druk staan, de toegang tot hypotheken lastiger is geworden en

de particuliere sector klein blijft, zoeken veel partijen naar een alternatief. Dit zijn zowel burgers die als

huurder of koper meer keuzes willen, als instituties die behoeften signaleren en daar graag op

aansluiten. Platform31 constateert dat het model vooral aantrekkingskracht heeft vanwege het

collectieve aspect. Dit kan vorm krijgen via gezamenlijk eigendom, waarbij de coöperatie optreedt als

een kleine, besloten verhuurorganisatie. In Duitsland komt dit veel voor, maar in Nederland zijn er nog

veel obstakels in financiering en investering. In december 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met

het voorstel van minister Blok om een specifieke vorm van de wooncoöperatie toe te voegen aan de

herziening van de Woningwet. Dit moet huurders van woningcorporaties de mogelijkheid geven om hun

woning tegen een aantrekkelijke regeling over te nemen als deze wordt ondergebracht in een

coöperatie. In 2015 zal Platform31 ontwikkelingen rond de wooncoöperatie aanjagen zodat het een

verrijking en aanvulling kan worden op het Nederlandse woonstelsel. Dit doen we door het begeleiden

van een aantal pilots van initiatiefnemers (burgers, maar ook corporaties en steden), het maken van

een handreiking voor initiatiefnemers en het ontwikkelen van nieuwe arrangementen.

Gemeenten en corporaties naar een nieuw samenspel

Onder de nieuwe Woningwet verandert de verhouding tussen gemeenten en corporaties. Platform31

gaat met een aantal aspecten daarvan aan de slag. Gemeenten willen meer inzicht en invloed op de

financiën van corporaties. Welke investeringsruimte is er in deze krappe tijden? Wat staat vast door

bestaande regels en wat is onderwerp van gesprek? Wanneer kan een corporatie investeren in niet–

DAEB? Hoe weeg ik dat goed af als gemeente? Kan ik strakker sturen en hoe speel ik het spel? Ook

het maken van prestatieafspraken krijgt in 2015 aandacht bij Platform31. Het Rijk heeft behoefte aan

duidelijke, afrekenbare afspraken. Gemeenten en corporaties zien de wereld steeds sneller veranderen

en willen afspraken die passen in deze tijd.

Betaalbaarheid

Na twee jaar huurstijgingen van opgeteld 9% en meerdere jaren van koopkrachtdaling vanwege de

crisis hebben sommige huurders en woningbezitters betalingsproblemen. Om de verhuurderheffing te

kunnen betalen, verhogen veel corporaties de huren, waarbij met name de nieuwe huurders de dupe

worden. De huurtoeslag is in twee jaar exponentieel gestegen. Terwijl de houdbaarheid van deze vorm

van steun afbrokkelt, neemt de afhankelijkheid ervan voor kwetsbare groepen toe. Hoe blijft wonen voor

iedereen betaalbaar? Hoe kan het huurbeleid zo worden ingericht dat corporaties kunnen sturen op

zowel betaalbaarheid als het beperken van de huurtoeslag? Wat kunnen huurders zelf doen bij groot

onderhoud, klein onderhoud of als bijdrage aan de servicekosten om de huren laag te houden? Door

welke manier van woningtoewijzing kunnen mensen met lage inkomens daadwerkelijk een lage huur

Page 20: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

20

krijgen? Hoe kan het verlagen van de energielasten hieraan bijdragen? Welke verdere efficiënties bij

woningcorporaties zijn te behalen? In 2015 gaat Platform31 op zoek naar onorthodoxe maatregelen en

aanpakken, die vervolgens worden uitgetest in de praktijk. Met de projecten ‘Sturen op inkomen’ en

‘Oefenruimte huursombenadering’ worden concrete suggesties aangereikt voor beleidsaanpassingen.

Betaalbaar wonen is ook een Europees thema dat is opgenomen in de Europese stedelijke agenda. Dit

wordt naar verwachting in 2016 opgepakt door de aanstaande Voorzitterschappen van Nederland en

Slowakije. EUKN zal hiervoor Europees vergelijkend onderzoek uitvoeren.

Overige projecten en diensten voor stakeholders en partners

Woningmarkt, stedelijke vernieuwing op uitnodiging, duurzaamheid.

Community of practice particuliere huurmarkt.

Experiment Klushuur.

Experiment flexibele bestemmingsplannen.

Vergezichten in de volkshuisvesting.

Vitale (binnen)steden.

Experiment Aangename Aanloopstraten.

Ondernemerschap.

SURF in de praktijk.

Een aantal van deze projecten wordt in de deelplannen voor de betrokken stakeholders (G4, G32,

corporaties, ministeries, partners) verder uitgewerkt en van een budget voorzien.

3.3 Buurt

Kennisvragen ophalen en aanpakken op wijk-, dorps- en buurtniveau

Er zijn vijf redenen voor Platform31 om op de wijk, het dorp of de buurt te focussen en dat als

studieobject te nemen, namelijk vanwege de:

symbolische betekenis: abstracte vraagstukken krijgen plotseling betekenis als ze met een

anekdote uit de wijk (lees wijk/dorp/buurt) kunnen worden geïllustreerd. Vraagstukken worden

daarmee voelbaar en krijgen een emotionele lading;

economische betekenis: de transactiekosten zijn op wijkniveau sterk gereduceerd, omdat alles

dichtbij is en er gebruik kan worden gemaakt van informele verbanden. Op wijk-, buurt- en

dorpsniveau zijn vormen van ondernemerschap zichtbaar die anders niet goed gekend en geduid

worden;

politieke betekenis: de formele politiek heeft een grote afstand geschapen, terwijl mensen wel

graag controle willen uitoefenen op en zich actief willen inzetten voor wat er in hun wijk, buurt of

dorp gebeurt. De spanning tussen leef- en systeemwereld en tussen participatieve vormen van

democratie en de formele, representatieve vorm van democratie is de komende jaren een relevant

thema;

sociale betekenis: in de wijk vind je letterlijk de samenleving, aangezien alles in de nabijheid is en

leeft;

verbindingen die in de wijk zichtbaar zijn. De wijk is de plek waar, gestuurd of spontaan, vaak een

laboratoriumsituatie ontstaat. Alles (sociale, economische en politieke bewegingen) komt hier

voorbij en werkt op elkaar in, zodat het niet los van elkaar kan worden gezien. Dit creëert een

belangrijke reality check voor alle vraagstukken en thema’s.

