1308 Ness Handmaster Geen Verstevigde Orthese In De Zin Van De Ziekenfondswet

2
De Centrale Raad van Beroep deed op 6 februari 2008, onder nummer 06/6606 ZFW, uitspraak in een geschil tussen een verzekerde en haar zie- kenfonds over de afwijzing van een machtiging voor het uitvoeren van capsulectomie en het plaatsen van een nieuwe borstprothese in ver- band met pijnklachten bij recidief kapselcon- tractuur in de rechterborst. De Raad overwoog dat sinds 1 januari 2005 het gecombineerd verwijderen en het inbrengen van een nieuwe borstprothese, anders dan na een gehele of gedeeltelijke borstamputatie, niet meer tot het verzekerde pakket behoort. In de aangevallen uitspraak had de rechtbank overwo- gen dat in casu sprake was van een medische behandeling die sedert 1967 is verricht op kosten van het ziekenfonds en waarvan van het begin af aan vaststond dat deze in voorkomend geval – indien de geplaatste borstprothese medi- sche problemen zou veroorzaken en deswege van tijd tot tijd zou moeten worden vervangen – steeds zou moeten worden voortgezet. De Raad overwoog dat voor zover uit de toelich- ting bij het besluit van 17 september 2004 tot wijziging van de Regeling afgeleid zou moeten worden dat het belang van verzekerden wel is meegewogen, niet blijkt welk gewicht daaraan is toegekend in verhouding tot de met het besluit te dienen belangen. De Raad was van oordeel dat aan dat belang, gegeven de antecedenten van die verzekerden en gelet op het algemene rechtsbeginsel van de rechtszekerheid, niet kan worden voorbijgegaan door daaraan geen enkele betekenis toe te kennen. Een passende over- gangsregeling die deze verzekerden in staat stelt zich aan te passen aan de nieuwe situatie had volgens de Raad niet mogen ontbreken. Niet valt in te zien waarom de budgettaire en uitvoerings- technische belangen van de overheid, zoals deze zijn aangevoerd om het niet opnemen van een overgangsregeling te rechtvaardigen, zoveel zwaarder zouden moeten wegen dan de belan- gen van verzekerden die onder het oude recht op grond van een medische indicatie ten laste van de ziekenfondsverzekering een prothese hebben laten inbrengen die op medische gronden ver- vangen moet worden. De Raad meende dat de rechtszekerheid ernstig wordt geschonden indien vergoeding van de kosten van die voort te zetten medische behandeling abrupt wordt stopgezet, zodat artikel 2, lid 2, onderdelen c en d, van de Regeling in het onderhavige geval wegens strijd met de rechtszekerheid buiten toe- passing dienen te blijven. Het is aan de regelge- ver om voor gevallen als de onderhavige des- gewenst een overgangsregeling te treffen, reke- ning houdend met de eisen van rechtszekerheid. Bron: RZA 2008, 79< 1307 weigering machtiging verwijderen en plaatsen nieuwe prothese; overgangsregeling stelsel 28 10-2008 > zorg & financiering De Centrale Raad van Beroep deed op 7 mei 2008, onder nummer 05/6752 ZFW, uitspraak in een geschil tussen een verzekerde en diens ziekenfonds over de weigering een Ness Hand- master te verstrekken. De Raad overwoog dat de Ness Handmaster geen – verstevigde – orthese in de zin van artikel 11, lid 1, aanhef en onder c van de Regeling hulpmiddelen 1996 is. Het gegeven dat de elek- troden door middel van een specifiek daarvoor ontworpen orthese op de juiste plaats worden 1308 ness handmaster geen verstevigde orthese in de zin van de ziekenfondswet ZenF-1008-cyaan.qxd 12-11-2008 11:20 Pagina 28

Transcript of 1308 Ness Handmaster Geen Verstevigde Orthese In De Zin Van De Ziekenfondswet

Page 1: 1308 Ness Handmaster Geen Verstevigde Orthese In De Zin Van De Ziekenfondswet

De Centrale Raad van Beroep deed op 6 februari2008, onder nummer 06/6606 ZFW, uitspraak ineen geschil tussen een verzekerde en haar zie-kenfonds over de afwijzing van een machtigingvoor het uitvoeren van capsulectomie en hetplaatsen van een nieuwe borstprothese in ver-band met pijnklachten bij recidief kapselcon-tractuur in de rechterborst.

De Raad overwoog dat sinds 1 januari 2005 hetgecombineerd verwijderen en het inbrengen vaneen nieuwe borstprothese, anders dan na eengehele of gedeeltelijke borstamputatie, nietmeer tot het verzekerde pakket behoort. In deaangevallen uitspraak had de rechtbank overwo-gen dat in casu sprake was van een medischebehandeling die sedert 1967 is verricht opkosten van het ziekenfonds en waarvan van hetbegin af aan vaststond dat deze in voorkomendgeval – indien de geplaatste borstprothese medi-sche problemen zou veroorzaken en deswegevan tijd tot tijd zou moeten worden vervangen –steeds zou moeten worden voortgezet. De Raad overwoog dat voor zover uit de toelich-ting bij het besluit van 17 september 2004 totwijziging van de Regeling afgeleid zou moetenworden dat het belang van verzekerden wel ismeegewogen, niet blijkt welk gewicht daaraan istoegekend in verhouding tot de met het besluitte dienen belangen. De Raad was van oordeel