Zorg in de buurt

Page 21: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

21

De vergrijzing, extramuralisering in de zorg én decentralisaties in het sociale domein brengen

bijzondere opgaven met zich mee. Meer mensen die tot nu toe verzorgd en beschut konden wonen,

moeten worden opgevangen in de wijk. Een deel van de zorg moet effectief en efficiënt over de

woongebieden worden verspreid. De verhouding tussen de benodigde hoeveelheid zorgvastgoed en de

zorgvraag moet opnieuw worden bepaald. Bestaande zorggebouwen en -gebieden zullen hun functie

verliezen en leeg komen te staan. De problematiek van maatschappelijk en zorgvastgoed zal daardoor

de komende jaren alleen maar hoger op de agenda komen.

Ook de sociale infrastructuur is nog onvoldoende ingericht op de nieuwe situatie. In het sociale domein

moet een adequate eerste lijn (sociale wijkteams) gaan functioneren met goede professionals die hun

vak verstaan. Deze eerstelijns zorg moet met generalisten en/of specialisten methodisch up-to-date zijn

op een groot aantal zorgdomeinen. De sociale wijkteams zijn ook de ogen en oren in de wijk en dat

vergt specifieke vaardigheden. De teams moeten de observaties en signalen omzetten in doelmatige en

effectieve acties van henzelf en/of professionals elders in de zorg- en ondersteuningsketen. Ook

moeten ze in staat zijn hun ervaringen zodanig te verzamelen en presenteren dat er zowel op

interventie- als op beleidsgebied een leereffect ontstaat. Het is verder cruciaal een

ondersteuningsstructuur voor vrijwilligers (mantelzorgers, maatschappelijk initiatief) in te richten omdat

(a) mensen langer zelfstandig moeten blijven wonen, (b) allerlei vormen van dagbesteding voor

kwetsbare bewoners gaan wegvallen, (c) verzorgingshuizen sluiten, en (d) de sociale werkvoorziening

wordt afgebouwd. Mensen worden meer afhankelijk van de eigen netwerken (de ‘nuldelijnse’ zorg van

familie, buurt, verenigingen, etc.). Vrijwilligers dienen waar nodig de juiste vormen van methodische en

instrumentele scholing te krijgen om ook moeilijke doelgroepen als zorgmijders en sociaal geïsoleerden

te bereiken. Daarnaast zijn isolement en overbelasting risico’s die wel onderkend maar nog niet

geadresseerd worden.

Er moet al met al een geheel nieuwe sociale infrastructuur komen, waar ook voorzieningen als

respijtzorghuizen, logeerhuizen (waar mensen zonder netwerk die uit het ziekenhuis zijn ontslagen

even op adem kunnen komen) en allerlei laagdrempelige ontmoetingscentra en activiteitencentra deel

van uit maken. Deze ontmoetingscentra en activiteitencentra worden door vrijwilligers en sociale

ondernemers beheerd. Ook kunnen mensen met een uitkering hier werk verzetten. Of deze

nuldelijnszorg steeds belangrijker kan worden met een krimpende beroepsbevolking is een open vraag.

De transformatie in het sociale domein leidt op vastgoedgebied tot veel vragen. Wat gebeurt er met het

zorgvastgoed, op welke manier kan die een bijdrage leveren aan de transformatie? Hoe kunnen

bestaande woningen worden aangepast aan de nieuwe eisen? Hoe kunnen mensen langer thuis blijven

wonen? Wat kunnen zij daar zelf voor doen en kunnen zij dit financieren? Welke (lage)

inkomensgroepen hebben hier ondersteuning bij nodig en wat kunnen partijen hiervoor bieden

(bijvoorbeeld in krimpregio’s)? Terwijl overheden de scheiding wonen en zorg op landelijk en stedelijk

niveau vormgeven, staan corporaties en gemeenten voor de taak om beide zaken op wijk- en

woningniveau weer te verbinden. Wat kunnen corporaties met hun beperkter takenpakket nog doen op

het gebied van zorgvastgoed? Als woningen moeten worden aangepast, hoe kan dat dan op een

flexibele en duurzame manier en wie betaalt dat? Sommige corporaties kampen met leegstaand

vastgoed en moeten op zoek naar een andere invulling. Tegelijkertijd is er vraag naar een nieuw soort

zorgvastgoed dat meer aansluit bij de huidige behoeften en regels.

Het maatschappelijk vraagstuk heeft ook een economische kant. De vraag naar ondersteuning in zorg

en welzijn zal veranderen en de budgetten nemen af. Aanbieders zullen moeten veranderen. Kan er

een arrangement worden ontwikkeld waarin de totale woonlasten van wonen en zorg (huis, aanpassing,

energie, zorg) betaalbaar blijven?

Page 22: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

22

Nieuwe vormen van sociaal ondernemerschap

Hoogstwaarschijnlijk ontstaan in de zorg en het welzijn nieuwe formele en informele werkwijzen die

anders zijn dan de huidige. Met de krimpende financiële middelen en bezuinigingen moeten zorg en

ondersteuning aanzienlijk effectiever en doelmatiger worden. Hiervoor zijn nieuwe vormen van

dienstverlening, nieuwe types voorzieningen en innovaties nodig. Nieuwe (sociale) ondernemingen en

nieuwe toetreders moeten – tegen de gevestigde belangen in – maximaal toegang tot de markt krijgen

om de vernieuwingen, innovaties en Neue Kombinationen een kans te geven. Krijgen deze innovaties

voldoende kans zich te ontwikkelen als er in de zorgverlening een grote druk is om zekerheid te

garanderen en als de banen bij traditionele zorgaanbieders op het spel staan? En in welke mate maken

de aanbestedingsregels nieuwe toetreders mogelijk? De overheid heeft hierin een belangrijke taak, ook

door het aanpassen van de belemmerende regelgeving.

De vraag is welke vormen van ondernemerschap gaan ontstaan – en moeten worden gestimuleerd –

om professioneel diensten aan te bieden op maat van het huishouden. Het is noodzakelijk dat

gemeenten een op deze ontwikkelingen toegesneden visie en beleid formuleren en onder meer

prestatieafspraken maken met lokale partners. Bij het formuleren daarvan is cijfermatige onderbouwing

wenselijk, zo niet noodzakelijk. Een complicatie hierbij is dat – omdat het gaat over nieuwe vragen,

zeker waar het de extramuralisering betreft – niet altijd duidelijk is waar een geconstateerde vraag

precies op is gericht en welk aanbod daar dan bij past.

Nieuwe actoren en investeerders in de stedelijke vernieuwing nodig

De stedelijke vernieuwing c.q. wijkenaanpak heeft laten zien dat een balans van publieke en private

investeringen nodig is om duurzame ingrepen te doen. De belangrijkste opgave is nu om de lessen van

de afgelopen jaren te vertalen naar een over meerdere partijen verspreid en minder kapitaalintensief

investeringspatroon. Na vijftien jaar stopt het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. Tegelijkertijd

hebben de investerende partijen door veranderende rollen (meer focus op de kerntaak van corporaties),

nieuwe taken (drie decentralisaties, wijkteams e.d.), bezuinigingen en verliezen op grondposities en

(leegstaand) vastgoed minder mogelijkheden om te investeren in wijken en buurten. Intussen is de

vernieuwings- en transformatieopgave niet kleiner geworden. Het investerend vermogen zal daarom

meer moeten komen van private initiatieven. Die opgave wordt, in verschillende bewoordingen, herkend

in de steden, die zichzelf dichter op de wijken organiseren (wijkwethouders, straatkubussen, etc.) en het

werken aan wijken dichter op bewoners, ondernemers en eigenaren (via overdracht van beheer en –

beperkt – budgetten). Dat vereist een andere houding en professionele invulling van de ambtenaar, de

professionals in maatschappelijke organisaties en de ondernemers. Het sturen op maatschappelijke

doelen en betrekken van de juiste partijen daarin (catch and steer) komt meer centraal te staan. In de

wijken moet meer ruimte komen voor ondernemerschap en wijken moeten bedrijviger worden.

De overheid probeert de zelforganisatie in wijk en buurt te vergroten (doe-democratie,

participatiesamenleving) en meer ruimte te bieden aan eigen initiatieven (wijk- en buurtbudgetten, in

beheer laten nemen van wijkvoorzieningen, energie-, zorg- en wooncoöperaties). Onderdeel hiervan is

dat er meer mogelijkheden worden geboden voor zelfbouw en (collectief) particulier

opdrachtgeverschap. Dit is ook wenselijk omdat traditionele ontwikkelende partijen en corporaties

minder financiële mogelijkheden hebben dan voorheen om de woningvoorraad in wijk en buurt te

vernieuwen, verbeteren en transformeren. Een andere ontwikkeling is dat meerdere partijen hun

verschillende geldstromen (beheer, handhaving, zorg, energie, afval, transport) proberen te bundelen

om de vernieuwing in wijk en buurt niet te laten stilvallen.

Het versterken van de Eigen Kracht

De sociaal-maatschappelijke component zal de komende jaren steeds nadrukkelijker het vraagstuk

bepalen. Wat kunnen de bewoners en ondernemers in buurten en wijken dragen, en wat niet meer? De

Page 23: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

23

diversiteit van bewoners en ondernemers maakt dat buurten en wijken verschillen in hun vermogen om

opkomende problemen het hoofd te bieden. Dat zijn problemen die voortkomen uit de kwetsbaarheid

van bewoners, vaak ‘achter de voordeur’, maar ook uit de concentratie van kwetsbare tot zelfs criminele

bewoners buiten de voordeur. De decentralisaties in het sociale domein, extramuralisering,

bezuinigingen van het Rijk en economische stagnatie hebben op deze wijken en vooral hun inwoners

een onevenredig grote invloed, door de stapeling van gevolgen. Dat kan deels worden opgevangen

door vormen van zelforganisatie, die in sommige wijken, buurten of dorpen gemakkelijker tot stand komt

dan in andere. Maar deels ook niet. De rol van publieke en private ondernemers moet meer nadruk

krijgen. In het algemeen wordt er nu nog onvoldoende ingespeeld op bestaande publieke en private

ondernemers die zorgen voor werk, dynamiek en initiatief.

Integratie, participatie en radicalisering vernieuwend op de agenda

Het integratiebeleid staat al enige tijd ter discussie. In juni 2013 ging de Eerste Kamer akkoord met de

intrekking van de Wet Overleg Minderheden. Daarmee kwam een einde aan zestien jaar wettelijk

geregeld overleg van landelijke minderhedenorganisaties met de rijksoverheid over het integratiebeleid.

Het Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling Forum (opgericht in 1995) houdt februari 2015 op te

bestaan.