dat aan dat belang, gegeven de antecedentenvan die verzekerden en gelet op het algemenerechtsbeginsel van de rechtszekerheid, niet kanworden voorbijgegaan door daaraan geen enkelebetekenis toe te kennen. Een passende over-gangsregeling die deze verzekerden in staat steltzich aan te passen aan de nieuwe situatie hadvolgens de Raad niet mogen ontbreken. Niet valtin te zien waarom de budgettaire en uitvoerings-technische belangen van de overheid, zoals dezezijn aangevoerd om het niet opnemen van eenovergangsregeling te rechtvaardigen, zoveelzwaarder zouden moeten wegen dan de belan-gen van verzekerden die onder het oude recht opgrond van een medische indicatie ten laste vande ziekenfondsverzekering een prothese hebbenlaten inbrengen die op medische gronden ver-vangen moet worden. De Raad meende dat derechtszekerheid ernstig wordt geschondenindien vergoeding van de kosten van die voortte zetten medische behandeling abrupt wordtstopgezet, zodat artikel 2, lid 2, onderdelen cen d, van de Regeling in het onderhavige gevalwegens strijd met de rechtszekerheid buiten toe-passing dienen te blijven. Het is aan de regelge-ver om voor gevallen als de onderhavige des-gewenst een overgangsregeling te treffen, reke-ning houdend met de eisen van rechtszekerheid.Bron: RZA 2008, 79<

1307 weigering machtiging verwijderen en plaatsen nieuwe prothese; overgangsregeling

stelsel

28 10-2008 > zorg & financiering

De Centrale Raad van Beroep deed op 7 mei2008, onder nummer 05/6752 ZFW, uitspraakin een geschil tussen een verzekerde en diensziekenfonds over de weigering een Ness Hand-master te verstrekken.

De Raad overwoog dat de Ness Handmastergeen – verstevigde – orthese in de zin van artikel11, lid 1, aanhef en onder c van de Regelinghulpmiddelen 1996 is. Het gegeven dat de elek-troden door middel van een specifiek daarvoorontworpen orthese op de juiste plaats worden

1308 ness handmaster geen verstevigde orthese in de zin van de ziekenfondswet

ZenF-1008-cyaan.qxd 12-11-2008 11:20 Pagina 28

Page 2: 1308 Ness Handmaster Geen Verstevigde Orthese In De Zin Van De Ziekenfondswet

jurisprudentie

29zorg & financiering > 10-2008

gehouden, waardoor de Ness Handmaster – alsneveneffect – ook verstevigend werkt, doet hier-aan niet af. Dit verstevigende effect van de NessHandmaster is immers geen (behandel)doel opzich, maar dient ervoor om de hand en deonderarm te brengen en te houden in een stand

die optimaal is voor spierstimulatie. Dit bete-kende dat de door appellante gevraagde voorzie-ning niet op grond van de Ziekenfondswet konworden verstrekt.Bron: RZA 2008, 81<

De Centrale Raad van Beroep deed op 7 mei2008, onder nummer 06/7422 ZFW uitspraak ineen geschil tussen een verzekerde en dienszorgverzekeraar over de weigering de kostenvan behandeling via infiltratie en blocs bij eenchronische indicatie te vergoeden.

De Raad overwoog dat toepassing van infiltratie-technieken gebruikelijk is voor het verlichtenvan acute klachten, dan wel het eenmalig door-breken van chronische pijnklachten, maar nietals onderhoudsbehandeling bij chronische pijn-

klachten, omdat gegevens ontbreken die deeffectiviteit daarvan aantonen. De afwijzing vaneen aanvraag van toepassing van deze technie-ken als onderhoudsbehandeling bij chronischepijnklachten behoeft een deugdelijke motive-ring. Het advies van het College van zorgverze-keringen waarin werd aangegeven dat geengegevens voorhanden zijn die de effectiviteitaantonen bij deze behandeling, was onvoldoen-de als motivering.Bron: RZA 2008, 83<

1309 infiltratietechnieken bij chronische en acute klachtengebruikelijk maar niet als onderhoudsbehandeling bijchronische klachten

De Stichting Klachten en Geschillen Zorgverze-keringen adviseerde op 9 juli 2008, nr. ANO08.171, in een geschil tussen een verzekerde endiens zorgverzekeraar. Verzoeker kwam optegen de, naar zijn mening op onjuiste wijze ente laat meegedeelde, verlaging van de collectivi-teitskorting voor de zorgverzekering en aanvul-lende verzekering. Tevens kwam hij op tegen dewijziging van de dekking van de aanvullendezorgverzekering per 1 januari 2008.

De commissie stelde vast dat de ziektekosten-verzekeraar, voor wat betreft de weergave van devaststelling van de voor 2008 verschuldigde pre-mie voor de zorgverzekering, had voldaan aanhet bepaalde van de Zorgverzekeringswet (Zvw).

Of de wijziging tijdig aan verzoeker was meege-deeld, behoefde wegens gebrek aan belang geenantwoord, daar de ziektekostenverzekeraarbereid was de voor het jaar 2007 geldende kor-ting ook in het jaar 2008 te hanteren en het ver-schil te vergoeden. Bij de verlaging van decollectiviteitskorting voor de aanvullende verze-kering had de ziektekostenverzekeraar voldaanaan het bepaalde in artikel 8, lid 1 van deAlgemene bepalingen. Desalniettemin was hijbereid ook hier de voor het jaar 2007 geldendekorting ook in het jaar 2008 te hanteren en hetverschil te vergoeden. Dit geschilpunt liet decommissie wegens gebrek aan belang ook bui-ten behandeling. Onder verwijzing naar de pro-cedure van de Voorzieningenrechter van de

1310 wijziging premie en dekking (aanvullende) zorgverzekering;toepassing en-blocclausule

ZenF-1008-cyaan.qxd 12-11-2008 11:20 Pagina 29