Toch heeft het integratiebeleid – en specifiek het beleid gericht op de integratie van niet-westerse

allochtonen – nog niets aan actualiteit ingeboet. Ondanks veel gunstige ontwikkelingen bij allochtone

groepen op de gebieden arbeid, onderwijs en huisvesting (zoals het gestegen onderwijsniveau en de

opkomst van een allochtone middenklasse) zien we ook dat het integratieproces bij grote groepen

(jonge) mensen stagneert en zelfs verslechtert. Dit gebeurt, zoals overal in Europa, tegen de

achtergrond van een economische crisis en een verhardend politiek klimaat tegenover

migrantengroepen. Deze polarisering verdiept de kloof tussen groepen en leidt tot discriminatie,

gevoelens van machteloosheid, terugtrekgedrag en radicalisering. Grote, middelgrote en kleine steden

en het verstedelijkte platteland van Nederland worden dagelijks met dit stagnerende integratievraagstuk

geconfronteerd. Bijna altijd is dat op plaatsen waar Platform31 op enigerlei wijze met zijn partners (BZK,

G4, G32, corporatiewereld) actief is. Veel van onze programma’s en samenwerkingsprojecten rond

sociaal, economisch en veiligheidsbeleid raken dan ook aan het integratievraagstuk.

Met nieuwe aanpakken wil Platform31 een bijdrage leveren aan het vernieuwend blijven agenderen van

integratie, participatie en radicalisering. Ten eerste door uit te gaan van de dagelijkse werkelijkheid en

het perspectief van moeders met een Turkse en Marokkaanse achtergrond. Welke frustratie,

machteloosheid, woede en pijn voelen zij als gevolg van de stagnerende integratie vanuit hun eigen

perspectief en dat van hun gezin en kinderen? Wat is hun perspectief op integratie, migratie, diversiteit,

segregatie, democratie, religie en radicalisering? Deze benadering is nieuw omdat tot dusver vooral

wetenschappers, opiniemakers en media het beeld bepalen. Vooral de media hebben daarbij een

voorkeur voor uitvergroting en dramatisering. Ze interesseren zich niet voor het gewone (dat is niet

interessant), maar voor het buitengewone, het uitzonderlijke. Een hoofddoekje is al snel

‘fundamentalistisch’ en een incident ‘rellen in een wijk’. De moeders kunnen niet alleen vertellen over

hun eigen ervaringen bij het zich ‘invechten’ in de Nederlandse samenleving, maar kunnen ook

aangeven hoe het hun mannen, kinderen en andere familieleden is vergaan en vergaat. Ook kunnen

we van hen horen welke oplossingen en mogelijkheden zij zien om zichzelf en hun familieleden nieuw

perspectief te geven in Nederland, op participatie, (her- of bij)scholing, een baan, kortom op een zinvol

bestaan met toekomst. Dit zinvolle perspectief ontberen velen van hen momenteel.

Een tweede nieuwe aanpak is het mede met behulp van de jaarlijkse Veiligheidsmonitor van

Platform31, het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ), het Wetenschappelijk Onderzoek- en

Page 24: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

24

Documentatiecentrum en het Centraal Bureau voor de Statistiek nieuwe kwantitatieve en kwalitatieve

analyses te verrichten.

Onze sleutelprojecten

Nieuwe sociale infrastructuur

Platform31 wil bijdragen aan de zoektocht naar een nieuwe sociale infrastructuur, met nieuwe

arrangementen, een nieuwe rolverdeling (drie decentralisaties, frontlijnsturing) én meer samenhang.

We zoeken naar een andere verhouding tussen formele structuren en de informele wereld van

burgerkracht en eigen initiatief. Hoe kan de infrastructuur zo worden ingericht dat mensen niet definitief

aan de kant staan? En hoe moeten we omgaan met de groeiende sociale verschillen in Nederland?

Platform31 zoekt samen met zijn partners naar strategieën en aanpakken waarbij overheden,

corporaties, maatschappelijke partijen, ondernemers en burgers kunnen samenwerken.

Gezond in, naar een gezonde wijk

‘Gezond in …’ helpt gemeenten bij het versterken van de lokale aanpak van

gezondheidsachterstanden. De komende vier jaar krijgen 91 gemeenten advies op maat en

ondersteuning op dit gebied. Het programma richt zich in eerste instantie op de wijken met de grootste

achterstanden in deze gemeenten. Gemeenten bepalen hun eigen plan van aanpak en maken bij de

ontwikkeling en uitvoering daarvan gebruik van het stimuleringsprogramma.

Experimentenprogramma ‘Langer Thuis’

Platform31 heeft verschillende programma’s om de zorg in de buurt te ondersteunen. Zo is het

experimentenprogramma ‘Langer Thuis’ gericht op het zelfstandig wonen van ouderen. Platform31

voert dit programma uit met Movisie en Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg. ‘Langer thuis’ werkt

aan de verbetering van bestaande woonarrangementen en het nieuwe samenspel tussen gemeenten,

burgerinitiatieven en ‘sociale’ en maatschappelijke ondernemers om een veelzijdig aanbod van

welzijns- en zorgdiensten en wonen mogelijk te maken. In het tweede jaar van het programma staan

kennisontwikkeling (via onder andere de Woonzorgwijzer) en overdracht in diverse leerkringen centraal.

Ook zijn er verschillende projecten die zich richten op onderzoek naar en kennisuitwisseling over

sociale wijkteams. De twee deelprogramma’s ‘Het nieuwe samenspel’ en ‘Voorbij het verzorgingstehuis’

sluiten goed aan bij de kennisvragen van Rijk, steden en corporaties.

Praktijkboek Stedelijke Vernieuwing

Na vijftien jaar Stedelijke Vernieuwing liggen de wijken en buurten in Nederlandse steden er gemiddeld

genomen stukken beter bij. Zeker fysiek, waar corporaties en steden jarenlang hebben geïnvesteerd in

de woningvoorraad en openbare ruimte. De afgelopen jaren is de aandacht steeds meer verschoven

naar sociaaleconomische investeringen, gericht op het versterken van de kansen van bewoners, het

tegengaan van schooluitval, het beter laten functioneren van de wijkeconomie en meer veiligheid voor

bewoners en ondernemers.

Het versterken van wijken en buurten vergt een lange adem, zeker met de crisis van de afgelopen

jaren. Voeg daarbij actuele ontwikkelingen als langer thuis wonen, achterblijvende arbeidsparticipatie

en zorg om radicalisering, en het is duidelijk dat we moeten blijven investeren in het versterken van de

leefbaarheid en veerkracht van wijken en hun bewoners. Maar wie zijn ‘we’ in dit geval? De geldstroom

van de stedelijke vernieuwing en wijkenaanpak is op, Rijk en gemeenten bezuinigen en corporaties

hebben flink moeten interen op hun investeringskracht en taakgebied. In deze nieuwe omstandigheden

geven bewoners, ondernemers, gemeenten, scholen, zorginstellingen, corporaties en andere partijen

op een vernieuwende wijze vorm aan het vernieuwen van steden. Platform31 werkt in 2015 aan een

praktijkboek Stedelijke Vernieuwing dat de actuele innovatieve werkwijzen verzamelt en ontsluit voor de

Page 25: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

25

stedelijke praktijk. Het boek wil tegelijk een overzicht bieden van de rijke opbrengst, lessen en inspiratie

van vijftien jaar Stedelijke Vernieuwing.

Experimentenprogramma ‘Ruim op die regels’

Om de veerkracht van wijk/dorp/buurt te ondersteunen heeft Platform31 verschillende

experimentenprogramma’s ingericht. Als eerste is dat ‘Ruim op die regels’. Dit programma is gericht op

het wegnemen van fiscale, juridische, financiële en andere knelpunten voor maatschappelijke en

bewonersinitiatieven. Via onder andere leerkringen en experimenten worden lokale ambtenaren

ondersteund in de kunst van het faciliteren en stimuleren van maatschappelijk initiatief. Daarnaast zijn

er de experimentenprogramma’s ‘Wijk Investeren’ en ‘Wijk- en dorpseconomie’.

Overige projecten en diensten voor stakeholders en partners

Sluitend aanbod wonen, zorg en welzijn.

Woonzorgwijzer.

Experiment arbeidstoeleiding jongeren met een afstand tot lokaal ondernemerschap.

Leerkring Wonen Zorg voor corporaties.

Doorontwikkeling en uitdragen kennis sociale wijkteams en integrale aanpak.

Wat werkt in de wijk? Effecten van wijkinterventies.

Training Actief Burgerschap: Leer mij het zelf te doen.

Leerkring gemeenten Gebiedsgerichte aanpak wonen, welzijn en zorg.

Sociale innovaties van de stedelijke civil society als motor van stedelijke vernieuwing (inventarisatie

in tien landen met conclusies voor de Europese onderzoeksagenda van JPI Urban Europe en de

Europese beleidsagenda).

Simulatiesessies risico’s in de jeugdzorg en Wmo.

Leerkring jeugd en veiligheid.

Een aantal van deze projecten wordt in de deelplannen voor de betrokken stakeholders (G4, G32,

corporaties, ministeries, partners) verder uitgewerkt en van een budget voorzien.

3.4 Programmaoverstijgende sleutelprojecten

Agenda Stad, ‘Europese Stedelijke agenda’ en SEiSMiC

De stad is weer helemaal terug op de agenda. Het bruist in de steden, zoals blijkt uit de opkomst van

onder andere de vele stadslabs, burgertoppen, internationale competities en stedelijke innovaties. De

stad als concentratie van productiviteit en (sociale) innovatie biedt grote kansen. Tegelijkertijd blijft de

stad een plek van grote uitdagingen, zoals de integratie van migranten, arbeidsparticipatie van laag

opgeleiden, bestrijding van milieuvervuiling en het verwezenlijken van een energietransitie. We staan

samen voor de grote uitdaging om in de urban age die voor ons ligt de steden dynamisch, innovatief en

prettig leefbaar te maken en houden. De Agenda Stad boort de energie in en rond de steden aan door

onder andere het formuleren van opgaven, delen van innovaties en versnellen van doorbraken. De

Agenda Stad moet daarnaast de Nederlandse steden tot showcase maken voor Europa en de rest van

de wereld. Dit doen we samen met een netwerk van stadmakers.

Gedurende drie jaar (2014-2016) wordt bovendien in tien landen (waaronder Nederland) de energie en

ideeënrijkdom van de maatschappelijke onderstroom, maatschappelijke initiatieven en civil society

aangeboord om de Europese stedelijke onderzoeks- en beleidsagenda te voeden met wenselijke en

mogelijke sociale innovaties. Platform31 is, samen met het Austrian Institute of Technology, de leidende

partner in dit Europese Zevende Kaderprogramma project SEiSMiC (Societal Engagement in Science,

Mutual Learning in Cities).

Page 26: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

26

Via EUKN is Platform31 nauw betrokken bij de uitwerking van de Europese stedelijke agenda. Deze

bestaat uit een onderzoek naar de resultaten van de diverse Voorzitterschappen van de EU, een

voorstel voor nieuwe partnerschappen in Europa, waarbij stedelijke netwerken en burgerorganisaties

nadrukkelijk een rol spelen, en een inhoudelijke actieagenda. Onderwerpen op deze actieagenda zijn:

jeugdwerkloosheid, armoede, arbeidsmigratie, betaalbaar wonen, sociale cohesie in aandachtswijken,

energiebesparing, stedelijke innovatie en versterking van de concurrentiepositie van stedelijke regio’s.

De agenda moet tevens leiden tot betere regelgeving, efficiëntere toegang voor stedelijke actoren tot

Europese fondsen en betere kennisinstrumenten.

Smart Urban Regions in the Future

In 2015 start het onderzoeksprogramma naar stedelijke vraagstukken van ministeries, de Nederlandse

Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek en Platform31 ‘Smart Urban Regions in the Future’

(SURF). De kennisontwikkelings- en disseminatie-activiteiten in dit programma beogen de ontwikkeling

van stedelijke regio’s in Nederland in een internationale context in het – nationale en stedelijk/regionale

– beleid te agenderen. Het programma wil in Nederland aansluiten bij de Europese trends en stedelijke

regio’s tot excellentie brengen. De centrale vraag in SURF is: waar en hoe organiseren we onze

Nederlandse economie, onze welvaart, ons welzijn en onze kwaliteit van leven in de mondiale

economie van de 21e eeuw tegen de achtergrond van grote geopolitieke en economische

verschuivingen tussen metropolitane gebieden, landen en continenten? Belangrijke subvragen zijn: hoe

kunnen we in concurrentie en complementariteit van de regio’s tot excellentie komen? ‘Wat bepaalt de

concurrentiekracht van regio’s in een internationale context? Hoe kunnen onze Nederlandse stedelijke

regio’s – vanuit de kwaliteiten die ze hebben - in internationaal opzicht excelleren en wat is het

onderscheidende daarvan?. In SURF staan de maatschappelijke opgaven centraal op (de raakvlakken

tussen) de terreinen ruimte, wonen, bereikbaarheid, economie en bestuur. Deze kennis wordt – evenals

de onderzoeken binnen het programma Kennis voor Krachtige Steden – door de onderzoekers samen

met beleidsmakers en andere maatschappelijke partners ontwikkeld. Het is aannemelijk dat de diverse

Nederlandse steden en regio’s hier een belangrijke rol in gaan spelen.

Voor Platform31 is een verbinding met wetenschappelijk (en in toenemende mate hbo) onderzoek –

qua inhoud, financiers en universitair netwerk – essentieel. Het is een bron waarmee wij onze partners

kunnen bedienen en die ons onderscheidt van andere partijen. Platform31 is in het toekomstige

onderzoeksprogramma SURF dé valorisatiepartner, zowel aan de voorkant (bouw van het programma:

vraagarticulatie), in het midden (uitvoering onderzoek in coproductie) als aan het eind (verspreiding,

opwerking en toepassing resultaten). In SURF wordt creatief onderzoek gestimuleerd naar de

regiospecifieke toepassing van technologie op stedelijke (infra)structuren en naar

governancevraagstukken met hun invloed op de vitaliteit en veerkracht van stedelijke regio's.

Inhoudelijke ondersteuning Europese Voorzitterschappen

Een voorbeeld van de verbinding met wetenschappelijk onderzoek is de ondersteuning vanuit EUKN

van de stedelijke agenda van de landen die Voorzitter zijn van de EU. In 2015 staan in Europa de

kleinere regionale centra centraal. Voor Letland verricht EUKN onderzoek naar hun concurrentiepositie.

Welke kansen en bedreigingen zijn er voor deze centra? Hoe kunnen zij hun concurrentiepositie

versterken buiten de grote metropoolregio’s? Hoe kunnen daarbij stedelijke netwerken worden ingezet?

En hoe kunnen Europese fondsen helpen? Deze vragen worden tijdens de ministersconferentie op

basis van EUKN-onderzoek geagendeerd. De Europese concurrentiepositie neemt een belangrijke

plaats in op de Europese stedelijke agenda die tijdens het Nederlands Voorzitterschap wordt

gepresenteerd.

Energiesprong

Page 27: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

27

Platform31 voert tot eind 2015 in opdracht van het ministerie van BZK het innovatie- en

aanjaagprogramma Energiesprong uit. Doel van het programma is om op grote schaal vraag en aanbod

te laten ontstaan voor woningen, kantoren, winkels en gebouwen van zorginstellingen zonder

energienota. Daarvoor jagen we de markt aan en benutten we kansen in de markt om een transitie te

maken. Vertrekpunt is dat met name het proces en de werkwijze in de bouw moeten veranderen, met

een andere uitvraag, beter aanbod, meer financiële mogelijkheden, aangepaste wet- en regelgeving én

een andere manier van kijken.

Energiesprong heeft de beweging en richting ingezet om via een enkele renovatie naar ‘nul op de

meter’ te gaan. Hierbij wordt het gebruik- en gebouwgebonden energiedeel gecombineerd. Op dit

moment is Energiesprong de woordvoerder, aanjager en facilitator van deze zelf geïnitieerde beweging

die alle betrokkenen een alternatief handelingsperspectief biedt naast bekende strategieën als

stapsgewijze verduurzaming van woningen, vormen van decentrale energieopwekking, centrale

duurzame energieopwekking, warmtenetten en zelfs routes via nucleair en schaliegas. Door de

beweging een stem te geven maakt Energiesprong het afwegingskader rijker en de onderzoeken naar

verduurzamingswegen beter. Partijen die investeren of meedoen met de beweging van ‘Nul op de

meter' krijgen door collectief te communiceren, gezamenlijke schaal te creëren, te agenderen en te

propageren meer invloed dan ze individueel ooit zouden kunnen hebben. Hiermee bieden ze een

tegengeluid tegen de vaak oudere en geïnstitutionaliseerde bewegingen vanuit de energiebedrijven.

Energiesprong stimuleert partijen om deel te nemen aan deze verduurzamingsroute. Van een enkele

‘gelovige’ in 2010 is er in drie jaar tijd een groep koplopers ontstaan met bouwbedrijven, corporaties,

particulieren, kantoorgebruikers en eigenaren, zorgleveranciers, financiers, makelaars en taxateurs,

overheden en sinds kort ook de netwerkbedrijven. Zij passen de ‘Nul op de meter’-route toe binnen hun

bedrijfsprocessen. Daarnaast is er een grote groep volgers die de beweging scherp in de gaten houdt.

Energiesprong faciliteert de transitie die nodig is om ‘nul op de meter’ te kunnen renoveren.

Regelgeving, financieringsafwegingen, instrumenten, het simultaan laten ontstaan van vraag en aanbod

en het geven van bekendheid zijn een aantal transitieaspecten waarop Energiesprong regie voert. Dit

biedt partijen die bezig zijn met delen van de opgave het perspectief dat een aantal randvoorwaarden

waarop zij van nature geen invloed hebben ook wordt geregeld. Het is een hele stap en grote

investering om in de beweging mee te gaan. Zonder de faciliterende rol van Energiesprong is de kans

dat de transitie naar ‘nul op de meter’ slaagt een stuk kleiner.

Page 28: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

28

Page 29: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

29

4 Organisatie

4.1 Personeel

Na een bewogen jaar is Platform31 er in geslaagd de organisatie zodanig vorm te geven en

ontwikkelen dat de oude fusiepartijen volledig zijn geïntegreerd. De primaire processen worden nu

optimaal ondersteund en de programmastructuur Sociaal, Wonen en Ruimte en economie zorgt voor

een herkenbaar profiel voor onze stakeholders. Hierdoor kunnen we vraaggericht blijven werken. De

komende jaren zetten we ook stevig in op verbinding tussen de programma’s en een integrale

benadering van vraagstukken. Dat doen we met een vaste kern van circa 65 hoogopgeleide

medewerkers, met sinds september 2014 een nieuwe directeur aan het roer.

De thema’s die we in hoofdstuk 3 benoemen hebben we ondergebracht in programmateams, zie het

organogram hieronder.

Organogram

Personeelsbeleid

Het personeelsbeleid van 2015 kent vier belangrijke pijlers.

Platform31 wil een wendbare en flexibele organisatie zijn die goed kan meebewegen met de

maatschappelijke ontwikkelingen. De eerste stap is beter zicht te krijgen op de capaciteit en de

vraag van uren. Dat maakt een strategische personeelsplanning mogelijk met aandacht voor

behoud en ontwikkeling van kennis.

De ingevoerde systematiek van resultaatgericht werken wordt verder doorgevoerd. Ook de

professionele, projectmatige werkwijze moet in 2015 vruchten afwerpen.

De HR-infrastructuur wordt geoptimaliseerd door digitalisering van administratieve zaken en het

neerleggen van meer verantwoordelijkheid bij leidinggevende en medewerker.

Het verzuimpercentage is gemiddeld. Om dat zo te houden, gaan we in 2015 gericht werken aan

het welzijn van de medewerkers met aandacht voor hun persoonlijke ontwikkeling.

4.2 Doorontwikkeling methode Energiesprong

De afgelopen drie jaar is door Energiespong een methodiek ontwikkeld om van pionieren en

experimenteren via een deal te komen tot marktconforme producten en manieren van werken. In deze

methode wordt een balans gezocht tussen enerzijds richting geven (met diepgaande eigen kennis) en

Page 30: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

30

anderzijds richting laten bepalen door de (ervaringen van de) relevante partijen in het speelveld. De

methode wordt ingezet in alle onderdelen van het bouwproces, van bouwpraktijk, bedrijfsvoering,

financiering en waardering van vastgoed tot processen van vraag en aanbod. Het doel is bijsturen in de

praktijk, niet het opzetten van pilot projecten, kennisoverdracht of wetenschappelijk onderzoek. De

praktijk bepaalt aan welke kennis en kunde behoefte bestaat; deze worden op maat, toegesneden op

de context, aangeboden.

Vanuit een overzicht van de hele opgave worden in Energiesprong verschillende deelproblemen

opgelost door de partijen die daar het beste toe in staat zijn. Hierdoor ontstaat een elkaar versterkend

netwerk van partijen die ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en doelstellingen in afhankelijkheid

van elkaar stukjes van de complete opgave oplossen. De lotsverbondenheid wordt in de deal

vastgelegd. Hierin worden tevens de verantwoordelijkheden verdeeld op basis van een

gemeenschappelijk doel. Vervolgens houdt Energiesprong de regie zodat alle deelopgaven synchroon

tot een oplossing komen.

Het leerproces van Platform31 met de Energiespong wordt ook op andere terreinen gebruikt om

actoren in beweging te krijgen. In 2015 wordt de methode overgedragen naar een grotere groep

medewerkers van Platform31. Wij voeren al enige tijd een verkenning uit om de methodiek ook toe te

passen voor de transitie in de zorg, de zogenaamde ‘Zorgsprong’.

4.3 Communicatie en media

Vaste kanalen

Platform31 deelt kennis op bijeenkomsten, in trainingen en via onze vaste kanalen in onder meer

publicaties, blogs, nieuwsberichten en artikelen. Onze vaste kanalen zijn:

de website platform31.nl met circa 28.000 unieke bezoekers en 70.000 pageviews per maand;

de tweewekelijkse nieuwsbrief met 36.000 abonnees;

de Ikcro-nieuwsflits met 14.000 abonnees. Deze ontwikkelen we in 2015 door tot de Platform31-

nieuwsflits die twee keer per week zal verschijnen;

dagelijkse updates op Twitter met 5.000 volgers;

dagelijkse updates in de LinkedIn-groep met 1.700 connecties en een actieve discussiegroep met

500 leden;

de vaktijdschriften S+RO en Tijdschrift voor de Volkshuisvesting met samen circa 2500 abonnees;

e-mail uitnodigingen voor activiteiten.

Veel projecten en programma´s van Platform31 hebben eigen communicatiekanalen zoals websites,

nieuwsbrieven en accounts op Twitter. Denk aan Energiesprong, Verdus, EUKN, Jaar van de Ruimte

en Agenda Stad.

De mediatrechter

De manier waarop mensen kennis tot zich nemen, maakt het noodzakelijk meerdere middelen in

samenhang in te zetten om doelgroep en doel te bereiken. Platform31 gebruikt daarvoor de

‘mediatrechter’ (zie afbeelding).

Prompts: prikkelen om verder te lezen, en leiden naar uitleg en verdieping. Bijvoorbeeld tweets,

LinkedIn, banners, etc.

Nieuws: laat zien wat er speelt, informeren. Bijvoorbeeld nieuwsflits, nieuwsstroom.

Uitleg. Bijvoorbeeld blogs, persberichten, mattermaps, factsheets, nieuwsberichten, opiniestukken

in de pers.

Verdieping. Bijvoorbeeld artikelen in tijdschriften, bijeenkomsten, publicaties.

Page 31: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

31

Evaluatie van huidige middelen

De tweewekelijkse nieuwsbrief van Platform31 heeft een groot bereik en heeft een hogere

openratio dan vergelijkbare nieuwsbrieven.

De Ikcro-nieuwsflits (twee keer per week) heeft een goed bereik en een hoge waardering. Vorm en

inhoud sluiten echter niet aan op de huisstijl van Platform31.

De bezoekcijfers van de website zijn vergelijkbaar met die van de oude organisaties. De ordening

en vindbaarheid van de inhoud kan beter.

Het naast elkaar bestaan van de corporate website en de Kennisbank (van het voormalige KEI)

geeft verwarring.

De naamsbekendheid van Platform31 bij stakeholders kan ruim twee jaar na de fusie beter, zo

blijkt uit contact met derden.

De zichtbaarheid van Platform31 in de landelijke en vakpers is lager dan die van de oude

organisaties opgeteld.

Platform31 kiest vaak voor ‘traditionele’, verdiepende communicatiemiddelen als publicaties en

websites. Het huidige medialandschap vraagt echter een brede en gevarieerde inzet van middelen

met een sterkere oriëntatie op dialoog.

De medewerkers van Platform31 zijn specialisten op hun vakgebied. Hun persoonlijke profilering

op onderwerpen in bijvoorbeeld de sociale media is echter soms nog laag.

Doelstellingen communicatiebeleid

Platform31 is herkenbaar, vernieuwend, zichtbaar, spraakmakend en verbindend.

Page 32: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

32

De medewerkers van Platform31 zijn zichtbaar in opiniestukken, blogs, op sociale media en in de

pers.

Platform31 investeert in perscontacten en het ‘maken’ van nieuws.

Platform31 geeft ruimte aan partners en stakeholders: op het podium, in de nieuwsbrief en op de

website.

Platform31 initieert en geeft ruimte aan debat.

We stimuleren het gebruik van eigentijdse communicatiemiddelen zoals prezi’s, sociale media,

mattermaps en filmpjes.

Verbetering en vernieuwing middelen

We verbeteren de navigatie, ordening en vindbaarheid van de inhoud op de website. We bundelen

deze vaker thematisch in dossiers.

Onderdelen van de Kennisbank brengen we onder op de website.

De Ikcro-nieuwsflits gaat qua inhoud en vormgeving beter aansluiten op de onderwerpen en

huisstijl van Platform31 en gaat heten Nieuwsflits Stad en Regio.

Tijdschrift van de volkshuisvesting en S+RO werken toe naar een rendabel model met behoud van

de kwaliteit en identiteit.

Page 33: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

33

4.4 Begroting 2015

BATEN/OMZET Begroting 2015

(bedragen x € 1.000)

Onderhanden werk uit voorgaande jaren € 1.550

Subsidies € 14.187

Instellingsubsidie ministerie BZK € 1.700

Subsidie bureau Veligheidsmonitor (min. VenJ) € 352

Subsidieprogramma Kennis voor Krachtige.Steden € 485

Subsidieprogramma Energiesprong € 11.070

EUKN € 270

Europees project BOOST € 50

Europees project SeiSMiC € 260

Bijdrage derden € 1.179

Bijdrage G4 (voorheen Stedenconvenant) € 220

Bijdrage G32 (voorheen Stedenconvenant) € 575

Partnerbijdrage Woningcorporaties € 202

Partnerbijdrage overige organisaties € 182

Baten uit levering € 2.888

Cursusgelden € 260

Deelnemersgelden € 128

Contributies/abonnementen tijdschriften € 180

Uitgeverij advertentie inkomsten € 40

EO Wijers € 70

Acquisitie opdrachten (vanaf 2015 incl. exper.opd.) € 2.070

Externe detachering/dienstverlening € 140

Onderhandenwerk naar volgend jaar € 1.300-

TOTAAL PROGRAMMAOPBRENGSTEN 18.504

Page 34: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

34

Page 35: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Jaarprogramma 2015

35

Uitgave Platform31

Hoewel grote zorgvuldigheid is betracht bij het samenstellen van dit rapport, aanvaarden Platform31 en

de betrokkenen geen enkele aansprakelijkheid uit welke hoofde dan ook voor het gebruik van de in

deze publicatie vermelde gegevens. Alles uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of

openbaar worden gemaakt mits de bron wordt vermeld.

Den Haag, december 2014

Page 36: 131203 Gezocht huisvesting voor arbeidsmigranten · 2015. 1. 26. · Volgens de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) ... kleiner, mede door individualisering, vergrijzing

Postbus 30833, 2500 GV Den Haag twitter: @platform31www.platform31.nl